www.researchportal.be - 20 Nov 2015 19:28:37
Onderzoeksprojecten (4500 - 5000 van 7401) Zoekfilter: Classificaties: EXACTE WETENSCHAPPEN (P)
Experimenteel onderzoek in deeltjesfysica en astrodeeltjesfysica Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van hoge-energie galactische en extra galactische neutrino's met behulp van de IceCube Cherenkov detector geplaatst diep in het Antarctische ijs nabij de Zuidpool. IceCube is de grootste neutrino detector ter wereld en wordt momenteel geinstalleerd op de Zuidpool. Hiermee start een wereldwijde inspanning voor de observatie van hoge-energie neutrino's afkomstig van kosmische fenomenen. Neutrino's zijn speciale astronomische boodschappers; zij zijn de enige die informatie kunnen overbrengen van de verste uithoeken in het heelal. De hoofddoelstelling van IceCube is de zoektocht naar hoge-energie neutrino's (orde 100-10 8 GeV) afkomstig van Actieve Galactische kernen (AGNs), of Gamma Ray Bursts (GRBs) in de buurt van dewelke hevige schokgolven optreden die deeltjes versnellen tot extreem hoge energie. Voor de detectie van deze neutrino's wordt diep in het ijs op de Zuidpool een rooster met 4800 foton vermenigvuldigers, gespreid over 80 KM-lange kabes, geinstalleerd. Een andere ontbrekende schakel in ons begrip van het heelal is de aard van donkere materie. Observaties tonen aan dat slechts 5% van de materie in het heelal opgebouwd is uit gekende deeltjes, 70% bestaat uit donkere energie, en 25% uit donkere materie. Een populaire kandidaat voor donkere materie is het neutralino, dat geposuleerd wordt in de zgn SuperSymmetrie theorie. Neutralinos kunnen gevangen worden in zware objecten als bvb de zon. Uit interacties van deze deeltjes kunnen neutrino's ontstaan met GeV-TeV energieën. Om de gevoeligheid van IceCube te verbeteren voor neutrino's met zulke 'lage' energie, wordt het observatorium uitgebreid met een dense kern, Deep Core. De Deep Core detector wordt door de Europese partners gefinancierd. België wenst één kabel van 60 sensoren te financieren, 50/50 verdeeld over FWO en FNRS Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • CATHERINE DE CLERCQ
Bruikbaarheid van CALUX voor depositiemetingen van dioxines en PCB's Vrije Universiteit Brussel Abstract: Depositiemetingen zeggen iets over de kwaliteit van de omgevingslucht en over de verspreiding van dioxines en PCB's in het milieu. Depositiemetingen bieden een uitstekend instrument om niet-industriële, diffuse en/of ongekende bronnen op te sporen. Door de sanering en sluiting van diverse industriële installaties, neemt het aandeel van de diffuse bronnen immers toe. Dit impliceert dat het belang van depositemetingen alsmaar stijgt. Vlaanderen heeft momenteel een vrij uitgebreid depositiemeetnet waar de groep van 17 toxische dioxines en PCB126 gemeten wordt. Op de meest locaties wordt er slechts tweemaal per jaar een depositiemeting uitgevoerd. De analyse gebeurt mte HR-GC/MS, wat een vrij dure techniek is, en een vrij lange analysetijd vraagt. De Calux-methode is een vrij goedkope en snelle analysetechniek die momenteel gebruikt wordt om voederstalen te screenen op de aanwezigheid van dioxines en PCB's. Dit project heeft als doel na te gaan of de Calux-methode ingeschakeld kan worden voor de analyse van depositiestalen. Indien deze methode geschikt bevonden zou worden na optimalisatie en validatie, dan zouden er met eenzelfde budget meer meetplaatsen continu bemonsterd kunnen worden. Een vergelijking van de meetresultaten bekomen via de Caluxmethode en HR-GC/MS maakt deel uit van dit project. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS
Koosltof en stikstof dynamiek in aquatische systemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het globaal objectief van dit project is om onderzoeksacties te ondersteunen rond de problematiek van koolstof en stikstof dynamiek in aquatische systemen. Met een contributie van meer dan 2/3de van onze aardbol zijn aquatische milieus de meest belangrijke van de wereld. Ze zijn belangrijk in de controle van het globaal climaat, de globale cyclussen van elementen en de wereld biodiversiteit. In deze systemen zijn de cyclussen van elementen, en meer bepaald van biogene elementen zoals koolstof en stikstof, één van de belangrijkste controle factoren voor de werelds'productiviteit met belangrijke effecten op de chemie van de atmosfeer (O2 en CO2). Het verstoren van deze cyclussen door menselijke activiteiten heeft een invloed op de productiviteit van het hele ecosysteem met waterval effecten zoals eutrophicatie, aanzuring van oceanen, verlies van biodiversteit, ... De study van deze cyclussen is dus van groot belang. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • NATHALIE BRION
Nieuwe heterocyclische scaffolds voor de ontwikkeling van conformationeel verstrakte peptiden en peptidomimetics Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen Nl abstract Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • DIRK TOURWE
Incidentiemeetkunde, permutatiegroepen en technologische toepassingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Philippe CARA
Groepen, Semigroepen en Ringen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract in het Nederlands. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Eric JESPERS
Simulatie van elektrodevormveranderingen in Elektrochemische processen beschreven door Multi-Ion transport en reactie modellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit doctoraat stelt zich tot doel om numerische methodes te ontwikkelen en te gebruiken waarmee het mogelijk wordt om met aanvaardbare rekentijden (op een parallel rekenplatform) simulaties uit te voeren van tijdsafhankelijke driedimensionale Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • GERT NELISSEN
Coupled-Cavity Vertical-Cavity Surface-Emitting Lasers with disruptive functionalities / Vertical cavity surface-emitting lasers with liquid crystal overlay Vrije Universiteit Brussel Abstract: MATCHING FWOAL491: Verticaal emitterende microlasers met gekoppelde caviteiten: een nieuw concept met grensverleggende mogelijkheden. -> Met dit project beogen wij de studie en ontwikkeling van een nieuw concept in micro-lasers, namelijk dat van gekoppelde caviteits VCSEL (CCVCSEL). Hoofdbedoeling is om zo'n laser te ontwerpen, aan te maken, en experimenteel te karakterizeren zodanig dat hij bitrates kan genereren van 20Gb/s en meer in het korte golflengte gebied van (800-10000nm) en dat we daarmee nieuwe functionaliteiten aantonen zoals ultra-snelle optische kloksignalen, hoge brandbreedte polarisatie modulatie, evenals hoogperformant transversaal modegedrag. Dit moet een eerste aanzet zijn om vervolgens op middellange termijn deze lasers te kunnen inzetten in optische vezelnetwerken en optische interconnecties. MATCHING FWOAL490: Vertical-surface-emitting lasers met vloeibaar-kristaltoplaag. -> Vloeibare kristallen zijn materialen die het meest bekend zijn door hun toepassing in beeldschermen. Vandaag de dag is het grootste deel van de beeldschermen gebaseerd op vloeibaar-kristaltechnologie, maar ook in andere toepassingen van de fotonica worden vloeibare kristallen populair. Ze bezitten unieke elektro-optische en opto-optische eigenschappen. Hun optische eigenschappen kunnen namelijk beïnvloed worden door ofwel een elektrisch of optisch signaal op te leggen. Hun grootste troef is dat een groot oprisch effect (in termen van brekingsindex verandering) kan bekomen worden met zwakke elektrische of optische signalen. Onder andere werden ruimtelijke solitonen gedemonstreerd met slechts een paar milliWatt licht vermogen en een spanning van enkele volts. Dit is onmogelijk met andere materialen, omdat ofwel hoge optische vermogens of grote spanningen nodig zijn. VCSELs zijn een speciaal type halfgeleider lasers omdat ze-in tegenstelling to rand emitterende halfgeleider lasers - licht uitzenden loodrecht op het bovenoppervlak. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om via epitaxiale groei componenten te maken met verschillende lagen. De lengte van de caviteit is van de orde van de golflengte om multi-longitudinale mode werking te verhinderen. Ook helpen de Distributed Bragg Mirrors (DBRs) om de drempelstroom te verminderen. Een ander voordeel van deze lasers is dat tweedimensionale matrices van VCSELs kunnen gemaakt worden op één enkele chip. Door het bijzonder ontwerp heeft een VCSEL ook problemen zoals verschillende transversale modes die opgewekt worden doordat de grootte van de laserapertuur groter wordt gemaakt. Ook is er onstabiel gedrag in de polarisatie van het uitgezonden licht. Het hoofddoel van dit project is om deze twee interessante technologieën te combineren door een vloeibaar-kristallaag aan te brengen bovenop het oppervlak van de VCSEL. Hierdoor kunnen een aantal eerder vermelde problemen opgelost worden en wordt nieuwe functionaliteit mogelijk, zoals variatie in golflengte van het uitgezonden licht en verbetering van de VCSEL mode-eigenschappen. Anderzijds kunnen VCSELs gebruikt worden om in de vloeibaar-kristallaag niet-lineaire effecten op te wekken, zonder dat hiervoor een externe lichtbron nodig is. Verschillende interessante toepassingen bieden zich aan als het mogelijk wordt de twee technologieën te integreren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • KRASSIMIR PANAYOTOV
Fotonische huid voor optische metingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van flexibele polymeerlagen met ingebedde sensoren. Deze laatste steunen op fotonische kristalvezels bestaande uit glas en/of polymeer waarin Bragg roosters als sensorelementen fungeren. Niet alleen de sensoren worden ingebed maar ook de nodige opto-elektronische componenten vereist voor de uitlezing van de sensoren. Het onderzoek heeft zowel een grote theoretische component als een belangrijk experimenteel gedeelte. In een eerste fase wordt de geometrie van de fotonische kristalvezels ontworpen en geoptimiseerd om de gewenste gevoeligheid te halen voor ofwel tranversale kracht ofwel buiging. Vervolgens wordt de technologie om Bragg roosters in deze speciale vezels aan te brengen op punt gezet. Eenmaal de gewenste sensorkarakterstieken behaald zijn worden de fotonische kristalvezels met Bragg roosters ingebed in aangepaste polymeermaterialen. Deze polymeermaterialen bestaan uit TRUEMODE, ORMOCER en LIGHTLINK formulaties en moeten aangepast worden om de geschikte flexibiliteit en rekbaarheid te bekomen. Een derde luik van het onderzoek omhelst de inbedding van opto-elektronische componenten zoals VCSELs, SLEDs en fotodiodes. Deze elementen worden met aangepaste technieken tot een gewenste dikte verdund. Met de combinatie van sensoren, flexibele polymeerfolies en ingebedde opto-elektronica wordne twee demonstratoren gebouwd: de eerste als sensorfolie voor de opvolging van de integriteit van structuren en de tweede voor toepassing in de gezondheidszorg. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • FRANCIS BERGHMANS
Co-financiering EFRO-project (EMOVO)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Windenergie is een van de belangrijkste duurzame energiebronnen in Vlaanderen. Nochtans wordt slechts ca. tien procent van de beschikbare windenergie benut, voornamelijk via grote windturbines. Een mogelijke aanvulling voor de grote windturbines zijn microwindturbines (<3 kW) en kleine windturbines (<100 kW). Deze zijn (veel) kleiner en dus goedkoper. In Vlaanderen zijn er echter weinig gebruikers hoewel er verschillende modellen op de markt zijn. Dit is vooral te wijten aan het gebrek aan betrouwbare gegevens over de windsnelheid op lage hoogte en aan de moeilijkheden bij het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning. Ook weten veel particulieren en kleine bedrijven gewoon niet van het bestaan van kleine indturbines. Dit project wil een wetenschappelijk onderlegd toetsingskader formuleren voor kleine windturbines. Dit kader integreert windmetingen op lage hoogte en tests van kleine windturbines in een gebruiksvriendelijke rekentool (of rekenschema). Daarnaast wordt deze informatie aangewend om bestaande windturbines optimaal te installeren of zelfs conceptueel te verbeteren. Een globale doelstelling van het project is de promotie van windenergie in Vlaanderen door het verschaffen van concrete informatie. Organisaties: • Faculteit Ingenieurswetenschappen • Materialen & chemie
Onderzoekers: • HERMAN TERRYN
Analyses tbv Herbconsult Vrije Universiteit Brussel Abstract: Analysen kaderend in kwaliteitscontrole van plantaardige grondstoffen en afgeleide bereidingen: - asgehaltes. - toxische metalen. - microbiële analysen. - specifieke actieve inhoudsstoffen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE CORNELIS • Kristiaan DEMEYER
De invloed van microzwaartekracht op cellulaire hechting, biofilm vorming en invasieve groei in de model eukaryote Saccharomyces cerevisiae Vrije Universiteit Brussel Abstract: De invloed van microzwaartekracht op cellulaire hechting, biofilm vorming en invasieve groei in de model eukaryote Saccharomyces cerevisiae Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Expliciet beheer van platform variabiliteit (Type 3) (Onderzoeksmandaat Dhr. Dennis Wagelaar) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het onderzoek is het concept van expliciete platformmodellen voorgesteld, waarbij - obv een centrale platform-ontologie - zowel de platformafhankelijkheden van de platformspecifieke elementen werden beschreven, alsook de concrete aangeboden platformen waarop de ontwikkelde software dient te draaien. De doelstellingen van dit onderzoeksvoorstel zijn om het onderzoek rond platformmodellen en platformafhankelijkheidsbeheer, zoals dat aangevangen is in het doctoraatsonderzoek, verder te zetten op een grotere schaal en over een breder spectrum van platformsoorten. De specifieke doelstellingen zijn: - Industriële validatie - Uitdrukkingskracht van platformmodellen - Automatisch beheer van platformmodellen - Technologie voor modeltransformatie Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS
Proxies and Numerical Tools for Assessing Organic Carbon Export Flux and Deep Ocean Processing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van dit voorstel is het kwantificeren van de organische koolstofdeeltjes uitgevoerd uit de bovenste Oceaan. Nadruk wordt gelegd op het proces dat plaatsvind in de schemerzone om de fytoplankton bronnen en degradatie van organisch materiaal en regeneratie op diepteschaal te onderzoeken. Organisaties: • Analytische en Milieu Chemie
Onderzoekers: • MARC ELSKENS • WILLY BAEYENS • Steven BOUILLON • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (WOG): VERLENGING: Kwantumchemie: fundamentele en toegepaste aspecten van Density Functional Theory. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgemeenschap beoogt een krachtenbundeling van de Vlaamse onder-zoeksgroepen (VUB, UGent, UA, KULeuven, UHasselt) actief op het vlak van Density Functional Theory, een tak in de kwantumchemie die de voorbije twintig jaar een stormachtige ontwikkeling kende.
De onderzoeksgemeenschap streeft na: 1. een zo breed mogelijk domein van het actuele DFT onderzoek te bestrijken en groepen te incorporeren die daarin actief zijn, d.w.z. van fundamentele over conceptuele naar computationele DFT, of enigszins anders geformuleerd, van zuiver theorie over concepten naar toepassingen. 2. een maximale interdisciplinariteit tussen fysici en chemici tot stand te brengen. 3. binnen het toegepast luik een zo breed mogelijke reeks van substraten aan te snijden, variërend van atomen over kleine moleculen en moleculaire kristallen tot zeolieten, biomoleculen, fullerenen, nanotubes en grafeen. 4. groepen te verenigen die zowel aan code-ontwikkeling als voornamelijk aan toepassingen werken. De externe partners zowel uit het Franstalig landsgedeelte als uit het buitenland (Canada, USA, India, UK, Spanje, Zwitserland, Chili, Nederland) worden betrokken om zowel het fundamentele als het toegepaste luik te consolideren, leidend tot gezamenlijke publicaties en presentaties op internationale fora. De WOG beoogt verder: - een uitwisseling van knowhow door regelmatige bijeenkomsten (workshops) met uitnodiging van de buitenlandse partners en leidinggevende experten waarmee reeds contacten bestaan maar die niet in de gemeenschap opgenomen zijn. Tevens fungeert de WOG als platform voor de organisatie van congressen. - korte verblijven van vorsers op postdoctoraal niveau in andere laboratoria, o.m. om zich vertrouwd te maken met nieuwe computercodes. Het geheel van de competenties binnen de WOG maakt het mogelijk dat deze groep zowel op fundamenteel vlak (m.i.v. computationele aspecten) als op toegepast vlak internationaal een leidinggevende rol kan spelen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Feasibility study on the usability of Raman spectroscopy concerning the adhesion of rubber on steel cord. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Bekaert nv' hebben voor het project ' Feasibility study on the usability of Raman spectroscopy concerning the adhesion of rubber on steel cord. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Materialen & chemie
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN
Dirichlet-branen: schakels tussen elementaire deeltjesfysica en kosmologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dirichlet-branen: schakels tussen elementaire deeltjesfysica en kosmologie. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • BEN CRAPS
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • Jorgen D'HONDT
Bijdrage tot de bouw van het voorwaarts Muon RPC detectie systeem voor het CMS experiment nabij de LHC te CERN. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bijdrage tot de bouw van het voorwaarts Muon RPC detectie systeem voor het CMS experiment nabij de LHC te CERN. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK
VARIBU: Veranderlijkheid in software intensieve produktontwikkeling: het gebruik van feature modellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veranderlijkheid in software intensieve produktontwikkeling: het gebruik van feature modellen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS
Chemische reactiviteit vanuit een ab initio moleculaire dynamica en Density functional theory perspectief: methodologische aspecten en toepassingen in organische, anorganische en biochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Chemische reactiviteit vanuit een ab initio moleculaire dynamica en Density functional theory perspectief: methodologische aspecten en toepassingen in organische, anorganische en biochemie. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Verbeterde Micro- en Nanogestructureerde kolom- en pakkingsstructuren voor de chromatografische scheiding van macromolecules. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde project is gericht op de experimentele verificatie van de nieuwe mogelijkheden die geboden worden door toepassing van de meest recente micro- en nano-machiningstechnieken voor de vervaardiging van verbeterde kolom-pakkingen voor de grootte- en vormscheiding van macro-molecules. Meer concreet zal nagegeaan worden of de mogelijkheid om perfect geordende pakkingsstructuren te maken en de mogelijkheid om de afmetingen en vorm van de macro-molecules af te stemmen, niet gebruikt kan worden om inventieve en verbeterde pakkingen te fabriceren voor scheidingsmethodes zoals SEC (Size Exclusion Chromatografie), Hydrodynamische chromatografie (HDC) en Molecular Topological Fractionation (MTF). Om dit aan te tonen zal met behulp van deep-UV lithografie en Nano-Imprint Lithografie een reeks micropilaarkolommen gemaakt worden met een ruime waaier aan doorstraamporie- en mesoporievormen en zal het elutiegedrag en de axiale dispersie van nano-partikel, eiwitten, DNA-ketens en polymeerketens met verschillende lengte en vertakkingsgraad opgemeten worden. Dit werk moet enerzijds leiden tot het bekomen van betere scheidingsmethodes voor macro-molecules, en anderzijds tot het vergaren van een veelheid van fundamentele informatie over het stromingsgedrag van macro-molecules in ingeperkte ruimtes. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Wim DE MALSCHE
Ontwikkeling van een generische methode-ontwikkelingsinstrument. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde project is gericht op het toevoegen van efficiëntie als een extra variabele aan de huidige manier van methodeontwikkeling voor vloeistofchromatografie. Door kolommen serieel te koppelen via rotor-stator kleppen met een innovatief connectiegroevenpatroon kan immers een systeem van gekoppelde kolommen verkregen worden waarvan niet alleen de totale ketenlengte automatisch kan gewijzigd worden, maar ook de inhoud (aard van de stationaire fase, partikelgrootte) van de verschillende segmenten. Hierdoor kunnen selectiviteit en efficiëntie onafhankelijk van elkaar gevarieerd worden en kan gericht gezocht worden naar hun optimale combinatie. Door de ontwikkeling van automatische zoekalgoritmes zal ook getracht worden om dit nieuwe type van methode-ontwikkeling volledig te automatiseren zodat het als een "stand alone"-applicatie kan werken (dit laatste is mogelijk doordat nu bij verschillende kolomlengtes gegevens verzameld kunnen worden). Het potentiële voordeel van de methode zal onderzocht worden op een reeks moeilijke scheidingen uit de farmacie, de voedingsindustrie en veiligheid. Om een globaal beeld te krijgen van de voordelen van de methode zal ook gewerkt worden aan de theoretische beschrijving van haar prestatielimieten als functie van de monster-complexiteit en de beschikbare druk. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Deirdre CABOOTER
Geavanceerde Schaalbare videocodering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: H.264/AVC en zijn schaalbare uitbreiding H.264/AVC SVC worden momenteel beschouwd als de state-of-the-art in videocoderingstechnologie. Echter, met de toenemende verspreiding van hoge-definitie (HD) bronnen, werd al snel duidelijk dat deze standaarden geen optimale compressieperformantie konden leveren voor hogeresolutiemateriaal. Bovendien is er in de nabije toekomst een overstap naar nog hogere resoluties te verwachten. Bijkomend zijn een aantal fundamentele onderzoeksrichtingen in videocodering momenteel onvoldoende geëxploiteerd, waardoor een diepgaande exploratie ervan gerechtvaardigd is. In dit project wordt daarom onderzocht of het exploiteren van spatiale directionaliteit in video, door middel van spatiale voorspelling en directionele transformaties, de compressieperformantie van de huidige standaarden kan verbeteren, specifiek voor hoge-resolutiemateriaal. Daarnaast wordt verwacht dat adaptieve quantisatiestrategieën ook de compressie-efficiëntie kunnen verhogen in vergelijking met klassieke signaalonafhankelijke quantisatie. Verder wordt onderzocht of betere spatio-temporele afhankelijkheidsmodellen voor schaalbare video codecs kunnen bijdragen tot een efficiëntere bitdebietallocatie. Ten slotte zullen nieuwe methodes ontwikkeld worden om de efficiëntie van spatiale resolutieschaalbaarheid in SVC te verbeteren door rekening te houden met aliasing, spatiale adaptiviteit en het progressief verfijnen van het bewegingsmodel tussen verschillende spatiale lagen. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • PETER SCHELKENS
Experimentele demonstratie van laseractie en intrinsieke CARS-gebaseerde warmtereductie in nabije-infrarode en midden-infrarode silicium Ramanlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Silicium wordt sinds enkele jaren als een zeer belangrijk fotonisch materiaal beschouwd. Zo is men er in 2004 in geslaagd om een efficiënte silicium-gebaseerde laser te demonstreren waarvan het lasingmechanisme steunt op "stimulated Stokes Raman scattering". Aangezien deze zogenaamde silicium Ramanlasers zowel nabije-infrarode als midden-infrarode straling kunnen genereren, zijn hun toepassingsmogelijkheden zeer uitgebreid. Totnogtoe heb ik hoofdzakelijk theoretisch onderzoek verricht naar deze categorie van lichtbronnen. Enerzijds heb ik een performante modelleringsmethode ontwikkeld waarmee ik de werkingskarakteristieken van nabije-infrarode en midden-infrarode silicium Ramanlasers numerisch heb gesimuleerd. Anderzijds heb ik een intrinsiek warmtereductiemechanisme voor deze lasercomponenten geconcipieerd en op punt gesteld waardoor de integratiemogelijkheden van deze componenten verder kunnen vergroten. Het doel van dit project is om mijn theoretische onderzoeksresultaten experimenteel aan te tonen. Meer bepaald zou ik een opstelling willen bouwen die toelaat om verschillende exemplaren van deze categorie lasers experimenteel te onderzoeken. De projectgelden zullen gebruikt worden om 2 apparaten aan te kopen voor deze opstelling, nl. een midden-infrarode spectrometer en een thermografische camera. De overige apparatuur nodig voor dit experimenteel onderzoek wordt door ons onderzoeksdepartement TONA-VUB gefinancierd. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Nathalie VERMEULEN
Tijdsgeresolveerde metingen van het emissie patroon van halfgeleiderlasers.. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project handelt over de studie van halfgeleiderlasers. De ontwikkeling van hoogwaardige halfgeleiderlasers gedurende de laatste decennia heeft er voor gezorgd dat deze optische bronnen vandaag een centrale rol spelen in vele toepassingen. Wij willen nieuwe en unieke functionaliteiten ontwikkelen met halfgeleiderlasers door hun spectrale, dynamische en coherentie eigenschappen te manipuleren. Daartoe zullen we in dit project het temporele en ruimtelijk geresolveerde emissie patroon van VCSELs bestuderen. Op deze wijze willen we nagaan hoe optische
modes zich precies opbouwen in een caviteit die meerdere transversale modes ondersteunt en wat de dynamische competitie tussen deze modes is. Dit moet ons meer inzicht verschaffen in het optreden van ruimtelijk incoherente laseremissie, een uniek en veelbelovend emissie regime dat we in dit lasertype kunnen induceren. Deze studie zal ook een belangrijke bijdrage leveren om theoretische modellen van halfgeleiderlasers te verifiëren en te verfijnen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Guy VERSCHAFFELT
Naar "goede ecologische toestand" in rivier Zenne: Het opnieuw beoordelen van het afvalwaterbeheer van Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Afvalwaterbeheer Brussel: herbeoordeling Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Margaret CHEN
EvoSym: (ERA-Net Complexity-Net) Oorsprong en evolutie van biologische symbool systemen. (Emergence and Evolution of Biological Symbol Systems). Vrije Universiteit Brussel Abstract: EvoSym is a collaborative European research project supported under the Complexity-NET 2009 pilot funding call, Interdisciplinary Challenges for Complexity Science. Complexity-NET is the European Network for the Coordination of Complexity Research and Training Activities. The project applies methods and techniques of complexity science to understand the emergence and evolution of biological "symbol systems" (also called "biosemiotic systems"), such as genetic coding (DNA-protein), RNA editing, cell signalling, etc. It also investigates potential technological applications in distributed agent-based software and robotics. It aims two anser two key questions: (1) How do complex representational and communicative coding systems emerge, self-organise and evolve, from micro to macro levels, in the natural biosphere? and (2) How can this biological understanding be applied to the artificial evolution of complex coding systems in computational and/or robotic systems? The project is further structured into three major work packages: WP1 builds on previous work in modelling prebiotic molecular evolution in spatially extended individual-based systems. It specifically considers whether or how "RNA coding" could evolve in such an environment (Lead partner: Bioinformatics Group, Universiteit Utrecht). WP2 is a complementary investigation of the origin and evolution of evolvable coding and translation in purely computational systems specifically "coreworlds" (e.g., tierra , nanopond etc.) and "artificial chemistries", which can model evolving software agents in networked computer systems (Lead partner: Artificial Life Lab, Rince Institute.) WP3 bridges between the other two workpackages, to apply principles of language evolution in collective robotic systems to the emergence of complex (i.e., compositional and grammatical) languages in models of chemical communication among biological cells. (Lead partner: Artificial Intelligence Laboratory, Vrije Universiteit Brussel.) Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
ICP : Interuniversity Programme Physical land resources - PHYLARES (2010-2011) ism UG. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voor het nieuwe programma in Physical Land Resources, startte in 1997, werd een beroep gedaan op de faculteit van toegepaste wetenschappen aan de Vrije Universiteit van Brussel, om samen te werken en uit te breiden het bereik van de cursus met een optie zich te concentreren op de niet-landbouwkundige gebruik en toepassingen van Physical Land Resources Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS
Opstartkrediet ZAP Faculteit Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opstartkrediet ZAP Faculteit Wetenschappen Organisaties: • Geografie
Onderzoekers:
• Matthieu KERVYN DE MEERENDRE
Oscillerende processen met toepassingen in wachtlijntheorie. Toepassingen van Lévy processen in financiële wiskunde en het modelleren van krediet risico's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van dit onderzoek trachten we versschillende wachtlijnsystemen met begrensde buffer te bestuderen. Ook zijn we van plan om een methode willen ontwikkelen om "two-boundary" functionalen te kunnen bestuderen. Dit probleem vertaalt zich in het verkrijgen van belangrijke karakteristieken van bepaalde oscillerende wachtlijn systemen. Het tweede doel is om Pearson diffusies te bestuderen en numerieke oplossingen van de Pearson type vergelijkingen te verkrijgen. De laatste worden dan in financiele wiskunde toegepast. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Tetyana KADANKOVA • UWE EINMAHL
Studie van de effecten van ultra hoge drukken toegepast op een automatisch kolom koppeling systeem ontwikkeld om methode ontwikkeling te verbeteren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van de effecten van ultra hoge drukken toegepast op een automatisch kolom koppeling systeem ontwikkeld om methode ontwikkeling te verbeteren. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Deirdre CABOOTER • GERT DESMET
IWT Opvangbeurs voor 12 maanden, Joke Belza. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voorbereiding van IWT beurs aanvraag Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
IWT Opvangbeurs voor 12 maanden, Kevin Stadler. Vrije Universiteit Brussel Abstract: IWT Opvangbeurs voor 12 maanden, Kevin Stadler. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
Ontwikkeling van chemische data analyse in het domein van natuurlijke producten en complexe mengsels. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Unilever UK Central Resources Limited' hebben voor het project ' Sponsored Research Agreement Development of Chemistry approaches in the area of naturals and complex mixtures. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Afwerkmandaat (3 maanden): Medication review, compliance and drug related problems in pregnant women. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie onderzoekt welke informatie de lokale apotheek krijgt van een ziekenhuis mbt patiënten met een drugs gerelateerd probleem. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • ALAIN DUPONT
Ecoscore 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek)' hebben voor het project ' Onderaanbesteding in het kader van contract "ECOSCORE 2011".' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Maarten MESSAGIE • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
Proteïnen: structuur en vouwing. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het laboratorium heeft een vrij stevige ervaring in de structuurbepaling van eiwitten. Een reeks projecten meeen belangrijke structurele component wordt uitgewerkt door een aantal subgroepen van karakteristiek 4 tot 7 medewerkers. Het werk van deze groepen is gefocuseerd op thema's die al een maturiteit hebben verworven in het lab: proteïne-koolhydraat herkenning, bacteriële toxine-antitoxine systemen, enzymes zoals nucleoside hydrolasen en arsenaat reductase. Meer recent werk is gericht op Lipase-Lipase foldase en er blijven in een aantal verbanden structuurstudies op één-domein systemen van kameel-antistoffen. In die zin is dit project te beschouwen als de opvolging van een vorig project: ?Biomoleculaire herkenning - Het structurele luik?. Het is tevens het overkoepelend project voor de structuurstudies van het ganse laboratorium en van alle verdere structuurstudies in het Instituut voor Moleculaire Biologie van de universiteit.We hebben vastgesteld dat in de periode van de laatste 4 jaren in een reeks projecten, onafhankelijk van elkaar, het proteïne-vouwingsprobleem centraal is komen te staan. Dit vanuit zeer verschillende uitgangspunten, mezowel een reeks convergenties als particulariteiten. We hebben deze projecten gegroepeerd in dit project, dat een hechte synergie vereist tussen structurele, biofysische en biochemische methoden. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Laser ablatie inductief gekoppeld plasma massa spectrometer. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorliggende project beschrijft de meerwaarde van een modern Laser Ablatie ICP-MS (LA-ICP-MS) toestel in een zevental nationale en internationale onderzoeksprojecten in het kader van FWO-netwerken, Geconcerteerde Onderzoeksacties, Interuniversitaire Attractiepolen, Global Change-DWTC projecten, Marine Sciences-DWTC projecten, INTERREG-EU projecten, en Europese netwerken en geïntegreerde projecten, waarvan de dienst Analytische en Milieuchemie coördinator of partner is en die allen een internationale screening hebben doorstaan. Met betrekking tot het toestel kunnen zij onderverdeeld worden in 3 sub-groepen: 1. de studie van biogene carbonaten als registers van omgevingscondities in het verleden. 2. de speciatie van sporeelementen in aquatische systemen. 3. het bepalen van hoge resolutieprofielen van polluenten in sedimenten. Deze worden verder in het voorstel meer specifiek behandeld. Het Laboratorium voor Analytische en Milieuchemie van de Vrije Universiteit Brussel, bezit tesamen met het Departement Geochemie van het Koninklijk Museum voor Midden Africa (KMMA), een LA-ICP-MS toestel (ongeveer 15 jaar oud) en was daardoor bij de eersten in Europa om hiermee analyses van vaste stoffen uit te voeren (e.g. VanderPutten et al., 1999; DeCorte, 2000; De Ridder et al., 2002). De data bekomen met het huidige toestel (Fisons-VG PlasmaQuad II+ mass spectrometer gekoppeld aan een Fisons-VG frequency quadrupled Nd-YAG laser (266 nm), gaven aanleiding tot 41 internationale peer-reviewed publicaties tussen 2001 en 2006. De voornaamste onderzoeksdoelstelling met betrekking tot het LA-ICP-MS toestel was de bepaling van hoge resolutieprofielen in biogene carbonaten, zoals tweekleppige schelpen en sclerosponzen, maar onze intentie is om nieuwe uitdagingen aan te gaan zoals de bepaling van sporeelementen. Aangezien de gevoeligheid van het huidige toestel onvoldoende is om de meeste sporeelementen zoals Cu, Cd, Co, .. te bepalen, kunnen we geen hoge resolutieprofielen van deze elementen in schelpen of sediment poriewater meten noch de speciatie ervan in open oceaan water (zie verder dit voorstel). Twee belangrijke redenen om het huidige, oude LA-ICP-MS toestel te vervangen zijn: (i) de noodzaak om in de analytische milieuchemie nieuwe uitdagingen, die een grotere gevoeligheid vereisen, aan te gaan; (ii) een oplossing te zoeken voor de frequente technische problemen die we met het huidige toestel regelmatig ondervinden en waarvoor (dure) vervangstukken steeds moeilijker te vinden zijn. Sinds de invoering van LA-ICP-MS in 1985, evolueerde deze techniek zeer sterk, vooral sinds het op de markt verschijnen van lasers met kortere golflengten en het gebruik van aangepaste gasmengsels. Deze nieuwe lasers bieden de volgende belangrijke voordelen (cf. Günther & Hattendorf, 2005, voor een overzicht van de recente progressie die door LA-ICP-MS op analytisch vlak werd gemaakt): (1) een hogere gevoeligheid (factor 10) tesamen met een betere spatiale resolutie: 5µm i.p.v. 25 µm voor ons huidig instrument; (2) meer reproduceerbare ablatie geometrieën; (3) een sterke reductie van chemische en isotoop-fractioneringen t.g.v. matrixverschillen tussen stalen en standaards; (4) een sterk verbeterde zichtbaarheid van de ablatiespots zodat een verkeerde positionering van de mineralogische fasen, één der voornaamste tekortkomingen van het oude toestel, wordt vermeden. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • FRANK DEHAIRS
Conceptuele density functional theorie: alternatieve berekeningswijze van reactiviteitsdescriptoren en toepassingen op moleculen, vaste stoffen en biologische systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgelegde project situeert zich in het domein van de Density Functional Theory [1, 2]. Deze tak van de Kwantumchemie heeft de laatste 15 jaar een steeds toenemende impact gehad op de Kwantumchemie en heeft ook de impact van de Kwantumchemie op de chemie zelf sterk doen vergroten [3, 4]. Density Functional Theory laat, via de Kohn-Sham vergelijkingen [5] enerzijds toe op steeds grotere, en veelal dus meer relevante systemen, steeds nauwkeurigere berekeningen van een breed scala aan moleculaire eigenschappen door te voeren. Anderzijds biedt het, binnen het kader van de Conceptuele DFT [6, 7, O28] de mogelijkheid om een aantal traditionele, dikwijls vaag geformuleerde, chemische concepten zoals elektronegativiteit [8], hardheid en zachtheid [9], scherp te definieren of ze te veralgemenen (bv. de frontier MO theorie via de Fukui functie [10]), om ze aldus berekenbaar te maken en aan te wenden, hetzij op zich, het zij binnen de context van principes. Hiervan is Pearson's HSAB (Harde en Zachte Zuren en Basen) [11] principe het meest bekend. Tal van experimentele gegevens, maar ook talloze resultaten van soms hoogwaardige kwantumchemische berekeningen konden aldus gerationalizeerd worden in subdomeinen van de chemie varierend van de anorganische over de organische chemie tot polymeerchemie en biochemie. Het is binnen de DFT tak van de Kwantumchemie dat de Onderzoeksgroep ALGC de laatste 15 jaar vooral actief is geweest, meer bepaald (hoewel niet uitsluitend) binnen de Conceptuele DFT waarbij zowel "concepten" (in casu reactiviteitsdescriptoren - vide infra) ontwikkeld en/of geimplementeerd werden, principes onderzocht en toepassingen verzorgd bij voorkeur, en meestal, in directe interactie met experimentatoren in de betrokken deeldomeinen van de chemie. Gezien (1°) de vorige projecten in dit domein aanleiding gaven tot een internationaal gewaardeerde output (bv. FWO projecten 1999 en 2003); (2°) het hogervermelde DFT subdomein nog steeds aan belang wint (het overzichtsartikel over conceptuele DFT dat we in mei 2003 publiceerden [O28] werd reeds meer dan 260 keer geciteerd) wensen we deze onderzoekslijn verder te zetten zij het uiteraard met nieuwe accenten zowel op het vlak van de ontwikkeling/implementatie van concepten al op het vlak van hun aanwending. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS • Frank DE PROFT
In-situ spectroscopische studie van organische (mono)lagen geadsorbeerd op metalen en metaaloxides onder gecontroleerde depositie omstandigheden. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: In het recente verleden heeft META (onderzoeksgroep Metallurgie, Elektrochemie en Materialen - VUB) uitgebreid onderzoek verricht naar de interactie van organische moleculen met metaaloppervlakken, o.a. in het FWO-project G.0039.03N 'Identificatie met optische technieken van interactieproducten aanwezig op metalen ten gevolge van oppervlaktereacties'. Hierbij werd hoofdzakelijk expertise opgebouwd in het gebruik van insitu optische technieken zoals SE (Spectroscopic Ellipsometry) en RS (Raman Spectroscopy). Vanuit dit succesvol onderzoek wil META een nieuwe richting inslaan waarbij het accent helemaal verlegd wordt naar de in-situ bepaling van de elektronische eigenschappen van organische moleculaire lagen. Dit kadert in het onderzoek naar de eigenschappen van metalen bedekt met dunne organische lagen. De modificatie van metalen en metaaloxide oppervlakken door depositie van dunne organische lagen is een multidisciplinaire onderzoekstopic in volle ontwikkeling [12]. Men verwacht immers dat met deze dunne filmen wijzigingen van materiaaloppervlakken mogelijk zijn die, omwille van thermodynamische en technologische beperkingen, niet realiseerbaar zijn door bulkfase dopering. Veelbelovende toepassingsdomeinen zijn o.a. de moleculaire elektronica, de ontwikkeling van nieuwe surfactanten, de ontwikkeling van moleculaire lagen met verbeterde adhesie-eigenschappen of verhoogde oppervlaktebescherming [3-5]. Bovendien vormen ultra dunne lagen een uiterst interessant platform voor de studie van structurele organisatie, fasetransities, en transporteigenschappen in anisotrope, zogenaamde 'low-dimensional' structuren. Geïnspireerd door de enorme toepassingen in dit domein werden belangrijke doorbraken gerealiseerd, zowel op vlak van kennis van het depositiemechanisme van dunne lagen, als op vlak van meet- en interpretatietechnieken die kunnen gebruikt worden voor het bepalen van hun eigenschappen. Nochtans komt men tot de vaststelling [6] dat veel vragen onbeantwoord zijn in verband met het adsorptiemechanisme van organische moleculen en met de invloed van de natuur van het oxide en het depositiesysteem op de adsorptie. In het merendeel van de studies wordt de adsorptie van organische lagen op Au en Ag bestudeerd, omdat hun oppervlaktetoestand goed gedefinieerd is. Ze bieden echter weinig variatiemogelijkheden in adsorptie-eigenschappen. Bovendien zijn de chemische functionaliteiten, die in aanmerking komen voor de verankering van de organische moleculen, beperkt tot thiolen en selenolen. De binding tussen organische laag en oppervlak kan sterk verbeterd worden indien het oppervlak reactiever is en indien de molecule over meerdere bindingscentra beschikt. Metaaloxide oppervlakken zijn reactief t.o.v. meerdere chemische functionaliteiten en laten toe de adsorptieeigenschappen van dunne lagen te bestuderen i.f.v. de moleculaire structuur en de samenstelling. De kennis van laagvorming op metaaloxiden is echter beperkt. Het onderzoek wordt meestal uitgevoerd met macroscopische methoden als XPS (X-Ray Photoelectron Spectroscopy) en IRRAS (Infrared Reflection Absorption Spectroscopy) waarbij men de filmen a priori benadert als perfect geordende lagen. STM-AFM (Scanning Tunneling Microscopy-Atomic Force Microscopy) onderzoek toont echter aan dat de organische filmen in veel gevallen defecten vertonen. Men stelt vast dat de natuur van de oplossing van waaruit de organische molecule wordt afgezet (i.e. alcohol of water) en het zuur/base karkater van het oxide zeer belangrijk zijn. Een aantal fouten in de afzettingen is te wijten aan de keuze voor 'self assembling' depositie. Gecontroleerde afzetting biedt voordelen, maar is veel moeilijker uit te voeren en te bestuderen, omdat het moeilijk is om de moleculaire interacties en de laageigenschappen insitu te meten. Meestal wordt het preparaat verwijderd uit zijn afzetmilieu, waardoor het blootgesteld wordt aan omgevings- en/of vacuümomstandigheden. Deze aanpak, hoewel wereldwijd gebruikt, genereert tal van vragen over de vergelijking van ex- en in-situ waarnemingen. Het bemoeilijkt tevens de studie van de invloed van een externe sturing van het depositieproces,bvb. via de potentiaal, op de elektronische structuur en op de structurele parameters van het metaaloxide en van het gevormde complex tussen oppervlak en molecule. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • HERMAN TERRYN
Modulering van het tumor-geassocieerd macrofaag fenotype door Secretory Leukocyte Protease Inhibitor (SLPI) en de evaluatie van SLPI als therapeutisch doelwit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tumoren dienen beschouwd te worden als organoïde structuren waarin een complexe bidirectionele interactie bestaat tussen getransformeerde en niet-getransformeerde cellen, resulterend in tumorgroei en -progressie. Hierbij wordt het kankercel fenotype sterk beïnvloed door tumor-infiltrerende cellen en vice versa. Zo oefenen tumor-geassocieerde macrofagen (TAM) tal van functies uit, gaande van het modelleren van zowel kankercellen als de tumor micro-omgeving, tot het onderdrukken van anti-tumor immuniteit. Vermits macrofagen ook de potentiële capaciteit bezitten om kankercellen te vernietigen, dienen molecules in de tumor micro-omgeving TAM te sturen naar een eerder tumorgroei bevorderend fenotype. De aard van dergelijke molecules is echter onvoldoende gekend, ondanks hun potentieel als therapeutisch doelwit. Via de integratie van drie gevestigde onderzoeksdomeinen in ons labo (de studie van differentiële macrofaagactivering; de studie van de protumorale rol van SLPI, en het gebruik van kameel nanobody technologie in kankeronderzoek) beoogt dit project de impact te bestuderen van intratumorale SLPI productie op het moleculair en functioneel fenotype van tumor-geassocieerde macrofagen. Gebruik makend van preklinische carcinoma modellen, die gekarakteriseerd worden door een sterk en heterogeen macrofaag infiltraat en een verhoogde SLPI productie in de tumor, stelt dit project volgende mijlpalen: (i) bepaling van de inflammatoire status van TAM subpopulaties, (ii) de impact van het moduleren van kankercelspecifieke en macrofaag-specifieke SLPI (en PGRN) productie op de inflammatoire status van TAM subpopulaties, en (iii) therapeutische interventie met de normale SLPI (en PGRN) functies, gebruik makende van nanobodies. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jo VAN GINDERACHTER • NICK DEVOOGDT • PATRICK DE BAETSELIER
Ontwerp van nieuwe multi-domein netwerkalgoritmen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De single-type ACO algoritmen maken gebruik van actoren die onderling allemaal samenwerken. Deze samenwerking wordt gecoördineerd door het gebruik van kunstmatige feromonen die de mieren achtergelaten op de links van de probleemgraaf. Goede links krijgen een hoger feromoongehalte en trekken meer mieren aan, en worden als dusdanig nog meer versterkt. Dit autokatalytisch proces zorgt ervoor dat op links die tot betere oplossingen behoren meer en sneller feromoon wordt opgebouwd en zodoende convergeert dit proces tot de beste oplossing. De feromonen laten de mieren toe om te communiceren door hun omgeving. Met dit systeem kunnen de mieren op een gedistribueerde en asynchrone manier zoeken naar de beste oplossing. Bij de multi-type versie, werken alle mieren van een zelfde type samen, zoals op de gebruikelijke manier, maar zijn de types onderling in competitie. Dit wordt gerealiseerd doordat eigen feromoon een aantrekking uitvoert op de mieren, maar vreemd feromoon een afstotend effect heeft. Op deze manier kan men in een graaf op een simultane manier meerdere zo disjunct mogelijke paden vinden, die samen een zo klein mogelijke kost hebben, of kan men een set van disjuncte werkpaden leggen, die samen door een backup boom worden beschermd. In deze laatstgenoemde applicatie wordt aangetoond dat het mogelijk is enerzijds de competitie tussen de types aan te wenden om de disjunctheid van de werkpaden te garanderen, maar tegelijkertijd ook de samenwerking tussen de mieren te exploiteren om de back-up paden te laten convergeren in een back-up boom. De bruikbaarheid van deze multi-type techniek zal geëvalueerd worden binnen de meerdomeinsnetwerkproblematiek met aandacht voor aspecten zoals computationele kost en de hoger vermelde performantieparameters en vergeleken worden met andere, mogelijk heuristische, benaderingen. Naast bovenvermelde multi-type ACO techniek, die tot de groep van de reinforcement leertechnieken behoort, zal COMO ook nog andere gerelateerde reinforcement leertechnieken evalueren. Een techniek die recent beschreven werd is die van Continual Exploration. In deze benadering wordt de graad van exploratie in elke knoop bepaald in functie van de entropie van de probabiliteitsdistributie voor het selecteren van een volgende actie of link. Deze techniek laat toe op een zeer doeltreffende manier de belasting op een netwerk te spreiden. Binnen het voorgestelde project gaan we onderzoeken of we deze benadering kunnen aanwenden voor
het bepalen van de paden binnen de interconnectienetwerken en voor de keuze van de gateways in de te connecteren domeinen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ANN NOWE • KRIS STEENHAUT
Nieuwe heterocyclische scaffolds voor het ontwerpen van conformationeel verstrakte peptide en peptide mimetics. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De koppeling van de zijketen van een aminozuur aan de hoofdketen stikstof door middel van een methyleengroep is een zeer efficiënte manier om zowel de conformatie van de aminozuur zijketen vast te leggen als die van de hoofdketen te beïnvloeden.Het Tic residu werd reeds met succes gebruikt in de design van potente peptide analogen (opioiden, bradykinine, melanocortine) en tal van peptidomimetica. In tegenstelling tot dit Tic analoog heeft de alternatieve conformationele verstrakking die resulteert in de 7-ledige aminoazepinone structuur veel minder toepassingen gevonden. Dit is gedeeltelijk toe te schrijven aan de minder eenvoudige synthetische toegankelijkheid van deze heterocyclische structuur in vergelijking met het Tic analoog. In dit project worden nieuwe synthese methoden voorgesteld die toelaten om deze conformationele verstrakking op een eenvoudige en meer algemene manier in te bouwen in bioactieve peptiden met (hetero) aromatische aminozuur residu's. Gezien de voordelen van vaste fase synthese, zal getracht worden deze strategie uit te voeren op een vaste drager zodat de synthese op een meer efficiënte manier kan uitgevoerd worden. Tevens wordt voorgesteld om deze methodologie aan te wenden voor de ontwikkeling van nieuwe verstrakte peptiden en nieuwe mimetics van verscheidene klinisch gevalideerde peptiden. Bovendien zullen nieuwe methoden aangewend worden voor de synthese van nieuwe heterocyclische structuren die dienst kunnen doen als "template" voor peptidomimetica. Het potentieel van deze methode zal geïllustreerd worden aan de hand van een geselecteerd aantal biologische doelwitten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • DIRK TOURWE
Experimentele en theoretische studie van nieuwe (half)geleidende nanocomposieten gebaseerd op co-continue blokcopolymeer matrices in combinatie met koolstof-nanotubes en metaal-gebaseerde nanowires. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project richt zich op een fundamentele studie van nieuwe (half)geleidende polymeer nanocomposieten met het laagst mogelijke vulstofgehalte, of een beduidend lagere percolatie drempel. Om dit doel te bereiken zal de kennis van de latex technologie voor de bereiding van PS homopolymeren met SWNT - een technologie die een optimale dispersie van de vulstof garandeert - worden uitgebreid naar de ontwikkeling van nieuwe nanocomposieten gebaseerd op fasegescheiden co-continue blokcopolymeer matrices in combinatie met koolstof nanotubes (NT) en metaal-gebaseerde halfgeleidende nanodraden (nanowires - NW). Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Scheikunde
Onderzoekers: • CORNELIS KONING • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Studie van de mogelijkheden van een drempelverlagend aanbod voor niet-georganiseerde (sportkansarme) jongeren in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie heeft tot doel om meer inzicht te verwerven in de mechanismen die aan de basis liggen van een meer optimale methodische en organisatorische aanpak bij de sportstimulering van niet-georganiseerde (maatschappelijke kwetsbare) jongeren. Door middel van het voorgestelde onderzoek wordt getracht op basis van inventariserende gegevens van relevante praktijkvoorbeelden, diepte-interviews met bevoorrechte getuigen (o.m. organisatoren en begeleiders van bestaande initiatieven) en begeleide interventies binnen lokale settings een antwoord te vinden op de vraag hoe de organisatorische en methodisch-didactische aanpak van dergelijke initiatieven kan geoptimaliseerd worden. In deze studie gaat de aandacht vooral uit naar de leeftijdsgroep van ongeveer 8 tot 16 jaar (ondermeer omwille van het feit dat er binnen deze leeftijdsgrenzen traditioneel heel wat initiatieven worden opgezet). Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Een mogelijke typificatie van de andersglobalisten aan de hand van Charles Taylors vernieuwd begrijpen van de moderne identiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De andersglobalistenbeweging is een wereldwijde sociaal-politieke beweging met een aanzienlijke heterogeniteit aan leden en onderwerpen. Zij is als beweging wetenschappelijk niet makkelijk te vatten. Haar discours en drijfveren lijken te omvattend en divers om ontleed te kunnen worden binnen bestaande onderzoekscategorieën. Binnen de humane wetenschappen blijft de wens echter bestaan om de beweging in zijn geheel te kunnen ontleden en in kaart te brengen. In dit onderzoek willen we nagaan of overzicht van de hele beweging mogelijk is, door eenheid te ontwaren op het conceptuele niveau, in de ideologie of de morele intuïties. Deze mogelijkheid werd in de sociale wetenschappen afgetast, maar nooit systematisch bestudeerd. Voor de studie baseren we ons op het bredere wereldbeeldenperspectief van de Canadese filosoof Charles Taylor, die vertrekt vanuit de 'Malaise van de Moderniteit'. De Malaise van de Moderniteit heeft als aanname de vervreemding van de mens van zichzelf en de sociale - en ecologische omgeving. Deze vervreemding is volgens Taylor gelegen in een te nauwe visie op het individu, van waaruit het individu zichzelf essentieel verstaat. Taylor ontwikkelde een verbreed discours voor het zelfverstaan, waarbij hij een aantal belangrijke impliciete morele intuïties, expliciet maakt. De hypothese van dit onderzoek is dat vanuit het perspectief van de Malaise van de Moderniteit, de samenhang en coherentie tussen de verschillende cultuurkritieken van de andersglobalisten, de diagnoses ervan en antwoorden erop, duidelijk kan worden. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Wiskunde
Onderzoekers: • Diederik AERTS
De uitbouw van een operationele theorie voor het beschrijven van concepten, hun samenstelling en hun contextuele betekenis ter verbetering van de geautomatiseerde extractie van semantische informatie uit ongestructureerde teksten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door de explosieve toename in de hoeveelheid documenten op het internet is de beschikbare informatie voor de internetgebruiker drastisch toegenomen. Toch is het vinden van de juiste documenten uit die enorme hoeveelheid een probleem waarvan het belang in toenemende mate onderkend wordt. Omdat het merendeel van de dagelijks toegevoegde documenten ongestructureerd zijn, rijst de vraag of het mogelijk is semantische of inhoudelijk structurele informatie te extraheren op een geautomatiseerde manier. Daartoe zou een computer moeten kunnen begrijpen op welke manier de concepten in een tekst samenhangen. Een van de diepe problemen die herhaaldelijk in de literatuur over concepten opduikt, is dat van de conjunctie van concepten. In klassieke logica en in het huidige Semantische Web, worden de combinaties gezien als de intersectie van de klassen die de twee individuele concepten representeren. Nochtans zijn er vele dagelijkse combinaties van concepten die op deze simplistische manier niet kunnen worden geanalyseerd. Het voorgestelde project beoogt een uitbouw van een radicaal nieuwe wiskundige representatie van concepten uitgaande van een structurele veralgemening van de kwantummechanica ter bevordering van de geautomatiseerde extractie van informatie uit ongestructureerde documenten. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Wiskunde
Onderzoekers: • Diederik AERTS
Darwin’s laatste idee in getallen uitgedrukt: onderzoek naar de invloed van bioturbatie op de biogeochemie van de zeebodem en de impact op de globale koolstof kringloop Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het reilen en zeilen van de aarde wordt gestuurd door de globale cycli van koolstof, stikstof, en andere elementen. Menselijk handelen oefent vandaag een sterke invloed uit op deze cycli met o.a. kimaatverandering als gevolg. Het onderzoek naar deze biogeochemische cycli is het terrein van de biogeologie, waarbij de gekoppelde evolutie van aarde en leven centraal staat. Het meeste onderzoek gaat vandaag uit naar de geomicrobiologie, waar men de invloed van de micro-organismen op globale variabelen, zoals de zuurstof en kooldioxide concentraties in de atmosfeer, onderzoekt. In dit project kijken we echter naar de impact van "macro-organismen", zoals bodemdieren en wortelende planten, wiens effecten op de bodem "bioturbatie" worden genoemd. Charles Darwin was de eerste die zich realizeerde hoe belangrijk bioturbatie wel is voor lokale bodemprocessen, en wijdde er zelfs zijn laatste boek aan. Darwin zou waarschijnlijk zeer verbaasd zijn over de reikwijdte van de effecten die we hier onderzoeken. Recent onderzoek in de paleo-ecologie wijst immers uit dat bioturbatie een belangrijke rol speelde in de "Cambrische explosie", de snelle evolutie van het leven op de oceaanbodem zowat 540 miljoen jaar geleden. De ontwikkeling van een gravende levensstijl zorgde voor een heuse omwenteling in het biogeochemisch functioneren van de oceaanbodem, waaraan de Cambrische bodembewoners zich moesten aanpassen. In dit project onderzoeken we de details van deze omwenteling, en breder, de gevolgen van mariene bioturbatie voor koolstof sequestratie en de globale koolstof kringloop. Dit doen we met behulp van een "virtuele ocaanbodem", een computermodel dat de biogeochemie van de oceaanbodem simuleert. Via computersimulaties berekenen we dan de geochemische effecten die gepaard gaan met het construeren en ventileren van gangenstelsels, en met het groeien van plantenwortels. Dergelijke simulaties verschaffen inzicht in hoe bioturbatie de omzetting van organisch materiaal in de oceaanbodem beïnvloedt, en wat de gevolgen hiervan zijn op de globale koolstof kringloop. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Filip MEYSMAN • FRANK DEHAIRS
Ontwikkeling van een contextuele niet-klassieke (op de quantummechanica gebaseerde) theorie met het oog op het modelleren van het prijsvormingsproces van financiële opties en het modelleren van een socio-economisch systeem. Vrije Universiteit Brussel Abstract: DOELSTELLING De doelstelling bestaat in het ontwikkelen en testen van een algemene economische theorie met het oog op het modelleren van het prijsvormingsproces van financiële opties op basis van de wiskundige formalismen van de quantummechanica en in het modelleren van een socioeconomisch systeem met inachtneming van de emergente, contextuele en niet-deterministische aspecten ervan. OBJECTIEVEN 1. De aanpassing van het wiskundige formalisme van de veralgemeende quantummechanica met het oog op het modelleren van het prijsvormingsproces van financiële opties binnen een verrijkte informatiestructuur, met inachtneming van quantum-fysische concepten in verband met de onderliggende activa en de contextuele interactie van traders. 2. Het afleiden van een differentiaalvergelijking voor de prijsvorming van opties die deze verrijkte informatiestructuur binnen het kader van de Bohmiaanse interpretatie van de quantummechanica omvat. De bestudering van de verschillende oplossingen van deze partiële differentiaalvergelijking voor verschillende waarden van de informatie-risico parameter en het exploreren van de kenmerken van de overeenstemmende verzamelingen van contextueel evoluerende socio-economische systemen (Bohmiaans-quantumfysisch, klassiek stochastisch of intermediair-contextuele situaties). 3. Het ontwikkelen van een algemeen model voor de evolutie van een economisch systeem van assets (activa) en trader posities opgevat als de Contextueel gedreven Actualisering van Potentieel (Context driven Actualization of Potential - CAP) en zoals gedefinieerd door de potentiële transacties van traders. 4. Het confronteren (vergelijken) van het CAP formalisme voor de evolutie van socio-economische systemen met (i) de resultaten behaald op basis van klassieke standaard benaderingen gebaseerd op stochastische modellen, (ii) de resultaten van een experiment ontworpen met de uitdrukkelijke bedoeling de al of niet aanwezigheid te testen van waarschijnlijkheidsinterferentie in het gedrag van mensen, (iii) data van reële aandelenmarkten. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Diederik AERTS • BART D'HOOGHE
DB-QueriDO: onderzoek naar het gebruik van database-technieken bij het opslaan en opvragen van gedistribueerde Semantic Web data. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project bestudeert distributie bij het bevragen van ontologie-gebaseerde data opgeslagen in een gedistribueerde collectie van Semantic Web-systemen. Als de data niet is opgeslagen in een enkele repository maar wordt aangeboden via een netwerk van verbonden repositories, komen we immers een stap dichter bij een echt Web-achtig platform voor het delen van informatie. Uiteraard moeten querying en retrieval van data uit dat netwerk het aspect van distributie in acht nemen zonder de voordelen van de formele basis voor het omgaan met
ontologie-gebaseerde informatie te verliezen. De notie van distributie is eerder al bestudeerd in het veld van de relationele databases. Echter, een aantal karakteristieken van Semantic Web query-systemen maken het hergebruik van die resultaten allesbehalve triviaal. Organisaties: • Web en Information System Engineering
Onderzoekers: • OLGA DE TROYER
Fysiologie en regulatie van de lysine/arginine biosynthese bij het hyperthermoacidofiel crenarchaeon Sulfolobus solfataricus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lysine wordt op twee manieren gesynthetiseerd: (i) via de diaminopimelaat pathway die gebruikt wordt door de meeste bacteriën en planten, (ii) via de alpha-aminoadipaat weg (AAA) die voorkomt bij schimmels en gisten. Bij de thermofiele bacterie Thermus thermophilus werd een variante van de AAA pathway ontdekt waarbij de omzetting van AAA tot lysine totaal verschillend is maar gelijkaardig verloopt aan de omzetting van glurtamaat tot ornithine in de arginine biosynthese. Een gelijkaardige pathway zou op basis van in silico studies ook kunnen voorkomen in de hyperthermoacidofiele crenarchaeoot Sulfolobus solfataricus, waar deze enzymen een dubbele rol zouden kunnen uitoefenen in de biosynthese van arginine en van lysine, dit in tegenstelling tot Themus, waar de beide patways naast mekaar bestaan. Om uit te maken hoe de biosynthese van deze aminozuren verloopt in S. solfataricus zullen knock-out mutanten van S. solfataricus gebouwd worden, genen zullen geamplificeerd worden, tot overexpressie gebracht in E. coli en de gezuiverde recombinante eiwitten gekarakteriseerd. Verder zal de LysM-afhankelijke genexpressie verder bestudeerd worden. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • DANIEL CHARLIER • DOMINIQUE MAES
TAS3 : trusted architecture for securely shared services. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het TAS³ project beoogt het bekomen van een Europese impact op diensten gebaseerd op persoonlijke informatie dat gebruikt kan worden in een verscheidenheid van zakelijke processen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN
Engineering support for advanced software applications in mobile computer networks. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er zijn momenteel drie hardware fenomenen die ervoor zorgen dat we in de nabije toekomst radicaal anders zullen omgaan met computers. Ten eerste is er de opkomst van omnipresente rekenkracht, in deze visie zijn mensen omringt door computationele rekenkracht verwerkt in alledaagse objecten zoals een polshorloge. Ten tweede is er de miniaturisering van de hardware die ervoor zorgt dat computers, mobiele gsm toestellen en pda's verwerkt kunnen worden in één draagbaar apparaat. Tenslotte is er de opkomst van draadloze communicatie die ervoor zorgt dat we al deze toestellen met elkaar in verbinding kunnen stellen. Deze drie hardware fenomenen zullen er samen voor zorgen dat we in de nabije toekomst omringt zijn door kleine computationele apparaatjes verbonden in een draadloos netwerk. Dit netwerk van draadloze apparaten zal aangewend kunnen worden om de interactie met andere mensen en toestellen in de omgeving radicaal te veranderen. Technisch gesproken zullen deze apparaten zich verbinden in een zogenaamd spontaan draadloos netwerk dat geen vaste infrastructuur vereist. Helaas missen de software engineering technieken en programmeer taal abstracties die kunnen omgaan met de specifieke problemen die voorkomen bij de implementatie van applicaties voor spontane netwerken. Dit onderzoek project is gebouwd op twee pilaren: Ten eerste spits het zich toe op het zoeken naar eenvoudige programmeer abstracties die het toelaten de programmeur om te laten gaan met de complexiteiten die inherent zijn aan de ontwikkeling van applicaties voor spontaan gevormde netwerken. Ten tweede zal het project gevalideerd worden door een experiment dat wordt uitgevoerd over de hele stad Brussel. Het doel van dit experiment is de toepasbaarheid van onze programmeer abstracties te toestellen door de implementatie van innovatieve mobiele applicaties voor spontaan gevormde netwerken. Het resultaat van dit onderzoek project zal bestaan uit een technologisch raamwerk samen met een aantal experimentele applicaties die illustreren hoe technologie de mobiliteit van inwoners in een metropool zoals Brussel kunnen verbeteren. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Distributed collaboration using Multi-Agnet System Artchitectures (DICOMAS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de huidige industriele sector heerst een sterke trend naar het distribueren van business processen over een aantal collaboratieve eenheden. Een typisch voorbeeld hiervan kan worden gevonden in de logistieksector in de vorm van supply chain management. Een ander mogelijk voorbeeld zijn collaboratieve gezondheidszorginstellingen. In deze systemen spelen privacy en beveiliging vaak een belangrijke rol. Waar vele initiatieven, in zowel de industriele als academische sector, zich richten op mogelijk maken van communicatie tussen applicaties, heeft dit project tot doel het ontwikkelen van volledige gedistribueerde, samenwerkende applicaties. Hiervoor zal vertrokken worden van het Multi-agent systemen (MAS) paradigma. Multi-agent systemen (MAS) vormen een zeer actueel onderzoeksdomein, dat het modelleren en ontwerpen van collaboratieve systemen bestudeert. Een MAS structureert een software systeem als een aantal autonome entiteiten (agenten) die gesitueerd zijn in een gemeenschappelijke omgeving. Agenten hebben enkel beperkte toegang tot deze omgeving, die zowel een fysische als een software omgeving kan zijn. De agenten interageren met elkaar, rechtstreeks of via de omgeving, om zodoende een gemeenschappelijke systeemdoelstelling te realiseren. De probleemstelling van hoe collaboratie kan gegarandeerd worden in een systeem dat niet centraal wordt gestuurd, vormt aldus de kern van MASonderzoek. Verder zijn flexibiliteit, openheid, robuustheid en schaalbaarheid, typische eigenschappen die verwacht worden van een MAS gebaseerde architectuur. DiCoMas stelt als eerste objectief, het ontwikkelen van een Vlaams kennisplatform met betrekking tot dit domein. Een tweede objectief is het realiseren van een herbruikbare software architectuur voor gedistribueerde samenwerkende applicaties. Om deze objectieven te realiseren zal middleware ontwikkeld worden die de nodige abstracties en modellen incorporeert, en zullen relevante leer- en optimalisatietechnieken worden bestudeerd. Hierbij zijn aspecten zoals: beveiliging en openheid van groot belang, eerder dan het uitwerken van een ontologie, of issues rond netwerk communicatie of standaardisatie.
Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ANN NOWE
Studie van de oppervlakte-eigenschappen van aluminiumdeklagen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van de oppervlakte-eigenschappen van aluminiumdeklagen. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • HERMAN TERRYN
Synthese van (c) geanneleerde 3-aminoazepin-2-onen en hun gebruik in bioactieve peptiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Situering project. Conformationeel verstrakte analoga van aminozuren zijn zeer interessant vanuit een medicinaal chemisch oogpunt. De inbouw ervan in bioactieve peptiden kan resulteren in een toename van activiteit, metabole stabiliteit en receptor selectiviteit. Twee types verstrakte analoga werden bereid. Spirobenzazepinon 1 werd gesynthetiseerd als een analogon van het Pro-Phe dipeptide. Van zo.n spirolactams is bekend dat zij zeer sterke ?-turn inducers zijn als ze worden ingebouwd in bioactieve peptiden.1 Indoolazepinonen 2 zijn de tweede klasse van verbindingen waarin we geïnteresseerd zijn. Het zijn verstrakte analoga van het Trp-X dipeptide. Een goede synthese voor deze klasse van verbindingen werd ontwikkeld. 2. Spirobenzazepinonen. 2.1 Synthese. Een asymmetrische synthese van spiro-Aba-Gly 1 werd ontwikkeld, gebruik makende van de Seebach methode van .zelfreproducerende. chiraliteit (Schema 1).2 Er werd vertrokken van D-proline dat gecondenseerd werd met chloraal, ter vorming van oxazolidinon 3. Dit oxazolidinon werd vervolgens gealkyleerd met o-cyanobenzylbromide. De volgende stap is een zure hydrolyse waarbij het carbonzuur 5 gevormd werd. Na Boc-bescherming van de proline-N werd de nitril functie gehydrogeneerd m.b.v. palladium katalyse. Dan volgt een cyclisatie onder hoge verdunning door een intramoleculaire koppeling van het amine met de carbonzuur functie. Na alkylering van de lactam-N en daaropvolgende verzeping van het methylester werd spiro-Aba-Gly 1 gevormd. De ee werd bepaald op het niveau van het vrije aminozuur 5 door derivatizatie met (S)-NIFE en daaropvolgende HPLC-analyse van de gevormde diastereomeren. De ee bedraagt 99% (detectielimiet van 1%). Schema 1. Asymmetrische synthese van spiro-Aba-Gly 1. 2.2 Inbouw in bioactieve peptiden: Bradykinine en Endomorfine-2 analoga.3 Naar analogie met de resultaten van Amblard et al.,4 die de benzothiazepinon template D-BT gebruikten voor het verkrijgen van actieve B2 agonisten, werd het D-Tic-Oic dipeptide in HOE 140 vervangen door racemisch spirobenzazepinon 1 (H-D-Arg-Arg-ProHyp-Gly-Thi-Ser-spiro-Aba-Gly-Arg-OH). De verkregen epimere peptiden werden gescheiden m.b.v. preparatieve HPLC. Voor beide analoga werden de bindingsaffiniteiten voor de bradykinine B2 receptor bepaald (Ki(S) = 3.2 nM, Ki(R)= 25 nM). Deze waarde ondersteunt een ??conformatie van het peptide. Dit spiro-lactam werd op een gelijkaardige manier ook ingebouwd als racemisch mengsel in de endomorfine-2 sequentie (Tyr-spiro-Aba-Gly-Phe-NH2). Een van beide gevormde peptiden vertoont een goede ?-opioïde affiniteit (Kiµ= 9.23 nM ). De enantioselectieve synthese die ontwikkeld werd liet het toe om in beide gevallen de meest actieve analoga te identificeren. 3. Indoolazepinonen. 3.1 Synthese.5 In samenwerking met K. Pulka (Universiteit Warschau) werd een methode ontwikkeld voor de synthese van indoolazepinonen 2 (Schema 2). Er werd vertrokken van Trp dat in een eerste stap reageert met formaldehyde in een Pictet-Spengler reactie. Tcc 11 wordt vervolgens Boc-beschermd en het ?-carboline 12 kan dan geoxideerd worden m.b.v. SeO2 ter vorming van het aldehyde 13. Dit aldehyde kan een reductieve aminering ondergaan met verschillende amines, en de gevormde amines 14 kunnen dan rechtstreeks ingezet worden in een cyclisatiereactie onder hoge verdunning ter vorming van indoolazepinonen 2. Schema 2. Synthese van indoolazepinonen. Er werden op deze manier verschillende indoolazepinonen gesynthetiseerd (Tabel 1). 3.2 Gebruik als somatostatine mimics. Naar analogie met Schema 2 werden enkele somatostatine mimics gesynthetiseerd. Een eerste set van 4 analoga werd reeds getest en één ervan vertoont een zeer hoge affiniteit voor de sst4/5 receptor (Tabel 2). Op basis van de meest actieve structuur werden twee nieuwe sets analoga gesynthetiseerd. In de eerste set werd de N-terminus constant gehouden (fenylacetyl) en de C-terminus werd gevarieerd. In de tweede set werd de C- terminus constant gehouden (NHBenzyl) en de Nterminus werd gevarieerd (zowel amiden als ureum analoga werden bereid). Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • DIRK TOURWE
Abstractietechnieken voor gedistribueerde massieve event-systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling: Omdat computerhardware steeds goedkoper, kleiner en energiezuiniger wordt, en bovendien meer en meer in staat is tot draadloze communicatie, zien we dat in ons dagelijkse leven computationele kracht stilaan overal beschikbaar wordt. Deze observatie heeft geleid tot het onderzoeksveld van pervasive computing, waar mobiele toestallen op dynamische, naadloze manier met elkaar communiceren en coördineren om gebruikers bij te staan in hun dagelijkse taken. De bestaande programmeerabstracties die voor deze situatie ontworpen zijn kunnen echter niet overweg wanneer draadloze netwerken de vorm aannemen van massieve, dynamische wolken van volatiele informatie. Dit is een reëel toekomstbeeld als we kijken naar de miniaturisatie en steeds goedkoper wordende massaproductie van hardware, zoals bijvoorbeeld RFID tags. Bestaande technieken gaan uit van een beperkt aantal opsombare communicatiepartners waarover kan geïtereerd worden en reflecteren dus niet de grote dynamiek van het mobiele netwerk. Zo zijn er de bestaande object-georiënteerde technologieën, maar die tasten expliciet de omgeving af naar potentiële communicatiepartners. Interactie met het netwerk moet dus op een event-gedreven manier gebeuren. Maar bestaande event-gedreven systemen plaatsen events in een wachtrij en bovendien is een volledige applicatie in event-gedreven stijl schrijven onrealistisch door de complexiteit die event-gedreven architecturen met zich meebrengen. Het probleem dat we aankaarten bestaat er dus in dat er geen event-gedreven techniek bestaat die met massieve hoeveelheden gegenereerde events om kan en die bovendien verzoenbaar is met de klassiek geprogrammeerde (bvb. object-georiënteerde) binnenkant van een mobiele applicatie. Doelstelling: We gaan onderzoek verrichten naar programmeertaalabstracties (en hun implementatie op soms heel elementaire hardware zoals sensornetwerken) die applicatieprogrammeurs moeten toelaten om de massief gegenereerde events conceptueel te kunnen beheren en te kunnen koppelen aan "gewone" sequentieel geschreven applicatieprogrammatuur die op "normale" computers draait. Omdat de wolk van informatie rond een mobiel toestel zo massief kan zijn en zo dynamisch is, is ze niet op te delen in de individuele componenten. Het is dus ondoenbaar om deze wolk in een klassieke datastructuur te bevatten, zoals een vector, event queue..., omdat een dergelijke datastructuur slechts een momentopname is van de toenmalige toestand in het netwerk. Daarom moet er een geschikte abstractie worden gevonden om de dynamische informatiewolk voor te stellen, en dient er een manier gevonden om operaties te specifiëren op deze abstracte poel van data. Omdat we de aanwezige data als een ondeelbaar geheel gaan moeten modelleren, gaat elke operatie op de gehele datawolk gedefinieerd zijn. Het resultaat van een operatie zal dus opnieuw een massieve poel van informatie zijn. Het Ambient-georiënteerd programmeerparadigma is een programmeerparadigma specifiek gericht op draadloze, mobiele netwerken en pervasive computing. Dit paradigma bevat al ondersteuning en abstractietechnieken voor asynchrone communicatie in mobiele netwerken, wat een event-
gedreven architectuur impliceert. We gaan trachten om dit paradigma uit te breiden met abstracties die toelaten om te gaan met een massief aantal events en met massaal aanwezige maar computationeel beperkte netwerkentiteiten, zoals RFID tags. Deze uitbreiding gaan we trachten zo consistent mogelijk met het originele object-georiënteerde model te unificeren. We gaan op deze manier trachten een brug te bouwen tussen de gedistribueerde, inherent event-gedreven 'buitenwereld' van een Ambient Intelligente applicatie en de lokale object-georiënteerde 'binnenwereld' van die applicatie. Het onderzoek zal gebeuren op het Laboratorium voor Programmeerkunde (PROG) van de Vrije Universiteit Brussel. Op dit labo is er al ruime ervaring aanwezig op het gebied van Ambient Intelligence, event-gedreven systemen en software en language engineering in het algemeen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Software Engineering Concepten voor Datadeling in Mobiele Netwerken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject spits zich toe op het formuleren van oplossing voor de problemen die zich op software niveau manifesteren als gevolg van vaak voorkomende disconnecties tijdens het coördineren van data die gedeeld wordt over een mobiel ad-hoc netwerk. We focussen meer concreet op vier deelproblemen. Ten eerste gaan de huidige software bibliotheken meestal uit van ``vlakke'' informatie. Ten tweede bestaan er geen technisch expliciet gemaakte propagatiestrategieën waarmee men declaratief kan voorschrijven hoe data gepropageerd wordt over een netwerk van mobiele nodes. Ten derde zijn deze technieken ``alles of niets'' en laten ze dus niet toe om op fijnmazige manier stukken van objectgrafen te delen tussen verschillende gedistribueerde partijen. Ten vierde bieden de bestaande systemen geen hulp wanneer ontvangers data verwachten van meerdere bronnen. Het probleem dat we trachten op te lossen in dit onderzoeks project bestaat er dus uit dat de huidige systemen om data te delen in een mobiel adhoc netwerk onvoldoende fijnmazige controle geven over hoe en met wie data gedeeld wordt en hoe deze data geselecteerd kan worden uit de ambient. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER
Karakterisering van stedelijke morfologie en landgebruik op basis van hoge resolutie remote sensing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project bestaat erin een methode te ontwikkelen om stedelijke morfologie op een gedetailleerde, objectieve en generische wijze te beschrijven, uitgaande van hoge resolutie remote sensing data die informatie verstrekken over de tweedimensionale structuur (variatie in bodembedekking) en de hoogtecomponent van de stedelijke omgeving. Informatie met betrekking tot stedelijke bodembedekking zal afgeleid worden uit beeldmateriaal afkomstig van optische hoge resolutie sensoren (type Ikonos, Quickbird). Voor de hoogtecomponent zal beroep gedaan worden op stereoscopische analyse van optische hoge resolutie beelddata of beschikbare LIDAR gegevens. De morfologische karakterisering van het stedelijk weefsel zal worden uitgevoerd op het niveau van homogene stedelijke eenheden (bouwblokken, ingesloten door het stratennetwerk, of delen van bouwblokken), op basis van ruimtelijke maten (spatial metrics), ontleend aan het landschapsecologisch onderzoek, en op basis van nieuwe, nog te definiëren maten (urban metrics), die specifiek ontwikkeld zullen worden om stedelijke structuren optimaal te typeren. Het gebruik van spatial metrics in combinatie met remote sensing data voor de analyse van stedelijke morfologie wordt als erg veelbelovend beschouwd. Totnogtoe werd echter relatief weinig onderzoek rond dit thema verricht, vooral omdat de hoge resolutie data vereist om dit type onderzoek uit te voeren tot voor kort niet voorhanden waren. Een belangrijk element in dit onderzoek, naast de typering van stedelijke morfologie zelf, is de analyse van de relatie tussen verschillende types van stedelijke morfologie, die aan de hand van remote sensing data en spatial metrics kunnen beschreven worden, en diverse vormen van landgebruik, die een eerder functionele betekenis hebben (residentieel, industrieel, commercieel, recreatief landgebruik,...). Het automatisch extraheren van informatie omtrent landgebruik uit remote sensing gegevens vormt inderdaad één van de belangrijkste uitdagingen van het huidig onderzoek rond stedelijke remote sensing en is in sterke mate afhankelijk van het succes waarmee karakteristieke verschillen in stedelijke morfologie, eigen aan bepaalde vormen van landgebruik, aan de hand van beelddata kunnen beschreven worden en, eventueel in combinatie met andere types van gegevens (socio-economische data), aan specifieke vormen van landgebruik kunnen worden gekoppeld. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • FRANK CANTERS
De ontwikkeling van nieuwe adhesines gebaseerd op Als-proteïnen van Candida albicans en Flo-proteïnen van Saccharomyces cerevisiae. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De ontwikkeling van nieuwe adhesines gebaseerd op Als-proteïnen van Candida albicans en Flo-proteïnen van Saccharomyces cerevisiae. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Workshop: Correlations in Computer Science - 3 & 4 July 2008 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kwantuminformatie is een onderzoeksdiscipline die de laatste decennia een belangrijke plaats is gaan innemen binnen de exacte en toegepaste wetenschappen. Desalniettemin worden kwantumberekeningen tot op heden enkel uitgevoerd op zeer laag niveau, en bovendien blijkt het zeer moeilijk om nieuwe, nuttige toepassingen te genereren. Onze stelling is dat het absoluut te vroeg is om er vanuit te gaan dat kwantuminformatie zal leiden tot een discrete set van nuttige componenten in plaats van tot een stand-alone programmeerparadigma, en dat de computerwetenschappen een cruciale rol moet spelen in het onderzoeken van deze vraag. Wat wij voorstellen is de experimentatieruimte te vergroten door correlaties als een ruimer begrip te beschouwen binnen de computerwetenschappen. Hierbij vertrekken we van het standpunt dat 1) verstrengeling de motor is die efficiënte kwantumberekeningen stuurt en 2) correlaties wijdverspreid zijn binnen de computerwetenschappen, en dat we aldus de karakteristieken van een programmeerparadigma gebaseerd op correlaties vanuit dit ruimer kader kunnen bepalen. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers:
• Ellie D'HONDT
OZR Matching Funds IUAP 6: Dynamical systems, control and optimization (DWTC232_P6-UCL05_IUAP P6/04). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het DYSCO network (IAP VI/4) is een verlenging van een bestaand IAP netwerk (IAP V/22) dat als opzet had het onderzoek en de doctoraatsopleiding in "systeem en regeltechniek" in België te structureren en te coördineren. In het nieuw netwerk willen we daarom twee objectieven blijven nastreven: "onderzoek van international topniveau produceren in onze eigen expertise binnen het domein van de "systeem en regeltechniek" "de best mogelijke omgeving voorzien voor de opleiding van onze doctoraatstudenten en post-docs. Het onderzoeksgebied "systeem en regeltechniek" is interdisciplinair maar heeft wel heel specifieke eigenschappen en methodologieën. Het systeemconcept en het voortdurend weerkomend begrip van feedback zijn twee dergelijke voorbeelden. Gedurende het laatste tiental jaren werd in het domein van de "systeem en regeltechniek" veel vooruitgang geboekt in het oplossen van heel wat kernproblemen: niet-lineaire dynamica, modellering, identificatie, model-prediktieve controle, robuuste controle, optimale controle, enz. Dit heeft ertoe geleid dat de technieken van onze discipline in heel wat andere domeinen werden toegepast: milieu systemen, communicatie systemen, robotica, netwerken, grafentheorie, informatica, biologische en biochemische systemen, biomedische toepassingen, enz. Elk van deze gebieden gebruikt zijn eigen modellen en heef ook zijn eigen theoretische problemen, waarvoor systeemtheorie belangrijke bijdragen kan verstrekken. Systeem en regeltechniek is tegenwoordig de enige discipline geworden die ingenieurs en wetenschappers toelaat om al die toepassingsgebieden te begrijpen in termen van dynamische systemen. Er is nochtans nood aan een diepgaande studie van hun specifieke modellen en methodes om beduidende resultaten te kunnen boeken.
DYSCO telt nu ongeveer 200 onderzoekers, heeft verscheidene internationaal erkende leiders van ons vakgebied en kan steunen op een sterke ploeg van internationale experten in de toegepaste wiskunde. Ons samenwerkingsmodel laat ons toe om belangrijke bijdragen te leveren zowel in systeem en regeltechniek (met inbegrip van modellering, identificatie, rekentechnieken en optimalizering) als in verscheidene aanverwante disciplines waarin wij een kritieke massa van bekwame onderzoekers hebben opgebouwd (biologische en biochemische systemen, netwerken en grafen, transport systemen, biomedische systemen, enz.). Onze aanpak om op een breed front onderzoek te leveren (zowel op onze kerndiscipline als op verscheidene belangrijke verwante takken) is duidelijk in de smaak gevallen van de commissie van deskundigen die ons netwerk in Oktober 2005 evalueerden. Zij schrijven: "zowel qua aantal vooraanstaande onderzoekers, als qua volume en impact van het onderzoek, blijft dit netwerk één van de beste onderzoeksgroepen in systeem en regeltechniek in Europa, en misschiens zelfs in de wereld". Ons plan is daarom de zelfde winnende strategie te handhaven eerder dan een gedetailleerde lijst te geven van specifieke onderzoeksdoelstellingen. Deze strategie kan als volgt worden samengevat. "fundamenteel onderzoek doen in de kerndisciplines van systeem en regeltechniek waarin wij over een belangrijke expertise beschikken: optimalisering, numerieke methodes voor systeem en regeltechniek, modellering en identificatie, experiment ontwerp, netwerken van niet-lineaire systemen, geditribueerde parametersystemen. In vergelijking met het huidige netwerk zal de activiteit in optimalisering beduidend groeien met de oprichting van het nieuwe "Centre of Excellence in Optimization in Engineering" aan de KULeuven waar onze KULeuven teams deel van uitmaken (zie http://www.Cs.kuleuven.bencoe-oe/), en met de toevoeging van P.A. Absil en F. Glineur in het UCL team. De toevoeging van het ULB team (M. Kinnaert) zal ons ook toestaan om onze activiteit in identificatie naar foutendetectie en isolatie uit te breiden: dit is een nieuw onderwerp voor ons netwerk dat belangrijker wordt omwille van de recente ontwikkelingen in groot-schalige geautomatiseerd technologieën; "een ploeg van deskundigen samenstellen met een kritieke massa in verscheidene disciplines waarin de systeem en regeltechniek belangrijke bijdragen kan leveren: chemische en biochemische systemen, netwerken en grafen, verkeer en transportproblemen, motoriek en coördinatieproblemen, biologische systemen, biomedische technologie. Onze activiteit in biochemische en biomedische systemen zal door de opneming van de nieuwe teams in ULB (M. Kinnaert) en FPMs (A. Vande Wouwer) nog versterkt worden door hun bijdragen in modellering en regeling van zulke systemen. Wij hebben al een kritieke massa in het meeste van deze gebieden, maar de toevoeging van de nieuwe teams zal dit nog versterken. Onze keuze van onderzoeksthema komen goed overeen met het gekende Murray Rapport (Panel on Future Directions in Control, Dynamics and Systems, zie http://www.cds.caltech.edu/~murray/cdspanel/) welke de voornaamste themas identificeerde voor de toekomst van Systeem en Regeltheorie. Ons netwerk is welbepaald actief in het grootste deel van deze themas. Bovendien onderschrijft het evaluatieverslag tevens onze onderzoekstrategie waarin nieuwe ontwikkelingen door de meer fundamentele onderzoekers in ons netwerk worden geduwd en door meer toepassingsgerichte onderzoekers worden getrokken. In het evaluatieverslag van 2005 staat inderdaad vermeld: "By applying system-theoretic approaches in an original way to a broad range of problems (e.g. synonym detection in dictionaries), and by correctly identifying significant technological developments and their consequences (particularly those due to the continued growth of computing power, and the recent explosive growth of "data in search of theory" from various biological domains), the Network is itself making a major contribution to the continuing timeliness and relevance of systems and control as a scientific discipline. This research domain will therefore remain a key one for the foreseeable future, and certainly for the next 5-10 years." Qua doctorale en postdoctorale opleiding zijn wij van plan om de bestaande mechanismen die wij met succes in de vorige IAP fasen hebben ontwikkeld, voort te zetten en te versterken: de Graduate School in Systems and Control (in 1991 gestart, nog vóór de oprichting van alle andere doctorale scholen in België), regelmatige studiedagen, gespecialiseerde workshops, co-supervisie van doctoraatstudenten door leden van verschillende teams, uitnodiging van internationale bezoekers van topniveau, gespecialiseerde samenwerkingsgroepen. We willen daarmee voor onze doctoraatstudenten en post-docs een stimulerende wetenschappelijke omgeving creëren. Wij denken dat de resultaten die we tot nu toe bekomen hebben met onze doctorale opleiding, getuigen van kwaliteit en breedte en bijzonder sterk zijn. Wij zijn daarom van plan om de zelfde kwaliteitsnormen op dit gebied te handhaven. Wij worden daarin opnieuw gesteund door het evaluatieverslag van 2005: "The range and pattern of formal network activities has been very well designed and appears to be extremely effective. The study days and the monthly newsletter ensure that all the personnel in the Network know each other, and are aware of each other's research topics and achievements. The graduate courses provide an excellent mechanism for ensuring that members of the Network are kept aware of recent developments by leading authorities, both national and international. The Network succeeds in attracting major international figures to Belgium, and being in active collaboration with many of them." Voetnoot op bio-informatica: De bio-informatica maakte deel uit van ons IAP V/22 netwerk "Dynamical Systems and Control: Computation, Identification and Modelling". Die fase van het IAP programma heeft ons toegestaan om een sterk team in de bio-informatica te creëren, als subgroep van vroegere KULeuven/P2 team. Wij zijn van mening dat het domein een voldoende rijpheid heeft bereikt en dat het team voldoende sterkte heeft bereikt. Er werd daarom beslist een voorstel voor een nieuw netwerk in te dienen dat specifiek toegewijd is aan de bio-informatica, en waarvoor dit bio-informaticateam als coördinator fungeert. Wij geloven dat wij daardoor één van de doelstellingen van het IAP programma hebben bereikt, namelijk het bevorderen van nieuwe teams en thema's. Dit heeft als gevolg dat het werk van de partners op bio-informatica niet opgenomen is in DYSCO, maar in dit nieuwe IAP netwerk, gecoördineerd door een promotor van ons vroeger netwerk. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • RIK PINTELON
OZR Matching Funds IUAP 6: Photonics@be - Micro-, nano- and quantum photonics (DWTC233_IUAP P6/10). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit IUAP-project gaat over fotonen, elektromagnetische velden, hun interactie met materie, en de exploitatie daarvan voor innoverende toepassingen op een schaal (micro, nano, kwantum) die eerder niet haalbaar was. Onze ambitie is om in één enkel consortium de hooggeëquipeerde laboratoria en de aanwezige expertise in België en de omliggende regio's te integreren. Vandaar de naam: photonics@be, micro, nano en kwantum-fotonica. photonics@be werd voorafgegaan en geïnspireeerd door het succesvolle IUAP V/18 Foton-netwerk (zie http://tona.vub.ac.be/photon), maar met photonics@be introduceren we belangrijke verbeteringen, meer bepaald wat betreft: Het onderwerp: * meer nadruk wordt gelegd op de fysica en technologie van fotonische materialen, mogelijk gemaakt door nieuwe ontwikkelingen op het vlak van fabricatie en karakterisatie; * een exploratieve activiteit in het domein van de bio-fotonica wordt opgestart * het onderzoek op het gebied van de kwantum optica voor informatieverwerking is nu verspreid over de verschillende werkmodules en dus beter geïntegreerd in het ganse project. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Measuring and modelling of dynamic systems. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De kernactiviteiten van het identificatieonderzoeksgroep liggen in het ontwikkelen van nieuwe indentificatiealgorithmes en hun toepassing op practische problemen. De onderzoeksgroep houdt zich bezig met de volgende aspecten van systeemidentificatie: - experimentontwerp - ontwikkelen van schatters - modeleren. Zowel lineaire en niet lineaire systemen, en tijdsinvariante en tijdsvariërende systemen worden bestudeerd. De volgende keuzes worden hierbij gemaakt: - periodieke signalen worden waar mogelijk gebruikt; random excitaties indien opgelegd door de gebruiker - gebruik van niet parametrische ruismodellen om de stochastische storingen te karakteriseren - gebruik van een errors-in-variables stochastisch raamwerk: alle waargenomen signalen zijn verstoord met ruis - vertrouw (na calibratie) je data en niet je vooroordelen Alhoewel het niet altijd mogelijk is om volgens deze princiepes te handelen, worden de bovenstaande richtlijnen gebruikt om keuzes te maken bij het ontwerpen van een identificatieexperiment. Een ander belangrijk aspect van deze algemene aanpak is dat het identificatieproces start met het extraheren van de systeemkennis uit de metingen. Dit geeft in een vroeg stadium van het identificatieexperiment een idee van de complexiteit van het modeleringsprobleem. Voor lineaire tijdsinvariante systemen herleid dit zich tot het niet parametrisch meten van de transfer functie. Voor niet lineaire systemen bestaat er geen uniforme aanpak (sterk afhankelijk van de gekozen modelstructuur). Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • RIK PINTELON
Study of microwave systems. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het bekomen van een geautomatiseerde modellering en identificatie omgeving voor schaalbare microgolf en RF sytemen en subsystemen. De data die we zullen gebruiken voor de modelextractie kunnen afkomstig zijn van een simulatie (bijvoorbeeld een fullwave EM simulatie) of een hoogfrequente meting van het systeem. Om de implementatie van het model platform-onafhankelijk te maken wordt gekozen om het model te generen in een SPICE of Verilog-A formaat. Dit laat toe om de modellen te gebruiken op om het even welk simulatieplatform. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • YVES ROLAIN
Data driven modelling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Data driven modelling. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • JOANNES SCHOUKENS
Physical telecommunication studies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Matching fonds voor het IWT ondersteund project iSEED (IWT410) samen met Alcatel-Lucent-Bell: iSEED : Innovation on Stability, Spectral and Energy Efficiency in DSL; Innovatie rond de Stabiliteit, SSpectrale en Energetische Efficientie in
Digitale Toegangsnetwerken (Digital Subscriber Lines). Het innovatieproject iSEED (IWT funding) heeft als doelen: 1.het reduceren van het vermogenverbruik van DSL-lijnen (ADSL en VDSL2 in het bijzonder); 2.de ontwikkelde SELT meetmogelijkheden gevoelig te verbeteren (Single Ended Line Testing); 3.het stabiliseren en verbeteren van de kwaliteit van DSL-lijnen; 4.het gevoelig verhogen van de DSL bitsnelheden door het aanwenden van common mode signalen. Telecommunicatie operatoren voor lokale toegangsnetwerken, digitale hoge definitie televisie aanbieders en ISP-providers in het bijzonder kunnen met de methodes die ontwikkeld worden in het iSEED project over het klassieke telefoonnetwerk (POTS-PSTN) met hoger bitrates en hogere kwaliteit diensten aanbieden zonder dat het koperen kablelnetwerk dient aangepast of vervangen te worden (degelijk alternatief voor FTTH of kabletelevisie via coax). Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • Wim FOUBERT • Mussa BSHARA • LEO VAN BIESEN • Carine NEUS
Measuring and modelling of microwave systems. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is het opstellen van op metingen gebaseerde black-box modellen voor niet-lineaire microwave systemen met 2 of meer poorten. De metingen gebeuren a.d.h.v. de Large-Signal Network Analyzer die toelaat de absolute ingaande en gereflecteerde golven in amplitude en faze op te meten op meerdere frequenties tegelijkertijd. De modellen zullen opgesteld worden voor Continuous Wave regime, maar eveneens voor gemoduleerde excitatie. Zowel gelineariseerde modellen als niet-lineaire modellen zullen ter beschikking gesteld worden. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • Wendy VAN MOER
Onderzoek naar microfotonen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Fotonica is niet meer weg te denken uit tal van technische systemen. Of het nu gaat over zonnecellen, internet, LED-verlichting, lasers in productiesystemen of in de chirurgie of over biosensoren, telkens speelt fotonica een belangrijke rol. Als burgerlijk ingenieur fotonica beschik je over een grondige basiskennis in fotonica en kan je deze kennis op een efficiënte en methodische manier toepassen op het ontwerp, de realisatie en het beheer van uiteenlopende technische systemen die gebruik maken van licht. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Electronische circuits en toestellen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit is een algemeen project dat alle kleine projecten die niet volledig gedocumenteerd hoeven te worden groepeert. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • MAARTEN KUIJK
Hydrologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: MATCHING FWOAL431: Een nieuwe meettechniek gekoppeld aan een nieuwe modelbenadering voor de bepaling van de effectieve valsnelheid van een flocculerend sediment in estuaria. Doel van dit onderzoeksvoorstel is de ontwikkeling van een nieuw, betrouwbaar systeem voor het opmeten in-situ en in real-time van de beweging van zwevende partikels samen met turbulentiemetingen en zowel grootte als valsnelheid van de partikels. Hiervoor is een innoverende methode noodzakelijk om onopgeloste problemen uit het hydraulische onderzoeksdomein te onderzoeken: een degelijk en praktisch model, steunend op fysische gegevens, voor de toepassing in ingenieursmodellen. Met de nieuw ontwikkelde techniek zal de interactie bestudeerd worden tussen de valsnelheid van de partikels en de turbulentie op mesoschaal in het laboratorium en op macroschaal in de Schelde. Dit onderzoeksproject wil de kloof dichten tussen veldwaarnemingen enerzijds en simulaties en voorspellingen van de flocculatie aan de hand van wiskundige modellen anderzijds. De complementaire en multidisciplinaire aard van dit onderzoeksvoorstel kan leiden tot een karakterisering van het verband tussen de waterstroming enerzijds en de interactie tussen vlokken en turbulentie anderzijds, en tot de ontwikkeling van een geïntegreerd sedimenttransportmodel dat met de realiteit overeenstemt. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • FLORIMOND DE SMEDT
Niet-lineaire dynamica van enkelvoud & gekoppelde halfgeleiderlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds hun ontwikkeling in de jaren 60 zijn halfgeleiders niet meer weg te denken uit onze hedendaagse informatiemaatschappij. Zij vervullen essentiële taken in het genereren, opslaan en uitlezen van digitale data met hoge bitsnelheid. Een speciale klasse hierin, nl. de halfgeleider ring lasers (SRLs) bieden beloftevolle integratietechnologie voor multi-gigabit optische telecommunicatie en ultrasnelle digitale verwerkingssystemen. De voordelen van de SRLs zoals snelle schakeltijd, lage schakelenergie, eenvoudige integratie, kleine dimensies en symmetrie in de set-reset dynamica, leveren een enorm potentieel voor de ontwikkeling van een nieuwe klasse van optische bistabiele devices. De ontwikkeling van bistabiele SRLs tot 'all-optical switching devices' vereist een diep begrip van de niet-lineaire processen die het dynamisch gedrag van deze lasertjes beheersen.
We verrichten theoretisch onderzoek naar het bistabiele gedrag van SRLs, en naar de schakeldynamica van enkelvoudige én gekoppelde SRLs. Dit theoretisch onderzoek vindt plaats in nauwe synergie met experimenteel werk dat in de vakgroep TONA verricht wordt, o.a. in het kader van het zopas geselecteerde EU project IOLOS ("Integrated Optical Logic and Memory Using Ultrafast Micro-ring Bistable Lasers"). Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • JAN DANCKAERT
Inverse problems in Computer vision - Image Analysis & interpretation - audiovisual analysis? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inverse problems in Computer vision - Image Analysis & interpretation - audiovisual analysis? Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Analytische separatie wetenschap Vrije Universiteit Brussel Abstract: MATCHING FWOAL488: Ontwikkelen en fundamentele evaluatie van hoge efficiëntie capillaire vloeistofchromatografie. Het huidige project is gericht op het vervaardigen van zo lang mogelijke capillaire kolommen voor hoogresolutie vloeistofchromatografiescheidingen en op hun gebruik voor de analyse van complexe monsters. Om na te gaan wat de beste aanpak is om het gewenste aantal theoretische platen in zo kort mogelijke tijd te kunnen bekomen zullen verschillende mogelijke kolompakkingen (pakkingen van volledige of partieel poreuze partikels, silica-of polymeermonolieten, open-tubulaire systemen met wandcoating van molymere fazen) en verschillende mogelijke physicochemische condities (extra-hoge druk en/of extra-hoge temperatuur) met mekaar vergeleken worden. De bedoeling van dit werk is enerzijds om de grenzen te verleggen van de momenteel haalbaar scheidingsresoluties en dit experimenteel te demonstreren op voor de praktijk relevante scheidingsproblemen. Anderzijds is het ook de bedoeling om door middel van modellering en theoretische analyse na te gaan waar de prestatiegrenzen van gepakte-en open-tubulaire capillaire LC liggen, en via welke mechanismen de kleine capillair-diameter een effect heeft op de kwaliteit (=jpùpge,oteot) van de gevormde partikelbedden en monolietstructuren. Omdat het gebruik van het capillaire kolomformaat ook belangrijke gevolgen heeft voor de detectie zal ook onderzoek verricht worden naar de best mogelijke cap-LC detectoren. Hier zal de nadruk ook liggen op het uittesten van nieuwe combinaties (bv. cap-LC-ELSD, cap-LC-CAD, koppeling met FID voor groene chromatografie,...) Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET
Audio en Spraaktechnologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de noden van personen die lijden aan dysatrie tegemoet te komen door een software te ontwikkelen die gebruik maakt van spraaktechnologie voor a) de evaluatie van spreektempo, intonatie en klemtonen in voorgelezen spraak en in spontane spraak en b) computer gebaseerde therapie voor het verbeteren van sprrektempo, intonatie en klemtonen op verschillende linguistische niveaus (zin, tekst en spontane spraak) die de patient onmiddelijke feedback geeft en kan gebruikt worden voor thuis-therapie. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • WERNER VERHELST
Numerische elektrochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: koper interconnects voor geavanceerde prestaties en betrouwbaarheid. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • JOHAN DECONINCK
Beeldverwerking en beeldanalyse (de numerieke aspecten van inverse problemen en beeldmodellen.) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Beeldverwerking en beeldanalyse (de numerieke aspecten van inverse problemen en beeldmodellen.) Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
Halfgeleiders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van dit project is de studie, verwezenlijking en validatie van een vectoriële scanning nabije-veld mm-golfmicroscoop (SNMM), die zeer performant is qua beeldvorming en resolutie, op basis van een grondig onderzoek naar geavanceerde microprobes, originele modulatietechnieken en gesofistikeerde elektromagnetische beeldvormingalgoritmes. Uniek in dit project is dat ook multi-parameter (frequentie, polarisatie, invalshoek) belichting zal gebruikt worden om de beeldvorming te verbeteren! Deze doelstelling is slechts haalbaar dankzij een combinatie van uiteenlopende competenties. Onderzoekspartner VUB/LAMI is expert op het vlak van opto-elektronisch ontwerp en technologie in het optisch en mm-golfgebied en is sinds geruime tijd vertrouwd met het uitvoeren van verre-veld mm-golfbeeldvormingsexperimenten met een MVNA. De inbreng in dit onderzoeksdomein van exacte elektromagnetische modellerings- en beeldvormingstechnieken, gebaseerd op de Maxwell vergelijkingen, is vernieuwend en zal uitgevoerd worden door onderzoekspartner UGent/INTEC, die op dit vlak een uitstekende reputatie geniet en die tevens vertrouwd is met microgolfmetingen (microgolfnetwerkanalyzer, antenneconcepten). De performantie van de ontwikkelde microscoop zal getest worden op een aantal specifieke toepassingen in verschillende domeinen van de (ingenieurs)wetenschappen: elektronica, biotechnologie, materiaalkunde (corrosie) Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ROGER VOUNCKX
Geavanceerde thermale analyse Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Advanced Thermal Analysis onderzoek van de onderzoeksgroep FYSC focust op een bijdrage tot de internationale vooruitgang van thermische analyse voor de karakterisering vanmaterialen, en specifiek op toepassingen van Modulated Temperature (DSC) (MTDSC), lokale thermische analyse (Micro-TA and Nano-TA), (ultra)snelle thermische analyse (Rapid-scanning DSC and Chip Calorimetry) en hybride thermische analyse technieken (Rheo-DSC). Het werk omvat de ontwikkeling van instrumenten, het bestuderen van instrumenten, hun ijking en verificatie, en de experimentele exploitatie ervan voor de studie van materialen op basis van polymeren. Dit werk wordt ondersteund door modellering van warmte-overdracht met behulp van eindige elementen methoden. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Niet-lineaire dynamica van enkele en gekoppelde halfgeleiderlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Microcaviteteiten zijn sleutelcomponenten in de fotonica, en de fysica van microcaviteiten is een bloeiende onderzoekstopic met daarenboven een enorm toepassingspotentieel. Danksij revoluties in de epitaxiale technieken waarmee micro-en nanostructuren worden aangebracht in halfgeleiders enerzijds, en door de ontwikkeling van nieuwe artificieel gestructureerde composietmaterialen, de zgn. metamaterialen anderzijds, is men nu in staat om de eigenschappen van microcaviteiten te boetseren en nieuwe functionaliteiten aan te wenden. Zowel actieve als passieve microcaviteiten worden op dit moment ontwikkeld om laag-vermogen, optisch niet-lineaire, geïntegreerde componenten (bvb. volledige optische geheugens) te realiseren. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Guy VAN DER SANDE
HopfAlgebras. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de abstracte algebra, een deelgebied van de wiskunde, is een Hopf-algebra, vernoemd naar de Duitse wiskundige Heinz Hopf, een structuur die tegelijkertijd een (unitale associatieve) algebra, een (co-unitale co-associative) co-algebra, waar deze structuren compatibel zijn, wat van een Hopf-algebra een bialgebra maakt, en bovendien uitgerust is met een antiautomorfisme die voldoet aan een bepaalde eigenschap. Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • STEFAAN CAENEPEEL
Testen van een elektrisch voertuig AGV Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Laborelec CVBA' hebben voor het project ' Testen van een elektrisch voertuig AGV' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Mohamed EL BAGHDADI • Thierry Clement COOSEMANS • JOERI VAN MIERLO
Educational support to develop environmental management in primary school in South Africa ism North-West University (NWU) Faculty of Education Sciences. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Technologieën en hulpmiddelen bij de beoordeling en diagnose van de invloed van luchtverontreiniging op roerend en onroerend cultureel erfgoed (TEACH). Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit doctoraatsonderzoek zullen we trachten bestaande micro- en sporenanalytische technieken zoals elektronen probe Xstralen micro analyse (EPMA), micro-Raman spectrometrie (MRS) en energie-dispersieve X-stralen fluorescentie (EDXRF) te optimaliseren om de meest relevantie informatie te verkrijgen voor het vaststellen van de verwering van kunstobjecten, de optimalisatie van conservatietechnieken en de zogenaamde "preventieve bescherming" van het kultuurpatrimonium. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Numerieke simulaties op atomaire schaal van nanotechnologische C- en Si-materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wensen we de vormingsmechanismen voor welbepaalde koolstof en silicium nanomaterialen te onderzoeken, zoals (ultra)nanokristallijn diamant, koolstof nanobuisjes, amorf gehydrogeneerd koolstof en nanokristallijn silicium. Het doel is om controle te verkrijgen
over de structuur, om zo de eigenschappen te "tunen", zodat ze bruikbaar zijn voor echte toepassingen. Dit vereist inzicht in de mechanismen op atomair niveau. Daarom zullen we atomistische simulaties uitvoeren van het groeiproces onder realistische groeivoorwaarden, in samenwerking met experimentele groepen, voor validatie en verdere modeloptimalisatie. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Erik C L Neyts
Discovery, Optimization and preclinical validation of Alphabodies, a new class of protein therapeutics Universiteit Gent Abstract: Het project betreft de ontwikkeling van een nieuwe klasse van eiwit-gebaseerd moleculair platform (de Alphabody) dat kan dienen als een antagonist tegen eiwitten met een sleutel rol in kanker en inflammatie. Door biochemische, biofysische en structurele studies zullen we contribueren tot inzichten over de bindingsmodus en werking van een eerste reeks van Alphabody antagonisten in de preclinische fase. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling
Onderzoekers: • Jean-Pierre Ottoy
Gezamelijke uitvoering van het project Proof-of-concept voor een 'Multidisciplinair Samenwerkingsplatform' ikv KMOinnovatieproject. (fiche werd eerst opgemaakt als WDGO818) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Healthconnect cvba' hebben voor het project ' Gezamelijke uitvoering van het project 'Multidisciplinair Samenwerkingsplatform'. ikv KMO-innovatieproject.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Biomedische Statistiek en Informatica
Onderzoekers: • MARC NYSSEN
Afwerkmandaat (3 maanden): Investigation of the neuroprotective effect of hypothermia in the endotheline-1 rat model for transient focal cerebral ischemia. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Afwerkmandaat 3 maanden Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE
Experimentele studie: opname van coccidiostatica in groenten Universiteit Gent Abstract: Vele veterinaire geneesmiddelen, waaronder coccidiostatica, worden in vivo onvolledig geabsorbeerd. Mest van behandelde dieren kan hierdoor grote hoeveelheden residuen bevatten. Groenten, geteeld op bemeste grond, kunnen zo mogelijks contaminanten opnemen en inbouwen. Analyse aan de hand van UPLC-MS/MS zal de gehaltes aan coccidiostatica residuen bepalen in voeder, mest en groentenstalen afkomstig van een experimentele studie. Organisaties: • Vakgroep Bioanalyse
Onderzoekers: • Carlos Van Peteghem
Fysico-chemische karakterisering van reactieve Cr(V)-intermediairen bij DNA-schade met behulp van elektronen paramagnetische resonantie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer
Internationale workshop/School over tracer- en tijdsschaalmethoden voor complexe geofysische- en milieuprocessen.(Louvain-la-Neuve van 16/8/2011 tot 19/08/2011) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inzicht in advectieve-diffusieve vervoer en productie/vernietiging processen van trace kiezers in natuurlijke vloeibare stromen is een belangrijke uitdaging in de Aarde en milieuwetenschappen met vele uiteenlopende toepassingen. Bovendien, produceren geofysische en milieu modellen routinematig enorme bedragen van reële getallen. Om deze te verklaren zijn computergrafieken niet voldoende, maar moeten ze aangevuld worden met specifieke interpretatiemethodes. Een methode die aan populariteit heeft gewonnen is het het gebruik van echte of hypotetische tracers om vloeibare massa te onderscheiden en geassocieerd tijdschalen te gebruiken. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARC ELSKENS
Ontwerp van een efficient randelement gebaseerd algoritme voor de modellering van elektronmagnetische verstrooiing aan willekeurige geometrieen Universiteit Gent Abstract: Dit project vetrekt van een solver geschreven voor academische doeleinden die steunt op onderzoeksresultaten verricht binnen het domein van boundary element methods (BEM). Deze solver lost het verstrooiingsprobleem aan zowel perfecte geleiders als diëlektrica op door een randintegraalvergelijking te discretiseren met een BEM. Het bekomen stelsel wordt iteratief opgelost, de vereiste matrix-vector vermenigvuldigen worden versneld met een breedband snel multipool algoritme, het aantal iteraties wordt geminimaliseerd door toepassing van een Calderon preconditioner en de solver kan uitgevoerd worden op meerdere machine door middel van een schaalbaar asynchroon parallellisatiealgoritme. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter
Synthese, karakterisatie en opschaling van heterogene katalysatoren en hun toepassing in heterogeen gekatalyseerde processen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • An Verberckmoes
Een fundamentele aanpak voor de modellering van de (trans)esterificatie in de productie van biodiesel Hogeschool Gent Abstract: De productie van biodiesel is de laatste jaren snel toegenomen. Deze stijgende trend zal zich in de komende jaren voortzetten met de ingebruikname van talrijke nieuwe productie-eenheden zowel in België, Europa als de rest van de wereld. De productie van biodiesel is gestart aan het begin van het vorige decennium. Na een initiële toename stagneerde de totale productiecapaciteit in de 2e helft van de jaren 90. In deze periode ging het vooral om piloot- en demonstratieprojecten en leidde de productiekost tot een significant duurdere biobrandstof dan de conventionele, fossiele brandstoffen. Rond de eeuwwisseling echter is de interesse in biodiesel significant toegenomen vooral omwille van politieke en milieugerelateerde initiatieven in het kader van het terugdringen van de CO2 emissies. Deze interesse in biodiesel wordt nog versterkt door de prijsstijging van de fossiele brandstoffen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan. De huidige productieprocessen van biodiesel hebben doorgaans plantaardige oliën als grondstof zoals koolzaadolie, zonnebloemolie, palmolie, sojaolie, … (Ma en Hanna, 1999; Pinto et al., 2005). Dergelijke oliën hebben een hoge viscositeit en een inferieure verbrandingskwaliteit. Echter, de hoofdcomponenten van deze oliën, nl. triglyceriden en vrije vetzuren, kunnen omgezet worden tot alkylesters die wel de gewenste eigenschappen vertonen en in min of meerdere mate corresponderen met de eigenschappen van de huidige fossiele brandstoffen. Homogene basische katalyse wordt in hedendaagse processen gebruikt voor de transesterificatie van triglyceriden (Vicente et al.2004) . Deze katalyse vormt met de huidige technologie het beste compromis tussen productiecapaciteit en technologische uitdagingen (Lotero et al., 2005). De triglyceriden worden immers snel omgezet tot de gewenste alkylesters, maar de vrije vetzuren reageren met de basische katalysator tot de corresponderende zouten die zeep-achtige eigenschappen vertonen. Een zure katalysator is in staat om zowel de transesterificatie van triglyceriden te verzorgen als de esterificatie van de vrije vetzuren, echter, vooral de transesterificatiereacties verlopen significant trager over een zure katalysator dan over een basische katalysator (Lotero et al., 2005). Een tweede uitdaging met betrekking tot de huidige uitvoering van biodieselproductieprocédés is het homogene karakter van de katalysator. Dit maakt extra scheidingsoperaties noodzakelijk en bovendien moet bij de materiaalkeuze van een productie-eenheid rekening gehouden worden met het agressieve karakter van sterke basen. Heterogene katalysatoren (waaronder ook ionenwisselaars, zie Bondioli (2004) en Shibasaki-Kitakawa et al.(2007)), zowel basische als zure, bieden een mogelijke uitweg (Fukuda et al., 2001). Recent werden enzymatische katalysatoren (lipazen) als alternatief voorgesteld, welke eveneens kunnen geïmmobiliseerd worden op een ionenwisselaar (Al-Zahair, 2005). Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Jeriffa De Clercq • Evelien Van de Steene
Duurzaamheidsevaluatie van opties voor energetische valorisatie van biomassa in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De globale doelstelling van dit doctoraal onderzoek is inzicht verwerven in de ecologische en socio-economische duurzaamheid van de meest relevant biomassastromen en biomassa-technologiecombinaties ( BTC's) in Vlaanderen. Hiervoor is een inventarisatie en evaluatie nodig op korte en middellange termijn van de belangrijkste mogelijkheden tot energetische valorisering van (eigen en ingevoerde) biomassastromen in Vlaanderen. De verschillende pistes moeten vervolgens tegenover elkaar afgewogen worden. Een groot gedeelte van het doctoraat zal zich daarom concentreren op de opmaak van een voor Vlaanderen aangepast duurzaamheidsmodel, ontwikkeld op basis van de internationaal beschikbare LCA-gegevens voor specifieke biomassastromen, een gegevensbestand van aangepaste energietechnologieën (1ste en 2de generatie), en een uitgebreide, vergelijkende studie van duurzaamheidscriteria en -modellen. Met behulp van het uiteindelijk weerhouden/ontwikkelde duurzaamheidsmodel en economisch modellen zullen relevante opties voor energievalorisering van potentiële biomassastromen in Vlaanderen afgewogen worden naar duurzaamheid, energie-efficiëntie en kosten. De uiteindelijk te beantwoorden vragen zijn: -welke zijn voor Vlaanderen de optimale biomassa-technologiecombinaties? -waarvoor en hoe moet Vlaanderen zijn eigen biomassastromen (gekweekt of afval) ecologisch en economisch optimaal inzetten? Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC) • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Jean Kretzschmar • Veerle Buytaert
Ontwikkeling van randapparatuur voor geconditioneerde X-stralen nanotomografiemetingen Universiteit Gent Abstract: Een X-stralen nanotomograaf is een toestel dat toelaat om op niet-destructieve wijze beelden van het inwendige van materialen en voorwerpen te produceren met een ruimtelijke resolutie die beter is dan 1 micrometer. Het voorgestelde project beoogt de ontwikkeling van randapparatuur aan de nieuwe nanotomograaf van de UGent die zal toelaten om samples te gaan bestuderen onder geconditioneerde sample-
omstandigheden zoals gecontroleerde temperatuur, vochtigheidsgraad, luchtdruk, atmosfeersamenstelling, duw- of trekkrachten enz. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Luc Van Hoorebeke
Modulatie van signaaloverdracht bij de aangeboren immuunrespons Universiteit Gent Abstract: Belangrijke sensoren bij de aangeboren immuunrespons zijn ondermeer de Toll-like receptoren (TLR's). De effector signaalbanen die vanaf de TLR's leiden tot cellulaire responsen zijn echter nog slechts fragmentair in kaart gebracht. Dit geldt eveneens voor de mechanismen die instaan voor signaalmodulatie en -attenuatie. In dit project beogen we de zoektocht naar nieuwe componenten in deze signaalbanen, en de gedetailleerde functionele karakterisatie van zowel nieuwe als van gekende signaalmoleculen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier • Rudi Beyaert
Wiskundige methodes in de chemische kinetiek en techniek Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling en toepassing van state-of-the-art wiskundige methodes op vraagstukken uit de chemische techniek, namelijk de modellering van TAP (Transiënte Analyse van Producten) reactoren en van zowel cold-flow als reactieve stroming in tweefase transportbedreactoren, inclusief de experimentele validering van bestaande en nieuw te ontwikkelen reactie- en stromingsmodellen. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Roger Van Keer • Geraldine Heynderickx
De registratie van zware aardbevingen in meersedimenten - Ontwikkeling van een multidisciplinaire onderzoeksmethode voor de analyse van de seismische cyclus van zware aardbevingen in Zuid-Centraal Chili en Oost-Turkije Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van een multidisciplinaire odnerzoeksmethode voor de analyse van de seismische cyclus van zware aardbevingen en van erdoor veroorzaakte catastrofale landschapsveranderingen in Zuid-Centraal Chili en Oost Turkije, op basis van de studie van lacustriene sedimentaire archieven, met behulp van hoge-resolutie reflectieseismische profielen en sedimentkernen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Een silicium compatibele laser op basis van colloïdale kwantumdots Universiteit Gent Abstract: Dit project combineert ultracompacte siliciumgolfgeleiders met een deklaag van colloidale kwantumdots voor de realisatie van silicium compatibele lichtbronnen. Het project omvat de synthese van de kwantumdots, het ontwerp van de golfgeleiderstructuren, de optische karakterisatie van de materialen en de realisatie van de eigenlijke laserstructuren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Zeger Hens • Dries Van Thourhout
Modelleren van de wisselwerking tussen microstructuur (inclusief kirstallografische textuur) en magnetische eigenschappen van polykristallijne zachtmagnetische materialen op ijzerbasis Universiteit Gent Abstract: Speurtocht naar de fundamentele verbanden tussen de microstructuur, inclusief de textuurcomponenten, van elektrische stalen en hun magnetische eigenschappen ten einde een model op te bouwen dat moet toelaten aangepaste productieprocessen te ontwerpen voor verbeterde kwaliteiten van elektrisch staal. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Yvan Houbaert
Metabolisme van het diterpeen carnosinezuur in de rat Universiteit Gent Abstract: Een van de meest krachtige antioxidatieve moleculen is carnosinezuur, een diterpeen. Momenteel is het niet bekend welke metabolieten gevormd worden gedurende het metabolisme in het zoogdier, alsook waar ze gevormd worden en of ze geabsorbeerd kunnen worden. In dit project is het de bedoeling om via radio-actief gemerkt carnosinezuur, toegediend aan ratten, de metabolieten op te sporen en te karakteriseren. Ook zal de antioxidatieve werking van de metabolieten onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Guido Slegers • Roland Verhé • Sarah De Smet
Optimalisatie van de productie van waardevolle heterologe proteïnen, zoals antilichamen, in plantenzaden Universiteit Gent Abstract: In dit project beoogt men de productie van grote hoeveelheden van interessante heterologe eiwitten, zoals antilichamen, in plantenzaden haalbaar te maken. Daarom zullen we regulatorische factoren identificeren die kunnen bijdragen tot de verhoging van de stabiliteit van deze
recombinante proteïnen. Daarnaast zal nagegaan worden andere kruisbloemigen dienst kunnen doen als economisch haalbaar productieplatform voor heterologe proteïnen op grotere schaal. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Anna Depicker
Ontwikkeling van nieuwe analytische strategieën voor de directe analyse van archeologisch materiaal Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de ontwikkeling van analytische methodes, voornamelijk op basis van laser ablation - ICP-massaspectrometrie, voor de quasi niet-destructieve element- en isotopische analyse van archeologische materialen (zonder voorafgaandelijke digestie). Prehistorische rotsschilderingen, pre-Romeins en middeleeuws keramiek en Romeinse munten, alle afkomstig uit Spanje, werden als artefacten geselecteerd. De interpretatie van de aldus verkregen gegevens zal in samenwerking met archeologen gebeuren. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Fundamentele studie van atomaire laag depositie voor contacterings- en interconnectietoepassingen in de nanoelektronica Universiteit Gent Abstract: Atomaire laag deposite (ALD) is een zelf-gelimiteerde filmgroeitechniek, waarbij de groeiende film alternerend wordt blootgesteld aan pulsen van precursor gassen. De belangrijkste voordelen van ALD betreffen de gelijkvormige groei en de uitstekende controle over laagdikte, stoechiometrie en uniformiteit. Tijdens dit project is het onze bedoeling om ALD processen te onderzoeken voor de groei van diffusiebarrières en contacteringsmaterialen voor toepassingen in de nano-elektronica. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Christophe Detavernier
Moleculaire dissectie van medisch relevante proteïne-proteïne interacties Universiteit Gent Abstract: Homologie modellering en moleculaire visualisatie worden gebruikt voor de gedetaileerde studie van proteïne-proteïne interacties. De in silico voorspelde studie van proteïne-proteïne interacties. De in silico voorspelde details van proteïne-proteïne interacties worden bevestigd door biochemische methodes en de MAPPIT methodes in combinatie met uitgebreide mutagenesestudies. Deze methodes worden gebruikt voor studie van interacties van leptine, SOCS eiwitten, TIR eiwitten, TIR eiwitten en HIV-1 eiwitten. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Frank Peelman
Een brug tussen analythische en numerieke studies van het Gribov-Zwanziger scenario Universiteit Gent Abstract: Vanuit experimenteel en numeriek standpunt is het duidelijk dat confinement (het niet vrij voorkomen van kleurgeladen deeltjes in het QCD spectrum) er is, maar er is nog geen analythisch bewijs. Om een beter inzicht in mogelijk confinement mechanismen te verkrijgen, kiest men vaak een gepaste ijk. Wij wensen de rooster analogieën te bekijken van bepaalde concepten uit het Gribov-Zwanziger formalisme, hetgeen rekening houdt met effecten door ijkkopieën in de Landau ijk. Alzo hopen we verder, numeriek geïnspireerde, inzichten te verkrijgen in theoretische voorspellingen, we denken bijvoorbeeld aan een zachte breking van BRST invariantie. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Henri Verschelde • David Dudal
Flexibele objectvergelijking in databanken Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het onderzoeksproject is een innovatieve techniek te ontwikkelen voor objectvergelijking in databanken, waarbij expliciet wordt rekening gehouden met de mogelijke imperfectie van gegevens en vraagstelling, zoals onnauwkeurigheid, onzekerheid of onvolledigheid ten gevolge van het ontbreken van informatie. Ter validatie zal een prototypesoftware worden ontwikkeld ter ondersteuning van het vergelijken van ante en post mortem gegevens bij slachtofferidentificatie. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Guy De Tré
Het uitvoeren van een historisch-strategische landschapsanalyse in het kader van het Europees project 'TransMusSites 14-45' Universiteit Gent Abstract: De globale doelstelling van de opdracht is het uitvoeren van een historisch-strategische landschapsanalyse in het kader van het project "TransMusSites 14-45". Uitganspunt hiervoor is "het landschap bewaren en begrijpbaar maken voor het grote publiek". In de voorziene geselecteerde gebieden ligt de focus op de sporen in het landschap die herinneren aan WOI, welke dienen geïnventariseerd te worden in functie van een valorisatie. De benadering vanuit de actuele landschapzorg kadert in de Europese Landschapsconventie, waarbij landschap beschouwd wordt als een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van de actie en interactie van natuurlijke en menselijke factoren. Hier bij wordt ook het dynamische aspect van landschap in beschouwing genomen. Het landschap in de regio's van West-Vlaanderen, Département du Pas-de-Calais, département du Nord wordt o.a. bepaald door de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarbij het landschap vaak beschreven wordt als de laatste materiële getuige van de Eerste Wereldoorlog.
Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Veerle Van Eetvelde
Conceptstudie van hybride transmissie voor Off-Highway Trucks (CHOT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op vraag van de hijsvoertuigmarkt wensen Spicer Off-Highway Systems te Brugge (SOHB) en VUB energie-efficiënte parallelle en gecombineerde hybride aandrijvingen die gebruik maken van supercapaciteiten als energie opslagsysteem, te ontwikkelen voor off-road heavy duty nutsvoertuigen. De aanleiding voor dit project was o.a. de lage efficiëntie van de huidige hydrodynamische transmissies, de verhoogde interesse van de maatschappij voor een laag brandstofverbruik en ecologische aspecten. Voor 2 typische applicaties van de aanvrager worden de hybridisatie mogelijkheden onderzocht: een wiellader (Front End Loader of 'FEL') en een vorklift (Forklift of 'FLT'). Van beide wordt een hoge vermogenklasse en een lage vermogenklasse applicatie bestudeerd ( een 60 kW-2 ton en een 200 kW-6 ton FEL, een 40 kW-3 ton en een 180kW-18 ton FLT ). Een haalbaarheidsstudie resulteerde in 35% energiewinst waarvan 15% door remenergierecuperatie, 14% door een efficiëntere aandrijflijn, 6% door een kleinere verbrandingsmotor. Indien binnen 10 jaar 15% van de nutsvoertuigen gehybridiseerd zullen zijn, zal er wereldwijd 100 miljoen liter brandstof en 700 000 ton minder CO2-emissie bespaard worden. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Hasan CULCU • Thierry Clement COOSEMANS • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
Opstartkrediet ZAP Faculteit Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek in de organische synthese met focus op de ontwikkeling van niuewe synthesemethoden en de ontwikkeling van efficiënte synthesen van verbindingen met nut in de medicinale chemie en de matrialenchemie. Belangrijke onderzoeksdomeinen zijn: 1) Organometaal katalyse Alkyn transformaties Gooudkatalyse Carbeenchemie Photoredox katalyse 2) Heterocyclische synthese N-houdende (poly)cyclische heterocycli en analogen van natuurproducten met toepassingen binnen de medicinale chemie 3) Hernieuwbare chemie Synthese van bouwstenen voor gebruik in de polymeerchemie, gebruik makende van hernieuwbare grondstoffen Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Guido VERNIEST
Opstartkrediet ZAP Faculteit Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opstartkrediet ZAP Faculteit Wetenschappen Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Steven BALLET
Chemische karakterisatie van fijn stof - EC/OC analysen 2010. Universiteit Antwerpen Abstract: Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden de grenswaarden van fijn stof overschreden. Het uitvoeren van chemische karakterisatie van fijn stof zal informatie geven over de samenstelling en de herkomst van het fijn stof. Het 3e chemkar project loopt van begin 2010 tot begin 2011. Op regelmatige basis zullen er op verschillende locaties in Vlaanderen filters bemonsterd worden op fijn stof. Een van de componenten van dit project is de bepaling van EC/OC op (delen van) van kwartsvezelfilters. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Chemische karakterisatie van fijn stof - Levoglucosan analysen 2010. Universiteit Antwerpen Abstract: Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden de grenswaarden van fijn stof overschreden. Het uitvoeren van chemische karakterisatie van fijn stof zal informatie geven over de samenstelling en de herkomst van het fijn stof. Een van de componenten van dit project is de bepaling van Levoglucosam op (delen van) van kwartsvezelfilters. Organisaties: • Bio-organische massaspectrometrie
Onderzoekers: • Magda Claeys-Maenhaut
Computationele intelligentie voor informatie-ontsluiting in current research information systems Hogeschool Gent
Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Informatica
Onderzoekers: • Helga Naessens • German Hurtado Martin
Preparatie en elektro-optische karakterisatie van polymeer:fullereen zonnecellen Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 23 juni 2011 het verblijf van dr. Shimelis Admassie Molla van de Addis Ababa University, Ethiopië goedgekeurd. Gedurende dit verblijf zal dr. Shimelis Admassie Molla onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Jean Manca (onderzoeksinstituut IMO). Organisaties: • Materiaalfysica • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE • Jean MANCA
Verbeterde virtuele private ad-hoc netwerken Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Informatica
Onderzoekers: • Peter Dedecker • Joris Moreau
Fundamentele studie van het ontstaan van artefacten in micro/nano- CT met X-stralen Universiteit Gent Abstract: Micro/nano-CT laat toe om op niet-destructieve wijze beelden van het inwendige van materialen en voorwerpen te produceren met een ruimtelijke resolutie in het micrometer of submicrometer gebeid. Dit project wil de onderliggende fysica van een aantal beeldartefactproblemen die bij micro/nano-CT scans optreden fundamenteel gaan bekijken en modelleren met als uiteindelijk doel tot een toepasbare, optimale oplossing ervoor te komen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Luc Van Hoorebeke
Aantal en ruimte in de pariëtale cortex Universiteit Gent Abstract: Ruimtelijke verwerking en de verwerking van aantallen zijn gelocaliseerd in de pariëntale cortex van het brein. Waarom dit zo is, is echter onbekend. Het doel van dit project is dit fenomeen te begrijpen aan de hand van neurale netwerkmodellen. We zullen twee modellen die respectievelijk de ruimtelijke (Pouget et al., 2002) en de numerieke kant (Verguts & Fias, 2004) belichten, integreren. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Tom Verguts
Conservering van aangetaste manuscripten tgv het gebruik van ijzergallusinkt: studie naar alternatieve behandelmethoden ter vervanging van de invasieve en verouderde waterspoelmethoden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds CNRS. UA levert aan CNRS de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Operationeel onderzoek met probleemstellingen vanuit de toegepaste ingenieurswetenschappen en de didactische aspecten hiervan. Hogeschool Gent Abstract: Operationeel onderzoek met probleemstellingen vanuit de toegepaste ingenieurswetenschappen en de didactische aspecten hiervan Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Wiskunde/Algemene Vakken
Onderzoekers: • Tanja Van Hecke
Toegevoegde waarde van lignocellulose cracking voor bio-gebaseerde materialen Hogeschool Gent Abstract: Met dit kortlopend TETRA-project "Toegevoegde waarde van lignocellulose biocracking voor bio-gebaseerde materialen" wordt onderzocht of de nevenstromen en producten ontstaan tijdens de fysicochemische voorbehandeling en fractionering van lignocellulose biomassa zoals o.a. aangeleverd door Vlaamse bedrijven kunnen verwerkt of omgezet worden in bio-gebaseerde materialen. In twee voorafgaande onderzoeksprojecten werd technologie toegepast en geoptimaliseerd die toelaat om twee natuurlijke biopolymeren cellulose, lignine en de pentosefractie van hemicellulose zo te fractioneren dat zij voor diverse toepassingen kunnen
gebruikt worden. De fractionering werd uitgevoerd met lignocellulose reststromen van bedrijven (zoals vlaslemen, houtzaagsel,...) en met bioenergiegewassen (zoals Miscanthus giganteus). De technologie wordt in de lopende projecten gebruikt om een cellulosefractie te bekomen die gemakkelijk gehydrolyseerd kan worden tot glucose, wat op zijn beurt gefermenteerd kan worden tot bio-ethanol. Tijdens de processen uitgevoerd op laboschaal, ontstonden naast een zuivere cellulosefractie een nevenstroom van hoogwaardig lignine en een hydrolysaat van hemicellulose. Deze kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van kunststoffen op basis van hernieuwbare grondstoffen of gebruikt worden als grondstof voor de productie van allerlei chemicaliën. De houtachtige restproducten op zich kunnen eveneens dienen als vulmateriaal voor composieten. De mogelijkheden, de te overwinnen moeilijkheden en het draagvlak voor deze nieuwe toepassingen worden tijdens dit verkenningstraject bekeken. Deze projectaanvraag is bedoeld als een oriëntatie- en verkenningsstudie om de juiste bedrijven en organisaties voor de gebruikersgroep en de juiste partners voor de uitvoering voor het vervolgproject te zoeken. Tevens zal tijdens dit kortlopend project het proof of principle geverifieerd worden met actoren van de VIS haalbaarbaarheidsstudie FISCH en betrokken kenniscentra van het Vlaams Innovatienetwerk. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Patricia Ntarima • Ingeborg Stals • Dieter Depuydt
Rapportering van habitat status via aardobservatie en classificatietechnieken (HABISTAT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gericht op het ontwikkelen van een operationele methode om vegetatietypen en -overgangen in kaart te brengen, met als einddoel de toestand van habitats te bepalen. De voorgestelde technieken zijn voldoende algemeen om gelijk welk klassificatieprobleem via aardobservatie op verschillende toepassingen te ondersteunen. Onze focus ligt echter op de rapportering van de status van habitats, met als voorname toepassing de implementatie van de Europese richtlijn rond de Natura 2000 habitats. In aardobservatie hebben we dikwijls te maken met de beperkingen van de sensor. Er bestaat geen enkele sensor die zowel een optimale spectrale, spatiale als temporele resolutie bezit. De kartering van ecotopen is moeilijk zonder hyperspectrale data. De hyperspectrale satellitedata heft een geode ruimtelijke bedecking, maar heeft slechts een ruwe grondresolutie. Om de spatiale resolutie van satellietbeelden te verbeteren, stellen we een superresolutietechniek voor, die gebruik maakt van de complementiare informatie aanwezig in overlappende beelden. De conventionele classificatiemethoden voor de rapportering van habitats maken onvoldoende gebruik van de ruimtelijke en structurele dimensie. Een van de objectieven in dit project is juist om optimal gebruik te maken van de beschikbare sensoren. Spectrale informatie zal worden uitgebreid met ruimtelijke kenmerken (klassificatie van segmenten, contextuele kenmerken op basis van textuur). Door nabewerking van klassificatieresultaten (via clustering, regel-gebaseerde leerprocessen) zal de samenstelling van vegetatietypen worden bepaald. Dit is zowel van belang voor de diagnose van de huidige status van habitats, als voor modellering van de toekomstige evolutie ervan. Het vernieuwende aan dit voorstel is vooral de combinatie van deze verschillende technieken om de beschikbare gegevens ten volle te benutten. Meer dan een loutere verbetering van "state of the art" technieken als het inzetten van ruimtelijke kenmerken en superresolutie, wil dit project vooral het effect ervan nagaan op de nauwkeurigheid van de klassificatie. Daarbij zal het klassificatiekader worden verbeterd door de introductie van "ensemble classifiers". Het doel is daarbij om na te gaan in hoeverre dit type van classifier operationeel inzetbaar is met betrekking tot stabiliteit, nauwkeurigheid, gebruiksgemak en rekentijd. De ontwikkelde algoritmen and methoden voor de rapportering van de toestand van de habitats zullen specifiek worden geintegreerd en getest voor de rapportering van de status van Natura 2000 habitats in de "Special Areas for Conservation" (SACs). Hoewel deze proposal sterk is gericht op methodologie, spelt de eindgebruiker een voorname rol. Deze zal de ontwikkeling sturen en ook bepalen welke resultaten worden verwacht. INBO en Alterra, beide actief betrokken bij de implementatie van de EU directieve voor de rapportering van Natura 2000 habitats in het bijzonder, en de kartering van vegetatie en habitats in het algemeen, zijn ideal geplaatst om de noden van de eindgebruiker te kennen. Dit inter-disciplinair voorstel is uniek omdat het de rapportering van de status van habitats met behulp van nieuwe en vergevorderde aardobservatietechnieken op een operationele manier benadert. De eindresultaten zullen bepalend zijn voor toekomstige methoden om biodiversiteit te bepalen en habitats op te volgen. Op technisch gebied zullen de resultaten onder andere interessant zijn voor de verdere ontwikkeling van nieuwe algemenemethoden binnen het gebied van de aardobservatie. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders
Anoxie resistentie in vertebraten: metabolomics van hersenen en harten die niet opgeven. Universiteit Antwerpen Abstract: De kroeskarper slaagt er in om weken onder volledige anoxie te overleven, en bezit hiervoor ondermeer een uniek anaëroob metabolisme met de productie van ethanol. In deze periode blijven hersenen en hart actief. Binnen deze studie worden de 'metabolomics' van de belangrijkste organen vergeleken met deze van de niet anoxie resistente, maar nauw verwante, gewone karper. Hierbij worden zowel de nieuwe NMR meettechnieken als de dataverwerking geoptimaliseerd. Organisaties: • Toegepaste NMR
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Gudrun De Boeck • Kris Laukens
Gevoelige en precieze detectie van contaminanten in milieu en voedselketen met behulp van specifieke biomoleculen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Johan Robbens
Ontwikkeling van gefunctionaliseerde keramische NF membranen door post-modificatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de optimalisatie van de synthese van hydrofobe membranen, om een zo hoog mogelijk scheidend vermogen voor moleculen van 500 Dalton te verkrijgen. Het onderzoek concentreert zich op de optimalisatie op poeders en houdt vooral post-modificaties en een
uitgebreide karakterisering in. Het voordeel van de post-modificaties is dat een breed aantal andere functionalisaties mogelijk zijn. Het project beoogt de verkenning van dit breed gamma aan functionaliteiten en de ontwikkeling van procedures om tot optimale gefunctionaliseerde membranen te komen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Vera Meynen
Roostermodellen voor kwantumgassen met spin-onevenwicht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doctoraatsproject bestaat uit drie delen. In het eerste deel zal het effect van spin-onevenwicht in geordende roosters, met één toestand per roosterpunt en twee soorten fermionen, worden bestudeerd. Dit zal gebeuren via mean-field theorie en met het padintegraalformalisme. Een tweede deel zal bestaan uit de analyse van "magnetische" systemen: geordende roosters met twee toestanden per roosterpunt. Het doel van dit deel is het bepalen van de precieze voorwaarden waarbij in dit systeem een kwantum-faseovergang optreedt, van een geordende spintoestand naar een spin-vloeistof. In het derde deel wordt de theorie uit de eerste twee delen van het project veralgemeend, van een geordend rooster naar een schaalvrij rooster. Hierbij kan het 'small-world' effect een belangrijke rol spelen. Deze veralgemening is ook interessant omwille van de vele toepassingen bij de studie van complexe netwerken. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Jacques Tempere • Jeroen Devreese
Protocols voor draadloze multimedia sensornetwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel het opstellen van principes voor algoritmen en protocols gerelateerd met medium access controle, routering en resource allocatie in draadloze multimedia sensornetwerken die toelaten QoS provisionering te ondersteunen, rekening houdend met de karakteristieken van multimedia stromen en van draadloze sensornetwerken. Deze mechanismen zijn gedistribueerd, schaalbaar en passen zich aan aan de dynamiek van het netwerk. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Daniel van den Akker
Cysteïne protease inhibitoren voor protozoaïre infecties: metacaspasen als veelbelovende, nieuwe doelwitten. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit doctoraatsonderzoek is design, synthese en evaluatie van TbMCA inhibitoren met een selectieve inhibitorische activiteit op het enzyme in de grootteorde van 10-8 - 10-9 M, een inhibitorische activiteit op Trypanosoma brucei in de grootteorde van 10-6 - 10-7 M en een verwaarloosbare cytotoxiciteit. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Koen Augustyns • Matthias Breugelmans
Fysiologische gebaseerde farmacokinetische modellen voor de opstapeling vna microcontaminanten en immunologische effecten in gewone zeehonden (Phoca vitulina) en gewone bruinvissen (Phocoena Phocoena). Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen: Ontwikkeling van een fysiologisch (bioenergetisch) model voor de lange termijn opname en accumulatie van prioritaire microcontaminanten door de zeehond. Evaluatie van het model door vergelijking van voorspellingen met analyseresultaten van microcontaminanten in bloed en biopsie (levende dieren) en andere weefsels (dode dieren). Bepaling van conditie van zeehonden aan de hand van algemene conditie-indices en meer specifieke indicatoren van homeostase en stress door analyse van bloedstalen met bijzondere aandacht voor endocriene effecten en immuniteit. Leggen van verbanden tussen blootstelling, accumulatie en effecten. Door vergelijking van de resultaten bekomen uit analyse van dieren uit verschillende gebieden en gebruikmakende van multi-variate technieken zullen we ook nagaan of het mogelijk is de oorzaak van de effecten op eenduidige wijze te identificeren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Adrian Covaci • Liesbeth Weijs
Niet-commutatieve deformaties van gesatureerde ruimten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Wendy Lowen • Olivier De Deken
Beeldvormende macro-XRF: Instrument optimalisatie en verhoging van de diepte-selectiviteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek beoogt het optimalizeren van een meetopstelling voor het uitvoeren van metingen, die zowel met synchrotron- als met laboratorium X-stralen bronnen zal kunnen gebruikt worden, en het gebruik ervan voor analyse van 15e tot 20e eeuwse olieverfschilderijen. Buiten het reduceren van de totaal benodigde meettijd via het parallel gebruik van meerdere XRF detectoren, is het tevens de bedoeling om mogelijkheden tot diepte-discriminatie in de meetopstelling in te bouwen, ofwel door uitbuiting van specifieke detectie-geometrieën, ofwel door het gebruik van confocale optica. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens • Matthias Alfeld
Stabiliteit van eindige differentiemethoden op niet-uniforme roosters voor partiële differentiaalvergelijkingen uit de financiële wiskunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van ons onderzoeksproject is om theoretische stabiliteitsresultaten af te leiden voor eindige differentiemethoden op algemene niet-uniforme roosters. Hierbij beschouwen we diverse toepassingen in de financiële wiskunde, allereerst de zeer bekende 1-dimensionale BlackScholes vergelijking en vervolgens meerdimensionale partiële differentiaalvergelijkingen zoals het Heston-Hull-White model. De resultaten van ons onderzoek zullen we voortdurend illustreren aan de hand van numerieke experimenten. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Karel In't Hout • Kim Volders
Applicatie-bewust adaptief surrogaatmodelleren van geparametriseerde computersimulaties met sequentieel ontwerp. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van surrogaatmodelleren (of metamodelleren) is om een benadering (model) te creëren van een complexe, tijdrovende simulatie. Dit surrogaatmodel kan dan gebruikt worden in plaats van de originele simulator voor optimalisatie, verkenning van de ontwerpruimte, robuust ontwerp enzovoort. Om zulk een surrogaatmodel te construeren, worden er op intelligent gekozen plaatsen in de ontwerpruimte simulaties uitgevoerd. Dit levert datapunten op, die dan gebruikt worden om een bepaald model (of een aantal modellen) te trainen. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Tom Dhaene • Karel Crombecq
Lax monads, lax algebras en toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De theorie van lax algebras is in haar prille begin en er zijn nog veel onopgeloste vragen en problemen. Het is de bedoeling simultaan (1) de theoretische concepten nodig voor een verdere grondige studie verder uit te bouwen, (2) deze theoretische opbouw te toetsen aan de bestaande voorbeelden (3) nieuwe voorbeelden van lax algebraische theorieën te ontwikkelen en te onderzoeken, (4) de link tussen de theorie van de sluitingsoperatoren en Kleisli extensies van monads verder te onderzoeken. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Wannes Rosiers
Vorming van Ti-geactiveerde silica materialen met gecombineerde micro- en mesoporositeit. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een systematische en fundamentele studie van de verschillende mogelijke synthesecondities welke leiden tot de vorming van deze composiet (micro- mesoporeuze) materialen met ingebouwde heteroelementen. Hierbij staat de gecontroleerde vorming van de poriën, de verkregen morfologie en de coördinatie, bindingsplaatsen en sterkte van de actieve elementen centraal. Ook mogelijkheid tot het gecontroleerd aanpassen van de verhouding microporositeit/mesoporositeit en de diameter van de respectievelijke poriën is van groot belang voor dit type van materialen. Aandacht voor het synthesemechanisme waarmee deze materialen worden gevormd, heeft hierin een belangrijke rol. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Jarian Vernimmen
Zwakke intermoleculaire interacties tussen klassieke anesthetica en enkele typische Lewis basen: een FTIR en Raman studie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling is het aantonen van de vorming van complexen tussen de anesthetica en diverse nucleofielen. Voor deze laatste zullen moleculen met uiteenlopende elektronendonoren ingezet worden waarvan reeds is vastgesteld dat ze oplosbaar zijn in cryogene oplosmiddelen. Naast de klassieke Lewis basen (CD3)2O, (CD3)3N en (CD3)2S zal tevens gewerkt worden met CD3F en CD3Cl. Daarnaast zullen ook complexen met C2D4, C2D2 en C6H6 onderzocht worden om inzicht te verwerven omtrent CH···pi interacties. De vorming van complexen wordt waargenomen door het verschijnen van nieuwe absorptiebanden in de vibratiespectra van mengsels van een anestheticum en de gekozen Lewis base, opgelost in een cryogeen solvent. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Bart Michielsen
Analyse van high-throughput data door middel van support vector machines en kernel-gebaseerde technieken: feature selectie en adaptieve modelbouw. Universiteit Antwerpen Abstract: In vele real-life toepassingen is informatie afkomstig van metingen onmisbaar om de kwaliteit van eindproducten te garanderen en controle uit te oefenen op het productieproces. Deze metingen zijn veelal afkomstig van online hardware analysers (bijvoorbeeld thermometers, stroommeters . . . ). Er zijn echter vele karakteristieken die men niet met online apparatuur kan verkrijgen en waarvoor tijdrovende en/of computationeel intensieve analyse noodzakelijk is. Voor die karakteristieken worden vaak modellen gehanteerd om de resultaten van de analyse te voorspellen vanuit de proces variabelen. De analyse wordt nadien gebruikt als bevestiging van het gekozen model. Modellen worden soms ook gebruikt om online hardware analysers te voorspellen, deze laatste zijn immers onderhevig aan corrosie of kunnen gaan afwijken van de optimale configuratie. In dit project willen we een aantal onderzoeksproblemen bestuderen die optreden bij de constructie van modellen met behulp van Support Vector Machines. Onze interesse in het bouwen van modellen met SVMs heeft verschillende redenen. - Het is algemeen geweten dat SVMs hoog dimensionale data aankunnen zonder te lijden aan de "curse of dimensionality". - Het inpluggen van kernels laat toe niet-lineaire modellen op te stellen. - SVMs kunnen ongevoelig gemaakt worden voor ruis en outliers. - Ten slotte, de bekwaamheid van SVMs om "abnormale" data punten te identificeren, maakt ze nuttig in detectie van outliers en anomalieën. De problemen die we in dit project willen onderzoeken zijn de volgende. I. Feature selectie en integratie van domeinkennis Het doel is te onderzoeken of we gelijkaardige resultaten kunnen boeken bij Support Vector Regressie (SVR) en hoe goed deze technieken zich laten vertalen naar single-class problemen. II. Adaptieve modelbouw Technieken die het mogelijk maken de inferentie sensor aan te passen in alle mogelijke gevallen van novelty detectie, en voornamelijk wanneer het wiskundige model deels moet worden heropgebouwd, staan nog steeds in de kinderschoenen en vormen het tweede luik van het onderzoek. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Bart Goethals • Koen Smets
Behouden grootheden en entanglement in een microcanoniek ensemble. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek gaat over fundamentele problemen in de statistische fysica van kleine systemen. Kan men temperatuur definiëren voor geïsoleerde clusters bestaande uit enkele atomen? Zijn deze stabiel? Moet de meestal klassieke behandeling niet vervangen worden door een kwantummechanische? Wat zijn de effecten van de (anti-)symmetrisatie van de golffuncties? Vanuit een microcanonieke beschrijving van modelsystemen wordt getracht deze vragen te beantwoorden, en een fundamentele verklaring te geven voor sommige experimentele resultaten. Organisaties: • Wiskundige natuurkunde
Onderzoekers: • Jan Naudts • Tobias Verhulst
Exemplaargebaseerde modellen van menselijke zinsverwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheid om een exemplaargebaseerd model van menselijke zinsverwerking te ontwikkelen, dat in staat is om de relaties tussen de verschillende woorden van een zin op een psychologisch adequate manier te identificeren. Om dit model te evalueren wordt nagegaan of de voorspellingen van het model correleren met experimentele gegevens over de verwerking van structureel niet-ambigue en tijdelijk structureel ambigue zinnen. Voor de toetsing van het model beperken we ons tot de relatie tussen het werkwoord en zijn argumenten. Op die manier kunnen een aantal cruciale problemen van menselijke zinsverwerking worden onderzocht. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Dominiek Sandra • Bram Vandekerckhove
Broncoderichtlijnen voor kritische ingebedde systemen (KriCode). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Serge Demeyer
Lokalisatie- en responseigenschappen van één of meerdere onzuiverheidsatomen in een Bose-Einstein condensaat Universiteit Antwerpen Abstract: Onzuiverheidatomen in een Bose-Einstein condensaat worden beschreven door een model dat ook toepassingen heeft in verschillende andere takken van de fysica. Het bekendste voorbeeld is een elektron gekoppeld aan roostertrillingen, ook wel gekend als het polaron uit de vaste stoffysica. Toch zijn er nog enkele belangrijke openstaande vragen over dit model en bestaat er onenigheid over sommige resultaten. De reden dat deze nog niet zijn opgelost is dat het tot nog toe niet mogelijk was om experimenteel het regime van sterke koppeling te bekijken. De reden dat we nu dit model in een Bose-Einstein condensaat willen bekijken is dat dit een zuivere kwantum toestand is, waardoor de interpretatie van experimenten niet wordt bemoeilijkt door factoren waar men geen vat op heeft. Men kan ook enkele aspecten van het systeem erg nauwkeurig instellen, zoals bijvoorbeeld de interactiesterkte. Dit laat toe om het regime van sterke koppeling experimenteel te verwezenlijken. Het doel van dit project is de theoretische beschrijving van dit systeem. Zo zullen de responseigenschappen worden afgeleid voor willekeurige koppelingssterkte, maar ook het effect van meerdere onzuiverheden wordt bekeken. Door er steeds zorg voor te dragen dat de theoretische voorspellingen afgestemd zijn op het experiment zal dit toelaten voor het eerst de sterke koppelingseigenschappen van het model experimenteel te
testen. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Jacques Tempere • Wim Casteels
Oppervlakte analyse via geavanceerde elektronenmicroscopie Universiteit Antwerpen Abstract: Voor materialen met kleiner wordende dimensies zal de oppervlak-bulk-verhouding steeds belangrijker worden. Omdat de eigenschappen van materialen vaak bepaald worden door het oppervlak (bv. verf kan roest voorkomen), zal de karakterisatie van het oppervlak uiterst belangrijk worden wanneer de dimensies in het nanometergebied liggen. Zulke nanomaterialen kunnen zowel chemisch als structureel bestudeerd worden via geavanceerde elektronenmicroscopie. Het doel van dit project is het bestuderen van het oppervlak van nanomaterialen (hard matter, vooral metallische nanopartikels) in contact met soft matter (polymeren, nanotubes, organische moleculen, ...). Dit is een zeer delicaat experiment, waardoor de ideale opstelling voor opname en analyse dient te worden gevonden. We hebben echter goede hoop dat dit kan gerealiseerd worden in het eerste deel van dit project. In het tweede deel van dit project zullen we trachten om deze geoptimaliseerde techniek te gebruiken om te interactie tussen poreuze materialen en metallische nanopartikels en gefunctionaliseerde nanomaterialen te analyseren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo • Kristof Van Havenbergh
Kwantificering van drempelvoorwaarden voor landwaartse erosie en zeewaartse aangroei van schoroevers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Stijn Temmerman • Alexandra Silinski
Perifere skeletspierafwijkingen bij patiënten met chronisch hartfalen: studie naar onderliggende mechanismen en de impact van fysieke training Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Viviane Conraads • Christiaan Vrints • An Van Berendoncks
Bepaling van de gasfase complexatie enthalpie en entropie van anesthetica met verscheidene Lewis basen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Bart Michielsen
Onderzoek en ontwikkeling van een globaal toepasbare digitale handtekening Software Development Kit op een cloud platform. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van een algemeen inzetbare Software Development Kit (SDK) voor toepassing van digitale handtekeningen. Deze SDK omvat meerdere componenten zoals een client signing component, een server verificatie component en plug-in componenten. De SDK zal als basis dienen om via een spin-off van de Universiteit Antwerpen de volgende diensten te kunnen aanbieden: online document signing, sterke authenticatie, online contract onderhandelingen en smart card systemen. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Peter Hellinckx • Serge Demeyer
Studie van innovatieve technologieën voor het verhogen van het comfort, de betrouwbaarheid en de standaardisatie van de Handi-Move gebruikersinterface. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Handi-Move. UA levert aan Handi-Move de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers:
• Dirk Van Dyck
Schatbewaarder van de IAS Universiteit Gent Abstract: Dit project is louter dienstverlenend en omvat het verzorgen van het secretariaat van de schatbewaarder van de ?International Association of Sedimentologists? gedurende de periode 01.10.2007 tot en met 30.09.2009. Dit houdt o.m in het bijhouden van het ledenbestand, de inning van de lidgelden, het opvolgen van het abonnementenbestand van het tweemaandelijks tijdschrift ?Sedimentology?, de opvolging van de verkoop van de ?Special Publications?, het organiseren van het ?Friendship Scheme?, de opvolging van de ?grants? voor de leden, de contacten met de uitgever van het tijdschrift ?Sedimentology?, etc. Alle activiteiten kaderen in de wetenschappelijke opdracht van Prof. Patric Jacobs. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Virtuele Private Ad Hoc Netwerken: ontwikkeling en evaluatie van autonome en zelf-*(zelf-configurerende, zelf-lerende, zeldaanpassende) technieken en uitbereiding naar sensornetwerken Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit postdoctoraal onderzoek om het onderzoek rond virtuele private ad hoc netwerken (VPAN's); gestart tijdens het doctoraat, verder ui te bereiden enerzijds op het vlak van autonome en zelf-configurerende, zelf-lerende en zelf-aanpassende (zelf-*) technieken om VPAN's op te zetten, te beheren en te onderhouden, anderzijds op het vlak van de integratie van sensornetwerken in het VPAN concept. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Ingrid Moerman
Ab initio studie van golffunctie-gebaseerde en variationeel geoptimaliseerde densiteitsmatrices in relatie tot de chemische binding Universiteit Gent Abstract: Studie van de tweede-orde densiteitsmatrix gebaseerd op geavanceerde golffunctiemethoden en de studie van de impact op chemische eigenschappen. Variationele optimalisatie van tweede orde densiteitsmatrices zonder evaluatie van de golffunctie. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Dimitri Van Neck • Patrick Bultinck
Onderzoek naar het mechanisme van persistente luminescentie Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt het opstellen van een algemeen model om te verklaren waarom bepaalde combinaties gastmatrix- codopant een toename van de levensduur van de lumiescentie veroorzaken. Synthese van een geselecteerde groep persistente materialen en studie van hun structurele en optische eigenschappen in functie van de temperatuur. De voorspellende waarde zal getoetst worden aan andere materialen. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
De Laurion doorgelicht: Archeo-topografische analyse van ertwasserijen en hun watervoorzieningsystemen in de zilverateliers van Attica Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verband kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. Specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Roald Docter
Snelle multipooltechnieken voor verstrooiing van elektromagnetische golven aan objecten opgebouwd uit complexe materialen Universiteit Gent Abstract: In dit project wensen we een snelle multipool full-wave algoritme voor de simulatie van golfpropagatie in complexe materialen te ontwikkelen. Met complexe materialen bedoelen we in deze context materialen met verliezen, materialen met negatieve permittiviteit en/of permeabiliteit en anisotrope materialen. Elk van deze drie uitbreidingen op bestaande snelle multipoolmethoden heeft specifieke toepassingen en wordt geconfronteerd met een specifieke computationele problematiek. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter
Het Siluur van noordoostelijk Avalonia: een shelf-slope testcase voor paleobekkenanalyse en paleoklimatologie Universiteit Gent Abstract: Noordoostelijk Avalonia omvat veel verschillende paleo-oceanische dieptes en laat toe hypothesen te testen voor de verklaring van globale fenomenen. Hiervoor zal het Siluur van de nog steeds weinig gekende Condrozstrook lithostratigrafisch en biostratifgrafisch (Chitinozoa, andere palynomorfen) onderzocht worden en zal een correlatie gelegd worden met behulp van noordoostelijk Avalonia. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers:
• Jacques Verniers
Accurate theoretische bepaling van magnetische resonantie spectroscopische grootheden in uitgebreide moleculaire systemen Universiteit Gent Abstract: Accurate ab- initio voorspellingen voor elektronparamagnetische resonantiegrootheden voor uitgebreide systemen is een complex probleem. Deze systemen worden best bestudeerd met periodieke rekenprogramma's zoals CP2K. De huidige code beperkt zich tot systemen met spin 1/2. tijdens het project zal de nulveldsplitsingtensor geïmplementeerd en de g-tensor uitgebreid worden. Dit is nodig om de EPR parameters van hogere spin-systemen te kunnen voorspellen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Michel Waroquier
Het Kneser- Tits probleem voor lineaire algebraïsche groepen van type E_8 van relatieve rang 2 Universiteit Gent Abstract: Een fundamenteel probleem in lineaire algebraïsche groepen theorie is het Kneser-Tits probleem. Voor de meeste groepen van relatieve rang 2, is de oplossing van het Kneser-Tits probleem gekend. De enige groepen van relatieve rang 2 die nog onopgelost zijn, zijn twee groepen van type E8. beide problemen zijn te herleiden naar zuiver algebraïsche vraagstellingen. Het onderzoek in de richting van de studie van deze problemen biedt heel wat mogelijkheden. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Tom De Medts
Synthese van suikergemodificeerde a-galactosylceramide-analogen als Th1-polariserende NKT-cel antigenen. Universiteit Gent Abstract: Synthese van suikergemodificeerde alfa-galactosylceramide (KRN7000) analogen met potentieel voor inductie van een Th1gepolariseerde cytokinerespons door NKT cellen. De vooropgestelde modificaties t.h.v de galactopyranose- eenheid beogen een verbeterde bindingsaffiniteit met het CD1d proteïne wat aanleiding moet geven tot een verhoogde Th1 respons. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Site-selectieve spectroscopie van zeldzame-aardgedoteerde luminescente materialen Universiteit Gent Abstract: Door een combinatie van site-selectief spectroscopisch onderzoek (x-stralen absorptiespectroscopie, elektronen paramagnetische resonantie en luminescentiespectroscopie) wordt de dotering met zeldzame aarden in luminescente materialen onderzocht. In combinatie met structureel onderzoek moet dit informatie opleveren over de exacte manier van inbouw van deze zeldzame aarden. Aangezien de luminescente eigenschappen hier sterk van afhankelijk zijn, heeft dit onderzoek ook belang voor potentiële toepassingen. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
Van routing tot evacuatie in 3D GIS Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heeft als bedoeling het faciliteren van indoor en gecombineerde indoor-outdoor navigatie na te streven. Hierbij wordt gefocust op de specifieke omgevings- en gebruikersvoorwaarden bij indoor navigatie, de creatie van 3D indoor netwerken en het opstellen van abstracte modellen voor indoor space. Toepassing in een applicatie voor het berekenen van de bereikbaarheid van uitgangen in gebouwen tijdens evacuaties. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Moleculaire en biochemische karakterisatie van de globine genfamilie in Caenorhabditis elegans Universiteit Gent Abstract: In silico analyse van het C. elegans genoom identificeerde 33 verschillende globinegenen. Het doel van dit project is de functie van deze genfamilie te achterhalen. Hiertoe zullen verschillende methodes gebruikt worden: Expressielokalisatie met behulp van globine-GFP constructen. Expressieprofilering onder hypoxie. Fenotype-analyse onder gensilencing. Identificatie van globine interactiepartners. Expressieklonering van enkele geselecteerde globines en verdere biochemische studie van de ligandbindingskarakteristieken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Jacques Vanfleteren
Moleculaire en functionale analyse van regularende globines in Caenorhabditis elegans Universiteit Gent Abstract: Het C. elegans genoom codeert voor 33 globinen waarvan de functie nagenoeg volledig ongekend is. We plannen een functionele analyse van globine-12, waarvan de mutant een steriel fenotype vertoont, en globine-33 dat bestaat uit een merkwaardige koppeling van een globine-domein en een GPCR-domein. Hiertoe zullen biochemische, biofysische, fysiologische en moleculaire technieken worden aangewend. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Jan Vanfleteren
Accumulatie van sporenelementen in eetbare en medicinale planten gecultiveerd in Indische peri-urbane regio's Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het potentieel van eetbare en medicinale planten voor opname van sporenelementen in Indische peri-urbane regio's. De factoren die de accumulatie van sporenelementen in deze planten beïnvloeden worden onderzocht. Bovendien wordt de aanwezigheid van toxische en essentiële sporenelementen nagegaan in formulaties die gebaseerd zijn op gebruik van Indische medicinale planten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Gijs Du Laing
Studie van discrete-tijd multiserver buffermodellen met gecorreleerde pakketaankomstprocessen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de set van discrete-tijd buffermodellen die in de loop van mijn doctoraatstudie werden bestudeerd, verder uit te breiden en te verfijnen. Deze buffermodellen beschikken bij onderstelling mogelijks over meerdere uitgangskanalen, met variabele transmissietijden der pakketten. Nieuwe pakketaankomsten worden gegenereerd door een zogenaamd 'discrete-batch Markovian arrival proces' (DBMAP). Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Conceptmodellering in vage logica Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is het op realistische wijze integreren van conceptuele informatie in concrete vage logica's. Dit soort integratie laat ons toe om verscheidene tot nu toe moeilijk of niet modelleerbare aspecten van ons dagelijks redeneren alsnog op een precieze wijze na te bootsen (e.g. conceptcombinaties, metaforen, defaults, enz.) Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Warmtetransport als een merker voor grondwaterstroming Universiteit Gent Abstract: Warmte is een interessante tracer om grondwaterstromingssystemen beter te begrijpen. Dit project beoogt de toepassingsmogelijkheden in verschillende situaties en op verschillende schalen beter te begrijpen. Warmtetransport wordt bestudeert op schaal van een put door middel van een reeks tracerproeven. Vervolgens wordt warmtetransport bekeken op grotere schaal rond een infiltratiepand. Tenslotte wordt warmtetransport op regionale schaal bekeken rond warmwaterbronnen in Zambia. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Luc Lebbe
Discrete Clifford-analyse: functietheorie en integraaltransformaties Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een functietheoretische studie van discreet monogene functies, dit zijn nuloplossingen van een discrete Dirzc-operator die de klassieke discrete lapdance-operator van een samenhangende graaf factoriseert. Met het oog op toepassingen in signaalanalyse, meer bepaald de studie van hersengolven, zal een discrete meerdimensionale Hilbert-transformatie worden geconstrueerd en gerelateerd aan de verwante discrete Fourier- en Radon-transformaties. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Hennie De Schepper
Ontwikkeling van nieuwe homochirale liganden voor asymmetrische tranitiemetaalkatalyse. Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de synthese van nieuwe homochirale bicyclische dieenliganden en hun valorisatie in asymmetrische transitiemetaalkatalyse. Hierbij zullen ondermeer de substituenten op de dubbele bindingen, evenals de ringgrootte gevarieerd worden om zo de selectiviteit te moduleren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Johan Van der Eycken
Veeldeeltjessystemen: van onafhankelijke deeltjes naar collectief gedrag Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject beoogt een bijdrage te leveren aan het antwoord op de vraag: Op welke manier ontstaat collectief gedrag in een veeldeeltjessysteem. Het omhelst twee hoofdluiken. Het eerste luik benadert het probleem vanuit de microscopie aan de hand van de RichardsonGaudin exact oplosbare systemen. Het tweede luik omhelst een verdere uitbouw van het Collectief Model in de Cartan-Weyl basis. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dimitri Van Neck
Modelleren van de perceptie van omgevingsgeluid Universiteit Gent Abstract: Dit postdoctoraal project omvat onderzoek naar de mechanimsen aan de basis van de perceptie van omgevingsgeluid, en naar de manier waarop omgevingsgeluid de lange-termijn perceptie van de leefomgevingskwaliteit beïnvloedt. Daarnaast wordt beschikbare kennis rond psychoakoestiek en auditieve perceptie verenigd in een softwaremodel dat de effecten van omgevingsgeluid op de mens nabootst, met het oog op een integratie in omgevingsintelligentie systemen.
Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Dick Botteldooren
Onderzoek naar de genetische en ecologische mechanismen van symptrische divergentie bij de schorrebewonende loopkver Pogonus chalceus Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een functietheoretische studie van discreet monogene functies, dit zijn nuloplossingen van een discrete Dirac-operator die de klassieke discrete Laplace-operator van een samenhangende graaf factoriseert. Met het oog op toepassingen in signaalanalyse, meer bepaald de studie van hersengolven, zal een discrete meerdimensionale Hilbert-transformatie worden geconstrueerd en gerelateerd aan de verwante discrete Fourier- en Radon-transformaties. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Ontwikkeling van een gepreconditioneerd uniform stabiele vlakke golf methode voor de efficiente simulatie van breedband elektromagnetische structuren Universiteit Gent Abstract: De huidige vlakke golf methodes zijn numeriek onstabiel of vertonen een suboptimale efficiëntie. Op basis van de technieken die in het doctoraat van de aanvrager werden ontwikkeld, zal onderzoek verricht worden naar een methode die zowel efficiënt als numeriek stabiel is. Tegelijkertijd zullen de mogelijkheden tot preconditionering van deze methodes bekeken worden. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter
Poloidale rotatie en het onderdrukken van turbulentie in JET plasmas Universiteit Gent Abstract: Kernfusie is een mogelijk alternatief voor grootschalige elektriciteitsproductie. Poloïdale rotatie zal worden bestudeerd in plasma scenario's met een verbeterde energieopsluiting. De poloïdale en toroïdale plasma rotatie spelen een belangrijke rol in the totale radiaal elektrisch veld en de ExB schuifspanning (wExB) in magnetisch opgesloten plasmas. Er wrodt aangenomen dat wExB de turbulente wervels onderdrukt en verantwoordelijk is voor de verbeterde opsluiting. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Guido Van Oost
Analytische prestatiemodellering voor chip-multiprocessors Universiteit Gent Abstract: Bij het onderzoeken en ontwerpen van chip-multiprocessors (CMP's) wordt vooral simulatie gebruikt, wat zeer tijdrovend is en weinig inzicht biedt. Het doel van dit project is een analytisch prestatiemodel voor CMP's te ontwikkelen dat met behulp van wiskundige formules snel de prestaties van een CMP kan schatten en meer inzicht biedt in wat de belangrijkste oorzaken van prestatieverlies zijn. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Lieven Eeckhout
Methodologieën voor de prestatie-analyse van programma's binnen een virtualisatie-omgeving Universiteit Gent Abstract: Virtualisatie neemt voortdurend aan belang toe in hedendaagse datacenters met de opkomst van multi-core architecturen. Het belang van een accurate prestatieschatting is dan ook groot, omdat het een degelijk consolidatiebeleid toelaat. We willen een rigoreuze methodologie ontwikkelen die de prestatie van applicaties schat rekening houdend met de vele factoren en uitvoeringsverslagen die aanwezig zijn binnen een gevirtualiseerde omgeving. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
Ontrafelen van de dynamische wisselwerking tussen eiwitfosforylatie en O-gelinkte N-acetylglucosamine Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt op de eerste plaats de ontwikkeling van een diagonaal chromatografisch gebaseerde techniek voor de studie van OGlcNAc-gemodificeerde eiwitten. Vervolgens zal deze techniek worden toegepast voor de analyse van de dynamische wisselwerking van OGlcNAc-modificaties met fosforylatie. Finaal zal de verworven kennis worden gebruikt om het belang van O-glycosylatie en fosforylatie in een model van necrotische celdood aan te tonen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Isotopisch onderzoek via de combinatie van laser ablation met single-collector en multi-collector ICP-massaspectrometrie Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van analytische methodes op basis van de combinatie van deep-UV ArF* excimeer laser ablatie (LA) met single-collector of multi-collector ICP-massaspectrometrie (ICP-MS) voor toepassing in real-life problemen, waaronder de bepaling van de platina-groep elementen (PGMs) in Pb schrijven, verkregen via fire assay behandeling van de stalen, via LA-ICPMS met isotopendilutie (ID) als kalibratiemethode, quasi niet-destructieve isotopische analyse van kostbare stalen, ruimtelijk geresolveerde isotopoische analyse en 2-D en 3-D chemische beeldvorming. Organisaties:
• Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Integratie van analoge en numerieke modellering met afstandwaarneming om intrusieve uitbarstingprocessen te bestuderen, met aandacht voor de topografische invloed op risico's Universiteit Gent Abstract: Analoge experimenten en numerieke modellering zullen ontwikkeld worden om de relatie tussen magmatische intrusies en de topografie van vulkanen te bestuderen, m.i.v. de locatie van uitbarstingen, de deformatie en instorting van vulkanen en de vorming van magma kamers. Resultaten zullen toegepast worden om de morfologie van verlengde vulkanen uit te leggen en risico's bij Afrikaanse vulkanen beter te evalueren. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Foutrobuuste schaalbare videocodering Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is om te komen tot een optimaal gebruik van foutrobuustheids- en foutverbergingstechnieken in de context van schaalbare videocodering. Er zal een model opgebouwd worden dat de karakteristieken van de visuele data correleert met codeerparameters. Dit moet uiteindelijk leiden tot een optimale schaalbare video-encoder met betrekking tot codeerefficiëntie, flexibiliteit en foutrobuustheid. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Rik Van de Walle
Onderzoek naar de voorouders, oorsprong en basale relaties van Perissodactyla (onevenhoevige zoogdieren) in het kader van de gebeurtenissen rond het Paleocene-Eocene Thermal Maximum Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van dit onderzoeksproject is de studie van de fylogenetische en de paleobiogeografische oorsprong van de Perissodactyla (onevenhoevige zoogdieren), door de studie van fossiele resten van de primitieve perissodactylen en hun mogelijke verwanten, en het kaderen van hun evolutie rond de klimaatsverstoring van het Paleocene-Eocene Thermal Maximum. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Een grondige studie van ruimtelijke redeneren voor intelligente zoeksystemen Universiteit Gent Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is om redeneertechnieken en algoritmen te ontwikkelen voor het omgaan met ruimtelijke informatie in de context van, hoofdzakelijk geografische, zoeksystemen. Centraal hierbij staat de vaagheid, de onbetrouwbaarheid, en de diversiteit van de beschikbare informatie. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Martine De Cock
Structuur-functie analyse van het humaan paracaspase MALT1 bij antigen receptor geïnduceerde signaaltransductie leidend tot Nf-kB afhankelijke genexpressie Universiteit Gent Abstract: Het paracaspase MALT1 is van groot belang voor de activatie van NF-kB door T- en B-cell receptoren. De doelen van dit project zijn: 1. nieuwe substraten voor MALT1 te identificeren en hun werking te onderzoeken 2. de moleculaire mechanismen te identificeren en te bepalen die de proteolytische activiteit van MALT1 regelen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Identificatie en karakterisering van de (virale) substraten van granzymes door gerichte, petidengebaseerde gelvrije proteoomanalyses Universiteit Gent Abstract: De COFRADIC of 'COmbinded FRActional DIagonal Chromatography' technologie laat toe om N-terminale peptiden specifiek te isoleren. Daar eiwitverknipping aanleiding heeft tot een nieuw eiwitfragment en dus een nieuwe N-terminus, laat deze tevens toe om eiwitprocessing op een globale schaal te bestuderen. Deze 'protease degradomics' methodologie zal in dit project aangewend worden om granzyme gemedieerde celdood en gastheer/virus interactie te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Warmtetransport als een merker voor grondwaterstroming Universiteit Gent Abstract: Warmte is een interessante tracer om grondwatertstromingssystemen beter te begrijpen. Dit project beoogt de toepassingsmogelijkheden in verschillende situaties en op verschilende schalen beter te begrijpen. Warmtetransport wordt bestudeert op schaal van een put door middel van een reeks tracerproeven. Vervolgens wordt warmtetransport bekeken op grotere schaal rond een infiltratiepand. Tenslotte wordt warmtetransport op regionale schaal bekeken rond warmtebronnen in Zambia. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Luc Lebbe
Biodegradeerbare polymeermembranen voor non-virale gentherapie Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is om poreuze en niet-poreuze cel-interactieve polymeermembranen te ontwikkelen die kunnen toegepast worden voor oogheelkundige toepassingen. Binnen het werk zullen biodegradeerbare en niet degradeerbare membranen met elkaar vergeleken worden. Beide types membranen zullen 'gecoat' worden met cel-interactieve biopolymeren. Als toplaag zullen polymeer-DNA complexen aangebracht worden met als doel om oculaire cellen te transfecteren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
Het gebruik van adaptieve logica's voor de praktijk en de filosofie van de wiskunde en het gebruik van wiskundige tools voor de abstracte analyse van adaptieve logica's Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft het onderzoek naar de relatie tussen wiskunde en adaptieve logica's (AL's) op drie verschillende vlakken: er wordt onderzocht hoe (a) AL's kunnen gebruikt worden voor de formele modellering van de praktijk van de wiskunde, (b) AL's problemen van de grondslagen van de wiskunde kunnen oplossen en © wiskundige technieken kunnen gebruikt worden voor de abstracte studie van AL's. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Onderzoek naar het regulatiemechanisme van de mature humane dopamine D4-receptor Universiteit Gent Abstract: De dopamine D4 receptor (D4DR) is een G-proteïne gekoppelde receptor (GPCR). Dopamine is een belangrijke neurotransmitter, betrokken bij motorische controle, endocriene functies, beloning ('reward'), cognitie en emoties. Het doel van dit onderzoek is het ophelderen van de mechanismen die instaan voor de regulatie van de plasmamembraanexpressie van de humane dopamine D4-receptor. Dit omvat onderzoek naar de degradatie, endocytose, recyclase en internalisatie van de D4DR. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Guy Haegeman
Spectro-elektrochemische studie van beschermende deklagen voor koperen voorwerpen Universiteit Gent Abstract: Dit project spitst zich toe op de corrosie-inhibitie van koperlegeringen. Meer specifiek wensen we een beschermende deklaag te ontwikkelen, die stabiel is, gemakkelijk aan te brengen en te verwijderen en esthetisch verantwoord is. De deklaag zal ge-optimaliseerd en gekarakteriseerd worden naar corrosiebeschermende en andere fysische eigenschappen. Effecten van korte en lange termijnblootstelling van de omgeving op de met deklaag bedekte voorwerpen zullen worden geëvalueerd onder meer met behulp van tijdsgeresolveerde synchrotronmetingen. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Annemie Adriaens
Structuurgenreatie met toepassingen in de scheikunde, de wiskunde en het onderwijs. Universiteit Gent Abstract: In het kader van dit project worden verschillende generatiealgoritmen ontwikkeld, geïmplementeerd en toegepast voor structuren die met name interessant zijn in de scheikunde en de wiskunde. Bovendien wordt het softwarepakket Grinvin uitgebreid en worden de toepassingen ervan in het universitair en middelbaar onderwijs verder gezet. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Kris Coolsaet • Gunnar Brinkmann
Geo-Grafen: tijdruimtelijke grafen, algoritmen en toepassingen in geografische informatiewetenschappen Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeert grafen die tijdruimtelijke netwerken uit de geografische informatiewetenschappen (GIS) voorstellen. De bijkomende factor 'tijd' en de grote hoeveelheid data bij een typisch GIS-probleem maken dat de standaardalgoritmen uit de grafentheorie niet zonder meer toepasbaar zijn. We onderzoeken o.m. het controleren van toegankelijkheidseigenschappen, technieken voor het up-to-date houden van GIS-gegevens en routeplanning. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Veerle Fack
Ontwikkeling van KRN7000 analogen met een verbeterd selectiviteitsprofiel Universiteit Gent Abstract: Synthese van alfa-galactosylceramide (KRN 7000) analogen met potentiële inductie van een gepolariseerd cytokineprofiel (Th1 of Th2) door NKT cellen. De vooropgestelde modificaties beogen een verbeterde bindingsaffiniteit met het CD1d proteïne wat aanleiding moet geven tot een verhoogde Th1 respons. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers:
• Serge Van Calenbergh
Studie van m-systemen in eindige projectieve ruimten en bijhorende incidentiemeetkunden Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van m-systemen kunnen incidentiemeetkunden opgebouwd, in het bijzonder met veralgemeende lineaire representatie. Het is reeds bekend dat men op die manier semipartiële meetkunden kan bekomen in bepaalde gevallen, en waarschijnlijk kunnen er in andere gevallen dergelijke eventueel zwakkere, eigenschappen gevonden. We willen daarnaast ook proberen om meer resultaten over de existentie en niet-existentie van m-systemen in specifieke polaire ruimten bekomen. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Frank De Clerck
Variatoneel geoptimaliseerde densiteitsmatrices in relatie tot de chemische binding. Universiteit Gent Abstract: Variationele optimalisatie van de tweedeordedensiteitsmatrix (DM2) vormt een alternatief voor golffunctie-gebaseerde ab initio methoden. Deze methode wordt echter bemoeilijkt door het 'N-representability probleem', dat doorgaans niet exact opgelost kan worden. Geeft deze methode een correcte weergave van chemische eigenschappen? Met behulp van een zelf ontwikkeld optimalisatieprogramma, toegepast op reëele chemische problemen, wordt dit onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Dimitri Van Neck • Patrick Bultinck
De rol van gibberellines in de regulatie van bladgroei onder droogtestress in de modelplant Arabidopsis thaliana Universiteit Gent Abstract: Droogtestress is één van de belangrijkste factoren die de opbrengst van gewassen limiteren. Een belangrijke adaptatie aan droogte is reductie van bladgroei. Het doel van dit werk is de rol van gibberellines en DELLA's in dit proces te bestuderen, inclusief identificatie van upstream transcriptiefactoren en downstream doelgenen die celdeling en/of celexpansie beïnvloeden d.m.v. groeianalyse en moleculaire karakterisatie van mutanten. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
Generiek splijten van algebra's met involutie Universiteit Gent Abstract: Het hoofddoel van dit doctoraatsproject is het onderzoek naar een generieke splijtingstheorie voor algebra's met involutie. Die zou bepaalde resultaten en conjecturen rond algebra's met involutie moeten verduidelijken en moeten aangeven in hoeverre concepten van kwadratische vormen veralgemeend kunnen worden naar algebra's met involutie. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Jan Van Geel
Onbeslisbaarheidsproblemen en Diophantische verzamelingen over veeltermringen en functievelden. Universiteit Gent Abstract: In dit project wil ik twee belangrijke topics rond het tiende probleem van Hilbert bestuderen en veralgemenen, namelijk de beslisbaarheid of onbeslisbaarheid van de existentiële theorie en de studie van Diophantische verzamelingen versus recursief opsombare verzamelingen over bepaalde klassen van velden en ringen. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Jan Van Geel
Massageneratie en lage-energie effectieve beschrijving van QCD Universiteit Gent Abstract: Kwantumchromodynamica (QCD) is een Yang-Mills ijktheorie die de sterke kleurinteractie beschrijft. Bij hoge energie is de koppelingsconstante klein door de asymptotische vrijheid en is perturbatietheorie geldig. Bij lagere energie kunnen niet-perturbatieve effecten een rol spelen, bv door condensaten (niet-verdwijnende vacuümverwachtingswaarden). Het voorgestelde onderzoek heeft als doel om toch ook via analytische weg iets te kunnen zeggen over dergelijke niet-perturbatieve effecten in ijktheorieën. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Henri Verschelde
Detectie van DNA-peptide interacties via crosslinking: bidirectionele toepassing van de furan-oxidatie methodologie. Universiteit Gent Abstract: Door middel van synthese van major groef-bindende peptiden met een onnatuurlijke furan-aminozuurbouwsteen zal getracht worden DNA-peptide crosslinking te bewerkstelligen. Na complexvorming met DNA-duplexen zal door selectieve oxidatie, de furaneenheid in waterig midden omgezet worden tot een reactieve enalfunctionaliteit, die dan vervolgens kan reageren met de nucleofiele exocyclische aminefuncties van de DNA basen in major groef. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Annemieke Madder
Berekening van slachtofferrisico's bij calamiteiten: opstellen van een methodologie rekening houdend met tijdruimtelijke variabelen Universiteit Gent Abstract: Tot op heden wordt in de risicoberekeningen met betrekking tot calamiteiten (overstromingen, aardbevingen e.d.) te weinig rekening gehouden met slachtoffers. In het onderzoek zal een methode worden opgebouwd waarbij het slachtofferrisico berekend wordt, waarin zowel omgevingsgebonden factoren als tijdruimtelijke variabelen worden geïmplementeerd. De methodologie zal de mogelijkheid bieden meerdere scenario?s te toetsen, om zo te komen tot een minimaliseringsstrategie van het slachtofferrisico voor een gegeven calamiteit. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Implementatie van een Kwalitatieve Trajectcalculus (QTC) in een Geografisch Informatiesysteem voor het voorstellen, analyseren, bevragen en simuleren van gegevens over bewegende objecten Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de uitwerking van een GIS tool die op een adequate manier tijdruimtelijke gegevens kan voorstellen en bevragen. Het theoretisch uitgangspunt voor het onderzoek is de Kwalitatieve Trajectcalculus (QTC) en haar afgeleiden. Het onderzoek omvat vijf fases: een voorbereidende, verkennende studie (1), de fundamentele implementatie (2), de implementatie s.s. (3), uitwerken van case studies (4) en verwerking van de resultaten tot een doctoraat (5). Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Nico Van de Weghe
Heterogene datacenters. Universiteit Gent Abstract: Eén van de grote uitdagingen in een hedendaags datacenter is het vermogengebruik. In dit project wensen we een nieuw concept te ontwikkelen en te evalueren die hieraan een oplossing biedt, namelijk een heterogeen datacenter. De basisidee van een heterogeen datacenter is dat er verschillende types servers zijn in het datacenter, waarbij de applicatie wordt toegewezen aan de meest efficiënte server. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Lieven Eeckhout
Ontwikkeling en validatie van methodes die de complexiteit voor gebruikers en aanbieders reduceren aan de hand van personalisatiealgoritmes, het gebruik van sociale netwerken en gebruikerscontexten Universiteit Gent Abstract: Door het enorme aanbod van audiovisueel materiaal op het internet en via TV-uitzendingen, is er nood aan nieuwe instrumenten die gebruikers assisteren bij hun keuze. Dit onderzoek behandeld personalisatiesystemen die audiovisueel materiaal aanbevelen op basis van het gebruikersprofiel. Extra deminesies om aanbevelingen te verfijnen zijn: het tijdstip van de dag, locatie, activiteit van de gebruiker, populariteit van het audiovisueel materiaal, ? Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Luc Martens
Elektronen magnetische resonantie studie van stralingsgeïnduceerde radicaalprocessen in DNA-gerelateerde systemen Universiteit Gent Abstract: Dit project gaat over de studie van stralingsgeïnduceerde radicalen in suikers (bijv. fructose) en DNA-gerelateerde systemen met behulp van Elektronen Paramagnetische Resonantie (EPR) en Elektronen Nucleaire Dubbele Resonantie (ENDOR). Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Freddy Callens
Supercontinuumgeneratie in silicium-gebaseerde nanogolfgeleiders voor biofotonische toepassingen. Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om een supercontinuümlichtbron te maken in silicium. Deze lichtbron moet een zo wit mogelijk spectrum hebben in één enkelijke ruimtelijke mode. Deze kan onder andere gebruikt worden in de optische spectroscopie en in verschillende communicatietoepassingen, maar ook als bron voor de medische beeldtechniek Optical Coherence Tomography. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Roeland Baets
Analyse van verplaatings- en interactiemogelijkheden vanuit een tijdgeografisch perspectief Universiteit Gent Abstract: Doel van dit odnerzoek is multi-persoons, multi-activiteiten bereikbaarheidsmaten op te stellen. Verder zal ook worden nagegaan hoe de bereikbaarheid van groepen van personen kan worden geschat. Bovengenoemde uitbreidingen moeten in staat zijn om nog beter het menselijk verplaatsingsgedrag te weerspiegelen en verder te penetreren op het micro-economisch beslissingsniveau. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Paleobiologie van de Neogene malacofauna van de Afrikaanse riftbekkens en implicaties voor de evolutietheorie Universiteit Gent Abstract: De Afrikaanse slenkmeren worden 'levende laboratoria van evolutie' genoemd. Volledige tijdreeksen van zoetwatermollusken worden aangetroffen in drie Afrikaanse riftbekkens. Hoewel diens paleoecosystemen veel kenmerken gemeenschappelijk hadden verliep evolutie
van de malacofauna's significant verschillend. De laatste decennia is de paleoecologische kennis van deze riftmeerbekkens enorm toegenomen. Dit maakt het mogelijk de geobserveerde verschillen in tempo en modus van evolutie te verklaren. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Automatische monitoring voor Cyberspace Toepassingen Universiteit Gent Abstract: Het AMiCA ("Automatic Monitoring for Cyberspace Applications") Project wil relevante websites zoals blogs, chat rooms en sociale netwerksites monitoren met het oog op de automatische detectie van schadelijke of alarmerende berichten, foto's en video's. Gezien het stijgend belang van beeld (vb. porno, automutilatie) in dergelijke toepassingen wordt uitgegaan van een interdisciplinaire aanpak waarin teksten beeldverwerking gecombineerd worden. Classificatiesystemen zullen gebouwd worden die dergelijke schadelijke berichten "on-the-fly" kunnen detecteren. Bij detectie van een kritieke situatie (vb. cyberpesten), worden de relevante gebruikers hiervan op de hoogte gebracht. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Filip De Turck
XRF data via inverse MC simulaties Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Laszlo Vincze
De ontwikkeling van gemodificeerde PTMSP-membranen voor toepassing in pervaporatie en solvent-resistente nanofiltratie Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract betreft een eerste mandaat van een VITO-doctoraatsbeurs voor de periode van 01.10.2007 tot 30.09.2008. Het project onderzoekt de ontwikkeling van gemodificeerde PTMSP-membranen voor toepassing in pervaporatie en solvent-resistente nanofiltratie. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL
Gegevensmodellen en Theoretische informatica, in een interdisciplinaire context Universiteit Hasselt Abstract: Onze huidige informatiemaatschappij draait meer dan ooit om data; data management blijft dan ook een belangrijk gebied binnen de Informatica. We zien een steeds toenemende verscheidenheid aan gegevenstypes, gaande van het Web, over patronen en meetkundige gegevens, tot DNA sequenties. De ontsluiting van al deze types gegevens vraagt dan ook een interdisciplinaire aanpak van het hedendaags onderzoek in databasesystemen. Deze interdisciplinariteit toont zich in toepassingen zoals text en image retrieval, web mining,geometric queries, spatio-temporal data mining, en bioinformatica-algoritmen. We stellen een domeinspecifieke aanpak voor. We analyseren de diverse nieuwe noden aan databeheer zorgvuldig en ontwerpen gepaste gegevensmodellen die naast elkaar kunnen opereren. Dit vereist een diversificatie van de bestaande theorie van databasesystemen, een thema dat een speerpunt vormt voor de onderzoeksgroep Theoretische Informatica van de UHasselt. We concretiseren ons project aan de hand van drie lopende onderzoekslijnen. Op het gebied van spatial querying onderzoeken we flexibele faciliteiten voor het ondervragen van GIS systemen. Op het gebied van data mining onderzoeken we de de gezamenlijke ontsluiting van data en patronen ontgonnen uit deze data. Tenslotte onderzoeken we gegevensmodellen voor de toepasbaarheid van DNA computing voor databeheer. Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Jan VAN DEN BUSSCHE
Equivariante Brauer groepen en Galois deformatie Universiteit Hasselt Abstract: De Brauer groep van een braided monoïdale categorie werd geïntroduceerd door Van Oystaeyen en Zhang in 1998. De groep omvat alle bestaande Brauer groepen, inclusief de Brauer-Wall groep, de Brauer-Long groep en de Brauer groep van een quantum groep of van een Hopf algebra. Een concreet probleem is de berekening van de groepsstructuur van de Brauer groep van welgekende quantum groepen, vaak vanuit een cohomologische benadering. Recent is Carnovale erin geslaagd de Brauer groep van een triangulaire semisimpele Hopf algebra te bepalen, door gebruik te maken van de classificatie van Gelaki en Etingof en de zogehete Lazy cohomologie. In het algemeen wordt, aan de hand van Zhangs exacte sequence, de berekening van de Brauer groep herleid tot de berekening van de braided Galois objecten. Derhalve is de benadering met behulp van biGalois theorie ter vervanging van cohomologie theorie zeer aangewezen. Dit vormt een hoofddoel in mijn project. De volgende drie doelstellingen vormen de kern: Galois deformatie van Hopf algebras en biGalois theorie, equivariante Brauer groepen en braided biGalois theorie, en structuur stellingen van Azumaya algebras over triangulaire pointed Hopf algebras. Organisaties: • Algebra
Onderzoekers: • Yinhuo ZHANG
Differentiaal gesorteerde algebra's en hun Brauer Group theorie Universiteit Hasselt Abstract: In dit project gaan we de verbinding onderzoeken tussen de (co) homologie theorie van algebra's en de Hopf algebra theorie. Ons eerste doel is om de homologie theorie te interpreteren in termen van Hopf modules en de gelijkwaardigheid tussen de afgeleide categorieën van modules vast te stellen voor een ring en enkele lokalisatie van de relatieve Hopf modules. Vervolgens bekijken we de Hopf modulen over s gedifferentieerde gegradeerde algebra (DGA) en de bijbehorende homologie theorie. De Hopf Galois theorie van DGAS en de homologie theorie van de Galois DGAS zal een belangrijk onderdeel van dit project vormen. Met behulp van de Hopf Galois theorie van DGAS berekenen we de Brauer groep van
DGAS. Tenslotte zal de q-differentieel en hun Hopf algebras Galois theorie worden onderzocht. Organisaties: • Algebra
Onderzoekers: • Yinhuo ZHANG
EPICS: E-learning Platform In the Cultural heritage Sector Universiteit Hasselt Abstract: Het EPICS-project streeft naar de ontwikkeling van een e-learning platform voor digitaal cultureel erfgoed in Vlaanderen. Het samenbrengen van de recente digitaliseringstendens in de cultureel erfgoed sector en de groeiende impact van het gebruik en distributie van digitale content in de onderwijssector, biedt veelbelovende opportuniteiten op het vlak van erfgoededucatie. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Kris LUYTEN
De OSMA Serious Game Engine voor Games-Based Learning Universiteit Hasselt Abstract: Het commerciële multiplayer adventure game-genre bevat veel interessante probleemoplossende en culturele elementen met een enorm potentieel voor game-based learning. De uitdaging is om dit soort game-omgevingen aan te passen aan de doeleinden van trainingen en het reguliere onderwijs. Een goed computerspel of succesvolle (training-)simulatie wordt immers niet enkel gekenmerkt door de technologische component maar ook door zijn game design en game art. Vooral bij serious games vormt de inhoud, de ontwikkeling van een interessante 'game play', de verhaallijn (scenario's) een belangrijke uitdaging. Dit project heeft tot doel door 'hergebruik', de hoge ontwikkelingskost van gesofisticeerde edutainment games drastisch te verlagen, door een met richtlijnen gedocumenteerde Open Source, Multiplayer, Adventure, (OSMA) Serious Game Engine (SGE) voor Game-based Learning te creëren. De open source aanpak op technologisch, maar ook op inhoudelijk en procesmatig vlak, moet ervoor zorgen dat vooral kmo's een jumpstart kunnen nemen bij de ontwikkeling van dit bepaald type van serious games. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Wim LAMOTTE • Peter QUAX
Francqui leerstoel prof. Christopher Davison Universiteit Hasselt Abstract: Op voorstel van de Universiteiten, kent de Francqui-Stichting elk jaar een aantal Francqui-Leerstoelen toe. Deze zijn bedoeld om de uitnodiging mogelijk te maken van een Professor van een andere Belgische Universiteit, voor een reeks van tien lesuren. Deze worden niet gezien als een deel van het gewone onderwijs, maar eerder als een aanvulling. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Paul JANSSEN
"Programming Language Engineering" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bijkomende middelen voor: Softwaretechnologie voor Aanpasbare Gedistrubueerde Middleware (STADiUM) Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Semantic Information Systems Technology and Applications Vrije Universiteit Brussel Abstract: Matching Ontology-based Process-Oriented Learning: Het doel van Prolix is om het process van leren aan te passen aan business-processen om ervoor te zorgen dat organisaties sneller de competenties van hun werknemers kunnen aanpassen aan veranderende businessrequirements. Om dit doel te bereiken, ontwikkelt Prolix een open, geïntegreerde referentie architectuur voor het proces van leren en informatie-uitwisseling. STARLab's bijdrage hier is de semantische interoperabiliteit bij de uitwisseling van process-en informatiemodellen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN
Een 'multi-proxy' benadering voor de studie van biogeochemische cycli van koolstof en stikstof in tropische en gematigde estuaria Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit voorstel beoogt een betere kwantificatie van biogeochemische C en N processen in tropische (maar ook gematigde) estuariene systemen, door het ontwikkelen van een 'proxy tool-box' die een karakterisatie van het systeem en de belangrijkste biogeochemische processen mogelijk maakt. We voorzien het optimiseren, ontwikkelen en implementeren van geavanceerde en nieuwe analytische technieken om de distributie en herkomst van organische en anorganische C en N reservoirs te kunnen begrijpen en om de belangrijkste biogeochemische processen te kwantifiëren, met een nadruk op de tropische zone. Specifieke objectieven hierin zijn: (1) het kwantifiëren en isotopisch karakteriseren van particulaire en opgeloste organisch en anorganische koolstof en stikstofreservoir; (2) de belangrijkste transformaties van organisch en anorganisch C en N in tropische riviren en estuaria te bepalen en kwantifiëren. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS
Ontwikkeling van een generisch methode-ontwikkelingsinstrument dat efficiëntie en selectiviteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde project is gericht op het toevoegen van efficiëntie als een extra variabele aan de huidige manier van methodeontwikkeling voor vloeistofchromatografie. Door kolommen serieel te koppelen via rotor-stator kleppen met een innovatief connectiegroevenpatroon kan immers een systeem van gekoppelde kolommen verkregen worden waarvan niet alleen de totale ketenlengte automatisch kan gewijzigd worden, maar ook de inhoud (aard van de stationaire fase, partikelgrootte) van de verschillende segmenten. Hierdoor kunnen selectiviteit en efficiëntie onafhankelijk van elkaar gevarieerd worden en kan gericht gezocht worden naar hun optimale combinatie. Door de ontwikkeling van automatische zoekalgoritmes zal ook getracht worden om dit nieuwe type van methode-ontwikkeling volledig te automatiseren zodat het als een "stand alone"-applicatie kan werken (dit laatste is mogelijk doordat nu bij verschillende kolomlengtes gegevens verzameld kunnen worden). Het potentiële voordeel van de methode zal onderzocht worden op een reeks moeilijke scheidingen uit de farmacie, de voedingsindustrie en veiligheid. Om een globaal beeld te krijgen van de voordelen van de methode zal ook gewerkt worden aan de theoretische beschrijving van haar prestatielimieten als functie van de monster-complexiteit en de beschikbare druk. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Deirdre CABOOTER
Modellering van de interacties van bacteriocineproducerende melkzuurbacteriën in een worstomgeving Vrije Universiteit Brussel Abstract: Modellering van de interacties van bacteriocineproducerende melkzuurbacteriën in een worstomgeving Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • FREDERIC LEROY
Een geïntegreerde aanpak voor het opmeten en modelleren van elektrochemische reacties: een nodige voorwaarde voor het vergaren van betrouwbare data. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit interdisciplinair project heeft tot doel een algemene meet- en modelleringsmethodologie op punt te stellen om betrouwbare, kwantitatieve informatie te verkrijgen omtrent elektrochemische processen en zo een fysisch interpreteerbaar reactiemodel op te stellen. Deze nieuwe methodologie betekent een trendbreuk in de elektrochemie. Elektrochemische processen zijn in het algemeen zeer complex. Bij gebrek aan grondige kennis wordt voor de bijsturing van deze processen vaak nog gerekend op jarenlange ervaring door trial and error. Bovendien blijkt vaak dat de kennisoverdracht vanuit laboratoriumexperimenten een struikelblok is. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat tot nu toe geen methodes beschikbaar zijn om op een doorgedreven, betrouwbare manier een reactiemodel op te stellen vertrekkende van elektrochemische metingen. Door de kennis van de onderzoeksgroepen META en ELEC te bundelen kan hiervoor een oplossing geboden worden. Het interdisciplinaire karakter vloeit voort uit de combinatie van 2 sleutelelementen: (i) ervaring in het bekomen van experimentele gegevens en het begrijpen van de onderliggende fysische processen (META) en (ii) kennis om uit meetgegevens op een wiskundige, statistisch gefundeerde wijze processen te identificeren en te kwantificeren (ELEC). Organisaties: • Elektriciteit • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • RIK PINTELON • Els TOURWE
Measuring and modeling urban dynamics : impact on quality of life and hydrology Meting en modellering van stedelijke dynamiek : impact op levenskwaliteit en hydrologie (MAMUD) Mesure et modélisation de la dynamique urbaine: impact sur la qualité de ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stedelijke groeiprocessen in de voorbije decennia hebben een sterke impact op de menselijke en natuurlijke omgeving, en beklemtonen de nood aan een meer efficiënt beheer van de stedelijke ruimte, gebaseerd op duurzame ontwikkeling. De probleemanalyse, de planning en de implementatie van een beleid gericht op duurzaamheid vereisen echter betrouwbare en voldoend gedetailleerde informatie met betrekking tot de stedelijke omgeving en haar dynamiek, evenals kennis omtrent de oorzaken, het verloop en de effecten van stedelijke verandering. Remote sensing beeldmateriaal vormt een interessante databron voor de opvolging en de modellering van stedelijke groeiprocessen en hun impact op de omgeving. Met de recente lancering van hoge-resolutie sensoren zoals Ikonos en Quickbird, die een meer gedetailleerde kartering van complexe urbane gebieden mogelijk maken, is het potentieel van satellietteledetectie voor stedelijke toepassingen sterk toegenomen. Tegelijkertijd biedt subpixel analyse van gegevens, afkomstig van sensoren als Landsat TM/ETM+, ... aan de hand van spectrale ontmengingsmethoden interessante mogelijkheden voor een meer efficient gebruik van tijdreeksen van medium-resolutie beeldmateriaal in het kader van het opvolgen en modelleren van processen van stedelijke groei. Zowel recente, hoge resolutie (HR) gegevens, als medium-resolutie (MR) tijdreeksen worden in dit project aangewend, onafhankelijk van elkaar en in combinatie, om de opvolging en modellering van stedelijke groeiprocessen te verbeteren, dit door de koppeling van innovatieve karteringsmethoden, gebaseerd op remote sensing, aan ruimtelijke structuuranalyse en ruimtelijk-dynamische modellering. Een van de belangrijkste objectieven van het onderzoek is na te gaan hoe ruimtelijke structuuranalyse van via remote sensing bekomen informatie kan bijdragen tot een objectieve beschrijving van het stedelijk landschap die bruikbaar is voor intra-urbane en inter-urbane vergelijkingen, en voor urbane veranderingsanalyse. Om dit te realiseren worden nieuwe maten gedefinieerd om stedelijke structuren te karakteriseren, inclusief maten die gebaseerd zijn op de kartering van gradiënten van stedelijke bodembedekking (bijv. dichtheid van de bebouwde ruimte), bekomen door sub-pixel classificatie van medium-resolutie beeldmateriaal of aggregatie van hoge-resolutie karteringen van stedelijke bodembedekking. Terwijl de meeste op remote sensing gebaseerde studies rond stedelijke morfologie zich beperken tot 2-dimensionele structuren, wordt in dit onderzoek ook gebruik gemaakt van stereoscopie en multiscopie om informatie omtrent de verticale dimensie van stedelijke ruimten te bekomen, die vanzelfsprekend belangrijk is om stedelijke structuren te karakteriseren. De analyses van stedelijke structuur worden gebruikt voor de historische calibratie van een ruimtelijk-dynamisch landgebruiksmodel van het type cellular automata, gebaseerd op het EU-MOLAND model, één van de meest geavanceerde modellen van dit type. Dit moet toelaten de calibratie van het model te verbeteren. Het onderzoek concentreert zich op twee stedelijke gebieden binnen Europa (Dublin, Istanbul) die deel uitmaken van
het MOLAND project. De betrokkenheid van JRC als partner verzekert de beschikbaarheid van tal van data die erg belangrijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek. De uit remote sensing afgeleide gradiënten en structuurmaten, en de output van de modellering van landgebruiksveranderingen voor Dublin en Istanbul, worden gebruikt om de impact van urbane dynamiek op bevolkingsdichtheid en -spreiding en op de kwaliteit van de omgeving te analyseren. Een belangrijk deel van het onderzoek spitst zich ook toe op de gevolgen van stedelijke groei op runoff. Calibratie van het gebruikte runoff model wordt gebaseerd op een data-assimilatie benadering, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van informatie omtrent bodembedekking en evapotranspiratie, afgeleid uit de beschikbare tijdreeks van RS data. Op basis van de resultaten van de modellering zal het risico op overstroming voor alternatieve scenario's van ruimtelijke ontwikkeling ingeschat worden, hierbij uitgaand van de resultaten van de simulatie van landgebruiksveranderingen. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • FRANK CANTERS • TIM VAN DE VOORDE • Boud VERBEIREN
Rapportering van habitat via aardobservatie en classificatietechnieken (HABISTAT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gericht op het ontwikkelen van een operationele methode om vegetatietypen en overgangen in kaart te brengen, met als einddoel de toestand van habitats te bepalen. De voorgestelde technieken zijn voldoende algemeen om gelijk welk klassificatieprobleem via aardobservatie op verschillende toepassingen te ondersteunen. Onze focus ligt echter op de rapportering van de status van habitats, met als voorname toepassing de implementatie van de Europese richtlijn rond de Natura 2000 habitats. In aardobservatie hebben we dikwijls te maken met de beperkingen van de sensor. Er bestaat geen enkele sensor die zowel een optimale spectrale, spatiale als temporele resolutie bezit. De kartering van ecotopen is moeilijk zonder hyperspectrale data. Hyperspectrale satellietdata hebben een goede ruimtelijke bedekking, maar hebben slechts een ruwe grondresolutie. Om de spatiale resolutie van satellietbeelden te verbeteren, stellen we een superresolutietechniek voor, die gebruik maakt van de complementaire informatie aanwezig in overlappende beelden. De conventionele classificatiemethoden voor de rapportering van habitats maken onvoldoende gebruik van de ruimtelijke en structurele dimensie. Een van de objectieven in dit project is juist om optimaal gebruik te maken van de beschikbare sensoren. Spectrale informatie zal worden uitgebreid met ruimtelijke kenmerken (klassificatie van segmenten, contextuele kenmerken op basis van textuur). Door nabewerking van klassificatieresultaten (via clustering, regel-gebaseerde leerprocessen) zal de samenstelling van vegetatietypen worden bepaald. Dit is zowel van belang voor de diagnose van de huidige status van habitats, als voor modellering van de toekomstige evolutie ervan. Het vernieuwende aan dit voorstel is vooral de combinatie van deze verschillende technieken om de beschikbare gegevens ten volle te benutten. Meer dan een loutere verbetering van "state of the art" technieken als het inzetten van ruimtelijke kenmerken en superresolutie, wil dit project vooral het effect ervan nagaan op de nauwkeurigheid van de klassificatie. Daarbij zal het klassificatiekader worden verbeterd door de introductie van "ensemble classifiers". Het doel is daarbij om na te gaan in hoeverre dit type van classifier operationeel inzetbaar is met betrekking tot stabiliteit, nauwkeurigheid, gebruiksgemak en rekentijd. De ontwikkelde algoritmen en methoden voor de rapportering van de toestand van habitats zullen specifiek worden geintegreerd en getest voor de rapportering van de status van Natura 2000 habitats in de "Special Areas for Conservation" (SACs). Hoewel deze proposal sterk is gericht op methodologie, speelt de eindgebruiker een voorname rol. Deze zal de ontwikkeling sturen en ook bepalen welke resultaten worden verwacht. INBO en Alterra, beide actief betrokken bij de implementatie van de EU directieve voor de rapportering van Natura 2000 habitats in het bijzonder, en de kartering van vegetatie en habitats in het algemeen, zijn ideal geplaatst om de noden van de eindgebruiker te kennen. Dit interdisciplinair voorstel is uniek omdat het de rapportering van de status van habitats met behulp van nieuwe en gevorderde aardobservatietechnieken op een operationele manier benadert. De eindresultaten zullen bepalend zijn voor toekomstige methoden om biodiversiteit te bepalen en habitats op te volgen. Op technisch gebied zullen de resultaten onder andere interessant zijn voor de verdere ontwikkeling van nieuwe algemene methoden binnen het gebied van de aardobservatie. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde
Onderzoekers: • Jianglin MA • FRANK CANTERS • Cheung Wai CHAN
ICP :Interuniversity Programme in Water Resources Engineering - IUPWARE (2010-2011) ism KUL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de interuniversitaire opleiding - Master in Water Resources Engineering - in samenwerking met de KU Leuven Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • WILLY BAUWENS
Onderzoeksbeurs Emmanuel Van Der Schueren - Ilse Vaneycken Vrije Universiteit Brussel Abstract: Moleculaire beeldvorming van HER2 expressie bij borstcarcinoom dmv radioactief gemerkte nanobodies Organisaties:
• Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • Ilse VANEYCKEN
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUGent_Van Cauwenberg, Jelle Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Jelle Van Cauwenberg Organisaties: • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • PETER CLARYS
Afwerkmandaat (3 maanden): Differentiation of human and rat derived progenitor cells into functional hepatocyte-like cells: a potential new in vitro model for early preclinical research. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Differentiatie van menselijke en rat progenitor cellen naar functionele hepatocyte-achtige cellen: een potentieel nieuw in vitro model voor vroege preklinisch onderzoek. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie
Onderzoekers: • VERA ROGIERS
Dienstenovereenkomst - GERB Longwave Radiance to Flux Conversion Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Koninklijk Meteriologisch Instituut van België' hebben voor het project ' Dienstenovereenkomst - GERB Longwave Radiance to Flux Conversion' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Gebruik van op "density-functional theory" gebaseerde reactiviteitsdescriptoren in de studie van oppervlakken en vaste stoffen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Density Functional Theory (DFT) is een tak van de kwantumchemie waarvoor er in de voorbije 15 jaar een steeds toenemende aandacht te bemerken valt. In deze theorie gebruikt men elektronendichtheid p(r), functie van 3 variabelen, als de fundamentele eigenschap van een Nelektron chemisch systeem in plaats van de meer gecompliceerde golffunctie ! , functie van 4N variabelen. De basis van deze theorie ligt vervat in de theorema's van Hohenberg en Kohn, waarbij het tweede het variationeel principe bewijst; de energiefunctionaal E[p(r)] is minimaal voor de elektronendichtheid van de grondtoestand. Kohn en Sham hebben dit variationeel principe in een praktische bruikbare methode omgezet waarmee vandaag de dag veel atomaire en moleculaire eigenschappen, voornamelijk geassocieerd aan de grondtoestand, dikwijls met vergelijkbare accuraatheid als de meer traditionele op moleculaire orbitalen gebaseerde methoden kunnen bekomen worden en dit vaak met een veel meer gunstige computationele kostprijs. Op het einde van de jaren 70 bleek ook dat DFT in een natuurlijke taal voorzag voor de discussie van chemische reacties en chemische reactiviteit. Tijdens een chemische reactie wordt een atoom of een molecule gestoord in ofwel het aantal elektronen N , ofwel de externe (voor een geïsoleerd systeem de potentiaal t.g.v. de kernen) potentiaal v(r) of beide ; men kan bijgevolg de energieverandering van het systeem ontwikkelen in een storingsreeks in deze grootheden, waarbij de zogenaamde responsfuncties [!m+n E / !v m(r)!N n] worden ingevoerd, die kunnen geïdentificeerd worden met chemische concepten die vaak reeds lang gekend, maar vaag gedefinieerd waren. Dit laat toe deze concepten vanaf eerste principes te berekenen. Deze tak van het DFT onderzoek werd door Parr en Yang als "Conceptuele DFT" aangeduid. Concepten die in deze theorie naar voren kwamen zijn de elektronegativiteit, hardheid en zachtheid en de Fukui functie en lokale zachtheid en elektrofiliciteit; daarnaast konden ook een aantal chemische principes, zoals het Sanderson principe van de gelijkschakeling van de elektronegativiteit en het harde en zachte zuren en basen principe van Pearson, gerationaliseerd worden. Tevens was deze theorie de basis voor geheel nieuwe principes, zoals bv. het maximale hardheidsprincipe, o.m. belangrijk omwille van de relatie met aromaticiteit, een ander klassiek chemisch concept. Conceptuele DFT is sinds het eind van de jaren 80 het centrale onderzoeksthema van de Onderzoeksgroep Algemene Chemie (ALGC) van de Vrije Universiteit Brussel. In dit project richten we ons specifiek op het gebruik van op DFT gebaseerde reactiviteitsindices, zowel globale als locale, in de studie van oppervlakken en vaste stoffen. In tegenstelling tot atomen en moleculen zijn hoger vermelde reactiviteitsdescriptoren voor dit soort van systemen tot nu toe slechts weinig aan bod gekomen. Wij wensen ze toe te passen op systemen die een katalytische activiteit vertonen om na te gaan hoe enerzijds de verschillende indices een bijkomend inzicht kunnen geven in de reactiemechanismen en anderzijds een verklaring kunnen bieden voor een aantal factoren en parameters die deze activiteit beïnvloeden. Een eerste reeks systemen die we wensen te onderzoeken zijn de aardalkalimetaaloxiden MgO, CaO, SrO en BaO. Deze materialen hebben o.m. belangrijke katalytische eigenschappen en kunnen bv. aangewend worden voor een destructieve adsorptie van gechloreerde koolwaterstoffen, een zuiver en efficiënt alternatief voor andere tot nu toe gebruikte methoden voor de afbraak van deze verbindingen. In het geval van de reactie met CCl4, die als een prototype voor andere gechloreerde koolwaterstoffen kan gebruikt worden, blijkt dat de katalytische activiteit verloopt als MgO < CaO < SrO < BaO, wat geïnterpreteerd wordt als zijnde te wijten aan de toenemende basiciteit en ioniciteit van deze materialen wanneer de elektronegativiteit van het aardalkalimetaal afneemt. In het voorgestelde reactiemechanisme, bekomen uit het gebruik van een aantal spectroscopische technieken, blijkt inderdaad dat, na fysisorptie van het molecule, de C-Cl binding gepolariseerd en vervolgens gebroken wordt door het ionaire rooster. Dit zou in ons werk kunnen gemodelleerd worden door de balans op te maken van de interactie van de Lewis zure site in het materiaal, het aardalkalimetaal kation, met het chlooratom, en de simultane interactie van het basische zuurstofatoom met het koolstofatoom van het halogeenalkaan waarop het halogeen atoom aangehecht staat. Deze studie is gerelateerd aan de studie van de basiciteit van zeolieten, waaraan recent in onze onderzoeksgroep aandacht werd besteed. We stellen voor de balans tussen deze twee interacties voor deze verschillende systemen na te gaan, zowel met harde als zachte descriptoren, zoals de moleculaire elektrostatische potentiaal en de lokale zachtheid. De locale zachtheid is product van de globale zachtheid van het materiaal en de Fukui functie f(r), geïntroduceerd door Parr en Yang, die het grensorbitaal HOMO-LUMO concept veralgemeent en gedefinieerd is als : f(r)=[formula] waarbij u de elektronisch chemische potentiaal is, de afgeleide van de energie naar het aantal elektronen, een grootheid die door Parr en medewerkers werd geïdentificeerd met het negatieve van de elektronegativiteit. Recent werd ook opgemerkt dat een materiaal zoals LaCl3 de omgekeerde reactie, nl. de oxidatieve chlorering van CH4, kan katalyseren. We zullen ook deze reactie bekijken a.d.h. van de verschillende reactiviteitsindices. In een tweede luik dat het hoofdbestanddeel zal vormen van ons doctoraatsonderzoek wensen we de verschillende parameters die de katalytische
eigenschappen van gedragen transitiemetaal oxiden bepalen en sturen, onderzoeken. Deze katalysatoren worden industrieel vaak aangewend als oxidatie- en zure katalysator. Prototype oxidatie reacties waarin deze materialen betrokken zijn is de oxidatie van methanol tot formaldehyde en de oxidatieve dehydrogenering van lichte alkanen. Een belangrijke subgroep van dit soort materialen zijn de gedragen vanadium oxiden, waarvoor gebleken is dat de reactiviteitseigenschappen zeer verschillend kunnen zijn in functie van de gekozen drager. Zo werden voor de oxidatie van methanol volgende reactiviteitstrends experimenteel bepaald: V2O5/ZrO2, V2O5/TiO2 >> V2O5/Al2O3 >> V2O5/SiO2 . Uit deze trends blijkt dat het inderdaad mogelijk is de katalytische eigenschappen van de vanadium oxide katalysator te veranderen door de oxide drager te variëren. Ondanks het feit dat experimenteel een veelheid aan dergelijke reactiviteitstrends gekend zijn, blijft het theoretisch inzicht in het belang van de verschillende relevante parameters relatief vaag. We stellen bijgevolg voor om voor de oxides van de transitiemetalen Ti, V, Cr, Zr, Nb en Mo en voor de verschillende dragers SiO2, Al2O3, ZrO2 en TiO2 te onderzoeken hoe de reactiviteit varieert. Men kan verwachten, net zoals bij de hierboven besproken aardalkalimetaal oxiden, dat de redoxeigenschappen van deze materialen afhangen van de Lewis zuurheid en elektrofiliciteit van het transitiemetaal ion en de basiciteit van de zuurstofatomen. Naast bovenvermelde reactiviteitsindices zullen ook de lokale elektrofiliciteit rondom het transitiemetaal ion en de recent geïntroduceerde "duale descriptor" bestudeerd worden ; deze laatste duidt de nucleofiele en elektrofiele regio's in het systeem aan en laat dus toe de relatieve reactiviteit van het metaalion en het zuurstofion te kwantificeren. Tevens zal nagegaan worden hoe de graad van "loading" van het transitiemetaaloxide op de vaste drager de katalytische activiteit beïnvloedt. Deze "loading" bepaalt of aan het oppervlak van deze materialen geïsoleerde transitiemetaal oxide entiteiten dan wel polymere entiteiten voorkomen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Modellering van groei en metabool gedrag van melkzuurbacteriën in complexe ecosystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van deze studie is om generische mathematische modellen te ontwerpen ter studie van het fysiologisch gedrag (groei en metabolisme) van MZB in complexe ecosystemen (gefermenteerde levensmiddelen, humane colon). Dit zal toelaten om beter te begrijpen in welke mate deze MZB tot nut kunnen zijn en hoe hun gedrag in het voordeel van de producent en consument kan worden omgebogen door in te spelen op procesfactoren en omgevingscondities. Deze aanpak verschilt dus duidelijk van een op genetische modificatie gebaseerde ingreep, waarbij bacteriële cellen gericht genetisch gewijzigd worden teneinde een bepaalde doelstelling te bereiken. De modellen zullen worden geconstrueerd vertrekkende van specifieke gevallenstudies waarin de onderzoeksgroep IMDO (http://imdo.vub.ac.be) ruime expertise en bekendheid heeft opgedaan (gefermenteerde worst, zuurdesem, humane colon). Deze basisdata zullen worden aangevuld met recent ter beschikking gestelde genoominformatie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Ontwikkeling, implementatie en toepassing van een nieuwe berekeningsmethodologie van functionaalafgeleiden in het kader van de conceptuele DFT. Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Density Functional Theory" (DFT) is tegenwoordig een alom gebruikt formalisme binnen de kwantumchemie. Deze theorie is gestoeld op de Hohenberg-Kohntheorema's die toelaten de grondtoestandselektronendichtheid p(r) als fundamentele variabele aan te wenden in plaats van de in de kwantummechanica doorgaans gebruikte golffunctie !. De toepassing van DFT situeert zich in twee complementaire domeinen: de computationele en de conceptuele DFT. In de computationele DFT worden atomaire en moleculaire eigenschappen berekend op basis van een variationeel principe voor p(r), dat praktisch resulteert in de Kohn-Shamorbitaalvergelijkingen. De enige onbekende in deze vergelijkingen is de zogenaamde exchange-correlatiefunctionaal EXC[p]. Accurate benaderingen van deze functionaal laten toe resultaten van vergelijkbare kwaliteit als via de meer traditionele gecorreleerde ab initio methoden te genereren, maar met een geringere computationele kost. De conceptuele DFT creëert een theoretisch kader voor concepten als elektronegativiteit, hardheid, zachtheid en "frontier molecular orbital"-reactiviteitsindices van Fukui die reeds geruime tijd door chemici worden gehanteerd. Centraal staat de idee dat de respons van een elektronisch systeem op storingen in het elektronenaantal N en de externe potentiaal v(r) (i.e. de potentiaal t.g.v. de kernen) chemisch relevante informatie verschaft. De identificatie van chemische concepten met afgeleiden naar N en functionaalafgeleiden naar v(r) laat hun berekening vanaf eerste principes toe. Tot nu toe worden bijna uitsluitend de afgeleiden naar N beschouwd, gezien daar eenvoudige "finite difference"-uitdrukkingen voor bestaan. Zo kan de Fukuifunctie [formula] bepaald worden als: [formula] en [formula], waar pN+1, pN en pN-1 de elektronendichtheden zijn van respectievelijk de (N+1)-, N- en (N-1)-elektronsystemen en waar ! en ! de rechter- en linkerafgeleiden voorstellen. Het feit dat een "finite difference"-methodologie slechts benaderend is bij gebruik van een benaderde EXC[p] en dat de noodzakelijke berekening van de meeste (N+1)-systemen moeilijk uitvoerbaar is gezien hun metastabiliteit heeft ons ertoe aangezet de mogelijkheid tot berekening van de functionaalafgeleiden naar v(r) in dit project te exploreren. Recentelijk werd in de Eenheid Algemene Chemie in samenwerking met Prof. P. W. Ayers (McMaster University, Hamilton, Canada) een nieuwe berekeningsmethodologie voor functionaalafgeleiden van het type [formula] van een grootheid q naar de externe potentiaal v(r) ontwikkeld. De centrale idee is de functie Q(r) in een basisset te ontwikkelen en de ontwikkelingscoëfficiënten te bepalen op basis van de responsen van q[v] op storingen in v(r), die we modelleren door willekeurig geplaatste puntladingen. We kunnen immers volgende eerste orde uitdrukking afleiden: [formula], met ie[1,2,...,P] en waar wi de storingen van de externe potentiaal zijn, dj de ontwikkelingscoëfficiënten en Bj(r) de basisfuncties. Wanneer het aantal storingen P groot genoeg wordt gekozen, kan dit stelsel vergelijkingen worden opgelost via een kleinste kwadraten fitting indien voor elke storing de respons in q bepaald kan worden. In eerste instantie leggen we ons toe op de berekening van de Fukuifunctie, die eveneens gedefinieerd is als de verandering van de chemische potentiaal [formula]. De rechter- en linkerafgeleiden worden respectievelijk aangewend om de regioselectiviteit t.a.v. een nucleofiele en een elektrofiele aanval te beschrijven. In de licentiaatsverhandeling werden als eerste aanzet gecondenseerde Fukuifuncties berekend voor de reactiviteitsbeschrijving van een aantal klassieke systemen, waaronder de elektrofiele aanval op monogesubstitueerde benzenen. Door als ontwikkelingsfuncties [formula] op de kernen gecenterde Dirac-d- functies te kiezen, werden resultaten van hoge kwaliteit bekomen. We wensen de methodologie nu eerst en vooral uit te breiden naar de bepaling van de lokale Fukuifuncties, die een veel fijner beeld verschaffen omtrent de reactieve regio's van het molecule. De keuze en/of ontwikkeling van geschikte basisfuncties zal hier een primordiale rol spelen. Voor de beschrijving van elektronische systemen met een oneven aantal elektronen zal een module voor de berekening van de spin-gepolariseerde DFT-descriptoren geïmplementeerd moeten worden. Voor de Fukuifunctie kunnen er dan o.a. volgende varianten gedefinieerd worden: [formula] en [formula] , waar [formula] de elektronische chemische potentiaal, [formula] de spinpotentiaal en NS =Na-Nb het spingetal voorstellen. We zullen deze nieuwe descriptoren toepassen in de beschrijving van de singlet-tripletovergangen in een reeks nitrenen (NX) en fosfinidenen (PX) (met X = H, Li, F, Cl, OH, SH, NH2 en PH2 ) en deze resultaten vergelijken met een voorgaande studie uit de onderzoeksgroep. Na de behandeling van functionaalafgeleiden van de chemische potentiaal !, zullen we ons richten op de functionaalafgeleide [formula] van de chemische hardheid !. Deze derde orde energieafgeleide werd onlangs voorgesteld als een "duale descriptor" die simultaan de elektrofiele en nucleofiele regio's van een molecule kan onderscheiden en in sommige gevallen als een beter alternatief voor de Fukuifunctie aangewend kan worden. De regioselectiviteit van de Diels-Aldercycloadditie zal als directe toepassing worden aangewend. Onze methodologie kan derwijze geconfronteerd worden met vroegere studies. Tot hiertoe hebben we enkel functionaalafgeleiden van globale grootheden behandeld. De veralgemening naar functionaalafgeleiden van lokale functies, zoals p(r), is een uitdaging bij uitstek. De bepaling van de lineaire responsfunctie
[formula] opent immers de weg naar de zachtheids-"kernel" s(r, r ') via de uitdrukking [formula]. Hoewel s(r, r ') beschouwd kan worden als een fundamentele descriptor gezien zijn inversie leidt tot de hardheids-"kernel" [formula], die op zijn beurt de lokale en globale hardheid bepaalt, wordt een daadwerkelijke berekening niet teruggevonden in de literatuur omwille van de complexiteit van de voorgestelde uitdrukkingen. Het feit dat onze perturbatieve methodologie ook tot deze functies aanleiding kan geven is van een groot fundamenteel belang. We stellen tot slot een alternatieve manier voor om een soort gecondenseerde [formula] te bepalen, geïnspireerd op recent werk van von Lilienfeld die een zogenaamde alchemische potentiaal [formula] definieert. Wanneer we p(r) benaderen door de atomaire populaties Ni en v(r') door de kernladingen Zj, kunnen we immers een gecondenseerde, lineaire responsmatrix [formula] berekenen door de grootte van de kernladingen te storen. We zullen dan een aantal klassieke systemen behandelen die reeds veelvuldig gebruikt zijn in de studie van reactiviteitsdescriptoren, zoals H2O, NH3, COH2 , carbonylverbindingen en gesubstitueerde benzenen. De relevantie van de lineaire responsmatrix en de gerelateerde zachtheids- en hardheidsmatrices kan dan worden ingeschat d.m.v. een vergelijking met de resultaten volgend uit de perturbatieve methode. Parallel met deze uitbreidings- en optimalisatiefasen van de methodologie zullen we een studie uitvoeren omtrent de reactiviteit van oppervlakken. De methode leent zich immers perfect tot de behandeling van omvangrijke systemen gezien we ons kunnen beperken tot de berekening van uitsluitend de relevante regio's door enkel daar storingen te plaatsen. In de literatuur worden descriptoren die gebaseerd zijn op de "density of states" [formula] en zijn lokale analoog [formula] gebruikt voor de beschrijving van oneindige systemen. Oppervlakken komen echter nauwelijks aan bod binnen het kader van de conceptuele DFT. Wij zullen de reactiviteit van de in de katalyse belangrijke aardalkalimetaaloxiden analyseren door een clustermodel van het oppervlak te beschouwen, waarbij we de storingen in het centrale gedeelte zullen aanbrengen om randeffecten te minimaliseren. Onze perturbatieve methodologie laat dan toe het hele spectrum aan eigenschappen op een uniforme wijze te berekenen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Snaartheorie en kosmologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij gebrek aan experimentele input, is de theoretische exploratie van extreem hoge energieschalen in de voorbije twee decennia in grote mate gebaseerd geweest op wiskundige consistentie en elegantie van fundamentele theorieën. Zo slaagt snaartheorie erin de gravitatiekracht kwantummechanisch te beschrijven, wat nodig is om de fysica van zwarte gaten en de oerknal te begrijpen. Onderzoek van de laatste tien jaren heeft tot sterke aanwijzingen geleid voor "holografie", ruwweg het idee dat het aantal vrijheidsgraden in een gebied van de ruimte evenredig is met de oppervlakte van de rand van het gebied (en dus niet met het volume). Zeer concrete realisaties van holografie leiden tot de equivalentie van enerzijds een gravitationele theorie in een ruimtetijd met een bepaalde dimensie en anderzijds een niet-gravitationele theorie in een lagerdimensionale ruimtetijd. Dit suggereert sterk dat ruimtetijd geen fundamenteel begrip is: het geeft een zeer goede benaderende beschrijving van het heelal in relatief "milde" omstandigheden, maar de ruimtetijd-beschrijving moet haar geldigheid verliezen in meer "extreme" omstandigheden (binnen zwarte gaten, vlakbij de oerknal). De hoge-energiefysica en de studie van het zeer vroege heelal zullen de volgende jaren een weelde aan nieuwe experimentele en observationele data ter beschikking hebben. Zo staan voor 2007 het opstarten van de Large Hadron Collider (LHC) op CERN en de lancering van de Plancksatelliet van ESA gepland, en de LIGO detector van gravitationele golven is nu al actief. In LHC zullen hogere energieschalen geëxploreerd worden dan tot dusver mogelijk was in een laboratorium op aarde, wat hopelijk belangrijke hints zal opleveren over de onderliggende fundamentele theorie. Planck zal de anisotropieën van de kosmische achtergrondstraling zeer nauwkeurig opmeten en op die manier theorieën over het vroege heelal testen. En van LIGO wordt verwacht dat het gravitationele golven zal detecteren, hopelijk ook gravitationele golven afkomstig van de oerknal. Gravitationele golven zullen een geheel nieuw venster openen op het vroege heelal, wat ons hopelijk een directe kijk zal geven op het heelal toen het nog niet transparant was voor elektromagnetische golven. Zo kan het vroege heelal gebruikt worden als laboratorium voor hoge-energiefysica. Met het oog op de experimentele en observationele input die de hoge-energiefysica de komende jaren zal krijgen, bestaat de belangrijkste uitdaging voor snaartheorie erin contact te maken met onze waargenomen wereld. Deze taak is niet eenvoudig omdat tot voor kort bijna alle vooruitgang in snaartheorie betrekking had op een statische ruimtetijd, terwijl de standaard kosmologie ons leert dat ons heelal begon met een oerknal en we nu ook weten dat het versneld expandeert. Voor aardse deeltjesfysica-experimenten is het een zeer goede benadering het heelal als statisch te beschouwen, maar voor de fundamentele theorie zouden de expansie van het heelal en de oerknalsingulariteit wel eens cruciaal kunnen zijn. Zo suggereert onderzoek van de laatste jaren dat er gigantisch veel meta-stabiele oplossingen bestaan van snaartheorie, wat geleid heeft tot vele discussies over de voorspellende kracht van de theorie. Dit onderzoek is echter grotendeels in het kader van effectieve veldentheorie gevoerd. Om echt te begrijpen hoeveel consistente oplossingen snaartheorie kan beschrijven en of ons heelal met een van die oplossingen overeenkomt, is het cruciaal technieken te ontwikkelen om snaartheorie in tijdsafhankelijke achtergronden te beschrijven. In het bijzonder weten we dat effectieve veldentheorie (in het bijzonder de algemene relativiteitstheorie) geen goede beschrijving geeft van de fysica vlakbij de oerknal, waar kwantumgravitatie-effecten belangrijk zijn. Bovendien werd de interesse in de fysica van kosmologische singulariteiten een vijftal jaar geleden aangescherpt door concrete kosmologische modellen waarbij aan ons expanderend heelal een contraherend heelal voorafging. In het model van Steinhardt en Turok van het cyclische heelal ontstonden de dichtheidsfluctuaties die aanleiding gaven tot de waargenomen anisotropieën in de kosmische achtergrondstraling in de contraherende fase van het heelal, en werd verondersteld dat ze ongeschonden door een "big crunch/big bang" overgang naar de expanderende fase propageerden. Of dit inderdaad het geval is, is een (vooralsnog onopgeloste) vraag voor de fundamentele theorie. Met deze motivaties in het achterhoofd, kreeg het onderwerp van kosmologische singulariteiten in snaartheorie vanaf 2002 ruime aandacht. In eerste instantie werden vooral de technieken van perturbatieve snaartheorie gebruikt, met als motivatie dat die zeer succesvol waren geweest in het begrijpen van bepaalde statische singulariteiten. Het bleek echter gauw dat deze technieken onvoldoende waren om een betrouwbare beschrijving te krijgen van kosmologische singulariteiten. De reden is dat perturbaties in een contraherend heelal een blauwverschuiving ondergaan en dus zeer energetisch worden vlakbij de "big crunch". Dit creëert een sterk gravitationeel veld en leidt tot ongewone divergenties in perturbatieve amplitudes. Storingstheorie geeft geen betrouwbare resultaten. Daarom is de aandacht meer recent verschoven naar het gebruik van niet-perturbatieve formuleringen van snaartheorie voor de studie van kosmologische singulariteiten. Zulke formuleringen waren bekend voor een beperkte klasse van veelal statische achtergronden. Ze hebben alle de eigenschap holografisch te zijn: een (gravitationele) theorie in een bepaald aantal ruimtetijd-dimensies wordt op fundamenteel niveau beschreven door een (niet-gravitationele) theorie in een kleiner aantal dimensies. Voorbeelden zijn het matrixmodel van Banks, Fischler, Shenker en Susskind en de AdS/CFT-correspondentie van Maldacena. Zeer recent werk bestaat erin deze beschrijvingen uit te breiden naar bepaalde achtergronden met kosmologische singulariteiten. Dit levert een kader op waarbinnen de fundamentele vragen verbonden met kosmologische singulariteiten kunnen worden bestudeerd. Voor een aantal klassen van kosmologische singulariteiten is een matrixbeschrijving voorgesteld. De fundamentele beschrijving is een lager-dimensionale theorie van matrices. Typisch wordt de fysica ver weg van de singulariteit in zeer goede benadering beschreven in het kader van de algemene relativiteitstheorie, maar verliest het begrip ruimte-tijd zijn betekenis in de buurt van de oerknal. De vraag is nu of in deze voorgestelde beschrijvingen inderdaad concrete berekeningen kunnen worden uitgevoerd die bepalen of er (op zijn minst in deze modellen) betekenisvol kan worden gesproken over tijd en ruimte vóór de oerknal. Een gerelateerde vraag is wat de fundamentele observabelen zijn in een ruimte-tijd met een oerknal: moeten we bepaalde beginvoorwaarden opleggen bij de oerknal, of moeten we overgangswaarschijnlijkheden berekenen tussen toestanden voor en na de oerknal? Een concreet doel van dit voorgestelde onderzoek is een bijdrage te leveren tot het beantwoorden van deze vragen door een gedetailleerde studie van deze en eventueel nieuwe snaartheorie-modellen met kosmologische singulariteiten. Deze modellen zijn zeer recent en actueel, en de VUB beschikt over de nodige expertise in dit gebied (mijn promotor werkt al verschillende jaren aan de ontwikkeling van snaartheorie-modellen van kosmologische singulariteiten, en is al gestart met het aanwerven van postdoctorale onderzoekers geïnteresseerd in deze onderzoeksrichting).
