Nota van Zienswijzen bestemmingsplan De Pas 2010
Definitieve nota:
7 maart 2011 / Gemeente Doetinchem
Inhoud plan Het plangebied omvat de gronden van woonwijk De Pas en wordt aan de noordoostzijde begrensd door de J.F. Kennedylaan met daaraan aansluiten woonwijk Overstegen en woonwijk Schoneveld. Aan de zuidzijde wordt het plangebied begrensd door de Terborgseweg. Aan de zuidwestzijde grenst het plangebied aan het centrum en aan de noordwestzijde aan De Veentjes. Het bestemmingsplan is in beginsel een actualiseringsplan. Met wijzigingsbevoegdheden maakt dit bestemmingsplan op enkele plekken een nieuwe ontwikkeling mogelijk. De gemeente heeft een ontwerpbestemmingsplan opgesteld. Gevolgde procedure Het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 heeft vanaf 4 november 2010 zes weken ter visie gelegen (t/m 15 december 2010). Ontvangen zienswijzen Onderliggende reactienota geeft een beeld van de zienswijzen van betrokkenen die ontvangen zijn tijdens de ter visie legging en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan in het vast te stellen bestemmingsplan. Er zijn zienswijzen ingediend door: 1. D.J. van Arragon, Wilhelminastraat 7, 7001 GS Doetinchem, datum brief 17 november 2010, datum ontvangst 19 november 2010, briefnummer 10i0025393 2. W.J.A.A. Dales, Kroezendijk 12, 7065 AT Sinderen, datum brief 4 november 2010, datum ontvangst 13 december 2010, briefnummer 10i0027074 3. CMS Derks Star Busman, Postbus 560, 6800 AN Arnhem, namens MVO Varsseveld B.V., datum brief 14 december 2010, datum ontvangst 14 december 2010, briefnummer 10i0027275 4. CMS Derks Star Busman, Postbus 560, 6800 AN Arnhem, namens MVO Varsseveld B.V., datum brief 14 december 2010, datum ontvangst 14 december 2010, briefnummer 10i0027284 5. CMS Derks Star Busman, Postbus 560, 6800 AN Arnhem, namens MVO Varsseveld B.V., datum brief 14 december 2010, datum ontvangst 14 december 2010, briefnummer 10i0027286 6. Stichting Torenstad Vastgoed, Postbus 4228, 7200 BE Zutphen, datum brief 14 december 2010, datum ontvangst 14 december 2010, briefnummer 10i0027289 7. H.G.J.M. Wubbels, Willem de Zwijgerstraat 12, 7001 GH Doetinchem, datum brief 13 december 2010, datum ontvangst op 15 december 2010, briefnummer 10i0027384 8. W.J.B. Claassen-Dales, Oranje Plantage 39, 2611 TK Delft, datum brief 14 december 2010, datum ontvangst 17 december 2010, briefnummer 10i0027546 9. H. Grootjans, Prins Hendrikstraat 13, 7001 GK Doetinchem, datum brief 15 december 2010, datum ontvangst 16 december 2010, briefnummer 10i0027404 10. A.W.A. Ketz, adres, pc woonplaats, datum brief 13 december 2010, datum ontvangst 20 december 2010, 10i0027589 11. Familie De Weert, J.F. Kennedylaan 35, 7001 HM Doetinchem, datum brief 15 december 2010, datum ontvangst 22 december 2010, briefnummer 10i0027853
Zienswijzen tijdig ingediend Voordat ingegaan is op de zienswijzen, is eerst gekeken of ze tijdig zijn ingediend. Een zienswijze is tijdig ingediend als deze binnen de termijn dat het plan ter inzage heeft gelegen, bij de gemeente aanwezig zijn. Het plan heeft van 4 november 2010 tot en met 15 december 2010 ter inzage gelegen. Ontvankelijke zienswijzen Briefschrijvers 1 tot en met 7 hebben de zienswijze tijdig ingediend en zijn meegenomen bij het vaststellingsbesluit. Briefschrijver 8 kon met een poststempel van de aangetekende brief aantonen dat de zienswijze tijdig was verzonden en is dus ook meegenomen. Niet-ontvankelijke zienswijzen Briefschrijvers 9, 10 en 11 hebben de zienswijze buiten de geldende termijn bij de gemeente ingediend. Ook is niet gebleken dat deze appellanten een verschoonbare reden hebben voor het niet tijdig indienen van de zienswijze. Deze drie zienswijzen zijn daarom buiten beschouwing gelaten. De nota gaat daarom niet in op deze zienswijzen. Leeswijzer De tijdig ingediende zienswijzen zijn in deze nota samengevat en van een beantwoording voorzien. Via het nummer is hierna terug te lezen over welke zienswijze het gaat.
