RE BUILDING THE FUTURE Parade van Duurzaamheid
1
De Dutch Green Building Council (DGBC) is een onafhankelijke non-profit organisatie die streeft naar blijvende verduurzaming van de bebouwde omgeving in Nederland. Daartoe ontwikkelen wij onder andere keurmerken voor een onafhankelijke beoordeling van gebouwen (zowel nieuw als bestaand) en gebieden op het gebied van duurzaamheid. Ook traint DGBC professionals om de beoordelingen te kunnen uitvoeren. Daarnaast onderneemt DGBC een veelvoud aan acties, allemaal gericht op het verduurzamen van de bebouwde omgeving. Zo organiseren wij meerdere keren per jaar gratis thematische bijeenkomsten speciaal voor onze participanten. Ook organiseren wij zogenaamde marktgroepen voor organisaties die aantoonbaar vóórliggen op het gebied van verduurzaming en er al langere tijd meer dan gemiddeld actief op zijn. Omdat het ontwikkelen van keurmerken een doorlopend proces is en wij het belangrijk vinden om een zo direct mogelijke dialoog met de markt te houden organiseren wij daarnaast regelmatig feedbackbijeenkomsten. Meer informatie op WWW.DGBC.NL
BREEAM-NL is een beoordelingsmethode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen te bepalen. Het unieke aan dit meetsysteem is dat de – onafhankelijke – beoordelaar kijkt naar maar liefst negen categorieën die de duurzaamheid van een gebouw kunnen beïnvloeden: van management en materiaalgebruik tot en met afvalverwerking, duurzame transportmogelijkheden van en naar het gebouw en een gezond werkklimaat. De categorieën zijn ingedeeld in credits. Op elke van deze credits kan gescoord worden door voor verschillende criteria één of meerdere punten te behalen. Aan de hand van een weging per categorie wordt dan een totaalscore berekend. De methode omvat 2 keurmerken. Allereerst BREEAM-NL Nieuwbouw. Het wordt gebruikt om de duurzaamheidprestatie te bepalen van nieuwe gebouwen. Het tweede keurmerk is BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik. Dit beoordeelt al bestaande gebouwen op drie niveaus: Gebouw, Gebouwexploitatie en Gebouwmanagement. Naast de BREEAM-NL keurmerken is het vanaf 2011 ook mogelijk gebieden te beoordelen met het keurmerk gebiedsontwikkeling. Meer informatie op WWW.BREEAM.NL
2
Duurzaamheid zakelijk In een tijd waarin de bomen niet meer tot in de hemel groeien, moet iedereen - overheid, bedrijfsleven en particulieren- zich terdege achter de oren krabben of eerder verkondigde ambities nog voluit kunnen gelden. Dat is logisch. Als je minder geld te besteden hebt, moet je nog kritischer kijken naar het rendement van een te investeren euro. De ‘extra’s’ moeten wijken voor het ‘noodzakelijke’. Behoort duurzaamheid tot die ‘extra’s’? Uit eigen ervaring en op grond van ervaringen in de markt blijkt dat duurzaamheid niet iets ‘extra’s’ is. Het is eerder, na al die jaren van extra aandacht, een vanzelfsprekendheid geworden. Juist in tijden van de broekriem aanhalen valt het oog op de mogelijkheden van het besparen van kosten door zuinig om te gaan met energie en grondstoffen. Verspillen kost geld en is niet meer uit te leggen. Je bouwt duurzaam of je bouwt niet. We worden veel duidelijker geconfronteerd met besluiten uit het verleden die toen meer op de korte termijn waren gericht, maar ook met een omvangrijke leegstand in de kantorensector met kantoren die niet of nauwelijks een andere bestemming kunnen krijgen. Dat brengt nu kosten met zich mee die we in de toekomst maar al te graag willen vermijden. Het initiatief van de overheid en van de Rijksgebouwendienst om alleen nog maar panden aan te huren met een label C of hoger en bij nieuwbouw of renovatie een hoge GreenCalc+-score te eisen, heeft in sneltreinvaart geleid tot navolging in de markt. En dat is niet voor niets. Uit onderzoek blijkt dat energiezuinige kantoren in Nederland gemiddeld een 6,5% hogere huurprijs opbrengen. Ook blijkt er een significant effect op de huurprijs op te treden door ligging van kantoren in de nabijheid van stations. Duurzaamheid loont en dat niet alleen in termen van besparen van kosten maar ook in termen van comfort voor de gebruikers en van productiviteit. Het huidige kabinet heeft dan ook de doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid van het vorige kabinet herbevestigd en daaraan een aanmoediging toegevoegd om te zoeken naar een positieve en groene business case. Minister Donner heeft inmiddels fors ingezet op energiebesparing in de gebouwde omgeving en de Rijksgebouwendienst gevraagd om op verschillende fronten een voorbeeldrol te vervullen. Dat doen wij graag, in de wetenschap dat wij ons in kringen van de Dutch Green Building Council in goed gezelschap van vooruitstrevende partners bevinden. Waar wij vooral op inzetten is het vinden van manieren om als opdrachtgever de markt optimaal te stimuleren om het meest optimale rendement in termen van duurzaamheid te halen. Zo was de renovatie van het ministerie van Financiën een van de eerste duurzame projecten die in 2009 in publiek-private samenwerking tot stand kwam. In Groningen is in april van dit jaar het nieuwe gebouw van de Dienst Uitvoering Onderwijs en de Belastingdienst in gebruik genomen. Dit bijzondere pand is in samenwerking met de markt een toonbeeld van duurzaamheid in al zijn verscheidenheid geworden. We werken o.a. aan de toepassing van de CO2-ladder in de B&U sector, ondersteunen initiatieven van de Dutch Green Building Council om de groene meetlatten BREEAM-NL en GreenCalc+ in elkaar te schuiven, werken aan invoering van Bouwwerk Informatie Modellen om de faalkosten in de bouw terug te dringen en ‘vergroenen’ samen met de Universiteit van Nijenrode de business case methodiek . Stilzitten of stilstaan is er niet bij, zeker niet voor een dienst als de Rijksgebouwendienst. Want nu al zullen wij ons stevig moeten voorbereiden op de nieuwe regelgeving vanuit Europa die de markt en de overheid nieuwe ambities oplegt: de overheid moet in 2019 nieuwe gebouwen ‘bijna energieneutraal’ opleveren, de markt moet vanaf 2020 ‘bijna energieneutraal’ zijn. Dit naast de doelstelling om jaarlijks 2-3 % van de voorraad te vergroenen. We kunnen leren van de enkele voorbeelden die op dit vlak zijn of worden gerealiseerd. Het is zaak om ook hier, samen met de bouwen vastgoedsector, zo snel mogelijk naar een ‘zakelijke vanzelfsprekendheid’ te groeien. Daar zit onze gezamenlijke volgende opgave.
Peter Jägers Directeur-generaal Rijksgebouwendienst
3
Provada Green Forum en Green Market.
Te gast bij MOSA voor de 7e participantenbijeenkomst.
Duurzame Innovator Pitch.
BREEAM Junior.
4
Beurzen.
Certificaatuitreiking tijdens de 1e paal Stadskantoor Utrecht.
