TIJDSCHRIFT “MET ZORG” Thema: Omgaan met verlies/onmacht jaargang 7 – nummer 3 – september 2001 INHOUDSTAFEL Editoriaal R. Stockman Leven in tijden van godsverduistering M. Eyskens Een wereld van onvrede A. Luysterman Onrust en depressie L. DebroeyFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Remedies voor de depressieve maatschappij G. Danneels Angst en vrees in het geestelijk leven H. Arts De tijd van het geduld L. Vander Kerken Leven tussen vasthouden en loslaten M. Gilissen Onmachtservaringen in de zorgverlening V. Ferrant Het aanvaardingsproces van een leven met een handicap B. Wuyts Omgaan met ouderdom L. Missinne Van beklemming tot diepe vreugde P. de BaetsFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Omgaan met de naderende dood P. Bruggeman
EDITORIAAL Laat niets ons verontrusten Op het kantoor van een directeur van een van onze instellingen hangt een tekst van Teresa van Avila. Teresa was een karmelietes die leefde in de 16de eeuw in Spanje en die samen met Johannes van het Kruis de karmelietenorde hervormde. Omwille van haar geschriften werd zij uitgeroepen tot kerklerares. Wat heeft deze vrouw van meer dan 400 jaar geleden te zeggen aan onze directeur? Het is met een korte tekst dat ze iets heel fundamenteels aanbrengt. De meeste teksten die gaan over essentiële zaken zijn trouwens kort en eenvoudig. “Laat niets je verontrusten, niets je afschrikken; alles gaat voorbij. Alleen God verandert niet. Met geduld verkrijg je alles. Wie God bezit heeft niets te kort. God alleen is genoeg.” In het Spaans klinkt het laatste zinnetje nog sterker. “Solo Dios basta.” Dit is de boodschap van die sterke vrouw: sterk in geloof, sterk in organiseren, durvend en ondernemend, om het in termen van vandaag uit te drukken. “Solo Dios basta”. Er zijn zovele zaken die ons afschrikken, verontrusten. Is het niet in het heden, dan is het voor de dag van morgen. Sommigen blijven maar kankeren om de verspeelde kansen van gisteren. Wanneer het leven op zichzelf is gericht, dan wordt de verantwoordelijkheid zeer zwaar en wordt iedere kans op mislukken een echte dreiging. Want wij hebben het volle gewicht van ons leven met zijn slagen en falen volledig zelf te dragen. Wanneer daarbij alles naar deze kant van het leven wordt getrokken vanuit de overtuiging dat aan de overkant slechts een grote leegte, een niets heerst, dan wordt de mogelijkheid op mislukking nog dreigender. Eigenlijk wordt het leven beheerst door dreiging, door vrees, door angst. Het fatum loert voortdurend om de hoek. Wat een verademing is het dan mensen te mogen ontmoeten die in zich geen angst meedragen. Hun leven kent nochtans ook mislukking, het lijden is bij hen even sterk aanwezig en hun carrière is even zeker of onzeker als bij anderen. Er zijn er zelfs die ogenschijnlijk hard getroffen worden, uitzichtloos lijden moeten doorstaan, maar toch een rust uitstralen omdat ze blijkbaar het gewicht van hun leven ergens anders dan bij zichzelf hebben gelegd. Ze laten zich niet verontrusten door tegenslag of afschrikken door pijn, lijden en dood. Ze beseffen inderdaad dat alles voorbijgaat, alles wat we zien, wat we maken, waar we zoveel belang aan hechten. Ze hebben begrepen dat de wereld ook zonder hen zal voortdraaien en dat ze heel vlug zullen zijn vergeten. Zij die van een standbeeld dromen moeten weten