Zoeken naar de leden van The Whitest Boy Alive
Gabber is terug. Zonder kale kop en trainingspak
Vlaamse Selah Sue rapt, scat en spuugt
© pagina 9
© pagina 10 en 11
© pagina 12 en 13
nrc next ●
donderdag 30 juli 2009 www.nrcnext.nl prijs 1,10 euro
Uitgave van NRC Handelsblad Jaargang 1 No.1
Lowlands 2009
Wat gebeurt er in Biddinghuizen als pagina 4 en 5 er geen Lowlands is? Hoe erg is vals zingen eigenlijk? pagina 6 en 7 En hoe maakt dj Martyn zijn muziek? pagina 15 ©
©
België 2,10 euro Portugal 2,50 euro
©
x(7B0BB4*QKKKNP( +&!%!=!"!}
Foto Martijn van de Griendt
2 ©
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
aaf
Kate’s Glasto Wellies ensen doen alsof zij naar een M festival gaan voor de muziek, maar niets is natuurlijk minder waar. Mensen gaan naar een festival voor elkaar. En om, ergens vanaf een ver podium of in een holle, wapperende tent, vagelijk een band te horen spelen. Daarom moet je er bij het bezoeken van een festival leuk uitzien, volgens een bepaalde styling, en dat is niet makkelijk. Gestyled naar een festival is niet iets van de laatste jaren, trouwens, waarin elk rijtjeshuis en elke willekeurige huisvrouw constant onderworpen wordt aan stylingadviezen van bekwame of minder bekwame lieden. Nee, deze kwestie speelt al sinds Woodstock. Misschien was Woodstock zelfs
©
next question
Is er op Lowlands wel eens een baby geboren? Bij festivalromantiek hoort een flinke modderglijbaan, onzelfzuchtige wietverspreiding én een plotselinge bevalling. Minstens twee baby’s zouden in 1969 zijn geboren op Woodstock, moeder aller festivals. Is er ooit weleens een baby op Lowlands geboren? Er is in ieder geval een flink aantal baby’s verwekt op Lowlands, volgens directeur Eric van Eerdenburg. „Nu Lowlands de zeventiende editie beleeft, komen er verdacht veel eind dertigers, begin veertigers met hun pokdalige pubers. Relatief vaak heten ze Lola. Of Juliet en Charly, net als onze festivaltenten.” Maar op het festivalterrein is nog nooit een baby geboren, volgens Van Eerdenburg. Voor zover bekend is ook nooit een hoogzwangere vrouw afgevoerd met persweeën door een dansende baby. De directeur ontraadt aanstaande moeders te komen. Het terrein is 180 hectare groot, je maakt veel kilometers. Ben je „hoogzwanger en stronteigenwijs”, mijd dan in ieder geval de ‘pit’ vooraan bij grote podia, als je liever niet wil dat 15.000 Lowlanders je buik moshen. Het gekke is dat de Woodstock-baby’s ook nooit zijn getraceerd. Elliot Tiber, eigenaar van het El Monaco Motel waar de organisatoren verble-
©
ven, zwéért dat hij eigenhandig een baby heeft verlost. De moeder zat op een motor, sprak slecht Engels met een Frans accent en viel schreeuwend voor Tibers voeten neer, zo zei hij in 1989, het jaar van Woodstock II, tegen de The New York Times. „I don’t remember if it was a boy or girl because I became hysterical.” Het fotomagazine LIFE riep alle Woodstock-veteranen in 1989 nog eens op hun ervaringen te delen, van ,,the highest high” tot ,,the biggest bummer”, maar moeder noch kind meldden zich. Joel Makower, auteur van het boek Woodstock: An Oral History had daarvoor een verklaring in The New York Times: „The mother is now a respectable citizen, a schoolteacher, let’s say, in a small community in upstate New York and does not want the world to know she gave birth in an alfalfa field in Sullivan County.” Kijk. Dat kan natuurlijk ook gelden voor Lowlands-moeders. Iedereen van 17 of jonger met de geboorteplaats Biddinghuizen is verdacht.
Eppo König rubriek next question v De beantwoordt alledaagse ©
vragen. Ook een vraag? Mail naar
[email protected]
LLowgenda
Politiek debat op Planet Paradise Hoe lossen we de kredietcrisis op? Helpen we onszelf of kinderen in Afrika? En waar moet het heen met het onderwijs? Deze, en nog veel meer vragen komen aan bod op LLowgenda, het politieke laboratorium van de Lowlandsgeneratie. Tijdens de debatten op Lowlands discussiëren experts en bezoekers drie dagen lang over vijf politieke thema’s. Die discussies worden samengevat in een lijst voorstellen die als
©
burgerinitiatief in Den Haag wordt aangeboden. In het nrc.next-café naast LLowgenda op Planet Paradise hangen een scherm en koptelefoons, waarop je de strijd live kunt volgen. Intussen is de discussie al losgebarsten op bkb.nl/llowgenda. Daar kan je als bezoeker zelf discussieonderwerpen aandragen, of reageren op een van de LLowgenda-artikelen die regelmatig op de opiniepagina’s van nrc.next verschijnen.
colofon Redactie Yaël Vinckx en Lineke Nieber Eindredactie Anke Meijer Beeldredactie Sterre Sprengers Vormgeving Marike Knaapen Fotografie Martijn van de Griendt, Lars Borgesklein en Shaun Bloodworth
Illustratie Jean-Marc van Tol, John Reid en Bastiaan Geleijnse, Sebe Emmelot Auteurs Aaf Brandt Corstius, Anke Meijer, Eppo König, Freek Schravesande, Herien Wensink, Hester Carvalho, Jan Vollaard, Lineke Nieber, Saul van Stapele, Toon Beemsterboer Yaël Vinckx
wel het meest gestylede popfestival in de geschiedenis. Mensen styleden zichzelf toen en masse in jassen die van Afghaanse windhonden gemaakt waren, in omgeslagen dekens, in blote basten met veel lichaamsbeharing en grote kettingen, of gewoon helemaal bloot, of bloot met modder. Ook de vervoermiddelen waarin zij naar het festivalterrein kwamen, waren hevig gestyled. Favoriet was, uiteraard, een leuke oude bus die met bloemen was beschilderd. Hier was niets casuals aan, niets ‘ik neem een tent en een windjack mee, en ik zie wel’. Er werd over nagedacht. En dat is nog steeds zo. Tegenwoordig is het Afghaanse windhondengehalte misschien lager, maar de basiselementen van
festivalstyling zijn hetzelfde: een beetje vies, een beetje oud, een beetje gescheurd, maar toch esthetisch. Vrouwen nemen als voorbeeld het liefst Kate Moss’ look uit de tijd dat zij nog achter Pete Doherty aanstrompelde en zo menig popfestival bezocht. De look die zij toen aanhing, is anno 2009 nog prima bruikbaar. Een rafelig T-shirtje, een gilet. Een piepklein vintage tasje. Daaronder een piepkleine hotpants (als het gaat regenen, kun je beter blote benen hebben), en onder dat broekje het belangrijkste stylingelement: hoge regenlaarzen. Wellies, om met de Engelsen te spreken. Of ‘Kate’s Glasto Wellies’, omdat ze voor het eerst met die laarzen werd gespot op het Glastonbury Festival.
Kate’s Glasto Wellies zijn van het merk Hunter, vijftig pond per paar. Duur, maar stijlvol. Voor mannen is het moeilijker om een festivalstijlicoon te vinden. Het blijft terugvallen op het aloude, veilige recept: shirt van een of ander eerder festival of concert (liefst obscuur, oud en rafelig), spijkerbroek en klittende haardos. En misschien dit jaar, waarom ook niet, een paar Hunters om door de festivaldrek te waden. In mannelijk zwart, of legergroen. Niemand hoeft te weten dat Kate ze ook heeft gedragen.
Aaf Brandt Corstius veel meer columns van v Lees Aaf op nrcnext.nl/aaf ©
4
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
Drie dagen per jaar is dit een De rest van het jaar is het hoofdkwartier van Lowlands gewoon een
©
Drie dagen per jaar wordt Biddinghuizen overspoeld door festivalliefhebbers.
©
Maar tijdens die andere 362 dagen per jaar, hoe ziet het dorp in Flevoland er dán uit?