Overleg met de BRE over BREEAM-NL.
Samenwerken aan een gemeenschappelijk taal voor duurzaamheid.
Trainingen.
Netwerken, stimuleren, kennis delen en certificeren “De verduurzaming van het commerciële vastgoed heeft een vlucht genomen de afgelopen jaren. Met name de kantoren-, winkel- en logistieke vastgoedmarkt hebben de handschoen opgepakt. De norm is, wat er toegevoegd wordt aan de voorraad, moet in hoge mate duurzaam zijn. Als DGBC hopen wij een bedrage geleverd te hebben door het debat te organiseren en duurzaamheid te concretiseren. In 2011 en 2012 willen wij de focus meer leggen op het maatschappelijk vastgoed en de woningmarkt”, aldus Stefan van Uffelen, directeur Dutch Green Building Council.
Stille revolutie BREEAM NL Nieuwbouw is goed ontvangen door de markt. De eerste ontwerp - en oplevercertificaten zijn in 2010 en 2011 uitgereikt. Van Uffelen: “Momenteel is 1,3 miljoen m² nieuwe projecten aangemeld voor certificering met BREEAM-NL Nieuwbouw. Er is een stille revolutie gaande in de markt met betrekking tot duurzaamheid. Het is fascinerend om hieraan te kunnen bijdragen.” Aandachtspunt is met name de kosten. Het keurmerk moet in 2011 en 2012 voor steeds kleinere projecten interessant en betaalbaar worden.” Ook de eigenaren van bestaande gebouwen kunnen aan de slag met BREEAM-NL. Een zelf-assessment met BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik (BBG) is al vanaf begin 2011 mogelijk. En in 2011 is certificering met BREEAM-NL BBG mogelijk. Ten slotte wordt het DGBC Keurmerk voor Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGBC Gebied) in september 2011 gepresenteerd.” “Maar,” waarschuwt hij: “Als een keurmerk af is, piekt de ontwikkeling eigenlijk juist. Als een schema operationeel wordt, merk je pas hoe goed het echt op de markt aansluit.” Samenwerken aan een taal voor duurzaamheid Samen met de eigenaren van verschillende meetinstrumenten zoals GPR en GreenCalc werkt DGBC samen aan een gemeenschappelijke taal voor duurzaamheid. Van Uffelen: “Dit is nodig om de verduurzaming van de bebouwde omgeving te versnellen. Momenteel werken we samen met Sureac, eigenaar van GreenCalc, aan de verdere ontwikkeling van GreenCalc tot een nieuwe BREEAM-NL variant. Deze variant moet BREEAM-NL toegankelijk maken voor alle projecten om te kunnen rekenen aan BREEAM tijdens het ontwerpproces.”
Centrale rol De DGBC wil een versnelling van de verduurzaming realiseren en de Nederlandse duurzaamheidmarkt naar een groter schaalniveau helpen. Marieke Olsthoorn, manager PR en Communicatie vertelt: “Naast certificeren doen we veel meer. Zo organiseren we diverse marktgroepen waarin partijen vanuit hun eigen vakgebied nadenken over duurzaamheid, thematische (participanten)bijeenkomsten maar ook bijeenkomsten waarin we kinderen, de toekomstige generatie, bewust willen maken van het belang van duurzaamheid. Ook zal DGBC in september 2011 voor het eerst een zogenaamde Dutch Green Building Week organiseren. Deze week vindt gelijktijdig plaats met de World Green Building Week, van 19-23 september 2011. Samen met onze participanten bundelen we de krachten en plaatsen we mooie duurzame projecten en initiatieven in de schijnwerpers om het belang van duurzaam bouwen te benadrukken.” Van Uffelen besluit: “We willen vraaggericht en samen met onze meer dan 350 participanten opereren. Het is dan ook fascinerend om te zien hoeveel participanten de handen uit de mouwen steken en meewerken bij ons op kantoor, lid zijn van adviesgroepen en actieve bijdrages leveren aan diverse activiteiten. Verduurzamen doen wij samen!”
Kennisoverdracht De DGBC voerde het aantal trainingen in 2011 flink op. Een logische ontwikkeling aangezien er nu voor drie keurmerken Experts en Assessors (of bij BBG: Auditors) moeten worden opgeleid. Ook kennisoverdracht tussen en met diverse Europese councils neemt toe. Zo ontvangen we regelmatig “collega’s” om kennis en standpunten uit te wisselen. Met het oog op het stimuleren van innovatie heeft DGBC reeds in 2009 de zogenoemde Duurzame Innovator Pitch in het leven geroepen. DGBC werkt daarnaast intensief samen met hogescholen en universiteiten. De stichting organiseert Experttrainingen voor docenten in het hoger onderwijs en onderhoudt innige contacten met Lectoren Duurzaamheid en studentenverenigingen.
5
Inspirerend, slagvaardig en transparant Het Bestuur van de Dutch Green Building Council
De bestuurlijke structuur van de Dutch Green Building Council (DGBC) kent drie elementen: de organisatie zelf (Directeur Stefan van Uffelen), de vier adviesgroepen en het bestuur. Dit beslist over het reilen en zeilen bij de DGBC.
Bestuursleden Het DGBC bestuur bestaat uit:
Direct betrokken Ieder bestuurslid beschikt over jarenlange ervaring in de bouwbranche en is al heel lang betrokken bij het thema duurzaamheid. Gezamenlijk leiden ze de ontwikkeling van de DGBC in goede banen. Dit gebeurt in constant overleg met de productie-organisatie en de leden van de Adviesgroepen.
■ VOORZITTER: de heer J.C. Gillis MBA FRICS,
Chief Operating Officer Redevco ■
mevrouw drs. A. van Doorn, vice-president ‘Special projects’ ABN AMRO
■
de heer drs. J. Dura, raad van bestuur Dura Vermeer Groep N.V.
