Pensioenfonds
Startbrief
Stichting Pensioenfonds Yara Nederland
Inhoud
Pensioenfonds
Welkom bij Pensioenfonds Yara
3
Net in dienst: wat moet u doen?
4
Pensioenregeling in het kort
4
Inhoud Pensioenregeling 1C
5
Pensioen voor nabestaanden: partner- en wezenpensioen
6
Gebeurtenissen die invloed hebben op uw pensioen
8
U gaat met pensioen: een aantal keuzes
10
Hoe houdt uw pensioen zijn waarde?
11
Communicatie over Pensioenregeling 1C
12
pagina 2
Welkom bij Pensioenfonds Yara
U neemt deel aan de pensioenregeling van uw werkgever1, Pensioenregeling 1C. Pensioenregeling 1C is een zogenaamde middelloonregeling, voor medewerkers die 21 jaar of ouder zijn. Wat dit betekent, leest u in deze brochure. Uw werkgever vindt het belangrijk om u te informeren over de invloed van verschillende gebeurtenissen op uw pensioen. Bijvoorbeeld als u een relatie krijgt, of het moment dat u 65 wordt en met pensioen gaat. Of eerder, want bij uw werkgever bestaat de mogelijkheid om al vanaf uw 60ste te stoppen met werken. Naast een ouderdomspensioen hebt u recht op pensioen voorzieningen als u overlijdt of arbeidsongeschikt wordt.
Hoofdlijnen In deze brochure nemen wij u op hoofdlijnen mee door uw pensioenregeling. Om het overzichtelijk te houden, gaan wij niet in op alle details van de regeling. Voor een volledige weergave van uw pensioenregeling verwijzen wij u naar het Pensioenreglement.
Uw Pensioenfonds Uw werkgever heeft een eigen pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Yara Nederland (hierna genoemd: ‘het Pensioenfonds’). Het Pensioenfonds is een onafhankelijke stichting die de pensioenregeling van uw werkgever uitvoert en de pensioenen aan de juiste personen uitkeert. Dit betekent ook dat het Pensioenfonds de pensioengelden beheert. Hoe het Pensioenfonds dat doet, kunt u nalezen in het Jaarbericht dat u ieder jaar van het Pensioenfonds ontvangt.
Wat is pensioen? Voor de meeste mensen bestaat het inkomen na pensionering uit drie delen: 1. AOW van de overheid (vanaf leeftijd 65); 2. Pensioen bij de werkgever, in uw geval het pensioen dat u opbouwt in Pensioenregeling 1C; 3. Wat u zelf privé regelt. Bijvoorbeeld koopsom- of lijfrente polissen, spaargeld, beleggingen of een eigen huis. ◆
Gebruikte getallen De bedragen die in deze brochure worden genoemd, zijn de voor 2009 vastgestelde getallen. Ieder jaar worden deze opnieuw bepaald. Dit betekent dat bedragen per jaar kunnen verschillen.
1
ara Sluiskil B.V., Yara Shared Services B.V, Yara Industrial B.V., Yara Y Holding Netherlands B.V. of Yara Nederland B.V., statutair gevestigd te Sluiskil of Yara Benelux B.V. of NU3 B.V., statutair gevestigd te Vlaardingen of YARAGAS B.V., statutair gevestigd te Spijkenisse
pagina 3
Net in dienst: wat moet u doen? Nu u in dienst bent getreden, vragen we u een paar dingen te doen:
(op pagina 4) leest u meer over wie in aanmerking komt en hoe u uw partner aanmeldt.
Denk aan waardeoverdracht!
1. lees deze brochure goed door; 2. meld uw partner aan als u ongehuwd samenwoont; 3. vraag (eventueel) waardeoverdracht aan.
