13E JAARGANG NUMMER 1 JANUARI 2014
De Procurement Letter is een uitgave van:
P rocuremen t letter
Duurzaam aanbesteden
Special
Inleiding - Special Duurzaam aanbesteden Duurzaamheid –je hoort en leest het woord overal. Vrijwel alle bedrijven en instellingen zijn er op de één of andere manier wel mee bezig. Er bestaat een landelijk beleid voor duurzaam inkopen van de Rijksoverheid sinds 2008. In dit kader zijn reeds voor tal van productgroepen milieucriteria geformuleerd die door aanbestedende diensten als minimumeisen of gunningscriteria bij hun inkopen gehanteerd kunnen worden. Op het gebied van sociale duurzaamheid vraagt de rijksoverheid sinds januari 2013 in aanbestedingen via contractuele uitvoeringsvoorwaarden een inspanningsverplich ng m.b.t. arbeidsomstandigheden en mensenrechten van winnende inschrijvers. Volgend op een evalua e van het beleid voor duurzaam inkopen tot heden wil de overheid in 2014 het beleid nieuw leven in blazen - zo is o.a. te lezen in het ‘Na onaal ac eplan bedrijfsleven en mensenrechten’ van de Rijksoverheid van december 2013. Juist overheidsinstellingen hebben via aanbestedingen een belangrijk instrument in handen om de ontwikkeling naar een duurzamer Nederland te s muleren. Deze special gee inzicht in de mogelijkheden die er vanuit juridisch perspec ef zijn om duurzaamheid binnen aanbestedingen te hanteren. Er wordt gekeken naar hoe duurzaamheid in de Aanbestedingswet 2012 en in de (nu nog concept)aanbestedingsrichtlijnen verwerkt is. Daarnaast worden leerpunten besproken vanuit bestaande jurispruden e. Ook wordt vanuit interna onaal perspec ef gekeken naar
de ontwikkelingen op dit gebied. Ook Corvers zelf is binnen haar eigen organisa e bewust bezig met duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Op de nieuwe website van Corvers die momenteel in ontwikkeling is, zal hierover meer te lezen zijn. Corvers is partner van MVO-Nederland en kent al geruime jd een intensieve samenwerking met MVO-Nederland. Onlangs is gestart met het gezamenlijk geven van presenta es en (incompany)workshops rondom duurzaam inkopen. In het kader hiervan hebben Corvers en MVONederland de handen ineen geslagen om samen een model te ontwikkelen dat aanbestedende diensten helpt duurzaamheid binnen een aanbesteding toe te passen. In het ar kel ‘Duurzaam inkopen door overheden: van direc ef naar co-crea e’ geven Corvers en MVO-Nederland inzicht in de aanknopingspunten die een aanbesteding biedt om met duurzaamheid aan de slag te gaan. We hopen dat het lezen van deze special u concrete handva en gee en u inspireert om in de prak jk verder invulling te geven aan duurzaamheid binnen uw organisa e. Mocht u interesse hebben om een workshop ‘Duurzaam inkopen’ bij te wonen of als incompany-versie binnen uw organisa e te houden, dan kunt u per mail meer informa e hierover opvragen via
[email protected]. Wij wensen u veel leesplezier toe.
IN DIT NUMMER: Duurzaamheid en innovatie in de Aanbestedingswet 2012 Duurzaam aanbesteden - leerpunten uit het koffiearrest Duurzaam aanbesteden, duurzaam gecodificeerd in de concept aanbestedingsrichtlijnen Duurzaam inkopen door overheden: van directief naar co-creatie
3 7 11
Internationale ontwikkelingen op het gebied van overheidsinkopen van duurzame producten
17
Internationale team Corvers uitgebreid
18
Drempelbedragen 2014-2015
20
14 In samenwerking met:
Column
Speciaal over duurzaamheid! Mr. Franke van der Klaauw
Voor u ligt de nieuwe Special van de Corvers Procurement Letter. Hij gaat dit keer over duurzaamheid, en omdat Corvers doet in procurement ofwel in goed Nederlands in aanbesteden, gaat de Special over duurzaamheid en aanbesteden. Centrale en decentrale overheden zijn verplicht bij hun inkopen de aanbestedingsregels te volgen. Ik hoor al weer veel mensen zuchten, want dat schijnt heel vervelend te zijn. Houd nou toch eens op met zuchten, het is nu eenmaal zo, en het valt best mee. Als je het goed doet, krijg je bovendien de beste kwaliteit voor je prijs. Wat wil je nog meer! Wat verder als een paal boven water zou moeten staan – dat is een moreel oordeel - is dat je als overheid vanzelfsprekend doet aan duurzaamheid. Waarom? Gewoon, omdat duurzaamheid gaat over respect voor medemensen, milieu, natuur en het gebruik van schaarse grondstoffen en het besef, dat de mensheid zonder dat respect, het op aarde niet lang meer gaat redden. Een ruime definitie uit 1987 van een VN-commissie onder leiding van de Noorse ex-premier Brundtland drukt dat helder uit: Duurzaam is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengt. Een goede overheid jaagt dus niet als een kip zonder kop slechts economisch profijt na. Nee, juist een overheid dient verantwoord te handelen, en dat betekent dat de overheid ook rekening houdt met duurzaamheid. Niet dat het altijd gemakkelijk is om duurzaam te handelen. Naar duurzaamheid wordt nog veel onderzoek gedaan en ernaar handelen vraagt vaak ook om het zoeken naar innovatieve oplossingen. Op veel terreinen kunnen we echter, waar het gaat om duurzaamheid,
2
onze koppen niet meer in het zand steken. Dus overheden: kop uit het zand en voortaan duurzaam aanbesteden, en leveranciers en dienstverleners: verantwoord ondernemen als het om overheidsopdrachten gaat. In onderhavige Special werpen medewerkers van Corvers hun diverse en deskundige lichten op de aanbestedingskant van het verhaal. U wordt op de hoogte gebracht van de stand van duurzaamheid en aanbesteden op nationaal, Europees en verder internationaal niveau, en u kunt lezen hoe Corvers met MVO Nederland een model ontwikkelt voor overheden en de markt gezamenlijk, ten dienste van een deugdelijke aanbesteding met inachtneming van duurzaamheidsdoelstellingen. Leiden, januari 2014 Mr F.A.M. (Franke) van der Klaauw-Koops is verbonden aan eLaw@Leiden, Centrum voor Recht in de Informatiemaatschappij, Universiteit Leiden, bestuurslid van de Stichting Eupian (European Procurement Innovation and Network) en is of counsel van Corvers
[email protected]
Duurzaamheid en innovatie in de Aanbestedingswet 2012 Mr. Brigitte Melis
Eén van de doelstellingen van de nieuwe Aanbestedingswet 2012 (A-wet) is het bieden van ruimte voor innova e en duurzaamheid. Door innova eve en duurzame inkoop kan de overheid niet alleen de effec viteit en efficiën e van haar bestedingen verhogen, maar ook de innova ekracht en duurzaamheid van het Nederlandse bedrijfsleven - aldus de regering in de memorie van toelich ng (hierna MvT) bij de A-wet. De betreffende doelstelling is in de nieuwe wet geïncorporeerd middels een aantal nieuwe, specifiek op duurzaamheid gerichte bepalingen en een aantal bepalingen waarbij duurzaamheid en innova e indirect een rol kunnen spelen.
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Europese invloed De doelstelling van ruimte voor innovatie en duurzaamheid is geheel in lijn met het Europese streven naar een slimme duurzame en inclusieve groei, de zogenaamde 2020-strategie. Deze strategie is gebaseerd op drie prioriteiten, namelijk: het ontwikkelen van een op kennis en innovatie gebaseerde economie; het bevorderen van een duurzame, maar concurrerende economie; en het stimuleren van een economie met o.a. veel werkgelegenheid. Duurzaamheid is een inmiddels algemeen aanvaard begrip voor duurzame ontwikkeling op het gebied van sociale, milieu-, en economische aspecten (people, planet en profit - de zogenaamde drie P’s). Volgens de 2020-strategie kunnen aanbestedingen worden ingezet om de doelstellingen voor duurzaamheid te verwezenlijken. In dat kader is het wenselijk om sociale overwegingen en aspecten van milieubescherming in aanbestedingen te integreren. Uitleg van de doelstelling innovatie en duurzaamheid door de regering In de MvT bij de A-wet besteedt de regering veel aandacht aan innovatie en duurzaamheid. De regering benadrukt dat zij er bewust voor heeft gekozen om geen specifieke innovatie- en/of duurzaamheidsparagraaf op te nemen in de wet, omdat deze voldoende ruimte biedt om innovatief aan te besteden en sociale en milieudoelstellingen te bereiken via aanbestedingen. Het is alleen aan de aanbestedende diensten om deze ruimte per geval goed te benutten. En dat gebeurt tot op heden te weinig. Om deze taken goed uit te
kunnen voeren moeten aanbestedende diensten vooral professionaliseren, aldus de regering. Zo zou volgens de regering het innovatiegericht aanbesteden meer van de grond kunnen komen als aanbestedende diensten meer gebruik zouden maken van de mogelijkheid om functioneel aan te besteden. In tegenstelling tot een technische specificatie, waarbij wordt voorgeschreven hoe een product of dienst moet worden vervaardigd, beschrijft een functionele specificatie welk resultaat wordt vereist. Het voordeel daarvan is volgens de regering dat een opdrachtnemer de gelegenheid heeft om zijn knowhow en innovatieve oplossingen in te brengen. Daarmee zouden ook kleine innovatieve bedrijven toegang kunnen krijgen tot opdrachten. PIANOo, het expertisecentrum voor aanbesteden voor overheden, zou aanbestedende diensten kunnen helpen bij het vinden van alternatieve oplossingen, aldus de regering.
