Plaatsings- en bedieningsvoorschriften
ACO Passavant
Afvalwater opvoerinstallaties
Handleiding afvalwater opvoerinstallaties
Sinkamat®
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften
2
I n houdsopgave Algemeen
1.1
Toepassing
3 3
Veiligheidsaanwijzingen Apparaatbeschrijving
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Hoofdonderdelen Omvang levering Functiebeschrijving Technische gegevens Vermogensdiagram / vermogenstabel
Installatie
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Transport Inbouwvoorwaarden Inbouw voorbeeld Opvoerinstallatie aanpassen Montage Elektrische aansluiting Plakflens aansluiten Vloerafwerklaag en vloerbedekking
In bedrijf name
3 3 4 4 5 5/7 5 5 6 6 7 7 7 7
Bedrijf
6.1 6.2 6.3
Gebruik Garantie Bediening
8 8 8
Onderhoud
7.1 7.2
Onderhoud Onderhoud door vakmensen
8 8
Dompelpomp
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.9
Eerst informeren Aansprakelijkheid en garantie De bedrijfshandleiding Hoe u de pomp inschakelt Storingshulp Hoe u de pomp reinigt Vervangingsonderdelen Waneer u de pomp terug stuurt
Reparatie
9.1 9.2
Dompelpomp demonteren / wisselen Keerklep schoonmaken resp. vernieuwen
14 14
Buiten bedrijf stellen
10.1 10.2
Demontage Afvoer afval
14 14
Reserve onderdelen toebehoren
8 9 9/10 11 12 13 14 14
15
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 1
Algemeen
2 Veiligheidsaanwijzingen
1.1 Toepassing
Deze handleiding is geldig voor de ACO BV afvalwater verpompinstallatie SINKAMAT®. De handleiding wordt tijdens inbouw, in bedrijf name, bediening, onderhoud, reparatie en buiten bedrijf stellen gebruikt. De handleiding moet door de exploitant zorgvuldig bewaard worden.
3
Gegevens over normen, keurmerken, kwaliteitsaanduidingen en handelsmerken komen overeen met de stand van zaken op het moment van verschijnen van de handleiding. Afwijkingen in afbeeldingen, maatvoeringen en gewichtsgegevens zijn mogelijk. We behouden ons het recht voor om veranderingen en verbeteringen in het kader van technische vooruitgang door te voeren zonder aankondiging.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen door een elektrotechnisch vakman uitgevoerd worden!! De geldende electrotechnische voorschriften dienen in acht genomen te worden.
Voor het verrichten van werkzaamheden aan de afvalwater verpompinstallatie eerst de stekker uit de stekkerdoos trekken. De ongevalpreventievoorschriften en de voorschriften van de verordening over gevaarlijke stoffen in acht nemen.
Roestvaststalen huis met een verzamelruimte voor bezinksel, dompelpomp met magneet vlotterschakelaar en geïntegreerde keerkleppen. Via een geleideschot wordt het afvalwater in de verzamelruimte voor bezinksel, die door een tussenwand is afgescheiden, geleid.
Aan 3 zijden zijn toevoeraansluitingen met blindflenzen afgesloten. Aan de voorzijde zit de persleidingaansluiting G11/4 en DN 50/ SML. Op een van de zijden van de put is een aansluiting voor een mantelbuis DN50/PE voor de voedingskabel aangebracht.
De SINKAMAT® heeft een roosterdeksel van geslepen roestvaststaal of optioneel een geë poxeerde gietijzeren afdekking met een ingelegd rooster van roestvast staal. De gietijzeren afdekking kan betegeld en het roestvaststalen rooster kan ingelegd worden.
Apparaatbeschrijving
De SINKAMAT® is een afvalwater verpompinstallatie die onder een vloer ingebouwd wordt met of zonder plakflens. Inbouw in ruimtes die onder het maaiveldniveau liggen, bijv. sauna- fitness- en hobbyruimtes (kelderafwatering).
3.1 Hoofdonderdelen
10 Schakelaar met haakse stekker en alarminstalatie
11 Kabelkoppeling 4 polig
8
Aansluiting mantelbuis
1
Afdekking
2
Plakflens
5
Bindflens
9
4
Geleideshot
7
Geïntegreerde keerkleppen
6
Dompelpomp
5
Inlaat aansluitingen met blindflens
3
Huis
7
Verzamelruimte bezinkbare delen
3.2 Omvang levering 1 Roestvaststalen huis met antislip afdekking van geslepen roestvaststaal,, geleideschot; alle aansluitingen voor afwateringssystemen zijn met blindflenzen afgesloten.
los bijgeleverd worden: 1 SINKAMAT-dompelpomp 50/1-S of 50/2-S 1 persleiding compleet 1 boekwerkje “inbouwbediening-onderhoudvervaningsonderdelen”
aansluiting persleiding
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 3.
Apparaatbeschrijving 3.4 Technische gegevens
3.3 Functiebeschrijving SINKAMAT® is een afvalwater verpompinstallatie voor inbouw onder de vloer van ruimtes die onder het maaiveldniveau liggen, voornamelijk kelders voor bijv. sauna-, fitness- en hobbyruimtes. Afvalwater stroomt, enerzijds bovengronds via het roosterdeksel of het inlooprooster en anderzijds indien nodig ondergronds via maximaal 3 aanvoerpunten aan de zijkanten, toe. De aanvoerpunten aan de zijkanten zijn in DN50/SML, DN 70/SML of DN100/SML als toebehoren verkrijgbaar. Via de aanvoerpunten aan de zijkanten stroomt het afvalwater van bijv. de douche of de wastafel toe. Het afvalwater wordt door een geleideschot in een kleine verzamelruimte voor bezinksel geleid. Het afvalwater stroomt over de tussenwand in de pompruimte. Van daaruit pompt de dompelpomp het afvalwater door de keerklep in de persleiding naar het riool.
De persleidingaansluiting is in G 11/4 en DN50/SML uitgevoerd. De stroomvoorziening vindt plaats via een aansluitkabel die in een mantelbuis DN50 aangelegd is. De dompelpomp wordt door een magneet vlotterschakelaar automatisch in- en uitgeschakeld. Als toebehoren is een aanvullend een vlotterschakelaar M2 leverbaar die bij een het niveau “max” als potentiaalvrij contact via telecommunicatie een storingsmelding verder leidt. Wordt er als gevolg van een storing geen afvalwater verpompt en overstijgt de vloeistofspiegel het inschakelpunt van de pomp, dan wordt bij het schakelpunt voor een verhoogde vloeistofspiegel door de extra ingebouwde vlotterschakelaar M2 een signaal potentiaalvrij doorgegeven.
- in de vloer in te bouwen afvalwater verpompinstallatie voor het afvoeren van fecaliënvrij afvalwater dat onder het maaiveldniveau geloosd wordt, met een stankafsluiter volgens DIN19541, bedrijfsklaar voor inbouw gemonteerd - huis van roestvaststaal 1.4301, met of zonder isoleerrand volgens DIN19599; met een kleine verzamelruimte voor bezinksel, los ingelegd geleideschot - nuttig volume 15 l - afmetingen inclusief plakflens: BxHxD: 610x460x520mm - afmetingen zonder plakflens: BxHxD: 432x460x342mm - 3 blindflenzen voor ondergrondse afvalwater aanvoer - aansluitstukken DN50 voor een mantelbuis DN 50
- persleiding aansluitstukken G11/4 en DN50/SML volgens DIN19522 voor persleiding - ingebouwde dompelpomp met direct werkende wikkelingsbeveiliging, en automatische inschakeling na afkoeling; - koeling door te verpompen vloeistof; ingebouwde magneet vlotterschakelaar voor niveauschakeling; - elektrode voor geforceerde inschakeling en alarmmelding bij niveauoverschrijding - 1 ontkoppelbare 4-polige kabelkoppeling voor eenvoudige kabel trekken door de mantelbuis - 3-voudig werkende motorpakking; beschermingsklasse IP68 - 5m aansluitkabel met veiligheidsstekker
Technische veranderingen voorbehouden pompen motorsp. [V~] frequentie [Hz] P1 [kW] P2 [kW] IN [A] n [t/min] huis zonder plakflens
50/1-S gewicht 50/2-S 230 230 50 50 0,43 4,7 kg 0,65 0,21 0,38 2,1 3,1 2600 2600 afdekking van roestvaststaal met gatenpatroon 750-0470004 750-0471004
huis met plakflens
gewicht
5,4 kg
15
750-0470001 750-0471001 afdekking van gietijzer, geepoxeerd en inlooprooster van roestvaststaal, gepolijst huis zonder plakflens 750-0470006 750-0471006
20
huis met plakflens
25
750-0470003
750-0471003
20
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 3.
Apparaat beschrijving Vermogenstabel
3.5 Vermogensdiagram
toleranties ISO 2548/C
Vermogensdiagram
n = 2600 U/min
10 9
m
8 7
totale opvoerhoogte H [m] SINKAMAT® 1 2 3 4 opvoerstroom 50/1S 3,5 3,08 2,66 2,16 Q [l/s] 50/2S 4,83 4,41 4,0 3,5
5 1,66 3,0
6 1,08 2,41
7 1,75
8 1,08
Omrekening van de tabelwaarden: 1 l/s = 3,6 m³/h = 60 l/min
6
50 /2 -H S)
S)
minimale opvoerstroom DN 32
S( -H
totale opvoerhoogte
/2 /1
6 1,5
50 50
1
S(
0,5
AT
0
4
/1
2
AM
0
50
0
NK
minimale opvoerstroom DN 50
SI
1
AT
2
AM
3
NK
4
SI
5
8 2
10 2,5
12 3
3,5
14
16
18
4
4,5
5
20 5,5
opvoerstroom
4
Installatie
4.2
Inbouwvoorwaarden
4.1 Transport
4.2.1 Normen
De opvoerinstallatie SINKAMAT® wordt in de fabriek op een pallet gezet en in krimpfolie verpakt en dan naar de verzendafdeling gebracht. De SINKAMAT® kan zo eenvoudig naar de bouwplaats getransporteerd worden. Wordt transportschade vastgesteld moet dit direct op de vrachtbrief worden vermeld, voordat deze afgetekend wordt. De schade direct schriftelijk melden aan ACO BV, uiterlijk binnen 48 uur.
Volgens DIN 1986, “afwateringsinstallaties voor gebouwen en bouwterreinen”, moet er voor gezorgd worden dat afvalwater, dat onder het maaiveldniveau geloosd wordt en hemelwater van oppervlakken die onder het maaiveldniveau liggen, via een automatisch werkende opvoerinstallatie terugloopvrij in het openbare riool gepompt worden. Huishoudelijk afvalwater dat geen spoelwater van toilet of urinoir bevat kan via afsluitinrichtingen? tegen terugloop volgens DIN 1997 deel 1 afgevoerd worden. Kleine hemelwateroppervlakken kunnen ook, als weglekken niet mogelijk is en wanneer er passende maatregelen genomen zijn om overstroming van de diepliggende ruimtes te voorkomen, via terugstuw beveiligingen volgens DIN 1997 deel 1 afge-waterd worden. Alle afwateringssystemen die boven het maaiveldniveau liggen kunnen door natuurlijk verval afwateren en mogen derhalve niet aangesloten worden op de afvalwater opvoerinstallaties.
Voor zover het maaiveldniveau niet door bevoegde instanties is vastgelegd, geldt als maaiveldniveau minstens de straathoogte op de aansluitplaats. Met de SINKAMAT® kan ook bij opstuwing in het riool de afwatering van ruimtes die onder het maaiveldniveau liggen verzorgd worden. Keerkleppen zijn seriematig ingebouwd. De bodem van de persleiding moet boven het maaiveldniveau geleid worden (leidinglus). De aanvoerleiding in de afvalwater opvoerinstallatie is volgens DIN 1986 deel 2 af te meten en aan te leggen. Voor de persleiding zijn drukleidingen DN 50 Indien nodig kan SML-leiding met CVverbindingen en CV kragen of 11/2 of 2’ stalen buis gebruikt worden. De afmetingen van de grondleiding achter de uitmonding van de persleiding zijn eveneens in DIN 1986 deel 2 geregeld. In het algemeen wordt de grondleiding voor de persleiding één nominaaldiameter groter gekozen dan de persleiding. in DIN 1986 deel 2 geregeld. In het algemeen
wordt de grondleiding voor de persleiding één nominaaldiameter groter gekozen dan de persleiding. Alle leidingaansluitingen aan de opvoerinstallatie moeten geluidsdempend en flexibel uitgevoerd zijn (DIN 1409 “geluidsbescherming in de hoogbouw”). De leidingen moeten elastisch door het metselwerk gevoerd worden. Op de persleiding mogen geen afwateringssystemen en geen ontluchtingsleidingen aangesloten worden. De leiding mag ook niet aan standleidingen aangesloten worden. Voor stoffen en vloeistoffen die schadelijke en hinderlijke dampen of geuren verspreiden, of materialen die afwateringssystemen aantasten of het bedrijf ervan verstoren, moeten er installaties geplaatst worden die voorkomen dat deze stoffen en materialen in de afvalwater opvoerinstallaties terecht komen. Speciale installaties hiervoor zijn: olie- en benzineafscheiders, stookolieafsluiters, vetafscheiders, zetmeelafscheiders (norm in voorbereiding), zand- en slibvangers en neutralisatie-installaties.
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 4.
Installatie
4.2.2 Bouwkundige voorwaarden - de inbouwplaats moet vorstvrij en goed toegankelijk zijn - inbouwruimte in de vloer maken die ca. 10 cm groter is dan de inbouwgrootte voor het apparaat en aansluitleidingen - bij de diepte van het gat in de vloer moet ook rekening gehouden met de dikte van de afwerklaag en de vloerbedekking
- van de vloer in de opstelruimte naar buiten resp. 4.3 Inbouw voorbeeld binnen moet het mogelijk zijn de persleiding R11/4 of DN50 aan te leggen - in de vloer moeten ook de mantelbuis voor de elektrische aansluitleidingen en de aansluitleidingen voor de afwatersystemen, die onder de vloer aangesloten moeten worden, aangelegd kunnen worden.
aanvoerleiding
maaiveldlus maaiveld
SINKAMAT
mantelbuis DN 50 voor de voedingskabel en ontluchting
4.5 Montage
4.4 Opvoerinstallatie aanpassen Worden er aan de SINKAMAT® afwateringssystemen onder de vloer aangesloten dan moeten voor de montage de blindflenzen van de benodigde aansluitingen aan de zijkant verwijderd worden en vervangen worden door de aansluitstukken met de juiste nominaaldiameter (toebehoren).
persleiding boven het maaiveldniveau gebracht naar het riool
Bij de inbouw van de SINKAMAT® in de kelderbodem zal de bodemdikte over het algemeen minder zijn dan de hoogte van het apparaat. De SINKAMAT® steekt dan, met de ter plekke geconstrueerde betonlaag, uit in de bodem.
Montage voor het aanleggen van de bodemplaat - SINKAMAT® in het mortelbed plaatsen, de bovenkant indien nodig met opzetstukken op gelijke hoogte brengen en waterpas stellen met de hoger gelegen vloer en tegen opdrijven verankeren. - de uithardtijd voor de mortel afwachten - mantelbuis DN50 voor de voedingskabel aanleggen, aansluiten (lengte van de kabel is 5 m) en tegen opdrijven verankeren
Montage na het aanleggen van de bodemplaat - werkzaamheden als hierboven, het verankerden tegen opdrijven kan vervallen - betonmengsel maken in dezelfde kwaliteit als de omliggende vloer en tot de hoogte van de omliggende vloer opvullen en verdichten - belasting is na 72 uur mogelijk
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 4.
Installatie
4.1 Transport De SINKAMAT® is uitgerust met een 5 m lange voedingskabel en een stekker voor 230V; 50 Hz.
haakse stekker met keuzeschakelaar hand/autom. en akoestische signaleringsinstallatie (intermitterend)
los te koppelen kabelkoppeling
180
slangbocht R11/4
136
aansluiting DN50 / kunststof mantelbuis voor voedingskabel en ontluchting
alarmcontact + auto start persleiding R11/4 en DN50/SML
aanvoer links
IN
120
aanvoer midden
aanvoer rechts
145
UIT bezinksel verzamelruimte
isoleerrand volgens DIN 19599
260
UIT
341
schakel niveau aan/uit alarmsignaal en autostart
432 587
70
460
IN aanvoer
496
156
127
75
uitneembaar inloop geleideschot
387 x 296
4.6 Elektrische aansluiting
4.8 Vloerafwerklaag en vloerbedekking
5.
Op de plaats van inbouw is een veiligheidscontactdoos nodig. Zekering 10A langzaam.
De vloerafwerklaag en de vloerbedekking worden in de gebruikelijke techniek uitgevoerd. Wanneer tegels gelegd worden, kan de gietijzeren afdekking ook betegeld worden. (Toebehoren)
Na beëindiging van de bouwfase en de aansluiting van geplande lozingspunten kan de SINKAMAT® in bedrijf genomen worden. In bedrijf name alleen door een vakkundige laten doorvoeren in overeenstemming met DIN1986 deel 31.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen door een elektrotechnisch vakman uitgevoerd worden!! 4.7 Plakflens aansluiten Tot slot tegen opstijgende vochtigheid worden folies ingebouwd. Bij de SINKAMAT® met plakflens kunnen de folies op aanwijzingen van de foliefabrikant aan de plakflens geplakt worden.
In bedrijf name
- Beschermfolie van het roosterdeksel resp. inlooprooster verwijderen - eventueel aanwezig bouwpuin verwijderen - dompelpomp inbouwen (9.1) - roosterdeksel opleggen, bij de uitvoering met inlooprooster het rooster vastschroeven
Let op! Het gatenpatoon van de afdekking boven het geleideschot slibvang plaatsen! - water toelaten stromen, net zo lang tot de pomp meerdere schakelcycli gemaakt heeft. - persleiding op lekken controleren - water uit de extra aangesloten lozingspunten toe laten voeren - pomp- en stromingsgeluiden controleren - eventueel extra ingebouwde optische en akoestische storingsmelders controleren volgens bijbehorende handleidingen - In bedrijf name protocol opstellen, bijlage aan de eigenaar uitreiken
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 6.
Bedrijf
6.1 Gebruik
6.3 Bediening
Doelgericht gebruik De SINKAMAT® is een afvalwater opvoerinstallatie voor inbouw onder de vloer in ruimtes voor bijv. sauna-, fitness- en hobbyruimtes (kelderafwatering), die voornamelijk in kelders onder het maaiveldniveau liggen. De temperatuur van het te verpompen water mag tijdens continubedrijf de 45º C niet overschrijden. Gedurende korte tijd ca. 3 minuten mag water van 80º C uit de wasmachine toelopen.
De apparaten werken volautomatisch.
Voor de hand liggend misbruik: De SINKAMAT® is niet geschikt voor het verpompen van vethoudend afvalwater, fecaliën, dikke stoffen, bouwafvalwater of van schadelijke stoffen. 6.2 Garantie Schade of gebreken geconstateerd bij aflevering van de goederen of verborgen schade moet onmiddellijk na ontdekking ervan door de besteller schriftelijk gereclameerd worden. ACO BV moet de gelegenheid krijgen de gereclameerde schade ter plaatse zelf of door een vertegenwoordiger vast te stellen. Afgekeurde goederen dienen op verzoek direct aan ACO BV teruggestuurd te worden. Wanneer de besteller deze verplichtingen niet nakomt of zonder toestemming van ACO BV veranderingen aan de reeds afgekeurde goederen uitvoert, verliest hij mogelijk de aanspraak op garantie. ACO BV levert met een 12 maanden garantie. De aanspraak op garantie begint op de dag van levering. Bij gerechtvaardigde schadereclamekring binnen de termijn, repareert ACO BV naar eigen inzicht de goederen of levert een correcte vervanging. Werkzaamheden binnen de garantie mogen alleen door service partners van ACO BV uitgevoerd worden. Verdergaande aanspraken van de besteller vooral op het gebied van door schade veroorzaakte gevolgschade zijn uitgesloten.
7.
Onderhoud
In navolging van DIN 1986 deel 31 zijn de volgende werkzaamheden uit te voeren: 7.1 Door de exploitant uit te voeren onderhoudswerkzaamheden - De installatie één keer in de maand op werking en waterdichtheid controleren d.m.v. het bekijken van een complete schakelcyclus. 7.2 Onderhoud door vakmensen Tijdsintervallen: - ¼ jaar bij installaties industriële bedrijven - ½ jaar bij installaties in meergezinswoningen - 1 jaar bij eengezinswoningen Onderhoudswerkzaamheden: - controleren of de aansluitingen waterdicht zijn door de omgeving en de armaturen van de installatie te controleren. - openen en reinigen van de keerkleppen (Paragraaf 9.2.) - schoonmaken van de pomp en het rechtstreeks aangesloten leidingwerk - schoonmaken van de binnenzijde van de tank (indien nodig resp. volgens speciale eisen) - controleren van het elektrische deel van de installatie - controleren van de toestand van de bezinksel verzamelruimte - elke 2 jaar de installatie doorspoelen met water Na het afronden van de onderhoudswerkzaamheden is de installatie na een uit te voeren testrun weer in bedrijf te nemen. Er moet een rapport opgesteld worden met daarin een overzicht van alle uitgevoerde werkzaamheden en relevante gegevens.
Wanneer een schade vastgesteld wordt die niet te verhelpen is, moeten de onderhoud uitvoerende vakmensen dit direct schriftelijk aan de exploitant melden en de betreffende werkbon af laten tekenen. De exploitant van de installatie wordt aanbevolen, voor de regelmatig uit te voeren onderhouds- en in stand houdingswerkzaamheden een onderhoudscontract af te sluiten. 8.
Dompelpomp
8.1 Eerst informeren Dompelpompen De pomptypen zijn dompelpompen voor het verpompen van vloeistoffen. Kenmerken van dompelpompen Elke dompelpomp wordt door een typeplaatje op de handgreep gekenmerkt. Het typeplaatje bevat opgaven over: serienummer en technische gegevens zoals: Type motorvermogen isolatieklasse spanning toerental motor bouwjaar frequentie stroomopname productienummer max. opvoerhoogte max. opvoervermogen max. dompeldiepte
Doelgericht gebruik De pompen zijn uitsluitend voor het verpompen van huishoudelijk afvalwater zonder schadelijke stoffen overeenkomstig DIN 1986deel 3 schetst. Ze dient voor stationaire inzet. Tot doelgericht gebruik hoort ook, dat alle opgaven en aanwijzingen uit de voorliggende gebruikshandleiding in acht genomen worden. Onrechtmatig gebruik De pompen mogen niet anders gebruikt worden dan staat beschreven in het onderdeel “doelgericht gebruik”. Elk ander gebruik geld als onrechtmatig. Voorbeelden van onrechtmatig gebruik zijn: Inzet voor het verpompen van - Fecaliën - Vaste stoffen met een korrelgrootte van meer dan 10 mm - zee- en zoutwater - zuren en sterke logen - brandbare vloeistoffen - hete vloeistoffen (boven 45º C), korte tijd (max. 3 min.) zijn vloeistoftemperaturen tot 80º toegestaan, zoals vuil water uit de was- of afwasmachine. Elk onrechtmatig gebruik kan tot gevolg hebben: - schade aan de pomp - schade aan andere waardevolle onderdelen
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 8.
Dompelpomp
8.2 Aansprakelijkheid en garantie
8.3 De bedrijfshandleiding
Er wordt geen aansprakelijkheid overgenomen bij schade en bedrijfsstoringen die ontstaan zijn door: - Het niet naleven van de bedrijfshandleiding - ondeskundige werkzaamheden aan en met de pomp - gebruik van niet originele vervangingsonderdelen en toebehoren - eigenmachtige ombouw en veranderingen aan de pomp door de exploitant - slijtage
De voor u liggende bedrijfshandleiding bevat opgaven en aanwijzigen, waarmee u zeker, deskundig en economisch met de pomp kunt werken. Alleen wanneer de inhoud van deze bedrijfshandleiding begrepen en nageleefd wordt, kunnen - gevaren vermeden worden - betrouwbaarheid en levensduur van de pomp verhoogt worden.
Aanspraken op schadevergoeding, om het even uit welke rechtsgrond ze ontleend wordt, zijn uitgesloten. Daartoe moet bij gevaar voor grote materiële en immateriële schade door het uitvallen van de pomp passende maatregelen genomen worden, bijv. door inbouw van een tweede pomp, een spanningsonafhankelijke alarminstallatie of andere toebehoren. Garantieaanspraken dienen meteen gemeld te worden, nadat de fout of het gebrek vastgesteld is. De garantie vervalt bij: - onrechtmatig gebruik van de pomp - ondeskundige werkzaamheden aan en met de pomp - gebruik van niet originele vervangingsonderdelen en aan slijtage onderhevige onderdelen.
Begrippendefinities In deze bedrijfshandleiding worden enige belangrijke begrippen gebruikt die hieronder gedefinieerd worden. Pomp: Met het begrip pomp wordt in deze handleiding de complete dompelpomp bedoeld. Exploitant: De exploitant is elk natuurlijk of juridisch persoon, die de pomp gebruikt of in wiens opdracht de pomp gebruikt wordt. Overige gevaren: Overige gevaren zijn niet duidelijke risico’s, die door het gebruik van de pomp ontstaan, bijv. gevaren door restvloeistoffen of spoelvloeistoffen bij inzet met meldingsplichtige vloeistoffen.
Betekenissen van symbolen en pictogrammen Om belangrijke informatie te accentueren, worden in deze bedrijfshandleiding de volgende symbolen en pictogrammen gebruikt: Symbool - kenmerkt verschillende punten in een opsomming - kenmerkt handelingsaanwijzingen kenmerkt in de heirnaast staande alinea’s apparaatspecifieke handelingsaanwijzingen.
Pictogrammen Algemeen gevaar Kenmerkt veiligheidsaanwijzingen, die onvoorwaardelijk in acht genomen moeten worden en waaraan geen van de onderstaande pictogrammen toegekend kunnen worden. Hoge elektrische spanning Kenmerkt het gevaar door een bliksemschicht. Relevante veiligheidsaanwijzingen Kenmerkt aanwijzingen voor het veilig werken aan en met de pomp. Let op Kenmerkt mogelijke beschadigingen aan de pomp. Aanwijzing Kenmerkt mogelijke gevaren voor het milieu.
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 8.
Dompelpomp
8.3 De bedrijfshandleiding Alarm contact
Technische gegevens AAN 3 sec
Alarm en autostart
3 sec UIT
ca. 145
ca. 260
AAN
ca. 70
UIT
Pomptype afmeting pomphuis Schroefgrootte van de pompsteunen lengte voedingskabel gewicht bedrijfsspanning frequentie stroomopname vermogen P1 vermogen P2 pompcapaciteit temp. te verpompen vloeistof tijdsduur max. temperatuur max. korrelgrootte max. opvoerhoogte max. dompeldiepte autom. inschakelen autom. uitschakelen alarm contact
SINKAMAT 50/1S H = 282 mm Ø = 175 mm G11/4i 5m 4,7 kg 230 V 50 Hz 2,1 A 430 W 0,21 kW 250 l/min max. +45º C 3 min. 80º C 10 mm 7m 5m 145 mm 70 mm 260 mm
SINKAMAT 50/2S H=282 mm Ø = 175 m G11/4i 5m 5,4 kg 230 V 50 Hz 3,1 A 650 W 0,38 kW 300 l/min max. +45º C 3 min. 80º C 10 mm 9,5 m 5m 145 mm 70 mm 260 mm
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 8.
Dompelpomp
8.4 Hoe u de pomp inschakelt
Attentie! gevaar door ondeskundig werken met de pomp. De pomp mag alleen in bedrijf genomen worden als de aanwijzingen en opgaven in deze bedrijfshand-leiding in acht genomen worden. Aanwijzing Controleer of de --geleverde spanning en frequentie alsook de zwaarte van de zekeringen overeenkomen met de opgaven op het typeschild. Gevaar door elektrische spanning! Installeer de elektrische stekkerverbindingen bij overstromingsgevaar buiten bereik van het water en bescherm de elektrische stekker-verbindingen tegen vocht! Attentie! Gevaar door overbelasting. De pomp is uitgevoerd met temperatuurbewaking die de pomp in geval van thermische overver-hitting uitschakelt. Is dit niet het geval dan moet de stekker uit de contactdoos gehaald worden en de oorzaak achter-haald worden. In het andere geval schakelt de pomp na afkoeling zelfstandig weer in.
Inzet als stationaire pomp De automatische werking van de genoemde pompen dient voor het bewaken en afvoeren van vloeistoffen in ruimten die kunnen overstromen. Voor het automatisch werken moeten de pompen stationair ingebouwd worden. Let bij het inbouwen van uw pomp op de volgende genoemde punten om uw pomp stationair in te bouwen: Aanwijzing Bij een stationair gebruik van de pomp moet de installatie volgens DIN 1986 doorgevoerd worden! Attentie risico om een verwonding op te lopen. Zorg ervoor dat tijdens de stationaire inbouw van uw pomp de inbouwschacht een afgedekt is of zorg voor voldoende licht in de opstellingsruimte om ongelukken te voorkomen. Attentie Beschadiging van de pomp door ondeskundige inbouw. Zorg ervoor dat de inbouw- of opstellings-ruimte van de pomp vorstvrij is. Zet de voor de stationaire inbouw benodigde toebehoren klaar. Monteer de persleiding volgens de tekening. Installeer de pomp in de inbouwplaats. Leg de persleiding met een lus boven het maaiveldniveau aan (meestal de bovenkant van de straat).
Aanwijzing Bij een persleidinglengte tot 5 m bedraagt de benodigde nominaaldiameter voor de persleiding, keerkleppen? en verbindingsstukken R11/4. Bij een langere persleiding moet u om wrijvingsverliezen te vermijden een nominaaldiameter van R11/2 gebruiken, (ter plaatse is verwijding noodzakelijk?) of de seriematige persleidingsaansluiting DN 50/SML gebruiken?. Attentie Beschadiging van de pomp door ondeskundige inbouw. Let erop dat u de pomp lood-recht inbouwt. Een scheef staande pomp is niet toegestaan. Overtuig u ervan dat de aangesloten persleiding geen kracht op de pomp uitoefent. Wees er zeker van dat het alarmcontact zich niet in een inkomende vloeistofstroom bevindt. Gevaar door elektrische spanning. Overtuig u ervan dat de netcontactdoos waaraan u uw pomp wilt aansluiten buiten overstromingsgevaar ligt. Steek de netstekker in de netcontactdoos. De pompen zijn nu klaar voor automatische werking.
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 8.
Dompelpomp
8.5 Storingshulp storing
oorzaak
hulp
pomp schakelt niet in
zekering defect
zekering vernieuwen; oorzaak voor zekeringuitval achterhalen stroomvoorziening in orde maken; aardlekschakelaar controleren; voedingskabel testen achterhalen waarom de pomp zwaar loopt of geblokkeerd is vreemd voorwerp uit het huis en/of uit de waaier verwijderen Dit mag alleen in de fabriek plaatsvinden! motor laten wisselen vlotterschakelaar of vlotter gangbaar maken en reinigen Dit mag alleen in de fabriek plaatsvinden! defecte vlotter wisselen
stroomvoorziening niet of niet goed aangesloten pomp is door de temperatuurbewaking uitgeschakeld pomp geblokkeerd pomp defect storing aan de vlotterschakelaar/vlotter condensator of wikkeling defect
motor loopt en pomp verpompt niet
pomp of persleiding verstopt schuif in de persleiding niet of niet voldoende geopend lucht in de persleiding of in het pomphuis opvoerhoogte te groot
pomp of persleiding reinigen schuif openen persleiding ontluchten sterkere pomp inbouwen
pomp verpompt te weinig
persleiding is verstopt waaier is vervuild of versleten opvoerhoogte of drukverlies in de leiding is te groot viscositeit of soortelijk gewicht van de verpompen vloeistof is te hoog
leiding reinigen, keerkleppen reinigen waaier reinigen of wisselen leiding met grotere doorsnede plaatsen; eventueel sterkere pomp inzetten vraagt u het aan onze adviseur
pomp schakelt niet uit
storing aan de vlotterschakelaar/vlotter
vlotterschakelaar of vlotter gangbaar maken en reinigen defecte vlotter wisselen
temperatuurbewaking schakelt in
te hoge verwarming van de wikkeling door hoge stroomopname
achterhalen of pomp zwaar loopt of geblokkeerd is. Als de motor defect is: deze handeling mag alleen in de fabriek plaatsvinden: motor laten herstellen temperatuurgrenzen in acht nemen
temperatuur van te verpompen vloeistof is te lang te hoog (boven 45º C) het alarm klinkt
aanvoer is groter dan het verpompvermogen van de pomp storing aan de vlotter pomp blokkeert motor defect persleiding verstopt
aanvoer reduceren, evt. sterke pomp inzetten vlotter gangbaar maken en reinigen vreemd voorwerp uit het huis en/of uit de waaier verwijderen deze handeling mag alleen in de fabriek plaatsvinden: motor laten herstellen persleiding reinigen
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen door een elektrotechnisch vakman uitgevoerd worden!!
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 8.
Dompelpomp
8.6 Hoe u de pomp reinigt Gevaar Gevaar door elektrische spanning. Wees er zeker van dat tijdens de reinigings-werkzaamheden de pomp spanningsvrij is en tegen onbe-voegd inschakelen beveiligd is. Attentie Beschadiging van de pomp door ondeskundig herstel. Herstelwerkzaamheden aan de voedingskabel en aandrijving van de pomp mogen in principe alleen in de fabriek plaatsvinden! Attentie Beschadiging van de pomp door ondeskundige reiniging. Om ervoor te zorgen dat de pomp bedrijfszeker blijft en een lange levensduur heeft, moet u zich onvoorwaardelijk aan de reinigingsintervallen houden. Wees er zeker van dat tijdens de reiniging de pomp spanningsvrij is. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen. De pomp is vergaand onderhoudsvrij. Toch moet de pomp met regelmaat gereinigd worden. De tijdintervallen voor de regelmatige reiniging zijn afhankelijk van de samenstelling van de verpompen vloeistof, de daarin zittende vaste stoffen en de bedrijfsuren van de pomp. De pomp moet minstens één keer per jaar gereinigd worden.
Om de pomp te reinigen:
Trek de stekker uit de contactdoos. Steek een geschikt stuk gereedschap (bijv. een schroevendraaier) in één van de openingen van de zuigkorf en wip deze van het pomphuis. Reinig met een krachtige waterstraal; de zuigkorf, waaier en pomphuis. Druk de zuigkorf weer op het pomphuis tot deze op de plaats klikt.
Bij de Sinkamatpomp moeten bovendien nog verdere reinigingswerkzaamheden plaatsvinden. Om de magneetvlotter en het alarmcontact te reinigen: Demonteer de gegroefde kunststofschijf(veiligheidsring) van de geleidebuis van de magneetvlotter. Trek de magneetvlotter van de geleidebuis af.
Attentie Beschadiging van de pomp door ondeskundige reiniging. De gegoten ringmagneet van de magneetvlotter is breek-baar! Wees daarom voor-zichtig bij het inbouwen en demonteren alsook bij het reinigen. Reinig de kunststofschijf, magneetvlotter, geleidebuis en vlotterhuis. Zet de magneetvlotter met de ringmagneetschijf eerst op de geleidebuis. Zet de gegroefde kunststofschijf weer op de geleidebuis. Overtuig u ervan dat de kunststofschijf over de hele omvang in de sleuf van de geleidebuis rust.
Attentie Beschadiging van de pomp door ondeskundige reiniging. Het alarmcontact mag t.b.v reiniging niet uitgeschroefd worden!
Reinig het alarmcontact Druk de zuigkorf weer op het pomphuis tot deze op de plaats klikt. Verder reinigingswerkzaamheden zijn niet noodzakelijk. 8.7 Omvang van levering De pompen worden compleet gemonteerd uitgeleverd. Bij de levering zit een bedrijfshandleiding en een verklaring van geen bezwaar.
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 8.
Dompelpomp 41
8.7 Vervangingsonderdelen 40
pos. 3 40 41 48 49
benaming zuigkorf terugslagklep inschroefdeel geschroefde schijf magneetvlotter compleet
art. nr. 870.2012008 870.2012006 870.2012007 870.2012009 870.2012010
48
3 9. 8.9 Wanneer u de pomp terugstuurt Voor reparatie- en inspectiewerkzaamheden bij de fabriek moet u de pomp in leveringsstand en in de originele verpakking terug sturen. Voor extra ingezonden toebehoren kan geen retourverzending gegarandeerd worden.
49
Reparatie 10.
Wend u zich voor reparatiewerkzaamheden a.u.b. tot de ACO-service-partner. Reparaties aan de pomp, magneetvlotterschakelaar, schakelapparaat of voedingskabel mogen alleen in de fabriek plaats vinden. Voorzichtig! Bij ondeskundige reparaties kan levensgevaar ontstaan!
- slangbeugel van de persleiding los maken - pomp ontkoppelen van de persleiding (het afvalwater loopt terug uit de persleiding) - dompelpomp uit de SINKAMAT® tillen - defecte dompelpomp naar de fabriek sturen - opbouw met de gerepareerde of nieuwe dompepomp in omgekeerde volgorde
9.1 Dompelpomp demonteren / wisselen
9.2 Keerklep schoonmaken resp. vernieuwen
Bij defecten aan motor, magneetvlotterschakelaar, schakelapparaat of voedingskabel wordt de dompelpomp tot en met de kogelvlotterschakelaar gedemonteerd/ gewisseld.
- installatie met schoon water met minimaal 3 schakelcycli spoelen - dompelpomp demonteren (9.1.) - slangbeugel van de persleiding losmaken, pomp ontkoppelen van de persleiding, dompelpomp uitnemen - drukleiding uit het inschroefdeel (40) draaien - de daaronder liggende terugslagklep schoonmaken resp. vernieuwen. - opbouw in omgekeerde volgorde - installatie in bedrijf nemen
- verdere afvalwateraanvoer verhinderen - stekker uit de contactdoos trekken - afdekking verwijderen - pomp- en bezinksel verzamelruimte leegmaken; - ontkoppelbarekabel koppeling los maken - voedingskabel uit de mantelbuis trekken
Buiten bedrijf stellen
Wordt de SINKAMAT® lange tijd niet gebruikt, dan moeten alleen de onderhouds-werkzaamheden in paragraaf 7 beschreven uitgevoerd worden. Bij de demontage van de SINKAMAT® zijn paragaaf 9.1 en 9.2 in acht te nemen. 10.1
Demontage
- installatie met schoon water met minimaal 3 schakelcycli spoelen - dompelpomp demonteren (9.1.) - vloer om de SINKAMAT® losmaken - aansluitingen losmaken / loskappen - SINKAMAT® demonteren - afvalwateraanvoeren en mantelbuis met stoppen dicht maken of demonteren
10.2
Afvoer afval
De SINKAMAT® bestaat uit opnieuw te gebruiken materialen. Is de SINKAMT® op een dag aan het eind van zijn levensduur dan bevelen wij afvoer via de schroothandel aan.
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften 11. Reserveonderdelen en toebehoren Anvoerstompen van roestvaststaal voor SML-aansluitingen 18 / DN50 19 / DN70 20 / DN100
52
52
52
200
21
24
23
22
pos. benaming toebehoren : 18 aanvoerstomp DN 50 19 aanvoerstomp DN 70 20 aanvoerstomp DN 100 21 opzetstuk zonder plakkrand compl. 22 opzetstuk met plakkrand compl. 23 geleide frame 24 rubberprofiel
deelnr. 750,0155001 750-0155001 750-0155003 750-0513001 750-0514001 750,0513002 750,0513003
Attentie! maximaal 2 opzetstukken gebruiken omdat anders door de grote inbouwdiepte de pomp niet meer gedemonteerd kan worden!
200
24 23
15 16
14 17
7,6 9
10 8
Kompleet 11 12
4 3 2,5
13
pos. benaming vervangingsonderdelen: 1 deksel met gatenpatroon 2 gietijzeren deksel geepoxeerd 3 rooster RVS 4 verzonken schroef DIN 963 5 pakking 6 blindflens 7 pakking 8 dompelpomp met magneetvlotterschakelaar en geïntegreerde keerklep voor 50/1-S(UST-204/WSA) voor 50/2-S(UST-303/WSA) 9 geleideschot 10 persleiding compleet bestaat uit: 11 buisbocht R11/4 12 dubbele nippel R1¼ 50 lang 13 slangbeugel 14 kabelkoppeling 4-polig boven- en onderdeel 15 schakelapparaat met haakse stekker en koppeling (alleen met opgave van het serienummer leverbaar) toebehoren contactgever voor potentiaalvrije, storingsmelding niveau: contactgever compleet bestaand uit: 16 PG-schroefkoppeling contramoer 17 vlotterschakelaar M2
onderdeelnr. 750,0470013 750,0276005 750,0470010 816,5454001 851,2115001 750,0549001 850,0260001
870,2015001 870,2016001 750,0471003 750-0558050 901,8307002 824,5417001 900,8093001 870,2015004 870,2015005
796-0001001 860,4084001 860,6029001 870,4495001
2004 ACO De informatie in deze inbouwhandleiding werd door ACO met de grootst mogelijke zorg opgesteld. In verband met de voortdurende verbetering van bestaande producten en de ontwikkeling van nieuwe producten, behoudt ACO zich het recht voor specificaties te wijzigen. Het is de verantwoordelijkheid van
ACO BV Postbus 217 7000 AE Doetinchem Edisonstraat 36 7006 RD Doetinchem Tel. 0314 - 368280 Fax 0314 - 368290
de verwerker resp. de verbruiker vast te stellen, dat het ACO product geschikt is voor de geplande toepassing en verwerkt wordt volgens de geldende inbouwvoorschriften. Aan de aanbevelingen en suggesties kunnen geen garanties worden ontleend, omdat de verwerkings- en gebruiksomstandigheden buiten de controle van ACO liggen.
© ACO Passavant/Inbouwhandleiding/Sinkomat/Oktober 2004
Plaatsings- en bedieningsvoorschriften