Onderzoek Topsportklimaat Amsterdam
Opdrachtgever:
Topsport Amsterdam i.s.m. Johan Cruijff University
Opdrachtnemer:
Johan Cruijff University 2B1
Projectleden
E-mail adres
Mariska van Beem Shelley de Groot Norbert Hoven Niels Schouten
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Teamleider
Amsterdam, 19 december 2007
Voorwoord Sport draagt vanuit economische perspectief in toenemende mate bij aan het bruto nationaal product. Een eeuw geleden begon sport als vrijetijdsbesteding voor de betere klasse, inmiddels is het uitgegroeid naar een sector met een jaarlijkse groei van omzet en werkgelegenheid. De maatschappelijke betekenis ervan op het vlak van sociale binding en gezondheidsbevordering mag niet worden vergeten. Die ontwikkeling noemt men ook wel versporting van de samenleving. Dit verwijst in eerste instantie naar de groei die traditionele verenigingssporten doormaakten, maar ook naar allerlei andere vormen van groeiende populariteit van sportbeoefening. Daaraan vast zitten de culturele opwaardering van sport en het toenemende belang van aspecten als kleding en taalgebruik. Sport neemt een prominente plaats in wat betreft het vrijetijdslandschap in Nederland. In de periode van 1992 en 2000 zijn volgens het Centraal Planbureau de consumenten besteding met meer dan 50% gestegen tot € 2,6 miljard. Commerciële aanbieders vervullen hierin een grote rol. De mondiale medaillewedloop is de laatste decennia geïntensiveerd. Steeds meer landen hebben de investeringen in topsport opgeschroefd. Door uitvoering van een strategisch topsportbeleid verwachten landen doelbewust het succes van hun topsporters op belangrijke evenementen. Dat geldt evenzeer voor Nederland, de afgelopen vijftien jaar is ons topsportbeleid drastisch omgeslagen. Amateuristische benadering van topsporters voerde de hoofdtaal tot in de jaren tachtig. De Nederlandse Sport Federatie (NSF), sportbonden en de rijksoverheid richtte zich destijds op een versterking van de breedtesport. Het roer ging in de eerste helft van jaren negentig volledig om, er kwam een topsportbeleid tot stand. De fusie tussen het Nederlands Olympisch Comité (NOC) en NSF in 1993 gaf hier een extra krachtige impuls aan. In 1994 kwam het topsportklimaat in Nederland onder vuur te liggen, dit door matige resultaten tijdens de Olympische Winterspelen in Lillehammer. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ging zich vervolgens samen met het NOC*NSF meer ging bezig houden met de verbetering van het topsportklimaat. Mede door de toegenomen belangstelling in topsport sprak NOC*NSF vlak na de Olympische Spelen van Sydney ambities uit: ‘Nederland een plaats laten behalen en behouden bij de beste tien landen ter wereld’. Het kabinet er stemde in 2005 mee in. Momenteel is Nederland, en in het bijzonder Amsterdam, druk in de weer om de Olympische Zomer Spelen van 2028 naar zich toe te trekken. Om de mogelijkheden hiervan, en ter profilering van Amsterdam als topsportstad, te onderzoeken is Explode door de Stichting Topsport Amsterdam gevraagd om het huidige topsportklimaat van Amsterdam in kaart te brengen.
2
Inhoudsopgave Inleiding
4
Managementsamenvatting
5
1
Achtergrondinformatie 1.1 Bedrijfsprofiel 1.2 Missie 1.3 Visie 1.4 Boodschap 1.5 Expertise 1.6 Referenties 1.7 Organigram
6 6 6 6 6 6 7 7
2
Onderzoeksmethode 2.1 Opdrachtgever 2.2 Probleemstelling 2.3 Onderzoeksgebied 2.4 Wijze van onderzoek 2.5 Opbouw van het rapport 2.6 Enquêtes fieldresearch
8 8 8 9 10 12 12
3
Marktonderzoek 3.1 Deskresearch 3.2 Fieldresearch
12 12 19
4
Conclusies en aanbevelingen
21
Nawoord
22
Bronvermelding
23
Bijlagen 1 2 3 4 5 6 7 8
24 25 27 28 30 32 45 56 61
Enquête fieldresearch Krantenartikel LOOT-scholen Uitslagen enquete fieldresearch Procesverslag Individuele opdracht Mariska van Beem Individuele opdracht Shelley de Groot Individuele opdracht Norbert Hoven Individuele opdracht Niels Schouten
3
Inleiding Het onderzoek, uitgevoerd door Explode, naar het huidige topsportklimaat van Amsterdam omvat deskresearch en fieldresearch. Waarbij gebruik gemaakt is van kwantitatieve en kwalitatieve analyses. In dit marktonderzoeksrapport vindt u allereerst een omschrijving van ons bureau Explode, als opdrachtnemer. Vervolgens treft u de door ons, in overleg met u als opdrachtgever (Stichting Topsport Amsterdam), geformuleerde hoofdvraag en de daaraan samenhangende deelvragen aan. Dit wordt opgevolgd door een uitvoerige beschrijving over onze onderzoeksmethode, met verantwoording waarom wij deze aanpak gehanteerd hebben. Om een degelijk overzicht in de kwaliteit van ons rapport te bewaken hebben wij ervoor gekozen ons te focussen op enkele specifieke deelgebieden. Hiervoor hebben wij afbakeningen gebruikt, deze kunt u tevens terug vinden in hoofdstuk 2 van dit rapport. In het hierop volgende hoofdstuk begint eigenlijk het ‘echte’ deel van dit rapport. Hierin vind u de voornaamste gegevens die wij opgedaan hebben uit ons deskresearch en fieldresearch. De deskresearch is losgelaten op Stichting Topsport Amsterdam, de gemeente Amsterdam, NOC*NSF, de topsporters, verenigingen, accommodaties, evenementen, onderwijsinstellingen en medische instellingen. Voor een algemeen en beter overzicht hebben wij ervoor gekozen ons bij de topsporters niet te beperken tot Amsterdam. Door deze onderzoeken met elkaar te vergelijken en tegen elkaar af te wegen kunnen wij u uiteindelijk een juiste conclusie met een daaraan gebonden advies opleveren, in de vorm van dit rapport. In deze conclusie treft u aan hoe het topsportklimaat in Amsterdam is. Dit met enkele door ons gegeven adviezen, tevens afgestemd op het doel om Amsterdam te profileren als topsportstad en het binnenhalen van de Olympische Spelen van 2008. Vergeet u tevens niet te kijken naar onze bijgevoegde bijlagen, deze zullen zeker relevant voor u als opdrachtgever zijn. Wij lichten dit rapport graag nog mondeling aan u toe in de vorm van een assessmentgesprek, op een daarvoor door de Johan Cruijff University aangewezen tijdstip.
4
Managementsamenvatting In opdracht van Topsport Amsterdam is Explode een marktonderzoek gestart om zodoende het huidige topsportklimaat in Nederland, en in het bijzonder Amsterdam, in kaart te brengen. Dit mede met het oog op de mogelijke organisatie van de Olympische Spelen in 2028. De resultaten van dit marktonderzoek is uitgebracht in een rapport, zoals u die hier aantreft. Voordat er begonnen is aan een kwantitatief marktonderzoek heeft elke medewerker van Explode drie kwalitatieve interviews afgenomen bij topsporters, dit ter verdieping van het onderzoek. De deskresearch is losgelaten op topsporters (volgens de definitie van NOC*NSF), de veertien kernsporten van Amsterdam, de topsportverenigingen van deze veertien kernsporten, de topsportaccommodaties van Amsterdam, de topsportevenementen in Amsterdam, de onderwijs- en medische instellingen, binnen Amsterdam, met een speciaal beleid voor topsporters. De laatste vijftien jaar was er een sterke verandering wat betreft het topsportbeleid in Nederland. Topsport werd voorheen op amateuristische wijze beoefend, de hedendaagse topsport kent een breed scala aan omkaderingsfaciliteiten. Een gevolg van deze ontwikkelingen is het groeiende aantal NOC*NSF A-sporters (van 353 in 2001 tot 570 in 2007. Hiervan zijn er 85 afkomstig uit Amsterdam). Het topsportbeleid van eind jaren negentig had als uitgangspunt om één topsportaccommodatie per tak van sport, die ook internationaal geschikt is, te realiseren. Deze accommodaties zijn, naast de standaard trainingsfaciliteiten, ook voorzien van uitgebreide sportcomplexen met sportmedische en sportwetenschappelijke voorzieningen. Het Nationaal Zwemcentrum in Eindhoven is een voorbeeld. Voordat men topsporters heeft moet er aandacht geschonken worden aan talentherkenning en talentontwikkeling, hiervoor is in 1991 de stichting LOOT opgericht. Deze stichting zorgt ervoor dat er op LOOT erkende scholen een aanpassing plaatsvindt voor talenten, zodat deze sport en studie kunnen combineren. Ook Amsterdam beschikt met het Calandlyceum over een LOOT-school. De betekenis van topsport voor Amsterdam is de afgelopen decennia sterk toegenomen. De media aandacht en de toegenomen commercialisering zijn daar duidelijke indicaties van. Sportevenementen en accommodaties dragen bij aan het Amsterdamse imago en de economie (o.a. werkgelegenheid). Een sportieve uitstraling is een belangrijk aspect van het imago van Amsterdam in de wereld. Amsterdam heeft een gemeentelijk topsportbeleid dat wilt realiseren dat Amsterdam Capital of Sports blijft, gastheer blijft voor grootschalige topsportevenementen en faciliteiten biedt voor topsport en het begeleiden van topsporters. In het afgelopen tien jaar lag de prioriteit van het gemeentelijk topsportbeleid in de aanpassing en realisering van, voor topsport geschikte accommodaties. Met de bouw en/of renovatie van de Amsterdam ArenA, de wielerbaan Sloten (het Velodrome), het Sloterparkbad, de Edenhal, het Olympisch Stadion en de verbreding van de Bosbaan zijn veel van de in 1993 uitgesproken wensen inmiddels gerealiseerd. Amsterdam wilt in de toekomst nog een indoortopsportcentrum, een kartingcircuit met internationale afmetingen en een modernisering van het Wagenerstadion. Amsterdam beschikt nu over 40 topsportaccommodaties die aan internationale eisen voldoen. Tosport Amsterdam biedt, door het NOC*NSF erkende, sporters die voldoen aan de door hen gestelde eisen uiteenlopende faciliteiten. Hiervoor zijn de onderwijs- en medische instellingen door ons onderzocht. Diverse scholen in Amsterdam kennen een topsportbeleid om topsporters ruimte te geven sport en studie optimaal te kunnen combineren. Kopstukken hier zijn de Johan Cruijff University, Johan Cruijff College. Ook de Universiteit van Amsterdam en het Calandlyceum kennen een goede topsportstructuur. Met diverse medische instellingen heeft Topsport Amsterdam afspraken gemaakt zodat topsporters hier ten alle tijden, wanneer nodig met voorrang, terecht kunnen. Aan de fieldresearch hebben in totaal 77 respondenten deelgenomen. Wetende dat Amsterdam in totaal over 243 topsporters (volgens de definitie) beschikt, hebben wij een groot gedeelte weten te bereiken. Hieruit komt naar voren dat topsport vanuit verenigingen een punt is wat extra aandacht verdient Ook blijkt dat accommodaties geschikt zijn voor trainingen maar dat deze lang niet altijd voor internationale evenementen gebruikt kunnen worden.
5
1
Achtergrondinformatie
1.1 Bedrijfsprofiel Explode is een sportbeleidonderzoeksbureau voor marktonderzoeken, huisstijlontwikkeling, marketing en communicatie en PR. Met een team van enthousiaste professionals levert het bureau een compleet pakket aan adviserende en uitvoerende diensten, waarbinnen creativiteit en resultaatgerichtheid elkaar duidelijk versterken. Explode werkt voor opdrachtgevers in de sport en media sector. Buiten deze twee kernsectoren werken wij voor uiteenlopende typen organisaties. De directe koppeling tussen marketing en communicatie van de opdrachtgever staat bij Explode centraal. Bij de introductie van een nieuwe dienst of nieuw product. Maar ook voor het vitaal houden van een merk. We hebben een grondige kennis van de markt van onze opdrachtgevers. We combineren dit met onze expertise. Explode gaat zo daadwerkelijk een stap verder. Deze gedachte vertaalt zich voor onze klanten in een vergroting van het marktaandeel, winst en naamsbekendheid. Daarbij staat ‘meer’ voor ons ook voor het constant zoeken naar nieuwe en creatieve wegen en oplossingen om deze doelstellingen te verwezenlijken. Explode – een afgeleide van het woord explosief en energiek – staat voor een jong, dynamisch maar vooral energiek bureau. Daarnaast begeven we ons in de sport en media sector. Een veel bewegende markt. Sport is de omschrijving van allerlei lichamelijke oefeningen en ontspanning waarbij vaardigheid, kracht en inzicht vereist worden. Als deze eigenschappen vergen energie van de sportbeoefenaar. De media sector vraagt door zijn snel bewegende ontwikkeling veel inspanning en inlevingsvermogen van een communicatieadviesbureau. Hiermee hopen wij de link uitgelegd te hebben tussen ons bureau en de naam. 1.2 Missie Explode ondersteunt opdrachtgevers bij het uitvoeren van een marktonderzoek en het schrijven van strategische en operationele marketing- en communicatieplannen. Dankzij het deskundig gegeven advies aan de desbetreffende opdrachtgever kan er al dan niet besloten worden over te gaan tot het introduceren van nieuwe dienst of product ofwel het wijzigen van de huidige aanpak. Explode wilt concreet ieder die innovatief is, maar niet bij machte is hiervoor een onderzoek of plan te ontwikkelen ondersteunen met de uitvoering hiervan en een daaraan gebonden advies. 1.3 Visie In een wereld waar het steeds meer draait om de positionering, marketing en communicatie van diensten en/of producten, wil Explode een middelmatige marktpositie innemen voor het bieden van solide oplossing wat betreft marktonderzoeken en strategische en operationele plannen. Het team van Explode bestaat uit professionals dat alles in het werk stelt om doelstellingen van opdrachtgevers te verwezenlijken. Hoe? Door onderscheidenden – creatieve – plannen op te leveren met vele unieke positioneringen. Explode is een betrouwbare en dynamische partner die meedenkt met de opdrachtgever en werkt met een flexibele inzetbaarheid naar deze opdrachtgevers toe. 1.4 Boodschap Bij Explode geloven we sterk in de kracht van creativiteit. Bij elke gedachte en uitvoering, staat het originele idee centraal. Of het nu gaat om een strategie, een marketing-, PR- of communicatieplan, huisstijlontwikkeling of marktonderzoek; wij geven er een bijzondere wending aan. Altijd in samenspraak met u als opdrachtgever. Onze creativiteit komt voort uit een doel, een bepaalde reden. Die reden komt altijd voort uit wat het beste is voor onze opdrachtgevers. Op die manier zorgen we voor tevreden klanten en mooi werk. 1.5 Expertise De doelstellingen van de opdrachtgever zijn bij elk communicatieproject de maatstaf waaraan alle beslissingen worden gemeten. Vanuit uw perspectief, als verlengstuk van uw organisatie, richten wij ons op het resultaat dat u wilt bereiken. En we selecteren de middelen die daar het beste bij passen. Wij zijn een allround (full-service) sportbeleidonderzoeksbureau en beschikken daarom altijd over kennis over de instrumenten die in uw specifieke geval het grootste rendement opleveren. U kunt ons te allen tijde raadplegen wanneer het gaat om: - Marktonderzoek - PR-Plan - Marketing en communicatieplannen
6
-
Marketing en communicatieadviezen Strategieontwikkeling Huisstijlontwikkeling Promotie
1.6 Referenties Alle medewerkers hebben een commerciële economische (sport)achtergrond. Ons personeel bestaat uit HBO geschoolden. Al onze medewerkers hebben daadwerkelijk zelf ervaring opgedaan met het introduceren van een nieuw product op de markt. Één hiervan is zelfs uitgeroepen tot Young Business Talent en wist met de eigen (studenten)onderneming vierde te worden op de Nederlandse Kampioenschappen. Daarnaast zijn alle medewerkers afkomstig uit de topsportwereld, dit vergt discipline en planmatig werken. Op aanvraag kunt u ons marktonderzoek voor Gestion Copa naar vrouwenvoetbal en ons marketingplan voor WP Sportmedia inzien. 1.7
Organigram Niels Schouten Teamleider Bedrijfsman & Voorzitter
Mariska van Beem
Shelley de Groot
Norbert Hoven
Vormer & Zorgdrager
Monitor & Zorgdrager
Brononderzoeker & Groepswerker
7
2
Onderzoeksmethoden
In dit hoofdstuk is vastgelegd wat de onderzoeksgroepen zijn en welke onderzoeksmethoden er toegepast zijn om uiteindelijk tot een correcte conclusie te komen. De projectgrenzen, waarbinnen het onderzoek uitgevoerd is, kunt u ook in dit hoofdstuk terug vinden. 2.1 Opdrachtgever Topsport Amsterdam ondersteunt (talentvolle) topsporters, want ieder jong talent moet zich kunnen ontwikkelen tot een Amsterdamse topper. Door het geven van een goede ondersteuning kan Topsport Amsterdam een cruciale rol spelen in de carrière van (aankomende) topsporters. Topsport Amsterdam verzorgt de individuele begeleiding van talentvolle sporters met ambities, de begeleiding van gevestigde topsporters en biedt nazorg aan ex-topsporters. Met het begrip topsporter wordt ook de mindervalide topsporter bedoeld. Daarnaast ondersteunt Topsport Amsterdam ook coaches van Amsterdamse en Amstelveense topsportverenigingen, met name op het gebied van deskundigheidsbevordering. Topsporters kunnen bij Topsport Amsterdam terecht voor begeleiding en ondersteuning als ze aan twee van de volgende voorwaarden voldoen: ► Het beschikken over een status van NOC*NSF ► Lid zijn van een Amsterdamse topsportvereniging en/of ► Woonachtig in Amsterdam en/of Amstelveen en/of ► Studerend in Amsterdam 2.2 Probleemstelling De centrale probleemstelling van dit onderzoek, die beantwoord dient te worden, is: “Hoe is het huidige topsportklimaat in de regio Amsterdam, mede met het oog op de Olympische Spelen van 2028?” Om dit te onderzoeken is gebruik gemaakt van onderstaande deelvragen: ► Hoe is het topsportklimaat in Nederland en in Amsterdam ontwikkeld tussen 1997 en 2007? ► Welke verschillen doen zich voor tussen verschillende categorieën sporters, te weten topsporters met een A- en B-status, mannen en vrouwen en beoefenaars van Olympische en niet-olympische sporten, teamsporters en individuele sporters? ► In hoeverre zijn de gevonden veranderingen in het topsportklimaat (in het algemeen en naar categorie sporters) een gevolg van het gevoerde topsportbeleid in Nederland? ► Is er sprake van een optimale 3T ladder: Talentherkenning, Talentontwikkeling en Topsport? ► Is er vanuit de verenigingen extra aandacht voor de 3T ladder, ontwikkeling kader en professionalisering van de topverenigingen? ► Is er extra begeleiding voor topsporters en topverenigingen binnen de regio en de vereniging? ► Doet Amsterdam Topsport genoeg om de benodigde randvoorwaarden als trainingsfaciliteiten, onderwijsafstemming, medische begeleiding en huisvesting op elkaar af te stemmen? ► Zijn er voldoende trainingsaccommodaties binnen de regio om de doorstroom van breedtesport naar topsport te optimaliseren? ► Voldoen de accommodaties aan de eisen van de topsporttraining? ► Voldoen de accommodaties in de regio aan internationale eisen voor evenementen? ► Hoe groot is de markt van Topsporters in Nederland en in Amsterdam in het bijzonder? ► Wat zijn de huidige trends en ontwikkelingen? Wat heeft een topsporter nodig om optimaal te kunnen presteren en in hoeverre past een studie/opleiding daar in? Doel onderzoek Het doel van dit onderzoek is om voor de Stichting Topsport Amsterdam het topsportklimaat in de regio Amsterdam in kaart te brengen, met een daaraan gebonden advies met betrekking tot mogelijke verbeterpunten, mede met het oog op de organisatie van de Olympische Spelen in 2028.
