www.researchportal.be - 13 Jan 2016 02:34:34
Onderzoeksprojecten (20 - 40 van 88) Zoekfilter: Classificaties: Anatomie, morfologie (mens)
Diepe hersenstimulatie en registratie van hersensignalen voor psychiatrische stoornissen KU Leuven Abstract: Diepe hersenstimulatie is een neurochirurgische interventie die gebruikt wordt voor de behandeling van bepaalde refractaire psychiatrische stoornissen. Bij conventionele diepe hersenstimulatie wordt continu elektrische stroom toegediend in een specifieke hersenstructuur zonder enige vorm van biologische terugkoppeling. Recente technologische vooruitgang laat echter gelijktijdige diepe hersenstimulatie en registratie van hersensignalen met geïmplanteerde elektroden toe, waardoor elektrische stimulatie aangepast kan worden in functie van de neuronale activiteit. Preliminaire experimenten hebben aangetoond dat dergelijk closed-loop diepe hersenstimulatie superieur is vergeleken met conventionele diepe hersenstimulatie in de ziekte van Parkinson, maar dit werd nog niet getest bij psychiatrische stoornissen. Obsessievecompulsieve stoornis (OCS) is de eerste psychiatrische aandoening behandeld met diepe hersenstimulatie, en de klinische doeltreffendheid van diepe hersenstimulatie in de bed Organisaties: • Experimentele Neurochirurgie & -anatomie
Onderzoekers: • Bart Nuttin • Hemmings Wu
Een biomechanische karakterisatie van het belang van visuele prikkels bij de ogenblikkelijke en de ontwikkelingsgebonden mechanische controle van de bipedale gang bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Afferente informatie speelt een belangrijke rol bij het controleren en bijsturen van de bewegingen. Deze informatie is afkomstig van het visuele, het vestibulaire, het tactiele en het proprioceptieve systeem. Visuele informatie speelt een belangrijke rol bij het bewaren van het statisch evenwicht. Tijdens het uitvoeren van een beweging is het echter van belang het dynamisch evenwicht te bewaren. Logischerwijze kan aangenomen worden dat visuele feedback-informatie hierbij van belang is. Daarnaast kunnen bij het uitvoeren van een beweging visuele prikkels ook belangrijk zijn bij het sturen van de bewegingscoördinatie. Bij dit onderzoek willen we aan de hand van biomechanische ganganalyses het effect bestuderen van deprivatie van visuele prikkels op de controle en ontwikkeling van de gang. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Ann Hallemans
Een open intelligent revalidatie framework voor cliëntgerichte functionele therapie m.b.v. bewegingsdetectiesystemen. Universiteit Hasselt Abstract: Fysieke revalidatie is belangrijk voor personen met neurologische en musculoskeletale aandoeningen om terug beter te functioneren in de maatschappij en kan een grote bijdrage leveren aan de mate van zelfredzaamheid en bijgevolg de levenskwaliteit. Binnen fysieke revalidatie is de cliëntgerichte functionele benadering uitermate belangrijk omdat de patiënt betrokken wordt in het opstellen van doelen en de therapie individueel afgesteld is op de noden en activiteiten die de persoon zelf kiest. Uit voorgaand onderzoek en literatuur blijkt de meerwaarde van cliëntgerichte functionele therapie t.o.v. een standaard revalidatieprogramma (die zich vooral richt op standaard oefeningen) omdat het leidt tot een betere motivatie, een betere revalidatie uitkomst (met grotere zelfredzaamheid tot gevolg), waarbij sneller resultaat geboekt wordt en waardoor de residuele zorgvraag zal verminderen. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Annick TIMMERMANS
Electro-mechanische spiermodelling op middelbare leeftijd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door middel van de studie van de geïntegreerde (oppervlakte-) electromyografie (IEMG) bekomt men een benadering van de spierintensiteit tijdens inspanning. Door middel van de isokinetische computergestuurde krachtmetingen kan men met de kennis van de angulaire gewrichtssnelheden een benadering bekomen van het arbeidsvermogen. In combinatie met goniometrische en antropomotrische gegevens van het bewegend individu kan men zich een uitstekend beeld vormen van van de geleverde mechanische arbeid. In de context van een biomechanische interpretatie van de beweging kan hiermee voldoende feedback worden gegeven tot het bijsturen van de motoriek en de bewegingsvaardigheden (De onderzoeksploeg kan wat dit betreft terugvallen op expertise van 20 jaar). in de context van de ergonomische interpretatie van complexe, niet cyclische arbeidsbewegingen, is bijkomende informatie van metabole energie essentieel om een totaal beeld van de arbeid te bepalen zonder dit de facto als detail fysiologisch onderzoek te gaan beschouwen. Het betreft in wezen achtergrond informatie die de mechanisch- biologisch informatie moet ondersteunen. De combinatie van in hoofdorde EMG en excentrisch krachtonderzoek met een oudere (middelbare leeftijd) proefpopulatie is overigens een volledig nieuwe dimensie in dit genre bewegings- & welzijnsonderzoek. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • Pierre VAN ROY • DIRCK CABOOR • JAN PIETER CLARYS • MARC VERLINDEN
Electro-myografie van de menselijke motoriek tijdens homo- en heterolaterale gesimuleerde ritmische bewegingspatronen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De kinesiologie van de menselijke beweging is en wordt uitvoerig bestudeerd met tal van bewegingsanalytische technieken waaronder de elektromyografie. De basiskennis van de menselijke beweging in deze materie overtrefd dan ook ruim de klassieke functioneel anatomische kennis (Basmajian-DeLuca 1985, Loeb-Gans 1986, Buisset-Maton 1995) waarvoor een aantal belangrijke naslagwerken eerste getuige zijn. Eigen aan het menselijke bewegen stellen we vast dat uitvoering en meting zich binnen de dynamische motoriek situeren in sagitale vlakken of varianten hiervan.
Bewegingen in frontale vlakken en laterale richtingen zijn makkelijk simuleerbaar met tal van homolaterale situaties maar zijn onbestaande in gecombineerde homo- en heterolaterale motoriek van gecombineerd of afzonderlijk de onderste ledematen en romp. De functionele kennis in deze materie is derhalve beperkt en doet zich slechts voor in eerder extreme omstandigheden zoals moeilijke evenwichtssituaties, compensatoire bewegingen ter voorkoming van het vallen, een aantal sportieve bewegingen en in bepaalde arbeidssituaties. De bedoeling is door middel van mechanische simulatoren de electrofysiologische spiermotoriek te onderzoeken in combinatie met ritmische uitvoeringsmodaliteiten bij verschillende uitvoeringssnelheden. Deze motoriek wordt bovendien uitgevoerd met verschillende schoeisels en op verschillende simulatoren ten einde gekende spierfunctiemodellen te verfijnen en nog ontbrekende spiermodellen te beschrijven. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • JAN PIETER CLARYS
Elektrische stimulatie en recording in hersenletsels voor de behandeling van pathologische symptomen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Neurochirurgie & -anatomie
Onderzoekers: • Bart Nuttin • Marjolijn Deprez
Elektrische stimulatie in de wand van een hersencaviteit om hiermee geassocieerde symptomen te verbeteren. Een generische aanpak toegepast bij centrale pijn na een herseninfarct KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Neurochirurgie & -anatomie
Onderzoekers: • Sabine Van Huffel • Bart Nuttin • Philippe De Vloo
Evaluatie van anti-galectine-1 geneesmiddelen in combinatie met chemo- immunotherapie bij de behandeling van hooggradige gliomen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Experimentele Neurochirurgie & -anatomie
Onderzoekers: • Stefaan Van Gool • Steven De Vleeschouwer • Matthias Van Woensel
Expertise ikv Life Long Learning EUROPALS. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het EUROPALS project is de competenties van Europese pathologisten op het einde van hun training te definiëren en hun de nodige middelen verschaffen om tot op het einde van hun carrière competent te blijven in hun vakgebied. Een universeel geaccepteerde competentie test zal het voor (junior) dokters gemakkelijker maken om zich te kunnen verplaatsen in Europa. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • MIRIAM MARICHAL
