Appendix
Bijlage Inhoud Primaire en secondaire zorg Antwoorden voor het eindexamen
A-3
Inschrijfformulier voor de cursus
A-4
Formulier voor het afronden van vaardigheden
A-5
Formulier voor ziektebeoordeling
A-6
Het vergroten van je mogelijkheden om de Emergency First Response cursus te geven Het ontwikkelen van een marketingplan
A-8
Herhalingsvragen van het deelnemershandboek – Antwoordsleutel
A-12
Eindexamen deelnemers, primaire zorg, Antwoordblad
A-13
Eindexamen deelnemers, secondaire zorg, Antwoordblad
A-14
Emergency First Response Licentieovereenkomst
A-15
Zelfstudie voor instructeurs
A-17
A-1
Appendix
Emergency First Response Eindexamen deelnemers, primaire zorg, Antwoordblad Naam ________________________________________________________ Datum ________________________ Lokatie_______________________________________________________ Instructeur _____________________
1. 2. 3.
4. 5.
□ Waar □ Niet waar □ a. □ b. □ c. _________________________________ _________________________________ _________________________________ □ a. □ b. □ c. □ d. □ e. □ f. □ g. _________________________________ _________________________________ _________________________________ _________________________________
6.
_____________________________________ _____________________________________ 13.
□ a. □ b. □ c. □ d.
14.
Telefoonnummer: _____________________________
15.
□ a. □ b. □ c. □ d. □ e. □ f. ____________________________________ ____________________________________ □ a. □ b. □ c □ a. □ b. □ c □ Waar □ Niet waar
16. 17. 18. 19. 20.
______ donkerrood bloed dat gelijkmatig uit een wond stroomt. ______ bloed dat langzaam uit de wond druppelt. ______ helderrood bloed dat pulserend uit de wond spuit.
21. 22. 23. 24.
11.
□ □ □ □ □
12.
A = _____________________________________
7. 8. 9. 10.
□ b. □ c. Waar □ Niet waar a. □ b. □ c. Waar □ Niet waar a. □ b. □ c. a.
_____________________________________ _____________________________________ B = _____________________________________ _____________________________________ C = _____________________________________ _____________________________________ D = _____________________________________
25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
□ a. □ b. □ c. □ d. □ e. □ f. □ g. □ h. □ i. □ j. □ k. □ a. □ b. □ c. □ d. □ e. □ f. □ g. □ h. ____________________________________ ____________________________________ ____________________________________ ____________________________________ □ a. □ b. □ c. □ d. □ e. □ f. □ Waar □ Niet waar □ a. □ b. □ c. □ a. □ b. □ c. □ a. □ b. □ c. □ a. □ b. □ c. □ a. □ b. □ c. □ a. □ b. □ c. □ Waar □ Niet waar □ a. □ b. □ c. □ a. □ b. □ c.
S = _____________________________________ Product No. 70353DU Ver. 1.1
A-13
© Emergency First Response Corp. 2004 Translation by Emergency First Response Europe, 2005
Appendix
Emergency First Response Eindexamen deelnemers, secondaire zorg, Antwoordblad Naam ________________________________________________________ Datum ______________________ Lokatie_______________________________________________________ Instructeur ___________________
1. □ Waar
□ Niet waar
2. □ a. □ b. □ c. 3. □ a. □ b. □ c. □ d. □ e. □ f. □ g. 4. □ a. □ b. □ c. 5. □ a. □ b. □ c. 6. □ a. □ b. □ c. 7. □ a. □ b. □ c. 8. S = _____________________________ A = _____________________________ M = _____________________________ P = _____________________________ L = _____________________________ E = _____________________________ 9. □ Waar
□ Niet waar
10. □ a. □ b. □ c. □ d. □ e. □ f.
A-14
Appendix
EMERGENCY FIRST RESPONSE LICENTIEOVEREENKOMST PADI Worldwide Corp. (een organisatie uit Californië, hierna PADI genoemd) heeft het recht en het gezag om verscheidene handelsmerken die eigendom zijn van Emergency First Response Corp. (een organisatie uit Californië, hierna EFR genoemd) te gebruiken en toestemming te geven voor onderlicentie. Deze handelsmerken omvatten, maar zijn niet beperkt tot, Emergency First Response, The Responder, bepaalde logo’s – waaronder een rood hart met daarop een hartslagsymbool afgedrukt – en ook andere handelsmerken, waaronder die voor Specialties en Brevettering. EFR en PADI willen met de hiervoor genoemde merktekens de oorsprong van hun diensten, brevetteringen en producten aangeven zodat het publiek beschermd wordt en de instructeurs, leerlingen en anderen die aan EFR en PADI zijn verbonden kwalitatief zo hoog mogelijke diensten en producten ontvangen die verband houden met hun bedrijf. Om EFR-instructeurs de mogelijkheid te geven om te adverteren, reclame te maken en de oorsprong aan te geven van de diensten, brevetteringen en producten van EFR die ze verzorgen, krijgen EFR-instructeurs en leden van IRRA (de International Resort and Retailer Association van PADI) hierbij het recht om voornoemde handelsmerken slechts te gebruiken op reclamemateriaal, specifiek gedrukt materiaal, materiaal op film of video en software; vaste media zoals floppydisks, harddrives of cd-roms; of enige interactieve digitale media/methoden of uitzendingsmedia/-methoden, waaronder, maar niet beperkt tot, internet of websites van het world wide web. De licentie wordt niet verleend voor de levering van andere gedrukte materialen, zoals handboeken, boeken, instructies, kleding of producten of enige andere materialen of die wel of niet door EFR worden vervaardigd, verkocht, verspreid of in onderlicentie worden gegeven. Deze licentie verleend door EFR en PADI geldt alleen wat betreft (1) Gedrukt advertentie- en reclamemateriaal (advertenties in kranten en tijdschriften, adverteren in telefoongidsen, strooibiljetten en reclameborden); (2) Reclamemateriaal in de vorm van film en video zoals televisiereclame, diapresentaties of reclamevideo’s; en (3) Software, vaste media zoals floppydisks, harddrives of cd-roms, of iedere interactieve digitale media, media die uitzenden, of reclame die op deze methoden gebaseerd is, waaronder, maar niet beperkt tot, internet of websites van het world wide web; geen van allen houdt in het gebruik op enig voorwerp of product dat is bedoeld voor wederverkoop. De uitdrukking Emergency First Response mag niet worden gebruikt in domeinnamen op internet. Voornoemde licentie voor gebruik voor adverteren en reclame maken moet in alle opzichten het exacte formaat, karakter, algemeen voorkomen, type, stijl, achtergrond en afmetingen volgen als de handelsmerken die voortgebracht zijn door EFR. In geen geval zullen de handelsmerken gecombineerd worden met andere handelsmerken, symbolen, een andere taal of aangetroffen worden in een andere opmaak en voorkomen dan zoals feitelijk door EFR wordt gebruikt. Het volledige handelsmerk moet worden gebruikt; een ingekort of gedeeltelijk gebruik van een handelsmerk is niet toegestaan. Deze licentie geldt persoonlijk voor de individuele EFR-instructeur of het lid van IRRA en is niet overdraagbaar, niet verdeelbaar en er kan op geen enkele manier via geen enkele partij toestemming worden verkregen voor onderlicentie. Niettegenstaande het voornoemde heeft EFR het alleenrecht om enig opgesteld reclamemateriaal af te keuren en is de enige beoordelaar van de criteria of het aan de eisen van deze Licentieovereenkomst voldoet. Daarom zal aan ieder voorstel of verzoek door bevoegde leden van de staf van EFR of PADI wat betreft het gebruik van de handelsmerken zo snel mogelijk gehoor worden gegeven om vergissingen, bedrog, aftreksels of andere problemen te voorkomen die schadelijk zouden zijn voor voornoemde merktekens. Ongeacht voornoemde licentie heeft EFR het recht om te beginnen met een rechtszaak en enige aanklacht in te dienen of enige andere handeling te verrichten noodzakelijk om haar handelsmerken te beschermen tegen enige persoon, firma of maatschappij die nu of in de toekomst de handelsmerken of enige gelijkende handelsmerken, afleidingen, parallellen, handelsnamen, fantasievolle handschriften of ontwerpen gaat gebruiken. Deze licentie is geldig voor de duur van het lidmaatschap van PADI en de bevoegdheid als EFR-instructeur, en zal terstond worden beëindigd als het lid zijn/haar relatie met EFR en/of PADI beëindigt. Product No. 10281DU Version 1.0
© Emergency First Response Corp. 2003 Translation by Emergency First Response Europe, 2005
A-15
Appendix
A-16
Appendix
Zelfstudie voor instructeurs De hierna volgende pagina’s bevatten de basiskennis die nodig is voor de Emergency First Response-instructeurscursus. Het onderdeel Stelsels in het menselijke lichaam gaat over hoe de verschillende stelsels in het menselijk lichaam werken en hoe ze in verband staan met Emergency Responders. Het onderdeel Medische noodgevallen gaat over de tekenen, symptomen en behandeling van verscheidene medische noodgevallen. Als Emergency First Response-instructeurskandidaat neem je deze onderdelen door en beantwoord je de daarmee verband houdende Herhalingsvragen van de onderdelen die de instructeur zelfstandig bestudeerd heeft. Deze twee onderdelen geven je ook achtergrondinformatie waar je op terug kunt grijpen als je Emergency First Response-cursussen geeft.
