Pijler Nummer 7 - augustus 2012
Vijf jaar Dienstencentrum Re-integratie BIMS beleeft ‘hete’ sportzomer Generaal Beukering boegbeeld ‘Kromhout’
2
Colofon
Inhoudsopgave
Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie Dave Coenen
4 BIMS klaart sportieve megaklus Terwijl half Defensie vakantie vierde, regelde het Bureau Internationale Militaire Sportwedstrijden een megaklus, het Militair Wereldkampioenschap Volleybal voor vrouwen. Een terugblik.
Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk
8 Dienstencentrum Re-integratie bestaat vijf jaar Een bescheiden feestje deze zomer bij het Dienstencentrum Re-integratie, dat zijn vijfde verjaardag vierde. Door uitzendingen en reorganisaties groeit het aantal klanten van het DCR steeds verder.
Deltahage, Den Haag Oplage: 10.500
12 Boegbeeld van Kromhoutkazerne
Redactieadres:
Brigadegeneraal Toine Beukering, de allereerste commandant van de Kromhoutkazerne, ziet zichzelf als boegbeeld van de ‘KHK’. Een gesprek over wat zijn functie inhoudt.
Dienstencentrum Defensiemedia Gebouw Binckhorsthof Binckhorstlaan 135 2516 BA Den Haag Telefoon 070.339.78.01/DSN *06-580-7801 Email:
[email protected] Redactieraad: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie). Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen
En verder: 3 Column commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp 7 Kort Nieuws 10 Op Uitzending: adjudant Johan Van Elten van DVVO ging voor het eerst op missie, naar Mazar-e-Sharif in Afghanistan 14 Kort Nieuws 16 Mijn Werkplek: sergeant-majoor Rico Peeters en korporaal Connie van Dijk van het DCIOD vertellen over hun werk in respectievelijk Hongarije en de Verenigde Staten 19 Integer Geregeld over de regels voor het aannemen van cadeaus 20 Foto van de maand
kunnen geen rechten worden ontleend. De
Voorpagina
inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice
Pijler
Het Bureau Internationale Militaire Sportwedstrijden was deze zomer gastheer voor het militair wereldkampioenschap Volleybal voor vrouwen. Oranje (foto) eindigde op de vierde plaats.
Nummer 7 - augustus 2012
Vijf jaar Dienstencentrum Re-integratie BIMS beleeft ‘hete’ sportzomer Generaal Beukering boegbeeld ‘Kromhout’
Foto: Ad Biersteker
3
Van de commandant Goed voorbereid Een groot deel van u is inmiddels weer aan het werk na een welverdiende zomervakantie. Ik ben zelf goed ‘onthaast’ op Terschelling en met een hoop nieuwe energie volop aan de slag. De werkzaamheden voor de reorganisaties zijn tijdens het verlof doorgegaan. Dat moest ook, omdat er druk op de ketel staat voor het halen van de planningen. Met stoom en kokend water worden de deadlines gehaald. Er is keihard gewerkt en een aantal concept Voorlopige Reorganisatie Plannen (cVRP’en), waarin staat hoe het CDC er na de reorganisaties uitziet, is klaar. Deze plannen en andere achtergrondinformatie over de reorganisatie vindt u op de reorganisatiepagina op intranet. Gelijk met de volgende Pijler verschijnt een ‘special’ die geheel is gewijd aan de reorganisaties. Dat nummer valt begin oktober bij u op de mat. Zorg dat u op de hoogte blijft van alle ontwikkelingen. De cVRP´en maken de gevolgen van de bezuinigingen voor u steeds concreter. De bezuinigingen krijgen met andere woorden een gezicht. Met de functievergelijkingstabellen wordt duidelijk welke functies er straks overblijven en welke verdwijnen. Een groot deel van u moet straks opnieuw solliciteren. Daarbij hebben zowel leidinggevenden als medewerkers verplichtingen. De leidinggevende heeft de plicht iedere sollicitatie zorgvuldig en professioneel volgens de regels voor te bereiden en te behandelen. Binnen het CDC hebben we daarvoor draaiboeken gemaakt. De medewerker in de rol van sollicitant heeft de plicht zich goed te verdiepen in de functie waar hij of zij belangstelling voor heeft. En zich goed op het sollicitatiegesprek voor te bereiden. Best spannend, maar een goede voorbereiding kan het succes zijn voor het krijgen van een nieuwe uitdagende functie. We krijgen een hete herfst, in figuurlijke zin bedoel ik. We staan aan de vooravond van de landelijke verkiezingen en de vorming van een nieuw kabinet. Dat is belangrijk voor Nederland, voor Defensie en dus ook voor het CDC. Er valt veel te kiezen en 12 september kiest de Nederlander een nieuwe Tweede Kamer waarna er een nieuwe regering komt. Die regering maakt belangrijke keuzes en zal mogelijk opnieuw moeten bezuinigingen. Er zijn politieke
partijen die vinden dat Defensie 1 tot 1,6 miljard euro extra moet bezuinigen. Vooral tijdens mijn werkbezoeken merk ik dat de uitspraken die politici doen over Defensie u een onrustig gevoel bezorgen. Ik twijfel er niet aan dat u gebruik zult maken van uw democratisch recht om te gaan stemmen en zal kiezen met wijsheid. We weten dat het geen gemakkelijk jaar is. U kunt op mijn inzet en steun blijven rekenen. Alles overziend heb ik er alle vertrouwen in dat u betrokken blijft bij het CDC en uw collega’s en het CDC laat doen waar we voor staan: 24/7 dienstverlening.
Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC
4
BIMS beleeft ‘hete’ zomer met Wereldkampioenschap Volleybal
“Een volgende keer ben ik weer van de partij” Tekst: Jack Oosthoek
Terwijl half Defensie medio juli vakantie vierde, klaarde het personeel van het Bureau Internationale Militaire Sportwedstrijden (BIMS) een megaklus, het 33ste Militair Wereldkampioenschap Volleybal (MWK) voor dames in Amsterdam. Wat komt er kijken bij de organisatie van een evenement van dit kaliber? Een terugblik.
5
Een van de eerste lessen is dat de planning van een groot toernooi nooit te vroeg kan beginnen. In het geval van het MWK Volleybal rolde de eerste bal al in 2010, toen de internationale militaire sportorganisatie, het Conseil Internationale du Sport Militaire (CISM), op zoek ging naar landen die dat wilden organiseren. Nederland reageerde positief omdat ‘wij’ het toernooi ondanks de bezuinigingen financieel en qua huisvesting konden regelen, vertelt projectofficier majoor Johan Groen, in het dagelijks leven plaatsvervangend hoofd van het BIMS. “Maar het evenement moest wel sober.”
“We leerden dat een andere aanpak óók goed kan zijn” Een rol speelde ook dat ons land over ervaring beschikt in het organiseren van grootschalige militaire sportevenementen en een goede naam op volleybalgebied heeft. Verder werken er militairen in hun vrije tijd binnen de Nederlandse Volleybalbond NEVOBO, nooit weg met het oog op een WK. Maar ook: de overige bij het CISM aangesloten landen stonden niet te trappelen, omdat ook zij met bezuinigingen en reorganisaties te maken hebben.
