Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
foto: GroenLinks afd. Stadskanaal
GroenLinks afd. Stadskanaal, 17 september 2014 Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
Inleiding: De gemeente Stadskanaal geeft aan niet op de hoogte te zijn (geweest) van de aanwezigheid van chemisch afval in bunkers op het (voormalig) Philipsterrein aan de Electronicaweg in Stadskanaal en geen onderzoek kan plegen zonder toestemming van de eigenaar van het onroerend goed. In hoeverre is dit juist en was de gemeente Stadskanaal op de hoogte van de vervuiling van de grond die onder het (voormalig) Philipsterrein aanwezig was? GroenLinks Stadskanaal heeft, naar aanleiding van een tweetal notities, onderzoek gedaan. Deze notities zijn: 1. De Straat Milieu-adviseurs BV te Groningen, “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” eindrapport d.d. 18-08-2003 in opdracht van Gemeente Stadskanaal 2. Offerte sanering Van der Wiel Infra & Milieu BV d.d. 16-10-2003 aan de gemeente t.a.v. Bureau Bedrijfsleven (BBL); Werkwijze voor deze Milieu-notitie: Hierna worden beide notities op hoofdlijnen besproken, waar nodig gedetailleerd, om een duidelijk beeld te vormen tussen de situatie anno 2003 en de huidige situatie anno 2014 van het (voormalig) Philipsterrein. Met een samenvatting van beide notities wordt door GroenLinks afd. Stadskanaal vervolgens een aantal vragen voorgelegd en afgesloten met een aantal aanbevelingen aan de gemeenteraad. Daarnaast is van twee willekeurige bronnen op internet op het gebied van bodemverontreining door vluchtige organochloorverbindingen (VOCl's) informatie bijgevoegd. Wat VOCl's precies zijn, op welke wijze ze bodemverontreiniging opleveren en wat daar mogelijk aan te doen valt? Vervolgens wordt, met enkele foto's van de huidige situatie op het voormalig Philipsterrein, afgesloten met een kopie van desbetreffende gebruikte notities.
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Rapport 1. De Straat Milieu-adviseurs BV te Groningen, “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” eindrapport d.d. 18-08-2003 Het voorblad is duidelijk over de opdrachtgever in deze, de gemeente Stadskanaal: “Historisch onderzoek aan de Elektronicaweg 1 te Stadskanaal; eindrapport; In opdracht van: Gemeente Stadskanaal; Opgesteld door: De Straat Milieu-adviseurs BV; Projectnummer: B03K0289; Documentnaam: R1 RDBO3KO289” De datum waarop dit rapport is uitgebracht: “Datum: 18 augustus 2003” Aanleiding en doel van het onderzoek, blz 3 Naar aanleiding van een grondtransitie wordt in beeld gebracht wat de mogelijke verontreinigingsbronnen zijn, de risico's, de mogelijke saneringsnoodzaak en de daardoor te maken kosten. Uit de rapportage: “De aanleiding voor het onderzoek is een geplande grondtransactie (…) Met dit onderzoek wordt geprobeerd een beeld te krijgen van mogelijke verontreinigingsbronnen, de risico's en de mogelijke saneringsnoodzaak, c.q. de kosten.” Het rapport “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” meldt dat voor dit onderzoek de volgende niveaus zijn aangehouden: “historisch gebruik
basisniveau
huidig gebruik
basisniveau
toekomstig gebruik
niet vastgesteld
financieel juridisch
niet vastgesteld
Bodemopbouw/geohydrologie
conform NEN 5740”
Uit bovenstaande tabel komt naar voren dat voor toekomstig gebruik geen niveau is vastgesteld en daarvoor geen onderzoek heeft plaatstgevonden. De gemeente heeft na grondtransitie een zorgplicht en moet de risico's bij toekomstig gebruik wegen. Daarom kan sanering voor dat moment noodzakelijk zijn. Het vooronderzoek is, zo meldt het rapport, is uitgevoerd middels: “Raadpleging bij een gemeenteambtenaar van de gemeente Stadskanaal; Inzage milieu- en hinderwetarchief; Inzage bouwarchief; Bestudering voorgaande onderzoeken; Aanvraag kadastrale kaart; Bestudering topografische kaart; Bestudering luchtfoto's bij de topografische dienst te Emmen; Het verkrijgen van een indruk van de bodemkwaliteit op belendende percelen.”
