Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 Aanwezig: voorzitter: Raadsleden:
BOGAERT Hendrik VANHESSCHE Daniel, VANHAVERBEKE Heidi, POLLET Jan, LIEVENS Georges, DEPRÉE Geert, , COUDEVILLE Claudia, LOUIS Isabelle, ACKE Joël, DE REEPER Franky, D'HOEDT Annie, DEMEULEMEESTER Régine, MONTEYNE Jacques, VANDEN BUSSCHE Paul, JODTS Walter, DESPLENTER Christine, PUYSTIENS Luc, MADOC Reinhart, DESPIEGELAERE Hilde Gemeentesecretaris: ACKE Gabriël Afwezig of verontschuldigd: VERLEYE Roland, LOYSON Siska, BUSSCHE Brenda, SOETAERT Katrien Aanwezig ter zitting: STORME Paul, voorzitter OCMW
1 Goedkeuring verslag vorige zitting De gemeenteraad geeft zonder opmerkingen goedkeuring aan het verslag van de zitting van 5 juli 2010.
2. Politiereglementen - politiereglement wegverkeer - afbakening bebouwde kom in de Weststraat - herneming DEBAT Raadslid Paul Vanden Bussche vraagt aandacht voor de snelheidszones 70 en 90. Is het mogelijk om een inventaris op te maken van alle zones waar nog 90 km/uur mag gereden worden? Op sommige plaatsen mag men 90 km/u rijden waar het twijfelachtig is om daar 90 km/u te rijden. Door de burgemeester wordt hierop geantwoord dat er waarschijnlijk nog veel landbouwwegen zijn waar er inderdaad 90 km/u toegelaten is. Dit voorstel zal voorgelegd worden aan de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraadscommissie verkeer. BEHANDELING De gemeenteraad, Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968; Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 1
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009; Gelet op het aanvullend verkeersreglement op de politie van het wegverkeer, waarbij het algemeen gemeentelijk politiereglement op het wegverkeer werd aangepast en gecoördineerd, vastgesteld door de gemeenteraad, in zitting van 10 maart 2008; Overwegende het gunstig advies van de gemeenteraadscommissie verkeer dd. 10-12-2009. Gelet op de niet goedkeuring door het departement mobiliteit en openbare werken van het besluit van de gemeenteraad dd. 08-02-2010; Overwegende dat de hiernavolgende maatregelen betrekking hebben op gemeente- en gewestwegen; Overwegende de gemeente dient in te staan voor een veilig verkeer binnen de gemeente; Gehoord de voorzitter in zijn uiteenzetting: BESLUIT: Artikel 1: In het aanvullend algemeen gemeentelijk politiereglement op het wegverkeer –deel II bebouwde kommen wordt onder STILSTAAN EN PARKEREN (VERKEERSBORDEN) Art. 1: De navolgende bebouwde kommen worden als volgt afgebakend: Wordt weggelaten: c: te Jabbeke: - in de Stationsstraat ter hoogte van huisnummer 49 - in de Kroondreef 20 meter voor het kruispunt met het verkeersplateau Van Larebekelaan en t.h.v. het kruispunt met de Gistelsteenweg. - in de Gistelsteenweg ter hoogte van huisnummer 260 en huisnummer 481A - in de Zomerweg ter hoogte van huisnummer 10 - in de Aartrijksesteenweg 20 meter voor het kruispunt met de Oude Stokerijstraat, komende van de richting Aartrijke - in de Zerkegemstraat, ter hoogte van kruispunt met de Oude Stokerijstraat; kruispunt inbegrepen. - in de Pannedreef ter hoogte van kruispunt met de Gistelsteenweg - in de Pannedreef ter hoogte van het kruispunt met de Bremstraat; kruispunt inbegrepen - in de Bremstraat ter hoogte van het kruispunt met de Gistelsteenweg - in de Ettelgemstraat ter hoogte van huisnummer 56
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 2
-
in de Windmolenstraat ter hoogte van het kruispunt Monnikenveld, kruispunt inbegrepen in de Weststraat ter hoogte van de Jabbekebeek in de Weststraat 30 meter voor het kruispunt met de Caverstraat – Bitterstraat komende van de richting Torhoutweg. in de Varsenareweg ter hoogte van het verkeersplateau ter hoogte van woning nr. 35.
En vervangen door: c: te Jabbeke: - in de Stationsstraat ter hoogte van huisnummer 49 - in de Kroondreef 20 meter voor het kruispunt met het verkeersplateau Van Larebekelaan en t.h.v. het kruispunt met de Gistelsteenweg. - in de Gistelsteenweg ter hoogte van huisnummer 260 en huisnummer 481A - in de Zomerweg ter hoogte van huisnummer 10 - in de Aartrijksesteenweg 20 meter voor het kruispunt met de Oude Stokerijstraat, komende van de richting Aartrijke - in de Zerkegemstraat, ter hoogte van kruispunt met de Oude Stokerijstraat; kruispunt inbegrepen. - in de Pannedreef ter hoogte van kruispunt met de Gistelsteenweg - in de Pannedreef ter hoogte van het kruispunt met de Bremstraat; kruispunt inbegrepen - in de Bremstraat ter hoogte van het kruispunt met de Gistelsteenweg - in de Ettelgemstraat ter hoogte van huisnummer 56 - in de Windmolenstraat ter hoogte van het kruispunt Monnikenveld, kruispunt inbegrepen - in de Weststraat ter hoogte van de Stationsstraat - in de Weststraat 30 meter voor het kruispunt met de Caverstraat – Bitterstraat komende van de richting Torhoutweg. - in de Varsenareweg ter hoogte van het verkeersplateau ter hoogte van woning nr. 35. Artikel 2: Deze maatregel zal ter kennis worden gebracht door de verkeersborden F1 en F3. Artikel 3: Deze maatregelen zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Vlaamse Minister van Mobiliteit. Artikel 4: Afschriften van het huidig besluit zullen worden overgemaakt aan de Heer Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, aan de Heer Voorzitter van de rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge en aan de Heer Politierechter van de politierechtbank te Brugge, dit overeenkomstig artikel 42$3 van het gemeentedecreet.
3. Intergemeentelijke samenwerking - Infrax West - buitengewoon algemene vergadering 22 november 2010 - goedkeuring agenda - aanduiding vertegenwoordigers De gemeenteraad, op geldige wijze samengesteld om te kunnen beslissen, Gelet op het feit dat de gemeente voor de energievoorziening aangesloten is bij de intercommunale Infrax West; Gelet op het feit dat de gemeente bij aangetekende brief van 20 augustus 2010 werd opgeroepen deel te nemen aan de zitting van de buitengewone algemene vergadering van Infrax West op 22
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 3
november 2010; Gelet op het artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeentevennoten hun vertegenwoordigers op een Algemene Vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering ; Gelet tevens op het artikel 79, §2 van genoemd decreet waarin bepaald wordt dat onder meer het artikel 44 van datzelfde decreet onmiddellijk van toepassing is op bestaande intercommunale verenigingen, en dus ook op Infrax West ; Dat de agenda voor de buitengewone algemene vergadering betrekking heeft op: 1. Statutenwijziging: - artikel 3 - doel - artikel 28 - Commissie behoorlijk bestuur (wijziging) 2. Toetreding Vlaams-Brabantse gemeenten voor kabeltelevisie 3. Toetreding gemeenten voor Infra-X-net 4. Te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie in 2011 5. Begroting 2011 6. Voorlopige resultaten 2010. De voorgestelde statutenwijziging wordt gemotiveerd als volgt: "Artikel 3 - Doel Wijziging van punt b, zoals hieronder in vat weergegeven. Infrax West heeft tot doel: b het bevorderen van rationeel energiegebruik, waaronder het zelfstandig uitwerken van een aanbod van ondersteuning tegen kostprijs bij de planning en implementatie van het lokale energiebeleid op verzoek van het lokale bestuur. De uitvoering van dat aanbod inzake rationeel energiegebruik wordt na aanvaarding van het aanbod door de deelnemers toevertrouwd aan de opdrachthoudende vereniging. Dat aanbod kan betrekking hebben op: 1 de voortgangscontrole van de energieboekhouding 2 de ondersteuning van de uitvoering van energieaudits 3 de organisatorische ondersteuning bij de uitvoering van de energiebesparende Investeringen die uit de energiezorgsystemen van het lokale bestuur voortkomen 4 het aanbieden van formules van derdepartijfinancierlng of andere financieringsmechanismen voor de uitvoering van energiebesparende investeringen. Toelichting Om ESCO-diensten te kunnen aanbieden moet dat voorzien worden in ons statutair doel, Artikel 28 Commissie behoorlijk bestuur Wijzigingen zoals hieronder in vet weergegeven, "In de schoot van de Raad van Bestuur wordt een 'commissie behoorlijk bestuur' opgericht dat
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 4
uitsluitend samengesteld is uit onafhankelijke bestuurders, dat maximaal vijf leden telt en dat onder meer belast is met de volgende taken: a op verzoek van elke onafhankelijke bestuurder of van het orgaan dat met de dagelijkse leiding van de netbeheerder belast is, elk belangenconflict onderzoeken tussen de netbeheerder enerzijds en een deelnemende gemeente, een dominerende aandeelhouder of met een dominerende aandeelhouder verbonden of geassocieerde ondernemingen of met de werkmaatschappijen anderzijds, en daarover jaarlijks verslag uitbrengen aan de Raad van Bestuur; b zich uitspreken over de gevallen van onverenigbaarheid in hoofde van de personeelsleden van de netbeheerder of van de werkmaatschappijen; c binnen de intercommunale en binnen de werkmaatschappijen toezien op de naleving van de bepalingen van het Elektriciteits- en het Gasdecreet en hun uitvoeringsbesluiten, de doeltreffendheid ervan evalueren ten aanzien van de eisen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het beheer van het distributienet en daarover jaarlijks verslag uitbrengen aan de Raad van Bestuur; d de rekeningen onderzoeken en de controle van het budget uitvoeren; e de audit-werkzaamheden van de financiële informatie controleren; f de interne controle organiseren en daarop toezicht uitoefenen. De Raad van Bestuur is verplicht het advies van de 'commissie behoorlijk bestuur'.te vragen vooraleer een beslissing te nemen in verband met de aanstelling, het ontslag en de bezoldiging van de leden van het managementcomité van de netbeheerder en van de werkmaatschappijen. De 'commissie behoor1ijk bestuur' heeft de bevoegdheid een onderzoek in te stellen In elke aangelegenheid die onder zijn bevoegdheid valt en heeft daarom toegang tot alle informatie met uitzondering van de persoonlijke en commerciële gegevens over de netgebruikers ook Indien die zich bevindt bij de werkmaatschappijen. Op verzoek van minstens een derde van de leden op kosten van de intercommunale het advies van externe en onafhankelijke deskundigen in te winnen, De 'commissie behoorlijk bestuur' heeft het recht op verzoek van minstens een derde van de leden een vergadering van de Raad van Bestuur samen te roepen, overeenkomstig de oproepingsformaliteiten die in de statuten bepaald zijn". Toelichting In de besluiten van de Vlaamse Regering in verband met de distributienetbeheerders werd voorzien in enkele bijkomende voorwaarden voor werkmaatschappijen, onder meer in artikel 18 van die besluiten dat verband houdt met de bevoegdheid van de Commissie Behoorlijk Bestuur. De bevoegdheid van de Commissie Behoorlijk Bestuur wordt voor een aantal aangelegenheden uitgebreid naar de werkmaatschappij waarop de netbeheerder beroep doet." Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om in te stemmen met deze toelichting en motivering. Gelet op het gemeentedecreet; BESLUIT: Artikel 1: Er wordt goedkeuring gegeven aan de voorliggende agenda, zoals zal voorgelegd worden aan de
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 5
buitengewone algemene vergadering van 22 november 2010. artikel 2: Er wordt goedkeuring gegeven aan de voorgestelde statutenwijziging. Artikel 3: Dhr. Walter Jodts wordt aangeduid als vertegenwoordiger en mevr. Hilde Despiegelaere als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente om deel te nemen aan de buitengewone zitting van de Algemene Vergadering van Infrax-West op 22 november 2010, met opdracht om hun standpunt af te stemmen op de beslissing genomen in dit raadsbesluit; Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing. Er wordt kennis van gegeven aan de intercommunale Infrax-West, p/a Noordlaan 9, 8820 Torhout, en dit in twee originele exemplaren.
