Ongevalscijfers
Samenvatting De ernst van het probleem bij vallen van ouderen blijkt uit het grote aantal doden, ziekenhuisopnamen, Spoedeisende hulpbehandelingen (SEH) en de hoge directe medische kosten. Valongevallen zijn de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. Het aantal ziekenhuisopnamen en SEHbehandelingen na een val is in 2013 voor het eerst in jaren gedaald. Het aantal dodelijke valongevallen is echter gestegen. In de periode 2008-2013 was sprake van een significante stijging van 48%.
De daling van het aantal SEH-behandelingen na een val is niet te zien bij ernstige letsels. Het aantal hersenletsels na een val blijft stijgen en het aantal heupfracturen lijkt zich te stabiliseren. De komende jaren vergrijst Nederland verder. Een prognose tot 2030, gebaseerd op leeftijd- en geslachts-specifieke incidenties van 2013, laat zien dat: - het aantal doden zal stijgen tot 4.700; - er jaarlijks 63.000 65-plussers worden opgenomen in het ziekenhuis, en - jaarlijks 130.000 65-plussers de SEH-afdeling bezoeken na een valongeval.
Valongevallen bij 65-plussers
Doden
Aantal
Prognose 2030*
2.645
4.700
Ziekenhuisopnamen
40.000
63.000
SEH-behandelingen
80.000
130.000
Directe medische kosten SEH-behandeling en/of ziekenhuisopname (miljoen €) 780 1.300 *In deze prognose is alleen rekening gehouden met de veranderende bevolkingsopbouw. Aanname in deze prognose is dat de specifieke leeftijd- en geslachtincidentie van ongevallen gelijk blijft aan het niveau van 2013 en dat kosten van zorg gelijk zijn aan de kosten in 2013 Bron: Doodsoorzakenstatistiek 1998-2013, Centraal Bureau voor de Statistiek Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 1998-2013, Dutch Hospital Data; Letsel Informatie Systeem 1998-2013, VeiligheidNL; Letsellastmodel 2013, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum; Bevolkingsstatistiek 2011-2031, Centraal Bureau voor de Statistiek
Overledenen In 2013 zijn er 2.645 personen van 65 jaar of ouder overleden als gevolg van een valongeval. Dit komt neer op 92 doden per 100.000 inwoners. Het aantal doden als gevolg van valongevallen bij 65plussers is in de periode 2008-2013 significant gestegen met 48% (zie figuur 1). Een deel hiervan is
te verklaren door de vergrijzing. Als de trend wordt gecorrigeerd voor veranderingen in de bevolkingsopbouw, is de toename minder groot. Gebaseerd op de bevolkingsprognose en de aanname dat tot 2030 de leeftijdsgroep- en geslachtsspecifieke incidenties gelijk blijven aan die van 2013, is de verwachting dat het aantal ouderen dat overlijdt door een valongeval in 2030 is gestegen tot 4.700 (zie figuur 2).
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Figuur 1
Trend in aantal overleden 65-plussers door valongevallen
3.000 Val 65-plus
Lineaire trend
2.500 2.000 1.500 1.000 500
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Doodsoorzakenstatistiek 1998-2013, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek 1996-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek
Figuur 2
Prognose aantal dodelijke valongevallen bij 65-plussers
5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Bron: Doodsoorzakenstatistiek 1998-2013, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek 1998-2031, Centraal Bureau voor de Statistiek
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Wie liepen letsel op? Het aantal doden als gevolg van een valongeval nam snel toe met de leeftijd. Ruim 60% van de slachtoffers was 85 jaar of ouder (63%, 1.675). Onder de dodelijke slachtoffers waren meer vrouwen (63%, 1.605) dan mannen (37%, 1.040). Voor alle leeftijdsgroepen gold dat mannen meer risico liepen op een dodelijk valongeval dan vrouwen (zie figuur 3).
een hoogte gevallen (16%, 419), bijvoorbeeld van een stoel of de trap.
Figuur 3
Wat was de aard van het letsel?
Waar heeft het ongeval plaatsgevonden? Voor zover bekend vond een derde van de ongevallen plaats in of om een woonhuis (31%, 807). Drie van de tien dodelijke valongevallen heeft plaatsgevonden in een bejaardenoord/tehuis of verpleeghuis (29%, 770).
