Monitor Kennismigranten Kwantitatieve analyse
Monitor Kennismigranten Kwantitatieve analyse
Datum Status
juni 2013 Definitief
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Colofon
Titel Status Auteur
Monitor Kennismigranten Kwantitatieve analyse Definitief Esther Obradović Wetenschappelijk medewerker T 070 779 5667 F 070 779 4397
[email protected] Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Directie Uitvoeringsstrategie en Advies IND Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) Dr. H. Colijnlaan 341 | 2283 XL Rijswijk Postbus 5800 | 2280 HV Rijswijk
Pagina 3 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Inhoud
Colofon—3 Managementsamenvatting—7 Afkortingenlijst—10 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding—11 Achtergrond—11 Doelstelling—12 Vraagstelling—12 Onderzoeksmethode—13 Monitor kennismigranten, kwantitatieve analyse—14
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.9.1
Wet- en regelgeving—15 Wet Modern Migratiebeleid—15 Kennismigrantenregeling—16 Marktconform loon—17 Pilot kort verblijf kennismigranten—17 Arbeidsmarktaantekening—18 Regeling Hoogopgeleiden—18 Zoekjaar afgestudeerden—19 Europese blauwe kaart—19 Verblijf als onderzoeker in de zin van richtlijn EG 2005/71—20 Wetenschappelijk onderzoeker via arbeid in loondienst (B5/4.6.3 Vc)—21 Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker (B5/4.6.4 Vc)—21 Arbeid als zelfstandige—21 Puntensysteem niet van toepassing—22
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Beslissingen op aanvragen—24 Aantal beslissingen op aanvragen—24 Afdoeningen—25 Verleende verblijfsvergunningen—26 Doorlooptijden aanvragen—29
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Profiel kennismigranten—31 Geslacht—31 Nationaliteit—31 Geslacht en nationaliteit—35 Leeftijd—37
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Kennismigrantenregeling naar arbeidsmarktsector—40 Verdeling arbeidsmarktsectoren—40 Verdeling sectoren per jaar—41 Sector en geslacht—41 Verdeling sectoren bij 5 meest voorkomende nationaliteiten—42 Verdeling nationaliteit bij de 6 meest voorkomende sectoren—44
6 6.1 6.2 6.3
Wie blijft langer in Nederland—46 Doorstroom naar een ander verblijfsdoel—46 Doorstroom naar verblijfsvergunning voor onbepaalde duur—49 Doorstroom naar naturalisatie—52 Pagina 5 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
7 7.1 7.2
Student en het zoekjaar afgestudeerden—55 Doorstroom student naar kennismigrant—55 Doorstroom zoekjaar afgestudeerde naar kennismigrant—61
8 8.1 8.1.1 8.2 8.2.1 8.3
Kennismigratie in Europa—65 Kennismigranten (highly skilled workers)—65 Kennismigranten in de top 5 landen—66 Onderzoekers (researchers)—68 Onderzoekers in de top 4 landen—70 Europese blauwe kaart—71 Bijlage tabellen—72
Pagina 6 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Managementsamenvatting
Nederland kent sinds oktober 2004 de kennismigrantenregeling. Om inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling, de uitvoering en de effecten van de regeling is medio 2005 en in februari 2009 een monitor uitgebracht over de kennismigrantenregeling. De monitor van februari 2009 beschreef de ontwikkelingen tot medio 2008. Sindsdien hebben zich een aantal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, die aanleiding geven tot deze nieuwe monitor. Het kennismigratiebeleid omvat inmiddels meer dan alleen de kennismigrantenregeling. Gelet hierop wordt in deze monitor kennismigranten naast de kennismigrantenregeling ook gekeken naar de Europese blauwe kaart, onderzoeker richtlijn EG 2005/71, wetenschappelijk onderzoeker, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker, arbeid als zelfstandige en het zoekjaar afgestudeerden. Het zoekjaar regeling Hoogopgeleiden wordt in dit rapport buiten beschouwing gelaten, omdat deze regeling dit jaar door het WODC wordt geëvalueerd. Onderhavig rapport is het kwantitatieve deel van de monitor kennismigranten en bevat de cijfers over de periode 2008-2011. Het betreft een deelrapport en bevat nog geen eindconclusie. Het kwalitatieve deel wordt op een later moment in 2013, samen met onderhavig deel gepubliceerd. Wet- en regelgeving Op het gebied van wet- en regelgeving hebben een aantal wijzigingen plaatsgevonden: • Per 1 juni 2013 is de wet Modern Migratiebeleid in werking getreden. • Per 1 januari 2012 is de arbeidsmarktaantekening van kennismigranten, onderzoeker EG 2005/71 en houder van de Europese blauwe kaart gewijzigd in ‘Andere arbeid alleen toegestaan indien de werkgever beschikt over een TWV’. • Per 19 juni 2011 is de aanvullende norm van kracht dat het loon van de kennismigrant marktconform moet zijn. • Per 17 juni 2011 is de richtlijn Europese Blauwe Kaart geïmplementeerd. • Per 1 april 2011 is het puntensysteem gezien de standstill bepaling niet meer van toepassing op Turkse zelfstandigen. • Per 1 april 2010 is het puntensysteem bij zelfstandigen niet meer van toepassing op Japanse zelfstandigen gelet op het verdrag van handel en scheepvaart tussen Nederland en Japan. • Per 1 januari 2009 is de regeling Hoogopgeleiden van start gegaan. • Per 31 januari 2008 is de richtlijn onderzoeker EG 2005/71 in Nederland geïmplementeerd. • Per 4 januari 2008 is het puntensysteem geïntroduceerd bij arbeid als zelfstandige. Het puntensysteem vormt de basis voor het advies van de Minister van EZ aan de IND over het wezenlijk Nederlands economisch belang dat met het verblijf van de vreemdeling in Nederland wordt gediend. Beslissingen op aanvragen In de periode 2008-2011 is het aantal beslissingen op aanvragen om een eerste verblijfsvergunning als volgt: • Kennismigrant: 23.390 • Onderzoeker EG 2005/71: 4.370 • Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker: 790 • Wetenschappelijk onderzoeker: 180 • Europese blauwe kaart: minder dan 10 • Arbeid als zelfstandige (getoetst aan puntensysteem): 1.340 Pagina 7 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Gedurende deze periode is het overgrote deel van de aanvragen ingewilligd (96%99%) met als uitzondering de Europese blauwe kaart (0%) en arbeid als zelfstandige (11%). In de periode 2008-2011 is het aantal verleende eerste verblijfsvergunningen als volgt: • Kennismigrant: 23.020 • Onderzoeker EG 2005/71: 4.340 • Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker: 760 • Wetenschappelijk onderzoeker: 180 • Europese blauwe kaart: 0 • Arbeid als zelfstandige: 140 Het aantal verleende verblijfsvergunningen als kennismigrant daalt in 2009. Na de dip in 2009 stijgt het aantal verleende verblijfsvergunningen als kennismigrant tot 5.880 in 2011. Hierbij wordt het aantal verblijfsvergunningen als kennismigrant dat in 2008 is verleend nog niet gehaald. De verblijfsvergunningen als onderzoeker (onderzoeker EG 2005/71, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker en wetenschappelijk onderzoeker) laten gezamenlijk in 2008-2011 een stijging van 90% zien met 1.630 inwilligingen in 2011. Arbeid als zelfstandige (met toetsing aan het puntensysteem) stijgt van 20 in 2008 naar 50 in 2011. Profiel kennismigranten Bij de onderzochte verblijfsdoelen is het merendeel man. 76% van de kennismigranten, 60% van de onderzoekers, 79% van de zelfstandigen is man. De meest voorkomende nationaliteit is bij de kennismigrant de Indiase (32%), bij onderzoekers de Chinese (17%-36%) en bij arbeid als zelfstandige de Chinese en Egyptische nationaliteit (18%). Bij de kennismigrant en de onderzoekers is de leeftijdscategorie 18 tot 30 jaar de leeftijdscategorie met het grootste aandeel verleende verblijfsvergunningen. Bij de zelfstandigen is de leeftijdscategorie 30 tot 40 jaar de leeftijdscategorie met de meest verleende verblijfsvergunningen. Arbeidsmarktsector waarin de kennismigrant werkzaam is Het grootste deel van de kennismigranten is werkzaam in de sector ‘IT en overige zakelijke diensten’ (38%), 11% is werkzaam in de sector ‘industrie’ en 10% in de sector ‘wetenschappelijk onderwijs’. De daling in 2009 is het grootst in de financiële sector (daling van 47%). Het aandeel kennismigranten in de sector ‘IT en overige zakelijke diensten’ daalt met 33%. In de sectoren ‘bouw en installatie’ en ‘horeca en catering’ zijn meer mannelijke kennismigranten werkzaam dan gemiddeld (respectievelijk 95% en 88%). In de sectoren ‘gezondheidszorg/welzijnszorg’ en ‘onderwijs’ zijn meer vrouwelijke kennismigranten werkzaam dan gemiddeld (respectievelijk 50% en 47%). Bij de sector ‘IT en overige zakelijke diensten’ heeft het merendeel van de kennismigranten Indiase nationaliteit (60%), op de tweede plaats komt de Amerikaanse kennismigrant (9%). Bij de sector ‘industrie’ bestaat de top twee uit de Amerikaanse nationaliteit (22%) en de Japanse nationaliteit (14%). Van de kennismigranten die werkzaam zijn in de sector ‘wetenschappelijk onderwijs’ bestaat de top twee uit de Indiase (17%) en de Chinese (16%) nationaliteit.
Pagina 8 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Langer in Nederland blijven In de periode van 2005-2011 hebben: • 750 kennismigranten hun verblijfsvergunning als kennismigrant gewijzigd in een andere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd. • 1020 kennismigranten een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur verkregen. • 520 kennismigranten het Nederlanderschap verkregen. Van de kennismigranten, die in het bezit worden gesteld van een eerste verblijfsvergunning, is 24% vrouw. Bij de kennismigranten die langer in Nederland blijven is het aandeel vrouw echter hoger (44%-47%). De doorstroom van kennismigrant naar een andere verblijfsvergunning en naar naturalisatie laat in de periode 2005-2011 een stijgende lijn zien. Het aantal verleende verblijfsvergunningen voor onbepaalde duur neemt echter in 2010 en 2011 af. Student en het zoekjaar afgestudeerden In de periode 2005-2011 is het aantal studenten dat in het bezit wordt gesteld van een kennismigrantenvergunning als volgt: • Kennismigrant: 2.730 • Onderzoeker EG 2005/71: 280 • Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker: 60 • Wetenschappelijk onderzoeker: 10 • Arbeid als zelfstandige: 60 Van de studenten die de verblijfsvergunning wijzigt naar kennismigrant heeft 30% de Chinese nationaliteit en 9% de Indiase nationaliteit. De student die zijn verblijfsvergunning wijzigt naar onderzoeker EG 2005/71 heeft 18% de Chinese en 9% de Pakistaanse nationaliteit. Vergeleken met de gemiddelde kennismigrant is de kennismigrant die vanuit studie doorstroomt naar kennismigrant vaker werkzaam in het wetenschappelijk onderwijs. In de periode 2008-2011 zijn in totaal 1.110 vreemdelingen van het zoekjaar afgestudeerde doorgestroomd naar een verblijfsvergunning als kennismigrant. Gemiddeld stroomt 18% van de vreemdelingen van zoekjaar afgestudeerde door naar kennismigrant. Van deze groep heeft 31% de Chinese en 11% de Indonesische nationaliteit. Kennismigratie in Europa In de periode 2008-2011 zijn in vergelijking met de landen in de Europese Economische Ruimte (EER) in het Verenigd Koninkrijk de meeste kennismigranten toegelaten (52.950). Nederland staat met 22.430 kennismigranten op de 2de plaats en Denemarken met 13.140 kennismigranten op de 3de plaats. In deze drie landen is de meest voorkomende nationaliteit bij de kennismigrant de Indiase nationaliteit. In de onderzochte periode zijn in Frankrijk de meeste onderzoekers toegelaten (8.510). Nederland staat op de 2de plaats met 5.270 onderzoekers en Zweden op de 3de plaats met 2.930 onderzoekers. In deze drie landen is de meest voorkomende nationaliteit bij de onderzoeker de Chinese nationaliteit. In 2011 zijn in Spanje de meeste Europese blauwe kaarten afgegeven (110). In Oostenrijk zijn in 2011 40 Europese blauwe kaarten afgegeven.
Pagina 9 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Afkortingenlijst
EER EU EZ HV IND INDIAC MoMi MVV OCW RVK SZW TEV TWV UWV Vb Vc VWS WODC
Europese Economische Ruimte Europese Unie Ministerie van Economische Zaken Herstel verzuim Immigratie- en Naturalisatiedienst IND Informatie- en Analysecentrum Modern Migratiebeleid Machtiging tot voorlopig verblijf Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rapportage Vreemdelingenketen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Toegang en verblijf Tewerkstellingsvergunning Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Vreemdelingenbesluit 2000 Vreemdelingencirculaire 2000 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
Pagina 10 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
1
Inleiding
1.1
Achtergrond Nederland kent sinds oktober 2004 de kennismigrantenregeling. Het toenmalige kabinet wilde met deze regeling de kenniseconomie stimuleren. Het streven hierbij was om de toelatingsprocedures voor hooggekwalificeerde arbeidsmigranten (kennismigranten) van buiten de EU/EER te versnellen en waar mogelijk te vereenvoudigen1. Om dit doel te bereiken vindt de toetsing of de kennismigrant tot Nederland mag worden toegelaten door één instantie (de IND) plaats en zijn de werkgevers voor de toelating van de kennismigrant niet verplicht een tewerkstellingsvergunning (TWV) aan te vragen. Hierdoor heeft de vreemdeling enkel nog een verblijfsvergunning nodig, waarbij naast de algemene voorwaarden2 alleen wordt getoetst aan een looncriterium. De verwachting van het toenmalige kabinet was dat met de kennismigrantenregeling meer kennismigranten tot Nederland konden worden toegelaten. Het doel was om door vereenvoudiging en versnelling van de toelatingsprocedures het voor de werkgevers aantrekkelijker te maken om kennismigranten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) te werven. Voor de kennismigrant zou de regeling er voor moeten zorgen dat het aantrekkelijker wordt om naar Nederland te komen. In het Regeerakkoord3 van het huidige kabinet staat dat de positie van Nederland in de top 5 van de meest concurrerende economieën de komende jaren verankerd en versterkt moet worden en dat kennismigranten welkom blijven. De totstandkoming van de wet Modern Migratiebeleid, waarmee de Tweede Kamer op 16 februari 2010 heeft ingestemd en die per 1 juni 2013 in werking is getreden, heeft het uitnodigende migratiebeleid voor kennismigranten bestendigd. Het uitgangspunt van het Modern Migratiebeleid is selectiviteit. Dit houdt in dat voor de top van de arbeidsmarkt, die een belangrijke positieve bijdrage aan de Nederlandse economie en cultuur levert, het arbeidsmigratiebeleid uitnodigend is en restrictief voor anderen. Nederland moet hierdoor aantrekkelijker worden als vestigingsplaats voor internationale bedrijven en kennismigranten, wat kan bijdragen aan de versterking van de Nederlandse economie.4 Hooggekwalificeerde arbeidsmigratie bestrijkt echter een breder spectrum dan de kennismigranten die onder de kennismigrantenregeling vallen5. Zo is hoogwaardige arbeidsmigratie niet beperkt tot kennismigranten in loondienst. Deze kan ook plaatsvinden om in het kader van een opdracht in Nederland dienstverlenende werkzaamheden te verrichten, om een eigen bedrijf in Nederland te beginnen, of om in Nederland te verblijven om wetenschappelijk onderzoek te doen of culturele activiteiten te ontwikkelen. Het IND Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) heeft medio 2005 en in februari 2009 een monitor uitgebracht over de kennismigrantenregeling. De monitor van februari 2009 beschreef de ontwikkelingen tot medio 2008. Sindsdien hebben zich een aantal belangrijke nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, die aanleiding geven tot
1 2 3 4 5
Kamerstukken II, 2003-2004, 29 200 VI, nr. 164 De algemene voorwaarden betreffen onder andere de toets op openbare orde en het paspoortvereiste. Bruggen slaan. Regeerakkoord VVD-PvdA, 29 oktober 2012 Migratie en asiel in Nederland, beleidsoverzicht 2010 ( EMN, mei 2011) Blauwdruk modern migratiebeleid, juni 2008 Pagina 11 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
deze nieuwe monitor. Het kennismigratiebeleid omvat inmiddels meer dan alleen de kennismigrantenregeling. Zo kan, behalve de totstandkoming van de wet Modern Migratiebeleid, de implementatie van de EU-richtlijn voor de blauwe kaart of de implementatie van de EU-richtlijn voor wetenschappelijk onderzoekers worden genoemd. Daarom is er voor gekozen de naam van de monitor te wijzigen in ‘monitor kennismigranten’. 1.2
Doelstelling Het doel van de monitor is het beschrijven en duiden van de ontwikkelingen op het gebied van het kennismigratiebeleid sinds 2008. Hierbij wordt gekeken naar: • Kennismigrantenregeling • Zoekjaar afgestudeerde • Europese blauwe kaart • Onderzoeker richtlijn EG 2005/71 • Wetenschappelijk onderzoeker B5 Vreemdelingencirculaire (Vc) • Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker B5 Vc • Arbeid als zelfstandige De regeling Hoogopgeleiden wordt in deze monitor voor het grootste deel buiten beschouwing gelaten. Deze regeling wordt namelijk in de loop van 2013 apart geëvalueerd door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Van de groep die gebruik maakt van de kennismigrantenregeling wordt bekeken of deze zijn verblijfsvergunning wijzigt in een andere beperking voor bepaalde tijd. Verder wordt van deze groep bekeken wie langer blijft door na te gaan wie in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur en wie het Nederlanderschap heeft verkregen door middel van naturalisatie. Verder wordt van de groep studenten bekeken wie doorstroomt naar de kennismigrantenregeling (al dan niet via het zoekjaar afgestudeerden), naar verblijf als onderzoeker of naar verblijf als zelfstandige.
