Dienstregeling/overwerk Wat is de vergoeding voor de bijzondere diensten? Vergoeding voor avonddienst tussen 18.00 en 24.00 uur van maandag t/m vrijdag is 150%. Vergoeding voor avonddienst tussen 18.00 en 24.00 uur op zaterdag en zondag is 175%. Vergoeding voor nachtdienst tussen 24.00 en 8.00 uur is 175%. Vergoeding aanwezigheidsdienst op maandag t/m vrijdag tussen 18.00 en 8.00 uur en op zaterdag tussen 8.00 en 18.00 uur is 50% en per oproep 1 uur. Vergoeding aanwezigheidsdienst op zaterdag 18.00 uur tot maandag 8.00 uur en alle feestdagen is 66% en per oproep 1,5 uur. Vergoeding bereikbaarheidsdienst op maandag t/m vrijdag tussen 18.00 en 8.00 uur en op zaterdag tussen 8.00 en 18.00 uur is 25% en per oproep 1 uur. Vergoeding bereikbaarheidsdienst op zaterdag 18.00 uur tot maandag 8.00 uur en alle feestdagen is 33% en per oproep 1,5 uur. Zie artikel 23 CAO Apotheken. Wanneer is er sprake van overwerk? Een werknemer heeft recht op een overwerkvergoeding indien men incidenteel en op verzoek van de werkgever werk verricht boven de in de arbeidsovereenkomst bedongen uren, tenzij de arbeid aansluit op de voor de werknemer gebruikelijke werktijd en van kortere duur is dan een kwartier. Zie artikel 20 CAO Apotheken. Indien een parttime medewerker tijdelijk meer uren per week gaat werken, wordt dat dan beschouwd als overwerk? Neen. Overwerk is incidenteel en valt in principe niet te voorzien. Indien een parttime medewerker wegens bijvoorbeeld vervanging van een zieke collega tijdelijk meer uren per week gaat werken, worden deze uren beschouwd als een uitbreiding van het arbeidscontract (met wederzijds goedvinden van werkgever en werknemer) en wordt er 100% vergoed. Geldt bij het overwerk het zogenoemde afwerkkwartiertje nog? Ja, indien de arbeid aansluit op de door de werknemer gebruikelijke werktijd en van kortere duur is dan een kwartier, wordt hier geen vergoeding voor gegeven. Wanneer is er sprake van een avond- nachtdienst en wanneer spreekt men van een aanwezigheidsdienst tijdens de avond en nacht? Indien er sprake is van een reguliere avond- en of nachtdienst is de werknemer in de apotheek en verricht (continue) arbeid. Indien er sprake is van een aanwezigheidsdienst tijdens de avond en of nacht dan is de werknemer in de apotheek aanwezig en verricht op oproep arbeid. Vinden er drie of meer oproepen tijdens de nacht plaats, dan wordt deze dienst beschouwd als reguliere dienst voorzover het rusttijden, pauzes en vergoedingen betreft. Indien tijdens een aanwezigheidsdienst (in de apotheek) of bereikbaarheidsdienst (thuis) veel oproepen (storingen) plaatsvinden, wordt dan de vergoeding hoger dan de desbetreffende dagavond- of nachtdienst? Neen, het totaal van vergoedingen in enige dienst (dus de aanwezigheidsdienst- of bereikbaarheidsdienst) kan nooit meer zijn dan de vergoeding van e dag-, avond – of nachtdienst. Concreet: tijdens een aanwezigheidsdienst van 18.00 uur tot 24.00 uur vinden er acht storingen plaats. De basisvergoeding voor de aanwezigheidsdienst in de apotheek bedraagt 50% van het normale loon, dit is voor zes uur drie uur vergoeding. Per oproep wordt een uur vrij gegeven, dus bij acht oproepen zou dit acht uur vrij plus drie uur basisvergoeding is elf uur vergoeding betekenen. Aangezien de avonddienst maximaal 6 x 1,5 uur = 9 uur oplevert, bedraagt voormelde vergoeding niet meer dan 9 uur. Een tweede voorbeeld: een werknemer heeft een aanwezigheidsdienst (apotheek) van 22.00 uur tot 08.00 uur ’s ochtends. Deze aanwezigheidsdienst wordt dus gedeeltelijk gedaan in het blok van de avonddienst (namelijk tot 24.00 uur) en in het blok nachtdienst (van 24.00 uur tot 08.00 uur ’s ochtends). Indien nu bijvoorbeeld tussen 22.00 uur en 24.00 uur drie storingen plaatsvinden en tussen 24.00 uur en 08.00 uur twee storingen plaatsvinden, dan zal voor de toepassing van artikel 13 lid 3 van de CAO deze aanwezigheidsdienst gesplitst moeten worden in een aanwezigheidsdienst tijdens de avonduren van 22.00 uur tot 24.00 uur en een aanwezigheidsdienst in de nachturen van 24.00 tot