Ten aanzien van de duurzaamheidscriteria (milieucriteria en criteria op het gebied van sociale omstandigheden en werkgelegenheid) merkt de regering op dat deze kunnen worden toegepast in alle fasen van het inkoopproces. Ook merkt de regering op dat het zelfs niet reëel zou zijn om duurzaamheidscriteria op te nemen in de wet. Vanwege de te grote diversiteit aan aanbestedingen kan niet eenduidig worden aangegeven welke eisen en criteria in welke gevallen moeten worden gesteld. Het is volgens de regering wel reëel om aanbestedende diensten een inspanningsverplichting
3
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
op te leggen om duurzaamheidscriteria toe te passen. Deze inspanningsverplichting is opgenomen in art. 1. 4 lid 2 A-wet, waarover hieronder meer. De regering verwijst naar Agentschap NL dat aanbestedende diensten behulpzaam kan zijn bij het opstellen van duurzaamheidscriteria. Agentschap NL heeft hiertoe voor een groot aantal productgroepen duurzaamheidscriteria opgesteld en informatiedocumenten ontwikkeld die te vinden zijn op de website van PIANOo. Om zelf het goede voorbeeld te geven past de Rijksoverheid sinds 1 juli 2011 social return toe bij opdrachten voor werken en diensten van minimaal €250.000 waarbij het streefpercentage 5% per aanbesteding is. Decentrale overheden worden aangemoedigd om, conform het beleid van het Rijk, in hun beleid op te nemen dat zij ten minste 5% langdurig werklozen en/of arbeidsgehandicapten inschakelen bij de uitvoering van werken en diensten.1 Bedrijven kunnen er op rekenen dat duurzaamheidscriteria en innovatieprikkels de komende jaren een belangrijke plek zullen verwerven in aanbestedingen, zo benadrukt de regering.
4
Nieuwe op innovatie en duurzaamheid gerichte bepalingen in Aanbestedingswet 2012 De A-wet geldt voor aanbestedende diensten en speciale sector-bedrijven (bedrijven in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer- en postdiensten).2 Zoals in de eerste twee alinea’s van de MvT is aangegeven, beoogt de A-wet een hernieuwde meer toegankelijke implementatie van de Europese aanbestedingsrichtlijnen en rechtsbeschermingsrichtlijnen.3 Hoewel daarom veel regels uit de A-wet vrijwel ongewijzigd afkomstig zijn
uit de eerdere nationale regelgeving over aanbestedingen, het Bao, Bass en de Wira, is er toch ook een aantal in het oog springende nieuwe bepalingen die betrekking hebben op of van invloed zijn op duurzaamheid en/of innovatie. Maatschappelijke waarde Een aanbestedende dienst draagt er zorg voor om zoveel mogelijk maatschappelijke waarde met de door hem te realiseren publieke middelen te realiseren (art. 1.4 lid 2 A-wet). Deze verplichting geldt ongeacht de waarde van de opdracht, dus zowel bij opdrachten onder als boven de Europese drempelwaarden.4 De regering geeft in de toelichting aan dat onder “zoveel mogelijk maatschappelijke waarde” ook kan worden verstaan duurzaamheid en innovatie en het opnemen van ‘social-return’voorwaarden gericht op inschakeling van langdurig werklozen of arbeidsgehandicapten bij de uitvoering van de opdracht. Het is niet zo dat ‘social-return’-voorwaarden altijd moeten worden opgenomen. Per geval moet worden bekeken of het mogelijk is een dergelijke eis te stellen. Het formuleren van beleid hierover is gewenst, aldus de regering. EMVI is uitgangspunt (art. 2.114 lid 1 A-wet) In beginsel gunt een aanbestedende dienst de opdracht op grond van het gunningscriterium EMVI (de economische meest voordelige inschrijving). Het gunningscriterium 'prijs' kan alleen worden gehanteerd indien dat wordt gemotiveerd in de aanbestedingsstukken. Bij EMVI kunnen naast de prijs ook kwaliteitscriteria meewegen. Art. 2.115 lid 2 A-wet geeft voorbeelden van een mogelijke invulling van het gunningscriterium EMVI, waaronder ook milieukenmerken. De regering geeft in de toelichting aan dat, wanneer gekozen wordt voor EMVI, de aanbestedende dienst de ruimte heeft om duurzaamheidscriteria (sociaal en milieu) te stellen en ook om deze zwaarder te laten wegen dan de prijs.
1 Motie Vlietstra tijdens debat over A-wet in de Eerste Kamer d.d. 23 oktober 2012. 2 Omwille van de beperkte ruimte die beschikbaar is voor dit artikel worden de regels uit deel 3 van de A-wet, die betrekking hebben op de speciale sectoren, in dit artikel buiten beschouwing gelaten. 3 Richtlijn 2004/18/EG, richtlijn 2004/17/EG en richtlijn 2007/66/EG. 4 Een overheidsopdracht die evenveel of meer bedraagt dan het Europese drempelbedrag moet verplicht Europees worden aanbesteed. De Europese drempelwaarden c.q. bedragen voor overheidsopdrachten zijn vastgelegd in art. 7 richtlijn 2004/18/EG. Drempelwaarden c.q. bedragen voor speciale sectoren zijn vastgelegd in richtlijn 2004/17/EG. De Europese Commissie stelt elke twee jaar nieuwe drempelwaarden vast. De nieuwe vastgestelde drempelbedragen voor 2014 - 2016 vindt u op de achterzijde van deze special.
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Proportionaliteit Voor het eerst is het proportionaliteitsbeginsel in de Nederlandse regelgeving opgenomen (o.a. in art. 1.10 A-wet). Het beginsel houdt in dat de door de aanbestedende dienst gestelde eisen zich redelijk verhouden tot de opdracht. Het beginsel is (via art. 1.10 lid 3, 1.13 lid 3 en 1.16 lid 3 A-wet en het Aanbestedingsbesluit) uitgewerkt in de Gids Proportionaliteit en als richtsnoer aangewezen.5 Met het proportionaliteitsbeginsel (naast het beginsel van gelijkheid en transparantie) moet de aanbestedende dienst rekening houden in alle fasen van de aanbestedingsprocedure, ook bij het stellen van duurzaamheids- en sociale criteria. Hoe dit moet gebeuren blijkt niet uit de wet, maar uit de Gids Proportionaliteit (hierna: de Gids). In principe moeten de voorschriften uit de Gids worden toegepast. Afwijking van de voorschriften is mogelijk, maar moet vooraf in de aanbestedingsstukken worden gemotiveerd (het zgn. ‘comply or explain’-principe). Voorschrift 3.5.6 van de Gids behandelt de duurzaamheid en sociale voorwaarden. Het voorschrift stelt dat de Gids niet geschikt is voor een uitputtende behandeling van dit onderwerp, omdat het bij duurzaamheidscriteria, waaronder sociale voorwaarden, gaat om een complexe materie die nog aan de nodige discussie onderhevig is. De Gids beoogt daarom slechts een aantal punten aan te stippen ten aanzien van dit onderwerp, en geeft aan dat duurzaamheidscriteria kunnen voorkomen in de vorm van (technische en functionele) specificaties, geschiktheidseisen, selectiecriteria, gunningscriteria of contractvoorwaarden, en verwijst daarvoor naar de betreffende paragrafen in de A-wet. Eén van de punten die het voorschrift aanstipt is dat voor kleine opdrachten geen duurzaamheidscriteria mogen worden gesteld.
Gelijkheid, transparantie en proportionaliteit ook bij aanbestedingen onder de drempelwaarde De gelijkheid, transparantie en proportionaliteit moeten ook bij nationale aanbestedingen (onder de Europese drempelwaarde waarbij vrijwillig een aankondiging is gedaan) en meervoudig onderhandse procedures als uitgangspunt in acht worden genomen, met dien verstande dat het proportionaliteitsbeginsel bij meervoudig onderhandse procedures niet hoeft te worden toegepast op uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en gunningscriteria. Duurzaamheidseisen moeten in deze procedures onder de drempelwaarde zodoende ook proportioneel (beperkt voor de meervoudig onderhandse procedure), transparant en niet-discriminerend zijn. Social return In de wet is een ‘social return’-bepaling (art. 2.82 A-wet) opgenomen. De aanbestedende dienst kan de deelneming aan een procedure voor de gunning van een overheidsopdracht of de uitvoering ervan voorbehouden aan sociale werkplaatsen in het kader van programma’s voor beschermde arbeid indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicap geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitvoeren. Richtlijn 2004/18/EG biedt de mogelijkheid om een dergelijke ‘social return’-bepaling in de nationale wet op te nemen. Reden voor het kabinet om deze bepaling op te ne-
Nieuw in de A-wet is ook dat het proportionaliteitsbeginsel uitdrukkelijk van toepassing wordt op de voorwaarden van de overeenkomst, waarmee het proportionaliteitsbeginsel gaat doorwerken in de rechtsverhouding na gunning en sluiting van de overeenkomst.
