R e g i s t r a t i e k a m e r
Verzekeraar A
..'s-Gravenhage, 3 november 1999 . Ons kenmerk 98.K.0919.06 . Onderwerp Diabetespas
Bij brief van 5 november 1998 verzocht de KNMP aan de Registratiekamer om een oordeel over de vraag of de wijze waarop Verzekeraar A, op basis van gegevens in hun verzekerdenbestanden de Diabetespas heeft verspreid, verenigbaar is met het doel waarvoor deze verzekerdenbestanden in het leven zijn geroepen. De Registratiekamer heeft naar aanleiding van deze brief van de KNMP, en een soortgelijke brief van de KNMG, Verzekeraar A op 14 december 1998 schriftelijk benaderd. Daarbij was de centrale vraag welke afwegingen ten grondslag lagen aan de beslissing van Verzekeraar A om uit haar verzekerdenbestanden een specifieke selectie te maken ten behoeve van het verspreiden van de Diabetespas. Bij brief van 8 februari 1999 heeft Verzekeraar A daarop uitvoerig gereageerd. Over de voorlopige bevindingen van de Registratiekamer is in de loop van juli overleg gevoerd met Verzekeraar A, de Nederlandse Diabetes Federatie en de KNMP. Thans kan ik u het standpunt van de Registratiekamer in deze kwestie mededelen. In het navolgende zal worden ingegaan op: 1. Feiten en achtergronden; 2. Toelichting van Verzekeraar A; 3. Toetsing aan het wettelijk kader; 4. Vergelijking met eerdere zaken; 5. Conclusies.
Prins Clauslaan 20 Uw brief
Postbus 93374
Bijlagen
2509 AJ 's-Gravenhage
Contactpersoon
Tel. 070-3811300
Doorkiesnummer
Fax 070-3811301
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 2
1. Feiten en achtergronden Verzekeraar A heeft diabetes mellitus als eerste ziektebeeld gekozen in het kader van de te ontwikkelen Disease Managementprogramma’s. Deze programma’s zijn gericht op een integrale benadering van preventie, diagnostiek en behandeling van een bepaalde chronische ziekte, waarbij het zelfregulerend vermogen van de patiënt een belangrijke rol speelt. Door aldus een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het leven van de betrokken patiënten, trachten de verzekeraars ook te bereiken dat hun schadelast wordt beperkt. Het verstrekken van de door de Nederlandse Diabetes Federatie ontwikkelde Diabetespas aan alle 60.000 verzekerden van Verzekeraar A die aan diabetes mellitus lijden past binnen de genoemde doelstelling. Verzekeraar A heeft de keuze voor het ziektebeeld diabetes mellitus gemaakt vanwege het grote aantal mensen dat hieraan lijdt, het gemak waarmee deze groep uit de verzekerdenpopulatie is te selecteren en de hoge kosten die gemaakt moeten worden voor de medische zorg aan diabetespatiënten. Het doel van de verspreiding van de Diabetespas is verzekerden die aan de chronische ziekte lijden, bewust te maken van hun eigen inbreng in hun gezondheidstoestand, waardoor ze zelf er op kunnen toezien dat complicaties van deze aandoening zoveel mogelijk worden voorkomen. Op deze wijze wordt mede beoogd een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het leven van deze patiëntengroep. Tevens streeft Verzekeraar A er naar op die manier de schadelast te beperken. De Diabetespas is een zakhandboekje voor mensen met diabetes, waarmee men er zelf op kan toezien dat de juiste hulp door de juiste persoon op de juiste tijd gegeven wordt. De selectie van de diabetespatiënten bij de zorgverzekeraars van Verzekeraar A vond plaats aan de hand van de ATC-code voor geneesmiddelen. Onder ATC wordt verstaan: Anatomisch Therapeutisch-Chemische classificatie. Voor het verstrekken van de Diabetespas is een selectie gemaakt van de ATC-codes voor insulines en orale bloedsuikerverlagende middelen. Er is een bestand gemaakt van alle geneesmiddelen die behoren tot beide ATC-codes. Dit bestand is vervolgens gecombineerd met de declaratiebestanden van de betreffende zorgverzekeraar.