Samenvatting en beantwoording van de zienswijzen 1. D.J. van Arragon Samenvatting reactie: a. De briefschrijver wil graag dat op perceel 3294 (Wilhelminastraat 5) dezelfde goot- en nokhoogte wordt aangehouden als bij de bestemming ‘Wonen’. Ook wil de briefschrijver dat de bestaande voorste bouwgrens in het bestemmingsplan wordt aangehouden. Nieuwbouw op het perceel conform de regelgeving zoals toegestaan in het ontwerpbestemmingsplan past niet in het beeld van woonwijk De Pas. Beantwoording: a. Voor het perceel 3294 gold het Wederopbouwplan van Doetinchem. In dit plan had het perceel een woonbestemming. Sinds jaar en dag is een bedrijf gevestigd in het pand. Door nieuwbouw is het oorspronkelijke woonhuis geheel verdwenen. In het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 is de bestemming ‘Centrum’ met de daarbij behorende bouwmogelijkheden van aangrenzende percelen opgenomen voor het perceel. Dit sluit niet aan op de oorspronkelijke bouwmogelijkheden zoals gesteld in het Wederopbouwplan. Daarnaast sluit dit niet aan op de eerder verleende vergunningen voor het pand. In het vast te stellen bestemmingsplan zullen de bouwmogelijkheden van het perceel aansluiten op de bouwmogelijkheden van Wonen. Het bouwvlak zal daarbij eveneens worden aangepast. De bestemming Centrum blijft echter gehandhaaft. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. W.J.A.A. Dales Samenvatting reactie: a. De briefschrijver verzoekt om alle gebouwen van Emmastraat 2 in het bouwvlak op te nemen. De gebouwen zijn legaal. Als de gemeente ze onder het overgangsrecht laat vallen ontbreekt hiervoor de afweging in de toelichting; b. Emmastraat 2-2a wordt aangeduid als beeldondersteunend pand. Deze kwalificatie heeft geen status en kan dus worden weggelaten. Tevens is de beschrijving niet correct. Er is nooit een woonhuis aanwezig geweest en het oudste deel van het gebouw stamt uit 1935; c. De briefschrijver verzoekt om de bestemming Centrum op te nemen voor Julianaplein 12; d. Het perceel Julianaplein 12 is volgens het bestemmingsplan onbereikbaar. De briefschrijver verzoekt om dit te herstellen. Beantwoording: a. In het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 zijn op de kaart en in de bestemmingsregels de bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden overgenomen. De gemeente vindt het namelijk wenselijk om de stedenbouwkundige opzet van woonwijk De Pas te behouden. Bij ontwikkelingen wil de gemeente daar op terug kunnen vallen. De stedenbouwkundige opzet van de percelen in woonwijk De Pas bestaat hoofdzakelijk uit hoofdgebouwen in de naar de weggekeerde bouwstrook en de daarbij behorende bijgebouwen daarachter. Voor Emmastraat 2/2a is in het ontwerpbestemmingsplan ook het bestaande bouwvlak voor het hoofdgebouw overgenomen. Bij de gemeente is bekend dat op het achterterrein van het perceel, van het bestemmingsplan afwijkende bebouwing aanwezig is. Dit betekent niet dat deze bouwwerken onder het overgangsrecht vallen. Voor de gevallen waar wordt afgeweken van de stedenbouwkundige opzet van de wijk De Pas, heeft de gemeente namelijk artikel 16 lid 3 in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Artikel 16 lid 3 staat bestaande, legale, afwijkende maten toe. De bebouwing aan Emmastraat 2/2a valt daarmee dus niet onder het overgangsrecht maar is positief bestemd. Dit houdt in dat binnen de bestaande hoogtematen
