1 BIJLAGE 7
BIJ NOTA INTEGRALE HANDHAVING
PROTOCOL ASBEST HOE TE HANDELEN BIJ TOEZICHTSACTIVITEITEN WAARBIJ HET RISICO BESTAAT VAN ASBESTBESMETTING
MAASDAM, DECEMBER 2009.
2 INLEIDING Regelmatig hebben onze medewerkers van de clusters Integrale Handhaving en Bouwen te maken met situaties waarbij er risico bestaat op de blootstelling aan asbest. Dat kan bijvoorbeeld zijn bij het toezicht op de uitvoering van sloopwerkzaamheden waarvoor wij sloopvergunning hebben verleend, illegale sloop, illegale dump, beschadiging van asbesthoudend materiaal bij grondwerken, verbouwingen van bestaande bouwwerken en de controle van de constructieve veiligheid van gebouwen die beschadigd zijn geraakt door bijvoorbeeld storm of brand. Het inspelen op deze gevallen is niet altijd makkelijk omdat de regelgeving over asbest de laatste jaren is aangescherpt en in diverse wetten is ondergebracht, waardoor een complex geheel is ontstaan. Daarnaast is het belangrijk om onze plichten als werkgever en werknemer niet uit het oog te verliezen. Dit document is daarom bedoeld als handleiding die in brede zin duidelijkheid verschaft over wat asbest nu precies is, hoe de regelgeving in elkaar zit, de te nemen acties, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en onze plichten in het kader van de arbeidsomstandigheden. In dit stuk staan ook de instanties vermeld waar, ingeval van onduidelijkheden, vragen gesteld kunnen worden. Om ongelukken en toekomstige schadeclaims zoveel mogelijk uit te sluiten verplichten wij de Medewerkers, die mogelijkerwijs in aanraking kunnen komen met asbest, dit protocol na te leven. Dit document is niet statisch. Wijzigingen in de wet- en regelgeving volgen elkaar in hoog tempo op, dit maakt dat het van belang is dat dit document met enige regelmaat moet worden geactualiseerd.
INHOUD Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6 7
1 2 3 4 5 6 7 8
Asbest: wat is het, waar komt het in voor en wat zijn de risico’s. Wet- en regelgeving. Vergunningen voor de sloop van asbesthoudende materialen. Toezicht Calamiteiten. Protocol persoonlijke beschermingsmiddelen Procedure bij blootstelling aan asbest Adressenlijst contactpersonen en hulpinstanties.
03 05 08 11 16 18 19 20
Formulier sloopmelding Aanvraagformulier sloopvergunning Voorwaarden sloopvergunning Mededeling onder voorwaarden Verklaring afleveren asbest bij RAD Gebruik persoonlijke beschermingmiddelen Meldingslijst blootstelling aan asbest
21 24 28 31 32 33 35
3 HOOFDSTUK 1 ASBEST: WAT IS HET, WAAR KOMT HET IN VOOR EN WAT ZIJN DE RISICO’S. Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen, die zijn opgebouwd uit fijne vezels. Belangrijke eigenschappen van asbest zijn: goed bestand tegen zuren, logen, hoge temperaturen, is slijtvast, brandwerend, isolerend en vrij goedkoop. Kenmerken zijn de wafelstructuur bij cementgebonden producten en de vezelige structuur in de breukvlakken. Bekende asbesttoepassingen in woningen en gebouwen zijn: asbestkoord, platen en/of spuitlagen bij schoorstenen en haarden platen onder cv-ketels bekistingen en spouwlatten schoorsteen- en ventilatiekanalen wandplaten (bijvoorbeeld met steen- of tegelprint) brandwerende bekleding (bijvoorbeeld platen op deuren van een stookruimte) plafondplaten gevelbekleding en borstweringspanelen dakbeschot dakgoten kunstleien dakbedekking golfplaten dakbedekking vensterbanken en plinten schaamschotten tussen urinoirs vloerbedekking (zeil) en vloertegels (colovinyltegels) liftinstallaties coating van stalen damwandprofielen (gevels gebouwen) (openbare) waterleiding-, riool- en gasbuizen isolatie rond elektraleidingen en waterleiding- en verwarmingsbuizen brandwerende laag spuitasbest op staalconstructies bloembakken De meest toegepaste soorten zijn witte asbest (chrysotiel), blauwe asbest (crocidoliet) en bruine asbest (amosiet). Daarnaast zijn er nog gele asbest (actinoliet), groene asbest (anthofylliet) en grijze asbest (tremoliet). We onderscheiden serpentijne en amfibole asbestsoorten. Witte asbest (chrysothiel) is een serpentijne asbest. De overige asbestsoorten zijn amfibolen. In het kort komt het er op neer dat een amfibole vezel, in tegenstelling tot de serpentijne vezel, weerhaakjes heeft welke ervoor zorgen dat een asbestvezel vast blijft zitten in het menselijk weefsel (bijvoorbeeld longen)en tot problemen kunnen leiden. Een belangrijk gegeven is dat er in de wetgeving onderscheid wordt gemaakt tussen hechtgebonden en niet hechtgebonden asbest. Bij niet hechtgebonden asbest kun je duidelijk de asbestvezels onderscheiden. Voorbeelden hiervan zijn isolatiekoord, spuitasbest en verweerde asbestcementproducten. De van oorsprong hechtgebonden asbestcementplaten kunnen dus in de loop der jaren door verwering hun hechtgebondenheid verliezen. Mede op grond van de hechtgebondenheid worden asbesttoepassingen ten behoeve van de sanering daarvan, ingedeeld in risicoklassen. Daarover meer in hoofdstuk 3.
Niet hechtgebonden amfibole asbest is de gevaarlijkste voor de mens. In het algemeen kunnen we bij inademing van de vezels de volgende dodelijke aandoeningen oplopen: Asbestose stoflongen incubatietijd 5-30 jaar Mesothelioom long- buikvlieskanker incubatietijd 5-60 jaar Pleurale Plaque verstijving van de longen incubatietijd 5-20 jaar
4
DECORATIEPLAAT
DAKPLATEN EN BUIZEN
BLOEMBAK
SCHOORSTEENPIJP HOOFDSTUK 2 WET- EN REGELGEVING
FRAGMENT GOLFPLAAT
BORSTWERINGSPANELEN
VLOERZEIL
SCHAAMSCHOT
SPUITASBEST OP STAAL
5 In dit hoofdstuk is een opsomming van de meest relevante wetgeving weergegeven waardoor duidelijkheid ontstaat over wat in welke wet, besluit of verordening wordt behandeld. Hierdoor heeft men een handleiding waarop men zich kan baseren bij eventuele acties of vraagstukken. Verbodsbepalingen 1978 verbod spuitasbest 1983 verbod niet-hechtgebonden asbest 1993 algemeen verbod 1998 verbod voor particulieren om thuis te klussen met asbesthoudend materiaal Woningwet 2007 Artikel 1a lid 1 van de Woningwet schrijft voor dat een eigenaar van een bestaand bouwwerk, standplaats, open erf of terrein of degene die uit andere hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen, er zorg voor draagt dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk, standplaats, open erf of terrein geen gevaar ontstaat voor de gezondheid of veiligheid danwel voortduurt. Lid 2 schrijft voor dat een ieder die een nieuw bouwwerk of standplaats bouwt, gebruikt, laat gebruiken of sloopt, danwel een open erf of terrein gebruikt of laat gebruiken, er zorg voor draagt dat als gevolg van dat bouwen, gebruiken of slopen geen gevaar voor de veiligheid ontstaat danwel laat voortduren. Artikel 1b, lid 2 bepaald dat het verboden is een bestaand gebouw of bouwwerk in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat gebouw van toepassing zijnde voorschriften als bedoeld in artikel 2. Op basis van artikel 1b kan worden aangeschreven tot het treffen van voorzieningen. Artikel 2 bepaalt dat middels de Amvb - Het Bouwbesluit - voorschriften worden gegeven op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energie en milieu voor nieuwbouw en bestaande bouw. Artikel 7b lid 2 bepaald dat het verboden is een bouwwerk, standplaats open erf of terrein te gebruiken of te laten gebruiken anders dan in overeenstemming met van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 8 lid 2 (de Bouwverordening). Artikel 8 lid 1 van de Woningwet schrijft voor dat de gemeenteraad een bouwverordening vaststelt welke voorschriften bevat omtrent het slopen (art. 8, lid 2, sub d). Bouwbesluit 2003 en Regeling Bouwbesluit 2003 Het Bouwbesluit bevat bouwtechnische voorschriften voor gebouwen en bouwwerken. In de Regeling Bouwbesluit staan voorschriften voor de omgang met giftige of hinderlijke stoffen in een bouwwerk. Hieronder vallen ook asbestvezels. De regeling geeft grenswaarden voor de concentratie van asbestvezels in de binnenlucht van een voor mensen toegankelijke ruimte. De gemeente houdt toezicht op de naleving van dit besluit. Bouwverordening (bijgewerkt t/m de 12e serie wijzigingen) In hoofdstuk 8 staan alle aspecten betreffende slopen en de benodigde vergunningen. Artikel 8.1.1. bepaald dat het verboden is te slopen zonder of in afwijking van een sloopvergunning. Er wordt onderscheid gemaakt tussen: - vergunningvrije sloopwerken; - meldingsplichtige sloopwerken; - vergunningplichtige sloopwerken die uitsluitend betrekking hebben op de verwijdering van asbesthoudende materialen; - reguliere vergunningplichtige sloopwerken. In hoofdstuk 3 worden deze onderwerpen verder toegelicht. Asbestverwijderingsbesluit 2005
6 Het asbestverwijderingsbesluit is gericht op particulieren en opdrachtgevers. In het asbestverwijderingsbesluit is een totaaloverzicht weergegeven van de wetten en de onderlinge verbanden. Het besluit wordt aangestuurd door artikel 8, lid 8 van de Woningwet en de Wet milieugevaarlijke stoffen. Het besluit is bedoeld om emissies van asbestvezels te voorkomen bij: • het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van een bouwwerk of object; • het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten uit een bouwwerk of object; • het opruimen van asbest of asbesthoudende producten na incidenten. Het besluit schrijft de asbestinventarisatieplicht voor en het regelt dat het verwijderen en verpakken van asbest moet plaatsvinden volgens de best bestaande technieken, die staan beschreven in de SC 530. Asbesthoudend materiaal dat is ingedeeld in de risicoklassen 2 en 3 moeten worden verwijderd door een gecertificeerd saneringsbedrijf. Artikel 4 bepaald dat er geen inventarisatierapport hoeft te worden opgesteld voor: - een woning van na 1 januari 1994; - rem en frictiematerialen; - asbestwegen; - asbesthoudende gasleidingbuizen, waterleidingbuizen, rioolbuizen en mantelbuizen voorzover zij deel uitmaken van het ondergrondse openbare gas-, water- en rioolleidingnet.
