Nieuwsbrief 6
mei 2010
Beste lezer Sinds ons jaarverslag voor de jaarvergadering van 7 april 2010 heeft de VEP voldoende ondernomen om je weer bij te praten. Al staat alles vrij snel op onze website, www.vepsite.nl, ook niet internetters moeten periodiek iets van ons horen. Daarom hier weer een nieuwsbrief. Met deze nieuwsbrief ben je weer op de hoogte van de meest belangrijke activiteiten en mededelingen, die we sinds de vorige nieuwsbrief hebben ondernomen dan wel via de website gepubliceerd. Ondanks herhaalde contactpogingen de afgelopen maanden hebben wij geen nieuws hebben kunnen ontvangen van Equens over het gepensioneerdenuitstapje. Daarom is in een recent contact met Equens afgesproken het gepensioneerdenuitje tot na de zomervakantieperiode uit te stellen. Daar kunnen wij dan wel tijdig overleg met elkaar (Equens en VEP) over voeren. Helaas heeft ons kort voor het publiceren van de Nieuwsbrief een treurig bericht bereikt: Wim Zürlohe, onze vertegenwoordiger in het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Equens treedt per augustus af. Hierover gaat ons eerste artikel. Het bestuur VEP
1. Wim Zürlohe treedt af, wat nu? Wim Zürlohe zal zich in augustus niet herkiesbaar stellen voor een nieuwe termijn als bestuurslid van de Stichting Equens Pensioenfonds (SPE). Het bestuur VEP vindt dit buitengewoon jammer. Wim heeft niet alleen veel nuttig werk verzet binnen het pensioenfonds, maar ook heeft hij ons hierover altijd weer op bevlogen wijze bericht tijdens vergaderingen en op het gepensioneerdenuitje. Wij zijn Wim dankbaar voor zijn inzet, en zullen dat op de Najaarsbijeenkomst ook zeker persoonlijk laten blijken. Wij hopen en verwachten dat dit zal gebeuren in gezelschap van een groot aantal leden. Het bestuur VEP is nu onder de leden op zoek naar een kandidaat die wij op de deelnemersbijeenkomst van de SPE op 30 augustus kunnen presenteren als nieuw bestuurslid SPE namens de gepensioneerden. Dit zal niet meevallen. Het is een boeiende, uitdagende en veeleisende functie . Om daarvan een concreet beeld te schetsen hebben wij een profiel voor kandidaten opgesteld dat er als volgt uitziet: Gedrag - Strategisch kunnen denken en handelen - Communicatief - Kunnen onderhandelen - Goed kunnen vergaderen (voldoende charmant / persoonlijkheid) - Bereidheid en in staat cursussen te volgen
1
Nieuwsbrief 6 Kennis
-
mei 2010
Minimaal HBO niveau Financieel-economische kennis Pensioenkennis (moet actueel blijven) dan wel voldoende kennisachtergrond om zich deze specifieke kennis redelijk snel eigen ta maken Kennis van maatschappelijke ontwikkelingen
Naast deze meetbare eigenschappen verwachten wij affiniteit met ontwikkelingen binnen de wereld van de pensioenfondsen. Bovendien moet betrokkene zeker 5 dagen per maand beschikbaar zijn (ca. 1 dag vergaderen + voorbereiden, uitvoeren van taken, volgen van cursussen.)
2. Kort verslag van de ALV van 7 april 2010 Op 7 april jl. kwamen 40 leden bijeen voor onze jaarlijkse ledenvergadering. Op de vergadering werden de standaard “vergadering onderwerpen” behandeld, zoals daar zijn: de notulen van de vorige vergadering, het jaarverslag van de secretaris, de financiële verantwoording 2009, de begroting 2010, enz. Dit verliep tot algemeen genoegen in een vlot tempo. Zie voor het inhoudelijk verslag de (concept)notulen die beschikbaar zijn op onze website. Ook worden ze bij de uitnodiging voor volgend jaar meegezonden. Tijdens de vergadering kwamen leden met vragen en opmerkingen. Zo meldde Bouwe van der Vos dat de link naar de verzekeraar, die in ons stukje over verzekeringen genoemd werd, niet werkte. Dit heeft geleid tot een verbeterde versie die elders in deze nieuwsbrief staat. Hans Bolte meldde dat je als gepensioneerde ook gebruik kunt maken van de bedrijfskorting op hypotheken van RABO en ING. Het bestuur heeft dit na de vergadering uitgezocht. Helaas heeft Equens de overeenkomsten met RABO en ING per 1 januari 2010 opgezegd. Wel krijg je (standaard) korting op een hypotheek via Centraal Beheer. Na de formele vergadering volgde een lezing van Wim Zürlohe, zie hiervoor later in deze nieuwsbrief. De bijeenkomst werd afgesloten met een lunch, die zoals elk jaar, weer prima verzorgd werd door de catering van Equens.