Partner aanmelden Het is belangrijk dat u uw partner aanmeldt, zodat hij/zij in aanmerking komt voor het partnerpensioen. Bij Pensioen voor nabestaanden: partner- en wezenpensioen
U hebt misschien al eerder pensioen opgebouwd bij een vorige werkgever. Dan hebt u het recht dit opgebouwde pensioen van uw oude naar uw nieuwe werkgever over te dragen. Dit heet waardeoverdracht. Uw totale pensioen is dan bij één pensioenfonds ondergebracht. Waardeoverdracht vraagt u altijd aan bij de nieuwe werkgever. U moet waardeoverdracht wel binnen zes maanden na indiensttreding aanvragen. ◆
Pensioenregeling in het kort Pensioenopbouw: Als deelnemer van Pensioenregeling 1C bouwt u iedere maand een deel van uw pensioen op. Uw uiteindelijke pensioen is hierdoor gebaseerd op het salaris dat u gemiddeld hebt verdiend. Dit noemen we een middelloonregeling.
Nabestaanden: U bouwt ook een pensioen op voor uw partner en/of kind(eren). Als u overlijdt, ontvangt uw partner een levenslang partnerpensioen. Voor uw kind(eren) is er tot de 21ste verjaardag een wezenpensioen van het Pensioenfonds.
Met pensioen: De officiële pensioenleeftijd is 65 jaar. Maar u kunt ook eerder met pensioen.
Arbeidsongeschikt: Als u arbeidsongeschikt wordt, gaat de pensioenopbouw gewoon door.
Ouderdomspensioen: Vanaf uw pensioendatum ontvangt u van het Pensioenfonds een pensioenuitkering: uw ouderdomspensioen. U ontvangt deze uitkering de rest van uw leven.
Toeslag: Om uw pensioen waardevast te houden, proberen we uw pensioenopbouw jaarlijks aan te passen aan de loonstijgingen, de zogenaamde toeslag. Op pagina 11 gaan we hier dieper op in. ◆
Pensioenfonds
pagina 4
Inhoud Pensioenregeling 1C Uw pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst die werkt volgens het middelloonsysteem. Dit betekent dat u elk jaar een stukje van uw pensioen opbouwt, gebaseerd op uw inkomen in dát jaar. Uw uiteindelijke pensioen is dus afhankelijk van het inkomen dat u gemiddeld bij uw huidige werkgever hebt verdiend, vandaar de term ‘middelloon’. Het Pensioenfonds streeft ernaar uw opgebouwde pensioen tussentijds jaarlijks te verhogen (toeslagverlening).
Pensioengevend salaris min franchise = pensioengrondslag
Wat als u parttime werkt? Als u parttime werkt, bouwt u natuurlijk ook pensioen op. Om de pensioenopbouw bij parttime werken te berekenen, bepalen we eerst uw jaarlijkse pensioengrondslag alsof u fulltime werkt. Vervolgens vermenigvuldigen we het bedrag met uw parttimepercentage. Zo voorkomen we een te lage pensioengrondslag om pensioen op te bouwen en maken we geen onderscheid tussen fulltimers en parttimers.
Na uw pensionering ontvangt u een maandelijkse pensioenuitkering. U ontvangt deze uitkering de rest van uw leven, dus tot het moment dat u overlijdt. De uitkering wordt onder bepaalde voorwaarden jaarlijks verhoogd. Meer informatie hierover leest u in het hoofdstuk Hoe houdt uw pensioen zijn waarde? op pagina 11.
De opbouwpercentages Over uw pensioengrondslag (zie kader) bouwt u ieder jaar een bepaald percentage aan pensioen op. Het Pensioen fonds gebruikt drie opbouwpercentages. Dat zijn:
Pensioengevend salaris Uw pensioengevend salaris is de basis bij het berekenen van uw pensioenopbouw. Het pensioengevend salaris bestaat uit twaalf maal het vaste bruto schaalsalaris plus uw dertiende maand, het vakantiegeld en eventuele toeslagen (zoals tonpremie, orbatoeslag, studietoeslag of persoonlijke toeslag). Dit totale bedrag is dus uw pensioengevend salaris.
