Onderzoek Hoyt & Jelle, 5HB Begeleider: Mr. Bovenschen, PWS onderwerp: “Compleet Geautomatiseerde Supermarkt”
Inhoudsopgaven Inhoudsopgaven
blz 1
Schema
blz 2
Magazijn
blz 4
Productvulling
blz 6
Rest Vervoer
blz 8
Restant Opslag
blz 8
Winkelwagens
blz 9
Kassa’s
blz 10
Veiligheid
blz 11
Technieken
blz 11
Financiën
blz 14
Bronnen
blz 15
1
Stap 1: Schema Een schema met daarin alles wat elke supermarkt nodig heeft om te kunnen functioneren. Een supermarkt bestaat uit drie hoofdonderdelen: Kassa’s Schappen Magazijn Het hoofd-’doel’ is het zo gemakkelijk en efficiënt mogelijk overbrengen van producten via logistiek naar het magazijn, van het magazijn naar de schappen en vanaf daar naar de kassa, waar de klant/consument het mee naar huis brengt. Het pad gaat dus als volgt: Logistiek -> Magazijn -> Schappen -> Kassa’s -> Consument Het Magazijn bestaat uit: Een opslagplaats waar de vracht binnenkomt en waar lege kratten en andere gebruikte spullen worden opgeslagen totdat het weer opgehaald wordt. -
Een plaats waar de vracht wordt opgesplitst zodat het makkelijk kan worden verdeeld over schappen. -
Een manier waarop de producten naar de schappen worden vervoerd. -
Een manier waarop lege kratten en andere gebruikte spullen worden vervoerd naar de opslagplaats. -
Een plaats waar de restanten worden opgeslagen, als die overblijven. -
De Schappen bestaan uit: Een display waarop de naam, de prijs en de beschikbare hoeveelheid van een product wordt weergegeven. -
2
De Kassa’s bestaan uit: Een manier waarop elk product wordt gescand en op basis daarvan de prijs wordt berekend. -
Een manier om tegen te gaan dat producten worden gestolen.
MAGAZIJN
SCHAPPEN
KASSA’S
Onderdeelnaam
Omschrijving Onderdeel
Vrachtopslag
Opslagplaats voor inkomende vracht en vuil en overgebleven spullen (lege kratten enz.)
Vrachtsplitsing
Vracht wordt opgesplitst in producten gebaseerd op locatie in de schappen.
Productvulling
Opgesplitste producten worden hier vervoerd naar het schap en gevuld.
Restvervoer
Alle afval en rest worden afgevoerd naar de vrachtopslag.
Restantopslag
Hier worden overgebleven producten opgeslagen.
Onderdeelnaam
Omschrijving Onderdeel
Product Display
Hier ziet men de productinformatie
Product Overzicht
Dit houdt de voorraad bij.
Onderdeelnaam
Omschrijving Onderdeel
Verkoop Afhandeling
Hier worden alle producten gescand en de betaling afgehandeld. Maatregelen om stelen tegen te gaan.
Beveiliging
3
Stap 2: Onderzoek – Onderdeel Automatisering Welke onderdelen kunnen worden geautomatiseerd. Het onderzoek zal als volgt worden uitgevoerd: Één voor één nemen Hoyt en ik, individueel, een onderdeel. Hier kijken we eerst naar de beschikbare techniek dat hier bij past en kijken wij naar de geschiedenis van deze techniek in supermarkten en daarna maken wij een conclusie die hierop gebaseerd is. Als alle onderdelen af zijn, wisselen we om en doen wij hetzelfde. Zo controleren wij elk onderdeel tweemaal om zoveel mogelijk informatie op te doen en de beste uitkomst te krijgen.