-
geklemde platen onder verwarmingstoestellen; verwijderen van beglazingskit dat is verwerkt in de constructie van kassen; asbestbevattende pakkingen uit verbrandingsmotoren; asbestbevattende pakkingen uit procesinstallaties onderscheidenlijk verwarmingstoestellen waarvan het nominaal vermogen lager ligt dan 2250 kW - het door particulieren verwijderen van geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, niet zijnde dakleien, uit een woning of uit een op het erf van die woning staand bijgebouw, voorzover de woning of het bijgebouw niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf worden gebruikt of bedoeld zijn voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende platen maximaal vijfendertig vierkante meter per kadastraal perceel bedraagt; - het door particulieren verwijderen van asbesthoudende vloertegels of niet-gelijmde, asbesthoudende vloerbedekking uit een woning of uit een op het erf van die woning staand bijgebouw, voorzover de woning of het bijgebouw niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf worden gebruikt of bedoeld zijn voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende vloerbedekking of vloertegels maximaal vijfendertig vierkante meter per kadastraal perceel bedraagt; - het door particulieren verwijderen van geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, niet zijnde dakleien, of asbesthoudende vloertegels of nietgelijmde, asbesthoudende vloerbedekking uit een vaartuig, voorzover het vaartuig niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt of bedoeld is voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende platen maximaal vijfendertig vierkante meter bedraagt. Productenbesluit Asbest Het productenbesluit asbest wordt aangestuurd door de Wet milieugevaarlijke stoffen. Gaat over inrichtingen met vergunning om asbest te mogen verwerken, het verbod om asbest te bewerken of in voorraad te hebben, de verplichting het milieu zo weinig mogelijk te vervuilen en over monstername. Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbo-wet) Raamwet, stuurt onder andere het arbobesluit en de arboregeling aan. Verplicht werkgever om voor een goed werkklimaat te zorgen met alle voorzieningen van dien en verplicht de werknemer gebruik te maken van de veiligheidsvoorzieningen en de veiligheidsmaatregelen.
Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbo-besluit):
7 Het Arbeidsomstandighedenbesluit is gericht op opdrachtnemers, werknemers en zelfstandig werkenden. Het besluit geeft concrete bepalingen in: - hoofdstuk 2, afdeling 5 (bouwproces) - hoofdstuk 4, afdeling 5 (aanvullende voorschriften asbest) - hoofdstuk 8, afdeling 1 (persoonlijke beschermingsmiddelen) In het Arbeidsomstandighedenbesluit is gekozen voor een ‘getrapt’ risicobeleid. Dat wil zeggen dat het voorgeschreven beschermingsniveau afhangt van een combinatie van het type asbest, de toepassing en de wijze van verwijdering. Hoe hoger het risico dat op de werkplek asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. Er zijn drie risicoklassen. Werkzaamheden die vallen binnen risicoklasse 1 mogen worden uitgevoerd door eenieder die aantoonbare kennis heeft van asbest. Werkzaamheden die vallen binnen risicoklasse 2 en 3 moeten worden uitgevoerd door een SC-gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. Het Arbeidsomstandighedenbesluit schrijft voor dat een bedrijf dat asbest wil verwijderen of wil opruimen, eerst een asbestinventarisatierapport moet laten opstellen door een gecertificeerd inventarisatiebedrijf. Zo’n rapport beschrijft de risicoklasse waarin de werkzaamheden met asbest worden ingedeeld (1, 2 of 3). Er zijn enkele specifieke uitzonderingen. Deze staan in het besluit. Vallen de werkzaamheden in de risicoklasse 2 of 3, dan moet na afloop van de werkzaamheden een eindbeoordeling van de werkplek worden uitgevoerd door een geaccrediteerd (test/inspectie) laboratorium. Bij werkzaamheden onder risicoklasse 1 mag het asbestverwijderingsbedrijf zelf de eindbeoordeling uitvoeren (visuele controle). Doelvoorschriften (een risico inventarisatie en evaluatie RIE) op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn (Veiligheid en Gezondheidsplan) m.b.t. inrichting bouwplaats, gevaarlijke stoffen, fysieke belasting, klimaat, verlichting, geluid, straling, arbeidsmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM ‘s). Verbod tot het bewerken, verwerken en in voorraad houden van asbest (crocidoliet) met wat uitzonderingen. Concentratie asbeststof lager dan 0,10 v/cm3 in ruimte waar werknemers werken. Indien concentratie hoger moeten er maatregelen (bij de bron) worden getroffen. Gezondheidsonderzoek. Register blootstelling aan asbest. Werkzaamheden melden aan arbeidsinspectie. Arboregeling Uitzonderingsbepalingen / vrijstellingen. Middelvoorschriften over meetmethoden en bemonstering. Wet bodembescherming Beginselplicht voor een ieder om bodemverontreiniging te voorkomen (artikel 13).
HOOFDSTUK 3
8 VERGUNNINGEN VOOR DE SLOOP VAN ASBESTHOUDENDE MATERIALEN In dit hoofdstuk wordt beschreven wat er wordt verstaan onder het doen van een melding sloopvoornemen en het aanvragen van een aanvraag om sloopvergunning. Daarnaast kennen we ook de categorie sloopwerkzaamheden waarvoor geen vergunning hoeft te worden aangevraagd. REGELGEVING Vergunningvrij Op grond van artikel 8.1.1 lid 2 is er geen sloopvergunning vereist voor het slopen waarbij minder dan 10 m3 sloopafval vrij komt en waarbij het geen asbest betreft. Op grond van artikel 8.2.2 is er ook geen sloopvergunning vereist voor het verwijderen van: - geklemde platen onder verwarmingstoestellen; - verwijderen van beglazingskit dat is verwerkt in de constructie van kassen; - rem- en frictiematerialen; - asbestbevattende pakkingen uit verbrandingsmotoren; - asbestbevattende pakkingen uit procesinstallaties onderscheidenlijk verwarmingstoestellen waarvan het nominaal vermogen lager ligt dan 2250 kW Melding sloopvoornemen – mededeling onder voorwaarden Een melding sloopvoornemen moet worden ingediend voor het verwijderen van losliggende asbestbevattende vloerbedekking, vloertegels en/of geschroefde hechtgebonden asbestbevattende plaatmaterialen, mits toegepast aan de buitenzijde van een bouwwerk en maximaal 35 m2 per kadastraal perceel. Binnen 8 dagen reageert het college met een mededeling dat geen sloopvergunning is vereist. Aan deze mededeling kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot de verwijdering, de opslag en afvoer van asbest (Artikel 8.2.1). Daarbij is het raadzaam om de brochure “Asbest in en om het huis - de meest gestelde vragen over asbest” onder de aandacht te brengen. Deze publicatie is te downloaden van de website van VROM bij het onderdeel publicaties. Bij een melding hoeft geen asbestinventarisatierapport te worden ingediend (zie asbestverwijderingsbesluit artikel 4). Het formulier voor het indienen van een sloopmelding is als bijlage 1 bij dit protocol gevoegd. Sloopvergunning waarbij er alleen sprake is van het verwijderen van asbesthoudend materiaal Onder vergunningplichtige sloopwerken waarbij alleen sprake is van het verwijderen van asbest, worden sloopwerken verstaan waarbij: - meer dan 35 m2 geschroefd of losliggend hechtgebonden asbestbevattende materiaal vrijkomt; - het verwijderen van asbesthoudend materiaal dat niet valt onder de categorie meldingplichtig; - asbesthoudend materiaal verwijderd wordt door bedrijven. De behandelingstermijn van dergelijke aanvragen bedraagt 4 weken (art 8.1.4 lid 2). Reguliere Sloopvergunning Onder vergunningplichtige sloopwerken worden sloopwerken verstaan waarbij meer dan 10 m3 sloopafval vrijkomt en waarbij eventueel asbesthoudend materiaal wordt verwijderd. De behandelingstermijn bedraagt maximaal 12 weken (art 8.1.4 lid 1). Artikel Artikel Artikel Artikel
8.1.2 8.3.3 8.3.4 8.3.5
Indieningvereisten. Plichten van de houder van de sloopvergunning. Plichten van degene die sloopt. Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest.
Het aanvraagformulier voor een sloopvergunning is als bijlage 2 bij dit protocol gevoegd.
