nr. 70 september 2014
Aflopende fiscale voordelen voor huiseigenaren De nieuwe Wet Werk en Zekerheid Innovatie: de Belastingdienst betaalt mee! Aanpassingen in de werkkostenregeling (WKR) vanaf 2015 Het einde van pensioen in eigen beheer nabij? Alle actualiteiten op een rij.
ALGEMEEN
FISCAAL
Signaal is een uitgave van Govers Accountants/Adviseurs, bestemd voor relaties en andere belangstellenden.
Uitkijken naar Prinsjesdag Redactie: Wil Geraedts RB drs. Kamiel Lemmens drs. Desirée van der Heijden-Lemmerlijn RA mr. Manfred Maas RB Paul Mencke RA mr. Henk de Ruyter
Redactieadres: Govers Accountants/Adviseurs Beemdstraat 25 Postbus 657 5600 AR Eindhoven Telefoon: (040) 250 45 04 Fax: (040) 250 45 99 E-mail:
[email protected]
Advies, eindredactie en productiebegeleiding: het Hoofdstation, Eindhoven Drukwerk: Lecturis, Eindhoven Fotografie: Nationale beeldbank, Illustratie: Sandor Paulus Overname van artikelen is toegestaan mits met schriftelijke toestemming en dan integraal en met bronvermelding. Attentie Signaal wordt met de grootst mogelijke zorg samengesteld en beoogt zo recent mogelijke informatie te verschaffen. Veel zaken zijn echter uitermate complex en aan voortdurende aanpassingen onderhevig. Daardoor kan het voorkomen dat informatie uit deze uitgave niet meer aansluit op de actualiteit. Zo hebben we in deze uitgave geen bekendmakingen van Prinsjesdag kunnen verwerken. Wij kunnen geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor hetgeen u naar aanleiding van de inhoud van deze publicatie zonder deskundig advies onderneemt. Voor nadere informatie kunt u altijd contact met ons opnemen. Voor vragen en/of opmerkingen over Signaal bezoekt u www.govers.nl.
INHOUD pagina 3 Aflopende fiscale voordelen voor huiseigenaren pagina 4 De nieuwe Wet Werk en Zekerheid pagina 6 Innovatie: de Belastingdienst betaalt mee! pagina 7 Aanpassingen in de werkkostenregeling (WKR) vanaf 2015 en de Govers WKR-Tool! pagina 9 ANB en Govers gevestigd op Strijp-S pagina 10 Het einde van pensioen in eigen beheer nabij? Alle actualiteiten op een rij.
Een paar dagen nog, dan is het weer Prinsjesdag. De afgelopen jaren zagen ondernemers nog meer tegen deze dag op dan tegen een bezoek aan de tandarts. Maar dit jaar is er minder aanleiding voor angstzweet en hartkloppingen. Sterker nog: de laatste economische berichten geven enige reden tot optimisme. Half augustus werd bekend dat de Nederlandse economie in het tweede kwartaal met een half procent is gegroeid ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. ‘Peanuts’, zult u denken. Kan zijn. Maar het is beter dan de situatie in Duitsland, waar de economie met 0,2% kromp. De economie van Frankrijk staat zelfs al een halfjaar stil en de economie van Italië kromp voor het tweede achtereenvolgende kwartaal, waarmee het land opnieuw in een recessie is beland. Dan mogen wij bepaald niet mopperen. Laten we hopen dat met name Duitsland niet lang in een krimpsituatie blijft zitten. Het is immers onze grootste exportmarkt en krimp ervan zou voor ons dus slecht nieuws betekenen. De voorzichtige omslag kan voor een deel op het conto van het kabinet-Rutte worden geschreven. Dit kabinet herstructureerde de arbeidsmarkt, ons pensioenstelsel, het zorgstelsel en de woningmarkt. De hypotheekrenteaftrek is beperkt, de schenkingsregeling heeft de woningmarkt een impuls gegeven en de zorgkosten groeien ons (voorlopig) niet langer boven het hoofd. Bovendien worden volgend jaar maatregelen van kracht die onze economie verder zullen aanzwengelen. Zo gaat de arbeidskorting voor de hogere inkomens en de middeninkomens omhoog en wordt de nieuwe Wet Werk en Zekerheid van kracht. Gevolg: het recht op WW gaat terug van 36 naar 24 maanden en de hoogte van ontslagvergoedingen wordt beperkt.
Aflopende fiscale voordelen voor huiseigenaren Mr. Manfred Maas RB
Zoals aangeven in de vorige editie van Goverssignaal zou oorspronkelijk het verlaagde BTW-tarief voor het verbouwen van een woning die ouder is dan twee jaar per 1 januari 2015 worden ingetrokken. In de aanloop naar Prinsjesdag is bekend geworden dat deze regeling met een half jaar verlengd wordt tot 1 juli 2015. De bouwsector kan deze extra stimulans nog steeds goed gebruiken! Het verlaagde tarief geldt alleen voor de arbeidskosten, niet voor de gebruikte materialen. U krijgt dus nog wat extra tijd om uw verbouwingen en dergelijke te laten uitvoeren.
Een ander fiscaal voordeel dat eind dit jaar wel verdwijnt, is de belastingvrije schenking (van maximaal € 100.000) voor aanschaf, verbouwing of onderhoud van de eigen woning. De schenking moet zijn gedaan onder de ontbindende voorwaarde dat u de schenking in het jaar van de schenking, of in de 2 jaar daarna, gebruikt voor de kosten van verbetering of onderhoud van uw eigen woning. Het bedrag mag ook worden gebruikt voor aflossing van de eigen woningschuld, maar daarbij geldt dat de aflossing nog dit jaar moet plaats vinden! Op deze wijze kunt u dit jaar nog fiscaal vriendelijk vermogen aan uw kinderen overdragen. De vrijstelling geldt ook bij schenking aan derden. Omdat het bedrag voor het einde van het jaar moet zijn aangewend of voor de aflossing van de hypotheekschuld, is het raadzaam om tijdig te beginnen en niet te wachten tot u aan het kerstdiner zit.