Doden per 100.000 inwoners na een valongeval bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht
1.200
Man
1.000
Bijna de helft van de slachtoffers is overleden aan de gevolgen van een heupfractuur door het valongeval (46%, 1.205). Ruim een vijfde van de slachtoffers overleed als gevolg van traumatisch hersenletsel (21%, 569; zie figuur 4).
Vrouw
800 600
Figuur 4
400
Dodelijke valongevallen bij 65plussers, naar type letsel
200 90+ jaar
85-89 jaar
80-84 jaar
75-79 jaar
70-74 jaar
65-69 jaar
0 overig letsel 33%
heupfractuur 46%
Bron: Doodsoorzakenstatistiek 2013, Centraal Bureau voor de Statistiek; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek hersenletsel 21%
Hoe is het letsel ontstaan? Van veruit de meeste valongevallen was niet precies bekend hoe de val heeft plaatsgevonden. Wel is bekend dat ongeveer één op de vijf slachtoffers op gelijk niveau was gevallen (22%, 595), bijvoorbeeld door te struikelen. Eén op de zes slachtoffers was van
Figuur 5
Bron: Doodsoorzakenstatistiek 2013, Centraal Bureau voor de Statistiek
Jaarlijks aantal dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar belangrijkste letsels
1.400
heupfractuur
hersenletsel
1.200 1.000 800 600 400 200
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Doodsoorzakenstatistiek 1998-2013, Centraal Bureau voor de Statistiek
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
In figuur 5 is te zien dat het aantal 65-plussers, dat is overleden door een heupfractuur, nog nooit zo hoog is geweest als in 2013. Het aantal doden door hersenletsel veroorzaakt door een valongeval, is in de loop der jaren gestaag gestegen. Vanaf 2010 is er sprake van een sterke stijging. Met name de sterke toename in het aantal doden door hersenletsel als gevolg van een valongeval, is schrikbarend. In 2000 overleden er 160 65-plussers aan hersenletsel door een valongeval. In 2013 waren dit er 3,5 keer zoveel, namelijk 569. De stijgende trend lijkt het laatste jaar echter niet door te zetten. De gegevens in deze figuur zijn niet gecorrigeerd voor de veranderde bevolkingsopbouw.
Met name in de leeftijd van 80 jaar en ouder gaat een valincident steeds vaker met een ernstig hersenletsel gepaard. Hierbij treden vaker bloedingen in of rond de hersenen op. Bloedingsgevaar door gebruik van antistolling en multimorbiditeit zijn mogelijke verklaringen voor toenemende sterfte bij het oplopen van een hersenletsel als gevolg van een valongeval bij ouderen van 80 jaar en ouder1.
1 Factsheet Valongevallen en hersenletsel 65+, VeiligheidNL, 2014
Bron: Doodsoorzakenstatistiek 2013; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek
Het aantal ziekenhuisopnamen als gevolg van valongevallen bij 65-plussers is voor het eerst in 15 jaar gedaald (zie figuur 6).
Ziekenhuisopnamen
VeiligheidNL heeft een prognose gemaakt van het aantal ziekenhuisopnamen door valongevallen bij 65plussers tot en met 2030. Deze prognose is gebaseerd op de bevolkingsprognose en de aanname dat de leeftijd- en geslachtsspecifieke incidenties gelijk blijven aan die van 2013. Op basis van deze gegevens is de prognose dat het aantal ziekenhuisopnamen als gevolg van een valongeval bij 65-plussers in 2030 is gestegen tot maar liefst 63.000 (zie figuur 7).
