27-11-14
Programma
Polyfarmacie Kennismaking Doel Polyfarmacie Moderne Dementiezorg Dementie Wilma Knol Marjorie Nelissen-Vrancken
Voorkomen en aanpak problemen Aan de slag in de praktijk
25 november 2014
Doel
Na afloop van deze nascholing weet u: - wat we verstaan onder polyfarmacie
KENNISMAKING
- wat specifieke problematiek bij mensen met dementie is - hoe u problemen met medicatie in de praktijk kunt voorkomen en oplossen
Casus 1
Mevrouw Beurskens gebruikt de volgende medicatie:
POLYFARMACIE
omeprazol
1 maal daags 40 mg
metformine
1 maal daags 500 mg
acetylsalicylzuur
1 maal daags 80 mg
hydrochloorthiazide
1 maal daags 12,5 mg
isosorbidemononitraat mga
2 maal daags 50 mg
rosuvastatine
1 maal daags 10 mg
citalopram 20 mg
1 maal daags 20 mg
colecalciferol (= vitamine D)
1 maal daags 800 IE
mometason neusspray 50 µg
1 maal daags 2 x sprayen in beide neusgaten
Duratears
6 maal daags 1 druppel in beide ogen
Is bij mevrouw Beurskens sprake van polyfarmacie?
1
27-11-14
Casus 2
Casus 3
Mevrouw Polderman gebruikt de volgende medicatie:
Meneer Bastiaans gebruikt de volgende medicatie:
metformine
2 maal daags 500 mg
bumetanide
1 maal daags 1 mg
hydrochloorthiazide
2 maal daags 12,5 mg
digoxine
1 maal daags 0,125 mg
simvastatine
1 maal daags 40 mg
enalapril
2 maal daags 10 mg
acetylsalicylzuur
1 maal daags 80 mg
beclometason 0,4 mg
2 maal daags 1 inhalatie
paracetamol
zo nodig 1 tablet bij hoofdpijn
salbutamol 0,4 mg
zo nodig 1 inhalatie
lanettecrème
1 maal daags aanbrengen
Is bij meneer Bastiaans sprake van polyfarmacie? Is bij mevrouw Polderman sprake van polyfarmacie?
Wat is polyfarmacie?
Oorzaken polyfarmacie
Er is sprake van polyfarmacie als een patiënt vijf of meer
Welke redenen kunt u bedenken waarom een patiënt minstens vijf
verschillende geneesmiddelen chronisch gebruikt.
verschillende geneesmiddelen langdurig gebruikt?
Verschillende geneesmiddelen: • geneesmiddelen uit verschillende geneesmiddelgroepen • dermatologische preparaten (crèmes, lotions e.d.) tellen niet mee • combinatiepreparaten met 2 verschillende middelen tellen als 1
- Comorbiditeit - Meerdere voorschrijvers - Herhaalreceptuur - Behandeling van bijwerkingen - Meerdere apotheken - Onduidelijkheid bij de patiënt
Chronisch gebruik = gebruik gedurende minimaal 90 dagen per jaar
LET OP: polyfarmacie is niet per definitie verkeerd.
Risico's van polyfarmacie
Patiënten met grootste risico's
Hoe meer geneesmiddelen, hoe groter de kans op:
Grootste risico op geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames
-
ongewenste interacties
hebben patiënten met:
-
bijwerkingen
- polyfarmacie
-
verminderde therapietrouw
- verminderde cognitie
-
ongeschikte medicatie
- verminderde nierfunctie - niet-zelfstandig wonen
Harm-onderzoek (2008):
- meerdere aandoeningen
Bij 2,4% van alle ziekenhuisopnames en 5,6% van de acute opnames is geneesmiddelgebruik de oorzaak. Hiervan was 46% potentieel vermijdbaar.
