Over de campagne Met de zomer in aantocht, neemt ook de negatieve berichtgeving over rondhangende jongeren toe. Het loutere feit van een groepje jongeren dat samen op straat of plein hangt, roept bij veel mensen gevoelens van overlast op. 10 organisaties uit het bredere jeugdveld (LISS, Steunpunt Jeugd, Vlaamse Jeugdraad, Kruispunt migratie en integratie, Arktos, Vlaams Straathoekwerk Overleg, Kind en Samenleving, Uit de Marge, Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen en VVJ) delen de visie dat jongeren, op hun eigen manier, volwaardige gebruikers moeten kunnen zijn van de openbare ruimte. We streven met de campagne twee doelen na: Ten eerste rondhangen in beeld brengen als fenomeen, niet als probleem. Rondhangen is van alle tijden en alle leeftijden. We streven er dan ook naar om rondhangen als tijdverdrijf terug te normaliseren. We willen – zo veel en zo breed als we kunnen - jongeren die rondhangen tonen zoals ze zijn. Op die manier willen we schaven aan het heersende en meestal foute beeld dat bestaat van jongeren. ‘Meestal’ want deze campagne wil geen vrijgeleide zijn voor rondhangende jongeren. We praten jongeren die effectief overlast veroorzaken niet goed, maar vragen om alles in perspectief te zien. Ten tweede willen we iedereen die met en voor jongeren werkt stimuleren om te praten over en met rondhangende jongeren. We hopen dat de campagne voldoende voer kan aanbieden voor een brede, omvattende discussie en de ontwikkeling van een geïntegreerd en positief beleid.
Rondhangen: Zinvol of zever? Nuttig of nietsnuttig? Rondhangen (van jongeren) is als maatschappelijk thema brandend actueel. Verschillende actoren en overheden zoeken de juiste manier om om te gaan met rondhangende jongeren. Wat opvalt is dat ‘juist’ in deze optiek erg relatief is en afhangt van de invalshoek waaruit gekeken en gediscussieerd wordt. Al naargelang de invalshoek en de ervaringen met rondhangende jongeren krijgt het thema een andere dimensie: • • • •
Sociale invalshoek: Jongeren hangen graag rond (1); Sociaalpedagogische invalshoek: Rondhangen als leerplaats (2); Ruimtelijke invalshoek: Jongeren hebben nood aan een ‘eigen’ ruimte (3); Criminologische invalshoek: Rondhangen als overlast creërend fenomeen (4). (1) Jongeren hangen graag rond. Dat is niets nieuws. Het is van alle tijden en leeftijden. Jongeren hangen rond, niet omdat ze niets anders te doen hebben, maar omdat ze het gewoon leuk vinden. Rondhangen is op die manier een tijdsbesteding, complementair met een meer georganiseerde tijdsinvulling. Meer zelfs, om en bij de 50% van de tieners hangt wel eens rond op straten en pleinen in de buurt, en het liefst willen ze er nog méér tijd voor hebben1. En toch wordt het zo niet gezien. Sinds de jaren zestig van vorige eeuw, wordt onze samenleving in het algemeen en vrije tijd in het bijzonder steeds meer aan regels en afspraken gebonden. Deze institutionalisering brengt met zich mee dat ‘regelloos’ en vrij rondhangen indruist tegen wat maatschappelijk als veilig en normaal wordt aanzien.
