NADERE TOEGANG 35
RECHTELIJK ARCHIEF VAN AMBACHT KETHEL EN SPALAND INVENTARISNUMMER 88
BIJLAGEN BIJ DE DINGBOEKEN
12-02-1649 t/m 07-07-1727 ONGENUMMERDE FOLIO‘S
BEWERKING DOOR ANTHONIUS VAN DER TUIJN TE RHOON
NADERE TOEGANG 35
Nr. 1 d.d. 12-02-1649. Jacob de Brauw ambachtsheer van Kethel en half Spaland requirant contra Willem van der Hoeff baljuw van Delfland, gerequireerde om te verantwoorden de 3° penning van alle breuken, boeten en verbeurtenissen gedurende de tijd van zijn commissie in de voorsz. ambachtsheerlijkheid van Kethel. Nr. 2 d.d. 23-05-1663. Christiaen van Vliet procureur van Arien Pietersz. Oosterveen gedaagde contra Huijbrecht en Dirck Pietersz. Poot voogden van de nagelaten weeskinderen van zaliger Cornelis Pietersz. Poot, gewonnen bij Ariaentgen Andriesdr. Cleijwech, mede erfgenaam van Martijntje Cornelisdr. die weduwe was van Pieter Pietersz. Poot, de voorn. weeskinderen grootvader en grootmoeder, eisers. De gedaagde heeft op 18 april laatstleden voor het Hof van Holland geobtineerd voor vergoeding van de ondermaat van 2 percelen land, door de gedaagde van de voorn. Martijntje Cornelisdr. in het jaar 1648 gekocht. Nr. 3 zonder datum. De heer Heindrikus van Minnebeecq medecine dokter wonende te Amsterdam en Heindrik van (Dobben of Debben) te Rotterdam, executeurs van het testament van zaliger Adriaen van Immersael, eisers contra Pieter Cornelisz. Poht wonende in de jurisdictie van Kethel, gedaagde om te kennen of ontkennen de obligatie tpv. de voorn. Adriaen van Immersael, verleden op 13-07-1667 ter somme van f 150 met de intrest van dien. Nr. 4 d.d. 05-02-1664. Cornelis van Delvendiep gemachtigde van Gerrit Jansz. Keth wonende in Haagambacht eiser in cas van matrimonie contra Jorisgen Jacobsdr.Coppert, ongehuwde dochter wonende in de ambacht Kethel, gedaagde mitsgaders Jan Pietersz. Post jongeman mede wonende aldaar. De eiser zegt dat hij met de gedaagde op 07-11-1663 trouwbeloften heeft gemaakt. De gedaagde heeft van de eiser een zilveren ducaton genomen en ontvangen, welke trouwbeloften op 08-12-1663 door hun beiden is geconfirmeerd, alsmede op de laatste december na het overlijden van haar vader, opnieuw de trouwbeloften waren geconfirmeerd om de proclamatien op Vastenavond of Pasen te laten voorgaan en dat door hun te Overschie zou worden gehuurd een huis om daar te gaan wonen, zodat zij aan hem verbonden was gelijk zij de zilveren ducaton van de eiser alsnog op trouw heeft. De eiser heeft 14 dagen geleden gehoord dat de gedaagde met ene Jan Pietersz. Post stilzwijgend en buiten kennis van haar vrienden uit huis is vertrokken en logement heeft genomen ten huize van de voorn. Post en met hem mede trouwbeloften heeft gedaan, gelijk zij voor dit gerecht op 27 januari met de voorn. Jan Pietersz. Post voor de 1° keer heeft laten proclameren. Delvendiep verzoekt dat de trouwbeloften gestand worden gehouden en dat Jan Pietersz. Post wordt gecondemneerd en dat zij uit zijn huis wordt gehaald. Nr. 5 d.d. 06-05-1665. De voogden over de nagelaten weeskinderen van Pieter Jansz. Cleijwegh, verwekt bij Neeltgen Michielsdr.eisers contra Joris Jorisz. Broeck wonende Kethel-ambacht, gedaagde. De gedaagde heeft in koop aangenomen voor f 5.150 de woning als huis, bijhuis, schuur, bergen en geboomte met hetgeen daar aard en nagelvast op staat, staande en gelegen aan de Singel buiten de stad