1.3
Vraagstelling De vraagstelling is: 1. Hoe heeft het kennismigratiebeleid zich wat het toelatingsbeleid betreft sinds medio 2008 ontwikkeld? • Welke beleidswijzigingen hebben er plaatsgevonden in het kennismigratiebeleid? 2. Wat is het resultaat van het kennismigratiebeleid wanneer naar de toelating van kennismigranten wordt gekeken? • Hoeveel bedrijven hebben zich bij de IND gemeld (geregistreerde verklaringen)? • Hoeveel kennismigranten hebben een aanvraag om een verblijfsvergunning ingediend? • Welk opleidingsniveau heeft de kennismigrant? • In welke functie is de kennismigrant werkzaam? • Wat is de grootte van de bedrijven? • In welke arbeidsmarktsector is de kennismigrant werkzaam? • Hoe doet Nederland het wat aantallen toegelaten kennismigranten betreft vergeleken met andere landen binnen de EU? 3. Wie is de kennismigrant? • Wat is het profiel van de kennismigrant (nationaliteit, geslacht, leeftijd)? Pagina 12 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
• •
• •
Hoe lang blijven de kennismigranten in Nederland? Welke kennismigrant wijzigt zijn verblijfsvergunning in een andere verblijfsvergunning en in welke beperking wijzigt hij de verblijfsvergunning? Hoeveel kennismigranten zijn inmiddels in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur? Hoeveel kennismigranten hebben door middel van naturalisatie het Nederlanderschap verkregen?
4. Hoe verloopt de uitvoering van het kennismigratiebeleid wat de toelating betreft? • In welke mate is de klant tevreden over het beleid omtrent de toelating van kennismigranten en de uitvoering daarvan? • In welke mate zijn de interne betrokkenen tevreden over dit beleid en de uitvoering daarvan? • Hoe verloopt toezicht op en handhaving van het kennismigratiebeleid? • Hoe verloopt de samenwerking met externe betrokkenen? • Wat is de doorlooptijd van aanmelding tot beslissing van de IND? • Waar bevinden zich nog knelpunten in het kennismigratiebeleid wat de toelating betreft? 5. Heeft het kennismigratiebeleid zijn doel bereikt? • Zijn er meer kennismigranten toegelaten? • Is het door de toelatingsprocedures voor de werkgevers makkelijker en aantrekkelijker geworden om kennismigranten van buiten de EER te werven? • Hebben de toelatingsprocedures ertoe bijgedragen dat het voor de kennismigrant aantrekkelijker is om naar Nederland te komen? 1.4
Onderzoeksmethode Om een antwoord op deze vragen te krijgen, wordt gebruik gemaakt van een aantal onderzoeksmethoden: • Deskresearch: Hiermee worden relevante beleidsstukken, andere onderzoeken en achtergrondinformatie bestudeerd. Deze stukken geven inzicht in de wet- en regelgeving die van toepassing is op het kennismigratiebeleid. Onderzoeken die door andere partijen zijn gedaan kunnen bijdragen aan de beantwoording van de onderzoeksvraag. Met het bestuderen van achtergrondinformatie wordt inzicht verkregen in de wijdere context waarin het kennismigratiebeleid is ingebed. • Kwantitatieve analyse: Het IND-registratiesysteem INDIS biedt zowel inzicht in de kennismigranten die een verblijfsvergunning aanvragen, als in kenmerken op het gebied van leeftijd, geslacht en nationaliteit van de kennismigrant. Ook biedt het inzicht in de doorlooptijden van de verblijfsaanvraag van de kennismigrantenregeling. De aantallen in het rapport zijn afgerond op tientallen. Bij een afgeronde opsomming kan het voorkomen dat de (afgeronde) delen niet optellen tot de (afgeronde) som. De opsomming is in dat geval niet kloppend gemaakt om zo dicht mogelijk bij de niet-afgeronde aantallen te blijven. Om dezelfde reden zijn percentages berekend op basis van de desbetreffende nietafgeronde aantallen. Bron van de cijfers in dit rapport is de IND tenzij anders vermeld.
Pagina 13 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
•
1.5
Kwalitatieve analyse: De kwalitatieve analyse bevat interviews met direct betrokkenen binnen de IND en betrokkenen buiten de IND, waaronder ketenpartners. Door de interviews wordt inzicht gegeven in de uitvoering en het resultaat van het kennismigratiebeleid wat de toelating betreft. Verder zal een webenquête worden gehouden onder bedrijven en instellingen. Op deze manier wordt inzicht verkregen in de ervaring en tevredenheid van de klanten en kan een beter beeld worden gevormd van de kenmerken van de bedrijven die kennismigranten in dienst nemen en de kennismigrant zelf.
Monitor kennismigranten, kwantitatieve analyse Het rapport dat voor u ligt betreft een deelrapport. Het is de kwantitatieve analyse van de monitor kennismigranten. Het gehele rapport monitor kennismigranten wordt op een later moment in 2013 gepubliceerd. Hierin zal naast de kwantitatieve analyse ook de resultaten van de kwalitatieve analyse worden weergegeven. Om de vraagstelling goed te kunnen beantwoorden is naast de kwantitatieve analyse ook de kwalitatieve analyse noodzakelijk. Dit rapport bevat hierdoor nog geen eindconclusie waarin de onderzoeksvragen beantwoord worden. De onderzoeksvragen zullen in het complete rapport worden beantwoord.
Pagina 14 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
2
Wet- en regelgeving
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van het kennismigratiebeleid sinds 2008 beschreven. Hierbij wordt allereerst ingegaan op de wet Modern Migratiebeleid. Vervolgens komen de volgende verblijfsdoelen aan bod: • kennismigrantenregeling • regeling hoogopgeleiden • zoekjaar afgestudeerde • Europese blauwe kaart • onderzoeker EG 2005/71 • wetenschappelijk onderzoeker • onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker • arbeid als zelfstandige 2.1
Wet Modern Migratiebeleid Op 16 februari 2010 heeft de Tweede Kamer de wet Modern Migratiebeleid (MoMi) aangenomen, gevolgd door de Eerste Kamer op 5 juli 2010. De wet MoMi is per 1 juni 2013 in werking getreden6. MoMi heeft selectiviteit als uitgangspunt. Dit houdt in dat voor de top van de arbeidsmarkt, die een belangrijke positieve bijdrage aan de Nederlandse economie en cultuur levert, het arbeidsmigratiebeleid uitnodigend is en restrictief voor anderen. Nederland moet hierdoor aantrekkelijker worden als vestigingsplaats voor internationale bedrijven en kennismigranten. Dit kan bijdragen aan de versterking van de Nederlandse economie. Daarnaast streeft MoMi naar het sneller en efficiënter maken van toelatingsprocedures door de aanvraagprocedures voor de machtiging voor voorlopig verblijf (MVV) en de verblijfsvergunning samen te voegen. Hierdoor vervallen voor veel vreemdelingen en referenten een dubbele aanvraagprocedure met een dubbele toetsing. Verder wordt in de wet de positie van de erkende referent wettelijk vastgelegd en versterkt. De referent krijgt een sterkere rol in de toelatingsprocedures en meer verantwoordelijkheden en verplichtingen in het kader van het toezicht. Bij de kennismigrantenregeling en wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71 is erkenning als referent verplicht. Bij inwerkingtreding van de wet zijn de werkgevers die geregistreerd stonden als gebruiker van de kennismigrantenregeling of die convenanthouder voor wetenschappelijk onderzoek waren, van rechtswege als referent erkend, indien zij in de periode van een jaar voor inwerkingtreding minimaal één verblijfsaanvraag hebben ingediend die is ingewilligd. Vanaf de inwerkingtreding van MoMi kunnen onder andere werkgevers, onderwijsinstellingen en onderzoeksinstellingen een aanvraag tot erkenning indienen. De eenzijdige verklaring van werkgevers van kennismigranten, zoals die voor de inwerkingtreding van MoMi in de kennismigrantenregeling was opgenomen, is bij de invoering van de wet komen te vervallen. De wet voorziet verder in een
6
Kamerbrief d.d. 5 maart 2013, kenmerk 2013-0000134986 Pagina 15 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
openbaar register van alle referenten. Hiermee kan een kennismigrant die graag naar Nederland wil komen op eenvoudige wijze achterhalen bij welke bedrijven hij mogelijk aan de slag zou kunnen. Met MoMi wordt naast het bestaande toezicht op vreemdelingen een stelsel van toezicht op referenten ingevoerd. Ook wordt de bestuurlijke boete in het vreemdelingenrecht geïntroduceerd. Burgers en bedrijven die zich niet aan de regels houden, krijgen extra aandacht en kunnen onder meer worden geconfronteerd met een bestuurlijke boete. Verder kent MoMi een vereenvoudigd stelsel van verblijfsvergunningen. Dit houdt in dat de verschillende reguliere verblijfsdoelen onder MoMi zijn geclusterd. Binnen een cluster is voor de verschillende verblijfsdoelen voor zover mogelijk dezelfde verblijfsbeperking gekozen. Ook de arbeidsmarktaantekening is voor zover mogelijk geüniformeerd. Op die manier hoeft minder vaak dan nu het geval is een aanvraag tot wijziging van de beperking te worden ingediend. Wel moet de referent of de vreemdeling de wijziging binnen het cluster binnen vier weken melden bij de IND. Een van de clusters is het cluster ‘kennis en talent’. Onder dit cluster vallen de kennismigranten (inclusief de blauwe kaarthouders), zelfstandigen, zoekjaar regeling Hoogopgeleiden, zoekjaar afgestudeerden en wetenschappelijk onderzoekers. 2.2
Kennismigrantenregeling Bij de invoering van de kennismigrantenregeling in 2004 werd gestreefd naar een snelle, duidelijke en laagdrempelige procedure. Daarom is gekozen voor enkel een looncriterium (gekoppeld aan een leeftijdscategorie). Het grote voordeel van een looncriterium is immers dat het eenvoudig te toetsen is. Er is een vereist bruto jaarinkomen ingesteld voor kenniswerkers van 30 jaar en ouder en voor kenniswerkers jonger dan 30 jaar. In het loon van de kennismigrant komt de waarde voor de Nederlandse arbeidsmarkt tot uiting. Een kennismigrant met minimaal dit salaris levert een bovengemiddelde bijdrage aan de Nederlandse economie. Voor jonge kennismigranten zou het looncriterium echter een zeer hoge drempel vormen. Daarom geldt beneden de 30 jaar een lager looncriterium. Eind 2007 is een derde looncriterium toegevoegd voor in Nederland afgestudeerde vreemdelingen die in aansluiting op hun studie werk kunnen vinden als kennismigrant.7 Tegelijkertijd is de zoekperiode voor in Nederland afgestudeerde vreemdelingen verlengd van drie maanden naar één jaar.8 Deze maatregelen moeten de afgestudeerde buitenlandse studenten meer mogelijkheden geven om in Nederland een baan als kennismigrant te vinden. Het looncriterium voor de kennismigrantenregeling is als gevolg van de jaarlijkse indexering per 1 januari 2013 als volgt vastgesteld: ≥ 30 jaar < 30 jaar Instroom binnen zoekperiode na afstuderen
7 8
WBV 2007/36,
WBV 2007/36, B 15/10 Vc Pagina 16 van 95
€ 52.010 bruto per jaar € 38.141 bruto per jaar € 27.336 bruto per jaar
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
De kennismigrant heeft geen tewerkstellingsvergunning (TWV) nodig. Een verblijfsvergunning kan voor maximaal vijf jaar worden afgegeven. De procedure loopt via de werkgever, die moet erkend referent zijn. De beleidswijzigingen die zich sinds juli 2008 hebben voorgedaan staan in de volgende subparagrafen nader beschreven. 2.2.1
Marktconform loon Vanaf 19 juni 2011 is er een aanvullende norm van kracht, die het mogelijk maakt dat de aanvraag onder de beperking ‘verblijf als kennismigrant’ kan worden afgewezen of ingetrokken als sprake is van een loon dat naar het oordeel van de minister van SZW niet marktconform is. Deze norm is ingevoerd om te voorkomen dat de kennismigrantenregeling ondeugdelijk wordt gebruikt.9 Wanneer de IND misbruik van de kennismigrantenregeling vermoedt, omdat bijvoorbeeld in relatie tot de vermelde functie een verdacht hoog salaris wordt vermeld, wordt de werkgever eerst in de gelegenheid gesteld om met aanvullende stukken inzichtelijk te maken: • Wat de aard van het bedrijf en het totale personeelsbestand is; • Wat de opleiding van de kennismigrant is; • Wat voor functie de kennismigrant gaat vervullen; • Aanvullende informatie zoals de CAO en overeenkomst van het verstrekte salaris met vergelijkbare functies. Vervolgens wordt advies gevraagd aan het UWV WERKbedrijf of een bepaalde beloning wel of niet marktconform is.10 Het advies van het UWV WERKbedrijf maakt duidelijk of de beloning wel of niet marktconform is. De IND gaat uit van dit advies en dit vormt voor de IND de grond om de aanvraag om een verblijfsvergunning in te willigen, af te wijzen dan wel in te trekken.