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 3
De Diabetes Vereniging Nederland en de Nederlandse Diabetes Federatie zijn bij het Diabetespasproject van Verzekeraar A betrokken en hebben hun instemming hiermee betuigd. In de Nederlandse Diabetes Federatie zijn, naast de patiënten, als leden ook verenigd de internisten met speciale belangstelling voor diabetes, de diabetesverpleegkundigen en diverse andere zorgverleners. De Nederlandse Diabetes Federatie heeft de KNMP betrokken bij de inhoud van de Diabetespas. Het was volgens de KNMP echter haar bedoeling dat de Diabetespas verspreid zou worden via de apotheken, mede gelet op de persoonlijke band tussen de apothekers en hun cliënten. Het voornemen om een Diabetespas aan te bieden en via de post aan diabetespatiënten te verzenden, is door Verzekeraar A niet tevoren kenbaar gemaakt aan de verzekerden. De doelomschrijving in de privacyreglementen van de betrokken ziekenfondsen luidt: "Het doel van de persoonsregistratie is het kunnen beschikken over de gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoorde uitoefening door de ziekenfondsen van krachtens publiekrechtelijk voorschrift, in het bijzonder de Ziekenfondswet (ZFW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), toebedeelde taken.” De doelomschrijving in de privacyreglementen van de betrokken particuliere ziektekostenverzekeraars luidt: “Het doel van de persoonsregistratie is het kunnen beschikken over gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoorde uitoefening van het ziektekostenverzekeringsbedrijf binnen een concern waarin tevens andere verzekeringsactiviteiten plaatsvinden. Onder de uitoefening van het ziektekostenbedrijf is tevens begrepen: - uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ); - uitvoering van de Wet op de Toegang tot Ziektekostenverzekeringen (WTZ)”. De gegevens uit de voornoemde persoonsregistraties zijn bij het verstrekken van de Diabetespas alleen gebruikt om de verzekerde diabetespatiënt aan te schrijven en niet aan derden verstrekt. Iedere zorgverzekeraar heeft de eigen verzekerden aangeschreven.
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 4
2. Toelichting Verzekeraar A Desgevraagd heeft u toegelicht dat de volgende juridische afwegingen ten grondslag hebben gelegen aan het maken van een specifieke selectie uit de verzekerdenbestanden ten behoeve van het verspreiden van de Diabetespas: - uit de doelomschrijving blijkt dat in overeenstemming met het doel is gehandeld; - de overheid roept zorgverzekeraars op tot het bevorderen van doelmatigheid in de gezondheidszorg; - de verzekerden weten zelf dat zij via de medicijnen die zij gebruiken zijn te herkennen als diabetespatiënt; - de patiënt kon in alle vrijheid een individuele afweging maken om de Diabetespas al dan niet te gebruiken; - er is ook niet in strijd gehandeld met het wetsvoorstel Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), omdat volgens de voorliggende voorstellen de verwerking van persoonsgegevens is toegestaan wanneer het de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst betreft; - de specifieke casus waaraan de KNMG refereert wijkt geheel af van de feiten in onderhavige casus. Tenslotte is verwezen naar de overwegingen in de brief van de Registratiekamer van 1 juli 1997, kenmerk 97.K.206.03, naar aanleiding van een mailing van Verzekeraar B aan regelmatige geneesmiddelengebruikers om deze te attenderen op postorderfarmacie. 3. Toetsing aan het wettelijk kader Nu het gaat om gebruik van persoonsgegevens binnen de organisatie van de houder van de registratie vindt primair toetsing plaats aan artikel 6 Wet persoonsregistraties (Wpr). Volgens dit artikel mogen in een registratie opgenomen persoonsgegevens slechts worden gebruikt voor doeleinden die met het doel van de registratie verenigbaar zijn. Dat de zorgverzekeraars de verkregen gegevens voor een ander doel gebruiken dan waarvoor ze deze hebben verkregen, is in het licht daarvan niet beslissend. Artikel 6 bepaalt immers niet dat de houder de gegevens alleen mag gebruiken voor het doel