Door Freek Schravesande Biddinghuizen. Op de plek waar jij (straks) staat, was 56 jaar geleden water. Drie meter diep. Met onder je voeten scheepswrakken, vliegtuigwrakken, dorpen die de strijd met de Zuiderzee hadden verloren. De plek waar jij dit (straks) leest, was 56 dagen geleden nog één grote grasvlakte. Kaal. Met alleen op de grond van de Alpha-tent wat leven. Drie paarden in de wei. Het is juni. Evenementmanager Paul Nelissen van Walibi World geeft een rondleiding over het terrein. Achter het heuveltje naast de paarden slaan we rechtsaf, een bospad in, tot voor de ingang van een grote, houten schuur. Binnen hangt een mestgeur, afkomstig van balen stro. „Nu zijn we backstage”, zegt Nelissen. „In het hoofdkwartier van Lowlands. Hier huist de organisatie. Twee maanden terug zijn in deze schuur nog acht geitjes geboren. Straks staan hier overal computers, ligt er tapijt en zijn de wanden behangen met plattegronden.” Drie dagen per jaar is deze schuur het zenuwcentrum van een stad met 60.000 inwoners. Die andere 362 dagen is de schuur gewoon de schuur, staat het evenemententerrein – op enkele andere festivals na – leeg, en is Biddinghuizen gewoon Biddinghuizen. Hoe ziet deze omgeving er dán uit? Wie bij de loopbrug met zijn rug naar het festivalterrein staat, kan twee kanten op: links Elburg, vijf kilometer; rechts Biddinghuizen, acht kilometer. Het wordt rechts, een voettocht naar het dorp dat iedereen kent. Van naam. Aan de lange rechte weg ligt één woonhuis, grenzend aan het festivalterrein. In de moestuin staat een man, omringd door geitjes, kippen, een blaffende hond, tuinkabouters en een houten bordje met daarop ‘Eieren te Koop’. De 69-jarige Kees de Bruyn, de enige echte buurman van Lowlands. In de 35 jaar dat hij hier woont is de omgeving weinig veranderd, zegt De Bruyn terwijl hij zijn schep tegen het tuinhekje laat rusten. Ja, het zicht op het Veluwemeer is hem ontnomen door een rij bomen. En de weg werd drukker, noodlottig voor de vele katten die vanwege vakantie-
stress vaak ontsnapten van nabijgelegen campings. „Ik heb er al heel wat hier aan de weg moeten begraven”. En je had de World Jamboree, in 1995, met die gekke Japanners die bij stralend weer in regenkleding bléven lopen. „Ze dachten dat het in Nederland altijd regent.” Maar de weidse ruimte, waarvoor De Bruyn en zijn vrouw van Noord-Brabant naar Flevoland zijn verhuisd, is gebleven. Van Lowlands heeft De Bruyn geen last. „Wel van die heiligen, van dat festival De Opwekking laatst. Hadden ze hierachter bij de survivaltrek
A Campingflight to Lowlands Paradise
Vrijdag 21 augustus tot en met zondag 23 augustus 2009
Biddinghuizen
alle ruiten, koplampen en richtingaanwijzers van twee Landrovers eruit geslagen.” Ook zag zijn schoonzoon dat kinderen onder het hek probeerden binnen te glippen. „Terwijl het festival gratis was! Hij liep op z’n sandalen, anders had ‘ie ze gehad.” Eigenlijk, zegt De Bruyn, heeft hij van Lowlands vooral profijt. Het geluid hoort hij niet. Dat vliegt als een straaljager over hem heen om verderop, in de christelijke dorpen aan de overkant van het Veluwemeer, te landen. Maar de vrijkaarten ter compensatie krijgt hij wel. Die gaan naar de
schoonzoon, die hier elk jaar met vrienden in de tuin kampeert. „Dat snap ik niet, binnen hebben we bedden zat.” En in de wintermaanden is De Bruyn hele dagen met zijn metaaldetector op het evenemententerrein te vinden. Hoeveel hij ophaalt? Hij glimlacht. „Genoeg. Zeker als het met Lowlands heeft geregend, dan trappen ze al die munten de grond in.” Vier kilometer rechtdoor, vier kilometer rechtsaf. Zo kom je in Biddinghuizen. Lopend over een kaarsrecht grijsbetonnen fietspad naast een pro-
vinciale weg met weinig verkeer. Langs enkele boerderijen, vierkante akkers en een rechte partij bomen. En waar je ook bent, in de verte het geruis van achtbanen met bijbehorend gegil. Na anderhalf uur lopen zijn er de contouren van een vierkante kerktoren boven rode daken. Niet veel later de eerste buitenwijk. Twee onder één kap, stationwagens, een keurig gemaaid voetbalveldje met overwoekerde doeltjes - doelman onnodig. Waar het beton overgaat in rode straatsteen staat boven een bak met witte bloemen een houten bord: ‘Welkom in Biddinghuizen’. Een brede, groene straat eindigt bij de dorpskern: een plein, een kerk, een winkelcentrum. Op het plein klinkt onophoudelijk geroep van een koekoek, uit het dorpshuis aan de overkant hoorngeschal van twee meisjes met muziekles. Alleen het winkelcentrum is bevolkt. Ouderen en moeders met kinderen, kletsend voor de C1000. En voor de ingang van de Lidl, aan de achterzijde van het complex, waar een Sinti uit Lelystad de daklozenkrant verkoopt. Op het plein aan de overkant staat in elke hoek een bankje. Rondom het bankje rechtsachter hangen Serhat,
5
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
stad met 60.000 inwoners schuur waar twee maanden geleden nog acht geitjes werden geboren Juli 2009, paarden grazen op de plek waar ieder jaar tijdens Lowlands de Alpha-tent staat. Foto Martijn van de Griendt
De buren van Lowlands? Die krijgen bloemen en wijn
.
Walibi World pacht het naastgelegen evenemententerrein van de gemeente. In 1992 sloot Walibi daarvoor een deal met de stichting die op het naastgelegen terrein de World Jamboree zou organiseren. Een jaar later organiseerde Lowlands zijn eerste festival in Biddinghuizen, met 5.000 festivalbezoekers.
.
Nu telt Lowlands 55.000 bezoekers en 5.000 medewerkers. Nog verder groeien zal op deze plek niet kunnen. Walibi-evenementmanager Paul Nelissen: „Elke centimeter van het terrein wordt gebruikt”.
.
Elders groeien hoeft ook niet: niet alleen is het evenemententerrein een van de weinige locaties in Nederland met een permanente geluidsontheffing (zodat je niet telkens met de buren hoeft te overleggen), ook is de samenwerking met Walibi na zestien jaar Lowlands geperfectioneerd.
.
Nelissen vertelt hoe die samenwerking gaat: „Wij leveren de infrastructuur, Lowlands doet de rest. In aanloop naar de World Jamboree in 1995 is het terrein gedraineerd, verstevigd. Later zijn, om de afwatering na regenval te verbeteren, ook de paden verstevigd. En het gras wordt in aanloop naar het festival door onze groendienst wekelijks gemaaid, ook weer ter versteviging.”
©
In Biddinghuizen krijgen dagjesmensen de teleurstelling van hun leven §
het lege bankje schuin tegenover hem. „En daar zitten normaal de nazi’s, de gabbers. We hebben ze geaccepteerd. Ruzie maken in zo’n klein dorp is onhandig.” Rondjes rijden of auto’s kijken op Marktplaats. Dat is wat de jongens doen als ze hier zijn, en niet voor werk of studie in een van de steden vijftig kilometer verderop. Een van hen: „En eens per jaar een bushokje slopen, na een verkeersboete bijvoorbeeld. Maar eigenlijk zijn we best braaf.” „Voor ons is hier niets”, zegt Murat. „Vroeger had je hier aan de overkant nog ’t Muurtje, een begrip in Biddinghuizen. Daar zaten alle jon-
geren ’s avonds te drinken. Maar dat is afgebroken.” Probleem, zegt een ander, is dat jongeren na hun twintigste verhuizen naar de stad. „Op zaterdagavond kun je in Biddinghuizen iemand neersteken en niemand die het ziet. Zelfs de mooie meisjes, ze zijn er wel, zitten hier als bejaarden de hele dag thuis.” Onlangs opende het nieuwe ouderencentrum. En is er een tweede bloemist gekomen. Murat: „Maar nog steeds geen Aktiesport.” Wel een jongerencentrum („meer voor kinderen”), een nieuwe skatebaan („leuk voor die drie skaters hier”), Walibi („ook dat heb je na twee keer wel gezien”) en, vorig jaar de vrouwenhandel, achter de Lidl: Poolse vrouwen, werkzaam in de grote schuren bij boeren in de omgeving, die mannen meenamen naar de sportvelden verderop. Ergens begrijpen de jongens het ook wel: met zoveel subculturen onder zo weinig jongeren is het moeilijk iedereen te behagen. „Maar een groot sportcentrum, daar zouden we allemaal wat aan hebben.” Blijven wonen in Biddinghuizen is alleen voor Serhat een optie: „Lekker rustig, en je kent iedereen”. Anderzijds: Biddinghuizen „trekt slechte
mensen aan”, Biddinghuizen „wordt zwart”. Murat: „Al het uitschot uit Almere, Lelystad, en Amsterdam trekt hier naartoe. De reclassering plaatst ze in goedkope huizen.” Hij wijst naar de woningen aan de over©
Op zaterdagavond kun je hier iemand neersteken en niemand die het ziet §
kant: planken voor de ramen. „Die daar worden gekraakt. Zonwering dicht en schreeuwen. Vieze mensen. Wij hier zijn zulke mensen niet gewend.” Het is vijf uur ’s middags. In café ’t Koetsiertje, naast de supermarkt, treft barkeeper Tim Timmermans, een man met grijze krulsnor, de laatste voorbereidingen. Niet veel later is de bar rondom bezet. Vijf mannen in beige driekwartsbroek, de fruitautomaat permanent in gebruik. Toeristen, zegt Timmermans, komen hier nauwelijks. „Die gaan liever naar Elburg of Harderwijk, daar heerst een andere ambiance.” En de dagjesmensen díé Biddinghuizen be-
.Elburg Tankwagens rijden af en aan naar om de ontlasting te lozen. Nelissen wijst naar een ruim 2 meter hoog, zwart zwembad aan de achterkant van het terrein. „Die tankwagens alleen zijn niet genoeg. Dit is de rioolbuffer. Met Lowlands zit die helemaal vol.”
.‘DeTijdens het festival is een schuur, Wigwam’, het zenuwcentrum. Met een glasvezelnetwerk, verbonden via een schotel op de Walibiachtbaan Goliath, worden de tv-registraties verzorgd en wordt bij noodweer het calamiteitenplan gecoördineerd. Nelissen: „Op een plek met 60.000 mensen mag je niet verrast worden. Als de organisatie op de buienrader zwaar weer ziet aankomen, worden bezoekers via borden geïnformeerd, worden tenten vastgezet en kan het evacuatieplan starten.”
.veDrie weken opbouwen, anderhalweek afbouwen. Zoveel tijd heeft het organiseren van zo’n groot evenement nodig. Voor het opruimen huurt Lowlands een gespecialiseerd bedrijf in. Dat begint met veegauto’s die als een soort stoffer- en blik het afval bijeenbrengen.
.eenEngoede de buren? „Daar hebben we relatie mee, die worden
water aan– en afvoer. „Verder is hier niets”, zegt Nelissen. Het water om de toiletten door te spoelen komt
verzorgd met bloemen en wijn.” Al hebben bewoners van buurgemeenten weleens geklaagd. Nelissen: „Ook weleens een week te vroeg”.