Er moest (uiteraard) veel meer worden geregeld. Zoals de informatievoorziening aan de deelnemende teams, het wedstrijdschema, scheidsrechters, ballenjongens, vervoer, voeding, perscontacten, de communicatie met de NEVOBO, uitnodigingen, een calamiteitenregeling. Teveel om op te noemen. “Het was allemaal heel hectisch”, blikt Groen terug. “Het was de kunst om alle partijen op één lijn te houden, het overzicht te bewaren, de structuur erin te houden en de rust te bewaren. Als je dan merkt dat de stukken van de legpuzzel in elkaar passen, schenkt dit veel voldoening. De grootste inspanning was nog de logistiek. Er moest elke dag voor circa tweehonderd mensen ontbijt, lunch en diner worden geregeld. Hoewel we alles in de klauwen hadden, gebeurden er onverwachte dingen. Zo gingen er speelsters in de stad dineren, terwijl er op de marinekazerne op ze was gerekend en er dus maaltijden overbleven. Verder liepen er door verlengingen wedstrijden uit waardoor de faciliteiten in de Sporthallen Zuid langer moesten openblijven dan was afgesproken. Dat leverde protesten van het management
op. We losten de problemen op en door in ieders belang te denken.”
Tikje gedevalueerd Echte tegenvallers in de organisatie waren er ook. Zoals het afzeggen tien dagen voor het MWK van Sri Lanka. Formeel door onvoorziene omstandigheden, wat dat ook inhield. “Niet netjes”, oordeelt Groen. Als vervanger probeerde hij het sterke Italië te regelen, maar dat lukte zo kort voor het begin van het toernooi niet meer. In plaats van Sri Lanka werd Jong Oranje uitgenodigd om ‘buiten mededinging’ mee te doen. Een prima alternatief, maar daardoor raakte het toernooi wel een tikje gedevalueerd”, verzucht Groen.
“We losten de problemen op door in ieders belang te denken”
Gunstige periode Nadat de organisatie van het MWK aan Nederland was toegekend, ging een twintig man sterk projectteam onder leiding van het hoofd van het BIMS kolonel Nico Spreij, op zoek naar een wedstrijdlocatie en een slaapplek voor de acht deelnemende ploegen. De keus viel op de Sporthallen Zuid in Amsterdam, omdat dit complex vlakbij een kazerne ligt, het Marine Etablissement (MEA), ofwel de Marinekazerne Amsterdam. “Wat ook een rol speelde, was dat de commandant en de locatiemanager enthousiast op ons plan reageerden en de teams en hun begeleiders moeiteloos op de marinekazerne konden worden gehuisvest. Maar het MWK viel dan ook in een gunstige periode, de vakantie”, vertelt Groen.
Sportman in hart en nieren majoor Johan Groen, projectofficier van het MWK Volley. “Het was de kunst om alle partijen op één lijn te houden.” Foto: Jaap Spieker. Linksboven: De Oranjedames vochten voor wat ze waard waren en pakten een vierde plaats. Foto: Ad Biersteker.
6
“Aan de andere kant hoefden we niet bang te zijn dat er Sri Lankaanse volleyballers tussenuit zouden knijpen om in ons land of daarbuiten asiel te zoeken. Dit is enkele jaren geleden tijdens het wereldkampioenschap Wielrennen voor militairen in het Brabantse Chaam namelijk wel gebeurd.” Ondanks het afhaken van Sri Lanka kijkt Groen tevreden terug op het MWK. “We kregen er allemaal een enorme kick van.” De deelnemende landen ervoeren het ook zo, wat wel blijkt uit de leuke reacties die Groen na afloop kreeg van de teams van Canada, de Verenigde Staten en Nederland. “Vooral de
buitenlanders hebben Amsterdam door het MWK aardig leren kennen”, grinnikt hij. Tevreden is de projectofficier ook over de samenwerking met de NEVOBO. Die heeft veel technische kennis in huis en regelt de zaken soepel, terwijl Defensie wat meer van de details is. “We leerden dat een andere aanpak óók goed kan zijn”, aldus Groen. “Als er opnieuw een internationaal militair sportevenement in Nederland moet worden georganiseerd, ben ik weer van de partij. Ik kijk nu al uit naar 2014, wanneer het militair wereldkampioenschap Halve Marathon mogelijk in ons land plaatsvindt.”
Nederland vierde Aan het MWK deden naast Nederland de Verenigde Staten, Canada, Griekenland, Duitsland, China, Brazilië en Jong Oranje mee. Brazilië won de titel door in de finale China met 3-2 te kloppen. Nederland eindigde als vierde, na verlies tegen Griekenland (3-0) in de strijd om het brons. Dat Brazilië en China het goud respectievelijk het zilver wonnen vormde geen verrassing, omdat beide landen met kop en schouders boven de overige deelnemers uitstaken. Precies zoals de organisatie verwachtte. Groen: “Deze landen werken met atleten die veel meer faciliteiten krijgen dan de speelsters van Oranje en trainen op het hoogste niveau. Vandaar het niveauverschil met de andere landen. Toch was het een volwaardig toernooi. Beter dan het niveau van China en Brazilië bestaat er in de militaire volleybalwereld niet.” De chef d’equipe van de Nederlandse ploeg, kapitein Johan Bouman, wijst erop dat het in Amsterdam aanwezige Braziliaanse militaire team wordt klaargestoomd voor de Olympische Zomerspelen in 2016 in Rio de Janeiro. In de selectie bevonden zich twee speelsters die na het MWK aan de Spelen van Londen deelnamen. Hoewel Oranje het beoogde doel, een bronzen medaille, niet haalde, kijkt Bouman tevreden terug op het MWK. “Tegen wereldtopper China spelen is voor onze dames een hele belevenis. Bij welke andere werkgever kan dit nou?”
“Vooral de buitenlanders hebben Amsterdam door het MWK aardig leren kennen” Fraai staaltje van teamwork binnen de Nederlandse ploeg. Foto: Ad Biersteker.
7
Kort & Krachtig Kromhout Kazerne open tijdens Fortenmaand
Fotoprijs voor Henry Westendorp
Van 1 tot en met 30 september vindt de 19e editie van de Fortenmaand plaats. In deze periode kunnen geïnteresseerden zien hoe forten onderdeel waren van de Hollandse Waterlinie. Op de Kromhout Kazerne staan drie restanten van deze linie, de Bomvrije Wachtruimte, de Tamboershut en de Brug met Twaalf Gaten. De Kromhout Kazerne opent tijdens de fortenmaand één dag zijn deuren voor belangstellenden. Op zaterdag 8 september kunnen van 10.30 uur tot 16.30 uur de drie waterlinierestanten en diverse opgestelde kunstwerken worden bezichtigd. Tijdens de openstelling geven gidsen rondleidingen.
Oproep voor informaticaprijs De Vereniging Informatie Defensie (VID) looft dit jaar voor de achtste keer de René Olthuis aanmoedigingsprijs uit. Deze gaat naar de werknemer van Defensie die het beste artikel of scriptie over het onderwerp informatica (IV, ICT) heeft geschreven. De winnaar ontvangt 250 euro en een herinnering. De scriptie of het artikel moet gaan over een actueel thema. In 2011 (zestien inzendingen) won tweede luitenant der mariniers Koen Dreijer met een publicatie over het gebruik en het effect van social media op een militaire missie. Zijn aanbevelingen werden aangeboden aan de Task Force Cyber van Defensie. Wie een kans wil maken op de René Olthuisprijs stuurt zijn bijdrage naar het volgende adres: http:// intranet.mindef.nl/portaal/service/verenigingen/vid/index.aspx, of per post aan: VID, t.a.v. Commissie René Olthuisprijs, Doddendaal 17, 6715 JV Ede. Het reglement voor de prijs is op de genoemde intranetsite terug te vinden of kan worden aangevraagd via
[email protected]. De artikelen moeten uiterlijk 1 november binnen zijn.