Omvang van de problematiek In 2013 zijn er 40.000 65-plussers opgenomen in het ziekenhuis na een valongeval. Dit komt neer op 1.400 ziekenhuisopnamen per 100.000 inwoners, ofwel 1 op 71. Een valongeval was de belangrijkste oorzaak van letsel bij 65-plussers: 9 op de 10 privé-ongevallen, waarna een ziekenhuisopname volgde, was een valongeval (90%). Figuur 6
Jaarlijks aantal ziekenhuisopnamen bij 65-plussers door valongevallen
50.000 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 1989-2013, Dutch Hospital Data
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Figuur 7
Prognose aantal ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers (bij gelijkblijvende incidentie)
70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000
2030
2029
2028
2027
2026
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 1998-2013, Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek 1998-2031, Centraal Bureau voor de Statistiek
Wie werden opgenomen? Zeven van de tien opgenomen slachtoffers was vrouw (70%, 28.000). In alle leeftijdsgroepen liepen vrouwen een hoger risico dan mannen. 6 op de 10 opgenomen slachtoffers was 80 jaar of ouder. Het risico op een valongeval met ziekenhuisopname tot gevolg nam sterk toe met de leeftijd (figuur 8). Het risico voor een oudere in Nederland op een val met een ziekenhuisopname tot gevolg was voor iemand van 90 jaar of ouder meer dan 10 maal zo groot als voor een 65- tot en met 69- jarige. Te weten 1 op 17 voor iemand van 90 jaar of ouder en 1 op 190 voor iemand van 65 tot en met 69 jaar oud. Ziekenhuisopnamen per 100.000 inwoners na een valongeval bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht
Waar heeft het ongeval plaatsgevonden? De locatie van het ongeval was bij ongeveer 3 op de 10 ongevallen onbekend (29%). Voor zover bekend vond de helft van de ongevallen plaats in of om een woonhuis (51%, 21.000). 1 op de 12 ongevallen heeft plaatsgevonden in een instelling waar personen verblijven (4.300). Zes procent vond plaats op straat of andere openbare weg (2.400). Wat was de aard van het letsel? Het meest voorkomende type letsel na een valongeval dat heeft geleid tot een ziekenhuisopname, was een fractuur (66%, 27.000). Een derde van de slachtoffers werd opgenomen in verband met een heupfractuur (33%, 13.000). Negen procent van de slachtoffers had schedel-/hersenletsel (3.600; zie figuur 9).
90 jaar en ouder
Vrouw
85-89 jaar
70-74 jaar
65-69 jaar
Man
80-84 jaar
7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
75-79 jaar
Figuur 8
Hoe is het letsel ontstaan? Van veel valongevallen was niet bekend hoe de val heeft plaatsgevonden. Wel is bekend dat een kwart van de slachtoffers was uitgegleden of gestruikeld (25%, 10.000). Acht procent was van een vaste trap of stoep gevallen (3.100) en 7% was uit stoel of bed gevallen (2.700).
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Figuur 9
Ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers, naar type letsel hersenletsel 9% overig letsel 59%
heup fractuur 33%
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, Dutch Hospital Data
Figuur 10
Andere veelvoorkomende letsels waren fracturen van bovenarm (5%, 1.900), bekken (4%, 1.600) of pols (4%, 1.600). Mannen liepen relatief vaak hersenletsel op. Eén op de acht mannen is opgenomen na een val vanwege hersenletsel (13%) terwijl dit voor één op de veertien vrouwen de reden van de opname was (7%). Letsels aan heup, been of voet daarentegen kwamen vaker bij vrouwen voor (50%) dan bij mannen (41%), zie figuur 10. Het aandeel slachtoffers dat is opgenomen met een heupfractuur neemt toe met de leeftijd (18% van de opgenomen slachtoffers van 65-69 jaar had een heupfractuur tot ruim 40% van de slachtoffers van 85 jaar en ouder). Voor hersenletsel is de relatie met leeftijd minder duidelijk.
Ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers, naar getroffen lichaamsdeel en geslacht
Vrouw
Man HOOFDLETSEL 20% hersenletsel 13%
ROMP 14%
ARMEN 8%
BENEN 41% heupfractuur 29%
OVERIG 18%
HOOFDLETSEL 11% hersenletsel 7%
ROMP 11%
ARMEN 16%
BENEN 50% heupfractuur 34%
OVERIG 12%
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, VeiligheidNL
In figuur 11 is te zien dat het aantal 65-plussers, dat is opgenomen in het ziekenhuis als gevolg van een heupfractuur door een valongeval, lange tijd stabiel is geweest. Nadat er sprake leek te zijn van een stijging vanaf 2007, is er de laatste jaren weer sprake van een daling. Onderzoek heeft nog niet geleid tot een eenduidige verklaring voor deze daling2 Het aantal ouderen dat is opgenomen met hersenletsel als gevolg van een valongeval is met name vanaf 2006 sterk gestegen. Van 2.100 in 2006 naar 4.400 in 2011. Dat is ruim een verdubbeling. In de laatste twee jaar is het aantal opnamen met
hersenletsel als gevolg van een valongeval weer gedaald, naar 3.600 ziekenhuisopnamen. De daling is zowel te zien bij lichte als bij ernstige hersenletsels. Overigens gaat de daling in het aantal opnamen vanwege een heupfractuur of hersenletsel gepaard met een stijging van het aantal letsels dat als ‘overig’ is gecodeerd (van 2.700 in 2006 tot 5.600 in 2013). Dit kan een aanwijzing zijn dat er sprake is van een verandering in registratie in de ziekenhuizen. De gegevens in deze figuur zijn niet gecorrigeerd voor de veranderde bevolkingsopbouw. 2 Gunstige ontwikkeling heupfracturen bij ouderen, VeiligheidNL, december 2012 Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Figuur 11
Jaarlijks aantal ziekenhuisopnamen na valongevallen bij 65-plussers, naar heupfracturen en hersenletsels
18.000 hersenletsel
16.000
heupfractuur
letsel 'overig'
14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 1998-2013, Dutch Hospital Data Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek
ongevallen, waarna een SEH-behandeling volgde, was een valongeval (84%). Het aantal SEH-behandelingen als gevolg van valongevallen bij 65-plussers is in 2013 gedaald ten opzichte van de jaren ervoor (zie figuur 12).
Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH)
VeiligheidNL heeft een prognose gemaakt van het aantal valongevallen bij 65-plussers tot en met 2030. Deze prognose is gebaseerd op de bevolkingsprognose en de aanname dat de leeftijd- en geslachtsspecifieke incidenties gelijk blijven aan die van 2013. Op basis van deze gegevens is de prognose dat er in 2030 maar liefst 130.000 65plussers op de SEH-afdeling worden behandeld na een valongeval (zie figuur 13).
Omvang van de problematiek In 2013 zijn er 80.000 65-plussers na een valongeval behandeld op de SEH-afdeling van een ziekenhuis. Dit komt neer op 2.800 SEH-behandelingen per 100.000 inwoners, ofwel 1 op 36. Per dag werden er 220 ouderen behandeld na een valongeval. Een valongeval was de belangrijkste oorzaak van letsel bij 65-plussers: ruim 4 op de 5 van alle privéFiguur 12
Jaarlijks aantal SEH-behandelingen bij 65-plussers door valongevallen
90.000 aantal SEH-behandelingen
80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Letsel Informatie Systeem 1988-2013, VeiligheidNL Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Figuur 13
Prognose aantal SEH-behandelingen na valongevallen bij 65-plussers (bij gelijkblijvende incidentie)
140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000
2030
2029
2028
2027
2026
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Letsel Informatie Systeem 1998-2013, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek 1998-2031, Centraal Bureau voor de Statistiek
Wie liepen letsel op? Net als bij de ziekenhuisopnamen was zeven van de tien ouderen, die op de SEH-afdeling behandeld werd na een valongeval, vrouw (58.000, 72%). Het risico om door een valongeval op een SEH-afdeling terecht te komen, was voor vrouwen 1 op 27, voor mannen 1 op 57. Net als bij de ziekenhuisopnamen geldt hier ook dat in alle leeftijdsgroepen vrouwen meer risico liepen dan mannen. Het risico op letsel door een val nam toe met het stijgen van de leeftijd (zie figuur 14). Voor ouderen van 65 tot en met 69 jaar was dit risico 1 op 71. Bij ouderen vanaf 90 jaar was dit risico gestegen naar 1 op 10.
Hoe is het letsel ontstaan? Bij ruim een derde van de valongevallen is de manier waarop ouderen gevallen zijn niet bekend (34%). Wel is bekend dat 1 op de 5 ouderen is gestruikeld (21%), bijvoorbeeld over een steen, tegel of drempel. 1 op de 12 ouderen is gevallen van een vaste trap (8%). Nog eens 8% is uitgegleden, bijvoorbeeld over gladde bestrating of een natte vloer. Een val van een 'hoogte' kwam in 7% van de gevallen voor, bijvoorbeeld uit bed of van een zitmeubel. En 5% heeft zich verzwikt. De belangrijkste producten die betrokken zijn bij een valongeval bij ouderen zijn het bed, de rollator en de stoel.
Figuur 14
Waar heeft het ongeval plaatsgevonden? De locatie van het ongeval was bij ongeveer 1 op de 8 ongevallen onbekend (13%). Bijna de helft van de ongevallen vond plaats in een woonhuis (46%), waarbij met name valongevallen gebeurden in de woonkamer, de slaapkamer of op de vaste trap. Vijftien procent van de ouderen is op straat gevallen, bijvoorbeeld op de stoep of het trottoir. 1 op de 8 valongevallen vond plaats in een instelling (12%), bijvoorbeeld in een verzorgings- of verpleeghuis. 9% van de valongevallen gebeurde rond het huis, bijvoorbeeld in de tuin.