A-17
Appendix
Stelsels in het menselijk lichaam
A-18
Als je getuige bent van een ernstig auto-ongeluk of als je iemand een flinke smak ziet maken, kun je redelijkerwijs aannemen dat de patiënt levensbedreigend gewond zal zijn. Hoewel je het misschien niet meteen zou zeggen, is er toch vaak medische hulp nodig als er een ongeluk is gebeurd. Helaas is het niet altijd even duidelijk dat het om een levensbedreigende situatie gaat. Sommige ernstige toestanden ontstaan als gevolg van ziekte of nauwelijks merkbare ongelukken. Soms ontstaan de symptomen van de patiënt snel, en soms raakt de patiënt er geleidelijk steeds slechter aan toe. Omdat het erg belangrijk is om op tijd te reageren, moeten Emergency Responders in staat zijn om alle levensbedreigende toestanden te herkennen en daarna de juiste medische noodhulp te kunnen verlenen. Om effectief hulp te kunnen verlenen aan een zieke of gewonde paDe verbazingwekkende machine tiënt hoef je geen diepgaande kennis te hebben over het menselijk lichaam. die we het menselijk lichaam Door aandacht te schenken aan de ABCD’S van de levenslijn van een patiënt noemen. kunnen Emergency Responders de meeste levensbedreigende situaties aan. Als je echter weet hoe het lichaam werkt, heb je een basis waarmee je kunt zorgen dat de ABCD’S van de levenslijn van een persoon worden gehanteerd conform de eerstehulpprincipes. De verbazingwekkende machine die we het menselijk lichaam noemen bestaat uit miljarden cellen. Cellen die individueel verschillend zijn vormen weefsels. Gelijksoortige weefsels vormen organen. Een verzameling organen en andere structuren die specifieke lichaamsfuncties uitvoeren worden stelsels genoemd. Om het lichaam goed te laten werken, moeten alle stelsels samenwerken. Als een patiënt ziek of gewond is, kan dat invloed hebben op een of meerdere stelsels. Vaak is het zo dat een ziekte of verwonding die één stelsel betreft, ook invloed kan hebben op andere. De meeste levensbedreigende noodgevallen treffen een of meer van de drie belangrijkste en gevoeligste stelsels: ademhalingsstelsel, bloedsomloop en zenuwstelsel. De belangrijkste organen van deze drie stelsels zijn het hart, de longen, de hersenen en het ruggenmerg. Alle lichaamsstelsels zijn belangrijk, maar als een van deze niet meer goed werkt kan dat snelle en ernstige schade opleveren, of de dood tot gevolg hebben.
Ademhalingsstelsel Het ademhalingsstelsel zorgt dat het lichaam van zuurstof voorzien blijft en voert kooldioxide – het afvalproduct van de stofwisseling – af. De ademhaling komt op gang als de hersenen vaststellen dat de hoeveelheid kooldioxide in het bloed is toegenomen. Als de hoeveelheid kooldioxide toeneemt, geven de hersenen het middenrif, een grote spier onder de borstkas, het teken om af te platten en naar beneden
Het ademhalingsstelsel zorgt dat het lichaam van zuurstof voorzien blijft en voert kooldioxide – het afvalproduct van de stofwisseling – af.
Appendix
te drukken. Als het middenrif afplat en de ribben naar boven en kleinste bronchiën naar buiten worden bewogen, neemt de inhoud van de longen alvecie toe, waardoor er via mond of neus lucht het lichaam in wordt gezogen. Lucht die het lichaam binnenkomt wordt bevochtigd en gezuiverd. longAls de lucht het lichaam in komt, gaat die rond de tong, blaasjes door de keel en langs het strotklepje – een flapje dat zorgt dat er geen voedsel of vloeistoffen de longen binnen kunnen dringen. Hier splitst de keelholte zich in twee doorgangen; de ene is voor haarvaatjes voedsel (slokdarm) en de andere voor lucht. De doorgang voor de lucht is de luchtpijp of trachea. De luchtpijp vertakt zich in de De longen zijn net sponzen die beschermd worden door de linker- en de rechterbronchi, die allebei uitkomen in een long. ribbenkast. In de longen vertakken de bronchiën zich in steeds kleinere doorgangen. De longen zijn net sponzen die beschermd worden door de ribbenkast. In de longen vertakken de bronchiën zich in steeds kleinere doorgangen. De kleinste bronchiën eindigen in duizenden kleine luchtzakjes, de longblaasjes. Ieder longblaasje wordt omsloten door een netwerk van haarvaatjes. De wanden die de longblaasjes scheiden van de haarvaatjes zijn erg dun. Alle gasuitwisseling van de longen vindt plaats in de longblaasjes. Door deze wanden hecht zuurstof zich vast aan de rode bloedcellen en wordt door het lichaam getransporteerd. Het afvalproduct kooldioxide dat in het bloed zit, dringt door de wanden van de haarvaten heen de longblaasjes in en wordt dan via de uitademing uit het lichaam verwijderd.
Betekenis voor Emergency Responders Als er problemen zijn met de ademhaling moeten Emergency Responder daarop meteen reageren omdat de hersenen binnen een paar minuten beginnen af te sterven als ze geen zuurstof krijgen. Het is belangrijk om eerst te controleren of een niet-reagerende en bewusteloze patiënt ademhaalt. Bij sommige patiënten wordt alleen al door het openen van de ademhalingswegen de tong van de achterkant van de keel opgetild waardoor de ademhaling weer op gang komt. Bij bewusteloze patiënten is de tong de meest algemene oorzaak van blokkade van de luchtwegen. Na het openen van de luchtwegen als de eerste stap, is beademen – eigenlijk ademen voor de patiënt – de volgende stap. De lucht die je inademt bevat 21 procent zuurstof maar je verbruikt maar ongeveer vijf procent. Je adem bevat meer dan genoeg zuurstof om een niet-ademende patiënt te kunnen helpen. Dit is waarom beademen zo goed werkt bij patiënten bij wie het hart klopt. Volledige blokkade van de luchtwegen is een ademhalingsprobleem waar Emergency Responders rekening mee moeten houden. Het gebeurt meestal wanneer een patiënt zich verslikt in zijn eten, hoewel ieder voorwerp dat in de mond wordt gestopt de luchtwegen kan gaan blokkeren. Het is belangrijk om een blokkade van de luchtwegen te herkennen omdat de patiënt niet kan praten. Patiënten hebben ook de neiging zich te schamen en de ruimte te verlaten.
Bij een bewusteloze patiënt valt de tong vaak naar achteren waardoor de ademhalingswegen geblokkeerd worden.
A-19
Appendix
Als een patiënt zijn nek of keel vastpakt of beetgrijpt, mag je denken aan een blokkade van de luchtwegen. Door de patiënt te vragen wat er scheelt, kun je bepalen of de patiënt ademt, kan praten, of kan hoesten. Een patiënt bij wie de ademhalingswegen volledig zijn geblokkeerd, kan bewusteloos raken als de ademhalingswegen niet snel worden vrijgemaakt.
Bloedsomloop De meeste cellen in het menselijk lichaam staan niet direct in contact met de buitenwereld. Het doel van de bloedsomloop is op te treden als vervoersdienst waardoor deze cellen van de noodzakelijke levensbehoeften worden voorzien. De bloedsomloop transporteert zowel bloed als lymfe. Het hart, bloed en de bloedvaten vormen het hart- en vaatstelsel, en de lymfeklieren, lymfe en lymfevaten vormen het lymfstelsel.
Het hart- en bloedvatenstelsel Bloed
A-20
Het doel van de bloedsomloop is op te treden als vervoersdienst waardoor deze cellen van de noodzakelijke levensbehoeften worden voorzien.
Bloed is een vloeibaar weefsel dat voor het vervoersdeel van de bloedsomloop zorgt. Een gezonde volwassene van gemiddelde grootte heeft ongeveer zes liter bloed in zijn lichaam. Bloed vervoert zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen toe en voert kooldioxide en andere afvalproducten weg van de cellen. Bloed speelt ook een rol bij het verdedigen van het lichaam tegen ziektes en bij het regelen van de lichaamstemperatuur. Bloed bestaat uit een vloeibare drager en vaste deeltjes. Deze vaste deeltjes zijn rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Bloed bestaat voor 55 procent uit het vloeibare gedeelte of plasma, en voor de overige 45 procent uit vaste deeltjes.
Appendix
Hart Zorg voor het centrale orgaan van de bloedsomloop, het hart, is van groot belang voor Emergency Responders. Het hart is een spier die bloed pompt door een ingewikkeld netwerk van bloedvaten. Het is peervormig en nauwelijks groter dan je vuist, en klopt meer dan 70 keer per minuut – ongeveer 2,5 miljard keer bij een gemiddelde levensduur. Het hart ligt in de borstholte, achter het borstbeen en tussen de twee longen. Zoals je in de illustratie kunt zien, wordt het hart verticaal in twee delen verdeeld. De rechterkant pompt het bloed naar de longen, en de linkerkant pompt het bloed naar de andere lichaamsdelen. Iedere kant is weer verdeeld in een onderste en bovenste holte, die door kleppen worden gescheiden. Hoe het hart bloed naar de longen en het lichaam pompt, kun je zien in bijgevoegde illustratie.
Zorg voor het centrale orgaan van de bloedsomloop, het hart, is van groot belang voor Emergency Responders.
Hartslag onder controle Het hart bestaat uit spieren die in golfbewegingen saZuurstofrijk bloed Zuurstofarm stroomt naar het bloed op de mentrekken. Als een eerste groep cellen wordt gepriklichaam toe. terugweg keld, prikkelen zij de cellen die naast hen liggen, enzonaar het hart. voort. Deze kettingreactie gaat door tot alle cellen zich samentrekken. De golf moet in een precieze en zekere manier voortgaan wil het hart efficiënt kunnen pompen. Eén gespecialiseerde groep cellen van de hartspier bevindt zich rechtsboven in het hart. Deze gangmakers van het hart beginnen de golf en regelen het contracBloed stroomt naar de longen. tietempo van het hele hart. Deze contractiegolf beweegt zich naar beneden toe door het hart en komt een fractie van een seconde later bij een tweede groep gespecialiseerHoe het hart bloed naar de longen en het lichaam pompt. de cellen. Deze groep geeft een elektrische stoot door aan de spieren die het onderste deel van het hart samentrekken. Zodra het bovenste en onderste deel van het hart klaar zijn met samentrekken, heeft het hart één keer geklopt. Als de gangmakers van het hart geen zuurstof krijgen doordat de hartslagaders verstopt zitten, kan het hart abnormale prikkels krijgen. Het abnormale hartritme dat bij volwassenen het meest voorkomt als zij een plotselinge hartstilstand krijgen, is ventriculair fibrilleren. Je leert verderop meer over ventriculair fibrilleren.