5 De Gids Proportionaliteit geldt naar de letter van de wet echter niet voor de speciale sectorbedrijven. Minister Verhagen heeft gedreigd de wet aan te passen als de speciale sector bedrijven de Gids niet toepassen.
5
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
men is dat sociale werkvoorzieningen veelal een achterstand hebben bij het verwerven van opdrachten ten opzichte van bedrijven zonder arbeidsgehandicapte medewerkers, en dat het kabinet groot belang hecht aan het vinden van werk(ervarings)plekken voor arbeidsgehandicapten. Overigens is het niet zo dat de aanbestedende dienst op basis van dit artikel een opdracht rechtstreeks kan gunnen aan één sociale werkvoorziening.
6
Verplicht gebruik TenderNed en de Uniforme Eigen Verklaring In art. 1.18 A-wet wordt het gebruik van TenderNed verplicht gesteld voor een aantal handelingen, waaronder de aankondiging van een opdracht. Art. 1.19 A-wet verplicht het gebruik van een Eigen Verklaring voor Europese aanbestedingen en nationale aanbestedingen waarbij uitsluitingsgronden worden gehanteerd. Inschrijvers geven in de Eigen Verklaring aan dat er geen uitsluitingsgronden op hen van toepassing zijn en dat zij kunnen voldoen aan alle in de aanbestedingsstukken opgenomen geschiktheidseisen, selectiecriteria, en technische specificaties en uitvoeringsvoorwaarden (die betrekking hebben op milieu, dierenwelzijn of sociale criteria). Uitsluitend de geselecteerde gegadigde(n) dan wel de winnende inschrijver(s) mogen gevraagd worden om indiening van bewijsstukken om zijn (hun) eigen verklaring te staven. Zowel de digitalisering van de aanbestedingsprocedure als het gebruik van de Eigen Verklaring leiden tot een reductie van papier en zodoende tot een duurzame uitvoering van de aanbestedingsprocedure. De bepalingen in de A-wet over de technische specificaties (art. 2.75, 2.76 en 2.84 A-wet), de selectiecriteria (uitsluitingsgronden art. 2.86 en 2.87 A-wet en geschiktheidseisen art. 2.90 en 2.93 A-wet), de gunningscriteria (art. 2.115 A-wet), de uitvoeringsvoorwaarden (art. 2.80 en 2.81 A-wet) en de uitzondering voor diensten betreffende onderzoek en ontwikkeling (art. 2.24 lid g A-wet) zijn ook van belang voor de duurzaamheid en innovatie. Deze zijn echter niet ingrijpend veranderd ten opzichte van de eerdere regelgeving. Zoals de regering en de Gids aangeven kunnen duurzaam-
heidscriteria in alle fasen van de aanbesteding worden toegepast. Deze criteria moeten altijd transparant, niet-discriminerend en proportioneel zijn, en voldoende verband hebben met het voorwerp van de opdracht. Omdat de bovengenoemde bepalingen in de nieuwe wet niet wezenlijk zijn gewijzigd wordt daarop in dit artikel niet verder ingegaan. Samenvatting en -voorlopige- conclusie De conclusie is dat de nieuwe A-wet inderdaad, zoals in de doelstelling van de wet wordt omschreven, voldoende ruimte biedt om duurzaam en innovatief aan te besteden, en daaraan ook meer sturing geeft dan de eerdere regelgeving deed. De aanbestedende dienst moet echter wel invulling willen geven aan de mogelijkheden die de wet biedt. De wet legt namelijk een aanbestedende dienst geen enkele verplichting op om duurzaamheid en innovatie bij haar inkoop te betrekken. De wet spreekt slechts van een algemene inspanningsverplichting ('draagt zorg') om maatschappelijke waarde bij aanbestedingen te realiseren, en ook de ‘social return’-bepaling in de wet, de enige bepaling in de wet die specifieke aanwijzingen geeft over hoe duurzaamheid (social return) kan worden toegepast, spreekt slechts van een mogelijkheid voor de aanbestedende dienst om deze bepaling toe te passen. Het is daarom te hopen dat de overheid in de nabije toekomst een actief beleid gaat voeren om de bovengenoemde doelstelling uit de A-wet te verwezenlijken, en daarbij de aanbestedende diensten voldoende weet te overtuigen van het belang om innovatie en duurzaamheid ook daadwerkelijk toe te passen. De toekomst zal het uitwijzen. Auteur: Mr. BrigiƩe Melis Legal Procurement Researcher Corvers Procurement Services B.V.
Duurzaam aanbesteden - Leerpunten uit het koffie-arrest Mr. Joan de Feijter-Hoekstra & mr. dr. Willem Sinninghe Damsté
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Schaarste op de grondstoffenmarkt dwingt ons steeds meer om duurzaam in te kopen. De starheid van de aanbestedingsregelgeving en –jurispruden e en de onduidelijkheden daarin zijn voor aanbestedende diensten lange jd een blokkade geweest om bij een aanbestedingsprocedure eisen te stellen die betrekking hebben op duurzaamheid. Daarin is beweging gekomen onder meer als gevolg van het zogenaamde 'Koffie-arrest' van het EU-Hof van 10 mei 2012 (zaak C- 368/10). Dit arrest gee duidelijke kaders voor het stellen van duurzaamheidseisen en is baanbrekend voor het duurzaam inkopen. Duurzaam inkopen is bovendien verwerkt in de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, waarin overheidsopdrachten een belangrijke rol spelen bij het verwezenlijken van de Europese doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid. Het 'Koffie-arrest' De provincie Noord-Holland hee in 2008 een opdracht in de markt gezet voor de levering en beheer van koffieautomaten. In de aanbestedingsdocumenten hee ze daarbij de keurmerken Max Havelaar en EKO vermeld. Door verwijzing naar deze keurmerken wilde de provincie “duurzame producten geleverd krijgen die sociaal- en milieuvriendelijk zijn”. De Europese Commissie stelde zich op het standpunt dat de vermelding van de twee keurmerken op verschillende plaatsen in de aanbestedingsstukken in strijd is met het Unierecht en daagde de provincie voor de Europese rechter. De Europese Commissie was van oordeel dat de provincie niet hee voldaan aan de verplich ngen van de aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG en baseerde haar beroep op de volgende drie middelen (grieven): 1. Het voorschrijven van de keurmerken Max Havelaar en EKO in de technische specifica es voor de te leveren koffie en thee levert een schending op van de bepaling in de richtlijn die voorschri en bevat over het gebruik van milieukeuren en het opnemen van een verplichte bijzondere werkwijze in de technische specifica es (art. 23 lid 6 en 8 van de richtlijn); 2. Het opnemen van criteria en te leveren bewijzen betreffende duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen ter toetsing van de bekwaamheid van ondernemers levert een schending op van de bepalingen in de richtlijn die voorschri en bevatten over de stellen eisen aan de bekwaamheid van een inschrijver en de transparan e die
daarbij in acht moet worden genomen (art. 2, 44 lid 2 en 48 lid 1 en 2 van de richtlijn); 3. Het opnemen van de keurmerken Max Havelaar en EKO bij het formuleren van de gunningscriteria met het oog op de te leveren ingrediënten levert een schending op van de bepaling in de richtlijn die voorschri en bevat over de criteria die kunnen worden gebruikt bij het gunnen van een opdracht (art. 53 lid 1 van de richtlijn); Voordat het Hof in haar arrest ingaat op deze grieven benadrukt het Hof dat duurzaam inkopen is verankerd in art. 11 van het Werkingsverdrag van de EU. Tevens benadrukt het Hof, dat via een Nota van Inlich ngen (NvI) niet de betekenis kan worden gewijzigd van de belangrijkste voorwaarden van de opdracht, waaronder de technische specifica es en de gunningscriteria. Daarmee wordt het leerstuk van de wezenlijke wijziging zoals verwoord in het gezaghebbende Pressetext-arrest van toepassing verklaard op
7
de aanbestedingsprocedure zelf. Hierdoor was het niet langer mogelijk (maar wat wel door de provincie is gedaan) om jdens de inlich ngenronde aan de eisen EKO keurmerk en Max Havelaar keurmerk de woorden 'of gelijkwaardig' toe te voegen zonder de doorloop jd van de aanbesteding aan te passen. Het Hof is van oordeel dat een dergelijke wijziging van de opdracht jdens de NvI een wezenlijke wijziging van de opdracht is en daarom onacceptabel. Het Hof beoordeelt de middelen van de Commissie zonder met deze wijziging rekening te houden. Vervolgens toetst het Hof de door de provincie vereiste en gewenste keurmerken en de door de provincie gestelde criteria ten aanzien van duurzaam inkopen en verantwoord ondernemen, aan de vereisten in de aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG. Omdat de toetsing door het Hof plaatsvindt aan de hand van deze richtlijn, beperken wij ons in deze bijdrage daar ook toe.