Over pensioengevend salaris Opbouwpercentage vanaf de franchise tot grensbedrag 1 2,05% vanaf grensbedrag 1 tot grensbedrag 2 1,80% vanaf grensbedrag 2 1,30% Per 1 januari 2009 zijn de grensbedragen 74.339 euro (1) en 112.635 euro (2).
Uw pensioengevend salaris wordt ieder jaar op 1 januari vastgesteld en bedraagt maximaal 300.000 euro. Per jaar kan uw pensioengevend salaris met maximaal 25% stijgen.
Ploegentoeslag Uw ploegentoeslag wordt op 1 januari van ieder jaar vastgesteld. Of zodra u begint met werken in ploegendienst. U bouwt jaarlijks 2,05% aan pensioen op over uw ploegentoeslag.
Franchise De eerste 10.309 euro van uw salaris telt niet mee bij de opbouw van uw pensioen. Dit bedrag noemen we de franchise. Over de franchise bouwt u dus géén pensioen op. Hiervoor ontvangt u vanaf uw 65ste een AOW-pensioen van de overheid – net als iedereen die in Nederland woont.
Wie betaalt uw pensioenregeling? Uw werkgever draagt voor u een premie af aan het Pensioenfonds. U betaalt zelf ook een deel van uw pensioen. Uw werkgever houdt uw werknemersbijdrage iedere maand in op uw salaris. Op uw loonstrook ziet u het bedrag dat u maandelijks voor uw pensioen betaalt.
Pensioengrondslag Het gedeelte waarover u pensioen opbouwt is de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is wat overblijft nadat het pensioengevend salaris met de franchise is verminderd.
pagina 5
◆
Pensioen voor nabestaanden: partner- en wezenpensioen
Als u overlijdt, ontvangen uw nabestaanden - uw partner en/of kind(eren) - een partner- en/of wezenpensioen van het Pensioenfonds. Voorwaarde is wel dat uw partner bekend is bij het Pensioenfonds. Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. Als u ongehuwd samenwoont, moet u een samenlevingsovereenkomst hebben die bij een notaris is vastgelegd én uw partner bij het Pensioenfonds hebben aangemeld. Anders heeft uw partner géén recht op partnerpensioen!
Partnerpensioen Onder partner verstaan wij: uw echtgeno(o)t(e), uw geregistreerde partner of de partner die geen directe familie van u is en met wie u bij de notaris een samenlevingsovereenkomst hebt afgesloten. Uw partner ontvangt het partnerpensioen vanaf de eerste dag van de maand nadat u bent overleden. De uitkering eindigt pas als uw partner zelf overlijdt.
Anw-hiaatpensioen Als u overlijdt, heeft uw partner vaak slechts gedeeltelijk of zelfs géén recht op een nabestaandenuitkering van de overheid. U kunt via uw werkgever een zogenaamde Anwhiaatverzekering afsluiten. Zo zorgt u ervoor dat uw partner een aanvulling op zijn/haar inkomen ontvangt totdat hij/zij de 65-jarige leeftijd bereikt. Als u hiervoor kiest, wordt de premie maandelijks ingehouden op uw loon.
Hoe hoog is het partnerpensioen?
Overlijdt u nadat u uw huidige dienstverband heeft beëindigd, of nadat u met pensioen bent gegaan? Dan is het partner pensioen 70% van het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd. Tenzij u: •
w opgebouwde pensioen hebt meegenomen naar de u pensioenregeling van uw nieuwe werkgever of • (een deel van) het partnerpensioen bij uw pensionering hebt ingeruild voor een extra ouderdomspensioen (zie U gaat met pensioen: een aantal keuzes op pagina 10). Voorwaarde is wel dat hij/zij al uw partner was vóórdat u met pensioen ging.