Schiedam in de Nieuwlandse polder. ln zulke voegen dat de eisers de goederen op 15-04-1664 publiekelijk hebben laten veilen en de gedaagde de koop op 07-11-1664 ter secretarie van Kethel heeft aangegeven.De gedaagde is in gebreke gebleven om de kooppenningen te betalen en de gifte te ontvangen. De gedaagde moet bekennen of hij bonafide is en vervolgens ontvangen de gifte en eigendom met de gevolgen van dien. Nr. 6 d.d. 06-05-1665. De voogden over de nagelaten weeskinderen van Pieter Jansz. Cleijwegh verwekt bij Neeltgen Michielsdr. eisers contra Joris Jorisz. Broeck wonende Kethel-ambacht gedaagde. De procureur van de gedaagde zegt dat de eisers aan de gedaagde hebben verkocht een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met een stuk weiland begroot op 2½ morgen aan de Singel buiten Schiedam, de hoop zonder maat met de voet gestoten. Vrij en onbelast en met de expresse beding dat de koop zal volgen de toegift of bruikwaar van omtrent 30 morgen land, die de voorn. Pieter Jansz. Kleijwegh in huur heeft gebruikt voor de prijs van f 5.250. Nr. 7 d.d. 20-05-1665. Dezelve eisers contra dezelve gedaagde om dispositie op de verzochte provisie te begeren. Schepenen condemneren de gedaagde in de somme van f 2.150. Compareerden Leendert Jansz. Cleijwegh en Cornelis Jansz. Koole, beiden wonende onder Overschie en stellen zich borg voor het bovenstaande. Nr. 8 d.d. 1667. Inventaris gemaakt en overgeleverd aan de schepenen van Vlaardingen door de heilige geestmeesters van Kethel als onderhoudende Cornelis Leendertsz. broer en mede erfgenaam van
NADERE TOEGANG 35
Pieter Leendertsz., van de boedel en goederen door deszelfs weduwe Aeltgen Jansdr. met de dood achtergelatentin die kwaliteit eisers op 1/6 part van alle gelden en effecten van de voorn. boedel, berustende onder Jan Arijensz. de Jong wonende alhier contra de voorn. de Jong en Bastiaen Jacobsz. van Vliet verweerders. Akte van arrest door de bode dezer stede vanwege de eisers op het 1/6 part van de boedel gedaan in dato 11-07-1669. Copie van het testament door zaliger Pieter Leendertsz. en Aeltje Jansdr. voorn. op 14-03-1665 verleden voor Maarten Kouwenhove notaris te Schiedam. Akte waarbij Cornelis Leendertsz. aan de Heilige Geest heeft getransporteerd het geëiste portie erfenis, verleden voor schepenen van Kethel op 31-12-1668. Attestatie verleden voor notaris Maarten Kouwenhove waarin attestanten zijn Cornelis Leendertsz. en Leendert Cornelisz. in dato 8-11-1669. Nr. 9 zonder datum. Slot van de rekening gedaan door Jan Arijensz. de Jong van zijn administratie van de nagelaten boedel van Aeltje Jansdr. die weduwe was van Pieter Leendertsz. watermolenaar, waar meer was ontvangen dan uitgegeven de somme van f 3.551-17-00. De Heilige Geest van Kethel die het recht heeft verkregen van Cornelis Leendertsz. broer van Pieter Leendertsz. en aldus mede erfgenaam voor 1/6 part, komt van hetzelfde 1/6 part toe f 591-19-08. In mindering hetgeen volgens vonnis van de schepenen van Vlaardingen in dato 03-02-1670 moet worden aangerekend f 330-08-00, zodat resteert f 261-11-08. Nr. 10 zonder datum. Kapitale rentebrieven en obligaties die bevonden zijn in de nagelaten boedel van Aeltje Jansdr. die weduwe was van Pieter Leendertsz. molenaar. Dammes Jansz. van der Speck f 200-00-00. Arent van der Hoeve f 1.000-00-00. Pietertje Valocke weduwe van Arij