Wilt u geld schenken maar heeft u in privé onvoldoende liquide middelen voor een schenking, dan kunt u overwegen om dit jaar een extra dividenduitkering te doen. Het box 2-tarief is in 2014 eenmalig met 3% verlaagd. Het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang wordt in 2014 belast tegen een tarief van 22% in plaats van 25%, voor zover het inkomen niet hoger is dan € 250.000. Hebt u een fiscale partner dan wordt deze grens verhoogd naar € 500.000. Voordat uw B.V. dividend kan uitkeren, moet er eerst een verplichte uitkeringstoets worden uitgevoerd om te bepalen of de B.V. na de dividenduitkering aan haar verplichtingen kan blijven voldoen. Neem bij een voorgenomen dividenduitkering daarom eerst contact op met uw relatiebeheerder. Mr. Manfred Maas RB
Mijn conclusie: het fundament onder economische groei wordt steviger. Zijn we daarmee verzekerd van jaren van (bescheiden) economische groei de komende jaren? Ik zou graag ja zeggen. Maar zolang het nog spookt tussen Rusland en Oekraïne, een economische boycot van het westen wordt beantwoord met een boycot door Rusland, Israël en Gaza elkaar blijven bestoken en de uitbraak van het Ebola-virus niet onder controle is gebracht, blijft de situatie ongewis. Drs. Paul van Vroonhoven RA Voorzitter van de maatschap Govers
De regeling verlaagd BTW-tarief voor verbouwingen is verlengd tot juli 2015.
Volg ons via http://twitter.com/#!/GoversAdviseurs
PA G I N A 2
PA G I N A 3
SIGNAAL NR 70 SEPTEMBER 2014
ARBEIDSRECHT
De nieuwe Wet Werk en Zekerheid
per gewerkt jaar. Vanaf dienstverbanden van 10 jaar of langer zal de vergoeding een half maandsalaris zijn per dienstjaar. Tevens zal de transitievergoeding maximaal € 75.000 zijn of maximaal een jaarsalaris als de werknemer meer verdient dan € 75.000. Minister Lodewijk Asscher: “Ik verwacht dat de verlenging van de tussenpoos van drie naar zes maanden zal bijdragen aan het tegengaan van draaideurconstructies.”
WW-uitkering naar maximaal 24 maanden
Meer rechten voor de flexwerker
Door de Wet Werk en Zekerheid die in 2015 zijn intrede zal doen, worden belangrijke wijzigingen in het Nederlands arbeidsrecht doorgevoerd op het gebied van ontslag en flexibel personeel. De wet is bedoeld om het ontslagrecht sneller en goedkoper te maken, zodat een betere doorstroming op de arbeidsmarkt ontstaat. Daarnaast wordt getracht het verschil in rechtspositie tussen vaste en flexibele werknemers te verkleinen.
Aanpassingen in de duur van de WW zullen pas ingaan vanaf 2016. De overige maatregelen zullen echter al op 1 januari 2015, respectievelijk op 1 juli 2015 hun intrede doen. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste maatregelen en wijzigingen. Ik rangschik ze per onderwerp: flexibel personeel, ontslag, na het ontslag en transitievergoeding. Let op: werkgevers kunnen het beste vanaf nu al rekening houden met de voorgestelde wijzigingen, met name bij het opstellen van arbeidsovereenkomsten!
Werknemer heeft eerder recht op transitie(ontslag)vergoeding Flexibel personeel Op 1 januari 2015 gaan er vijf veranderingen in op dit terrein, in juli volgt dan nog een nabrander. 1. Vanaf januari a.s. kunnen uitzendkrachten na anderhalf jaar werk via een uitzendbureau aanspraak maken op een tijdelijk arbeidscontract bij de uitzendorganisatie. 2. U moet werknemers met een contract van 6 maanden of langer uiterlijk een maand voor het einde van het contract schriftelijk laten weten of u het contract gaat verlengen. Zo ja, dan moet u tevens aangeven wat de voorwaarden zijn. Mocht u dit vergeten, dan heeft de werknemer recht op doorbetaling van 1 maandsalaris. 3. Proeftijd: In een tijdelijk contract voor 6 maanden of korter, mag u geen proeftijd meer opnemen.
