J AA R GA N G 6 N U MME R 2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen Kenniscentrum Sekse & Diversiteit in Medisch Onderwijs In dit nummer •
Nieuw onderwijsmateriaal
•
Nieuws uit Nijmegen
•
Publicaties
•
Informatief
• • • •
Nieuw onderwijsmateriaal op de website In het Kenniscentrum Sekse en Diversiteit in het Medisch Onderwijs, zijn diverse nieuwe onderwerpen toegevoegd:
Sex Differences in Pharmacokinetics and Pharmacodynamics (Offie P. Soldin and Donald R. Mattison), omvat kennis over sex-gerelateerde of zwangerschap-geïnduceerde Onderzoek veranderingen in drugs absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie die veranderingen in doseringsschema of Value Kenniscentrum therapeutische toezicht doeltreffender maken. Kalender • Er is een overzicht opgenomen geneesmiddelen die als Opvallend bijwerking bij de man invloed hebben op het seksuele functioneren. • De gendertoets van het plan van aanpak huiselijk geweld tot 2011 is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie. Er zijn aanknopingspunten opgenomen voor een meer gender bewuste aanpak van huiselijk geweld: “De aanpak van gender gerelateerd geweld in de privésfeer”. • De casusbundel seksualiteit en gender is met patiënten cases, literatuur en docenteninstructie opgenomen in het kenniscentrum. Ook kan er via het kenniscentrum een papieren exemplaar worden besteld (kosten 10 €). • Over het onderwerp Pain in Women zijn een heel aantal artikelen opgenomen over o.a.: Sex and gender differences in pain: a selective review of biological and psychosocial factors (Edmund Keogh) en Sex differences in perceptions of pain coping strategy usage (Edmund Keogh), Modulation of pain by estrogens, Sex and gender differences in pain and analgesia, Cross-sex hormone administration pain change in transsexual women and men, Negative affect, pain and sex: The role of endogenous opioids, Chronic pelvic pain in women, Sex differences in endogenous pain modulation by distracting and painful conditioning stimulation • Het pijninformatorium wijdt haar hele volgende nummer aan pijn en vrouwen. • De volgende artikelen zijn opgenomen: Lower urinary tract symptoms and sexual health: the role of gender, lifestyle and medical comorbidities. (Rosen RC and others), The generation and gender shifts in medicine: an exploratory survey of internal medicine physicians (Emily Jovic and others), Women in general practice: Responding to the sexual division of labour? (Brooks F.), Exploring the color of glass: letters of recommendation for female and male medical faculty (Frances Trix and Caroly Psenka) • In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde zijn artikelen verschenen die goed bruikbaar zijn voor onderwijs over kindermishandeling: Een blauwe plek bij een zuigeling dient altijd verklaard te worden (Dorien Broekhuijsen-van Henten e.a.), Kindermishandeling vaak niet herkend op de huisartsenpost (Goren S e.a.). Er wordt in de artikelen verwezen naar het boek: Het ongelukshuidje; medische aspecten van kindermishandeling (Bilo R. e.a.) • Huisartsen moeten toegang krijgen tot de abortuspil; de voorgestelde Baz-wijziging maakt de overtijdbehandeling zonder vergunning niet strafbaar (Dr. Gunilla Kleiverda e.a.): zie korte toelichting in nieuwsbrief • Nieuwe proefschriften zijn The role of gender in medical specialty choice and general practice preferences (Tanja Maiorova), Familiality, comorbidity and molecular genetic •
PAGINA 2 J6 NR2
•
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
factors in major depressive disorder; the role of gender (Maaike Verhagen): zie verderop in de nieuwsbrief een korte toelichting. Soa/hiv-preventie in de huisartsenpraktijk is een DVD en informatiemap voor huisartsen en doktersassistenten (Pakket zelf is verkrijgbaar via
[email protected]. Meer informatie op de website www.soaaids-professionals.nl). Bent u op zoek naar onderwijsmateriaal, of wilt u meer weten over hoe u uw onderwijs sekse- en cultuur specifiek kunt maken? Neem contact op met het Kenniscentrum SDMO:
[email protected]
Nieuws uit Nijmegen De emancipatiemonitor Op 5 februari verscheen de Emancipatiemonitor, met de recentste cijfers over de positie van mannen en vrouwen in Nederland. Gezondheid komt in deze monitor voor het eerst aan bod.