■
de heer ing. C.A. Hersbach, MRE – Managing Director Projects, ING Real Estate / Development Nederland
■
de heer ir. J. de Leeuw, algemeen directeur SBR
■
de heer ir. T.E.J. Joosten, (BNA) Voormalig directeur Inbo Architecten
■
de heer R. Prins, directeur Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam
■
de heer J.W. van Schooten, Architect/director Meyer en Van Schooten Architecten
■
mevrouw M. Weekhout, Directeur Ruimtelijke Ontwikkeling & Bouw Hogeschool Saxion
■
mevrouw prof. dr. ir. A. van Hal, Hoogleraar Sustainable Housing Transformation op de TU Delft en hoogleraar Sustainable Building and Development aan Business Universiteit Nyenrode ■
6
de heer D.J. van Hal, Directievoorzitter van Bouwinvest
Wereldwijde duurzaamheiddatabase Vier bestuursleden vatten hun verwachtingen voor dit jaar samen. Voorzitter Jaap Gillis begint: “De DGBC is Associated Founding Member van de International Sustainability Alliance (ISA). Deze wereldwijde, door de leden bestuurde, belangenvereniging zet een eigen onafhankelijke duurzaamheiddatabase op. De organisatie vertegenwoordigt inmiddels meer dan 150 miljoen vierkante meter vastgoed. De DGBC maakt de database toegankelijk voor participanten. We doen mee, omdat we duurzaamheid van het Nederlandse vastgoed willen benchmarken. Dit alles om de kwaliteit van duurzaamheid per sector of bedrijf te vergelijken, ook internationaal.” Europese regelgeving Als Directeur Milieu & Bouwtoezicht Amsterdam kijkt bestuurslid Overheid Ronald Prins eerst lokaal: “De transformatie van de kantorenvoorraad in Amsterdam kan worden ondersteund door zichtbaar te maken dat het nieuwe gebruik op een bijzonder duurzame manier kan.” Ook bij hem is de internationale situatie nooit ver weg: “De Europese regelgeving, bijvoorbeeld het nieuwe Bouwbesluit 2012, gaat eisen stellen die goed te beoordelen zijn met BREEAM-NL kennis. Zo brengt Nederland een goede aansluiting met de Europese regelgeving tot stand.” Harmonisatie van instrumenten René Hersbach, één van de twee bestuursleden belast met Certificering: “Van ontwerp tot realisatie. BREEAM-NL is de meest complete standaard voor de beoordeling van de duurzaamheidprestatie van gebouwen ten opzichte van elkaar. Met certificaat, dus aangetoond. Vanaf dit jaar ook internationaal vergelijkbaar via de ISA!” Medebestuurslid en architect Theo Joosten (BNA) vat de nieuwe focus van de DGBC in 2011 nog eens kernachtig samen: “Inspirerend, slagvaardig en transparant! Vanuit een steeds meer missiegedreven houding wil de DGBC een energieke rol vervullen in de transitie naar een groene wereld. Het vreet energie van iedereen, maar dat moet!”
Winnaar juryprijs duurzame innovator pitch 2009
“Met Octalix kan een doorbraak worden gerealiseerd in het verminderen van het energie verbruik zonder een concessie te doen aan comfort” citaat van de DGBC jury.
Waarom kiezen huurders voor úw pand? Lagere energiekosten Een optimaal binnenklimaat Medewerkers hebben grip op eigen comfort Het Octalix gebouwbeheerssysteem biedt u dé oplossing Energieverspilling voorkomen Flexibel, per verdieping realiseerbaar Inzicht in energieverbruik en -besparing
Octalix: úw leverancier in comfort- & energiesystemen
Octalix B.V. Molensteijn 60 3454 PT De Meern T: 030-669 63 40 F: 30-669 63 41 E:
[email protected] I: www.octalix.com
7
Herman van de Bergh, Manager van het 'Heineken Global Energy & Water Program'.
8
Heineken verduurzaamt gehele organisatie Brewing a Better Future
Megabrouwer Heineken verduurzaamt wereldwijd zijn operaties conform de in 2010 gelanceerde langetermijnvisie ‘Brewing a Better Future’. 23 geïntegreerde programma’s zijn gericht op een duurzaam Heineken. Doel is ondermeer om in 2020 30 procent minder energie nodig te hebben, 25 procent minder water te gebruiken en 40 procent minder koolstofdioxide uit te stoten. BREEAM-NL speelt hierin een cruciale rol. Heineken is DGBC-participant en tevens medeoprichter van de International Sustainability Alliance (ISA). Aangezien Heineken zowel eigenaar als gebruiker van zijn vastgoed is, is de verduurzaming met name gericht op de organisatie zelf. Manager van het ‘Heineken Global Energy & Water Program’ is Herman van de Bergh. Hij vertelt hoe Heineken “een betere toekomst gaat brouwen”. Wanneer een brouwer nadenkt over duurzaamheid, schiet hem meteen de belangrijkste bron van het brouwproces te binnen: water. Van de Bergh: “Heineken streeft er met zijn waterbeleid naar het huidige gemiddelde van 4,5 liter gebruikt water per liter bier terug te brengen naar 3,7 liter gebruikt water per liter bier.” In 2010 voerde Heineken twee ‘Water Footprint’ studies uit. De ‘Water Footprint’ – letterlijk watervoetafdruk – is een indicatie van het zoetwatergebruik. De meetmethode die Heineken hanteert, neemt niet alleen het watergebruik in de brouwerijen, maar ook dat van de andere producten, processen en diensten voor bierproductie in ogenschouw. Niet onbelangrijk, want irrigatie van landbouwgronden vormt bijvoorbeeld 70 procent van het wereldwijde waterverbruik. Duurzame energie Andere belangrijke aspecten zijn het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Heineken breidt de komende tien jaar het gebruik van ‘renewable energy sources’ aanzienlijk uit. Iedere vorm van duurzame energie is onder de loep genomen, van zonne-energie tot biogas. Afhankelijk van plaats en tijd wordt de meest geschikte methode gekozen. Van de Bergh: “Heineken staat niet alleen. De hele brouwwereld is met verduurzaming bezig. Brouwen is in de basis een natuurlijk proces. Als brouwer proberen wij daarom continu onze impact op de omgeving te verbeteren.”
Multifunctionele aanpak Uit het voorgaande valt al op te merken dat Heineken naast ISA-BREEAM ook geïnteresseerd is in het DGBC-keurmerk BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik (BBG), dat dit jaar operationeel wordt. Van de Bergh: “De main focus ligt inderdaad op BREEAM voor bestaande gebouwen. Het bestaande vastgoed van Heineken wereldwijd vertegenwoordigt een waarde van ruim 2 miljard euro. Maar als we iets nieuws gaan bouwen, dan doen we ook zeker een assessment met BREEAM-NL Nieuwbouw. Het gaat ons dan niet eens zozeer om de feitelijke certificering. Het doel is een bijdrage aan de verduurzaming van Heineken als geheel. Duurzaamheid moet in ons DNA komen te zitten. Zo staat het ook letterlijk omschreven in het projectplan. De focus ligt op hoe we samen béter willen worden. ‘Brewing a Better Future’ behelst een multifunctionele en geïntegreerde aanpak van de gehele onderneming.
Targets Voor Heineken startte het programma ter verduurzaming van vastgoed in 2010. Van de Bergh: “Verduurzaming van gebouwen is voor ons een nieuwe tak van sport. In april 2010 organiseerden we een intern seminar over BREEAM en LEED, de twee systemen die we op termijn zullen toepassen voor ons vastgoed. BREEAM voor Europa (met BREEAM-NL in Nederland) en LEED in Azië. Nu, in 2011, zijn we bezig met het vaststellen van onze targets. Dit jaar willen we de eerste dertig gebouwen definiëren op basis van de door ISA-BREEAM geformuleerde Key Performance Indicators (KPI’s). Zo krijgen we meer inzicht in de bestaande duurzaamheid van onze gebouwen en in de eisen waar we wellicht al aan voldoen. Het is namelijk zo dat we op het gebied van de duurzaamheid van gebouwen nog nauwelijks iets weten. Zeker in vergelijking met onze productie-units. Immers, brouwen luistert nauw. In de productie meten we letterlijk alles.”
9
Aanmoedigingsprijs duurzame innovators is nu vaste waarde DGBC Duurzame Innovator Pitch
Tijdens PROVADA 2011 konden startende en vernieuwende ondernemers op het gebied van duurzaamheid voor de derde keer meedingen naar de DGBC Duurzame Innovator Pitch. Een prijs voor de meest innovatieve jonge duurzame ondernemer van het jaar. De winnaar ontvangt € 10.000,-, één jaar gratis lidmaatschap van de DGBC en maatwerkondersteuning bij de verdere ontwikkeling van zijn innovatie.