2.2.2
Pilot kort verblijf kennismigranten In januari 2012 is een proef van start gegaan voor kenniswerkers die korter dan 3 maanden in Nederland komen werken11. Deze kennismigranten vallen niet onder de kennismigrantenregeling, omdat de regeling alleen geldt voor verblijf langer dan drie maanden. De pilot duurt twee jaar en loopt tot 30 december 2013. In de tussenliggende periode zal de pilot geëvalueerd worden om te bezien of de regeling wordt voortgezet in een structurele regeling. Om toelating te krijgen op grond van de pilot zijn de volgende eisen gesteld: • De werkgever is door de IND toegelaten tot de kennismigrantenregeling • Het loon komt naar rato tenminste overeen met het loon zoals dat vereist is voor kennismigranten van 30 jaar en ouder • Van de functie die bekleed gaat worden kan worden aangenomen dat het om een kenniswerker gaat. De werkgever vraagt bij het UWV WERKbedrijf een TWV aan. Bij deze TWV vindt geen arbeidsmarkttoets plaats. Aangezien het UWV WERKbedrijf de TWV’s afgeeft, zijn er bij de IND geen cijfers en afdoeningen bekend van de pilot kort verblijf kennismigranten.
9
Stb 2010, nr. 307
10 11
Zie B15/5.1.3 Vc Staatscourant 2011 nr. 21341 Pagina 17 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
2.2.3
Arbeidsmarktaantekening Per 1 januari 2012 is de arbeidsmarktaantekening van kennismigranten, wetenschappelijk onderzoekers in het kader van de richtlijn EG 2005/71 en blauwe kaarthouders gewijzigd in ‘Andere arbeid alleen toegestaan indien de werkgever beschikt over een TWV’. Met deze arbeidsmarktaantekening kan de vreemdeling naast zijn werk als kennismigrant andere werkzaamheden verrichten als de andere werkgever daarvoor een TWV krijgt. De arbeidsmarktaantekening van de gezinsleden van de kennismigrant blijft ‘verblijf bij…, arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist.’ Voor 1 januari 2012 was de arbeidsmarktaantekening van kennismigranten, onderzoekers EG 2005/71 en blauwe kaart houders 'TWV niet vereist. Andere arbeid niet toegestaan.’
2.3
Regeling Hoogopgeleiden Per 1 januari 2009 is de regeling Hoogopgeleiden van start gegaan.12 Hiermee is vooruit gelopen op de implementatie van MoMi. Het doel van de regeling Hoogopgeleiden is het aantrekken van buitenlands toptalent ten bate van de Nederlandse kenniseconomie. Uitgangspunt is dat Nederland een aantrekkelijk vestigingsland moet zijn voor hoogopgeleide vreemdelingen die niet alleen in Nederland gewild zijn. De regeling is met ingang van 1 april 2012 met twee jaar gecontinueerd13. In het kader van de regeling Hoogopgeleiden kunnen hoogopgeleide vreemdelingen een verblijfsvergunning van een jaar krijgen om tijdens dat jaar in Nederland op zoek te gaan naar werk als kennismigrant of om een innovatief bedrijf te starten. Als ‘hoogopgeleid’ wordt iedere vreemdeling aangemerkt die een opleiding heeft afgerond of is gepromoveerd aan één van de 200 geselecteerde buitenlandse top-universiteiten of aan een erkende opleiding aan een Nederlandse instelling voor hoger onderwijs. De regeling Hoogopgeleiden is in 2011 geëvalueerd.14 Deze evaluatie heeft tot gevolg gehad dat de regeling per 1 april 2012 is uitgebreid door meer universiteiten in aanmerking te laten komen. Het gaat nu om de top-200 universiteiten (in plaats van de top-150) van de gepubliceerde lijsten van ‘Times Higher Education World Ranking’, ‘QS World University Ranking’ en ‘Academic Ranking of World Universities’ (ook wel genoemd de Shanghai Jiao Tong ranking). In 2013 vindt een nieuwe evaluatie door het WODC plaats. Tijdens het zoekjaar is de hoogopgeleide niet vrij op de arbeidsmarkt, een tewerkstellingsvergunning is nodig als zij willen werken om in hun levensonderhoud te voorzien. De regeling is tevens een experiment met aanbodgestuurd arbeidsmigratiebeleid (puntensysteem). Er wordt getoetst op opleiding, op leeftijd en op indicatoren voor het welslagen in Nederland. De vreemdeling moet minimaal 35 punten halen om voor toelating in aanmerking te komen. In het geval van de regeling Hoogopgeleiden ligt het initiatief om naar Nederland te komen volledig bij de
12 13 14
Stcrt. Nr. 2595, zie ook Vc B.15.11 WBV 2012/3
Evaluatie regeling hoogopgeleiden: de kenniseconomie verstrekt? INDIAC, september 2011 Pagina 18 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
vreemdeling.15 De verblijfsvergunning zoekjaar regeling Hoogopgeleiden is van tijdelijke aard en kan niet worden verlengd. 2.4
Zoekjaar afgestudeerden Studenten van buiten de EU die met goed gevolg een hogere beroepsopleiding of wetenschappelijke studie in Nederland hebben afgerond, krijgen de mogelijkheid om binnen maximaal één jaar (zoekperiode) na datum van voltooiing van de studie of opleiding een functie als kennismigrant te vinden. Tijdens dit zoekjaar zijn de afgestudeerden, in tegenstelling tot de regeling Hoogopgeleiden, vrij op de arbeidsmarkt. De verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerden is van tijdelijke aard en kan niet worden verlengd.
2.5
Europese blauwe kaart Op 19 juni 2009 is de Richtlijn inzake de EU Blauwe Kaart16 gepubliceerd. Deze richtlijn heeft als doel de EU beter in staat te stellen hooggekwalificeerde werknemers uit derde landen aan te trekken. De richtlijn is in Nederland op 17 juni 2011 geïmplementeerd.17 In de richtlijn is geen voorwaarde voorgeschreven dat de werkgever zich als referent moet hebben opgesteld. De werkgever wordt daarom ambtshalve als referent aangemerkt. De toelatingsaanvraag moet, net als bij de kennismigrantenregeling, worden ingediend door de werkgever, terwijl de vreemdeling nog in het buitenland verblijft.18 De belangrijkste voorwaarden voor een beroep op deze richtlijn zijn dat de werknemer tenminste €60.95219 bruto moet verdienen en een opleiding hoger onderwijs met een duur van minimaal drie jaar moet hebben afgerond.20 In de kennismigrantenregeling is enkel een inkomenseis van toepassing, die bovendien lager ligt dan de inkomenseis van de blauwe kaart. De eisen van de kennismigrantenregeling zijn zodoende soepeler. De blauwe kaart heeft als voordeel dat na 18 maanden verblijf als houder van een Europese blauwe kaart in een andere lidstaat het mvv-vereiste komt te vervallen wanneer de kennismigrant naar Nederland wil komen. Ook kan de kennismigrant die in het bezit is van een Europese blauwe kaart na vijf jaar verblijf in verschillende lidstaten van de EU een beroep doen op de status van langdurig ingezetene. Gezinsleden van houders van een Europese blauwe kaart kunnen na twee jaar rechtmatig verblijf in Nederland een zelfstandige verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf krijgen, indien zij op dat moment ten minste vijf jaar legaal en onafgebroken verblijf hebben gehad op het grondgebied van een EU lidstaat. Als de werknemer ook aan de verblijfsvoorwaarden van de blauwe kaart richtlijn voldoet, kan het interessant zijn voor deze vergunning te kiezen indien de werkgever vestigingen in meerdere lidstaten heeft en zijn werknemer flexibel binnen de EU wil kunnen inzetten. Ook
15 16 17 18 19 20
Evaluatie regeling hoogopgeleiden: de kenniseconomie verstrekt? INDIAC, september 2011 Richtlijn 2009/50/EG van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan. Stb, 2010, nr. 307 en Wbv 2011/7 TK 2012-2013, 30 573, nr. 111 Looncriterium vanaf 1 januari 2013 Besluit uitvoering wet arbeid vreemdelingen Buwav, artikel 1i Pagina 19 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
voor de kennismigrant die zich vrijer binnen Europa wil kunnen bewegen, kan de blauwe kaart voordelen bieden.21 De regering heeft met het oog op het belang van de Nederlandse kenniseconomie en de reductie van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven en van de bestuurslasten er voor gekozen dat de Nederlandse kennismigrantenregeling naast de invoering van de Europese blauwe kaart in stand blijft. De Europese regeling van de Europese blauwe kaart en de Nederlandse kennismigrantenregeling vullen elkaar dan ook aan. De werknemer die in het bezit is van de nationale kennismigrantenvergunning, kan in het bezit worden gesteld van de Europese blauwe kaart, wanneer hij aan de diploma-eis en het salariscriterium voldoet. Deze werknemer moet hiervoor een wijziging van zijn verblijfsvergunning aanvragen. Zoals in paragraaf 2.2.3 is aangegeven is per 1 januari 2012 de arbeidsmarktaantekening van houders van een Europese blauwe kaart gewijzigd in ‘Andere arbeid alleen toegestaan indien de werkgever beschikt over een TWV’. 2.6
Verblijf als onderzoeker in de zin van richtlijn EG 2005/71 Op 12 oktober 2005 is de richtlijn voor verblijf als onderzoeker22 gepubliceerd. De richtlijn EG 2005/71 voorziet in het vaststellen van minimumnormen voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. Het doel van de richtlijn is de promotie van de Europese Unie als kenniseconomie. De richtlijn is in Nederland geïmplementeerd op 31 januari 2008.23 De richtlijn voorziet erin dat derdelanders in Nederland een onderzoeksproject kunnen uitvoeren bij erkende onderzoeksinstellingen. Een rechtsbetrekking tussen de instelling en de onderzoeker is hierbij niet vereist. De onderzoeker heeft tevens een onderwijsbevoegdheid. De verblijfsvergunning is geldig voor minstens één jaar. Daarnaast moet de onderzoeker in staat worden gesteld om ten hoogste drie maanden in een andere EU-lidstaat een deel van het onderzoek te doen. Een TWV is niet vereist. Voor de onderzoeker en diens gezinsleden is een versnelde procedure van kracht die vergelijkbaar is met de kennismigrantenregeling. Wanneer de onderzoeker en zijn gezinsleden op grond van de richtlijn in een andere lidstaat hebben verbleven, zijn zij vrijgesteld van het mvv-vereiste. Vanwege de mobiliteitsrechten die de onderzoeker binnen de EU heeft, is er voor gekozen de vergunning niet onder de beperking van de kennismigrantenregeling te verlenen, maar een aparte beperking in het leven te roepen.24 Zoals in paragraaf 2.2.3 is aangegeven is per 1 januari 2012 de arbeidsmarktaantekening van de onderzoeker in het kader van de richtlijn EG
21 22 23 24
Europees Migratie Netwerk: Beleidsoverzicht 2011: Migratie en Asiel in Nederland, mei 2012 Richtlijn 2005/71/EG betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek WBV 2008/7, Stct. Nr. 21)
Stb 2010, nr. 307 Pagina 20 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
2005/71 gewijzigd in ‘Andere arbeid alleen toegestaan indien de werkgever beschikt over een TWV’. 2.7
Wetenschappelijk onderzoeker via arbeid in loondienst (B5/4.6.3 Vc) Promovendi, Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW)onderzoekers en assistenten/onderzoekers in opleiding bij een universitaire instelling kunnen via arbeid in loondienst in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Voor deze wetenschappelijk onderzoekers geldt voor de werkgever de verplichting om in het bezit te zijn van een TWV.
2.8
Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker (B5/4.6.4 Vc) De onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker ontvangt een beurs of stipendium. Het verblijfsdoel van de verblijfsvergunning is ‘verblijf als onbezoldigde wetenschappelijk onderzoeker’. De onbezoldigd wetenschappelijk onderzoekers zijn niet TWV-plichtig. Onder MoMi is deze groep25 vervallen en kan deze groep toegelaten worden via het verblijfsdoel op basis van de richtlijn EG 2005/71.
2.9
Arbeid als zelfstandige Een vreemdeling die een zelfstandig beroep of bedrijf in Nederland wil uitoefenen, kan verblijf worden toegestaan, indien daarmee een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend. Dit belang kan gelegen zijn op het terrein van de volksgezondheid, de economie, de cultuur of op sociaal-economisch terrein. Voor de beantwoording van de vraag of met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend, zal in veel gevallen het oordeel van andere ministeries van belang zijn. In geval van een kunstenaar zal advies van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) moeten worden gevraagd, in geval van een sportleraar het advies van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Indien het gaat om het zelfstandig uitoefenen van een beroep of ondernemersactiviteiten zal in de regel het advies moeten worden gevraagd aan de Minister van Economische Zaken (EZ). Met het oog op het werven van hooggekwalificeerde vreemdelingen die een gevraagde hoogwaardige kennisbijdrage aan onze economie kunnen leveren in de vorm van zelfstandig ondernemerschap, is een puntensysteem ontwikkeld dat de toelating van deze categorie beter mogelijk moet maken. Het puntensysteem vormt de basis voor het advies van de Minister van EZ aan de IND over het wezenlijk Nederlands economisch belang dat met het verblijf van de vreemdeling in Nederland wordt gediend. Het puntensysteem is sinds 4 januari 2008 in gebruik.26 Het puntensysteem kent drie onderdelen, namelijk persoonlijke ervaring, ondernemingsplan en toegevoegde waarde van de economische activiteiten voor de Nederlandse economie. Totaal is voor de onderdelen maximaal 300 punten te behalen. Minimaal 90 punten zijn vereist voor een positief advies. Kortom, wanneer een vreemdeling in het bezit wordt gesteld van een verblijfsvergunning onder de beperking arbeid als zelfstandige en bij de
25
26
Voor de vreemdelingen die voor MoMi in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoekers, blijft onder MoMi de mogelijkheid bestaan om die verblijfsvergunning te verlengen. WBV 2007/39 Pagina 21 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
aanvraag is getoetst aan het puntensysteem, kan de vreemdeling worden gekwalificeerd als kenniswerker/kennismigrant. 2.9.1
Puntensysteem niet van toepassing Voor een aantal nationaliteiten gelden afwijkende regelingen. Voor deze nationaliteiten hoeft geen sprake te zijn van een wezenlijk Nederlands economisch belang dat met het verblijf van de vreemdeling in Nederland wordt gediend. Het puntensysteem is niet van toepassing op de volgende groepen: • Gemeenschapsonderdanen, onderdanen van de EU/EER en Zwitsers • EG-langdurig ingezetenen • Turken (vanaf 1 april 2011)27 • Amerikanen • Japanners (vanaf 1 april 2010)28 Gemeenschapsonderdanen, onderdanen van de EU/EER en Zwitsers Gelet op de richtlijn EG 2004/38 over het vrije verkeer van personen gelden er afwijkende regels voor EU burgers alsmede hun familie- en gezinsleden (ongeacht hun nationaliteit). Wanneer de EU- of EER-onderdaan of onderdaan van Zwitserland als zelfstandige gaat werken in Nederland, moet de onderdaan aantonen dat hij voor het verrichten van werkzaamheden anders dan in loondienst naar Nederland is gekomen. Verder moet hij aantonen, dat er sprake is van reële en daadwerkelijke arbeid. EG-langdurig ingezetenen Bij EG-langdurig ingezetenen mag de voorwaarde dat met de aanwezigheid van de arbeid die door de vreemdeling als zelfstandige in Nederland wordt verricht een wezenlijk Nederlands economisch belang is gediend, niet worden gesteld. Dit volgt rechtstreeks uit de richtlijn EG 2003/109 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen29. Gelet hierop wordt geen advies bij het ministerie van EZ ingewonnen. Standstill bepaling Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 29 september 201030 kan het puntensysteem per 1 april 201131 niet meer worden toegepast op aanvragen van Turkse vreemdelingen in verband met de standstill bepaling in het Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Turkije. Dit puntensysteem stelt immers zwaardere eisen ten aanzien van Turkse vreemdelingen dan die ten tijde van de totstandkoming van het Aanvullend Protocol golden (1 januari 1973). Met name kunnen geen eisen worden gesteld aan de hoogwaardigheid van kennisinbreng en het innovatieve vermogen van de betrokken vreemdeling. De Minister van EZ baseert zijn adviezen wat de Turkse vreemdelingen betreft daarom op de feitelijke situatie, namelijk de op het moment van de aanvraag bestaande (concurrentie)verhoudingen op het specifieke deel van de markt en de werkgelegenheidseffecten.