3. Nieuws van Equens De informatie die wij in deze nieuwsbrief over Equens verstrekken, komt uit het Equens personeelsblad “Equens Unlimited”. Ook over dit blad zelf is nieuws: de belangstellende gepensioneerden hebben de laatste uitgave ontvangen, het blad houdt op te bestaan. Het bestuur VEP gaat na wat er aan de hand is. Bij Equens is een nieuwe reorganisatie afgerond. De reorganisatie lijkt opnieuw een stap naar volledige integratie van de Nederlandse en de Duitse vestigingen. Naast de “Corporate Centers” zijn twee criteria voor opdelingen herkenbaar: op basis van de business en op basis van de regio. De eerste levert de business centers “Payments”en “Cards”., de tweede de local centers “Operations Germany” en “Operations Netherlands”. 2
Nieuwsbrief 6
mei 2010
Degenen die Equens Unlimited hebben ontvangen, kunnen daarin lezen over de achtergronden van de reorganisatie. Ook lees je daar de toekomstvisie van de Centermanagers en interviews met andere betrokkenen. Wij beperken ons tot een schema dat de nieuwe organisatie op hoofdlijnen laat zien (bron Equens Unlimited).
Uit het plaatje zou je kunnen lezen dat “Payments” een Duits en “Cards” een Nederlands aandachtsgebied zou zijn. Dat is niet zo. Uit de gesprekken met de Centermanagers (en de mix van overige medewerkers) blijkt dat er sprake is van een echt gemengde organisatie.
4. Nieuws uit het pensioenenland door Wim Zürlohe Na de behandeling van z’n hoofdonderwerp (zie later in deze nieuwsbrief), vertelde Wim nog iets over de ontwikkeling in pensioenfondsenland. Zo zijn er landelijk drie verschillende commissies bezig zijn op het gebied van pensioenfondsen. Iedere commissie heeft z’n eigen aandachtsgebied. In het kort zijn de conclusies van de commissies (genoemd naar hun voorzitter): Cie. Goudswaard: De uitingen van de fondsen in nominale termen spreekt steeds minder aan, overwogen moet worden over te stappen naar reële termen. 3
Nieuwsbrief 6
Cie. Frijns:
Cie. Don:
mei 2010
Tevens beveelt de commissie aan dat de ambities beperkt zullen moeten worden. De norm van 70 % van het laatste verdiende salaris bijstellen naar beneden. Een andere aanbeveling is om de levensverwachting te incorporeren in de pensioenregeling. Het automatisch koppelen van de pensioenuitkering of de pensioenleeftijd aan de stijgende levensverwachtingen.” In de praktijk betekent dit dat een deelnemer zelf meer moet gaan regelen. De eisen aan de besturen tot professionalisering worden steeds zwaarder en moeilijker in te vullen. Door samenwerking, samengaan wordt het bestuursrisico verminderd. Het risico is adequate bestuurders te vinden. Geeft richtlijnen voor de lange termijn berekeningen zoals continuïteitsanalyses en ALM studies, asset liability management. In de commissie is geen overeenstemming bereikt over “rendement” tussen de vertegenwoordigers van DNB en CPB en de vakbonden. De eersten gaan uit van een lange termijn rendement van 5% en de tweede groep van 7%. Bij het maken van toekomstverwachtingen maakt het nogal veel uit van welk rendementspercentage je uitgaat. Bij 5% bijv. is de kans op indexatie nagenoeg nihil.