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Voor dit rapport is vooronderzoek verricht. Een gemeenteambtenaar inzage heeft gegeven in het milieu- en hinderwetarchief en bouwarchief. Daarnaast zijn een aantal voorgaande onderzoeken bestudeerd die verderop in het rapport specifiek zullen worden benoemd. Daarover later meer, onder 'Oude bodemonderzoeken betreffende alcoholverontreiniging, blz. 14'. Historisch en huidig gebruik, blz 5 t/m 14 Het rapport begint met de volgende inleiding: “Vanaf ongeveer 1960 is op de locatie een vestiging van philips aanwezig. voor die tijd kende het gebied een agrarische functie. ln onderstaande tekst wordt een beschrijving gegeven van de aanwezige gebouwen en welke stoffen er waren/zijn opgeslagen dan wel zijn gebruikt. Onderstaande informatie is verkregen uit het milieu- en hinderwetarchief van de gemeente Stadskanaal. ln het bouwarchief zijn geen noemenswaardige bodembedreigende activiteiten of bronnen vermeld.” Vervolgens vindt een opsomming plaats uit het milieu- en hinderwetarchief van de gemeente Stadskanaal, dat circa 9 bladzijden beslaat. Per gebouw wordt aangegeven welke werkzaamheden er werden en worden verricht, welke chemische stoffen daarbij aanwezig zijn (geweest) en wat er aan bekend zijnde calamiteiten heeft plaatsgevonden. Hieronder een opsomming van gebruikte chemicalien tussen 1960 en de sluiting van bepaalde locaties in 1990-1995 of tussen 1960 tot (in ieder geval) datum onderzoek aug. 2003: - Salpeterzuur; waterstoffluoride; natriumhydroxide; xyleen; tolueen; methylglycolacetaat; - Zwavelzuur; waterstofperoxide; ammoniumfluoride; aluminium; - silicium; - molybdeen; - Titaan; reinigingsmiddel voor gereedschappen; galvanisch aanbrengen van een goud-, nikkelof platinalaag; etsvloeistof; siliciumplakken; fosforoxide; boriumoxide; silaan; diboraan; fosfine; - Ethanol; ethylacetaat; aceton; trichloorethyleen; dichloormethaan; chinoline; diverse zuren en basen; brandbare vloeistoffen; vet en molykote; ethyleenacetaat; methanol; - Kaliumpermanganaat/natronloog (tank 6.500 l); zoutzuuroplossing; fosforzuuroplossing; In ondergrondse tanks zijn op dat moment aanwezig: - afgewerkte ethanol, 18.800 l; isopropanol, 22.400 l; aceton,22.400 l; alcohol,22.500 I; alcohol, 22.700 l; Andere opslagtanks op locatie: - 2 tanks voor afval rood bloedloodzout a 19.000 l; fluorwaterstofzuur; 17.870 l; - 2 waterstoftanks; a 20.000 l; waterstoffluoride 17.8701; reservetank; 16.000 l; Oude bodemonderzoeken betreffende alcoholverontreiniging, blz. 14 Voor het rapport “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” zijn een zestal eerdere onderzoeksrapporten gebruikt. In onderhavige Milieunotitie is deze lijst in chronologische volgorde gezet. Waarbij het rapport vermeld dat in 1996 een verkennend milieukundig bodemonderzoek is uitgevoerd op het gehele terrein; in 2002 opgevolgd door een nader onderzoek. “- Milieukundig bodemonderzoek Elektronicaweg 1 te stadskanaal, Heidemij Advies, juni 1996, projectnummer 631/NAg5/1 71 6/1 5563; - Verkennend en aanvullend onderzoek philipsterrein te Stadskanaal, Tukker Milieuonderzoek, 10 september 1999, rapportnummer ASS/CDgg/1 524t31680; - Verkennend onderzoek Philipsterrein te stadskanaal, Tukker Milieu-onderzoek, 13 maart 2000, rapportnummer ASS/CD99/1 1 91131494, gehele terrein; Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
- Saneringsplan alcoholverontreiniging t.h.v. gebouw AO, Arcadis Heidemij Realisatie BV, 20 juni 2000, projectnummer 512l1 105/99033/Fp/avd ter hoogte van caramiteit bij gebouw AH; - Nader bodemonderzoek Elektronicaweg 1 te Stadskanaal, Arcadis, december 2002, projectnummer 1'1 0204/N Ml 41 9100027 Ol0O4; - Witte vlekken onderzoek Philipsterrein te Stadskanaal, Arcadis, juli 2003, kenmerk x.1 10204.000469.002.” Deze bovenstaande rapporten gaan over alcoholverontreiniging, kan uit het rapport opgemaakt worden met de zinsnede “ter hoogte van alcoholverontreiniging”. Dat doet de vraag rijzen of er meerdere rapporten zijn gevonden, tijdens het onderzoek door 'De Straat Milieu-adviseurs BV' die mogelijk over andere zaken dan alcoholverontreiniging gaan, zoals ongeoorloofd lozingen afvalwater, asbestrisico's etc. Nader onderzoek zal dat moeten uitwijzen. Volledigheidshalve zijn hieronder de overige genoemde onderzoeken en saneringsplannen in het onderhavige rapport chronologisch weergegeven: - Verkennend onderzoek lekkage glansbeits (locatie AH), Tukkers milieuonderzoek, februari en maart 1999, rapportnummer AAS/CD99/1191/31484; - Verkennend en nader onderzoek loze leiding (locatie AO), Tukkers milieuonderzoek, maart 1999, rapportnummer ASS/CD99/1191/31484; - Verkennend bodemonderzoek, IWACO, september 1999, rapportnummer 224523012251130; - Saneringsplan, Oranjewoud, datum onbekend, rapportnummer 13382-19347; - Saneringsplan, Arcadis Heidemij, juni 2000, rapportnummer 512/1105/99033/FP/avd; - Onderzoek ter voorkoming van asbest, Van der Wiel, februari 2002, rapportnummer 022103.FH, projectnummer 61134; - Perceel