08.00 uur. Tijdens de aanwezigheidsdienst in de avonduren bedraagt de vergoeding 2 uur x 50% van het normale uurloon, dit is 1 uur, + 3 storingen van 1 uur maakt totaal 4 uur. De vergoeding van een avonddienst van 22.00 uur tot 24.00 uur zou in dit geval per uur vergoed worden met een toeslag van 50%, dus voor 3 uur vergoeding met 3 storingen tussen 22.00 uur en 24.00 uur vergoed zal moeten worden als zijnde een avonddienst, omdat de vergoeding volgens de aanwezigheidsdienst uitstijgt boven de vergoeding volgens de avonddienst. Indien in het tweede voorbeeld tijdens de aanwezigheidsdienst van 24.00 uur tot 0.8.. uur ’s ochtends geen 2 maar 3 storingen ozuden optreden, dan wordt deze aanwezigheidsdienst in gevolge artikel 17 lid 13 van de CAO voor zover het de rusttijden, pauzes en vergoedingen betreft beschouwd als een nachtdiens. Dit betekent dus onder meer dat de vergoeding voor deze uren bedraagt 8 x 1,75 = 14 uur. “Uren in Balans” rekent dit automatisch uit bij het invoeren van de storingen. Komt de toeslag voor de oproep (storing) in de plaatst van de basisvergoeding of daarboven op? De toeslag voor de oproep komt boven op de basisvergoeding. Wordt bij de bereikbaarheidsdienst de reistijd welke de assistent nodig heeft om naar de apotheek te komen en vervolgens weer naar huis te gaan bij een oproep vergoed? Neen, in tegenstelling tot de oude CAO regeling van vóór 1999 wordt de reistijd bij de bereikbaarheidsdienst niet meer vergoed. De vergoeding voor de reistijd is als het ware opgenomen in de toeslag voor de oproep. Indien er binnen korte tijd door de assistent tijdens de aanwezigheids- of bereikbaarheiddienst meerdere oproepen (storingen) dus afleveringen aan meerdere personen plaatsvinden, wordt dit dan beschouwd en vergoed als één oproep (storing)? Neen, de definitie van de storing is niet veranderd. Onder oproep c.q. storing wordt verstaan elke aflevering al of niet op recept, met dien verstande dat meerdere afleveringen tegelijkertijd aan dezelfde persoon gedaan, als een oproep worden beschouwd. Een telefonische mededeling van de arts die niet wordt gevolgd door een aflevering is eveneens een oproep (storing). Afleveringen aan meerdere personen worden dus als meerdere storingen vergoed. Wanneer er in de apotheek ’s avonds of ’s nachts een avond- of een nachtdienst wordt gedraaid, moeten er dan twee farmaceutische gediplomeerden aanwezig zijn? Neen, alleen tijdens de normale dagdienst op maandag t/m zaterdag van 08.00 uur – 18.00 uur (dus bij openstelling van de apotheek), en inclusief de normale openingsuren op koopavond, dienen er twee apothekersassistenten c.q. farmaceutische gediplomeerden (apothekers) in de apotheek aanwezig te zijn. Deze CAO bepaling is sinds 1996 niet veranderd. Moet de “stadsapotheek”die periodiek dienst doet tijdens deze dienst ’s avonds tot 22.00 uur open blijven? Ja, in tegenstelling tot de plattelandsapotheek die (vrijwel) altijd dienst doet, moet de stadsapotheek op werkdagen tijdens de dienst tot 22.00 uur geopend zijn. Daarna kan de aanwezigheids- of bereikbaarheidsdienst ingaan. Als ik op oudejaarsdag geen dienst heb, mag ik mijn apotheek dan tot 18.00 uur openhouden en de assistenten tot dit tijdstip laten werken? Neen. In ruil voor het laten vervallen van de 5 mei regeling is overeengekomen dat de apotheken die op 24 en 31 december geen dienst hebben om 16.00 uur gesloten zullen zijn. Vanaf voornoemd tijdstip hebben werknemers vrij. In de dienstdoende apotheek kan vanaf 16.00 uur de gebruikelijke dienstregeling ingaan.
