Netwerkbijeenkomst Recht op Inclusief Onderwijs In1school Woensdag 18 juni 2014 Stel je voor: scholen waar jongeren van alle achtergronden met en zonder beperking, samen leren. Elkaar verrijken en versterken, juist door hun verschillen. Dát is het doel van In1school. Onderwijs waar we allemaal beter van worden. Iedereen heeft recht op inclusief onderwijs. Dus wil jij het, dan kan het! www.in1school.nl
Op Woensdag 18 juni organiseerde het project In1school haar eerste netwerkbijeenkomst in Utrecht. Aanwezig waren 16 mensen met verschillende kennis, ervaring en rollen die met elkaar in gesprek gingen over het recht op inclusief onderwijs, hoe dit te realiseren in Nederland. We waren te gast bij Perspectief, Kenniscentrum voor Inclusie en Zeggenschap in Utrecht. Een broedplek voor inclusie en mensen die hieraan willen werken. www.perspectief.org.
Agnes van Wijnen, projectleider In1school opende de netwerkmiddag door kort iets te vertellen over het project In1School en de ambities die we hebben. Agnes is politicoloog met een internationale oriëntatie en ruime ervaring in disability rights, non- discriminatie en inclusie.nl.linkedin.com/pub/agnes-van-wijnen/11/871/186 Na een korte voorstelronde gingen de aanwezigen in drie groepen uiteen. In elke groep werd een andere vraag centraal gesteld. De vragen hadden te maken met het realiseren van het recht op inclusief onderwijs in Nederland en de doelstellingen van het project.
Op welke manier kunnen we het gesprek, en daarmee de agenda over het onderwijs veranderen naar een gesprek over het recht op inclusief onderwijs? Rondom onderwijs lijken een aantal thema’s de boventoon te voeren, zoals de invoering van passend onderwijs, het tekort aan goed opgeleide docenten, de regeldruk en de ‘fabriek’ die het onderwijs is geworden. Als inclusief onderwijs aan de orde komt, gaat het niet over het recht daarop, maar vooral over het ideaal dat niet realiseerbaar is, de te grote klassen, de overbelasting van docenten, de leerlingen met een zeer intensieve zorgbehoefte die nooit naar school zullen kunnen, de belasting die kinderen met een beperking voor andere leerlingen zijn, en de noodzaak het speciaal onderwijs in stand te houden. Vanuit In1school willen we dit gesprek veranderen en het recht op inclusief onderwijs in de schijnwerpers zetten naar verschillende betrokkenen. Aan dit gesprek namen onder andere deel: Astrid Greven heeft ruime ervaring met het werken aan een inclusieve samenleving binnen Perspectief. Haar interesse voor onderwijs is al langere tijd gewekt, mede door haar ervaringen tijdens haar 12 jarig verblijf in Nieuw Zeeland. In Nederland leidde ze het project IkLeerOok dat gezinnen met kinderen met een beperking ondersteunde in hun wens om deel te nemen aan het regulier onderwijs. nl.linkedin.com/pub/astridgreven/30/357/4bb Gert de Graaf is al jarenlang verbonden aan Stichting Down Syndroom als onderzoeker, medewerker onderwijs en ervaringsdeskundige. Recent promoveerde hij op "Students with Down syndrome in primary education in the Netherlands: regular or special? Effects of school placement on the development and the social network of children with Down syndrome and conditions for inclusive education." Het onderzoek betreft dus het onderwijs aan leerlingen met Downsyndroom, en dan vooral de effecten van plaatsing op een gewone school. nl.linkedin.com/pub/gert-de-graaf/1b/b86/766 Nicole van Mook Nicole is zorgcoördinator en intern begeleider op het Rondeel, een basisschool in Den Bosch. Na de zomer wordt op deze school het concept van co-teaching geïntroduceerd. Niet alleen deze school, maar ook het hele samenwerkingsverband, wil passend onderwijs gaan gebruiken om inclusief onderwijs in te voeren. nl.linkedin.com/pub/nicole-van-mook/40/4a5/b6a