onderzoek gedempte wijk, Van der Wiel, maart 2002, rapportnummer 022161.FH, projectnummer 61134; - Analyserapport Fibrecourt, RN03-0310, 3 februari 2003; Onduidelijk is of de hierboven genoemde rapporten van Tukker met bijna dezelfde code, één en dezelfde onderzoek is, waarbij een deelrapport over glansbeits (locatie ten zuidwesten van gebouw AH) en een ander deelrapport over de loze leiding (locatie AO) gaat. Het is vreemd dat in de tekst bij locatie AO de loze leiding in mei 1999 wordt genoemd. Het onderzoek van Tukker vond plaats met maart 1999 als datum onderzoeksrapport. Dat tijdstip van onderzoek ligt nog voor de datum van de ontstane calamiteit. Calamiteiten, blz 16 “Uit het archiefonderzoek zijn op de reeds eerder genoemde calamiteiten na, alcohollekkage ter hoogte van gebouw AO en lekkage van glansbeits ter hoogte van gebouw AH, geen verdere calamiteiten vermeld. ln een interne notitie van de gemeente stadskanaal valt te lezen dat in het verleden twee ondergrondse dieseltanks zijn verwijderd (ligging onbekend). Tijdens het verwijderen van de tanks is circa 200 m3 met olie verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd zonder milieukundige begeleiding.” De vraag is wat de gemeente Stadskanaal in het verleden hiertoe heeft ondernomen? Hebben onderzoeken plaatsgevonden om te achterhalen wat er met de met olie verontreinigde grond is gebeurd? “Gezien het karakter van de bedrijfsactiviteiten en de grote hoeveelheden grondstoffen met een voor het milieuschadelijk kara kter is niet uit te sluiten dat zich in het verleden meer calamiteiten hebben voorgedaan die niet bij de gemeente bekend zijn.” Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Aangezien eerder in het rapport “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” is aangegeven dat veel gebruikte chemische stoffen werden overgeheveld in andere tanks voor hergebruik op andere locaties, is de kans groot dat meer calamiteiten zich hebben voorgedaan. Het is onduidelijk waarom enkele bedrijflocaties na 30 jaar zijn gesloten en nimmer voor andere doeleidnen zijn ingericht. Wat heeft de gemeente Stadskanaal doen weerhouden hier grondig onderzoek naar te doen, tevens onderzoek naar mogelijke andere calamiteiten? “Vanwege het korte tijdsbestek waarbinnen dit historisch onderzoek moest worden uitgevoerd (maximaal 3 dagen) zijn er geen interviews gehouden met huidige en/of oud werknemers van Philips.” Hoe kan men er vanuit gaan dat een driedaags durend onderzoek een gedegen grondig onderzoek kan zijn? Waarom heeft 'De Straat Milieu-adviseurd BV maar drie dagen de tijd gehad dit onderzoek te verrichten? Informatie belendende percelen, blz. 16 e.v. Met name op het noordwestelijke terrein zijn sterk verhoogde PAK's aanwezig, terwijl op de rest van het terrein geen tot licht verhoogte concentraties zijn gemeten. Verspreid over het terrein werd plaatselijk licht verhoogde minerale olie, EOX en zware metalen aangetroffen. Ter hoogte van de sloot werden licht tot matig verhoogde cadmiumgehalten gemeten die mogelijk als gevolg van het dreggen van de sloot en het aan de kant neergelegde slib in de grond terecht gekomen zijn. “Het cadmium is waarschijnlijk afkomstig van lozingen van Philips. In het grondwater zijn plaatselijk licht verhoogte concentraties chroom, barium en zink gemeten.” Een sanering voor bovengenoemde perceel stond gepland eind 2000 tot medio 2001. Aangezien de geplande nieuwbouw voor Wedeka niet doorging, is de sanering niet uitgevoerd. Bij handhaving bestemming was sanering niet urgent. In februari 2002 is naar aanleiding van asbesthoudend materiaal op het maaiveld op (noord-) westelijke zijde onderzoek uitgevoerd. Over een oppervlakte van circa 2.250m2 is asbesthoudende bovengrond aangetroffen, waarbij een afgraving onder asbestcondities een hoeveelheid van 1.125m3 aan af te voeren asbesthoudende grond zou betekenen. In maart 2002 is op hetzelfde perceel een ander onderzoek verricht waarbij matig tot sterk verhoogte gehalten aan koper, lood, arceen, nikkel, zink en/of PAK werden gemeten. Daarnaast licht verhoogte gehalten lood, cadmium, nikkel, arseen, PAK en/of minerale olie zijn gemeten. Het aangetroffen stortmateriaal zou sterk vervuild zijn met zink en koper. Tevens is in diverse proefsleuven (raaien) asbesthoudend materiaal gevonden. Eventuele werkzaamheden aan het stortmateriaal zou dan ook onder asbestcondities moeten gebeuren. Het gaat om circa 1.400m3 aan verontreinigd asbesthoudend materiaal, koper en zink. Deze paragraaf wordt afgesloten met de navolgende alinea. “Uit het bodeminformatiesysteem van de gemeente Stadskanaal (NAZCA) is naar voren gekomen dat op percelen rondom de onderzoekslocaties plaatselijk verontreinigingen met diverse stoffen voorkomen. De aanwezige verontreinigingen zijn van dien aard dat deze geen nadelige invloed zullen hebben op de onderzoekslocaties. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal verontreinigingen buiten het onderzoeksgebied zijn veroorzaakt door Philips.”