Tonesz. Evers f 131-14-00. De boedel van Jacob Burgersz. huis f 800-00-00. Dirck Vrancken van Dorp f 400-00-00. Cornelis Aelman f 50-00-00. Gerret de bleiker f 200-00-00. Tones Jacopsz. van Vliet f 200-00-00. Claes Pietersz. van Crimpen f 300-00-00. Totaal f 3.281-14-00. Aan geld bevonden in de boedel f 223-13-00. Hieruit betaald de lasten en doodschulden en is nog bevonden onder de diaconie van Vlaardingen f 118-14. Nr. 11 d.d. 08-10-1667. Compareerde voor schepenen van Kethel, Cornelis Leendertsz. wonende te Overschie, broer en mede erfgenaam van Claes Leendertsz., gewoond hebbende en overleden te Vlaardingen en verklaarde getransporteerd te hebben aan Arijen Jacobsz. Jongste en Joris Jacobsz. van der Valck, heilige geestmeesters van Kethel tbv. de Heilige Geestarmen aldaar, een portie erfenis die hem toekomt in de goederen van de voorn. Claes Leendertsz. Nr. 12 d.d. 16-12-1668. Copie. De ondergeschrevenen attesteren dat zij op 16-12-1668 gekomen zijn ten huize van Aeltje Jansdr. weduwe Pieter Leendertsz. molenaar, liggende ziek op bed maar haar verstand volkomen hebbende, en dat de voorn. Aeltje Jansdr. heeft verklaard dat haar man zaliger voor Cornelis Leendertsz. zijn broeder, in leven heeft verstrekt de somme van f 400 in 2 partijen, te weten f 200 die hij heeft betaald aan een man wonende op Sluis voor een borgtocht en f 200 door haar man in geld aan zijn broer gegeven. Was getekend: C. Quacq, Isbrant Groenhout, Winandus Schulius. Nr. 13 d.d. 27-01-1634. Copie. Compareerde voor notaris Joris Nieupoort te Schiedam, Cornelis Leendertsz. als principaal en Alewijn Cornelisz. als borg. Zij bekenden schuldig te zijn aan Joris Cornelisz. f 400 ter zake van geleend geld. Nr. 14 d.d. 25-04-1634. Compareerde voor notaris Joris Nieupoort te Schiedam, Pieter Leendertsz. wonende te Vlaardingen, die bekende zich borg gesteld te hebben neffens Alewijn Cornelisz. voor Cornelis Leendertsz. voor de somme van f 400. Nr. 15 zonder datum.
NADERE TOEGANG 35
Een jaar interest betaalt verschenen Kerstmis 1634. Nog hierop betaalt een jaar interest verschenen Kerstmis 1635. Door Elias Claesz. is ontvangen de verlopen en verschenen intresten tot het jaar 1646. Nr. 16 d.d. 04-07-1649. Alewijn Cornelisz. heeft ontvangen van Cornelis Leendertsz. f 50 voor 2½ jaar intrest. Actum Maassluis 4-7-1649. Nr. 17 d.d. 17-05-1656. Pieter Leendertsz. debiteur in de bovenstaande obligatie heeft zijn helft afgelost met f 200 en 7 jaar intrest, tezamen f 270. Nr. 18 zonder datum. Copie. Inventaris gemaakt en aan het gerecht van Vlaardingen overgegeven door Jan Ariensz. de Jongh en Bastiaen Jacobsz. van Vliet gedaagden contra de armenmeesters van Kethel eisers. Nr. 19 d.d. 08-11-1669. Compareerden voor Maerten Kouwenhove notaris te Schiedam, Cornelis Leendertsz. wonende Kethel-ambacht oud 68 jaar en Leendert Cornelisz. deszelfs zoon wonende te Overschie oud 40 jaar, die ten verzoeke van de Heilige Geest van Kethel verklaard hebben dat de attestant Cornelis Leendertsz. in mei 1654, in het openbaar boelhuis had gekocht, verscheidene levende have en bouwgereedschap en later had verkocht aan zijn broeder Pieter Leendertsz., gewoond hebbende en overleden in Vlaardinger-ambacht, en dat dezelve Pieter Leendertsz. heeft gekort een somme van f 50 ter vermindering van een obligatie van f 400 als beschadigde borg voor Cornelis Leendertsz. Leendert