Onderdeel van de Stichting Het Rijnlands Lyceum
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 1
1. Inleiding De Eerste Nederlandse Montessori School (ENMS) presenteert in dit plan haar beleid voor de periode 2012-2016. Waar staan we als school in 2012 en op welke wijze en waar willen we naartoe in 2016? Dit plan dient met de schoolgids gelezen te worden. Een school is nooit ‘af’. Het vaststellen van verbeterpunten is dus onderdeel van een voortdurend proces van bezinning (kijken naar jezelf), oplossen (werken aan jezelf) en bestendigen (implementeren van nieuwe structuren en werkwijzen). In dit integrale schoolplan is het schoolbeleid met betrekking tot de belangrijkste aspecten samengevoegd. Daarbij is aangegeven waar wij naar toe werken, wat de actuele stand van zaken is en welke activiteiten wij van plan zijn te gaan uitvoeren. Het geeft inzicht in de wijze waarop ons onderwijs vorm krijgt en de wijze waarop de beleidsterreinen samenhangen. De medezeggenschapsraad (MR) is op de hoogte van het tot stand komen van dit plan en is gevraagd om instemming. In de bouw- zorg- en teamvergaderingen vindt voortdurend onderlinge afstemming plaats. Het doel is: A. Een algemeen schoolplan te maken dat per jaar verder uitgewerkt kan worden. B. Het plan moet door de personeelsleden en MR gedragen worden en mee uitgevoerd worden. C. Het plan jaarlijks te evalueren om te kijken of de gestelde doelen zijn gehaald; bijstelling kan plaatsvinden in een plan van aanpak. We zien het schoolplan als een kwaliteitsdocument, waarin het beleid 2012-2016 wordt geformuleerd en vastgesteld. Het beleidsplan is de leidraad voor nieuwe ontwikkelingen en voortdurende kwaliteitsverbetering in de school. De ENMS is de oudste Montessorischool van Nederland en bestaat 96 jaar en zal in 2016 haar 100-jarig bestaan vieren. De ENMS heeft de afgelopen 4 jaar keihard gewerkt om de kwaliteit van de school te verbeteren, te stabiliseren en beter op de kaart te komen. Dit is ons gelukt en daar zijn we trots op. De ENMS maakt sinds 1 augustus 2011 onderdeel uit van de Stichting Het Rijnlands Lyceum Aan het einde van het schooljaar 2010/2011 heeft er een bestuursoverdracht plaatsgevonden van de Vereniging voor Montessorionderwijs naar de Stichting Het Rijnlands Lyceum. Daarmee is er een periode afgesloten waarbij de ENMS een zelfstandige school was. De Stichting Het Rijnlands Lyceum kent een strategisch plan voor de periode 2012-2016. Vanzelfsprekend is het schoolplan van de ENMS daar nu ook aan gerelateerd. In januari 2012 heeft het ministerie van OCW met de PO-raad een bestuursakkoord gesloten voor de periode tot en met 2015. Met het akkoord en de daartoe verstrekte extra middelen hoopt het ministerie een algemene kwaliteitsverbetering aan te brengen. Gelukkig
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 2
kunnen we vaststellen dat veel van de doelstellingen (zie pagina 12) al onderdeel zijn van ons beleid, zoals opbrengstgericht werken en de aandacht voor het individuele kind, aandacht voor rekenen en taal, kunst en cultuur. Waar nodig zullen we deze doelstellingen samen met onze speerpunten zoals meertaligheid en ICT in een aparte notitie voor de zomer nader uitwerken. Wij kunnen 10 groepen huisvesten in ons eigen schoolgebouw. Het leerlingenaantal staat op dit moment op 269 en zal aan het einde van dit schooljaar naar verwachting groeien naar ca. 280 leerlingen. Er is het laatste jaar een grote belangstelling voor onze school. De leerling-populatie komt voornamelijk uit de Vogelwijk, maar ook buiten de wijk weten ouders die op zoek zijn naar authentiek Montessorionderwijs hun weg te vinden naar de ENMS. De leid(st)ers zijn minimaal HBO opgeleid en hebben daarnaast een Montessoribevoegdheid. De leid(st)ers die de bevoegdheid niet hebben, zijn bezig met de opleiding. In lijn met de Montessoribenadering kent de ENMS ook een peutergroep bestaande uit ca. 34 kinderen. Ook hier wordt vanuit het gedachtegoed van Maria Montessori gewerkt.
Den Haag, januari 2012 Directie
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 3
2. Missie en visie 2.1 Missie De Eerste Nederlandse Montessori School wil kwalitatief goed, modern Montessorionderwijs bieden. Ons uitgangspunt is dat elk kind uniek is en bij zijn/ haar ontwikkeling het eigen pad volgt in het tempo en werkkeuze dat bij dat kind en diens capaciteiten past. De school gaat uit van het pedagogisch gedachtegoed van Maria Montessori, waarbij vertrouwen in het kind om zich optimaal te ontwikkelen tot een zelfstandig mens met verantwoordelijkheid voor zijn omgeving voorop staat. Dit gebeurt in vrijheid in gebondenheid.
2. 2 Visie We willen onze missie realiseren door: • Het Montessorionderwijs op een innovatieve wijze in te zetten. Dat betekent: o Open staan voor nieuwe ontwikkelingen binnen de veranderende maatschappij. o Optimaliseren van de doorgaande lijn van onder-, midden -en bovenbouw. o Bijdragen in het leren respectvol met elkaar en de omgeving omgaan. o Meer gebruik maken van de mogelijkheden die ICT voor het onderwijs kan bieden. Door meer computers per groep aan te schaffen en opleidingen voor leerkrachten te verzorgen. Als ondersteuning kunnen stagiaires van specifieke opleidingen geregeld worden, die het ICTgebruik kunnen ondersteunen in de school. • Een lerende organisatie te zijn. Dat betekent dat we de opbrengsten van ons onderwijs systematisch analyseren, reflecteren op ons handelen en waar nodig gemaakte keuzes bijstellen. • Optimaal gebruik te maken van de vaardigheden en ervaringen van de medewerkers. • Ons onderwijs af te stemmen op de behoeften van het individuele kind en daarbij het kind uit te dagen en prikkelen daar waar nodig. Daar waar nodig zullen groeplessen gegeven worden. • Voor een fysiek en sociaal-emotioneel veilige omgeving te zorgen voor de leerlingen, de medewerkers en de ouders.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 4
De ENMS gaat het onderwijs dat zij geeft verder professionaliseren, daarbij rekening houdend met de belangen van leerlingen, leerkrachten en ouders. De ENMS wil zorgen voor: a. erkenning van het Montessorionderwijs als bijzondere vorm van onderwijs met de eigen benodigde competenties en profielen; b. uniforme strategie bij de uitvoering van deze onderwijsvorm zonder verlies van de individuele stijl van werken; c. vasthouden van een positieve beoordeling door de Nederlandse Montessori Vereniging en de Inspectie van het Onderwijs op alle onderdelen; d. ontwikkelen van meetbare activiteiten die in het Montessorionderwijs kunnen worden ingezet. Voor kinderen geldt dat uitgegaan wordt van de individuele ontwikkeling in zijn sociale omgeving en dat op basis daarvan begeleiding en leren plaatsvindt. De hulp van de volwassene is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van het gehele kind (naast verstandelijk ook sociaal, creatief, emotioneel en zelfstandigheid); De medewerker/groepsleidster is primair zelf verantwoordelijk voor zijn of haar eigen werk en functioneren. En zet zich van daaruit in gezamenlijkheid met collega’s in voor de school. Voor elke medewerker wordt uitgegaan van zijn of haar professionaliteit en kernkwaliteiten. Op basis van deze kwaliteiten worden de medewerkers begeleid in hun loopbaan binnen de organisatie; Vanuit bestuur en directie wordt kaderstellend, zonodig sturend en als mogelijk faciliterend opgetreden. Bijvoorbeeld door het structureren van werkprocessen, bevordering van de samenwerking in de school, het voorzien in een stabiele formatie, het bieden van een passend programma voor deskundigheidsbevordering, het zorg- en veiligheidsplan en een goed werkend communicatienetwerk.
