ACTUEEL Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad Driemaandelijks informatieblad Jaargang 11, nr. 3 - juli/augustus/september 2010
ACTUEEL-Informatieblad
Inhoud
Vo o rwo o rd .....................
1
Nieuw s uit d e co m m issies en werk gro ep en .............................................................................................2 Nieuw s van d e Overheid .............................................................................................................................8 Interactief bestuur als m o d ewo o rd ..........................................................................................................10 Terugblik Oud erenp arlem ent 2010...........................................................................................................12 Oud erenweek 2010 .....
15
Stem recht, o o k vo o r zo rgbeho evend e o ud eren een recht!....................................................................16 Wensbo o m ....................
17
Klaar?Actie! Oud eren en cultuurp articip atie in Vlaand eren ...............................................................18 Vrijw illigers m ak en het verschil - 2011 is Euro p ees Jaar Vrijw illigerswerk .......................................21 Oud eren en p erso o nlijk heid ......................................................................................................................22 Vo o rstelling senio renp ro ject ‘Oud /Out?’ 2011 Diam antm useum Pro vincie Antwerp en .................23 Op leid ing senio renco nsulentenvo rm ing .................................................................................................23 Senio r Gam es 2010 ......
24
Zingen m et d e S-Plusjuk ebo x!...................................................................................................................25 65-p lussers hebben Mo bib-k aart no d ig vo o r gratis reizen bij MIVB ...................................................25 Film : Verd waald in het geheugenp aleis ..................................................................................................26 Pro jecto p ro ep : d em entievriend elijk e gem eente .....................................................................................26
2
Voorwoord Lee�ijd en politiek ‘Generaties en lee�ijden zijn geen probleem. Ego’s en frustraties des te meer’, twi�erde Open VLDondervoorzitster Patricia Ceysens in een reactie op het interview waarin vicepremier Guy Vanhengel groter respect vroeg van de jonge generatie VLD-ers voor de ervaring van de generatie die hen voorafgaat. Lee�ijd geen probleem? Een simpele vaststelling van politicologen aan de KULeuven doet toch de wenkbrauwen fronsen. Zij stellen vast dat de gemiddelde lee�ijd van een Vlaamse gekozene in het nieuwe federale parlement (kamer en senaat) 44,9 jaar is. 34,5% van de gekozenen is jonger dan 40 jaar. Daarmee zet de trend van verjonging zich duidelijk voort. In 2003 was 24,7% van de gekozenen een ‘jongere’, vier jaar later was dat 34,5%. Slechts 3 parlementsleden zijn ouder dan 60 jaar. Dit feit contrasteert sterk met het discours van vaak jonge – politici dat ouderen in de toekomst langer zullen moeten werken. Ouderen kunnen dat want ze leven langer in goede gezondheid. En in het kader van de te verwachten kosten van de vergrijzing is langer werken ook noodzakelijk. Bovendien, zo redeneert men verder, is het ook goed voor het bedrijfsleven dat men de ervaring van de ouderen niet zomaar overboord gooit. Van bedrijven verwacht men dat ze een personeelsbeleid voeren dat resulteert in een goed evenwicht tussen (creatieve) jongeren en (ervaren) ouderen. Geldt dit alles dan niet voor het ‘politieke bedrijf’? Kunnen oudere politici niet meer mee, al leven ook zij langer in goede gezondheid? Is de ervaring van ouderen in kamer en senaat van geen tel? Niet alleen de politieke ervaring maar ook de persoonlijke ervaring van wat het betekent om ouder te worden in onze samenleving is belangrijk. Kan een
ACTUEEL-Informatieblad ACTUEEL-Informatieblad
volksvertegenwoordiging representatief zijn voor wat lee� onder de bevolking als slechts 3 van de volksvertegenwoordigers op 113 (3%) komen uit een bevolkingsgroep die meer dan 20% van de bevolking uitmaakt? Kan een parlement waarin de jongere generatie en vooral de middengeneratie oververtegenwoordigd zijn goede beslissingen treffen inzake problemen die (ook) ouderen aangaan, zoals zorg, pensioenen, euthanasie, enz.? Deze vragen stellen, lijkt ons, is ze beantwoorden. Lee�ijd is wel degelijk een probleem. Een veel gehoord tegenargument is: jongere verkozenen kunnen evengoed de ouderen vertegenwoordigen. Akkoord. Maar waarom zouden ouderen dan geen jongeren kunnen vertegenwoordigen? Zij hebben tenminste het voordeel dat ze zelf jong zijn geweest! Onze conclusie is duidelijk: bij de verkozenen des volks zouden best wat meer ouderen te vinden zijn. Gelukkig zijn in alle politieke partijen de lee�ijdsgrenzen om zich kandidaat te stellen afgescha�. Maar er is meer nodig: meer ouderen zouden bij verkiezingen een verkiesbare plaats op de kieslijst moeten krijgen. Daarnaast is het van belang dat ouderen via andere wegen proberen hun stem te laten horen daar waar politieke beslissingen worden genomen die hen aanbelangen. Dat kan door zich binnen politieke partijen te engageren. Een aantal onder hen hee� trouwens een ‘seniorenafdeling’. Zijn stem laten horen kan ook via ouderenadviesraden. Deze bestaan al in vele gemeenten, in alle provincies en op Vlaams niveau. Het enige beleidsniveau waar tot nu toe geen ouderenadviesraad bestaat is het federale. Er bestaat een Raadgevend Comité voor de Pensioensector maar dat is alleen bevoegd voor de pensioenen. Er is een wet gestemd die een federale adviesraad voorziet met ruimere bevoegdheden. Maar we wachten reeds drie jaar op een uitvoering ervan. De nieuwe regering die er hopelijk vlug komt, moet hier dringend werk van maken! Jul Geeroms, voorzi�er 1
N����� ��� �� C��������� �� W���������� Commissie Bestaanszekerheid, Economie en Arbeid Kristel Wijshof, secretaris De Commissie BEA kwam samen om haar bemerkingen m.b.t. het Vlaams ouderenbeleidsplan te formuleren. Twee thema’s werden belicht: inkomen en armoede en actief en productief ouder worden. Hieronder vindt u de voornaamste punten uit de bespreking. Armoede en sociale bescherming * De armoedeproblematiek kan zeker niet verengd worden tot een loutere kwestie van inkomen, maar het is evident dat het inkomen en meer bepaald het pensioen een prioritaire rol speelt. Hoewel de pensioenen een federale materie zijn, wordt van de Vlaamse overheid verwacht dat zij de federale overheid aanspoort tot het nemen van enkele maatregelen opdat ouderen een menswaardig bestaan kunnen leiden (cfr. het Pensioenadvies 2009/4 van de Vlaamse Ouderenraad). * De Vlaamse regering dient bij prioriteit maatregelen te treffen om de armoede bij ouderen gevoelig terug te dringen, vooral bij de kwetsbare groepen (vrouwen, alleenstaande ouderen, oudste ouderen, zorgbehoevenden, huurders, …). * Bij de uitvoering en de actualisering van het Vlaams armoedebestrijdingsplan moet de aanpak van de stille armoede, die bij de ouderen in vrij sterke mate aanwezig is, een prioritair punt uitmaken. De overheid moet actief (stille) armoede opsporen via de koppeling van verschillende gegevensbanken. Daarnaast dient in het ouderenbeleidsplan zeker gekozen te worden voor een verruiming van automatische toekenning van rechten, immers heel wat ouderen hebben geen of onvoldoende kennis van hun rechtenpakket. * De Commissie Bestaanszekerheid vindt het belangrijk dat de Vlaamse regering een Basisdecreet Sociale Bescherming realiseert waardoor het risico op bestaanszekerheid wordt verkleind. * Het armoedebeleid wordt te weinig teruggekoppeld naar de ouderenorganisaties. Gezien de bijzondere kwetsbaarheid van de ouderengroep dient het uitbouwen van een gestructureerd overleg met de organisaties waar armen het woord nemen verruimd te worden tot de ouderenorganisaties.
2
De commissie vraagt uitdrukkelijk dat de Vlaamse Ouderenraad tijdig op de hoogte gebracht wordt en als adviesorgaan volwaardig betrokken wordt in het besluitvormingsproces. Actief en productief ouder worden * De aandacht gaat in de analyse nogal sterk naar de noodzaak om de gemiddelde ui�redingslee�ijd te verhogen. De noodzakelijke voorwaarden hiertoe, zoals opleidingsmogelijkheden, aanpassingen van de werkomgeving, uitgroeibanen, vrijheidsgraden of zelfregulering vragen meer concretisering. Ook dient de meerwaarde van oudere werknemers voor de bedrijven beter geschetst. is een onmisbare * Vrijwilligerswerk schakel in het streven naar een kwaliteitsvolle maatschappij. Nog meer dan andere bevolkingssegmenten hee� de ouderenpopulatie banden met het vrijwilligersveld. Het is mede dankzij vrijwilligerswerk dat het leven van zorgbehoevende ouderen aangenamer wordt gemaakt. De activiteiten van ouderenorganisaties en hun duizenden vrijwilligers dragen ertoe bij dat ouderen betrokken blijven bij het sociaal leven van hun lee�ijdscategorie. Het is dan ook noodzakelijk dat de overheid de talrijke voordelen en meerwaarden van vrijwilligerswerk erkent en stimuleert. De Vlaamse overheid dient er ook op toe te zien dat de bestaande regelgeving inzake vrijwilligerswerk strikt wordt toegepast.
ACTUEEL-Informatieblad
Commissie Cultuur, Leren en Maatschappelijke Participatie Huib Hinnekint, voorzi�er Pas gestart hield de commissie zich onmiddellijk bezig met het Vlaams Ouderenbeleidsplan. In het algemeen werd vastgesteld dat er vooruitgang is geboekt tegenover het vorig ouderenbeleidsplan, zowel qua leesbaarheid, bondigheid en overzichtelijkheid, als qua herkenbaarheid voor de ouderen zelf. Er blijkt ook geluisterd naar de inbreng van de ouderen en hun organisaties. Maar dat geldt niet over de hele lijn. Vooral de paragraaf over levenslang leren, stelde teleur. Inzake participatie, meer bepaald aan het lokale ouderenbeleid, wordt een aanpassing van het decreet m.b.t. ouderenparticipatie in het vooruitzicht gesteld. Op verzoek van het Dagelijks Bestuur van de Vlaamse Ouderenraad zal de commissie hierover een standpunt voorbereiden. In de commissie werd in dit verband nogmaals het belang van lokale ouderenbeleidsplannen beklemtoond, het belang van de betrokkenheid van ouderen bij de beleidsbeslissingen op alle relevante terreinen en werd waardering uitgesproken voor de inspanningen van de provincies bij de ondersteuning van de participatie. Daarnaast werd gewezen op de belangrijke rol die de ouderen kunnen spelen bij het doorgeven op een directe en verstaanbare manier van informatie aan lee�ijdsgenoten. De inzet van ouderen op dit terrein moet worden gestimuleerd. Over armoedebestrijding en sociale bescherming werd de noodzaak beklemtoond om ook ouderen te betrekken bij het beleid en bij de voorbereiding van decreten en actieplannen op deze terreinen. Ouderen worden hierbij al te gemakkelijk over het hoofd gezien. Bij het punt diversiteit en discriminatie merkte de commissie op dat men beter zou spreken van ‘sociale inclusie en non-discriminatie’. Verder is zij van mening dat de ouderen betrokken moeten worden bij het masterplan ‘Gelijke Kansen’. Zoals reeds aangegeven was de teleurstelling het grootst over datgene wat er over cultuur en levenslang leren in het Ontwerp Vlaams Ouderenbeleidsplan wordt gesteld. De bijdrage
ACTUEEL-Informatieblad
over cultuur getuigt niet van een doordachte visie op de rol van ouderen in het culturele gebeuren en evenmin op de betekenis van cultuur in het leven van ouderen. Zij is geschreven vanuit de voorzieningen en niet vanuit het belang van de cultuur voor de persoon en de gemeenschap. Bovendien gaan de voorgestelde acties niet veel verder dan ‘het in kaart brengen van’ (hoe noodzakelijk ook) en het ‘monitoren’ van ontwikkelingen binnen een aantal culturele voorzieningen en sectoren. Bij wat over ‘cultuurparticipatie’ gesteld wordt, kan worden opgemerkt dat het bestaande decreet niet tegemoet komt aan de wensen en behoe�en van ouderen. En terecht wordt de rol beklemtoond die de verenigingen bij het bevorderen van de cultuurparticipatie van ouderen kunnen spelen. Maar hiertoe worden er geen stimulansen genoemd. Bijzonder teleurstellend voor de commissie is wat er in het ‘ontwerp’ staat over het levenslange leren van ouderen. Over een systematische uitbouw van de oudereneducatie wordt niet gesproken. Nochtans, als men van Vlaanderen een lerende regio wil maken, dan moet men het leren van ouderen een plaats geven in het beleid inzake levenslang leren. Het beleidsplan gee� er zelfs geen aandacht toe. Dit ondanks het feit dat in de commissie de nodige ideeën zijn ontwikkeld, dat de Vlaamse Ouderenraad hierover een standpunt hee� ingenomen en dat dit alles ook is ingebracht tijdens de consultatieronde. Kennelijk hebben de betrokken departementen elkaar nog niet gevonden voor het uitze�en van een doordacht en samenhangend beleid voor het levenslang leren van ouderen. Tenslo�e was er in de commissie ook aandacht voor het mediabeleid. Hierbij is opgemerkt dat men zich niet mag blind staren op de functie van de omroep en de nieuwe media, maar dat ook andere meer traditionele media nodig moeten blijven bestaan. Ook het belang van de beeldvorming werd onderstreept. In ieder geval lijkt het meer dan wenselijk dat ouderen betrokken worden bij het in het vooruitzicht gestelde ‘kenniscentrum mediawijsheid’.