A-21
Appendix
Bloedvaten, pols en bloeddruk Bij iedere contractie van het hart stroomt er bloed de slagaders in – de vaten die het bloed van het hart af transporteren. Slagaders zijn sterk en elastisch. Als er bloed een slagader in komt als het hart zich heeft samengetrokken, rekt hij uit. Dit uitrekken kan zelfs worden gevoeld als een slagader aan het huidoppervlak ligt. Dit gevoel wordt pols genoemd. Zie bijgevoegde illustratie voor de plaatsen waar slagaders dicht bij de huid liggen, en waar Emergency Responders bij een patiënt een pols kunnen vinden. Door de samentrekking van het hart wordt het bloed met behoorlijk veel kracht door de slagaders gestuwd. Deze kracht wordt bloeddruk genoemd. Als een slagader wordt doorgesneden, spuit het bloed er met regelmatige tussenpozen onder druk uit. Dit bloed is te herkennen aan een helderrode kleur omdat het zuurstofrijk is. Naarmate het bloed via de slagaders verder van hart af wordt gebracht, worden de vaten steeds kleiner. De slagaders vertakken zich uiteindelijk in een netwerk van heel kleine vaatjes, de haarvaten. Alle lichaamscellen liggen vlakbij een netwerk van haarvaten. Door dit hechte verband tussen haarvaten en cellen kunnen stoffen worden uitgewisseld. Omdat de wanden van de haarvaten maar één cel dik zijn, kunnen gassen en voedingsstoffen gemakkelijk door de dunne wanden heen dringen. Een kleine snee of schaafwond ergens op de huid zal zeker een verzameling haarvaten beschadigen. Als haarvaten worden geraakt druppelt het bloed langzaam, en dit stopt snel omdat het bloed gaat stollen. Het bloed stroomt terug naar het hart vanaf de haarvaten, die samenkomen in grotere vaten, de aders. Het bloed stroomt via de aders terug naar het hart. Als een ader wordt doorgesneden, stroomt het bloed gelijkmatig uit de wond, zonder ritmische spuitbewegingen. Dit bloed is te herkennen aan een donkerrode kleur omdat het zuurstofarm is.
De polsslagader kan ook worden gebruikt om een pols te voelen.
De halsslagader is een krachtige slagader die vaak gebruikt wordt om een pols te voelen.
A-22 Betekenis voor Emergency Responders In de ABCD’S van primaire zorg zit het omgaan met problemen van de bloedsomloop en met ernstige bloedingen. Voor Emergency Responders is het van belang om iets te weten over een aantal slagaders in het menselijk lichaam. De halsslagader aan beide kanten van de nek ligt erg dicht bij de huid en is gemakkelijk te vinden. De halsslagader is een krachtige slagader omdat hij dicht bij het hart ligt (en waardoorheen zuurstofrijk bloed naar de hersenen wordt getransporteerd). Dit zijn de redenen dat de halsslagader vaak gebruikt wordt om een pols te voelen. De slagader in beide bovenarmen en de slagader in beide bovenbenen zijn belangrijke De polsslagader kan ook worden gebruikt om een pols te bloedvaten die dicht bij de huid en boven een voelen. Een patiënt kan echter nog wel een kloppend hart hebben als bot liggen. Een ernstige bloeding lager aan je geen pols kan voelen aan de hals- of de polsslagader. Het voelen van been of arm kan onder controle worden gebracht door deze slagaders hard tegen het bot een pols is daarom misschien niet de beste manier om vast te stellen te drukken; hierdoor wordt de bloedstroom ingedamd. of het hart van een patiënt klopt.
Appendix
Twee slagaders die als drukpunt gebruikt kunnen worden om een ernstige bloeding te verminderen, zijn de slagaders in beide bovenarmen en de slagaders in beide bovenbenen. Dit zijn belangrijke bloedvaten die dicht bij de huid en boven een bot liggen. Een ernstige bloeding lager aan been of arm kan onder controle worden gebracht door deze slagaders hard tegen het bot te drukken; hierdoor wordt de bloedstroom ingedamd. De kransslagaders voorzien het hart zelf van bloed en zijn ook van belang voor Emergency Responders. Hartaanval en hartstilstand zijn twee grote problemen. Meer hierover in het deel Medische noodgevallen.
Lymfestelsel Het lymfestelsel vormt, net het hart- en vaatstelsel, een groot netwerk van vaten en maakt deel uit van de bloedsomloop. De twee belangrijkste doelen van het lymfestelsel zijn: • Vloeistoffen die zich in weefsels hebben opgehoopt naar de bloedstroom terugbrengen; • Het lichaam zuiveren van lichaamsvreemde deeltjes, microorganismen en ander weefselafval. Lymfe, een geelachtige transparante vloeistof, stroomt door kleine vaatjes die door kleine organen, de lymfeklieren, heengaan. Deze klieren, als kralen aan een ketting, filteren de lymfe wanneer die erdoorheen komt. De lymfeklieren bevatten een aantal cellen van het afweersysteem die tegen ziektes vechten. Lymfeklieren zitten in groepen bij elkaar in voornamelijk de nek, oksels en lies. De milt bevat ook lymfeklieren en heeft de grootste concentratie cellen die tegen ziektes vechten in het lichaam.
Betekenis voor Emergency Responders Binnen de context van primaire zorg is het identificeren van specifieke problemen met het lymfestelsel bij een ziek of gewond persoon voor een Emergency Responder van weinig belang. Een buikwond kan echter de oorzaak zijn dat de milt levensgevaarlijk gaat bloeden. Omdat iemand met een ontsteking gezwollen, ontstoken en gevoelige lymfeklieren kan hebben, moet je deze tekenen en symptomen in je achterhoofd houden tijdens een ziekte- of verwondingenbeoordeling. Het lymfestelsel haalt na een beet of steek van giftige dieren ook het ingespoten gif uit het lichaam. Net zoals bij iedere ernstige ziekte of verwonding, is de eerste zorg die je een patiënt geeft het waarschuwen van de medische hulpdiensten.
A-23
Appendix
Zenuwstelsel Alle geestelijke en lichamelijke activiteit wordt geregeld door het zenuwstelsel – een complex netwerk van cellen die met elkaar communiceren. Door de arbeidsverdeling binnen het zenuwstelsel kan het menselijk lichaam precies en efficiënt gestuurd worden. Dit betekent dat een zwemmer zich elegant door het water kan bewegen, dat een kunstenaar een origineel stuk kan schilderen en dat jij kan leren van deze theorie. De twee belangrijkste organen van het centrale zenuwstelsel zijn de hersenen en het ruggenmerg. De hersenen zijn het regulerende orgaan van het menselijk lichaam. Het ruggenmerg komt uit de hersenen en gaat dan verder in een netwerk van zenuwen door het lichaam heen. Informatie die van en naar de hersenen wordt gestuurd is onder andere: • Zintuiglijke waarneming – tast, smaak, zicht, geluid, reuk; • Willekeurige bewegingen – beweging; • Onwillekeurige bewegingen – ademhaling, bloedsomloop, pols, spijsvertering; • Bewustzijnsniveaus – afwisselende mate van bewustzijn als men wakker is of slaapt. De gevoelige zenuwcellen van de hersenen en het ruggenmerg worden omgeven door beschermende weefsellagen waardoor ze niet zo gemakkelijk beschadigd kunnen raken. De hersenen worden bovendien beschermd door de schedel en het ruggenmerg door de ruggenwervels. Een heldere vloeistof, de hersen-ruggemergvloeistof, biedt extra bescherming.
Betekenis voor Emergency Responders A-24
Bij de ABCD’S van primaire zorg hoort het omgaan met letsel aan de wervelkolom. Denk aan letsel aan de wervelkolom bij ieder ongeval waarbij sprake is van een val, een flinke klap, een auto-ongeluk of een andere stevige botsing. Voer indien mogelijk de eerste beoordeling uit met de patiënt in de houding waarin die is gevonden. Verplaats de patiënt niet tenzij de situatie onveilig is.
Spijsverteringsapparaat en urinestelsel Het spijsverterings- en urinestelsel geven essentiële voedingsstoffen af aan het lichaam en verwijderen afvalstoffen. Voordat het lichaam de voedingsstoffen in het voedsel dat je eet kan gebruiken, moeten ze fysiek en chemisch worden afgebroken. Dit afbraakproces, waarbij voedsel wordt afgebroken tot kleine moleculen, heet spijsvertering. Het proces begint in de mond met behulp van speeksel en kauwbewegingen. Het voedsel gaat via de slokdarm de maag in, waar het afbraakproces wordt voortgezet door maagsappen. In
De twee belangrijkste organen van het centrale zenuwstelsel zijn de hersenen en het ruggenmerg.
Appendix
de dunne darm worden de voedingsstoffen in het bloed opgenomen (daarbij geholpen door de alvleesklier en de galblaas). Het overgebleven materiaal (afvalstoffen) gaat naar de dikke darm en wordt als ontlasting uitgescheiden. De nieren halen vloeibare afvalstoffen uit het bloed en verwijderen die het lichaam uit als urine.
Slokdarm Maag Lever
Dikke darm
Betekenis voor Emergency Responders Hoewel het spijsverteringsapparaat door veel ziektes aangetast kan worden, hoeven Emergency Responders aan de meeste niet meteen aandacht te schenken. Omdat echter de belangrijkste organen van het spijsverteringsapparaat – maag, lever, dunne en dikke darm – van erg veel bloed worden voorzien, moeten Emergency Responders wel aandacht schenken aan ingeslikt vergif en inwendige bloedingen na een traumatische verwonding.