en binnen het bestaande bebouwde oppervlak gewoon weer nieuwe bijgebouwen met die maten zijn toegelaten voor het perceel Emmastraat 2/2a. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. b. Emmastraat 2/2a is in de quickscan Cultuurhistorische Verkenning inderdaad aangewezen als beeldondersteunend pand. In het ontwerpbestemminsgplan De Pas 2010 was alleen een regeling opgenomen voor de beeldbepalende panden. De beeldondersteunende panden zijn in het ontwerpbestemmingsplan dan ook niet van betekenis. Voor de volledigheid merkt de gemeente op dat de benaming “woonhuis” in het onderzoek Cultuurhistorische verkenning niet juist is. De benaming had moeten zijn “pakhuis”. Voor het bestemmingsplan heeft deze onvolkomenheid geen gevolgen. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. c. De geldende bestemming voor de gronden van Julianaplein 12 is: ‘Handel en Nijverheid’. In het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 is deze bestemming vertaald in de bestemming Bedrijf. Het bestemmingsplan De Pas is in beginsel een actualisatieplan en geen ontwikkelingsplan. De gemeente neemt dan ook in principe geen ontwikkelingen mee tenzij er concrete plannen bekend zijn. Voor het perceel is bij de gemeente de concrete ontwikkeling bekend voor de vestiging van een maatschappelijke functie op het perceel. Omdat deze ontwikkeling nog niet concreet genoeg was ten tijde van het ontwerpbestemmingsplan, was een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van deze ontwikkeling opgenomen. Inmiddels is de ontwikkeling verder gevorderd. In het ontwerpbestemmingsplan zal de gemeente daarom resp. de bestemming ‘Centrum’ en de bestemming ‘Wonen’ opnemen. De bestemming ‘Centrum’ wordt opgenomen voor de gronden waar de maatschappelijke ontwikkeling is gepland. De bestemming ‘Wonen’ wordt opgenomen voor de gronden die worden gevoegd bij de omliggende woningen. Niet alle functies binnen de brede bestemming ‘Centrum’ zijn echter gewenst voor dit perceel. Dit vanwege de achterkantsituatie en de gedeeltelijke insluiting door woonbebouwing. De gemeente zal daarom de bestemming ‘Centrum’ opnemen maar daarbij de mogelijkheden voor gebruik ten behoeve van horeca en detailhandel uitsluiten. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemminsgplan. d. Zie beantwoording onder c. Omdat de bestemming wijzigt in de bestemming ‘Centrum’ is ontsluiting van het perceel mogelijk. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan 3. CMS Derks Star Busman Samenvatting reactie: De reacties onder a t/m d hebben betrekking op de gronden tussen de Houtkampstraat, Raadhuisstraat en Glazenmakerswegje. a. Op de gronden is de bestemming ‘Gemengd’ opgenomen. De bestemming ‘Gemengd’ laat minder toe dan het nu geldende bestemmingsplan. De reclamant verzoekt om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen en de aanduidingen ‘kantoren’, ‘detailhandel’ en ‘horeca’ aan de bestemming toe te voegen. Als het niet wordt aangepast dient zij een planschadeverzoek in; b. Op de gronden is een bouwplan in ontwikkeling. De reclamant verzoekt om dit bouwplan in het bestemmingsplan positief op te nemen en niet met een wijzigingsbevoegdheid; c. In de bestemming ‘Gemengd’ is wijzigingsbevoegdheid 2 opgenomen. In de bestemming ‘Verkeer’ is wijzigingsbevoegdheid 8 opgenomen. Deze wijzigingsbevoegdheden zijn onduidelijk. d. De reclamant verzoekt om geen bebouwingspercentage in de wijzigingsbevoegdheid op te nemen. Er zijn geen ruimtelijke bezwaren om het bouwvlak volledig te benutten;
