naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
1902
titelpagina 2002
2012
2022 1
VOORWOORD-JEROEN STEENS
Voor woord.
RDM.1902-2012-2022
VOORWOORD-JEROEN STEENS
RDM.1902-2012-2022
Jeroen Steens Port Development Havenbedrijf Rotterdam
In de beginjaren van de twintigste eeuw was de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) er gevestigd. Een boeiende scheepswerf, waar hard werd gewerkt. De haven, de dokken en de gebouwen waren altijd in ontwikkeling en werden steeds aangepast aan de werkzaamheden die er werden uitgevoerd. De namen van de gebouwen verraden nog steeds welke activiteiten er plaatsvonden. Na het faillissement van de RDM ging het terrein voor jaren op slot. De gebouwen verouderden, het gebied verloederde.
Scheepsbouwloods, Onderzeebootloods, Timmerij, Grofsmederij... Toch heeft het hele complex altijd een bijzondere waarde gehouden. Hoe verloederd ook, de bijzondere bakstenen loodsen rond de besloten Dokhaven, de lange pieren en het zicht op de Maas bezorgen iedere bezoeker steeds
2
weer een speciale, persoonlijke havenbeleving. Die bijzondere kwaliteit van het RDM-terrein willen we bij de herontwikkeling graag behouden. We hebben gezocht naar een invulling waarin stad en haven weer bij elkaar komen. De haven verschuift steeds verder naar het westen, waardoor tussen stad en haven letterlijk en figuurlijk een verwijdering ontstaat. Hierdoor zijn er steeds meer Rotterdammers die de haven nauwelijks kennen. En onbekend maakt onbemind. Door naast de technische en praktijkgerichte opleidingen ook innovatieve en maritieme bedrijven op de RDM Campus te vestigen, creëren we een inspirerende leeromgeving voor studenten. Bovendien wordt de rest van het haventerrein zo ingevuld dat het ook voor andere bezoekers interessant is. Daarmee willen we bereiken dat meer Rotterdammers nieuwsgierig worden naar de haven. Bekend zou dan wel eens bemind kunnen maken. Bij het weer tot leven brengen van het RDMterrein zijn veel partijen betrokken. Als eigenaar van de grond investeert het Havenbedrijf Rotterdam er meer dan 100 miljoen euro in. Maar het RDM-terrein kan alleen tot ontwikke-
ling komen door gezamenlijke inspanningen en bijdragen. In de eerste plaats zijn dat de opleidingen. Pioniers Hogeschool Rotterdam en Albeda College staken als eerste hun nek uit.
De ontwikkeling van het RDM-terrein is nu ongeveer halverwege In de tweede plaats zijn dat de bedrijven die zich op het RDM-terrein vestigen en bereid zijn hierin te investeren. Maar zij zijn niet de enige. Zonder Stadshavens, gemeente Rotterdam, Stadsregio Rotterdam, deelgemeente Charlois, de bewoners van Heijplaat en nog veel meer andere partijen zou het RDM-terrein zich niet succesvol kunnen ontwikkelen. Een mooi moment om stil te staan bij wat er was en wat er inmiddels is gebeurd, en vooral ook bij de mogelijkheden en kansen die we met elkaar nog kunnen creëren. We nodigen u uit om mee te dromen over de toekomst.
3
4
5
RDM
RDM.1902-2012-2022
Cor van Asch Real Estate Manager Havenbedrijf Rotterdam
6
RDM IN VOGELVLUCHT
RDM IN VOGELVLUCHT
RDM.1902-2012-2022
IN VOGELVLUCHT De kop van de Waalhavenweg, beter bekend als Heijplaat, kreeg zijn huidige vorm met name dankzij de vestiging van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM), de aanleg van de Waalhaven en de 1e Eemhaven en de vestiging van de Quarantaine-inrichting. Toen het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) in 2002 het voormalige terrein van de RDM kocht, werd het eigenaar van een gebied met een honderdjarige bedrijfsgeschiedenis.
De Rotterdamse Droogdok Maatschappij N.V. Halverwege de negentiende eeuw, toen de bouw van stoomschepen opkwam, lukte het Nederland niet de scheepsbouwindustrie van de grond te tillen. Tot in het begin van de twintigste eeuw werden de meeste Nederlandse zeeschepen dan ook in het buitenland gebouwd, vooral op scheepswerven in Duitsland en Groot Brittannië. Nederlandse werven beperkten zich veelal tot reparatiewerkzaamheden. Rond 1900 veranderde dat. Er was een groot capaciteitstekort in de scheepsbouw, vooral door de toename van het vervoer van goederen naar Duitsland. Grondstoffen als ijzer en staal waren in Duitsland zeer voordelig verkrijgbaar en door de toegenomen bevolkingsomvang van de grote steden waren er veel arbeidskrachten beschikbaar. Daarnaast was de positie van Amsterdam en Rotterdam sterk verbeterd door de aanleg van de grote nieuwe zeeverbindingen. Toch bestelde de NASM (de latere Holland Amerika-lijn) het s.s. Nieuw Amsterdam uit 1906 en het s.s. Rotterdam IV uit 1908 nog bij een werf in Belfast.
Met steun van de banken werd in 1902 de Rotterdamse Droogdokmaatschappij N.V. opgezet door een consortium van bijna alle Rotterdamse reders (Kröller Müller, Hudig en Verder, Van Ommeren, Reuchlin, Wambersie). Doel was voldoende onderhoudscapaciteit in Rotterdam te verzekeren. In 1902 werden de eerste twee dokken besteld (in Schotland!) en het volgende jaar werden ze al de Dokhaven binnengesleept. De Dokhaven was kort daarvoor uitgegraven en met de vrijkomende grond was het werfterrein vier meter opgehoogd. De RDM begon met scheepsreparaties, maar breidde de activiteiten al snel uit met nieuwbouw, eerst van vrachtschepen, later ook van tankers en passagiersschepen. Van die laatste is de in de vooroorlogse crisistijd met overheidssteun gebouwde “Nieuw Amsterdam” (1939) de bekendste.
Tussen 1902 en 2004 groeide het werkterrein van de werf van vier hectare tot circa veertig hectare land en dertig hectare water in de Dokhaven en de Heysehaven. Om het terrein te vergroten werd de Heysehaven steeds westelijker verlegd. Aan de oostkant werd het gebied begrensd door de Waalhaven, daar was uitbreiding dus niet mogelijk. Ook een deel van de Werkhaven kreeg dankzij de RDM zo zijn vorm. Eind jaren vijftig had het gebied rond de RDM de vorm die het nu nog heeft. In 1944 werd de RDM voor een groot deel verwoest. Na de oorlog werd het bedrijf herbouwd en gemoderniseerd en legde het zich toe op scheepsreparatie en de bouw van vracht-, tank- en marineschepen, waaronder de kruiser “De Zeven Provinciën” (1953).
7
RDM IN VOGELVLUCHT
De jaren van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog waren voor de RDM gouden jaren. Wel was er een tekort aan personeel, zeker toen in 1955 het s.s. Rotterdam in aanbouw werd genomen. Dat probleem werd onder meer opgelost door 400 arbeiders uit GoereeOverflakkee in dienst te nemen. Hiervoor zette de RDM zelfs een veerboot in tussen Middelharnis en Hellevoetsluis. Hiervandaan werd het personeel met bussen naar de werf gebracht. De RDM had ook een veerboot met een capaciteit van 1300 man varen tussen de RDM en Schiemond. De woningnood was groot in de vijftiger en zestiger jaren en omdat de RDM met de bouw van het zogenaamde Nieuwe Dorp (de uitbreiding van het dorp Heijplaat) voor huizen zorgde, trok ook dat personeel aan. In 1971, ten tijde van economisch zwaar weer en een enorme concurrentie in de scheepsbouw, fuseerden de Rijn-Schelde Combinatie en Verolme Verenigde Scheepswerven tot het scheepsbouwconcern Rijn-Schelde-Verolme (RSV) onder druk van de toenmalige minister van Economische Zaken R.J. Nelissen. De Rijn-Schelde combinatie was op haar beurt ontstaan uit een fusie van Wilton-Fijenoord, de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij en de Koninklijke Maatschappij ‘De Schelde’ en was op dat moment nog lang geen goed lopende eenheid. Zo was er nog geen sprake van samenwerking; integendeel, zo bleek later uit de verhoren, men beconcurreerde elkaar nog minstens zo fel als voor de samenbundeling. Halverwege de jaren zestig keerde het tij voor de scheepsbouw. De RDM probeerde dat op te vangen met de productie van onder andere reactorvaten, staalconstructies en boorplatforms en door samenwerking of fusies met andere bedrijven. Zo ontstond in 1966 de “Rijn-Schelde”-combinatie: een fusie tussen de RDM, De Koninklijke Maatschappij “De
8
RDM.1902-2012-2022
Schelde” uit Vlissingen en de “Motorenfabriek Thomassen” uit de Steeg (Rheden). De RDM had toen 4.728 werknemers in dienst; na de samenvoeging had het nieuwe concern er in totaal 8.500. Toen ook Wilton-Fijenoord was gefuseerd met de Rijn-Schelde-combinatie bedroeg het aantal werknemers in totaal 17.000. Onder druk van de Nederlandse overheid sloot op 1 januari 1971 de Verolme Verenigde Scheepswerven NV te Rotterdam zich aan bij het consortium. Daarmee ontstond de RSV, ofwel de Rijn-Schelde-Verolme Machinefabrieken en Scheepswerven NV, een enorme kolos met ruim 30.000 personeelsleden waarvan er 5.300 bij de RDM werkten. De RSV werd echter nooit een eenheid en op 6 april 1983 werd het faillissement uitgesproken over het bedrijf - en daarmee over de RDM. De afdeling Offshore van de RDM werd gesloten en via verkoop van de twee grootste dokken werd de afdeling Reparatie overgedaan aan Wilton-Fijenoord. Van de 3.180 werknemers die in 1983 bij de RMD werkten, werden er 1370 werkloos. De nog levensvatbare onderdelen, de afdelingen Marine, Werktuigbouw en Zware Apparatenbouw, werden ondergebracht in een nieuwe vennootschap: RDM Nederland BV, eigendom van de overheid. De marinebouw kreeg een grote impuls door de opdracht tot bouw van onderzeeboten van de Walrus-klasse voor de Koninklijke Marine. Helaas ging, onder politieke druk van China, een opdracht voor de levering van onderzeeboten voor Taiwan niet door. Omdat het aantal scheepsbouworders afnam en er meer opdrachten kwamen voor hoogtechnologische apparaten en systemen voor de militaire en energiesector, werd in 1987 de naam gewijzigd in RDM Technology. Op 20 december 1991 verkocht de overheid RDM Technology aan de Royal Begemann
9
RDM.1902-2012-2022
RDM IN VOGELVLUCHT
gedacht? Terreinen en opstallen van de eens zo grote RDM in handen van een klein particuliertje. Een soort huisbaas. Zou hij goed voor z’n spullen zorgen? Tijdig onderhoud plegen?” In 1996 werden de beide BV’s uit de Begemann Groep gehaald en verkocht aan Joep van den Nieuwenhuyzen als privé-persoon. Dat feit kan worden gezien als het einde van de echte scheepsbouwactiviteiten van de RDM. De BV’s herinnerden alleen nog in naam aan de scheepswerf RDM en werden gebruikt voor diverse activiteiten in de wapenindustrie en deels daarmee samenhangende financiële transacties van Joep van den Nieuwenhuyzen. De overheid trok zich steeds verder terug van de RDM en verplaatste in 1999 het onderhoud van de onderzeeërs van Heijplaat naar Den Helder. In 2004 viel definitief het doek voor de BV’s. Het werfterrein met opstallen was intussen in 2002 in het bezit gekomen van het Havenbedrijf Rotterdam.
Tuindorp Heijplaat Group van ‘bedrijvendokter’ Joep van den Nieuwenhuyzen. Het bedrijf werd ondergebracht in een nieuwe vennootschap: RDM Technology Holding BV. In 1993 en 1994 werden twee grote reorganisaties doorgevoerd. De reden daarvoor was het gereedkomen van de Nederlandse onderzeebootorder en het uitblijven van voldoende nieuwe orders. Hierdoor kromp het personeelsbestand van 1.197 naar 700 en vervolgens naar 450 werknemers. De afdelingen werden verzelfstandigd in RDM Technology BV en RDM Submarines BV. In 1994 werd het terrein weer verkocht aan een particulier. De nieuwe eigenaar, de heer P. Baris uit Spijkenisse, verhuurde delen van de voormalige RDM-gebouwen aan andere bedrijven. In zijn boek De Rotterdamse Droogdok Maatschappij (1998) verzucht de auteur, Evert van der Schee, dan ook “Tja, wie had dat ooit
10
De RDM lag op Heijplaat al afgelegen, maar door de aanleg van de Waalhaven werd het gebied nog moeilijker te bereiken. Dat was de reden dat de RDM besloot voor de huisvesting van een deel van de medewerkers het Tuindorp Heijplaat te bouwen. Uitgangspunt voor de woningen in 1914 was een eengezinswoning met vijf kamers en een tuintje. Daarnaast zorgde de RDM voor alle overige publieke gebouwen, zoals winkels, een bibliotheek, een vergaderlokaal, drie kerken, feestgebouw Courzand, een badinrichting met wasserij voor kleding, een muziekpaviljoen, zwembad, sportvelden en een bijzondere school. Alleen de openbare school werd door de gemeente gebouwd. Het bejaardenhuis dat begin jaren vijftig werd gebouwd, was een van de eerste woonvoorzieningen voor gepensioneerde werknemers in Nederland. De architect van
RDM IN VOGELVLUCHT
de eerste bouwfase was H.A.J. Baanders die niet alleen de woningen ontwierp, maar ook het stedenbouwkundig plan. Baanders was overigens ook de ontwerper van het hoofdkantoor van de RDM. Het tuindorp omvatte uiteindelijk zo’n 400 woningen. In de jaren vijftig en begin zestig, toen de RDM weer floreerde, werd het Nieuwe Dorp gebouwd. Daarmee beschikte de RDM over een kleine 900 woningen. Het stedenbouwkundig en bouwkundig ontwerp van de uitbreiding had echter niet de kwaliteit van het oude tuindorp. Eind jaren zeventig was de financiële positie van de RSV zo verslechterd dat overheidssteun nodig was. Een van de voorwaarden daarbij was dat de RSV haar totale woningbezit van de hand zou doen, dus ook het tuindorp van de RDM. Onder de bewoners van Heijplaat ontstond verzet toen bekend werd dat de RSV het “branchevreemde” bezit wilde verkopen aan een vastgoedmagnaat. Met steun van de gemeente Rotterdam werd het dorp in 1980 overgenomen door een woningbouwcorporatie. Na dit relatieve succes van de bewoners volgde in 1983 het faillissement van de RSV. Veertig procent van de RDM-werknemers die in Heijplaat woonde verloren hun baan en daarbij hielpen protest en actie niet. Tegelijk met al die ontwikkelingen daalde het aantal inwoners van Heijplaat. Dat had vooral te maken met het kleiner worden van de gezinnen. Daarmee werd het draagvlak voor de voorzieningen in het dorp steeds minder. De komst van de nieuwe Wet Geluidshinder maakte het onmogelijk om nieuw te bouwen op Heijplaat en op die manier nieuwe bewoners te trekken. Begin 1990 besloten B&W op basis van de Structuurschets EemWaalhaven om Heijplaat in 2005 te slopen. Dat leidde tot fel protest van de bewoners, waarna de Gemeenteraad het besluit terugdraaide. Wel werd besloten dat op Heijplaat geen woningen mochten worden bijgebouwd. Na vele
RDM.1902-2012-2022
en lange discussies is de huidige eigenaar, woningcorporatie Woonbron, uiteindelijk in 2012 begonnen met de sloop van een groot deel van de woningen van het Nieuwe Dorp. Verwacht wordt dat in 2013 wordt gestart met de bouw van vervangende nieuwbouw.
De omgeving van de RDM Quarantaine-Inrichting Beneden Heijplaat Aan het begin van de twintigste eeuw moest elke havenstad beschikken over een quarantaine-inrichting voor schepelingen en landverhuizers met besmettelijke ziekten. In 1914 had de gemeente Rotterdam besloten hiervoor een terrein aan de Beneden Heijplaat beschikbaar te stellen. Pas in 1927 werd de inrichting ontworpen door de heer J.G. Snuif van Gemeentewerken. Het complex bestond uit een reinigingsgebouw, een keukengebouw, een zusterhuis, een lijkenhuis, een beambtenbarak, een isoleerbarak, een kapiteinsbarak, een contactenbarak en een portiersloge.
In 1932-1933 werd er gebouwd en op 16 augustus 1934 werd het complex officieel geopend. Tot 1938 bleef het quarantaineterrein echter leeg, want in de praktijk bleek de functie van het complex door de geschiedenis te zijn ingehaald. Ten eerste was de penicilline
11
RDM.1902-2012-2022
ontwikkeld, waardoor tropische ziekten effectiever konden worden bestreden. Ten tweede was tegelijk met de Quarantaine-Inrichting het Havenziekenhuis gebouwd, met een speciale afdeling voor tropische ziekten. Bovendien groeide Rotterdam erg snel waardoor het terrein dicht bij de bebouwde kom kwam te liggen. Het complex kwam nu in beeld voor andere functies: een jeugdherberg, een vakantiekamp voor bleekneusjes of dependance van het psychiatrisch ziekenhuis Maasoord. Maar voordat het zover was, werd de Quarantaine-Inrichting de wijkplaats voor grote aantallen joodse vluchtelingen. Later tijdens de oorlog werden er Duitse militairen gehuisvest en na de bevrijding werden er met tyfus besmette inwoners van Spijkenisse geïsoleerd. Vanaf 1946 kuurden er tuberculosepatiënten maar in 1949 verhuisde het sanatorium halsoverkop naar Maasoord om plaats te maken voor gerepatrieerde militairen met pokken uit Nederlands-Indië. Tussen 1953 en 1981 was de Quarantaine-Inrichting in gebruik voor bejaarde psychiatrische patiënten van Maasoord/Delta. Door de uitbreiding van de Eemhaven was het terrein in de loop der tijd op een schiereiland komen te liggen, geïsoleerd van de buitenwereld. Op verschillende momenten is het terrein
RDM IN VOGELVLUCHT
met sloop bedreigd. Na 1981, toen Maasoord opging in het nieuw opgeleverde Deltaziekenhuis, lagen de barakken er verlaten bij. Vanwege de ligging aan de rivier nam het Havenbedrijf het terrein over van de GG&GD met de bedoeling het te herontwikkelen tot havengebied. De Stichting Beeld & Geluid, die al eerder toestemming had gekregen voor tijdelijk gebruik zonder huurovereenkomst, pakte dit moment aan om het terrein en de gebouwen te “kraken”. Sindsdien heeft het terrein onofficieel een culturele bestemming. Tussen 1986 en 1991 werden de barakken gesloopt en werd drie hectare van het terrein bouwrijp gemaakt. De sloop van de andere gebouwen werd met moeite voorkomen. In 1993 plaatste de gemeente Rotterdam het resterende deel van de Quarantaine-Inrichting op de voorlopige lijst van monumenten. Later deed het Rijk hetzelfde. Het beheer van het terrein is sinds 1998 in handen van de in 1984 opgerichte Vereniging tot behoud en beheer van de Quarantaine-Inrichting. In 2008 werd het hele Quarantaineterrein aangewezen als Rijksmonument.