4 Bestuur - toekenning eretitels aan mandatarissen (ereburgemeester - ereschepen erevoorzitter OCMW) - indienen verzoek bij Vlaamse Regering (Vanaf dit agendapunt neemt raadslid Georges Lievens het voorzitterschap waar.) De Vlaamse regering kan aan aftredende burgemeesters, schepenen en voorzitters van de raad voor maatschappelijk welzijn de eretitel van hun ambt verlenen. De gemeenteraad heeft op 29 maart 2010 al een beslissing genomen om bij de Vlaamse Regering de eretitel van het ambt aan te vragen voor de (oud-) mandatarissen van Jabbeke en fusiegemeenten die hiervoor in aanmerking komen. Intussen werden bij ministerieel besluit de eretitels verleend aan de betrokken mandatarissen. Er werd echter vastgesteld dat de heer Dirk Sanders, gewezen schepen van Jabbeke, niet in de gemeenteraadsbeslissing was opgenomen. Deze herneming is het gevolg van het feit dat het dossier is opgestart op basis van de oorspronkelijke strengere wetgeving waarbij men een mandaat minstens tien jaar uitgeoefend moest hebben. Bijgevolg kwam de heer Sanders niet in aanmerking. In latere instantie heeft de Provincie erop gewezen dat de wetgeving versoepeld is en dat de periode herleid is tot zes jaar. Daarom wordt voorgesteld om bij de Vlaamse Regering de eretitel van het ambt aan te vragen voor de heer Dirk Sanders die 6 jaar of een volle legislatuur schepen was van Jabbeke (1 januari 2001 – 31 december 2006). Toepasselijke regelgeving: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende wijziging van het besluit van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris. Aanvraagprocedure: De eretitel kan worden aangevraagd door de betrokkene of door de gemeenteraad. Als de raad de eretitel aanvraagt, moet bij het verzoek een instemmingsverklaring van de betrokkene gevoegd worden en een lijst van de mandaatperiodes. BESLUIT:
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 6
Artikel 1: De gemeenteraad beslist om bij de Vlaamse Regering de eretitel van het ambt van schepen aan te vragen voor de heer Dirk Sanders. Artikel 2: De aanvraag gebeurt op voorwaarde dat betrokkene een instemmingsverklaring verleent voor de aanvraag door het gemeentebestuur, zoals voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009.
5 Gemeenschapscentrum SPC Hof ter Straeten - beheersorgaan - voorstel aanpassingen gebruikersreglement - tarieven Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad d.d. 05/04/2004, waarbij volgens artikel 1, er overgegaan werd tot de oprichting van een beheersorgaan, dat als opdracht krijgt de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen) bij te staan bij het beheer van het gemeentelijk gemeenschapscentrum; Overwegende het overleg tussen VZW Sportbeheer en het beheersorgaan SPC Hof ter Straeten waarin bleek dat de tarieven voor het SPC Hof ter Straeten en De Zwaan niet meer toereikend zijn om de stijgende kosten voor energie en vrijwilligersvergoedingen te dekken Overwegende de opmerking binnen het beheersorgaan dd. 13/12/2007 dat het onnuttig is aan de ene kant verenigingen extra geld te geven, om daarna de uitgaven van verenigingen te verhogen. Gelet op het decreet lokaal cultuurbeleid, dat de vereisten bepaalt waaraan de culturele infrastructuur moet voldoen, en de opmerking van de Vlaamse administratie dat de tarieven van de zalen overeen moeten stemmen met de namen van de zalen zoals die in de decretaal verplichte inlichtingsfiche werden doorgegeven. Overwegende het onderzoek van het beheersorgaan betreffende de mogelijkheid SABAM ten laste te nemen voor het volledige centrum, en het antwoord van SABAM dat dit niet mogelijk is. Overwegende dat het billijk voorkomt voor het gebruik van de gemeentelijke culturele infrastructuur een redelijke maar voor iedereen haalbare vergoeding te vragen en dat daarnaast ook een redelijk bedrag aan waarborg verantwoord is; Gelet op het advies van het beheersorgaan dd 18/05/2010 om het gecoördineerde ontwerp van gebruikersreglement met tarieven voor te leggen aan het schepencollege en de gemeenteraad voor goedkeuring. Gelet op het besluit van het schepencollege dd 5/7/2010 om het ontwerp van het beheersorgaan goed te keuren en voor te leggen aan de gemeenteraad. De gemeenteraad, HOOFDSTUK A: GEBRUIKERSREGLEMENT VAN HET GEMEENTELIJK GEMEENSCHAPSCENTRUM “SPC HOF TER STRAETEN” (VARSENARE) EN “DE ZWAAN” (JABBEKE)
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 7
I . DEFINIËRING EN DOEL VAN HET GEMEENSCHAPSCENTRUM Artikel 1: Definitie van het gemeenschapscentrum Artikel 2: Doel van het gemeenschapscentrum II. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 3: Toegangsmodaliteiten Artikel 4: Aard van de activiteiten Artikel 5: Ondertekening van het contract Artikel 6: Sancties Artikel 7: Personeel in werkopdracht Artikel 8: Publiciteit III. RESERVATIES, ANNULATIES EN OVERMACHT Artikel 9: Reserveringsmodaliteiten Artikel 10: Opties Artikel 11: Annulatie en -kosten Artikel 12: Overmacht IV. BETALINGSMODALITEITEN Artikel 13: Betalingsmodaliteiten V. SCHADE Artikel 14: Schade VI. AANSPRAKELIJKHEID, DIEFSTAL, VERZEKERINGEN EN VERGUNNINGEN Artikel 15: Algemene aansprakelijkheid Artikel 16: Burgerlijke aansprakelijkheid Artikel 17: Diefstal, verlies of beschadiging van materiaal Artikel 18: Sabam Artikel 19: Billijke vergoeding VII. GEBRUIK VAN LOKALEN Artikel 20: Infrastructuur Artikel 21: Ingebruikname Artikel 22: Huurtijd van de lokalen Artikel 23: Schoonmaak van de infrastructuur VIII. VERBODS- EN VEILIGHEIDSBEPALINGEN Artikel 24: Verbodsbepalingen Artikel 25: Algemene veiligheidsbepalingen Artikel 26: Toegangsverbod IX. SLOTBEPALINGEN Artikel 27: Naleving reglement Artikel 28: Toezicht Artikel 29: Klachten Artikel 30: Verantwoordelijkheid gemeentebestuur Artikel 31: Afwijkingen Artikel 32: Beroepsmogelijkheid
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 8
HOOFDSTUK B: HUURTARIEVEN VOOR GEBRUIK GEMEENTELIJK GEMEENSCHAPSCENTRUM “SPC HOF TER STRAETEN” (VARSENARE) en “DE ZWAAN” (JABBEKE) HOOFDSTUK A: GEBRUIKERSREGLEMENT VAN HET GEMEENTELIJK GEMEENSCHAPSCENTRUM “SPC HOF TER STRAETEN” (VARSENARE) EN “DE ZWAAN” (JABBEKE) I. DEFINIËRING EN DOEL VAN HET GEMEENSCHAPSCENTRUM Artikel 1: Definitie van het gemeenschapscentrum Het gemeentelijk gemeenschapscentrum is gevestigd in het SPC ‘Hof ter Straeten’, Hof van Straeten 2 bus 1 te 8490 Varsenare (Jabbeke) en in ‘De Zwaan’, Dorpsstraat 3, 8490 Jabbeke. Het College van Burgemeester en Schepenen is verantwoordelijk voor de werking van het gemeenschapscentrum en laat zich daartoe bijstaan door het Beheersorgaan van het gemeentelijk gemeenschapscentrum. Artikel 2: Doel van het gemeenschapscentrum Doel van het gemeenschapscentrum: - een ontmoetingsplaats te zijn voor verenigingen en individuele burgers; - het stimuleren van het culturele leven binnen de gemeente door het aanbieden van faciliteiten voor eigen creaties door verenigingen en individuen en door eigen programmatie(s); - onderdak verlenen aan tal van activiteiten, zowel culturele als andere, georganiseerd door verenigingen en individuen; - onderdak verlenen aan de gemeentelijke diensten. II. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 3: Toegangsmodaliteiten Het gemeenschapscentrum wordt voorbehouden aan: - verenigingen - instellingen - scholen - kunstenaars - particulieren - commerciële organisaties (mits akkoord van het Schepencollege). Gebruik voor private familiale doeleinden wordt niet toegestaan. Artikel 4: Aard van de activiteiten De aard en de inhoud van de activiteit moet overeenstemmen met datgene wat vermeld is in het aanvraagformulier. De aanvrager moet meerderjarig zijn en de daadwerkelijke gebruiker van het gemeenschapscentrum zijn. Onderverhuring is niet toegestaan. Artikel 5: Ondertekening van het contract Door ondertekening van het contract gaat de aanvrager akkoord met het gebruikersreglement en de geldende veiligheidsvoorschriften.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 9
Artikel 6: Sancties Het niet naleven van de betalings-, veiligheids- en andere geldende voorschriften in het gemeenschapscentrum kunnen een inhouding van de waarborg (zie artikel 13) en/of een weigering van verhuring in de toekomst tot gevolg hebben. Artikel 7: Personeel in werkopdracht Elke gebruiker zal steeds vrije toegang verlenen aan de personen in werkopdracht, aangeduid door het Beheersorgaan en/of door het Schepencollege. Artikel 8: Publiciteit Elke publiciteit dient duidelijk de naam van het gemeenschapscentrum en het logo van het gemeentebestuur te vermelden.
III. RESERVATIES, ANNULATIES EN OVERMACHT Artikel 9: Reserveringsmodaliteiten - De schriftelijke aanvragen worden maandelijks behandeld. Bij 2 of meer aanvragen op hetzelfde tijdstip geldt de volgende prioriteit: 1. Jabbeekse gemeentediensten; 2. niet-commerciële gebruikers van Jabbeke; 3. niet-commerciële gebruikers van buiten Jabbeke; 4. commerciële gebruikers van Jabbeke; 5. commerciële gebruikers van buiten Jabbeke. - Aanvragen voor het huren van het gemeenschapscentrum moeten altijd schriftelijk worden (per brief, fax of e-mail) ingediend bij de Cultuurdienst, Dorpsstraat 3, 8490 Jabbeke. - De kandidaat-organisator krijgt binnen de kortst mogelijke termijn ondertekende huurovereenkomsten. Deze moeten binnen de bepaalde termijn teruggestuurd worden. Artikel 10: Opties Een optie geldt veertien dagen en vervalt automatisch wanneer de schriftelijke aanvraag niet tijdig gebeurt. Artikel 11: Annulatie en -kosten De cultuurdienst moet zo snel mogelijk verwittigd worden wanneer eerder gereserveerde lokalen niet worden gebruikt. Bij annulatie van de theaterzaal zullen de volgende kosten aangerekend worden: - tot zes weken voor de activiteit: de helft van de huurprijs - minder dan zes weken voor de activiteit: de volledige huurprijs Bij annulatie van de overige lokalen zullen de volgende kosten aangerekend worden: - minder dan één dag voor de vergadering: de volledige huurprijs is verschuldigd. Artikel 12: Overmacht In geval van overmacht en mits schriftelijke motivatie van de inrichter(s) kan het Dagelijks Bestuur van het gemeenschapscentrum beslissen over de kwijtschelding van alle annulatiekosten. De aanvraag hiervoor moet uiterlijk acht dagen na de geplande datum ingediend worden. Indien de lokalen in geval van overmacht niet beschikbaar zijn tijdens de gebruiksperiode, zal de gebruiker de reeds gestorte huurprijzen terugbetaald krijgen. De gebruiker heeft geen recht op een
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 10
schadevergoeding. IV. BETALINGSMODALITEITEN Artikel 13: Betalingsmodaliteiten - Een voorschot, ten bedrage van minimum de helft van de huurprijs, wordt binnen de week na de ondertekening van het contract overgeschreven op het rekeningnummer 380-0383072-90 van de vzw. Sportbeheer Jabbeke. - De verantwoordelijke inrichter dient ten laatste één week vóór het plaatsvinden van de activiteit het saldo van de huurprijs en de waarborg te storten op het hierboven vermelde rekeningnummer. - De waarborg wordt na betaling van alle rekeningen volledig terugbetaald, tenzij er een schadegeval of een ernstige tekortkoming wordt vastgesteld (zie artikel 14). V. SCHADE Artikel 14: Schade - De huurder is verantwoordelijk voor iedere schade aangebracht aan het gebouw en/of accommodatie en materiaal, zowel door hemzelf, zijn medewerkers, de door hem gevraagde artiesten, kunstenaars, technici en hun gevolg, als door de deelnemers aan de door hem georganiseerde activiteit. - De gebruikers dienen ervoor te zorgen dat de beschikbare ruimten en het bijhorend meubilair gebruikt worden overeenkomstig hun bestemming. Zij dienen alle beschadigingen, die tijdens het gebruik ontstaan zijn door de gebruiker of derden, onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke van het centrum die een inventarisatieverslag opstelt dat door de verantwoordelijke organisatie wordt mede-ondertekend. - Herstellingen gebeuren in opdracht van het gemeentebestuur. De gebruiker of derden die verantwoordelijk zijn voor de beschadiging, zullen de kosten hiervan vergoeden op eenvoudige voorlegging van de staat der uitgevoerde werken. VI. AANSPRAKELIJKHEID, DIEFSTAL, VERZEKERINGEN EN VERGUNNINGEN Artikel 15: Algemene aansprakelijkheid De huurder is zelf verantwoordelijk voor de activiteiten in de gehuurde infrastructuur van het gemeenschapscentrum. Deze activiteiten mogen niet in strijd zijn met de openbare orde en de goede zeden. Artikel 16: Burgerlijke aansprakelijkheid De burgerlijke aansprakelijkheid van organisatoren ten aanzien van derden wordt niet gedekt door een verzekeringspolis van het gemeentebestuur. De gebruikers dienen zich voor dergelijke risico’s zelf te verzekeren. De gebruikers genieten wel mee van de brandverzekering van het centrum. Artikel 17: Diefstal, verlies of beschadiging van materiaal Het gemeenschapscentrum kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor verlies, diefstal of beschadiging van materiaal dat toebehoort aan de huurder of betrekking heeft op de activiteit die hij organiseert. Artikel 18: SABAM Met uitzondering voor het gebruik van de spiegelzaal, is de betaling van het auteursrecht via SABAM steeds ten laste van de gebruiker. De aanvraag dient gericht tot SABAM, inningskantoor