Wim vermoedt dat de pensioenwet zal wijzigen op alle bovengenoemde gebieden.
5. Waarom met het vermogen een zeker risico genomen moet worden Gebaseerd op onderstaand stuk heeft Wim Zürlohe zijn lezing gehouden op de afgelopen ALV van 7 april 2010. Aardige opmerkingen die hij hierbij heeft gemaakt en vragen uit het publiek, zijn als extraatje in kaders opgenomen. Dit is geen eenvoudige tekst, maar degenen die de moeite nemen dit stuk te bestuderen krijgen zeker een betere inzicht in wat er speelt bij pensioenbeheer. Een pensioenfonds kan vaststellen hoeveel geld er in de toekomst nodig is om de pensioenen van actieven en gepensioneerden te kunnen betalen. Dit wordt berekend op basis van de afspraken in het reglement. De verplichting aan eenieder wordt simpel gezegd bepaald door zijn/haar startdatum in het Fonds en de verwachte einddatum (op basis van
Voorbeeld hoe te sparen Uitgaande van maandelijks, 40 jaar lang, € 100,-• Oude sok levert € 48.000,-• Sparen tegen 4% € 116.486,-• Obligaties 6% € 191.696.— • Aandelen 8% € 324.180,--
sterftetafels). Wat willen we?
• • •
Naast onze AOW (alleen 13k, gehuwd 17k) een goed pensioen Daarvoor is nodig minstens 500k (=20 jaar 25k) Dus is gewoon sparen alleen onvoldoende, dus beleggen.
4
Rekeninghoudend met de marktrente kan het totaal der verplichtingen van het Fonds worden omgerekend naar een bedrag in het heden. Opmerking: Formeel gezien is het zo dat actieven aanspraken opbouwen tijdens hun actieve periode. Bij
Nieuwsbrief 6
mei 2010
pensionering worden deze aanspraken omgezet in pensioen. Om onderstaande grafiek te kunnen maken worden aanspraken omgezet in nominale kasstromen. In de tijd gezien volgen de nominale verplichtingen de curve van de doorgetrokken lijn uit de figuur hieronder. In woorden: de nominale verplichtingen bestaan uit de kasstromen die bekend zijn op basis van verwachte uitkeringen verschuldigd aan gepensioneerden, verwachte uitkeringen verschuldigd aan weduwen en wezen en verwachte toekomstige uitkeringen voor zover de werkenden die hebben opgebouwd. De contante waarde van deze nominale verplichtingen uit het zwarte vlak hieronder, worden minimaal eens per jaar vastgesteld en moeten gedekt worden door de marktwaarde van de bezittingen (c.q. beleggingen). Is de marktwaarde van de beleggingen groter dan de marktwaarde van de verplichtingen dan is er sprake van een overschot (i.e. een positieve dekkingsgraad) In de grafiek worden de nominale verplichtingen weergegeven door het zwarte vlak. In de nominale verplichtingen wordt evenwel geen rekening gehouden met toekomstige geldontwaarding, immers één euro vandaag heeft meer koopkracht dan diezelfde euro heeft over pakweg 20 jaar. De nominale verplichtingen nemen toe als je daar rekening mee houdt door de te verwachte kosten van de inflatie toe te voegen. Dat wordt in de grafiek weergegeven door de stippellijnen boven het zwarte vlak. Onderstaand wordt het verder uitgelegd. In de pensioenwereld hebben we te maken met de nominale verplichtingen en de verplichtingen met indexering. Zou het Fonds alleen de nominale verplichtingen nakomen dan betekent dat, dat de jaarlijkse geldontwaarding niet wordt vergoed. Echter, iedereen ziet graag dat de pensioenen en de aanspraken Nominale kasstromen Fonds meegroeien met de inflatie. Dit betekent • Verwachte uitkeringen verschuldigd aan een toename van de verplichtingen voor gepensioneerden. uitkeringen aan gepensioneerden ( ca 2 % • Verwachte uitkeringen verschuldigd aan p.j.). Ook heeft het Fonds te maken met de wezen en weduwen. periodieke loonontwikkeling voor actieven • Verwachte toekomstige uitkeringen voor en de in de CAO afgesproken zover werkenden die hebben opgebouwd. loonontwikkeling. (stel 3 %) Bij een De contante waarde hiervan is de gewogen gemiddelde dus een stijging met verplichting. circa 2,5% ( gestippelde lijn). Door het toekennen van toeslagen wordt het zwarte vlak jaar op jaar groter. De jaarlijkse opbouw van de rechten en de indexatie moeten worden gedekt uit de premie en het totale rendement op de beleggingen. De uitdaging voor het Fonds is dus feitelijk tweeledig: A. Het verzekeren van dekking voor de nominale verplichtingen . Dit is gericht op het veiligstellen van de nominale verplichtingen . Het wordt weergegeven door het zwarte vlak. B. De ambitie hebben om de pensioenen en de aanspraken loon- dan wel waardevast te houden. (lees: indexeren)