RDM IN VOGELVLUCHT
RDM.1902-2012-2022
de Jongh, die van 1879 tot 1910 directeur was van Gemeentewerken Rotterdam. Er werd direct begonnen met de aanleg van de haven
de model van de Keilehaven, waarvoor de Nassauhaven en de Persoonshaven in Feijenoord model hadden gestaan) maar wel
en in 1912 was er 52 hectare bruikbaar water. In 1931 was de Waalhaven klaar: een waterbekken met een oppervlak van 219 hectare. De aanleg van de Waalhaven viel vrijwel gelijk met de vestiging en de groei van de RDM en bepaalde de ruimtelijke structuur van het gebied ten oosten van Heijplaat.
breder. De afstand tussen de kruinlijnen van de oevers was honderd meter: dertig meter breder dan de Keilehaven. De rest van de Eemhaven werd stukgoedhaven in plaats van industriehaven en uiteindelijk containerhaven. De aanleg van de 1e Eemhaven bepaalde de vorm en de grens van het gebied rond Heijplaat in het westen.
De Waalhaven In 1907 stemde de gemeenteraad van Rotterdam in met het Waalhavenplan van G.J
1e Eemhaven Al in 1912 lag er een ontwerp voor de “havenontwikkeling rond Pernis”. De eerste werkzaamheden vonden plaats in 1930, maar in 1942 legde de oorlog de werkzaamheden stil. De aanleg van de 1e Eemhaven begon uiteindelijk in 1946. De Eemhaven was ontworpen als een klassieke industriehaven (volgens het beproef-
12
RDM-terrein en Havenbedrijf Rotterdam Op 28 februari 2002 besloot de gemeenteraad van Rotterdam het RDM-terrein – inmiddels Baristerrein – te kopen van de particuliere eigenaar. De koop werd uitgevoerd door het (toen nog) Gemeentelijk Havenbedrijf (GHR). De gemeente was al in het bezit van het
13
RDM.1902-2012-2022
Quarantaineterrein en de Heysehaven. Met de aankoop van het Baristerrein had de gemeente een locatie met een aaneengesloten rivierfront van circa tachtig hectare ter beschikking voor herontwikkeling. In het Raadsstuk staat het volgende vermeld: “Als gevolg van de schuifoperatie die na de aanleg van de 2e Maasvlakte op gang komt, ligt het in de lijn der verwachtingen dat omstreeks 2010-2015 met name in Waalhaven-Oost herstructureringen en ontwikkelingen op gang komen naar een meer stedelijke economie (…) De aankoop van het Baris-terrein past goed in de visie op termijn met name het Waalhaven-oost gebied te transformeren tot stedelijk werk- en woongebied. Het Baris-terrein kan daarbij dienst doen als (tijdelijke) doorschuiflocatie voor droge bedrijvigheid uit andere her te ontwikkelen gebieden, maar de potenties liggen vooral op het gebeid van kantoor- en bedrijfslocaties (rivierontwikkeling) en ook woningbouwmogelijkheden op termijn worden niet uitgesloten. De woonkern Heijplaat zal in de stroom van deze ontwikkelingen zijn graantje meepikken. Wel moet men er zich van bewust zijn dat het hier potenties op de wat langere termijn betreft.” Verder wordt vermeld: (…) één gezamenlijke ontwikkelingsmaatschappij tussen OBR en GHR voor het rivierfront en Waalhaven-Oost is hiervoor een optie die het onderzoeken waard is en ook hiertoe hebben wij een bestuurlijke opdracht uitgezet.” Hoe anders is het gelopen! Bij de verzelfstandiging van het Havenbedrijf op 1 januari 2004 en de “boedelscheiding” tussen gemeente en HbR kwam het RDM-terrein definitief bij het Havenbedrijf. In 2004 werd de Ontwikkelmaatschappij Stadshavens N.V. Rotterdam opgericht. Stadshavens kreeg de opdracht te onderzoeken op welke manier de gebieden ‘waar de haven de stad verlaat’ – waaronder het RDM-gebied - ontwikkeld kunnen worden tot stedelijk gebied. Toen Stadshavens N.V. in 2006 ter ziele ging,
14
RDM IN VOGELVLUCHT
VISIE -NAAM
RDM.1902-2012-2022
sloten de gemeente Rotterdam en het HbR een samenwerkingsovereenkomst waarbij onder meer de herontwikkeling van het RDM-terrein onder regie van het HbR werd afgesproken. Sinds dat moment werd gewerkt aan een nieuwe toekomst voor het RDM-terrein. Het gebied was inmiddels gespot door de directie van de Hogeschool Rotterdam, die op zoek was naar een grote ruimte voor technische opleidingen. Ook het Havenbedrijf zag daarin goede mogelijkheden waarna het eerste plan voor de RDM Campus werd opgesteld: een plek waar onderwijs en bedrijvigheid bij elkaar komen. In de haven is een groeiende behoefte aan geschoold technisch personeel. De historie van het RDM-terrein maakt het de uitgelezen plek voor dat soort opleidingen. In 2008 werd gestart met de bouw van de RDM Campus en trok een aantal technische opleidingen in de voormalige loodsen en kantoren. Middelpunt werd de tot Innovation Dock omgebouwde voormalige machinehal. In de enorme ruimte bevindt zich een scholendeel waar het Albeda College en de Hogeschool Rotterdam hun lokalen en werkruimtes hebben, en een bedrijvendeel voor startende, innovatieve bedrijven. Innovation Dock ontving in 2010 de Job Dura-prijs voor architectuur. Het juryrapport vermeldt dat de jury de campus prijst voor het hergebruik van industrieel erfgoed en de innovatieve visie op het onderwijs, waarbij middelbaar en hoger beroepsonderwijs zijn samengebracht en gekoppeld aan bedrijven.
Ruimte voor groei! Inmiddels heeft ook het oude hoofdkantoor van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij nieuwe bewoners. In het nog prachtige historische pand zetelen nu de Rotterdamse Academie van Bouwkunst, het RDM Campus Congrescentrum en twee nieuwe kenniscentra van de Hogeschool Rotterdam. Ook commer-
15
RDM.1902-2012-2022
RDM IN VOGELVLUCHT
RDM IN VOGELVLUCHT
RDM.1902-2012-2022
cieel opleider TCC heeft de weg naar de RDM gevonden. Op dit moment – eind 2012 – wordt met het ROC Zadkine onderhandeld over de komst van hun studenten naar het RDMterrein, in de Dokloodsen zijn werkplaatsen voor creatieve ondernemers ingericht en is de voormalige Kantine – met alle respect voor de architectuur – omgebouwd tot Dokkaffee. Op het westelijk deel van het RDM-terrein vestigen zich grote bedrijven uit de maritieme industrie, het oostelijk deel wordt ontwikkeld voor een groot logistiek bedrijf. En er is nog meer ruimte, genoeg voor groei en nieuwe activiteiten!
16
17
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
18
19
RDM.1902-2012-2022
DATASCAPE
DATASCAPE
RDM.1902-2012-2022
1880
Oprichting Maatschappij De Maas
Drie van de vier oprichters waren distillateurs. Op de plaats van de huidige St Jobshaven.
VOORGESCHIEDENIS RDM
Consortium opgericht inzake toekomst De Maas; 1899
1930 1960 1962 1966
•derde plaats na GB en Duitsland •vierde plaats •vijfde plaats na Zweden en Japan •veertiende plaats
Erfpacht zou in 1905 aflopen. Consortium bestond uit Müller, van Ommeren, Wambersie , de Holland Amerika lijn Van Es, Hudig en Verder en enkele bankiers brochure van W. De Gelder (broer van MG de Gelder) inzake “memorie betreffende de oprichting van een nieuwe werf te Rotterdam
Op de Heyplaat 4,5 ha terrein gekocht. M.G. de Gelder (1869-1918) aangezocht als eerste directeur voor het nieuwe bedrijf
1902
De Maas geliquideerd
20
21
GEBOUWD BIJ RDM RDM.1902-2012-2022
DATASCAPE
DATASCAPE
RDM.1902-2012-2022
1902 RDM OPGERICHT
GESCHIEDENIS RDM:
355 bouwnummers nummers voor schepen, pon pontons, booreilanden diverse en etc, maar er zijn ook dive bestellingen geannuleerd o.a. in WO-II. Het laatste “echte” schip is in 1975 gebouwd.
GROTE PASSAGIERSCHEPEN De Simon Bolivar
138
BOUWNUMMER PASSAGIERSCHIP
1966 •fusie met Rijn-Schelde 1971 •Fusie Rijn-Schelde met Verolme tot RSVs
1925
De Nieuw Amsterdam 1983 •bankroet RSV; RDM reparatie en off-shore afgestoten 1987 •RDM wordt RDM Technology 1991 •Overname aandelen RDM van Rijksoverheid door Begemangroep
1996 •RDM uit de Begemangroep •terrein gekocht door HbR
DROOGDOKKEN
200
BOUWNUMMER PASSAGIERSCHIP
RDM
1938
Rijks overheid
Begemangroep
2002 2004 •laatste onderdelen RDM namelijk RDM Technology en RDM-Submarines failliet
Vanaf begin 1960 nam het aandeel van niet-traditionele scheepsbouwlanden met een lager loonniveau sterk toe (o.a. Japan en Korea) De RDM zakte niet alleen qua positie, maar ook qua omzet, zo was de omzet in 1965 nog maar 51% van de omzet in 1958.
Ook is het et schip in 1961 bij de d RDM verbouwd v en in 196 1968 e Rotterdam en de Nieuw A Amsterdam gelijktijdig gelijktijd lagen de aan de werf voor reparatie en verbouwing.
De Rotterdam
300
BOUWNUMMER PASSAGIERSCHIP
1958 (opdracht in 1955)
2006 •HBR start met herontwikkeling van terrein en gebouwen 2012 •halverwege ... 22
De Cunard Adventurer
329
BOUWNUMMER PASSAGIERSCHIP
1971 (te water) als laatste grote passagiersschip
23
ONDERZEEËRS RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
1961 1960
RDM.1902-2012-2022
1985
Naam Geinterview
1989
1972
1938 1940
1960 is de Dolfijn opgeleverd
1961 de Zeehond (uiteraard) uit de Dolfijn-klasse.
1985 de eerste Onderzeeër uit de Walrus-klasse, de Walrus, waarna de Zeeleeuw in 1990, de Dolfijn in 1993 en uiteindelijk de Bruinvis in 1994 aan de Marine is overgedragen.
4 ONDERZEEËRS IN AANBOUW 1938 waren in Rotterdam 4 onderzeeërs in aanbouw uit de O21-klasse, namelijk de O-23, de O-24, de O-26 en de O-27. De O-23 en O-24 zijn in de meidagen van 1940 ontsnapt en in Engeland afgebouwd (de O-23 had al proefvaarten gemaakt maar met name de O-24 was nog niet gereed, deze was bijv. nog nooit onder water geweest). De hele verdere oorlog hebben deze onderzeeërs ërs dienst gedaan bij Scandinavië, de Middellandse zee, de Pacific en bij Azië. De O-26 en O-27 zijn door de Duitsers afgebouwd en ingezet als U-boten.
1972 twee onderzeeërs uit de Zwaardvis-klasse, de Zwaardvis en de Tijgerhaai.
1989
in 1989 is een scheepslift gebouwd speciaal om de onderzeeërs netjes in - en uit het water te halen. Een lift van gelijke maatvoering ligt in de Marinebasis van Den Helder met uiteraard dezelfde functie.
1994
1939 1933 1934 1994
3 ONDERZEEËRS OPGELEVERD In 1933/1934 3 onderzeeërs uit de K-klasse opgeleverd, de K-XIV, K-XV en de K-XVI (opdracht uit 1929) K stond voor koloniën, de onderzeeërs hebben dan ook dienst gedaan bij Nederlands Indië, waar de K-XVI eind 1941 door een Japanse onderzeeër tot zinken werd gebracht
24
1999 1939 een onderzeeër gebouwd voor de Poolse Marine, de Sep uit de Orzel-klassse (de Orzel is bij de Schelde gebouwd).
1944
De Bruinvis is tevens vens de laatste onderzeeër die bijij de RDM is gebouwd. het onderhoud aan de onderzeeërs wordt verplaatst van RDM naar Den Helder.
De onderzeeërs uit de Walrusklasse zijn nog steeds in actieve dienst o.a. voor v oo de kust van Somalië. De onderkrijgen een moderniserings zzeeërs ee programma, waardoor ze tot 2025 pro moeten meekunnen. mo 25
1961 1968 1968
1968/ 1979 1972
eerste opdracht voor Italië oplevering reactorvat voor Dodewaard reactorvat voor Spanje vanaf Bilbao over land vervoerd
1906 IDEE VAN DE GELDER OM IN DE NABIJHEID VAN DE WERF WONINGEN TE STICHTEN 1913 Basis plan HEIJPLAAT opgesteld door het duo De Gelder/Baanders in 1913. De beschikbare 4 ha grond wordt uitgebreid met 1,2 ha erfpacht 1914 Bouwmaatschappij Heijplaat opgericht met 100% kapitaal van de RDM (max dividend 4 %) met ca 44 woningen per ha. (klinkt als Vinex: 45 wo per ha, maar dan zonder hoogbouw), maar wel 5 kamers en keuken per woning 1915 eerste 307 woningen opgeleverd 1922 openbare school in gebruik genomen (enige gemeentelijke gebouw/investering in Heijplaat) 1980 Bouwmaatschappij Heijplaat wordt opgeheven, verkoop 770 woningen voor 14 mln gulden van RDM naar Onze Woning 1990 sloopbesluit door gemeente Rotterdam 1990 intrekking sloop besluit
bouw Apparatenfabriek (nu Baan 4) bouw van 6 reactorvaten
KERNENERGIE 1974 1975 1976
oprichting Rotterdam Nucleair (verzelfstandigd van RDM) voorgenomen aandeel van 49% door VS-bedrijven, waaronder GE (gaat uiteindelijk niet door) geen kredietverzekering van Rijksoverheid voor opdracht Zuid-Afrika i.v.m. apartheidspolitiek
vir gebruik deur blankes
BEVOLKING HEIJPLAAT
1901/ 1902 ENDERT
VAN DER POLS
DE GELDER
Van der Pols (in dienst als 21 jarige, directeur in 1948, afscheidsreceptie in 1970: zag niets in de fusie met Verolme) M.G. de Gelder 1902-1918 D.C. Endert 1918-1951 K. van der Pols 1948-1971 W Den Dulk 1983-1992 H.A.J Baanders (1876-1953) vanaf 1902 o.a. architect van de eerste fase van het Hoofdkantoor, de Ketelmakerij en de eerste fase van het Tuindorp Heijplaat (ook stedenbouwkundig). Tot aan de Sirahstraat verantwoording: Baanders S.de Clerq vanaf 1922 o.a. 2e fase Tuindorp (ten zuiden Sirahstraat) J.W.C. Boks verantwoordelijk voor het zogenaamde nieuwe dorp; de uitbreiding van Heijplaat in de jaren vijftig en zestig.
26
1975
1980
2000
2012
1450 BEWONERS
ARCHITECTEN RDM
Algemene directeuren 1902-1992
2000 BEWONERS
1958
veerboot Dockyard VII bij RDM gebouwd en in gebruik voor vervoer eigen personeel tussen RDM en Schiemond; capaciteit 1300 passagiers. Dockyard XV (ex Flandria VII) in gebruik genomen voor personeels vervoer tussen Goeree-Overflakkee en Hellevoetsluis (een van de eerste schepen met radar)
2400 BEWONERS
1947
opheffing RSVA en de productie wordt weer onderdeel van RDM
2750 BEWONERS
VEERBOTEN RDM
1980
DE VLUCHT IN ALLES OF NIETS PROJECTEN 1976 en verder De Kolengravers (MMWOPS) 1978 De Camel
1979 fregatten voor IRAN 1979 Brigantine 1979 Ostrea 1980 onderzeeboot voor Taiwan 1982 Operatie PaasHaas
Publieke ruimten op RDM/Heijplaat door RDM geinitieerd: Schaftlokaal incl. Bieb RDM. -Vergaderruimte plus luidtoren (heeft overigens nooit geluid). -Torenhuis met zaaltje voor alle gezindten, maar snel te klein vandaar Courzand en de aparte kerkgebouwen. -Bijeenkomstruimte Courzand met o.a. toneel, -kegelhal openluchttheater. -Drie kerken -Bijzondere school en bewaarschool -Badhuis en zwembad -Voetbalvelden
LATER: 1954 DC Endert stichting (1e steen 1953) voor gepensioneerde RDM’ers 1957 RODAC, RDM automobiel etc, 20 garages op Quarantaineweg in gebruik 1980 770 woningen verkocht aan Onze Woning (een van de voorgangers van Woonbron)
27
2011
2002
zomer: opening Dokkaffee
AANKOOP RDM DOOR
renovatie Scheepsbouwloods
2004 •verplaatsing overlast gevende 2006 bedrijven
2012 2013
2012 opening tussenvloer Innovation Dock
2004 gefaseerde renovatie en 2006 ingebruikneming oude hoofdkantoor RDM, Droogdok 17 2005 Intentieverklaring RDM Campus
2013
renovatie Dokkantoor
2013
renovatie Dokloodsen
2013
derde tentoonstelling Onderzeebootloods (Sarkis)
2008 •28 Mei opening blauwe poort 2008 •start vaart Aqualiner
eerste tentoonstelling in Onderzeebootloods (Atelier van Lieshout) 2008 •vestiging SAIO 2009 •opening RDM Campus: Innovation Dock
2010 start renovatie Scheepsbouwloods
2010 •RDM Campus wint Job Duraprijs 2010 •RDM Campus wint publieksprijs van de Rotterdam Architectuurprijs 2010 •renovatie oeverconstructies Heysehaven, kraanbaan 12 en 13
2011
2011 tweede tentoonstelling Onderzeebootloods (Elmgreen & Dragset)
RDM.1902-2012-2022
VISIE -NAAM
VISIE -NAAM
RDM.1902-2012-2022
2022 ...
