Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/0500000225/MV. BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 725, SCHELDELAAN 600. De bestendige deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 16 juni 2005 ingediend door de NV BASF Antwerpen, gevestigd Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen 4 strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een chemisch bedrijf gelegen te 2040 Antwerpen, Haven 725, Scheldelaan 600, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 20-D-14/d2, te veranderen door uitbreiding met: ‒ 4 laders voor vorkliften van elk 8 kW tot een totaal van 160,4 kW (12.3.2); ‒ 2 koelcontainers van elk 30 kW tot een totaal van 12.750 kW (16.3.2.3); ‒ de bijkomende opslag van 2.722 ton schadelijke, irriterende en corrosieve stoffen tot een totaal van 58.504 ton (17.3.3.3); ‒ de bijkomende opslag van 2.402 m³ P4-stoffen tot een totaal van 50.254 m³ (17.3.7.3); ‒ de opslag van 3 ton Irganox (17.3.8.2); ‒ door: • het bouwen van een nieuwe afvulvoorziening voor MDI-types in D701; • het uitbreiden van de verzendhal D701; • het vervangen van de granulatie, afvulling en opslag in vaten van MMDA in D731 door de opslag van MDI in verplaatsbare recipiënten; • de bijkomende opslag van toevoegstoffen in D701 en D703; zodat het totaal vermogen stijgt met 108 kW tot een totaal van 24.712 kW; Vlarem-rubricering volgens aanvrager: 12.3.2 – 16.3.2.3 – 17.3.3.3 – 17.3.7.3 – 17.3.8.2; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: – besluit nr. MLAV1/96-474 d.d. 19.06.1997 van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen houdende gedeeltelijke vergunning voor het verder exploiteren en veranderen door uitbreiding van de MDI-fabriek voor een termijn verstrijkend op 21.11.2017; – besluit nr. MLVER/98-129 d.d. 17.09.1998 van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen houdende aanpassing van het besluit MLAV1/96-474 d.d. 19.06.1997, nl. rechtzetting van een materiële fout; – aktename nr. MLVER/99-162 d.d. 10.11.1999 door de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen m.b.t. de verandering van de MDI-fabriek, geldend als vergunning voor een termijn verstrijkend op 21.11.2017;
Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen 1 T 03 240 50 11 | F 03 240 57 79
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen
–
–
–
–
besluit nr. MLAV1/00-35 d.d. 18.05.2000 van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen houdende vergunning voor het veranderen door uitbreiding van de MDI-fabriek voor een termijn verstrijkend op 21.11.2017; besluit nr. MLAV1/00-370 d.d. 04.01.2001 van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen houdende vergunning voor het veranderen door uitbreiding van de MDI-fabriek voor een termijn verstrijkend op 21.11.2017; aktename nr. MLVER/04-12 d.d. 01.04.2004 door de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen houdende vergunning voor het veranderen door uitbreiding van de MDI-fabriek voor een termijn verstrijkend op 21.11.2017; besluit nr. MLAV1/04-352 d.d. 06.01.2005 van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen houdende vergunning voor de verhoging van de productiecapaciteit van MDA en MDI voor een termijn verstrijkend op 21.11.2017;
Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 16 juni 2005; op het feit dat op datum van 29 juni 2005 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 7 augustus 2005 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies d.d. 17 augustus 2005 van het college van burgemeester en schepenen van Antwerpen (kenmerk AN2005/389/FP); Gelet op het gunstig advies d.d. 24 augustus 2005 van de Afdeling Milieuvergunningen (AMV) van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (kenmerk AMV/A/05/607); op volgende elementen uit dit advies: 1. Het MDI-bedrijf is gesitueerd op de blokvelden D700, E600 zuid en F600. Deze aanvraag heeft echter enkel betrekking op de verzendingshal D701 en het gebouw D731 op het blokveld D700. 2. Via het besluit MLAV1/04-352 van 6 januari 2005 is er een aanzienlijke verhoging vergund van de jaarlijkse productiecapaciteit van methyleen-dianiline (MDA) en methyleendifenyldiisocyanaat (MDI). Het voorwerp van deze aanvraag heeft geen betrekking op een verhoging van de vergunde productiecapaciteiten noch op een wijziging van het productieproces. 3. Door de reeds vergunde capaciteitsuitbreiding moet het logistieke concept wel aangepast worden en dit heeft de volgende consequenties: a) wegens de verhoogde aanvoer van vaten en de plaatsing van een bijkomende MDI -vatenafvulling wordt de oppervlakte van de verzendingshal D701 uitgebreid; b) in gebouw D731 was er een granulatie, een afvulling en een opslag in vaten van MMDA vergund doch MMDA wordt thans enkel nog in bulk afgevoerd en de vrijkomende ruimte van D731 zal gebruikt worden voor de opslag van MDI in verplaatsbare recipiënten; c) de afvulinstallaties (nieuwe + bestaande) zullen 24 u op 24 u (5 dagen per week) gebruikt worden; d) in D701 en D731 wordt er een opslag voorzien van de nodige toevoegstoffen. 4. Het vullen van MDI in vaten gebeurt onder de vloeistofspiegel en onder continue afzuiging en de afgezogen lucht wordt behandeld via een actief koolfilter. Gelet op de werkwijze, de afgasbehandeling en de lage dampspanning van MDI zullen de emissies minimaal zijn. De bodem van de hal is vloeistofdicht uitgevoerd en voorzien van de nodige opkantingen om voldoende opvangcapaciteit te hebben voor eventuele lekvloeistoffen. De 2 koelcontainers worden gebruikt voor de opslag van MMD-chips in de hal D 701 en de batterijladers staan ook opgesteld in deze hal en worden gebruikt t.b.v. de vorkliften.
