Polar CS100™ Gebruiksaanwijzing
INHOUD De informatie over het gebruik van het product met de borstband wordt blauw weergegeven. 1.
INLEIDING TOT DE POLAR FIETSCOMPUTER ......................................................................................................................7 1.1 PRODUCTONDERDELEN ............................................................................................................................................7 1.2 DE FIETSCOMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN ........................................................................................8 1.3 DE STUURHOUDER, FIETSCOMPUTER EN SNELHEIDSSENSOR BEVESTIGEN ............................................................12 1.3.1 Stuurhouder en fietscomputer ....................................................................................................................12 1.3.2 Snelheidssensor .........................................................................................................................................13 1.4 UW BORSTBAND DRAGEN .......................................................................................................................................15
2.
TRAINING ........................................................................................................................................................................16 2.1 DE TRAINING REGISTREREN EN DE HARTSLAG METEN ...........................................................................................16 2.2 FUNCTIES TIJDENS DE TRAINING ............................................................................................................................18 2.3 DE TRAINING BEËINDIGEN EN HET OVERZICHTSBESTAND BEKIJKEN ......................................................................22
3.
HET BESTAND MET GEREGISTREERDE GEGEVENS BEKIJKEN ...........................................................................................23
4.
TOTAALWAARDEN ............................................................................................................................................................27
5.
INSTELLINGEN .................................................................................................................................................................31 5.1 DE AFGELEGDE AFSTAND INSTELLEN VOOR DE GESCHATTE AANKOMSTTIJD EN AUTOMATISCHE RONDEREGISTRATIE (CYCLING SET) ................................................................31 5.2 TIMERINSTELLINGEN (TIMER SET) ..........................................................................................................................33 5.3 INSTELLINGEN VOOR HARTSLAGLIMIETEN (LIMITS SET)..........................................................................................34 5.3.1 OwnZone.....................................................................................................................................................36 5.4 FIETSINSTELLINGEN (BIKE SET) ..............................................................................................................................39 NEDERLANDS
–
5
5.5 5.6 5.7
HORLOGE-INSTELLINGEN (WATCH SET)) .................................................................................................................43 PERSOONLIJKE GEGEVENS INSTELLEN (USER SET) .................................................................................................45 GELUIDSSIGNALEN EN EENHEDEN VOOR DE FIETSCOMPUTER INSTELLEN (GENERAL SET) .....................................48
6.
INSTELLINGEN VAN DE FIETSCOMPUTER AANPASSEN VANAF DE PC ...............................................................................49
7.
ONDERHOUD ...................................................................................................................................................................50
8.
VEILIG GEBRUIK VAN DE FIETSCOMPUTER......................................................................................................................54
9.
VEELGESTELDE VRAGEN ..................................................................................................................................................56
10. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................................................................................58 11. INTERNATIONALE GARANTIE ............................................................................................................................................60 12. AANSPRAKELIJKHEID .......................................................................................................................................................61 13. INDEX ..............................................................................................................................................................................62
6
–
NEDERLANDS
1. INLEIDING TOT DE POLAR FIETSCOMPUTER 1.1 PRODUCTONDERDELEN De verpakking van de Polar Fietscomputer bevat de volgende onderdelen: Fietscomputer Tijdens de training worden uw fiets- en trainingsgegevens op de fietscomputer weergegeven en geregistreerd. Voer uw persoonlijke instellingen in en analyseer de trainingsgegevens na uw sessie. Polar Bike Mount™ Zet de stuurhouder vast op de fiets en bevestig de fietscomputer hieraan. Polar Snelheid Sensor™ Met een draadloze snelheidssensor wordt gemeten welke afstand u met welke snelheid hebt gefietst.
De CS100b set bevat geen borstband, u kunt deze aanschaffen als accessoire. Webservices van Polar www.polarpersonaltrainer.com is een geavanceerde webservice die speciaal is ontwikkeld om u te helpen bij het bereiken van uw trainingsdoelen. Hier kunt u zich kosteloos registreren, waarna u toegang krijgt tot een persoonlijk trainingsschema, een logboek, handige artikelen en nog veel meer. Daarnaast kunt u op www.polar.com on line actuele tips lezen en antwoorden op vragen krijgen. De meest recente versie van deze gebruiksaanwijzing kunt u downloaden op www.polar.com/support.
Gecodeerde borstband van Polar Bij de CS100 wordt standaard een borstband meegeleverd. De borstband stuurt het signaal van uw hartslag naar de fietscomputer. Met de elektroden achter op de borstband wordt uw hartslag gemeten. Een elastische band zorgt ervoor dat de borstband goed om uw borst blijft zitten. De informatie over het gebruik van het product met de borstband is blauw weergegeven. NEDERLANDS
–
7
1.2 DE FIETSCOMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN Voer de basisinstellingen in (tijd, datum, eenheden en persoonlijke instellingen).
Hoe Basisinstellingen invoeren Als u uw persoonlijke gegevens nauwkeurig invoert, bent u verzekerd van correcte feedback op basis van uw prestaties (zoals calorieverbruik en bepaling van uw persoonlijke hartslagzone). Schakel de fietscomputer in door op de MIDDELSTE knop te drukken. Op het display verschijnen cijfers en letters. 1. Druk op de MIDDELSTE knop. BASIC SET wordt weergegeven. Displayweergave:
3. Time Set • Time Mode 24h / 12h
• AM / PM (voor 12-uurs notatie)
8
–
NEDERLANDS
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
RECHTS • Stel 24-uurs of 12-uurs notatie in.
MIDDEN
RECHTS • Stel AM of PM in.
MIDDEN
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
• Hours
RECHTS • Stel het aantal uren in.*
MIDDEN
• Minutes
RECHTS • Stel het aantal minuten in.*
MIDDEN
RECHTS • Stel de dag (in 24-uurs notatie) of de maand (in 12-uurs notatie) in.*
MIDDEN
• Month / Day
RECHTS • Stel de maand (in 24-uurs notatie) of de dag (in 12-uurs notatie) in.*
MIDDEN
• Year
RECHTS • Stel het jaar in.*
MIDDEN
4. Date Set** • Day / Month
2. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit: Opmerking: • *De cijfers veranderen sneller als u de RECHTERKNOP ingedrukt houdt bij het aanpassen van de waarde. • **De geselecteerde tijdsnotatie bepaalt hoe de datum wordt weergegeven (24 u: Dag - maand - jaar / 12 u: Maand - dag - jaar). • Als u de batterij hebt vervangen of de beginwaarden van de fietscomputer hebt hersteld, hoeft u alleen maar de datum en tijd in te stellen in de basisinstellingen. U kunt de overige instellingen overslaan door de LINKERKNOP ingedrukt te houden.
NEDERLANDS
–
9
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
5. Unit kg/cm of lb/ft
RECHTS • Stel de eenheid voor gewicht en lengte in: kg/cm of lb/ft.
MIDDEN
6. Weight kg/lb
RECHTS • Stel uw gewicht in kilogrammen of pounds in.
MIDDEN
Opmerking: Als u de verkeerde eenheden hebt gekozen, kunt u deze alsnog wijzigen door op de LINKERKNOP te drukken en weer naar stap 5 te gaan. 7. Height cm/ft
RECHTS • Stel uw lengte in cm of ft in. • Stel het aantal inches in (als u lb/ft hebt gekozen).
MIDDEN
8. Birthday • Day / Month
RECHTS • Stel de dag (in 24-uurs notatie) of de maand (in 12-uurs notatie) in.
MIDDEN
• Month / Day
RECHTS • Stel de maand (in 24-uurs notatie) of de dag (in 12-uurs notatie) in.
MIDDEN
• Year
RECHTS • Stel het jaar in.
MIDDEN
10
–
NEDERLANDS
MIDDEN
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
9. Sex Male / Female
RECHTS • Geef aan of u een man of vrouw bent.
MIDDEN
• Settings done wordt weergegeven. • Als u de instellingen wilt wijzigen, drukt u op de LINKERKNOP totdat de gewenste instelling wordt weergegeven. • Als u de instellingen wilt accepteren, drukt u op de MIDDELSTE knop, hierna komt u in de functie Time. De fietscomputer schakelt over op de energiebesparende modus (leeg display) als u op de LINKERKNOP drukt of als u gedurende vijf minuten op geen enkele knop in de functie Time hebt gedrukt. U kunt de fietscomputer weer inschakelen door op een willekeurige knop te drukken.
NEDERLANDS
–
11
1.3 DE STUURHOUDER, FIETSCOMPUTER EN SNELHEIDSSENSOR BEVESTIGEN 1.3.1 STUURHOUDER EN FIETSCOMPUTER 1. Bepaal waar u de stuurhouder en fietscomputer wilt plaatsen: U kunt deze monteren op de linker- of rechterstang van het stuur of op de stuurpen. 2.
2. Plaats het rubberen deel op de stuur- of stuurpen en bevestig hierop de stuurhouder.
3.
3. Plaats de tie raps over de stuurhouder en rond het stuur- of de stuurpen. Bevestig de stuurhouder stevig. Knip overtollige uiteinden van de tie raps af.
12
–
NEDERLANDS
4. Plaats de fietscomputer op de stuurhouder. Draai de fietscomputer rechtsom totdat u deze hoort vastklikken. U kunt de fietscomputer losmaken door deze naar beneden te duwen en tegelijkertijd linksom te draaien.
1.3.2 SNELHEIDSSENSOR Voor het installeren van de snelheidssensor en de spaakmagneet hebt u een mesje en een kleine schroevendraaier nodig. 1. Bevestig de snelheidssensor (B) aan de voorvork van uw fiets, tegenovergesteld van de bevestigde fietscomputer(A). De afstand tussen de snelheidssensor en de fietscomputer mag niet meer dan 30-40 cm/1’-1’3’’ zijn. Als de fietscomputer bevestigt is op de stuurpen of wanneer u een fietstraining doet in een omgeving met elektromagnetische interferentie, dient de afstand zo klein mogelijk te zijn (minimaal 30 cm/1’). De snelheidssensor en fietscomputer moeten een hoek van ongeveer 90° vormen.