Maria Montessori
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 5
3. Kwaliteitsbeleid De overheid vraagt van scholen om meer bedrijfsmatig en opbrengstgericht te gaan werken. De scholen zullen dus steeds meer en vaker worden beoordeeld op de behaalde resultaten. De ENMS wil deze resultaatmetingen door de overheid niet afwachten. Zij houdt zelf een vinger aan de pols en kiest ervoor haar kwaliteit telkens zelf te meten. Dit gebeurt door leidsters/leiders, ouders, kinderen, bestuur, MR, directie en andere betrokkenen. De ENMS meent dat kinderen en ouders vaker betrokken kunnen worden bij het beoordelen van kwaliteit op diverse gebieden. Ook de MR kan hier een waardevolle bijdrage aan leveren. De ENMS is in het schooljaar 2010/2011 voldoende beoordeeld door de Onderwijsinspectie en de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV). 3.1 Doelen en inrichting van de kwaliteitszorg Binnen kwaliteitszorg is het belangrijk om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs. Doen wij de goede dingen en doen wij de goede dingen goed?. Wij vinden het van belang om hiervoor instrumenten te gebruiken die valide en betrouwbaar zijn. Instrumenten die wij gebruiken en procedures die gevolgd worden zijn:
Bij kindgegevens: • • • •
• • • • • •
Observatiegegevens van de leidsters/leiders; MKVS en de documentatie ervan; Methodegebonden toetsen; Landelijk genormeerde toetsen: waaronder CITO-toetsen; resultaten worden geëvalueerd op groepsniveau en leiden waar nodig tot een groepsplan; DGO in groep 3; NIO in groep 8; Groepsbesprekingen en kindbesprekingen met Intern Begeleider en het Haagse onderwijsadviesbureau “HCO”; Trendanalyses; Extern onderzoek door onderwijsinstanties; PDCA: In het kader van het cyclisch verbeteren van onze resultaten gaan wij vanaf begin 2012 werken met de PDCA cirkel waarvan elementen SMART geformuleerd zullen worden.
Kwaliteitsinstrument schoolbreed: • • • •
Werken met Kwaliteitskaarten Montessorionderwijs van C. Bos; Zorgplan WSNS (Weer Samen Naar School); Zorgplan ENMS; Advies-, begeleidings- en nascholingsafspraken met het HCO;
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 6
Andere instrumenten en procedures die gevolgd worden op schoolniveau zijn: • enquête onder ouders, eens per twee jaar. Resultaten worden besproken en leiden zonodig tot maatregelen ter verbetering; • evaluatiegesprekken eerste jaar voortgezet onderwijs (BOVO overleg); • doel- functionerings- en beoordelingsgesprekken; • nascholingsplan personeel; • groepsbezoeken door directie; montessoricoördinator en intern begeleiders • wederzijdse groepsbezoeken van collega’s bij elkaar in de bouw; • coaching / begeleiding / mentoring als onderdeel voor het bevorderen van de kwaliteit van individuele leerkrachten; ook praktijkbegeleiding vanuit de Montessori-opleiding valt hieronder; • tweewekelijks overleg tussen directie en zorgteam over de “stand van de zorg” binnen de school; • tweewekelijks overleg tussen de directeur en bouwcoördinatoren; • tweewekelijks overleg tussen de bestuurder en PO-directeuren; • één keer per maand overleg met de Montessoricoördinator; • studiedagen en studiebijeenkomsten; • jaarlijks maken we aan de hand van de evaluatiegegevens de balans op van de onderwijskundige stand van de school. Dit wordt gerapporteerd in het jaarverslag. 3.2 Zelfevaluatie en kwaliteitsbewaking De ENMS houdt eens per vier jaar een zelfevaluatie volgens een vastgestelde methode. Zij maakt hiervoor gebruik van het WMK (Werken Met Kwaliteitskaarten) model. Door de kwaliteit op deze manieren te laten toetsen stelt de ENMS zichzelf in staat en wordt zij in staat gesteld om verbeterpunten te formuleren en te implementeren. Voorts stelt de ENMS het op prijs gemeten worden door de Onderwijsinspectie en de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV). Zij gaat graag de dialoog aan en wil daarin leren. Na het laatste gesprek met Inspectie hebben wij ervoor gekozen van ZEBO over te stappen naar een nieuw kwaliteitszorgsysteem. Dit systeem is in feite een cyclisch, systematisch proces van samenhangende acties om de kwaliteit van de school te beschrijven, te beoordelen, te verbeteren en te borgen. Het is de cirkel van Deming, ook wel de PDCA-cirkel genoemd. Op onze school gaan wij vanaf 2012 werken volgens deze systematiek. Voor meer informatie over de PDCA-cirkel zie bijlage 1.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 7
3.3 De vertaling naar de dagelijkse praktijk gedurende 2012-2016 Op onderwijskundig gebied zijn afspraken gemaakt voor komend jaar. Het zorgplan is geëvalueerd en opgemaakt voor schooljaar 2011/2012. Daarnaast is er een nieuwe zorgstructuur opgezet om de continuïteit van de zorg te bewaken en planmatige aanpak binnen de groepen te verbeteren. Coachings-, begeleidings-, functionerings- en beoordelingsgesprekken en doelstellingen zullen komende jaren sturingsinstrumenten zijn voor de schoolorganisatie. Het overleg tussen het bouw- en zorgteam en directie zijn structureel opgenomen in de jaarkalender. De ENMS zal in 2012 een ouder(tevredenheids)-enquête houden onder de ouders. De groepsbezoeken (inclusief gymnastiek en TeHaTex) vinden gespreid over het schooljaar plaats. Door regelmatige intervisie in het werkrooster mogelijk te maken, kunnen personeelsleden kennis nemen van elkaars kwaliteiten, en vindt reflectie plaats op het eigen handelen. Interpretatie van de gegevens en bewaking van het zorgproces wordt gedaan door de IB-ers onder leiding van de directie. De ENMS bestaat uit een Montessori peutergroep, één tussenbouw en uit drie bouwen: de onder-, de midden- en bovenbouw. Iedere bouw wordt begeleid door een bouwcoördinator. Er wordt continu gewerkt aan de harmonisatie en de doorgaande lijn binnen de verschillende bouwen. De werkgroep Doorgaande Leerlijnen en Harmonisatie kunnen hier een belangrijke rol spelen. Het bouwteam o.l.v. de directeur streeft naar een vergelijkbare strategie tussen bouwen en leidsters/leiders waarbij het van belang is dat er ook voldoende ruimte blijft voor de leidsters/leiders om hun eigen professionele invulling te kiezen. 4. Algemene doelstellingen Op de ENMS wordt gehandeld vanuit de opvoedingsmethode van dr. Maria Montessori waarbij de kenmerken van het Montessorionderwijs uitgangspunten vormen voor het dagelijks werken met elkaar in de school. Een bij het individuele kind aansluitend werktempo, werkkeuze, werkcyclus en werkduur vormen de uitgangspunten evenals de heterogeniteit in de groepen. Er wordt bij het werken rekening gehouden met de verschillen tussen onze leerlingen waarbij het zelfstandig