1
Uit De Rycke L. e.a. (2005) De Kliksons voorbijgeklikt. Reflecties van op de zijlijn, Antwerpen - Apeldoorn (p25)
Hangman > Over de campagne
Pagina 1 >6
(2) Rondhangen als leerplaats Ondanks het schijnbaar regelloze en nutteloze van rondhangen, is het voor jongeren zelf wel erg zinvol. Rondhangende jongeren dichten verschillende betekenissen toe aan rondhangen: een sociale, persoonlijke en ruimtelijke functie. In de eerste plaats is rondhangen een manier om vrienden te ontmoeten. De groep biedt veiligheid en kan richtinggevend optreden. Zowel wat betreft gedrag als persoonlijke identiteit. Binnen die veilige omgeving krijgen jongeren de kans om sociale en communicatieve vaardigheden te oefenen en hun identiteit te ontwikkelen. Door gebrek aan controle door volwassenen, wordt rondhangen ingevuld volgens eigen waarden en afspraken. Jongeren geven vorm aan hun eigen plaats in de gemeenschap. Op die manier draagt rondhangen bij tot meer autonomie en is het anderzijds ook een expressiemiddel van het streven naar autonomie. Jongeren die rondhangen willen, zoals alle andere jongeren, zien en gezien worden, zich profileren, zich manifesteren, experimenteren, …. Kortom, rondhangen is een activiteit op maat van jongeren en is een perfect normaal gegeven bij opgroeiende pubers en tieners. (3) Jongeren hebben nood aan een ‘eigen ruimte’. De ontmoetingsplekken zijn 'vaste' plekken waar jongeren vertrouwd mee zijn en die betekenisvol worden voor de groep. Een ontmoetingsplaats of 'hangplek' wordt gekozen op basis van bereikbaarheid en een strategische ligging binnen het tiener- of jongerenweefsel: in of nabij het winkelgebied, het station, de schoolomgeving, een centraal plein, het park, een snackbar, de bushalte,… In zeer dichte en geïsoleerde wijken gebeurt dit, bij gebrek aan beter, in alle onbebouwde ruimtes die overblijven. Er zijn sociaal-ruimtelijke tendensen waardoor de openbare ruimte onder druk staat. Infrastructuur en bebouwing maken dat de hoeveelheid publieke ruimte die niet toegewezen is aan maatschappelijk sterke groepen, eerder schaars is geworden. Ruimte wordt geprivatiseerd en jongeren zijn er niet welkom. Wat de aanwezigheid van jongeren extra bedreigend maakt, is dat zij soms de enige mensen zijn die intensief gebruik maken van een publieke ruimte. Andere gebruikers beperken hun aanwezigheid in de publieke ruimte tot bewegen en onderweg zijn. Rondhangen is in essentie 'verblijven' in de publieke ruimte. Door de voortdurende aanwezigheid van rondhangers ontstaat de indruk dat zij de ruimte 'claimen'. Het ‘samengebruik’ van publieke ruimte en infrastructuur is belangrijk. ‘Jeugdreservaten’ die ruimte voor jongeren creëren maar tegelijk ook de boodschap geven weg te blijven uit de rest van de publieke ruimte, moet men vermijden. Een oplossing ligt in een doordachte invulling van de openbare ruimtes met aandacht voor verblijfs- en ontmoetingsruimte. Vooral ruimtes die strategisch gelegen zijn in het tiener- en jongerenweefsel verdienen aandacht. Bij de inrichting is het vooral belangrijk dat er voldoende ruimte wordt voorzien waar groepjes jongeren bijeen kunnen staan, hangen of liggen, zonder dat ze in de weg staan en andere gebruikers zouden storen. Hoe die plekken precies ingericht worden, moet van plaats tot plaats bekeken worden. Het is aan de ontwerper en de jongeren zelf om tot creatieve en kwaliteitsvolle oplossingen te komen. (4) Het woord ‘rondhangen’ ademt een sfeer uit van negativiteit. Rondhangen wordt geassocieerd met overlast en criminaliteit. Overlast is een erg moeilijk te definiëren begrip en is deels afhankelijk van perceptie en omstandigheden. Wat voor de ene overlast betekent, is dat niet altijd voor de andere. Maar het gevoel van overlast is wel bepalend voor de mate waarin jongeren als storend beschouwd worden. En soms is dit ervaren van overlast inderdaad terecht. Jongeren experimenteren en tasten grenzen af. Niet altijd is de groep sterk genoeg om zelfregulerend op te treden t.o.v. grensoverschrijdend gedrag (vandalisme, geluidsoverlast,
Hangman > Over de campagne
Pagina 2 >6
druggebruik, …). Deze situaties zijn vaak eigen aan het opgroeien van jongeren. Het gaat over profileren en gezien worden door de groep, en tegelijk is het een sociaal bindmiddel in de groep. Gelukkig gaat het in deze, grensoverschrijdende, gevallen over een kleine minderheid van (rondhangende) jongeren. De overgrote meerderheid van hangjongeren experimenteert binnen de wettelijke en sociaal aanvaarde grenzen. Jammer genoeg wordt net deze minderheid van gevallen opgepikt (door media). Op die manier wordt negatieve beeldvorming van (rondhangende) jongeren versterkt en gelegitimeerd, en moet de overgrote meerderheid van de jongeren de tol betalen voor het onaanvaardbare gedrag van enkelen.
