Pedagogisch Beleidsplan Sport BSO Ermelo s.v. DVS’33 Ermelo Sportlaan 27 3851 CA Ermelo E-mail:
[email protected] Internet:: www.sportbso-ermelo.nl Versie: Oktober 2012
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
Voorwoord In het pedagogisch beleidsplan van Sport BSO Ermelo lichten wij onze visie op pedagogisch handelen en onze doelen toe. Wij zijn ons er van bewust dat een pedagogisch beleid nooit af is. Het is een voortdurend proces van vernieuwing en verbetering. Het gaat om permanent nadenken over wat wij met de kinderen willen bereiken. Een pedagogisch beleidsplan heeft een aantal belangrijke voordelen. Het plan vormt voor de pedagogisch medewerkers een handleiding waarin zij kunnen terugvinden wat Sport BSO Ermelo belangrijk vindt. Het nodigt uit tot discussies en het elkaar aanspreken op pedagogisch handelen. Daarnaast is het voor de ouders duidelijk waar Sport BSO Ermelo voor staat en wat wij belangrijk vinden in de opvoeding van de kinderen. Kortom, het pedagogisch beleidsplan biedt ons de mogelijkheid ons te profileren en ons verder te ontwikkelen. Het biedt de pedagogisch medewerkers een houvast in het werken met de kinderen en de ouders een mogelijkheid om te kiezen op basis van pedagogische opvattingen. Bovenal levert het plan een goed en onderbouwd pedagogisch klimaat op voor kinderen.
2
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Doelstelling, uitgangspunten en doelgroep 1.1. Inleiding 1.2. Doelstelling 1.3. Pedagogische uitgangspunten 1.4. Pedagogisch stromingen 1.5. Doelgroep 1.5.1. Buitenschoolse opvang onderbouw (4 - 8 jaar) 1.5.2. Buitenschoolse opvang bovenbouw (9 - 12 jaar)
5 5 5 6 6 7 7 7
Hoofdstuk 2 Vertaling naar pedagogisch beleid 2.1. Emotionele veiligheid 2.2. Persoonlijke competenties 2.3. Sociale competenties 2.4. Waarden en Normen 2.4.1. Verschillen in waarden en normen 2.5. Ontwikkeling van het kind 2.5.1. Lichamelijke ontwikkeling 2.5.2. Cognitieve ontwikkeling 2.5.3. Sociaal emotionele ontwikkeling 2.5.4. Verschil tussen jongens en meisjes 2.6. Individualiteit 2.7. Verschillende opvoedingsstijlen en culturen 2.8 Pesten
8 8 8 9 9 9 10 10 11 11 12 12 12 12
Hoofdstuk 3 De verzorging van kinderen 3.1. Veiligheid 3.1.1. Toezicht op de kinderen 3.1.2. Spelmateriaal en meubilair 3.1.3. Brengen en halen 3.2. Hygiëne 3.2.1. Reservekleding 3.2.2. Reinigen speelgoed 3.2.3. Persoonlijke hygiëne 3.2.4. Schoonmaak ruimte 3.3. Fysieke omgeving 3.4. Voeding 3.4.1. Eten en drinken
12 13 13 13 13 13 13 13 14 14 14 14 14
Hoofdstuk 4 De dagelijkse gang van zaken op de BSO 4.1. Eisen aan de speelruimten op de buitenschoolse opvang 4.1.1. Toiletgebruik 4.1.2. Gebruik van kleedkamers 4.1.3. Veiligheid gebouw
15 15 15 15 16
3
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
4.1.4. 4.2. 4.3. 4.3.1 4.3.2. 4.3.3. 4.4. 4.4.1 4.4.2 4.5. 4.5.1 4.6. 4.7.
Beschermde of gevaarlijke diersoorten Vervoer Op de groep Groepsgrootte en groepsindeling Achterwacht Activiteiten op andere locaties Dagindeling Schoolweken Vakantieweken Spelmateriaal en activiteiten Inspraak van kinderen Huiswerk Muziek/lezen
16 16 16 16 17 17 17 17 17 18 18 19 19
Hoofdstuk 5 Rol van de pedagogisch medewerker en omgang met kinderen 5.1. Rol van de pedagogisch medewerker 5.2. Corrigeren en belonen 5.3. Opvallend gedrag bij kinderen
19 19 20 20
Hoofdstuk 6 Omgang en samenwerking met ouders 6.1. Afstemming opvoedingsmilieu 6.2. Betrokkenheid 6.3. Respect en privacy 6.4. Samen verantwoordelijk 6.5. Communicatie ouders 6.5.1 Het intakegesprek 6.5.2. Contact bij het brengen en halen 6.5.3 Afspraken tussen ouders, kind en pedagogisch medewerkers 6.5.4 Jaarlijks contact moment voor en met ouders 6.5.5 Website en nieuwsbrief 6.6 Afspraken buitenschoolse activiteiten 6.7 Ten slotte
20 20 21 21 21 21 21 22 22 22 22 22 22
4
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
Hoofdstuk 1 Doelstelling, uitgangspunten en doelgroep 1.1 Inleiding Bij Sport BSO Ermelo krijgen kinderen de gelegenheid om elkaar te ontmoeten, te ontdekken en om zich te ontwikkelen tot zelfstandige individuen in een veilige, vertrouwde en liefdevolle omgeving. De waarden en normen die binnen het gezin van belang zijn worden binnen de organisatie gerespecteerd. Een fysiek en emotioneel veilige omgeving, tezamen met de professionele begeleiding van onze pedagogisch medewerkers zal de ontwikkeling van kinderen blijvend doen stimuleren. Pedagogisch medewerkers van Sport BSO Ermelo zijn ondersteunend in opvoeding en bewaken te allen tijde dat het individuele belang en het belang van het pedagogisch beleid in harmonie blijven. De toegankelijkheid van onze pedagogisch medewerkers zorgt ervoor dat u met een gerust hart de zorg voor uw kind aan hen toevertrouwt. 1.2 Doelstelling Het doel van de buitenschoolse opvang is kinderen van 4 t/m 12 jaar een plezierige en uitdagende opvang te bieden op momenten dat ouders/verzorgers werken. Wij streven ernaar ouders/verzorgers en kinderen opvang te bieden die nauw aansluit bij de behoeften. Een belangrijk deel van de activiteiten zal bestaan uit gerichte sport- en spelactiviteiten om op die wijze kinderen uitgebreid de gelegenheid te stellen om met verschillende vormen van bewegen in aanraking te komen. In de Sport BSO Ermelo draait alles om het kind en sporten en bewegen. Kinderen ontwikkelen zich in een eigen tempo en op een eigen wijze. Ieder kind is uniek. Ontwikkelen houdt in veranderen. Als we praten over verandering in gedrag, dan hebben we het over het doormaken van ontwikkelingsfases in verschillende gebieden. Wij onderscheiden de volgende 5 gebieden : • het bieden van emotionele veiligheid • gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties • gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties • de kans om zich waarden en normen, de ‘cultuur’ van een samenleving, eigen te maken • het eigen maken van sportvaardigheden zoals die zich ontwikkelen bij voetbal, tennisles, judo, dansen en hockey (overige sporten niet uitgesloten). Dit wordt uitgewerkt onder het hoofdstuk ‘Pedagogisch beleid’. In de Sport BSO Ermelo proberen wij in samenwerking met externe organisaties deze vormen van sport de aandacht te geven. Daarnaast wordt er gewerkt met deskundige medewerkers. Zij hebben kennis van de ontwikkelingsfasen en begeleiden de kinderen hierin. Zij gaan er vanuit dat ieder kind respect verdient. Ze scheppen een veilig en liefdevol leefklimaat. Dit is de basis van waaruit wij werken. Ieder kind verdient het om zich op een prettige wijze te ontwikkelen. Om dat te realiseren moeten er een aantal voorwaarden geschapen worden, waarbinnen het kind zich kan ontwikkelen. Dit wordt uitgewerkt o.a. in de hoofdstukken ‘omgang met kinderen’ en ‘de verzorging van kinderen’. Aan de ene kant heb je dus te maken met de
5
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