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 8
leren en het samenwerkend leren afwisselend plaatsvinden. Binnen de werkwijze van de school nemen kosmisch onderwijs, opvoeding tot onafhankelijkheid en tot sociaal verantwoordelijk gedrag een belangrijke plaats in, naast de kennisverwervende doelen, zoals op het terrein van rekenen en taal. De leidsters/leiders kunnen het kind op deze wijze begeleiden, omdat zij werken volgens de pedagogisch en didactische principes van Maria Montessori. Zij zijn bevoegd, naast hun PABO opleiding, middels een tweejarige Montessori opleiding, welke wordt afgesloten met het Montessori diploma. Het leren van de kinderen, wordt beschouwd als een vanzelfsprekende en plezierige activiteit met als doel het steeds meer zelfstandig worden. Het samen leren, samenwerken en zorg dragen voor elkaar staat hoog in het vaandel. Vanuit geborgenheid en vertrouwen worden vaardigheden aangeleerd op cognitief (ik en het leren), sociaal (ik en de ander), emotioneel (ik en gevoel), motorisch (ik en bewegen), en creatief (ik en vindingrijkheid) gebied, met als doel het bijdragen in de ontwikkeling tot een zelfstandig en positief kritisch denkend mens. De ENMS voert een actief beleid in het samenwerken met het voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs om de eventuele overgang naar de verschillende schooltypen zo gemakkelijk mogelijk te maken. De samenwerking met de Montessori peutergroep is al eerder genoemd. De taak van de school is de ontwikkeling van het kind goed te volgen en aan te sluiten bij de gevoelige perioden die een kind doormaakt in zijn leven. In die periode is het kind het meest gevoelig voor het opdoen van specifieke ervaringen en indrukken. De ENMS doet dit o.a. via het Montessori Kind Volg Systeem (MKVS). 4-6 jaar Gevoelige periode voor ordening; Gevoelige periode voor voelen/tasten; Gevoelige periode voor tellen; Gevoelige periode voor schrijven; Gevoelige periode voor lezen.
6-9 jaar Gevoelige periode voor tijd; Gevoelige periode voor memoriseren.
9-12 jaar Gevoelige periode voor sociaal contact; Gevoelige periode voor moreel bewustzijn; Gevoelige periode voor abstraheren.
De voorbereide omgeving dient volledig, uitdagend en ontvankelijk te zijn uitgerust waar voor elk kind iets te vinden is waarmee het zich kan ontwikkelen. Door middel van observatie en signalering verkrijgt de leidster informatie over het kind.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 9
Deze observatie vormt de basis voor het pedagogisch handelen, aansluitend bij het individuele kind. De voorbereide omgeving groeit mee met de groep. Vrijheid in duur, tempo, keuze en werkcyclus geven het kind de mogelijkheid op een bepaald moment een werkkeuze te maken waarmee het aan de slag kan gaan. Een systeem waarbij zo min mogelijk onderbrekingen plaatsvinden van de vrije werktijd verdient voorkeur. De vrije werktijd dient gewaarborgd te worden. De school kent vrijheid van lesrooster. De school houdt hiermee rekening bij de keuzes op beleidsmatig gebied. Vaklessen en groepslessen zijn verspreid over de week. Op de ENMS wordt uitgegaan van gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen in die zin, dat het kind een levensbeschouwing kan opbouwen en vandaar uit een eigen inbreng kan hebben, een en ander met respect en begrip voor de levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. Kwaliteit, open communicatie, verankering, transparantie, structurering en goede sfeer zijn kernwoorden voor de werkwijze van team en directie van de ENMS. Een goede samenwerking tussen de bestuurder, de directeur, leidsters/leiders, onderwijsondersteunend personeel, de kinderen en ouders, vormt de basis voor een goed schoolklimaat: een goede school maken we met z’n allen!
4.1.1 Specifieke doelstellingen De ENMS gaat bij het volgen van de ontwikkeling van kinderen uit van de Montessori werkwijze: iedere bouw kent meer dan één leeftijdsgroep en heeft qua leeftijd, verdeling jongens en meisjes, bijzonder begaafde en zorgkinderen, een zo goed als mogelijk is evenwichtig opgebouwde groep. Verder heeft iedere groep 1 of maximaal 2 vaste leidsters/leiders als begeleider. Het zodanig begeleiden van het kind dat het zich ontwikkelt tot een zelfstandige persoonlijkheid die verantwoordelijkheid wil en kan dragen voor de omgeving en de samenleving waarvan het deel uitmaakt. Verschillen tussen de kinderen in hun ontwikkeling leiden tot allerlei vormen van differentiatie. Er wordt in hoge mate tegemoet gekomen aan de spontane belangstelling van kinderen. Zij maken hun eigen werkkeuze, al of niet in samenwerking met anderen, bijvoorbeeld de leidster. In de benadering bij de kinderen gaan we uit van het individuele kind. Deze benadering vormt het uitgangspunt voor de begeleiding. De groepsleidster bepaalt vanuit haar observatie haar wijze van sturing, interventie en stimulering. Door de observatie stimuleert zij het kind tot verdieping en uitbreiding waar nodig.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 10
Het stellen van de eisen afgestemd op de capaciteiten van het kind zal het kind laten ervaren dat het zich geaccepteerd voelt met zijn/haar mogelijkheden. Dit zal het kind stimuleren de mogelijkheden waar te maken. Het kind wordt gestimuleerd en aangemoedigd om het niveau te bereiken dat voor hem/haar haalbaar is. Bespreking en beoordeling van het werk vindt plaats in het licht van dat niveau. Binnen onze onderwijsvisie proberen we door een doorlopende oriëntatie op de ontwikkeling van de onderwijsvernieuwing, de onderwijsmethodieken en de didactiek bij de tijd te houden. De bouwoverleg-momenten o.l.v. de bouwcoördinatoren zijn zeer waardevol bij het bewaken van dit proces. De medewerkers en de ouders werken samen aan de ontwikkeling van het kind door het geven van Montessoriopvoeding en Montessorionderwijs. Deze twee gaan samen en dienen een geheel te vormen opdat dit de juiste afstemming voor het kind geeft. Door het opzetten van intervisiegroepen zal meer verdieping in het onderwijs plaatsvinden doordat medewerkers gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Hierbij leert iedereen van elkaar. Dit verstevigt mede de teamband. Intervisie moet een vast onderdeel uitmaken van de deskundigheidsbevordering.