Werkrooster Wat is de compensatie voor de Feestdagen? De regeling houdt in dat werknemers die op een feest- of gedenkdag ingeroosterd zijn hiervoor normaal betaald verlof krijgen en werknemers die op deze dag niet ingeroosterd zijn hiervoor geen compensatie verkrijgen.
Wanneer moeten de roosters voor de indeling van de werktijden bekend zijn en hoe worden deze roosters samengesteld? Roosters moeten 28 dagen voordat de regeling ingaat door de werkgever aan de werknemers worden medegedeeld. Voor de indeling van de werktijden wordt een rooster door de werkgever in overleg met de werknemer opgesteld.
Verlofregelingen Heeft de parttime werknemer naar rato recht op buitengewoon verlof bij huwelijk of niet? Voor de toekenning van het buitengewoon verlof is de gebeurtenis van het huwelijk maatgevend. Buitengewoon verlof wordt toegekend indien de werknemer op de desbetreffende dag of dagen ongeacht het aantal uren, arbeid zou moeten verrichten. Dus de werknemer heeft bij huwelijk vrij de dag van het huwelijk (indien de werknemer dan had moeten werken) en één of twee dagen hieraan voorafgaand of hierop volgend (eveneens indien de werknemer dan had moeten werken). De drie dagen dienen dus aaneensluitend opgenomen te worden. Kan een werknemer gebruik maken van ouderschapsverlof? Ja, een werknemer die tenminste 1 jaar bij een werkgever in dienst is en kinderen onder de acht jaar heeft, kan gebruik maken van het onbetaald ouderschapsverlof. Informatie brochure van Min. van SZW ouderschapsverlof kan aangevraagd worden, tel. 0800-9051 Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor zorgverlof? • Er is sprake van een ernstige ziekte van de partner, bloed- of aanverwanten in de eerste of tweede graad (ouder, kind, broer, zus, grootouder, kleinkind, schoonouder), pleegkinderen of pleegouders. • De persoonlijke aanwezigheid van de werknemer is noodzakelijk en dit kan aangetoond worden. Men kan aan de behandelende arts een medische verklaring vragen. • De werknemer is aangemeld bij Pensioenfonds Medewerkers Apotheken. Brochure zorgverlof is aan te vragen bij PMA: 070-3110155. Kan de werknemer nog gebruik maken van het Spaarverlof? In verband met de wettelijke invoering van de levensloopregeling is de Spaarverlofregeling (vallend onder de CAO Regelingen Medewerkers Apotheken) komen te vervallen sinds 1 januari 2006. Waar is de Levensloopregeling voor bedoeld? Per 1 januari 2006 heeft iedere werknemer het recht via de Levensloopregeling te sparen voor onbetaald verlof: voor ouderschapsverlof,m langdurig zorgverlof, een sabbatical, pré-pensioenverlof of ander verlof. Het opnemen van het verlof is geen recht, hiervoor heeft de werknemer de toestemming van de werkgever nodig. Hoeveel kan de werknemer sparen voor de Levensloopregeling? Met de Levensloopregeling kan de werknemer een deel van het brutosalaris sparen om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te financieren, jaarlijks mag maximaal 12% van het salaris worden gespaard tot een maximum van 210% van het jaarsalaris. Over de inleg in de Levensloopregeling wordt geen loonbelasting geheven. De loonbelasting en inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet hoeven pas te worden betaald als de gespaarde tegoeden worden opgenomen. Dat heet de omkeerregeling. Over de inleg op de Levensloopregeling worden wel premies werknemersverzekeringen ingehouden. Blijft de Spaarloonregeling ook bestaan? De Spaarloonregeling blijft in de huidige vorm bestaan. Sinds 1 januari 2006 moet de werknemer kiezen aan welke regeling zij wil deelnemen: Spaarloon of Levensloop. De werknemer kan dus niet gelijktijdig in beide regelingen geld inleggen. Wel kan de werknemer in een kalenderjaar uit beide regeling geld opnemen. Omdat de situatie en de persoonlijke voorkeur van de werknemer kan veranderen, kan de werknemer jaarlijks van regeling wisselen. Wie kan deze Levensloopregeling aanbieden? Verzekeraars, banken, dochters van pensioenfondsen of pensioenuitvoeringsbedrijven en beleggingsinstellingen mogen de Levensloopregeling uitvoeren. Gezien de samenhang tussen pensioen en levensloop is een aantal grote Nederlandse pensioenfondsen, onder wie PMA, een
samenwerkingsverband aangegaan onder de naam LevensloopPlus. Dit samenwerkingsverband heeft de goedkeuring van CAO partijen, KNMP, FNV Bondgenoten en CNV Publieke Zaak. Is er informatie beschikbaar inzake de Levensloopregeling voor de werkgever? Via de website van LevensloopPlus kan informatie worden verkregen en kunt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen, zie www.levensloopplus.nl
Vakantieuren Hoe is de opbouw van vakantieuren voor een werknemer vallend onder de CAO Apotheken? De werknemer heeft recht op vakantie met behoud van salaris (voor de berekening van het aantal vakantieuren per jaar wordt uitgegaan van een vakantiedag van 7,2 uren). 172,8 uren per jaar, ongeacht de leeftijd van de werknemer; 180 uren per jaar indien de werknemer 45 jaar of ouder is; 187,2 uren per jaar indien de werknemer 55 jaar of ouder is; 194,4 uren per jaar indien de werknemer 60 jaar of ouder is. Hoe is de opbouw van vakantieuren voor een apotheker in loondienst? De apotheker in loondienst heeft recht op vakantie met behoud van salaris (voor de berekening van het aantal vakantieuren per jaar wordt uitgegaan van een vakantiedag van 7,6 uren). 27 vakantiedagen (= 205,2 uur) per jaar, ongeacht de leeftijd van de werknemer; 28 vakantiedagen (= 212,8 uur) per jaar indien de werknemer 45 jaar of oudere is; 29 vakantiedagen (= 220,4 uur) per jaar indien de werknemer 55 jaar of ouder is; 30 vakantiedagen ( =228 uur) per jaar indien de werknemer 60 jaar of ouder is. Een apotheker in loondienst die fulltime werkt heeft recht op 13 ADV dagen op jaarbasis volgens de richtlijnen van de KNMP. Hoe wordt dit verwerkt in het programma? Bij de arbeidsovereenkomst vult men voor de fulltime apotheker in loondienst een aantal uren van 38 uur in. Dit aantal uren wordt ook gemiddeld gewerkt door de apotheker. Bij het invoeren van het rooster en de agenda voor deze apotheker vult men per week 40 te werken uren in voor de reguliere diensten (dag-, avond- of nachtdienst). Op deze wijze bout de apotheker per week twee uur extra op, dat is op jaarbasis 104 uur hetgeen overeenkomt met 13 ADV dagen. Wat wordt nu precies verstaan onder het wettelijk minimum aantal vakantiedagen en wat wordt er bedoeld met de bovenwettelijke vakantiedagen? Onder het wettelijk minimum aantal vakantiedagen wordt verstaan 4 keer het aantal werkdagen (of werkuren) per week. Voor een fulltimer is dit 4 x 36 uur is 144 uur per jaar. De bovenwettelijke vakantiedagen zijn de dagen (uren) boven het wettelijk minimum aantal vakantiedagen. Deze zijn in de CAO Apotheken vastgelegd.