27 28 29 30 31
WBV 2011/2 WBV 2010/5 Stb. 2006, 585 200908205/1/V2
WBV 2011/2 Pagina 22 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag Gelet op het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag gelden er afwijkende regels voor Amerikanen. Onderdanen van de Verenigde Staten van Amerika mogen in Nederland verblijven om: a) handel te drijven tussen de grondgebieden van de twee partijen en zich bezig te houden met daarmee samenhangende of in verband staande werkzaamheden op handelsgebied; b) de bedrijfsuitoefening van een onderneming waarin zij een aanzienlijk kapitaal hebben belegd of waarin zij daadwerkelijk bezig zijn zulks te doen, te ontwikkelen en te leiden; en c) voor andere doeleinden met inachtneming van de wetten met betrekking tot de toelating en het verblijf van vreemdelingen. Verdrag van handel en scheepvaart tussen Nederland en Japan De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bij uitspraken van 8 augustus 200832 geoordeeld dat het Verdrag van handel en scheepvaart tussen Nederland en Japan33 haar werking niet heeft verloren en verblijfsrechtelijke betekenis heeft. Vreemdelingen uit Japan mogen in Nederland verblijven als zij voldoen aan de voorwaarden van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag. De Vc is hierop aangepast per 1 april 2010.34
32 33 34
T. Machiba (200800099/1) en K. Wakamatsu (200800100/1) Stb. 1913, 389 WBV 2010/5 Pagina 23 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
3
Beslissingen op aanvragen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de beslissingen op de aanvragen om een eerste verblijfsvergunning onder het verblijfsdoel kennismigrant, onderzoeker EG 2005/71, Europese blauwe kaart, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker, wetenschappelijk onderzoeker en arbeid als zelfstandige35. Hierbij wordt gekeken naar de aanvragen om een eerste verblijfsvergunning en de beslissing in eerste aanleg. Een aanvraag om een eerste verblijfsvergunning is een aanvraag die de vreemdeling doet met als doel om zich in Nederland te vestigen. Ook wanneer een vreemdeling zich voor de tweede of derde keer in Nederland vestigt, wordt dit gezien als een aanvraag om een eerste verblijfsvergunning. De beslissing in eerste aanleg, betreft de beslissing op de aanvraag en is dus exclusief de beslissing een eventueel bezwaarschrift en beroepschrift. De aanvragen om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv), wijziging beperking en verlenging worden buiten beschouwing gelaten, evenals de beslissingen in bezwaar en beroep. Voor een grote groep vreemdelingen geldt dat zij eerst een mvv nodig hebben, voordat zij een verblijfsvergunning kunnen aanvragen. De mvv is een visum waarmee zij Nederland binnen kunnen komen. Bij de aanvraag van de mvv wordt onderzocht of de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor de verblijfsvergunning. Een wijziging beperking en een verlenging zijn vervolg verblijfsvergunningen, die volgen na de eerste verblijfsvergunning. Bij de aanvraag om een wijziging beperking vraagt de vreemdeling om het verblijfsdoel van zijn verblijfsvergunning te wijzigen in een ander verblijfsdoel. Bij de aanvraag om een verlenging vraagt de vreemdeling om de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning te verlengen. Het verblijfsdoel verandert hier niet. 3.1
Aantal beslissingen op aanvragen In de periode 2008-2011 is in totaal op 23.390 aanvragen om een eerste verblijfsvergunning als kennismigrant beslist36. Per jaar is het beeld als volgt: • • • •
2008: 2009: 2010: 2011:
6.780 5.160 5.470 5.980
In dezelfde periode is in totaal op 4.370 aanvragen om een eerste verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 beslist. Per jaar is het beeld als volgt: • • • •
35 36
2008: 2009: 2010: 2011:
220 1.120 1.420 1.610
De aantallen in dit rapport zijn op tientallen afgerond en zijn afkomstig van de IND tenzij anders vermeld. Eventuele verschillen met de aantallen die zijn opgenomen in de rapportage Vreemdelingenketen (RVK) zijn gelegen in de omstandigheid dat in dit rapport de procedures Zoekjaar Hoogopgeleide niet in de categorie ‘Kennismigrant’ is opgenomen. Zie toelichting daarop in de Inleiding onder doelstelling.
Pagina 24 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
In 2011 is er op minder dan 10 aanvragen om een eerste verblijfsvergunning Europese blauwe kaart beslist. Omdat aantallen kleiner dan vijf tot de persoon herleidbaar kunnen zijn, is hiervan geen uitsplitsing per jaar getoond. In de periode 2008-2011 is in totaal op 790 aanvragen om een eerste verblijfsvergunning als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker beslist. Per jaar is het beeld als volgt: • • • •
2008: 2009: 2010: 2011:
500 210 60 20
In dezelfde periode is in totaal op 180 aanvragen om een eerste verblijfsvergunning als wetenschappelijk onderzoeker beslist. Per jaar is het beeld als volgt: • • • •
2008: 2009: 2010: 2011:
160 10 10 0
In de periode 2008-2011 is in totaal op 9.690 aanvragen om een eerste verblijfsvergunning onder de beperking arbeid als zelfstandige beslist. Per jaar is het beeld als volgt: • • • •
2008: 2009: 2010: 2011:
3.200 2.560 2.080 1.860
Van de bovenstaande aanvragen waarop is beslist, is in de periode van 20082011 bij 1.340 aanvragen getoetst aan het puntensysteem. In paragraaf 2.9.1 is aangegeven bij welke groepen/nationaliteiten niet getoetst wordt aan het puntensysteem. Per jaar is het beeld als volgt: • • • •
2008: 2009: 2010: 2011:
220 420 460 240
Zoals in paragraaf 2.9 is aangegeven kan de vreemdeling die in het bezit wordt gesteld van een verblijfsvergunning onder de beperking arbeid als zelfstandige waarbij getoetst is aan het puntensysteem, worden gekwalificeerd als kenniswerker/kennismigrant. Gelet hierop wordt in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk wat arbeid als zelfstandige betreft vooral gekeken naar de aanvragen waarbij is getoetst aan het puntensysteem. 3.2
Afdoeningen De IND kan op verschillende manieren op een aanvraag beslissen. Zo kan een aanvraag worden ingewilligd of worden afgewezen. Bij een inwilliging verkrijgt de vreemdeling de verblijfsvergunning waarom hij of zij heeft verzocht. Bij een afwijzing verkrijgt de vreemdeling de verblijfsvergunning waarom hij of zij heeft verzocht niet. Naast inwilligen of afwijzen kan er ook een andere beslissing op Pagina 25 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
een aanvraag worden genomen. Het gaat hier bijvoorbeeld om het buiten behandeling stellen van een aanvraag wegens het niet betalen van leges of om intrekking van een aanvraag door de vreemdeling zelf of zijn gemachtigde. Deze categorie beslissingen wordt aangeduid met ‘overig’. In tabel 1 wordt de verdeling van de soort beslissing van de verschillende verblijfsdoelen weergegeven. De tabel is gebaseerd op beslissingen die in eerste aanleg zijn genomen. Tabel 1: Verdeling naar soort beslissing op aanvragen om een eerste verblijfsvergunning in de periode 2008-2011 Afdoening
Kennismigrant
Onderzoeker
Europese
Onbezoldigde
EG 2005/71
blauwe kaart
WO
Wetenschappelijk Arbeid als onderzoeker
zelfstandige*
Inwilliging
98%
99%
0%
96%
99%
11%
Afwijzing
1%
0%
0%
2%
0,5%
80%
Overig
1%
1%
100%
2%
0,5%
9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
100%
100%
* getoetst aan puntensysteem
In de periode 2008-2011 is het overgrote deel van de aanvragen ingewilligd. Een uitzondering hierop zijn de Europese blauwe kaart en arbeid als zelfstandige. De enkele aanvragen om een eerste verblijfsvergunning Europese blauwe kaart die zijn ingediend zijn afgedaan met de afdoening ‘overig’. Het inwilligingspercentage van de aanvragen arbeid als zelfstandige waarbij is getoetst aan het puntensysteem is 11%. Voor de andere verblijfsdoelen ligt het inwilligingspercentage hoog, namelijk tussen de 96% en 99%. 3.3
Verleende verblijfsvergunningen In grafiek 1 is een overzicht te zien van het aantal eerste verleende verblijfsvergunningen onder de beperking kennismigrant, onderzoeker EG 2005/71, zoekjaar regeling Hoogopgeleiden37, wetenschappelijk onderzoeker, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker en arbeid als zelfstandige (waarbij is getoetst aan het puntensysteem) in de periode 2008-2011. De grafiek is gebaseerd op het aantal ingewilligde aanvragen in eerste aanleg.
37
Om een compleet beeld wat kennismigratie betreft weer te geven is de regeling zoekjaar hoogopgeleiden in de grafiek 1 opgenomen. Aangezien het WODC in 2013 dit zoekjaar zal evalueren, wordt de regeling zoekjaar hoogopgeleiden verder in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Pagina 26 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 1: Aantal inwilligingen op aanvragen om een eerste verblijfsvergunning naar soort verblijfsdoel in de periode 2008-2011
8.000
Arbeid als zelfstandige
7.000 Zoekjaar hoogopgeleiden
6.000 5.000
Wetenschappelijk onderzoeker
4.000 3.000
Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker
2.000
Onderzoeker EG 2005/71
1.000 Kennismigrant 2008
2009
2010
2011
In de periode 2008-2011 is het totaal aantal eerste verblijfsvergunningen38 als volgt: • Kennismigrant: • Onderzoeker EG 2005/71: • Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker: • Wetenschappelijk onderzoeker: • Zoekjaar regeling Hoogopgeleiden: • Europese blauwe kaart: • Arbeid als zelfstandige:
verleende 23.020 4.340 760 180 110 0 14039
In grafiek 1 is te zien dat het aantal verleende verblijfsvergunningen als kennismigrant in 2009 daalt (van 6.650 in 2008 tot 5.060 in 2009). Na de dip in 2009 stijgt het aantal verblijfsvergunningen als kennismigrant tot 5.440 in 2011. Hierbij wordt het aantal verblijfsvergunningen als kennismigrant dat in 2008 is verleend nog niet gehaald. De richtlijn onderzoeker EG 2005/71, die op 31 januari 2008 is geïmplementeerd, laat een ander beeld zien. Het aantal verleende verblijfsvergunningen als onderzoeker EG 2005/71 stijgt van 220 in 2008 tot 1.610 in 2011. In grafiek 2 is te zien dat zowel het aantal verleende verblijfsvergunningen als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker als wetenschappelijk onderzoeker in de periode 2008-2011 een sterke daling laat zien. Het aantal onbezoldigde wetenschappelijk onderzoekers daalt van 490 in 2008 naar 20 in 2011. Het aantal wetenschappelijk onderzoekers daalt van 160 in 2008 naar 0 in 2011. De daling in het aantal verleende verblijfsvergunningen bij deze twee categorieën
38
39
Het zoekjaar afgestudeerden komt niet voor bij eerste verleende verblijfsvergunningen. Het zoekjaar afgestudeerden wordt alleen via een wijziging van het verblijfsdoel verkregen. Voorafgaand aan het zoekjaar afgestudeerden is de verblijfsvergunning studie verleend. In totaal zijn in de periode 2008-2011 6.320 verblijfsvergunningen aan zelfstandigen verleend. Hierbij is in 140 gevallen aan het puntensysteem getoetst en in 6.180 gevallen was er sprake van afwijkende regelingen (zie paragraaf 2.9.1) en is niet getoetst aan het puntensysteem. In grafiek 1, als ook in grafiek 4, worden alleen die inwilligingen getoond die aan het puntensysteem zijn getoetst (zie paragraaf 2.9). Pagina 27 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
wetenschappelijk onderzoekers is te verklaren door de opkomst van de onderzoeker EG 2005/71. Grafiek 2: Aantal inwilligingen op aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg) onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker en wetenschappelijk onderzoeker, 2008-2011.
Aantal inwilligingen 1ste vvr
600 500 400 Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker
300 200
Wetenschappelijk onderzoeker
100 0 2008
2009
2010
2011
Jaar van beslissing
Grafiek 3: Aantal inwilligingen op aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg) onderzoeker EG 2005/71, wetenschappelijk onderzoeker, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker 2008-2011
1800 1600 1400
Wetenschappelijk onderzoeker
1200 1000
Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker
800 600
Onderzoeker EG 2005/71
400 200 0 2008
2009
2010
2011
Om de verhouding te tonen, zijn in grafiek 3 de drie categorieën verblijfsdoelen bij elkaar getoond. Duidelijk is te zien dat waar wetenschappelijk onderzoeker en onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker afnemen, het aantal inwilligingen voor onderzoeker EG 2005/71 toeneemt. Uit de grafiek blijkt ook dat het totaal aantal verleende verblijfsvergunningen aan deze drie categorieën wetenschappelijk onderzoekers in de periode 2008-2011 een stijgende lijn laat Pagina 28 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
zien. Het aantal verleende verblijfsvergunningen laat in deze periode een stijging van 90% zien (van 860 in 2008 naar 1.630 in 2011). Grafiek 4: Aantal inwilligingen op aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg) arbeid als zelfstandige (getoetst aan puntensysteem) 2008-2011
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2008
2009
2010
2011
In grafiek 4 is te zien dat het aantal verleende verblijfsvergunningen onder de beperking arbeid als zelfstandige waarbij is getoetst aan het puntensysteem in de periode 2008-2011 stijgt van 20 in 2008 naar 50 in 201140. 3.4
Doorlooptijden aanvragen Voor de kennismigrantenregeling en de onderzoeker EG 2005/71 geldt een versnelde procedure. Dit betekent dat de IND in beginsel binnen twee weken na ontvangst van een verzoek om advies om een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) of een eerste aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning zal beslissen. Deze (streef)termijn geldt wanneer het verzoek of de aanvraag op de voorgeschreven wijze is ingediend, is voorzien van alle vereiste stukken, geen nader onderzoek vereist is en aan alle voorwaarden wordt voldaan. De wettelijke beslistermijn is zes maanden. In tabel 2 en tabel 3 is over de periode 2008-2011 de doorlooptijd tussen MVVaanvraag of aanvraag om een verblijfsvergunning en de beslissing van de IND bij respectievelijk de kennismigranten en de onderzoeker EG 2005/71 weergegeven. Bij de onderstaande doorlooptijden wordt opgemerkt dat hierin ook de doorlooptijden zijn meegenomen bij aanvragen die niet waren voorzien van alle vereiste stukken en waarbij nader onderzoek vereist was. Bij deze zaken geldt de versnelde procedure van twee weken niet. Deze procedures hebben gemiddeld een langere doorlooptijd dan de procedures waarbij de versnelde procedure wel geldt. De doorlooptijd bij de versnelde procedure is korter dan de doorlooptijd van alle procedures bij elkaar. Het percentage van de aanvragen die binnen twee weken
40
In grafiek 1, als ook in grafiek 4, worden alleen die inwilligingen getoond die aan het puntensysteem zijn getoetst (zie paragraaf 2.9). Pagina 29 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
worden afgedaan waarbij de versnelde procedure geldt, is hoger dan de percentages die in tabel 2 en 3 worden genoemd. Bij het bereken van de doorlooptijd is het echter niet mogelijk om alleen de zaken te selecteren waarbij de versnelde procedure wel van toepassing is. Er zijn dus geen percentages bekend over hoeveel zaken die onder de versnelde procedure vallen binnen twee weken worden afgedaan. Verder is het onduidelijk hoe groot het deel van de zaken is waarin herstel verzuim is geboden en de twee weken termijn dus niet van toepassing is. Tabel 2: Doorlooptijd kennismigranten,
Tabel 3: Doorlooptijd onderzoeker EG 2005/71,
versnelde en niet versnelde procedure bij elkaar,
versnelde en niet versnelde procedure bij elkaar,
2008-2011.