Informatiedag DVVO De Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) houdt op woensdag 10 oktober op Camp New Amsterdam bij Huis ter Heide een Vervoers-informatiedag. Aan de hand van presentaties wordt een inzicht gegeven in wat DVVO nu en in de toekomst voor Defensie kan betekenen. De bijeenkomst is gratis toegankelijk voor iedereen. Interesse? Stuur een mail naar
[email protected].
Sergeant Henry Westendorp van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD) heeft onlangs de prijs voor de beste Defensiefoto van 2011 gekregen. Brigadegeneraal Toine Beukering, commandant van de Divisie Facilitair & Logistiek waaronder de AVDD valt, reikte de prijs uit. Dat gebeurde op de Marinekazerne Amsterdam, in bijzijn van kapitein-luitenant-ter-zee Hans Stuij, commandant van de AVDD die op de marinekazerne Amsterdam is gehuisvest. De winnende foto van Westendorp toont een marinier die een brug oversteekt tijdens de bergtraining van het Korps Mariniers in Schotland. Westendorp noemt de prijs een erkenning. “Het is mooi als je beelden kunt delen met andere mensen. Je kunt dingen laten zien door jóuw ogen.” Naast een oorkonde ontving de marinesergeant een wisseltrofee. Beukering beklemtoonde tijdens de uitreiking dat producten als foto’s belangrijk zijn voor Defensie. “Niet alleen laten we zien wat we doen, maar ook dat we de lat hoog leggen.” De fotowedstrijd van de AVDD vindt elk jaar plaats. Een vakjury selecteert drie beelden, waarna het personeel via de intranetsite van het CDC zijn stem kan uitbrengen. Zijn werk als fotograaf bij de AVDD brengt Westendorp en zijn collega-fotografen overal ter wereld waar Defensie wordt ingezet. “Ik loop net zo makkelijk door Schotland als door Afghanistan. Tijdens dit soort opdrachten ben ik echt in mijn element. Het is mijn ‘drive’ om zoveel mogelijk mooie beelden te maken en het maximale er uit te halen.”
Themadag Defensie Vrouwen Netwerk Onder het motto ‘Vrouwen met een missie’ belegt het Defensie Vrouwen Netwerk elk jaar een bijeenkomst waarbij leden die in het buitenland geplaatst zijn geweest hun opgedane ervaringen met elkaar en anderen kunnen delen. Dit keer gebeurt dat op 11 oktober in de Dumoulinkazerne in
Soesterberg. één van de sprekers is brigadier Marleen Smit van de Politie Haaglanden. Ze is naar Kunduz uitgezonden geweest en vertelt hoe het was om tijdelijk het legergroen in plaats van het politieblauw te dragen. Verder is er een presentatie over de Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan en over de
anti-piraterijmissie in de wateren bij de Hoorn van Afrika. Opgeven tot 30 september bij Arina van der Harst,
[email protected]. De bijeenkomst begint om 13.00 uur in gebouw D11. Adres Dumoulinkazerne: Het Zeisterspoor 19, 3769 AP Soesterberg.
8
Dienstencentrum Re-integratie na vijf jaar aardig ingeburgerd
“We verkopen nooit Afgelopen maand vierde het Dienstencentrum Re-integratie (DCR) zijn vijfjarig bestaan. Dit DCR helpt militairen en burgers te re-integreren die met arbeidsverzuim te maken hebben. Kennelijk lukt dat aardig, want volgens directeur Arjan van der Kaay helpt het DCR zestig tot zeventig procent van zijn klanten weer in het zadel. “Het liefst helpen we iedereen aan een baan, maar dat is een illusie.” Tekst: Jack Oosthoek Het fundament voor het Dienstencentrum Re-integratie werd in de jaren 2004-2005 gelegd, toen Defensie besloot op termijn een centrale dienst voor het re-integreren van uitgevallen personeel op te richten. Tegelijkertijd moest er uniform beleid komen, want tot dan toe bestond dat alleen voor ’dienstongeschikte’ militairen. Burgers waren aangewezen op een civiele wet, de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO). Achtergrond voor de nieuwe visie was het ‘paarse’ denken en de bedrijfsvoering van de krijgsmacht die elke medewerker hard nodig had voor de vredesmissies, zoals in Uruzgan. Maar ook om overbelasting van personeel te voorkomen, omdat het werk van een zieke collega erbij moet worden gedaan.
Personeel dat door ziekte (langdurig) niet kan werken en ‘sociaal beperkt inzetbare’ medewerkers. Daarvan wordt bijvoorbeeld gesproken als iemand er thuis door het wegvallen van de partner alleen voor staat, of als het thuisfront er onoverkomelijke problemen
“Het liefst helpen we iedereen aan een baan, maar dat is een illusie”
Schoonheidsspecialist Enkele jaren later, in 2007, kwam de Nota Herziening Re-integratiebeleid op tafel en ging op de Marinekazerne Amsterdam het Dienstencentrum Re-integratie open. Rode draad in het beleid: commandanten en personeel halen alles uit de kast om de re-integratie van mensen soepel te laten verlopen. Daarbij gaat het DCR uit van de kwaliteiten en competenties van de cliënt op het moment van re-integreren. “Dát is de basis van waaruit wij mensen begeleiden”, benadrukt Van der Kaay. “Een technicus die om wat voor reden dan ook schoonheidsspecialist wil worden? Prima, maar in principe niet op kosten van Defensie. We bemoeien ons ook nooit met een arbeidsconflict. Dat is een zaak tussen werkgever en werknemer.” Wie komen bij het Dienstencentrum Re-integratie terecht?
mee heeft als het gezinshoofd wéér op uitzending moet. Ook militairen en burgers die om medische redenen aan de zijlijn staan, komen (op termijn) bij het DCR terecht. Bijvoorbeeld de man die door knieproblemen geen zwaar werk kan verrichten en niet op uitzending kan. Van der Kaay: “In overleg met het krijgsmachtdeel begeleiden we iedereen die re-integreert naar een nieuwe toekomst binnen het eigen onderdeel of op een andere plek bij Defensie. Lukt dit niet, dan proberen we hem via een civiel bureau naar een baan buiten de organisatie te bemiddelen.”
Bewust gekozen Militairen en burgers die re-integreren vallen in de eerste zes maanden van het arbeidsverzuim onder de hoede van de commandant
of directeur van de eenheid waar ze werken. Daarvoor is bewust gekozen, omdat in deze periode, zo leert de ervaring, goed kan worden beoordeeld hoe het met iemand gaat, legt Van der Kaay uit. “Tachtig procent van het verzuim duurt korter dan zes maanden. De meesten gaan na zes tot twaalf weken weer aan het werk.” Zit iemand na zes maanden nóg in de lappenmand, dan ondergaat hij eerst de Interne Poortwachtertoets (IPWT). Wanneer die aantoont dat de re-integratieprocedure juist is verlopen en het dossier klopt, wordt bekeken of de persoon in kwestie in aanmerking komt voor begeleiding door het DCR. Vervolgens neemt dat het werk van de commandant of directeur over. Het gaat meestal om mensen met chronische lichamelijke of psychische klachten, veroorzaakt door bijvoorbeeld een uitzending of ongeval. Op dit ogenblik begeleidt het DCR circa 850 mensen, van wie er tachtig wounded in action zijn geraakt. Landelijk gezien gaat het er om meer, omdat sommigen decentraal, dat wil zeggen door het eigen onderdeel, worden begeleid, weet Van der Kaay.
Ontslagbeschermingtermijn Militairen en burgers die met arbeidsverzuim te maken krijgen, genieten 24 maanden lang ontslagbescherming (OBT). Eindigt de aanstelling eerder omdat iemand in tijdelijke dienst is, dan is de OBT korter.