Wezenpensioen Als u overlijdt, is er voor uw kind(eren) een wezenpensioen van het Pensioenfonds. Onder uw kinderen verstaan wij: uw eigen kinderen (ook geadopteerde kinderen) en uw stief- of pleegkinderen die u zelf opvoedt en onderhoudt. Het wezen pensioen gaat in op de eerste van de maand nadat u bent overleden. De uitkering stopt in principe op het moment dat het kind 21 jaar wordt. Zolang het kind studeert of arbeidsongeschikt is, verlengt het Pensioenfonds het wezenpensioen tot hij/zij 27 jaar wordt. De hoogte van het wezenpensioen is 14% van het ouderdomspensioen. Als beide ouders zijn overleden, verdubbelt het Pensioenfonds de hoogte van het wezenpensioen naar 28% van het ouderdomspensioen. ◆
Als u tijdens uw huidige dienstverband overlijdt, ontvangt uw partner een levenslang partnerpensioen van het Pensioenfonds. Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen dat u had kunnen bereiken als u tot uw 65ste bij Yara was blijven werken.
Pensioenfonds
pagina 6
Uw pensioen zelf aanvullen Het Pensioenfonds biedt de mogelijkheid vrijwillig extra ouderdomspensioen op te bouwen. Als u uw oudedagsvoorziening wilt verbeteren - of éérder met pensioen wilt gaan - kunt u bijvoorbeeld deelnemen aan de regeling Pensioensparen. Ronald Wondergem is de administrateur van het Pensioenfonds en kan u hierover meer informatie geven. Een alternatief is deelnemen aan de levensloopregeling van uw werkgever. Via deze regeling kunt u sparen voor tussentijds verlof, maar ook om eerder te stoppen met werken. Meer informatie over de levensloopregeling kunt u opvragen bij Ronald Wondergem.
Betalingsvoorbehoud bij bijzondere omstandigheden Uw werkgever heeft het recht zijn bijdrage aan de pensioenregeling te verlagen of stop te zetten. Maar dan moet er wel iets bijzonders aan de hand zijn. De financiële situatie bij uw werkgever moet dan zo slecht zijn dat de kosten van de pensioenregeling - geheel of gedeeltelijk - niet meer zijn op te brengen. Als uw werkgever van dit betalingsvoorbehoud gebruik maakt, moet het Pensioenfonds direct schriftelijk op de hoogte worden gebracht. Daarnaast ontvangt het Pensioenfonds een verklaring van een externe accountant, waaruit blijkt dat de financiële situatie dit besluit van uw werkgever rechtvaardigt. Het Pensioenfonds past het reglement vervolgens aan de nieuwe situatie aan.
pagina 7
Gebeurtenissen die invloed hebben op uw pensioen
Sommige gebeurtenissen in uw persoonlijke leven kunnen invloed op uw pensioen hebben. Hieronder bespreken we de belangrijkste.
U gaat trouwen Als u gaat trouwen, komt uw partner bij uw overlijden in aanmerking voor een partnerpensioen. Dit geldt ook voor een partner waarmee u een geregistreerd partnerschap aangaat of een samenlevingscontract afsluit. Op pagina 6 leest u alles over het partnerpensioen.
U gaat scheiden Ook als u gaat scheiden - of uw ‘officiële’ relatie beëindigt heeft dat gevolgen voor uw pensioen. Die gevolgen zijn groter naarmate de relatie langer heeft geduurd. Als u en uw partner uit elkaar gaan, kan uw ex-partner de helft van het ouderdomspensioen krijgen, dat u tijdens de duur van de relatie hebt opgebouwd. Deze regeling is wettelijk vastgelegd en heet verevening. Verevening vindt plaats volgens de Wet verevening pensioen rechten bij scheiding. Deze wet is van toepassing als u ná 30 april 1995 bent gescheiden. Bij verevening verdeelt het Pensioenfonds het ouderdomspensioen - dat is opgebouwd tijdens het huwelijk of de relatie - in twee gelijke delen. U en uw ex-partner krijgen na uw pensionering het ouderdomspensioen dan apart uitbetaald door het Pensioenfonds. LET OP: dit gebeurt niet automatisch. U moet het Pensioenfonds zelf - en binnen twee jaar - op de hoogte brengen van de scheiding.
