Beleidsplan Nieuwe Kerk Zuid, Leuvenum en Staverden Periode: september 2010 – september 2015
Van hier
via
naar daar
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 1
Inhoud beleidsplan NKZLS Inhoud Voorwoord Preambule 1. De Gemeente 1.1. Omschrijving 1.2. Doel gemeente opbouw 1.3. Grondslag 1.4. De positie van de gemeente binnen de PKN 1.5. Visie op de gemeente 1.6. Aspecten van gemeente opbouw 1.7. Aandachtspunten 2. Achtergrond en organisatie 2.1 Achtergrond 2.2 De kerkenraad 2.3 De algemene kerkenraad 2.4 Perforatieregeling 2.5 Aandachtspunten 3. Inrichting van het kerkelijk leven 3.1. De eredienst 3.2 De liturgie 3.3. De Kapel 3.4. Pastoraat en huisbezoek 3.5. Het jeugdwerk 3.6. Het diaconaat 3.7. Zending, evangelisatie en welkomstcommissie 3.8. Vorming en toerusting 3.9. Het beheer Bijlagen: 1. Verklaring en convenant 2. Handoplegging 3. Ambtelijk bediening bij trouw- en rouwdiensten 4. Bijzondere pastorale handeling: de ziekenzalving 5. Pastoraat 6. Doop en overdoop 7. Het huwelijk en samenwonen 8. Huwelijk na scheiding 9. Plaatselijk regeling 10. Jeugdbeleidsplan 11. Extra pastorale begeleiding 12. Uit echte liefde Aanvullende besluiten van de kerkenraad Aantekeningen
2 3 5 7 7 7 7 8 8 9 10 11 12 13 14 15 17 18 18 20 21 22 24 26 28 30 31 33 34 37 42 44 46 66 84 87
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 2
Voorwoord Een beleidsplan Voor u ligt het beleidsplan van de Hervormde wijkgemeente Nieuwe Kerk–Zuid, Leuvenum en Staverden te Ermelo. Het is een taak van de kerkenraad om een beleidsplan te maken. In Ordinantie 4–7–1 is vastgelegd dat de kerkenraad onder andere tot taak heeft: ‘het vaststellen van het beleidsplan ter zake van het leven en werken van de gemeente’. Het beleidsplan is in de vergadering van 16 september 2010 door de kerkenraad vastgesteld. Waarom een beleidsplan? In de wijkgemeente zijn heel veel mensen actief. Talloze ambtsdragers en gemeenteleden stellen zich beschikbaar voor het kerkenwerk. Vele uren per week worden besteed aan allerlei vormen van gemeenteleven. Er is sprake van een toename en verscheidenheid aan activiteiten. Daarnaast nemen ook de problemen en vragen in de gemeente toe. Dat alles vraagt om een zekere ordening. Datgene wat we met elkaar doen en de wijze waarop we dat doen en voortzetten of eventueel wijzigen en verbeteren is van belang voor de goede voortgang van de gemeente. Niet dat wij de toekomst van de gemeente kunnen voorzien of in de hand hebben. Er is er maar Eén die dat kan. Maar wel kunnen wij in de verantwoordelijkheid die wij van de Heere God voor onze gemeente gekregen hebben zo goed mogelijk proberen planmatig en ordelijk te werken. Voorbeelden in de Bijbel Ook in de Bijbel komen we voorbeelden ‘gemeente – opbouw’ tegen. In het Oude Testament kunnen we denken aan Exodus 18. Mozes krijgt het advies van zijn schoonvader Jethro om het anders aan te pakken. Als Mozes zo alleen doorgaat, zal hij er onder bezwijken. Mozes luistert naar de wijze raad. Hij stelt een groot aantal mannen aan tot hoofden over het volk om met hem de rechtspraak en het onderricht over het volk Israël uit te oefenen. Zo worden allerlei taken verdeeld. We zouden kunnen zeggen dat deze oudtestamentische gemeente wordt geordend door een goed beleid. In het Nieuwe Testament kunnen we denken aan Handelingen 6. De Griekssprekende vrouwen worden over het hoofd gezien en overgeslagen. De apostelen stellen zich dan kerkordenend op: via een verkiezing worden zeven mannen gekozen tot diaken, zodat de apostelen zich kunnen vrijhouden voor het gebed en de bediening van het Woord. Ook in die eerste, groeiende gemeente van Jeruzalem was er dus een zeker beleid met slechts één doel: de opbouw van de gemeente. Wat is een beleidsplan Een beleidsplan is geen geneesmiddel voor alle kwalen. Het kan wel helpen doelgerichter en planmatiger verder te werken aan de opbouw, het leven en werken van de gemeente van Christus. Het is geen kil organisatieplan. De vraag waar het om draait is: hoe kunnen wij, in gehoorzaamheid aan de Bijbel, in onze gemeente zo goed mogelijk onze opdracht vervullen om ‘gemeente van Christus te zijn in onze omgeving en in de tijd waarin wij leven?’ In het beleidsplan is daarom terug te vinden wat de visie is op de gemeente. Wat is haar belijden? Wat voor een gemeente willen we zijn? Welke activiteiten vinden er plaats en hoe waarderen we die? Zijn veranderingen wenselijk of noodzakelijk? Zijn er witte vlekken? Vandaar dat er naast de beschrijving van de situatie ook steeds aandachtspunten worden genoemd. Soms worden er doelen genoemd. Welke activiteiten zijn daarvoor nodig? Welke doelen en activiteiten hebben voorrang? Wat moet eerst en wat kan later worden ondernomen.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 3
Voor – en nadelen van beleidsplan Een voordeel van een beleidsplan is dat we er toe gedwongen worden alles wat gedaan wordt eens op een rij te zetten. Het maakt ook duidelijk: ik ben bepaald niet in alleen bezig, maar samen met vele anderen. We ontdekken witte vlekken. Nieuwe ambtsdragers of geïnteresseerde gemeenteleden kunnen snel op de hoogte worden gebracht van wat er gaande is in de gemeente. Bij wisseling van ambtsdragers en andere medewerkers verdwijnt ook niet alle kennis van zaken: de grote lijnen liggen vast. Een bezwaar wat soms tegen een beleidsplan wordt geuit is, dat het weinig ruimte biedt voor spontane inzet en voor vertrouwen op de Heilige Geest. Of er wordt gezegd: “door allerlei plannen organiseert men een gemeente niet tot een bloeiende gemeenschap”. Daar is meer voor nodig. Dat beseffen wij terdege! Daarom kan en mag een beleidsplan niet meer en niet minder zijn dan een hulpmiddel, dat net als alle andere instrumenten afhankelijk is van de zegen van God en de invloed van de Heilige Geest. Zonder die zegen en zonder het werk van de Heilige Geest vermogen wij niets! Maar met die zegen en door die Geest kan ook het hulpmiddel ‘beleid’ strekken tot opbouw van de gemeente van Christus! Dit beleidsplan is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk is de doelstelling en de visie van de kerkenraad opgenomen. In het tweede hoofdstuk komt, naast enige achtergrondinformatie, de kerkelijke organisatie aan de orde om taken en verantwoordelijkheden duidelijk aan te geven en te plaatsen. In het derde hoofdstuk wordt de inrichting van het kerkelijk leven besproken. In hoofdstuk vier beschrijven we het functioneren van de kerkenraad. Diverse bijlagen worden na hoofdstuk vier toegevoegd. Tenslotte zal een overzicht van knelpunten (voorzien van een tijdspad) worden toegevoegd.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 4
PREAMBULE (een inleidend woord, waarin de kerngedachten worden weergegeven) 1. Gemeente Onder ‘gemeente’ wordt verstaan: de Hervormde wijkgemeente Nieuwe Kerk Zuid, Leuvenum en Staverden te Ermelo. Deze wijkgemeente maakt plaatselijk deel uit van de Hervormde gemeente van Ermelo en landelijk deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) 2. Taak en roeping We zijn geroepen mee te werken aan de uitbreiding en opbouw van de gemeente waarvan Christus het Hoofd is. In ons gemeente-zijn leggen wij de nadruk op de verkondiging van het Evangelie. Pastoraat, diaconaat en evangelisatiewerk zijn hier onlosmakelijk mee verbonden en vloeien daaruit voort. We hebben samen deze verantwoordelijkheden en willen die ook (uit)dragen ten dienste van de gemeente van Christus Jezus in deze wereld. 3. Het belijden Als gemeente zullen we ons allereerst onvoorwaardelijk gebonden weten aan de Heilige Schrift als onfeilbaar en betrouwbaar Woord van God. In aansluiting daarop spreken wij de verbondenheid uit met de belijdenis van de Kerk der eeuwen, te weten: a. de apostolische geloofsbelijdenis; b. de geloofsbelijdenis, die opgesteld is tijdens het Concilie van Nicea; c. de geloofsbelijdenis van Athanasius. Deze verbondenheid betreft eveneens de belijdenisgeschriften van de Reformatie te weten: a. de Heidelbergse Catechismus; b de Nederlandse Geloofsbelijdenis; c. de Dordtse Leerregels. 4. Positie van de gemeente binnen de PKN De kerkenraad maakt gebruik van de mogelijkheid het kerkelijk leven in te richten volgens de ‘Verklaring’ die door de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk is aangereikt aan gemeenten die zich uitsluitend gebonden willen weten aan de gereformeerde belijdenis. Daarnaast weet de kerkenraad zich met andere gemeenten verbonden door in te stemmen met de inhoud van het ‘Convenant’ waartoe door de classis Alblasserdam het initiatief is genomen. Daarin is vastgesteld, dat de gemeente zich uitsluitend gebonden weet aan de Schrift en de belijdenissen als hierboven genoemd. Door middel van deze beide vormen van verantwoording wil de kerkenraad gestalte geven aan de verbondenheid met andere gemeenten binnen de PKN, die in overeenstemming met Schrift en belijdenis willen functioneren. De kerkenraad is dankbaar voor de mogelijkheid aan het leven van de gemeente gestalte te geven in overeenstemming met de gereformeerde belijdenis. Dat betekent niet dat dit slechts ervaren wordt als een veilige plaats binnen de verenigde kerk. Het wordt als een roeping van Godswege gezien, om het geheel van de kerk niet uit het oog te verliezen, maar haar integendeel dienstbaar zijn zonder af te doen aan de gehoorzaamheid van de Schrift en de gereformeerde belijdenis (de tekst van zowel de ‘Verklaring’ en het ‘Convenant’ zijn als bijlage toegevoegd). 5. De inrichting van het kerkelijk leven Aangezien de kerkorde van de PKN in een aantal zaken meerdere mogelijkheden toelaat, wil de kerkenraad de keuzen die gemaakt zijn verantwoorden (zie ook de plaatselijke regeling). 5.1. De Heilige Doop Gedachtig aan Gods genadeverbond belijden wij dat ‘de kleine kinderen als lidmaten van de gemeente van Christus behoren gedoopt te wezen’. Vanuit de rijkdom van Gods genadeverbond voor ons en onze kinderen geeft de kerkenraad geen ruimte aan ‘het opdragen van de kinderen’ met als vervolg de volwassendoop. Zij die als kind niet werden gedoopt zullen op volwassen leeftijd het sacrament van de Heilige Doop ontvangen, na voorafgaand de openbare belijdenis van het geloof te hebben afgelegd. De doopvragen kunnen worden beantwoord door zowel belijdende- als door doopleden. 5.2. De openbare belijdenis van het geloof Doopleden zullen worden toegelaten tot het afleggen van de openbare belijdenis van het geloof na het volgen van belijdeniscatechisatie en na toestemming van de kerkenraad. Doopleden kunnen geen
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 5
belijdend lid worden enkel doordat zij een kind ten doop houden of doordat zij in het ambt bevestigd worden. 5.3. Het Heilig Avondmaal Tot het Heilig Avondmaal zullen geen andere gemeenteleden worden genodigd dan zij die, in overeenstemming met het hierboven gestelde, de openbare belijdenis van het geloof, hebben afgelegd. Hieruit vloeit als vanzelfsprekend voort, dat aan het Heilig Avondmaal alleen wordt deelgenomen door volwassen gemeenteleden. Belijdende leden die tot een andere gemeente van de kerk behoren en op de avondmaalszondag als gast aanwezig zijn, mogen deelnemen aan de viering, mits er geen tuchtmaatregelen op hen van toepassing zijn. De kerkenraad heeft, krachtens haar roepen tot het toezicht over de gemeente, de bevoegdheid aan gemeenteleden de toegang tot het Heilig Avondmaal te ontzeggen. Daartoe zal, voorafgaand aan elke avondmaalsviering, censura morum worden gehouden. 5.4. Het ambt Tot het ambt worden mannelijke lidmaten geroepen die, overeenkomstig het hierboven gestelde, de openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd. Het actieve kiesrecht is eveneens voorbehouden aan de belijdende leden. Tijdens de laatst gehouden 6 jaarlijkse stemming (eind 2004) heeft de gemeente, voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen, de kerkenraad gemachtigd (na kennisneming van de ingekomen aanbevelingen) voor elke vacature een dubbeltal vast te stellen, waaruit de verkiezing door de stemgerechtigde leden van de gemeente plaatsvindt. 5.5. Beroepen van een predikant Aangezien onze gemeente meer dan 200 stemgerechtigde leden heeft, zal gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid dat de verkiezing en het beroepen van een predikant wordt voorbehouden aan de kerkenraad, dit na verkregen toestemming van het breed moderamen van de classicale vergadering. Het beroepen van een vrouwelijk predikant zal niet plaatsvinden. De gemeente wordt uitgenodigd schriftelijk en ondertekend bij de kerkenraad aanbevelingen in te dienen van personen die naar haar mening voor verkiezing in aanmerking komen. 5.6. Het huwelijk Alleen een naar het Burgerlijk Wetboek tot stand gekomen huwelijk kan worden ingezegend. Het huwelijk, als een verbond van liefde en trouw, zal uitsluitend worden ingezegend als er sprake is van een relatie van man en vrouw. 5.7. Wie behoren er tot de gemeente: a. belijdende leden en doopleden, die in het register van de gemeente zijn ingeschreven en als zodanig ook landelijk geregistreerd staan. Zij die deel uitmaken van de plaatselijke Hervormde gemeente behoren daardoor tot de PKN; b. leden van de gemeente, die niet gedoopt zijn; c. tot de gemeenschap van de gemeente worden vervolgens ook gerekend de niet gedoopte kinderen van gemeenteleden. Zijn vallen volledig onder de pastorale verantwoording van de kerkenraad. Er zal een register van deze leden worden bijgehouden.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 6
HOOFDSTUK 1: de Gemeente 1.1 Omschrijving De Hervormde Gemeente van Ermelo bestaat uit vijf wijkgemeenten en één wijkgemeente van bijzondere aard, die samen deel uit maken van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De kerkenraad van wijkgemeente ‘Nieuwe Kerk-Zuid, Leuvenum en Staverden’ wil leiding te geven aan een deel van de Gemeente van Christus teneinde haar te onderhouden en uit te breiden. Met dit doel zijn ook de diverse ambten binnen de kerkenraad ingesteld. Om hieraan concreet invulling te geven zijn binnen de gemeente diverse activiteiten opgestart. Daarbij Hierbij denken we aan het houden van de erediensten, het bezoeken van gemeenteleden, het geven van catechese enz. De kerkenraad zorgt ervoor dat al deze activiteiten gecoördineerd worden en dat alle activiteiten uiteindelijk leiden tot het bereiken van het gestelde doel. Om dit goed te kunnen doen is het van belang om als kerkenraad een uitspraak te doen over een algemene doelstelling voor het totaal van de activiteiten.
1.2 Doel gemeente opbouw We zijn geroepen mee te werken aan de opbouw van de gemeente waarvan Christus het Hoofd is en wij de leden zijn.
Accenten bij de doelstelling In ons gemeente-zijn leggen wij de nadruk op de verkondiging van het Evangelie. Pastoraat en diaconaat vloeien daaruit voort en zijn hier onlosmakelijk mee verbonden. De gemeente moet geleerd worden haar missionaire roeping te verstaan. We hebben samen deze verantwoordelijkheden en willen die ook (uit)dragen op een eigentijdse wijze ten dienste van de gemeente van Christus Jezus in deze wereld. Kortom: prediking, pastoraat, diaconaat en apostolaat (missionair zijn).
1.3 Grondslag Grondslag voor het beleid in de wijkgemeente is de Heilige Schrift, waarin God Zich openbaart. Wij weten ons verbonden met de belijdenis van onze vaderen, zoals deze is samengevat in de Drie formulieren van Enigheid, te weten: - de Heidelbergse Catechismus; - de Nederlandse Geloofsbelijdenis; - de Dordtse Leerregels. De wijkgemeente Nieuwe Kerk-Zuid, Leuvenum en Staverden rekent zich tot het HervormdGereformeerde deel van de Protestantse Kerk in Nederland.
1.4 De positie van de gemeente binnen de PKN De kerkenraad maakt gebruikt van de mogelijkheid, het kerkelijk leven in te richten volgens de ‘Verklaring’ die door de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk is aangereikt aan gemeenten die zich uitsluitend gebonden willen weten aan de gereformeerde belijdenis. Daarnaast weet de kerkenraad zich met andere gemeenten verbonden door in te stemmen met de inhoud van het ‘Convenant’ waartoe door de classis Alblasserdam het initiatief is genomen. Ook daarin is vastgesteld, dat de gemeente zich uitsluitend gebonden weet aan de Schrift en de belijdenissen als hierboven genoemd. Door middel van deze beide vormen van verantwoording wil de kerkenraad gestalte geven aan de verbondenheid met andere gemeenten binnen de PKN, die in overeenstemming met Schrift en belijdenis willen functioneren.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 7
De kerkenraad is dankbaar voor de mogelijkheid aan het leven van de gemeente gestalte te geven in overeenstemming met de gereformeerde belijdenis. Dat betekent niet dat dit slechts ervaren wordt als een veilige plaats binnen de verenigde kerk. Het wordt als een roeping van Godswege gezien, om het geheel van de kerk niet uit het oog te verliezen, maar haar integendeel dienstbaar te zijn, zonder af te doen aan de gehoorzaamheid aan de Schrift en de gereformeerde belijdenis. ( De tekst van zowel de ‘Verklaring’ als van het ‘Convenant’ zijn onder C en D als bijlage toegevoegd). In het kader van de Kerkorde en de bijbehorende ordinanties heeft de wijkkerkenraad de volgende visie vastgesteld: De kerkenraad wil zich aan de nieuwe kerkorde en haar ordinanties onderwerpen met het doel mee te werken aan de opbouw van de gemeente van Christus. “Als wij zo als wijkgemeente - met vreze en beven - onze plaats innemen binnen het geheel van de verenigde kerk, verklaren wij ons gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is. Bij de inrichting van het leven der gemeente zullen wij ons houden aan de instellingen die met deze belijdenis overeenstemmen”. 1.5 Visie op de gemeente De gemeente is een gemeente des Heeren. De gemeente wordt door Hem vergaderd, beschermt en in stand gehouden. De gemeente is het lichaam van Christus. Hij is het hoofd en wij zijn de leden ( 1 Corinthe 12). Dat beeld wijst op een zeer nauwe verbondenheid; tussen Christus en de leden en tussen de leden onderling. Die verbondenheid is een verbondenheid door het geloof. De gemeente hoort, om Christus’ wil, te zijn: een levende en aantrekkelijke gemeente, een stad op een berg en een licht op een kandelaar, die niet verborgen kunnen blijven. ( Mattheus 5: 14 en 15) Paulus typeert de gemeente als Gods bouwwerk: ‘Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij” (1 Corinthe 3: 9). Gemeenteleden zijn dus Gods medearbeiders. God schakelt mensen in. Hij roept ons om in Zijn dienst mee te werken aan de opbouw van de gemeente. Wij geloven dat de gemeente de plaats is waar Jezus zondaars ontmoet. Ondanks het feit, dat het in die gemeente vaak menselijke en zondig toegaat, blijft het de gemeente van God. De gemeente is ook een (dankzij de gaven die de Heilige Geest schenkt) begaafde gemeente. Jongeren en ouderen kunnen in alle verscheidenheid met de hun geschonken gaven actief zijn. Ambtsdragers geven leiding en zien daarbij uit naar de mogelijkheden om zoveel mogelijk jongeren en ouderen met de hun geschonken gaven in te schakelen bij de opbouw van de gemeente. We moeten ook constateren dat niet elk gemeentelid Christus erkent als Borg en Zaligmaker en deelt in de verlossing van Christus. Door middel van prediking en pastoraat zullen we deze gemeenteleden moeten vertellen over het verlossende werk van Christus. De Heilige Geest kan en wil harten vernieuwen. 1.6 Aspecten van gemeente opbouw Aan het eind van Handelingen 2 wordt, direct na haar ontstaan, een beeld van de gemeente geschetst. Daarbij worden trekken vertoond die ook voor de gemeente van de 21e eeuw onmisbaar zijn en die onlosmakelijk behoren tot een bijbels gemeente–zijn. In Handelingen 2: 42-47 gaat het om het leven van de gemeente in de eenheid van de samenkomst en het leven van elke dag. a. vierende of samenkomende gemeente Handelingen 2: 42 geeft aan ‘En zij waren volhardende in de leer van de apostelen’ en Handelingen 2: 47 geeft aan: En zij prezen God’. Hier komt het primaire belang van de Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 8
prediking van het Woord in de samenkomst van de gemeente van Christus naar voren, met name op zondag. Dit vormt het hart van het gemeente–zijn. Daarbij staat de viering van het heil in Christus voorop. Het gaat om het gedenken en verwachten van wat God in Christus heeft gedaan en zal doen. b. Pastorale gemeente In Handelingen 2: 42 staat ook: ‘En zij waren volhardend in de gemeenschap.’ En Handelingen 2: 42 ‘En dagelijks eendrachtig in de tempel volhardende…’ De gemeente dient eendrachtig te zijn. Zij is het ene lichaam van Christus met de vele leden. In hun verscheidenheid hebben de leden elkaar nodig en verrijken ze elkaar. Gemeenschap der heiligen vereist een verbondenheid tussen gemeenteleden onderling, een omzien naar elkaar. Herderlijke zorg, waarbij niemand mag zeggen: ‘Ben ik mijn broeders hoeder?’ c. Lerende gemeente In de leer van de apostelen ( Handelingen 2: 42) zit het element van leren van elkaar en met elkaar. Het gaat hierbij om een ‘samenscholen’ rondom het Woord. Oprechte gelovigen volharden in de leer van de apostelen. Ze willen graag weten wat bijbels en onbijbels is. We denken daarbij ook aan vragen van het gewone leven en de ethische dilemma’s. Dat vraagt om verdieping in de Bijbel. d. diaconale gemeente Handelingen 2: 44 en 45 wijzen er heel concreet op, dat men alle dingen gezamenlijk had en elkaar diende met goederen. Een dienende gemeente kent de ontmoeting met en de zorg voor de lijdende en hulpbehoevende naaste, dichtbij en ook ver weg. De gemeente moet duidelijk maken dat zij het meent met haar boodschap van naastenliefde. e. Missionaire gemeente Handelingen 2: 46 en 47 laat de uitstraling van de gemeente zien. In woord en daad ging er een getuigenis van uit. Het is niet onze opdracht het Evangelie slechts voor elkaar te houden, maar we moeten er voortdurend op letten dat onze kerkdiensten, verenigingen en kringen echt open zijn voor randkerkelijken. 1.7 Aandachtspunten voor de komende jaren 1. We willen gemeente zijn in een gereformeerde traditie. Hoe maken we dat aan jong en oud duidelijk? 2. Binnen de gemeente is een deel dat geen veranderingen voorstaat, daarnaast zijn er anderen die onze manier van gemeente–zijn te traditioneel vinden. Hoe houden we de gemeente bij elkaar? 3. Willen we, zoals de Hervormde Kerk dat altijd was, een brede volkskerk zijn en tot welke prijs? 4. We zijn – mede doordat we met twee wijken in één gebouw zitten – een grote gemeente. Hoe stimuleer je het samen gemeente–zijn? Hoe voorkom je dat we als los zand aan elkaar hangen? 5. We zijn een wijkgemeente met twee delen, de Nieuwe Kerk en de Kapel. Wat hebben de gemeenteleden uit de twee delen met elkaar? Moet je het samen gemeente-zijn bevorderen of is dat energieverspilling en moet je je tijd en kracht aan gemeenteopbouw op twee locaties geven?
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 9
Hoofdstuk 2: Achtergrond en organisatie van onze gemeente Hier vindt u enige achtergrondinformatie met betrekking tot onze wijkgemeente. Tevens geven wij aan welke plaats wijkgemeente Nieuwe Kerk-Zuid, Leuvenum en Staverden (NKZLS) inneemt in de Hervormde Gemeente van Ermelo. Wat zijn onze taken en verantwoordelijkheden? Aan het eind van deze paragraaf zijn enkele aanbevelingen opgenomen. 2.1 Achtergrond Wijkgemeente Nieuwe Kerk Zuid, Leuvenum en Staverden maakt deel uit van de Hervormde Gemeente van Ermelo binnen de PKN. Ook Ermelo kent modaliteiten. NKZLS voelt zich verwant met allen die de Gereformeerde belijdenis (drie reformatorische belijdenisgeschriften) van harte onderschrijven. Van hieruit willen wij in de Hervormde Gemeente dienen.
Geografische wijkgemeente De wijkgemeente bestaat uit Telgt, een deel van het centrum van Ermelo, een deel van Horst en de buurtschappen Leuvenum en Staverden. Daarnaast zijn er gemeenteleden die uit de wijken 1, 4 en 5 zijn geperforeerd naar onze wijkgemeente en er zijn gemeenteleden uit omliggende plaatsen overgeschreven naar onze wijkgemeente. Voor het perforatiebeleid verwijzen we naar hoofdstuk 2.4. Op 17 februari 2009 had onze gemeente736 pastorale eenheden. Dat betreft 1705 gemeenteleden. Het aantal pastorale eenheden rondom De Kapel bedraagt 242 pastorale eenheden (dat is 33% van het totale aantal). De situatie, dat wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord ook gebruik maakt van de Nieuwe Kerk en 't Venster, brengt met zich mee, dat wij veel kunnen samenwerken met NKN. Wij voelen ons hartelijk met hen verbonden.