3
Commissie Internationaal Ouderenbeleid Kristel Wijshof, secretaris Ook de Commissie Internationaal Ouderenbeleid kwam samen om haar bemerkingen m.b.t. het Vlaams Ouderenbeleidsplan te formuleren. De commissie wijst erop dat ook de Vlaamse overheid bepaalde engagementen aangegaan in internationale context dient te realiseren en dat deze dus ook in het ouderenbeleidsplan een plaats moeten krijgen. U leest er spoedig meer over op de website van de Vlaamse Ouderenraad: www.vlaamse-ouderenraad.be. De Vlaamse Ouderenraad werkt nauw samen AGE-Platform (www.age-platform.eu) het Europees Ouderenoverlegplatform dat vertegenwoordigers van ouderenorganisaties over heel Europa samenbrengt, om de belangen van ouderen ook binnen Europa te verdedigen en het welzijn te versterken. Gezien de belangrijke impact van het Europees beleid op het leven van ouderen in de huidige Europese samenleving, hee� AGE een brochure uitgewerkt rond de werking van de Europese instellingen en de wijze waarop de Europese besluitvorming verloopt. U kan ze gratis downloaden via de website van de Vlaamse Ouderenraad: ‘Introduction to the European Institutions and the European Union Policy Making Processes of relevance to older people’ (rubriek Nieuws – Internationaal). Om u een idee te geven van de belangrijkste organen en hun taken: De Europese Raad: de Europese Raad bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de Europese Unie. Met de inwerkingtreding - op 1 december 2009 - van het Verdrag van Lissabon is de Europese Raad een instelling geworden. Voorzi�er ervan is de heer Herman Van Rompuy. De Europese Raad gee� de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten. Er worden geen we�en gemaakt. Het Europees Parlement: het Europees Parlement wordt door de burgers van de Europese Unie verkozen om hun belangen te vertegenwoordigen. De leden van het Europees Parlement zijn niet naar nationaliteit ingedeeld, maar in zeven Europese politieke fracties. In het Europees Parlement komt zo de wil van bijna 500 miljoen EU-burgers op democratische wijze tot uitdrukking. Het Parlement vertegenwoordigt ook de belangen van burgers bij besprekingen met de andere EU-instellingen. 4
Het Parlement hee� drie hoofdtaken: - Europese wetgeving vaststellen. - Democratische controle uitoefenen op de andere Europese instellingen en in het bijzonder op de Europese Commissie. - De begrotingsautoriteit: het Parlement deelt met de Raad van de EU de begrotingsbevoegdheid en kan derhalve de uitgaven van de EU beïnvloeden. De Raad van de Europese Unie: de Raad is het belangrijkste besluitvormingsorgaan en vertegenwoordigt de lidstaten. De zi�ingen worden bijgewoond door een minister van elke nationale regering van de EU. Haar belangrijkste taken: - Europese wetgeving vaststellen - vaak in samenspraak met het Europees Parlement. - Het algemeen economisch beleid van de lidstaten coördineren. - Internationale overeenkomsten tussen de EU en een of meer derde landen of internationale organisaties sluiten. - Samen met het Parlement de begroting vaststellen. - Het ontwikkelen van een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid. - De samenwerking in strafzaken tussen nationale rechtbanken en politie coördineren. De Europese Commissie: de Commissie bestaat uit de commissarissen en het EUambtenarenapparaat. De Commissie is ona�ankelijk van de nationale regeringen. Ze stelt EU-wetgeving voor en controleert of deze goed wordt toegepast in de hele EU. Het is haar taak de belangen van de EU als geheel te vertegenwoordigen en te behartigen. Zij doet voorstellen voor nieuwe Europese wetgeving en dient deze in bij het Europees Parlement en de Raad. Zij is daarnaast ook het uitvoerende orgaan van de EU en dus verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissingen van het Parlement en de Raad. Dit betekent dat de Commissie zich met het dagelijks beheer van de Europese Unie bezighoudt: het uitvoeren van het EU-beleid en de besteding van EU-middelen. Daarnaast draagt zij zorg voor de handhaving van het Europees recht (samen het Europees Hof van Justitie) en vertegenwoordigt zij de EU op internationaal vlak, bv. bij onderhandelingen over overeenkomsten tussen de EU en derde landen. ACTUEEL-Informatieblad
Commissie Sport en Bewegen Jan Tessier, secretaris De Commissie Sport en Bewegen hee� een aantal aanvullingen en opmerkingen geformuleerd bij het ontwerp van het Vlaams Ouderenbeleidsplan, hoofdzakelijk over het hoofdstuk Gezondheid, Sport en Welzijn. Het valt op dat voornamelijk de rol van de Vlaamse Ouderenraad, als raadgever en als uitvoerder van opdrachten nogal eens over het hoofd wordt gezien. Tenslo�e is de Vlaamse Ouderenraad de vertegenwoordiger van de ouderen en hun organisaties in Vlaanderen. Zij beschikt over een zeer degelijke structuur om bij de uitvoering van het Vlaams Ouderenbeleidsplan een belangrijke, coördinerende rol te spelen. Er is bij de ouderen(sport)organisaties competentie en ervaring zat over sporten en bewegen met mensen van 50 tot 100. De visie over ‘gezond ouder worden’ gaat niet alleen over sporten, maar ook over bewegen. Niet alleen de 50 tot 65-jarigen, maar alle ouderen moeten bij campagnes de doelgroep zijn en die extra stimulans krijgen. Voor de begeleiders van sportende senioren is de toegankelijkheid tot de opleiding in de Vlaamse Trainersschool te hoog gegrepen. Inschrijving en voorwaarden om deel te kunnen nemen, dienen aangepast te worden voor de oudere deelnemers. We willen het effect verkrijgen dat meer oudere begeleiders de specifieke cursus volgen. In het prioriteitenbeleid seniorensport gaan heel wat kansen verloren om ouderen aan te ze�en tot beweging door de strenge beperkingen van de spor�akkenlijst en het verplicht inschakelen van gediplomeerde lesgevers. Waar blijven we dan met de competenties die ouderen verworven hebben? En de gezondheidsdoelstelling om meer ouderen aan te ze�en tot meer beweging? ‘Sportelen’ is iets wat ouderen niet willen, ze voelen zich niet aangetrokken tot deze campagne. Ze willen niet gedegradeerd worden tot een aparte categorie, met een andere terminologie. Er is wel nood aan een gerichte aanpak om meer ouderen werkelijk aan te ze�en om volgehouden te bewegen en/of te sporten. Tenslo�e hebben wij ook gelezen dat er samenwerking zal zijn tussen de minister van Welzijn en Gezondheid en de minister van Sport. Dit is een positief signaal en komt de doelstelling ‘Gezond ouder worden’ zeker tegemoet. De
ACTUEEL-Informatieblad
boodschap is: meer middelen en aandacht inze�en op sport en beweging als PREVENTIE om actief en gezond ouder te worden. Ouderenorganisaties kunnen daar hun steentje toe bijdragen.
5
Commissie Welzijn, Gezondheid en Zorg Thérèse Jacobs, voorzi�er Het thema ‘armoede’ waar de Vlaamse Ouderenraad twee jaar rond zal werken, slaat aan. Al tijdens de eerste gedachtewisseling in de commissie bleek hoeveel raakvlakken er zijn met welzijn, gezondheid en zorg. De commissie wenst zowel de implementatie van beleidsideeën op te volgen die in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering werden opgenomen (voor zover er gevolgen zijn voor de betaalbaarheid van de zorg en voor de vermindering van de sociale ongelijkheid in de toegang tot kwalitatief hoogstaande zorg), als na te gaan hoe welbedoelde federale of regionale beleidsveranderingen in hun tegendeel verkeren. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de laagste vervangingsinkomens worden opgetrokken (federaal), zonder dat de schalen voor de persoonlijke bijdrage in bv. de gezinszorg worden aangepast. Dit hee� tot gevolg dat de toegang tot een aantal voorzieningen onbetaalbaar worden voor de laagste inkomensgroepen. Ook wil de groep nagaan in welke mate het huidige armoedebestrijdingsbeleid (vooral activeringsbeleid) relevant is voor oudere bevolkingsgroepen. Deze aspecten worden opgenomen tijdens dit werkjaar en vervolgens in 2011 met een focus op de idee van de ‘maximumfactuur’ in de zorg. Op iets langere termijn (gespreid over de hele werkperiode tot 2014) wenst de commissie te werken rond ‘voeding en beweging’. Reden is dat adequate voeding en beweging cruciaal zijn voor de levenskwaliteit en gezondheid, en dat de ervaring leert dat er zich problemen stellen, zowel in de thuissituatie als in residentiële voorzieningen. Bovendien zijn er meningen in omloop die elke grond missen; bv. is het wel zo normaal dat ouderen vermageren? Het is goed dat dit thema in de komende jaren ook vanuit het Europese kader wordt onderzocht en dat er federaal al rond ondervoeding is gewerkt. De commissie wil dit thema bekijken vanuit een levensloopbenadering (wat is het effect van gewoonten tijdens jeugd en vroege volwassenheid?), en breed: thuis, in het ziekenhuis, woonzorgcentra, dienstencentra, revalidatiecentra, maar ook voor dementerenden enz.
6
Het Vlaams Ouderenbeleidsplan was het belangrijkste onderwerp van de laatste vergadering. Nie�egenstaande een rijkelijk laat toegekomen document (slechts één ‘werkdag’ lectuurtijd), leverde de commissie gedegen reflectiewerk. Het document in zijn geheel werd goed onthaald. De heterogene, positieve en actieve visie op ouderen komt overeen met de visie van de Vlaamse Ouderenraad; het ouderenbeleid is veelvormig – niet beperkt tot ziekte en zorg. De commissie lijs�e toch een aantal voorbeelden op van passages waar deze visie niet tot zijn recht komt: de cohesie in de tekst is niet optimaal. Bovendien komt het aspect ‘coördinatie’ niet echt uit de verf. Zo ontbreekt een slotparagraaf waarin wordt aangegeven hoe de opvolging van de beleidsvoornemens zal worden georganiseerd door de coördinerende minister. Wat de coördinatie zou kunnen helpen, is het aangeven van prioriteiten én een kwantitatieve benadering van de beoogde resultaten, bijvoorbeeld in de context van een ‘oudereneffectenrapportage’. Daarenboven misten de commissieleden een visie op langere termijn waarin ook wordt gereflecteerd op beleidsdaden en –intenties vanuit andere niveaus (lokaal, federaal, Europees). Ten slo�e werd expliciet ingegaan op de passages waarin wordt verwezen naar armoede en sociale bescherming.