kinderen en aan de andere kant met ouders/verzorgers en de pedagogisch medewerkers. Deze zaken worden beschreven in de hoofdstukken ‘pedagogisch medewerkers’ en ‘contacten ouders’. 1.3. Pedagogische Uitgangspunten • Het kind staat voorop, voelt zich welkom en gezien; • Er heerst een sfeer waarin plezier, spelen en vrije tijd kenmerkend zijn; • Het kind ervaart een gevoel van geborgenheid, veiligheid en vertrouwen. • Het leveren van een bijdrage aan de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind in zijn eigen tempo. • Het creëren van een sfeer van verdraagzaamheid en wederzijds respect zowel in de omgang met volwassenen als met leeftijdsgenoten. • Het kind wordt professioneel begeleid naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid • Juiste balans in dagelijks uurtje sporten; 1.4. Pedagogische stromingen Onze visie en pedagogisch handelen zijn geïnspireerd op een aantal pedagogische stromingen. Hieronder geven wij een korte samenvatting van een aantal stromingen en lichten wij onze toepassingen toe met een aantal voorbeelden. Maria Montessori heeft ons handelen beïnvloed met haar visie op de natuurlijke ontwikkelingsdrang van kinderen. Kinderen dienen uitgedaagd te worden in het zelf ontdekken en ontwikkelen van vaardigheden en kennis. Wij bieden veel activiteiten op het gebied van sport en spel aan, waarbij een kind zijn eigen mogelijkheden en talenten kan ontdekken. Ook is onze dagindeling naar Montessori-principes opgesteld. Er is een mogelijkheid voor afwisseling van groeps- en individuele activiteiten. Wij handhaven vaste momenten voor drinken en eten. Net als Montessori zijn wij een groot voorstander van kinderparticipatie. Daarom groeit op de Sport BSO Ermelo de rol van de kinderen in het ‘meedenken’ en organiseren van diverse zaken. Janusz Korczak vindt het belangrijk dat kinderen ruimte, vrijheid en een plekje voor zichzelf krijgen. Wij creëren op de groepen diverse hoekjes en plekken. Een rustige ruimte, waar kinderen lekker ongestoord kunnen lezen of huiswerk maken. Verder vindt hij het belangrijk dat kinderen ontdekkingen kunnen doen en zich in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen. Wij bieden in verschillende ruimtes diverse spel- en sportmogelijkheden en daarnaast kunnen de kinderen op het buitenterrein naar hartenlust spelen en ravotten. Wij delen Korczak’s mening dat kinderen goed geïnformeerd moeten zijn over de dagelijkse gang van zaken. Wanneer het gaat om communicatie met de kinderen dan volgen wij de standpunten van Thomas Gordon. Hij stelt dat de pedagogisch medewerker niet als scheidsrechter moet optreden, maar als tolk. Soms is alleen luisteren al voldoende. Een kind krijgt dan de ruimte om met eigen woorden meer grip te krijgen op de situatie. Is dit niet genoeg dan herhalen wij de boodschap van het kind met eigen woorden. Zo ontdekt de leidster of zij alles begrepen heeft en krijgt het kind de verzekering dat zij daadwerkelijk betrokken is. Door actief te luisteren willen wij de kinderen zodanig beïnvloeden dat ze toch zelf een oplossing zoeken voor hun eigen probleem. Ook gebruiken wij de ‘ik-boodschap’ van Gordon. De pedagogisch medewerker geeft haar grenzen duidelijk en eenduidig 6
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
aan door bij voorkeur in de ik-vorm te spreken. Dit komt minder verwijtend en dus veiliger over. Onze lichaamstaal komt hierbij overeen met de verbale boodschap. Uiteraard staan wij wel open voor de mening van de kinderen en daarom mag er een weerwoord zijn. Dit kan een aanleiding zijn om op een ander tijdstip over de grenzen te praten. 1.5. Doelgroep De doelgroep van de Sport BSO Ermelo zijn kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. Gezien de grote verschillen in behoefte en ontwikkeling, zijn de groepen in twee leeftijdscategorieën verdeeld. Stamgroep 1 bestaat uit de onderbouw, dit zijn de kinderen in de leeftijd van 4 t/m 8 jaar. Stamgroep 2 bestaat uit de bovenbouw, dit zijn de kinderen in de leeftijd van 9 t/m 12 jaar. 1.5.1. Buitenschoolse opvang onderbouw (4 - 8 jaar) De wereld van het schoolgaande kind breidt zich enorm uit. Naast dat de school een nieuwe omgeving is waaraan het kind moet wennen, is het nieuw dat er steeds meer een appèl gedaan wordt op de cognitieve ontwikkeling. Kinderen leren zich concentreren, zodat zij gericht bezig kunnen zijn. Op de meeste scholen is er in de eerste twee groepen veel ruimte voor spel, maar spelen wordt in toenemende mate didactisch ingezet. Dit vergt veel energie van de kinderen. Na school bieden wij kinderen in de Sport BSO Ermelo een huiselijke ontspannen sfeer. De gezamenlijke activiteiten zijn gericht op sport en spelen van huiselijke aard door met elkaar fruit te eten en thee of sap te drinken. Buiten deze momenten om kunnen de kinderen vrij spelen. Daarnaast worden thematische activiteiten spelenderwijs aangeboden. Kinderen hebben daarnaast behoefte om te spelen in hoeken dat speciaal hiervoor zijn ingericht (bijv. een leeshoek en speelhoek). Belangrijk hierbij is dat zij letterlijk de bewegingsruimte hebben om te spelen en zich uit kunnen leven. Ook heeft het kind behoefte aan persoonlijke aandacht van de pedagogisch medewerkers. Het kind wil vertellen wat er gebeurd is op school of na een vermoeiende schooldag lekker tegen de de pedagogisch medewerkers aankruipen en een boekje lezen. De kinderen kunnen dan ook rekenen op onze persoonlijke aandacht en belangstelling. 1.5.2. Buitenschoolse opvang bovenbouw (9 - 12 jaar) Naast school worden vrijetijdsbesteding, vriendjes, vriendinnetjes en hobby’s belangrijk. De interesses worden specifieker en maken dat het kind voor een langere periode gericht met iets bezig wil zijn. De kinderen zijn goed in staat aan te geven hoe zij de tijd in Sport-BSO Ermelo willen invullen. Het aanbod van activiteiten wordt daarom voor een deel door de kinderen zelf bepaald. De kinderen gaan hiervoor met elkaar en de pedagogisch medewerkers in overleg en ontwikkelen samen de plannen. Wij hechten veel waarde aan dit proces, omdat de kinderen hierdoor hun sociale vaardigheden verder ontwikkelen. Omgaan met elkaar op basis van respect is hierbij het uitgangspunt. In de groep gaan prestatie en competitie een rol spelen. Met het doen van teamsporten en spelletjes krijgt het kind de kans te leren omgaan met winnen en verliezen. Door toenemende behoefte van de kinderen aan privacy en zelfstandigheid wordt de relatie met de pedagogisch medewerkers meer ondersteunend dan begeleidend. De binnenruimtes van de buitenschoolse opvang zijn daarom zo ingericht dat de kinderen ook buiten het gezichtsveld van de pedagogisch medewerkers kunnen spelen. De pedagogisch medewerkers blijven wel toezicht houden over de gehele ruimte.
7
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
Hoofdstuk 2 Uitvoering van het pedagogisch beleid In de Wet kinderopvang wordt onder andere aangegeven wat de overheid verstaat onder kwaliteit in de kinderopvang: "verantwoorde kinderopvang is kinderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving". Voor de pedagogische onderbouwing van de Wet kinderopvang en de bijbehorende toelichting, is gekozen voor de vier opvoedingsdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven. De opvoedingstheorie van Riksen-Walraven ligt ten grondslag aan de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Zij formuleert in haar theorie vier opvoedingsdoelen waarbij wij sport hebben toegevoegd: • • • • •
een gevoel van emotionele veiligheid bieden gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties bieden gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties bieden de kans om zich waarden en normen, de "cultuur" van een samenleving, eigen te maken; socialisatie sport, spel en beweging bieden, ongeveer een uur per dag.