Leeftijdsopbouw van de gemeente Onze wijkgemeente kent qua aantal leden (d.d. 17 februari 2009) de volgende opbouw: Leeftijd
Totaal
Gedoopt:
0-9 jaar 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90-99 100-110 Totaal
207 241 189 219 212 197 207 150 75 8 0 1705
200 231 135 109 81 70 61 29 16 1 0 933
Belijdenis afgelegd: 0 0 48 107 121 121 140 116 55 7 0 715
overige 7 10 6 3 10 6 6 5 4 0 0 57
% van totaal 12 14 11 13 12 11 12 8 4 0.4 0 100
Gehuwd: 826 Ongehuwd: 718 Gescheiden: 47 Weduwnaar/weduwe: 116
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 10
Jeugd (0 tot 20) Jongeren (20 tot 29) 30 tot 59 jaar Ouderen (60 en ouder)
26% 11% 38 % 25%
Kerkelijke verantwoordelijkheid In onze presbyteriaal geordende kerk draagt de wijkkerkenraad verantwoordelijkheid voor de wijkgemeente. Er is afvaardiging naar de centrale organen van de Hervormde Gemeente en naar de Classis Harderwijk. Verantwoordelijkheden van de wijkkerkenraad binnen de wijkgemeente Onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad vallen de volgende activiteiten: Prediking Pastoraat Catechese 1. Gewone catechese 2. Voortgezette catechese 3. Belijdeniscatechese 4. Huwelijkscatechese 5. doopcatechese Jeugdwerk Zondagsschool Jedid-Jah Zending Evangelisatie en Werelddiaconaat (ZEW), inclusief thuisfrontcommissies Kringwerk (inclusief gebedskring) 2.2 De kerkenraad
Visie op de ambten Alle kerkenwerk in de gemeente van Christus is dienen. Dienen is een bijbels kernwoord. We denken daarbij allereerst aan Christus zelf, wiens hele leven in het teken van dienen stond. Zijn volgelingen worden opgeroepen in Zijn voetsporen te gaan. Ze zijn geroepen tot dienstbetoon. In 1 Petrus 4: 10 worden de gelovigen opgeroepen elkaar te dienen met de genadegaven die ze ontvangen hebben. In de gemeente zijn er bepaalde personen die geroepen zijn tot een bijzondere dienst: de ambtsdragers (zie Efeze 4 en 1 Timótheüs 3). We zien daarin de zorg van Christus voor het welzijn van Zijn gemeente. Hij roept ambtsdragers om ‘dienend’ leiding te geven aan de gemeente. Christus roept! Ambtsdragers zijn daarom geen gekozen vertegenwoordigers van de gemeente die de wil van het kiezersvolk hebben uit te voeren. In het ambt is ook iets van een ‘tegenover’. De ambtsdragers vertegenwoordigen Hem, die hen geroepen heeft. De ambtsdragers staan -geroepen door Christus- in de gemeente. In de gemeente; niet er boven! Als het goed is wordt het ambt gedragen door de gemeente. In de eerste plaats door de voorbede. Vervolgens ook door de betrokkenheid bij de verkiezing van ambtsdragers. Het ambt mag nooit gebruikt worden als een alibi voor gemeenteleden om zich aan hun roeping te onttrekken. Het is niet de bedoeling dat er wordt gezegd: ‘daar hebben we de ambtdragers voor, dus behoeven wij niets te doen’. Integendeel, elk lid van de gemeente wordt geroepen zijn gaven in te zetten. Ambtsdragers dienen er op uit te zijn dat te stimuleren. In Handelingen 20: 28 wordt gezegd: ‘hebt acht op uzelf en op de gehele kudde’. Een veelzeggende volgorde! Hoe kan je als ambtsdrager acht geven op de kudde? Door eerst acht te geven op jezelf! Door in gebed en omgang met her het Woord dichtbij Christus te blijven. Je bent als ambtsdrager immers in dienst van Christus. In Zijn voetsporen mag een ambtsdrager de gemeente dienen. Dat is een zware taak. Maar de opdracht is niet zonder de belofte. Hij, D die ons roept is getrouw. Hij zal het doen ( 1 Thessalonicensen 5: 24). Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 11
De samenstelling van de kerkenraad De verschillende ambten komen samen in de kerkenraad. De beslissende bevoegdheid ligt dus niet bij één persoon, maar in de ambtelijke vergadering van de kerk. Daar mag de één niet over de ander heersen. Er is er maar Eén die het voor het zeggen heeft: onze Heere Jezus Christus. De kerkenraad bestaat uit de predikant, de scriba, vijftien sectieouderlingen, ( waarbij één ouderling naast zijn sectie ook als opdracht heeft leiding te geven aan de evangelisatiecommissie), drie jeugdouderlingen, zes diakenen, twee jeugddiakenen en drie kerkrentmeesters. Op bijbelse gronden is de kerkenraad een college van mannelijke ambtsdragers. De verkiezing en de bevestiging van de ambtsdragers Tijdens de laatst gehouden zesjaarlijkse stemming (eind 2004) heeft de gemeente de kerkenraad gemachtigd, na kennisneming van de ingekomen aanbevelingen voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen, voor elke vacature een dubbeltal vast te stellen, waaruit de verkiezing door de stemgerechtigde leden van de gemeente plaatsvindt (Ordinantie 3-6-6). In de kerkorde van de PKN zijn geen bepalingen opgenomen ten aanzien van de leeftijdsgrenzen van ambtsdragers. Er zijn evenmin beperkingen aangebracht met betrekking tot bloedverwantschap. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente en kerkenraad om daar met wijsheid mee om te gaan. De ambtstermijn van ambtsdragers is vier jaar. Zij zijn eenmaal terstond herkiesbaar. De kerkenraad kan hiervan slechts per geval in bijzondere omstandigheden afwijken na instemming van het breed moderamen van de classicale vergadering. (Ordinantie 3-7-1). Zij die niet terstond herkiesbaar zijn, zijn eerst na afloop van een tijdvak van elf maanden na de datum waarop hun ambtstermijn volgens het rooster van aftreden verstreken is, verkiesbaar (Ordinantie 3-7-2). De ambtsdragers worden tijdens een kerkdienst in het ambt (her-)bevestigd. Na hun jawoord vindt de (her-)bevestiging plaats door het knielen van de ambtsdrager en handoplegging (zie bijlage). De kerkenraadsvergadering In de regel wordt er tien maal per jaar vergaderd. Meestal op de derde donderdag van de maand. Elke vergadering begint met een meditatief en/of toerustend gedeelte. Tijdens de vergaderingen worden alle aspecten van het (plaatselijk) kerkenwerk besproken. Op verzoek kunnen speciale onderwerpen worden geagendeerd. Er wordt een verslag gemaakt van de kerkenraadsvergadering. Het moderamen Het moderamen bestaat uit de predikant, de scriba, een ouderling (de assessor) en een diaken. Indien nodig zal een kerkrentmeester en een jeugdouderling de vergadering van het moderamen bijwonen. De verkiezing van het moderamen vindt plaats op de eerste kerkenraadsvergadering van het nieuwe jaar. Het moderamen bereidt de kerkenraadsvergadering voor en stelt de agenda vast. Het moderamen kan bij tussentijdse urgente vraagstukken een (voorlopig) besluit nemen. Het moderamen vergadert tenminste tweemaal per jaar met het moderamen van wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord over zaken die gemeenschappelijke aandacht en behandeling vragen. 2.3 De algemene kerkenraad De algemene kerkenraad van de Hervormde gemeente te Ermelo vergadert vijfmaal per jaar. Door de wijkkerkenraad wordt naar de algemene kerkenraad afgevaardigd: de predikant, één
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 12
ouderling, één diaken en één kerkrentmeester. Eén van deze afgevaardigden maakt ook deel uit van het moderamen van de algemene kerkenraad. 2.4 Perforatieregeling Aanleiding: Op dit moment krijgen we overschrijvingen vanuit naburige burgerlijke gemeenten. Zij willen lid worden van NKZLS. Hoe behandelen we deze aanvragen? Juridisch kader Ordinantie 2, artikel 5: overschrijvingen binnen de plaatselijke gemeente naar een andere kerk of kerkgenootschap behorende tot de PKN. Ordinantie 2, artikel 16: overschrijvingen van gemeente met wijkgemeenten. Wij spreken hier over overschrijvingen naar een (wijk)gemeente die zich NIET bevindt op het grondgebied waar men woont. Er zal dan een schriftelijk en gemotiveerd verzoek aan de kerkenraad van de nieuwe gemeente gedaan moeten worden. In de beraadslagingen van de synode is duidelijk geworden, dat het mogelijk is dat de ontvangende gemeente het verzoek niet in behandeling neemt. De indiener kan geen bezwaar indienen. Als de ontvangende gemeente toestaat en de vertrekkende gemeente weigert de persoon te laten gaan, kan men wel bezwaar in dienen (bron: dhr. Reurink, scriba classis). Waar is de regeling (Ordinantie 2 artikel 5 en 16) voor bedoeld a. als er pastorale nood is; b. als binnen de plaatselijke gemeente geen kerk is van dezelfde modaliteit. Welke ‘problemen’ doen zich voor 1. De pastorale zorg vraagt veel van de ouderlingen en predikant (o.a. veel reistijd). 2. Men kan ‘een predikant volgen’. Na 5 jaar kan men weer vertrekken. Wat is ons beleid 1. Overschrijvingen binnen de plaatselijke gemeente worden behandeld conform de plaatselijke regeling. 2. Overschrijvingen vanuit niet aangrenzende burgerlijke gemeenten worden niet in behandeling genomen. 3. Overschrijvingen vanuit aangrenzende burgerlijke gemeenten: Aangrenzende gemeenten zijn: Putten, Garderen (gem. Barneveld), Elspeet (gem. Nunspeet), Uddel (gem. Apeldoorn), Zeewolde en Harderwijk. In de gemeenten Putten, Harderwijk, Nunspeet en Zeewolde zijn diverse modaliteiten aanwezig. In Uddel bevindt zich een gereformeerde bondsgemeente. In Elspeet bevindt zich een gereformeerd bondsgemeente (voorheen ‘Gekrookte Riet’ richting). In Garderen is sinds 2007 een gereformeerde bondsgemeente in oprichting. Deze gemeente valt onder de verantwoordelijkheid van de hervormde gemeente van Voorthuizen. Overschrijvingen vanuit de gemeenten Putten, Harderwijk, Nunspeet en Zeewolde worden in principe niet in behandeling genomen in verband met de aanwezigheid van diverse modaliteiten binnen de PKN. De desbetreffende persoon zal mondeling en/of schriftelijk op de hoogte gesteld worden. Bij zwaarwichtige redenen (bijvoorbeeld: t.z.t. weer gaan wonen in Ermelo; doet al kerkelijke werkzaamheden in onze gemeente; blijven toch kerken in Ermelo, ook al worden ze niet overgeschreven) kan de kerkenraad besluiten in te stemmen met de overschrijving. Vooraf zal er overleg plaats vinden met degenen die overgeschreven wensen te worden. a. De sectieouderling bezoekt de personen en wijst ze op de diverse modaliteiten in hun eigen woonplaats; b. De sectieouderling wijst hen op de afstand naar onze gemeente; c. De sectieouderling deelt mee dat de gemeente verwacht, als zij in onze gemeente willen blijven, trouw meeleven en beschikbaar zijn voor diverse kerkelijke activiteiten. Bij overschrijvingen vanuit Uddel wordt de volgende procedure gevolgd: a. degenen die willen overschrijven bespreken hun verzoek eerst met de kerkenraad van Uddel; b. de scriba van NKZLS neemt contact op met de scriba van de hervormde gemeente van Uddel en informeert de sectieouderling; Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 13
c. er vindt een gesprek plaats met de sectieouderling. In het gesprek komen de (pastorale) motieven, de consequenties (. met name het bezoeken van onder andere het kringwerk en catechisatie) en de pastorale zorg aan de orde. Lid zijn wil zeggen d dat wordt deelgenomen aan het gemeentewerk. Niet alleen ‘consumeren’ maar ook meewerken tot opbouw van de gemeente; d. de sectieouderling deelt, na overleg met de predikant, de kerkenraad mee of de overschrijving in behandeling wordt genomen. Bij overschrijvingen vanuit Garderen en Elspeet wordt eerst overleg gevoerd met de desbetreffende kerkenraad. Daarna zal de sectieouderling een gesprek aangaan met de aspirant-leden. In dit gesprek moet het volgende aan de orde komen: a. reden van overschrijven; b. de consequenties met name het bezoeken van oa. onder andere kringwerk, catechisatie en pastorale zorg. Lid zijn wil zeggen deelnemen aan het gemeentewerk. Niet alleen ‘consumeren’ maar ook meewerken tot opbouw van de gemeente; c. meedelen dat het beleid van de kerkenraad in principe zeer terughoudend is bij overschrijvingen vanuit gemeenten met dezelfde modaliteit. Na dit gesprek zal er overleg zijn in de kerkenraad (moderamen) over het wel of niet in behandeling nemen van de overschrijving. 5. Personen uit Elspeet en Garderen die (regelmatig/jarenlang) kerken in NKZLS en geen lid zijn van onze wijkgemeente, worden gevraagd een keuze te maken. Dit om allerlei problemen bij pastorale zorg te voorkomen. Hoe gaan we om met individuele gevallen Als kerkenraad zullen we pastoraal om moeten gaan met: a. leden die altijd in NKZ gekerkt hebben, maar vanwege ouderdom en/of ziekte verhuizen naar bijv. Harderwijk (verpleegtehuizen); b. leden die door bijzondere omstandigheden alleen kunnen kerken in NKZ of leden die wonen op het grensgebied van de burgerlijke gemeenten. In deze gevallen zullen wij, na overleg met de sectieouderling, de overschrijvingen in behandeling nemen.
2.5 Aandachtspunten 1. De kerkorde van de PKN biedt de mogelijkheid om ook op andere momenten over te gaan tot (her-) bevestiging van de ambtsdragers (Zie Ordinantie 3-7-6). Nu gebeurt dat in januari, halverwege het winterseizoen. Het is te overwegen om dat begin september te doen aan het begin van het winterseizoen. 2. Functioneert de huidige kerkenraadsvergadering optimaal? 3. Hoe is de voorbereiding van ambtsdragers op hun taak? Worden zij goed ingewerkt? 4. Is de kerkenraad een afspiegeling van de gemeente? 5. Moeten we samenwerken met NKN intensiveren? Of alleen op die punten die beide kerkenraden aangaan?
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 14
Hoofdstuk 3: Inrichting van het kerkelijk leven 3.1 De eredienst
Visie op de eredienst Het hart van het gemeente-zijn klopt in de eredienst. Het geheim van de eredienst cirkelt rond het begrip ‘ontmoeting’. De Heere roept ons samen rond Zijn Woord. Hij wil tot ons komen. Hij heeft ons iets te zeggen -bij Hem zijn woorden van eeuwig leven- (Johannes 6: 68) en wij mogen Hem ontmoeten. Daarnaast staat de eredienst ook in het teken van de ontmoeting met elkaar. We oefenen ons samen in het eren en dienen van God, we delen in elkaars vreugden en noden, vooral ook in de voorbede en hebben onderling contact. De prediking Centraal in de eredienst staat de Schriftlezing en de prediking. De kerkenraad hecht aan een voluit Bijbelse prediking, die zich beweegt in de traditie van de Reformatie. In de prediking staat de uitleg en de toepassing van het Woord van God centraal. Kernwoorden daarbij zijn: bevindelijk, begrijpelijk, eigentijds, praktisch. De eenvoud mag niet ten koste gaan van de diepgang. Laat zo mogelijk heel de Schrift in een ruime diversiteit van tekstkeuze aan de orde komen, terwijl de kern van de verkondiging -Gods genade in Jezus Christus ten behoud van zondaren- vertroostend en appellerend wordt vertolkt (oproepend tot bekering en geloof). Ook het persoonlijk geloofsleven (ellende, verlossing en dankbaarheid) mag vanuit de prediking voeding en leiding ontvangen. Zo mogelijk worden kinderen en jongeren, bijvoorbeeld door middel van herkenbare, praktische voorbeelden, hierbij direct aangesproken. Doopdiensten De doopdiensten vinden plaats in de Nieuwe Kerk en worden bij toerbeurt geleid door de predikanten van de wijkgemeenten Nieuwe Kerk-Zuid en -Noord. In de Kapel is er de mogelijkheid tot dopen voor gemeenteleden woonachtig op de landgoederen Staverden en Leuvenum. Wij maken gebruik van het hertaalde doopformulier. Voor deze diensten wordt een liturgie gemaakt. Voorafgaande aan de doopdienst vindt de doopzitting plaats waar, indien mogelijk, de sectieouderlingen van de doopouders aanwezig zijn. De cd’s met de opname van de doopdienst worden door de sectieouderling thuisbezorgd. Bijlage: beleid t.a.v. van ‘overdopers’ Avondmaalsdiensten
De avondmaaldiensten vinden vier keer per jaar plaats, zowel in de Nieuwe Kerk als in de Kapel. De beide predikanten van de Nieuwe Kerk gaan daarbij bij toerbeurt voor. Een week van tevoren vindt de voorbereiding op het Heilig Avondmaal tijdens de morgendienst plaats. In de avonddienst van de avondmaalszondag is er zowel in de Nieuwe Kerk als in de Kapel een dankzeggingsdienst, waarbij in de Nieuwe Kerk ook de voortzetting van het Heilig Avondmaal plaatsvindt. Wij maken gebruik van het hertaalde avondmaalformulier. De gemeenteleden hebben in de week van voorbereiding de gelegenheid om contact op te nemen met de wijkpredikant als er iets is wat een vruchtbare avondmaalsviering in de weg staat. Tevens is er in de voorbereidingsweek Censura Morum. In de week van voorbereiding vindt zowel in ’t Venster als in ’t Schooltje een bezinningsavond plaats. Huwelijksdiensten De predikant heeft met het bruidspaar een gesprek o.a. over de huwelijksdienst. Zij mogen een bijbelgedeelte aanreiken waar hun voorkeur naar uitgaat. Wat de liederen betreft mogen zij, naast de psalmen, ook een aantal verantwoorde liederen aanreiken, met dien verstande dat de dienst wel een wat het beleid van de wijkgemeente betreft- herkenbare dienst blijft. Bijlage: samenwonen en huwelijk en huwelijk en scheiding. Rouwdiensten
De predikant heeft overleg met de nabestaanden over de dienst. Zij kunnen een bijbelgedeelte aanreiken waar hun voorkeur naar uitgaat. Wat de liederen betreft mogen zij, naast de Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 15
psalmen, ook andere verantwoorde liederen aanreiken, met dien verstande dat de dienst wel een -wat het beleid van de wijkgemeente betreft- herkenbare dienst blijft. De kerkenraad vindt dat op bijbelse gronden (1 Korinthe 15 vers 37 e.v.) overledenen begraven dienen te worden. Dat betekent dat er geen rouwdienst onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad in het crematorium zal worden geleid. Mocht de familie er voor kiezen de rouwdienst in Ermelo te laten plaatsvinden, dan kan daar de rouwdienst wel geleid worden, maar de ambtsdragers zullen niet ambtelijk meegaan naar het crematorium. Diensten op feestdagen Voorafgaande op de morgendiensten op de 1e Kerstdag, 1e Paasdag en 1e Pinksterdag worden er liederen gezongen. ’s Avonds is er in de Nieuwe Kerk dan een centrale zangdienst. Diensten waarin kinderen/ jongeren een bijzondere plek hebben. 1. voor alle diensten geldt: Tijdens de diensten worden geen andere liederen gezongen; Liturgieën worden door kinderen/ jongeren uitgedeeld bij de ingangen van de kerk. 2. Jeugddiensten Nu geldt: Voor de dienst worden een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen; De samenzang voor en tijdens de dienst wordt begeleid door orgel en trompet; Een groepje jongeren wordt ingeschakeld bij de voorbereiding van de dienst. 3. Bid – en dankdag kinderdiensten Nu geldt:
Voor de dienst worden een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen, waaronder zo mogelijk het themalied; Bij voorkeur gebruiken wij het door de HGJB aangereikte thema; Op de liturgie of bij de uitgang wordt een verwerking uitgereikt, afgestemd op verschillende leeftijden. 4. Kerk-en-school dienst Het thema wordt vastgesteld in overleg met de scholen; Voor de dienst worden een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen, waaronder mogelijk een themalied; De schriftlezing geschiedt door de kinderen; Kinderen helpen bij het collecteren; In ’t Venster worden werkstukken van de kinderen uitgestald en deze kunnen na de dienst door belangstellenden bekeken worden. 5. Zondagsschooldienst
Voor de dienst worden een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen; Tijdens de dienst kan door iemand van de leiding van de zondagsschool bijbeltjes uitgereikt worden aan kinderen die de zondagsschool verlaten; Zij die afscheid nemen assisteren bij het collecteren. 6. Vakantiebijbelweekdienst
Terwijl in het Kerkelijk Centrum en in de Westerkerk de vakantie-bijbelweek wordt afgesloten, besteden wij ook in de Nieuwe Kerk aandacht aan het thema. Liturgisch is deze dienst als een gewone morgendienst; Bij de uitgang wordt een verwerking uitgedeeld.
Welkomstcommissie Door de evangelisatiecommissie is een welkomstcommissie ingesteld die, tijdens de morgenen avonddiensten de kerkgangers welkom heet. Dit vooral met het oog op de gasten,
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 16
nieuwkomers en randkerkelijken. Ook willen we zo het gevoel van het samen gemeente-zijn versterken. 3.2. De liturgie De erediensten worden ingevuld met een sobere, stijlvolle en passende liturgie, die met zorg door de predikant is samengesteld. Het is zinvol als de gemeente ook duidelijk wordt waarom bepaalde liederen worden gezongen en -als er meerdere Bijbelgedeelten worden gelezen- hoe er lijnen lopen, juist van het Oude naar het Nieuwe Testament. De Schrift wordt gelezen in de Statenvertaling of de Herziene Statenvertaling (HSV). De psalmen en enige gezangen worden gezongen in de berijming van 1773. Hierbij is soms uitleg vereist. Aanvang kerkdienst De dienst begint bij het uitspreken van votum (en groet) en eindigt bij het uitspreken van de zegen (besloten in een gezamenlijk vergadering met de kerkenraad wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord op 19 maart 2009) Zingen van het Ere zij God, het Lutherlied en het volkslied. Op 19 maart 2009 is besloten in een gezamenlijke vergadering met wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord het ‘Ere zij God’ en ‘Een vaste burcht is onze God’ te laten zingen tijdens de dienst. Het Wilhelmus zal gezongen worden na de zegen. Afkondigen overlijden van een gemeentelid De predikant verzoekt de gemeente te gaan staan en kondigt het overlijden van een gemeentelid aan. Daarna zingt de gemeente staande een passende psalm.
De voorbede Algemeen 1. De voorbeden vinden plaats tijdens de morgen- en de avonddienst. In de morgendienst worden de namen genoemd in het gebed. In de avonddienst worden de namen opgelezen door de predikant waar ’s morgens voorbede voor gedaan is. 2. De namen van gemeenteleden uit de secties rondom de Kapel worden ook in de voorbede tijdens diensten in de Nieuwe Kerk genoemd. 3. In principe beperkt de voorbede zich tot gemeenteleden behorend tot de wijken Nieuwe Kerk Noord en Nieuwe Kerk-Zuid, Leuvenum en Staverden. Concreet. 1. Er wordt voorbede gedaan voor de nabestaanden van overleden gemeenteleden. De aankondiging van het overlijden vindt plaats door de predikant. Mocht de begrafenis plaatsvinden na de zondag, dan wordt, alleen wanneer de familie dat op prijs stelt, tijdens de eredienst van de wijkgemeente die het betreft, op de volgende zondag ook voor de familie gebeden. 2. Er wordt voorbede gedaan voor de zieken in de ziekenhuizen. 3. Bij opname in verpleeghuizen, revalidatiecentra e.d. worden de namen van de gemeenteleden in de voorbede genoemd. Tussentijds kunnen zij in het kerkblad vermeldt blijven. Bij vertrek uit deze huizen/centra worden deze gemeenteleden opnieuw in de voorbede genoemd. 4. Er wordt voorbede gedaan voor ernstig zieke gemeenteleden thuis. 5. Er wordt gedankt/ voorbede gedaan bij een geboorte. Het vermelden van de geboorte vindt plaats bij de afkondiging. 6. Er wordt voorbede gedaan bij een (aanstaand) huwelijk. De aankondiging van het huwelijk vindt plaats bij de afkondiging. 7. Er wordt, wanneer een echtpaar dit op prijs stelt, gedankt/ voorbede gedaan bij een huwelijksjubileum. Dit gebeurt op de zondag na de jubileumdatum.
Dienst der offerande De collecte vindt plaats na de verkondiging. Het is -naast de psalmen en de gebeden- een antwoord op de verkondiging. Een antwoord van dankbaarheid op de gaven van God. Meestal is er eerst een diaconale collecte. Delen van je bezit -en wat heb je dat je zelf niet ontvangen hebt- is een toetssteen voor je toewijding aan God. In die zin is de dienst van de offerande een geestelijke thermometer. Daarnaast is er meestal ook een collecte voor de kerk en voor de instandhouding van de erediensten.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 17
De dienst des Heeren moet gaande gehouden worden. De collecte is gericht op het ‘bewaar en vermeerder uw kerk’.
Het verdient aanbeveling, als er een gerichte collecte is, dit doel ook in de voorbede een plaats te geven. De dienstdoende predikant vermeldt de doelen waarvoor gecollecteerd wordt. Afkondigingen Eén van de ouderlingen doet voordat de dienst begint de afkondigingen en geeft het lied ter voorbereiding op de dienst op. De afkondigingen worden in principe beperkt tot een woord van welkom, het noemen van de naam van de voorganger, berichten van geboorten en huwelijk. De activiteiten worden in principe vermeld in het kerkblad, indien het aanbevelingswaardig is kan een activiteit ook bij de afkondiging worden genoemd.
3.3. De Kapel De liturgische invulling van de Kapel verschilt enigermate van de Nieuwe Kerk. Predikanten, die voorgaan in De Kapel mogen maximaal twee gezangen per eredienst laten zingen uit de Hervormde bundel van 1938.
In de jeugddiensten reiken jongeren een Schriftgedeelte aan waar hun voorkeur naar uitgaat. Wat de liederen betreft mogen zij, naast de psalmen, ook een aantal verantwoorde liederen aanreiken, met dien verstande dat de dienst wel een -wat het beleid van de wijkgemeente betreft- herkenbare dienst blijft. De dienst wordt begeleid door een orgel of andere muziekinstrumenten. Tijdens de afscheidsdienst van de zondagsschool worden een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen. De leiding van de zondagsschool deelt de bijbels uit aan hen die de zondagsschool verlaten. Zij die afscheid nemen assisteren in de dienst. Voorbede wordt gedaan door de predikant in het gebed. Bij overlijden van een gemeentelid wordt dit door de predikant na votum en groet bekend gemaakt aan de gemeente. De gemeente wordt verzocht te gaan staan. Daarna zingt de gemeente psalm 89 vers 19. De dienst der offerande vindt plaats na het zingen na de preek. Deze worden vooraf afgekondigd.
3.4 Pastoraat en huisbezoek Het pastoraat Visie op het pastoraat
Onder pastoraat verstaan we de herderlijke zorg, die in opdracht en in navolging van de Goede Herder, aan de leden van de gemeente als aan de schapen van Zijn kudde wordt gegeven. Deze zorg is in het bijzonder opgedragen aan de ouderlingen en de predikant, maar vanwege ‘het ambt aller gelovigen’ zijn alle gemeenteleden geroepen naar elkaar om te zien. De herderlijke zorg heeft verschillende invalshoeken: meeleven, luisteren, onderwijzen, bemoedigen, vermanen, bemiddelen, etc. Iemand omschreef het als volgt: de herderlijke zorg laat het licht van het Woord schijnen tot troost tegen leed en smart, tot terechtwijzing tegenover openlijke en verborgen zonden en afdwalingen, tot leiding te midden van de moeilijkheden en de vragen. De herderlijke zorg vraagt dus om kennis van het Woord en kennis van het betreffende gemeentelid.
De Goede Herder Pastoraat komt van het Latijnse woord pasco. Dat betekent: weiden, hoeden, onderhouden, laten groeien. Het is typisch het werk van de pastor, de herder. Deze herderstaak was zeer bekend in Israël. Bepaald geen idyllisch beroep, zoals het beeld zich bij ons heeft gevormd. Gevaarlijke situaties deden zich regelmatig voor ( gebrek aan water, steile afgronden, wilde dieren). Tegen deze achtergrond komt ook het verschil tussen herder en huurling openbaar (zie Johannes 10: 12 en 13). De God van Israël doet zich bij uitstek kennen als de Herder van Zijn volk (Psalm 23 en Psalm 80). Hij leidt en weidt en vergadert en verzorgt Zijn kudde op Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 18
unieke wijze. Jezus, tekent een Herder, die Zijn schapen kent, hen bij name roept, de verloren schapen zoekt, blij is hen te vinden, de schapen en de lammeren met de inzet van Zijn leven verdedigt en redt. Ik ben de goede Herder, de goede Herder stelt Zijn leven voor de schapen (Johannes 10: 11). De uitoefening van het pastoraat Laat degene die pastoraat bedrijft zich nooit gedragen als een handelsreiziger, die op een slimme wijze de artikelen aan de man brengt. Dat is te afstandelijk en te vrijblijvend. Het gaat bij het pastoraat om een echte ontmoeting. Eigenlijk om een ontmoeting voor Gods aangezicht. Het gaat om liefde en zorg voor elkaar. Die liefde en zorg uit zich in luisteren. We moeten de ander vooral de ruimte geven om zich echt uit te spreken. Belangrijk is ook dat we laten blijken tijd en belangstelling hebben de ander. Gaat het goed met die ander en het gezin? Leeft men in nauwe relatie met het evangelie? Zijn er moeiten en noden bij de betrokkenen. Die liefde en zorg gaat gepaard met geloof en hoop. Geloof dat de Heere God de ander met Zijn Evangelie wil bereiken en helpen. Hoop dat de bezoeker als een middel in Gods hand gebruikt wordt voor de ander.
Omzien naar elkaar De pastorale opdracht van de gemeente kan en mag niet worden uitbesteed aan enkelingen. Ieder gemeentelid heeft de taak om naar elkaar om te zien. Leden van één gemeente hebben oog voor elkaar en zijn elkaar tot steun. Jezus, roept iedereen (steeds weer) op om de naaste lief te hebben als zichzelf. Naast deze roeping van ieder gemeentelid hebben de predikant en ouderlingen en een aantal gemeenteleden een nader omschreven taak: Predikant: (crisis) pastoraat in de ruimste zin van het woord; Bijstand in het pastoraat: pastoraat (in overleg met de predikant); Sectieouderlingen: het reguliere pastoraat (zie bijlage: handleiding pastoraat); Jeugdouderlingen: pastoraat aan de jongeren ( zie bijlage: beleidsplan jeugdwerk); Evangelisatieouderling/evangelisatiemedewerkers: pastoraat aan randkerkelijken en buitenkerkelijken (zie bijlage pastoraat en beleidsplan evangelisatiewerk); Vertrouwenspersonen (zie taakomschrijving van een vertrouwenspersoon en bijlage EPB); Bezoekdames: oudere gemeenteleden vanaf 70 jaar, bij geboorte, bij huwelijksjubileum, de nieuwingekomenen, gemeenteleden die uit het ziekenhuis thuiskomen of thuis langdurig ziek zijn. Verjaardagsfonds: bezoeken van gemeenteleden rond hun verjaardag met een felicitatie, met daarbij een verzoek om uit dankbaarheid een gift voor het kerkenwerk te geven. Huisbezoek De gemeenteleden worden één maal in de twee jaar bezocht door de sectieouderling. In juni van elk jaar worden de bezochte adressen doorgegeven aan de predikant/scriba. De jeugdouderlingen geven aan of zij gesprekken hebben gehad met de jeugd c.q. ouders van de gemeente. De evangelisatie ouderling doet één keer per jaar verslag van de bezoeken die zij (van o.a. de ouderlingen of predikant) doorgekregen hebben. De predikant bezoekt de gezinnen in ieder geval bij ‘crisis’, bij geboorte, jubilea, overlijden en gemeenteleden boven de 80 jaar.
Aandachtspunten 1. Zijn onze diensten, ook de diensten voor kinderen en jongeren, voldoende ’kindvriendelijk’? 2. Zijn onze diensten voldoende ‘toegankelijk’ voor rand – en buitenkerkelijken? 3. Bij benoeming nieuwe bijstand in het pastoraat kan overwogen worden taak te geven in de richting van jonge gezinnen. 4. Doorgeven van namen gemeenteleden met het oog op EPB-werk, verloopt nog niet optimaal. 5. Lukt het om de sectie in twee jaar rond te komen? 6. Hoe zit het met het overleg tussen sectieouderling -predikant en tussen ouderling - sectieteam? 7. Welke taak zouden diakenen kunnen hebben in het pastoraat? 8. Wat zijn de taken van een jeugddiaken (n.a.v. de vergadering maart 2009)
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 19
3.5 Jeugdwerk Het Jeugdwijkteam (JWT) heeft het jeugdbeleidsplan ‘kijken door de ogen van Jezus’ opgesteld. Deze is besproken en vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van ……. We verwijzen u naar de bijlage.
Visie op het jeugdwerk Als Christelijke gemeente hebben we de opdracht om de kinderen, tieners en jongeren bij te staan in hun geloofsgroei en aan hen door te geven wie God voor hen is en wat hij van hen vraagt. In psalm 78: 4 en 7 wordt gesproken over ‘de grote daden en wonderen van God die wij gehoord hebben en weten, die willen wij doorvertellen aan het volgende geslacht opdat die hun vertrouwen op God zal stellen’. De ouders hebben bij de doop de belofte afgelegd om hun kinderen ‘bij het opgroeien in het christelijk geloof naar hun vermogen te onderwijzen en te laten onderwijzen’. De gemeente kan en mag hierin bijdragen om door middel van het jeugdwerk een rol te spelen in dit onderwijs. Daarnaast willen we leven naar de opdracht van Jezus Christus Zelf om de kinderen in Zijn naam te ontvangen. Hij zei: “Zo wie dit kind ontvangen zal in Mijn naam, die ontvangt Mij, en zo wie Mij ontvangen zal, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft” ( Lukas 9:48). Jezus heeft ons ook op het hart gebonden: “Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet, want voor hen is het koninkrijk van God” ( Markus 10: 14).
We willen graag de kinderen, tieners en jongeren een Bijbelse toerusting geven zodat zij groeien in de relatie met Jezus Christus en met elkaar, de gemeente en de mensen in de wereld om hen heen. Het jeugdwerk biedt hen een leerplaats waar ze groeien in geloof en biedt een ontmoetingsplaats om gemeenschap te oefenen.
De leidinggevenden Voor het club– en zondagsschoolwerk wordt door de jeugdambtsdragers gezocht naar leidinggevenden met een hart voor de jeugd en die over gaven beschikken om met de jeugd om te gaan. De leidinggevenden ontvangen een taakomschrijving en worden in de gelegenheid gesteld om cursussen te volgen met het oog op de vervulling van hun taak.
Jeugd en erediensten (zie ook ‘zondagactiviteiten’ van het jeugdbeleidsplan) Het is goed als de jeugd in de erediensten de nodige aandacht krijgt. Daarbij valt te denken aan: Bij de schriftlezing helpt het jongeren als er vooraf even iets wordt gezegd over het Bijbelboek en over wat er aan het Bijbelgedeelte vooraf gaat. Om het meelezen (en opzoeken) te stimuleren is het ook aardig om een paar Bijbelboeken op te zeggen die vooraf gaan. Als regelmatig geschiedenissen als preekstof wordt gekozen, helpt dit jongeren om beter te luisteren. Bij de keuze van de psalmen is het heel belangrijk dat regelmatig aan de kinderen (jongeren) wordt gedacht en dat dit ook even wordt gezegd. ‘We gaan samen zingen, het is een psalm die de kinderen denk ik ook wel kennen. Ik lees hem even voor en verduidelijk even wat de dichter precies wil zeggen’. Ook de aankondiging van de psalmen in het algemeen mag wel wat meer aandacht krijgen; waarom is voor deze psalm gekozen. Als voor de oude psalmberijming wordt gekozen, ligt er een extra verantwoordelijkheid om moeilijke versregels uit te leggen! Anders hoeven we ons er niet over te verwonderen dat onze kinderen en jongeren weinig binding met de psalmen krijgen. Het is heel belangrijk dat jongeren bij het gebed merken dat ook zij erbij horen. Een eenvoudig gebed waarin ook zij worden genoemd, is voor hen heel waardevol.