Op dit moment richt ik mij bij mijn licentiaatsverhandeling op de studie van de geometrie van D-branen in het kader van supersymmetrische nietlineaire sigma-modellen, onder begeleiding van A. Sevrin. Ik wens ook aan deze onderzoeksrichting aandacht te besteden tijdens mijn doctoraat, waardoor ik de verschillende expertises van de groep ten volle zal benutten. Tenslotte plan ik ook aandacht te besteden aan meer fenomenologische aspecten van hoge-energiefysica en kosmologie, om op die manier nog meer direct in te spelen op de nakende experimenten. Dit zal kaderen in een samenwerking met de experimentele deeltjesfysici van het IIHE en met fenomenologen van andere universiteiten, waarvoor reeds verkennende gesprekken begonnen zijn. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • BEN CRAPS
Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie Aspect-georiënteerd programmeren onderzoekt de notie van systeemdoorsnijdende bekommernissen in software systemen. De basisidee is dat er verschillende bekommernissen bestaan (zoals bvb synchronisatie of persistentie) waar wel op een modulaire manier kan over nagedacht worden, maar waarvan de feitelijke code zo goed als alle onderdelen van een softwaresysteem zal aantasten. Aspectgeoriënteerd programmeren onderzoekt dit fenomeen en tracht talen te vinden die toelaten dit soort bekommernissen in aparte modules onder te brengen (zogenaamde aspecten) die dan nadien door een aspectwever doorheen de basis van het systeem geweven worden. Het schrijven van software m.b.v. dit soort wevers noemt men dan aspect-georiënteerde software ontwikkeling (AOSD). AOSD is intussen lang geen nicheonderzoeksgebied meer. Verschillende nationale en internationale onderzoeksprojecten lopen momenteel in Europa en de jaarlijkse AOSD conferentie trekt gemiddeld meer dan tweehonderd deelnemers aan. Een fundamenteel probleem in AOSD is het aspectcompositieprobleem dat zich voordoet bij het samenstellen van aspecten. De vraag hoe men verschillende -onafhankelijk van elkaar ontwikkelde -- aspecten samen doorheen eenzelfde basisprogramma kan weven is grotendeels onopgelost. De kern van het probleem ligt in het feit dat de verschillende aspecten -- door verweving -- het basisprogramma destructief veranderen en aldus elkaar kunnen beïnvloeden. De afwezigheid van een wetenschappelijk gefundeerde aspectcompositietheorie is dus te herleiden naar het gebrek aan een wetenschappelijk gefundeerde definitie van aspectinteractie. Dit voorstel vertrekt van het feit dat aspect code en basiscode gebruik maken van dezelfde variabelen van een softwaresysteem. Aspecten waarvan de interne variabelen los staan van de variabelen van andere aspecten en van de variabelen van het basissysteem, zijn immers triviaal samen te stellen met die andere aspecten en het basissysteem. Pas wanneer het basissysteem en de aspecten gemeenschappelijk geheugen manipuleren kunnen zij mekaar potentieel voor de voeten lopen. Meer nog kan men stellen dat interactieproblemen zich slechts voordoen wanneer één van de partijen (aspectcode en/of basiscode) de variabelen destructief veranderen: zolang aspecten en basiscode de variabelen enkel uitlezen is er geen interactieprobleem. Daarom gaan we in dit voorstel uit van het feit dat basiscode en aspectcode eigenlijk bestaan uit transacties die variabelen in het geheugen lezen en schrijven. De vraag of aspecten gecombineerd kunnen worden met een basisprogramma en/of met mekaar komt dan eigenlijk neer op de vraag of de corresponderende transacties geserializeerd kunnen worden of niet. De kern van ons voorstel bestaat erin serializatietheorie uit de transactiewereld toe te passen op het aspectinteractieprobleem (en dus bij gevolg op het aspectcompositieprobleem). Hiertoe dienen we een basisprogramma en de aspecten voor te stellen als hiërarchisch opgebouwde samengestelde transacties: een programma leest en schrijft al zijn variabelen; een module leest en schrijft slechts een deel van deze variabelen; een methode leest en schrijft slecht een deel hiervan en een statement zal doorgaan slechts een handvol variabelen lezen en slechts één ervan schrijven. Een aspect is op zijn beurt een hiërarchisch opgebouwde container code waarvan elk niveau in de hiërarchie een beperkt aantal variabelen leest en schrijft. De vraag of een aspect interactieloos toe te passen is op één van deze systeemcomponenten komt dus neer op de vraag of de transacties die gedefinieerd worden door het basisprogramma en door het aspect al dan niet serialiseerbaar zijn. Dezelfde redenering is toe te passen voor de samenstelling van twee aspecten. Eén van de moeilijkheden die met dit voorstel gepaard gaan is dat de transacties waarvan sprake geen gewone eenvoudige transacties zijn. Inderdaad, om systemen, modules, klassen, methoden en statements correct af te beelden op transacties die variabelen manipuleren zullen we onze toevlucht moeten zoeken tot zogenoemde geavanceerde transactiemechanismen. Voorbeelden hiervan zijn geneste transacties [1] en sagas [2]. Door het feit dat deze transacties een interne structuur bezitten zijn ze afbeeldbaar op de samengestelde structuur van basis- en aspectcode. Het serialiseren van dit soort geavanceerde transacties is echter ook moeilijker. Ons voorstel bestaat dus uit het bestuderen van de verschillende soorten geavanceerde transacties (op basis van de unificerende ACTA theorie [3, 4]) en te onderzoeken hoe de abstracte syntaxbomen van zowel basiscode en aspectcode geassocieerd kunnen worden met een bijbehorende geavanceerde transactie. Vervolgens onderzoeken we hoe serialisatietheorie voor deze transacties tot een theorie kan dienen om interacties en composities tussen basiscode en aspectcode strikt wetenschappelijk te definiëren en hoe nietserialiseerbaardheid van de transacties kan gebruikt worden om interactieproblemen precies aan te duiden. Het bovenstaande voorstel kadert in een breder kader van recent onderzoek waarbij synchronisatiekennis uit parallelle systemen gebruikt wordt om het aspectinteractieprobleem in kaart te brengen. Eerder onderzoek focusseert zich echter grotendeels op het synchroniseren van berichten die voorkomen in de verschillende constituenten van een compositie. Het innovatieve aan dit voorstel is dat het zich toespitst op het gemeenschappelijk geheugen dat door de constituenten gemanipuleerd wordt, in plaats van het beschouwen van hun gemeenschappelijke ingrijppunten, zoals bijvoorbeeld in [5]. Dit onderzoek zal gevoerd worden binnen de omkadering van het Programming Technology Lab (PROG) van de Vrije Universiteit Brussel. Deze onderzoeksgroep heeft een lange geschiedenis in het domein van software- en programmeertaalontwikkeling. De laatste jaren heeft het lab zich geprofileerd als een belangrijke speler in AOSD-onderzoek. Zo is PROG samen met SSEL -- eveneens een onderzoeksgroep van de VUB -- actief binnen AspectLab [6], een samenwerkingsverband voor AOSD-onderzoek tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Katholieke Universiteit Leuven en Universiteit Gent, gefinancierd door het IWT. Daarnaast zijn PROG en SSEL ook lid van AOSD-Europe [7], een pan-Europees onderzoeksnetwerk in het AOSD-domein, gefinancierd door de EU. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Synthese van gesubstitueerde 4-amino-tetrahydro-2-benzazepin-3-onen en hun gebruik als leidverbindingen in de geneesmiddelontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding-Achtergrond-Doelstellingen De explosieve groei van het aantal therapeutische doelwitten waarmee de farmaceutische industrie geconfronteerd wordt, heeft geleid naar technieken zoals o.a. high-throughput screening (HTS) van combinatoriële bibliotheken. Deze techniek resulteert in vertrekpunten in de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Het is echter onwaarschijnlijk dat HTS perfecte drugkandidaten zal opleveren. Als verschillende "hits" gelijkaardige functionaliteiten vertonen, kunnen farmacofoor modellen opgesteld worden via structuuractiviteitsrelaties (SAR's). De medicinale chemicus kan dergelijke modellen gebruiken om de farmacologische eigenschappen van de drugkandidaat verbeteren. Hoewel HTS een algemeen aanvaarde methodologie is in de geneesmiddelontwikkeling, werd er echter aangetoond dat het succes van deze screenings grotendeels afhangt van de biologische relevantie van de bibliotheek, eerder dan van het aantal geteste moleculen. Bibliotheken gebaseerd op "privileged templates" zijn zeer succesvol gebleken.1,2 Dergelijke templates zijn in staat te interageren met diverse receptoren of enzymen door aanhechting van de geschikte farmacofore groepen. Dit projekt heeft als doel de ontwikkeling van synthesemethoden voor en het gebruik van de gesubstitueerde 4- Amino-1,2,4,5-tetrahydro-2-benzazepine-3-on (Aba) scaffold 1 als "privileged template" of bevoordeelde structuur.3 Het wijde spectrum van toepassingen waarvoor structuren van het type 1 al gebruikt werd (e.g. Figuur 2), toont duidelijk zijn potentieel aan in de medicinale chemie. Farnesyl transferase inhibitor 2a werd ontworpen met het oog op behandeling van
kanker.4,5 De therapeutische toepassing van Factor Xa inhibitor 2b situeert zich in het gebied van cardiovasculaire ziekten,6 tewijl de dubbele ACE/NEP inhibitor 2c werd ontwikkeld als bloeddrukverlagend middel.7,8 Ook 1,4-benzodiazepinonen (Figuur 3), werden reeds meermaals gebruikt voor de bereiding van peptidomimetica.9-12 Structuur 3a werd ontwikkeld als GPIIb/IIIa inhibitor met als therapeutische toepassing, bijvoorbeeld, thrombotische aandoeningen.10-12 De niet-peptidische benzodiazepine scaffold 3b werd gebruikt als basisskelet met daaraan gehecht de noodzakelijke functionele groepen vereist voor de biologische activiteit van het natuurlijk peptidisch hormoon somatostatine.9,13 Tijdens de voorbije jaren heeft onze onderzoeksgroep expertise opgedaan in de bereiding van 4-amino-2-benzazepine-3-onen 1. Er werden reeds een aantal methodologieën ontwikkeld die tal van substituties mogelijk maken.14-21 Tot op heden werd de nadruk gelegd op N2 en N4 substituties van het skelet, met de daaruitvolgende bereiding van opioide liganden16,18,19 en bradykinine analogen.22 Een uitbreiding naar 1-gesubstitueerde benzazepinonen,20,23 evenals naar substituties van de aromatische 7- en 8-posities,20,23 geeft de mogelijkheid om nieuwe doelstructuren aan te pakken. Voor het ontwerpen van de doelstructuren zullen twee hypothesen onderzocht worden: (1) de Aba template kan dienst doen als een interne ?-turn mimic en (2) de Aba structuur kan complementair zijn met de benzodiazepine structuur. De keuze van deze doelwitten wordt verklaard in de volgende paragraaf. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Steven BALLET
Niet-parametrische regressieschatters: uniform in bandbreedte consistentie van kernschatters en conditionele Ustatistieken via empirische processen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding. Zij (X; Y ); (X1; Y1); (X2; Y2); : : : onafhankelijke en identiek verdeelde (i.i.d) toevalsvariabelen met waarden in Rd_Rr, en noteer fX voor de (onbekende) marginale dichtheidsfunctie van X. Een fundamenteel probleem in de niet{parametrische statistiek is het schatten van deze dichtheidsfunctie, alsook de regressiefunctie m'(t) := E['(Y )jX = t]; t 2 Rd. Een populaire en krachtige klasse die dat toelaat, is de klasse van de zogenaamde kernschatters. Deze zijn reeds en worden nog steeds intensief bestudeerd. De_nieer (1) 'n;h(t) := 1 nhd n Xi=1 '(Yi)K _t ?? Xi h _; t 2 Rd; waar 0 < h < 1 de bandbreedte is, en K een kernfunctie is (i.e een meetbare functie die voldoet aan RRd K(s)ds = 1 en supx2Rd jK(x)j = _ < 1). Als ' _ 1 bekomen we de kerndichtheidsschatter voor fX(t) die gebruikelijk fn;h(t) genoteerd wordt. Twee andere welbekende voorbeelden die goede schatters zijn voor m'(t), zijn de locaal polynomiale regressieschatters en de Nadaraya{Watson schatter, die gede_nieerd wordt als 'n;h(t)=fn;h(t). Als de dichtheid fX continu is, en als we een geschikte rij hn ! 0 kiezen die voldoet aan nhn= log n ! 1 en j log hnj= log log n ! 1, zijn de bovenstaande kernschatters sterk consistente schatters voor m'(t)fX(t), i.e 'n;hn(t) ! m'(t)fX(t); t 2 Rd met kans 1. Naast de puntsgewijze convergentie, zijn ook uniforme consistentieresultaten over 'n;hn(t) bekend, inclusief de overeenkomstige convergentiesnelheden. De meest recente resultaten impliceren bovendien dat de consistentie uniform in ' 2 F- een reguliere klasse van functies - is en ook bewaard blijft als we in plaats van een deterministische rij hn, een bandbreedte kiezen die afhankelijk is van de data en eventueel ook van de locatie t, i.e h = H(X1; : : : ;Xn; t). Beschouw de envelope functie F van F, dwz F(x) = sup'2F j'(x)j: Als EF(X)p < 1 (p > 2) geldt er namelijk dat lim sup n!1 sup t2Rd sup '2F sup ( c log n n )_h<1 pnhdj'n;h(t) ?? E'n;h(t)j pj log hj _ log log n =: M(c) < 1; b:o:; waar 0 < _ 1 afhangt van p. Dit werd recentelijk bewezen door Einmahl en Mason (2005, AOS p.1380{1403), en geeft aan dat men h naar wens kan kiezen zonder de consistentie{eigenschap te verliezen, zolang h niet kleiner dan O((log n=n)) gekozen wordt. Deze uniformiteit in h is een essentiele verbetering t.o.v de eerder beschouwde deterministische rijen, en er wordt tegenwoordig naar zulke resultaten verwezen als \uniform in bandwidth results". Deze zijn zowel vanuit een theoretisch als vanuit een prakrisch standpunt een aanzienlijke vooruitgang. Bovendien impliceert bovenstaand resultaat ook dat de (uniforme) convergentiesnelheid van 'n;h(t) essentieel dezelfde is (op constanten na) in het geval van deterministische rijen hn ! 0, en voor algemene bandbreedten die afhankelijk van de data gekozen worden (wat in de praktijk meestal het geval is). Puntsgewijze convergentie. Het bovenstaand resultaat betreft de uniforme convergentie van de kernschatter, i.e voor alle t 2 Rd tegelijk. Het is echter gebleken dat de puntsgewijze convergentie ook heel nuttig kan zijn voor sommige toepassingen. Zo kan bijvoorbeeld de Hill estimator, die een beroemde schatter is voor de index van een Pareto{distributie, uitgedrukt worden als een kernschatter waar t 2 Rd vast blijft (zie Csorg}o, Deheuvels and Mason, 1985, AOS p.1050{1077). Hoewel het vorig resultaat natuurlijk de puntsgewijze uniform in bandwidth consistentie van de schatters impliceert, is het dus niet zonder belang na te gaan welke voorwaarden verzwakt kunnen worden zonder de consistentie te verliezen als t 2 Rd vast is. Op die manier kunnen we de resultaten in het puntsgewijze geval verbeteren en optimiseren, en dus toepassen onder betere voorwaarden. We hebben recentelijk kunnen tonen dat als F(X) begrensd is (of algemener als F(X) een eindige moment{genererende functie heeft), de consistentie bewaard blijft zolang h niet kleiner dan O(log log n=n) genomen wordt. Als we dit vergelijken met de voorwaarde in het uniforme geval, betekent dit dat we het interval hebben kunnen uitbreiden waarin de bandbreedten mogen varieren. 1 2 In het geval de variabelen onbegrensd zijn, hebben we ook zeer algemene resultaten kunnen aantonen, en de bestaande resultaten kunnen verbeteren. Meestal wordt het onbegrensde geval beschouwd onder de voorwaarde dat er een p{de moment bestaat (p > 2), en de typische orde die voor h bekomen werd, is O((log log n=n)1??2=p). Met een ver_jning van de techniek, hebben we echter kunnen tonen dat de orde tot O((log n)2=(p??2)=n) verkleind kan worden. Met een verdere ver_jning hopen we de orde nog te verlagen tot O((log log n)p=(p??2)=n). Censored regression. Als uitbreiding zijn we nu ge_nteresseerd in het schatten van de veralgemeende regressiefunctie m'(t) := E['(Y1; : : : ; Ym)j(X1; : : : ;Xm) = t]; t 2 Rm, waar m _ n en waar we voor de eenvoud r = d = 1 stellen. Om dit te doen werden de conditionele U{statistieken ingevoerd, die kunnen beschouwd worden als directe extensie van de Nadaraya{Watson schatters voor m'(t). In samenwerking met David Mason hebben we de sterke consistentie en de convergentiesnelheid van deze klasse schatters kunnen vastleggen, en dit uniform in de bandbreedte. Meer bepaald geldt er onder bepaalde voorwaarden dat, lim sup n!1 sup an_h_bn sup '2F sup t2Im pnhmj ^mn;h;'(t) ?? bE ^mn;h;'(t)j pj log hj _ log log n < 1; b.o.; waar ^mn;h;'(t) een conditionele U{statistiek is, en an; bn rijen van reele getallen zijn waarvoor an _ bn ! 0 en bn=an ! 1. Naast de zeer brede waaier van toepassingen die deze klasse schatters kan voortbrengen, denken we dankzij het bovenvermelde consistentieresultaat, onder andere het gecensoreerde regressieprobleem te kunnen oplossen. We beschouwen daarvoor onafhankelijke variabelen (Xi;Ui); i _ 1 in R+ _ R+ waar Xi een positieve overlevingstijd voorstelt, en Ui een overeenkomstige covariate. We zijn ge_nteresseerd in het schatten van de algemene regressiefunctie _'(u) = E['(X)jU = u] als u in een bepaald compact interval I varieert. Het is welgeweten dat de Nadaraya{Watson schatter een zeer goede consistente schatter is voor _'(u). Maar in het geval de data gecensoreerd zijn, kunnen de toevalsvariabelen (Xi;Ui) niet volledig geobserveerd worden. Bijgevolg zijn de klassieke kernschatters zoals Nadaraya{ Watson, locaal polynomiale schatters,... niet meer aangewezen. Inderdaad, in het gecensoreerd geval kan men enkel de triplets (Zi;_i;Ui) observeren, waar Zi = Xi ^ Ci en _i = 1IfXi _ Cig, met Ci een censoring variabele zodanig dat CikUi = u onafhankelijk is van Xi. De vraag is nu om E['(X)jU = u] te schatten op basis van (Z1;_1;U1); : : : ; (Zn;_n;Un). Steunende op de resultaten die we bekwamen in het kader van conditionele U{statistieken, beschouwen we de volgende niet{parametrische schatter: (2) ^mn;h;'(u) = Pn i=1 '(Zi)_iK ??u??Ui P h _ n i=1 _iK ??u??Ui h _ + Pn i=1Pn j=1 '(Zj)_j(1 ?? _i)1IfZj > ZigK ??u??Ui h _K _u??Uj h _ Pn i=1Pn j=1 _j(1 ?? _i)1IfZj > ZigK ??u??Ui h _K _u??Uj h _ ; waar 0 < h < 1 de bandbreedte is en K : R+ ! R een kernfunctie die een drager binnen [??1=2; 1=2] heeft. Het is duidelijk dat deze schatter een combinatie is van een klassieke Nadaraya{Watson schatter voor E['(Z)_jU = u], en een conditionele U{statistiek die E['(Z2)_2(1 ?? _)1IfZ2 > Zg]jU = u] E[_2(1 ?? _)1IfZ2 > Zg]jU = u] schat. M.a.w, ^mn;h;'(u) berekent een Nadaraya{Watson schatter op basis van de niet{gecensoreerde observaties (_i = 1), en beschouwt een conditionele U{statistiek voor elke gecensoreerde observatie (_i = 0). Aan de hand van enkele simulaties, blijkt onze schatter zich inderdaad \consistent te gedragen", maar een formeel wiskundig bewijs hebben we nog steeds niet. Daarnaast is het ook interessant te kijken welke voorwaarden nodig zijn opdat deze regressieschatter de \klassieke" convergentiesnelheid zou halen, namelijk pnh=j log hj. 3 Afhankelijkheid. In het bekomen van \uniform in bandwidth" resultaten, spelen empirische processen een belangrijke en cruciale rol. In het bijzonder kunnen de kernschatters voorgesteld worden door een empirisch proces waarvan de indexverzameling een klasse van functies is. Het probleem stelt zich dan om de gepaste ongelijkheden voor zulke processen op een optimale manier met elkaar te combineren. In 1994 heeft Talagrand een oneindig{dimensionale versie van de Bernstein ongelijkheid kunnen bewijzen, waarmee waarschijnlijk _e_en van de belangrijkste theoretisch problemen voor empirische processen op basis van onafhankelijke variabelen, opgelost werd. Maar voor resultaten zoals hierboven uitgewerkt, is het essentieel dat de variabelen in een strikt
wiskundige zin onafhankelijk zijn. Nochtans is dit in de praktijk niet altijd voor de hand liggend. Het is voor de toepassingen dus cruciaal te weten of de belangrijke limietstellingen zoals onder andere de centrale limietstelling (CLT) en de wet van de ge_tereerde logaritme (LIL) ook blijven bestaan in het geval de variabelen een zekere vorm van afhankelijkheid vertonen. In het algemeen is dit niet altijd waar, zodat het interessant is na te gaan wat nodig en/of voldoende is om similaire resultaten te behouden. Het laatste luik van dit project bestaat er dan in om op zoek te gaan naar een al dan niet mogelijke uitbreiding van deze methoden en theorieen naar de context van afhankelijke variabelen. De mate van afhankelijkheid wordt vaak uitgedrukt in functie van mixing{coe_cienten, waarvan de voornaamste de sterke (of _{)mixing{coe_cient genoemd wordt. Deze wordt voor twee deel{ _{algebra's A; B van F gede_nieerd als _(A; B) := supfjP(A)P(B) ?? P(A \ B)j : A 2 A;B 2 Bg. Beschouw verder een stationaire rij X1;X2; : : : en stel Fn de _{algebra's voortgebracht door fXi; i _ ng. De_nieer dan de niet{stijgende rij _n := _(Fn+1; _(X1)). Als _n ! 0 zeggen we dat de rij X1;X2; : : : _{mixing is. Dit betekent dat de afhankelijkheid tussen Xn en Xm klein wordt als n ?? m groot wordt. Merk op dat _n = 0 voor een onafhankelijke rij toevalsvariabelen. Daarnaast worden er voornamelijk nog twee andere mixing{coe_cienten beschouwd, namelijk de uniforme (of _{mixing) en de absolute regulariteit (of _{mixing). Deze bepalen een zwakkere vorm van afhankelijkheid in de zin dat \onafhankelijk" ) _{mixing ) _{mixing ) _{mixing. Via mixing kunnen we zeer algemene toevalsprocessen modeleren, zodat het belangrijk is te weten of de klassieke limietstellingen al dan niet geldig blijven. Een recent resultaat toont aan dat de CLT geldig blijft voor stationaire rijen van _-mixing variabelen die bovenop de klassieke momentvoorwaarden EX1 = 0, EX2 1 < 1, ook voldoen aan extra condities op Pn i=1 Xi en de kwantielfunctie van jX1j. Aangezien er min of meer optimale versies bestaan van klassieke limietstellingen onder _{mixingcondities, is de volgende logische stap te onderzoeken welke resultaten mogelijk zijn voor empirische processen onder zwakkere mixing{condities. Meestal komt het erop neer uniforme versies van de limietstellingen te vinden. In het onafhankelijke geval kunnen consistentieresultaten in vele speci_eke gevallen bekomen worden d.m.v een representatie als empirisch proces die als indexverzameling een klasse van functies heeft, en die afhankelijk is van de steekproefgrootte n. Willen we deze resultaten onder optimale voorwaarden bewijzen, is het cruciaal om de gepaste combinatie van maximum- en momentongelijkheden toe te passen. In tegensteling tot het onafhankelijke geval die over een zeer uitgebreide literatuur beschikt wat betreft empirische processen en allerlei ongelijkheden, zijn er voor afhankelijke variablen relatief weinig hulpmiddelen gekend, waardoor het minder evident is hoe men hier te werk moet gaan. Een andere mogelijk onderzoeksrichting zijn lineaire processen waarvoor \short-range" afhankelijkheid of \long-range" afhankelijkheid bestaat. Wu and Mielniczuk (2002, AOS 30, pp. 1441{1459)) hebben getoond dat in veel situaties de kernschatter voor de dichtheidsfunctie asymptotisch normaal is, maar er zijn ook andere limietverdelingen mogelijk. Het lijkt een zeer interessant probleem, na te gaan wanneer deze schatters bijna overal convergeren en hoe goed de convergentie in dit geval zou zijn. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Julia DONY
Deklagen van hoge-temperatuursupergeleiders via economisch verantwoorde en duurzame chemie en technologie Hogeschool Gent Abstract: Dit project kadert in het brede onderzoeksgebied van de samenwerking tussen UGent – Vakgroep Anorganische en Fysische Chemie en Hogent – Departement Toegepaste Wetenschappen, op het gebied van materiaalchemie en -ontwikkeling. Het onderzoeksgebied van de materiaalchemie is één van de huidige meest dynamische onderzoeksgebieden met een grote impact op de technologische, sociale en economische ontwikkeling van de huidige samenleving. Hierbij wordt het ook steeds belangrijker energetische en milieuvriendelijke aspecten ten volle aandacht te geven bij de productie van deze duurzame materialen. In dit kader zal het voorliggende project zich toespitsen op de ontwikkeling van innovatieve syntheseroutes voor de vervaardiging van supergeleidende materialen. Deze nieuwe klasse van materialen biedt meerdere perspectieven voor toepassingen in de energiesector, micro-electronica en communicatie. De syntheseroute die we wensen te ontwikkelen en optimaliseren is er specifiek op gericht gemakkelijk industrieel opschaalbaar te zijn en milieuvriendelijke precursoren aan te wenden. Na de ontdekking van hoge temperatuur keramische supergeleiders in 1987, situeert het onderzoek zich momenteel vooral in de ontwikkeling van technologische toepassingen gebaseerd op industrieel en economisch haalbare technieken. Omdat keramische supergeleiders in bulkvorm minder goede mechanische, elektrische en magnetische eigenschappen vertonen, wordt voor technologische toepassingen meestal gebruik gemaakt van supergeleidende dunne lagen aangebracht op een substraat, al dan niet voorzien van een aantal bufferlagen - Finaal ook wel “coated conductor” genaamd. Een bruikbare supergeleidende film voldoet aan een aantal fundamentele vereisten: chemische en structurele zuiverheid en stabiliteit, gewenste mechanische eigenschappen, een voldoende hoge kritische temperatuur Tc en een hoge kritische stroomdichtheid Jc, in functie van de gewenste toepassing. Tot op heden worden deze “coated conductors”, industrieel vervaardigd met dure en moeilijk opschaalbare vacuümtechnologieën waarop dit project een waardig alternatief wil bieden. Onze onderzoeksgroep is gedurende meerdere jaren actief in het onderzoek naar het gebruik van vloeibare precursoren, meerbepaald in de sol-geltechniek, voor de synthese van dunne keramische lagen. Ten opzichte van vacuümtechnologieën kan met deze techniek depositie van dunne lagen gebeuren op een meer eenvoudige en goedkopere manier, met grote flexibiliteit in het gebruik van verschillende samenstellingen en synthesecondities. De depositie van een sol gebeurt hierbij via dip-coaten, gevolgd door een thermische behandeling. In de internationale onderzoeksgemeenschap vinden dergelijke ‘Chemical Solution Deposition – “CSD” – technieken volop hun ingang bij het zoeken naar haalbare alternatieven voor de productie van “coated conductors”. Bovendien zal in dit project gewerkt worden aan de ontwikkeling van innoverende sol-gel precursoren gebaseerd op H2O, die derhalve industriële toepasbaarheid en duurzame dimensie perfect combineren. In tijden waar milieu meer en meer belang wint, is dit een absoluut pluspunt. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Pieter Vermeir • Joseph Schaubroeck
Keramische holle vezels voor gasscheiding in de duurzame energieproductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraat beoogt de ontwikkeling van een functioneel dens keramisch membraan in holle vezelvorm met een optimale proton- of zuurstofgeleiding voor toepassing in de oxyfuel- en/of precombustion route voor toekomstige thermische centrales. In de oxyfuelroute gebeurt de verbranding met zuivere zuurstof ( o.a.bekomen uit omgevingslucht via membraanscheiding), en in de precombustion route wordt de brandstof eerst vergast en de H2 gescheiden (bv. met het membraan) van de gevormde CO2. De ontwikkeling gebeurt op basis van vroeger, op VITO uitgevoerd onderzoek waarbij de technische haalbaarheid van de aanmaak van kwalitatief goede holle keramische vezels werd aangetoond. Gekoppeld aan de aanmaak en karakterisering van holle vezels op basis van perovskiet of perovskietachtige keramische materialen, geschikt voor de specieke scheidingen die voor oxyfuel en/of precombustion nodig zijn, zal een kleinschalige membraanmodule worden ontworpen om de holle vezels te bundelen, gasdicht te maken en schaalvergroting te vereenvoudigen. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC) • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Jean Kretzschmar • Cédric Buysse
Nanowetenschappen Live in wetenschappelijke centra en musea (NANO TO TOUCH). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck
Atmosferische depositiefluxen van scheepvaartemissies naar de Belgische Noordzee (SHIPFLUX). Universiteit Antwerpen Abstract: Het belangrijkste doel van deze studie is het kwantificeren van de effecten van scheepsemissies op de concentratie en depositie van gasen deeltjesvormige polluenten in het Belgisch deel van de Noordzee. De focus zal daarbij liggen op polluenten die bij depositie nutrienten vormen (stikstofverbindingen zoals NO., nitraten, nitriet, salpeterzuur, ammoniak en ammoniumzouten), op zware metalen en op persistente organische polluenten. Er zullen experimentele bemonsteringen voor deze componenten worden uitgevoerd vanop onderzoeksschepen op de belangrijkste scheepsroutes in de Zuidelijke Bocht van de Noordzee, en verder vanop een vast radarplatform en in een kuststation in De Haan. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Dual PEM ChiralIR-2X : de eerste tweede generatie VCD spectrometer in Europa als basis voor het "Antwerp - Ghent BioTools European Centre on Vibrational Optical Activity". Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeken van de leefbaarheid van een dienstverlenende onderneming die als doel heeft een Europees Excellentie centrum te worden voor het bepalen van de absolute configuratie van chirale verbindingen. Deze onderneming is een spin-off die de expertise en kennis van vibrationele optische activiteitsbepaling bestaande binnen UA en UGent bundelt en deze combineert met de commerciële expertise van BioTools. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Wouter Herrebout
INTERREG IVB project CLIWAT - Adaptive and sustainable water management and protection of society and nature in an extreme climate Universiteit Gent Abstract: Simulaties van klimaatsveranderingen geven aan dat neerslag zal toenemen in de Noordzee region, welliswaar met belangrijke seisoenale varieties. Dit zal leiden tot hogere grondwaterschanden, hogere fluxen naar oppervlaktewaters, invloed op landbouw en invloed op verspreiding van polluenten op industriële sites. Dit zal onderzocht worden aan de hand van een aantal pilootgebieden langs de Noordzee kust. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Luc Lebbe
DOV: Databank ondergrond Vlaanderen: vastleggen van de formele stratigrafie in boringen en sonderingen met opmaak van regionale kaarten voor een aantal typegebieden op basis van de geologie en de geotechnische karakteristieken Universiteit Gent Abstract: Invullen van de stratigrafische interpretatie van geotechnische gegevens in de geologische databank van de Vlaamse Gemeenschap (Databank Ondergrond Vlaanderen, DOV)en omzetting in gebruiksvriendelijke kaarten voor enkele typegebieden Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Spectroscopische studie van niet-thermische plasma's bij atmosfeerdruk in de context van biomedische toepassingen Universiteit Gent Abstract: In het project worden twee plasmabronnen gekarakteriseerd: (1) plasmajet (2) pin-water elektrodeconfiguratie. De karakterisering bestaat uit het bepalen van de elektronen- en gastemperatuur, en van de dichtheden van elektronen en radicalen met behulp van spectroscopische technieken. Beide plasmabronnen worden vervolgens ingezet voor de inactivatie van bacteriën en de zuivering van water. Het project kadert in een joint PhD Universiteit Gent - HuaZhong University (China). Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys
Quaternionische-Hermitische Cliffordanalyse: een matrixaanpak Universiteit Gent Abstract: Hermitische Cliffordanalyse, een functietheorie die de holomorfe functies van meedere complexe variabelen omvat, steunt op het opleggen van een complexe structuur aan de Euclidische ruimte; de functietheorie wordt ontwikkeld met behulp van circulantmatrices van orde 2. In quaternionisch-Hermitische Cliffordanalyse legt men meerdere complexe structuren op, ter verfijning van het systeem; dit project beoogt de corresponderende functietheorie te ontwikkelen via hogere orde circulantmatrices. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Hennie De Schepper
Ontwikkeling van geïntegreerde digestaatverwerking met recuperatie / Hergebruik van water, nutriënten en organisch materiaal (C2C) met praktijkrelevante bedrijfszekerheid
Universiteit Gent Abstract: De ontwikkeling van een betaalbare en bedrijfszekere proces flow voor de verwerking van digestaat met aandacht voor recuperatie van water, nutrienten en organish materiaal, conform de cradle to cradle gedachte. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste analytische en fysische chemie
Onderzoekers: • Filip Tack • Erik Meers
Nieuwe koppelingstechnieken voor peptidesynthese en nieuwe synthesemethodologie voor niet-natuurlijke aminozuren Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van nieuwe technologie voor peptiden. Synthese van glycine-houdende peptiden, waarbij de (beschermende) chloroacetylgroep zelf als glycineprecursor wordt aangewend en gepersilyleerde aminozuren worden ingezet als aminocomponent. Ontwikkeling van nieuwe elektrochemische methodes voor de synthese van niet-natuurlijke x- en b-aminozuren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Frans Borremans • Johan Van der Eycken
Consumer Open Innovation and Open Manufacturing Interaction for Individial Garments - Open Garments Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van Open Garments is het Manufacturing Service Provider (MSP) Business Model die individuele kledingstukken mogelijk maakt. Dit model zal een nieuwe manier van ontwerpen, productie en verkoop toestaan van door consumenten ontworpen en samengestelde kleding, gebaseerd op het aanbod van geïndividualiseerde diensten en producten aan klanten en partners. Dit zal leiden tot nieuwe product ontwerpen, tot een veel hogere tevredenheid van de klant, en tot een verbetering van de stabiliteit en het concurrentievermogen van KMO's. Wanneer de Europese textiel-en kledingindustrie dit toepast, zal ze in staat om binnen de 72 uur individuele kledingstukken te creëren met een zeer hoge mate van maatwerk op het gebied van pasvorm, mode en functie en met een vergelijkbare prijs. Het is de bedoeling om de consument aan te stellen als ontwerper, producent en detailhandelaar voor individuele kledingstukken, door de creativiteit en de bereidheid van de consument door middel van web-gebaseerde virtuele gemeenschappen van individuen te gebruiken, door de aanvaarding en de integratie van (voornamelijk) bestaande digitale technologieën voor ontwerp en productie van individuele kledingstukken in het kader van open innovatie en (een nieuw concept van) Open Manufacturing, en het uitwerken van een nieuw MSP-concept voor KMOs met een passend bedrijfsmodel en -instrumenten, die de Open Innovatie gemeenschap en de Open Manufacturing netwerk coördineert, ondersteunt en beheert Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Frank VAN REETH
Samenwerkingsovereenkomst voor indiening en uitvoering van het INTERREG IVA-project 'Revalidatierobotica II' binnen het Operationeel Programma INTERREG IVA Grensregio Vlaanderen-Nederland. Universiteit Hasselt Abstract: De gezamenlijke uitvoering van het project waarop deze samenwerkingsovereenkomst betrekking heeft: 'Revalidatie Robotica II'. Dit project vertrekt vanuit de resultaten van recent afgerond pilootproject in het kader van het INTERREG IIAA-programma voor de Euregio Benelux Middengebied (# 4-BMG-II-1=84). Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX
Study in the field of functional starter cultures for cocoa fermentation Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel is de ontwikkeling van goed gefermenteerde cacaobonen met een specifieke smaak, met verbeterde proces-functionele eigenschappen en een verhoogd gehalte aan functionele en gezondheidsbevorderende componenten door de volledige controle van het cacaoboonfermentatieproces. Dit kan op zijn beurt leiden tot gezondheidsbevorderende chocoladeproducten en een duurzame ontwikkeling van bestaande cacaoprocestechnologieën. Daarom heeft dit onderzoeksproject tot doel een nieuwe generatie chocoladeproducten te ontwikkelen door beïnvloeding van het cacaofermentatieproces door middel van selectief gekozen starterculturen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
PHOSFOS-Photonic skins for optical sensing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rondt optische sensors met opto-elektronische en elektronische circuits in flexibele en uittrekbare huidsoorten voor toepassingen in gebieden zoals gezondheidsmonitoring, automobiele industrie, ruimtevaart, robotica, etc. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • FRANCIS BERGHMANS
SMOS+Hydrologiestudy Universiteit Gent Abstract: Nieuwe bodemvochtmetingen van de SMOS missie leveren nieuwe accurate data met een hoge frequentie op globale schaal. De lage resolutie van deze data en de moeilijkheden om satellietdata in hydrologische modellen te integreren vormen een zware uitdaging. In deze context focust dit project op het aantonen van de wetenschappelijke meerwaarde van SMOS data om het gebruik ervan in de hydrologie en het waterbeheer te promoten.
Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Valentijn Pauwels
Ontwikkeling van een HDF5 compatibele versie van Modflow en bijhorende programma's Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) wenst in de toekomst veelvuldig gebruik te maken van tijdsafhankelijke grondwatermodellen. Hiervoor zal het MODFLOW model worden gebruikt. Het opstellen van tijdsafhankelijke grondwatermodellen vereist dat de randvoorwaarden eveneens tijdsafhankelijk zijn. Omdat alle modelinput in ASCII bestanden wordt opgeslagen, kunnen de Modflow invoerbestanden van een tijdsafhankelijk model zeer groot worden, waardoor de totale opslagcapaciteit nodig voor deze modellen snel zal toenemen. Om die redenen wensen we in de Modflow code een optie in te bouwen die de modelleur in staat stelt de invoerbestanden met grote heoveelheden gegevens als HDF5 file op te slaan. Het uitbreiden van de Modflow code voor het inlezen van het HDF5 invoerbestand is de opdracht beschreven in dit bestek. Het inbouwen van deze extra optie in Modflow heeft ook consequenties op de werking van andere programma's die gebruik maken van de Modflow inputbestanden. In de eerste plaats denken we aan het particle-tracking programma Modpath, dat eveneens HDF5 compatibel moet worden gemaakt. Een ander programma is Zonebudget voor het berekenen van waterbalansen. In tweede instantie moet ook de Modflow Wrapper worden uitgebreid. De Modflow wrapper is een Matlab tool die door de VMM ontwikkeld werd. Met deze tool kan men Modflow inputbestanden inlezen en aanmaken en Modflow outputfiles met berekenden resultaten inlezen. De Modflow Wrapper maakt het dus mogelijk om Matlab te gebruiken als pre- en postprocessor van Modflow input en output. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Structuurgeneratie met toepassingen in de scheikunde, de wiskunde en het onderwijs Universiteit Gent Abstract: In het kader van dit project worden verschillende generatiealgoritmen ontwikkeld, geïmplementeerd en toegepast voor structuren die met name interessant zijn in de scheikunde en de wiskunde. Bovendien wordt het softwarepakket Grinvin uitgebreid en worden de toepassingen ervan in de universitair en middelbaar onderwijs verder gezet. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Gunnar Brinkmann
Capaciteitsopbouw rond monitoring van geologische risico's in vulkanisch-actieve gebieden in SW Kameroen Universiteit Gent Abstract: Monitoring van geologische risico's is onbestaand in SW Kameroen, waar nochtans grote vulkanische gevaren aanwezig zijn. Het project heeft de bedoeling om de kwetsbaarheid hiervoor te verkleinen door bijstand te verlenen aan de Universiteit van Buea (UB), gelegen aan de voet van een vande grootste niet-gemonitorde vulkanen, door capaciteitsopbouw in monitoring van geologische risico's. De aandacht wordt teogespitst op het opstarten van een teledetectie-eenheid voor afstandswaarneming in UB, relevante training in UGent/UB, het vergroten van de publieke belangstelling rond geologische risico's, en op bijstand in voorbereiding en reactie op catastrofen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Intelligente beslissing en de voorspelling methoden met behulp van fuzzy sets aan waarschuwingssystemen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft twee doelstellingen: (1) Om een ??algemene framawork van geïntegreerde waarschuwingssysteem (WS) te ontwikkelen. Dit kader zal zowel de technische en organisatorische elementen en hun relaties, die bijzonder wordt gekeken naar zowel een generatie vroegtijdige waarschuwing van informatie fusie en besluitvorming van waarschuwingen bevatten. (2) Om een ??nieuwe fusie methode ontwikkelen om de onzekere informatie (met behulp van fuzzy sets en fuzzy case-based reasoning) te beheren op een geïntegreerde manier te waarschuwen generatie. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Etienne Kerre
Datering van het Roemeens deel van de Europese loess belt met luminescentiesignalen van veldspaat Universiteit Gent
Abstract: De doelstelling van het project is een accurate en precieze chronologie op te stellen voor de meeste belangrijke loess-palaeosol sequenties in Roemenië. Hiertoe worden de moderne en innovatieve luminescentiedateringsmethoden ontwikkeld en toegepast op veldspaat. De resultaten dragen bij tot een verbeterd inzicht in het belang van atmosferische stof, niet alleen als erchief maar ook als potentiële agens van klimaatwijzigingen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Peter Van den haute
Ontwikkeling van een injectieproces van EPS parels voor postisolatie van spouwmuren Universiteit Hasselt Abstract: Het algemeen doel van dit project is een injectieproces voor EPS parels te ontwikkelen dat een constant hoge uitvoeringskwaliteit waarborgt. Hiervoor meer eerst inzicht verkregen worden in de interagerende factoren die de kwaliteit van een in situ gevormde isolatieplaat met EPS parels voor bestaande spouwmuurisolatie beïnvloeden. Deze kennis is vandaag niet publiek beschikbaar en zal nu in dit project gegenereerd worden. Vervolgens wordt deze kennis vertaald in de technische specificaties van een proefinjectieinstallatie die aangepast is aan de vereisten van de Belgische markt. Tenslotte wordt een proefinstallatie grondig getest, zodat met zekerheid een proces bereikt wordt waarbij de thermische en vochtgerelateerde eigenschappen van deze isolatieplaat onder alle omstandigheden maximaal zijn. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Robert CARLEER • Peter ADRIAENSENS
CARAMELOS - a collaborative action research on agile methodologies for enterprises in the little, adhering to the open source principle (Colombia - Universidad de los Andes) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de VLIR eigen initiatieven voor ontwikkelingssamenwerking werd zeer recent ons project CARMELOS goedgekeurd waarbij wij samen met de Universiteit van de Andes in Bogota de opleiding en begeleiding zullen verzorgen van 3 Colombiaanse Ph. D. studenten in de komende 4 jaar teneinde vooreerst de academische capaciteit van beide labs uit te breiden en voorts om de kloof te helpen dichten tussen universiteit en software industrie die aldaar, zoals in VLaanderen, typisch bestaat uit honderden kleine bedrijfjes. Daar deze fondsen, zo'n 255000 euro, uitsluitend bedoeld zijn voor het financieren van de beursstudenten, willen wij hierbij een parallelle aanvraag doen teneinde fondsen te genereren voor 2x 25% administratieve coördinator om dit project te omkaderen en de studenten degelijk te kunnen begeleiden. Eveneens willen wij hiermee de routes verkennen voor een analoog onderzoek in Vlaanderen, achteraf. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Flux-based Risk Assessment of the impact of Contaminants on water resources and ECOsystems - FRACWECO. (Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De 19de en 20ste eeuw worden gekarakteriseerd door een sterk economische en industriële groei, die zowel in België als in vele andere Europese landen een groot aantal Brownfields nagelaten heeft. Sinds enkele decennia zijn de politieke wereld alsook de bevolking er meer en meer van bewust dat deze Brownfields ernstige gezondheidsrisico's in kunnen houden voor wie in de omgeving leeft, speelt of werkt, gezien de polluenten die zich op de terreinen, in de bodem en in het grondwater kunnen bevinden. Hierdoor is het ecologische bewustzijn sterk gegroeid, wat in de politieke wereld tot duurzame ontwikkeling opriep. En deze sites zijn zo talrijk dat ze in de toekomst op een efficiënte manier beheerd moeten worden. Klassieke risicobeoordelingsmethodieken richten zich vooral op de vervuilingsgraad van de besmettingsbron en negeren meestal de vervuilingsgraad aan de receptor. Een dergelijke aanpak kan van de risicoanalyse de mogelijke verzwakkende factoren die voorkomen tijdens de migratie van besmettingsbron naar receptor van de bestaande verontreiniging uitsluiten. In dit project zal een geïntegreerde methode worden ontwikkeld die zal bijdragen aan een meer uitgebreide risicobeoordeling van verontreinigde locaties met betrekking tot water en ecosystemen. De methodologie zal gebaseerd worden op een combinatie van de 'Source-Receptor Pathway' aanpak voor de conceptualisering van het fysieke systeem en op het DPSIR concept (Drivers-Pressure-State-Impact-Response) van het European Environmental Agency (EEA) voor de integratie van de fysieke en socio-economische componenten van de analyse om zo tot een efficiënte beslissingsondersteunende methodologie voor risicoanalyse te komen. Het doel van dit onderzoek is om de impact van polluenten (zowel diffuse verontreiniging als verontreiniging door puntbronnen) op water- en ecosystemen te evalueren en om een geïntegreerde methodologie te ontwikkelen voor een multi-level risico-evaluatie van die verontreiniging op water- en ecosystemen. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Juliette DUJARDIN • OKKE BATELAAN • FRANK CANTERS
Elektronenmicroscopie voor de verbetering van het academisch concurrentievermogen in Peru. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Gustaaf Van Tendeloo
Distributed European Infrastructure of Advanced Electron Microscopy for Nanoscience. (ESTEEM) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
De interpretatie van complexe elektronen paramagnetische resonantie (EPR) spectra van nieuwe stabiele radicaalkationen - een interdisciplinaire aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Geconjugeerde organische en organometallische verbindingen en hun stabiele radicalen, toepasbaar als organische halfgeleiders, zullen gesynthetiseerd worden en gekarakteriseerd d.m.v. geavanceerde gepulste en multi-frequentie EPR technieken. De combinatie hiervan met allelectron DFT kwantumchemische berekeningen is essentieel om alle in de spectroscopische gegevens beschikbare structurele informatie vervat ten volle te kunnen benutten.. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Christian Van Alsenoy • Frank Blockhuys • Sabine Van Doorslaer
Text Mining met heterogene databanken. Een toepassing op de optimale ontdekking van genetische varianten relevant voor ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project introduceert een methodologie voor "text mining" met heterogene informatiebronnen en de toepassing ervan in moleculaire genetica en kennismanagement. Bestaande tekstanalyse en graaf-gebaseerde data mining technieken zullen worden uitgebreid om deze methodologie mogelijk te maken. De methodologie wordt toegepast in een biomedische toepassing (ordening van kandidaat ziekte veroorzakende genen) en een kennismanagement toepassing (bepalen van profiel van personen op basis van www informatie). Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk • Jan Paredaens • Walter Daelemans
Atomaire simulaties voor chiraliteitsgecontroleerde groei van koolstof nanobuisjes. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project trachten we een beter inzicht te krijgen in de groeimechanismen van gekatalyseerde groei van "single-wall" koolstof nanobuisjes (SWNT), met behulp van numerieke simulaties. De simulaties zijn gebaseerd op klassieke moleculaire dynamica (MD) en Monte Carlo (MC) simulaties, aangevuld met kwantummechanische dichtheidsfunctionaaltheorie (DFT). We trachten de relatie tussen specifieke groeiparameters (zoals temperatuur, samenstelling en grootte van de katalysator) en de chiraliteit van de SWNTs te achterhalen. Zo hopen we chiraliteitsgecontroleerde groei van koolstof nanobuisjes (CNTs) mogelijk te maken, wat van groot belang is voor industriële toepassingen (o.a. in de micro-elektronica). Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Axel Maeyens
Trafiekcontrole, netwerkdimensionering en foutcontrole in heterogene telecommunicatienetwerken Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doelstelling nieuwe technieken voor trafiekcontrole (TC), netwerkdimensionering (ND), foutcontrole en -correctie (FCC) te ontwikkelen voor heterogene IP-gebaseerde pakketnetwerken die een heterogene mix van verkeer (data, telefonie, video, mobiele communicatie) ondersteunen, en er de performantie van te bestuderen. Dit behelst onder meer de studie van diverse types van acceptance control (AC), queue management (QM), automatic repeat request (ARQ) en forward error control (FEC). Hierbij wordt tevens specifiek aandacht besteed aan het ontwikkelen van gebruiksvriendelijke software tools en het aanvragen van octrooien op basis van de bekomen resultaten. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Marc Moeneclaey • Sabine Wittevrongel
Stralingsdegradatie in een gals-metaalverbinding: van fysica tot praktische toepassingen Universiteit Gent Abstract: Voor de fabricatie van de optische vensters voor ITER is er een nood aan het verbinden van niet-metaal met metaal, maar dit type van verbinding blootgesteld aan een hoge neutronenflux en een hoge temperatuur is heel moeilijk en is nog niet volledig begrepen. Het onderzoeken en het begrijpen van dit type niet-metaal met metaal verbindingen onder nucleaire omstandigheden is het onderwerp van deze doctoraatsthesis. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Guido Van Oost
Paleolandschappelijk geofysisch onderzoek van de zone Moervaart-Noord
Universiteit Gent Abstract: Geofysisch onderzoek waarbij begraven landschapsvormen in kaart werden gebracht als ondersteuning bij de archeologische evaluatie van het onderzoeksgebied Moervaart-Noord (regio Sint-Kruis-Winkel). Hierbij werd de ondergrond geofysisch in kaar gebracht en werden de verschillende paleolandscapsvormen aangeduid. Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Marc Van Meirvenne
Capacity building for the Vietnam inland waterway administration to protect the environment (2010). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vlaanderen zal bijstand verlenen aan Vietnam Inland Waterway Administration bij het upgraden van VIWA's environmental management capacity, wat moet resulteren in een 'Efficient and operational Environmental Management and Inspection Service within VIWA' Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
1*)Evaluatie van het Vlaams topsportbeleid (2007) en weergaven van de ontwikkelingen sinds 2003. 2*)Vanaf 2008 wordt een internationale benchmarkstudie op sporttakspecifiek niveau uitgevoerd. 3*)Evaluatie van het Vlaams topsportbeleid (2009) - intern... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De internationalisering van topsport en het belang van topsport doet het onderzoek naar de succesvolle organisatiestructuren in topsport op algemeen, maar ook op sporttakspecifiek niveau toenemen. Het ontbreekt in de literatuur echter om een coherent theoretisch model om competitiviteit in topsport te meten. Competitiviteit van industrieën en landen is in de economie een veelgebruikt concept en zal in dit project toegepast worden op een sporttak, nl atletiek, door de meso- en macrodeterminanten van competitiviteit in atletiek te bepalen en internationaal te vergelijken. In een eerste fase werd een conceptueel model ontwikkeld door de combinatie van literatuur en meer recente resource-based literatuur, aangevuld met 21 kwalitatieve interviews en 13 vragenlijsten bij internationale atletiekexperts. In een tweede fase zal dit conceptueel model empirisch getoetst worden, door de determinanten van competitiviteit internationaal te vergelijken. Mixed research methods worden gebruikt op het niveau van dataverzameling en analyse. Door een scoresysteem te ontwikkelen wordt gestreefd om de competitiviteit van landen op objectieve wijze te meten en te vergelijken. Dit conceptueel model en scoresysteem zullen in 2011 verder gevalideerd wordenn mbt de content-, constructvaliditeit en criteriumvaliditeit. Obv dit onderzoek zal een dieper inzicht verworven worden in de prestatiebepalende factoren van topatletiek en wordt een eerste conceptueel model ontwikkeld om de competitiviteit in een sporttak te meten. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN • VEERLE DE BOSSCHER • PAUL DE KNOP
Synthese en biologische evaluatie van nieuwe pyridazin-3(2H)-one derivaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes
Kwaliteit van rectale kankerzorg - fase 3: statische methoden om centra onderling te vergelijken op basis van een set van kwaliteitsindicatoren Universiteit Gent Abstract: Deze studie ontwikkelt een methodologie om de kwaliteit van de ziekenhuiszorg voor patiënten met rectale kanker over verschillende zorgcentra te evalueren op basis van een vrijwilligersregister en een set van kwaliteitsindicatoren. De methodologie wordt specifiek toegepast maar is tevens generisch van aard en algemeen toepasbaar voor de evaluatie van de kwaliteit van zorg voor andere kankers en (chronische) ziekten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Els Goetghebeur
Het schatten van de vaccinatie couverture gebaseerd op trivariate serologische gegevens en incidentiegegevens. Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 17 februari 2011 het verblijf van 2 maanden van Dr. James Wood (University of New South Wales, Sydney) aan de UHasselt goedgekeurd ten laste van het BOF-programma Korte Verblijven. Gedurende dit verblijf zal Dr. James Wood onderzoek uitvoeren in samenwerking met prof. Niel Hens (onderzoeksgroep Centrum voor Statistiek). Het verblijf zal plaatsvinden van 11 april 2011 tot 11 juni 2011. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Niel HENS
Computermodellen van plasma chemie in gasontladingen voor milieu-of biomedische toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Wiskunde, non-commutatieve algebra. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen
Detectie van DNA-peptide interacties via cross-linking: bidirectionele toepassing van de furan-oxidatie methodologie Universiteit Gent Abstract: Door middel van synthese van major groef-bindende peptiden met een onnatuurlijke furan-aminozuurbouwsteen zal getracht worden een in Kyoto ontwikkeld modelsysteem dat op eenvoudige wijze synthetisch kan gemodificeerd worden met de gewenste crosslink functionaliteit. Na complexvorming met DNA-duplexen zal door selectieve oxidatie, de furaneenheid in waterig midden omgezet worden tot een reactieve enalfunctionaliteit, die dan vervolgens kan reageren met de nucleofiele exocyclische aminefuncties van de DNA basen in major groef. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Annemieke Madder
De website http://www.best.ugent.be aanpassen in functie van de integratie in een andere website. Universiteit Gent Abstract: De website http://www.best.ugent.be aan te passen in functie van de integratie ervan in een andere website 1. Uitdenken van het concept van de opbouw van de website 2. Integreren van de website in de andere website 3. Aankopen van een domeinnaam 4. Hosten van webruimte 5. Laten testen van de website door (eind)gebruikers Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe • Katrien Vanderwee • Ann Van Hecke
Ontwikkeling van een fotonische biosensor voor de microbiologische screening van drinkwater in Rwanda. Vrije Universiteit Brussel Abstract: concept: plastiek microchip gebaseerde aanpak wordt gebruikt om een biosensor te ontwerpen voor de detectie van E. Coli cellen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HEIDI OTTEVAERE
Afwerkmandaat (3 maanden): Developmentand optimisation of separation methods for viral compounds. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De interesse van de wetenschappelijke wereld voor virusdeeltjes is gestaag gegroeid tijdens de laatste decennia. Nieuwe toepassingen, gebruik makende van virussen als inspiratiebron, werden ontwikkeld in de geneeskunde, nano-biologie, materiaalkunde en elektronica. Gezien hun toenemende gebruik zijn snelle, nauwkeurige en betrouwbare methoden nodig om virussen te kwanfificeren, hun zuiverheid te bepalen of hun wijzigingen te bestuderen. De klassieke virologische technieken vertonen echter verscheidene beperkingen zoals snelheid van analyse, gebruiksvriendelijkheid en reproduceerbaarheid. Moderne analytische scheidingstechnieken kunnen hiervoor een interessanter alternatief zijn. Deze methoden gebruiken subtiele verschillen in de fysico-chemische eigenschappen van het staal om het doelanalyte te scheiden van de andere componenten. Op deze manier kunnen virusdeeltjes gedetecteerd worden ongeacht hun infectueuze eigenschappen, matrices of stadia van groei of opzuivering. Het gebruik van deze methoden kan mogelijk helpen in virus onderzoek en bij de ontwikkeling van betere anti-virale geneesmiddelen en vaccins. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Consultancyovereenkomst Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Kamer van Koophandel Halle-Vilvoorde' hebben voor het project ' Consultancyovereenkomst ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS
TheraVIP:Design of a VPAC1 neoreceptor/neoligand couple for cellular therapy of dendritic cells against inflammatory diseases. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Het doel van dit project bestaat erin een nieuwe therapie te ontwikkelen voor de behandeling van ontstekingen gebruik makend van een combinatie van een artificieel receptor/ligand koppel en cellentherapie. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • DIRK TOURWE
BruBreast: Ontwikkeling van diagnostische en therapeutische instrumenten voor het optimale beheer van de individuele kankerpatiënt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het BruBreast project beoogt het identificeren van markers die resistentie tegen de behandeling van kanker voorspellen. Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • JACQUES DE GREVE
Eigenschappen en milieurisico's van atmosferische aërosoldeeltjes die tegenwoordig vrijgesteld worden uit de Chernobyl kerncentrale. Universiteit Antwerpen Abstract: Tegenwoordig is het gevaar van de straling die vrijkomt uit de Chernobyl IV reactor, die geëxplodeerd is in 1986, sterk verminderd wegens het radioactief verval. Niet tegenstaande stoot de brandstof van deze concrete betonnen afsluiting, de zogenaamde 'Sarcofaag', nog voortdurende atmosferische aërosolen vrij. Deze aërosolen kunnen tegenwoordig het grote gevaar zijn, niet enkel lokaal, maar ook over afstanden van meerdere honderden kilometers. Dit hangt sterk af van de fysische en de chemische eigenschappen van de uitgestoten aërosolen. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Anna De Maeyer-Worobiec
Growth of complex oxides Universiteit Gent Abstract: ?Growth of Complex Oxides? tracht de groei van complexe (i.e. meer-componenten) oxides in detail te ontrafelen d.m.v. een volledige karakterisering en modellering van het depositie-proces (reactief sputteren) om alle parameters die de groei van de laag beïnvloeden, in kaart te brengen. Bovendien wordt de correlatie tussen verschillende eigenschappen van de dunne laag en de stoichiometrie, microstructuur en kristallografische oriëntatie, onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Diederik Depla
Interactieve objectherkenning in digitale video Universiteit Gent Abstract: Uitbreiding iDTV architectuur ter ondersteuning van een interactieve applicatie voor logoherkenning en informatieverstrekking (in het kader van product placement). Recognitie op basis van nieuw algoritme dat sementatie & beeldherkenning doet van object in de videostroom, waarbij het object via aanwijzer wordt geselecteerd. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Rik Van de Walle
Advanced multimedia alignment and structured summarization - AMASS++ Universiteit Hasselt Abstract: De voornaamste doelstellingen van het AMASS++ project zijn: - het aligneren van equivalente content over documenten, media en talen heen; - het genereren van gestructureerde cross-mediale en cross-linguale samenvattingen. Als testcast wordt er gebruik gemaakt van nieuwsarchieven van Vlaamse en Engelstalige broadcoasters, echter de generische methoden die AMASS++ ontwikkelt, zullen bruikbaar zijn in talrijke applicaties van uiteenlopende domeinen zoals het biomedische, forensische, juridische en het culturele domein, in e-learning, corss-media advertising, e-business, .... Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Kris LUYTEN
IOF-mandaat Jan Van Den Bergh Universiteit Hasselt Abstract: IOF-mandaten zijn mandaten van onbepaalde duur voor postdoctorale onderzoekers die een structurele ondersteuning bieden bij de valorisatie van de onderzoeksresultaten van een onderzoeksinstituut of groep. De functie van een IOF-mandaat is ingebed in de structuur van een onderzoeksinstituut of groep en kan afhankelijk van de noden van het aanvragende instituut of groep, variëren tussen het profiel van een business developer tot een medewerker wiens research expertise onontbeerlijk is om dienstverlening naar bedrijven te faciliteren. Bij de aanvraag en evaluatie van een dergelijk mandaat, wordt aangegeven in welke zin de mandaathouder impact heeft op de valorisatieoutput van het instituut, te zien in functie van het faciliteren van dienstverlening en samenwerking met bedrijven, of bij het oprichten van een spin-off. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX • Jan VAN DEN BERGH
IWT Overbruggingsbeurs (4 maanden): Titel wordt later aangevuld Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nanobody loaded and coated microbubbles: a tool for molecular imaging Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • Sophie HERNOT
Basis onderzoekssamenwerking overeenkomst. Onderzoek naar het gebruik van starter culturen tijdens cacaoboon fermentatie, dat de cacaoboon compositie beïnvloedt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject heeft in het bijzonder tot doel een startercultuur te selecteren voor een gecontroleerd cacaofermentatieproces, van nut voor de productie van cacao en gerelateerde producten via studie van de populatiedynamica en de het metaboloom van het fermentatieproces, en de verdere cacaoverwerking te optimaliseren (roosteren en concheren), in relatie tot de impact op aroma en kleur van de cacaomassa door gecontroleerde cacaofermentatie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
: W&T beurs Abarzua Vasquez A.M.: Hoge-resolutie glaciale-interglaciale klimaatarchieven in zuid-centraal Chili (40-43°S) Universiteit Gent Abstract: We zullen een paleoecologisch/paleoklimatologisch model ontwikkelen voor de laatste glaciale-interglaciale transitie en voor het Holoceen in zuid-centraal Chili (39-43°S), op basis van hoge-resolutie palynologische, stratigrafische en tephrochronologische archieven. Deze archieven zullen ontsloten worden in het Villarrica Meer (Chileense Merendistrict, 39°S) en op het zuidelijke deel van het Chiloé eiland (43°S). Beide regios zijn gekenmerkt door het ontbreken van paleoklimaatgegevens en het tijdstip en richting van terugtrekking van de Patagonische Ijskap in deze regios is slecht gekend. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Zoektocht naar ADD-gravitonen met CMS-experiment bij de LHC. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stel ik voor om het bestaan van gravitonen, zoals voorspeld in het ADD-model, te onderzoeken via de jet+MET ("missing transverse energy")-eindtoestand in proton-proton interacties bij de LHC-versneller. Gebruik makend van de CMS-detector, de Belgische GRIDinfrastructuur en mijn eerdere ervaring in de experimentele hoge-energiefysica, opgedaan tijdens mijn opleidingen tot bachelor en master in de fysica,wil ik de botsingsgegevens die gekarakteriseerd worden door de mono-jet signatuur verzamelen en analyseren. Hiertoe wens ik een optimalisatie van de trigger- en analyse-algoritmes door te voeren gebaseerd op de eerste gegevens verzameld door de CMS-detector en het eerdere werk gebaseerd op Monte Carlosimulaties (uitgevoerd door o.a. Marco Cardaci) verder te zetten. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Thomas Maes
Meting van de top quark massa met CMS bij de LHC. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nucleair wetenschap - Fysica Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • Jorgen D'HONDT
ICT-mailserver training Universiteit Gent Abstract: not available Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
Competitive Advantage for Process-intensive industries by SCheduling with Heuristic-EnhanceD simulation & optimisation Hogeschool Gent Abstract: CAP-SCHED is one of the European projects within the KP7-framework. A competitive weapon for companies in process-intensive industries such as the chemical industry, is effective mastery of supply chain management from raw material to end product so as to improve efficiency, effectiveness, & profitability. However, in flow scheduling, the human operator can be overwhelmed by the complexity of the problem. CAP-SCHED involves developing a new intelligent scheduling system for companies in continuous/semi-continuous process industries. The innovative solution uses a multi-agent framework to combine 2 existing approaches which, individually, are inadequate to improve scheduling. However, combining both approaches offers significant improvements to implement more profitable solutions to scheduling problems, with better account taken of constraints. The 2 approaches are:
1. Simulation through trial & error: · The scheduler instructs the system to calculate all material flows in terms of quantity & quality from up- to down-stream throughout the plant; · If infeasibility occurs (e.g. capacity limitation…) then the planner readjusts parameters in trial & error mode to reach a feasible solution, and 2. Algorithmic constraint solving: · The problem is represented as a mathematical model & the system attempts a solution, helped by heuristic guesses so as to guide the search algorithm via domain knowledge. The new idea is to allow full interaction with the system via a Graphical User Interface as if running in simulation mode, & to translate instructions, when the value of an operating parameter (or the starting date of an event…) is fixed, in terms of constraints imposed in the mathematical model. Thus, the person responsible for scheduling can choose to fix variable values, and to let the system find those left free so as to reach a feasible solution. Overall, the solution will drastically reduce the need for multiple planning/scheduling loops so as to achieve a consistently optimised solution with improved profitability. Organisaties: • Departement Bedrijfsinformatie • Vakgroep Informatica/Wiskunde
Onderzoekers: • Wim De Bruyn
Bioframe: een algoritmisch kader voor integrale modellering in systeembiologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Algebra, meetkunde en ISLAB
Onderzoekers: • Alain Verschoren
Carboxypeptidase U: een metallocarboxypeptidase met een specifieke rol in haemostase en een mogelijke risicofactor voor thrombotische aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent werd er door onze onderzoeksgroep aangetoond dat proCPU, wat tot nu toe werd beschouwd als een inactieve precursor, een significante intrinsieke enzymatische activiteit vertoont ten opzichte van kleine synthetische substraten [4]. Pancreatisch proCPB, dat 42% identiteit vertoont met proCPU, bezit geen intrinsieke activiteit. Alignering van proCPB en proCPU toont aan dat bepaalde niet covalente interacties tussen het propeptide en het actief centrum enkel voorkomen bij proCPB. Door uitvoeren van site-directed mutagenese experimenten, die de interactie van het propeptide met het actief enzyme beïnvloeden, zal de oorsprong van de intrinsieke activiteit worden onderzocht. Tevens zullen we onderzoeken wat de contributie is van de suikerketens op het prosegment aan de intrinsieke activiteit van proCPU. Bijkomend zal worden onderzocht of proCPU ook een enzymatische activiteit vertoont t.o.v. grotere fysiologische substraten inclusief fibrine. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks • Evelien Heylen
Ontwikkeling en capaciteitsopbouw van de ISIS gebaseerde "Library Automation Software": Implementatie-initiatieven (DOCBIBLAS II). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een implementatie-phase toe te voegen aan het DOCBIBLAS I project waarin een bibliotheek-automatisering gebaseerd op UNESCO's CDS/ISIS technologie werd ontwikkeld. De software is beschikbaar en trainingsmaterialen getest in een workshop, terwijl een brede ISIS FOSS-community (wereldwijde groep van ISIS-gebruikers) nood heeft aan ondersteuning. Het project wil in de eerste plaats die ondersteuning ontwikkelen voor VLIR/UOS partner-bibliotheken. Organisaties: • Onderzoeksgroep Boek, Bibliotheek en Informatie • Informatie, Emancipatie & Ontwikkeling
Onderzoekers: • Egbert De Smet
Een vergelijking van de verklarende kracht van drie theoretische perspectieven in de organisatorische adoptie van kennisintensieve informatietechnologie-innovaties Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject bestuderen we de organisatorische adoptie van kennisintensieve informatietechnologie-innovaties door Vlaamse organisaties. Deze innovaties zijn moeilijk te adopteren omdat hieraan kennisbarrières zijn verbonden. Om een beter begrip te verkrijgen van het innovatiegedrag van organisaties met betrekking tot de adoptie van dit type innovaties, wordt de adoptie bestudeerd vanuit drie verschillende theoretische perspectieven. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Kris Ven
FREESTEM: Design of an animal product-free culture expansion platform for human adult progenitor cells. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade
Ruimtelijke Informatie Universiteit Gent Abstract: Deze associatieonderzoeksgroep bundelt wetenschappelijke samenwerking rondom de verwerving, verwerking en kwaliteitsborging van ruimtelijke informatie, om concentreert zich op het karteren en het analyseren van biotische, biotische en infrastructurele elementen, op en onder het aardoppervlak. Deelnemers komen uit UGent, HOGENT en HOWEST: Geografie, Bodemkunde, Bodembeheer en Bodemhygiëne, Bodem- en Waterbeheer, Telecommunicatie en informatieverwerking, Biowetenschappen & Landschapsarchitectuur en Toegepaste Ingenieurswetenschappen, en Milieukunde-PIH. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Peter Finke
Photonic Skins For Optical Sensing Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is om een flexibel en rekbaar polymeermateriaal te ontwikkelen dat beschikt over biocompatibele eigenschappen (voor huid contact toepassingen) en dat kan aangewend worden voor het inbedden van sensoren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
ICT-symphony 2 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Dirk De Craemer
Ontwikkeling van een innovatieve pediatrische toedieningsvorm op basis van een artemisinine gebaseerde combinatietherapie voor de behandeling van malaria. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft tot doel het ontwikkelen van een ACT-formulering in een nieuwe toedieningsvorm, die voldoet aan de eisen gesteld door de WGO en geschikt is voor kinderen. Het project omvat verschillende stappen 1. De keuze van de twee actieve stoffen voor combinatietherapie. 2. De ontwikkeling van de formulering. 3. De evaluatie van de formulering waaronder de eigenschappen van tablet en supsensie en de microbiële aspecten. 4. De ontwikkeling en de validatie van de analysemethode voor de verschillende activa en de bewaarmiddelen in de nieuwe toedieningsvorm. 5. Onderzoek naar de chemische stabiliteit van de formulatie, waaronder de chemische stabiliteit van activa en bewaarmiddelen in de tablet, alsook de chemische stabiliteit na reconstitutie. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • JACQUELINE VERCAMMEN
PARTNERPROGRAMME (fase 1-JAAR 4) : Institutionele Universitaire samenwerkingsprogr. (IUS). LUIK KENYA (University of MOI) : Prof. B. MANDERICK : Universitaire ontwikkelingssamenwerking tss VUB en andere Ontwikkelingslanden (20072012) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Bernard MANDERICK
Onderzoeksmandaat Andy KELLENS : Geavanceerde ondersteuning voor ontwerpregulariteiten Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoeksproject verdiepen we het onderzoek omtrent het model van intensional views en constraints. We verdiepen geavanceerde querytaalmechanismen die gebaseerd zijn op fuzzy logic, template querying, annotaties en temporele logica. Verder bouwen we de IntensiVE tool suite verder uit met geavanceerde visualisatietechnieken en ondersteuning voor het ontginnen van regulariteiten en het corrigeren van inconsistenties in de broncode. Door middel van een samenwerking met inno.com voorzien we een industriële valorisatie van de onderzoeksresultaten. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Productie-scheduling van batch-processen: in elke situatie van strategie naar actie Hogeschool Gent Abstract: Productieprocessen in de biotech- en voedingsindustrie hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat producten in groepen (batches) gemaakt worden. Het efficiënt plannen van zulke batch-processen is een belangrijke uitdaging. Dit is immers een erg complexe materie omwille van vele, soms subtiele beperkingen onder andere qua tijd, productiecapaciteit of onvoorziene gebeurtenissen die een bestaande planning in de war sturen. Dit bemoeilijkt het opstellen van een goede productieplanning. In het verleden, en vaak ook nu nog, is dit de taak van een menselijke expert die met zijn indrukwekkende kennis over het bedrijf en het productieproces in staat is goede planningen op te stellen die de beschikbare middelen (zoals machines en personeel) zo efficiënt mogelijk inzetten om de productie-doelstellingen te behalen. Dit noemt men scheduling. Bij schaalvergroting en de toenemende complexiteit in de praktijk van de productie-industrie groeit echter de nood om dit schedulen te automatiseren.