De Dutch Green Building Council (DGBC) begon de Duurzame Innovator Pitch in 2009 als jaarlijks terugkerende aanmoedigingsprijs voor jonge organisaties die op een innovatieve manier hun bijdrage leveren aan de verdere verduurzaming van Nederland. Met de pitch biedt de DGBC hen de kans hun duurzame innovatie bekend te maken aan de vastgoedsector. De inzendingen worden beoordeeld op vijf onderdelen: ■ Bijdrage
aan duurzaamheid voor de gebouwde omgeving in Nederland en Innovatie ■ Kwaliteit van de Business Case of het Businessmodel ■ Praktische toepasbaarheid ■ Kansen voor opschaling ■ Originaliteit
Om deel te kunnen nemen aan de pitch moet de inschrijver een jonge beginnende onderneming of een zelfstandig onderdeel van een gevestigde organisatie zijn. Daarnaast moet er verwacht kunnen worden dat zijn innovatieve product of dienst een blijvend effect heeft op de gebouwde omgeving. Alleen duurzame innovaties voor vastgoed of gebouwde omgeving mogen meedingen. Elevator pitch Uit alle inzendingen die via de website van de DGBC (www.dgbc.nl) binnenkomen, selecteert een zevenkoppige jury (afkomstig uit de wereld van vastgoed en durfkapitaal) een shortlist van innovaties. Die wordt voorafgaand aan de PROVADA gepubliceerd op de DGBC-site. Alle innovaties op deze lijst worden drie dagen lang op de beurs tentoongesteld. De jury nomineert dan een kleiner aantal innovaties. Die mogen hun idee op de laatste dag van de beurs met een presentatie van één minuut (‘elevator pitch’) voor de jury verdedigen. De best scorende wordt uitgeroepen tot winnaar.
Innovator pitch. Dit jonge bedrijf brengt een systeem op de markt met sensoren die de aanwezigheid van personen in bijvoorbeeld een kantoorruimte vaststelt. Op basis van de verzamelde aanwezigheidsgevens wordt het energiegebruik van ondermeer de verlichting, koeling, ventilatie en verwarming aangepast. Een goed werkend systeem kan 30 tot 50 procent energiebesparing opleveren.
Jury DGBC Duurzame Innovator Pitch 2011: • Rob van Hattum, Inhoudelijk Directeur Science Center NEMO/ Nationaal Centrum voor
Eerdere winnaars In 2010 won Salca BV uit Ootmarsum de pitch met zijn innovatie ‘K-Block’. Dit bestaat uit twee lagen brandvertragend vezelmateriaal op gelijke afstanden doorgestikt en gevuld met een nieuw warmteabsorberend materiaal: Thermusol. K-Block slaat overtollige warmte tijdelijk op en geeft die warmte bij een bepaalde temperatuurdaling weer af. Het jaar daarvoor, in 2009, won het bedrijf Octalix BV de eerste DGBC Duurzame
10
Wetenschap en Technologie en eindredacteur Wetenschap VPRO - juryvoorzitter • Job Dura, voorzitter raad van bestuur Dura Vermeer • Guus Berkhout, Fund Manager Triodos Vastgoedfonds • Meiny Prins, Algemeen Directeur Priva en zakenvrouw van het jaar 2009 • Rene Savelsberg, Managing Director and CEO, SET Venture Partners • Erik Steinmaier, Hoofd Research Real Estate Finance, ABN AMRO • Wijnanda Willemse, Adviseur Energie en Klimaat - gebouwde omgeving, Agentschap NL
Winnaar publieksprijs duurzame innovator pitch 2009
11
Rogier Verbeek, Algemeen Directeur Facilicom Facility Solutions.
12
“Een tool om duurzaamheid te managen” BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik
Voor het beoordelen van de duurzaamheidprestatie van bestaande gebouwen heeft Dutch Green Building Council (DGBC) BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik (BREEAM-NL BBG) ontwikkeld. Omdat dit keurmerk niet alleen het gebouw zelf beoordeelt – zoals BREEAM-NL Nieuwbouw – maar ook beheer en gebruik, krijgt het relevantie voor nieuwe sectoren van de bouwbranche. Onder andere Facility Management.
Algemeen Directeur van Facilicom Facility Solutions Rogier Verbeek is rechtstreeks betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe keurmerk. Hij is lid van zowel de Centrale Adviesgroep, als van de Adviesgroep Bestaande Bouw en Gebruik. “BREEAM-NL BBG is een fantastische methodiek om de duurzaamheid van bestaande gebouwen en het gebruik daarvan in beeld te brengen en om op verdere verduurzaming te sturen. Met BREEAM-NL BBG kun je afwegingen maken en beslissingen onderbouwen.” Keuren in drieën In tegenstelling tot BREEAM-NL Nieuwbouw beoordeelt BREEAM-NL BBG niet alleen het gebouw zelf, maar ook het beheer ervan en de manier waarop de uiteindelijke huurders het gebruiken. Dit is terug te vinden in de indeling in drie deelgebieden: Asset, Beheer en Gebruik. Het gebouw zelf valt onder ‘Asset’, de exploitatie ervan valt onder ‘Beheer’ en hoe gebruikers er hun activiteiten managen, wordt beoordeeld onder ‘Gebruik’. Deze driedeling wordt consequent aangehouden, omdat de verantwoordelijkheden van eigenaar, beheerder en huurder per contract verschillen. Stapsgewijs keuren BREEAM-NL BBG is verder onderverdeeld in stappen, waardoor er ruimte is om de verduurzaming van een bestaand gebouw langzamerhand op te bouwen. 0. Basis Gebouw Gegevens 1. Internationaal benchmarken van KPI’s 2. Zelf Assessment via een Verklaring van Commitment 3. Certificering Dit stappenplan geeft meer flexibiliteit in de toepassing van BREEAM-NL BBG. Je hoeft namelijk niet direct voor certificering te gaan, maar je gebouw tóch verduurzamen en zo de marktwaarde ervan vergroten. De marktwaarde wordt medebepaald door de gebouwen van verschillende eigenaren onderling te vergelijken, oftewel: door te ‘benchmarken’. Nationaal met de cijfers van Agentschap NL en de eigen DGBC database. En internationaal met de gebouwendatabase van de International Sustainability Alliance (ISA). Als vergelijkingsmateriaal dienen ‘Key Performance Indicators’ (KPI’s) als energie- en watergebruik. Jaarlijks scoren Terwijl BREEAM-NL Nieuwbouw in essentie een momentopname geeft, levert een beoordeling met BREEAM-NL BBG ieder jaar opnieuw een score op. Ieder jaar opnieuw bepaald aan de hand van de gegevens die dat jaar veranderd zijn. BREEAM-NL BBG gebruikt kwalitatieve weging. Het keurmerk
kent afzonderlijke scores voor ieder van de drie deelgebieden: Asset, Beheer en Gebruik. Per deelgebied krijgt het onderzochte gebouw 1 tot 5 sterren.