Activiteiten voor de jeugd In het Jeugdbeleidsplan 2009 van de wijkgemeente Nieuwe Kerk–Zuid, Leuvenum en Staverden wordt genoemd wat de taakverdeling is van de ambtsdragers (predikant, ouderling, jeugdouderling en jeugddiaken) met het oog op de jeugd. In het jeugdbeleidsplan van de wijkgemeente Nieuwe Kerk–Zuid, Leuvenum en Staverden worden de volgende activiteiten genoemd en uitgewerkt: -
Catechese Pastoraat Diaconaat Clubs/Soos Zondagsscholen Open jeugdwerk Zondagactiviteiten Projecten en jaaractiviteiten
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 20
Aandachtspunten 1) De vele jongeren die betrokken zijn bij het Evangelie en de kerk, de veelheid aan activiteiten mogen niet verbloemen dat er ook veel jongeren zijn die niet betrokken zijn bij het jeugdwerk en die soms de kerk de rug toe keren. 2) Hoe worden nieuwe leidinggevenden toegerust voor hun taak? 3) Is ‘een groothuisbezoek’ aan jongeren een optie? 4) Doen we voldoende aan ondersteuning van de ouders bij de godsdienstige opvoeding? 5) Hoe kunnen we de ouders meer betrekken bij de verschillende vormen van jeugdwerk?
3.6 Het diaconaat Opmerking: De diaconie heeft een beleidsplan gemaakt. Deze is bijgevoegd.
Bijbelse visie op diaconaat Diaconaat komt van het Griekse woord ‘diakoneo’ dat letterlijk ‘dienen’ of ‘aan tafel dienen’ betekent. Het diaconaat is dus het uitoefenen van dienstbetoon en richt zich op de ander, de medemens, schepsel van God. Diaconaat richt zich op hen, die geen helper hebben, die in nood verkeren, verdrukt worden, in onrechtvaardige situaties leven, door een ramp getroffen zijn, in de knel zitten of door welke oorzaak dan ook aan de rand van de samenleving zijn terechtgekomen. In het Oude Testament lezen we hoe de Heere God aan Zijn volk de opdracht geeft op te komen voor de naaste in nood. Niemand wordt overgeslagen. (Deuteronomium 15) De armen, weduwen en wezen, de vreemdelingen en bijwoners krijgen een aparte behandeling. De kwetsbare groepen worden extra in de gaten gehouden. ( Exodus 22: 21 e.v.) Het is uiteindelijk de Heere zelf, die het recht der armen, der verdrukten gelden doet, lezen we in psalm 146. In het Nieuwe Testament is het de grote diaken Jezus Christus zelf, , die voorgaat in de dienst. Hij kwam om te dienen en Zijn leven te geven tot een losprijs voor velen. (Markus 10: 45) Hij zocht het verachte, minderwaardige op. Hij riep op om de minste te zijn en anderen te dienen. Heel concreet gaat het dan om naakten te kleden, hongerigen te voeden, vreemdelingen te herbergen, zieken en gevangenen te bezoeken en dorstigen drinken te geven ( Mattheus 25: 34-36)
Het college van diakenen Het college van diakenen, kortweg de diaconie genoemd, wordt gevormd door de diakenen uit alle hervormde wijkgemeenten. De diaconie behartigt de belangen van de hele Hervormde gemeente. De diaconie kent een aantal commissies waar de wijkgemeente in vertegenwoordigd is door de wijkdiakenen. Commissie Maatschappelijk Werk Commissie Binnenlands Diaconaat Financiële Commissie Commissie Werelddiaconaat Commissie Jeugddiaconaat De wijkdiakenen zorgen voor de communicatie tussen de wijkkerkenraad en diaconie en omgekeerd.
De diaconale gemeente De diakenen zijn geroepen de gemeente voor te gaan in de dienst van de naaste. Ieder gemeentelid is diaken. Een belangrijk aandachtspunt hoort dan ook steeds weer te zijn om het diaconaal bewustzijn van de gemeenteleden te bevorderen. Als gemeente is men sàmen gemeente, heeft men zorg voor elkaar en leeft men met elkaar. De gemeente is er niet voor zichzelf, maar richt zich op de dienst aan God en de medemens. Het gaat niet alleen om woorden, maar vooral ook om ‘metterdaad de liefde jegens elkaar te bewijzen’ (zie avondmaalsformulier). ‘Tracht naar herbergzaamheid’, ‘draagt elkanders lasten’ en ‘dient elkaar’ zijn bekende woorden uit de Schrift, maar brengen we ze ook in de praktijk?
Diaconie en eredienst De diaken is ambtsdrager en heeft speciale taken. Een belangrijke taak en plaats is er binnen de eredienst. Hier zamelt hij de gaven in voor de medemens in nood. Hier is hij betrokken bij de voorbereiding voor de viering van het Heilig Avondmaal. Hier let de diaken er op dat in het uitspreken van de ‘voorbeden’ niemand wordt overgeslagen. Dat er aandacht is voor persoonlijke- en maatschappelijke noden en het diaconaat wereldwijd.
Diaconie en pastoraat Als het om individuele financiële ondersteuning gaat, is de diaken geroepen om wijs en met zorgvuldigheid te handelen en dient hij goed te onderscheiden wie wel en wie niet een ondersteuning nodig heeft. Overigens wordt in het formulier voor de bevestiging van ambtsdragers met het oog op de diakenen gezegd: ‘het is daarbij van belang dat zij de hulpbehoevenden niet alleen helpen met materiële gaven, maar ook met troostvolle woorden uit de Schrift’. Met andere woorden: ook diakenen Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 21
hebben een pastorale taak. Ook zij zouden samen, (of in overleg met de sectieouderling) de gemeente kunnen ingaan, op zoek naar hen die geen helper hebben en het uitroepen: ik heb geen mens (zie Johannes 5). Bezoeken zouden gebracht kunnen worden aan baanlozen, WAO’ers, alleenstaanden, gehandicapten, bijstandmoeders, rouwdragenden, etc…
Vervoer naar de kerkdiensten en andere kerkelijke samenkomsten In de informatiegids van de centrale gemeente staat het onder onze wijkgemeente als volgt geformuleerd: Degenen die niet op eigen gelegenheid naar de kerk kunnen komen, kunnen zich voor vervoer richten tot de diaken die aan zijn of haar sectie verbonden is. Dit is (nog) niet geregeld voor onze wijkgemeente.
Meeluisteren Er bestaat ook de mogelijkheid om cd’s of cassettebandjes van de diensten te ontvangen, zodat doordeweeks (en zondags) de diensten alsnog meebeleeft kunnen worden. Rond de Kapel wordt dit geregeld door de diakenen.
Vrijwillige Hulpdienst Het is belangrijk dat wij in onze individualistisch ingestelde tijd oog, oor en hart hebben voor elkaar. Vandaar dat er een vrijwillige hulpdienst is opgericht die in overleg met de diaconie zich inzet om hulp te bieden. ( Zie bijlage ‘Uit echte liefde’)
Het jeugddiaconaat Voor de invulling van het jeugddiaconaat verwijzen we naar het jeugdbeleidsplan. Aandachtspunten 1. Hoe kan het diaconale huisbezoek (meer) vorm krijgen? 2. Regelen van vervoer naar de kerk (taak van de diakenen).
3.7. zending en evangelisatie en welkomstcommissie Visie op de (missionaire) gemeente De eerste gemeente was een snel groeiende gemeenschap. Dagelijks werd zij uitgebreid. Dat was niet haar werk, maar van de Heere God. ‘En de Heere deed dagelijks toe tot de gemeente die zalig werden’ (Handelingen 2: 47). Met klem moet dit worden benadrukt. Het is volkomen Gods werk. Lukas laat echter ook uitkomen dat God middellijk werkt. Hij werkt door de dienst van mensen. Hij schakelt mensen in en maakt ze tot Zijn instrumenten. Zo blijkt uit Handelingen 2 dat de Heere God voor de groei gebruik heeft gemaakt van het leven van de (eerste) gemeente. Doordat ze leefden als een gemeenschap van heiligen, stond zij juist daardoor in de gunst van het hele volk. Er ging dus aantrekkingskracht van uit. Dit gemeenteleven, deze levenswandel, werkte dus aanstekelijk. De Heere God maakte daar gebruik van om zo de gemeente te laten groeien en zondaren te redden. Tegenwoordig noemt men een dergelijke gemeente een missionaire gemeente. Dat betekent dat door gedrag, levenswandel, onderlinge liefde en gedurig contact met de Heere God, door de Heilige Geest er sprake is van een missionaire gemeente. De gemeente nu Met bovenstaande visie op de gemeente weten wij ons als christelijke gemeente ook nu geroepen het evangelie van Jezus Christus, waarvan we zelf leven, door te geven aan anderen. We willen zelf getuigend bezig zijn in onze eigen Ermelose situatie, we willen steun geven aan het evangelisatiewerk in Nederland en we weten ons verbonden met de dienst der zending in gebieden ver bij ons vandaan. We denken daarbij aan Jezus’ opdracht in Handelingen 1: 8 ‘U zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal, en u zult Mijn getuigen zijn zo te Jeruzalem (eigen woonplaats), als in geheel Judea en Samaria (eigen land) en tot het uiterste der aarde (wereldwijd). Israël In het apostolaat neemt het gesprek met Israël de eerste plaats in. Als gemeente belijden wij dat er sprake is van een onopgeefbare en blijvende verbondenheid met Israël. Israël is immers ‘de oudste broeder’ aan wie de beloften geschonken zijn. Het heil is uit de joden. In de ontmoeting met Israël hopen en bidden wij dat onze oudste broeder tot de belijdenis mag komen dat Jezus de Christus is. Het volk Israël moet tijdens de erediensten regelmatig een plaats hebben in de voorbede. Vooral op de zondag van Kerk en Israël -de eerste zondag van oktober- zal de verbondenheid met Israël een plaats krijgen in de prediking.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 22
Met nadruk zal worden gewezen op de avonden die belegd worden door de (centrale) kerkenraadscommissie ‘Kerk en Israël’. Het evangelisatiewerk (zie ook het beleidsplan evangelisatiewerk) Rond de Nieuwe Kerk hebben we een evangelisatiewerkgroep die bestaat uit de twee evangelisatieouderlingen van de wijkgemeenten Nieuwe Kerk-Zuid en -Noord en gemeenteleden die als evangelisatiemedewerkers betrokken zijn bij het evangelisatiewerk. De werkgroep heeft haar verwoord in het beleidsplan evangelisatiewerk (zie beleidsplan oktober 2005): onze naaste voor het eerst of opnieuw in contact brengen met het evangelie; binnen de gemeente gemeenteleden op te wekken tot om te zien naar de naaste en elkaar aan te sporen een levende getuige te zijn van Christus. Zij verrichten met het oog daarop o.a. de volgende activiteiten: het bezoeken van evangelisatieadressen die worden doorgegeven door de sectieouderlingen; het verspreiden van een folderpakket bij vaste adressen; het uitnodigen voor de sing-inn, die plaatsvindt op de eerste zaterdag van de maand in de Nieuwe Kerk; het uitgeven van een speciale vakantiegids voor vakantiegasten; het organiseren van ontmoetingen (koffiedrinken) voor vakantiegasten en gemeenteleden na de dienst in de zomermaanden; de jaarlijkse ‘uitdeelactie’ onder de bevolking van Ermelo ( meestal rond christelijke feestdagen); de welkomstcommissie om met name gasten te verwelkomen bij de eredienst. de alphacursus (wordt centraal georganiseerd); het organiseren van cursussen voor gemeenteleden om missionair bewustzijn te vergroten. Om de gemeente oog te laten hebben voor haar missionaire taak ziet de werkgroep het als haar taak om de gemeente te leren een ‘open gemeente’ te zijn. Een ‘open gemeente’ is een gemeente die: gelooft dat God nog steeds grote dingen doet en omziet naar mensen; zich openstelt voor anderen; gastvrij en herbergzaam is; bereid is om over lastige vragen na te denken; open is over wat men gelooft en waar men voor staat. Het evangelisatiewerk ( in eigen land) Vanwege de herkenning in de fundering en de werkwijze van zending in Nederland geeft de wijkgemeente steun aan het werk van de Bond voor Inwendige Zending (IZB) door: promoten van het blad ‘Tijding’ onder gemeenteleden; opname van collecten voor de IZB in het collecterooster; eventueel beleggen van gemeenteavonden met sprekers van de IZB; deelnemen aan Dabarwerk op campings, met name het ‘Rimboewerk’; het organiseren van de Vakantie Bijbel Week (gezamenlijk met de andere kerken van Ermelo). Zendingswerk (wereldwijd) Vanwege de herkenning in de fundering en de werkwijze van de zending in het buitenland geeft de wijkgemeente steun aan het werk van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) door: promoten van het blad ‘Alle Volken’ onder gemeenteleden; promoten van de GZB dagboekjes ‘Een handvol koren’; opname van collecten voor de GZB in het collecterooster; eventueel beleggen van gemeenteavonden met sprekers van de GZB. Thuisfrontcommissie (tfc) Het is de taak van de gemeente (meestal met steun van een thuisfrontcommissie) om gemeenteleden, die zich door God geroepen weten om elders in de wereld het evangelie uit te dragen te dragen, door gebed en (indien mogelijk) door financiële hulp. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 23
Te denken valt aan: werkweken met een evangelisatorisch karakter in de vakantietijd; uitzendingen voor langere tijd ( 1 of 2 jaar). Initiatief van gemeenteleden om met woord en daad het Evangelie wereldwijd uit te dragen wordt van harte aangemoedigd door de kerkenraad. De hoofdlijnen zijn: a. Er dient een Tfc gevormd te worden die de organisatie van de uitzending behartigt en die zorg draagt voor de communicatie van de uitgezondenen met de gemeente; b. Er wordt gebruik gemaakt van een professionele christelijke organisatie met uitgangspunten waar onze gemeente principieel achter kan staan; c. Er wordt onderscheid gemaakt tussen inhoudelijke en financiële steun. Er is spraken van inhoudelijke steun als beide kerkenraden zich achter het initiatief gesteld hebben. De financiële verantwoordelijkheid wordt bij de kandidaat en/of Tfc gelaten. Er is overleg met de kerkenraad omdat de draagkracht van de gemeente niet onbeperkt is en niet teveel ten koste mag gaan van andere gemeenteactiviteiten die afhankelijk zijn van fondswerving. De beleidslijn is dat nieuwe verplichtingen lopende verplichtingen niet in gevaar mogen brengen; d. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen jongeren die een korte tijd uitgaan en gemeenteleden die hun zekerheden loslaten en voor een lange of onbepaalde tijd hun leven aan deze dienst willen besteden. De laatstgenoemde categorie is sterker afhankelijk van de middelen van de gemeente en krijgt daarom een hogere prioriteit; e. Het wordt toegejuicht als de uitzending bijdraagt aan het missionaire bewustzijn van de gemeente en eventueel aan de onderlinge verbondenheid; f. Ondersteuning gebeurt in principe gezamenlijk door wijkgemeenten Nieuwe Kerk Noord en Zuid. Aandachtspunten Hoe gaan we om met het verzoek tot financiële steun van gemeenteleden die zich geroepen weten om er op uit te gaan? Hoe gaan we om met potentiële kerkverlaters? Kunnen we gebruik maken van de (30) missionaire modellen aangeleverd vanuit de Landelijke kerk? Hoe houden we regelmatig contact met de commissie ‘Kerk en Israël’? In kaart brengen van de secties. Een adres waar men niet meer als ouderling binnenkomt wordt aangeduid als evangelisatieadres, maar hoe gaan we om met mensen waar men nog wel mag komen, maar waar het geloof eigenlijk geen rol meer speelt? Zijn onze activiteiten gericht op de rand van de wijkgemeente of gaan we ook daar buiten?
3.8. Vorming en toerusting De lerende gemeente In de leer van de apostelen ( Handelingen 2: 42) zit het element van leren van elkaar en met elkaar. Het gaat hierbij om een ‘samenscholen’ rondom het Woord. Oprechte gelovigen volharden in de leer van de apostelen. Ze willen graag weten wat Bijbels en onBijbels is. We denken daarbij ook aan vragen van het gewone leven en de ethische dilemma’s. Dat vraagt om verdieping in de Bijbel.
Vorming en toerusting In Efeze 4: 12 wordt als één van de taken van de kerkenraad genoemd: ‘Om de heiligen toe te rusten tot het werk van de bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus’. Als Christelijke gemeente worden we geroepen ons te oefenen het beeld van Christus te vertonen. We hopen en bidden dat God, door vorming en toerusting, onder leiding van Zijn Geest, ons tot toonbeelden van Hem maakt. Bij vormen kunnen we denken aan een kind dat uit een klomp klei een vorm probeert te maken. Zo geloven we dat God door Zijn Woord ons kneedt. Bij toerusten kunnen we denken aan een soldaat die zijn uitrusting krijgt. Hij moet weten hoe het werkt (de theorie) en door oefening leert hij het gebruiken (praktijk). Zo rust God ons ook toe. We hebben gaven van Hem gekregen. Die mogen en moeten we inzetten in Zijn dienst.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 24
Het mooie is dat we in die toerusting weer verder gevormd worden. Zo groeien we uit tot een volwassen kind van God (Efeze 4: 13)
Welke middelen? Welke mogelijkheden kennen wij in onze wijkgemeente met het oog op de vorming en toerusting?: erediensten de catechese het jeugdwerk de bijbellezingen het kringwerk gemeenteavonden groothuisbezoeken huwelijkscatechese terugkomavonden doopouders speciale cursussen etc.
De erediensten In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat we tijdens de morgendienst bij de prediking de hele breedte van de gemeente op het oog hebben ( zonder dat dit ten koste mag gaan van de verdieping van het geloofsleven). Tijdens de avonddienst hebben we vooral d.m.v. ‘leerdiensten’ de verdieping van het geloofsleven op het oog (waarbij we de breedte van de gemeente niet uit het oog mogen verliezen). De Bijbellezingen Tijdens het winterseizoen worden er in ’t Venster acht Bijbellezingen gehouden. De lezingen kunnen worden gehouden n.a.v. een Bijbelboek wat vers voor vers wordt behandeld of n.a.v. een thema. Het kringwerk We kennen in onze wijkgemeente verschillende Bijbelkringen. Deze kringen komen samen in de kerkelijke gebouwen of bij één van de deelnemers thuis. Meestal werken alle kringen met hetzelfde materiaal. Andere vormen van kringwerk Naast deze kringen kennen we ook de gebedskringen, de mannenvereniging en de vrouwenvereniging. Deze vallen niet direct onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad. De gemeenteavonden Meestal worden er in ’t Venster twee gemeenteavonden gehouden (samen met wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord) en één gemeenteavond in ’t Schooltje. Tijdens deze avonden kunnen pastorale of ethische onderwerpen aan de orde komen Groothuisbezoeken Het is aanbevelenswaardig om ‘kleinschalige’ gemeenteavonden te houden. Te denken valt aan een bepaalde straat uit een sectie of een bepaalde leeftijdscategorie of een bepaalde doelgroep zoals ‘randkerkelijken’. Huwelijkscatechese Op dit moment wordt in onze centrale gemeente ‘marriage course’ gegeven. Terugkomavonden doopouders In een gezamenlijke moderamenvergadering van maart 2010 is besloten een tweede doopzitting te houden. Speciale cursussen Het is mogelijk om voor bepaalde onderdelen van het werk in de wijkgemeente toegerust te worden. Te denken valt aan pastoraat, evangelisatiewerk, jeugdwerk, etc. Aandachtspunten Is er voldoende afstemming tussen de verschillende onderdelen van ‘vorming en toerusting’?. Het verdient aanbeveling dat er, in overleg met de evangelisatiecommissie, een kring komt voor belangstellenden, waarbij op een open en eenvoudige wijze de kernpunten van de Bijbel worden besproken. Hoe kunnen we de jonge gezinnen bij de vorming en toerusting extra aandacht te geven?
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 25
3.9. Het beheer Het college van kerkrentmeesters Het college van kerkrentmeesters wordt gevormd door de kerkrentmeesters uit alle Hervormde wijkgemeenten. Dit college heeft tot taak het beheren van de materiële zaken van de kerkelijke gemeente – voor zover deze niet van diaconale aard zijn – op zodanige wijze dat hiermee het geestelijk welzijn van de gemeente wordt gediend. Wat merken we daar als wijkgemeente van? Te denken valt aan: Instandhouding predikantplaatsen Instandhouding bijstand in het pastoraat (indien de financiën dit mogelijk maken) Instandhouding jeugdwerkleider (indien de financiën dit mogelijk maken) Aanstelling koster en organisten Onderhoud kerkgebouw (Nieuwe Kerk) en nevenruimte (’t Venster) Onderhoud pastorie Huur ruimten in het gebied van Staverden en Leuvenum om erediensten en kerkelijke activiteiten mogelijk te maken. (De Kapel en ’t Schooltje) Huur ruimte in ‘buitengebied’ van de wijkgemeente –Telgt– voor kerkelijke activiteiten. (Ons huis) De ledenadministratie (vindt plaats op kerkelijk bureau, waarbij gebruik wordt gemaakt van de diensten van SMRA) Voor het te voeren plaatselijke beleid beschikt het college van kerkrentmeesters over een eigen beleidsplan voor de hele gemeente. De kerkrentmeesters zorgen voor de communicatie tussen de wijkkerkenraad en het college van kerkrentmeesters en omgekeerd.
Inkomsten Voor de inkomsten is het college van kerkrentmeesters met name afhankelijk van de actie kerkbalans en de zondagse collecten. De actie kerkbalans vindt in januari plaats.
Het kerkblad Om de gemeente te informeren over de kerkdiensten, het wel en wee in de gemeente, de activiteiten e.d. is er het ‘Kerkblad’. Het college van kerkrentmeesters is belast met de uitgifte. Dit blad komt in de regel wekelijks uit. (m.u.v. de vakanties). Hoofdredacteur is de predikant die zitting heeft in het moderamen van de Algemene Kerkenraad.
Kerkradio en cd’s Gemeenteleden die vanwege ouderdom, handicap of ziekte niet meer naar de kerk kunnen, kunnen een aanvraag indienen voor KerkWebRadio. Dat gebeurt bij de kerkenraadscommissie kerktelefoon (die overigens niet valt onder de diaconie). Via KerkWebRadio zijn alle diensten van Hervormd Ermelo te beluisteren, met uitzondering van de Kapel en de Zendingskerk. De kerkdiensten zijn ook te beluisteren via internet: www.kerkomroep.nl
De wijkkas Ten behoeve van specifieke wijkactiviteiten, die niet ten laste van de kas van de centrale gemeente komen, is er de wijkkas die beheerd wordt door één van de kerkrentmeesters. Uit de wijkkas worden o.a. de liturgieën bij bijzondere diensten, het catechesemateriaal, cadeaus bij geboorte (boekje over betekenis van de doop) en bij huwelijksjubilea en belijdenis (dagboekje) betaald. Daarnaast wordt soms een bijdrage gegeven voor bepaalde jeugdactiviteiten. De wijkkas ontvangt jaarlijks een bedrag van het college van KRM en de opbrengst van de (Bijbel)kring busjes wordt aan de wijkkas toegevoegd.
Het verjaardagsfonds Een aantal dames bezoeken de gemeenteleden rond hun verjaardag met een felicitatie, met daarbij een verzoek om uit dankbaarheid een gift voor het kerkenwerk te geven.
Bezoekdienst De dames van de bezoekdienst brengen bezoeken aan bejaarden, chronisch zieken, bij thuiskomst uit het ziekenhuis en de nieuw ingekomen in de wijkgemeente. Zij brengen ook een bezoek bij geboorten en huwelijkjubilea.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 26
Oud Papier Actie Elke zaterdag wordt er in Ermelo oud papier opgehaald. Ook in onze wijkgemeente zijn er een aantal vrijwilligers die een paar keer per jaar hier aan meehelpen . Jaarlijks ontvangen we hiervoor van de gemeente Ermelo een bedrag wat gebruikt kan worden voor de door de kerkenraad bepaalde doelen.
Collectantencommissie Tijdens de morgendiensten wordt er op de galerijen in de Nieuwe kerk gecollecteerd door leden van de collectantencommissie. Bij vacatures vindt er overleg plaats met de kerkenraad. Het verdient aanbeveling om voor deze commissie (jonge) mensen te benoemen die nog geen ander werk in de kerk doen en misschien ook niet zo snel voor ander werk in aanmerking komen.
Contact met kostersechtpaar, organisten en beheerder ‘t Schooltje De koster, de organisten en de beheerder van ’t Schooltje zijn in dienst van het college van kerkrentmeesters. Jaarlijks vindt er een taakbelevingsgesprek plaats.
Contact met de stichtingen rond de Kapel en ’t Schooltje Met de stichting die de Kapel beheert en de stichting die ’t Schooltje beheert, zijn geen structurele contacten.
Aandachtspunten Het is onduidelijk hoe de wijken van het verjaardagsfonds verdeeld zijn. Misschien is het aanbevelenswaardig deze parallel te laten verlopen met de secties van de ouderlingen. Het verdient aanbeveling dat er vaste aanspreekpunten zijn in de kerkenraad voor contact met de stichtingen rond de Kapel en ’t Schooltje en misschien zou het aanbevelenswaardig zijn om een structureel overleg te hebben.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 27
Bijlage 1: Verklaring en convenant Het moderamen van de Hervormde Synode reikte op 15 mei 2003 aan de (wijk)kerkenraden een notitie aan (“Verbonden met het gereformeerde belijden!”), met daarbij een verklaring ter ondertekening. De wijkkerkenraad heeft de bijbehorende verklaring ondertekend en verzonden naar de Classis Harderwijk en de Generale Synode van PKN. De tekst van de Verklaring: “Als kerkenraad van de Hervormde wijkgemeente Nieuwe Kerk-Zuid, Leuvenum en Staverden, weten we ons door onze Nederlandse Hervormde Kerk gebracht op een weg, die wij niet hebben begeerd en waarover wij in het geweten bezwaard zijn. Wij erkennen, dat wij delen in de schuld van onze kerk. Gedachtig aan het woord van de apostel: Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw ( 2 Timótheüs 2: 13) weten wij ons echter, zelf levend van Gods trouw, verschuldigd binnen de kerk trouw te zijn aan de roeping waarmee de Koning der Kerk, Jezus Christus ons geroepen heeft. Met de kerk belijden wij dat ‘Christus een eeuwig Koning is, die zonder onderdanen niet zijn kan’ ( artikel 27 NGB) en dat Hij Zijn kerk bewaart. Daarom beloven wij, dat wij ons in gehoorzaamheid zullen onderwerpen aan het juk van Christus. Wij begeren ons te houden aan de verkondiging van Zijn Evangelie, de sacramenten te bedienen naar zijn inzetting en de kerkelijke tucht te oefenen om elkaar te bewaren bij Zijn ontferming. Wij beloven ons te houden aan het betrouwbaar Woord van God en alle dingen te verwerpen die daar tegen zijn, houdende Jezus Christus voor het enige Hoofd. Als wij zo als gemeente -met vrezen en beven- onze plaats innemen binnen het geheel van de verenigde kerk, verklaren wij ons gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is. Bij de inrichting van het leven van de gemeente zullen wij ons houden aan de instellingen die met deze belijdenis overeenstemmen. In de gemeente zal de nodiging tot het Heilig Avondmaal en de roeping tot het ambt uitgaan naar hen die tot de openbare belijdenis des geloof zijn gekomen. In de gemeente zal geen andere levensverbintenis worden ingezegend dan een huwelijk van man en vrouw dat wettig voor de overheid gesloten is. Omdat wij ons schuldig weten onze gaven ‘ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten gewillig en met vreugde aan te wenden’ ( antwoord 55, Heidelbergse Catechismus) zullen wij de kerk en elkaar blijven oproepen om -in overeenstemming met de gereformeerde belijdenisgeschriften van de kerk- de weg van gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord te gaan.
Het convenant Uitgangspunt Op 12 december 2003 is het fusiebesluit ( het besluit tot éénwording van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de Evangelisch Lutherse Kerk) in de vergadering van de synodes van de kerken in stemming gebracht en ook aanvaard. Allerwegen wordt daarna gesproken over breuken en scheuren, die dwars door de gemeenten heen dreigen te gaan lopen. Kerkenraden voelen zich verantwoordelijk voor de gehele gemeente(n), die krachtens hun ambtelijke ja-woord aan hun zorg is toevertrouwd. Vanwege deze verantwoordelijkheid en grote zorg willen wij al het mogelijke in het werk stellen om in de kerkelijke verwarring van onze tijd de eenheid te bewaren in de gemeenten. We willen met dit voorstel de kerkelijke weg gaan, dat wil zeggen de weg van de ambtelijke vergaderingen van kerkenraden en classes. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 28
De tekst van het convenant: “Aan het convenant ligt in iedere afzonderlijke gemeente een beleidsplan ten grondslag. Hierin spreekt de kerkenraad namens de gemeente uit, zich gebonden te weten aan de Heilige Schrift als het geopenbaarde Woord van God, aan de oecumenische symbolen van de Kerk ( de 12 artikelen, de geloofsbelijdenis van Nicea en de geloofsbelijdenis van Athanasius) en aan de gereformeerde belijdenisgeschriften van de Kerk, conform artikel 10 van de Hervormde Kerkorde. Hiermee geven de gemeenten aan, dat de binding aan de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenisgeschriften voor hen de enige deugdelijke basis is van hun kerk-zijn. Met Gods hulp zullen zij weerspreken en weren alles wat in strijd is met dit belijden. Als gemeenten, ontstaan uit de gereformeerde reformatie aanvaarden zij niet zonder meer de Augsburgse Confessie en de Catechismus van Luther en aanvaarden zij niet de Konkordie van Leuenberg en de Barmer Thesen. Het bewaren van de eenheid De gemeenten die het convenant aangaan, zoeken allereerst binnen de gemeente de eenheid te bewaren. Nieuwe scheuring(en) binnen de gemeente zijn immers voor het aangezicht van God niet te verantwoorden( Efeze 4: 1-6) Wanneer zij zich als gemeenten zonder meer laten meevoeren in de Protestantse Kerk van Nederland zal dit onvermijdelijk leiden tot breuken en scheuren in en tussen gemeenten. Daarom zoeken zij als gemeenten ook elkaar vast te houden op basis van Schrift en Belijdenis. Het convenant is daarom een verband waardoor gemeenten elkaar in de kerkelijke verwarring vasthouden. Het convenant wil geen kerkpolitieke factor zijn, maar een bundeling van gemeenten, die door de synode in de onmogelijke positie van ‘wij kunnen niet weg en wij kunnen niet mee’ zijn terecht gekomen. Nu de kerk het besluit tot kerkfusie heeft genomen, zullen gemeenten, die het convenant gesloten hebben, zelf geen actie ondernemen om los te raken van het kerkverband. Deze keuze zou immers onherroepelijk leiden tot scheuringen binnen gemeenten. Aan de andere kant laten zij de synode weten, dat de ‘Samen op Weg’ kerken niet kunnen rekenen op hun instemming met het geheel van de kerkorde. Wat betekent dit in de praktijk? De gemeenten die het convenant sluiten, spreken uit dat ze kerk blijven op de huidige basis van Schrift en belijdenis, waarbij het hun verlangen is, dat heel de kerk een waarachtig belijdende kerk zal zijn, levend overeenkomstig het Woord van God.”