Mario Nossin is oprichter en directeur van Perspectief, Kenniscentrum voor Inclusie en Zeggenschap een organisatie die werkt aan een inclusieve samenleving. Perspectief werkt aan verbeteringen van de kwaliteit van leven van mensen en verbindt en inspireert mensen en organisaties rondom inclusie en zeggenschap. Inclusief Onderwijs is een belangrijk onderwerp binnen Perspectief. Door het uitvoeren van projecten en het uitbrengen van de Nederlandse editie van de Index voor Inclusie wordt gewerkt aan het effectueren van het recht op inclusief onderwijs. nl.linkedin.com/pub/mario-nossin/13/55b/7b3
2
Inclusief onderwijs is niet alleen een ideaal hoewel het vaak zo gezien wordt: een mooi ideaal maar niet realiseerbaar. Het is ook een recht, een mensenrecht. Eigenlijk moeten scholen "kindgeschikt" gemaakt worden, geschikt voor alle kinderen en de manier waarop zij leren en zich ontwikkelen. Kinderen moeten niet "schoolgeschikt" gemaakt worden. Dat is de wereld op zijn kop. Maar zo gaat het vaak nu in de praktijken. Scholen kunnen zich ontwikkelen tot een netwerk in de buurt en samen met andere organisaties. Het is van belang om argumenten te geven die laten zien dat inclusief onderwijs nu eenmaal beter is voor alle kinderen. Inclusief onderwijs leeft niet zo in Nederland. De uitsluiting van kinderen met een beperking leeft niet, daar is speciaal onderwijs en nu passend onderwijs voor. Strategisch is het goed dat in1school aansluit bij wat er al wel leeft, bijvoorbeeld de discussie over "witte en zwarte scholen" en de afwijzing daarvan. Het debat over en het mechanisme van uitsluiting van kinderen met een beperking op school is vergelijkbaar met rassendiscriminatie. Het levert namelijk segregatie op. We kunnen voortborduren op deze discussie. Tegelijkertijd zou je de discussie nog breder kunnen trekken: het gaat om het recht op inclusief onderwijs voor alle kinderen, alle mensen die onderwijs willen volgen. Tegelijkertijd is er een grote angst, namelijk dat ouders tegen over elkaar komen te staan. Een belangrijk onderdeel van de strategie zal moeten zijn dat je moet investeren in kennis van ouders door voorlichting over inclusief onderwijs en over het recht op inclusief onderwijs. Ouders staan voor belangen van hun kind, als ze het gevoel hebben dat hun kind niet veilig is in regulier onderwijs heeft dat gevolgen, hou daar rekening mee. Er is nog veel kennis te brengen bij ouders en werken aan bewustwording over de rechten die alle kinderen hebben. Een andere belangrijke peiler in het succes van inclusief onderwijs is het leiderschap van schoolleiders en schoolbestuurders om die weg op te gaan. Krachten bundelen is de enige manier om van alle ervaring die er is gebruik te maken. Het helpt je ook bij de keuzes die gemaakt moeten worden. Zorg voor kleine hefboompjes, kleine stapjes zodat mensen het kunnen volgen. Deze kun je verzamelen en delen. De beloning van scholen zit nu op strakke kaders rond kennisprestaties, is leerstofgericht in plaats van gericht op de ontwikkeling van het kind. Met inclusief onderwijs loop je de kans afgerekend te worden op diversiteit. Ook gemeenten zijn een cruciale factor. Als je die als eigenaar van het budget en op grond van de visie kan overtuigen, dan heb je een grote stap gewonnen. De gemeente zegt ja als het een win-win op levert, de vraag is welke is dat? Het veranderpotentieel ligt bij de burgers/ouders. Zij hebben de stem en als ze ook een budget hebben waar ze zelf regie over hebben dan kan er veel gebeuren. Hun verhalen zijn van groot belang, die moeten naar de gemeente gebracht worden. Zo verzamel je ook munitie en massa en kan er een stuwende kracht ontstaan die kan werken aan een diversiteit op school en in de samenleving.