Campagne ‘Hangman: een frisse kijk op jongeren’ Met 10 organisaties onderschrijven we deze visie waarin rondhangen terug genormaliseerd wordt. We willen de publieke ruimte in beeld brengen als een ontmoetingsplaats voor jong en oud. Het basisprincipe van de campagne is dat jongeren gebruik maken van de openbare ruimte. Punt. Om dit recht te waarborgen moet een dialoog op gang gebracht worden. We ijveren voor interactie tussen jongeren, buurtbewoners en lokaal beleid vanuit een positieve, open blik. De praktijk leert immers dat repressie niet werkt, integendeel. Door rondhangende jongeren te stigmatiseren duw je hen in een hoek. Het gevolg van deze etikettering is dat jongeren zich gaan gedragen naar het opgekleefd etiket: “als iedereen ons als crimineel en storend ziet en behandelt, kan je het al even goed zijn ook.” We schuiven een aantal principes naar voor die de negatieve spiraal kunnen doorbreken en een win-winsituatie kunnen creëren voor jongeren, buurtbewoners en lokaal beleid : 1. 2. 3. 4.
Praat mét jongeren, niet over jongeren. Denk op lange termijn. Een integraal en efficiënt lokaal beleid realiseer je niet op korte termijn Het structureel inzetten van mensen in het veld verhoogt de positieve effecten. Bekijk het fenomeen van beide kanten. Wanneer er over overlast wordt gesproken, zijn er steeds twee partijen betrokken: een ‘pleger’ en een ‘klager’. Een evenwichtig beleid moet zich daarom richten op zowel de ‘plegers’ als op de ‘klagers’. 5. Zoek naar een integrale, domeinoverschrijdende benadering. In een overleggroep kunnen de jeugddienst, een veldwerker, een lokaal beleidsverantwoordelijke en de politie zetelen. Liefst allemaal tegelijk uiteraard. Vergeet vooral de stem van jongeren zelf niet in het overleg. 6. Goed voorbereide en begeleide ontmoeting tussen jongeren, wijkbewoners en lokale beleidsverantwoordelijken leidt tot meer begrip voor elkaar. 7. Spreek mensen aan op hun verantwoordelijkheid. De buurt maak je samen! Het beleid stimuleert en voedt. De 'Hangman'campagne stimuleert dialoog tussen betrokken partijen. Jongeren moeten de kans krijgen om met een positief verhaal naar buiten te komen en contact te leggen met de omgeving. Door kennismaking ontstaat meer tolerantie bij omwonenden en de mogelijkeheid om jongeren op hun verantwoordelijkheden te wijzen. We pleiten voor een lange termijn denken bij het beleid. Dit lange termijn denken betekent geen brandjesblusser, maar preventief werken door aanwezig te zijn, door jongeren te wijzen op risico's (zonder vermanend vingertje). De omkadering van een lange termijn beleid moet gebeuren door een breed samengestelde stuurgroep met die mensen die rechtstreeks of onrechtstreeks te maken hebben met de jongeren: buurtbewoners, jeugddienst, welzijnsdiensten, politie, onderwijs, vertegenwoordiging vanuit het beleid, en natuurlijk de stem van jongeren zelf! Hierbij is een gedeelde positieve visie binnen deze stuurgroep en bij uitbreiding bij het lokaal beleid noodzakelijk.
Hangman > Over de campagne
Pagina 3 >6
We willen een breed draagvlak voor het project stimuleren. Ook meer ge georganiseerde organiseerde vrijetijdsbesteding, zoals het jeugdwerk, ondervindt regelmatig hinder bij het gebruik van openbare ruimtes. De lokale jeugdraden kunnen dit breed draagvlak stimuleren. www.dehangman.be Deze campagne wordt gedragen door:
LISS (Limburgs Steunpunt Straathoekwerk) richt zich naar organisaties, lokale overheden in Limburg die straathoekwerk (willen) organiseren of de intentie hebben daartoe. Binnen het LISS is een medewerker vrijgesteld die al enkele jaren gemeenten begeleidt en ondersteunt in hun beleid naar rondhangende jongeren en hier expertise rond verzamelt.