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 29
Bijlage 2 : Handoplegging. Wie de Bijbel raadpleegt op het punt van handoplegging komt tot de ontdekking dat dit herhaaldelijk, in verschillende verbanden, voorkomt. Een kort overzicht. 1. In het Oude Testament wordt de handoplegging vooral gepraktiseerd bij de offerhandeling. Heel vaak wordt deze ceremonie vermeld in samenhang met de priesterwijding. In Exodus 29 wordt gesproken over de aanstelling van Aäron en zijn zonen tot priesters en Levieten. In één adem wordt er in dit hoofdstuk aan toegevoegd, dat deze dienstknechten van God hun handen zullen leggen op de kop van het offerdier. ( Exodus 29: 10, 15 en 19). Zowel voor het brandoffer ( Leviticus 1: 4) als bij het dankoffer (Leviticus 3: 2, 8 en13) en het zondoffer (Leviticus 4: 4, 15, 24, 29 en 33) was de handoplegging als verplicht ritueel voorgeschreven. Tijdens de grote verzoendag moest de hogepriester na belijdenis van zonden, zijn beide handen op de kop van de 'zondebok' leggen (Leviticus 16: 21). 2. De handoplegging als gebaar van zegening komen we zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament regelmatig tegen. We herinneren ons de oude aartsvader Jacob die zijn kleinzoons Efraïm en Manasse zegent terwijl hij zijn handen kruiselings op hun hoofd legt (Genesis 48: 14). Ook van de Heere Jezus wordt verteld dat Hij de kinderen zegende die tot Hem gebracht werden (Markus 10: 16) en de discipelen toen Hij opvoer vanaf de Olijfberg (Lukas 24:50) 3. Het Oude- en Nieuwe Testament hebben eveneens gemeenschappelijk de handoplegging wanneer mensen door God in dienst worden genomen. We kunnen denken aan de Levieten, wanneer zij geroepen worden tot hun plaatsvervangende dienst voor Israël (Numeri 8: 10) en aan Jozua die wordt aangewezen tot opvolger van Mozes (Deuteronomium 34: 9). Ook bij de aanstelling van de zeven armenverzorgers in de eerste christengemeente van Jeruzalem (Handelingen 6: 6) en bij de uitzending van Paulus en Barnabas voor het zendingswerk, is er sprake van deze ceremonie (Handelingen 13:3). In 1 Timotheus 5: 22a wordt melding gemaakt van de oplegging der handen, dit keer in verband met het aanstellen van ouderlingen. De apostel waarschuwt ervoor om niet lichtvaardig te werk te gaan en niemand te haastig de handen op te leggen. 4. Vooral in de Handelingen der Apostelen komen we de handoplegging tegen in relatie tot de doop. We horen daar meer over in Handelingen 8: 14-17 en in Handelingen19: 1-7. In beide gedeelten vindt de handoplegging plaats na de doop en wordt ze verbonden met het ontvangen van de Heilige Geest; ‘toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest’. 5. In de pastorale brieven wordt gesproken over de handoplegging om daarmee bijzondere geestelijke gaven mee te delen. Paulus schrijft aan zijn geestelijke zoon Timótheüs dat hij niet moet verzuimen de gave die in hem is, die hij ontvangen door de profetie, met oplegging der handen van het ouderlingschap (1 Timotheus 4:14). Ook wordt Timotheus aangespoord om de gave Gods die in hem is op te wekken; ‘de gave die hij ontving bij de oplegging der handen door de apostel zelf’ (2 Timotheus 1: 6). 6. Handoplegging ter genezing van zieken komen we regelmatig tegen in het Nieuwe Testament Zie bij het dochtertje van Jairus (Markus 5: 23), de doofstomme (Markus 7: 32), de blinde te Bethsaida (Markus 8: 23 en 25).In Nazareth botste Jezus op een muur van ongeloof waardoor Hij slechts weinig zieken de handen op kon leggen en hen genezen (Markus 6: 5) De handoplegging met het oog op de genezing der zieken hoorde wezenlijk bij de taak en de roeping van de discipelen, toen zij de wereld werden ingezonden (Markus 16: 18). Samenvattend kunnen we zeggen dat de handoplegging in verschillende betekenissen wordt vermeld: voor het overdragen van schuld; voor het meedelen van Gods zegen; voor de wijding tot Gods dienst; voor de mededeling van de krachten en gaven van de Heilige Geest. Met het oog op het bovenstaande kennen wij de handoplegging met de zegen in de volgende diensten: bij de inzegening van het huwelijk; bij het afleggen van de openbare belijdenis; bij de (her-)bevestiging in het ambt. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 30
Bijlage 3: Ambtelijke bediening bij trouw en rouwdiensten in onze wijkgemeente 1. RONDOM DE HUWELIJKSSLUITING Door wie Het bruidspaar zoekt eerst contact met de predikant van de aanstaande bruid voor een eerste gesprek. Administratie Hierna gaat het bruidspaar naar het kerkelijk bureau voor hun huwelijksaanvragen en verdere besprekingen, onder andere welke kerk, datum, tijd, enz. De liturgie Na de afspraken met het kerkelijk bureau is er weer contact met de predikant. Samen met het bruidspaar wordt de liturgie besproken. Hierna wordt de liturgie aan het kerkelijk bureau aangeboden, waar deze verder wordt verzorgd. Kerkenraad Tijdens een kerkenraadsvergadering voorafgaand aan het huwelijk, doet de predikant melding van het voorgenomen huwelijk. Daarbij worden eventuele bijzonderheden gemeld. De kerkenraad geeft toestemming om het huwelijk te bevestigen en in te zegenen. De sectieouderling geeft het besluit door aan het bruidspaar. Ambtelijke vertegenwoordiging Een trouwdienst is een officiële, ambtelijke kerkdienst. De ambten dienen dus vertegenwoordigd te zijn. De scriba zorgt er voor dat een ouderling (bij voorkeur de sectieouderling) en een diaken aanwezig zijn tijdens de huwelijksbevestiging. De trouwdienst Voorafgaande aan de dienst wordt de huwelijksbevestiging aan de gemeente meegedeeld. Voorafgaande aan de dienst wordt de huwelijksbevestiging in de trouwbijbel door de dienstdoende predikant ingevuld. Tijdens de trouwdienst krijgt het paar de trouwbijbel aangeboden door de dienstdoende ouderling. Hij houdt hierbij een korte toespraak. Na afloop van de dienst is er eventueel gelegenheid het bruidspaar in de kerk te feliciteren. Het maken van opnamen (video/foto’s) in de dienst moet terughoudend gebeuren. Ter info: zie ook bijlage a. huwelijk na scheiding b. samenwonen en huwelijk 2. RONDOM HET OVERLIJDEN Wanneer iemand overleden is. Wanneer een gemeentelid is overleden, wordt door de nabestaanden de wijkpredikant gevraagd om de begrafenis te leiden. De predikant (sectieouderling) stelt de desbetreffende sectieouderling (predikant) van het overlijden in kennis. Pastorale zorg De wijkkerkenraad, maar in het bijzonder de sectieouderling, is belast met de pastorale zorg. De sectieouderling brengt voor de begrafenis een rouwbezoek bij de familie en is zo mogelijk aanwezig tijdens de begrafenis. Daarnaast maakt hij met de familie afspraken over het leiden van een eventuele broodmaaltijd. De ouderling leest bij de broodmaaltijd een kort gedeelte uit de Bijbel en gaat voor in het dankgebed. Is hij verhinderd, dan zorgt hij voor een vervanger. Afkondiging De predikant verzorgt in de dienst de afkondiging van het overlijden. De afkondiging wordt door de gemeente staande aangehoord. Na de afkondiging laat de predikant een passende psalm zingen. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 31
Rouwdienst Rouwdiensten zijn geen ambtelijke diensten. Predikant en ouderling geven voor aanvang van de rouwdienst de familie een hand. De predikant en ouderling gaan achter de familie aan de zaal/kerk in. De ouderling geeft de predikant bij het spreekgestoelte een hand en gaat aan de zijkant zitten. Na de dienst geeft de ouderling de predikant een hand. Eventuele inbreng van familieleden voor of na de dienst wordt door de predikant in de dagen voorafgaande aan de begrafenis besproken. Voorbede In de zondagse eredienst wordt voorbede gedaan voor de familie. Dit gebeurt in de dienst waarin de (wijk)predikant voorgaat. Indien dat niet mogelijk is, zorgt de scriba er voor, dat de gastpredikant op de hoogte wordt gebracht. Laatste zondag van het kerkelijk jaar In de morgendienst op de laatste zondag van het kerkelijk jaar wordt stil gestaan bij de gemeenteleden die van ons heen gingen. De namen van de in het afgelopen kerkelijk jaar overleden gemeenteleden worden door de predikant afgelezen, met vermelding van hun leeftijd. De nabestaanden worden ruim tevoren schriftelijk uitgenodigd voor het bijwonen van de eredienst. In de brief wordt gevraagd of zij de overige familieleden ook willen uitnodigen. De brief wordt gericht aan de echtgeno(o)t(e) van de overledene of aan het correspondentieadres, als dat bekend is. In geval van overlijden van een kind wordt de brief aan de ouders gericht. De brieven worden door de betreffende sectieouderling bezorgd, waarbij zo mogelijk een gesprek plaats heeft. In de weken hierna bezoekt een ambtsdrager (sectieouderling of diaken) de familie en overhandigt hen een CD met de opname van de gehouden kerkdienst. Crematie Bij crematie wordt geen dienst verricht in het crematorium . Wel wordt de familie in de dagen voor de crematie bezocht. De crematie kan worden bijgewoond op persoonlijke titel.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 32
Bijlage 4: Bijzondere pastorale handeling: de ziekenzalving (gebed voor de zieke) In het pastoraat willen we met mensen spreken ‘voor Gods aangezicht’. Er vindt een gesprek plaats over de levenssituatie (het totale leven, dus ook het leven met God) en indien mogelijk zal er tijdens het bezoek een schriftlezing plaatsvinden en zal er worden gebeden met het oog op die concrete levenssituatie. Soms vinden er bijzondere handelingen plaats. Te denken valt aan de zegenbede bij stervenden. Als duidelijk wordt dat het einde van het aardse leven nabij is dan kan er -na toestemming van de stervende of diens familie- de priesterlijke zegen uit Numeri 6 met handoplegging uitgesproken worden. Te denken valt ook aan de avondmaalsviering aan huis. Als gemeenteleden door ziekte/handicap of ouderdom niet in staat zijn de erediensten/avondmaalsviering in het kerkgebouw mee te maken kan er een korte huisviering plaatsvinden. Mede onder invloed van publicaties van dr. M.J. Paul (boek: handoplegging en ziekenzalving) komt in ‘onze kringen’ ook de vraag naar ziekenzalving in toenemende mate voor. Met een beroep op Jacobus 5: 13-16. In Psalm 103 komt het ook aan de orde: ‘Die al uw ongerechtigheden vergeeft, Die al uw krankheden geneest’. Jakobus 5 gaat uit van een concrete vraag van een gemeentelid. Zalven met olie. In dit Bijbelgedeelte komt zes keer het woord bidden voor. Bidden omdat Jakobus gelooft dat God boven leven en dood, ziekte en gezondheid staat. Bidden is hoofd- èn hartezaak! Het zalven staat in een bijzin: ‘…. dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in de naam des Heeren’. Waarom zalven? Het gaat er om dat de belofte van God ‘aan den lijve’ wordt ondervonden. Zoals bij de Heilige Doop en Heilig Avondmaal. Vervolgens zegt Jakobus: “en als hij zonden gedaan heeft, zal hem vergeving geschonken worden”. Zonde en ziekte kunnen samenhangen, dit hoeft niet! De Heere Jezus wil onze zonden vergeven. Vergeving kan ook genezing betekenen. Genezing vraagt in de Bijbel om bekering; Bij bij andere ‘zalvers’ kun je blijven die je bent. Ziekenzalving wil niet zeggen dat je beter wordt. Er zijn getuigenissen van mensen die herstelden, maar ook van mensen die niet beter werden. Citaten van dr. M.J. Paul: ‘veel uit de Bijbel laten we liggen of we passen het aan, aan onze eigen opvattingen en tradities. Uit reacties op het vele misbruik, vooral in de Middeleeuwen, is er heel wat afgeschaft. Ook de ziekenzalving’ en ‘Ahazia raadpleegt in zijn ziekte de afgod Baäl-Zebub, maar Elia zegt: ‘Is er dan geen God in Israël?’ Conclusie: Ziekenzalving, zoals genoemd in Jacobus 5, wordt door ons toegepast. Het is een sluitstuk van een pastorale weg die met de zieke is gegaan en moet op verzoek van een zieke plaatsvinden. Wij bidden/zalven hem of haar en leggen de handen op (zie bijlage ‘handoplegging’). Aandachtspunten bij ziekenzalving zijn: Bij de samenkomst met zieke is altijd de predikant en tenminste één ouderling aanwezig. Er is voldoende tijd en aandacht voor bezinning rond Gods Woord. Predikant of ouderlingen mogen vragen naar eventuele zonden die te belijden zijn, het gaat om zonden waarvan de zieke zelf beseft dat ze tussen God en hem/haar instaan. De handelingen van ambtsdragers dienen ondersteund te worden door de voorbede van de gemeente, dat betekent dat samenkomsten (desgewenst anoniem) worden gemeld. Na het gebed voor de zieke is er ook verdere pastorale begeleiding. Het gebed is geen geïsoleerd gebeuren.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 33
Bijlage 5: Pastoraat Aandachtspunten en afspraken met betrekking tot het pastoraat in onze wijkgemeente Secties Onze wijkgemeente NKZLS is verdeeld in 15 secties (10 in Ermelo en 5 ‘rondom de Kapel’). Elke sectie bestaat uit ongeveer 40/50 pastorale eenheden/adressen. Sectieteam Een sectieteam bestaat uit de sectieouderling, de sectiediaken en een (of twee) bezoekdame(s). Voor bezoekdames is een taakomschrijving opgenomen. (zie bijlage) De sectieouderling voorziet de sectiediaken en bezoekdame(s) van relevante informatie. Verantwoordelijkheid Elke ouderling is verantwoordelijk voor het pastoraat in zijn sectie: ‘Herder in eigen wijk!’. Is er hulp nodig dan neemt hij contact op met een mede-ambtsbroeder, hetzij een ouderling, hetzij de wijkpredikant, hetzij (in geval van een diaconaal probleem) met de aan zijn sectie verbonden diaken. Indien nodig meldt de predikant van zijn kant, dat er op een bepaald adres pastorale zorg gegeven wordt of nodig is. Verslag Van elk bezoek maakt de sectieouderling een aantekening in zijn kaart- of digitaal systeem. Er wordt genoteerd wat beloofd is. Vertrouwelijke gegevens mogen niet doorgegeven worden. Het is wel van belang de datum van bezoek te vermelden. Voor zover niet vertrouwelijk geeft hij relevante informatie door aan de predikant. De bijstand in het pastoraat wordt door de wijkpredikant op de hoogte gehouden van voor hem relevante bezoeken.
Een keer per jaar (in de maand juni) worden de bezochte adressen doorgegeven aan de scriba. Pastorale bezoeken Huisbezoek Afhankelijk van de situatie kan dit plaatsvinden door de sectieouderling alleen, door twee ouderlingen, door ouderling en diaken, of door een ouderling en een jeugdambtsdrager. Ter wille van het contact bezoeken wij minstens eenmaal in de twee jaar alle pastorale eenheden. Om het geloof in praktijk te brengen zal tijdens het huisbezoek bespreekbaar gemaakt worden welke taak / rol de gemeenteleden in de gemeente vervullen, om zo zichtbaar te maken een levend getuige van Christus te zijn. Dat kan bij voorbeeld door het bezoeken van zieken of ouderen in de eigen omgeving. Tijdens het huisbezoek wordt gevraagd of er belangstelling is voor (toekomstige) kerkelijke activiteiten. Bij huisbezoek met problematiek zoals rouwverwerking, werkloosheid, echtscheiding e.d. kan bijvoorbeeld ‘De Praatpaal’ of extra pastorale begeleiding (EPB) ingeschakeld worden. Wanneer een ouderling zelf in de sectie woont die hij pastoraal bearbeidt, regelt hij zelf een andere ouderling voor de pastorale zorg van zichzelf en zijn eventuele gezinsleden. Kennismakingsbezoek. Wanneer nieuwe gemeenteleden zich in de wijkgemeente hebben gevestigd, geeft de scriba dit door aan de sectieouderling en aan de coördinatie van de bezoekdames. De sectieouderling bezoekt de nieuwe gemeenteleden zo spoedig mogelijk en overhandigt hen een activiteitengidsje (te verkrijgen bij de scriba). De bezoekdame geeft bij het welkomstbezoek een informatiegids van de Hervormde Gemeente (te verkrijgen bij het Kerkelijk Bureau). Doopbezoek De sectie ouderling brengt de felicitatie over door middel van een bezoekje of kaartje. De sectieouderling is aanwezig bij de doopzitting en tijdens de doopdienst, ook wanneer deze geleid Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 34
wordt door een predikant van wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord. Nadien brengt de sectieouderling de CD met daarop de doopdienst bij de doopouders. Bezoek rondom de belijdeniscatechisatie Aan het einde van de belijdeniscatechisatie brengt de ouderling een bezoek bij degene die de belijdeniscatechisatie heeft gevolgd. De predikant geeft de naam en het adres door aan de sectieouderling. Op de aannemingsavond mogen/kunnen de betrokken sectieouderlingen aanwezig zijn. Rouwbezoek In geval van overlijden wordt direct de sectieouderling ingelicht door de predikant; of de sectieouderling licht de predikant in. De predikant overlegt met de sectieouderling over pastorale contacten rondom en/of tijdens de begrafenis. In de eerste periode, na het overlijden van man/vrouw/kind, krijgen de nabestaanden de nodige aandacht. Uiteraard is daarbij de predikant betrokken, maar ook de sectieouderling. Zie ook: ‘ambtelijke bediening bij trouw- en rouwdiensten’. Trouwbezoek In geval van een aanvraag voor huwelijksbevestiging licht de predikant de kerkenraad in. De predikant overlegt met de sectieouderling over pastorale contacten bij de voorbereiding voor dit huwelijk. Binnen zes maanden na de huwelijksbevestiging bezoekt de sectieouderling het echtpaar. Zie ook ‘ambtelijke bediening bij trouw- en rouwdiensten’ Huwelijksjubileum De predikant en coördinatie bezoekdames weten via een (computer)uitdraai van het kerkelijk bureau welke leden een jubileum in de komende maand vieren. De volgende vragen worden gesteld: wil het echtpaar bezoek ontvangen van de predikant; mag er voorbede gedaan worden in de kerk en mag de predikant het jubileum vermelden in de kerkbode?Voor een bezoek thuis wordt overleg gepleegd met de predikant. Indien een uitnodiging is ontvangen, kan men de receptie worden bezocht. Rondom het Heilig Avondmaal In de week voorafgaande (maar het mag ook eerder) aan de viering van het Heilig Avondmaal kan er een bezoek gebracht worden bij hen die speciale vragen hebben. Mensen met een beperking, anders begaafden en hun verzorgers Het is goed om deze groep goed in het oog te houden, indien mogelijk pastoraal te begeleiden en over hen contact te hebben en te houden met de diaconie. Meeleven rondom aangepaste diensten en aandacht vragen voor aangepaste catechese, wanneer het anders begaafden betreft. Langdurig zieken Regelmatig pastoraal contact. Overleg met predikant. Vanwege de ‘lange adem die nodig is’, is afwisseling gewenst. Ouderen Gemeenteleden van 80 jaar en ouder ontvangen rond hun verjaardag bezoek van de predikant. Ouderen die 70 jaar worden en ouderen van 75 tot 80 jaar krijgen bezoek van de bijstand in het pastoraat. Zieken thuis Wanneer iemand ontslagen wordt uit het ziekenhuis bezoekt de sectieouderling dit gemeentelid indien mogelijk binnen een week. In overleg met de predikant worden dan verdere afspraken gemaakt. Zieken in het ziekenhuis Als regel gaat de wijkpredikant wekelijks naar de zieken in de ziekenhuizen. Indien nodig neemt de predikant contact op met de sectieouderling. Bezoek aan jongeren en catechisanten Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 35
Huisbezoek is ook bedoeld voor de jongeren. De jeugdambtsdragers kunnen ingeschakeld worden bij het huisbezoek. Overkomst uit andere kerk/wijk De sectieouderling brengt een bezoek en doet verslag aan de kerkenraad. Al naar gelang het advies, besluit van de wijkkerkenraad of de leden worden toegelaten. Andere momenten/redenen voor bezoeken Huisbezoek kan ook plaatsvinden bij huwelijksproblemen, scheiding, andere geaardheid, problemen met kinderen, bij werkloosheid, tegenslagen in het werk of bedrijf, of bij overlijden van een familielid. Pastoraat aan randkerkelijken Aangezien contact met iemand van de kerk tot de mogelijkheden behoort, zou deze groep onder de zorg van de evangelisatiecommissie kunnen vallen. De sectieouderling geeft de adressen door aan de evangelisatieouderling of de scriba. De evangelisatie ouderling deelt, als zij een randkerkelijke gezin bezocht hebben, dit mee aan de sectieouderling. Als de sectieouderling wordt uitgenodigd bij een begrafenis van een randkerkelijk gemeentelid, is de nazorg van groot belang. Overleg met de predikant en evangelisatiecommissie is dan gewenst. Evaluatie Telkens wordt in een vergadering in juni het bezoekwerk geëvalueerd. Evaluatiepunten kunnen zijn: een globale indruk van de sectie, het aantal en de aard van de bezoeken, welke problemen deden zich in het algemeen voor. Tijdens de vergadering van de wijkkerkenraad (eventueel een consistorievergadering) wordt het bezoekwerk besproken. Resultaat hiervan kan zijn: secties worden opnieuw ingedeeld of bijgesteld en speciale problemen kunnen worden besproken. Bij tussentijds aftreden. Als ambtsdragers tussentijds aftreden, volgt er een gesprek met een lid (de leden) van het moderamen. Het is de pastorale verantwoordelijkheid van de kerkenraad te vragen naar de reden van tussentijds aftreden. Op de kerkenraadsvergadering zal de reden gemeld worden, mits de betrokkene hiermee instemt. Extra Pastorale Begeleiders Namens de kerkenraad doet een aantal personen dienst als extra pastorale begeleider. In nauw overleg met de predikant brengen zij bezoeken in de gemeente. Regelmatig wordt het werk geëvalueerd door het extra pastoraal begeleidingsteam. Een extra pastoraal begeleider heeft bij voorkeur de opleiding die verzorgd wordt door de Stichting voorheen genoemd PTT te Veenendaal Een extra pastorale begeleider wordt door de kerkenraad benoemd. Hij of zij wordt in het kerkblad aan de gemeente voorgesteld. De benoemde legt een schriftelijke verklaring van geheimhouding af.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 36
Bijlage 6: Over DOOP en OVERDOOP Van kind tot kind In de Bijbel heeft God Zich bekendgemaakt als de God van het verbond. De pasgeboren jongetjes krijgen het teken van Gods verbond. We lezen dat in Genesis 17. Vader Abraham moet zijn zoontje op de achtste dag besnijden. De besnijdenis geldt als teken van het verbond dat de HEERE heeft opgericht bij Abraham. En Zijn verbond loopt door van kind tot kind. De Joden hebben Abraham als hun hooggeachte voorvader. En de God van Abraham is ook hun God. We lezen in het Oude Testament dat de kinderen van Abraham kunnen zondigen tegen het verbond van God, bijvoorbeeld door andere goden na te lopen. Wat gebeurt? De HEERE roept ze terug. Hoe roept Hij? Als hun God en Vader: “Keert weder, gij afkerige kinderen! Ik zal uw afkeringen genezen.” En wat krijgt Hij dan als antwoord? “Zie, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de HEERE, onze God!”(zie Jeremia 3:22) Wat zo uniek is van het verbond dat de HEERE de Eerste en de Laatste is. Wie heeft het al ontdekt? Dan hebben we God niet zelf gezocht. Dan is Hij naar ons toe gekomen, en dan steunt het helemaal op Hem. Voordat we ooit aan Hem hebben gedacht, heeft Hij aan ons gedacht. “Hij gedenkt aan Zijn verbond tot in de eeuwigheid.” (Psalm 105:8) Tot onze diepe verwondering. Een kind van God Het grote Kind van God, de Heere Jezus, heeft ook ontvangen het teken van Gods verbond. Hij is besneden, omdat Hij geboren was uit Maria, een jonge vrouw uit het Joodse volk. (Lukas 2:21). Nadat de Heere Jezus Zijn leven en Zijn bloed gegeven had als “het Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt” (Johannes 1:29) en na Zijn opstanding (waaruit naar voren kwam dat God de Vader de verzoening door het bloed van Zijn Zoon voldoende vond en waaruit blijkt dat het eeuwige leven weer open ligt voor een ieder die in Hem gelooft !), toen heeft Hij Zijn apostelen er op uitgestuurd om van het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen tot bekering en geloof (Lukas 24:47), om te dopen (Mattheüs 28:19) en om het avondmaal te vieren (Lukas 22:14-23 / 1 Korinthe 11:17-34). Daarom hebben we als gemeente van Christus in hoge achting: de verkondiging van Gods Woord (met name Jezus Christus, de Gekruisigde / zie 1 Korinthe 2:2) en de door Christus ingestelde sacramenten (doop en heilig avondmaal). De God van Abraham is Dezelfde als de God en Vader van onze Heere Jezus Christus. De gemeente van Christus heeft het doopwater als het teken van Gods verbond. De doop is er voor jongens en meisjes. Kinderen die geboren worden uit gedoopte ouders zijn voor de HEERE tegelijkertijd ook kinderen van Hem. Dat is een wonder. Daar zit ook een roeping in. Door het water van de doop wordt een verbondskind opgeroepen om gehoorzaam en dankbaar te leven aan de hand van Gods geboden en van Gods beloften. Dat kan enkel en alleen door Jezus Christus. Er wordt geloof gevraagd! De Heilige Geest van God wil ons geloof en hoop en liefde geven. Alles uit genade. In de kinderdoop wordt het zaligmakende werk God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest Persoonlijk toegezegd aan ons en onze kinderen. Wordt dat zo beleefd, en wordt er mee geleefd? Dat moeten we ons afvragen als gemeente van Christus te Ermelo. Om kind te zijn van God, leeft dat wel in ons hart? En leeft dat wel in de praktijk van elke dag? Hoe nodig om te vragen aan de HEERE God: Kom dichterbij! Zoals dat ook gevraagd werd in Jesaja 63:15 en 16 met deze woorden: “Zie van de hemel af, en aanschouw van Uw heilige en Uw heerlijke woning; waar zijn Uw ijver en Uw mogendheden, het gerommel van Uw ingewand en van Uw barmhartigheden? Zij houden zich tegen mij in. Gij zijt toch onze Vader, want Abraham weet van ons niet, en Israël kent ons niet; Gij, o HEERE! zijt onze Vader, onze Verlosser van ouds af is Uw Naam.” Wie mist Hem zo, als God en Vader? Als de HEERE God Zijn kind hoort roepen, zal Hij dan niet horen? Als een kind van Hem om Vader roept, dan hoort Hij het zeker! Hoe het kan? Om Jezus’ wil. Geadopteerd Als iemand vroeger als kind niet gedoopt is en later in contact komt met het christelijk geloof kan hij of zij in het midden van de christelijke gemeente geloofsbelijdenis doen, gedoopt worden (als gelovige) en ook deelnemen aan het heilig avondmaal. Dat heb je in een zendingssituatie (Handelingen 8:26-40). Heeft zo iemand jonge kinderen, dan kunnen ook de kinderen alsnog gedoopt worden met de kinderdoop, zoals gebeurde bij Lydia (Handelingen 16:15) en bij de gevangenbewaarder in Filippi (Handelingen 16:33). Wat de reikwijdte van het verbond betreft: het personeel van Abraham werd eertijds ook besneden (Genesis 17:12-14). Om het heel dichtbij te brengen: denk maar aan adoptie. Geadopteerde kinderen kunnen gedoopt worden, als hun ‘nieuwe’ ouders opgenomen zijn in Gods Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 37
verbond. Zó-veel ruimte is bij onze God. Dat was al zo ten tijde van het Oude Testament: “Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde!”(Jesaja 45:22) Dat is niet minder sinds de komst van Jezus Christus in de wereld. Mensen, waar vandaan dan ook, ze zijn van harte welkom! Geloofsbelijdenis Als de betekenis van de kinderdoop tot je doordringt in de omgang met Gods Woord en door het werk van God de Heilige Geest, en als je mag geloven dat de HEERE ook jouw God en Vader is, dan mag je daar in staan van dag tot dag. Wie heeft er voor-in de kerk gestaan om openbare geloofsbelijdenis te doen? Was dat een duidelijke keuze? Laat het toch een feit geweest zijn om bekend te maken: “God heeft eerst voor mij gekozen. Uit genade kies ik nu voor Hem.” Het ja-woord is een woord van overgave om daadwerkelijk te willen leven als een kind van God. Hoe gaat het er mee? Het heilig avondmaal, dat hebben we gekregen van de Heere Jezus om versterkt te worden in geloof en hoop en liefde, voor je zelf en samen met anderen. Waardevol. De kerkdienst blijft voor een gelovige belangrijk, elke week. Het onderwijs, vermaning en vertroosting, het gebed, het medeleven met een ander, blijdschap voor Gods aangezicht, de zegen. Wat een goede gaven allemaal! Ook in de huisgodsdienst kun je er volop mee bezig zijn. “HEER’, ai, maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend!” (Psalm 25 vers 2) Overdoop en Heilig Avondmaal Het is gebeurd, dat broeders en zusters van de gemeente, een extra teken van hun band met God hebben gezocht in de overdoop. Ze waren eerst als kind al gedoopt en zijn nu nog een keer gedoopt. Voor sommigen van hen is de overdoop (of de volwassendoop) pas echt de doop die volgens Gods Woord bedoeld wordt. En als je zo denkt, dan heeft de kinderdoop geen enkele waarde. Iemand die zich buiten de Hervormde Gemeente laat overdopen, kan meteen ook afstand nemen van de gemeente en zich uit laten schrijven. Maar het komt voor dat overgedoopte gemeenteleden wel nog de kerkdiensten bezoeken en contacten hebben in de Nieuwe Kerk. Hoe dan een doopdienst meemaken voor kleine kinderen van de gelovigen? Hoe beleef je dan de prediking over God, Die een Verbondsgod is ? Hoe ga je dan het avondmaal vieren? Juist ten aanzien van het heilig avondmaal zijn er in de gemeente doopleden en lidmaten die er moeite mee hebben als overdopers plaats nemen aan de tafel van het nieuwe verbond. Wat men zich dan afvraagt: Hoe kun je als broeders en zusters aan de avondmaalstafel zitten, als er een verschil van mening is over zo’n gewichtig onderdeel van het leven in een verbondsgemeente? Aan de kerkenraad wordt gevraagd om met een standpunt naar buiten te komen. Moeten we de overdopers weren van het heilig avondmaal? Begrijpelijk deze vraag. Hoe je er met elkaar mee om moet gaan, dat is niet zo eenvoudig. Luisteren naar elkaar Binnen de gemeente moet het heel goed mogelijk zijn om anderen te benaderen. Op een afstand kun je zeggen: “Daar ben ik het niet mee eens!” Veel beter is het om eerst eens rustig naar het verhaal te luisteren. Moeite met de overdoop? Ga naar de overdopers toe, en laat ze er over vertellen. En daarna kun je er verder over denken, en je gaat voor mensen bidden en je gaat ook zelf de Bijbel er op naslaan en je wilt er over lezen en je wordt ertoe gedrongen om te onderzoeken wat de kinderdoop voor je betekent. Ga er serieus mee om. Belangrijk voor jezelf en voor een ander! Mannenbroeders van de kerkenraad zijn ook in gesprek met overdopers. Dieper ingaan op de kinderdoop en dieper ingaan op de overdoop, dat is van groot belang. WELKE BEZWAREN ZIJN ER BIJ DE OVERDOPERS TEGEN DE KINDERDOOP eerste bezwaar: “Ik kan in de Bijbel geen tekst vinden waarin staat dat kleine kinderen van de gemeente gedoopt moeten worden.” Klopt. Trouwens er staat ook niet dat kinderdoop verboden is. Zo’n manier van Bijbel lezen, kijkt naar losse bijbelteksten. Men vergeet de hoofdlijn. Vaak vergeet men ook de lijn van Oude Testament naar Nieuwe Testament. Het is onmogelijk dat de HEERE God na Jezus Christus de kleine kinderen zou buiten sluiten, terwijl Hij ze ten tijde van het Oude Testament altijd heeft binnengesloten. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 38
tweede bezwaar: “Dat mensen door de doop een kind van God zijn, daar leven de gedoopte mensen helemaal niet mee.” Klopt. We kunnen daar verdriet van hebben. Juist de doop roept mensen heel persoonlijk op tot een nieuwe gehoorzaamheid, namelijk om de HEERE aan te hangen, te vertrouwen en lief te hebben. Niet bij iedereen komt dat zo openlijk naar voren. Soms ontbreekt het helemaal. Wat erg. Dan lijkt het net alsof de doop maar weinig inhoud heeft. De oproep tot bekering en geloof is dringend nodig in het midden van een verbondsgemeente! derde bezwaar: “Je ziet ouders die bijna nooit in de kerk komen, en dan toch hun kindje laten dopen…” Klopt. We zullen rondom een doopdienst de ouders er op aanspreken, dat er bezinning nodig is en dat ze de verantwoordelijkheid op zich nemen om hun kind zo duidelijk mogelijk een christelijke opvoeding te geven. Maar aan de andere kant: het is juist bij de kinderdoop, dat God iets doet. Het hangt niet van onze inzet af. De HEERE God belooft Persoonlijk aan een kind dat Hij hun God en Vader zijn wil. Als ouders hun kind graag brengen bij deze onze God, wie zal ze dan tegenhouden? Het is een genadeverbond en niet een prestatieverbond. vierde bezwaar: “Volgens de Bijbel is er geloof nodig. Dat moet ook bij ons voorop gaan.” Dat er geloof nodig is, dat klopt, maar dat het voorop gaat, dat klopt niet. Besnijdenis en kinderdoop laten juist zien dat God begint en dat Hij bij het ouder worden om geloof vraagt. Maar vóórdat wij geloofsbelijdenis doen, werkt Hij al het geloof in onze harten, soms als kinderen nog heel jong zijn. Dat is de vrijheid van Gods Geest. Kortom: de HEERE zit niet afwachtend op ons jawoord te wachten. Hij is al Zijn kinderen al vóór! Voordat ze zelf naar Hem gaan vragen, heeft Hij al gezegd: “Zie, hier ben Ik!” De weg van het verbond loopt via de kinderdoop en via catechisatie en via openbare geloofsbelijdenis naar het heilig avondmaal. Dat gaat niet allemaal vanzelf zo. Onderweg doet God de Heilige Geest Zijn werk. Gelukkig als de HEERE zo wil werken. God, Hij zorgt er Zelf voor dat er gelovige mensen zijn in de gemeente. Ook bij ons!