5
Nieuwsbrief 6
mei 2010
Dit betekent dat het premie- en beleggingsbeleid twee uitgangspunten moeten dienen t.w. het verzekeren van A en het nastreven • De matching portefeuille is ondergebracht van B. bij de First Liability Management, dit is een nieuwe relatie van het fonds. • De return portefeuille is voorlopig ondergebracht bij SEI, dit is de bestaande relatie. In de loop van 2010 zal een definitieve keuze worden gemaakt. Er is afscheid genomen van Cardano, de positie van SEI is beperkt. Zo is de portefeuille wat overzichtelijker geworden.
Het zeker stellen van A betekent dat met een deel van de aanwezige middelen een portefeuille wordt samengesteld, waarmee een totaal rendement kan worden behaald dat gelijk is aan het “rendement” van de verplichtingen. Dit gebeurt via de zogeheten matchingportefeuille. Het nastreven van B betekent, dat met het andere deel van de portefeuille rendement en opbrengst moeten worden gemaakt. Dit gebeurt via de zogeheten returnportefeuille. Welke verhouding tussen matching en return is optimaal? Het antwoord op deze vraag is niet eenduidig te geven. Het is op hoofdlijnen sterk afhankelijk van enerzijds de financiële positie van het fonds en anderzijds de te verwachte ontwikkelingen op de financiële markten waar het fonds actief op is. Op regelmatige basis vindt er een evaluatie plaats binnen de beleggingscommissie en bestuur en kan de verhouding worden aangepast mocht daar aanleiding voor zijn.
Voorbeeld Op enig moment bedraagt de marktwaarde van de verplichtingen €100 miljoen, de marktwaarde van de beleggingsportefeuille bedraagt €125 miljoen. De beleggingsportefeuille is opgebouwd als volgt: obligaties €75 miljoen, aandelen €40 miljoen, vastgoed €10 miljoen. De financiële positie (lees de dekkingsgraad, d.i. vermogen gedeeld door verplichtingen = €125 miljoen gedeeld door €100 miljoen) bedraagt dus 125%. De som van de nominale verplichting op jaarbasis is € 100 miljoen. De verplichtingen hebben het karakter van obligaties. In dit voorbeeld heeft het fonds € 75 miljoen aan middelen om €100 miljoen aan verplichtingen te verzekeren. Er is dus sprake van een tekort. Dit tekort kan worden aangevuld door bijvoorbeeld € 25 miljoen aan aandelen te verkopen en te herbeleggen in obligaties. Daarmee zou het fonds in staat om 100% van de verplichtingen te verzekeren. Is dit optimaal gegeven de tweede doelstelling, het realiseren van rendement om de toekomstige indexatie te financieren? Wellicht niet. De derivatenmarkt biedt nu uitkomst en maakt het mogelijk om het tekort aan matching op te vullen, zonder dat andere vermogensbestanddelen verkocht behoeven te worden. De samenstelling van een gemiddelde matchingportefeuille bestaat daarom dan ook veelal uit een samenspel van obligaties en rentederivaten. De precieze verhouding is moeilijk op voorhand te bepalen, maar is sterk afhankelijk van enerzijds van renteontwikkelingen en anderzijds van de rendementsmogelijkheden die voorzien worden in de returnportefeuille. Indien het fonds voorziet dat het te verwachte rendement onvoldoende compensatie biedt voor het extra te lopen risico, kan overwogen worden om de returnportefeuille deels af te bouwen ten gunste van de matchingportefeuille. In de matchingportefeuille neemt daarmee de noodzaak voor rentederivaten weer af.