Daar bestaan al verschillende tools voor en het onderzoek naar steeds betere technieken is erg actief. Een bedrijf dat schedulingsoftware in huis heeft, kan een indrukwekkende winst boeken wat betreft efficiëntie. In het bijzonder in KMO's1 in de biotech- en voedingsindustrie is deze overstap echter niet altijd vanzelfsprekend. Het implementeren van een geïnformatiseerde scheduling-oplossing brengt een zware investering met zich mee die voor een KMO moeilijk te dragen is. Batch-processen zijn moeilijk wiskundig te modelleren en de optimalisatietechnieken ervoor zijn complexer dan in andere productieprocessen. Bovendien zijn de voordelen van scheduling¬software niet altijd meteen duidelijk. Het gaat om een erg ingrijpende wijziging in de organisatie van het bedrijf die extra kosten met zich meebrengt. Vaak is de expertise die nodig is om een geschikte scheduling-oplossing te selecteren en te implementeren (nog) niet in het bedrijf aanwezig. Als deze implementatie niet goed opgevolgd en begeleid wordt is de kans op mislukking reëel. Toch is een KMO die wil doorgroeien vroeg of laat verplicht om de stap te zetten naar scheduling-software. De bedoeling van dit onderzoeksvoorstel is om de drempel naar implementatie van een scheduling-oplossing in KMO's uit de biotech- en voedingsindustrie te verlagen door enerzijds te bepalen welke schedulingsoftware er op dit moment voldoet aan hun noden en anderzijds een draaiboek uit te werken dat hen helpt bij het implementeren ervan. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Departement Bedrijfsinformatie • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie • Vakgroep Informatica/Wiskunde
Onderzoekers: • Wim De Bruyn • Bert Van Vreckem • Mia Eeckhout
Zoektocht naar nieuwe en studie van gekende HIV restrictiefactoren Universiteit Gent Abstract: Interacties tussen proteïnen van het HIV virus en humane eiwitten worden bestudeerd aan de hand van de MAPPIT methode. Aandacht wordt besteed aan de identificatie van nieuwe interacties tussen HIV en cellulaire proteinen. Tevens worden ook een aantal gekende HIV restrictiefactoren in detail bestudeerd, met name de interactie tussen het virale Vif (viron infectivity factor) en het cellulaire Apobec3G (APOlipoprotein B mRNA-editing enzyme-catalytic polyprotein-like 3G) en de rol van Trim5a en ISG15 (IFN stimulated gene 15). Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
De geografie van Internet-informatie. Zoekmachines, kaarten en een wereld in verandering. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject wenst een relatief nieuwe benadering te introduceren waarbij steden in de huidige informatiewereld worden geïdentificeerd in analogie met Manuel Castells oproep om een 'nieuwe ruimtelijke logica'. We beargumenteren dat informatiestromen (Internet) kunnen gebruikt worden om naast hedendaagse interstedelijke connectis in kaart te brengen ook als maatstaf kunnen gelden voor het meten van belangrijkheid van steden. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox • Ben Derudder
Chromatografische organische sporenanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - EADIC. UA levert aan Erasmus Mundus - EADIC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Chromatografische organische sporenanalyse
Onderzoekers: • Lucien Nagels
Tailor-made nanostructured metals for functional coatings and electronics Universiteit Hasselt Abstract: Het ontwikkelen van generische expertise betreffende de vorming van metallische nanostructuren, en de overdracht van deze verworven kennis naar de Vlaamse industrie. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jules MULLENS • Heidi VAN DEN RUL • Marlies VAN BAEL
Consultancy overeenkomst Universiteit Gent Abstract: De hoofdopdracht van dit project betreft het actualiseren van de klachtendatabank van het instituut. Deze taak omvat het aanpassing van de gebruikersinterfaces naar de huidige terminologie en meertaligheid, het ondersteunen van meer simultane gebruikers, het uitbreiden van de bevragingsmogelijkheden, het uitbreiden en aanpassen van de rapporteringsmogelijkheden en het automatiseren van het gebruik van standaardbrieven. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Guy De Tré
Tailor-made nanostructured metals for functional coatings and electronics
Universiteit Gent Abstract: Het METACEL project is gericht op de groei van nanodeeltjes en nanodraden op vlakke substraten, en de gelijkvormige groei van dunne lagen op nanoporeuze- en fibreuze structuren. Het consoritum bestaat uit een interdisciplinair team van zes onderzoeksgroepen met expertise rond moleculaire bundel epitaxie, atomaire laag depositie, elektrochemische depositie, colloïdale chemie, mesoporeuze structuren en karakterisatie. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Katrien Strubbe • Christophe Detavernier
GEMINI - Generic Electronics and Microsystems Integration Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een generische technologie ontwikkeld voor de integratie van microsystemen en electronica, gebaseerd op SiGe lagen met gecontroleerde stress. De fotonica groep zal gebruikmakend van deze lagen een optische modulator ontwerpen en karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Roeland Baets • Dries Van Thourhout
GEMINI - Generic Electronics and Microsystems Integration Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een generische technologie ontwikkeld voor de integratie van microsystemen en electronica, gebaseerd op SiGe lagen met gecontroleerde stress. De fotonica groep zal gebruikmakend van deze lagen een optische modulator ontwerpen en karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Roeland Baets • Dries Van Thourhout
In het wiel van Odiel / Van borsteltrekker tot wielrenner, fase 1 Universiteit Hasselt Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is het versterken van de samenwerking tussen het borstel- en schoeiselmuseum te Izegem en het wielermuseum te Roeselare en het ontwikkelen van een originele educatieve werking die hun collecties en de achterliggende regionale geschiedenis naar de specifieke doelgroep van het BSO en TSO vertaalt. Dit project zorgt voor een totaal andere museumervaring waarbij de muren van het museum doorbroken worden en de grenzen tussen de verschillende onderwerpen vervagen. Het project is specifiek gericht op de 2de en 3de graad van het BSO en TSO (15 tot 18-jarigen). Met het project krijgen ze kans om zelf met de materie en het verhaal rond Odiel Defraeye aan de slag te gaan. Het project sluit perfect aan bij de eindtermen, leerdoelen en vaardigheden. Voor deze doelgroep wordt een unieke en originele toepassing uitgewerkt. Het is de bedoeling dat de leerlingen zelf een game gaan ontwikkelen die vervolgens in de twee musea en/of langs het kanaal gespeeld kan worden. De leerlingen werken in groepjes en gaan achteraf hun games uitwisselen. Via een informatiepakket, samengesteld door beide musea, verdiepen ze zich in het leven van Odiel Defraeye, het wielrennen, de borstel- en schoenennijverheid en de geschiedenis van het kanaal. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX • Kris LUYTEN
Testprogramma Elektronische fietsen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Consumentenbond' hebben voor het project ' Test Program Electrical Bicycles' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • PHILIPPE LATAIRE • Jean-Marc TIMMERMANS
Meting diffractief rooster. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Overeenkomst BIRA mbt Meting diffractief rooster Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • Jurgen VAN ERPS
Het analyseren van verplaatsingsgedrag op basis van sequentie analyse Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject gaat na hoe menselijke verplaatsinspatronen kunnen worden opgespoord in grote datasets van tijd-ruimte paden op basis van sequentie analyse. Sequentie analyse werd tot dusver voornmalijk gebruikt in het domein van de biochemie voor het vergelijken van DNA structuren maar werd recent ook succesvol toegepast in transport studies. Het doel van dit project is om na te gaan wat de voordelen en beperkingen zijn van sequentie analyse voor het bestuderen van tijdruimtelijke verplaatsingsgedrag. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Material transfer/Biological testing agreement (zie ook NDA 37; deleted) Vrije Universiteit Brussel Abstract: geen Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Kourosch ABBASPOUR TEHRANI
Analytical glow discharge network (GLADNET). Universiteit Antwerpen Abstract: Het GLADNET consortium brengt onderzoeksgroepen samen uit de domeinen van fysica, chemie en materiaalwetenschappen. De verschillende teams zijn gespecialiseerd in gasontladingsfysica, spectroscopie, analytische chemie of de structuur van materialen, alsook teams uit industrie, geinteresseerd in bepaalde toepassingen of in de instrumentontwikkeling. Het netwerk biedt training aan voor de nieuwe generatie onderzoekers in dit domein. De specifieke rol van de onderzoeksgroep PLASMANT bestaat in het ontwikkelen van computermodellen voor glimontladingsplasma's, vooral met de nadruk op het beschrijven van het effect van waterstof, stikstof of zuurstof onzuiverheden op het argon plasma. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Beschermende gastro-intestinale effecten van melkvetglobulemembraan (MVGM)-glycoproteïnen Universiteit Gent Abstract: Melkvetglobulemembraan(MVGM)-glycoproteïnen zijn gekend om hun beschermende effecten tegen de binding van ziekteverwekkende bacteriën aan de mucosa van het maag-darm kanaal. In deze studie werden fracties van MVGM-glycoproteïnen geïsoleerd en deze werden getest op hun capaciteit om adhesie van bacteriën aan een mucuslaag te voorkomen. Daarnaast werden de effecten van de fracties op de microbiële gemeenschap in het colon getest. Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • John Van Camp
Karakterisatie van poreuze geomaterialen in 2D en 3D Universiteit Gent Abstract: Optische en fluorescentie microscopie visualiseert poriën in 2D. CT laat de karakterisatie toe van poriën in 3D. Hierdoor is er nood aan een gekalibreerd systeem waar de informatie van beide technieken aan elkaar worden gekoppeld. Door bijkomende fusie met XRF data, kan er een correcte karakterisatie van de geomaterialen worden uitgevoerd op een structurele en chemische wijze. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs • Veerle Cnudde
Microbiële diversiteit en metaalfluxen in gecontamineerde Noordezeesedimenten - MICROMET (Fase 1 en Fase 2) Diversité microbienne et flux de métaux dans les sédiments contaminés de la mer du Nord. (Phase 1 + Phase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Micromet Fase 1 & 2 Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • MARTINE LEERMAKERS
Macrophyten en nutriënt dynamiek: proces en veldstudies in de bovenlopen van rivieren - MANUDYN II. (FASE 1 en Fase 2) Macrophytes and nutrient dynamics: process and field studies in the upper reaches of river basins - MANUDYN II. (FASE 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De troebelheid in onze rivieren is in het algemeen sterk gedaald sinds de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) werkzaam zijn. De verhoogde lichtbeschikbaarheid heeft het kiemen en daaropvolgend de groei van waterplanten mogelijk gemaakt. Enorme biomassa's waterplanten ontwikkelen zich doordat de beschikbare anorganische nutriëntenconcentraties (NH4+, NO2-, NO3- en PO43-), deels afkomstig van intensieve landbouw maar ook van huishoudelijk en industriële activiteiten wegens onze dichtbevolkte regio's, nog steeds vrij hoog zijn. De aanwezigheid van deze macrofyten wijzigt de hydraulische eigenschappen van de rivieren in die zin dat waterafvoer gehinderd wordt en het risico op overstromingen sterk verhoogt (Sand-Jensen, 1998; Stephan & Gutknecht, 2002; Trepel et al., 2003). Een van de meest gebruikte beheersmaatregelen is dan ook het maaien van de macrofyten om overstromingen in bebouwde gebieden te vermijden.
Het Manudyn I project heeft zich vooral gefocused op de rol die macrofyten hebben in de nutriëntcyclering in het Netebekken. Resultaten tonen dat macrofyten wel degelijk een impact hebben op de nutriëntenbalans in rivieren. Bijkomend is er aangetoond dat bepaalde macrofyten ook zware metalen uit het sediment, zoals koper, opnemen en die dus een belangrijke, natuurlijk zuiverende rol kunnen spelen. Toch zijn de onderliggende mechanismen die deze macrofyt-nutriënt interacties beïnvloeden niet helemaal duidelijk. Opname mechanismen en nutriëntbronnen (sediment of oppervlaktewater), de opslag in de plant en eventueel de vrijstelling van nutriënten en metalen in het water zijn slechts vaag gedefinieerd. Worden nutriënten en metalen vooral in de biomassa van de macrofyten opgeslagen? Of kunnen zij beschouwd worden als een overgangscompartiment die nutriënten en metalen oppompen om deze daarna af te geven aan de waterfase? En wat gebeurt er wanneer de macrofyten afsterven in het najaar? Wat is de invloed van temperatuur en lichtintensiteit op de groei en het afsterven van macrofyten? Verder toonde het Manudyn I project dat er duidelijke verschillen bestaan in het opnamegedrag tussen verschillende macrofytensoorten. Het Manudyn II project zal zich daarom vooral toespitsen op processtudies. Het doel is hier om duidelijkheid te scheppen over de opname, de opslag en de vrijstelling van nutriënten en metalen gerelateerd aan de groei en het afsterven van enkele veel voorkomende macrofyten en deze relaties te beschrijven. De resultaten zullen gebruikt worden om nieuwe modellen te ontwikkelen die processen op verschillende schaalniveaus beschrijven en om de modellen uit het eerste Manudyn project te verfijnen. Dit project zal uitgevoerd worden aan de hand van verschillende werkpakketten. Het eerste werkpakket zal alle kleinschalige experimenten omvatten, namelijk op het niveau van één enkel individu van een macrofytensoort. Het tweede werkpakket pakt het onderzoek op het niveau van een macrofytenpatch aan en het derde werkpakket bestaat uit veldexperimenten met verschillende macrofytenpatches. In een vierde en laatste werkpakket zullen de resultaten modelmatig en op verschillende schalen benaderd worden. Eén van de doelstellingen van het eerste werkpakket bestaat erin fluxen van opname/afgifte van nutriënten voor sommige macrofytensoorten en algen te definiëren als functie van lichtintensiteit, temperatuur en van NH4+ en NO3- concentraties. O2 and CO2 productie of verbruik zal nagegaan worden met een foto bioreactor systeem. Deze experimenten zullen uitgevoerd worden in korte tijdsspannes en op verschillende tijdstippen in het groeiseizoen met isotopische verdunningstechnieken. De groei, het afsterven en de concentraties aan N, P en C in de biomassa van de planten zullen bestudeerd worden groei- en decompositie-experimenten op lange termijn (verschillende maanden) als functie van lichtintensiteit, temperatuur, NH4+ en NO3- concentraties en ook de invloed van bacteriën en fungi zal getest worden. Verder zal de interactie tussen macrofytenwortels en het sedimentporiënwater, aangaande de nutriënten, onderzocht worden door het sediment en de wortels te scheiden van het oppervlaktewater en de bovengrondse biomassa. Dit zal zowel met artificieel als met reëel sediment gebeuren. Om deze strict macrofyt gerelateerde nutriënt- en elementprocessen te begrijpen, is het noodzakelijk dat ook de epibenthische uitwisseling tussen sediment (zonder macrofyten) en water gekend is. Deze experimenten zullen in cilindrische potten uitgevoerd worden. Bovendien wordt de interactie plant-sediment-water ook in situ uitgevoerd met speciaal daarvoor voorziene cilindrische potten die rond de macrofyten in het veld worden geplaatst. Om deze drie voorgenoemde processen te achterhalen, worden isotopische technieken gebruikt. Een aantal extra expirementen zullen worden uitgevoerd om de relatie tussen koper en sommige macrofytensoorten te achterhalen. Koperverontreinigde sedimenten met macrofyten zullen vergeleken worden met niet-verontreinigde sedimenten met macrofyten en hetzelfde zal vergeleken worden zonder macrofyten. Koper zal in alle compartimenten opgevolgd worden; het poriewater van het sediment, het oppervlaktewater en in de biomassa. In het tweede werkpakket zal het effect van variabele hydraulische condities onderzocht worden door middel van isotopische technieken. In een grote stroomgoot zullen verschillende stroomsnelheden opgelegd worden om nutriëntopname en O2/CO2 productie of consumptie na te gaan op verschillende locaties in macrofytenpatches met verschillende dichtheden. In de tweede plaats zal de brekingssterkte van enkele macrofytensoorten bepaald worden. In het derde werkpakket zal nutriëntopname in situ, in twee riviersecties met macrofytenpatches (één sectie in de Aa en één in de Semois), onderzocht worden. Twee types van veldstroomgoten zullen opgesteld worden in elke riviersectie: het eerste type zal de afvoer in de ene stroomsectie doen versnellen, het tweede type zal in de parallelle stroomsectie de stroming doen vertragen. Isotopische technieken zullen gebruikt worden om verschillen in opname tussen de types veldstroomgoten na te gaan en op verschillende locaties in de macrofytenpatches. Het modelerings werkpakket bestaat uit twee belangrijke doelstellingen: een instrument voor data en experiment analyse en de ontwikkeling van dynamisch mechanistische macrofyt modellen, met als eindproduct een gebruiksvriendelijk instrument voor waterbeheerders dat antwoorden biedt op de rol van macrofytendynamiek op waterkwaliteit in rivieren. Modellen zullen op verschillende niveaus ontwikkeld worden, gaande van macrofyt groeimodellen van verschillende species tot modellen in functie van omgevingscondities (licht, nutriënten, ...) via het gedrag in patches tot de integratie ervan op ecosysteemniveau. Het ecosysteemmodel van een rivier met macrofyten kan gebruikt worden als een middel om scenario's te bestuderen van macrofytenverwijdering en daarmee het effect op nutriëntenopslag of -verwijdering en van het schatten van het functioneren van een ecosysteem na herstelprojecten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
GRAPPLE : Generic responsive adaptive personalized learning environment. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het GRAPPLE project heeft de bedoeling een technologieondersteunde adaptieve leeromgeving te bouwen om te gebruiken in de context van levenslang leren. De leeromgeving zal zich automatisch aanpassen aan de persoonlijke voorkeuren van de leerling, zijn voorkennis, zijn vaardigheden en competenties, zijn leerdoelen en aan de persoonlijke en sociale context waarin het leren plaats vindt. Deze leeromgeving kan gebruikt worden thuis, op scholen, op het werk of zelf op verplaatsing (door gebruik te maken van mobiele toestellen). GRAPPLE zal ook voorzien in een auteursomgeving die lesgevers zal toelaten om adaptief leermateriaal te ontwikkelen. Dit omvat het creëren en importeren van leerobjecten, toevoegen van betekenis aan leerobjecten, het ontwerpen van leeractiviteiten en het definiëren van adaptatiestrategieën. Ook adaptatie van interactieve leerobjecten (visualisaties, simulaties en virtuele realiteit) is voorzien. Om een brede verspreiding en toepasbaarheid te waarborgen, zal GRAPPLE werken met open source en aansluiting waarborgen met commerciële leeromgevingen. De leeromgeving zal geëvalueerd worden door middel van experimenten in universiteiten en in het bedrijfsleven. Organisaties: • Web en Information System Engineering
Onderzoekers: • Sven CASTELEYN • FREDERIC KLEINERMANN • BRAM PELLENS • OLGA DE TROYER
Onderzoek naar de gevolgen van het Sigmaplan, baggeraktiviteiten en havenuitbreiding in de Zeeschelde op het milieu, perceel 3 : sediment en zwevende stof (Bestek nr. 16 EI/09/21)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: coming soon Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Margaret CHEN • FLORIMOND DE SMEDT
Niet lineaire en stochastische effecten in halfgeleider microlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Ook in de fotonica, de wetenschap van de interactie licht-materie en de nuttige toepassingen hiervan, is de tendens tot miniaturisatie van de componenten die mogelijk is dank zij het aanwenden van nanotechnologie onafwendbaar. De laatste jaren zijn er dan ook vele inspanningen gedaan voor de fabricatie van actieve optische componenten uit halfgeleiders op micro en nanoschaal, zoals bv. gekoppelde microring lasers [1], microdisk lasers [2] , nanolasers [3], nanodraden [4], fotonische moleculen [5] en microcaviteiten [6]. Er wordt verwacht dat deze microlasers de meer "standaard" halfgeleiderlasers zullen vervangen in een aantal toepassingen als datatransmissie. Omdat er een groot aantal van hen op eenzelfde chip geïntegreerd kunnen worden, zijn ultrakleine optische caviteiten tegelijker-tijd veelbelovend voor snelle optische informatieverwerking en optische dataopslag [1]. Een ringlaser bijvoor-beeld, kan stabiel opereren in zowel wijzerszin als tegenwijzerszin; een dergelijke bistabiele component kan dus gebruikt worden als bouwsteen voor de constructie van een optisch geheugen. Met moderne technologie worden integratiedichtheden tot 100 componenten per cm2 bereikt. Kleinere componenten zouden de productiekosten nog verder drukken, omdat er dan meer van kunnen gefabriceerd worden op dezelfde wafer. Bovendien verbetert dan ook de functionaliteit, omdat zowel de responstijd als het vermogen dat nodig is om te schakelen schalen met de grootte van de component. Sinds september 2006 is TONA-VUB betrokken bij het Europese IOLOS project, met als doel de studie van micro-ring lasers en hun toepassingen in optische dataverwerking en --opslag. Vanuit theoretisch oogpunt kunnen halfgeleiderlasers zoals de net vermelde ring lasers beschreven worden door een stel gekoppelde complexe GinzburgLandau vergelijkingen (GL) [7]. GL-achtige vergelijkingen vinden hun oorsprong in de symmetrie (ring) van een systeem. Ze worden gebruikt om een grote klasse van fysische verschijnselen als fase-overgangen, spontane symmetriebreking en de vorming van patronen te beschrijven. In dit project behandelen we in de eerste plaats universele eigenschappen van micro-resonatoren beschreven door GL-vergelijkingen; maar we verwachten dat we onze resultaten zullen kunnen toepassen op andere fysische systemen of verschijnselen waarvoor GL-vergelijkingen een adequate beschrijving vormen. Uitdagingen Hoewel ring lasers al met succes gedemonstreerd zijn als geheugenelement [1], is het nog steeds een fundamentele uitdaging hun volledige potentieel te benutten voor volledig optische informatieopslag en - verwerking. Een van de meest fascinerende eigenschappen van ringlasers zijn misschien wel de onvoorspelbare fluctuaties van het elek-trisch veld, die ontstaan door spontane emissie van fotonen in het actieve medium. Als gevolg van deze fluctuaties kan de lasing spontaan en abrupt van richting omkeren (mode hopping), met verlies van de opgeslagen informatie (gelijkaardige polarisatie mode hopping bij VCSEL's vermindert ook de stabiele werking van de component). Als de component kleiner wordt, wordt het aandeel van de spontane emissie groter in verhouding tot het vermogen van de laser (zie bijvoorbeeld [8]). Stochastische fluctuaties in microlasers vormen dus een fundamenteel probleem. Ze zijn immers een direct gevolg van de kwantummechanica en kunnen niet vermeden worden door betere fabricatie. Dus is er een diep inzicht vereist opdat we er mee om zouden kunnen gaan. Daarnaast bestaat een optisch circuit in de praktijk uit een groot aantal componententen die zich op dezelfde chip bevinden. Een koppeling tussen componenten is noodzakelijk om informatie door te geven, bijvoorbeeld van een optisch geheugen naar een ander. Het is echter bekend dat de dynamica van gekoppelde systemen veel complexer kan zijn van het enkelvoudige systeem. In het bijzonder is het mogelijk dat in het gekoppelde systeem onge-wenste regimes ontstaan, typisch een gevolg van complexe niet-lineaire dynamica. Zo hebben we tijdens ons verblijf aan de TU/e (Eindhoven) recent chaotische regimes ontdekt in fotonische circuits bestaande uit gekoppel-de caviteiten [9]. Opnieuw is een diepgaand begrip van het dynamisch gedrag en van de oorsprong ervan nodig. Ten slotte is een robuuste sturingstechniek vereist (zoals deze voorgesteld door [10]) die toelaat om de laser van het ene naar het andere regime te schakelen op een optimale manier. Ideaal is een volledig optisch mechanisme, dat snel (sub-nanoseconde) schakelen mogelijk maakt voor een minimale energie. Ondanks het belang ervan, is zo'n schakeltechniek voor de overgang tussen de verschillende werkingsregimes van een ringlaser nog niet ontwik-keld. We denken hier aan schakelen geïnduceerd door optische terugkoppeling (feedback), optische injectie of stroommodulatie. Project We zijn ervan overtuigd dat de juist vermelde problemen opgelost kunnen worden op een systematische manier, met methoden uit de bifurcatietheorie en de stochastische niet-lineaire dynamica. We stellen voor om het probleem van de stabiliteit en de controle van optisch actieve systemen te bestuderen. Concreet zullen we ons onderzoek richten op de studie van halfgeleider ring lasers, microdisk lasers en halfgeleider nanodraden. Schematisch zal onze aanpak bestaan uit drie stappen: - systematische karakterisatie van de structuur van de faseruimte, waarbij we zowel van theoretische technieken (zoals continuatiemethoden [11,12]) als van experimentele metingen gebruik maken. - studie van de stochastische dynamica van het systeem, via asymptotische analyse van de Fokker-Planck vergelijking [13,14] gecombineerd met numerieke simulaties en experimenten. - ontwikkeling van een optimale sturingstechniek [10] gebaseerd op optische injectie, die experimenteel en numeriek getest zal worden.We vertrouwen erop dat onze achtergrond op het gebied van transities in nietlineaire systemen [14] en stochastische maps [15,16], onze expertise in de controle van complexe systemen zoals chaotische attractoren [17], en onze ervaring met de experimentele karakterisatie van kwantumstip ringlasers op millimeterschaal [18] ideale startpunten vormen voor deze analyse. Karakterisatie van de faseruimte van het systeem Onze studie van fluctuaties in microhalfgeleiderlasers zal gebaseerd zijn op een semi-klassieke aanpak: de elektronen en gaten in het halfgeleidermateriaal zullen gemodelleerd worden als een kwantummechanisch systeem, terwijl het elektromagnetisch veld klassiek zal beschreven worden. Het effect van de spontane emissie wordt dan in rekening gebracht door middel van een stochastische term in het model. Dit model beschrijft in zeer goede mate de dynamica van laserstructuren op micrometerschaal. Deze benadering gaat niet meer op voor de zogenaamde single-photon toepassingen, maar het is niet de bedoeling om deze limiet in dit project te bestuderen. Aan TONA-VUB werd reeds een begin gemaakt van de theoretische studie van de faseruimte van een ruisvrije ring laser en werden structuren zoals zadelpunten en limietcycli geïdentificeerd. Deze analyse is een ideaal uitgangspunt voor het huidige project, die we op theoretisch vlak zullen voortzetten aan de hand van continuatiemethodes. Dergelijke continuatietechnieken zijn de meest robuuste manier om structuren in de faseruimte te volgen wanneer parameters worden veranderd en om alle optredende bifurcaties te identificeren. Tenslotte zullen we de theoretische analyse vervolledigen door het bepalen van de invariant manifolds die de verschillende structuren in de faseruimte verbinden. Tegelijkertijd zullen de ringlasers, die worden gefabriceerd aan de Univ. of Glasgow (een partner in het IOLOS-project), ook experimenteel worden gekarakteriseerd. Op die manier kunnen de optredende bifurcaties experimen-teel worden opgemeten en kunnen de parameters van het gebruikte model worden afgesteld. Via de Universiteit van Pavia, eveneens een IOLOS partner, zullen we ook toegang hebben tot experimentele faciliteiten voor optische injectie; de expertise van deze partner zal het huidige project ook ten goede komen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Stefano BERI
Improvement of the fertility of strongly weathered soils of the hinterland plateaus in the mining area of Katanga Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Baert
Geavanceerde numerieke methoden voor wiskundige modellering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het uit veertien partners bestaande wetenschappelijke netwerk stelt volgende doelstelling voorop : het ontwikkelen van geavanceerde numerieke methoden met focus op tijdsintegratie van differentiaal vergelijkingen en numerieke lineaire algebra. Het bestuderen van de interactie van deze methode in toepassingen zoals vloeistof dynamica, beeldreconstructie enz. Organisaties: • Computeraritmetiek en numerieke technieken (CANT) • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
Computerlinguistiek, taal- en spraaktechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: CLIF is de Vlaamse vereniging van onderzoeksgroepen voor computerlinguistiek, taal- en spraaktechnologie. Het doel van de vereniging is het stimuleren van samenwerking op het gebied van onderzoek en de gezamenlijke ontwikkeling van hulpmiddelen die de capaciteiten van individuele deelnemende groepen te boven gaat. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Audiovisuele systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Audiovisuele systemen. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck
Ontwikkeling van een "particle-in-cell Monte Carlo" model voor gepulste magnetron ontladingen, voor de reactieve sputter-depositie van nitride- en oxide-lagen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is het modelleren van gepulste magnetron ontladingen, in een mengsel van argon met stikstof of zuurstof, gebruikt voor de reactieve sputter-depositie van resp. nitride- of oxide-lagen. Het magnetron plasma zal gemodellereerd worden met een "particle-in-cell ¿ Monte Carlo" model. De invloed van o.a. de gasverhouding (reactief gas t.o.v. argon) zal nagegaan worden. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Analyse van de relatie tussen structuur en reactiviteit in chirale homogene katalyse m.b.v. gepulste EPR technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel de subtiele elektronische en sterische effecten die de werking van chirale homogene katalysatoren sturen te ontrafelen met behulp van geavanceerde gepulste elektronische paramagnetische resonanatie (EPR) en elektron nucleaire dubbele resonantie (ENDOR) technieken. Het project spitst zich toe op de analyse van paramagnetische transitiemetaal-bevattende salen-type katalysatoren. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer
Impact van snelle en trage klimaatverandering op biodiversiteit en landschapsstabiliteit: studie van het Laat-Glaciaal en Vroeg-Holoceen als vergelijkingsmodel voor de huidige klimaatverandering. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent onderzoek voorspelt dat de huidige klimaatverandering de biodiversiteit en landschapsstabiliteit op aarde bedreigt. Deze voorspellingen zijn echter moeilijk te testen. Als vergelijkingsmodel voor de huidige klimaatverandering, bestuderen we in dit project de impact van snelle en trage klimaatveranderingen, die zich hebben afgespeeld in het verleden, op de toenmalige biodiversiteit en landschapsstabiliteit. We bestuderen dit o.b.v. afzettingen in de Vlaamse riviervalleien en de pollen die hierin zijn bewaard. Speciale aandacht gaat naar de interacties tussen vegetatie- en landschapsveranderingen, als reactie op klimaatverandering. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lodewijk Beyens • Ivan Nijs • Stijn Temmerman
Risk management en prijszetting bij onvolledige informatie over de onderliggende modellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een cruciale vraag binnen het financieel-actuarieel onderzoek is de keuze van modellen, om systema¬tische vertekening bij prijzen e.d. te vermijden. Een alternatief is slechts enkele parameters vast te leggen i.p.v. volledige verdelingen, en grenzen te bepalen i.p.v. unieke waarden. Het doel van dit pro¬ject is de uitbouw van dit onderzoeksthema in 3 richtingen: rechtstreekse toepassing op nieuwe onder¬zoeks¬vragen, uitbreiding naar complexere situaties, toetsing en sensitiviteitsanalyse d.m.v. simulaties. Organisaties: • Accountancy en financiering • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers:
• Ann De Schepper
Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie. Organisaties: • Toegepaste NMR
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Anne Marie Van Der Linden
Groei, karakterisering en simulatie van nanokristallijne en ultrananokristallijne PE-CVD diamantfilms. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is een fundamentele experimentele en theoretische studie van de groei van zowel nanokristallijne (NCD) als ultrananokristallijne (UNCD) PE-CVD diamantfilms, aangevuld met een grondige structurele, morfologische en (opto-)elektronische karakterisering. Het project kan opgesplitst worden in drie grote delen die onderling sterk samenhangen: A. depositie van NCD en UNCD films B. structurele, morfologische en (opto-)elektronische karakterisering C. simulatie van de depositie van NCD en UNCD films Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo • Annemie Bogaerts
Ascorbaatmetabolisme in planten: fysiologische functie en biochemische eigenschappen van cytochromen b561. Universiteit Antwerpen Abstract: De lange termijn doelstelling van het onderzoek is het verwerven van een betere kennis van bet ascorbaatmetabolisme in dieren en planten. Meer specifiek wordt in dit project onderzoek voorgesteld naar de fysiologische functie en werkinsgmechanismen van cytochromen b56I. Dit zijn wijdverspreide membraaneiwitten, die ascorbaatgebruiken als elektrondonor voor trans-membraan elektrontransport en die een nog onopgehelderde rol spelen in de ascorbaathuishouding (Okuyama et al. 1998). Recente aanwijzingen doen vermoeden dat deze eiwitten een mogelijke link vormen tussen ascorbaat en ijzeropname in de muis (Mckie et al. 2001). De homologie tussen de cytochromen b561 van de muis, de mens en de modelplant kabidopsis thaliana is aanzienlijk, hetgeen mogelijks wijst op identieke functies in deze ulteenlopende organismen. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
Verdedigingsmechanismen van vissen met verschillende stressgevoeligheden tegen zware metalen: interactie en dynamiek van eiwitten en hormonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het onderzoeken of de kieuwcellen van vissoorten met een verschillende gevoeligheid aan koperblootstelling, intracellulair verschillen vertonen in eiwit expressie van transporters, carriers en metaalbindende eiwitten, evenals van defensieve eiwitten en enzymen betrokken bij oxidatieve stress tijdens sublethale blootstellingen aan koper. De dynamiek wordt gevolgd van deze processen doorheen de tijd rekening houdend met de hormonale status van de drie soorten. De rol die deze hormonale status op deze processen uitoefent wordt onderzocht. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck • Erwin J M Witters
Selectieve lineaire en niet-lineaire optische spectroscopie van koolstofnanobuizen en hun interacties met organische moleculen. Universiteit Antwerpen Abstract: Selectieve lineaire en niet-lineaire optische spectroscopie van koolstofnanobuizen en hun interacties met organische moleculen. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • August Bouwen • Wim Wenseleers
Computationele technieken voor stylometrie voor het Nederlands. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken voor die we willen toepassen op individuele auteurs (auteursherkenning, zowel van non-fictie als fictie) en groepen van auteurs (extractie van stijlkenmerken geassocieerd met sekse en leeftijdsgroep). De methodologie bevat de volgende onderdelen: (1) Een automatische taalkundige analyse van documenten met behulp van de beschikbare tekstanalyse-instrumenten op het niveau van morfologische structuur, woordsoort, globale syntactische structuur en semantische rollen (subject, object, temporeel, locatie) voor de constructie van potentieel relevante stilistische kenmerken. (2) Gebruik van nietgesuperviseerde en gesuperviseerde leertechnieken voor de selectie van de meest informatieve stilistische kenmerken en de constructie van een model van de stijl van een auteur (of group van auteurs). (3) Evaluatie van de geconstrueerde modellen door (a) vergelijking met stilistische analyses in taalkunde en literatuurwetenschap en (b) empirische toetsing van de voorspellende kracht van de modellen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw • Walter Daelemans
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde op grafeen gebaseerde lagen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: (i) De optimalisatie van de preparatie en patroonvorming van op grafeen gebaseerde lagen waarop biomoleculen vastgehecht worden en (ii) het begrijpen van de magnetotransporteigenschappen van zulke lagen in een breeed temperatuursgebied voor en na het vasthechten van de biomoleculen. De inzichten die resulteren uit deze studies zullen gebruikt worden om een gevoelige, elektronische monitoring te ontwikkelen voor specifieke biologische processen in een waterig midden, inclusief de denaturatie en rehybridisatie van DNA en de herkenning van antigenen door antilichamen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens
Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzyminhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat een verdere uitbreiding van het onderzoek naar reeds vertrouwde doelwit enzymen waar het nu noodzakelijk blijkt nieuwe onderzoekslijnen uit te bouwen. Het omvat daarnaast enkele nieuwe enzymen en nieuwe benaderingen. De voornaamste doelstelling is het ontwerpen en bereiden van krachtige en selectieve inhibitoren van een reeks enzymen in het domein van parasitaire aandoeningen als malaria en trypanosomiasis. Deze inhibitoren kunnen een belangrijk middel zijn om de biologische functie van het enzym te ontrafelen en (of) kunnen aan de basis liggen van de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Het ontwerpen gaat steeds gepaard met een structuur-activiteitsrelatie onderzoek. Andere doelstellingen zijn: het zo nodig optimaliseren van biologisch actieve verbindingen naar een gunstiger farmacokinetisch profiel toe en het opstellen van adekwate syntheseprocedures. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers • Koen Augustyns
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel de gegevens te analyseren die verzameld zullen worden met de CMS-detector bij de LHC-versneller. Het behelst voornamelijk het onderzoek naar de top-quark en naar zgn. "diffractie en voorwaartse fysica". Hiertoe zal bijgedragen worden tot de uitbouw van een Belgisch TIER-2 GRID rekencentrum. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Nick Van Remortel • Eddi De Wolf • Albert De Roeck
Is de GABA(A) receptor een therapeutische target voor behandeling van het fragiele X syndroom ? Universiteit Antwerpen Abstract: Het fragiele X syndroom is de meest voorkomende vorm van mentale retardatie. Behalve aan een mentale achterstand leiden de patienen ook aan gedragsproblemen, zoals hyperactiviteit en contacstoornissen, epilepsie en een verhoogde prikkelbaarheid. De gedragsproblemen kunnen in de praktijk even belastend voor de patient en zijn directe omgeving zijn als de mentale achterstand. Wij hebben in fragiele X diermodellen een onderexpressie van het GABA systeem bij de vlieg ontdekt. GABA receptoren zijn de belangrijkste inhiberrende receptoren in het brein, en een gebrek daaraan is volledig in lijn met de symptomen waargenomen bij patienten. Interesant is dat de farmacologie van de GABA receptor uitvoerig bestudeerd is: er zijn een groot aantal drugs in de handel die inwerken op het GABA systeem. Doel van dit onderzoek is op diermodellen te testen of de GABA receptor een geschike target is de gedragsproblemen en de epilepsy geassocieert met het fragiel X sydroom te behandelen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Stochastische modellering van optische buffers en schakelsystemen gebaseerd op Fibre Delay Lines. Universiteit Antwerpen Abstract: Het opstellen van adequate stochastische modellen en bijhorende analysetechnieken om bet gedrag en de prestaties van optische buffers en schakelsystemen (opgebouwd uit FDL's) te kunnen voorspellen, vormt de primordiale doelstelling van dit onderzoeksproject. Met name zal dit project zich toeleggen op het (verder) ontwikkelen van wiskundige technieken die toelaten op snelle en efficiënte wijze uit de vooropgestelde modellen de belangrijkste performantiematen te berekenen. Typische voorbeelden van dergelijke performantiematen zijn de gemiddelde vertragingstijden die pakketten oplopen, de spreiding hierop, de kans dat een pakket verloren gaat, enz. Deze grootheden kenmerken ook de uiteindelijke kwaliteit ('Quality of service" of QoS) die een gebruiker van het netwerk ervaart. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Benny Van Houdt
Studie van de sterke wisselwerking en speurtocht naar "Nieuwe Fysica" met behulp van "voorwaarts" geproduceerde deeltjes aan de Large Hadron Collider in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: De Large Hadron Collider, LHC, in CERN zal in 2007 opstarten. De onderzoeksgroep EDF van de UA neemt deel aan het experiment CMS. De belangrijkste doelstellingen van het experiment betreffen de electrozwakke symmetrie-breking, speurtocht naar 'Nieuwe Fysica' zoals Supersymmetrie of extra dimensies en de studie van sterke-wisselwerking processen. Het zg. 'Voorwaartse Fysica' programma, in dit project uiteengezet, stelt zich tot doel de detectiemogelijkheden van het CMS experiment aanzienlijk uit te breiden voor diffractieve and 'voorwaartse' fysica studies. Het project concentreert zich op de unieke mogelijkheden die detectie van voorwaartse protonen biedt in de speurtocht naar 'Nieuwe Fysica' signalen.
Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Eddi De Wolf • Albert De Roeck
Condor. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Sandra Van Aert
Ontwikkeling van de mogelijkheid tot het verfijnen van niet-lineair gemoduleerde materialen uit elektronendiffractiegegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Er zijn drie opeenvolgende hoofddoelen in dit project: het ontwikkelen van de software, de optimalisatie van de praktische uitvoering van PED en de toepassing van de resulterende nieuwe mogelijkheden op totnogtoe onverfijnde structuren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann
Stille reacties: studie van een nieuw halogenide effect en ontwikkeling van een nieuwe benadering voor de efficiënte verwijdering van trialkyltinhalogenides. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal het effect van halogenide ionen op de snelheid en het mechanisme van de Stille reactie worden onderzocht. Tevens zal een alternatieve benadering voor de afscheiding van trialkyltinhalogenide van het reactieproduct op punt worden gesteld. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes
Progranuline in neurodegeneratieve dementie: genetische, functionele en neuropathologische karakterisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project maakt gebruik van moleculaire genetische en pathologische studies met als doel de rol van progranuline (PGRN) in dementie en de bijdrage van genetische factoren die bijdragen tot de klinische en pathologische expressie van PGRN mutaties beter te begrijpen. Deze studies moeten bijdragen tot het optimaliseren van een protocol voor DNA diagnostische testen. Bovendien is de kans groot dat genen die de aanvangsleeftijd of de vooruitgang van de ziekte beïnvloeden, een belangrijke rol kunnen spelen als targets voor therapeutische interventies om de ziekte af te remmen. Verder beoogt dit project de aanmaak van cel- en muismodellen waarin de PGRN productie werd uitgeschakeld - PGRN -/+ en PGRN -/- knockout muizen, afgeleide primaire PGRN -/- en siRNA behandelde muis neuronen - en welke zouden moeten toelaten te onderzoeken hoe het verlies aan PGRN bijdraagt tot celdood van corticale neuronen. De cellulaire modellen zouden toelaten het cellulaire transport en catabolisme van PGRN te analyseren evenals de onderliggende signaaltransductie wegen die onderdrukt worden in PGRN deficiëntie. De specifieke doelstellingen van dit project zijn: het evalueren van de aanwezigheid van complexe mutaties in een groep van 190 Belgische patiënten met frontaalkwabdementie evenals de studie van de bijdrage van PGRN mutaties tot verwante neurodegeneratieve ziekten zoals PD, ALS en AD, de identificatie van genen die bijdragen tot de sterke variatie in aanvangsleeftijd in PGRN mutatie dragers, de aanmaak van PGRN knockout muizen om na te gaan of deze muizen neuronaal verlies vertonen in de hersenen en/of gedrag en cognitieve stoornissen, en het ontwikkelen van celmodellen om de cellulaire lokalisatie en het transport van PGRN te bestuderen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Smart-eye-D: Haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheid om radiografiebeelden van schilderijen met een verhoogd absorptiecontrast te registreren. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we nagaan of het mogelijk is om de kwaliteit van radiografiebeelden, vergaard van 18-20e eeuwse schilderijen, te verbeteren. Hiervoor zijn we op zoek naar een methode die kleine absorptiecontrastverschillen, die tot nog toe onzichtbaar blijven, kan visualiseren. Organisaties: • AXES • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen
Microgolf-geassisteerde synthese van hernieuwbare grondstoffen uit triglyceriden. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar microgolf-geassisteerde synthese van hernieuwbare grondstoffen uitgaande van triglyceriden met specifieke aandacht voor nieuwe katalysatoren en processen zonder katalysator. Dergelijke processen geven aanleiding tot een reductie van de afvalstromen en kunnen tevens de aanzet zijn van het ontwerp van compacte industriële productieprocessen (doorstroom microgolf reactoren). Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Bert Maes
De 16de eeuwse glasmedaillons in het UA patrimonium en daarbuiten: een systematisch onderzoek naar materiaal- en technologiegebruik. Universiteit Antwerpen Abstract: De uitzonderlijke collectie aan glasmedaillons van het Klooster der Grauwzusters (nu Universiteit Antwerpen), daterende uit de 16de eeuw, wordt in de loop van het jaar gerestaureerd. Deze, hoogst waarschijnlijk, samenhangende collectie kunnen we, door afname van glasstalen, vergelijken met glasfragmenten uit de 16de eeuw uit de collecties J. Caen en C. Berserik. Door uitvoering van analyses willen we weten of het medaillonglas een subgroep is binnen de gekende high lime ¿ low alkaligroep door gebruik van o.a. Mn. Eveneens willen we weten of de stukken gemaakt zijn door eenzelfde atelier. Aansluitend vermoeden we dat bij het samenstellen van de analyseresultaten karakteristieken naar voren komen waarvan we nu (nog) niet volledig op de hoogte zijn. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
De vroege hydrografie van de stad Gent: een verkennend geomorfologisch onderzoek van het menselijk ingrijpen in de waterhuishouding van het Middeleeuwse Gent (1100-1300). Universiteit Antwerpen Abstract: Menselijke modificaties aan het natuurlijke waterwegennet in de omgeving van de stad Gent liggen aan de basis van één van de meest spectaculaire voorbeelden van stedelijke groei in middeleeuws Europa. Toch bestaan over het onderwerp nauwelijks historische studies. Door integratie van de (schaarse) historische gegevens met recent voor het onderzoek beschikbare geomorfologische en geologische data in een hydrologisch model, wordt met dit onderzoeksproject een belangrijke synergie gecreërd tussen de onderzoeksexerptise binnen het Centrum voor Stadsgeschiedenis (UA) en het Centrum voor Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis (HA). Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
Gecombineerde stille spraak- en emotieherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we de opgedane kennis inzake gecombineerde stille emotie- en spraakherkenning verwerken in een publiceerbare paper. Voorts zullen we een doctoraatsvoorstel uitschrijven waarin dit onderwerp verder zal uitgediept worden. De vraag naar stille herkenning wordt steeds groter vanuit verschillende sectoren, zoals de zorgsector, educatieve, info- entertainment en beveiligingssector, vandaar dit onderzoek. De resultaten van de voorbije 3 jaar vooronderzoek in deze materie zullen gecombineerd worden in een softwareapplicatie die de technologische werking aantoont. Organisaties: • Individueel onderzoek IOIW
Onderzoekers: • Jozef Colpaert
Fundamentele aspecten van veralgemeende thermostatistiek Universiteit Antwerpen Abstract: De veralgemeende exponentiele familie wordt bestudeerd en nieuwe voorbeelden worden gezocht in het domein van de statistische fysica. Bijzondere aandacht gaat naar de configurationele verdelingsfunctie in het microkanonieke ensemble. Onderzocht wordt of vanuit dit nieuwe gezichtspunt een meer bevredigende definitie kan gegeven worden van het kwantummechanische microkanonieke ensemble. Organisaties: • Wiskundige natuurkunde
Onderzoekers: • Jan Naudts
Interactie van grote biomoleculen met potentiometrische sensor oppervlakken. Universiteit Antwerpen Abstract: De onderzoeksgroep richt zich op de studie van potentiometrische sensoren voor determinatie van organische geladen moleculen. Recent werd gewerkt op grote biomoleculen zoals oligonucleotiden en fosfoproteïnen. In het nu voorgestelde project wordt een methode uitgewerkt om de kinetiek van interactie (adsorptie/desorptie) van deze producten met het sensor oppervlak te bestuderen, via FIA en sensorgrammen. Organisaties: • Chromatografische organische sporenanalyse
Onderzoekers: • Lucien Nagels
Monte Carlo-simulaties van molecuulkristallen Universiteit Antwerpen Abstract: Het gebruik van symmetrie-aangepaste rotatorfuncties bij Monte Carlo simulaties van molecuulkristallen wordt uitgewerkt. De methode wordt algemeen geformuleerd en vervolgens toegepast op C60.C8H8 en C70.C8H8 fullereencubaankristallen. Verder wordt de rol van de bilineaire translatierotatiekoppeling in C60.C8H8 en C70.C8H8 onderzocht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Bart Verberck
Studie van sers eigenschappen van vaste subtraten voor de analyse van de individuele koolstof deeltjes in het milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: De taak van dit project is de Surface Enhanced Raman Spectroscopy (SERS) van de vaste substraten (Ag en Al folie, Au-laag op glas en gepolijste Si) voor detectie van de koolstofinhoud in atmosferische individuele deeltjes te bestuderen. Twee soorten studies werden uitgevoerd: dunne lagen van koolstof op onderzochte vaste substraten en koolstofinhoud wordt gedeponeerd op kunstmatige anorganische deeltjes op de zelfde vaste substraten. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Larysa Darchuk Korovina
Studie naar het gebuik van melphalan-DNA adducten als biomarkers bij gïsoleerde longperfusies: kwalitatievekwantitatieve analyse van de gevormde DNA adducten. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie naar het gebuik van melphalan-DNA adducten als biomarkers bij gïsoleerde longperfusies: kwalitatieve-kwantitatieve analyse van de gevormde DNA adducten. Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Jasper Boschmans
Molecular en Crystal Engineering: Asymmetrische oligomeren voor Polaire Kristallen. Universiteit Antwerpen Abstract: Molecular design staat centraal in het optimaliseren van interessante moleculaire eigenschappen van oligomeren. Kristalsymmetrie verhindert echter meestal het macroscopisch uiten van deze gewenste eigenschappen. Een uitvoerige X-straaldiffractiestudie wordt verricht om pakkingspatronen te rationaliseren in termen van intermoleclaire interacties. Het hogere doel is dan ook om deze interacties te gebruiken als instrument voor het opbouwen van een gewenste supramoleculaire structuur door middel van de invoer van functionele groepen in de molecule. Op deze manier zal worden getracht polaire kristallen te bekomen. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys • Alain Collas
Gecombineerde moleculaire dynamica (MD) en Monte Carlo (MC) simulaties voor de plasma-geassisteerde depositie van (ultra)nanokristallijne diamant ((U)NCD) films. Universiteit Antwerpen Abstract: We wensen het depositieproces van (ultra)nanokristallijne diamantfilms, gevormd via microgolf-plasma's, te bestuderen met behulp van moleculaire dynamica simulaties. We zullen hiervoor gebruik maken van de Brenner interactiepotentiaal voor koolwaterstoffen. Om het depositieproces op een realistische manier te simuleren, zullen we ook Monte Carlo simulaties ontwikkelen die de relaxatie van het systeem naar een thermodynamisch gunstigere configuratie kunnen beschrijven. Deze Monte Carlo simulaties zullen we koppelen aan de moleculaire dynamica simulaties, We wensen o.a. de invloed na te gaan van de substraattemperatuur, aangelegde (bias) spanning en gasmengsel. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Maxie Eckert
Synthese, decoratie en biologische evaluatie van nieuwe geanelleerde purines. Universiteit Antwerpen Abstract: Synthese, decoratie en biologische evaluatie van nieuwe geanelleerde purines. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes • Tom Rauws
Diffusie magnetische resonantie beeldverwerking met het oog op kwantitatieve groepsanalyses. Universiteit Antwerpen Abstract: Diffusie magnetische resonantie beeldverwerking met het oog op kwantitatieve groepsanalyses. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Wim Van Hecke
Mechanische eigenschappen van het trommelvlies - meting en modellering. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het complexe gedrag van middenoormechanica en de werking van middenoorprotheses en -implantaten te bestuderen, wordt sinds het begin van de jaren '90 eindige elementen modellering toegepast. Echter, tot op heden zijn de modellen gelimiteerd tot het akoestische regime en zijn de elasticiteitsparameters van het trommelvlies nog onnauwkeurig en onvolledig bepaald. Daarom zullen we in dit project de drukvariaties in een normaal werkend middenoor in kaart brengen en de elasticiteitsparameters van het trommelvlies bepalen via inverse eindige elementen modellering van in situ punt-indentatie metingen. In de laatste fase worden de nieuwe gegevens geïncorporeerd in een model dat ook valide is voor quasi-statische drukveranderingen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Joris Dirckx • Jef Aernouts
Methodologie voor moleculaire diepte- en 3D-analyse op sub-micro- en nanoschaal van UV-curable polyacrylaten met industriële toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een methodologie wordt uitgewerkt voor verschillende soorten UV-curable polyacrylaten die via Time-of-Flight Statische SIMS de diepteprofilering en 3D-analyse op sub-micro- en nanoschaal toelaat. Informatie over de moleculaire verdeling en interacties is namelijk nodig om blijvende optimalisatie en innovatie van hoogtechnologische materialen te garanderen. Organisaties:
• Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck • Remko Dardenne
Sinusoidale analyse gebaseerd op audio-partituur alignering. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinusoïdale analyse is een belangrijke techniek voor audio-analyse. Wanneer men polyfone audio probeert te analyseren, heeft men echter vaak te maken met overlappende harmonische componenten afkomstig van de verschillende noten. De resulterende systeemmatrix is dan onoplosbaar. Door het gebruik van bijkomende informatie, in de eerste plaats afkomstig van de partituur, kunnen we echter een veel betere initialisatie van het model bekomen, en tegelijk het juiste aantal parameters bepalen. Dit moet alvast resulteren in een accuratere en robuustere analyseresultaten. Het eerste deel van dit project is geconcentreerd rondom de wiskundige en technische beperkingen en zal onder andere het ontwikkelen van de nodige software bevatten. In een tweede deel ligt de nadruk op toepassingen, meer specifiek op source separation en individuele nootbewerking in een polyfone context. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders • Joachim Ganseman
Effect van in- en ontpolderen op hoogwaterpeilen in het Schelde-estuarium: historische effecten (1550-1800) als referentiemodel voor huidige beheersplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het overstromingsrisico van de Schelde te doen dalen, worden valleigebieden ontpolderd. Er bestaan echter geen empirische data die de relatie tussen ontpolderingen en waterpeil reductie (~ overstromingsrisico) beschrijven. Als vergelijkingsmodel worden daarom de effecten van historische in- en ontpolderingen langs de Westerschelde (1550-1800) op het waterpeil langs de Vlaamse Zeeschelde bestudeerd, a.d.h.v. protisten (diatomeeën en thecaoeben). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
Toxiciteitskarakterisatie en groepering van chemicaliën op basis van toxinogenomics in Daphnia magna. Universiteit Antwerpen Abstract: Toxiciteitskarakterisatie en groepering van chemicaliën op basis van toxinogenomics in Daphnia magna. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Melissa Penninck
Optimaal schatten en verwerken van diffusie kurtosis parameters met het oog op klinische toepasbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Diffusiegewogen magnetische resonantie beeldvorming (DW-MRI) laat toe de mate van diffusie van watermoleculen in levend weefsel te bepalen. Diffusietensor beeldvorming (DTI) maakt gebruik van een Gaussiaans model om deze diffusie voor te stellen en is een veelgebruikte techniek in huidig onderzoek naar de witte hersenmaterie. Ondanks het feit dat het DTI-model tot op heden de meest toegepaste techniek binnen dit domein is en al vaak succesvol leidde tot nieuwe inzichten rondom neurologische aandoeningen, heeft het enkele fundamentele tekortkomingen waardoor nieuw technieken zich opdringen. DTI bezit bijvoorbeeld beperkte mogelijkheden om meervoudige vezelorientaties in een voxel te beschrijven, grotendeels te wijten aan de aanname van het Gaussiaanse diffusiemodel. Diffusie kurtosis beeldvorming (DKI) laat toe om diffusie niet-Gaussiaans te beschrijven [23]. Echter: (1) het bijhorende beeldvormingsproces vereist verhoogde b-waarden waardoor de SNR verlaagt. Het verschil tussen de werkelijk aanwezige Riceverdeelde ruis en normaalverdeelde ruis zal hierdoor beduidend groot worden waardoor kleinste kwadraten benaderingen onjuistheden introduceren bij het schatten van de DKI-parameters. Om de klinische en biologische meerwaarde van deze nieuwe methode tegenover DTI aan te tonen is er nood aan een set parameters die gebruikt kan worden tijdens kwantitatieve analyses. DTI wordt meestal beschreven aan de hand van twee invarianten (gemiddelde diffusie en anitrope diffusie) , maar: (2) DTI levert niet de geschikte parameters om eenduidig de invloed van myelineafbraak of axonaal verlies op het diffusieproces te kwantificeren. (3) Doordat DKI tot op heden voornamelijk theoretisch werd bestudeerd, bestaan er geen atlassen van de bijhorende parameters die kwantitatieve analyses en daaropvolgende klinische studies mogelijk maken. De hogere orde van de diffusie kurtosis tensor (DKT) in vergelijking met de DT, impliceert het bestaan van extra parameters die meerwaarde bieden bij klinisch onderzoek. Een recente theoretische studie maakt de mathematische afleiding van deze (in)variante parameters mogelijk. Het onderzoek zal volgende stappen inhouden: Doelstelling 1: bepalen van de optimale beeldvormingsparameters (o.a. gradientsterkte en - richtingen) waarbij optimaal rekening gehouden wordt met de Rice verdeling van de opgenomen diffusiegewogen data. Het doel hierbij is de juistheid en de precisie van de geschatte DKI parameters te optimaliseren. Om klinische toepasbaarheid na te streven, zal de scantijd en de praktische haalbaarheid van de beeldvormingsinstellingen steeds in acht genomen worden. Doelstelling 2: onderzoek naar de meerwaarde van kurtosis-parameters t.o.v. de huidige DTI-metingen voor de detectie van pathofysiologische verschijnselen zoals myelineafbraak, axonaal verlies, . . . . Deze vormen van weefselafbraak zullen worden gesimuleerd in muizen, waarna een vergelijk van DKT-parameters en histologie mogelijk wordt. De myelineafbraak zal gesimuleerd worden door het toedienen van zeer kleine hoeveelheden cuprizone, een stof die zorgt dat de oligodendrocyten afsterven. Een direct gevolg is het verlies van myeline rondom de zenuwvezels. Doelstelling 3: opstellen van een kurtosis-atlas op basis van de relevante kwantitatieve parameters die in doelstelling twee gevonden werden. Hierbij zal er onderzocht worden hoe de bestaande registratietechnieken voor meervoudige beelden aangepast dienen te worden voor een optimale DKT beeldregistratie en atlasvorming. Doelstelling 4: de kurtosis-atlas zal gebruikt worden om de klinische meerwaarde van DKI te beoordelen voor een voxel gebaseerd onderzoek rond Multiple Sclerose. (4) Theoretisch vormt DKI reeds een techniek die de tekortkomingen van DTI omzeilt binnen realistische scantijden. In de praktijk werden tot op
heden slechts enkele klinische studies uitgevoerd. De finale meerwaarde en toepasbaarheid van DKI in klinisch onderzoek is hierdoor nog niet bekend. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Jelle Veraart
Match of mismatch? Een kosten-batenanalyse van maternale effecten bij kanaries (Serinus canaria). Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks het vele onderzoek naar de functie van maternale hormonen bij vogels, werden de gevonden kosten en baten tot nog toe enkel vanuit het perspectief van het jong en onafhankelijk van de opgroeiomgeving beschreven. Een gevonden effect zou echter in de ene omgeving positief kunnen zijn, maar in een andere omgeving juist negatief. Het is dus belangrijk om in dergelijke experimenten ook met de omgevingsafhankelijkheid rekening te houden. Hiernaast dienen ook de hieraan verbonden consequenties voor de ouders in acht genomen te worden. Wat optimaal is voor de ouders is immers niet noodzakelijkerwijs optimaal voor de jongen. Mogelijkerwijs is een omgevingsafhankelijke hormoondepositie de optimale strategie van de moeder ter maximalisatie van haar fitness. De adaptieve waarde van de hormoondepositie kan dus pas in deze bredere context bepaald worden. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Jonas Vergauwen
Evolutie van Modelleertalen. Universiteit Antwerpen Abstract: In modelgedreven ontwikkeling is evolutie alomtegenwoordig doorheen de levenscyclus van een complex software-intensief systeem, in het bijzonder hele productfamilies. Niet alleen instanties zijn onderhevig aan evolutie, maar ook modelleertalen zelf. Dit geldt in het bijzonder voor domeinspecifieke talen. Vandaag de dag gebeurt deze evolutie van modelleertalen manueel, met een lastige en foutgevoelige migratie van gerelateerde artefacten zoals instanties als resultaat. In dit project worden de verschillende evolutiescenario's onderzocht voor uiteenlopende modelleer-artefacten, zoals instanties, metamodellen en transformatiemodellen. Vervolgens wordt evolutie in vier primitieve scenarios opgedeeld, die alle mogelijke vormen van evolutie omvatten. Deze structurele aanpak maakt het ontwerpen van (semi-)automatische oplossingen voor evolutie van modelleertalen mogelijk. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Hans Vangheluwe • Bart Meyers
Synthese van bicyclische azaheteroaromaten gebaseerd op C-N bindingsvorming via transitiemetaal-gekatalyseerde C(sp2)-H activering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van nieuwe synthesemethodologieën voor azaheteroaromaten. Het is de bedoeling om de C-N binding tot stand te brengen met behulp van transitiemetaal gekatalyseerde C-H activering. Door gebruik te maken van C-H activering is geen preactivering meer nodig, wat dus het aantal synthesestappen inkort en minder afval creëert. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes • Mattijs Baeten
Grootschalige discrete-event simulatie van gedistribueerde systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doelstelling om grootschalige simulaties van gedistribueerde systemen met GES en SimGrid mogelijk te maken. We onderscheiden hierbij drie wetenschappelijke doelstellingen: 1) Reductie van het geheugengebruik en van de sequentiële uitvoeringstijd van simulaties. 2) Uitvoering van de simulatie op een gedistribueerde architectuur. 3) Realisatie van een schaalbare interoperatie tussen GES en SimGrid. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove
Lange-termijn monitoring van geneesmiddelen resistentie van viscerale leishmaniasis veroorzaakt door Leishmania infantum bij HIV-patiënten. Universiteit Antwerpen Abstract: Bepaling van de geneesmiddel-gevoeligheid van Leishmania stammen afkomstig van patiënten met HIV co-infectie, gebruik makend van een combinatie van biologische in vitro gevoeligheidstesten (LMPH) en moleculair biologische methoden. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Paul F R C M Cos
Simultane chemische en structurele analyse van micropartikels met micro-Raman spectrometrie gekoppeld aan elektronen probe microanalyse. Universiteit Antwerpen Abstract: De fundamentele doelstellingen van dit project kunnen als volgt worden samengevat: -Installatie en implementatie van een interface tussen de aanwezige Renishaw micro-Raman spectrometer en een JEOL EPMA/SEM instrument. -Analyse van verschillende monsters, verbindingen, materialen en standaarden om de mogelijkheden van de gecombineerde techniek te onderzoeken.