Salarisschaal Wat is het beginsalaris en maximumsalaris per 1 april 2005 voor een apothekersassistent ingedeeld in salarisschaal 6? Beginsalaris voor een beginnend assistent is 1572,05 euro per maand op basis van een 36-urige werkweek. Maximumsalaris in salarisschaal 6 is 2325,76 euro op basis van een 36-urige werkweek. Zie artikel 6 van de CAO Apotheken. De salarissen voor de medewerkers vallend onder de CAO Apotheken (artikel 6 lid 1 CAO Apotheken) zijn zogenoemde standaardsalarissen waarvan noch naar boven noch naar beneden kan worden afgeweken. Voor het aanvragen van toeslagen op de salarissen raadpleegt men de tekst van artikel 6 van de CAO Apotheken. Wat is het beginsalaris en maximum salaris per 1 april 2005 voor een apotheker in loondienst? Tweede apotheker 0de jaars : € 28.973,09 per jaar exclusief 8% vakantiegeld op basis van een 38urige werkweek. Beherend apotheker 0de jaars : € 37.125,61 per jaar exclusief 8% vakantiegeld op basis van een 38urige werkweek. De salarissen voor de apothekers in loondienst zijn zwaarwegende richtlijnen van de KNMP. Hiervan kan in onderling overleg afgeweken worden afhankelijk van de zwaarte van de functie. Voor de
tweede apotheker in loondienst die geregistreerd is adviseert de KNMP als richtlijne te starten in de derde periodiek. Bij de overstap van tweede naar gevestigd apotheker in loondienst adviseert de KNMP voor de inschaling als richtlijn de helft van het aantal dienstjaren als tweede apotheker te nemen. Wat is het salaris voor een werknemer die de Beroeps Begeleidende Leerweg volgt? In ieder geval moet de BBL-er ingedeeld worden in salarisschaal 3 met een salaris van € 1411,60 op basis van een 36-urige werkweek. Indien de werknemer 17 jaar of jonger is, zijn de jeugdschalen van toepassing.
Beoordelingssysteem Wat wordt er onder een beoordelingssysteem verstaan? Een beoordelingssysteem is een geheel van regels en hulpmiddelen dat, met betrekking tot de van een gegeven categorie personeelsleden, is vastgelegd. Het betreft enerzijds de voor het beoordelen en rapporteren van de resultaten en anderzijds de formulieren en andere hulpmiddelen waarvan gebruikt wordt gemaakt. Wanneer is het nieuwe beoordelingssysteem ingevoerd? Het nieuwe beoordelingssysteem is met ingang van 1 januari 2005 ingevoerd. Blijft het dienstjarenbeginsel staan met de invoering van dit beoordelingssysteem? Neen, met de invoering van dit beoordelingssysteem per 1 januari 2005 vervalt het anciënniteitssysteem of dienstjarenbeginsel waarbij de werknemer automatisch per dienstjaar werken één periodiek erbij krijgt. Indien de werkgever het beoordelingssysteem niet heeft ingevoerd per 1 januari 2005 of later per kalenderjaar wat is dan de consequentie voor de werknemer en of werkgever? Indien de werkgever niet het door CAO partijen geïntroduceerde beoordelingssysteem per kalenderjaar in de apotheek hanteert, geldt onverkort het anciënniteitssysteem of dienstjarenbeginsel.