4.1.2 Concrete speerpunten en resultaat Schooljaren 2012 – 2016 In de komende 4 jaar wil de ENMS prioriteit geven aan een structurele ontwikkeling van meertaligheid en van ICT als hulp- en leermiddel op school. Dit zal gefaseerd worden ingevoerd. Meertaligheid De ENMS is geografisch gelegen in een internationaal gebied. We krijgen steeds meer leerlingen die een tweede taal naast het Nederlands spreken. Europese burgers hebben door de internationalisering meer vaardigheden en kennis nodig om te kunnen functioneren in de maatschappij en mee te doen in de wereldeconomie. Door op jonge leeftijd een vreemde taal (Engels) aan te bieden. willen we onze leerlingen een grotere bagage meegeven voor de toekomst Bovendien stimuleert meertaligheid kennis en begrip voor elkaars cultuur. Het is bewezen dat kinderen op jonge leeftijd meerdere talen kunnen leren. We zorgen voor een goede voorbereide omgeving en spelen in op de prikkels van jonge kinderen. We hebben hiermee een start gemaakt in de middenbouw. In het schooljaar 2012/2013 zal dit als pilot ook toegepast worden in de onderbouw. Spaans wordt alleen als verrijking in de bovenbouw aangeboden. Gedurende 20142015 zullen we proberen met een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 te werken en Engels als tweede taal geheel in ons onderwijsprogramma te integreren..
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 11
ICT ICT is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Alle leerlingen gaan meer dan ooit te maken krijgen met een gedigitaliseerde maatschappij. Het is niet meer dan logisch dat wij onze kinderen weerbaar en mondig maken op dit terrein en daarmee de bagage geven die ze nodig hebben om te kunnen functioneren in de maatschappij. Het is niet een doel maar een middel. ICT kan tevens een geweldig hulpmiddel zijn binnen het Montessorionderwijs. Door de inzet van goede ICT middelen kunnen we de mogelijkheden van onze leerlingen vergroten. Door ze vaardig te maken vergroten we de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van onze leerlingen. Daarom zullen we zoeken naar een optimale ICT omgeving en daarin voorwaarden scheppen zowel voor de leerling als voor de leerkracht. We moeten het doen met beperkte middelen. We zullen in 2012 met deze ontwikkeling starten en dit de komende jaren verder ontwikkelen. Er valt op dit gebied veel te leren van onze collega’s op de ISH Primary en wij staan daar ook voor open. We zullen proberen om met beperkte middelen toch het voorzieningenniveau omhoog te brengen, maar bovenal zullen we ook op zoek gaan naar handige “apps”, websites en filmpjes om het onderwijs mee te verrijken. In 2012 zullen we de mogelijkheden van sponsoring onderzoeken. We kunnen bijvoorbeeld een sponsorloop organiseren gekoppeld aan het eindfeest. Bestuursakkoord OCW-PO Raad Dit akkoord heeft tot doel de komende periode de opbrengsten van het primair onderwijs over de hele linie te verhogen. Door prestatieafspraken voor gerichte acties en door alle geledingen in het onderwijs in de juiste positie te brengen wil dit akkoord bijdragen aan een beter fundament voor alle leerlingen die het primair onderwijs verlaten. In de actieplannen van OCW “Basis voor Presteren” en “Leraar 2020” is, mede op verzoek van de PO-Raad, aangekondigd dat er afspraken zouden worden gemaakt met de sector over het verbeteren van de onderwijskwaliteit, gekoppeld aan extra middelen, de “prestatiebox”. Deze werkwijze geeft schoolbesturen ruimte om vanuit hun eigen verantwoordelijkheid te werken aan de onderwijskwaliteit op hun scholen met als uitgangspunt dat de planlast en de verantwoordingslast voor scholen en schoolbesturen beperkt blijft. OCW gaat er daarbij vanuit dat een opbrengstgerichte werkwijze leerlingen de beste kansen biedt om zich volop te ontwikkelen. Daarbij hoort dat schoolbesturen en hun scholen heldere doelen stellen voor alle leerlingen met betrekking tot hun leerprestaties. Leerlingen krijgen vervolgens onderwijs dat past bij hun leerbehoeften. Zo krijgen alle leerlingen de kans om hun talenten maximaal te ontwikkelen. De komende periode ligt de nadruk op opbrengstgericht werken in taal en rekenen, omdat dit basisvakken zijn die voor elk kind van het grootste belang zijn voor hun latere functioneren in de samenleving. Bovendien scheppen de basisvakken de voorwaarden voor een bredere vorming van leerlingen. Dat neemt niet weg dat basisonderwijs méér is dan taal en rekenen. Basisonderwijs biedt elk kind een breed vormingsaanbod: wereldoriëntatie, cultuur en bewegen,
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 12
sociale vaardigheden en de emotionele ontwikkeling die weer noodzakelijk zijn voor burgerschapsvorming. De ENMS zal dit doen vanuit haar eigen visie en eigen werkwijze zonder het gedachtegoed van Mariamontessori uit het oog te verliezen. Scholen die excellent presteren, zijn, volgens de normen van OCW, scholen die excelleren op taal en rekenen én op aspecten van deze brede vorming. Dit betekent voor alle scholen in Nederland en dus ook voor de ENMS: • Een opbrengstgerichte aanpak: alle scholen hanteren een opbrengstgerichte aanpak om het talent van leerlingen maximaal te benutten. De ENMS hanteert deze opbrengstgerichte aanpak vanuit het gedachtgoed van het Montessorionderwijs. • Meetbare doelstellingen: alle schoolbesturen formuleren meetbare doelstellingen voor de leeropbrengsten rekenen en taal. • Opbrengstgerichte vroegschoolse educatie: basisscholen stellen doelen voor leerlingen in de groepen 1 en 2, óók bij vroegschoolse educatie. Daarbij is het streven om spelenderwijs te leren, in het kader van een programma voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Passende doelen vormen een belangrijk richtpunt voor de ontwikkeling van leerlingen. • Cognitief talentvolle leerlingen: de ambitie is dat de school een uitdagend aanbod biedt voor de cognitief meest talentvolle en voor hoogbegaafde leerlingen. Daarnaast is de ambitie om de eindresultaten van excellente leerlingen verder te verbeteren. • Ouderbetrokkenheid: scholen stimuleren de ouders om ook thuis activiteiten te ondernemen die bijdragen aan het leerproces van hun kinderen. • Ten aanzien van opbrengstgericht werken voor alle leerlingen ligt bij professionalisering van leraren een bijzonder accent op het volgen en analyseren van de ontwikkeling van leerlingen, ook op het niveau van het team. Daarbij is het, gezien de toenemende heterogeniteit in de klas, essentieel dat leraren kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen. • Voor passend onderwijs is over de hele breedte van de sector primair onderwijs meer expertise noodzakelijk dan nu aanwezig is. Het is meer dan ‘kunnen omgaan met verschillen in de klas’. Bij kinderen die meer aandacht of specifieke ondersteuning behoeven, gaat het om het signaleren en diagnosticeren aan de voorkant en in het basisonderwijs het werken met een ontwikkelingsperspectief voor leerlingen die een individuele leerlijn volgen. Dit vereist kennis en expertise van leer- en ontwikkelingsstoornissen en het kunnen omgaan met leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en/of gedragsproblemen. Niet elke medewerker hoeft dezelfde expertise op elk niveau te bezitten. Bínnen een school maakt men hierover afspraken in het kader van het op te stellen ondersteuningsprofiel en tússen scholen in de nieuw te vormen samenwerkingsverbanden in het ‘ondersteuningsplan’.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 13
Schoolbesturen vertalen de ambities van dit akkoord naar concrete doelstellingen voor de eigen school/scholen. Daarbij wordt in het jaarverslag verantwoording afgelegd over de gemaakte analyses en keuzes, de gepleegde inspanningen, geboekte resultaten en de inzet van middelen, aan de medezeggenschapsraad en andere betrokkenen, en indien van toepassing de raad van toezicht. De ENMS zal voor de zomer van 2012 beschrijven welke concrete doelstellingen zij aan dit bestuursakkoord verbindt.