zoeken, vaak afkomstig van de nabijgelegen campings, krijgen „de teleurstelling van hun leven”. „Dan fietsen ze hier vijf minuten op en neer en vragen ze op het terras: ‘Meneer is er nog een centrum?’” Timmermans schept wat ijs in een bak. „Ja ja, het valt allemaal niet mee jongens.” Het was de liefde die de barman 35 jaar geleden deed besluiten van Kampen naar Dronten te verhuizen. Vijftien jaar later zou hij in Biddinghuizen zijn café openen. De concurrentie destijds van de twee andere cafés was voor Timmermans alleen maar gunstig: „De jongeren bleven hier ’s avonds drinken, want er was keuze: was het ene café ongezellig, dan kon je naar de ander.” Die cafés zijn nu verdwenen, evenals de jongeren. Timmermans: „Alles heb ik geprobeerd. Sjoelavonden, pannenkoeken bakken, jongeren die zelf het café mogen runnen. Maar het houdt een keer op. De trukendoos is leeg.” Waar is het in Biddinghuizen misgegaan? Met de bodem van de Zuiderzee, 56 jaar geleden. Die bodem bestond uit klei. Klei die alleen in het oostelijk deel van de zee, daar waar Biddinghuizen ligt, was vermengd met zware zavel: de perfecte grond voor landbouw. En dus werd met de drooglegging van Flevoland besloten het oostelijk deel, naast een recreatieve, ook een belangrijke agrarische functie te geven. Tien dorpen moesten hier komen, rond ‘centrumdorp’ Dronten. Een van die dorpen, Biddinghuizen, zou 2.000 inwoners moeten tellen. Later 6.000, het huidige aantal. De inwo-
ners van Biddinghuizen zouden goedkoop een huis kunnen krijgen. En werk in de landbouw, bij boeren die goedkoop kavels konden pachten. En dan de realiteit: de afstand tot economische centra Lelystad en Almere bleek te groot, het algemene welstandsniveau nam toe, de interesse in de agrarische sector daarmee af. Kleine boeren verkochten hun kavels aan grootgrondbezitters en vertrokken. Grootgrondbezitters namen goedkope, buitenlandse arbeidskrachten aan. Dienstwoningen voor de landarbeiders stonden leeg. En van de tien geplande dorpen bleken alleen Biddinghuizen en Swifterbant levensvatbaar. Maar ook die lopen leeg. Voor de kinderen van de eerste bewoners valt hier niets meer te halen. Alleen de ouderen blijven achter. De oplossing? „Weg uit het isolement”, zegt barman Timmermans. „Er zouden hier, jaren geleden al, 700 recreatiewoningen worden gebouwd. Dat is nooit gebeurd. De wegen zouden worden verbreed. Dat is nooit gebeurd. De spoorlijn zou worden doorgetrokken tot Dronten. Dat is nooit gebeurd. In plaats daarvan is nu de buslijn naar Elburg opgeheven.” „Weet je wat ze moeten doen”, zegt een van de mannen aan de bar. „De wegen naar Lowlands afzetten en een omleiding maken. Hier dwars door het dorp. Dat zou goed zijn. Voor Timmie, voor de jongens van snackbar Twins, voor het hele dorp.” Timmermans: „Dan zullen ze wel weer een andere sluiproute weten te vinden.”
. Op het terrein zijn wegen, gras en
Ekrem, Amjed, Oguzhan, Murat en Jurdy. Jongens in overhemd en capuchontrui met baggy broek. „Dit is ons bankje”, zegt Serhat, met twintig jaar de oudste. „Onze vaders chillden hier vroeger ook al.” Hij wijst naar
van een meertje verderop.
6
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
Te iel, te ijl, te schril Vals zingen is niet erg. Sterker nog, het heeft een functie ©
Roosbeef, Lily Allen, Bon Iver. De popmuziek kent veel zangers met omstreden stem.
©
Toch groeien ook zij uit tot sterren. Hoe kan dat?
Door Hester Carvalho amsterdam. Op ‘au’ van ‘auto’ klimt de stem omhoog. Hoog, nog hoger reikt ze, met een lichte hapering, alsof ze balanceert op een wiebelig krukje en iets van de bovenste plank wil pakken. De luisteraar houdt zijn adem in. Gehaald. Loom zwenkt de stem van mineur naar majeur, van vibrato naar rechtuit. Maar het volgende waagstuk dient zich aan. De stem zet af, probeert een terts.. en ja, zonder kleerscheuren geland. De luisteraar leunt naar achter en droomt weg bij de wegstervende klanken van piano en strijkers in het liedje ‘Onder Invloed’, gezongen door Roos Rebergen, alias Roosbeef. De zangeres Roosbeef zaait verwarring. Zingt ze vals of zingt ze niet vals? Roosbeef heeft een lijzige dictie en onvaste toonvoering, maar er zijn ook momenten dat ze scherp de tonen raakt. Haar stem is omstreden. Wat dat betreft is ze in goed gezelschap; de popmuziek kent meer zangers die kraken als grind of door het klankspectrum slingeren als een dronken automobilist. Toch groeiden ze uit tot wereldsterren. Zangers als Bob Dylan, Neil Young, Thom Yorke, Leonard Cohen, Madonna, Lou Reed, David Byrne, Johnny Rotten – allemaal werden ze door hun critici ooit afgedaan als te iel, te ijl, te schril, te schel, te onvast, te nasaal. Later werd die eigenaardigheid steevast als pluspunt omschreven. Het afgelopen jaar was vals zingen een terugkerend onderwerp. Hiphoppers als Snoop Dogg en Kanye West, die wilden zingen in plaats van rappen, lieten met behulp van de au-
diosoftware ‘Auto Tune’, hun noten zuiveren. Vals was blijkbaar iets dat vermeden moest worden door een ‘echte’ zanger. De vraag blijft: wat is vals? En is het eigenlijk erg? Claron McFadden zingt sopraan in opera en in klassieke concerten. Ze komt oorspronkelijk uit Amerika, woont in Amsterdam, en groeide op met The Supremes en David Bowie. McFadden is ook zangcoach en hoofddocent aan het Conservatorium van Amsterdam. Claron McFadden weet wat vals is en wat niet. In haar woonkamer aan een Amsterdamse gracht zitten we achter haar computer en bekijken clips van Roosbeef, Lily Allen, Florence and the machine en Lucky Fonz III op YouTube. McFadden luistert naar de toonvastheid. De score valt mee; Lucky Fonz III is de enige die ze soms vals vindt. „Zijn stem is niet stabiel. Hij doet zijn best maar het klinkt nu en dan vals. Toch raakt hij me. Deze zanger heeft dringend iets te zeggen en doet dat, ongeacht de uitkomst. Dat geeft mij als luisteraar direct betrokkenheid.” Veel popstemmen moeten het hebben van klankkleur, zegt McFadden. ,,Voor een bepaalde klankkleur spitsen je oren zich. Mijn theorie is dat een klank resoneert met iets in jezelf, alsof sommige geluiden corresponderen met bepaalde vibraties in je eigen lichaam. Dat kunnen allerlei klanken zijn: helder, melancholisch, morbide of schel... ze prikkelen een emotionele reactie bij de luisteraar. En daar gaat het om.” Aan een écht goede zangstem worden andere eisen gesteld. De echte zanger heeft, wat McFadden noemt, de ‘vijfde versnelling’. Die versnelling openbaart zich op het moment dat de stem omhoog gaat. „Dan krijgt hij vleugels. Als luisteraar krijg je het gevoel: deze stem houdt nooit op. Die is altijd zuiver, kan eindeloos zingen, en zuurstof speelt geen rol”, zegt ze. „In Amerika noemen ze het ‘ping’. Een stem met ping heeft de kracht van een geconcentreerde bundel, als een laserstraal.”
Chaka Khan, Celine Dion, Aretha Franklin en Mick Hucknall (van Simply Red) hebben ping. Norah Jones heeft het niet, Amy Winehouse niet, Antony Hegarty niet, zegt McFadden. En oude helden als Mick Jagger of David Bowie? Zij kunnen allebei niet zingen, stelt ze. „Bij Mick Jagger vraag je je steeds af of hij de volgende noot wel zal halen. Bovendien zit zijn stem niet in het centrum van de toon, hij zwabbert er zo’n beetje omheen. Dat hoeft op zich niet erg te zijn; voor Bowie geldt hetzelfde. En bij hem vind ik dat juist mooi. Omdat Bowie een mooie klankkleur heeft.” Dus Jagger, Bowie en Lucky Fonz compenseren het gebrek aan tonale trefzekerheid met de klank van hun stem. „Ze worden niet tot de grote zangers gerekend. Maar ze bekoren met hun persoonlijke klank.” ©
Als Roosbeef vals zingt is dat een artistiek statement § Zangcoach Claron McFadden
McFadden klikt naar de clip van ‘Onder Invloed’ van Roosbeef. Roos Rebergen fleemt en fluistert over loverboys, gouden kettingen en Xander de Buisonjé. Als de laatste klanken zijn weggestorven, lacht McFadden. „Zij is een echte zangeres, al laat ze het hier niet horen. Zij zou voluit, met eindeloze kracht, kunnen zingen. Ze heeft de vijfde versnelling.” Als Roosbeef vals zingt is dat geen onmacht maar een artistiek statement, zegt ze. „Ook het lijzige dat je in haar stem hoort, is een keuze. Zo wil ze klinken. Daarin verschilt ze van Mick Jagger; hij héeft geen keus.” McFadden klikt naar nieuwe liedjes van Lily Allen: ‘The Fear’ en ‘Fuck You’. De Engelse Allen klinkt verleidelijk als Lolita, onvast als een dronken straatmeid, krengerig als een schoolmeisje. Ze zingt met veel lucht, of juist venijnig in haar geacteerde Cockney-accent (‘Mockney’). McFadden zegt: „Ook zij kan zingen. Je hoort haar mogelijkheden. Ze wisselt van stemgeluid zoals ze van schoenen wisselt.” Uit deze steekproef blijkt: niet alleen is ‘goed zingen’ geen vereiste in popmuziek, zelfs degenen die het kunnen, komen er niet altijd voor uit. En vals zingen heeft een functie. Roosbeefs onvaste en gemelijke toonzettingen zijn manieren om de voor haar ideale identiteit uit te drukken. Liever profileert Roosbeef Roosbeef zich als nonchalant poëet, dan dat ze pronkt met vakkundigheid. Waarom? WaarVrijdag, 13.15 - 14.15 uur schijnlijk omdat de rol van ‘underdog’ haar beter past dan die van winLily Allen India naar – net zoals Roos Rebergen zich in de Florence and the machine songteksten graag presenteert als versmaad en afgeweVrijdag, 18.30 - 19.30 uur zen. Als popzangers Alpha Zondag, 19.15 - 20.00 uur dankzij hun stem een eigen identiteit kunnen kiezen, is de Charlie Arctic Monkeys
Zondag, 21.50 - 23.00 uur Bon Iver
Vrijdag, 16.00 - 17.00 uur
Foto’s Martijn van de Griendt
Grolsch
Alpha
pophistorie ook te bezien als een reeks geslaagde rollen. Bob Dylan als snerpende priester, Kurt Cobain als koppig nihilist, Björk als kobold, David Byrne als stadse neuroot, Caleb Followill (van Kings of Leon) als de door lust verstikte playboy. Sommige zangers hebben zelfs meerdere mogelijkheden, bleek onlangs bij Alex Turner. Turner is bekend als voorman van de Britse band Arctic Monkeys, die sinds 2005 succes heeft met opgewonden gitaarliedjes als ‘I Bet You Look Good On The Dancefloor’ en ‘Teddy Picker’. Turner zingt in deze nummers alsof hij wordt achtervolgd door een stel hooligans: razendsnel, buiten adem en met felle maar wankele noten. Nadat de Arctic Monkeys wereldberoemd waren geworden, richtte Turner samen met zijn vriend Miles Kane nog een groep op, The Last Shadow Puppets. Zoals te horen op de cd The Age Of The Understatement (2008), spelen ze liedjes met de metalige sound van de jaren zestig en weelderig orkestrale arrangementen. En, verrassing, Alex Turner bleek ook te kunnen zingen als de idolen van weleer, als Engelbert Humperdinck en Gene Pitney, compleet met een gracieuze dictie en bronstig vibrato. De straatjongen uit Sheffield was een crooner geworden. Een vocale transformatie lag ook aan de basis van het succes van de Amerikaan Justin Vernon, alias Bon Iver. Bon Iver was een van de ontdekkingen van het afgelopen jaar, dankzij zijn debuut-cd For Emma, Forever Ago (2007). Het publiek viel massaal voor Vernons hoge falsetstem die ijl door de akoestische liefdesliedjes zwierf. Dat was een paar jaar daarvoor wel anders. Vernon zat destijds in een grunge-band en zong met gruizig stemgeluid. Succes bleef uit. ©
Veel popstemmen moeten het hebben van klankkleur § Zangcoach Claron McFadden
Toen vervolgens zijn relatie stukliep, trok Justin Vernon (28) zich terug in een schuur op het platteland. In zijn eentje nam hij een aantal liedjes op, met een simpele recorder. Die nummers zouden de basis worden voor For Emma, Forever Ago. Het grootste verschil met de muziek die hij vroeger maakte, zei Vernon in interviews, was zijn manier van zingen: die was veranderd van diep en mannelijk in hoog en breekbaar. Die stem, van een man die een vrouw nadoet, in combinatie met de teksten over zijn gebroken hart, bracht de boodschap duidelijk over: nu hij zijn geliefde niet meer in den lijve had, probeerde hij haar vocaal te benaderen. Justin Vernon werd zelf degene die hij niet meer kon bezitten. Dit vergeefse streven bleek zo herkenbaar dat de versmade minnaar binnen enkele maanden een ster was. Zo gebruiken deze zangers hun stem als instrument om een gedaantewisseling te suggereren; wat Madonna en Lady Gaga doen met kleding en kapsels, doen Bon Iver en Alex Turner met hun manier van zingen. Zangers met een vijfde versnelling, als Esmee Denters of Beyonce, bereiken hoge plaatsen in de hitparade; op het Lowlands-festival zien we vooral de zangers en zangeressen die met minder versnellingen uit de voeten kunnen. Daar staan ze, al klinkt hun stem nog zo vals of onvast, en moeten ze schreeuwen of sneren om boven de muziek uit te komen. De muziek van Lily Allen, Alex Turner, Roosbeef en Bon Iver is kleurrijk en opwindend, maar er is meer. Dat een mens op deze manier zijn eigen signatuur kan bepalen, is een bevrijdende gedachte.