Wat zou je aangeklaagd willen zien in het onderwijs? Oftewel hoe kunnen we het recht op inclusief onderwijs afdwingen? De hoofdstrategie van het project is om processen te voeren op strategische doelen. We willen uitsluiting en discriminatie aanvechten en daarmee aandacht trekken voor de structurele schending van het mensenrecht op onderwijs in Nederland, om precies te zijn het recht op inclusief onderwijs. Door strategische procesvoering willen we afdwingen dat in NL het mensenrecht op inclusief onderwijs erkend wordt door de wetgever en dat aanpassing van de huidige wetgeving en het beleid gerealiseerd wordt door de daarvoor verantwoordelijke instanties. Aan dit gesprek namen onder andere deel: Jacqueline Schoonheim is jurist en onderzoeker en ervaringsdeskundige. Zij doet binnen In1school onderzoek naar de stand van zaken van jurisprudentie wat betreft het recht op inclusief onderwijs, wereldwijd. Daarnaast heeft ze een eigen vertaalbureau dat gespecialiseerd is in juridisch vertaalwerk en revisie, maar ook ervaren in het vertalen van sociaal-wetenschappelijke artikelen en Masters en PhD theses. nl.linkedin.com/pub/jacquelineschoonheim/16/792/283/nl Joke Visser is projectleider bij de NSGK en op die manier betrokken bij dit project. Zij is ook projectleider van het project Handicap in de Les. nl.linkedin.com/in/jokevisser
3
Katinka Slump is onderwijsadvocaat geweest en betrokken bij veel zaken gericht op thuiszitters en andere kinderen die het recht op onderwijs niet kunnen effectueren. Op dit moment is ze de drijvende kracht achter de coöperatie Ouderkracht voor 't kind en werkt ze als adviseur vanuit haar eigen bedrijf. nl.linkedin.com/pub/katinkaslump/13/5b4/664 Jacky Nieuwboer is als onderzoeker binnen In1school betrokken bij het onderzoek naar relevante jurisprudentie. Zij is eerder juridisch adviseur geweest bij het College voor de Rechten van de Mens en nu freelance onderzoeker voor artikel 1. nl.linkedin.com/pub/jacky-nieuwboer/11/249/586 Mariska Neefjes is stagiaire bij het project In1school. Mariska studeert rechten aan de Maastricht University. Haar Masterscriptie gaat over het recht op inclusief onderwijs en is bijna klaar. nl.linkedin.com/pub/mariskaneefjes/27/925/1ab
Bestaande jurisprudentie: De Raad van State heeft aan de hand van het kinderrechtenverdrag beoordeeld dat de artikelen omtrent onderwijs te weinig concreet zijn om leerlingenvervoer als onderdeel te zien van het recht op onderwijs. Het is aannemelijk dat het recht op inclusief onderwijs niet specifiek genoeg zijn om er direct gebruik te van kunnen maken in de rechtbank. Huidig onderwijsstelsel: Volgens Katinka moet dit worden gezien als een soort contract tussen overheid en schoolbesturen. Ouders staan eigenlijk buiten het systeem. Karina Schaapman heeft zich hierbij de vraag gesteld waarom ouders uit dit contract geen rechten kunnen ontlenen. Dit is wellicht waar, maar het grootste probleem is dat ouders niet procederen. De Rechtbank Haarlem heeft ook een keer gezegd dat het onderwijsrecht te ingewikkeld is voor een kort geding. Daarbij komt dat rechters te weinig kennis hebben van het onderwijsrecht. De geschikte instantie: In Nederland is geen gespecialiseerd tribunaal. Het is spijtig dat er naast de pachtkamer en belastingkamer geen onderwijskamer is. Het College van de Rechten van de Mens is volgens Katinka geen geschikte instantie om een klacht in te dienen. NB: Belangrijk is om in te spelen op de preventieve werking van het recht. Daarom moeten ouders en onderwijsgevers goed worden geïnformeerd. Agenda van onderwijsjuristen; recht op onderwijs in de grondwet is één van de eikpunten. Inclusief onderwijs is wellicht nog beter om in de grondwet te hebben. (Een belangrijk persoon op dit gebied is Theo Storimans) Daarnaast vinden onderwijsjuristen de implementatie van de CRPD belangrijk. Ook de toegankelijkheid van regelgeving moet voor worden gestreden. Uit Katinka’s verhaal bleek dat thuisonderwijs ook één van de eikpunten is. Procesvoering: procesvoeren zonder rechten is volgens Katinka een lotto, daarom moet worden gedaan alsof ratificatie al klaar is en een recht al bestaat. Belangrijk is om geen te hoge verwachtingen te hebben van