Schooljaar 2011-2012 Werken aan een goede samenwerking tussen de Stichting Het Rijnlands Lyceum en ENMS. Het eerste jaar van de samenwerking vergt veel aandacht en energie. Daarnaast willen we aan de volgende speerpunten werken. 1. Verbeteren van zorg en verrijking Speerpunt voor dit schooljaar is de planmatige zorg in de groepen te verbeteren. De zorg is uitgebreid met één dag extra zorg. De verrijkingsgroep wordt begeleid door een zorgteamlid. Er is een nieuwe werkwijze opgezet, die een zorgteamlid aan het team zal presenteren. Vervolgens zal het team in het najaar van 2012 geschoold worden op het gebied van handelingsgericht werken. In 2012 zal de nieuwe werkwijze op verschillende niveaus – o.m. onder ouders - geëvalueerd worden. 2. Verbeteren resultaten leerlingen door trendanalyse en verbeteren aanbod. Er zal ruimte gemaakt worden om nieuw materiaal aan te schaffen en of materiaal aan te vullen. Sinds het begin van het schooljaar wordt in opdracht van de werkgroep mondelinge taalvaardigheid in elke groep met de agenda gewerkt. Vanuit de werkgroep sociaal emotionele ontwikkeling zijn duidelijke afspraken en opdrachten voor de hele school geformuleerd, die vanaf januari 2012 worden uitgevoerd. Een andere doelstelling is het nog verder verbeteren van onze opbrengsten. Spelling en taalonderwijs verdienen veel aandacht. Er wordt in het voorjaar een onderzoek onder teamleden gedaan en de uitkomsten hiervan en de aanbevelingen worden in een teamvergadering besproken. Er zal ook nieuw materiaal aangeschaft worden. 3. Evalueren MKVS met het team en eventueel verbeteren en/of vervangen Met het team wordt onderzocht of de werkwijze met het MKVS verbeterd kan worden en of er andere maatregelen getroffen moet worden. 4. Implementatie nieuw Kwaliteitszorgsysteem
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 14
We hebben ervoor gekozen een nieuw kwaliteitszorgsysteem in te voeren. Hiervoor is een budget opgenomen. Dit systeem zal gedurende dit schooljaar geïmplementeerd worden. Zowel de bouwcoördinatoren als de rest van het team worden hierin begeleid. 5. Taal en spelling: onderwijsaanbod verbeteren door middel van opbrengstgericht werken. Er worden trendanalyses gemaakt. Daarnaast wordt met behulp van de kwaliteitskaarten een schooldiagnose gemaakt. Er wordt een nieuw plan van aanpak gemaakt. Tijdens studiebijeenkomsten wordt met het team afgestemd hoe we ons spellingsonderwijs kunnen verbeteren. Dit zal gecontinueerd worden in het schooljaar 2012/2013. 6 Interculturele projecten en projecten op het gebied van meertaligheid Er is een werkgroep meertaligheid/interculturele projecten. Deze werkgroep zal in samenwerking met de werkgroep op de ISH een eerste stap zetten met betrekking tot interculturele projecten. Gedacht wordt aan kleine activiteiten zoals bijvoorbeeld een voetbaltoernooi of workshops. 7 Reductie werkdruk onder het team bevorderen. Het terugdringen van de ervaren werkdruk, met name veroorzaakt door te veel administratieve taken en te veel werkgroepen is een grote speerpunt. 8 Verbeteren onderhoud schoolgebouw Een Meerjaren onderhoudsplan (MJOP) is opgesteld om het onderhoud van het schoolgebouw te verbeteren. Aanwezige restanten van asbest zullen worden verwijderd. De schoonmaak zal worden verbeterd. . 9 ICT: tenminste drie werkende PC’s in elke groep voor onderwijs. Daarnaast heeft elke leidster/leider een werkende PC voor administratie. Uitwerken ICT beleid voor langere termijn. Op het gebied van ICT zal er ten aanzien van de infrastructuur een wijziging optreden. Per 1 augustus 2012 komt er een nieuw ICT bedrijf dat het beheer van de infrastructuur voor zijn rekening zal nemen. Tevens proberen we in 2012 samen met het Rijnlands het aantal pc’s, laptops en beamers zodanig uit te breiden dat er sprake is van een werkbare situatie. De informatiemanager van het Rijnlands adviseert ons hierbij. Belangrijk is dat wij ons ook oriënteren op de verdere toekomst van digitale leermiddelen om het onderwijs mee te verrijken. Voordat we investeringen doen, beschrijven we welke hardware we willen inzetten en welke digitale leermiddelen (programma’s) daarmee kunnen worden gebruikt. Ook is er een nieuw administratie (en leerlingvolgsysteem) gekozen dat op alle drie de basisscholen gebruikt zal gaan worden. Voor de ENMS betreft
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 15
het in eerste instantie het administratiesysteem. Bezien zal worden hoe CITO en MKVS aan dit systeem te koppelen. 10. Cultuureducatie: Er wordt voor alle groepen muziek of dramalessen verzorgd door vakdocenten. Er wordt onderzoek gedaan op welke wijze wij kunnen samenwerken met de School voor Jong Talent, een bestaande samenwerkingsrelatie van het Rijnlands Lyceum met het Koninklijk Conservatorium en de Kunstacademie.
Schooljaar 2012-2013 1. Zorg en verrijking borgen We moeten zorgen dat de zorg in de groepen geheel op orde is en verrijking binnen de school een goed plekje heeft gekregen. Er zullen hiervoor middelen gereserveerd worden. Gestart zal worden met handelingsgericht werken. 2. ICT plan maken Tijdens schooljaar 2012/ 2013 willen we een vervolgstap doen op het gebied van de hardware ten opzichte van wat we in 2011/2012 hebben gedaan.. Mogelijk dat we enkele lokalen “wireless” kunnen maken en enkele tablets kunnen aanschaffen. Voorwaarde is dan wel dat we meer zicht hebben gekregen op de “apps” en filmpjes die voor het leerproces van belang kunnen zijn. 3. Meertaligheid/ interculturele projecten Aanbod Engels op jonge leeftijd / interculturele activiteiten zullen verder ontwikkeld worden samen met de werkgroep ENMS/ISH . Er moet ook onderzoek gedaan worden bij het Europees platform voor mogelijke subsidies. Gedurende het schooljaar 2012-2013 kan het plan handen en voeten krijgen. We zullen het schooljaar daarop het plan opstarten en uitvoeren. Met betrekking tot meertaligheid willen we gebruik maken van de ervaringen die nu al zijn opgedaan in de middenbouw. We zullen een pilot Engels starten in de onderbouw (en middenbouw voortzetten) met begeleiding van een Engelse vakdocent, zoals bijvoorbeeld muziekles en tehatex georganiseerd zijn. 4. Onderhoud schoolgebouw De ramen zullen worden vervangen in de zomervakantie en het luchtklimaat zal worden verbeterd.