2008-2011.
Doorlooptijd 0-2 weken 2-4 weken 4 weken of langer totaal
MVV% 64% 27% 9% 100%
VVR 1ste verlening % 42% 38% 20% 100%
Doorlooptijd 0-2 weken 2-4 weken 4 weken of langer totaal
MVV% 58% 32% 11% 100%
VVR 1ste verlening % 41% 40% 19% 100%
Bij zowel de kennismigranten als de onderzoeker EG 2005/71 wordt op het merendeel van de MVV-aanvragen binnen twee weken beslist, respectievelijk 64% en 58% van de MVV-aanvragen. Wat de aanvragen om een eerste verblijfsvergunning betreft wordt een kleiner deel binnen twee weken beslist. Dit bedraagt 42% bij de kennismigranten en 41% bij de onderzoeker EG 2005/71. Dit betreffen zowel de aanvragen die onder de versnelde procedure als niet onder de versnelde procedure vallen. Van de MVV-aanvragen als kennismigrant wordt 91% binnen vier weken beslist en bij de onderzoeker EG 2005/71 wordt 89% binnen deze termijn beslist. Wat de aanvragen om een eerste verblijfsvergunning als kennismigrant betreft wordt 80% binnen vier weken beslist en bij de onderzoeker EG 2005/71 wordt 81% binnen een termijn van vier weken afgedaan. Dit betreffen zowel de aanvragen die onder de versnelde procedure als niet onder de versnelde procedure vallen. In 2011 is wat de MVV-aanvragen als onderzoeker EG 2005/71 betreft een verbetering te zien, 66% van de MVV-aanvragen wordt binnen twee weken beslist en 94% van de aanvragen binnen vier weken. Voor het overige is het beeld in 2011 vergelijkbaar met de periode 2008-2011.
Pagina 30 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
4
Profiel kennismigranten
In dit hoofdstuk worden een aantal kenmerken van de kennismigrant, onderzoeker volgens de richtlijn EG 2005/71, wetenschappelijk onderzoeker, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker en de zelfstandige weergegeven. Er wordt gekeken naar de vreemdelingen van wie de aanvraag om een eerste verblijfsvergunning is ingewilligd in de periode van 2008-2011. Er wordt gerapporteerd over het aantal eerste afgegeven verblijfsvergunningen. Een aanvraag om een eerste verblijfsvergunning is een aanvraag die de vreemdeling doet met als doel om zich in Nederland te vestigen. Ook wanneer een vreemdeling zich voor de tweede of derde keer in Nederland vestigt, wordt dit gezien als een aanvraag om een eerste verblijfsvergunning. Een vreemdeling kan bijvoorbeeld in 2008 in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant om vervolgens na Nederland verlaten te hebben in 2011 nogmaals in het bezit te worden gesteld van een eerste verblijfsvergunning als kennismigrant. Deze kennismigrant komt dan zowel in 2008 als in 2011 terug in de cijfers. 4.1
Geslacht In grafiek 5 is de verhouding tussen man–vrouw van de verschillende verblijfsdoelen te zien in de periode van 2008-2011. Het gaat hierbij om ingewilligde aanvragen om een eerste verblijfsvergunning. Grafiek 5 Man-vrouw verdeling bij ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning (eerste aanleg) naar soort verblijfsdoel, 2008-2011 .
90% 80% 70%
79%
76%
60% 60%
50%
60%
Vrouw
40% 40%
30% 20%
58%
40%
42%
24%
Man
21%
10% 0% Kennismigrant
Onderzoeker EG 2005/71
Onbezoldigd onderzoeker
Wetenschappelijk onderzoeker
Arbeid als zelfstandige
Uit de grafiek komt naar voren dat voor alle verblijfsdoelen geldt dat het merendeel man is. Het verschil tussen man-vrouw is bij arbeid als zelfstandige (waarbij is getoetst aan het puntensysteem) het grootst (79% man, 21% vrouw). De verdeling man-vrouw bij de kennismigranten is 76% man en 24% vrouw. De verdeling man-vrouw bij de drie verblijfsdoelen als onderzoeker is ongeveer 60% man tegenover 40% vrouw. 4.2
Nationaliteit In grafiek 6 t/m 10 wordt van de gehele populatie de top 10 nationaliteiten per verblijfsdoel weergegeven in de periode 2008-2011. Hierbij wordt gekeken naar het aantal ingewilligde aanvragen om een eerste verblijfsvergunning. Pagina 31 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Bij de kennismigranten bestaat de top 3 van de gehele populatie kennismigranten in de periode 2008-2011 uit de volgende nationaliteiten (zie grafiek 6): 1. Indiase (32%) 2. Amerikaanse (13%) 3. Chinese (6%) Wanneer per jaar wordt gekeken staat de Chinese nationaliteit in 2009, 2010 en 2011 op de vierde plaats. In 2009 en 2011 staat de Japanse nationaliteit op plaats 3 en in 2010 is dit de Turkse nationaliteit. Verder valt op dat de ZuidAfrikaanse nationaliteit van de 6de plaats in 2008 naar de 10de plaats in 2011 daalt. Grafiek 6 Kennismigranten: top 10 nationaliteiten bij ingewilligde aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg), 2008-2011.
8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 -
Grafiek 7 Onderzoeker EG 2005/71: top 10 nationaliteiten bij ingewilligde aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg), 2008-2011.
1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 -
Pagina 32 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Bij de verblijfsdoelen als onderzoeker EG 2005/71 staat in de periode 2008-2011 de Chinese nationaliteit op de eerste plaats. De top drie nationaliteiten bij de gehele populatie van onderzoekers EG 2005/71 (zie grafiek 7) is: 1. Chinese (27%) 2. Iraanse (8%) 3. Indonesische (6%) De top drie nationaliteiten bij de gehele populatie van wetenschappelijk onderzoekers in de periode 2008-2011 is (zie grafiek 8): 1. Chinese (36%) 2. Iraanse (11%) 3. Braziliaanse (7%) De top 10 nationaliteiten bevat 11 nationaliteiten, want de Amerikaanse en ZuidAfrikaanse komen net zo vaak voor en staan samen op een gedeelde 10de plaats. Grafiek 8 Wetenschappelijk onderzoeker: top 10 nationaliteiten bij ingewilligde aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg), 2008-2011.
70 60 50 40 30 20 10 0
De top drie nationaliteit bij de gehele populatie van onbezoldigd wetenschappelijk onderzoekers in de periode 2008-2011 is (zie grafiek 9): 1. Chinese (17%) 2. Amerikaanse (9%) 3. Pakistaanse (6%)
Pagina 33 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 9 Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker: top 10 nationaliteiten bij ingewilligde aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg), 2008-2011.
350 300 250 200 150 100 50 0
Grafiek 10: Arbeid als zelfstandige met toetsing aan het puntenstelsel: top 10 nationaliteiten bij ingewilligde aanvragen om een eerste verblijfsvergunning (eerste aanleg), 2008-2011.
30 25 20 15 10 5 0
De top drie nationaliteit bij de populatie arbeid als zelfstandige waarbij is getoetst aan het puntensysteem in de periode 2008-2011 is (zie grafiek 10): • gedeelde 1ste plaats: Chinese (18%) en Egyptische (18%) • 3de plaats: Marokkaanse (14%) Zoals in paragraaf 2.9 is aangegeven kan de vreemdeling die in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als zelfstandige en waarbij is getoetst aan het puntensysteem worden gekwalificeerd als kenniswerker. Het puntensysteem is niet van toepassing op de volgende groepen (zie paragraaf 2.9.1):
Pagina 34 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
• • • • •
Gemeenschapsonderdanen, onderdanen van de EU/EER en Zwitsers EG-langdurig ingezetenen Turken (vanaf 1 april 2011)41 Amerikanen Japanners (vanaf 1 april 2010)42
Van de 6.320 verleende verblijfsvergunningen als zelfstandige zijn 6.200 vergunningen waarbij niet is getoetst aan het puntensysteem, aangezien de vreemdeling onder een van de groepen zoals in paragraaf 2.9.1 genoemd valt. Bij 120 verleende verblijfsvergunningen is getoetst aan het puntensysteem. In het merendeel (98%) van de verleende verblijfsvergunningen aan zelfstandigen is niet getoetst aan het puntensysteem. Wanneer naar de top drie nationaliteiten wordt gekeken van alle verblijfsvergunningen die zijn verleend aan zelfstandigen ongeacht of getoetst is aan het puntensysteem, is het beeld in de periode 2008-2011 als volgt: 1. Bulgaarse (73%) 2. Roemeense (20%) 3. Amerikaanse (4%) Wat de Turkse nationaliteit betreft is opvallend dat het aantal verleende verblijfsvergunningen in 2011 vergeleken met de voorgaande jaren toeneemt, namelijk van minder dan 10 in 2010 tot 20 in 2011. Vanaf 1 april 2011 wordt bij aanvragen om een verblijfsvergunning als zelfstandige bij de Turkse nationaliteit niet meer getoetst aan het puntensysteem. 4.3
Geslacht en nationaliteit De kennismigrant en de onderzoeker EG 2005/7143 zijn, nadat zij zijn uitgesplitst naar nationaliteit, onderverdeeld naar geslacht. Hieronder wordt de top drie nationaliteiten naar geslacht bij kennismigranten weergegeven. Vrouw 1. Indiase (19%) 2. Amerikaanse (17%) 3. Chinese (8%)
Man Indiase (36%) Amerikaanse (12%) Japanse (7%)
De Indiase nationaliteit staat zowel bij de mannen als de vrouwen op de eerste plaats. Waar bij de mannen de Indiase nationaliteit de nummer 2 (Amerikaanse nationaliteit) ver achter zich laat, is het verschil tussen de Indiase en Amerikaanse nationaliteit bij de vrouwen veel kleiner. Verder is opvallend dat de Japanse nationaliteit bij de mannen op de derde plaats staat en bij de vrouwen niet in de top 10 voorkomt.
41 42 43
WBV 2011/2 WBV 2010/5 De kleine aantallen wetenschappelijk onderzoeker, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker en de zelfstandige worden wegens de eventuele herleidbaarheid tot de persoon niet naar geslacht en nationaliteit uitgesplitst. Pagina 35 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 11: Verhouding man-vrouw bij de top 10 nationaliteiten van de ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant (eerste aanleg), 2008-2011.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
man vrouw
Zoals uit paragraaf 4.1/grafiek 5 blijkt, is de gemiddelde man-vrouw verhouding bij de kennismigrant 76% man en 24% vrouw. De nationaliteiten waarbij mannen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 76% zijn (zie grafiek 11): • Japanse 92% man • Indiase 86% man De nationaliteiten waarbij de vrouwen een groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 23% zijn (zie grafiek 11): • Roemeense 41% vrouw • Russische 39% vrouw In grafiek 11 zijn van de kennismigranten de nationaliteiten genomen die in de top 10 staan bij de mannen en die in de top 10 staan bij de vrouwen. Aangezien de top 10 nationaliteiten van de mannen en de vrouwen niet geheel dezelfde nationaliteiten bevat, wordt de man-vrouw verhouding in de grafiek van 11 nationaliteiten weergegeven. De top drie nationaliteit naar geslacht bij de onderzoeker EG 2005/71 is als volgt. Vrouw 1. Chinese (32%) 2. Braziliaanse (7%) 3. Iraanse (7%)
Man Chinese (25%) Iraanse (9%) Indiase (6%)
Bij zowel de mannen als de vrouwen staan de Chinese en de Iraanse nationaliteit in de top 3. De Braziliaanse nationaliteit staat bij de vrouwen op de 2de plaatst en bij de mannen op de 7de plaats. De Indiase nationaliteit staat bij de mannen op de 3de plaats en bij de vrouwen op 7de plaats.
Pagina 36 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 12: Verhouding man-vrouw bij de top 10 nationaliteiten van de ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 (eerste aanleg), 2008-2011.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
man vrouw
In paragraaf 4.1/grafiek 5 wordt weergegeven dat de gemiddelde man-vrouw verhouding bij de onderzoeker richtlijn EG 2005/71 60% man en 40% vrouw is. De nationaliteiten waarbij mannen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 60% zijn (zie grafiek 12): • • • •
Ethiopische Japanse Zuid-Koreaanse Indiase
85% 83% 77% 73%
man man man man
De nationaliteiten waarbij de vrouwen een groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 40% zijn (zie grafiek 12): • • •
Colombiaanse 55% vrouw Thaise 55% vrouw Braziliaanse 52% vrouw
In grafiek 12 zijn de nationaliteiten genomen die in de top 10 staan bij de mannen en die in de top 10 staan bij de vrouwen. Aangezien de top 10 nationaliteiten van de mannen en de vrouwen niet geheel dezelfde nationaliteiten bevat, wordt de man-vrouw verhouding in de grafiek van 14 nationaliteiten weergegeven. 4.4
Leeftijd Grafiek 13 laat het aantal eerste verleende verblijfsvergunningen van de kennismigranten, onderzoekers EG 2005/71, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoekers, wetenschappelijk onderzoekers en zelfstandigen verdeeld naar leeftijd in de periode 2008-2011 zien.
Pagina 37 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 13 Aantal verleende eerste verblijfsvergunningen als kennismigrant, onderzoeker EG 2005/71, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker, wetenschappelijk onderzoeker en arbeid als zelfstandige naar leeftijd, 20082011.
2.500
Kennismigrant
2.000
Onderzoeker EG 2005/71
1.500 onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker
1.000
wetenschappelijk onderzoeker
500
arbeid als zelfstandige
18
23
28
33
38
43
48
53
58
63
68
73
In grafiek 14 zijn de onderzoekers verdeeld naar leeftijd weergegeven en in grafiek 15 is arbeid als zelfstandige verdeeld naar leeftijd weergegeven. Grafiek 14 Aantal verleende eerste verblijfsvergunningen, onderzoeker EG 2005/71, onbezoldigde wetenschappelijk onderzoeker en wetenschappelijk onderzoeker naar leeftijd, 2008-2011.
450 400 350
Onderzoeker EG 2005/71
300 250
onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker
200 150
wetenschappelijk onderzoeker
100 50 18
23
Pagina 38 van 95
28
33
38
43
48
53
58
63
68
73
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 15 Aantal verleende eerste verblijfsvergunningen, arbeid als zelfstandige naar leeftijd, 2008-2011.
