Onderzoeksrapport De beleving van de bewoners van Amsterdam tegenover de (dag)toeristen
In opdracht van: Organisatie
:
Lectoraat City Marketing & Leisure Management Wildenborch 6 1112 XB, Diemen
:
Gemeente Amsterdam Weesperstraat 89 1018 VN, Amsterdm
Afstudeerbegeleider :
Mevr. Marie-Ange de Kort
Uitgevoerd door: Student Opleiding Jaar
: : :
Yuki Chan (417573) Hoger Toeristisch & Recreatief Onderwijs 4
Opdracht
:
De attitude van de bewoners van Amsterdam ten opzichte van (dag)toeristen.
Instelling
:
Hogeschool INHolland Wildenborch 6 1112 XB Diemen
Datum
:
vrijdag, 6 Juni 2008 1
SAMENVATTING De aanleiding van dit onderzoek is omdat het Lectoraat City Marketing & Leisure Management, in opdracht van de Gemeente Amsterdam een vervolgonderzoek wil doen naar de bewoners beleving ten aanzien van (dag)toeristen in Amsterdam. Tien jaar geleden heeft stadssocioloog Roosmarijn Gerritsma een onderzoek gedaan, naar de bewonersbeleving van de Amsterdamse Binnenstad, ten aanzien van (dag)toeristen. Uit dat onderzoek is gebleken, dat de bewoners van de Binnenstad een trotse en een tolerante houding hadden tegenover (dag)toeristen. Omdat er in tien jaar tijd veel is veranderd, wil de Gemeente Amsterdam een vervolgonderzoek doen, om te kijken of de Amsterdamse bewoners nog steeds zo’n trotse en een tolerante houding hebben tegenover (dag)toeristen, als tien jaar geleden. Naast de bestaande stadsdeel is het vervolgonderzoek aangepast met zeven nieuwe stadsdelen, waaronder: het stadsdeel Zeeburg, de Plantagebuurt, Oud-Zuid, Rivierenbuurt, Oud-West, Westerpark en de Wallen. In dit onderzoeksrapport wordt het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt onderzocht. Bij de start van dit onderzoek is eerst een doelstelling geformuleerd, welke als volgt luidt: “Inzicht verkrijgen in de attitude van de bewoners van de stadsdelen Zeeburg en de Plantagebuurt tegenover (dag)toeristen, ten einde aanbevelingen te doen aan de Gemeente Amsterdam over de manier waarop de stadsdelen hierop kunnen inspelen met hun toeristisch beleid.” Uit de doelstelling is de volgende centrale vraag geformuleerd: “Welke attitude hebben de bewoners van de stadsdelen/buurten Zeeburg en de Plantagebuurt van Amsterdam ten aanzien van de (dag)toeristen?” Om dit te onderzoeken is er eerst een onderzoeksplan opgezet, waarin eerst een deskresearch is gedaan. Hierbij zijn de trends & ontwikkelingen binnen de toeristische sector en de stadsdelen onderzocht. Daarnaast is ook een literatuuronderzoek gedaan, om te kijken welke theorie er gebruikt kan worden om de bewonersbeleving te kunnen meten. Hierbij is de theorie van Doxey gebruikt. Met behulp van deze theorie kan het irritatieniveau van de bewoners over de (dag)toeristen gemeten worden. Deze theorie geeft vier verschillende niveaus aan, waarbij elk niveau een ander gedrag van de bewoners laat zien. Vervolgens zijn er 400 enquêtes per stadsdeel onder de bewoners verspreid. Het doel van de enquêtes was om te kijken wat zij van de (dag)toeristen vinden. Naast de enquêtes zijn er ook 10 diepte interviews onder de bewoners gehouden, dit om te achterhalen wat hun meningen en ervaringen zijn over (dag)toeristen. Ook zijn er drie beleidsmakers geïnterviewd, dit om te kijken of de toeristisch beleid die zijn vormen, goed aansluiten op de verwachtingen van de bewoners. Aan het eind van dit onderzoek is een conclusie getrokken, hierin wordt duidelijk wat de attitude is van de bewoners ten aanzien van (dag)toeristen. Aan de hand van deze conclusie zijn er een aantal aanbevelingen gedaan, die de Gemeente Amsterdam kan gebruiken bij het vormen van hun toeristisch beleid. 2
VOORWOORD In het kader van mijn afstuderen, voor de opleiding Hoger Toeristisch & Recreatief Management (HTRO) te Diemen, heb ik een onderzoek gedaan naar de bewonersbeleving ten aanzien van de (dag)toeristen in Amsterdam. Het onderzoek werd gehouden in opdracht van het Lectoraat City Marketing & Leisure Management, in samenwerking met de Gemeente Amsterdam. Gedurende het onderzoek, heb ik doormiddel van diepte interviews, contact gehad met verschillende toeristische beleidsmakers en bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt. Dankzij hun medewerking heb ik dit onderzoek tot een goed einde kunnen brengen. Hierbij wil ik dan ook graag de volgende personen bedanken voor hun steun en bijdrage aan dit onderzoek: Mijn opdrachtgevers Angelique Lombarts (Lector van het Lectoraat City Marketing & Leisure Management) Katalin Gallyas & Miriam Brouwer (Gemeente Amsterdam), graag wil ik jullie bedanken dat ik de kans heb gekregen, om dit onderzoek te mogen doen. Mijn afstudeerbegeleider Marie-Ange de Kort van de Hogeschool INHOLLAND, graag wil ik u bedanken voor uw begeleiding en adviezen gedurende mijn onderzoeksperiode. Tot slot wil ik alle respondenten bedanken, die mijn enquête hebben ingevuld en de respondenten die hebben meegewerkt aan een diepte interview. Dankzij jullie bereidheid heb ik mijn onderzoek kunnen uitvoeren en mij de mogelijkheid heeft gegeven om aanbevelingen te kunnen doen, voor de Gemeente Amsterdam, die zij eventueel kunnen gebruiken bij het vormen van hun toeristisch beleid.
Yuki Chan Almere, 6 Juni 2008
3
INHOUDSOPGAVE Samenvatting .................................................................................................................. 2 Voorwoord ....................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave ................................................................................................................ 4 DEEL I UITEENZETTING ONDERZOEK ....................................................................... 8 1. Inleiding .................................................................................................................... 9 1.1 Aanleiding .................................................................................................................. 9 1.2 De opdrachtgevers ...................................................................................................10 1.2.1 Lectoraat Citymarketing en Leisure Management .................................................10 1.2.2 Gemeente Amsterdam ..........................................................................................10 1.3 Doelstelling ...............................................................................................................11 1.4.1 Maatschappelijk relevantie ....................................................................................11 1.4.2 Theoretisch relevantie...........................................................................................11 1.4.3 Praktisch relevantie ..............................................................................................11
2. Trends & ontwikkelingen ......................................................................................... 12 2.1 Trends & ontwikkelingen binnen de toeristische sector .......................................12 2.1.1 Citymarketing ........................................................................................................12 2.1.2 City Trips ..............................................................................................................12 2.1.3 Funshoppen ..........................................................................................................13 2.2 Trends & ontwikkelingen binnen het toerisme Amsterdam ..................................13 2.2.1 Bezoekersaantallen in Amsterdam........................................................................13 2.2.2 I Amsterdam .........................................................................................................14 2.3 Trends & ontwikkelingen in het stadsdeel Zeeburg ...............................................15 2.4 Trends & ontwikkelingen in de Plantagebuurt .......................................................17
3. Inhoudelijke verkenning .......................................................................................... 20 3.1 3.2
Begrippenlijst............................................................................................................20 Theorie van Doxey ....................................................................................................20
4. Onderzoeksmethodiek & vraagstelling ................................................................... 22 4.1 Centrale vraag...........................................................................................................22 4.2 Deelvragen ................................................................................................................22 4.3 Onderzoeksmethodiek .............................................................................................22 4.3.1 Enquête ................................................................................................................22 4.3.2 Interviews met de bewoners .................................................................................23 4.3.3 Interviews met de beleidsmakers .........................................................................24 4.4 Onderzoekspopulatie ...............................................................................................24 4.5 Betrouwbaarheid ......................................................................................................25 4.6 Data verzameling & Data analyse ............................................................................26 4.6.1 Enquêtes ..............................................................................................................26 4.6.2 Interviews .............................................................................................................26
4
DEEL II ONDERZOEKSRESULTATEN…………………………………………………….27 Introductie ..................................................................................................................... 28 5. Gegevens respondenten ........................................................................................ 29 5.1 5.2
Het stadsdeel Zeeburg .............................................................................................29 De Plantagebuurt ......................................................................................................30
6. Trots ....................................................................................................................... 32 6.1 Trots op het stadsdeel Zeeburg...............................................................................32 6.1.1 Trots op het stadsdeeL .........................................................................................32 6.1.2 Populair stadsdeel ................................................................................................33 6.1.3 Waardering van (dag) toeristen voor mijn buurt ....................................................33 6.1.4 Toeristen laten genieten van mijn buurt ................................................................34 6.1.5 Extra uitleg geven aan toeristen ............................................................................34 6.1.6 Visie sleutelfiguur………………………………………………………………………..35 6.1.7 Deelconclusie ‘Trots’ ............................................................................................35 6.2 Trots op de Plantagebuurt .......................................................................................36 6.2.1 Trots op het stadsdeel ..........................................................................................36 6.2.2 Populair stadsdeel ................................................................................................37 6.2.3 Waardering van (dag) toeristen voor mijn buurt ....................................................37 6.2.4 Toeristen laten genieten van mijn buurt ................................................................38 6.2.5 Extra uitleg geven aan toeristen ............................................................................38 6.2.6 Visie sleutelfiguur..................................................................................................39 6.2.7 Deelconclusie ‘Trots’ .............................................................................................39 7.1 Toeristen in het stadsdeel Zeeburg.........................................................................40 7.1.1 (Dag)toeristen verstoren de privacy ......................................................................40 7.1.2 (Dag)toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle ............................40 7.1.3 Woning afsluiten voor inkijkende (dag)toeristen ....................................................41 7.1.4 Liever geen (dag)toeristen in mijn woonomgeving ................................................41 7.1.5 Deelconclusie ‘Toeristen in het stadsdeel’ ............................................................41 7.2 Toeristen in de Plantagebuurt .................................................................................42 7.2.1 (Dag)toeristen verstoren de privacy ......................................................................42 7.2.2 (Dag)toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle ............................42 7.2.3 Woning afsluiten voor inkijkende (dag)toeristen ....................................................43 7.2.4 Liever geen (dag)toeristen in mijn woonomgeving ................................................43 7.2.5 Deelconclusie ‘Toeristen in het stadsdeel’ ............................................................43
8. Toeristen in Amsterdam .......................................................................................... 44 8.1 Bewoners van het stadsdeel Zeeburg, de toeristen in Amsterdam ......................44 8.1.1 De belangen van (dag)toeristen zijn bepalend ......................................................44 8.1.2 Speciale themaroute .............................................................................................44 8.1.3 Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen ......................................................45 8.1.4 Betere bewegwijzering voor (dag)toeristen ...........................................................45 8.1.5 Deelconclusie ‘Toeristen in Amsterdam’ ...............................................................46
5
8.2 Bewoners van de Plantagebuurt, de toeristen in Amsterdam ...............................47 8.2.1 De belangen van (dag)toeristen zijn bepalend .....................................................47 8.2.2 Speciale themaroutes ...........................................................................................47 8.2.3 Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen ......................................................48 8.2.4 Betere bewegwijzering voor (dag)toeristen ...........................................................48 8.2.5 Deelconclusie ‘Toeristen in Amsterdam’ ...............................................................48
9. Evenementen, festivals en de koopzondagen ........................................................ 49 9.1 Bewoners van het stadsdeel Zeeburg over evenementen, festivals en de koopzondagen .............................................................................................................49 9.1.1 Aanbod van festivals, is een verrijking van de uitgaansmogelijkheden..................49 9.1.2 Evenementen en festivals trekken zoveel (dag)toeristen aan dat ik liever niet ga .50 9.1.3 (Dag)toeristen verdringen de Amsterdammers uit de winkels ...............................50 9.1.4 Winkels moeten op zondag vaker open zijn ..........................................................50 9.1.5 Grote evenementen moeten zich steeds meer uitbreiden .....................................51 9.1.6 Visie sleutelfiguur..................................................................................................51 9.1.7 Deelconclusie ‘evenementen, festivals en de koopzondagen’ ...............................51 9.2 Bewoners van de Plantagebuurt over evenementen, festivals en de koopzondagen .............................................................................................................52 9.2.1 Aanbod van festivals is een verrijking van de uitgaansmogelijkheden...................52 9.2.2 Evenementen en festivals trekken zoveel (dag)toeristen aan dat ik liever niet ga .52 9.2.3 (Dag)toeristen verdringen de Amsterdammers uit de winkels ...............................53 9.2.4 Winkels moeten op zondag vaker open zijn ..........................................................53 9.2.5 Grote evenementen moeten zich steeds meer uitbreiden .....................................53 9.2.6 Visie sleutelfiguur..................................................................................................54 9.2.7 Deelconclusie ‘evenementen, festivals en de koopzondagen’ ...............................54
10. Toeristisch beleid .................................................................................................... 55 10.1 Bewoners van het stadsdeel Zeeburg over toeristisch beleid ..............................55 10.1.1 Tevreden met de Citymarketing campagne “ I Amsterdam” ..................................55 10.1.2 Tevreden waarop er rekening wordt gehouden met de bewonersbehoeften…… 55 10.1.3 Bewoners hebben inspraak in de toeristische ontwikkelingen ...............................56 10.1.4 Het verspreiden van (dag)toeristen en de toeristische attracties ...........................56 10.1.5 Visie sleutelfiguur..................................................................................................57 10.1.6 Deelconclusie ‘Toeristisch beleid’ .........................................................................59 10.2 Bewoners van de Plantagebuurt over toeristisch beleid .......................................60 10.2.1 Tevreden met de Citymarketing campagne “ I Amsterdam” ..................................60 10.2.2 Tevreden waarop er rekening wordt gehouden met de bewonersbehoeften .........61 10.2.3 Bewoners hebben inspraak in de toeristische ontwikkelingen ...............................61 10.2.4 Het verspreiden van (dag)toeristen en de toeristische attracties ...........................61 10.2.5 Visie sleutelfiguur..................................................................................................62 10.2.6 Deelconclusie ‘Toeristisch beleid’ .........................................................................64
6
DEEL IIICONCLUSIES & AANBEVELINGEN…………………......................................65 11. Conclusie ................................................................................................................ 66 11.1 11.2 11.3 11.4
Terugkoppeling deel vraag 4 ...................................................................................66 Terugkoppeling op de centrale vraag .....................................................................66 Conclusie ..................................................................................................................66 Vergelijking nu en 10 jaar geleden ..........................................................................67
12. Aanbeveling ............................................................................................................ 68 13. Evaluatie onderzoek ............................................................................................... 70 14. Literatuurlijst ........................................................................................................... 71 DEEL IV BIJLAGEN ..................................................................................................... 72
7
DEEL I Uiteenzetting onderzoek
8
1.
INLEIDING
1.1
Aanleiding
De aanleiding voor het schrijven van dit onderzoeksrapport is omdat het Lectoraat City Marketing & Leisure Management, in opdracht van de Gemeente Amsterdam een vervolgonderzoek wil doen naar de bewonersbeleving ten aanzien van (dag)toeristen in Amsterdam. Tien jaar geleden heeft Roosmarijn Gerritsma, voor haar studie Stadssociologie aan de universiteit van Amsterdam, een onderzoek gedaan naar de bewoners van de Amsterdamse Binnenstad. Ze onderzocht de beleving van de toeristenstromen, van zowel de binnenlandse (dag)toeristen als de buitenlandse (dag)toeristen. Uit dat onderzoek is gebleken dat de bewoners een overwegend positieve, trotse en tolerante houding innamen tegenover bezoekers van hun stad en buurt. Nu tien jaar later is er veel veranderd. De Binnenstad kent inmiddels de koopzondag en er worden bijna wekelijks leuke evenementen en festivals georganiseerd. Tegenwoordig is Citymarketing een trend geworden in de toeristische branche. In 2006 werd Amsterdam door ruim 4.6 miljoen gasten bezocht, wat een stijging is van ruim 6%1 . Dit heeft voor een deel te maken met het themajaar 2006 Rembrandt 400. Doordat er zoveel is veranderd in tien jaar tijd, heeft de Gemeente Amsterdam in samenwerking met het Lectoraat City Marketing & Leisure Management, besloten om een vervolgonderzoek te doen. Dit om te achterhalen of de Amsterdamse bewoners nog steeds zo positief kijken naar (dag)toeristen die hun stad en buurt bezoeken. Het vervolgonderzoek is dit keer in acht verschillende stadsdelen gedaan, waarvan ik twee stadsdelen heb onderzocht, het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt. Met de resultaten van dit onderzoek, kan het Lectoraat City Marketing & Leisure Management uiteindelijke adviezen uitbrengen aan de Gemeente Amsterdam, zij kunnen dit gebruiken bij het vormen van het toeristisch beleid.
1
Jaarverslag, ATCB 2006
9
1.2
De opdrachtgevers
1.2.1 Lectoraat Citymarketing en Leisure Management Sinds 2004 is het Lectoraat City Marketing & Leisure Management opgericht, wat voorheen het Lectoraat Leisure Management heette. Het lectoraat bestaat uit één lector en een kenniskring. De kenniskring is een team van deskundigen die zich bezig houden met verschillende onderzoeken in het toeristische branche. Sinds 1 februari 2007 is Angelique Lombarts de nieuwe lector geworden van het Lectoraat. Het Lectoraat City Marketing & Leisure Management, richt zich voornamelijk op de relatie tussen Citymarketing en Leisure Management. Hierbij worden studenten van de Leisure & Tourism opleidingen aan de hogeschool INHOLLAND, ingezet om verschillende onderzoeken uit te voeren op het gebied van Citymarketing. Met behulp van dit soort onderzoeken, wordt er een bijdrage geleverd aan ontwikkeling en professionalisering op dit vakgebied. Ook geven de leden van de kenniskring gastcolleges en werken zij mee aan de minor en masterontwikkelingen. Momenteel werkt het Lectoraat City Marketing aan de volgende onderzoeksprojecten: • City Marketing bij gemeenten; • Benchmarking successful cities; • Vrijetijdsbehoeften van de creatieve kenniswerker in Amsterdam Noord; • Hoe beleven bewoners de bezoekers van hun buurt. Tot slot werkt het Lectoraat City Marketing & Leisure Management samen met onder andere lokale overheden, verschillende citymarketing organen van de steden, toeristische marketing en promotie bureaus van de steden binnen het onderzoeksgebied waaronder het Amsterdam Toerisme & Congres Bureau (ATCB). 2 1.2.2 Gemeente Amsterdam Binnen de Gemeente Amsterdam, ondersteunt de afdeling Economische Zaken (EZ) het gemeentebestuur bij het opstellen en uitvoeren van het economisch beleid van de stad. Tevens houdt deze afdeling zich bezig met city promotion en met het toerisme van de stad Amsterdam.
2
http://www.inholland.nl/Voor+bedrijven+en+organisaties/Kennisontwikkeling+en+onderzoek/RIC+Global+City/Leisure+Managemen t/Het+lectoraat/, bezocht op 10-2-2008
10
1.3
Doelstelling
De doelstelling luidt als volgt: “Inzicht verkrijgen in de attitude van de bewoners van de stadsdelen Zeeburg en de Plantagebuurt tegenover (dag)toeristen, ten einde aanbevelingen te doen aan de Gemeente Amsterdam over de manier waarop de stadsdelen hierop kunnen inspelen met hun toeristisch beleid.” Het doel van het onderzoek is, dat het Lectoraat City Marketing & Leisure Management in opdracht van de Gemeente Amsterdam, wil weten in hoeverre de attitude is van de Amsterdamse bewoners tegenover de (dag)toeristen, vergelijkbaar is ten opzichte van tien jaar geleden. Hierbij worden de resultaten van dit onderzoek met de resultaten van het onderzoek van Roosmarijn Gerritsma vergeleken. Naast het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt, zijn er ook andere stadsdelen van Amsterdam onderzocht. Zo is het Centrum, Oud-West, Westerpark, Rivierenbuurt en de Pijp onderzocht. Hierbij worden de stadsdelen met elkaar vergeleken en er wordt gekeken of er grote verschillen zijn in de attitude van bewoners tegenover de (dag)toeristen.