2/9
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen
5.
6.
Irganox 1035 of thiodiethyleen is een milieugevaarlijke, vaste stof met een smeltpunt van meer dan 63°C en de bijhorende indelingsrubriek 17.2.8.2 betreft een nieuwe tweede klasse indelingsrubriek. Het overige gedeelte van de aanvraag betreft een uitbreiding van reeds vergunde hoeveelheden met 25% of minder en het bijkomend risico, de hinder of impact op het leefmilieu is dan ook minimaal;
Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); op volgende elementen uit het laattijdig gunstig advies d.d. 19 september 2005 van de AROHM (kenmerk N/105.037(157)): 1. Het goed ligt in het gewestplan Antwerpen, vastgesteld bij Koninklijk besluit van 3 oktober 1979, en volgens dit van kracht zijnde gewestplan in een industriegebied. 2. De exploitatie gebeurt in stedenbouwkundig vergunde gebouwen; Gelet op het gunstig advies d.d. 31 augustus 2005 van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg (APSG) (kenmerk 17/1); op volgende elementen uit dit advies : 1. De APSG combineert de inschatting van de medisch milieukundige aspecten van (7) verschillende aanvraagdossiers ter hoogte van de site van BASF Antwerpen. Specifiek voor deze inrichting en deze aanvraag zijn bij de evaluatie volgende elementen belangrijk: a) Openbaar onderzoek en/of klachten: Sinds midden 2001 probeert de nv BASF een beter zicht te krijgen op klachten die door omwonenden worden geuit over haar mogelijke hinder. Daartoe werden bijkomende afspraken gemaakt met de gemeente Woensdrecht en de Regionale Milieudienst WestBrabant. Over de tussen 2001 en 2004 geregistreerde klachten kan opgemerkt worden dat er geen klachten waren betreffende de beschouwde productie-eenheden. b) Gezondheidsbedreigende factoren algemeen: deze worden besproken aan de hand van de mogelijke ingreepeffect relaties met relevantie voor de discipline ‘Gezondheid & Milieu’. 2. Opmerkingen en aandachtspunten: Er worden heel wat milderende maatregelen genomen om de emissies tegen te gaan. Hiervan volgt hierna een korte bespreking: a) Daar waar vereist zijn de opslagtanks ingekuipt, worden de vigerende afstandsregels gerespecteerd, worden er spatschermen geïnstalleerd, … b) Aniline afkomstig van F800 (productie) wordt gestockeerd in opslagtanks op blokvelden B100 en B98. De opslag in B98 werd op 05-11-1998 vergund via MLAV1/98-257 en bedraagt 5.000 m³. Vanuit B100 vertrekt er aniline naar D700 (MDI productie) en wordt het overgeladen op schepen. Indien er pompactiviteiten gebeuren is er steeds een hermetisch gedicht pompcircuit voorzien. Bij het laden en lossen van schepen wordt gebruik gemaakt van gaspendelleidingen om fugitieve emissies tegen te gaan. Restgas t.g.v. beluchting bij pompactiviteiten en de evacuatie van het ademvolume van de tanks (N/aniline) wordt gestuurd over een moffeloven. c) De afvulling van MDI (zeer lage dampspanning) gebeurt onder vloeistofniveau en wordt daarbij afgezogen om door een actief koolfilter geleid te worden. Het transport van de extra vaten gebeurt niet in de weekend noch tussen 22u00 en 06u00. d) Reeds in de ontwerpfase wordt een installatie gescreend op fugitieve emissies; hierdoor wordt het aantal dichtingen tot een minimum beperkt, wordt er steeds gebruik gemaakt van de meest optimale dichtingen (BBT), … e) Om eventuele lekken te detecteren, visueel, op gehoor en/of reuk, via personal monitoring op de werknemers, … vinden regelmatig controlerondgangen in de installatie plaats die de mogelijkheid tot bijsturing bieden. f) BASF beschikt over zeer gespecialiseerde en ervaren eigen bedrijfsbrandweer. 3. Er werd geen bezoek ter plaats gebracht;
3/9
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen Gelet op het gunstig advies d.d. 20 september 2005 van de Provinciale Milieuvergunningcommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies: 1. Horen van partijen – Mevrouw E. Paredis, hoofd milieudienst, en de heer W. Baeten, bedrijfsleider aniline/MNB, worden gehoord namens de exploitant. – Gelet op de gunstige adviezen hebben zij geen verdere opmerkingen omtrent dit dossier. 2. Omschrijving en rubrieken – De omschrijving en de rubrieken van de aanvrager zijn correct en kunnen behouden worden. 3. Stedenbouwkundige verenigbaarheid – De inrichting is principieel stedenbouwkundig verenigbaar. 4. Openbaar onderzoek – bezwaren – Er werden geen bezwaren, noch opmerkingen ingediend. 5. Milieutechnische evaluatie – De PMVC volgt de gunstige adviezen. 