9 ** Voor wat betreft de sloop van asbest uit woonarken en woonschepen is VROM het bevoegd gezag. Constatering van dergelijke zaken moeten direct aan VROM worden gemeld.** TOETSING Bij de verlening van vergunningen en toestemmingen voor het verwijderen van asbest wordt gecontroleerd of er een asbestinventarisatie (type A) is uitgevoerd en of dit gedaan is door een deskundig bedrijf. Verder wordt gecontroleerd of het asbest wordt verwijderd door een particulier of een gecertificeerd bedrijf en of het asbest wordt afgevoerd naar een daartoe geschikte verwerkingsinrichting. Er worden in de voorwaarden van de sloopvergunning (bijlage 3) en de mededeling onder voorwaarden (bijlage 4), voorwaarden gesteld dat er een vrijgaverapport, stortbewijzen en eventueel een aanvullend inventarisatierapport (type B) moet worden ingediend. Asbestinventarisatierapport Voor het slopen van een bouwwerk dient de inventarisatie te worden gedaan naar de aanwezigheid van asbest. De uitzonderingen van de plicht staan beschreven in hoofdstuk 2 onder het kopje “asbestverwijderingsbesluit”. Wanneer een asbestinventarisatierapport is vereist, dan moet dit rapport zijn gebaseerd op de SC 540 en zijn opgesteld door een gecertificeerd inventarisatiebedrijf. Dit is te controleren op de website van Ascert (www.ascert.nl) onderdeel “register” (in de taakbalk) en subonderdeel procescertificaat (in de linker kolom). Wanneer een asbestinventarisatierapport is vereist, bijvoorbeeld voor de sloop van een pand van voor 1994, dan wordt in de regel een asbestinventarisatierapport type A ingediend. Dit rapport omvat: 01 Omschrijving van de werkzaamheden, plaats, adres, datum, soort inventarisatie, delen van het bouwwerk die wel of niet geïnventariseerd zijn, inventarisatiemethode (op de hoofdgroepen: installaties, brandwerende constructies, decoratie en afwerking, waterkeringen en hulpconstructies) en de personen die de inventarisatie hebben uitgevoerd. 02 Samenvatting. 03 Resultaten van de visuele inspectie. 04 Bemonstering. 05 Laboratoriumanalyses. 06 Soort asbest en mate van hechtgebondenheid. 07 Bepaling van de risicoklasse 08 Overzicht van de hoeveelheden, exacte plaatsen, bevestiging en bereikbaarheid. 09 Plaatsen waar niet is geïnventariseerd. 10 Inschatting of er een redelijk vermoeden bestaat of er op de niet onderzochte locaties asbesthoudend materiaal aanwezig is en of op basis van dat vermoeden een aanvullend inventarisatierapport type B noodzakelijk is. 11 Tekeningen en schetsen. Wanneer in het inventarisatierapport type A is aangegeven dat er een redelijk vermoeden bestaat dat er asbest aanwezig is op plaatsen die zonder hak- en breekwerk niet geïnventariseerd kunnen worden, dan moet op het moment dat het gebouw buiten gebruik is gesteld een inventarisatierapport type B worden opgesteld. Om een dergelijk rapport op te kunnen stellen moet destructief onderzoek (ingrijpend hak- en breekwerk) worden verricht. Deze werkzaamheden worden verricht door een SC 530-gecertificeerd sloopbedrijf onder toezicht van een DTA-A en in aanwezigheid van de deskundig asbestinventariseerder DIA. Als tijdens de werkzaamheden daadwerkelijk asbest wordt aangetroffen, dan wordt hiervan door de DIA een rapport type B opgesteld. Vervolgens wordt het asbest door de deskundig asbestverwijderaar gesaneerd. Na de sloop wordt het type B rapport bij de gemeente ingeleverd. Hechtgebondenheid Asbest is vaak toegepast in combinatie met een bindmiddel zoals cement, karton of gips. In de loop der tijd vindt door diverse invloeden aantasting van het bindmiddel plaats. Soms vergaat het bindmiddel helemaal. Op grond van de binding van de asbestvezel aan
10 het dragermateriaal onderscheiden we twee categorieën asbest: hechtgebonden en niet hechtgebonden. Hechtgebonden asbest geeft weinig asbestvezels af. Van producten waarin niet hechtgebonden asbest is verwerkt kunnen gemakkelijk asbestvezels vrijkomen, ook wanneer geen verwering is opgetreden. Risicoklassen Algemeen Risicoklasse 1 – hechtgebonden, losliggende of geschroefde gemakkelijk verwijderbare witte asbest (chrysotiel). Het risico op het vrijkomen van asbestvezels is zeer laag. Mag door reguliere aannemers worden verwijderd. De aannemers hoeven niet gecertificeerd te zijn, maar moeten wel kennis hebben van de gevaren van asbest. Risicoklasse 2 – hechtgebonden asbest, welke niet voldoet aan de criteria van risicoklasse 1. Het risico op het vrijkomen van asbestvezels is aanwezig. Mag alleen door een SC 530 gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf worden verwijderd. Risicoklasse 3 – niet hechtgebonden asbest. Het risico op het vrijkomen van asbestvezels is zeer groot. Mag alleen door een SC 530 gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf worden verwijderd. Voorschriften Bepalen van de indeling in een risicoklasse is gericht op het vaststellen van de blootstellingrisico's bij het verwijderen ervan. De bepalende factoren daarbij zijn o.a. de aard van het asbest, asbesthoudende product, asbestbesmet materiaal of asbestbesmet constructieonderdeel, de wijze waarop het is aangebracht en daarmee de methode van verwijderen en de beschermingsmaatregelen. De indeling in risicoklassen is gebaseerd op het Arbobesluit [lit. 2 en 4]. Er zijn drie risicoklassen gedefinieerd, elk met een eigen specifiek veiligheidsregime. Deze risicoklassen zijn volgens het volgende globale model ingedeeld: Risicoklasse 1 Blootstellingsniveau < 0,01 vezels/cm3 (10.000 vezels/m3) Licht regime, vergelijkbaar met de oude “vrijstellingsregelingen”. Art. 4.44 Risicoklasse 2 Blootstellingsniveau 0,01 tot 1 vezels/cm3 (10.000 tot 1.000.000 vezels/m3) Standaardregime conform de SC-530 Art. 4.48 Risicoklasse 3 Blootstellingsniveau > 1 vezels/cm3 (> 1.000.000 vezels/m3) Verzwaard regime conform SC-530, uitsluitend voor verwijdering van “risicovolle” niet-hechtgebonden materialen zoals spuitasbest, leiding- en ketelisolatie, brandwerend board en asbestkarton. Art. 4.53a Om een juiste indeling te kunnen maken zijn niet alleen gegevens nodig over het asbesthoudende materiaal (aard, samenstelling, asbestgehalte, graad van verwering/aantasting, wijze van bevestiging etc.). De inventariseerder moet óók op de hoogte zijn van de verwijderingstechnieken en -methoden die beschikbaar zijn. Immers, de combinatie van materiaaleigenschappen en de bij demontage of sloop gebruikte technieken bepalen uiteindelijke het concentratieniveau aan asbest in de lucht tijdens de asbestverwijdering. In de toelichting op het Arbobesluit [lit. 2], par. 1.4.4. blad 26, heeft het ministerie van SZW een geautomatiseerd databestand geïntroduceerd met behulp waarvan de risicoklasse-indeling kan worden bepaald. Dit databestand is beschikbaar onder de naam SMA-rt op www.asbestinfo.nl. De Arbeidsinspectie hanteert bij haar toezicht- en handhavingsactiviteiten SMA-rt.
11 HOOFDSTUK 4 TOEZICHT Het toezicht met betrekking tot asbest richt zich op een aantal aspecten. Dit zijn de controles op de uitvoering van sloopwerken waarvoor een sloopvergunning is afgegeven of waarvoor naar aanleiding van een melding een mededeling onder voorwaarden is afgegeven. Ook richt het toezicht erop om vroegtijdig situaties te onderscheiden waaruit mogelijk een illegale situatie kan ontstaan. Dat kan bijvoorbeeld zijn bij een bouwvallige schuur met toepassingen van asbesthoudend materiaal, een komende verbouwing waarbij enig sloopwerk moet plaatsvinden of een langdurig leegstaand pand dat vandalismegevoelig is geworden. Controle van de uitvoering van vergunde sloopwerken Sloopwerken waarvoor een sloopvergunning is afgegeven en waarbij sprake is van het verwijderen van asbest in risicoklassen 2 en 3, worden uitgevoerd door een deskundig asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een certificaat op grond van de SC 530. De toezichthouders controleren onder andere of het sloopbedrijf dezelfde is als is aangegeven in de aanvraag om sloopvergunning en of het bedrijf in het bezit is van een geldig certificaat. Gecontroleerd wordt of het bedrijf de sloopwerkzaamheden tijdig heeft gemeld bij de gemeente. Wanneer dat niet het geval is wordt gecontroleerd of het bedrijf de werkzaamheden heeft gemeld bij de Arbeidsinspectie en de certificerende instelling. We onderscheiden buitensaneringen en binnensaneringen. Een binnensanering geschiedt altijd in een containment waar een onderdrukmachine een onderdruk in stand houdt van 20 tot 30 pascal. Bij een buitensanering wordt er geen containment toegepast.
Bij het slopen dient eerst het asbestverdachte materiaal te worden verwijderd. Gecontroleerd wordt of het afval op een juiste manier wordt verwijderd en op een juiste manier wordt verpakt.
12 Het asbest wordt verpakt in een niet luchtdoorlatend PE-folie met een dikte van 0,2 mm (binnenzak zonder en buitenzak met asbestmerktekens) en opslaan in een afgesloten container of een afgesloten opslagplaats voorzien van etiketten met een aanduiding A (asbest) en een waarschuwingstekst.
D.T. A. (deskundig toezichthouder asbestsloop) Tijdens de sloop moet namens het sloopbedrijf altijd een D.T.A.-A (deskundig toezichthouder asbestsloop) aanwezig zijn. De belangrijkste taken van de DTA-er zijn: - opstellen werkplan; - melding start werkzaamheden bij de arbeidsinspectie (1 week, spoed 48 uur, calamiteit direct), de certificerende instelling en de gemeente; - afzetting omgeving werkgebied; - toezicht bouw en controle containment (onderdruk en juiste opstelling decontaminatiesluis). - toezicht op gebruik PBM ’s, materiaal en materieel - toezicht op werkwijze asbestverwijdering, incl. verpakking en afvoer - toezicht op duur containment en decontaminatieprocedure (per shift max. 2 uur) - leiding nemen calamiteiten - bijhouden logboek - toezicht reiniging containment, apparatuur en PBM’s - visuele controle - inschakeling onafhankelijk geaccrediteerd laboratorium voor inspectie - toezicht afvaltransport D.A.V. (deskundig asbestverwijderaar) De op het werk aanwezige werknemers (asbestsaneerders) zijn minimaal 18 jaar, hebben een geldig legitimatiebewijs, zijn medisch gekeurd en zijn in het bezit van het certificaat DAV (Deskundig Asbest Verwijderaar) op basis van de SC520. Werkplan (zodat het werk onder beheerste omstandigheden kan plaatsvinden) - Korte omschrijving van het werk - Gehele inventarisatierapport - Gegevens bedrijf en werknemers (en hun taken) ook van andere bedrijven - Tijdsplanning werk en rust - Gegevens afscherming en afbakening werklocatie - Beschrijving werkmethode - Beschrijving van de PBM ‘s - Hygiënische maatregelen (decontaminatie, rook-, eet- en drinkverbod, sanitaire voorzieningen, schaftgelegenheid) - Beschrijving afvoer asbest - Vrijgavemeting - Naam DTA - Beschrijving hoe arbeidgezondheidskundige begeleiding plaatsvindt - Logboek (minimaal per 2 uur bijgewerkt) - Wie te alarmeren in geval van brand, ongeval en/of vezelemissie - Welke acties en wie doet wat