-Toepassing van micro-Raman/SERS voor de analyse van atmosferische aerosolen, en een vergelijking van de bekomen resultaten met deze van EPMA/SEM-EDX metingen -Toepassing van gecombineerde micro-Raman/EPMA metingen op milieu monsters en technologische micro-partikels. -Samenwerking met collega's die behoefte hebben aan verbeterde analytische capaciteiten voor andere types van onderzoek. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Fundamentele methoden en technieken in de wiskunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Algemeen wiskundig onderzoek met bijzondere nadruk op interdisciplinaire aspecten. Organisaties: • ALGEBRA-MEETKUNDE/LABORATORIUM INTELLIGENTE SYSTEMEN • Algebra, meetkunde en ISLAB • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Alain Verschoren
Toll-like receptor 3 (TLR3) stimulatie in de behandeling van kanker Universiteit Gent Abstract: TLR3 stimulatie is potentieel belangrijk bij de behandeling van kanker: enerzijds omwille van zijn vermogen om de efficiëntie van antikanker vaccins te verhogen, en anderzijds omwille van zijn direct cytotoxisch effect op tumorcellen. In dit project bestuderen we TLR3 geinduceerde signaaltransductie en mechanismen verantwoordelijk voor TLR3 resistentie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Ontwikkeling en gebruik van een 4D-GIS systeem ter ondersteuning van de conservatie van de Calacmul-site (Mexico) Universiteit Gent Abstract: Binnen het kaderwerk van het R&D samenwerkingsakkoord tussen BELSPO en UNESCO/WHP (2007-2011) helpt een Belgisch team van experten de UNESCO en lokale partners met het conservatiemanagement van UNESCO-sites. Het Belgisch consortium ontwerpt en implementeert een 4-dimensionaal GIS voor de deskundigen van het ?Biosphere Reserve and Archaeological Urban Centre van Calakmul/Yucatan Paninsula (Mexico)? Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Small and wide angle x-ray diffractometer, uitgerust voor poeders en dunne filmen met "grazing angle" optie en hoge temperatuurskamers Universiteit Gent Abstract: Dit toestel wordt ingezet voor de karakterisering van mesoporeuze geordende materialen (small angle) en keramische materialen, zoelieten en metal organic frameworks (wide angle). Daarnaast biedt het de mogelijkheid voor het opmeten van de kristalliniteit van dunne filmen en beschikt het over een hoge temperatuurskamer (tot 1200°C). Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Serge Hoste • Isabel Van Driessche • Pascal Van Der Voort
ICP-OES (Inductively Coupled Plasma Optical Emission Spectrometer) Universiteit Gent Abstract: Een ICP-OES, ter vervanging van een oude AAS, is onontbeerlijk in een laboratorium bodemkunde waar dagelijks bodem- en wateranalyses worden uitgevoerd in het kader van practica voor studenten, MSc en PhD scripties, en onderzoeksprojecten. Het toestel zal weliswaar ook gebruikt worden om metingen uit te voeren voor andere onderzoekseenheden, waaronder Protistologie en Aquatische Ecologie, Mariene Biologie, Sedimentaire Geologie en Ingenieursgeologie, en grondwatermodellering. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Fluorescentiemicroscoop Universiteit Gent Abstract: Met een fluorescentiemicroscoop kunnen kleine luminescente deeltjes of fluorescerende oppervlakte geobserveerd worden. Dit toestel zal gebruikt worden voor onderzoek in het domein van de elektroforese, luminescente fosfordeeltjes, nano-emitters en biosensors. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts • Dirk Poelman • Peter Bienstman
TD-GC-MS voor de analyse van (semi-)vluchtige organische componenten van biogene an antropogene oorsprong in omgevingslucht en in de headspace van verschillende matrices. Universiteit Gent
Abstract: Dit project beoogt de chemische analyse van (semi-)vluchtige organische verbindingen in omgevingslucht. Aandacht gaat hierbij uit naar enerzijds biogene emissies zoals bijv. de emissie van sesquiterpenen door bosvegetatie, en anderzijds naar de aanwezigheid van antropogene gezondheidsbelastende (semi-)VOC in binnenlucht. Het aangevraagde krediet dient voor de aankoop van de nodige innovatieve TD-GC-MS apparatuur. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Herman Van Langenhove
Mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer Universiteit Gent Abstract: X-stralen fluorescentie analyse (XRF) is een analytische techniek die toelaat om snel en op een niet-destructieve manier de elementcompositie van een object te bepalen. In dit project wordt een mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer aangekocht, waardoor archeologische objecten geanalyseerd kunnen worden, wat nuttig is voor diverse archeometrische toepassingen (herkomstbepaling, bepaling van het productieproces, materiaalidentificatie, etc.) Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Vernieuwing van de apparatuur voor monstervoorbereidingen in het geochronologisch en geochemisch onderzoek van mineralen en gesteenten Universiteit Gent Abstract: De aangevraagde apparaten betreffen een schijvenmolen en een koolstofbedamper. De schijvenmolen is een basistoestel voor het afscheiden van specifieke mineralen uit gesteenten, nodig voor geochronologisch en/of isotropisch onderzoek. De koolstofbedamper is een apparaat dat dient om kleine mineralogische monsters te bekken met een koolstoflaagje, nodig voor microchemische analyse onder de SEM (scanning-electronenmicroscoop). Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Peter Van den haute • Marlina Elburg
Gelpermeatie chromatografie (GPC) Universiteit Gent Abstract: In dit BOF-project wordt en GPC-systeem voor absolute moleculaire gewichtsbepaling aangevraagd als basisuitrusting. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Kwaliteitsmetrieken voor de objectieve beoordeling van de invloed van IP-gebaseerde netwerken op video- en audiokwaliteit Universiteit Gent Abstract: Netwerkstoornissen (pakketverlies) hebben in het geval van digitale video een invloed hebben op de visuele kwaliteit van het ontvangen signaal. Tijdens dit doctoraatsonderzoek wordt de relatie tussen deze netwerkstoornissen en de waargenomen beeldkwaliteit onderzocht. Het is de bedoeling om een kwaliteitsmetriek op te stellen die, op basis van netwerk monitoring, in staat is om de visuele kwaliteit te voorspellen. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Piet Demeester
Performantie-analyse en ontwerp van buffersystemen met reservatie-gebaseerde schedulering toegepast in heterogene telecommunicatienetwerken Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject spitst zich toe op ontwerp en analyse van een nieuwe klasse scheduleringmechanismen met toepassing in telecommunicatienetwerken waarover vele types verkeersstromen, elk met specifieke 'Quality-ofService'-vereisten, tegelijkertijd worden vervoerd. Door in een buffer ruimte te reserveren voor toekomstig binnenkomend verkeer van een type met hogere prioriteit, kan de vertraging ervaren door de verschillende verkeerstypes op gecontroleerde wijze worden gedifferentieerd. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
OptiPIL, a Readability Optimizer for Patient Information Leaflets (optimalisatie van de leesbaarheid van patiëntenbijsluiters) Universiteit Gent Abstract: Ondanks de wettelijke bepalingen betreffende de leesbaarheid van de bijsluiter en ondanks de concrete uitwerking van sjablonen met standaardformuleringen is de bijsluitertekst nog altijd niet echt ?gebruikers?vriendelijk. Het StarTT OptiPIL project vertrekt vanuit een eerder ontwikkeld prototype (IWT TETRA 070103) en zal op korte termijn resulteren in een robuuste web service die state-of-the-art taaltechnologische know-how gebruikt om de leesbaarheid van Engelse en Nederlandse medische teksten te verbeteren. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu
In-situ karakterisering van gesubstitueerde N4-macrocyclische metaalcomplex-SAM-lagen op goud met als doel de ontwikkeling van stabiele elektrokatalysatoren.
Universiteit Gent Abstract: Dit project focust zich op de modificatie (en optimalisatie ervan) van goudelektroden met verschillende gesubstitueerde N4macrocyclische metaalcomplexen, met als doel een covalente binding te garanderen, waardoor een basis gelegd wordt voor nieuwe en meer performante elektrochemische sensoren. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Annemie Adriaens
Evaluatie van nieuwe types stationaire fases en kolomdimensies voor de ontwikkeling van hoogefficiënte en generische superkritische vloeistofchromatografie Universiteit Gent Abstract: Een techniek die de chromatografische voordelen van GC en de brede toepasbaarheid van HPLC combineert is superkritische vloeistofchromatografie (SFC). Superkritische vloeistoffen vertonen bijzondere eigenschappen. Dit project heeft als doel om de performantie van SFC ten opzichte van HPLC grondig te evalueren, om bij te dragen tot de optimalisatie en valorisatie van de huidige SFC hardware, om nieuwe ?op maat gemaakte? SFC stationaire fasen te ontwikkelen, om ?generische? SFC methoden te ontwikkelen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Annemieke Madder • Frederic Lynen
FlexWare: Exploitatie van Flexibele Hardwareplatformen voor Massief Parallelle Bioinformaticatoepassingen Universiteit Gent Abstract: FlexWare beoogt efficiënter hardware-ontwerp voor algoritmes met extensief laagniveauparallellisme. Het is gericht op bioinformaticatoepassingen, maar algoritmes uit andere domeinen zullen gebruikt worden ter evaluatie. Verschillende parallelle en herconfigureerbare platformen zullen onderzocht worden met het oog op de ontwikkeling van automatische ondersteuning voor platformselectie, extractie van applicatieparallellisme en afbeelding hiervan op het gekozen platform. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Dirk Stroobandt
Ontwikkeling van een in-situ energieflux analysator en een fluxmonitor, voor de studie van de groei van dunnen filmen afgezet aan de hand van 'physical vapour deposition' Universiteit Gent Abstract: Twee meettoestellen zullen ontworpen worden om alle deeltjesfluxen die inkomen op het substraat tijdens depositie te karakteriseren. Deze zouden moeten toelaten om de energie, momentum en materiaalflux naar het substraat te modelleren i.f.v. de gebruikte depositieomstandigheden. Door deze te vergelijken met eigenschappen van de deklagen afgezet onder dezelfde omstandigheden, kunnen de fundamentele groeiprocessen bestudeerd worden. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Sabine Mahieu • Diederik Depla
Cultuurfaciliteiten voor experimenteel onderzoek op speciatiemechanismen bij Ectocarpus siliculosus (Ectocapales, Phaeophyta) Universiteit Gent Abstract: Aanschaf kweekruimtes (incubatoren) voor het kweken van Ectocarpus ten behoeve van onderzoek naar speciatie en proteïnen verantwoordelijk voor gameetherkenning. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Eric Coppejans • Olivier De Clerck
Studie van de functie van caspase-14 en RIP4 in epidermale differentiatie Universiteit Gent Abstract: Caspase-14 en speelt een belangrijke rol bij de terminale differentiatie (:cornificatie) van de epidermis, terwijl 'Receptor Interacting Protein-4' (RIP4) deficiente muizen een algemene verstoring van keratinocyt differentiatie vertonen. Wij willen nu verder de moleculaire signalisatiewegen bestuderen die aanleiding geven tot deze fenotypes. Hierbij maken we zowel gebruik van in vitro als in vivo benaderingen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele • Wim Declercq
Rol van cAMP-afhankelijke signalen in transcriptionele regulatie van het IL-6 gen in multiple myeloom cellen Universiteit Gent Abstract: Interleukine-6 (IL-6) is een belangrijke speler in de pathogenese van multipel myeloom (MM). Wij hebben opgemerkt dat verhoging van intracellulaire cAMP-niveaus IL-6 transcriptie in MM cellen afremt. In dit onderzoek zullen we onderzoeken wat de bijdrage van de verschillende cAMP-receptoren (PKA versus epac) in dit effect is en nagaan welke signaaltransductiecascades het doelwit zijn van cAMP. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Guy Haegeman
Quartz Crystal Microbalance' voor het bestuderen en optimaliseren van cel-interactieve coatings op biomaterialen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is om door middel van 'Quartz Crystal Microbalance' (QCM) na te gaan wat de efficiëntie is van het coating proces van biomaterialen. Hierbij zal worden nagegaan in welke mate bepaalde proteïnen en/of polysacchariden interageren met biomateriaal oppervlakken. Deze studie zal ons toelaten om dergelijke processen te optimaliseren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Peter Dubruel
Gedetailleerde studie van proteïne-proteïne interacties: studie van eht activeringsmechanisme van Toll Like receptoren Universiteit Gent Abstract: Toll like receptoren worden geactiveerd door interacties tussen TIR domeinen. Homologie modellen worden gebouwd voor TIR domeinen. De MAPPIT methode en in vitro bindingsstudies tussen recombinant TIR domeinen worden gecombineerd met plaatsgerichte mutagenese om interactievlakken tussen TIR domeinen te identificeren. Deze data worden gebruikt als input voor data-gedreven in silico docking. Dit leidt tot experimenteel ondersteunde modelen voor TIR-TIR complexen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Frank Peelman
Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie Universiteit Gent Abstract: Dit project richt zich op de ontwikkeling en toepassing van diffusie NMR spectroscopie als onderzoeksinstrument voor in situ karakterisering van colloidale dispersies van metaaloxide nanomaterialen en quantum halfgeleiders. Anderzijds voorziet zij in het ontwikkelen van een geïntegreerd NMR-spectroscopisch en beeldvormingsonderzoek naar het metabool en fysiologisch profiel van neuropathologieën in proefdiermodellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • José Martins
Beveiligingscomponenten voor betrouwbare computersystemen Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is het bestuderen en creëren van beveiligingscomponenten om generieke beveiligingsfunctionaliteit te kunnen aanbieden in processors. We stellen voor om beveiligingscomponenten aan te bieden die parallel met de bestaande processor opereren, maar er tegelijk ook innig mee gekoppeld zijn. Samen met de hardware componenten zullen we ook een aantal beveiligingstranformaties ontwerpen die ofwel gebruik zullen maken van de nieuw te ontwikkelen beveiligde componenten, of hun eigen bestaanrecht zullen hebben. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
Studie van hoge-energie galactische en extra-galactische neutrino's met behulp van de IceCube Cherenkov detector geplaatst diep in het Antarctisch ijs nabij de Zuidpool Universiteit Gent Abstract: Met de IceCube Cherenkvo die onder constructie is aan de Zuidpool worden hoog-energetische neutrino's bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dirk Ryckbosch
Ontwikkeling van alpha-gesubsidieerde fosmidomycine-analogen als anti-malaria DOXP reducto-isomerase inhibitoren Universiteit Gent Abstract: Een mevalonaat-onafhankelijke weg voor de biosynthese van isoprenoïden, de zogenaamde DOXP-weg, werd onlangs ontdekt en gevalideerd als nieuw doelwit voor geneesmiddelenontwikkeling. Fosmidomycine, een fosfonaat dat interfereert met deze biosynteweg door inhibitie van het DOXP reducto-isomerase, is een veelbelovend antimalariamiddel. Dit project beoogt de verdere ontwikkeling van alphagesubstitueerde fosmidomycine-analogen die in vitro superieur zijn t.o.v. fosmidomycine in het remmen van de groei van P. falciparum e.a. pathogenen die gebruik maken van de non-mevalonaatweg. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
TELEX: het combineren van akoestische voorbeelden en lexicale modellering Universiteit Gent Abstract: Een 'bottom-up' fonetische HMM herkenner zal gecombineerd worden met een 'long-span' voorbeeldgebaseerde herkenner, teneinde een betere performantie te kunnen halen dan met een traditionele HMM herkenner. Vernieuwend is de manier waarop fonetische transcripties die aanwezig zijn in de foneemgrafen van trainingsdata zullen worden aangewend om alternatieve uitspraken van woorden en uitdrukkingen aan te leren en in het lexicon op te nemen. Daarenboven worden in de voorbeeldgebaseerde herkenner enkel die templates geactiveerd die ook voorkomen in een van die uitspraakvarianten. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Martens
Eiwit modificaties geassocieerd met oxidatieve en nitratieve stress: een gel-vrije proteoom analyse Universiteit Gent Abstract: Stijgende concentraties van "reactive oxygen species" induceren verschillende modificaties in cellulaire eiwitten. Sommige daarvan zijn oxidaties, terwijl andere te wijten zijn aan reactieve NO-derivaten. Dit kan leiden tot verandering van functie en ageert vaak als signaal. Gebruik makend van een nieuwe gel-vrije proteoom benadering, zullen we zowel de natuur van de doeleiwitten als de plaatsen van modificatie identificeren. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Ontwikkeling van een 3D numeriek model met adaptief grid voor de vorming en voortplanting van meanders in een rivier Universiteit Gent Abstract: Natuurlijke rivieren in vlak terrein vertonen meestal een meanderend verloop, dat zich zowel zijdelings als naar afwaarts voortplant. In dit projectvoorstel wordt een originele oplossingsmethodiek voorgesteld voor de numerieke modellering van de vorming en voortplanting van een meanderende rivier, waarbij bijzondere aandacht besteed wordt aan de implementatie van een adaptief grid om de dynamische wijzigingen van het rivierbed in planvorm te volgen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Ronny Verhoeven • Peter Troch • Jan Vierendeels
Datafusie van multi-modale informatie via geavanceerde signaalverwerking, segmentatie en registratietechnieken Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de synthese van eendimensionale signaalinformatie en tweedimensionale beeldinformatie nagestreefd in een raamwerk waarin zowel kenmerkclassificatie, beeldsegmentatie en beeldregistratie worden geïntegreerd. Als inputsignalen worden verschillende medische modaliteiten gebruikt: electro-encephalograms, magnetische resonantie beeldvolumes en echografiebeelden van premature baby's. Het uiteindelijke doel van dit project is een theoretisch kader te ontwikkelen waarin de relevante beeld- en signaalinformatie op een hoog niveau gecombineerd kunnen worden in functie van hun diagnostische waarde. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Thin client netwerkbeheer met gedistribueerde broncodering Universiteit Gent Abstract: Bij de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatiediensten wordt steeds meer gebruik gemaakt van video. Er worden ook steeds meer draagbare terminals gebruikt waarbij er belangrijke beperkingen optreden in kanaalkwaliteit, rekencapaciteit, opslagcapaciteit en batterijvermogen. Doelstelling van dit project is het grondig bestuderen van innovatieve technieken om telecommunicatiediensten voor draagbare terminals met een hoge QoE (Eng. Quelity of Experience) te realiseren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Rik Van de Walle • Filip De Turck
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN Universiteit Gent Abstract: Aan de LHC versneller in CERN worden protonen versneld en in botsing gebracht met de hoogste energie ooit verwezenlijkt. Dit project betreft het Gentse onderzoeksprogramma voor de fysica die hiermee kan gedaan worden. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dirk Ryckbosch
Stochastische modellering van optische buffers en schakelsystemen gebaseerd op Fibre Delay Lines Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het voorgestelde project bestaat erin analytische of semi-analytische oplossingstechnieken te ontwikkelen voor adequate stochastische modellen van optische buffers en schakelsystemen, die moeten toelaten snel en efficiënt de belangrijkste performatniematen, zoals de gemiddelde vertragingstijden die pakketten oplopen, de spreiding hierop, de kans dat een pakket verloren gaat, enz. te berekenen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Sabine Wittevrongel
Fundamenteel onderzoek naar de rol van DIRIGENT en PCBER in houtvorming in populier Universiteit Gent Abstract: Hout is één van 's werelds belangrijkste hernieuwbare grondstoffen, en dient oa als constructiemateriaal, als bron van energie en als grondstof voor de pulp en papierindustrie. In dit project wensen we de rol op te helderen van twee genen, DIRIGENT en PCBR, die sterk tot expressie komen tijdens houtvorming. Dit zal gebeuren door middel van comparatieve transcript- en metabolietprofilering van transgene populier RNAi-neergereguleerd voor DIRIGENT en PCBER. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Eric Messens • Wout Boerjan
Evaluatie van nieuwe types stationaire fases en kolomdimensies voor de ontiwkkeling van hoogefficieënte en generische superkritische vloeistofchromatografie. Universiteit Gent Abstract: Een techniek die de chromatografische voordelen van GC en de brede toepasbaarheid van HPLC combineert is superkritische vloeistofchromatografie (SFC). Superkritische vloeistoffen vertonen bijzondere eigenschappen. Dit project heeft als doel om de performantie van SFC ten opzichte van HPLC grondig te evalueren, om bij te dragen tot de optimalisatie en valorisatie van de huidige SFC hardware, om nieuwe "op maat gemaakte" SFC stationaire fasen te ontwikkelen, om "generische" SFC methoden te ontwikkelen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Patrick Sandra • Annemieke Madder • Frederic Lynen
Euro-NF: Anticipatie van het netwerk van de toekomst - van theorie tot ontwerp Universiteit Gent Abstract: Euro-NF is een uitbreiding van de succesvolle netwerken Euro-NGI/FGI. Aldus zal Euro-NF doorgaan met de ontwikkeling van een vooraanstaand excellentiecentrum op het vlak van het ontwerp van toekomstige telecommunicatienetwerken, dat fungeert als een collectieve denktank, een belangrijke ondersteuning biedt voor de Europese gemeenschap en tot een Europees leiderschap in dit gebied kan leiden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Sabine Wittevrongel
Ontwikkeling van functionele PU materialen via het ankergroepconcept Universiteit Gent Abstract: In het kader van een grotere samenwerking tussen het UGent lab en de industriële partner wordt in dit project de haalbaarheid bestudeerd om PU materialen functioneel te maken via het ankergroepconcept. Dit betekent concreet het covalent invoeren van functionele groepen op de PU keten die in een tweede fase kunnen reageren als ankergroep met een actieve substantie om de gewenste materialen op te leveren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Supergeleiding in diamant films: effecten van dotering geïnduceerd door chemische substitutie en elektrisch gate veld Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0430.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Doel van dit project is onderzoek naar supergeleiding in diamant films. Hierbij wordt onderzoek wat de effecten van dotering zijn dewelke geïnduceerd worden door chemische substitutie en elektrisch gate veld. DIt is een interuniversitair FWO-project met KULeuven als coordinator. Het project wordt uitgevoerd zoals bepaald in voorliggende overeekomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ken HAENEN • Patrick WAGNER
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0159.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Dit is een interuniversitair FWO-project samen met UAntwerpen en KULeuven, waarbij UHasselt optreedt als coordinator. Doel van het project is onderzoek naar de structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen. Het project verloopt volgens de bepalingen zoals opgesteld in de voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Groei, karakterisering en simulatie van nanokristallijne en ultrananokristallijne PE-CVD diamantfilms Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het onderhavige projectvoorstel is een fundamentele experimentele en theoretische studie van de groei van zowel nanokristallijne (NCD) als ultrananokristallijne (UNCD) PE-CVD diamantfilms, aangevuld met een grondige structurele, morfologische en (opto)elektronische karakterisering. Het voorstel kan opgesplitst worden in drie grote delen, die onderling sterk samenhangen: A.depositie van NCD en UNCD films B.structurele, morfologische en (opto-)elektronische karakterisering C.simulatie van de depositie van NCD en UNCD films Deel A zal uitgevoerd worden door IMO, deel B zal uitgevoerd worden door EMAT (voor de structurele en elektronische karakterisering) en door IMO voor de morfologische en de opto-elektronische karakterisering, terwijl PLASMANT, verantwoordelijk is voor deel C. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Milos NESLADEK • Ken HAENEN
Ontwikkeling van n-type polymeren als een alternatief voor oplosbare C60 derivaten en hun gebruik in organische zonnecellen
Acronym: SolarNtype Universiteit Hasselt Abstract: Het netwerk solarNtype zal bijdragen aan het ontwerp, de synthese en het testen van apparatuur in de nieuwe oplossing- verwerkbaar-ntype "electron acceptor" geconjugeerde polymeren, die gebruikt worden als alternatief voor kleine C60 derivaten voor toepassing in organische zonnecellen. Algemene onderzoeksdoelstellingen: -Het gebruik van acceptor polymeren als alternatief voor de C60 en PCBM kan anticiperen op een aantal doorbraken in de controle van de langetermijn dunne film morfologie in organische bulk heterojunction zonnecellen en andere vormen van organische apparaten op basis van polymeren. -Het gebruik van polymeer / polymeer mengsels zorgt voor een gemakkelijkere en goedkopere verwerkbaarheid op grote schaal - Het bestaan van alternatieve materialen voor de acceptor PCBM voorkomt eventuele toekomstige monopoliesituaties wanneer organische bulk heterojunction zonnecellen worden gecommercialiseerd. Een sterke multidisciplinaire en intersectorale aanpak is een doel van het netwerk met een hoge mate van integratie in een brede waaier van competenties: chemie, analytische analyse, de elektrische en optische karakterisatietechnieken, toestel- fabricage en up-scaling technologie. Dit alles in een context van voortdurende interactie en samenwerking tussen de verschillende sectoren van activiteit: universiteiten, internationale onderzoeksinstituten en gerenommeerde industriële ondernemingen (KMO's). Het SolarNtype netwerk stelt de volgende uitdagende doelstellingen: 1. Een sterke interdisciplinaire en intersectorale aanpak, met een hoge mate van interactie, is van essentieel belang voor het netwerk. De synergie van de know-how aanwezig in de verschillende onderzoeksgroepen, allemaal met een sterke internationale reputatie in hun subvelden, zal zorgen voor een snelle vooruitgang en doorbraak, en zal de juiste omstandigheden voor de technische vooruitgang en de opleidings- taken op dit fundamenteel belangrijk onderzoeks- domein creëren. 2. Het verstrekken van opleiding en onderzoekservaring voor jonge pre-doctorale en postdoctorale onderzoekers door hen de gelegenheid te geven om tijd te besteden in een ander land als onderdeel van een internationaal hoogwaardig onderzoeksproject. Het netwerk draagt bij aan de overdracht van kennis door middel van interactie en uitwisseling van onderzoekers en door het organiseren van netwerk-evenementen op basis van praktische handleidingen over verschillende thema's. De jonge onderzoekers zullen hun resultaten aan de rest van het netwerk kunnen presenteren door regelmatig bijeenkomsten. Dit netwerk richt zich op onderzoek naar nieuwe materialen met n-type eigenschappen voor organische zonnecellen, maar de technieken waarin jonge onderzoekers zullen worden opgeleid, zijn van toepassing op alle halfgeleidende onderzoeksgebieden (LED's, field-effect transistors, biosensoren, etc) , dewelke snel opkomende technologieën zijn. 3. Verspreiding van de door het netwerk verworven kennis aan de Europese industrie door middel van publicatie in internationale tijdschriften en recensies, de presentatie van de resultaten op workshops, internationale congressen en symposia. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Laurence LUTSEN
3D Nanonetwerken van organische/anorganische semigeleiders voor opto-elektronische applicaties Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een intern contract aan de UHasselt met BOF-gelden, toegekend aan de onderzoeksgroep IMO voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek heeft betrekking op 3D Nanonetwerken van organische/anorganische semigeleiders voor optoelektronische applicaties Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Materiaalfysica • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jules MULLENS • Dirk VANDERZANDE • Jean MANCA
Self-Organised Hybrid Devices Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van deze studie is het ontwerpen van nieuwe structuren door het gebruiken van anorganische en organische blokken gecombineerd in co-polymeren en hybride structuren voor het maken van moleculaire opto-eclectronische toestellen zoals transitors. De sleutel van dit project is het samenbrengen van organische en inorganische chemisten met natuurkundigen om zo hybide nanostructuren te bestuderen en ontwikkelen die nuttig zijn voor het ontwikkelen van functionele toestellen. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE
Synchronisatie in scalairbare virtuele omgevingen die simulatie-gebaseerde interactiviteit ondersteunen Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen voor nieuwe initiatieven voor de periode van 2007-2010. Bevoordeelde is het EDM. Het project betreft de synchronisatie in scalairbare virtuele omgevingen die simulatie-gebaseerde interactiviteit ondersteunen. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Wim LAMOTTE • Chris RAYMAEKERS
Ex Machina Universiteit Hasselt Abstract: Dit project omvat een haalbaarheidsstudie voor de valorisatie van een raamwerk voor het bouwen van mobiele gidsen, in eerste instantie voor de culturele sector. Het gaat hierbij om mobiele ICT toepassingen die de bezoekerservaring verrijken en een plezierige, sociale, verrassende en persoonlijk zinvolle ervaring aanbieden. Door bezoekers onder te dompelen in de verhalen van de instelling en hen te stimuleren om zowel met hun medebezoekers als met de omgeving te interageren willen we de tevredenheid bij bezoekers verhogen en bovendien hun motivatie verhogen om enerzijds deze specifieke instelling opnieuw te bezoeken of anderzijds om gelijksoortige sites en musea te gaan ontdekken. Voor de realisatie van de mobiele ICT toepassingen is er binnen het Expertisecentrum voor Digitale Media (EDM) een software raamwerk ontwikkeld tijdens die gesubsidieerd werden door zowel lokale, regionale als Europese overheden met het oog op toegepast onderzoek. Dit software raamwerk maakt het mogelijk om op een flexibele manier mobiele gidsen te ontwikkelen op maat van een specifieke instelling en haar specifieke noden. Om de te volgen valorisatiestrategie goed te kunnen inschatten wordt er binnen dit project een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX • Kris LUYTEN
Ladingsoverdracht in halfgeleidende polymeer / CVD diamant heterostructuren Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit projectvoorstel is de vorming van heterostructuren gebaseerd op dunne CVD diamantfilms in combinatie met electroactieve kleine organische moleculen, en halfgeleidende oligomeren en polymeren. In een breder kader past dit onderzoek in de fundamentele studie naar de omzetting van zonlicht gebruik makend van nieuwe zichzelf organiserende mono- of multilagen van organische moleculen en het grensvlak met anorganische oppervlakken. Via de preparatie van nieuwe organische/anorganische systemen zal het ladingsoverdrachtmechanisme tussen deze materialen onderzocht worden, terwijl kennis gegenereerd wordt die onmisbaar is voor toekomstige nieuwe foto-voltaïsche zonnecellen, moleculaire schakelaars en andere electroactieve componenten. Het projectvoorstel is opgebouwd rond twee grote delen: I) de vorming van organische materiaal/diamant heterostructuren en de structurele en morfologische karakterisering, uitgevoerd door UHasselt-IMO, II) de (opto-)elektronische karakterisering van de heterostructuren met zeer gevoelige spectroscopische technieken met focus op het ladinsgstransfermechanisme tussen beide materiaalsystemen, een taak waarvoor UA-ECM de nodige apparatuur en expertise in huis heeft. Het project, gebaseerd op de huidige expertise van deze twee deelnemende onderzoeksgroepen, zal leiden tot een verdere positionering van beide partners binnen het zeer competitieve internationale onderzoeksveld van koolstofgebaseerde materialen. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ken HAENEN
Business Intelligence Platform voor klantenidentificatie Universiteit Hasselt Abstract: Het eindresultaat van dit onderzoeksproject is het proof-of-concept prototype,dat het resultaat is van een reeds eerder uitgevoerde KMOinnovatiestudie-type 6 rond het Pay & Save-concept, uit te werken tot een volwaardig marktrijp prototype dat de pilootklanten toelaat om proefprojecten te starten waarmee zowel de functionaliteit als de stabiliteit van het platform aangetoond worden. Het Pay & Save-concept is in wezen een identificatie-beheers-systeem dat gebruik maakt van bestaande betaal- en/of bankkaarten als facilitator voor betere spaarsystemen en klantenbinding. Het identificeert dus de kaarteigenaar en stelt vervolgens deze informatie ter beschikking aan derden, zoals handelaren, die bv. een loyaliteitssysteem aanbieden en naar een vereenvoudiging van en kostenbesparing op het beheer van bestaande en nieuwe loyaliteitssystemen streven. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Edith CLOES
Screening van Arabidopsis thaliana deletiemutanten op zoek naar genen die een rol spelen bij signaaltransductie van stress veroorzaakt door zware metalen. Universiteit Hasselt Abstract: Planten die blootgesteld worden aan vervuilende stoffen in de bodem vertonen veranderde morfologie van het wortelsysteem, waardoor groei in gecontamineerde delen vermeden wordt. Het ontrafelen van de moleculaire achtergrond van deze responsen op contaminanten kan nuttig zijn voor de verdere verbetering van phytoremediatietechnieken. In dit project worden de morfologische veranderingen bij Arabidopsis thaliana planten, blootgesteld aan een teveel aan cadmium of koper, gebruikt in genetische screens om moleculaire componenten te identificeren die deel uitmaken van de perceptie, signaaltransductie en responsen die de veranderde wortelmorfologie bewerkstelling. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Tony REMANS
Moleculaire beeldvorming van HER2 expressie bij borstcarcinoom door middel van radioactief gemerkte Nanobodies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling van de onderzoeksproject: Binnen dit onderzoeksproject willen een nieuwe tracer ontwikkelen voor moleculaire beedvorming van HER2 expressie bij patienten met borstkanker. Hiervoor zullen we een Nanobody ontwerpen met een nanomolaire affiniteit voor HER2, een snelle bloedklaring en lage leveropname. Introductie: Maligne tumoren worden gekenmerkt door de aanwezigheid van specifieke proteinen op de celmembraan. Deze kankerantigenen kunnen in relatief grote aantallen op de membraan voorkomen en zijn meestal in verband te brengen met een signaaltransductiecascade die bijdraagt tot het onstaan of het promoten van het kankerfenotype. Daarom zijn deze membraanantigenen een belangrijk aangrijpingspunt voor antikankerbehandelingen. De humane epidermale groeifactorreceptor type 2 (HER2) is een typisch voorbeeld van een membraanreceptor die in grote aantallen uitgedrukt wordt op de membraan van kankercellen bij onder andere borstcarcinoom en ovariumcarcinoom. De signalisatie door deze receptor leidt tot celproliferatie, toename van de celmobiliteit en een onderdrukking van apoptose. HER2 overexpressie is dan ook gerelateerd aan een hogere aggressiviteit van de tumor en een verhoogde kans op recidief 1. Doelgerichte
behandelingen voor tumoren met HER2 overexpressie zijn reeds beschikbaar onder de vorm van monoclonale antilichamen (trastuzumab en pertuzumab) die specifiek binden aan het extracellulaire domein van HER2 en onder de vorm van specifieke inhibitoren (lapatinib) van de tyrosine kinase activiteit die interageren met het intracellulaire domein van HER2. Informatie over de HER2 status van tumoren is dus belangrijk omdat het de selectie van de behandeling beïnvloedt. Momenteel wordt HER2 expressie bepaald in biopsie materiaal. Binnen dit project willen we een methode ontwikkelen voor onderzoek naar HER2 expressie bij borstkanker patiënten op een nietinvasieve manier door middel van beeldvorming. Dit biedt het voordeel dat het volledige kankerletsel alsook eventuele metastatische letsels geanalyseerd kunnen worden tijdens een enkele scanprocedure. Dit vermijdt 'sampling error' bij biopten en kan meerdere keren herhaald worden, waardoor het mogelijk wordt om de HER2 overexpressie op te volgen tijdens het ziekteverloop. Op die manier is het mogelijk om patienten te selecteren die in aanmerking komen voor een doelgerichte therapie en om de respons op de behandeling op te volgen. Niet invasieve beeldvorming van HER2 expressie werd reeds bestudeerd door andere onderzoeksgroepen. Hiervoor werden verschillende soorten moleculen die een affiniteit hebben voor HER2 radioactief gemerkt (monoclonale antilichamen, anitlichaamfragmenten, affibodies, ...) (9-11). In de meeste gevallen kan aangetoond worden dat deze diagnostische 'tracers' zowel in vitro als in vivo HER2 kunnen binden. De belangrijkste beperking van deze tracers is echter de achtergrond activiteit in het lichaam. De biodistributie toont ofwel hoge tracerconcentraties in het bloed ofwel intense opname in de lever en excretie in de gastrointenstinale tractus. Dergelijke achtergrondactiviteit is suboptimaal voor het beeldvormingsproces en beperkt het klinisch potentieel van deze tracers. Daarom zullen we bij een nieuw ontwerp van een tracer de normale biodistributie van de molecule vooropstellen. Dit is mogelijk door gebruik te maken van Nanobodies. De generatie van Nanobodies tegen een nieuw antigen levert multipele kandidaat Nanobodies op die in aanmerking komen voor verdere ontwikkeling. Op dit stadium zullen we de selectie van onze 'lead compound' niet alleen laten afhangen door de subtiele verschillen in affiniteit voor het target, maar zullen we op basis van de aminozuursequentie van de backbone en het in vivo biodistributiepatroon een selectie uitvoeren. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • Olive TCHOUATE GAINKAM Lea • Ilse VANEYCKEN • Catarina XAVIER • SERGE MUYLDERMANS • Matthias D'HUYVETTER • VICKY CAVELIERS • AXEL BOSSUYT • NICK DEVOOGDT
Preoperative radiotherapy of rectal cancer by helical tomotherapy : prognostic significance of iNOS, CD3, CD16 en CD68 molecular markers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • GUY STORME • Mark DE RIDDER
Onderzoek naar elektronische schakelingen voor intelligente 3D-camera pixels. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit doctoraat wordt gezocht naar schakelingen die in een camera pixel voor een 3D camera kunnen dienen om de afstand tot een object in de scene te meten op een andere manier dan wat al in de state-of-the-art bestaat. Een voorbeeld daarvan is het gebruik maken van een delaylocked-loop. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • MAARTEN KUIJK
Opstartkrediet ZAP Faculteit Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de laatste jaren is er heel wat onderzoek verricht in het domein van persoonlijk informatiebeheer, maar de focus lag hierbij steeds op specifieke soorten van digitale informatie. In dit onderzoeksproject gaan we onderzoek doen naar het beheer, de manipulatie en creatie van informatie in zogenoemde crossmediale informatieruimten. In dergelijke omgevingen kan men de informatie niet alleen classificeren en associëren over verschillende digitale bronnen heen, maar ook integreren met fysieke bronnen zoals papieren documenten. Een belangrijke doelstelling van het project is het opzetten van een lab voor crossmediale informatieruimten en architecturen om zodoende nieuwe vormen te kunnen bestuderen van multichannel en multimodal crossmediale informatiesystemen en de interactie van gebruikers met dergelijke systemen. Het lab zal een belangrijke meerwaarde zijn voor het uitvoeren van toekomstige onderzoeksprojecten en kan ook gebruikt worden in het onderwijs. Een fundamentele onderzoeksvraag dat binnen het project aanbod zal komen is hoe men het best de informatie kan representeren zodat het op een efficiënte en via verschillende invoermodaliteiten kan benaderd worden en tevens via verschillende uitvoerkanalen kan gepubliceerd worden. Om deze vraag te beantwoorden zullen we verder bouwen op ons bestaand werk over meta modellen voor crossmediaal informatiebeheer en hypermedia systemen en deze uitbreiden met concepten voor zowel persoonlijk als collaboratief beheer. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Beat SIGNER
Separometrie: bijdragen tot snellere en efficiëntere methodeontwikkeling en -validatie van farmaceutisch-analytische scheidingsmethodes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Separometrie is het gebruik van chemometrische methodes in scheidingstechnieken. Onderzoek zal verricht worden naar (a) het gebruik van minimale en weinig courante experimentele designs in methodeontwikkeling en robuustheidstesten, en naar (b) de multivariante analyse van fingerprints. (a) screening designs laten toe de factoren met de meeste invloed op de respons te identificeren. De frequents gebruikte zijn de fractionele factoriële en Plackett-Burman designs. Response surface designs laten toe de respons te modelleren teneinde optimale voorwaarden te voorspellen. Meest gebruikt zijn de central composite designs. In het project zullen minimale en minder courant gebruikte designs (kleinere designs met minder experimenten) onderzocht worden. Supersaturated designs werden reeds onderzocht en een nieuwe methode (FEAR) voor het
schatten van de factoreffecten werd reeds gedefinieerd. Deze designs zullen nog verder geëvalueerd worden. Daarnaast zullen D-optimale en Rechtschaffner designs als screening designs, en optimale en uniforme designs als response surface designs onderzocht worden. Woor dit onderzoek komen alle applicaties die toelaten snelle analyses te bekomen in aanmerking. Naast HPLC analyses, zullen in deze context ook UPLC analyses interessant zijn. UPLC zou toelaten een betere resolutie en sensitiviteit in kortere analysetijden te bekomen, en dus een verhoogde analyse-throughput opleveren, wat extreem nuttig is in de context van het vergelijken van verschillende experimentele-design resultaten. (b) Chromatografische fingerprints zijn chromatogrammen, karakteristiek voor een complex staal. Eerst dienen fingerprints ontwikkeld te worden. Hierbij zijn een maximaal aantal componenten gescheiden. Daarna wordt de relevante informatie geëxtraheerd uit de fingerprints. Naast HPLC, zijn ook UPLC systemen interessant, aangezien UPLC toelaat meer pieken basislijn gescheiden te krijgen in een korter tijdsinterval. Vooral bij analyse van complexe stalen , zoals kruiden en planten-extracten, zou dit een enorm voordeel zijn. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Bieke DEJAEGHER
Spin-gepolariseerde conceptuele "density functional theory": toepassing in radicalaire en fotochemische reacties Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project staat het gebruik centraal van descriptoren uit de zogenaamde conceptuele DFT in de studie van eigenschappen en reactiviteit van spin-gepolarizeerde systemen, zoals radicalen en systemen in de aangeslagen toestand. In een eerste luik zullen eigenschappen van systemen in de aangeslagen toestand, gebruik makend van enerzijds klassieke indices zoals atomaire ladingen en de moleculaire elektrostatische potentiaal en reactiviteit in de spin-gepolarizeerde versie van conceptuele DFT anderzijds bestudeerd worden. In een tweede luik worden deze reactiviteitsindices gebruikt in de studie van de regioselectiviteit van fotochemische en radicalaire reacties. De combinatie van deze twee luiken beooogt een stevige basis te geven voor de aanwending van conceptuele DFT. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Frank DE PROFT
KWANTUMCHEMIE Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conceptuele Density Functional Theorie: alternatieve berekeningswijze van reactiviteitsdescriptoren en toepassingen op moleculen, vaste stoffen en biologische systemen. IN het kader van het centrale thema van het onderzoek in ALGC, Conceptuele Density Functional Theorie, wordt in een methodologisch luik voorgesteld reactiviteitsdescriptoren op een alternatieve wijze te berekenen om problemen met afgeleiden m.b.t. het aantal elektronen te omzeilen. Via een maxwell relatie kunnen deze afgeleiden omgezet worden naar fuctionaal afgeleiden m.b.t. de externe potentiaal waarvoor een storingsmethode door ons ontwikkeld werd. Evaluatie van de Fukui functie, de duale descriptor en de zg. lineaire respons functie (tot hiertoe niet numeriek berekend) en descriptoren in het gebied van spingepolariseerde DFT zullen in dit luik aan bod komen. In het toegepaste luik worden de voordelen van de perturbationele aanpak gebruikt om reacties aan oppervlakken te bestuderen (katalytische werking vaan aardalkalimetaaloxides en gedragen transitiemetaaloxiden), werk in samenwerking met Prof. B. Weckhuyzen (Utrecht). Anderzijds wordt, in opvolging van een vroegere samenwerking met ULTR, het redoxgedrag van enzymen onderzocht met bijzondere aandacht voor de invloed van de omgeving op redoxkoppels. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Onderzoek in de kanstheorie Vrije Universiteit Brussel Abstract: onderzoek in de kanstheorie Organisaties: • Toegepaste Wiskunde • Wiskunde
Onderzoekers: • UWE EINMAHL
Van gemodificeerde VIP analohga naar VIP mimetica: synthese en structurele studies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vertrekkende van de &-helix-bevattende conformatie van de VIP zullen in eerste instantie peptidische analoga gesynthetiseerd worden met verbeterde farmacokinetische eigenschappen. Daartoe zullen verschillende strategieën gevolgd worden. Het invoeren van B³-homoaminozuren in de (verkorte) peptidensequentie zal aanleiding geven tot B-peptiden waarvan geweten is dat zij een &-helix kunnen nabootsen. Een tweede methode is de stabilisatie van de &-helix door brugvorming op drie verschillende manieren: via lactambindingen tussen Lys en Asp of Glu residu's, via ringsluitingsmetathese vertrekkende van O-allylserines, allylglycines of &-methylallylglycines of via azide-alkyn, 1,3-cycloadditiereacties tussen propargylglycineresidu's en azide-bevattende aminozuren. Stabilisatie van de helix kan tenslotte ook verkregen worden door het invoeren van hydrogen bond surrogate templates in de peptidensequentie. Een derde type VIP analoga zijn cyclische B-hairpin decapeptiden. De conformatie van de gezynthetiseerde derivaten zal geanalyseerd worden m.b.v. CD, NMR en molecular dynamics gebruikmakende van NMR constraints. Hun biologische activiteit zal bepaald worden door de groep van M. Waelbroeck (ULB). In een volgende fase zullen neoVIP analoga voor een neoVPAC1 receptor bereid worden. Op langere termijn beoogt dit project als uiteindelijke doel van het ontwerp en de synthese van niet-peptidische mimetica. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • DEBBY FEYTENS
KMO-Innovatieproject: COMDRIVE RFP: Communnity Driven Personal RFP Platforms Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt een volledig geautomatiseerd, flexibel, uitbreidbaar en aanpasbaar RFP prototype te ontwikkelen dat (community of gemeenschap) gebruikers of groepen van gebruikers toelaat om hun intentie kenbaar te maken en requests voor proposals uit te sturen naar een dynamisch leveranciersnetwerk. Om interoperabiliteitsredenen en om het systeem snel te kunnen aanpassen voor een breed productengamma zal het prototype worden onderbouwd door semantische technologie en zal het waar mogelijk voldoen aan internationale standaarden. Organisaties:
• Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN
Financiering IOF-Proof of Concept: transversaal mode schakelen toegepast op CO2 en YAG lasers Vrije Universiteit Brussel Abstract: Financiering IOF-Proof of Concept: transversaal mode schakelen toegepast op CO2 en YAG lasers Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JOHAN STIENS
Gebruik van superkritische vloeistofchromatografie voor chirale scheidingen en fingerprintapplicaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het voorgestelde project is superkritische vloeistofchromatografie (SFC) te evalueren voor twee soorten applicaties die reeds bestudeerd worden op het departement via andere scheidingstechnieken, nl. de scheiding van chirale moleculen en het ontwikkelen van chromatografische fingerprints. Voor de chirale scheidingen zal nagegaan worden of recent gecommercialiseerde types chirale stationaire fasen (CSF) ook in SFC een verhoogde enantioselectiviteit vertonen, zoals reeds gezien werd in HPLC. Er zal nagegaan worden of de reeds gedefinieerde scheidingsstrategie in SFC transfereerbaar is naar deze nieuwere types stationaire fasen, en of ze moet aangepast worden. Tevens zal geëvalueerd worden of de nieuwe CSF enantioselectiviteit vertonen voor een groot aantal chirale componenten en of ze complementaire selectiviteit vertonen tegenover de selectoren in de huidige strategieën. Voor de fingerprintanalyses zal de techniek gebruikt worden voor het ontwikkelen van chromatografische fingerprints van plantaardige extracten. Waar nu vooral superkritische extractietechnieken gebruikt worden als staalvoorbehandeling van deze extracten, zal in dit project SFC als analytische scheidingstechniek beschouwd worden. De techniek lijkt geschikt om relatief snelle fingerprints met een hoge piekcapaciteit te ontwikkelen en deze dan voor de relevante data-analyse te gebruiken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN • Debby MANGELINGS
Onderzoek naar de relatie tussen pakkingskwaliteit en gradiënt-piekcapaciteit van gepakte en monolithische kolommen voor vloeistofchromatografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om aan de vraag naar scheidingen van meer complexe mengsels te kunnen beantwoorden, vormen capillaire kolommen een mogelijk antwoord. Voor complexe scheidingen kan niet meer gewerkt worden onder isocratische condities, maar zal op de samenstelling van het solvent een gradiënt in de tijd worden opgelegd. Het opzet is om een gedetailleerde studie te maken van het effect van de pakkingstructuur die verschillend zal zijn ten opzichte van normal-bore kolommen, op de piekcapaciteit onder gradiënt-elutie-condities van capillaire kolommen. Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Jeroen BILLEN • GERT DESMET
Experimentele demonstratie van laseractie en intrinsieke CARS-gebaseerde warmtereductie in nabije-infrarode en midden-infrarode silicium Ramanlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Silicium wordt sinds enkele jaren als een zeer belangrijk fotonisch materiaal beschouwd. Zo is men er in 2004 in geslaagd om een efficiënte silicium-gebaseerde laser te demonstreren waarvan het lasingmechanisme steunt op "stimulated Stokes Raman scattering". Aangezien deze zogenaamde silicium Ramanlasers zowel nabije-infrarode als midden-infrarode straling kunnen genereren, zijn hun toepassingsmogelijkheden zeer uitgebreid. Totnogtoe heb ik hoofdzakelijk theoretisch onderzoek verricht naar deze categorie van lichtbronnen. Enerzijds heb ik een performante modelleringsmethode ontwikkeld waarmee ik de werkingskarakteristieken van nabije-infrarode en midden-infrarode silicium Ramanlasers numerisch heb gesimuleerd. Anderzijds heb ik een intrinsiek warmtereductiemechanisme voor deze lasercomponenten geconcipieerd en op punt gesteld waardoor de integratiemogelijkheden van deze componenten verder kunnen vergroten. Het doel van dit project is om mijn theoretische onderzoeksresultaten experimenteel aan te tonen. Meer bepaald zou ik een opstelling willen bouwen die toelaat om verschillende exemplaren van deze categorie lasers experimenteel te onderzoeken. De projectgelden zullen gebruikt worden om 2 apparaten aan te kopen voor deze opstelling, nl. een midden-infrarode spectrometer en een thermografische camera. De overige apparatuur nodig voor dit experimenteel onderzoek wordt door ons onderzoeksdepartement TONA-VUB gefinancierd. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • Nathalie VERMEULEN
Tijdsgeresolveerde metingen van het emissie patroon van halfgeleiderlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project handelt over de studie van halfgeleiderlasers. De ontwikkeling van hoogwaardige halfgeleiderlasers gedurende de laatste decennia heeft er voor gezorgd dat deze optische bronnen vandaag een centrale rol spelen in vele toepassingen. Wij willen nieuwe en unieke functionaliteiten ontwikkelen met halfgeleiderlasers door hun spectrale, dynamische en coherentie eigenschappen te manipuleren. Daartoe zullen we in dit project het temporele en ruimtelijk geresolveerde emissie patroon van VCSELs bestuderen. Op deze wijze willen we nagaan hoe optische modes zich precies opbouwen in een caviteit die meerdere transversale modes ondersteunt en wat de dynamische competitie tussen deze modes is. Dit moet ons meer inzicht verschaffen in het optreden van ruimtelijk incoherente laseremissie, een uniek en veelbelovend emissie regime dat we in dit lasertype kunnen induceren. Deze studie zal ook een belangrijke bijdrage leveren om theoretische modellen van halfgeleiderlasers te verifiëren en te verfijnen. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Guy VERSCHAFFELT • HUGO THIENPONT
Kankeronderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het project is de ontwikkeling en evaluatie van nieuwe stationaire fasen voor de scheiding van chirale (antitumorale) componenten m.b.v. capillaire electrochromatografie (CEC). Chiraliteit is een belangrijke eigenschap van een groot aantal geneesmiddelmoleculen. Methoden moeten voorgelegd worden (b.v. eis van FDA) die in staat zijn het enantiomerenmengsel te scheiden. Dit kan b.v. via CEC. In dit project worden nieuwe types van stationaire fasen, speciaal voor CEC toepassingen, geevalueerd. Het handelt om kleine-partikels stationaire fasen, evenals om monolitische kolommen. Deze laatste trachten we zelf te synthetiseren. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Biodiversiteit en de metagenoom: het voorbeeld van cocoa fermentatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie mbt de biodiversiteit van Cocoa Organisaties: • Industriêle Microbiologie • Microbiële Interacties
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • PIERRE CORNELIS
Scheidingstechnologiegerelateerde miniatuurisatie en -fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken, om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Fasegedrag en reologie van oplossingen en mengsels van geconjugeerde polymeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van het project is fundamenteel inzicht te verkrijgen in enerzijds het oplos/fase gedrag van geconjugeerde polymeren in specifiek gekozen solventen en anderzijds deze kennis dan uit te breiden naar het corresponderende reologisch gedrag, m.a.w. het gedrag van deze oplossingen onder afschuif- of rekspanning. In een eerste fase moet dit leiden tot een geïntegreerd beeld van het fundamenteel gedrag van dergelijke polymeren in oplossing. In een tweede fase wordt de studie uitgebreid naar het fase- en verwerkingsgedrag van mengsels van geconjugeerde polymeren met een specifieke moleculaire component, nl. fullereenderivaten. De relevantie hiervan is dat dit type materiaalsystemen de actieve laag uitmaken van fotovoltaïsche cellen en ze een volgend niveau van complexiteit vertegenwoordigen waarrond inzichten betracht worden. Er zal gebruik gemaakt wordt van goedgedefinieerde geconjugeerde polymeren, die hetzij gesynthetiseerd worden via de sulfinylroute (voor Poly(pFenyleen Vinyleen) (PPV) derivaten) of via de dithiocarbamaatroute (voor Poly(Thienyleen Vinyleen) (PTV) derivaten). Ook Poly(Thiofenen) (PT) worden opgenomen in de studie. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Materialen & chemie
Onderzoekers: • JUN ZHAO • Niko VAN DEN BRANDE • Fatma DEMIR • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Genetische basis van fenotypische tolerantie in pseudomonas aeroginosa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Pseudomonas aeruginosa is een pathogeen van de mens waarbij multidrug-resistente stammen in toenemende mate verantwoordelijk zijn voor nosocomiale infecties. De bacterie veroorzaakt sepsis bij brandwonden, catheder- en urinewegen-infecties, pneumonia en chronische longontstekingen in personen die lijden aan cystische fibrosis (CF). P. aeruginosa bezit een brede metabolische diversiteit die zich onder meer weerspiegelt in de vele soorten gastheren die de pathogeen kan infecteren. Het infectiegevaar in ziekenhuizen schuilt ondermeer in de mogelijkheid tot vorming van biofilmen in medische toestellen zoals katheders en mechanische ventilatietoestellen of bij infecties in de longen van CF patiënten. In dit projectvoorstel wensen we determinanten verantwoordelijk voor fenotypische tolerantie van P. aeruginosa in de aanwezigheid van verschillende klassen van antibiotica te identificeren en karakteriseren. Er wordt gekozen voor een open, mutant-gebaseerde benadering, gecombineerd met kennis over reeds gekarakteriseerde mutanten en globale regulatorische netwerken. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE CORNELIS
Een 'multi-proxy' benadering voor de studie van biogeochemische cycli van koolstof en stikstof in tropische en gematigde estuaria. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het objectief van dit project is de caracterisatie en quantificatie van estuariene biogeochemische C en N processen in tropische en gematigde milieus door het ontwikkelen en gebruik van een 'proxy-toolbox'. Optimisatie, ontwikkeling en verdere bijdrage op bestaande nieuwe analytische technieken staan centraal in ons begrip van de distributie en bronnen van organisch en anorganisch C en N in estuaria ecosystemen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARC ELSKENS • Steven BOUILLON • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft als doel de gegevens te analyseren die verzameld zullen worden met de CMS-detector bij de LHC-versneller. Het onderscheidt zich van lopende projecten bij het FWO i.v.m. met het CMS-experiment die de constructie van de detector en het onderhoudsbudget ("Maintenance and Operation") beogen. Naast het onderzoek naar supersymmetrie en/of het Higgs-deeltje, hebben de groepen werkzaam aan de UA en de VUB o.a. interesse in het onderzoek naar de top-quark en naar zgn. "diffractie en voorwaartse fysica" bij de LHC. Twee van de promotoren (Pierre Van Mechelen en Albert De Roeck) waren lange tijd werkzaam in het H1-experiment bij de HERA-versneller en bouwden daar een belangrijke expertise op i.v.m. diffractie en de studie van het proton bij lage fractionele impuls van de getroffen quark ("low Bjorken-x"). Albert De Roeck is ook actief in het CMSexperiment. Twee andere promotoren (Jorgen D'Hondt en Catherine De Clercq) waren oorspronkelijk werkzaam in het DELPHI-experiment bij de LEP-versneller. Jorgen D'Hondt is echter reeds geruime tijd actief in de CMS-collaboratie, waar hij de constructie van spoordetector-modules coördineert en een methode ontwierp om de massa van de topquark nauwkeurig te meten. De promotoren wensen nieuwe onderzoeken te starten of verder te zetten in het kader van CMS. Hiertoe zijn bijdragen tot een Belgisch TIER-2 GRID-rekencentrum en tot de CASTOR-detector, beide belangrijke onderdelen van deze aanvraag, onontbeerlijk. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK • STEFAAN TAVERNIER • CATHERINE DE CLERCQ • Jorgen D'HONDT
Productie van geconjugeerde vetzuren in melk door een gerichte selectie van starterculturen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft tot doel micro-organismen, meer bepaald melkzuurbacteriën, aan te wenden die het gehalte aan geconjugeerde vetzuren (CLA, in het bijzonder c9t11CLA, en CLNA) kunnen verhogen en dit via volgende productiewegen: 1) omzetting van transC18:1 (in het bijzonder t11C18:1) naar CLA (c9t11CLA); 2) omzetting van LA en LNA naar CLA- en CLNA-isomeren. De specifieke doelstellingen van het project zijn: - genotypische en fenotypische screening naar micro-organismen die een isomerase- en/of ( 9-)desaturase-activiteit bezitten voor de productie van CFA. - Productie van CFA in gecontroleerde melkfermentaties gebruik makend van melkzuurbacteriën, waarbij (indien dit nodig zou blijken) precursorvetzuren door bvb. lipasen vrijgesteld worden, en kinetische analyse van de productie van CFA en TFA in relatie tot omgevingsfactoren door middel van wiskundige modellering. - Gedetailleerde identificatie van de gevormde CFA en TFA door de micro-organismen. - Moleculaire karakterisatie van ( 9-)desaturase- en/of isomerasegenen bij de geselecteerde micro-organismen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