Deze opvoedingsdoelen gelden voor alle kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. 2.1. Emotionele veiligheid Het bieden van een gevoel van veiligheid is de meest basale pedagogische doelstelling voor alle vormen van kinderopvang. Er zijn drie bronnen van veiligheid te onderscheiden: • Vaste en sensitieve verzorgers. De beschikbaarheid van sensitief reagerende opvoeders in de eerste levensjaren blijkt bevorderlijk voor de veerkracht van kinderen, ook op de langere termijn. • Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. In een vertrouwde groep kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. • De inrichting van de omgeving. De inrichting van een ruimte kan een bijdrage leveren aan een gevoel van geborgenheid. Aandachtspunten zijn akoestiek, licht, kleur en indeling van de ruimte. • Sport en beweging. Door actief met de verschillende sporten bezig te zijn is de focus van de kinderen anders dan in de klas op school. 2.2. Persoonlijke competenties De BSO biedt de gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Met het begrip persoonlijke competentie worden persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bedoeld. Dit stelt een kind in staat om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Exploratie en spel kunnen worden bevorderd door: • Inrichting van de ruimte en aanbod van materialen en activiteiten. De inrichting van de ruimte moet zodanig zijn dat een kind zich veilig voelt en met aan de leeftijd aangepast materiaal kan spelen.
8
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
•
•
Vaardigheden van pedagogisch medewerkers in het uitlokken en begeleiden van sport en spel. Pedagogisch medewerkers scheppen condities voor sport en spel door een aanbod van materialen en activiteiten dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau en de interesse van een kind, zonder een kind het initiatief uit handen te nemen. Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten . Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. Het streven naar een zo groot mogelijke stabiliteit bij het samenstellen van groepen verdient prioriteit.
2.3. Sociale competenties De BSO biedt de gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties. Het begrip "sociale competentie" omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, andere helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leefomgeving voor het opdoen van sociale competenties. Kinderen krijgen hierdoor kansen om zich te ontwikkelen tot evenwichtige personen die functioneren in de samenleving. 2.4. Waarden en normen De kans om zich waarden en normen, de "cultuur" van een samenleving, eigen te maken; socialisatie. Elk kind leert bij Sport BSO Ermelo de volgende waarden en normen: respect voor elkaar, rekening houden met elkaar en elkaar helpen als dat nodig is. De pedagogisch medewerkers dragen vanuit hun voorbeeldfunctie deze waarden en normen uit. Op Sport BSO Ermelo gelden vaste regels. Deze regels worden in onderling overleg met de kinderen opgesteld en komen verder voort uit de RI&E. De kinderen wijzen elkaar ook op deze gemaakte afspraken. Wanneer een nieuw kind op de BSO is worden de huisregels in de groep ter sprake gebracht. Dit om het nieuwe kind te informeren, maar ook om de andere kinderen er weer even aan te herinneren. Wanneer we gebruik maken van andere ruimtes worden er van te voren duidelijke afspraken gemaakt. Dit gebeurt ook bij uitstapjes en andere activiteiten. Kinderen mogen soms mee kiezen welke activiteit we gaan doen. Dit wordt tijdens het fruit eten aan tafel besproken. In de huisregels staat beschreven hoe wij met de materialen omgaan, wanneer dit niet goed gebeurt, mag men elkaar hierop wijzen. Na het sporten helpen we allemaal met opruimen. 2.4.1 Verschillen in waarde en normen Sport BSO Ermelo is ervan bewust dat iedereen vanuit een eigen achtergrond en ervaring een eigen manier van kijken heeft. Daarom wordt er bij Sport BSO Ermelo naar elkaar geluisterd en staat men open voor ieders ideeën zowel van ouders/verzorgers en kinderen, als van medewerkers. Kinderen komen uit verschillende gezinnen. Hierdoor hebben ze soms thuis andere gewoonten, taal, waarden en normen geleerd. Enerzijds is de groep voor alle kinderen anders dan thuis en passen alle kinderen zich aan. Anderzijds kan het verschil voor sommige kinderen moeilijker te overbruggen zijn. Pedagogisch medewerkers letten vooral op het volgende: • Alle kinderen zijn welkom. Dit blijkt uit de inrichting van de ruimte, vieringen en de omgang van kinderen en ouders. • Aandacht voor de rol van taalverschillen. 9
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
•
Aandacht voor verschil in waarden en normen.
Pedagogisch medewerkers leren de kinderen om op een positieve manier om te gaan met de verschillen en overeenkomsten. Verschillen en overeenkomsten tussen mensen (kinderen) zijn vanzelfsprekend. 2.5 Ontwikkeling van het kind De ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd verloopt snel en de doelgroep van de buitenschoolse opvang is breed. Er zijn grote verschillen tussen de jongste en oudste kinderen waardoor verschillende behoeften zijn op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid, zelfstandigheid en ontplooiing. Het vraagt flexibiliteit en inzicht van de pedagogisch medewerker om voor alle leeftijden een steunende en uitdagende omgeving te schepen. Kinderen die naast veiligheid en geborgenheid vooral veel aandacht nodig hebben bij het aan gaan met leeftijdgenoten. Een leeftijdsgroep die de steun van de pedagogisch medewerker hard nodig heeft, maar ook graag onder elkaar wil zijn. De kern van de ontwikkeling van kinderen tussen de 4 en 12 jaar is dat zij steeds zelfstandiger worden. In dat zelfstandiger worden spelen verschillende ontwikkelingen een belangrijke rol: de lichamelijke, de cognitieve en de sociaal emotionele ontwikkeling. Ontwikkeling op het ene gebied, hangt overigens altijd samen met ontwikkelingen op alle andere gebieden. Om de ontwikkelingsfasen van kinderen te verduidelijken, worden vaak drie leeftijdsgroepen aangegeven (in de vakliteratuur): • • •
De 4 t/m 6 jarigen: leren door spelen en uitproberen. De 7 t/m 9 jarigen: meer logisch en relationeel nadenken, begrijpen en onthouden meer en kunnen beter het perspectief van anderen zien. De 10 t/m 12 jarigen: sterke veranderingen in denk- en inlevingsvermogen en begrijpen dat er twee kanten aan een zaak zitten en kunnen over de toekomst nadenken. Tegelijkertijd worden zij ook weer impulsiever.