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 11
Oostende-Brugge-Kust en Omstreken, Lijsterstraat 25, 8400 Oostende. Artikel 19: Billijke vergoeding De billijke vergoeding moet niet meer betaald worden door de gebruiker gezien het centrum het maximum jaartarief heeft betaald. VII. GEBRUIK VAN LOKALEN Artikel 20: Infrastructuur Het gemeenschapscentrum stelt volgende infrastructuur ter beschikking aan derden: - zaal Fresnere: theaterzaal met 249 zitplaatsen, bijhorende artiestenloges, scène en regiekamer; - zaal Crea, polyvalente zaal, - keuken - zaal Studio, polyvalente zaal - zaal Idea, polyvalente zaal - Patio, tentoonstellingsruimte - Zaal De Zwaan, polyvalente zaal Artikel 21: Ingebruikname De lokalen van het gemeenschapscentrum worden geopend en gesloten door een verantwoordelijke van het centrum of een afgevaardigde. Artikel 22: Huurtijd van de lokalen De gebruikers mogen alleen gedurende de huurtijd in de ter beschikking gestelde lokalen aanwezig zijn. Het in gereedheid brengen van de lokalen gebeurt in principe onmiddellijk voor aanvang van de activiteit, tenzij andersluidende overeenkomst, maar mag nooit voorafgaande activiteiten storen. Wanneer het gaat om creaties van een stuk door een plaatselijk toneelgezelschap, wordt in de theaterzaal de podiumruimte vanaf het gordijn maximum 3 weken voorbehouden vanaf de première. Het voorpodium (de plaats voor het gordijn) blijft ter beschikking van de gebruiker van de theaterzaal. Artikel 23: Schoonmaak van de infrastructuur Onmiddellijk na iedere activiteit moet de gebruikte infrastructuur terug in zijn basisopstelling worden geplaatst. Alle door de huurder meegebrachte voorwerpen die niet tot het patrimonium van het gemeentebestuur behoren, moeten verwijderd worden, tenzij anders is afgesproken. De schoonmaak gebeurt door de gemeente. Indien de organisator niet opruimt zoals afgesproken, wordt een schadevergoeding ter waarde van de arbeidsduur aangerekend. VIII. VERBODS- EN VEILIGHEIDSBEPALINGEN Artikel 24: Verbodsbepalingen Het is strikt verboden: - zonder toelating de regiekamer te betreden; - te roken in de lokalen van het gemeenschapscentrum; - drank en eten, met inbegrip van snoep allerhande (chips, kauwgum,…) binnen te brengen in de theaterzaal; - materieel en materialen, van welke aard ook, in het gemeenschapscentrum of bijhorende ruimten binnen te brengen zonder toestemming van de verantwoordelijke van het centrum; - wijzigingen aan te brengen in de centrale regeling, verwarming of verlichting van het
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 12
-
-
gemeenschapscentrum. Deze mogen alleen door de verantwoordelijke van het centrum worden geregeld; kennisgevingen, affiches, reclame of aankondigingen van welke aard ook, in het centrum aan te brengen zonder voorafgaande toestemming; ramen, deuren, muren, panelen en vloeren te benagelen, te beplakken en/of te beschrijven. Zij mogen van geen enkel hechtingsmiddel voorzien worden. Versieringen of bewegwijzeringen kunnen enkel worden aangebracht i.s.m. het personeel van het gemeenschapscentrum; lawaai te maken dat de gebruikers in de andere lokalen van het gemeenschapscentrum kan storen;
Artikel 25: Algemene veiligheidsbepalingen - Het podium, de scène, loges en technische lokalen zijn enkel toegankelijk voor bevoegden. - De richtlijnen verstrekt door de verantwoordelijke van het gemeenschapscentrum of door de aanwezige theatertechnicus, dienen strikt te worden nageleefd, zoniet kan bevel gegeven worden tot stopzetten van de activiteit of tot ontruimen van de zaal. - De gebruiker mag omwille van de brandveiligheid geen groter aantal plaatsen bezetten of publiek toelaten dan het vooropgestelde maximum. Voor de theaterzaal impliceert dit dat onder geen beding losse stoelen kunnen worden bijgeplaatst en dat zit- of staanplaatsen op de trappen verboden zijn. Voor de rolstoelgebruikers wordt in de theaterzaal plaats voorzien juist voor de eerste rij stoelen. - Alle nooduitgangen moeten ten allen tijde worden vrijgehouden en de voorzieningen in verband met de brandveiligheid moeten gemakkelijk bereikbaar zijn. Noodverlichting moet ten allen tijde zichtbaar blijven. - Elk gebruik van rook, vuur, explosieven en munitie dient vooraf gemeld te worden. De verantwoordelijke van het gemeenschapscentrum of de aanwezige theatertechnicus heeft het recht om het gebruik hiervan te verbieden wanneer hij de effecten niet veilig acht. Artikel 26: Toegangs- en gebruiksverbod De toegang tot en het gebruik van het gemeenschapscentrum kan steeds geweigerd worden aan: - groepen waarvoor zich geen verantwoordelijke aanmeldt; - personen die zich onder invloed van alcohol of drugs bevinden; - personen die door hun wangedrag de openbare orde, rust of veiligheid storen; - personen onder de 16 jaar, uitgezonderd bij activiteiten voor kinderen of tenzij de persoon vergezeld is door een meerderjarige verantwoordelijke. - wanbetalers IX. SLOTBEPALINGEN Artikel 27: Naleving reglement Door het huren van de gemeentelijke zalen, verklaart de huurder zich akkoord met de bepalingen van dit reglement en waarborgt de stipte naleving ervan. Bij het niet naleven van dit reglement kan de huurder van verdere huur van de gemeentelijke zalen uitgesloten worden. Artikel 28 : Toezicht De aangestelden van het Beheersorgaan hebben recht van toegang tot alle lokalen, zelfs gedurende de activiteit. Zij controleren de naleving van dit reglement en kunnen desgevallend bijkomende richtlijnen geven. De organisator van een activiteit met inkomgeld bezorgt het Beheersorgaan twee gratis tickets om deze controle uit te oefenen. Indien het reglement niet wordt nageleefd, kan de aangestelde de activiteit laten stilleggen.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 13
Artikel 29 : Klachten en meldingsplicht Wanneer de gebruiker opmerkingen heeft in verband met de lokalen en materialen, licht hij het Beheersorgaan hiervan onmiddellijk in. Wanneer een gebruiker een gevaarlijke toestand opmerkt, dient hij dit te melden aan de cultuurdienst. Artikel 30 : Verantwoordelijkheid gemeentebestuur Het gemeentebestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke ongevallen, of andere eventuele schadelijke gevolgen, die voortvloeien uit en tijdens het gebruik van de gemeentelijke zalen. Artikel 31 : Afwijkingen Afwijkingen op het reglement kunnen alleen toegestaan worden door het Dagelijks Bestuur en/of door het Beheersorgaan. Artikel 32 : Beroepsmogelijkheid Tegen elke beslissing van het Dagelijks Bestuur en/of het Beheersorgaan is een beroep mogelijk bij het College van Burgemeester en Schepenen. De beslissing van het Schepencollege zal daarbij altijd bindend zijn.
HOOFDSTUK B: HUURTARIEVEN VOOR GEBRUIK GEMEENTELIJK GEMEENSCHAPSCENTRUM “SPC HOF TER STRAETEN” (VARSENARE) en DE ZWAAN (Jabbeke) Categorieën gebruikers: gemeentelijke instellingen gemeentelijke adviesraden erkende Jabbeekse verenigingen niet-Jabbeekse verenigingen Jabbeekse Particulieren en bedrijven niet Jabbeekse particulieren en bedrijven
basistarief *0 eenmalig gratis gebruik, dan basistarief basistarief basistarief *2 basistarief *3 basistarief *4
Opmerking : alle prijzen zijn incl. billijke vergoeding en excl. SABAM (tenzij anders vermeld) A. SPC Hof ter Straeten Bijkomend artikel: de drank, met uitzondering van wijnen en schuimwijnen, dient besteld en verrekend te worden bij de cafetaria van het centrum. 1) Zaal Crea – gelijkvloers - (alle activiteiten per blok van 4 uur) - Vergaderingen (vergaderingen, repetities, ledenkaartingen, …) 3,00 € - Workshops 10,00 € - Bijeenkomst met maaltijd (souper, ledenfeest,recepties …) 40,00 €, incl. keuken en Patio 2) keuken - gelijkvloers - Kooklessen - Bijeenkomst met maaltijd (souper, ledenfeest, recepties…) 3) Patio - Tentoonstellingen - Per dag:
20,00 € 40,00 €
5€
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 14
4) Studio - gelijkvloers 1. prijs per activiteit en per uur, SABAM inclusief. 2. categorieën gebruikers: - Voor erkende verenigingen - Voor niet-erkende verenigingen
8,00 € 16,00 €
5) zaal Idea – 1e verdieping - Vergaderingen (vergaderingen, repetities, ledenkaartingen, …) - Workshops
3,00 € 10 €
6) zaal Fresnere (249 zitplaatsen) a) zonder toneelaccommodatie b) met toneelaccommodatie* c) repetities
50 € 110,00 € 10,00 €
*: Bij afhuring voor een reeks van min. 5 activiteiten wordt 10 % korting gegeven op het basistarief. B. De Zwaan Bijkomend artikel: de drank dient besteld en verrekend te worden bij de aangestelde brouwer of leverancier. 7) De Zwaan, Dorpsstraat 3, 8490 Jabbeke - Vergaderingen: - Workshop, voordracht, concert, film,… - Beurzen - Bijeenkomst met maaltijd (gebruik bar en/of keuken): - Organisatie van tentoonstellingen: - per dag: - voor één weekend (van vrijdag tot maandag) - voor één week (van vrijdag tot donderdag) 8) Waarborgen - Fresnere - Zaal Crea met gebruik van keuken - Zaal Studio jaarwaarborg
3€ 10 € 12,50 € 40 € 5€ 20,00 € 50,00 €
100,00 € (per aanvraag) 50,00 € (per aanvraag) 50,00 €
BESLUIT: Artikel 1: De gemeenteraad keurt de aanpassingen aan het gebruikersreglement van het gemeentelijk gemeenschapscentrum SPC Hof ter Straeten (Varsenare) en de Zwaan (Jabbeke) goed Artikel 2: De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de bekendmaking en de uitvoering van dit reglement. Artikel 3: Het nieuwe reglement wordt toegepast op alle nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2011.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 15
6 Jeugdwerkbeleid - jeugdbeleidsplan 2011-2013 Overwegende dat houdende het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij decreten van 22 november 1995, 20 december 1996, 12 mei 1998 en 4 juli 2001 een jeugdwerkbeleidsplan verplicht is; Overwegende dat dit decreet een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet; Overwegende dat de Vlaamse Regering onder de bij dit decreet bepaalde voorwaarden subsidies verleent aan de gemeentebesturen die een jeugdwerkbeleidsplan opmaken en uitvoeren; Overwegende dat het jeugdwerkbeleidsplan een periode van drie jaar omvat en moet goedgekeurd worden door de gemeenteraad; Overwegende dat volgende doelstellingen voor het jeugdbeleidsplan 2011-2013 werden geformuleerd: Hoofdstuk I: Jeugdwerkbeleid - De financiële, logistieke en materiële, inhoudelijke en promotionele ondersteuning van het jeugdwerk. - De collectieve en individuele ondersteuning inzake jeugdwerkinfrastructuur. - De toegankelijkheid en diversiteit ten aanzien van aandachtsgroepen. - De ondersteuning via kadervorming en experimenteel jeugdwerk/projectwerking. Hoofdstuk II: Jeugdbeleid - Hierin worden de doelstellingen inzake jongereninformatie, gemeentelijk fuifbeleid, gemeentelijk jeugdruimtebeleid en jeugdcultuur gestipuleerd. - Financieel overzicht Overwegende dat de jeugdraad het jeugdbeleidsplan 2011-2013 reeds positief adviseerde; BESLUIT : Enig artikel: De gemeenteraad keurt het jeugdbeleidsplan 2011-2013 goed.