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Risico's, blz 19 Vervolgens wordt er onder risico's een zevental probleemsituaties opgesomd die een risico vormen met betrekking tot de aangetroffen verontreinigingen en de bedrijfsactiviteiten op het terrein. - “Op een groot deel van het terrein is geen onderzoek verricht. Met name in de gebouwen A, R, F, K en N levert dit extra risico's op.” Op een klein gedeelte van het Philipsterrein onderzoek is gedaan, terwijl zoveel locaties om opheldering vragen. Op locatie A waren werkplaatsen voor halfgeleiders die sinds 1995 niet meer in gebruik waren. Wat is daar in de voorgaande 30 jaar gebeurd? Op locatie F stond een demiwatervoorziening, waar diverse tanken van behoorlijk inhoud stonden: “tank natronloog van 14.000 liter; een spaarloogtank van 8.000 liter.” Locatie K was het ketelhuis/de achinekamer. Locatie N, de productiehal, sinds 1990 buiten gebruik. Ook deze ruimte na 30 jaar ingebruik name gesloten, wat is daarvan de reden? De tekst op blz. 13“Vanaf medio 1990 zijn activiteiten vanuit gebouw M overgeplaatst naar gebouw N. Na 1990 zijn eveneens activiteiten vanuit met name gebouwen AC en AQ overgeplaatst naar gebouw N.” spreekt echter tegen dat het na 1990 niet meer in gebruik zou zijn. Onduidelijkheid in het rapport. Locatie R was het pompgebouw met koelwatervoorziening, circulatiepomp en koeltorens voor de distributie van water, lucht en airco. - “Daarnaast zijn grote delen van de bedrijfsriolering en de zuurleidingen met zuurputten niet onderzocht. Gezien de aard van de gebruikte stoffen bestaat de mogelijkheid dat deze zich via lekkende leidingen/rioleringen naar de grond en het grondwater hebben verspreid.” De vraag is waarom grote delen van de riolering, zuurleidingen en zuurputten niet zijn onderzocht? - “Tijdens de eerder uitgevoerde onderzoeken is voornamelijk geanalyseerd op VOCl, (soms) vluchtige aromaten en een aantal zware metalen (grond en grondwater). Op het terrein zijn veel meer milieubelastende stoffen gebruikt. Onbekend is of de grond en/of het grondwater op het terrein met een of meerdere van deze niet onderzochte stoffen verontreinigd is.” De vraag is waarom nooit naar andere chemische stoffen onderzoek is gedaan? De (langdurige) aanwezigheid van de overige chemische stoffen die uit het milieu- en hinderwetarchief werden verzameld, waren bij de gemeente bekend ten tijde van dit opgestelde rapport in 2003. - “Het is verder onbekend hoe diep met name de VOCl-verontreiniging zich in het grondwater bevindt. ln een TNO-boring in de buurt van het terrein is een leemlaag aangetroffen van circa 29 - 35 m -mv. Het is echter niet duidellijk of deze leemlaag ook op het terrein voorkomt en, zo ja, of deze aaneengesloten is. Het eerste watervoerend pakket eindigt op circa 150 m -mv. Het risico bestaat dat de Vocl-verontreiniging (eventueel mede door de aanwezige deepwells) zich uitstrekt tot circa 150 m -mv.” De vraag is waarom geen verder onderzoek is gedaan naar het grondwater? - “Op het terrein zijn tevens een tweetal gedempte wijken aanwezig. Het is onbekend waarmee deze in het verleden zijn gedempt. Het is bekend dat in de omgeving van het terrein een demping is uitgevoerd met onder andere puin en asbesthoudend materiaat (zie paragraaf 2.g). De kans bestaat dat in de gedempte wijken asbesthoudend materiaal kan worden aangetroffen.” De vraag is waarom de gemeente niet weet waarmee het dempt is? - “Daarnaast kunnen de gedempte wijken een drainerende werking hebben waardoor de op het terrein aanwezige grondwaterverontreinigingen zich naar de gedempte wijken hebben verplaatst.” Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
De vraag is waarom hier geen verder onderzoek naar gedaan is? - “Tenslotte is ter plaatse van gebouw A tijdens de brand asbest vrijgekomen. Daarnaast is een bovengronds leidingtrace aanwezig met een asbest coating. De mogelijkheid bestaat dat in de grond (met name in de omgeving van gebouw A) asbest terecht is gekomen.” Dat er brand is geweest, kan echter in de tekst van dit onderhavige rapport van 'De Straat Milieuadviseurs BV' niet zondermeer teruggevonden worden. Wel bij locatie AO. Raming mogelijke kosten, blz 21 Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen onderzoekskosten en saneringskosten. - Onderzoekskosten. “Wat betreft de onderzoekskosten moet rekening gehouden worden met aanvullend onderzoek op zowel de reeds onderzochte locaties als op de niet onderzochte verdachte locaties. Aanvullend onderzoek is later sowieso vereist om te komen tot een afperking ten behoeve van bepaling ernst en urgentie en het indienen van een saneringsplan.” Welke locaties vallen onder de noemer 'niet onderzochte verdachte locaties'? Is daar (al eerder) een inventarisatie naar gedaan? Enkel van een vijftal in de tekst genoemde locaties is duidelijk dat zij niet onderzocht zijn. “De kosten van onderzoek zijn op te splitsen in herbemonsteren bestaande peilbuizen en analyseren op het NEN pakket, aangevuld met verdachte parameters. Dit is in voorgaande onderzoeken niet gebeurd.” Waarom is dit in voorgaande onderzoeken niet gebeurd? Verder dienen de gebouwen A, R, F, K, en N inpandig onderzocht te worden om de risico's verder af te perken. Ook grote delen van het trace van de bedrijfsriolering en de zuurleidingen met zuurputten en het trace van de gedempte wijken dienen onderzocht te worden. Geschatte