7
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
NRC-recensent Yaël Vinckx gaat naar:
. Benga
omdat de warmbloedige dubstepper uit Londen vorig jaar een prachtige set draaide en dat dit jaar hopelijk weer doet. Drive Like Maria omdat ik niet vaak een rockchick zag van het kaliber van Nitzan Hoffmann die met zoveel plezier over de snaren scheurt. Roosbeef omdat de zangeres dit jaar ontroerde in de kleine zaal van Paradiso, het publiek op de banken kreeg op Noorderslag en ik benieuwd ben hoe ze het doet in een tent. Snoop Dogg omdat ik houd van zijn gevoel voor humor en voor show, en zijn melodieuze rap een welkome afwisseling is tussen al het gitaargeweld. Kasabian omdat hun groovy ritmes een brug slaan tussen rock en dance en omdat ik zin heb om te dansen.
. . . .
niet naar: .gaatAmsterdam Klezmer Band omdat de Balkanbeats me zo langzamerhand de neus uitkomen.
NRC-recensent Hester Carvalho gaat naar:
. The Virgins
omdat zij hun zelfkant-gitaarrockliedjes in net een ander ritme spelen dan de meeste bands. Bij The Virgins wordt het neurotische leven van New York funky getoonzet, dat betekent in ieder geval dans-garantie. Fakkelbrigade omdat de woordstromen van Sticks en Rico niet alleen inhoudelijk fascineren maar ongetwijfeld ook een fantastische flow op het terrein veroorzaken. Arctic Monkeys omdat ik nog altijd wacht op een werkelijk verpletterend optreden van Turner & Co. The Maccabees omdat dit niets-aan-de-hand-bandje op de nieuwe cd samenwerkt met blazers voor een melancholieker geluid, dat naar verluidt Arcade Fireachtig zal zijn. Benjamin Herman & Friends omdat de alomtegenwoordige ‘Andy Warhol van de jazz’ vast leuke vrienden heeft.
. . . .
niet naar: .gaat Faith No More waarom wel?
NRC-recensent Jan Vollaard gaat naar:
. Arctic Monkeys, Wilco en Moke omdat ik benieuwd ben naar hun materiaal. .nieuwe Beirut, The Maccabees en Bon Iver omdat ze zich recent hebben bewezen als bands die het dak van een zaal kunnen spelen; eens kijken of dat in een tent ook lukt. Grace Jones omdat ze een spectaculaire comeback maakt. Rolo Tomassi omdat ik deze lekkere lawaaiband onlangs op Metropolis zag en ze een reprise verdienen. Dio & The Madd omdat ze een brug slaan tussen Nederhop en Nederbeat. Hank III omdat ik deze countrypunkrocker nog nooit eerder zag. Kasabian omdat ze live een sensatie zijn, net als The Virgins.
. . . . .
niet naar: .gaatKaiser Chiefs omdat ik die al te vaak heb zien spe.len Lily Allen omdat zij afdoende heeft bewezen aardige plaatjes te kunnen maken, maar live geen toon kan houden. Razorlight omdat Razorlight zonder Andy Burrows is als The Beatles zonder Ringo.
. Illustratie Sebe Emmelot
●
nrc·next Donderdag 30 juli 2009
9
Eerste theatershow Wie: Scapino Ballet Rotterdam Op Lowlands: Achtste keer Wanneer: Zondag 23 augustus, 19.30 20.00 uur, Juliet Staan zelf in het publiek bij: Artistiek leider/choreograaf Ed Wubbe: „In ieder geval Paolo Nutini. Onze vaste choreograaf Georg Reischl heeft in een eerder stuk muziek van Nutini gebruikt. Onze dansers gingen helemaal los op zijn muziek.” Meest memorabele festivalervaring: Wubbe: „Ons eerste optreden op Lowlands. We stonden gepland op de openingsdag en gaven met de bands op de andere podia de kick-off van het festival. Wij waren de eerste theatervoorstelling ooit en niemand wist eigenlijk wat te verwachten. We stonden backstage toen de tent open ging voor publiek. We waren nog niet naar voren gelopen of de hele tent zat al vol, vijfhonderd mensen. Voor de tent stond nog eens eenzelfde aantal te wachten. Toen werden we pas echt nerveus, want de voorstelling die we gaven was niet een van de makkelijkste. Ze braken de tent af en waren diep onder de indruk.” (AM)
Nul komma nul reactie
The Whitest Boy Alive: zanger/gitarist Erlend Øye, toetsenist Daniel Nentwig, bassist Marcin Öz, drummer Sebastian Maschat. Foto Lars Borgesklein
Gewoon niet oefenen Het blijkt een succesformule voor The Whitest Boy Alive ©
De leden van The Whitest Boy Alive zien elkaar weinig en repeteren bijna nooit.
©
Liedjes ontstaan tijdens soundchecks en onderweg.
Door Lineke Nieber Berlijn. Sommige bands houden niet van interviews. Maar The Whitest Boy Alive is gewoon zoek. Of in ieder geval weten de bandleden niet altijd van elkaar waar ze uithangen. Bassist Marcin Öz tref ik in Berlijn. In de Rochstrasse, luidt zijn instructie aan de telefoon. „Ik zit en ik drink koffie”. Ik vind hem op een bankje voor café Buscaglione. Een grote bos krullen, gele skinny jeans, en flinke retrogympen. Uit een buiktasje vist hij muntjes voor nog meer koffie. De beste van de stad. „Ik zit hier iedere dag.” Als enige, dat wel. Want terwijl Marcin Öz het platenlabel Bubbles runt, werkt de rest van de band aan andere projecten. Zanger Erlend Øye verhuisde onlangs terug
naar zijn geboorteplaats Bergen in Noorwegen. Hij toert inmiddels rond met zijn andere succesvolle band: Kings Of Convenience. „Erlend reageert alleen op e-mails die hem interesseren”, zegt Öz. „Zijn telefoonnummer heb ik niet.” En toch gaat het goed met The Whitest Boy Alive. Het concert dat de band onlangs gaf in club Trouw Amsterdam was binnen een half uur uitverkocht. Na Dreams, het debuut uit 2006, is er inmiddels een tweede plaat, Rules. Ook die werd goed ontvangen. Deze zomer toeren ze door Europa, daarna volgen de Verenigde Staten. Hoe doe je dat? Hoe kun je succesvol zijn als je elkaar zo weinig ziet? „Gewoon, niet oefenen”, weet Öz. Dat kan trouwens ook niet. Want Erlend is wel eens een maand of twee zoek. „Dan komen we elkaar backstage tegen, vlak voor de show. Tijdens de soundcheck nemen we dan nieuwe plannen door. Zo zijn bijna alle nummers op Rules tijdens de tour ontstaan.” Die liedjes zijn een mengeling van indierock en disco. Zanger Erlend Øye zingt daar met een hoge kopstem overheen; over The Whitest Boy Ali-
De opnames van Rules in Mexico en Berlijn
.nieuwe The Whitest Boy Alive nam de plaat Rules op in twee sessies. Eind 2007 trokken de vier bandleden zich twee maanden terug in Mexico. Een Mexicaanse vriend verbouwde zijn garage tot studio. Intussen verzamelden de bandleden daar de benodigde apparatuur.
.band Bassist Marcin Öz: „Wij zijn geen die nummers volledig af en geoefend heeft als we de studio in gaan. We hebben veel tijd voor de opnames nodig. En een studio huren is enorm duur. Waarom dan niet zelf iets opbouwen? En waarom dan niet in Mexico? Zon, zee, strand in de buurt. Je beste vrienden en dan iede-
re dag muziek maken. De mooiste tijd uit mijn leven.”