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
1. Oordeel van het Hof in het Koffie-arrest over het voorschrijven van de keurmerken EKO en Max Havelaar in de technische specifica es:
8
A. De eis EKO-keurmerk (keurmerk voor producten van biologische landbouw) als technische specifica e Uit het arrest van het Hof kan over dit eerste punt van grief 1 de volgende hoofdregel worden gedes lleerd: Een verwijzing naar een milieukeur als technische specifica e van milieukenmerken van producten is toelaatbaar, mits niet de keur zelf maar de gedetailleerde specifica es van de milieukeur in de aanbestedingsstukken worden opgenomen. Het beschikken over een passend keurmerk mag daarbij wel als bewijs dienen dat aan de specifica es wordt voldaan. Echter ook elk ander passend bewijsmiddel moet worden aanvaard, zoals een technisch dossier van de fabrikant of een testverslag van een erkende organisa e. De gevraagde specifica es moeten wel betrekking hebben op het voorwerp van de opdracht. Het Hof is van oordeel dat het privaatrechtelijke na onale EKOkeurmerk voor producten van biologische landbouw een op milieukenmerken gebaseerde technische specifica e is in de zin van art. 23 lid 6 richtlijn 2004/18/EG. In verband met de non-discriminaeverplich ng en de verplich ng tot transparan e uit art. 2 richtlijn
moeten de technische specifica es alle inschrijvers wel gelijke toegang bieden en mogen ze geen ongerechtvaardigde belemmeringen scheppen. De specifica es moeten daarom duidelijk en nauwkeurig zijn en tot in detail worden gespecificeerd. Omdat de provincie niet de voor het EKO-keurmerk vastgelegde gedetailleerde specifica es had gebruikt, oordeelde het Hof dat de provincie ten aanzien van deze keur in strijd met art. 23 lid 6 richtlijn hee gehandeld. B. De eis van het Max Havelaar-keurmerk (fair trade keurmerk voor producten die tegen een eerlijke prijs en onder eerlijke handelsvoorwaarden zijn ingekocht) als technische specifica e Uit het arrest van het Hof kan over dit tweede punt van grief 1 de volgende hoofdregel worden gedes lleerd: Bij het stellen van voorwaarden (zoals fair trade en/of sociale overwegingen) waaronder de inschrijvende leverancier producten van de producent hee betrokken, moet worden getoetst aan het begrip de ‘voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd’ als bedoeld in art. 26 richtlijn 2004/18/EG. Ook hier geldt weer dat het fair trade keurmerk verband moet hebben met het voorwerp van de opdracht, dat niet het fair trade-keurmerk zelf maar de specifieke criteria daarvan als voorwaarden in de aanbestedingsdocumenten moeten worden gesteld, en dat ook elk ander passend bewijsmiddel moet worden aanvaard. Het Hof is dus van oordeel dat het Max Havelaar-keurmerk niet te kwalificeren is als een technische specifica e, maar als een uitvoeringsvoorwaarde, omdat de defini e van ‘technische specifica e, uitsluitend betrekking hee op de kenmerken van de producten zelf en de vervaardiging, de verpakking of het gebruik ervan. Het Max Havelaar keurmerk hee juist betrekking op de fase van uitvoering van de opdracht, waarvoor art. 26 richtlijn geldt. In art. 26 staat dat de voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd verband kunnen houden met sociale overwegingen. Het Max Havelaar-keurmerk beoogt guns ge handelsrela es tot stand te brengen voor kleine producenten in ontwikkelingslanden, en valt daarmee onder het bewuste art. 26. Omdat de Commissie haar vordering ten aanzien van het Max Havelaar-keurmerk had gebaseerd op art. 23 lid 8 richtlijn werd de Commissie voor dit onderdeel van haar vordering niet-ontvankelijk verklaard.
2. Oordeel van het Hof in het Koffie-arrest over de eis om te voldoen aan de criteria duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen als geschiktheidsvereiste
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Uit het arrest van het Hof kan over dit punt de volgende hoofdregel worden gedes lleerd: Niet als geschiktheidseis kan worden gebruikt de voorwaarde dat inschrijvers moeten voldoen aan criteria van duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen en dat zij moeten aangeven op welke wijze zij aan die criteria voldoen en bijdragen aan het duurzamer maken van een bepaalde markt en aan een milieutechnisch, sociaal en economisch verantwoorde produc e van die markt. De betreffende eis valt niet onder de in art. 48 richtlijn 2004/18/EG uitpu end opgesomde factoren wat betre de technische- en de beroepsbekwaamheid van de inschrijver. Bovendien is de eis niet dermate duidelijk, nauwkeurig en ondubbelzinnig dat iedere redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijver met zekerheid en volledig kan weten welke criteria door die vereisten worden gedekt (de Succhi di Fru a norm) en welke gegevens hij daarbij moet verstrekken, waarmee de eis een schending oplevert van art. 2 richtlijn. Het Hof volgt het argument dat hier sprake is van een uitvoeringsvoorwaarde niet en stelt zich op het standpunt dat het hierbij gaat om een geschiktheidseis/ minimumeis voor de beroepsbekwaamheid als bedoeld in art. 44 lid 2 richtlijn. Om bovengenoemde redenen is het Hof van oordeel dat de door de provincie gestelde eis in strijd is zowel met art. 44 lid 2 en art. 48 richtlijn (vereisten betreffende de geschiktheid), als met art. 2 richtlijn (transparan everplich ng). De klacht van de Commissie op dit punt wordt gegrond geacht
worden geleverd. Het hebben van een passend keurmerk mag daarbij als bewijsmiddel worden geaccepteerd. De Commissie stelde dat het gunningscriterium van de beide keurmerken niet het vereiste verband met het voorwerp van de opdracht vertoonde. Het Hof is echter van oordeel dat dit vereiste verband wel aanwezig is. Art. 53 lid 1 richtlijn gee namelijk een niet uitpu ende opsomming van mogelijke criteria in geval van de economisch meest voordelige inschrijving. Volgens art. 53 lid 1 onder a richtlijn kunnen gunningscriteria behalve economisch ook kwalita ef zijn en onder meer betrekking hebben op milieukenmerken. Het Hof is van oordeel dat de milieukenmerken en de sociale overwegingen van het onderhavige gunningscriterium passen in het kader van art. 53 lid 1 richtlijn. In zoverre is het Hof het niet eens met de Commissie. Toch is naar het oordeel van het Hof sprake van een met art. 53 lid 1 onder a richtlijn onverenigbaar gunningscriterium, omdat de uitgangspunten van de keurmerken niet zijn opgesomd en niet is bepaald dat het bewijs dat het product aan die criteria voldoet met elk passend bewijsmiddel kon worden geleverd. In zoverre verklaart het Hof dit middel van de Commissie toch gegrond. Het Koffie-arrest beves gt dat duurzaam inkopen mogelijk is, maar dat een aanbestedende dienst zich bij elke aanbesteding grondig moet bezinnen op de vraag waarom hij zijn eisen formuleert zoals hij doet. Hierbij kunnen interna onale normeringstools (NEN, ISO e.a.), een door de aanbestedende dienst vastgesteld beleid en een marktconsulta e diens g zijn. Op de volgende pagina vindt u een schema sch overzicht met de hoofdlijnen uit het hier besproken arrest.
3. De wens EKO- en Max Havelaar-keurmerk (voor de ingrediënten van koffie en thee) als gunningscriterium Uit het arrest van het Hof kan over dit derde punt de volgende hoofdregel worden gedes lleerd: Het hanteren van keurmerken als gunningscriterium is toelaatbaar, mits de onderliggende criteria voldoende verband houden met het voorwerp van de opdracht en die criteria worden opgesomd in de aanbestedingsdocumenten, waarbij geldt dat het bewijs dat een product aan die criteria voldoet met elk passend middel kan
Auteurs: Mr. dr. Willem Sinninghe Damsté Of Counsel Corvers Procurement Services B.V.
Mr. Joan de Feijter-Hoekstra Of Counsel Corvers Procurement Services B.V.
9
Toepassing van keurmerken binnen aanbestedingen Als technische specificatie
Als gunningscriterium
Als geschiktheidsvereiste
Als aanvullende uitvoerende voorwaarde
EKO-keurmerk (= milieu-keurmerk)
Ja, mits: 1. verband met voorwerp opdracht 2. met opsomming criteria van keur, 3. aanvaarding ieder ander passend bewijsmiddel. 4. in PvE.
Ja, bij emvi*, mits: 1. verband met voorwerp opdracht 2. met opsomming criteria van keur, 3. aanvaarding ieder ander passend bewijsmiddel. 4. in aanbestedingsdocument * art. 53 lid 1 geeft een niet uitputtende opsomming
Nee
Nee
Max Havelaar keurmerk (=fair trade-keurmerk)
Nee, heeft geen betrekking op de kenmerken van de producten zelf en de vervaardiging, de verpakking of het gebruik ervan.
Ja, bij emvi*, mits: 1. verband met voorwerp opdracht 2. met opsomming criteria van keur, 3. aanvaarding ieder ander passend bewijsmiddel. 4. in aanbestedingsdocument * art. 53 lid 1 geeft een niet uitputtende opsomming
Nee
Ja, mits 1. verband met voorwerp opdracht 2. met opsomming criteria van keur, 3. aanvaarding ieder ander passend bewijsmiddel. 4. in aankondiging of in het bestek (art. 26).
Criteria duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nee, geen verband met Nee, vallen niet Nee, geen verband onder de in art. 48 met voorwerp van de voorwerp van de opuitputtend opgesomdracht. opdracht. de factoren voor technische en beroepsbekwaamheid van inschrijver, en zijn niet voldoende transparant (art. 2).