2013
TOEKOMST vanaf 2013 vestigingen bedrijven Franklin / Bonn & Mees / Condor
2013
Parkje bij aankomst tussen dorp en RDM-terrein
DROMEN...... Aquadocks; drijvende werkplaatsen in Dokhaven
vanaf 2013 schepen aan de steigers in de Dokhaven Restaurant/hotel ‘H(e)aven’ in het Dokkantoor
Creatief laboratorium in Grofsmederij
2014
30
vanaf 2014 in Onderzeebootloods multifunctionele publieksactiviteiten met concerten, tentoonstellingen, congressen, beurzen en festivals rondom techniek en cultuur
2014
D
vanaf 2014 steigers en pieren in Dokhaven toegankelijk voor publiek
Ateliers/werkplaatsen en ‘handmade’-winkels in de Dokloodsen
Kunstwerken in openbare ruimte 31
RDM.1902-2012-2022
anja van gorsel
anja van gorsel
RDM.1902-2012-2022
Anja van Gorsel “Als vijftienjarig kind van Vlaardingen liep ik al er al rond. Al die grote gebouwen en bedrijvigheid, ik vond het prachtig!” Anja van Gorsel is sinds een kleine drie jaar bestuursvoorzitter van het Albeda College in Rotterdam. Vanuit haar rol in de stuurgroep rondom de RDM Campus, met techniek als een belangrijk aandachtspunt, is ze nauw betrokken bij alle ontwikkelingen.
Technocentrum
Innovation Dock
Anja van Gorsel haakte later aan bij de uitwerking van de ontwikkeling van de RDM Campus. Dat wil overigens niet zeggen dat ze minder betrokken is: “Wat ik de afgelopen tweeënhalf jaar heb gedaan, is heel intensief meedenken over hoe we het verder zouden willen ontwikkelen. Ik zie voor me dat het RDM-terrein het technocentrum wordt van Rotterdam en omgeving. Dat betekent dat daar een combinatie van onderwijs en bedrijvigheid moet komen. Natuurlijk zijn we al een heel eind op weg, maar het kan absoluut nog beter en grootser. “
Het Albeda College en Zadkine zijn op dit moment in gesprek over de kans om te groeien. “Wij proberen extra ruimte te krijgen in de hal waar we al zitten om daar meer praktijkmogelijkheden te creëren en theorielokalen, zodat veel meer jongeren op niveau 3 en 4 naar RDM gaan komen. De opleiding Maintenance/ proces kan dan serieus starten op RDM. Als je er dan ook nieuwe bedrijvigheid kunt realiseren, zou het jongeren een fantastische toekomst kunnen geven. Jongeren worden dan echt geconfronteerd met wat techniek is en kan zijn. De combinatie Hogeschool Rotterdam en Albeda is heel goed. Je ziet innovatieve projecten waarin ze samenwerken en onze topstudenten zien mogelijkheden om naar het hbo door te stromen. Dat is natuurlijk geweldig.”
Investeren Waar alle betrokken partijen het wel over eens zijn, is dat er iets gedaan moet worden aan de beperkte bereikbaarheid. “Als we er echt iets van willen maken, dan zal die boot vaker moeten komen. Want het is en blijft toch een eind weg. Als je wilt dat daar bedrijvigheid komt en meer studenten de weg naar RDM vinden, dan zal daar in geïnvesteerd moeten worden. Gebeurt dat niet, dan stagneert waarschijnlijk de hele ontwikkeling. De bedrijvigheid in de haven staat of valt met de kwaliteit van de voorzieningen.”
34
Connectie met het dorp In het verleden waren RDM en het dorp onlosmakelijk met elkaar verbonden. Die band wil Van Gorsel aanhalen en waar dat mogelijk is versterken. ”Het dorp is eigenlijk ontstaan omdat RDM er zat. Als ik kijk naar de gebiedsontwikkeling, dan is het goed dat die verbin-
35
RDM.1902-2012-2022
dingen er zijn. Het zou erg mooi zijn als we de betrokkenheid van de bevolking bij de RDM konden stimuleren. Er onstaat dan mogelijk ook meer economische schwung in zo’n gebied. Er komen meer mensen, er komt meer bedrijvigheid en dat is goed voor de sociaal-economische ontwikkeling van het gebied!”
Studentenhuisvesting Een van de plannen die genoemd zijn, is het huisvesten van studenten op en rond de RDM Campus. “Het gebrek aan levendigheid is een probleem. Studenten willen over het algemeen in het centrum van de stad zitten, waar de kroegen zijn. ‘s Avonds willen ze kunnen uitgaan, een borrel drinken. Ik kan me wel voorstellen dat het zou kunnen werken als je die bedrijvigheid kunt realiseren. Maar in alle eerlijkheid, studentenhuisvesting zie ik eigenlijk niet zitten.”
ANJA VAN GORSEL
scooterfabriek die er nu zit. De kinderen moeten een gevoel krijgen bij techniek. Wat is dan mooier dan even binnenkijken bij bedrijven die in de buurt zitten? Ik denk ook aan het ontwikkelen van een programma om ouders te laten zien dat je in de haven niet meer alleen vies en zwaar werk vindt. Ouders weten niet dat er ook gewoon, laten we zeggen, witte boordenwerk is. Zo’n programma moet dan niet al te hoogdravend zijn, geen kunst met een grote K, maar juist heel laagdrempelig. Dat helpt. Ouders bepalen voor een groot deel de keuze van de kinderen. De jeugdwerkloosheid groeit terwijl wij nog steeds mensen uit Verweggistan moeten halen. Dat is doodzonde. Jongeren hebben totaal geen beeld bij techniek en daar moeten we ze dus op heel jonge leeftijd al mee in aanraking brengen.”
ANJA VAN GORSEL
RDM.1902-2012-2022
maar zeker komen we er achter dat wij in Nederland die hele maakindustrie hebben laten verdwijnen. Ik vind dat we die weer moeten binnenhalen en Rotterdam is daarvoor de perfecte plek. Het zou voor onze samenleving goed zijn als de maakindustrie terugkomt. Volgens mij is het Rijk er zich steeds meer van bewust dat het ontbreken van de maakindustrie een probleem dreigt te worden voor in onze samenleving. En wat is daarvoor nou een betere plek dan de RDM Campus?!”
Vrouwen in de techniek Rotterdammers en de haven De laatste jaren is de verbinding tussen de haven en de inwoners van Rotterdam steeds meer verwaterd. Waar werken in de haven vroeger vanzelfsprekend was, is dat nu niet meer het geval. “Hoe meer wij de haven terughalen naar onze gemeenschap, hoe beter het is voor de ontwikkeling van dit hele gebied. De meeste jonge mensen die op Zuid wonen, hebben geen beeld van wat er in de haven gebeurt en ook niet van de perspectieven op de arbeidsmarkt daar. Die verbinding moeten we terug zien te krijgen, dat vind ik belangrijk.”
Jong beginnen De jeugd heeft de toekomst en dat is nou juist een groep waar meer aandacht aan besteed moet worden. “Ik zou graag zien dat leerlingen op jonge leeftijd de mogelijkheid krijgen om op de RDM Campus te gaan kijken. Het gebeurt al, maar op veel te kleine schaal. Ik zou ze het onderwijs willen laten zien, maar ook de innovatieve bedrijven. Een goed voorbeeld is de
36
Het is van oudsher zo dat er niet veel vrouwen in de wereld van de techniek te vinden zijn. Hoewel onterecht, leeft nog steeds het idee dat het technisch werk vies en slechtbetaald is, en in het onderwijs wordt dit beeld nauwelijks ontkracht. “Ik ben ervan overtuigd dat dit een van de problemen is. In het basisonderwijs werken veel meer vrouwen dan mannen als leerkracht en die hebben het gewoon niet over techniek. Wij willen studenten het arbeidsmarktperspectief laten zien; laat het bedrijfsleven het basisonderwijs bezoeken. Ze kunnen in de techniek bijna twee keer zoveel verdienen als ergens anders. Vaste baan, no problem at all. Het is schoon werk en het is fantastisch betaald. De meeste meiden weten dat gewoon echt niet.”
Maakindustrie Nederland heeft vooral een diensteneconomie, maar vroeger was dat anders en werd er vooral gebouwd. Schepen en auto’s worden hier nu nauwelijks meer gemaakt. “Langzaam
37
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
IVO VAN PERSIE
RDM.1902-2012-2022
Ivo van Persie “Wat ik vooral leuk vind aan het gebied is dat het een soort miniatuur Rotterdam is. Toen ik er voor het eerst kwam, dacht ik: ‘Als het op Heijplaat lukt, dan lukt het ook met de hele stad’.” Ivo van Persie kwam in het kader van zijn opleiding Bouwkunde terecht op de Academie voor Bouwkunst, waar hij kennismaakte met de RDM Campus en met Heijplaat. Sinds geruime tijd is hij op verschillende manieren actief betrokken bij de ontwikkeling van beide.
Bottom-up Op het moment dat Ivo van Persie in aanraking kwam met Heijplaat en de RDM Campus was het gebied volop in ontwikkeling. “Wat ik vooral leuk aan het gebied vind, is dat het een soort miniatuur Rotterdam is. Ik dacht toen ik er voor het eerst kwam: ´Als het op Heijplaat lukt, dan lukt het ook met de hele stad´. Dat is een beetje hoe ik erin stapte. Ik denk ook dat de mensen die er nu een tijdje bezig zijn echt waardevol kunnen zijn voor de ontwikkeling van het hele stadshavensgebied. Er is daar ten slotte veel collectieve kennis ontwikkeld. Interessant is dat de ontwikkeling van het gebied heel erg top-down is begonnen. Er werd een school gebouwd en een flat neergegooid. Daarna merkte je dat het stagneerde en dat de gebiedsontwikkelaars eigenlijk op zoek waren naar een nieuw ontwikkelmodel. Ze zochten meer een soort ‘bottom-up’-idee. Het zou betekenen dat, als we hier de kanteling konden maken, dat ontwikkelmodel misschien verderop in de stad ook zou kunnen werken. Dat vond ik erg interessant en dat is ook waarop ik heb ingezet.”
Gebied met potentie Heijplaat is altijd een heel krachtig, trots dorp
38
geweest, maar na het faillissement van de RDM ging het een tijdlang bergafwaarts. Van Persie: “De trots van de bewoners zit nog steeds heel diep. De vraag is nu hoe die trots kan worden vastgehouden en hoe de economische motor, die eigenlijk is vastgelopen, opnieuw kan worden gestart. Ik denk dat dat een beetje de basisvraag is van het hele gebied. Een ander punt is het imago en dat hangt heel erg samen met die trots. Op het moment dat de motor draait, wordt het imago vanzelf beter. Toen ik het gebied voor het eerst binnenstapte, droop het prestige ervan af. Het gebied was toen in ontwikkeling, maar had de potentie om nog veel ‘meer’ te worden. Wat je nu ziet, is dat door het gemodder in de marge van de laatste jaren, het ontwikkelingsimago heeft plaatsgemaakt voor een imago van herstructurering. Het is nu niet meer wat het nog meer kan worden. Het is nu: het was iets, maar het moet iets nieuws worden.”
De kracht van verbinding De verbinding tussen RDM en Heijplaat is historisch bepaald. De een bestond vanwege de ander, en omgekeerd. Die logische verbinding
39
RDM.1902-2012-2022
van toen is nu niet meer zo vanzelfsprekend. Ivo van Persie: “Ik denk dat de verbinding de kracht is van het gebied. Op het moment dat je het voor elkaar krijgt om de RDM Campus en het dorp elkaar te laten ondersteunen, dan ben je denk ik binnen. Dat is volgens mij de magische formule. Als je op een geschikte locatie basisfaciliteiten kunt realiseren die zowel interessant zijn voor de RDM Campus als voor de achterliggende wijk, is het volgens mij gewoon een haalbare business. En dat geldt voor meerdere voorzieningen, want het gebied is op dit moment niet echt een verblijfsgebied. De basisfaciliteiten die nodig zijn om van de campus een verblijfsgebied voor de studenten te maken, zijn dezelfde als die je nodig hebt om een wijk te onderhouden.”
Hier en nu! Er wordt veel geïnvesteerd in de campus en het achterliggende dorp maar Ivo van Persie is van mening dat het niet altijd de juiste investeringen zijn. “Er liggen op dit moment voldoende middelen op tafel om gewoon alle problemen aan te pakken. Heijplaat kan nog steeds iets geweldigs worden, daar geloof ik echt in. Maar het cruciale moment is wel hier en nu. De meest essentiële ingreep moet het versterken van de lokale economie zijn. Er zijn al heel wat bedrijven in de omgeving en op de RDM Campus gevestigd en ik denk dat de essentie is om te kijken hoe we die bedrijven kunnen faciliteren. Daarbij denk ik dat de RDM Campus ook kan groeien naar meer een verblijfsgebied. Het idee van de Onderzeebootloods, met de tentoonstelling, vind ik bijvoorbeeld erg interessant. Op het moment dat je zo’n initiatief kunt verbinden met andere zaken die leven in het gebied, kun je iets moois creëren.”
IVO VAN PERSIE
IVO VAN PERSIE
RDM.1902-2012-2022
waar een deel van de kracht van het gebied ligt. “De combinatie van onderwijs en praktijk is enorm interessant. Daar kunnen we echt met z’n allen heel veel van leren. Ik denk dat dat de nieuwe formule van het gebied gaat worden. De vervolgstap zou kunnen zijn dat je daar een technologisch, vernieuwend bedrijf tegenaan plakt. Als je kijkt naar Eindhoven met Philips en TNO, daar gebeurt ‘het nieuws’. Dat is naar mijn idee dé reden waarom jongeren juist daar naartoe willen.”
Dromen De ontwikkeling van het gebied gaat gestaag door en Van Persie weet al wat hij graag verbeterd ziet worden. “Het gebied heeft zoals gezegd nog geen verblijfsklimaat. Studenten komen hier, maar zorgen ook dat ze zo snel mogelijk weer aan de andere kant van het water zitten, omdat daar gewoon meer te beleven valt. Ik denk dat het gebied meer erkenning moet krijgen. Dan ontwikkelt het zich vanzelf. Dat geldt ook voor de jongeren daar. Op het moment dat je die jongeren een stukje erkenning geeft, zullen ze veel sneller opbloeien. Hetzelfde geldt voor het verblijfsklimaat. Op het moment dat je studenten, of jongeren, de mogelijkheden en ruimte biedt om daar daadwerkelijk dat verblijfsklimaat te verbeteren, dan trek je ook gelijk de juiste doelgroep aan. Op het moment dat een clubje studenten besluit: jongens, we gaan hier gewoon een kroeg openen, zul je zien dat er binnen de kortste keren ook gewoon oude wijkbewoners zitten. En dat is juist interessant volgens mij, omdat onder die ouderen ook nog veel kennis aanwezig is die verloren dreigt te gaan. Uit die tegenbeweging kan iets moois ontstaan!”
Interessante combinatie De RDM Campus staat bekend om zijn combinatie van onderwijs en bedrijvigheid. Dat is ook
40
41
ERWIN ZWIJNENBURG
RDM.1902-2012-2022
Erwin Zwijnenburg ”Toen ik een jaar of 16 was had ik hier heel veel vriendjes. Wij zwommen toen in de Eemhaven. Als ik denk aan hoe je Heijplaat sterker zou kunnen maken, denk ik aan die tijd.” Erwin Zwijnenburg was van april 2010 tot november 2012 directeur van regio ZuidWest van Woonbron, waaronder ook Heijplaat valt. Toen hij als tiener in Hoogvliet woonde, was hij al ‘thuis’ op Heijplaat. Het gebied was dus niet nieuw voor hem.
Start op het dieptepunt Begin 2010 raakte Erwin Zwijnenburg vanuit zijn functie als directeur Woonbron Hoogvliet betrokken bij de ontwikkelingen op Heijplaat. In die tijd was Woonbron, op zijn zachtst gezegd, niet geliefd onder de bewoners van het dorp. Zwijnenburg: “Mijn eerste ervaring was dat het hele dorp volhing met spandoeken ‘Heijplaat spookdorp’. Er stond niet onder: ‘met dank aan Woonbron’, maar dat bedoelden ze wel. In 2008 hadden we een business case opgesteld en op basis daarvan is men begonnen met het uitplaatsen van bewoners, maar er kwam geen concreet ontwikkelingsplan achteraan. Mensen voelden dat het er niet meer oké was en trokken weg. In een periode van pakweg drie jaar was 75% van die woningen verlaten. Wie toen door het dorp liep, kon niet anders zeggen dan dat het een spookdorp was. Wij hebben daar fouten gemaakt, met name in de planning en de communicatie met bewoners. Heel veel economie en geloof is toen uit dat dorp getrokken.”
dorp, een mogelijkheid om iets moois op te bouwen. “Voor mij was wel duidelijk dat, als we überhaupt iets zouden gaan doen, we dat samen met partners en bewoners moesten doen. Gelukkig vonden anderen dat ook en daar is de samenwerkingsovereenkomst uit voortgekomen.” Die samenwerkingsovereenkomst is een belangrijk document. Daarin zeggen de partners dat ze geloven in de toekomst van Heijplaat en elkaars belangen respecteren. “We moeten zien te bereiken dat we van ieders belang een soort win-win maken. Uiteindelijk is het echt een overeenkomst tussen professionals geworden, waarbij wel de verbinding met die bewoners cruciaal is. We oogsten bij de bewoners ook veel waardering voor het plan en dat terwijl ze eigenlijk hun geloof al kwijt waren. Die overeenkomst gaf de bewoners voor het eerst weer het gevoel van: ‘misschien zou het nog wat kunnen worden’.”
Denkend aan Heijplaat... Nieuwe start Ondanks de achterstand waarmee Erwin Zwijnenburg begon aan het project op Heijplaat, zag hij een nieuwe start voor het
42
De connectie met het dorp gaat voor de directeur verder dan zijn functie. In zijn jongere jaren was hij er vaak te vinden. “Toen ik een jaar of zestien was, had ik hier heel veel vriendjes.
43
RDM.1902-2012-2022
Wij zwommen toen in de Eemhaven. Als ik denk aan hoe je Heijplaat sterker zou kunnen maken, denk ik aan die tijd. Als leefgebied heeft het alles wat je als kind wilt. Heel sterk is bijvoorbeeld de vrij geïsoleerde ligging waardoor het echt voelt als een dorp, terwijl je toch met tien minuten varen in de stad bent. Gezinnen kunnen hier hun kinderen alle kansen geven. Dat is in de kern waar de kracht van Heijplaat ligt. Het grensgebied tussen haven en wonen is ook heel interessant. Het blijft fascinerend als je een dorps geveltje ziet in contrast met een groot schip of een grote kraan.”
