Notulen Participantenvergadering Global Multi Asset Fund d.d. 23 april 2008 te Haarlem Voorzitter: F.Y.M. van Zinnicq Bergmann Beheerder: M.J. Gieling, F.Y.M. van Zinnicq Bergmann, M.P. Vijver en R.J. Kuperus (directie Global Multi Asset Management B.V., beheerder van het fonds) Notulist: R.J. Kuperus Bewaarder: R.F. Kok (KAS-Trust Bewaarder Global Multi Asset Fund B.V., bewaarder van het fonds) Agenda 1. Opening 2. Notulen van de vergadering 12 december 2006 3. Mededelingen van de beheerder: 3 a. 3 b. 3 c. 3 d. 3 e. 3 f. 3 g.
Presentatie jaarrekening 2007 Nieuwe naam van het fonds Nieuwe directie van beheerder Nieuwe gedelegeerd vermogensbeheerder Nieuwe invulling en profiel Raad van Bijstand Kostenreductie Nieuwe prospectus
4. Wijziging beleggingsbeleid (beslissing participantenvergadering) 5. Wijziging voorwaarden van beheer en bewaring (beslissing participantenvergadering) 6. Rondvraag 7. Sluiting 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 15.00 uur en heet de aanwezigen van harte welkom. 2. Notulen participantenvergadering 12 december 2006 De notulen worden doorgenomen. De heer R. Kok merkt op dat de naam van de bewaarder van het fonds verkeerd in de notulen staat, er dient te staan: KAS-Trust Bewaarder Global Multi Asset Fund B.V..
3. Mededelingen beheerder De voorzitter merkt op dat het vandaag gaat om een vergadering waarin onder meer de nieuwe directie en het nieuwe beleggingsbeleid op de agenda staan. Er is door de nieuwe directie van de beheerder veel werk verricht, en de voorzitter denkt dat de nieuw te volgen koers een goede is. Hij staat stil bij het werk over de afgelopen jaren, er is op een constructieve wijze gewerkt, steeds in het belang van de participanten. Bijzondere aandacht gaat uit naar de heer R. van Wakeren, die als lid van de Raad van Bijstand ook in de moeilijke tijden die het fonds gekend heeft een steun was voor de directie. 3a. Presentatie jaarrekening 2007 Namens de directie van de beheerder merkt M. Gieling op dat er formeel nog geen sprake is van een goedgekeurde jaarrekening door de accountant van het fonds. De vergadering neemt daarom kennis van de voorlopige jaarrekening. Er wordt door de heer M. Gieling opgemerkt dat er in 2007 een rendement is bereikt door het fonds van circa - 5%. Binnen dit negatieve resultaat is het gedeelte koersrendement op de beleggingen circa - 2,1%. Dit koersverloop was overigens beter dan de resultaten van de benchmark van het fonds, welke een rendement vertoonde van circa - 2,9%. De definitieve en gedetailleerde cijfers over 2007 zullen na goedkeuring door de accountant op de website van het fonds beschikbaar worden gesteld. Dit wordt voor 30 april verwacht. 3b. Nieuwe naam van het fonds De beheerder van het Global Multi Asset Fund heeft gezocht naar mogelijkheden om de kostenstructuur van het fonds (en de transparantie daarvan) te verbeteren, teneinde een beter rendement voor de participanten te realiseren, met inbegrip van het bieden van een garantiestructuur die de waarde van de beleggingen tot een bepaald niveau garandeert. Daarbij is gebleken dat dit het beste zou kunnen gebeuren door voortaan te beleggen in zogenaamde beursgenoteerde indextrackers (“ETF’s”) in plaats van in individuele aandelen, obligaties en/of beleggingsfondsen., op het beleid zal nader onder agendapunt 4 worden ingegaan. De nieuwe naam van het fonds zal zijn “Index Garant Klikfonds” (per 23 juli 2008), een en ander om het nieuwe beleggingsbeleid en de structuur tot uitdrukking te laten komen in de naam van het fonds. Ook de naam van de bewaarder en beheerder zullen dienovereenkomstig gewijzigd worden. 3 c. Nieuwe directie van beheerder De beheerder, Global Multi Asset Management B.V. krijgt een nieuwe directie. Per 1 april 2008 bestaat de directie uit de heren mr Reinder J. Kuperus en Marc P. Vijver, in verband met de continuïteit en de overdracht van de werkzaamheden van het fonds tot 1 mei 2008 bijgestaan door de voorgaande directie, te weten de heer mr F.Y.M. van Zinnicq Bergmann en de heer drs. M.J. Gieling. Allen voldoen aan de eisen die de Wft stelt aan bestuurders van beleggingsinstellingen. De heer R. Kuperus en de heer M. Vijver zijn directielid en aandeelhouder van Index People en zien goede mogelijkheden om de prestaties van het fonds te verbeteren. De Autoriteit Financiële Markten heeft ingestemd met de aanstelling van de directieleden. 3 d. Nieuwe gedelegeerd vermogensbeheerder Per 23 juli 2008 zal The Index People B.V. als gedelegeerd vermogensbeheerder worden aangetrokken. De vermogensbeheerder uit Haarlem is gespecialiseerd in indexbeleggen en werkt onder meer samen met Barclays Bank.