ACTUEEL-Informatieblad
Commissie Wonen, Mobiliteit en Veiligheid Kris De Smet, voorzi�er informatiepunten, betaalbaar wonen dient in concrete maatregelen zichtbaar gemaakt. Het Vademecum Toegankelijke Publieke Ruimte mag geen vrijblijvend instrument zijn. Wat mobiliteit en veiligheid betre�, stelt de commissie vast dat de constateringen inzake onveiligheidgevoelens niet vertaald worden in doelstellingen en concrete acties. In het kader van het zonaal veiligheidscharter van de politie moeten initiatieven voor ouderen, en met de ouderenorganisaties, genomen worden. Deze commissie kwam tot stand na herverkaveling van het werkterrein, met start en druk bijgewoond op 25 maart ll. Deze nieuwe commissie bouwt verder op het vruchtbare werk van de Commissie Mobiliteit die werkzaam was van 2003 tot 2009. Wij onthouden als aandachtspunten: de blijvende aandacht voor permanente verkeerseducatie, de zorg voor absolute toegankelijkheid van zowel overheidsvoorzieningen (gebouwen, scholen, dienstencentra, spoorwegstations, de post,…) als van de private dienstverlening (winkels, horeca, banken,…), het openbaar en het aangepast vervoer in landelijke gebieden en de stedelijke randen. De commissie stond in nauw contact met o.a. de Mora - de Mobiliteitsraad - waarbij twee ouderen deelnemen aan de werkgroep ‘personenvervoer’. Doorheen de jaren kwam er een grote wisselwerking met het toegankelijkheidsbureau Enter tot stand. Er wordt veel tijd geïnvesteerd in wederzijdse informatie-uitwisseling en het overheidsbeleid, zonder ten gepaste tijde ook rond concrete bezorgdheden beperkte actie te ondernemen. De commissie hee� twee vergaderingen intensief overlegd over het ontwerp Vlaams Ouderenbeleidsplan 2010-2014. Daarbij werden belangrijke vaststellingen als invalshoek gebruikt: wat de kwaliteit van de huisvesting betre� is het niet ‘5 voor 12’ maar ‘1 na 12’: levensbestendig bouwen en verbouwen moet de afdwingbare norm zijn, de sociale huisvesting moet een voortrekkersrol spelen, upgrade van alle ‘ROB’ en ‘RVT’ in woonzorgcentra, sensibilisering van de ouderen voor en begeleiding bij woningaanpassing, lokale gemeentelijke
ACTUEEL-Informatieblad
Zowel het reguliere openbare vervoer als het aangepast openbaar vervoer blijven belangrijk; de mindermobielencentrale (MMC) en de diensten aangepast vervoer (DAV) moeten dringend beter bekend gemaakt worden, er is veel meer samenwerking en afstemming nodig, er moet één centraal informatiepunt komen. De financiering van de MMC en DAV moet structureel zijn, er is onderzoek naar noden en behoe�en nodig zodat een toereikend basisaanbod kan voorzien worden. De commissie wil nu zichzelf een meerjarenplanning opleggen. Daarbij is enige parallel met het Vlaams overheidsbeleid vanzelfsprekend. Twee recente regeringsbeslissingen zijn hier belangrijk: op 4 juni hee� de Vlaamse regering de conceptnota Samenwerking Wonen-Welzijn van minister Freya Van den Bossche en minister Jo Vandeurzen goedgekeurd; op 11 juni werd dan de principiële goedkeuring aan het besluit tot opmaak van het Mobiliteitsplan Vlaanderen en de gewestelijke planningscommissie gegeven. De conceptnota is ondermeer belangrijk voor de uitvoering van het Woonzorgdecreet met de assistentiewoningen en de woonbegeleiding want woonprojecten voor specifieke doelgroepen hebben maar zin als er voldoende woonbegeleiding is. Assistentiewoningen dienen er ook voor lage inkomens te komen; er zal onderzocht worden hoe de woonzekerheid en -begeleiding van zwakke huurders op de private markt kan versterkt worden. Het Mobiliteitsplan Vlaanderen moet dan weer de langetermijnvisie voor een duurzame mobiliteitsontwikkeling in hoofdlijnen vastleggen.
7
N����� ��� �� O������� Wonen en Welzijn verankeren nauwe samenwerking Op voorstel van Vlaams minister van Wonen Freya Van Den Bossche en Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen hee� de Vlaamse Regering op 4 juni 2010 de conceptnota ‘Samenwerking Wonen – Welzijn’ goedgekeurd. Een duidelijke a�akening van de kerntaken, samenwerking tussen de administraties en budge�aire engagementen moeten een antwoord bieden op de groeiende lokale vraag naar een afstemming van het beleid voor Wonen en Welzijn. In de welzijnssector is er een groeiende vraag naar zelfstandig wonen in combinatie met zorgondersteuning. In de sociale huisvesting is een stijgend aantal kwetsbare huurders vragende partij voor meer begeleiding. Minister Vandeurzen oordeelde dat samenwerking tussen beide sectoren dan de voor de hand liggende oplossing is. Samen met zijn collega-minster Freya Van Den Bossche wil hij duidelijkheid scheppen voor lokale initiatieven die zich op het kruispunt van wonen en welzijn ontwikkelen. In essentie komt de samenwerking tussen het woon- en welzijnsbeleid erop neer dat de minister van Wonen een aangepast woonaanbod realiseert en andere wooninstrumenten zoals de huursubsidie ook toegankelijk worden voor de doelgroepen van welzijn. De minister van Welzijn staat in voor de zorgverlening en de aanpassing van de zorginfrastructuur. Concreet betekent dit o.a. dat de knelpunten zullen worden weggewerkt om assistentiewoningen (aangepaste woningen voor ouderen die zelfstandig willen wonen met zorggarantie) te verhuren via een sociale huisvestingsmaatschappij en de zorg aan te bieden via een welzijnsinstantie. Hét doel is een aanbod van sociale assistentiewoningen realiseren voor mensen met een laag inkomen.
Om een aanbod van sociale huisvesting te voorzien voor mensen met een specifieke zorgnood is een evenwichtig doelgroepenbeleid nodig. De minister van Wonen zal drempels in de regelgeving die de toegang tot sociale huisvesting bemoeilijken voor doelgroepen uit Welzijn, in kaart brengen en wegwerken. Bijvoorbeeld rond de domicilie van mensen die in een zorgvoorziening verblijven. De minister van Wonen zal ook een beoordelingskader voor lokale toewijzingsreglementen laten opmaken. Een andere belangrijke opdracht is het afstemmen van de programmering van sociale huisvesting met Welzijn inzake woningen voor personen met een handicap, meerbepaald de ADL-woningen en concepten zoals geïntegreerd wonen. Op die manier ontstaat een ruimer aanbod van aangepaste, sociale woningen voor personen met een handicap. De eerstvolgende jaren zal er dus beweging zijn om wonen en welzijn te verweven om reeds lang bestaande problemen een geïntegreerde oplossing te geven.
Beide ministers zullen ook onderzoeken hoe zij de woonzekerheid en -begeleiding van zwakke huurders op de private markt kunnen versterken. Ook daar bevinden zich mensen in een precaire situatie. De minister van Wonen zal ondermeer onderzoeken hoe de verzekering gewaarborgd wonen voor huurders kan worden ingevoerd.
8
ACTUEEL-Informatieblad
Systeem van goedkopere geneesmiddelen bereikt ook financieel zwakkeren Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ging na of alle Belgen, ongeacht hun socio-economische achtergrond, financieel voordeel halen uit het bestaan van generische geneesmiddelen of bepaalde originele producten waarvan de prijs werd verlaagd. Het resultaat is bemoedigend, want net de minst bevoorrechte Belgen blijken iets meer dergelijke producten te kopen. Toch kan het nog beter. Artsen en apothekers kunnen aangespoord worden om goedkopere producten meer voor te schrijven en af te leveren. En ook de patiënt zou meer informatie kunnen krijgen over de meerprijs die hij betaalt bij de aankoop van een geneesmiddel waarvoor er een goedkoper alternatief bestaat. Generische geneesmiddelen beva�en gelijkaardige bestanddelen en hebben dezelfde werking als het oorspronkelijke geneesmiddel. Omdat de fabrikant geen ontwikkelingskosten meer hee� en het octrooi vervallen is, is het vaak veel goedkoper. Het systeem levert besparingen op in de ziekteverzekering zonder dat aan medische kwaliteit wordt ingeboet en waardoor meer kan geïnvesteerd worden aan
bv. de terugbetaling van nieuwe, vaak dure geneesmiddelen. Een bijkomend effect van het systeem is dat fabrikanten na afloop van het octrooi vaker prijsverlagingen toepassen op de originele geneesmiddelen. Uit de studie blijkt dat de personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming (gehandicapten, bepaalde gepensioneerden, …) iets vaker dergelijke producten kopen, waardoor ze dus minder supplementen betalen. Dit is een bemoedigend resultaat voor de toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Ook patiënten die klant zijn in een wijkgezondheidscentrum of een globaal medisch dossier hebben, gebruiken meer goedkopere geneesmiddelen. De oudere patiënten daarentegen gebruiken iets minder vaak het goedkopere alternatief. Als de patiënt een duurder origineel voorgeschreven krijgt, moet hij het verschil zelf opleggen, bovenop het remgeld. Als patiënt kan u aan uw arts vragen om een generisch geneesmiddel voor te schrijven in de plaats van een merkgeneesmiddel.
RVP lanceerde MyPension: het online pensioendossier Met het online pensioendossier MyPension kunnen werknemers en gepensioneerde werknemers de evolutie van hun pensioendossier stap voor stap volgen op de RVP-website. MyPension is beschikbaar voor elke burger die tijdens zijn loopbaan als werknemer werkt of gewerkt hee�. Om de vertrouwelijkheid van de individuele pensioendossiers te garanderen, moet de burger zich eerst identificeren via een kaartlezer en zijn elektronische identiteitskaart of door het ingeven
ACTUEEL-Informatieblad
van een token (elektronische handtekening). Via zijn beveiligde MyPension-sessie kan de burger snel en gemakkelijk de informatie uit zijn pensioendossier raadplegen en verschillende administratieve stappen ondernemen. Praktische inlichtingen: Rijksdienst voor Pensioenen Gratis groene lijn: 0800 50 246 (tijdens de week van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur) Website: www.onprvp.fgov.be www.mypension.be E-mail:
[email protected]
9
Interactief bestuur als modewoord Hoe is het anno 2010 gesteld met de politieke participatie van ouderen? Wie is er nog lid van een politieke partij? Wat vinden ouderen over hun inspraakmogelijkheden en in welke mate willen ze zelf meepraten/denken/beslissen? Al te vaak wordt er geen beroep meer gedaan op ouderen om enige formele rol in de samenleving op te nemen, laat staan dat zij een stem in het kapi�el krijgen om actief bij te dragen aan de constructie van de gemeenschap. De maatschappelijke positie van ouderen wordt mede daardoor gekenmerkt door uitsluiting van deelname aan politieke en buiten politieke structuren. Alan Walker (1995) stelt dat deze sociale uitsluiting geen bewuste discriminatie is, maar eerder een gevolg van het falen om de instellingen aan te passen aan de vergrijzing. Hoewel het geen actieve strategie betre�, is lee�ijdsdiscriminatie (ageisme) een gevolg van dit beleidsfalen dat verankerd zit in de dominante negatieve beeldvorming van ouderen. Walker (1995) duidt in dit verband op de politieke paradox: ‘groot in aantal, maar beperkt in invloed’. Uit talloze onderzoeken blijkt dat de invloed van ouderen op het politieke beleid gering is omdat ouderen slechts beperkte toegang hebben/ krijgen tot de rechtstreekse politieke participatie. ‘Vernieuwing’ wordt binnen politieke partijen immers vaak gelijkgesteld met ‘verjonging’. In Vlaanderen zien we dat 9,4% 60-plussers lid is van een politieke partij. Als we dit verder opsplitsen naar lee�ijdsklasse stellen we vast dat dit bij 80-plussers minder het geval is dan bij 60 tot 69-jarigen, respectievelijk 7,8% en 10,1%. Ook als we geslachtsverschillen analyseren, merken we op dat politieke deelname aan een partij vooral is weggelegd voor de mannen (12,1% mannen versus 7,1% vrouwen). In lijn met eerdere onderzoeken, is het ook zeer duidelijk dat het lidmaatschap van een politieke partij nog altijd vooral weggelegd is voor de hoogstopgeleiden (16,6% versus 5,2% laagstopgeleiden). Enerzijds wordt ‘de politiek’ gekenmerkt door schaalvergroting (politiek ver van de burger, Europa, …), maar anderzijds evenzeer door decentralisatie (meer én meer gemeentelijke
10
bevoegdheden). Het lokale niveau wordt bijgevolg steeds belangrijker om ouderen te betrekken. Willen ouderen op een of andere manier hun stem laten horen in de politieke besluitvorming, dan moeten ze dit vaak via de onrechtstreekse politieke participatie proberen waar te maken. Wanneer we onrechtstreekse politieke participatie bekijken, spelen de lokale ouderenadviesraden een belangrijke rol. De eerste ouderenadviesraden werden opgericht in het begin van de jaren zeventig en in 1992 bleek meer dan 50% van de Vlaamse gemeenten over een ouderenadviesraad te beschikken. Hoewel dit in 2007 al gestegen was tot meer dan 80%, blijken de ouderenadviesraden toch nog niet overal hun ingang gevonden te hebben. Het bestaan van een ouderenadviesraad of een analoog inspraakorgaan is echter nog geen garantie voor een effectieve belangenverdediging van ouderen in het gemeentelijk beleid. Aan de politieke interesse van ouderen zal het alvast niet liggen: 57% Vlaamse 60-plussers gee� aan (zeer) geïnteresseerd te zijn in politiek en inspraak. Vooral wanneer het persoonlijke zaken aanbelangt willen ouderen op de kar springen: terwijl 32% tevreden is met zijn politieke invloed op het gemeentelijk beleid, vindt 63,8% ouderen dat ze meer te zeggen moeten hebben over wat er voor ouderen gebeurt. Er wordt echter nog te vaak over de hoofden van ouderen heen beslist. De stereotype benadering van ouderen, als zijnde op rust, passief en ongeïnteresseerd, geldt nog al te vaak. We zien echter dat de tijdsgeest langzaamaan verandert. Mede door de discussie omtrent het generatiepact worden ouderen op een meer positieve wijze benaderd. Zij blijken plots een inzetbare groep op de arbeidsmarkt. De politieke discussie moet echter verruimd worden. Naast een inzetbaarheid op de arbeidsmarkt moet ook nagegaan worden welke rol ouderen kunnen spelen in het ondersteunen en opbouwen van informele en formele verbanden in de samenleving, ook de lokale samenleving. De uitdagingen die de vergrijzing met zich meebrengt op het lokale niveau vereisen in hoofdzaak het ontwikkelen van acties op het lokale niveau, waarbij alle
ACTUEEL-Informatieblad
Senioren veilig op de fiets! Dominique Verté, Vrije Universiteit Brussel actoren hun verantwoordelijkheid opnemen. Het benaderen van ouderen als volwaardige burgers, die mee betrokken kunnen worden in de ontwikkeling en de uitvoering van lokale (beleids)initiatieven is daartoe een voorwaarde. * Cijfers uit de ouderenbehoe�eonderzoeken over ouderen en hun effectieve participatiegraad in lokaal beleid.