Expressie van therapeutische genen door humane dentale pulpa stamcellen als een nieuwe behandeling voor orale plaveisel cel carcinoma Universiteit Hasselt Abstract: Het beoogde onderzoek beschreven in dit project betreft een fundamentele wetenschappelijke benadering richting de ontwikkeling van een nieuwe stamcel-gebaseerde therapie voor orale plaveiselcel carcinoma (OSCC), dit is huidig de achtste meest voorkomende vorm van kanker in de ontwikkelde wereld. Tegenwoordig worden patiënten die leiden aan OSCC behandeld door chirurgische resectie van de tumor massa gecombineerd met adjuverende radio- en/of chemotherapie. Ondanks significante vooruitgangen in de overlevingskansen van behandelde OSCC patiënten, wordt de levenskwaliteit fors beïnvloed wat ontegensprekelijk de nood benadrukt voor een effectievere en minder invasieve therapeutische benadering. We veronderstellen dat de intra-tumorale aflevering van stamcellen die therapeutische genen tot expressie brengen mogelijk een veelbelovende alternatieve benadering bieden omgaand met de meeste nadelige aspecten van de huidige behandelingsmodaliteiten. Daarom willen we het gebruik van tandpulpa stamcellen (DPSCs) verkennen als dragers van een 'suicide gene' om selectief tumorcellen te targeten en te doden via het 'bystander effect'. Eerst willen we deze interactie in vitro onderzoeken om zo een fundamenteel begrip van het mechanistische effect op de voorgestelde therapie te voorzien. Vervolgens zal een diepgaande studie van de therapie in vivo uitgevoerd worden samen met de optimalisatie van non-invasieve monitoring van het therapeutisch succes door middel van beeldvormingsmodaliteiten zoals MRI, BLI en PET. Algemeen zal de uitkomst van dit project leiden tot een goed begrip van de efficiëntie van de voorgestelde cel gebaseerde therapie voor OSCC. Het zal daarom dienen als een baanbrekende studie voor opeenvolgende preklinische en klinische studies. Organisaties: • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Tom STRUYS • Ivo LAMBRICHTS
Fysiologie van de endocriene celdifferentiatie in de pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er zijn sterke aanwijzingen dat de pancreas, zelfs bij volwassenen, epitheliale stamcellen bezit die de kapaciteit hebben om endocriene eilandjescellen te genereren. De doelstellingen van dit project zijn het identificeren van deze stamcellen, het isoleren en kweken ervan, en de
identificatie van factoren of condities die hun endocriene differentiatie regelen. Een mogelijke toepassing van dit onderzoek is het vergroten van het aantal endogene insuline-producerende eilandjescellen, of het aantal eilandjescellen voor transplantatie, in insulineafhankelijke diabetici. De betrokken groei- en differentiatiefactoren die de neogenese van eilandjescellen uit de stamcellen regelen, zullen worden opgespoord door middel van cytochemische en biochemische methoden in de pancreas van proefdieren waar neogenese vooraf werd geinduceerd, en in foetale pancreas. Relevante factoren zullen vervolgens onderzocht worden op hun effect in een i n vitro model, namelijk gekweekte ductale stamcellen. Vervolgens wordt een transplantatiemodel uitgewerkt waar de differentiatie van de stamcellen in vivo zal bestudeerd worden. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Fysologische, morfologische en biomechanisch vereisten van het musculoskelettale systeem van het onderbeen van topsprinters en -duurlopers Universiteit Gent Abstract: Snelheid en uithoudingsvermogen leggen tegengestelde vereisten op aan het ontwerp van het locomototische systeem. Bepaalde eigenschappen van het onderbeen zijn antagonistische paren in relatie tot sprinten versus duurlopen. Dit project heeft tot doel na te gaan wat de fysiologische en functioneel anatomische eigenschappen zijn van onderbeenspieren die een voordeel opleveren in de prestatie tijdens sprinten of duurlopen. Organisaties: • Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen
Onderzoekers: • Peter Aerts • Dirk De Clercq • Wim Derave
Geïntegreerde magnetische nanodeeltjes gebaseerde beeldvorming van therapeutische cellen: IMAGINE Universiteit Hasselt Abstract: Ziekte begint op biomoleculair en cellulair niveau en op subnanometer lengteschalen. De heilige graal van de geneeskunde is diagnostiek en interventie op die schaal en biocompatibele nanosized deeltjes zijn de geschikte multifunctionele tools om dit doel te bereiken. In vivo diagnostische en therapeutische methoden kunnen sterk profiteren van elke nieuwe ontwikkeling in het nanodeeltjes onderzoek, een voorbeeld hiervan is het opkomende gebied van cel-gebaseerde therapieën, waar onderzoekers cellen gedurende uren en zelfs weken dienen te volgen nadat ze zijn ingevoerd in het lichaam om hun doeltreffendheid te beoordelen. Verschillende experimentele studies hebben de geschiktheid van magnetische nanodeeltjes en Magnetic Resonance Imaging (MRI)bewezen voor het monitoren van in vivo celmigratie . Hierbij worden de cellen meestal geladen met ijzeroxide nanodeeltjes wat een uitgesproken donker contrast genereert(hypointensity in