e. Reclamant maakt bezwaar tegen de parkeernormen bij de bestemmingen ‘Maatschappelijk’, ‘Centrum’ en ‘Gemengd’. Het is onduidelijk hoe in deze norm wordt voorzien en het toetsingskader is onduidelijk en niet juist; f. De functies commerciële dienstverlening en kantoor worden vaak in combinatie met elkaar gebruikt. Het is de briefschrijver onduidelijk waarom een dergelijk onderscheidt gemaakt wordt. Beantwoording: a. In het bestemmingsplan Uitbreidingsplan in onderdelen De Pas hebben de gronden de bestemmingen ‘Bebouwing met winkelhuizen, kantoren, banken, cafe’s, e.d.’ en ‘Tuinen en erven’. In het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 is deze bestemming vertaald in de bestemming ‘Gemengd’. De functies ‘kantoor’ en ‘detailhandel’ wil de gemeente, op grond van het gemeentelijk kantorenbeleid en detailhandelsbeleid, niet meer overal direct toestaan. Voor de mogelijkheid tot vestiging van een kantoor of detailhandel is daarom een ontheffing opgenomen. Onder voorwaarden is dan alsnog de vestiging van een detailhandels- of kantoorfunctie mogelijk. Voor de functie horeca is er binnen de gemeente Doetinchem geen specifiek beleid. Wel heeft de gemeente zich gecommiteerd aan het regionale Horecaconventant waarin horeca-aspecten met betrekking tot o.a. hinder en overlast staan beschreven. In het geldende bestemmingsplan De Pas is op vele plekken horeca toegelaten. De gemeente heeft gewijzigde inzichten ten aanzien van horeca, vanwege de ruimtelijke impact van horeca en de daarbij komende (te verwachten) overlast. De gemeente wil de vestigingsmogelijkheden van Horeca in het kader van dit bestemmingsplan dan ook inperken. In het bestemmingsplan De Pas zijn daarom alleen de bestaande horecavestigingen bestemd. Daarbij is wel een mogelijkheid opgenomen voor het college van burgemeester en wethouders om onder voorwaarden een ontheffing te kunnen verlenen voor de vestiging van de zogenaamde “zachte” horeca. Door de eigenaar is nooit gebruik gemaakt van de mogelijkheden voor vestiging van horeca, kantoren of detailhandel op de locatie. Er zijn bij de gemeente ook geen aanwijzingen of plannen bekend voor de vestiging van horeca, kantoren of detailhandel op de locatie. Zoals de briefschrijver zelf al aangeeft, heeft hij ook geen plannen om een functie te vestigen op de gronden verband houdende met kantoor-, detailhandel- en/of horecafunctie. De briefschrijver beoogt de gronden te ontwikkelen ten behoeve van woningbouw. Doordat in het ontwikkelingsplan van de briefschrijver ook geen functies ten behoeve van horeca, detailhandel en kantoor zijn opgenomen wordt met de ontwikkeling ook aangesloten op het gemeentelijk beleid. De gemeente heeft al ingestemd om in principe mee te werken met de beoogde ontwikkeling van de briefschrijver. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. b. In het bestemmingsplan De Pas 2010 worden in principe geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Ontwikkelingen worden alleen meegenomen wanneer de ontwikkeling concreet is en de haalbaarheid ervan is aangetoond. De ontwikkelingsplannen van de briefschrijver is bij de gemeente bekend. De haalbaarheidsonderzoeken ten behoeve van het bouwplan worden op dit moment door de briefschrijver uitgevoerd. Het plan is daarmee nog niet voldoende concreet om met een directe mogelijkheid meegenomen te kunnen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. In het bestemmingsplan De Pas 2010 is daarom de bestaande situatie overgenomen wat betreft bebouwing en gebruik (uitgezonderd enkele gebruiksfuncties zie beantwoording zienswijze onder a). Om te kunnen anticiperen op de ontwikkeling is in het bestemmingsplan wel een wijzigingsbevoegheid opgenomen om de ontwikkeling te kunnen realiseren. Wanneer de planvorming gereed is kan met een wijzigingsprocedure de ontwikkeling mogelijk gemaakt worden. Deze zienswijze leidt niet tot wijziging van het bestemmingsplan.
c.