10
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Ja, 1. indien eisen t.a.v. criteria opgenomen onder “bijzondere uitvoerende voorwaarde” in bestek. 2. indien de eisen t.a.v. de criteria samenhangen met offerte. 3. indien de eisen t.a.v. de criteria specifiek in verband met opdracht zijn geformuleerd, en duidelijk, nauwkeurig en ondubbelzinnig zijn.
Duurzaam aanbesteden, duurzaam gecodificeerd in de concept aanbestedingsrichtlijnen? Mr. drs. Carolien Jobse
De Europese Commissie hee voorstellen gedaan voor drie nieuwe aanbestedingsrichtlijnen die onder meer het ingeze e duurzaamheidsbeleid van de Europese Commissie moeten verstevigen.1 Duurzaam inkopen is niet nieuw. In de huidige Europese aanbestedingsrichtlijnen uit 2004 zijn al bepalingen te vinden die verwijzen naar milieueisen en sociale normen. De voorstellen, waarvan de tekst nu naar verwach ng defini ef is, codificeren het gezaghebbende Koffie-arrest over het gebruik van technische v ereisten en keurmerken, en geven verdergaande verplich ngen om duurzaam in te kopen. De vraag is wat er gaat veranderen en hoe duurzaamheid wordt verankerd in de Europese wet- en regelgeving? Dit ar kel zal ingaan op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de aanbestedingsrichtlijnen uit 2004. Eerst zal echter ingegaan worden op de defini e van duurzaam inkopen en het duurzaamheidsbeleid van de Europese Unie. Vervolgens zullen de bepalingen uit de richtlijnen die duurzaamheid moeten bevorderen worden besproken.
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
“De huidige genera e dient op een zodanige wijze in haar behoe e te voorzien dat de mogelijkheden voor toekoms ge genera es niet in gevaar komen.” Aldus omschrij de Commissie het begrip duurzaamheid. Kortom een betere kwaliteit van leven voor iedereen, nu en in de toekomst. Het duurzaamheidsbeleid van de Europese Commissie, welke is opgenomen in ar kel 11 VWEU, valt uiteen in de volgende onderwerpen: • Klimaatsverandering en schone energie • Duurzaam transport • Duurzame consump e en produc e • Publieke gezondheid • Sociale uitslui ng, demografie en migra e • Wereldwijde armoede en ontwikkelingsuitdagingen Dit duurzaamheidbeleid zou moeten worden ondersteund door de nieuwe conceptrichtlijnen: • COM/2011/0895: Voorstel voor een richtlijn van het Europese Parlement en de Raad over het gunnen van opdrachten voor aanbestedende diensten werkzaam in de sector water, energievoorziening, vervoer en post; • COM/2011/0896: Voorstel voor een richtlijn van het Europese Parlement en de Raad betreffende het gunnen van overheidsopdrachten;
• COM/2011/0897: Voorstel voor een richtlijn van het Europese Parlement en de Raad betreffende de gunning van concessies. De eerste richtlijn is ter vervanging van richtlijn 2004/17/EG en de tweede richtlijn is ter vervanging van richtlijn 2004/18/EG. De derde richtlijn over concessies is volledig nieuw. De concessierichtlijn is voornamelijk bedoeld om de rechtsonzekerheid over deze manier van aanbesteden weg te nemen. De aanbestedingsregels waren te versnipperd en de bestaande jurispruden e wordt in de lidstaten verschillend geïnterpreteerd waardoor er rechtsonzekerheid bestaat. De richtlijnen leggen ook uit hoe aanbestedende diensten hun bijdrage kunnen leveren aan het beschermen van het milieu en de duurzame ontwikkeling terwijl ze nog steeds de beste prijs-kwaliteitsverhouding krijgen. De beste prijs-kwaliteitsverhouding hoe niet alleen te bestaan uit de prijs of vergoeding, maar kan eveneens milieu of sociale aspecten beva en. Daarbij gee de considerans bij de richtlijnen aan dat het voor de hand ligt verder te gaan op de ingeslagen weg om sectorspecifieke criteria en doelstellingen te formuleren omtrent het gebruik van life cycle cost calcula es om zo met het Europees aanbesteden duurzame ontwikkeling mogelijk te maken. De considerans gee eveneens aan dat technisch specificeren
1 Het Europees Parlement heeft op woensdag 15 januari 2013 in plenaire vergadering de voorstellen voor de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen aangenomen. De voorstellen zullen vervolgens worden voorgelegd aan de Raad. Indien ook de Raad instemt met de voorstellen (hetgeen op het moment van verschijnen van deze nieuwsbrief nog niet bekend is, maar nagenoeg zeker zal gebeuren), zullen de richtlijnen worden gepubliceerd waarna de richtlijnen binnen twee jaar (24 maanden) door de lidstaten moeten worden geïmplementeerd in nationale wetgeving.
11
ervoor zorgt dat de markt onnodig verkleind wordt en dat doormiddel van func oneel specificeren innova eve oplossing evenals duurzame oplossingen beter kunnen worden uitgevraagd.1 Daarnaast wordt in de considerans aangegeven dat er gekeken moet worden naar demogelijkheid om een algemene methodiek te vinden voor het gebruik van sociale life cycle cos ng. Bij sociale life cycle cos ng gaat het om socialeimpact van een product gedurende zijn levenscyclus. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden van arbeiders die het product maken. Daarbij wordt rekening gehouden met bestaande methoden zoals deze zijn ontwikkeld door de Verenigde Na es. Het gaat voor dit ar kel te ver om hier verder op in te gaan.
(e) de criteria van de keur worden vastgesteld door een derde par j die ona ankelijk is van de ondernemer die de keur aanvraagt. Aanbestedende diensten mogen nog steeds als bewijs voor het voldoen aan bepaalde eisen keurmerken accepteren die zowel betrekking hebben op eisen die rechtsstreeks verband houden met het voorwerp van de opdracht als eisen die geen verband houden met het voorwerp van de opdracht. Belangrijk is dan wel dat de aanbestedende dienst moeten aangeven wat zij onder gelijkwaardige keurmerken verstaat door te verwijzen naar de onderliggende criteria van het keurmerk , zodat een par j die het keurmerk niet bezit andere bewijsmiddelen kan overleggen om aan te tonen dat zij in staat is de opdracht uit te voeren.
Gebruik van keurmerken De drie richtlijnen beva en een bepaling over het stellen van technische eisen en keurmerken. In deze bepalingen is het gezaghebbende Koffiearrest gecodificeerd. Dit arrest wordt elders deze Procurement Le er uitgebreid besproken in de bijdrage Duurzaam aanbesteden – Leerpunten uit het Koffie-arrest van de hand van Joan de Feijter-Hoekstra en Willem Sinninghe Damsté.
Daarnaast is het mogelijk gebruik te maken van uitvoeringsvoorwaarden – dit zijn voorwaarden die worden gesteld aan de uitvoering van de opdracht - die eveneens zien op milieukenmerken en sociale duurzaamheid. Ook hiervoor is een bepaling opgenomen in de conceptrichtlijnen. De codifica e van het Koffiearrest in de conceptrichtlijnen neemt veel onduidelijkheid weg. De bepalingen zijn ruim gedefinieerd, zodat niet alleen op milieukeuren en keuren voor sociale duurzaamheid wordt gedoeld, maar de bepalingen eveneens van toepassing zijn op alle andere keuren die gevraagd kunnen worden.
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Het Koffie-arrest ging over milieukeuren die te kwalificeren zijn als technische specifica e. De codifica e hiervan ligt vast in een aparte bepaling in de richtlijnen speciaal over keuren. Keuren die vereist mogen worden bij een aanbesteding moeten voldoen aan een aantal criteria namelijk:
12
(a) de voorschri en voor de keur hebben alleen betrekking op kenmerken die verband houden met het voorwerp van de opdracht en zijn geschikt voor de omschrijving van de kenmerken van de werken, leveringen of diensten die het voorwerp van de opdracht vormen; (b) de voorschri en voor de keur zijn ontwikkeld op grond van wetenschappelijke gegevens of zijn gebaseerd op andere objec ef controleerbare en niet discriminerende criteria; (c) de keur is vastgesteld in een open en transparante procedure waaraan alle belanghebbenden, inclusief regeringsinstan es, consumenten, fabrikanten, kleinhandelaars en milieuorganisa es, kunnen deelnemen; (d) de keur is voor alle betrokken par jen toegankelijk;
Levenscycluskosten Naast de codifica e van het Koffiearrest, bevatten de richtlijnen ook een life cycle cost ar kel. De term “levenscyclus” is gedefinieerd in de voorstelrichtlijnen als: alle opeenvolgende en/of onderling verbonden stadia,waaronder produc e, vervoer, gebruik en onderhoud, in het bestaan van een product, werk of aanbieding van een dienst, gaande van de verkrijging van de grondstof of de opwekking van hulpbronnen tot de verwijdering, de opruiming en de a andeling; In het ar kel ‘Berekening van levenscycluskosten’ van de richtlijnen is bepaald welke kosten in ieder geval meegenomen moeten worden in de levenscycluscalcula e. Het gaat daarbij om de volgende kosten welke zijn opgenomen in het eerste lid van deze bepalingen: (a) interne kosten, met inbegrip van kosten voor de verkrijging, zoals produc ekosten, het gebruik, zoals energieverbruik, onderhoudskosten,
1 In Nederland is heeft de overheid een handvat functioneel specificeren in 6 stappen naar duurzaam functioneel specificeren gepubliceerd.
en het levenseinde, zoals kosten voor het ophalen en recycling, en (b) externe milieukosten die rechtstreeks verband houden met de levenscyclus, mits de waarde in geld kan worden vastgesteld en gecontroleerd, die betrekking kunnen hebben op kosten voor de uitstoot van broeikasgassen of andere vervuilende uitstoot en overige kosten voor bestrijding van klimaatverandering
ding wint. De kans dat de als tweede geëindigde par j dan de juridische discussie opent over de gelijkwaardigheid van de gebruikte beoordelingsmethodiek is groot. Dit is voor de aanbeste-
Mocht op grond van de Europese wetgeving nog geen levenscycluskostenberekening worden voorgeschreven dan kunnen aanbestedende diensten een dergelijke berekening nog steeds toestaan indien de berekening voldoet aan de volgende cumula eve vereisten: (a) zij is ontwikkeld op grond van wetenschappelijke gegevens of is gebaseerd op andere objec ef controleerbare en niet discriminerende criteria; (b) zij is bedoeld voor herhaalde of voortdurende toepassing; (c) zij is toegankelijk voor alle betrokken par jen.
