Onbekommerd & Zorgeloos
Dwaaldichten door Broerse Park
Welkom in Broerse Park! Ludieke Werken nodigt u uit om Broerse Park in poëzie ter verkennen. Poëzie voordracht Maak op een nieuwe manier kennis met het Broerse Park door op bijzondere plekken in het park naar een poëzievoordracht te luisteren. Aanvangstijden : 13.00 en 14.00 uur. Locaties: bij de Boomstoel (bij Jeu de Boules) en aan het Jannemanspad aan de grote vijver, bij het beeld “Eendjes voeren” van Marijke Cosse. Wandeling met boekje Neem het gedichtenboekje ter hand en lees de gedichten op speciaal daarvoor uitgekozen plekken in het park. De wandeling kunt u op elk gewenst moment aanvangen. Hoe werkt het? U volgt de route zoals hiernaast beschreven. Op verschillende plekken in het park ziet u een nummer met vlinder staan. Elk nummer correspondeert met een gedicht uit het boekje dat speciaal voor die plek is uitgezocht.
Ludieke Werken belicht wat al bestaat.
Routebeschrijving Wandelen met poëzie: Start : komende vanaf ingang Amstelveenseweg neemt u het Koperwiekenpad links vanaf het grote grasveld. Lees W. Hessels bij de wilgen, bankjes en monument Marie Colijn (1) Volg het Koperwiekenpad overgaand in het Wilgenpad en Esdoornpad naar het jeu de boules pleintje. Lees Toon Tellegen bij de Boomstoel (2) Lees Hans Warren bij de liggende boomstronk (3) Vervolg uw route richting Meent. Lees Ivo de Wijs op een van de bankjes bij de Meent (4) Lees Annie M.G. Schmidt bij de vijver aan het Jannemanspad bij het beeld “Eendjes voeren” van Marijke Cosse (5) Vervolg uw route via het Jannemanspad. Lees Herman de Coninck op de loopbrug met gezicht op het water aan beide kanten (6) Volg het Jannemanspad. U nadert ná de vijver een grasveldje met omzomende bomen. Lees D. Hillenius bij het grasveldje (7); Vervolg uw route via het Kastanjepad Lees Emily Dickinson bij de steen, die u langs het Kastanjepad ziet (8) Goede raad van Winnie-the-Pooh (9) Einde
1.
bij monument Marie Colijn.
W. Hessels Dichten is dromen met open ogen en zolang kijken, tot de starre wand tussen de dingen wijkt, en geen afstand mij langer scheidt van gindse bewogen ruisende bomen en witte zwanen van wolken die daarboven staan, en in het vochte blauw mijn ziel kan gaan en zich wassen als de ronde pure maan, dichten is dromen met open ogen en bij levende lijve ver zijn weggegaan.
2.
bij de Boomstoel.
Toon Tellegen Beste Eekhoorn, Als je wilt dat de tijd voorbijgaat (en dat wil je toch niet?) dan moet je aardig zijn voor de tijd je moet vragen wat hij wenst je moet je luiste stoel naar hem toe schuiven je moet hem een kopje thee aanbieden en zoveel honing voor hem neerzetten als hij ooit maar op kan (maar je moet er wel op letten dat je wat overlaat voor mij, als ik straks langskom), je moet zorgen dat de zon schijnt
en dat de lijster zingt en dat de geur van zoete beukennoten rondwaart (zo heet dat) – en als hij dan toch nog voorbijgaat dan moet je voor hem gaan staan en roepen: Ho! Wacht even! en dan moet je hem strelen – eerst de seconden dan de minuten en de uren en dan de dagen en de maanden en de jaren, zachtjes strelen – misschien gaat hij dan nooit voorbij (maar zeker is dat niet). Wacht anders tot ik er ben. Tot straks. De mier
3.
bij de liggende boomstronk.
Hans Warren Weet je nog toen het niets was, alles was: jij opende de deur, een lichte groet, even hield je mijn hand vast, en ik streelde even als bij vergissing langs je schouder. Toen lichtte je het deurkleed op en wij gleden in een verlicht aquarium van lach, pianospel en avondjurken. Aarzelend in dat ogenblik was lente dichterbij dan in viooltjes, werd liefde inniger beleden dan in al de verzen die ik sindsdien voor je schreef. 4.
op een van de bankjes bij de Meent,
Alles Ivo de Wijs met dank aan J.C. Bloem
Ik raakte aan de wandel van de week Er stond voorbij het laatste huizenrijtje En oude man die naar de vogels keek De zwarte stippen in een drassig weitje “Zit er nog iets bijzonders? “ vroeg ik hem Als steeds begerig naar een wereldwonder Hij keek me aan en zei met kalme stem: “Jawel meneer, want alles is bijzonder” Op dat moment werd heel de wereld lichter En alle vogels zongen mooi en zacht En ik dacht aan de woorden van de dichter: “Alles is veel voor wie niet veel verwacht”
5.
bij de vijver, bij het beeld Eendjes voeren van kunstenaar Marijke Cossé.