2.
2. Bevestig het rubberen onderdeel aan de sensor.
3.
3. Haal tie raps door de gaten in de sensor en het rubberen onderdeel.
Als de afstand tussen de fietscomputer en de snelheidssensor groter is dan voorgeschreven (bijvoorbeeld op mountainbikes - dit wordt veroorzaakt door de voorvering). Dan kan de snelheidssensor op de zelfde kant als de fietscomputer op de voorvork bevestigd worden. In dit geval is de maximale afstand 50 cm/1’6’’.
4.
4. Bevestig de sensor zodanig op de voorvork dat het Polar logo naar buiten is gericht. Trek de tie raps zachtjes aan (dus nog niet volledig strak).
1.
NEDERLANDS
–
13
5. Bevestig de magneet op een spaak ter hoogte van de sensor. De opening in de magneet moet in de richting van de snelheidssensor wijzen. Bevestig de magneet aan de spaak en draai deze zachtjes aan met een schroevendraaier (dus nog niet volledig vast).
5.
max 4 mm / 0’16”
Plaats de magneet en de sensor zodanig ten opzichte van elkaar dat ze vlak langs elkaar bewegen, maar elkaar niet raken. Richt de sensor zo veel mogelijk in de richting van het wiel/de spaken. De afstand tussen de snelheidssensor en de magneet mag maximaal 4 mm / 0’16’’ zijn. De afstand is juist wanneer een tie rap precies tussen de magneet en de sensor past. Draai het voorwiel zodat u een snelheid af kunt lezen op het display. De snelheid geeft aan dat de magneet en de snelheidssensor juist zijn gepositioneerd. Draai de schroef van de magneet vast met een schroevendraaier nadat u de magneet en de snelheidssensor correct hebt geplaatst. Trek ook de tie raps stevig aan en knip de uiteinden af. 14
–
NEDERLANDS
Uw veiligheid is belangrijk voor ons. Blijf tijdens het fietsen op het verkeer letten om ongelukken en letsel te voorkomen. Controleer of u het stuur normaal kunt draaien en de rem- en schakelkabel niet achter de stuurhouder of de snelheidssensor blijven hangen. Contoleer ook of de stuurhouder of de snelheidssensor het fietsen, remmen of schakelen niet belemmeren. Voordat u gaat fietsen, moet u de wielgrootte instellen in de fietscomputer. Zie pagina 39-42 voor meer informatie.
1.4 UW BORSTBAND DRAGEN Gecodeerde hartslagtransmissie verkleint de kans op interferentie van andere hartslagmeters die worden gebruikt door mensen bij u in de buurt. Houd de fietscomputer binnen het bereik van de borstband (één meter), zodat u er zeker van bent dat het zoeken naar de gecodeerde gegevens lukt, waardoor problemen bij de controle van uw hartslag worden voorkomen. Controleer of zich in uw nabijheid geen mensen bevinden die ook een hartslagmeter dragen en dat er in uw omgeving geen elektromagnetische storingsbronnen zijn (zie “Veilig gebruik van de fietscomputer” op pagina 54 voor meer informatie over interferentie). Als u uw hartslag wilt meten, moet u de borstband omdoen. 1. Bevestig een uiteinde van de 1. borstband aan het elastische bandje.
2. Stel de lengte van het elastische bandje zo in dat de borstband strak maar comfortabel zit. Doe de borstband om uw borst, net onder de borstspieren en bevestig het elastische bandje aan de borstband. 2.
3.
3. Trek de borstband iets van de borst af en maak de twee geribbelde elektrodeplaten aan de binnenkant vochtig.
4.
4. Zorg ervoor dat de vochtige elektrodeplaten dicht tegen de huid liggen en dat het Polar logo rechtop in het midden zit.
Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie over het meten van uw hartslag. Zie de gedetailleerde wasinstructies in het hoofdstuk Onderhoud. NEDERLANDS
–
15
2. TRAINING 2.1 DE TRAINING REGISTREREN EN DE HARTSLAG METEN U kunt één trainingsbestand opslaan. U kunt een training op twee manieren registreren. Als u de functie AutoStart inschakelt, wordt de registratie van uw training automatisch gestart en gestopt wanneer u respectievelijk begint en stopt met fietsen. Als de functie AutoStart is uitgeschakeld, kunt u de registratie van uw training starten door op de MIDDELSTE knop te drukken. Zie pagina 39-40 voor meer informatie over het gebruik van de functie AutoStart. Start de training zonder borstband:
Start de training met borstband:
1. Bevestig de stuurhouder en snelheidssensor op uw fiets volgens de instructies op pagina 12-14. 2. Stel de fietscomputer op de stuurhouder in. 3. Activeer uw fietscomputer (als uw display leeg is) door op de MIDDELSTE knop te drukken. Wacht 15 seconde totdat het met kader uit de Time functie verdwijnt, hartslagsymbool voordat u gaat fietsen. Nu is de fietscomputer klaar om uw training te registreren. 4. Als u AutoStart on hebt geselecteerd, wordt uw snelheid op het display weergegeven zodra u begint met fietsen. Als u Autostart off hebt geselecteerd, kunt u beginnen met de registratie van uw training door op de MIDDELSTE knop te drukken zodra uw snelheid op het display wordt weergegeven. Ook de timer voor de trainingsduur begint te lopen. 5. Wanneer u stopt met fietsen, wordt de registratie van uw training automatisch beëindigd als u AutoStart on hebt geselecteerd. Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u de training beëindigen door 2 x op de LINKERKNOP te drukken. Zie pagina 22 voor meer informatie over het beëindigen van de training.
1. Draag de borstband zoals wordt beschreven in het gedeelte “De borstband dragen” op pagina 15. Zie pagina 12-14 voor meer informatie over het bevestigen van de stuurhouder en de snelheidssensor. 2. Activeer de fietscomputer door op de MIDDELSTE knop te drukken. Start vanuit de functie Time. Uw hartslag wordt automatisch geregistreerd. Wacht 15 seconde totdat uw hartslag wordt waargenomen en het hartslagsymbool met kader verschijnt.* De trainingstijd wordt nog niet geregistreerd. 3. Stel de fietscomputer op de stuurhouder in. Als u AutoStart on hebt geselecteerd, worden uw hartslag en snelheid op het display weergegeven zodra u begint met fietsen. Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u beginnen met de registratie van uw training door op de MIDDELSTE knop te drukken zodra uw hartslag en snelheid op het display worden weergegeven. Ook de timer voor de trainings duur begint te lopen. 4. Wanneer u stopt met fietsen, wordt de registratie van uw training automatisch beëindigd als u AutoStart on hebt geselecteerd. Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u de training beëindigen door op de LINKERKNOP te drukken. Zie pagina 22 voor meer informatie over het beëindigen van de training.
16
–
NEDERLANDS
• Als uw hartslag niet wordt weergegeven en 00 op het display verschijnt, wordt uw hartslag niet langer waargenomen. Houd de fietscomputer dicht bij het Polar logo op de borstband om ervoor te zorgen dat uw hartslag weer wordt waargenomen. U hoeft hierbij niet op een knop te drukken. • Als u OwnZone® hebt geselecteerd, wordt de procedure voor de bepaling van uw hartslagzone gestart. Zie het gedeelte OwnZone op pagina 36 voor meer informatie. • Als u het bepalen van uw OwnZone wilt overslaan en de eerder vastgelegde persoonlijke hartslagzone wilt gebruiken, drukt u op de MIDDELSTE knop zodra het OwnZone-symbool op het display wordt weergegeven. Als u uw persoonlijke hartslagzone nog niet eerder hebt bepaald, worden de hartslaglimieten gebaseerd op uw leeftijd. Opmerking: * Als er een kader om het hartslagsymbool staat, worden de hartslaggegevens gecodeerd verzonden. • Als uw hartslag niet wordt weergegeven op de fietscomputer, controleert u of de elektroden van de borstband vochtig zijn en de band strak genoeg zit.
NEDERLANDS
–
17
2.2 FUNCTIES TIJDENS DE TRAINING Opmerking: Uw trainingsgegevens worden alleen opgeslagen als de stopwatch (de trainingsduur) langer dan één minuut is ingeschakeld of als minimaal één ronde is opgeslagen.
Display informatie wijzigen: Druk op de RECHTERKNOP als u tijdens de training de volgende opties wilt weergeven: De afgelegde afstand (Dist) en de trajectafstand (Trip) worden afwisselend weergegeven wanneer u een rondetijd opneemt. De trajectafstand begint altijd vanaf nul en wordt weer op nul teruggezet zodra u tijdens de training een rondetijd registreert door op de MIDDELSTE knop te drukken.
1.
Fietssnelheid (km/h of m/h) Hartslag. Als er geen hartslagregistratie is of u hebt de gebruikersinstellingen niet ingevoerd, verschijnt hier de fietssnelheid op het display. De snelheid en hartslag worden ook grafisch weergegeven. Hoe meer balken worden weergegeven, des te hoger uw hartslag of snelheid is. Eén balk vertegenwoordigt een snelheid van 5 km/u of 3 mph. Wanneer alle tien de balken worden weergegeven, bedraagt uw snelheid 50 km/h of 30 mph of meer. 2. Gemiddelde snelheid (Avg) en geeft aan of de snelheid gedurende de laatste minuut is toeof afgenomen. Fietssnelheid Hartslag 18
–
NEDERLANDS
Opmerking: U kunt ook de RECHTERKNOP ingedrukt houden, zodat de weergaven automatisch na elkaar worden weergegeven. Dit kunt u weer uitschakelen door de RECHTERKNOP ingedrukt te houden.
3.