Cornelisz. is bij dit alles present geweest. Nr. 20 d.d. 14-03-1665. Copie. Compareerde voor notaris Maerten Couwenhove te Schiedam, Pieter Leendertsz. watermolenaar en Aeltje Jansdr. echtgenoten, wonende op de Holierhoekse molen aan de Vlaardingse vaart en verklaren hun testament te willen maken. Alle voorgaande testamenten e.d. worden te niet gedaan. Zij benoemen elkaar over en weder. Bij wederhuwelijk moet de langstlevende aan de erfgenamen betalen de somme van f 300. Nr. 21 d.d. 11-07-1669. De gerechtsbode van Vlaardingen heeft ten verzoeke van Cornelis Pietersz. Post en Cornelis Jacobsz. schipper, armenmeesters van Kethel, als onderhoudende Cornelis Leendertsz., zich begeven naar de herberg de Pijnas alwaar zich bevond Jan Adriaensz. de Jongh vergaderd met de erfgenamen van Pieter Leendertsz. en Aeltgen Jansdr., beiden zaliger. Was getekend: Jan van Vliet. Nr. 22 niet gedateerd. Jan Cornelisz. van Campen gehuwd met Trijntgen Willemsdr., nagelaten dochter van zaliger Corsie Pieters die een dochter was van Pieter Corsz. van der Wael, in die kwaliteit eiser contra Maertje Pietersdr. weduwe en boedelhoudster van Pieter Pietersz. Romeijn, gewezene oom en administraterende voogd over de voorn. Trijntje Willemsdr., in die kwaliteit gedaagde, om te kennen of ontkennen het testament van Pieter Corsz. van der Wael in dato 05-06-1646 en om te overleggen rekening, bewijs en reliqua van de goederen die Trijntje Willemsdr. zijn aanbestorven van Pieter Corsz. van der Wael en te voldoen de penningen als aan het slot van de rekening hem toekomen. Nr. 23 d.d. 28-04-1668. In absentie van de bode en schepenen van Kethel ben ik ondergeschreven schout op de woonplaats geweest van Maertje Pietersdr. Romeijn, welke niet thuis was. Er is een dag van rechten neergelegd om op woensdag 02-05-1668 regening te doen van de ontvangsten en uitgaven als boelhoudster van haar zaliger man die administrerende voogd was van Trijntje Willemsdr. huisvrouw van Jan Cornelisz. van Campen. Daar de gedaagde niet thuis was is de weet gegeven aan de dochter. Actum 28-04-1668. Was getekend: Jacob de Jonge. Nr. 24 niet gedateerd. Jan Cornelisz. van Campen zo hij procedeert eiser contra Maertje Pietersdr. weduwe en boedelhoudster van Pieter Pietersz. Romeijn gedaagde. Nr. 25 niet gedateerd. Ik Leendert Pietersz. Paetijn ben geweest ten huize van Gerreijt Cornelisz. Post alwaar Maertje Pietersdr. woont en daar Maartje Pietersdr. niet aanwezig was heb ik een dagvaardiging gegeven aan de dochter om haar moeder te laten verschijnen voor het gerecht van Kethel op woensdag 16-051668. Nr. 26 d.d. 29-12-1681.
NADERE TOEGANG 35
Wilhem Hendrick bij de gratie gods prins van Oranje en Nassau, graaf van Catsenelleboge, Vianden, Diest etc., markies van Veere en Vlissingen, heer en baron van Breda, de stad Grave en de landen van Cuijck, Grimbergen en erfmaarschalk van Holland, gouveneur, erfstadhouder, kapitein generaal en raad over Holland, Zeeland en Friesland. De eerste deurwaarder hiertoe verzocht saluut alzo Daniel de Marees dienaar des goddelijken woord in de Waalse gemeente alhier ons vertoond hebbende dat Lijsbeth Pietersdr. Carel, in leven in huur van de suppliant bezeten heeft 15 morgen land in Zuid-Kethel en aan Annetje Jacobsdr. dezelve landen in huur heeft afgestaan en haar borg gesteld voor de achterstallige huurpenningen. De suppliant is