Ziektewet Wat is de opbouw van vakantiedagen bij ziekte? Opbouw bij volledige arbeidsongeschiktheid is volledige opbouw over de laatste 6 maanden van Opbouw bij volledige arbeidsongeschiktheid de ziekteperiode. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid heeft men opbouw over de gewerkte uren gelijk als een parttimer. Indien de werknemer alleen nog maar op arbeidstherapeutische basis werkt heeft de werknemer dan recht op extra opbouw van vakantieuren? Indien de werknemer alleen op arbeidstherapeutische basis werkt valt deze periode nog onder de periode van volledige arbeidsongeschiktheid. Kan een volledig zieke werknemer na overleg met zijn werkgever op vakantie gaan? Een werknemer die tijdens ziekte wordt doorbetaald door zijn werkgever moet met zijn werkgever overleggen of en onder welke voorwaarden de werknemer met vakantie mag gaan, tevens moet ook de arts van de Arbo-dienst toestemming geven. Hiervoor worden echter geen vakantieuren van het tegoed afgetrokken indien de werknemer tijdens volledige arbeidsongeschiktheid op vakantie gaat.
Scholing Heeft de werknemer recht op een vergoeding in de studiekosten? Indien de werknemer een door de Stichting Accreditatie Nascholing Apotheekmedewerkers (SANA) gecertificeerde studie in opdracht van de werkgever volgt.
Indien de werknemer op eigen initiatief een door de SANA gecertificeerde studie volgt.Voor het volgen van deze studie binnen werktijd moet de werknemer vooraf toestemming vragen en verkrijgen van de werkgever. Indien de werknemer met de werkgever overeenstemming heeft bereikt over het volgen van een niet door de SANA gecertificeerde studie. Wat is de vergoeding in de studiekosten? Voor de studiekostenvergoeding is een minimumbudget vastgesteld per salarisschaal. Zie CAO Apotheken Bijlage 4.
Contracten Hoeveel contracten voor bepaalde tijd mogen er afgesloten worden voordat er een contract voor onbepaalde tijd aangeboden kan worden? Volgens de Wet Flexibiliteit en Zekerheid mag de werkgever een werknemer 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aanbieden, deze arbeidsovereenkomsten moeten direct na elkaar of binnen niet meer dan 3 maanden zijn afgesloten. De vierde arbeidsovereenkomst wordt dan automatisch een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Wat is de opzegtermijn conform CAO Apotheken voor de werknemer? De werknemer heeft tenminste een maand opzegtermijn, tenzij schriftelijk een langere opzegtermijn is bedongen en de opzegtermijn van de werkgever het dubbele is van die van de werknemer. Dit is conform het Burgerlijk Wetboek.