7 Digitale Economische Kaart - samenwerkingsovereenkomst met de provincie WestVlaanderen (De burgemeester herneemt het voorzitterschap van de vergadering.) De gemeenteraad, Gelet op het voorstel van de provincie West-Vlaanderen voor de realisatie van het project digitale economische kaart in Jabbeke Overwegende dat de digitale economische kaart Jabbeke een bedrijvendatabank van alle Jabbeekse bedrijven is, gebaseerd op de gegevens van de kruispuntdatabank van ondernemingen
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 16
Overwegende dat deze kaart niet alleen nuttig is voor diverse gemeentediensten, maar ook voor de handelaars, bedrijven en burgers in het algemeen Overwegende dat de bijdrage van de gemeente Jabbeke voor een periode van 3 jaar jaarlijks 3.500 EUR bedraagt. BESLUIT Enig artikel: De samenwerkingsovereenkomst met de provincie West-Vlaanderen over de opmaak van de digitale economische kaart Jabbeke wordt goedgekeurd.
8 Openbare Werken - renovatie voetpaden Oudenburgweg – ontwerp Naar aanleiding van de goedkeuring voor het saneren van de gietijzeren gasbuis in de Oudenburgweg wordt aan de gemeenteraad het ontwerp voor renovatie en verbetering van de voetpaden voorgesteld. Door de dienst gemeentewerken werd een technisch ontwerp opgemaakt voor een geraamde kostprijs van 187.000 euro. Daarbij gaat het om een renovatie van in totaal 860 meter verhardingen en boordstenen. Er wordt voorgesteld om het voetpad aan te leggen met een breedte van 1,50 m en volledig tegen de perceelsgrens te leggen gelet de Oudenburgweg een belangrijke weg is voor de bereikbaarheid van het blindenheem. De strook tussen het voetpad en de rijweg wordt aangelegd in grasdallen. Tevens worden de resterende bomen gerooid en vervangen door nieuwe exemplaren. Alles wordt uitgevoerd in synergie met de nutsmaatschappijen. Gelet op de raming en de aard van de werken wordt voorgesteld om de werken te gunnen na procedure openbare aanbesteding. In het budget van het jaar 2010 is onder artikel 421/732-60 een krediet van 100.000 euro ingeschreven voor buitengewoon onderhoud van voetpaden. BESLUIT: Artikel 1: Er wordt goedkeuring verleend aan het ontwerp van de werken “Renovatie van de voetpaden in de Oudenburgweg”, voor een geraamde kostprijs van 187.000 euro. Artikel 2. De werken zullen gegund worden via procedure openbare aanbesteding. Artikel 3: Deze uitgave wordt gefinancierd met de kredieten ingeschreven in het budget van het jaar 2010, onder artikel 421/732-60 – initieel krediet: 100.000 euro.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 17
9 Ruimtelijke ordening - RUP ‘Het Oude stokerijbos’ - definitieve vaststelling DEBAT Door raadslid Paul Vanden Bussche wordt gevraagd wat er nu uiteindelijk voorgesteld wordt. Wat moet men zich voorstellen met de 300m³ ontspanningsruimte. Naar aanleiding van de vorige behandeling was er een onthouding voor de voorgestelde uitbreiding. Door de voorzitter wordt uitleg verstrekt: in het ontwerp van de planoloog was er 15% uitbreiding voorzien bij het bestaande bouwvolume van 1060m3. Er is 300m³ ontspanningsruimte voorzien. Er is ook de mogelijkheid voor garages en bergingen voor 250m³. er wordt voorgesteld om de 300m³ ontspanningsruimte te schrappen. Het woonhuis met de uitbreiding en de bergingen blijven. Het is de bedoeling dat eenzelfde redenering gevolgd wordt bij gelijkaardige dossiers. Raadslid Reinhart Madoc vraagt waarom het advies van de GECORO en van de provinciale diensten naast zich neergelegd wordt. Waarom wordt met deze opmerkingen geen rekening gehouden? Raadslid Jacques Monteyne stelt de vraag of een dergelijke aanpak voor elk woonprobleem kan toegepast worden. Door de voorzitter wordt geantwoord dat dit dossier sowieso door de deputatie moet goedgekeurd worden. Wat betracht wordt is maatwerk. Daarbij wordt gekeken naar de inplanting en de draagkracht van het terrein. Daarbij wordt zoveel als mogelijk gewerkt volgens het gelijkheidsprincipe bij gelijkaardige omstandigheden. Raadslid Paul Vanden Bussche vult zijn standpunt aan dat met dit voorstel de regels van de hogere overheid omzeild worden. Op zich is er geen probleem met de planmatige aanpak. Enkel moet de vraag gesteld worden of er nog uitbreidingsmogelijkheden moeten voorzien worden boven de 1060m3. Dit was de reden van onthouding naar aanleiding van de vorige behandeling. De voorzitter benadrukt dat er hier geen regels omzeild worden. Het dossier is in alle objectiviteit onderzocht. In het gemeentelijk structuurplan, dat door alle fracties werd goedgekeurd, staat de betrachting dat woningen in natuurgebieden met een beperkte waarde zullen toegelaten worden tot herbouw en verbouwing met een uitbreiding van maximaal 20%. Nu wordt voorgesteld om enkel met 15% uit te breiden. BEHANDELING De gemeenteraad, Gelet op artikel 162 van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder artikel 42, dat bepaalt dat de gemeenteraad alles regelt wat van gemeentelijk belang is, en artikel 2, met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenten in het algemeen; Gelet op het decreet betreffende Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd op 01.09.2009 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 2.1.14. t.e.m. 2.1.19., m.b.t. het
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 18
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, en artikel 2.2.13 t.e.m. 2.2.18., m.b.t. de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het besluit van de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Jabbeke. In het gemeentelijk structuurplan wordt in het richtinggevend gedeelte (blz. 21) de mogelijkheid voorzien om woningen in natuurgebieden, waar in werkelijkheid geen intrinsieke natuurwaarden aanwezig zijn, te laten verbouwen, herbouwen en te laten uitbreiden met 20% of om een planologische ruil uit te voeren met gebieden die wel degelijk natuurwaarden bevatten. Uit de voorbespreking bij dit dossier is gebleken dat er vanuit de gewestelijke overheid kon mee akkoord gegaan worden dat een ruimtelijk plan voor de site opgemaakt werd, waarbij de concrete situatie van belang is (de aard van het natuurgebied, de ligging aan de rand, de bestaande vergunningstoestand en het feit dat de uitbreiding compact dient te gebeuren). Daarbij is het ook belangrijk dat voor de betrokken eigenaars en bewoners er een rechtszekerheid gecreëerd wordt, waarbij o.a. in geval van overmacht herbouw mogelijk moet zijn. Aan de gemeenteraad wordt het ontwerp van het ruimtelijk uitvoeringsplan “Het Oude Stokerijbos” voorgelegd. Het doel van het RUP is het vrijwaren van de natuurwaarden en het bieden van rechtszekerheid aan de bestaande historische bebouwing zowel voor het landhuis als voor de landbouwgebouwen. Bij besluit van de gemeenteraad van 19 april 2010 werd het plan voorlopig vastgesteld. In de periode van 17 mei 2010 tot en met 16 juli 2010 werd een openbaar onderzoek hieromtrent gehouden . Door de GECORO werd op 6 september 2010 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht: “Deze commissie neemt kennis van de ontvangen adviezen en adviseert het voorliggend GRUP voorwaardelijk gunstig. Het eerder uitgebracht advies dd. 22-02-2010 wordt behouden. Dit advies luidde als volgt: “Voor wat betreft het landhuis wordt er geadviseerd om te verwijzen naar de regelgeving in de Vlaamse Codex RO, waarbij er voor zonevreemde woningen een maximum volume van 1.000 m3 van toepassing is. Deze commissie heeft geen problemen dat er gestreefd worden naar een rechtszekerheid voor beide eigenaars. Wel is ze van oordeel dat de rechtszekerheid van de zonevreemde woningen, zoals opgenomen als visie in het Gemeentelijke Ruimtelijk Uitvoeringsplan, ook voor alle andere eigenaars moet worden gegarandeerd.” Het voorwaardelijk gunstig advies van de Bestendige Deputatie kan worden bijgetreden, zijnde : • Er wordt een register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een bestemmingswijzigingscompensatie toegevoegd. • Enkel behoud van de vergund geachte landbouwloodsen en verbouwing ervan binnen het bestaande volume zijn aanvaardbaar en herbouw is enkel mogelijk in geval van overmacht, tenzij afdoende wordt gemotiveerd waarom hiervan wordt afgeweken. • Aan de eengezinswoning worden geen uitbreidingsmogelijkheden gegeven. Enkel een behoud van het vergund geachte volume van 1060 m³ is aanvaardbaar. Bij verbouwing en herbouw dient het volume beperkt te worden tot 1000 m³. Herbouw is enkel mogelijk bij overmacht.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 19
Met betrekking tot de voorwaarde “Enkel de bestaande vergunde (geachte) bijgebouwen bij de eengezinswoning kunnen bestendigd worden. Bij verbouwen, uitbreiden en herbouwen geldt dat het totale brutovolume (hoofdgebouw en bijgebouwen samen) maximaal 1000 m³ mag bedragen.” kan deze commissie niet akkoord gaan. Ze is van oordeel dat de aparte vergunde garage mag herbouwd worden binnen het bestaande bouwvolume en dat dit volume niet mag worden samengevoegd met het maximaal toegelaten bruto bouwvolume van de woning van 1000 m3 bij herbouw ofwel met het vergund geacht brutovolume van 1060 m3, zijnde thans de bestaande toestand. Het gunstig advies van de Vlaamse Overheid, Agentschap Ruimte en Erfgoed, mits er rekening wordt gehouden met de opgesomde opmerkingen, kan worden bijgetreden mits de uitbreiding van het landhuis tot 15% beperkt blijft tot 1060 m3, zijnde het brutovolume van de huidige woning met de huidige veranda.” In de stedenbouwkundige voorschriften, zoals ontworpen door de planoloog, wordt rekening gehouden met een maximaal bouwvolume van 1220m3, waarbij het gabarit van het hoofdvolume wordt bewaard. Daarbij is rekening gehouden met een uitbreiding van het hoofdgebouw met circa 15%. In het advies van de GECORO wordt verwezen naar artikel 4.4.13 van de Codex Ruimtelijke Ordening met behoud van het vergund geacht volume van 1060m3, waarbij dit volume bij verbouwing of herbouw dient beperkt te worden tot 1000m3, maar waarbij de apart vergunde garage mag herbouwd worden binnen het bestaand bouwvolume. Zoals voorzien in het structuurplan is het bedoeling van de gemeente om maatwerk aan te bieden met betrekking tot de zonevreemde woningen in natuurgebieden met een beperkte natuurwaarde. Enerzijds wordt ernaar gestreefd om de natuurwaarden in kaart te brengen, te bestendigen en te versterken, maar anderzijds wordt voor de bestaande bebouwing gezocht naar een passende invulling, waarbij voor de bewoners mogelijkheid ontstaat om met behoud van de bestaande functie (ééngezinswoning) een passende aanpassing en uitbreiding te voorzien. Anders dan in artikel 4.4.13 VCRO is er in een natuurgebieden voor de betrokken eigenaars de last voor het behoud van het natuurgebied, is er geen mogelijkheid om te herbouwen op een andere plaats of onder een andere verschijningsvorm, om bijgebouwen op te richten of om bestaande bijgebouwen her in te richten of te herbestemmen. Daarnaast wordt er door de betrokken eigenaar van het pand langs de Aartrijksesteenweg op gewezen dat bij de volumebenadering er een volume van 232m3 is die weinig bruikbaar is en die bij de verbouwingsmogelijkheden van artikel 4.4.13 VCRO zou kunnen gecompenseerd worden op een nuttiger gelijkvloersniveau. Het door de planoloog voorgestelde maatwerk voorziet in een uitbreidingsmogelijkheid van de bestaande woningen, beperkt tot 15% (hetgeen minder is dan de initiële voorziening van het structuurplan) en waarbij mogelijkheid zou ontstaan om bergplaats en garages voor een maximaal gezamenlijk bouwvolume van 240m3 toe te staan, naast een volume van 300m3 voor ontspanningsruimtes. Het lijkt belangrijk voor de goede bewoningstoestand van elk pand dat er mogelijkheden zijn om een beperkte aanpassing uit te voeren en om in beperkte mate bergruimtes te voorzien. Aldus wordt voorgesteld om dit onderdeel van het stedenbouwkundig voorschrift te behouden.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 20
Anderzijds kan de vraag gesteld worden of een nieuwe voorziening van 300m3 voor ontspanningsruimte de bij het structuurplan voorziene dynamiek voor deze ruimte niet overschrijdt. Aldus wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om dit onderdeel van het stedenbouwkundig voorschrift niet te weerhouden. Over het geheel wordt gewezen op de belangrijke meerwaarde van het plan, waarbij een passend evenwicht gevonden wordt tussen de versterking en het behoud van de natuurwaarde en de woonkwaliteiten. Gelet op het voorgelegde ontwerp, zijnde: • een bestaande toestand • een bestemmingsplan • de begeleidende nota die bestaat uit o de toelichtingsnota o de stedenbouwkundige voorschriften o de bijlagen Gaat over tot de stemming: Voor: Daniël Vanhessche, Heidi Vanhaverbeke, Jan Pollet, Claudia Coudeville, Joël Acke, Annie Vermeire-D’hoedt, Franky Dereeper, Christine Desplenter, Georges Lievens, Geert Deprée, Hilde Despiegelaere, Isabelle Louis, Hendrik Bogaert Tegen: Reinhart Madoc Onthouding: Walter Jodts, Paul Vanden Bussche, Jacques Monteyne, Régine Demeulemeester, Luc Puystiens BESLUIT: Artikel 1: Het ontwerp van het RUP “Het Oude Stokerijbos” bevattende een bestaande toestand, een bestemmingsplan, de stedenbouwkundige voorschriften, de toelichtingnota en de bijlagenbundel, wordt definitief vastgesteld, waarbij onder de verordenende voorschriften artikel 1 natuurgebied, II inrichting, de bepaling “300m3 voor ontspanningsruimtes” wordt geschrapt. Artikel 2: Dit dossier wordt voorgelegd aan de deputatie van de provincie West-Vlaanderen.
