BRL 9931 DD-MM-20JJ (datum bindend verklaring)
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO® ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN Vastgesteld door CvD voor metalen gevelelementen d.d. 20 maart 2013 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. dd maand 20jj
Uitgave SKG Nadruk verboden
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 2.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
VOORWOORD Deze Nationale Beoordelingsrichtlijn is opgesteld door het College van Deskundigen Metalen Gevelelementen, waarin belanghebbende partijen op het gebied van deze Beoordelingsrichtlijn zijn vertegenwoordigd. Dit college begeleidt ook de uitvoering van certificatie en stelt zo nodig deze Nationale Beoordelingsrichtlijn bij. Waar in deze Nationale Beoordelingsrichtlijn sprake is van “College van Deskundigen” is daarmee bovengenoemd college bedoeld. Deze BRL moet ten minste iedere 5 jaar door het beherende College van Deskundigen Metalen Gevelelementen opnieuw worden vastgesteld doch uiterlijk voor <5 jaar na datum aanvaarding HCB>. Deze Nationale Beoordelingsrichtlijn zal door SKG worden gehanteerd in samenhang met de door SKG gehanteerde Reglementen. In deze Reglementen is de gehanteerde werkwijze vastgelegd bij de uitvoering van het onderzoek ter verkrijging van het procescertificaat, alsmede de werkwijze bij de externe controle. SKG is overeenkomstig NEN-EN 45011 (C003) en NEN-EN-ISO/IEC 17021 (C079) geaccrediteerd door de Raad voor de Accreditatie (RvA), voor de certificatiesystemen: - Attestering - Productcertificatie - Procescertificatie - ISO 9001 certificatie - VCA certificatie SKG is voor haar laboratoriumactiviteiten overeenkomstig NEN-EN-ISO/IEC 17025 (L406) geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie (RvA) voor diverse verrichtingen op het gebied van gevelelementen, hang- en sluitwerk en glas. © 2013 SKG Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Onverminderd de aanvaarding van de Beoordelingsrichtlijn door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit als Nationale Beoordelingsrichtlijn berusten alle rechten bij SKG. Het gebruik van deze Beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met SKG is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld. Bindend verklaring Deze beoordelingsrichtlijn is door het Bestuur van SKG bindend verklaard per
.
SKG Nieuwe Kanaal 9f Postbus 362 6700 AJ Wageningen T: 0317 - 421720 F: 0317 - 421677 E: [email protected] I: www.skg.nl
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 3.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING Algemeen Toepassingsgebied CE-markering Normgebruik
4
2.
TERMINOLOGIE
5
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
PROCEDURE VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN KWALITEITSVERKLARING Algemeen Aanvraag van een attest-met-productcertificaat Certificatieonderzoek Beoordeling van het kwaliteitssysteem van de aanvrager Afgifte van een attest-met-productcertificaat
7
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
BOUWBESLUIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN Algemeen Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu Voorschriften inzake installaties
8
5. 5.1
BESLUIT BODEMKWALITEIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN Algemeen
13
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
NIET BOUWBESLUIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN Algemeen Componenten van zonnestroomsystemen Componenten van zonnewarmtesystemen Technische documentatie
14
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
EISEN TE STELLEN AAN HET KWALITEITSYSTEEM Algemeen Beheerder van het kwaliteitssysteem Interne kwaliteitsbewaking (IKB) Productie Technisch dossier
19
8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9
EISEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING Algemeen Certificatiepersoneel Kwalificatie-eisen Rapportage certificatieonderzoek Certificatiebeslissing Uitvoering kwaliteitsverklaring Aard en frequentie van externe controles Het sanctiebeleid Rapportage aan College van Deskundigen
20
9. 9.1 9.2
LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN Wettelijke voorschriften Normen en normatieve documenten
23
BIJLAGEN Bijlage I Model KOMO attest(-met-productcertificaat) Bijlage II Bouwbesluitingang voor in de kwaliteitsverklaring
25
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 4.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
1
INLEIDING
1.1
ALGEMEEN
BRL 9931
De in deze Beoordelingsrichtlijn (BRL) vastgelegde eisen worden door de certificatie-instelling, die hiervoor geaccrediteerd is door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag voor c.q. de ® instandhouding van een “KOMO attest-met-productcertificaat” voor componenten van zonne-energiesystemen. ®
De af te geven kwaliteitsverklaring wordt aangeduid als KOMO attest-met-productcertificaat. Het techniekgebied van de BRL is: <SBK/ Stichting KOMO omschrijving van het techniekgebied> Naast de eisen die in deze Beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, stelt de certificatie-instelling aanvullende eisen in de zin van algemene procedure-eisen, zoals vastgelegd in het Reglement van de betreffende certificatie-instelling. Bij de uitvoering van certificatiewerkzaamheden zijn de certificatie-instellingen gebonden aan de eisen die in het hoofdstuk “Eisen te stellen aan de certificatie-instelling” zijn vastgelegd. 1.2
TOEPASSINGSGEBIED
Het toepassingsgebied betreft (componenten van) netgekoppelde zonnestroomsystemen en zonnewarmtesystemen voor warm water en/of ruimteverwarming. Het attest-met-productcertificaat heeft betrekking op de volgende componenten: Zonnestroom: PV-modules inclusief bijbehorende Balance-of-System-componenten (junction boxes, connectoren, bekabeling) Omvormers (inverters) Zonnewarmte: Zonnecollectoren Bevestigingssystemen voor zonne-elementen Voor beide soorten zonne-energiesystemen is deze BRL van toepassing op zowel geïntegreerde (Building Integrated) als opbouwsystemen (Building Attached) overeenkomstig de definitie in hoofdstuk 2. 1.3
CE-MARKERING
Relatie Bouwbesluit en Europese Richtlijn Bouwproducten (CPD 89/106/EEC): Conform paragraaf 1.3 van het Bouwbesluit dienen producten waarvoor overeenkomstig de richtlijn bouwproducten is vastgesteld dat zij CE-markering moeten dragen, geleverd te worden onder CE-markering. Op het moment van publicatie van deze BRL valt geen van de componenten als bedoeld in deze BRL onder de Europese Richtlijn Bouwproducten. Op de elektrische componenten vallende onder deze beoordelingsrichtlijn zijn de Europese Laagspanningsrichtlijn (LVD Low Voltage Directive, 2006/95/EG) en de Europese Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC Electromagnetic Compatibility, 2004/108/EG) van toepassing. De volgende geharmoniseerde Europese normen van toepassing: - NEN-EN 55014-1 (Elektromagnetisch compatibiliteit) - NEN-EN 60335-1 (Elektrische veiligheid) Deze producten dienen te zijn voorzien van CE-markering zoals beschreven in de desbetreffende norm. 1.4
NORMGEBRUIK
In deze Beoordelingsrichtlijn wordt verwezen naar zowel Bouwbesluit als niet-Bouwbesluit gerelateerde normen. Indien Bouwbesluit gerelateerde normen wijzigen worden deze vanaf de datum van opname in het Bouwbesluit (zie publicatie Staatscourant) overgenomen in deze BRL. Indien niet-Bouwbesluit gerelateerde normen of richtlijnen wijzigen wordt per geval door het College van Deskundigen nader bepaald of de wijzigingen overgenomen worden in deze BRL.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 5.
2
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
TERMINOLOGIE
In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder: Kwaliteitsverklaring
=
Een document dat is uitgegeven volgens de regels van een geaccrediteerd certificatiesysteem en dat uitspraken doet over het onderwerp van certificatie.
Interne kwaliteitsbewaking (IKB)
=
De in deze Beoordelingsrichtlijn voorgeschreven wijze waarop de certificaathouder zich zelf dient te overtuigen van de geleverde kwaliteit van de dienst waarvoor hij overeenkomstig contract verantwoordelijk is teneinde in voldoende mate het vertrouwen te geven aan de leiding van de eigen organisatie dat hij het montageproces beheerst.
Externe kwaliteitsbewaking (EKB)
=
De in deze Beoordelingsrichtlijn (BRL) voorgeschreven wijze waarop de certificatie-instelling zich dient te overtuigen van de geleverde kwaliteit van de dienst c.q. vast te stellen, zodat in voldoende mate het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de geleverde kwaliteit van de dienst bij voortduring aan de gestelde eisen voldoet.
Attest
=
Document dat verklaart dat een product geschikt is om in zijn toepassing te voldoen aan de relevante bouwtechnische eisen mits het op de voorgeschreven wijze wordt vervaardigd (verwerkingsmethode).