13 Controle tijdens en na de sloop Indien je vermoedt of constateert dat er niet gewerkt wordt volgens de richtlijnen van de SC530, bijvoorbeeld het asbest niet of verkeerd verpakken, het niet dragen van PBM’s e.d., vraag de DTA-er dan om uitleg. Let er op dat je niet zonder je persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) achter de afzetting van het terrein gaat. Dan ben je zelf namelijk in overtreding en loop je het risico besmet te worden. Vraag de DTA-er om zijn logboek. Controleer of het asbestinventarisatie-rapport aanwezig is en check bij de DTA-er of hij weet waar het asbestverdachte materiaal zich bevindt en van welke plaatsen het inmiddels is verwijderd. Lees of het om hechtgebonden of niet hechtgebonden asbest gaat en of men de juiste bescherming draagt. Hechtgebonden materiaal verwijderen met omgevingsluchtafhankelijke adembescherming (Powerpacks e.d.). Niet-hechtgebonden materiaal verwijderen met omgevingsluchtonafhankelijke adembescherming (flessenlucht). Vrijgaverapport Na de sloop dient door een onafhankelijk geaccrediteerd laboratorium een vrijgaverapport te worden opgesteld. Bij een binnensanering wordt een luchtmeting gedaan en bij een buitensanering een visuele inspectie. Neem als voorwaarden van de sloopvergunning op dat het vrijgaverapport binnen een termijn van twee weken (art. 10, lid n, A.v.b.) na de werkzaamheden wordt ingediend. Stortbewijzen Om te controleren of het asbest naar een afvalverwerker is afgevoerd moet de vergunninghouder twee weken nadat de werkzaamheden zijn beëindigd, stortbewijzen indienen. Neem als voorwaarden van de sloopvergunning op dat na de werkzaamheden de stortbewijzen worden ingediend. Bij constatering van onrechtmatigheden waarschuw je de directie van het bedrijf, de arbeidsinspectie en de certificerende instelling van het bedrijf. Controle van de uitvoering van meldingplichtige sloopwerken Sloopwerken die zijn gemeld en waarvoor een mededeling onder voorwaarden is afgegeven worden uitgevoerd door particulieren. De meldingplichtige sloopwerken worden alleen voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden ter plaatse gecontroleerd. Beoordeeld wordt of de te verwijderen materialen voldoen aan de criteria die gelden voor meldingsplichtige werkzaamheden. In de voorwaarden wordt gesteld dat het afval deugdelijk moet worden verpakt in daartoe geschikt folie en moet worden aangeboden aan een daartoe geschikt afvalverwerkingsbedrijf (dus niet bij het huishoudelijk afval gooien). Na verwijdering moet een stortbewijs worden ingediend. De Regionale Afvalstoffen Dienst (R.A.D.) in Westmaas is een afvaldepot waar particulieren gratis hun asbest kunnen inleveren. De inzameldienst verstrekt geen stortbewijzen. Om de asbestketen te kunnen sluiten hebben wij in overleg met de inzameldienst een standaard verklaring opgesteld (bijlage 5) welke de particulier bij het wegbrengen van het asbest door de RAD moet laten ondertekenen. Vervolgens moet de verklaring bij ons worden ingediend. Tijdens en na het verwijderen van het asbest wordt er niet gecontroleerd. Dit omdat er altijd het risico bestaat dat er asbestvezels zijn vrijgekomen. Het controleren van dergelijke werken met een volledige persoonlijke bescherming geeft naar de omgeving een vertekend beeld. Het risico voor de omwonenden en degene die het asbest verwijdert is namelijk laag. Voor de toezichthouders ligt dit anders, zij zouden bij dergelijke controles vaker worden blootgesteld aan asbest waardoor er voor hen een groter risico op besmetting bestaat. In de praktijk blijken dergelijke meldingen nauwelijks voor te komen. Ondanks dat dit wij dit niet hebben geconstateerd bestaat het vermoeden dat deze werkzaamheden worden uitgevoerd
14 zonder dat deze bij ons zijn gemeld. Hierover zullen wij meer actief voorlichting gaan geven in onze gemeenterubriek en door middel van folders. Om het melden aantrekkelijker te maken willen wij de verpakkingsmaterialen en wegwerpoveralls gratis aan particulieren verstrekken die een melding hebben gedaan. De geraamde kosten voor een dergelijke actie bedragen circa € 1.500,-- per jaar en kosten kunnen ten laste komen van het product Bouwen. Controle van de draagconstructies van bouwwerken na brand of storm Wanneer in een bouwwerk brand heeft gewoed dan beoordeelt de brandweer of de constructie van het bouwwerk voldoende in tact is gebleven. Bij twijfel doet de brandweer een beroep op het bouwtoezicht van het cluster Integrale Handhaving. Hoewel de brandweer een redelijke inschatting kan maken, is het niet altijd bekend of in het bouwwerk asbest is toegepast en of dit mogelijk ten gevolge van de calamiteit is vrijgekomen. De brandweer is immers geen deskundige op het gebied van asbest en de vele toepassingen daarvan. Wanneer de toezichthouders van Integrale Handhaving maar het geringste vermoeden hebben dat er sprake is van asbest, zullen zij de inspectie uitvoeren met volledige persoonlijke bescherming en volgelaatsmasker. Na de inspectie bepaald het bouwtoezicht of er voorzieningen moeten worden getroffen aan de constructie van het bouwwerk en of er daaraan voorafgaand een asbestinventarisatie moet worden uitgevoerd. Op basis van de inventarisatie wordt bepaald of er voorzieningen moeten worden getroffen met betrekking tot het saneren van asbest. Toezicht om vroegtijdig toekomstige illegale situaties te detecteren Het toezicht richt zich erop om mogelijk toekomstige illegale/gevaarlijke situaties in een vroegtijdig stadium te detecteren. Dat kan bijvoorbeeld zijn bij een bouwvallige schuur met toepassingen van asbesthoudend materiaal, een komende verbouwing waarbij enig sloopwerk moet plaatsvinden of een langdurig leegstaand pand dat vandalisme aantrekt. In dergelijke gevallen neemt het toezicht contact op met de eigenaar van het bouwwerk en wijst hem op de gevaren die zullen ontstaan wanneer de situatie zo voortduurt. Wanneer de eigenaar geen actie onderneemt wordt hij aangeschreven tot het treffen van voorzieningen. Het nemen van asbestmonsters Om er zeker van te zijn dat het in bovengenoemde gevallen daadwerkelijk gaat om asbest, worden door de asbestdeskundige toezichthouders asbestmonsters genomen. De toezichthouders worden geacht deskundig te zijn wanneer zij beschikken over het certificaat DTA-B (deskundig toezichthouder asbest B Inventarisaties) / DIA (deskundig inventariseerder asbest). Deze bevoegdheid is bij monde en mailbericht door de heer H. Wolter van de Arbeidsinspectie onderschreven. De asbestmonsters worden door de toezichthouders genomen waarbij volgens onderstaande werkwijze: 01 Het materiaal waarvan een monster moet worden genomen wordt gelokaliseerd en geobserveerd. Vastgesteld wordt of het gaat om een hechtgebonden of een niet hechtgebonden materiaal. Op basis daarvan wordt bepaald welke persoonlijke bescherming moet worden gebruikt. 02 Van asbestverdacht materiaal wordt een monster genomen met beschermende kleding en een halfgelaatsmasker met P3-filter. Van enigszins verweerd en beschadigd hechtgebonden asbest wordt een monster genomen met beschermende kleding en een volgelaatsmasker.
15 03
04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
Voorafgaand aan de monstername wordt de ruimte, waarin zich het materiaal bevindt, ontruimd. Eventuele gebruikers van de ruimte worden voorgelicht over wat er gaat gebeuren en hoe het gaat gebeuren. Uitgelegd wordt dat er ten gevolge van de monstername geen risico’s worden gelopen. Nadat de ruimte is ontruimd, worden er buiten de ruimte afzetlint en waarschuwingsborden geplaatst. Het te nemen monster wordt gemarkeerd en gefotografeerd. Materiaal en gereedschap (stofzuiger, monsterzakjes, zaklamp, stift, monsterplan met tekening, waterspuit en plakband) worden klaargelegd. PBM ’s aantrekken volgens protocol PBM’s (bijlage 6). Stofzuiger aan en tape eraf. Materiaal bevochtigen. Zakje onder monster en monster nemen met stofzuiger erbij. Materiaal impregneren met waterspuit en afplakken. Met stofzuiger en kleefdoekjes spullen schoonmaken. Stofzuiger afplakken en vervolgens uitzetten.
16 HOOFDSTUK 5 CALAMITEITEN In de dagelijkse praktijk kunnen zich calamiteiten voordoen waarbij asbestvezels vrijkomen of dreigen vrij te komen. De meest voorkomende calamiteiten zijn brand, storm, illegale sloop, illegale dump en het aan het licht komen van oude bodemverontreinigingen. Als gemeente hebben wij de taak om één en ander in goede banen te leiden. Brand In het boekje “Plan van aanpak asbestbrand”, een uitgave van het Ministerie van VROM, is een schema opgenomen waarin de rollen van de diverse partijen worden beschreven. Hieronder is daarvan een beknopte weergave opgenomen, waardoor een beeld ontstaat van de taakverdeling van de belangrijkste partijen: Betrokken persoon, bedrijf of instantie Brandweer
Belangrijkste taken bij een asbestbrand Bestrijden van brand en signaleren wanneer bij brand asbest vrijkomt.
Politie
Afzetten verspreidingsgebied en nemen van verkeersmaatregelen.
GGD
Adviseren over gezondheidsrisico’s, maatregelen, voorlichting en dergelijke.
Gemeente en Milieudienst
Geven van voorlichting, coördinatie opruimwerkzaamheden, toezicht en eindcontrole.
Inspectie Milieuhygiëne
Advisering over milieuaspecten
Inspectiedienst SZW
Toezicht op naleving van de voorschriften m.b.t. arbeidsomstandigheden.
