PROCEDURE BEOORDELING STATUTEN VAN VERENIGINGEN DIE KNSA-LID WILLEN WORDEN c.q. REEDS KNSA-LID ZIJN EN HUN STATUTEN WILLEN WIJZIGEN ZIE OOK: RICHTLIJNEN VOOR KNSA-LIDMAATSCHAP (2006)
Indien een vereniging voornemens is het lidmaatschap bij de KNSA aan te vragen, dienen alle onderstaande voorwaarden * in de verenigingsstatuten te zijn opgenomen en dient een kopie van deze officiële statuten, tezamen met een kopie van het uittreksel van de inschrijving de Kamer van Koophandel, als bijlagen bij het schriftelijk verzoek om toelating aan de KNSA te worden verzonden. Een wijziging in de Statuten van een KNSA-vereniging dient altijd eerst, ter beoordeling c.q. goedkeuring, aan de KNSA te worden verzonden!
VOORWAARDEN* waaraan de VERENIGINGSSTATUTEN moeten voldoen om tot de KNSA te kunnen worden toegelaten: 1.*
Conform de KNSA-richtlijnen (artikel 1, lid 2, sub b.) moet als doel van de vereniging zijn opgenomen dat het doel van de vereniging is haar leden in de gelegenheid te stellen de schietsport te beoefenen. Eventueel aanvullen met (adviezen):
2*.
1.1.
Indien hierbij gebruik wordt gemaakt van enige militaire schietbaan, zal de uitoefening van het doel geschieden met inachtneming van de daaromtrent voor de Koninklijke Landmacht geldende voorwaarden.
1.2.
Zij tracht dit doel te bereiken door het geven van instructies, het houden van oefeningen en wedstrijden in de ruimste zin van het woord, met inachtneming van de voorschriften van de terzake bestaande wettelijke en eventuele plaatselijke verordeningen.
Conform artikel 6, lid e van het Huishoudelijk Reglement van de KNSA en artikel 1.3 van de richtlijnen voor het KNSA-lidmaatschap, kunnen bestuurs-functies uitsluitend door verenigingsleden bekleed worden. Bestuursleden van bij de KNSA aangesloten schietverenigingen moeten dus allemaal lid zijn van de desbetreffende vereniging en er kan geen lid van het bestuur (bijvoorbeeld de voorzitter) buiten de leden om benoemd worden. Indien in de Statuten staat vermeld dat een bestuurder geen lid van de vereniging behoeft te zijn, is dat in strijd met de voorwaarden voor het KNSA-lidmaatschap. Dat betekent strikt genomen dat
Voorwaarden Verenigingsstatuten
1
de vereniging haar statuten op dat punt dient te wijzigen. Indien de vereniging schriftelijk aan de KNSA verklaart deze bepaling niet ten uitvoer te zullen brengen, kan zij daar vooralsnog mee volstaan, ervan uitgaande dat zij bij de eerstvolgende wijziging van de statuten deze bepaling zal schrappen. (Zie ook punt 11 van de adviezen). 3.
Conform artikel 6, lid 2, sub a van het KNSA-Huishoudelijk Reglement, zijn KNSA-verenigingen verplicht bij toelating van de Associatie al hun leden bij de KNSA aan te melden.* * (Dit staat ook vermeld in de bevestigingsbrief waarin een SV als aspirant-KNSA-lid wordt toegelaten en hoeft niet als zodanig in de statuten te zijn opgenomen).