International Sustainability Alliance (ISA) De ISA streeft naar een benchmarking op duurzaamheid voor alle vastgoed ’assets’ (gebouwen, verhuureenheden en objecten) in de wereld. Het benchmarken van gebouwen maakt inzichtelijk waar partijen staan en wat het verbeterpotentieel is. Op basis van de Benchmark laat ISA onderzoek uitvoeren en zal de ISA ook in Brussel gaan lobbyen. Gebouwen die geregistreerd zijn voor BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik worden automatisch in de benchmark meegenomen. De informatie kan worden gebruikt voor het benchmarken van ge-gevens over portefeuilles en vergemakkelijkt de vergelijking van de gebouwen tussen de landen. DGBC is een van de oprichters van ISA en sinds februari 2011 Portfolio member. Dit betekent dat DGBC op verzoek van DGBC-participanten nationale benchmarks kunnen gaan uitvoeren.
Prominente plaats Rogier Verbeek: “BREEAM-NL BBG is meer een managementtool dan een eenmalige bepaling van de duurzaamheid van het gebouw. De mogelijkheid tot zelf-assessment is een belangrijke meerwaarde. Hoe duurzaam je pand is, heeft invloed op de identiteit van het gebouw en op die van je hele bedrijf. De financiële voordelen zitten vooral in de toegenomen waardering van je pand in de ogen van huurders, medewerkers, commerciële relaties, enzovoorts. Bij deze groepen staat duurzaamheid namelijk tegenwoordig gewoon op het wensenlijstje dat men presenteert aan werkgever of leverancier. Een zichtbaar duurzaam gebouw heeft uitstraling. Duurzaamheid verdient een prominente plaats in iedere bedrijfsvoering.” Daadwerkelijk certificeren Met een Verklaring van Commitment kan iedere geïnteresseerde BREEAM-NL BBG nu gaan gebruiken voor het uitvoeren van een zelfassessment. Zo’n verklaring kost € 500,- en biedt toegang tot de software, publicitaire ondersteuning en hulp van de DGBC. De volgende stap wordt het daadwerkelijk certificeren volgens keurmerk, waarbij een onafhankelijke derde (een Auditor) het zelf-assessment beoordeelt. Eind 2011 moet dat al mogelijk zijn.
13
Leerpark, Dordrecht
VU/Kenniskwartier, Amsterdam Zuidas
De Gebiedspilots • Buiksloterham – Amsterdam • Stadionplein – Amsterdam • Schiphol-Oost – Amsterdam Schiphol • The Grounds – Amsterdam Schiphol • VU/Kenniskwartier – Amsterdam Zuidas • Herstructurering Bergen Centrum – Bergen (NH) • Kijkduin – Den Haag • Leerpark Dordrecht – Dordrecht • Usseler Es – Enschede • Park 20|20 – Haarlemmermeer • Om de Weede – Hasselt (Overijssel) • De Vork – Heerhugowaard • Belvédère – Maastricht • Logistiek Park Moerdijk – Moerdijk (NB) • Citadel, De Waalsprong – Nijmegen • TalentenCampus – Oss • Hoogvliet Maasranden – Rotterdam • Rotterdam/The Hague Airport Business Park (Zestienhoven) – Rotterdam • Schiebroek Zuid – Rotterdam • Schieveste – Rotterdam • TASs gebied – Sittard • Rijnenburg – Utrecht • Venlo GreenPark – Venlo • Hembrugterrein – Zaandam
Schieveste, Rotterdam
TalentenCampus, Oss
14
“Een duurzaam gebouw is goed, maar waar staat het?”
DGBC Keurmerk voor Duurzame Gebiedsontwikkeling “We zien de aandacht verschuiven van duurzaamheid van het enkele gebouw naar duurzaamheid voor een heel ontwikkelingsgebied”, meldt Mark Spetter, Projectmanager Gebied bij de Dutch Green Building Council (DGBC).”Een duurzaam gebouw is natuurlijk heel goed, maar waar staat het?” En dus komt het binnenkort operationeel worden van het DGBC Keurmerk voor Duurzame Gebiedsontwikkeling (kortweg DGBC Gebied) precies op tijd. Spetter: “Met DGBC Gebied is nu zowat het hele palet gedekt. Alleen ‘Infrastructuur’ mist dan nog. En daar denken we ook al over na.”
Met DGBC Gebied kan de duurzaamheidprestatie van een gebiedsontwikkeling vastgesteld worden aan de hand van scores in zes verschillende categorieën: ‘Synergie’, ‘Bronnen’, ‘Ruimtelijke Ontwikkeling’, ‘Welzijn en Welvaart’, ‘Gebiedsklimaat’ en ‘Gebiedsmanagement’. Met name Synergie en Gebiedsmanagement maken het keurmerk bijzonder. Synergie stimuleert namelijk onderlinge samenhang en het zoeken naar te creëren meerwaarde in een gebied. Management bevordert het daadwerkelijk realiseren van ambities. En daar gaat het in de praktijk nog wel eens mis: ambities formuleren is niet moeilijk, maar ze realiseren wel! Houdbaarheidsdatum Bij gebiedsontwikkeling praat je altijd over de lange termijn. De ontwikkeling van een gebied duurt veel langer dan de ontwikkeling van een gebouw of woning. Soms wel dertig jaar. Dus hoe garandeer je al die tijd de duurzaamheid ervan? Spetter: “De DGBC kent het DGBC Gebied certificaat een beperkte ‘houdbaarheidsdatum’ toe van maximaal vijf jaar. Zo worden de belanghebbenden gestimuleerd om de duurzaamheid van het gebied voortdurend in de gaten te houden. Je kunt in de loop der tijd dan ook verschillende certificaten halen, steeds weer met nog verder aangescherpte duurzaamheidseisen.” Typologieën De certificering is onderverdeeld in drie fasen: de Planfase, de Realisatiefase en de Beheerfase. En om een specifieke waardering en benchmark te kunnen presenteren, is ook gekozen voor vier duidelijk onderscheiden en gedefinieerde typologieën: ‘Stedelijk Gebied’, ‘Stadsranden’, ‘Landelijk Gebied’ en ‘Bedrijventerreinen’. Dit om bepaalde gebieden niet van tevoren al met een achterstand op te zadelen ten opzichte van andere. Alle beschreven keuzes en besluiten zijn volgens de typerende DGBCmanier van ‘All parties concerned’ gemaakt in een open ontwikkelproces. Dit betekent dat er vanuit de relevante vakgebieden 1 of meer ervaringsdeskundigen over hebben meegedacht. Ook kent DGBC Gebied – net als de beide andere keurmerken – een eigen Adviesgroep, waarin bestuurders uit het vakgebied deze ontwikkeling aansturen en overzien. Ambities De vraag naar een toetsingsinstrument voor duurzame gebiedsontwikkelingen is groot en urgent, vooral bij provincies en gemeenten. Zij vormen dan ook de belangrijkste doelgroepen voor dit nieuwe keurmerk.