De volgende ontwikkelingslijnen en de daarbij horende vaardigheden zijn richtlijnen voor een gemiddelde ontwikkeling van een kind. Elk kind is echter verschillend en heeft zijn eigen ontwikkeling en tempo. Het is belangrijk om ieders ontwikkelingsniveau te respecteren en te kijken wat elk individueel kind nodig heeft. 2.5.1.Lichamelijke ontwikkeling Een goede motoriek is een belangrijke voorwaarde voor samenspelen. Kunnen meedoen met motorische spelletjes zoals klimmen, rennen en ballen is belangrijk in het sociale contact. Kinderen die niet goed meekunnen komen, worden gemakkelijk door andere kinderen buiten gesloten. Vooral in de leeftijd van 4-6 jaar is de ondersteuning van de pedagogisch medewerker bij het ontwikkelen van de motoriek alleen al heel belangrijk. Kinderen in de leeftijd van 7 tot 9 jaar zijn vooral bezig met het uitbouwen van de bewegingspatronen die zij al hebben ontwikkeld: ze worden er steeds beter, sneller en soepeler in. Daarnaast gaan ze oefenen om nieuwe bewegingen onder de knie te krijgen zoals touwtje springen,
10
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
skaten en koppeltje duikelen op het klimrek. Bovendien gaan zij zich vergelijken met anderen wat leidt tot nieuwe uitdagingen en competitie in het spel. Kinderen van 10 t/m 12 jaar verfijnen hun motorische vaardigheden steeds verder: ze kunnen steeds ingewikkelder bewegingen uitvoeren en hebben als ze gezond zijn meer uithoudingsvermogen. Veel kinderen worden in deze periode lid van een sportclub. Sommige kinderen hebben duidelijk belangstelling voor sport en bewegen, doen dit ook vaak en worden er dus ook steeds beter in. Andere kinderen zijn minder sterk of behendig en hebben minder interesse in bewegen. Zij hebben stimulans nodig om toch voldoende te bewegen. 2.5.2.Cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling is de manier waarop we ons denken langzamerhand organiseren en waardoor we onze omgeving leren begrijpen. Hoe ouder de kinderen worden, hoe groter hun wereld wordt. Het kind doet steeds meer kennis op. Dit gebeurt via school maar ook doordat het kind zelf belangstelling heeft voor de wereld om hem heen en zijn eigen plaats daarin. Tussen 4-6 jaar hebben kinderen een flinke groei van de woordenschat en zinsbouw. Wanneer hen iets interesseert kunnen zij zich ook steeds beter concentreren. Ze willen zelf graag alles leren, weten en kunnen. Het 7e levensjaar wordt vaak gezien als scharnierleeftijd. Het leven van een kind voor en na die leeftijd is fundamenteel verschillend. Zodra je kind kan lezen en schrijven, komt hij in de wereld van de volwassenen terecht. Het denken van je kind verandert behoorlijk: hij kan nu zo abstract denken dat hij anders naar het leven en de wereld gaat kijken. Rond 7 jaar ontwikkelt ook het geheugen van een kind. Hij leert strategieën te gebruiken om dingen te onthouden. Tussen de 7-9 jaar worden de verschillen in leerstijlen zichtbaar: de doeners, de denkers, de dromers en de regelaars. 2.5.3.Sociaal emotionele ontwikkeling Sociale vaardigheden helpen kinderen om geaccepteerd te worden door hun leeftijdsgenootjes. Het betekent dat ze gedragscodes leren die anderen om hen heen gebruiken. De aard van vriendschappen veranderen naarmate kinderen ouder worden. De emotionele ontwikkeling gaat over wat er in het kind omgaat, de ontwikkeling van eigen emoties en gevoelens. Hierbij kun je denken aan: ”Wie ben ik, wat voel ik en wat kan ik”. De sociale ontwikkeling gaat over wat er om hem heen gebeurt, de ontwikkeling van het sociale gedrag, de omgang met anderen en van het spelgedrag. Het opbouwen van zelfvertrouwen vormt een belangrijke basis in de emotionele ontwikkeling. Dit gebeurt in eerste instantie dor de motorische ontwikkeling, door veel te bewegen leert een kind om zijn eigen lichaam te vertrouwen. Een positieve leefomgeving is erg belangrijk. In de leeftijd van 4-5 jaar hoor je regelmatig de zin: ”Dit kan ik al”. Tussen de 4-6 jaar zullen kinderen zich steeds beter kunnen verplaatsen in een ander. Ook kan het zijn eigen (basale) emoties herkennen en enigszins beheersen en zich aanpassen aan de situatie als dat nodig is. Tussen 8-10 jaar worden ze zich meer bewust van wat ze kunnen , leren zichzelf beter kennen en vergelijken zich met hun leeftijdsgenootjes. Vanaf deze leeftijd willen ze graag goed zijn in de ogen van een volwassenen. Vanaf het 10e jaar zijn vriendschappen meer gebaseerd op gelijke interesses en sterk gericht op dezelfde sekse. Het kind staat ook meer open voor het leren omgaan met anderen in groepsverband.
11
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
2.5.4.Verschil tussen jongens en meisjes Jongens en meisjes maken een andere ontwikkeling door. Dit heeft verschillende oorzaken. Deze verschillen zijn te onderkennen in o.a. hersenontwikkeling, hormonen, gerichtheid en tempo. Het zichtbaar maken van de verschillen tussen jongens en meisjes kan begrip opleveren, waardoor je anders naar hen kunt kijken en waarderen. Jongens en meisjes hebben elkaar nodig om van elkaar te leren, zo kunnen zij elkaars uitdaging zijn. 2.6. Individualiteit Naast aandacht voor het groepsgebeuren, moet er ook aandacht zijn voor het individu. Geen kind is gelijk en ieder kind verdient respect. Bij Sport BSO Ermelo is een kind niet verplicht om te doen wat de groep doet. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een stukje persoonlijke aandacht via taal, troost, beloning, warmte en verzorging. Ze zijn voortdurend aan het kijken naar de kinderen in de groep, waarbinnen ieder kind opvalt. De pedagogisch medewerkers spelen op die manier in op de behoeftes van ieder kind. De pedagogisch medewerkers gebruiken daarbij hun deskundigheid en affiniteit ten opzichte van de kinderen. 2.7. Verschillende opvoedingsstijlen en culturen Er bestaan in Nederland een heleboel verschillende opvoedingsstijlen. Dit heeft onder andere te maken met de diversiteit van culturen. Rekening houden met iedere cultuur is een uitgangspunt. In iedere cultuur zitten elementen die belangrijk zijn in de opvoeding van het kind. Wij gaan echter wel van het kind uit. Het kind staat centraal. Hoe voelt een kind zich, wat is zijn temperament, hoe ver is het in zijn ontwikkeling. Wij gaan ervan uit dat een kind verbaal of non-verbaal aangeeft wat het nodig heeft. Wij bieden een kind geborgenheid, warmte en veiligheid en geven dus ook grenzen aan. Wij zullen ons echter steeds de vraag stellen: "Is dit in het belang van het kind?". 2.8. Pesten Op de BSO wordt pesten niet getolereerd. De pedagogisch medewerkers zullen hier dan ook goed toezicht op houden. De grens tussen plagen en pesten is vaak onduidelijk waardoor het voor kinderen soms lastig is om het verschil te zien. Bij plagen is er sprake van gelijkwaardig niveau, terwijl bij pesten er duidelijk sprake is van ongelijkheid. In beide gevallen zal een pedagogisch medewerker alert blijven op hoe de kinderen hierbij zich gedragen. In gevallen waarbij er sprake is geweest van pesten, zullen beide partijen worden betrokken bij een gesprek. De pester leert hierdoor de consequenties van zijn/haar opmerking tegen de ander. Diegene die gepest wordt leert daarentegen om weerbaarder te worden. Tenslotte zullen de pedagogisch medewerkers de wat zwijgzamere kinderen erbij betrekken. Op deze manier leren de kinderen elkaar aan te spreken en te zeggen wat zij leuk vinden, voor zichzelf of voor anderen. Hoofdstuk 3 De verzorging van kinderen Het verzorgen van kinderen vormt een belangrijk onderdeel van het werk in de buitenschoolse opvang. De aard van de verzorging is in belangrijke mate afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Elke buitenschoolse opvang heeft een eigen dagindeling, die is afgestemd op de behoeftes van de leeftijdsgroep(en). Bij de "verzorging van kinderen" denken wij aan: • Veiligheid • Hygiëne 12
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
• •
Fysieke omgeving Voeding