**
Vrijstelling in uitzonderingsgevallen indien: In de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de KNSA staat dat verenigingen, lid van de KNSA, verplicht zijn al hun leden bij de KNSA aan te melden. Vanuit dat kader heeft de KNSA in de afgelopen tijd een en andermaal duidelijk gemaakt dat van deze bepaling slechts bij grote uitzondering afgeweken kan worden. Deze uitzonderingsgevallen zijn alleen van toepassing voor die verenigingen waarvan leden de schietsport niet beoefenen, dan wel de schietsport niet beoefenen met vuurwapens of luchtdrukwapens. Voorbeelden hiervan zijn zogenaamde omniverenigingen waarvan slechts een afdeling de schietsport beoefent, en alle andere leden andere sporten zoals voetbal, volleybal, tafeltennis, enzovoorts. Een ander voorbeeld is de Nederlandse Ski Vereniging waarvan slechts die leden bij ons worden aangemeld die deel uitmaken van de afdeling Biatlon; uiteraard worden niet alle leden die de skisport beoefenen bij ons aangemeld. Om geen ruimte te laten voor misopvattingen, betekent dit dat leden van een vereniging alleen worden vrijgesteld van aanmelding bij de KNSA wanneer zij geen schietsport beoefenen en nimmer een vuur- of luchtdrukwapen in het verband van uw vereniging ter hand nemen. Een en ander vloeit voort uit de Statuten en Huishoudelijk Reglement van de KNSA waarvan de vereniging lid is. Om alle misverstanden in deze te voorkomen, geldt de uitzondering alleen wanneer aan de KNSA een lijst met namen en adressen wordt toegezonden van die leden van de vereniging die alleen de schietsport beoefenen. Na ontvangst van de lijst wordt een en ander aan de vereniging schriftelijk bevestigd en in het verenigingsarchief opgeborgen, teneinde misverstanden op dit gebeid in de toekomst te voorkomen.
ADVIEZEN waaraan de VERENIGINGSSTATUTEN bij voorkeur zouden moeten voldoen: (bij toekomstige wijziging van de statuten ook eventueel opnemen) Onderstaande opmerkingen zijn ter overweging, maar zijn geen voorwaarden voor het eventuele lidmaatschap bij de KNSA:
1.
Indien niet expliciet wordt vermeld dat het stemmen bij volmacht niet mogelijk is, wordt de vereniging dringend geadviseerd deze bepaling alsnog op te nemen (in combinatie met het gestelde onder punt 2).
Voorwaarden Verenigingsstatuten
2
2.
Indien in de verenigingsstatuten de mogelijkheid wordt gegeven om bij volmacht te stemmen (bijvoorbeeld indien staat vermeld dat een lid zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid kan laten uitbrengen), wordt de vereniging geadviseerd te overwegen in de nieuwe statuten op te nemen dat, in afwijking van het Burgerlijk Wetboek, boek 2, artikel 38, lid 4, stemmen bij volmacht niet mogelijk is, aangezien het namelijk de ervaring is dat stemmen bij volmacht dikwijls voert tot ongewenste "overvallen" op vergaderingen.
3.
Conform artikel 1.5 van de richtlijnen voor het KNSA-lidmaatsschap, dienen alle bestuursleden een schriftelijke verklaring in te dienen waarin wordt verklaard dat de bestuursleden geen strafrechtelijk verleden hebben op grond waarvan een verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens, overeenkomstig de Wet wapens en munitie, niet zou worden verstrekt. (Deze bepaling hoeft niet als zodanig in de statuten te zijn opgenomen; de KNSA adviseert dit echter wel te doen).
4.
Conform artikel 1.6 van de richtlijnen voor het KNSA-lidmaatschap mogen de bestuursleden niet op enigerlei wijze als privé-persoon betrokken zijn bij de handel in wapens, munitie, schietsportartikelen, schietbaanexploitatie, of anderszins commerciële belangen, direct gelieerd aan de schietsport hebben. (Deze bepaling hoeft niet als zodanig in de statuten te zijn opgenomen; de KNSA adviseert dit echter wel te doen).
5.