Aanleiding Op 5 februari verscheen de Emancipatiemonitor 2008. Elke twee jaar presenteert de Emancipatiemonitor de laatste cijfers over de positie van mannen en vrouwen in Nederland. Deze editie besteedt voor de eerste keer aandacht aan gezondheid. Radboud-deskundige Toine Lagro-Janssen is huisarts en hoogleraar Sekseverschillen in ziekte en gezondheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Bepaalde gezondheidsproblemen komen bij mannen vaker voor dan bij vrouwen, en omgekeerd: alcoholisme en (verkeers)ongevallen zie je vaker bij mannen; anorexia, maar ook nek- en schouderklachten, vaker bij vrouwen. Sommige aandoeningen manifesteren zich ook anders: angina pectoris bijvoorbeeld uit zich bij mannen met een drukkende pijn op de borst, terwijl vrouwen meer vermoeidheid en duizeligheid rapporteren. Gezondheidsrisico’s De risico’s die mannen of vrouwen lopen verschillen ook. Mannen en vrouwen krijgen ongeveer even vaak hartklachten, maar mannen krijgen ze op jongere leeftijd. En een heel andere categorie: vrouwen zijn vaker het slachtoffer van seksueel misbruik of partnergeweld. Bovendien gaan mannen en vrouwen verschillend om met ziek zijn.. Oog voor beleid Dat de Emancipatiemonitor aandacht heeft voor sekseverschillen in gezondheid, is toe te juichen. Als ze genegeerd worden, leidt dat tot ongelijke behandeling in de zorg. Een probleem als partnergeweld is ook geen sekseverschil dat we maar hebben te aanvaarden, dat moet met beleid worden aangepakt. Maar ook horen artsen en geneeskundestudenten te weten dat bepaalde ziekten, zoals bijvoorbeeld angina pectoris, een atypische presentatie bij vrouwen kunnen hebben. Hoe meer informatie er beschikbaar is over sekseverschillen en gezondheid, des te beter is dat voor de kwaliteit van de zorg.’
PAGINA 3 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
Publicaties •
• •
•
•
•
•
•
•
• • •
Should you turn this into a complete gender matter ? Gender mainstreaming in medical education. Petra Verdonk, Yvonne Benschop, Hanneke de Haes, Linda Mans, Toine Lagro Gender and Education 2009, 1-17 Vitamin D3 is not effective in the treatment of chronic chilblains I.H.Souwer, A.L.M. Lagro-Janssen Int J Clin Pract February 2009, 63, 2, 282-286 Mishandeld vrouwen over onthulling aan de huisarts: praten helpt echt. Sylvie Lo Fo Wong, Fred Wester, Saskia Mol, Renée Römkens, Door Hezemans, Toine Lagro-Janssen Huisarts en Wetenschap 52(3) maart 2009 Sex differences in the use of absorbent (incontinence) pads in independently living elderly people: do men receive less care? Teunissen TA, Lagro-Janssen AL. Int J Clin Pract. 2009 Jun;63(6):869-73. Patient-held records for undocumented immigrants: a blind spot. A systematic review of patient-held records. Schoevers MA, van den Muijsenbergh ME, Lagro-Janssen ALM. Ethn Heal th. 2009 May 21:1-12. Ziektebeloop na mammacarcinoom langer registreren. Commentaar op de NHGstandaard “diagnostiek van mammacarcinoom”. A.L.M. (Toine) Lagro-Janssen Ned Tijdschr Geneeskd. 2009 Mar 28;153(13):584-5. Dutch. The association between diabetes mellitus and urinary incontinence in adult women. Izci Y, Topsever P, Filiz TM, Cınar ND, Uludağ C, Lagro-Janssen T. Int Urogynecol J Pelvic Floor Dysfunct. 2009 Apr 30. Management of urinary incontinence in general practice: data from the Second Dutch National Survey. van Gerwen MA, Schellevis FG, Lagro-Janssen AL. J Eval Clin Pract. 2009 Apr;15(2):341-5. Effectiveness of treating non-specific pruritus vulvae with topical steroids: a randomized controlled trial. Lagro-Janssen AL, Sluis S. Eur J Gen Pract. 2009;15(1):2933. Partnergeweld: (h)erkennen door de bedrijfsarts en de verzekeringsarts I. van ZantenPrzybysz, J.W.J. van der Gulden, T. Lagro-Janssen TBV 17 / nr 6 / juni 2009 Partnergeweld. Wat te doen als het slachtoffer problemen krijgt op het werk I. van Zanten-Przybysz, A.P. Nauta, R. Sandbrink TBV 17 / nr 6 / juni 2009 Are there inequalities in choice of birthing position ? Sociodemographic and labour factors associated with the supine position during the second stage of labour. Ank deJonge, Marlies E.B. Rijnders, Mariet Th.van Diem, Peer L.H. Scheepers, Antoine L.M. Lagro-Janssen Midwifery (2009) 25, 439–448
Informatief Huisartsen moeten toegang krijgen tot de abortuspil De voorgestelde Baz-wijziging maakt de overtijdbehandeling zonder vergunning niet strafbaar. Dit betogen Dr. Gunilla Kleiverda e.a. in een artikel dat het Nederlands Juristenblad in juni jl. publiceerde.