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 5
waarvoor zij zijn verkregen, maar dat persoonsgegevens slechts mogen worden gebruikt voor doeleinden die met het doel van de registratie verenigbaar zijn. Het verdient echter de aandacht dat het in dit geval voor alle zorgverzekeraars gaat om een koepeldoelstelling, een omvattende beschrijving van een geheel van min of meer samenhangende doelstellingen. Een dergelijke doelomschrijving voldoet alleen aan het in artikel 4 Wpr neergelegde vereiste van bepaaldheid, indien bij de toepassing van de daarmee samenhangende vereisten van de artikelen 5, 6 en 11 Wpr (respectievelijk: “in overeenstemming met het doel”, “met het doel verenigbaar” en “voortvloeiend uit het doel”) wordt gelet op de onderdelen van de doelstelling die daarbij telkens aan de orde zijn. Dat betekent in dit geval dat ook onderzocht dient te worden of het doel waarvoor de gegevens zijn gebruikt, verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen. Voor deze aanpak bestaat des te meer reden, nu ook de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf, die door de Registratiekamer in 1998 is goedgekeurd (Stcrt. 1998, nr. 44), dit in artikel 4.1.2 onder b voorschrijft. Artikel 3 van deze Gedragscode omschrijft de sector waarop zij van toepassing is zodanig dat deze in elk geval mede de ziektekostenverzekeraars van Verzekeraar A omvat. De problematiek van het verenigbaar gebruik zal in paragraaf 3.1 in het licht hiervan nader worden bezien. In paragraaf 3.2 zal vervolgens aandacht worden besteed aan de rechtmatigheid van de verwerking in andere opzichten. 3.1. Verenigbaar gebruik De Registratiekamer hanteert bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van verenigbaar gebruik vijf criteria, die ontleend zijn aan de wetsgeschiedenis van de Wet bescherming persoonsgegevens (Kamerstukken II, 25892). Deze criteria zijn ook richtinggevend in de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf (zie toelichting artikel 4.1.2).
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 6
De criteria zijn: 1. de verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen; 2. de aard van de betreffende gegevens; 3. de gevolgen van de beoogde verwerking voor de betrokkene; 4. de wijze waarop de gegevens zijn verkregen; 5. de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen. 1. De verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen Het doel van de beoogde verwerking is door het verstrekken van de Diabetespas enerzijds extra service te bieden aan de verzekerden en anderzijds de schadelast voor de verzekeraar te beheersen. De declaratiegegevens zijn verkregen in het kader van een contractuele relatie tussen de ziektekostenverzekeraar en de cliënt, dan wel een publiekrechtelijke relatie tussen de ziekenfondsen en de cliënt. Deze rechtsverhoudingen zijn primair gericht op dekking van het ziektekostenrisico door het in voorkomende gevallen verschaffen van een financiële vergoeding van ziektekosten dan wel verstrekkingen in natura. Dit brengt met zich mee dat de verzekeraars belang hebben bij een beperking van de schadelast en dat de verzekerden van hun kant verplicht zijn onnodige schade te voorkomen. De Registratiekamer neemt hierbij in aanmerking dat de zorgverzekeraars en ziekenfondsen in toenemende mate, mede door overheidsmaatregelen en -wensen, worden gestimuleerd om maatregelen te treffen ter beheersing van de kosten van de zorg. In dat licht is ook het faciliteren van voorzieningen die kunnen bijdragen aan kostenbesparing, te beschouwen als een belang van de verzekeraar. Serviceverlening aan de verzekerden past op zich in een klantgerichte opstelling van de verzekeraar. Dat neemt niet weg dat bij zulke activiteiten het primaire doel van de rechtsverhouding en eventuele beperkingen uit anderen hoofde niet uit het oog mogen worden verloren. De bemoeienis van de verzekeraar met de individuele zorgverlening valt in principe buiten het kader van de rechtsverhouding met de verzekerde. Aan de orde is dan immers de rechtsverhouding tussen patiënt en zorgverlener, en hier staat de verzekeraar behalve voor zover het gaat om de financiële afwikkeling van de zorg in beginsel buiten. De omstandigheid dat dit in bepaalde gevallen – op grond van wettelijke regelingen bij of krachtens de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, dan wel