Annie M.G. Schmidt Er zit een wurm in onze juttepeer, dat weten we nu zoetjesaan wel zeker. Het ligt misschien, wie weet, wel aan de kweker of aan de groenteman, of aan het weer De ene mens denkt aldoor vol verdriet : hoe komt die wurm erin. Hij wil het weten. De and’re mens wil nooit meer peren eten, maar dat is overdreven, vindt u niet? Dan is er altijd ook nog wel een man, zo een, die denkt de wurm eruit te krijgen door bovenmatig met zijn vuist te dreigen, maar nebbisj, zeg, daar schrikt die wurm niet van. Er zijn er ook, die houden zo van fruit, dat zij de peer met wurm en al verslinden, en zeggen dat ze ’t overheerlijk vinden, maar in het donker spugen ze hem uit. En daar in dat cafeetje zit er een, die zegt: het is geen peer. Het is een appel. Ik zeg maar zo, wat maak je je te sappel, alla, ’n wurm. Ik eet er maar omheen. 6.
op de loopbrug, met gezicht op het water.
Herman de Coninck Dichter bij onszelf dan wij zingt in een boom de nachtegaal en gaat met al ons weten verder dan wij weten aan de haal hij zingt voor ons, voor jou, voor mij tot één plus één haast vier is en voor zijn eigen lief zingt hij tot waar ook ter wereld hier.
7.
bij het grasvedje.
D. Hillenius
Zelfs stenen geuren in het voorjaar van verlangen dat nooit geleerd heeft dat bloei niet komt dat alleen vorst en hitte in strenge opeenvolging schil na schil zullen barsten reinigende regen maakt de kern van denken kleiner maar toch in het voorjaar geuren de stenen 8.
bij de steen aan het Kastanjepad.
Emily Dickinson (vertaling H. Drion) Gelukkig is de kleine steen Flanerend langs de weg alleen. In loopbaan stelt hij geen belang, Voor tegenslag is hij niet bang. Gekleed in het dilluviale pak Waarin ’t passerend heelal hem stak, En zo onafhankelijk als de zon Alléén of met een compagnon, Gaat hij de weg die ’t lot hem koos, Eenvoudig, zorgeloos. 9.
uitgang Broerse park.
A.A. Milne Goede raad van Winnie-de-Poeh Als je zeker weet dat er een Avontuur op komst is, veeg dan de honing van je neus en ga fier rechtop staan zodat je er uitziet alsof je Tot Alles Bereid Bent.
Dit gedichtenboekje is speciaal voor De Dag van het Park samengesteld door Ludieke Werken. Idee, vormgeving & productie: Ludieke Werken 27 mei 2007 De samensteller heeft getracht de rechten van alle in dit boekje opgenomen gedichten te verkrijgen. Mocht u hierover vragen of opmerkingen hebben dan kunt u contact opnemen met:
Carine Brinkman tel. 020-4632304 www.ludiekewerken.nl
Iepensneeuw Het is lente. Het sneeuwt Het sneeuwt lucht, Het sneeuwt ruimte De straten raken vervuld van roomkleurige bergjes op stoepen en stenen Dwarrelend en dartelende zaden worden door de iepen de wereld ingestuurd.
Bronvermelding Toon Tellegen Uit: “Na aan het hart – Dierenverhalen vol vriendschap”, Querido, 2004 W. Hessels Uit: “Con Sordino”, verzamelde gedichten, ’s Gravenhage, Johannesburg, 1949 Annie M.G. Schmidt De wurm Uit: “Tot hier toe”, Gedichten en liedjes voor toneel, radio en televisie, 1938-1985, Amsterdam, 1987 Ivo de Wijs Alles (met dank aan J.C. Bloem) Uit: “Vroege Vogels’s Jublileumverzen”, Nijgh & Van Ditmar, 2003 Hans Warren Weet je nog toen het niets was
Uit: Verzamelde gedichten, Bert Bakker, Amsterdam, 2002
Herman de Coninck Uit: “De gedichten”, Arbeiderspers, Amsterdam, 2000 Dick Hillenius . Uit: Verzamelde gedichten, Van Oorschot, Amsterdam Emily Dickinson How happy is the little Stone Vertaling: H. Drion A.A. Milne Goede Raad van Pooh en zijn vrienden Sirius en Siderius, 1997