In dit artikel wordt betoogd dat de juridische basis ontbreekt om huisartsen nog langer de toegang tot de abortuspil te ontzeggen om vrouwen een medicamenteuze
PAGINA 4 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
overtijdbehandeling te geven. De stelling name van het kabinet dat de overtijdbehandeling alleen plaats mag hebben in een kliniek of ziekenhuis met een vergunning voor het verrichten van abortus, is juridisch niet houdbaar. De auteurs stellen dat deze aangekondigde aanpassing van de Besluit Afbreking Zwangerschap (BAZ) alleen een politiek en publicitair doel dient, namelijk het verbloemen van het feit dat het kabinet er niet in geslaagd is de overtijdbehandeling onder de Wet Afbreking Zwangerschap te brengen. De overtijdbehandeling valt niet onder de abortuswet, noch onder het Wetboek van Strafrecht, zo valt te concluderen uit deze juridische analyse. Pas als een zwangerschap meer dan 16 dagen over tijd is, zijn deze wetten van toepassing. Tot nu toe was het voor huisartsen onmogelijk de abortuspil voor te schrijven voor de overtijdbehandeling. De auteurs stellen dat, nu de juridische basis voor toediening in klinieken ontbreekt, huisartsen de toegang tot deze pil moeten krijgen. Zo wordt de keuzevrijheid voor vrouwen vergroot. Zij kunnen dan kiezen om naar een abortuskliniek of hun huisarts te gaan voor een medicamenteuze overtijdbehandeling. De Landelijke Huisartsen Vereniging ondersteunt deze ontwikkeling en wil samen met het Nederlands Huisarts Genootschap een discussie starten hoe deze zorg door huisartsen het beste gestalte kan krijgen. Huiselijk geweld Door: Sylvie Lo Fo Wong, huisarts/onderzoeker “Geslagen jaren” is de titel van een DVD die een documentaire en een educatieve film bevat over de gevolgen van huiselijk geweld (regie: AnneMieke van den Berg). ‘Huiselijk geweld vindt plaats achter gesloten deuren. Slachtoffers en plegers komen er niet openlijk voor uit dat ze leven in een situatie die beheerst wordt door gewelddadigheid van mensen van wie ze houden’
De documentaire brengt vier hoofdpersonen in beeld, waaronder drie vrouwelijke slachtoffers. Zij vertellen over hun geweldservaringen met hun partner, de moeizame weg om eruit te komen, de gevolgen voor de kinderen die getuige zijn. De 5-jarige kleinzoon van een van hen laat de gevolgen voor de volgende generatie zien. Een mannelijke pleger van mishandeling vertelt over het geweld dat hij als kind zelf heeft meegemaakt. De relevantie van de thema’s is hoog. De film geeft een goed beeld van geweld in gezinnen en de complexiteit. Slachtoffers ondergaan niet uitsluitend machteloos het geweld maar weren zich ook. Een punt van kritiek is dat bij de pleger de nadruk eenzijdig ligt op zijn eigen slachtofferschap als kind en zijn verdriet om het verlies van zijn kinderen. De documentaire is, als voorlichtingsfilm, geschikt voor een breed publiek. Hulpverleners GGZ, artsen die informatie zoeken, slachtoffers en plegers in behandeling, kunnen de film gebruiken om te praten over hun ervaringen, herkenning en voor bewustwording. De educatieve film is duidelijk bedoeld voor hulpverleners die werken met de systeemgerichte behandeling van slachtoffers, plegers en kinderen. In deze film wordt geen aandacht besteed aan huisartsen, die vooral moeten letten op verborgen signalen in
PAGINA 5 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
het gezinssysteem. Door experts worden aspecten van huiselijk geweld besproken, van theorie over psychologische mechanismen tot en met de organisatie van de ketenaanpak. De politie, vrouwenopvang, steunpunt huiselijk geweld, justitie, daderhulpverlening en kinderhulpprogramma’s passeren de revue. De hulpverleningsketen in de film is niet overal in Nederland van toepassing. In dit deel van het tweeluik wordt opvallend sterk de nadruk gelegd op de rol die vrouwen hebben bij het ontstaan en in standhouden van geweld en lijkt het om een sekseneutraal onderwerp te gaan. Hierin wordt de aansluiting met de documentaire gemist. Bruikbaar voor huisartsen? De films duren elk 50 minuten en zijn te lang voor gebruik in de nascholing aan huisartsen. De handleiding sluit goed aan bij de film. De educatieve film lijkt vooral gemaakt voor modulair onderwijs aan hulpverleners in de GGZ, vrouwenopvang, kinderbescherming, jeugdzorg. Voor huisartsen zijn er geschiktere filmdocumenten om kennis te maken met de thematiek rondom huiselijk geweld. Huisartsen kunnen beter een dag training volgen als ze meer kennis en vaardigheden willen opdoen. De DVD is te bestellen via de website (www.movedmedia.nl/shop/). De documentaire kost €25.50 en het educatieve pakken €42.50. Uitkomst ‘Seksuele gezondheid in Nederland 2009’ Staatssecretaris Jet Bussemaker (VWS) nam 7 juli jl. het rapport 'Seksuele gezondheid in Nederland 2009 in ontvangst. Het rapport doet verslag van de eerste herhalingsmeting onder de bevolking die in het kader van de ‘Monitor Seksuele en reproductieve gezondheid, zorgbehoefte en zorggebruik’ is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. Het onderzoek schenkt extra aandacht aan de thema’s geboorteregeling, soa/hiv risico- en beschermingsgedrag en seksueel geweld. Het rapport behandelt de aard en omvang van seksuele problematiek, de verdeling van problematiek over verschillende bevolkingsgroepen, de zorgbehoefte en het zorgcontact.