PA G I N A 4
In een aansluitend contract mag uiteraard ook geen proeftijd staan. Bij een contract met een looptijd van 6 maanden tot 2 jaar mag een proeftijd van ten hoogste 1 maand worden afgesproken. Bij een contract van 2 jaar of langer (of onbepaalde tijd) mag u nog wel een proeftijd opnemen van ten hoogste 2 maanden. 4. U mag in principe geen concurrentiebeding meer opnemen in een tijdelijk contract, alleen nog als zwaarwegende bedrijfsbelangen dit noodzakelijk maken. 5. De regels voor de loondoorbetaling bij oproepkrachten worden strenger. De regel dat u voor de eerste 6 maanden een 0-urencontract kunt afsluiten, blijft geldig. Na dit half jaar vervalt de mogelijkheid van een 0-urencontract en moet u de oproepkracht zijn gemiddeld aantal gewerkte uren uitbetalen. Hierdoor krijgt de oproepkracht meer zekerheid over zijn inkomen. U mag alleen nog van deze regel afwijken bij CAO en als het gaat om incidentele werkzaamheden (bijvoorbeeld piekwerkzaamheden). Wijziging per 1 juli 2015: Bij opeenvolgende tijdelijke contracten ontstaat na 2 jaar of bij het 4e contract een contract voor onbepaalde tijd (nu is dit nog na 3 jaar). Pas bij onderbreking van meer dan 6 maanden ontstaat er een nieuwe keten. Op dit moment is dat slechts 3 maanden! Ontslag Op het gebied van ontslagrecht gaan er per juli 2015 vier veranderingen in: 1. Er zijn straks 2 ontslagroutes, afhankelijk van de reden van het ontslag. Voor ontslag vanwege persoonlijke redenen,
zoals bijvoorbeeld een verstoorde arbeidsrelatie, zult u een ontbindingsverzoek moeten indienen bij de kantonrechter. Voor een ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurend ziekteverzuim neemt u contact op met het UWV. Als de werknemer schriftelijk instemt met ontslag hoeft u deze routes niet te bewandelen! Het UWV moet de aanvragen binnen 4 weken afhandelen. Toestemming voor ontslag via het UWV is vervolgens ook maar 4 weken geldig. De behandeling van het verzoekschrift bij de kantonrechter zal ook binnen 4 weken moeten starten! 2. Iedere werknemer met een dienstverband dat tenminste 2 jaar heeft geduurd, heeft in principe bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever recht op een ‘transitievergoeding’, tenzij er sprake is van ernstige verwijtbaarheid bij de werknemer (dit geldt ook voor een flexwerker). De werknemer van wie het tijdelijke contract, dat 2 jaar heeft geduurd, niet wordt verlengd, heeft ook recht op een transitievergoeding. 3. De arbeidsovereenkomst kan met wederzijds goedvinden worden beëindigd. De afspraken worden dan vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Nieuw is dat de werknemer de mogelijkheid heeft om zich na ondertekening van deze vaststellingsovereenkomst gedurende 2 weken te bedenken en dan de overeenkomst zonder opgaaf van reden schriftelijk te herroepen, waardoor deze overeenkomst wordt ontbonden. De termijn wordt verlengd naar 3 weken als de werkgever hem niet heeft gewezen op het recht dat hij zich kan bedenken. 4. Er komt een scholingsrecht voor werknemers. Zij moeten in staat worden gesteld om scholing te volgen die noodzakelijk is voor het uitoefenen van de functie. De werkgever heeft ook een scholingsplicht als de functie van een werknemer komt te vervallen of als hij zijn eigen functie niet langer kan vervullen. De werkgever mag een werknemer niet ontslaan op grond van disfunctioneren als zijn ongeschiktheid veroorzaakt wordt doordat de werkgever onvoldoende heeft geïnvesteerd in zijn scholing.
Voor de kleine bedrijven met minder dan 25 medewerkers geldt het volgende: tot 2020 mag een lagere ontslagvergoeding betaald worden als personeel gedwongen ontslagen moet worden vanwege bedrijfseconomische omstandigheden. In deze gevallen mag bij de berekening van de omvang van de verschuldigde transitievergoeding uitgegaan worden van de duur van het dienstverband gerekend vanaf 1 mei 2013. Bij gedwongen ontslag in mei 2017 van iemand met bijvoorbeeld 15 dienstjaren, hoeft in deze gevallen dus slechts vier jaar transitievergoeding betaald te worden. CAO en kantonrechter kunnen verplichtingen tot hogere transitievergoedingen opleggen. Werknemers die jonger zijn dan 18 jaar en gemiddeld maximaal 12 uur per week werken en AOW- of pensioengerechtigden van wie de arbeids overeenkomst eindigt, hebben geen recht op de vergoeding. Als er sprake is van surseance van betaling, faillissement of schuldsanering is een vergoeding niet verplicht. Bedenk dat de nieuwe regels al heel snel van kracht worden en houd hier rekening mee in de arbeidsovereenkomsten die u vanaf nu gaat sluiten. Voor verdere informatie kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw relatiebeheerder bij Govers of ANB. Paul Vaessen Teamleider loonadministratie ANB
Na het ontslag Per 1 juli 2015 moet de werknemer na een half jaar WW al het beschikbare werk aanvaarden dat hem wordt aangeboden. Is het loon lager dan de WW-uitkering, dan wordt het loon aangevuld met WW, zodat de werknemer er financieel altijd op vooruitgaat als hij gaat werken. Vanaf 2016 wordt de maximale duur van de WW-uitkering geleidelijk verkort van 38 naar 24 maanden. Dit gebeurt met 1 maand per kwartaal. Vanaf 2019 is de maximale WW-uitkering dan nog 2 jaar. De hoogte van de WW uitkering in deze periode is gekoppeld aan het laatst verdiende loon. Werkgevers en werknemers kunnen overigens nog wel in de CAO afspraken maken om de WW-uitkeringen na 24 maanden alsnog aan te vullen tot 38 maanden. ‘Transitievergoeding’ De ontslagvergoeding wordt een transitievergoeding. Werkgevers worden verplicht een transitievergoeding te betalen bij een dienstverband van tenminste 2 jaar. De transitievergoeding zal eenderde maansalaris zijn