Campagne 2010 Preventiecursussen rond ‘veilig en vaardig fietsen’ in 24 steden en gemeenten In het kader van de campagne ‘Senioren veilig op de fiets’ organiseert de Fietsersbond vzw een aantal preventiecursussen rond ‘veilig en vaardig fietsen’. Op een aangename manier worden de nodige kennis en fietsvaardigheden bijgebracht om zich veilig in het verkeer te kunnen begeven in hun eigen leefomgeving. De cursus gaat door op de volgende data en locaties: • Woensdag 18 augustus 2010: Meise • Donderdag 19 augustus 2010: Oostende • Dinsdag 24 augustus 2010: De Haan • Dinsdag 14 september 2010: Lier • Donderdag 16 september 2010: Maaseik • Vrijdag 17 september: Herzeele • Maandag 20 september 2010: Bree • Dinsdag 21 september 2010: Ledegem • Donderdag 23 september 2010: Herent • Vrijdag 24 september 2010: Deinze • Dinsdag 28 september 2010: Kortenaken • Maandag 4 oktober 2010: Retie Het aantal plaatsen is beperkt tot 25 personen. Vooraf inschrijven is verplicht en gebeurt via de lokale contactpersoon. Elke deelnemer ontvangt gratis de gloednieuwe brochure ‘Senioren veilig op de fiets: fietsen & genieten van dagelijkse verplaatsingen’ (waarde 12 euro). U kan een digitale versie van de brochure gratis downloaden via deze link: www.fietsersbond.be/senioren Voor 15 cursussen werkt de Fiestersbond vzw nauw samen met de seniorensportfederatie S-Sport. Via het project ‘Vaardig de fiets op!’ leren zij daarenboven senioren ook (terug) vaardig fietsen. Meer informatie: www.s-sport.be/S-Sport/ Projecten/Vaardig-de-fiets-op. Meer informatie over nieuwe initiatieven en cursussen op www.fietsersbond.be/senioren of bel Tine Claus op 03 231 92 95.
ACTUEEL-Informatieblad
11
TERUGBLIK
Ouderenparlement 2010: Jouw rol telt! Op maandag 26 april mocht de Vlaamse Ouderenraad 530 mensen verwelkomen in de Elisabethzaal te Antwerpen. Afgevaardigden van lokale ouderenadviesraden, provinciale ouderenadviesraden, ouderenorganisaties, lokale dienstencentra of woonzorgcentra konden die dag deba�eren in verschillende werkgroepen. Het thema ‘De rollen van de ouderen in een vergrijzende maatschappij’ stond die dag centraal. Het Ouderenparlement werd opgefleurd door Inspinazie, een improvisatietheater dat op zeer ludieke wijze de deelnemers entertainde en doelgerichte toespelingen maakte op het thema. Het was de voorzi�er van de Vlaamse Ouderenraad, Jul Geeroms, die de spits mocht a�ijten. In zijn speech benadrukte hij dat met de resultaten van de werkgroepen en met de reacties op de stellingen rekening zal worden gehouden, zodat er nagegaan kan worden rond welke materies of onderwerpen in de toekomst adviezen kunnen geformuleerd worden. In elk geval zal de inbreng van het Ouderenparlement als achtergrondinformatie gebruikt worden bij het formuleren van het advies op het Vlaams Ouderenbeleidsplan dat door Minister Jo Vandeurzen wordt voorgelegd aan het Vlaams parlement in het najaar. Wegens de politieke perikelen in ons land - val van de regering - kon minister Jo Vandeurzen zelf niet aanwezig zijn op het Ouderenparlement. Het was zijn kabinetsmedewerker, Walter Brusselaers, die het publiek te woord stond. Hij beklemtoonde in zijn toespraak dat niet alleen de rol van de ouderen telt, maar ook hun stem. En die stem wil het beleid horen, zeker nu de minister volop werkt aan een nieuw Ouderenbeleidsplan. Via de inspraakronde voor dit plan werden reeds meer dan 400 ouderen gehoord. Hieruit bleek onder andere dat ouderen daadwerkelijke inspraak willen, en dat zowel op lokaal als bovenlokaal vlak. Een thema dat ook op
12
de agenda stond in één van de werkgroepen. Uit de consultatieronde bleek duidelijk dat ouderen betrokken willen blijven en hun rol in de samenleving willen opnemen. Ten slo�e verzekerde de kabinetsmedewerker dat de Vlaamse Ouderenraad de eerste partner blij� om het beleid beter te helpen afstemmen op de moderne levensloop van mensen. Daarna was het de beurt aan de ouderen zelf. In vier werkgroepen konden zij hun stem laten horen. En dat deden ze! Werkgroep ‘Ouderen en arbeid’ In deze werkgroep ging het niet alleen over oudere werknemers, maar ook het luik vrijwilligerswerk werd onder de loep genomen. Uit de toelichting van Lieve De Lathouwer, coördinator expertisecentrum Lee�ijd en Werk, bleek dat hoewel we steeds langer leven we steeds minder lang (betaald) gaan werken. Cijfers tonen aan dat slechts 1 op 3 van de 55plusssers aan het werk zijn. Ook werd duidelijk dat de feitelijke pensioenlee�ijd sterk onder de we�elijke pensioenlee�ijd ligt. De studie van de vergrijzingscommissie schui� dan ook het verhogen van de werkzaamheidsgraad naar voor als één van de antwoorden op de kosten van de vergrijzing. Meer uitleg over het vrijwilligerswerk kregen de deelnemers van de vroegere voorzi�er van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, Raf de Zu�er. Daaruit bleek dat ouderen talrijk aanwezig zijn in het vrijwilligerswerk. Een studie van D. Verté gee� aan dat 19% van de 60 tot 69jarigen vrijwilligerswerk doet, bij de 70 tot 79jarigen is dat 15,4 % en bij de 80-plussers 8,90%. Resultaten stellingen Stelling 1: Om de pensioenen betaalbaar te houden moet de lee�ijd waarop men ui�reedt opgetrokken worden. Akkoord: 48 Niet akkoord: 15 Stelling 2: Oudere werknemers zijn niet belangrijk voor de bedrijven. Akkoord: 0 Niet akkoord: 63 (unaniem) Stelling 3: Het is aangewezen dat ouderen meer vrijwilligerswerk doen. Akkoord: 63 (unaniem) Niet akkoord: 0
ACTUEEL-Informatieblad
Werkgroep ‘Ouderen en politiek’ Professor An Hermans gaf een korte inleiding waarin ze een algemeen kader schetste. Zowel rechtstreekse als onrechtstreekse politieke participatie werden aangekaart. Zo bleek dat de politieke participatie van ouderen in gemeenten slechts zo’n 10 % bedraagt en de oudere verkozenen op federaal en Vlaams niveau helemaal niet representatief zijn ten opzichte van de gehele bevolking. ‘Als ouderen moeten we ijveren voor een stem in de effectieve beleidsvoering,’ klonk het. De huidige inspraakorganen, die er reeds zijn in gemeenten, provincies, … kunnen in dit kader zeker een rol spelen. Resultaten stellingen Stelling 1: Ouderen vertegenwoordigen ouderen in de politiek. Akkoord: 83 Niet akkoord: 55 Stelling 2: Ouderen hebben politiek geen impact. Akkoord: 82 Niet akkoord: 54 Stelling 3: Ouderen moeten zich verenigen om politieke druk uit te oefenen. Akkoord: 142 Niet akkoord: 2 Werkgroep ‘Ouderen als zorgdragers’ Heel wat 60-plussers zorgen voor hun zieke partner, hun buurvrouw, helpen hun ouders of staan hun kinderen bij en springen in om te babysi�en op de kleinkinderen. Evelien Dekens, stafmedewerker bij het Kenniscentrum Mantelzorg, schetste de situatie van de oudere mantelzorger. Hoewel mantelzorgers van alle lee�ijden zijn, toonden cijfers aan dat de grootste groep tussen de 45 en 70 jaar oud is. De lee�ijdscategorie 55 tot 59-jarigen stak er met ruim 15% bovenuit. Verder bleek dat naarmate de lee�ijd stijgt de oudere minder zorg opneemt.
ACTUEEL-Informatieblad
Vooral bij vrouwen was dit het geval. Ook ‘Kind en Gezin’ werd uitgenodigd om wat meer uitleg te geven bij de kinderopvang door grootouders. De presentatie toonde aan dat voor 22,4% van de kinderen jonger dan 3 jaar de grootouders de belangrijkste opvangvorm zijn. Vooral bij atypische momenten zoals vóór 7 uur, na 18 uur, tijdens het weekend of de nacht, bij ziekte van het kind of dringende opvang doet men een beroep op de grootouders. Resultaten stellingen Stelling 1: Mantelzorg en kinderopvang door ouderen zouden beter vervangen worden door professionele zorg. De meerderheid (2/3) is niet akkoord. Stelling 2: Mantelzorg bemoeilijkt participatie aan het maatschappelijke leven. De meerderheid is akkoord. Stelling 3: Vooral oudere vrouwen worden te zwaar belast. Iedereen is akkoord. Werkgroep ‘Ouderen als consumenten’ Ivo Mechels, woordvoerder van Test-Aankoop, gaf een inleiding in deze werkgroep. Zo werd ondermeer de problematiek inzake hospitalisatieverzekeringen en autoverzekeringen aangehaald. Maar ook de rol van ouderen in productontwikkeling werd besproken. In zijn oordeel over de ‘oudere consument’ was zijn uitgangspunt: “Wat goed is voor de consument, is ook goed voor de oudere consument.” Ouderenverenigingen kunnen hun krachten bundelen en samenwerken met consumentenverenigingen om bepaalde zaken aan te kaarten. Samen sta je immers sterker!