Meer dan zesduizend mensen van 15 tot en met 70 jaar deden mee aan het onderzoek. Zij zijn representatief voor de Nederlandse bevolking voor wat betreft leeftijd, geslacht, opleiding en stedelijkheid. Tijdens de presentatie van het rapport kwamen er vanmiddag opvallende conclusies naar voren. Een prettig seksleven is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Zo geniet ruim 1 op de 7 vrouwen niet of nauwelijks van seks. Daarnaast spelen schuldgevoelens bij een kwart van zowel de mannen als de vrouwen een rol. En slechts iets meer dan de helft van de mensen is vaak of altijd blij met zijn of haar seksleven. Falend anticonceptiegebruik komt vaak voor. Er is een aanzienlijke groep vrouwen die door falend anticonceptiegebruik risico loopt op onbedoelde zwangerschap. Slechts tweederde van de vrouwelijke anticonceptiegebruikers vindt haar methode makkelijk te gebruiken. Twintig procent van de mannen en 30% van de vrouwen zeggen dat er wel eens iets fout gaat bij het gebruik van anticonceptie. Bijna 60% van de pilgebruiksters zegt wel eens een pil te vergeten. In Nederland wordt in vergelijking met de ons omringende landen vaak de anticonceptiepil voorgeschreven. In de voorlichting, preventie en anticonceptieconsulten zou meer aandacht moeten zijn voor alternatieve vormen van anticonceptie en ondersteuning bij effectief gebruik. Anticonceptie op maat kan bijdragen aan meer tevredenheid en minder risico op onbedoelde zwangerschap. Morning-afterpil hoort thuis in het medicijnkastje Er is een groot gebrek aan kennis over de aanschaf, werking en het gebruik van de morning-afterpil. Zo wordt de morning-afterpil vaak verward met de abortuspil. Als reden om geen morning-afterpil te gebruiken wordt dan ook vaak (ten onrechte) genoemd het niet willen afbreken van een zwangerschap.
PAGINA 6 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
Bijna een kwart van de mensen zegt het moeilijk te vinden om de morning-afterpil te kopen, vaak uit schaamte en angst voor herkenning. Condoomgebruik bij losse partners is zorgwekkend Het kennisniveau omtrent soa/hiv is over het algemeen redelijk hoog, maar het condoomgebruik bij geslachtsgemeenschap met losse partners is zorgelijk: de helft van zowel de mannen als de vrouwen heeft in het afgelopen half jaar niet altijd of nooit condooms gebruikt met losse sekspartners. Bij lager opgeleide mensen en bij jonge vrouwen is de score nog slechter. Ook het testen op soa/hiv voordat men stopt met condooms blijft een actueel thema. In vier op de vijf gevallen hebben stellen zich niet laten testen voordat ze met condoomgebruik stopten. En nog steeds blijven de barrières bij het kopen en bij je dragen van condooms een aandachtspunt. Actief testbeleid werpt vruchten af Een derde van de mannen en een iets groter percentage van de vrouwen heeft zich ooit op soa/hiv laten onderzoeken. Voor beide seksen geldt dat bijna één op de tien zich het afgelopen jaar heeft laten testen. Vrouwen laten zich hoofdzakelijk bij de huisarts testen, mannen ongeveer evenveel bij een GGD of soapolikliniek als bij de huisarts. De meest voorkomende redenen om zich te laten testen zijn de start van een nieuwe relatie, het hebben van onveilige seks, en vrees voor een soa/hiv. Antilliaanse of Surinaamse personen en inwoners van de grote steden hebben zich relatief vaak laten testen op soa en/of hiv. Volgens recente cijfers van het RIVM is het aantal soaconsulten bij de soacentra in 2008 wederom gestegen, met 13% ten opzichte van 2007. De soacentra richten zich met succes op de hoogrisicogroepen, waaronder mannen die seks hebben met mannen, personen afkomstig uit een soa-endemisch gebied (zoals Suriname en de Nederlandse Antillen), en jongeren tot 25 jaar. 12% van de vrouwen en 3% van de mannen is ooit verkracht Seksueel geweld komt schrikbarend vaak voor: een derde van de vrouwen en een op de twintig mannen van 15 tot 70 jaar geven aan ooit seksueel geweld te hebben meegemaakt, variërend van kwetsende aanrakingen tot verkrachting. Twaalf procent van de vrouwen en bijna drie procent van de mannen is ooit verkracht. Eén op de vijf vrouwen en één op de 25 mannen geven aan voor het 16e jaar seksueel geweld te hebben meegemaakt. Het merendeel van de plegers is een bekende van het slachtoffer. Bij de vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld zijn vooral (ex)partners de plegers, bij de mannelijke slachtoffers gaat het relatief vaak om een buurtgenoot of vriend(in)/vage kennis. Seksueel geweld komt in alle lagen van de bevolking voor. Het gehele rapport kunt u vinden via de website (www.rutgersnissogroep.nl). Documentatieafdeling van het Institute for Gender Studies Op de website van het Institute for Gender Studies (www.ru.nl/genderstudies) staat een aanwinstenlijst over gender- en vrouwenstudies en emancipatie We noemen ondermeer: • Vrouwenhulpverlening 1975-2000 : beweging in en rond de gezondheidszorg / Janneke van Mens-Verhulst en Berteke Waaldijk (red.). - Houten : Bohn Stafleu van Loghum, 2008. - 302 p.: foto. Met lit. opg. Inclusief DVD Vrouwenhulpverlening, ontdekken en vernieuwen, van Grietje Keller en Josien Pieterse. Beschrijving van de geschiedenis van de Nederlandse vrouwenhulpverlening vanaf 1975, het begin van de tweede feministische golf. De vrouwenhulpverlening was een beweging waarin het persoonlijke, het politieke en het professionele samenkwamen en elkaar gedurende een aantal jaren hebben versterkt. Vanuit een feministische visie verenigde de vrouwenhulpverlening alle innovatieve gezondheidsbewegingen van de jaren zeventig in zich.
PAGINA 7 J6 NR2
•
•
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
Lustbeheersing, seksualisering en de strijd der geslachten / Grietje Dresen In: Gekke verlangens : opstellen in ethiek en godsdienstpsychologie voor Patrick Vandermeersch / Els Maeckelberghe en Herman Westerink (red.). - Kampen : Uitgeverij Kok, 2008. - p. 175-188. Met lit. opg. Factsheet : genitale verminking van vrouwen / Brigitte Rys (samenst.). - Brussel : RoSa, 2008. - 10 p.: tab. De RoSa-factsheets schetsen de positie van de vrouw in Vlaanderen. Deze factsheet verklaart vooreerst waarom genitale mutilatie van vrouwen een schending van de mensenrechten is. Uitgelegd wordt wat de praktijk precies inhoudt, wat de motieven zijn, in welke landen en in welke mate het gebruik voorkomt. Verder een overzicht van wat er op juridisch en maatschappelijk gebied ondernomen wordt om de praktijk uit te bannen. Tot slot worden instanties genoemd die hulp verlenen aan slachtoffers.
Onderzoek The role of gender in medical specialty choice and general practice preferences In werk- en praktijkvoorkeuren ten aanzien van het beroep van huisarts lijken mannen en vrouwen steeds meer op elkaar. Dit stelt Tanja Maiorova in het proefschrift waarop ze 29 mei jl. promoveerde. Flexibele werkomstandigheden worden steeds belangrijker, niet alleen voor vrouwelijke, maar ook voor mannelijke huisartsen. Flexibele werkomstandigheden zijn essentieel om jonge artsen binnen het beroep te houden. Studenten geneeskunde kiezen vooral voor het huisartsenvak op basis van de inhoud van het werk en het soort patiënten waarmee men te maken krijgt. Man of vrouw zijn speelt geen rol in deze beroepskeuze. Familiality, comorbidity and molecular genetic factors in major depressive disorder; the role of gender Depressie komt veel voor en brengt hoge gezondheidskosten met zich mee. Depressie kan ontstaan door erfelijke factoren, meestal in combinatie met stress en tegenslag. Wat precies de erfelijke factoren zijn, is niet bekend. Depressies komen veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Uit onderzoek van Maaike Verhagen, waarop zij 25 juni jl. promoveerde, blijkt dat bij vrouwen depressie een andere genetische oorzaak heeft dan bij mannen. Ze onderzocht hiervoor de rol van Brain Derived Neurotrophic Factor (BDNF). Dit is een groeifactor die zorgt voor herstel van het functioneren van zenuwcellen na stress, vooral in de hippocampus. Dit is een gebied in de hersenen dat betrokken is bij emoties en stemming. Verhagen vond dat het BDNF-gen alleen een rol speelt bij depressies in mannen, maar niet bij vrouwen. Dit wijst erop dat depressies bij vrouwen een andere achtergrond hebben dan bij mannen. Ook keek Verhagen naar genen die betrokken zijn bij neuroticisme. Dit is een persoonlijkheidskenmerk van tobberigheid, bezorgdheid en nervositeit dat het risico op depressie vergroot. Ook hier vond ze enkele aanwijzingen dat andere genen een rol spelen bij neuroticisme bij vrouwen dan bij mannen.