12 10 8 6 arbeid als zelfstandige 4 2 0 18 23 28 33 38 43 48 53 58 63 68 73
Bij alle vijf de verblijfsdoelen is vanaf 18 jaar een sterke stijging van verleende verblijfsvergunningen te zien. Hierbij hebben de kennismigranten en de onderzoekers EG 2005/71 de piek bij de leeftijd van 26 jaar, de onbezoldigd wetenschappelijk onderzoekers bij de leeftijd van 28 jaar en de wetenschappelijk onderzoekers hebben pieken bij de leeftijd van 27 en 29 jaar. De vreemdelingen die in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning onder de beperking arbeid als zelfstandige laten een piek zien bij de leeftijd van 39 jaar. Het percentage van verleende verblijfsvergunningen aan personen jonger dan 30 jaar per verblijfsdoel is als volgt: • • • • •
Kennismigrant Onderzoeker EG 2005/71 Wetenschappelijk onderzoeker Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker Arbeid als zelfstandige
47%< 30 49%< 30 48%< 30 42% <30 11% <30
jaar jaar jaar jaar jaar
Bij de kennismigrant, onderzoeker EG 2005/71, wetenschappelijk onderzoeker en onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker is de leeftijdscategorie 18-30 jaar de leeftijdscategorie met het grootste aandeel verleende verblijfsvergunningen. Bij arbeid als zelfstandige is de leeftijdscategorie met het grootste aandeel verleende verblijfsvergunningen de leeftijdscategorie 30 tot 40 jaar (45%). De gemiddelde leeftijd van de kennismigranten en de onderzoekers EG 2005/71 is 32 jaar, van de onbezoldigd wetenschappelijk onderzoekers en wetenschappelijk onderzoekers 33 jaar en van de zelfstandigen 40 jaar. De vreemdelingen die in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning onder de beperking arbeid als zelfstandige zijn gemiddeld ouder dan de kennismigrant en de verschillende onderzoekers.
Pagina 39 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
5
Kennismigrantenregeling naar arbeidsmarktsector
In dit hoofdstuk wordt gekeken in welke sector de kennismigrant werkzaam is. Het gaat hierbij om de kennismigrant van wie de eerste verblijfsvergunning is verleend in de periode 2008-2011. In welke sector de onderzoeker EG 2005/71, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker en wetenschappelijk onderzoeker werkzaam zijn, wordt in dit hoofdstuk buiten beschouwing gelaten, aangezien bij deze categorieën de sector niet in Indis is opgenomen. Veelal zullen de drie genoemde categorieën onderzoekers werkzaam zijn in de sector wetenschappelijk onderwijs. De functie waarin de kennismigrant werkzaam is wordt in Indis ingevuld in een vrij veld. Ook de werkgever waar de kennismigrant werkzaam is, is een vrij veld. Hierdoor is een cijfermatige analyse niet goed mogelijk, omdat het afhankelijk is of de functies en bedrijven eenduidig worden genoteerd. De grootte van het bedrijf waar de kennismigrant werkzaam is, is niet opgenomen in Indis. Gelet op het bovenstaande wordt de functie van de kennismigrant en het bedrijf en bedrijfsgrootte waar de kennismigrant werkzaam is, wat de kwantitatieve analyse betreft buiten beschouwing gelaten. 5.1
Verdeling arbeidsmarktsectoren In grafiek 16 is te zien dat het grootste deel van de kennismigranten werkzaam is in de sector ‘IT en overige zakelijke diensten’ (38%). 11% is werkzaam in de sector ‘industrie’ en 10% van de kennismigranten is werkzaam in de sector wetenschappelijk onderwijs. Bij de categorie ‘onbekend’ (14%) is het niet geregistreerd in welke sector de kennismigrant werkzaam is. De categorie overig44 bevat sectoren met een van 2% of minder. Grafiek 16: Ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar arbeidsmarktsector, 2008-2011.
Delfstoffen; 5% Financiele diensten; 6%
Overig; 10% IT en overige zakelijke diensten; 38% Handel; 7%
Wetenschappelijk onderwijs; 10%
44
Industrie; Onbekend; 11% 14%
De categorie overig bevat de volgende sectoren: ‘gezondheidzorg en welzijnszorg’, ‘vervoer en telecom’, ‘toerisme en overige diensten’, ‘bouw en bouwinstallatie’, ‘onderwijs’, ‘openbaar nut’, ‘landbouw en visserij’, ‘horeca en catering’ en ‘openbaar bestuur’. Pagina 40 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
5.2
Verdeling sectoren per jaar In grafiek 17 is de ontwikkeling per jaar te zien van de top 5 sectoren waar de kennismigranten werkzaam zijn. In paragraaf 3.3 is aangegeven dat het aantal verleende verblijfsvergunningen als kennismigrant in 2009 een dip kende (1.590 minder verleende verblijfsvergunningen). De sector met percentueel gezien de grootste daling is de sector financiële diensten. Vergeleken met 2008 daalt deze sector met 47% (van 540 in 2008 naar 290 in 2009). Een andere sector die scherp daalt in 2009 is de sector ‘IT en overige zakelijke diensten’. Het aantal kennismigranten dat in deze sector werkzaam is daalt van 2.880 in 2008 naar 1.920 in 2009. Dit is een afname van 33%. Grafiek 17: Verdeling top 5 arbeidsmarktsectoren bij de ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant, 2008-2011.
3.500 3.000
IT en overige zakelijke diensten
2.500
Industrie 2.000 1.500
Wetenschappelijk onderwijs
1.000
Handel
500
Financiele diensten
2008
2009
2010
2011
Verder valt op dat de sector ‘wetenschappelijk onderwijs’ na een lichte stijging in 2009 in 2010 scherp daalt. Deze daling is voor een groot deel te verklaren door de stijging van het aantal verleende verblijfsvergunningen als onderzoeker EG 2005/71. 5.3
Sector en geslacht De kennismigranten zijn, nadat zij zijn uitgesplitst naar sector waar zij werkzaam zijn,onderverdeeld naar geslacht. Hieronder wordt de top vijf sectoren naar geslacht weergegeven. Vrouw 1. IT en overige zakelijke diensten (28%) 2. Wetenschappelijk onderwijs (15%) 3. Financiële diensten (8%) 4. Handel (8%) 5. Industrie (8%)
Man IT en overige zakelijke diensten (40%) Industrie (12%) Wetenschappelijk onderwijs (9%) Handel (7%) Financiële diensten (5%)
In de top vijf komen bij de mannen en de vrouwen dezelfde sectoren voor. De volgorde van de sectoren die op de 2de tot 5de plaats staan is niet hetzelfde. Pagina 41 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Ongeveer een gelijk deel van de sectoren is bij de mannen en de vrouwen onbekend, 14% bij de mannen en 15% bij de vrouwen. In grafiek 18 is de man-vrouw verdeling per sector weergegeven. Gemiddeld is 76% van de kennismigranten man en 24% vrouw. Er zijn een aantal sectoren waar het aandeel mannen vergeleken met het gemiddelde opvallend groter is. Zo is 95% van de kennismigranten die werkzaam is in de sector ‘bouw en installatie’ man en 88% van de kennismigranten die werkzaam is in de sector ‘horeca en catering’ man. Grafiek 18: Verhouding man-vrouw per arbeidsmarktsector van de ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant, 2008-2011. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20%
Vrouw
10%
Man
0%
In de sectoren ‘gezondheidszorg/welzijnszorg’ en ‘onderwijs’ is het aandeel vrouwelijke kennismigranten opvallend groter vergeleken met het gemiddelde. In de sector ‘gezondheidszorg/welzijnszorg’ is 50% van de kennismigranten vrouw en in de sector ‘onderwijs’ is 47% van de kennismigranten vrouw. 5.4
Verdeling sectoren bij 5 meest voorkomende nationaliteiten In de grafieken 19, 20 en 21 is wat de kennismigranten betreft de verdeling naar sector te zien bij de vijf meest voorkomende nationaliteiten. De top 3 wat sectoren betreft is bij deze nationaliteiten in tabel 4 te zien. Tabel 4: Ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant bij de 5 meest voorkomende nationaliteiten onderverdeeld naar top 3 arbeidsmarktsector. Top 3 sector Indiase Amerikaanse Chinese 1 IT en overige zakelijke diensten (70%) IT en overige zakelijke diensten (25%) Wetenschappelijk onderwijs (25%) 2 Wetenschappelijk onderwijs (5%) Industrie (17%) Handel (15%) 3 Industrie (4%) Handel (11%) IT en overige zakelijke diensten (15%) Top 3 sector Japanse Turkse 1 Industrie (28%) Financiele diensten (19%) 2 Handel (22%) Bouw en bouwinstallatie (18%) 3 IT en overige zakelijke diensten (14%) Wetenschappelijk onderwijs (14%)
Opvallend is dat meer dan tweederde (70%) van de Indiase kennismigranten werkzaam is in de sector ‘IT en overige zakelijke diensten’. Bij overige nationaliteiten is het aandeel in de grootste sector veel kleiner, namelijk tussen de 19% en 28%. Een van de sectoren waar vreemdelingen op grond van de kennismigrantenregeling werkzaam zijn, is de sector ‘wetenschappelijk Pagina 42 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
onderwijs’45. Van de Chinese kennismigranten is 25% werkzaam in de sector ‘wetenschappelijk onderwijs’. Dit is opvallend aangezien uit paragraaf 4.2 blijkt dat de Chinese nationaliteit ook de meest voorkomende nationaliteit is bij de onderzoeker EG 2005/71, wetenschappelijk onderzoeker en onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker. Kortom, er zijn veel Chinese migranten die werkzaam zijn in het wetenschappelijk onderwijs op grond van diverse regelingen. Grafiek 19: Ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant van de Indiase en Chinese nationaliteit onderverdeeld naar arbeidsmarktsector. Bouw en bouwinstallatie
Indiase nationaliteit 0%
1% 2%
4%
Chinese nationaliteit
Financiele diensten
19%
0% 6%
Handel
15%
30%
Industrie
5%
10%
IT en overige zakelijke diensten Wetenschappelijk onderwijs
69%
15%
24%
overig
Grafiek 20: Ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant van de Japanse en Amerikaanse nationaliteit onderverdeeld naar arbeidsmarktsector.
Japanse nationaliteit
Bouw en bouwinstallatie
2%
Amerikaanse nationaliteit
Financiele diensten
0%
7%
7%
Handel
25%
11%
31%
22% 3%
Industrie IT en overige zakelijke diensten
14% 28%
Wetenschappelijk onderwijs overig
45
17% 7% 25%
Een deel van de wetenschappelijk onderzoekers verkrijgt een verblijfsvergunning als onderzoeker in de zin van richtlijn 2005/71 of als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker of als wetenschappelijk onderzoeker. Een ander deel van de wetenschappelijk onderzoekers maakt gebruik van de kennismigrantenregeling. Pagina 43 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 21: Ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant van de Turkse nationaliteit onderverdeeld naar arbeidsmarktsector.
Turkse nationaliteit
Bouw en bouwinstallatie Financiele diensten 18%
24%
Handel Industrie 19%
14%
10%
11%
IT en overige zakelijke diensten Wetenschappelijk onderwijs
4%
overig
Bij de Turkse kennismigranten zijn de meeste werkzaam in de sector ‘financiële diensten’ en in de sector ‘bouw en bouwinstallatie’. Opvallend is dat deze twee sectoren niet voorkomen in de top 3 van sectoren waar de overige nationaliteiten genoemd in tabel 4 werkzaam zijn. Vooral de sector ‘bouw en bouwinstallatie’ valt hierbij op. Bij de overige nationaliteiten is slechts een klein deel van de kennismigranten werkzaam in de sector ‘bouw en bouwinstallaties’ variërend van minder dan 1% tot 2%. Van de Turkse kennismigranten is 24% in deze sector werkzaam. 5.5
Verdeling nationaliteit bij de 6 meest voorkomende sectoren In grafiek 22 t/m 27 is van de zes meest voorkomende arbeidsmarktsectoren de verdeling naar top 10 nationaliteit te zien.
Grafiek 22: IT en overige zakelijke diensten:
Grafiek 23: Industrie:
aantal verleende verblijfsvergunningen onder verdeeld
aantal verleende verblijfsvergunningen onder verdeeld
naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
6.000
800
5.000
700 600
4.000
500
3.000
400
2.000
300 200
1.000
100 -
0
Bij de sector ‘IT en overige zakelijke diensten’ (zie grafiek 22) heeft 60% van de kennismigranten de Indiase nationaliteit. De overige nationaliteiten nemen een veel kleiner deel in. De 2de nationaliteit bij deze sector is de Amerikaanse nationaliteit (9%). De Amerikaanse nationaliteit is de nationaliteit die het meeste voorkomt bij de sector ‘industrie’ (zie grafiek 23). 22% van de kennismigranten die in deze sector werkzaam zijn heeft de Amerikaanse nationaliteit. De Japanse nationaliteit is met 14% de 2de nationaliteit en de Indiase nationaliteit is met 11% de 3de nationaliteit binnen deze sector. Pagina 44 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Bij de sector ‘wetenschappelijk onderwijs’ (zie grafiek 24) heeft 15% van de kennismigranten de Indiase nationaliteit, 14% van de kennismigranten de Chinese nationaliteit en 9% de Amerikaanse nationaliteit. Grafiek 24: Wetenschappelijk onderwijs
Grafiek 25: Financiële diensten
aantal verleende verblijfsvergunningen onder verdeeld
aantal verleende verblijfsvergunningen onder verdeeld
naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
800
300
700
250
600 200
500 400
150
300
100
200
50
100 0
0
De top 3 wat nationaliteit betreft bij de sector ‘financiële diensten’ (zie grafiek 25) bestaat uit de Turkse (17%), Amerikaanse (16%) en Indiase kennismigrant (12%). Bij de sector ‘handel’ (grafiek 26) heeft de grootste groep kennismigranten de Amerikaanse nationaliteit (21%). De Japanse en Chinese kennismigrant staan op de tweede en derde plaats met respectievelijk 17% en 12%. De top 3 wat nationaliteit betreft bij de sector ‘delfstoffen’ heeft de Amerikaanse (18%), Indiase (13%) en Maleisische (9%) nationaliteit. De Maleisische nationaliteit is opvallend in de top drie, want van alle kennismigranten heeft 1% de Maleisische nationaliteit (zie grafiek 27). 30% van de Maleisische kennismigranten is werkzaam in de sector ‘delfstoffen’. Grafiek 26: Handel
Grafiek 27: Delfstoffen
aantal verleende verblijfsvergunningen onder verdeeld
aantal verleende verblijfsvergunningen onder verdeeld
naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
400
350
350
300
300 250 200 150
250 200 150
100
100
50
50
0
0
Pagina 45 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
6
Wie blijft langer in Nederland
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de kennismigranten die doorstromen naar een ander verblijfsdoel voor bepaalde tijd, een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur of die naturaliseren. Het gaat hierbij om de vreemdeling aan wie in de periode van 2005 tot 2011 een verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant is verleend. 6.1
Doorstroom naar een ander verblijfsdoel In grafiek 28 is per jaar te zien hoeveel kennismigranten in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning met een ander verblijfsdoel voor bepaalde tijd. Hierbij is gekeken naar de kennismigranten die in de periode 2005-2011 een eerste verblijfsvergunning als kennismigrant toegekend hebben gekregen. De verblijfsdoelen zijn in vier groepen geclusterd, namelijk studie, arbeid, gezin en zoekjaar46. Onder het cluster studie valt het verblijfsdoel ‘studie aan hoger onderwijs’ en ‘aanvullende examens’. Het cluster arbeid bevat onder andere arbeid in loondienst, arbeid als zelfstandige, onderzoeker EG 2005/71. Onder het cluster gezin zijn de verblijfsdoelen gezinshereniging en gezinsvorming geschaard. Het cluster zoekjaar bevat het zoekjaar regeling Hoogopgeleiden en het zoekjaar afgestudeerde. Bij de groep kennismigranten is gefilterd op de eerste wijziging beperking die is afgegeven op een datum die ligt na de datum van afgifte van de verblijfsvergunning als kennismigrant. Het kan overigens voorkomen dat de verleende wijziging beperking niet aansluitend op de verblijfsgunning als kennismigrant is verleend. Een kennismigrant kan bijvoorbeeld eerst teruggekeerd zijn naar het land van herkomst om vervolgens weer een verblijfsvergunning aan te vragen en deze daarna weer te wijzigen naar een verblijfsvergunning voor studie. Deze kennismigrant is dan terug te vinden in het cluster studie. In grafiek 28 is te zien dat het aantal verleende wijziging beperkingen in de loop van de jaren stijgt. In totaal hebben 750 kennismigranten hun vergunning gewijzigd in een andere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd. De verdeling over de clusters is als volgt: 1. Cluster arbeid 44% 2. Cluster gezin 39% 3. Cluster zoekjaar 13% 4. Cluster studie 4%
46
De clustering die in deze monitor is gebruikt, is niet dezelfde clustering van verblijfsdoelen die in de Rapportage Vreemdelingenketen (RVK) wordt gebruikt. Vergeleken met de RVK is in deze monitor bij het cluster gezin geen onderscheid gemaakt tussen gezinshereniging en gezinsvorming. Onder cluster arbeid vallen vergeleken met de RVK meer verblijfsdoelen, zoals kennismigrant en onderzoeker EG 2005/71. Het cluster zoekjaar is een cluster dat niet bestaat in de RVK. In de RVK vallen de zoekjaren onder het cluster kennismigrant. Het cluster studie is gelijk aan het cluster studie dat in de RVK wordt gebruikt. Pagina 46 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 28: Aantal kennismigranten dat naar een ander verblijfsdoel doorstroomt onderverdeeld naar cluster, 2005-2011.