6
Nieuwsbrief 6
mei 2010
Bovenstaande situatie met mogelijke oplossing, leidt tot de volgende balans: Balans Matchingportefeuille 75 Totaal Verplichtingen Matchingportefeuille buiten-balans (25) 1 Returnportefeuille 50 Eigen Vermogen
100
Totaal
125
125 Totaal
25
Stel de ontwikkelingen in een jaar zijn als volgt: De gemiddelde stijging van de verplichtingen is 5% van de €100 miljoen. Kosten € 5,0 miljoen. Daarvan is 2,5% een gevolg van renteveranderingen (i.e. een daling van de rente) en 2,5 % wordt veroorzaakt door indexatie. Hoe wordt dit gecompenseerd aan de actief kant van de balans? De matchingportefeuille De marktwaarde van de obligatieportefeuille stijgt door de rentedaling ook, maar in mindere mate tot bijvoorbeeld 76,5 miljoen. De derivatenpositie draagt het restant bij 1 miljoen en stijgt tot €26, tezamen is dat € 2,5 miljoen waarmee de marktwaardeontwikkeling van de nominale verplichtingen volledig wordt gematched. De returnportefeuille De indexatie bedraagt ook € 2,5 miljoen. Dit bedrag moet echter terugverdiend worden in de returnportefeuille. In dit voorbeeld dient bij een omvang van de returnportefeuille van € 50 miljoen een rendement behaald te worden van 5 % om een aangroei tot € 52,5 miljoen te kunnen realiseren. Dit leidt tot de volgende balans: Balans Matchingportefeuille 76,5 Totaal Verplichtingen 105 matching buiten-balans (26,0) Returnportefeuille 52,5 Eigen Vermogen 24 Totaal
129 Totaal
129
Teneinde de financiële positie van het fonds gezond te houden en daarmee zowel de bestaande aanspraken te kunnen verzekeren, maar deze ook loon- of waardevast te houden, dient jaar op jaar de matchingportefeuille een rendement te genereren dat gelijk is aan die van de verplichtingen en dient de returnportefeuille een rendement te genereren dat voldoende is om de (volledige) indexatie te kunnen financieren. Vraag uit de zaal: hebben wij ook last van “woeker polissen”? Antwoord Wim: nee, wij hebben de pensioenen niet herverzekerd.
Conclusie Dit gestileerde voorbeeld geeft aan dat wanneer het Fonds wil indexeren er in aandelen en vastgoed belegd zal moeten worden. De vastrentende waarden geven een te laag rendement en worden aangehouden met als doelstellingen de bestaande aanspraken te verzekeren. Beleggen 1
De derivatenhandel, zoals de rente- en inflatieswaps of swaptions blijven buiten de balansstructuur.
7
Nieuwsbrief 6
mei 2010
in aandelen en vastgoed betekent dat er ook extra risico’s genomen moeten worden om het hogere rendement waar te maken. Doorrekenen van een analoog voorbeeld bij een dekkingsgraad van 105% geeft aan dat het vereiste rendement voor de returnportefeuille dan nog veel hoger wordt en daarmee wellicht onhaalbaar. Indien er dan toch geïndexeerd wordt, wordt daarmee de financiële positie van het fonds langzamerhand uitgehold, als gevolg waarvan de kans op indexering verder afneemt.