SEH-behandelingen per 100.000 inwoners na een valongeval bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht
12.000
Man
10.000
Vrouw
8.000 6.000 4.000 2.000 90 jaar en ouder
85-89 jaar
80-84 jaar
75-79 jaar
70-74 jaar
65-69 jaar
0
Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek
Wat was de aard van het letsel? Zes op de tien 65-plussers die na een val op een SEH-afdeling is behandeld had een fractuur (60%, 48.000). Een heupfractuur is de meest voorkomende fractuur (16%, 13.000), gevolgd door polsfracturen (11%, 8.800). Zestien procent van de slachtoffers had oppervlakkig letsel (13.000) en zeven procent had een Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
open wond (5.800). Bij vijf procent van de slachtoffers was er sprake van hersenletsel (4.400), zie figuur 15. Figuur 15
SEH-behandelingen na valongevallen bij 65-plussers, naar type letsel
hersenletsel 5%
overig 11%
open wond 7% oppervlakkig letsel 16%
fractuur 60%
Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL
Figuur 16
Hierbij valt op dat mannen relatief veel letsel hebben opgelopen aan hoofd en romp, terwijl vrouwen vaker letsels aan de ledematen opliepen, zie figuur 16. Ruim één op de vijf van de mannen is op de SEH-afdeling behandeld aan letsel aan het hoofd (22%), tegenover één op de zeven vrouwen (13%). Eén op de drie vrouwen liep letsel op aan schouder, arm of hand (35%), terwijl een kwart van de mannen die na een val op de SEH-afdeling kwamen letsel hadden aan schouder, arm of hand (25%). Heupfracturen komen bij mannen en vrouwen ongeveer even vaak voor. Het aandeel slachtoffers dat op een SEH-afdeling is behandeld aan een heupfractuur loopt toe met de leeftijd (6% van de slachtoffers van 65-69 jaar had een heupfractuur tot 26% van de slachtoffers van 90 jaar en ouder). Voor hersenletsel is de relatie met leeftijd minder duidelijk.
SEH-behandelingen in verband met een valongeval bij 65-plussers naar getroffen
lichaamsdeel en geslacht Vrouw
Man HOOFDLETSEL 22% hersenletsel 8%
ROMP 16%
ARMEN 25%
BENEN 35% heupfractuur 15%
OVERIG 3%
HOOFDLETSEL 13% hersenletsel 5%
ROMP 11%
ARMEN 35%
BENEN 39% heupfractuur 16%
OVERIG 2%
Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL
In figuur 17 is te zien dat het aantal 65-plussers dat op de SEH-afdeling is behandeld als gevolg van een heupfractuur door een valongeval, in de loop der tijd gestaag is gestegen. De laatste jaren lijkt er sprake te zijn van een afvlakking. Het aantal SEHbehandelingen bij 65-plussers met hersenletsel als gevolg van een valongeval, is vanaf 2005 sterk aan
het stijgen. In 2013 is het aantal SEH-behandelingen ruimschoots verdubbeld ten opzichte van 2005. De stijging in het laatste jaar is vooral te zien bij de ernstige hersenletsels (1.800 in 2013 en 1.500 in 2012). De gegevens in deze figuur zijn niet gecorrigeerd voor de veranderde bevolkingsopbouw
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Figuur 17
Jaarlijks aantal SEH-behandelingen na valongevallen bij 65-plussers, naar heupfracturen en hersenletsels
14.000 heupfractuur
12.000
hersenletsel
10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: Letsel Informatie Systeem 1998-2013, VeiligheidNL Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek
Kosten en gevolgen van letsel Directe medische kosten De directe medische kosten van letsel door een valongeval bij ouderen, waarvoor het slachtoffer op een SEH-afdeling is behandeld of in een ziekenhuis is opgenomen, bedroegen gemiddeld €9.100 per slachtoffer.
Deze kosten van een valongeval zijn logischerwijze sterk afhankelijk van het type letsel. Zo bracht een heupfractuur €22.000 aan kosten met zich mee, een licht hersenletsel kostte gemiddeld €6.600 en een ernstig schedel-/hersenletsel kostte gemiddeld €10.000. De totale jaarlijkse directe medische kosten van 65plussers die na een valongeval op een SEH-afdeling zijn behandeld of in het ziekenhuis zijn opgenomen, bedroegen in 2013 €780 miljoen.
