pantoffeldiertje onder de microscoop
biodoen
Havo/Vwo
60 minuten
pantoffeldiertje
1 kloppende vacuole 2 celkern 3 celmond 4 celanus 5 trilharen
pantoffeldiertje Pantoffeldiertjes leven in slootwater. Pantoffeldiertjes bestaan slechts uit één cel. Diertjes die slechts uit een cel bestaan worden eencellige organismen genoemd. Aan de rand van pantoffeldiertjes zitten allemaal kleine haartjes. Met behulp van deze haartjes kan een pantoffeldiertje zich voortbewegen. Pantoffeldiertjes hebben | wel || geen | organen. Dit komt | wel || niet | omdat het lichaam van pantoffeldiertjes slechts uit één cel bestaat. Pantoffeldiertjes hebben | wel | | geen | weefsels. Dit komt | wel | | niet | omdat het lichaam van pantoffeldiertjes slechts uit één cel bestaat. pantoffeldiertje kweken
Pantoffeldiertjes leven van dode resten van organismen. Pantoffeldiertjes zijn gemakkelijk te kweken door slootwater in een open bak met dode plantenresten of hooi gedurende enkele weken te bewaren bij een temperatuur van 20o. Pantoffeldiertjes vermenigvuldigen zich snel bij deze temperatuur. Na drie tot vier weken zijn in het slootwater voldoende pantoffeldiertjes aanwezig. 1
BIOdoen © 2008
pantoffeldiertje onder de microscoop
Havo/Vwo
biodoen tekenopdracht
Zoek op Internet naar afbeeldingen van pantoffeldiertjes. werkblad dieren onder de de microscoop • Maak vraag 1.1 op het en maak een natuurgetrouwe tekening van een pantoffeldiertje met behulp van een afbeelding van Internet. • Gebruik hierbij de tekenregels:maak grote tekeningen, gebruik geen zacht potlood, maak eerst een schets (dun), gebruik geen kleur, teken alleen wat je ziet, teken overzichtelijk, benoem de on-
derdelen en werk netjes • Benoem de onderdelen van het pantoffeldiertje die zichtbaar zijn met de lichtmicroscoop (gebruik hierbij de afbeelding van het pantoffeldiertje op de vorige pagina). • Teken alleen de onderdelen die ook zichtbaar of de afbeeldingen die op Internet te vinden zijn.
preparaat maken öse -
- pipet
preparaat
kweekbak
2
BIOdoen © 2008
pantoffeldiertje onder de microscoop
biodoen nodig:
• kweekbak met pantoffeldiertjes, objectglaasje, pipet (of öse) werkwijze:
• Zuig met behulp van de pipet een klein beetje `slootwater` uit de kweekbak met pantoffeldiertjes. Probeer zoveel mogelijk aan het oppervlak water op te zuigen. Pantoffeldiertjes leven namelijk vooral aan het wateroppervlak. • In plaats van een pipet kan ook een öse gebruikt worden. Een öse is een dunne metalen draad met een rond oogje aan het uiteinde. Door het oogje van de öse over het wateroppervlak te halen worden pantoffeldiertjes `gevangen` in het water dat in het oogje achterblijft. • Doe een kleine druppel van het `slootwater` uit de kweekbak op het objectglas. bijlage
Download de bijlage voor een korte toelichting over het werken met een öse en het maken van een preparaat. microscoop
Om de onderstaande handleiding over het instellen van de microscoop te kunnen begrijpen moeten de namen van de onderdelen van de microscoop bekend zijn. preparaat bekijken:
• Plaats een 10x vergrotend oculair in de tubus van de microscoop. • Draai aan de revolver zo dat het objectief met de kleinste vergro-
preparaat bekijken bij 40x
• • • •
preparaat bekijken bij 40x
ting (4x) boven het gat in de tafel staat. Plaats het objectglaasje met de druppel slootwater met pantoffeldiertjes tussen de preparaatklemmen op de microscooptafel. Schuif het objectglaasje zodanig dat de druppel precies onder het 4x objectief ligt. Draai de microscoop met het statief naar je toe. Kijk door het oculair van de microscoop en stel het preparaat scherp door langzaam aan de stelschroef te draaien. (let op dat het objectief niet tegen het objectglaasje of dekglaasje komt). 3
pantoffeldiertje onder de microscoop
biodoen bewegingen bestuderen
• Om een beeld te krijgen van de voortbeweging van een pantoffeldiertje kan een pantoffeldiertje gedurende één minuut gevolgd worden. De bewegingen die het pantoffeldiertje in deze minuut maakt kunnen worden bijgehouden met een volglijn. werkblad die• Geef op de afbeelding van een preparaat op het ren onder de de microscoop aan waar het pantoffeldiertje zich bevindt aan het begin van de volglijn (00:00). • Teken een lijn die de bewegingen van het pantoffeldiertje volgt. • Geef ook het eindpunt van de volglijn aan (01:00). Maak bij vraag 1.2 van het scoop.
werkblad dieren onder de de micro-
dekglaasje aanbrengen en vergrotingen • nodig: pantoffeldiertjeskweek, objectglaasje, dekglaasje, prepareernaald werkwijze: • Bij sterkere vergrotingen wordt op het objectglaasje een dekglaasje aangebracht. Het dekglaasje beschermt de objectieven in de microscoop tegen vloeistof en andere stoffen die zich in het preparaat kunnen bevinden. • Plaats het dekglaasje schuin rechtop naast de druppel met pantoffeldiertjes. Schuif het dekglaasje voorzichtig richting druppel totdat de onderkant hiervan contact met de druppel gemaakt heeft. • Laat de bovenkant van het dekglaasje op de punt van een prepareernaald rusten en laat deze met behulp hiervan langzaam naar beneden zakken. Op deze manier komen er weinig of geen luchtbellen in het preparaat. 4
pantoffeldiertje onder de microscoop
biodoen
dekglas aanbrengen
40x:
• Voordat een preparaat met de grootste vergroting bekeken wordt, moet dit eerst met de kleinste vergroting scherpgesteld worden. • Draai aan de revolver zodat het objectief met de kleinste vergroting (4x) boven het gat in de tafel staat.
vergrotingen
40x • Plaats het objectglaasje met de druppel slootwater met pantoffeldiertjes tussen de preparaatklemmen op de microscooptafel. • Schuif het objectglaasje zodanig dat de druppel precies onder het 4x objectief ligt. • Draai de microscoop met het statief naar je toe. • Kijk door het oculair van de microscoop en stel het preparaat scherp door langzaam aan de stelschroef te draaien. (let op dat het objectief niet tegen het objectglaasje of dekglaasje komt). 100x:
• Nadat het preparaat scherpgesteld is op 40x kan het 10x objectief worden voorgedraaid. Het preparaat wordt nu 100x vergroot. • (let op dat bij het draaien van de revolver de objectieven niet tegen het objectglaasje of dekglaasje aan komen).
5
pantoffeldiertje onder de microscoop
biodoen
• Kijk door het oculair en stel het preparaat onpieuw scherp door aan stelschroeven te draaien. (let op dat het objectief niet tegen het objectglaasje of dekglaasje komt).
100x • Schuif het objectglaasje zodanig dat een pantoffeldiertje in het midden komt te liggen. Dit is noodzakelijk om bij een sterkere vergroting snel en gemakkelijk scherp te stellen. 400x:
• Nadat het preparaat scherpgesteld is op 100x kan het 40x objectief worden voorgedraaid. Het preparaat wordt nu 400x vergroot. • Let op dat bij het draaien van de revolver de objectieven niet tegen het objectglaasje of dekglaasje aankomen.
400x • Kijk door het oculair en stel het preparaat opnieuw scherp door aan stelschroeven te draaien. (let op dat het objectief niet tegen het objectglaasje of dekglaasje komt). • Schuif het objectglaasje zodanig dat een pantoffeldiertje in het midden komt te liggen. • Pantoffeldiertjes blijken bij een vergroting van 400x snelle zwemmers te zijn. Door te schuiven met het objectglaasje kan een pantoffeldiertje enigszins gevolgd worden. (Denk er aan dat alle bewegingen die met het objectglaasje gemaakt worden omgekeerd en in spiegelbeeld te zien zijn onder de microscoop). Dus wanneer het objectglaasje omhoog geschoven wordt, gaat het beeld omlaag en als het objectglaasje naar rechts geschoven wordt, gaat het beeld naar links. 6
pantoffeldiertje onder de microscoop
biodoen
Maak bij vraag 1.3 van het scoop.
werkblad dieren onder de de micro-
celonderdelen
Celonderdelen van het pantoffeldiertje worden celorganellen genoemd. Sommige celorganellen kunnen met een lichtmicroscoop worden waargenomen. Een van deze celorganellen is de kloppende vacuole. Een kloppende vacuole zorgt voor de afvoer van overtollig water. Maak bij vraag 1.4 en 1.5 van het microscoop.
werkblad dieren onder de de
bijlage In de bijlage wordt het werken met een öse en het maken van een preparaat aan de hand van foto’s toegelicht. aan de hand van enkele foto’s.
7