PA G I N A 5
Paul Vaessen
AGENDA • Donderdag 2 oktober • Maandag 13 oktober • Maandag 24 november • Dinsdag 25 november
2014 2014 2014 2014
ontbijtlezing paardenlezing eindejaarslezing eindejaarslezing
SIGNAAL NR 70 SEPTEMBER 2014
FISCAAL
FISCAAL
Drs. Kamiel Lemmens en ir. Laurent Degrootte Msc
Innovatie: de Belasting dienst betaalt mee! Als uw bedrijf vanaf 1 januari 2015 gebruik wil maken van de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk), dan moet u uiterlijk 30 november 2014 een aanvraag indienen. Zelfstandigen kunnen, als ze minimaal 500 S&O uren maken, uiterlijk 31 december 2014 een aanvraag indienen. De aanvraagperiode is minimaal 3 en maximaal 12 maanden. Bij een eerste aanvraag is de maximale aanvraagperiode 6 maanden. U kunt zelf een aanvraag indienen, maar Govers en ANB
De hiervoor vermelde WBSO beschikking is niet alleen van belang voor de vermindering van loonheffing maar is ook uw ‘toegangsticket’ voor de innovatiebox. In overleg met de Belastingdienst kan een deel van uw winst, de winst die kan worden toegerekend aan uw innovatie-inspanningen, feitelijk worden belast tegen 5% (in plaats van tegen 20% of 25%). Het traject om te komen tot een optimale overeenkomst met de Belastingdienst vraagt een goede voorbereiding en begeleiding. Maximaal kunt u ongeveer 50% van uw winst in de innovatiebox krijgen. Lagere percentages komen vaker voor. Voordat u aan toepassing van het verlaagde tarief in de innovatiebox toekomt, moet u de gemaakte kosten in verband met de innovatie ‘goedmaken’; zeg maar: terugverdienen. Op termijn levert de innovatiebox dan een korting op, op de verschuldigde winstbelasting. Houdt u zich bezig met innovatiewerkzaamheden en maakt u (nog) geen gebruik van de hier genoemde faciliteiten van de WBSO, de RDA en de Innovatiebox? Neem dan contact op met uw relatiebeheerder. U zult de extra administratieve lasten al snel terugverdienen. Drs. Kamiel Lemmens Ir. Laurent Degroote MSc
ondersteunen u graag. Voorwaarde is een sluitende urenregistratie
Met de PAL-V (Personal Air and Land Vehicle) en een autogirobrevet worden dromen waargemaakt. Deze Nederlandse uitvinding rijdt/vliegt vanaf 2016.
FISCA LE TIP
BUITENLANDSE BOETES NIET MEER AFTREKBAAR
PA G I N A 6
vergoedingen en verstrekkingen aan de werknemers. Vanaf 2015 wordt deze behandeling verplicht. Na overleg met diverse organisaties, een inter netconsultatie en diverse adviezen, heeft de staatssecretaris aangekondigd dat hij met ingang van 2015 vijf belangrijke aanpassingen in de WKR zal
Het grove uitgangspunt van de WKR is dat alle gebruikelijke vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers moeten worden ondergebracht in de vrije ruimte en dat zij bij overschrijding daarvan worden belast met een eindheffing van 80%. Omdat echter het vergoedingenlandschap in Nederland zo divers is, wordt dit principe voor bepaalde soorten vergoedingen, die door de werknemers niet als beloning worden ervaren, als onterecht gezien. In ons artikel van mei van dit jaar gaven wij daarom aan dat men uit de vergoedingen en verstrekkingen eerst met name de intermediaire kosten, de nihilwaarderingen (van ter beschikking gestelde zaken) en de gerichte vrijstellingen moet benoemen. Het restant valt in de vrije ruimte, dan wel wordt belast met een eindheffing van 80% voor zover het deze ruimte overschrijdt.
Toepassing van de WBSO geeft u recht op vermindering van de loonheffing die u moet afdragen over de ontwikkelingsuren. Kleine zelfstandigen (winstgerechtigden die niet in loondienst zijn en dus geen loonbelasting afdragen) mogen een vast bedrag aftrekken. De hoogte ervan wordt jaarlijks vastgesteld. Maandelijks realiseert u op deze wijze een liquiditeitsvoordeel. De WBSO is daarmee een subsidie op de eigen personeelskosten.
Het aanvankelijke voornemen van de Rabobank om de buitenlandse boete voor het manipuleren van de Liborrente in aftrek te brengen, heeft de politiek wakker geschud. Met Prinsjesdag zal daarom een wetsvoorstel worden ingediend waardoor buitenlandse boeten conform binnenlandse boeten met ingang van 1 januari 2015 fiscaal niet langer aftrekbaar zijn. Dit zal ook gelden voor bedragen die zijn betaald om strafvervolging te voorkomen (schikkingen).
In de vorige editie van Signaal schetsten wij de werking van de WKR voor
doorvoeren. Onderstaand een samenvatting van deze wijzigingen.
rondom uw speur- en ontwikkelwerk.
RDA-beschikking De WBSO beschikking geldt alleen voor de loonkosten. Voor de overige kosten hebben we de RDA-beschikking. Daarvoor moet u de te maken kosten en investeringen realistisch inschatten en doorgeven. Het betreft de apparatuur en materialen die u gebruikt bij uw ontwikkelingswerkzaamheden. Het voordeel uit de RDA bedraagt 40% van de goedgekeurde kosten en wordt gegeven door middel van een reductie op de te betalen inkomsten- of vennootschapsbelasting.
Aanpassingen in de werkkostenregeling (WKR) vanaf 2015 en de Govers WKR-Tool!!
In uitzonderingsgevallen kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. Dit zal aan de orde zijn als een buitenlandse boete is opgelegd voor vergrijpen die het Nederlandse rechtsstel niet kent of waarvan strafbaarheid strijdig is met de Nederlandse rechtsorde.