Kilocalorieën die u tot nu toe hebt verbrand. Het totale calorieverbruik wordt bijgehouden vanaf het moment dat uw hartslag wordt weergegeven. Als er geen hartslag wordt weergegeven of u hebt de basisinstellingen niet ingevoerd, dan verschijnt de fietssnelheid in beeld in plaats van de caloriemeting. Stopwatch, (trainingsduur). Hartslag
4.
Geschatte aankomsttijd. Als de functie voor de afgelegde afstand is uitgeschakeld, wordt in plaats hiervan de snelheid weergegeven. Als u instelt welke afstand u wilt afleggen, wordt de geschatte aankomsttijd berekend op basis van uw snelheid. Zie pagina 31 voor meer informatie. Tijd Hartslag
5.
Hartslaglimieten: Links ziet u de onderlimiet en rechts de bovenlimiet voor uw hartslag. Het hartslagsymbool schuift afhankelijk van uw hartslag naar links of rechts. Als er geen hartsymbool wordt weergegeven, dit betekent dat uw hartslag onder of boven de knipperende hartslaglimiet zit. Als dat het geval is, klinkt een alarm, als u deze functie tenminste hebt ingeschakeld. Als er geen hartslag wordt waargenomen, worden de limieten niet weergegeven. Zie pagina 34 voor meer informatie. Tijd die u hebt getraind in de aanbevolen hartslagzone (binnen uw hartslaglimieten). Hartslag NEDERLANDS
–
19
Target Zone Alarm: Met het Target Zone Alarm kunt u ervoor zorgen dat u traint met de juiste intensiteit. Als de limieten voor deze zone zijn ingeschakeld, klinkt een alarmsignaal zodra uw hartslag boven of onder de limiet komt. U kunt de limieten instellen in het menu Settings/Limits SET. Zie pagina 34 voor meer informatie. Als uw hartslag buiten de aanbevolen zone valt, begint de waarde voor uw hartslag te knipperen en geeft de fietscomputer bij elke hartslag een geluidssignaal. Het symbool rechtsboven in het display geeft aan dat het Target Zone Alarm is geactiveerd. Via de functie Settings kunt u het geluid bij het indrukken van knoppen in- of uitschakelen. Zie pagina 48 voor meer informatie over het in- of uitschakelen van geluidssignalen. Opmerking: Als de limieten voor de aanbevolen hartslagzone niet zijn ingeschakeld, klinkt in de trainingsregistratiestand geen alarmsignaal en worden er ook geen gegevens over de hartslagzone opgenomen in het trainingsoverzicht of het bestand.
Ronde- en tussentijd opslaan: Druk op de MIDDELSTE knop om de ronde- en tussentijd op te slaan. Lap time geeft de verstreken tijd voor één ronde aan. Split time is de tijd tussen het begin van de training en het moment waarop een rondetijd wordt vastgelegd (bijvoorbeeld het begin van de training en het tijdstip waarop de vierde ronde wordt geklokt). Rondetijd
Tussentijd
Rondenummer
Gemiddelde hartslag vanaf het begin van de ronde.
Opmerking: • Als u AutoLap hebt ingeschakeld via de functieSettings, worden ronden automatisch geregistreerd zodra u de ingestelde afstand bereikt (bijvoorbeeld elke kilometer of mijl). Zie pagina 31 voor meer informatie. • U kunt maximaal 50 rondetijden opslaan. Wanneer het geheugen vol is, wordt LapTime FULL weergegeven. U kunt tijdens de training de rondetijden nemen, maar deze worden niet meer geregistreerd. 20
–
NEDERLANDS
Timers: De timers van de fietscomputer lopen tijdens de registratie van de training. De fietscomputer geeft met een geluidssignaal aan wanneer een timer de ingestelde tijd heeft bereikt. Als alleen timer 1 is ingeschakeld, geeft deze een geluidssignaal zodra de ingestelde tijd tijdens de training is verstreken. Als ook timer 2 is ingeschakeld, worden de timers tijdens de training afwisselend weergegeven. Zie pagina 33 voor meer informatie.
De training tijdelijk onderbreken: 1. Druk op de LINKERKNOP. De registratie van de training, de stopwatch en andere berekeningen worden onderbroken. 2. Druk op de MIDDELSTE knop om weer door te gaan. Trainen in het donker: Als u tijdens de registratie van een training de verlichting inschakelt door op de MIDDELSTE knop te drukken, wordt de verlichting steeds opnieuw ingeschakeld zodra u op een knop drukt. Opmerking: Als de maximale registratietijd (99 uur, 59 minuten en 59 seconden) wordt overschreden, geeft de fietscomputer een geluidssignaal. De registratie van de training wordt automatisch onderbroken en op het display wordt HALT weergegeven. U kunt de registratie beëindigen door op de LINKERKNOP te drukken.
NEDERLANDS
–
21
2.3 DE TRAINING BEËINDIGEN EN HET OVERZICHTSBESTAND BEKIJKEN 1. Druk op de LINKERKNOP om de registratie van de training te onderbreken. Paused wordt weergegeven. 2. Druk op de LINKERKNOP. Summary FILE verschijnt, waarna automatisch de volgende gegevens achtereenvolgens worden weergegeven: Geregistreerde trainingsgegevens Duur van de geregistreerde training. Gemiddelde hartslag.
Hartslaglimieten die tijdens de training worden gebruikt (indien ingesteld).
Limits In Zone
Tijd die u hebt getraind in de aanbevolen hartslagzone.
Kcal
Aantal kilocalorieën die u tijdens de training hebt verbrand.
AvgSpeed
Gemiddelde snelheid.
Avg Cad.
Gemiddelde trapfrequentie.*
Distance
Afgelegde afstand.
RideTime
Tijd dat u daadwerkelijk hebt gefietst. Als u bijvoorbeeld stilstaat zonder dat u de registratie van de training hebt beëindigd, wordt deze timer automatisch stilgezet. De trainingstijd loopt echter door. Als u de functie AutoStart hebt ingeschakeld, hebben de trainingsduur en de tijd dat u daadwerkelijk hebt gefietst dezelfde waarde. De registratie wordt namelijk automatisch gestart en gestopt zodra u respectievelijk begint en stopt met fietsen.
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig. 22
–
NEDERLANDS
3. HET BESTAND MET GEREGISTREERDE GEGEVENS BEKIJKEN In het trainingsbestand kunt u uw fietsgegevens en prestaties bekijken die tijdens een trainingssessie zijn verzameld. De gegevens worden in een bestand opgenomen zodra u de registratie hebt gestart door op de MIDDELSTE knop te drukken of als u de functie AutoStart hebt ingeschakeld. Uw trainingsgegevens worden alleen opgeslagen als de stopwatch langer dan één minuut is ingeschakeld of als minimaal één ronde is opgeslagen.
Het trainingsbestand bekijken Druk op de MIDDELSTE knop • Date/Time Druk op de RECHTERKNOP • Exe.Time/Avg HR/Max HR Druk op de RECHTERKNOP • Limits Druk op de RECHTERKNOP • In/Above/Below Zone Druk op de RECHTERKNOP • Kcal Druk op de RECHTERKNOP • Distance Druk op de RECHTERKNOP • Avg/MaxSpeed Druk op de RECHTERKNOP • Avg/Max.Cad* Druk op de RECHTERKNOP • RideTime Druk op de RECHTERKNOP • Laps
1. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP. FILE wordt weergegeven. 2. Druk op de MIDDELSTE knop. Afwisselend worden Date en Time weergegeven. Geregistreerde trainingsgegevens Op het display wordt afwisselend weergegeven op welke datum en op welk tijdstip de registratie is gestart.
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig. NEDERLANDS
–
23
3. Druk op de RECHTERKNOP om door de geregistreerde gegevens te bladeren. Geregistreerde trainingsgegevens Exe.Time
Duur van de geregistreerde training.
Avg HR / Max HR
Afwisselend worden de gemiddelde en maximale hartslag in hartslag per minuut (hsm) weergegeven. Opmerking: Als u de hartslaglimieten als percentage van uw maximale hartslag instelt, worden deze waarden ook als percentages van uw maximale hartslag (%) weergegeven.
Limits
De hartslaglimieten (hsm of %) die tijdens de training zijn gebruikt (indien limieten zijn ingesteld).
In/Above/Below Zone
De duur van de training waarbij u respectievelijk binnen (In Zone), boven en onder uw hartslaglimieten hebt gesport (indien ingesteld) worden afwisselend op het display weergegeven.
Kcal
Aantal kilocalorieën die u tijdens de training hebt verbrand.
Distance
Afgelegde afstand.
AvgSpeed Max
Gemiddelde en maximale snelheid.
Opmerking: • De gegevens worden automatisch afwisselend op het display weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop als u snel door de gegevens wilt bladeren. • Houd de MIDDELSTE knop ingedrukt als u de verlichting in de functie File wilt inschakelen.
24
–
NEDERLANDS
Geregistreerde trainingsgegevens Avg Cad. Max
Gemiddelde en maximale trapfrequentie.*
RideTime
Tijd dat u daadwerkelijk hebt gefietst.
LAPS
Aantal ronden tijdens de training. Opmerking: Rondegegevens worden weergegeven als u tijdens de training minimaal één ronde hebt geregistreerd. 4. Druk op de MIDDELSTE knop als u de snelste ronde wilt bekijken. De gegevens voor de snelste ronde worden weergegeven: Snelste ronde. Nummer van de snelste ronde. 5. Blader door de ronden met de RECHTERKNOP. Als u op de MIDDELSTE knop drukt, kunt u door de volgende gegevens voor elke ronde bladeren: Tussentijd. Rondetijd. Op het display worden afwisselend uw maximale en gemiddelde hartslag tijdens de ronde weergegeven. Opmerking: De laatste ronde wordt automatisch geregistreerd wanneer u de training hebt beëindigd door op de LINKERKNOP te drukken, maar is nooit de snelste ronde.
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
NEDERLANDS
–
25
Geregistreerde trainingsgegevens Speed De snelheid, wanneer u de ronde hebt geregistreerd. Gemiddelde snelheid tijdens de ronde.
Cadence* De trapfrequentie, wanneer u de ronde hebt geregistreerd. Gemiddelde trapfrequentie tijdens de ronde.
Distance Op het display worden afwisselend de rondetijd en de tussentijd weergegeven.
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren. *Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig. 26
–
NEDERLANDS
4. TOTAALWAARDEN
Druk op de MIDDELSTE knop • Today’s TOTALS Druk op de RECHTERKNOP • ThisWeek TOTALS Druk op de RECHTERKNOP • Season’s TOTALS
De totaalwaarden omvatten de cumulatieve en maximale waarden van gegevens die tijdens uw trainingssessies zijn geregistreerd. Gebruik het bestand met de totaalwaarden als dagelijks of wekelijks overzicht van uw trainingswaarden. Alle waarden worden automatisch bijgewerkt wanneer u de registratie van de training beëindigt. Naast de dagelijkse en wekelijkse waarden kunt u de cumulatieve en maximale waarden voor een bepaalde periode weergeven. De waarden worden verzameld totdat u deze op nul terugzet. Zodoende kunt u de functie bijvoorbeeld gebruiken als maandelijkse teller voor uw trainingswaarden. Zie pagina 30 voor meer informatie over het terugzetten van waarden. • Today’s TOTALS • ThisWeek TOTALS • Season’s TOTALS
De totaalwaarden worden automatisch om middernacht op nul teruggezet (00:00). De totaalwaarden worden automatisch op zondag om middernacht op nul teruggezet (00:00). U kunt de totaalwaarden op elk gewenst moment op nul terugzetten.
Totaalwaarden bekijken 1. 2. 3. 4. 5.
Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat TOTALS wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Today’s TOTALS wordt weergegeven. Selecteer met de RECHTERKNOP het tijdsinterval (Today’s, ThisWeek of Season’s) dat u wilt bekijken. Druk op de MIDDELSTE knop. Tot.Time en de totale tijd worden weergegeven. Als u Today's TOTALS of ThisWeek TOTALS kiest, kunt u met de RECHTERKNOP door de volgende gegevens bladeren: Tot.Time, Tot.Kcal, Distance1, Distance2*, MaxSpeed, Max.Cad** en RideTime.
*Als u de waarden voor fiets 1 en fiets 2 wilt bekijken, moet u fietsinstellingen invoeren. **Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
NEDERLANDS
–
27
6. Als u Season's TOTALS kiest, kunt u met de RECHTERKNOP door de volgende gegevens bladeren: Totaalwaarden Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend. Cumulatieve waarde voor trainingsduur.
Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend. Cumulatieve waarde voor verbrande kilocalorieën.
Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend. Afwisselend worden de cumulatieve afstand, de datum vanaf wanneer de cumulatieve waarden worden berekend en de cumulatieve waarden voor zowel fiets 1 als fiets 2 weergegeven. Opmerking: Met de odometer wordt de cumulatieve afstand gemeten en deze kan alleen via de UpLink op nul worden teruggezet. Zie pagina 49 voor meer informatie.
28
–
NEDERLANDS
Totaalwaarden Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend. Cumulatieve waarde voor de afstand die met fiets 1 en fiets 2 is afgelegd. (Distance1 wordt bijgewerkt wanneer fiets 1 wordt gebruikt en Distance2 wordt bijgewerkt wanneer fiets 2 wordt gebruikt).
Datum waarop de waarde is bijgewerkt. Maximale snelheid tijdens de periode.
Datum waarop de waarde is bijgewerkt. Maximale trapfrequentie tijdens de periode.*
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig. NEDERLANDS
–
29
Totaalwaarden Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend. Cumulatieve waarde voor de tijd dat u daadwerkelijk hebt gefietst.
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
Season’s Totals op nul terugzetten of de vorige waarde voor de maximale snelheid of trapfrequentie* herstellen Gebruik de totaalwaarden als seizoensoverzicht (of dagelijks/wekelijks) van uw trainingswaarden door deze eenmaal per seizoen op nul terug te zetten. U kunt ook de vorige waarde voor de maximale snelheid en trapfrequentie* herstellen in plaats van deze waarde op nul terug te zetten. Als u eenmaal een waarde hebt teruggezet of hersteld, kunt u de vorige waarde niet meer ophalen. Begin met een weergave in de vorige tabel (Tot.Time, Tot.Kcal, Distance1/2, MaxSpeed, Max.Cad*, Ride Time). 1. Druk op de MIDDELSTE knop om de gewenste waarde op nul terug te zetten. Reset? wordt weergegeven. In de MaxSpeed en Max.Cad* displays kunt u door op de RECHTERKNOP te drukken, teruggaan naar uw vorige waarde. Selecteer Return Old door op de MIDDELSTE knop te drukken. 2. Druk op de MIDDELSTE knop. Are You Sure wordt weergegeven. 3. Druk op de MIDDELSTE knop als u uw keuze wilt bevestigen. Druk op de LINKERKNOP als u uw keuze wilt annuleren. • Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren. Opmerking: U kunt de odometer alleen via de UpLink op nul terugzetten. Zie pagina 49 voor meer informatie. *Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig. 30
–
NEDERLANDS
5. INSTELLINGEN U kunt de instellingen bekijken of wijzigen in het menu Settings. Tip: Daarnaast kunt u instellingen met het programma Polar UpLink™ configureren en vervolgens vanaf de fietscomputer naar de pc overbrengen. Zie pagina 49 voor meer informatie.
Waarden instellen: Druk op de MIDDELSTE knop • Cycling SET Druk op de RECHTERKNOP • Timer SET Druk op de RECHTERKNOP • Limits SET Druk op de RECHTERKNOP • Bike SET Druk op de RECHTERKNOP • Watch SET Druk op de RECHTERKNOP • User SET Druk op de RECHTERKNOP • General SET
• Gebruik de RECHTERKNOP om een waarde aan te passen of te selecteren. • Accepteer uw selectie en doorloop het menu met de MIDDELSTE knop. • Annuleer de selectie of ga terug naar de vorige functie of het vorige menu door op de LINKERKNOP te drukken.
5.1 DE AFGELEGDE AFSTAND INSTELLEN VOOR DE GESCHATTE AANKOMSTTIJD EN AUTOMATISCHE RONDEREGISTRATIE (CYCLING SET) Met Cycling Set kunt u twee verschillende instellingen configureren: • RideDist: Afgelegde afstand. Als u instelt welke afstand u wilt afleggen, wordt de geschatte aankomsttijd berekend op basis van uw snelheid. • AutoLap: Automatische ronderegistratie. Als u de afstand voor automatische ronderegistratie instelt, worden telkens de rondegegevens berekend wanneer u deze afstand hebt afgelegd. Als u bijvoorbeeld 1 km/m instelt, worden de rondegegevens elke kilometer of mijl geregistreerd. NEDERLANDS
–
31
Beide functies zijn actief tijdens de registratie van de training. Zie pagina 18-20 voor meer informatie. 1. Druk tijdens de functie Tijd op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. 2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. 3. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit: Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
4. RideDist On / OFF
RECHTS • Schakel de functie voor de afgelegde afstand in of uit.
MIDDEN (Sla stap 5 over als u de functie hebt uitgeschakeld)
5. RideDist On
RECHTS • Pas het aantal kilometers of mijlen aan.
MIDDEN
6. AutoLap On / OFF
RECHTS • Schakel de automatische ronderegistratie in of uit.
MIDDEN (Sla stap 7 over als u de functie hebt uitgeschakeld)
7. AutoLap On
RECHTS • Pas het aantal kilometers of mijlen aan.
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
32
–
NEDERLANDS
5.2 TIMERINSTELLINGEN (TIMER SET) De fietscomputer bevat twee timers die afwisselend worden weergegeven. Beide timers zijn actief tijdens de registratie van de training. Tip: Gebruik de timers bijvoorbeeld als herinnering om regelmatig te drinken of als hulpmiddel tijdens een intervaltraining, zodat u weet wanneer u moet overschakelen van een intensieve naar een minder intensieve interval en andersom.
1. 2. 3. 4.
Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. Druk op de RECHTERKNOP. Timer SET wordt weergegeven. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit:
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
5. Timer 1 On / OFF
RECHTS • Schakel de timer in of uit.
MIDDEN (Sla stap 6 over als u de functie hebt uitgeschakeld)
6. Timer 1 On
RECHTS • Pas het aantal minuten aan (0-99 minuten).
MIDDEN
RECHTS • Pas het aantal seconden aan (0-59 seconden).
MIDDEN
• Herhaal stap 5 en 6 als u timer 2 wilt instellen. • Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
NEDERLANDS
–
33
5.3 INSTELLINGEN VOOR HARTSLAGLIMIETEN (LIMITS SET) Met de instellingen voor hartslaglimieten (Limits SET) kunt u drie verschillende opties instellen: • Manual Limits: • OwnZone:
• Limits Off:
U kunt een hartslagzone definiëren door de boven- en onderlimiet voor de hartslag handmatig in te stellen. De fietscomputer kan uw persoonlijke hartslagzone voor aërobe (cardiovasculaire) trainingen automatisch bepalen. Op de fietscomputer heet dit OwnZone. Hiermee weet u zeker dat u binnen veilige limieten traint. Zie pagina 36 voor meer informatie. U kunt limieten voor de aanbevolen hartslagzone ook uitschakelen wanneer u deze niet wilt gebruiken tijdens de registratie van de training. Er worden dan geen waarden voor de hartslagzone berekend in het trainingsoverzicht of het bestand.
Gebruik OwnZone om een bepaald inspanningsniveau aan te houden, afhankelijk van uw doelstellingen. 1. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. 2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. 3. Druk op de RECHTERKNOP totdat Limits SET wordt weergegeven.
34
–
NEDERLANDS
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit: Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
5. TYPE Manual / OwnZone / Off
RECHTS • Selecteer Manual, OwnZone (waarmee uw persoonlijke hartslagzone automatisch wordt bepaald) of Off.
MIDDEN (Sla stap 6-8 over als u de functie hebt uitgeschakeld)
6. HR / HR% SET
RECHTS • Selecteer of u uw hartslag wilt weergeven als aantal slagen per minuut (hsm) of als percentage van uw maximale hartslag (% HFmax).
MIDDEN (Sla stap 7-8 over als u OwnZone kiest)
7. HighLimit
RECHTS • Pas de bovenste hartslaglimiet aan.
MIDDEN
8. LowLimit
RECHTS • Pas de onderste hartslaglimiet aan.
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
NEDERLANDS
–
35
5.3.1 OWNZONE De Polar fietscomputer kan uw persoonlijke hartslagzone voor aërobe (cardiovasculaire) trainingen automatisch bepalen. Op de fietscomputer heet dit OwnZone. Bij deze methode worden variaties in uw hartslag gemeten tijdens de warming-up. Een veranderende hartslag geeft wijzigingen in uw lichaamsfuncties aan. Bij de meeste volwassenen ligt deze zone tussen 65-85% van de maximale hartslag. Uw persoonlijke hartslagzone kan tijdens de warming-up in 1-5 minuten worden bepaald terwijl u fietst, loopt of jogt. OwnZone wordt eenvoudiger bepaald tijdens indoor cycling dan outdoor cycling, omdat de snelheid eenvoudiger gecontroleerd kan worden. Het uitgangspunt is dat u de training rustig en weinig intensief begint, namelijk met een hartslag van minder dan 100 slagen per minuut of 50% van uw maximale hartslag. Vervolgens verhoogt u geleidelijk de trainingsintensiteit, zodat uw hartslag stijgt. OwnZone maakt trainen eenvoudiger en aangenamer. OwnZone is ontwikkeld voor gezonde mensen. Bepaalde medische factoren kunnen ertoe leiden dat variaties in uw hartslag niet kunnen worden bepaald, zoals een hoge bloeddruk, hartritmestoornissen en het gebruik van bepaalde medicijnen.
36
–
NEDERLANDS
Limieten voor uw persoonlijke hartslagzone bepalen Controleer het volgende voordat u uw persoonlijke hartslagzone bepaalt: • U hebt de juiste persoonlijke instellingen ingevoerd. De fietscomputer vraagt u naar ontbrekende gegevens (bijvoorbeeld uw geboortedatum) voordat de limietinstellingen worden geaccepteerd. • U hebt de OwnZone-limieten ingeschakeld. Als de functie OwnZone is ingeschakeld, wordt telkens uw persoonlijke hartslagzone bepaald wanneer u de registratie van een trainingssessie start. Uw persoonlijke hartslagzone moet in de volgende gevallen opnieuw worden bepaald: • U verandert van trainingsomgeving of voert een ander soort training uit. • U begint weer met trainen nadat u meer dan een week niets hebt gedaan. • U voelt zich aan het begin van de training niet helemaal fit. U bent bijvoorbeeld gespannen, nog niet volledig hersteld van de vorige training of u voelt zich niet helemaal lekker. • U hebt uw instellingen gewijzigd. wordt weergegeven. Druk op de 1. Druk tijdens de functie Time op de MIDDELSTE knop. Het OwnZone-symbool MIDDELSTE knop als u de bepaling van uw persoonlijke hartslagzone wilt overslaan en de eerder vastgestelde hartslagzone wilt gebruiken. 2. Uw persoonlijke hartslagzone wordt bepaald. Dit verloopt in vijf stappen. Fiets of wandel gedurende één minuut in een rustig tempo. Zorg ervoor dat uw hartslag tijdens deze eerste stap onder de 100 slagen per minuut / 50% van uw maximale hartslag blijft. Na elke stap hoort u een geluidssignaal (als de geluidsfunctie is ingeschakeld) en wordt het display automatisch verlicht (als u de verlichting eerder hebt ingeschakeld). Dit signaal geeft het einde van deze stap aan. Fiets of wandel gedurende één minuut in een normaal tempo. Voer uw hartslag geleidelijk op met 10-20 slagen per minuut / 5% van uw maximale hartslag. Fiets of wandel gedurende één minuut in een vlot tempo. Voer uw hartslag geleidelijk op met 10-20 slagen per minuut / 5% van uw maximale hartslag. Fiets in een vlot tempo of jog in een langzaam tempo gedurende één minuut. Voer uw hartslag geleidelijk op met 10-20 slagen per minuut / 5% van uw maximale hartslag. Fiets of jog in een vlot tempo of ren gedurende één minuut. NEDERLANDS
–
37
3. Op een bepaald moment tussen de stappen hoort u twee geluidssignalen. Uw persoonlijke hartslagzone is bepaald, OwnZone en Updated worden bovendien met hartslaglimieten weergegeven. De limieten worden weergegeven als aantal slagen per minuut (hsm) of als percentage van uw maximale hartslag (%HFmax) afhankelijk wat u hebt ingesteld. 4. Als de bepaling van uw persoonlijke hartslagzone is mislukt, dan worden de limieten van uw vorige OwnZone gebruikt en weergegeven op het display. Als u OwnZone voor het eerst bepaalt, dan worden de limieten gebaseerd op uw leeftijd (65-85% van HFmax).
U kunt nu doorgaan met uw training. Probeer binnen de opgegeven hartslaglimieten te blijven voor een optimaal trainingsresultaat. Zie www.polar.com voor meer informatie over de persoonlijke hartslagzone.
38
–
NEDERLANDS
5.4 FIETSINSTELLINGEN (BIKE SET) U kunt twee fietsvoorkeuren instellen voor de fietscomputer. Configureer de instellingen voor beide fietsen. Selecteer fiets 1 of 2 wanneer u met de registratie van de training begint. Voor beide fietsen kunt u de volgende opties instellen: • AutoStart on/off • Cadence on/off • Wheel
Met de functie AutoStart wordt de training automatisch gestart of gestopt wanneer u respectievelijk begint of stopt met fietsen. Met een draadloze trapfrequentiesensor wordt gemeten hoe snel u de trappers van de fiets beweegt. Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig. De wielgrootte moet worden ingesteld voor de fietsgegevens. Zie de volgende pagina voor meer informatie.
1. Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. 2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. 3. Druk op de RECHTERKNOP totdat Bike SET wordt weergegeven.
NEDERLANDS
–
39
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit: Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
5. Bike 1 / 2
RECHTS • Selecteer welke fiets u wilt instellen: fiets 1 of fiets 2.
MIDDEN
6. AutoStart On / OFF
RECHTS • Schakel de functie AutoStart in of uit.
MIDDEN
7. Cadence* On / OFF
RECHTS • Schakel de trapfrequentiefunctie in of uit.
MIDDEN
8. Wheel
RECHTS • Pas de wielgrootte (mm) van uw fiets aan.
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Tijd wilt terugkeren. Opmerking: • De wielgrootte wordt altijd in millimeters aangegeven, omdat dit nauwkeuriger is. • De functies voor het meten van de snelheid en afstand zijn altijd ingeschakeld. *Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
40
–
NEDERLANDS
U heeft de volgende mogelijkheden om achter het formaat van uw wiel te komen:* METHODE 1. Kijk op het wiel van uw fiets en onderzoek of de diameter op het wiel gedrukt staat. In onderstaand overzicht vindt u de wieldiameter in inches of in ETRTO en de wielmaat in millimeters in de rechterkolom.
ETRTO
Wiel diameter (inches)
Wielmaat instelling (mm)
25-559 23-571 35-559 37-622 47-559 20-622 52-559 23-622 25-622 28-622 32-622 42-622 47-622
26 x 1.0 650 x 23C 26 x 1.50 700 x 35C 26 x 1.95 700 x 20C 26 x 2.0 700 x 23C 700 x 25C 700 x 28 700 x 32C 700 x 40C 700 x 47C
1884 1909 1947 1958 2022 2051 2054 2070 2080 2101 2126 2189 2220
Opmerking: *De bovenstaande wielmaten worden geadviseerd, echter de wielmaat is afhankelijk van het type wiel en luchtdruk.
NEDERLANDS
–
41
METHODE 2. Markeer eerst het loopvlak van uw voorwiel met een streep. U kunt ook het ventiel gebruiken als markering. Trek op gelijke hoogte een lijn op de grond. Duw op een vlakke ondergrond uw fiets één complete omwenteling van het wiel vooruit. Controleer dat uw wiel loodrecht op de grond staat. Trek nu nog een lijn op de grond, precies op de plaats waar de streep op het wiel de grond raakt. mm
Meet de afstand tussen de twee lijnen op de grond om de omtrek van het wiel te bepalen. Trek 4 mm af vanwege uw gewicht op de fiets.
mm
Deze waarde (wielmaat) stelt u in uw fietscomputer in.
-4 mm
42
–
NEDERLANDS
5.5 HORLOGE-INSTELLINGEN (WATCH SET) In het menu Watch SET kunt u de tijd- en datuminstellingen wijzigen. 1. 2. 3. 4.
Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. Druk op de RECHTERKNOP totdat Watch SET wordt weergegeven. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
Displayweergave: 5. Time • Time Mode 24h/12h
• AM / PM (als u 12-uurs notatie gebruikt)
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
RECHTS • Stel de 12-uurs of 24-uurs notatie in.
MIDDEN
RECHTS • Stel AM of PM in.
MIDDEN
RECHTS • Stel het aantal uren in.
MIDDEN
RECHTS • Stel het aantal minuten in.
MIDDEN
NEDERLANDS
–
43
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
RECHTS • Stel de dag (in 24-uurs notatie) of de maand (in 12-uurs notatie) in.
MIDDEN
• Month / Day
RECHTS • Stel de maand (in 24-uurs notatie) of de dag (in 12-uurs notatie) in.
MIDDEN
• Year
RECHTS • Stel het jaar in.
MIDDEN
6. Date* • Day / Month
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren. Opmerking: *De volgorde waarin u datuminstellingen configureert, hangt af van de gekozen tijdsnotatie in de functie Time (24 h: Dag - maand - jaar / 12 h: Maand - dag - jaar).
44
–
NEDERLANDS
5.6 PERSOONLIJKE GEGEVENS INSTELLEN (USER SET) Wanneer u uw persoonlijke informatie invoert, wordt het calorieverbruik zo nauwkeurig mogelijk gemeten. 1. 2. 3. 4.
Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. Druk op de RECHTERKNOP totdat User SET wordt weergegeven. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
5. Weight kg/lb
RECHTS • Stel uw gewicht in kilogrammen of pounds in.
MIDDEN
6. Height cm/ft
RECHTS • Stel uw lengte in cm of ft in. • Stel het aantal inches in (als u lb/ft hebt gekozen).
MIDDEN MIDDEN
NEDERLANDS
–
45
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
7. Birthday • Day / Month
RECHTS • Stel de dag (in 24-uurs notatie) of de maand (in 12-uurs notatie) in.
MIDDEN
•
Month / Day
RECHTS • Stel de maand (in 24-uurs notatie) of de dag (in 12-uurs notatie) in.
MIDDEN
•
Year
RECHTS • Stel het jaar in.
MIDDEN
8. HR Max
RECHTS • Wijzig deze waarde als u de waarde voor uw in het laboratorium gemeten huidige maximale hartslag kent. Als u deze waarde voor het eerst instelt, wordt op het display standaard de maximale hartslag weergegeven die naar verwachting bij uw leeftijd hoort (220-leeftijd).
MIDDEN
9. HR Sit
RECHTS • Pas de waarde voor uw hartslag in zittende positie aan (zie de instructies op de volgende pagina).
MIDDEN
10. Sex • Male / Female
RECHTS • Geef aan of u een man of vrouw bent.
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren. 46
–
NEDERLANDS
Maximale hartslag (HFmax) HFmax wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik. HFmax is het hoogste aantal hartslagen per minuut bij een maximale fysieke inspanning. HFmax is tevens handig bij het bepalen van de trainingsintensiteit. Uw maximale hartslag kan het nauwkeurigst worden bepaald via een maximale inspanningstest in een laboratorium.
Hartslag in zittende positie (HFsit) HFsit wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik. HFsit is uw normale hartslag wanneer u geen lichamelijke inspanningen verricht (zittend). U kunt de waarde voor HFsit gemakkelijk bepalen: Doe de borstband om, ga zitten en voer geen lichamelijke activiteiten uit. Druk tijdens de functie Time na twee tot drie minuten op de MIDDELSTE knop om uw hartslag te bekijken. Dit is de waarde voor HFsit. Als u de waarde voor HFsit nauwkeuriger wilt bepalen, herhaalt u deze procedure een aantal malen en berekent u het gemiddelde.
NEDERLANDS
–
47
5.7 GELUIDSSIGNALEN EN EENHEDEN VOOR DE FIETSCOMPUTER INSTELLEN (GENERAL SET) Met General SET kunt u de volgende instellingen bekijken en wijzigen: • Sounds Hiermee schakelt u geluidssignalen voor activiteiten in of uit . • KeySound Hiermee schakelt u geluidssignalen bij het indrukken van knoppen in of uit. • Units Deze instelling is van invloed op uw persoonlijke gegevens en de horloge-instellingen. 1. 2. 3. 4.
Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. Druk op de RECHTERKNOP totdat General SET wordt weergegeven. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
Displayweergave:
Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen
Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren
5. Sound On / OFF
RECHTS • Schakel geluidssignalen voor activiteiten in of uit.
MIDDEN
6. KeySound On / OFF
RECHTS • Schakel geluidssignalen voor het indrukken van knoppen in of uit.
MIDDEN
7. kg/cm of lb/ft Unit
RECHTS • Selecteer kg/cm of lb/ft.
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
48
–
NEDERLANDS
6. INSTELLINGEN VAN DE FIETSCOMPUTER AANPASSEN VANAF DE PC De Polar Fietscomputer biedt u de mogelijkheid om instellingen te bewerken met het programma Polar UpLink en de PC. U kunt ook het display van uw fietscomputer personaliseren door logo’s te downloaden. U hebt de Polar UpLink Tool™ hiervoor nodig. U kunt dit programma downloaden vanaf www.polar.com of www.polarpersonaltrainer.com. Als u Polar UpLink wilt gebruiken, hebt u een pc met een geluidskaart, luidsprekers en een koptelefoon nodig. Lees de “Technische gegevens” voor meer informatie over de systeemvereisten. Zie www.polar.com of www.polarpersonaltrainer.com voor meer informatie.
NEDERLANDS
–
49
7. ONDERHOUD Onderhoud van het product Net als met elk ander elektronisch instrument dient u zorgvuldig om te gaan met de Polar fietscomputer. De volgende aanwijzingen helpen u om de garantievoorwaarden in acht te nemen en om nog vele jaren plezier te hebben van dit product. Maak de borstband na gebruik regelmatig schoon met water en zachte zeep en gebruik zonodig een zachte borstel. Maak de borstband alleen droog met een zachte handdoek. Bij een onjuiste behandeling kan de borstband worden beschadigd. Buig of vouw de borstband niet, aangezien de elektroden hierdoor kunnen beschadigen. Bewaar de fietscomputer, de zender en de sensoren op een droge en koele plaats. Bewaar ze niet in een vochtige omgeving, niet-ademend materiaal (een plastic zak of een sporttas), of samen met geleidend materiaal (een natte handdoek). De fietscomputer, de borstband en de sensoren zijn waterbestendig en kunnen in de regen worden gebruikt. Voor behoud van de waterbestendigheid mogen de fietscomputer en de sensoren niet met een hogedrukreiniger worden gereinigd of onder water worden gehouden. Stel ze 50
–
NEDERLANDS
niet langdurig bloot aan direct zonlicht. Laat ze bijvoorbeeld niet in de auto liggen of op de stuurhouder zitten. Houd de fietscomputer schoon. Reinig de fietscomputer en de sensoren met een oplossing van zachte zeep en water en spoel ze af met schoon water. Dompel ze niet in water. Droog ze zorgvuldig af met een zachte handdoek. Gebruik nooit alcohol of schuurmiddelen als staalwol of chemische reinigingsmiddelen. Vermijd harde schokken voor de fietscomputer en de snelheidssensor, anders kunnen deze schade oplopen.
Service
Batterijen verwisselen
Het is raadzaam om servicewerkzaamheden tijdens de garantieperiode van twee jaar uitsluitend te laten uitvoeren door een erkend Polar Service Center. De garantie geldt niet voor schade of gevolgschade die is veroorzaakt door services die niet door Polar Electro zijn goedgekeurd.
De gebruiker kan zelf de batterij van de fietscomputer CS100 vervangen. Volg nauwgezet de instructies in het hoofdstuk Batterijen zelf vervangen als u zelf de batterij wilt vervangen.
Ga naar www.polar.com/support en de lokale websites voor contactinformatie en alle adressen van Polar Service Centers. Registreer uw Polar product via http://register.polar.fi/ om te zorgen dat wij onze producten en diensten steeds beter op uw wensen kunnen blijven afstemmen. Opmerking: De gebruikersnaam voor uw Polar-account is altijd uw e-mailadres. Dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord zijn van toepassing voor registratie van het Polarproduct, polarpersonaltrainer.com, het Polar discussieforum en de nieuwsbrief.
Opmerking: Open het afsluitklepje van de batterijhouder alleen wanneer u de batterij moet vervangen. Dit om een maximale levensduur van het klepje te waarborgen • Het symbool voor een bijna lege batterij en LowBatt. worden weergegeven wanneer de batterij van de fietscomputer nog een capaciteit van 10-15% heeft. In dit geval moet u de batterij vervangen. De verlichting en het geluid van de fietscomputer worden automatisch uitgeschakeld wanneer wordt weergegeven. • Als u de verlichting vaak gebruikt, raakt de batterij van de fietscomputer sneller leeg. • In koude weersomstandigheden kan de batterijwaarschuwing ten onrechte worden weergegeven. De waarschuwing verdwijnt zodra de temperatuur weer normaal is.
Batterij van de borstband en snelheidssensor Voor een vervangende borstband of snelheidssensor kunt u contact opnemen met een erkend Polar Service Center.
NEDERLANDS
–
51
Batterijen zelf vervangen Zorg bij het vervangen van de batterij dat de afsluitring niet wordt beschadigd; anders dient u deze te vervangen door een nieuwe. Afsluitringen en batterijsetjes zijn verkrijgbaar bij de officiële Polar-dealer, de Polar webshop of een erkend Polar Service Center. In de Verenigde Staten en Canada zijn afsluitringen verkrijgbaar bij erkende Polar Service Centers. In de Verenigde Staten zijn de afsluitringen en batterijsets ook beschikbaar via www.shoppolar.com. Houd batterijen uit de buurt van kinderen. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts. Batterijen dienen in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving te worden opgeruimd. Als u een nieuwe, volle batterij vastpakt, houdt u deze dan niet aan beide zijden tegelijk vast met een metalen of elektrisch geleidend gereedschap zoals een pincet. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan en de batterij sneller leeg raken. Meestal raakt de batterij niet beschadigd door kortsluiting, maar de capaciteit en de gebruiksduur van de batterij nemen af.
52
–
NEDERLANDS
Als u de batterij door een onjuist type batterij vervangt, bestaat het risico op explosie.
Batterij van fietscomputer vervangen
1.
2.
1. Open het klepje van de batterijhouder door met een goed passend muntstuk zachtjes op de groef te drukken en het klepje linksom te draaien. 2. Verwijder het klepje. De batterij zit vast aan het klepje en moet voorzichtig omhoog worden getild met een stevig stokje of staafje van geschikte afmetingen, zoals een tandenstoker. Gebruik bij voorkeur een niet-metalen voorwerp. Verwijder de batterij en vervang deze door een nieuwe. Pas op dat u de schroefdraad van het klepje niet beschadigt.
3. Plaats de negatieve (–) pool van de batterij tegen de fietscomputer en de positieve (+) pool tegen het klepje. 4. De afsluitring van het batterijklepje is ook hieraan bevestigd. Vervang de afsluitring alleen als deze beschadigd is. Controleer vóór het sluiten van het batterijklepje of de afsluitring van het klepje onbeschadigd is en op de juiste wijze in de gleuf is geplaatst. 5. Plaats het klepje terug en draai het met een muntstuk rechtsom vast. Zorg ervoor dat het klepje goed wordt gesloten! Opmerking: Voer de basisinstellingen opnieuw in nadat u de
batterij hebt vervangen. Zie pagina 8 voor meer informatie.
NEDERLANDS
–
53
8. VEILIG GEBRUIK VAN DE FIETSCOMPUTER De Polar fietscomputer toont uw prestatie-indicatoren. Uw trainingscomputer geeft tijdens de training het niveau van de lichamelijke belasting en de inspanning aan. Als u met een Polar snelheidssensor fietst, meet hij ook de snelheid en de afstand. Het product is niet geschikt of bedoeld voor andere doeleinden.
Elektromagnetische interferentie Er kunnen zich storingen voordoen in de buurt van hoogspanningskabels, verkeerslichten, de leidingen van een tram, trein of trolleybus, televisietoestellen, auto’s, fietscomputers, fitnessapparatuur, mobiele telefoons maar ook als u door een elektronisch beveiligingspoortje loopt.
Risico's tijdens trainen beperken Trainen kan enige risico's met zich meebrengen. Beantwoord de volgende vragen betreffende uw gezondheid voordat u aan een vast trainingsprogramma begint. Als u ja antwoordt op een van deze vragen, raadpleeg dan een arts voordat u met een trainingsprogramma begint. • Hebt u de afgelopen vijf jaar niets aan sport gedaan? • Hebt u een hoge bloeddruk of een hoog cholesterolgehalte? 54
–
NEDERLANDS
• • • •
Vertoont u symptomen van een ziekte? Gebruikt u medicijnen voor uw bloeddruk of uw hart? Hebt u wel eens last van ademhalingsproblemen? Bent u herstellende van een zware ziekte of medische ingreep? • Gebruikt u een pacemaker of andere geïmplanteerde elektronische apparatuur? • Rookt u? • Bent u in verwachting? Behalve de trainingsintensiteit, kunnen ook medicijnen voor het hart, de bloeddruk, psychische aandoeningen, astma, luchtwegen enz. en sommige energiedranken, alcohol, nicotine en drugs de hartslag beïnvloeden. Het is belangrijk om te weten hoe uw lichaam tijdens het sporten reageert. Als u tijdens het sporten plotseling pijn voelt of u uitzonderlijk moe voelt, is het raadzaam om te stoppen of op een lager inspanningsniveau door te gaan. Opmerking! Dragen van een pacemaker is geen belemmering voor het gebruik van Polar trainingscomputers. In theorie kunnen Polar-producten geen storing veroorzaken met pacemakers. In de praktijk
zijn er geen rapporten die erop wijzen dat iemand ooit storing heeft ondervonden. Vanwege de verscheidenheid aan pacemakers en andere geïmplanteerde apparaten, kunnen wij nochtans niet officieel garanderen dat onze producten geschikt zijn voor al deze instrumenten. Als u twijfels hebt of uitzonderlijke gevoelens ervaart tijdens het gebruik van Polar-producten, raadpleeg dan uw arts of neem contact op met de fabrikant van het elektronische apparaat om na te gaan de veiligheid in uw geval voldoende gewaarborgd is. Als u overgevoelig bent voor een stof die in contact komt met de huid of als u vermoedt dat het product een allergische reactie veroorzaakt, controleert u de materialen op pagina 58. Draag de borstband over een shirt om de kans op huidreacties te verkomen. Voor een probleemloze werking moet u het shirt onder de elektroden echter goed vochtig maken.
Trainingsapparatuur met elektronica kan storing veroorzaken. Probeer het volgende om deze problemen te verhelpen: 1. Doe de borstband af en gebruik de trainingsapparatuur zoals u gewend bent. 2. Verplaats de polsunit totdat u een plaats vindt waar deze geen ongewenste signalen weergeeft en het hartsymbool niet knippert. Interferentie is vaak het sterkst recht voor het display van de apparatuur, terwijl links of rechts van het display relatief weinig interferentie optreedt. 3. Doe de borstband weer om en houd de polsunit zoveel mogelijk op deze storingsvrije plaats. Als de CS100 ook dan nog niet goed werkt, is er mogelijk sprake van te veel elektronische storing voor draadloze hartslagmeting.
Opmerking: Door de combinatie van vocht en het schuren van de borstband kan deze afgeven en zwarte vlekken achterlaten op lichtkleurige kleding. Als u een insectenwerend middel op uw huid aanbrengt, moet u voorkomen dat dit met de borstband in contact komt.
NEDERLANDS
–
55
9. VEELGESTELDE VRAGEN Wat moet ik doen als... ...niets op het display van de fietscomputer wordt weergegeven? Als u de fietscomputer voor het eerst gebruikt: De fietscomputer wordt standaard geleverd met de batterij in de spaarstand. Druk tweemaal op de MIDDELSTE knop om de computer te activeren. De basisinstellingen worden gestart. Zie pagina 8 voor meer informatie.
de geregistreerde bestanden of totalen. Reset de fietscomputer door alle knoppen ingedrukt te houden totdat het display wordt gevuld met cijfers. Als u een knop indrukt, gaat u naar de functie Basic Settings (BASIC SET) wordt weergegeven). Zie pagina 8 voor meer informatie. Laat de batterijen controleren als deze oplossing niet werkt. Opmerking: Als u na het resetten van de fietscomputer niet binnen één minuut op een knop drukt, keert u terug naar de functie Time.
Als u de fietscomputer al eerder hebt gebruikt: De fietscomputer schakelt over op de energiebesparende modus (leeg display) als u gedurende vijf minuten op geen enkele knop in de functie Time hebt gedrukt. U kunt de fietscomputer weer inschakelen door op een willekeurige knop te drukken. Mogelijk is de batterij leeg (zie de volgende vraag voor verdere instructies).
wordt weergegeven? ... als het symbool Als eerste teken dat de batterij bijna leeg is, wordt het symbool weergegeven op het display. Zie pagina 51 voor meer informatie. Opmerking: In koude weersomstandigheden kan de batterijwaarschuwing ten onrechte worden weergegeven. De waarschuwing verdwijnt zodra de temperatuur weer normaal is.
...de batterij van de fietscomputer moet worden vervangen? Het is raadzaam alle onderhoud door het Polar Service Center te laten verrichten. Vooral tijdens de garantieperiode is dit nodig om aanspraak te kunnen maken op garantie. De garantie vervalt als het apparaat wordt gerepareerd door onbevoegden. Het Polar Service Center test na het vervangen van de batterij of uw fietscomputer waterdicht is en voert een volledige periodieke controle uit.
...een andere persoon met een fietscomputer of hartslagmeter interferentie veroorzaakt? Neem afstand tot die persoon en vervolg uw gebruikelijke training. Desgewenst kunt u het volgende doen om de hartslagsignalen van de andere persoon te vermijden: 1. Houd de borstband 30 seconden lang van uw borst af. Houd afstand tot de persoon met het andere apparaat. 2. Bevestig de borstband weer en houd de fietscomputer dicht bij het Polar logo op de borstband. De fietscomputer zoekt opnieuw naar een hartslagsignaal. Vervolg uw gebruikelijke training.
...de knoppen niet reageren? Als de knoppen niet reageren, dient u de fietscomputer te resetten. Hiermee wist u alleen de datum en de tijd, dus niet
56
–
NEDERLANDS
...de fietscomputer de calorieën niet meet? Als u wilt meten hoeveel calorieën u verbrandt, moet u tijdens de registratie de borstband dragen. ...een onregelmatige of buitengewoon hoge waarde voor de hartslag, snelheid of afstand wordt gemeten? Krachtige elektromagnetische signalen kunnen leiden tot onregelmatige metingen. Blijf dus uit de buurt van mogelijke storingsbronnen, zoals hoogspanningskabels, verkeerslichten, treinen of trams, auto’s, fietscomputers, bepaalde met een motor aangedreven trainingsuitrustingen (bijvoorbeeld conditietesters) of mobiele telefoons. Verlaag uw snelheid en controleer uw pols handmatig als er nog steeds een verkeerde hartslag wordt gemeten nadat u de afstand tot de storingsbron hebt vergroot. Als de waarde overeen lijkt te komen met de hoge waarde op het display, hebt u mogelijk last van hartritmestoornissen. De meeste gevallen van hartritmestoornissen zijn niet ernstig, maar u kunt beter toch uw arts raadplegen. Houd een afstand van minimaal 1 m tussen uw fietscomputer en de snelheidssensoren van andere fietsers om interferentie te voorkomen.
...de hartslag niet wordt weergegeven (00)? • Controleer of de elektroden (geribbelde delen) aan de binnenkant van de borstband vochtig zijn en of u de borstband draagt volgens de instructies. • Controleer of de borstband schoon is. • Controleer of u zich niet in de buurt van hoogspanningskabels, televisies, mobiele telefoons of andere bronnen van elektromagnetische interferentie bevindt. Zorg er ook voor dat de afstand tot andere gebruikers van een hartslagmeter minimaal 1 meter bedraagt wanneer u begint met het registreren van uw training. • Hartritmestoornissen kunnen onregelmatige waarden veroorzaken of een cardiac event kan uw ECG-diagram veranderd hebben. Neem dan contact op met uw arts. ...er tijdens het fietsen geen snelheid wordt weergegeven? • Controleer de juiste positie en afstand van de sensor met de magneet en de fietscomputer. • Controleer of u de juiste fietsinstellingen hebt ingesteld in de fietscomputer. Zie pagina 39 voor meer informatie. • Als af en toe de snelheid 00 wordt weergegeven, kan dit worden veroorzaakt door tijdelijke elektromagnetische interferentie in de directe omgeving. • Als doorlopend 00 wordt weergegeven, hebt u in totaal mogelijk langer dan 4500 uur gefietst en is de batterij leeg.
NEDERLANDS
–
57
10. TECHNISCHE GEGEVENS Fietscomputer
Elastische bandje
Materiaal:Behuizing van thermoplastisch polymeer Nauwkeurigheid horloge: Beter dan ± 0,5 seconden per dag bij een temperatuur van 25 °C. Nauwkeurigheid hartslag: ± 1% of 1 hsm (waarbij de hoogste waarde geldt), gedefinieerd bij gelijkmatige inspanning. De hartslag wordt weergegeven als aantal slagen per minuut (hsm) of als percentage van de maximale hartslag (HFmax%). Meetbereik hartslag: 15-240 Maximale tijd in 99 u 59 min 59 sec registratiebestand: Limietwaarden voor in trainingsbestand geregistreerde gegevens: 1 trainingsbestand Snelheid bereik op display: 0-127 km/h Gebruikstemperatuur: Tussen -10 °C en +50 °C Levensduur batterij: Gemiddeld 2 jaar bij normaal gebruik (1 uur/dag, 7 dagen/week) Batterijtype: CR 2032 Afdichtring batterij: OR 23,6 x 1,0 (siliconenrubber)
Materiaal gesp: Polyurethaan Materiaal elastisch bandje: Nylon, polyester en natuurlijk rubber, inclusief een kleine hoeveelheid latex
Zender Batterijtype: Gebruikstemperatuur: Materiaal:
58
–
NEDERLANDS
Ingebouwde lithiumbatterij Tussen -10 °C en +50 °C Polyurethaan
Snelheidssensor Levensduur batterij snelheidssensor: Nauwkeurigheid: Materiaal: Gebruikstemperatuur:
Gemiddeld 4500 uur (1 uur/dag, 7 dagen/week) ± 1% Behuizing van thermoplastisch polymeer Tussen -10 °C en +50 °C
SYSTEEMVEREISTEN Polar UpLink Tool – Pc – Microsoft Windows XP/Vista/7 – Geluidskaart – Dynamische luidsprekers of koptelefoon De Polar CS100 fietscomputer maakt gebruik van onder meer de volgende gepatenteerde technologieën: • OwnZone®-evaluatie voor het bepalen van persoonlijke dagelijkse hartslaglimieten • OwnCode® gecodeerde overdracht • WearLink®-technologie voor hartslagmeting
De waterdichtheid van de Polar producten is getest volgens de Internationale Standaard ISO 2281. De producten zijn onderverdeeld in drie categorieën van waterdichtheid. Controleer op de achterzijde van uw Polar product de waterdichtheidcategorie en vergelijk deze met de onderstaande tabel. Let op, de onderstaande definities hoeven niet noodzakelijk van toepassing te zijn op de waterdichtheid van andere fabrikanten. Markering op de bodemplaat
Waterspatten, zweet, regen etc.
Baden en zwemmen
Water resistant
X
Water resistant 30m / 50m
X
X
Water resistant 100m
X
X
Snorkelen (zonder zuurstofflessen)
Duiken (met zuurstofflessen)
Waterdicht kenmerken Waterspatten, regen etc. Minimaal voor baden en zwemmen
X
Voor frequent gebruik in het water, met uitzondering van DUIKEN
NEDERLANDS
–
59
11. INTERNATIONALE GARANTIE • Deze garantie heeft geen invloed op de wettelijke rechten van de klant volgens de geldende nationale en Europese regelgeving, noch op de rechten van de klant ten opzichte van de dealer ten gevolge van een verkoop-/aankoopovereenkomst. • Polar Electro Inc. verleent deze beperkte internationale garantie aan klanten die dit product in de Verenigde Staten of Canada hebben aangeschaft. Polar Electro Oy verleent deze beperkte internationale garantie aan klanten die dit product in andere landen hebben aangeschaft. • Polar Electro Oy/Polar Electro Inc. verleent de oorspronkelijke gebruiker of koper van dit product garantie tegen materiaal- en productiefouten gedurende twee (2) jaar na de aankoopdatum. • De kassabon van de oorspronkelijke aanschaf is uw aankoopbewijs! • De garantie geldt niet voor de batterij, normale slijtage, schade ten gevolge van onjuist of oneigenlijk gebruik, ongevallen, het niet voldoen aan de voorzorgsmaatregelen, onjuist onderhoud, commercieel gebruik, gebarsten of gebroken behuizingen of displays, de elastische band en Polar-kleding. • De garantie geldt niet voor schade, verlies, kosten of uitgaven die direct, indirect of incidenteel als gevolg van of als zodanig voortvloeien uit of samenhangen met het product. • Tweedehands gekochte artikelen zijn niet gedekt door de garantie van twee (2) jaar, tenzij door plaatselijke wetgeving anders is bepaald. • Gedurende de garantieperiode zal het product worden gerepareerd of vervangen door een van de erkende Polar Service Centers, ongeacht het land van aankoop. Garantie ten aanzien van enig product zal beperkt zijn tot landen waarin het product oorspronkelijk op de markt is gebracht.
0537
Dit product voldoet aan de richtlijnen 93/42/EEC, 1999/5/EC en 2011/65/EU. De desbetreffende conformiteitsverklaring is beschikbaar op www.polar.com/support.
Het symbool van de doorgekruiste verrijdbare afvalcontainer geeft aan dat de Polar-producten elektronische apparaten zijn en onder de richtlijn 2002/96/EC vallen van het Europese Parlement en de Raad van elektrische en elektronische afvalproducten (WEEE). In de producten gebruikte batterijen en accu's vallen onder de richtlijn 2006/66/EC van het Europese Parlement en de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s. Deze producten en de batterijen en accu's in Polar-producten moeten dus afzonderlijk worden opgeruimd in de EU-landen. Dit symbool geeft aan dat het product beveiligd is tegen elektrische schokken.
60
–
NEDERLANDS
12. AANSPRAKELIJKHEID • De gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend ter informatie. De hierin beschreven producten kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd in verband met het voortdurende ontwikkelingsprogramma van de fabrikant. • Polar Electro Inc. / Polar Electro Oy geeft geen garanties voor deze handleiding of de hierin beschreven producten. • Op geen enkele wijze kan Polar Electro Inc. / Polar Electro Oy aansprakelijk worden gesteld voor schade die direct of incidenteel, voortvloeit uit of samenhangt met het gebruik van dit materiaal of de producten die hierin worden beschreven. Dit product is gepatenteerd door een van de volgende patenten: FI68734, DE3439238, GB2149514, HK812/1989, US4625733, FI88223, DE4215549, FR92.06120, GB2257523, HK113/1996, SG9591671-4, US5491474, FI88972, FR92.09150, GB2258587, HK306/1996, SG9592117-7, US5486818, FI96380, US5611346, EP665947, DE69414362, FI4150, DE20008882.3, US6477397, FR0006504, FI4069, DE29910633, GB2339833, US6272365, FI107776, US6327486, FI110915, US6537227, US6277080, FI111514, GB2326240, US6361502, US6418394, US6229454, EP836165, FI100924, WO96/20640, US6104947, US5719825, US5848027, EP1055158, US6714812, FI88972, FR92.09150, GB2258587, HK306/1996, SG9592117-7, US5486818. In afwachting van andere patenten. Polar Electro Oy is een ISO 9001:2008 gecertificeerd bedrijf. Copyright © 2005–2013 Polar Electro Oy, FI-90440 KEMPELE, Finland. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze gebruiksaanwijzing mag worden gebruikt of gereproduceerd in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Polar Electro Oy. De namen en logo's in deze gebruiksaanwijzing of op de verpakking van dit product zijn handelsmerken van Polar Electro Oy. De namen en logo's die in deze gebruiksaanwijzing of op de verpakking van dit product met het symbool ® zijn gemarkeerd, zijn gedeponeerde handelsmerken van Polar Electro Oy. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation en Mac OS is een geregistreerd handelsmerk van Apple Inc. Fabrikant: Polar Electro Oy, Professorintie 5, FI-90440 KEMPELE Tel +358 8 5202 100, fax +358 8 5202 300 www.polar.com
NEDERLANDS
–
61
13. INDEX 12-/24-uursnotatie ............................................................ 9 AutoLap ............................................................................ 20 AutoStart ......................................................................... 16 Backlight.......................................................................... 21 Batterij vervangen.......................................................51-53 Bestand............................................................................ 23 Borstband ........................................................................ 15 Datuminstellingen.......................................................43-44 Eenheden instellen ........................................................... 48 Fietsinstellingen............................................................... 39 Geluid on/off .................................................................... 48 Hartslag ................................................................16-17 Hartslaglimieten .............................................................. 34 HFsit.................................................................................. 47 Instellingen ...................................................................... 31 Maximale registratietijd overschreden ............................ 20 Persoonlijke gegevens instellen........................................ 45 Reset de fietscomputer..................................................... 56 Snelheidssensor ............................................................7, 13 Start met hartslagmeting................................................. 16 Stoppen ........................................................................... 21 Stopwatch ........................................................................ 18 Symbool voor bijna lege batterij ............................... 51 62
–
NEDERLANDS
Target Zone Alarm ......................................................20 Timers .............................................................................. 33 Trainingsregistratie.......................................................... 16 Totaalwaarden ................................................................. 27 UpLink Tool....................................................................... 49
17945734.01 EMANUAL CS100 NLD
Manufactured by Polar Electro Oy Professorintie 5 FIN-90440 KEMPELE Tel +358 8 5202 100 Fax +358 8 5202 300 www.polar.com