1.4
Relevantie
1.4.1 Maatschappelijk relevantie Vaak wordt er tijdens het ontwikkelen van het toeristisch beleid weinig rekening gehouden met de meningen van de lokale bewoners. Met behulp van de uitkomsten van dit onderzoek, kan daar een verandering in komen. 1.4.2 Theoretisch relevantie Met de uitkomsten van dit onderzoek, samen met de uitkomsten van het eerdere onderzoek, kan een analyse gemaakt worden over de attitude van de bewoners in Amsterdam ten aanzien van de (dag)toeristen. 1.4.3 Praktisch relevantie Met de uitkomsten van het onderzoek naar de beleving van de bewoners in Amsterdam, kan het Lectoraat City Marketing & Leisure Management een advies uitbrengen aan de Gemeente Amsterdam, over de wijze waarop zij rekening kunnen houden met de meningen van de bewoners, tijdens het ontwikkelen van hun toeristisch beleid.
11
2.
TRENDS & ONTWIKKELINGEN
2.1
Trends & ontwikkelingen binnen de toeristische sector
2.1.1 Citymarketing Tegenwoordig kan er geen enkele stad, waar ook ter wereld, zonder Citymarketing. Citymarketing is niets minder dan een strategie bedenken hoe je een bestemming kan promoten. Dit wordt bereikt door een eigen identiteit te ontwikkelen voor een bestemming. City marketing wordt een steeds belangrijker aspect binnen het toeristisch beleid van verschillende Europese steden. Ook lokale overheden stellen vaak een citymarketeer aan, om samen met andere partners te bepalen wat voor slogan en logo een stad moet dragen, zoals: Rotterdam Durft, I Amsterdam, Den Haag, stad van recht, vrede en veiligheid.3 Niet alleen het neerzetten van een positief imago van een stad is belangrijk maar ook de belangen van bewoners speelt een belangrijk rol. “Bij citymarketing worden wensen, verwachtingen en perceptie van de eigen bewoners vaak uit het oog verloren. Gemeenten laten daarmee economisch potentieel onbenut. Dat blijkt uit een onderzoek door marktonderzoekbureau De Vos & Jansen en advieskantoor Evar Advisory Services. Gemeenten moeten meer doen om hun inwoners te mobiliseren en onderdeel uit te laten maken van hun citymarketing, concluderen zij. ‘Hoewel citymarketing zeker zinvol is, richten de inspanningen zich vooral op het nationale en internationale bedrijfsleven en het aantrekken van toeristen’, zegt Evar-directeur Ap Reinders. ‘De wensen van inwoners en reeds gevestigde bedrijven zijn meestal geen onderdeel van de marketing- en promotiestrategie, terwijl juist op dit punt nog veel te winnen is. Dat zijn juist de beste ambassadeurs’.” 4 Uit het bovenstaande artikel is te concluderen, dat de belangen van bewoners vaak genegeerd worden bij citymarketing. 2.1.2 City Trips Tegenwoordig hebben mensen niet veel vrije tijd, waardoor zij steeds meer de behoefte hebben om hun vrije tijd zo goed mogelijk te benutten. Door op korte vakanties te gaan kunnen mensen even bijkomen van een drukke werkweek. Citytrip is daardoor een populair trend geworden in de toeristische branche. Ook mede dankzij de opkomst van de low cost carriers, worden de vliegvakantie steeds goedkoper, waardoor er een toename is van buitenlandstoerisme naar Nederland. Maar ook de Nederlanders brengen vaker een bezoek aan een stad in eigen land.5 Volgens het rapport ‘Bezoekersprofiel Amsterdam’ was 2006-2007 in Amsterdam zo’n 3% Nederlandse verblijfsbezoeker, 17% Nederlandse dagbezoekers, 5% buitenlandse dagbezoeker en 75% buitenlandse verblijfsbezoekers. Van al deze bezoekers kwamen maar liefst 76% naar Amsterdam voor een citytrip. Amsterdam als citytrip bestemming is aantrekkelijk voor bezoekers 3
http://www.inholland.nl/Voor+bedrijven+en+organisaties/Kennisontwikkeling+en+onderzoek/RIC+Global+City/Leisure+Managemen t/Het+lectoraat/frontpage.htm, bezocht op 17 mei 2008 4 Adformatie, 16 november 2006, pagina 8 5 http://www.nieuwsbank.nl/inp/2005/09/08/R153.htm, bezocht 4 juni 2008
12
uit grote Europese steden als: Londen, Parijs, Madrid en Barcelona. Dit omdat Amsterdam vanuit deze steden makkelijk te bereiken is met de trein of met de low cost carriers. 6 2.1.3 Funshoppen Volgens het trendrapport 2004-2005 van het NRIT, is funshoppen in de binnenstad de meest favoriete vrijetijdsactiviteit van de Nederlanders. Dit is vooral te merken aan de wekelijkse koopzondagen in Amsterdam. Zowel binnenlandse als buitenlandse (dag)bezoekers komen naar de binnenstad om een dagje te winkelen. 7
2.2
Trends & ontwikkelingen binnen het toerisme Amsterdam
2.2.1 Bezoekersaantallen in Amsterdam Bovenstaande trends hebben ook in Amsterdam geleid tot een toename van het aantal (dag)toeristen. Volgens het jaarverslag 2006 van het Amsterdam Toerisme en Congres Bureau, is het toeristisch bezoek van buitenlandse (dag)toeristen aan de stad Amsterdam, nadrukkelijk hersteld. Dit herstel is duidelijk merkbaar in het bezoekersaantallen als ook in het aantal overnachtingen en de hoge bestedingspatronen van bezoekers. Het positief herstel heeft voor een deel te maken met het themajaar wat in 2006 was georganiseerd, maar ook met het herstel van de economie. Sinds 2004 organiseert het Amsterdam Toerisme & Congres Bureau (ATCB) jaarlijks een themajaar voor de stad Amsterdam. In het verleden waren de themajaren een groot succes. Het startte in 2004 met het themajaar Architectuur & Design, in 2005 was het themajaar Amsterdam met een stad aan het water. Het themajaar van 2006 stond in het teken van de 400ste geboortedag van Rembrandt, gedurende het jaar werden verschillende activiteiten georganiseerd zoals: evenementen, festivals, tentoonstellingen, workshops, lezingen, beurzen, exposities en bijeenkomsten welke allemaal gekoppeld zijn aan het thema. Om het themajaar tot een succes te brengen, werd er zowel in het binnenland als buitenland volop promotie gemaakt. Hierbij zijn in een aantal landen extra promotieactiviteiten ingezet: Noord Amerika, Groot- Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Polen. In 2006 ontvingen de Amsterdamse hotels en andere logiesverstrekkende bedrijven ruim 4,6 miljoen bezoekers, wat een stijging is van ruim 6 procent. Het aantal overnachtingen is ook gestegen met ruim 8 procent wat neer komt op 8,6 miljoen bezoekers. Amsterdam heeft in dat jaar een nieuw record hoogte bereikt. De groei van de bezoekersaantallen en het aantal overnachtingen is vooral te danken aan het succesvolle toeristische themajaar Rembrandt 400. Ook het Nederlandse dagbezoek is gestegen met ruim 2 procent, ten opzichte van 2005. Amsterdam was hiermee het drukst bezochte stad, in Nederland door de binnenlandse dagbezoekers. Volgens het Continu Vakantie Onderzoek 2006, bezochten bijna 4,4 miljoen Nederlanders de hoofdstad gezamenlijk ruim 13 miljoen keer.
6 7
Rapport, Amsterdam Bezoekersprofiel 2008, ATCB Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2004-2005, NRIT (Blz. 71)
13
De grootste groep bezoekers die Amsterdam bezochten en overnachtten waren de Britten, gevolgd door de Nederlanders en de Amerikanen. 8 2.2.2 I Amsterdam I Amsterdam is een nieuwe citymarketing campagne voor de stad Amsterdam. Het is bedacht door Kessels Kramer. Doordat het concept gemakkelijk te onthouden is en het mensen aanspreekt, kan Amsterdam met haar nieuwe merk, internationaal op de kaart gezet worden. De nieuwe campagne voor het promoten van de stad wordt gebruikt door Amsterdam Partners, Amsterdam Toerisme & Congres Bureau, Amsterdam Uitburo, Amsterdam Airport Schiphol, ARCAM en door de partner uit het bedrijfsleven en de overheid. I Amsterdam Card is weer een onderdeel van de I Amsterdam campagne. Met deze kaart kunnen de bezoekers en toeristen de stad Amsterdam op een gemakkelijke manier ontdekken, naast gratis toegang in bepaalde attracties biedt de kaart ook vele kortingen.9
8
Jaarverslag Amsterdam Toerisme en Congres Bureau, 2006 http://www.atcb.nl/corporate/home/marketing+_xan_+promotie/artikel/xp/content_artikel.Mark+008marketingactiviteiten/default.aspx, bezocht op 11-2-2008 9
14
2.3 Trends & ontwikkelingen in het stadsdeel Zeeburg Doordat het toerisme in Amsterdam de laatste jaren is toegenomen, wordt de druk in de binnenstad steeds groter en groter, waardoor het draagvlak van de bewoners in geding zou kunnen komen. Om de verdere groei van het toerisme goed aan te pakken, is besloten om het toerisme te verspreiden over heel Amsterdam. Om dit te kunnen realiseren heeft de Gemeente Amsterdam de opdracht gegeven aan LAgroup om te kijken welke gebieden in Amsterdam Oost de meeste potentie hebben voor verdere toeristische ontwikkeling. Om zo meer toeristen naar die delen toe te trekken. In het rapport ‘Toeristische Ontwikkelingsvisie’ Amsterdam Oost 2003, dat geschreven is door het managementadviesbureau LAgroup, is de visie gepresenteerd met de mogelijkheden voor de verdere toeristische ontwikkelingen van het stadsdeel Zeeburg. Hierbij is de volgende visie voor het stadsdeel Zeeburg geformuleerd: “De visie is voornamelijk gericht op het verder ontwikkelen van de toeristische infrastructuur die momenteel in een ruwe vorm aanwezig is. De nadruk ligt hierbij op het vergroten van de aantrekkelijkheid van het gebied voor een bezoek van een dag of dagdeel”.10 LAgroup heeft de volgende gebieden aangewezen, waarbij zij voornamelijk kansen ziet voor toeristische ontwikkelingen in het stadsdeel Zeeburg. •
“De toeristische ontwikkeling in het Oostelijk Havengebied dient gericht te zijn op het creëren van een aantrekkelijk verblijfsgebied voor de in (woon)architectuur en stedenbouw geïnteresseerde bezoeker. Dit kan doormiddel van routes en verbindingen vanuit de binnenstad naar het Oostelijk Havengebied, informatieoverdracht en fiets- en wandelroutes in het Oostelijk havengebied”.
•
“Het versterken van de toeristische infrastructuur in de Indischebuurt, zoals het stimuleren van kleinschalige twee en driesterren hotels, uitbrengen van brochures met bijzondere restaurants, cafés, bezienswaardigheden die het multiculturele karakter van de buurt benadrukken”.
•
“Het Zeeburgereiland biedt door zijn ligging een goede bereikbaarheid, en zowel vanuit de regio A10, als vanuit het centrum met de sneltram, kansen voor het realiseren van de toeristische attracties. Er wordt gedacht aan een attractie met als thema water en bijbehorende horecavoorzieningen die gericht zijn op gezinnen met kinderen”.11
Naast bovengenoemde toeristische ontwikkelingen, wordt het spreiden van toerisme ook met behulp van het hotelbeleid gerealiseerd. Hierbij wordt aandacht besteed aan het 10 11
Toeristische ontwikkelingsvisie Amsterdam Oost, 2003 Toeristische ontwikkelingsvisie Amsterdam Oost, 2003
15
verblijfstoerisme in het stadsdeel Zeeburg. Door hotels te realiseren in het stadsdeel, en de regio rondom de Binnenstad, wordt de druk in het centrum verminderd. Momenteel zijn er twee hotels in Zeeburg, Mövenpick hotel en het Lloyd hotel. Naast de bestaande hotels, zijn er ook plannen om het hotelaanbod uit te breiden naar het Java eiland en IJburg. Verder beschikt het stadsdeel ook over een camping, omdat de vraag naar goedkope overnachtingsmogelijkheden steeds toeneemt, wil de camping zich steeds meer gaan uitbreiden.12 Zoals eerder is vermeld, wordt het verspreiden van toerisme ook met behulp van het hotelbeleid aangepakt. Volgens het nota hotelbeleid 2007-2010, is er momenteel in Amsterdam een tekort aan hotelkamers. Men verwacht dat de vraag naar hotelkamers verder zal stijgen. De Gemeente Amsterdam heeft daarom ook vastgesteld om tot 2015, 9000 extra nieuwe hotelkamers te realiseren, verdeeld over verschillende stadsdelen, waarvan er in de Binnenstad tot 2010, 1000 extra nieuwe kamers erbij komen. Momenteel zijn er in Amsterdam 348 hotels waarvan, 18 vijfsterren hotels, 35 viersterren hotels, 89 driesterren hotels, 65 tweesterren hotels en 86 éénsterren hotels. Naast de bestaande hotels is er ook behoefte aan tophotels, lifestylehotels, congreshotels, appartementenhotels en budgethotels. Om die 9000 extra hotelkamers te realiseren, is de volgende stappenplan opgesteld: “1. Voor eind 2008 moeten er 50 nieuwe hotellocaties (naast de bestaande 104 potentiële locaties) aangewezen. 2. Voor eind 2010 moeten op deze locaties nieuwe plannen komen, voor 7200 hotelkamers (naast de bestaande plannen) 3. Voor eind 2015 moeten er in totaal 9000 nieuwe hotelkamers aanwezig zijn”. 13
12 13
Toeristische ontwikkelingsvisie Amsterdam Oost, 2003 Nota Hotelbeleid 2007-2010, Gemeente Amsterdam Economische Zaken
16
2.4
Trends & ontwikkelingen in de Plantagebuurt
Uit het rapport ‘Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad’ van de Gemeente Amsterdam, is duidelijk geworden dat dit gedeelte van de Binnenstad goede toeristische attracties heeft, maar dat het gebied nog vrij onbekend is bij veel toeristen en bezoekers. Om dit deel van de Binnenstad in de toekomst aantrekkelijker te maken voor toeristen, heeft de Gemeente Amsterdam in het beleidsprogramma Economische Zaken 2002-2006 de volgende actiepunten opgesteld voor de toeristische ontwikkelingen: • • • • •
“meer spreiding van het toerisme over de stad. nieuwe aantrekkelijke evenementen en attracties voor toeristen. Vergroten van het hotelaanbod. Revitalisering van congresaccommodaties. Harmonisering en coördinatie van de City Promotion”.14
In samenwerking met het Amsterdam Toerisme en Congres Bureau, zoekt de gemeente naar mogelijkheden om de stad, aantrekkelijker te maken voor bezoekers. Het ontwikkelen van het toerisme in de Oostelijke Binnenstad, sluit hierbij goed aan op de wensen van het Amsterdam Toerisme en Congres Bureau: het verbeteren van het imago en het vergroten van een aantal toeristische trekpleisters. Naast de verdere ontwikkeling van het toeristisch product ‘Amsterdam’, zijn deze ontwikkelingen ook voor de bewoners een voordeel. Zoals de faciliteiten die in eerste instantie voor de toeristen zijn ontwikkeld, kunnen de bewoners daar evengoed gebruik van maken. Hierbij kan gedacht worden aan: restaurants, cafés, hotels en winkels in de buurt. In het rapport ‘Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad’ van de Gemeente Amsterdam, wordt de aantrekkelijkheid van een stad voor toeristen en bezoekers beschreven aan de hand van de onderstaande vijf criteria. Met behulp van deze criteria worden de sterktes en zwaktes van de Oostelijke Binnenstad voor toeristen beschreven. •
14
De toeristische attracties In de Oostelijke Binnenstad zijn een aantal grote toeristische trekpleisters aanwezig, waaronder de Artis, Hortus Botanicus, Hollands Schouwburg, het scheepvaartmuseum, Nemo en het Verzetsmuseum. Deze toeristische attracties vormen samen de basis voor de toeristische ontwikkelingen. Het aanbod is dan ook onder te verdelen in de volgende thema’s: de Joodse cultuur, planten- en dierenleven, water, wetenschap en het VOC verleden. De bekendste attracties Nemo en Artis wordt vooral door de Nederlandse bezoekers bezocht. Veel Europese steden hebben een dierentuin of een educatieve attractie, hierdoor is het huidige aanbod vooral gericht op Nederlandse bezoekers en wordt het aanbod voor de buitenlandse bezoeker verbreed.
Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad, september 2005
17
•
Voorzieningen Naast de toeristische attracties, hebben de toeristen vaak ook de interesse in andere activiteiten zoals het bezichtigen van een buurt, winkelen of het bezoeken van horecagelegenheden. Uit de sterkte en zwakte analyse is gebleken dat het voorzieningsniveau van de Oostelijke Binnenstad absoluut achter blijft, vergeleken met de rest van de Binnenstad. Door de beperkte aanbod aan voorzieningen zoals: hotels, restaurants en winkels, is voor de toeristen weinig reden om, na een bezoek aan een attractie, in de Oostelijke Binnenstad te blijven. Momenteel ligt het hotelaanbod met name in de Plantagebuurt en de Weesperbuurt. Naast het geringe aanbod aan hotels, is er ook een beperkte aanbod aan horecavoorzieningen en winkels. Op dit moment zijn de horecavoorzieningen en de winkels geconcentreerd op de Plantage Kerklaan en de Plantage Middenlaan.
•
Omgeving Tegenwoordig wil een toerist, naast het bezoeken van een toeristische attractie, ook de lokale cultuur van de stad ontdekken. Vaak brengen deze ontdekkingstochten de toeristen naar voorzieningen die eigenlijk bedoeld zijn voor de bewoners bijvoorbeeld markten en parken. Daardoor wordt de vraag naar een complete aanbod steeds groter, waarbij de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte en wandelroutes een steeds belangrijker aspect wordt. De entrees richting de Oostelijke Binnenstad zijn een obstakel die de toeristen niet lokt om dit deel van de stad te bezoeken. Één daarvan is het Mr. Vissersplein. De Oostelijke Binnenstad is in vergelijking met de rest van de binnenstad opvallend groen. Door de slechte inrichting van de pleinen, parken en de ligging van een deel van de binnenstad wordt daar nauwelijks gebruik van gemaakt. Ook de evenementen die georganiseerd worden, is weinig vergeleken met de rest van de binnenstad, ondanks dat het Wittenburgerplein, Kattenburgerplein en het Oostenburgereiland geschikt zijn voor evenementen.
•
Bereikbaarheid De Oostelijke Binnenstad is goed te bereiken met de auto, de parkeerdruk is minder hoog in vergelijking met de rest van de binnenstad. een deel van de Oostelijke Binnenstad is met het openbaarvervoer moeilijk te bereiken. De Plantage en Weesperbuurt is wel goed bereikbaar, in tegenstelling is de Kadijken en de Oostelijke Eilanden minder goed te bereiken. Voor toeristen die de stad te voet willen ontdekken, ontbreken de echte toeristische bewegwijzering gericht op de bezienswaardigheden. Wel zijn de ANWB wandel en fietsrouteborden aanwezig. De Oostelijke Binnenstad is naast het openbaar vervoer ook goed te bereiken over het water.
18
•
15
Imago Uit het onderzoek van LAgroup (Toeristische ontwikkeling van de Oostelijke Binnenstad, oktober 2002)is gebleken dat dit deel van de binnenstad als gebied niet bestaat en wordt gezien als vier aparte buurten van elkaar: de Weesperbuurt, Plantagebuurt, Kadijken en de Oostelijke Eilanden. 15
Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad, september 2005
19
3.