. Terug in Berlijn hadden de bandleden op sommige nummers nogal wat aan te merken. Dus huurden ze in februari 2008 alsnog een Berlijnse studio af (het Funkhaus, een voormalige Oost-Duitse radiostudio) om nieuwe opnames te maken. Marcin Öz denkt wel dat hij verschil kan horen. „De nummers in Berlijn zijn wat strakker. Van ‘Gravity’ bestaat bijvoorbeeld ook een Mexicaanse versie. Die is wat relaxter. Toetsenist Daniel Nentwig: „Met een beetje goede wil kun je Mexico horen in ‘Keep a Secret’.”
ve, een fictief persoon die wil ontsnappen uit zijn kleine, benauwde wereld. Een figuur die overigens verdacht veel lijkt op de lange, bleke zanger zelf. Het gebrek aan tijd om te oefenen heeft nog meer voordelen, vindt Öz. Bovendien, zegt hij, ze zijn goede muzikanten die op hun podiumervaring kunnen vertrouwen. „Als je veel oefent, speel je de show die je hebt voorbereid. Wij weten niet precies wat er gaat gebeuren. Dat maakt onze optredens spannend. Uniek ook.” Dat wil overigens niet zeggen dat ze niet kritisch zijn. Alle concerten worden opgenomen, en online in een archief opgeslagen. Daar kunnen ze alle vier bij. Regelmatig nemen ze hoogte- en dieptepunten door. Dan duikt plots ook toetsenist Daniel Nentwig in de Rochstrasse op. Tegenwind, excuseert hij zich terwijl hij zijn fiets aan een boom vastlegt. Met zijn vingers kamt hij door zijn snor. Het was laat gisteravond. Marcin Öz krijgt een stevige knuffel. Het laatste optreden is alweer drie weken geleden. Daniel Nentwig kwam samen met drummer Sebastian Maschat pas later bij de band. Aanvankelijk was The Whitest Boy Alive een duo, een ‘electronic dance music project’. Geen klassieke band. Øye die destijds met Kings of Convenience vooral melodieuze indierock maakte, wilde iets anders. Hij voelde zich geïsoleerd in Bergen, vertelde de pers dat hij op zoek was naar een touw om zich uit het moeras te trekken. Nieuwsgierig naar de dancescene in Berlijn verhuisde hij in 2002 naar de Duitse hoofdstad. Een jaar later richtte hij met Öz The Whitest Boy Alive op. Maar samen optreden werkte niet. „Het was dommig, zo achter een laptopje. Ik kon er net zo goed niet staan”. En dus vroegen ze Maschat en Nentwig er bij. De nummers bleven intact, de laptop werd vervangen door analoge apparatuur. Öz: „Ik las laatst een recensie waarin onze muziek ‘onnodig luxe’ werd genoemd.
Daar zit wel iets in. In feite kun je het met een computer in je eentje maken.” Maar waarom doen ze dat dan niet? Öz zucht: „Omdat we muzikanten zijn”. The Whitest Boy Alive verlangt naar een klassieke rockbezetting, maar met de klank van digitale muziek. Dat uit zich ook in hun manier van opnemen. Alle nummers op het album Rules zijn in één take opgenomen, zonder overdubs maar met synthesizers. Die werkwijze leverde honderden opnames op – de beste belandden op de plaat. Ook live werken ze met ‘echte’ mensen, en ‘echte’ instrumenten. Zoals afgelopen april. Terwijl Daniel Nenwtig op het Amsterdamse Trouw-podium een rifje op zijn synthesizer pingelt, zingt Erlend Øye „So baby if you want me. You’ve got to show me love”. Het ultieme dancenummer van de jaren negentig, ‘Show me love’ van Robin S., speelt The Whitest Boy Alive zónder computer. En dat klinkt verrassend hip en tijdloos. Het publiek barst joelend los. Øye duikt de uitzinnige menigte in. Zijn lange dunne armen zwiepen door de lucht, zijn lichaam dobbert de zaal in. Steeds verder drijft de zanger van de bandleden af. Terwijl de rest op het podium doorspeelt, grijpt Marcin Öz tenslotte de microfoon. „Mister Erlend Øye”, smeekt hij. „Please. Come back on stage!”
The Whitest Boy Alive
Zondag, 18.00 - 19.00 uur Bravo
Wie: Comedytrain Op Lowlands: Derde keer Wanneer Vrijdag 21 augustus, 20.30 21.00 uur, Mike Staan zelf in het publiek bij: Cabaretier Henry van Loon: „Helaas kan ik dit jaar alleen mijn eigen act zien. Op de vrijdag dat ik speel, moet ik me na mijn optreden haasten naar de bruiloft van een vriend. En Lowlands-zaterdag sta ik in het Vondelpark in Amsterdam. Maar wat ik had willen zien? Boys Noize, The Sadists, Patrick Watson, Bon Iver, Beirut en natuurlijk The Whitest Boy Alive.” Meest memorabele festivalervaring: Van Loon: „Mijn meest bizarre theaterervaring is ook een festivalervaring, niet op Lowlands, maar een ander, niet nader te noemen festival. Ik stond in de Comedytrain line-up en mocht een kwartier optreden. Het was een vrij grote tent. Goed gevuld ook. Ik heb tien minuten staan zwoegen en heb alleen mijn aller, allerbeste ‘shit’ gedaan. Ik kreeg nul komma nul reactie. Tot het moment dat ik na 10 minuten zei: ‘Zo ik ga er een einde aan maken..’, toen kreeg ik een daverend applaus, zo blij was iedereen. Toen probeerde ik nog, heel gevat: ‘nee, ik bedoel aan mij leven, ha ha, dit ging echt kut’. Weer geen reactie. Toen ben ik maar afgedropen en heb ik heel erg veel gedronken.” (AM)
Tussen de sinaasappels Wie: Theater Wunderbaum Op Lowlands: Eerste keer Wanneer: Zaterdag 22 augustus 11.00 12.00 uur, Juliet Staan zelf in het publiek bij: Acteur Matijs Jansen: „ Arctic Monkeys, die heb ik nog niet live gezien.” Meest memorabele festivalervaring: Jansen: „Ik stond een paar jaar geleden met Kopna Kopna op Lowlands. Tijdens het laatste nummer maakten zij een foto van het publiek voor hun cd-hoes. Het lukte ons om iedereen in het publiek, tweeduizend man, tegelijk maskers met de tekst ‘like you’ op te laten zetten. Dat zag er vanaf het podium, en ook op de cd, waanzinnig uit. Verder stond ik tussen het befaamde sinaasappelgevecht op Lowlands, in 1999.” (AM)
10
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
Gekrijs en bikkelharde Met Aux Raus, The Darkraver en Promo is gabber terug,
© Aux Raus, The Darkraver en dj Promo staan op Lowlands. ©
Daarmee heeft hardcore ineens een prominente plek in de programmering gekregen. Door Saul van Stapele Den haag. Het is zeven uur ’s avonds in Lloret de Mar. De man die in de jaren negentig onvermoeibaar gabberkreet ‘Hakkûh’ promootte, stapt net uit de douche. Steve Sweet (41), in hardcorekringen beter bekend als The Darkraver, is anderhalf uur geleden opgestaan. De komende zes weken heeft hij vrijwel dagelijks een djklus in Spanje. En elke dag komen bevriende dj’s daarna naar het appartement van The Darkraver in Lloret, voor nachtenlange afterparties. Over gebrek aan aandacht, heeft The Darkraver niet te klagen. Hij draaide voor tienduizenden bezoekers die uitzinnig op en neer sprongen op massale dancefeesten zoals Thunderdome en Sensation. Maakte begin jaren negentig naam in hardcoremekka Parkzicht in Rotterdam. En scoorde vier jaar geleden een Top 5hit met ‘Kom-tie Dan Hè’. Maar dat hij op Lowlands mag staan, is een teken dat hardcore na jaren eindelijk een geaccepteerde stijl is, zegt zijn manager. De uitgeslapen dj doet er zelf wat laconiek over. Hij vindt het respectievelijk supercool en zwaar relaxt; voelt zich vereerd. Hij is zelf nog nooit op het festival geweest en is van plan vroeg te gaan om te kijken wat er allemaal voorafgaand aan zijn set te zien is. Wat hem betreft mogen ze hem ook een hele avond neerzetten voor het festivalpubliek. Hij zorgt wel dat het losgaat. Trouwens, hij vond er zelf ook jarenlang weinig aan, die hele hardcore. Natuurlijk, toen het allemaal opkwam, wilde hij ook niets anders dan de hardste dj van Nederland worden. Snoeihard beuken; het was dansvloerterreur. Dat is jarenlang doorgegaan. Dj’s pompten maar door, stug en hard, zonder dat er nog een break voorbijkwam. Het was anti-vrouwelijk, zegt The Darkraver, een hengstenbal. Op den duur zag hij helemaal geen vrouwen meer om zich heen op hardcorefeesten. En, tja, hij is een vrouwenliefhebber. Twee jaar geleden begon het wat te veranderen. De hardcore werd, hoe zal hij het zeggen, vrolijker; meegaander. De beats kregen melodieën en zang. Het werd muziek voor, al klinkt het gek, jong en oud. Het werd
Aux Raus, Bastiaan Bosma en Luuk Bouwman, noemen hun muziek geen pretentieus pielwerk: „Twee jongens, cd’tje aan, en de handen de lucht in”. Foto Martijn van de Griendt weer opgepikt; hij stond weer op de grootste feesten voor een breed publiek. En dat hebben zij bij Lowlands natuurlijk ook gezien… Tot dat brede publiek behoort ook Jan-Willem Bouwman (61) uit Oss. Nou ja, er gaan dagen voorbij dat hij niet naar gabberpunk luistert. Heel veel dagen. Hij luistert liever naar Franse chansons en naar Paul Simon. En, zegt hij, dan is gabberpunk nogal heftig.
Aux Raus
Promo Live & Guests
Vrijdag, 16.00 - 17.00 uur
Maar, vertelt zijn vader. Pas op de middelbare school kwam hij terecht in de herrieachtige muziek, zoals JanWillem Bouwman het noemt. Hij is één keer naar een concert van Aux Raus gegaan. Eerst kwam Malle Pietje & The Bimbo’s. Dat vond hij al heftig. Maar Aux Raus ging daar flink overheen. Hij had vooraf een half uur wel kort gevonden voor een concert maar na de show begreep meneer Bouwman wel dat ze het niet veel langer konden volhouden. Vooral Bastiaan, die ging zo tekeer. Die avond staat Bastiaan (29) op een podium in een gebouw op het Haagse industrieterrein Binckhorst. Hoewel ‘staan’ niet helemaal het goede woord is. Terwijl Luuk (31) met The Darkraver zijn lange haren zwiept en dissonant gierende gitaarklanken op de beukende gabberbeats krast, trekt Bastiaan legio verkrampte gezichZondag, 03.00 - 04.45 uur ten, krijst hij vol adrenaline
Maar hij heeft wel een favoriete gabberpunk-kraker. Die heet ‘Powder Powder’. Dat speelde Aux Raus, het gabberpunkduo van zijn zoon Luuk Bouwman en Bastiaan Bosma, twee jaar geleden tijdens een speciaal privéconcert voor hem in de huiskamer. In het filmpje daarvan is hun poes te zien. Dus nu moet meneer Bouwman aan de overleden poes denken wanneer hij dat nummer hoort. Vroeger hield Luuk nog van Doe
Zondag, 14.10 - 14.40 uur Foto’s Martijn van de Griendt
Bravo India
Xray
11
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
gabberbeats
Grace Jones: grote kat
maar nu zonder ‘kale-kop-met-trainingspak’ De acht van dj Promo Acht hardcorenummers die volgens dj Promo ieder op hun beurt het geluid van hardcore veranderden. Mescalinum United (Marc Acardipane) – We Have Arrived (1990) 1 Promo: „Naar mijn mening de eerste hardcoretrack ooit. De introductie van het oversturen van geluiden.” Circuit Breaker (Richie Hawtin)– 2 Trac-X (1992) Promo: „De eerste track waarin een TR-909 drumcomputer overstuurd werd; later ontstond daaruit de hardcore-basdrum.” Euromasters – Alles naar de 3 Klote (1992) Promo: „Dé plaat die het afzetten tegen de openbare gemeenschap verkondigde. Lijflied voor menig hardcorefan.” Technohead – The Passion (1993) Promo: „In deze track werd voor het eerst geëxperimenteerd met het pitchen en finetunen van overstuurde basdrums.”