9
nee”
De directeur van het Dienstencentrum Re-integratie, Arjan van der Kaay, in gesprek met een klant van het dcr. Foto: Wim Salis.
“de arbeidsmarkt binnen en buiten defensie is op dit moment heel moeilijk” Steeds moeilijker Al met al begeleidt het DCR zestig tot zeventig procent van zijn klanten met succes naar een in- of externe functie, een getal waarover Van der Kaay niet ontevreden is. “Het liefst zouden we iedereen aan een baan helpen, maar dat is een illusie. Kunnen we ondanks al onze inspanningen geen werk voor iemand realiseren, dan komt hij in aanmerking voor ontslag, waarmee het re-integratietraject overigens niet stopt. Dat gaat door zolang iemand een WW-uitkering ontvangt, in geval van een WIA-uitkering zelfs tot tien jaar na het ontslag.” Volgens Van der Kaay wordt het door de interne reorganisaties en de economische crisis steeds moeilijker om personeel naar een in- of externe baan te bemiddelen.
“De arbeidsmarkt binnen en buiten Defensie is op dit moment heel moeilijk”, verzucht hij.
Iedereen welkom In de ogen van de directeur is het Dienstencentrum Re-integratie na vijf jaar aardig ingeburgerd. Het aantal klanten is opgelopen van zeventig in het begin naar 850 nu, een groei die volgens Van der Kaay doorzet. Dat komt mede door de uitzendingen en reorganisaties die arbeidsverzuim in de hand werken, vertelt hij. “Militairen maken tijdens missies dingen mee die psychische of fysieke problemen kunnen veroorzaken. Verder verkeert het defensiepersoneel door de reorganisaties in onzekerheid; mensen moeten verhuizen of verder reizen om op het werk te komen. Ook dat kan tot fysieke en/of mentale klachten leiden. Wat de reden ook is, iedereen
Meer informatie Meer informatie op het intranetportaal van het Commando DienstenCentra >Personeelsondersteuning >Re-integratie. Telefoonnummer DCR: 020-52.01.481. Emailadres:
[email protected].
die met langdurig arbeidsverzuim te maken heeft, is welkom bij het DCR en krijgt waar hij recht op heeft. Zoals een opleiding, hulp bij het vinden van een nieuwe baan, zo nodig bovenwettelijke voorzieningen als een militair invaliditeitspensioen, een uitkering et cetera. Wij verkopen nooit nee aan iemand van Defensie die op het werk moet verzuimen en onze hulp nodig heeft.”
10 Op Uitzending
In deze rubriek staat een militair of burger van het CDC in de schijnwerper die naar het buitenland is uitgezonden (geweest), of daarvoor op de nominatie staat. Dit maal Afghanistanganger adjudant Johan van Elten van de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie in Huis ter Heide.
“Het was slapen, eten, werken en ga zo maar door” Van Elten vervulde op het vliegveld van Mazar-e-Sharif tussen september 2011 en april 2012 de functie van MOVCON Cargo. Aan hem de taak om alle in- en uitgaande vracht van en naar Nederland, en het transport van goederen tussen de Nederlandse eenheden in Afghanistan, in goede banen te leiden. Een ander ‘kunstje’ dan hij in Nederland gewend is: planner van wegvervoer voor voornamelijk oefeningen in het buitenland. “Mijn leercurve ging in Afghanistan snel omhoog.” Tekst: Jack Oosthoek Rolde er in Mazer-e-Sharif een container uit een vliegtuig, dan ging Van Elten met scanapparatuur na voor wie de inhoud was bedoeld. Om de container vervolgens uit te laden of gereed te maken voor verdere verzending naar een andere plek in het gebied. In zes maanden tijd gingen er zo honderden tonnen aan goederen door zijn handen. Wapens en munitie, voertuigen, containers, post, reservedelen, chocoladeletters, Kerststollen, Paaseieren, sportuitrusting. Teveel om op te noemen. Vooral in oktober en november was het door de verhuizing van de Air Task Force (ATF) van Kandahar naar Mazar-e-Sharif
aanpoten. Gemiddeld landden er in die tijd per dag twee vliegtuigen met vracht in Mazar en elke keer vrat het lossen en het laden van de machines tijd. “Het was slapen, eten, werken, eten, slapen, eten, werken en ga zo maar door. Ik ben een sportfanaat, maar van sporten kwam in die periode niets. Na de verhuizing van de ATF verdween de druk enigszins van de ketel”, vertelt Van Elten.
Snel omhoog Als MOVCON Cargo handelde Van Elten uiteenlopende typen vliegtuigen af. Variërend van Antonovs en Illyushins uit Oost Europese
Bij DVVO in Huis ter Heide regelt Van Elten auto’s en bussen voor het vervoer van personen tijdens oefeningen in het buitenland. Foto: Wim Salis.
landen, tot C-130 Herculessen uit onder meer Zuid- Afrika en KDC-10’s uit ons land. “Als planner Wegvervoer die niet met vliegtuigen werkt, ging in Afghanistan mijn leercurve snel omhoog”, vertelt Van Elten. “Het was elke keer weer een uitdaging om uit te rekenen hoe je een vliegtuig optimaal belaadt. Een ‘loadmaster’ gaf een keer aan dat een lading niet in een vliegtuig paste, terwijl dat volgens mijn berekeningen wel kon. Even later nam de man mijn suggestie over…
“Het was elke keer weer een uitdaging om uit te rekenen hoe je een vliegtuig optimaal belaadt” Ik liep ook tegen frustraties op, zoals toen een pakket vracht door een fout in het beladingsplan tien centimeter te hoog was voor de vrachtruimte van een KDC-10. Dan baal je vet. Hetzelfde gebeurde toen een container in Kunduz terechtkwam, terwijl die in Mazar-eSharif had moeten blijven. Foutje in de adressering vanuit Nederland... Sindsdien controleert de beheerder in Mazar alle
11
binnengekomen goederen dubbel, wat goed werkt. Ach, overal waar wordt gewerkt, worden fouten gemaakt. Zo maakte ik mee dat er na een oefening in het buitenland op de vliegbasis Eindhoven honderd militairen op transport naar Volkel stonden te wachten. Arriveert er door een foutje van de busmaatschappij een busje voor vijftig man…. Gelukkig was er voldoende familie aanwezig om iedereen op te halen.”
“Ik ben een sportfanaat, maar van sporten kwam niets” Behalve met fouten werd Van Elten met ongelukken geconfronteerd. Zo kieperde een Duitse hijskraan om omdat de chauffeur vergeten was de zijsteunen uit te schuiven. Met donderend geraas kwam het gevaarte op een container met brandgevaarlijke stoffen terecht. “Als die ontploft was, was ik er niet meer geweest. Ik kreeg later weeïge benen van dat gevoel”, zucht de adjudant.