3.1. Veiligheid • Het toezicht op de kinderen bij binnen- en buitenspelen • De controle van spelmateriaal en meubilair bij aanschaf en gebruik • Het controleren van wie de kinderen brengt en meeneemt. 3.1.1. Toezicht op de kinderen Om het toezicht te kunnen behouden zijn er een aantal afspraken gemaakt. Voor binnen betekent dit dat de kinderen zich in de ruimte bevinden die bedoeld is voor de BSO. Zodra de groep zich verplaatst naar de kleedkamers of buiten worden zij begeleid door een pedagogisch medewerker. Op het moment dat de kinderen naar buiten gaan wordt er gevraagd of iedereen alvorens naar het toilet te gaan. Mocht het toch zo zijn dat een kind buiten op het veld naar het toilet wil, kan dat middels een walkietalkie overlegd worden met de pedagogisch medewerker binnen. Deze zal op de hoogte gebracht worden van het kind dat naar de BSO ruimte zal komen. 3.1.2. Spelmateriaal en meubilair Al het meubilair is ingekocht bij een grote leverancier en is speciaal bedoeld voor de kinderopvang. Mocht het zijn dat er iets mankeert of stuk is zal dit direct hersteld worden. Dit geldt eveneens voor het speelmateriaal. Dit wordt tijdens spelmomenten gecontroleerd. 3.1.3.Brengen en halen Tijdens de intake wordt gevraagd wie het kind meestal op komt halen en of mogelijk door iemand anders gedaan kan worden. De afspraak is dat ouders de pedagogisch medewerkers van tevoren op de hoogte stellen wanneer het kind door een ander wordt opgehaald. Indien dit niet gedaan is, wordt het kind niet meegegeven. In deze situatie zal de pedagogisch medewerker telefonisch contact opnemen met de ouder/verzorger en het kind niet eerder meegeven voordat het wordt bevestigd. 3.2. Hygiëne • • • • •
De aanwezigheid van reservekleding Het reinigen van het speelgoed De persoonlijke hygiëne van de pedagogisch medewerkers De persoonlijke hygiëne van de kinderen De schoonmaak van de ruimten
3.2.1. Reservekleding Tijdens de intake vragen wij ouders een setje reserve kleding op de BSO achter te laten. Daarnaast zorgen wij er zelf ook voor deze op de groep te hebben. 3.2.2.Reinigen speelgoed Ieder kwartaal maken we alle speelgoed en reservekleding schoon. Zodra er iets is schoongemaakt
13
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
wordt dit genoteerd in de werkmap. Indien speelgoed in de tussentijd vies is geworden, zal dit uiteraard worden schoongemaakt. 3.2.3. Persoonlijke hygiëne Wij zijn bewust van onze voorbeeldfunctie. Dit betekent in de praktijk o.a. dat de pedagogisch medewerkers er verzorgd uit zien, niet roken in het zicht van de kinderen en hun handen wassen voor het eten en na het toiletbezoek. Dit laatste geldt eveneens voor de kinderen. De pedagogisch medewerkers hebben de taak kinderen hierbij te helpen en ondersteunen bij het ontwikkelen en naleven van persoonlijke hygiëne. 3.2.4. Schoonmaak ruimte De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de ruimte van de BSO en de toiletruimte aan het einde van de dag worden schoon gemaakt. Omdat er na sluitingstijd van de BSO het toilet door personen van de voetbalvereniging gebruikt zal worden, is het personeel van DVS'33 verantwoordelijk voor de schoonmaak nadien. 3.3. Fysieke omgeving De inrichting van de binnen- en buitenruimtes is gebaseerd op de volgende aandachtspunten: • De oppervlakte van de ruimtes • De verlichting • De verwarming • De akoestiek • De ventilatie 3.4. Voeding • We houden rekening met allergieën en diëten • We bewaken de samenstelling en variatie van de voeding • We volgen de voedingsadviezen van ouders en deskundigen 3.4.1. Eten en drinken Kinderen eten hun maaltijden op Sport BSO Ermelo over het algemeen gezamenlijk. Tijdens dit ontmoetingsmoment is er aandacht voor elkaar. Om 4 uur wordt iets te drinken en een gezond tussendoortje verstrekt. Voor de bereiding en het bewaren van voeding op Sport BSO Ermelo houden de pedagogisch medewerkers zich aan strikte regels. Sport BSO Ermelo verstrekt een standaard aanbod aan voeding. In de middag wordt (seizoens-)fruit gegeten. Hierdoor leren de kinderen van jongs af aan gezond eten. Naast eten en drinken is het belangrijk om tijdens dit eetmoment contact met elkaar te hebben, door te praten, te luisteren en te genieten van een gezellige sfeer. Vanuit deze pedagogische visie eten de pedagogisch medewerkers mee met de kinderen. Het is tevens een rustmoment op de dag en er wordt daarom in kleinere groepjes gegeten. De pedagogisch medewerkers besteden aandacht aan eenvoudige tafelmanieren en heeft daarbij een voorbeeldfunctie. Kinderen wassen bijvoorbeeld voor het eten hun handen. Wij wachten met eten totdat iedereen wat te eten en drinken heeft, ook blijven we aan tafel zitten tijdens het eten. Op een speelse en positieve manier worden kinderen gestimuleerd om te eten en te drinken, het eten wordt echter niet opgedrongen. Veelal is ook hier het "zien eten doet eten" op van toepassing.
14
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
Hoofdstuk 4 De dagelijkse gang van zaken op de BSO Hoe de zaken binnen Sport BSO Ermelo zijn geregeld, wat er op een dag zoal gebeurt en welke regels en afspraken gelden, komt in de volgende onderwerpen aan bod: • • • • •
Het pand en de eisen aan de ruimte, in de buitenschoolse opvang Vervoer Groepsindeling en groepsgrootte Dagindeling Spel(materiaal) en activiteiten/buiten spelen; huiswerk, muziek/lezen, feesten, thema’s en seizoenen
4.1. Eisen aan de speelruimten op de buitenschoolse opvang De Sport BSO Ermelo is gevestigd in het clubgebouw van de sportvereniging DVS’33 te Ermelo. De BSO maakt gebruik van twee naast elkaar gelegen ruimtes met eventuele groeimogelijkheden naar de kantine. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de vele faciliteiten die op het sportpark geboden worden. De indeling, de inrichting binnen en de ruimte en mogelijkheden van het grote buitenspeelterrein is o.a. afgestemd op het opvangen van schoolgaande kinderen. De (groeps)ruimten in de Sport BSO Ermelo voldoen aan de gestelde norm van het aantal meters per kind, waardoor er 20 kinderen opgevangen kunnen worden. Het gaat om 3,5 m2 per kind en de ruimte bedraagt 74,8 m2. Het sportterrein is rondom afgesloten met hekken. Het veld dat aansluitend is op het gebouw en tegenover de ingang van de BSO ruimte ligt (hoofdveld) kan gebruikt worden door de kinderen van de Sport BSO Ermelo. Daarnaast is er een mogelijkheid gebruik te maken van de sportzalen in het schoolgebouw Groevenbeek. Deze zijn middels een looppad te bereiken. De groepsruimten zijn gezellig, vertrouwd en nodigen uit tot spel en ontdekking. Ze hebben als doel de zelfstandigheid van kinderen te vergroten. Ze bieden bewegingsvrijheid en uitdaging, maar bieden ook de mogelijkheid om tot rust te komen. 4.1.1 Toiletgebruik De toiletten bevinden zich op de gang tegenover de deuren van de binnenruimte. Deze deuren naar de gang zijn tijdens de opvang gesloten. Op de gang staat met een afbeelding waar de toiletten zich bevinden, zodat dit duidelijk herkenbaar is voor de kinderen. Het invalidetoilet is voor de meisjes en het toilet in de kleedkamer, links van de invalidetoilet is voor de jongens. Zodra een kind naar het toilet wil, zal hij de pedagogisch medewerker hiervan op de hoogte moeten brengen. De pedagogisch medewerker is in het bezit van de sleutel en zal de deur openen. Het kind neemt een lint mee, dat bij de deur hangt, zodat de andere kinderen op de hoogte zijn van het feit dat het toilet bezet is. Dit lint wordt weer na het bezoek terug gehangen en de pedagogisch medewerker zal vervolgens de deur op slot doen. De kinderen kunnen één voor één het toilet bezoeken. 4.1.2. Gebruik van kleedkamers Tegenover de ingang van de Sport BSO Ermelo bevind zich in het nieuwe gebouw de kleedkamer. Deze kamer is voorzien van vloerverwarming, licht en een toilet. Vooraf zijn de kinderen in de mogelijkheid zich in deze ruimte te verkleden in het bijzijn van een pedagogisch medewerker. De deur is zichtbaar vanuit de ruimte van de Sport BSO Ermelo. 15
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