4
Ruffneck – The World Of The 5 LSD-User (1993) Promo: „De introductie van andere muziekstijlen in de hardcoresound. Ruffneck mengde voor het eerst hardcore met drum-‘n-bass.” Dano – Cosmic Trash (1993) Promo: „Dano kwam met de 6 hardste track op dat moment. Geen grenzen meer en alles in het rood!” DJ Promo – What The Fuck (1999) 7 Promo: „Deze track liet zien hoe je op een compleet andere manier basdrums kon mixen en filteren.” The Stunned Guys & DJ Paul – Thrillseeka (20 01) 8 Promo: „Een compleet andere bewerking van het klassieke ‘Dominator’-hardcoregeluid. Met een zwaar overstuurde bas veranderde deze plaat de sound van hardcore internationaal.”
Wie: Florence and the Machine Wat: Britse singersongwriter met band. Op Lowlands: Eerste keer Wanneer: Zondag 23 augustus, 19.15 - 20.00 uur, Charlie Staat zelf in het publiek bij: „Grace Jones. Zij is geweldig. Zo’n ongelooflijke performer. Ik heb vorig jaar op Secret Garden Party met haar opgetreden. Ze kroop op het podium over me heen, als een grote kat. Geweldig. Verder denk ik dat ik wat rond ga rennen, gewoon zien wie ik zie.” Meest memorabele festivalervaring: „Mijn eerste optreden op Glastonbury drie jaar geleden was in ieder geval mijn engste ervaring. Ik stond om elf uur ’s ochtends in de Breakfast Tent. Mijn gitarist was er niet omdat hij de weg was kwijtgeraakt op het enorme festivalterrein dus moest ik een aantal nummers a capella doen. Het ging goed maar, nogmaals, het was doodeng.” (AM)
Vol tegen de paal Wie: Elle Bandita Wat: Een van de hardst rockende chicks van Nederland Op Lowlands: Eerste keer Wanneer: Zondag 23 augustus, 13.10 - 13.40 uur, India Staat zelf in het publiek bij: „Grace Jones. Zij is toch een soort icoon. Wat David Bowie was voor de rock, was zij voor popmuziek, met haar gefreakte, vernieuwende act. Verder wil ik ook Spinnerette wel zien, de nieuwe band van Brody Dalle. Ik heb nooit van The Distillers gehouden, maar die nieuwe plaat klinkt leuk. Ik ben benieuwd.” Meest memorabele festivalervaring: „Ik was een keer op Lowlands met wat vrienden, het was laat en we waren – natuurlijk – een beetje van de wereld. Bij zo’n meetingpoint op het terrein stonden mensen tegen de grote palen te springen die er omheen staan. Dat leek ons ook wel leuk. Helaas was een van ons zo bezopen dat-ie, terwijl hij naar de paal rende, vergat een kwartslag te draaien. Hij rende vol tegen de paal aan en is een kwartier lang knock-out geweest. Hij kreeg wel het hardste applaus van allemaal.” (AM)
Optreden op het strand
teksten in de microfoon, stuitert hij energiek over het podium en laat hij iemand uit het publiek met een microfoon tegen zijn blote achterwerk slaan. Luuk en Bastiaan doen niet moeilijk, zeggen ze voor de show. Die bikkelharde beats zijn vooral een eenvoudige vervanging voor een band; nu kunnen ze met zijn tweeën overal optreden. Ze hoeven maar in te pluggen en een cd’tje op te zetten en het feest kan beginnen. En Bastiaan vertelt dat hij zijn beats al jaren op dezelfde oude drumcomputer maakt. Hij wil niet uren aan een knopje draaien om een geluid te zoeken, of verstrikt raken in steeds weer nieuwe opties. Hij wil gewoon kunnen knallen. Aux Raus en The Darkraver staan dit jaar voor het eerst op Lowlands. Het was Sebastian ‘DJ Promo’ Hoff (33) die vorig jaar de hardcore introduceerde op het festival. De eerste hit
van dj Promo was een gabberversie van ‘Don’t Speak’ van No Doubt. Inmiddels zijn hij en Aux Raus getekend door het in hiphop gespecialiseerde platenlabel Top Notch. Dit jaar treedt Promo tijdens het festival op met Aux Raus en hiphopacts als Zwart Licht, Sef en The Opposites. Een mix van hardcore, verstoord gitaargeluid en hiphopritmes. Dj Promo denkt dat hardcore inmiddels weer net zo populair is als in de jaren negentig maar dat het nu minder opvalt omdat een beeldbepalende trend als ‘kale-kop-met-Australian-trainingspak’ afwezig is. De scene houdt zich meer underground omdat men bang is voor weer een overkill. Maar bij optredens staat hij weer voor meer dan 20.000 man. Als 3FM zich zou bezighouden met het vertegenwoordigen van muziek in plaats van met ‘sponsoring en inkomsten’, zou hardcoremuziek volgens dj Promo gewoon weer in de hitlijst staan.
Het lukt Aux Raus de underground te ontstijgen omdat ze zoveel verschillende muziekstijlen combineren, denkt Promo, en daarmee een unieke sound creëren waarmee ze heel verschillende soorten publiek aanspreken. De gabberpunk van Aux Raus staat deze zomer onder een Mexicaanse telefooncommercial, ze traden op in Colombia, Spanje, Duitsland en Rusland en stonden in New York in het voorprogramma van de Oscar-winnende rapgroep Three 6 Mafia. Ooit gingen Bastiaan en Luuk een jaar Amsterdamse kraakfeesten langs; nu speelden ze op een exclusief hiphopfeest met mensen die joints draaiden van 100-dollar-biljetten. Hiphop was vroeger ook gewoon muziek met harde beats om op te feesten, zeggen ze, en dat is wat ze maken: feestmuziek voor iedereen. Geen pretentieus pielwerk maar: twee jongens, cd’tje aan, en de handen de lucht in. Vroeger, toen ze in
bandjes zaten, werden ze gek van alle gesprekken over welke stijlen ze moesten gaan spelen. Dat heb je niet met een drumcomputer. Het is ook niet zo dat ze zich voor een optreden enorm moeten voorbereiden. Ja, ze drinken bier. Aux Raus wil ‘compacte, explosieve teringherrie’ maken. Luuk en Bastiaan hielden van de energie van gabber en techno maar misten daarin de popstructuur; op zo’n soundscape van tien minuten kun je wel dansen, maar het leek hen niets voor op een podium. Bij hun optredens op hardcorefestivals keken gabbers hen aan alsof ze krankzinnig waren geworden, met dat gekrijs en die gierende gitaren. Maar ze wilden koste wat kost een eigen geluid creëren. Je moet geen band beginnen omdat je het tof vindt je een paar jaar de tering te zuipen, vinden ze namelijk. Nou ja, niet alleen daarom.
Wie: Grizzly Bear Wat: Indie folkrock uit Brooklyn Op Lowlands: Eerste keer Wanneer: Vrijdag 21 augustus, 22.00 23.00 uur, India Staat zelf in het publiek bij: Zanger Ed Droste: „We hebben net met Wilco gespeeld, dus die wil ik wel weer zien. We zijn bevriend met Beirut en Vampire Weekend, daar ga ik kijken. Ik vind Gang Gang Dance te gek. En Bon Iver schijnt goed te zijn.” Meest memorabele festivalervaring: Droste: „Dat zijn er zo veel. Maar een van de coolste momenten was op All Tomorrow’s Parties in Engeland. We stonden er voor het eerst en iemand had besloten dat we óók een akoestisch optreden op het strand zouden doen. Helaas was die iemand vergeten dit ook aan ons te vertellen. Pas toen een fan naar me toe kwam en zei dat ze op weg naar het strand was voor ons optreden, wisten wij dat we moesten spelen. We hebben een gitaar gepakt en zijn die kant opgerend. Uiteindelijk was het, door de spontaniteit, te gek. Het filmpje staat nog op YouTube.” (AM)
12
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
Een Vlaamse met een Zangeres Selah Sue studeerde het afgelopen jaar nog ©
Ze werd ontdekt door zanger Milow, nu willen producers Dr. Luke en Wyclef Jean met haar werken. © Vlaams raggatalent Selah Sue (20): „Ik wil dat mijn geluid uniek is.”