Omgaan met depressie: speelt genderverschil een rol Door: Floris van den Berg
PAGINA 8 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
Ruim 6% van de Nederlandse bevolking heeft op dit moment een depressie en één op de vijf mensen wordt tijdens zijn of haar leven getroffen door een of andere vorm van deze aandoening. Naast een steeds groter wordende impact op de totale ziektelast heeft depressie ook grote economische gevolgen. De verwachting is dat depressieve stoornissen in 2020 wereldwijd, na ischemische hartziekten, de grootste ‘ziektelastveroorzakers’ zullen zijn.
Depressieve klachten komen tweemaal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Onderzoek naar depressie is erg gericht op de effectiviteit van medicatie, maar kijkt nauwelijks naar gedachten en gevoelens over depressieve klachten en de mogelijke genderverschillen hierbij. In mijn onderzoek heb ik gezocht naar mogelijke verschillen in de beleving van en gedachten over depressie en de behandeling ervan bij mannen en vrouwen. Met andere woorden: is er een verklaring voor genderspecifieke incidentieverschillen en welke aanbevelingen kunnen bijdragen aan verbetering van de signalering en behandeling van depressie. Ik heb bij dit onderzoek gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews bij patiënten in twee huisartspraktijken. Deze interviews werden afgenomen met een ‘interviewgids’ die tot stand is gekomen op basis van literatuuronderzoek en verder ontwikkeld op grond van gesprekken met experts. De onderzoekspopulatie bestond uit 19 personen tussen de 19 en 72 jaar; 8 mannen en 11 vrouwen. Het merendeel van de mannen beschrijft hun depressie als een activeringsprobleem, terwijl bij de meeste vrouwen negatieve gedachten voorop staan. Het toekomstbeeld over depressieve klachten is bij mannen positiever dan bij vrouwen. Er is sprake van een genderspecifiek verschil in de beschrijving van depressieve stoornissen. Deze verschillen tussen mannen en vrouwen lijken samen te hangen met socialisatie, het leren omgaan met jezelf en anderen, en gevoelens met betrekking tot eigen invloed op de klachten. De huidige DSM-IV criteria zijn meer gericht op de ‘vrouwelijke’ dan op de ‘mannelijke’ depressie. Meer aandacht voor genderspecifieke verschillen en inpassing van genderspecifieke kenmerken in diagnostische criteria voor depressie kan bijdragen aan een verbetering van zorg. Lifelong learning project over gender in medicine In oktober gaat een europees Lifelong learning project van start geheten Gender Medicine. Vrouwenstudies Medische wetenschappen is daarvan een van de deelnemers. Het project wordt als volgt omschreven: European universities and their associated partners will join forces tin EUGIM to generate a flexible module “Gendermedicine (GM)”that teaches gender differences in wide-spread diseases, therapy and research throughout Europe. GM module can be flexibly integrated in to bachelor or master programs or vocational education at different universities and will lead to and internationally recognized certificate. This will promote innovation in medical education and contribute to harmonization of biomedical study structures in Europe. Dissemination of gender aspects will improve the practical treatment of women and men and will reduce deaths and side effects form pharmaceutical management.
PAGINA 9 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
Value kenniscentrum VALUE is een digitaal kenniscentrum dat een systematisch literatuuroverzicht biedt betreffende vrouwelijke artsen en alle aspecten van hun loopbaan. VALUE bestaat uit een website met een bibliografische databank en relevante websites van organisaties. VALUE is toegankelijk zijn voor VNVA leden
Monitor geneeskunde Over de verhoudingen tussen mannelijke en vrouwelijke artsen in Nederland wordt cijferen feitenmateriaal verzameld. In Zweden verscheen een dergelijke publicatie met de titel “Women and men in Sweden: facts and figures 2008.” In de Nederlandse publicatie wordt aandacht besteed aan: 1. cijfermateriaal over huisartsen, medisch specialisten, sociaal geneeskundigen, verpleeghuisartsen en medische studenten 2. het aandeel van vrouwelijke artsen in besturen De publicatie zal verspreid worden onder allerlei doelgroepen (bijv. het Ministerie van VWS, Medisch Contact, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Mednet, etc.) om hen te attenderen op de problematiek van vrouwelijke arts en loopbaan. Het ligt in de bedoeling om het cijfer- en feitenmateriaal elke 2-3 jaar te updaten. De publicatie zal in het Engels verschijnen en streven is om het in september 2009 drukklaar te hebben. Het Nederlandstalige cijfer- en feitenmateriaal zal integraal of via weblinks op de website van VALUE worden gepubliceerd. Ook zal er een speciale bibliografie op de website gezet worden over het thema gezondheidsklachten van (vrouwelijke) artsen. Inmiddels zijn gegevens verzameld over ondermeer: • de aantallen mannen en vrouwen die werkzaam zijn of opgeleid worden als huisarts. • de man-/vrouw verhouding in het dagelijks bestuur van de Orde van Medisch Specialisten • het aantal mannelijke en vrouwelijke medisch specialisten. • de aantallen mannelijke en vrouwelijke aio’s • de aantallen mannelijke en vrouwelijke hoogleraren bij de acht afdelingen Huisartsgeneeskunde • de aantallen mannelijke en vrouwelijke (hoofd)docenten en hoogleraren geneeskunde (in proces)