Seniorenregeling Wat is de bedoeling van de Seniorenregeling? De bedoeling van de Seniorenregeling is om werknemers die hun werk als zwaar gaan ervaren in de gelegenheid te stellen geleidelijk aan minder uren per week te werken, zonder aan inkomen in te boeten. Tegelijkertijd kan men op deze manier geleidelijk wennen aan het krijgen van meer vrije tijd. Per 1 januari 2006 is er geen nieuwe instroom meer mogelijk in de Seniorenregeling.Er zijn overgangsregelingen afgesproken. De werknemer zit nog niet in de Seniorenregeling. Kan deze werknemer nog gebruik gaan maken van de regeling? Zoals bekend is de SR afgeschaft met ingang van 1 januari 2006. Vanaf die datum kan niet meer worden toegetreden tot de regeling. Toetreding in 2005 is nog wel mogelijk indien de werknemer aan de voorwaarden voldoet, waaronder: • De werknemer is 55 jaar of ouder; • De werknemer heeft voorafgaand minimaal 5 jaar in een openbare apotheek gewerkt (en is deelnemer bij PMA geweest); • De werknemer is dan 20 uur per week werkzaam. De werknemer zit al in de Seniorenregeling. Wat betekent de afschaffing van de regeling voor deze werknemer? In het CAO-overleg is afgesproken dat iedereen die eind 2005 in de Seniorenregeling zit, er onveranderd gebruik van kan blijven maken tot en met 2010. De Seniorenregeling eindigt reglementair bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd. Voor de deelnemers aan de Seniorenregeling die op 1 januari 2011 nog geen 61 jaar zijn (geboren in de periode 1950 t/m 1954), geldt dat tegen die tijd door CAOpartijen nader wordt bekeken wat er met de regeling gebeurd. De werknemer zit al in de Seniorenregeling. Wat betekent het dat deze werknemer onveranderd gerbuik kan blijven maken van de regeling? Door twee eerdere versoberingen van de seniorenregeling zijn er eigenlijk drie varianten van de regeling: 1. de SR zoals die gold tot 01-04-2002 -> deze variant geldt voor iedereen die op 01-04-2002 in de e e toenmalige 2 t/m 4 fase zat; 2. de SR zoals die gold van 01-04-2002 tot 01-01-2005 -> deze variant geldt voor iedereen die op 31-12-2004 in de SR zat en niet onder variant 1 valt;
3. de SR zoals die geldt van 01-01-2005 tot 01-01-2006 -> deze variant geldt voor iedereen die op 31-12-2005 in de SR zit en niet onder variant 1 of 2 valt. Voor elke variant bestaat een aparte ‘tabel urenvermindering’. In deze tabellen is terug te vinden op hoeveel SR-uren de werknemer recht heeft. De tabellen blijven in ieder geval van kracht tot en met 2010, dus tot 2011 verandert er in feite niets. Als het volgens de voor de werknemer geldende tabel mogelijk is, kan de werknemer nog steeds naar een volgende fase gaan. Informatie over de diverse tabellen kunt u vinden in de brochure van PMA of op de website www.pma-pensioenen.nl.
Overige vragen Kinderopvangregeling Per 1 januari 2007 is de werkgeversbijdrage voor de Kinderopvang verplicht. De gehele uitvoering van de kinderopvangbijdrage is een zaak van de Belastingdienst. De kinderopvang wordt hierdoor beter betaalbaar en voor iedereen toegankelijk. De heffing voor de kinderopvang wordt vormgegeven als een opslag op de WW premie. Deze opslag wordt over de gehele loonsom geheven, met inachtneming van het maximum dagloon. Voor 2007 bedraagt de heffing 0,28%. Meer informatie over de heffing en de wettelijke regeling kunt u vinden op www.belastingdienst.nl De werknemer ontvangt in 2007 de overheidsbijdrage( kinderopvangtoeslag) en de werkgeversbijdrage via de Belastingdienst. De werknemer dient de volledige bijdrage zelf bij de Belastingdienst aan te vragen voor 1 januari 2007 via de website van de Belastingdienst: www.toeslagen.nl Fietsplan Indien de werknemer aan bepaalde voorwaarden voldoet kan aan het Fietsplan deelgenomen worden. Voorwaarden zijn: • De fiets moet meer dan de helft van het aantal dagen dat de werknemer naar zijn werk gaat, gebruikt worden voor het woon-werktraject. • Er moet sprake zijn van een arbeidsverhouding (om te kunnen profiteren van de fiscale voordelen). • De werkgever kan bepaalde voorwaarden stellen aan deelname die gekoppeld zijn aan het arbeidscontract. Meer informatie kunt u vinden in de circulaire van juli 2002.