beducht dat Annetje Jacobsdr. haar beesten en verdere bouwgereedschap op zijn suppliants grond, legaal zal tranporteren of verkopen en hij dus door het achterzijn risico loopt met de betaling. Nr. 27 d.d. 10-05-1719. Johannes Konijn koopman te Rotterdam eiser contra Jan van Rijsbergen wonende in het dorp Kethel gedaagde om te kennen of ontkennen een schuldrentebrief van f 400 kapitaal, onder verband van een huis en erf in het dorp Kethel, belend ten Z: en O: Jacobus Post, ten N: de weduwe van Johannes Heckenhoek en ten W: 's-herenstraat, op 07-04-1718 voor schout en schepenen van Kethel verleden. De gedaagde bekent schuld en zegt te voldoen voor Rotterdamse kermis. Nr. 28 d.d. 21-08-1720. Rekening, bewijs en reliqua die doende is Jacobus Post gerechtsbode van Kethel als door Johannes Conijn koopman te Rotterdam op 25-11-1719 geauthoriseerd om bij executie te verkopen een huis en erf in het dorp Kethel, toebehoord hebbende Jan van Rijsbergen wonende in het dorp Kethel, gecondemneerd uit krachte van het vonnis van 10-05-1719 door schepenen van Kethel ten voordele van de voorn. Conijn en ten laste van de voorn. Rijsbergen gewezen. Ontvangen f 345, zijnde de kooppenningen van het huis en erftgekocht door de weduwe van Pieter Gerritsz. Post. Betaald aan Jan van Lijcken als procureur van verdiend salaris f 46-06-00. De gerechtsbode komt toe over verdiend salaris f 4-10-00. Dezelve nog voor vacatie f 1-16-00. De weduwe van Arij Ackersdijck van verteerde kosten bij de verkoop f 1-12-00. De schout, schepenen en bode voor vacatie f 6-00-00. De secretaris f 3-12-00. Dezelve voor de zegels f 1-15-00. Somma van de gehele uitgaaf f 65-11-00. Blijft meer ontvangen dan uitgegeven f 279-09-00. Nr. 29 d.d. 16-06-1685. De dijkgraaf en heemraden van Nieuw-Mathenesse verklaren dat sedert 01-10-1684 tot 31-03-1685 in de heerlijkheid geen goederen zijn verkocht subject de 40° en 80° penning. Nr. 30 d.d. 25-11-1719. Johannes Konijn wonende te Rotterdam authoriseert Jacobus Post gerechtsbode van Kethel om ter executie te stellen zeker vonnis door de schepenen van Kethel ten zijne voordele en ten laste van Jan van Rijsbergen, wonende dorp Ketheltop 10-05-1719 gewezen. Nr. 31 d.d. 21-08-1720. De zaak hangende voor het gerecht alhier op de penningen van het huis en erf toebehoord hebbende Jan van Rijsbergen, wonende dorp Kethelten bij executie verkocht. Nr. 32 d.d. 1719. Specificatie van Jan van Lijcken als procureur verdiend en verschoten in de zaak van Johannes Conijn koopman te Rotterdam eiser contra Jan van Rijsbergen gedaagde. Nr. 33 d.d. 12-1-1720. Ontvangen door G. Obijn gerechtsbode van Schiedam van Jacobus Post bode van Kethel, uit handen van Jan van Lijcken, de somme van f 2-08-00 over het doen van 4 marktdaagse proclamatien met klokgeslag van het stadhuis van Schiedam vanwege het huis en erf in het dorp Kethel, toebehoord hebbende Jan van Rijsbergen. Nr. 34 d.d. 1719. Specificatie van het salaris verdiend door Jacobus Post gerechtsbode van Kethel in het ter executie brengen van het vonnis van 10-05-1719, ten voordele van Johannes Konijn en ten laste van Jan van Rijsbergen, door schepenen van Kethel gewezen. Nr. 35 niet gedateerd. Intekening der crediteuren op de penningen geprovenieerd op het huis en erf in het dorp Kethel, toebehoord hebbende Jan van Rijsbergen en bij executie verkocht. Nr. 36 niet gedateerd.