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 7
regelingen opgenomen in de polisvoorwaarden – anders is, doet aan het zojuist bedoelde principe op zichzelf en buiten die gevallen niet af. 2. De aard van de betreffende gegevens Er is bij de selectie gebruik gemaakt van declaratiegegevens die conclusies mogelijk maken omtrent de gezondheidstoestand van de betrokken verzekerden. Aan de hand daarvan is een bestand samengesteld van verzekerden die beantwoorden aan het ziektebeeld diabetes mellitus. Dit betreft een medisch gegeven en is derhalve van gevoelige aard. Op dergelijke gegevens zijn de beperkingen van de artikelen 5 en 8 van het Besluit gevoelige gegevens van toepassing. In overeenstemming hiermee is in artikel 5.1.2 van de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf het uitgangspunt dat medische gegevens uitsluitend worden verwerkt voor zover dat noodzakelijk is voor de beoordeling van een te verzekeren risico en de uitvoering van een verzekeringsovereenkomst, of nadat daar uitdrukkelijk toestemming van de betrokkene voor is verkregen, de uitvoering een financieringsovereenkomst. Een rechtvaardiging voor het gebruik van medische gegevens kan in dit verband dan ook alleen worden gevonden in de omstandigheid dat dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst. 3. De gevolgen van de verwerking voor de betrokkene De gegevens uit de persoonsregistraties zijn bij het verstrekken van de Diabetespas alleen gebruikt om de verzekerde diabetespatiënt aan te schrijven en niet aan derden verstrekt. Iedere zorgverzekeraar heeft de eigen verzekerden aangeschreven. Het al dan niet gebruik maken van de pas heeft geen gevolgen gehad voor de relatie tussen de verzekerde en de verzekeraar. Onder deze omstandigheden mag aangenomen worden dat de verwerking voor de betrokkene geen nadeel oplevert. De positieve effecten voor de verzekerde zijn de extra servicemogelijkheden bij gebruik van de pas. 4. De wijze waarop de gegevens zijn verkregen De gegevens op grond waarvan de selectie is gemaakt, zijn verkregen voor de financiële afwikkeling van de aanspraak die verzekerden hebben op vergoeding van ziektekosten
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 8
of verstrekkingen ter voorziening in hun geneeskundige verzorging. Het ging daarbij om gegevens over medicijngebruik die in principe onder het medisch beroepsgeheim vallen. Doorbreking van deze geheimhouding is mogelijk, en ook algemeen aanvaard, voor de noodzakelijke en aan een medische behandeling inherente afwikkeling van de declaratie. Voor de zorgverzekeraar leidt deze wijze van verkrijging niettemin tot een bijzondere verantwoordelijkheid, die zich mede vertaalt in een striktere doelbinding en daaruit voortvloeiende gebruiksbeperkingen. 5. De mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen De Diabetes Vereniging Nederland en de Nederlandse Diabetes Federatie zijn bij het Diabetespasproject van Verzekeraar A betrokken en hebben hun instemming hiermee betuigd. Het voornemen om een diabetespas aan te bieden is niet van tevoren kenbaar gemaakt aan de verzekerden. Dit betekent dat hen niet de mogelijkheid is geboden om bezwaar te maken tegen – laat staan expliciet in te stemmen met – het voornemen van Verzekeraar A om alle diabetespatiënten uit haar bestanden te selecteren en aan te schrijven in het kader van het Diabetespasproject. Wel stond het verzekerden vrij om van de toegezonden pas al dan niet gebruik te maken. 