Attestering
=
Het op grond van de eigenschappen van een product en de bijbehorende omschreven verwerkingsmethodes beoordelen van de eigenschappen van een bouwdeel dat hiermee wordt gerealiseerd en het vastleggen van de resultaten van deze beoordeling in een attest.
Bouwconstructie
=
Constructie van een bouwwerk of onderdeel van die constructie, constructie of welk onderdeel is bestemd om belasting te dragen.
Bouwdeel
=
Product, geschikt voor toepassing in bouwwerken.
(Product)certificaat
=
Document dat verklaart dat een product in overeenstemming is met de ‘productspecificaties’ zoals deze in de kwaliteitsverklaring zijn vastgelegd.
Certificering
=
Activiteiten op grond waarvan een onafhankelijke instantie kenbaar maakt dat een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat een duidelijk omschreven onderwerp van certificatie in overeenstemming is met een bepaalde norm, of met een ander eisenstellend document.
Certificatie-module
=
Bepalingen voor kwalificatie in verband met de voor een product of dienst geëigende certificatievorm, teneinde voor de afgifte van een kwaliteitsverklaring in aanmerking te kunnen zijn.
Gevelelement
=
Fabrieksmatig met behulp van raamwerken vervaardigd zelfdragend bouwdeel, zoals kozijnen, raamstroken en/of puien etc., met vaste vullingen en/of beweegbare delen met toebehoren, bestemd voor toepassing als (gevelvulling in een) uitwendige scheidingsconstructie.
Gevelvulling
=
Gevelelement zoals dat met zijn aansluitconstructie in een bouwkundig kader is opgenomen.
PV-module
=
Een PV- module of zonnepaneel is een component van een zonnestroomsysteem, dat de invallende straling door middel van fotovoltaïsche cellen omzet in elektriciteit.
Structureel gelijmde beglazing
=
(Vliesgevel van) glas, dat door lijmen (al dan niet met behulp van plaatselijke mechanische ondersteuningen) op een achterliggende constructie van een metalen stijl- en regelwerk is aangebracht.
Technische specificatie
=
Beschrijving van (de eigenschappen van) een product met een instructie voor (ver-)werking en/of bediening, waarmee dat product reproduceerbaar is en de (ver-)werking ervan eenduidig bepaald.
welke
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 6.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
Geïntegreerd systeem (Building Integrated)
=
Een zonne-energiesysteem is geïntegreerd als het, overeenkomstig de definities in de Richtlijn Bouwproducten (CPD), als onderdeel van het gebouw één van de volgende functies vervult: Sterkte en stabiliteit Bescherming tegen weersinvloeden (wind en neerslag) Energiebeheersing (beschaduwing, daglichttoetreding, thermische isolatie) Brandveiligheid Geluidwering In alle andere gevallen is sprake een opbouw- of opdeksysteem (Building attached).
Junction box
=
Koppeldoos of aansluitdoos; aan de achterzijde of aan de rand van een module, waar doorgaans de bypass diodes in gemonteerd zitten en de aansluitsnoeren aan zijn gekoppeld.
Omvormer (inverter)
=
Energie-omzetter die de elektrische gelijkspanning en -stroom van de generator omzet in éénfase of meerfase wisselspanning en stroom.
Maximum Power Point (MPP)
=
Combinatie van stroom en spanning van een module die tot het hoogst bereikbare vermogen van een zonnestroomsysteem leidt, gegeven een bepaalde instraling en temperatuur.
MPP-tracker
=
Onderdeel van de functie van een omvormer dat continu het werkingspunt zoekt waarbij het hoogste vermogen uit het zonnestroomsysteem gehaald wordt.
Standaard test condities (STC)
=
De gestandaardiseerde condities waaronder een module met zonnecellen kan worden getest, conform NEN-EN-IEC 60904 (Zonnespectrum AM1.5 (blauwe hemel), instraling van 1000 W/m2 en een celtemperatuur van 25ºC).
Zonne-element
=
Een voorziening waarmee onder invloed van invallend (zon)licht elektriciteit of warmte kan worden opgewekt. In het kader van deze Beoordelingsrichtlijn wordt onder een zonne-element zowel een thermisch zonne-element (zonnecollector), een PV-element als een PVT-element verstaan.
Toelichting: Voor begrippen die niet nader zijn gedefinieerd in onderhavige BRL, wordt verwezen naar het Bouwbesluit en de in Nederlandse normen en voorschriften gehanteerde definities en terminologieën alsmede het ISSO Handboek Zonneenergie.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 7.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
3
PROCEDURE VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN KWALITEITSVERKLARING
3.1
ALGEMEEN
BRL 9931
®
De procedures voor de aanvraag van een KOMO Kwaliteitsverklaring, de behandeling van de aanvraag, de uitreiking van het certificaat en de instandhouding daarvan staan gedetailleerd beschreven in het Reglement van de betreffende certificatie-instelling. In de volgende paragrafen worden enkele belangrijke stappen toegelicht. 3.2
AANVRAAG VAN EEN ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT Een attest-met-productcertificaat kan aangevraagd worden door iedere producent van (componenten van) zonne-energiesystemen, bij een voor dit werkterrein door de Raad voor Accreditatie (RvA) geaccrediteerde certificatie-instelling. De aanvrager geeft aan voor welk product en op basis van welk attest een attestmet-productcertificaat wordt verlangd.
3.3
CERTIFICATIEONDERZOEK De certificatie-instelling onderzoekt of de gewenste uitspraken over het te certificeren product verantwoord zijn. Vastgesteld moet zijn of en in hoeverre de door aanvrager vervaardigde producten ten minste kunnen voldoen aan de prestaties zoals vastgelegd zal worden in het betreffende attest-met-productcertificaat.
3.4
BEOORDELING VAN HET KWALITEITSSYSTEEM VAN DE AANVRAGER De certificatie-instelling onderzoekt of het interne kwaliteitssysteem van de aanvrager voldoet aan de eisen zoals gesteld in hoofdstuk 7.
3.5
AFGIFTE VAN EEN ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT Een attest-met-productcertificaat wordt conform het door de certificatie-instelling gehanteerde reglement voor productcertificatie alleen afgegeven wanneer het certificeringsonderzoek aanleiding is voor een positieve beoordeling. Alvorens het attest-met-productcertificaat wordt afgegeven, sluit de certificatie-instelling een contract met de aspirant-certificaathouder conform bepalingen in het door de certificatie-instelling gehanteerde reglement voor productcertificatie, waarin o.a. de voorwaarden zijn opgenomen waaronder het attest-met-productcertificaat mag worden gebruikt.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 8.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
4
BOUWBESLUIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN
4.1
ALGEMEEN
BRL 9931
In dit hoofdstuk zijn de aan het Bouwbesluit gerelateerde prestatie-eisen opgenomen evenals de bepalingsmethoden om vast te stellen dat aan de eisen wordt voldaan. Dit betreft: De van toepassing zijnde prestatie-eisen in relatie tot het Bouwbesluit waarnaar verwezen wordt in de Tabel Bouwbesluit opgesomde afdelingen, artikelen en leden; De van toepassing zijnde producteisen in relatie tot het Bouwbesluit waarnaar eveneens verwezen wordt in de Tabel Bouwbesluit opgesomde afdelingen, artikelen en leden; Tabel 1 BRL artikel
4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4
4.4.1 4.5.1 4.5.2
Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid Algemene sterkte van de bouwconstructie Beperking van het ontwikkelen van brand en rook Beperking van uitbreiding van brand Inbraakwerendheid, nieuwbouw Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid Bescherming tegen geluid van buiten, nieuwbouw Wering van vocht Beperking van de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende straling Bescherming tegen ratten en muizen Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid Energiezuinigheid, nieuwbouw Voorschriften inzake installaties Voorziening voor elektriciteit Watervoorziening, nieuwbouw en bestaande bouw
Afdeling
Artikel; Leden
2.1 2.9 2.10 2.15
2.2, 2.3, 2.4: 1-2, 2.7, 2.8 2.67, 2.68, 2.71 2.84; 1-6 2.130
3.1 3.5 3.9
3.2, 3.3, 3.4 3.21; 1 3.63; 1
3.10
3.69; 1
5.1
5.3; 1,4,5, 5.4, 5.5
6.2 6.3
6.8; 1a 6.13
Normen of Praktijkrichtlijnen die genoemd worden in het kader van eisen die ontleend zijn aan publiekrechtelijke regelgeving zijn bedoeld, zoals daarin aangewezen. 4.2
TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN VEILIGHEID
4.2.1
ALGEMENE STERKTE VAN EEN BOUWCONSTRUCTIE; BB Afd. 2.1 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op bevestigingsystemen en (afdekkingen van) zonne-elementen. Prestatie-eis Voor zonne-elementen voor zonnewarmte- en/of zonnestroomsystemen zijn de BB-artikelen 2.2, 2.3, 2.4 leden 1 en 2, en BB-artikelen 2.7 en 2.8 van toepassing. Grenswaarde Een bouwconstructie bezwijkt gedurende de in NEN-EN 1990 bedoelde ontwerplevensduur niet bij de fundamentele belastingscombinaties als bedoeld in NEN-EN 1990. Toelichting: Dit geldt voor alle bouwconstructies. Een bouwconstructie bezwijkt gedurende de in NEN-EN 1990 bedoelde ontwerplevensduur niet bij de buitengewone belastingscombinaties als bedoeld in NEN-EN 1990, als dit leidt tot het bezwijken van een andere bouwconstructie die niet in de directe nabijheid ligt van die bouwconstructie. Daarbij wordt uitgegaan van de buitengewone belastingen als bedoeld in NEN-EN 1991.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 9.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
Toelichting: Deze extra eis betreft de ‘hoofddraagconstructie’ en is gericht op het tegengaan van ‘voortschrijdende instorting’. Bepalingsmethode De sterkte van bevestigingsystemen en afdekkingen van zonne-elementen voor zonnewarmte- en/of zonnestroomsystemen dient te worden bepaald volgens:
NEN-EN 1992 (beton); NEN-EN 1993 (staal); NEN-EN 1994 (staal-beton); NEN-EN 1995 (hout); NEN-EN 1999 (aluminium); NEN 2608 (glas).