Het grijpt je! Het is jammer dat je aan de buitenkant van de RDM Campus moeilijk kunt zien wat er zich binnen afspeelt. De mooie dingen die daar gebeuren zijn niet zichtbaar genoeg. “Het ligt een beetje verstopt en het lijkt een beetje in zichzelf gekeerd. Maar als je dan even de kans hebt om er doorheen te lopen, word je gegrepen. De grote uitdaging is nu om een nieuw publiek te trekken, dat zich goed verhoudt met de Heijplaters en dat het gebied in de breedte waardeert. Dus inclusief zijn voorzieningen, zoals het Dokkaffee. Ik vind ook de voorzieningen voor het praktijkgerichte onderwijs heel indrukwekkend. Als ik een gezelschap heb dat even wil kijken, loop ik daar altijd naar binnen. Het is uniek en het grijpt mensen. Het maakt ook direct duidelijk wat het bijzondere is van Heijplaat. Wat in de zomer gebeurt met die tentoonstellingen in de Onderzeebootloods is ook fantastisch, dat trekt veel mensen. Maar op het gebied van werkgelegenheid is er natuurlijk nog genoeg te doen. We moeten jongeren van Heijplaat in de gelegenheid stellen om werkervaring op te doen in een van de industrieën die zich hier vestigen”
44
ERWIN ZWIJNENBURG
Hip op Heijplaat Het gebied wordt langzaam maar zeker steeds meer leven ingeblazen, maar voor veel mensen is wonen op Heijplaat geen vanzelfsprekende optie. “Potentiële nieuwe bewoners kennen het gebied eigenlijk niet. Maar er zijn echt wel mensen die hier willen wonen of ondernemen. Er zijn natuurlijk zat mensen die het prima vinden dat het wat verder van die stad ligt, en dat je hier ‘s avonds de rust over het dorp voelt dalen. Wat je eigenlijk zou willen, is dat de doelgroep die je er graag wilt hebben, zich goed mengt met de oorspronkelijke bewoners. Dat wonen op Heijplaat hip wordt, dat mensen in de rij staan. En dit gebied heeft echt de potentie om een hype te worden. De verbinding met de stad is een hot item, maar dat geldt ook voor het voorzieningenniveau. Mensen willen nu eenmaal een kinderdagverblijf, een supermarktje, medische voorzieningen, noem het maar op. Die zaken moeten gewoon in een dorp aanwezig zijn. Je denkt er niet zo snel aan, maar als je hoort dat ze er niet zijn, ben je er in één keer klaar mee. We zijn natuurlijk hard bezig om al die zaken voor elkaar te krijgen, en beetje voor beetje lukt dat ook.”
ERWIN ZWIJNENBURG
RDM.1902-2012-2022
ten. Ik zie in de toekomst een gebied waar het goed werken en recreëren is. Omdat het dan ook economisch een sterk gebied is geworden, is het echt belangrijk dat er een veerdienst naar de overkant komt.”
Droom Zowel Heijplaat als de RDM Campus staan voor nieuwe ontwikkelingen en uitbreidingen. Erwin Zwijnenburg weet al hoe hij de nabije toekomst ziet: “Dan is het nieuwe dorp tot ontwikkeling gekomen. Er is een nieuwe groep Heijplaters bijgekomen die ook economische impulsen geeft aan het gebied. Bewoners die een goede verhouding hebben met de huidige Heijplaters. Er is verdraagzaamheid en mensen hebben plezier met elkaar. Heijplaat heeft een bloeiend verenigingsleven en het zou mooi zijn als de bewoners dat met elkaar doorzet-
45
JASPER TUYTEL
RDM.1902-2012-2022
Jasper Tuytel “Toen die poort openging, zag je wat het effect was op de omgeving. Honderden Heijplaters, sommigen met tranen in de ogen, stiefelden naar binnen. Niet langer waren ze vergeten, verloren en achtergesteld.” Jasper Tuytel was, in zijn functie als voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Rotterdam, een van de feitelijke grondleggers van de RDM campus. Zijn betrokkenheid bij en passie voor de omgeving zorgden er uiteindelijk voor dat dit innovatieve project van de grond kwam.
Voorzichtige plannen Het idee voor de campus vindt zijn oorsprong in een veel kleinschaliger idee. De Hogeschool Rotterdam verzorgde, en verzorgt, veel technische opleidingen die vragen om grote ruimtes. “Ik wilde een hele grote experimenteerruimte voor onze opleidingen. We waren wel eens in Duitsland gaan kijken, bij oude mijnen. Toen dacht ik: ‘wat zou het leuk zijn als we een grote ruimte zouden hebben waar je ook daadwerkelijk dingen kunt maken’. Een groot deel van onze technische opleidingen heeft gewoon de ruimte niet. Op een zaterdag zijn we toen de stad doorgereden aan deze kant van de rivier, om een geschikte locatie te vinden. Die waren er wel, maar dat was dan óf in een enorme achterbuurt, óf de locatie was verhuurd. Tijdens een rondvaart met Stadshavens liepen we vervolgens tegen het RDM-terrein aan. Het was in eerste instantie niet het gebied dat ik zocht. Maar ik heb wel iets met oude havengebieden. Iets nostalgisch denk ik. Toen ik daarna nog eens ging kijken, wist ik dat dit het gebied was dat ik voor ogen had. “
Stroeve start Juist in die periode viel het restant van de RDM
46
Technology om en kwam de grote hal leeg te staan. Aangezien de hal jarenlang onderdak had geboden aan een productiebedrijf zag hij er van binnen relatief goed uit. Maar zo snel als de ontwikkeling van het RDM-terrein voor een buitenstaander lijkt te gaan, zo stroef was de start. Het was uiteindelijk de combinatie van doorzettingsvermogen en geloof in het project die de doorslag gaf. “Wat nou als we die hal gewoon huren en er onderwijs naartoe halen, dacht ik toen. Maar niemand zag er op dat moment wat in. Jaren heb ik moeten leuren met het idee dat we daar iets moois van konden maken. Tot er ineens toch een doorbraak kwam. Het eerste serieuze plan was om een kwart van de hal in te richten voor de Hogeschool, een kwart voor Albeda, en de rest nog leeg te houden. Beetje bij beetje werden de plannen toen concreter en langzamerhand begon het plan bij meer mensen te leven. De RDM was toch sentiment, Rotterdams sentiment, en wat zou het toch eigenlijk leuk zijn om zo’n plan echt uit te voeren.Dat was de steeds sterker wordende gedachte. Ook in de raad werden mensen enthousiaster. Gaandeweg ontstond toen ook het idee van onderwijs en
47
RDM.1902-2012-2022
bedrijven op één locatie. We hebben het echt samen gedaan zonder de steun van het Havenbedrijf en de betrokkenheid van het Albeda College was het nooit gelukt. Bovendien hadden we een enthousiast projectteam dat zich een ongeluk heeft gewerkt!”
De poort van Heijplaat Al met al zat er veel tijd tussen de eerste ideeën en het moment dat de eerste bedrijven zich er begonnen te vestigen. Vanaf dat moment ging het groeien. Er kwamen studenten, meer bedrijvigheid en vooral meer levendigheid. De poort van Heijplaat en het dok was sinds het faillissement nooit meer opengegaan. En toen, voor het eerst in meer dan twintig jaar, ging de poort weer open. “We hadden ons niet gerealiseerd dat wat je doet zo veel impact kan hebben. Toen die blauwe poort open ging, zag je wat het effect was op de omgeving. Honderden Heijplaters, sommigen met tranen in de ogen, stiefelden naar binnen. Niet langer waren ze vergeten, verloren en achtergesteld.” Het was een van de omslagmomenten. Langzaam begonnen de partijen in te zien wat de groeikansen van het gebied waren, maar het duurde nog een hele tijd voordat meer bedrijven zich op de campus gingen vestigen. Omdat de startprocessen om allerlei redenen vertraging op hadden gelopen, waren veel bedrijven al afgehaakt. Daar kwam bij dat de crisis was begonnen. “Maar ondertussen is de hal voor 80% gevuld!”
De eerste open dag Een aantal jaren geleden ontstond het idee voor een reünie van oud-RDM-werknemers. Ze kwamen bij elkaar om verhalen op te halen, maar ook om zich te verbazen over hoe het was geworden. “Het begon om 12 uur, maar ik was er al om 11 uur. Toen al stond de kade vol met mensen. Prachtig! Eén opmerking is mij in het bijzonder bijgebleven. Een oud-medewerker zei
48
jasper tuytel
me: ‘Dit is de beste posttraumatische behandeling geweest die een mens zich maar kan voorstellen’. Er was iets teruggekomen voor het litteken op hun geschiedenis waarvan ze ontzettend blij werden. In de krant stond laatst dat Heijplaat een van de meest duurzame stukjes van Nederland aan het worden is. Dat is zo leuk, de mensen daar zijn niet langer ‘afgeschreven’, maar horen er weer helemaal bij!”
Blik op de toekomst
jasper tuytel
RDM.1902-2012-2022
de hotspot van Rotterdam te worden!”
Moderne nostalgie “Ik geloof in het gebied, mits je het met verstand en liefde verder ontwikkelt. Maar wees er zuinig op! Als je het goed beheert, is het een gebied om trots op te zijn! Er wordt altijd gedaan alsof het ’t einde van de wereld is, maar je bent er eigenlijk zo. En vervolgens zit je gelijk in een andere wereld. Je stapt zo de jaren vijftig in, maar tegelijkertijd is het heel erg van deze tijd. Een unieke combinatie.”
Het gebied is volop in ontwikkeling en het publiek weet de campus ook meer en meer te vinden. Jasper Tuytel kijkt ook naar de toekomst. “Dit moet in mijn optiek een groot experimenteergebied blijven, waar je nieuwe ontwikkelingen de ruimte geeft. Het liefste zou ik op het gebied van duurzaamheid een of twee echt grote spelers hebben met daaromheen een heleboel kleinere innovatieve bedrijven. Allemaal op het gebied van technologie en duurzaamheid. Dat is een concept dat zorgt voor wederzijdse versterking.”
Booming Heijplaat Een actueel thema voor Rotterdam is het vasthouden van jonge mensen. Hiervoor moet niet alleen bedrijvigheid worden gecreëerd, maar ook een goede leefomgeving. “Ik denk dat Heijplaat nog wel eens booming zou kunnen worden. Ik kan me voorstellen dat het voor jonge mensen met kinderen heel leuk is om op Heijplaat te gaan wonen. Waar kun je bijvoorbeeld nu nog op straat voetballen? Dat kan toch helemaal nergens? En je kunt nog veel meer met het gebied. Zet bijvoorbeeld bij mooi weer een paar tentjes neer op de kade, gecombineerd met die hal erachter: een dijk van een omgeving! Ik zie dat absoluut voor me. Het gebied moet verder ontwikkelen, waardoor er straks nog veel meer leuke dingen te doen zijn. Het heeft de potentie om
49
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
50
51
diederick nierstrasz
RDM.1902-2012-2022
Diederick Nierstrasz “Kort geleden was de open dag op de RDM Campus en het publiek was bijzonder te spreken over wat er te zien was. Het was opvallend hoe enthousiast die mensen waren, ook al hadden ze niks met techniek.” Diederick Nierstrasz werkt sinds 2010 als productiemanager bij Ampelmann, een snelgroeiend bedrijf met een innovatief maritiem product. De Ampelmann is een zesbenig platform op hydraulische cilinders, dat een stabiele overgang tussen twee bewegende punten op het water garandeert. Zo kunnen bijvoorbeeld onderhoudsmonteurs vanaf een stilstaand dek via een loopbrug veilig overstappen naar windmolens op zee, zelfs bij hoge golven.
Dát is innovatie! De productietak van Ampelmann vond in 2009 een plek in het Innovation Dock op de RDM Campus. In deze voormalige machinehal met zijn open structuur en glazen wanden worden kavels verhuurd aan startende kleinschalige innovatieve bedrijven. Diederick Nierstrasz : “Tien jaar geleden ontwikkelde Jan van der Tempel samen met een team onderzoekers het concept van de Ampelmann. In 2007 werd het eerste demomodel gebouwd en getest en werd Ampelmann Company opgericht. Omdat de techniek waarmee het platform werkt nieuw was, besloten we ook de service en bediening van de platforms in eigen hand te gaan nemen. Op het moment dat het bedrijf een derde en vierde platform in productie nam, kwam ik erbij. We groeiden zo hard dat ik al snel productiemanager werd van acht medewerkers en inmiddels gaan we naar de dertien!”
De perfecte plek Innovation Dock is in de ogen van Diederick Nierstrasz de perfecte locatie voor Ampelmann. “We zitten aan het water, we hebben een grote kraanbaan en een flinke deur om onze appa-
52
raten naar buiten te krijgen. We werken nauw samen met de scholen hiernaast. Zo hebben we bijvoorbeeld stagiairs van het Albeda College, van werktuigbouwkunde, service en onderhoud. Die stagiairs lopen gewoon links en rechts te sleutelen en allerlei klusjes te doen. Dat bevalt goed! Ook hebben we een paar hbo-projectgroepen gehad, vooral om wat meer specifieke dingen te onderzoeken.”
Goede wisselwerking De RDM Campus biedt plaats aan onderwijs en verschillende vormen van bedrijvigheid. Er is inmiddels al een goede wisselwerking ontstaan tussen de scholen en de kleinschalige innovatieve bedrijven, maar het kan nog beter. Nierstrasz: “Wat er nu aan bedrijven en scholen op het RDM-terrein zit, vind ik iets teveel van alles en nog wat, te weinig focus. In het Innovation Dock is de aansluiting tussen de bedrijven niet altijd duidelijk waardoor je ook niet veel van elkaars expertise kunt gebruikmaken. De samenwerking met het Albeda is wel duidelijker, die opleiding sluit juist prima aan op onze werkzaamheden.”
53
RDM.1902-2012-2022
diederick nierstrasz
diederick nierstrasz
RDM.1902-2012-2022
Maritieme industrie Diederick Nierstrasz heeft een duidelijke visie op het soort bedrijven dat moet worden aangetrokken: “Het is goed om het in de maritieme hoek te zoeken. Fietsen maken kan overal in Nederland, dat hoeft niet per se hier. Het sterke van deze locatie is juist de aanwezigheid van de maritieme industrie. Dat zou ik meer benadrukken, dat past ook prima bij de historie van RDM. Het zou natuurlijk mooi zijn als het onderwijs daarin meegaat. Voor ons sluit werktuigbouwkunde, en zeker de onderdelen constructie, service en onderhoud, daarbij prima aan en dat geldt voor meer maritieme toepassingen. Dat hoeft niet alleen het scheepsbouwen te zijn, maar ook de aanleg en het onderhoud van de installaties aan boord.”
Onderhoud is de toekomst De onderwijsvisie van de RDM Campus wijst op het belang van innovatie en maintenance. In de toekomst is er veel behoefte aan met name werknemers op dat laatste gebied. “We weten inmiddels hoe we onze apparaten moeten bouwen, maar we hebben nog geen flauw idee hoe zo’n apparaat er over vijf jaar of tien jaar uit ziet. Moeten we het uit elkaar gaan halen, moeten er onderdelen vervangen worden, hoeveel storingen kunnen we verwachten? We kunnen reserveonderdelen bestellen en onderdelen vervangen, maar van het onderhoud weten we nog niet veel. Dat moeten we in ons bedrijf nog uitvinden. Op dit moment is nieuw bouwen makkelijker en sneller, onderhoud vergt veel meer expertise.”
bestemming van het Innovation Dock. Na een succesvolle start zijn we in tweeënhalf jaar tijd gegroeid van één naar vijf kavels. We komen nu nog wel uit met de ruimte, maar als we een groter Ampelmann-platform gaan bouwen, hebben we meer vierkante meters nodig. Nu is het nog zo dat alles wat we produceren meteen wordt geleverd, maar op den duur komen die apparaten terug voor onderhoud en dan moeten we ze wel ergens kwijt kunnen. In het Innovation Dock is geen plek voor opslag.”
komen, krijg je echt een aantrekkelijk gebied. We hadden laatst de open dag op de RDM Campus en het publiek was bijzonder te spreken over wat er te zien was. Het was echt opvallend hoe enthousiast die mensen waren, ook al hadden ze niks met techniek. Het werkt dus om mensen te trekken met open dagen. Wij vinden het ook leuk om te laten zien wat we doen.”
Geen connectie – maar het past In samenwerking met Museum Boijmans Van Beuningen vond afgelopen zomer voor de derde keer een bijzondere tentoonstelling plaats in de Onderzeebootloods. De connectie tussen de tentoonstelling en de RDM Campus, met zijn bedrijven en scholen, ligt op het eerste gezicht niet voor de hand. Nierstrasz zegt hierover: “Ik zie ook niet echt een connectie, maar het is natuurlijk een mooi gebied waar zoiets wel in past. Het is daarnaast interessant om te kijken naar verbreding van het aanbod. Je moet een grote trekpleister hebben, dus in die zin is zo’n expositieruimte hartstikke goed, alleen trekt het nog geen gigantisch publiek. Maar als er tegelijkertijd meer wordt gedaan aan de infrastructuur en de bereikbaarheid van het gebied, dan stimuleert dat de rest ook meteen. Zo’n trekpleister zorgt ervoor dat het gebied er omheen zich vanzelf meer gaat vormen.”
RDM en de toekomst Meer vierkante meters Ampelmann is een sterk groeiend bedrijf waardoor het denkbaar is dat op een bepaald moment een plek buiten het Innovation Dock moet worden gezocht. “Er wordt al gekeken naar onze wensen voor een ander gebouw, want we vallen langzamerhand een beetje buiten de
54
Het gebied op en rondom de campus is steeds onderhevig aan veranderingen. Het aantrekken van meer en nieuw publiek neemt hier ook een belangrijke plek in. Nierstrasz: “Wat hier nu ontwikkeld wordt, krijgt een ontzettend innovatieve uitstraling. Als je vervolgens meer mensen kunt verleiden om hier naartoe te
55
HANS SMITS
RDM.1902-2012-2022
Hans Smits “Studenten moeten opleidingen krijgen in de context van de haven. Maar ik wil ook de Rotterdammers er naartoe trekken. Ook dat vind ik heel belangrijk!“ Hans Smits is sinds 2005 CEO van het Havenbedrijf Rotterdam. Vanuit zijn functie is hij al sinds het eerste uur betrokken bij de ontwikkelingen van het RDM-terrein.