Schooljaar 2013- 2014
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 16
1. Voor Kosmisch onderwijs nieuw materiaal aanschaffen en het implementeren. Kosmisch onderwijs moet onder leiding van de werkgroep koo met het nieuwe materiaal weer aandacht krijgen en sterk neergezet worden. Dit moet in de hele school aandacht krijgen en doorlopend zijn. 2. ICT- middelen en inzet in het onderwijs verder uitbreiden In ICT moet gedurende het hele schooljaar worden geïnvesteerd, zonodig qua hardware, maar zeker ook t.a.v. de inzet van de middelen. Medewerkers moeten aantoonbaar ICT geïntensiveerd in het leerproces inzetten. 3. Meertaligheid/interculturele projecten: Engels in alle bouwen aanbieden Opstarten en uitvoeren van het werkplan meertaligheid/interculturele projecten samen met de ISH en de ESH. Engels zal in alle bouwen structureel worden aangeboden.
Schooljaar 2014- 2015 1. Invoering Engels als tweede taal van groep 1 tot en met 8, en mogelijke start van tweetalig basisonderwijs in de vorm van een pilot, mits de wetgeving een en ander mogelijk maakt en daartoe additionele subsidie kan worden verkregen. 2. ICT op een niveau waar we trots op kunnen zijn
4.2. De onderwijskundige vormgeving van het onderwijs 4.2.1 Onze onderwijskundige doelen De ENMS wil bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces die kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een heterogene samenleving. De ENMS wil ook bereiken dat ieder kind aan het eind van groep 8 de school verlaat op het voor hem/haar maximaal haalbare niveau. Dit niveau moet minimaal overeenkomen met de kerndoelen voor het basisonderwijs. Dit gaat het beste in een omgeving waar de leerlingen zich thuis voelen. We zetten ons in op het versterken en verbeteren van het groeps- en schoolklimaat. In bijlage 2 worden in de hoofdstukken 4.4.2 tot en met 4.2.3.8 per vormingsgebied de specifieke doelen aangegeven.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 17
Formulier "Instemming met schoolplan"
School:
Eerste Nederlandse Montessorischool
Adres:
Laan van Poot 353
Postcode/plaats:
2566 DA DEN HAAG
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Verklaring Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het
van 2012 tot 2016*)
geldende schoolplan van deze school. Namens de MR,
________________________plaats
________________________datum
_______________________ handtekening
________________________naam
________________________functie
*) maximaal vier jaar
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 18
Formulier "Vaststelling van schoolplan"
School:
Eerste Nederlandse Montessorischool
Adres:
Laan van Poot 353
Postcode/plaats:
2566 DA Den Haag
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het
van
2012
tot
2016 *)
geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag,
Den Haag,
________________________handtekening
Dr. M.W Knoester bestuurder Stichting Het Rijnlands Lyceum *) maximaal vier jaar
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 19
Bijlage bij hoofdstuk 3.2 De PDA-Cirkel
Plan Er wordt door de directie in overleg met het bouw- en zorgteam jaarlijks een plan van aanpak voor de gewenste verbeteringen op onze school gemaakt. Daarin wordt onder meer beschreven wat de gewenste resultaten moeten zijn en wie steeds de eerstverantwoordelijke voor het proces is binnen de school.
Do Het plan van aanpak wordt door het team met ondersteuning van bouw-en zorgteam en directie uitgevoerd. Meestal worden de voorgenomen activiteiten van het plan binnen het schooljaar afgerond en geëvalueerd. De geplande data van overleg, werkbijeenkomsten en studiedagen zijn daarbij sturend.
Check Na een korte of langere periode worden de ingevoerde verbeteringen geëvalueerd. Het evaluatiemoment wordt van te voren ingepland. Als basisinstrument voor de evaluatie van kwaliteitsaspecten gaan wij “Werken met kwaliteitskaarten voor het Montessorionderwijs” (WMK-MO) gebruiken. De inspectierapportages over onze school zien wij als een externe evaluatie van (elementen van) onze school. Op basis daarvan zijn een aantal verbeter doelstellingen opgesteld voor de periode van 2012-2016. • Jaarlijks evalueren we de opbrengsten van de advies- begeleidings- en nascholingsactiviteiten met het HCO en maken we op basis van de bevindingen nieuwe afspraken.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 20
• Jaarlijks evalueren we binnen onze eigen school het zorgplan en de daarbij behorende resultaten en procedures. Ook wordt het plan geactualiseerd en nieuwe doelstellingen geformuleerd. • Twee keer wordt er een trendanalyse gemaakt van de opbrengsten, vervolgens wordt de analyse besproken en worden eventueel maatregelen getroffen.