Het Magazijn “Hier worden de producten klaargemaakt voor de railrobot.” Dit is de grootste uitdaging voor een supermarkt als deze zich wil automatiseren. Dit komt omdat de producten nooit in dezelfde volgorde en manier worden aangeleverd. Een dozenkar bevat namelijk steeds andere formaten dozen en die zijn dan ook nog eens iedere keer anders opgestapeld. Een kratten kar is iets simpeler maar hier is ook het probleem dat er verschillende maten kratten zijn die ook steeds anders zijn opgestapeld. Aangezien de hoeveelheid lopende banden en machines die nodig zijn voor het magazijn hebben we een 3D simulatie van het magazijn en de railrobot gemaakt. Deze is te zien in onze presentatie. Een product komt binnen op een kar. Dit product kan zich bevinden in een krat of een doos. In het begin maakt dat nog niks uit. Ook zit er op iedere kar een RFID-label bevestigd met informatie over de inhoud van de kar. Zoals het type producten: vers, houdbaar of vries. Verder staat er op hoe de producten zijn ingepakt, dus of het in dozen of kratten zit ingepakt of in plastic (denk aan flessen frisdrank). De vrachtwagenchauffeur maakt een luik aan de buitenkant van het magazijn open. Hierin bevind zich een plek om een kar neer te zetten en een paneel met een groene en rode knop. Als de chauffeur een kar op de goede plek heeft gezet drukt hij de groene knop in. Als reactie hierop komt er een grijparm aan die een stalen plaat vast klikt aan de onderkant van de kar. Hierna tilt de arm de kar op een lopende band. Als de infraroodsensor die vastzit aan deze lopende band waarneemt dat er een kar op staat, gaat de band pas lopen. Hierdoor wordt er ruimte gemaakt voor nieuwere karren. 4
Deze band loopt tot het punt waar de kratten en dozen karren opgedeeld worden. Aangezien er erg veel karren per keer komen op zo'n vrachtwagen zal deze band snel vol raken. Dezelfde infraroodsensor die meet of er een kar op de band staat, meet ook wanneer de band vol is. Als dit het geval is, zet de grijparm de karren niet meer op de band maar in een aanliggende ruimte waar karren opgeslagen worden. Als de band dan weer leeg begint te raken, pakt de arm de karren weer uit deze ruimte en zet hij deze op de lopende band, totdat alles gevuld is. Aan het einde van de lopende band wordt het RFID-label nogmaals gelezen. Als het een krattenkar is pakt de grijparm de kratten één voor één en zet deze op de lopende band die naar de sorteermachine gaat. De hoogte waarop deze grijparm zijn plaat onder de kratten schuift, wordt aangegeven door een infraroodsensor die reageert op de gele lijn die onder aan elk krat zit. Deze grijparm is natuurlijk een stuk kleiner en verfijnder dan de grijparm die gebruikt wordt om de karren op de lopende band te krijgen. Als de kar leeg is, wat aangevoeld kan worden door een druksensor die aan het einde van de lopende band zit, dan haalt eenzelfde grijparm als die in het begin de kar weer van de band en zet deze in het Restcompartiment. Als het een plastic- of dozenkar is, dan gebeurt er in principe hetzelfde als met de kratten. De infraroodsensor kijkt waar de gele rand zit en laat de grijparm zijn stalen plaat onder deze rand schuiven. Alleen bij dozen of in plastic verpakte artikelen worden ze op een andere lopende band gezet, die naar de wonderbaarlijke machine ABOT gaat. Zonder deze machine zou het nooit mogelijk zijn om een automatische supermarkt überhaupt in theorie te laten werken. ABOT staat voor “automatic box opener tool”. De ABOT is een groot apparaat dat iedere doos die erin gezet wordt automatisch opmeet en de randen opensnijd zonder de inhoud te beschadigingen. Daarna pakt een grijparm die bij de ABOT hoort de doos en draait hem ondersteboven boven de uitgaande lopende band, dit op zo´n manier dat de inhoud onbeschadigd blijft en gooit daarna de doos weg in een container. In ons geval gooit hij het dan in de kartonpletter. Deze lopende band sluit weer aan op de lopende band die naar de sorteermachine gaat. Behalve dozen kan hij ook plastic verpakkingen wegsnijden. De grijparm pakt dan alleen het plastic en gooit dit (in ons geval) in een kar bedoelt voor plastic. Hierdoor komen dus alle producten uitgepakt op de band voor de sorteermachine. Behalve de kratten, maar de sorteermachine zorgt hiervoor. Als de chauffeur op de rode knop drukt dan wordt er een noodstop gemaakt en stopt de grijparm onmiddellijk. Wordt er dan weer op de groene knop gedrukt dan keert de grijparm terug in zijn start positie. Om dan verder te gaan moet er uiteraard nogmaals op de groene knop gedrukt worden. De chauffeur laadt eerst de bevroren producten, dit is om smelten en bederven tegen te gaan. 5
Daarna de gekoelde producten en dan de houdbare producten. Als de chauffeur klaar is met het inladen van de karren gaat hij naar de ingang van de Restopslagplaats en neemt hij alle legen karren, plastic, karton en producten die over de datum zijn gegaan mee.