onderzoekskosten € 100.000,-” - Saneringskosten. “Voor een raming van de saneringskosten zijn wij uitgegaan van het feit dat de lokatie bedrijfsterrein blijft waardoor een functie gerichte sanering mogelijk is. Ander uitgangspunt is dat het voor het grootste deel een grondwaterverontreiniging betreft die gezien de aard van de stoffen en de diepte waarop die zijn aangetoond een sanering gedurende een langere periode tot gevolg hebben.” “Als wij er vanuit gaan dat de aangetoffen of nog aan te treffen verontreinigingen grotendeels voor 1987 zijn ontstaan, kunnen wij het BEVER-rapport "Afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond: procesbeschrijving en saneringsladder” toepassen. Dit afwegingsproces beschrijft op welke manier tot de meest kosteneffectieve saneringsoplossing voor mobiele verontreiniging in de ondergrond kan worden gekomen.” De vraag is waarom de vervuiling, merendeel van nog voor 1987, anno 2003 nog steeds in de bodem zit? Waarom is er (aan de hand van de eerdere onderzoeken) niet eerder gesaneerd of van aanmaning tot sanering overgegaan? “Voor het ramen van de mogelijke saneringskosten op het Philipsterrein zijn wij wat voorkeur betreft uitgegaan van het realiseren van een stabiele eindsituatie met nazorg boven een IBC variant, waarbij tot in het oneindige actieve beheersmaatregelen nodig zijn.” Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
“ln deze raming van saneringskosten is er vanuit gegaan dat ongeveer 80% van de verontreiniging bekend is, zijnde de verontreiniging met voornamelijk VOCI. De verontreingingen die mogelijk in de toekomst nog aangetroffen worden zullen slechts een gering percentage hiervan bedragen.” “Verder is in de saneringskosten uitgegaan van het feit dat voor het bevoegd gezag (provincie Groningen) het totale geval in kaart gebracht moet zijn ten behoeve van het bepalen van ernst en urgentie en goedkeuren saneringsplan. Daar het zeer vermoedelijk na aanvullend onderzoek een urgent geval zal blijven is voor de saneringskosten uitgegaan van een gefaseerde sanering.” “Uitgegaan wordt van het verwijderen van spots met beheersmaatregelen i.q. monitoring voor het verkrijgen van een stabiele eindsituatie. Raming saneringskosten € 900.000,- tot € 1.500.000,-” Samenvattend rapport 1. Om het onderhavige rapport samen te stellen heeft de gemeente Stadskanaal het milieu- en hinderwet archief opengesteld. Daaruit heeft men duidelijk beeld kunnen geven over wat er in het verleden en op het moment van schrijven anno augustus 2003 aanwezig is geweest op het (voormalig) Philipsterrein. Daarnaast is gebruik gemaakt van een aantal rapporten die -al of niet komend uit hetzelfde gemeentelijke milieu- en hinderwetarchief- in ieder geval vanaf het moment van kennisname van het onderhavige rapport bekend worden geacht bij de gemeente Stadskanaal. Vervolgens worden een aantal calamitieten besproken die, wederom verkregen uit het Milieu- en hinderwet archief van de gemeente, logischerwijs kunnen beredeneren dat er mogelijk meer calamiteiten zijn geweest met alle milieuschadelijke gevolgen van dien. Het historisch weergegeven beeld geeft aan op welke wijze gehandeld wordt met tientallen sooreten chemicaliën die in de loop der jaren zijn gebruikt op het (voormalig) Philipsterrein. Het onderhavige rapport geeft veel informatie over de verouderde werkwijze van het opslag, transport en overhevelen van chemische vloestoffen in andere verpakkingen om die elders op het terrein voor andere doeleinden te gebruiken. Het milieudeskundigen hebben voor het onderhavige onderzoeksrapport slechts drie dagen kunnen opereren op en rond het terrein. Interviews met medewerkers had mogelijkerwijs veel informatie aan het licht kunnen brengen. De onderzoekers geven aan dat eerdere onderzoeken steeds in te beperkte mate zijn afgenomen. Veel locaties met risicomogelijkheden zijn daardoor niet onderzocht. Daarnaast wordt aangeggeven dat het over twee typen sanering gaat: bodemsanering en grondwatersanering. Grondwatersanering heeft daarbij een langere periode nodig dan bodemsanering. De onderzoekers zien noodzaak in van een grootschaliger onderzoek dat langer dient te gebeuren. Sanering die noodzakelijk en acuut moet worden uitgevoerd in verschillende fasen gezien de ernst van de vervuiling met de zogenaamde VOCl's.
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Rapport 2. Offerte sanering Van der Wiel Infra & Milieu BV d.d. 16-10-2003 aan de gemeente t.a.v. Bureau Bedrijfsleven (BBL) De geadresseerde op deze offerte is duidelijk te herleiden als zijnde de gemeente Stadskanaal: “Gemeente Stadskanaal, t.a.v. dhr. M. Kroon, Postbus 140, 9500 AC STADKANAAL” De datum waarop deze offerte is gemaakt is eveneens duidelijk: “Drachten, 16 oktober 2003” Deze twee pagina's tellende offerte is zoals daarin staat vermeld gebaseerd op de volgende twee documenten: 1. “Nader bodemonderzoek Philips Electronicaweg 1 te Stadskaraal, van 24-04-2003” 2. “Milieukundig bodemonderzoek Electronicaweg 1 te Stadskanaal”. Ook zonder kennis van deze twee onderzoeken is de strekking van omvang duidelijk. Het betreft een sanering van drie locaties op het voormalig Philipsterrein, te weten locatie O-west, locatie Nwest en locatie UV. Een kort overzicht van desbetreffende locaties, de problematiek evenals de saneriungskosten zijn weergegeven in deze offerte. “- Locatie O-West € 78.000,-Betreft een