3.2. Rechtmatige verwerking Naast de vraag of er sprake was van ‘verenigbaar gebruik’ als bedoeld in artikel 6 Wpr, is van belang of de gevolgde werkwijze bij de verspreiding van de Diabetespas ook in andere opzichten aan de wettelijke voorwaarden voldeed. Zoals in paragraaf 3.1 onder punt 2 reeds ter sprake kwam, is de aanleg van een bestand met medische gegevens alleen toegestaan voor zover de artikelen 5 en 8 van het Besluit gevoelige gegevens daartoe de ruimte bieden. Dat betekent in dit geval dat met name moet zijn voldaan aan de voorwaarden van artikel 8. Het is in dat verband onder meer de vraag, of de verspreiding van de Diabetespas door Verzekeraar A ‘noodzakelijk’ was ‘ter voldoening aan een bij wet opgelegde verplichting’ of ‘met het oog op een door de betrokkene gevraagde rechtmatige beslissing of prestatie’, zoals in artikel 8, eerste lid,
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 9
onder a en b, van het Besluit gevoelige gegevens wordt vereist. Van een ‘schriftelijke toestemming van de betrokkene’ als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder c, was geen sprake. Ook ingevolge het thans bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel-WBP zal de verwerking van medische gegevens aan specifieke beperkingen onderworpen zijn. Zo zal deze verwerking op grond van artikel 21 WBP in gevallen als de onderhavige slechts zijn toegestaan ‘voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van een verzekeringsovereenkomst’ (eerste lid, onder b), dan wel ‘noodzakelijk voor een goede uitvoering van wettelijke voorschriften die voorzien in aanspraken die afhankelijk zijn van de gezondheidstoestand van de betrokkene’ (eerste lid, onder e). Daarnaast zal de verwerking van medische gegevens onder meer zijn toegestaan ‘met uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene’ (artikel 23 WBP). 4. Vergelijking met eerdere zaken Er zijn door de KNMG en u andere zaken aan de orde gesteld en vergeleken met onderhavige zaak. De in het oog springende verschillen staan hieronder opgesomd. In de uitspraak van de Registratiekamer waaraan de KNMG refereert (zaak 98.K.0160) zijn zonder toestemming van betrokkenen gegevens aan derden afgestaan en had geen afstemming plaatsgevonden met vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties. In de onderhavige zaak zijn geen gegevens aan derden verstrekt en heeft wel overleg met de betrokken patiëntenorganisaties plaatsgevonden. Verzekeraar A vergelijkt onderhavige zaak met de uitspraak van de Registratiekamer inzake de mailing van een verzekeraar onder een selectie van verzekerden ten behoeve van een postorderfarmacie (1 juli 1997, 97.K.0206.03). In die zaak was de opzet de kosten van de cliënt voor de verzekeraar te beheersen door aan regelmatige gebruikers van geneesmiddelen informatie te verstrekken over de mogelijkheid om bij een postorderapotheek goedkoper geneesmiddelen aan te schaffen. Kostenbeheersing past in de relatie verzekerde-verzekeraar. Voorts werd in dat geval geen keuze gemaakt voor een
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 10
specifieke groep cliënten gerelateerd aan het ziektebeeld, maar voor de frequentie waarin bepaalde cliënten geneesmiddelen in zijn algemeenheid gebruiken. De Registratiekamer oordeelde daarom dat de aard van de gegevens waarop geselecteerd werd aanvaardbaar kon worden geacht. De Registratiekamer voegde daar aan toe dat dit niet het geval zou zijn indien bijvoorbeeld alleen de groep chronisch zieken geselecteerd zou worden. 5. Conclusies De Registratiekamer treedt niet in de vraag, langs welke weg de Diabetespas verspreid zou moeten worden. De wijze waarop dat in dit geval is gebeurd, heeft echter geleid tot vragen die beantwoording behoeven gelet op de belangen die bij een juiste toepassing van de privacywetgeving betrokken zijn. Het gaat in deze zaak in de eerste plaats om de vraag, of het gebruik door Verzekeraar A van de declaratiegegevens van verzekerden door daaruit diabetespatiënten te selecteren en deze een Diabetespas te mailen, kan worden aangemerkt als verenigbaar gebruik in de zin van artikel 6 Wpr. De Registratiekamer concludeert dat bij het bedoelde gebruik wel sprake is van een zekere verwantschap met het primaire doel van de rechtsverhouding tussen