Act Dit is de fase van bijstelling. Als het gewenste resultaat niet volledig is behaald gaan we na wat hiervan de oorzaak is. Door welke omstandigheden is het niet gehaald of waren de gewenste doelen wellicht niet reëel. We bepalen dan hoe we verder gaan met een bepaald onderwerp. Meestal betekent het dat we meer tijd nodig hebben en dat de activiteit wordt voortgezet in het volgende schooljaar. De doelen die wel gehaald zijn, proberen we zo goed mogelijk zeker te stellen. We proberen op de naleving van de afspraken toe te zien en elkaar erop aan te spreken. Dit betekent onder meer dat de afgesproken verbeteringen regelmatig terug zullen komen in teamvergaderingen en bouwoverleg. Daarmee proberen we vast te houden aan hetgeen goed gaat.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 21
Bijlage bij hoofdstuk 4.2 De onderwijskundige vormgeving van het onderwijs 4.2.2 Leergebiedoverstijgende kerndoelen Dit zijn kerndoelen die gericht zijn op het ontwikkelen of bevorderen van algemene vaardigheden en worden daarom niet ondergebracht bij een specifiek leergebied. Deze doelen hebben betrekking op het gehele onderwijsaanbod in de school. Ze zijn gegroepeerd rondom de volgende thema’s: 4.2.2.1 Werkhouding: De leerlingen hebben belangstelling voor de wereld om hen heen en ze zijn gemotiveerd deze te onderzoeken: ze kunnen gericht vragen stellen; ze kunnen relevante informatie opzoeken en gebruiken; ze hebben plezier in het leren van nieuwe dingen; ze zetten door wanneer iets niet direct lukt. 4.2.2.2 Werken volgens een plan: ze kunnen een doel formuleren; ze kunnen zich op een onderwerp oriënteren; ze kunnen een conclusie trekken; ze kunnen grotere activiteiten stap voor stap indelen en uitwerken; ze kunnen achteraf beoordelen of hun planning voldeed; ze kunnen de resultaten van hun werk presenteren in de vorm van een toelichting, een spreekbeurt, een werkstuk. 4.2.2.3 Sociaal gedrag: De leerlingen leveren een positieve bijdrage in een groep: ze gaan respectvol met anderen om; ze handelen naar algemeen geaccepteerde normen en waarden; ze respecteren verschillen in levenshouding en cultuur; ze durven in de groep voor hun mening uit te komen; ze houden rekening met de gevoelens en wensen van een ander; ze durven in de groep steun te geven aan iemand met een eigen standpunt; ze nemen verantwoordelijkheid voor te verrichten taken; ze hanteren de methode “beter leren omgaan met jezelf en de ander”. 4.2.2.4 Zelfbeeld: De leerlingen leren met hun eigen mogelijkheden en grenzen omgaan: ze hebben zelfvertrouwen; ze kunnen gedragsimpulsen beheersen; ze kunnen en durven voor zichzelf en anderen op te komen.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 22
4.2.2.5 Gebruik van uiteenlopende leersstrategieën: De leerlingen kunnen bij leeractiviteiten uiteenlopende strategieën en vaardigheden gebruiken: ze kunnen vragen stellen aan personen; ze kunnen feiten van meningen onderscheiden; ze kunnen relevante informatie opzoeken en verwerken; ze kunnen samenwerken en met elkaar overleggen om gezamenlijk tot een oplossing te komen; ze kunnen achteraf beoordelen of hun strategie een goede strategie was. 4.2.3 Leergebiedspecifieke kerndoelen Dit zijn kerndoelen die betrekking hebben op een bepaald leergebied. 4.2.3.1 Nederlandse taal Doelstelling: het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht, dat de leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven en hun voortgezet onderwijs voordoen; kennis en inzicht verwerven over betekenis, gebruik en vorm van taal; plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Bevorderen van mondelinge taalvaardigheid Methoden en materialen die volgens de handleiding worden gebruikt: Het Montessori-taalmateriaal zoals beschreven in de map ‘Het Montessorimateriaal’ -NMV; De ‘Montessori-taalmap’- NMV; Voor spelling wordt de taalset van Montessori gebruikt met de aanvullende Spelling Taalactief CED voor groep 3 tot en met 8; Methode Begrijpend lezen: Humpie Dumpie voor groep 3. Goed gelezen voor groep 4 t / m 8, kaartenbak en nieuwsbegrip groepslessen; Methode Schrijven: Pennenstreken vanaf groep 3, 4 tot en met 8 Pennen streken. Voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben: Taaltoppers; Nieuwsbegrip voor groep 5 t/m 8; Remediërend voor spelling: Varia, Spelling in de lift; Zelfstandig spellen Computerprogramma flits en woordkasteel; Toetsen bij het lezen en spellen gebeurt vanaf groep 3 CITO (spelling, begrijpend lezen, technisch lezen).
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 23
4.2.3.2 Engelse taal Doelstelling: het onderwijs in de Engelse taal is verplicht in groep 7 en 8 en is erop gericht, dat de leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen; uitingen in de Engelse taal, zoals in televisieprogramma's, liedjes en computerspelletjes kunnen duiden; kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. Gebruikte ‘methoden’ en materialen binnen de ENMS: De methode Take it easy; Aanvullende materialen: Engelse taaldomino, zelf gemaakte Engelse werkjes 4.2.3.3 Rekenen/Wiskunde Doelstelling: het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht, dat de leerlingen: basisvaardigheden verwerven en routinesereen, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties; reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen; verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; onderzoek- en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. Gebruikte ‘methoden’ en materialen binnen de ENMS: Het aanwezige Montessori materiaal en de daarin verwerkte leerlijnen voor de kleine en grote getallen door de OB, MB en BB heen; De aanvullende rekenmaterialen ter ondersteuning van het concreet en symbolisch handelen in OB, MB en BB; Computerprogramma ter ondersteuning van het automatiseren: Hoofdwerk in MB en BB; Realistisch rekenmethode Alles Telt: deze methode wordt voor groep 4 t/ m 8 gebruikt waarbij de handleiding de leidraad en de Montessoriwerkwijze op elkaar worden afgestemd, zo goed mogelijk gericht op de individuele leerling; Voor de groepen 1-3 is de realistisch rekenmethode Alles Telt aangeschaft ter introductie en wordt nu gebruikt als suggestieboek. 4.2.3.4 Kosmische opvoeding en onderwijs Dit onderdeel is verdeeld in:
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 24
Aardrijkskunde Doelstelling: het aardrijkskunde onderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: zich een beeld vormen van de ruimtelijke ordening van hun directe leefomgeving en reisomgevingen; zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s; inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden; zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken. Gebruikte ‘methoden’ en materialen binnen de ENMS: Montessori werkwijze KO aan de hand van eigen gemaakte werkjes; De Mediatheek, naslagwerken, computer, tv weekjournaal; Topo, Bosatlas Junior. Geschiedenis Doelstelling: het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: zich enige historische basisvaardigheden eigen maken; zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen; besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving; elementaire kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij; enige kennis en inzicht verwerven omtrent hoofdzaken van en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Gebruikte ‘methoden’ en materialen binnen de ENMS: OB: tijdlijn, jaarketting, weekkalender; MB: tijdlijn van het leven, weekkalender; BB: tijdlijn van de menselijke beschaving; Mediatheek, naslagwerken, computer, tv weekjournaal. Blokboek geschiedenis 6 t/m 8 Natuuronderwijs Doelstelling: het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu; kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op zorgvuldige wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan; een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond leefmilieu ontwikkelen;
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 25
kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Gebruikte ‘methoden’ en materialen binnen de ENMS: De dierenbak; Uitgave van natuurmaterialen en informatiepakketten bij de Natuur en Milieu Educatiecentra Den Haag; In groep 4-8: blokboek Natuur; Werken met tuinouders in de schooltuin; Bezoeken aan stadsboerderijen, bos en strand. Gezond en redzaam gedrag verkeer Doelstelling: het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als deelnemer aan het verkeer en bijbehorende groepsprocessen; kunnen aangeven hoe zij kunnen bijdragen aan het behoud en de bevordering van de eigen gezondheid en veiligheid. Gebruikte ‘methoden’ en materialen binnen de ENMS: Materialen: verkeersdomino; Doeboek verkeer van 3VO voor groep 5 t/m 8; Voorbereiding op het verkeersexamen met de examenwijzer van 3VO; Techniek Doelstelling: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur; De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik; De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. Gebruikte “methoden”en materialen: Techniektorens Recyling materialen
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 26
Samenleving en milieu Doelstelling: de kinderen kunnen enkele aspecten van het verschijnsel ‘arbeid’ beschrijven waaronder in elk geval: soorten beroepen en beroepsperspectieven in relatie tot opleiding en sekse; enkele aspecten van groepen in onze samenleving beschrijven; overeenkomsten en verschillen noemen tussen enkele geestelijke stromingen die in de Nederlandse samenleving een belangrijke rol spelen; enkele hoofdzaken van de staatsinrichting en de rol van de burger daarin; de wisselwerking tussen mens en milieu uitleggen. Ze kunnen daarbij voorbeelden geven van enerzijds de betekenissen van het milieu voor mensen in Nederland en in de rest van de wereld (schoonheid, gezondheid,rust, bron van voedsel en energie); voorbeelden geven van situaties waarin die wisselwerking leidt tot milieuproblemen; met zorg omgaan met de natuur en in staat zijn keuzes te maken waarbij het milieu een wezenlijke rol speelt. Gebruikte ‘methoden’ en materialen binnen de ENMS: Milieu op de computer. Bij al deze oriënterende vakken worden de leerlingen wegwijs gemaakt in het systeem van de schoolmediatheek, waar met behulp van het programma Educat ook een intern opzoeksysteem voor onze school bestaat. Daarnaast maken de kinderen gebruik van het internet. Vanaf groep 5 maken de kinderen werkstukken over onderwerpen van uiteenlopende aard. De basisinformatie wordt gezocht in Informatie Junior (groep 5/6) en Informatie (groep 7/8). Voor verdere informatie wordt naar de schoolmediatheek verwezen en leren de leerlingen op welke andere manieren je aan informatie zou kunnen komen. Deze werkstukken worden besproken, waarin de bovenbouw vaardigheden ontwikkeld worden als: het maken van uittreksels, het maken van een schematische opzet met kernwoorden e.d. Bij al deze kosmische gebieden maken wij elk jaar een keuze uit het aanbod van de schooltelevisie zodat wij kunnen werken met materiaal dat “up to date” is. 4.2.3.5 Lichamelijke opvoeding Doelstelling: het begeleiden in de ontwikkeling van motorische en sociale vaardigheden. Het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten; enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen kunnen gebruiken;
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 27
speelwijze en spelinzicht in een aantal sporten ontwikkelen; een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan de bewegingscultuur; omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Aan de orde komen: gymnastiek, beweging op muziek, dans, atletiek en spel. Gebruikte ‘methoden’, materialen en naslagwerk op de ENMS: Montessori-werkwijze; Basisdocument Bewegingsonderwijs; Basislessen bewegingsonderwijs.