Skeletstelsel Het volwassen menselijk lichaam bevat meer dan 200 botten die een inwendig geraamte vormen: het skelet. Botten geven een onbuigzaam geraamte waartegen spieren zich kunnen samentrekken, geven het lichaam vorm en structuur, en beschermen en ondersteunen tere inwendige organen. In bot worden ook mineralen opgeslagen zoals kalk en fosfor, die een belangrijke rol spelen bij de stofwisseling. Daar komt nog bij dat de inwendige delen van veel botten rode bloedcellen en bepaalde soorten witte bloedcellen aanmaken.
Dunne darm
Het spijsverterings- en urineapparaat geven essentiële voedingsstoffen aan het lichaam en verwijderen afvalstoffen.
Betekenis voor Emergency Responders Ondanks hun sterkte zullen botten scheuren of zelfs breken als ze worden blootgesteld aan erg zware lasten, plotselinge klappen of spanning uit ongewone richting. Verwondingen zijn bijvoorbeeld fracturen, gebroken of gescheurde botten en ontwrichtingen. Ontwrichtingen ontstaan als een bot uit zijn gewrichtsholte schiet. Emergency Responders leren in de cursus primaire zorg (reanimatie) hoe ze moeten zorgen voor patiënten die een aandoening hebben aan het skeletstelsel. Hierin staat hoe ze moeten zorgen voor mensen die mogelijk letsel aan de wervelkolom hebben opgelopen. In de cursus secondaire zorg (eerste hulp) wordt behandeld hoe je moet zorgen voor patiënten met ontwrichtingen en fracturen voordat de medische hulpdiensten ter plaatse zijn.
A-25 Botten geven een onbuigzaam geraamte waartegen spieren zich kunnen samentrekken, geven het lichaam vorm en structuur, en beschermen en ondersteunen tere inwendige organen.
Appendix
Spierstelsel Spieren vormen het grootste deel van het lichaam en nemen ongeveer eenderde van het lichaamsgewicht voor hun rekening. Hun vermogen om samen te trekken stelt het lichaam niet alleen in staat te bewegen, maar is ook de kracht die lichaamsstoffen zoals voedsel en bloed door het lichaam stuwt. Pezen verbinden de spieren met de botten en ligamenten zijn sterke banden van bindweefsel die de botten van een gewricht op hun plaats houden. Spieren die gelijksoortige, gecoördineerde bewegingen maken worden spiergroepen genoemd. Spieren produceren niet alleen lichaamswarmte, ze spelen ook een rol bij de bescherming van de onderliggende botten, bloedvaten, zenuwen en organen. Zonder het spierstelsel zouden alle andere orgaanstelsels niet in staat zijn te functioneren.
Betekenis voor Emergency Responders Spieren hebben een rijke voorraad zuurstof en voedingsstoffen nodig, geleverd door het bloed, om hun specifieke taken in het lichaam te kunnen vervullen. Als bijvoorbeeld de hartspier niet meer bevoorraad kan worden, kan dat hartstilstand veroorzaken, waardoor Emergency Responders moeten beginnen met primaire zorg. Bovendien kunnen verstuikingen van skeletspieren, gescheurde pezen en soortgelijke verwondingen ongemak en zelfs een levenslange handicap tot gevolg hebben. De cursus EFR secondaire zorg (eerste hulp) gaat over hoe je beperkte zorg kunt verlenen aan gewonde, uitgerekte of gescheurde spieren, pezen en ligamenten.
A-26
Als je de verschillende stelsels van het menselijk lichaam in theorie begrijpt, heb je een basis van waaruit je beslissingen kunt nemen als je met een noodgeval te maken krijgt. Als je weet dat het functioneren van de bloedsomloop, het ademhalingsapparaat en het zenuwstelsel een erg belangrijk onderdeel is van het leven, kun je als Emergency Responder gemakkelijker de vaardigheden voor primaire zorg als eerste prioriteit toepassen in een noodgeval. Het begrijpen van de verscheidene andere lichaamsstelsels geeft een basis van waaruit je kunt reageren met eerste hulp of secondaire zorg – als je niet met een levensbedreigende toestand te maken hebt. Deze informatie wordt ook toegepast in het onderdeel Medische noodgevallen van de Emergency First Response-instructeurscursus, als je leert welke tekenen en symptomen aanwezig zijn bij een medisch noodgeval en welke behandeling het meest effectief is.
Spieren hebben een rijke voorraad zuurstof en voedingsstoffen nodig, geleverd door het bloed, om hun specifieke taken in het lichaam te kunnen vervullen.
Appendix
Medische noodgevallen In dit onderdeel krijg je belangrijke informatie over specifieke hulpverleningssituaties – wat het medische noodgeval is, manieren om het via tekenen en symptomen te herkennen, en hoe het te behandelen.
Ontwrichtingen en fracturen Ontwrichtingen zijn gewrichten die uit de kom zijn geraakt. Fracturen zijn gescheurde, gebroken (met de botdelen helemaal of gedeeltelijk van elkaar af ), en verbrijzelde botten. Ontwrichtingen ontstaan als er heel veel druk wordt uitgeoefend op een gewricht. Het gewricht van de patiënt ziet er vervormd uit en de verwonding is erg pijnlijk. Denk aan een fractuur als na een val of klap een ledemaat in een onnatuurlijke positie lijkt te liggen, niet gebruikt kan worden, snel opzwelt of blauw wordt, of op een bepaalde plek erg pijnlijk is. Spalk een verwonding alleen maar als de zorg van de medische hulpdiensten of het vervoer naar een medisch centrum vertraagd is en als je dat kunt doen zonder bij de patiënt meer ongemak en pijn te veroorzaken. Voor alle ontwrichtingen en fracturen is professionele medische zorg vereist.
Patiëntenzorg • • • •
•
•
• • • • •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en stel een actieplan op. DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Kijk of je kunt bepalen hoe de verwonding is veroorzaakt. Dit heet het ongevalsmechanisme. Dit helpt te bepalen welke verwondingen een patiënt zou kunnen hebben. Bij een patiënt die betrokken is bij een val van grote hoogte, botsing of klap, voer je een verwondingenbeoordeling uit om vast te stellen wat de omvang is van alle verwondingen, naast een duidelijk zichtbare ontwrichting of fractuur. Als medische hulpdiensten vertraging hebben of niet beschikbaar zijn, maak je de patiënt klaar voor vervoer. Kies een spalk die lang genoeg is om de botten boven en onder het instabiele gewricht te immobiliseren. Spalk de verwonding in de stand waarin je die vindt. Niet proberen recht te leggen. Zo min mogelijk bewegen tijdens spalken. Zet spalk vast met mitella of andere beschikbare spullen. Gebroken vingers en tenen mag je tegen de naastliggende vingers of tenen plakken; dit geeft steun. Controleer de doorbloeding voor en na het spalken. Maak de spalk losser als de doorbloeding wordt geremd. Bij gesloten fracturen of bij ontwrichting leg je tijdens vervoer een koud kompres op de plek om zwelling te verminderen.
A-27
Appendix
Kleine sneetjes, schaafwonden en blauwe plekken zijn wonden die niet levensbedreigend zijn en bestaan uit o.a. rijtwonden, schrammen, schaafwonden, fikse sneeën, steekwonden en builen. Diepe sneeën of steekwonden moeten door een medische professional worden behandeld. Patiënten met wonden die niet stoppen met bloeden bij directe druk of drukpunten moeten meteen verzorgd worden door de medische hulpdiensten.
Patiëntenzorg – sneeën en schaafwonden • • • • •
Draag handschoenen en andere bescherming om jezelf en de patiënt te beschermen tegen overbrengen van ziektes. Breng de bloeding indien nodig onder controle d.m.v. directe druk. Was de wond grondig met water om alle vuil en deeltjes te verwijderen. Bedek de wond met een niet-hechtend verband en verbind zorgvuldig. Controleer de wond dagelijks op ontsteking – roodheid, gevoeligheid of aanwezigheid van pus (geelachtig of groenachtig vocht op de wond).
Patiëntenzorg – blauwe plekken • •
Leg zo snel mogelijk een koud kompres op de gewonde plek. Leg het aangedane gebied indien mogelijk hoger dan het hart.
Verwondingen aan het gebit zijn onder andere een
A-28
gebroken kaak; losse, afgebroken of helemaal losgeraakte tand of kies, op lip of tong bijten. Behandel verwondingen aan het gebit die zijn ontstaan na trauma aan hoofd, nek, gezicht of mond als medische noodgevallen. Volg de procedures voor primaire en secondaire zorg. Stuur patiënt voor behandeling naar de tandarts als de verwondingen veroorzaakt zijn door slijtage of kleinere ongelukjes. Geef secondaire zorg.
Patiëntenzorg – Tand of kies uit de mond • • • • •
•
Draag handschoenen om jezelf en de patiënt te beschermen tegen overbrengen van ziektes. Vind de tand of kies. Raak de wortel niet aan. Houd de tand of kies vast bij de kroon en spoel voorzichtig met een zoutoplossing, melk of water. Houd tijdens vervoer naar de tandarts de tand of kies vochtig in een zoutoplossing, melk of water. Als je niet binnen een uur bij de tandarts kunt zijn, zet je de tand of kies zo snel mogelijk terug in de tandkas. Tanden/kiezen die binnen 30 tot 60 minuten terug worden gezet, hebben grote kans weer vast te hechten aan de tandkas. Stimuleer de patiënt om regelmatig door de tandarts te worden nabehandeld.