dat het geliefkoosde plaatsen zijn voor honden en duiven, en zij die een straat naar zich willen noemen, mogen beseffen dat er heel vlug uitleg zal moeten worden bijgevoegd wil men nog een herinnering aan hun naam overhouden. Ja, alles gaat voorbij, zelfs eer en roem. Wie daarop alleen heeft gebouwd komt bedrogen uit. Teresa geeft de sleutel van het echte geluk, het geluk als resultaat van een levensfilosofie, waarbij men bewust het gewicht van de eigen schouders wegtilt en zich gedragen mag weten door iemand die ons vanaf onze oorsprong in zijn handpalm draagt. Hij is diegene die niet verandert, die ons blijft dragen ook wanneer we in de diepste ravijn zijn gevallen, ook wanneer we ons leven volledig uit handen moeten geven. Mensen die deze sleutel bezitten, beseffen dat ze in God nooit iets tekort zullen hebben. Het zijn figuren als Etty Hillesum die in het concentratiekamp kunnen zeggen: “Alles kunnen ze me afnemen, zelfs mijn leven. Alleen mijn God kunnen ze mij nooit afnemen”. “Solo Dios basta”. Nu begrijp ik beter waarom onze directeur deze tekst een ereplaats had gegeven in zijn kantoor. Het is ook een directeur die zich meer maatschappelijk werker noemt dan directeur, die bereikbaar is voor iedereen en moet of mag ervaren dat dit gauw geweten is. Hij heeft ondertussen geleerd en hij leert het ook aan anderen dat hij niet onmiddellijk antwoorden en oplossingen kan aanbieden, maar dat men met geduld alles verkrijgt. Zou het niet kunnen dat we vandaag meer dan ooit nood hebben aan een dergelijke levensfilosofie? Br. dr. René Stockman
LEVEN IN TIJDEN VAN GODSVERDUISTERING M. Eyskens Voor de mens van de 21ste eeuw is de aarde een plat vlak geworden. Omhoog kijken hoeft niet meer. Een veroverbare horizon strekt zich voor hem uit. Hij leeft van de ene ervaring naar de andere, tijdens een dolle loopbaanrit die hem berooft van tijd en opzadelt met een obsederende mentale prikklok. Het rationalisme en mechanisme bieden een koud en abstract wereldbeeld, waaraan een 'supplément d'âme' ontbreekt.
EEN WERELD VAN ONVREDE A. Luysterman We leven in een wereld die uiterst ingewikkeld is. We zullen voor steeds meer en moeilijker vragen en problemen staan, waarvoor geen eenvoudige oplossingen zijn. Wij voelen dat we min of meer dol draaien, maar weten niet hoe onszelf te corrigeren. En toch, onze samenleving heeft grote nood aan verbeelding, creativiteit, communicatie, solidariteit, verantwoordelijkheidszin en vriendschap.
ONRUST EN DEPRESSIE L. Debroey Er zijn gelukkig in deze wereld nog veel goede mensen die goede dingen doen. Er zijn mensen die warmte en geborgenheid uitstralen, die er zijn voor elkaar in talloze kleine gebaren en attenties. Ze hebben geen ‘nieuwswaarde’ voor de media, maar ze maken het leven achter de camera’s leefbaar. Misschien lijkt dit een vreemde inleiding op een artikel over depressie. Maar als er tussen de mensen die we onderweg ontmoeten depressieve mensen zijn die zich niet geborgen voelen in deze wereld, kan inzicht in en begrip voor hun voelen en denken, het leven ook voor hen leefbaar maken.
REMEDIES VOOR DE DEPRESSIEVE MAATSCHAPPIJ G. Danneels De hoop is de hartspier van de mens en van de samenleving. Als die geraakt wordt, is er een hartstilstand en die is dodelijk. Schoonheid is de zuster van de hoop en het antidotum voor de toxines van onze tijd.