Prachtige ervaring Hoewel al bijna dertig jaar beroepsmilitair, beleefde Van Elten in Mazar-e-Sharif pas zijn eerste missie. “Ik was op een of andere manier nooit bij een eenheid geplaatst die op
Van Elten ontmoette in Mazar-e-Sharif minister-president Mark Rutte die samen met de toenmalige Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm, op doorreis was naar de Nederlandse eenheden. Foto: collectie Johan van Elten.
uitzending ging, al scheelde het soms weinig. Als je niet wordt uitgezonden, is dit mogelijk in het nadeel van je carrière, omdat een missie er toch bij hoort. Aan de andere kant kan het meevallen, zoals bij mij. Ik ben althans gewoon adjudant geworden.” Van Elten vond zijn vuurdoop, mede door het team waarin hij werkte, ‘een prachtige
ervaring’. Toch staat hij niet te springen om wéér te gaan. “Ik ben geen vrijwilliger, omdat ik een uitzending van zes maanden nogal lang vind voor mensen met een gezin zoals ik. Mijn voorkeur gaat uit naar vier maanden. Zónder verlof wel te verstaan, dan kan het werk met voldoende personeel doorgaan en kun je de missie in één ruk afmaken. Bovendien kleeft er een nadeel aan het verlof dat je in een uitzending van zes maanden halverwege krijgt: je raakt thuis niet echt los van je werk in het missiegebied. Maar vanzelfsprekend accepteer ik het beleid om militairen voor zes maanden uit te zenden.”
“Ik vind zes maanden nogal lang voor mensen met een gezin” Als MOVCON Cargo handelde Van Elten uiteenlopende typen vliegtuigen af, zoals op deze foto een Russische Illyushin. Foto: collectie Johan van Elten
12
Brigadegeneraal Beukering, eerste commandant van de Kromhout Kazerne
“Mensen moeten kunnen genieten op deze kazerne” “Geniet van elk moment, van ontwaken tot slapen.” Zo luidt één van de wijze spreuken boven de koffiebar in de ontvangsthal van gebouw K2 op de Kromhout Kazerne in Utrecht. Een gezegde dat in lijn is met de opvattingen van de eerste kazernecommandant van de Kromhout Kazerne, brigadegeneraal Toine Beukering. “Iedereen moet ervan genieten om hier te werken en wonen.” Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers
U trad in mei van dit jaar aan als commandant van de Kromhout Kazerne. Hoe bevalt het tot nu toe? “Uitstekend. Het is absoluut een functie om trots op te zijn. Het is een mooie uitdaging om te werken met zo veel verschillende partijen. We maken er met zijn allen, militairen en burgers, een leuke plek van om te werken en te wonen. Ik zeg altijd: er staat nergens geschreven dat je het niet naar je zin mag hebben.”
Wat zijn uw taken? “Dat zijn er nogal wat. Ik zie er onder andere op toe dat de civiele bedrijven de afgesproken diensten naar behoren leveren. Mijn belangrijkste taak als kazernecommandant is de boegbeeldfunctie. Ik ben veel van mijn tijd bezig met het leggen en onderhouden van contacten met de civiele wereld, zoals de gemeente Utrecht. Wij willen graag van hen weten wat ze voor ons kunnen doen en zij moeten weten wat wij voor hen kunnen betekenen.”
U heeft op de Kromhout kazerne te maken met veel verschillende mensen van verschillende krijgsmachtsdelen. Hoe gaat dat? “Het is hier op de kazerne inderdaad hartstikke ‘paars’ en dat werkt prima. Iedereen werkt goed samen. We proberen van onze kant de saamhorigheid op de kazerne te vergroten door iedereen met elkaar in contact te laten komen op bijvoorbeeld onze weekborrel. We hebben op de Kromhout Kazerne in principe alleen maar flexplekken, maar dat wil niet zeggen dat de mensen hun eigen identiteit moeten verstoppen.”
Brigadegeneraal Beukering is sinds mei van dit jaar kazernecommandant van ‘De Kromhout’ in Utrecht. “Mijn belangrijkste taak is de boegbeeldfunctie.” Foto: sergeant Eva Klijn (AVDD).
13 Kromhout Kazerne Utrecht
Hoewel buitenstaanders misschien denken dat het een kantoorcomplex is, is de Kromhout Kazerne toch écht een kazerne. Foto: sergeant 1 Joyce Rutjes (AVDD).
De Komfort Exploitatie Maatschappij is tot 2035 verantwoordelijk voor het beheer, het onderhoud en de facilitaire dienstverlening op de Kromhout Kazerne. Het project wordt in de vorm van een DBFMO-overeenkomst (Design, Build, Finance, Maintain and Operate) uitgevoerd. Dit houdt in dat Komfort niet alleen verantwoordelijk is voor het ontwerp en de bouw van het project, maar ook voor de financiering, het onderhoud, het beheer en de facilitaire dienstverlening voor een periode van 25 jaar. Het project omvat de huisvesting voor circa drieduizend defensiemedewerkers. De grootste eenheden op de ‘KHK’ zijn de staven van het CDC en van de landmacht. Ook de Defensie Materieel Organisatie is met onderdelen gehuisvest op de Kromhout Kazerne. Komfort heeft in tweeënhalf jaar een modern kantorenpark gerealiseerd met een transparante en groene uitstraling. Behalve kantoren, zijn er op het terrein de volgende faciliteiten ontwikkeld: een sportaccommodatie, een gezondheidscentrum, een parkeergarage (duizend plaatsen), een vergadercentrum en een legering voor circa 150 medewerkers.
“Er staat nergens geschreven dat je het niet naar je zin mag hebben” Hoe ziet u zèlf deze moderne kazerne? “Als een prettige plek om te werken en te wonen. Er is over bijna alles goed nagedacht, daar sta ik iedere keer weer van te kijken. Voor binnenslapers moet het aangenaam zijn om hier doordeweeks te verblijven. De eetzaal is erg groot, wat handig is omdat de Kromhout Kazerne vanwege de ligging een landelijke vergaderlocatie is. Maar voor de binnenslaper die in zijn eentje in die enorme eetzaal zit, is dat niet gezellig. Daarover gaan wij met de dienstverlener in gesprek. Of er bijvoorbeeld een tussenwandje geplaatst kan worden…?”
Kunnen we eigenlijk wel spreken van een kazerne als we het over de Kromhout Kazerne hebben?
Moeten medewerkers anders leren denken als ze op de Kromhout gaan werken? “De Kromhout Kazerne heeft zijn eigen spelregels. Dat heeft vooral te maken met het werken met civiele leveranciers. En niet iedereen bij Defensie is even kostenbewust. Als iemand bijvoorbeeld een televisiescherm wil laten ophangen, kan hij schrikken van de duizenden euro's die dat kost. Het gaat namelijk niet alleen om de aanschaf van de televisie, maar ook om de kosten die daarna komen om 25 jaar lang daar een scherm te hebben hangen. Verder moeten binnenslapers zich bij problemen met hun kamer niet richten tot de huismeester, zoals op de meeste kazernes, maar hun klacht melden bij de front office. Het werkt hier soms net even anders.”
“Mensen die hier langs lopen zullen dit misschien eerder zien als kantoorcomplex, dan als militaire kazerne. Maar het is er toch echt één, met alle regels die gelden binnen een kazerne. Het tenue van de militairen moet in orde zijn en de baret moet op. De gebouwen hebben van binnen een militaire uitstraling door grote foto’s van militairen aan de muur. Daarnaast zijn er drie monumenten binnen de kazernemuren: de Brug met de Twaalf Gaten, de Tamboershut en de Bomvrije Wachtruimte.”
Hoe bevalt het personeel de open structuur van de gebouwen? “Dat ligt er aan wie je het vraagt. We zitten met de mensen van het CDC die in februari van dit jaar van Den Haag naar Utrecht zijn gegaan, nog in de gewenningsfase. We moeten daarom niet proberen om meteen alles te willen zoals wij het voor ogen hebben. Zoiets heeft tijd nodig. We werken op deze kazerne volgens Het Nieuwe Werken. Daar zijn we nog mee aan het stoeien. De lijnmanagers en het personeel moeten daar nog goed mee om leren gaan. Ik merk bijvoorbeeld dat veel mensen de vrijdag als vaste dag zien om elders te werken. Maar dat wil niet zeggen dat je op die dag geen vergadering op de kazerne zou kunnen plannen. Een probleem in de gebouwen is de telefonie. Door de open structuur heb je aan de telefoon weinig privacy. Daarom hebben de mensen van P&O een eigen ruimte. Zij moeten hardop praten over personeelszaken en hebben dus zéker privacy nodig.”