CONCLUSIE We nemen de bezwaren serieus. We kunnen ze weerleggen. Tegelijkertijd krijgen we als gemeente een aansporing om ook helder te belijden welke waarde de kinderdoop voor ons heeft. Dat zal ook meedoen in de zekerheid van het geloof. Dat zal ook meedoen in de troost en in de blijdschap, in vrijmoedigheid naar anderen toe en in de verheerlijking van God. WAAROM WE MOEITE HEBBEN MET DE OVERDOOP eerste moeite: In het Oude Testament vergadert de HEERE God een volk om Zich heen: een volk van oud en jong. Door de geboorte van kinderen heen neemt ook Gods volk in aantal toe. Zo groeit dat. Als iemand zich over laat dopen ergens buiten de verbondsgemeente, dan kan het er op lijken dat hij of zij zich los maakt van de verbondsgemeente. Gelukkig dat het water van de overdoop het water van de kinderdoop niet afwast, maar een overdoper loochent (meer of minder) dat wat God beloofd heeft toen hij of zij als kind gedoopt is. Het gevaar dreigt dat je samen met andere overdopers een gemeente gaat vormen van losse individuele gelovigen. Zo heeft de HEERE God het nooit bedoeld. tweede moeite: Bij overdoop door onderdompeling kan iemand het aan den lijve ondervinden dat hij of zij begraven is met Christus en ook opgestaan met Christus (Romeinen 6:4). Dan heb je een bijzondere ervaring. Daarmee wordt de doop gebruikt om uitdrukking te geven aan je nieuwe gehoorzaamheid naar God toe, om van harte in Zijn wegen te wandelen. Echter: als je tot geloof komt, mag je terugkijken naar de Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 39
God van het verbond en naar het teken van Zijn verbond met jou, want bij de kinderdoop is al uitgebeeld dat je met Christus de dood inging en dat je in Hem het nieuwe leven kreeg. Je hoeft dus zelf geen extra teken te zoeken. Beter is het om te vragen aan de Heilige Geest of je de betekenis mag ondervinden van het teken wat je eerder al gekregen hebt. derde moeite: De eeuwen door in onze kerkgeschiedenis zijn er overdopers geweest (bijvoorbeeld de Wederdopers in de zestiende eeuw). Daar is op gereageerd. We vinden dat ook terug in de belijdenisgeschriften van de Protestantse Kerk in Nederland (zie o.a. artikel 34 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis). Ten tijde van de Reformatie heeft ons voorgeslacht, verlicht door de Heilige Geest en door het lezen van de Heilige Schrift, niet alleen gebroken met de dwalingen die er waren in de Rooms-Katholieke Kerk, maar ook gestreden tegen de Wederdopers. Het is enigszins hoogmoedig om bij jezelf te geloven dat de Heilige Geest vandaag aan jou het inzicht zou geven dat de kinderdoop verkeerd is, terwijl het dopen van kinderen juist begon meteen al toen de Heilige Geest in de gemeente van Christus kwam wonen (Handelingen 2). vierde moeite: Een andere opvatting over de doop wordt vaak gevolgd door nog een volgende opvatting die afwijkt van de gereformeerde traditie. Soms ziet men meer heil in charismatische leiders dan in de ambten zoals we onder ons gewend zijn. Men kan een nieuwe visie krijgen op Israël als men het Oude Testament wat anders belicht. Over het hoe en wat bij de wederkomst van Jezus Christus kunnen de meningen nogal eens sterk uiteenlopen; niemand heeft hiervan een draaiboek. Ook is mogelijk dat men te optimistisch over de mens denkt. Dat zie je dan in hun manier van leven (met tendensen van werkheiligheid en perfectionisme) en in de wijze waarop men evangeliseert (met alle nadruk op de mensen die moeten kiezen, alsof ze een vrije wil hebben om een goede keuze te kunnen doen). Het dreigt zo meer en meer dat er te veel ruimte is voor eigen ideeën. In gesprekken met de overdopers kun je het meemaken, dat men zegt: “Zo heeft de Heilige Geest het mij geopenbaard. Punt uit.” Heel subjectief. In zo’n geval, dan is zo iemand niet meer vatbaar voor enige uitleg of toelichting van onze kant. Heel moeilijk. CONCLUSIE Omdat de bediening van Gods Woord, met daarbij de bediening van de sacramenten die de Heere Jezus Christus Zelf heeft ingesteld, zo fundamenteel is voor ons gemeenteleven, daarom kunnen we niet toelaten dat de kinderdoop veronachtzaamd wordt. Er is gesproken met de overdopers over tucht. Ze mogen geen ambt bekleden, geen catechisatie geven of een bijbelkring leiden. Overdopers die graag actief zijn voor de Nieuwe Kerk worden duidelijk beperkt in hun mogelijkheden. Wij, als mannenbroeders van de kerkenraad, voelen dat best wel. Het is niet makkelijk. Wat betreft de viering van het heilig avondmaal willen we de broeders en zusters die zich hebben laten overdopen (nog) niet weigeren. Dringend klemt de vraag of ze zichzelf nog wel één weten met onze gemeente. Zie Efeze 4:3-6. Hoe ligt het? Om na te gaan met aandacht. Het is onze pastorale zorg om zo lang mogelijk met hen in gesprek te blijven, ziende op de God van het verbond, van Wie we zingen in Psalm 25 vers 4: “’s HEEREN goedheid kent geen palen. God is recht, dus zal Hij door onderwijzing hen, die dwalen, brengen in het rechte spoor.” Ze horen er bij. We dragen zorg voor hen. Het zijn ook kinderen van het verbond. De tucht hanteren we met vaderlijke liefde. Als er propaganda wordt gemaakt voor de overdoop of onrust wordt veroorzaakt onder onze gemeenteleden, dan moeten we strenger optreden. Heel de gemeente roepen we op om ernst te maken met de wekelijkse prediking, de heilige doop en het heilig avondmaal. Laat er veel gebed zijn voor de overdopers in ons midden en voor alle anderen die moeite hebben (gekregen) met de kinderdoop. Ermelo, maandag 15 oktober 2007 W. van den Born Joz.A. de Koeijer
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 40
tot slot Voor iemand die nog wat wil lezen over doop en overdoop noemen we drie boekjes: Dr. C. Graafland Ds. A.J. Mensink Dr. W. van ’t Spijker
Volwassendoop, kinderdoop, herdoop Genade als erfgoed Doop in plaats van besnijdenis
Overdoopconclusies Conclusies van de gezamenlijke consistorievergadering van de wijken Nieuwe Kerk Noord en Nieuwe Kerk Zuid, Leuvenum en Staverden op 16 april 2008 in Het Venster. 1. Hoewel in een consistorievergadering geen besluiten genomen kunnen worden, wordt afgesproken dat ten aanzien van de vieringen van het Heilig Avondmaal in de Nieuwe Kerk door beide kerkenraden een zelfde standpunt ingenomen moet worden. 2. De notitie “over DOOP en OVERDOOP” d.d. 15 oktober 2007 van de predikanten W. van den Born en Joz. A. de Koeijer wordt door de gezamenlijke vergadering onderschreven. 3. Wanneer zich meer gevallen van overdoop voordoen, zal dezelfde lijn gevolgd worden als tot nu toe, hetgeen inhoudt dat betrokkene door de sectie-ouderling verzocht wordt voorlopig niet aan het Heilig Avondmaal deel te nemen (de vergadering voelt niets voor het noemen van een bepaalde periode). Bovendien zal medegedeeld worden dat betrokkenen ook geen leidinggevende taken in de gemeente kunnen vervullen, bijvoorbeeld met leiding geven aan een bijbelkring, als catecheet of ambtsdrager. 4. Vanuit de pastorale zorg vindt er een bezinning plaats met betrokkene over doop en overdoop. Daarna kan eventueel gemeld worden dat het nu hun eigen verantwoordelijkheid is om al dan niet aan Heilig Avondmaal deel te nemen. 5. Wanneer overdopers onrust in de gemeente veroorzaken - bij voorbeeld door het actief werven voor de overdoop -, zal daartegen opgetreden worden. Zonodig zal (dringender dan de eerste keer!) verzocht worden voorlopig niet aan het Heilig Avondmaal deel te nemen. Het formulier spreekt om degene ernstig te vermanen. Pastorale tucht (tucht = erbij halen) uitoefenen. D.m.v. het bezoeken (door ouderlingen / predikanten) de ‘overdopers’ overtuigen geen onrust te veroorzaken in de gemeente. Zie avondmaalsformulier. 6. Beide predikanten zullen samen met enkele leden van beide kerkenraden een document maken, dat voor gemeenteleden bestemd is. Om de gemeente hierover te informeren wordt gedacht aan een stukje in het kerkblad onder het kopje Nieuwe Kerk algemeen waarin gemeld wordt dat wanneer men belangstelling heeft voor het beleid van de kerkenraden ten aanzien van overdopers dat document via de wijkouderling verkrijgbaar is. Tenslotte een opmerking over het niet laten dopen van kinderen : Er is een onderscheid tussen kinder- en/of volwassendoop en het overdopen. Ouders die hun kindje niet willen (laten) dopen pastoraal begeleiden . Er wordt geen passage over deze materie (kinder- / volwassendoop) opgenomen in deze notitie.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 41
Bijlage 7: Het huwelijk en samenwonen Bijbels zicht op het huwelijk: Als gemeente van Christus geloven we dat God iedere man zijn eigen vrouw en iedere vrouw haar eigen man “als met Zijn hand toebrengt”. (Markus 10:2-12 en 1 Korinthe 7). Een Christen belijdt dat de basis van het huwelijk de Heere Zelf is. (Efeze 5:22-33) Zelfs, en juist wanneer, de liefde en het vertrouwen weg zijn, blijft Zijn opdracht tot trouw aan de van Hem gekregen partner. (Mattheüs 5:32) Als gehuwden hebben we de opdracht elkaar door dit leven heen te leiden. Het is de roeping van de gemeente om ook hier zichtbaar te maken wat een heilige levenswandel is (zie o.a. de brieven van Petrus). Het christelijke huwelijk heeft, in het laten zien wat een relatie in trouw en liefde inhoudt, ook een missionaire kant. Het huwelijk is gefundeerd in de schepping, als ordening van God. De mens is geschapen als man of vrouw, ieder in zijn eigenheid, niet gelijk maar wel gelijkwaardig, ieder met een eigen verantwoordelijkheid maar niet de één meer dan de ander. Het bijbelse patroon in de schepping is één man en één vrouw, die gezamenlijk hebben te leven voor Gods aangezicht om Hem te dienen, in een open communicatie. Niet alleen in Gods geboden, maar al in de schepping is dus zichtbaar wat Gods bedoeling is. De zondeval heeft het zicht hierop wel verstoord, maar dat doet niet af aan het feit dat het bijbelse huwelijk in de schepping gefundeerd is. Na de zondeval is echter alleen door Gods genade een huwelijksleven op de door Hem bedoelde wijze mogelijk. In het Nieuwe Testament (Efeze. 5) wordt ditzelfde gegeven nog verdiept door het laten zien van het huwelijk als afschaduwing van de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente. De gezagsverhouding in de man-vrouwrelatie is een liefdesverhouding. Man en vrouw zijn geroepen elkaar onderdanig te zijn in de vreze des Heeren. De man als hoofd heeft de leiding te nemen in het liefdevolle zorgen, niet in het heersen maar in het dienen: zoals Christus in het midden van Zijn gemeente is als Eén Die dient. Duidelijk vanuit de Schrift is dat het monogame huwelijk, de verbintenis tussen één man en één vrouw, Gods instelling is vanaf de schepping. In dat kader mag de seksualiteit als scheppingsgegeven en – gave tot zijn recht komen. Het huwelijk is een verbond van liefde en trouw, waarbij de trouw het fundament is. Belangrijk is ook dat in de Schrift het huwelijk een openbare zaak is, die zowel ouders en familie als overheid en maatschappij aangaat. We zijn dan ook blij als een aanstaand echtpaar (dat wil zeggen man en vrouw) hun huwelijk willen laten inzegenen. Als kerkenraad zullen we alle medewerking hieraan verlenen. In het voorgaande is het samenwonen van niet met elkaar gehuwden in een intieme relatie niet volgens God Woord. Mocht vanuit een dergelijke situatie de vraag komen om een huwelijk kerkelijk te bevestigen, dan kan dat als regel niet. De kerkenraad kan echter in concrete situaties redenen zien (bijv. als samenwonenden erkennen en gestalte geven dat de weg die zij bewandelen niet in overeenstemming is met Gods Woord) hier toch toe over te gaan.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 42
In de Protestantse Kerk in Nederland bestaat de mogelijkheid om andere relaties (man –man of vrouw-vrouw) dan het bijbelse huwelijk te zegenen. De kerkenraad neemt hier afstand van en zal een dergelijke mogelijkheid – die wordt beoordeeld als in strijd met de bijbelse normen – niet in de eigen gemeente toelaten. Hierbij zij wel opgemerkt, dat er binnen onze gemeente ruimte en pastorale aandacht moet zijn voor allen die met bovengenoemde zaken worstelen. Als Christelijke gemeente weten we ons allemaal zondaren, die van vergeving moeten leven.
Artikel 5 lid 2 van de kerkorde PKN De ambtsdragers zijn gemeenschappelijk verantwoordelijk voor de opbouw van de gemeente in de wereld door zorg te dragen voor de dienst van Woord en sacramenten, de missionaire, diaconale en pastorale arbeid, de geestelijke vorming, het opzicht, het rentmeesterschap over de vermogensrechtelijke aangelegenheden en andere arbeid tot opbouw van de gemeente. Ordinantie 5 artikel 3 van de kerkorde PKN Lid 1: De inzegening van een huwelijk van man en vrouw als een verbond van liefde en trouw voor Gods Aangezicht geschiedt in een kerkdienst. Lid 8: Alleen een naar burgerlijke wet tot stand gekomen huwelijk kan worden ingezegend.
Dit beleidsstuk is vastgesteld op de kerkenraadsvergadering van d.d. 17 april 2008
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 43
Bijlage 8: Huwelijk na scheiding Naar aanleiding van Mattheüs 19 De Farizeeërs komen naar Jezus met een vraag. Ze komen niet, omdat ze met een probleem zitten, maar om Hem verdacht te maken. Ze kennen het standpunt van Jezus over de echtscheiding. Dat heeft Hij aan het begin van Zijn optreden in de Bergrede bekend gemaakt. Jezus wijkt, naar de opvatting van de Farizeeërs af van Mozes en dat moet ten aanhoren van het volk maar duidelijk worden. Wat Hij ook antwoordt, ze zullen Hem ermee pakken. Bovendien zal Zijn populariteit onder de mannen niet doen toenemen. De vraag is: is het een man geoorloofd zijn vrouw te verstoten? Allereerst haalt Jezus hun vraag weg van het negatieve. Hij verwijst naar het positieve van Gods bedoeling van het huwelijk. Hij gaat terug naar ‘voor de zondeval’. Het huwelijk is geen uitvinding van de ons. Het is niet door Adam bedacht. God heeft het ingesteld. Een man zal zijn vrouw aanhangen (dit woord betekent: lijmen, vast samenvoegen). Trouwen houdt in dat wij voorgoed aan elkaar verbonden zijn. Wat God samenvoegt, laat de mens dat niet scheiden. Het huwelijk is een Goddelijke instelling. Meer dan een menselijk akkoord. Daarom kan een mens niet ontbinden wat God tot een eenheid maakte. Mozes heeft een scheidbrief ingesteld (Deuteronomium 24 vers 1-4). Waar gaat het daar om? Mozes verbiedt daar een man die zijn vrouw middels een scheidbrief heeft weggestuurd, om haar weer terug te nemen. Een man mag van zijn huwelijk geen spelletje maken van wegsturen en weer terugroepen. Als een man zijn vrouw wegstuurt, dan moet hij weten dat hij met een heel definitieve zaak bezig is. Mozes heeft dus omwille van de hardheid van het hart de echtscheiding niet in bescherming genomen, maar wel geregeld dat de onschuldige partij werd beschermd. Deze inzetting van Mozes gaat niet over de situatie dat er sprake is van overspel. Als een man of vrouw overspel pleegt, dient deze volgens de wetten van het Oude Testament te worden gestenigd. Wat is de betekenis van de scheidbrief dan wel? Helaas zonden mannen hun vrouwen ook wel weg zonder dat er sprake was van overspel. Men zag gebreken aan haar of men was op haar uitgekeken. Scheiding was onmogelijk! Toch gebeurde het. Om in deze chaos enige orde te scheppen, was de man verplicht zijn vrouw een scheidbrief mee te geven waarin hij haar eerbaarheid verklaarde. In feite erkent de man hiermee dat hij de schuld van de scheiding is. Het is een bescherming voor de vrouw. Al regelt Mozes hier zaken die op zichzelf ongeoorloofd zijn, daarmee is het kwaad zelf nog niet goedgepraat. Mozes regelt niet de echtscheiding, maar de kwalijke gevolgen daarvan. Het kwaad beteugelen is iets anders dan het in bescherming nemen. Deze regels bieden geen speelruimte voor de echtscheiding, dat hebben de Joodse rabbijnen ervan gemaakt. Volgens Mattheüs 19 vers 9 pleegt degene, die zijn man/vrouw verstoot en met een ander trouwt, overspel. Overigens, wie zijn man/vrouw verstoot, anders dan om overspel. moet hier nog wat achter? Met andere woorden, overspel is een uitzondering op de regel. Wie bedrogen is, mag in een zodanige situatie scheiden. Het overspel zelf is de feitelijke echtscheiding. Het ‘tot één vlees zijn’ met een ander verbreekt de unieke huwelijksband. Als een scheiding om deze reden tot stand is gekomen, is de bedrogene vrij om te hertrouwen. Hij of zij hoeft zichzelf niet te zien als de ‘verlatene’. Mattheüs maakt duidelijk dat diegene die ‘de dader’ is, die de ander verstoot (zonder dat er sprake is van overspel) en met een ander trouwt, overspel pleegt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Mattheüs 19 vers 9 verder gaat. Daar lezen we: ‘die de verlatene trouwt doet ook overspel’. Dan gaat het om iemand die in de steek is gelaten om andere redenen dan overspel. Volgens dit vers is ook in dit geval een huwelijk niet toegestaan. Zowel degene die verlaten is, als degene die hem/haar trouwt pleegt dan overspel.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 44
Conclusies We moeten nooit zeggen: wie luistert naar de Schrift en daarom moeite heeft met de huwelijksinzegening van een gemeentelid dat gescheiden is, is liefdeloos. Luisteren naar de Schrift doe je, als het goed is, uit liefde tot God. Die het goede met ons, ook met gescheiden gemeenteleden voor heeft. Het is dus geen dilemma tussen liefde en bijbelgetrouwheid, maar tussen pastorale bewogenheid en (strikte) bijbelgetrouwheid. Als we op de principiële lijn gaan zitten (zonder daarmee te suggereren dat dàt geen pastorale lijn is) dan moeten we vaststellen dat een huwelijksdienst, in welke vorm dat ook, van iemand die ‘verlaten’ is niet kan, omdat dit huwelijk volgens Mattheüs 19 vers 9 overspel zou zijn. Zelfs al zou dit huwelijk alleen burgerlijk worden voltrokken, dan nog heeft de kerk een probleem. Dit nieuwe huwelijk kan niet ongedaan gemaakt worden. Deze gemeenteleden leven volgens de strikte uitleg van Mattheüs 19 vers 9 in overspel. Hoe dan te handelen bij eventuele deelname aan het Heilig Avondmaal en bij een eventuele aanvraag van de Heilige Doop? Als we op de pastorale lijn gaan zitten (zonder daarmee te suggereren dat dàt geen principiële lijn is) dan beseffen we dat we door eigen schuld niet meer in het paradijs leven, maar in een gebroken wereld. Een verbod op een volgend huwelijk is niet eenvoudig. 'Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen', vermeldt Gods Woord (Johannes 8 vers 7). Het is voor een kerkenraad ondoenlijk een keuze te maken wie de ‘schuldige’ is. Bij elke scheiding zijn twee ‘partijen’ betrokken, ieder met zijn of haar eigen verhaal. Daarom: elk huwelijk dat aangevraagd wordt, nadat er een scheiding heeft plaats gevonden, zal door de sectieouderling besproken worden met de predikant en eventueel met het moderamen. Zij zullen een advies (eventueel voorzien van argumenten) uitbrengen. De kerkenraad zal een beslissing nemen.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 45
Bijlage 9: Plaatselijke regeling ten behoeve van het leven en werken van de wijkgemeente Zuid, Leuvenum en Staverden van de Hervormde Gemeente te Ermelo Inhoud Paragraaf
Inhoud
1 2.1. 2.2. 2.3 3 4 5 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 7
Samenstelling van de wijkkerkenraad Verkiezing van ambtsdragers algemeen Verkiezing van ouderlingen en diakenen Verkiezing van predikanten De werkwijze van de wijkkerkenraad Besluitvorming De kerkdiensten De vermogensrechtelijke aangelegenheden; kerkrentmeesterlijk De vermogensrechtelijke aangelegenheden; diaconaal De vermogensrechtelijke aangelegenheden; algemeen Overige taken van kerkrentmeesters en diakenen Overige bepalingen
Vaststelling
Deze plaatselijke regeling is vastgesteld door de wijkkerkenraad op 15 december 2005 en is vanaf 25 januari 2006 in werking getreden, nadat de gemeenteleden erin gekend waren.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 46
§ 1. Samenstelling van de wijkkerkenraad Ordinantietekst: Ord. 4, art. 6 1. Elke gemeente heeft een kerkenraad. 2. De kerkenraad wordt gevormd door de ambtsdragers van de gemeente. Met het oog op de vervulling van de door de kerkenraad te verrichten taken stelt de kerkenraad het aantal ambtsdragers vast met dien verstande dat in de kerkenraad alle ambten aanwezig zijn en wel naast de predikant ten minste twee ouderlingen die niet tevens kerkrentmeester zijn, twee ouderlingen die tevens kerkrentmeester zijn en drie diakenen. In een gemeente met minder dan 300 leden kan de kerkenraad een kleiner aantal ambtsdragers vaststellen, met dien verstande dat alle ambten aanwezig zijn en in de plaatselijke regeling – met medewerking en goedvinden van het breed moderamen van de classicale vergadering, na in daarvoor in aanmerking komende gevallen de evangelisch-lutherse synode te hebben gehoord – is voorzien op welke wijze de in de ordinanties genoemde taken worden verricht. Wanneer de helft van het aantal ambtsdragers ontbreekt of buiten functie is, bepaalt het breed moderamen van de classicale vergadering na overleg met de nog functionerende ambtsdragers en na in daarvoor in aanmerking komende gevallen de evangelischlutherse synode te hebben gehoord, op welke wijze de in de ordinanties genoemde taken kunnen worden verricht. 6. De kerkenraad kan bepalen dat en in hoeverre zij die in de gemeente in een bediening zijn gesteld, als adviseur aan de vergaderingen van de kerkenraad deelnemen. 7. De kerkenraad kan predikanten die met bijzondere opdracht aan de gemeente verbonden zijn en dienstdoende predikanten die lid zijn van de gemeente benoemen tot lid van de kerkenraad.
§ 1. Samenstelling van de wijkkerkenraad Artikelen plaatselijke regeling 1.1. Aantal ambtsdragers De wijkkerkenraad bestaat uit de volgende ambtsdragers: Ambt:
Gevuld:
Predikant Ouderlingen
1 18
ouderlingenkerkrentmeester diakenen Totaal
3
Verplicht minimum (ord. 4-6-3) 1
8 31
2 2 of 3 * 3 8
*= ingeval er wel een wijkraad van kerkrentmeesters is, maar geen kerkrentmeesters-niet-ouderling zijn, zie toelichting. Op Bijbelse gronden is de wijkkerkenraad een college van mannelijke belijdende leden. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 47
1.2 Vaste adviseurs Er nemen geen vaste adviseurs aan de vergadering van de wijkkerkenraad deel. § 2.1 Verkiezing van ambtsdragers - algemeen Ordinantietekst: Ord. 3, art. 2. De verkiezingsregeling 1. De verkiezing wordt gehouden volgens een door de kerkenraad vast te stellen regeling. 2. Tot vaststelling of wijziging van deze regeling kan de kerkenraad overgaan met inachtneming van het bepaalde in ordinantie 4-7-2. 3. De kerkenraad bepaalt, na de leden van de gemeente er in gekend en er over gehoord te hebben, of alleen belijdende leden dan wel ook doopleden stemgerechtigd zijn en legt dit in de in lid 1 genoemde regeling vast. Om stemgerechtigd te zijn dienen doopleden de leeftijd van achttien jaar te hebben bereikt. 4. De kerkenraad kan in de regeling opnemen dat bij volmacht kan worden gestemd, met dien verstande dat niemand meer dan twee gevolmachtigde stemmen kan uitbrengen en alleen stemgerechtigde leden gevolmachtigde stemmen kunnen uitbrengen.
Generale regeling gastlidmaatschap Art. 6 Rechten van gastleden 4. Gastleden kunnen lid zijn van kerkenraadscommissies en organen van bijstand van ambtelijke vergaderingen. Alleen indien de in ordinantie 3-2 bedoelde verkiezingsregeling van de gemeente daarin expliciet voorziet, hebben zij het passief en actief kiesrecht. Zij kunnen niet worden afgevaardigd naar een meerdere vergadering.