Arktos vzw werkt met maatschappelijk kwetsbare jongeren van 12 t.e.m. 25 jaar oud. Arktos stelt zichzelf drie opdrachten: vorming als kernopdracht, een signaalopdracht en een ondersteuningsopdracht.
Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen is een federatie van jeugdhuizen en jongerencentra die de jeugdhuismethodiek verspreidt en versterkt. Als fede federatie ratie groeperen ze talloze jeugdhuizen die gekenmerkt zijn door een grote diversiteit op vlak van grootte, doelgroep, visie en werking.
Onderzoekscentrum Kind en Samenleving wil, via onderzoek en ontwikkeling, bewerkstelligen dat kinderen en jongeren -vanuit hun eigenheid-- volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving.
Steunpunt Jeugd wil een bijdrage leveren aan het optimaal functioneren van het jeugdwerk op alle niveaus en in al zijn aspecten. Daartoe zal het de kennis en meningsvorming over jeugdbeleid jeugd en jeugdwerk bevorderen, zowel op nationaal als op internationaal niveau, en de culturele diversiteit bevorderen, onder andere door middel van informatie en documentatie, promotie en spreiding, studie en onderzoek.
Hangman > Over de campagne
Pagina 4 >6
Vlaamse Jeugdraad is het officieel adviesorgaan van de Vlaamse regering over alles wat kinderen en jongeren aanbelangt. De Vlaamse Jeugdraad streeft naar een samenleving die mee vorm gegeven wordt door kinderen en jongeren. Hij doet dat door de stem van kinderen, jongeren, jeugdorganisaties en jeugdadviesorganen te vertolken en versterken op de verschillende beleidsniveaus.
Kruispunt Migratie-Integratie is een expertisecentrum, gespecialiseerd in migratie en integratie. Het ontwikkelt kennis en expertise, en wisselt die uit met diensten, organisaties, overheden. Met als doel: de samenleving helpen omgaan met migratie en met de gevolgen ervan. Daarbij staat het gemeenschappelijke belang voorop, niet het belang van één groep.
VLASTROV (Vlaams StraathoekwerkOverleg) is de werking binnen het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk dat tot doel heeft het straathoekwerk verder te ontwikkelen en te ondersteunen.
Vereniging Vlaamse Jeugddiensten vzw (VVJ) ijvert voor meer, beter en breder lokaal jeugdbeleid in Vlaanderen. VVJ is de koepelorganisatie van de gemeentelijke en stedelijke jeugddiensten in Vlaanderen, en tegelijk dienstenplatform voor jeugdbeleid van de verschillende overheden.
Uit De Marge wil met jeugdwerk een actieve bijdrage leveren aan een emancipatorisch proces van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Het doel van dit proces is maatschappelijke verandering waarbij gelijke, sociale, economische en culturele rechten en kansen voor deze kinderen en jongeren worden gerealiseerd.
Hangman > Over de campagne
Pagina 5 >6
Bronnen De Rycke L. e.a. (2005) De Kliksons voorbijgeklikt. Reflecties van op de zijlijn, Antwerpen - Apeldoorn Karsten L. (2002) Oases van beton. Aandachtspunten voor jeugdvriendelijke openbare ruimte, Assen Onderzoekscentrum Kind & Samenleving vzw – ruimtecel, Wouter Vanderstede (2009) 'Chillen', 'shoppen' en 'hoppen' in het 'tienerweefsel'. Onderzoek naar het gebruik en de beleving van publieke ruimte bij tieners: Casestudy in de centrumstad Mechelen’ RMO (Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling) (2008) Tussen flaneren en schofferen. Een constructieve aanpak van het fenomeen hangjongeren, Amsterdam Sabbe K. (2007-2008) Scriptie Rondhangen, een betekenisvolle vrijetijdsbesteding voor jongeren? Universiteit Gent, Promotor Nicole Vettenburg
Hangman > Over de campagne
Pagina 6 >6