8
2.3 Onderzoeksgebied Bij de uitvoering van dit onderzoek hebben wij ons beperkt tot de topsporters, sporten, verenigingen, accommodaties, evenementen, onderwijsinstellingen en medische instellingen. Dit hebben wij onderzocht in de omgeving Amsterdam. Wij beperken ons hier tot Amsterdam, omdat wij als eerste centrale onderzoeksvraag gesteld hebben hoe het topsportklimaat in deze omgeving is. Echter wanneer we deze meer verleggen in het teken van de organisatie van de Olympische Spelen in 2028 is het verstandig naar het gehele topsportklimaat in Nederland te kijken. Om een duidelijke overeenstemming met onze opdrachtgever te hebben, treft u hieronder onze afbakeningen, wat betreft het onderzoeken van de hierboven vernoemde onderdelen, aan. Onderzoeksgebied: Voor ons gehele onderzoek focussen wij ons op de gemeente Amsterdam. Bij de topsporters is dit echter iets breder georiënteerd omdat deze ook afkomstig kunnen zijn van buiten Amsterdam (elke topsporter die wij onderzoeken moet echter wel aan twee eisen die gesteld worden door de Stichting Topsport Amsterdam, zoals beschreven in paragraaf 2.1, voldoen). Topsporters: Voor dit onderzoek worden de normeringen van het NOC*NSF aangehouden. De Stichting Topsport Amsterdam hanteert deze ook. De definitie topsporter en normeringen zijn: "Je bent topsporter als je internationaal op het hoogste seniorenniveau (EK's, WK's en Olympische Spelen) meedoet, binnen een erkend topsportonderdeel of wanneer je op jongere leeftijd dit potentieel hebt en/of deel uitmaakt van Jong Oranje". NOC*NSF onderscheidt de volgende soorten status: ► A-sporter: sporters die op mondiale kampioenschappen minimaal top 8 presteren. ► B-sporter: sporters die lid zijn van nationale selecties en/of internationaal vertegenwoordigend uitkomen op EK’s, WK’s of gelijkwaardige evenementen. ► HP-sporter: sporters met talent die later in aanmerking kunnen komen voor een A-status. ► Jong Oranjesporter: sporters die lid zijn van Jong Oranjeselecties. Topsporten en topsportverenigingen Amsterdam: Van de 101 sporten die in de gemeente Amsterdam kunnen worden beoefend, zijn er 14 kernsporten aangewezen. Kernsporten zijn de sporten die kansrijk zijn voor aansprekende prestaties en evenementen en kunnen bijdragen aan het imago Capital of Sports. Bij de verenigingen beperken wij ons dan ook tot deze kernsporten, hieronder vind u een overzicht: ► Atletiek AAC, AV'23 Phanos ► Basketbal BVLely, MyGuideAmsterdam ► Handbal (v) VOC ► Hockey AHBC, Hurley, Pinoke ► Honkbal Amsterdam Pirates ► Korfbal BlauwWit, Rohda ► Roeien Nereus, Skoll, WillemIII, De Hoop, Okeanos ► Rugby (m) AAC, ASRV Ascrum ► Softbal (v) geen topsportvereniging ► Tennis Amstelpark, PopeyeGold Star ► Turnen (v) TurnaceGymnastics, TurningSpirit ► Voetbal AFCAjax ► Wielrennen Olympia, Ulysses ► Zwemmen Nationaal ZweminstituutAmsterdam(NZA), Zwemvereniging De Dolfijn Topsportaccommodaties Amsterdam Bij de topsportaccommodaties beperken we ons tot die van de, bovenvermelde, kernsporten. ► Amsterdam Arena (voetbal) ► Amsterdam RAI (tennis, turnen) ► Bosbaan (roeien) ► Frans Otten Stadion (tennis) ► Honk- en softbalcentrum Ookmeer (honkbal, softbal) ► Nationaal Rugby Centrum Amsterdam (rugby)
9
► ► ► ► ►
Olympisch Stadion (atletiek) Sloterparkbad (zwemmen) Sporthallen Zuid (basketbal, handbal) Velodrome Amsterdam (baanwielrennen) Wagener Stadion (hockey)
Topsportevenementen Amsterdam: Bij de topsportevenementen beperken we ons tot de kernsporten wat betreft de organisaties van WK’s, EK’s, overige internationale evenementen, NK’s en jaarlijks terugkerende nationale evenementen. Hierbij kijken we tevens naar de accommodaties van het evenement. Onderwijsinstellingen: Bij de onderwijsinstellingen beperken we ons tot de scholen die een topsportbeleid hebben. ► Universiteit van Amsterdam ► Vrije Universiteit ► Hogeschool van Amsterdam ► Johan Cruyff University ► Johan Cruyff College ► ROC van Amsterdam ► Calandlyceum Sportmedische instellingen: Bij deze instellingen beperken we ons tot diegene die samenwerken met Topsport Amsterdam. ► Sport Medisch Advies Centrum ► Sport Medisch Centrum Amsterdam ► Manual Fysion 2.4 Wijze van onderzoek Deskresearch Het zoeken naar cijfers in bestaande bronnen word deskresearch genoemd. Deze bronnen kan je weer defileren in o.a. internetsites, boeken en mediaberichten. De secundaire gegevens, van het deskresearch, komen uit twee bronnen: interne en externe. Met het deskresearch zijn we gestart bij de Stichting Topsport Amsterdam, de opdrachtgever van dit marktonderzoek. Deze informatie is vergaard doormiddel van internet en het gegeven college, in de persoon van Charles Urbanus (manager topsportontwikkeling). Na het onderzoeken en achterhalen van gegevens over onze opdrachtgever hebben we ons gericht op het onderzoeken van de huidige mogelijkheden en faciliteiten van de verenigingen, accommodaties, evenementen, onderwijsinstellingen, sportscholen en medische instellingen. Bij de verenigingen, accommodaties en evenementen zal hier steekproefsgewijs op ingegaan worden. Fieldresearch Bij fieldresearch is er sprake van een kleinschalig kwalitatief onderzoek. Het doel is om een zo groot mogelijke representativiteit te verwezenlijken. Hiervoor wordt onder de topsporters, breedtesporters en verenigingen steekproefsgewijs onderzoek gedaan. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden in de vorm van een enquête, via een download vragenlijst (vanaf je e-mail naar een digitale vragenlijst die op het internet afgenomen wordt). Voor en nadelen van deze onderzoeksmethode: Download vragenlijst
Voordelen: Goedkoop Spreiding respondenten Snelle verwerkingstijd Relatief hoge respons Mogelijkheden tot toelichting Weinig sociaal wenselijke antwoorden Tijdbesparend onderzoek Respondent kiest eigen tijdstip
Nadelen: Onderwerp bepaald respons Representativiteit steekproef (e-mail) Hoge eisen aan vormgeving enquête Geen invloed op tijdstip respons
10
Deze vorm van enquêteren biedt in vergelijking met de andere mogelijkheden (huisenquête, straatenquête, telefonische enquête, schriftelijke enquête) de meeste voordelen met zich mee. Ook wanneer deze afgewogen worden tegen de nadelen. Het nadeel bij deze methode is die van de steekproef zijn representativiteit, dit doordat niet iedereen over internet beschikt. Echter kunnen wij dit redelijk indekken, ons onderzoek richt zich namelijk op topsporters, breedtesporters en verenigingen welke doorgaans in het bezit zijn van internet. Bij ons fieldresearch hopen wij op een dusdanig grote respons zodat de onderzoeksresultaten kunnen worden aanvaard als betrouwbaar, nauwkeurig en representatief. Analysemethoden Voor een goede en snelle verwerking van de gegevens uit de fieldresearch word er in de enquête zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gesloten vragen. Binnen deze gesloten vragen worden dichotome (ja/nee), multiple-choice en schaalmeting vragen gesteld. Voor de verwerking van deze onderzoeksresultaten wordt er gebruik gemaakt van SPSS. Binnen de verwerking van het onderzoek wordt er gebruik gemaakt van verschillende meetniveaus namelijk; nominale en ordinale schalen. Bij de verwerking van gegevens in grafieken en tabellen dient rekening gehouden te worden met: een tabel/grafiek titel, de meeteenheden en een bronvermelding. Bij diagrammen dient er ook rekening gehouden te worden met: de assen labels, logische volgorde van staven en componenten in logische volgorde en een legenda. Bij tabellen dient er ook rekening gehouden te worden met: titels voor kolommen en rijen en een logische volgorde voor kolommen en rijen. Conclusie vorming Zodra de het desk en fieldresearch tot een goed einde is gebracht zullen deze tegen over elkaar worden afgewogen. Hieruit zal een conclusie geformuleerd worden. Deze resulteert in een uiteindelijk advies aan u, als onze opdrachtgever. 2.5 Opbouw van het rapport Schematisch overzicht: ►Deskresearch » Topsportklimaat Nederland » Amsterdam Capital of Sports » Topsport Amsterdam ► Enquêtes opstellen » Enquête vragen invoeren in SPSS ► Fieldresearch » Enquêtes afnemen topsporters » Enquêtes afnemen topsportverenigingen » Enquêtes afnemen breedtesporters
► Verwerken enquêtes in SPSS ► Fieldresearch en deskresearch aan elkaar koppen
► Conclusies en aanbeveling opstellen
2.6 Enquêtes fieldresearch De enquêtes van de fieldresearch kunt u terug vinden in bijlage 1 op pagina 25.
11
3
Marktonderzoek
3.1
Deskresearch
Ontwikkelingen topsportklimaat Nederland In de afgelopen vijftien jaar is het Nederlands topsportbeleid erg veranderd. Tot in de jaren tachtig gingen Nederlandse topsporters doorgaans op amateuristische basis door het leven. Het beleid van de Nederlandse Sport Federatie (NSF), de sportbonden en de rijksoverheid richtte zich primair op een versterking van de breedtesport. In de eerste helft van de jaren negentig kwam een planmatig topsportbeleid tot ontwikkeling. De fusie tussen het Nederlands Olympisch Comité (NOC) en NSF in 1993 zorgde voor grote aandacht aan het topsportbeleid. Gevolg hiervan was dat niet alleen NOC*NSF verbeteringen in het topsportklimaat wilden doorvoeren maar ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS ). Met de toegenomen belangstelling voor topsport namen ook de ambities op dit terrein toe. In 2001 spreek NOC*NSF de ambitie uit om ‘Nederland een plaats te laten behalen en behouden bij de beste tien landen van de wereld’. Om het topsportklimaat te kunnen beoordelen wordt gebruik gemaakt van de volgende pijlers van succesvol topsportbeleid; ► ondersteuning van topsporters, ► trainings- en wedstrijdfaciliteiten, ► kwaliteit van trainers/coaches, ► talentherkenning en talentontwikkeling, ► wetenschappelijke ondersteuning. Ondersteuning van topsporters In de verbetering van het topsportklimaat in Nederland is een aantal fasen te onderscheiden. Gedurende de eerste fase (de jaren negentig) was het topsportbeleid gericht op een verbetering van de leefsituatie van de topsporters. Toen hierin rond 2000 belangrijke verbeteringen hadden plaatsgevonden, verplaatste de aandacht zich naar een verbetering van het trainings- en wedstrijdprogramma van topsporters en naar een verbetering van de positie van trainers/coaches. Een van de belangrijkste kritieken op het Nederlandse topsportklimaat begin jaren negentig was dat de topsportbeoefening niet of nauwelijks een primaire tijdsbesteding kon zijn. Driekwart van de topsporters leefde onder het bijstandsminimum. De meesten combineerden topsport met een studie en moesten rondkomen van een studiebeurs of uitkeringen. Om de financiële situatie te verbeteren werd er een Statuut voor topsporters opgericht, zij wilden een inkomensvoorziening voor topsporters verzorgen. Om te bepalen wie er in aanmerking komt voor deze inkomensvoorziening en andere ondersteuningsvormen wordt er door het NOC*NSF gebruik gemaakt van het statusreglement voor topsporters. De A-status kent NOC*NSF toe aan topsporters die tot de beste acht van de wereld behoren in hun tak van sport (tabel 1). Om een B-status te halen of te bevestigen moet de sporter prestaties leveren op het niveau van de 'Top 16 van de wereld'. Tabel 1: Aantal topsporters met een A-status; 2001-2005 Jaar 2001 2002 2003 2004 2005
A-topsporters 353 477 452 489 513
Bron: Fonds voor de Topsporter In 2007 kent Nederland 570 A-sporters, 240 B-sporters, 25-High Potential Sporters en 1.000 tot 1.2000 sporters van Jong Oranje. Amsterdam kent, in 2007, de volgende cijfers: 85 A-sporters, 25 Bsporters, 3 High Potential Sporters en 130 talenten van Jong Oranje. Op regionaal niveau zijn in de jaren negentig bovendien Olympische Steunpunten opgericht voor sporttechnische, sportmedische, maatschappelijke en organisatorische ondersteuning van topsporters. Deze steunpunten zijn in de laatste jaren omgebouwd tot een Olympisch Netwerk met
12
regionale functies, die verder reiken dan de ondersteuning van topsporters. Vanuit dit Olympisch Netwerk worden contacten onderhouden met lokale overheden, sportverenigingen, sportmedische en paramedische deskundigen, diëtisten en het bedrijfsleven. Dit zorgt ervoor dat de hedendaagse topsport onder betere omstandigheden kan worden beoefend dan twee decennia geleden. Trainings- en wedstrijdfaciliteiten In ons land is eind jaren negentig een beleid ontwikkeld dat gericht is op de totstandkoming van voldoende en goede topsportaccommodaties. Als uitgangspunt is daarbij gekozen voor de realisatie van één topsportaccommodatie per tak van sport, die geschikt is als internationaal wedstrijdcentrum. Deze accommodaties moeten niet alleen trainingsfaciliteiten betreffen, maar ook uitgebreide sportcomplexen met sportmedische en sportwetenschappelijke voorzieningen. Voorbeelden hiervan; ► het Nationaal Zwemcentrum te Eindhoven ► het Omnisportcentrum voor indooratletiek en baanwielrennen te Apeldoorn ► het Nationaal Denksportcentrum te Utrecht Kwaliteit trainers/coaches Achter iedere succesvolle topsporter staan een of meer topcoaches, zij willen er alles aan doen hun atleten of team de top te laten bereiken. Het opleiden en tewerkstellen van topcoaches is een groot knelpunt. Daarom is het een doorbraak dat enkele HBO-instellingen nu reguliere opleidingen starten voor topsportcoaches. De eerste onderwijsprogramma’s begonnen op 1 september 2005. De maatschappelijke positie van topcoaches is vaak niet stabiel, wat te maken heeft met een zwakke arbeidsmarktpositie en de aard van hun dienstverband. Het kabinet weet dat het uitermate lastig is om topcoaches voor de Nederlandse sport te behouden, zij kunnen alleen een deeltijdfunctie op contractbasis bieden. Coaches moeten bijscholing en specialisaties voor eigen rekening nemen. Voor sportbonden is het hierdoor moeilijk om goede coaches vast te houden, omdat in het buitenland of in het bedrijfsleven meer zekerheid en een betere toekomst wordt geboden. Gevolg hiervan is dat veel kennis en expertise verloren gaat. Het kabinet gaat samen met de sportbonden, NOC*NSF en NLcoach (initiatief van zeven topcoaches,opgericht in 2005) een ambitieus programma ontwikkelen voor coaches die in de sport gaan werken. Wetenschappelijke ondersteuning In de tweede helft van de jaren negentig heeft NOC*NSF wetenschappelijk onderzoek op topsportgebied bevorderd, door onder de noemer Body of Knowledge (bok) kortlopende, praktijkgerichte topsportonderzoeken te coördineren en financieren. Hiervoor is eind jaren negentig binnen NOC*NSF het Topsport Expertise Centrum (TEC) opgericht. Het TEC heeft als doel om de specialistische kennis in de sportwereld te verzamelen, ontsluiten en verspreiden, onder meer door een verbreding van de activiteiten en door samenwerkingsverbanden met onderzoeksinstanties. Dit heeft in 2000 geleid tot het innovatieprogramma dat gericht is op vernieuwing van onder meer materialen, trainingsvormen, trainingsmethodieken en topsportbegeleiding. Talentherkenning en talentontwikkeling Talentherkenning en regionale talentontwikkeling Zonder goede talentherkenning is zal er geen talentontwikkeling zijn. Sommige clubs hebben talentontwikkelingsprogramma’s opgezet, dit gebeurd niet alleen binnen de club maar ook in het onderwijs en elders. Olympische netwerkorganisaties in provincies en grote steden kunnen ook een rol spelen in talentherkennings- en ontwikkelingsprogramma’s bij clubs en scholen in hun regio. Talentontwikkeling en onderwijs Sporters moeten goed onderwijs kunnen volgen om zo ook na hun topsportcarrière een goede baan te kunnen vinden. Bij de op sport gerichte HBO’s en universiteiten en op de LOOT-scholen in het voorgezet onderwijs is er sprake van talentontwikkeling. In 1991 is de stichting LOOT (Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport) opgericht. Het lesprogramma op LOOT-scholen wordt zodanig aangepast dat topsport en school te combineren zijn. Voor een recent krantenartikel hierover uit de Spits (19 december 2007) zie bijlage 2 op pagina 27. Nationale talentontwikkelingsprogramma’s Het huidige beleid voor talentontwikkeling wordt verbeterd. Door investering in talentherkenning- en talentontwikkelingssystemen zou Nederland op dit gebied een voorsprong kunnen nemen op andere landen, omdat daar beperkte ontwikkeling gaande is. In een dichtbevolkt land als Nederland is dit bovendien gemakkelijker te organiseren en coördineren. Het kabinet ziet graag dat bonden en
13
NOC*NSF een nationaal vierjarig talentontwikkelingsprogramma maken waarbij wordt geïnvesteerd in die topsportonderdelen waarin Nederland internationaal succesvol kan zijn. Beoordeling van het topsportklimaat Afgelopen jaren zijn er verschillende initiatieven genomen om de omstandigheden te verbeteren waarin atleten tot topprestaties proberen te komen. Een meerderheid van de topsporters , de toptrainers/-coaches en de topsportcoördinatoren is van mening dat deze initiatieven ook echt tot een verbetering van het topsportklimaat in Nederland hebben geleid. (zie onderstaande tabel). Tabel 2: Ontwikkeling van het topsportklimaat en de internatiale concurrentiepositie van Nederlandse topsporters in 2002 vergeleken met 1998 (in procenten). Ontwikkeling topsportklimaat Verslechtering
Mening van: Topsporters met een A- of B-status Trainers/coaches in de topsport Topsportcoordinatoren bij sportbonden
Ontwikkeling internationale concurrentiepositie Verslechtering Gelijk Verbetering gebleven 19 40 41
Verbetering
8
Gelijk gebleven 33
13
32
55
23
38
38
4
36
61
18
46
36
59
Bron: Van Bottenburg et al. (2003) De verbetering heeft zich volgens deze drie groepen vooral voorgedaan met betrekking tot hun financiële positie, de algemene maatschappelijke waardering en erkenning van topsport, de voorzieningen en faciliteiten en de begeleiding en trainingsmogelijkheden. Als belangrijkste knelpunten in het topsportklimaat noemden zij in 2002;
Belangrijke knelpunten 17%
individuele leefsituatie
31%
beperkte of slechte media- aandacht 13%
trainingsfaciliteiten maatschappelijke waardering talentontwikkeling
9%
11% 9%
deelname aan internationale wedstrijden anders
10%
Deze knelpunten zijn echter niet van veel invloed op de positie van de Nederlandse topsporters op de wereldranglijst. Dat waren;
Knelpunten die van invloed zijn op de Nederlandse positie op de wereldranglijst 21%
15%
individuele leefsituatie
20%
10%