De start Jasper Tuytel, de toenmalig voorzitter van de Raad van Bestuur van de Hogeschool Rotterdam, is de grondlegger van de ontwikkeling van de RDM Campus. Toen hij met Hans Smits over het onderwerp van gedachten wisselde, werd ook Smits enthousiast. “We hebben een aantal keren uitvoerig met z’n tweeën over zijn plan gesproken, en toen hebben we tegen elkaar gezegd: we gaan daar iets moois van maken. Ik heb hier in huis de discussie aangezwengeld en dat is het begin geweest van de ontwikkeling van de RDM Campus. Het is begonnen vanuit de wens een historisch gebied weer nieuw leven in te blazen. Mijn persoonlijke overtuiging is, dat als de locatie goed is en je investeert in infrastructuur, je een economische motor op gang brengt. Dat is altijd mijn filosofie geweest en dat blijkt ook hier weer te werken. Dat kan het opknappen van hallen zijn, de buitenboel opknappen, de wegen, de havens, het groen; maakt niet uit. Zo simpel is het.”
Kracht van het gebied Het gebied rond de RDM Campus heeft een rijke geschiedenis, maar is om meer redenen bijzonder. ”De locatie is natuurlijk uniek vanwege het feit dat hij in het hart ligt van een
56
bloeiend stuk haveneconomie. Want we moeten nooit vergeten dat in het Waal- en Eemhavengebied ongeveer twintigduizend mensen werken. Dat is de kracht. Dat Heijplaat daarnaast ligt, kan ook een kracht zijn. Ik weet niet exact hoeveel inwoners van Heijplaat in het gebied werken, maar als dat een groot deel is, dan is dat natuurlijk ook een kracht. Als dat niet zo is, dan hoop je dat het gaat gebeuren. Vervolgens moet Heijplaat met centrale voorzieningen ook weer een impuls krijgen. Daarvoor hebben we een afspraak gemaakt met Woonbron. Wij investeren in het havencomplex, het totale RDMgebeuren en zij investeren in woningen. Dat was part of the deal. Dan versterkt het elkaar.”
Ruimte voor verbetering Hoewel een deel van het gebied helemaal is opgeknapt en er uitnodigend uitziet, zijn er ook stukken die nog een flinke opknapbeurt nodig hebben. “Als ik in de Dokhaven kom, erger ik me rot aan die oude, wrakkerige pier. Ook de kade aan de oostkant van de Dokhaven, waar het afgezet is, moet opgeknapt worden. Dat is echt nodig. Aan de achterzijde heeft het gebied nog veel te veel het karakter van een
57
RDM.1902-2012-2022
verlaten en bouwvallig industrieterrein. Ik ben ervan overtuigd dat er nog een heleboel moet gebeuren. Als je dat doet, trek je ook weer investeerders aan.”
Vervoer Het openbaar vervoer richting de RDM Campus laat nog enigszins te wensen over. Hoewel er verbeteringen zichtbaar zijn, blijft het een aandachtspunt. Smits erkent dit: “Het is natuurlijk nog niet goed. De frequentie van het busvervoer ligt te laag, maar de realiteit gebiedt ook te zeggen dat je daar nu nog geen rendabele busverbinding kunt onderhouden. Daarvoor moet het aantal reizigers groeien. De bereikbaarheid met de auto is wel redelijk en als je binnendoor rijdt, langs de havenkant via het Eemhavengebied, dan ben je er zo vanuit de stad. Maar toegegeven, met het openbaar vervoer blijft het moeizaam.”
Niet forceren Vanuit de historie is er een logische verbinding tussen Heijplaat en de RDM. Het ligt dan ook voor de hand om deze verbinding weer te versterken. “Die logische verbinding zou in de economie moeten zitten, of in het sociaalmaatschappelijke. We hebben daar nu een Dokkaffee, en als straks op de campus die 2000 studenten rondlopen en er een heleboel mensen werken, dan komen daar vermoedelijk ook een paar restaurants en cafés bij. Daar denk ik aan. Als er vervolgens mensen op Heijplaat gaan wonen omdat ze straks een leuke baan hebben bij een van de nieuwe bedrijven daar, dan is dat natuurlijk ook heel mooi. Maar voor de rest vind ik niet dat je het moet forceren.”
Publiek trekken De RDM Campus wordt een plek voor studenten en innovatieve bedrijven. Er zal dus een divers publiek die kant op gaan komen. Smits:
58
HANS SMITS
HANS SMITS
RDM.1902-2012-2022
“Het is begonnen met studenten en die blijven ook heel belangrijk. Studenten moeten opleidingen krijgen in de context van de haven. Maar ik wil ook de Rotterdammers ernaartoe trekken. Ook dat vind ik heel belangrijk! Het gebied moet verder worden opengegooid en ook een recreatieve verblijfsfunctie krijgen. We zouden bijvoorbeeld samen een project kunnen starten onder de vlag van het Filmfestival. Zet een rij stoelen in een van de hallen en ga draaien! Dan krijg je weer een ander soort publiek. Zoiets simpels. Why not?”
Droom Er liggen nog genoeg plannen klaar om het gebied verder te ontwikkelen. Het is moeilijk te voorspellen wanneer het project helemaal is afgerond. Hans Smits heeft al een idee over wat hij graag zou zien: ”Ik vind echt dat de kwaliteit van de hele bebouwde omgeving een enorme impuls moet krijgen. Ik hoop dat je daar over aantal jaar graag loopt, dat je er graag fietst, dat je er graag bent en dat je onder de indruk bent. Dat betekent dat het schoon is, dat het mooi is, dat er misschien hier en daar wat gras is en dat er kunst staat. Ik vind dat je voor een deel ook moet kunnen zien wat er gebeurt. Je hebt nu helemaal geen contact met alle bedrijvigheid daar. Mijn droom is dat daar over een jaar of tien een stuk maakindustrie gerealiseerd is en dat je kunt zien wat er gebeurt. Dat geeft volgens mij een enorme uitstraling waardoor je daar wilt zijn. Ik zie voor me dat er rondleidingen zijn waarbij de mensen rondwandelen terwijl er wat wordt verteld over een bedrijf. Ook hebben we tegen die tijd het hele Quarantaineterrein opgeknapt. Dan heb je daar dus een leuk strand met een gezellige koffiecorner en een pannenkoektent. De mensen willen daar graag verblijven. Nu is het nog teveel een enclave, afgesloten. Daar moeten we vanaf.”
59
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
HANS OBER
RDM.1902-2012-2022
Hans Ober “We moeten zorgen dat bedrijven gaan denken: hier in deze regio gebeurt wat, daar kunnen we onze business aan ontlenen. Het zou een proeftuin kunnen zijn voor het doorvoeren van nieuwe methodes en werkwijzen.” Hans Ober is een geboren en getogen Heijplater. Hij is mede-initiatiefnemer van Groenkleed, een project dat zorgt voor vergroening van Heijplaat en voor tijdelijke gebiedsontwikkeling. Dynamiek genoeg De band die Hans Ober heeft met Heijplaat heeft geen verdere uitleg nodig. Als geboren Heijplater maakte hij de hele teloorgang en wederopstanding van het gebied van dichtbij mee. “Ik ben hier opgegroeid en heb hier mijn wortels. Later heb ik er heel bewust voor gekozen om hier niet weg te gaan. Dat heeft ook te maken met het feit dat ik als persoon behoorlijk honkvast ben. Ik ben maar twee keer verhuisd in mijn hele leven en dat was binnen een straal van vijftig meter. Dat is dus niet heel avontuurlijk. Maar het gebied is dynamisch genoeg, dus de dynamiek komt wel naar me toe! En daarbij heb ik ontzettend veel met havens en een industriële omgeving. Het is me natuurlijk met de paplepel ingegoten, maar sommige mensen willen er dan toch graag vandaan. Ik wilde hier juist graag blijven wonen. Ik zie er misschien wat meer de schoonheid van in.”
Alles speelde zich hier af. Nu komen veel meer mensen van buitenaf, met hun leven of verleden elders. De sociale cohesie is daardoor erg versnipperd. Nu willen we mensen trekken die juist wel wat met het gebied hebben. Toch draait de RDM Campus echt wel zonder de bewoners van Heijplaat. En Heijplaters draaien ook wel zonder de RDM Campus. Van de voorzieningen kunnen ze natuurlijk profiteren, maar strikt genomen hebben ze nu niets meer met elkaar te maken. Tenzij er meer mensen op de campus gaan werken en er meer mensen van de campus in het dorp gaan wonen. Daar wordt aan gewerkt, maar je moet wel de gelegenheid scheppen. Bijvoorbeeld door het uitzetten van een vacature in het dorp. Of letterlijk de muren weghalen tussen campus en het dorp. Dat is natuurlijk fysiek al een hele goeie ingreep. Ik denk dat het daar begint.”
RDM toen en nu Vroeger was alles onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nadat de RDM zich destijds op de plek van de huidige campus had gevestigd, zorgde het bedrijf ervoor dat de arbeiders in de buurt konden wonen. Ober: “Toen was je elkaars buurman of collega, en vaak ook nog familie.
60
Bereikbaarheid blijft een punt Heijplaat is beperkt bereikbaar met het openbaar vervoer. Met name in de weekends, de vakantieperiodes en later op de avond is dat een probleem. Ober: “De Aqualiner en de bussen zijn er eigenlijk vooral voor studen-
61
RDM.1902-2012-2022
ten en bezoekers van de tentoonstelling. De rijtijden van de bus vanaf het Zuidplein zijn niet gericht op andere gebruikers, en dat is wel een punt.” De bus rijdt niet in de schoolvakanties en op werkdagen alleen in de ochtend en aan het eind van de middag. “Die bus is er dus per definitie niet voor de bewoners. En de Aqualiner vaart alleen met een hoge frequentie als er een tentoonstelling is. De bereikbaarheid per auto is echt geen probleem, maar daarvan zijn veel mensen zich nog te weinig bewust.”
Gewoon prettige mensen Om de ontwikkeling van Heijplaat nog meer te stimuleren moet er publiek naar het gebied gelokt worden. Het organiseren van tentoonstellingen is een goed voorbeeld van een publiekstrekker. “Ik denk dat als je het aanbod gevarieerd maakt, daar vanzelf de juiste mensen op af komen. Met bijvoorbeeld de exposities in de Onderzeebootloods krijg je al publiek dat geïnteresseerd is in kunst. Het zou ook heel mooi zijn als mensen vanuit het centrum op zaterdagochtend gewoon even de Aqualiner pakken. Maar waarom zouden ze naar Heijplaat willen op hun vrije dag? Dat is nog niet vanzelfsprekend en dus is er daar nog werk te verrichten. Ik zou graag gewoon prettige mensen hierheen willen halen. Vooral van alles wat. Toen ik hier opgroeide, liep hier van alles rond. Dat was een leuke dwarsdoorsnede van de maatschappij, van de bevolkingsopbouw.”
HANS OBER
HANS OBER
RDM.1902-2012-2022
Zet aan het eind van de pier dus bijvoorbeeld geen bedrijven die heel veel vrachtverkeer met zich meebrengen. En kijk vooral ook naar wat je straks wilt. Het is nu een overgangsgebied waar je nog van alles mee kunt, maar hou er alvast rekening mee. Je geeft een stuk terrein uit voor dertig jaar bij wijze van spreken, dan moet je daar nu niet neerzetten wat je straks niet meer wilt.”
Goed gedaan De ontwikkelingen doen Hans Ober zichtbaar goed en hij ziet de toekomst dan ook optimistisch tegemoet. Zijn toekomstvisie is dan ook helder: “Dit is denk ik hét moment om alle kansen te benutten en grijpen. Heijplaat bestaat in 2014 honderd jaar. Mijn droom is dat ze over honderd jaar niet alleen vieren dat Heijplaat tweehonderd jaar is geworden, maar tegelijk dat nieuw-Heijplaat honderd jaar bestaat. En dat ze dan nog steeds zeggen: ‘Dat hebben ze toen wel heel erg goed gedaan. Het dorp is toen echt vernieuwend neergezet, met een nieuwe visie’. Dat maakt Heijplaat ook net even anders, denk ik. Het is karakteristiek en die eigenheid moet benut worden. Tegelijkertijd moet je wel de gelegenheid scheppen en naar mijn mening doet het Havenbedrijf dat nu behoorlijk. Dus daarvoor dank!”
Wat je straks wilt! De RDM Campus staat bol van innovativiteit en bedrijvigheid. In de toekomst wordt dat aspect verder uitgebreid. Hans Ober ziet daar wel gevaren in: “Ik denk dat je het kenniscentrum als uitgangspunt vooral overeind moet laten. Wat was de reden dat we gekomen zijn waar we nu staan? Het is dus heel belangrijk dat daar geen bedrijven bij komen die bijten met de oorspronkelijke opzet van het terrein.
62
TE KLEIN 63
RDM.1902-2012-2022
JEANNETTE BALJEU
JEANNETTE BALJEU
RDM.1902-2012-2022
Jeannette Baljeu
De RDM Campus is een fantastische locatie waar je uitstekende opleidingen kunt volgen en waar je op een prachtige zomerdag heerlijk kunt ontspannen, alles met het gevoel dat je in een dynamische omgeving zit.”
In mei 2010 kreeg wethouder Jeannette Baljeu als portefeuillehouder haven de verantwoordelijkheid voor Stadshavens Rotterdam. Ook in haar vorige collegeperiode was zij al nauw betrokken bij de ontwikkelingen in het stadshavensgebied.
Het gaat goed! De oude werf van de RDM op Heijplaat, midden in het Rotterdamse stadshavensgebied, is sinds 2007 volop in ontwikkeling. Iets wat al langer in de planning stond, krijgt nu steeds meer vorm. Jeannette Baljeu: “Alle begin is moeilijk, maar het tempo komt er nu bij zowel de RDM Campus als het dorp Heijplaat echt in. Voor het dorp gaat het dan natuurlijk vooral om de woningbouw, de ontsluiting en de herinrichting van de randen van het Heijplaatgebied. Op het RDM-terrein heeft het onderwijs zich nu sterk gevestigd. De voorlichtingsdagen over de opleidingen worden heel druk bezocht, dus de studenten weten de RDM te vinden. Dat gaat goed! Wat ik zo bijzonder vind aan de RDM Campus is dat onderwijs en bedrijvigheid hand in hand gaan. En juist die combinatie kent nu de grootste groei. Het RDM-terrein is echt het boegbeeld van Stadshavens Rotterdam geworden. Van alle stadshavensgebieden is de RDM nu het beste tot leven gebracht.”
Bereikbaarheid Ruimte voor verbetering is er ook nog genoeg. Wethouder Baljeu denkt daarbij in eerste instantie aan bereikbaarheid: “Het gebied moet
64
nog beter bereikbaar worden met openbaar vervoer, maar daarvoor moeten de ontwikkelingen rond Stadshavens Rotterdam als geheel wat verder zijn. Het openbaar vervoer over water naar de RDM Campus werkt op dit moment bijvoorbeeld prima, maar de frequentie moet absoluut omhoog. We zijn daar al langer mee bezig.” Baljeu ziet ook ruimte om nog meer bedrijvigheid naar de RDM Campus te trekken en de combinatie van leren en werken nog sterker aan te zetten. Woningbouw is een ander aandachtspunt: “Ik hoop natuurlijk dat de woningbouw op Heijplaat een versterking van de structuur oplevert. Maar voordat het allemaal is gelukt en afgerond, hebben we nog wel wat stappen te zetten. We zijn nog niet bij het eindpunt.”
Uitgangspunt techniek RDM Campus staat voor ontwikkeling en innovatie met techniek als rode draad. “De focus ligt natuurlijk heel erg op techniek (met name Moving, Powering en Building) en op zich is de RDM Campus daarvoor de aangewezen plek. De hele sfeer ademt techniek. Ik vind dan ook dat techniek het eerste uitgangspunt moet
65
RDM.1902-2012-2022
zijn. Het geeft het gebied een specifiek karakter. De bedrijven die zich daar willen vestigen, moeten daar bij aansluiten. Wat mij betreft hoeven dat niet direct maritieme of havengerelateerde bedrijven te zijn, dat mag best breder worden getrokken. Door mensen in een bredere omgeving van technische opleidingen te plaatsen, vergroot je de kans dat ze uiteindelijk toch in de haven gaan werken. Uiteindelijk is dat natuurlijk ons doel. Ik zou het wel interessant vinden om te zien welke in de haven toepasbare technische opleidingen we nog als toegevoegde waarde kunnen aantrekken op RDM.”
Draagvlak Waar het vroeger zo was dat werknemers van de RDM op Heijplaat woonden, is er tegenwoordig geen automatische link meer. “Het zou mooi zijn als de kinderen die op Heijplaat wonen hun opleiding op de RDM kunnen volgen. De verbinding zoals die er in het verleden was, zie ik niet meer. Het is een relatief kleine gemeenschap waar de RDM Campus niet op kan draaien. Een draagvlak van de bewoners is daarom noodzakelijk om de ontwikkelingen op de Campus verder te kunnen uitwerken. Studentenhuisvesting zou daar een onderdeel van kunnen zijn. En wat mij betreft kan dat, maar de verdere ontwikkeling vraagt meer.”
JEANNETTE BALJEU
JEANNETTE BALJEU
RDM.1902-2012-2022
gebied vinden en dat ligt nu nog niet zo voor de hand. Vooralsnog zou je publieksactiviteiten nodig hebben om mensen te trekken. In deze tijd van bezuinigen is het moeilijk als je dan naar de overheid gaat kijken. Het zou leuk zijn om er een paar keer iets te organiseren. En of mensen echt komen, hangt uiteindelijk ook af van de mix in aanbod.”
Kunst op de campus In samenwerking met Museum Boijmans van Beuningen organiseert het Havenbedrijf al drie jaar tentoonstellingen in de Onderzeebootloods op het RDM-terrein. Deze loods staat nu op de nominatie om herontwikkeld te worden, bijvoorbeeld voor evenementen en congressen. Jeannette Baljeu is daar op zich voorstander van: “Als de markt zich zo ontwikkelt dat men deze ruimte wil gebruiken voor dat soort dingen, dan lijkt me dat prima. We moeten alleen niet kannibaliseren op plekken die we al hebben. De markt moet de vrijheid krijgen om te reageren in zo’n nieuw gebied. Zo’n tentoonstelling is natuurlijk een publiekstrekker voor een breed publiek. Als je iets nieuws en unieks naar Nederland kunt halen dan moet je dat zeker doen. Voor evenementen en congressen geldt eigenlijk hetzelfde. Als de markt zich op die manier wil en kan ontwikkelen, dan zeg ik: vooral doen!”