4
procesvoering. Procederen moet volgens Katinka vooral worden gezien als een manier om items op tafel te leggen. Belangrijke punten die in acht moeten worden genomen: regelgeving die inclusie tegenwerkt moet worden geïnventariseerd. Daarnaast zijn de investeringsverantwoordelijkheden een belangrijk punt als je wilt gaan procederen. Het is volgens de participanten ook belangrijk om de (structurele) knelpunten te inventariseren. Hierbij is van onderaf beginnen belangrijk. Wie aan klagen?: Volgens Katinka is het lastig om de overheid aan te klagen als zij het argument gebruiken dat zij slechts verantwoordelijk zijn voor de bekostiging. Dit is precies het argument wat gegeven is door van Bijsterveld in het kader van passend onderwijs. Schoolbesturen? Wellicht kunnen schoolbesturen worden aangeklaagd in relatie tot aannameproblemen. Samenwerkingsverbanden? De vraag is of een samenwerkingsverband een juridisch persoon is welke je kunt aanklagen. (NB: Mario gelooft niet in procederen, omdat het vaak niks oplevert) Onderwerpen voor procesvoering: quota & spreiding. Jacky heeft aangegeven dat er al een rechtszaak in de database staat omtrent quota & spreiding. Het is belangrijk dat draaglast niet wordt gekoppeld aan quota. Ook het onderwerp toelating/verwijdering in de context van quota kan interessant zijn. Een ander onderwerp is integratie v. inclusie. Verder is het belangrijk om structurele gaten te vinden en aan te spreken. Toelating en verwijdering. Ook het treffen van onvoldoende aanpassingen kan een onderwerp zijn. Toegankelijkheid van onder andere gebouwen. Hoe moet er geprocedeerd worden?: Collectief procederen, bijvoorbeeld namens een stichting of belangenorganisatie. Je kunt een groep nemen, bijvoorbeeld down kinderen die nu in het regulier onderwijs zitten. Een argument om een dergelijke groep te kiezen is omdat deze groep goed ligt. Bij deze groep zou je dan moeten inventariseren hoe de groep vast loopt als het basisonderwijs is afgerond. Daarnaast moet je de problemen in cluster 3 aantonen. Er zit een gat na het basisonderwijs. Is regulier voortgezet onderwijs met
gepaste ondersteuning mogelijk? Er is al een zaak waarin wordt gezegd dat praktijkonderwijs geen oplossing is. Als de groep thuiszitters wordt gekozen dan is het interessant volgens Katinka om de strafrechter te gebruiken. Essentieel is om bij het kiezen van een groep te zorgen dat deze groep nog een tijd belang heeft bij het proces. Dit betekent bij het voorbeeld van Down kinderen dat je down kinderen in groep 5/6 als groep neemt, omdat zij nog wel 2 jaar belang houden. Het is belangrijk om een zaak te nemen die een breed onderwerp aanzwengelt, waardoor er een maatschappelijke discussie ontstaat. Deze maatschappelijke discussie kan ontstaan als gevolg van procesvoering. Strafrechter: vooral nuttig bij thuiszitters. Vanwege emoties is het zeer lastig om de ouders te veroordelen. Er kan een beroep worden gedaan op de overmacht van ouders. Vaak wordt het Rechterlijk pardon gebruikt (gering feit), zelfs als een kind al lang thuis zit. Bij een rechterlijk pardon kan niet in hoger beroep worden gegaan.