Pensioenfonds
U kunt samen met uw ex-partner andere afspraken maken. Bijvoorbeeld om het pensioen níet te verdelen. Of juist om de periode voorafgaand aan het huwelijk of de relatie ook te laten meetellen in de verdeling. Dit legt u vast in het echtscheidingsconvenant of in een schriftelijke afstandsverklaring. Na ontvangst van de stukken, moet het Pensioenfonds wel meewerken. Dus breng ook het Pensioenfonds op de hoogte van de afspraken met uw ex-partner! LET OP: woont u ongehuwd samen en eindigt uw samenwoonrelatie, dan moet u dit melden bij het Pensioenfonds. Anders blijft uw ex-partner ook recht houden op het partnerpensioen dat ná de samenwoonrelatie is opgebouwd!
U wordt arbeidsongeschikt Wat gebeurt er met uw inkomen als u door ziekte of arbeidsongeschiktheid (tijdelijk) niet meer kunt werken, en hoe verloopt dan de opbouw van uw pensioen? Als u ziek wordt, dan kan het zijn dat u enige tijd uit de roulatie bent. De eerste twee jaar blijft u van uw werkgever salaris ontvangen. U blijft dus ook gewoon deelnemer en premie betalen. Bent u na deze twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt, dan wordt u gekeurd. Afhankelijk van de uitslag van de keuring, kunt u vervolgens in aanmerking komen voor een uitkering volgens de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Deze wet kijkt niet naar waar u door ziekte of invaliditeit niet meer toe in staat bent, maar naar wat u nog wél kunt. De wet is erop gericht u weer aan de slag te krijgen. Meer informatie vindt u op www.werkennaarvermogen.nl.
pagina 8
Minimaal 65% arbeidsongeschikt? Geen eigen bijdrage! Als u volgens de WIA 65% of meer arbeidsongeschikt bent, betaalt het Pensioenfonds de gehele pensioenpremie; u betaalt dus niet langer de werknemersbijdrage. LET OP: vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is een risicodekking. Dit betekent dat het Pensioenfonds alleen de gehele premie betaalt als u tijdens actief dienstverband arbeidsongeschikt wordt.
Aanvullend verzekeren U kunt zich via uw werkgever aanvullend verzekeren voor een arbeidsongeschiktheidspensioen. De dekking van dit arbeidsongeschiktheidspensioen is op risicobasis en eindigt als u niet meer in dienst bent bij uw huidige werkgever. Eindigt uw dienstbetrekking terwijl u al een volledige (80-100%) arbeidsongeschiktheidsuitkering van uw huidige werkgever ontvangt (dus als u volledig arbeidsongeschikt bent), dan loopt uw aanvulling gewoon door. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw werkgever.
U gaat met onbetaald verlof Gaat u met zwangerschaps- of ouderschapsverlof? Dan loopt uw pensioenopbouw gewoon door. Uw verlof heeft dan dus geen invloed op uw pensioen. Bij andere vormen van (onbetaald) verlof is dit wel het geval. Bijvoorbeeld als u er voor een periode van ten minste drie maanden tussenuit gaat (sabbatical). Dan stopt de pensioen opbouw. Tenzij u hierover met uw werkgever speciale afspraken maakt. Zolang het verlof niet langer dan achttien maanden duurt, blijft uw partner verzekerd van een pensioen als u overlijdt.