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Aanbestedende diensten staan ondernemers, waar onder ondernemers uit derde landen, toe voor de vaststelling van de levenscycluskosten van hun offerte verschillende methoden toe te passen, mits zij bewijzen dat deze methode voldoet aan de onder a), b) en c) gestelde eisen en evenwaardig is aan de door de aanbestedende dienst vermelde methode. De hiervoor aangehaalde bepalingen kunnen leiden tot juridische discussie. Bij het gebruik van een berekening voor levenscycluskosten die niet is vastgesteld door de Europese Commissie, moet de aanbestedende dienst zich ervan bewust zijn dat de interne kosten en de externe milieukosten meegenomen moeten worden. Daarnaast mag de methode niet zomaar door de aanbestedende dienst bedacht zijn, en is het logisch dat deze evenals de te accepteren varianten gebaseerd is op wetenschappelijke gegevens en bedoeld is voor herhaaldelijke toepassing. Dit betekent dat aanbestedende diensten in staat moeten zijn een hele goede onderbouwing te geven van de gebruikte berekeningsmethodiek, niet alleen om deze uit te kunnen leggen, maar om ook in staat te zijn alterna eve berekeningen te kunnen toetsen. Bij alterna eve berekeningen wordt het interessant, zeker als een par j met een alterna eve berekening de aanbeste-
dende dienst niet wenselijk. Het is veel beter als de aanbestedende dienst gebruik kan maken van door de Europese Commissie vastgestelde berekeningen. Bij de conceptstukken zit tot nog toe nog maar één berekening voor energiezuinige voertuigen. Gezien de poten ële juridische discussie zal de Europese Commissie meer berekeningen moeten voorschrijven, wil het berekenen van levenscycluskosten daadwerkelijk gemeengoed worden in een aanbesteding en daarmee het Europese beleid op dit gebied ondersteunen.
Auteur: Mr. drs. Carolien Jobse Legal Procurement Consultant Corvers Procurement Services B.V.
13
Duurzaam inkopen door overheden: van directief naar co-creatie Shirley Jus ce & mr. Stephan Corvers
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Is duurzaam inkopen hot or not? Vijf jaar geleden zou het antwoord ongetwijfeld ‘hot’ zijn geweest. Zowel het Rijk als decentrale overheden trokken er hard aan om de doelstelling 50%-100% duurzaam inkopen in 2010 te halen. Inmiddels is het schip gekeerd. Duurzame en innova eve bedrijven zien aanbestedingen aan hun neus voorbij gaan. De overheid laat hiermee kansen liggen. Wil de overheid inkoop inze en als strategisch beleidsinstrument voor duurzaamheidsdoelstellingen dan zullen aanbestedende diensten marktpar jen veel meer als samenwerkingspartner moeten betrekken in plaats van als uitvoerder. Het aanbestedingsrecht biedt hiervoor voldoende aanknopingspunten, met name in de marktconsulta e. Corvers Procurement Services bv en MVO Nederland slaan hiervoor de handen in elkaar en hebben een marktconsulta emodel ontwikkeld.
14
Achtergrond Van 2005 tot 2010 stond duurzaam inkopen hoog op de poli eke- en beleidsagenda van de centrale en decentrale overheid. Zij wilden daarmee bedrijven s muleren tot verduurzaming en innova e. De doelstelling 50% tot 100% duurzaam inkopen in 2010 fungeerde daarbij als kapstok. Aanbestedende diensten werden zoveel mogelijk gefaciliteerd door de terbeschikkingstelling van duurzaamheidscriteria voor een groot aantal productgroepen: minimumeisen en –wensen die ze heel eenvoudig konden integreren in hun aanbestedingen. Deze aanpak hee zijn impact gehad. Aanbestedende diensten hadden een rela ef eenvoudig instrument om duurzaamheid te s muleren en zichzelf te profileren als duurzame overheid. Sectoren waar duurzaamheid nog op een laag pitje stond, moesten ook aan de bak om te kunnen (blijven) leveren aan de overheid. Maar er was ook een keerzijde aan deze aanpak doordat de focus lag op de minimumeisen. Aanbestedende diensten gebruikten deze criteria als afvinklijstjes, gunden voornamelijk op ‘laagste prijs’ waardoor koplopers hun inspanningen op het gebied van duurzaamheid niet beloond zagen. Bovendien was het ambi eniveau van de minimumeisen erg laag, omdat de criteria breed bruikbaar moesten zijn. Hierdoor ontbrak elke s mulans tot verdere verduurzaming en innova e. Er kwam zoveel kri ek op de aanpak dat
duurzaam inkopen in het verdomhoekje terecht dreigt te komen. Ten onrechte. Kansen voor duurzaam inkopen Duurzaam inkopen stelt overheden in staat om strategische duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Daarbij gaat het zowel om milieu-, sociale als economische doelstellingen, zoals het terugdringen van CO2 emissies, energiebesparing, afvalreduc e, social return, het verbeteren van arbeidsomstandigheden in de keten en s mulering van het MKB. Duurzaamheid en innova e zijn echter complexe onderwerpen die niet in generieke, direc eve inkoopcriteria zijn te gieten. Aanbestedende diensten zullen zich moeten richten op co-crea e in samenwerking met marktpar jen. Op de juiste wijze ingezet kunnen hier forse besparingen worden gerealiseerd. De kostenbesparingen door inzet van social return en energiebesparende maatregelen zijn veelal bekend, maar ook nieuwe concepten als circulair inkopen1, gericht op het sluitend maken van kringlopen van producten en grondstoffen2 leveren geld op. Zo kwam de gemeente Dordrecht door de circulaire inrich ng van de duurzaamheidsfabriek 3% voordeliger uit vergeleken met het ‘tradi onele’ kopen. Bij gebouwen zijn zelfs besparingen van 20% te realiseren indien gebruik wordt gemaakt van circulaire bedrijfsmodellen. Een ander mooi voorbeeld van kostenbesparing is de aanbesteding van papier door het Rijk waarbij het Rijk niet langer betaalt voor
1 De circulaire economie is een economisch en industrieel systeem dat gebaseerd is op de zo hoogwaardig mogelijke herbruikbaarheid van producten en grondstoffen (technische kringloop) en het herstellend vermogen van natuurlijke hulpbronnen (biologische kringloop). Waardevernietiging in het totale systeem – zowel economisch als ecologisch – wordt hiermee zoveel mogelijk voorkomen. Voor meer informatie over circulair inkopen, zie onder meer de wegwijzer circulair inkopen op de site van MVO Nederland. 2 TNO schat de effecten van een toename in de circulaire economie in Nederland op totaal 7,3 miljard euro. Hiermee zijn ongeveer 54.000 banen gemoeid. (TNO 2013 R10864 Kansen voor de circulaire economie in Nederland, 2013).
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
de afvoer van oud papier, maar daar juist voor betaald wordt vanwege de waarde die het papier nog hee als grondstof. Deze vernieuwende aanpak vraagt een grondige kennis van de markt en een inbedding van duurzaamheid in alle fasen van het inkoopproces. Juridisch kader In de aanbestedingsprak jk is het inmiddels gemeengoed geworden dat aanbestedende diensten voordat ze een daadwerkelijke inkoop- of aanbestedingsprocedure starten zich oriënteren op de (on)mogelijkheden die de markt kan bieden. Hoewel die prak jk nog niet is vertaald in de na onale wet- en regelgeving (Aanbestedingswet 2012), hee die vertaling inmiddels wel plaatsgevonden naar de voorstellen voor nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen. In art. 39 van het voorstel (2011/0438) is bijvoorbeeld vermeld dat aanbestedende diensten om reden van de voorbereiding van een voorgenomen aanbestedingsprocedure of om reden van het inlichten van de markt een marktconsulta e mogen houden. In het kader van deze marktconsulta e mogen aanbestedende diensten dan bijvoorbeeld ook advies vragen of krijgen onder voorwaarde dat dit advies geen concurren evervalsing ten gevolge hee en dat door dit advies de beginselen van non-discrimina e en transparan e niet worden geschonden. Dit nieuwe ar kel 39 is ten opzichte van de bestaande ‘technische dialoog’ in het kader van de huidige Richtlijn 2004/18/EG een duidelijke beves ging van de inmiddels ontstane aanbestedingsprakjk. Gaat de ‘technische dialoog’ nog nadrukkelijk uit van advies inzake het opstellen van een bestek, het nieuwe ar kel 39 breekt nadrukkelijk met die ‘technische’ beperking en opent de marktconsulta e voor allerlei gevallen en gee daar verder ook geen beperkingen aan.