De Kromhout Kazerne moet volgens Beukering een prettige plek zijn om te werken en te wonen. Foto: sergeant 1 Joyce Rutjes (AVDD).
14
Kort & Krachtig Parestorestaurant op ‘PKC’ in Den Haag open Op het Plein Kalvermarktcomplex (PKC) in Den Haag is op 20 augustus het nieuwe bedrijfsrestaurant van Paresto in gebruik genomen. Het PKC-terrein wordt grondig gerenoveerd en heeft als onderdeel daarvan een nieuw restaurant gekregen. Het Paresto-restaurant ligt op de begane grond van gebouw H, aan de straatzijde. Het biedt plaats aan circa 230 gasten en is voorzien van moderne culinaire snufjes. Zoals het voor de bezoekers zichtbare front office cooking en mogelijkheden om WOK-gerechten te maken. Met de opening van het nieuwe restaurant is de tot nu toe gebruikelijke eetgelegenheid op het PKC-complex gesloten. Die bevond zich op de bovenste etage van de B-vleugel. Overigens herbergt het H-gebouw ook een vergadercentrum en een coffeecorner van Paresto. Zoals het er nu uitziet, gaan deze volgend jaar open. Het bedrijfsrestaurant op het PKC-complex is elke werkdag open tussen 07.30 uur en 15.30 uur. Lunch van 11:30 uur tot 13:30 uur.
Het nieuwe restaurant is een moderne eetgelegenheid en biedt voldoende plaats.
Laatste werkzaamheden voor de opening van het restaurant
De renovatie van het PKC-complex loopt al jaren. Links het H-gebouw waarin het nieuwe bedrijfsrestaurant is gekomen.
15 One Stop Shop voor diabetes in het CMH Er komt een One Stop Shop in het Centraal Militair Hospitaal (CMH) om de zorg voor diabetespatiënten van Defensie te verbeteren. Speciaal voor deze groep wordt een diabetesspreekuur gehouden, waarbij alle 'zorgprofessionals’ de patiënt op dezelfde middag ontvangen en direct een behandelplan meegeven. Tot nu toe maakten patiënten afzonderlijke afspraken met oogarts, cardioloog, diabetesverpleegkundige en diëtist. Vaak op verschillende dagen, waardoor het langer duurde voordat er een behandelplan gemaakt kon worden. En patiënten moesten diverse keren naar het CMH toe. Het diabetesspreekuur vormt een initiatief van de polikliniek Interne Geneeskunde van het CMH. De zorg is gericht op preventie en snelle diagnostiek. Door de samenwerking verbetert de afstemming tussen de zorgprofessionals en sluit de zorg beter aan op behoeften van iedere patiënt. Internist Esther Schadd: “Van patiënten krijgen we veel enthousiaste reacties op het initiatief. Aan het einde van de dag heeft de patiënt een zorgplan op maat, met behandeldoelen voor het komende jaar. Ze worden dus niet alleen sneller geholpen, ze krijgen ook een behandeling die volledig bij hen past.”
In de One Stop Shop werken specialisten uit verschillende disciplines samen. Het team bestaat uit een internist, oogarts, cardioloog, een diabetesverpleegkundige en een diëtist. Ze krijgen ondersteuning van medische secretaresses van de polikliniek Interne Geneeskunde van het CMH.
Het One Stop Shop diabetesteam.
KPU-bedrijf gestart met uitdelen nieuwe sportkleding twee paar sokken en een zwembroek of -pak. De nieuwe kleding is een flinke verbetering ten opzichte van de oude, die dateert uit de jaren tachtig. Zo ‘ademt’ het sportshirt beter en is dit ‘dry fit’. Daarnaast is de pasvorm van de gehele kledinglijn verbeterd, met aparte modellen voor mannen en vrouwen. De zwembroek is geen slip meer, maar heeft pijpen. Militairen van 45 Pantserinfanteriebataljon uit Ermelo waren als eerste aan de beurt om de sporttenues in ontvangst te nemen. In 2013 moet iederéén in het bezit zijn van nieuwe sportkleding. Nieuwelingen krijgen deze bij opkomst in het Centraal Kleedpunt. Militairen die al in dienst zijn, hoeven daar niet naartoe, omdat het KPU-bedrijf op kazernes in het land een ‘winkel’ opzet, waar de daar geplaatste militairen een pakket kunnen ophalen en de kleding ter plekke kunnen passen.
De plaatsvervangend commandant Landstrijdkrachten, generaal-majoor Marc van Uhm, hielp op de Generaal Spoorkazerne mee met het uitdelen van de eerste pakketten. Foto: korporaal 1 Joshua Laisina.
Het Kleding en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU-bedrijf ) is gestart met het verstrekken van nieuwe sportkleding. Speciale service van het KPU: de sporttenues worden uitgedeeld op de kazernes in het land. De generaal-majoor Spoorkazerne in Ermelo had de primeur.
De militairen kwamen op de Spoorkazerne binnen en kregen de nieuwe kledingstukken één voor één uitgereikt. Door de spullen direct te passen heeft iedereen meteen de juiste maat te pakken, is de redenering. Iedere militair ontvangt twee korte broeken, twee T-shirts (korte en lange mouwen), een trainingspak,
Wat betreft de volgorde van locaties die aangedaan worden, geldt het principe van ‘fighters first’. Operationele eenheden komen dus als eerste aan bod. Informatie over wanneer het KPU-bedrijf op welke kazerne verschijnt, volgt via de eigen eenheid.
16
Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij precies, wat zijn de aantrekkelijke kanten van zijn baan, wat kan er beter, hoe ziet hij de toekomst? Dit keer twee CDC’ers, korporaal Connie van Dijk en sergeantmajoor Rico Peeters van het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD). Tekst: eerste luitenant Wouter Helders
Korporaal connie van Dijk is op de Nederlandse ambassade in Washington Dc steun en toeverlaat van het in de VS geplaatste Nederlands defensiepersoneel.
Connie van Dijk heeft ‘lokletfunctie’ op ambassade in Washington
“Ik had dit voor geen goud willen missen” Voor veel mensen is het een droom: een plaatsing voor langere tijd in het buitenland. Van Dijk wist die via het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie te bemachtigen op de Nederlandse ambassade in Washington DC, waar zij een ‘loketfunctie’ heeft. Waar voor werk doet u? “Sinds het begin van dit jaar woon en werk ik in Washington DC in de Verenigde Staten. Als korporaal logistieke dienst administratie (kpllda) van het Commando Zeestrijdkrachten ben ik voor drie jaar op het National Support Element (NSE) op de Nederlandse ambassade geplaatst. Daar regel ik alle facilitaire en administratieve ondersteuning voor in de VS geplaatste of gedetacheerde Nederlandse defensiemedewerkers en hun gezinsleden.”
Hoe hebt u deze baan gekregen? “Een oud collega, die zelf in de VS heeft gewerkt, wees mij op deze functie. De beschrijving ervan en de werkzaamheden spraken mij enorm aan, dus heb ik via de vacaturebank op MULAN geopteerd voor deze baan.”