Tot 23 juli 2008 blijft Lombard Odier Darier Hentsch & Cie (Nederland) N.V. het beleggingsbeleid uitvoeren, een en ander met in achtneming van een soepele overgang van het ene naar het andere beleid. Dit betekent dat in de genoemde periode tot aan 23 juli 2008 er een geleidelijke afbouw van de beleggingsposities van het fonds zal plaatsvinden. De relatie met Lombard is formeel opgezegd per 23 juli 2008. Indien de afbouw van posities het geldende beleggingsbeleid en -restricties overtreft, is dit het gevolg van genoemde eerdere geleidelijke overgang, gegeven enkele minder liquide beleggingen van het fonds in hedgefunds en de moeilijke verhandelbaarheid ervan. Het prospectus en de voorwaarden van beheer en bewaring bieden hier de mogelijkheid toe. 3e. Nieuwe invulling en profiel Raad van Bijstand Per heden zal de Raad van Bijstand bestaan uit de heren dr. J. Koelewijn, A. Th. Harmsen AA en drs. M.A. Tak. Allen hebben een lange staat van dienst op het gebied van financiering, belegging en accountancy. Daarbij zijn de heer J. Koelewijn en de heer M. Tak ook columnisten en hebben een reputatie op het gebied van het analyseren en beoordelen van beleggingsproducten. De Raad van Bijstand zal het beleid van de beheerder kritisch volgen en de beheerder van advies voorzien. 3f. Kostenreductie Ten opzichte van de bestaande kostenstructuur, is het nieuwe beleid van de beheerder erop gericht zoveel mogelijk kosten te besparen. Dit wordt onder meer bereikt door: 1. de vaste kosten terug te brengen tot ca. 1% van vermogen van het fonds (over 2007 bedroegen deze kosten ca. 2,2%); 2. de kosten voor beheer en beleggen terug te brengen tot ca. 1,5% (over 2007 bedroegen deze kosten ca. 3%); 3. de perfomance fee te laten vervallen (deze bedroeg 50% over de behaalde resultaten boven de strategische benchmark); 4. de zogenaamde op- en afslagkosten, zijnde de kosten die het fonds rekent voor aan- en verkoop van participaties, te laten vervallen (deze bedroegen afzonderlijk 1,5% over de participatiebedrag per participant). Het is de nadrukkelijke de ambitie van de beheerder van het fonds, die daartoe goede contacten onderhoudt met belangrijke distributiekanalen, de instroom van vermogen in het fonds in 2008 aanzienlijk te laten toenemen. Naar verwachting zal het fondsvermogen eind 2008 rond ca.€ 40 miljoen liggen, waarbij de totale “TER” (Total Expense Ratio) nog lager komt te liggen, op ca. 2 %. Dit aangezien de vaste kosten geen percentage van het fondsvermogen zijn. Er zijn overigens kosten gemoeid met het beleggen in het Barclays-certificaat, wat onderdeel uitmaakt van het nieuwe beleggingsbeleid. Deze kosten zijn geen onderdeel van de TER, en worden verrekend in de nettovermogenswaarde van het genoemde beleggingsproduct. 3g. Nieuwe prospectus Namens de directie van de beheerder merkt M. Vijver op dat er formeel nog geen sprake is van een goedgekeurd prospectus door de accountant van het fonds. De vergadering neemt daarom kennis van het voorlopige prospectus. Het kan dus zijn dat de tekst van deze conceptversie, die al enkele weken ter informatie aan de beleggers op de website van het fonds staat, nog marginaal wijzigt. Het definitieve prospectus zal na goedkeuring door de accountant op de website van het fonds beschikbaar worden gesteld.