13
Kathy Louagie, stafmedewerker Resultaten stellingen Stelling 1: Ouderen dragen niet bij aan de economische groei. De werkgroep is zo goed als unaniem niet akkoord (1 tegenstem). Stelling 2: Ouderen moeten betrokken worden bij het ontwikkelen van producten. De werkgroep is unaniem akkoord. Stelling 3: Ouderen moeten gebruik maken van hun consumentenmacht / kracht. De werkgroep is zo goed als unaniem akkoord (1 tegenstem). Debat De productieve voormiddag zorgde ervoor dat er enkele pi�ige vragen geformuleerd werden voor het panel. In het panel zaten Christel Geerts (politica en professor Gerontologie), Alfons Marcoen (prof. em. Ontwikkelingspsychologie), Walter Brusselaers (kabinetsmedewerker bij de Coördinerend minister voor Ouderenbeleid) en Jul Geeroms (voorzi�er van de Vlaamse Ouderenraad). Chris De Nys zorgde ervoor dat het gesprek in goede banen werd geleid. Het werd een geanimeerd debat vooral toen het ging over de werkzaamheidsgraad van 55plussers. Christel Geerts vroeg zich af of het wel normaal is dat iemand van 55 meer verdient dan iemand van 35 die net hetzelfde werk doet? De loonsverhoging op basis van anciënniteit zorgt er immers voor dat oudere werknemers vaak als te duur bestempeld worden. “Belonen op basis van ervaring en kwalificaties in plaats van op lee�ijd zou daarom misschien beter zijn,” aldus Christel Geerts. Wat de ouderenparticipatie op lokaal niveau betre�, meldde Walter Brusselaers dat het decreet wordt aangepast en er een invulling zal gegeven worden aan het luik over de lokale participatie van ouderen. Deze aanpassing zou moeten klaar zijn eind 2010 en gaat in voege in 2011. De middelen vanuit Vlaanderen voor het lokale niveau zijn beperkt. Vandaar dat het volgens hem niet erg zinvol is om dat budget te spreiden over alle gemeenten in Vlaanderen. In overleg met de Vlaamse Ouderenraad wordt nagaan hoe men die middelen het best kan inze�en. Daarop reageerde Jul Geeroms dat men deze middelen kan inze�en om vorming te voorzien voor de ouderen die participeren in de lokale ouderenadviesraden. Het is essentieel dat er een dialoog ontstaat 14
tussen de ouderen en de beleidsmakers over het te voeren ouderenbeleid in de gemeente en via vorming kan je dit versterken. Mantelzorgers zijn erg waardevol. Maar niemand is gemaakt om 24 uur op 24, elke dag de zorg op te nemen voor een ander zonder ondersteuning. Daarom is het belangrijk dat de mantelzorger ondersteund wordt en daar schiet de samenleving te kort. “Er komen wel voorzieningen bij, maar er komen in verhouding veel meer ouderen bij. Op alle niveaus zullen we een tandje moeten bijsteken”, stelde Christel Geerts. Ook Jul Geeroms was van mening dat er een goede verhouding moet zijn tussen mantelzorg en professionele zorg. Als laatste thema werd ‘Ouderen als consumenten’ aangesneden meer bepaald de bescherming van de oudere consument. Alfons Marcoen was van oordeel dat sommige ouderen gemakkelijk slachtoffer worden door goedgelovigheid of eenzaamheid en het daarom noodzakelijk is om ouderen te informeren over allerlei preventieve maatregelen, zodat ze minder risico lopen om slachtoffer te worden. Ouderenverenigingen kunnen zeker een rol spelen inzake bescherming van de oudere consument. De kabinetsmedewerker wees erop dat wanneer ouderenverenigingen noden detecteren ze deze kunnen doorseinen aan het beleid, bv. inzake lee�ijdsdiscriminatie. Bovendien benadrukte hij nog eens de nood aan duidelijke informatie. De dag werd afgesloten met een receptie en een bezoek aan de Zoo. We willen alle medewerkers nogmaals bedanken: de inleiders, de gespreksleiders, de verslaggevers, de medewerkers aan het onthaal en in de werkgroepen, de mensen die zorgden voor de ontvangst aan het station, de leden van de stuurgroep Ouderenweek-Ouderenparlement, … Van harte bedankt voor deze geslaagde dag! Indien u de powerpointvoorstellingen wil raadplegen, graag eens de volledige verslagen per werkgroep naleest of het paneldebat, dan kunt u terecht op www.vlaamse-ouderenraad.be (rubriek Nieuws - Ouderenparlement Ouderenparlement 2010: terugblik). ACTUEEL-Informatieblad
OUDERENWEEK 2010: 15-21 NOVEMBER Armoede tre� 1 op 5 ouderen ‘Armoede tre� 1 op 5 ouderen’ wordt de nieuwe slogan van de Ouderenweek 2010. Armoede is onaanvaardbaar! Toch loopt 1 op 10 Vlamingen een verhoogd armoederisico. Bij de ouderen is dat percentage dubbel zo hoog. Zij hebben 19,4% kans om in armoede terecht te komen. Het leven in armoede is hard. Niet weten of je op het eind van de maand de rekeningen zal kunnen betalen, moeten leven in een slecht geïsoleerd huis, een doktersbezoek moeten uitstellen omdat het budget het niet toelaat, … het zijn maar enkele obstakels die mensen in armoede meemaken. Leven in armoede wordt vaak OVERLEVEN. Ouderen, die in armoede leven, zijn niet bijzonder ‘zichtbaar’ in onze samenleving. Omwille van hun trots en waardigheid verbergen ze hun kwetsbaarheid en praten ze er niet of weinig over. Daarom spreekt men ook wel eens over ‘stille’ armoede. Met de campagne ‘Armoede tre� 1 op 5 ouderen’ wil de Vlaamse Ouderenraad samen met de ouderenorganisaties armoede bij ouderen onder de aandacht brengen. Via een folder en de Ouderenweekbrochure willen we een ruim publiek sensibiliseren. De folder zal niet alleen verspreid worden naar de ouderenorganisaties en de lokale ouderenadviesraden, maar ook naar gemeenten, OCMW’s, bibliotheken, verenigingen waar armen het woord nemen, … Bovendien wordt een methodiek ontwikkeld waarbij de lokale ouderenadviesraden gevraagd zullen worden om aan de hand van een vragenlijst armoede bij ouderen in hun gemeente in beeld te brengen. Deze methodiek wordt op 1 oktober in het Vlaams Parlement voorgesteld. De uitnodiging hiervoor wordt in augustus verspreid. Eind september verschijnen de folder en de brochure met de methodiek. Meer informatie vindt u binnenkort op: www.vlaamse-ouderenraad.be.
ACTUEEL-Informatieblad
Kathy Louagie, stafmedewerker
Lanceringsmoment campagne Armoede tre� 1 op 5 ouderen Vlaams Parlement 1 oktober 10.30 – 16.00 uur Inschrijven kan vanaf eind augustus
Guido Verbrugghe met pensioen, proficiat!
Na een 37-jarige loopbaan gaat Guido Verbrugghe met pensioen. Als directeur van de Liberale Beweging voor Volksontwikkeling, was hij nauw betrokken bij de oprichting van het OOK en bij de werking van de Vlaamse Ouderenraad. Zo was hij als lid van het Dagelijks Bestuur secretaris van de Vlaamse Ouderenraad en verantwoordelijk voor het personeelsbeleid. Zijn pensionering betekent voor ons geen afscheid. Als vrijwilliger zal Guido zich blijven engageren voor de Vlaamse Ouderenraad om samen te werken aan een beleid dat ouderen ten goede komt. Guido, geniet nu maar met volle teugen van die nieuwe fase in je leven!
15
Stemrecht, ook voor zorgbehoevende ouderen een recht! Mie Moerenhout, directeur Het is reeds jaren een oud zeer, vele zieke, zorgbehoevende en dementerende ouderen gaan niet stemmen. Terecht, voor sommigen toch. Onderzoek hee� aangetoond dat bij verkiezingen slechts 10% van de Vlaamse rusthuisbewoners hun stem uitbrengen. Naar aanleiding van de verkiezingen van 13 juni 2010 deed de Vlaamse Ouderenraad via een brief een oproep aan de gemeentebesturen om het kiesrecht van de zorgbehoevende en minder mobiele thuiswonende en residentieel wonende ouderen te ondersteunen. Tips daarvoor zijn: Stemlokalen inrichten in het woonzorgcentrum of in het lokaal dienstencentrum voor residenten en buurtbewoners Vervoer voorzien Vrijwilligers en familieleden inze�en Stoelen voorzien Voorbereiding in de gebruikersraad en/of in een activiteit
Maar bovenal is het bezorgen van de oproepingsbrief een plicht en de beslissing aan de oudere zelf om al of niet zijn stem uit te brengen. Het aantal rusthuisbewoners dat zijn stem uitbrengt, vervijfvoudigt als er een stembureau in het woonzorgcentrum is… en dit kan evengoed als in een school. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 staan we er weer met een oproep en ook de koepels van de woonzorgcentra zijn wat van plan.
85-jarige rusthuisbewoner stemt voor het eerst Op zondag 13 juni stipt om 8 uur bracht de 85jarige Hendrik Coppieters voor de allereerste keer zijn kiesstem uit. Door het jarenlange werken bij een transportbedrijf was het Hendrik nooit eerder gelukt om de stembus te bereiken. De vroegere vrachtwagenchauffeur reed doorheen Europa tot in Saoedi-Arabië met azalea’s en was vaak lange periodes van huis weg. Hoewel Hendrik nooit politiek-minded was, wou hij deze keer toch zijn stem laten gelden. “Ik heb het nooit jammer gevonden. Vroeger was nen boterham veel belangrijker dan stemmen,” aldus Hendrik. “Ik heb nooit iemand volmacht gegeven, een doktersbrie�e volstond.” Hendrik is sinds een aantal jaren rolstoelgebonden en woont in het Woonzorgcentrum De Vijvers te Ledeberg.
16
Voor de tweede maal konden de inwoners van Ledeberg en de bewoners van de Vijvers uiteraard, stemmen in het woonzorgcentrum De Vijvers. Er werden vijf kiesbureaus ingericht met twee stemhokjes die vlot toegankelijk zijn voor elke rolstoelgebruiker. Op die manier wordt de autonomie van de bewoner bevorderd en werkt men drempelverlagend. “De directeur van De Vijvers gaf me de nodige informatie.” Na het stemmen volgt Hendrik graag de resultaten via de krant of televisie. Dat veel mensen tegen hun zin gaan stemmen, begrijpt Hendrik “Ik ben voor het stemrecht, de tijd van moeten is gedaan. We zijn toch vrije mensen in België?”
ACTUEEL-Informatieblad
Wensboom Wat is de bedoeling? Het is de bedoeling om tegen de werelddag, die doorgaat in Leuven op 18 september 2010, een zo groot mogelijke boom te creëren met allemaal wensen er in. Voor deze dag gaan we wenskaarten laten drukken met materiaal gemaakt door personen met dementie zelf, door familieleden, mantelzorgers of met materiaal door andere mensen betrokken bij het thema dementie.
Naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de Vlaamse Alzheimer Liga werd het idee gelanceerd om een wensboom te maken met daarin kaartjes van iedereen die een wens hee� met betrekking tot het thema ‘dementie’. De wensen kunnen gaan over allerlei thema’s: het onderzoek, de diagnose, de behandeling, de omgang met, de communicatie, informatie, enz. “Een boom is een symbool van groei en ontwikkeling. Een wensboom is een manier om behoe�en en wensen als beeld neer te ze�en, zodat jij en anderen er vaker naar gaat kijken. U krijgt zicht op wat u wil en wie het wil kan helpen om er iets mee te doen. “
AGE PLATFORM EUROPE AGE, het Europees Ouderenplatform, is van naam veranderd en heet nu AGE PLATFORM EUROPE. Naast een nieuw logo werd ook de website volledig vernieuwd. Hier vindt u niet alleen informatie over de werking en structuur van AGE, maar ook over antidiscriminatie, actief ouder worden, sociale inclusie, sociale bescherming, gezondheid en toegankelijkheid. Neem vlug een kijkje op www.age-platform.eu/en en ontdek de nieuwe website. Er is nu ook een vertaalfunctie aanwezig op de site.