Mr. Manfred Maas RB
De WKR heeft er haar eerste (proef)jaren op zitten en verplichte invoering (2015) staat voor de deur. Na onderzoek en in overleg met diverse organisaties heeft de staatssecretaris vijf maatregelen met betrekking tot de WKR aangekondigd. Deze nemen een aantal bezwaren zoveel mogelijk weg en verbeteren de praktische uitvoerbaarheid aanzienlijk. De maatregelen worden meegenomen in het Belastingplan 2015 zoals dat met Prinsjesdag zal worden voorgesteld. De vijf genoemde maatregelen behandelen wij hieronder. 1.Beperkte introductie van het noodzakelijkheidscriterium Al enige tijd vragen diverse organisaties om dit criterium voor de WKR te laten gelden. Het houdt in dat datgene wat een werkgever in het kader van zijn bedrijfsvoering PA G I N A 7
Mr. Henk de Ruyter
aan voorzieningen voor de werknemer noodzakelijk acht, aan deze kan worden verstrekt zonder dat men rekening hoeft te houden met een eventueel privévoordeel van de werknemer. De toetsing ligt dan bij de werkgever. Deze zal als ondernemer geen onnodige onkosten maken, is de achterliggende gedachte. Vanaf 2015 geldt het noodzakelijkheidscriterium (voorlopig) alleen nog voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Het arbitraire onderscheid voor wat betreft de hoeveelheid zakelijk gebruik, de grootte van het scherm enz. is daarmee verleden tijd. Hierdoor kan in de praktische uitvoering ervaring worden opgedaan met dit nieuwe criterium. Let wel: Het gebruikelijkheidscriterium blijft daarnaast uiteraard ook gelden. 2. Jaarlijkse afrekensystematiek Om de administratieve lasten te verlichten hoeft de inhoudingsplichtige vanaf 2015 nog maar één keer per jaar vast te stellen of de ‘vrije ruimte’ voor vergoedingen en verstrekkingen wordt overschreden en zo ja, hoeveel loonbelasting (eindheffing) binnen de WKR moet worden betaald. Dit gebeurt als het kalenderjaar is afgelopen en de belasting wordt in het eerste aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar afgedragen. 3. Concernregeling Heeft een moedermaatschappij vrijwel de volledige eigendom van haar (klein)dochtermaatschappijen dan hoeft men de WKR niet meer per inhoudingsplichtige bij te houden maar geldt voor alle betrokken concernonderdelen een collectieve generieke vrijstelling (vrije ruimte) waaruit alle door de betrokken inhoudingsplichtigen aangewezen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij kunnen worden vergoed en verstrekt. Een overschot aan vrije ruimte bij de ene inhoudingsplichtige kan dan (deels) een tekort bij de ander opvullen. 4. Vrijstelling branche-eigen producten De huidige regeling ‘vrijstelling personeelskorting voor branche-eigen producten’ (maximaal 20% per product en € 500 per kalenderjaar) zal vanaf 2015 in de WKR worden behandeld als gerichte vrijstelling en blijft daarmee dus onbelast. Een en ander moet dus wel administratief worden bijgehouden. Hiermee komt men de detailhandel tegemoet, die met veel parttimers werkt (lage lonen en dus een kleine vrije ruimte). Tot het genoemde (gebruikelijke) bedrag vallen deze kortingen niet meer in de vrije ruimte en in de eindheffing. SIGNAAL NR 70 SEPTEMBER 2014
ALGEMEEN
BTW (omzetbelasting) Vergoedingen en verstrekkingen aan een werknemer zijn naar hun aard altijd inclusief BTW. Dat is het totale voordeel dat de werknemer als ‘loon’ geniet. Men zou ook kunnen zeggen: de werknemer is hier de consument/eindverbruiker en krijgt dus de last van de BTW. Werkgevers die aftrek van betaalde omzetbelasting genieten (dus veruit de meesten) leggen echter alles in hun financiële administratie vast exclusief BTW. Berekening van het bedrag dat in de ‘vrije ruimte’ valt en van het meerdere dat in de eindheffing van 80% valt, houdt dus in dat de BTW, na overboeking uit de financiële administratie voor bepaalde posten er weer bijgeteld moet worden. Als verzachting voor dit probleem staat de staatssecretaris nu toe dat de werkgever en de inspecteur afspreken dat hiervoor een gemiddelde BTW-druk kan worden genomen.
Staatssecretaris Eric Wiebes: “Met een vijftal specifieke aanpassingen worden de eerdere bezwaren tegen de regeling vrijwel geheel weggenomen en wordt de uitvoerbaarheid aanzienlijk verbeterd.”
Dit wordt opgelost doordat bepaalde voorzieningen op de werkplek vanaf 2015 onder een nieuwe gerichte vrijstelling gaan vallen. Voor die voorzieningen vervalt dan (binnen het gebruikelijkheidscriterium!) het verschil tussen vergoeden en verstrekken en ter beschikking stellen. De administratieve eisen van een gerichte vrijstelling t.o.v. een nihilwaardering moet men dan op de koop toe nemen. Is een vergoeding of verstrekking op zich gebruikelijk, maar wel ongebruikelijk hoog, dan moet zij voor het meerdere alsnog in de vrije ruimte worden opgenomen en bij overschrijding daarvan worden belast. Wel bijhouden dus! Percentage vrije ruimte Om de genoemde verruimingen te dekken, wordt de ‘vrije ruimte’ waarbinnen gebruikelijke vergoedingen en verstrekkingen onbelast blijven vanaf 2015 teruggebracht van 1,5% van de loonsom naar 1,2% daarvan. Einde keuzeregime Het keuzeregime eindigt per 01-01-2015, zodat iedere inhoudingsplichtige vanaf die datum over moet stappen op de WKR.