(Alternatieve) bepalingsmethode 1: Bepaling van de glasdikte(-n) kan met behulp van NPR 3599 worden vastgesteld, welke methode gelijkwaardig is met de methode volgens NEN 2608. (Alternatieve) bepalingsmethode 2: Bepaling van de mechanische sterkte van een zonnestroomelement kan worden beoordeeld volgens paragraaf 10.16 van NEN-EN-IEC 61215 voor kristallijn silicium modules en NEN-EN-IEC 61646 voor dunne film modules. Behalve aan de genoemde eis dient te worden voldaan aan de criteria in hoofdstuk 6 van NEN-EN-IEC 61215 respectievelijke NEN-EN-IEC 61646. Voor de beoordeling van het voldoen aan de vermelde prestatie-eisen dient te worden voldaan aan de eisen ten aanzien van: Monsterneming volgens hoofdstuk 3; Testopzet volgens hoofdstuk 5; Rapportage volgens hoofdstuk 8 van NEN-EN-IEC 61215 respectievelijk NEN-EN-IEC 61646. Certificatieonderzoek Aan de hand van aan te leveren berekeningen wordt gecontroleerd of de uitgangspunten voor de berekening (belastingen, belastingfactoren, materiaalfactoren, etc.) alsmede de berekening zelf correct zijn en overeenstemmen met de daarvoor aangewezen normen. Indien het aantonen geschiedt met gebruikmaking van een door betreffende normcommissie vastgestelde NPR, dan wordt geacht te zijn voldaan aan de desbetreffende norm. 4.2.2
BEPERKING VAN HET ONTWIKKELEN VAN BRAND EN ROOK; BB Afd. 2.9 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op zonne-elementen. Prestatie-eis Op zonne-elementen zijn BB-artikelen 2.67, 2.68 en 2.71 (op daken) van toepassing. Grenswaarde Een zijde van een constructieonderdeel dat grenst aan de binnenlucht voldoet aan de in BB-tabel 2.66 gegeven brandklasse. Indien grenzend aan een beschermde vluchtroute voldoet de binnenzijde aan rookklasse s2. Een zijde van een constructieonderdeel dat grenst aan de buitenlucht voldoet aan de in tabel 2.66 van Bouwbesluit 2012 gegeven brandklasse. Dit geldt niet voor de bovenzijde van een dak en voor een deur, een raam, een kozijn of een daaraan gelijk te stellen constructieonderdeel. De bovenzijde van een dak is niet brandgevaarlijk. Een deur, een raam, een kozijn of een daaraan gelijk te stellen constructieonderdeel voldoet aan brandklasse D. Een zonne-element voldoet ten minste aan brandklasse D.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 10.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
Bepalingsmethode De brandklasse dient te worden bepaald volgens NEN-EN 13501-1. Het brandgevaarlijk zijn van een dak dient te worden bepaald volgens NEN 6063. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de componenten voldoen aan brandklasse D en of ze brandgevaarlijk zijn. De brandklasse en eventueel rookklasse wordt in het attest-met-productcertificaat opgenomen. 4.2.3
BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND; BB Afd. 2.10 (facultatief) Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op zonne-elementen. Prestatie-eis Op zonne-elementen is BB-artikel 2.84, leden 1 tot en met 6 van toepassing. Grenswaarde De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag is afhankelijk van de toepassing ten minste 30 of 60 minuten. Bepalingsmethode De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag wordt bepaald volgens NEN 6068. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de zonne-elementen voldoen aan de eis van ten minste 30 minuten. In het attest-metproductcertificaat wordt de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag vermeld.
4.2.4
INBRAAKWERENDHEID, NIEUWBOUW; BB Afd. 2.15 (facultatief) Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op geïntegreerde zonne-elementen en de bevestigingsystemen. Prestatie-eis Op geïntegreerde zonne-elementen en bevestigingsystemen is BB-artikel 2.130 van toepassing. Grenswaarde Ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen in een scheidingsconstructie van een niet-gemeenschappelijke ruimte die volgens NEN 5087 bereikbaar zijn voor inbraak hebben voldoen aan weerstandsklasse 2 volgens NEN 5096. Bepalingsmethode De weerstandsklasse wordt bepaald volgens NEN 5096. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de scheidingsconstructie waarin zonne-elementen zijn aangebracht voldoet aan weerstandsklasse 2. Het attest-met-productcertificaat kan voorbeelden geven die aan de eis voldoen.
4.3
TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN GEZONDHEID
4.3.1
BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN, NIEUWBOUW; BB Afd. 3.1 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op geïntegreerde zonne-elementen. Prestatie-eis Op geïntegreerde zonne-elementen zijn BB-artikelen 3.2, 3.3 en 3.4 van toepassing. Grenswaarde Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een karakteristieke geluidwering van ten minste 20 dB. Voor situaties met industrie-, weg-, spoorweg- en luchtvaartlawaai gelden zwaardere eisen volgens BB-artikelen 3.3 en 3.4. De karakteristieke geluidwering van een geïntegreerd zonne-element in combinatie met het bouwkundig kader bedraagt ten minste 20 dB.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 11.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
Bepalingsmethode De karakteristieke geluidwering van een geïntegreerd zonne-element in combinatie met het bouwkundig kader wordt bepaald volgens NEN 5077. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de scheidingsconstructie waarin zonne-elementen zijn aangebracht een karakteristieke geluidwering van ten minste 20 dB heeft. In het attest-met-productcertificaat kunnen voorbeelden van geïntegreerde zonne-elementen in combinatie met een bouwkundig kader worden gegeven voorzien van de bijbehorende volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering. 4.3.2
WERING VAN VOCHT; BB Afd. 3.5 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op geïntegreerde zonne-elementen en bevestigingsystemen van zonneelementen. Prestatie-eis Op geïntegreerde zonne-elementen is BB-artikel 3.21 lid 1 van toepassing. Grenswaarde Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied, een toiletruimte of een badruimte is waterdicht. Bepalingsmethode Het al of niet waterdicht zijn van een geïntegreerd zonne-element wordt bepaald volgens NEN 2778. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of zonne-elementen in combinatie met het bouwkundig kader waterdicht is volgens NEN 2778. In het attest-met-productcertificaat kunnen voorbeelden van geïntegreerde zonne-elementen en het bouwkundig kader worden gegeven die voldoen aan de eis.