Productvulling “Opgesplitste producten worden hier vervoerd naar de schappen in de winkel en worden gevuld.” In het kort moet de productvulling dus gesorteerd aankomen vanaf de Vrachtsplitsing. Deze producten worden dan gescand om te bepalen waar de producten horen. Eerst wordt bekeken hoeveel van het product al in het schap staat. Dan wordt alle mogelijke vulling eruit gehaald. De restanten worden vervoerd naar de Restant Opslag. De mogelijke vulling wordt vervoerd naar het schap waar het hoort. Alle Schappen moeten hiervoor tegen een muur staan, zodat ze makkelijk van achteren kunnen worden gevuld door de robot. Daarna worden de producten van achteren gevuld, zodat nieuwere data altijd achterin komen te staan. Dit is ‘FiFo’-vulling, een regel waaraan de meeste supermarkten werken om product bederf tegen te gaan. FiFo staat voor “First in First out”. Alle producten kunnen via lopende band vanaf de Vullingsplitsing komen. Dan zitten ze wel nog in kratten. Een robot arm pakt de kratten en zet de producten op de lopende band. De kratten worden met een lopende band naar de Restopslag vervoerd. Daar worden de kratten automatisch op karren gestapeld, door middel van weer een grijparm. Deze lopende band gaat langs een scanner die doorgeeft welke producten er langs komen en hoeveel. Deze staat verbonden met een database die nagaat waar het product hoort en hoeveel erin past. Het product gaat dan langs een sorteerapparaat. Dit apparaat laat maar een bepaald aantal producten door, zodat het schap niet te vol raakt. Hij sorteert daarnaast ook de producten bij welk deel van de winkel ze horen. Hier gaat de lopende band over op rails. Deze rails staan verbonden met een railrobot die de producten vervoerd vanaf de rails naar het schap waar het gevuld moet worden. Deze robot beweegt horizontaal en verticaal over rails en kan zo op elke hoogte en breedte komen van het complete schap. In deze railrobot passen ongeveer tien verschillende soorten producten. Naar het schap toe, vullen en terug zal ongeveer drie minuten innemen. Als een winkel duizend verschillende soorten producten bevat zal hij dus honderd keer heen en weer moeten. Dit neemt dus inclusief een correctie van een uur, zes uur in beslag. Als de producten dus tussen tien en twee uur ´s avonds aankomen is de winkel perfect gevuld als hij open gaat. En dit is het geval als de hele winkel leeg is, in de realiteit zal dit een stuk sneller gaan, onder andere 6
omdat ook nog eens alle restanten nagelopen worden voordat de nieuwe vulling binnenkomt. Het is ook nodig dat ieder schap een muur achter zich heeft hierdoor zal dus een hele andere indeling gemaakt moeten worden dan je van een normale supermarkt gewend bent. Het zal een soort “Ikea” -indeling krijgen. Maar dit zal duidelijker worden in de simulatie. Alle producten zullen worden voorzien van een RFID-label. Deze zal het productnummer bevatten en de houdbaarheidsdatum. RFID is makkelijker te scannen dan barcode, omdat je niet precies op een bepaald punt hoeft te scannen. Hierdoor is het product gemakkelijker te traceren door het magazijn en/of de winkel. Daardoor kunnen fouten in de database bijna onmogelijk worden, want het product wordt pas aan de database toegevoegd als het daadwerkelijk gevuld wordt (of naar restanten gaat). In de supermarkten van nu komt het vaak voor dat het distributiecentrum zegt dat er tweehonderd pakken melk in de kar zitten maar er in werkelijkheid maar honderdtachtig inzitten. Hierdoor moet ook iedere dag bijna alle producten nageteld worden. De enige manier waarop er een fout in de database kan voorkomen is als een product gestolen wordt. Maar dit wordt bijna onmogelijk door de RFIDlabels. We gaan hier dieper op in in het gedeelte: Kassa's Er moet informatie worden uitgewisseld, dus het moet connectie hebben met de centrale database van de winkel De meerdere RFID-Readers die in het magazijn staan, hebben een directe connectie tot de database. Hier sturen de readers de datum, productnummer en categorie van het gescande product naar de database. Daarop gebaseerd wordt het product geïdentificeerd.