Hoe ziet uw werkdag er gemiddeld uit? “Elke dag krijg ik allemaal financiële, personele en administratieve vragen binnen. Hierbij moet je denken aan onder andere het boeken van hotels en rijkshuisvesting door de hele VS, de aanvraag van gsm’s, het controleren van formulieren, het behandelen van NAPO-post
en het aanvragen van verlofreizen. Elke dag is anders. Het enige dat telkens weer hetzelfde is, is dat ik door het vele contact met Nederland en het tijdsverschil van zes uur lekker vroeg begin. Mijn werkdagen zijn niet van te voren te plannen; het is vooral van belang om qua werk goed prioriteiten te stellen. Zo zijn er altijd zaken die onverwacht ‘oppoppen’, bijvoorbeeld iemand die onverwacht op korte termijn wordt gedetacheerd of wanneer een familielid in Nederland overlijdt.”
Werken er in uw omgeving meer Nederlanders? “Op de ambassade in Washington werken ruim honderd Nederlanders, onder wie circa vijftien defensiecollega’s. Daarnaast zijn in de regio Washington ongeveer twintig defensiemedewerkers geplaatst of gedetacheerd. In totaal zijn er momenteel ruim tweehonderd defensiemensen in Amerika werkzaam. Globaal de helft van hen ondersteun ik administratief.”
Hoe is het om in een internationale militaire omgeving te werken? “In het begin was het even wennen aan alle uniformen die de militairen van de verschillende Amerikaanse defensieonderdelen
17
dragen, en ook nog eens aan de rangen. Maar voor de rest valt het wel mee. De Amerikanen waarderen het beroep van militair enorm; militairen groeten elkaar onderling en zijn erg beleefd.”
Hoe is het überhaupt om in het buitenland te werken? “Bijna alles loopt anders. Sommige zaken gaan ouderwets, zoals het uitschrijven van cheques om dingen te betalen. In andere opzichten hebben de Amerikanen een voorsprong op ons. Over het algemeen is het even omschakelen en een kwestie van niet stug ‘onze’ regels willen toepassen. Je moet je kortom gewoon aanpassen. Zo ben ik intussen frequent bezoeker van de ijshockeyarena en samen met Nederlandse collega’s van het honkbalstadion. Ik kijk uit naar september, dan begint hier het American Football seizoen. Ik wil zeker wat wedstrijden bekijken.”
Wat is het ‘raarste’ wat u in het buitenland meegemaakt heeft? “Er zijn elke dag wel dingen waar je even raar van opkijkt. De hoeveelheid natuur bijvoorbeeld. In de winter liepen er herten voor onze ambassade. Dat was bijzonder.”
Wat kunnen wij Nederlanders van Amerikanen leren? “Door de samenwerking ga je over zaken nadenken. Hoe doen zij iets en wat zijn hun regels? Kunnen wij ze ook toepassen; kunnen we er samen uitkomen? Overigens wordt onze Hollandse nuchterheid hier zeer gewaardeerd. Wij staan hoog aangeschreven als het gaat om initiatief tonen, doortastendheid en hard werken.”
“Er zijn elke dag wel dingen waar je even raar van opkijkt” Wat mist u het meest aan Nederland? “Mijn familie en vrienden. Die zijn heel belangrijk voor mij en steunen me in alles wat ik doe. Ook nu. Gelukkig bestaan er Skype en Facebook, dus zijn ze nooit meer dan een muisklik van me verwijderd. Dit is momenteel mijn leven en daar geniet ik van. Ik had dit voor geen goud willen missen.”
Sergeant-majoor Rico Peeters, locatiemedewerker op Pápa Airbase in Hongarije
“Sommige zaken moet je hier gelaten onder gaan” Ook sergeant-majoor Rico Peeters wilde altijd graag in het buitenland werken. Zijn eerste plaatsing was in de Verenigde Staten en toen hij daarna opnieuw de kans kreeg om naar het buitenland te gaan, greep hij die met beide handen aan. Sinds 2009 werkt Peeters op Pápa Airbase in Hongarije. “Door het communistische verleden heerst hier een enorme bureaucratie die ons westerlingen soms frustreert.” Wat voor werk doet u? “Ik werkte eerst bij de front-office van het Netherlands Armed Forces Support Agency in Rheindahlen (NASAG). Dat was verantwoordelijk voor de ondersteuning van het hier geplaatste defensiepersoneel. Toen per 1 juli 2010 NASAG werd opgeheven en gelijktijdig het DCIOD werd opgericht, ben ik hier aan slag gegaan als locatie-medewerker van het National Support Element Pápa. In deze functie ondersteun ik het in Hongarije geplaatste defensiepersoneel op administratief, technisch en logistiek gebied en op het vlak van personele zaken.”
Hoe hebt u deze baan gekregen? “Na ruim 25 jaar operationele diensten gedraaid te hebben bij de Groep Geleide Wapens, vond ik het tijd voor verandering en kwam ik in
een ondersteunende functie in de VS terecht. Dat was niet alleen een geweldige plaatsing, het betrof ook veelzijdig werk dat me heel goed beviel. Toen er in 2009 een vacature verscheen om in Hongarije een front-office te bemannen die nog niet bestond, heb ik deze uitdaging met twee handen aangegrepen.”
Hoe ziet uw werkdag er gemiddeld uit? “Mijn tijd wordt opgeslokt door het beantwoorden en het afdoen van e-mails. Ook heb ik gedurende de dag contact met diverse instanties over diensten, problemen, lopende zaken en sta personeel te woord dat vragen en problemen heeft. Het gaat daarbij vaak om declaraties, financiële of KPU-zaken. Daarnaast begeleid ik nieuwkomers bij het zoeken van woonruimte, het oplossen van administratieve aangelegen-
18
Hoe is het überhaupt om in het buitenland te werken? “Het bevalt mij prima. Het wonen en leven in Hongarije is een stuk relaxter dan in Nederland. Het land heeft nog vele kenmerken van een voormalig Oostblokland en de bevolking, vooral de oudere generatie, zit nog vast in het ‘oude’ denken. De tijd lijkt hier stil te hebben gestaan. Ik kan hier lekker op de fiets naar het werk, files zijn er niet en paard en wagen komen in het straatbeeld nog vaak voor.”
“De tijd lijkt hier stil te hebben gestaan” Wat is het ‘raarste’ wat u in het buitenland meegemaakt heeft?
Het wonen en werken in het voormalige Oostblokland Hongarije bevalt sergeant-majoor Rico Peeters (uiterst links) prima.
heden en zaken als het regelen van een buitenlands kenteken voor de auto. Eigenlijk alles wat bij een verhuizing naar het buitenland komt kijken. Verder zorg ik in samenwerking met het DCIOD en de Dienst Vastgoed Defensie voor de legering van inwonend personeel en beheer ik de hier aanwezige dienstvoertuigen en materieel (laptops, meubilair etc.). Ook ondersteun ik de Senior National Representative (SNR) administratief en regel ik de ontvangst, verdeling en verzending van de veldpost.”
Werken er in uw omgeving meer Nederlanders? “Op deze basis werken nog 22 Nederlandse militairen. Ik werk echter niet direct met ze samen en ze hebben andere functies. Wel behoren zij tot mijn ‘klantenbestand’.”
“Het grote voordeel is dat de mensen hier een stuk minder gehaast leven”
“Eigenlijk is er niet echt iets raar als je de cultuur en de geschiedenis van een land probeert te begrijpen. Sommige zaken zijn, gemeten naar onze maatstaven, hooguit apart. Om maar eens een klein ding te noemen: wie hier in het ziekenhuis opgenomen wordt, moet zijn eigen toiletpapier meenemen. Als je dat niet weet, kom je daar op een ongelukkig moment achter...”