trainingsmogelijkheden van topsporters financiële situatie van topsporters
13% 21%
de mogelijkheden om aan internationale competitie deel te
14
In 2001 vonden de topsporters dat de omgevingsfactoren van minder belang waren dan in 1997, zoals de financiële situatie en de medewerking van school en werk. Zij vonden dat de factoren als de trainingsmogelijkheden, de deelname aan internationale competitie en de kwaliteit van trainers/coaches van groter belang waren. Van de topsporters vindt 59% het topsportklimaat is verbeterd en 8% dat het is verslechterd, 41% vindt dat de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse topsporters is verbeterd, en 19% dat deze is verslechterd. Hieruit blijkt dat tussen de 10% en 20% van de topsporters vindt dat het topsportklimaat in Nederland is verbeterd, maar dat de concurrentie in andere landen er nog sterker op is vooruitgegaan. In Nederland is een actief beleid gevoerd om het topsportklimaat te verbeteren, maar andere landen zijn hier ook mee bezig geweest. Amsterdam Capital of Sports Topsport is waardevol voor Amsterdam, haar inwoners en het bedrijfsleven. De betekenis van topsport is de afgelopen decennia sterk toegenomen. De grote aandacht in de media (met name televisie) en de toegenomen commercialisering zijn daarvan duidelijke indicaties. Sportevenementen en sportaccommodaties dragen bij aan het imago en de economie van Amsterdam. Een sportieve uitstraling is een belangrijk aspect van het veelzijdige imago van Amsterdam in de wereld. Topsport is een bron van werkgelegenheid en is, door het mondiale bereik (met name door televisieaandacht), voor zowel het Amsterdamse bedrijfsleven als de stad Amsterdam een geschikt medium voor reclame en het communiceren van een positief imago in alle delen van de wereld. Het gemeentelijke topsportbeleid wil realiseren dat Amsterdam; ► Capital of Sports blijft ► Gastheer blijft voor grootschalige topsportevenementen ► Faciliteiten biedt voor topsport en het begeleiden van sporters Het beoefenen van topsport kost steeds meer tijd, geld, kennis, voorzieningen en ondersteuning. Het is van belang dat (aanstaande) topsporters goed worden ondersteund, Amsterdam kan hierin een rol spelen wat betreft huisvesting, onderwijs en trainingsfaciliteiten. De 3T-ladder van Talentherkenning, Talentontwikkeling en Topsportbeoefening kan alleen worden beklommen met hulp van goede faciliteiten. Technisch en organisatorisch kader van topverenigingen zijn erg belangrijk voor deze ladder, het is hierbij natuurlijk fijn als er sprake is van ondersteuning vanuit de gemeente. Op 27 januari 1993 werd de eerste topsportnota, ‘Topsport in Amsterdam’, opgesteld. Het uit te voeren beleid richtte zich op vier facetten van de topsportontwikkeling: ► Ondersteuning van topsporters ► Topsportaccommodaties ► Topsportevenementen ► Samenwerking Ondersteuning van topsporters Met de oprichting van de stichting Olympisch Steunpunt Amsterdam eind 1993, die onderdeel uitmaakte van het landelijke netwerk van steunpunten, werd een belangrijke stap gezet in een structurele ondersteuning van de Amsterdamse topsporters. In 1998 ging deze stichting, samen met de in eind 1994 opgerichte stichting Amsterdam Topsport Evenementen, op in de stichting Topsport Amsterdam. Met behulp van onder meer gemeentelijke subsidies geeft Topsport Amsterdam inhoud aan de uitvoering van het gemeentelijk topsportbeleid. Accommodaties In het afgelopen tien jaar lag de prioriteit van het gemeentelijk topsportbeleid in de aanpassing en realisering van, voor topsport geschikte accommodaties. Met de bouw van de Amsterdam ArenA, de overkapping van de wielerbaan Sloten (het Velodrome), de nieuwbouw van het Sloterparkbad, de renovatie van de Edenhal, de renovatie van het Olympisch Stadion tot internationaal atletiekstadion en de verbreding van de Bosbaan zijn veel van de in 1993 uitgesproken wensen inmiddels gerealiseerd. Amsterdam wil nog een indoortopsportcentrum, een kartingcircuit met internationale afmetingen en een modernisering van het Wagenerstadion. Amsterdam beschikt nu over 40 topsportaccommodaties die aan internationale eisen voldoen. Vier worden er hieronder toegelicht:
15
De ArenA De Arena is in 1996 opgeleverd en beschikt het stadion over 51.628 stoelen tijdens voetbalwedstrijden. Tijdens concerten wordt er ook gebruik gemaakt van het veld. De maximale capaciteit is afhankelijk van de setting waarin het evenement plaatsvindt. Een setting waarbij een podium centraal op het veld wordt geplaatst, heeft de grootste capaciteit met een maximum van 68.000 bezoekers. Bron: ww.amsterdamarena.nl Het Velodrome Verscholen tussen de bomen in Sportpark Sloten ligt het Velodrome, een overdekte wielerbaan bestaande uit 200 meter aan houten latten. Het Velodrome is samen met de wielerbaan in Alkmaar de enige overdekte accommodatie voor het baanwielrennen in Nederland. Bron: www.velodrome.nl Het Sloterparkbad Het Sloterparkbad heeft het grootste binnen- en buitenbad in Amsterdam. Sinds de opening in april 2001 maken verschillende groepen gebruik van het Sloterparkbad. Wekelijks bezoeken ongeveer 4.000 schoolzwemmers, 25 verenigingen, verschillende topsporters, leskinderen, doelgroepen, banenzwemmers en recreatieve zwemmers het Sloterparkbad. Bovendien worden er regelmatig (inter)nationale zwemevenementen georganiseerd. Bron: www.sloterparkbad.nl Het Olympisch Stadion Amsterdam Het Olympisch Stadion Amsterdam is gebouwd voor de Olympische Spelen van 1928. In 1927 begon de bouw hiervan. Architect is Jan Wils. In 2000 werd de glorie van weleer nieuw leven in geblazen. Hier kijken mensen onder andere naar atletiek, het baanwielrennen en de ING Amsterdam Marathon. Bron: www.olympischstadion.nl Bevordering van internationale topsportevenementen De stichting Amsterdam Topsport Evenementen en daarna de stichting Tosport Amsterdam hebben op structurele en planmatige wijze ondersteuning gegeven aan het realiseren van internationale topsportevenementen in Amsterdam. Voorbeelden hiervan zijn: ► WK-kwalificatie Volleybal Dames 1997 ► WK Rugby Dames 1998 ► Championsleague finale Voetbal (Juventus – Real Madrid) 1998 ► EK Handbal Dames 1998 ► WK-match Cricket 1999 ► Europa Cup Hockey 1999 ► EK Voetbal 2000 ► Champions Trophy Hockey (dames en heren) 2000 ► Preparalympics Rolstoelbasketbal 2000 ► Champions Trophy Hockey (dames) 2001 ► EK Atletiek onder de 23 jaar 2001 ► World Bowl American Football 2001 ► EK Rolstoelbasketbal 2002 Samenwerking In 1993 kwam er ook een nauwere samenwerking tussen diverse partijen, die belang hebben bij een goede topsportontwikkeling in de regio Amsterdam. Via de stichtingen Olympisch Steunpunt Amsterdam en Amsterdam Topsport Evenementen en vanaf 1998 de stichting Topsport Amsterdam is die samenwerking verbeterd. Door deze samenwerking is het draagvlak versterkt en worden ook, vooral door het sponsorende bedrijfsleven, financiën gegenereerd voor de realisering van de gemeentelijke doelstellingen. In 1996 is een Amsterdamse ontmoetingsplaats gecreëerd voor de businessclub van Topsport Amsterdam.
16
Verbeteringen Opvallende knelpunten die naar voren zijn gekomen uit de voorbereiding voor het uitvoeren van de nota ‘Topsport in Amsterdam’ zijn: ► De individuele sporter vraagt om betere trainingsfaciliteiten en trainingstijden ► De huisvesting van talentvolle sporters vergt meer aandacht ► De professionalisering van de topsport binnen sportverenigingen dient verder te worden ontwikkeld (sporttechnisch- en organisatorisch kader) ► Accommodaties als het honk- en softbalcentrum Ookmeer, het Wagener-stadion en het Cricketcentrum Amsterdamse Bos voldoen nog niet volledig aan de internationale eisen voor topsportaccommodaties ► Voor acquisitie en promotie van evenementen is structureel geld nodig ► De relatie overheid - topsport - bedrijfsleven dient verder gestructureerd te worden ► Er is behoefte aan één Amsterdams topsportloket voor alle topsportbetrokkenen, met name voor evenementenorganisatoren. Zij hebben te vaak het gevoel van het kastje naar de muur gestuurd te worden. Versterking van het loket van Topsport Amsterdam is gewenst ► Het bestaande beeld van Amsterdam is niet dat van een topsportstad, de communicatie over wat er op topsportgebied gebeurt kan beter Topsport Amsterdam Topsport Amsterdam werkt intensief samen met een netwerk van ondernemingen en organisaties uit verschillende sectoren om een zo optimaal mogelijke begeleiding en ondersteuning te kunnen bieden. In samenwerking met de diverse partners kan Topsport Amsterdam onder andere realisatie van individuele studieprogramma’s bieden. Ook met medische instellingen zijn afspraken gemaakt. Onderwijsinstellingen ► Universiteit van Amsterdam Bij de Universiteit van Amsterdam kan je jaarlijks in overleg met een studieadviseur van je opleiding een geïntegreerd studie- en sportplan opstellen. Bij deze ‘studiebegeleiding op maat’ ontstaat een optimale afstemming tussen studie en sport. Denk hierbij aan gesprekken met docenten over aanpassing van het studieprogramma tot aan het verschuiven van tentamendata wanneer die net in een trainingsperiode vallen. Als de sporter door de UvA als topsporter is aangemerkt, krijgt diegene een gratis sportkaart bij het Universitair Sport Centrum. Hiervoor dien je je aangemeld te zijn bij Topsport Amsterdam. ► Vrije Universiteit Geen duidelijk beleid over het wel en wee van topsporters. Het is moeilijk te zeggen of ze wel of geen rekening houden binnen de opleiding. Wel is het zo dat er meerdere topsporters op de opleiding zitten. Wat verder hun voordelen, nadelen, mogelijkheden of uitzonderingen zijn hebben wij niet kunnen onderzoeken. ► Hogeschool van Amsterdam Vanuit de hogeschool worden topsporters doorgestuurd naar de Johan Cruyfff University. De school zelf kan in sommige gevallen wel wat regelen maar heeft beperkingen. De Johan Cruyff University is wél van alle mogelijkheden voorzien. Aanpassen van roosters is hier ook veel makkelijker. ► Johan Cruyff University De Johan Cruyff University (JCU) biedt een '4-jarige commercieel economische HBO-opleiding op maat', waarin de student en zijn/haar sportcarrière centraal staan. Je zou via internet kunnen studeren, óók tijdens (buitenlandse) trainingskampen. Er is een coördinator Topsport en Studie die samen met jou je studie afstemt op je sportsituatie. De JCU haakt aan bij de kennis, vaardigheden en ervaring die de sporter vanuit de sport(wereld) opdoet. Ook de medewerkers komen uit de topsport. Wat maakt de JCU zo bijzonder? » Slecht twee dagen aanwezig zijn op school. » Uitgebreid intranet, zodat je op afstand kan studeren. » Intensieve begeleiding. » Speciale topsportregeling voor o.a. herkansingen. ► Johan Cruyff College Bij het Johan Cruyff College (JCC) kun je tijdens je sportcarrière in drie jaar tijd de opleiding Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie doen. Met deze opleiding ben je klaar voor
17
een baan als commercieel medewerker bij bijvoorbeeld een sportclub, sportbond, een bedrijf of de overheid. Het JCC is een idee van Johan Cruijff en het ROC van Amsterdam (ROCvA). Tijdens deze opleiding kun je op hoog niveau blijven sporten. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de trainingen en wedstrijden. Ook tijdens (buitenlandse) trainingskampen kan de opleiding worden voortgezet, via het intranet van het JCC. ► ROC van Amsterdam Deze school laat weinig zien als het gaat om topsporters. De mogelijkheden zijn er wel, maar eigenlijk vallen die onder de Johan Cruyff College. ► Calandlyceum Het Calandlyceum is een zogenaamde LOOT-school (Landelijk Overleg Onderwijs Topsport) in de regio. Er wordt al enkele jaren met de K.N.L.T.B. structureel samengewerkt om tennistalenten op jeugdige leeftijd een ideale combinatie te geven tussen school en sport. Men moet hierbij denken aan overdag trainen onder schooltijd en een aangepast lesrooster, op deze manier kan het aantal trainingsuren drastisch omhoog geschroefd worden. Daarnaast zijn er vergevorderde plannen om een ijshockey-academie op te zetten voor volgend schooljaar. Met min of meer dezelfde onderliggende gedachte als bij het tennisverhaal. En onlangs zijn er ook gesprekken gevoerd met de K.N.B.S.B. om in het volgend schooljaar een honkbalschool Amsterdam van de grond te krijgen. Ook hier dient het tennisverhaal als leidraad. Verder is er op elk leerniveau in de Onderbouw (Gymnasium, Atheneum, HAVO en VMBO) een sportklas, neemt elk jaar het aantal individuele topsportleerlingen toe dat in de studiebegeleiding zit en kan, er zowel in de 2e Fase als in het VMBO, gymnastiek (LO2) als examenvak gekozen worden. Daarnaast is het streven om over maximaal 3 jaar een volledig nieuwe sportaccommodatie, aangrenzend aan de school, neer te zetten. Medische voorzieningen ► Sport Medisch Advies Centrum Sportmedische instellingen bieden hun sportmedische kennis aan, aan iedereen die sport, maar ook aan hen die om gezondheidsredenen moeten bewegen. Zij zijn allemaal welkom, ongeacht niveau of leeftijd. Dat de instellingen er alleen zijn voor topsporters is een misvatting. Iedereen kan profiteren van de sportspecifieke kennis van de sportmedische instelling. Als sporter of beginnend sporter stelt u zichzelf vast wel eens de volgende vragen: » Welke sport is geschikt voor mij? » Hoe kan ik mijn prestaties verbeteren? » Hoe komt het dat ik zo vaak allerlei klachten heb bij sportbeoefening en hoe kan ik die voorkomen? » Hoe kan mijn blessure het best behandeld worden? » Wanneer is het verantwoord om weer met een training of wedstrijd mee te doen? » Waar kan ik de door mijn sportbond verplichte sportkeuring ondergaan? De sportarts begrijpt uw vragen. In de instellingen werken sportartsen. Zij zijn in Nederland de medisch specialisten op sportmedisch gebied. De sportarts beschikt over: » Kennis van en ervaring met alle relevante vakgebieden en sporttakken » Geavanceerde onderzoeksfaciliteiten » Een netwerk van deskundigen. Veel instellingen bundelen bijvoorbeeld de kennis van de sportarts, de sportfysiotherapeut, de sportdiëtist en zelfs de gespecialiseerde orthopedisch schoenmaker. Na een bezoek aan de sportarts weet u precies wat er aan de hand is, wat er aan gedaan kan worden en hoe u in de toekomst klachten kunt voorkomen. De sportarts geeft u trainingsadviezen. Nog niet zo lang geleden was het voor vrijwel iedere sport verplicht om jaarlijks een sportkeuring te ondergaan. Vanwege de massale toeloop en de geringe beschikbare tijd kon aan deze keuring nauwelijks kwaliteit toegedicht worden. Inmiddels geldt de verplichting voor vele sporten niet meer. Alleen voor het bedrijven van zogenaamde risicosporten moet men vooraf een keuring ondergaan. Voorbeelden van risicosporten zijn auto- en motorsport, zweefvliegen, duiken, parachutespringen en wedstrijd wielrennen.
18
Bij de moderne sportkeuring wordt bekeken of de tak van beoefende sport een juiste keus is en of deze sport op een verantwoorde manier wordt beoefend. Tevens worden risicofactoren op hart- en vaatziekten geïnventariseerd. Deze praktijk biedt de volgende sportmedische keuringen aan: » Consult » Zweefvliegkeuring » Duikkeuring » Verplichte sportkeuring » Basis sportmedisch onderzoek » Basisplus sportmedisch onderzoek » Groot sportmedisch onderzoek ► Sport Medisch Centrum Amsterdam Wanneer een topsporter een verwijzing van de huisarts, sportarts of specialist heeft, kan deze een afspraak, met voorrang, maken bij deze praktijk. Het NOC*NSF heeft voor de topsporter met een Astatus een Medisch Topsportpakket samengesteld. De A-sporter kan jaarlijks in het SMC Amsterdam gebruik maken van dit pakket. Het bestaat o.a. uit 18 behandelingen bij de NVFS sportfysiotherapeut. Voor de B-sporters heeft NOC*NSF een Topsport Medisch Onderzoek samengesteld. ► Manual Fysion ManualFysion bestaat uit een team van vier orthopedisch manueeltherapeuten en vijf fysiotherapeuten en beschikt over een goed geoutilleerde praktijk en trainingsruimte. De combinatie van kennis en outillage geven deze praktijk de mogelijkheid alle klachten van het bewegingsapparaat te behandelen. Ook ten aanzien van leeftijd is er geen belemmering; van jong tot oud mag men zich verheugen in de belangstelling van ManualFysion. Dat geldt ook voor sporters. Al heel wat (top)sporters hebben de gang naar de praktijk weten te vinden en het is dan ook niet voor niets dat ManualFysion is aangesloten bij het Olympisch Steunpunt Amsterdam. Begeleiding en ondersteuning van verenigingen Naast de faciliteiten, zoals een deel hierboven beschreven, voor de topsporter zelf biedt Topsport Amsterdam ook begeleiding en ondersteuning aan Amsterdamse en Amstelveense verenigingen met topsportambities. Het gaat hierbij om Amsterdamse verenigingen wiens tak van sport is aangesloten bij NOC*NSF. Deze verenigingen moeten uitkomen op het hoogste nationale niveau en ambities hebben vastgelegd in een (meerjaren) beleidsplan gericht op de ontwikkeling van topsport. Deze verenigingen kunnen advies en diensten krijgen op de onderstaande terreinen: ► Ontwikkelen van topsportbeleidsplannen ► Vormgeven van de jeugdopleiding ► Accommodatiegebruik ► Subsidieaanvragen ► Leden uit de eerste selecties kunnen gebruik maken van diensten van Topsport Amsterdam ► Sponsorwerving en -bemiddeling 3.2 Fieldresearch Voordat we verder gaan met het resultatenoverzicht van het uitgevoerde fieldresearch, geven wij u eerst een overzicht van de benaderde topsportverenigingen, met het daarbij behorende e-mail adres. De contactpersonen is verzocht de e-mail door te sturen naar de topsporters binnen de vereniging. Atletiek ► AAC ► AV’23 ► Phanos Basketbal ► BVLely ► MyGuide Amsterdam Handbal ► VOC
» » » »
via Norbert
[email protected] [email protected] [email protected]
» » »
[email protected] [email protected] via website contacteert
»
via Shelley
19
Hockey ► AHBC ► Hurley ► Pinoke Honkbal ► Amsterdam Pirates Korfbal ► Blauw Wit ► Rohda Roeien ► Nereus ►
Skoll
►
Willem III
► ► Rugby ► ►
De Hoop Okeanos AAC ASRV Ascrum
Tennis ► Amstelpark ► Popeyegoldstart Turnen ► TurnaceGymnastics ► TurningSpirit Voetbal ► AFC Ajax Wielrennen ► Olympia ► Ulysses Zwemmen ► Nationaal Zweminstituut Amsterdam ► Zwemvereniging De Dolfijn
» » » »
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
» »
[email protected] [email protected]
» »
[email protected] n.v.t.