4.1.3. Veiligheid gebouw In overleg met de brandweer is het gebouw brandveilig verklaard. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met kinderen om deze veiligheid te waarborgen zoals het toiletbezoek en binnen de sportvelden blijven. Op de velden zijn er voldoende lichtbronnen die ervoor moeten zorgen dat het ook bij donkere avonden goed overzichtelijk is. Gebruik door derden is in overleg met het bestuur van DVS gedaan. De gang is niet toegankelijk voor derden middels een schuifslot op de deuren richting kantine en uitgang. Mochten er personen gebruik willen maken van een ruimte tussen deze deuren zullen zij zich vooraf moeten melden bij de pedagogisch medewerkers van de Sport BSO die voor hen de deur van binnenuit kunnen openen. Op deze manier zijn de pedagogisch medewerkers op de hoogte van wie er zich binnen het gebouw bevinden. Vanaf 18:30 worden er trainingen gegeven en betekent dus de er andere mensen in en om het gebouw en velden van DVS'33 te vinden zijn. De afspraak is dat de kinderen vanaf 18:00 binnen spelen en niet meer gebruik maken van het hoofdveld. 4.1.4. Beschermde of gevaarlijke diersoorten Indien er een diersoort of nest gevonden wordt op het terrein van DVS'33, dat mogelijk beschermd is of gevaarlijk is het bestuur van DVS'33 aansprakelijk en verantwoordelijk. Op dat moment zullen de pedagogisch medewerkers de kinderen in veiligheid brengen en de regiocoördinator van de BSO op de hoogte stellen. De regiocoördinator van de BSO zal vervolgens contact opnemen met het bestuur van DVS'33. 4.2. Vervoer Alle kinderen worden in de schoolweken met taxibedrijf Buter te Putten opgehaald uit school. Tijdens de vakantieweken worden de kinderen door ouders zelf gebracht. De pedagogisch medewerkers hebben dagelijks contact met de taxicentrale en chauffeurs. Tijdens deze contactmomenten is er een overdracht over het vervoer, kinderen en scholen. Wekelijks sturen de pedagogisch medewerkers een taxirooster door naar de centrale, zodat zij op de hoogte zijn van de afmeldingen en/of bijzonderheden. Dit rooster kan dagelijks veranderen en de pedagogisch medewerkers zijn verantwoordelijk voor het overdragen van de juiste informatie. 4.3.Op de groep Op de groep zijn er een aantal punten waarover duidelijke afspraken over zijn gemaakt. • Ruimte • Personeel • Uitjes • Spelen • Tijdsbesteding 4.3.1. Groepsgrootte/groepsindeling Binnen Sport BSO Ermelo hebben wij twee groepen. Gezien het aantal meters mogen er per groep 10 kinderen opgevangen worden en in totaal 20 kinderen. Er is één stamgroep van 4-8 jaar (onderbouw) en één stamgroep van 9-12 jaar (bovenbouw). De twee groepen zijn ieder onder gebracht in een groepsruimte. De groepsruimtes worden gescheiden met twee deuren die open gezet kunnen worden om van twee ruimtes één te maken. Op die manier kunnen de kinderen 16
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
tijdens gezamenlijke activiteiten één groep vormen. Ook tijdens de breng- en haal momenten wanneer één pedagogisch medewerker op de groep staat worden deze deuren geopend. Groepsgrootte en sfeer kunnen ook aanleiding geven de deuren te openen. De leider / kind ratio is in de onderbouw en bovenbouw 1 pedagogisch medewerkers op maximaal 10 kinderen. 4.3.2.Achterwacht Omdat de twee groepen gevestigd zijn op dezelfde locatie, kunnen zij voor elkaar achterwacht zijn. Mocht dit niet het geval zijn wordt er apart een achterwacht geregeld. Op 5 minuten afstand woont de regiocoördinator die bevoegd is om op de groep te staan en als achterwacht te fungeren. Op de BSO is altijd minimaal 1 persoon tot 18:30 uur aanwezig. Op het moment dat de eerste pedagogisch medewerker van de groep gaat is hij nog wel tot sluitingstijd in het gebouw van DVS'33 en kan dus binnen één minuut op de groep zijn. Tijdens de vakantieperiode, tijdens de haal-, breng- en pauzemomenten zal zowel de regiocoördinator van de BSO als de tweede pedagogisch medewerker de achterwacht zijn. De leider / kind ratio en het beschikbaar zijn van een achterwacht zijn conform het convenant kwaliteit kinderopvang. 4.3.3. Activiteiten op andere locaties Sport BSO Ermelo heeft zich ingezet om een actief en afwisselend sport-, spel-, bewegings- en activiteitenprogramma te ontwikkelen. Voor een deel van de activiteiten maken we gebruik van externe deskundige begeleiding aangevuld met eigen pedagogisch medewerkers volgens de afgesproken leider/ kind ratio. De algemene sportactiviteiten worden gegeven aan de basisgroepen, waarbij we gebruik maken van sportvelden of een sportzaal. 4.4. Dagindeling Sport BSO Ermelo is regulier open in schoolweken na schooltijd van 15:00 tot 18:30 uur en in schoolvakanties hele dagen van 7:30-18:30 uur. Sport BSO Ermelo werkt met een vaste dagindeling. Deze dient als leidraad en is bedoeld om de kinderen en de pedagogisch medewerkers regelmaat en structuur te bieden. Het vaste schema zorgt ervoor dat alle kinderen op tijd eten en drinken, en er voldoende gelegenheid overblijft tot vrij spel en (groeps-)activiteiten. Dagschema; zie bijlage. Het werkrooster voor de pedagogisch medewerkers ziet er volgt uit: Tijdens schoolweken op maandag, dinsdag en donderdag van 15:00 - 18:30. Op woensdag en vrijdag van 12:00 - 18:30. Tijdens de vakantie weken 1 dienst van 7:30 - 17:30 met pauze van 12:00 - 13:00 1 dienst van 8:30 - 18:30 met pauze van 13:00 - 14:00 Tijdens de pauzes zal de pedagogisch medewerker telefonisch bereikbaar zijn. 4.4.1 Schoolweken De beschikbare tijd in schoolweken is kort en een gedeelte van de opvangtijd gaat op aan het vervoer van school naar Sport BSO Ermelo. Op de buitenschoolse opvang aangekomen wordt in kleine groepjes wat gegeten en gedronken. Kinderen kunnen hun verhaal kwijt. Daarna is er gelegenheid voor spel en activiteiten. 4.4.2 Vakantieweken In vakantieweken is er sprake van een langer durend verblijf op Sport BSO Ermelo. Er worden 17
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
andersoortige activiteiten georganiseerd, er is meer variatie in het programma en een groter onderling sociaal contact. Deze periode staat dan ook meer in het teken van sociaal-culturele en educatieve activiteiten. Er is tijd voor thema’s en uitstapjes die leuk en avontuurlijk zijn (dichtbij of verder weg). De ouders worden hier vooraf over geïnformeerd. 4.5. Spelmateriaal en activiteiten Kinderen leren van elkaar, zij stimuleren elkaar om vaardigheden te ontwikkelen. Ook maken zij gebruik van imitatiegedrag. De tijd na school en in de schoolvakanties wordt gezien als vrije tijd voor het kind. Sport BSO Ermelo richt zich dan ook op sociaal culturele en educatieve activiteiten waarbij het kind keuzevrijheid heeft aangezien ontspanning voorop staat. De pedagogisch medewerkers verzorgen regelmatig een uitdagend spelaanbod om kinderen te stimuleren en hun interesse te wekken. Vooral in de vakantieperiode wordt samen met de kinderen gekeken naar een breder aanbod. Kinderen worden gestimuleerd hieraan deel te nemen maar mogen ook op een andere wijze ontspannen. Sport BSO Ermelo biedt de kinderen diverse mogelijkheden tot spel en ontspanning door middel van de verschillende gebruiksruimten. De ruimten zijn vervolgens zo ingedeeld dat er diverse spelhoeken ontstaan die allerlei functies kunnen hebben. Spelhoeken moeten aansluiten bij wat kinderen leuk en interessant vinden en zijn dus flexibel te gebruiken. Aan tafel wordt gegeten en er kan een puzzel of een spelletje worden gedaan. In diverse kasten bevindt zich spelmateriaal, waarbij voor de kinderen duidelijk is aangegeven welk materiaal voor welke leeftijdsgroep geschikt is. Ook hier is een onderscheid in de leeftijdsgroep van de onderbouw en de bovenbouw. In de bewegingsruimten, zowel binnen in de zalen als buiten op de velden is er gelegenheid voor sport, spel en dans. Lichamelijk inspannen en bewegen is voor kinderen een manier om zich af te reageren. Bij slecht weer spelen de kinderen binnen. Om het zo leuk mogelijk te houden zijn er speelhoeken gecreëerd. Bij het creëren van deze hoeken wordt gedacht aan: • Ontspanningshoek - hier kunnen kinderen rustig verblijven, lekker liggen of een boek lezen. • Creatieve hoek - de ‘doe’ hoek - hier kan worden geknutseld en geverfd. Er zijn allerlei mogelijkheden tot creatieve uitingen. • Technische hoek, studiehoek - hier kan met constructiemateriaal worden gespeeld en huiswerk worden gemaakt. 4.5.1 Inspraak van kinderen Samen met (een deel van) de kinderen wordt het (vakantie) activiteitenprogramma samengesteld. De pedagogisch medewerkers en de kinderen hebben hierbij een beslissende stem. Ook over regels binnen Sport BSO Ermelo wordt met de kinderen gesproken. Verder hebben kinderen inspraak als het gaat om de aanschaf van bepaalde (spel)materialen. Dit binnen de kaders die hiervoor zijn gesteld. De inspraak van kinderen moet nog op vorm en methode verder worden ontwikkeld. Voorafgaand aan de schoolvakantie stellen de pedagogisch medewerkers in overleg met de kinderen een activiteitenplan op. Dit plan wordt vooraf bekend gemaakt. Uiteraard wordt hier flexibel mee omgegaan, rekening houdend met de wensen van de kinderen en de praktische omstandigheden zoals weersinvloeden. Het activiteitenplan heeft een grote focus op sportbeoefening en beweging.