Wat kunnen wij als Nederlanders van andere landen leren? “Zoals ik al zei, doen wij het als Nederland zo slecht nog niet. Zo zie ik dat buitenlandse collegae het qua voorzieningen een stuk minder hebben dan wij. Ik vind dat wij Nederlanders soms best wat minder mogen klagen en wat trotser op en tevreden over onszelf mogen zijn.”
“Paard en wagen komen in het straatbeeld nog vaak voor” Wat mist u het meest aan Nederland? “Behalve dat ik de familie, vrienden en kennissen mis, zou ik daar niet zo snel een antwoord op weten. Een van de voordelen in vergelijking met Nederland is dat de Hongaren, zoals ik al zei, een stuk minder gehaast leven. Verder heeft Hongarije weinig nadelen ten opzichte van Nederland. Maar als ik dan eens in ons land ben, mag ik graag shoarma, een HEMA-rookworst, frikadellen en een Chinese maaltijd eten. Dat hebben ze hier allemaal niet.”
Hoe is het om in een internationale militaire omgeving te werken?
Het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie
“Het is verhelderend om te zien hoe andere naties met bepaalde zaken omgaan. Dan doen wij het als Nederlanders zo slecht nog niet. Zo heerst er hier door het communistische verleden een enorme bureaucratie die ons westerlingen soms frustreert. Verzet resulteert vaak alleen maar in nog meer frustratie. Sommige zaken moet je hier dan ook maar gelaten ondergaan.”
Het DienstenCentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD) is verantwoordelijk voor het wereldwijd leveren van afgesproken facilitaire diensten. De organisatie ondersteunt Nederlandse Defensiemedewerkers in het buitenland, de overzeese gebieden en internationale staven in Nederland.
19
Integer geregeld Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID), Liesbeth de Stoppelaar en majoor Marcel Hendriksen, en de Functionaris Integriteitzorg (FIZ) mr. Nynke Wygman, een onderwerp over integriteit aan de kaak. Dit keer de regels voor het accepteren van cadeaus.
Was het maar zo simpel Het bedrijfsleven is gericht op het maken van winst. De potentiële klant wordt op alle mogelijke manieren gelokt met kortingen en cadeautjes, of de al bestaande relatie wordt warm gehouden met uitnodigingen voor bijvoorbeeld voetbalwedstrijden, musicals en etentjes op prachtige locaties. Zo werkt het nu eenmaal. Zolang er sprake is van eerlijke concurrentie, is de integriteit niet in het geding. Wie betaalt, bepaalt. Is de consument niet tevreden? Dan gaat hij naar de concurrent. Tekst: mr. Nynke Wygman en Liesbeth de Stoppelaar Anders wordt het als de voordeeltjes en ‘warme belangstelling’ zijn gericht op de overheid. Ieder bedrijf verdient een eerlijke kans om geld te verdienen aan deze organisatie. De keuze mag niet beïnvloed worden door eigen belang. De burger verlangt dat de overheid ‘gaat’ voor het belang van ons allemaal. Dus dienen ‘we’ steeds objectief te kijken naar de markt en iedere potentieel geschikte leverancier een eerlijke kans te geven. Smeren en fêteren leidt nu eenmaal, vaak langzaam en ongemerkt, tot belangenverstrengeling of erger; vriendjespolitiek en corruptie. Alleen de schijn ervan is al schadelijk voor het vertrouwen van de burger in de overheid en dus moeten we kritisch naar ons eigen handelen kijken. Om dit beleid ‘handen en voeten’ te geven hebben we een regel gemaakt over onder andere het aannemen van geschenken; tot vijftig euro en anders weigeren of melden bij je leidinggevende. Tot zover de theoretische achtergrond van dit stukje integriteitbeleid. Nu de weerbarstige werkelijkheid.
Koffiezetapparaat Een medewerker heeft toestemming om een bepaalde opleiding te volgen en schrijft zichzelf in bij een opleidingsinstituut. Betaling regelt hij zelf; de declaratie volgt daarna. Geen ongewone aanpak. Vervolgens ontvangt de medewerker op het opgegeven contactadres, zijn eigen huis, een mooi koffiezetapparaat cadeau. Volgens ‘de regel’ mag dat worden aangenomen, want het apparaat is om en nabij de vijftig euro waard. Wat blijkt echter? Defensie had met het
opleidingsinstituut een raamcontract, waarbij twintig procent korting is bedongen. De medewerker had daar zelf ook voor kunnen kiezen, maar zag het koffiezetapparaat wel
wilde zijn redders bedanken door hen vier dinerbonnen aan te bieden. De waarde oversteeg per bon de kritieke grens van vijftig euro. De commandant had daarom besloten
“Ieder bedrijf verdient een eerlijke kans om geld te verdienen aan de overheid” zitten. Feitelijk betaal je als klant voor het apparaat, dat is duidelijk. Nu de medewerker achteraf de kosten voor de opleiding declareert, betaalt Defensie dus teveel. Onnodig teveel, want een koffiezetapparaat had ook nog eens niets te maken met die betreffende opleiding. Niet duidelijk is geworden of hier sprake was van een bewuste eigen bevoordeling. In ieder geval was onvoldoende recht gedaan aan de rechten en belangen van Defensie. De medewerker is hierop aangesproken. Tevens is met het betreffende opleidingsinstituut afgesproken dat het koffiezetapparaat kon worden ingewisseld voor de korting. Te betalen aan Defensie natuurlijk. Intern en samen met het opleidingsinstituut zal Defensie kijken of er iets aan de procedures gedaan kan worden om zo verleidingen weg te nemen.
Dinerbonnen Een ander voorbeeld. Vier medewerkers hebben op een koude herfstdag een man het leven gered door hem uit het water te halen. Die was hier uiteraard enorm blij mee en
dat ze de bonnen niet aan mochten nemen. Hij had hen ook al een gratificatie gegeven voor de heldendaad. De burger stond er echter op de vier te bedanken. Hij leefde dank zij hen nog! Wat nu? In dit soort gevallen is het belangrijk te kijken naar de achterliggende reden van bepaalde regels. Zou in dit geval door het aannemen van de bonnen belangenverstrengeling of zelfs corruptie kunnen ontstaan? Zouden wij in dit geval als overheid de schijn op ons laden dat wij beïnvloedbaar zijn? Gaan we voortaan geen mensen meer redden, als we geen dinerbonnen krijgen? Nee toch zeker! Sterker nog, we zouden de man zelfs kunnen beledigen door zijn geste af te slaan. Uiteraard is hem verteld dat hij tot niets verplicht was en de vier al intern zijn beloond. Regels zijn bedoeld om houvast te bieden, de achterliggende reden van de regel bepaalt of die in een bepaalde specifieke situatie van toepassing is. De filosoof Weber heeft ooit eens gezegd: “ambtenaren moeten niet nadenken, maar gewoon blind de regels volgen.” Was het maar zo simpel.
Foto van de maand Fotograaf sergeant Henry Westendorp van de Audiovisuele Dienst Defensie maakte deze intrigerende foto begin juli tijdens de Marinedagen in Den Helder. Te zien is de brug van een Belgisch marinefregat dat voor onderhoud in een donker dok ligt en waarop een licht- en lasershow wordt geprojecteerd die om de haverklap van kleur wisselt. Een
boeiend spektakel. Net een eruptie van een vulkaan, al had het ook het noorderlicht of een schilderij van Corneille kunnen zijn. “Kwestie van de camera goed stilhouden, de lichtintensiteit bepalen en het juiste moment van afdrukken kiezen”, antwoordt Westendorp op de vraag hoe moeilijk het was om het shot te maken.