In het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 is de fout geslopen dat de aanduiding voor wijzigingsbevoegdheid 8 onjuist op de kaart is opgenomen. In het vast te stellen bestemmingsplan wordt deze fout hersteld en wordt de wijzigingsbevoegdheid aan de voorzijde van het perceel, binnen de bestemming ‘Verkeer’, opgenomen. Met beide wijzigingsbevoegdheden kan met één procedure de gewenste ontwikkeling worden gerealiseerd. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. d. In het vast te stellen bestemmingsplan wordt het bebouwingspercentage in de wijzigingsbevoegdheid gewijzigd in 100 %. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. e. De parkeernorm zoals opgenomen zijn de parkeerkengetallen afkomstig van de CROWrichtlijn. Bij uitbreidingen en nieuwe ontwikkelingen moet aan deze norm worden voldaan. Een initiatiefnemer moet bij een plan tot uitbreiding of ontwikkeling voorzien in voldoende parkeerplaatsen. De toelichting van het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangevuld. Daarnaast worden de regels van het bestemmingsplan zodanig aangepast dat duidelijk blijkt wanneer welke parkeernormen gehanteerd zullen worden. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. f. Tot commerciële dienstverlening behoren ook kantoren. Kantoren die niet voor publiek toegankelijk zijn wil de gemeente, op basis van de kantorennota, niet overal toestaan. Om die reden is specifiek een onderscheidt gemaakt in de functie “kantoor”. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 4. CMS Derks Star Busman Samenvatting reactie: a. Voor het gebouw Tjalmastraat 1-01 t/m 1-06 en Raadhuisstraat 6-10 is een artikel 19.2 WRO vrijstelling verleend en een bouwvergunning afgegeven. Met deze vrijstelling is het gebruik voor bedrijfsruimte op de begane grond en eerste verdieping toegestaan. In de bijbehorende ruimtelijke onderbouwing wordt gesproken over een bedrijfsruimte ten behoeve van centrumvoorzieningen. Met de bouwvergunning is het oprichten van kantoren en appartementen toegestaan. Reclamant maakt bezwaar tegen de bestemming Gemengd die het gebruik als kantoor uitsluit en centrumvoorzieningen niet toestaat. De bestemming Gemengd moet daarom gewijzigd worden in de bestemming Centrum. Daarbij moet de mogelijkheid voor ‘kantoren’ worden opgenomen. Beantwoording: a. In het geldende bestemmingsplan zijn de gronden bestemd voor Bebouwing met winkels, kantoren, banken, cafe’s en dergelijke. In het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 is deze bestemming vertaald in de bestemming Gemengd. De functies kantoor en detailhandel wil de gemeente, op grond van het gemeentelijk kantorenbeleid en detailhandelsbeleid, niet meer overal direct toestaan. Voor de mogelijkheid tot vestiging van een kantoor of detailhandel is daarom een ontheffing opgenomen. Onder voorwaarden is dan alsnog de vestiging van een detailhandels- of kantoorfunctie mogelijk. Voor de functie horeca is er binnen de gemeente Doetinchem geen specifiek beleid. Wel heeft de gemeente zich gecommiteerd aan het regionale Horecaconventant waarin horecaaspecten met betrekking tot o.a. hinder en overlast staan beschreven. In het geldende bestemmingsplan De Pas is op vele plekken horeca toegelaten. De gemeente heeft gewijzigde inzichten ten aanzien van horeca, vanwege de ruimtelijke impact van horeca en de daarbij komende (te verwachten) overlast. De gemeente wil de vestigingsmogelijkheden van Horeca in het kader van dit bestemmingsplan dan ook inperken. In het bestemmingsplan De Pas zijn daarom alleen de bestaande horecavestigingen bestemd. Daarbij is wel een