INHOUDELIJKE VERKENNING
3.1
Begrippenlijst
Attitude : het gedrag en de houding van de bewoners van een bestemming tegenover de toeristen. Dagtoeristen: zowel binnenlandse als buitenlandse toeristen die niet langer dan 24 uur op een bestemming verblijven. Toeristen: zowel binnenlandse als buitenlandse toeristen die langer dan 24 uur op een bestemming verblijven. Bewoners: de inwoners van de stadsdelen Zeeburg en de Plantagebuurt.
3.2
Theorie van Doxey
Voor het onderzoek naar de beleving van de bewoners van de stadsdelen Zeeburg en de Plantagebuurt ten aanzien van de (dag)toeristen, is de theorie van Doxey (1975), toegepast. Met behulp van deze theorie is er een analyse gemaakt, over de impact van het toerisme op de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt. Doxey In de theorie van Doxey (1975) worden vier niveaus beschreven over in de manier waarop de lokale bevolking zich opstelt tegenover de (dag)toeristen. In de vier niveaus van Doxey ‘irridex’model (Index of Irritation) wordt het verband tussen de groei van het toerisme en de stress dat hierdoor wordt veroorzaakt beschreven. Met behulp van deze theorie kan het irritatieniveau van de bewoners over de (dag)toeristen in de stadsdelen Zeeburg en de Plantagebuurt gemeten worden. Deze theorie geeft vier verschillende niveaus aan, waarbij elk niveau een ander gedrag van de bewoners laat zien. Level 1: Euphoria
Level 2: Apathy
Level 3: Irritation
Level 4: Antagonism
The initial thrill and enthusiasm that comes along with tourism development results in the fact that the tourist is made welcome. Once tourism development is underway and the consequential expansion has taken place, the tourist is taken for granted and is now only seen as a source of profit taking. What contact is made between host and quest is done so on a commercial and formal footing. As the industry approaches saturation point, the hosts can no longer cope with the number of tourists without the provision of additional facilities. The tourist is now seen as the harbinger of all ills, hosts are openly antagonistic towards tourists and tourists are regarded as being there to be exploited.
20
Final level
During the above process of ‘development’ the host population had forgotten that all they once regarded as being special was exactly the same thing that attracted the tourist, but in the rush to develop tourism circumstances have changed. The social impact had been comprehensive and complete and the tourists will move to different destination. (Cooper, 2005:235)
Niveau 1 Euforie: Doxey beschrijft op dit niveau van zijn theorie dat alle toeristen welkom zijn, de lokale bewoners zijn erg enthousiast met de komst van de toeristen. Uit het onderzoek van Roosmarijn Gerritsma is gebleken dat de bewoners een overwegend positieve, trotse en tolerante houding innamen tegenover bezoekers van hun stad en buurt. Er kan geconcludeerd worden dat er destijds het irritatieniveau van de lokale bewoners op niveau 1 stond. Niveau 2 Apathie : naar mate de toerisme groeit, ervaren de lokale bewoners de toeristen als vanzelfsprekend. De relatie tussen de lokale bevolking en de toerist wordt formeler en/of gecommercialiseerd. Op dit niveau draait het vooral om het toeristisch product. Niveau 3 Ergernis : wanneer de toeristenstroom op een bestemming steeds meer toeneemt, worden de lokale bewoners steeds onvriendelijker tegenover de toeristen. Zij krijgen langzamerhand een geïrriteerd voorgevoel, omdat er teveel toeristen in hun woonwijk komen waardoor hun privacy worden verstoord. In plaats van de groei te limiteren, worden er steeds meer infrastructuur gecreëerd. Niveau 4 Antagonisme : op dit niveau hebben de lokale bewoners zo’n genoeg van de toeristen die hun buurt bezoeken, dat ze hun ongenoegen openlijk uiten tegenover de toeristen. Laatste niveau : op het laatste niveau beschrijft Doxey in zijn theorie dat de bovengenoemde ontwikkelingsprocessen, alles wat zo bijzonder maakt aan de lokale bewoners, precies de zaken zijn waarmee toeristen worden aangetrokken. Doordat de toeristische ontwikkelingen in een rap tempo zijn veranderd, kan de bestemming zich niet meer verder ontwikkelen. Hierdoor zullen de toeristen vertrekken naar een andere toeristische bestemming. 16 Voor de beleidsmakers is het belangrijk om te weten welk irritatieniveau de bewoners hebben tegenover de (dag)toeristen, zodat zij dit tijdig kunnen aanpakken bij de verdere toeristische ontwikkelingen. Als uit het onderzoek blijkt dat het irritatieniveau van de bewoners op niveau 3 ergernis of 4 antagonisme staat, kan dit nadelige gevolgen hebben bij de ontwikkeling van het toeristisch beleid. De lokale bewoners zijn niet meer zo behulpzaam als bij niveau 1. De toerist krijgt dan het gevoel dat zij niet welkom zijn doordat de bewoners geïrriteerd raken aan hun aanwezigheid in de buurten. Als het zo blijft en er geen verandering in komt, zullen de (dag)toeristen minder snel of helemaal niet meer voor de tweede keer terug komen. De theorie van Doxey wordt veel toegepast bij onderzoeken naar de beleving van de lokale bewoners ten opzichte van de (dag)toeristen. 16
http://www.ethesis.net/zeebrugge/zeebrugge_hfst_1.htm, bezocht 10-2-2008
21
4.
ONDERZOEKSMETHODIEK & VRAAGSTELLING
4.1
Centrale vraag
Naar aanleiding van de doelstelling is er een centrale vraag geformuleerd. De onderstaande centrale vraag is opgedeeld in vijf deelvragen. Deze deelvragen geven weer een antwoord op de centrale vraag. De centrale vraag wordt beantwoord in hoofdstuk 11. De centrale vraag luidt als volgt: “Welke attitude hebben de bewoners van de stadsdelen/buurten Zeeburg en de Plantagebuurt van Amsterdam ten aanzien van de (dag)toeristen?”
4.2
Deelvragen
De volgende deelvragen zijn gesteld: 1. In hoeverre zijn de bewoners van de stadsdelen Zeeburg en de Plantagebuurt trots, op de aanwezigheid van de (dag)toeristen in Amsterdam en met name in hun eigen buurt? 2. Wat is de attitude van de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt tegenover de (dag)toeristen in hun directe woonomgeving en in de openbare ruimtes van hun buurt? 3. Wat is de attitude van de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt tegenover evenementen, festivals en de koopzondag? 4. Op welk niveau van de Doxey theorie liggen de attitudes van de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt? 5. In welke mate houden beleidsmakers rekening met de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt in hun toeristisch beleid? Deelvragen 1, 2, 3 en 5 worden in de hoofdstukken 6, 7, 8, 9 en 10 beantwoord. Aan het eind van ieder hoofdstuk staat een deelconclusie, hierin worden de deelvragen beantwoord. In hoofdstuk 11 wordt deelvraag 4 beantwoord. Hierin wordt de conclusie van dit onderzoek getrokken, aan de hand van de theorie van Doxey.
4.3
Onderzoeksmethodiek
4.3.1 Enquête Om zoveel mogelijk gegevens van de bewoners te verzamelen, is een enquête opgesteld. De enquête begint eerst met negen algemene vragen, waarbij de demografische gegevens van de respondenten worden gevraagd, gevolgd door vijf thema’s. Ieder thema heeft een aantal stellingen. De enquête is terug te vinden in bijlage II van dit onderzoeksrapport.
22
Aangezien dit om een vervolgonderzoek gaat, is ervoor gekozen om een deel van de basisstellingen uit het onderzoek van Roosmarijn Gerritsma, aan te houden. Deze zijn onderverdeeld in de volgende vier thema’s: Trots, Directe woonomgeving, Openbare ruimte en Evenementen, festivals en de koopzondagen. In dit onderzoeksrapport hebben de volgende thema’s een andere benaming gekregen: Directe woonomgeving is Toeristen in uw stadsdeel geworden en Openbare ruimte is Toeristen in Amsterdam geworden. Naast de bestaande thema’s, heeft elke student een eigen invalshoek, dit is weergegeven in een extra thema. In dit onderzoek is voor het thema: Toeristisch beleid gekozen. Alle aanvullende vragen die in het thema Toeristisch beleid staan beschreven, zijn samen met Katalin Gallyas, beleidsmedewerker Economische Zaken, van de Gemeente Amsterdam besproken en deze zijn door haar goedgekeurd. Bij de enquête is een begeleidende brief opgesteld, waarin de bewoners worden uitgenodigd om mee te werken aan dit onderzoek, door de enquête in te vullen. De begeleidende brief is terug te vinden in bijlage I van dit onderzoeksrapport. De bewoners konden de enquête op twee manieren invullen, keuze één ingevulde enquête retour sturen per post met behulp van de portvrije envelop, keuze twee de enquête online invullen, op de website www.bewonersonderzoek-inholland.nl. Deze website is door een professioneel internetbureau (puntNL BV internetdiensten) aangemaakt. Zij hebben de website speciaal geprogrammeerd, waardoor de respondenten alleen de vier cijfers van hun postcode hoeft in te vullen, waardoor zij automatisch bij de juiste enquête terecht komen. 4.3.2 Interviews met de bewoners Het nadeel van de enquête is, dat de context waarbinnen de antwoorden gegeven wordt, niet bekend is. Dat wil zeggen dat de reden waarom een respondent een bepaald antwoord geeft onbekend blijft. Daarom zijn er ook in totaal, tien diepte-interviews gehouden met de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt, waarbij er is gevraagd, waarom zij voor een bepaald antwoord hebben gekozen bij de stellingen. In de enquête konden de respondenten aangeven of zij hun antwoorden nader wilde toelichten in een interview. Doormiddel van de gegevens die de respondenten hebben achtergelaten, zijn er afspraken gemaakt om de interviews af te nemen. De locatie waar de interviews zijn afgenomen, verschilde per respondent. Een aantal interviews zijn afgenomen bij de bewoners thuis en een aantal interviews zijn afgenomen op hun werk. De tijdsduur van de interviews variëren van 25 minuten tot 50 minuten, alle interviews zijn opgenomen met een voice recorder en zijn daarna letterlijk uitgewerkt. De uitgewerkte interviews zijn terug te vinden in de bijlagen III en IV van dit onderzoeksrapport. Het eerste interview is afgenomen op dinsdag, 15 april 2008 en de laatste is afgenomen op dinsdag, 29 april 2008. Als leidraad voor de interviews zijn de ingevulde enquêtes van de respondenten gebruikt.
23
4.3.3 Interviews met de beleidsmakers Naast de interviews met de bewoners, zijn er ook drie beleidsmakers geïnterviewd. Aangezien het onderzoek gericht is op twee stadsdelen, zijn de volgende twee toeristische beleidsmedewerkers geïnterviewd: Dhr. Polak, beleidsmedewerker van het stadsdeel Zeeburg. Hij is verantwoordelijk voor het maken van theoretisch beleid wat samenhangt met de lokale economie. Mevr. Tiesinga, accountmanager van het stadsdeel Centrum. Zij is de contactpersoon voor ondernemer en bedrijven in de Oostelijke Binnenstad. Daarnaast is Mevr. Brouwer, een beleidsonderzoeker, Economische Zaken van de Gemeente Amsterdam geïnterviewd. Hier is voor gekozen, omdat zij zicht heeft op het hele toeristische beleid van Amsterdam. Het eerste interview is afgenomen op maandag, 14 april 2008 en de laatste interview is afgenomen op woensdag, 16 april 2008. Alle interviews variëren van 30 minuten tot 45 minuten. Ook deze interviews zijn opgenomen met een voice recorder en daarna letterlijk uitgewerkt. De uitgewerkte interviews zijn terug te vinden in bijlage V van dit onderzoeksrapport.
4.4
Onderzoekspopulatie
Er zijn in totaal 800 enquêtes onder de bewoners verspreid, 400 in het stadsdeel Zeeburg en 400 in de Plantagebuurt. Deze enquêtes zijn op woensdag, 2 april 2008 verspreid. Doordat er een fout is gemaakt tijdens het verspreiden van deze enquêtes, waarbij er 300 enquêtes van de Plantagebuurt in het stadsdeel Zeeburg zijn verspreid, moesten de enquêtes opnieuw verspreid worden in beide stadsdelen inclusief een excuusbrief. De nieuwe enquêtes zijn gemerkt, waardoor zij makkelijk van de oude enquêtes te onderscheiden zijn. Hierdoor worden dubbele antwoorden uitgesloten. De nieuwe enquêtes zijn op vrijdag, 4 april 2008 verspreid. Bij het verspreiden van de enquêtes is rekening gehouden met de keuze van de straten, er is voornamelijk gekozen voor de straten die dichtbij een toeristische trekpleister zijn gelegen. In eerste instantie waren er al een aantal straten gekozen, waar de enquêtes verspreid zouden worden. Deze zijn goedgekeurd door Katalin Gallyas. Tijdens het verspreiden van de enquêtes werd duidelijk dat veel woningen een ja/nee en nee/nee stickers hadden en er veel bedrijven waren, waardoor niet alle 800 enquêtes in de vastgestelde straten verspreid konden worden. Om toch alle 800 enquêtes over de stadsdelen te verdelen is ervoor gekozen om de overige enquêtes in andere straten uit te delen in dezelfde wijk. Stadsdeel Zeeburg • Oostelijke Handelskade • KNSM Laan • Sumatrastraat • Timorplein • Timorstraat • Borneostraat • Veemkade
24
De Plantagebuurt • Plantage Middenlaan • Plantage Parklaan • Plantage Muidergracht • Plantage Kerklaan • Plantage Lepellaan • Plantage Badlaan • Plantage Doklaan • Entrepotdok • Henri Polaklaan Door de lage respons op de enquêtes, zijn er nog eens 75 brieven per stadsdeel verspreid, met de vraag of de bewoners de enquête online willen invullen. Deze brieven zijn op maandag, 21 april 2008, in andere straten verspreid. Stadsdeel Zeeburg • C. van Eesterenlaan • Panamakade • Fred Petterbaan • Hengelenstraat De Plantagebuurt • Hoogte Kadijk • Laagte Kadijk • Tussen Kadijk Daarnaast zijn er op donderdag, 24 april 2008, in het winkelcentrum van het stadsdeel Zeeburg, nog eens 25 bewoners geënquêteerd. Het is niet bekend uit welke straten deze 25 respondenten vandaan komen, omdat er tijdens het enquêteren niet naar de postcode is gevraagd. Op maandag, 28 april 2008 is er in de buurt bij Artis, geprobeerd om de bewoners van de Plantagebuurt te enquêteren. De meeste mensen kwamen niet uit de Plantagebuurt, de mensen die wel uit deze buurt kwamen, waren niet bereid om de enquête in te vullen. Ook is er een enquête link geplaatst op twee weblogs, één daarvan is Zeeburg.nl en de ander is van de buurtvereniging Plantage aan het Water.
4.5
Betrouwbaarheid
Door de beperkte steekproefgrootte is het onderzoek wellicht niet volledig representatief. Het streven was een respons van 125 per stadsdeel. Bij het stadsdeel Zeeburg was het respons 75 en bij de Plantagebuurt was dit 80. Daarnaast is er op woensdag, 2 april 2008, tijdens het verspreiden van de enquêtes, een fout gemaakt, waarbij er 300 enquêtes van de Plantagebuurt in het stadsdeel Zeeburg is verspreid. 25
Hoewel deze fout zo spoedig mogelijk is hersteld, door op vrijdag, 4 april 2008 de gemerkte, nieuwe enquêtes inclusief excuusbrieven opnieuw te verspreiden in beide stadsdelen. Kan het zo zijn dat de respondenten het vervelend vinden om de enquête voor een tweede keer in te vullen. Dit maakt het onderzoek minder betrouwbaar, omdat hierdoor een lager respons kan zijn geweest, dan wanneer deze fout niet zou zijn gemaakt. Vervolgens is de postcode 1019, op de website www.bewonersonderzoek-inholland.nl voor twee weken lang, ten onrechte van het stadsdeel Zeeburg aan de enquête van de Plantagebuurt gekoppeld. Dit kan een reden zijn waardoor de respondenten de enquêtes online niet hebben ingevuld. Dit kan mede een reden zijn waarom de respons van de online enquêtes zo laag is. Ook bestaat er een kans dat de respondenten alsnog de enquête van de Plantagebuurt hebben ingevuld terwijl zij in het stadsdeel Zeeburg wonen. Deze mogelijkheid is minimaal, omdat de naam van het stadsdeel meerdere malen in de enquête wordt aangegeven en omdat de postcode na twee weken is gekoppeld aan het juiste stadsdeel.
4.6
Data verzameling & Data analyse
4.6.1 Enquêtes Op vrijdag, 9 mei 2008 is het werven van de respondenten gestopt. Het is nu tijd om de verzamelde gegevens te analyseren. Allereerst zijn de gegevens van de ingevulde enquêtes ingevoerd in het programma SPSS 15.0. Dit programma maakt het makkelijker om de resultaten te berekenen. Aan de hand van de resultaten, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Hierin staat hoeveel procent van de respondenten voor een bepaald antwoord heeft gekozen. 4.6.2 Interviews Daarnaast zijn de diepte-interviews met de bewoners geanalyseerd, door deze te labelen. Allereerst is er per stelling gekeken naar de antwoorden van de respondenten, vervolgens zijn alleen de antwoorden met een kleur gemarkeerd die relevant zijn voor dit onderzoek. Daarna zijn alle gemarkeerde antwoorden per stelling onder elkaar uitgewerkt, waardoor het duidelijk wordt, wat elke respondent per stelling heeft geantwoord. Vervolgens is daar een korte samenvatting van gemaakt.
26
DEEL II ONDERZOEKRESULTATEN
27
INTRODUCTIE In dit deel van het onderzoeksrapport zijn alle resultaten uit het onderzoek verwerkt. Eerst zijn de negen algemene vragen geanalyseerd, zodat er gekeken kan worden of er verschillen zijn. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 t/m 10 de kwantitatieve en de kwalitatieve onderzoeksresultaten van zowel de bewoners als de beleidsmakers geanalyseerd. In de analyse worden de geënquêteerden respondenten aangeduid met ‘respondent(en)’en de geïnterviewde respondenten worden aangeduid met ‘geïnterviewden’. Deelvragen 1, 2, 3 en 5 worden in de hoofdstukken 6, 7, 8, 9 en 10 beantwoord. Aan het eind van ieder hoofdstuk staat een deelconclusie, hierin worden de deelvragen beantwoord.
28
5.
GEGEVENS RESPONDENTEN
In de enquête zijn eerst negen algemene vragen gesteld. Met behulp van deze vragen is het mogelijk om iets meer te kunnen zeggen over de respondenten. Per stadsdeel worden de demografische gegevens van de respondenten beschreven.