4. Wijziging beleggingsbeleid. Om het fonds aantrekkelijker te maken voor nieuwe en bestaande beleggers wordt de uitvoering van het beleggingsbeleid vereenvoudigd. Met ingang van 23 juli 2008 zal er worden belegd in ETF’s, ook wel indextrackers genoemd. Een ETF volgt een index zo nauwkeurig mogelijk tegen veel lagere kosten dan de actieve beleggingsfondsen waarin het fonds nu belegt. Daarnaast is de risicospreiding van een ETF veel groter dan bij het beleggen in individuele aandelen (of aandelenfondsen) of obligaties (of obligatiefondsen). Wijziging beleggingsbeleid Oud beleid Momenteel wordt het fondsvermogen (in beginsel) belegd in “asset classes” (beleggingscategorieën), en wel in de volgende verhouding: direct of indirect 40% in wereldwijd gespreide aandelen; direct of indirect 30% in vastrentende waarden; direct of indirect 20% in funds of hedgefunds; en de resterende 10% indirect in vastgoed. Nieuw beleid Beleggingsdoel (gewijzigd) Het fonds heeft ten doel het beleggen van vermogen in effecten en andere vermogenswaarden, zodanig dat de risico's daarvan worden gespreid en gemaximeerd, en zijn participanten in de opbrengst te doen delen. Het beleggingsbeleid zal niet specifiek gericht zijn op het behalen van inkomsten, maar op het behalen van vermogenswinsten op de lange termijn, met in begrip van het bieden van een garantiestructuur die de waarde van de beleggingen tot een bepaald niveau garandeert. Uitgangspunt bij het beleggingsbeleid is wereldwijde spreiding in meerdere asset-classes. In beleggingstermen heet dit “Global Beta Exposure”. De doelstelling om de strategische benchmark te verslaan wordt verlaten, aangezien dit op langere termijn zelden slaagt en er substantiële transactiekosten mee gemoeid zijn. Bovendien verliest de benchmark zijn functie als graadmeter voor de performance-fee, aangezien die niet meer van toepassing zal zijn in het nieuwe beleid. Beleid (gewijzigd) Algemeen Het fonds belegt indirect (met gebruikmaking van een in opdracht van Index People als aanstaand gedelegeerd beheerder van het fonds door Barclays* vervaardigd certificaat) in: 1. ETF’s (“Exchange Traded Funds”, beursgenoteerde fondsen die een bepaalde index volgen, ook wel “trackers” genoemd); 2. geldmarktfondsen die de ontwikkeling van de EONIA referentierente volgen. *Er kan ook gebruik gemaakt worden van (gestructureerde) beleggingsproducten van andere aanbieders, met een zelfde of vergelijkbare structuur en garantieopzet als het Barclays-certificaat. Binnen het Barclays-certificaat bestaat de structuur dat er enerzijds te allen tijde een garantiewaarde aanwezig is gelijk aan 85% van de hoogst behaalde nettovermogenswaarde van de onder het Barclayscertificaat uitgegeven notes, waarin het fonds vanaf 23 juli 2008 zal gaan beleggen, en er anderzijds tegelijkertijd een zo groot mogelijk deel van de beschikbare middelen in ETF’s belegd kan worden.