Stormschade Bij storm kan schade aan bouwwerken ontstaan door bijvoorbeeld windstoten, zuiging, omwaaiende bomen en rondvliegende objecten. Hierdoor kunnen asbesthoudende materialen zoals dakplaten, schoorsteenpijpen, gevelbekleding en ander plaatmateriaal beschadigd raken waardoor asbest vrijkomt. Bij constatering nemen wij contact op met de eigenaar. Deze zal in veel gevallen in overleg gaan met zijn verzekeraar. Bij dergelijke calamiteiten mag het bouwwerk in dezelfde staat worden teruggebracht, dus met gebruikmaking van dezelfde soort materialen, maar dan zonder asbest. Mocht de eigenaar van de gelegenheid gebruik maken om wijzigingen aan het bouwwerk aan te brengen, dan moet worden nagegaan of hiervoor een bouwvergunning moet worden aangevraagd. Wanneer de eigenaar om wat voor reden dan ook geen actie onderneemt, dan hebben wij de mogelijkheid om hem aan te schrijven tot het treffen van voorzieningen. Daaraan kunnen wij een dwangsom verbinden. Wanneer er direct gevaar dreigt, dan hebben wij de mogelijkheid om bestuurdwang toe te passen (van gemeentewege het gevaar wegnemen) en de kosten daarvan in rekening te brengen bij de eigenaar. Op het eigen terrein moet de eigenaar altijd in staat gesteld worden om zelf binnen een redelijke termijn voorzieningen te treffen. De redelijke termijn hangt af van de mate van gevaar en kan dus variëren van een paar uur tot een week
17 Illegale sloop Bewust of onbewust kunnen personen sloopwerkzaamheden uitvoeren waarbij asbesthoudend materiaal vrijkomt. Dit kan bijvoorbeeld zijn ten behoeve van een (kleine) verbouwing, het plaatsen van een dakkapel of het verwijderen van bijvoorbeeld een oude aanbouw of schuurtje. Onze toezichthouders zijn erop gericht om dergelijke situaties in een vroegtijdig stadium te detecteren. Het spreekt voor zich dat dit niet in alle gevallen mogelijk is. Wanneer een overtreding wordt geconstateerd dan nemen wij contact op met de eigenaar en leggen de werkzaamheden stil. Vervolgens laten we een asbestinventarisatie uitvoeren en een eventuele besmetting in kaart brengen. Indien blijkt dat er sprake is van een besmetting, dan zullen wij de eigenaar aanschrijven tot het treffen van voorzieningen. Nadat het asbest is verwijderd, moet een vrijgaverapport worden ingediend. Illegale dump Het komt wel eens voor dat er bouwafval wordt gedumpt waarin in sommige gevallen ook asbest zit. Dit soort zaken dragen wij over aan de milieupolitie. Aan de hand van het soort afval en de kenmerken daarvan kan soms de herkomst van het materiaal worden achterhaald. Wanneer de herkomst niet te achterhalen is, dan is de eigenaar van de grond waarop het afval gedumpt is de dupe. Deze zal moeten zorgen dat het afval op een deugdelijke manier wordt verwijderd. Oude bodemverontreinigingen Het komt voor dat bij het bewerken van grond zoals bijvoorbeeld het herinrichten van terreinen of het graven van bouwputten en/of sloten een oude bodemverontreiniging in de vorm van asbesthoudend puinafval bovenkomt en over een perceel verspreid raakt. De eigenaar van het perceel moet dan op basis van de Wet bodembescherming art 13 en de Woningwet artikel 2, lid 2 en artikel 14, lid 1 en 2 worden aangeschreven tot het treffen van voorzieningen. Veelal vindt een dergelijke actie plaats in samenwerking met de milieudienst. Algemeen In geval van calamiteiten moeten we de aard van de calamiteit goed inschatten om voor een juiste oplossing te kunnen kiezen en hoe we omstanders, omwonenden en onszelf moeten beschermen. De toezichthouders gebruiken in dit soort situaties altijd persoonlijke beschermingsmiddelen. De toezichthouders brengen zichzelf en omstanders niet onnodig in gevaar. De toezichthouders geven voorlichting, wijzen omstanders op eventuele gevaren en sturen ze weg. Zij zorgen ervoor dat het gebied wordt afgezet met afzetlinten en borden en waarschuwen hulpdiensten. De eigenaar van het perceel wordt verplicht om een inventarisatie te laten maken waarbij de besmetting in kaart wordt gebracht. Hierbij kunnen de toezichthouders ondersteunen met het geven van informatie. Afhankelijk van de omvang van de calamiteit en de weersomstandigheden kan het noodzakelijk zijn om het besmette gebied nat te houden.
18 HOOFDSTUK 6 HET GEBRUIK VAN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Iedere werkgever moet er voor zorgen dat zijn werknemers niet worden blootgesteld aan asbest. Dit is vastgesteld bij Koninklijk besluit van 16 maart 2006. Een Europese richtlijn daarover is in ontwikkeling. Blootstelling aan asbest kan zich echter in bepaalde situaties onverwacht voor doen. Dit betreft in het bijzonder de medewerkers van het cluster Integrale Handhaving die zijn belast met het toezicht op de uitvoering van sloopwerkzaamheden, de inspectie van bouwwerken en percelen waarin asbest voorkomt en de opsporing van illegale (ver)bouw- en sloopwerkzaamheden. Om die taak op een verantwoorde manier uit te kunnen oefenen en de risico’s voor de werknemers en omstanders tot een minimum te beperken, zijn de medewerkers van het cluster Integrale Handhaving voldoende zijn opgeleid op het gebied van asbest. De medewerkers hebben in ieder geval de opleiding DTA-A en DTA-C met goed gevolg afgerond. Toezichthouders die in het kader van het toezicht en opsporing bewijsstukken moeten verzamelen en daartoe monsters van een asbestverdacht materiaal moeten nemen, dienen in het bezit te zijn van een actueel certificaat DTA-B / DIA (deskundig inventariseerder asbest). De medewerkers nemen alle veiligheidsmaatregelen in acht en hun werkwijze baseren zij op de van toepassing zijnde richtlijnen van de Stichting Asbestcertificatie (de SC 520, 530 en 540). Zij vermijden voor omstanders elk risico op blootstelling aan asbest, ten gevolge van hun handelen en begeven zichzelf niet onnodig in gevaarlijke situaties. Voor de uitoefening van hun taken waarbij er zelfs maar een gering risico op blootstelling aan asbest bestaat, wordt gebruik gemaakt van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) die zij daartoe op kosten van de gemeente hebben aangeschaft en onderhouden. De werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor de periodieke keuring van de PBM’s. Voor het gebruik van de PBM,s zijn de medewerkers opgeleid en in het bezit van een geldig DTA-certificaat. In bijlage 6 is een instructie opgenomen over het gebruik van de PBM ’s. De medewerkers zijn verplicht de instructie op te volgen.
19 HOOFDSTUK 7 PRODEDURE BIJ (MOGELIJKE) BLOOTSTELLING AAN ASBEST Ondanks de opleidingen, het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en het in acht nemen van alle veiligheidsmaatregelen kan het toch gebeuren dat een medewerker wordt blootgesteld aan asbest. Indien dit voorkomt, dan wordt de volgende procedure doorlopen: - De medewerker die vermoedelijk is blootgesteld aan asbest, meldt dit aan zijn leidinggevende en het team P&O (personeelszaken). - De melding wordt gedaan door het formulier “Melding asbestincident / blootstelling aan asbest” (bijlage 7) in te vullen en te ondertekenen. Het formulier is te vinden op intranet onder huisregels bij het onderdeel personeel en organisatie – overige formulieren P&O. - De medewerker legt het formulier ter ondertekening voor aan zijn teamleider en/of afdelingshoofd. - De teamleider en/of het afdelingshoofd bepalen in overleg met de medewerkers van het cluster Integrale Handhaving of een aanpassing van de werkwijze danwel het asbestprotocol noodzakelijk is. - Het afdelingshoofd ondertekent het formulier en stuurt dit naar P&O. - P&O stuurt het formulier door naar de bedrijfsarts van de Arbodienst. - De bedrijfsarts bepaalt of de betrokken medewerker wordt opgeroepen voor het spreekuur. In ieder geval wordt er een aantekening gemaakt in het medisch dossier van de medewerker. - De betrokken toezichthouder kan ook zelf een afspraak maken met de bedrijfsarts. - Er wordt standaard geen aanvullend medisch onderzoek verricht omdat dit meestal geen toegevoegde waarde heeft. De betrokken inspecteur krijgt bij het bezoek aan de bedrijfsarts in ieder geval altijd uitleg over de beperkte toegevoegde waarde van een standaard aanvullend medisch onderzoek. - De bedrijfsarts legt een medisch dossier aan. - De bedrijfsarts stuurt het ingevulde formulier terug naar P&O van de gemeente Binnenmaas. - P&O bewaart het meldingsformulier gedurende 40 jaar. Om bovenstaande procedure en toekomstige schadeclaims zoveel mogelijk uit te sluiten, verplichten wij de medewerkers dit protocol na te leven.
20 HOOFDSTUK 8 INSTANTIES EN CONTACTPERSONEN Vragen over handhaving wet en regelgeving, Infomil (www.infomil.nl) 070-3735575 (’s morgens) Adressen leveranciers en vragen over asbest in het milieu, bureau persoonlijke voorlichting: VROM tel.070-3395050 www.vrom.nl VROM-inspectie, contactpersonen Daan Bolderstee 010-22 44 408 en Johan Marinissen 010-22 44 301. Arbeidsinspectie Rotterdam, algemeen nummer 0800-270 00 00 contactpersoon Hans Wolters 06-22 38 38 85. www.arbeidsinspectie.nl Publicaties bestellen bij VROM Distributiecentrum www.vrom.nl publicaties dossier asbest
070-3449449
Milieudienst Zuid-Holland-Zuid, contactpersoon asbest Henk de Bruin en Esther Legerstee, klachtentelefoon 078-6480599 www.mzhz.nl R.A.D. Hoeksche Waard, Smidsweg 20a 3273 LK Westmaas, 0186-572586 contactpersoon de heer L. de Rooij. www.radhoekschewaard.nl Gegevens van gecertificeerde asbestsaneerders en asbestinventariseerders, Ascert. www.ascert.nl Analyse asbestmonsters: Sanitas, Zeegmanstraat 2991 XR, Barendrecht 010-2922940 www.sanitas-milieu.nl Fibrecount, Hongkongstraat 5, 3047 BR Rotterdam 010-4378541 www.fibrecount.nl Beschermende kleding, inpakmaterialen etc. BEST environmental & safetytechnology B.V. Laanweg 8, 3208 LC Spijkenisse 0181-610116 www.bestbv.nl
21 Bijlage 1 FORMULIER SLOOPMELDING
FORMULIER SLOOPMELDING Aan burgemeester en wethouders van de gemeente Binnenmaas Postbus 5455 3299 ZH Maasdam Dit formulier dient te worden gebruikt voor het indienen van een sloopmelding. Bij dit formulier behoort een bijlage “verklaring afleveren van asbest bij de R.A.D.” De melding kan in enkelvoud worden ingediend. Let u ook op onze aanwijzingen verderop in dit formulier. Bij deze melding in te dienen gegevens: � Een opgave van het soort asbest, de hoeveelheid en waar het aanwezig is. � Foto’s van de te verwijderen asbesthoudende materialen. � Tekening waaruit blijkt waar de asbestbevattende materialen zich in of aan het Bouwwerk bevinden. � Situatietekening schaal 1 : 1000, met de kadastrale aanduiding (sectie en nummer) van het object waaruit of waarvan de asbesthoudende materialen worden verwijderd. 1. Gegevens van de aanvrager (opdrachtgever): Naam en voorletters : (dhr / mevr) _______________________________________ � eigenaar _________________________________________________________ � huurder _________________________________________________________ � overig: _________________________________________________________ Burgerservicenummer : ______________________________________________ Straat en huisnummer : ______________________________________________ Postcode en plaatsnaam : ______________________________________________ Telefoonnummer : ______________________________________________ Faxnummer : ______________________________________________ Contactpersoon : ______________________________________________ 2. Gegevens van de eventuele gemachtigde: Naam en voorletters : (dhr / mevr) � eigenaar _________________________________________________________ � huurder _________________________________________________________ � directeur _________________________________________________________ � overig: _________________________________________________________ Straat en huisnummer : ______________________________________________ Postcode en plaatsnaam : ______________________________________________ Telefoonnummer : ______________________________________________ Faxnummer : ______________________________________________ Contactpersoon : ______________________________________________ 3. Slooplocatie: Straat en huisnummer : Postcode en plaatsnaam : Kadastrale aanduiding : Gemeente : Sectie : ____ Nr.:
______________________________________________ ______________________________________________ ______________________________________________ ______________________________________________ ______________________________________________
22 4. Gegevens van degene die de asbesthoudende materialen verwijdert: Naam en voorletters : (dhr / mevr) � eigenaar ____________________________________________________ � huurder ____________________________________________________ � asbestverwijderingsbedrijf________________________________________ � directeur ____________________________________________________ � overig: ____________________________________________________ Straat en huisnummer : _________________________________________ Postcode en plaatsnaam : _________________________________________ Telefoonnummer : _________________________________________ Faxnummer : _________________________________________ Contactpersoon : _________________________________________ 5. � � � �
De aanvraag is ingediend in verband met het verwijderen van asbest in de vorm van: Losliggende asbesthoudende vloerbedekking. Oppervlakte: m2 Asbesthoudende vloertegels. Oppervlakte: m2 Geschroefd asbesthoudend (hechtgebonden) plaatmateriaal.Oppervlakte: m2 Asbesthoudend materiaal in de vorm van: Oppervlakte m2
6. Indien deze aanvraag wordt ingediend in samenhang met voorgenomen bouwactiviteiten: � Ja � Nee 7. Voor welk doel werd het bouwwerk, c.q. het te slopen gedeelte, het laatst gebruikt ? � woning � winkel � bedrijfspand � overig: 8. Hebben de sloopwerkzaamheden betrekking op een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of betrekking op een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988 ? � Ja � Nee 9. Gegevens betreffende afgevoerd. : Naam en voorletters : Straat en huisnummer : Postcode en woonplaats : Telefoonnummer : Faxnummer :
de verwerkingsinrichting(en) waarheen de materialen worden ________________________________________________ ________________________________________________ ________________________________________________ ________________________________________________ ________________________________________________
Heeft u kennis genomen van de mogelijkheid om het asbest in te leveren bij de R.A.D. in Westmaas. Wanneer u van die mogelijkheid gebruik maakt, dient u bijgevoegde verklaring “inleveren van asbest bij R.A.D.” bij afleveren in te laten invullendoor een medewerker van de R.A.D. en bij ons in te dienen. 10. Ondertekening: Naam : ___________________________________________________________ Plaats : ___________________________________________________________ Datum: ___________________________________________________________ Handtekening:___________________________________________________________
23 Aanwijzingen: In een aantal gevallen kunt u als bewoner van een woning (particulier) onder bepaalde voorwaarden een sloopmelding indienen. Het gaat dan om het verwijderen van gemakkelijk te verwijderen asbesthoudende materialen zoals geschroefde hechtgebonden* platen (niet zijnde dakleien), vloertegels en niet-gelijmde vloerbedekking met een totale oppervlakte van maximaal 35 m2. De materialen moeten zich bevinden in of aan de woning of een daartoe behorend bijgebouw op datzelfde kadastrale perceel. Als het te verwijderen materiaal een grotere oppervlakte heeft dan 35 m², dan moet u een sloopvergunning aanvragen. Het is niet toegestaan om twee of meer sloopmeldingen per kadastraal adres in te dienen. Daarnaast dient voor het verwijderen van alle overige asbesthoudende materialen en het verwijderen van gelijmde asbesthoudende vloerbedekking een sloopvergunning te worden aangevraagd. Wanneer op een bedrijfslocatie asbest wordt gesloopt, is altijd een sloopvergunning nodig. Het verwijderen van sloopvergunningplichtig asbesthoudend materiaal moet worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf. Met oog op uw gezondheid, die van uw naasten en van eventuele derden, adviseren wij u om afdoende beschermende maatregelen te nemen en door kennis te nemen van de brochure “asbest in en om het huis” van het Ministerie van VROM. U ontvangt van de gemeente binnen 8 werkdagen bericht of wordt ingestemd met de melding. Hierin is tevens opgenomen aan welke voorwaarden u moet voldoen om het asbest veilig te verwijderen. Voor nadere informatie omtrent meldingsplichtige en vergunningsplichtige sloopwerkzaamheden kunt u zich wenden tot de website van het ministerie van VROM, www.vrom.nl en de website van infomil, www.infomil.nl * Met hechtgebonden wordt bedoeld dat het materiaal zijn samenhang niet door verwering en/of beschadiging verloren mag hebben.
24 Bijlage 2
AANVRAAGFORMULIER SLOOPVERGUNNING
AANVRAAGFORMULIER SLOOPVERGUNNING
Woningwet 2003, artikel 8, lid 2, sub h Algemene wet bestuursrecht, artikelen 2:1, 4:1 en 4:2 (Model-)Bouwverordening , artikelen 8.1.1 t/m 8.4.1
Gemeentehuis Sportlaan 22 3299 XG Maasdam Postadres Postbus 5455 3299 ZH Maasdam telefoon 078 - 6764433 fax 078 - 6761958 Email
[email protected] website www.binnenmaas.nl
Niet in te vullen door aanvrager: Ruimte voor stempel(s)
Dossier nr. BWT
__________________________
Datum van ontvangst: __________________________ Indienen bij taakveld VROM In te vullen door de aanvrager: Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Binnenmaas. Indienen in drievoud, met inbegrip van de eventuele bijlagen.
1. a.
Gegevens van de opdrachtgever van het sloopproject: Naam en voorletters _________________________________________
b.
Burgerservicenummer
c.
Kwaliteit (bijv. eigenaar, huurder, sloopondememer)
d.
Adres: - straat + huisnummer: - postcode + plaats:
e.
Telefoonnummer:
_________________________________________ _________________________________________
_________________________________________ _________________________________________ _______________ Faxnummer________________
2. Gegevens van de eventuele gemachtigde: a.
Naam en voorletters:
________________________________________
b
Kwaliteit (bijv. architect, sloopondememer)
________________________________________
c.
Adres: - straat + huisnummer:
________________________________________
- postcode + plaats: d.
Telefoonnummer:
________________________________________ _______________ Faxnummer_______________
25 3. Verantwoordelijke voor het slopen van het bouwwerk, indien deze niet dezelfde is als de bij vraag 2 vermelde gemachtigde. a.
Naam en voorletters:
b
Kwaliteit (bijv. sloopondernemer)
c.
Adres: - straat + huisnummer: - postcode + plaats:
d.
Telefoonnummer:
________________________________________ ________________________________________
________________________________________ ________________________________________ _______________ Faxnummer_______________
4. Plaats van het te slopen bouwwerk a. Adres: - straat + huisnummer: ________________________________________ - postcode + plaats: b.
Kadastraal bekend:- gemeente: - sectie: - nummer(s):
5.
________________________________________ ________________________________________ ________________________________________ ________________________________________
a. Wordt het gehele bouwwerk gesloopt?
Ja
nee
b. Indien niet het gehele bouwwerk wordt gesloopt, geef dan een precieze aanduiding van het te slopen gedeelte (Zo nodig aangeven op bijgevoegde tekening):
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 6. Voor welk doel werd het bouwwerk, c.q. het te slopen gedeelte van het bouwwerk het laatst gebruikt?
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 7. Wordt op hetzelfde perceel als het te slopen bouwwerk, c.q. het te slopen gedeelte van het bouwwerk:
a. een nieuw bouwwerk opgericht? ja b. een bestaand bouwwerk veranderd? ja c. een bestaand bouwwerk uitgebreid? ja d.Indien u "ja' hebt aangekruist bij a, b of c, is daarvoor bouwvergunning aangevraagd? ja e.Indien u "ja" hebt aangekruist bij a, b of c, zal daarvoor bouwvergunning worden aangevraagd? ja
nee nee nee (dd_________)
nee
(dd_________)
nee
:
26 8.
Welke werkwijze zal bij het slopen van de niet-asbesthoudende gedeelten van het bouwwerk worden toegepast? (Bijv. De schoorsteen zal worden gesloopt d.m.v. explosieven en het overige gedeelte van het bouwwerk zal over de hand worden gesloopt.)
__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 9.
Hoeveel sloopafval zal uw sloopproject naar schatting opleveren? _______________m³
10. ja
Zal er naar verwachting asbesthoudend sloopafval vrijkomen? nee
Indien u 'nee' hebt aangekruist gaat u verder naar vraag 13
11.
Op welke plaatsen in het bouwwerk zijn asbesthoudende materialen aanwezig? Geef hiervan een nauwkeurige aanduiding. __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 12. ja
a. Is onderzoek verricht naar de aanwezigheid van asbest? nee
Zo ja,het onderzoeksrapport bijvoegen.
13. Alleen invullen indien bij vraag 10 'nee' is aangekruist. Op grond waarvan bent u van mening dat het te slopen bouwwerk of te slopen gedeelte daarvan geen asbest bevat? a. onderzoeksrapport, opgesteld door een deskundig asbestonderzoeksbedrijf; b. onderzoeksrapport, opgesteld volgens SC 540, en -indien dit rapport dateert van voor 1 juli 1993- een verklaring van de aanvrager dat er na deze datum geen veranderingen aan het bouwwerk hebben plaatsgevonden, waarbij asbesthoudende materialen zijn toegepast; c. bewijsstuk dat het bouwwerk is gebouwd na 1 juli 1993: d. verklaring van de bouwer dat geen asbest is toegepast bij de bouw, alsmede de verklaring van de aanvrager dat er sindsdien geen veranderingen aan het bouwwerk hebben plaatsgevonden, waarbij asbesthoudende materialen zijn toegepast; e. verklaring van de fabrikant of de leverancier dat het te slopen materiaal geen asbest bevat, alsmede de verklaring van de aanvrager dat het te slopen materiaal van deze fabrikant of leverancier afkomstig is; Het rapport of de verklaring(en) en/of de materiaalanalyse zoals hiervoor is aangekruist, is/zijn in ..... voud bijgevoegd. 14.
Zal er naar verwachting gevaarlijk afval (chemisch verontreinigd sloopafval) vrijkomen? ja
nee
15. a. Is onderzoek verricht naar verontreiniging met gevaarlijk afval (chemisch verontreinigd sloopafval)?
Ja b. Zo ja, het onderzoeksrapport bijvoegen.
nee
27 16.
Bestaat het steenachtig sloopafval van uw sloopproject overwegend uit betonpuin? Ja
17.
nee
a. Verzoekt u hierbij een beroep te doen op de uitzonderingsbepaling om beton- en/of metselwerkpuin op de sloopplaats te mogen verwerken in een aldaar opgestelde mobiele puinbreekinrichting? ja nee b. Indien u "ja" hebt aangekruist bij a, waarom? ____________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________
18.
a. Heeft u bijlagen bijgevoegd bij dit formulier? ja
nee
b. Zo ja, s.v.p. per stuk omschrijven, welke:
__________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ N.B. Alle bijlagen moeten door de aanvrager of diens eventuele gemachtigde zijn ondertekend, resp. gewaarmerkt. Bij kopieën van vergunningaanvragen die niet tot de gemeente gericht zijn, moet de kopie door het desbetreffende bevoegde bestuursorgaan gewaarmerkt zijn. Plaats __________________________ Plaats ____________________________ Datum
__________________________ ____________________________
19.Handtekening eventuele gemachtigde:
Datum
Handtekening opdrachtgever sloopproject:
__________________________
__________________________
__________________________
__________________________
N.B. Indien een handtekening namens een rechtspersoon is gezet, aub de naam van de ondertekenaar vermelden en zijn hoedanigheid bij die rechtspersoon (bijv.J. Jansen, voorzitter woningbouwvereniging)
28 Bijlage 3 VOORWAARDEN SLOOPVERGUNNING Bijlage bij sloopvergunning P.D. De onderstaande gegevens zijn getoetst: -
d.d. ………………… d.d. ………………..