De weg naar de RDM Campus De RDM Campus en het omliggende gebied zijn nog steeds sterk in beweging. Het is nu natuurlijk zaak om meer mensen richting het RDMgebied te trekken. “Dat blijft altijd een beetje ingewikkeld. Het belangrijkste is natuurlijk dat je techniekstudenten trekt en dat lukt nu aardig. Daarna volgen de bedrijven en ook dat begint goed te lopen. De dynamiek die kan ontstaan, is dat mensen hierheen willen om aan het water een borreltje te doen. Even met de boot de stad uit en op het terras zitten op de Heijplaat. Maar mensen moeten dan wel de weg naar het
66
Uitzicht op het water De ontwikkelingen op Heijplaat gaan voorlopig dus door. Het project is nog volop in beweging, maar Wethouder Baljeu spreekt haar droom voor een eindpunt alvast uit: “Iedereen kent de RDM dan als een fantastische locatie met uitzicht op het water, waar je goede opleidingen kunt volgen en waar je op een prachtige zomerdag heerlijk kunt ontspannen. En dat alles met het besef dat je in een dynamische omgeving zit. En volgens mij gaan we goed die kant op!”
67
68
Voor woord.
RDM.1902-2012-2022
VOORWOORD
VOORWOORD
RDM.1902-2012-2022
69
PETER GOEDENDORP
RDM.1902-2012-2022
Peter Goedendorp “Iedereen zegt: ‘Leuk dorpje. Nog nooit geweest.’ Natuurlijk hoeft niet iedereen te weten waar Heijplaat ligt, maar het komt nu wel in de picture. Het is hier echt leuk!” In 2004 startte Peter Goedendorp TCC-Hoogvliet. Het snel groeiende bedrijf stelt wekelijks vele mensen te werk in diverse industriële functies in het Europoort-Botlekgebied en leidt daarnaast ook personeel op.
Kennismaking met het RDM-terrein In mei 2012 verhuisde TCC-Hoogvliet naar de RDM Campus. Peter Goedendorp is er gelukkig mee: ”Wij zaten oorspronkelijk in Hoogvliet en het was eigenlijk niet de bedoeling om daar weg te gaan. We hadden een stuk grond waar we nieuwbouw wilden neerzetten. Uiteindelijk liepen we tegen een aantal niet te nemen hindernissen aan vanwege de bouw van een trainingsunit en ben ik via via bij het Havenbedrijf terechtgekomen. We zijn hier gaan kijken en die loods paste ons eigenlijk goed. Niet alleen qua ruimte en groei, maar ook omdat het de bedoeling is dat het RDM de maintenance-locatie van Rotterdam wordt. Het pand en de locatie klopten dus voor ons. Het was hier natuurlijk heel oud; de eerste keer dat ik naar binnenliep wist ik echt niet wat ik zag. Daar kon ik gelukkig wel doorheen kijken, want het is een lekker pand geworden. Het klopt echt.”
Duizend koffie TCC-Hoogvliet verzorgt en ontwikkelt industriële opleidingen op het gebied van veiligheid. Als opleidingscentrum heeft TCC dan ook baat bij de al langer op het terrein gevestigde bedrijven. Goedendorp: “Wat me hier wat tegenvalt,
70
is de gebrekkige samenwerking tussen de zittende partijen. Er is hier bijvoorbeeld geen vereniging voor alle bedrijven, maar misschien willen we dat soort dingen wel te snel. Aan de andere kant is het wel zo dat wij naar het Albeda kunnen lopen als we even een lassertje nodig hebben. Dan is die samenwerking er wel, maar ik zou die wel graag op een hoger plan willen hebben”.
Het draait om uitstraling Als het om verbeteren gaat, wordt bereikbaarheid door vrijwel iedereen gezien als een belangrijk punt. Peter Goedendorp is het daar zeker mee eens, maar als het aan hem ligt, wordt er nog veel meer aangepakt: “Natuurlijk, de bereikbaarheid is nog een minpunt. Maar hier op het terrein kan nog wel meer verbeterd worden. We zitten hier sinds 1 mei 2012, maar er is nog steeds geen goede bewegwijzering voor de bedrijven. Ook vind ik het buitenterrein erg rommelig. Ons pand is geweldig, maar het oog wil ook wat. Als ik hier rondloop, krijg ik teveel het gevoel dat niemand zich echt verantwoordelijk voelt voor de rotzooi op de grond. Het draait ook om uitstraling natuurlijk. Het is
71
RDM.1902-2012-2022
natuurlijk ook wel een terrein dat zijn charmes heeft. Als je hier rondrijdt, voel je dat er altijd al gewerkt is. En al die staalconstructies, met name ook in de panden zelf, dat is natuurlijk gewoon heel mooi. Dit gebied wordt uiteindelijk prachtig, daarvan ben ik heilig overtuigd. Maar in de tussenliggende tijd moet je er met zijn allen voor zorgen dat het voor iedereen een beetje acceptabel blijft. Mensen moeten zich gewoon verantwoordelijk voelen voor hun eigen rommel. Als iedereen dat doet, ben je al een heel eind op weg.”
PETER GOEDENDORP
PETER GOEDENDORP
RDM.1902-2012-2022
RDM-terrein te trekken. Goedendorp: “Ik vind dat soort dingen voor 100% combineerbaar met wat er verder op het RDM gebeurt. Wat mij betreft zou je hier ook een fatsoenlijk restaurant kunnen neerzetten waarvan je kunt zeggen: joh, je kunt daar lekker een hapje eten. De leuke dingen van het leven. Het heeft niets met techniek te maken, maar wel met die haven, wel met die uitstraling. Combinaties met de haven zijn eigenlijk altijd goed. Daar past ook een tentoonstelling in of een concert. Ik zie daar genoeg mogelijkheden voor, je hebt hier ruimte genoeg in een prachtige omgeving.”
RDM en Heijplaat Het dorp Heijplaat dankt zijn bestaan aan de vestiging van de oude RDM en, Goedendorp zei het al, die historie hangt nog altijd in de lucht. Hij ziet nog steeds een verbinding. “De leeromgeving die we hier hebben is sowieso al een link, want mensen moeten in de toekomst hun leven lang leren. Dat kan hier, dus dat is één. Wellicht heeft een deel van de bewoners hier gewerkt. Ik denk dat de meesten ook trots zijn op het RDM-terrein en als daar dan nieuw leven ingeblazen wordt is dat natuurlijk prachtig. Om weer te kunnen groeien, zou Heijplaat erg gebaat zijn bij een economische impuls. Elke vorm van werkgelegenheid die hier in de buurt wordt geschapen, is welkom. Wat er gebeurt op het RDM-terrein zou dus ook een soort economische spin-off voor het dorp kunnen zijn. Klanten die hier komen, hoor je ook zeggen: ‘Leuk dorpje. Nog nooit geweest.’ Dat zegt iedereen die hier voor het eerst komt. Niet iedereen hoeft te weten waar Heijplaat ligt, maar het komt nu wel in de picture. Het is een leuk dorpje om te zien en je kunt hier ook wonen. Die aandacht is goed voor het dorp.”
Droom De bedrijvigheid op het RDM-terrein neemt met de jaren toe. Ook TCC denkt aan uitbreiding. Peter Goedendorp: “Wij hebben het plan om hier een ‘leerfabriek’, of vriendelijker gezegd, een simulatieomgeving te bouwen, met torens van 48 meter hoog. Daar willen we mensen trainen die in de procesindustrie werken. Als alles doorgaat, komt het gebouw aan het water te staan en dan heb je hier een leeromgeving die uniek is in Europa en ver daarbuiten. Dat trekt hopelijk mensen uit de hele wereld om er onderwijs te volgen, in welke vorm dan ook. Die moeten dan natuurlijk ergens slapen en dan zou het helemaal niet raar zijn om in het dorp een hotel te bouwen. Vervolgens krijg je actie en gaan mensen geld uitgeven waardoor economische groei ontstaat. Als je hier zoiets neerzet en het ziet er goed uit, worden mensen gegrepen en komen ze deze kant op. Dat zou de jeugd vervolgens kunnen stimuleren om te zeggen: we kiezen voor techniek, we kiezen voor industrie. En daarin kan de RDM Campus een grote rol spelen.”
Lunch op de tenders Sinds drie jaar worden in de Onderzeebootloods tentoonstellingen gehouden. Het is een nieuwe, andere manier om publiek richting het
72
73
RDM.1902-2012-2022
gabrielle muris
gabrielle muris
RDM.1902-2012-2022
Gabrielle Muris “De kracht van dit terrein is toch de geschiedenis en het feit dat het zoveel verschillende doelgroepen aanspreekt. Het moet weer een place-to-be worden!” Gabrielle Muris is directeur van RDM Campus. Samen met collega-directeur Bert Hooijer ontwikkelde zij de eerste ideeën voor de herontwikkeling van de werf, onder het motto Research, Design and Manufacturing.
Start Al sinds 2005 is Gabrielle Muris betrokken bij RDM Campus. Ze werkte in die tijd voor zowel de Economic Development Board Rotterdam (EDBR) als voor de gemeente. Daar leerde zij Jasper Tuytel kennen als voorzitter van de taskforce creatieve economie, die op dat moment met Bert Hooijer de eerste plannen ontwikkelde om onderwijs en bedrijfsleven op het RDM-terrein bijeen te brengen. “Vanuit mijn rol als programmamanager kenniseconomie raakte ik betrokken bij het plan voor de RDM Campus en bij het ontwikkelteam. In 2007 ben ik overgestapt naar Hogeschool Rotterdam en Albeda College om als kwartiermaker de ontwikkeling van RDM Campus te starten”.
Het gaat door! Voor de buitenwereld lijkt het alsof de ontwikkeling ontzettend snel gegaan is. In werkelijkheid was het een langzaam en vaak moeizaam proces. “Toen ik voor de eerste keer dit gebied bezocht, had ik gelijk zo’n ‘wauw’-gevoel. Mensen om me heen vonden het helemaal geweldig of helemaal niks. Maar langzaam begon toen steeds meer het idee te leven om er iets te gaan doen met onderwijs en innovatie. Dat zijn
74
we eigenlijk steeds concreter gaan maken. Toch verliep het proces moeizaam en in 2006 was er weer een dieptepunt. Gaan we het nou wel of niet doen? Uiteindelijk is het dan toch van de grond gekomen. Onze eerste daad was vervolgens het organiseren van RDM Campus live. Dat was in oktober 2007. We wilden de buitenwereld laten zien: het gaat door, de verbouwing is gestart!”
Bedreigingen Het ontwikkelingsproces bracht de nodige twijfels en bedreigingen met zich mee. Een van de problemen zat in de vertaling van het concept van de RDM Campus naar de werkelijkheid. ”De acquisitie- en ontwikkelmensen van het Havenbedrijf moesten op een andere manier dingen gaan ontwikkelen dan ze gewend waren. Maar ook voor de scholen betekende de ontwikkeling een geweldige cultuuromslag. Het was natuurlijk de vraag of dit werd gezien en gewaardeerd. Daarbij had je al die bureaucratische lagen met ieder zijn eigen core business. Maar als je het in het totaal bekijkt, gaat het nu buitengewoon goed. Zowel de medewerkers van het Haven-
75
RDM.1902-2012-2022
bedrijf als van de scholen zijn enorm trots op de tot nu toe bereikte resultaten. Het gevoel van saamhorigheid is gegroeid. We begrijpen elkaar en we weten dat we af en toe verschillende belangen hebben. Het is goed dat succes vele vaders heeft.“
GABRIELLE MURIS
dan hoort en de foto’s die je te zien krijgt, dat is ontroerend! En als je die studenten nu bezig ziet met de bedrijven... ik haal daar heel veel energie uit. De kracht van dit terrein is toch die geschiedenis en het feit dat het zoveel verschillende doelgroepen aanspreekt. Het wordt weer een place-to-be!”
GABRIELLE MURIS
RDM.1902-2012-2022
interesse. Als we meer mensen willen trekken, moeten meer mensen weten wat hier gebeurt. Dat moeten we in de stad nóg zichtbaarder maken. Want je moet hier geweest zijn en het RDM-gevoel hebben ervaren om het ‘wauw’effect te krijgen!”
Doorpakken Na het stroeve begin is er doorgepakt en heeft het RDM-terrein langzaam meer gestalte gekregen. “Wat we met onze eerste visie voor dit gebied voor ogen hadden, is uiteindelijk allemaal grotendeels gerealiseerd. Het is soms anders gelopen en het heeft soms wat langer geduurd, maar het is er allemaal wel. Dan heb ik het over de horeca, de tentoonstelling, de spin-off naar het dorp en het omliggende gebied en de scheepsbouwloods die gelukkig wordt herontwikkeld. Iedereen heeft wel tussen zijn oren dat het interessant is om innovatieve maakindustrie hiernaartoe te halen. Het geeft voldoening dat er een visie is ontwikkeld waarvan je op een gegeven moment kunt constateren dat die ook daadwerkelijk gerealiseerd is. Met een onconventionele aanpak waar geen projectontwikkelaar aan te pas is gekomen. Research, Design and Manufacturing blijkt een gouden concept te zijn. Dat wordt ook internationaal zo gezien. Ik weet niet hoeveel delegaties uit binnen- en buitenland we hier al hebben gehad. Als ik wil, kan ik daar mijn dagen mee vullen.”
Kracht van de geschiedenis Het RDM-terrein en Heijplaat hebben een rijke geschiedenis en juist dat maakt het gebied extra bijzonder. De huidige ontwikkelingen dragen bij aan een nieuw hoofdstuk, maar hebben tegelijk baat bij de historie. “In 2008 ging de Aqualiner varen en werd de blauwe poort weer geopend. Al die dorpsbewoners stonden achter de poort en hadden eindelijk de toegang tot het water weer terug. De verhalen die je
76
Studentenhuisvesting Tegelijk met het trekken van studenten rijst het vraagstuk van studentenhuisvesting. Het gebied is nu nog niet genoeg ingericht op het bieden van een leuk studentenleven. “Op dit moment denk ik dat dat nog een kunstmatige ontwikkeling is. Je merkt wel dat er belangstelling is om hier te wonen, dat bleek ook tijdens de open dag die we hadden, Heijplaat Nu. Dus ik denk eerst meer aan die groep havenpioniers, mensen die getriggerd worden door dit gebied. Studenten willen ‘s avonds graag uit , en daarvoor is dit nog niet de meest ideale locatie. Ik zie voor wat betreft studentenhuisvesting meer in een natuurlijke ontwikkeling, dat moet vanzelf groeien.“
Vooruit kijken Het Congrescentrum trekt wekelijks honderden incidentele bezoekers en ook studenten weten de weg naar de campus steeds beter te vinden. Gabrielle Muris ziet in de toekomst ook een belangrijke rol weggelegd voor het organiseren van evenementen: “Ik vind het heel jammer dat de Onderzeebootloods een groot deel van het jaar leeg staat. In mijn optiek zijn events een goede manier om het publiek deze kant op te krijgen. Maar als we daar meer mee gaan doen, moeten we er voor zorgen dat we aansluiten bij de expertise die hier al zit. De mensen die hier op dit moment heen trekken, hebben iets met techniek, innovatie, cultuur of historie. Ze weten wat hier te doen is en komen met een doel en een specifieke
77
RDM.1902-2012-2022
theo coskun
theo coskun
RDM.1902-2012-2022
Theo Coskun
“De RDM Campus ligt op een schiereiland en als je er naartoe rijdt vraag je je af waar je terecht gaat komen. Je passeert eerst alleen maar containers, maar vervolgens ga je de bocht om en kom je ineens terecht in die oase die Heijplaat heet.”
Theo Coskun is sinds maart 2010 portefeuillehouder Financiën, Bewonersparticipatie en Kunst & Cultuur van de Rotterdamse deelgemeente Charlois. Hiervoor was hij twaalf jaar gemeenteraadslid in Rotterdam. Het faillissement en de wederopbouw van RDM heeft hij dan ook van dichtbij meegemaakt. Enorme verbetering In 1990 speelde de kwestie of het dorp Heijplaat vanwege de aangescherpte milieunormen al dan niet gesloopt ging worden. De bewoners weigerden te vertrekken. Coskun: “Dat dorp was gebouwd voor de werf en de werf was allang failliet, dus laat die mensen maar verhuizen. Dat was de gedachte. Maar de bewoners zijn in opstand gekomen en uiteindelijk mocht het dorp toch blijven. Ze waren natuurlijk blij dat het dorp niet gesloopt werd, maar door de nieuwe milieu- en veiligheidsregels was uitbreiding van het dorp uitgesloten. Hierdoor bleven de bewoners sceptisch. ‘Ze laten het dorp langzaam maar zeker doodbloeden en dan zetten ze er alsnog containers neer’, werd er gedacht. Maar inmiddels is er nieuwbouw gekomen, zijn de eerste woningen gesloopt en is er een levendige campus, compleet met Dokkaffee. De mensen zien allerlei activiteiten en er is nu ook overleg. Dat is echt een enorme verbetering. Mijn betrokkenheid met de RDM bestaat dus sinds de dreiging van die sloop. ”
Een stevigere band Voor oud-RDM-werknemers is de RDM natuur
78
lijk een speciale plek. Het herinnert hen aan vroegere tijden toen ze daar nog werkten. Gelukkig zien ze nu dat er weer toekomst in zit. “Er is erg veel pijn geweest bij mensen die op de werf hebben gewerkt. Jarenlang stond er een muur tussen de RDM en het dorp en was de poort gesloten. Mensen wilden nauwelijks nog op dat terrein komen. Langzaamaan begint die verbinding weer op gang te komen. We hadden in mei van dit jaar bijvoorbeeld de open dag van de RDM Campus en dan zie je dat iedereen hartstikke enthousiast is. Om die band te verstevigen moeten we daar dus op voortborduren.”
Oase Heijplaat Dat de RDM Campus op een prachtige locatie ligt, is volgens Theo Coskun een deel van de kracht van het gebied. Nergens in Rotterdam vind je zo’n unieke plek. ”De RDM Campus ligt op een schiereiland en als je er naartoe rijdt, vraag je je af waar je terecht gaat komen. Je passeert eerst alleen maar containers, maar vervolgens ga je de bocht om en kom je ineens terecht in die oase die Heijplaat heet. Je voelt gewoon de historie in het gebied,
79
RDM.1902-2012-2022
dat dorp en werf zijn ontstaan als een eeneiige tweeling. Dat moeten we zien vast te houden. Het gebied heeft bijzondere potentie; het is geïsoleerd, overzichtelijk en kleinschalig terwijl je er ook grootschalige activiteiten kunt uitvoeren, dingen kunt uitproberen die je ergens anders niet kunt doen. En de combinatie van wonen en werken, dat biedt ook mogelijkheden!”