NADERE TOEGANG 35
Condities en voorwaarden waarop Jacobus Post gerechtsbode van Kethel uit krachte van een authorisatie door Johannes Conijn koopman te Rotterdam op 25-11-1719 verleend, van mening is in het openbaar aan de meest biedende ten overstaan van de schout en schepenen van Kethel, op te veilen en te verkopen, een huis en erf in het dorp Kethel, belend ten Z: en O: de voorn. Jacobus Post, ten N: de weduwe van Johannes Heckenhoeck en ten W: s‘-herenstraat, toebehorende Jan van Rijsbergen. Het huis is belast met een rente van 10 st. per jaar toekomende de voorn. Jacobus Post. Op 10-01-1720 is het huis afgeslagen en gemijnd door Johannes Konijn wonende te Rotterdam, op f 345. Op 10-1-1720 heeft Johannes Konijn gedeclareerd dat hij het huis en erf heeft gekocht tbv. Maritie Dircks Kerkhoff weduwe Pieter Gerritsz. Post, wonende dorp Kethel. Borg de voorn. Johannes Konijn. Nr. 37 d.d. 08-01-1684. J. Heckenhouck bode van Kethel heeft ten huize van Arijaen (Janssen) een dagvaardiging bezorgd om op woensdag 12-01-1684 te compareren voor schepenen van Kethel. Nr. 38 d.d. 7-03-1727. Cornelis van Swieten, in leven procureur voor onze vierschaar, bediend hebbende Jannetje Hendriks Koppert, toen weduwe van Cornelis Jorisz. Quant en daarna gehuwd met Alewijn Ariensz. van der Vaart, wonende alhier, en Cornelis van Doorn gehuwd met Anna van Swieten, enige erfgename van de voorn. Cornelis van Swieten. Alewijn Ariensz. van der Vaart wordt gedagvaard op 26-03-1727 om 10 uur. Missive aan het gerecht van Schiedam van die van Kethel. Nr. 39 d.d. 28-09-1728. De 1° notaris verzocht zich te vervoegen geassisteerd door de heren Willem Boon notaris en procureur te Rotterdam en Arnoldus van Rhijn schout en secretaris te Overschie, als executeurs van het testament van vrouwe Lucretia van Kersele weduwe Mr. Jacob Muis de Brauw, in leven heer van Kethel en half Spaland en oud burgemeester van Rotterdam, om te protesteren tegen de veiling, verkoping en transport van 4 morgen 300 roeden leenland, gelegen in de Hargpolder, te leen gehouden van het Huis van Polanen. De veiling zal geschieden op 28-09-1728 in de Doelen te Rotterdam. Was getekend: Hugo Abraham de Brauw. Nr. 40 d.d. 05-06-1728. Uit kracht van open brieven van een mandement van arrest in dato 11-09-1727 van het Hof van Holland geïmpetreerd door Benjamin Bieland, koopman te Londen, ten zijne verzoeke heeft Johan Schopman 1° deurwaarder van het Hof van Holland, uit naam van het Hof, ten overstaan van schepenen van Kethel, in arrest genomen de helft van 10 morgen land, zijnde 5 morgen, gelegen in de Noord-Kethelpolder, in huur gebruikt door Arij Willemsz. van Rijt weduwe, toekomende de erfgenamen van Dorethea Ferrers, in leven gravin douariere van Arran, als erfname van haar moeder Anna Charleton weduwe Johan Ferrers, totdat betaald zal zijn een kapitaal van f 11.400 met de intrest van dien sedert 13-10-1715. Nr. 41 d.d. 26-01-1726. Compareerde voor Arnoldus van Rhijn schout, Cornelis Post en Jan Ariensz. Zuijderent schepenen van Kethel, Ariaentje Harmens Post meerderjarige dochter van Harmen Fransz. Post wonende dorp Kethel, en verklaart te naasten een huis en erf in het dorp Kethel, belend ten Z: Jan Claesz. de Jong en ten N: Cornelis Haarlemmerhout. Strekkende van de straat tot achter aan de gracht van het kerkhof. Door haar vader aan Heijndrick Bos verkocht en op 28-11-1725 getransporteerd voor f 300, contant geld. Zij belooft de som te restitueren. Nr. 42 d.d. 07-07-1727. Pieter Bakker notaris en procureur te 's-Gravenhage met procuratie van Willem Hendrik Verbrugge, enige zoon en erfgenaam van Mr. Rutger Verbrugge, in leven raadsheer in de Hoge Raad van Holland, in huwelijk verwekt bij Anna Marguereta des Marets, nu gehuwd met Ernst Hendrik baron van Ittersum, de procuratie verleden op 09-12-1726 voor notaris Jan van den Bos te 's-Gravenhage. Hij verzoekt te naasten zekere landerijen, begroot op 14 morgen, doch verongeld gelegen voor 14 morgen 300 roeden in de Westabspolder, waar tegenwoordig bruikers van zijn Arij Roobol en Phillips Schenkevelt, belend ten O: Dammes van Gerve, ten Z: Jan Dammesz. van der Bijl, ten W: de erfgenamen van Lambert van Overschie en ten N: de polderwatering. Verkocht door Ernst Hendrik baron van Ittersum, wonende 's-Gravenhage op 04-07-1727 aan Jacobus Post gerechtsbode van Kethel, voor f 5.200, contant geld.