PA G I N A 8
Gebruik de Govers WKR-tool; vraag hem gratis aan! Om de invoering en toepassing van de WKR makkelijker voor u te maken, hebben wij een zgn. WKR-tool ontwikkelt. De tool is gemaakt in de vorm van een Excel spreadsheet die u kunt invullen aan de hand van de bij u gebruikelijke (onkosten)vergoedingen en verstrekkingen. Bij de door u in gegeven getallen rekent het programma uit wat de gevolgen van de invoering van de WKR zijn binnen uw organisatie. Als u dit tijdig doet, kunt u mogelijk nog aanpassingen in de vergoedingenstructuur doorvoeren, waardoor de fiscale situatie er beter uit komt te zien. Binnen vele organisaties worden nog zogenoemde algemene onkostenvergoedingen verstrekt. Is dat bij u ook het geval, dan moet u zeker stappen ondernemen!! Indien deze onkostenvergoedingen ‘gebruikelijk; zijn, vallen zij straks in de vrije ruimte. Specificeren van de diverse kostenvergoedingen zou u geld kunnen besparen. Begin hier tijdig mee want dit kan ook een verandering in de binnen uw organisatie geldende arbeidsvoorwaarden betekenen. Neem dus contact op met uw relatiebeheerder. Hij kan u de tool verstrekken. Mocht een en ander vragen opleveren of mocht u bij het invullen hulp wensen, dan kunnen wij u daar uiteraard bij van dienst zijn. Ook als de vergoedingenstructuur door aanpassingen mogelijk voordeliger uitvalt, kunnen wij u daarbij adviseren. Vraag daarom de tool tijdig aan. Het maakt u duidelijk hoe de zaken er bij invoering van de WKR bij u voorstaan. Tijdig ingrijpen kan u geld besparen.
Mr. Henk de Ruyter
ANB en Govers gevestigd op Strijp-S Sinds kort zijn ANB en Govers ook gevestigd op Strijp-S. In het Videolab aan de Torenallee nummer 20 houden we kantoor, in een groter geheel van een 30-tal bedrijven. We maken gezamenlijk gebruik van de aldaar beschikbare faciliteiten, zodat we daar kunnen werken als waren we op kantoor. Strijp-S bruist van de energie en daarmee van het ondernemerschap. Wij willen graag ‘meebouwen’ aan dit deel van Eindhoven en deel uitmaken van de enthousiaste club ondernemers aldaar. Door ons tussen hen te vestigen stellen we onze kennis beschikbaar. Met die kennis maken we de
(startende) bedrijven op Strijp-S sterker, zodat ze kunnen groeien en zich kwalitatief verder kunnen ontwikkelen. Ook onze medewerkers krijgen op deze wijze de mogelijkheid om van het enthousiasme te proeven en geïnspireerd te raken.
ZORG VOOR NIEUWE PENSIOENBRIEF De directeur-grootaandeelhouder met een pensioen in eigen beheer heeft eind 2013 zijn/haar pensioenbrief moeten aan passen in verband met onder andere een hogere AOW-leef tijd. Dit jaar heeft de Eerste Kamer wederom verdere wijzigin gen voor de pensioenopbouw in eigen beheer goedgekeurd. Deze gaan volgend jaar in. Het betreft – kort gezegd – een aftoppingsgrens waardoor het loon waarover pensioen kan worden opgebouwd is gemaximeerd op € 100.000. Daarnaast worden de opbouwpercentages verlaagd. De pensioenbrieven moeten vóór het einde van het jaar worden aangepast. In een aantal gevallen kan worden volstaan met het opmaken van een addendum bij de vorig jaar gemaakte pensioenbrief.
TE VEEL PRIVÉ-KILOMETERS Als uw werknemer een ‘verklaring geen privégebruik voor de auto van de zaak’ heeft getekend, dan vrijwaart dit u niet automatisch. Wanneer u vermoedt of redelijkerwijs kan vermoeden dat er te veel privé-kilometers worden gereden, dan dient u uw werknemer schriftelijk om een toelichting te vragen en de auto mogelijk alsnog te verlonen. Negeert u de aanwijzingen dat toch sprake is van privégebruik, dan kan de Belastingdienst achteraf bij u als werkgever een naheffingsaanslag opleggen.
PA G I N A 9
Als u binnenkort een afspraak maakt met uw relatiebeheerder of adviseur, laat u dan ook inspireren door Strijp-S!
Geert Lubse en drs. Kamiel Lemmens
Mr. Manfred Maas RB
SIGNAAL NR 70 SEPTEMBER 2014
FIS CA LE TIP S
5. Wegnemen van het onderscheid tussen vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikkingstellingen Voorzieningen die mede op de werkplek gebruikt/verbruikt worden, mocht u vanwege waarderingsproblemen op nihil waarderen. Een nihilwaardering kan van nature echter slechts gelden voor ter beschikking gestelde zaken die van de werkgever blijven. Gebruik of verbruik van zaken leent zich voor een nihilwaardering. Vergoedingen (in geld) en verstrekkingen (de waarde van in eigendom overgedragen zaken) lenen zich daar niet voor. Die worden eigendom van de werknemer, vallen daarmee onder het loon en horen dus in de vrije ruimte thuis. Het kopje koffie dat door de baas wordt verstrekt, was vrijgesteld. Koopt de werknemer die koffie zelf met een vergoeding van de werkgever, dan zou dat in de vrije ruimte vallen. Ongelijke behandeling!
FISCAAL
FISCAAL
Het einde van pensioen in eigen beheer nabij? Alle actualiteiten op een rij.