Bron: Letsellastmodel 2013, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum Rotterdam; Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL
bedrijfsongevallen een nader onderscheid te maken naar het type ongeval.
Toelichting bronnen letselgegevens In de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg(LBZ, voorheen LMR, bron voor ziekenhuisopnamen) is het niet mogelijk om binnen de groep privé-, sport- en
In de LBZ is geselecteerd op alle 65-plussers die in 2013 uit het ziekenhuis zijn ontslagen na een ziekenhuisopname als gevolg van een valongeval. Voor een beschrijving van de gebruikte gegevensbronnen, zie www.veiligheid.nl.
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Meer cijfers VeiligheidNL beschikt over veel meer cijfers over letsels en ongevallen. Per onderwerp of doelgroep
staan de belangrijkste ongevalscijfers beschreven in factsheets zoals deze. U kunt de factsheets gratis downloaden op www.veiligheid.nl. Heeft u interesse in bepaalde cijfers of een specifieke analyse? VeiligheidNL levert u deze graag. Ga hiervoor naar www.veiligheid.nl/onderzoek/cijfers-aanvragen.
Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar leeftijd en geslacht Man
Vrouw
Totaal
Aantal per
Aantal per
Aantal
%
100.000 1
Aantal
%
100.000 1
65-69 jaar
57
5
12
33
2
70-74 jaar
64
6
20
52
3
75-79 jaar
127
12
54
140
80-84 jaar
227
20
150
270
85-89 jaar
280
27
380
468
90 jaar en ouder
285
27
1.100
642
1.040
100
81
1.605
Totaal %
37
Aantal per Aantal
%
100.000 1
6,8
90
3
9,3
15
116
4
17
9
49
267
10
51
17
120
497
19
130
29
320
748
28
340
40
780
927
35
850
100
101
2.645
100
92
63
100
Bron: : Doodsoorzakenstatistiek 2013, Centraal Bureau voor de Statistiek; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek 1 Aantal per 100.000 inwoners van de betreffende leeftijdsgroep en/of geslacht
Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar ongevalsscenario Aantal
%
Val op gelijk niveau
595
22
Val op ongelijk niveau
419
16
1.631
62
Val; niet gespecificeerd
Totaal 2.645 100 Bron: Doodsoorzakenstatistiek 2013, Centraal Bureau voor de Statistiek
Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar locatie ongeval Aantal
%
Eigen woning/tuin/schuur
694
26
Andere woning/tuin/schuur
113
4
Bejaardenoord/Tehuis/verpleeghuis
770
29
Ziekenhuis, onderwijsinstelling, bioscoop, museum
40
2
Openbare weg
35
1
993
38
Overig/onbekend
Totaal 2.645 Bron: Doodsoorzakenstatistiek 2013, Centraal Bureau voor de Statistiek
100
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Dodelijke valongevallen bij 65-plussers, naar locatie en aard van het letsel Aantal
%
590
22
568
21
Romp en wervelkolom
330
12
fractuur thorax/rib
100
4
fractuur wervelkolom/ruggenmergletsel
76
3
fractuur bekken
27
1
Schouder/arm/hand
96
4
85
3
Heup/been/voet
1.374
52
fractuur heup
1.205
46
124
5
255
10
Totaal 2.645 Bron: Doodsoorzakenstatistiek 2013, Centraal Bureau voor de Statistiek
100
Hoofd en hals traumatisch hersenletsel
fractuur schouder/arm/hand
fractuur bovenbeen Overig
Valongevallen 65-plussers – VeiligheidNL – April 2015
Ziekenhuisopnamen naar leeftijd en geslacht
Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val Man Aantal
Vrouw
Aantal per % 100.0001
Aantal
Totaal
Aantal per % 100.0001
Aantal
%
Aantal per 1 100.000
65-69 jaar
2.000
16
410
3.100
11
630
5.000
12
520
70-74 jaar
1.900
15
570
3.200
11
920
5.100
13
750
75-79 jaar
2.200
18
950
4.300
15
1.500
6.500
16
1.200
80-84 jaar
2.500
21
1.700
6.200
22
2.700
8.800
22
2.300
85-89 jaar
2.100
18
2.900
6.400
22
4.300
8.500
21
3.900
90 jaar en ouder
1.400
11
5.200
5.200
18
6.300
6.600