zorgplicht-geval (wet Milieubeheer in verband met het ontstaan van de bodemverontreiniging na 1987). Het grondwater is tevens verontreinigd maar mede door locatie UV. De offerte is gebaseerd op het ontgraven van de verontreinigde grond in aanwezigheid van kabels en leidingen. De verontreinigingsdiepte is van 1,0 - 2,0 m-mv, uitgangspunt is dat de bovenliggende grondlaag (0,0 - 1,0 m-mv) kan worden teruggezet.” “- Locatie N-west € 75.000,-Betreft een cadmium verontreiniging met een omvang van 350 m3 (>I) langs het gebouw. Het gebouw is onderkelderd. Er zal dus vrijwel zeker geen verontreiniging hierond er aanwezig zijn. Aangezien het gehele terrein als gevolg van de bedrijfsactiviteiten een verhoogd gehalte aan cadmium bevat, wordt niet teruggesaneerd tot de streefwaarde.” “- Locatie UV € 797.000,-De oorzaak van deze verontreiniging is het overschenken van oplosmiddelen van grootverpakkingen naar kleinverpakkingen waarbij tijdens deze handelingen de bodem niet was beschermd. Hierdoor zijn tri, per en BTEX in het grondwater terechtgekomen tot een maximale diepte van circa 25 m -mv. Er is (nog) geen grondverontreiniging aangetroffen onder of nabij gebouw UV. De sanering van het grondwater zal plaatsvinden middels onttrekkingsfilters. Het onttrokken grondwater wordt gezuiverd en van daaruit vindt lozing plaats op de aanwezige riolering. Locatie UV is een ernstig geval van bodemverontreiniging en vrijwel zeker urgent. - Totaal saneringen € 950.000,-- excl. BTW” Samenvatting rapport 2. Allereerst is er sprake van de situatie van zorgplicht, waarbij zowel sprake is van bodemverontreiniging als van grondwaterverontreiniging. Vervolgens is er sprake van cadmium verontreiniging waarbij enkel sanering is berekend tot aan de cadmiumverontreinigingswaarde die sowieso op het gehele (voormalig) Philipsterrein aanwezig is. De kosten teruggesaneerd naar de streefwaarde zal een onbekend aantal malen hoger liggen. De derde locatie is anno 2003 een ernstig geval van bodemverontreiniging en vrijwel zeker urgent. Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Gezien bovenstaande informatie aan vele onderzoeken, zowel verkennend als nader omschreven, alsook de genoemde saneringsplannen, is het voor GroenLinks afd. Stadskanaal onbegrijpelijk dat de gemeente Stadskanaal anno 2014 nog steeds blijft beweren dat zij van de rijkweidte van de milieuvervuiling en de daartoe noodzakelijk en acuut uit te voeren grond- en grondwatersanering geen weet heeft gehad. Daarnaast zijn de beide saneringsrapporten gericht op de enkele onderzochte locaties. Bij het laten uitvoeren van een grondiger onderzoek, zoals voorgesteld in rapport 1, zullen redelijkerwijs meer locaties ernstig vervuild bevonden worden en sanering behoeven. Constaterende: Dat nu in het rapport “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” eindrapport d.d. 18-08-2003 in opdracht van Gemeente Stadskanaal uitgevoerd, een overzicht van eerdere gedane onderzoeken en onderzoeksuitkomsten vermeld staan, al deze eerdere onderzoeks- en saneringsrapporten eveneens bij de gemeente Stadskanaal bekend zouden dienen te zijn. Dat de gemeente Stadskanaal zich ogenschijnlijk, haast willens en wetens jarenlang in het ongewisse heeft gelaten, terwijl zijzelf het historisch gedeelte van de milieurapportage van rapport “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” heeft aangedragen. Dat de gemeente door tenminste deze twee documenten op de hoogte was van de enorme omvang van deze milieuproblematiek en daar feitelijk niets concreets mee heeft gedaan. Heeft GroenLinks afd. Stadskanaal een aantal algemene vragen voor de gemeenteraad: Heeft de gemeente als opdrachtgever van het onderhavige onderzoek en het plan van aanpak sanering o.g.v. artikel 27 Wet Bodemsanering de uitkomsten van onderzoek medio augustus 2003 direct doorgegeven aan Gedeputeerde Staten en hen op de hoogte gesteld van de verontreiniging en de noodzaak tot sanering op het (voormalig) Philipsterrein? Zo ja, wat is er vervolgens door GS gedaan om de milieueffecten te beperken? Zo nee, wat is de reden dat men dit verzuimd heeft? Heeft de gemeente Stadskanaal de calamiteiten zoals uit het milieu- en hinderwet archief naar voren is gekomen, gemeld aan Gedeputeerde Staten o.g.v. Wet Bodemsanering? Zo ja, op welke momenten en wat is er door GS vervolgens mee gedaan? Zo nee, waarom niet? Welke stappen heeft de gemeente Stadskanaal vanaf in ieder geval deze twee rapporten ondernomen om tot daadwerkelijke sanering van het (voormalig) Philipsterrein te komen? Indien zij niets heeft ondernomen, waarom niet? Wat is de reden dat de gemeente Stadskanaal, met deze wetenschap van noodzaak tot saneren en de ernstige situatie waarin het desbetreffende terrein zich bevond, de transacties tussen Philips en derden voor verkoop van het bedrijventerrein heeft laten doorgaan? Heeft een gemeente niet minimaal een zorgplicht om het welzijn van haar burgers, flora en fauna in haar gebied te beschermen? Wat is de reden dat dit niet de eerste prioriteit heeft gehad? Op grond waarvan heeft de gemeente gemeend te kunnen vertrouwen dat sanering door derden (zoals SIG Real Estate) daadwerkelijk zou gaan plaatsvinden? Zou niet redelijkerwijs verwacht kunnen worden dat de gemeente vanuit haar zorgplicht, zeker nu zij van de verontreiniging af wist, op z'n minst de vinger aan de pols tot daadwerkelijke sanering had moeten houden?