10 Aankopen - gemeenschapscentrum SPC Hof ter Straeten - zaal Fresnere theatertechnische uitrusting DEBAT Raadslid Luc Puystiens: vraagt of dit een vervanging betreft van de bestaande uitrusting. Is het mogelijk dat daar soms stukken van verdwijnen? wordt er een jaarlijkse inventaris opgemaakt om te kijken wat er nog allemaal aanwezig is? Het is gekend dat er vrij gemakkelijke toegang genomen wordt in het SPC Varsenare... Er zou toch een inventaris moeten opgemaakt worden. Door de schepen voor cultuur wordt geantwoord dat er geen weet is van verdwijning van de stukken. Er zal een navraag gebeuren bij de dienst met verzoek om een inventaris op te maken.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 21
Door raadslid Jacques Monteyne wordt gesteld dat het bedrag voor deze aankoop zeer aanzienlijk is. Raadslid Walter Jodts vraagt of de dure stukken die nu aangekocht worden ook terecht komen in de uitleendienst. Raadslid Paul Vanden Bussche meent zich te herinneren dat toen de zaal gebouwd werd in 2004 achteraf ook een beslissing genomen werd voor de aankoop van geluidsmateriaal. Dit materiaal kan dus niet ouder zijn dan 5 jaar. Is het nu echt nodig dat er opnieuw materiaal moet aangekocht worden? Wordt in deze zaak niet te gemakkelijk het advies van de technisch adviseurs gevolgd? Door de schepen van cultuur wordt toegelicht dat er een onderdeel is voor het SPC Varsenare en een onderdeel ten behoeve van de uitleendienst. In het SPC Varsenare is het in hoofdzaak materiaal ter aanvulling van het destijds aangekochte licht- en geluidsmateriaal De voorzitter treedt bij dat er inderdaad een aantal terechte opmerkingen gemaakt worden. Het is inderdaad nodig dat jaarlijks een inventaris opgemaakt wordt. Waarschijnlijk kan de procedure voor de uitlening van materiaal nog verbeterd worden. Schepen Isabelle Louis benadrukt nog dat er niet voorbijgegaan kan worden aan het advies van de mensen die deskundig zijn met betrekking tot het licht- en klankmateriaal. Vanuit de verenigingen wordt ook steeds meer en technischer materiaal gevraagd bij de uitlening. BEHANDELING Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om over te gaan tot uitbreiding van theatertechnische uitrusting Varsenare - zaal Fresnere en tot uitbreiding materiaal Uitleendienst Jabbeke en dit voor een totaal geraamde kostprijs van 41.000 euro. Gelet op het cultuurbeleidsplan Jabbeke, meer bepaald strategische doelstelling 3,2 'Inwoners van de gemeente Jabbeke en andere organisatoren kunnen voor hun organisaties makkelijk en op een transparante manier terecht binnen de gemeenschapscentra. Als gevolg hiervan kan de consument genieten van een toegankelijk, uitgebreid en verscheiden aanbod.' en operationele doelstelling 3,2,1 'Om het gebruiksgemak voor de gemeenschapscentra te vergroten, wordt de accommodatie per zaal uitgebreid volgens de noden van de organisatoren. Die accommodatie maakt vast deel uit van de zaal bij verhuur.' Gelet op het cultuurbeleidsplan punt 4,1,2 c: Uitrusting uitleendienst, herstel of vervanging van audio-installatie. Overwegende het besluit van het schepencollege Jabbeke dd. 22/12/2008, waarin gesteld wordt dat voor de uitleendienst Jabbeke het nodige lichtmateriaal aangekocht zal worden en waarin gesteld wordt aan een uitgebreidere PA-installatie die compatibel is met het materiaal in de gemeentelijke infrastructuur, waardoor bijhuren daar tot een minimum beperkt kan worden. Gelet op het besluit van het schepencollege Jabbeke dd. 06/04/2009 om een technisch bestek op te maken voor de aankoop van een lichtset. Gelet op het investeringsbudget 2010, waarin voor de uitrusting van gemeenschapscentra 50.000 euro en voor de aankoop van een geluidsinstallatie voor de uitleendienst 15.000 euro werd
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 22
voorzien. Overwegende het advies van de vrijwillige technici zaal Fresnere. Is er 1. het voorstel om het materiaal voor het gemeenschapscentrum SPC Hof ter Straeten - Varsenare - zaal Fresnere uit te breiden. Dit voorstel bestaat uit een deel klank en een deel licht. 2. het voorstel om het materiaal voor de uitleendienst Jabbeke compatibel uit te breiden. Ook dit voorstel bestaat uit een deel klank en een deel licht. De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 42 en volgende van het gemeentedecreet, dat stelt dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid en artikel 43 §2, 11° -in verband met het vaststellen van de wijze waarop opdrachten voor aanneming van werken en levering van diensten worden toegewezen en het vaststellen van de voorwaarden ervan. Van toepassing op dit besluit is ook de wet van 24 december 1993, betreffende overheidsopdrachten, meer in het bijzonder artikel 17 §1 dat de gevallen bepaalt waarbij opdrachten gegund mogen worden via een onderhandelingsprocedure en §2 dat de gevallen van gunning zonder bekendmaking vooraf aanduidt. Ook artikel 120 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 dat de maximumbedragen vaststelt voor onderhandelingsprocedures is toepasselijk bij deze opdracht. Aan de gemeenteraad wordt aldus het ontwerp voor de aankoop voorgelegd: 1. A. Klank: Geluidinstallatie ter uitbreiding van bestaande geluidsinstallatie in zaal Fresenere. Deze uitbreiding bestaat uit 4 topkasten, 2 subkasten, versterker en mengpaneel. Bijna alle bekabeling is al voorzien in de zaal. (speakon-patch nog niet voorzien) raming 26.000 euro 1. B. Licht: uitbreiding van 24 kanaalsdimmer naar 48 kanaalsdimmer, stroomvoorziening en hardpatch paneel. Bijkomende dimmer liefst in losse opstelling in rack. Raming 6.000 euro 2. A. lichtinstallatie voor de uitleendienst van de gemeente bestaande uit 2 x fourbar, armaturen, lampen, 1 dim/chaser lichttafel en 2 statieven. Raming 3000 euro 2. B. Geluidinstallatie voor uitleendienst ter vervanging van oude PA installatie. Bestaande uit : 1 limiter, 1 mengpaneel, 4 draadloze micro’s, rack voor deze installatie inclusief plaats voor versterker en cd-speler. Boxen en versterker worden gebruikt uit bestaande installatie alsook de cd-speler. Raming 6.000 euro Er wordt voorgesteld om de aankoop van deze installatie te doen na onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking vooraf. Er wordt voorgesteld om bij offertevraag voor elke deel/hoofdstuk apart offerte te vragen. Gaat over tot de stemming met eenparigheid van stemmen. BESLUIT: Artikel 1: Er wordt goedkeuring gegeven aan het ontwerp voor de aankoop van klank- en lichtmateriaal ten behoeve van de uitleendienst Jabbeke en ten behoeve van het SPC Hof ter Straeten Varsenare, zaal Fresnere en dit voor een totaal geraamde kostprijs van 41.000 euro. Artikel 2: Deze opdrachten zullen gegund worden na onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 23
vooraf. Artikel 3: Deze uitgave zal ingeschreven worden in de kredieten van de buitengewone begroting voor het jaar 2010, onder artikel 762/744-51(uitrusting gemeenschapscentra)(aankoop uitleendienst)
11 Overheidsopdrachten - uitbreiding ambachtelijke zone Vlamingveld gemeentepark SPC Jabbeke - lot omheiningen DEBAT Raadslid Jacques Monteyne stelt de vraag hoelang dit dossier voor de verkoop en de plaatsing van de omheiningen nog zal aanslepen. Wanneer zullen de kopers over het lot kunnen beschikken? Door schepen Jan Pollet wordt geantwoord dat deze week de wegenis afgewerkt wordt. Vanaf 20 september 2010 zullen de nutsmaatschappijen met de werken beginnen. De verkoop wordt bij de notaris gepland in de komende weken. BEHANDELING De gemeenteraad, Aan de gemeenteraad wordt het ontwerp voorgelegd om over te gaan tot de realisatie van de omheiningen in de nieuwe uitbreiding ambachtelijke zone Vlamingveld en in en rondom het gemeentepark SPC Jabbeke. De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 42 en volgende van het gemeentedecreet, dat stelt dat de gemeenteraad beschikt over de volheid van bevoegdheid en artikel 43 §2, 11° -.in verband met het vaststellen van de wijze waarop opdrachten voor aanneming van werken en levering van diensten worden toegewezen en het vaststellen van de voorwaarden ervan. Er word geopteerd voor hetzelfde type omheining zoals eerder al geplaatst in de zone Vlamingveld hoogte 2m met bovenbuis RAL 6005 evenwel met zwaardere steunpalen om de ingroei met klimop beter te ondersteunen. Het totaal aan te leggen meter is +/- 3.600 meter Aan de gemeenteraad wordt het ontwerp houdende het Lastenboek, meetstaat inschrijvingsbiljet en raming. De kostprijs voor deze opdracht wordt geraamd op: 15 Hoekpalen x 56€ =825 30 tussenpalen x 56€=1650 1000 steunpalen x 45€ = 45000 600 Bovenbuizen + verankering x 45€ =27.000 3600 m draadvlechtwerk 16€/m= 57.600 Totaal 132.075 euro + 27.735 euro btw = 159.810,75 euro BESLUIT:
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 24
Artikel 1: Er wordt goedkeuring gegeven aan het ontwerp voor de realisatie van omheiningen omheining nieuwe uitbreiding ambachtelijke zone Vlamingveld en in en rondom het gemeentepark SPC Jabbeke met en geraamde kostprijs van 159.810,75euro BTW inclusief. Artikel 2: Deze opdracht zal gegund worden via procedure openbare aanbesteding Artikel 3: Deze uitgave wordt gefinancierd met de kredieten ingeschreven in het budget buitengewone dienst van het jaar 2010 artikelnummer .764/721-54
12 OCMW Jabbeke - jaarrekening 2008 - kennisgeving besluit van de provinciegouverneur DEBAT Raadslid Paul Puystiens vraagt toelichting bij de samenstelling van de externe auditcommissie. Door de voorzitter van het OCMW wordt geantwoord dat dit een externe commissie betreft met ambtenaren van het Vlaams Agentschap voor Binnenlands Bestuur. BEHANDELING Met schrijven van 5 augustus 2010 werd door de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen een afschrift van het besluit van de gouverneur betreffende de goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2008 van het OCMW Jabbeke toegestuurd, met verzoek om dit besluit aan de gemeenteraad mede te delen. "Besluit van de gouverneur betreffende de vaststelling van de jaarrekening 2008 van het OCMW Jabbeke De gouverneur van de provincie West-Vlaanderen Gelet op de jaarrekening over het boekjaar 2008 van het OCMW van Jabbeke, zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 1 juli 2009; Overwegende dat deze jaarrekening met alle bijhorende stukken is ingekomen op 9 oktober 2009 bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling West-Vlaanderen; Gelet op het feit dat er door de gemeenteraad geen opmerkingen op de jaarrekening 2008 van OCMW Jabbeke werden geformuleerd; Gelet op het onderzoek van de jaarrekening; Gelet op het verslag van de externe auditcommissie dd. 27/07/2010; Gelet op de geformuleerde opmerkingen en aanbevelingen opgenomen op de bij dit besluit gevoegde bijlage; Gelet op artikel 89 §2 van de OCMW-wet;
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 25
BESLUIT: Artikel 1: De jaarrekening over het boekjaar 2008 van het OCMW van Jabbeke wordt definitief vastgesteld op de bedragen vermeld op de keerzijde van dit besluit. Artikel 2: Er wordt kwijting verleend aan de gewestelijk ontvanger over de jaarrekening 2008 van het OCMW van Jabbeke. Artikel 3: Deze beslissing zal samen met de geformuleerde opmerkingen en aanbevelingen worden meegedeeld aan de gemeenteraad, de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en aan de OCMWontvanger; Artikel 4: De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, de gemeenteraad en de OCMW-ontvanger kunnen bij de Vlaamse regering beroep instellen tegen deze beslissing binnen een termijn van dertig dagen ingaande de dag na het versturen van dit besluit (artikel 90 §2 van de OCMW-wet)." BESLUIT: Enig artikel: De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur betreffende de goedkeuring van de jaarrekening 2008 van OCMW Jabbeke.