5.1
Het stadsdeel Zeeburg
Van de 75 respondenten, woont het grootste gedeelte, 36%, 10 tot 25 jaar in het stadsdeel Zeeburg. 27% woont 5 tot 10 jaar, 24% woont 2 tot 5 jaar, 9% woont 1 tot 2 jaar. Slechts 3% woont korter dan 1 jaar het in het stadsdeel. Wat opvalt is dat de meeste respondenten een langere periode in het stadsdeel wonen. Van de respondenten woont 54% in een huurwoning en 46% in een koopwoning. Één respondent heeft deze vraag niet ingevuld. Van de respondenten is 34% alleenstaand, 34% samenwonend zonder kinderen, 4% alleenstaand met kinderen en 28% samenwonend met kinderen. Één respondent heeft deze vraag niet ingevuld. Van de respondenten is 36% man en 64% vrouw. De leeftijden varieert tussen de 18 en 80 jaar. Opvallend is dat de grootste groep respondenten, 51%, tussen de 41- 60 jaar oud is. 37% is tussen de 21- 40 jaar oud, 10% is tussen de 61-80 jaar oud en slecht 3% is jonger dan 20 jaar. Één respondent heeft deze vraag niet ingevuld. Meer dan de helft van de respondenten heeft een HBO studie gevolgd, 40%. 25% heeft een universitaire studie gevolgd en 31% een MBO studie of lager. Slechts 4% heeft een andere studie gevolgd. Ruim 93% van de respondenten gaf aan dat er niemand binnen het huishouden werkzaam is in de toeristische sector. Aangezien de grootste gedeelte van de respondenten niet werkzaam zijn in de toeristische sector, is het hierbij niet mogelijk om te achterhalen, of de respondenten die wel werkzaam zijn in die sector, ook meer weet over de citymarketing campagne I Amsterdam. Hieronder volgen twee vragen, om te achterhalen of er een duidelijk verschil is tussen de antwoorden op de stellingen van bepaalde groepen respondenten. Waar zijn de respondenten geboren. Dit om te kijken of er een verband is tussen bijvoorbeeld de geboorteplaats van de respondenten en hoe trots zij op hun stadsdeel zijn. Respondenten die in Amsterdam zijn geboren zouden wellicht trotser op hun buurt kunnen zijn dan mensen die buiten Amsterdam zijn geboren. 52% van de respondenten gaf aan dat ze niet in Amsterdam zijn geboren, 35% is wel in Amsterdam geboren. Slecht 13% is in het buitenland geboren. 29
Hoe vaak brengt de respondent zelf uit recreatieve belangstelling een bezoek aan een stad in Nederland of over de grens. Deze vraag is gesteld, omdat het wellicht interessant kan zijn dat mensen die zelf vaak toerist zijn, zich beter in een toerist kunnen verplaatsen. Het grootste deel van de respondenten, 31%, gaf aan dat zij 1 tot 2 keer per jaar uit recreatieve belangstelling een bezoek brengen aan een stad in Nederland of over de grens. 27% gaat 2 tot 5 keer per jaar, 23% gaat 5 tot 10 keer per jaar en 11% gaat meer dan 10 keer per jaar. Slechts 9% gaat minder dan 1 keer per jaar.
5.2
De Plantagebuurt
Van de 80 respondenten, woont het grootste gedeelte, 29%, 5 tot 10 jaar in de Plantagebuurt. 11% woont 25 jaar of langer, 28% woont 10 tot 25 jaar, 15% woont 2 tot 5 jaar en 14% woont 1 tot 2 jaar. Slechts 4% woont korter dan 1 jaar in het stadsdeel. Wat opvalt is dat het grootste gedeelte van de respondenten voor een langere periode in het stadsdeel woont. Het grootste gedeelte van de respondenten, 74%, woont in een koopwoning en 26% woont in een huurwoning. Van de respondenten is 35% alleenstaand, 38% samenwonend zonder kinderen en 26% samenwonend met kinderen. 1% van de respondenten is alleenstaand met kinderen. Van de respondenten is 39% man en 61% vrouw. De leeftijd varieert tussen de 21 en 80 jaar en ouder. Opvallend is dat de grootste groep respondenten die de enquête hebben ingevuld 62% tussen de 41-60 jaar oud is. 25% is tussen de 21-40 jaar oud, 10% is tussen de 61-80 jaar oud. Slechts 3% is 80 jaar en ouder. Drie respondenten hebben deze vraag niet ingevuld. Meer dan de helft van de respondenten heeft een Universitaire studie gevolgd, 49%. 31% heeft een studie aan de HBO gevolgd. 13% heeft een MBO studie of lager gevolgd. 8% heeft een andere studie gevolgd. Opvallend is dat merendeels van de respondenten hoog opgeleid zijn. Ruim 94% van de respondenten gaf aan dat er niemand binnen het huishouden werkzaam is in de toeristische sector. Aangezien de grootste gedeelte van de respondenten niet werkzaam zijn in de toeristische sector, is het hierbij niet mogelijk om te achterhalen, of de respondenten die wel werkzaam zijn in die sector, ook meer weet over de citymarketing campagne I Amsterdam. Hieronder volgen twee vragen, om te achterhalen of er een duidelijk verschil is tussen bepaalde groepen respondenten.
30
Waar is de respondent geboren. Dit om te kijken of er een verband is tussen bijvoorbeeld de geboorteplaats van de respondenten en hoe trots zij op hun stadsdeel zijn. Respondenten die in Amsterdam zijn geboren zouden wellicht trotser op hun buurt kunnen zijn, dan mensen die buiten Amsterdam zijn geboren. 60% van de respondenten gaf aan, dat ze niet in Amsterdam zijn geboren, 29% is wel in Amsterdam geboren. Slechts 11% is in het buitenland geboren. Hoe vaak bezoekt de respondent uit recreatieve belangstelling een stad in Nederland of over de grens. Deze vraag is gesteld, omdat het wellicht interessant kan zijn aangezien mensen die zelf vaak toerist zijn, zich beter in een toerist kunnen verplaatsen. Het grootste deel van de respondenten, 40%, gaf aan dat zij 2 tot 5 keer per jaar uit recreatieve belangstelling een bezoek brengt aan een stad in Nederland of over de grens. 26% gaat 5 tot 10 keer per jaar, 15% gaat 1 tot 2 keer per jaar en 10% gaat meer dan 10 keer per jaar. Slechts 9% gaat minder dan 1 keer per jaar.
31
6.
TROTS
6.1
Trots op het stadsdeel Zeeburg
De enquête begint met het thema ‘Trots’. Dit thema heeft vijf stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van het stadsdeel Zeeburg weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij iedere stelling een korte analyse gegeven. Thema 1: Trots
1. Het geeft me een gevoel van trots te zijn dat het stadsdeel Zeeburg aantrekkelijk is voor (dag)toeristen 2. Ik woon graag in een stadsdeel dat populaire is voor (dag)toeristen 3. De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt zelf ook meer waardeer 4. Ik wil graag dat (dag)toeristen van mijn buurt genieten 5. Wanneer een (dag)toerist mij de weg vraagt, geef ik hem graag wat extra uitleg over mijn buurt
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
3,0% (2)
11,0% (8)
16,0% (12)
61,0% (46)
9,0% (7)
4,0% (3)
19,0% (14)
24,0% (18)
45,0% (34)
8,0% (6)
zeer oneens
5,0% (4)
27,0% (20)
16,0% (12)
48,0% (36)
4,0% (3)
3,0% (2)
7,0% (5)
15,0% (11)
65,0% (49)
11,0% (8)
3,0% (2)
13,0% (10)
16,0% (12)
56,0% (42)
12,0% (9)
missing values
Totaal 100% (75)
100% (75) 100% (75)
100% (75) 100% (75)
6.1.1 Trots op het stadsdeel Van de 75 respondenten uit het stadsdeel Zeeburg, zegt 70% het eens tot zeer mee eens te zijn dat het hun een gevoel van trots geeft, dat het stadsdeel Zeeburg aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. 16% gaf aan geen mening te hebben en 14% is het oneens tot zeer oneens met de stelling.
32
Bar Chart Het geeft me een gevoel van trots te zijn dat het stadsdeel Zeeburg aantrekkelijk is voor (dag) toeristen
25
Count
20
15
zeer oneens oneens geen mening mee eens zeer mee eens
10
5
0 amsterdam
anders
buitenland
Wat is uw geboorteplaats?
Opvallend is dat de respondenten die niet Amsterdam zijn geboren, een trotser gevoel hebben dat het stadsdeel Zeeburg aantrekkelijk is voor (dag)toeristen, dan de respondenten die wel in Amsterdam geboren zijn. Uit de interviews is gebleken, dat het drie bewoners een gevoel van trots geeft, dat hun stadsdeel Zeeburg aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Het brengt wat leven in de buurt en er worden veel activiteiten georganiseerd voor toeristen. Twee andere bewoners hebben neutraal geantwoord op de stelling en zeggen: “Als ik ergens trots op ben, wordt voor mij niet beïnvloed of mensen mijn buurt aantrekkelijk vinden” en “het gevoel van trots heeft voor mij niets te maken of het aantrekkelijk is voor toeristen”. 6.1.2 Populair stadsdeel Meer dan de helft van de respondenten 53%, woont graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen. 24% gaf aan geen mening te hebben op de stelling en 23% is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Uit de interviews is naar voren gekomen, dat merendeels van de bewoners graag in een stadsdeel woont dat populair is voor (dag)toeristen. Het is gezellig en het brengt wat leven op straat. Volgens één van de bewoners is de Dappermarkt verkozen tot de leukste markt van alle markten in Nederland. Dat trekt natuurlijk veel (dag)toeristen aan. Een ander bewoner heeft neutraal geantwoord op de stelling en zegt: “Ik ben daar niet gaan wonen omdat toeristen het zo mooi vinden”. 6.1.3 Waardering van (dag) toeristen voor mijn buurt 52% antwoord het eens tot zeer mee eens te zijn met de stelling ‘de waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt, zorgt ervoor dat ik mijn buurt zelf ook meer waardeer’. 16% van de respondenten gaf aan geen mening te hebben en 32% is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Opvallend is dat de waardering van (dag)toeristen een zekere meerwaarde heeft op de meningen van de respondenten over hun eigen buurt.
33
Tijdens de interviews gaven drie bewoners aan het eens tot zeer mee eens te zijn met de stelling, dat zij hun buurt wel meer waardeer als anderen mensen hun buurt waarderen. Waarvan een van de bewoonsters zegt: “Als anderen het hier leuk vinden dan vind ik dat ook”. Daarentegen heeft één bewoner neutraal geantwoord en de andere bewoner is het oneens met de stelling. Wat zij voor hun buurt voelen, wordt niet beïnvloed door (dag)toeristen. 6.1.4 Toeristen laten genieten van mijn buurt Ruim driekwart van de respondenten 76% wil dat (dag)toeristen van hun buurt geniet. 15% gaf aan geen mening te hebben en slechts 9% wil niet dat (dag)toeristen van hun buurt genieten. Uit de interviews is gebleken, dat alle bewoners willen dat (dag)toeristen van hun buurt genieten, ze willen graag dat de buurt gezellig wordt. Het zorgt ook voor meer aanbod aan horeca, culturele activiteiten en ontspanning. “Ik heb er alleen maar profijt van” zegt een bewoonster van het stadsdeel Zeeburg. Een ander bewoner zegt: “Kijk als mensen hier niet genieten dan is het geen aantrekkelijke buurt, de buurt heeft wel iets aantrekkelijks, daarom wilde ik ook hier komen wonen. Het is een soort bevestiging”. 6.1.5 Extra uitleg geven aan toeristen 68% van de respondenten is bereid om extra uitleg te geven aan (dag)toeristen, die de weg vragen. 16% gaf aan geen mening te hebben en 16% is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Bar Chart Wanneer een (dag)toerist mij de weg vraagt, geef ik hem graag wat extra uitleg over mijn buurt
12,5
Count
10,0
zeer oneens oneens geen mening mee eens zeer mee eens
7,5 5,0 2,5 0,0 minder dan 1 tot 2 keer 2 tot 5 keer 1 keer per per jaar per jaar jaar
5 tot 10 keer per jaar
10 keer per jaar of meer
Hoe vaak brengt u uit recreatieve belangstelling een bezoek aan een stad in Nederland of in buitenland?
Opvallend is dat de respondenten die 1 tot 10 keer per jaar op vakantie gaan, meer bereid zijn om extra uitleg te geven aan toeristen, die de weg vragen. Hieruit is niet duidelijk op te maken, of de respondenten die zelf vaak een stad bezoeken, ook beter in een toerist kan verplaatsen. Dan respondenten die minder vaak een stad bezoeken.
34
Uit de interviews is gebleken, dat alle geïnterviewden bewoners alleen de informatie geven, wat aan hen gevraagd wordt. Zij zullen niet uit zichzelf vertellen wat er in de buurt te doen is. Wanneer (dag)toeristen erom zouden vragen, zijn zij wel bereid om hun extra uitleg te geven over de buurt. 6.1.6 Visie sleutelfiguur Tijdens het interview met een beleidsmaker van de gemeente uit het stadsdeel Zeeburg is de vraag gesteld, welke initiatieven de gemeente draagt om de bewoners zich trots te laten voelen op het stadsdeel en hun te betrekken bij het toeristisch beleid. Hierop heeft hij het volgende geantwoord: “We hopen uiteraard met de dingen die wij doen, dat de bewoners het ook leuk vinden. Wij zullen er natuurlijk trots op zijn. We nemen daar geen specifieke acties om dat te bewerkstelligen. Het is wel leuk meegenomen als dat zo is”. Aanvullend op deze vraag is de volgende vraag gesteld, wordt er onder de bewoners van het Stadsdeel Zeeburg een tevredenheidonderzoek gehouden. Hij gaf aan dat er wel een leefbaarheidmonitor is, maar dat het stadsdeel geen specifieke onderzoeken verricht onder de bewoners van het stadsdeel. Hieruit is te concluderen dat de Gemeente van het stadsdeel Zeeburg, geen specifieke acties onderneemt, om de bewoners trots te laten voelen op hun stadsdeel. Het lijkt erop dat het voor de gemeente niets uitmaakt, of de bewoners trots op hun buurt zijn of niet. 6.1.7 Deelconclusie ‘Trots’ Op basis van de onderzoeksresultaten is naar voren gekomen, dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg, (zeer) trots zijn op het feit dat het stadsdeel door (dag)toeristen wordt bezocht. Het geeft hun een gevoel van trots, dat het stadsdeel aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Meer dan de helft van de respondenten woont graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen. Ook de waardering voor hun eigen buurt wordt verhoogt, doordat (dag)toeristen hun buurt positief waarderen. Ruim driekwart wil dat de toeristen van hun buurt genieten en 68% is bereid om (dag)toeristen extra uitleg te geven over hun buurt.
35
6.2
Trots op de Plantagebuurt
De enquête begint met het thema ‘Trots’. Dit thema heeft vijf stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van de Plantagebuurt weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 1: Trots
1. Het geeft me een gevoel van trots te zijn dat de Plantagebuurt aantrekkelijk is voor (dag)toeristen 2. Ik woon graag in een stadsdeel dat populaire is voor (dag)toeristen 3. De waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt zorgt ervoor dat ik mijn buurt zelf ook meer waardeer 4. Ik wil graag dat (dag)toeristen van mijn buurt genieten 5. Wanneer een (dag)toerist mij de weg vraagt, geef ik hem graag wat extra uitleg over mijn buurt
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
1,0% (1)
11,0% (9)
20,0% (16)
56,0% (45)
11,0% (9)
4,0% (3)
33,0% (26)
31,0% (25)
28,0% (22)
5,0% (4)
11,0% (9)
39,0% (31)
20,0% (16)
26,0% (21)
4,0% (3)
3,0% (2)
10,0% (8)
21,0% (17)
60,0% (48)
6,0% (5)
1,0% (1)
9,0% (7)
18,0% (14)
60,0% (48)
13,0% (10)
zeer oneens
missing values
Totaal 100% (80)
100% (80) 100% (80)
100% (80) 100% (80)
6.2.1 Trots op het stadsdeel Van de 80 respondenten van de Plantagebuurt, gaf 67% aan het eens tot zeer mee eens te zijn, dat het hun een gevoel van trots geeft dat de Plantagebuurt aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. 20% gaf aan geen mening te hebben en 13% is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Bar Chart Het geeft me een gevoel van trots te zijn dat de Plantagebuurt aantrekkelijk is voor (dag) toeristen
30
20
Count
zeer oneens oneens geen mening mee eens zeer mee eens
10
0 amsterdam
anders
buitenland
Wat is uw geboorteplaats?
36
Opvallend is dat de respondenten die niet in Amsterdam zijn geboren, een trotser gevoel hebben dat de Plantagebuurt aantrekkelijk is voor (dag)toeristen, dan de respondenten die wel in Amsterdam geboren zijn. Uit de interviews is gebleken, dat de respondenten verschillende antwoorden hebben gegeven op deze stelling. Een bewoonster heeft neutraal geantwoord en gaf aan dat het niet zo’n item is of de buurt, aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Drie bewoners zijn het eens met de stelling, waarvan één bewoonster zegt, erg trots te zijn dat haar buurt aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Dit vanwege de geschiedenis die de buurt heeft waar veel toeristen op af komen. Één bewoner is het oneens met de stelling en zegt: “Ik ben niet trots, waar zou ik trots op moeten zijn. Waarom zou ik, ik heb het toch niet gemaakt?”. 6.2.2 Populair stadsdeel Minder dan de helft van de respondenten, 33%, woont graag in een stadsdeel dat populair is voor (dag)toeristen. 31% gaf aan geen mening te hebben op de stelling en het grootste gedeelte 36% is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Van de geïnterviewde bewoners van de Plantagebuurt, gaven drie bewoners aan dat het voor hen geen meerwaarde heeft, of het stadsdeel waar ze graag wonen populair is voor (dag)toeristen. Één bewoonster gaf aan, dat ze soms last heeft van (dag)toeristen, die met de auto naar de Plantagebuurt komen. Hierdoor kan ze haar auto moeilijk parkeren. Twee andere bewoners hebben neutraal geantwoord. Voor hen geldt dat zij daar zijn gaan wonen, omdat het dichtbij het centrum is en het een rustige buurt is. 6.2.3 Waardering van (dag) toeristen voor mijn buurt Slechts 30% is het eens tot zeer mee eens met de stelling ‘de waardering van (dag)toeristen voor mijn buurt, zorgt ervoor dat ik mijn buurt zelf ook meer waardeer’. 20% van de respondenten zegt geen mening te hebben en ruim de helft van de respondenten, 50%, is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Opvallend is, dat voor een groot gedeelte van de respondenten geldt, dat de waardering van (dag)toeristen voor de Plantagebuurt, geen meerwaarde heeft op de meningen van de respondenten over hun eigen buurt. In tegenstelling tot het stadsdeel Zeeburg, hebben de waardering van (dag)toeristen een zekere invloed op de waardering van de bewoners over hun eigen buurt. Merendeels van de respondenten gaf tijdens de interviews aan, dat het voor hen helemaal niets uitmaakt, of de waardering van (dag)toeristen voor de Plantagebuurt, ervoor zorgt dat zij hun eigen buurt zelf meer waarderen. Één bewoner denkt daar anders over en zegt: “Ja, maar dan denk ik een beetje groepsgedrag. Kijk als iedereen zegt dat het een mooie buurt is, dan ga ik, als je het zelf al niet dacht ook een beetje denken. Ow kennelijk is het toch wel wat, in die zin wel mee eens. Het voegt wel een beetje waarde aan toe”.
37
6.2.4 Toeristen laten genieten van mijn buurt Meer dan de helft van de respondenten, 66%, wil dat (dag)toeristen van hun buurt genieten. 21% gaf aan geen mening te hebben en slechts 13% wil niet dat (dag)toeristen van hun buurt genieten. Uit de interviews is gebleken, dat vier bewoners van de Plantagebuurt positief hebben geantwoord op deze stelling. Waarvan een bewoonster zegt: “omdat het een bijzondere plek is in Amsterdam, het heeft een geschiedenis wat hier gebeurt is. Ik wil dat de mensen hier van genieten en dat het op een educatieve manier wordt uitgelegd, dat mensen er wat aan hebben. Maar meestal vind ik dat ze heel goed geïnformeerd zijn, wat ze willen zien”. Een andere bewoonster gaf aan, dat ze wil dat (dag)toeristen van Amsterdam genieten, ook van haar buurt. Andersom wil zij namelijk ook van de stad genieten waar ze is. Eén bewoonster heeft neutraal geantwoord en zegt: “Kijk ik zou nooit actie voeren om mijn buurt aantrekkelijker te maken voor (dag)toeristen. Dan zou het alleen maar drukker worden in mijn buurt en daar heb ik niet zo’n belang bij”. 6.2.5 Extra uitleg geven aan toeristen 73% van de respondenten is bereid om extra uitleg te geven aan toeristen, die de weg vragen. 18% gaf aan geen mening te hebben en 10% is het oneens tot zeer oneens met de stelling.