4.2..3.6 Kunstzinnige vorming In de groepen wordt aandacht besteed aan creatieve vaardigheden doordat de leidsters/leiders in hun voorbereide omgeving een speciale plaats hebben ingericht waar steeds een creatieve opdracht klaar ligt. Op deze manier kunnen kinderen individueel aan het werk gaan. Ook geven de leidsters/leiders regelmatig groepsopdrachten, waar iedereen tegelijk aan werkt. Daarnaast is er handvaardigheid door een daartoe specifiek opgeleide leidster. De kinderen leren hier om de beeldende mogelijkheden van verschillende materialen te onderzoeken aan de hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie. Hierbij maken ze ook kennis met kunststromingen uit het verleden door het kijken naar schilderijen en beelden. Ze krijgen de kans om tijdens het werken aan opdrachten gevoelens en ervaringen uit te drukken. Aan het eind van de les leren ze om op hun eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Er worden projectmatig muzieklessen en dramalessen door een vakdocent aangeboden. Elke groep verzorgt per jaar een voorstelling voor de hele school. 4.2.3.7 Schoolmediatheek Een stimulerende lees- en leeromgeving zorgt ervoor dat kinderen zich ontwikkelen tot mensen die gemakkelijk lezen en leren om zo hun kennis te vergroten. Een goed uitgeruste, aantrekkelijke schoolmediatheek is hierbij onmisbaar. De ENMS heeft zo een schoolmediatheek. Onder een schoolmediatheek of documentatiecentrum wordt verstaan: het geheel aan verhalende en informatieve media, zoals (lees)boeken, tijdschriften, audiovisuele media, -software, internet, cd-rom’s en andere materialen die worden ingezet voor leesbeleving, -plezier en informatievoorziening. Deze aantrekkelijke
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 28
verzameling boeken en andere media is afgestemd op het onderwijs; geordend en toegankelijk gemaakt door middel van een kindvriendelijk zoek- en uitleensysteem. Montessoriaans gezegd is de schoolmediatheek een specifiek voorbereide omgeving die de leerlingen uitdaagt om een boek te lezen of om zelf op zoek te gaan naar informatie. Bij de collectievorming wordt er rekening mee gehouden dat het deels het kosmisch onderwijs ondersteunt. Ook aan de Engelse taal wordt aandacht besteed. Naast uitleen van materialen biedt de schoolmediatheek ook mogelijkheden om direct met die materialen aan de slag te gaan. Een aantrekkelijke en uitdagende voorziening in de school die het onderwijs ondersteunt bij het lees- en informatievaardig maken én behouden van leerlingen. De schoolmediatheek is een onderwijsleermiddel opgezet vanuit de onderwijsvisie van de school. De mediatheek is ook het startpunt van diverse lees bevorderende en creatieve activiteiten, zoals o.a. Nationale voorleesdagen en het Kinderboekenweek project, de Schoolkrant, het “Maak je eigen-boek” project, powerpointlessen, werken met de verteltas, voorlezen met het vertelkastje en bibliotheeklessen. Deze worden jaarlijks in een activiteitenrooster gepresenteerd. Een schoolmediatheek is meer dan een rij boeken of internet. Het is een onderwijsleermiddel dat de kinderen en de leerkrachten ondersteunt bij het realiseren van hun leerdoelen. De activiteiten van de mediatheek worden geïntegreerd in ons Montessorionderwijs. De mediatheekcoördinator (leescoördinator) houdt zich naast de administratieve werkzaamheden, vooral bezig met leesbevordering. Leesbevordering is van groot belang. Er worden aan de leerlingen eisen gesteld op het gebied van literaire competentie. Zonder plezier in lezen worden kinderen geen vaardige lezers, die ook werkelijk begrijpen wat ze lezen. Leesplezier en leesvaardigheid gaan hand in hand. 4.2.3.8 Zorg In het schooljaar 2011- 2012 zijn we gestart met een nieuwe zorgstructuur. Met zorgstructuur wordt bedoeld dat we een leerlingvolgsysteem hanteren, er worden kind- en groepsbesprekingen gehouden en kinderen kunnen in aanmerking komen voor verder onderzoek. Ook kunnen we de kinderen remedial teaching geven. Daarnaast ondersteunen wij de planmatige zorg in de groepen. Onze doelstelling is dit laatste punt de komende tijd te verbeteren. De veranderingen ten opzichte van voorgaande jaren zijn dat wij nu per week 1 dag extra hebben voor de zorg; namelijk zes dagen in plaats van vijf dagen. Ook zijn we gestart met een zorgteam dat bestaat uit drie mensen. Op deze manier kunnen we de zorgtaken verdelen over
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 29
verschillende mensen en hiermee de continuïteit bewaken. Er zijn drie personen verantwoordelijk voor de interne begeleiding (IB) en remedial teaching (RT). Elke week komt het zorgteam bij elkaar voor overleg. Tweewekelijks is er overleg tussen het zorgteam en de directeur. Gedurende het schooljaar vinden er verschillende evaluatiemomenten met het team plaats. Tevens zal in de loop van het schooljaar onder de ouders een tevredenheidonderzoek worden gehouden. Verrijking heeft een plekje gekregen binnen de zorg. Er zijn criteria opgesteld voor de kinderen die ervoor in aanmerking komen. Onder leiding van een zorgteamlid worden projectmatig kinderen die verrijking nodig hebben extra uitdaging en ondersteuning geboden.
ENMS Schoolplan 2012-2016 pagina 30