ACTUEEL-Informatieblad
Hoe meedoen? Verschillende opties zijn mogelijk: a. Zet je wens op een postkaart, stuur de wens naar ons toe en we hangen hem voor jou in de wensboom. b. Stuur je wens met je naam naar
[email protected] of naar het secretariaat van de Vlaamse Alzheimer Liga. c. Geef je wens door aan de organisatoren van o.a. de familiegroepen, praatcafés dementie of anderen die je wens aan ons bezorgen. Het initiatief gaat uit van de Vlaamse Alzheimer Liga in samenwerking met het Expertisecentrum Dementie Memo en CGG Vlaams-Brabant Oost vzw. Meer informatie op de website: www.alzheimerliga.be. Je kan ook gratis bellen via uw vaste lijn naar 0800 15 225.
60jaar FedOS! FeDOS, de Federatie Ona�ankelijke Senioren, bestaat dit jaar 60 jaar! De organisatie ontstond in 1950 onder impuls van Simone De Nave. Nu vele jaren later verenigt deze organisatie verschillende seniorenwerkingen, ongeacht hun politieke, religieuze en/of filosofische overtuigingen en ongeacht hun werking (vriendenclub, bedrijvenclub, kunstkring, …). Deze verjaardag werd in april gevierd met een groot feest waarop 500 ouderen uitgenodigd waren. De Vlaamse Ouderenraad wenst FedOS nog heel veel jaren toe!
17
Klaar? Actie! Ouderen en Cultuurparticipatie in Vlaanderen Een monitor voor iedereen die lokaal betrokken is in het ouderenbeleid en het cultuurbeleid. Een onderzoek voor en door ouderen, met wetenschappelijk onderbouwde informatie die concreet en praktisch van nut is. Dat is wat ‘Klaar? Actie! Over Ouderen en Cultuurparticipatie’ de lezer biedt. ‘Klaar? Actie!’ is het tweede onderzoeksrapport in de reeks Ouderen in Beeld. Deze reeks focust op de vergrijzing in Vlaanderen en biedt op basis van grootschalig onderzoek (ruim 44 000 ouderen) een overzicht van noden en behoe�en van ouderen. Het rapport gee� heldere antwoorden op een aantal pertinente vragen, zoals: ‘Wie neemt actief deel aan cultuur, en – misschien belangrijker – wie niet? Welke factoren spelen hierin een rol? Willen ouderen graag participeren aan cultuur en zijn de randvoorwaarden daartoe ideaal ingevuld?’ Wie participeert? Algemeen stellen we vast dat de hel� van de ouderen uit dit onderzoek participeert aan cultuur. Eén derde van de ouderen participeert zelfs frequent. Met frequent bedoelen we jaarlijks drie keer of meer participeren aan culturele activiteiten. Een 20 percent 60-plussers is passant, zij nemen minstens één keer per jaar deel aan een culturele activiteit. Wanneer we verschillende lee�ijdsklassen bekijken, is het duidelijk dat de participatie met de hel� afneemt bij de groep ouderen met een lee�ijd boven de 80 jaar. Er blijkt weinig verschil te bestaan tussen mannen en vrouwen. De bekende trend dat naarmate het opleidingsniveau stijgt, men meer aan cultuur participeert, wordt ook in ons onderzoek bevestigd. Niet enkel de opleiding typeert in meer of mindere mate onze groep van ouderen in hun deelname aan cultuur. Ook de burgerlijke staat speelt een beïnvloedende rol. Naast gehuwden en samenwonenden, blijken vooral gescheiden ouderen frequenter aan cultuur te participeren dan ouderen die nooit getrouwd zijn of die hun partner verloren hebben. De invloed van de partner in verhouding tot hun deelname aan cultuur kan mogelijks verklaard worden als een manier van ouderen om opnieuw netwerken uit te bouwen na de scheiding met hun partner (cf. Tabel 1).
18
Wat betre� het inkomen stellen we vast dat naarmate men over een hoger inkomen beschikt, meer ouderen aan cultuur participeren en er bovendien vaker wordt geparticipeerd. Het is eveneens zo dat wie eerder gemakkelijk rondkomt met het inkomen, frequenter aan culturele activiteiten deelneemt. Toch is er een vijfde van de ouderen die aangee� eerder moeilijk rond te komen, dat frequent aan cultuur participeert. Ook op het vlak van gezondheid merken we dat ouderen die in een betere gezondheidstoestand verkeren, frequenter deelnemen aan cultuur. Kortom, ouderen die aan cultuur participeren, situeren zich doorgaans binnen de contouren van de lee�ijd 60 tot 75 jaar, met als opleiding minstens een diploma lager humaniora tot universitair, met een partner of gescheiden, eerder gemakkelijk rondkomend met hun inkomen en in goede gezondheid. Cultuur in ruim assortiment De voorkeur van ouderen gaat uit naar muziekvormen zoals Vlaamse en klassieke muziek, maar ook comedy en theater (zowel hedendaags als klassiek) zijn erg in trek. Klassieke kunsten en commerciële film doen het evenmin slecht bij ouderen. Opvallend is dat zij een ruim assortiment van cultuurvormen smaken en dat er geen echte uitschieters zijn (cf. Tabel 2).
ACTUEEL-Informatieblad
Drempels van participatie: de rol van nabijheid en sociale verwevenheid
De voornaamste reden om niet te participeren, blijkt een gebrek aan interesse te zijn. Ook de kostprijs en het tijdstip spelen een rol. Maar het is vooral de afstand die voor ouderen een belangrijke drempel vormt in de keuze om al dan niet te participeren aan culturele activiteiten. Ouderen geven aan dat ze in grote mate culturele buurtvoorzieningen, zoals een cinema of een theater, missen in hun omgeving. In ieder geval genoeg om te veronderstellen dat als er meer culturele voorzieningen in hun buurt zouden zijn, de participatie van ouderen aan cultuur aanzienlijk hoger zou liggen. De samenhang tussen de nabije omgeving en cultuurparticipatie hee� trouwens te maken met nog andere factoren, zoals mobiliteit en het sociaal netwerk. In ons onderzoek stellen we vast dat ouderen in principe vrij mobiel zijn: ongeveer 80 percent rijdt met de wagen. De vraag is echter of zij bereid zijn dit vervoersmiddel ook in te ze�en voor grotere afstanden, bijvoorbeeld om aan culturele activiteiten buiten de wijk of buurt deel te nemen. Slechts één derde van de ouderen die met de wagen rijden, participeert immers frequent aan cultuur. Ouderen die gebruik maken van het openbaar vervoer, vooral treingebruikers maar ook ouderen die geregeld de tram of de taxi nemen, participeren dan weer vaker aan culturele evenementen. Ouderen die zich vrij veel verplaatsen, participeren doorgaans ook meer en frequenter. Een vierde van de ouderen ten slo�e die mobiliteitsproblemen ondervinden en daarom
ACTUEEL-Informatieblad
gebruik maken van de mindermobielencentrale, kunnen op die manier toch aan cultuur deelnemen. Om de groo�e van het sociale netwerk – d.i. de sociale verwevenheid van ouderen – te meten, werd gevraagd hoe vaak ouderen op bezoek gaan, bezoek ontvangen of telefonisch contact hebben met: kinderen/schoonkinderen, kleinkinderen, broers/zussen, ouders, andere familieleden, vrienden/kennissen en buren of mensen uit de wijk. De groo�e van het sociale netwerk speelt duidelijk een rol in de mate dat ouderen deelnemen aan cultuur. Hoe meer sociale contacten ze hebben, hoe hoger de mate van participatie. De mate van cultuurparticipatie neemt echter weer lichtjes af wanneer ouderen bijna dagelijks contact hebben met anderen (cf. Figuur 1). De cultuurraad draait vaak om de eigen vereniging Er bestaat een positieve samenhang tussen cultuurparticipatie bij ouderen en deelname aan het verenigingsleven. Die samenhang is vooral duidelijk als het gaat om lidmaatschap van sociaal-culturele verenigingen en amateuristische kunstbeoefening. Ouderen die door hun lidmaatschap actief deelnemen aan cultuur, participeren doorgaans frequenter. Eenzelfde vaststelling zien we bij ouderen die lid zijn van een gemeentelijke adviesraad en bij ouderen die zich als vrijwilliger inze�en.
19
Het is interessant om kort in te gaan op één lidmaatschap in het bijzonder: het lidmaatschap van de gemeentelijke cultuurraad. Oudere vrijwilligers in de cultuurraad zijn voor een groot deel ‘oude ro�en’ binnen de cultuurraad. Ze buigen op een lange traditie als lid, en meestal als bestuurslid, van een of meerdere verenigingen. Slechts weinig ouderen hebben een mandaat en nog minder zetelen als deskundige. Gevraagd naar hun motivatie, merken we dat de algemene motivatie bij oudere vrijwilligers zeer laag is. Nochtans is de tevredenheid met de werking en de onderlinge relaties en de sfeer binnen de cultuurraad vrij hoog en zelfs hoger dan bij jongere vrijwilligers onder de 45 jaar. Op het vlak van deskundigheid achten ouderen de inhoudelijke expertise belangrijker dan hun jongere collega’s. Ook zijn de oudere vrijwilligers in de cultuurraad meer georiënteerd op de eigen vereniging en de vertegenwoordiging van de eigen vereniging binnen de cultuurraad. De gemeentelijke infobrochure verhoogt deelname, televisie niet In onze multimediale samenleving mogen we het gebruik van media, zoals de krant en de gemeentelijke infobrochure, alsook het internetgebruik en het televisie kijken niet verwaarlozen. Er is een verband tussen het lezen van de gemeentelijke infobrochure en cultuurparticipatie. Ook stellen we vast dat wie dagelijks de krant leest, frequenter deelneemt aan culturele activiteiten. Het internet bleek eveneens een belangrijke component: ouderen maken vooral gebruik van het internet om te surfen en informatie te zoeken. Daarentegen, wie vaak voor de buis zit, participeert minder frequent. Conclusie: cultuur vanuit ouderenperspectief en in brede maatschappelijke context De klassieke sociodemografische factoren zoals lee�ijd, geslacht en burgerlijke staat geven een genuanceerd beeld van het al dan niet participeren van ouderen aan cultuur, maar volstaan op zich echter niet om een correct beeld te vormen van de participatiedrempels bij ouderen. Factoren waarom ouderen al dan niet, of hoe vaak ouderen aan culturele activiteiten deelnemen, zijn complexer dan louter persoonskenmerken. Een beleid dat enkel een afgebakend doelgroepenbeleid voert, is waarschijnlijk niet de meest aangewezen
20
methode. Individuele kenmerken blijven belangrijk, maar moeten aangevuld worden met andere verklarende factoren. Ons onderzoek bevestigt het belang van een cultuuraanbod in de nabije leefomgeving van ouderen. Zo geven 60-plussers aan enkele culturele voorzieningen in de onmiddellijke nabijheid te missen. De vraag van ouderen naar lokale buurtinitiatieven gaat echter duidelijk in tegen de tendens om cultuur te centraliseren. De bouw van megafilmcomplexen aan de rand van grote steden of de keuze voor grote cultuurtempels in stadscentra komen blijkbaar niet altijd tegemoet aan de wensen en noden van ouderen. Durven decentraliseren of voorzieningen terugbrengen naar de leefomgeving van ouderen is uiteraard niet enkel een taak voor lokale besturen, maar doet een appèl op verschillende instanties. Het belang van nabijheid hangt ook samen met de mobiliteit van ouderen. Niet alleen de afstand is belangrijk, ook het tijdstip van culturele evenementen. Avondprogramma’s zijn duidelijk geen spek voor de bek van ouderen. Het lijkt dan ook aangewezen om als cultuuraanbieder hierop in te spelen en meer activiteiten overdag of in de vooravond te laten plaatsvinden. Bovendien toont onze studie dat de participatie aan het verenigingsleven en vrijwilligerswerk duidelijk verband houdt met cultuurparticipatie op latere lee�ijd. Het stimuleren van deelname aan het verenigingsleven en vrijwilligerswerk lijkt hier dus één van de manieren waarop cultuurparticipatie kan worden bevorderd. Hoewel we ons natuurlijk de vraag kunnen stellen of het vastgestelde verband tussen maatschappelijke participatie en cultuurparticipatie een oorzakelijke relatie betre�, menen we wel te kunnen stellen dat de deelname aan het verenigingsleven als een ‘vehikel’ voor cultuurparticipatie fungeert. Voor de lokale besturen lijkt het dus vooral van belang om de bestaande formele en informele (vrijwilligers)netwerken aan te boren om de cultuurparticipatie bij ouderen te bevorderen. Het warm water hoe� niet opnieuw te worden uitgevonden. Door op zoek te gaan naar de positieve krachten en de spontane vormen van
ACTUEEL-Informatieblad
ontmoeting en sociale participatie kan men al heel wat bereiken. Sociale ruimte, netwerken en verwevenheid spelen ook door in de rol van de media bij cultuurdeelname van ouderen. Met het oog op informatie en communicatie over het cultuuraanbod blijkt dat mond-tot-mondreclame nog altijd het beste werkt, ondanks de verdienstelijke gemeentelijke infobrochure. Het aanspreken van bestaande sociale netwerken, of het aanboren van onontgonnen terreinen via het engagement van sleutelfiguren uit de wijk zijn geen nieuwe, maar eerder vergeten bronnen van informatieoverdracht. De vraag naar kleinschalige cinema’s en theaters in de nabijheid kan men ook begrijpen als een roep om meer sociaal contact met buurtbewoners. Culturele infrastructuur in de gemeente kan veel meer dan momenteel het geval is, een laagdrempelige plek voor sociale ontmoeting zijn. Overigens, waarom cultuur niet koppelen aan andere thema’s (milieu, gezondheidszorg, financiën, mobiliteit, …) en zoeken naar cultuurproducten van kwaliteit die zowel artistiek als maatschappelijk relevant zijn? Die voorstellingen bestaan wel, maar worden niet altijd even vlot geprogrammeerd. Op die manier genieten ouderen van cultuur en worden ze ludiek geïnformeerd. Beter geïnformeerde ouderen zijn actievere burgers, en dus mondiger ten aanzien van beleidsbeslissingen… ‘Klaar? Actie’ is een pleidooi om cultuur binnen een integrale visie verder te stimuleren, zoals bepaald in het decreet, maar toch ook buiten de gekende lijntjes te kleuren.