§ 2.1 Verkiezing van ambtsdragers - algemeen Artikelen plaatselijke regeling 2.1.1. Stemrecht Alleen de belijdende leden zijn stemgerechtigd. 2.1.2. Regels voor het stemmen a. De stemming geschiedt schriftelijk. b. Indien er meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, zijn van hen verkozen diegenen op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht en die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen hebben behaald, toe het aantal vacatures dat vervuld moet worden. c. Indien voor een vacature geen van de kandidaten een meerderheid heeft behaald, vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten, die de meeste stemmen behaalden. d. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan beslist het lot. 2.1.3. Stemmen bij volmacht Er kan bij volmacht worden gestemd, met dien verstande dat niemand meer dan twee gevolmachtigde stemmen kan uitbrengen en alleen stemgerechtigde leden gevolmachtigde
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 48
stemmen kunnen uitbrengen. De volmachten zijn schriftelijk en ondertekend en worden van te voren aan de wijkkerkenraad getoond.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 49
§ 2.2. Verkiezing van ouderlingen en diakenen Ordinantietekst Ord. 3, art. 6. De verkiezing van ouderlingen en diakenen 1. De verkiezing van ouderlingen en diakenen geschiedt uit de stemgerechtigde leden van de (wijk)gemeente. Slechts per geval en na instemming van het breed moderamen van de classicale vergadering kan de kerkenraad een stemgerechtigd lid van een andere (wijk)gemeente kandidaat stellen met het oog op de verkiezing tot ouderling of diaken. 2. De kandidaatstelling met het oog op de verkiezing geschiedt door de kerkenraad. 3. Voorafgaande aan de kandidaatstelling wordt de gemeente uitgenodigd schriftelijk en ondertekend bij de kerkenraad aanbevelingen in te dienen van personen die naar haar mening voor verkiezing in aanmerking komen. Aanbevelingen van personen die naar de mening van gemeenteleden voor verkiezing in aanmerking komen, gaan vergezeld van een vermelding bij elke aanbevolene van het ambt waarvoor de aanbevolene in aanmerking komt. 4. De kerkenraad maakt voor elk ambt waarin een vacature is of zal ontstaan een verkiezingslijst op met daarop de namen van hen: - die door tien of meer stemgerechtigde gemeenteleden voor dat ambt zijn aanbevolen; - die door de kerkenraad zelf voor het ambt worden voorgedragen. Doopleden worden eerst op de verkiezingslijst opgenomen, nadat de kerkenraad zich ervan vergewist heeft, met inachtneming van ordinantie 9-4-1 en 2, dat zij onder de belijdende leden kunnen worden opgenomen. 5. Indien de verkiezingslijst meer namen telt dan het aantal vacatures voor dat ambt, vindt verkiezing plaats door de stemgerechtigde leden van de gemeente. Indien het aantal kandidaten niet groter is dan het aantal vacatures, worden de kandidaten verkozen verklaard. 6. De stemgerechtigde leden van de (wijk)gemeente kunnen - telkens voor een periode van ten hoogste zes jaren - de kerkenraad machtigen om, na kennisneming van de ingekomen aanbevelingen voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen, voor elke vacature afzonderlijk een dubbeltal vast te stellen, waaruit de verkiezing door de stemgerechtigde leden van de (wijk)gemeente plaatsvindt. 7. In afwijking van het bepaalde in dit artikel geschiedt in een gemeente met wijkgemeenten de verkiezing van ouderlingen en diakenen met een bepaalde opdracht ten behoeve van de gemeente in haar geheel, door de algemene kerkenraad uit de stemgerechtigde leden van de gemeente, nadat de leden van de gemeente in de gelegenheid zijn gesteld personen aan te bevelen die naar hun mening voor verkiezing in aanmerking komen. Zij maken als boventallig lid deel uit van de algemene kerkenraad. Zij kunnen tevens, op verzoek van de wijkkerkenraad van de wijkgemeente waartoe zij behoren, deel uitmaken van die wijkkerkenraad. 8. De kerkenraad maakt de namen van hen die gekozen zijn, aan de gemeente bekend om haar goedkeuring te verkrijgen met het oog op hun bevestiging. 9. Bezwaren tegen de gevolgde verkiezingsprocedure of tegen de bevestiging van een gekozene kunnen worden ingebracht door stemgerechtigde leden van de gemeente en dienen uiterlijk één week na deze bekendmaking schriftelijk en ondertekend bij de kerkenraad te worden ingediend. 10. De kerkenraad zendt het bezwaarschrift binnen veertien dagen - onverminderd zijn verantwoordelijkheid te proberen zelf het bezwaar weg te nemen - indien het gaat om een bezwaar tegen de gevolgde verkiezingsprocedure, door naar het regionale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen en, indien het gaat om een bezwaar tegen de bevestiging van de gekozene, naar het regionale college voor het opzicht.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 50
Het regionale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen doet terzake een einduitspraak. Het regionale college voor het opzicht doet, indien het de bezwaren ongegrond verklaart, een einduitspraak. Tegen de uitspraak van het regionale college voor het opzicht om de bezwaren gegrond te verklaren is beroep mogelijk. 11. Indien geen bezwaren zijn ingebracht of de ingebrachte bezwaren ongegrond zijn bevonden, vindt - met inachtneming van het in ordinantie 9-5-4 bepaalde - de bevestiging plaats in een kerkdienst met gebruikmaking van een daarvoor bestemde orde. De bevestiging kan onder handoplegging geschieden.
§ 2.2. Verkiezing van ouderlingen en diakenen Artikelen plaatselijke regeling 2.2.1. Tijdstip van de verkiezing De verkiezing van ouderlingen en diakenen vindt plaats in het najaar van de oneven jaren. 2.2.2. Uitnodigingen
De uitnodiging tot het doen van aanbevelingen, genoemd in Ord. 3-6-3, wordt tenminste 2 weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de wijkkerkenraad gedaan. De uitnodiging om te stemmen wordt tenminste 2 weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de kerkenraad gedaan.
2.2.3. Ouderlingen en diaken worden gekozen: a. tijdens een vergadering van stemgerechtigde leden; of b. verkiezing door de kerkenraad (indien door de gemeente geen (of 1) kandidaten zijn ingediend). 2.2.4. Na kennisneming van de ingekomen aanbevelingen voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen stelt de wijkkerkenraad voor elke vacature afzonderlijk een dubbeltal vast, waaruit de verkiezing door de stemgerechtigde leden van de wijkgemeente plaatsvindt. De stemgerechtigde leden van de gemeente hebben de wijkkerkenraad hiertoe voor een periode van zes jaar gemachtigd. Zie voor nadere bijzonderheden de 'machtiging uit hoofde van Ord. 3-6-6', die hieronder aan deze plaatselijke regeling is ingevoegd. De procedure beschreven in dit artikel komt in de plaats van het bepaalde in Ord. 3-6-4, eerste deel.
Machtiging uit hoofde van Ord. 3-6-6 Op 15-12- 2004 hebben de stemgerechtigde leden van de Hervormde wijkgemeente Nieuwe Kerk- Zuid, Leuvenum en Staverden, de kerkenraad van die gemeente voor de duur van zes jaar gemachtigd om voor de verkiezing van ambtsdragers de procedure, beschreven in Ord. 3-6-6, te volgen. De kerkenraad zal de gemeente hierover uiterlijk 15-12-2010 opnieuw raadplegen. Voorzitter kerkenraad Scriba kerkenraad
Ord. 3-7 De ambtstermijn van ouderlingen en diakenen 1. De ambtstermijn van ouderlingen en diakenen is vier jaar. Zij zijn eenmaal terstond als ambtsdrager herkiesbaar. De kerkenraad kan hiervan slechts per geval in bijzondere omstandigheden afwijken na instemming van het breed moderamen van de classicale vergadering.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 51
2. Zij die niet terstond herkiesbaar zijn, zijn eerst na afloop van een tijdvak van elf maanden na de datum waarop hun ambtstermijn volgens het rooster van aftreden verstreken is, verkiesbaar. 3. Indien een ambtsdrager is afgevaardigd naar een meerdere vergadering of als ambtsdrager zitting heeft in een regionaal of generaal college, kan de kerkenraad de ambtstermijn verlengen tot het einde van de termijn waarvoor deze als afgevaardigde is aangewezen of als lid is benoemd. 4. De kerkenraad stelt voor de ouderlingen en de diakenen een rooster van aftreden vast. Wanneer het gaat om de vervulling van een tussentijds ontstane vacature, handelt de kerkenraad met betrekking tot de datum van aftreden naar bevind van zaken. 5. Aftredende ambtsdragers houden zo mogelijk in de kerkenraad zitting tot hun opvolgers zijn bevestigd, doch in elk geval niet langer dan zes maanden na de datum waarop hun ambtstermijn volgens het rooster van aftreden verstreken is. 6. In de plaatselijke regeling voor de verkiezing van ambtsdragers wordt vastgesteld in welke maand de verkiezing van ouderlingen en diakenen wordt gehouden.
§ 2.3 Verkiezing van predikanten Ordinantietekst Ord. 3, art. 4. De verkiezing van predikanten 1. Voor de verkiezing tot predikant van een gemeente komen in aanmerking zij die in de Protestantse Kerk in Nederland tot het ambt van predikant beroepbaar zijn. 2. Predikanten voor gewone werkzaamheden zijn pas beroepbaar wanneer zij ten minste vier jaar de gemeente waaraan zij verbonden zijn, hebben gediend. Afwijking hiervan is slechts mogelijk met instemming van het breed moderamen van de classicale vergadering van de classis waartoe de gemeente behoord waaraan de betrokken predikant verbonden is. 3. Een predikant kan niet binnen twee jaar voor de tweede maal worden beroepen in dezelfde vacature. 4. De kandidaatstelling met het oog op de verkiezing geschiedt door de kerkenraad. De kerkenraad van een wijkgemeente verricht de kandidaatstelling tezamen met de algemene kerkenraad in een gezamenlijke vergadering, waarbij elke van beide kerkenraden met de kandidatuur dient in te stemmen. 5. De verkiezing van een predikant vindt plaats in een door de kerkenraad belegde vergadering van de stemgerechtigde leden van de gemeente. Gaat het om de verkiezing van een predikant die als predikant voor gewone werkzaamheden verbonden zal worden aan een wijkgemeente, dan geschiedt de verkiezing door de stemgerechtigde leden van de wijkgemeente. 6. Voor het geval dat de kerkenraad één kandidaat ter verkiezing aan de gemeente voorstelt, is een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen vereist om deze gekozen te kunnen verklaren. 7. In een gemeente met meer dan 200 stemgerechtigde leden kan - met medewerking en goedvinden van het breed moderamen van de classicale vergadering - in de in artikel 2-1 bedoelde regeling worden bepaald dat in afwijking van het in lid 5 voorgeschrevene de verkiezing van de predikant geschiedt door de kerkenraad.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 52
8. In afwijking van het bepaalde in dit artikel geschiedt in een gemeente met wijkgemeenten de verkiezing van een predikant met een bepaalde opdracht ten behoeve van de gemeente in haar geheel die niet tevens aan een wijkgemeente verbonden wordt, door de algemene kerkenraad. Deze predikant maakt als boventallig lid deel uit van de algemene kerkenraad. 9. De kerkenraad maakt de naam van de gekozene aan de gemeente bekend om haar goedkeuring te verkrijgen met het oog op de beroeping. 10. Bezwaren tegen de gevolgde verkiezingsprocedure kunnen worden ingebracht door stemgerechtigde leden van de gemeente en dienen uiterlijk één week na deze bekendmaking schriftelijk en ondertekend bij de kerkenraad te worden ingediend. 11. De kerkenraad zendt het bezwaarschrift binnen veertien dagen - onverminderd zijn verantwoordelijkheid te proberen zelf het bezwaar weg te nemen - door naar het regionale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen, dat terzake een einduitspraak doet.
§ 2.3 Verkiezing van predikanten Artikelen plaatselijke regeling
2.3.1. In afwijking van het bepaalde in Ord. 3-4-5 worden predikanten verkozen door de wijkkerkenraad. Bij brief van ………… is hiertoe door het breed moderamen van de classicale vergadering toestemming verleend. 2.3.2. Met betrekking tot de in geval van een predikantsvacature te volgen procedure is van toepassing het bepaalde in…… van de Plaatselijke regeling ten behoeve van het leven en werken van de Centrale Hervormde gemeente te Ermelo.
§ 3. De werkwijze van de wijkkerkenraad Ordinantietekst Ord. 4, art. 8.
Werkwijze
1. De kerkenraad komt ten minste zes maal per jaar bijeen. 2. De kerkenraad kiest jaarlijks uit zijn midden een moderamen bestaande uit ten minste een preses, een scriba en een assessor. In het moderamen hebben ten minste een predikant, een ouderling, een ouderling-kerkrentmeester en een diaken zitting. Indien de kerkenraad minder dan twaalf leden telt, hebben in het moderamen ten minste een predikant, een ouderling of een ouderling-kerkrentmeester en een diaken zitting. 3. Het moderamen heeft tot taak het voorbereiden, samenroepen en leiden van de bijeenkomsten van de kerkenraad, de uitvoering van die besluiten van de kerkenraad waarvoor geen anderen aangewezen zijn, en voorts, onder verantwoording aan de kerkenraad, het afdoen van zaken van formele en administratieve aard en van zaken die geen uitstel gedogen. 4. De kerkenraad kan zich in zijn arbeid laten bijstaan door commissies die door hem worden ingesteld en die werken in opdracht van, onder verantwoordelijkheid van en in verantwoording aan de kerkenraad.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 53
5. De kerkenraad stelt telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan op, na daarover overleg gepleegd te hebben met het college van kerkrentmeesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente. Elk jaar pleegt de kerkenraad met dezelfde colleges en organen overleg over eventuele wijziging van het beleidsplan. Nadat de kerkenraad het beleidsplan of een wijziging daarvan voorlopig heeft vastgesteld, wordt dit in de gemeente gepubliceerd. De kerkenraad stelt de leden van de gemeente in de gelegenheid hun mening over het beleidsplan of de wijziging kenbaar te maken. Daarna stelt de kerkenraad het beleidsplan of de wijziging vast. 6. De kerkenraad maakt een regeling voor zijn wijze van werken, waarin in ieder geval wordt geregeld: het bijeenroepen van zijn vergaderingen, de agendering, de wijze waarop de gemeente wordt gekend en gehoord, de toelating van niet-leden van de kerkenraad tot zijn vergaderingen en het beheer van zijn archieven. 7. De kerkenraad neemt geen besluiten tot het wijzigen van de gang van zaken in de gemeente ten aanzien van: het beantwoorden van de doopvragen door doopleden; het toelaten van doopleden tot het avondmaal; het verlenen van actief en passief kiesrecht aan doopleden; de wijze van de verkiezing van ambtsdragers; het zegenen van andere levensverbintenissen dan een huwelijk van man en vrouw; en ter zake van: de aanduiding en de naam van de gemeente; het voortbestaan van de gemeente; het aangaan van een samenwerkingsverband met een andere gemeente; de plaats van samenkomst van de gemeente; het verwerven, ingrijpend verbouwen, afbreken, verkopen of op andere wijze vervreemden van een kerkgebouw; zonder de leden van de gemeente daarin gekend en daarover gehoord te hebben. Het kennen en horen dient in elk geval plaats te vinden in de vorm van een beraad in de gemeente indien het beraad in de desbetreffende ordinantie is voorgeschreven.
Ord. 4, art. 9.Wijkkerkenraden en algemene kerkenraad 4. De verdeling van de taken en bevoegdheden over enerzijds de algemene kerkenraad en anderzijds de wijkkerkenraden wordt aangegeven in een door de algemene kerkenraad in overleg met de wijkkerkenraden vast te stellen regeling, met dien verstande dat de taken en bevoegdheden van de wijkkerkenraden alles omvatten wat tot de taken en bevoegdheden van de kerkenraad behoort, met uitzondering van datgene wat nadrukkelijk wordt toevertrouwd aan de algemene kerkenraad, waaronder, voor zover in de orde van de kerk niet anders is bepaald: het overleg met de wijkkerkenraden over de taak en de samenwerking van de delen in het geheel van de gemeente en de uitvoering van het werk dat in dat overleg aan de algemene kerkenraad wordt toevertrouwd; het treffen van voorzieningen ten behoeve van de gemeente in haar geheel, waar dat nodig is om recht te doen aan de binnen de gemeente voorkomende kerkelijke verscheidenheid; de vermogensrechtelijke aangelegenheden; datgene wat te maken heeft met de rechtspositie van de predikanten en de gesalarieerde medewerkers.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 54
§ 3. De werkwijze van de wijkkerkenraad Artikelen plaatselijke regeling 3.1. Aantal vergaderingen De wijkkerkenraad vergadert in de regel 10 maal per jaar. 3.2. Oproep voor de vergadering De vergaderingen van de wijkkerkenraad worden uiterlijk de zondag voor de vergaderdatum bijeengeroepen door het moderamen, onder vermelding van zaken, die aan de orde zullen komen (de agenda). 3.3. Verslag van de vergadering Van de vergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld, dat in een eerstvolgende vergadering door de wijkkerkenraad wordt vastgesteld. 3.4. Verkiezing moderamen De in ord. 4.8.2. genoemde jaarlijkse verkiezing van het moderamen geschiedt in de eerste vergadering van het nieuwe kalenderjaar. 3.5. Wijze waarop de gemeente wordt gekend en gehoord In de gevallen dat de kerkorde voorschrijft, dat de kerkenraad de gemeente kent in een bepaalde zaak en haar daarover hoort belegt de wijkkerkenraad een bijeenkomst met de (betreffende) leden van de gemeente, die wordt: aangekondigd in het kerkblad, dat voorafgaande aan de bijeenkomst verschijnt en afgekondigd op tenminste twee zondagen, die aan de bijeenkomst voorafgaan. In deze berichtgeving vooraf maakt de wijkkerkenraad in het kort kenbaar over welke zaak hij de gemeente wil horen. 3.6. De toelating van niet-leden van de kerkenraad tot zijn vergaderingen De wijkkerkenraad kan besluiten dat wijkgemeenteleden of andere belangstellenden als toehoorder tot een bepaalde vergadering worden toegelaten. 3.7. Archieven Het lopend archief van de wijkkerkenraad berust bij de scriba, met inachtneming van de verantwoordelijkheid van de het college van kerkrentmeesters voor de archieven van de gemeente uit hoofde van Ord. 11-2-7 sub g. Het overleg met de wijkkerkenraden over de taak en de samenwerking van de delen in het geheel van de gemeente en de uitvoering van het werk dat in dat overleg aan de algemene kerkenraad wordt toevertrouwd; - het treffen van voorzieningen ten behoeve van de gemeente in haar geheel, waar dat nodig is om recht te doen aan de binnen de gemeente voorkomende kerkelijke verscheidenheid; - de vermogensrechtelijke aangelegen; - dat geven wat te maken heeft met de rechtpositie.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 55
3.8 In overleg met de wijkkerkenraden is door de algemene kerkenraad met inachtneming van het bepaalde in ord. 4-9-4 vastgesteld dat het de taak en bevoegdheid van de algemene kerkenraad is de volgende zaken te regelen: a. getal, plaats en tijd van de kerkdiensten; het ministerie van predikanten doet hiertoe jaarlijks een voorstel; b. het collecterooster op voordracht van het college van diakenen en het college van kerkrentmeesters en de CZEW commissie; c. de aan het moderamen gedelegeerde ontmoetingen; d. verkiezing van ambtsdragers buiten de wijkgemeenten. 3.9. De wijkkerkenraad laat zich in zijn arbeid bijstaan door de navolgende commissies: a. evangelisatiecommissie; b. commissie Kinder- en Tienerpastoraat ‘de Praatpaal’; c. in geval van uitzending de thuisfrontcommissie. Nadere bepalingen omtrent de samenstelling, benoeming en opdracht van de commissies/groepen, de contacten tussen de wijkkerkenraad en deze commissies/groepen, de werkwijze van deze commissies/groepen, de rapportage aan de wijkkerkenraad e.d. zijn per commissie/groep vastgelegd in een instructie, die als bijlage aan deze plaatselijke regeling is gehecht (actie).
§ 4. Besluitvorming Ordinantietekst
Ord. 4, art. 5 Besluitvorming 1. In alle kerkelijke lichamen worden besluiten steeds na gemeenschappelijk overleg en zo mogelijk met eenparige stemmen genomen. Blijkt eenparigheid niet bereikbaar, dan wordt besloten met meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij blanco stemmen niet meetellen. 2. Stemming over zaken geschiedt mondeling tenzij om schriftelijke stemming wordt gevraagd. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is het voorstel verworpen. 3. Stemming over personen geschiedt schriftelijk. Wanneer er niet meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, kan mondeling worden gestemd als niemand van de aanwezige leden tegen mondelinge stemming bezwaar maakt. Indien één kandidaat wordt voorgesteld en de stemmen staken, vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is de kandidaat niet verkozen. Indien er meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, zijn van hen verkozen diegenen op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht en die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen hebben behaald, tot het aantal vacatures dat vervuld moet worden. Indien voor een vacature geen van de kandidaten een meerderheid heeft behaald, vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten die de meeste stemmen behaalden. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan beslist het lot. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 56
4. Geen besluiten kunnen worden genomen indien niet ten minste de helft van het aantal leden van het kerkelijk lichaam ter vergadering aanwezig is. Wanneer in een vergadering het quorum niet aanwezig is, kan ten aanzien van een op die vergadering ingediend voorstel een besluit worden genomen op een volgende vergadering die ten minste twee weken later wordt gehouden, ook wanneer dan het quorum niet aanwezig is.
Artikelen plaatselijke regeling Zie ordinantietekst
§ 5. De kerkdiensten Ordinantieteksten Ord. 5 artikel 1 De eredienst 3. Tijd, plaats en aantal van de kerkdiensten worden vastgesteld door de kerkenraad.
Ord. 6 artikel 2 De toelating tot de doop 4. De kerkenraad bepaalt of doopvragen door doopleden mogen worden beantwoord. De kerkenraad neemt een besluit tot wijziging van het beleid ter zake niet dan na de leden van de gemeente daarin gekend en daarover gehoord te hebben.
Ord. 7 artikel 2 De toelating tot het avondmaal De kerkenraad bepaalt of alleen belijdende leden of ook doopleden aan het avondmaal kunnen deelnemen. De kerkenraad neemt een beslissing tot wijziging van het beleid ten aanzien van de deelname aan het avondmaal niet dan na beraad in de gemeente, tot deelname waaraan de leden van de gemeente worden uitgenodigd.
Ord. 5 artikel 4 Andere levensverbintenissen 1. De kerkenraad kan –na beraad in de gemeente- besluiten dat ook andere levensverbintenissen van twee personen als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht kunnen worden gezegend.
§ 5. De kerkdiensten Artikelen plaatselijke regeling 5.1. De wekelijkse kerkdiensten van de wijkgemeenten worden volgens een door de Algemene Kerkenraad vastgesteld rooster gehouden in de Nieuwe Kerk te Ermelo en de Kapel te Staverden. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 57
5.2 Beantwoording doopvragen. Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.
5.3 Deelname Heilig Avondmaal. Tot de deelname aan het Heilig Avondmaal worden belijdende leden toegelaten. 5.4 Huwelijksinzegening. Alleen een naar de burgerlijke wet tot stand gekomen huwelijk kan worden ingezegend. Het huwelijk, als een verbond van liefde en trouw, zal uitsluitend worden ingezegend als er sprake is van een relatie van man en vrouw.
§ 6.1. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – kerkrentmeesterlijk Ordinantieteksten Ord. 11, art. 4 Vermogensrechtelijke aangelegenheden van gemeenten met wijkgemeenten 1. Waar een gemeente wijkgemeenten heeft, dient in deze ordinantie in plaats van kerkenraad gelezen te worden algemene kerkenraad. 2. In een gemeente met wijkgemeenten vormen de kerkrentmeesters die lid zijn van een wijkkerkenraad tezamen met de andere kerkrentmeesters die benoemd zijn door de wijkkerkenraad, de wijkraad van kerkrentmeesters. De kerkrentmeesters die lid zijn van de algemene kerkenraad, vormen tezamen met de kerkrentmeesters die daartoe op gezamenlijke voordracht van de wijkraden van kerkrentmeesters door de algemene kerkenraad zijn benoemd, het college van kerkrentmeesters. 3. In overleg met de algemene kerkenraad kan het college van kerkrentmeesters, naast de zorg voor het kerkgebouw en de goede gang van zaken daarin tijdens de kerkdiensten, de verzorging van bepaalde vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van nietdiaconale aard toevertrouwen aan de wijkraden van kerkrentmeesters. Een en ander geschiedt met inachtneming van het bepaalde in ordinantie 4-9-4. 4. … 5. … 6. Wanneer een gemeente uit minder dan vier wijkgemeenten bestaat, kan de algemene kerkenraad, met instemming van de wijkkerkenraden, besluiten geen wijkraden van kerkrentmeesters in te stellen. Wanneer geen wijkraden zijn ingesteld, bestaat het college van kerkrentmeesters uit alle kerkrentmeesters van de gemeente en worden de kerkrentmeesters die geen ouderling zijn benoemd door de algemene kerkenraad.
Ord. 11, art. 2 Het college van kerkrentmeesters 1. De ouderlingen die in het bijzonder zijn aangewezen tot kerkrentmeester vormen tezamen met de kerkrentmeesters als bedoeld in lid 3 het college van kerkrentmeesters. 2. Het college van kerkrentmeesters bestaat uit ten minste drie leden. De meerderheid van het college van kerkrentmeesters bestaat uit ouderlingen-kerkrentmeesters. 3. De kerkrentmeesters die geen ouderling zijn, worden door de kerkenraad uit de leden van de gemeente benoemd nadat hun namen zijn voorgedragen aan de gemeente om haar goedkeuring te verkrijgen. Zij kunnen in de gemeente niet tegelijkertijd een ambt dragen. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 58
4. Ten aanzien van de kerkrentmeesters die geen ouderling zijn, is van overeenkomstige toepassing hetgeen voor ambtsdragers bepaald is ter zake van de zittingstijd, de mogelijkheid bezwaar te maken tegen de benoeming, het opzicht en de behandeling van bezwaren en geschillen. 5. Het college van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De voorzitter is een van de ouderlingen-kerkrentmeester. Het college van kerkrentmeesters draagt er zorg voor dat de boekhouding en het middelenbeheer niet in één hand zijn. 6. Indien aan de besluitvorming van het college van kerkrentmeesters minder dan drie leden deelnemen, is een besluit van het college slechts rechtsgeldig: a. wanneer, bij deelname door twee kerkrentmeesters, één ambtsdrager, daartoe aangewezen door de kerkenraad, aan de besluitvorming heeft deelgenomen en b. wanneer, bij deelname door één kerkrentmeester, twee ambtsdragers, daartoe aangewezen door de kerkenraad, aan de besluitvorming hebben deelgenomen. 7. Het college van kerkrentmeesters heeft tot taak: a. het in overleg met en in verantwoording aan de kerkenraad scheppen en onderhouden van de materiële en financiële voorwaarden voor het leven en werken van de gemeente door: - het meewerken aan de totstandkoming van het beleidsplan, de begroting en de jaarrekening van de gemeente overeenkomstig het bepaalde in ordinantie 4-7-1 en het bepaalde in de artikelen 6 en 7; - het zorg dragen voor de geldwerving; - het zorg dragen voor het beschikbaar zijn van ruimten voor de eredienst en de andere activiteiten van de gemeente; en voorts b. het beheren van de goederen van de gemeente; c. het verzorgen van het, in het beleidsplan en de begroting geformuleerde, personeelsbeleid; d. het zorgdragen voor de arbeidsrechtelijke aangelegenheden van hen die krachtens arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam zijn op niet-diaconaal terrein; e. het fungeren als opdrachtgever van kosters en beheerders van gebouwen en ander beherend en administratief personeel dat op arbeidsovereenkomst in dienst van de gemeente werkzaam is; f. het bijhouden van de registers van de gemeente, het doopboek, het belijdenisboek en indien aanwezig - het trouwboek; g. het beheren van de archieven van de gemeente; h. het beheren van de verzekeringspolissen. Met het oog op deze taak kan de ouderling-kerkrentmeester worden vrijgesteld van - het toerusten van de gemeente tot het vervullen van haar pastorale en missionaire roeping en de herderlijke zorg. 8. Het college van kerkrentmeesters blijft bij het beheren van en beschikken over de aan hem toevertrouwde vermogenrechtelijke aangelegenheden van de gemeente binnen de grenzen van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en van de door de kerkenraad vastgestelde begroting. 9. De volgende rechtshandelingen behoeven vooraf de instemming van de kerkenraad:
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 59
- het verkrijgen, bouwen, ingrijpend verbouwen, uitbreiden of restaureren, verhuren, bezwaren, verkopen of op andere wijze vervreemden en afbreken van een gebouw of een orgel, beide in gebruik ten behoeve van de eredienst of anderszins van belang voor het leven en werken van de gemeente; - het aangaan van verplichtingen waarin niet bij vastgestelde begroting is voorzien; - het aanvaarden van erfstellingen of schenkingen onder last of voorwaarde; - het oprichten van of deelnemen aan een stichting;
§ 6.1. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – kerkrentmeesterlijk Artikelen plaatselijke regeling 6.1.1. De wijkraad van kerkrentmeesters bestaat uit 3 ouderlingen-kerkrentmeesters. De zorg voor de goede gang van zaken in het kerkgebouw tijden de kerkdiensten van de wijkgemeenten genoemd in ord. 5-8, berust bij de kerkrentmeesters, die lid zijn van de wijkkerkenraad. 6.1.2. In de wijkkerkenraad hebben 3 ouderling- kerkrentmeesters zitting. Zij wijzen uit hun midden een administrerend kerkrentmeester aan, die belast wordt met de boekhouding van de wijkkerkenraad en het beheer van de wijkkas; hij is bevoegd betalingen te doen ten laste van de wijkkas, zulks met inachtneming van de door de wijkkerkenraad vastgestelde begroting. 6.1.3. Overeenkomstig Ord.11-4-3 heeft de wijkraad van kerkrentmeesters de volgende taken door het college van kerkrentmeesters toevertrouwd gekregen: a. het beheer van de wijkkas; b. het mede uitvoeren van de actie kerkbalans in de wijkgemeente.
§ 6.2. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – diaconaal Ordinantieteksten Ord. 11- 4. Vermogensrechtelijke wijkgemeenten
aangelegenheden
van
gemeenten
met
4. In een gemeente met wijkgemeenten vormen de diakenen die lid zijn van een wijkkerkenraad, de wijkraad van diakenen. De diakenen die lid zijn van de algemene kerkenraad, vormen tezamen met de diakenen die daartoe op gezamenlijke voordracht van de wijkraden van diakenen door de algemene kerkenraad zijn benoemd, het college van diakenen. 5. In overleg met de algemene kerkenraad kan het college van diakenen de verzorging van bepaalde vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van diaconale aard toevertrouwen aan de wijkraden van diakenen. Een en ander geschiedt met inachtneming van het bepaalde in ordinantie 4-9-4.
Ord. 11, art. 3. Het college van diakenen 1. De diakenen vormen tezamen het college van diakenen. Het college van diakenen bestaat uit ten minste drie leden.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 60
2. Het college van diakenen wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het college van diakenen draagt er zorg voor dat de boekhouding en het middelenbeheer niet in één hand zijn. 3. Indien aan de besluitvorming van het college van diakenen minder dan drie leden deelnemen, is een besluit van het college slechts rechtsgeldig, a. wanneer, bij deelname door twee diakenen, één ambtsdrager, daartoe aangewezen door de kerkenraad, aan de besluitvorming heeft deelgenomen en b. wanneer, bij deelname door één diaken, twee ambtsdragers, daartoe aangewezen door de kerkenraad, aan de besluitvorming hebben deelgenomen. 4. Het college van diakenen heeft tot taak: a. het in overleg met en in verantwoording aan de kerkenraad scheppen en onderhouden van de materiële en financiële voorwaarden voor de door de gemeente te verrichten diaconale dienst door: - het meewerken aan de totstandkoming van het beleidsplan, de diaconale begroting en de diaconale jaarrekening overeenkomstig het bepaalde in ordinantie 4-7-1 en het bepaalde in de artikelen 6 en 7; - het zorg dragen voor de geldwerving ten behoeve van de diaconale arbeid van de gemeente; en voorts b. het beheren van de goederen van de diaconie; c. het verzorgen van het, in het beleidsplan en de diaconale begroting geformuleerde, personeelsbeleid; d. het zorgdragen voor de arbeidsrechtelijke aangelegenheden van hen die krachtens arbeidsovereenkomst bij de diaconie werkzaam zijn; e. het fungeren als opdrachtgever van hen die op arbeidsovereenkomst in de gemeente op diaconaal terrein werkzaam zijn; f. het beheren van verzekeringspolissen. 5. Het college van diakenen blijft bij het beheren van en beschikken over de aan hem toevertrouwde vermogensrechtelijke aangelegenheden binnen de grenzen van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de door de kerkenraad vastgestelde begroting. 6. De volgende rechtshandelingen behoeven vooraf de instemming van de kerkenraad: - het aangaan van verplichtingen waarin niet bij vastgestelde begroting is voorzien; - het aanvaarden van erfstellingen of schenkingen onder last of voorwaarde; - het oprichten van of deelnemen aan een stichting; - het voeren van processen voor de overheidsrechter en het aangaan van overeenkomsten om geschillen op een andere wijze tot een oplossing te brengen. 7. Het college van diakenen is bevoegd diaconale steun te verlenen aan personen, organen, kassen, fondsen, instellingen en rechtspersonen in binnen- en buitenland. Uitsluitend in zeer bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van het regionale college voor de behandeling van beheerszaken en nadat ter zake toestemming is verkregen van dit college, kan het college van diakenen besluiten diaconale gelden beschikbaar te stellen voor niet-diaconaal werk van de gemeente.