mogelijkheid opgenomen voor het college van burgemeester en wethouders om onder voorwaarden een ontheffing te kunnen verlenen voor de vestiging van de zogenaamde “zachte” horeca. Door de eigenaar is nooit gebruik gemaakt van de mogelijkheden voor vestiging van horeca, of detailhandel op de locatie. Er zijn bij de gemeente ook geen aanwijzingen of plannen bekend voor de vestiging van horeca of detailhandel op de locatie. De gemeente neemt geen (directe) mogelijkheden op voor de vestiging van horeca of detailhandel op de locatie. De gemeente zal daarom in het vast te stellen bestemmingsplan de bestemming ‘Gemengd’ handhaven. Zoals de briefschrijver zelf al aangeeft is de ontheffing voor de bouw van de Tjalraad verleend voor het oprichten van kantoren en appartementen. Deze ontheffing is verleend na vaststelling van de Kantorennota. Bij verlening van deze ontheffing was een kantoorfunctie in het pand beoogd. De gemeente zal in het vast te stellen bestemmingsplan daarom de aanduiding ‘kantoor’ opnemen. Met de opname van deze aanduiding zijn ook kantoorfuncties in het gebouw toegelaten. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5. CMS Derks Star busman Samenvatting reactie: a. Voor Tjalmastraat 3 is bij de gemeente een bouwplan bekend (20-06-2005). De reclamant verzoekt om dit bouwplan in het bestemmingsplan positief op te nemen en niet met een wijzigingsbevoegdheid; b. Voor Tjalmastraat 3 is de bestemming Maatschappelijk opgenomen. De bestemming Maatschappelijk, of na wijziging de bestemming Gemengd, laat minder toe dan het nu geldende bestemmingsplan. De reclamant verzoekt om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen en de bestemming Centrum met de aanduiding ‘kantoren’ op te nemen. Gelet op de locatie is het voor de hand liggend dat ook hier commerciële dienstverlening en detailhandel wordt toegelaten. Als het niet wordt aangepast dient zij een planschadeverzoek in; c. De goot- en nokhoogte binnen de wijzigingsbevoegdheid is te laag. Deze moet 16,5 meter bedragen; d. Reclamant maakt bezwaar tegen de parkeernormen bij de bestemmingen Maatschappelijk, Centrum en Gemengd. Het is onduidelijk hoe in deze norm wordt voorzien en het toetsingskader is onduidelijk en niet juist; e. De functies commerciele dienstverlening en kantoor worden vaak in combinatie met elkaar gebruikt. Het is reclamant onduidelijk waarom een dergelijk onderscheidt gemaakt wordt. Beantwoording: a. De bouwplannen voor ontwikkelen van woningen en een parkeergarage zijn bij de gemeente bekend. De plannen zijn echter niet concreet. In het ontwerpbestemmingsplan is daarom een wijzigingsbevoegheid opgenomen voor het perceel. Wanneer de planvorming gereed is kan met een aparte procedure de ontwikkeling mogelijk gemaakt worden. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. b. In het bestemmingsplan Uitbreidingsplan in onderdelen De Pas hebben de gronden de bestemming Openbare en bijzondere doeleinden. Daarmee is uitsluitend bebouwing toegestaan ten behoeve van openbare en bijzondere doeleinden zoals scholen, verenigingsgebouwen, kantoorgebouwen en gebouwen voor de openbare eredienst. Op de kantoorfunctie na is de bestemming ‘Maatschappelijk’ zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan de vertaling van de oude bestemming ‘Openbare en bijzondere gebouwen’.