18
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
4.6. Huiswerk Sport BSO Ermelo biedt de mogelijkheid tot het maken van huiswerk. De pedagogisch medewerkers zullen het kind hierbij stimuleren en waar mogelijk ondersteunen. Zij oefenen echter geen dwang uit en is niet verantwoordelijk voor het resultaat. 4.7. Muziek/lezen De pedagogisch medewerkers spelen in op trends op deze gebieden. Disco, karaoke, zingen, (voor)lezen ed. zijn ook zaken die horen bij de ontwikkeling van kinderen. Op Sport BSO Ermelo zijn mogelijkheden om hier aan tegemoet te komen. Hoofdstuk 5 Rol van de pedagogisch medewerker, omgang met kinderen. De pedagogisch medewerkers hebben een taak in de opvoeding binnen de buitenschoolse opvang en geeft inhoud en vorm aan pedagogische kwaliteit. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat het kind zich op zijn gemak voelt en lekker kan spelen. Door er gewoon te zijn, een band met het kind op te bouwen en een gezellige sfeer te creëren wordt een opvoedingsklimaat geschapen. De pedagogisch medewerkers spelen in op de behoefte en het zelf ontwikkelende vermogen van het kind. Zij schept voorwaarden, moedigt het kind aan en geeft het de ruimte, en begeleidt het kind naar steeds grotere zelfstandigheid. De pedagogisch medewerkers nemen het kind serieus en laat kinderen participeren in beslissingen die te maken hebben met activiteiten op Sport BSO Ermelo. 5.1 Rol van de pedagogisch medewerker Als mede opvoeder heb je veel invloed op de manier waarop kinderen zich ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om te weten hoe de ontwikkeling verloopt, zodat je daar gericht op in kan spelen. Voor een pedagogisch medewerker is het van belang om: • Een voorbeeld te zijn. Kinderen leren door te imiteren en doen na wat jij doet en zegt. • Een vraagbaak en klankbord te zijn. Kinderen in deze leeftijd hebben allerlei levensvragen die ze stellen om de wereld van de volwassenen en om zichzelf beter te kunnen begrijpen. • Een veilige haven te zijn (emotionele ontwikkeling). Warmte en rust zijn voor een kind belangrijk. Als een kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Ook zal het zijn gedachten en gevoelens aan de pedagogisch medewerker toevertrouwen. • Grenzen aan te geven. Afspraken maken en grenzen stellen is noodzakelijk voor kinderen. Jonge kinderen kunnen zelf nog onvoldoende grenzen bepalen. Ook hebben ze onvoldoende controle over hun eigen gedrag. • Kinderen te prijzen. Complimenten helpen kinderen te leren hoe ze op een positieve manier aandacht van volwassenen kunnen krijgen en het geeft hen zelfvertrouwen. • Respect te hebben voor kinderen en hen ruimte en vrijheid te geven om zelf te ontdekken en te ervaren. • Leiding te geven en structuur te bieden. Overzicht, instructies en spelregels bieden de kinderen duidelijkheid en veiligheid. Ze weten daardoor wat er wel/niet mogelijk is. • Interacties te begeleiden. Soms hebben kinderen begeleiding nodig in het aangaan van sociale contacten of oplossen van conflicten. • Naar elk afzonderlijk kind te kijken. Wat is het talent van dit kind en wat heeft dit kind nodig? 19
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
5.2. Corrigeren en belonen Het ontspannen en sportieve karakter van Sport BSO Ermelo betekent niet dat er geen structuur of regels zijn. Het kind gaat op ontdekkingsreis en kan zich ontwikkelen doordat er grenzen en regels zijn. Voor kinderen is het belangrijk om te weten waar de grenzen liggen. Het leren van wat goed en fout is hoort bij het opgroeien en ontwikkelt het geweten. Dit kan wel eens tot conflicten leiden. Conflicten horen bij het dagelijkse leven. Kinderen leren hiervan dat een ander er voor je kan zijn, maar ook dat een ander soms iets anders wil dan jij. Bij conflicten tussen kinderen onderling, zullen de pedagogisch medewerkers zich in eerste instantie terughoudend opstellen, vaak lossen kinderen hun conflict zelf op. Voorwaarde is dat kinderen elkaar geen pijn doen, niet pesten en er geen onveilige situaties ontstaan. Als dit nodig is zullen de pedagogisch medewerkers sturend en corrigerend optreden. Een minder weerbaar kind zal aangemoedigd worden om voor zichzelf op te komen, terwijl een ander kind juist afgeremd moet worden. Corrigeren kan gebeuren door het kind aan te spreken en uit te leggen waarom iets niet mag. Met de kinderen kunnen bepaalde afspraken gemaakt worden. De pedagogisch medewerkers waarschuwen een kind een beperkt aantal keren. Wanneer een kind ongewenst gedrag vertoont en na te zijn gewaarschuwd hier ongevoelig voor blijft, kunnen de pedagogisch medewerkers het kind korte tijd uit de situatie halen. Door het kind even apart te nemen of af te leiden kan het kind weer tot zichzelf komen. De pedagogisch medewerkers zullen de nadruk leggen op het belonen van gewenst gedrag door het kind te prijzen en complimentjes te geven. 5.3 Opvallend gedrag bij kinderen Ieder kind vertoont wel eens gedrag dat afwijkt van het gemiddelde patroon: gedrag dat in strijd is met de verwachting van ouders of pedagogisch medewerkers, of met de gangbare regels die gesteld worden. Soms kan het zijn dat dit gedrag te vaak voorkomt of te lang aanhoudt en dat de gevolgen voor het kind of de groep groter worden. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat het kind lijdt onder de groep en de groep lijdt onder het individuele kind. In dat geval is er sprake van opvallend of probleemgedrag. In voorkomende situatie zal de pedagogisch medewerker het gedrag met haar directe collega’s en ouders bespreken. Daarnaast zal het team het gedrag observeren en rapporteren, zodat het zichtbare en concrete gedrag besproken kan worden met ouders en de regiocoördinator van de BSO. In eerste instantie zal een gesprek met een ouder verkennend zijn. Zien de ouders hetzelfde gedrag thuis? Hoe kijken ouders er tegenaan? Beschouwen de pedagogisch medewerkers het als een serieus probleem, dat wil zeggen als er niets mee gedaan wordt blijft het probleem dan bestaan of verergert, dan wordt tijdens de werkbegeleiding een plan van aanpak afgesproken. Mocht dit onvoldoende blijken te werken, dan zal de regiocoördinator in overleg met de directie besluiten om over te gaan tot beëindiging van de plaatsing. Het belang van het kind en de groep staan hierbij altijd voorop. Hoofdstuk 6 Omgang en samenwerking met ouders 6.1. Afstemming opvoedingsmilieu Als buitenschoolse opvang speel je een grote rol in de opvoeding van een kind. We zijn dan ook samen met de ouders verantwoordelijk voor het welzijn van een kind. Daarom besteden we veel aandacht aan de uitwisseling van de ontwikkeling van het kind en de opvoedingsideeën van ouders. 20
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