Appendix
Verrekkingen en verstuikingen zijn gewonde, uitgerekte of gescheurde spieren, pezen en ligamenten. Algemene behandeling is de RICE-therapie – Rest, Ice, Compression and Elevation (Rust, IJs, Drukverband en Omhoog houden) gedurende de eerste 72 uur na de verwonding. Patiënten moeten een dokter raadplegen om vast te stellen wat de omvang van de verwonding is en om na te gaan of er botten zijn gebroken.
Patiëntenzorg • • • • • • •
RUST – oefen geen druk uit op de gewonde plek en probeer zoveel mogelijk te ontzien. IJS – leg tot 20 minuten een koud kompres op de gewonde plek. Herhaal dit minstens vier keer per dag. DRUKVERBAND – pak het gebied in met een elastisch verband. OMHOOG HOUDEN – leg de aangedane plek zoveel mogelijk hoger dan het hart. Als de patiënt de aangedane plek moet gebruiken, ga je die intapen of spalken voor steun en om verdere verwonding te voorkomen. Ontstekingsremmende pilletjes of pijnstillers verminderen eventueel pijn en ontsteking. Stimuleer de patiënt om voor nazorg naar een dokter te gaan.
Oogletsel: onder andere sneeën, penetraties, klappen, chemische stoffen en irritaties in het oog. Behandel oogletstel dat ontstaat uit verwonding aan hoofd of gezicht als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire en secondaire zorg. Oefen nooit druk uit op het oog en zorg dat je er niet in wrijft. Als de patiënt contactlenzen in heeft, haal je die er alleen uit als dat niet nog meer schade aan het oog oplevert. Stimuleer patiënten die zere of geïrriteerde ogen hebben om zo snel mogelijk naar een oogarts te gaan voor behandeling. Geef secondaire zorg. Zorg dat de patiënt zich rustig houdt. Toegenomen activiteit en verhoogde bloeddruk kunnen ervoor zorgen dat belangrijke oogvloeistoffen gaan lekken, waardoor nog meer schade wordt toegebracht aan het oog.
Patiëntenzorg – sneeën en penetraties van het oog • • • • • •
• •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Leg een steriel verbandje op de wond en verbind het oog lichtjes. Als er een gepenetreerd voorwerp uit het oog steekt, zet je een klein papieren bekertje over het oog heen en zet je dat met verband vast. Haal het voorwerp er NIET uit. Misschien moet je beide ogen bedekken om te voorkomen dat de patiënt het gewonde oog beweegt. Blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn.
A-29
Appendix
Patiëntenzorg – klap op oog • • • • • •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien nodig – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Leg 15 minuten lang koude kompressen op het oog. Als de medische hulpdiensten niet worden gebeld, stimuleer je de patiënt om zo snel mogelijk naar een oogarts te gaan.
Patiëntenzorg – chemische stoffen in het oog • • • • • • • •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Spoel het oog onmiddellijk met water totdat de medische hulpdiensten er zijn of minimaal 15 minuten. Open het oog zo ver mogelijk en vraag de patiënt of hij met zijn ogen wil rollen; dit helpt bij het spoelen. Spoel het oog van binnen naar buiten; dit zorgt dat het andere oog niet wordt aangetast. Als de medische hulpdiensten vertraagd zijn, blijf je spoelen. Doe geen verband om het oog.
Patiëntenzorg – irritaties in het oog •
A-30
• • • • • •
Draag handschoenen om jezelf en de patiënt te beschermen tegen overbrengen van ziektes. Inspecteer het oog en probeer de irritatie te vinden. Jij of de patiënt moet het bovenste ooglid optillen en het voorzichtig over de onderste wimpers heen trekken. Laat de patiënt knipperen met zijn ogen en laat de tranen de irritatie wegspoelen. Als de irritatie blijft zitten, spoel je het oog met zacht stromend water. Als de irritatie blijft zitten, probeer je die voorzichtig te verwijderen met een steriel vochtig doekje. Als de irritatie blijft zitten, laat je de patiënt naar een oogarts toegaan voor behandeling.
Elektrische verwondingen zijn onder andere schok, elektrocutie en brandwonden die zijn ontstaan door elektriciteit. Iedere aanraking met elektriciteit kan levensbedreigende verwondingen veroorzaken, zoals hartstilstand, diepe brandwonden en inwendige weefselschade. Behandel elektrische schok waardoor het bewustzijnsniveau van de patiënt verandert, die resulteert in
Appendix
brandwonden of die in verband te brengen is met botsingen of een val, als medische noodgevallen. Volg de procedures voor primaire en secondaire zorg. Iedere verwonding die wordt veroorzaakt door elektrische schok moet door een dokter worden onderzocht.
Patiëntenzorg • • • • • • • •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Staat de patiënt nog steeds in contact met elektriciteit? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Zorg dat de stroom uit staat. DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Voer de eerste beoordeling uit. Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten en zorg voor de ABCD’S. Als de patiënt reageert, voer je de tweede beoordeling uit – kijk of je brandwonden ziet. Behandel brandwonden door ze te spoelen met koel water totdat de medische hulpdiensten er zijn. (Zie Brandwonden voor meer informatie.) Als de medische hulpdiensten niet worden gebeld, laat je de patiënt naar een dokter gaan.
Brandwonden
zijn temperatuurgerelateerde verwondingen die thermisch, chemisch en/of elektrisch van aard kunnen zijn. Bij eerstegraads brandwonden is alleen de buitenste huidlaag aangetast. De huid is rood, licht gezwollen en doet pijn als je eraan komt. Zonnebrand valt meestal in deze categorie. Bij tweedegraads brandwonden is de tweede huidlaag aangetast en verschijnen er blaren op een rode, vlekkerige huid. Bij derdegraads brandwonden zijn alle huidlagen aangetast – zelfs de onderliggende weefsels. Deze ernstige brandwonden doen meestal geen pijn omdat de zenuwen vernield zijn. Ze zien eruit als verkoolde zwarte of droge en witte plekken. Behandel iedere grote brandwond op gezicht, handen, voeten, lies, billen of een groot gewricht als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire en secondaire zorg. Smeer nooit ijs, boter, vet, zalf, crème of oliën op een brandwond.
Patiëntenzorg – grote brandwonden – (derdegraads of tweedegraads groter dan 5-7,5 cm) • •
• • •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Waar is de warmtebron? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Staat de kleding of de omgeving van de patiënt nog steeds in brand of zijn ze heet? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als de patiënt reageert, voer je de tweede beoordeling uit om vast te stellen waar de brandwonden zitten en hoe groot ze zijn.
A-31
Appendix
• •
•
Bedek brandwonden met een koel, vochtig steriel verband of schoon doekje. Als vingers of tenen zijn verbrand: verwijder sieraden en houd vingers en tenen van elkaar af door er droog, steriel, niet-klevend verband tussen te leggen. Blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn. – Behandel tegen shock.
Patiëntenzorg – kleine brandwonden (eerstegraads en kleine tweedegraads) • • • • • •
Draag handschoenen om jezelf en de patiënt te beschermen tegen overbrengen van ziektes. Spoel of week de brandwond minstens vijf minuten in koel water. Dek de plek af met een steriel verband. Bodylotion kan uitdroging helpen voorkomen en prettig aanvoelen. Pijnstillers kunnen pijn en ontsteking doen verminderen. Controleer de brandwond dagelijks op ontsteking – roodheid, gevoeligheid of aanwezigheid van pus (geelachtig of groenachtig vocht op de wond).
Patiëntenzorg – chemische brandwond • • • •
A-32
• • • •
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Wat en waar zijn de chemicaliën? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Hoe kun je zorgen dat je geen contact maakt met de chemicaliën? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Bij vloeibare chemicaliën: spoel het huidoppervlak minstens 20 minuten met koel, stromend water. Bij poederchemicaliën: borstel ze van de huid af en spoel dan met water. Dek de brandwond af met een droog steriel verband of een schone doek. Als de medische hulpdiensten niet worden gebeld, laat je de patiënt naar een dokter gaan.
Onderkoeling is een temperatuurgerelateerde verwonding die licht of ernstig kan zijn. Ernstige onderkoeling ontstaat als de lichaamstemperatuur lager is dan 32 °C, lichte onderkoeling ontstaat als de lichaamstemperatuur afneemt tot 34 °C. Een patiënt die lijdt aan ernstige onderkoeling kan gedesoriënteerd, verward, ongecoördineerd zijn of helemaal niet reageren. Een patiënt die lijdt aan lichte onderkoeling kan bij bewustzijn en alert zijn, maar wel bibberen en een iets verzwakt coördinatievermogen laten zien. Behandel onderkoeling waarbij het bewustzijn van de patiënt verandert of de coördinatie verzwakt als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire zorg. Een overmatig
Appendix
onderkoelde patiënt kan ademhaling of pols hebben die zo zwak zijn dat ze moeilijk te vinden zijn. Daarom moet je een poging om iemand weer tot leven te wekken nooit opgeven totdat de patiënt weer opgewarmd is.
Patiëntenzorg – ernstige onderkoeling • • • • •
• •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Werd de patiënt blootgesteld aan een koude omgeving? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Is er een droog warm plekje in de buurt? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Verplaats de patiënt niet tenzij dat moet om verder warmteverlies te voorkomen. Optillen kan een onregelmatige hartslag tot gevolg hebben. Doe natte kleren uit zonder aan de patiënt te rukken en trekken. Dek de patiënt toe met warme dekens of dikke kleding. Blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn.
Patiëntenzorg – lichte onderkoeling • • • •
Verplaats de patiënt naar een warme en beschutte plek en wikkel hem in warme dekens of kleding. Als de patiënt nat is, geef je hem droge kleding. Geef warme, niet-alcoholishe dranken zonder cafeïne. Blijf de patiënt bijstaan tot hij volledig is opgewarmd.