6.2.1. De wijkraad van diakenen bestaat uit 8 leden.
§ 6.3. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – algemeen Ordinantieteksten
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 61
Ord. 11, art. 6. De begrotingen en het collecterooster 1. Elk jaar plegen het college van kerkrentmeesters en het college van diakenen met de kerkenraad en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente overleg over de in samenhang met het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan op te stellen begrotingen en het collecterooster van het komende kalenderjaar. 2. Vóór 1 november dienen het college van kerkrentmeesters en het college van diakenen hun ontwerpbegrotingen bij de kerkenraad in, vergezeld van een door hen in onderling overleg opgesteld gemeenschappelijk ontwerpcollecterooster. 3. Indien de kerkenraad wijzigingen wil aanbrengen in de ontwerpbegrotingen overlegt hij met het betrokken college over de voorgenomen wijziging. Indien over de wijziging geen overeenstemming wordt verkregen, vraagt de kerkenraad bemiddeling van het regionale college voor de behandeling van beheerszaken. Eerst na bemiddeling van het regionale college neemt de kerkenraad een definitief besluit. 4. Nadat de kerkenraad de begrotingen voorlopig heeft vastgesteld, worden deze in samenvatting in de gemeente gepubliceerd en tevens gedurende een week in haar geheel voor de leden van de gemeente ter inzage gelegd. De kerkenraad stelt de leden van de gemeente in de gelegenheid hun mening over de begrotingen kenbaar te maken op de wijze die in de regeling voor de wijze van werken van de kerkenraad is aangegeven. Daarna stelt de kerkenraad de begrotingen en het collecterooster vast. 5. Indien een kerkenraad wijzigingen wil aanbrengen in de vastgestelde begroting is het bepaalde in lid 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.
Ord. 11, art. 7. De jaarrekeningen 1. Het college van kerkrentmeesters en het college van diakenen leggen elk jaar vóór 1 mei hun ontwerpjaarrekeningen over het laatstverlopen kalenderjaar aan de kerkenraad voor. 2. Deze jaarrekeningen worden in haar geheel of in samenvatting in de gemeente gepubliceerd en tevens gedurende een week in haar geheel voor de leden van de gemeente ter inzage gelegd. De kerkenraad stelt de leden van de gemeente in de gelegenheid hun mening over de jaarrekeningen kenbaar te maken op de wijze die in de regeling voor de wijze van werken van de kerkenraad is aangegeven. 3. Daarna stelt de kerkenraad de jaarrekeningen vast, hetgeen strekt tot decharge van de kerkrentmeesters respectievelijk de diakenen inzake het door hen gevoerde beheer, tenzij de kerkenraad een voorbehoud maakt, of het regionale college voor de behandeling van beheerszaken nader overleg wenst. 4. Elk jaar wordt vóór de vaststelling van de jaarrekeningen de financiële administratie van de gemeente en van de diaconie gecontroleerd door een door de kerkenraad aan te wijzen certificerend accountant of twee andere onafhankelijke deskundigen.
§ 6.3. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – algemeen Artikelen plaatselijke regeling
Geen artikelen. Hiervoor wordt verwezen naar de Centrale Hervormde gemeente van Ermelo.
§ 6.4. Overige taken van kerkrentmeesters en diakenen
In deze paragraaf worden nog een aantal vermeldingen van de kerkrentmeesters en de diakenen in de ordinanties bij de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland genoemd, bedoeld om een indruk te geven van de taken, die in de kerkorde zijn toegedacht aan het college van kerkrentmeesters resp. diakenen en die in de vorige paragrafen van het model nog niet zijn genoemd. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 62
A. Kerkrentmeesters Ordinantie 3 art. 5 (beroeping van predikanten) … 3. Bij de beroepsbrief behoort een aanhangsel met de schriftelijke opgave van de toegezegde inkomsten en rechten. Dit aanhangsel wordt ondertekend door de preses en de scriba van de (algemene) kerkenraad en door de voorzitter en de secretaris van het college van kerkrentmeesters. … art. 10 … 2. Aan de ouderlingen die in het bijzonder zijn aangewezen tot kerkrentmeester is bovendien toevertrouwd, tezamen met de andere kerkrentmeesters, - de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van nietdiaconale aard, - het bijhouden van de registers van de gemeenteleden en van het doopboek, het belijdenisboek en het trouwboek. art. 28 … 2. De kerkelijke medewerkers worden benoemd door of vanwege de ambtelijke vergadering of het kerkelijke lichaam onder verantwoordelijkheid waarvan zij werkzaam zijn. Een kerkelijke medewerker wordt aangesteld - voor een gemeente door het college van kerkrentmeesters of door het college van diakenen; - … Ordinantie 4 art. 8 … 5. De kerkenraad stelt telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan op, na daarover overleg gepleegd te hebben met het college van kerkrentmeesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente. … Ordinantie 5 art. 6 … 2. De kerkmusicus wordt benoemd door de kerkenraad na overleg met het college van kerkrentmeesters, bij voorkeur uit de leden van de kerk. De aanstelling van de kerkmusicus geschiedt door het college van kerkrentmeesters. … Artikel 7. 1. Ten behoeve van de zorg voor het kerkgebouw en de goede gang van zaken daarin tijdens de kerkdiensten kunnen de kerkrentmeesters zich laten bijstaan door een koster. 2. De koster wordt benoemd door de kerkenraad op voordracht van het college van kerkrentmeesters, bij voorkeur uit de leden van de kerk. De aanstelling van de koster geschiedt door het college van kerkrentmeesters. … Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 63
Artikel 8. Het kerkgebouw 1. De zorg voor het kerkgebouw en de goede gang van zaken daarin tijdens de kerkdiensten berust bij het college van kerkrentmeesters. 2. Over de inrichting van het kerkgebouw beslist de kerkenraad, gehoord het orgaan van de kerk dat op dit terrein werkzaam is. 3. Het kerkgebouw wordt door het college van kerkrentmeesters in overleg met de kerkenraad bij voorrang beschikbaar gesteld voor gemeentelijke en kerkelijke doeleinden. 4. Wanneer een kerkgebouw in gebruik is bij een wijkgemeente dient in de leden 1, 2 en 3 in plaats van het college van kerkrentmeesters wijkraad van kerkrentmeesters en in plaats van kerkenraad wijkkerkenraad te worden gelezen, tenzij in de plaatselijke regeling anders is bepaald. B. Diakenen Ordinantie 3 Artikel 11. Het dienstwerk van de diakenen 1. Tot opbouw van de gemeente met het oog op haar dienst in de wereld is aan de diakenen toevertrouwd: - de ambtelijke tegenwoordigheid in de kerkdiensten; - de dienst aan de Tafel van de Heer; - het mede voorbereiden van de voorbeden; - het inzamelen en besteden van de liefdegaven; - het toerusten van de gemeente tot het vervullen van haar diaconale roeping; - het verlenen van bijstand, verzorging of bescherming aan hen die dat behoeven; - het nemen of ondersteunen van initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van het maatschappelijk welzijn; - het dienen van de gemeente en de kerk in haar bemoeienis met betrekking tot sociale vraagstukken en het aanspreken van de overheid en de samenleving op haar verantwoordelijkheid dienaangaande; - het beheren van de financiële zaken die bestemd zijn voor het diaconaat; - en zo zij daartoe geroepen worden, het dienen van de kerk in de meerdere vergaderingen. Artikel 28.De kerkelijke medewerkers … 2.De kerkelijke medewerkers worden benoemd door of vanwege de ambtelijke vergadering of het kerkelijke lichaam onder verantwoordelijkheid waarvan zij werkzaam zijn. Een kerkelijke medewerker wordt aangesteld: -voor een gemeente door het college van kerkrentmeesters of door het college van diakenen; … Ordinantie 4 Artikel 8.Werkwijze … 5.De kerkenraad stelt telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan op, na daarover overleg gepleegd te hebben met het college van kerkrentmeesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 64
Elk jaar pleegt de kerkenraad met dezelfde colleges en organen overleg over eventuele wijziging van het beleidsplan. …
Ordinantie 7 Artikel 3.De viering van het Heilig Avondmaal 1. Het Heilig Avondmaal wordt bediend door een predikant, waarbij de diakenen aan de tafel van de Heer dienen en de ouderlingen medeverantwoordelijkheid dragen. De bediening geschiedt op de wijze die door de kerkenraad is vastgesteld en met gebruikmaking van een van de orden uit het dienstboek van de kerk.
Ordinantie 8
Artikel 3.De diaconale arbeid … 3.De diaconale zorg in de gemeente en in haar omgeving krijgt gestalte in het leven van de leden van de gemeente, die worden opgewekt tot onderling dienstbetoon, tot voorbeden en tot de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid in de wereld, als ook in de arbeid die door en onder leiding van de diakenen wordt verricht. 4.De gemeente vervult haar diaconale opdracht elders in de wereld met behulp van en onder leiding van de diakenen en, in samenwerking met de daartoe aangewezen organen van de kerk, met inachtneming van het bepaalde in ordinantie 14.
Ondertekening Aldus te Ermelo vastgesteld in de vergadering van de kerkenraad van 15 december 2005. F. Wijnhorst, preses H. Hop, scriba
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 65
Bijlage 10 - Jeugdbeleidsplan
Kijken door de ogen van Jezus Beleidsplan Jeugdwerk 2009-2012
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 66
Inhoudsopgave Inleiding
3
De missie waar wij voor staan De context Ambities voor kinderen en jongeren Ambities voor jeugdwerkers Ambitie voor gemeente en ouders
4 4 4 4 4
Het jeugdwerk op dit moment Het jeugdwijkteam I Catechese II Pastoraat III Diaconaat IV Clubs / Soos V Zondagsscholen VI Open jeugdwerk VII Zondagactiviteiten VIII Projecten en jaaractiviteiten
6 7 7 8 9 9 9 10 10 11
Wat ons te doen staat I Kinderen II Tieners en jongeren III Leidinggevenden IV Ouders V De gemeente VI Jeugdwijkteam
13 13 13 13 13 14 14
Om te bespreken Om te zingen Om te onderzoeken Om te bezinnen Om terug te koppelen Om te bespreken Bijbelgedeelten
15 15 15 16 16 16 17
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 67
Inleiding Dit is het beleidsplan van het jeugdwerk van de Nieuwe kerk en de Kapel. Reden om een beleidsplan op te stellen, is dat we voor de komende periode, met beide kerkenraden willen afstemmen welke acties we gaan ondernemen. Dit doen we niet zonder nadenken, maar vanuit een missie en met een aantal ambities voor kinderen, jongeren, jeugdwerkers, ouders, voor de hele gemeente. De belofte is weliswaar helder: de Heere God wil werken door het verbond, door de geslachten, maar daarin ligt juist een opdracht voor de Gods gemeente om voluit zorg een aandacht te geven aan kinderen en jongeren. We zijn daarin afhankelijk van Gods zegen. We bidden om Zijn zegen en vragen u en jou mee te bidden en mee te werken. De handen gevouwen en de handen uit de mouwen! De eerste opstart van dit beleidsplan heeft in het seizoen 2007/2008 plaatsgevonden. In het seizoen 2008/2009 is het document opgesteld met het oog op de periode 2009 tot en met 2012. Eind 2007 is met beide kerkenraden de eerste aanzet gedaan in een gezamenlijke consistorievergadering, waarbij we samen hebben nagedacht over de plaats van kinderen, tieners en jongeren in de gemeente. We hebben geconstateerd dat zij een volwaardige plek innemen, waarbij we hen willen laten meedoen en hen willen laten opgroeien in de gemeente: in het leren, vieren, dienen, zorgen en getuigen. We hebben ons hierbij laten inspireren door de eenheid die wij in Christus vormen als gemeente (1 Korinthe 12, Efeze 4), waarbij de jongeren in Hem voluit deel uit maken van de gemeente. En wij hebben ons laten inspireren door de Heere Jezus die de kinderen tot Zich laat komen en hen zegent en tot voorbeeld stelt. In het jeugdwerk willen we kijken door de ogen van de Heere Jezus. Aan het eind van het catechisatieseizoen hebben wij jongeren op de catechisaties gevraagd om ideeën en input voor het jeugdwerk. Het beleidsplan is als volgt opgebouwd: Allereerst wordt de missie en worden de ambities van het jeugdwijkteam weergegeven. Vervolgens wordt het jeugdwerk zoals dit op dit moment georganiseerd is, beschreven met ingekaderd enkele aandachtspunten uit de afgelopen periode. Daarna worden de acties beschreven die wij in de planperiode tot en met 2012 willen ondernemen langs zes lijnen, te weten: kinderen, tieners/jongeren, leidinggevenden, ouders, gemeente en het jeugdwijkteam. Aan de acties zijn ook tijdslijnen verbonden. Tot slot is een handleiding toegevoegd om dit beleidsplan samen te bespreken.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 68
De missie waar wij voor staan Kijken door de ogen van Jezus. Kunnen wij dat? In al onze gebreken mogen wij als het ware kijken door een bril, die niet van ons is. Maar God vraagt het wel van ons. In Jezus Christus geeft Hij zicht op een nieuwe werkelijkheid. Kijkend door deze bril, mogen wij leren wat Jezus met ons en de kinderen van de gemeente voor heeft. Daarom:
Wij willen kijken door de ogen van Jezus naar kinderen en jongeren. Dat is met liefde: we mogen kinderen en tieners zien zoals ze zijn, we willen een relatie met hen opbouwen en we willen hen ruimte geven voor eigen initiatief en groei.
Dat is met gezag: we mogen hen voorleven in tradities, we mogen hen best houden aan afspraken en van hen vragen dat ze luisteren.
En dat is met een boodschap: we mogen hen in gebed, verhalen en gesprek het evangelie doorgeven: dat Jezus wil goed maken wat kapot is.
De context
Het jeugdwerk vindt plaats in en rond wijk 2 en 3 van de hervormde gemeente van Ermelo in de Protestantse Kerk. Het gezamenlijke jeugdwerk in deze wijken staat - te midden van het geheel van de gemeente van Ermelo - in de traditie van het gereformeerd belijden. Het jeugdwerk van de Nieuwe kerk en de Kapel wil vorm geven aan aansprekende activiteiten en pastorale zorg voor kinderen en jongeren van 0-25 jaar. We willen, met respect voor de tradities binnen onze gemeente, op een eigentijdse manier kinderen en jongeren uitdagen Jezus Christus te volgen. We zijn dankbaar voor de kinderen en jongeren in onze gemeente. Ook zijn we dankbaar voor het vele werk wat al mag gebeuren! In al ons werk zijn wij afhankelijk van de zegen van God en van het werk van de Heilige Geest. Daar bidden we om. Al biddend mogen we ook aan de slag. En mogen we ook ambitieus zijn. Met ambities voor de kinderen en jongeren, voor jeugdwerkers, voor ouders. Voor de gemeente van Christus te Ermelo.
Ambities voor kinderen en jongeren
In het jeugdwerk doen wij een beroep op kinderen en jongeren met het oog op hun taak in de wereld en de zorg voor mensen om hen heen. In het jeugdwerk willen we tussen jongeren in staan, meedoen, relaties aangaan en hen begeleiden op hun levensweg. Dat wij kinderen en jongeren met liefde mogen zien zoals ze zijn, betekent dat we hen ook zien als kinderen die in zonden zijn geboren en ontvangen (Doopformulier). Wij wijzen daarbij altijd op het leven met de Heere Jezus in de weg van het verbond van genade. Hem volgen is een weg van bekering. Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. (1 Johannes 1, vers 7). Wij hebben in het jeugdwerk een specifieke pastorale verantwoordelijkheid voor deze kinderen en jongeren. Wij willen hen op een eerlijke manier laten zien wat God in ons leven betekent, met hen in gesprek zijn over wat dat voor hen betekent en hoe zij hier persoonlijk en in de gemeente invulling aan kunnen geven. Door te leren, te vieren, te zorgen, te dienen en te getuigen.
Ambities voor jeugdwerkers Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 69
Als jeugdwerkers en jeugdwijkteam hebben wij naar elkaar een belangrijke taak om samen vorm te geven aan het jeugdwerk, elkaar te bemoedigen en toe te rusten. Het jeugdwijkteam heeft de leiding over het jeugdwerk en legt hierover verantwoording af aan de kerkenraden. Waar mogelijk worden verantwoordelijkheden gedelegeerd naar leidinggevenden of werkgroepen.
Ambities voor gemeente en ouders
Het jeugdwerk maakt onlosmakelijk deel uit van de hele wijkgemeente. Het is belangrijk dat er in het geheel van de gemeente en in de thuissituatie aandacht is voor kinderen en jongeren en het opgroeien en meedoen in het geloof. Vanuit het jeugdwerk spelen wij een actieve en stimulerende rol hierin.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 70
Het jeugdwerk op dit moment Het jeugdwerk van de Nieuwe kerk & Kapel maakt onderdeel uit van de hervormde gemeente van Ermelo. Vanuit de kerkenraden wordt hier vorm aan gegeven door jeugdambtsdragers: jeugdouderlingen en jeugddiakenen. Naast de individuele opdracht van pastoraat en diaconaat, wordt door hen gezamenlijk leiding gegeven aan het jeugdwerk via het jeugdwijkteam. Het jeugdwerk bestaat uit verschillende onderdelen. De structuur ziet er ongeveer zo uit: CJA*
Algemene Kerkenraad
JWA* Kerkenraad Noord
Kerkenraad Zuid, Leuvenum & Staverden
Jeugdwijkteam Nieuwe kerk & Kapel
I Catechisatie 1 catecheseteam, 2 locaties: ’t Venster en ‘t Schooltje II Pastoraat Ingedeeld naar wijken III Diaconaat Via cie. jeugddiaconaat
IV Clubs / soos Ons Huis, ’t Venster, Staverden V Zondagscholen ’t Venster en Staverden VI Open jeugdwerk Ons Huis VII Zondagactiviteiten Jeugddiensten, Singafter en Afterchurch VIII Projecten en jaaractiviteiten Startweek, diaconaal project, Bijbelleesweek, Gebedsweek, Afsluiting, Geloofsopvoeding
*: CJA is de nieuw benoemde Centrale Jeugdambtsdrager, die onderdeel uit maakt van de Algemene Kerkenraad. JWA: jeugdwerkadviseur.
Het jeugdwijkteam
Het jeugdwijkteam (ook wel JWT) bestaat op dit moment uit: 3 Jeugddiakenen (1 uit wijk noord en 2 uit wijk zuid, waarvan 1 van rond de Kapel) 5 jeugdouderlingen (2 uit wijk noord, 3, uit wijk zuid, waarvan 1 van rond de Kapel Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 71
1 jeugdwerkondersteuner De taken en aandachtsvelden van het jeugdwerk worden onder de jeugdambtsdragers verdeeld. Het JWT komt periodiek bij elkaar om met elkaar af te stemmen. Eén van de jeugdambtsdragers functioneert als voorzitter van het JWT. Verslagen van de vergaderingen worden verzonden aan de centrale jeugdwerkadviseur, de centrale jeugdambtsdrager, de scriba’s van de kerkenraden en de predikanten. De Centrale jeugdambtsdrager zal in de nieuw ontstane situatie zorg dragen voor coördinatie in de gehele gemeente en zal contacten onderhouden met de JWT’s en de centrale en interkerkelijke commissies en activiteiten. Als jeugdwijkteam willen we graag meewerken aan centrale activiteiten, zoals de vakantiebijbelweek, het catechisatieweekend, het interkerkelijk zaalvoetbaltoernooi, kerk en school, enzovoort. Vanuit het jeugdwijkteam wordt ook contact onderhouden met andere onderdelen van de gemeente, zoals de evangelisatiecommissie en het jongerenkoor. Het jeugdwijkteam biedt toerusting aan leidinggevenden. Ook wordt het jaarthema, de startweek, het afsluitingsfeest en andere projecten gecoördineerd. Wat betreft het jaarthema, de toerusting en de materialen wordt over het algemeen aangesloten bij de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB). Onze wijkgemeenten zijn lid van de HGJB. Het jeugdwijkteam is een formele commissie van de gezamenlijke kerkenraden van wijk Noord en Zuid, Leuvenum en Staverden. Ze legt verantwoording af aan de kerkenraad. Afgesproken is dat i.p. iedere vergadering er ruimte is voor mededelingen uit het jeugdwerk en dat er indien nodig is er een mogelijkheid voor een gezamenlijke kerkenraadsvergadering over het jeugdwerk.
Aandachtspunten Jeugdwijkteam Het jeugdwijkteam is nog te weinig gepositioneerd als leidinggevend coördinatiepunt van het gehele jeugdwerk in onze wijken. We kunnen meer werk maken van de communicatie aan jongeren en leidinggevenden. Door de takenverdeling van jeugdambtsdragers is er niet altijd bij iedereen overzicht ten behoeve van terugkoppeling in de kerkenraden. De samenwerking met de Centrale Jeugdambtsdrager moet nog verder vorm krijgen. Consequentie zal waarschijnlijk zijn dat er meer (begrotings)verantwoordelijkheden bij het JWT komen te liggen.
I Catechese
Zowel in ’t Venster, als in ’t Schooltje wordt catechisatie gegeven. De catechese vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. De relatie van de catechese met het jeugdwijkteam is de laatste jaren na de vacaturetijd in beide wijken intensiever geworden. In een catecheseteam nemen deel de catecheten (waaronder de predikanten) en mentoren en twee jeugdouderlingen uit het jeugdwijkteam. In ’t Venster ligt de deelname op rond de 60% van de jongeren tussen 12 en 21 jaar. In ’t Venster vindt de volgende opbouw in de catechese: 12/13: leren via groepscatechese (Leer ons kennen, HGJB) 14-16: leren en verkennen via mentorcatechese (Reflector, Van Campen) 16+: leren en coachen via groepscatechese (Reflector, Van Campen, Heidelberger Catechismus)
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 72
De deelname in ’t Schooltje blijft de laatste jaren wat achter. Hier wordt in twee groepen gewerkt met de methode Reflector (Van Campen). Er vindt incidenteel kindercatechese plaats op kinderclubs (één à twee keer per jaar.
Aandachtspunten Catechese De kennis van het geloof en de Bijbel blijkt bij jongeren af te nemen. Niet alle jongeren krijgen dezelfde basis vanuit school en opvoeding mee. Een leerplan voor kinderen en jongeren kan een bijdrage leveren om georganiseerd. Ook kan hier worden gekeken hoe kinderen op jongere leeftijd al onderwijs uit de gemeente kunnen krijgen, bijvoorbeeld via huisgodsdienst, zondagsschool en clubwerk. In de groepen van 12/13 jaar en 16/17 gaat het niet altijd goed met de orde. Mentorcatechese lijkt goed aan te slaan bij catechisanten en mentoren. Nadenken over uitbreiding van deze vorm (via Follow Me) en toerusting van mentoren en catecheten. Maar dan zijn er wel voldoende catecheten en mentoren nog nodig! Het meeleven van de ouders is niet altijd even groot. Het is belangrijk dat er rond de catechese een vorm van gebed ontstaat om de catechese te dragen (georganiseerd of ongeorganiseerd). Ouders kunnen hierin een grote rol spelen. In beide wijken lijkt de deelname van de catechese stap voor stap terug te lopen. Rond de Kapel is dit vrij hard gegaan. Een nieuwe aanpak lijkt nodig.
II Pastoraat
Het pastoraat is de verantwoordelijkheid van de jeugdouderlingen. Per wijk wordt daar verschillend vorm aangegeven. In wijk noord worden jongeren uitgenodigd voor een maaltijd en korte overdenking bij één van de jeugdouderlingen thuis. Daarnaast gaan de jeugdouderlingen soms mee op huisbezoek bij gezinnen en worden er groothuisbezoeken met jongvolwassenen voorbereid. In wijk zuid worden jongeren individueel uitgenodigd voor een gesprek. In beide wijken is er altijd ruimte voor leidinggevenden en kinderen en jongeren om individueel één of meerdere gesprekken te hebben met een jeugdouderling. Daarnaast voorziet de Praatpaal in interkerkelijk en vertrouwelijk pastoraat voor kinderen en sinds korte tijd ook voor tieners en jongeren.
Aandachtspunten Pastoraat Er is een grote groep jongeren die we niet bereiken via pastoraat, catechese of jeugdwerk, omdat ouders niet meeleven of omdat ze zelf geen behoefte hebben. Er is meer aandacht nodig voor jonge tieners (12-14 jaar) en jongvolwassenen (18+). Pastoraat en activiteiten/projecten lopen steeds meer door elkaar. Naast het gesprek en het Woord hebben jongeren momenten en ervaringen nodig die ze doen ervaren dat God relevant is in hun leven. Waar hoort jongerenpastoraat in eerste instantie thuis? Bij jeugdambtsdragers of bij de leidinggevenden/mentoren in het jeugdwerk? Pastoraat gaat dan verder dan de activiteit, maar de hele week door. Het jeugdwijkteam draagt in ieder geval zorg voor toerusting en coördinatie voor het pastoraat. Actieve jongeren hebben op dit moment geen rol meer in het jongerenpastoraat in de vorm van bezoek aan jongeren door jongeren, wat op zich jammer is.
III Diaconaat
De jeugddiakenen zijn verantwoordelijk voor het jeugddiaconaat. Het gaat daarbij om: bewustwording bij kinderen en jongeren van de diaconale roeping; het stimuleren en begeleiden van acties om aan deze roeping vorm te geven; het verlenen van diaconaat aan kinderen en jongeren, door hen individueel en het jeugdwerk als geheel te voorzien van benodigde middelen. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 73
De jeugddiakenen nemen deel in de diaconie van de gemeente en in het bijzonder in de commissie jeugddiaconaat. De jeugddiakenen hebben een taak in de clubs en catechisaties waar het gaat om collectes, diaconale voorlichting en projecten.
Aandachtspunten Diaconaat Bij de catechisaties is het van belang tijdig het doel en de voorlichtings/actieavond bekend te hebben. Diaconaat, pastoraat en opbouw van het jeugdwerk gaan vaak hand in hand. De scheiding is niet altijd te maken. Sommige taken bij wijkgebonden acties worden daarom verdeeld onder de deelnemers van het jeugdwijkteam.
IV Clubs / Soos
In ’t Venster is er club voor alle leeftijden van 6 tot 25 jaar. In Ons Huis waren deze clubs er ook, maar door onvoldoende leidinggevenden is er nu club van 6 tot 12 jaar. Rond de Kapel is er ook club/soos. Op de clubs wordt gewerkt met materiaal van de HGJB en eigen materiaal. De leidinggevenden doen dit clubwerk vaak met veel plezier, hoewel het ook zeer intensief is. Het is niet altijd makkelijk om voldoende leidinggevenden te vinden.
Aandachtspunten Clubs / Soos Het wegvallen van de clubs voor tieners en jongeren in Ons Huis wordt als gemis ervaren door ouders en mensen uit de buurt: voor niet-kerkelijke jongeren uit de buurt is nu een clubmoment weggevallen. Op de één of andere manier moet hier een nieuwe invulling voor komen voor de jonge tieners. In tegenstelling tot de catechese worden de clubs/soos rond de Kapel wel goed bezocht. Hier liggen kansen voor het leggen van verbindingen. Deelname loopt terug in de oudere groepen. De vrijdagavond kan door sommigen moeilijk worden gecombineerd met werk. Fatsoen, respect en orde op bepaalde groepen vormen een serieus aandachtspunt. Er wordt meer aandacht gevraagd voor toerusting en begeleiding van de teams van leidinggevenden.
V Zondagsscholen
Tijdens de morgendiensten is er zondagsschool voor kinderen van 4 tot en met 11 jaar bij de Nieuwe kerk en de Kapel. Voor kinderen tot 4 jaar is er oppas. Aan het eind van het seizoen is er een speciale dienst waarin de kinderen van de oudste groep van de zondagsschool afscheid nemen, Ze worden welkom geheten in de erediensten. De groepen van de zondagsschool bezoeken bij bijzondere diensten, zoals een doopdienst, een aantal keer per jaar samen de eredienst. Vanuit de zondagsschool wordt ook, samen met de kinderclubs, het initiatief genomen voor de kerstviering op kerstavond. De zondagsschool heeft een eigen bestuur. In Horst is er tevens een zelfstandige zondagsschool op gereformeerde grondslag, waarmee contact wordt onderhouden, maar waarbij geen sprake is van een formele relatie met het jeugdwijkteam. Dit geldt ook voor de zondagsschool rond de Kapel in Staverden.
Aandachtspunten Zondagsscholen Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 74
Kinderen die naar zondagsschool gaan, komen op die zondagen over het algemeen niet in de kerk. Vanuit een deel van de gemeente bestaan hier bezwaren tegen. Aan de andere kant is hier ook sprake van de verantwoordelijkheid van ouders. Er zijn verschillende alternatieven (bijvoorbeeld een nevendienst, dan wel een terugkeer van de kinderen in de kerk bij de collecte), maar dat vraagt om doordenking en een zorgvuldige aanpak. Er bestaat een kans dat een aantal ouders de zondagsschool in de huidige vorm ziet als een soort oppas voor oudere kinderen en weinig inhoudelijk betrokken zijn bij de zondagsschool. Op de zondagsschool wordt gewerkt aan het bijbrengen van geloofskennis. Met de zondagsschool wordt onderzocht hoe hier meer structuur in kan worden aangebracht met behulp van een leerplan.
VI Open jeugdwerk
In Ons Huis is het jeugdhonk HOJ ‘Ons Zolder’ gevestigd. Het hervormd open jeugdwerk (HOJ) is voor jongeren van 14 jaar en ouder. Deze zolder is onlangs nog volledig door jongeren met een bijdrage uit de wijkkassen gerenoveerd. Iedere zaterdag (met uitzondering van de zomervakantie) is de zolder open van 20.00 tot 23.00 uur. Op de avond is een mentor aanwezig die leiding geeft aan een team van jongeren. In totaal zijn er vier teams en mentoren. Het HOJ heeft een eigen stuurgroep. De avonden in het HOJ zijn vrije avonden onderbroken door een korte overdenking en het zingen van enkele liederen. Regelmatig zijn er georganiseerde avonden, waarop een bepaald thema centraal staat of activiteit wordt ondernomen. Eén daarvan is het Nieuwjaarsgala. Jaarlijks wordt een kamp georganiseerd.