Indien in de verenigingsstatuten is opgenomen dat indien juniorleden lid worden van de vereniging dezen ook volautomatisch stemrecht hebben, wijst de KNSA erop dat het mogelijk is om minderjarigen als lid in te schrijven zonder dat zij stemrecht hebben. Ervan uitgaande dat een vereniging jeugd- of juniorleden geen stemrecht wil geven en niet wil toelaten tot de Algemene Vergadering, dan kan de vereniging dit soort leden NIET hebben. Ieder lid, hoe ook genaamd, heeft volgens de wet toegang tot de Algemene Vergadering en heeft daarin stemrecht. Dat kan niet opzij worden gezet in de statuten of het huishoudelijk reglement. Een oplossing om dan de jeugdigen als aspirant-lid in de vereniging op te nemen, bereikt wel het gewenste doel, maar heeft tot nadeel dat zij de mogelijkheid blokkeert om volwassenen die zich voor het lidmaatschap aanmelden, en die de vereniging toch niet meteen gewoon lid wil maken, als aspirantlid op te nemen. Een betere oplossing is dat de vereniging in de statuten laat opnemen dat prospects die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, zich bij de vereniging kunnen aansluiten onder een gekozen benaming, bijvoorbeeld juniorprospects. Deze jeugdigen staan dan tot de vereniging niet in een verenigingsrechtelijke, maar in een contactuele verhouding totdat ze 18 jaar zijn. De vereniging kan dan in de statuten doen opnemen dat deze juniorprospects (of hoe de vereniging ze ook wil noemen) dezelfde plichten en rechten hebben als de leden, behoudens de medezeggenschap. En voorts dat zij bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd de status van lid verwerven. De KNSA adviseert verenigingen deze mogelijkheid aan de notaris voor te leggen met de vraag of hij zich daarin kan vinden. Als dat zo is, is de kwestie opgelost. Desgewenst kan ook door de KNSA overleg met de notaris worden gepleegd.
6.
Indien de schietvereniging gebruik maakt van enige militaire schietbaan dan wel daarvan eventueel in de toekomst gebruik wil gaan maken, dan dient in de verenigingsstatuten onder de "doelstelling" een bepaling te worden opgenomen waarin staat dat de schietvereniging bij het geven van de gelegenheid tot beoefening van de schietsport, ervoor zorgt dat dit geschiedt met inachtneming van de daaromtrent door de Koninklijke Landmacht geldende voorschriften.* Of: een bepaling opnemen dat leden van de vereniging zich bij aanmelding als lid, verbinden het schieten te beoefenen met inachtneming van de daaromtrent voor de Koninklijke Landmacht geldende voorschriften.*
Voorwaarden Verenigingsstatuten
3
*
Bepalingen 4 en 5 zijn niet verplicht. Indien de vereniging echter van een militaire schietbaan gebruik wenst te maken, is deze bepaling wel verplicht, aangezien dan ook goedkeuring van de Koninklijke Landmacht nodig is.
7.
De bepaling dat personen die de (bijvoorbeeld) 70-jarige leeftijd hebben bereikt, niet langer tot bestuurslid benoembaar zijn, of dat zodra iemand de 70-jarige leeftijd heeft bereikt, zijnde een bestuurslid van de vereniging, deze persoon in de eerstvolgende jaarvergadering moet aftreden, wordt als leeftijdsdiscriminatie beschouwd en de KNSA adviseert deze bepaling niet in de statuten op te nemen.
8.
De bepaling dat de leden Nederlander moeten zijn om tot de vereniging te kunnen worden toegelaten is, hoewel niet per se discriminerend, niet meer van deze tijd, en de KNSA adviseert deze bepaling uit de statuten te verwijderen.
9.
De bepaling dat de weigering van het lidmaatschap aan een schutter door de vereniging met reden(en) omkleed moet geschieden, adviseert de KNSA te verwijderen in verband met de discretionnaire bevoegdheid van het bestuur van een schietvereniging.
10.
Indien de bepaling is opgenomen dat een bepaald quorum aanwezig moet zijn (bijvoorbeeld de helft of ¾ deel van de leden) om te kunnen besluiten over een wijziging van de Statuten, adviseert de KNSA de vereniging dit artikel te wijzigen c.q. uit te breiden met de bepaling dat, voor zover een statutenwijziging door het bestuur wordt voorgesteld, geen quorum is vereist. Het is namelijk de ervaring dat statutenwijzigingen met een vereist quorum moeilijk te realiseren zijn. Opmerking: Van de eenmaal vastgestelde statuten mag niet worden afgeweken, zelfs als alle leden het met een afwijking eens zijn. Als afwijking van een statutaire bepaling nodig of gewenst is, zal de Algemene Vergadering tot wijziging van deze bepaling moeten besluiten, rekening houdend met de bijzondere wettelijke eisen die daarvoor gesteld zijn. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tweederde (2/3) van de stemmen, tenzij de statuten een andere meerderheid voorschrijven, bijvoorbeeld de helft + 1 of drievierde (3/4). De KNSA adviseert verenigingen dit artikel te wijzigen c.q. uit te breiden met de bepaling dat, voor zover een statutenwijziging door het bestuur wordt voorgesteld, geen quorum is vereist.