2
27-11-14
Probleemgeneesmiddelen
Geneesmiddelgroep
Aandeel in ziekenhuisopnames
1
trombocytenaggregatieremmers
8,7%
2
vitamine K-antagonisten
6,3%
3
NSAID's
5,1%
4
psychofarmaca
5,1%
5
insulines
4,8%
6
orale bloedglucoseverlagende middelen
4,5%
7
lisdiuretica
4,5%
8
orale corticosteroïden
3,9%
9
antimicrobiële middelen
3,3%
10
anti-epileptica
2,7%
DEMENTIE
Bron: Leendertse et al, 2008.
Casus 4
Anticholinerg effect
Mevrouw Jansen, 83 jaar, weduwe, woont in serviceflat, wandelt graag. Zij is sinds enkele maanden vergeetachtiger, rusteloos en enigszins achterdochtig. Ze gebruikt de volgende medicatie: •
acetylsalicylzuur
•
hydrochloorthiazide
•
perindopril
•
simvastatine
•
oxybutynine
Wat is er aan de hand? Is er een relatie met haar medicatie? Ontbreekt er iets?
Casus 4 vervolg
Geneesmiddelen met anticholinerg effect
Groep
Middel
De geriater schrijft galantamine en risperidon voor. U wordt
antihistaminica
hydroxyzine
ingeschakeld om de medicatie te geven. Haar kinderen wonen in
antiparkinson medicatie
biperideen
antipsychotica
clozapine, olanzapine, chloorpromazine
antispasmodica
oxybutynine, tolterodine
TCA’s
Amitriptyline, clomipramine, imipramine, nortriptyline
andere delen van het land en bezoeken hun moeder ongeveer 1 keer per maand. Eén keer per week komt de werkster, verdere ondersteuning van de thuiszorg is niet nodig.
Welke werking kunt u verwachten van galantamine en risperidon? En welke bijwerkingen? Denkt u dat uw collega’s dit weten?
FTK$
3
27-11-14
Wat is bij ouderen anders dan bij jongeren?
Verandering fysiologische functies: •
vermindering nierfunctie
•
vermindering leverfunctie
•
vermindering gewicht -> verandering verdelingsvolume
•
verandering permeabiliteit bloed-hersenbarrière
•
regelsystemen sneller uit het lood
Hebben mensen met dementie meer co-morbiditeit?
Problematiek bij mensen met dementie
Bijwerkingen bij mensen met dementie
'Gebruikelijke' comorbiditeit:
Moeilijk te herkennen:
cardiovasculaire aandoeningen (hypertensie, decompensatio
•
onvoldoende kennis/ervaring bij zorgprofessionals
cordis, angina pectoris)
•
atypische/non-specifieke presentatie
•
pulmonale aandoeningen (COPD)
•
verminderde communicatie
•
diabetes mellitus
•
toegeschreven aan de kwetsbaarheid
•
toegeschreven aan een bestaande diagnose
•
beschouwd als een nieuw medisch probleem
•
Onderliggend neurologisch lijden: • ziekte van Parkinson • ziekte van Huntington
Probleemgedrag
4
27-11-14
Bijwerking of diagnose?
•
vallen
•
delier
•
misselijkheid
•
vermoeidheid
•
'licht in het hoofd'
•
apathie
•
incontinentie voor urine
•
obstipatie
•
dyspepsie
VOORKÓMEN EN AANPAK VAN PROBLEMEN
=> voorschrijfcascade
Problemen in de praktijk
Voorkómen van problemen
! Welke problemen ziet u in uw praktijk met medicatie bij mensen met
Verantwoord voorschrijven: "
richtlijnen specifiek voor ouderen
"
start- en stopcriteria uit richtlijn Polyfarmacie bij ouderen (2012)
dementie?
Hoe kunt u deze problemen voorkómen?
Hoe lost u deze problemen op?
!
Goede medicatieoverdracht en actueel medicatieoverzicht
!
Adequate medicatiebewaking
!
Medicatiebeoordeling
!