8
Nieuwsbrief 6
mei 2010
6. Hoe zit het als ge(pre)pensioneerde met je verzekeringen via Equens? (Verbeterde versie) Over dit onderwerp bestaan bij ge(pre)pensioneerden veel vragen en onduidelijkheden. Het bestuur van de VEP heeft daarom hierover contact opgenomen met de afdeling HRM van Equens. Onderstaand lees je hoe het zit met de verschillende verzekeringen. Wat moet jezelf doen als je iets wilt regelen met een verzekering, naar wie moet je dan toe, waar of hoe kun je die vinden? Enzovoorts. Let op, het onderstaande is van toepassing op iedereen met een pensioenuitkering van de Stichting Pensioenfonds Equens. Voor personen die hun dienstverband beëindigd hebben met een afvloeiingsregeling, geldt onderstaande beschrijving dus pas als zij een uitkering ontvangen van de Stichting Pensioenfonds Equens. Voor medewerkers van Equens geldt een iets andere regeling. Er bestaan afspraken met betrekking tot de volgende drie verzekeringen. 1.
Zilveren Kruis Achmea zorgverzekering Aansluitend aan hun dienstverband kunnen ge(pre)pensioneerden gebruikmaken van de Equens collectiviteit. Zij hebben een eigen collectiviteitnummer. Dit is 207000947. In de brief, die iemand ontvangt bij zijn/haar overgang naar de Stichting Pensioenfonds Equens (SPE) of naar de vut wordt dit nummer altijd genoemd. Je moet jezelf aanmelden. Dit kan via de site van Zilveren Kruis Achmea: www.zilverenkruis.achmea.nl onder vermelding van dit collectiviteitsnummer. Equens Nederland meldt medewerkers die uit dienst gaan af en meldt dus ook diegenen af die rechtstreeks naar SPE gaan. Uiteraard staat het je vrij een andere zorgverzekeraar te kiezen.
Noot: In het buitenland wordt de Nederlandse verzekeringspas niet altijd geaccepteerd. Bij Zilverenkruis Achmea kun je gratis voor gebruik buiten Nederland een European Health Insurance Card aanvragen. Deze geldt echter maar één kalenderjaar, dus moet steeds opnieuw worden aangevraagd. 2.
Autoverzekering Fortis ASR via tussenpersoon Driessen Aansluitend aan je dienstverband kun je op dit moment als ge(pre)pensioneerden nog gebruik blijven maken van de autoverzekering via de firma Driessen. Hoe lang dit nog mogelijk is, is onzeker. De schadelast stijgt namelijk behoorlijk. Dit betekent, dat de korting sterk onder druk staat.
3.
Personeelsvoorzieningen van Centraal Beheer Achmea Ge(pre)pensioneerden en ontvangers van een weduwe- of weduwnaarspensioen kunnen gebruikmaken van de personeelsvoorzieningen van Centraal Beheer Achmea, die Equens voor de medewerkers heeft afgesloten. Het collectiviteitnummer oftewel werkgeversnummer voor deelname aan deze personeelsvoorzieningen is 80002. In alle contacten over personeelsvoorzieningen moet dit nummer worden vermeld. Aanmelden kan via de website van Centraal Beheer Achmea: www.centraalbeheer.nl/80002. Daar vind je alle gegevens. De personeelsvoorzieningen staan ook open voor je partner. Ook kinderen kunnen 9
Nieuwsbrief 6
mei 2010
deelnemen, zij het voor zover de kinderen niet ouder zijn dan 27 jaar en studiefinanciering of kinderbijslag ontvangen. Meer verzekeringen zijn er niet voor ge(pre)pensioneerden. Verder is het volgende van belang voor je gebruik van alle drie de verzekeringen: je moet zelf alle aanmeldingen, mutaties en dergelijke doen. Equens Nederland heeft geen enkele bemoeienis met ge(pre)pensioneerden en hun verzekeringen. Korting op hypotheek. De korting op hypotheken bij RABO en ING bestaat niet meer. Wel is het mogelijk om via Centraal Beheer een hypotheek af te sluiten. Kijk hiervoor op www.centraalbeheer.nl/80002 onder “Producten”. Bij deze hypotheek geldt een korting van 0,20% op de rente. Of dat aantrekkelijk is hangt echter van meer factoren af. Ondersteuning van VEP-leden: Voor ondersteuning en vragen is vanuit VEP de contactpersoon Wim Duivis. Eventueel kan hij de leden van VEP (aanmeldingen, afmeldingen) doorgeven aan Centraal Beheer Achmea. Ook kan hij regelen met Centraal Beheer Achmea dat leden een informatiepakket ontvangen.
10