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Waarom doet de gemeente Stadskanaal, nu ruim 10 jaar na dato nog steeds wijfelend en hakkelend over sanering, eigendomsrechten, moeilijkheden om op terrein te komen, niets met deze (ernstig) vervuilde grond- en grondwaterproblematiek? Zeker nu onderhavige documenten aantonen dat de gemeente op z'n minst al ruim 10 jaar op de hoogte moet zijn geweest van de situatie op het (voormalig) Philipsterrein. Wat is de achterliggende reden dat kennelijk verkoop van grond, binnenhalen van bedrijvigheid, zwaarder wegt dan de milieuaspecten en de volksgezondheid van de burgers binnen het gemeentelijke grondgebied? Is de gemeente Stadskanaal immiddels eigenaar van het (voormalig) Philipsterrein of niet? Vanwaar steeds zoveel onduidelijkheid over transacties, intentieverklaringen rondom dit terrein, zoals eerder rond Grondbank NL? Wanneer de te saneren locaties anno 2003 tussen de 1 miljoen en 1,5 miljoen liggen, wat zullen de kopsten zijn bij meerdere te saneren locaties zoals weergegeven in rapport 1? Wat zijn de kosten wanneer deze saneringsplannen alsnog worden uitgevoerd? Op welke wijze denkt de gemeenteraad dit milieuprobleem op dit moment aan te pakken? Al dan niet als eigenaar van de grond, in ieder geval vanuit zorgplicht of vanuit wetgeving?
Heeft GroenLinks afd. Stadskanaal een aantal vragen voor de gemeenteraad inzake bijkomstige aspecten: Hoe is het mogelijk dat een intern document voorzien van stempel gemeente Stadskanaal en een besluitvormingsformulier ter gemeenteraad als kopie in bezit is geweest van SIG Real Estate of Philips, want een kopie hiervan is gevonden op het voormalig Philipsterrein? Wat is de precieze rol van de gemeente Stadskanaal geweest tussen Philips en SIG Real Estate? Op welke wijze wordt opheldering en duidelijkheid gegeven o.g.v. Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) betreffende onderhavige situatie van het (voormalig) Philipsterrein?
Heeft GroenLinks afd. Stadskanaal een aantal aanbevelingen voor de gemeenteraad: Direct opstarten van een nieuw grond- en grondwatersaneringsonderzoek, een volledig onderzoek, juist op die plaatsen waarvan in dit onderzoeksrapport wordt aangeven dat die (door de jaren heen) niet zijn onderzocht. Direct nieuwe metingen door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Openheid in bestuurszaken (WOB) betreffende dit onderzoek Monitoring en eventuele dwangmaatregelingen door Provinciale Staten richting gemeente Stadskanaal bij handhaving over het nakomen en uitvoeren van de saneringsplannen, nu het er naar uit ziet dat gemeente Stadskanaal inmiddels eigenaar is van het (voormalig) Philipsterrein.
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Informatie over VOCl-verontreiniging bron: www. Soilpedia.nl VOCl zijn Vluchtige OrganoChloor-verbindingen, ofwel vluchtige alifatische chloorkoolwaterstoffen. Ze kennen veel toepassingsmogelijkheden, met name als oplosmiddel of ontvettingsmiddel. Omdat ze zo veel gebruikt worden zijn er tot ruim tien jaar geleden veel locaties verontreinigd geraakt met deze stoffen. En dat is vervelend, want VOCl zijn in vergelijking met andere verontreinigingen relatief toxisch. Bovendien breken ze langzaam af, verspreiden ze zich gemakkelijk en zakt puur product door het hoge soortelijk gewicht vaak diep de bodem in. Om de risico's terug te dringen wordt een VOCl verontreiniging gesaneerd. Tegenwoordig zijn verscheidene technieken beschikbaar voor de verwijdering van VOCl verontreinigingen, de toe te passen techniek is afhankelijk van de locatie specifieke omstandigheden. Als gevolg van een veelheid aan menselijke activiteiten zijn met name in de afgelopen eeuw VOCl vaak ook door onwetendheid, in de bodem terechtgekomen. Als gevolg van bewustwording en regelgeving zijn echter in de afgelopen twintig jaar de emissies naar de bodem sterk ingedamd. Veel gechloreerde verbindingen worden ook onder natuurlijke omstandigheden geproduceerd, met name door mariene (zee)algen, maar ook door bodembacteriën. Dit betreft dan met name laag gechloreerde verbindingen zoals chloormethaan, in relatief lage concentraties. Van hoger gechloreerde verbindingen zoals PER is geen biologische oorsprong aangetoond, maar deze verbindingen kunnen wel ontstaan bij vulkaanuitbarstingen (in Nederland was de laatste uitbarsting overigens circa 150 miljoen jaar geleden en dit vormt hier zodoende geen natuurlijke bron). De wijze waarop VOCl in de bodem terecht zijn gekomen is bepalend voor het verspreidingsgedrag. De VOCl hebben de volgende belangrijke eigenschappen: de stoffen hebben een lage absolute oplosbaarheid in water, maar dat is nog altijd zeer hoog in vergelijking tot bodemsaneringsnormen (de oplosbaarheid van PER is ‘maar’ 150.000 μg/l, maar de interventiewaarde van PER is 40 μg/l!); de relatieve dichtheid (g/cm3) is groter dan water (dichtheid = 1). Indien deze stoffen als puur product (zogenaamde Dense Non-Aqueous Phase Liquid) in de bodem terechtkomen, kan onder invloed van de zwaartekracht dichtheidsstroming optreden (‘zaklagen’); de adsorptie coëfficiënt (Koc) is laag, hetgeen betekent dat zij relatief weinig aan organische stof hechten in de bodem en dus relatief mobiel zijn in opgeloste vorm; het zijn relatief vluchtige stoffen (met relatief lage dampspanning); het zijn apolaire stoffen die makkelijk oplossen in vetweefsel en waarin vet ook makkelijk oplost. Vanwege dit laatste aspect worden deze stoffen vaak ook gebruikt als reinigings- en ontvettingsmiddel. onder natuurlijke omstandigheden breken deze stoffen langzaam af in de bodem; het zijn apolaire stoffen die makkelijk oplossen in vetweefsel en waarin vet ook makkelijk oplost. Vanwege dit laatste aspect worden deze stoffen vaak ook gebruikt als reinigings- en ontvettingsmiddel. VOCl kan tot tientallen meters in de bodem doordringen en tot honderden meters met het grondwater mee stromen. De mate van VOCl verspreiding in de bodem wordt voornamelijk beinvloed door de volgende processen: natuurlijke afbraak; dichtheidsstromingen; verdamping; diffusie; convectief transport; adsorptie; retardatie; dispersie; en transport in klei. - Met natuurlijke afbraak wordt het proces van ‘verdwijning’ van verontreiniging bedoeld als gevolg van het totaal van biologische afbraak, verdunning, dispersie, sorptie, vervluchtiging en abiotische omzetting.