» » » » » » » »
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] n.v.t.
» » »
via website contacteert
[email protected] [email protected]
» »
[email protected] info@popeyegoldstar
» »
[email protected] [email protected]
»
n.v.t.
» » »
[email protected] [email protected] [email protected]
» »
[email protected] via website contacteert
Conclusie fieldresearch Uit het fieldresearch kunnen wij opmaken dat in 84% van de ondervraagden er extra begeleiding is voor topsportverenigingen. Maar liefst 68% hiervan is tevreden of zeer tevreden over deze extra begeleiding. Slechts 13% is niet tevreden en 1% heeft over dit onderwerp geen mening. Opmerkelijk is dat 55% van de respondenten aangeeft dat er géén begeleiding voor topsporters is vanuit verenigingen, slechts 11% van degene die het wel hebben is hierover (zeer) tevreden. Van de ondervraagden is 90% bekend met de Stichting Topsport Amsterdam. Op de vraag of Topsport Amsterdam genoeg doet om de randvoorwaarden zoals faciliteiten, onderwijsafstemmingen, medische begeleiding en huisvesting op elkaar af te stemmen werd verschillend gereageerd. Slechts 3% heeft hierop geen antwoord gegeven. We constateren dat volgens een kleine meerderheid (48%) de accommodaties voldoen aan de eisen voor topsporttrainingen, bijna twee derde zegt echter dat het niet aan de eisen voor internationale evenement voldoet. De volledige uitslagen van de fieldresearch vind u in bijlage 3 op pagina 28.
20
4
Conclusies en aanbevelingen
Conclusies Het huidige topsportklimaat in Nederland is zich sinds enkele jaren aan het ontwikkelen. De prestaties van ‘onze’ topsporters worden alsmaar beter. Mede hierdoor heeft NOC*NSF zich laten uitspreken over haar ambities: “Nederland een plaats laten behalen en behouden bij de beste tien landen ter wereld”. Om dit te verwezenlijken is er, al eerder, een topsportbeleid in het leven geroepen. Het topsportbeleid heeft er tot op heden voor gezorgd dat de topsport is geprofessionaliseerd, zelfs tot in economisch belang. Hier wordt al op in gespeeld met opleiding gericht op sport. Ook scholen zijn bereid topsporters te ondersteunen, in het bijvoorbeeld aanpassen van het lesrooster of maken van examens, om de topsporter de kans te geven zijn of haar sport met de studie te combineren. Een ander merkbaar verschil is de hoeveelheid topsportaccommodaties, Amsterdam beschikt in zijn totaliteit over 40 topsportaccommodaties. Deze worden steeds professioneler en voorzien van allerlei randfacetten. Hierdoor zijn deze, nieuwe of gerenoveerde, accommodaties ook geschikt voor internationale evenementen. De verwachting is ook dat deze ontwikkeling zich voortzet. Uit de gehouden fieldresearch blijkt dat er vrijwel bij elke vereniging aandacht is voor een of meerdere onderdelen van de 3T Ladder (Talentherkenning, Talentontwikkeling, Topsport). Er niet enkel aandacht maar ook begeleiding voor beschikbaar. Ruim 80% van de respondenten is tevreden over de kwaliteit van deze begeleiding. Begeleiding voor de topsportverenigingen in de regio blijkt ondermaats te zijn. Het merendeel heeft geen mening over de kwaliteit van deze begeleiding. Maarliefst 90% van de respondenten is bekend met de Stichting Topsport Amsterdam, dit is logisch te verklaren doordat de enquête alleen is afgenomen bij topsporters. Een enkele keer is deze beland bij sporters die wellicht de stap naar ‘erkende’ sporter gaan zetten. Bijna iedereen is tevreden over de randvoorwaarden die Topsport Amsterdam levert aan de topsporters. Opvallend genoeg blijkt dat de meningen erg verdeeld zijn wat betreft de trainingsaccommodaties. De helft (48%) vindt dat er niet voldoende accommodaties zijn om doorstroom vanuit de breedtesport naar de topsport te optimaliseren. Bijna de meerderheid (48%) zegt dat de accommodaties voldoen aan de eisen voor het afwerken van een topsporttraining, 6% heeft hier geen mening over. Wanneer er gevraagd word naar het feit of deze accommodaties geschikt zijn voor internationale evenementen antwoord 61% nee. Aanbevelingen Kijkend naar de hier bovenstaande conclusie kunnen wij stellen dat het topsportklimaat zich sterk aan het ontwikkelen is. Er komen nieuwe topsportaccommodaties bij en oude worden gerenoveerd. Voor een betere doorstroom van breedtesport naar topsport is het aangeraden meer accommodaties te voorzien, zodat er nog meer gewerkt kan worden vanuit de 3T Ladder naar een optimale topsport. Dit kan tevens bijdragen aan het eerder bereiken van de uitgeroepen doelstelling van het NOC*NSF. Met het oog op de mogelijke organisatie van de Olympische Spelen in 2028 zal er nog hard gewerkt moeten worden om alle accommodaties te laten voldoen aan de internationaal gestelde eisen. Bij het aanpassen van de huidige accommodaties kan al rekening gehouden worden met de toekomst. Bijvoorbeeld met meer ruimte voor publiek etc. Volledig inspelen op het heden kan echter niet. De gemeente Amsterdam heeft veertien kernsporten aangesteld. Wanneer er nu gewerkt wil worden richting de Olympische Spelen van 2028 zal er nu al volledig gekeken moeten worden naar de jeugd onder de 15 jaar. Door deze optimaal te gaan begeleiden kan er misschien wel geoogst worden in eigen land.
21
Nawoord Doormiddel van dit rapport hopen wij u een inzicht gegeven te hebben in het huidige Topsportklimaat van Nederland, en in het bijzonder Amsterdam. Wij danken Topsport Amsterdam voor de mogelijkheden die zij ons geboden hebben, door het geven van deze opdracht. Het team van Explode heeft met enthousiasme aan dit marktonderzoek gewerkt. Wij willen graag nog van de mogelijkheid gebruik maken om enkele personen te bedanken voor het mogelijk maken van dit opgeleverde rapport, namelijk: Charles Urbanes (Topsport Amsterdam / Manager Topsportontwikkeling) Frank van de Weerdenburg (Johan Cruijff University / Consultant) Sybrand Pietersma (Johan Cruijff University / Trainer Marktonderzoek) Karin Leliveld (Johan Cruijff University / Trainer SPSS) Hans Schakel (Johan Cruijff University / Navigator)
22
Bronvermelding Topsport Amsterdam: NOC*NSF: LOOT-Scholen:
www.topsportamsterdam.nl www.nocnsf.nl www.stichtingloot.nl
Amsterdam Arena Velodrome Sloterparkbad Olympisch Stadion
ww.amsterdamarena.nl www.velodrome.nl www.sloterparkbad.nl www.olympischstadion.nl
Universiteit van Amsterdam Vrije Universiteit Hogeschool van Amsterdam Johan Cruijjf University Johan Cruijff College ROC van Amsterdam Calandlyceum
www.uva.nl www.vu.nl www..hva.nl www.voltijd.hva.nl/johan-cruyff-university www.rocva.nl/sf/sf.cgi?20631 www.rocva.nl www.calandlyceum.nl
Sportmedisch Advies Centrum Sport Medisch Centrum Amsterdam Manual Fysion
www.sma-amsterdam.nl www.smcamsterdam.nl www.manualfysion.nl
23
Bijlagen Overzicht: 1 Enquête fieldresearch 2 Krantenartikel LOOT-scholen 3 Uitslagen enquete fieldresearch 4 Procesverslag 5 Individuele opdracht Mariska van Beem 6 Individuele opdracht Shelley de Groot 7 Individuele opdracht Norbert Hoven 8 Individuele opdracht Niels Schouten
25 27 28 30 32 45 56 61
24
Enquête fieldresearch Enquête Topsportklimaat Amsterdam 1.
2.
Naam van sportvereniging?
Is er vanuit uw vereniging extra aandacht voor: Talentherkenning Talentontwikkeling Topsport Ontwikkeling kader Professionalisering v/d topverenigingen Allemaal Geen van dit alles / Weet niet
3.
Is er extra begeleiding voor topsporters binnen uw vereniging? Ja, ga verder met vraag 4
4.
Nee, door naar vraag 5
Hoe tevreden bent u over deze begeleiding? Zeer tevreden Tevreden Geen mening Ontevreden Zeer ontevreden
5.
Is er extra begeleiding voor topsportverenigingen vanuit de regio? Ja, ga verder met vraag 6
6.
Nee, door naar vraag 7
Hoe tevreden bent u over deze begeleiding? Zeer tevreden Tevreden Geen mening Ontevreden Zeer ontevreden
25
7.
Bent u bekend met de Stichting Topsport Amsterdam? Ja, ga verder met vraag 8
8.
Nee, door naar vraag 9
Doet Amsterdam Topsport in uw optiek genoeg om de benodigde randvoorwaarden zoals trainingsfaciliteiten, onderwijsafstemming, medische begeleiding en huisvesting op elkaar af te stemmen? Ja Nee Weet niet / Geen mening
9.
Is er een “optimale” organisatiestructuur binnen uw vereniging waarmee samenhang en continuïteit van activiteiten in breedtesport en topsport wordt bereikt? Ja Nee Weet niet / Geen mening
10.
Zijn er naar uw mening voldoende trainingsaccommodaties binnen de regio om de doorstroom van breedtesport naar topsport te optimaliseren? Voldoende Onvoldoende Weet niet / Geen mening
11.
Voldoen naar uw mening de accommodaties aan de eisen van de topsporttraining? Ja Nee Weet niet / Geen mening
12.
Voldoen naar uw mening de accommodaties in de regio aan internationale eisen voor evenementen? Ja Nee Weet niet / Geen mening
Bovenstaande enquête is ook te vinden op: http://www.thesistools.com/?qid=41202&ln=ned
26
Krantenartikel LOOT-Scholen
Bron: Dagblad Spits (woensdag 19 december 2007)
27
Uitslagen enquête fieldresearch Totaal aantal respondenten: 77 Is er vanuit uw vereniging extra aandacht voor: Talentherkenning Talentontwikkeling Topsport Ontwikkeling kader Professionalisering v/d topverenigingen Allemaal Geen van dit alles / Weet niet
16% 18% 19% 13% 12% 21% 1%
Is er extra begeleiding voor topsporters binnen uw vereniging? Ja, ga verder met vraag 4 Nee, door naar vraag 5
84% 16%
Hoe tevreden bent u over deze begeleiding? Zeer tevreden Tevreden Geen mening Ontevreden Zeer ontevreden
19% 62% 4% 15% #0, 0%
Is er extra begeleiding voor topsportverenigingen vanuit de regio? Ja, ga verder met vraag 6 Nee, door naar vraag 7
45% 55%
Hoe tevreden bent u over deze begeleiding? Zeer tevreden Tevreden Geen mening Ontevreden Zeer ontevreden
6% 19% 69% 6% #0, 0%
Bent u bekend met de Stichting Topsport Amsterdam? Ja, ga verder met vraag 8 Nee, door naar vraag 9
90% 10%
Doet Amsterdam Topsport in uw optiek genoeg om de benodigde randvoorwaarden zoals trainingsfaciliteiten, onderwijsafstemming, medische begeleiding en huisvesting op elkaar af te stemmen? Ja Nee Weet niet / Geen mening
43% 18% 39%
28
Is er een “optimale” organisatiestructuur binnen uw vereniging waarmee samenhang en continuïteit van activiteiten in breedtesport en topsport wordt bereikt? Ja Nee Weet niet / Geen mening
48% 32% 19%
Zijn er naar uw mening voldoende trainingsaccommodaties binnen de regio om de doorstroom van breedtesport naar topsport te optimaliseren? Voldoende Onvoldoende Weet niet / Geen mening
42% 48% 10%
Voldoen naar uw mening de accommodaties aan de eisen van de topsporttraining? Ja Nee Weet niet / Geen mening
48% 45% 6%
Voldoen naar uw mening de accommodaties in de regio aan internationale eisen voor evenementen? Ja Nee Weet niet / Geen mening
29% 61% 10%
29
Procesverslag Bij de start van blok 2 is besloten dat wij de proftaak op een lager pitje zouden zetten, dit in verband met de naderende deadline van de VCF. Wel is afgesproken om allemaal in de eerste twee weken van blok 2 de individuele interviews te houden en te verwerken zodat deze voor input konden zorgen in de op te stellen enquête voor de fieldresearch. De samenwerking binnen het team heeft afgelopen weken onder vuur gelegen. Sinds blok 1 verliep de samenwerking al niet geheel naar wens. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd over de samenwerking en de individuele inbreng in het project. Natuurlijk werd hierin ook de samenwerking tijdens de VCF in meegenomen omdat wij hierin dezelfde groepssamenstelling hadden. Naar aanleiding van blok 1 hebben we in het begin van de tweede periode een gesprek gehad met zowel Serge als Norbert. Norbert heeft grote inzet getoond bij het tot stand brengen van de tweede proftaak van dit jaar, zijn communicatie naar de groep toe is verbeterd ten opzichte van het eerste blok, waar wij allen natuurlijk zeer verheugd over zijn. Serge daarentegen heeft geen verbeteringen getoond, zelfs naar meerdere waarschuwingen en gesprekken. Dit heeft ertoe geleid dat wij, in overleg met Hans Schakel, op donderdag 13 december hebben besloten Serge uit ons projectteam te verwijderen. Op maandag 17 december heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen Serge, Niels (als vertegenwoordiger van ons team) en onze navigator Hans Schakel. Dit gesprek is zeer rustig verlopen, Serge stemde erin toe dat hij geen deel meer zou uitmaken van JC2B1 en hij vond zelf ook dat zijn teambijdrage niet was zoals die behoorde te zijn. De overgebleven vier teamleden hebben vanaf die donderdag allen hun best gedaan om deze proftaak tot een goed eind te brengen, daarin waren wij nog niet ver gevorderd omdat Serge als vertragende factor fungeerde en ook omdat wij allen onze eerste prioriteit uit lieten gaan naar de VCF. Taakverdeling: Mariska van Beem:
Voorwoord, Inleiding, Managementsamenvatting, Conclusie en aanbevelingen, Nawoord Hoofdstuk 1; Achtergrondinformatie Hoofdstuk 2; Onderzoeksmethoden Hoofdstuk 3; Fieldresearch In elkaar zetten proftaak / Eindredactie
Shelley de Groot:
Hoofdstuk 3; Deskresearch, namelijk: Topsportklimaat Nederland & Amsterdam Capital of Sports Hoofdstuk 3; Fieldresearch Procesverslag
Norbert Hoven:
Enquête fieldresearch & invoeren en verwerking SPSS Hoofdstuk 3; Fieldresearch
Niels Schouten:
Plan van Aanpak Hoofdstuk 3; Deskresearch, namelijk: Topsport Amsterdam Hoofdstuk 3; Fieldresearch
Procentuele verdeling: Mariska van Beem: 27 % Shelley de Groot: 27 % Norbert Hoven: 24 % Niels Schouten: 22 %
30
Sterke punten en verbeterpunten van het team Naam Mariska van Beem
Shelley de Groot
Norbert Hoven Niels Schouten
Sterke punten Taakgericht, Resultaatgericht, Neemt initiatief, Geeft feedback, Analytisch. Ondernemend, Planmatig, IJverig, Geeft feedback. Drang om te bewijzen, Inzet. Kan zijn mening goed onderbouwen, Is goed in het onderhouden van de teamsfeer, Is analytisch.
Zwakke punten Te veel hooi op je vork. Geen nee kunnen zeggen op opdrachten, afwachten en dan toch weer op je nemen. Positief blijven denken
Planmatig te werk gaan, planning Zelf aangeven welke taken je op je wil nemen, en niet van andere af laten hangen.
31
Individuele opdracht Topsportklimaat
Opdrachtgever:
Topsport Amsterdam i.s.m. Johan Cruijff University
Opdrachtnemer:
Mariska van Beem uit JC2B1
Amsterdam, 19 december 2007
32
Inhoudsopgave Interview Marianne Vos
34
Interview Ramon Sinkeldam
39
Interview Tommy van Beem
42
33
Marianne Vos Wanneer ben je geboren en waar? Ik ben geboren op 13 mei 1987 te ’sHertogenbosch. Waar woon je? Ik woon in het Brabantse Babyloniënbroek. Is je woonomgeving geschikt om je sport te beoefenen? Voor het wielrennen is de omgeving van Babyloniënbroek (Noord-Brabant) niet het meest geschikt. Het is compleet vlak, dus bergop trainen is niet mogelijk. Mijn wedstrijdprogramma zorgt echter wel voor wat klimkilometers en anders is er nog altijd een mogelijkheid om een trainingskamp in te lassen in het buitenland. Ik vind het wel altijd fijn om thuis te komen na een wedstrijd met veel klimmen en even wat rustige trainingen te kunnen doen. Welke opleiding volg je op dit moment? Na het behalen van mijn vwo diploma ben ik Biomedische Wetenschappen gaan studeren aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Door het vele reizen i.v.m. het sporten moest ik helaas veel van de verplichte onderdelen missen. Mijn topsportstatus gaf mij de gelegenheid om deze onderdelen later in te halen, of toetsen te verschuiven; maar dat hoopte zich op. Aan het eind van het eerste jaar (2007) heb ik besloten mijn studie stop te zetten en mij volledig te richten op mijn sport. Hoe ben je op het idee gekomen om te gaan wielrennen? Mijn broer ging wielrennen toen ik 5 jaar was. Hij reed toen bij WV Presto in Drunen en ik ging altijd mee naar de trainingen. Kijken naar de wielersport vond ik wel leuk, maar in het jaar dat ik 6 werd wilde ik zelf een wielrenfiets; en die kwam er. Ik ging toen alleen meetrainen bij Presto, want wedstrijden rijden mocht ik nog niet. ’s Winters ging ik veldrijden. In het jaar dat ik 8 werd mocht ik wedstrijden gaan rijden. Doe je ook aan andere sporten? Ik houd erg van afwisseling, omdat dat je scherp houdt en je je niet gaat vervelen op één bepaalde discipline. Daarnaast ontwikkelt je het als sporter veelzijdig en zodoende ben je stabieler en minder blessuregevoelig. Naast mijn hoofdtak wielrennen op de weg, doe ik aan baanwielrennen en veldrijden. Als het in de planning in te passen is, vind ik het ook leuk om een keer de skeelers of schaatsen onder te binden. Tot zes jaar geleden heb ik altijd wielrennen, veldrijden, schaatsen en skeeleren (alles op wedstrijdniveau) gecombineerd. Toen leek het mij leuk om ook te gaan mountainbike, maar dan kon ik niet meer blijven skeeleren. Op het moment doe ik wielrennen en baanwielrennen. Het mountainbike en schaatsen heb ik laten vallen. Ook het veldrijden staat dit jaar op zijspoor en combinatie met de weg is teveel eisend en dus bijna onmogelijk. Ook omdat ik mij nu op de baan wil voorbereiden op de Olympische Spelen in Peking. Je werd in 2005 zelfs nog derde op het NK jeugdmarathon schaatsen. Hoe ervaarde je dit zelf? e e Dit was voor mezelf ook wel verassend. Ik schaats al vanaf mijn 7 en dat was ook al de 6 keer dat ik aan het NK marathon deelnam. In de vorige edities had ik altijd pech gehad, met valpartijen en kapotte schaatsen, maar toen ging alles goed. Schaatstechnisch ben ik niet echt begaafd, maar qua
34
uithouding kan ik de wedstrijden wel aan. Dat ik in de finale voor de podiumplekken mocht strijden was erg mooi en ik was ook zeer blij met mijn 3e plaats. Wat is je specialiteit, binnen het wielrennen? Mijn specialiteit in mijn allroundheid. Ik kan op de verschillende onderdelen in de wielersport redelijk uit de voeten en dat brengt mij in staat om op vrijwel alle parkoersen om de overwinning mee te doen. Groot voordeel is wel dat mijn sprint goed is; zodoende heb ik al veel wedstrijden kunnen winnen. Wat zijn tot nu je beste prestaties? 3 Wereldtitels: Salzburg (Oos) 2006 weg elite-vrouwen Zeddam (Ned) 2006 veldrijden elite-vrouwen Verona (Ita) 2004 weg junior-vrouwen 2e Stuttgart (Dui) weg 2007 elite-dames 2e Salzburg (Oos) weg 2005 junioren 3 Europese titels: Sofia (Bul) 2007 weg -23jr. Valkenburg (Ned) 2006 weg -23jr. Pont-Château (Fra) 2005 veldrijden elite-vrouwen 2e veldrijden 2003 elite-dames 3e (Ita) moutainbike 2003 junioren 3e Huijbergen (Ned) 2006 veldrijden elite-dames 7 Nederlandse titels: Maastricht 2006 weg elite-vrouwen Ootmarsum 2005 weg junior-vrouwen Heerlen-Hoensbroek 2003 weg nieuweling meisjes 4x NK mountainbike junior-vrouwen: ’02, ’03, ’04 , ‘05 Winst Wereldbekers: Peking (Chn) 2007 scratch baan Peking (Chn) 2007 puntenkoers baan Waalse Pijl (Bel) 2007 weg Nürnberger Altstadt (Dui) 2007 weg Treviso (Ita) 2006 veld Pijnacker (Ned) 2005 veld Wereldranglijst nummer 1, weg 2007 Winst wereldbekerklassement, weg 2007 Talent van het Jaar 2006 Wielrenster van het Jaar 2006 Wielrenster van het Jaar 2007 Nominatie Sportvrouw van het Jaar 2006 Nominatie Sportvrouw van het Jaar 2007 Heb je een voorbeeld? Ik heb nooit echt een voorbeeld gehad, omdat ik van mening ben dat iedereen uniek is en alleen door zichzelf te zijn het maximale uit zijn prestaties kan halen. Wel heb ik grote bewondering voor sporters die lange tijd op topniveau presteren. Zo vind ik het prachtig om met Hanka Kupfernagel te mogen rijden. Zij won als juniore al wereldtitels, maar kan zich 15 jaar later nog steeds focussen en opladen om aan de top te blijven. Wat doe je zoal graag in je vrije tijd? Het klinkt vast afgezaagd, maar toch fietsen. Ik houd eigenlijk wel van alle sporten, dus o.a. skeeleren, tennissen, voetballen, badmintonnen en tafeltennissen vind ik ook erg leuk. Als ontspanning surf ik graag wat rond op internet.