U gaat uit dienst Zodra u bij uw huidige werkgever uit dienst gaat, stopt uw pensioenopbouw bij het Pensioenfonds. U kunt het opgebouwde pensioen bij het Pensioenfonds achterlaten. Uiteraard betaalt u - zodra u uit dienst bent - niet meer mee aan uw pensioen regeling. Maar het Pensioenfonds streeft er wel jaarlijks naar uw tot dan toe opgebouwde pensioen te verhogen (zie verder Hoe houdt uw pensioen zijn waarde? op pagina 11). U kunt uw pensioen natuurlijk ook meenemen naar de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever (waardeovedracht). ◆
pagina 9
U gaat met pensioen: een aantal keuzes Voordat u met pensioen gaat, moet u een aantal keuzes maken. De leeftijd waarop u wilt stoppen met werken is uw eerste keuze. Als u vóór uw 65ste wilt stoppen met werken, moet u dit overleggen met uw werkgever en minimaal 6 maanden voordat u met pensioen wilt bij het Pensioenfonds melden. Nadat u hebt gekozen voor een bepaalde pensioenleeftijd, krijgt u - vlak voor uw daadwerkelijke pensionering - de mogelijkheid nog 2 andere keuzes te maken: partnerpensioen inruilen voor extra ouderdomspensioen en de hoogte van het ouderdomspensioen variëren. Keuzes voordat u met pensioen gaat: • eerder met pensioen gaan; • minder/geen partnerpensioen, meer ouderdomspensioen; • variabele hoogte van het ouderdomspensioen.
Keuze 2: Minder ouderdomspensioen, meer partnerpensioen
Uw keuze doorgeven Ongeveer zes maanden vóór uw gewenste pensioendatum neemt u contact op met het Pensioenfonds om de verschillende mogelijkheden te bespreken. Vervolgens kunt u het Pensioenfonds voor u laten berekenen wat de gevolgen zijn van uw keuzes. U hebt daarna nog voldoende tijd om na te denken over de mogelijkheden, voordat u uw keuzes definitief vastlegt. Denk hier altijd goed over na: hebt u eenmaal uw keuzes gemaakt, dan kunt u er namelijk niet meer op terugkomen! ◆
Pensioenfonds
Keuze 1: Eerder met pensioen De officiële pensioenleeftijd is 65 jaar. Uw ouderdomspensioen gaat in principe in op de eerste dag van de maand waarin u deze leeftijd bereikt. U hebt echter de mogelijkheid uw pensioen éérder te laten ingaan. Uw pensioen wordt dan wel lager. Logisch: het pensioen wordt over een kortere periode opgebouwd en wordt over een langere periode uitgekeerd. U kunt in principe vanaf 60-jarige leeftijd met pensioen.
Op het moment dat u met pensioen gaat, is er voor u een ouderdomspensioen en een partnerpensioen voor uw partner als u overlijdt. U kunt (een deel van) uw partnerpensioen inruilen voor extra ouderdomspensioen. Bijvoorbeeld als u geen partner hebt, of als hij/zij zelf een goed pensioen heeft opgebouwd. Uw partner moet het hier wel mee eens zijn, en zijn/haar handtekening zetten. Overleg dit dus eerst goed met uw partner!
Keuze 3: Variabele hoogte van het ouderdomspensioen De pensioenuitkering die u maandelijks ontvangt, kunt u laten variëren in hoogte. Zo kunt u eerst een hogere en daarna een lagere uitkering ontvangen. Dit is in principe mogelijk tot maximaal de verhouding 100:75. In dat geval ontvangt u vanaf pensionering tijdelijk de hogere uitkering (100%). Daarna ontvangt u tot uw overlijden de lagere uitkering (75%). Andersom is trouwens ook mogelijk: eerst tijdelijk een lagere uitkering, gevolgd door de hogere uitkering tot u overlijdt.
pagina 10
Hoe houdt uw pensioen zijn waarde? Gespaard geld verliest door de jaren heen zijn waarde; dit noemen we inflatie. Daarom streeft het Pensioenfonds ernaar uw opgebouwde pensioen jaarlijks te verhogen. Dit noemen we toeslagverlening. De verhoging van uw (opgebouwde) pensioen is voorwaardelijk. Het bestuur beslist ieder jaar of toeslag mogelijk is en hoe hoog de toeslag kan zijn. Hierbij maakt het Pensioenfonds onderscheid tussen het opgebouwde pensioen van huidige medewerkers en het (opgebouwde) pensioen van oud-medewerkers.