Aandachtspunten Open jeugdwerk Het aantal bezoekers van het HOJ, met name op de georganiseerde avonden, is de laatste jaren vrij groot geweest. De oudere groep is veel aanwezig en heeft veel verantwoordelijkheid genomen. Zaak is dat de jongere groep zich weet aan te sluiten en verantwoordelijkheid neemt. Nieuwe tieners voelen zich niet altijd welkom op het HOJ. Oorzaken hiervoor zijn divers. Belangrijk is om het verantwoordelijke team ook een bewuste gastheer- of gastvrouwrol te geven. Vraag is of er meer invulling kan worden gegeven aan de christelijke identiteit en het missionaire karakter van het open jeugdwerk.
VII Zondagactiviteiten
De zondagen zijn de hoogtijdagen voor de gemeente. In de erediensten komt de gemeente samen om elkaar te ontmoeten, maar bovenal om God in Zijn Woord te ontmoeten. In onze traditie ligt de nadruk van deze ontmoetingen op de verkondiging van het Woord voor het geheel van de gemeente in combinatie met een vaste, traditionele liturgie. Vanuit het jeugdwerk is er een aanhoudende oproep om binnen deze samenkomsten van de gemeente kinderen en jongeren voldoende een plek te geven. Door een begrijpelijke preek, aansprekende en herkenbare voorbeelden, een duidelijke boodschap en de ervaring dat zij volledig deel uitmaken van de gemeente. In het jeugdwerk bestaat er een natuurlijke spanning tussen enerzijds het inwijden in de tradities en gebruiken in de gemeente en anderzijds hen een eigen plek te bieden in het midden van de gemeente, waar zij op een eigen manier actief betrokken kunnen zijn bij het geloof. In de Nieuwe kerk en de Kapel is hier op verschillende manieren vorm aan gegeven. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 75
Er is een aantal jeugddiensten. In de Nieuwe kerk zijn dat er vier. In de Kapel twee. Met een groep jongeren wordt een thema voorbereid. En tijdens de jeugddienst is er meer aandacht voor de jongeren en wordt meer ruimte gegeven voor andere liederen. Na de dienst is er een nabespreking met tieners en jongeren. Daarnaast is er zes keer per jaar een Singafter, waarbij na de avonddienst in ´t Venster een jongerenband een samenzang leidt met liederen die normaliter niet in de eredienst worden gezongen. Rond de Kapel wordt een aantal keer per jaar op zondagmiddag een Sing-in georganiseerd. Vergelijkbaar met de Singafter, maar met een langere overdenking. Er is de laatste tijd ook meer ruimte gegeven aan jongeren om op enkele zondagavonden na de avonddienst in ’t Venster nog bij elkaar te komen voor ontmoeting en ontspanning. De ene keer was deze Afterchurch meer geslaagd dan de andere keer. Voor alsnog wordt dit voorgezet.
Aandachtspunten Zondagactiviteiten Er zijn diverse voorstellen geweest om de jeugddiensten ook daadwerkelijk jeugddiensten te laten zijn. Hieraan wordt gewerkt. De jeugddiensten zijn nog steeds voor verbetering vatbaar. Punten van aandacht zijn de instrumenten, het gezongen lied en de participatie van jongeren zelf in de dienst. Ook is in de gezamenlijke kerkenraadsvergadering een optie genoemd om jeugddiensten los te koppelen van een reguliere samenkomst van de gehele gemeente en te kiezen voor een derde dienst: een eigen jongerenmoment. Vooralsnog is het gesprek over de liturgie uitgesteld. Het gesprek over de liturgie is complex en gevoelig. Het is een aangelegenheid voor de kerkenraden met het oog op het geheel van de gemeente. Het blijkt dat niet ieder kind of iedere jongere actieve betrokken is bij wat er gebeurt in een eredienst. Daarom is het om meer aandacht te geven aan de essentie van een stille tijd, een viering of eredienst: de ontmoeting met God. De afstand tussen de muziekstijl van de eredienst en die van de jongeren, maar ook de afstand tussen de Oude berijming van de Psalmen en liederen uit Op Toonhoogte wordt door een deel van de gemeente als groot ervaren. Belangrijk om hier bruggen te blijven slaan.
VIII Projecten en jaaractiviteiten
Vanuit het jeugdwijkteam worden verschillende jaarlijkse of periodieke projecten gestimuleerd en gecoördineerd. Veel van deze projecten zijn gericht op de relatie van het jeugdwerk met het geheel van de gemeente, zoals het jaarthema, de startweek, de najaarsspecial (een gemeenteavond met een jeugdwerkthema), de Bijbelleesweek, de Gebedsweek, de Afsluiting en Geloofsopvoeding. Wat betreft het jaarthema wordt over het algemeen aangesloten bij de HGJB. In de startweek wordt dit thema centraal gesteld, evenals in de toerustingsavond voor leidinggevenden. Daarnaast wordt tweejaarlijks meegewerkt aan het diaconale project van de HGJB. Aan de Bijbelleesweek wordt actief meegedaan. Wat betreft de Gebedsweek wordt nog gezocht naar een bij de gemeente passende invulling. Ten aanzien van geloofsopvoeding wordt van uit het jeugdwijkteam gewerkt aan een ouderavond en een cursus geloofsopvoeding. Ook de najaarsspecial kan hier goed invulling aan geven.
Aandachtspunten Projecten en jaaractiviteiten De startweek en het jaarthema zouden meer zijn beslag kunnen krijgen in het gehele gemeenteleven. Vroegtijdige aansluiting en afstemming met de moderamina hiervoor is nodig. Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 76
De Gebedsweek is van belang voor de stimulans tot gebed: de motor van de gemeente. Hiervoor moet een passende invulling voor onze gemeente worden gezocht. We mogen, al biddend, alles van de Koning aan Gods rechterhand (waar Hij voor ons bidt) verwachten. De primaire verantwoordelijkheid voor kinderen en jongeren ligt thuis bij de ouders. In de huisgodsdienst wordt een belangrijke, zo niet de belangrijkste basis gelegd voor het geloofsleven van de kinderen. Het contact en de afstemming met de ouders in het jeugdwerk kan worden geïntensiveerd. Hun betrokkenheid op de achtergrond is van groot belang.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 77
Wat ons te doen staat De komende vier jaar willen wij in het jeugdwerk een aantal acties ondernemen in lijn met de missie van het jeugdwerk en de aandachtspunten uit de afgelopen periode. Het zijn zes actielijnen waarlangs we willen werken, die refereren aan verschillende doelgroepen. Achter de acties is de tijdslijn weergegeven wanneer we de acties willen uitvoeren.
I Kinderen
JWT en zondagsschoolbestuur
2009 2012
JWT
2009/2010
Kinderclubs
2010/2011
1. Opzetten van een nieuwe open tieneractiviteit voor tieners onder de 15 jaar op vrijdag- of zaterdagavond.
JWT en centraal
2009/2010
2. Uitbreiden mentorcatechese naar de jongere groepen aansluitend bij een op te stellen leerplan.
Catecheseteam
2009/2010
3. Rond de Kapel zoeken naar een nieuwe vorm en combinatie van soos en catechese.
JWT, catecheten Kapel
2010/2011
4. Een bezinning op de rol van het HOJ voor nieuwe of niet-kerkelijke tieners.
HOJ en JWT
2010/2011
5. Stimuleren van jongerenkringen, groothuisbezoeken voor jongvolwassenen en een gebedsgroep.
JWT, kringcie, wijkouderling, gebedsgroep
2009-2012
6. Voor tieners en jongeren die we niet bereiken een activiteit opzetten waardoor toch een pastorale relatie kan worden opgebouwd.
JWT
2011
1. Toerusten en ondersteunen van leidinggevenden in het jeugdwerk via startavond en cursussen en coaching. Van hen mag verwacht worden dat ze een cursus volgen.
JWT (HGJB), jeugdwerkers
2009-2012
2. Leidinggevenden de rol te geven van mentor voor kinderen, tieners en jongeren die actief zijn in het
Jeugdwerkers, jeugdouder-
2010
1. Overleg tussen beleidsmakers en zondagsschoolbestuur over de invulling en uitvoering van de zondagsschool en het betrekken van kinderen in de erediensten. 2. Het leerplan voor kinderen ontwikkelen om Bijbelkennis bij te brengen. Hierbij op termijn proberen te voorzien in een aantal leeractiviteiten voor 9/10/11-jarigen. 3. De kinderclubs van de Nieuwe kerk stimuleren om samen te zoeken naar mogelijkheden voor een gezamenlijke activiteit om de onderlinge uitwisseling te bevorderen.
II Tieners en jongeren
III Leidinggevenden
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 78
jeugdwerk, tijdens de activiteiten, maar ook op andere momenten. De jeugdouderlingen functioneren als coördinator en vangnet en zorgen voor pastoraat voor de gehele groep van kinderen en jongeren (vooral hen die we minder goed bereiken via het reguliere jeugdwerk). 3. Bezinning op de werving van jeugdwerkers, omdat op verschillende plekken moeilijk mensen kunnen worden gevonden.
lingen
JWT en kerkenraad
2010
1. Aanbieden cursus Geloofsopvoeding
JWT (HGJB)
2009, 2011
2. Organiseren oudercontacten, waarbij wederzijds kan worden bevraagd en aangesproken.
JWT en alle onderdelen jeugdwerk JWT, predikanten en wijkouderling (huisbezoek)
2009-2012
Liturgiecie, JWT
2009 2009
2. De morgendienst aan te merken als familiedienst.
Kerkenraad, predikant
3. Jaaractiviteiten nog meer verbreden naar de gehele gemeente.
JWT en kerkenraad
4. Het thema van het verschil in stijl en muziek tussen generaties aan de orde stellen tijdens een najaarsspecial of gemeenteavond.
JWT en kerkenraad
2009-2012
1. Jaarlijks als JWT één of twee keer vergaderen met bredere participatie vanuit het jeugdwerk en de gemeente (bijvoorbeeld met de werkgroepen, de vertegenwoordigers zondagsschool, clubs, open jeugdwerk, ouders, jongeren).
JWT en werkgroepen
2009-2012
2. Voor catechese en clubs een nieuwe coördinator zoeken, niet zijnde een jeugdambtsdrager.
Catecheseteam
2009/2010
3. Jaarlijks het beleidsplan evalueren in juni.
JWT en kerkenraad
2009-2012
JWT en CJA
2009
IV Ouders
3. Ouders vragen regelmatig mee te leven met het jeugdwerk, ervoor te bidden, de kinderen thuis te stimuleren en leidinggevenden te steunen.
2009-2012
V De gemeente
1. In de kerkenraad indien nodig gesprek voeren over de diensten. Binnen de kaders blijven werken aan de betrokkenheid van kinderen/jongeren in (jeugd)diensten.
VI Jeugdwijkteam
4. Na besluitvorming Algemene Kerkenraad en benoeming Centrale jeugdambtsdrager (CJA) zo snel mogelijk maatregelen nemen voor de overname van taken door het JWT.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
2009/2010
Pagina 79
Om te bespreken De titel van het beleidsplan is: Kijken door de ogen van Jezus. Dat is voor ons eigenlijk onmogelijk! Maar God vraagt het wel van ons. In al onze gebreken mogen wij als het ware kijken door een bril, die niet van ons is. Gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. (1 Johannes 1, vers 7). In Jezus Christus geeft Hij zicht op een nieuwe werkelijkheid. Kijkend door deze bril, mogen wij leren wat Jezus met ons en de kinderen van de gemeente voor heeft.
Om te zingen: OTH OTH OTH OTH
171 297 315 322
Here Jezus, om uw woord Heer, wat een voorrecht Heer, uw licht en uw liefde schijnen Maak ons tot een stralend licht
Om te onderzoeken:
Om te ontdekken hoe de Heere Jezus ons door Zijn ogen ziet, zullen we de Bijbel moeten lezen, waarin Hij zich laat kennen. In de missie van het jeugdwerk wordt gesproken over de ogen van Jezus, die kijken met liefde, met gezag en met een boodschap. Opdracht 1a: Ga in groepjes met elkaar in gesprek: Maak samen een lijstje van 10 Bijbelse geschiedenissen die invulling geven aan de drie manieren van kijken van Jezus (met liefde, gezag en met een boodschap). Zoek er drie op in de Bijbel en lees deze met elkaar. Leg deze drie aspecten eens naast de drie ambten van Christus (Hogepriester, Koning en Profeet). Hoe komen deze drie ambten tot zijn recht in deze drie gedeelten? of Opdracht 1b: Ga in groepjes met elkaar in gesprek: Lees samen de drie Bijbelgedeelten op het volgende blad: Lukas 9, vers 18 t/m 27, Lukas 18, vers 15 t/m 17 en Marcus 1, vers 21 t/m 39. In deze drie Bijbelgedeelten komen de drie manieren van kijken van Jezus terug (met liefde, gezag en met een boodschap). Onderstreep eens in de tekst waar dit gebeurt en bespreek dit met elkaar. Leg deze drie aspecten eens naast de drie ambten van Christus (Hogepriester, Koning en Profeet). Hoe komen deze drie ambten tot zijn recht in deze drie gedeelten?
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 80
Om te bezinnen:
We hebben drie manieren van kijken van Jezus ontdekt: met liefde, met gezag en met een boodschap. Opdracht 2: We praten verder in het groepje. Als we de kinderen en jongeren, de jeugdwerkers en de ouders in onze gemeente in gedachten nemen en we proberen naar hen door Jezus’ ogen te kijken: wat zouden we dan als aandachtspunten willen meegeven? (waar moeten we samen op letten, wat mogen we niet vergeten?) Vul eens samen minimaal drie van onderstaande vlakken in met een aandachtspunt: Kinderen en jongeren
Jeugdwerkers
Ouders/gemeente
We kijken door de bril van liefde naar:
We kijken door de bril van gezag naar:
We kijken door de bril van boodschap naar:
Opdracht 3: Wilt u in het zelfde groepje voor deze punten samen bidden?
Om terug te koppelen:
Namens het groepje koppelt één persoon kort terug wat vooral opviel bij het kijken door Jezus’ ogen naar de gemeente.
Om te bespreken:
In het beleidsplan worden verschillende onderdelen omschreven.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 81
1. Het beste is om allereerst vragen te stellen bij de pagina’s 4 t/m 11, over de missie en de aandachtspunten in het jeugdwerk. De jeugdambtsdragers kunnen deze missie en analyse toelichten. 2. In pagina 13 en 14 staan op hoofdlijnen de acties weergegeven die het jeugdwijkteam namens de kerkenraad wil ondernemen ten behoeve van het jeugdwerk, onderverdeeld naar doelgroep. Het is goed om deze per doelgroep te bespreken en te besluiten: I Kinderen II Tieners en jongeren III Leidinggevenden IV Ouders V De gemeente VI Jeugdwijkteam
Bijbelgedeelten (HSV) Lukas 9, vers 18 t/m 27
En het gebeurde, toen Hij in persoonlijk gebed was, dat de discipelen in Zijn nabijheid waren. En Hij vroeg hun: Wie zeggen de menigten dat Ik ben?Zij antwoordden en zeiden: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen dat een van de oude profeten opgestaan is. Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Petrus antwoordde en zei: De Christus van God. En Hij sprak hen streng toe en beval dat zij dit tegen niemand zeggen zouden. Hij zei: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten, overpriesters en schriftgeleerden, en Hij moet gedood en op de derde dag opgewekt worden. Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden. Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden? Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen wanneer Hij zal komen in Zijn heerlijkheid en in die van de Vader en in die van de heilige engelen. En Ik zeg u in waarheid: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen smaken, totdat zij het Koninkrijk van God gezien hebben.
Lukas 18, vers 15 t/m 17
En zij brachten ook de jonge kinderen bij Hem, opdat Hij die zou aanraken. En toen de discipelen dat zagen, bestraften ze hen. Jezus echter riep die kleinen tot Zich en zei: Laat de kleine kinderen tot Mij komen en verhinder hen niet, want van zulken is het Koninkrijk van God. Voorwaar zeg Ik u: Wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal daarin beslist niet binnengaan.
Marcus 1, vers 21 t/m 39
En zij kwamen in Kapernaüm; en op de sabbat ging Hij meteen naar de synagoge en gaf Hij onderwijs. En ze stonden versteld van Zijn leer, want Hij onderwees hen als
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 82
gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden. En er was in hun synagoge een man met een onreine geest, en die schreeuwde: Ga weg! Wat hebben wij met U te maken, Jezus van Nazareth? Bent U gekomen om ons in het verderf te storten? Ik weet Wie U bent, namelijk de Heilige van God. En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg! Ga uit van hem! En de onreine geest deed hem stuiptrekken en ging, roepend met luide stem, van hem uit. En zij waren allen ontsteld, zodat zij aan elkaar vroegen: Wat is dit? Wat voor een nieuwe leer is dit, dat Hij ook de onreine geesten met gezag bevel geeft en zij Hem gehoorzaam zijn? En het gerucht over Hem verspreidde zich meteen in heel de omgeving van Galilea. En toen zij uit de synagoge gegaan waren, gingen zij meteen naar het huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes. En de schoonmoeder van Simon lag met koorts op bed, en zij spraken meteen met Hem over haar. En Hij ging naar haar toe, pakte haar hand en richtte haar op, en meteen verliet de koorts haar; en zij diende hen. Toen het nu avond geworden was en de zon onderging, brachten ze bij Hem allen die er slecht aan toe waren, en hen die door demonen bezeten waren. En heel de stad had zich verzameld bij de deur. En Hij genas er velen, die er door verscheidene ziekten slecht aan toe waren, en dreef veel demonen uit, en Hij liet de demonen niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden. En vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf Zich naar een eenzame plaats, en bad daar. En Simon en die bij hem waren, gingen Hem achterna, en toen zij Hem gevonden hadden, zeiden zij tegen Hem: Iedereen zoekt U! En Hij zei tegen hen: Laten wij naar de naburige plaatsen gaan, opdat Ik ook daar predik, want daarvoor ben Ik uitgegaan. En Hij predikte in hun synagogen door heel Galilea en dreef de demonen uit.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 83
Bijlage 11 Extra Pastorale Begeleiding Vastgesteld maart 2010 Werkgroep Coördinatie Extra Pastorale Begeleiding TER INLEIDING
Voor u ligt het beleidsstuk EPB. Voor het inzetten van de Extra Pastorale Begeleider berust de directe verantwoordelijkheid op het niveau van de afzonderlijke wijkgemeenten en wordt deze verantwoordelijkheid door de wijkkerkenraad gedragen. PROCEDURE VAN OPLEIDING
De Extra Pastorale Begeleider heeft in principe de tweejarige opleiding van de Stichting Psycho Pastorale Toerusting afgerond (PPT, www.stichtingppt.nl). Met deze opleiding kan de Extra Pastorale Begeleider worden ingeschakeld in situaties waarbij door psychosociale problematiek specifieke en soms langdurige zorg gewenst is. De wijkkerkenraad kan desgewenst aan gemeenteleden vragen of hen stimuleren om de opleiding PPT te gaan volgen. Bekostiging De kosten rondom de Extra Pastorale Begeleiding worden gedragen door de Hervormde Gemeente Ermelo. Het cursusgeld van de tweejarige opleiding kan betaald worden onder voorwaarde dat de wijkkerkenraad instemt c.q. iemand gevraagd heeft de cursus te volgen. De kosten worden gefinancierd uit de Algemene Kas en uit giften. De Hervormde Gemeente Ermelo roept meelevenden op om een gift te verstrekken o.v.v. “gift ten bate van EPB”. TAAKOMSCHRIJVING VAN EEN EXTRA PASTORALE BEGELEIDER IN DE WIJKGEMEENTE Doel Met inzet van de pastorale gaven die Christus door Zijn Geest aan de gemeente geeft wil de Extra Pastorale Begeleider gestalte geven aan de pastorale zorg in de wijkgemeente, in het bijzonder aangaande (psycho)sociale noden. De Extra Pastorale Begeleider staat de wijkkerkenraad bij in het dragen van haar pastorale verantwoordelijkheid inzake (psycho)sociale problematiek. Status Een Extra Pastorale Begeleider wordt benoemd door de kerkenraad van de wijkkerkenraad. De Extra Pastorale Begeleider is aan het moderamen van de wijkkerkenraad verantwoording verschuldigd. De benoeming en de termijn waarvoor de benoeming geldt wordt schriftelijk vastgelegd. De Extra Pastorale Begeleider wordt benoemd voor een periode van vier jaar. De benoeming kan, bij goed functioneren, door het moderamen van de wijkkerkenraad telkens met een periode van vier jaar worden verlengd. Bezoeken worden officieel namens of in opdracht van de kerkenraad gebracht. Een Extra Pastorale Begeleider heeft geheimhoudingsplicht ten aanzien van datgene wat hem/haar vertrouwelijk ter kennis wordt gebracht. Taak De taak van een Extra Pastorale Begeleider is: het onderhouden van pastorale contacten met gemeenteleden (vervolgpastoraat of crisispastoraat). Werkwijze en aandachtspunten 1. Namen en adressen van te bezoeken gemeenteleden worden bij voorkeur door de wijkpredikant aan de Extra Pastorale Begeleider aangereikt. Ook namen/adressen die door de sectieouderling worden aangedragen, gaan bij voorkeur via de wijkpredikant of Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 84
in een vacaturetijd door een daartoe aangewezen persoon. De wijkpredikant en de sectieouderling nemen in gezamenlijk overleg het besluit om al of niet een beroep te doen op een Extra Pastorale Begeleider. 2. Met het te bezoeken gemeentelid (of gemeenteleden) wordt vooraf overleg gepleegd over de mogelijkheid van bezoeken door een Extra Pastorale Begeleider. Aan het gemeentelid wordt bekend gemaakt door welke Extra Pastorale Begeleider de bezoeken zullen worden gebracht. Alleen met instemming van het gemeentelid(-leden) wordt deze Extra Pastorale Begeleider ingeschakeld. Indien het te bezoeken gemeentelid dit wenst kan een andere Extra Pastorale Begeleider (of een Extra Pastorale Begeleider van een andere wijkgemeente) worden gevraagd het gemeentelid te bezoeken. 3. Vervolgens worden er concreet nadere afspraken gemaakt over hoe het contact tussen het gemeentelid(-leden) en Extra Pastorale Begeleider kan worden ingevuld. Te denken valt o.a. aan de bezoekfrequentie. 4. Bij langdurige zorg kan het wenselijk zijn, ook ter bescherming van de Extra Pastorale Begeleider, om na verloop van tijd van Extra Pastorale Begeleider te wisselen. Dit gebeurt uiteraard in overleg met het gemeentelid(-leden) en niet abrupt. Een overgangsfase waarbij de tweede Extra Pastorale Begeleider langzaam inschuift en de eerste zich langzaam terugtrekt is daarbij te overwegen. 5. In bijzondere situaties kan desgewenst, in overleg met de Werkgroep Coördinatie Extra Pastorale Begeleiding, een beroep worden gedaan op Extra Pastorale Begeleider uit een andere wijkgemeente. 6. Naast eventueel teamoverleg in een desgewenst te vormen pastoraal team is er regelmatig overleg met de predikant, waarbij ook de betreffende sectieouderling kan worden betrokken. Ter overweging wordt meegegeven om jaarlijks een evaluatiegesprek te laten plaatsvinden. 7. Het gaat om pastorale contacten, dat wil zeggen: de Bijbel is bepalend voor de aard en het verloop van de gesprekken. Zo mogelijk wordt er uit de Bijbel gelezen en wordt er gebeden. 8. Bij pastorale contacten vindt zo nodig overleg plaats met deskundige hulpverleners, waarbij de grenzen van het pastoraat nauwkeurig in het oog worden gehouden. 9. De Extra Pastorale Begeleider kan worden uitgenodigd om een (deel van de) consistorievergadering c.q. Werkgroep Pastoraat bij te wonen. 10. De Extra Pastorale Begeleider neemt, zoveel als binnen zijn/haar vermogen ligt, deel aan specifiek voor Extra Pastorale Begeleiders georganiseerde toerustingsactiviteiten, waarbij in het bijzonder aan de Intervisiegroep is gedacht. Profiel Van een Extra Pastorale Begeleider mag worden verwacht dat hij/zij: belijdend lid is en in het ambt van gelovige zijn/haar taak kan verrichten; positief in de eigen kerk/gemeente staat; voldoende bijbelkennis bezit; voldoende levenservaring heeft; een goed inlevingsvermogen heeft; goed kan luisteren en goed kan zwijgen; goede contactuele eigenschappen en voldoende mensenkennis heeft; bij voorkeur de cursus PPT heeft gevolgd. bereid is eventueel nadere toerusting te ontvangen Er zullen maximaal 6 EPB-ers in onze wijk benoemd worden. Verklaring geheimhouding Deze verklaring wordt mondeling met het EPB team doorgesproken.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 85
In een kerkenraadsvergadering wordt de belofte van geheimhouding afgelegd. De vraag die gesteld wordt, luidt: Als Extra Pastorale Begeleider, benoemd door de kerkenraad van de wijkgemeente Nieuwe Kerk Zuid, Leuvenum en Staverden op …… …. …..(datum, jaartal) verklaar ik kennis genomen te hebben van de Taakomschrijving van een Extra Pastorale Begeleider in de wijkgemeente en zich daaraan te zullen houden. Ik beloof dat ik geheim zal houden al
hetgeen mij in de uitoefening van mij taak als geheim is toevertrouwd of wat daarbij als geheim ter mijner kennis is gekomen of waarvan ik het vertrouwelijk karakter moet begrijpen. Aldus besproken, Ermelo, ……… ……… (datum) Naam Extra Pastorale Begeleider: Adres: Postcode en woonplaats:
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 86
Bijlage 12 ‘Uit echte liefde’ (vrijwillige hulpdienst Nieuwe Kerk te Ermelo, Leuvenum en Staverden)
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 87
Aandachtspunten naar aanleiding van het beleidsplan 20102015:
Uit hoofdstuk 1: De Gemeente
1. We willen gemeente zijn in een gereformeerde traditie. Hoe maken we dat aan jong en oud duidelijk? 2. Binnen de gemeente is een deel dat geen veranderingen voorstaat, daarnaast zijn er anderen die onze manier van gemeente–zijn te traditioneel vinden. Hoe houden we de gemeente bij elkaar? 3. Willen we, zoals de Hervormde Kerk dat altijd was, een brede volkskerk zijn en tot welke prijs? 4. We zijn – mede doordat we met twee wijken in één gebouw zitten – een grote gemeente. Hoe stimuleer je het samen gemeente– zijn? Hoe voorkom je dat we als los zand aan elkaar hangen? 5. We zijn een wijkgemeente met twee delen, de Nieuwe Kerk en de Kapel. Wat hebben de gemeenteleden uit de twee delen met elkaar? Moet je het samen gemeente-zijn bevorderen of is dat energieverspilling en moet je je tijd en kracht aan gemeenteopbouw op twee locaties geven?
Uit hoofdstuk 2: Achtergrond en organisatie 6. De kerkorde van de PKN biedt de mogelijkheid om ook op andere momenten over te gaan tot (her-) bevestiging van de ambtsdragers (Zie Ordinantie 3-7-6). Nu gebeurt dat in januari, halverwege het winterseizoen. Het is te overwegen om dat begin september te doen aan het begin van het winterseizoen. 7. Functioneert de huidige kerkenraadsvergadering optimaal? 8. Hoe is de voorbereiding van ambtsdragers op hun taak? Worden zij goed ingewerkt? 9. Is de kerkenraad een afspiegeling van de gemeente? 10. Moeten we samenwerken met NKN intensiveren? Of alleen op die punten die beide kerkenraden aangaan? Uit hoofdstuk 3: inrichting van het kerkelijk leven. Kerkdienst en pastoraat 11. Zijn onze diensten, ook de diensten voor kinderen en jongeren, voldoende ’kindvriendelijk’? 12. Zijn onze diensten voldoende ‘toegankelijk’ voor rand – en buitenkerkelijken?
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 88
13. Bij benoeming nieuwe bijstand in het pastoraat kan overwogen worden taak te geven in de richting van jonge gezinnen. 14. Doorgeven van namen gemeenteleden met het oog op EPBwerk, verloopt nog niet optimaal. 15. Lukt het om de sectie in twee jaar rond te komen? 16. Hoe zit het met het overleg tussen sectieouderling -predikant en tussen ouderling - sectieteam? 17. Welke taak zouden diakenen kunnen hebben in het pastoraat? 18. Wat zijn de taken van een jeugddiaken (n.a.v. de vergadering maart 2009) Jeugdwerk: 19.De vele jongeren die betrokken zijn bij het Evangelie en de kerk, de veelheid aan activiteiten mogen niet verbloemen dat er ook veel jongeren zijn die niet betrokken zijn bij het jeugdwerk en die soms de kerk de rug toe keren. 20.Hoe worden nieuwe leidinggevenden toegerust voor hun taak? 21.Is ‘een groothuisbezoek’ aan jongeren een optie? 22.Doen we voldoende aan ondersteuning van de ouders bij de godsdienstige opvoeding? 23.Hoe kunnen we de ouders meer betrekken bij de verschillende vormen van jeugdwerk? 24. Diaconie: 25. Hoe kan het diaconale huisbezoek (meer) vorm krijgen? 26. Regelen van vervoer naar de kerk (taak van de diakenen). Zending en evangelisatie: 27.Hoe gaan we om met het verzoek tot financiële steun van gemeenteleden die zich geroepen weten om er op uit te gaan? 28.Hoe gaan we om met potentiële kerkverlaters? 29.Kunnen we gebruik maken van de (30) missionaire modellen aangeleverd vanuit de Landelijke kerk? 30.Hoe houden we regelmatig contact met de commissie ‘Kerk en Israël’? 31.In kaart brengen van de secties. Een adres waar men niet meer als ouderling binnenkomt wordt aangeduid als evangelisatieadres, maar hoe gaan we om met mensen waar men nog wel mag komen, maar waar het geloof eigenlijk geen rol meer speelt? 32.Zijn onze activiteiten gericht op de rand van de wijkgemeente of gaan we ook daar buiten? Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 89
Vorming en toerusting 33.Is er voldoende afstemming tussen de verschillende onderdelen van ‘vorming en toerusting’?. 34.Het verdient aanbeveling dat er, in overleg met de evangelisatiecommissie, een kring komt voor belangstellenden, waarbij op een open en eenvoudige wijze de kernpunten van de Bijbel worden besproken. 35.Hoe kunnen we de jonge gezinnen bij de vorming en toerusting extra aandacht geven?
Beheer:
36. Het is onduidelijk hoe de wijken van het verjaardagsfonds verdeeld zijn. Misschien is het aanbevelenswaardig deze parallel te laten verlopen met de secties van de ouderlingen. 37. Het verdient aanbeveling dat er vaste aanspreekpunten zijn in de kerkenraad voor contact met de stichtingen rond de Kapel en ’t Schooltje en misschien zou het aanbevelenswaardig zijn om een structureel overleg te hebben.
Beleidsplan Nieuwe Kerk te Ermelo wijk Zuid, Leuvenum en Staverden 2010-2015
Pagina 90