verzekeraar en verzekerde, met het oog waarop de declaratiegegevens zijn verkregen, maar dat er ook sprake is van omstandigheden die bijzondere aandacht vergen. De aard van de gebruikte gegevens en de wijze waarop deze gegevens zijn verkregen, brengt met zich mee dat striktere eisen dienen te worden gesteld aan de doelbinding. Anders dan in de door Verzekeraar A aangehaalde zaak is de selectie in het onderhavige geval gericht op een specifieke groep patiënten met een bepaald ziektebeeld. Deze laatste omstandigheid leidt ertoe dat tevens rekening dient te worden gehouden met de striktere beperkingen die zijn gesteld aan de verwerking van medische gegevens. Naar het oordeel van de Registratiekamer kan niet gezegd worden, dat het gebruik van medische gegevens voor de verspreiding van de Diabetespas noodzakelijk was voor de
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 11
uitvoering van een verzekeringsovereenkomst, dan wel voor de goede uitvoering van de Ziekenfondswet of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Van negatieve gevolgen voor de verzekerden is niet gebleken. De Registratiekamer onderkent de service-aspecten van de Diabetespas. De relevante belangenorganisaties van diabetespatiënten zijn bij de realisering van het project betrokken, evenals de zorgverleners die bij deze belangenorganisaties zijn aangesloten. De verzekerden zijn echter tevoren niet geïnformeerd over de voorgenomen aanbieding van de pas en hen is ook niet de mogelijkheid geboden bezwaar te maken tegen de voorgenomen werkwijze of daarmee in te stemmen. De Registratiekamer komt dan ook tot de conclusie dat Verzekeraar A bij de verspreiding van de Diabetespas is getreden buiten hetgeen op grond van de verzekeringsovereenkomst, onderscheidenlijk de Ziekenfondswet of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, van haar verwacht mocht worden, en de gegevens van verzekerden heeft gebruikt voor een doel dat - zonder nadere waarborgen - niet verenigbaar was met het doel waarvoor die gegevens verkregen zijn. Nu de gevolgde werkwijze een selectie vergde van een specifieke groep verzekerden met een bepaald ziektebeeld, had alleen de uitdrukkelijke (schriftelijke) toestemming van de betrokken verzekerden dit gebrek kunnen repareren. De Registratiekamer neemt hierbij tevens in aanmerking dat de gevolgde handelwijze dreigt te treden in de rechtsverhouding tussen patiënt en zorgverlener. Niet gebleken is dat er steeds sprake was van een legitieme grond voor bemoeienis van de verzekeraar met de individuele zorgverlening, dan wel dat daarnaar door Verzekeraar A een onderzoek is ingesteld. Uit het door haar gevoerde overleg met belangenorganisaties heeft Verzekeraar A de conclusie getrokken, dat verspreiding van de Diabetespas ook in het belang zou zijn van de betrokken groep verzekerden. Gelet op het feit dat het verstrekken van de Diabetespas een eerste stap was in de Disease Management-programma’s van Verzekeraar A, benadrukt de Registratiekamer
Datum
Ons k enmerk Blad
3 november 1999 98.K.0919.06 12
het belang dat tijdig aandacht wordt besteed aan de privacy-aspecten en dat adequate waarborgen worden getroffen om ongewenste grensoverschrijdingen te voorkomen. Meer in het algemeen signaleert de Registratiekamer een risicovolle ontwikkeling bij vermenging van het belang van de verzekeraar bij kostenbeheersing en de taak toe te zien op de inhoudelijke kwaliteit van de zorg door de zorgverlener. Onderdeel van de gewenste waarborgen is het samenwerken met beroeps- en patiëntenorganisaties, maar de eigen rol van de betrokkenen patiënten of verzekerden mag daarbij niet uit het oog worden verloren. De Registratiekamer zal de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend blijven volgen, en is graag bereid om daarover met Verzekeraar A en andere organisaties nader van gedachten te wisselen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Een afschrift van deze brief is gestuurd naar de KNMP, de KNMG en de Nederlandse Diabetes Federatie. Hoogachtend,
Voorzitter Registratiekamer