Wonen op Heijplaat Jarenlang trokken de bewoners weg uit Heijplaat, maar de laatste jaren zien steeds meer mensen het gebied als potentiële woonlocatie. Coskun: “Niet alleen de diversiteit in de architectuur van het karakteristieke tuindorp spreekt mensen erg aan, maar ook de historie van het dorp en de werf. De komende jaren gaat er natuurlijk veel gebouwd worden, maar we proberen zo min mogelijk het tuindorpkarakter aan te tasten. Voor het dorp is uitbreiding van belang, voor de levendigheid, en voor de voorzieningen zou het goed zijn om meer woningen te bouwen. Ik denk ook dat we een nieuw publiek moeten aanspreken. Het is niet voor iedereen, maar als je van een beetje ruig en experimenteel houdt… Zie je wel dat je best in een industriële omgeving kunt wonen?”
Bereikbaarheid De RDM Campus en het dorp zijn vooral in de avond en het weekend lastig te bereiken. Er gaan bussen en er is vervoer over water, maar de reistijden zijn voornamelijk gericht op studenten. Theo Coskun: “De bereikbaarheid is natuurlijk altijd het probleem. Dat bootje vaart nu gelukkig twee keer per uur, want vervoer over water is heel erg belangrijk. De mensen vinden de reis over water hartstikke leuk en heel avontuurlijk. De bus rijdt zeer regelmatig, maar ’s avonds laat kun je niet meer terug naar Heijplaat. Met de auto is het gebied wel goed bereikbaar.”
80
theo coskun
Publiek trekken Voor de groei en ontwikkeling van de campus en Heijplaat speelt het trekken van publiek een grote rol. “De campus is nog steeds een beetje verborgen, maar iedere keer zijn er weer mensen die het gebied ontdekken. Dat is belangrijk, want voor de overlevingskansen van bijvoorbeeld het Dokkaffee is meer publiek nodig. Ik denk dan toch aan wat jonge, avontuurlijk ingestelde mensen. Op allerlei plekken in de wereld zie je dat industriële locaties worden herontwikkeld tot mooie plekken en daar is wel degelijk een publiek voor. Mensen denken vaak: Rotterdam, dat is vieze industrie. Maar juist de mensen die dat ruwe, industriële erfgoed zoeken, komen hier naartoe. Het publiek moet alleen wel worden verteld waar ze Heijplaat kunnen vinden. Dat kan bijvoorbeeld als ze aankomen met de trein op het Centraal Station, of bij Rotterdam Airport. Heijplaat vind je natuurlijk niet zomaar. De tentoonstellingen in de Onderzeebootloods helpen goed, want die brengen allerlei mensen toch ‘toevallig’ hierheen. Als ze er eenmaal zijn, ontdekken ze vanzelf wat een bijzondere plek de RDM is.”
theo coskun
RDM.1902-2012-2022
De bedrijven die nu in Innovation Dock zitten en de bedrijven waarvan ik weet dat ze daar zouden willen zitten, dat zijn de partijen die wel van spanning en het experimentele karakter van het gebied houden. Het kan eigenlijk alleen maar beter worden.”
Toekomst De RDM en het dorp gaan een mooie toekomst tegemoet. Er is echter nog een lange weg te gaan voordat alle plannen zijn gerealiseerd. Theo Coskun heeft al een idee over hoe het gebied er in de toekomst uit moet zien. “Ik denk dat die ontsluitingsweg er dan is, het dorp heeft er 200 woningen bijgekregen en project Groenkleed heeft ervoor gezorgd dat Heijplaat een stuk groener is. En dan bedoel ik niet alleen maar kale sprietjes, maar zoveel mogelijk groen. Daarnaast hoop ik dat de RDM Campus zich wat betreft onderwijs en bedrijvigheid meer gaat focussen en specialiseren op innovatie en duurzaamheid. De campus moet een broedplaats worden van havengerelateerde, duurzame bedrijfjes.
81
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
MARCO GROENENBOOM
RDM.1902-2012-2022
Marco Groenenboom “Ik zie een bruisend dorp voor me en een vitaal RDMterrein. Levendig, groen en vernieuwend, met eventueel een toeristische attractie. Dat trekt zeker nieuw publiek en dan komen er meer mensen een kop koffie drinken of ze trekken de wijk in. Dat is hartstikke interessant!”
Marco Groenenboom is mede-eigenaar van het befaamde café-restaurant Courzand op Heijplaat. Al in de gloriedagen van de RDM was dit dé plek om even bij te komen na een dag hard werken.
Havenkroeg van het jaar In 1998 werd café-restaurant Courzand uitgeroepen tot havenkroeg van het jaar. Juist in dat eerste succesjaar kwam Marco Groenenboom als ober in dienst bij Willem Versluis, de toenmalige eigenaar van het restaurant. Na een paar jaar werd hij bedrijfsleider en in 2008 nam hij Courzand over, samen met compagnon Peter van Wel. “Het restaurant liep op het moment van de overname uitstekend, dus hele grote veranderingen waren niet nodig en naar mijn mening ook niet handig. We hebben qua entourage en aankleding dus niets veranderd, maar we hebben er wel onze eigen draai aan gegeven.”
Courzand kent een bijzondere geschiedenis. Het werd gebouwd voor de werknemers van de RDM op initiatief van de directeur, ir M.G.de Gelder, en was oorspronkelijk bedoeld als feestzaal. Alcohol was indertijd verboden in het dorp. Concurrent of collega? De RDM Campus heeft gezorgd voor een nieuwe aanwas van klandizie. Niet alleen van de studenten, maar ook van de daar geves-
82
tigde bedrijven. Sinds de opening van het Dokkaffee heeft Groenenboom er een concurrent bij, maar de eigenaar van Courzand ziet dat anders: “Het Dokkaffee boort toch een beetje een andere markt aan dan wij. Ik verwacht niet dat de mannen uit de scheepvaart die hier komen, daar in de rij gaan staan met een dienblad om wat te eten. Het is wel zo dat de mensen uit het dorp nu de keuze hebben om ook ergens anders een broodje te gaan eten.”
Heijplaat wordt steeds vitaler Platform Heijplaat Vitaal is opgericht om professionals en bewoners samen te brengen, en in een open sfeer de ontwikkelingen op Heijplaat te bespreken. Marco Groenenboom is een van die bewoners. “Hierdoor ben ik nauw betrokken bij de ontwikkelingen van het dorp. Ik vind het ontzettend goed dat het gebied verder wordt ontwikkeld en dat er echt wat aan het gebeuren is. Om het dorp levensvatbaar te houden, is dit gewoon heel belangrijk. De ontwikkeling van het RDMterrein is bijvoorbeeld heel positief. Er is weer leven in de brouwerij en, laten we eerlijk zijn,
83
RDM.1902-2012-2022
zakelijk is het ook alleen maar goed dat daar veel mensen werken.”
Hervonden trots Vroeger woonden de medewerkers van de RDM op Heijplaat en was er duidelijk sprake van een woon- en werkgebied. Die verbinding is na het faillissement van RDM weggevallen. Groenenboom: “De mensen die van oudsher in het dorp wonen, zijn niet anders gewend dan dat er bij de RDM werd gewerkt. Nu alles netjes is gerenoveerd, kijken de mensen weer met een vertrouwd en trots gevoel naar het RDMterrein.”
De Aqualiner op! De ontwikkeling van Heijplaat en de RDM Campus is in volle gang, en niet alles is nog naar wens. “Ik woon nu ruim vijf jaar op het dorp en er loopt nog steeds maar één weg naar Heijplaat. Met de nieuwe ontsluitingsweg verandert daar eigenlijk niets aan. De Aqualiner is natuurlijk een heel goed alternatief, maar het probleem is: hoe krijg je mensen op dat schip? De verbinding is ideaal, want vanaf hier naar de stad ben je met de bus en metro drie kwartier onderweg, en met deze lijn maar tien minuten. Als er wat aan de dienstregeling wordt gedaan, en de Aqualiner blijft betaalbaar, gaan op den duur zeker meer mensen er gebruik van maken.”
Kip of ei? Sinds drie jaren trekt de tentoonstelling in de Onderzeebootloods een nieuw publiek naar de RDM Campus. Er zijn plannen om meer van dat soort activiteiten te programmeren, zodat nog meer mensen richting de RDM komen en op die manier de lokale economie stimuleren. Groenenboom: “Waar wij het bij Heijplaat Vitaal wel eens over hebben, is dat we die nieuwe bewoners die wij zo graag willen ook voorzieningen moeten kunnen bieden. Het dilemma is: moet je zorgen dat die voorzieningen er al zijn voordat
84
MARCO GROENENBOOM
de nieuwe woningen er staan? Het is een beetje een ‘de-kip-of-het-ei’-vraagstuk. Als je weinig voorzieningen kunt bieden, komen de mensen niet. Aan de andere kant is vooraf investeren in voorzieningen financieel weer heel lastig”
MARCO GROENENBOOM
RDM.1902-2012-2022
tie. Dat trekt zeker nieuw publiek en dan komen er meer mensen een kop koffie drinken of ze trekken de wijk in. Dat is hartstikke interessant!”
Duurzaam en innovatief Historisch gezien is er een logische verbinding tussen de RDM en het dorp. De RDM was ooit de bestaansreden van het dorp - en omgekeerd. “Ik zie die logische verbinding tussen RDM en Heijplaat nog steeds wel. Ik denk dat het dorp er alleen maar profijt van heeft als de activiteiten op de RDM Campus toenemen. Dat heeft een positieve invloed en ik denk zelfs dat mensen die op de RDM Campus werken in de toekomst in het dorp gaan wonen. Op het RDM-terrein gaan ze natuurlijk heel duurzaam en innovatief te werk en dat is eigenlijk ook het idee voor het nieuwe dorp.”
Bruisende toekomst Er wordt vaak gesproken over de ontwikkeling van het nieuwe dorp. Daarbij gaat het dan vooral over het opknappen en uitbreiden van het huidige dorp, maar ontwikkelen heeft voor Marco Groenenboom een bredere betekenis. Voor de toekomst heeft hij een ideaalbeeld voor ogen: “Op de eerste plaats hoop ik hier over tien jaar nog te zitten! Ik heb het hartstikke naar mijn zin, ook hier wonen bevalt uitstekend. Maar ik kan niet wachten tot de RDM Campus en het dorp weer bruisen, want ik denk dat meer leven in de brouwerij gewoon voor iedereen belangrijk en goed is. Ik zie het liever vandaag gebeuren dan morgen. Niet alleen vanuit een ondernemersvisie, maar ook als bewoner zie ik dat graag. Ik denk dat het voor iedereen z’n vruchten zal afwerpen. Dus ik zie een bruisend dorp en een vitaal RDMterrein voor me. Levendig, groen en vernieuwend, met eventueel een toeristische attrac-
85
HANS BEEKMAN
RDM.1902-2012-2022
Hans Beekman “We moeten zorgen dat bedrijven gaan denken: hier in deze regio gebeurt wat, daar kunnen we onze business aan ontlenen. Het zou een proeftuin kunnen zijn voor het doorvoeren van nieuwe methodes en werkwijzen.” Hans Beekman was tot voor kort directeur van Stadshavens Rotterdam en in die hoedanigheid nauw betrokken bij de RDM. De ontwikkelingen rondom de RDM Campus waren voor hem een belangrijke testcase.
Knopen doorhakken De ontwikkeling van de RDM Campus is moeizaam op gang gekomen. Pas na jaren van overleg en gesteggel kwam er een beetje vaart in. Hans Beekman: “Toen ik directeur Stadshavens werd, was voor mij de RDM-locatie een van de plekken in het stadshavensgebied waarvan ik dacht: maken we het zichtbaar of niet? Waar staan we nu met die RDM-locatie en die kennisinstellingen, vroeg ik me af. De ontwikkeling van het gebied bleek eigenlijk vier jaar te hebben stilgestaan. Mijn insteek was toen: we gaan het met de gemeente en het Havenbedrijf samen doen, of we doen het niet. Dus ik heb daar wel, vanuit die achtergrond, een persoonlijke betrokkenheid bij. Het RDM-terrein is voor mij een van de iconen van Stadshavens. Het bewijs dat je met goede samenwerking op een heel excentrische locatie de ontwikkeling op gang krijgt, als je er maar gewoon vol voor wilt gaan. Dat is mijn betrokkenheid.”
Het belang van beeldvorming Bij veel Rotterdammers, en dan met name de jongeren, bestaat een verkeerd beeld van de havens. Het zou vies werk zijn, slechtbetaald en met weinig ruimte voor ontplooing. “Ik geloof
86
heilig in een locatie waar kennisinstellingen en havengerelateerde opleidingen bij elkaar worden gezet. Dat is uiteindelijk een van de manieren waarbij je de jeugd een slag kunt laten maken zodat ze die haven leren kennen. Het beeld van de overall en vieze handen is natuurlijk al lang niet meer van deze tijd. De enige manier om dat beeld te veranderen is ervoor te zorgen dat je die kinderen in aanraking brengt met de haven. Er moet een match worden gemaakt tussen kennisinstellingen en bedrijvigheid. Uiteindelijk willen we naar doorlopende leerlijnen toe, waarbij een aantal bedrijven baangaranties moet geven. Natuurlijk met de conditie dat ze enige invloed hebben op het curriculum van de opleiding, want anders kunnen ze die gastjes niet kwijt.”
Heijplaat-het gaat om de mensen Parallel aan de ontwikkeling van de RDM Campus loopt de revival van Heijplaat. Het dorp was sinds de sluiting van de oude RDM onderhevig aan leegloop en verval. “Je probeert eigenlijk om met iconen, bijvoorbeeld Hotel New York of World Food Center, een soort vlekwerking te realiseren om ervoor te
87
RDM.1902-2012-2022
HANS BEEKMAN
zorgen dat dat dorp op gang komt. We hebben de RDM gebruikt om het hele gebied te ontwikkelen en dat is na twee, drie jaar gelukt. We hebben daar straks een verbouwde school en een tweede ontsluitingsweg. En dat halve dorp is gesloopt en opnieuw opgezet. Uiteindelijk gaat het natuurlijk gewoon om de mensen en ondernemers die daar moeten kunnen wonen en ondernemen.” Beekman is blij dat die sociale context tot een aantal doorbraken heeft geleid. “We hebben gezorgd voor begeleiding van de bewonersclubs, waardoor Heijplaat een tweede leven kreeg. Tegelijkertijd heerste er bij de oud-RDM-medewerkers een dubbel gevoel. Aan de ene kant is het plezierig als er na vijf jaar leegstand een revival komt die weer tot iets moois leidt. Maar hún RDM was het natuurlijk niet meer. Door die betrokkenheid is het meekrijgen van die bewoners een interessant proces. Ze doen tenslotte tegelijkertijd afstand van het verleden.“
Proeftuin
Kettingreactie
Hier gebeurt wat!
De betrokkenheid van de verschillende partijen en het inzicht dat er iets moois werd opgebouwd, leidde weer tot meer initiatieven. “Ik heb altijd geprobeerd om een soort mechanisme te exploiteren. Op het moment dat we die scholen op de RDM Campus hadden geplaatst, wisten we dat we iets moesten doen met vervoer over water. We wisten dat er een buslijn naar Zuidplein zou komen, anders krijg je de studenten niet naar Heijplaat. We wisten dat de horeca erop ging reageren, want als je daar tweeduizend studenten hebt, willen ze een snackbar. Dan weet je ook dat Woonbron er iets mee gaat doen, want uiteindelijk moet je nadenken over studentenhuisvesting. Je weet dat het Havenbedrijf erop gaat reageren, want die gaan de buitenruimte opknappen, en de bekabeling en de riolering. En verdomd, ze doen het nog ook!”
De ontwikkeling van de campus en Heijplaat is volop gaande en aan de horizon gloort dan ook een mooie toekomst. Er moeten dan nog wel wat stappen worden gezet. Beekman: “We zorgen dat bedrijven gaan denken: hier in deze regio gebeurt wat, daar kunnen we onze business aan ontlenen. Als Heijplaat kan doorgroeien en inderdaad zo’n proeftuin wordt, dan krijgt het een eigen identiteit en levensvatbaarheid. Over tien jaar zijn we zover dat we dat gebiedje echt op die manier draaiend hebben. Dan is het een belangrijke rader in het geheel van deze regio. Dat zou hartstikke leuk zijn, want wie had dat gedacht? Het zou mijn droom zijn dat wat nu nog in de steigers staat, wordt gerealiseerd. Dat is uiteindelijk toch de bedoeling van dromen. En die werkelijkheid kunnen we zelf bouwen door dit soort initiatieven te nemen!”
88
HANS BEEKMAN
RDM.1902-2012-2022
De ontwikkelingen op en rond de RDM Campus kunnen gerust vernieuwend worden genoemd. Daardoor raken meer en meer bedrijven geïnteresseerd in het project. “Dit is zo’n bijzondere locatie die je ook echt als pilot kunt gebruiken. Het zou een proeftuin kunnen zijn voor het doorvoeren van nieuwe methodes en werkwijzen. We gaan niet langer dijken verhogen, we gaan adaptief bouwen en we gaan vergroenen. We hoeven niet langer allemaal kades in stand te houden, want op sommige plekken komt geen schip meer, daar hebben we dus genoeg aan glooiende rivieroevers. Je kunt een ander bioklimaat neerzetten. Het is een proeftuin op tal van gebieden en geschikt voor mondiale vermarkting. Daarom is het ook van belang dat verschillende partijen meegaan in het traject. Ik denk dan aan bedrijven gelieerd aan Stadshavens, aan het Havenbedrijf of aan de stad.”