NADERE TOEGANG 35
REGISTER OP DE PERSOONSNAMEN Aelman Cornelis 10 Ackersdijck Arien 28 Andriesdr. Ariaantgen – Cleijwech 2 Antonisz. Arien – Evers 10 Ariensz. Alewijn – van der Vaart 38 Jan – de Jong 8-9-18-21 Jan – Zuijderent 41 Bakker Pieter 42 Bieland Benjamin 40 Bleker Gerrit de 10 Boon Willem 39 Bos Heindrik 41 Jan van den 42 Brauw Hugo Abraham de 39 Jacob de 1 Jacob Muis de 39 Broeck Joris Jorisz. 5-6 Burgersz. Jacob 10 Bijl Jan Dammesz. van der 42 Charleton Anna 40 Dammesz. Jan – van der Bijl 42 Debben Heindrik van 3 Delvendiep Cornelis van 4 Dirksdr. Maritgen – Kerckhoff 36 Dobben Heindrik van 3 Doorn Cornelis van 38 Dorp Dirk Vranken van 10 Evers Arien Antonisz. 10 Ferrers Dorethea 40 Johan 40 Fransz. Harmen – Post 41 Gerritsz. Pieter – Post 28-36 Gerve Dammes van 42 Groenhout IJsbrant 12 Haarlemmerhout Cornelis 41 Harmensdr. Ariaantgen – Post 41 Heckenhoek Johannes 27-36-37 Hendrik Willem 26 Hendriksdr. Jannitgen – Koppert 38 Hoeff Willem van der 1 Hoeve Arent van der 10 Immersael Adriaan van 3 Ittersum Ernst Hendrik baron van 42 Jacobsdr. Annitgen 26 Jorisgen – Coppert 4 Jacobsz. Anthonis – van Vliet 10 Arien – Jongste 11 Joris – van der Valck 11 Cornelis 21 Sebastiaen – van Vliet 8-18 Jansdr. Aaltgen 8-9-10-12-20 Jansz. Dammes – van der Speck 10 Gerrit – Keth 4 Cornelis – Koole 7 Lenert – Cleijwegh 7
NADERE TOEGANG 35
Pieter – Cleijwegh 5-6 Janssen Ariaan 37 Jong Jan Ariensz. de 8-9-18-24 Jan Claasz. de 41 Jonge Jacob de 23 Jongste Arien Jacobsz. 11 Jorisz. Joris – Broeck 5-6 Cornelis – Quant 38 Campen Jan Cornelisz. van 22-23-24 Carel Lijsbeth Pietersdr. 26 Kerckhoff Maritgen Dirksdr. 36 Kersele Lucretia van 39 Keth Gerrit Jansz. 4 Claasz. Elias 15 Jan – de Jong 41 Cleijwegh Ariaantgen Andriesdr. 2 Lenert Jansz. 7 Pieter Jansz. 5-6 Konijn Johannes 27-28-30-32-34-36 Koole Cornelis Jansz. 7 Koppert Jannetje Hendriksdr. 38 Jorisgen Jacobsdr. 4 Cornelisdr. Martijntgen 2 Cornelisz. Alewijn 13-14-16 Gerrit – Post 25 Jan – van Campen 22-23-24 Joris 13 Lenert 8-19 Pieter – Poht 3 Corsz. Pieter – van der Wael 22 Kouwenhoven Maerten 8-19-20 Crimpen Claas Pietersz. van 10 Lenertsz. Claas 11 Cornelis 8-11-12-13-14-16-19-21 Pieter 8-9-10-12-14-17-19-20-21 Lijcken Jan van 28-32-33 Marets Anna Marguereta des 42 Michielsdr. Neeltgen 5-6 Minnebeecq Heindrikus van 3 Muis Jacob – de Brauw 39 Nieupoort Joris 13-14 Obijn G. 33 Oosterveen Arien Pietersz. 2 Overschie Lambert van 42 Paetijn Lenert Pietersz. 25 Pietersdr. Corsgen 22 Lijsbeth – Carel 26 Maritgen 22-24-25 Maritgen – Romeijn 23 Pietersz. Arien – Oosterveen 2 Dirk – Poot 2 Huibrecht – Poot 2 Jan – Post 4 Claas – van Crimpen 10 Cornelis – Poot 2 Cornelis – Post 21 Lenert – Paetijn 25 Pieter – Poot 2 Pieter – Romeijn 22-24 Poht Pieter Cornelisz. 3