Rest Vervoer “Alle afval en rest worden afgevoerd naar de restopslag.” ‘Rest’ bevat alle producten die over datum zijn, alle flessen die ingeleverd worden door de klant en kratten waarin producten worden vervoerd. Ook bevat het geplette kartonnen dozen en karren met kleurloos plastic. Deze worden naar de restopslag gebracht, waar ze kunnen worden verwijderd door een medewerker. De kartonresten komen binnen via de Vrachtsplitsing. De kratten en bedorven producten komen binnen via de Productvulling. De Restopslag houdt alle vier de soorten Rest apart. Het karton wordt naar een container gestuurd, de flessen naar een kar, de kratten ook naar een kar en alle overdatum producten worden nadat zij zijn gescand door een RFID-Reader naar een aparte kar gestuurd. Al deze karren staan in de Rest Opslag. 7
Restant Opslag “Hier worden overgebleven producten opgeslagen.” De Restanten worden aangevoerd van de Productvulling. Hier moeten, net als bij de Productvulling, met een RFID-Reader de producten worden gescand. Hierna splitst de lopende band zich in drieën, hierdoor worden de soorten restanten gescheiden tussen vers, vries en houdbaar. Simpelweg gaat er een band naar een vriezer de ander naar een koelkast en de laatste naar en gewone opslagplaats. Voordat de producten de opslagplaats bereiken worden ze nogmaals gescand door een RFID-Reader. Hier worden ze in verschillende categorieën opgedeeld. Bijv. Melk, yoghurt, vla, ontbijtdranken enz. Daarna worden de producten opgeslagen in de verschillende compartimenten van de opslag op bijbehorende categorie. Achter deze compartimenten zit net zoals bij de schappen een railrobot geïnstalleerd. Alleen is deze een stuk grover. Waardoor deze in staat is de inhoud van een geheel compartiment te pakken. Waarna hij deze op een lopende band kan leggen, die teruggeleid wordt naar de lopende band waar de Productvulling overheen gaat. Hierdoor worden de producten die in de vulling passen gevuld en wat er overblijft weer teruggezonden naar de restant opslag. Het hele proces van de railrobot die de compartimenten leeghaalt en op de lopende band legt wordt met veel precisie gedaan. Dit is om te voorkomen dat producten door elkaar komen te liggen en daarmee ook de houdbaarheidsdatums van de producten. Zolang alle producten worden nagelopen voordat er nieuwe vulling binnenkomt zal alles dus FiFo gevuld blijven. Het voordeel van categoriseren is dat als een product bijna opraakt voordat alle producten worden nagelopen, deze veel sneller en efficiënter kan worden bijgevuld. Ook hoeft dus niet een replica van het schap in het magazijn gemaakt te worden. Hoewel dit voor nog sneller vulling zorgt omdat een product dat op is dan in één keer kan worden gepakt. Het nadeel hiervan is dat het simpelweg te veel ruimte inneemt. Je zou dan een magazijn krijgen dat nog groter is dan de winkel zelf. Hier is een voorbeeld van categoriseren: Als er van een pak vanille vla van de Zaanse Hoeve nog maar één in het schap zit, wordt er automatisch gecheckt of deze aanwezig is in de restanten. Zo ja, dan wordt het vla compartiment nagelopen en hoeven dus niet alle verse producten nagelopen te worden. Zo niet, dan wordt er op het prijsplaatje een bericht weergeven dat het product uitverkocht is en de datum waarop het waarschijnlijk weer aanwezig is.