Bevriezing is een temperatuurgerelateerde verwonding waaronder eerste-, tweede- en derdegraads bevriezingen vallen. Bevriezing ontstaat als een deel van het lichaam bevriest en er zich binnen de cellen ijskristallen vormen. Eerstegraads bevriezing is de eerste fase waarbij het huidoppervlak wordt aangetast. De huid wordt rood, pijnlijk en kan gaan jeuken. Tweedegraads bevriezing tast huidlagen aan, maar niet het zachte weefsel daaronder. De huid wordt hard en wit. Derdegraads bevriezing treft hele weefsellagen, waaronder spieren, pezen, bloedvaten en zenuwen. De plek kan wit, dieppaars of rood met blaren zijn, en hard en houtachtig aanvoelen. Behandel tweede- en derdegraads bevriezing als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire en secondaire zorg.
Patiëntenzorg • •
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Werd de patiënt blootgesteld aan een koude omgeving? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Is er een droog warm plekje in de buurt?
A-33
Appendix
• • • •
• •
DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Voer de eerste en tweede beoordeling uit. Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Verplaats de patiënt naar een warme en droge beschutte plek. Begin de aangedane plekken op te warmen met jouw lichaamswarmte of door ze in warm (niet heet) water te leggen. Redders moeten controleren of het water niet heet is. Warm langzaam op. Wrijf of masseer bevroren plekken niet. Merk op dat opwarmen erg pijnlijk kan zijn. Blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn.
Hitteberoerte en hitte-uitputting zijn ook temperatuurgerelateerde verwondingen die ontstaan als de lichaamstemperatuur toeneemt. Hitteberoerte ontstaat als de warmtehuishouding van het lichaam tekortschiet en de lichaamstemperatuur gevaarlijk hoog wordt (hoger dan 40 °C). Dit is een levensbedreigende toestand. Patiënten met een hitteberoerte kunnen een hete, droge, gloeiende huid en een snelle pols hebben, en gedesoriënteerd, verward of bewusteloos zijn. Behandel hitteberoerte als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire zorg. Hitte-uitputting ontstaat als de vloeistofinname niet gelijk opgaat met wat door transpiratie wordt verloren. De lichaamstemperatuur stijgt tot 40 °C. Patiënten met hitte-uitputting kunnen een koele en klamme huid en een zwakke pols hebben, en klagen over misselijkheid, duizeligheid, een slap gevoel, en kunnen zich zorgen maken.
Patiëntenzorg – hitteberoerte •
A-34
• • • • • •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Werd de patiënt blootgesteld aan een warme omgeving? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Is er een koel plekje in de schaduw in de buurt? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Voer de eerste beoordeling uit. Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Verplaats de patiënt naar een koele plek in de schaduw. Koel de patiënt onmiddellijk af door met koud water te besproeien of af te sponzen. Dek de patiënt af met een natte doek en blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn.
Patiëntenzorg – hitte-uitputting • Verplaats de patiënt naar een koele omgeving. • Verzoek de patiënt dringend om te gaan liggen en de benen omhoog te leggen.
Appendix
• • • •
Geef de patiënt iedere paar minuten koel water of een drankje met elektrolyten te drinken. Koel de patiënt af door met water te besproeien en een waaier te gebruiken. Blijf de patiënt bijstaan tot hij volledig is afgekoeld. Als de medische hulpdiensten niet worden gebeld, laat je de patiënt naar een dokter gaan.
Hartaanval Het meest gangbare symptoom van een hartaanval is pijn op de borst (angina), die gepaard gaat met een drukkend of samengedrukt gevoel midden op de borst dat een aantal minuten aanhoudt, of met tussenpozen terugkomt. Bij een hartaanval kan de pijn zich verspreiden naar de schouders, nek of armen. De patiënt kan zweten, flauwvallen, of klagen over misselijkheid, kortademigheid en duizeligheid. Patiënten kunnen ontkennen dat pijn op de borst ernstig genoeg is om medische hulp te zoeken. Gebruik je inzicht en stel het waarschuwen van de medische hulpdiensten niet uit als je denkt dat er sprake is van een hartaanval.
Patiëntenzorg • • •
• • •
• •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. DOE – Controleer het bewustzijnsniveau, kijk of je een medisch identificatieplaatje ziet en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Bij een bewusteloze patiënt ga je indien nodig reanimeren. Bij een patiënt die reageert, doe je een ziektebeoordeling. Als de patiënt angina (pijn op de borst) heeft en er is nitroglycerine beschikbaar, help je de patiënt zijn medicijnen volgens het recept in te nemen. Als het medische personeel aangeeft dat je de patiënt aspirine mag geven, mag je dat doen. Aspirine is een krachtige bloedstollingremmer en kan het risico op overlijden na een hartaanval verkleinen. Help de patiënt in een comfortabele positie en maak strak zittende kleding, kragen, enz. los. Blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn. Denk na over toedienen van zuurstof als dat beschikbaar is.
Beroerte ontstaat als een bloedvat in de hersenen verstopt is of scheurt, waardoor het hersenweefsel geen zuurstof krijgt. Denk aan een beroerte als een hersenaanval (vergelijk hartaanval). Beroerte is een bloedstolsel in de hersenen in plaats van een bloedstolsel in het hart. Er zijn manieren om
A-35
Appendix
beroertes op de eerstehulpafdeling van een ziekenhuis te ontstollen. Onthoud dat je de medische hulpdiensten onmiddellijk moet waarschuwen als je denkt dat iemand een beroerte heeft. Patiënten die een beroerte hebben, kunnen klagen over of tekenen vertonen van gevoelloosheid, verlamming of slap gevoel in gezicht, arm of been, vaak maar aan één kant, en kunnen moeite hebben met praten. Ze kunnen klagen over ernstige, onverklaarbare hoofdpijn of afgenomen zicht in een of beide ogen. Behandel beroerte als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire zorg.
Patiëntenzorg • • •
• •
• •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. DOE – Controleer het bewustzijnsniveau, kijk of je een medisch identificatieplaatje ziet en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Bij een patiënt die reageert, doe je een ziektebeoordeling. Als de patiënt moeite heeft met praten, stel je de patiënt gerust en stel je vragen die met ja of nee kunnen worden beantwoord. Laat de patiënt in een comfortabele houding gaan liggen of zitten. Blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn.
Diabetesproblemen kunnen ontstaan uit een lage bloed-
A-36
suikerspiegel – insulineshock, insulinereactie of hypoglykemie, en uit een hoge bloedsuikerspiegel – diabetisch coma, diabetische ketoacidose of hypergykemie. Een insulinereactie ontstaat als iemand die suikerziekte heeft te veel insuline krijgt, niet genoeg suiker opneemt uit voedsel of meedoet aan inspannende oefeningen die het bloedsuikergehalte snel doen afnemen. Patiënten die lijden aan een lage bloedsuikerspiegel kunnen er bleek uitzien, een vochtige huid hebben en overmatig zweten. Patiënten kunnen klagen over hoofdpijn en duizeligheid, en geïrriteerd en verward zijn. Diabetische ketoacidose ontstaat als iemand met suikerziekte niet genoeg insuline heeft om de stijgende bloedsuikerspiegel in bedwang te houden. Vroege symptomen van een hoge bloedsuikerspiegel zijn dorst en vaak plassen. Latere tekenen en symptomen zijn suffigheid en verwarring, snelle, zwakke pols en snelle ademhaling, die een fruitige geur afgeeft. De patiënt kan ook misselijk zijn, braken en buikpijn hebben. Behandel gevorderde gevallen als een medisch noodgeval. Geef een patiënt nooit insuline of medicijnen – zelfs niet als de patiënt erom vraagt. Als je twijfelt, geef je de patiënt altijd een tussendoortje, maaltijd, suiker, vruchtensap, sodawater of snoep. Suiker is erg belangrijk bij een lage bloedsuikerspiegel, en zal geen belangrijke schade opleveren bij een patiënt met een hoge bloedsuikerspiegel.
Appendix
Patiëntenzorg – lage bloedsuikerspiegel • • •
• • • •
•
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. DOE – Controleer het bewustzijnsniveau, kijk of je een medisch identificatieplaatje ziet en WAARSCHUW – indien nodig – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Voer de eerste beoordeling uit. Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Bij een bewusteloze patiënt behandel je tegen shock tot de medische hulpdiensten er zijn. Bij een patiënt die reageert, doe je een ziektebeoordeling. Geef de patiënt snel een tussendoortje of maaltijd, dit geeft verlichting. Als suiker, vruchtensap, sodawater of snoep bij de hand zijn, kan dat helpen als er niets anders beschikbaar is. Blijf de patiënt bijstaan tot de tekenen en symptomen over zijn – ongeveer 15 minuten. Als er geen verbeteringen optreden, breng je de patiënt naar de dichtstbijzijnde medische post.
Patiëntenzorg – hoge bloedsuikerspiegel • STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. • DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. • DOE – Controleer het bewustzijnsniveau, kijk of je een medisch identificatieplaatje ziet en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. • Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. • Bij een bewusteloze patiënt behandel je tegen shock tot de medische hulpdiensten er zijn. Als je twijfelt of de patiënt een hoge of lage bloedsuikerspiegel heeft, geef je de patiënt altijd een tussendoortje of een maaltijd. • Bij een patiënt die reageert, doe je een ziektebeoordeling en houd je de levenslijn van de patiënt in de gaten totdat de medische hulpdiensten er zijn.
Attaque of stuiptrekking kan ontstaan uit epilepsie, hitteberoerte, vergiftiging, hypoglykemie, hersenletsel, beroerte, elektrische schok, en bij kinderen hoge koorts. Behandel een attaque als een medisch noodgeval als de patiënt niet lijdt aan epilepsie of attaque, als de attaque meer dan vijf minuten aanhoudt, als er meerdere attaques optreden of als het samengaat met verwondingen en ziektes die hulp behoeven. Volg de procedures voor primaire zorg.
Patiëntenzorg •
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Lijdt de patiënt aan attaques?