In de praktijk Voor de prak jk is een van de meest uitdagende dossiers het omgaan met duurzaamheidsini a even, of beter gezegd het vertalen van het meer strategische beleidskader op het gebied van duurzaamheid naar de opera onele beleidskaders. Eén van de belangrijkste problemen is daarbij de informa eachterstand die aanbestedende diensten hebben op dit gebied versus de zich snel ontwikkelende marktmogelijkheden, zowel na onaal als interna onaal. Eén van de mogelijkheden om dit probleem op te lossen is het opze en van een marktconsulta e. Aanbestedende diensten die bepaalde product- of dienstengroepen duurzaam willen aanbesteden, kunnen door een goed opgeze e marktconsulta e informa e vanuit de markt verkrijgen, die ze weer kunnen gebruiken voor hun op enig moment uit te voeren aanbestedingstrajecten. De theorie is echter eenvoudiger dan de prakjk. Om een marktconsulta e op het gebied van duurzaamheid succesvol uit te voeren, zal voldaan moeten worden aan een aantal randvoorwaarden:
1. Vertrouwen en commitment: Primair zal er vertrouwen moeten bestaan tussen de aanbestedende diensten en de marktpar jen. Wat dat betre is er sprake van wederkerigheid. Niet alleen de aanbestedende diensten moeten dit vertrouwen waarmaken, ook de deelnemende marktpar jen. Par jen moeten zich er wederzijds van bewust zijn dat een interac e nimmer vrijblijvend is, al mag dat wel zo lijken op een bepaald moment. Het imago een niet betrouwbare par j te zijn, ongeacht of dat MVO Nederland een aanbestedende dienst of marktpar j is, is nooit een aanMVO Nederland is de na onale en ona ankelijke lokkelijk perspec ef. Vanuit de kennis- en netwerkorganisa e op het gebied van aanbestedende dienst zal het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). vertrouwen niet alleen tot ui ng Wij inspireren, verbinden en versterken publieke en moeten komen in de wijze waarprivate par jen met als doel bedrijven en sectoren te verduurzamen. MVO op de marktconsulta e wordt Nederland is publiek en privaat gefinancierd. Inmiddels hebben meer dan 2.000 vormgegeven (met alle daarbij bedrijven en organisa es zich als partner bij MVO Nederland aangesloten. MVO behorende randvoorwaarden), Nederland hee jarenlange ervaring met het programma duurzaam inkopen maar - wellicht nog belangrijvan de overheid en was een van de adviespar jen aan de staatssecretaris. Wij ker - in de wijze waarop en de hebben een enorm netwerk aan ondernemingen en experts die ac ef zijn op mate waarin de in het kader van het gebied van MVO en een branchenetwerk van meer dan 60 brancheorganide marktconsulta e ontvangen sa es waarvan een groot deel levert aan de overheid. Voor meer informa e zie www.mvonederland.nl
15
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
informa e daadwerkelijk door de aanbestedende diensten wordt gebruikt in het kader van concrete inkoop- en aanbestedingsprocedures. Vanuit de marktpar jen zal dit vertrouwen tot ui ng moeten komen in de wijze waarop en de mate waarin de daadwerkelijke behoe en van een aanbestedende dienst worden geduid en geanalyseerd en de informa e die in dat verband wordt verstrekt. 2. Exper se en ambi es op het gebied van duurzaamheid: De aanbestedende diensten moeten inzicht krijgen in de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en innova e in de sector om daarop hun eigen ambi es af te stellen en de juiste aanbestedingsmethodiek te gebruiken. Dit betekent dat zij de juiste informa e op tafel moeten krijgen, de juiste experts moeten uitnodigen en inzicht moeten krijgen in de aanbieders. 3. Juridische kaders: Vanzelfsprekend dient het hele proces binnen de juridische randvoorwaarden van de aanbestedingsregelgeving te blijven. Non-discrimina e en transparan e zijn daarin de belangrijkste. 4. Financiële kaders: De marktconsulta e moet leiden tot een aanbesteding die binnen de budge aire kaders blij . Hier zit nog wel een aantal uitdagingen aangezien duurzame oplossingen op de korte termijn vaak grotere investeringen vragen en zich pas op een lange termijn terugverdienen.
16
Om een marktconsulta e op het gebied van duurzaamheid te organiseren is daarom logischerwijs deskundigheid nodig. Die deskundigheid wordt niet alleen vereist op juridisch gebied maar juist en vooral op inhoudelijk en organisatorisch gebied. Dat is ook de reden dat MVO Nederland en Corvers de handen in elkaar hebben geslagen om een marktconsulta emodel op het gebied van duurzaamheid te ontwikkelen en te piloteren. Opzet platform duurzaam inkopen Uitgangspunt van het marktconsulta emodel is de brugfunc e van de marktconsulta e tussen de vraag- en aanbodzijde. Om vraag en aanbod structureel op elkaar te laten aansluiten wordt een regionaal of lokaal pla orm opgezet. De kern van het pla orm wordt gevormd door de inkopers en projectleiders/interne klanten van de deelnemende aanbestedende diensten. MVO Nederland faciliteert het proces vanuit haar ona ankelijke rol als kennis- en netwerkorganisa e op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zij draagt inhoudelijke exper se aan en organiseert de marktconsulta e. In de
voorbereiding van iedere aanbesteding worden duurzaamheidsexperts uitgenodigd om mee te denken over de wijze waarop de ambi es van de aanbestedende diensten gerealiseerd kunnen worden. Daarbij wordt mede een rol toebedacht aan brancheorganisa es die duurzame mark nforma e uit hun sector kunnen aandragen. Corvers bewaakt de juridische kaders en adviseert de aanbestedende diensten hoe de uitkomsten van de marktconsulta e geïntegreerd kunnen worden in de aanbestedingssystema ek. Het pla orm waarborgt de inbedding van duurzaamheidsdoelstellingen in de aanbestedingen van de deelnemende aanbestedende dienst(en). Het pla orm ondersteunt de aanbestedende diensten om per aanbesteding focus aan te brengen in de duurzaamheidsthema’s (bijvoorbeeld door per aanbesteding relevante duurzaamheidsdoelstellingen te formuleren) en de markt daarin uit te dagen. En dit alles binnen de beschikbare, krimpende budge en. Dit is geen gemakkelijke opgave en het succes van het marktconsulta emodel staat of valt bij het al dan niet integraal meenemen van duurzaamheid in het hele inkoopproces. De rol van het pla orm beperkt zich dan ook niet tot de organisa e van de marktconsulta e alleen. Het pla orm ondersteunt de aanbestedende diensten bij het selecteren van de kansrijke productgroepen, de organisa e van de marktconsulta e en het betrekken van de juiste experts, de analyse van de uitkomsten van de marktdialoog, het vertalen ervan naar de juiste vraagmethodiek en programma van eisen en wensen en ten slo e bij het monitoren van de uitvoering van de opdracht. Het marktconsulta emodel gaat dus een stuk verder dan de aanpak die overheden tot nog toe gebruiken bij duurzaam inkopen. Wilt u meer weten, neem contact op met: Stephan Corvers, Corvers Procurement Services, 06-22995499,
[email protected] en/of Shirley Jus ce, MVO Nederland, 06-52689430, s.jus
[email protected] Auteurs: Mr. Stephan Corvers Directeur-eigenaar & Senior Legal Consultant Corvers Procurement Services B.V. Shirley JusƟce Projectmanager duurzaam leveren aan de overheid MVO Nederland
Internationale ontwikkelingen op het gebied van overheidsinkopen van duurzame producten Ramona Apostol LL.M. De United Na ons Environmental Programme (UNEP) hee in juni 2012 een project gelanceerd om overheidsaankopen van milieu- en sociaalvriendelijke producten over de hele wereld te s muleren. Onder de naam Sustainable Public Procurement Ini a ve (SPPI) beoogd UNEP verschillende projecten uit te voeren, die voornamelijk gericht zijn op het trainen van aanbestedende diensten in ontwikkelingslanden in het hanteren van duurzaamheidsaspecten bij aanbestedingen.1 De auteur van dit ar kel is als onafhankelijke expert verbonden aan dit ini a ef.