NADERE TOEGANG 35
Poot Dirk Pietersz. 2 Huibrecht Pietersz. 2 Cornelis Pietersz. 2 Pieter Pietersz. 2 Post Ariaantgen Harmensdr. 41 Gerrit Cornelisz. 25 Harmen Fransz. 41 Jacobus 27-28-30-33-34-36-42 Jan Pietersz. 4 Cornelis 41 Cornelis Pietersz. 21 Pieter Gerritsz. 28-36 Quacq C. 12 Quant Cornelis Jorisz. 38 Rhijn Arnoldus van 39-41 Romeijn Martgen Pietersdr. 23 Pieter Pietersz. 22-24 Roobol Arien 42 Rijsbergen Jan van 27-28-30-31-32-33-34-35-36 Rijt Arien Willemsz. van 40 Schenkevelt Phillips 42 Schopman Johan 40 Schulius Winandus 12 Speck Dammes Jansz. van der 10 Swieten Anna van 38 Cornelis van 38 Vaert Alewijn Ariensz. van der 38 Valck Joris Jacobsz. van der 11 Valocke Pietertgen 10 Verbrugge Rutger 42 Willem Hendrik 42 Vliet Anthonis Jacobsz. van 10 Jan van 21 Christiaan van 2 Sebastiaan Jacobsz. van 8-18 Vrankensz. Dirk – van Dorp 10 Wael Pieter Corsz. van der 22 Willemsdr. Trijntgen 22-23 Willemsz. Arien – van Rijt 40 Zuijderent Jan Ariensz. 41 '
AARDRIJKSKUNDIGE NAMEN Amsterdam 3 Breda 26 Cuijck 26 Delfland 1 Diest 26 Friesland 26 's-Gravenhage 42 Grimbergen 26 Haagambacht 4 Hargpolder 39 Holland 26
NADERE TOEGANG 35
Krimpen 10 Londen 40 Maassluis 16 Nieuwlandse polder 5 Nieuw-Mathenesse 29 Overschie 4-7-11-19-39 Rotterdam 3-27-28-30-32-36-39 Schiedam 5-6-8-13-14-19-20-33-38 Sluis 12 Veere 26 Vianen 26 Vlaardingen 8-9-10-11-14-18-21 Vlaardinger-ambacht 19 Vlissingen 26 Westabspolder 42 Zeeland 26
S T R A T E N, V A A R W E G E N, E T C. Polderwatering 42 Singel 5-6 Vlaardingesevaart 20
NAMEN VAN ONROERENDE GOEDEREN Doelen te Rotterdam 39 Herberg de Pijnas 21 Holierhoekse molen 20
INSTELLINGEN Diaconie van Vlaardingen 10 Gerecht van Vlaardingen 18 Heilige Geest van Kethel 8-9-11-19 Hof van Holland 2-40 Hoge Raad van Holland 42 Huis van Polanen 39 3° penning 1 40° penning 29 80° penning 29 Rotterdamse kermis 27 Waalse Gemeente 26
NADERE TOEGANG 35
BEROEPEN EN/OF FUNCTIES Ambachtsheer 1-39 Armenmeester 16-21 Baljuw 1 Baron 26-42 Bleker 10 Bode 23-28-33-37 Burgemeester 39 Deurwaarder 26-40 Dienaar des Goddelijken Woord 26 Dokter 3 Douariere 40 Dijkgraaf 29 Erfmaarschalk 26 Erfstadhouder 26 Gerechtsbode 21-28-30-33-34-36-42 Gouveneur 26 Heemraad 29 Heilige geestmeester 8-11 Kapitein-Generaal 26 Koopman 27-28-32-36-40 Markies 26 Molenaar 10-12 Notaris 8-13-14-19-20-39-42 Prins van Oranje en Nassau 26 Procureur 2-28-32-38-39-42 Raad 26 Raadsheer 42 Schipper 21 Secretaris 28 Watermolenaar 9-20