13 OCMW Jabbeke - jaarrekening 2009 - kennisgeving DEBAT Na toelichting door de voorzitter van het OCMW wordt in rande van het debat door raadslid Luc Puystiens een vraag gesteld rond het spreidingsplan voor de asielzoekers. Heeft dit gevolgen voor Jabbeke? Er gaan maatschappelijk stemmen op om meer te verspreiden naar de rijkere gemeenten. De OCMW-voorzitter antwoordt dat OCMW-Jabbeke voldoet aan de gestelde verwachtingen. Er is voldoende opvanginitiatief. Wat de toekomst brengt moet afgewacht worden. Raadslid Walter Jodts merkt op dat er ondanks het grote aanbod aan thuisdiensten, er al bij al weinig rendement is. Er blijven belangrijke problemen voor een bepaalde doelgroep van bejaarden. Door de voorzitter van het OCMW wordt geantwoord dat de thuiszorg een hele belangrijke kerntaak van het OCMW is. Nieuw is dat vanuit het woonzorgdecreet nu ook werk gemaakt wordt van de voorziening van aanleunwoningen bij rusthuizen. Avondrust heeft een aanvraag gedaan om een dergelijke voorziening te bouwen voor zorgbehoevende bejaarden. BEHANDELING
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 26
De jaarrekening 2009 van OCMW Jabbeke wordt aan de gemeenteraad overgemaakt ter kennisname. De jaarrekening werd door de OCMW raad in zitting van 5 augustus 2010 goedgekeurd. Het geconsolideerde balanstotaal werd vastgesteld op 5.570.345 euro. Het geconsolideerde resultaat van het boekjaar werd afgesloten op -890.535 euro. Door de gemeente Jabbeke werd een bedrag van 956.434 euro aan werkingsbijdrage betaald. BESLUIT: Enig artikel: De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekening, bevattend de balans, de resultatenrekening en de toelichting, zoals goedgekeurd door OCMW Jabbeke in zitting van 5 augustus 2010.
14 Financiën - jaarrekening 2008 - besluit van de gouverneur betreffende de definitieve vaststelling - kennisname DEBAT Raadslid Luc Puystiens benadrukt dat er opnieuw een aantal opmerkingen bij het besluit van de gouverneur werden meegestuurd. Jaarlijks maakt de gouverneur dezelfde opmerking met betrekking tot de openstaande rechten. BEHANDELING In het besluit van de gouverneur van 24 augustus 2010 werd de jaarrekening 2008 van de gemeente Jabbeke definitief vastgesteld. Als bijlage bij het besluit van de gouverneur werden een aantal opmerkingen en aanbevelingen meegestuurd. Door de gouverneur werd gevraagd om dit besluit ter kennis te brengen van de gemeenteraad. BESLUIT: Enig artikel: De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur betreffende de definitieve vaststelling van de jaarrekening 2008 van de gemeente Jabbeke.
15 Financiën – gemeentebelasting op de leegstand en verwaarlozing van gebouwen en woningen - modaliteiten voor de opmaak van de leegstand- en verwaarlozingregisters Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 04 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen en veiligheidsnormen voor kamer en studentenkamers;
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 27
Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Gelet op artikel 1 uit dit decreet dat bepaalt dat elke gemeente een register dient bij te houden van leegstaande gebouwen en woningen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 betreffende het leegstandsregister; Gelet op het feit dat hierdoor de gemeente van 01 januari 2010 verplicht wordt het leegstandsregister op te maken en bij te houden; Gelet op het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en latere wijzigingen; Gelet dat de gemeenteraad in zitting van 8 februari 2010 volgende gemeentebelastingen goedkeurde: A. Gemeentebelasting op de leegstand van gebouwen en woningen B. Gemeentebelasting op verwaarloosde panden en leegstaande of verwaarloosde bedrijfsruimten Overwegende dat hiervoor door de gemeente de nodige modaliteiten moeten worden vastgelegd in een reglement; Overwegende dat dit besluit in werking treedt vanaf 01 januari 2010; GEMEENTELIJK LEEGSTANDSREGISTER VOOR WONINGEN EN/OF GEBOUWEN Artikel 1. – Definities Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Administratie: de gemeentelijke of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak en de opbouw van het leegstandsregister; Agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen; Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009: het Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, met latere wijzigingen. Beveiligde zending: een aangetekende brief, afgifte tegen ontvangstbewijs of een elektronisch aangetekende zending. Decreet: het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Departement: het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 28
Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten zoals vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, opgemaakt en geactualiseerd op grond van de artikelen 2.2.6 tot en met 2.2.9 van het Grond- en Pandendecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, en bestaande uit een inventaris “leegstaande gebouwen” en een inventaris “leegstaande woningen”. Sociale Woonorganisaties: de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, de erkende sociale verhuurkantoren vermeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen. Woning: een goed vermeld in artikel 2 §1, eerste lid, 31° van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande). Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten: a) de volle eigendom, b) het recht van opstal of van erfpacht c) het vruchtgebruik Artikel 2. - Opmaak en actualisering van het leegstandsregister Art. 2.1. De gemeente Jabbeke houdt met ingang van 1 januari 2010 het register bij van leegstaande gebouwen en woningen, bedoeld in artikel 2.2.6 tot en met 2.2.9 van het Grond- en Pandendecreet. Art. 2.2. De gemeente Jabbeke maakt twee afzonderlijke inventarissen : 1. een inventaris “Leegstaande gebouwen” 2. een inventaris “Leegstaande woningen” Beide inventarissen worden ondergebracht in het Leegstandsregister. Art. 2.3. Elke inventaris beschikt over volgende gegevens : 1. het adres van het leegstaande pand 2. de kadastrale gegevens van het leegstaande pand 3. de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigde, vermeld in artikel 1.2, eerste lid, 28°, van het decreet van 27.03.2009 betreffende het Grond- en Pandendecreet 4. het nummer en de datum van het administratieve akte vermeld in artikel 3, °, van het decreet van 27.03.2009 betreffende het Grond- en Pandendecreet 5. de indicaties die aanleiding geven tot de opname 6. eventueel, de feiten die aanleiding geven tot een vrijstelling van de leegstandsheffing overeenkomstig artikel 3.2.21 van het decreet, met de vermelding van de begin- en einddatum van de vrijstelling; 7. eventueel, de datum van de indiening van een beroep overeenkomstig artikel 6, en de datum en de aard van de beslissing in beroep. Art. 2.4. Het leegstandsregister wordt uiterlijk op 31 augustus 2010 digitaal bezorgd aan het agentschap, via de applicatie die het departement daarvoor ter beschikking stelt.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 29
Artikel 3. - Begripsomschrijving van leegstand Art. 3.1. Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarbij geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. Art. 3.2. Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met hetzij a) de woonfunctie b) hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. Art. 3.3. In afwijking van artikel 3.2. en 3.3. wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig artikel 3.2., eerste lid en respectievelijk artikel 3.3. Art. 3.4. Volgende gebouwen en/of woningen kunnen nooit opgenomen worden in het leegstandsregister 1. Een gebouw dat in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een leegstaand gebouw beschouwd. 2. De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als leegstaande gebouwen beschouwd. 3. Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar worden niet opgenomen in het leegstandsregister. Art. 3.5. Een gebouw dat of een woning die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd is als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 30
Artikel 4. - Vaststelling van leegstand Art. 4.1. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in één van de inventarissen aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden Art. 4.2. De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning aan de hand van objectieve indicaties die worden vastgelegd in een reglement dat wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. • de onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang; • het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”; • het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen; • een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten; • de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992; • het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf. • dichtgemaakte raamopeningen (onder meer dichtgeschilderd, dichtgeplakt, dichtgetimmerd, dichtgemetseld,…) • belangrijke glasbreuk, of ernstig vervuild glas- of buitenschrijnwerk • niet afsluitbaar buitenschrijnwerk • zware waterinfiltraties via dak of gevels • ernstige inpandige vernieling of gedeeltelijke sloping • uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus • langdurig neergelaten rolluiken • storende omgevingsaanleg (afwezigheid of ondeugdelijk onderhoud van tuin of omgeving) • melding van langdurige leegstand door postbode, wijkagent, … Wanneer aan één van de hierboven vermelde criteria wordt voldaan, wordt het gebouw of de woning opgenomen in de inventaris. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand Art. 4.3. Als uit één van de drie hiernavolgende criteria niet onmiddellijk leegstand kan worden vastgesteld, voert de administratie één jaar na de eerste vaststelling een tweede controle uit op dit criterium alvorens het gebouw of de woning als leegstaand wordt beschouwd en in de inventaris wordt opgenomen : 1. er zijn volgende uitwendige indicaties van leegstand : affichering te koop/te huur, langdurig neergelaten rolluiken, uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus, langdurig niet of slecht onderhouden omgeving/tuin. 2. Er kan door de ramen of andere openingen vastgesteld worden dat het gebouw of de woning niet of nauwelijks bemeubeld is. 3. Getuigenverklaringen van aangrenzende buren en/of wijkagent geven aan dat het gebouw of de woning niet gebruikt/bewoond wordt. Art. 4.4. Met het oog op de actualisering van het leegstandsregister organiseert elke gemeente minimaal jaarlijks een algemene controle van de gebouwen en de woningen waarvoor een vermoeden van leegstand bestaat. Het geactualiseerde leegstandsregister wordt uiterlijk op 30 april van elk jaar vanaf 2011 digitaal bezorgd aan het agentschap via de applicatie.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 31
Artikel 5. - Kennisgeving en beroepsprocedure Art. 5.1. De gemeente stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing (deze omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvend verslag) tot opname van leegstaande woningen en gebouwen in het leegstandregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstandsheffing in het leegstandsregister worden vermeld. Art. 5.2. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze betekening van het schrijven vermeld onder art. 5.1. kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending getekend. Art. 5.3. Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens 1. de identiteit en het adres van de indiener; 2. de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3. een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. Zolang de indieningtermijn van dertig dagen, vermeld in art. 5.2. , niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken beschouwd wordt. Art. 5.4. Het schepencollege registreert elk inkomend beroepschrift leegstandsregister en meldt de ontvangst ervan aan de indiener van het beroepschrift.
in
het
Het schepencollege toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen : 1. het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van art. 5.3. 2. het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde 3. het beroepschrift is niet ondertekend. Als het schepencollege vast stelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt. Art. 5.5. Het schepencollege onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste ambtenaar. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 32
Art. 5.6. Het schepencollege doet uitspraak over het beroep en betekent deze beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift door de indiener. De uitspraak wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Als het schepencollege het beroep gegrond, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, kennis te geven aan zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststelling geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het leegstandsregister. Art. 5.7. Wanneer de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt of het beroep van de zakelijk gerechtigde is onontvankelijk of ongegrond, dan wordt het gebouw of de woning in het register opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, zijnde de datum van de administratieve akte. Artikel 6. - Schrapping uit het leegstandsregister Art. 6.1. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie. De aanvraag tot schrapping wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens 1. de identiteit en het adres van de indiener; 2. de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3. een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. Als de aanvraag tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij de aanvraag tot schrapping de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. Art. 6.2. Het verzoek tot schrapping wordt als onontvankelijk beschouwd wanneer. • Het verzoek tot schrapping niet ingediend is conform de modaliteiten zoals vermeld in artikel 5.1. van dit besluit. • Het niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde zoals vermeld in artikel 5.1. van dit besluit • Het verzoek tot schrapping niet ondertekend werd Wanneer het schepencollege de onontvankelijkheid vaststelt, wordt dit aan de indiener meegedeeld met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd. Art. 6.3. De administratie onderzoekt de gegrondheid van het ontvankelijke verzoek tot schrapping op basis van stukken die als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek dat uitgevoerd wordt door een door het schepencollege met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste ambtenaar. Wanneer de toegang tot het pand geweigerd of verhinderd wordt voor dit feitenonderzoek, wordt het schappingsverzoek geacht ongegrond te zijn. Art. 6.4.