Kalender Pump your career. Op 1 oktober 2009 organiseert het landelijke netwerk voor vrouwelijke hoogleraren in het Museum voor Communicatie in Den Haag een Talentendag voor vrouwelijke wetenschappers.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) willen de doorstroom van vrouwelijke wetenschappers in academia vergroten. Om vrouwelijke wetenschappers te
PAGINA 10 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
ondersteunen met het verwerven van een hogere positie in de universitaire wereld organiseren NWO en het LNVH een speciale talentendag. Tijdens 'Pump Your Career' kunnen vrouwelijke wetenschappers bijvoorbeeld kennismaken met rolmodellen en leren van hun ervaringen. Ook kunnen de deelnemers netwerken met mentoren, die ondersteuning kunnen bieden bij hun carrière of met Vernieuwingsimpulscoördinatoren die tips kunnen geven over de VI, met name Vidi en Vici. Daarnaast zijn er een aantal workshops die handreikingen geven over hoe je als vrouwelijke wetenschapper hogerop kunt komen. De talentendag is speciaal voor vrouwen werkzaam in de wetenschap: postdocs, universitair docenten en hoogleraren. Ook welkom zijn (universitaire) beleidsmedewerkers en beleidsmakers die zich richten op vrouwenbeleid. Het evenement vindt plaats op donderdag 1 oktober in het Museum voor Communicatie in Den Haag. Deelname is gratis, inclusief lunch en borrel, voor wie aantoonbaar tot de doelgroep behoort. Reiskosten komen voor rekening van de deelnemer zelf. Meer informatie is na te lezen op de website (via de hyperlink: http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOA_7T4GSE). Early interventions with abused women Op 23 September 2009 is er in Nijmegen een international inventational conference over partnergeweld. Doel daarvan is: • De introductie van een nieuwe interventiemethode en zorgvernieuwing bij vrouwen/moeders van jonge kinderen in geweldsrelaties. • De presentatie van de resultaten van interventieonderzoek bij vrouwen/moeders in geweldsrelaties in Australië en Nederland • Een overzicht bieden van het bestaande beleid en interventies bij geweld in gezinnen in Nederland • De conferentie wil het Nederlandse veld van betrokken professionele organisaties, veldwerkers, wetenschappers, beleidsmakers, subsidiegevers laten kennismaken met nieuwe interventiemethoden en de gelegenheid creëren om hierover te discussiëren. Voertaal: vanwege onze Australische sprekers, Angela Taft en Lorna O'Doherty van de zal de voertaal Engels zijn. De opening geschiedt door Drs. Lenie Scholten, wethouder Gezondheidszaken Gemeente Nijmegen Dagvoorzitter is Prof. Dr. Toine Lagro-Janssen, huisarts/hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen, Medisch Centrum, afd. Vrouwenstudies Medische Wetenschappen Collegereeks Extreme Makeover: Cultuur, lichaam en het ideale zelf (v/m) In deze collegereeks wordt onderzocht hoe en waarom het verlangen naar zelfvervolmaking binnen verschillende (sub)culturen en op verschillende momenten in de geschiedenis vorm kreeg. Waar komt de overweldigende nadruk op uiterlijke schoonheid en het geprononceerd 'seksueren' ervan op dit moment vandaan in onze westerse (beeld)cultuur? Welke invloeden werken hier in door? En welke invloeden gaan er van uit, op ons zelfbeeld en ons dagelijks leven? Hebben we inderdaad meer vrijheid dan ooit in het kiezen van onze (gender)identiteit en het uiterlijk vormgeven daaraan? Of onderscheiden we ons van andere tijden
PAGINA 11 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
en culturen misschien vooral door die illusie? Bij deze vragen gaan we zowel in op sekse, seksualiteit, ‘ras’ en etniciteit, als fysieke aspecten van identiteit die zich in toenemende mate leenden en lenen voor zelftransformatie. Periode: 8 september t/m 8 november 2009, van 15.45 – 17.30 uur
Informatie Institute for Gender Studies E:
[email protected] I: www.ru.nl/genderstudies Symposium Seks, sekste en seksualiteit (WSSG) De Werkgroep Sekse Specifieke Geneeskunde (WSSG) organiseert op zeven oktober a.s. een avondvullend symposium over seks, sekse en seksualiteit. De avond zal bestaan uit een drietal workshops, waarin de deelnemers actief bezig zullen zijn met dit onderwerp. De workshops zullen gegeven worden door een drietal artsen. Prof. dr. A.L.M. Lagro-Janssen (hoogleraar huisartsgeneeskunde) zal spreken over het onderwerp seks, sekse en cultuur, Dr. M. Vergeer (arts-seksuoloog) zal iets vertellen over seks en chronische ziekten en Drs. K. van Rosmalen-Nooijens en drs. D. Arts vertellen iets over homoseksualiteit en de rol van de hulpverlener. Meer informatie is te lezen op de website (wssg.ruhosting.nl).