Bar Chart Wanneer een (dag)toerist mij de weg vraagt, geef ik hem graag wat extra uitleg over mijn buurt
20
Count
15
zeer oneens oneens geen mening mee eens zeer mee eens
10
5
0 minder dan 1 tot 2 keer 2 tot 5 keer 1 keer per per jaar per jaar jaar
5 tot 10 keer per jaar
10 keer per jaar of meer
Hoe vaak brengt u uit recreatieve belangstelling een bezoek aan een sta…
Opvallend is dat de groep respondenten die 2 tot 5 keer per jaar op vakantie gaan, meer bereid zijn om extra uitleg te geven aan toeristen, die de weg vragen. Hieruit kan gezegd worden dat de respondenten die zelf vaak een stad bezoeken, ook beter in een toerist kan verplaatsen dan mensen die minder vaak een stad bezoeken.
38
Alle bewoners gaven tijdens de interviews aan, alleen de informatie te geven waar de toeristen specifiek om vragen. Indien de toeristen om extra informatie vragen, over de stad Amsterdam of over de Plantagebuurt, wat er bijvoorbeeld nog meer te doen is of waar ze lekker kunnen eten en drinken, zijn de bewoners wel bereid om de toeristen wat extra uitleg te geven over hun buurt. Een bewoonster gaf aan dat dit niet vaak gebeurd, omdat de toeristen vaak heel goed hebben geïnformeerd wat ze willen zien. 6.2.6 Visie sleutelfiguur Tijdens het interview met een beleidsmaker van de gemeente, van het stadsdeel Centrum is de vraag gesteld, welke initiatieven de gemeente onderneemt om de bewoners zich trots te laten voelen op hun stadsdeel en hun te betrekken bij het toeristisch beleid. Hierop heeft zij het volgende geantwoord: “Dat vind ik heel lastig, wat we bijvoorbeeld wel doen is ondernemers en bewoners te betrekken bij het evenement op de Czaar Peterstraat. Dit is nu het derde jaar dat het evenement georganiseerd wordt en we proberen de hele buurt erbij te betrekken. De negen straatjes is dan ook zo’n voorbeeld, het is dan wel georganiseerd door ondernemers, de negende van de negen zijn ze in 1999 mee begonnen. Ze organiseren dan een evenement met een tafel in één van de straten en daar zit dan iedereen die ooit met de straatjes te maken heeft gehad, aan tafel te eten. Wat dat betreft zijn er echt wel ondernemers en bewoners die zulke evenementen organiseren. Ik moet wel zeggen, ik zit bij de afdeling economie, ik ben wel meer betrokken bij de ondernemerskant”. 6.2.7 Deelconclusie ‘Trots’ Op basis van de onderzoekresultaten wordt duidelijk dat de meeste bewoners van de Plantagebuurt trots zijn op het feit dat de buurt wordt bezocht door (dag)toeristen. Het geeft hun een gevoel van trots, dat de Plantagebuurt aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Ze wonen er niet vanwege het feit dat de buurt populair is voor (dag)toeristen. De waardering voor hun eigen buurt wordt niet verhoogt door (dag)toeristen. Meer dan de helft wil dat (dag)toeristen van hun buurt genieten. 73% is bereid om (dag)toeristen extra uitleg te geven over hun buurt.
39
7.
Toeristen in uw stadsdeel
7.1
Toeristen in het stadsdeel Zeeburg
Het tweede thema van de enquête is ‘Toeristen in uw stadsdeel’. Dit thema heeft vier stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van het stadsdeel Zeeburg weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 2: Toeristen in uw stadsdeel 1. (Dag)toeristen verstoren de privacy van bewoners van het stadsdeel Zeeburg 2. Ik vind het fijn dat (dag)toeristen aanwezig zijn in mijn directe woonomgeving, want ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle 3. Ik sluit mijn woning steeds meer af voor inkijkende (dag)toeristen 4. Ik heb liever niet dat (dag)toeristen in mijn woonomgeving aanwezig zijn
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
16,0% (12)
63,0% (47)
9,0% (7)
11,0% (8)
1,0% (1)
7,0% (5)
39,0% (29)
28,0% (21)
25,0% (19)
1,0% (1)
20,0% (15)
57,0% (43)
17,0% (43)
5,0% (4)
0,0% (0)
28,0% (21)
53,0% (40)
11,0% (8)
5,0% (4)
3,0% (2)
zeer oneens
missing values
Totaal 100% (75)
100% (75) 100% (75) 100% (75)
7.1.1 (Dag)toeristen verstoren de privacy Grotendeels van de respondenten, 79%, vindt niet dat (dag)toeristen de privacy verstoren van de bewoners in het stadsdeel Zeeburg. Slechts 9% heeft daar geen mening over en 12% zegt het eens tot zeer mee eens te zijn met de stelling. Uit de interviews is gebleken, dat de bewoners niet vinden dat (dag)toeristen hun privacy verstoren. Waarvan één bewoner zegt: “Toen ik in de binnenstad woonde vond ik het vervelend, omdat je ander soort toeristen hebt. Bijvoorbeeld vrijgezellen avond of een groep Engelsen die luidruchtig zijn, dat heb je hier niet, mensen die hier komen zijn heel gericht”. 7.1.2 (Dag)toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle Merendeels van de respondenten, 45%, vindt niet dat (dag)toeristen, die in hun directe woonomgeving aanwezig zijn, voor meer veiligheid en sociale controle zorgen. 28% zegt geen mening te hebben en 27% is het eens tot zeer mee eens met de stelling.
40
Uit de interviews kwam naar voren dat twee bewoners vinden, dat (dag)toeristen zorgen voor een stukje veiligheid, maar niet voor de sociale controle. Twee andere bewoners, ervaren dat helemaal niet zo. Waarvan één bewoner zegt: “Volgens mij heeft het toerisme niets te maken met de veiligheid en de sociale controle van de stad”. En één bewoner heeft neutraal geantwoord op de stelling. 7.1.3 Woning afsluiten voor inkijkende (dag)toeristen Opvallend is dat ruim driekwart van de respondenten, 77%, hun woning niet hoeft af te sluiten voor inkijkende (dag)toeristen. Slechts 5% van de respondenten doet dat wel en 17% heeft geen mening. Uit de interviews is gebleken, dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg, hun woningen niet hoeven af te sluiten voor inkijkende (dag)toeristen. De meeste van hen woont op de vierde etage. Een bewoner die op de begane grond woont zegt: “We hebben wel gordijnen voor het raam hangen, maar dat komt eigenlijk doordat er hiernaast een koffiehuis is gelegen, waar ik totaal geen last van heb. Het enige nadeel is omdat ze hier vaak voor het raam lopen te telefoneren. Dat doen we voor de mensen die daar heen en weer lopen, maar niet voor de toeristen”. 7.1.4 Liever geen (dag)toeristen in mijn woonomgeving 81% van de respondenten wil juist wel dat (dag)toeristen aanwezig zijn in hun directe woonomgeving. 11% zegt daar geen mening over te hebben en slechts 8% wil niet dat (dag)toeristen aanwezig zijn in hun directe woonomgeving. Wat uit de interviews naar voren kwam is, dat de bewoners juist willen dat er (dag)toeristen in hun directe woonomgeving aanwezig zijn, omdat het een stukje veiligheid met zich mee brengt en het maakt de buurt levendig. Wat belangrijk is dat de bewoners geen slechte ervaringen hebben met (dag)toeristen in hun woonomgeving. 7.1.5 Deelconclusie ‘Toeristen in het stadsdeel’ Op basis van de onderzoeksresultaten, kan niet worden geconcludeerd dat (dag)toeristen de woning en/of directe woonomgeving van de respondenten verstoord. Ruim driekwart vindt dat (dag)toeristen de privacy van de bewoners niet verstoord en hoeft zijn woning hier niet voor af te sluiten. Hierbij wordt wel opgemerkt, dat de meeste respondenten niet op de begane grond woont. Bijna de helft vindt niet dat (dag)toeristen voor meer veiligheid en sociale controle zorgen. Het grootste deel vindt het fijn dat (dag)toeristen aanwezig zijn in hun directe woonomgeving.
41
7.2
Toeristen in de Plantagebuurt
Het tweede thema van de enquête is ‘Toeristen in uw stadsdeel’. Dit thema heeft vier stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van de Plantagebuurt weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 2: Toeristen in uw stadsdeel 1. (Dag)toeristen verstoren de privacy van bewoners van de Plantagebuurt 2. Ik vind het fijn dat (dag)toeristen aanwezig zijn in mijn directe woonomgeving, want ze zorgen voor meer veiligheid en sociale controle 3. Ik sluit mijn woning steeds meer af voor inkijkende (dag)toeristen 4. Ik heb liever niet dat (dag)toeristen in mijn woonomgeving aanwezig zijn
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
8,0% (6)
69,0% (55)
10,0% (8)
11,0% (9)
3,0% (2)
5,0% (4)
35,0% (28)
29,0% (23)
30,0% (24)
1,0% (1)
16,0% (13)
60,0% (48)
15,0% (12)
8,0% (6)
1,0% (1)
15,0% (12)
65,0% (52)
9,0% (7)
9,0% (7)
3,0% (2)
zeer oneens
missing values
Totaal 100% (80)
100% (80) 100% (80) 100% (80)
7.2.1 (Dag)toeristen verstoren de privacy Ruim driekwart van de respondenten, 76%, antwoord oneens tot zeer oneens te zijn op de stelling ‘(dag)toeristen verstoren de privacy van de bewoners van de plantagebuurt’. 10% heeft daar geen mening over en 14% ervaart dat wel zo. Uit de interviews is gebleken, dat de bewoners niet vinden dat (dag)toeristen hun privacy verstoren. Zij hebben helemaal geen last van (dag)toeristen, die naar hun buurt komen. “Dat zijn meestel de goede toeristen”, zegt een bewoner van de Plantagebuurt. 7.2.2 (Dag)toeristen zorgen voor meer veiligheid en sociale controle 31% van de respondenten vindt dat (dag)toeristen voor meer veiligheid en sociale controle zorgt. 40% antwoord oneens tot zeer oneens te zijn met de stelling en 29% gaf aan geen mening te hebben. Drie respondenten hebben oneens geantwoord op de stelling. Zij koppelen veiligheid en sociale controle van hun buurt, niet aan de aanwezigheid van (dag)toeristen. Waarvan een bewoner zegt: “Het is precies omgekeerd. We hebben hier weinig overlast maar er zijn wat hangjongeren bij het pompstation, die drugs verhandelen. De jongens hebben natuurlijk geld nodig hoe meer argeloze toeristen hier langs lopen hoe meer ze af en toe een slag slaan. Dus ik geloof 42
helemaal niet dat een toerist het hier veiliger maakt. Het lokt types hiernaar toe misschien”. Uit de antwoorden van de respondenten is op te maken dat het niet zo is, hoe meer (dag)toeristen er in de Plantagebuurt rondlopen, hoe veiliger en hoe meer sociale controle er in de buurt aanwezig is. Twee andere bewoners zijn het wel eens met de stelling, zij vinden dat (dag)toeristen voor meer veiligheid en sociale controle zorgt. 7.2.3 Woning afsluiten voor inkijkende (dag)toeristen 76% van de respondenten sluit hun woning niet af voor inkijkende (dag)toeristen. 15% gaf aan geen mening te hebben en 9% van de respondenten sluit hun woning wel af voor inkijkende (dag)toeristen. Alle geïnterviewde bewoners, gaven aan dat zij hun woning niet hoeven af te sluiten voor inkijkende (dag)toeristen, omdat de meeste van hen hoog woont. Een bewoner gaf aan, dat er niet zoveel toeristen in zijn buurt rondlopen en als hij ziet dat er mensen staan te kijken zal hij de gordijnen wel dicht doen. Meestal is gaat het om een kort moment, dat de (dag)toeristen naar binnen kijken. 7.2.4 Liever geen (dag)toeristen in mijn woonomgeving Meer dan de helft van de respondenten, 80%, wil dat (dag)toeristen aanwezig zijn in hun woonomgeving. 9% gaf aan geen mening te hebben en 11% wil niet dat (dag)toeristen aanwezig zijn in hun woonomgeving. Alle geïnterviewden, gaven aan dat ze juist willen dat (dag)toeristen in hun woonomgeving aanwezig zijn, omdat ze meestal voor een bepaald doel komen, zoals de geschiedenis van de buurt of vanwege het architectuur. Twee andere respondenten gaven aan, dat ze het niet erg vinden als (dag)toeristen in hun buurt rondlopen, maar als ze er niet zijn, vinden ze dat ook geen ramp. Het wil niet zeggen dat er meer toeristen moeten komen, zegt een bewoner. Als aanvulling op de stelling, is er aan twee respondenten gevraagd of zij het erg zouden vinden, wanneer het toerisme grotere vormen zou aannemen. Één van de bewoners zegt daar geen problemen mee te hebben en dat hij daar ook niet bang voor is, dat er opeens heel veel toeristen, in zijn buurt komen. Wel zegt hij: “Waarom zouden hier grote groepen toeristen komen? Kan me niet voorstellen dat ze hier speciale routes hebben”. Een andere bewoonster gaf aan, dat als de Plantagebuurt bomvol zal zijn met (dag)toeristen, dat zij het niet fijn zal vinden. Het zou voor een te grote druk zorgen in de woonomgeving en dat zou niemand prettig vinden, aldus de bewoonster. 7.2.5 Deelconclusie ‘Toeristen in het stadsdeel’ Op basis van de onderzoeksresultaten, kan niet worden geconcludeerd dat (dag)toeristen de woning en/of directe woonomgeving van de respondenten verstoord. Ruim driekwart vindt dat (dag)toeristen de privacy van de bewoners niet verstoord en hoeft zijn woning niet voor hen af te sluiten. Hierbij wordt wel opgemerkt, dat de meeste respondenten niet op de begane grond wonen. Bijna de helft van de respondenten vindt niet dat (dag)toeristen voor meer veiligheid en sociale controle zorgen. Het grootste deel vindt het fijn dat (dag)toeristen aanwezig zijn in hun directe woonomgeving. 43
8.
TOERISTEN IN AMSTERDAM
8.1
Bewoners van het stadsdeel Zeeburg, de toeristen in Amsterdam
Het derde thema is ‘Toeristen in Amsterdam’. Dit thema heeft vier stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van het stadsdeel Zeeburg weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 3: Toeristen in Amsterdam 1. De belangen van (dag)toeristen zijn bepalend bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam 2. Ik wil dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen, zoals groene route, architectuur route 3. In het voorjaar en in de zomer is Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen 4. Amsterdam is gebaat bij betere bewegwijzering voor (dag)toeristen
zeer oneens 8,0% (6)
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
49,0% (37)
11,0% (8)
28,0% (21)
4,0% (3)
1,0% (1)
17,0% (13)
19,0% (14)
55,0% (41)
8,0% (6)
3,0% (2)
41,0% (31)
19,0% (14)
31,0% (23)
7,0% (5)
1,0% (1)
12,0% (9)
19,0% (14)
56,0% (42)
12,0% (9)
missing values
Totaal 100% (75)
100% (75)
100% (75) 100% (75)
8.1.1 De belangen van (dag)toeristen zijn bepalend 57% antwoord oneens tot zeer oneens op de stelling ‘de belangen van (dag)toeristen zijn bepalend bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam’. 11% heeft daar geen mening over en 32% van de respondenten is het eens tot zeer mee eens met de stelling. Tijdens de interviews, zijn uiteenlopen antwoorden naar voren gekomen. Zo zegt een bewoner: “ Ik vind dat de straten en pleinen op zowel bewoners als op toeristen ingericht zijn, daar heb ik juist profijt van”. Een andere bewoner gaf juist aan dat de belangen van (dag)toeristen wel bepalend zijn bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam, maar dat het in zijn eigen stadsdeel niet zo is. 8.1.2 Speciale themaroute Meer dan de helft van de respondenten 63%, wil dat er speciale themaroutes voor de stad worden ontworpen. 19% gaf aan geen mening te hebben en 19% is het oneens tot zeer oneens met de komst van de themaroutes.
44
Uit de interviews is gebleken, dat merendeels van de bewoners het eens is met de stelling ‘Ik wil dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen, omdat ze vinden dat Amsterdam meer te bieden heeft dan alleen maar de binnenstad. Een bewoner heeft neutraal geantwoord op deze stelling en zegt: “Ja, daar hou ik niet zo van, toeristen moeten zelf ontdekken, hoe het stadsdeel eruit ziet”. Aanvullend op de stelling, is er een vraag gesteld of de bewoners nog leuke ideeën hebben voor een leuke themaroute. Daar zijn verschillende ideeën uitgekomen, zoals de volgende: Een bewoner gaf aan, een architectuur route te willen, hij kan zich best voorstellen dat het voor een toerist toch erg bijzonder is. Een andere bewoner zegt: “Het vervoer over het water kunnen doen en dan leukere plekken aandoen, zoals het Oostelijke Havengebied, Westelijk Havengebied en wellicht is Noord ook interessant. Dan zou je misschien kunnen combineren met Albert Cuyp, Dappermarkt, Waterlooplein”. Andere ideeën zijn, rondvaarten langs IJburg voor architectuur of het IJburg strand. 8.1.3 Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen De meningen zijn bijna gelijk verdeeld, op de stelling ‘in het voorjaar en in de zomer is Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen’. 44% is het oneens tot zeer oneens met de stelling en 37% is het eens tot zeer mee eens. Slechts 19% gaf aan geen mening te hebben. Uit de interviews kwam naar voren, dat de antwoorden van de respondenten enigszins verschillen. Twee bewoners hebben neutraal geantwoord op de stelling en volgens hun is de binnenstad wel druk, maar ze gaven aan daar niet aan te storen. Twee andere bewoners hebben oneens geantwoord op de stelling, waarvan één bewoner zegt: “Overgenomen worden, zo lijkt het misschien, ik denk dat het ook de levendigheid bevorderd. Ik ben daar niet op tegen”. En een andere bewoner is het eens met de stelling en zegt: “Ja, maar dat vind ik niet erg, als ik me daar wel aan stoor, dan moet ik maar in een hutje op de hei gaan zitten”. 8.1.4 Betere bewegwijzering voor (dag)toeristen 68% van de respondenten gaf aan dat de bewegwijzering voor (dag)toeristen beter moet, slechts 13% is het oneens tot zeer oneens met de stelling en 19% gaf aan geen mening te hebben. Bar Chart Amsterdam is gebaat bij betere bewegwijzering voor (dag) toeristen
20
Count
15
zeer oneens oneens geen mening mee eens zeer mee eens
10
5
45
0 minder dan tussen 6 1-2 jaar 6 maanden maanden en 1 jaar
2-5 jaar
5-10 jaar
10-25 jaar
25 jaar of langer
Hoelang woont u al in het stadsdeel …
Opvallend is dat de groep respondenten die 5-10 jaar in het stadsdeel wonen, vinden dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering voor (dag)toeristen. In tegenstelling tot de groep respondenten die 2-5 jaar in het stadsdeel wonen, vinden dat aanzienlijk minder belangrijk. Het lijkt erop dat de respondenten die langer in het stadsdeel wonen, vinden dat de bewegwijzering in Amsterdam niet goed zijn aangegeven voor (dag)toeristen. Uit de interviews is gebleken, dat drie respondenten, niet aan kunnen geven of de bewegwijzering beter moet of niet, omdat zij de stad al heel goed kennen en altijd alles weten te vinden. Zij maken daar geen gebruik van. De andere twee bewoners gaven aan dat de bewegwijzering voor (dag)toeristen beter moet. Een bewoner zegt zelfs dat er modernere methodieken zijn, om de bewegwijzering duidelijker aan te geven, door bijvoorbeeld een GPS systeem op de huurfietsen te installeren. 8.1.5 Deelconclusie ‘Toeristen in Amsterdam’ 57% van de respondenten gaf aan dat de belangen van de (dag)toeristen niet bepalend is voor de inrichting van openbare ruimtes. 63% is het eens dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen. 44% vindt niet dat Amsterdam in het hoogseizoen is overgenomen door (dag)toeristen en merendeels van de respondenten, 68%, vindt dat de bewegwijzering in Amsterdam beter moet. Hieruit is te concluderen dat de bewoners zich niet storen aan de (dag)toeristen die in Amsterdam aanwezig zijn.