Spetter: “Gemeenten en provincies willen graag duurzaam ontwikkelen. Met DGBC Gebied krijgen ze een instrument in handen om te controleren of ze die wens eer aan doen. De toegevoegde waarde van ons keurmerk voor gemeenten en provincies is dat DGBC Gebied hen helpt de duurzame ambities concreet te maken. En vervolgens om ze gerealiseerd te zien worden.” Bestuurders en ambtenaren maar ook private partijen worstelen met de vraag wat nu precies een duurzaam gebied is. Dat blijkt wel uit het feit dat maar liefst 25 verschillende gebieden zich in 2010 bereid verklaarden om als pilotproject op te treden (zie kader). Het betreft zeer uiteenlopende projecten verspreid over heel Nederland. Van een enorm herstructureringsgebied als Belvédère bij Maastricht (280 hectare), tot veel kleinere gebieden zoals het winkelcentrum van Bergen (NH). De pilotfase is begin 2011 afgerond. Ze leverden essentiële input voor het verbeteren en gebruiksklaar maken van DGBC Gebied. Doel is om de eerste versie van het keurmerk voor duurzame gebiedsontwikkeling in september 2011 te lanceren. Kapstok Spetter ziet het toetsingsinstrument als een “kapstok voor duurzaamheid in de bebouwde omgeving” en een inbedding voor de beide andere DGBC-keurmerken: BREEAM-NL Nieuwbouw en BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik (BBG). “Hoe meer duurzame gebouwen (aangetoond met de andere instrumenten)in een gebied hoe meer punten in DGBC Gebied. En andersom: als je gebouw in een duurzaam gebied staat, scoor je hoger op Nieuwbouw en Bestaande bouw dan wanneer dat niet zo is. Immers een duurzaam gebouw wordt nog duurzamer, als het in een duurzaam gebied staat.” Met DGBC Gebied stelt de DGBC opnieuw een methodiek beschikbaar aan de markt die de duurzaamheidsprestatie onafhankelijk bepaalt. Leegstand Zoals aan het begin van dit artikel al geobserveerd, ziet Spetter het belang van verduurzaming van gebieden sterk toenemen. Dit ondanks (of misschien ook wel dankzij) het huidige leegstandprobleem in Nederland. Want hoewel het aandeel van nieuwe ontwikkelingen al sinds 2008 afneemt en we voorlopig niet echt hoeven te rekenen op de start van nieuwe grote uitleggebieden, is het herontwikkelen en verduurzamen van bestaande gebieden de nieuwe uitdaging. En die uitdaging belooft alleen maar verder toe te gaan nemen.
15
Winnaar juryprijs duurzame innovator pitch 2010
16
C2C leidend bij nieuwbouw HENK Grafimedia Center
Henk Kurstjens: “Duurzaam ondernemen is de toekomst!” De nieuwbouw voor zijn drukkerij HENK Grafimedia Center gaf directeur-eigenaar Henk Kurstjens een bijzondere kans. Zijn overtuiging dat duurzaam ondernemen een must is, kon hij nu handen en voeten geven. In Belfeld realiseerde hij een uniek bedrijfspand, dat na de ingebruikname op 19 juni 2009 al snel een voorbeeldfunctie kreeg voor de grafische industrie.
“Duurzaam ondernemen is de toekomst; daar kan niemand omheen”, stelt Kurstjens. “Ik wilde de drukkerij daarom volledig CO2-vrij gaan verwarmen en koelen.” Was CO2-neutraal niet genoeg? “Compenseren van de milieuschade betekent alleen maar dat de vervuiler betaalt.” Duurzame keuzes Cradle-to-Cradle was het leidende principe. “Er is zo veel mogelijk gebouwd met traditionele materialen die een lange levensduur hebben, zoals hout en steen.” Cradle-to-Cradle inspireerde hem bovendien tot een nieuwe gedachte. “In het drukproces komt een grote hoeveelheid restwarmte vrij. Konden we die warmte niet benutten als grondstof voor andere processen?” Experts werkten deze gedachte uit in een innovatieve oplossing. “Om de restwarmte van onze watergekoelde Heidelberg persen te kunnen hergebruiken, zijn ze gekoppeld aan klimaatplafonds. Dat was nooit eerder gebeurd! De klimaatplafonds zijn gekoppeld aan een warmtepomp: ook dat was helemaal nieuw.” Met behulp van de warmtepomp wordt de restwarmte in de zomer opgeslagen in een reservoir in de bodem, dat in de winter als warmtebron dient. Daarnaast wordt water uit een koudebron gepompt; dit wordt gebruikt voor het koelen van de drukpersen en de productie- en kantoorruimtes. “Alle verwarmings- en koelingsprocessen zijn gekoppeld aan de stalen klimaatplafonds. De koperen buizen die er doorheen lopen, kunnen warmte opnemen en afvoeren.” Vanwege het innovatieve karakter van dit project kende AgentschapNL een subsidie toe uit het Unieke Kansen Programma (UKP) Verduurzaming Warmte en Koude. In ruil voor deze subsidie verstrekt HENK Grafimedia Center gedurende drie jaar alle energiegegevens aan AgentschapNL. Nieuwe ambitie De duurzame keuzes leggen HENK Grafimedia Center geen windeieren. “Ons CO2-vrij geproduceerd drukwerk – dat scheelt 90.000 kg CO2- per jaar! – trekt bedrijven aan. Ze nemen ons graag als partner in hun keten op. Bovendien bewijzen we dat duurzaam produceren niet duurder is; het is zelfs goedkoper doordat we ook slim omgaan met onze afvalstoffen.” Maar het kan nóg beter, besluit Kurstjens. “We monitoren nu hoe efficiënt het systeem met energie omgaat. Zodra we dat precies weten, zetten we met zonnepanelen de stap naar volledig klimaatneutraal produceren!” Dit DGBC-magazine is gedrukt door HENK Grafimedia Center. www.henkgrafimedia.nl
17
Winnaar publieksprijs duurzame innovator pitch 2010
De Clean Cube tegelasbak houdt de buitenruimte schoon
Onze vraag aan u
Peuken en kauwgom weg? Een schone zaak!
• Wilt u de overlast van sigarettenpeuken en kauwgom voor uw ingang drastisch verminderen?
Sigarettenpeuken en kauwgom ontsieren niet langer uw buitenruimte: het visitekaartje van uw bedrijf, organisatie of instelling. Met de Clean Cube kunt u op een innovatieve manier deze overlast tegen gaan. Door het strategisch plaatsen van de Clean Cube op plekken waar veel sigarettenpeuken liggen voorkomt u overlast en kunt u tot 80% besparen op uw dagelijkse reinigingskosten.
• Wilt u de uitstraling van de buitenruimte schoon en aantrekkelijk houden? • Wilt u “meer” doen met “minder” en besparen op uw schoonmaakkosten? • Wilt u een voorziening die aansluit bij het gedrag van rokers? • Wilt u een hygiënische en gebruiksvriendelijke voorziening?
Oplossingen voor een schone buitenruimte Fransiscusweg 345C, 1216 SL Hilversum Tel. 035 62 44 928 Mail
[email protected]
18
Een nette omgeving draagt bij aan de uitstraling van uw onderneming.