Studie van hoge-energie galactische en extra-galactische neutrino's met behulp van de IceCube Cherenkov detector geplaatst diep in het antarctische ijs nabij de Zuidpool. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Icecube Neutrino Detector. De neutrino astronomie gebruikt technieken uit de deeltjesfysica bij het opsporen van galactische en extra-galactische objecten die neutrino's produceren met energieën in het TeV-EeV bereik. De neutrino's die de aarde bereiken ondergaan een zwakke geladen stroom interactie met de nucleonen in het gesteente of ijs. Bij die interactie wordt bvb een muon geproduceerd met een dracht van rond de km. De neutrino detectie berust op de meting van het spoor van dit muon. een rooster van fotonvermenigvuldigers (Optische Modules, OM) meet het Cherenkovlicht dat het Muon uitstraalt wanneer het door een medium als ijs vliegt. De lage waarde van de werkzame doorsnede voor een neutrino interactie samen met de km dracht van het muon betekenen dat neutrino telescopen een volume van 1km3 moeten hebben om binnen redelijke tijd voldoende statistiek te bekomen. Het uiteindelijke doel van de IceCube collaboratie is in het Antarctische ijs nabij de Zuidpool op een diepte van 1,5 km een detector te bouwen met een volume van 1 km3. Deze telescoop zal bestaan uit 4800 digitale OMs (DOMs) verdeeld over 80 kabels die 100m van elkaar verwijderd zijn. Boven elke kabel, aan de oppervlakte, zal er een IceTop station geinstalleerd worden, bestaande uit twee tanks met elk twee DOMs van hetzelfde type als de IceCube DOMs. IceTom zal gebruikt worden als veto tegen neerwaartse atmosferische muonen bij de neutrino analyses, voor de callibratie van IceCube in coindicentie met IceTop en voor de studie van kosmische straling bij hoge energie. Het AMANDA II rooster is een eerste mijlpaal in de ontwikkeling van IceCube. In zijn huidige configuratie bevat het 667 OMs verdeeld over 19 kabels. De ervaring die wij nu opdoen bij de analyse van de AMANDA gegevens en de uitbating van de detector zijn essentieel om voor IceCube een optimaal concept uit te werken. AMANDA II neemt gegevens sedert 2000. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • CATHERINE DE CLERCQ
ReoDSC-Ontwikkeling en experimentele exploratie van een hybride analytische techniek voor simultane reologische en calorimetrische metingen. (zie ook WDV57) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transformaties in polymeren, zoals polymerisatie, smelten/kristalliseren en fasescheiding/hermenging, gaan gepaard met veranderingen van de reologische en de thermische eigenschappen. Bovendien spelen, enerzijds, de invloed van stroming op zulke transities, en anderzijds, het optreden van afschuivings¬geïnduceerde transities, een cruciale rol bij de verwerking van polymeren. Het doel van dit werk is de ontwikkeling en exploratie van een hybride meettechniek die toelaat om simultaan reometrische en calorimetrische metingen van hoge kwaliteit uit te voeren. Het combineren van deze meettechnieken in één enkel instrument biedt belangrijke voordelen. Het zal toelaten om gelijktijdig de warmte-ontwikkeling en de chemoreologische veranderingen in een materiaal te volgen. Dit geeft een aanzet tot high throughput screening van materialen: in één enkele meting wordt een grote hoeveelheid informatie beschikbaar. Bovendien wordt het mogelijk om stromingsgeïnduceerde transities, de invloed van stromingsscondities op transformaties, en de dynamica van polymeren in het algemeen te bestuderen. Het project vertrekt vanuit het ontwerp en de ontwikkeling van een prototype van de RheoDSC, ondersteund door de numerieke modellering van de warmteoverdracht en spanningsverdeling in meetstaal en instrument. Het exploratief experimenteel onderzoek m.b.v. de ontwikkelde techniek wordt gefocust op systemen waarbij polymerisatie, kristallisatie/smelten of fasescheiding/hermenging optreden. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • Hans MILTNER • Christophe BLOCK • GUY VAN ASSCHE
Vaag answer set programmeren voor het semantisch web. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het internet is uitgegroeid to een gigantische verzameling van gegevensbronnen. In deze context is het voor menselijke gebruikers niet altijd vanzelfspreken om betrouwbare van onbetrouwbare informatie te onderscheiden en om te gaan met elkaar etegensprekende bronnen; dit probleem stelt zich eens te meer bij automatisatie van taken op het Semantische Web. Recent heeft VUB-onderzoeksgroep voorgesteld om aan webagenten gestalte te geven door middel van de "answer set" semantiek. In deze aanpak bestaat de kennis van een agent uit een verzameling van regels die, eventueel, externe gegevensbronnen kunnen aanroepen. Zo bijvoorbeeld betekent de regel GEVOLG <- FEIT, BRON.EXTERN_FEIT dat GEVOLG kan afgeleid worden als FEIT bekend is en een externe BRON EXTERN_FEIT bevestigt. Om tegenspraken tussen de verschillende regels te verhelpen wordt in (Heymans et al. 2005b) voorgesteld om de regels te ordenen volgens een voorkeursrelatie, waarbij meer geprefereerde regels zullen verkozen worden voor voldoening op minder geprefereerde regels in geval van contradicties. De ordening kan bijvoorbeeld afhangen van het vertrouwen in de geraadpleegde externe agenten. Anderzijds heeft de Ugent-onderzoeksgroep recent voorgesteld om vertrouwensnetwerken tussen agenten te modelleren als vraagrelaties ('Fuzzy relations') die toelaten om zowel vertrouwen als wantrouwen uit te drukken en te berekenen (De cock & Pinheiro da Silva, 2006). Wantrouwen is vaak immers minstens zo belangrijk als vertrouwen in het handelen; het samen beschouwen van beide laat bovendien toe onwetendheid te modelleren die alomtegenwoordig is in een groot netwerk waar iedere agent typisch slechts enkele andere agenten kent. Het vraaglogisch model laat daarenboven toe om vertrouwen en wantrouwen te modelleren als graduele concepten die in een bepaalde mate kunnen vervuld zijn (ik sta eerder wantrouwig tegenover deze bron, ik vertrouw deze bron zeer). In het voorgestelde project willen de beide onderzoeksgroepen hun expertise in de twee verschillende methodologieën, namelijk answer set programmeren en vraaglogica, samenbrengen om vaag answer set programmeren te ontwikkelen. We zijn van mening dat een combinatie met vaaglogica de toepasbaarheid van answer set programmeren voor het Semantisch Web gevoelig zal verbeteren; bijvoorbeeld uitdrukken van vertrouwen en/of wantrouwen tussen webagenten; appreciatie (door een agent) van, mogelijk inconsistente, informatie beschikbaar op het internet; minder belangrijke regels niet ten volle in rekening moeten brengen, etc. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Davy VAN NIEUWENBORGH • DIRK VERMEIR
Kinetiek en toxiciteit van eiwitaggregatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De groeiende wetenschappelijke interesse voor eiwitaggregatie en amyloidose is voor een groot deel geïnspireerd de associatie van degeneratieve menselijke ziektes zoals Alzheimers en Parkinson met eiwitafzettingen die zijn samengesteld uit één of een beperkt aantal eiwitten. Eiwitaggregatie is een reactie waatrbij eiwitten verkeerd worden gevouwen en samenkomen in multimoleculaire assemblages. Sommige van deze aggregaten zijn toxisch en het ziektebeeld in de hoger vermelde aandoening wordt hiermee in relatie gebracht. De kernvraag bij dit onderzoek is het bepalen onder welke omstandigheden de toxische aggregaten gevormd worden. Dit heeft een belangrijke toepassing in de ontwikkeling van therapeutica tegen aggregatie: het wijzigen van aggregatie kinetiek door middel van farmaca omvat inherent het gevaar dat meer ipv minder toxiciteit bekomen wordt. Het belangrijkste obstakel voor het begrijpen van eiwitaggregatie mechanismen was van technologische aard. Stalen van eiwitaggregatie zijn per definitie erg heterogeen en verdeeld tussen de vloeibare en de vaste fase. Tot onlangs was er geen methode om de relevante intermediaire toestanden van een eiwitaggregatiereactie te scheiden. Dit probleem werd echter opgelost door de introductie van de nieuwe 'field-flow fractation' technologie. Met deze sleuteltechnologie kunnen aggregaten van uiteenlopende grootte worden gescheiden met online bepaling van hun moleculaire grootte. Gezien slechts een aantal groepen op wereldvlak en geen enkele in België deze technologie bezitten, is de verwerving ervan een strategische stap voor de zichtbaarheid van het onderzoek naar eiwitaggregatie aan de VUB. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU
Cross-feeding en butyrogeen effect van inuline-type fructanen: in vitro en in vivo analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig project zal een bijdrage leveren aan het verder in kaart brengen van de kinetiek van de productie en de verdere omzetting van organische zuren tijdens het colonfermentatieproces. Het richt zich enerzijds op de rol van lactaat- en/of acetaatconverterende bacteriën bij de boterzuurvorming in het colon en anderzijds op de invloed die bepaalde prebiotica hierop uitoefenen. Er zal voornamelijk gefocust worden op cross-feeding als mogelijke verklaring voor het butyrogeen effect. Drie concrete doelen kunnen in dit project onderscheiden worden: (i) het opstellen van metabolietprofielen, kinetische modellen en metabolische wegen voor geselecteerde colonbacteriën (bifidobacteriën, lactobacillen, boterzuurvormende colonbacteriën) bij groei op oligofructose, inuline en fermentatieproducten van deze prebiotica, door middel van in vitro
computergecontroleerde laboratoriumfermentaties in MCB. (ii) He aantonen en kinetisch analyseren van cross-feeding tussen inuline- en/of oligofructose-degraderende en boterzuurproducerende colonbacteriën door middel van in vitro fermentaties. (iii) In vivo studies met gezonde vrijwilligers om in situ cross-feeding aan te tonen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Afrikaanse trypanosomose als werkmodel om de rol van myeloïde cellen in parasietcontrole en modulatie van immunopathologie te bestuderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Macrofagen en andere myeloïde cellen (MC) vertonen een hoge mate van plasticiteit en veelzijdigheid als antwoord op signalen uit de micro-omgeving, wat leidt tot verschillende activeringstoestanden. Bovendien wijzen recente bevindingen erop dat bepaalde subsets van macrofaag-achtige cellen, myeloïde suppressieve cellen (MSC) genoemd, opgewekt worden tijdens een brede waaier aan pathologieën, gaande van parasietinfectie tot kankerprogressie, en een rol spelen in het ziekteverloop. Dit project stelt zich tot doel Afrikaanse trypanosomose te gebruiken als een werkmodel om de bijdrage van MC/MSC en hun genproducten tot parasietcontrole en modulatie van immunopathologie te bestuderen. Belangrijke aandachtspunten zullen hierbij de rol van lever-MC/MSC, alsook deze van MC/MSC-geassocieerde genen induceerbaar door IL-10 of door immune complexen samen met lipopolysaccharide, zijn. Een genetische, fenotypische en functionele analyse van MC/MSC zal uitgevoerd worden in dieren die van nature uit trypanotolerant zijn, of die trypanotolerant gemaakt zijn via een in onze groep ontwikkelde anti-ziekte behandeling. Geselecteerde MC/MSC populaties en de geassocieerde genen, met de nadruk op deze die een mogelijke rol spelen in het opwekken van of beschermen tegen pathologie, zullen dan bestudeerd worden met betrekking tot hun rol in het verloop van de ziekte. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Interactie van Escherichia coli fimbriae met de koolhydraatreceptoren van bigenterocyten en het fimbriae-specifiek mucosaal immuunantwoord. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gram-negatieve micro-organismen, zoals Escherichia coli, bezitten een varieteit aan adhesieve organellen (pili of fimbriae) met verschillende suikerbinding-specificiteiten, die de bacteriën toelaten aan te hechten aan verschillende oppervlakten. Pathogene E. coli stammen die F4, F5, F6, F17 of F41 fimbriae op hun oppervlak uitdrukken kunnen de dunne darm van zogende biggen koloniseren, terwijl expressie van zowel F4 als F18 de kolonisatie toelaat van de dunne darm van gespeende biggen. Wanneer de pathogene E. coli een enterotoxine (enterotoxigene E. coli of ETEC) produceert resulteert dit in neonatale- of speendiarree; indien de pathogene E. coli een shigatoxine (shiga-producerende E. coli of STEC) produceert, resulteert dit in slingerziekte. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • HENRI DE GREVE
Sport en sociale cohesie. Onderzoek naar de relatie tussen sportbeoefening en sociaal kapitaal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het beoefenen van sport zou mensen met elkaar doen 'interageren' waardoor ze dichter bij elkaar gebracht worden, beter met elkaar leren omgaan en samenwerken, vertrouwen stellen in elkaar en hun omgeving. Juist in een samenleving die gekenmerkt wordt door een stijgende desintegratie, zou de sport compenserend werken, doordat ze de integratieve krachten in de samenleving versterkt en aldus bijdraagt tot de verwezenlijking van 'sociaal kapitaal'. Waar het sociaal kapitaalonderzoek gedurende de laatste jaren in een academische stroomversnelling terechtgekomen is, staat het onderzoek naar de relatie tussen sport en sociaal kapitaal vooralsnog in kinderschoenen. Dit onderzoek heeft tot doel om, via een combinatie van een kwalitatief en kwantitatief onderzoeksdesign, meer inzicht te verwerven in de relatie tussen sport en sociale cohesie. De volgende deelvragen zullen hierbij gesteld worden: -Is sport een maatschappelijke 'binder' of zelfs 'overbrugger'? Verenigt sport mensen of geeft het aanleiding tot onderscheid? -Hoe verhoudt de bindings- en overbruggingsfunctie van sport zich ten aanzien van het proces van individualisering? Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Ontwikkeling en validering van een carrièretransitiemodel en identificatie van variabelen van invloed op het beëindigen van de carrière bij elite atleten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de carrière-beëindiging heeft niet alleen geleid tot het ontwikklen van diverse procesmatige "retirement" modellen maar ook tot het conceptualiseren van het carrière-einde als een "transitie" tussen twee ontwikkelingsfasen, eerder dan als een eindpunt in de ontwikkeling van het individu. In acht nemend dat er, in tegenstelling tot andere populaties, tot op heden relatief weinig systematisch en gestructureerd onderzoek werd verricht naar de carrièrebeëindiging bij professionele topsporters, stelt dit onderzoek zicht de volgende drie doelen: (a) het ontwikkelen en toetsen van een transitiemodel van het proces van topsportcarrière-einde, (b) het identificeren van variabelen (en hun samenhang) die van invloed zijn op de duur, de subjectieve perceptie en beleving, en de gevolgen van het topsportcarrière-einde, en (c) het door (a) topsporters in individuele sporten (Vrije Universiteit Brussel, topsportfederaties, topsportscholen, het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) en (b) "significante anderen" (ouders, siblings, peers, trainers/coaches, partner ) zal bevraagd worden aan d ehand van een combinatie van kwantitatieve instrumenten en kwalitatieve technieken. Structural equation modeling zal gehanteerd worden om tot modeltoetsing te komen (zie onderzoeksdoel [a]). Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Scheidingstechnologiegerelateerde miniaturisatie en - fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken,
om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • Debby MANGELINGS • Indiana TANRET
NICE - Netwerk voor ijsblad en klimaatevolutie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De RTN is beperkt tot een klein aantal Europese Instituten. Zijn vorm is anders dan de Geïntegreerde Projecten (IP) waarbij het mogelijk is om een groot aantal instituten te betrekken. We focussen op de NICE netwerk over Klimaat - Ijsblad interacties en trachten om de training en samenwerkingn in het netwerk te optimaliseren. We zijn er bewust van dat vele belangrijke laboratoria die interessante partners zouden kunnen zijn niet betrokken zijn bij het project. NICE zal zich open blijven stellen voor samenwerking met deze groepen. Vooral alle vergaderingen die georganiseerd worden door NICE zullen toegankelijk zijn voor andere laboratoria met de nadruk op een mogelijke integratie van nieuwkomers. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
Introductie van de chemische analyse in de microbiologie om interacties van poliovirus op het molecular niveau op te helderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door gebruik te maken van een celvrij systeem en capillaire electroforese zullen onopgeloste vraagstukken in verband met de structuur en de replicatie van het poliovirus, zoals de functie van sommige virale proteïnen, het mechanisme van de initiatie van proteïnen- en RNA synthese en de verschillende stappen in de morfogenese bestudeerd worden. Het moet toelaten om (i) subvirale partikels te detecteren die ontstaan tijdens de replicatiecyclus van poliovirus (morfogenese), (ii) interacties te bestuderen tussen het viraal genoom en subvirale partikels, die leiden tot het ontstaan van nieuwe virionen, (iii) interacties te onderzoeken tussen het viraal RNA en cellulaire proteïnen, (iv) interacties tussen virale en cellulaire proteïnen te beschouwen, (v) interacties tussen viraal RNA en virale proteïnen te volgen, waarbij telkens de stoichiometrie en affiniteit kan bepaald worden, en (vi) om nieuwe targets voor potentieel antivirale drugs te identificeren. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT • Yvan VANDER HEYDEN
SICOM - Simulatie gebaseerde corrosiebheer bij vliegtuigen Vrije Universiteit Brussel Abstract: SICOM zal een numeriek microschaal model ontwikkelen om gelokaliseerde corrosie bij Al-Alloys te simuleren, met oog voor de microstructuur en de micro elektrochemische toestand. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Elektrotechniek-Energietechniek • Materialen & chemie
Onderzoekers: • Levente-Csaba ABODI • IRIS DE GRAEVE • HERMAN TERRYN • Steven VAN DAMME • JOHAN DECONINCK
Molecular and functional characterization of distinct tumor-associated macrophage (TAM) subsets and the evaluation of Tam-associated molecules as therapeutic targets. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In this study, TAM subsets from different pre-clinical mouse models will be sorted on the basis of differential surface marker expression and their molecular signatures, intratumoral localization and functional aspects will be evaluated. This work will cumulate in the identification of molecules predominantly expressed by 'aggressive' TAM- driving angiogenesis, metastasis and suppression - and the assessment of such molecules as therapeutic targets. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Multi-agent Reinforcement Learning in Large State Spaces. Vrije Universiteit Brussel Abstract: I) Probleemstelling en doelstellingen
Multi-agent systemen (MAS) zijn een recent paradigma waarmee een brede waaier van complexe problemen kan opgelost worden. MAS zijn en collectie van autonome agenten die onafhankelijk van elkaar handelen en die beschikken over lokale informatie en (eventueel beperkte) communicatiemogelijkheden. Tot op heden worden voornamelijk propositionele technieken gebruikt om de omgeving, waarin de agenten actief zijn, voor te stellen. Dit is echter in grote werelden met veel toestanden geen geschikte aanpak. In dit project stellen wij voor om het huidige MAS-framework te versterken door singleagent technieken, aan te passen naar omgevingen waarin meerdere agenten actief zijn. Deze single-agent technieken zijn gebaseerd op gefactoriseerde voorstellingen van de omgeving (i.e. beslissingsbomen, relaties, Bayesiaanse netwerken) en op macro-acties.
II) Methodiek Voor de uitbreiding van de huidige technieken zal gesteund worden op technieken uit het single-agent framework, die ontwikkeld zijn met het oog op grote toestandsruimtes. Ten eerste zullen we de bestaande technieken evalueren in een MAS setting waarbij de agenten geen weet hebben van elkaars aanwezigheid (Independent Learners). Vervolgens wensen we deze technieken aan te passen naar systemen waarin de agenten wel degelijk op de hoogte zijn van de aanwezigheid van andere agenten. Hierbinnen gaan we nog onderscheid maken op basis van de mogelijkheid tot communicatie, de aanwezigheid van een leraar, enz. We gaan ook een onderscheid maken tussen systemen waarin agenten hetzelfde doel, of tegenstrijdige doelen hebben. Ten slotte willen we de werking van deze technieken demonstreren in een case study van een realistisch, practisch probleem. Organisaties: • Computationele Modelering Lab
Onderzoekers: • ANN NOWE
Modulaire Virtuele Machines voor Ambient Intelligence. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Miniaturisatie van computers en de opkomst van draadloze netwerken maken het mogelijk computationele technologie te integreren in alledaagse gebruiksvoorwerpen. Dit heeft geleid tot een visie waarin computationele technologie alomtegenwoordig is in onze omgeving. Men spreekt van Ambient Intelligence (of AmI). In tegenstelling tot het ontwikkelen van software voor desktop applicaties, kan men de hardwarebeperkingen van AmI toestellen vaak niet zomaar wegabstraheren in een alomvattend platform zoals een besturingssysteem of een klassieke virtuele machine. Dit omwille van beperkingen in rekenkracht en geheugen en omwille van de draadloze verbinding die kan uitvallen door interferentie of door de mobiliteit van gebruikers. In de voorbije decennia is veel vooruitgang geboekt bij het ontwikkelen van concepten en technologieën die de verschillen tussen platformen weggeabstraheren. De belangrijkste stap hierin is de introductie van de virtuele machine. Dit is echter problematisch wanneer men de stap naar virtuele machines ook op de hierboven beschreven hardware wil gaan ontplooien. Het probleem is dat virtuele machines als doel hebben de hardware te verbergen maar dat deze hardware zodanig divers is dat een virtuele machine noodzakelijkerwijs de unie van alle soorten hardware moet omvatten. Het probleem is dat dit resulteert in te grote monolitische virtuele machines die bovendien overbodige diensten aanbieden die toch niet op de concrete hardware waarop ze wordt ontplooid voorhanden is. Het doel bestaat erin te onderzoeken hoe virtuele machines voor AmI op maat gebouwd kunnen worden die inzetbaar zijn op diverse geïntegreerde systemen. De visie van het voorstel bestaat erin zulke virtuele machines samen te stellen uit herbruikbare virtuele machine componenten. We spreken daarom van modulaire virtuele machines. Een zeer belangrijk onderdeel van het onderzoek is het bepalen van de verschillende modules waaruit een virtuele machine is opgebouwd. Men kan zich bijvoorbeeld inbeelden dat sommige rekenintensieve modules (zoals bvb. reflectie) niet in rekening zullen gebracht worden indien men een virtuele machine voor een actieve RIFD tag wil gaan samenstellen. Het conceptueel uit mekaar rafelen van de modules waaruit AmI virtuele machines zullen worden opgebouwd is dus zeker één van de doelstellingen. Een tweede doel is het onderzoeken hoe deze conceptueel onafhankelijke modules daadwerkelijk modulair geïmplementeerd kunnen worden en samengeplugged kunnen worden. Hiervoor denken we aan het gebruik van aspect-georiëenteerde technieken en assemblagebandtechnologie zoals technieken uit generatief programmeren. De combinatie van deze technieken zal ons toelaten af te stappen van de huidige monolitische virtuele machines die te groot en te rijk aan features zijn om praktisch ingezet te kunnen worden op geïntegreerde systemen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Temporeel logisch programmeren als basis voor een declaratieve aspecttaal voor event-driven programmeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het implementeren van grafische user interfaces, gedistribueerde applicaties, web services etc gebruikt men het event-driven paradigma. Daarin doet zich ook het welbekende probleem van 'crosscutting concerns' voor, waardoor de implementatie van een zelfde functionaliteit verspreid geraakt over verschillende afhandelingsprocedures van events. Bovendien hangen die crosscutting concerns af van temporele relaties tussen events, zowel verleden als toekomstige events. Aspect-gericht programmeren biedt misschien wel al oplossingen voor het modulariseren van crosscutting concerns, maar eigenlijk zijn geen van de bestaande aspecttalen of implementatietechnieken helemaal geschikt voor het event-driven paradigma. Net omdat zij geen voldoende ondersteuning bieden voor het uitdrukken van zulke temporele relaties. Het doel van dit project is eerder gepresenteerd werk rond temporele logica voor aspecttalen uit te breiden om temporele relaties tussen events in het event-driven paradigma uit te drukken. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Testen van Standaard Model werkzame doorsnedes in top quark processen gedetecteerd door CMS bij de LHC. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nucleaire wetenschappen Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde
Onderzoekers: • JORIS MAES • Jorgen D'HONDT
Projectielidentificatie in terrestrische impactkraters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project wordt getracht de impactoorsprong van een aantal geologische structuren op aarde te bevestigen door de detectie van een extraterrestrische component in de door impact geproduceerde impactitieten (smeltgesteenten, breccies of ejecta) en wordt geprobeerd de samenstelling van het ingeslagen projectiel (~type meteoriet) te achterhalen. Op basis van deze gegevens worden nagegaan of er veranderingen hebben plaatsgegrepen in de oorsprong en frequentie van de inslagprojectielen doorheen de geologische tijd. Kennis van de oorsprong en frequentie van de verschillende soorten projectielen levert een beter inzicht de dynamica van kleine hemellichamen in ons zonnestelsel (i.e., asteroïden en kometen). Tijdens de kratervorming wordt het grootste deel van het ingeslagen lichaam gesmolten of verdampt. De projectielbijdrage in impactieten bedraagt over het algemeen minder dan 1 gew%,. Enkel die siderofiele elementen, die in hoge concentraties voorkomen in meteorieten, maar ontbreken in terrestrische korstgesteenten kunnen worden gebruikt om de projectielcomponent in de 'gecontamineerde' lithologieën te identificeren: voor dit project zijn dat platinagroep-elementen (PGE) en chroom (Cr) isotopen. Tijdens het eerste deel van dit doctoraat werd de aandacht vooral gericht op de inrichting van het PGE laboratorium, in de A&MS-eenheid van de UGent onder leiding van Prof. Dr. F. Vanhaecke. Na voorbereiding van de oplossingen met een nikkelsulfide (NiS) fire assay methode, kunnen de PGE worden gemeten met behulp van inductief gekoppeld plasma massaspectrometrie (ICP-MS). Het laboratorium staat op punt, de resultaten zijn reproduceerbaar en komen overeen met het referentiemateriaal, zodat de meting van impactmateriaal is aangevangen. Veel tijd werd geïnvesteerd in de analyse de andere siderofiel Ni, Cr, Co) want deze elementen goed proxies vormen van de PGE concentraties en dus maken een efficiënter verloop van het meetprogramma mogelijk, bovendien Cr/Ir en Ni/Ir ratio bruikbaar zijn voor projectiel identificatie. Dit doctoraat richt de aandacht sterk op het laat Eoceen vanwege de wereldwijde verhoogde impact rate en de aanrijking aan extraterrestrisch 3He, gemeten in de diepwatercarbonaten van de Massignano typesectie in Italië. Dit laatste wijst op een verhoogde influx van interplanetary dust particles (IDPs) en kan worden toegeschreven aan de aankomst in het centrale deel van het zonnestelsel van lang-periodische kometen (Farley et al., 1998) of van asteroïden uit het binnenste deel van de asteroïdengordel (Tagle & Claeys, 2004). De identieke identificatie van de Popigai (100 km; 35,7 ± 0,2 Ma) en Wanapitei (7-8 km; 37 ± 2 Ma) impactstructuren als type L ordinary chondrieten (Tagle & Claeys, 2004; Tagle et al., 2007) wijst eerder op deze laatste hypothese. De karakterisering van de Chesapeake Bay (85 km; 35,5 ± 0,6 Ma) en Logoisk (17 km; 40 ± 5 Ma) impactstructuren, evenals van de laat Eocene Massignano (Italië) en Fuerte Caldera (Spanje) secties, waarvan werden stalen verzameld en voorbereid, zou uitsluitsel kunnen bieden over de aard van de laat Eocene shower. Bovendien werd er contact opgenomen met Prof. Dr. John G. Spray van de University of New Brunswick die stalen van de Canadese Mistastin (28 km; 36,4 ± 4 Ma) en Haughton (23 km; 39 ± 2 Ma) impactstructuren zal voorzien. Daarnaast zullen tijdens dit project kraters en ejectamateriaal, gevormd tijdens andere geologische perioden, worden gemeten om de algemene flux van impactoren doorheen de geologische tijd te karakteriseren en een beter inzicht te krijgen in de populatie van de asteroïdengordel. Stalen van de Neoarchaean spherule layer in de Carawine Dolomite, Hamersley Group, Western Australia (2548 +26/-29 Ma), de Mjølnir ejectalagen in Svalbard, Noorwegen (40 km; 142,0 ± 2,6 Ma) en het Lybian Desert Glass, Egypte (28,5 Ma) werden verzameld en voorbereid. In parallel worden Cr isotopenverhoudingen gemeten in de impactkratermaterialen die voldoende hoge chroom concentraties bevatten (0.7 gew% chondritisch materiaal moet worden toegevoegd aan targetmateriaal met 50 µg/g Cr voor een meetbaar signal; Frei en Rosing, 2005) met behulp van Multicollector-ICP-MS, eveneens aan de UGent. Organisaties: • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu
Onderzoekers: • STEVEN GODERIS • Philippe CLAEYS
Koppeling op basis van canonieke interacties tussen eiwitfragmenten: Ontwikkeling en evaluatie van een nieuw eiwitkoppelingsalgoritme. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Koppeling op basis van canonieke interacties tussen eiwitfragmenten: Ontwikkeling en evaluatie van een nieuw eiwitkoppelingsalgoritme. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU
Optimalisering van compacte NanobodyTM-gebaseerde fusieproteïnen voor aanmaak van 'moleculaire schakelaars'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Optimalisering van compacte NanobodyTM-gebaseerde fusieproteïnen voor aanmaak van 'moleculaire schakelaars'. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • SERGE MUYLDERMANS
In-huis lesgeven : experimenteel ontwerp en data analyse Vrije Universiteit Brussel Abstract: In-huis lesgeven : experimenteel ontwerp en data analyse Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Ecoscore 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek)' hebben voor het project ' Dienstverleningsovereenkomstin het kader van het contract "ECOSCORE 2010' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers:
• Maarten MESSAGIE • NELE SERGEANT • JOERI VAN MIERLO
Elektrische fietsen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' EDUCAM vzw' hebben voor het project ' Elektrische fietsen.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek
Onderzoekers: • PHILIPPE LATAIRE • Jean-Marc TIMMERMANS
Technische voorlichting - Elektrische voertuigen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaam Elektro Innovatiecentrum - VEI' hebben voor het project ' Technische voorlichting - Elektrische voertuigen' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • Maarten MESSAGIE • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
Interactie van neuroleptica met D2-receptoren in intacte cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Schizofrenie is een chronische mentale aandoening dat ± 1% van de bevolking treft. De hierbij optredende psychotische periodes kunnen door neurpleptica/antipsychotica onderdrukt worden, evenwel zonder de aandoening zelf te genezen. De klinische potentie van deze geneesmiddelen komt overeen met hun affiniteit voor D2-dopamine receptoren [1,2]. Hieromtrent wordt vermoed dat psychosen verband houden met een te sterke dopamine transmissie in het mesolimbisch systeem [3-5]. Neuroleptica blokkeren ook D2-receptoren in het striatum en dit kan aanleiding geven tot extrapyramidale symptomen analoog aan deze van de ziekte van Parkinson [6]. Dit kwam vooral voor met de eerste generatie neuroleptica zoals haloperidol maar nu veel minder met de nieuwe "atypische" neuroleptica. Dit houdt mogelijk verband met de snelle dissociatie van de atypische neuroleptica/D2receptor complexen. In het striatum, waar endogene dopamine concentraties sterk en snel variëren, zou dit tijdelijke postsynaptische D2-receptor stimulatie toelaten; voldoende om extrapyramidale symptomen te voorkomen. Om het therapeutisch venster van neuroleptica te maximaliseren dienen de hierop beïnvloedende factoren achterhaald te worden. Een grondige vergelijkende studie van de interactie van de verschillende klassen van neuroleptica met D2-receptoren vormt hierbij een essentieel onderdeel. Op moleculair farmacologisch vlak wordt hierbij veel beroep gedaan op radioligand bindingstudies op celmembranen. Ook worden functionele assays op intacte cellen aangewend om partieel agonisme en invers agonisme op te sporen. Om de resultaten van beide assays objectief met elkaar te vergeleken stellen we voorop om alle experimenten op intacte cellen uit te voeren. Receptoren in geïsoleerde celmembranen vertonen namelijk gewijzigde eigenschappen. Door ons recent onderzoek op angiotensine AT1-receptor antagonisten hebben we ruime ervaring met de 'intacte cel' benadering opgedaan en werden ook originele technieken ontwikkeld. Ook leidde deze benadering tot een moleculaire verklaring voor 'onoverbrugbaar' antagonisme en het vaak partieel karakter hiervan [7-9]. We wensen deze opgedane kennis te benutten om comparatief in vitro onderzoek uit te voeren naar de werking van klassieke en atypische neuroleptica op D2-receptoren en de mogelijke invloed van de cellulaire organisatie hierop. Preliminair onderzoek werd tijdens het laatste academiejaar gestart en de reeds bekomen resultaten zijn bijzonder hoopgevend. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK VANDERHEYDEN • GEORGES VAUQUELIN
Jongeren en 'harde' vechtsporten. Een analyse van de visies en ervaringen bij jongeren, trainers en vechtsportdeskundigen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds de jaren '80 is er een trend van 'verharding' merkbaar binnen een aantal vechtsporten. Aangezien vechtsporten een grote populariteit vertonen bij jongeren, kan de vraag worden gesteld in welke mate jonge vechtbeoefenaars omgaan met deze 'verharding'. Diverse vragen kunnen hierbij gesteld worden. Waarom beoefenen jongeren deze vechtsporten? Hoe gaan jongeren om met gevaarlijke vechttechnieken? Hoe gaan zij om met conflicten? Is er volgens hen een vormende waarde aan het beoefenen van deze vechtsporten? Voelen zij de noodzaak om zich te leren verdedigen? Zien zij vechtsporten als een sport of als een levenswijze? Enzovoort. Naast een analyse van de ervaringen van jongeren met vechtsporten is ook een studie van het begeleidingsproces van jongeren in de vechtsporten noodzakelijk. Het is immers bekangrijk inzicht te verwerven over de wijze waarop er met jongeren wordt omgegaan binnen de vechtsporten. Concreet zal zich dit hier ondermeer vertalen in een analyse van de visie van vechtsporttrainers en -coaches op het begeleiden van jongeren. Tenslotte zal ook gepeild xorden naar de visie van vechtsportdeskundigen hierover. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Gebruik van principes van taal en taalevolutie om het ontstaan van ziekte-geassocieerde gen-interacties te onderzoeken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gebruik van principes van taal en taalevolutie om het ontstaan van ziekte-geassocieerde gen-interacties te onderzoeken. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers:
• LUC STEELS
Biologisch ondersteunde oceanische koolstofexportflux uit de oppervlaktelaag en doorheen de waterkolom kwantificeren en begrijpen m.b.v. multidisciplinaire aanpak. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Probleemstelling Ieder toegepast onderzoek kan opgedeeld worden in een aantal cruciale beslissingen. - Welke vraag wil men precies beantwoorden? - Welk experiment kan daarvoor het best opgezet worden? - Welk model is het meest geschikt om de gevraagde informatie uit de metingen te extraheren? - Hoe moeten metingen en model gecombineerd worden om de maximale hoeveelheid informatie te verkrijgen en in welke mate is de bekomen informatie betrouwbaar? Meestal wordt hierbij een intuïtieve aanpak gevolgd, maar dit kan soms tot onbetrouwbare resultaten leiden, zelfs zonder dat de gebruiker zich bewust is van een probleem. Dit is de voornaamste motivatie voor de ontwikkeling van de systeemidentificatietheorie. Deze biedt een systematische werkwijze om een model zo optimaal mogelijk te fitten op metingen, waarbij de invloed van meetonzekerheden wordt geminimaliseerd en modelonvolmaaktheden worden in kaart gebracht indien al niet weggewerkt. De onderzoeksactiviteiten van ELEC situeren zich voornamelijk in de ontwikkeling van dit theoretische kader. ANCH, van zijn kant, is gespecialiseerd in het ontwikkelen van meettechnieken voor elementconcentraties en isotopenverhoudingen alsook bijbehorende modellen nodig voor het beschrijven en begrijpen van biogeochemische processen in natuurlijke aquatische systemen. De specifieke vraagstelling waarop in dit onderzoek wordt gefocust is de bepaling van de particulair organisch koolstofexport uit de bovenste oceaanlaag en zijn lot doorheen de waterkolom tot aan de zeebodem. De grootte van de exportflux en de efficiëntie van het transport naar de diepe oceaan bepalen de oceanische CO2-sequestratie-efficiëntie. Om bovenstaande vraag te beantwoorden zullen zowel metingen als modellen nodig zijn (ANCH bijdrage), evenals een goede kennis van de manier waarop beide op elkaar kunnen afgestemd worden (ELEC inbreng). 4. Doelstellingen De algemene doelstelling van dit onderzoek is het kwantificeren van de exportflux van particulair organisch materiaal (en indien er voldoende gegevens beschikbaar worden ook het opgeloste organisch materiaal) dat ontsnapt uit de oppervlaktelaag en zinkt doorheen de waterkolom. Hierbij zal vooral aandacht besteed worden aan - de schatting van primaire productie op schaal van oceaanbekkens (integratie van de gegevens in horizontale richting); - een geïntegreerde visie op de koolstofflux doorheen de volledige waterkolom (integratie van de gegevens in verticale richting); - een optimale combinatie van modellen en metingen zodat de maximale hoeveelheid informatie uit de metingen gehaald wordt (en ook niet meer). Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Anouk DEBRAUWERE
Development and implementation of a novel high sensitivity molecular imaging detector concept (China) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling en implementatie van een novel hoge sensitiviteit moleculaire beelddetectie concept (China) Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • PETER BRUYNDONCKX
Verschaffen van (bij)scholing inzake mentale begeleiding en begeleiding aan trainers en zwemmers tijdens (binnen- en buitenlandse) bijscholingsactiviteiten, trainingen, stages en competities. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verschaffen van (bij)scholing inzake mentale begeleiding en begeleiding aan trainers en zwemmers tijdens (binnen- en buitenlandse) bijscholingsactiviteiten, trainingen, stages en competities. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN • PAUL DE KNOP
Measuring, modelling and simulation. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het uitbouwen/toepassen van meetmethodes, modellering en simulatietechnieken op diverse types systemen. Aan de hand van de geleverde steun, zullen diverse projecten extern aangetrokken en begeleid worden. Hiertoe zullen diverse bronnen van financiering beschouwd worden. Typische applicatie en systemen zijn ondermeer elektronische systemen (waaronder zowel micro-elektronica and microgolfapplicaties), thermische systemen (zoals grondgekoppelde warmtepompen en distillatiekolommen), evenals medische applicaties zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de resolutie van PET scanners gebruikmakende van identificatietechnieken. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • Gerd VANDERSTEEN
Introductie van analytische scheidingstechnieken in de virologie om interacties op moleculair vlak bij picornaviridae op te helderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toen de onderzoeksgroep van Dieter Blaas (Wenen, Oostenrijk) in 1999 voor het eerst capillaire electroforesee (CE) gebruikte om viral interacties aan te tonen op moleculair vlak (in zijn geval, rhinovirus), was het op dat ogenblik nagenoeg vijftig jaar geleden dat nieuwe analytische scheidingstechnieken werden geintroduceerd in de virologie. Ook de onderzoeksgroep (MICH) voelde op dat ogenblik de noodzaak aan om nieuwe scheidingstechnieken in te voeren in hun lab, om hun doelstellingen te kunnen bereiken. Teneinde dit probleem op te lossen werd een samenwerking opgezet met de onderzoeksgroep van Prof. Y. Vanderheyden (FABI). Met als uitgangspunt de CE methode van de groep Blaas, worden nu een scheidingsprotocol voor poliovirus en zijn subvirale partikels opgesteld. Een eerste protocol is nu klaar (Oita et al., submitted for publication). Deze scheidingsmethode zal door MICH gebruikt worden om de morfogenese van poliovirus te bestuderen, de interacties van poliovirale partikels en waardcelproteïnen na te gaan. Om beide eerste doel-stellingen tot een goed einde te brengen zal gebruik gemaakt worden van een celvrij RNA translatie/replicatie systeem (kortweg celvrij systeem) voor het poliovirus. Het systeem bestaat uit een niet-geïnfecteerd celextract, aangevuld met zouten, een energie regeererend systeem, aminozuren en nucleotiden, dat
geprogrammeerd wordt met poliovirusRNA waarna een volledige replicatiecyclus van poliovirus wordt waargenomen. Dit zal in de onderzoeksgroep MICH gebeuren. Ondertussen zal binnen de onderzoeksgroep FABI enerzijds de gevoeligheid van de CE worden opgedreven door de viruspartikels ofwel extern (na translatie) ofwel intern (tijdens translatie) fluorescent te merken en zal anderzijds gezocht worden naar andere alternatieve scheidingstechnieken die op virussen kunnen toegepast worden. Deze zijn eerder gericht op miniaturisatie (microfluidic chips) en anderzijds op preparatieve methodes (chromatografie). Tenslotte is ook het derde aspect van de onderzoeksdoelstellingen van MICH nu bijzonder actueel geworden. Dit betreft zoals hoger gesteld, de interactie van poliovirus met liganden. Enerzijds werd een project gestart met de onderzoeksgroep van Prof. J. Neyts op het Rega Instituut (KULeuven) waarbij gezocht wordt naar nieuwe antivirale middelen tegen poliovirus. Recentelijk (zie onze publicatielijst) werd nl. vastgesteld dat wanneer men poliomyelitis en het agens poliovirus wil eradiceren, men in de eindfase van deze eradicatie antivirale middelen zal nodig hebben (zie WHO en CD8 rapport). De interactie van deze antivirale middelen met het virus zal met CE onderzocht worden. Anderzijds werd een nieuw project opgestart met Prof. S. Muyldermans (onderzoeksgroep DBIT, VUB) om nanobodies te maken tegen het poliovirus. Deze zullen in de volgende weken ter beschikking komen. CE zal ook in dit onderzoek gebruikt worden om de binding van nanobodies met het virus na te gaan (ratio virus/nanobodies bepalen voor neutralisatie, enz. ). Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Fysicochemische eigenschappen van hybride materialen. Physicochemical properties of hybrid materials. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hybride materialen zijn materialen bestaande uit een anorganische en organische component. Ze kunnen onder ander gebruikt worden in de medische wereld. Voornaamste toepassingen zijn braces, prothesen en maskers om patienten te fixeren tijdens bestralingen. Door gebruik van nanocomposieten zal geprobeerd worden stijvere film te bekomen zodat minder materiaal (en energie) nodig is voor dezelfde toepassing. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • HUBERT RAHIER
Permutatiegroepen en incidentiemeetkunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: R&D secretariaat Organisaties: • Wiskunde-TW
Onderzoekers: • Philippe CARA
Uitbouw van een integraal kennis- en testplatform voor de evaluatie van chromatografische systemen en kolommen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Rationale Hoge Prestatie-Vloeistofchromatografie (HPLC) is sinds haar ontstaan begin jaren '70 uitgegroeid tot één van de meest gebruikte technieken in de analytische chemie. Ondanks dit succes wordt momenteel intensief verder gezocht naar methodes om de techniek nog verder te verbeteren. De huidige HPLC-kolommen zijn immers niet in staat de toenemende vraag naar snellere en betere scheidingen vanuit de industrie en de maatschappij te beantwoorden. Industrieën (o.a. de farmaceutische) willen steeds complexere mengsels scheiden (cfr. het opstellen van fingerprintchromatogrammen en het proteomics-onderzoek), willen steeds meer samples per dag analyseren (cfr. de high-throughput drugscreening), of willen steeds kortere antwoordtijden (cfr. de on-line proces- en productcontrole). Vanuit de maatschappij worden steeds strenger wordende zuiverheidseisen gesteld aan de kwaliteit van het milieu, het voedsel, de samenstelling van geneesmiddelen, enz... Om aan al deze vragen te voldoen zijn enerzijds chromatografiekolommen nodig die significant meer resolutie leveren in dezelfde analysetijd en anderzijds zijn er kolommen nodig die de analysetijd significant kunnen verkorten zonder aan resolutie in te boeten. In een reeks studies binnen de vakgroep, waaronder het eigen doctoraat, werd aangetoond dat de sleutel tot het ontwerp van betere kolommen tweevoudig is: 1) de pakking en de doorstroomporiën moeten maximaal uniform zijn en 2) kleine diffusie-afstanden (=kleine partikels of kleine domeingroottes) moeten gecombineerd kunnen worden met een lage stromingsweerstand. Voor hoge snelheidsscheidingen kunnen de kleine diffusie-afstanden gerealiseerd worden door gepakte kolommen te vullen met zeer kleine (sub 2- of sub 1-micrometer) sferische poreuze partikels. Voor hoge resolutie-scheidingen zijn gepakte kolommen echter te dicht gestapeld en zijn systemen met een grotere externe porositeit (i.e., doorstroomvolume per volume kolom) nodig. Monolietkolommen, en met name dan voornamelijk silica-monolietkolommen, zijn via hun regelbare verhouding tussen skeletgrootte en poriegrootte bij uitstek geschikt om deze grotere externe porositeit te leveren. Gepakte kolommen en monolietkolommen zijn dus in zekere zin complementair. Het eerste type kan vooral uitgespeeld worden om snelle scheidingen nog sneller te maken, terwijl het laatste type vooral geschikt is om hogere resoluties in een korte tijd te bekomen. Hoewel de kolomfabrikanten momenteel nieuwe producten op de markt brengen die volgens bovenstaande regels ontworpen zijn, worstelen zij toch nog met een aantal fundamentele vragen. De huidige sub-2- micrometerkolommen bijvoorbeeld presteren slechter dan theoretisch verwacht. Of dit afkomstig is van het feit dat partikels moeilijker pakken indien ze onder de sub-2-micrometergrens gaan, of omdat de pieken die verwacht worden zo smal zijn dat een klein zijwand- of een pakkingsdichtheidsgradiënt-effect toch significant wordt, of omdat niet vermeden kan worden dat zeer kleine afgebrokkelde partikeldeeltjes mee in de pakkingsuspensie terecht komen, is moeilijk te zeggen zonder nader onderzoek. Dat dit laatste effectief een probleem kan vormen werd tijdens het eigen doctoraatsonderzoek aangetoond door het testen van een reeks sub 2 ?m-kolommen die gevuld waren met zelfgemaakte mengsels bekomen door twee verschillende fracties met licht verschillende gemiddelde diameter met mekaar te mengen [1]. Voor de productie van monolietkolommen zijn de problemen die rijzen bij de kolomfabricage nog veel fundamenteler omdat elke poging om de domeingrootte te verkleinen vaak gepaard lijkt te gaan met een verlies van externe porositeit, en erger nog, ook met een toename van de wanorde. M.a.w. voor monolietkolommen lijkt het moeilijk te zijn om de eisen 1) en 2) met mekaar te verzoenen. Dit probleem werd tijdens het eigen doctorale onderzoek uitgebreid theoretisch onderzocht [2,3], o.a. door het uitvoeren van computational fluid dynamics(CFD)-simulaties op een reeks geometrische modellen met afnemende schaalgrootte maar met constante variatie op de skelet- en poriediameter. Dit inherente probleem betekent ook dat grootschalig, systematisch en theoretisch onderbouwd onderzoek naar het vinden van de optimale reactie- en synthesecondities absoluut nodig is. Samengevat toont het bovenstaande eigenlijk aan dat de onduidelijkheid die er bestaat over de relatie tussen het productieproces en de interne kolomstructuur enerzijds, en de relatie tussen deze structuur en de chromatografische prestaties anderzijds nog zo groot is dat er internationaal zeer veel onderzoek nodig is. Het huidige project is er op gericht om deze zoektocht mee te ondersteunen. 2. Doelstelling De doelstelling van het huidige project is om voldoende testtechnieken en theoretische kennis bij mekaar te brengen om een sluitende analyse betreffende de pakkingkwaliteit en de structurele uniformiteit van nieuwe of bestaande HPLCkolommen te kunnen maken. De uiteindelijke bedoeling is om een integraal kennis- en testplatform uit te bouwen dat kan aangeboden worden aan kolomontwerpers, zowel academische als commerciële, om hun kolomproductieprocessen te evalueren en bij te sturen. Om dit platform te realiseren zullen enerzijds alle theoretische of experimentele concepten die tijdens het doctorale onderzoek ontwikkeld of onderzocht werden samengebundeld worden en gecombineerd worden met een aantal additionele en nieuwe technieken. Anderzijds zullen één of meerdere prototypeHPLC-instrumenten uitgebouwd worden die het mogelijk moeten maken de prestaties van ultra-hoge resolutie en ultra-snelle kolommen op te meten zonder additionele piekverbreding en tot diep in het C-term gebied.
Organisaties: • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Jeroen BILLEN
Ontwikkeling van een gamma duurzame hybride diesel-elektrische stadsbussen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen dit project worden door firma Van Hool NV 3 types hybride stadsbussen ontwikkeld, waarbij de aandrijflijn door piekvermogeneenheden (supercondensatoren) geassisteerd wordt. Einddoel is een daling van het brandstofverbruik en de emissies van 20% ten opzichte van klassieke dieselmotor-gebaseerde bussen. Ook streeft men na het geluidsniveau en de life cycle cost te veminderen. Rol van ETEC/VUB is het vermogenbeheer van de aandrijflijn van de bus te evalueren en te optimaliseren. Dit gebeurt door gebruik te maken een simulatieplatform, alsook door metingen uit te voeren op een rijdende bus. Voor deze metingen wordt een geautomatiseerd data-acquisitie syteem gebouwd dat alle relevante parameters simultaan registreert en opslaat. Dit behelst zowel parameters voor geheel het voertuig zoals snelheid en inclinatiehoek, evenals parameters die de vermogenstroom beschrijven tussen de verschillende onderdelen van de aandrijflijn. Het meetsysteem is gebaseerd op hardware en software van de firma National Instruments. Voor het simulatieplatform, dat gegenereerd wordt in Matlab, wordt voor elk onderdeel van de aandrijflijn een softwaremodel geïmplementeerd, gebaseerd op gegevens afkomstig van Van Hool NV of haar onderaannemers. De simulatiesoftware bootst de wisselwerking tussen de verschillende onderdelen van de aandrijflijn na en kan aldus een beheerstrategie bepalen waarbij bvb. het brandstofverbruik of het geluidsniveau minimaal is. Ook kunnen mogelijke verbeteringen aan de elektrische dimensionering van de aandrijflijn berekend en gesuggeerd worden. Door vergelijking van de gesimuleerde resultaten met de metingen kan men zowel het simulatiemodel verfijnen als nagaan of een verbetering van het geïmplementeerde vermogenbeheer op de bus mogelijk is. De gemaakte conclusies worden vervolgens gestaafd door een tweede reeks metingen op een bus waarin het verbeterde beheer geimplementeerd is. Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Thierry Clement COOSEMANS • JOERI VAN MIERLO
Wetenschappelijk verantwoorde begeleiding inzake carrièrebegeleiding van elitesporters en beloftevolle jongeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: begeleiding inzake carrièrebegeleiding van elitesporters en beloftevolle jongeren. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Popularisering van wetenschappen, techniek en technologische innovatie: Geo-Info (WI-2007-032) Universiteit Gent Abstract: Er wordt en elektronische leeromgeving ontwikkeld voor geografische excursies in de middelbare school. Studenten kunnen hiermee informatie vinden over het studiegebied en leerkrachten kunnen excursiepunten uitwisselen. De website wordt ontwikkeld met Google Maps API, gebruik makend van HTML, PHP, Javascript, XML, AJAX en MySQL Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Alexander HERNANDEZ NIEVES, Argentinië) Universiteit Antwerpen Abstract: FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Alexander HERNANDEZ NIEVES, Argentinië) Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Project Popularisering Wetenschap, Techniek en Technologische Innovatie "Monumentale Scheikunde". Universiteit Antwerpen Abstract: Project Popularisering Wetenschap, Techniek en Technologische Innovatie "Monumentale Scheikunde". Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
W&T beurs Betancourt L. Universiteit Gent Abstract: Recente ontwikkelingen in gel-vrije proteoom studies zijn gebaseerd op massa spectrometrische identificatie van peptiden gegenereerd door digestie van totale cellysaten. Dergelijke peptiden mengsels zijn vaak bijzonder complex. In dit project worden methoden ontwikkeld om de complexiteit te verlagen met behoud van de representativiteit. Dit houdt ondermeer in dat enerzijds COOH-terminale en anderzijds methioninehoudende peptiden die door Lysine begrensd worden zullen gesorteerd worden. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Verbetering van de bodemvruchtbaarheid van sterk verweerde en zure plateaugronden van het Katangees mijngebied door gebruik van materiaal van termietenheuvels Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject is een multidisciplinaire studie van termietenheuvels en diepe bodemprofielen onder en naast de constructies in de omgeving van Lubumbashi. De geselecteerde sites met nesten gebouwd door eenzelfde termietensoort (Macrotermes falciger) verschillen enkel in aard van het geologisch substraat, waardoor vooral de invloed van deze factor op de mineralogie, geochemie, micromorfologie, biochemie (C- en
N-cyclus) bestudeerd kan worden. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Fasegedrag en reologie van oplossingen en mengsels van geconjugeerde polymeren Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0091.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Dit is een interuniversitair project same, met KUleuven en VUB. UHasselt is coordinator. Doel van het project is onderzoek naar het fasegedrag en reologie van oplossingen en mengsels van geconjugeerde polymeren. Dit project wordt uitgevoerd onder de bepaling zoals opgesteld in deze overeenkomst. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Dirk VANDERZANDE • Thomas CLEIJ
ArrayMAPPIT: opschaling van een high-throughput MAPPIT screening formaat Universiteit Gent Abstract: ArrayMAPPIT is een screening platform dat toelaat om snel en efficiënt interactiepartners van eiwitten of chemische moleculen te identificeren, en dit in levende humane cellen. Nadat proof-of-concept werd bekomen wordt in dit project het technologieplatform uitgebreid, worden tools voor data-management en -analyse ontwikkeld en worden de mogelijkheden tot verdere miniaturisatie van de assay onderzocht. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier • Samuel Lievens
Gebruik van de elektronische toetsomgeving Usolv-IT bij handboeken wiskunde Universiteit Gent Abstract: Usolv-IT is een webgestuurde applicatie met een beheersysteem voor oefenmateriaal met het oog op oefen-en zelftoetsing in vakgebieden met relatief groot gemeenschappelijk gebruik die bovendien nood hebben aan een sterke wetenschappelijk/technische presentatie. In opdracht van Uitgeverij Die Keure, uitgever van de handboeken wiskunde "Van Basis tot Limiet" zal in nauwe samenwerking met de auteurs het pakket worden uitgebreid met oefeningen voor deze handboeken en zullen extra tools ontwikkeld worden die het gebruik van Usolv-IT voor leerkrachten en leerlingen (ook niet gebruikers van de handboeken) zal ondersteunen. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Frank De Clerck
Simulatiemodellen voor waterstofbehandelingsprocessen van zware koolwaterstoffen Universiteit Gent Abstract: Dit project kadert in de verderzetting van de activiteiten rond waterstofbehandelingsprocessen zoals hydrokraken, hydrogenering, ontzwaveling, ontstikstoffing, ? Dit project heeft tot doel de functionaliteit van bestaande simulatiemodellen te verbeteren en uit te breiden. In het bijzonder zal aandacht besteden worden aan de fundamenteel kinetische modellering van de hydrogenering van aromaten en de inpassing hiervan in een simulatiemodel voor een industriële reactor. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
De ontwikkeling en realisatie van een multitouch interface Universiteit Hasselt Abstract: Z33 wil een digitale multitouch interface ontwikkelen, vormgeven en realiseren die op een vernieuwende manier bezoekers in de tentoonstellingsruimtes informeert en begeleidt. Voor de realisatie van dit project wordt beroep gedaan op 2 partners, met name EDM en de KHLim, afdeling Media en Design. Z33 levert content aan. EDM zal instaan voor het functioneel ontwerp en bouw van de multitouchtafel, het technologisch onderzoek en de ontwikkeling van het softwareplatform dat zal toelaten om media-rijke genetwerkte toepassingen te ontwikkelen die van de multitouchfunctionaliteit gebruik maken. EDM zal eveneens een aantal 'proof of concept'-toepassingen bovenop dit platform ontwikkelen die toelaten om de functionaliteit te demonstreren en de correcte werking te valoriseren. KHLim, MDA zal de multitouchtafel vormelijk ontwerpen en de nodige toepassingen ontwikkelen voor Z33 op basis van het softwareplatform dat EDM ontwikkelt. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Philippe BEKAERT • Johannes TAELMAN
RITCHIE: een kenniscentrum voor mobiele ICT toepassingen binnen de erfgoed- en cultuurtoeristische sector. Universiteit Hasselt Abstract: De UHasselt, Het Provinciaal Gallo-Romeins Museum en de Provincie Limburg werken samen aan het EFRO-project 'RITCHIE'. RITCHIE wil een open demonstratie- en kenniscentrum voor mobiele ICT-toepassingen uitbouwen voor de erfgoedsector en het cultuurtoerisme. Via dit kenniscentrum worden potentiële aanbieders geïnformeerd over de diverse aspecten die van belang zijn voor een mobiele ICT-toepassing voor de ontsluiting van erfgoed. Mobiliteit, sociale interactie, personalisatie en lokalisatie vormen de krachtlijnen in dit kennisdomein.
Het project vloeit voort uit het onderzoeksproject Archie (mei 2005 - augustus 2008). Uit contacten met de ruime erfgoed- en cultuurtoeristische sector, naar aanleiding van het Archieproject (R-0981), blijkt de nood aan advies over inzet en bruikbaarheid van mobiele ICT-toepassingen en een goede afstemming van dergelijke technologieën op de doelomgeving. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX • Kris LUYTEN
Innovatieve concepten via multidisciplinaire aanpak Universiteit Hasselt Abstract: Door samen te werken met verschillende actoren uit een bepaalde sector, wil EDM nieuwe concepten ontwikkelen op het terrein van innovatie met ICT middelen, met bijzondere aandacht voor humane aspecten en eindgebruikers. Via dit project beoogt EDM om naar de sector toe adviezen te formuleren, relevante informatie beschikbaar te stellen, relevantie en bruikbaarheid van nieuwe technologieën uit te testen, haalbaarheid van geïntegreerde concepten uit te schrijven. Als concrete case is er gekozen voor innovatieve serviceflats. De bedoeling is, rekening houdend met de doelgroep, nieuwe concepten te introduceren zodat een aangenamere en veiligere leefomgeving met aandacht voor welzijn, kwaliteit van leven, preventie, comfort en gebruiksgemak ontstaat. Met een touchscreen interface worden digitale diensten aangeboden aan mensen op ouderdom. Communicatie, informatie, bestellingen, domotica, multimedia, enz. kunnen allemaal op een zeer eenvoudige en intuitieve manier worden gebruikt Organisaties: • Gedragswetenschappen - Gezondheidszorg • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Neree CLAES