46
8.2
Bewoners van de Plantagebuurt, de toeristen in Amsterdam
Het derde thema is ‘Toeristen in Amsterdam’. Dit thema heeft vier stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van de Plantagebuurt weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 3: Toeristen in Amsterdam 1. De belangen van (dag)toeristen zijn bepalend bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam 2. Ik wil dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen, zoals groene route, architectuur route 3. In het voorjaar en in de zomer is Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen 4. Amsterdam is gebaat bij betere bewegwijzering voor (dag)toeristen
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
19,0% (15)
39,0% (31)
20,0% (16)
21,0% (17)
1,0% (1)
4,0% (3)
9,0% (7)
25,0% (20)
50,0% (40)
13,0% (10)
3,0% (2)
38,0% (30)
16,0% (13)
34,0% (27)
10,0% (8)
1,0% (1)
3,0% (2)
28,0% (22)
56,0% (45)
13,0% (10)
zeer oneens
missing values
Totaal 100% (80)
100% (80)
100% (80) 100% (80)
8.2.1 De belangen van (dag)toeristen zijn bepalend Ruim de helft van de respondenten 58% vindt niet, dat de belangen van (dag)toeristen bepalend zijn bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam. 20% gaf aan geen mening te hebben en 23% antwoord mee eens tot zeer mee eens te zijn met de stelling. Uit de interviews is gebleken, dat twee bewoners van de Plantagebuurt aangaven, dat de belangen van de bewoners bepalend zijn bij de inrichting van de straten en pleinen van Amsterdam. Een bewoner gaf aan, dat de gemeente naar de belangen van de bewoners moet kijken, dit is volgens hem, momenteel niet het geval. Één bewoonster vertelt, dat ze niet gelooft dat daar speciaal rekening mee gehouden wordt en de laatste bewoonster gaf aan, niet te weten of de belangen van (dag)toeristen bepalend is, maar als ze Amsterdam in het geheel bekijkt, vindt ze dat de gemeente een klein museum van de stad wil maken. 8.2.2 Speciale themaroutes 63% van de geënquêteerde bewoners van de Plantagebuurt, wil dat er speciale themaroutes door de stad wordt ontworpen. Een kwart 26% gaf aan geen mening te hebben en 13% wil niet dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen.
47
Uit de interviews is gebleken, dat de bewoners erg positief hebben gereageerd op de komst van speciale themaroutes voor (dag)toeristen. Één van de bewoners zegt: “Ja, want het is een service naar de toeristen. Er zijn vast wel wat toeristen die het graag willen terug vinden in een boekje of in een folder”. Aanvullend op de stelling, is er een vraag gesteld of zij leuke ideeën hebben voor een leuke themaroute. Daar zijn de volgende ideeën uitgekomen, zoals een literatuurroute, omdat er vroeger in de Plantagebuurt heel veel schrijvers en dichters hebben gewoond. De European of Industrial Heritage route, een zigzag route door Amsterdam, richting de Albert Kuijp, Java eiland en Borneo eiland. 8.2.3 Amsterdam overgenomen door (dag)toeristen De meningen zijn bijna gelijk verdeeld, 40% van de respondenten vindt niet dat Amsterdam in het voorjaar en in de zomer is overgenomen door (dag)toeristen. 44% vindt dat wel en 16% gaf aan geen mening te hebben. Vier geïnterviewden, gaf aan het eens te zijn met de stelling ‘dat Amsterdam in het voorjaar en in de zomer wordt overgenomen door (dag)toeristen. Een bewoonster zegt: “Ja misschien een heel klein stukje dan, damrak, dam, Leidseplein, Kalverstraat, echt het centrum, verder niet. Daar zie je en merk je de drukte”. De meeste respondenten, gaan dan ook niet in het weekend de Binnenstad in. Ze gaan op zoek naar andere rustige plekken in Amsterdam. Één bewoner heeft neutraal geantwoord en zegt: “Ik vind het af en toe, met name bepaalde dagen en seizoenen dat het druk is”. 8.2.4 Betere bewegwijzering voor (dag)toeristen 69% van de bewoners van de Plantagebuurt die de enquête heeft ingevuld, gaf aan dat de bewegwijzering voor (dag)toeristen beter moet. Slechts 4% vindt dat de bewegwijzering, wel duidelijk is aangegeven en 28% gaf aan geen mening te hebben. Uit de interviews kwam naar voren, dat drie bewoners niet weten of de bewegwijzering voor (dag)toeristen beter moet. Dit omdat zij Amsterdam goed kennen en de weg altijd weten te vinden. Één bewoner denkt dat de bewegwijzering voor toeristen onduidelijk is. Een andere bewoner zegt: “Het stadsdeelbestuur blijft achter met de actualiteit van richtingsborden. Het is treurig dat het in één keer wordt geplaatst en vervolgens wordt het niet bijgehouden. Ik kan zo’n vier a vijf borden aanwijzen die niet meer kloppen. Ze veranderen niet met andere routes die open zijn”. 8.2.5 Deelconclusie ‘Toeristen in Amsterdam’ Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat, meer dan de helft van de respondenten, aangeeft dat de belangen van (dag)toeristen niet bepalend is voor de inrichting van de openbare ruimtes. Maar liefst 63% is het eens dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen. Minder dan de helft van de respondenten van de Plantagebuurt, vindt dat Amsterdam in het hoogseizoen is overgenomen door (dag)toeristen. 69% vindt dat de bewegwijzering in Amsterdam beter moet worden voor (dag)toeristen. 48
9.
EVENEMENTEN, FESTIVALS EN DE KOOPZONDAGEN
9.1
Bewoners van het stadsdeel Zeeburg over evenementen, festivals en de koopzondagen
Het vierde thema is ‘Evenementen, festivals en de koopzondagen’. Dit thema heeft vijf stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van het stadsdeel Zeeburg weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 4: Evenementen, festivals en de koopzondagen 1. Het aanbod van festivals is ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden 2. Evenementen en festivals trekken zoveel (dag)toeristen aan, dat ik liever niet ga 3. (Dag)toeristen verdringen de Amsterdammers uit de winkels tijdens de koopzondagen 4. Ik zou het fijn vinden als de winkels in het stadsdeel Zeeburg op zondag vaker open zijn. 5. Ik vind het leuk dat grote evenementen die in het centrum plaatsvinden, zoals Koninginnedag, zich steeds meer uitbreiden naar het stadsdeel Zeeburg
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
4,0% (3)
4,0% (3)
8,0% (6)
67,0% (50)
17,0% (13)
12,0% (9)
47,0% (35)
20,0% (15)
16,0% (12)
5,0% (4)
15,0% (11)
56,0% (42)
13,0% (10)
13,0% (10)
3,0% (2)
8,0% (6)
32,0% (24)
15,0% (11)
37,0% (28)
8,0% (6)
3,0% (2)
20,0% (15)
12,0% (9)
52,0% (39)
13,0% (10)
zeer oneens
missing values
Totaal
100% (75) 100% (75) 100% (75) 100% (75)
100% (75)
9.1.1 Aanbod van festivals, is een verrijking van de uitgaansmogelijkheden Van de 75 respondenten, antwoord 84% het eens tot zeer mee eens te zijn met de stelling ‘het aanbod van festivals is ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden’. Slechts 8% gaf aan geen mening te hebben en 8% is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Uit de interviews is gebleken, dat alle bewoners het eens zijn met de stelling dat het aanbod van festivals en evenementen een verrijking is van de uitgaansmogelijkheden. Zij maken daar ook regelmatig gebruik van. Zoals de uitmarkt en Sail. Zij vinden het juist hartstikke leuk dat dit soort evenementen worden georganiseerd. Een van de bewoners heeft aangeven dat hij het leuk
49
vindt, maar dat de stad weinig creatief is op het gebied van festivals en evenementen. 9.1.2 Evenementen en festivals trekken zoveel (dag)toeristen aan dat ik liever niet ga 59% van de respondenten geeft aan het oneens te zijn met de uitspraak dat evenementen en festivals zoveel (dag)toeristen aantrekken dat ze daar liever niet naar toe gaan. 20% heeft geen mening en 21% is het eens tot zeer mee eens. Uit de interviews is gebleken, dat de bewoners het niet eens zijn met de stelling. Als er leuke evenementen en festivals zijn, waar ze graag naar toe willen, dan maakt het voor hen niet uit of het evenement en/of festivals zoveel (dag)toeristen aantrekt dat ze liever niet gaan. Een bewoner antwoord: “Grote evenementen zoals het Rembrandt en het van Gogh jaar, probeer ik te gaan op momenten wanneer er minder toeristen zijn. Het is niet zo dat ik niet ga”. 9.1.3 (Dag)toeristen verdringen de Amsterdammers uit de winkels Grotendeels van de respondenten gaf aan oneens tot zeer oneens te zijn met de stelling ‘(dag)toeristen verdringen de Amsterdammers uit de winkels tijdens de koopzondagen’. 13% gaf aan geen mening te hebben en slechts 16% is het eens met de stelling. Tijdens de interviews is gebleken dat vier bewoners, niet vinden dat (dag)toeristen de Amsterdammers uit de winkels verdringen tijdens de koopzondagen. Waarvan één van de bewoners zegt: “Het betekend dat Amsterdam een leuke trekpleister is. Het moet druk blijven, het is een stad en geen dorp, als mensen daar last van hebben, moeten ze niet naar Amsterdam komen”. Eén bewoner heeft neutraal geantwoord op de stelling en zegt: “Op zondag ben ik zelden in de binnenstad, en dat deed ik eigenlijk ook nooit. Wat mij betreft is er voor mij niet zoveel veranderd “. 9.1.4 Winkels moeten op zondag vaker open zijn 45% van de respondenten zou het fijn vinden als de winkels in het stadsdeel Zeeburg op zondag vaker open zijn. 15% gaf aan geen mening te hebben en 40% vindt het niet fijn dat de winkels op zondag vaker open zijn. Uit de interviews is gebleken dat de bewoners het niet nodig vinden dat de winkels in hun eigen stadsdeel op zondag vaker open moeten zijn. Één van de bewoners, gaf aan dat hij helemaal geen voorstander is van de koopzondagen. Een andere bewoner zegt, weinig gebruik te maken van de winkelmogelijkheden in het stadsdeel Zeeburg. De rest van de bewoners hebben daar geen behoefte aan of als ze iets nodig hebben gaan ze toch naar het centrum. Als aanvulling op de stelling, is er een vraag gesteld aan de respondenten, als de koopzondagen worden afgeschaft of ze daar moeite mee zullen hebben. Sommige bewoners gaven aan daar geen problemen mee te hebben. Een andere bewoonster zegt: “Als er geen koopzondagen meer zijn in het centrum, dan zal ik dat vreselijk vinden. Voor Zeeburg maakt het niet zoveel uit, omdat ik daar eigenlijk alleen maar de dagelijkse boodschappen doe”.
50
Een andere bewoner zegt dat ze de koopzondagen nooit moeten afschaffen, omdat het een ideale mogelijkheid is voor de mensen die doordeweeks te druk hebben met werken, daardoor hebben zij de mogelijkheid om in het weekend te winkelen. 9.1.5 Grote evenementen moeten zich steeds meer uitbreiden Merendeels van de respondenten, 66%, wil dat grote evenementen die in het centrum plaatsvinden zich steeds meer uitbreiden naar hun eigen stadsdeel. 23% zegt dit niet te willen en 12% heeft daar geen mening over. Opvallend is dat de respondenten die in de leeftijdscategorie 41-60 jaar vallen, het leuk vinden dat grote evenementen zich steeds meer moeten uitbreiden naar hun stadsdeel. Uit de interviews is gebleken, dat merendeels van de respondenten het eens is met de stelling. Maar dat er op dit moment weinig van te merken is, behalve de uitmarkt die dit jaar voor een deel in het stadsdeel Zeeburg is begonnen. Een andere bewoner gaf aan dat hij het wel duidelijk merkt, dat grote evenementen zich steeds meer uitbreiden naar andere stadsdelen, maar dat hij het in zijn eigen stadsdeel wel vindt meevallen. Één bewoner is het oneens met de stelling en gaf aan, dat de festiviteiten en de evenementen niet verlegd moeten worden naar andere stadsdelen, als merendeels van de mensen daar niet naar toe willen. 9.1.6 Visie sleutelfiguur Tijdens het interview met een beleidsmaker van de gemeente, van het stadsdeel Zeeburg is de vraag gesteld, hoe hij de bewoners van het stadsdeel informeert, over evenementen en festivals die georganiseerd worden. Hierop heeft hij het volgende geantwoord: “Ze worden geïnformeerd via de website maar ook via bewonersbrieven. Ook belemmeringen m.b.t evenementen en festivals worden via bewonersbrieven geïnformeerd. Ze worden in ieder geval heel goed geïnformeerd, de klachten worden specifiek verzameld tijdens een evenement. Er worden ook wegen afgezet tijdens evenementen en festivals”. Hieruit is te concluderen, dat het stadsdeel Zeeburg op verschillende manieren de bewoners probeert te informeren over evenementen en festivals die georganiseerd worden. Ook de klachten worden tijdens een evenement verzameld. 9.1.7 Deelconclusie ‘evenementen, festivals en de koopzondagen’ Op basis van de onderzoeksresultaten is te concluderen, dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg, positief reageren op de onderwerpen, evenementen, festivals en de koopzondagen. Merendeels van de respondenten vindt niet dat (dag)toeristen de Amsterdammers uit de winkels verdringen tijdens de koopzondagen. Het aanbod van festivals is voor hun een verrijking van de uitgaansmogelijkheden en daar maken zij ook gebruik van. Meer dan de helft vindt dat de grote evenementen die in het centrum plaatsvinden zich steeds meer moeten uitbreiden naar het stadsdeel.
51
9.2
Bewoners van de Plantagebuurt over evenementen, festivals en de koopzondagen
Het vierde thema is ‘Evenementen, festivals en de koopzondagen’. Dit thema heeft vijf stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van de Plantagebuurt weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 4: Evenementen, festivals en de koopzondagen 1. Het aanbod van festivals is ook voor Amsterdammers een verrijking van de uitgaansmogelijkheden 2. Evenementen en festivals trekken zoveel (dag)toeristen aan, dat ik liever niet ga 3. (Dag)toeristen verdringen de Amsterdammers uit de winkels tijdens de koopzondagen 4. Ik zou het fijn vinden als de winkels in de Plantagebuurt op zondag vaker open zijn. 5. Ik vind het leuk dat grote evenementen die in het centrum plaatsvinden, zoals Koninginnedag, zich steeds meer uitbreiden naar de Plantagebuurt
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
0,0% (0)
5,0% (4)
9,0% (7)
73,0% (58)
14,0% (11)
0,0% (0)
48,0% (38)
24,0% (19)
21,0% (17)
8,0% (6)
5,0% (4)
45,0% (36)
31,0% (25)
15,0% (12)
4,0% (3)
9,0% (7)
37,0% (29)
23,0% (18)
20,0% (16)
11,0% (9)
1,0% (1)
15,0% (12)
28,0% (22)
17,0% (13)
35,0% (27)
5,0% (4)
3,0% (2)
zeer oneens
missing values
Totaal
100% (80) 100% (80) 100% (80) 100% (80)
100% (80)
9.2.1 Aanbod van festivals is een verrijking van de uitgaansmogelijkheden Merendeels van de respondenten, 86%, vindt dat het aanbod van festivals een verrijking is van de uitgaansmogelijkheden van de bewoners van de Plantagebuurt. Slechts 5% vindt dat niet en 9% gaf aan daar geen mening over te hebben. Merendeels van de geïnterviewden is het eens met de stelling, zij maken daar als bewoner regelmatig gebruik van. Eén bewoonster zegt, dat ze het niet weet, omdat ze nooit naar een festival gaat. Ze kan zich wel voorstellen dat het voor de mensen die wel naar festivals gaan, een verrijking is van de uitgaansmogelijkheden. 9.2.2 Evenementen en festivals trekken zoveel (dag)toeristen aan dat ik liever niet ga 48% van de respondenten, gaf aan het oneens te zijn met de uitspraak dat evenementen en festivals zoveel (dag)toeristen aantrekt dat de bewoners van de Plantagebuurt daar liever niet naar toe gaan. 29% zegt het eens tot zeer mee eens te zijn met deze stelling en 24% gaf aan geen mening te hebben. 52
Uit de interviews is gebleken, dat het voor een aantal van de respondenten niet uitmaakt of de evenementen en festivals zoveel (dag)toeristen aantrekken, dat ze daar liever niet naar toe gaan. Als zij een evenement of een festiviteit leuk vinden, gaan ze er toch naar toe. De andere twee bewoners gaven aan mee eens te zijn met de stelling. “Ik blijf liever in mijn eigen tuin rustig zitten. Ik hou meer van rustigheid”, zegt een bewoonster van de Plantagebuurt. 9.2.3 (Dag)toeristen verdringen de Amsterdammers uit de winkels De helft van de respondenten, 50%, ervaart het niet, dat (dag)toeristen de Amsterdammers uit de winkels verdringen tijdens de koopzondagen. Ruim een kwart, 31%, gaf aan geen mening te hebben en 19% is het wel eens met de uitspraak. De antwoorden van de geïnterviewden voor deze stelling lopen uiteen. Één bewoonster gaf aan, dat ze het niet weet omdat ze niet naar de koopzondagen gaat. Een andere bewoner antwoord: “Tijdens de koopzondagen is het stampvol in een hoop winkels. Maar als je hier woont kan je ook op andere momenten gaan winkelen”. “Het is toch leuk voor de mensen, dat ervaar ik niet zo”, zegt een andere bewoonster. 9.2.4 Winkels moeten op zondag vaker open zijn Hier zijn de meningen enigszins verdeeld, 46% is het oneens to zeer oneens met de stelling ‘ik zou het fijn vinden als de winkels in de Plantagebuurt op zondag vaker open zijn’. 32% is het eens tot zeer mee eens en 23% zegt geen mening te hebben. Merendeels van de bewoners gaf aan het wel fijn te vinden, maar dat er tegenwoordig weinig winkels zijn in de Plantagebuurt. Vroeger was dat anders, tegenwoordig kunnen de kleinere winkels niet concurreren met de grote supermarkten die daar komen. Als aanvulling op deze stelling, is er een vraag gesteld, of ze er moeite mee hebben als de koopzondagen worden afgeschaft. De helft van de respondenten gaf aan hier geen problemen mee te hebben, “Het leven bestaat uit meer dan kopen” zegt een bewoner. De andere helft van de bewoners, gaf aan het jammer te vinden als dat wel gebeurd. 9.2.5 Grote evenementen moeten zich steeds meer uitbreiden 44% van de geënquêteerden, vindt niet dat grote evenementen zich steeds meer moeten uitbreiden naar hun stadsdeel. 40% vindt dat het wel moet en 17% zegt daar geen mening over te hebben. Uit de interviews is gebleken, dat merendeels van de respondenten, niet wil dat grote evenementen zich gaan uitbreiden naar de Plantagebuurt. Één bewoner gaf aan het wel leuk te vinden, maar dat het niet gebeurd.
53
9.2.6 Visie sleutelfiguur Tijdens het interview met de beleidsmaker van de gemeente stadsdeel Centrum is er een vraag gesteld, hoe zij de bewoners van het stadsdeel informeren over de evenementen en festivals die georganiseerd worden. Hierop heeft zij het volgende geantwoord: “Bewoners worden op verschillende manieren geïnformeerd. Jaarlijks publiceert het stadsdeel (op internet) een overzicht van de geplande grootschalige evenementen. Evenementenaanvragen worden wekelijks gepubliceerd in het stadsdeelnieuws. En enkele weken voorafgaand aan een grootschalig evenement is de vergunninghouder verplicht een bewonersbrief te verspreiden met daarin alle relevante informatie (programma, de genomen maatregelen e.d.)”. Hieruit valt op te maken dat ook in het stadsdeel Centrum, de bewoners over het algemeen voldoende wordt geïnformeerd over evenementen en festivals die georganiseerd worden. 9.2.7 Deelconclusie ‘evenementen, festivals en de koopzondagen’ Op basis van de onderzoeksresultaten is te concluderen, dat de bewoners van de Plantagebuurt net als de bewoners van het stadsdeel Zeeburg, positief reageren op de onderwerpen, evenementen, festivals en de koopzondagen. Precies de helft van de respondenten vindt niet dat (dag)toeristen de Amsterdammers uit de winkels verdringen tijdens de koopzondagen. Het aanbod van festivals is voor hun een verrijking van de uitgaansmogelijkheden en daar maken zij ook gebruik van. Het aantal respondenten van de Plantagebuurt vindt dat grote evenementen die in het centrum plaatsvinden, zich zouden moeten uitbreiden naar hun buurt, is groter dan het aantal respondenten uit het stadsdeel Zeeburg
54
10.