T2 en T2 *- gewogen MR beelden). Vergeleken met microscopische methoden, heeft MRI het voordeel om de temporele evolutie van biologische processen te bestuderen in niet-invasieve individuen. Vergeleken met andere moleculaire beeldvormende methoden (bijv. nucleaire technieken (PET, SPECT), optische beeldvorming (BLI) of ultrasone technieken),heeft MRI het voordeel van een zeer hoge resolutie (zo hoog als 20 isotrope Ým). De huidige commerciële MRI contrast agents, laten echter nogal te wensen over aan sensitiviteit en specificiteit, en ontbreekt de mogelijkheid om beelden te kwantificeren. De gemanipuleerde superparamagnetische nanokristallen hebben daarom het potentieel om de huidige diagnostische technieken drastisch te verbeteren. Organisaties: • Morfologie • Materiaalfysica • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Jan D'HAEN • Ivo LAMBRICHTS
Genotypische en fenotypische variabiliteit, individuele susceptibiliteitsfactoren en industriële genotoxische/neurotoxische agentia in arbeidsgeneeskunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De fascinerende vooruitgang geboekt in de genoomanalyse en de recente identificatie van verschillende genenklassen betrokken bij de susceptibiliteit voor bepaalde ziektes, wijst op de mogelijkheid tot identificatie van dragers van specifieke allelencombinaties of polymorfismen die een groter risico voor ogevings- en beroepshalve geïnduceerde aandoeningen zouden vertonen. De doelstelling van dit project is het confronteren, voor zover ze bestaan, van kandidaat susceptibiliteitsbiomarkers, met blootstelling- en effectbiomarkers die gevoelig, specifiek en predictief genoeg zijn om betrouwbare bepalingen uit te voeren. Voor dit doeleinde zal het project zich toespitsen op het sekwentieel beantwoorden van drie hoofdvragen. 1) Zijn we BEKWAAM om variabiliteitsparameters te meten? Zijn de diagnostische instrumenten ter beschikking en voldoende gevalideerd om betrouwbare en robuste metingen uit te voeren, indien nodig op grote schaal? 2) Is het wetenschappelijk NUTTIG om deze testen te implementeren? In de veronderstelling dat men de technische aspecten voldoende meester is, wat is dan de biologische betekenis van deze testen? Wat is hun relevantie voor volksgezondheid? 3) Indien deze testen potentieel nuttig zijn, zijn de TOEPASBAAR in de arbeidsgeneeskunde? Binnnen het netwerk van dit programma zal bijzondere aandacht besteed worden aan de wettelijke aspeten door rechtstreekse associatie met experten in arbeidsrecht. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Geurmarketing: De impact van geur en de interactie ervan met andere atmosferische prikkels tijdens een winkelbeleving Universiteit Hasselt Abstract: In dit project wordt de effectiviteit van geurmarketing onderzocht. Binnen sensoriële marketing neemt geur een alsmaar prominentere plaats in en retailers blijken er ook steeds meer in geïnteresseerd te zijn. Er zijn echter nog vele uitdagingen in het onderzoek hier rond, niet in het minst wat betreft de interactie-effecten met niet-atmosferische elementen (bv. product-type en individuele verschillen zoals persoonlijkheidskenmerken) alsook interactie-effecten met andere atmosferische elementen (zoals muziek, kleur, en licht). Deze laatste onderzoekspistes wint alsmaar aandacht daar een winkelbezoek alsmaar meer als een totaalervaring van cognitieve maar zeker ook affectieve elementen wordt benaderd. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Willem JANSSENS
GRANT AWARD : Beta cell replication in human donor pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • Pieter IN 'T VELD
Grijze zone lymfomen: betere differentiatie in de grijze zone tussen hodgkin lymfomen en primair mediastinale lymfomen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Translationeel Cel- en Weefselonderzoek
Onderzoekers: • Gregor Verhoef • Thomas Tousseyn • Daan Dierickx • Annelore Cortoos