De door Index People als aanstaand gedelegeerd beheerder van het fonds en Barclays geformuleerde handelsregels bepalen dat bij een neergaande koers van de ETF’s de posities in ETF’s worden afgebouwd ten gunste van geldmarktfondsen, zodanig dat de beleggingen voldoende liquide zijn om de garantiewaarde uit te kunnen keren. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan zal Barclays er zelf in voorzien dat de garantiewaarde uitgekeerd kan worden. Barclays geldt in deze als debiteur van het fonds. ETF’s Het fonds belegt wereldwijd (via het Barclays-certificaat) een zo groot mogelijk deel van het fondsvermogen, op datum van uitgifte van het Barclays-certificaat circa 85% (dat percentage fluctueert), in ETF’s die indexen van verschillende beleggingscategorieën volgen. Indien over de periode 3 januari 2000 – 17 maart 2008 in het Barclays-certificaat belegd zou zijn, dan was er een gemiddelde belegging in de ETF’s geweest van circa 60% van het totaal van de beleggingen in het Barclays-certificaat. Binnen de mogelijkheden die het Barclays-certificaat daartoe biedt, bepaalt Index People in welke ETF’s er wordt belegd, en voor welk percentage. Daarbij geldt voor het gedeelte dat in ETF’s belegd wordt de volgende onderverdeling: 1. circa 55% wordt (via het Barclays-certificaat) belegd in ETF’s in wereldwijd gespreide aandelen.; 2. circa 25% wordt (via het Barclays-certificaat) belegd in ETF’s in wereldwijd gespreide vastrentende waarden.; 3. circa 20% wordt (via het Barclays-certificaat) belegd in ETF’s in wereldwijd gespreide alternatieve waarden. Tot deze alternatieve waarden behoren onder meer vastgoed, commodities, private equity en infrastructuur. De heer M. Vijver merkt op dat er dus niet meer in hedgefunds zal worden belegd. Geldmarktfondsen Daarnaast belegt het fonds indirect (via het Barclays-certificaat) op de datum van eerste uitgifte van het Barclays-certificaat voor circa 15% van het fondsvermogen (dat percentage fluctueert) in geldmarktfondsen die de EONIA referentierente volgen en die de rentecondities hebben van een deposito, maar dan zonder beperkingen in de opvraagbaarheid van de toevertrouwde gelden. Garantiewaarde Voor de belegger in het fonds betekent dat het risico van waardevermindering van de belegging in het fonds is gemaximeerd is tot circa 15% van het ingelegde bedrag. Hierbij worden de kosten van het fonds in mindering gebracht op het garantieniveau dat onder het Barclays-certificaat geldt. Het maximale verlies bij iedere stijging van de netto vermogenswaarde van het Barclays-certificaat ten opzichte van het instapmoment vermindert omdat de garantiewaarde telkens op 85% van dat hogere niveau wordt vastgeklikt. De effecten waarin (via ETF’s en geldmarktfondsen) wordt belegd kunnen worden verhandeld op (al dan niet gereglementeerde) markten. De onder de werking van het Barclays-certificaat aan het fonds uitgegeven notes zijn niet beursgenoteerd en kunnen dagelijks door het fonds aan Barclays worden verkocht tegen: (i) de garantiewaarde; of, indien hoger (ii) de laatst vastgestelde nettovermogenswaarde.
Beleggingsrestricties Ten aanzien van de spreiding van de beleggingsportefeuille geldt als uitgangspunt dat van het door het fonds indirect (via het Barclays-certificaat) in ETF’s te beleggen fondsvermogen: - niet minder dan 5% of meer dan 75% wordt belegd in aandelen ETF’s; - niet meer dan 50% wordt belegd in vastrentende waarden ETF’s; - niet meer dan 30% wordt belegd in alternatieve waarden ETF’s. Risico nieuw beleggingsbeleid Het risico van beleggen in het fonds zal als gevolg van het nieuwe beleggingsbeleid lager worden. Conform de daartoe door de Autoriteit Financiële Markten gehanteerde risicometer, kwalificeert het fonds zich voor de categorie “klein risico”. Gevraagde beslissing De voorzitter verzoekt de participantenvergadering de wijziging van het beleggingsbeleid goed te keuren. De participantenvergadering keurt de wijziging van het beleggingsbeleid goed. 5. Wijziging voorwaarden van beheer en bewaring In de voorwaarden van beheer en bewaring zijn een aantal wijzigingen aangebracht, zoals blijkt uit het eerder op de website van het fonds gepubliceerde concept ervan. Er worden geen wijzigingen aangebracht die kunnen worden gezien als een vermindering van rechten van participanten of het opleggen van lasten. Het betreft uitsluitend wijzigingen verband houdende met de wijziging van het beleggingsbeleid en de vervanging van de gedelegeerd vermogensbeheerder. De wijziging van het beleggingsbeleid wordt in dit stuk toegelicht. Gevraagde beslissing De voorzitter verzoekt de participantenvergadering de wijziging van de voorwaarden van beheer en bewaring goed te keuren. De participantenvergadering keurt de wijziging van de voorwaarden van beheer en bewaring goed. 6. Rondvraag De voorzitter en de heer M. Gieling bedanken alle betrokkenen bij de voorgaande periode en bij de wijzigingen van het fonds voor hun inzet en wensen de nieuwe directie van de beheerder veel succes met de nieuwe fase waarin het fonds zich zal gaan begeven. De heer R. Kuperus en de heer M. Vijver bedanken de scheidende directie voor de soepele overgang en de prettige samenwerking. De heer R. Kok sluit zich aan bij deze woorden. 7. Sluiting Met dank aan allen voor hun aanwezigheid, betrokkenheid en belangstelling sluit de voorzitter de vergadering.