Door Herien Wensink leuven. Blank als porselein is ze. Ernstige, metaalblauwe ogen. In het open raam van haar studentenhuis in Leuven vormt het zonlicht een witte krans om haar blonde hoofd. Maar dit blanke popje heeft een zwarte stem; krachtig, hees, rauw, vibrerend. Ze rapt, scat en spuugt woorden in een lui, Afrikaans aandoend Engels. Een Vlaamse met een Jamaicaanse ziel, dat is Sanne Putseys (20) – inmiddels beter bekend als Selah Sue. ‘White girl, rhymes like a Jamaican’, staat er al bij een YouTube-post. Putseys luisterde veel naar reggae en ragga op de middelbare school, en zong ooit een raggamedley op een festival, gewoon omdat ze het ‘stoere muziek’ vond. Nu is ragga een onmisbaar element in haar repertoire, naast soul, hiphop, en rustiger singer/songwriterwerk. Ze schreef twee eigen ragganummers: ‘Raggamuffin’ en ‘Fyah Fyah’; beiden hits op YouTube en MySpace. Putseys: „Ragga is voor mij zo natuurlijk gaan voelen, ik zou het nooit meer willen missen.” Naast een Jamaicaanse ziel heeft de zangeres een chaotische geest. „Wordt dit een lang interview? Waar is het eigenlijk voor?” Ze draagt slippers onder een strakke zwarte jurk met witte polkadots en heeft haar haar slordig opgestoken. Haar studentenkamer, krap twintig vierkante meter, is niet voorbereid op bezoek. Het groen/blauw gebloemde dekbed rommelig beslapen, ondergoed op de grond. Een bord met ketchupresten in de kast, naast stapels dvd’s van Grey’s Anatomy en Gooische Vrouwen. Half lege flessen rode wijn en cola op de schouw. „Ja, mijn vriend en ik zijn allebei nogal slordig. De rotzooi stapelt zich snel op. Maar nu hebben we pas schoongemaakt.” Selah Sue staat deze zomer op de belangrijkste Nederlandse festivals. Een week van tevoren heeft ze nog „géén idee” wat ze op North Sea Jazz gaat doen. „Ik had eigenlijk nog nooit van dat festival gehoord.” En Lowlands, weet haar bezoek toevallig wat voor festival dat is? Groter dan Pinkpop? Echt? Wow. Het is snel gegaan met Selah Sue. Anderhalf jaar geleden studeerde ze nog psychologie, en deed ze niets met haar muziek. Eén keer zong ze twee liedjes op een open mic-avond in Muziekcentrum Het Depot in Leuven. Daar werd ze gezien door zanger Milow, en hup, nu vliegt ze de wereld over om te onderhandelen met internationaal vermaarde producers als
Foto’s Martijn van de Griendt
Dr. Luke, Sly en Robbie, Farhot en Wyclef Jean. Onder de indruk van die grote namen is Putseys nauwelijks – de aandacht maakt haar niet onzeker. „Integendeel: ik ben nog nooit zo gelukkig geweest. Nu kan ik doen wat ik écht wil. Vorig jaar was ik nog een ongelukkige, doelloze psychologiestudent. Ik leerde wel, maar had geen idee waarvoor. Nu heeft alles zin: ik werk elke dag aan mijn debuutalbum, en wil er het allerbeste album denkbaar van maken. Ik wil dat het een kunstwerk wordt.” Origineel is het in elk geval, de jonge Vlaamse die doorleefde ragga zingt. Zelfs als ze het kort voordoet op slippers in haar meisjeskamer komt het volstrekt geloofwaardig over. Ze zet haar mond wijd open, en beweegt lippen en tong snel en nadrukkelijk – haar hele gezicht beweegt mee. De heesheid en het donkere timbre heeft ze van zichzelf, de expressieve techniek leidt tot de juiste hoekigheid. Ook het tempo en het accent kloppen. Wonderlijk. Putseys: „Toen ik klein was, kon ik al goed stemmen en accenten imiteren. En op de middelbare school vonden mijn broer en zijn vrienden het stoer om die raggastijl na te doen, en
ik, toen veertien, wilde dat natuurlijk ook.” Op haar twaalfde ging ze op klassieke gitaarles, op haar vijftiende stopte ze daarmee. „Alleen klassiek repertoire studeren, dat was niks voor mij. Ik wilde zelf composities schrijven, en erbij zingen.” Diverse partijen toonden al com-
merciële interesse in de zangeres. Maar de zacht ogende Putseys knokt hard voor behoud van haar eigen stijl. „Ik wil een uniek geluid. Eén keer heb ik ‘Valerie’ van Amy Winehouse gezongen, gewoon, omdat ik dat een lekker lied vind, niet omdat ik op haar wil lijken. Ik wil absoluut geen
13
nrc¸next Donderdag 30 juli 2009
Jamaicaanse ziel
Ik had ‘wat’ genomen Wie: La Roux Wat: Engels electropop-duo met Elly Jackson en – achter de schermen - Ben Langmaid. Op Lowlands: Eerste keer Wanneer: Vrijdag 21 augustus, 14.45 - 15.30 uur, India Staan zelf in het publiek bij: Elly Jackson: „White Lies, Tiga, Vampire Weekend en Peaches. Omdat ik ze geen van allen eerder heb gezien. Ik ben namelijk geen echte concertganger, dit omdat mijn eerste optreden toen ik zeventien was enorm tegenviel. Maar festivals zijn perfect; als het niets is, loop je weg. Meest memorabele festivalervaring: Jackson: „Dat was Bestival op Isle of Wight twee jaar geleden. Ik zou dit eigenlijk niet moeten vertellen maar, ik had ‘wat’ genomen. Het was hilarisch. Dat zal ik nooit vergeten. Professioneel gezien was het meest memorabele moment natuurlijk mijn eerste keer Glastonbury.” (AM)
psychologie. Nu maakt ze doorleefde ragga
15.000 dronken Russen Wie: Lady Sovereign Wat: Engelse rapster met grote mond. Op Lowlands: Eerste keer Wanneer: Zaterdag 22 augustus, 18.4519.45 uur, Xray Staat zelf in het publiek bij: „The Prodigy. Ik zag ze afgelopen mei nog live in Los Angeles en ze waren geweldig. Dat was in een zaal, ik ben benieuwd hoe ze op een festival zijn.” Meest memorabele festivalervaring: „Dat moet in Moskou in 2005 zijn, een van mijn eerste internationale festivals. Ik zou een set van twintig minuten spelen, ergens halverwege de dag, maar de headliners hadden hun vlucht gemist en van andere artiesten was het visum geweigerd. Op de dag zelf werd ik gevraagd om headliner te zijn. Het optreden was op het Rode Plein voor 15.000 dronken Russen die me geen van allen kenden. Ik heb hetzelfde nummer twee keer gespeeld, om de tijd vol te krijgen, en ontdekte dat het publiek bij het woord ‘wodka’ uit z’n dak ging. Dus heb ik mijn lyrics af en toe vervangen door ‘wodka’, en iedereen vond het prachtig.” (AM)
Tussen The Hives en dEUS Sanne Putseys (20), beter bekend als Selah Sue, op haar studentenkamer in Leuven. Foto Martijn van de Griendt look-a-like zijn.” Haar eigenzinnigheid kostte haar een contract bij Universal, verkennende gesprekken met producer Dr. Luke (Katy Perry, ‘Womanizer’ van Britney Spears) brak ze af. „Ja, die mensen zeggen wel dat je je eigen stijl mag behouden, maar ondertussen moet wat je maakt geschikt zijn voor een groot publiek. Nou, ik weet wel hoe dat klinkt, en dat wil ik niet.” Natuurlijk, Wyclef is ook commercieel, erkent ze. „Maar”, zegt Putseys, „als het dan commercieel is op de manier van The Miseducation of Lauryn Hill, succesvol, maar ook steengoed, dan mag het.” Putseys noemt Lauryn Hill als de belangrijkste invloed op haar zangstijl; het hortende, stotende, de langgerekte lettergrepen uitgestrooid over de melodie. Ja, dat wil ze wel even voordoen. „Supposed to be-ieieee”, zingt-stottert ze hees, met veel lucht tussen de klanken. Schrijven kun je zo’n zanglijn eigenlijk niet, zegt Putseys. Ze ontstaan spontaan. Als ze bezig is aan een nieuw liedje, neemt ze alle stappen op. Al improviserend ontstaan de beste dingen, en die belanden dan in het
lied. „Ik zou ontzettend graag ook op het podium improviseren, maar dat kan nu niet, omdat ik meestal mezelf begeleid op gitaar. Ik kan eigenlijk niet zo goed gitaar spelen, dus nu zit ik steeds vast aan die paar akkoorden. Dat ben ik behoorlijk beu.” De ergernis over haar ‘handicap’ de gitaar komt herhaaldelijk terug tijdens het gesprek. De beperking hin©
Toen ik klein was, kon ik al goed stemmen en accenten imiteren §
dert haar, ze wil sneller vooruit. „Ik verveel me snel. Bovendien kan ik veel meer met mijn stem. Als iemand nu de gitaar van me overneemt, kan ik me op mijn stem concentreren.” Dat proces is in ontwikkeling. Putseys vond artistiek onderdak bij het Franse label Because Music, ook de stal van Justice, Manu Chao en Amadou en Mariam. De Fransen regelen de samenwerking met diverse produ-
cers. Ze krijgt bijvoorbeeld beats toegestuurd van de Franse producer Farhot, die ook met de Nigeriaanse belofte Nneka werkt. Putseys zingt vervolgens over de beats heen, en neemt dat op op haar laptop. „Farhot heeft al het een en ander teruggeluisterd en hij vond het geweldig. Nu heb ik hem mijn kale vocalen gestuurd, zodat hij er meer beats bij kan maken.” ‘Ass’ is zo’n nieuw nummer. Echt Afro-Amerikaans klinkt het, in een strakke, harde, Europese productie. Tussen zweepslagen van beats schieten gitaarriffs als elastiek heen en weer. Putseys wendbare stem gaat ertegenin, eroverheen, er onderdoor. Het resultaat is volstrekt onvergelijkbaar met wat ze tot nu toe heeft gedaan. „Ik wil dat graag, die variatie. Maar eerdere liedjes krijgen ook een plek op de plaat hoor. Ik moet alleen nog even goed uitzoeken wat de rode draad wordt.” De ‘nieuwe’ koers veroorzaakt nog een probleem: de tekst. Putseys: „Ik kan op zulke beats onmogelijk zingen over gevoelens, of over depressie. Bij dit soort nummers moet het over coole dingen gaan. Gangsterrap zal het nooit worden; ik ben nou een-
maal geen gangster. Maar ik vind het wel lastig om te bedenken wat wél, ook omdat mijn Engelse woordenschat niet zo groot is. Daar helpt mijn zus me nu bij, die heeft Engels gestudeerd.” Soms zingt ze uitsluitend klanken, in ‘Ass’ bijvoorbeeld. „Daar zeg ik echt helemaal niets. Och, weet je wat het is? Toen ik nog zo zoekend was schreef ik gewoon altijd daarover – dat was steeds weer een bron van inspiratie. Maar het afgelopen jaar is alles zo goed gegaan, dat ik die gevoelens van twijfel niet meer heb. Ik ben nu gewoon té gelukkig.”