8
Winkelwagens “De verbeterde winkelwagens zorgen ervoor dat de vragen aan het personeel met 90% verminderen.” Het volgende winkelwagensysteem wordt al een paar jaar in heel grote supermarkten in Duitsland gebruikt. Vooraan de winkelwagen zit een display die een boodschappenlijstje laat zien, die laat zien hoeveel je moet betalen. Dit kan omdat er ook een klein RFID-scannertje ingebouwd zit, waar je je producten langs kan houden. Ook kan je hier een product kiezen, de display laat je dan zien waar deze in de winkel staat. Dit zorgt voor ten eerste een enorme klanttevredenheid. Ook zorgt het dat klanten langer en meer gaan winkelen bij een bezoek. Wij hebben uit persoonlijke ervaring geconcludeerd dat 90% van de vragen die je krijgt als medewerker is waar een product staat, hoeveel een product kost en of er nog voorraad is van een uitverkocht product in het magazijn. Door de winkelwagens en het automatische vulsysteem zijn al deze vragen dus niet meer nodig. De andere 10% van de vragen zijn met een storing gerelateerd of een vraag over het product zelf. Het is hierom ook nodig om één fulltime manager te hebben om vragen van klanten te beantwoorden en een beetje schoon te maken en wat boekhouding te doen enzovoort. Verder is er het eerste jaar ook een fulltime technicus nodig. Deze blijft continu in het magazijn om storingen snel te verhelpen en failsafes te maken. Na een jaar of misschien wel wat meer of minder zou het systeem dan vlekkeloos moeten lopen. En als er dan wel wat misgaat, kan een technicus binnen een uur langskomen om het probleem te verhelpen.
Kassa's “Voor het automatisch afrekenen van producten zonder caissières.” Dit is op de winkelwagens na het makkelijkste gedeelte. Vooral omdat dit net zoals de winkelwagens al bestaat. Het systeem wordt nu al in meerdere supermarkten in de Verenigde Staten gebruikt. Het is vrij simpel, je gaat met je winkelwagen op het plateau naast de afrekenpaal staan. Je drukt op scannen en met een zeer krachtige RFID-scanner worden alle producten in je winkelwagen gescand. Dan krijg je de optie hoe je wilt betalen. Dit kan met contant geld, pinpas, of een creditkaart. Zodra je betaalt hebt wordt er een bon uitgeprint en dan gaan de poortjes die voor je staan open en kan je je spullen inpakken en de winkel verlaten. Je zult om diefstal en fraude te voorkomen dus wel twee beveiligers in moeten huren. Eén om bij de kassa's te staan, zodat mensen er niet overheen klimmen of producten even uit hun winkelwagen halen en ze er daarna weer in te doen. Als mensen de 9
winkel willen verlaten zonder iets te kopen. Dan zullen ze eerst door een poortje moeten die checkt of je een product bij je hebt of niet. Als je dat wel bij je hebt zal er een alarm afgaan en zal je verzocht worden je tas en zakken leeg te halen. Je hebt ook nog één beveiliger nodig die de videobeelden bekijkt. Dit is om te zien of mensen proberen een product in bijvoorbeeld aluminiumfolie te wikkelen. Dit zorgt er namelijk voor dat een RFIDlabel niet meer te lezen valt. Een slimme dief zou dus de binnenkant van zijn tas van aluminiumfolie kunnen maken. Het wordt hierdoor dus bijna onmogelijk om nog iets te stelen. Het kan natuurlijk voorkomen dat het iemand wel lukt en daarom zou de manager één keer per week alle producten moeten tellen. Dit is aanzienlijk minder dan één keer per dag. Als er diefstal wordt waargenomen kan er dan doordat er meer informatie op een RFID-label kan staan, er precies achterhaald worden wanneer het product is gestolen. En kunnen camerabeelden van de dief opgezocht worden.
Veiligheid “Om incidenten en storingen te voorkomen” Aangezien er wel met zware machines wordt gewerkt die in staat zijn dingen te pletten en doorboren, moeten er als er iets misgaat, genoeg failsafes ingebouwd worden zodat de technicus niet gewond kan raken. Ook moet er voorkomen worden dat een machine bij een storing zichzelf of een andere machine kapotmaakt. De railrobot kan bijvoorbeeld belemmerd worden op zijn pad. Zonder failsafe zou hij zich gewoon door de belemmering heen willen walsen totdat hij er doorheen komt of helemaal stuk gaat. De bedoeling van een failsafe is dat hij dan stopt en een signaal aan de technicus doorgeeft. De beste manier voor bijna alle apparaten zijn druksensoren. In het geval van de railrobot worden ze aan de zijkant bevestigd en aan de voorkant van het mechanisme, dat de producten in de schappen duwt. Als er dan een bepaalde druk opkomt, sluit de machine zich af en geeft een waarschuwingssignaal af. Het is belangrijk dat dit pas bij een ingestelde waarde gebeurt, anders zou hij al afsluiten als een vlieg tegen de druksensor komt. En als er toch een product te veel in de railrobot zit, dan drukt hij de producten niet in elkaar. Dan neemt hij het product dat niet past terug en geeft hij een melding aan de database. Er moeten dus druksensoren aan alle grote machines bevestigd worden. En om zeker te weten dat niks fout kan gaan moet de technicus altijd een afstandsbediening bij zich hebben die aan zijn broek hangt met een grote noodknop. Deze knop sluit alles in het magazijn direct van de stroom af. Op deze manier kunnen de machines geen schade aan zichzelf of iemand anders toebrengen.