16
6.000
12.000 100
940
28.000 100
1.800
40.000 100
1.400
Totaal %
30
70
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, Dutch Hospital Data; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek (inwoners) 1 Aantal per 100.000 inwoners van de betreffende leeftijdsgroep en/of geslacht
100
Ziekenhuisopnamen naar ongevalsscenario
Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val
Val van hoogte val uit stoel of bed Val van vaste trap, stoep, ladder, steiger val van vaste trap, stoep Val, overig uitglijden/struikelen Totaal
Aantal
%
3.500
9
2.700
7
3.500
9
3.100
8
33.000
83
10.000
25
40.000 100
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, Dutch Hospital Data
Ziekenhuisopnamen naar locatie ongeval
Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val Aantal
%
21.000
51
Instelling waar personen verblijven
3.400
8
Straat en andere openbare weg
2.400
6
Openbaar gebouw
1.300
3
In en om huis
Overig
970
2
Onbekend
12.000
29
Totaal
40.000 100
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, Dutch Hospital Data Let op bij interpretatie indien aandeel 'onbekend' groot is
Ziekenhuisopnamen naar locatie en aard van het letsel
Type ongeval: Privé-, sport- of bedrijfsongeval Leeftijd: >= 65 jaar Oorzaak: Val
Hoofd en hals
Aantal
%
5.600
14
schedel/hersenletsel, excl. hersenschudding
2.400
6
hersenschudding
1.200
3
480
1
open wond hoofd/hals (exclusief oog) Romp en wervelkolom
4.800
12
fractuur bekken
1.600
4
fractuur wervelkolom
1.200
3
fractuur thorax
870
2
oppervlakkig letsel romp/wervelkolom
660
2
Schouder/arm/hand
5.500
14
fractuur bovenarm
1.900
5
fractuur pols
1.600
4
790
2
Heup/been/voet
19.000
47
fractuur heup
fractuur onderarm
13.000
33
oppervlakkig letsel heup/been/voet
1.300
3
fractuur enkel
1.300
3
fractuur bovenbeen
1.300
3
fractuur knie
560
1
fractuur onderbeen
540
1
5.500
14
Overig Totaal
40.000 100
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg 2013, Dutch Hospital Data
SEH-behandelingen naar leeftijd en geslacht Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val Man
Vrouw
Totaal
Aantal per 1 100.000
Aantal
%
Aantal per 1 100.000
Aantal
%
Aantal per 1 100.000
20
960
9.000
16
1.900
14.000
17
1.400
16
1.100
8.800
15
2.500
13.000
16
1.800
4.200
19
1.800
9.100
16
3.200
13.000
17
2.600
4.500
20
2.900
11.000
20
5.000
16.000
20
4.200
85-89 jaar
3.500
15
4.700
11.000
19
7.400
14.000
18
6.500
90 jaar en ouder
2.100
9
7.900
8.500
15
10.000
11.000
13
9.700
22.000 100
1.700
58.000 100
3.700
80.000 100
2.800
Aantal
%
65-69 jaar
4.600
70-74 jaar
3.700
75-79 jaar 80-84 jaar
Totaal %
28
72
100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek 2013-2014, Centraal Bureau voor de Statistiek (inwoners) 1 Aantal per 100.000 inwoners van de betreffende leeftijdsgroep en/of geslacht
SEH-behandelingen naar ongevalsscenario
Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val Aantal
%
80.000
100
17.000
21
over steen, tegel, beton
1.800
2
over drempel
1.000
1
over vloerbedekking of tapijt
670
<1
over stoeprand
460
<1
over meubilair
330
<1
over hond
190
<1
over verpakkings- en opslagmateriaal
160
<1
8.000
10
Val Struikelen
Val van trap of ladder van vaste trap van ladder van huishoudtrapje
6.700
8
750
<1
540
<1
6.500
8
1.300
2
over (natte, gladde) vloer
730
<1
over ijs
110
<1
6.000
7
uit bed
2.600
3
van zitmeubel
1.400
2
200
<1
Val door ziekte, onwel worden
4.900
6
Zwikken
4.100
5
over stoeprand
120
<1
bij in-, uitstappen auto
110
<1
100
<1
27.000
34
6.000
7
tegen kast
370
<1
tegen deur(-post)
310
<1
tegen tafel
230
<1
tegen muur
210
<1
tegen verwarmingsapparatuur
180
<1