De functie kantoor wil de gemeente, op grond van het gemeentelijk kantorenbeleid, niet meer overal toestaan. Voor de mogelijkheid tot vestiging van een kantoor is daarom een ontheffing opgenomen. Alleen wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden uit de ontheffing kan het college meewerken aan de vestiging van een kantoorfunctie. In de beoogde plannen van de briefschrijver voor de locatie is overigens geen kantoorfunctie opgenomen. Daarnaast is door de eigenaar nooit gebruik gemaakt van de mogelijkheden voor vestiging van kantoor op de locatie. De gemeente neemt geen (directe) mogelijkheden op voor de vestiging van kantoor op de locatie. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. c. In het vast te stellen bestemmingsplan wordt de bouwhoogte in de wijzigingsbevoegdheid gewijzigd in maximaal 16,5 meter. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. d. De parkeernorm zoals opgenomen zijn de parkeerkengetallen afkomstig van de CROWrichtlijn. Bij uitbreidingen en nieuwe ontwikkelingen moet aan deze norm worden voldaan. Een initiatiefnemer moet bij een plan tot uitbreiding of ontwikkeling voorzien in voldoende parkeerplaatsen. De toelichting van het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangevuld. Daarnaast worden de regels van het bestemmingsplan zodanig aangepast dat duidelijk blijkt wanneer welke parkeernormen gehanteerd zullen worden. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan e. Tot commerciële dienstverlening behoren ook kantoren. Kantoren die niet voor publiek toegankelijk zijn wil de gemeente, op basis van de kantorennota, niet overal toestaan. Om die reden is specifiek een onderscheidt gemaakt in de functie “kantoor”. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 6. Stichting Torenstad Vastgoed Samenvatting reactie: a. Voor het pand Louise de Colignystraat 11 ontbreekt de aanduiding ‘kantoren’; b. Briefschrijver is het niet eens met het voornemen om aan Louise de Colignystraat 11 een monumentstatus toe te kennen; c. Voor de aanduiding “other: beeldkwaliteit 2, 3 en 4” ontbreekt een nadere uiteenzetting in het bestemmingsplan. Ook zijn de gevolgen van deze aanduiding onduidelijk. Beantwoording: a. De aanduiding ‘kantoren’ ontbreekt inderdaad op de plankaart. In het vast te stellen bestemmingsplan zullen wij deze aanduiding toevoegen. Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. b. Met het bestemmingsplan De Pas 2010 kent de gemeente geen monumentenstatus toe aan het pand Louise de Colignystraat 11. Dit gebeurt met een aparte procedure in het kader van de Monumentenwet. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. c. De aanduiding ‘beeldkwaliteit’ is in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen aan de voorzijde van de panden met een beeldbepalende waarde. Zo ook voor het pand Louise de Colignystraat 11. Ter plaatse van deze aanduiding is het behoud en de versterking van de beeldkwaliteit van het pand van belang. Vanwege dit behoud en deze versterking is aan deze aanduiding een aanlegvergunning gekoppeld. In het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 is de fout geslopen dat de aanduiding voor beeldkwaliteit in de kaart (other: beeldkwaliteit 2) en in de regels (overig – 2) anders luiden. Inmiddels is de bescherming van beeldbepalende panden vastgelegd in de Erfgoedverordening van de gemeente Doetinchem. In het bestemmingsplan De Pas 2010 is zodoende geen bescherming meer noodzakelijk.
Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 7. H.G.J.M. Wubbels Samenvatting reactie: a. In het geldende bestemmingsplan is voor het pand Willem de Zwijgerstraat 12 voorzien in een woning en een bedrijfsbestemming. Op dit moment is het een bedrijf. In het ontwerpbestemmingsplan is de bedrijfsbestemming alleen mogelijk onder voorwaarden. De gemeente heeft in het verleden aangegeven dat wel sprake was van een dubbelfunctie. Het niet opnemen van deze dubbelfunctie is een beperking. Beantwoording: a. Zoals de gemeente in de beantwoording van de inspraakreactie al had aangegeven is op de plankaart van het geldende bestemmingsplan een doorzichtig bolletje opgenomen op het pand. Voor dit doorzichtige bolletje is geen verklaring opgenomen niet in de voorschriften en niet op de plankaart. Omdat bij de gemeente bekend is dat in het pand al enige tijd een kapperszaak gevestigd is en in het verleden daartoe ook vergunningen zijn verleend gaan wij er van uit dat het doorzichtige bolletje onbedoeld doorzichtig is. Op dit moment een kapperszaak in het pand gevestigd. Een kapperszaak is een commercieel dienstverlenende functie. Bestaande bedrijvigheid in de woonwijk neemt de gemeente positief mee in het bestemmingsplan. In het vast te stellen bestemmingsplan zal daarom de directe mogelijkheid voor vestiging van commerciële dienstverlening met een aanduiding worden opgenomen. De zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 8. W.J.B. Claassen-Dales Samenvatting reactie: a. Het pand Holterweg 2 is op basis van de quickscan Cultuurhistorische waarden “beelbepalend”. Beeldbepalende panden zijn panden die een positieve bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit en identiteit van het pand in het plangebied geven. Volgens de briefschrijver, toont het door hem/haar aangeleverde onderzoek aan dat deze criteria niet gelden voor het pand Holterweg 2. De kwalificatie “beeldbepalend is ten onrechte toegekend aan het pand. b. De briefschrijver vraagt zich af of het onderzoek naar cultuurhistorische waarden wel goed is uitgevoerd. Gezien in het onderzoek staat vermeld dat “omwille van de tijd een selectieve onderzoeksmethode is toegepast”. c. Het aanlegvergunningenstelsel behorende bij de beeldbepalende panden belemmert een normaal gebruik van gronden en opstallen. d. Het in procedure brengen van het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2008 was onzorgvuldig gelet op het gebrek aan onderzoek ten aanzien van de toen opgenomen aanduiding cultuurhistorische waarden. e. De briefschrijver van mening dat hij/zij een vergoeding moet krijgen voor de kosten die hij/zij gemaakt heeft in het kader van het bestemmingsplan De Pas 2008. Beantwoording: a. De gemeente is van mening dat het onderzoek van de briefschrijver de beeldbepalende waarde van het pand onderschrijft. En dat een bescherming en waar mogelijk versterking van het beeldbepalende karakter noodzakelijk is. Onder “3. Waardestelling” van dit onderzoek staat onder andere dat het pand markant gelegen is op de scherpe hoek van twee straten. Daarbij staat dat gezien de aanvulling van latere bebouwing het pand niet meer de ruimte heeft die het verdient. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. b. Het onderzoek Quickscan Cultuurhistorische Waarden is goed uitgevoerd. De uitvoerders van het onderzoek werken volgens de richtlijnen van de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed. De
omschrijving selectief duidt op het feit dat niet gekeken is naar het interieur en bij eventuele aanwijzing voor monument nog nader onderzoek nodig zou zijn. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. c. De bescherming van beeldbepalende panden is inmiddels vastgelegd in de Erfgoedverordening van de gemeente Doetinchem. In het bestemmingsplan De Pas 2010 is zodoende geen bescherming meer noodzakelijk. Het aanlegvergunningenstelsel zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010 komt daarmee te vervallen. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. d. Het 1e ontwerpbestemmingsplan De Pas 2008 is hier niet aan de orde. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. e. Voor een vergoeding van de kosten is geen wettelijke basis aanwezig. Het is een vrijwillige keuze van de briefschrijver om een onderzoek te laten uitvoeren. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 9. H. Grootjans De zienswijze is ingediend buiten de termijn van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010. De zienswijze wordt daarom buiten beschouwing gelaten. 10. A.W.A. Ketz De zienswijze is ingediend buiten de termijn van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010. De zienswijze wordt daarom buiten beschouwing gelaten. 11. Familie De Weert De zienswijze is ingediend buiten de termijn van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan De Pas 2010. De zienswijze wordt daarom buiten beschouwing gelaten.