11.
Een voorwaarde voor het KNSA-lidmaatschap is dat bestuursleden tevens lid zijn van de vereniging. Indien dit in de Statuten anders is opgenomen, is dat in strijd met de KNSAreglementen. Een vereniging kan niettemin die bepaling (vooralsnog) in de Statuten handhaven. De KNSA wijst er wel op dat deze bepaling tijdens het KNSA-lidmaatschap van de vereniging niet ten uitvoer gebracht mag worden, en de KNSA dient daarvan een schriftelijke verklaring te ontvangen.
12.
Indien in de Statuten de bepaling is opgenomen dat de leden de grondwettige regeringsvorm dienen te aanvaarden, adviseert de KNSA deze te verwijderen uit de statuten. Deze bepaling is ook uit de KNSA-statuten verwijderd (besluit Algemene Vergadering 2006). Eigenlijk komt de bepaling dat leden van schietverenigingen de grondwettige regeringsvorm moeten aanvaarden, voort uit een eis van het Ministerie van Defensie, als voorwaarde voor de erkenning en dus ook voor het medegebruik van militaire schietbanen. Dat is echter niet meer aan de orde. Inmiddels is de KNSA als zodanig door het Ministerie van Defensie erkend en indien verenigingen KNSA-lid zijn, dan is een individuele erkenning van die verenigingen niet meer nodig.
13.
Verenigingsstatuten hebben geen Koninklijke Goedkeuring meer nodig. Deze goedkeuring hoeft niet te worden aangevraagd door de KNSA en moet dus ook niet in de verenigingsstatuten te worden vermeld (schrappen).
Voorwaarden Verenigingsstatuten
4
14.
Indien in de statuten is opgenomen de term "Algemene Ledenvergadering", wijst de KNSA erop dat in het Verenigingenrecht tegenwoordig de term "Algemene Vergadering" wordt gebezigd.
ALGEMEEN Naam: Conform artikel 1.2, sub a van de richtlijnen voor het KNSA-lidmaatschap, mag de naam van de vereniging niet strijdig zijn met de doelstellingen die de KNSA nastreeft en mag deze het imago van de KNSA en de schietsport in het algemeen niet schaden. Indien het een nog op te richten schietvereniging betreft, dient de KNSA tijdig de naam en de betekenis van de naam van de schietvereniging te vernemen. De KNSA adviseert verenigingen deze verklaring te geven voordat de Statuten bij de notaris worden gepasseerd. Immers, het kan zijn dat de naam van een vereniging dan wel de verklaring van die naam, in strijd is met de belangen van de KNSA of dat de KNSA van mening is dat de naam het imago van de schietsport schaadt. In dat geval zal de KNSA die vereniging verzoeken de naam van de vereniging te wijzigen.
Bondige Statuten: Overigens adviseert de KNSA verenigingen in het algemeen hun Statuten niet te uitgebreid op te stellen, maar de notaris te vragen de Statuten zo minimaal mogelijk op te stellen en zoveel mogelijk in het Huishoudelijk Reglement te regelen. Immers, de wijziging van de Statuten dient, in tegenstelling tot het Huishoudelijk Reglement, door een notaris te geschieden met alle financiële consequenties van dien. Voorts adviseert de KNSA verenigingen de notaris te vragen om de bepalingen in de Statuten door te lopen op de vigerende wetgeving en vooral op verwijzingen daar naar toe.
Voorwaarden Verenigingsstatuten
5