35
Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Dan probeer ik wat tijd door te brengen met vrienden. In een wedstrijdperiode komt dat er vaak niet van, dus dat is wel leuk als het even rustig is. Ik kijk ook uit naar de volgende wedstrijden. Ik heb niet zoveel moeite met een periode zonder training, maar aan wedstrijden rijden ben ik echt verslaafd. Uitgaan vind ik niet leuk, dus dat doe ik ook in mijn rustperiode bijna niet. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Ik heb tot nu toe nog geen noemenswaardig dieptepunt gehad; hooguit een mindere periode. Door je voor te bereiden op een eventuele mindere periode, kun je wel voorkomen dat het je te veel wordt. Als sporter moet je dan vaak (veel) geduld hebben en vertrouwen dat het goed komt. Wat geeft jou moraal in deze sport? Goede benen hebben en voelen dat je de anderen pijn kunt doen of dat je weet dat je ze kunt verslaan. Ik kan heel slecht tegen mijn verlies, dus het gevoel van winnen is ook een heel mooi gevoel. Welke discipline trekt je het meeste aan? En waar denk je uiteindelijk voor te kiezen? Wielrennen op de weg blijft voorlopig het hoofdonderdeel, maar ik denk dat door zorgvuldige planning een combinatie met andere disciplines wel mogelijk is. Ik vind alle disciplines heel leuk om te doen, maar het veldrijden trekt me al vanaf de jeugd het meeste aan. Dit is echter ook de discipline waar de minste toekomstmogelijkheden in zijn. Ik denk dat een combinatie weg en veld voor mij het meest geschikt is, maar dat zal de komende seizoenen moeten blijken. De beide seizoenen zal ik dan wel laat moeten beginnen en vroeg moeten eindigen, omdat tussen beide seizoenen ook een paar weken rust nodig is. Momenteel ben ik me ook op de baan aan het voorbereiden, dit in het kader van de Olympische Spelen in Peking 2008. Ik heb nu twee wedstrijden gereden, twee wereldbekers. Deze waren in Peking en ik wist beide, scratch en puntenkoers te winnen. Overweeg je, na je twee wereldbeker overwinningen, nu ook een carrière op de baan? De puntenkoers is tenslotte ook Olympisch. Mijn baanactiviteiten waren in eerste instantie alleen bedoeld voor training en een goede overwintering. Twee overwinningen bij mijn debuut was dan ook het laatste wat ik verwachtte. Er staan nog wat meer baanwedstrijden op het programma en die zullen nog meer duidelijkheid geven over de mogelijkheden op de verschillende onderdelen (ook achtervolging bijvoorbeeld). Met mijn overwinning op de puntenkoers heb ik al een nominatie op zak voor de Olympische Spelen. Of het is te combineren met de wegwedstrijd zal ik nog goed moeten overwegen, maar qua planning op de OS is het wel mogelijk. Ben je in de toekomst weer van plan om je naast de weg te richting op het veldrijden? Ik vind het fijn om in de winter niet volledig uit competitie te gaan en zal dus altijd wat wedstrijden te rijden. Dit jaar heb ik er voor gekozen om wat meer de nadruk te leggen op het baanwielrennen, maar stap ook nog graag op mijn crossfiets. Ik vind veldrijden een hele mooie discipline en zal zeker weer eens terugkeren. Wat zijn je doelen voor dit seizoen? Dit seizoen staat volledig in het teken van de Olympische Spelen. Mijn trainings- en wedstrijdplanning is zo dat ik op 10 augustus 2008 (wegwedstrijd OS) topvorm wil hebben. Toch blijft vorm moeilijk te sturen, dus ik staar mij ook niet blind op medailles. Ik zal er wel alles aan doen om maximaal voorbereid aan de start te staan. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Al erg jong heb ik grote overwinningen behaald. Dit zou er voor kunnen zorgen dat mijn doelen ‘op’ raken. Ik ben nu 20, dus dat is absoluut nog niet het geval, maar het is wel noodzaak om nieuwe dingen te blijven doen. Na de Olympische Spelen van volgend jaar wil ik me graag richten op meerdaagse wedstrijden. Ik kom nu in een etappekoers (als bijv. de Giro d’Italia) nog te kort, maar als mijn tijdrit verbetert zou ik hier op termijn ook voor de overwinning kunnen rijden.
36
In 2005 won je de Wereldtitel bij de junior dames in Verona, hoe was deze beleving? Al vanaf de jeugd droom ik er (net zoals volgens mij alle andere wielrenners/sters) natuurlijk van om ooit wereldkampioene te worden. Als dat vervolgens op je 17e al lukt, is dat natuurlijk heel mooi. Ik reed alleen naar de finish en er ging alleen maar door mijn hoofd: ‘Ik ga wereldkampioen worden’, maar je weet nog niet wat dat voor gevolgen heeft. Na de finish waren alle Nederlanders in een feeststemming en zelfs de Italianen waren enthousiast. Ik werd als held beschouwd en dat was wel onwerkelijk en hoewel ik zelf liever nuchter blijf, was dat toch heel mooi om mee te maken. Omdat ik altijd alleen nog maar voor mijn plezier fiets en nog niet echt concessies hoef te doen, kwamen er niet veel emoties los o.i.d. Ik was natuurlijk wel overgelukkig, maar ik kan me voorstellen dat het anders is als je al veel tegenslagen hebt gehad en zo’n wereldkampioenschap als een verlossing komt. Ik werd ook helemaal ‘geleefd’ vanaf het moment dat ik over de finish kwam en ik werd door de e Italiaanse organisatie van hot naar her gesleept, overigens samen met Ellen van Dijk (3 ). Er gaat dan van alles door je heen, maar ik kon nog niet helemaal beseffen dat ik de beste van de wereld was geworden en een jaar in de regenboogtrui mag rijden. Had je er zelf van te voren ook maar één keer aan gedacht dat jij die trui mee naar huis zou kunnen nemen? Ja, eerlijk gezegd wel. Ik ben naar Verona vertrokken met het doel die trui mee naar huis te nemen. Ik heb me daar niet te veel over uitgelaten, maar ik wist wel dat als ik in goeden doen zou zijn, het niet onmogelijk was. Voor de tijdrit was ik veel minder zelfverzekerd en daarin werd ik toch 5e, voor mij een teken dat het met de vorm wel goed zat. In de wegwedstrijd heb ik continu op mijn gemak gereden en had ik het gevoel dat ik de wedstrijd onder controle had. Het klinkt misschien arrogant, maar als ik niet had gewonnen was ik waarschijnlijk niet tevreden geweest. Was er veel aandacht vanuit de pers? Na de ceremonie protocollaire was er meteen een persconferentie. Ik had dit wel vaker meegemaakt, maar nu zat de hele zaal vol. Ik moest een aantal standaardvragen beantwoorden en dit ging allemaal vrij relaxed. Thuis aangekomen, al 30 uur niet geslapen, stond ons erf vol met de regionale pers. Ook kreeg ik meteen veel reacties van mensen uit de omgeving en uit het wielerwereldje, zelfs van mensen waarvan ik het helemaal niet verwachtte of helemaal niet kende. Nadien heb je nog twee truien gewonnen, het wereldkampioenschap veldrijden en het wereldkampioenschap op de weg, en dat in je eerste jaar als elite dame. Hoe was deze beleving en wat bracht dit teweeg? Mijn twee wereldtitels bij de senioren zijn de meest in het oog springende prestaties. Als 18-jarige won ik de wereldtitel veldrijden in eigen land. Een half jaar later pakte ik ook de wereldtitel op de weg. Veldrijden is een relatief kleine sport, maar het winnen van de wereldtitel in eigen land was heel speciaal. De wegtitel heeft mijn carrière echter pas echt in een stroomversnelling gebracht. Was er bij deze wereldtitels veel aandacht vanuit de pers? Vrouwensport ligt nog altijd (ver) achter bij haar mannelijke variant, maar als de prestaties opvallend genoeg zijn is er wel aandacht vanuit de media. Bij mijn wereldtitel veld dacht ik dat er veel media aandacht was, maar een half jaar later kwam ik er achter dat dit nog bijna niks was. Wegwielrennen is wereldwijd een aansprekende sport en dan is het wel even wennen aan de aandacht. De media richt zich vaak alleen op de uitblinkers en in het geval van vrouwenwielrennen in Nederland ben ik dat nu. Jammer is wel dat er vrijwel alleen aandacht is voor de wereldkampioenschappen of Olympische Spelen, terwijl er veel andere mooie wedstrijden zijn.
37
Had je van tevoren gedacht dat je deze wereldkampioenschappen wel eens kon gaan winnen? Beide wereldtitels waren onverwacht. Ik was wel outsider, maar er werd verwacht dat ik nog een paar jaar nodig zou hebben om echt de titel te pakken. Voor mij ook waren de titels niet in het minst verrassend. Heb je een profcontract? Prof zijn is moeilijk te definiëren, maar ik kan mij sinds dit jaar fulltime bezig houden met mijn sport. In het vrouwenwielrennen is dit niet veel voorkomend, dus ik ben blij dat ik mezelf wel in die positie heb kunnen brengen. Mijn sponsor DSB Bank heeft mij in staat gesteld om mij de komende jaren volledig op mijn sport te richten. In dat opzicht ben ik dus prof. Zitten daar haken en ogen aan, of laat het je vrij in bepaalde keuzes? Mijn contract geeft me de gelegenheid om volledig voor mijn sport te leven, maar dat brengt natuurlijk wel wat verplichtingen met zich mee. Zo moet je beschikbaar zijn voor promotionele activiteiten e.d. Ook ben je uithangbord van een sponsor, dus die dien je ten allen tijden positief uit te dragen. Dit is echter geen probleem, want ik ben erg blij met mijn sponsor. Qua wedstrijdplanning ben ik volledig vrij te doen wat ik wil en daar ben ik erg dankbaar voor. Van welke faciliteiten kan jij vanuit je ploeg gebruiken? (medisch, materiaal, kosten etc.) Qua materiaal (fietsen, kleding, e.d.) worden alle rensters van de DSB-ploeg volledig ondersteund. Op medisch vlak worden we begeleid door een sportarts bij de Isala Klinieken in Zwolle. Daar wordt meerdere keren per jaar een inspanningstest afgelegd en krijgt iedereen een medische checkup. We hebben bijvoorbeeld ook een medisch paspoort om veranderingen van het bloed of hart vast te kunnen stellen. Je bent ook in het bezit van een NOC*NSF A-status. Welke faciliteiten geeft dit jou? Drie jaar geleden ben ik in het bezit gekomen van deze A-status. De financiële ondersteuning ontlastte het gezin een beetje, want wielrennen is een hobby die veel geld kost als het niet op het absolute topniveau is. Daarnaast zijn er nog veel meer faciliteiten die het NOC*NSF biedt om er voor te zorgen dat de sporter zich volledig kan ontpoppen en focussen op de sport. Ik heb bijvoorbeeld een NS-sportkaart, zodat ik gratis kan treinreizen en dat zorgt voor rust. Bij mijn studiekeuze ben ik intensief begeleid door Randstad, om de beste studie voor mij te vinden. Later heeft mijn individueel begeleider mij ook geholpen om als sporter wegwijs te worden op de universiteit. Sportvoeding is voor een sporter met een status met grote korting en soms zelfs alleen voor verzendkosten te verkrijgen. Dit zijn zo al een paar dingen waar ik erg veel aan heb of heb gehad. Als er iets nodig is, zal NOC*NSF altijd zijn best doen om naar een oplossing te zoeken, zodat de sporter zich volledig kan richten op de sport.
38
Ramon Sinkeldam Wanneer ben je geboren en waar? Zaandam op 09-02-1989 Waar woon je? In Wormer (Noord-Holland). Is je woonomgeving geschikt om je sport te beoefenen? Niet echt de ideale locatie voor een veldrijder, want er is hier geen bos voor handen. Ik moet al snel 25 kilometer fietsen voordat ik überhaupt wat bomen zie. maar de resultaten lijden er gelukkig niet onder. Welke opleiding volg je op dit moment? Na het afronden van de HAVO op het Sint Michaël College studeert ik nu HBO accountancy op Inholland in Alkmaar. Krijg je medewerking vanuit school? Kun je dit goed combineren met je sport? Deze school heeft een topsport convenant getekend en kan medewerking verlenen wanneer ik dat nodig heb (tentamen etc.). Ik heb daar gelukkig de ruimte om te kunnen trainen en wedstrijden te rijden. Dus het is wel te doen hoor. Ook omdat het veel theorie is, ik kan studieboeken lezen als ik op trainingskamp ben. Had ik bijvoorbeeld bouwkunde gedaan waarbij veel praktijk komt kijken, dan was ik in de problemen gekomen. Al probeer ik wel zo veel mogelijk naar de lessen te gaan.'' Hoe ben je op het idee gekomen om te gaan veldrijden en wielrennen? Het begon allemaal op 9-jarige leeftijd op het prachtige parcours in het bos van Schoorl, waar ik af en toe mee mocht met mijn vader en zijn vrienden. Hier mocht ik op zaterdagmiddag, na het voetbal, al mijn energie kwijt op de mountainbike. Toen ik steeds enthousiaster werd mocht ik ook een wedstrijdje meedoen waar ik meteen vooraan reed. Dit gaf een kick en zo rolde ik van het ene in het andere. Al snel won ik een aantal wedstrijden op de mountainbike, en ging ik het ook op de weg proberen. Dit sprak minder aan omdat hier niet de sterkste won, maar de snelste en vooral de slimste. Toen de keuze gemaakt moest worden tussen de voetbal en de fiets, hoefde ik niet lang na te denken. Ik had inmiddels al veel wedstrijden gewonnen op de mountainbike en ook op de weg ging het goed. Ik probeerde in de winter ook het veldrijden uit, waar ik de smaak snel te pakken had. Nog geen twee jaar later, in categorie vijf, deed ik mee om de overwinningen op zowel de mountainbike, crossfiets als de wegfiets. Doe je ook aan andere sporten? Ik heb zo lang mogelijk het wielrennen met voetballen gecombineerd. Op een gegeven moment waren zowel de wedstrijden als de trainingen op exact dezelfde dagen en toen moest ik wel kiezen. Het werd wielrennen omdat dit een individuele sport is, dan geeft winnen namelijk nog meer voldoening omdat je het dan helemaal zelf gedaan hebt. Wat is je specialiteit binnen het wielrennen en veldrijden? Veldrijden en het wielrennen op de weg. Ik denk dat ik het vooral moet hebben van mijn conditie. Dit merk ik ook op de weg: hoe langer de wedstrijd duurt, hoe sterker ik word. Ik houd van zware wedstrijden waar het aankomt op conditie. Snelle parkoersen kan ik minder goed aan, en van mijn snelheid moet ik het meestal niet hebben. Het klimmen gaat mij ook goed af. Hoe zwaarder het parkoers en de omstandigheden zijn, hoe gunstiger dat voor mij is in de meeste gevallen.
39
Wat zijn tot nu je beste prestaties? Eindwinst Superprestige Junioren 2006-2007 4e WK 2006-2007 junioren veldrijden Hooglede-Gits (Belgie) 3e EK 2006-2007 junioren veldrijden Huybergen 8e EK 2005-2006 junioren veldrijden Pont-Chateau (Frankrijk) 10e EK 2007-2008 beloften veldrijden Hittnau (Zwitserland) 1e NK 2006-2007 junioren veldrijden Woerden 3e NK 2006 junioren weg Voerendaal Deelname: EK Pont-Chateau (Frankrijk) en WK Zeddam veldrijden 2005-2006 EK Huybergen en WK Hooglede-Gits (Belgie) veldrijden 2006-2007 WK Aquascalientes (Mexico) weg 2007. EK Hittnau (Zwitserland) veldrijden 2007-2008. Heb je een voorbeeld? Ik ben altijd fan geweest van Richard Groenendaal. Toen ik net begon met wielrennen en veldrijden was hij mijn voorbeeld. Ik hoop dat hij nog een lange tijd mee kan doen met de wereldtop en een aantal mooie overwinningen kan behalen, en dat de pech die hem al jarenlang achtervolgt eindelijk zal stoppen. Wat doe je zoal graag in je vrije tijd? Ik vind het leuk om wat tijd met mijn vrienden door te brengen. Ook zit ik regelmatig achter de computer (o.a. MSN) of luister muziek en kijk naar een DVD'tje. Mijn fiets poetsen doe ik ook graag. Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Dan ga ik altijd even een periode veel feesten en luieren. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Half augustus was ik in bloedvorm voor het WK in Mexico, maar het noodlot sloeg toe. Bij de laatste training daar lagen we opeens met drie jongens op de grond. Ik brak ongelukkig mijn pols en zag mijn kansen aan mijn neus voorbijgaan. Een heel jaar alles in het teken van deze wedstrijd, dus met de voorbereiding in Mexico wilde ik even goed starten. Het ging echt niet, maar reed, heel erg teleurgesteld, wél uit. Wat geeft jou moraal in deze sport? Een mooie prestatie. Dat hoeft helemaal geen zege te zijn, want aan het WK heb ik ook heel veel moraal overgehouden. Na een mindere start deed ik in de slotronde nog voor de prijzen mee en reed ik zelfs nog vooruit in de laatste ronde. En dat gebeurde allemaal in een geweldige sfeer, op die dag kan ik nog wel even teren, ook al miste ik op een haar na een medaille. Welke discipline trekt je het meeste aan? En waar denk je uiteindelijk voor te kiezen? Veldrijden trekt mij het meeste aan. Waarschijnlijk zal ik in de toekomst dan ook voor het veldrijden kiezen omdat de weg naar de top van het wielrennen nog veel langer is. Rond mijn 21ste denk ik dat ik definitief moet kiezen tussen de twee disciplines. Het is dan een kwestie waar je het beste gevoel bij hebt. De Tour de France is natuurlijk heel speciaal. En op de weg is het meeste geld te verdienen. Maar om daar te komen, moet je een lange ladder beklimmen. In het veldrijden bereik je misschien wat sneller de top als je die kwaliteiten hebt, dat zie je bijvoorbeeld bij aan een jongen als Lars Boom die op jonge leeftijd al bij de absolute top zit.'