Hierbij nog een link naar een recent artikel van Katinka Slump over het onderwijs(voor)recht: http://www.adviesonderwijsrecht.nl/inc/uploads/2014/09/Het-onderwijsvoorrecht-K.J.-Slumpseptember-2014.pdf
5
Hoe kan In1school een netwerk/beweging zijn waarin we belangen, krachten en acties kunnen bundelen om zo de omslag die nodig is te bereiken? Verschillende personen en organisaties zijn in NL betrokken bij inclusief onderwijs, en meer in het algemeen hervorming in het onderwijs. Binnen allerlei groepen van betrokkenen is er wel een meestal klein groepje voorstanders van inclusief onderwijs. In1school ziet het bij elkaar brengen en op elkaar aansluiten van die mensen en groepen als een middel om de beweging naar het recht op inclusief onderwijs te versterken en vergroten. De vraag is hoe we dat het beste kunnen doen. Aan dit gesprek namen deel: Jean Paul Hofkens is mede eigenaar van het buro Nul25 dat scholen, instellingen en overheden, samen of zelfstandig, adviseert om de ruimte voor de toekomst vorm te geven. Ruimte voor toekomst, voor mensen in de leeftijd van nul tot 25 jaar. www.nul25.nl Jean Paul richt zich voornamelijk op het ontwerpen, adviseren en begeleiden van huisvestingsprocessen in het onderwijs, de gezondheidszorg en voor overheden. nl.linkedin.com/in/cvjeanpaulhofkens Nina Timmermans is en eigenaar van People & Possibilities, buddy/rolmodel voor kinderen en jongeren, freelance consultant voor o.a. de Raad van Europa, schrijver juridisch essay “Onbekend maakt onbemind: de Nederlandse worsteling met de ratificatie van het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap". Dit essay bevat een pleidooi voor (de effectuering van de rechten op) inclusief onderwijs en mensenrechteneducatie. nl.linkedin.com/in/ninatimmermans Lieke Scheewe is programma coördinator voor Light for the World, een NGO die werkt aan het promoten van gezondheid en gelijke kansen voor mensen met visuele beperkingen in ontwikkelingslanden. Lieke is ervaringsdeskundige en werkt met name in Bangladesh nl.linkedin.com/pub/lieke-scheewe/9/b39/448 Berdi de Jonge is directeur van de inclusieve school de Korenaar. Deze school werkt al jaren aan een vernieuwend concept van inclusief onderwijs. Passend onderwijs zal de school gebruiken om inclusief onderwijs helemaal door te voeren. Jose Smits is onderzoeker en betrokken bij In1school voor het onderzoek rondom het onderdeel politiek en beleid. Daarnaast is ze bestuurslid van Inclusion Europe , country expert voor ANED en de Vereniging Inclusie Nederland. nl.linkedin.com/pub/jose-smits/9/5/627 Heleen Hartholt is jurist en betrokken bij het project In1school als projectuitvoerder. Daarnaast voert zij het onderzoek naar de praktijken van inclusief onderwijs uit zowel wereldwijd als in Nederland. zij werkt van uit haar eigen buro, Buro Troje aan maatschappelijke projecten als buitenboordmotor en organisator, onder andere van ontmoetingen waarin het delen van verhalen centraal staat. nl.linkedin.com/in/heleenhartholt/nl
6
Er is duidelijk behoefte aan een netwerk en beweging waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten en kennis, kontakten en andere informatie over inclusief onderwijs kunnen delen. Het blijkt dat er ook al een aantal van dat soort bewegingen aan het ontstaan zijn zoals Operation Education, Club van 100 en Kunne Kunne. Het is goed om te onderzoeken of deze bewegingen aan kunnen sluiten bij In1school of dat In1school deze kan versterken. Netwerken kunnen niet vrijblijvend zijn en niet ongeorganiseerd. Tegelijkertijd moet de verbinding er juist voor zorgen dat mensen in hun eigen omgeving/werk het juist kunnen blijven doen. De vraag rijst ook hoe we het speciaal onderwijs hierin mee kunnen nemen? Net als bestuurders van scholen en samenwerkingsverbanden en gemeenten. Schoolreisjes zijn van belang om bij elkaar in de keuken en