tegen zitmeubel
150
<1
door duw
130
<1
80.000
100
Uitglijden over gladde bestrating
Val van hoogte, val uit, van
van afstapje, opstapje
Val van tweewieler Val, niet gespecificeerd Val, overig
Totaal Bron: Letsel Informatie Systeem 2013,VeiligheidNL
SEH-behandelingen naar locatie ongeval
Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val
In woonhuis
Aantal
%
37.000
46
woonkamer
7.200
9
slaapkamer
4.700
6
vaste trap
4.700
6
badkamer, douche
3.300
4
keuken
2.800
3
toilet
1.400
2
hal, gang, overloop
1.300
2
Straat, rijweg, trottoir
12.000
15
stoep, trottoir
5.900
7
rijweg
730
<1
parkeergelegenheid
560
<1
station, halte
470
<1
openbaar vervoermiddel
130
<1
9.300
12
verzorgingshuis
5.100
6
verpleeghuis
3.300
4
450
<1
7.400
9
tuin
3.600
4
buitenkant van huis
1.400
2
Instelling waar personen verblijven
ziekenhuis Om woonhuis
garage, oprit
810
1
schuur
280
<1
buitentrap
110
<1
1.900
2
1.300
2
320
<1
Handel, dienstverlening winkel vliegveld, luchthaven Natuurgebied
1.200
1
bos
540
<1
strand
160
<1
Speelgelegenheden, attractie-, bungalowparken
750
<1
kampeerterrein
440
<1
bungalowpark
100
<1
730
<1
restaurant
280
<1
bioscoop of theater
100
<1
hotel of motel
100
<1
Uitgaans-, horecagelegenheden
SEH-behandelingen naar locatie ongeval
Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val Aantal
%
Bedrijfsterreinen, boerderijen
170
<1
Sportlocatie
110
<1
150
<1
Onbekend
10.000
13
Totaal
80.000
100
Overig
Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL Let op bij interpretatie indien aandeel 'onbekend' groot is
SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel
Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val
Hoofd/hals/nek
Aantal
%
13.000
16
open wond hoofd
3.900
5
licht hersenletsel
2.600
3
oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
1.900
2
ernstig schedel/hersenletsel
1.800
2
fractuur aangezicht/kaak
460
<1
fractuur neus
350
<1
Romp/wervelkolom
9.900
12
fractuur wervelkolom/ruggemergletsel
2.900
4
oppervlakkig letsel/kneuzing romp
2.700
3
fractuur bekken
1.800
2
fractuur thorax/rib
1.700
2
26.000
32
9.600
12
8.800
11
oppervlakkig letsel/kneuzing pols
570
<1
distorsie pols
160
<1
Schouder/arm/hand Pols polsfractuur
Bovenarm/elleboog/onderarm
6.800
8
fractuur bovenarm
3.500
4
fractuur elleboog
1.200
2
fractuur onderarm
800
<1
oppervlakkig letsel/kneuzing arm
620
<1
open wond arm
450
<1
Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht
5.400
7
fractuur sleutelbeen/schouder
2.800
4
luxatie schouder/ac-gewricht
1.300
2
oppervlakkig letsel/kneuzing sleutelbeen/schouder
1.000
1
4.300
5
2.600
3
open wond hand/vinger
520
<1
luxatie hand/vinger
470
<1
oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger
420
<1
spier-/peesletsel hand/vinger
130
<1
30.000
37
20.000
25
13.000
16
3.900
5
Hand/vingers fractuur hand/vinger
Heup/been/voet Heup/bovenbeen heupfractuur oppervlakkig letsel/kneuzing heup/bovenbeen
SEH-behandelingen naar locatie en aard letsel
Type ongeval: Privé-ongeval Leeftijd: >= 65 jaar Scenario: Val
fractuur bovenbeen luxatie heup Enkel enkelfractuur
Aantal
%
2.300
3
730
<1
3.600
5
2.500
3
enkeldistorsie
740
<1
oppervlakkig letsel/kneuzing enkel
290
<1
Knie
2.600
3
fractuur knie
950
1
oppervlakkig letsel/kneuzing knie
940
1
distorsie knie
380
<1
open wond knie
140
<1
2.400
3
2.000
2
250
<1
Voet/tenen fractuur voet/teen oppervlakkig letsel/kneuzing voet/tenen Onderbeen
1.400
2
fractuur onderbeen
630
<1
open wond onderbeen
510
<1
oppervlakkig letsel/kneuzing onderbeen
180
<1
1.600
2
Overig Totaal Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, VeiligheidNL
80.000 100