160 140 120 100
naar cluster studie
80
naar cluster arbeid naar cluster gezin
60
naar cluster zoekjaar 40 20 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Binnen het cluster arbeid zijn 120 kennismigranten in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning met het verblijfsdoel onderzoeker EG 2005/71, 110 met het verblijfsdoel arbeid in loondienst, 30 kennismigranten hebben de verblijfsvergunning gewijzigd in arbeid als zelfstandige en minder dan 10 kennismigranten hebben hun verblijfsvergunning gewijzigd naar een verblijfsvergunning met als verblijfsdoel Europese blauwe kaart. Verder zijn 40 kennismigranten nogmaals in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant47. Binnen het cluster gezin hebben 190 kennismigranten de verblijfsvergunning gewijzigd in gezinshereniging bij echtgeno(o)t(e), geregistreerd partner of partner, 100 kennismigranten hebben hun verblijfsvergunning gewijzigd in gezinsvorming48 bij echtgeno(o)t(e), geregistreerd partner of partner en minder dan 10 kennismigranten zijn in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf. Het cluster zoekjaar bestaat uit 90 kennismigranten die de verblijfsvergunning hebben gewijzigd in een verblijfsvergunning met het verblijfsdoel zoekjaar regeling Hoogopgeleiden en 10 kennismigranten die de verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde hebben verkregen.
47
48
Een voorbeeld waarbij voorkomt dat een kennismigrant de verblijfsvergunning heeft gewijzigd in een verblijfsvergunning als kennismigrant, is de volgende. Een kennismigrant verlaat Nederland om vervolgens weer terug te keren en een eerste verblijfsvergunning als onderzoeker aan te vragen om deze verblijfsvergunning vervolgens weer te wijzigen in een verblijfsvergunning als kennismigrant. In dit voorbeeld is de eerste wijziging beperking die de kennismigrant aanvraagt het verblijfsdoel kennismigrant. Gezinsvorming is bij artikel 1.1, onder r, Vb gedefinieerd als: ‘gezinshereniging van de echtgenoot of (geregistreerd) partner, voor zover de gezinsband tot stand is gekomen op een tijdstip waarop de hoofdpersoon in Nederland hoofdverblijf had.’
Pagina 47 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Binnen het cluster studie hebben 30 kennismigranten op een gegeven moment hun verblijfsvergunning gewijzigd in studie aan hoger onderwijs en minder dan 10 kennismigranten hebben de verblijfsvergunning gewijzigd in een verblijfsvergunning met het verblijfsdoel aanvullende examens met het oog op studie. Van de kennismigranten die doorstromen naar een ander verblijfsdoel is 54% man en 46% vrouw. Uit paragraaf 4.1/grafiek 5 blijkt dat van de kennismigranten 76% man is en 24% vrouw. Vergeleken met de mannen stroomt dus een groter deel van de vrouwelijke kennismigranten door naar een ander verblijfsdoel. In grafiek 29 is de verhouding man-vrouw per cluster weergegeven. Hierbij valt op dat in het cluster gezin het aandeel van de vrouwelijke kennismigrant (67%) groter is dan de mannelijke kennismigrant (33%). Grafiek 29: Kennismigranten die naar een ander verblijfsdoel doorstromen onderverdeeld naar cluster en man-vrouw verhouding, 2005-2011.
100% 90% 80% 70% 60% 50%
Vrouw
40%
Man
30% 20% 10% 0% naar cluster studie
naar cluster arbeid
naar cluster gezin
naar cluster zoekjaar
In grafiek 30 is de top 10 van nationaliteiten weergegeven van de kennismigranten die een andere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd hebben verkregen.
Pagina 48 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 30: Aantal kennismigranten dat naar een ander verblijfsdoel doorstroomt onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2005-2011.
300 250 200 150 100 50 0
Van de top 10 aan nationaliteiten is de verhouding man-vrouw in grafiek 31 weergegeven. Het aandeel vrouw bij de Braziliaanse en de Russische nationaliteit is groter dan gemiddeld, respectievelijk 72% en 74%. Bij de Iraanse en Indiase nationaliteit is het aandeel man groter dan gemiddeld, respectievelijk 74% en 69%. Grafiek 31: Kennismigranten die naar een ander verblijfsdoel doorstromen onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en man-vrouw verhouding, 2005-2011.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
Vrouw Man
20% 10% 0%
6.2
Doorstroom naar verblijfsvergunning voor onbepaalde duur In grafiek 32 is per jaar te zien hoeveel kennismigranten in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur. In de referentieperiode waren dat er in totaal 1.020. Hierbij is gekeken naar de vreemdelingen die in de periode 2005-2011 in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant. Dit betroffen zowel de vreemdeling van wie de eerste verblijfsvergunning een kennismigrantenvergunning was, als de vreemdeling die via een wijziging beperking in het bezit is gesteld van een verblijfvergunning als Pagina 49 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
kennismigrant. Vervolgens is nagegaan wie van deze groep in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur. De verblijfsvergunning voor onbepaalde duur bestaat uit drie soorten: de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, de verblijfsvergunning als langdurig ingezeten derdelanders of duurzaam verblijf als Burger van de Unie. Grafiek 32: Aantal kennismigranten dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur, 2005-2011.
450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Van 2005 tot 2009 is een toename van het aantal verleende verblijfsgunningen voor onbepaalde duur te zien van 0 verleende verblijfsvergunningen in 2005 tot 400 verleende verblijfsvergunningen in 2009. In 2010 en 2011 zakt dit aantal sterk terug naar 170 in 2010 en 160 in 2011 verleende verblijfsvergunningen voor onbepaalde duur aan kennismigranten. Een reden van deze terugval kan zijn dat vanaf 1 januari 2010 bij het aanvragen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en als langdurig ingezetene de voorwaarde wordt gesteld dat de vreemdeling het inburgeringsexamen heeft behaald49. De kennismigrant is bij het aanvragen van een verblijfsvergunning echter vrijgesteld van het inburgeringsvereiste. In grafiek 33 wordt de top 10 aan nationaliteiten weergegeven van de kennismigranten die in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur.
49
WBV 2009/30 Pagina 50 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 33: Aantal kennismigranten dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur onderverdeeld naar top 10 nationaliteiten, 2005-2011.
400 350 300 250 200 150 100 50 0
Wanneer deze top 10 wordt vergeleken met de top 10 van nationaliteiten (zie paragraaf 4.2, grafiek 6) die in het bezit wordt gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant, valt op dat er verschillen zijn wat nationaliteit betreft. Bepaalde nationaliteiten vragen vaker een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur aan en andere nationaliteiten juist minder vaak. De Chinese kennismigrant wordt vaker dan gemiddeld in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur. Waar 6% van de kennismigranten de Chinese nationaliteit heeft, is de Chinese kennismigrant de grootste groep die in het bezit wordt gesteld van een vergunning voor onbepaalde duur (34%). Andere nationaliteiten die vaker dan gemiddeld doorstromen naar verblijf voor onbepaalde duur zijn de Oekraïense, Bulgaarse en Surinaamse kennismigrant. Van de kennismigranten heeft 1% de Oekraïense, 1% de Bulgaarse en minder dan 1% de Surinaamse nationaliteit. Van de kennismigranten die doorstromen naar een verblijf voor onbepaalde duur heeft 4% de Oekraïense, 3% de Bulgaarse en 2% de Surinaamse nationaliteit. De Indiase en Amerikaanse kennismigrant stromen daarentegen minder vaak door naar verblijf voor onbepaalde duur. Van de kennismigranten heeft 33% de Indiase nationaliteit en 13% de Amerikaanse nationaliteit. 5% van de Indiase kennismigranten en 3% van de Amerikaanse kennismigrant wordt in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur. Van de kennismigrant die doorstroomt naar verblijf voor onbepaalde duur is 56% man en 44% vrouw. Uit paragraaf 4.1 blijkt dat van de kennismigranten 76% man is en 24% vrouw. Vergeleken met de mannen stroomt dus een groter deel van de vrouwelijke kennismigranten door naar verblijf voor onbepaalde duur.
Pagina 51 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 34: Aantal kennismigranten dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur onderverdeeld naar top 10 nationaliteiten en man-vrouw verhouding, 2005-2011.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Vrouw Man
In grafiek 34 is van de top 10 aan nationaliteiten de verhouding man-vrouw weergegeven van de kennismigranten die in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur. Het aandeel man is bij de Indiase nationaliteit veel groter dan gemiddeld, namelijk 94%. Het aandeel vrouw is bij de Chinese nationaliteit het grootste (57%). Het aandeel van vrouwelijke Chinese kennismigranten is 33% (zie paragraaf 4.3/grafiek 11). Hieruit blijkt dat de vrouwelijke Chinese kennismigrant vaker dan de mannelijke Chinese kennismigrant in het bezit worden gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur. 6.3
Doorstroom naar naturalisatie In grafiek 35 is per jaar te zien hoeveel kennismigranten door middel van naturalisatie het Nederlanderschap hebben verkregen. Hierbij is gekeken naar de vreemdelingen die in de periode 2005-2011 in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant. Dit betroffen zowel de vreemdeling van wie de eerste verblijfsvergunning een kennismigrantenvergunning was, als de vreemdeling die via een wijziging beperking in het bezit is gesteld van een verblijfvergunning als kennismigrant. Vervolgens is nagegaan wie van deze groep door middel van naturalisatie Nederlander is geworden. 520 kennismigranten hebben het Nederlanderschap verkregen door middel van naturalisatie. Van 2005 tot 2011 is een stijgende lijn te zien van het aantal kennismigranten die naturaliseren, van 10 in 2005 tot 200 in 2011. In 2009 en 2010 is het aantal stabiel met 110 genaturaliseerde kennismigranten per jaar. In grafiek 36 is van de kennismigranten die zijn genaturaliseerd een verdeling naar de top 10 aan nationaliteiten te zien. De top 10 bestaat uit 11 nationaliteiten, omdat de gedeelde 10de plaats uit de Israëlische en Indiase nationaliteit bestaat.
Pagina 52 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 35: Aantal kennismigranten dat door middel van naturalisatie het Nederlanderschap heeft verkregen, 2005-2011.
250
200
150
100
50
0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Grafiek 36: Aantal kennismigranten dat door middel van naturalisatie het Nederlanderschap heeft verkregen onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2005-2011.
180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Wanneer deze top 10 wordt vergeleken met de top 10 van nationaliteiten (zie paragraaf 4.2) die in het bezit wordt gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant, valt op dat kennismigranten met de Surinaamse of de Chinese nationaliteit vaker naturaliseren. Waar minder dan 1% van de kennismigranten de Surinaamse nationaliteit heeft, is de Surinaamse kennismigrant de grootste groep die naturaliseert (19%). 6% van de kennismigranten heeft de Chinese nationaliteit, van de groep kennismigranten die naturaliseert heeft 14% de Chinese nationaliteit. Zes van de tien nationaliteiten die in de top 10 van genaturaliseerde kennismigranten voorkomen, komen niet voor in de top 10 van nationaliteiten die in het bezit worden gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant. Pagina 53 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Dit betreffen de volgende nationaliteiten: Surinaamse, Oekraïense, Marokkaanse, Indonesische, Iraanse en Israëlische nationaliteit. De kennismigranten met deze nationaliteiten naturaliseren vaker dan kennismigranten met een andere nationaliteit. De Indiase, Amerikaanse en Japanse kennismigranten stromen daarentegen minder vaak door naar naturalisatie. Van de kennismigranten heeft 32% de Indiase nationaliteit, 13% de Amerikaanse nationaliteit en 6% de Japanse nationaliteit (zie paragraaf 4.2, grafiek 6). 2% van de Indiase kennismigranten, 1% van de Amerikaanse kennismigrant en minder dan 1% van de Japanse kennismigranten verkrijgt het Nederlanderschap door middel van naturalisatie. Van de kennismigrant die naturaliseert is 53% man en 47% vrouw. Uit paragraaf 4.1 blijkt dat van de kennismigranten 76% man is en 24% vrouw. Vergeleken met de mannen verkrijgt dus een groter deel van de vrouwelijke kennismigranten het Nederlanderschap door middel van naturalisatie. Grafiek 37: Aantal kennismigranten dat door middel van naturalisatie het Nederlanderschap heeft verkregen onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en man-vrouw verhouding, 2005-2011.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Vrouw Man
Het aandeel mannelijke kennismigranten dat naturaliseert is bij de Marokkaanse (93%), Indiase (83%), Zuid-Afrikaanse (73%) en Iraanse (69%) nationaliteit veel groter dan gemiddeld (zie grafiek 37). Het aandeel vrouwelijke kennismigranten dat naturaliseert is bij de Russische (75%) nationaliteit veel groter dan gemiddeld. Het aandeel vrouwelijke Chinese (60%) kennismigranten dat naturaliseert is groter dan gemiddeld.
Pagina 54 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
7
Student en het zoekjaar afgestudeerden
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de studenten die doorstromen naar een verblijfsdoel als kennismigrant. Verder wordt gekeken naar de doorstroom van de beperking zoekjaar afgestudeerden naar kennismigrant. 7.1
Doorstroom student naar kennismigrant In grafiek 37 is per jaar te zien hoeveel studenten in de referentieperiode in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in deze referentieperiode in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant, onderzoeker EG 2005/71, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker, wetenschappelijk onderzoeker of arbeid als zelfstandige waarbij getoetst is aan het puntensysteem (zie paragraaf 2.9). Hierbij is gekeken naar de vreemdelingen die in de periode 2005-2011 in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning studie aan hoger onderwijs of een verblijfsvergunning studie voortgezet-/beroepsonderwijs. Dit betroffen zowel de vreemdelingen waarvan de eerste verblijfsvergunning een verblijfsvergunning voor studie was, als de vreemdelingen die via een wijziging beperking in het bezit zijn gesteld van een verblijfvergunning voor studie. Vervolgens is nagegaan hoeveel studenten zijn verblijfsvergunning heeft gewijzigd en in het bezit is gesteld van een van de verblijfsvergunningen als kennismigrant. Vervolgens zijn de vreemdelingen geselecteerd die eerst in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning voor studie en op een later tijdstip in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant. Deze groep wordt in grafiek 38 weergegeven. Grafiek 38: Aantal studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een kennismigrantenverblijfsdoel.