Algemene voorwaarden: 1.
Tenminste 8 werkdagen voor de aanvang van het werk dienen de volgende stukken ter goedkeuring bij bouw- en woningtoezicht te zijn ingediend: a. opgave van naam en adres van degene die met de sloop zal worden belast; b. beschrijving van de wijze waarop het slopen zal plaatsvinden; c. een veiligheids- en gezondheidsplan zoals is bedoeld in het Bouwprocesbesluit; d. een opnamerapport van een bevoegd onderzoeksbedrijf waaruit blijkt dat bij de sloop geen asbest zal vrijkomen.
2.
(MBV art. 8.3.4) Indien wordt gesloopt zonder dat een sloopvergunning voor asbest is verleend en tijdens het slopen asbest wordt ontdekt, is degene die sloopt verplicht hiervan terstond melding te doen aan het bouw- en woningtoezicht. De werkzaamheden die in directe relatie staan tot het aanwezige asbest moeten worden gestaakt.
3.
(MBV art. 8.2.1) Het verwijderen van bepaalde asbestvattende materialen door PARTICULIEREN uit de eigen woning (in de regel losliggende asbestbevattende vloerbedekking, asbestbevattende vinyltegels, geschroefde hechtgebonden asbestbevattende materialen (totaal maximaal 35 vierkante meter per perceel) is vergunningvrij. Het dient wel bij ons te worden gemeld. Binnen 8 dagen heeft u bericht of het wel of niet akkoord is. Wij stellen in ieder geval de voorwaarde dat u een stortbewijs bij bouw- en woningtoezicht indient. Indien u het afval inlevert bij de RAD kunt u daar het bij deze voorwaarden gevoegde formulier door de medewerker van het RAD laten invullen en vervolgens bij ons in te leveren.
4.
(MBV art. 8.1.1) Het scheiden en gescheiden afvoeren van sloopafval dient te geschieden naar een daartoe bestemde bewerkingsinrichting of verwerkingsinrichting. Deze inrichting moet beschikken over een vergunning krachtens de Wet Milieubeheer, ten minste inhoudende een scheiding in een fractie asbest, een fractie gevaarlijk afval en een fractie overig afval.
5.
(MBV art. 8.3.4) Met de sloopwerkzaamheden mag niet worden begonnen, alvorens bouw- en woning toezicht hiervan in kennis is gesteld; dit dient tenminste twee dagen vóór de aanvang van de werkzaamheden te geschieden. Hiervoor dient u contact op te nemen met bouw- en woningtoezicht, de heer R. Kruithof, bereikbaar op telefoonnummer 078-6334591 of 06 -10020085. Per mail zijn wij bereikbaar via
[email protected].
6.
(MBV art. 8.3.4) Na het slopen dient het werk gereed te worden gemeld bij bouw- en woningtoezicht. Hiervoor dient u contact op te nemen met bouw- en woningtoezicht, de heer R. Kruithof, bereikbaar op telefoonnummer 078-6334591 of 06 -10020085. Per mail zijn wij bereikbaar via
[email protected].
7.
(MBV art. 8.3.2) Op het terrein moeten, voor zover van toepassing op het bouwwerk, aanwezig zijn en op verzoek van bouw- en woningtoezicht ter inzage worden gegeven: a de sloopvergunning; b andere vergunningen; c het sloopveiligheidsplan;
29 d aanschrijvingen ingevolge de woningwet. Wij adviseren u een kopie van de sloopvergunning en deze bijbehorende voorwaarden te overhandigen aan alle bij de uitvoering betrokken partijen zoals architect, aannemer(s), slopers, installateurs e.d. 8.
Schade aan openbare wegen,parkeerplaatsen, paden, groenvoorziening enz. ten gevolge van transport en opslag te behoeve van de sloopwerkzaamheden, komen voor rekening van de houder van deze vergunning. Ten minste één week voor aanvang van de werkzaamheden dient u, voor een schouwing, contact op te nemen met de opzichter van gemeentewerken, de heer G.H. Buitendijk, telefoonnummer 0186 – 606162. Na afloop van de werkzaamheden dient u voor een eindschouwing wederom contact op te nemen met de heer G.H. Buitendijk.
9.
(MBV art. 8.3.1) Het slopen en het verrichten van alles wat daarmee in verband staat, moet geschieden op veilige wijze, onder meer zodanig dat de nodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen ten behoeve van de weg en de in de weg gelegen werken en de weggebruikers en ten behoeve van naburige bouwwerken, open erven en terreinen en hun gebruikers.
10.
(MBV art. 8.3.1) Het terrein waarop wordt gesloopt, moet door een doeltreffende afscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijn afgescheiden. Een dergelijke afscheiding moet zodanig zijn geplaatst en ingericht, dat het verkeer zo min mogelijk hinder ervan ondervindt en de toegang tot brandkranen en andere openbare voorzieningen, zoals leidingen, er niet door wordt belemmerd.
11.
(MBV art. 8.1.2) U dient een sloopveiligheidsplan aan te leveren. Deze moet uiterlijk 3 weken voor aanvang van de sloopwerkzaamheden in drievoud ter goedkeuring bij Bouw- en woningtoezicht worden ingediend.
Aanvullende voorwaarden voor sloop asbest: 1.
Ten behoeve van de aanvraag om deze sloopvergunning hebt u een asbestinventarisatierapport type A ingediend. Uit dat rapport is gebleken dat er geen destructief onderzoek is verricht maar wel een redelijk vermoeden bestaat dat niet direct zichtbare asbest, asbesthoudende materialen en/of asbestbesmette constructieonderdelen in het bouwwerk aanwezig zijn. In het rapport wordt geadviseerd om voorafgaand aan de sloop een inventarisatierapport type B op te laten stellen. Naar aanleiding daarvan verplichten wij u tijdens de sloopwerkzaamheden een type B inventarisatierapport, als omschreven in de SC-540, op te stellen. Het type B inventarisatierapport dient te worden opgesteld door een SC-540 gecertificeerd inventarisatiebureau. Het opstellen dient altijd te gebeuren in samenwerking met een deskundig SC-530 gecertificeerd asbestverwijderaar onder toezicht van een medewerker DTA-A. Dit rapport dient u alsnog binnen 2 weken na uitvoering van de sloopwerkzaamheden, bij Bouw- en woningtoezicht aan te leveren.
2.
De asbesthoudende materialen moeten worden verwijderd door een deskundig asbestverwijderingsbedrijf dat voldoet aan de eisen die zijn gesteld in de SC 530 op grond daarvan is gecertificeerd.
3.
Voor aanvang van de werkzaamheden dienen de volgende stukken ter goedkeuring bij bouw- en woningtoezicht te zijn ingediend: a. een opgave van naam en adres van het deskundig verwijderingsbedrijf b een werkplan en tevens dient dit werkplan op de arbeidsplaats aanwezig te zijn en desgevraagd getoond kunnen worden aan ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht en de Arbeidsinspectie.
30 4.
Van het terrein dienen mogelijk aanwezige losliggende fracties van asbesthoudend afval te worden verwijderd.
5.
Het bewaren van sloopmateriaal en overige afvalstoffen dient op een ordentelijke wijze in daartoe geschikte ruimte te geschieden. Asbesthoudend materiaal dient te worden verpakt in het daartoe voorgeschreven verpakkingsmateriaal in een afsluitbare ruimte. Aan het einde van de werkdag dienen eventuele containers met asbesthoudend materiaal te worden afgesloten. Overige containers dienen te worden afgedekt.
6.
Het asbestverwijderingsbedrijf is verplicht asbestverwijderingswerkzaamheden te melden aan het centraal meldpunt Arbeidsinspectie via: www.arbeidsinspectie.nl / digitale formulieren / asbestverwijderingswerk.
7.
Alle voorschriften uit hoofdstuk 8 van de Bouwverordening en het Asbestverwijderingsbesluit dienen te worden nageleefd.
8.
Het asbest moet binnen een termijn van 2 weken na vrijkomen zijn afgevoerd. Gedurende deze periode dient het asbesthoudende afval te zijn opgeslagen zoals omschreven in SC 530.
9.
Binnen 2 weken na aflevering bij de verwerkingsinrichting / bewerkingsinrichting moet men een stortbewijs bij bouw- en woningtoezicht indienen.
10.
Binnen 2 weken na de asbestsanering moet de vergunninghouder een kopie van het eindcontroledocument bij bouw- en woningtoezicht indienen.
Mogelijkheden bezwaar en beroep. De verleende sloopvergunning is nog niet onherroepelijk. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden (bijvoorbeeld omwonenden) gedurende zes weken nadat het besluit aan u bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen. Dan moet heroverweging plaatsvinden, wat ook kan betekenen dat blijkt dat de vergunning tóch niet verleend had moeten worden. Na beslissing op bezwaar staat beroep bij bestuursrechter (Arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht, postbus 7003, 3300 GC Dordrecht) open. Tot die tijd is de sloopvergunning niet onherroepelijk. Vaste regel is dat, indien in die periode een aanvang wordt gemaakt met het sloopwerk, de financiële risico's geheel voor rekening van de aanvrager zijn (ook wanneer later blijkt dat de vergunning ten onrechte verleend is). Het is dus verstandig om pas na het onherroepelijk worden van de vergunning met de sloop te beginnen. Bij onverwijlde spoed kan de voorzieningenrechter (Arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht,postbus 7003, 3300 GC Dordrecht) worden verzocht, een voorlopige voorziening te treffen. Hiervoor is griffierecht verschuldigd. De houder van deze vergunning wordt, ondanks het feit dat hij beschikt over deze (publiekrechtelijke) vergunning, niet gevrijwaard van civielrechtelijke aansprakelijkheid.