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
- Vanwege de matige tot slechte oplosbaarheid in water en de hoge dichtheid kunnen de gechloreerde oplosmiddelen als een aparte pure vloeistoffase (DNAPL) tot grote diepte in de bodem doordringen. Dit wordt ook wel dichtheidsstroming genoemd. - In de onverzadigde zone zal vanuit de DNAPL’s (restverzadiging) ook verontreiniging in dampvorm overgaan. Dit leidt tot sterk verhoogde concentraties in de bodemlucht, met risico van uitdamping naar kruipruimtes onder huizen. Er kan ook verdamping optreden vanuit bodemvocht waarin VOCl zijn opgelost. - Diffusie treedt op onder invloed van concentratiegradient: moleculen hebben de neiging om zich te verplaatsen van een gebied met een hoge concentratie naar een gebied met een lage concentratie. Het leidt in de bodemlucht (onverzadigde zone) tot verdere verspreiding, vaak over een relatief groot oppervlak. Diffusie treedt ook op in de verzadigde zone, maar is daar als proces vaak ondergeschikt aan transport als gevolg van grondwaterstroming (convectief transport). Het gaat wel een belangrijke rol spelen als de stroming van het grondwater beperkt is (bijvoorbeeld in klei of in microporiën van fijnzandige grond). - Grondwater dat door de ondergrondse bronzone stroomt, wordt door het in oplossing gaan van verontreiniging uit het pure product (vanuit zowel de restverzadiging als de zaklagen) verontreinigd. De absolute oplosbaarheid in water is weliswaar gering, maar de oplosbaarheid is relatief hoog in vergelijking tot bodemsaneringsnormen (de interventiewaarde voor tetrachlooretheen bedraagt slechts 40 μg/l, terwijl de maximale oplosbaarheid 150.000 μg/l bedraagt!). DNAPL’s lossen langzaam op in het langsstromende grondwater (convectief transport, Darcyvergelijking) en kunnen dan ook honderden jaren een verontreinigingsbron zijn voor het grondwater. De pluim die zich vormt vanuit een bronzone kan daarom vele honderden meters tot zelfs kilometers lang worden. - Tijdens de verspreiding hecht een deel van de opgeloste fractie zich aan het sorptiecomplex (met name aan organisch stof). Door dit proces verspreiden stoffen zich altijd trager dan het grondwater. De vertraging wordt retardatie genoemd. Een stof met een retardatiefactor van 2 verspreidt zich dus 2 keer langzamer dan grondwater. - Dispersie refereert naar het proces waarbij een verontreinigingspluim‘uitwaaiert’ in verschillende richtingen (3-D) naarmate de afstand tot de bron groter wordt: longitudinaal (in de stromingsrichting van het grondwater, vooruitlopend), transversaal (dwars op de stromingsrichting van het grondwater) en verticaal. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door heterogeniteit in poriëngrootte, waarin verschillende stromingssnelheden heersen. Anderzijds wordt dit veroorzaakt doordat een verontreinigingsdeeltje elke keer voor de keuze komt om via de ene of de andere kant om bodemdeeltjes te stromen (verschillen in pad en weglengte). Sommige deeltjes kunnen zich zodoende een heel eind van de loodlijn van de stromingsrichting af begeven. Door dispersie is de overgang van verontreinigde naar schone zone minder scherp. - Klei ontleent de slechte (water)doorlatendheid aan het feit dat water een polaire stof is die ervoor zorgt dat de plaatjes, waar klei uit is opgebouwd, een ondoorlatende structuur vormen. Zodra er sprake is van VOCl als puur product bovenop een kleilaag kunnen de eigenschappen van klei veranderen. De plaatjes kunnen uiteen wijken en de VOCl kan verder de kleilaag indringen. Echter, de druk van de bovenliggende bodem-/waterkolom op de kleilaag kan dit proces teniet doen. Zie ook de informatie van de factsheet van BSB ZUID over Bodemverontreiniging met VOCl. www.stichtingbsb.nl/meerinfo/bodemverontreiniging_met_voci.pdf Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Bijlagen: Rapport 1. De Straat Milieu-adviseurs BV te Groningen, “Historisch onderzoek naar de Electronicaweg 1 te Stadskanaal” eindrapport d.d. 18-08-2003 in opdracht van gemeente Stadskanaal Rapport 2. Offerte sanering Van der Wiel Infra & Milieu BV d.d. 16-10-2003 aan de gemeente t.a.v. Bureau Bedrijfsleven (BBL); met stempel Gemeente Stadskanaal en intern besluitvormingsformulier richting gemeenteraad
foto's: GroenLinks afd. Stadskanaal
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014
Foto impressie van situatie begin september 2014; de weergegeven materialen zijn als zodanig daar aangetroffen door GroenLinks afd. Stadskanaal. foto's: GroenLinks afd. Stadskanaal
Notitie GroenLinks afd. Stadskanaal Een eerste, verkennend onderzoek naar “Milieuvervuiling op het voormalig Philipsterrein”
September 2014