4.3.3
BEPERKING VAN DE AANWEZIGHEID VAN SCHADELIJKE STOFFEN EN IONISERENDE STRALING; BB Afd. 3.9 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op componenten van zonne-energiesystemen. Prestatie-eis Op componenten van zonne-energiesystemen is BB-artikel 3.63 lid 1 van toepassing. Bij Ministeriële Regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het in een bouwwerk (overige gebruiksfunctie of bouwwerk geen gebouw zijnde) toepassen van schadelijke materialen. Grenswaarde Er is (nog) geen grenswaarde van toepassing. Bepalingsmethode Er is (nog) geen bepalingsmethode van toepassing. Toelichting: In het Bouwbesluit is nog geen invulling gegeven aan deze bepaling. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties van de componenten correct zijn.
4.3.4
BESCHERMING TEGEN RATTEN EN MUIZEN; BB Afd. 3.10 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op geïntegreerde zonne-elementen. Prestatie-eis Op componenten van zonne-energiesystemen is BB-artikel 3.69 lid 1 van toepassing. Grenswaarde In een uitwendige scheidingsconstructie mogen geen openingen voorkomen groter dan 0,01 m.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 12.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
Bepalingsmethode De afmetingen van eventuele openingen worden gemeten. Certificatieonderzoek Aan de hand van de (detail)tekeningen wordt beoordeeld of er aan de buitenzijde openingen (te verwachten) zijn die groter zijn dan 0,01 m. Het attest-met-productcertificaat kan (inbouw)details geven die aan de eis voldoen. 4.4
TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN ENERGIEZUINIGHEID EN MILIEU, NIEUWBOUW
4.4.1
ENERGIEZUINGHIED, NIEUWBOUW; BB Afd. 5.1 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op geïntegreerde zonne-elementen. Prestatie-eis Op geïntegreerde zonne-elementen zijn BB-artikel 5.3 leden 1, 4 en 5, en BB-artikelen 5.4 en 5.5 van toepassing. Grenswaarde Een uitwendige scheidingsconstructie heeft een warmteweerstand van ten minste de in BB-tabel 5.1 gegeven waarde. Voor ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen hebben een 2 warmtedoorgangscoëfficiënt van ten hoogste 1,65 W/m .K. 3 De totale luchtvolumestroom van verblijfsgebied, toilet- en badruimte is niet groter dan 0,2 m /s. Bepalingsmethode De warmteweerstand en de warmtedoorgangscoëfficiënt worden bepaald volgens NEN 1068. De luchtvolumestroom van een verblijfsgebied wort bepaald volgens NEN 2686. Alternatieve prestatie-eisen en bepalingsmethoden De bepaling van de luchtdoorlatendheid van uitwendige scheidingsconstructies kan ook uitgevoerd op basis van NEN-EN 1026 conform artikel 4.14 van NEN-EN-14351-1. Prestatie-eisen vastgesteld door het CvD MGE: 1. De bijdrage die gevel- of dakelementen met zonne-elementen (inclusief hun aansluiting aan het bouwkundig kader) aan de luchtvolumestroom leveren mag, bepaald overeenkomstig NEN-EN 1026 bij de voor het desbetreffende toepassingsgebied geldende toetsingsdruk voor luchtdoorlatendheid, ten hoogste 1 1 0,5 m³/h per m naad en/of 9,0 m³/h per m sluitnaad bedragen. 2. Het totaal van luchtlekkage door (sluit-)naden en kieren zoals dat door gevel- of dakelementen met zonneelementen als bijdrage aan de luchtvolumestroom geleverd wordt, mag, bepaald overeenkomstig NEN-EN 1026 bij de voor het desbetreffende toepassingsgebied geldende toetsingsdruk voor luchtdoorlatendheid voor gevel- of dakelementen met zonne-elementen met uitsluitend vaste delen, in absolute zin niet groter zijn dan 1,8 m³/h per m², gerelateerd aan het totaal van het oppervlak van de gevel- of dakelementen met zonne-elementen zoals die aan de beschouwde verblijfsruimte grenst. 3. Het totaal van luchtlekkage door (sluit-)naden en kieren zoals dat door gevel- of dakelementen met zonneelementen als bijdrage aan de luchtvolumestroom geleverd wordt, mag, bepaald overeenkomstig NEN-EN 1026 bij de voor het desbetreffende toepassingsgebied geldende toetsingsdruk voor luchtdoorlatendheid voor gevel- of dakelementen met zonne-elementen met beweegbare delen, in absolute zin niet groter zijn dan 6,0 m³/h per m², gerelateerd aan het totaal van het oppervlak van de gevel- of dakelementen met zonne-elementen zoals die aan de beschouwde verblijfruimte grenst. Toelichting: Specifiek voor (gevelvullende) toepassingsvoorbeelden met vaste delen kan overeenkomstig genoemde bepalingsmethode een waarde voor luchtlekkage per m² in absolute zin worden vastgesteld. 4. Per lengte-eenheid van maximaal 100 mm over de omtrek van een sluitnaad mag nergens een grotere plaatselijke bijdrage aan de luchtvolumestroom worden geleverd van ten hoogste 1,8 m³/h, om (plaatselijke) tochtverschijnselen te voorkomen. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de zonne-elementen voldoen aan de eisen. Het attest-met-productcertificaat kan toepassingsvoorbeelden geven met vermelding van de warmteweerstand of de warmtedoorgangscoëfficiënt en/of de bijdrage aan de luchtvolumestroom.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 13.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
4.5
VOORSCHRIFTEN INZAKE INSTALLATIES
4.5.1
VOORZIENING VOOR HET AFNEMEN EN GEBRUIKEN VAN ENERGIE, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW; BB Afd. 6.2 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op elektrische componenten van zonnestroomsystemen. Prestatie-eis Op elektrische componenten van zonnestroomsystemen is BB-artikel 6.8 lid 1a van toepassing. Grenswaarde Een voorziening voor elektriciteit voldoet aan NEN 1010. Aan de DC-zijde dient een lastscheider aanwezig te zijn. Bepalingsmethode Het voldoen aan de eis wordt bepaald volgens NEN 1010. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de elektrische componenten van zonnestroomsystemen voldoen aan de eis.
4.5.2
WATERVOORZIENING, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW; BB Afd. 6.3 Toepassing Deze eisen zijn van toepassing op componenten van zonnewarmtesystemen. Prestatie-eis Op componenten van zonnewarmtesystemen is BB-artikel 6.13 van toepassing. Grenswaarde Een watervoorziening voldoet aan NEN 1006. Bepalingsmethode Het voldoen aan de eis wordt bepaald volgens NEN 1006. Certificatieonderzoek Gecontroleerd wordt of de componenten van zonnewarmtesystemen voldoen aan de eis.
5
BESLUIT BODEMKWALITEIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN
5.1
ALGEMEEN Bij componenten van zonne-energiesystemen worden geen materialen gebruikt die onder het Besluit bodemkwaliteit vallen. In dit hoofdstuk van de BRL zijn dan ook geen eisen en bepalingsmethoden opgenomen ten aanzien van het Besluit bodemkwaliteit.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 14.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
6
NIET BOUWBESLUIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN
6.1
ALGEMEEN
BRL 9931
In dit hoofdstuk zijn de overige eisen opgenomen waaraan de (componenten van) zonne-energiesystemen moeten voldoen, evenals de bepalingsmethoden om vast te stellen dat aan de eisen wordt voldaan. Het betreffen eisen uit normatieve documenten en eisen die door het CvD zijn opgesteld. 6.2
COMPONENTEN VAN ZONNESTROOMSYSTEMEN
6.2.1
Algemeen Van de elektrische componenten van zonnestroomsystemen dient de beschermingsgraad (IP-code) overeenkomstig NEN-EN-IEC 60529 te worden bepaald. De IP-code wordt in het attest-met-productcertificaat vermeld. De BOS-componenten en de omvormer dienen te voldoen aan de eisen voor elektromagnetische compatibiliteit overeenkomstig NEN-EN-IEC-61000-6-3.
6.2.2 6.2.2.1
PV-element Algemeen Binnen een productgroep van PV-elementen moeten de volgende onderdelen steeds dezelfde zijn: Fabricaat, type en aantal zonnecellen; Cell interconnect materiaal; Module bus bar materiaal; Soldeermethode en -materiaal; Front- en achtermateriaal; In geval van glas als front- of achtermateriaal (in zoverre het voldoet aan het Bouwbesluit): - de dikte van het glas; - thermisch voorgespannen of veiligheidsglas; Encapsulant (materiaal dat wordt gebruikt om de zonnecellen te omhullen); Junction box; Bypass diode; Fabricaat, type en lengte van de output-kabel; Connector (indien aanwezig).