het netwerk te kijken. Halen en brengen is de basis, voeding die twee kanten op gaat en zo wederkerigheid bevordert. "delen is het nieuwe geven". Er is wel een trekker voor nodig en In1school lijkt hier heel geschikt voor. Mensen willen ook graag kontakten, verhalen en kennis delen en horen wie waar mee bezig is. BN-ers die als ambassadeur van het netwerk kunnen optreden kunnen helpen. Concrete tips en links Operation Education wil laten zien waarom het onderwijs anders moet én hoe het anders kan. Er zijn heel veel mensen die deze visie delen - die hier volmondig achter staan maar zich nog ‘roepende in de woestijn’ voelen omdat ze geen idee hebben dat er zoveel andere zijn die er ook zo over denken. Bij een veelvoud hiervan kriebelt het op z’n minst: er klopt iets niet. Operation Education is een non-profit organisatie waar inmiddels 500 mensen bij zijn aangesloten en zo’n 20 professionals op wekelijkse en soms dagelijkse basis aan werken - op vrijwillige basis, in de vrije uren. We willen een digitaal platform bouwen waar het verbinden, versterken en zichtbaar maken vele malen beter kan dan via de reeds bestaande kanalen. De organisatie die dit mogelijk maakt is in de basis heel klein - maar het effect is heel groot. Iederéén die de visie deelt, is œ Operation Education, je opereert volledig vanuit je eigen expertise, kracht, motivatie, talent of bedrijf. Wij faciliteren enkel het zichtbaar maken van wat er al is en de beweging. www.operationeducation.nl en zie artikel Trouw hierover; http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/3729707/2014/08/31/Scholenkom-uit-die-kramp.dhtml en in Sprout; http://www.sprout.nl/artikel/leidinggeven/de-onderwijsdroom-vanclaire-boonstra De Club van 100 is opgericht in Graz op 22 mei 2014 en heeft als doel de vier pilotscholen uit 'sHertogenbosch te ondersteunen, die gaan starten met co-teaching in een integratiegroep. Het gaat om de volgende scholen: t Schrijverke, Antonius Abt, Het Rondeel en de Vlieger.De Club van 100 bestaat uit mensen die aangeven de projecten een warm hart toe te dragen. Mensen die desgevraagd bereid zijn te helpen op een manier en een moment dat zij zelf zullen bepalen. De Club van 100 is het fundament voor het brede draagvlak dat voor de pilots nodig is. Voor de vier scholen is het een schatkist van kennis en ervaring om te koesteren en te gebruiken als dat nodig is. Meer info bij Wendie Hardeman van Nul25. Edith Hooge, professor onderwijsbestuur. nl.linkedin.com/in/edithhooge Proefschrift Leo Lentz Universiteit Utrecht over begrijpelijkheid die zich niet laat afdwingen door wetsteksten: Oratie Leo Lentz: ‘Wetten voor begrijpelijkheid van teksten werken niet’ - Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Marcel van Herpen http://www.marcelvanherpen.nl en www.hetkind.org als partners idem www.nivoz.nl Margot Steenhof, thuisonderwijzer en oprichter van Niet naar school. Ingrado , landelijke brancheorganisatie voor leerplicht en rmc draagt actief bij aan het beschermen van het recht op onderwijs. Ingrado wil dit bereiken door het bevorderen van effectief beleid voor de participatie van jeugdigen in onderwijs en werk, en van goede voorwaarden voor het werk van haar leden. Brechtje Paymans proefschrift De zorgplicht van scholen: de grondslag en reikwijdte van de civielrechtelijke zorgvuldigheidsnorm van scholen jegens leerlingen Theo Storimans, onderwijsinspectie over het onderzoek naar islamscholen http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2773660/2002/10/31/Inspectie-doet-geenwetenschappelijk-onderzoek.dhtml Joke Sperling is lector bij het lectoraat Onderwijsrecht. Ze studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Harvard Law School in de Verenigde Staten. Ze heeft gewerkt als advocaat en als zelfstandig adviseur over onderwijsrecht.
Heleen Hartholt, In1school september 2014
7