Laat afval niet zwerven! www.cleanstreets.nl
Marktgroepen: verduurzaming vanuit diverse oogpunten Een belangrijke rol binnen DGBC is weggelegd voor de ‘marktgroepen’, waarin specialisten nadenken over hun bijdrage aan de verduurzaming vanuit een specifiek omschreven gebied. Zij zijn op hun eigen terrein de ‘koplopers’ in duurzaamheid, de ‘early adaptors’. Er zijn al verschillende marktgroepen actief. Retail, Vastgoedfinanciers, Scholen, Taxateurs, Verzekeraars en een marktgroep voor Duurzaam Onderhoud en Beheer. Binnenkort start een marktgroep fiscale en juridische versnelling van duurzaamheid. “De marktgroepen boeken resultaat. En dat is belangrijk. Als we ergens mee aan de slag gaan, dan willen we oplossingen aandragen. In 2011 zullen we ook een marktgroep eindgebruikers oprichten”, aldus Stefan van Uffelen, directeur Dutch Green Building Council.
Marktgroep verzekeraars Risico-analisten van verzekeraars gaan in detail naar het BREEAM-NL traject kijken en de risico-onderwerpen koppelen. Dat is de vervolgactie die voortkwam uit de bijeenkomst van de DGBC-markgroep Verzekeraars. Deze groep kwam voor het eerst bij elkaar in samenwerking met Marsh, en heeft de relatie tussen de BREEAM-keurmerken en verzekeringen onder de loep genomen. Er is een groot aantal relaties, die onder andere naar voren komen via de volgende vragen: • Wat is het brandrisico van duurzame materialen? • Wat is het risico van nieuwe type installaties voor de verzekeraar? • Wat voor herbouwwaarde moet verzekerd worden (BREEAM Good?) Afgesproken is dat de risicoanalisten van de verzekeraars in detail naar de keurmerken kijken en de risico-onderwerpen koppelen. Zo wordt helder wat de positieve en negatieve relaties van risico’s en duurzaamheid zijn. De groep wil een koppeling tussen de BREEAM-NL-keurmerken en verzekeringsproducten creëren, zodat een BREEAM-NL keurmerk ook voor verschillende verzekeringsproducten een garantie geeft. Marktgroep Vastgoedfinanciers De marktgroep Vastgoedfinanciers wil een sterk signaal geven over het belang van duurzaamheid vanuit de kant van de financiering. Op PROVADA 2011 zal dan ook door een aantal banken een convenant worden getekend. Naast het convenant bereiden de banken individuele statements voor. Marktgroep Retail Met de Nederlandse Raad van Winkelcentra, de NeVaP – verpakkingsoplossingen en AgentschapNL is een marktgroep Duurzame retail opgericht. Van Uffelen: “Onlangs hadden we een bijeenkomst om uit te zoeken hoe je kunt omgaan met energielabels. Wil je alleen de gemeenschappelijke ruimte van het winkelcentrum labelen, zoals de overheid eist, of ook elke aparte winkel? Wij gaan nu als bovenwettelijke eis voorschrijven dat ook verschillende winkels gelabeld worden als je een certificaat van de marktgroep wilt. Er zijn al verschillende winkelcentra die hun belangstelling voor dit label hebben uitgesproken.” Marktgroep Taxateurs De taxateurs willen het taxeren van duurzaam vastgoed op een hoger plan brengen. Met deze marktgroep wil DGBC een onderzoek initiëren onder
gebruikers van vastgoed naar de weging binnen de BREEAM-keurmerken. Er is gesproken over de relatie met data. Voor de crisis was het mogelijk op goede locaties voor slechte panden goed betalende huurders te vinden. Nu is het belang van huurders binnenhalen of behouden zo groot, dat dit kan zorgen dat duurzaamheid niet goed zichtbaar wordt in de huurprijs. Verschillen zullen op korte termijn meer zichtbaar zijn in de bezetting (minder leegstand). Marktgroep Scholen Voor betrokkenen bij scholenbouw, zoals projectontwikkelaars, schoolbeheerders, schoolbesturen, eigenaren of adviseurs, die aandacht willen besteden aan duurzaamheiddoelstellingen, is de ‘marktgroep Scholen’ in het leven geroepen. Deze groep buigt zich zowel over basisscholen en middelbare scholen als over hogescholen, universiteiten en andere gebouwen met een educatieve functie. In de groep zitten vertegenwoordigers van scholen die voorop lopen omtrent het duurzaam maken van hun panden. De organisaties die zij vertegenwoordigen zijn vaak ook participant van DGBC. “Tot nu toe blijkt de meeste belangstelling vanuit de hogescholen te komen, met name vanuit de faculteiten Bouwkunde”, vertelt ir. Sannie Verweij, projectmanager DGBC. “Hoewel de bereidheid om duurzaam te bouwen in het onderwijs zeker aanwezig is. Deze sector heeft echter te maken met schoolbesturen, die over weinig kennis en ervaring beschikken als het over bouwprojecten gaat. Daarnaast zijn initiatieven vaak gebonden aan sterk bewaakte budgetten, en wordt er gebruik gemaakt van totaal andere financieringsconstructies dan bij de retail of woningen.” Aan de hand van goede referenties probeert DGBC de kennisoverdracht in de onderwijssector te stimuleren. Samen met de marktgroep worden de huidige keurmerken BREEAM-NL Nieuwbouw en BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik doorontwikkeld en toegespitst op scholen.