‘Klaar? Actie! Over Ouderen en Cultuurparticipatie’ (2010) is een onderzoeksmonitor op basis van de Belgian Ageing Studies (BAS) onder leiding van Prof. Dr. Dominique Verté en kan besteld worden op www.vandenbroele.be.
Tom De Me�e, Dominique Verté, Wim De Pauw, Nico De Wi�e, Liesbeth De Donder, Tine Buffel, Sarah Dury, Ine Lobelle en Willem Elias (Vrije Universiteit Brussel en Hogeschool Gent)
ACTUEEL-Informatieblad
Vrijwilligers maken het verschil 2011 is het Europees Jaar Vrijwilligerswerk Op vraag van het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en dankzij consequent lobbywerk van het Europees Centrum Vrijwilligerswerk en de EYV2011 Alliantie (24 Europese ngo’s) wordt in 2011 het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk georganiseerd. Het jaar 2011 hee� een symbolische waarde, omdat het dan precies 10 jaar geleden is dat het Internationale Jaar van de Vrijwilliger plaatsvond. Tijdens het Europees Jaar Vrijwilligerswerk zal er meer gefocust worden op duurzame acties en initiatieven. De EYV2011 Alliantie zal zich buigen over verschillende thema’s om zo aanbevelingen te formuleren en een communicatiebureau (P.A.U.Education) staat in voor de sensibilisering, de organisatie van een Roadshow en voor het promotiemateriaal materiaal. De Europese Commissie zorgt voor de interne en externe afstemming en begeleidt de lidstaten van de Europese Unie, die elk hun eigen nationaal programma ontwikkelen. Voor Vlaanderen zal het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw de Nationale Coördinatie opnemen. Vanzelfsprekend laten ze zich hierin bijstaan door een stuurgroep die verschillende sectoren van het vrijwilligerswerk vertegenwoordigen, alsook vanuit de Vlaamse administratie. Het is in elk geval de bedoeling om de diversiteit van het vrijwilligerswerk in beeld te brengen en duurzame acties op te ze�en. Het Nationaal Programma wordt tegen september 2010 bekend gemaakt. Organisaties worden aangemoedigd om zelf al initiatieven en acties te plannen, op zoek te gaan naar middelen, samenwerkingen op te ze�en,…. Wie vragen of suggesties hee� voor de concrete invulling van het EYV2011 in Vlaanderen, kan steeds het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw contacteren, of per e-mail
[email protected]. 21 21
Ouderen en Persoonlijkheid Het aandeel ouderen in de bevolking is de laatste decennia steeds toegenomen en verwacht wordt dat deze trend zich zal blijven verder ze�en. In 2007 bedroeg het aandeel 65-plussers in België 17%, in 2030 wordt dit geschat op 22,6%. Logischerwijs zal deze groei ook binnen de geestelijke gezondheidszorg te merken zijn. Lange tijd was er, zowel vanuit de klinische praktijk als binnen het persoonlijkheidsonderzoek, weinig interesse voor persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen. Verondersteld werd dat persoonlijkheidskenmerken ‘verbleken’ als gevolg van fysieke achteruitgang en verminderde energie, en dat ouderen geen baat zouden hebben bij psychotherapie. Echter met het groeiend aandeel ouderen in de bevolking is sinds enkele jaren het tij gekeerd en wordt in onderzoek steeds meer aandacht besteed aan (de rol van) persoonlijkheid op latere lee�ijd. Persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen Algemeen wordt het begrip persoonlijkheid omschreven als een complexe structuur van min of meer stabiele eigenschappen die een mens tot een uniek individu maken. Hoe we denken, voelen, of handelen, wordt bepaald door onze persoonlijkheid. Een belangrijke functie van onze persoonlijkheid is aanpassing aan veranderingen. Wanneer deze functie niet naar behoren wordt uitgeoefend, kan er sprake zijn van een persoonlijkheidsstoornis. De schizoïde of de paranoïde persoonlijkheidsstoornissen zijn hier voorbeelden van, waarbij vreemd, bizar en afgezonderd gedrag centraal staan. Is persoonlijkheid veranderlijk? Lang werd ervan uitgegaan dat onze persoonlijkheid stabiel is na de lee�ijd van 30 jaar, maar deze stelling wordt steeds vaker ter discussie gesteld. Verschillende onderzoekers ondersteunen de opva�ing dat persoonlijkheid kan veranderen, in het bijzonder wanneer mensen geconfronteerd worden met belangrijke levensgebeurtenissen die een aanpassing vergen. Zo worden mensen met het ouder worden in het algemeen vaker geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen als pensioen, ziekte of verlies. De meesten passen zich op een goede manier aan deze veranderingen aan, door bijvoorbeeld een meer a�ankelijke relatie aan te gaan met familie of vrienden, wanneer hun fysieke
22 22
mogelijkheden er op achteruitgaan. Echter voor mensen met kwetsbare persoonlijkheidskenmerken of een beperkte draagkracht kunnen deze gebeurtenissen zeer ontregelend zijn, zelfs in die mate dat het de persoonlijkheid kan beïnvloeden. Knelpunt Ondanks de toegenomen aandacht is de kennis over persoonlijkheid op latere lee�ijd relatief beperkt. Eén van de belangrijkste knelpunten betre� de diagnostiek: tot op heden ontbreken adequate en aangepaste meetinstrumenten om de persoonlijkheid van ouderen in kaart te brengen. Het merendeel van de huidige instrumenten is ontwikkeld voor gebruik bij jongere volwassenen (tot 60 jaar). Bijgevolg sluiten veel vragen mogelijk niet aan bij de belevingswereld van een oudere persoon, omdat onder meer geen rekening wordt gehouden met de biologische en sociale veranderingen waarmee deze kan geconfronteerd worden. Een vraag die peilt naar de werksituatie is bijvoorbeeld niet relevant voor iemand die gepensioneerd is. Op die manier kunnen bestaande vragenlijsten leiden tot foutieve conclusies bij gebruik in een ouderenpopulatie. Onderzoek dient daarom na te gaan of bestaande persoonlijkheidsvragenlijsten al dan niet lee�ijdsneutraal zijn, en welke vragen eventueel moeten aangepast worden. Deelnemers gezocht Aan de Vrije Universiteit Brussel is momenteel een onderzoek lopende over (het meten van) persoonlijkheid bij ouderen. Hiervoor is men op zoek naar 60-plussers die bereid zijn om mee te werken door het invullen van een vij�al vragenlijsten. Mensen die wensen deel te nemen kunnen hun adresgegevens doorgeven aan Joke Van den Broeck (
[email protected], 02 629 23 53, VUB-PE, Pleinlaan 2, 1050 Brussel), zodat zij de vragenlijsten kan opsturen met de post. De ingevulde vragenlijsten kunnen vervolgens zonder portkosten worden teruggestuurd in een bijgevoegde enveloppe. Joke Van den Broeck (Doctoraatstudente), Gina Rossi (Promotor), en Eva Dierckx (Copromotor) - Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen Vakgroep Klinische en Levensloop Psychologie
Referentie: Van den Broeck, J., Rossi, G., & Dierckx, E. (2010). Diagnostiek van persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen. Tijdschri� voor Gerontologie en Geriatrie, 41(2), 68-79. ACTUEEL-Informatieblad
Voorstelling seniorenproject ‘Oud/Out?’ 2011 Diamantmuseum Provincie Antwerpen Floep…daar springt een diamant weg uit de tang van de slijper. Alle collega’s van de slijperij leggen onmiddellijk het werk neer. Meteen wordt er een spontane zoekactie op touw gezet. Die steen moet terug gevonden worden, al moet het hele atelier worden uitgeborsteld. Komt u dit bekend voor? Dan is het Diamantmuseum Provincie Antwerpen op zoek naar u. Het Diamantmuseum wil het verhaal van de Antwerpse diamantnijverheid vertellen. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de geschiedenis van de diamantnijverheid. Om dit verhaal weer tot leven te wekken, wil het museum tijdens het project ‘Oud/Out?’ in 2011 allerlei verhalen optekenen over het dagdagelijkse leven in de sector, zowel vroeger als nu. Wij zoeken hiervoor leuke anekdotes, verloren gegane tradities,… Om zoveel mogelijk informatie te vinden, zouden we graag een oproep willen doen aan alle ouderen in Vlaanderen.
Hebt u een leuke anekdote, een leuk verhaal of hebt u een band met diamant? Aarzel dan niet om contact op te nemen. Elke informatie is welkom. U kan uw verhalen meedelen op het volgende nummer: 03 202 48 93 (Maarten Gillis) of via het e-mailadres:
[email protected].
Opleiding Seniorenconsulentenvorming Vindt u actief burgerschap van senioren belangrijk? Bent u geboeid door werken met ouderen? Dan is deze brede vorming over de leefwereld van ouderen geknipt voor u. De opleiding Graduaat Seniorenconsulentenvorming (SCV) bestaat in totaal uit 17 modules: 14 theoretische modules en 3 modules practicum. De opleiding SCV, opgericht aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, fuseerde in 2009 met de Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen – HUB-EHSAL.
ACTUEEL-Informatieblad
De cursussen vinden vanaf september 2010 plaats in de gebouwen van de Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen cvo. Meer weten en inschrijven? Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen cvo Stormstraat 2 1000 Brussel tel. 02 210 13 43 e-mail scv@�s.be
23
Senior Games 2010 Alle sportievelingen kunnen op 28 en 29 september in Blankenberge terecht waar de Senior Games worden georganiseerd. Het aanbod bestaat enerzijds uit 7 competitiesporten en anderzijds uit niet minder dan 30 recreatiesporten waaraan iedereen kan deelnemen.
Deelnameprijs De deelnameprijs bedraagt € 7,00 per persoon per dag. Wens je gebruik te maken van het aangeboden busvervoer dan betaal je € 5,00 extra per persoon per dag.
Inschrijven kan • vóór 18 augustus 2010 indien je met de bus komt • vóór 6 september 2010 indien je met eigen vervoer of trein komt Meer informatie: www.seniorgames.be
24 24
ACTUEEL-Informatieblad
Zingen met de S-Plusjukebox!