89
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
90
91
RDM.1902-2012-2022
Een bruisend stukje stad Het RDM-terrein is het uithangbord van Rotterdam, de etalage van de verbinding tussen haven en stad. Dag en nacht bereikbaar, want van 07:00 uur ’s morgens tot 03:00 ’s nachts vaart de Aqualiner met meerdere schepen heen en weer. Maar als je er eenmaal bent, hoef je niet per se weg: met de komst van Restaurant/Hotel H(e)aven is er weinig reden om naar huis te gaan. Zeker niet na een van de voorstellingen in de Onderzeebootloods of een heerlijk diner met uitzicht op een stuk van de grootste haven van Europa. De afgelopen 10 jaar is het RDM-terrein van een volgens sommigen ‘stenige en unheimische omgeving’ tot plek geworden waar het aangenaam vertoeven is. Op de kade staan bijzondere kunstwerken, waarvan een aantal op locatie gemaakt is. De twee pieren zijn toegankelijk gemaakt voor publiek, met meubilair dat werd ontworpen en gemaakt door designers die een werkplaats hebben in de Middenstrip. De trappen naar het water vormen een geweldige plek waar studenten en werknemers hun boterham eten in de lunchpauze, en waar bezoekers gewoon even in de zon zitten. In het parkje aan de dorpskant van de Centrale Kantine bevindt zich
92
20 22 2022 EEN BRUISEND STUKJE STAD
een moestuin die wordt onderhouden door Heijplaters. De producten worden volop gebruikt door het restaurant van H(e)aven en de loungebar in de Onderzeebootloods. Hotel-restaurant H(e)aven en loungebar Marine in de Onderzeebootloods zijn op zichzelf al een reden om de snelle oversteek te wagen. H(e)aven is wat het zegt: hemels. In Marine scheidt slechts een immense glazen wand je van de rivier. Heerlijk eten in een spectaculaire omgeving, lekker onderuit met het mooiste uitzicht van de stad; wie wil dat niet? De Middenstrip wordt bevolkt door kleine productie-ateliers en werkplaatsen van creatieve makers: van meubelontwerp tot maquettebouw, van grafisch vormgever tot schilder en beeldhouwer. Zij werken samen met de studenten van de verschillende opleidingen die aan de RDM Campus verbonden zijn. In de Stripwinkel kun je niet alleen zien wat er wordt gemaakt, je kunt de producten ook kopen. Made@ RDM! De RDM Campus is een zeer succesvol netwerk van onderwijs, onderzoek en bedrijvigheid. Van heinde en ver komen stu
2022 EEN BRUISEND STUKJE STAD
denten, onderzoekers en bedrijven naar het RDM-terrein om te werken aan innovatieve projecten. Vooral op het gebied van techniek, maintenance en bouwen is de RDM Campus uitgegroeid tot een van de meest vooraanstaande instituten. De bedrijven op het terrein bieden leer/werk- en stageplaatsen aan de verschillende opleidingen in Innovation Dock. Er zijn al flink wat studenten direct van studie naar werkgever op het RDM-terrein gebleven! In ‘de vitrine’ in de Onderzeebootloods presenteren kennisinstellingen en bedrijven gezamenlijk de resultaten van hun samenwerking op het gebied van innovatieve techniek en design. De open dagen gelden als toonaangevend op dat gebied. De Onderzeebootloods heeft zich ontwikkeld tot een druk bezocht multifunctioneel complex waar van alles te beleven is. Het gebouw heeft een opvallend uiterlijk en het programma doet stof opwaaien met de gedurfde mix van techniek, kunst, evenementen en horeca. De tentoonstellingen zijn eigenzinnig: ze gaan in op de historie van haven en stad en bieden onderdak aan kunst uit Rotterdam en de rest van de wereld, vooral kunst die ruimte nodig heeft. Er is per slot van rekening bijna 3000m2 vloer beschikbaar…De tentoonstellingen worden vaak ge
RDM.1902-2012-2022
VISIE
2022
combineerd met andere activiteiten. Laatst was er tijdens een tentoonstelling over techniek in de kunst nog een dansvoorstelling met robots. Sinds concertgebouw De Doelen zijn Red Sofaserie (moderne klassieke muziek) in de Onderzeebootlooods is gaan programmeren, heeft ook de klassieke muziekwereld de locatie ontdekt. Congressen en beurzen bieden het complex een stevige basis. Een voorbeeld is het jaarlijkse congres over circulaire economie, dat internationaal de aandacht trekt. Diverse partijen uit binnen- en buitenland bespreken gezamenlijk de stand van zaken op het gebied van dit complexe innovatieve onderwerp. Het RDM-terrein is de locatie geworden voor het jaarlijks terugkerende festival Motel Mozaïque, met beeldende kunst, optredens van hippe bands en allerlei andere activiteiten. Niet alleen de Onderzeebootloods, maar ook andere beschikbare gebouwen en de openbare ruimte worden dan gebruikt. Een dag RDM is een dag het beste van haven en stad. En voor wie wil blijven, is het H(e)aven!
93
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
94
95
RDM.1902-2012-2022
VISIE
2022
RDM CAMPUS 2022
RDM CAMPUS 2022
RDM.1902-2012-2022
RDM Campus
Experimenteren is voor opleidingen en bedrijven op RDM heel gewoon
2022: het onderwijs van de toekomst
2022: Place to be RDM Campus is een broedplaats voor het leren en werken van de toekomst. Geen muren tussen leren, werken en experimenteren, maar een open innovatiecentrum waar studenten, bedrijven en particulieren welkom zijn. Of je nu een vak wilt leren, een prototype wilt bouwen, talent wilt scouten, een workshop wilt organiseren, een onderneming wilt starten of een creatief ontwerp wilt maken: het kan allemaal op het RDM-terrein. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden investeren samen in faciliteiten die de RDM Campus de place to be maken. Zij delen de ambitie om talent te ontwikkelen en nieuwe bedrijvigheid te creëren die bijdraagt aan de sociale en economische vitaliteit van stad en haven en het besef dat dit kruisbestuiving en samenwerking vereist. Van excentrisch bedrijventerrein is het RDMterrein getransformeerd tot hotspot voor doeners en denkers met een passie voor maken en experimenteren. Het RDM-terrein biedt leslokalen, machines, goedkope werkruimte, congresfaciliteiten, uitstekende horeca en inspirerende tentoonstellingen en bijeenkomsten. Research, design en manufacturing bloeien in deze omgeving, waar studenten en ondernemers elkaar ontmoeten en samen optrekken.
96
Studenten zijn graag op RDM. Ze kunnen er sporten, uitgaan, contacten leggen, rondhangen, ondernemen en experimenteren. Hiervoor beschikken ze over een aantrekkelijke multifunctionele (drijvende) verblijfsruimte. Zeven dagen per week, 24 uur per dag kan iedereen gratis met openbaar vervoer over het water naar de stad en terug. Voor studenten, bedrijven en bezoekers zijn er shortstay-faciliteiten in vernieuwende woonwerkconcepten, zowel drijvend op het water als in het dorp Heijplaat. De komst van studenten en bezoekers heeft nieuwe bedrijvigheid als belangrijk neveneffect: dorp en campus bruisen als in de hoogtijdagen van de scheepsbouw in het gebied.
2022: Showcase In aansluiting op de ambities van stad en haven op het gebied van duurzame economie worden op de RDM Campus de ‘green collar’-professionals van de toekomst opgeleid. Onderwijs, onderzoek en innovatie zijn er onlosmakelijk met elkaar verbonden. De combinatie van vernieuwend praktijkonderwijs en de wisselwerking met onderzoek en bedrijfsleven zorgen voor creativiteit, innovatie, ondernemerschap, technisch vakmanschap en economische spin-off in de vorm van nieuwe
producten en diensten. Ontwerp en onderhoud worden complementair aan elkaar ontwikkeld door studenten op mbo- en hbo-niveau.
maar ook door kennis nationaal en internationaal online toegankelijk te maken en communities te onderhouden.
Een aantal technische mbo- en hbo-opleidingen heeft de RDM Campus als thuisbasis Onder de naam ‘RDM excellent’ biedt de Campus samen met bedrijven en andere kennisinstellingen (zoals de Technische Universiteit Delft, Erasmus Universiteit Rotterdam en het TNO) een hoogwaardige praktijk- en projectlocatie. De RDM Campus is een aansprekende showcase voor de doorstroming van mbo naar hbo en voor doorlopende leerlijnen. Kennisdeling vindt on-line en on-site plaats. De aanjagers hiervan zijn de op de Campus gevestigde kenniscentra die bedrijven, ontwerpers, onderzoekers en studenten bijeenbrengen in Communities of Practice en in innovatieteams rond concrete thema’s zoals duurzame scheepsmotoren, e-mobility, energiezuinige woningen en onderhoudsvraagstukken voor de procesindustrie. Open innovatie wordt niet alleen concreet door samen te werken aan fysieke projecten,
2022: Flexibel en experimenteel RDM Campus organiseert in samenwerking met bedrijven en het Rotterdamse beroepsonderwijs flexibel onderwijs op maat voor de sectoren bouw, energie, mobiliteit, maritiem, maintenance en design. Een aantal technische mbo- en hbo-opleidingen heeft de RDM Campus als thuisbasis. Daarnaast wordt er in projecten multidisciplinair samengewerkt met studenten van andere locaties en kennisinstellingen in de stad en de regio. Door de flexibele opstelling van de onderwijsinstellingen en de samenwerking met commerciële opleiders sluit de vraag van het bedrijfsleven in haven en stad veel meer aan op het aanbod van de leerwerkruimte van de RDM Campus. Experimenteren is voor opleidingen en bedrijven op RDM heel gewoon.
97
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
beeld marc
98
99
RDM.1902-2012-2022
WERKEN OP RDM
Werken op RDM: strategisch tussen stad en haven
In het hart van het Rotterdamse havengebied herontwikkelt het Havenbedrijf in hoog tempo het RDM-terrein, de productielocatie van de voormalige Rotterdamsche Droogdok Maatschappij.
Centraal gelegen tussen de haven en de stad is het dé plek voor het vestigen en realiseren van nieuwe economische activiteiten: de haven als knooppunt van logistieke stromen en ladingen, van en naar vrijwel elke locatie ter wereld, en de stad met alle grootstedelijke voorzieningen en de dienstverlening van een grote metropool. Het huidige RDM-terrein is ongeveer 35 ha groot, met een schitterend uitzicht over de Maas vanaf het waterfront. De markante gebouwen en industriehallen vormen een inspirerend ensemble voor iedereen die houdt van grootschalige economische activiteit. Hier is ruimte voor het ontwikkelen van hoogwaardige bedrijvigheid, waar werken en leren in samenwerking vorm krijgen, met als kernthema’s Research, Design en Manufacturing.
Locatiekenmerken Op het terrein bevinden zich loodsen, hallen en kantoorfaciliteiten van verschillende soorten en maten. De grote loodsen zijn qua schaalgrootte ongekend. Het aaneengesloten vloeropper-
100
vlakte, de hoogte en de ligging aan het water, met de mogelijkheid om het buitenterrein te gebruiken, maken het gebied ideaal voor havenactiviteiten, grootschalig stukgoed en scheepsbouw, maar zeer zeker ook voor maakindustrie. Daarnaast is er voldoende ruimte om projectmatig innovatieve en creatieve bedrijvigheid onderdak te bieden. Het hart van de locatie wordt gevormd door de RDM Campus, een samenwerkingsverband tussen het Albeda College, de Hogeschool Rotterdam en het Havenbedrijf. Hiervoor is de voormalige Machinehal ingericht in een leer-/werkdeel en een bedrijvendeel. In het leer-/werkdeel bevinden zich grootschalige practica en projectruimtes voor de Hogeschool Rotterdam en het Albeda College. In het bedrijvendeel kunnen kleine innovatieve startende bedrijven op flexibele basis een bescheiden kavel huren. Het voormalige hoofdkantoor van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij is ontwikkeld tot een
WERKEN OP RDM
RDM.1902-2012-2022
VISIE
2022
Hier kan alles wat elders niet mogelijk is leerlocatie voor de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Westelijk van de RDM Campus wordt de Scheepsbouwloods herontwikkeld, een van de grotere en markantere objecten op het terrein. Zuidelijker, rondom de Heysehaven, zijn diverse bouwkavels uitgegeven. In dit gedeelte van het terrein worden met name bedrijven gevestigd met een maritiem karakter. Oostelijk van de RDM Campus liggen de Dokloodsen en het Dokkantoor met kleinschalige units, met werkplaatsen voor kleine bedrijfjes uit de creatieve industrie en projectruimte voor kenniscentra op het gebied van haven, mobiliteit en duurzaamheid: Sustainable Solutions en Mainport Innovation. Verder naar het oosten liggen nog enkele grote loodsen die in combinatie met de kades en het terrein ten zuiden van RDM-oost op dit moment worden gebruikt voor grootschalige projectlading, stukgoed en ‘heavy lift’- operaties.
scheepsbouw dan wel de offshore en hebben in ieder geval een duidelijke link met techniek en technologie. Innovatie in het eigen segment is een duidelijke pre. Daarnaast gaan deze bedrijven een nauwe samenwerking aan met de aanwezige scholen. De bedrijven worden betrokken bij de doorlopende leerlijn die het onderwijs voorstaat. Diverse kleinschalige innovatieve bedrijfjes zijn uit het Innovation Dock gegroeid en hebben een eigen, zelfstandige vestiging op het terrein. Ook de kleine bedrijfjes en werkplaatsen uit de creatieve industrie maken hun praktijk toegankelijk voor studenten. De Dokhaven ervaart een nieuw fenomeen: Aqua Dock. Duurzaam bouwen op het water leidt tot een drijvend experimenteer- en demonstratiemodel, waar studenten en bedrijven ervaring kunnen opdoen. In een van de grootste loodsen op het terrein ontstaat een enorme experimenteerruimte waar bedrijven en onderwijsinstellingen met verschillende achtergronden ontwerpen, bouwen en testen. Hier kan alles wat elders niet mogelijk is.
Toekomstvisie Research, Design en Manufacturing zijn de leidende termen, ook in de toekomst. De nieuwe maakindustrie krijgt alle kansen op het terrein, of het nu gaat om kleine of grote vestigingen. De directe nabijheid van adequate haveninfrastructuur maken aan- en afvoer van producten en halffabrikaten relatief eenvoudig. De ideale grootschalige bedrijven zijn afkomstig uit de maakindustrie, de maritieme industrie, de
Zo ontstaat de komende jaren een cluster van bedrijven, klein en groot, die trots zijn op RDM, tevreden zijn over de mogelijkheden die hun vestiging ze daar biedt en nauw met elkaar en het onderwijs samenwerken. De kracht van maritieme industrie en maakindustrie, gecombineerd met innovatie en creativiteit, dat is waar RDM voor staat. De belangrijkste kenmerken? Rotterdam, Dynamisch, Mooi.
101
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
102
103
Epiloog.
RDM.1902-2012-2022
104
EPILOOG-HENK DE BRUIJN
Henk de Bruijn Corporate Strategy
EPILOOG-HENK DE BRUIJN
Het blijft de uitdaging om een eigen wereld te creëren
Havenbedrijf Rotterdam In het voorwoord was de centrale vraag wat er nou zo bijzonder is aan het RDM-terrein. Iedereen die aan het woord is gekomen in deze terug- en vooruitblik geeft een eigen antwoord, iedereen is er trots op dat hij of zij heeft kunnen meewerken aan het RDM-terrein, dat inderdaad Rotterdams, Dynamisch en Magnifiek blijkt te zijn. Gebiedsontwikkeling is van alle dag en wordt overal uitgeoefend. Wat het boeiende is aan de ontwikkeling op het RDM-terrein is de ruimte om het oude te benutten (dus niet op z’n Rotterdams af te breken) en iets nieuws te creëren. Dat kost tijd en veel geld, maar met inspiratie, transpiratie en motivatie is de afgelopen tien jaar een bijzondere prestatie geleverd. Nog lang niet af, sterker nog: we zijn met het Nieuwe RDM pas net begonnen. Voor een nieuwe fase is het nodig te leren van deze ervaringen. De komende maanden willen we in debat over het Nieuwe RDM, willen we doordromen over
de manier waarop we dit gebied verder kunnen ontwikkelen als scharnierpunt tussen haven en stad. Samen de ambitie bepalen voor de komende tien jaar: dat is de opgave. Werken, leren en recreëren zijn de drie basiselementen om jong en oud te inspireren in een omgeving die bij uitstek Rotterdams is. Op een plek waar veel mag, met experimenteren als uitgangspunt en toevallige ontmoetingen en confrontaties als aanzet. Dicht bij het centrum, maar toch nog net te ver weg om een onderdeel van het centrum te zijn. De uitdaging is en blijft om van het RDM-terrein die ‘andere’ locatie te maken waarvoor een stukje omrijden / varen de moeite meer dan waard is. Dat betekent ook meer dan plannen maken alleen. Het gaat er vooral om actie te ondernemen. Soms zelfs opportunistisch. Het enige dat eigenlijk niet kan, is andere ontwikkelingen dwarszitten. Nieuwe publieksactiviteiten vormen een vliegwiel voor een gezonde economische toekomst van het RDM-terrein. De ambities gaan verder. Het RDM-terrein zal straks ruimte bieden aan een diversiteit aan
RDM.1902-2012-2022
activiteiten: werken, leren en recreëren. Maar op RDM willen we het onmogelijke mogelijk maken! Wie wil er niet vanuit zijn werk- of studeerplek uitkijken op het altijd fascinerende en zich ontwikkelende Rotterdam? Uit eten gaan in een maritieme omgeving, of een tentoonstelling bezoeken waar zelfs het Centre Pompidou jaloers op is? Het blijft de uitdaging om een eigen wereld te creëren: geen surrogaatstad, geen surrogaathaven, maar een vloeiend en tastbaar samenspel van stad en haven. Een werkende haven in een levende stad met ‘wining and dining’, met maritieme industrie, met leren en experimenteren, met verbindingen over water en over land.
Samen de ambitie bepalen voor de komende tien jaar: dat is de opgave Het RDM-terrein is een AAA-locatie in Rotterdam: ambitieus, aansprekend, aantrekkelijk. Wat je gelooft kun je ook maken. Met deze vernieuwde visie zijn de eerste stappen gezet voor een Nieuw RDM. Met dank aan iedereen die daaraan heeft bijgedragen en het verzoek om vooral te blijven meedoen!
105
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
beeld marc
106
107
109
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
beeld marc
110
111
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
beeld marc
112
113
RDM.1902-2012-2022
naam interviewde
naam interviewde
RDM.1902-2012-2022
Naam Geinterview
beeld marc
114
115
Colofon.
RDM.1902-2012-2022
116
colofon
Deze publicatie is gerealiseerd in opdracht van Havenbedrijf Rotterdam N.V. Ontwerp: WOAU! / Léon Kranenburg Fotografie: Marc Nolte Met bijdragen van: Maike Akkers Cor van Asch Natalie Backx Maartje Berendsen Henk de Bruijn Jeroen van Meel Jeroen Steens Redactie: Maike Akkers Maartje Berendsen Tekstproductie & Eindredactie: Overbosch Communicatie Met dank aan: Anja van Gorsel, Ivo van Persie, Erwin Zwijnenburg, Jasper Tuytel, Diederick Nierstrasz, Hans Smits, Hans Ober, Jeannette Baljeu, Peter Goedendorp, Gabrielle Muris, Theo Coskun, Marco Groenenboom, Hans Beekman en Cor van Asch Oplage: 1000 Druk: Lecturis ISBN: 978-94-6228-014-4 Credits overige fotografie: pag 15: Marijke Volkers/pag 16: Dokkaffee/pag 33: Marijke Volkers/pag 41: Rob Lampen/pag 45: Marijke Volkers/pag 51: Marijke Volkers/pag 55: Ernst Moritz/pag 59: Marijke Volkers/pag 62: Fred Ernst/pag 69: Michael Kooren/ pag 73: Marijke Volkers/pag 77: Michael Kooren/pag 85: CHV/ pag 110-111: Ernst Moritz