TOERISTISCH BELEID
10.1
Bewoners van het stadsdeel Zeeburg over toeristisch beleid
Het laatste thema van deze enquête is ‘Toeristisch beleid’. Dit thema heeft vier stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van het stadsdeel Zeeburg weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 5: Toeristisch beleid
1. Ik ben tevreden met de citymarketing campagne “ I Amsterdam”, waarmee de beleidsmakers mijn stad promoten 2. Ik ben tevreden over de manier waarop de beleidsmakers rekening houden met de bewonersbehoeften in hun toeristisch beleid 3. Als bewoner van het stadsdeel Zeeburg heb ik inspraak in de toeristische ontwikkelingen in mijn buurt 4. Het is te druk in het Centrum, daarom moeten (dag)toeristen en de toeristische attracties, ook over andere stadsdelen worden verspreid
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
3,0% (2)
13,0% (10)
51,0% (38)
27,0% (20)
7,0% (5)
3,0% (2)
11,0% (8)
52,0% (39)
31,0% (23)
4,0% (3)
7,0% (5)
32,0% (24)
37,0% (28)
21,0% (16)
3,0% (2)
7,0% (5)
30,0% (22)
15,0% (11)
46,0% (34)
3,0% (2)
zeer oneens
missing values
Totaal
100% (75)
100% (75)
100% (75)
1,0% (1)
100% (75)
10.1.1 Tevreden met de Citymarketing campagne “ I Amsterdam” Opvallend is dat er bij deze stelling, de helft van de respondenten, 51%, heeft aangegeven geen mening te hebben. Slecht 33% is het eens tot zeer mee eens met deze stelling en 16% is het oneens tot zeer oneens met de stelling. Uit de interviews is gebleken, dat twee bewoners het eens zijn met de stelling ‘ik ben tevreden met het citymarketing campagne “ I Amsterdam”, waarmee de beleidsmakers mijn stad promoten’, waarvan één bewoner heeft aangegeven, dat het een hippe marketing campagne is, het ziet er leuk uit, het is pakkend, de letters op het museumplein vindt ze erg leuk. Twee andere bewoners hebben neutraal geantwoord en gaven aan, dat ze het niet zo origineel vinden, omdat het een beetje geanticipeerd is van I Love New York. Een andere bewoner die het oneens is met de stelling, zegt: 55
”Ik vind dat een hele inhoudloze campagne, het enige waar ik positief over ben is, dat ik in de stad mensen ziet rondlopen met een pakje aan, die toeristen helpen en plattegronden uitdelen. Ik vind dat je Amsterdammers in feite ook deels ambassadeurs moet maken van de stad, dat mensen moet weten wat er in de stad te doen is. Ik denk dat er voor heel veel Amsterdammers niet duidelijk is wat er achter de motto “ I Amsterdam” zit”. Opvallend is dat de bewoners, helemaal niet weten wat het Citymarketing campagne “ I Amsterdam” inhoud. Ze kennen de grote letters op het museumplein en ze hebben het logo “ I Amsterdam” op meerdere plaatsen gezien, maar wat er inhoudelijk achter het motto zit, is voor hen een grote vraag teken. 10.1.2 Tevreden waarop er rekening wordt gehouden met de bewonersbehoeften Ook bij deze stelling, heeft de helft van de respondenten, 52%, aangegeven geen mening te hebben. 35% is het eens tot zeer mee eens en 13% is het oneens tot zeer oneens. Uit de interviews is gebleken, dat de antwoorden van de respondenten enigszins verschillen. Één bewoner heeft neutraal geantwoord, omdat hij daar weinig zicht op heeft, hij heeft daar weinig over gelezen en gezien. Drie bewoners zijn het eens met de stelling, waarvan één bewoner heeft aangegeven, dat de gemeente wel rekening houdt, door o.a. de Javastraat op te knappen. Hij denkt ook, dat ze daar geen moeite voor zouden doen, om de buurt op te knappen, als daar geen (dag)toeristen zouden komen. De grote aanleiding is toch de toerist. Één bewoner is daar helemaal niet tevreden over. Volgens hem, wordt er nauwelijks naar de woonfunctie gekeken. 10.1.3 Bewoners hebben inspraak in de toeristische ontwikkelingen 39% van de respondenten is het oneens tot zeer oneens met de stelling. 37% gaf aan geen mening te hebben en slechts 24% vindt dat zij als bewoners van de Plantagebuurt wel inspraak hebben in de toeristische ontwikkelingen in hun buurt. Uit de interviews is gebleken, dat twee bewoners daar geen ervaring mee hebben gehad. Een andere bewoonster geeft aan dat ze weet dat de bewoners, inspraak hebben in de toeristische ontwikkelingen in hun eigen buurt, maar dat zij daar ook nog geen ervaring mee heeft gehad. Twee andere bewoners gaven aan daar wel ervaring mee te hebben gehad, maar dat het toch geen zin heeft, omdat heel veel zaken toch al vast staan, of je het er mee eens bent of niet. 10.1.4 Het verspreiden van (dag)toeristen en de toeristische attracties Bijna de helft van de respondenten, 49%, gaf aan dat het te druk is in het centrum. Daarom moeten (dag)toeristen en de toeristische attracties ook over andere stadsdelen worden verspreid. 15% zegt daar geen mening over te hebben en 37% antwoord oneens tot zeer oneens te zijn met de stelling.
56
De antwoorden van de respondenten op de laatste stelling variëren. Twee bewoners gaven aan het eens te zijn met de stelling, waarvan één bewoonster antwoord, dat ze het leuk zou vinden als er ook andere activiteiten in andere stadsdelen worden georganiseerd. Twee andere bewoners gaven aan dat niet te willen, omdat het betekend dat je bestaande attracties ook moet gaan verspreiden, wat volgens hen bijna onmogelijk is. Één bewoner heeft neutraal geantwoord. Aanvullend op de stelling, is er de volgende vraag gesteld, ‘naar welke andere stadsdelen zouden de (dag)toeristen verspreid moeten worden’. De bewoners die het met de stelling eens waren hebben geadviseerd om naar de volgende stadsdelen te verspreiden: stadsdeel Zeeburg, Amsterdam Noord, Amsterdam Rai, Amsterdam Slotermeer, Amsterdam Oost, Amsterdam Oud-Zuid en Amsterdam Oud-West. Naast de bovengenoemde stellingen, is er nog een extra vraag aan de respondenten gesteld, of ze nog aanbevelingen hebben voor de Gemeente Amsterdam, wat ze kunnen gebruiken bij het vormen van hun toeristisch beleid. Daarbij zijn verschillende aanbevelingen gegeven. •
Een aantal bewoners gaven aan, dat de stad iets meer moet gaan doen met water, met name rond het Rembrandtplein en het Leidseplein. Een bewoner zegt: “Amsterdam is toch het Venetië van het noorden, als gaat om vervoer van toeristen, het zou veel leuker zijn om het over water te doen. Vooral als je kijkt naar het architectuur vanaf het water, je hebt dan een hele andere kijk dan wanneer je loopt, of fietst. Er zou ook een stukje in Amsterdam nog autovrij gemaakt kunnen worden”, aldus een bewoner van het stadsdeel Zeeburg.
•
Een andere bewoonster gaf aan, dat ze de Wallen vooral moeten laten zoals het nu is. Daarnaast vindt ze dat de horecatenten later moeten sluiten en de gemeente moet meer rekening houden met ‘het wielklembeleid’ op buitenlandse auto’s.
•
Een andere bewoner gaf aan, dat de Gemeente Amsterdam meer kansen moeten geven aan initiatieven van burgers.“Ja, ik denk dat men veel meer gebruik moet gaan maken van het initiatief van burgers. Ik denk dat heel veel goede ideeën liggen bij burgers, die met bepaalde festivals komen. Je moet meer beginnende particuliere initiatief stimuleren voor bepaalde dingen, het betekend niet dat alles succesvol is, maar bepaalde dingen kunnen dan over de jaren heen succesvol worden”, aldus een bewoner van het stadsdeel Zeeburg.
10.1.5 Visie sleutelfiguur Tijdens het interview met een beleidsmaker van de gemeente, van het stadsdeel Zeeburg, zijn er een aantal vragen gesteld m.b.t. het toeristisch beleid. Één van de vragen die aan de gemeente is gesteld, is of zij alleen rekening houdt met de bezoekers of ook met de bewoners en bedrijven. Hierop heeft hij het volgende geantwoord:
57
“Daar houden wij uiteraard rekening mee, maar als we het over toerisme hebben, dan is het doel altijd om bezoekers naar de stadsdeel toe te trekken, om er voor te zorgen dat zij hier bestedingen doen, wat goed is voor ons economie. Wij richten niet primair op bedrijven, we hebben wel contacten met een aantal horeca instellingen die veel bezoekers trekken, zoals het muziekgebouw”. Vervolgens is er gevraagd, dat het lijkt alsof de bewoners bij het vormen van het toeristisch beleid vaak het ondergeschoven kindje is, ten opzichte van bezoekers en bedrijven. Zijn antwoord hierop is het volgende, dat hij het helemaal niet zo ziet. Wanneer de stad bezoekers wil trekken, zouden er meer voorzieningen moeten komen voor toeristen en als de stad het goed aanpakt, zijn dat ook goede voorzieningen voor de bewoners. Ook is de vraag gesteld in hoeverre zij rekening houden met de bewoners in het toeristisch beleid. Hierop heeft hij het volgende geantwoord: “Daar houden wij heel veel rekening mee. Doordat wij het beleid maken en vanuit de gebiedscoördinatoren, weten we wat er in de buurt speelt. Ten tweede bij het ontwikkelen van beleid zit er ook altijd een inspraak termijn aan vast. Bewoners kunnen daar hun inspraak geven. Ze hebben voldoende mogelijkheden om kennis te nemen van het beleid, om daarop in te spreken of om bezwaar te maken”. De inspraak momenten worden via de website van het stadsdeel gepubliceerd, daarnaast wordt het ook in het Zeeburg Journaal in de Echo geplaatst. Heel soms wordt er een bijeenkomst georganiseerd, waarbij de bewoners hun inspraak kunnen doen, maar dat is afhankelijk van het onderwerp. Momenteel zijn ze bezig met het uitbreiden en het leuker maken van het winkelcentrum ‘Brazilië’, hiervoor zijn twee informatieavonden georganiseerd. Deze informatieavonden zijn uitgebreid op de website gepubliceerd, dus de bewoners zijn daar uitvoerig over geïnformeerd. Naast de vraag in hoeverre de gemeente rekening houdt met de bewoners in het toeristisch beleid, is er ook de vraag gesteld, op wat voor manier de gemeente om gaat met klachten van bewoners die betrekkingen hebben op het toeristisch beleid. Hierop heeft hij geantwoord, dat als er schriftelijke klachten binnen komen, deze klachten uiteraard door de gemeente serieus worden behandeld. Als er meldingen zijn van overlast, worden deze klachten door de politie behandeld. De gemeente heeft geen standaard procedure voor klachten afhandeling, maar er wordt altijd serieus mee omgegaan. Ze hebben op het stadsdeelwerf een klachtenlijn voor klachten over de openbare ruimte en de overige klachten komen bij de gebiedcoördinatoren terecht. De beleidsonderzoeker van Economische zaken antwoord het volgende op deze vraag: als er klachten zijn, komen deze binnen bij de stadsdelen. Zij gaat ervan uit dat alle klachten geregistreerd en gerapporteerd worden. Zij worden als dienst ook ondervraagd of er klachten zijn van bewoners. Zijn zullen altijd antwoorden dat er geen klachten zijn, omdat deze wordt afgehandeld door de stadsdelen. Volgens haar wordt er geen specifiek onderzoek naar gedaan.
58
Er is over de “I Amsterdam campagne” de volgende vraag gesteld, hoe zij daar invulling aan geven. Hierop zegt hij, dat de gemeente het logo “ I Amsterdam” in een format ter beschikking heeft gesteld voor alle stadsdelen. Daar probeert de gemeente, van het stadsdeel Zeeburg zoveel mogelijk bij aan te sluiten. Zij hebben bijvoorbeeld het logo bij een wandelroute neergezet. Op de vraag welke items/problemen spelen er momenteel binnen het toeristisch beleid, hierop heeft de beleidsonderzoeker van Economische zaken het volgende geantwoord: “Nou ja items dan want problemen kun je het misschien niet echt noemen. Hotelbeleid is gemaakt omdat het probleem is dat we te weinig hotelkamers hebben. Dus 9000 hotelkamers moeten erbij komen tot 2015. Voor Stadsdeel Centrum 1000 kamers tot 2015 erbij. Bijvoorbeeld binnen het evenementenbeleid speelt dat we binnen de Gemeente teveel aanspreekpunten hadden, teveel organisaties die subsidie konden verlenen aan evenementen. En omdat dat zo versnipperd was, konden wij niet goed met elkaar sturen op wat voor soort evenementen wij willen. We willen over het hele jaar heen een samenstelling van bepaalde evenementen en wat we nu hebben gedaan is het opzetten van een evenementenloket voor organisatoren die iets willen van de Gemeente. Met het doel dat we dus een beter evenementenprofiel hebben en aantrekkelijker zijn voor evenementen. En wat ik al zei die spreiding van het toerisme. Ik weet niet wat voor probleem of issue je daaraan zou moeten koppelen. Maar dat is wel iets wat voor ons gevoel heel langzaam gaat en wat voor ons gevoel heel langzaam gaat voor de Gemeente om dat voor elkaar te krijgen. Ik ben zelf nu bezig met het schrijven van een beleidsnotitie om via allerlei verschillende maatregelen dat vanuit allerlei verschillende hoeken proberen te stimuleren. Denk aan betere voetgangersbewegwijzering”. 10.1.6 Deelconclusie ‘Toeristisch beleid’ Op basis van de onderzoeksresultaten is gebleken dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg over het algemeen neutraal hebben gereageerd op het onderwerp toeristisch beleid. Daaruit is te concluderen, dat de bewoners weinig weten over het toeristisch beleid. Wat bij de interviews opvalt is, dat de bewoners zich buitengesloten voelen en dat zij het idee hebben dat zij niet serieus worden genomen, wanneer het gaat om de inspraak die zij hebben, bij het toeristisch beleid. Daarnaast komt duidelijk naar voren, dat de bewoners niet weten wat de “I Amsterdam” campagne inhoudt. Het lijkt erop dat de bewoners hierover niet goed zijn geïnformeerd.
59
10.2
Bewoners van de Plantagebuurt over toeristisch beleid
Het laatste thema van deze enquête is ‘Toeristisch beleid’. Dit thema heeft vier stellingen. In de tabel hieronder zijn de antwoorden van de respondenten van de Plantagebuurt weergegeven. Met behulp van de resultaten van de enquêtes en de uitspraken van de geïnterviewden, wordt bij elke stelling een korte analyse gegeven. Thema 5: Toeristisch beleid
1. Ik ben tevreden met de citymarketing campagne “ I Amsterdam”, waarmee de beleidsmakers mijn stad promoten 2. Ik ben tevreden over de manier waarop de beleidsmakers rekening houden met de bewonersbehoeften in hun toeristisch beleid 3. Als bewoner van de Plantagebuurt heb ik inspraak in de toeristische ontwikkelingen in mijn buurt 4. Het is te druk in het Centrum, daarom moeten (dag)toeristen en de toeristische attracties, ook over andere stadsdelen worden verspreid
oneens
geen mening
mee eens
zeer mee eens
6,0% (5)
10,0% (8)
50,0% (40)
34,0% (27)
0,0% (0)
9,0% (7)
15,0% (12)
56,0% (45)
19,0% (15)
1,0% (1)
zeer oneens
missing values
Totaal
100% (80)
100% (80)
17,0% (13)
28,0% (22)
41,0% (32)
11,0% (9)
4,0% (3)
1,0% (1)
6,0% (5)
32,0% (25)
30,0% (24)
28,0% (22)
4,0% (3)
1,0% (1)
100% (80)
100% (80)
10.2.1 Tevreden met de Citymarketing campagne “ I Amsterdam” Ook in de plantagebuurt heeft de helft van de respondenten, 50%, neutraal geantwoord op de stelling ‘ik ben tevreden met de citymarketing campagne “ I Amsterdam” waarmee de beleidsmakers mijn stad promoten’. Slechts 34% is het eens met de stelling en 16% is het oneens tot zeer oneens. Opvallend is dat merendeels van de respondenten, niet weten wat de gehele Citymarketing campagne inhoud. Ze komen vaak het logo tegen, maar wat er precies achter het “ I Amsterdam” motto zit, weten ze niet. Één van de bewoners zegt: ”Ik vind het een zeer slechte campagne. Ik vind de slagzin abel minabel. Ik vind het ook onnodig om het in Engels te doen. Ik vind “ I Amsterdam”, het is banaal. Absoluut slecht alles wat erbij hoort aan de campagne is weer een typische misser van het Amsterdams stadsbestuur. Het past helemaal niet, het heeft niks met Amsterdam te maken”.
60
10.2.2 Tevreden waarop er rekening wordt gehouden met de bewonersbehoeften Ook hier antwoord ruim de helft van de respondenten, 56% neutraal op de stelling, ‘Ik ben tevreden over de manier waarop de beleidsmakers rekening houden met de bewoners behoeften in hun toeristisch beleid’. 20% antwoord het eens tot zeer mee eens te zijn en 24% is het oneens tot zeer oneens. Tijdens de interviews is duidelijk naar voren gekomen dat merendeels van de respondenten vindt dat de gemeente geen rekening houdt met de bewonersbehoeften. De overige respondenten heeft hier geen mening over. Één van de bewoners zegt:” In de praktijk worden bewoners pas betrokken als het toch al te laat is. Ja, ik vind dat ze daar helemaal geen rekening mee houden”. Een andere bewoonster zegt: “Ik weet niet of ze dat doen en op welke manier ze het doen. Ik heb me daar nooit in verdiept, dus ik weet het gewoon niet. Ik weet niet of ze daar rekening mee houden, ik weet niet eens op wat voor manier ze beleid maken”. 10.2.3 Bewoners hebben inspraak in de toeristische ontwikkelingen 41% antwoord neutraal op de stelling ’als bewoner van de Plantagebuurt heb ik inspraak in de toeristische ontwikkelingen in mijn buurt’. Slechts 15% vind dat zij wel inspraak hebben als bewoner van de Plantagebuurt en 44% vind dat niet. Drie geïnterviewden gaven aan, dat ze wel inspraak willen maar dat ze daar geen ervaring mee hebben. Twee andere bewoners zeggen dat het toch niet werkt. Waarvan één bewoner zegt: “We worden er helemaal niet bij betrokken. Als we betrokken worden is het toch als een kogel door de kerk. Het wordt blauw, je kan alleen kiezen of het lichtblauw of donkerblauw wordt”. Het is opvallend dat de bewoners weinig vertrouwen hebben met de beleidsmakers. 10.2.4 Het verspreiden van (dag)toeristen en de toeristische attracties 38% van de respondenten gaf aan dat het niet nodig is om (dag)toeristen en de toeristische attracties te verspreiden naar andere stadsdelen, omdat het te druk is in het centrum. 32% vindt dat het wel nodig is en 30% antwoord neutraal op deze stelling. Één bewoner gaf tijdens het interview aan, dat (dag)toeristen en de toeristische attracties wel verspreid moeten worden naar andere stadsdelen, en zegt: “Dan heb je meer evenwicht, dan ligt de druk niet op één punt in het centrum”. Drie andere bewoners hebben oneens geantwoord, waarvan één bewoner zegt: ”Nee, ik ben het daar niet mee eens. Ten eerste het is niet te druk in het centrum, ten tweede hoe wil je nou spreiden, de toeristen komen voornamelijk voor de stad en de gebouwen. Hoe wil je de toeristisch attracties verspreiden? Die zitten meestal vast”. Een andere bewoner heeft neutraal geantwoord en zegt: “Ik sta wel achter het beleid dat de stad meer te bieden heeft dan alleen het centrum. Maar tegelijkertijd zie je het risico dat de narigheid ook verspreid, dat ik er weer van af zie”.