6.2.2.2
De certificaathouder declareert de volgende gegevens van de productgroep: Het maximum aantal zonnecellen per string; De minimum randafstand van de zonnecellen; De minimum ruimte tussen de zonnecellen; In geval van glas als frontmateriaal: de minimum glasdikte; In geval van glas als achtermateriaal: de minimum glasdikte; De maximum buiging L/x (waarin L is de paneellengte en x de door de certificaathouder gedeclareerde waarde).
Productveiligheid Netgekoppelde zonnestroomsystemen moeten gebouwd zijn volgens NEN 1010 in het algemeen (zie par. 4.5.1 van deze BRL) en volgens NEN 1010 onderdeel 7-712 (Fotovoltaïsche voedingssystemen) in het bijzonder. Zonnestroomelementen dienen te voldoen aan veiligheidsklasse II volgens NEN-EN-IEC 61730-1.
6.2.2.3
Prestatie-eisen PV-elementen en de bijbehorende BOS-componenten overeenkomstig hoofdstuk 10 van: NEN-EN-IEC 61215 voor kristallijn silicium modules NEN-EN-IEC 61646 voor dunne film modules met betrekking tot: a. Visuele kwaliteit (10.1); b. Isolatieweerstand (10.3); c. Gedrag bij buiten opstelling (10.8);
dienen te voldoen aan de prestatie-eisen
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 15.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
d. e. f. g. h. i. j. k. l. m.
BRL 9931
Gedrag bij hot-spot effecten (10.9); UV-weerstand (10.10); Weerstand tegen temperatuurwisselingen (10.11); Weerstand tegen extreme temperatuurwisselingen (10.12); Weerstand tegen langdurige vochtindringing (10.13); Deugdelijkheid van de aansluitingen (10.14); Lekstroom (10.15); Weerstand tegen hagel (10.17); Betrouwbaarheid van bypass-diodes (10.18); Weerstand tegen verweking onder invloed van licht (uitsluitend voor dunne film, 10.19).
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de betreffende paragraaf van NEN-EN-IEC 61215 respectievelijk NEN-EN-IEC 61646. Behalve aan de specifieke per test genoemde eisen dient te worden voldaan aan de criteria in hoofdstuk 6 van NEN-EN-IEC 61215 respectievelijk NEN-EN-IEC 61646. Voor de beoordeling van het voldoen aan de vermelde prestatie-eisen dient te worden voldaan aan de eisen ten aanzien van: Monsterneming volgens hoofdstuk 3; Testopzet volgens hoofdstuk 5; Rapportage volgens hoofdstuk 8 van NEN-EN-IEC 61215 respectievelijk NEN-EN-IEC 61646. Netgekoppelde PV-elementen bedoeld voor woningen met een maximum vermogen van 500W (output stroomsterkte van maximaal 2,25 A) dienen bovendien te voldoen aan de eisen in NTA 8493. 6.2.2.4
Prestaties De prestaties van de PV-elementen met de bijbehorende BOS-componenten dienen te worden bepaald overeenkomstig hoofdstuk 10 van: NEN-EN-IEC 61215 voor kristallijn silicium modules NEN-EN-IEC 61646 voor dunne film modules met betrekking tot: a. Maximum vermogen Pmax (10.2); b. Temperatuur coëfficiënten (10.4); c. Nominale celtemperatuur in bedrijf (10.5); d. Elektrische prestaties (stroomsterkte/voltage) bij Standaard Test Condities en bij nominale celtemperatuur in bedrijf (10.6); e. Elektrische prestaties bij laag stralingsniveau (10.7). De resultaten van deze metingen worden opgenomen in het attest-met-productcertificaat.
6.2.2.5
Front-/achtermateriaal; glas Indien glas als front- of achtermateriaal wordt toegepast dient het PV-paneel te voldoen aan de onderstaande eisen a tot en met e. Prestatie-eisen a. Voor zover van toepassing overeenkomstig NEN 3569 dient veiligheidsbeglazing toegepast te worden. Voor het type veiligheidsbeglazing alsmede de klasse overeenkomstig NEN-EN 12600 gelden eisen overeenkomstig NEN 3569. Opmerking: De certificaathouder is niet gehouden veiligheidsbeglazing te leveren en te plaatsen indien een en ander in het offerte/opdracht stadium door de certificaathouder schriftelijk uitgesloten is. b. (Enkel) glas dient te voldoen aan eisen overeenkomstig NEN-EN 572-1 en NEN-EN 572-2. c. Bij toepassing van thermisch voorgespannen glas in buitengevels dient het glas (> 5 m boven maaiveld) een warmte behandeling te ondergaan overeenkomstig NEN-EN 14179-1. Toelichting: Betreffende warmtebehandeling (zg. heat-soak test) heeft ten doel het (nagenoeg) voorkomen van spontane breuk door insluiting van nikkelsulfide.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 16.
6.2.2.6
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
Front/achtermateriaal; andere materialen Bij toepassing van andere materialen dan glas als front- of achtermateriaal dient het PV-paneel te voldoen aan de eisen a tot en met h. a. Panelen mogen, gemeten over de lengte van hun diagonaal bij de ongunstigste combinatie van belastingen niet meer doorbuigen dan maximaal 0,02 x de lengte van de beschouwde overspanning. Na belasting mag het paneel geen blijvende vervorming vertonen. Toelichting: De stijfheid van platen bij toepassing in panelen, kan bepaald worden door gebruik te maken van de bepalingen in NEN 2608, met dien verstande dat de waarden voor de buigtrekspanning fmt,u,rep en de materiaalfactor уm, zoals die waarden in de berekening moeten worden gehanteerd bekend moeten zijn. De leverancier van plaatwerk bestemd voor toepassing in panelen kan gevraagd worden opgave te doen van de benodigde gegevens. b. Panelen, inclusief bevestigingen c.q. sponninglijsten, mogen bij een stootbelasting overeenkomstig ISO 8271 (hard body impact-test); respectievelijk ISO 8270 (soft-heavy body impact-test) niet bezwijken of zodanig in trilling komen, dat daardoor bevestigingen zouden kunnen lostrillen of dat daardoor panelen in een eigenfrequentie aanhoudend hinderlijk geluid produceren. Sponninglijsten mogen bij beproevingen niet uit de sponning slaan. c. Panelen mogen, overeenkomstig bepalingen in NEN-EN 1990, door windbelasting (onder extreme omstandigheden) of anderszins niet in een trilling van een eigenfrequentie geraken en moeten panelen over voldoende demping beschikken, teneinde het optreden van hinderlijke resonanties te voorkomen. (Alternatieve) bepalingsmethoden: Behalve door berekening overeenkomstig bepalingen in NEN-EN 1990, kan proefondervindelijk door kortstondig duwen en/of het handmatig toedienen van een slag of stoot worden vastgesteld, dat aan de eis in redelijkheid is voldaan. d. Aan de buiten-bovenzijde van dubbelplaatconstructies mogen geen inwaterende naden voorkomen. De verbinding in zulke dubbelplaatconstructies moet bestand zijn tegen de invloed van water en mag bij langdurige blootstelling daaraan bij wisselende temperaturen niet delamineren, gedurende de verwachte levensduur van het gevelelement. e. Bij vaste panelen dienen voorzieningen te zijn aangebracht voor ventilatie met buitenlucht, behalve wanneer de panelen geheel (in een gesloten "sandwich-constructie") zijn gevuld met een voor de toepassing geschikt isolatiemateriaal (cfk-vrij). f.
Panelen dienen overeenkomstig de eisen welke i.v.m. de haaksheid aan gevelelementen worden gesteld 1 niet meer dan 1 mm/m van de haaksheid afwijken.
g. Panelen dienen strak en vlak van uiterlijk te zijn. De maximale afwijking van vlakheid in onbelaste toestand en gemeten in de stand van zijn toepassing (in het vlak van het paneel) mag gemeten onder een rei over 1 de diagonalen nergens meer bedragen dan 5 mm/m h. Zelfdragende of samengestelde panelen mogen bepaald onder de rei niet scheluw vervormd zijn. De 1 scheluw vervorming van een paneel ten opzichte van een zuiver vlak, mag maximaal 5 mm/m bedragen tot een absoluut maximum van 10 mm. 6.2.2.7
BOS-componenten Onder BOS-componenten worden onder andere verstaan junction boxes, MPP-trackers, schakelaars en bekabeling. De BOS-componenten dienen te voldoen aan NEN-EN-IEC 62093.