Dit waardeverschil heeft direct impact op de ruimte die u hebt voor dividenduitkeringen. Met de invoering van de flex-B.V.-wetgeving, zoals geldig vanaf 1 oktober 2012, moet u op basis van een verplichte uitkeringstoets vaststellen of een dividenduitkering mogelijk is, zonder dat u daarmee uw eigen BV in de problemen brengt. Hiertoe moeten de balans en het vermogen naar de waarde in het economisch verkeer bepaald worden. Voor de pensioenvoorziening hanteren we dan de commerciële waardering. Zoals gezegd, kan deze (werkelijke) waarde aanzienlijk hoger liggen. Het eigen vermogen van uw BV neemt dan met eenzelfde bedrag af en blijkt dan feitelijk lager te zijn. Dit lagere vermogen biedt dus geen of tenminste veel minder ruimte voor dividenduitkeringen. Veel DGA’s bouwen in eigen beheer pensioen op. In zijn huidige – actuari eel berekende – vorm, lijkt het einde daarvan in zicht. Dit wordt met name veroorzaakt door de langdurig lage marktrente en de invoering van de dividendtoets bij de wetgeving omtrent de flex-B.V. Daarnaast spelen de al deels uitgevoerde kabinetsplannen omtrent de pensioenen een rol. Maar hoe zit dat allemaal precies ? Als DGA kunt u in uw eigen B.V. een pensioen opbouwen. U brengt uw pensioenopbouw niet onder bij een verzekeringsmaatschappij, maar binnen uw eigen B.V. Voordelen hiervan zijn dat de opbouw ten laste gaat van de winst zodat de belastinglast omlaag gaat. Pensioengelden verlaten de vennootschap niet, maar blijven beschikbaar binnen de eigen B.V. Hierdoor houdt u de vrijheid om het pensioengeld naar eigen inzicht te beheren en beleggen; en dat gebeurt dan meestal binnen uw eigen onderneming. Waardering pensioen in eigen beheer De pensioenvoorziening eigen beheer staat als verplichting opgenomen op de balans van de vennootschap. Tot nu toe wordt deze veelal gewaardeerd op fiscale grondslagen. Dit betekent een rekenrente van minimaal 4%, geen leeftijds terugstellingen en geen kosten- en winstopslag. De marktrente wijkt momenteel echter aanzienlijk af van deze verplichte rekenrente van 4%. De fiscale berekening geeft daardoor een sterk vertekend beeld. De huidige lage rekenrentes en de verplichting om het pensioen waarde- en welvaartsvast te houden (de indexatieverplichting) zorgen er bovendien voor dat de werkelijke waarde van de pensioenverplichtingen een heel stuk hoger kan liggen dan het –veelal op fiscale grondslagen berekende- bedrag dat op uw balans staat gereserveerd. Als u namelijk eenzelfde pensioen wilt verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij, dan bent u in de meeste gevallen een veel hogere koopsom verschuldigd.
PA G I N A 1 0
Verlaging jaarlijkse pensioen opbouw Het zal u niet ontgaan zijn dat de wetgever de opbouw van pensioen aanzienlijk aan banden heeft gelegd. Lagere opbouwpercentages in 2014 en de nog verdere verlaging in 2015, plus het invoeren van een maximaal pensioengevend salaris van €100.000, zorgen ervoor dat u in de toekomst jaarlijks minder aan pensioen opbouwt. Iedereen moet immers langer werken en daar hoort dus een lagere en meer geleidelijke opbouw bij. Daarmee worden ook de jaarlijkse aftrekbare pensioenpremie en het fiscale (aftrek)voordeel lager. Het belang neemt dus af. Een andere waardering? De (fiscale) voordelen verdwijnen langzaam door de genoemde ontwikkelingen in pensioenland. Samen met het geschetste onjuiste beeld van het huidige balansvermogen hebben de makers van de Richtlijnen van de Jaarverslaggeving de tijd rijp gevonden om de waarderingsregels voor pensioenen in eigen beheer te veranderen. Met ingang van 1 januari 2014 moet de waardering gebaseerd zijn op de ‘beste schatting’ van de opgebouwde pensioenverplichting. Nu hoor ik u denken, de beste schatting, hoe bereken ik die? Heel goede vraag! De verslaggevingsregels geven daarvan helaas geen definitie. Toch bevatten ze wel enkele handvaten. Als er een voornemen bestaat tot het onderbrengen van de pensioenverplichting bij een professionele pensioenverzekeraar (ook wel afstorten genoemd) dan is de door de verzekeraar in rekening te brengen koopsom ‘de beste schatting’. Bestaat dit voornemen (nog) niet, dan moet u op zoek naar een andere waarderingsmethode. In alle gevallen dient waardering plaats te vinden op basis van een in Nederland algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsmethodiek. Hierbij mag u gebruik maken van een lagere rekenrente, waarbij u dan aansluiting moet zoeken bij de marktrente per balansdatum van hoogwaardige ondernemingsobligaties.