A-37
Appendix
•
•
•
• • •
DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Zijn er voorwerpen bij de patiënt in de buurt die schade kunnen toebrengen? DOE – Controleer het bewustzijnsniveau, kijk of je een medisch identificatieplaatje ziet en WAARSCHUW – indien nodig – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Tijdens een attaque probeer je kussens onder het hoofd van de patiënt te leggen en haal je voorwerpen uit de weg, maar je houdt de patiënt niet tegen. Bescherm de patiënt. Voer eerste beoordeling uit na de attaque. Als de patiënt ademt, leg je hem in de stabiele zijligging. Als de patiënt lijdt aan attaques, sta je patiënt bij en stel je hem gerust totdat hij hersteld is. Als de patiënt niet eerder een attaque heeft gehad of als de patiënt tijdens de attaque gewond raakt, blijf je de levenslijn van de patiënt in de gaten houden totdat de medische hulpdiensten er zijn.
Allergische reacties die ernstig zijn, worden anafylaxie of anafylactische shock genoemd. Sterke reacties ontstaan snel – meestal meteen nadat de patiënt eet, door een insect wordt gestoken of medicijnen inneemt. Patiënten met sterke allergische reacties kunnen last hebben van netelroos, fluitende ademhaling, beklemmend gevoel op de borst of maagpijn, en klagen over misselijkheid, moeite met ademhalen en slikken vanwege een gezwollen keel. Hun bloeddruk kan lager worden, wat leidt tot duizeligheid en flauwvallen. Behandel een sterke allergische reactie als een medisch noodgeval en volg de procedures voor primaire zorg. Lichte allergische reacties kunnen zijn niezen, jeukende ogen, loopneus en huiduitslag. Milde allergische reacties zijn niet levensbedreigend en worden meestal onder controle gehouden door antihistaminica.
A-38 Patiëntenzorg – allergische reacties; anafylaxie • • •
• •
•
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Is de patiënt gestoken? Was hij aan het eten? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Is er epinefrine beschikbaar? DOE – Controleer het bewustzijnsniveau, kijk of je een medisch identificatieplaatje ziet en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als de patiënt een epinefrinesetje bij zich heeft, help de patiënt het te gebruiken; volg de bijgesloten aanwijzingen. Blijf de patiënt bijstaan tot de medische hulpdiensten er zijn. Als er geen epinefrine beschikbaar is, blijf je de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn. Patiënten die reageren, zitten misschien liever rechtop zodat ze gemakkelijker kunnen ademhalen.
Appendix
Vergiftiging kan ontstaan door opname via de mond, inademing of absorptie door de huid. Vergif dat je door de mond inneemt kan zijn: medicijnen, chemicaliën, schoonmaakmiddelen, oplosmiddelen, pesticiden en delen van planten, of vergif dat op eten zit. Ingeademd vergif is meestal koolmonoxide, gassen en giftige dampen. Vergif dat door de huid wordt geabsorbeerd kan zijn: gifsumak (fluweelboom), eik of sprays van sumak of chemicaliën. Denk aan vergiftiging als er een bron in de buurt is of als de patiënten zeggen dat ze met giftige stoffen in aanraking zijn geweest. Verschillende chemicaliën veroorzaken verschillende lichaamsreacties. Algemeen gezegd kunnen patiënten die vergif hebben ingenomen brandwonden of vlekken rond de mond hebben, overmatig veel speeksel produceren, zweten, misselijk zijn en tranende ogen krijgen. Hun adem kan naar chemicaliën ruiken en ze kunnen misschien moeilijk ademhalen. Er kan braken, diarree, stuiptrekkingen, suffigheid en bewusteloosheid ontstaan. Patiënten die koolmonoxide of andere schadelijke stoffen inademen kunnen last hebben van hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en een beklemmend gevoel op de borst. Ze kunnen hoesten, piepend ademhalen en moeite hebben met ademen. Hun huid kan eerst bleek en dan blauw worden, en de nagelbedden en lippen kunnen er diep rood uitzien. Patiënten die vergif door hun huid absorberen kunnen in lichte gevallen een gezwollen huid, uitslag, jeuk, een brandend gevoel en blaren hebben. De symptomen kunnen later optreden. In ernstiger gevallen kunnen patiënten ook klagen over moeilijk ademen, koorts, hoofdpijn en een slap gevoel. Voedselvergiftiging ontstaat als mensen voedsel eten dat is besmet door bacteriën of voedsel dat giftig is, zoals sommige paddestoelen, vis of schelpdieren. Symptomen kunnen later optreden en zijn onder andere: erge maagkrampen, misselijkheid, braken, diarree, slap gevoel en een algemeen ongemakkelijk gevoel. Behandel iedere situatie waarbij je denkt dat er door de mond of huid vergif is opgenomen, of iedere vergiftiging waardoor de ademhaling of het bewustzijnsniveau van de patiënt verandert, als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire zorg. Neem als je op de medische hulpdiensten wacht indien mogelijk contact op met een plaatselijk centrum voor vergiftiging (Antigifcentrum (België) of de huisarts, apotheek of eerstehulpafdeling in een ziekenhuis).
Patiëntenzorg – vergif dat door de mond is ingenomen • • • • •
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Is er een giftige substantie in de buurt? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Kan de substantie mij schade toebrengen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Bij een patiënt die reageert, doe je een ziektebeoordeling – als je op de medische hulpdiensten wacht, verzamel je informatie over wat, wanneer en hoeveel vergif is ingeslikt.
A-39
Appendix
•
•
•
Lees het etiket op de verpakking, als die er is, om te weten wat je doet bij vergiftiging en je belt het centrum voor vergiftiging voor aanwijzingen. Als je wordt verteld dat je de patiënt moet laten braken, gebruik je een middel dat door het centrum voor vergiftiging wordt aanbevolen. Bewaar het braaksel en de verpakking van het vergif voor het medische personeel. Blijf de aanwijzingen van het centrum voor vergiftiging volgen en blijf de patiënt bijstaan totdat de medische hulpdiensten er zijn.
Patiëntenzorg – voedselvergiftiging • • • • •
•
•
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Kan de patiënt iets hebben gegeten dat bedorven, besmet of schadelijk was? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN, waar van toepassing. Voer een ziektebeoordeling uit – vraag wat de patiënt heeft gegeten. Als de patiënt tekenen vertoont van een ernstige allergische reactie, moet je daarvoor behandelen. (Zie Allergische reacties voor meer informatie.) Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten tot de medische hulpdiensten er zijn. Als de patiënt overgeeft en diarree heeft, bied je hem wat te drinken aan om uitdroging te voorkomen. Blijf de patiënt bijstaan tot hij hersteld is. Overweeg om een beetje braaksel of diarree te bewaren zodat dat onderzocht kan worden en het soort vergif bepaald kan worden. Als de symptomen ernstig zijn, lang aanhouden of erger worden, vervoer je de patiënt naar een medisch centrum.
Patiëntenzorg – vergif dat is ingeademd
A-40
•
• • • • •
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Is er een giftige substantie of damp in de buurt? Wees erg voorzichtig als je een afgesloten ruimte ingaat. Onthoud dat sommige giftige gassen geurloos en kleurloos zijn. De veiligheid van een Emergency Responder moet altijd in het oog worden gehouden. Misschien moet je wachten tot de medische hulpdiensten er zijn met onafhankelijke ademapparatuur voordat je de patiënt kunt gaan helpen. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Kan de substantie mij schade toebrengen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Verplaats de patiënt indien nodig naar een plek waar frisse lucht is. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Bij patiënten die reageren, help je de kleding los te maken rond de nek en borst zodat ze gemakkelijker kunnen ademhalen. Doe een ziektebeoordeling – als je op de medische hulpdiensten wacht, verzamel je informatie over wat, wanneer en hoeveel vergif is ingeslikt.
Appendix
• •
Neem contact op met het centrum voor vergiftiging voor aanwijzingen. Dien noodzuurstof toe als dat beschikbaar is en als dat is toegestaan. Blijf de patiënt bijstaan tot de medische hulpdiensten er zijn.
Patiëntenzorg – vergif dat is geabsorbeerd • • • • • • •
•
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Is de patiënt in aanraking gekomen met een giftige substantie? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Kan de substantie mij schade toebrengen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe een ziektebeoordeling – verzamel informatie over met welk vergif de patiënt in aanraking is gekomen, wanneer en hoeveel. Verwijder voorzichtig besmette kleding en borstel vergif dat op de huid is achtergebleven van de huid af. Spoel het gebied met zoet water en was de huid met zeep. Bij bijtende chemische stoffen of als de patiënt ernstige symptomen heeft, neem je voor aanwijzingen contact op met het centrum voor vergiftiging. Als de medische hulpdiensten niet worden gebeld, laat je de patiënt naar een dokter gaan. Koude kompressen kunnen verlichting geven bij jeuk.