Selah Sue
Vrijdag, 20.30 - 21.15 uur
Lima
Wie: De Staat Wat: Nederlandse rockband die dit jaar hoge ogen gooide met Wait For Evolution. Op Lowlands: Eerste keer Wanneer: Zondag 23 augustus, 13.45 - 14.35 uur, Grolsch Staan zelf in het publiek bij: Zanger Torre Florim: „Bij Kyteman, zijn shows zijn altijd dynamisch en nooit hetzelfde. Verder wil ik Eagles of Death Metal wel zien. En de Arctic Monkeys. Over Beirut heb ik veel gehoord.” Meest memorabele festivalervaring: „Vorig jaar heb ik Lowlands voor het eerst meegemaakt met een backstagebandje. Iemand die ik kende had er een over en zo'n bandje is toch wel erg tof. Ook omdat we in een huisje sliepen en ik voor ’t eerst op Lowlands fris en fruitig was. Daarbij was het leuk om het eens van de andere kant te zien. Het had wel wat. Backstage zaten links van me The Hives een hapje te eten en rechts van me dEUS een krantje te lezen.” (AM)
s d n la w o L s n e d ij t s t e Koop je tick ! d n a t s i b li a W e d ij b g li e d voor (Tegenover de supermarkt)
●
nrc·next Donderdag 30 juli 2009
Thema van de plaat? Voetbal Dj Martyn maakt dance met geluiden van buiten ©
Dj Martyn is beïnvloed door Detroit-techno en Chicagohouse.
©
Maar zelf noemt hij het ‘Martyn-muziek’: organisch, melodieus en vol contrasten.
Door Yaël Vinckx Rotterdam. Dj Martyn (Martijn Deijkers): „Ik ben iemand die veel in zich opneemt. Ik heb ook altijd mijn laptop bij me, met een microfoontje. Daar neem ik geluiden mee op: op straat, op het vliegveld, in de club vlak voor deze open gaat. Ik tape ook geluiden van buiten, van vogels bijvoorbeeld. Terug in de studio speel ik die geluiden af, en dan komen de herinneringen naar boven. Die flarden, van geluid en herinnering, vormen steevast het begin van een nummer. „De track ‘Right Star’ is daar een goed voorbeeld van. Dat nummer is geboren in de kleedkamer van een club in Canada, waar de airco muziek uit de zaal boven mij naar binnen blies. Samen vormden de wind en de muziek een prachtig combinatie. En luister je goed, dan hoor je dit aan het einde van ‘Right Star’ terug. „Die echte geluiden dragen bij aan een organisch geluid. Mijn dance moet organisch klinken. Tegenwoordig wordt de meeste dance gemaakt met dezelfde software, waardoor het steriel en eenvormig klinkt. Met mijn geluiden van buiten probeer ik dat stramien te doorbreken. Natuurlijk trek ik mijn trukendoos ook wel eens open, gebruik ik echo’s of distortion (een manier om klanken te vervormen, red.) Maar de luisteraar moet horen dat mijn dance door mensenhanden is gemaakt. „De mensen zeggen dat ik dubstep maak, terwijl er bijna geen dubstep op mijn plaat te horen is. Ja, ik gebruik het tempo van dubstep, maar voeg een eigen sound toe. Op een gegeven moment zijn sommigen mijn muziek ‘Martyn-muziek’ gaan noemen. Die term heb ik overgenomen. Hoe dat klinkt? Martyn-muziek is organisch, melodieus en vol contrasten. Een criticus omschreef mijn plaat als ‘muziek voor een warme en regenachtige zondagochtend’. Dat vond ik mooi. Ik maak muziek die mooi en lelijk is, hard en zacht, warm en regenachtig. „Detroit-techno en Chicago-house hebben mij beïnvloed. Ik kom uit Brabant en ging in mijn tienerjaren uit in Eindhoven. Die stad had toen een levendige technoscene. Later, in het midden van de jaren negentig, ging ik drum-‘n-bass draaien. Maar drum-‘n-bass is snel; ik vond het op een gegeven moment te snel, te paranoïde. Bovendien gelden er allemaal regels in die muzieksoort, over hoe het moet klinken. Dubstep daarentegen, is langzamer en kent complexere melodieën. Het biedt eenvoudig meer mogelijkheden. „Het thema van Great Lengths is voetbal. Daar kijk je van op he? Mijn vader, Gerrie Deijkers, was een professioneel voetballer. Hij was eind jaren zeventig linksback bij PSV. Hij deed wat hij het liefste deed en waar hij goed in was. Dat voorbeeld probeer ik te volgen. En vooralsnog gaat dat goed. Ik breng mijn eigen muziek ten gehore, terwijl ik ook gewoon op een kantoor had kunnen zitten. „Maar ja, in het voetballoze Amerika ben ik nogal ontheemd. Dus toen ik vorig jaar zomer Amerika moest
15
Neil Young als verrassing Wie: Patrick Watson & The Wooden Arms Wat: Sferische singersongwritermuziek Op Lowlands: Tweede keer Wanneer: Zondag 23 augustus, 17.20 - 18.20 uur, Grolsch Staan zelf in het publiek bij: Gitarist Simon Angel: „Wij kijken nooit meer van tevoren wie er nog meer spelen. Vorig jaar hadden we het programma van Rock Werchter niet gecheckt, toen bleek opeens Neil Young, onze jeugdheld, te spelen. Vanaf dat moment willen we alleen nog maar verrast worden.” Meest memorabele festivalervaring: „Dat was ons optreden op het Paléo Festival in Zwitserland. Het festival is in de stad waar onze drummer Robbie vandaan komt. Zijn hele familie was er, en als verrassing hadden we al zijn neefjes en nichtjes – een stuk of tien – gevraagd het podium op te komen tijdens zijn drumsolo. Hij moest er bijna van huilen.” (AM)
Japans publiek is anders Wie: White Lies Wat: Engelse indierockers geïnspireerd door bands als Joy Division. Op Lowlands: Tweede keer Wanneer: Vrijdag 21 augustus, 13.45 - 14.35 uur, Alpha Staan zelf in het publiek bij: Zanger Harry McVeigh: „De Acrtic Monkeys. Hun nieuwste plaat is geproduceerd door Josh Homme, die ik geweldig vind, vandaar dat ik erg benieuwd ben naar het resultaat. Daarbij heb ik ze nog nooit live gezien. Verder wil ik Bon Iver zien. Ze speelden afgelopen keer ook op Glastonbury, maar op hetzelfde moment als Bruce Springsteen en die móesten we natuurlijk zien.” Meest memorabele festivalervaring: McVeigh: „Dat zijn er zoveel. De eerste keer Glastonbury was doodeng maar onvergetelijk. En het Fuji Rock Festival in Japan blijft een rare herinnering. Sowieso is spelen in Japan een rare ervaring voor bands uit het Westen. Het publiek is compleet anders, maar ook de omgeving. Dit festival is in een ski-resort, dus midden in de bergen, maar dan in de zomer, dus was het bloedheet. Bizar, maar geweldig.” (AM)
Wie is dj Martyn?
.
Martijn Deijkers, alias dj Martyn, is in 1975 geboren in het Brabantse Geldrop. In 1995 begon hij als diskjockey, vanaf 1999 draait hij fulltime.
.
Tussen 1996 en 2007 organiseerde hij drum-‘n-bass feesten. In april van dit jaar bracht hij zijn eerste album uit, Great Lengths. Dat bestaat uit vooral melodieuze breakbeat en dubstep. Ook de professionele productie ligt goed in het gehoor.
.
Martyn toert momenteel door Europa en de VS. Hij woont in Washington DC en is getrouwd.
Arm breken in moshpit
Dj Martyn: „Ik heb altijd mijn laptop bij me, met een microfoontje. Daar neem ik geluiden mee op.” Foto Shaun Bloodworth verlaten, wegens visumproblemen, en naar Nederland ging, heb ik voor de televisie eindeloos geluiden opgenomen van het EK. Applaus, gejoel, de fluitjes van de scheidsrechters. Die geluiden heb ik verwerkt in Great Lengths. Vind ik zelf grappig. „Ik ben niet naar Amerika gegaan voor de dubstep. Ik was verliefd op een meisje. In Amerika is dubstep niet groot, zeker niet in vergelijking met de dubstepscene in Londen bijvoorbeeld. Hier is men van oudsher gericht op hiphop en rock. Dubstep is een kleine markt, maar in een land met meer dan driehonderd miljoen inwoners is een kleine markt nog al-
tijd groot. En het meisje? Hahaha. We zijn vorig jaar augustus getrouwd. „Great Lengths heb ik op mijn eigen label uitgebracht. Ik doe veel dingen zelf, word niet graag gecontroleerd. Daarom ben ik ook een eigen label begonnen, op die manier ben ik onafhankelijk, kan ik mijn eigen smaak volgen, moet ik alleen aan mijn eigen verwachtingen voldoen. Het is hard werken maar ik geloof erin. Burial (Britse dubstep grootheid, red.) is een voorbeeld. Hij geeft geen interviews – lange tijd wist zelfs niemand wie er achter dat alter ego schuil ging. Maar hij is er toch gekomen, omdat hij een goed en origineel product maakt. „Op mijn label werk ik samen met grafisch vormgever Erosie, die ik nog ken uit Brabant. Hij werkt grafisch zoals ik muziek maak; hij mengt graffiti met grafische vormgeving en speelt daarbij met het werk van beroemde oude illustratoren. Hij vertaalt de muziek in beeld. Samen maken we een totaalplaatje. „En nu? Nu sta ik op Lowlands. Nee, daar maak ik me geen zorgen
over. Ik heb ook geen speciale set voor Lowlands in gedachten. Mijn laptop bevat duizenden en duizenden nummers. Wat zeg je? Vind je dat beangstigend? Ben je bang dat je in je eigen laptop zou verdwalen? Integendeel. Het werkt juist heel bevrijdend. Zo kan ik me aan de sfeer van iedere club, van ieder festival aanpassen. Ja, met mijn Martyn-muziek.”
Martyn
Vrijdag, 23.00 - 00.30 uur Xray
Wie: Spinnerrette Wat: Liefje van Josh Homme, van Queens of the Stone Age, maakt gruizige rock-’n-roll. Op Lowlands: Eerste keer. Wanneer: Vrijdag 21 augustus, 19.30 - 20.15 uur, Charlie Staan zelf in het publiek bij: Zangeres Brody Dalle: „Eagles of Death Metal en Arctic Monkeys, want dat zijn vrienden. Oh wacht, komt Grace Jones? Haar show wil ik absoluut zien. Ik kwam haar laatst backstage tegen en zij is de meest charismatische vrouw ooit!” Meest memorabele festivalervaring: Dalle: „Ik speelde met mijn oude band The Distillers op een festival in Berlijn. We zijn ’s ochtends om zeven uur aan de wodka met Redbull gegaan. Motörhead trad op en in de moshpit brak onze gitarist zijn arm. Fergy van de Black Eyed Peas was zo dronken, dat ze plat op haar bek is gegaan. Ik moest in een Dixie het grind uit haar gezicht plukken.” (TB)
Uitv
erko
w o l . w ww
c ht ! l n . s d n la