Middelgrote en grote ondernemingen zijn gehouden aan de waarderings systematiek die we hier ‘de beste schatting’ noemen. Alleen als de waardering volgens fiscale grondslagen niet materieel afwijkt van de ‘beste schatting’, is handhaving van de fiscale waarde voor deze bedrijven op de balans toegestaan. Bij een kleine vennootschap heeft u daarnaast nog de mogelijkheid om de gehele jaarrekening op te stellen volgens fiscale grondslagen. De wet biedt daarvoor de ruimte. Maar dat houdt wel in dat alle jaarrekeningposten fiscaal gewaardeerd moeten worden; dus naast de pensioenverplichting moeten ook de andere activa en passiva op fiscale grondslagen worden gewaardeerd. Het is de vraag of dit wenselijk is. U bent immers gebaat bij een reëel beeld van de vermogenspositie van uw BV. Een eigen vermogen dat is opgebouwd uit ‘lucht’ kan mogelijk een nog sterker vertekend beeld geven dan de afwijking van de fiscale pensioen voorziening ten opzichte van de commerciële waarde. Daarnaast kan een aanpassing naar fiscale grondslagen problemen opleveren voor de waardering van deelnemingen. Deze dienen over het algemeen op dezelfde grondslagen gewaardeerd te worden als de grondslagen van de moeder maatschappij. We kunnen ons dus terecht afvragen of de keuze voor volledige fiscale waarderingsgrondslagen bij kleine BV’s altijd wel zo slim is. Drie waarderingsmethodes Resumerend moeten we stellen dat we inmiddels op het gebied van pensioenen in eigen beheer met drie verschillende waarderingsmethodes worden geconfronteerd, die elk hun eigen doelstelling hebben: • De fiscale waardering voor de bepaling van de premieaftrek in eigen beheer en, indien men daarvoor kiest, voor de (fiscale) balans van de kleine BV. • De ‘commerciële’ waardering voor de bepaling van het eigen vermogen en voor de beoordeling van eventuele ruimte om dividend uit te keren. • De ‘beste schatting’ die we hanteren op de balans van de onderneming en die verplicht is voor middelgrote en grote vennootschappen, maar optioneel voor kleine vennootschappen.
Drs. Desirée van der Heijden – Lemmerlijn RA
Wat nu? Mede door de hiervoor geschetste wetswijzigingen en de bijbehorende praktische problemen is het kabinet zich aan het beraden over de toekomst van het pensioen in eigen beheer. Het stelsel is te moeilijk geworden en de gevolgen zijn in veel gevallen niet te overzien en ook niet gewenst. Het lijkt er op dat de (actuariële) opbouw in eigen beheer voor de DGA in de huidige vorm zal worden gewijzigd in een soort van forfaitair te berekenen oudedagsreserve op de balans. Maar ook deze plannen hebben al de nodige vragen opgeleverd. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het verleden en de reeds bestaande opgebouwde rechten? Fiscaal is dit nog wel te regelen, maar hoe zit het met de civielrechtelijke aspecten van de door de DGA/werknemer opgebouwde aanspraken tegenover zijn/haar BV? Zolang het kabinet hier nog geen duidelijkheid over geeft, heeft u met ingang van 2014 te maken met de nieuwe waarderingsregels. Uiteraard nemen wij dit mee bij het samenstellen van uw jaarrekening. En we houden u op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op pensioengebied.
Drs. Desirée van der Heijden – Lemmerlijn RA
OMZETTING VAN STAMRECHTEN EN LIJFRENTEN De Staatssecretaris van Financiën heeft onlangs de fiscale behandeling versoepeld van lijfrenten en stamrechten die zijn gevormd doordat ondernemers hun stakingswinst en/of oudedagsreserve hierin hebben omgezet. Het gaat hier dus uitdrukkelijk niet om de ontslaguitkering c.q. de gouden handdruk, waar wij in vorige edities over geschreven hebben. Onderstaand de belangrijkste wijzigingen: • Een (tijdelijke) oudedagslijfrente dient uiterlijk in te gaan in het kalenderjaar waarin de gerechtigde de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan zijn/haar AOW-leeftijd. Een ondernemer die zijn onderneming later beëindigt, zou dan zijn stakingswinst of oudedagsreserve niet kunnen omzetten in een lijfrente. Dit wordt nu echter wel goedgekeurd op voorwaarde dat lijfrente-uitkeringen direct ingaan.
PA G I N A 1 1
• Bij staking moet de lijfrente worden bedongen binnen 6 maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de onderneming is gestaakt. Termijnoverschrijding is in beginsel fataal tenzij de ex-ondernemer aannemelijk maakt dat deze hem niet kan worden aangerekend. Evenmin is termijnoverschrijding fataal als de Belastingdienst bij de aanslag correcties aanbrengt die niet het gevolg zijn van verwijtbare nalatigheid van de ex-ondernemer. • Voor oude stamrechten (bedongen vóór 1992) geldt dat deze uitsluitend mogen eindigen bij overlijden. Goedgekeurd is dat deze ook mogen worden omgezet in een tijdelijke oudedagslijfrente mits deze wordt uitgevoerd door een bank of een verzekeraar. Mr. Manfred Maas RB SIGNAAL NR 70 SEPTEMBER 2014
FISCA LE TIP
Deze waardering op economische grondslag (hierna commerciële waardering) staat dus niet meer in verhouding tot de fiscale waardering. En de verschillen kunnen flink oplopen.
Govers’ team van financieel specialisten heeft tientallen jaren ervaring met de dagelijkse praktijk van bedrijven, beoefenaren van vrije beroepen, non-profitorganisaties en (semi-)overheidsinstellingen. Door Govers’ brede dienstenpakket en de persoonlijke benadering op het totale belastingtechnische en financieel-administratieve vlak, haalt de cliënt het maximale rendement uit zijn organisatie. • • • • • •
Accountancy Administratieve dienstverlening Belastingadvies Bedrijfskundige advisering Corporate finance Mediation
Govers Accountants/Adviseurs is lid van UHY. UHY is een wereldwijd netwerk van zelfstandige accountantsen advieskantoren, met teams in 242 kantoren in 76 landen. Voor meer informatie bezoekt u: www.uhy.com.
Govers Accountants/Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Telefoon: (040) 2 504 504 Fax: (040) 2 504 599 E-mail:
[email protected] Twitter: http://twitter.com/#!/GoversAdviseurs