19
20
Duurzaamheid en kinderen Klein inspireert groot
“Willen we Nederland verduurzamen, dan is het belangrijk dat we de jeugd daarbij betrekken. Kinderen bekijken de wereld immers nog onbevangen. En dat brengt oplossingen waarvan volwassenen nog wat kunnen leren. Klein inspireert groot!”, aldus Jaap Gillis, Bestuursvoorzitter van de Dutch Green Building Council. Daarom is er een apart duurzaamheidskeurmerk voor jongeren in ontwikkeling: BREEAM Junior. Bovendien besteedt DGBC binnen de diverse activiteiten die zij organiseert steeds weer aandacht aan deze belangrijke doelgroep. Een eerste versie van BREEAM Junior, een vragenlijst op basis van een sterk vereenvoudigde versie van BREEAM-NL, is gebruikt in het najaar van 2008. Toen koos een groep 'Kinderen van Nu' het meest duurzame openbare gebouw van Amsterdam. ‘Kinderen van Nu’ was een landelijk initiatief, waarbij naast DGBC ook de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland betrokken waren. ‘Kinderen van nu’ stimuleerde zeggenschap van jongeren bij duurzaamheidsvraagstukken, met het oog op de toekomstige wereld. “Geweldig initiatief” “Namens de gemeente Amsterdam was ik betrokken bij dit geweldige project. Mij is gevraagd om tien jongeren te ontvangen. Deze jongeren wilden publiek toegankelijke gebouwen bezoeken en toetsen op duurzaamheid. Mijn collega Kim Beckers, Annemarie van Doorn van Dutch Green Building Council en ikzelf hebben een korte presentatie gehouden en een instructie gegeven over BREEAM Junior. Maar voornamelijk hebben we met de jongeren gediscussieerd over de klimaatverandering, duurzaamheid en wat de jongeren daarvan kunnen zien en beleven in hun dagelijks leven. De discussie was erg levendig en inspirerend”, vertelt Ronald van Warmerdam, Klimaatbureau Amsterdam. De 'Kinderen van Nu' die aan dit project meededen waren leerlingen van het Ignatius Gymnasium uit Amsterdam. Ze bezochten eind 2008 tien openbare gebouwen in hun gemeente en kozen uiteindelijk de Centrale Bibliotheek op het Oosterdokeiland als winnaar. De bibliotheek scoorde zeer hoog op milieumaatregelen (Planet): Energie, Materialen, Groen & Water, Afval en Transport. Er zijn volop zonnepanelen, dubbel glas en vernieuwbare materialen gebruikt, en het gebouw is goed bereikbaar met
de fiets en het openbaar vervoer, waardoor ook het onderdeel transport hoog scoorde. Eerste paal Madurodam Op 2 juni 2010 speelden twee kinderen de hoofdrol tijdens een bijzondere happening in Madurodam. Samen met Schiphol Real Estate directeur André van den Berg sloegen zij in Nederlands kleinste stad de eerste paal van een miniatuurversie van het nieuwe TransPort-gebouw. Dit hoofdkwartier voor Transavia.com en Martinair ontving in april vorig jaar als een van de eerste bouwprojecten in Nederland het eerste ontwerpcertifcaat BREEAM-NL Nieuwbouw. Voorafgaand aan het slaan van de paal deed een grote groep DGBC-participanten samen met hun (klein)kinderen enthousiast mee aan een feestelijk middag, met als centrale vraag ‘Hoe kunnen we onze luchthaven én de rest van Nederland nog duurzamer maken?’ Na een inspirerend college door Nederlands eerste astronaut Wubbo Ockels, knutselden de kinderen in groepjes aan een klein Schiphol. Aan het eind van de middag koos een deskundige jury de mooiste maquette uit. Dit kunstwerk heeft enige tijd op Schiphol Plaza gestaan en kon dagelijks bewonderd worden door de vele reizigers die daar passeerden. Doorontwikkeling BREEAM Junior Ook in de toekomst wil DGBC activiteiten ontwikkelen voor kinderen. Daarom zal er tijdens de komende Dutch Green Building week in september een speciaal programma voor kinderen en jongeren zijn. Daarnaast zal de conceptversie van BREEAM Junior uit 2008 worden doorontwikkeld tot een ‘echt’ certificeringstraject voor kinderen, met alle promotiemiddelen die daarbij horen.
21
Dutch Green Building Week
Van 19 tot en met 23 september 2011 organiseert DGBC de Dutch Green Building Week. In deze week laten DGBC en haar participanten aan Nederland en de rest van de wereld zien welke (regionale) initiatieven er zijn op het gebied van Duurzaamheid in de gebouwde omgeving. Dit kan van alles zijn: van masterclass en een event, tot een rondleiding in een BREEAM-NL gecertificeerd gebouw. DGBC sluit aan bij de ‘World Green Building Week’. Alle Green Building Councils bundelen deze week wereldwijd hun initiatieven en zetten ze in de picture. Deelname onder vlag van de Dutch Green Building Week is voorbehouden aan participanten van de Dutch Green Building Council. Naast de events van DGBC-participanten organiseert DGBC ook een ‘eigen’ programma, dat wordt gehouden in vijf regio’s in het land: ■ regio Amsterdam ■ regio Rotterdam ■ regio Utrecht ■ regio Zuid (Eindhoven) ■ regio Noord/Oost (Enschede) In elke regio wordt een aansprekende duurzame 'festivallocatie' aangewezen, van waaruit acties worden gecoördineerd en waar activiteiten plaatsvinden. Op de speciaal geopende website www.dutchgreenbuildingweek.nl vindt u meer informatie over het programma en leest u over de voorwaarden voor deelname. Graag tot ziens op de Dutch Green Building Week!
www.dutchgreenbuildingweek.nl
22
Founding Partners Onze founding partners zijn de participanten van het eerste uur. Zij hebben in een vroeg stadium ja gezegd tegen de missie van de Dutch Green Building Council.
ABN AMRO Adamasgroep Amvest ASR Vastgoed Ontwikkeling Ballast Nedam N.V. BPF Bouwinvest Breevast N.V. Bulters & Bulters Corio Nederland B.V. Deerns Delta Development Group DHV B.V. DTZ Zadelhoff Dura Vermeer Groep N.V. Essent B.V. Evelop International B.V. G&S Vastgoed Gemeente Amsterdam, Dienst Milieu en Bouwtoezicht Hogeschool Inholland Hogeschool Rotterdam
Hogeschool Saxion Hogeschool Utrecht Imtech N.V. Inbo Architecten ING Real Estate Development Innax Nederland B.V. Intron B.V. KONE B.V. Koninklijke BAM Groep KOW Groep B.V. MAB Development Nederland B.V. MN Services Multi Corporation B.V. NS Poort NUON N.V. OVG Projectontwikkeling B.V. Peutz B.V. Philips Nederland B.V. PRC B.V. RAU Redevco B.V.
Rijksgebouwendienst Rotterdam.Climate.Initiative Royal Haskoning Nederland B.V. SBR Schiphol Real Estate Search B.V. SNS Property Finance Synchroon B.V. Technocentrum NH-N TNO Bouw & Ondergrond TNT Real Estate Valstar Simonis B.V.
Van Aken Architecten Van den Oever, Zaaijer & Partners architecten Van Gansewinkel VastNed Management B.V. VBI Ontwikkeling B.V. Volker Wessels Dec. B.V. Welling Groep
F O U N D I N G PA R T N E R
Wilt u participant worden? DGBC is een organisatie met participanten. Als participant vormt u de voorhoede van een beweging die zich sterk maakt voor een duurzame ontwikkeling van onze gebouwde omgeving. Uw naam is gekoppeld aan tal van nieuwe initiatieven en uw projecten krijgen exposure. Bovendien weten uw mensen als een van de eerste wat er speelt, want ze hebben exclusief toegang tot een netwerk van toonaangevende spelers en duurzaamheidsexperts binnen de bouw- en vastgoedsector. Uw mensen krijgen volop de gelegenheid om kennis uit te wisselen en mee te denken. Meld u nu aan als participant voor de Dutch Green Building Council. U betaalt dan een eenmalige startfee en een jaarlijkse bijdrage. Aanmelden via de website www.dgbc.nl
23
Colofon [RE]BUILDING THE FUTURE nummer 3 is gemaakt door de Dutch Green Building Council (DGBC) Postbus 1819 3000 BV Rotterdam Tel:+31 (0)10 20 659 33 E-mail:
[email protected] Website: www.dgbc.nl Hoofdredactie Marieke Olsthoorn (DGBC) Redactie Roel Brandsma (RBTekst) Sannie Verweij (DGBC) Mark Spetter (DGBC) Foka Kempenaar (SBR) Eindredactie Linda van der Vlis (SBR) Vormgeving EP Verhagen Communicatie Papier Dit magazine wordt volledig CO2-vrij gedrukt. Druk: HENK Grafimedia Center
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de Dutch Green Building Council. Redactie en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden, van welke aard dan ook, gebaseerd op informatie uit deze uitgave. Juni 2011
24