Opvallend Als afsluiting van de nieuwsbrief, bij het rubriekje wat u en ons opviel in de media, deze keer aandacht voor het onderzoek van de sociaal psycholoog Johan Karremans van de Radboud Universiteit Nijmegen. Johan Karremans en zijn collega’s van de Radboud Universiteit publiceerden hun resultaten in het vakblad Journal of Experimental Social Psychology onder de titel ‘Interacting with women can impair men’s cognitive functioning’.
Mooie vrouw maakt man minder slim Mannen, opgepast: indruk maken op een mooie vrouw gaat ten koste van je verstand Het zal je maar gebeuren: je zit te praten met een aantrekkelijke meid op wie je graag een goede indruk wilt maken. Ze vraagt je waar je vandaan komt, en ineens weet je niet meer wat je moet zeggen. Je bent zelfs je eigen adres vergeten. Het gebeurde één van de onderzoekers van de Radboud Universiteit, die in het vakblad ‘Journal of Experimental Social Psychology’ publiceren over juist dit onderwerp: waarom mannen moeite hebben met nadenken als er mooie vrouwen in de buurt zijn. De wetenschappers willen niet zeggen om wie het gaat. “Dat houden we natuurlijk geheim,” zegt hoofdonderzoeker Johan Karremans desgevraagd, met een knipoog. Deze ongetwijfeld verontrustende ervaring heeft wel iets positiefs opgeleverd. In twee experimenten toonden de Nijmeegse gedragswetenschappers aan dat het inderdaad de
PAGINA 12 J6 NR2
Nieuwsbrief Vrouwenstudies Medische Wetenschappen
ontmoeting met een mooie vrouw is, die het verstand van mannen – tijdelijk – op slot gooit. Karremans en co zoeken de oorzaak in de beperkte capaciteit van ons verstand. Een ontmoeting met een knappe vrouw vraagt nogal wat hersencapaciteit Mensen kunnen namelijk maar een paar moeilijke dingen tegelijkertijd doen. Komen er teveel zaken op ons af, dan gaan onze prestaties achteruit. De mannen uit het onderzoek van Karremans en co benutten hun hersencapaciteit om (onbewust) indruk te maken op de mooie vrouw, waardoor er geen ‘ruimte’ overbleef voor een goede testscore. “Op het moment dat je heel erg bezig bent met indruk te maken, kun je jezelf niet geheel vrijuit gedragen,” zegt Karremans. “Je moet je eigen gedrag, wat je zegt tegen de ander, hoe de ander daar weer op reageert, heel goed in de gaten houden, en daar je gedrag weer op aanpassen. Dit is een cognitief uitputtend proces, misschien niet in heel grote mate, maar wel voldoende om vervolgens cognitief minder goed te scoren.” Het is niet de eerste keer dat mooie vrouwen knagen aan de verstandelijke vermogens van de man. De Canadese psychologen Margo Wilson en Martin Daly lieten mannen plaatjes zien van verschillende vrouwen. Zagen de heren aantrekkelijke dames, dan maakten ze vervolgens nogal irrationele keuzes. Zo hadden ze liever 100 dollar nu, dan 125 dollar over twee weken. De mannen die onaantrekkelijke vrouwen hadden bekeken, hadden meer toekomstvisie en snapten wel dat 25 dollar in twee weken een meer dan schappelijke rente is. Vrouwen blijven verstandig Vrouwen laten zich trouwens niet van de wijs brengen door een rendez-vous met een fijne kerel. Dat kan volgens Karremans twee oorzaken hebben. “Het zou kunnen dat mannen – zeker als ze rond de twintig jaar zijn, zoals in ons onderzoek – in het bijzijn van een dame veel meer bezig zijn met indruk maken dan een vrouw dat is. Of vrouwen zijn in het algemeen meer bezig met hoe ze overkomen.” In dat laatste geval kost de ontmoeting hen minder moeite en heeft hun hersencapaciteit er dus niet zo onder te lijden. Mooie klasgenotes leiden af Volgens Karremans kan deze ontdekking van belang zijn voor het onderwijs. “Onze bevindingen geven mogelijk (gedeeltelijk) een verklaring voor het feit dat jongens op lagere en middelbare scholen gemiddeld wat slechter presteren.” Daarmee bedoelt hij overigens nadrukkelijk níet dat meisjes en jongens vanaf nu gescheiden les moeten krijgen. “Daar kleven uiteraard weer allerlei andere nadelen aan. Je moet tenslotte leren omgaan met zowel mensen van je eigen als van het andere geslacht.”
Het Kenniscentrum Sekse en Diversiteit in Medisch Onderwijs is onderdeel van Vrouwenstudies Medische Wetenschappen, UMC St. Radboud. Indien ontvangst van de nieuwsbrief niet meer gewenst is, is afmelding mogelijk via
[email protected]