10
Technieken “Waar de technieken vandaan komen en hoe ze precies werken” RFID Dit is zeker de techniek die alles mogelijk maakt, want met barcodes zou het toch wel heel moeilijk worden. RFID staat voor “Radiofrequency identification”. Het is een technologie bedoeld om van een afstand informatie op te slaan in en af te lezen van zogenaamde RFIDtags/labels die op of in objecten of levende wezens zijn geplaatst. Je hebt verschillende soorten RFID-tags. Er bestaan RFID-tags in alle soorten en maten. Sommige tags kunnen alleen lezen en sommige kunnen zowel schrijven als lezen. Ze kunnen actief, semi-actief of passief zijn. Actieve RFID-tags hebben een batterij en kunnen gelezen en geschreven worden met een "remote transceiver" ook wel "reader" of lezer genoemd die met een antenne radiogolven zendt en ontvangt. Zo’n lezer heeft eigenlijk erg veel weg van een afstandsbediening. De nieuwere afstandsbedieningen besturen de tv ook door middel van radiogolven. Deze actieve tags kunnen een signaal over een grotere afstand (van zo'n 100 meter tot zelfs een paar kilometer) uitzenden; ze zenden meestal met een interval hun ID uit. Semi-actieve tags hebben ook een batterij maar zenden alleen als antwoord op een ontvangen signaal. Deze zijn dus een stuk veiliger want alleen de persoon met de juiste reader kan deze tags aflezen. Terwijl iedereen met een gewone reader die in de buurt is een actieve tag kan aflezen. Passieve tags hebben geen eigen energiebron: ze benutten het elektromagnetische veld van een lezer om zelf stroom te krijgen en dus geactiveerd te worden. Hierdoor gaat het antwoordsignaal niet over een grote afstand (van enkele centimeters tot ongeveer vijf meter). Tevens zijn er de zogenaamde 'chiploze tags', die gebruikt worden voor eenvoudige identificatie zoals diefstalpreventie. Dit zijn strikt genomen geen RFIDtags omdat ze geen uniek identificatienummer (ID) bevatten. Ze bestaan namelijk uit een afgestemde resonantiekring die op een specifieke frequentie energie absorbeert. Ook de hoeveelheid data kan verschillen van enkele bits tot meer dan 1 megabyte. Al deze mogelijkheden vertalen zich uiteraard ook in de prijs: een eenvoudige passieve tag kost niet meer dan dertig eurocent. Gecompliceerde RFID-tags, die bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan sensoren die ook nog de temperatuur of vochtigheid meten, zijn aanzienlijk duurder (soms wel 100 euro per stuk). De laatste trend binnen de RFID-branche is UHF EPC Class 1 Gen 2 tag afgekort Gen 2, waarin gen staat voor Generation. Deze tags leveren betere prestaties dan de voorgaande UHF-standaarden. Hierdoor wordt er steeds meer mogelijk met RFID. RFID-tags zullen nooit de streepjescode geheel gaan vervangen aangezien de kostprijs altijd 11
hoger zal zijn dan het printen van een streepjescode maar waarschijnlijk zullen alle grote supermarkt en winkelketens er wel op overgaan. Dit omdat zelfs zonder de automatisering van een winkel het alsnog enorme voordelen heeft. Bijvoorbeeld bederf beter tegengaan en diefstal-preventie. Kostprijzen voor gen 2 tags liggen tussen de 5 en 20 cent (afhankelijk van het aantal). Waarschijnlijk zou voor onze supermarkt de prijs ongeveer 5 cent per tag worden, waardoor ieder product 5 cent duurder zou moeten worden. Het is dan logisch dat de duurdere producten iets duurde worden gemaakt en de “euroshopper” producten niet want daar gaat het opvallen. Bijvoorbeeld als een fles wijn van een A-merk duurder zou worden zou dit bijna niemand opvallen. Maar als de energydrank van dertig cent 5 cent duurder zou worden, zou vrijwel iedere scholier dit merken. Een nieuwe ontwikkeling is de printbare RFID-tag. Deze wordt gemaakt met een vrij nieuwe techniek die het mogelijk maakt om metaal te printen. Hiervoor kan