Dit begint al bij de eerste kennismakingsafspraak. Daarin geven we de visie en werkwijze van Sport BSO Ermelo aan, zodat zij bewust voor Sport BSO Ermelo kunnen kiezen. Daarnaast spelen vooral de pedagogisch medewerkers een grote rol. Zij hebben immers de directe verantwoordelijkheid voor de kinderen. Tijdens het intakegesprek kunnen de ouders aangeven wat zij belangrijk vinden in de omgang met en de opvoeding van hun kind. Samen met de pedagogisch medewerkers kunnen er indien nodig afspraken worden gemaakt. De pedagogisch medewerker kan aangeven hoe zij met de verschillende opvoedingssituaties omgaat. Dagelijks is er een overdracht naar ouders. Dit gebeurt tijdens het brengen en halen van de kinderen. Daarnaast wordt er jaarlijks een 10 minuten gesprek gehouden met de ouders over het welbevinden van het kind. Ook is het mogelijk dat de pedagogisch medewerkers of ouders tussendoor een evaluatiegesprek aanvragen. 6.2. Betrokkenheid Wij vinden het erg belangrijk dat de ouders zich betrokken voelen. Wij realiseren ons dat wij opvang bieden aan het dierbaarste bezit van de ouders. Wij staan dan ook open voor ideeën en adviezen van de ouders. 6.3. Respect en privacy Om de opvoedingssituatie thuis en op de buitenschoolse opvang zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen, is het nodig dat de pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn van de thuissituatie. Er wordt dan ook zorgvuldig omgegaan met die informatie. Wij hebben in onze huisregels een privacy protocol opgenomen waarin staat dat de pedagogisch medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben. Bovendien hebben zij ook te maken met de beroepscode kinderopvang, waarin ook regels zijn opgenomen over de privacy van de ouders. 6.4. Samen verantwoordelijk De dagelijkse verantwoordelijkheid berust in eerste instantie bij de de pedagogisch medewerkers. Zij hebben direct contact met de kinderen. Ze bieden de kinderen veiligheid, warmte en respect. Ze overleggen samen met de ouders over de opvoeding. Zo stemmen ze de opvoeding op elkaar af. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding berust echter altijd bij de ouders zelf. 6.5. Communicatie ouders Het eerste contact met Sport BSO Ermelo verloopt meestal telefonisch. Ouders kunnen dan een afspraak maken voor een rondleiding. De regiocoördinator van de BSO of een pedagogisch medewerker verzorgt de rondleiding en vertelt in grote lijnen wat Sport BSO Ermelo doet, wat de pedagogische uitgangspunten zijn en wat ouders van de opvang kunnen verwachten. 6.5.1 Het intakegesprek Na aanmelding op de buitenschoolse opvang worden de ouders telefonisch uitgenodigd voor een intakegesprek door de pedagogisch medewerkers van de groep. In dit gesprek wordt informatie en gegevens uitgewisseld betreffende het kind. Hierbij wordt een intake lijst ingevuld. Ouders zijn de deskundigen waar het hun eigen kind betreft en zij mogen van de pedagogisch medewerkers verwachten dat zij hierbij serieus worden genomen. Ook wordt een wenperiode naar behoefte afgesproken. Deze middagen worden gepland op de gewenste opvangdagen: ouders en kinderen kunnen zo vertrouwd raken met Sport BSO Ermelo, met e pedagogisch medewerkers en de groepsgenootjes. De middagen worden bevestigd door middel van een brief. 21
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
6.5.2 Contact bij het brengen en halen Contact tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers is er elke keer bij het brengen en het ophalen van het kind. In vakantieperiodes uiteraard ook bij het brengen van het kind. Wanneer kinderen worden opgehaald zitten zij soms nog midden in hun spel. Een van de pedagogisch medewerkers zal het kind dan stimuleren om een activiteit te beëindigen. Van de ouder wordt begrip gevraagd zodat het kind even iets af kan maken. Bij een krappe tijdsplanning van ouders is het prettig wanneer zij de pedagogisch medewerkers vooraf op de hoogte stellen. De pedagogisch medewerkers kunnen het kind dan voorbereiden op de ophaaltijd. Tijdens de overdracht zal de pedagogisch medewerker een objectieve weergave geven over het spel, gedrag of bijzonderheden van het kind. Gedurende de opvangtijden op een dag zijn de pedagogisch medewerkers rechtstreeks te bereiken. Verder kan indien gewenst op verzoek van de pedagogisch medewerker of de ouders een afspraak gemaakt worden voor een persoonlijk gesprek. De ouders zijn altijd bereikbaar op een telefoonnummer afgesproken met Sport BSO Ermelo. 6.5.3 Afspraken tussen ouders, kind en pedagogisch medewerkers Met alle betrokkenen kunnen individuele afspraken gemaakt worden over de eigen verantwoordelijkheid en de zelfstandigheid van het kind. Zo wordt bijvoorbeeld vastgelegd of een kind zelfstandig het terrein mag verlaten, of het kind zelfstandig van school naar de Sport BSO Ermelo mag, of dat het kind alleen naar huis mag gaan aan het einde van de dag. Het betreft hier altijd afspraken die op individuele basis gelden, afspraken die voor alle partijen duidelijk en haalbaar moeten zijn en die schriftelijk worden vastgelegd. 6.5.4 Jaarlijks contact moment voor en met ouders Elk jaar is er een grotere activiteit waardoor voor ouders uitgebreider contact mogelijk is met Sport BSO Ermelo. Dit kan bijvoorbeeld zijn in de vorm van een 10 minutengesprek, een tentoonstelling bezichtigen die door de kinderen is ingericht, een themafeestweek, een ouderavond of een door de kinderen bereide maaltijd eten. Ouders worden hierover vooraf op de hoogte gesteld. 6.5.5 Website en nieuwsbrief Tevens worden de ouders geïnformeerd over het gevoerde beleid via de website en nieuwsbrieven. Deze worden elektronisch aangeleverd. 6.6 Afspraken over buitenschoolse activiteiten Het eerste kwartaal na de start van de Sport BSO Ermelo zullen wij een basisprogramma aanbieden aan de kinderen dat plaats zal vinden op het terrein van DVS’33 te Ermelo. In dat kwartaal zullen wij in overleg met de kinderen activiteiten gaan opzetten met externe sportclubs, waarna het contact leggen plaats zal gaan vinden. Ter zijner tijd zullen wij het beleidsplan opnieuw aanpassen. 6.7. Ten slotte Kwaliteit is doorslaggevend voor de effecten die buitenschoolse opvang heeft op de ontwikkeling van kinderen. Ouders moeten er van op aan kunnen dat het goed zit met die kwaliteit. Zij hebben er recht op te weten hoe het met de kwaliteit is gesteld. Het pedagogisch beleidsplan van Sport BSO Ermelo biedt ouders en pedagogisch medewerkers inzicht in de pedagogisch grondbeginselen van onze buitenschoolse opvang en is tevens de leidraad voor de dagelijkse omgang met uw kinderen. Sport BSO Ermelo hecht er waarde aan daarvoor in gesprek te blijven met ouders, pedagogisch 22
Pedagogisch beleidsplan Sport BSO Ermelo
medewerkers én externe deskundigen. Deze samenspraak is een voortdurend kritisch proces dat leidt tot verdieping en mogelijk tot veranderde inzichten. Het pedagogisch beleidsplan is dan ook geen eindproduct. Indien u nog meer informatie wenst over het pedagogisch beleid van Sport BSO Ermelo dan kunt u contact opnemen met Annelot van Huizen. Emailadres: annelot@brood&spelen.nl Telefoon: 06-38083163
23