6.2.2.8
Productidentificatie Elk product dient te worden gemerkt met de naam van de fabrikant en een uniek serienummer. Het merkteken dient duurzaam leesbaar te zijn gedurende de ontwerp levensduur van het product. Van elk product dient de polariteit duidelijk gemerkt te zijn. Dit kan worden bereikt door kleurcodering of een daartoe geschikt en duurzaam merkteken op de kabelconnector of junction box.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 17.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
De certificaathouder verstrekt bij elke PV-module een datablad met daarop ten minste de volgende gegevens (onder standaard test condities): a. Open klemspanning (Voltage open circuit Voc); b. Kortsluitstroom (ISC); c. Voltage bij Maximum vermogen (VMPP); d. Stroomsterkte bij Maximum vermogen (IMPP). Daarnaast verstrekt de certificaathouder per productgroep de volgende gegevens: a. Maximum Systeem Voltage (V) rating; b. Voltage temperatuur coëfficiënt %/ºC en mV/ºC; c. Maximum vermogen (WP) bepaald conform NEN-EN-IEC 60904; d. Maximum Reverse Current (IR); e. Aanbevolen Fuse Rating. 6.2.3 6.2.3.1
Omvormer Algemeen De omvormer dient te voldoen aan NEN-EN-IEC 62093.
6.2.3.2
Productveiligheid De omvormer dient te voldoen aan: de eisen voor elektromagnetische compatibiliteit overeenkomstig NEN-EN-IEC-61000-6-3 de veiligheidseisen volgens NEN-EN-IEC 62109 De omvormer dient te zijn voorzien van een DC-geschikte schakelaar.
6.2.3.3
Prestatie De overall MPP-efficiency dient te worden bepaald volgens NEN-EN-IEC 50530.
6.2.3.4
Productidentificatie Omvormers die worden toegepast in netgekoppelde zonnestroomsystemen dienen geïdentificeerd te worden met een datablad en een typeplaatje volgens NEN-EN 50524.
6.2.4
Bevestigingssysteem Aan de bevestigingssystemen worden geen andere dan Bouwbesluit-gerelateerde eisen gesteld.
6.3
COMPONENTEN VAN ZONNEWARMTESYSTEMEN
6.3.1
Algemeen Zonnewarmte-elementen dienen te voldoen aan de eisen volgens NEN-EN 12975-1.
6.3.2
Zonnecollectoren 1
Bij de testen volgens paragraaf 5.2 a t/m f en h t/m k van NEN-EN 12975-1 treedt overeenkomstig paragraaf 5.3.1 geen van de volgende afwijkingen op: Lekkage van de absorber of zodanige vervorming dat blijvend contact tussen absorber en afdekplaat ontstaat; Breuk of blijvende vervorming van de afdekplaat of de bevestigingen van de afdekplaat; Breuk of blijvende vervorming van de bevestigingspunten van de zonnecollector of de zonnecollectorbox; Verlies van vacuüm (vacuüm- of onderdrukcollectoren); Vochtophoping in de vorm van condensatie aan de binnenzijde van de transparante afdekplaat van de collector over meer dan 10% van de (open) oppervlakte.
1
Paragraaf 5.2 g betreft de sterkte van de zonnecollector en de bevestigingen. Die worden beoordeeld op basis van het Bouwbesluit (zie hoofdstuk 4 van deze BRL).
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 18.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
Tabel 2 Aspect Interne absorberdruk Weerstand tegen hoge temperatuur Blootstelling Uitwendige thermische schok Inwendige thermische schok Regendichtheid Vorstbestendigheid
Stagnatietemperatuur
Bepalingsmethode NEN-EN 12975-2; 5.2 NEN-EN 12975-2; 5.3 NEN-EN 12975-2; 5.4 NEN-EN 12975-2; 5.5 NEN-EN 12975-2; 5.6 NEN-EN 12975-2; 5.7 NEN-EN 12975-2; 5.8 3 vorst-door-cycli
BRL 9931
Aanvullende eis/opmerking
NEN-EN 12975-1; 5.3.4
NEN-EN 12975-1; 5.3.7 Geldt alleen voor watergevulde en leegloopsystemen (zonder antivries)
NEN-EN 12975-1; 6 Berekening volgens NEN-EN 12975-2; annex C
In het attest-met-productcertificaat wordt gespecificeerd dat aan de eisen wordt voldaan en worden de thermische prestaties en de stagnatietemperatuur gegeven. 6.4
TECHNISCHE DOCUMENTATIE De certificaathouder verstrekt de afnemer bij de levering van een component van een zonne-energiesysteem de volgende informatie: a. Een omschrijving van het beoogde gebruik en de toepassing; b. Productietekeningen en/of specificaties inclusief toleranties, datum van uitgifte en revisienummer; c. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsinstructie; d. Databladen als bedoeld in EN 50380 (PV-elementen).
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 19.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
7
EISEN AAN HET KWALITEITSYSTEEM
7.1
ALGEMEEN
BRL 9931
In dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen waaraan het kwaliteitssysteem van de attest-metproductcertificaathouder moet voldoen. 7.2
BEHEERDER VAN HET KWALITEITSYSTEEM Binnen de organisatie van de certificaathouder moet een functionaris zijn aangewezen die belast is met het beheer van het kwaliteitssysteem (IKB-systeem).
7.3
INTERNE KWALITEITSBEWAKING (IKB) In het IKB-systeem dienen minimaal de volgende procedures te zijn opgenomen: a. b. c. d.
Controle van offerte en overeenkomst; Controle van ontwerp; Ingangscontrole; Uitvoering en registratie van: - Controlemetingen; - Spanningsmeting; - IV-curvemeting met behulp van referentiecel. e. Controle van stringprotocol; f. Leveringscontrole; g. Klachtenregistratie en –behandeling; h. Beheer van merken en productidentificatie; i. Behandeling van producten met gebreken; j. Corrigerende maatregelen bij geconstateerde gebreken. 7.4
PRODUCTIE De certificaathouder dient aantoonbaar procedures te hebben, die waarborgen dat: a. alle geproduceerde componenten zodanig zijn geproduceerd dat ze aantoonbaar voldoen aan de eisen als opgenomen in hoofdstukken 4 en 5 van deze beoordelingsrichtlijn; b. de componenten zodanig zijn geproduceerd dat zij niet meer dan de toleranties afwijken van nominale specificaties en voldoen aan paragraaf 6.2 van deze beoordelingsrichtlijn; c. in geval van variabele glasdikte, het laminatie-proces op de juiste wijze is afgestemd op de verschillende glasdikten.
7.5
TECHNISCH DOSSIER De certificaathouder legt een technisch dossier aan, waarmee kan worden aangetoond dat de geteste PVpanelen equivalent zijn aan de normaal geproduceerde PV-panelen. Het technisch dossier omvat ten minste de volgende documenten: a. Een omschrijving van het beoogde gebruik en de toepassing van de panelen; b. Productietekeningen en/of specificaties inclusief toleranties, datum van uitgifte en revisienummer; c. Het revisienummer van het product; d. Specificaties van toegepaste materialen en componenten; e. Registraties interne kwaliteitsbewaking; f. Testrapporten; g. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsinstructie; h. Voorbeeld datablad als bedoeld in de betreffende norm zoals per component benoemd in hoofdstuk 6.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 20.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
8
EISEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING
8.1
ALGEMEEN
BRL 9931
De certificatie-instelling moet voor het onderwerp van deze BRL zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17065. Tot een door de Raad voor Accreditatie nader te bepalen datum is accreditatie op basis van NEN-EN 45011 toegestaan. De certificatie-instelling moet beschikken over een reglement, of een daaraan gelijkwaardig document, waarin de algemene regels zijn vastgelegd die bij certificatie worden gehanteerd. In het bijzonder zijn dit: De algemene regels voor het uitvoeren van het toelatingsonderzoek, te onderscheiden naar: De wijze waarop leveranciers worden geïnformeerd over de behandeling van een aanvraag; De uitvoering van het onderzoek; De beslissing naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek De algemene regels ten aanzien van de uitvoering van controles en de daarbij gehanteerde controleaspecten; De door de certificatie-instelling te treffen maatregelen bij tekortkomingen; De regels bij beëindiging van een certificaat; De mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen beslissingen of maatregelen van de certificatieinstelling. 8.2
CERTIFICATIEPERSONEEL Het bij certificatie betrokken personeel is te onderscheiden naar: Keurmeester: Belast met de uitvoering van de externe controle bij de certificaathouder; Sectorcoördinator: Belast met het uitvoeren van het toelatingsonderzoek, de autorisatie van het montagehandboek en de beoordeling van de rapporten van keurmeesters; Beslisser: Belast met het nemen van beslissingen naar aanleiding van uitgevoerde toelatingsonderzoeken, voortzetting van certificatie naar aanleiding van uitgevoerde controles en beslissingen over de noodzaak tot het treffen van corrigerende maatregelen.