een normale inkjetprinter aangepast worden om metaalzoutoplossingen, van koper of zilver, te kunnen printen. De geprinte tags moeten daarna alleen onder een warme pers gedroogd worden. Met deze ontwikkeling wordt het gebruik van RFID nog goedkoper. Meestal zijn tags voorzien van een vaak onuitwisbare ID. Binnen de meeste RFID-systemen zijn dit bijna altijd unieke volgnummers. Deze nummers kunnen bij ingebruikname van de tags worden bepaald door het nummer naar de tag te schrijven met een reader of printer. Het is ook mogelijk dit aan de producent van de tags over te laten. Geschiedenis Het principe van identificatie door middel van radiosignalen gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog. Toen werden vliegtuigen voor het eerst voorzien van radiobakens, zodat vliegtuigen als vriend of vijand konden worden geïdentificeerd. RFID, zoals het nu wordt toegepast, stamt uit de jaren zestig. Twee medewerkers van Philips ontdekten toen hoe chips op afstand konden worden uitgelezen. Het bedrijf ID Engineering ontwikkelde daaruit toepassingen op het gebied van diefstalpreventie. C&A was het eerste bedrijf in Europa dat de nu overal bekende detectiepoortjes inzette. De toevoeging van een unieke Electronic Product Code (EPC) en een beheerssysteem leidde tot de structuur die nu RFID heet. Hierna volgden allerlei toepassingen zoals diefstalpreventie, voorraadbeheer en toegangsdetectie. Momenteel bevindt de Retail standaard zich in de ontwikkelfase. Dat betekent dus eigenlijk dat er nog geen wereldwijde standaard is voor de vorm, frequentie en soort chip, ieder bedrijf maakt dit dus zelf uit. Als er wel al een Retail standaard was geweest dan was het ovchipkaart drama ook voorkomen, want de soort RFID tag die het bedrijf 12
TLS dat achter de ov-chipkaart zit had gekozen was erg goedkoop maar dus ook heel erg onveilig.
Financiën “Wat dit allemaal gaat kosten, en moeten de prijzen omhoog?” Vanwege het hoge aantal automatisering in de supermarkt, is er nu haast geen personeel meer in de winkel nodig. Dit betekent natuurlijk dat er meer winst wordt gemaakt in de geautomatiseerde winkel. Al moet er wel apparatuur worden betaald en onderhouden en is er een sterke verhoging in de elektriciteitskosten, zullen deze kosten bij elkaar minder zijn dan de vorige personeelskosten. Naast de personeelskosten, wordt er ook minder besteed aan producten. Dit is vanwege het systeem dat controleert of producten wel goed gevuld zijn en de datums wel kloppen. Dit systeem zorgt ervoor dat er minder producten hoeven worden weggegooid en dus ook minder (vaak onnodige) producten hoeven worden aangeschaft in vergelijking met een handmatige supermarkt. Omdat de kwaliteit van de supermarkt en daarmee ook de presentatie van de supermarkt er sterk op vooruit gaat vanwege het geautomatiseerde systeem, zijn de klanten sneller geneigd producten te kopen. Schappen zijn vaker vol en producten zijn veel minder snel over de houdbaarheidsdatum, wat de consument lokt en verleid tot aankopen. Ook is het automatisch afrekenen van producten erg interessant voor klanten, aangezien dit nieuw en dus spannend is, maar ook erg veel tijd scheelt. Hierdoor zullen net zoals in de winkel in Utah, waar deze automatische kassa’s al in gebruik zijn, de verkoopcijfers aanzienlijk stijgen. Hieruit kunnen wij veilig concluderen dat een supermarkt met een geautomatiseerd systeem een verhoogde winst zou maken met minder kosten en een hogere kwaliteit zou leveren in vergelijking met een supermarkt dat nog gebruik maakt van handmatig arbeid.
13
Bronnen
Wat is RFID?, Geraadpleegd op 3 januari 2012, van http://www.rfidnederland.nl/index.php?link=RFID
ABOT Automatic Box Opener, Geraadpleegd op 5 januari 2012, van http://www.cornerstoneautosys.com/abot-one.htm
14