Groei en differentiatie in de pancreas - een in vitro model. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdens de embryogenese ontstaat zowel de exoeriene (acini) als de endocriene (eilandjes) pancreas uit ductaal epitheel. Er zijn aanwijzingen dat ook later in het leven de ductale cellen over stamcelvermogen beschikken en kunnen zorgen voor regeneratie van acinaire cellen en eilandjescellen. Het is echter nog niet geweten hoe deze differentiatie geregeld wordt. Wij willen de differentiatie van pancreatische epitheelcellen in vitro bestuderen met als einddoel de regulatiemechanismen te ontrafelen, in het bijzonder diegene die de endocriene differentiatie controleren. Als mogelijke toopassing hiervan zouden grote aantallen endocriene B-cellen kunnen aangemaakt worden voor transplantatie in diabetici, of zou de endogene B-celmassa kunnen geregenereerd worden. In dit project worden exocriene acinaire en ductale cellen in primaire culturen behandeld met verschillende groei- en differentiatiefactoren, met extracellulaire matrix-componenten, en met co-cultuur met fetale mescnchymale cellen. Celdifferentiatie wordt geanalyseerd met behulp van immunocytochemie, in silu hybridisatie, electronenmicroscopie, Western blotting, RlA-bepaling (insuline) en DNA-bepaling. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Het urnenveld van Neerharen-Rekem: onderzoek naar demografie, sociaal-economische verhoudingen en ideologie van een prehistorische gemeenschap tijdens de Late Bronstijd/Vroeg ijzertijd in West-Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is om via het onderzoek van urnenvelden iets te leren over de sociaal-economische verhoudingen en demografische evoluties van een prehistorische gemeenschap, en te onderzoeken of dergelijke sites ons inzicht verschaffen in ritueel gedrag en denkbeelden tijdens de Late Bronstijd/Vroege IJzertijd. Het grafveld van Neerharen-Rekem behoort tot de Urnenveldencultuur (1050-450 v. Chr.), waarvan de restanten over heel Centraal en WestEuropa worden aangetroffen. Het werd tijdens de opgravingen, tussen 1955 en 1985, al snel duidelijk dat deze site verschilde van andere sites uit dezelfde periode. Ze telde rond de 230 graven, terwijl het gekende gemiddelde schommelt rond de 25 graven, en naast het aardewerk bleven ook de metalen giften zeer goed bewaard, wat eveneens vrij uitzonderlijk is voor deze regio. Van bijna alle graven werden de crematieresten gerecupereerd, waardoor ze bruikbaar zijn voor antropologische analyses (uitgevoerd door het IAP). De data verkregen uit het typologisch en het ruimtelijk onderzoek van het grafveld zullen dus kunnen worden aan de resulaten van de fysischantropologische analyses. Het onderzoek richt zich eveneens op macro-culturele schaal. Ondermeer op basis van een aantal zeldzame kenmerken van het aardewerk kunnen parallellen en contacten met buitenlandse sites worden onderzocht en de mate waarin de Maas hierbij een rol heeft gespeeld. Zo kan het grafveld volledig worden gekaderd in de toenmalige socio-economische context op locaal en (inter)regionaal vlak, iets wat voor deze regio nog niet eerder is gebeurd. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Barbara TEMMERMAN • Marc DE BIE
Identificatie en interactie van regulatorische signaaltransductiewegen voor aanpassing van Rhizobium etli aan niet-groeiende condities Universiteit Hasselt Abstract: Probleemstelling. De overgang van groeiende naar niet-groeiende condities is onlosmakelijk verbonden met de levenscyclus van bacteriën en vormt een essentiële stap in de succesvolle aanpassing van bacteriën aan uiteenlopende niches. In de levenscyclus van rhizobia, stikstoffixerende bacteriën die nodules induceren op hun legumineuze gastheerplant, is een overgang naar een niet-groeiende toestand vereist zowel tijdens overleving in de bodem als tijdens infectie van de gastheerplant. De symbiotische interactie leidt immers tot de vorming van gedifferentieerde bacteriën in de nodules, bacteroïden genoemd. Deze bacteroïden zorgen voor de omzetting van atmosferische stikstof naar een voor de plant bruikbare vorm (6, 22) en bevinden zich hierbij in een nietgroeiende toestand. Hoewel bepaalde aspecten van de bacteroïde toestand reeds intensief bestudeerd werden in de voorbije jaren, is het globaal beeld over hoe genexpressie het differentiatieproces beïnvloedt en bijdraagt tot het behoud van de bacteroïde toestand ver van duidelijk. Bovendien is er weinig geweten over de factoren die belangrijk zijn voor de overleving van rhizobia in vrijlevende condities. In dit voorstel wensen we met behulp van gecombineerde genexpressie/fenotypische analyses de basis te leggen voor het beter begrijpen van de fysiologie van deze verschillende niet-groeiende toestanden. Bovendien beogen we de factoren die de overgang bepalen tussen de groeiende en niet-groeiende condities te identificeren. Organisaties: • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Ivo LAMBRICHTS