31 Bijlage 4 MEDEDELING ONDER VOORWAARDEN Geachte ….. , Op …….hebt u ons meegedeeld dat u voornemens bent om asbesthoudende losliggende vloerbedekking / vloertegels / hechtgebonden geschroefd plaatmateriaal / geschroefde golfplaten dakbedekking te verwijderen van een schuur op het adres ……..., kadastraal bekend als …………… Indien u de verwijderingswerkzaamheden volgens onderstaande voorschriften uitvoert hebben wij daartegen geen bezwaar. Voorschriften: 01 Bij de verwijdering dient gebruik gemaakt te worden van beschermende kleding bestaande uit: een halfgelaatsmasker met P3-filter; een stof- en waterdichte wegwerpoverall categorie 3, type 5 en 6 antistatisch met capuchon; stofdichte wegwerphandschoenen; wegwerpoverschoenen / -schoenbeschermers / laarzen. Mouwen van de overall vastplakken aan de handschoenen. Broekspijpen van de overall vastplakken aan de schoenen. 02 Alvorens tot verwijdering over te gaan dient ter voorkoming van de verspreiding van asbestvezels het te verwijderen materiaal goed vochtig te worden gemaakt. Tijdens de verwijdering bij het losschroeven de schroefgaten goed vochtig houden. 03 Geen (huishoud)stofzuiger gebruiken. 04 Breuk voorkomen. Bij het onverhoopt ontstaan van breukvlakken dienen deze vochtig te worden gemaakt en afplakt te worden. 05 De te verwijderen materialen dienen te worden verpakt in PE-folie. De verpakking dient luchtdicht met plakband te worden dichtgeplakt. Vervolgens dient het materiaal dubbel verpakt te worden in PE-folie voorzien van het Asbest waarschuwingsteken (a) 06 Nadat de materialen zijn verpakt, dient u de werkkleding en masker vochtig te maken en als bij punt 5 omschreven dubbel te verpakken. Als laatste neemt u het masker af en verwijdert u het filter. Het filter stopt u bij de weg te gooien werkkleding. Het masker kunt u reinigen. 07 Verpakte materialen natsproeien en afvoeren naar de Regionale afvalstoffendienst (RAD). Materialen welke niet direct afgevoerd kunnen worden dienen in een afgesloten ruimte te worden opgeslagen. 08 wanneer u het afval inlevert bij de RAD, dan laat u de bijgevoegde “verklaring van inlevering asbesthoudend materiaal” ondertekenen. Deze verklaring dient u bij ons in te leveren. 09 Indien u het materiaal niet bij de RAD inlevert, dient u een stortbewijs bij ons in van de inzamelaar waar u het materiaal wel in hebt geleverd. Wij geven u toestemming voor het zelf verwijderen van de asbesthoudende materialen, het verdient echter de aanbeveling om de materialen te laten verwijderen door een deskundig bedrijf. Voor meer informatie over het inleveren van asbestbevattende materialen bij de Regionale Afvalstoffendienst (RAD) kunt u de website www.radhoekschewaard.nl raadplegen onder de link afvalsoorten – overig afval – asbest, of contact met hen opnemen onder telefoonnummer 0186572586. Als u nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met mevrouw N. Kleijwegt of de heer T. Remmers van de afdeling Ruimtelijke Zaken. Hoogachtend, Namens burgemeester en wethouders,
32 Bijlage 5 VERKLARING VAN INLEVERING ASBESTHOUDEND MATERIAAL BIJ DE R.A.D. (TE ONDERTEKENEN DOOR DE FUNCTIONARIS VAN HET R.A.D.) ALGEMEEN Op < ….datum….> heeft de gemeente Binnenmaas aan <….naam…..> woonachtig op het adres <…..adres, woonplaats en kadastrale gegevens…..> meegedeeld dat er geen sloopvergunning is vereist voor het verwijderen van <....oppervlakte….> asbesthoudend materiaal bestaande uit <…losliggende vloerbedekking, bloembakken, vloertegels en/of (hechtgebonden) plaatmateriaal ….>. Aan die mededeling hebben wij voorwaarden verbonden over de wijze van verwijderen, het verpakken van het materiaal en het afvoeren daarvan. Met betrekking tot het afvoeren van het materiaal hebben wij aangegeven dat dit bij u, de milieustraat van de RAD, kan worden ingeleverd. In het kader van onze gemeentelijke toezichtstaak is het voor ons belangrijk om na te gaan waar het asbest na de sloop is gebleven. Daartoe hebben wij de voorwaarde gesteld dat de betrokkene bij ons een stortbewijs inlevert. In dat kader verzoeken wij u deze verklaring in te vullen en te ondertekenen. Deze verklaring wordt door brenger van het asbesthoudend materiaal ingeleverd bij de gemeente Binnenmaas. R.A.D. Naam functionaris R.A.D.: ……………………………………………………………………………………………….. Datum inlevering asbesthoudend materiaal: …………………………………………………………………… Komt het materiaal overeen als bovenomschreven: ja / nee Komt het aantal m2 overeen als bovenomschreven: ja / nee Ondertekening functionaris R.A.D.:………………………………………………………………………………….. BRENGER VAN HET ASBESTHOUDEND MATERIAAL Ondertekening: …………………………………………………………………………. GEMEENTE BINNENMAAS Datum waarop de verklaring is ontvangen: ………………………………………………………………………………………….. Ontvangen door: ……………………………………………………………………….. Ondertekening: ..………………………………………………………………………..
Na ondertekening stuurt de gemeente een afschrift van dit formulier naar de RAD.
33 Bijlage 6 GEBRUIK PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Controle van de PBM’s Om verzekerd te zijn van een goede werking van de persoonlijke beschermingsmiddelen moet er, voorafgaand aan het aantrekken daarvan, een aantal zaken worden gecontroleerd. Masker
inspecteer certificaat met keuringsdatum en serienummer inspecteer vizier, hoofdbanden, ventielen en membrammen
Aanblaasunit inspecteer certificaat met keuringsdatum en serienummer inspecteer slang op gaten inspecteer schroefdraad filterhuis let op dat oplaadplug is afgesloten met rubber dopje inspecteer aansluiting slang op unit P3 filter
neem ingepakt P3 filter controleer P3 en houdbaarheidsdatum controleer of rubberen sluitring aanwezig is plaats filter in filterhuis doe ring op filterhuis
Voorfilter
leg voorfilter op ring filterhuis plaats lamellenkap zodanig dat er geen stof en water in kan komen doe de flowtest met de flowmeter
Kleding
Controleer of de overall niet gescheurd is en of het een type 5 en 6 is.
Aankleedprocedure Trek privé-kleding uit en doe alle sierraden af. Trek het werkondergoed. Trek de overall aan Zet het masker op trek banden aan (eerst onderste dan bovenste) Doe de pas-lek-test Sluit de aanblaasslang aan op het masker Doe capuchon van de overall op en trek de elastieken aan Trek de veiligheidslaarzen aan en tape ze af Trek de werkhandschoenen aan en tape ze af Betreden van het containment (afgeschermd werkgebied) Loop via de schone ruimte naar de douche. Leg slippers in de douche. Loop vanuit de douche naar de vuile ruimte. Controleer de stickers op de deuren en sluit deuren zorgvuldig. Doe nog een check voor u het containment in gaat. Verlaten van containment Reinigen (Laat u) reinigen met stofzuiger (goed de slangen en banden) Vuile ruimte Ga de vuile ruimte van de decon-unit in Verwijder het voorfilter en doe deze in de afvalzak Plaats de lamellenkap terug Doe de handschoenen uit en deponeer deze in de afvalzak Trek de laarzen uit en schuif ze in elkaar Trek de overall uit en doe deze in de afvalzak Trek werkondergoed uit en doe dit in de afvalzak
34 Douche
Ga met werkende adembescherming op naar de doucheruimte en sluit de deur Zet douche aan en reinig haren, masker, slang, riemen en aanblaasunit Maak het P3 filter nat Draai ring een kwart slag onder de douche Zet EERST de aanblaasunit stop en verwijder DAN het P3 filter Verwijder P3 filter (in afvalzak) Spoel aanblaasunit uit Zet masker af en spoel deze binnen en buiten af Verder afdouchen en verlaat nat de douche naar de schone ruimte
Schone ruim. Droog jezelf en de adembescherming goed af Trek privé of volgende werkkleding aan Controleer en inspecteer adembescherming Het is verboden adembeschermingsmiddelen te gebruiken beneden de 5 graden Celsius tenzij gebruik wordt gemaakt van verwarmde onafhankelijke luchttoevoer. Adembescherming moet iedere jaarlijks worden gekeurd met een tolerantie van 1 maand. Voor wat betreft het containment is het belangrijk dat er een onderdruk van 20 - 30 pascal heerst. De onderdrukmachine is diagonaal geplaatst tegenover deconunit. Capaciteit verversing minimaal 6 x per uur. De onderdrukmeter is 2 meter verwijdert van onderdrukmachine
35 Bijlage 7 MELDING ASBESTINCIDENT / BLOOTSTELLING AAN ASBEST DIT GEDEELTE MOET WORDEN INGEVULD DOOR DE MEDEWERKER . Naam: Geboortedatum: Datum en tijdstip mogelijke blootstelling: (dd/mm/jaar) om (00.00) uur Mogelijk blootgesteld aan asbest tijdens de inspectie van: Korte toedracht van de blootstelling / het asbestincident: Opleidingen m.b.t. asbest: Certificaat DTA-A, behaald op (dd/mm/jaar) geldig tot (dd/mm/jaar) Certificaat DTA-B, behaald op (dd/mm/jaar) geldig tot (dd/mm/jaar) Certificaat DTA-C, behaald op (dd/mm/jaar) geldig tot (dd/mm/jaar) Geef aan of u gebruik heeft gemaakt van uw persoonlijke beschermingsmiddelen, welke dat zijn en wat de keuringsdatum is: Handtekening: DIT GEDEELTE MOET WORDEN INGEVULD DOOR DE TEAMLEIDER EN HET AFDELINGSHOOFD. Naam: Datum: Verbeterpunten werkprocedure en/of asbestprotocol: Handtekening teamleider: Handtekening afdelingshoofd: DIT GEDEELTE MOET WORDEN INGEVULD DOOR TEAM P&O. Naam: Datum: Datum verzonden aan bedrijfsarts: Naam bedrijfsarts: Handtekening: Let op: Na terugontvangst van het door de bedrijfsarts ingevulde formulier, dient dit 40 jaar bij de gemeente bewaard te blijven. DIT GEDEELTE MOET WORDEN INGEVULD DOOR DE BEDRIJFSARTS. Naam: Datum: De medewerker is door mij opgeroepen voor een arbeidsgezondheidskundig onderzoek: ja/nee Van dit incident / onderzoek is door mij een aantekening gemaakt in het asbestregister: ja/nee Er is door mij een aanvullend arbeidsgezondheidskundig onderzoek uitgevoerd: ja/nee Het medisch dossier blijft 40 jaar bewaard bij de gemeente Binnenmaas. Kopie van het geheel ingevulde en ondertekende formulier teruggestuurd naar P&O gemeente Binnenmaas: ja/nee Handtekening: