Pilot Groepswonen Swinhove
Jenny Hoogvliet Zorgmanager Pieterman Han Hendrikse Manager zorg en behandeling
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
1
Proef groepswonen In de woning staat het gewone leven centraal. De doelgroep is ouderen met PG problematiek en met de indicatie lang verblijf en behandeling. Uitgangspunt is het bieden van een optimaal op het individu toegespitste vorm van wonen en zorg. Zoveel mogelijk privacy, de meerwaarde van groepswonen en flexibiliteit in mogelijkheden zijn hierbij de voorwaarden. De meerwaarde van het groepswonen, in vergelijking met thuiszorg en verpleeghuiszorg, is de midden weg tussen beide zorgvormen. Een zo optimaal huiselijke situatie met aanbod van individueel gerichte professionele verpleeghuiszorg, die gericht is op kwaliteit van leven. De woon/zorgvisie “ gewoon leven” De woon/zorgvisie is geen vastgestelde code maar een basis voor verdere ontwikkelingen, waarop mensen en omstandigheden hun invloed uitoefenen. De woon/zorgvisie geeft: • Richting aan de organisatie, het personeel, de bezoekers en de vrijwilligers • Een handvat voor toetsing van de dagelijkse gang van zaken • Voor buitenstaanders zicht op het zorgaanbod • Een mogelijkheid om in gesprek te blijven over zorgopvattingen, normen, waarden en attitude De visie op wonen en zorg uit zich op verschillende manieren en speelt in op specifieke behoeften van de cliënt met dementie. • • • • •
De huiselijke situatie wordt vorm gegeven in een woongroep van zes cliënten Waarbij een dagritme, bepaald door natuur(waken/slapen) en cultuur(etenstijden) structuur biedt aan de bewoner. Het hebben van een eigen kamer in de toekomst, waar de persoonlijke eigendommen staan en opgeborgen kunnen worden. (Herkenbaarheid), waar men zich terug kan trekken, dit alles draagt bij aan de gewenste huiselijkheid. Binnen de mogelijkheden worden er zo min mogelijk dwangmaatregelen toegepast. Wel zal er gekeken worden naar middelen die de veiligheid preventief kunnen vergroten. De bewoner heeft binnen redelijk flexibele grenzen, de vrijheid zelf keuzes te maken. Hoe kleed ik me, hoe laat sta ik op of ga ik naar bed. In een individueel zorg/behandelplan. Worden de specifieke vraagstelling en behoefte van de bewoner vastgelegd. Ook hierin is het “gewone leven” leidraad.
Groepsdifferentiatie In principe vindt geen differentiatie plaats en wonen de bewoners tot het eind van hun leven in dezelfde groep. Alleen bij een nieuwe opname, kan men wel rekening houden met: • Sfeer in de samenstelling van de groep • Man/vrouw verhouding • Zorgzwaarte • Groepsproces Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de vertegenwoordiger van de cliënt of het multidisciplinaire team een verzoek indienen tot overplaatsing bij de manager zorg en behandeling.
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
2
Werkzaamheden binnen de woongroep De werkzaamheden binnen de woongroep worden uitgevoerd door de woonbegeleiders, assistent-woon begeleiders, huishoudelijk medewerkers. Deze medewerkers worden aangestuurd door de zorgmanager. Op basis van een behandelingsvraag kunnen andere disciplines worden aangewend. Deze worden specifiek gevraagd voor deze behandelvragen (arts, ergotherapeut, fysiotherapeut enz.) Om 7.30 uur wordt gestart door de woonbegeleider, en om 9.00 uur voegt de assistent woonbegeleider zich bij de woongroep, deze blijft tot 13.00 uur op de woongroep. De woonbegeleider die gestart is om 7.30 uur heeft dienst tot 15.30 uur. Om 15.15 uur start de woonbegeleider die werkt op de groep tot 23.15 uur. De woonbegeleider is dan in principe alleen, kan in incidentele gevallen hulp inroepen van unit “Het Venster” De nachtdienst wordt door afdeling de Pieterman geleverd, hier verandert in de proef niets aan. Verder wordt door een vaste (voor zover mogelijk) huishoudelijke medewerker vier uur per week in de woongroep schoongemaakt. Het team binnen de woongroep De woongroep bestaat uit zes medewerkers, waarvan vijf medewerkers het vig-diploma in bezit hebben. De assistent woonbegeleider is zorgassistent, een opleiding die binnen Swinhove is gestart en wordt voortgezet. Deze medewerkers zijn naar aanleiding van een teamdag (juni jl.) door hun enthousiasme en na enkele gesprekken met zorgmanager over hun motivatie en competenties geselecteerd. Een van deze medewerkers heeft wel ervaring met groepswonen in een andere sector. De andere medewerkers hebben geen ervaring, maar zij zijn gekozen op grond van persoonlijke competenties. Woonbegeleider De woonbegeleiders hebben tot taak een huishouden te runnen. Dit runnen van het huishouden omvat zowel huishoudelijke als verzorgende taken. Het nabootsen van deze thuissituatie gepaard gaande met verzorgende taken is beslist geen gemakkelijke taak. De verzorgenden zijn met name gewend om in een instituut als het verpleeghuis te werken. Men moet af van het traditionele werken. Het traditionele werken houdt in dat men eerst het werk wil afmaken. Het werk is dan alles qua lichamelijke zorg, huishouden en organisatie van dit huishouden. Het moet eigenlijk zo zijn dat er nog voldoende tijd overblijft om de nodige aandacht te besteden aan de bewoners. Hierin moet men een gulden midden weg zoeken tussen het werk en de aandacht voor de bewoner. Wat vooral van belang is dat de woonbegeleiders begeleid worden in het omzetten van de traditionele verpleeghuiszorg naar het woonconcept “Het Gewone leven”. Hierin ligt een belangrijke rol voor de zorgmanager, die ondersteuning moet geven in dit proces. In het begin is er wekelijks werkoverleg, na verloop van tijd wordt dit maandelijks. Ook moet de zorgmanager in staat zijn om individuele coaching te geven aan de medewerkers. Omdat medewerkers zelfstandig op de groep werken, is het wel belangrijk dat ze de gelegenheid krijgen om kennis met collega’s uit te wisselen. Doordat ze elkaar weinig zien moet hier wel aandacht voor zijn. Mogelijkheid hiervoor is informele kennisuitwisseling door: • Gezamenlijke lunches • Personeelsuitje • Langer pauzes in vergaderingen en bijeenkomsten • Succes vieren in de organisatie
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
3
De assistent woonbegeleiders Deze hebben tot taak een deel van de verzorging/huishouding van de bewoners in de ochtenduren uit te voeren, dit onder aansturing van de woonbegeleider. De taken worden in onderling overleg besproken en afgestemd. Er is gekozen in deze proef om de assistent woonbegeleider in de ochtend uren te zetten om dat hier gevoelsmatig nu nog de spits ligt. De assistent woonbegeleider zal ook huishoudelijke taken uitvoeren volgens een vastgesteld schema. De huishoudelijke medewerker Het is in de proef de bedoeling dat er vier uur door een professionele schoonmaker op de woongroep wordt schoongemaakt. Te denken valt hierbij aan een vaste dag b.v. de maandag van 8.00 uur tot 12.00 uur. Er is wel een schema (opzet) gemaakt welke werkzaamheden in de groep en welke werkzaamheden door de professionele schoonmaker verricht zouden kunnen worden Behandelaars De overige disciplines (arts, fysiotherapeut, logopedist, psycholoog, maatschappelijk werk, ergotherapeut, diëtiste enz.) Als men uit gaat van het gewone leven is de normale gang van zaken dat de behandelaars alleen dan in beeld komen als er een specifieke vraag door de cliënt of zijn vertegenwoordiger gesteld wordt of als de woonbegeleider inzet gewenst acht. In principe is het de bedoeling dat de verpleeghuisarts en andere behandelaars op consultbasis binnen de woongroep gaan werken. Psycholoog Het is de bedoeling dat de psycholoog bij het begin van de proef meting doet (score gedrag cliënten), na zes maanden zal deze meting nogmaals gedaan worden en na een jaar weer. Wat is de score van het gedrag dan, heeft men minder sedativa nodig, zijn er binnen de woongroep minder middelen en maatregelen nodig enz. De psycholoog heeft in deze de verantwoordelijkheid voor de meting. De zorgmanager is inhoudelijk verantwoordelijk dat deze meting ook wordt verricht. Diëtiste De diëtiste zal in het begin ook een meting verrichten. Deze meting is er voornamelijk op gericht wat is de voedingtoestand en het gewicht van de bewoner aan het begin van de proef, wat na zes maanden, en na een jaar wordt deze meting nogmaals verricht. Activiteitenbegeleiding In het gewone leven voeren de cliënten zelf de regie over activiteiten die ze willen ondernemen. De activiteitenbegeleidster heeft in de proef dan ook de rol van ondersteuner bij dit gewone leven en is op consultbasis voor de individuele cliënt beschikbaar. Meting In de proef wordt nog een extra meting verricht door de Vrije Universiteit Amsterdam. Inmiddels zijn de vertegenwoordigers hiervoor benaderd en hebben hun akkoord gegeven. Meer informatie over deze meting is te verkrijgen bij Jenny Hoogvliet. Diensten De woonbegeleiders werken in dagdienst of avonddienst, zij werken exact 8 uur op een dag. Zij hebben pauzes op de groep bij de cliënten. In de proef is dit een van de kritische factoren waar naar gekeken moet worden. Zo ook de vraag wat te doen met de medewerker die rookt en nu geen gelegenheid heeft om te gaan roken. Heel de dag op de groep kan voor de medewerker een behoorlijke belasting zijn.
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
4
In principe vindt er geen overdracht plaats van de nacht naar de dag, nachtdienst is om 7.15 uur afgelopen. Handig in de proef is om te kijken, hoe men dit gaat oplossen. Mogelijkheden hierin zou zijn een schrift waarin de bijzonderheden vermeld staan. De tijd dat de dagdienst en avonddienst samen zijn is beperkt tot vijftien minuten. In deze tijd moeten de bijzonderheden van zes bewoners overgedragen worden. Het moment van overdracht is ook het enige moment dat twee woonbegeleiders contact met elkaar hebben. In de proef moet worden uitgezocht of dit ook werkt. Want het is wel belangrijk dat medewerkers contact hebben met hun collega’s. De afspraak is dat de medewerkers bij ziekte proberen dit op te lossen met de groep medewerkers die werkzaam zijn binnen de woongroep. Is dit niet mogelijk dan kan men een beroep doen op de afdeling. Want binnen “Het Venster” zijn er twee medewerkers gevraagd of zij bij ziekte of vakantie ook op de groep kunnen werken. Van belang is dat ze nu dus ook daadwerkelijk ook ingewerkt worden op de woongroep. Zodat ook deze medewerkers inzicht krijgen in de werkzaamheden die uit gevoerd moeten worden op de woongroep. De zorgmanager is verantwoordelijk dat deze inwerkdagen er ook daadwerkelijk komen. Deze medewerkers worden de zogenaamde FlEX-werkers. Roosters Het is de bedoeling dat de medewerkers van de woongroep zelf gaan roosteren. Nu wordt er nog geroosterd door zorgmanager. De zorgmanager moet hierin ondersteuning bieden en inzicht krijgen in de knelpunten die roosteren met zich meebrengt. Het is hier van groot belang dat de medewerkers dit in goed overleg met elkaar doen. De zorgmanager blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de kwaliteit en de kwantiteit van de inzet. Formatie woongroep Formatieberekening is gedaan door het roosterbureau, maar het roosterbureau gaat altijd uit van een bruto/netto berekening. Dit houdt in dat men rekening houdt met ziekte/vakantie/verlof wat binnen het verpleeghuis zeker nodig is. Dit ligt binnen de woongroep iets anders, als men uit zou gaan van de berekening van het roosterbureau zou dit betekenen dat er bij “gewone weken” een fulltime medewerker teveel zou zijn. Dit zou kunnen betekenen dat er bij de medewerkers na 13 weken een opeenhoping van te weinig uren gaat ontstaan. Na overleg met manager zorg en behandeling en de medewerkers hebben wij ervoor gekozen om uit te gaan van een netto berekening. In de proef moet er kritisch naar gekeken worden of dit ook de juiste oplossing is. Communicatie Ten behoeve van de zorg is het belangrijk dat het MDO één keer in de drie maanden plaats vindt. In dit MDOB moeten de zes bewoners worden besproken in samenspraak met familie. Ten behoeve van de medewerkers en de voortgang en ontwikkeling van de woongroep zijn de volgende overlegvormen vastgesteld. • In het begin wekelijks overleg met de medewerkers • Groot werkoverleg in een frequentie van eenmaal per maand • Individuele werkbespreking De manier om op juiste wijze met elkaar te communiceren is iets waarin men nog enige scholing behoeft. Men moet in de woongroep elkaar durven aanspreken op zaken die niet goed gaan en daarvan leren. Dit is wel een item dat regelmatig aan de orde wordt gesteld maar men is daar niet vaardig in. Dit kan leiden tot botsingen tussen de individuele medewerkers. Van belang is dat de zorgmanager dit proces begeleid. Het gewone leven centraal Kenmerk van het wonen is dat er zoveel mogelijk privacy geboden wordt in huiselijke sfeer.
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
5
Privacy De bewoner heeft een eigen kamer of beschikt over een twee persoonskamer en deelt deze met een medebewoner. Op deze kamer kunnen eigen spullen opgeborgen worden en hier kan men zich terugtrekken. Familie Het is van belang dat familie van cliënten nauw worden betrokken bij de opening van de woongroep. In september 2004 hebben de familieleden van cliënten de mogelijkheid gekregen om een bijeenkomst over de woongroep bij te wonen. Verder worden cliënten van informatie voorzien door de ”Meander”. Tevens is het de bedoeling dat er tweemaal per jaar een familieavond wordt georganiseerd. Belangrijk is dat er in de toekomst ook wordt gekeken naar mogelijkheden over een informatiebrochure over de woongroep. Dit is vooral ook van belang voor nieuwe cliënten binnen de woongroep. Omdat in de woongroep het gewone leven centraal staat betekent dit dat de bewoner zijn leefstijl zo goed mogelijk moet kunnen voortzetten. Dat betekent dat familie die altijd een belangrijke rol gespeeld heeft in het leven van de bewoner deze rol ook kan blijven vervullen. Familie en vrienden kunnen blijven deelnemen aan het dagelijks leven van de bewoner. Door te helpen bij de afwas, voor te lezen uit de krant, te helpen bij het eten of gewoon gezellig een kopje koffie te drinken. Hierbij is het wel belangrijk dat men uitgangspunten heeft. • Nooit een claim leggen op familie, vrienden of bekenden van bewoners ter ondersteuning of uitvoering van algemene werkzaamheden ten behoeve van de groepswoning • Het begeleiden van relaties nooit een dusdanige druk op de medewerkers van de woongroep ligt dat de werkdruk onevenredig toeneemt. De rol van vrijwilligers De rol van de vrijwilliger binnen de woongroep moet nog vastgesteld worden. Want door hun aanwezigheid en inbreng zullen de bewoners iets extra’s krijgen: meer aandacht, uitstapjes, winkelen enz. Ik vind het dan ook erg belangrijk dat deze vrijwilligers op de groep komen. Ik denk dat het één en ander besproken moet worden met de coördinator die de vrijwilligers begeleid. Wassen binnen de woongroep Het wassen van de persoonsgebonden kleding gebeurt in de woongroep, maar ook vrienden of familie kunnen dit voor hun rekening nemen. Het stomen en chemisch reinigen kan door Lips gedaan worden, de vertegenwoordiger ontvangt hiervan een rekening. Het is voor familie van belang dat men goed wasbare kledingstukken koopt. Ik denk dat het ook van belang is dat er een clausule in komt dat Swinhove niet aansprakelijk is voor de gevolgen van de reinigingsactiviteiten. Het stukgoed (lakens, handdoeken, washanden enz.) wordt verzorgd door Lips. Zij moeten dagelijks de vuile was van de woongroep ophalen en er moet een afspraak komen over wanneer men het linnengoed op de woongroep brengt. Hier moet nog een afspraak over gemaakt worden. Apparatuur zoals een wasmachine, droger, strijkbout, strijkplank moet wel van degelijk materiaal gemaakt zijn. Uit ervaringen van andere huizen is geleerd dat deze machines door veelvuldig gebruik ook harder slijten. Dus bij aanschaffing van deze apparaten moet hier rekening mee worden gehouden.
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
6
Huisvuil In de huidige situatie wordt het afval gescheiden van de incontinentie materiaal. Hoe we hier straks in de woongroep mee moeten worden omgaan is nog niet geheel helder. Hierover moeten met Wim Nederveen nog afspraken worden gemaakt. Koken op de woongroep Uit veiligheidsoverwegingen wordt er gekookt op een inductiekookplaat verder is de keuken zo ingericht dat er op een veilige manier gekookt kan worden. Men kan tijdens het koken toezicht houden op de groep. Het is de bedoeling dat er wel per week een schema wordt opgesteld wat men gaat koken. Dit is nodig voor de bestelling maar ook om het gevaar van iedere dag hetzelfde te eten. In overleg met de diëtiste wordt dit concept nog verder uitgewerkt. Belangrijk is dat de cliënten ook verantwoorde voeding binnen krijgen en groentes en fruit die in het seizoen worden gegeten. Verder is het van belang dat er deugdelijk kookgerei wordt aangeschaft. In samenwerking met Peter houden we ons voorlopig aan de menulijst van Swinhove: dat houdt in dat we kijken en een idee krijgen wat we kunnen koken. Hij levert bovendien de receptuur en de benodigdheden voor voedselbereiding zet hij op papier Budget voor de woongroep Uit gaande van het advies van het NIBUD wordt er per cliënt +/- vijf euro per dag aan voeding besteedt. In dit budget zit 3 maaltijden, drank en tussendoortjes. Voor de groep zal uitgegaan worden van 7 eters. Levering van producten wordt gedaan door Hoeckel het is de bedoeling dat zij tweemaal per week leveren op de groep. Verder is de vraag of er een bankpasje kan worden aangeschaft zodat de woongroep ook incidenteel zelf nog boodschappen kan gaan halen. Dit heb ik allemaal al besproken en dit is in samenwerking met Marc in gang gezet. We hebben ook gehad over een aanvangsbudget, hieronder versta ik dat er voordat de woongroep van start gaat, al een voorraad op de woongroep moet zijn. Inrichting woongroep Door vele schenkingen van meubelen door familieleden van bewoners kan de huiskamer van de woongroep aardig ingedeeld worden. Alleen het aanschaffen van een eettafel is echter noodzakelijk met daarbij behorende stoelen. De ergotherapeut heeft hier ook naar gekeken en heeft een advies uitgebracht, dit is een item dat ik dus nog graag wil bespreken. Verder is er een inventarisatie lijst opgesteld wat er verder nog nodig is binnen deze woongroep. Marc van den Heuvel is bezig om een budget hier op te richten. Eind december 2004/ begin januari 2005 moeten deze spullen gekocht zijn. Er moet wel naar mogelijkheden gezocht of een bedrijf ook bepaalde producten/materialen met korting kan leveren. Wat er verder nog geregeld moet worden ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Opstellen werkplan Inwerken team (scholingsmiddagen staan op het plan) Afspraken maken met behandelaars Opstellen draaiboek voor calamiteiten ( hoe te handelen bij overlijden cliënt) of wat te doen bij brand Rondleiding cliënten en familie Aankoop inventaris Regelen telecommunicatie Regelen verhuizing/ opening (komt er een feestelijke officiële opening? wie gaat dat doen en regelen) Inrichten en schoonmaken van de groepswoning Naamplaatje en deurbel voor de woning (voorstel is om de groep geen naam te geven maar een adres. Bv Plantageweg 3C.
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
7
¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Een officiële opening, hierbij pers uitnodigen Rookbeleid Actieteam om verdere ontwikkeling in de organisatie te stimuleren Communicatie naar de rest van de organisatie Ontwikkeling zorgmanager
Evaluatieplan opstellen: hoe nu verder? Met daarin aandacht voor de volgende gebieden: • • • • •
Zijn de leefomstandigheden van de bewoner daadwerkelijk verbeterd. Medewerkers moeten zich de noodzakelijke competenties eigen maken Werkorganisatie aanpassen. De organisatie moet lerend worden: een motiverende leeromgeving bieden die de medewerkers stimuleert om de gewenste nieuwe vaardigheden eigen te maken. Evaluatiemomenten per maand algehele voortgang, na 3 maanden schriftelijke evaluatie, na 6 maanden terugkoppeling MT en na een jaar totaalevaluatie. Bijstelling kan van zaken alleen in overleg met verantwoordelijk manager.
Definitief groepswonen/Jenny Hoogvliet & Han Hendrikse/december 2004
8