Giftige beten en steken
komen uit verschillende hoek: beten van slangen, reptielen of spinnen, steken van schorpioenen, bijen en mieren, en verwondingen die zijn toegebracht door onderwaterleven. Denk aan een giftige beet of steek als er een giftig dier in de buurt is of wanneer patiënten zeggen dat ze gebeten of gestoken zijn. Als het kan en veilig is, kijk je goed naar het dier of probeer het te vangen zodat het geïdentificeerd kan worden, maar laat dit niet ten koste gaan van de patiëntenzorg en breng je eigen veiligheid niet in gevaar. Hoe de patiënt reageert op gif kan afhangen van zijn lichaamsgrootte, huidige gezondheid, eerdere blootstelling, chemische reacties die plaatsvinden in het lichaam, plaats van de beet of steek en van hoeveel gif er is ingespoten. Sommige patiënten hebben ernstige allergische reacties op zelfs vrij kleine beten of steken – vooral bijensteken. Zie Allergische reacties voor behandeling of anafylaxie. Patiënten die door een gifslang of een giftig reptiel zijn gebeten, kunnen de giftanden in hun huid hebben staan, gepaard gaande met pijn, zwelling en verkleuring van de huid op de plaats van de beet. Ze kunnen klagen over een slap gevoel, misselijkheid, moeite hebben met ademen, praten of slikken, hoofdpijn hebben, wazig zien en een tintelend of dood gevoel hebben rond het gezicht of de mond, Ze kunnen een snelle pols of koorts hebben, het koud hebben en kunnen gaan overgeven. Patiënten die door een giftige spin zijn gebeten kunnen buikpijn en verkrampte of trillende spieren, verwarring, coma en een overvloedige speekseluitscheiding hebben, en de plek waar gebeten is kan pijnlijk, rood en/of warm zijn. De patiënt kan ook klagen over hoofdpijn, misselijkheid, moeilijk adem-
A-41
Appendix
halen en duizeligheid. Overmatig zweten en een verdoofd gevoel in de ledematen kan voorkomen, samen met een tintelend gevoel rond de mond. Vaak ontstaan symptomen pas ruim een uur nadat men is gebeten. Insectenbeten en -steken resulteren meestal in pijn, roodheid, jeuk, en zwelling op de plek van de beet of steek. Sommige patiënten hebben een verlate reactie zoals koorts, pijnlijke gewrichten, netelroos en gezwollen klieren. Veel steken door onderwaterleven resulteren in een brandend gevoel of scherpe pijn op de plaats van de steek, samen met zwelling en/of rode huiduitslag en striemen. Sommige patiënten krijgen last van shock, bewusteloosheid, slap gevoel, misselijkheid en overgeven, hebben moeite met ademhalen of krijgen te maken met ademstilstand. Bij sommige beten of steken door giftige dieren krijgt de patiënt geen gif ingespoten en is er alleen een beetje irritatie. Je moet echter, omdat de symptomen pas later kunnen optreden, de patiënt aanmoedigen zich medisch na te laten kijken om toekomstige invaliditeit te voorkomen. Behandel iedere beet of steek die door een zeer giftig dier is toegebracht als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire zorg. Behandel iedere beet of steek waardoor een diepe wond ontstaat, of waardoor de ademhaling of het bewustzijnsniveau van de patiënt verandert, als een medisch noodgeval. Volg de procedures voor primaire zorg. Neem als je op de medische hulpdiensten wacht indien mogelijk contact op met een plaatselijk centrum voor vergiftiging (Antigifcentrum (België) of de huisarts, apotheek of eerstehulpafdeling in een ziekenhuis). Bij veel giftige beten en steken vertraag je de verspreiding van het gif door zogenaamde ‘pressure immobilization’: drukverband aanleggen en dan spalken om het lichaamsdeel te immobiliseren. De techniek wordt hierna uitgelegd.
Patiëntenzorg – slangenbeten •
A-42 • • • •
• •
STOP – Beoordeel en observeer de plaats van het ongeval. – Is er een giftige slang in de buurt? Onthoud dat sommige slangen meerdere keren kunnen bijten. Bescherm jezelf. Behandel alle slangenbeten als eventueel dodelijk en ga ermee om als hieronder is vermeld. DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Kan de slang bij mij of de patiënt komen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als je contact hebt met de medische hulpdiensten, vraag om aanwijzingen waarmee je ter plaatse zorg kunt verlenen totdat ze er zijn en volg deze aanwijzingen op. In het algemeen, houd de patiënt rustig door de patiënt te laten liggen en te laten ontspannen. Tenzij de medische hulpdiensten je vertellen dat het niet zo moet, maak je de wond niet schoon omdat speeksel van de slang de medische hulpdiensten kan vertellen om wat voor slang het gaat.
Appendix
•
• • •
Als medische hulpdiensten vertraging hebben of niet beschikbaar zijn, moet je de patiënt vervoeren. Het toedienen van tegengif is de enige effectieve behandeling voor giftige slangenbeten. Daarom is het belangrijk om snel naar een medisch centrum toe te gaan. Draag de patiënt indien mogelijk of laat de patiënt langzaam wandelen. Oefen directe druk op de wond uit met een steriel verband, kussentje of gehandschoende hand. Daarna pas je ‘pressure immobilization’ toe: drukverband aanleggen en dan spalken om het lichaamsdeel te immobiliseren.. Blijf de levenslijn van de patiënt in de gaten houden tot de medische hulpdiensten er zijn, of tijdens vervoer.
Patiëntenzorg – spinnenbeten • • • • •
•
• •
•
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Is er een giftige spin in de buurt? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan – kan de spin bij mij of de patiënt komen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als je contact hebt met de medische hulpdiensten, vraag om aanwijzingen waarmee je ter plaatse zorg kunt verlenen totdat ze er zijn en volg deze aanwijzingen op. Als de patiënt tekenen vertoont van een ernstige allergische reactie, moet je daarvoor behandelen. (Zie Allergische reacties voor meer informatie.) Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten tot de medische hulpdiensten er zijn. Stel de patiënt gerust, houd hem stil en laat hem rusten. Afhankelijk van de aanwijzingen van de medische hulpdiensten: a) maak de plaats van de beet schoon met zeep en water of wasalcohol, b) leg een koud kompres op de plek en leg die omhoog of c) pas ‘pressure immobilization’ toe: drukverband aanleggen en dan spalken om het lichaamsdeel te immobiliseren. Vervoer naar een medische faciliteit omdat er voor sommige spinnen een tegengif bestaat.
Patiëntenzorg – insectenbeten (schorpioen, bij, wesp en mier) • • •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Is er een giftig insect in de buurt? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Kan het insect bij mij of de patiënt komen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN.
A-43
Appendix
• •
•
• • •
•
Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als je contact hebt met de medische hulpdiensten, vraag om aanwijzingen waarmee je ter plaatse zorg kunt verlenen totdat ze er zijn en volg deze aanwijzingen op. Als de patiënt tekenen vertoont van een ernstige allergische reactie, moet je daarvoor behandelen. (Zie Allergische reacties voor meer informatie.) Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten tot de medische hulpdiensten er zijn. Als de angel nog steeds in de huid zit, schraap je die vanaf de zijkant van de huid af – niet de gifzak inknijpen of samenpersen. Stel de patiënt gerust, houd hem stil en laat hem rusten. Afhankelijk van de aanwijzingen van de medische hulpdiensten: a) maak de plaats van de beet schoon met zeep en water of wasalcohol, b) leg een koud kompres op de plek en leg die omhoog of c) pas ‘pressure immobilization’ toe: drukverband aanleggen en dan spalken om het lichaamsdeel te immobiliseren. Vervoer naar medische faciliteit.
Patiëntenzorg – steken en beten van koraal, kwallen en kwalpoliepen • • • • •
A-44 •
• • • •
•
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Ligt de patiënt nog in het water? Is er een giftig dier in de buurt? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Hoe kan ik de patiënt en mijzelf verder beschermen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als de patiënt tekenen vertoont van een ernstige allergische reactie, moet je daarvoor behandelen. (Zie Allergische reacties voor meer informatie.) Houd de levenslijn van de patiënt in de gaten tot de medische hulpdiensten er zijn. Als je contact hebt met de medische hulpdiensten, vraag om aanwijzingen waarmee je ter plaatse zorg kunt verlenen totdat ze er zijn en volg deze aanwijzingen op. Stel de patiënt gerust, houd hem stil en laat hem rusten. Neutraliseer tentakels van een kwal met azijn. Zonder daarvoor blote handen te gebruiken verwijder je grote tentakeldelen. Spoel het gebied niet met zoet water omdat de overblijvende cellen dan gaan steken. Leg een koud kompres op de plek. Bij een grote kwallenbeet denk je na over het toepassen van ‘pressure immobilization’ op de plaats van de wond nadat je er azijn op hebt gedaan. Vervoer naar medische faciliteit.
Appendix
Patiëntenzorg – beet van een octopus en steek van een kegelslak • • • • •
•
• •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Ligt de patiënt nog in het water? Is er een giftig dier in de buurt? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Hoe kan ik de patiënt en mijzelf verder beschermen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als je contact hebt met de medische hulpdiensten, vraag om aanwijzingen waarmee je ter plaatse zorg kunt verlenen totdat ze er zijn en volg deze aanwijzingen op. Stel de patiënt gerust, houd hem stil en laat hem rusten. Oefen onmiddellijk directe druk op de wond uit met een steriel verband, kussentje of gehandschoende hand. Pas ‘pressure immobilization’ toe op de wond. Vervoer naar medische faciliteit.
Patiëntenzorg – verwonding door een stekel van een vis • • • • •
• • •
• •
STOP – Beoordeel en observeer de omgeving van het ongeval. – Ligt de patiënt nog in het water? Is er een giftig dier in de buurt? DENK NA – Let op je eigen veiligheid en vorm een actieplan. – Hoe kan ik de patiënt en mijzelf verder beschermen? DOE – Controleer bewustzijnsniveau en WAARSCHUW – indien van toepassing – de MEDISCHE HULPDIENSTEN. Doe de eerste beoordeling en houd de levenslijn van de patiënt in de gaten – de ABCD’S. Als je contact hebt met de medische hulpdiensten, vraag om aanwijzingen waarmee je ter plaatse zorg kunt verlenen totdat ze er zijn en volg deze aanwijzingen op. Stel de patiënt gerust, houd hem stil en laat hem rusten. Behandel indien nodig voor shock. Behandel een ernstige bloeding, indien nodig. Verwijder, als dat gemakkelijk gaat, in de huid vastzittende stekels van vissen. Dompel de wond onder in heet maar niet kokend heet water. Laat tot 90 minuten ondergedompeld om de pijn te verzachten. Herhaal deze behandeling indien nodig. Als heet water de pijn niet verzacht, leg je een koud kompres op de wond. Maak de wond schoon met water en zeep. Doe iets op de wond wat plaatselijk ontsmet. Zoek medische hulp.
A-45