ANGST EN VREES IN HET GEESTELIJK LEVEN H. Arts In het eerste deel van dit artikel willen wij aantonen in hoeverre vrees een natuurlijk bestanddeel is van elk gezond menselijk leven. In een tweede deel onderzoeken wij dan waarom de Heer ons anderzijds toch met aandrang op het hart drukt: ‘Vrees niet!’ Bepaalde heidense tendensen verhevigen inderdaad op artificiële wijze onze natuurlijke angst. Heel speciaal is dit het geval in onze moderne cultuur. Denk aan de angst voor overbevolking, ecologische destructie, atoomoorlog, ziekten als kanker of aan ouderdom, eenzaamheid, mislukking in carrière of huwelijk en bovenal aan de dood. Allemaal angstobjecten die weliswaar reëel zijn, maar die in de hedendaagse mens op systematische wijze worden aangewakkerd door de massamedia en de tijdgeest. Onze beschaving wordt het tijdperk van de angst genoemd. Het steeds frequentere gebruik van tranquillizers, slaapmiddelen en relaxatietechnieken vormt hiervan een sprekend bewijs. In een derde deel willen wij ten slotte de christelijke en heidense vormen van vrees tegen elkaar afwegen. Er bestaat inderdaad een ‘vreze Gods’, die een positieve rol te spelen heeft in elk geestelijk leven, maar ook een ongelovige en destructieve vorm van angst, waarop Christus’ waarschuwende woord doelt: `Vrees niet!’
DE TIJD VAN HET GEDULD †
L. Vander Kerken
Wie zijn geduld verliest, wordt ongeduldig. Hij is weldra zelfs niet meer bestand tegen de geringste moeilijkheden die het leven van elke dag meebrengt. De ongeduldige mist elk meesterschap over zichzelf en geraakt gauw in een soms luidruchtige verwarring.
LEVEN TUSSEN VASTHOUDEN EN LOSLATEN M. Gilissen De levensloop van een mens kent niet alleen de weg van de geleidelijkheid, maar ook plotse stroomversnellingen. Hij is afwisselend gekleurd door een rustige vooruitgang en door intensieve overgangen. Mensen moeten regelmatig afscheid nemen van situaties waaraan ze zich sterk gebonden hadden. Zij moeten overgangen maken en zich aanpassen aan veranderingen die zich aandienen. Daardoor kan men uit evenwicht raken en zal men herstelwerk moeten verrichten.
ONMACHTSERVARINGEN IN DE ZORGVERLENING V. Ferrant Dat vele verpleegkundigen in een crisisperiode verkeren hoeft geen betoog. Dikwijls wordt hun crisis gekenmerkt door een onmachtservaring. Zij kunnen daar moeilijk mee om, dreigen verloren te lopen of klappen dicht.
HET AANVAARDINGSPROCES VAN EEN LEVEN MET EEN HANDICAP B. Wuyts Een handicap kan een deel van het leven van mensen worden, en dit omstreeks de geboorte, na enkele jaren, na een ziekte of na een ongeval. Na de eerste emotionele schok, de pijn en de verslagenheid volgen meestal de ontkenning en de eindeloze reeks vragen. Stemmingen van neerslachtigheid, zelfbeklag en strijdlust wisselen elkaar af.
OMGAAN MET OUDERDOM L. Missinne De ouderdom kan een start zijn om nieuwe aspecten en mogelijkheden van het leven te ontdekken en te beleven. Al takelt ons lichaam af, spiritueel kunnen we blijven groeien tot onze laatste dag. De fysieke beperkingen wegens de hoge leeftijd kunnen ons zelfs helpen om ons aanvoelen van echte waarden te verfijnen. Waarden als schoonheid en goedheid, dienstbaarheid, liefde en godsverbondenheid.
VAN BEKLEMMING TOT DIEPE VREUGDE P. de Baets Het lijden en de dood van mijn kind hebben mij fundamenteel veranderd. Stilaan begon ik ziekte, lijden en dood in een ander perspectief te plaatsen ...
OMGAAN MET DE NADERENDE DOOD P. Bruggeman ‘Ik heb erin berust’, zei ze. Ze was nog jong, 7 jaar getrouwd, twee jonge kinderen en een ongeneeslijke leveraandoening. Wat gaat er niet aan vooraf, eer iemand ertoe komt dit op een bepaald moment te kunnen zeggen? En wat vraagt het niet van haar om die berusting te bestendigen?