40
Wat zijn je doelen voor dit seizoen? Mijn doel is om bij de eerste zestien veldrijders op de UCI-lijst te komen. Ik rijd de wereldbekers en kan me zo gunstig plaatsen voor het WK in Treviso (Italie) in januari 2008. Ik sta nu namelijk 8e op de Wereldranglijst bij de beloften. Op het WK wil ik top 10 rijden en op het NK in Sint-Michielsgestel wil ik op het podium staan. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Ik zou graag prof willen worden, ik rijd nu al bij Rabobank Continentaal door deze goede begeleiding hoop ik nog een stap hoger te komen. En wat als prof worden helaas mislukt? Ja, lukt dit niet dan ga ik werken als accountant of anders nog een nieuwe opleiding volgen, maar dan wel voor mijn 23ste. Heb je wel eens een aansprekende wedstrijd/titel gewonnen? Was er veel aandacht vanuit de pers? Ik heb verschillende Nederlandse Kampioenschappen gewonnen, de laatste (op oudere leeftijd) kregen aandacht van de pers. Vooral mijn goede presenteren op het jongste e e EK (3 ) en WK (4 ) kregen veel aandacht van de pers. Heb je een (prof)contract? Ik heb een contract, maar nog geen profcontract. Wel rijd ik bij Rabobank Continentaal, rijden voor deze ploeg is een jongensdroom die uitkomt. Ik weet me nu als nieuwkomer verzekerd van de allerbeste begeleiding. Het Rabo Continental Team is de opleidingsformatie van de Rabo Wielerploegen. Onder leiding van de oud-wielrenners Nico Verhoeven en Piet Kuys worden binnen die ploeg jonge talentvolle wielrenners voorbereid op het professionele metiér. Het Rabo Continental Team is de meest succesvolle opleidingsploeg in de wielerwereld. De kleinste formatie van de Rabobank Wielerploegen zijn de veldrijders, met acht (potentiële) toppers zijn ze goed vertegenwoordigd. De vier jonge belofte en vier elite zullen in de winter van ’07-’08 de kleuren van de Rabobank verdedigen. Renner Joeri Adams Bart Aernouts Lars Boom Gerben de Knegt Sven Nys Boy van Poppel Ramon Sinkeldam Ricardo van der Velde
Nat.
Cat. Belofte Elite Elite Elite Elite Belofte Belofte Belofte
Geb. datum 15-10-1989 23-06-1982 30-12-1985 11-12-1975 17-06-1976 18-01-1988 09-02-1989 19-02-1987
Rabo 2007 2001 2002 2000 1998 2006 2007 2005
41
Tommy van Beem Wanneer ben je geboren en waar? Ik ben geboren op 20 september 1990 in Tiel. Waar woon je? Ik woon in Tiel, dat ligt in Gelderland. Is je woonomgeving geschikt om je sport te beoefenen? Deze omgeving is niet heel erg geschikt voor het uitvoeren van mijn sport. Momenteel is het crossseizoen bezig en wil ik daar specifieke trainingen voor uitvoeren dan moet ik al snel 25 km fietsen voordat ik een bebost gebied aantref. Voor de weg kan je hier wel prima trainen, alleen wanneer je echt wilt klimmen moet je toch al naar de provincie Limburg of zelfs naar het buitenland reizen. Buiten het klimmen kan in hier prima trainen in de polders, waar altijd wind staat. Welke opleiding volg je op dit moment? Momenteel volg ik een opleiding Bouwkunde, MBO 4, aan het Koning Willem 1 College in ’s-Hertogenbosch. Is zit nu in het eerste leerjaar en ik heb me gespecialiseerd in architectuur. Vorig jaar heb ik mijn VMBO KL, richting bouw breed, afgerond. Krijg je medewerking vanuit school? Kun je dit goed combineren met je sport? De reden dat ik naar deze school ben gegaan heeft afgehangen van het feit dat het KW1C een LOOT-school is. Aangezien de bond (KNWU) mij door mijn jongste prestaties opgegeven heeft als Talent (Jong Oranje) ben ik in het bezit van een door Topsport Brabant uitgegeven pas. Ik ben volgens het Olympisch Netwerk ingedeeld als T1 sporter. Hierdoor kan ik gebruik maken van enkele faciliteiten als: een flexibel lesrooster dat ruimte laat voor trainingen en wedstrijden, vrijstelling voor vakken als lichamelijke activiteiten, uitstel of aanpassing van tentamens, begeleiding van een LOOTbegeleider. Hierdoor is de combinatie te doen, ondanks ik voor deze faciliteiten wel dagelijks van en naar ’s-Hertogenbosch moet reizen. Tijd die je anders ook in je training of rust kan steken. Hoe ben je op het idee gekomen om te gaan wielrennen? Mijn zus, Mariska van Beem, die fietst al vanaf 1995. Toen zij een meerdaagse reed in 1997 was ik ook mee. Daar werd een dikke banden wedstrijd georganiseerd voor kinderen van 6 tot 14 jaar. In eerste instantie wilde ik meedoen, later toch weer niet. Tot 5 minuten voor de start, toen besloot ik mijn fiets toch te pakken en aan de start te gaan staan. Als jongste van allemaal stond ik daar, met mijn 6 jaar jong. We gingen van start op een rondje in Emmen, met twee behoorlijke klimmen. Ik wist als eerste over de finish te komen en had natuurlijk meteen de smaak van de overwinning te pakken. Het jaar erop heb ik een licentie genomen en ben ik ook gaan deelnemen aan nationale wedstrijden. In mijn eerste jaar won ik maarliefst 11 van de 23 wedstrijden waar ik aan deelnam. Doe je ook aan andere sporten? Momenteel combineer ik gaan andere sporten meer naast het wielrennen. Hiervoor heb ik nog wel enige tijd aan judo gedaan, dit deed ik totdat ik mijn oranje band had behaald daarna ben ik gestopt.
42
Wat is je specialiteit, binnen het wielrennen? Bij het veldrijden springt mijn techniek er toch wel bovenuit. Doordat ik vergeleken met mijn concurrenten nog maar een ‘jongetje’ ben kom ik momenteel nog wat kracht te kort. Door mijn technische capaciteiten kan ik dit wel beperken. Op een technisch parkoers kan ik daar namelijk veel voordeel uit halen. De wedstrijden van de Gazet van Antwerpen Trofee liggen mij dan ook beter dan die van Superprestige, ook al doe ik ook in deze internationale competitie regelmatig mee in de top 10 van de dag. Bij het wielrennen hou ik graag van parkoersen die bergop gaan, door mijn lichte gewicht haal ik hier namelijk profijt uit. Ondanks mijn lichte gewicht rijd ik ook graag op kasseien. Dit jaar ben ik bijvoorbeeld al verzekerd van deelname aan Parijs-Roubaix voor junioren alsmede voor internationale wedstrijden in Zwitserland. Van alles wat eigenlijk. Wat zijn tot nu je beste prestaties? Momenteel sta ik elfde in de Junioren Trofee (een internationaal klassement). Hier ben ik wel trots op, net als e mijn prestaties op het NK veldrijden 2005 (7 ), NK veldrijden e 2006 (13 ). Nationaal rijd ik verder zeer regelmatig in de top 5. Op mijn prestaties tijdens internationaal heel sterk bezette wedstrijden als Loenhout 2006 (6e), Niel 2007 (6e), Koppenberg 2007(9e), Veghel 2007 (13e), Gieten 2007 (13e), Overijsse 2007 (14e), Hasselt 2007 (17e) ben ik ook trots. Heb je een voorbeeld? Bij het veldrijden kijk ik erg op tegen Sven Nys, hij is dé meester in zijn vak. Hoe hij bezig is met zijn beroep, in training en verzorging, alles tot in detail dat waardeer ik aan hem. Daarnaast beschikt hij over zo’n grote techniek dat ik hem nog meer bewonder. Niemand doet het hem na om al fietsend over bijvoorbeeld twee balken (tussenbreedte 2 meter) van 40 centimeter te springen. Wat doe je zoal graag in je vrije tijd? In mijn vrije tijd breng ik graag tijd door achter de computer (msn en spelletjes), daarnaast ga ik graag eens naar vrienden. Een andere hobby van mij is vissen, ik heb ook een grote kooi vijver. Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? In mijn rustperiode heb ik meer tijd om naar mijn vrienden toe te gaan. Ik ga tijdens deze periode dan ook wel eens uit. Verder houd ik het vooral bij rustig aan doen. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Op het NK op de weg in 2005 ben ik erg hard gevallen in een afdaling. Dit was voor mij wel een domper. Ik zat in de voorste groep en voor mij vielen ze. Het gevolg was dat ik de wedstrijd kon verlaten voor een bezoek aan het ziekenhuis. Aan deze valpartij hield drie zwaar gekneusde ribben en een zwaar gekneusde pols over. Dit betekende meteen een streep door een groot deel van het resterende seizoen. Wat geeft jou moraal in deze sport? Het rijden van mooie uitslagen geeft je voldoening, hierdoor probeer je dit telkens weer te evenaren en zelfs te verbeteren. Als dit dan lukt dan is dit iets om trots op te zijn. In de wedstrijden die ik nu rijd staan ook regelmatig nationale selecties uit andere landen aan de start, als je deze jongens dan achter je laat geeft dit je wel moraal. Verder geeft het mij moraal als ik merk dat ik elk jaar vooruitgang boek ten opzichte van het voorgaande jaar.
43
Welke discipline trekt je het meeste aan? En waar denk je uiteindelijk voor te kiezen? Het veldrijden trekt mij het meeste aan, deze discipline is individueler dan het wielrennen. Dat is iets wat mij aanspreekt. Het veldrijden is ook afwisselender en vergt een andere en langdurigere aanpak dan op de weg. Door de weersomstandigheden verschillen de parkoersen ook per jaar en zelfs nog tijdens de wedstrijden, je moet je voortdurend aanpassen aan de omstandigheden. Wat zijn je doelen voor dit seizoen? Voor het veldseizoen wil ik graag top vijf rijden op het Nederlands Kampioenschap en in de prestigieuze Junioren Trofee wil ik graag in de top tien eindigen. Ik sta nu elfde (eerste Nederlander), dus dit moet nog haalbaar zijn. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Wat voor bijna iedereen telt die serieus met zijn sport bezig is geld ook voor mij, ik zou in de toekomst graag uitkomen voor een profploeg zodat ik van mijn hobby mijn beroep kan maken. Mocht dit niet lukken dan ga ik tegen die tijd aan de slag met mijn diploma voor bouwkundig architect. Krijg je zelf veel aandacht vanuit de pers? Vanuit ons regionale dagblad, De Gelderlander, krijg ik erg veel aandacht. Ik sta gemiddeld elke week in de krant. Meestal met een verslag van de afgelopen wedstrijd en daarbij een uitslag. Ik heb vanaf september nu ook vier keer met een groot persoonlijk stuk in de krant gestaan, de journalist had me hiervoor opgebeld. Binnenkort verschijnt er een pagina groot artikel in de krant over mijn ambities, dat is erg leuk. Deze positieve aandacht is natuurlijk ook goed voor onze sponsor Metec. Heb je een contract? Van welke faciliteiten kan jij vanuit je ploeg gebruiken? (medisch, materiaal, kosten etc.) Tijdens het veldrijden maak ik deel uit van de professionele Metec-Stevens Cyclocross ploeg. Via deze ploeg krijg ik de beschikking over twee Stevens crossfietsen afgemonteerd met Campagnolo Chorus Carbon. Daarnaast krijg ik mijn wielen, schoenen en helm ook van de ploeg. Qua materiaal is dus alles verzorgd. Mocht er iets met mijn fysieke gestel zijn dan zijn er instanties waar ik direct terecht kan. Zo zijn er afspraken gemaakt met de chiropractor en het ziekenhuis. Hierdoor krijg je direct voorrang. Bij het wielrennen maak ik deel uit van het Metec Junioren Cycling Team. Dit is een opleidingsploeg voor jongeren voor het professionele LSE Metec Cycling Team. Bij deze ploeg wordt ook als ons materiaal volledig verzorgd. Ik krijg een Eddy Merckx fiets afgemonteerd met Campagnolo Centaur Carbon, ook hier krijgen we wielen, schoenen en een helm bij. Qua medische begeleiding zijn er dezelfde faciliteiten als bij de crossploeg. Daarnaast krijgen we van de ploeg uit voeding. Ook onze trainingsstages worden verzorgd. Met de ploeg rijden wij het mooiste programma van Nederland, dit komt door vele mooie hoog aangeschreven buitenlandse meerdaagse.
44
Individuele opdracht Topsportklimaat
Opdrachtgever:
Topsport Amsterdam i.s.m. Johan Cruijff University
Opdrachtnemer:
Shelley de Groot uit JC2B1
Amsterdam, 19 december 2007
45
Inhoudsopgave Interview Orla Noom
47
Interview Teuntje Schaefers
50
Interview Sylvia Zwarthoed
53
46
Orla Noom Wanneer ben je geboren en waar? 2 november 1985, Haarlem Welke sport beoefen je? Hoe lang al? Squash, 12 jaar. Op welk niveau beoefen je deze sport? Nu full-time professioneel.
Waar woon je? Is dat een goede locatie om jou sport te beoefenen? (moet je ver reizen om op trainingslocatie te komen?) In Hoofddorp. Ik train 5-6 dagen per week in het Frans Otten Stadion in Amsterdam dus een woning in Amsterdam zou wat locatie betreft beter zijn, maar qua financiën natuurlijk niet! Mijn fysio zit ook bij het Otten in de buurt (Olympisch Stadion) en af en toe zit hij in Almere dus meestal moet ik nog 1-2 keer per week naar Almere. Ik vind het niet erg dat ik in Hoofddorp woon, het is wel heel relaxed dat het dichtbij Schiphol is! En de reistijd naar Frans Otten (20min) en Almere (40-50min) vind ik wel meevallen. Meestal rijd ik ’s ochtends rond 9.30 uur naar het Otten en dan blijf ik tussen trainingssessies in gewoon daar. Dan vul ik een paar uur met lunchen, computeren, lezen, slapen etc. En dan rijd ik ’s avonds rond een uur of 7 weer naar huis. Welke opleiding volg je op dit moment? Kun je dit goed combineren? Krijg je medewerking vanuit school? Ik heb in juli 2007 mijn diploma van de JCU gehaald. Deze opleiding was goed te combineren met mijn sport. Je moet je sport- en school zaken wel goed plannen en af en toe is het even stressen maar ik heb nooit problemen gehad. De medewerking vanuit school is goed. Het is nooit een probleem als je een tentamen mist en je kunt speciale regelingen treffen als dat nodig is. Ik heb dat zelf echter nooit gedaan omdat ik de opleiding gewoon in 4 jaar af wilde ronden. Hoe ben je op het idee gekomen om te (invullen welke sport…)? Door mijn ouders. Zij squashen allebei al zo’n 25 jaar! Ik ging van jongs af aan al mee, in mijn maxicosi achter de squashbaan. Doe je ook aan andere sporten? (heb je in het verleden andere sporten beoefend? Waren deze goed te combineren, waarom heb je uiteindelijk voor deze sport gekozen?) Zoals hierboven al geantwoord is kwam ik van jongs af aan al bij de squashbaan. Mijn eerste sport was daarentegen toch tennis. Ik ging op ongeveer 7-jarige leeftijd met een vriendinnetje op tennisles. e Zij was echter veel beter en ik vond het een beetje saai dus toen begon ik op mijn 9 met mijn vader mee te gaan naar squash. Inmiddels was ik gestopt met tennis en ging ik op een maandagavond paardrijden met een vriendje. Dat vond ik heel leuk en ik bleef ook meegaan naar squash. Toen was er een NK en de clubcoach vroeg of ik mee wilde doen aan een toernooitje. Op mijn eerste NK werd ik 3e dus toen vond ik het natuurlijk helemaal geweldig. Sindsdien ging ik vaker squashen en omdat er op maandagavond altijd een zogeheten clubavond is (iedereen die wil spelen komt opdagen en dan wordt je tegen mensen ingedeeld voor 20 min en kun je zoveel wedstrijdjes als je wilt spelen) besloot ik te stoppen met paardrijden. Ik denk dat ik toen ongeveer 10 was. Wat zijn tot nu je beste prestaties? Hoofdtoernooi (laatste 32) WK Individueel Winnaar $4.000 Dublin 2007 Halve finale $15.000 Wolverhampton 2007 4e plaats NK Dames A 2007 Winnaar $4.000 Carcassonne 2006
47
1 keer Nederlands kampioen onder 19 jaar 2 keer Nederlands kampioen onder 17 jaar 2 keer Nederlands kampioen onder 15 jaar 1 keer Nederlands kampioen onder 13 jaar 1 keer Nederlands kampioen onder 12 jaar Welke mensen heb je om je heen en hoe helpen zij je? (adviseren, bijstaan etc) Denk aan trainers, fysiotherapeuten, sportpsychologen, diëtisten etc Tommy Berden (“manager”) maakt mijn programma’s, hij geeft per dagdeel aan hoe laat en met wie ik moet trainen etc. Dit doet hij voor nog een aantal spelers waardoor de trainingen altijd goed voor ons geregeld zijn. Daarnaast helpt hij mij ook met het uitkiezen van toernooien die ik speel. Hij is voorheen ook prof squasher geweest dus naast het managen is hij ook af en toe bij de groep sessies aanwezig en coacht hij mij op toernooien indien hij aanwezig is. Mijn squashtrainer, Lucas Buit, zit in het Frans Otten Stadion, ik heb 2 keer per week een individuele sessie met hem. Daarnaast is hij door de weeks ook af en toe aanwezig bij onze groep sessies om ons spel te bekijken etc. Onze fysieke trainer, Allistair McCaw, is op dit moment met Michaela Krajicek aan het werken dus wij zijn hem een paar maanden kwijt. Tommy neemt op dit moment de trainingen over. Deze fysieke trainingen vinden 3 keer per week plaats. Mijn sportpsycholoog is Rico Schuijers, hij zit in Nijmegen. Afhankelijk van hoe ik in mijn seizoen zit en hoe het mentaal gaat, zie ik hem ongeveer eens in de maand. Mijn fysiotherapeut zit, zoals eerder al gezegd, in Amsterdam en Almere. De laatste tijd heb ik flink wat blessures gehad dus ik zie hem op het moment zo’n 3 keer per week. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? (denk aan slechte prestaties, blessures, de ups en downs) Afgelopen paar maanden zijn zwaar geweest. Blessures zijn echt vervelend. Zodra ik een blessure heb ben ik meteen een beetje down. Een echt specifiek dieptepunt kan ik niet noemen. Meer gewoon slechte prestaties, bijvoorbeeld in Vassar, New York in September 2007 en Rotterdam in Oktober 2007. Die slechte prestaties zijn veroorzaakt door mentale zwakheden. Vervelend om mee te maken, maar als je er daarna samen met je begeleiders aan kan werken en ervan kan leren, dan valt het altijd wel weer mee. Eigenlijk ben ik blij dat ik ze nu meemaak, nu is het nog niet zo erg en leer ik ervan. Heb je een voorbeeld? (wie is jou dé topsporter en waarom) Leontien van Moorsel omdat ik het een ongelofelijke sportvrouw vind. Terug komen van anorexia en dan alles bereiken wat zij bereikt heeft vind ik fantastisch. Ook op Olympische Spelen toen ze in een wedstrijd viel, zwaar geblesseerd raakte en haar doel om die te winnen in duigen viel. Niemand verwachte dat ze nog zou kunnen starten met de tijdrace maar door haar geweldige mentaliteit en wil om te winnen zat ze toch op de fiets en won ze. Dat doorzettingsvermogen vind ik echt een kenmerk van een geweldige sporter. Wat zijn je doelen voor dit seizoen? (denk aan prestatie maar ook aan persoonlijke verbeteringen) Het is nu natuurlijk een beetje midden in het seizoen.. Persoonlijk wil ik mijzelf mentaal verbeteren. Dat is op dit moment nog één van mijn grote valkuilen. Daarnaast moet ik ook tactisch beter worden. Doel eind 2008: top 20 op wereldranglijst Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Ik wil nog zo’n 10 jaar professioneel spelen. Mijn doel is om op lange termijn de top 10 van de wereld te halen.