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Het SPPI bevindt zich nog in de beginfase. Een van de projecten die in een gevorderd stadium zijn, betre het formuleren van trainingsmodules voor het gebruik van (milieu)keurmerken in aanbestedingen. De training richt zich niet op de juridische (on)mogelijkheden van het gebruik van keurmerken, maar op kennisbouw omtrent de verschillende type keurmerken. Het doel is om de aanbestedende dienst te helpen bij het kiezen van geschikte keurmerken.
genoemde databases zijn gra s te raadplegen. De bestaande databases zijn ook voor Nederlandse aanbestedende diensten nu ge informaebronnen om te beoordelen of een keurmerk aan de voorwaarden van de aanbestedingswetgeving voldoet (zie elders in deze Procurement Le er de bijdrage Duurzaam aanbesteden duurzaam gecodificeerd in de concept aanbestedingsrichtlijnen? van de hand van mr. drs. Carolien Jobse). De bovengenoemde tools bieden ook toegang tot wetenschappelijke studies die ondersteuning bieden wanneer bepaald moet worden of verschillende keurmerken gelijkwaardig zijn. De beschikbare tools bieden echter geen kant-en-klare antwoorden. Het blij aan de aanbestedende dienst om zelf te beoordelen of de organisa e rondom het keurmerk de benodigde waarborgen biedt voor objec viteit en onpar jdigheid zoals verplicht is gesteld in de geldende aanbestedingsregelgeving.), of de onderliggende specifica es van verschillende keurmerken verband houden met het voorwerp van de opdracht en of verschillende keurmerken gelijkwaardige specifica es beva en.
Er bestaan al nu ge databases die uitgebreide informa e beva en over een groot aantal keurmerken: de Standards Map2, de Ecolabel Index3 en de Sustainability Compass4. Deze databases verschillen in scope (aantal keurmerken) en func onaliteiten. Ze bieden verschillende mogelijkheden om in de tekst van de specificaes te kijken, maar ook om de specifica es van verschillende keurmerken te vergelijken. Ecolabel Index is de meest uitgebreide database (maar liefst 441 milieukeurmerken uit 197 landen en 25 industriesectoren), maar is slechts tegen betaling Regional presence UNEP toegankelijk. De andere twee
1 2 3 4
Voor meer informatie zie http://www.unep.fr/scp/procurement Zie www.standardsmap.org Zie http://www.ecolabelindex.com/ Zie http://supply-chain.unglobalcompact.org/site/article/113
17
Internationale team Cor vers uitgebreid Naast het onderzoek- en advieswerk dat Corvers voor Nederlandse klanten verricht is Corvers ook internationaal steeds meer actief. Deze werkzaamheden bevinden zich met name op het vlak van innovatie en aanbesteding, intellectueel eigendomsrecht (IPR) en contracting. Zo is zowel Stephan Corvers als Ramona Apostol onafhankelijk extern expert voor de Europese Commissie op het gebied van innovatie en aanbesteden en zijn diverse medewerkers van Corvers lecturer voor het internationale Master Program Public Procurement Management aan de universitet van Rome. Vanaf eind 2012 is Ramona Apostol als legal expert verbonden aan het United Nations Environmental Program (UNEP). Hier maakt ze deel uit van een internationale groep van juridische experts die zich bezig houden met de juridische barrières rondom wereldwijde implementatie van duurzaam aanbesteden (sustainable public procurement - SPP).
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Carl Mair houdt zich als specialist met name bezig met alle IPR-zaken rondom grote internationale contractonderhandelingen en patenten voor diverse nationale en internationale klanten. Hij spreekt daarnaast regelmatig op internationale congressen. Zo heeft hij onlangs een lezing gegeven over technische standaarden en mededingingsrecht op de the Asia-Pacific Innovation Conference in Taiwan (December 2013).
18
Nieuwe teamleden Om de groeiende internationale activiteiten van Corvers verder in te vullen en vorm te geven is het internationale team van Corvers onlangs uitgebreid met twee nieuwe teamleden: Oana Pantilimon en Ana Lucia Jaramillo. Oana Pantilimon heeft diverse master-titels behaald en heeft sinds 2005 gewerkt als bedrijfsjurist en later als advocaat bij diverse grote advocatenkantoren en overheidsgerelateerde bedrijven in Oost-Europa, waarbij ze uitgebreide expertise op het gebied van aanbesteden, publiek-private partnerschappen, publiek en administratief recht, regulatory
De nieuwe leden van het internationale team van Corvers: Oana Pantilimon (links) en Ana Lucia Jaramillo (rechts)
affairs en EU-subsidiemogelijkheden heeft opgedaan. Ze heeft klanten, zowel nationale als internationale en private als publieke entiteiten, geadviseerd over een breed scala aan onderwerpen die betrekking hebben op de uitvoering en verdere monitoring van grensoverschrijdende projecten in de publieke en private sector. Oana is van oorsprong afkomstig uit Roemenië en woont nu zo’n 8 maanden in Nederland. Sinds november 2013 is zij werkzaam als Senoir Legal Advisor bij Corvers. Haar expertisegebieden zijn met name pre-commercial procurement, aanbesteding van innovatie, publiek-private samenwerking en Best Value Procurement (BVP). Ana Lucia Jaramillo is van oorsprong afkomstig uit Ecuador. Ze rondde diverse studies met succes af in zowel Ecuador als in Californië. Aan de Universiteit van Amsterdam behaalde ze een Master-titel in Internationaal en Europees recht. Ana Lucia is master practitioner neuro-linguistic programmeren bij de NeuroLinguistic Programming Society (NLP). Ze is een expert in alternatieve geschillenbeslech-
Verder heeft zij als privé-consultant uiteenlopende projecten gecoördineerd die gefinancierd werden door internationale organisaties. Ana Lucia is docent voor de opleiding International Business Law aan de Haagse Hogeschool en biedt ondersteuning aan de ambassade van Ecuador in Nederland bij communicatie en multilaterale aangelegenheden. Ze is een afgevaardigde van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Sinds december 2013 is Ana Lucia Senior Legal Researcher bij Corvers. Sinds januari 2014 is ze lid van de International Council of Commercial Arbitration (ICCA).
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
ting met 17 jaar ervaring als facilitator en bemiddelaar/mediator in zowel publieke als private zaken bij verschillende mediation centra, kamers van koophandel en als directeur van het mediation centre in de rechtbanken van Ecuador. Zij was directeur van de eenheid voor justitiële hervorming en adjunct-directeur van de gespecialiseerde eenheid voor de openbare aanbesteding van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Ecuador. Ze werkte als adviseur bij het diverse ministeries en bij de Raad van de Rechtspraak van Ecuador.
19
Drempelbedragen 2014-2015 Iedere twee jaar worden de drempelbedragen in Europees verband vastgesteld aan de hand van de gemiddelde dagwaarde van de euro. Voor de periode 2014-2015 gelden de onderstaande drempelbedragen. Deze bedragen betreffen de geraamde waarde voor een opdracht exclusief BTW. Richtlijn 2004/18/EG voor decentrale en centrale overheid Werken
5.186.000
Leveringen decentrale overheid Leveringen centrale overheid
207.000 134.000
Diensten decentrale overheid Diensten centrale overheid
207.000 134.000
Overheidsopdrachten op het gebied van onderzoeks- en ontwikkelingsopdrachten en telecommunicatiediensten, en diensten vallend onder bijlage IIB
207.000
Prijsvragen algemeen (artikel 67) decentrale overheid Prijsvragen algemeen (artikel 67) centrale overheid
207.000 134.000
Voor meer dan 50% door aanbestedende diensten gesubsidieerde werken (artikel 8a)
5.186.000
Voor meer dan 50% door aanbestedende diensten gesubsidieerde diensten die verband houden met werken (artikel 8b) Concessie voor openbare werken (artikel 56)
207.000 5.186.000
Richtlijn 2004/17/EG voor speciale-sectorbedrijven Opdrachten voor leveringen en diensten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten Opdrachten voor werken in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten
414.000 5.186.000
Richtlijn 2009/81/EG voor defensie en veiligheid Opdrachten voor leveringen en diensten binnen de Defensierichtlijn
414.000
Opdrachten voor werken binnen de Defensierichtlijn
5.186.000
Procurement Letter - Special Duurzaam aanbesteden 13e Jaargang - nummer 1, januari 2014
Bron: Verordening (EU) Nr. 1336/2013 van de Commissie, PB EU L 335/17 d.d. 14.12.2013 Corvers Procurement Services b.v.
Bartels Sueters Aanbestedingsadvocaten
Telefoon:
Telefoon:
073-6126566 (’s-Hertogenbosch)
073-6148000
Emailadres:
[email protected]
Emailadres:
[email protected]
Website:
Website:
www.corvers.com
De Procurement Letter is een nieuwsbrief over
www.aanbestedingsadvocaten.nl
Drukwerk: Dekkers van Gerwen, ’s-Hertogenbosch
aanbesteden die zo'n twee keer per jaar in gedrukte vorm verschijnt. De Procurement Letter is een
Copyright ©2014 - Niets uit deze uitgave mag worden
gezamenlijke uitgave van Corvers Procurement Services
overgenomen of vermenigvuldigd zonder voorafgaande
en Bartels Sueters Aanbestedingsadvocaten.
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Redactieadres:
Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op
Julianaplein 21, 5211 BB ’s-Hertogenbosch
zorgvuldige wijze en naar beste weten is
Telefoon:
073-6126566
samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs
Emailadres:
[email protected]
op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie.
Redactie: Matty van Sloten & Franke van der Klaauw
Meld u aan voor onze digitale Procurement Letter Via onze (gratis) digitale Procurement Letter zullen we in 2014 regelmatig diverse artikelen over Europees aanbesteden publiceren. Ontvangt u onze digitale Procurement Letter nog niet? Meld u dan aan via www. corvers.com of www.aanbestedingsadvocaten.nl.