6. Termijn – De vergunning kan worden verleend tot 21 november 2017, met een termijn voorafgaand aan de ingebruikname van 3 jaar. 7. Voorwaarden a. Algemene voorwaarden (zoals voorgesteld door de AMV) V01: algemene milieuvoorwaarden – algemeen V02: algemene milieuvoorwaarden – geluid V05: algemene milieuvoorwaarden – lucht b. Sectorale voorwaarden (zoals voorgesteld door de AMV) V35: elektriciteit V38: gassen – algemeen V40: gassen – koelinrichtingen – compressoren V46: opslag van gevaarlijke stoffen – ondergrondse en bovengrondse houders c. Bijzondere voorwaarden De brandweervoorwaarden, zoals voorgesteld door het schepencollege, worden niet weerhouden als een bijzondere voorwaarde maar moeten tot stand komen in overleg tussen de exploitant en de brandweer; Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Antwerpen; Gelet op het feit dat in het kader van eventuele grensoverschrijdende hinder aan de provincie Noord-Brabant (Nederland) en aan de provincie Zeeland (Nederland) een aanvraagdossier werd overgemaakt; dat de provincie Noord-Brabant met hun schrijven van 3 augustus 2005 (kenmerk 1119881) meedeelt dat de aanvraag geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen; dat vanwege de provincie Zeeland geen reactie werd ontvangen; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat voor de evaluatie van de elementen die de aanvrager heeft aangebracht tijdens het horen door de PMVC, kan verwezen worden naar het advies van de PMVC; Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt;
4/9
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen
Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 21 november 2017;
5/9
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen
BESLUIT: ARTIKEL 1 - Voorwerp Aan de nv BASF Antwerpen, gevestigd Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen 4 wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een chemisch bedrijf, gelegen te 2040 Antwerpen, Haven 725, scheldelaan 600, kadastergegevens (afdeling-sectie-erceelnummer) 20-D-14/d2 te veranderen door uitbreiding met: ‒ 4 laders voor vorkliften van elk 8 kW tot een totaal van 160,4 kW (12.3.2); ‒ 2 koelcontainers van elk 30 kW tot een totaal van 12.750 kW (16.3.2.3); ‒ de bijkomende opslag van 2.722 ton schadelijke, irriterende en corrosieve stoffen tot een totaal van 58.504 ton (17.3.3.3); ‒ de bijkomende opslag van 2.402 m³ P4-stoffen tot een totaal van 50.254 m³ (17.3.7.3); ‒ de opslag van 3 ton Irganox (17.3.8.2); door: ‒ het bouwen van een nieuwe afvulvoorziening voor MDI-types in D701; ‒ het uitbreiden van de verzendhal D701; ‒ het vervangen van de granulatie, afvulling en opslag in vaten van MMDA in D731 door de opslag van MDI in verplaatsbare recipiënten; ‒ de bijkomende opslag van toevoegstoffen in D701 en D703; zodat het totaal vermogen stijgt met 108 kW tot een totaal van 24.712 kW. Vlarem-rubricering: 12.3.2 - 16.3.2.3 - 17.3.3.3 - 17.3.7.3 - 17.3.8.2. ARTIKEL 2 – Koppeling aan de bouwvergunning §1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning vereist is krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, en deze bouwvergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouwvergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouwvergunning te melden aan de bestendige deputatie bij ter post aangetekende zending. §2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouwvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. §3 De bouwvergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. §4 Deze geschorste bouwvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3 – Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden (in bijlage): §1. Algemene: V01 – V02 – V05;
6/9
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen §2. Sectorale:
V35 – V38 –V40 – V46.
7/9
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen
ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn: 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer: a) Deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de bestendige deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, §2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan. 2. die eindigt op 21 november 2017, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunning d.d. 19 juni 1997. ARTIKEL 6 - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7 §1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. §2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. §3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.
8/9
MLAV1/0500000225 NV BASF Antwerpen
ARTIKEL 8 Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, in zitting van 13 oktober 2005. Aanwezig: de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren L. Helsen, J. Geuens en F. Geudens, mevrouw M. De Graef, de heren M. Wellens en C. Masson, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier,
De Voorzitter,
D. Toelen
C. Paulus
9/9