48
Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? (Is het in jou sport mogelijk om je geld te verdienen met je sport zonder er nog een baan bij te hebben?) Ik ben nu prof. Ik heb de laatste 2,5 jaar A-status van het NOC gehad dus dan is het financieel prima te doen. Per februari 2008 raak ik deze status echter kwijt doordat het NOC de regels aangepast heeft en dan gaat het een stuk lastiger worden. Voordeel is dat ik nog thuis woon, dus op zich weinig kosten heb. Mijn inkomsten komen in eerste instantie uit prijzengeld van toernooien, maar dan ligt het natuurlijk aan de prijs van je ticket en je uitgaven daar hoeveel je daadwerkelijk verdient. Het meest “constante” inkomen is de competitie. Nadeel hiervan is dat je de ene maand 3 wedstrijden hebt en de andere maand helemaal niks. (In totaal zijn er 14 wedstrijden en het loopt van oktober tot mei). Ik geef regelmatig clinics, maar een echte baan ernaast is onmogelijk omdat de tijden nooit uitkomen en ik heel onregelmatig in Nederland ben. Wat geeft jou moraal in deze sport? Ik denk dat iedereen het eens zou zijn met de uitspraak dat er niets leuker is dan van je hobby je werk te kunnen maken. Ik kan me ook bijna niet indenken hoe het is om een 9-5 kantoor baan te hebben. Het lijkt mij helemaal niks om de hele dag stil te moeten zitten. Wat doe je zoal graag in je vrije tijd? DVD series kijken, shoppen, concerten bezoeken. Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Dan doe ik vaak dingen waar ik normaal gesproken niet aan toe kom! Zoals lunchen/afspreken met vriendinnen. En verder gewoon echt uitrusten. Lekker dvd’s kijken, mensen bellen etc. Heb je wel eens een aansprekende wedstrijd/titel gewonnen? Was er veel aandacht vanuit de pers? Had je van tevoren bedacht dat je deze wedstrijd wel eens kon gaan winnen? Ik heb veel jeugdtitels gewonnen maar die zou ik nu niet meer aansprekend noemen, toentertijd natuurlijk wel. Nu zou ik mijn meest aansprekende titel mijn winst van het $4.000 toernooi in Dublin in oktober 2007 noemen en direct daarna mijn kwalificatie voor het WK Individueel. Dublin had ik wel verwacht te winnen, mijn kwalificatie niet. Er was eigenlijk best veel aandacht vanuit de pers. Niet dat het op tv kwam, maar het stond wel in vrijwel alle kranten (geen grote koppen maar toch) en daarna werd ik gevraagd voor een groot interview met het Haarlems Dagblad en kwam RTV Noord-Holland een dag meelopen tijdens een competitie wedstrijd om mij te interviewen. Dus de aandacht erna was wel groot, groter dan ik ook gehad had in ieder geval. Heb je een profcontract? Zitten daar haken en ogen aan, of laat het je vrij in bepaalde keuzes? Aan profcontracten zoals in de schaatswereld doen wij niet in de squashwereld. Ik heb een profcontract met PRINCE voor rackets, tassen etc en met financiële bonussen (b.v. voor het winnen van een toernooi en het behalen van een bepaalde ranking). Daarnaast een simpel contract met Nutrisense die mij voorzien van sportdranken. En er komen nu financiële contracten aan met sponsors, maar dat regelt Tommy tot nu toe allemaal. Heb je een zakelijk (image) contract? Wat is de toegevoegde waarde voor jou en degene waarmee je dit contract hebt gesloten? Hoe ziet dit contract eruit? Zoals hierboven beschreven komen de financiële / zakelijke contracten eraan. Een bedrijf betaalt dan om haar logo op mijn shirt te krijgen. Hoe dit contract er precies uit komt te zien weet ik op dit moment nog niet.
49
Teuntje Schaefers Wanneer ben je geboren en waar? 29 april 1988 in Heemstede Welke sport beoefen je? Hoe lang al? Handbal; 13 jaar Op welk niveau beoefen je deze sport? Ik zit in Jong Oranje en speel met de club ‘VOC’ eredivisie Waar woon je? Is dat een goede locatie om jou sport te beoefenen? (moet je ver reizen om op trainingslocatie te komen?) Ik woon doordeweeks op Papendal: ‘Handbalacademie’; dat is een goede locatie, omdat alle faciliteiten op loopafstand zijn. Welke opleiding volg je op dit moment? e Fysiotherapie, 2 jaars Kun je dit goed combineren? Het is niet altijd makkelijk, omdat ik geen aangepast rooster heb op mijn trainingstijden (‘sochtends en ‘smiddags) en dus hetzelfde programma draai als de andere studenten; hierdoor mis ik het nodige. Krijg je medewerking vanuit school? Als ik een toets heb op het moment dat ik op stage heb, dan ga ik naar mijn studiebegeleider en zoeken wij naar een oplossing. Het is voor school niet mogelijk om een aangepast rooster te maken, omdat ik 1 van de ongeveer 200 studenten ben en ze dus niet alleen met mij rekening kunnen houden. Krijg je medewerking vanuit je sport om daarnaast te studeren? Als ik een verplicht onderdeel op school heb, geef ik dit door en valt de training uit. Ze doen er dan niet moeilijk over, maar het moet niet te vaak voorkomen > dan zou ik naar de onderwijscoördinator van ‘Randstad’ kunnen om dergelijke afspraken te maken. Hoe ben je op het idee gekomen om te (invullen welke sport…)? Mijn vader, vroeger ook gehandbald, heeft mij meegesleept naar een sporthal bij ons vlak in de buurt (hoofddorp) en na 1 keer vond ik het eigenlijk al heel leuk. Doe je ook aan andere sporten? (heb je in het verleden andere sporten beoefend? Waren deze goed te combineren, waarom heb je uiteindelijk voor deze sport gekozen?) Ik heb vroeger getennist, maar op een gegeven moment was het niet mogelijk meer om dit allebei te doen. Ik heb toen gekozen voor de handbal, omdat ik het leuk vind om in een team te spelen en omdat ik ook voor trainingen van Midden-Holland werd gevraagd. Wat is je specialiteit? Mijn snelheid en explosiviteit is mijn specialiteit. Wat zijn tot nu je beste prestaties? Nederlands Kampioen afdelingsselecties in 2003 met Midden-Holland Bekerfinalist 2005 met de Volewijckers e 5 op het Open EK in 2006 met Youth Oranje 11e op het EK in 2007 met Junioren Oranje Welke mensen heb je om je heen en hoe helpen zij je? (adviseren, bijstaan etc. Denk aan trainers, fysiotherapeuten, sportpsychologen, diëtisten etc.) 3 technische trainers; zij geven de zaaltrainingen met bal, 1 krachttrainer: hij geeft de ochtendtrainingen op fysiek gebied (kracht/conditie), 3 fysiotherapeuten: 2 daarvan zijn aanwezig op Papendal en 1 op de club, 1 maatschappelijk/sociaal werkster: om de 2 maanden heb je een gesprek
50
over hoe het gaat (hoe zit je in je vel en zijn er problemen waar je over wilt praten), 1 diëtiste: heeft een persoonlijk advies gegeven over wat het beste te eten/drinken per dagdeel, 1 onderwijscoördinator van ‘Randstad’; hier kun je terecht als er zaken op school geregeld moeten worden (en het in eerste instantie niet is gelukt om het zelf op te lossen). Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? (denk aan slechte prestaties, blessures, de ups en downs) Het niet mogen spelen op de EK-kwalificatie; voor de rest heb ik nog geen (gelukkig!!) ernstige blessures opgelopen, waardoor ik uit de roulatie zou zijn. Heb je een voorbeeld? (wie is jou dé topsporter en waarom) Diane Lamein want ik vind haar een goede handbalster, ze is veelzijdig en echt een leidster. Verder vind ik Erben Wennemars een echte topsporter, hij is bloedfanatiek. Wat zijn je doelen voor dit seizoen? (denk aan prestatie maar ook aan persoonlijke verbeteringen) Prestatie: Met de club Nederlands Kampioen worden, zover mogelijk komen in het Europacup toernooi de ‘Challenge Cup’ (op dit moment bij de laatste 16), ons met Jong Oranje kwalificeren voor het WK in juli. Persoonlijke verbetering: verantwoordelijkheid nemen/ de lijnen uitzetten, aanvallend dreigend zijn en naar voren verdedigen. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Is dit realiseerbaar? Ik wil eruit halen van erin zit. Ik zou graag voor Oranje willen uitkomen, dit is wel realiseerbaar op het moment behoor ik tot de Junioren Oranje speelster die intern zitten in Papendal (AAhandbalacademie). Met de club wil ik graag Champions League spelen, wij draaien nu mee in de top van de Nederlandse eredivisie en spelen Challange Cup (Europacup). Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? Is het in jou sport mogelijk om je geld te verdienen met je sport zonder er nog een baan bij te hebben? In Nederland is het niet mogelijk om alleen te leven van de handbalsport, dan moet je naar het buitenland (Denemarken, Duitsland, Spanje). Op dit moment wil ik niet naar het buitenland (sowieso wil ik eerst mijn studie goed afronden en vanaf dat moment zal ik kijken hoe ik er handballend voor sta en of die stap realistisch is). Wat doe je zoal graag in je vrije tijd Thuis zijn bij mijn familie, afspreken met vrienden, lezen en wandelen met de hond Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Dan ga ik hele dagen naar school, als er op dat moment ook schoolvakantie is dan ga ik naar huis en rustig aan doen (alhoewel ik niet echt van het stilzitten ben!) Heb je wel eens een aansprekende wedstrijd/titel gewonnen? De bekerfinale in 2005
51
Was er veel aandacht vanuit de pers? NOS Studio Sport had een klein stukje uitgezonden en het verscheen in een aantal kranten (het was nogal verrassend dat wij wonnen) Had je van tevoren bedacht dat je deze wedstrijd wel eens kon gaan winnen? Nee, deze wedstrijd was tegen SEW. SEW stond in de competitie hoger. Heb je een profcontract? Zitten daar haken en ogen aan, of laat het je vrij in bepaalde keuzes? Nee Heb je een zakelijk (image) contract? Wat is de toegevoegde waarde voor jou en degene waarmee je dit contract hebt gesloten? Hoe ziet dit contract eruit? Nee
52
Sylvia Zwarthoed Wanneer ben je geboren en waar? Ik ben op 30 januari 1987 thuis geboren in Volendam Welke sport beoefen je? Hoe lang al? Ik handbal al vanaf november 1992, 15 jaar dus. Op welk niveau beoefen je deze sport? Eredivisie Nederland, wij staan op dit moment tweede in de competitie. Waar woon je? Is dat een goede locatie om jou sport te beoefenen? (moet je ver reizen om op trainingslocatie te komen?) Ik woon nog bij mijn ouders in Volendam. Omdat ik hier geen mogelijkheid heb om op eredivisieniveau te handballen moet ik elke keer ongeveer 20 minuten reizen om op mijn trainingslocatie te kunnen komen. Welke opleiding volg je op dit moment? Ik studeer voor Docent Lichamelijke Opvoeding aan de HvA. Ik zit in het vierde jaar. Kun je dit goed combineren? De eerste drie jaar van deze opleiding is erg druk en vooral lastig te combineren door het aantal praktijklessen die je moet volgen. ’s Avonds ben ik dan vaak te moe om nog optimaal te kunnen presteren tijdens mijn handbaltrainingen. Krijg je medewerking vanuit school? Ik word goed begeleid door een speciaal aangewezen topsportcoördinator op school. Hij zorgt dat mijn rooster aangepast wordt als dit nodig is i.v.m. trainingstijden. Als ik vrij moet hebben voor een wedstrijd of iets dergelijks moet ik dit op tijd bij hem aangeven dan regelt hij dat. Ik vind de medewerking die ik vanuit school krijg goed. Krijg je medewerking vanuit je sport om daarnaast te studeren? Ja zeker! Handbal is eigenlijk maar mijn hobby en de trainer vindt school heel erg belangrijk dus geeft hij me alle vrijheid en tijd om te studeren. Welke hulp mis je om je sport en je studie te combineren? Of is de combinatie sport/studie al optimaal? Het is niet zozeer dat ik hulp mis want van beide kanten wordt ik goed geholpen, maar ik heb heel weinig tijd voor mezelf. In school gaat gewoon veel tijd zitten met huiswerk, tentamens etc. en daarnaast moet ik ook nog elke avond trainen. Ik hou heel erg weinig tijd over voor andere leuke dingen en dat vind ik wel een beetje jammer. Hoe ben je op het idee gekomen om te (invullen welke sport…)? Omdat mijn moeder, nichtjes, zus en vriendinnetjes ook op handbal zaten. Doe je ook aan andere sporten? • Heb je in het verleden andere sporten beoefend? • Waren deze goed te combineren. • Waarom heb je uiteindelijk voor deze sport gekozen? Toen ik klein was zat ik op turnen en handbal. Toen de trainingen tegelijk vielen moest ik kiezen. Mijn moeder vond het eigenlijk beter als ik een teamsport zou beoefenen en omdat mijn zus, nichtjes en vriendinnetjes ook op handbal zaten, heb ik eigenlijk voor handbal gekozen.
53
Wat is je specialiteit, als die er is? Mijn spelletje is vooral snelheid en bewegelijkheid. Ook kan ik hoog springen wat ook handig is. Tactisch gezien vind ik dat ik wel overzicht kan houden tijdens een wedstrijd. Wat zijn tot nu je beste prestaties? Ik ben een aantal keer Nederlands Kampioen geworden met de jeugd, zowel zaal- als veldcompetitie en ook één keer met de afdelingselectie Midden-Holland. Maar mijn best behaalde prestatie tot nu toe is toch wel het behalen van de Nationale Beker in 2005. Welke mensen heb je om je heen en hoe helpen zij je? (adviseren, bijstaan etc) Denk aan trainers, fysiotherapeuten, sportpsychologen, diëtisten etc Ik denk dat hier mijn ouders op nummer 1 staan. Die hebben mij jarenlang door heen Nederland gereden van training naar training en wedstrijd naar wedstrijd en adviseren mij ook van alles. Ook kom ik één keer in de week bij de fysio voor behandeling die me eigenlijk een beetje bijhoudt en soms rust o.i.d. adviseert. En dan mag ik mijn vriendin Sandy Aeissing ook niet vergeten. Zij is een tijdje mijn trainster geweest en nu mijn vriendin, bij wie ik altijd terecht kan ook als het om handbal gaat. Zij steunt mij heel erg hierin en geeft altijd goed adviezen e.d. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? (denk aan slechte prestaties, blessures, de ups en downs) Het ergste wat me is overkomen en waardoor ik een tijdje uit de roulatie ben geweest, is de operatie aan mijn schouder. Wat had je met je schouder? Ik had een scheurtje in mijn voorste kapsel. Heb je een voorbeeld? (wie is jou dé topsporter en waarom) Ik heb niet echt een voorbeeld. Wat zijn je doelen voor dit seizoen? (denk aan prestatie maar ook aan persoonlijke verbeteringen) Vorig jaar heb ik praktisch niet gespeeld, omdat ik in het begin van het seizoen geopereerd werd aan mijn schouder. Daarna veel revalideren en uiteindelijk ook wedstrijdritme opdoen. Mijn persoonlijke doel voor dit seizoen is, om helemaal terug te komen van mijn blessure en weer op het niveau spelen wat ik voor mijn blessure deed. Lekker vrijuit handballen. Het doel wat betreft het team ligt wel hoog dit jaar. We draaien goed mee met de bovenste plaats in de competitie dus we gaan sowieso voor de best-off-three en dan hopen dat we deze winnen en de schaal pakken! Kampioen worden dus! Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Ik heb een paar jaar lang bij de jeugd van Oranje getraind en eigenlijk nooit een groot toernooi meegemaakt of echt internationale wedstrijden gespeeld. Dit zou ik graag nog een keer mee willen maken. En Nederlands Kampioen worden op het hoogste niveau is toch wel iets wat ik graag zou willen bereiken. Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? Is het in jou sport mogelijk om je geld te verdienen met je sport zonder er nog een baan bij te hebben? Toen ik in de jeugd speelde heb ik altijd gezegd dat ik naar het buitenland wilde om daar te gaan handballen, maar nu denk ik daar toch iets anders over. Er zijn ook andere dingen buiten handbal die heel leuk zijn. In het buitenland zou je als handbalster best kunnen leven van het geld dat je ermee verdient. In Nederland is dit echter niet mogelijk en zou je eerder gezegd zelf veel geld moeten bijleggen. Wat geeft jou moraal in deze sport? Ik vind handbal een leuk spelletje sowieso omdat het een teamsport is en je lekker je agressie kwijt kan. Verder de wil om te winnen en de strijd die we leveren spreekt me aan. En dat met een leuk team en gezellige meiden is altijd top! Wat doe je zoal graag in je vrije tijd? Uitgaan, relaxen, shoppen, leuke dingen doen met vriendinnen dus!
54
Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Dan hou ik ook echt rust. Meestal zijn dit maar 4 weken ongeveer en dan ben ik ook even lekker helemaal niet met handbal bezig maar met vakantie vieren. Heb je wel eens een aansprekende wedstrijd/titel gewonnen? Ja, de bekerfinale in mei 2005 Was er veel aandacht vanuit de pers? De NOS was bij deze wedstrijd aanwezig. Had je van tevoren bedacht dat je deze wedstrijd wel eens kon gaan winnen? We speelde die wedstrijd tegen SEW. Zij waren eigenlijk favoriet op dat moment en iedereen dacht ook eigenlijk wel dat zij deze wedstrijd zouden gaan winnen, maar niet dus! Heb je een profcontract? Zitten daar haken en ogen aan, of laat het je vrij in bepaalde keuzes? Nee, die heb ik jammer genoeg niet. Heb je een zakelijk (image) contract? Wat is de toegevoegde waarde voor jou en degene waarmee je dit contract hebt gesloten? Hoe ziet dit contract eruit? Ik heb geen zakelijk contract.
55
Individuele opdracht Topsportklimaat
Opdrachtgever:
Topsport Amsterdam i.s.m. Johan Cruijff University
Opdrachtnemer:
Norbert Hoven uit JC2B1
Amsterdam, 19 december 2007
56
Inhoudsopgave Interview Jolanda Keizer
58
Interview Marius Kranendonk
59
Interview Virgil Spier
60
57
Jolanda Keizer Naam: Jolanda Keizer Onderdeel: Zevenkamp. Geboren op: 05-04-1985, te Amsterdam.