Projecten Twee jaar geleden ontwikkelde S-Plus samen met FedOS (Federatie Ona�ankelijke Senioren) ‘De Verhalentafel’, een project voor de rusthuisbewoners. Het doel van de verhalentafel was tweeledig. Enerzijds wilden ze ouderen laten kennismaken met de ICT-wereld. Anderzijds was het de doelstelling de ouderen herinneringen te laten oproepen over Expo ’58. Het was een groot succes. En van daaruit ontstond de idee om iets uit te werken rond de nostalgie van muziek en de jukebox. Heldere klanken…Muziek kan veel herkenbare emoties teweegbrengen bij senioren, zowel gevoelens van blijdschap, verdriet, ontroering, opwinding, agressie. Bij ouderen is het opmerkelijk dat muziek op hen een grote impact hee�. Niet enkel de nostalgie van vergeten tijden komt door de muzikale klanken naar boven, ook worden senioren onder invloed van de muziek wakker, meer bewust, alerter en gevoeliger. Zo kunnen we vaststellen dat de beperkte motoriek van sommige ouderen, gestimuleerd door muziek, tijdelijk beter wordt. Mensen met dementie blijven het langst ontvankelijk voor muziek. Waar betekenis van woorden geleidelijk aan verloren gaat bij sommige ouderen, blij� klank, ritme en melodie een belangrijke rol spelen. Zingen met de S-Plusjukebox Met het Jukeboxproject wil S-Plus de levenskwaliteit van ouderen verbeteren. Senioren die verblijven in woonzorgcentra tellen ook mee… Projecten als dit focussen zich niet zozeer op de zorgfactor van ouderen, maar wel op het welzijn en welbevinden. Wij laten hen nog eens
ACTUEEL-Informatieblad
genieten door terug in de tijd te gaan. Met de jukebox kunnen ze samen meezingen met de alom bekende liedjes van vroeger en zich volledig uitleven. Het Jukeboxproject wordt in verscheidene woonzorgcentra over heel Vlaanderen georganiseerd. Samen met een leuk animatieteam en een jukebox die geleverd wordt door ‘Jukeboxplezier’ kunnen rusthuisbewoners genieten van een muzikale en amusante namiddag. Voor meer info kan u terecht telefoonnummer 02 515 17 21.
op
het
65-plussers hebben Mobibkaart nodig voor gratis reizen bij MIVB
123456 / 12345678910111213
2400 999 999 99 9
Herinner je je nog die felgekleurde flikkermachine die te pronken stond in het midden van jouw favoriete café? Waar je samen met je vrienden je favoriete dansnummertje op intoetste om heel het café te laten meegenieten van jouw nummer? Deze tijden, waar de jukebox centraal stond in elke pub of café, zijn jammer genoeg voorbij en hebben plaats moeten maken voor een dj, draaitafels, computers en lichtspektakels. Toch blij� het een unieke machine. Nostalgie alom als we nog eens een jukebox zien. Hoewel we omringd zijn door alle nieuwe muzieksnu�es, blij� de jukebox ons fascineren.
17/04/1980 Stéphanie Caes
Senioren die gratis op het net van de5/21/08 Brusselse arte.indd 1 5:51:35 PM vervoermaatschappij MIVB willen rijden, hebben vanaf juli een MOBIB-kaart nodig. Dat is een chipkaart die de papieren vervoerbewijzen vervangt. De MOBIB-kaart is vijf jaar geldig. De Omnipas 65-plus van De Lijn is op het net van de MIVB alleen geldig in combinatie met de MOBIBkaart. De Omnipas 65-plus blij� geldig op bussen van De Lijn en de TEC. De MOBIB-kaart is de voorloper van een chipkaart die geldig is op alle ne�en. Ouderen kunnen voor een MOBIB-kaart terecht in de BOOTIK-verkooppunten van de MIVB. Neem mee: een pasfoto, je identiteitskaart en een waarborg van vijf euro. Meer informatie op 070 23 20 00 of www.mivb.be/abonnement-65-plus.html?l=nl. 25
Film: Verdwaald geheugenpaleis
in
het
Verdwaald in het Geheugenpaleis is een documentairefilm van Klara Van Es over leven met dementie doorheen de ogen van een groep mensen met dementie. De personages wonen samen onder één dak in een leefgroep van De Bijster, een woonzorgcentrum in Essen. Ze bevinden zich in de beginfase van het dementeringsproces. Acht personen worden gedurende een jaar gevolgd aan de hand van verschillende verhaalniveaus: de dagelijkse routine, het doorbreken ervan en de levensverhalen. Alleen zo ontdekt de kijker wie ze zijn en wie ze waren. Alleen dan wordt duidelijk hoezeer hun (zelf)bewustzijn onherroepelijk a�rokkelt en de afwezigheid het langzaam maar zeker haalt op de helderheid. Om ‘Verdwaald in het Geheugenpaleis’ te kunnen realiseren, werkte de regisseur drie jaar lang als vrijwilligster één dag per week in De Bijster. Op die manier leerde ze de ziekte en haar personages kennen als geen ander. De première Verdwaald in het Geheugenpaleis is voorzien om op 14 september 2010 in première te gaan in Antwerpen. Daarna zal deze documentaire film te bekijken zijn in de bioscoop België. In 2011 volgen televisieuitzendingen op onder meer Lichtpunt (Canvas). Ook een DVD-release is voorzien.
Projectoproep: dementievriendelijke gemeente De Koning Boudewijnstichting lanceert opnieuw de oproep ‘dementievriendelijke gemeente’. Er zijn talrijke mogelijkheden om de gemeente dementievriendelijker te maken! Loketmedewerkers van het gemeentebestuur, lokale politie, handelaars, verenigingen; iedereen kan ertoe bijdragen. Initiatieven voor een dementievriendelijke gemeente passen perfect in het lokaal sociaal beleid. Met deze oproep wil de Koning Boudewijnstichting samenwerkingsinitiatieven steunen die mensen met dementie (en hun mantelzorger) concrete mogelijkheden aanbieden om te blijven meedraaien in de lokale gemeenschap en deel te nemen aan het openbare leven; die een spontane omgang stimuleren tussen mensen met dementie en personen die eerder toevallige contacten hebben met mensen met dementie. Daarmee wil de Stichting een maatschappelijk draagvlak creëren voor een betere omgang met dementie. Voor informatie, oproepfolder, voorbeelden van initiatieven of het kandidaatsdossier: www.kbs-frb.be/call.aspx?id=251480 Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 1000 Brussel An Van Campenhout tel.: 02 549 02 61
Contactgegevens Bram Crols, 03 270 16 56,
[email protected] Meer informatie over de film vindt u binnenkort op www.geheugenpaleis.be.
26
ACTUEEL-Informatieblad
Leden van de Vlaamse Ouderenraad ABVV-Senioren Hoogstraat 42, 1000 Brussel
Lodewijk De Raet Stichting Kon. Maria Hendrikaplein 64a, 9000 Gent
ACLVB-Senioren Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel
LBV, Liberale Beweging voor Volksontwikkeling
tel.: 02 289 01 30
[email protected] www.abvv-senioren.be
tel.: 02 558 51 60
[email protected] - www.aclvb.be/senioren
CD&V-Senioren Wetstraat 89, 1040 Brussel tel.: 02 238 38 13
[email protected] www.senioren.cdenv.be
Grijze Panters De Klinkstraat 1 bus 4, 2300 Turnhout tel.: 0495 32 45 60
[email protected]
FedOS, Federatie van Ona�ankelijke Senioren Warmoesstraat 13, 1210 Brussel tel.: 02 218 27 19
[email protected] www.fedos.be
Fevlado-Senioren Stropkaai 38, 9000 Gent
tel.: 09 224 46 76
[email protected]
GOSA, Grootouders- en Seniorenactie Gezinsbond Troonstraat 125, 1050 Brussel tel.: 02 507 89 45
[email protected] www.gezinsbond.be
GROEN!PLUS Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel.: 02 219 19 19
[email protected] www.groen-plus.be
IMPACT vzw
Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt tel.: 011 23 68 28 dre.wi�
[email protected]
ACTUEEL-Informatieblad
tel.: 09 382 75 70
[email protected] www.de-raet.be
Livornostraat 25, 1050 Brussel tel.: 02 538 59 05
[email protected] www.lbvvzw.be
Minderhedenforum Vooruitgangsstraat 323/4
1030 Brussel tel.: 02 245 88 30
[email protected] www.minderhedenforum.be
NEOS, Netwerk van Ondernemende Senioren Tweekerkenstraat 29, 1000 Brussel tel.: 02 238 04 91
[email protected] www.neosvzw.be
trefpunt 55+ OKRA, Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 41
[email protected] www.okra.be
trefpunt 55+ OKRASPORT, Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 36
[email protected] www.okrasport.be
vzw Enter Belgiëplein 1, 3510 Kermt
tel.: 011 87 41 38
[email protected] www.entervzw.be
(Brussel) Seniorencentrum Leopoldstraat 25, 1000 Brussel
tel.: 02 210 04 60
[email protected] www.seniorencentrum-brussel.be
27
Seniorenraad Landelijke Beweging Diestsevest 40, 3000 Leuven tel.: 016 28 60 30
[email protected] www.landelijkegilden.be
[email protected] www.kvlv.be Seniornet Vlaanderen vzw Koningsstraat 136, 1000 Brussel tel.: 015 73 04 54 voorzi�
[email protected] www.seniornetvlaanderen.be S-PLUS Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 56
[email protected] www.s-plusvzw.be Sportievak vzw Groeningelaan 40, 8500 Kortrijk tel.: 056 31 10 01 e-mail:
[email protected] www.sportievak.be S-Sport Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 41
[email protected] www.s-sport.be VDOR, Vereniging Directeurs Openbare Rusthuizen Bruisbeke 36, 9520 Sint-Lievens-Houtem tel.: 053 60 30 20
[email protected] www.vdor.be Vieux Rose Rootjesweg 65, 9200 Dendermonde tel.: 052 22 38 58
[email protected] www.vieuxrose.be
28
Vlaams Meldpunt Ouderenmisbehandeling Grotenbergstraat 24, 9620 Zo�egem tel.: 09 360 33 66
[email protected] www.meldpuntouderenmishandeling.be VVDC, Vereniging van Vlaamse Dienstencentra Langemeersstraat 6, 8500 Kortrijk tel.: 056 24 42 00 zonnewij
[email protected]ijk.be www.dienstencentra.org VVP, Vereniging van Vlaamse Provincies Boudewijnlaan 20-21, 1000 Brussel tel.: 03 240 61 46 marij.verstraeten@welzijn.provant.be www.vlaamseprovincies.be VVSG, Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel.: 02 211 55 00
[email protected] www.vvsg.be VVVG, Vlaams Verbond voor Gepensioneerden Carnotstraat 47 bus 1, 2060 Antwerpen tel.: 03 233 50 72
[email protected] www.vvvg.be WOAS, West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries tel.: 050 40 33 13
[email protected]
ACTUEEL-Informatieblad
ACTUEEL-Informatieblad
Agenda ALGEMENE VERGADERING
RAAD VAN BESTUUR
OUDERENWEEK
15 december 2010
29 september 2010 24 november 2010
15 t.e.m. 21 november
COMMISSIE CULTUUR, LEREN EN MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE 4 oktober 2010 6 december 2010 COMMISSIE INTERNATIONAAL OUDERENBELEID 13 september 2010 8 november 2010
COMMISSIE SPORT & BEWEGEN 7 september 2010 9 december 2010 COMMISSIE WELZIJN, GEZONDHEID EN ZORG 9 september 2010 8 december 2010
Andere 1 september 2010 15 september 2010 17 september 2010 28 en 29 september 2010 1 oktober 2010 19 oktober 2010 16 november 2010 11 tot 21 november 2010 16 tot 20 november 2010
Overleg voorzi�ers en secretarissen Overleg Ouderenverenigingen Doelgroepenoverleg VigeZ: Gezond ouder worden Senior Games Lanceerdag campagne ‘Armoede tre� 1 op 5 ouderen’ Verkeersveiligheidsbeurs KoMiMo Symposium ViGeZ: Gezond ouder worden Week van de Smaak Zenith
Raadpleeg regelmatig de website van de Vlaamse Ouderenraad. Alle vergaderingen en belangrijke activiteiten worden aangekondigd. Mogelijke wijzigingen, aanvullingen en agenda van vergaderingen komen online. Leden die niet over een internetverbinding beschikken, worden per brief of telefonisch ingelicht in geval van wijzigingen in de planning.
29
Actueel - Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad
Drukwerk: Drukkerij Lamine, Herent Verantwoordelijke uitgever: Mie Moerenhout Redactie: Mie Moerenhout en Kathy Louagie Lay-out: Eveline Soors Foto’s cover: Danny Willems Secretariaat Vlaamse Ouderenraad vzw Koloniënstraat 18-24 bus 7 - 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 Fax: 02 209 34 53 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamse-ouderenraad.be