Het schepencollege onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 33
leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De bepalingen van art. 5.3. zijn voor het onderzoek van toepassing. Criteria ter beoordeling van de redenen tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister : 1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale oppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel. 3.2., eerste lid, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomst de functie, vermeld in artikel. 3.2., eerste lid. 2. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in art. 3.3. De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in art. 3.3. Art. 6.5. Het schepencollege doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent deze beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van twee maanden, ingaand de dag na deze van de betekening van het verzoekschrift. De uitspraak wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Wanneer het verzoek tot schrapping als gegrond wordt beschouwd of het schepencollege laat na de beslissing te nemen binnen de termijn van twee maanden, ingaand na de betekening van het verzoek, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het leegstandsregister op datum van de eerste dag van de aanwending volgens de functie. Dit wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Art. 6.6. Wanneer het verzoek tot schrapping uit het leegstandsregister door de zakelijke gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, dan blijft het gebouw of de woning in het register opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, zijnde de datum van de administratieve akte.. Artikel 7. - Toegankelijkheid en toezicht Art. 7.1. Het leegstandsregister vormt een bestuursdocument overeenkomstig artikel 3, 4°, van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur en is als dusdanig toegankelijk voor het publiek. Artikel 8. - Overgangsbepalingen Art. 8.1. De gegevens opgenomen in de lijst van leegstaande gebouwen en/of woningen, vermeld in artikel 25, § 1, eerste lid van het Decreet van 22/12/1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1966, worden overgedragen naar en opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Dit kan echter niet tot gevolg hebben dat een gebouw of woning vanaf 01/01/2010 als leegstand wordt beschouwd op grond van andere leegstandscriteria dan deze vermeld in dit besluit. Art. 8.2. Volgende panden werden door het agentschap Wonen-Vlaanderen overgedragen naar en opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 34
… Alle vrijstellingen en/of schorsingen verleent door het agentschap Wonen-Vlaanderen vervallen. Het aanvragen van een vrijstelling moet aangevraagd worden bij de eerste leegstandsheffing. GEMEENTELIJK VERWAARLOZINGREGISTER VAN WONINGEN EN/OF GEBOUWEN Artikel 1. – Definities Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Administratie: de gemeentelijke of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak en de opbouw van het leegstandsregister; Agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen; Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen Beveiligde zending: een aangetekende brief, afgifte tegen ontvangstbewijs of een elektronisch aangetekende zending. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten zoals vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Onafgewerkte woning of gebouw: een woning of gebouw waarvan de werken zijn aangevat maar waar de stedenbouwkundige vergunning van is komen te vervallen, overeenkomstig artikel 128 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 18 mei 1999 en latere wijzigingen. Sociale Woonorganisaties: de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, de erkende sociale verhuurkantoren vermeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen. Verwaarlozing: een woning en/of gebouw met uiterlijke zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan bijvoorbeeld buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst, dakgoten of glas enz. Woning: een goed vermeld in artikel 2 §1, eerste lid, 31° van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande). Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten: a) de volle eigendom, b) het recht van opstal of van erfpacht c) het vruchtgebruik Artikel 2. - Opmaak en actualisering van het verwaarlozingregister Art. 2.1.
De gemeente Jabbeke houdt met ingang van 1 januari 2010 het register bij van
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 35
verwaarloosde gebouwen en/of woningen; Art. 2.2. De gemeente Jabbeke maakt twee afzonderlijke inventarissen : 1. een inventaris “verwaarloosde gebouwen en of woningen” 2. een inventaris “onafgewerkte woningen en/of gebouwen” Beide inventarissen worden ondergebracht in het verwaarlozingregister. Een gebouw of woning kan slecht op één van de lijsten van de inventaris ‘verwaarlozing’ tegelijkertijd worden opgenomen. Art. 2.3. Elke inventaris beschikt over volgende gegevens : 1. het adres van het leegstaande pand 2. de kadastrale gegevens van het leegstaande pand 3. de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigde 4. het nummer en de datum van het administratieve akte 5. de indicaties die aanleiding geven tot de opname 6. eventueel, de feiten die aanleiding geven tot een vrijstelling van de leegstandsheffing overeenkomstig artikel 3.2.21 van het decreet, met de vermelding van de begin- en einddatum van de vrijstelling; 7. eventueel, de datum van de indiening van een beroep overeenkomstig artikel 6, en de datum en de aard van de beslissing in beroep. Artikel 3. - Begripsomschrijving van verwaarloosde gebouwen en/of woningen en van onafgewerkte woningen en/of gebouwen Art. 3.1. Een verwaarloosde woning en/of gebouw: een woning en/of gebouw met uiterlijke zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan bijvoorbeeld buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst, dakgoten of glas enz. Art. 3.2. Een onafgewerkte woning of gebouw: een woning of gebouw waarvan de werken zijn aangevat maar waar de stedenbouwkundige vergunning van is komen te vervallen, overeenkomstig artikel 128 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 18 mei 1999 en latere wijzigingen. Artikel 4. - Vaststelling van de verwaarlozing en/ of onafgewerkt woning of gebouw Art. 4.1. Een verwaarloosd of onafgewerkt gebouw of woning wordt opgenomen in één van de inventarissen aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de verwaarlozing en onafgewerktheid staven, gevoegd worden. Art. 4.2. De administratie beoordeelt de verwaarlozing en onafgewerktheid van een gebouw of een woning aan de hand van objectieve indicaties die worden vastgelegd in een reglement dat wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. De verwaarlozing wordt vastgesteld in een verslag op basis van punten, waarbij ieder teken van verval een bepaald aantal punten oplevert. Wanneer bij de eindbeoordeling de puntenscore gelijk is aan 18 of hoger dan 18 dan is er sprake van een verwaarloosd gebouw of woning. Het gebouw of de woning wordt opgenomen in de inventaris. De vermelde termijnen. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 36
de vaststelling van de verwaarlozing of onafgewerktheid. Wanneer werken aan een woning of gebouw zijn aangevat, maar waarvan de stedenbouwkundige vergunning is komen te vervallen, dan is er sprake van een onafgewerkt gebouw of woning. Artikel 5. - Kennisgeving en beroepsprocedure Art. 5.1. De gemeente stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing (deze omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvend verslag) tot opname van verwaarlozingregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstandsheffing in het leegstandsregister worden vermeld. Art. 5.2. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze betekening van het schrijven vermeld in art. 5.1. kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opnamen in het verwaarlozingregister. Het beroep wordt per beveiligde zending getekend. Art. 5.3. Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens 1. de identiteit en het adres van de indiener; 2. de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3. een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. Zolang de indieningstermijn van 30 dagen, vermeld in art 5.2. , niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken beschouwd wordt. Art. 5.4. Het schepencollege registreert elk inkomend beroepschrift in verwaarlozingregister en meldt de ontvangst ervan aan de indiener van het beroepschrift.
het
Het schepencollege toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen : 1. het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van art. 4.4. 2. het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde 3. het beroepschrift is niet ondertekend. Als het schepencollege vast stelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt. Art. 5.5.
Het
schepencollege
onderzoekt de
gegrondheid
van de
ontvankelijke
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 37
beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste ambtenaar. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. Art. 5.6. Het schepencollege doet uitspraak over het beroep en betekent deze beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekending van het beroepschrift door de indiener. De uitspraak wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Als het schepencollege het beroep gegrond, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, kennis te geven aan zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststelling geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het verwaarlozingregister. Art. 5.7. Wanneer de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt of het beroep van de zakelijk gerechtigde is onontvankelijk of ongegrond, dan wordt het gebouw of de woning in het register opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, zijnde de datum van de administratieve akte. Artikel 6. - Schrapping uit het verwaarlozingregister Art. 6.1. Verwaarloosde gebouwen of woningen worden geschrapt na opmaak van een gunstig verslag ter controle. Art. 6.2. De onafgewerkte woningen of gebouwen worden geschrapt uit de verwaarlozinginventaris op datum van de vaststelling door de administratie dat de woningen en/of gebouwen wind- en waterdicht zijn. Art. 6.3. Het controle onderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de zakelijk gerechtigde aan het college van burgemeester en schepenen. Het verzoek tot schrapping wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens 1. de identiteit en het adres van de indiener; 2. de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3. een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij de aanvraag tot schrapping de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. Art. 6.4. Het verzoek tot schrapping wordt als onontvankelijk beschouwd wanneer. • Het verzoek tot schrapping niet ingediend is conform de modaliteiten zoals vermeld in artikel 5.1. van dit besluit.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 38
• Het niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde zoals vermeld in artikel 5.1. van dit besluit • Het verzoek tot schrapping niet ondertekend werd Wanneer het schepencollege de onontvankelijkheid vaststelt, wordt dit aan de indiener meegedeeld met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd. Art. 6.5. Het schepencollege onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingregister en neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. Criteria ter beoordeling van de redenen tot schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister : 1. Woningen en/of gebouwen die voorkomen op de lijst verwaarloosde gebouwen en/of woningen worden geschrapt na opmaak van een gunstig verslag ter controle. 2. De onafgewerkte woningen en/of gebouwen worden geschrapt uit de verwaarlozinginventaris op datum van de vaststelling door de administratie dat de woningen en/of gebouwen wind- en waterdicht zijn. Art. 6.4. Het schepencollege doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent deze beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van twee maanden, ingaand de dag na deze van de betekening van het verzoekschrift. De uitspraak wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Wanneer het verzoek tot schrapping als gegrond wordt beschouwd of het schepencollege laat na de beslissing te nemen binnen de termijn van twee maanden, ingaand na de betekening van het verzoek, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het verwaarlozingregister op datum van de vaststelling door de administratie. Dit wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Art. 6.4. Wanneer het verzoek tot schrapping uit het leegstandsregister door de zakelijke gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, dan blijft het gebouw of de woning in het register opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, zijnde de datum van de administratieve akte.
GEMEENTELIJK REGISTER BEDRIJFSRUIMTEN
VOOR
LEEGSTAANDE
EN
VERWAARLOOSDE
Artikel 1. – Definities Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Gemeentelijke bedrijfsruimte-inventaris: verwaarloosde bedrijfsruimten.