Waar woon je nu? Haarlem. Welke opleiding volg je op dit moment? JCU commerciële sport economie. Wanneer en waarom ben je atletiek gaan doen? Vanaf 2000 (15 jaar) In Amsterdam Blauw Wit Ookmeer, omdat een fysiotherapeut een keer zei dat ik een mooie lichaamsbouw had voor atletiek. Het leek mij wel een leuke sport. Wat is je specialiteit? 7-kamp 100m horden hoogspringen kogelstoten 200m verspringen speerwerpen en de 800m. Wat zijn tot nu je beste prestaties? 6219 punten en m’n nominatie voor de Olympische Spelen 2008.
Gefeliciteerd met je nominatie. 2007 was voor jou duidelijk een topjaar. Dat is wel eens anders geweest. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Eind 2005 kreeg ik een blessure aan mijn linker knie. Begin 2006 de operatie van de linker knie. 2006 was een moeilijk jaar met veel tegenslagen, maar 2007 was een top jaar. Foto: Erik van Leeuwen. Bron: www.atletiekunie.nl.
Wie is jouw idool? Carolina Kluft 7-kampster. Wat zijn je doelen voor het (volgend) seizoen? Top 12 Olympische spelen Beijing. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Een medaille op de WK, EK en Olympische Spelen... of ergens één medaille. Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? Op dit moment ben ik prof atleet. Train 10 tot 12 keer per week. Heb HP-status. Dat is hetzelfde als de A-status, maar HP is voor talenten. Wie helpt, adviseert jou als topsporter? Trainers en mijn medische begeleiding. Sportarts Peter Vergouwen is het aanstuurpunt voor het medische team. Guido Bonsen is mijn hoofdcoach en verder maak ik gebruik van vijf fysiotherapeuten. Wat zijn je huidige behoeften aan faciliteiten, mede gericht op het studeren naast topsport? De belangrijkste faciliteit voor mij is een indoor accommodatie. In Nederland zijn er vier atletiek indoor accommodaties waaronder één in Amsterdam en één in Papendal. Van beide accommodaties maak ik gebruik. Wat ik mis zijn ijsbaden om het herstel beter op gang te brengen. Met wie heb je als topsporter een zakelijk contract? Met ASICS, AA-drink en NOC*NSF. Hoe ziet het contract eruit? Dat is verschillend. Meestal hanteren ze een bonussysteem (voor een bepaalde prestatie krijg je geld). Wat doen jullie voor elkaar? Met andere woorden: wat is de toegevoegde waarde voor beiden van dit contract? Naamsbekendheid, promotie etc.
58
Marius Kranendonk Naam: Marius Kranendonk Onderdeel: 400mH. Geboren op: 08-01-1988, te Papendrecht.
Waar woon je nu? Amsterdam. Welke opleiding volg je op dit moment? Een cursus voor fitness instructeur. Wanneer en waarom ben je atletiek gaan doen? Op 5 jarige leeftijd ben ik atletiek gaan doen om… Wat is je specialiteit? 400mh. Wat zijn tot nu je beste prestaties? Goud European youth Olympic festival 2005. 12e WK Junioren 2006. Verschillende nationale juniorentitels.
Bron: www.sport.nl.
Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Het missen van het EK junioren 2007 door hamstring scheuring.
Wie is jouw idool? Felix Sanchez. Wat zijn je doelen voor het (volgend) seizoen? Podium halen op het NK senioren. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Olympische Spelen. Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? Ja, ik denk dat je als topsporter altijd van het hoogste uit moet gaan. En daar hoort prof willen worden bij.
Wie helpt, adviseert jou als topsporter? Mijn trainers, ouders en andere atleten. Wat zijn je huidige behoeften aan faciliteiten, mede gericht op het studeren naast topsport? Makkelijker reizen via OV (Openbaar Vervoer, red.*) door gratis NS kaart, bijvoorbeeld? Dat er bijvoorbeeld op de Johan Cruyff University maar één opleiding is op dit moment. Geen fysiotherapie of een andere opleiding. Met wie heb je als topsporter een zakelijk contract? Sponsoren (Nike, Blooming Bizz). Hoe ziet het contract eruit? Er staan afspraken in over wat we voor elkaar doen, geld, lengte van contract. Wat doen jullie voor elkaar? Met andere woorden: Wat is de toegevoegde waarde voor beiden van dit contract? Ik krijg van mijn sponsoren kleding, geld, faciliteiten. In ruil daarvoor krijgen ze als ik goed presteer wat naamsbekendheid en positieve reclame.
59
Virgil Spier Naam: Virgil Spier Onderdeel: 100m, 200m, estafette. Geboren op: 08-01-1981, te Amsterdam.
Waar woon je nu? Amsterdam Welke opleiding volg je op dit moment? Geen. Wanneer en waarom ben je atletiek gaan doen? Op aanraden van een gymleraar op de basisschool, vanaf mijn tiende. Wat is je specialiteit? 100m, 200m, estafette. Wat zijn tot nu je beste prestaties? 100m: 10.48sec. 200m: 21.09sec. Estafette: 39.23sec.
Foto: Edwin van de Ende. Bron: www.atletiekunie.nl.
Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Het niet halen van de EK indoor limiet.
Wie is jouw idool? Maurice Green. Wat zijn je doelen voor het (volgend) seizoen? Olympische Spelen mee doen, Nederlands record op de 60meter en individueel plaatsen voor de Wereldkampioenschappen indoor. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? “Shoot for the moon for if you miss you might be among the stars”. Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? Ja, dan heb je er in ieder geval alles voor gedaan om zo ver mogelijk te komen. Wie helpt, adviseert jou als topsporter? Troy douglas Marita zwol Gregory sedoc (Europees Kampioen Indoor 60mH red.*) Wat zijn je huidige behoeften aan faciliteiten, mede gericht op het studeren naast topsport? - Medische hulp. - Financiële geldstromen. - Kunnen kiezen voor je sport. Met wie heb je als topsporter een zakelijk contract? Met de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU). Hoe ziet het contract eruit? Niet van toepassing op dit moment. Wat doen jullie voor elkaar? Met andere woorden: Wat is de toegevoegde waarde voor beiden van dit contract? Ik kom uit voor de KNAU. Ik kan naar toernooien toe en krijg steun als ik snel genoeg ben. * Informatie toegevoegd door redactie (in dit geval ik zelf) als het waarde heeft voor de lezer (u dus).
60
Individuele opdracht Topsportklimaat
Opdrachtgever:
Topsport Amsterdam i.s.m. Johan Cruijff University
Opdrachtnemer:
Niels Schouten uit JC2B1
Amsterdam, 19 december 2007
61
Inhoudsopgave Interview Casper Landeweerd
63
Interview Justin Smits
65
Interview Olav Wessel
67
62
Casper Landeweerd Wanneer ben je geboren en waar? 28 maart 1985, Hilversum Waar woon je? Nog steeds Hilversum Welke opleiding volg je op dit moment? HVA vastgoedkunde Kun je dit goed combineren? e Op dit moment wel, het zal mij benieuwen hoe het gaat lopen als ik stage moet lopen. Ik zit in het 2 jaar dus ik heb nog even de tijd om dat te bedenken. Krijg je medewerking vanuit school? Op zich tijdens lessen valt er wel wat te regelen. Aan der andere kant is dat meer medewerking vanuit mijn groep. De tentamens moet ik meestal gewoon maken. Alleen bij hoge uitzondering kan er wel iets geregeld worden. Dan had ik maar JCU moeten gaan doen. Hoe ben je op het idee gekomen om te (invullen welke sport…)? Zoals je weet doe ik aan waterpolo. Dat is eigenlijk zo gekomen omdat mijn vader vroeger, en eigenlijk nog steeds, speelde. Toen ik klein was ging ik al mee het zwembad in en werd ik bijna letterlijk erin gegooid. Spelen maar en voorlopig speel ik zelf nu al zo’n 16 jaar. Misschien eerder of later. Het is een beetje moeilijk te zeggen omdat ik soms ook al stiekem mee deed. Ik was te jong en mocht eigenlijk nog niet meedoen. Doe je ook aan andere sporten? Ik ben in de zomer veel aan het windsurfen. Ik woon in Hilversum dus de Loosdrechtse plassen zijn dichtbij. Daar surf ik dan. Toch is dat meer vrije tijd voor mij. Wat is je specialiteit als die er is? Vooral mijn snelheid en mijn techniek. Ik ben klein en moet het daarom niet van kracht hebben. Maar met techniek kan ik een hoop compenseren. Wat zijn tot nu je beste prestaties? De beker is 2001, en alle selecties in vertegenwoordigende zeventallen. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? In de winter van 2000/2001 ben ik snowboarden en toen heb ik mijn dijbeen gebroken. Dat was zo’n nare breuk dat ik een paar weken in het ziekenhuis heb gelegen en heel langzaam kon herstellen. Vandaar dat de beker in dat seizoen een goed hoogtepunt was. Heb je een voorbeeld? Er zijn veel buitenlandse spelers die erg goed zijn. Ieder met zijn eigen specialiteit. Een van de voorbeelden op dit moment is Alexander Sapic (een Servier) een ander van wat langer geleden is Manuel Estiarte (een Spanjaard). Vooral die laatste spreekt me meer aan omdat hij ook niet zo heel groot was maar toch een van de beste ter wereld was. Wat zijn je doelen voor dit seizoen? Mijn team behoeden voor degradatie. Ik ben dit seizoen een van de dragers van het team en besef dat er meer verantwoordelijkheid bij komt kijken dan vroeger het geval was. Ook wil ik deel uit gaan maken van Oranje. Ik hik er al een tijd tegenaan, maar nu wil ik toch een keer doorgaan. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Uitgroeien tot een vaste waarde van het Nederlands team en een meer leidende speler voor mijn eigen team. Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt?
63
Dat ligt er een beetje aan. Als er een heel goed aanbod komt doe ik het misschien wel, maar nu nog niet. Als je klaar bent met spelen is er daarna niks. Je kunt ervan leven op het moment maar daarna niet. Het is niet zoals voetbal dat je genoeg overhoud. Wat geeft jou moraal in deze sport? De voldoening haal ik uit het lekker bezig zijn met leuke dingen. Sport is voor mij een uitlaadklep en waterpolo past daar prima bij. Het is een harde en heftige sport, maat al die gekke dingen die gebeuren op voetbalvelden die gebeuren bij ons niet. Het wereldje is ook zo klein, je komt elkaar altijd wel weer tegen, dan kun je elkaar maar beter te vriend houden. Wat doe je zoal graag in je vrije tijd In de winters ga ik lekker stappen met vrienden en af en toe een avondje bankhangen. Het ligt er ook aan in welke fase van de competitie we zitten. Als we in de aanloop of in de top zitten, dan ben je zo moe dat je nergens zin in hebt. In de zomer heb je meer vrije tijd en ben je meer met andere dingen bezig. Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Dan ben ik lekker aan het windsurfen. Daar hadden we het net ook al over. Lekker ontspannend, wind langs je lijf en goed werken met je lijf. Ook nu gebruik je al je spieren. Het is bijna een soort alternatieve krachttraining. Heb je wel eens een aansprekende wedstrijd/titel gewonnen? Ik ben talent van het jaar geweest in de hoofdklasse en de beker die we gewonnen hebben. Was er veel aandacht vanuit de pers? Niet echt. De talentenprijs niet en die beker was een filmpje van 2 minuten geloof ik bij studio sport, meer niet. Had je van tevoren bedacht dat je deze wedstrijd wel eens kon gaan winnen? Eigenlijk niet. We waren de underdog en de ploeg waar we tegen speelden had de cup al 3 x op rij gewonnen. Voor ons was het dus een hele prestatie. Heb je een profcontract? Nee Zitten daar haken en ogen aan, of laat het je vrij in bepaalde keuzes? Niets dus Wil je zelf nog iets toevoegen aan dit gesprek? (geef voorbeelden over bijvoorbeeld thuissituatie, school, vrienden, rest van de familie) Het is goed zo
64
Justin Smits Wanneer ben je geboren en waar? 13 december 1987 in Hilversum Waar woon je? Amsterdam Welke opleiding volg je op dit moment? Ik studeer geschiedenis Kun je dit goed combineren? Op zich wel. Klasgenoten hebben niet altijd begrip voor het trainen maar meestal komen we er wel uit. Krijg je medewerking vanuit school? Tot nu toe is het nog niet echt nodig geweest. Ik zit niet in selecties en trainen doe ik ’s avonds. Vrijvragen voor lessen of opschuiven van tentamens is dus niet nodig. Hoe ben je op het idee gekomen om te (invullen welke sport…)? Waterpoloën dus. Eigenlijk is dit een familiekwestie. Iedereen in onze familie doet aan wedstrijdzwemmen of waterpolo. Mijn moeder, opa, oma, tante, oom, broertje, zusje, nichtje en neef. Doe je ook aan andere sporten? nee Wat is je specialiteit als die er is? Vooral het schot wat ik heb. Het onvoorspelbare is ook een van mijn sterke punten. Wat zijn tot nu je beste prestaties? e 2 x 2 bij talent van het jaar. Ik denk dat ik hem volgend jaar maar ga winnen…. Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Tot nu toe nog niet echt gehad. Ik heb wel eens blessures gehad, maar nooit zo erg dat ik Heb je een voorbeeld? Ik speel nu samen met Arno Havenga. Dat is op dit moment 1 van de beste waterpoloërs van Nederland en eigenlijk is hij al op z’n retour. Wat zijn je doelen voor dit seizoen? Kampioen worden van Nederland. Op dit moment hebben wij een hele sterke selectie en ik denk dat wij serieus kans hebben op een titel. Vorig jaar waren we al dichtbij, maar grepen we net mis, dit jaar moet het maar gebeuren. Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Een vaste waarde van het Nederlands team en wie weet in het buitenland. Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? Op zich zou ik het wel willen proberen. Aan der andere kant, je hebt niet zoveel zekerheid. Meestal worden contracten maar voor 1 jaar afgesloten en als je dan even iets minder presteert, want je bent toch een buitenlander, kun je gelijk naar een andere club uitkijken. Dus misschien wel, alleen kijken hoe alles loopt. Wat geeft jou moraal in deze sport? Voldoening in het spelen van kwalitatief hoge wedstrijden. Als dingen lukken vanuit de training is gewoon gaaf. Wat doe je zoal graag in je vrije tijd
65
Ik probeer te studeren en te werken. Ik krijg nu wel een kleine vergoeding voor het spelen van wedstrijden maar als ik lekker ga stappen is dat er zo weer doorheen. Vandaar dat ik een relatief veel bij werk. Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Niet veel. Vooral weer werken Heb je wel eens een aansprekende wedstrijd/titel gewonnen? Geen titels, wel wedstrijden. Met het jeugd EK hebben wij erg goed gepresteerd. Zo goed, dat de 2 lichtingen na ons geen kwalificatie hoeven te spelen. Ook zijn we daarna ng naar het jeugd WK gegaan. Was er veel aandacht vanuit de pers? Vanuit de waterpolowereld wel, maar niet vanuit de gewone kranten Had je van tevoren bedacht dat je deze wedstrijd wel eens kon gaan winnen? Het was dus geen titel maar een plek op een toernooi en nee we hadden het niet van tevoren gedacht. Maar op dat toernooi viel alles samen en we hadden in sommige wedstrijden geluk dat de tegenstander niet echt in vorm was. Heb je een profcontract? Ja, ik verdien niet veel, maar gewoon iets extra’s Zitten daar haken en ogen aan, of laat het je vrij in bepaalde keuzes? Het laat me eigenlijk heel erg vrij. Ik mag in zoveel sponsorkleding lopen als ik wel. Moet ik die wel eerst zoeken maar toch. Het enige wat mijn contract inhoud is dat ik dit seizoen voor deze club speel. De profcontracten voor waterpolo staan nog in de kinderschoenen. Zo ook die van mij. Het is dus niet een zaak van veel verdienen maar meer iets extra’s dan een schouderklopje van de voorzitter. Wil je zelf nog iets toevoegen aan dit gesprek? (geef voorbeelden over bijvoorbeeld thuissituatie, school, vrienden, rest van de familie) Nee hoor.
66
Olav Wessel Wanneer ben je geboren en waar? 28 maart 1978 in Den Bosch Waar woon je? Den Bosch Welke opleiding volg je op dit moment? Ik werk, ik heb de communicatie gestudeerd in Eindhoven Kon je dit goed combineren? Op zich wel. Ik speel dan wel hoofdklasse maar het stelt voor mij niet zo heel veel voor. Ik ben geen echte topper. Kreeg je medewerking vanuit school? Die medewerking heb ik wel gehad maar niet echt veel aan gehad. Het enige wat ze deden was deadlines voor mij iets soepeler houden. Het kwam er dan op neer dat ik iets later in mocht leveren. Hoe ben je op het idee gekomen om te (invullen welke sport…)? Rugby speel ik dus. Het was bij mij in de buurt en ik kwam er altijd langs als ik naar school ging. Zo ben ik geïnteresseerd geraakt en een keertje op een training gaan kijken. Doe je ook aan andere sporten? Nee. Wat is je specialiteit als die er is? Ik sta vooral achter de scrum. Ik dirigeer het spel van achter uit en geef aanwijzingen naar mijn medespelers Wat zijn tot nu je beste prestaties? Ik ben reserveaanvoerder. Voor mij vind ik dat een goede prestatie. Het geeft toch een stukje waardering in je sport. Dit terwijl ik op late leeftijd pas met de sport ben begonnen Wat is je ergste dieptepunt in je carrière? Ik heb een keer zo’n harde dreun gehad op mijn nek dat ik 2 maanden niet kon spelen. Net aan het einde van het seizoen waar de ontknoping volgt. Dus dat was wel zuur om dan aan de zijlijn te zitten. Heb je een voorbeeld? Eigenlijk niet. Ik vind de sport hartstikke leuk, maar ik volg het niet echt op TV of zo. Aan de andere kant, het is alleen op TV als de WK er is. Die namen ken ik wel een beetje, maar om nou te zeggen een voorbeeld; niet echt Wat zijn je doelen voor dit seizoen? Heel blijven en lekker blijven spelen Wat wil je nog graag bereiken op langer termijn? Zo lang mogelijk door spelen. Ik vind dit een leuke sport, het is een goede uitlaatklep en het ontspant. Voor mij is dit ideaal. Zou je prof willen worden? En wat als dit helaas mislukt? Die ambitie heb ik niet meer. Als ik eerder was begonnen en me er meer in had verdiept misschien wel. Maar nu niet meer. Wat geeft jou moraal in deze sport? Het respect voor elkaar. Ze zeggen wel eens: “voetbal is het spel voor heren gespeeld door beesten, rugby is het spel voor beesten gespeeld door heren” Wat doe je zoal graag in je vrije tijd
67
Film kijken. Ik ben helemaal gek van films. Ik ga geregeld naar de bioscoop om nieuwe films te kijken. Ook doe ik soms wat voor de bioscoop als een première of zo. Die organiseer ik dan voor die bioscoop. Als je in je rustperiode zit wat doe je dan? Beetje hardlopen in het bos of door de polder. Zo probeer ik mijn basisconditie op peil te houden. Het is niet zo dat ik een trainingsbeest ben die zelfs in de zomer nog vol doorgaat met z’n sport. Heb je wel eens een aansprekende wedstrijd/titel gewonnen? Voor mij is die benoeming tot reserveaanvoerder al heel wat. Wat ik net al zei, ik ben laat begonnen met deze sport. Alles wat ik nog mee pak is meegenomen. Was er veel aandacht vanuit de pers? Niet echt. Soms staat er wat in de regionale kranten maar meer ook niet. Had je van tevoren bedacht dat je deze wedstrijd wel eens kon gaan winnen? Het is dus voor de pers niet echt aansprekend geweest. Meer voor mij persoonlijk en ja, daar besteed de krant geen aandacht aan. Heb je een profcontract? Nee Zitten daar haken en ogen aan, of laat het je vrij in bepaalde keuzes? Niet van toepassing Wil je zelf nog iets toevoegen aan dit gesprek? (geef voorbeelden over bijvoorbeeld thuissituatie, school, vrienden, rest van de familie) Nee
68