8.3
KWALIFICATIE-EISEN De kwalificatie voor de uitvoerende certificatiepersonen van een certificatie-instelling dient te voldoen aan NEN-EN 45011 In het Kwaliteitssysteem van de certificatie-instelling dienen de kwalificaties van het certificatie personeel te worden omschreven. In tabel 3 zijn de kwalificaties van het certificatiepersoneel opgenomen. Tabel 3: Kwalificaties certificatie personeel NEN-EN Keurmeester 45011 1. Algemene MBO denk- en werk niveau opleiding 2. Algemene Minimaal 1 jaar relevante ervaring werkervaring waarin minimaal aan 4 controles werd deelgenomen terwijl 1 controle zelfstandig werd uitgevoerd onder supervisie 3. Specifieke ervaring
Gedetailleerde kennis betreffende montagetechniek, de productietechnieken van gevelelementen en zonneenergiesystemen. Gedetailleerde kennis van geveltechniek, materiaaleigenschappen, statica en bouwfysica.
Sectorcoördinator
Beslisser
HBO denk- en werk niveau
HBO denk- en werk niveau
Minimaal 2 jaar relevante werkervaring waarin minimaal aan 4 inspectiebezoeken werd deelgenomen en ervaring in relatie tot procescertificatie en kwaliteitszorg Gedetailleerde kennis betreffende montagetechniek, de productietechnieken van gevelelementen en zonneenergiesystemen. Gedetailleerde kennis van geveltechniek, materiaaleigenschappen, statica, bouwfysica, het certificatieschema en de reglementen
4 jaar werkervaring bij voorkeur in relatie tot procescertificatie en kwaliteitszorg
Gedetailleerde kennis betreffende het specifieke certificatieschema en de reglementen
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 21.
8.4
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
RAPPORTAGE CERTIFICATIEONDERZOEK Het rapport, waarin de bevindingen van het certificatieonderzoek worden vastgelegd, moet aan de volgende eisen voldoen: Volledigheid: Het rapport doet uitspraak over alle in de beoordelingsrichtlijn gestelde eisen; Traceerbaarheid: De bevindingen waarop uitspraken zijn gebaseerd moeten traceerbaar zijn vastgelegd; Basis voor beslissing: De beslisser over certificaatverlening moet zijn beslissing kunnen baseren op de in het rapport vastgelegde bevindingen.
8.5
CERTIFICATIEBESLISSING De beslissing over de certificaatverlening moet plaatsvinden door een daartoe gekwalificeerde beslisser, die niet zelf bij het certificaatonderzoek betrokken is geweest. De beslissing moet traceerbaar zijn vastgelegd.
8.6
UITVOERING KWALITEITSVERKLARING ®
De KOMO Kwaliteitsverklaring moet zijn uitgevoerd conform het in bijlage I opgenomen model. Opmerking: Het model in bijlage I is gebaseerd op de modelteksten zoals uitgegeven door Stichting KOMO en SBK. Indien de modelteksten wijzigen gedurende de looptijd van deze BRL dan worden bij de uitgifte van kwaliteitsverklaringen op deze BRL altijd de dan geldende modelteksten aangehouden. 8.7
AARD EN FREQUENTIE VAN EXTERNE CONTROLES De certificatie-instelling moet controle uitoefenen op de naleving van de verplichtingen. Over de aan te houden controlefrequentie beslist het College van Deskundigen. Bij de inwerkingtreding van deze beoordelingsrichtlijn is de frequentie vastgesteld. Jaarlijks zal het CvD bepalen of de frequentie van de externe controles aangepast moet worden aan de hand van de resultaten van de controles zoals vermeld in het jaarverslag van de certificatie-instelling. Controles zullen in ieder geval betrekking hebben op: Het in de bezoekrapport gestelde controle punten De Interne Kwaliteit Bewaking met de resultaten van de door de certificaathouder eigen uitgevoerde controle c.q. opleveringsbonnen; De naleving van de vereiste procedures.
8.7.1
Controle op het attest-met-productcertificaat De controlefrequentie voor toetsing en beoordeling van het functioneren van het interne kwaliteitsbewakingssysteem, alsmede de toetsing en beoordeling van de kwaliteit van halffabrikaten en het eindproduct overeenkomstig de specificaties in het attest-met-productcertificaat, is afhankelijk van de productgroep waarin de eindproducten onder vallen conform tabel 4. De bevindingen van elke uitgevoerde controle zullen door de certificatie-instelling naspeurbaar worden vastgelegd in een rapport. De controlefrequentie en het sanctiebeleid (zoals het toegestane aantal afwijkingen) wordt jaarlijks door het College van Deskundigen vastgesteld. De inspecties zullen door de certificatie-instelling onaangekondigd steekproefsgewijs plaatsvinden, middels de controlelijst zoals vastgesteld door het vigerende College van Deskundigen. De controlefrequentie is gerelateerd aan het producttype en de productgroep en af te leiden uit tabel 4. De controlefrequentie kan op advies van het vigerende College van Deskundigen worden aangepast. Tabel 4: Jaarlijkse inspectiefrequentie Productgroepen Panelen Omvormer Bevestigingssysteem zonnecollector
Controlefrequentie IKBsysteem 2 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar
Controlefrequentie per gecertificeerd product(type) in een productgroep 2 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 22.
8.8
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
HET SANCTIEBELEID Het sanctiebeleid wordt jaarlijks vastgesteld door het College van Deskundigen.
8.9
RAPPORTAGE AAN COLLEGE VAN DESKUNDIGEN De certificatie-instelling rapporteert minimaal jaarlijks over de uitgevoerde certificatiewerkzaamheden. In deze rapportage moeten de volgende onderwerpen aan de orde komen: Mutaties in aantal certificaten (nieuw/vervallen); Aantal uitgevoerde controles in relatie tot de vastgestelde frequentie; Resultaten van de controles; Opgelegde maatregelen bij tekortkomingen; Ontvangen klachten van derden over montagewerkzaamheden die onder certificatie vallen; Het sanctiebeleid bij de certificatieregeling.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 23.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
9
LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN
9.1
WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Bouwbesluit CPR 305/2011
9.2
BRL 9931
Stb. 2011, 416, Stb. 2011, 676; Regeling Bouwbesluit 2012 Stcrt. 2011, 23914, Stb. 2013, 75 Construction Product Regulations
NORMEN EN NORMATIEVE DOCUMENTEN Overzicht normen en normatieve documenten. -
NEN 1006: 2011 NEN 1010: 2011 NEN-EN 1026: 2000 NEN 1041: 2005 NEN 1068: 2001
/ / / / /
-
NEN-EN 1990: 2011 NEN-EN 1991: 2011 NEN-EN 1992: 2011 NEN-EN 1993: 2011 NEN-EN 1994: 2011 NEN-EN 1995: 2011 NEN-EN 1999: 2011 NEN 2608: 2011 NEN 2686: 1988 NEN 2778: 2011 NEN 5077: 2011
/ / / / / / / / / / /
-
NEN 6063: 2008 NEN 6707: 2011 NEN 7120: 2011 NEN-EN 10088-1: 2005 NEN-EN 12975-1: 2006
/ / / / /
-
NEN-EN 12975-2: 2006
/
-
NEN-EN 12976: 2006
/
-
NEN-EN 12977: 2012
/
-
NEN-EN 13501-1: 2007
/
-
NEN-EN-ISO/IEC 17021: 2011 /
-
NEN-EN-ISO/IEC 17025: 2005 /
-
NEN-EN-ISO/IEC 17065: 2012 /
-
NEN-EN 45011: 1998
/
-
NEN-EN 50521: 2008
/
-
NEN-EN 50524: 2009 NEN-EN 50530: 2010 NEN-EN 55014: 2007
/ / /
-
NVN 7250: 2007
/
-
NTA 8013: 2003 NEN-EN-IEC 60904: 2007
/ /
Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002) Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Ramen en deuren - Luchtdoorlatendheid - Beproevingsmethode Veiligheidsbepalingen voor hoogspanningsinstallaties Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden, incl. aanvullingsblad A5: 2008 Eurocode: Grondslagen van het constructief ontwerp Eurocode 1: Belastingen op constructies Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies Eurocode 4: Ontwerp en berekening van staal-betonconstructies Eurocode 5: Ontwerp en berekening van houtconstructies Eurocode 9: Ontwerp en berekening van aluminiumconstructies Vlakglas voor gebouwen – Eisen en bepalingsmethode Luchtdoorlatendheid van gebouwen – Meetmethode Vochtwering in gebouwen. Bepalingsmethoden Geluidwering in gebouwen - Bepalingsmethoden voor de grootheden voor geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt door installaties en nagalmtijd Bepaling van het brandgevaarlijk zijn van daken Bevestiging van dakbedekkingen. Eisen en bepalingsmethoden Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode Roestvaste staalsoorten Thermische zonne-energiesystemen en componenten – Zonnecollectoren – Deel 1: Algemene eisen Thermische zonne-energiesystemen en componenten – Deel 2: Beproevingsmethoden Thermische zonne-energiesystemen en componenten – Fabriekmatig geproduceerde systemen Thermische zonne-energiesystemen en componenten – Op maat gebouwde systemen Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het Brandgedrag Conformiteitsbeoordeling – eisen voor instellingen die audits en certificatie van managementsystemen uitvoeren Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria, incl. correctieblad C1: 2007 Conformiteitsbeoordeling - Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten Algemene eisen voor instellingen die productcertificatie-systemen uitvoeren Connectors voor fotovoltaïsche systemen veiligheidseisen en beproevingen Informatieblad en naamplaatje voor fotovoltaïsche omvormers Algemene efficiency van fotovoltaïsche omvormers Elektromagnetische compatibiliteit - Eisen voor huishoudelijke toestellen, elektrisch gereedschap en soortgelijke apparaten Zonne-energiesystemen - Integratie in daken en gevels - Bouwkundige aspecten Procedure voor het controleren van PV-systemen Foto-elektrische elementen
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 24.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
-
NEN-EN-IEC 60529: 2003 NEN-EN-IEC 61730-1: 2012
/ /
-
NEN-EN-IEC 61215: 2005
/
-
NEN-EN-IEC 61646: 2008
/
-
NEN-EN-IEC 62093: 2005
/
-
NEN-EN-IEC 61727: 2004
/
-
NEN-EN-IEC 60320: 2007
/
-
NEN-EN-IEC 61000-6-3: 2011 /
BRL 9931
Beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel Veiligheidskwalificatie van fotovoltaïsche (PV) modules - Deel 1: Eisen voor constructie Kristallijn silicium fotovoltaïsche modules voor aardse toepassing – Ontwerpclassificatie en typegoedkeuring Dunne-film fotovoltaïsche (PV) modulen voor aardse toepassingen – Ontwerpkwalificatie en typegoedkeuring Balance-of-system onderdelen voor fotovoltasche systemen – Ontwerpclassificatie natuurlijke omgeving Fotovoltaïsche (PV) systemen - Karakterisering van de gebruiksinterface Toestelstopcontacten voor huishoudelijk en soortgelijk algemeen gebruik - Deel 1: Algemene eisen Elektromagnetische compatibiliteit – Algemene norm – Emissienorm voor huishoudelijke, handels- en lichtindustriële toepassing
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 25.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BIJLAGE I
MODEL KOMO® attest-met-productcertificaat
BRL 9931
KOMO® attest-met-productcertificaat uitgegeven: geldig tot:
xx-xx-xxxx xx-xx-xxxx
Certificaathouder: (naam) Straat nr / Postbus Postcode Plaats T: F: E: I :
Certificaathouder Productomschrijving
voor de toepassing als component van zonneenergiesystemen Verklaring van CI Dit attest-met-productcertificaat is op basis van BRL 9931: dd-mm-jjjj afgegeven conform het CI Reglement attestering, productcertificatie en procescertificatie. CI verklaart dat: het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de certificaathouder geleverde producten bij voortduring voldoen aan de in dit attest-met-productcertificaat vastgelegde technische specificatie(s), mits de producten voorzien zijn van het KOMO®-merk op een wijze als aangegeven in dit attest-met-productcertificaat; de producten prestaties leveren die in dit attest-met-productcertificaat zijn omschreven, mits: o de vervaardiging van de producten geschiedt overeenkomstig de in dit attest-metproductcertificaat vastgelegde voorschriften en/of verwerkingsmethoden; o voldaan wordt aan de in dit attest-met-productcertificaat vastgelegde toepassingsvoorwaarden. CI verklaart dat: met inachtneming van het bovenstaande de producten in hun toepassingen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, zoals gespecificeerd op blad 2 van deze kwaliteitsverklaring. CI verklaart dat: voor dit attest-met-productcertificaat geen controle plaatsvindt op de montage van de producten in de bouwwerken. Dit certificaat is een erkende kwaliteitsverklaring voor het Bouwbesluit overeenkomstig de Tripartiete overeenkomst (Staatscourant 132, 2006) en de woningwet. Het certificaat is opgenomen in het “Overzicht van erkende kwaliteitsverklaringen in de bouw” op de website van SBK: www.bouwkwaliteit.nl. Voor CI (naam) (functie) Het certificaat is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO: www.komo.nl. De gebruikers van dit certificaat worden geadviseerd om bij CI te informeren of dit document nog geldig is. Dit attest-met-productcertificaat bestaat uit xx bladzijden
Bouwbesluit
Beoordeeld is: - kwaliteitssysteem - product - product in toepassing Periodieke controle
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 27.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
BRL 9931
BIJLAGE II
BOUWBESLUITINGANG VOOR IN DE KWALITEITSVERKLARING
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN CERTIFICERING VAN COMPONENTEN VAN ZONNE-ENERGIESYSTEMEN © SKG pagina 28.
dd. dd-mm-20jj (datum bindend verklaring)
Nr.
Afdeling
2.1
Algemene sterkte van de bouw constructie
2.9
Beperking van het ontw ikkelen van brand en rook
2.10
Beperking van uitbreiding van brand Inbraakw erendheid, nieuw bouw
2.15 3.1 3.5 3.9
3.10 5.1
Bescherming tegen geluid van buiten, nieuw bouw Wering van vocht Beperking aanw ezigheid schadelijke stoffen en ioniserende straling Bescherming tegen ratten en muizen Energiezuinigheid
5.1
Luchtvolumestroom doorlatendheid
6.2
Voorziening voor elektriciteit
6.3
Watervoorziening, nieuw bouw en bestaande bouw
Grenswaarde/ bepalingsmethode Uiterste grenst oest and, berekening volgens NEN-EN 1990 Klasse A1, A2, B,C,D volgens NEN-EN 13501-1 Rookklasse s1 of s2 volgens NEN-EN 13501-1 WBDBO 30 minut en, volgens NEN 6068 Weerstandsklasse 2, volgens NEN 5096 Karakteristieke geluidw ering 20 dB(A) volgens NEN 5077 Waterdicht, volgens NEN 2778 Volgens voorschrif t en ministeriële regeling
Prestaties volgens kw aliteitsverklaring
BRL 9931
Opmerkingen i.v.m. toepassing
Geen onafsluit bare openingen > 0,01m Warmtedoorgangs-coëf f iciënt ≤ 3,5 W/m 2 .K, volgens NEN 1068 Luchtvolumest room van het totaal aan gebieden en ruimt en ≤ 0,2 m 3 /sec, volgens NEN 2686 De voorziening dient te voldoen aan NEN 1010 De voorziening dient te voldoen aan NEN 1006
1
) Zulks voorzover in de kwaliteitsverklaring voor bepaalde constructies geen hogere prestaties zijn gegeven
Ingevolge de regelingen Bouwbesluit als gepubliceerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is deze door SKG afgegeven kwaliteitsverklaring o.a. in het kader van de bouwvergunning tevens voldoende bewijs als bedoeld in artikel 1.8 van het Bouwbesluit, mits en voor zover deze kwaliteitsverklaring is opgenomen in het “Overzicht van erkende kwaliteitsverklaringen in de bouw”, zoals gepubliceerd op de website van Stichting Bouwkwaliteit (SBK): www.bouwkwaliteit.nl en op de website van Stichting KOMO: www.komo.nl en voor zover in verband met de toepassing geen hogere prestaties vereiste zijn.