Toeslagverlening: de officiële tekst “Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw (opgebouwde) pensioen te verhogen met de loonontwikkeling, oftewel de collectieve loonafspraken in de CAO van Yara Sluiskil. Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw opgebouwde pensioen onder andere uit beleggingsrendement. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.” Uw pensioen wordt op een andere manier aangepast als u niet meer meedoet aan deze pensioenregeling of als u al een pensioen ontvangt. Uw opgebouwde pensioen wordt dan aangepast op basis van de Consumentenprijsindex alle huishoudens over de periode van oktober tot oktober. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent en publiceert dit cijfer. LET OP: dit ziet u niet terug in het plaatje hiernaast; dat plaatje (toeslagenlabel) is alleen bedoeld voor huidige medewerkers die nog pensioen opbouwen.
Middeloonregeling met toeslag In het plaatje hieronder ziet u een voorbeeld van hoe toeslagverlening tijdens de pensioenopbouw kan werken.
1 jaar
2 jaar
3 jaar
Pensioenopbouw in 1 jaar Verhoging pensioenopbouw (toeslag)
Toeslagverlening: verleden en toekomst In het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat u ieder jaar ontvangt, kunt u nalezen welke toeslagen tijdens de afgelopen drie jaren zijn toegekend. Deze informatie vindt u ook terug in de brief die u samen met deze brochure hebt ontvangen. ◆
pagina 11
Communicatie over Pensioenregeling 1C Het Pensioenfonds verzorgt samen met de pensioenuitvoerder de communicatie met de (voormalige) medewerkers en de pensioengerechtigden. Alle medewerkers en pensioen gerechtigden ontvangen jaarlijks een overzicht met hun actuele pensioensituatie in de vorm van een UPO (Uniform Pensioenoverzicht); oud-medewerkers ontvangen dit overzicht iedere 5 jaar. Het UPO biedt u ook inzicht in het pensioen dat u bij het Pensioenfonds kunt opbouwen als u tot uw 65ste bij uw huidige werkgever blijft werken. ◆
Informatie opvragen Het UPO krijgt u automatisch toegestuurd. Deze Pensioen brochure en het Pensioenreglement ontvangt u op het moment dat u in dienst komt. Daarnaast ontvangt u ieder jaar het Jaarbericht, een prettig leesbare samenvatting van het Jaarverslag. U kunt zelf ook bepaalde documenten opvragen bij het Pensioenfonds, zoals het eerdergenoemde Jaarverslag (inclusief Jaarrekening), de Uitvoeringsovereenkomst en het Klachten- en geschillenreglement. Hebt u na het lezen van deze brochure nog vragen over uw pensioenregeling? Neem dan contact op met Ronald Wondergem. Ronald is te bereiken via telefoonnummer 0115 474446. U kunt ook een e-mail sturen:
[email protected].
Wat het Pensioenfonds van u verwacht Om de pensioenregeling goed uit te kunnen voeren, moet het Pensioenfonds altijd zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht van bepaalde veranderingen in uw persoonlijke leven. Van de meeste van deze verander ingen wordt het Pensioenfonds automatisch op de hoogte gebracht. Er zijn echter veranderingen die u zelf moet doorgeven: als u ongehuwd gaat samenwonen (én als u uw samenwoonrelatie beëindigt), maar ook als u naar (in) het buitenland verhuist. Hiervoor zijn speciale formulieren, die u bij uw HR-afdeling kunt krijgen.
Yara Sluiskil B.V., Yara Shared Services B.V, Yara Industrial B.V., Yara Holding Netherlands B.V. of Yara Nederland B.V., statutair gevestigd te Sluiskil of Yara Benelux B.V. of NU3 B.V., statutair gevestigd te Vlaardingen of YARAGAS B.V., statutair gevestigd te Spijkenisse
Pensioenfonds
pagina 12