61
Als aanvulling op de stelling, is er een vraag gesteld aan de bewoners die het eens waren met de stelling, naar welke andere stadsdelen zouden de (dag)toeristen verspreid moeten worden. Respondenten antwoorden: de Spaarndammerbuurt, de Oostelijke en Westelijke IJ-oevers, de Pijp en Amsterdam Noord. Naast de bovengenoemde stellingen, is er nog een extra vraag aan de respondenten gesteld, of ze nog aanbevelingen hebben voor de Gemeente Amsterdam, wat ze kunnen gebruiken bij het vormen van hun toeristisch beleid. Daarbij zijn verschillende aanbevelingen gegeven. •
Merendeels van de bewoners gaven aan, dat de Gemeente Amsterdam ‘het Wielklem beleid’ moet afschaffen. Een bewoner zegt: “Ja, duidelijker aangeven dat het op zondag hier betaald parkeren is. Ik zie op zondag echt heel vaak wielklemmen op buitenlandse auto’s zitten. Ik heb het vaak gezegd, en het antwoord is altijd van: iedereen weet dat je in Europese steden nergens gratis kan parkeren. Als ik die wielklemmen zie dan is het toch niet helemaal duidelijk. Wat mij betreft mag de wielklem helemaal afgeschaft worden”.
•
Een andere bewoner gaf aan, dat de Gemeente Amsterdam, meer aandacht moet besteden aan de historische waarden van de stad, zoals oude gebouwen en musea en deze goed te onderhouden en zorgvuldig te bewaren.
•
Ook het fietsbeleid moet beter aangepakt worden. “Ze moeten echt iets tegen de fietsers doen. Je hebt fietsers tegen de richting in. Er zijn stoepen waar je niet meer door kan, omdat er rijen fietsten staan geparkeerd. Automobilisten stoppen nog weleens voor voetgangers, maar fietsers die raggen er maar door. Vooral toeristen kennen de regels niet, maar er zijn ook teveel fietsen”, aldus een bewoner van de Plantagebuurt.
•
Een bewoonster gaf aan dat het bij de taxi entree op het Leidseplein een chaos is. Ze vindt dat (dag)toeristen die net in de stad zijn aangekomen, het recht hebben om veilig een taxi te kunnen nemen, met een beetje kwaliteit. Ze zegt dat ze daar wel mee bezig zijn, maar dat het niet altijd gaat zoals het zou moeten.
10.2.5 Visie sleutelfiguur Tijdens het interview met een beleidsmaker van de gemeente, van het stadsdeel Centrum, zijn de volgende vragen gesteld m.b.t. het toeristisch beleid. Welke doelgroepen, de gemeente onderscheidt bij het vormen van het toeristisch beleid. Hierop gaf zij aan de volgende doelgroepen te onderscheiden: bewoners, bezoekers en bedrijven. Dezelfde vraag is ook gesteld aan een beleidsonderzoeker van Economische Zaken, zij heeft op deze vraag het volgende geantwoord: “ Nou dan kom je ook uit op bewoners, bezoekers en bedrijven. Bij het hotelbeleid is dat het geval, en bij de spreiding van het toerisme. Maar ik kan wel zeggen dat bewoners niet de belangrijkste doelgroep zijn. Als je kijkt naar hoeveel tijd erin gaat om te praten met bewoners over toeristen of iets dergelijks. Maar het is zeker wel een factor die altijd wordt meegenomen”. 62
Vervolgens is er gevraagd, dat het lijkt alsof de bewoners bij het vormen van het toeristisch beleid vaak het ondergeschoven kindje is, ten opzichte van bezoekers en bedrijven. Hierop heeft de beleidsmedewerker het volgende geantwoord: “Ik vind het heel lastig, ik heb dus met deze visie geprobeerd de bewoners erbij te betrekken. Het is met inspraak gegaan en het plan is met de bewoners besproken, er is een werkconferentie geweest. Ze hebben wel degelijk inspraak gehad. Het kan zijn dat bewoners zeggen dat ze niet goed zijn geïnformeerd, als je kijkt naar de visie toerisme. Waar ga je een advertentie zetten voor zo’n werkconferentie? In stadsdeel bladen? Je kan niet huis aan huis mensen gaan uitnodigen. Ik kan me voorstellen dat mensen zeggen, ik heb het niet geweten”. Dezelfde vraag is ook gesteld aan een beleidsonderzoeker van Economische Zaken, zij heeft op deze vraag het volgende geantwoord: “Nou het ondergeschoven kindje dat suggereert dat het erg is dat bewoners minder inspraak hebben en dat ze een minder belangrijke doelgroep zijn. Kijk toeristisch beleid wordt gemaakt binnen de Gemeente met een economisch doel. Waarom doen we iets met toerisme, nou omdat het een economisch effect heeft dat mensen hier hun geld uit willen geven. Dus de maatregelen die we nemen zijn vaak op bedrijven gericht of op musea of hotels. Dan is het middel waar we ons op richten de bedrijven, en ook de bezoekers maar het uiteindelijke doel is dat het goed is voor de stad en dus ook voor de bewoners. Dus je kan wel zeggen dat de indirecte doelgroep de bewoner is. Het hoofddoel van al het toeristisch beleid is dat het werkgelegenheid oplevert voor de Amsterdammer. Daarom is het ook politiek een interessant onderwerp, want politici willen herkozen worden en daarom is het ook een onderwerp waar politici hier best het een en ander aan willen doen omdat het werkgelegenheid oplevert en het goed is voor de Amsterdammer”. Ook is de vraag gesteld in hoeverre zij rekening houdt met de bewoners in het toeristisch beleid. Hierop heeft de beleidsmedewerker aangegeven dat het stadsdeel Centrum daar heel veel aan doet. Bij het vormen van het beleid worden de bewoners zoveel mogelijk betrokken. Er zullen altijd bewoners zijn die zich niet gehoord voelen. Over het algemeen wordt er een goede afweging gemaakt. Naast de vraag in hoeverre de gemeente rekening houden met de bewoners in het toeristisch beleid, is er ook een vraag gesteld, op wat voor manier de gemeente om gaat met de klachten van bewoners die betrekkingen hebben op het toeristisch beleid. Hierop heeft de beleidsmedewerker het volgende geantwoord: “Dat vind ik een hele lastige, vooral omdat ik voor de rest bijna nooit de klachten binnen krijg. Je zit bij zo’n werkconferentie, je praat met de bewoners, je hebt contact en dan haal je eruit wat ze er van vinden. Ik kan me ook niet voorstellen dat iemand er specifiek voor gaat bellen. Ik kan mij wel voorstellen dat ze overlast hebben van het naastgelegen hotel, maar niet van het beleid”. Als er klachten zijn, dan kunnen de bewoners deze melden bij het meldpunt ‘extreme overlast’. Hier worden jaarlijks alle klachten bijgehouden.
63
Er is over de “ I Amsterdam” campagne de volgende vraag gesteld, hoe geven zij invulling aan deze campagne. Hierop zegt zij, in principe maakt het stadsdeel Centrum een onderdeel uit van het hele campagne. Daardoor maken zij geen aparte marketing campagne. 10.2.6 Deelconclusie ‘Toeristisch beleid’ Op basis van de onderzoeksresultaten is gebleken dat de bewoners van de Plantagebuurt net als de bewoners van het stadsdeel Zeeburg, over het algemeen neutraal hebben gereageerd op het onderwerp toeristisch beleid. Daaruit is te concluderen, dat de bewoners weinig weten over het toeristisch beleid. Wat bij de interviews opvalt is, dat ook de bewoners van de Plantagebuurt zich buitengesloten voelen en dat zij het idee hebben dat zij niet serieus worden genomen, wanneer het gaat om de inspraak die zij hebben, bij het toeristisch beleid. Daarnaast komt duidelijk naar voren, dat de bewoners niet weten wat de “I Amsterdam” campagne inhoudt. Het lijkt erop dat de bewoners hierover niet goed zijn geïnformeerd.
64
DEEL III CONCLUSIES AANBEVELINGEN
65
11.
CONCLUSIE
11.1
Terugkoppeling deel vraag 4
Doordat het aantal toeristen in Amsterdam ieder jaar steeds toeneemt ervaren de bewoners van beide stadsdelen, de toeristen als vanzelfsprekend. De relatie tussen de lokale bevolking en de toerist wordt hierdoor steeds formeler dat is o.a. te merken aan het feit dat de bewoners alleen extra uitleg willen geven wanneer de toerist erom vraagt. De bewoners zullen bijvoorbeeld niet vanuit zichzelf een leuke wandelroute adviseren. Hieruit is te concluderen dat niveau 2, apathie van de theorie van Doxey, van toepassing is op de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en de Plantagebuurt.
11.2
Terugkoppeling op de centrale vraag
De centrale vraag luidt als volgt: Welke attitude hebben de bewoners van de stadsdelen/buurten Zeeburg en de Plantagebuurt van Amsterdam ten aanzien van de (dag)toeristen? Uit de onderzoeksresultaten is te concluderen dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg en van de Plantagebuurt, beide stadsdelen een trotse en een tolerante houding hebben ten aanzien van (dag)toeristen. Wel is op te merken dat de bewoners het stadsdeel Zeeburg iets trotser en toleranter is tegenover de (dag)toeristen, dan de bewoners van de Plantagebuurt.
11.3
Conclusie
Op basis van de onderzoeksresultaten is duidelijk geworden, dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg, (zeer) trots zijn op het feit dat het stadsdeel door (dag)toeristen wordt bezocht. De waardering voor hun eigen buurt wordt verhoogt, doordat (dag)toeristen hun buurt positief waarderen. Merendeels van de respondenten vindt niet dat hun privacy wordt verstoord door (dag)toeristen en hoeven hun woning er ook niet voor af te sluiten. Ook willen zij dat er speciale themaroutes door de stad worden ontworpen. Zij ervaren de evenementen, festivals en de koopzondagen als positief. Opvallend is dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg over het algemeen, neutraal hebben geantwoord op het onderwerp toeristisch beleid. Het lijkt erop dat zij weinig van dit onderwerp weten. Op basis van al deze positieve uitkomsten, is te concluderen dat de bewoners van het stadsdeel Zeeburg, een trotse en een tolerante houding hebben ten aanzien van de (dag)toeristen in Amsterdam. Op basis van de onderzoekresultaten van de Plantagebuurt is duidelijk geworden, dat merendeels van de bewoners trots zijn op het feit dat hun buurt wordt bezocht door (dag)toeristen. Het geeft hun een gevoel van trots te zijn, dat de Plantagebuurt aantrekkelijk is voor (dag)toeristen. Ook in deze buurt ervaren de bewoners niet dat hun privacy wordt verstoord door (dag)toeristen en hoeven daardoor hun woning ook niet voor af te sluiten. Merendeels van de respondenten vindt wel dat Amsterdam gebaat is bij betere bewegwijzering. Zij ervaren de evenementen, festivals en de koopzondagen in Amsterdam ook positief. 66
Net als bij het stadsdeel Zeeburg hebben de bewoners neutraal geantwoord op het onderwerp toeristisch beleid. Ook hier lijkt het erop dat de bewoners weinig over weten. Op basis van al deze positieve uitkomsten, is te concluderen dat de bewoners van de Plantagebuurt, ook een trotse en een tolerante houding hebben ten aanzien van de (dag)toeristen in Amsterdam.
11.4
Vergelijking nu en 10 jaar geleden
Gezien dit onderzoek over twee andere onderzoeksgebieden gaat en tevens ook een eigen invalshoek heeft waarbij een extra thema is toegevoegd, is op te merken dat dit onderzoek niet geheel vergelijkbaar is met het bewonersonderzoek van Roosmarijn Gerritsma van tien jaar geleden. Dit betekend dat er alleen naar de uitkomsten over de attitude van de bewoners gekeken kan worden en niet naar de exacte percentage van de uitkomsten. Uit het onderzoeksrapport over de bewonersbeleving van Roosmarijn Gerritsma, is gebleken dat de bewoners van de Binnenstad een trotse en een tolerante houding hebben ten aanzien van (dag)toeristen. Hierbij beschrijft ze, dat de waardering van de bewoners over hun eigenbuurt, wordt vergroot door de waardering van (dag)toeristen. Zij vinden niet dat (dag)toeristen hun privacy verstoren, hierdoor is het onnodig om hun woning ervoor af te sluiten. Ook in het voorjaar en in de zomer is er geen sprake van verdringing door (dag)toeristen. Daarnaast ervaren de bewoners de evenementen in Amsterdam als een verrijking van hun uitgaansmogelijkheden. Uit de conclusies van het stadsdeel Zeeburg, de Plantagebuurt en de Binnenstad, is duidelijk geworden dat de attitude van de bewoners uit deze drie onderzoeksgebieden sterk met elkaar overeenkomen. Opvallend is dat de bewoners nog steeds een trotse en een tolerante houding hebben tegenover (dag)toeristen in Amsterdam als 10 jaar geleden.
67
12. AANBEVELING Na het analyseren van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksresultaten, zijn de volgende aanbevelingen uitgekomen: •
Om Amsterdam een toerist vriendelijke stad te maken, zou het wielklembeleid afgeschaft moeten worden. Tijdens de interviews gaven de bewoners van de Plantagebuurt aan, dat veel buitenlandse auto’s vaak een wielklem krijgen. De gemeente kan in plaats van een wielklem, een boete geven. Ten eerste is dit minder duur voor (dag)toeristen, ten tweede neemt dit niet zoveel tijd in beslag.
•
De Gemeente Amsterdam zou het openbaar vervoer veel meer over het water kunnen organiseren. Ten eerste kan een stukje van de binnenstad autovrij gemaakt worden, ten tweede is het voor (dag)toeristen ook erg bijzonder om de stad te leren kennen over het water. Hierbij kan gedacht worden aan speciale themaroutes over het water, bijvoorbeeld vanaf Amsterdam Centraal naar het stadsdeel Zeeburg met name de eilanden en weer terug.
•
Uit de interviews met de bewoners is gebleken, dat de stad achterloopt met de bewegwijzeringborden voor (dag)toeristen. Volgens een bewoner uit de Plantagebuurt zijn deze borden vroeger allemaal in één keer geplaatst en daarna zijn ze nauwelijks onderhouden, waarbij veel van die bewegwijzeringborden niet meer kloppen. De Gemeente Amsterdam zou deze borden regelmatig moeten checken of de bewegwijzering nog kloppen. Als dat niet meer het geval is, moeten deze vervangen worden. Voor (dag)toeristen die door Amsterdam willen fietsen, zouden er op de huurfietsen een ingebouwde elektronische navigatiesysteem geïnstalleerd kunnen worden. Hierdoor hoeven zij niet steeds te stoppen en op een plattegrond kijken waar ze zijn. Dit voorkomt opstoppingen op drukke verkeerspunten in Amsterdam.
•
Ook het fietsbeleid in Amsterdam moet sterk verbeterd worden. Er moet duidelijk aangegeven worden waar men mag fietsen, wanneer men moet stoppen en waar men zijn fiets mag parkeren. De Gemeente Amsterdam zou dit kunnen aanpakken doormiddel van verkeersregels voor fietsers te publiceren in folders. Deze worden gratis verstrekt bij het VVV en bij fietsen winkels waar men fietsen kan huren. Dit zorgt ervoor dat de stad minder chaotisch wordt en dat er ook minder verkeersongelukken gebeuren.
•
Om de bewoners nog meer te betrekken met de toeristische ontwikkelingen in hun buurt, zou de Gemeente Amsterdam iets van een ideeën bus kunnen maken waarbij de bewoners hun ideeën en/of behoeftes kunnen aangeven. Hierdoor hebben zij ook het idee dat ze betrokken worden met het toeristisch beleid.
68
•
Uit de interviews met de bewoners is gebleken, dat men weinig van het onderwerp toeristisch beleid af weet. De bewoners weten niet wat de citymarketing campagne I Amsterdam inhoud, sommige bewoners weten ook niet dat ze inspraak hebben in de toeristische ontwikkelingen in hun eigen buurt. De gemeente Amsterdam zou dit probleem kunnen oplossen door om bewoners regelmatig te informeren over het toeristisch beleid in Amsterdam. Hierbij kan gedacht worden aan een maandelijks informatie bulletin te verspreiden of te publiceren op internet. Hierin kunnen bijvoorbeeld aangegeven worden wanneer er inspraakmomenten zijn m.b.t. de toeristische ontwikkelingen in hun buurt. Ook informatie over de citymarketing campagnes kunnen hier worden gepubliceerd.
69
13.
EVALUATIE ONDERZOEK
Dit onderzoek is uitgevoerd in de afstudeerperiode van het studiejaar 2007/2008. Dankzij de medewerking van de Gemeente Amsterdam, die mij verschillende beleidsrapporten ter beschikking stelde en de bereidheid van de respondenten die de enquête hebben ingevuld en die hebben meegewerkt aan een interview, heb ik dit onderzoek tot een einde kunnen brengen. Ik heb de afgelopen 18 weken heel veel geleerd op het gebied van onderzoek doen, zoals het schrijven van het onderzoeksvoorstel, het opstellen van de enquêtes, het afnemen van de interviews, het analyseren van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens en daaruit conclusies trekken en tot slot aanbevelingen doen. Het was voor mij zeker een leerzame en een interessante periode geweest. Zoals u eerder in dit onderzoeksrapport hebt kunnen lezen, is mijn onderzoeksperiode niet geheel vlekkeloos verlopen. Uiteraard ben ik een aantal problemen tegengekomen, wat voor mij extra tijd en moeite heeft gekost om het onderzoek tot een goed einde te brengen. Hieronder volgen een aantal verbeterpunten van wat ik heb geleerd gedurende het onderzoeksperiode en wat ik de volgende keer anders zou doen: •
Indien het onderzoek om twee onderzoeksgebieden gaat, moeten de enquêtes gemerkt worden, door op de envelop duidelijk te vermelden om welk onderzoeksgebied het gaat. Dit om te voorkomen dat de enquêtes verkeerd worden verspreid.
•
Indien er op straat wordt geënquêteerd, moet er van tevoren goed nagedacht worden welke gegevens er nodig zijn voor het onderzoek, zoals de postcodes van de respondenten. Dit is nodig om te achterhalen uit welk onderzoeksgebied de respondenten precies vandaan komen.
•
Tijdens het analyseren van de kwalitatieve onderzoeksgegevens, ben ik erachter gekomen dat ik bij sommige stellingen, oppervlakkige antwoorden heb gekregen van de respondenten. Ik zou in de toekomst meer moeten doorvragen bij bepaalde stellingen. Dit om een beter inzicht te krijgen waarom respondenten van iets vinden.
70
14. LITERATUURLIJST Boeken Baarda, D & De Goede, M (2001). Basisboek Methoden en Technieken. Groningen: Stenfert Kroese Cooper, C (2005). Tourism Principles and Practice. Essex: Pearson Education NRIT, Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2004 - 2005 Pike, S (2004). Destination Marketing Organisations. London: Elsevier Verhoeven, N (2006). Wat is onderzoek. Amsterdam:Boom Rapporten Bezoekersprofiel Amsterdam, 2008 Jaarverslag Amsterdam Toerisme en Congres Bureau, 2006 Nota Hotelbeleid 2007-2010 Gemeente Amsterdam Economische Zaken Toeristische ontwikkelingsvisie Amsterdam Oost, 2003 Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad, september 2005 Internet www.ethesis.net www.atcb.nl www.City/Leisure+Management/Het+lectoraat/frontpage.htm www. Nieuwsbank.nl Overig Adformatie, 16 november 2006, pagina 8
71
DEEL IV BIJLAGEN
72