Gerichte acties bij mogelijke (beginnende) problemen: " op aangeven van patiënt/familie " bij signalen van zorgverleners en mantelzorgers
Medicatiebeoordeling
Werkwijze gestructureerde medicatiebeoordeling
STRIP 1. farmacotherapeutische anamnese
Een medicatiebeoordeling = een beoordeling van de farmacotherapie door patiënt (of mantelzorg/ verzorgenden), arts en apotheker op basis van een periodieke,
2. farmacotherapeutische analyse
gestructureerde, kritische evaluatie van de medische-, farmaceutische- en gebruiksinformatie. 5. follow-up en monitoring
Maatstaf bij een medicatiebeoordeling zijn de individuele behoeften van een patiënt ten aanzien van zijn of haar geneesmiddelengebruik. 3. overleg arts en apotheker Bron: Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie bij ouderen (2012)
4. overleg patiënt
5
27-11-14
Stap 1: Farmacotherapeutische anamnese
Stap 2: Farmacotherapeutische analyse
Gesprek met patiënt/familie met aandacht voor:
Analyse van medicatie door arts en apotheker met aandacht voor:
• verwachting/mening patiënt
•
onderbehandeling
• ervaringen met (eerdere) medicatie
•
niet effectieve farmacotherapie
• effectiviteit
•
overbehandeling
• bijwerkingen
•
(potentiële) bijwerking
• daadwerkelijk gebruik
•
klinisch relevante contra-indicatie en interactie
• zelfzorg of kruidengeneesmiddelen
•
onjuiste dosering
• opvolgen gebruiksadviezen
•
probleem bij gebruik
• praktische problemen • redenen afwijken gebruiksadviezen/dosering
Stap 3: Medicatieoverleg
Stap 4: Overleg met patiënt
Overleg tussen arts, apotheker en – indien mogelijk - ook verpleging/
Gesprek met de patiënt of diens vertegenwoordiger met aandacht
verzorging met aandacht voor:
voor:
•
ieders visie
•
wijzigingsvoorstellen
•
behandeldoelen voor de patiënt
•
definitieve wijzigingen
•
prioriteren van medicatiegerelateerde problemen
•
farmacotherapeutisch behandelplan
•
voorstellen voor oplossen problemen
•
hoe, wanneer en door wie evaluatie
Stap 5: Follow-up en monitoring
Evalueren en monitoren van effecten: •
wanneer (tussentijdse) controles
•
wanneer volgende medicatiebeoordeling
AAN DE SLAG IN DE PRAKTIJK
6
27-11-14
Werkmaterialen
Werkmaterialen dementie: •
Scholing
Scholing dementie:
Richtlijn diagnostiek en behandeling van dementie. Nederlandse Vereniging voor
•
Klinische Geriatrie, 2014 (voor alle zorgprofessionals)
•
•
FTO-module Dementie (voor huisartsen en apothekers)
•
Medicatiecoach: werkboek Medicijnen bij dementie (thuiszorg)
E-learning Medicijnen bij dementie (voor verpleging/verzorging in thuiszorg) Nascholing Dementiezorg en medicatie thuis (voor casemanagers, praktijkondersteuners, verzorgenden en wijkverpleegkundigen)
•
Nascholing dementie (voor artsen)
Werkmaterialen polyfarmacie: •
FTO-modules Polyfarmacie (voor huisartsen en apothekers)
Scholing polyfarmacie:
•
Werkboek Medicatiebeoordeling in verpleeghuizen
•
E-learning Polyfarmacie (voor praktijkondersteuners/apothekersassistenten)
•
Checklists voor anamnesegesprek: gestructureerde medicatie anamnese*
•
Nascholing Medicatiebeoordeling (voor apothekers en artsen)
•
Start- en Stopp-criteria*
•
Expertisecentrum pharmacotherapie bij ouderen (voor alle zorgprofessionals)
•
KNMP dosisaanpassing bij verminderde nierfunctie*
•
STRIP-assistent*: http://videodemo.stripa.eu/
* www.ephor.nl
BEDANKT VOOR UW AANDACHT
7