gemeentelijke
inventaris
voor
leegstaande
en
Bedrijfsruimte: Dat is de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 are. Uitgesloten zijn de bedrijfsruimten waarin de woning van de eigenaar een niet afsplitsbaar onderdeel uitmaakt van het bedrijfsgebouw en nog effectief benut wordt als verblijfplaats. Economische activiteit: Dat is iedere industriële, ambachtelijke, handels-, diensten-, landbouw-,
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 39
tuinbouw-, opslag- of administratieve activiteit. Terzake is bepalend welke de laatste hoofdactiviteit is of was of, voor nieuwe bedrijfsruimten, welke de bestemming is of was die aan de gebouwen in de stedenbouwkundige vergunning werd gegeven. Administratie: de gemeentelijke of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak en de opbouw van het register voor leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten. Artikel 2. - Opmaak en actualisering Art. 2.1. De gemeente Jabbeke houdt met ingang van 1 januari 2010 het register bij van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. Verder de gemeentelijk bedrijfsruimte-inventaris genoemd. Art. 2.2. Deze inventaris beschikt over volgende gegevens : 1. het adres van het leegstaande pand 2. de kadastrale gegevens van het leegstaande en/of verwaarloosde pand 3. de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigde 4. het nummer en de datum van het administratieve akte 5. de indicaties die aanleiding geven tot de opname 6. eventueel, de feiten die aanleiding geven tot een vrijstelling van de bedrijfsruimteheffing overeenkomstig artikel 3.2.21 van het decreet, met de vermelding van de begin- en einddatum van de vrijstelling; 7. eventueel, de datum van de indiening van een beroep overeenkomstig artikel 6, en de datum en de aard van de beslissing in beroep. Artikel 3. - Begripsomschrijving van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten Art. 3.1. Een bedrijfsruimte wordt als leegstaand beschouwd en opgenomen op de gemeentelijke lijst vanaf het ogenblik dat meer dan 50 % van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen niet effectief wordt benut. Het gebruik van de ruimte dient rationeel te zijn. Het naast elkaar plaatsen van lege vaten kan bijvoorbeeld niet beschouwd worden als rationeel gebruik. Daarentegen kunnen grote kartonnen dozen met materiaal wel naast elkaar worden gezet in functie van het optimaal gebruik van goederen die in die dozen zijn gestapeld. Art. 3.2. Een bedrijfsruimte wordt als verwaarloosd beschouwd wanneer zij uitgesproken gebreken van algemene of beperkte omvang vertoont aan buitenmuren, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitentimmerwerk, kroonlijst, dakgoten, trappen of liften. Er is sprake van beperkte verwaarlozing als het gebrek betrekking heeft op de helft of minder dan de helft van de oppervlakte, de lengte of breedte, m.a.w. als de verwaarlozing plaatselijk, niet uitgebreid, lokaliseerbaar is. Er is sprake van algemene verwaarlozing als het gebrek zich voordoet over meer dan de helft van de oppervlakte, de lengte of de breedte. Het is slechts verantwoord een dergelijke ruimte op de gemeentelijke lijst op te nemen als de bedrijfsruimte minimaal twee beperkte gebreken of één algemeen gebrek vertoont. Gebreken van welke omvang ook die de stabiliteit of de veiligheid in het gedrang brengen, leiden steeds tot
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 40
opname op de gemeentelijke lijst. Hetzelfde geldt voor bedrijfsruimten die met vochtproblemen kampen. Artikel 4. - Vaststelling van de leegstand en/of verwaarlozing Art. 4.1. Een leegstaand en/of verwaarloosde bedrijfsruimten wordt opgenomen in de inventaris aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand en/of verwaarlozing staven, gevoegd worden Artikel 5. - Kennisgeving en beroepsprocedure Art. 5.1. De gemeente stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing (deze omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvend verslag) tot opname van gemeentelijk bedrijfsruimte-inventaris. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstands- en verwaarlozingsheffing voor bedrijfsruimten worden vermeld. Art. 5.2. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze betekening van het schrijven vermeld in art. 5.1. kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opnamen in de gemeentelijke bedrijfsruimteinventaris. Het beroep wordt per beveiligde zending getekend. Art. 5.3. Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens 1. de identiteit en het adres van de indiener; 2. de aanwijzing van de administratieve akte en van de bedrijfsruimte waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3. een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand en/of verwaarlozing betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. Zolang de indieningtermijn van 30 dagen, vermeld in art 5.2. , niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken beschouwd wordt. Art. 5.4. Het schepencollege registreert elk inkomend beroepschrift in het gemeentelijke bedrijfsruimte-inventaris en meldt de ontvangst ervan aan de indiener van het beroepschrift. Het schepencollege toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen : 1. het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van art. 4.4.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 41
2. het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde 3. het beroepschrift is niet ondertekend. Als het schepencollege vast stelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt. Art. 5.5. Het schepencollege onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een met de opsporing van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten belaste ambtenaar. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. Art. 5.6. Het schepencollege doet uitspraak over het beroep en betekent deze beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekending van het beroepschrift door de indiener. De uitspraak wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Als het schepencollege het beroep gegrond, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, kennis te geven aan zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststelling geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het verwaarlozingregister. Art. 5.7. Wanneer de beslissing tot opname in het gemeentelijke bedrijfsruimte-inventaris niet tijdig betwist wordt of het beroep van de zakelijk gerechtigde is onontvankelijk of ongegrond, dan wordt het gebouw of de woning in het register opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, zijnde de datum van de administratieve akte. Artikel 6. - Schrapping uit de gemeentelijke bedrijfsruimteregister Art. 6.1. Leegstaande en /of verwaarloosde bedrijfsruimten worden geschrapt na opmaak van een gunstig verslag ter controle. Art. 6.2. Het controle onderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de zakelijk gerechtigde aan het college van burgemeester en schepenen. Het verzoek tot schrapping wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens 1. de identiteit en het adres van de indiener; 2. de aanwijzing van de administratieve akte en van de bedrijfsruimte waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3. de vraag voor een controle om aan te tonen dat de leegstand en/o verwaarlozing van de bedrijfsruimte niet meer bestaat. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij de aanvraag tot schrapping de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. Art. 6.3. Het verzoek tot schrapping wordt als onontvankelijk beschouwd wanneer. • Het verzoek tot schrapping niet ingediend is conform de modaliteiten zoals vermeld in artikel
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 42
5.1. van dit besluit. • Het niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde zoals vermeld in artikel 5.1. van dit besluit • Het verzoek tot schrapping niet ondertekend werd Wanneer het schepencollege de onontvankelijkheid vaststelt, wordt dit aan de indiener meegedeeld met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd. Art. 6.4. Het schepencollege onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit de gemeentelijke bedrijfsruimte-inventaris en neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. Criteria ter beoordeling van de redenen tot schrapping van een bedrijfsgebouw uit de gemeentelijke bedrijfsruimteregister: 1. Bedrijfsruimten die voorkomen op de lijst leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten worden geschrapt na opmaak van een gunstig verslag ter controle. Art. 6.5. Het schepencollege doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent deze beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van twee maanden, ingaand de dag na deze van de betekening van het verzoekschrift. De uitspraak wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Wanneer het verzoek tot schrapping als gegrond wordt beschouwd of het schepencollege laat na de beslissing te nemen binnen de termijn van twee maanden, ingaand na de betekening van het verzoek, wordt de bedrijfsruimte geschrapt uit de gemeentelijke bedrijfsruimte-inventaris op datum van de vaststelling door de administratie. Dit wordt aan de indiener van het verzoekschrift per beveiligde zending betekend. Art. 6.6. Wanneer het verzoek tot schrapping uit de gemeentelijke bedrijfsruimteinventaris door de zakelijke gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, dan blijft het gebouw of de woning in het register opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, zijnde de datum van de administratieve akte.
16 Intergemeentelijke samenwerking – nv Efin – bijzondere algemene vergadering – 4 oktober 2010 – kapitaalverhoging De gemeenteraad Gelet op de oprichting van Efin nv op 29 juni 2000; Gelet op de deelname van de gemeente Jabbeke in het kapitaal van Efin nv voor een bedrag van 7 750 100 euro, vertegenwoordigd door 77 501 aandelen; Gelet op het feit dat Efin nv participaties heeft in SPE/Luminus (energieverkoop), SPE (elektriciteitsproductie), Aspiravi (hernieuwbare energie), Elia en Fluxys (transport van respectievelijk elektriciteit en aardgas); Gelet op de betrouwbare dividendenstroom die de gemeenten via Efin nv ontvangen, met name 10,9 miljoen euro over de voorbije tien jaar; Gelet op het feit dat de waarde van de Efin-aandelen in het bezit van de gemeente in tien jaar verdubbeld is;
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 43
Overwegende dat een goede dividendenuitkering van cruciaal belang is voor de gemeentelijke financiën en dat participaties in de energiesector van oudsher zeer rendabel zijn; Overwegende dat een totale kapitaalsverhoging van 35 miljoen euro voorzien is op 4 oktober 2010; Overwegende dat de kapitaalsverhoging een dubbel doel heeft - enerzijds de aanzuivering van de historische schuld in rekening-courant van Efin nv tegenover Infrax West die ontstaan is tengevolge de overname in 2005 door Efin nv van de aandelen in de productie (SPE) van Infrax West - anderzijds de financiering van verdere investeringen in de tak van de hernieuwbare energie via Aspiravi; Overwegende dat het aandeel van de gemeente Jabbeke in de kapitaalsverhoging 810 600 euro, te vermeerderen met een uitgiftepremie van 972 700 euro, bedraagt, is in totaal 1 783 300; Overwegende dat de gemeente Jabbeke voor de kapitaalsverhoging geen financiële middelen op haar begroting moet voorzien; dat immers de Algemene Vergadering van Infrax West op 1 juni 2010 bij de goedkeuring van de winstverdeling over het boeljaar 2009 een uitzonderlijke toekenning van reserves gedaan heeft, 29 474 044,90 euro voor elektriciteit en 5 000 000 euro voor aardgas; Overwegende dat naast de kapitaalsverhoging ook een overdracht van de Efin-aandelen van Infrax West aan de gemeenten moet gebeuren; Overwegende dat die overdracht van aandelen noodzakelijk is door de strenge Vlaamse regelgeving in verband met de energiemarkt; dat die regelgeving immers elke rechtstreekse of onrechtstreekse participatie in een leverancier of producent verbiedt; Overwegende dat de aandelenoverdracht gebeurt pro rata het aandeelhoudersschap in Efin nv (op enkele honderdsten van een procent na); Overwegende dat dit voor de gemeente Jabbeke neerkomt op een overname van 262 Efinaandelen van Infrax West tegen de intrinsieke waarde van 220 euro per aandeel of een totaal bedrag van 57 640 euro; Overwegende dat ook daarvoor geen financiële middelen door de gemeente Jabbeke moeten voorzien worden; BESLUIT: Artikel 1: De gemeente Jabbeke wenst deel te nemen aan de kapitaalsverhoging van 810 600 euro, vermeerderd met de uitgiftepremie van 972 700 euro, in totaal 1 783 300 euro. Artikel 2: De gemeente Jabbeke heeft in het begin van deze legislatuur mevrouw Hilde Despiegelaere aangeduid als vertegenwoordiger voor de Algemene Vergaderingen van Efin nv en de heer Geert Deprée als plaatsvervanger. Efin nv zal hen persoonlijk uitnodigen.
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 44
Artikel 3: De gemeente Jabbeke wenst 262 Efin-aandelen over te nemen van Infrax West tegen de prijs van 220 euro per aandeel of 57 640 euro in totaal. Artikel 4: Het College van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing Artikel 5: Een afschrijft van deze beslissing zal bezorgd worden aan de toezichthoudende overheid, met name de Regeringscommissaris bij de Vlaamse regering, Agentschap Binnenlands Bestuur, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel en aan het secretariaat van Efin nv, Noordlaan 9, 8820 Torhout. De provinciegouverneur wordt van het besluit op de hoogte gebracht via de overzichtslijst van raadsbesluiten.
MONDELINGE VRAGEN - Raadslid Reinhart Madoc vraagt wanneer het eindrapport van de secretaris in verband met de financieel beheerder aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Toen de financieel beheerder geschorst werd, werd mevr. Greta Baert aangeduid als waarnemend financieel beheerder. De termijn van deze aanstelling is al verstreken. Hoe moet dit nu verder? Door de voorzitter wordt geantwoord dat het rapport in een eerstvolgende gemeenteraad zal voorgelegd worden. Door de gemeentesecretaris wordt toegelicht dat mevr. Baert inderdaad niet voldoet aan het diplomavereiste voor een langdurige aanstelling als plaatsvervangend financieel beheerder. Er is onder het gemeentepersoneel niemand die meer ervaring en kennis heeft over deze materie. - Raadslid Walter Jodts vermeldt een klacht in verband met de kwaliteit en het onderhoud van de voetbalvelden in Varsenare. Er zouden reeds verschillende spelers gekwetst zijn door de oneffen ondergrond. Het is te laat om nu een deftige grasmat te creëren. De vraag wordt gesteld om in de toekomst het veld beter te maken. Ook de verlichting, waarvan de uitbreiding en aanpassing in het verleden werd goedgekeurd, lijkt nog niet te zijn aangepast. Er zou dringend hiervan werk moeten gemaakt worden. Door de voorzitter wordt geantwoord dat de verlichting besteld is. De vraag kan gesteld worden wat de gemeente moet voorzien en wat de inbreng van de vereniging in deze moet zijn. Het jaarlijks onderhoud van de velden beloopt ongeveer 20000 euro. Het kan niet de taak van de gemeente zijn om het allerfijnste grasonderhoud te doen. Er is zeker geen verwaarlozing vanuit de gemeente. Schepen Daniël Vanhessche vult nog aan dat Jabbeke ook de nutsvoorzieningen ten laste neemt, hetgeen de laatste jaren flink is toegenomen. Raadslid Paul Vanden Bussche kan beamen dat verenigingen inderdaad al te gemakkelijk pogen af te schuiven op de gemeente. Er kan inderdaad gevraagd worden aan een grote voetbalvereniging zoals Varsenare om ook een inspanning te doen in het onderhoud en de uitrusting van de velden. Het raadslid herhaalt zijn voorstel dat met het oog op responsabilisering de verenigingen 10% zou moeten bijdragen in de kosten van energie, al of
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 45
niet gecombineerd met een aanpassing van de jaarlijkse dotatie. Raadslid Georges Lievens verwijst in dit debat ook naar het gegeven dat voetbalploegen een eigen beleid voeren met het aantrekken van spelers en ploegen van buiten de gemeente, waarbij gemeentebestuur Jabbeke opdraait voor de kosten. Het is in ieder geval onredelijk te stellen dat de gemeente niets zou doen voor de voetbal in Varsenare. De voetbalvereniging laat ook te weinig tijd voor het herstellen van de grasmat na het her inzaaien. Ook raadslid Geert Deprée verwijst naar de noodzakelijke medewerking van de vereniging bij het onderhoud van de voetbalvelden. In de kern Zerkegem wordt daar in belangrijke mate aan meegewerkt.
Gedurende deze raadszitting werden geen verdere bezwaren ingebracht tegen de redactie van de ter tafel liggende notulen van de zitting van 5 juli 2010. De volgende gemeenteraadszitting wordt gepland op maandag 11 oktober 2010. De vergadering wordt beëindigd om 21u35. De secretaris G. Acke
De voorzitter H. Bogaert
Ontwerp notulen gemeenteraad 13 september 2010 - 46