1.200
Arbeid als zelfstandige
1.000 Wetenschappelijk onderzoeker
800
Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker
600 400
Onderzoeker EG 2005/71 200 Kennismigrant
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Pagina 55 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
In de periode 2005-2011 is het aantal studenten dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant als volgt: • Kennismigrant: 2.730 • Onderzoeker EG 2005/71: 280 • Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker: 60 • Wetenschappelijk onderzoeker: 10 • Arbeid als zelfstandige: 60 Het overgrote deel van de studenten dat in deze periode doorstroomt, stroomt door naar de verblijfsvergunning als kennismigrant (87%). 9% van de studenten die een van deze vijf verblijfsvergunningen aanvraagt, stroomt door een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71. Van de student die zijn verblijfsvergunning wijzigt naar een van de verblijfsgunningen als kennismigrant, is 54% man en 46% vrouw. Van de gehele populatie studenten (2005-2011) is 49% man en 51% vrouw. De mannelijke studenten wijzigen hun verblijfsvergunning dus iets vaker naar een van de verblijfsvergunningen als kennismigrant dan de vrouwelijke studenten. In grafiek 39 is van de referentiegroep studenten die doorstromen naar kennismigratie per verschillend verblijfsdoel kennismigrant de verhouding manvrouw weergegeven. Hierbij valt op dat het aandeel vrouwen bij de student die doorstroomt naar kennismigrant (47%), wetenschappelijk onderzoeker (64%) of arbeid als zelfstandige (57%) hoger is dan het aandeel vrouwen bij het aanvragen van de eerste verblijfsvergunning als kennismigrant (24%), wetenschappelijk onderzoeker (42%) of arbeid als zelfstandige (21%) (zie grafiek 5/ paragraaf 4.1). De verhouding man-vrouw bij de studenten die de verblijfsvergunning wijzigt in onderzoeker EG 2005/71 of onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker komt overeen met de man-vrouw verhouding bij de aanvragen om een eerste verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 of onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker. Grafiek 39: Studenten die in de periode 2005-2011 in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit zijn gesteld van een kennismigrantenverblijfsdoel, verdeling man-vrouw per verblijfsdoel.
70% 66%
60% 61%
57%
50% 40%
64%
53% 47% 43% 39%
30%
34%
36%
Vrouw Man
20% 10% 0% Kennismigrant
Pagina 56 van 95
Onderzoeker EG Onbezoldigd Wetenschappelijk 2005/71 wetenschappelijk onderzoeker onderzoeker
Arbeid als zelfstandige *
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Van de studenten die doorstromen naar een van de verblijfsvergunningen als kennismigrant is de top 3 wat nationaliteit betreft als volgt: Van student naar kennismigrant (zie grafiek 40): 1. Chinese (30%) 2. Indiase (9%) 3. Indonesische (9%) De top tien bestaat uit 11 nationaliteiten aangezien de Colombiaanse en Oekraïense nationaliteit op een gedeelde 10de plaats staan. Grafiek 40: Aantal studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant, onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
Van student naar onderzoeker EG 2005/71 (zie grafiek 41): 1. Chinese (18%) 2. Pakistaanse (9%) 3. Indiase (7%) De top tien bestaat uit 11 nationaliteiten aangezien de Canadese en Thaise nationaliteit op een gedeelde 10de plaats staan.
Pagina 57 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 41: Aantal studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71, onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Van student naar onbezoldigde wetenschappelijk onderzoeker50: • gedeelde 1ste plaats: Chinese (16%) en Pakistaanse (16%) • 3de plaats: Indonesische (11%) De meest voorkomende nationaliteit bij de student die zijn verblijfsvergunning naar wetenschappelijk onderzoeker51 wijzigt, is de Chinese nationaliteit (27%). De overige nationaliteiten (Boliviaanse, Ghanese, Indiase, Indonesische, Japanse, Kameroense, Mexicaanse en Thaise) komen onderling net zo vaak voor (ieder 9%). De twee meest voorkomende nationaliteiten bij de studenten die doorstromen naar arbeid als zelfstandige52 zijn de Japanse (9%) en de Russische (9%) nationaliteit. Op de gedeelde derde plaats met 7% staan de Argentijnse, Chinese, Georgische, Israëlische, Servische en Zuid-Koreaanse nationaliteit. De studenten die hun verblijfsvergunning hebben gewijzigd naar een verblijfsvergunning als kennismigrant (grafiek 42) of onderzoeker 2005/71 EG (grafiek 43)53 zijn nadat zij zijn uitgesplitst naar nationaliteit onderverdeeld naar geslacht.
50 51 52 53
De studenten die doorstromen naar onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker worden in verband met de kleine aantallen niet in een grafiek weergegeven. De studenten die doorstromen naar wetenschappelijk onderzoeker worden in verband met de kleine aantallen niet in een grafiek weergegeven. De studenten die doorstromen naar arbeid als zelfstandige worden in verband met de kleine aantallen niet in een grafiek weergegeven.
De wetenschappelijk onderzoeker, onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker en de zelfstandige worden in verband met de kleine aantallen niet naar geslacht en nationaliteit uitgesplitst. Pagina 58 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 42: Aantal studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant, onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en man-vrouw verhouding.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Vrouw Man
Bij de studenten die doorstromen naar de kennismigrantenregeling is de gemiddelde man-vrouw verhouding 53% man en 47% vrouw. De nationaliteit waarbij de mannen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 53% is (zie grafiek 42) de Indiase (83% man). De nationaliteiten waarbij de vrouwen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 47% zijn (zie grafiek 42): • Taiwanese 73% vrouw • Russische 72% vrouw • Oekraïense 70% vrouw Bij de studenten die doorstromen naar onderzoeker 2005/71 EG is de gemiddelde man-vrouw verhouding 61% man en 39% vrouw. De nationaliteit waarbij de mannen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 61% zijn (zie grafiek 43): • Ethiopische 90% man • Indiase 80% man De nationaliteit waarbij de vrouwen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde van 47% zijn (zie grafiek 43): • Canadese 57% vrouw • Indonesische 53% vrouw
Pagina 59 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 43: Aantal studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71, onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en man-vrouw verhouding.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40%
Vrouw
30% 20% 10%
Man
0%
Van de studenten die hun verblijfsvergunning hebben gewijzigd in een verblijfvergunning als kennismigrant is nagegaan in welke arbeidsmarktsector zij werkzaam zijn54. In tabel 5 is de verdeling naar sector weergegeven. Tabel 5: De arbeidsmarktsectoren waar de student die in de periode 2005-2011 het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant werkzaam is.
Sector kennismigrant Wetenschappelijk onderwijs IT en overige zakelijke diensten Onbekend Industrie Financiele diensten Handel Gezondheidszorg en welzijnszorg Onderwijs Vervoer en telecom Toerisme en overige diensten Delfstoffen Bouw en bouwinstallatie Horeca en catering Openbaar nut Landbouw en visserij Openbaar bestuur Totaal
% 23% 21% 13% 11% 11% 8% 3% 2% 2% 2% 1% 1% 1% 1% 1% 0% 100%
In paragraaf 5.1 is de verdeling van de arbeidsmarktsectoren weergegeven van de kennismigranten aan wie de eerste verblijfsvergunning is verleend. Vergeleken met deze groep is de kennismigrant die vanuit studie is doorgestroomd naar kennismigrant vaker werkzaam in het wetenschappelijk onderwijs. 23% van de studenten die doorstroomt naar kennismigrant is werkzaam in de sector ‘wetenschappelijk onderwijs’ in vergelijking met 10% van
54
In INDIS is aangegeven is welke sector de kennismigrant werkzaam is. De sector is echter niet aangegeven bij de onderzoeker EG 2005/71. Pagina 60 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
de gemiddelde populatie kennismigranten zoals genoemd in hoofdstuk 5. Verder valt op dat van de studenten die de verblijfsvergunning wijzigt in kennismigrant, 1% in de sector ‘delfstoffen’ werkzaam is en dat van de kennismigranten zoals genoemd in hoofdstuk 5 een groter deel, namelijk 5% in deze sector werkzaam is. 7.2
Doorstroom zoekjaar afgestudeerde naar kennismigrant In grafiek 44 is per jaar te zien hoeveel vreemdelingen die in het bezit waren van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerden in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning op grond van de kennismigrantenregeling. Hierbij is gekeken naar de vreemdelingen die in de periode 2008-2011 in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerden55. Vanaf 20 december 2007 is de zoekperiode voor in Nederland afgestudeerde vreemdelingen verlengd van drie maanden naar één jaar. Hierdoor is naar de groep gekeken die in de periode 2008-2011 in het bezit zijn gesteld van de verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerden. Vervolgens is nagegaan wie van deze groep zijn verblijfsvergunning heeft gewijzigd en in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant. Vervolgens zijn de vreemdelingen geselecteerd die eerst in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerden en op een later tijdstip in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant. Deze groep wordt in grafiek 44 weergegeven. Grafiek 44: Aantal vreemdelingen dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde en vervolgende in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar jaar en geslacht.
450 400 350 300 250 Man
200
Vrouw 150 100 50 0 2008
2009
2010
2011
In totaal zijn in de periode 2008-2011 5.050 verblijfsvergunningen zoekjaar afgestudeerde afgegeven. In de periode 2008-2011 zijn in totaal 1.110 vreemdelingen van zoekjaar afgestudeerde doorgestroomd naar een verblijfsvergunning als kennismigrant. Gemiddeld stroomt 18% van de vreemdelingen van zoekjaar afgestudeerde door naar kennismigrant.
55
Vanaf 20 december 2007 is de zoekperiode voor in Nederland afgestudeerde vreemdelingen verlengd van drie maanden naar één jaar. Hierdoor is naar de groep gekeken die in de periode 2008-2011 in het bezit zijn gesteld van de verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerden. Pagina 61 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
In grafiek 44 is de verhouding man-vrouw te zien. In totaal is 49% van de vreemdelingen die van zoekjaar afgestudeerden doorstroomt naar kennismigrant man en 51% vrouw. Uit grafiek 5 / paragraaf 4.1 blijkt dat van de kennismigranten 76% man en 24% vrouw is. Vergeleken met de gemiddelde kennismigrant stroomt dus een groter deel van de vrouwelijke vreemdelingen van het zoekjaar afgestudeerde door naar verblijf als kennismigrant. Van de vreemdelingen die van zoekjaar afgestudeerde doorstromen naar kennismigrant is de top 3 wat nationaliteit betreft als volgt (zie grafiek 45): 1. Chinese (31%) 2. Indonesische (11%) 3. Indiase (7%) Grafiek 45: Aantal vreemdelingen dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde en vervolgende in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
400 350 300 250 200 150 100 50 0
Pagina 62 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 46: Aantal vreemdelingen dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde en vervolgende in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en verhouding man-vrouw.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
vrouw man
De vreemdelingen die hun verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde hebben gewijzigd naar een verblijfsvergunning als kennismigrant zijn nadat zij zijn uitgesplitst naar nationaliteit onderverdeeld naar geslacht. De gemiddelde manvrouw verhouding bij deze groep is 49% man en 51% vrouw. De nationaliteit waarbij de mannen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met de rest van deze groep is (zie grafiek 46) de Indiase (81% man). De nationaliteiten waarbij de vrouwen een opvallend groter aandeel hebben vergeleken met het gemiddelde zijn (zie grafiek 46): • Russische (80%) • Taiwanese (79%) Van de vreemdelingen die hun verblijfsvergunning hebben gewijzigd van zoekjaar afgestudeerden in een verblijfvergunning als kennismigrant is nagegaan in welke sector zij werkzaam zijn. In tabel 6 is de verdeling naar sector weergegeven. In paragraaf 5.1 is de verdeling van de arbeidsmarktsectoren weergegeven van de kennismigrant aan wie de eerste verblijfsvergunning is verleend. De verdeling naar sector komt in beide populaties kennismigranten voor een groot deel overeen. Zo komen in de top 5 in beide populaties dezelfde sectoren voor. In beide populaties zijn de meeste kennismigranten werkzaam in de sector IT en overige zakelijke diensten. Het aandeel dat in deze sector werkzaam is, verschilt onderling wel. Van de gemiddelde populatie kennismigranten (zie paragraaf 5.1) is 38% werkzaam in deze sector. Van de vreemdelingen die via zoekjaar afgestudeerde naar kennismigrant doorstromen is 23% in deze sector werkzaam.
Pagina 63 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Tabel 6: De arbeidsmarktsectoren waar de vreemdeling die van zoekjaar afgestudeerde naar kennismigrant is doorgestroomd, werkzaam is.
Sector kennismigrant IT en overige zakelijke diensten Onbekend Industrie Handel Wetenschappelijk onderwijs Financiele diensten Gezondheidszorg en welzijnszorg Vervoer en telecom Onderwijs Toerisme en overige diensten Bouw en bouwinstallatie Delfstoffen Horeca en catering Openbaar nut Openbaar bestuur Landbouw en visserij Totaal
Pagina 64 van 95
% 23% 16% 12% 12% 9% 9% 4% 3% 3% 2% 2% 2% 2% 1% 1% 1% 100%
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
8
Kennismigratie in Europa
In de volgende paragrafen wordt het aantal kennismigranten en onderzoekers in de EER56 in de periode 2008-2011 met elkaar vergeleken. Hierbij is gebruik gemaakt van Eurostat-cijfers. Deze cijfers betreffen het aantal eerste verleende verblijfsvergunningen exclusief EU-burgers en inclusief de Burgers van Noorwegen, IJsland, Liechtenstein. Onder de clustering ‘highly skilled workers’ valt de beperking kennismigrant. Onder de clustering ‘researcher’ vallen de onderzoeker EG 2005/71, wetenschappelijk onderzoeker en onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker. Overigens hebben niet alle EER-landen alle benodigde cijfers geleverd. Van een aantal landen is dus in de periode 20082011 niet of gedeeltelijk bekend hoeveel kennismigranten en onderzoekers zijn toegelaten. Arbeid als zelfstandige komt in dit hoofdstuk niet aan bod. 8.1
Kennismigranten (highly skilled workers) In tabel 7 wordt de top 5 van landen waar de meeste kennismigranten zijn toegelaten weergegeven. Om de verhouding met het land weer te geven wordt in tabel 7 de populatie van het betreffende land weergegeven die werkzaam is en een leeftijd heeft van tussen de 15 en 65 jaar57. Dit betreft de populatie van 2011. Wanneer naar de verhouding tussen aantal kennismigranten en de werkzame populatie wordt gekeken, heeft Denemarken naar verhouding de meeste kennismigranten. Nederland staat op de tweede plaats, gevolgd door Zweden op de derde plaats, het Verenigd Koninkrijk op de vierde plaats en Frankrijk op de vijfde plaats. Tabel 7: De top 5 EER-landen met meest toegelaten kennismigranten in de periode 2008-2011.
Land Verenigd Koninkrijk Nederland Denemarken Zweden Frankrijk
56 57
Aantal kenismigranten 2008-2011 52.950 22.430 13.140 10.690 9.750
Werkzame populatie van 15-65 jaar 28.207.300 8.231.700 2.643.100 4.529.400 25.582.500
De landen die tot de EER behoren zijn naast de EU-landen IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. De bron van deze cijfers is Eurostat Pagina 65 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 47: Aantal toegelaten kennismigranten in de EER, 2008-2011.
60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000
Verenigd Koninkrijk Nederland Denemarken Zweden Frankrijk Spanje Noorwegen Ierland België Italië Oostenrijk Cyprus Portugal Finland Duitsland Letland Luxemburg Tsjechië Polen Bulgarije Estland Griekenland Litouwen Hongarije Malta Roemenië Slovenië Slowakije
-
In grafiek 47 is te zien hoeveel kennismigranten in de periode van 2008-2011 in de verschillende EER- landen zijn toegelaten. IJsland en Liechtenstein hebben geen data wat toegelaten kennismigranten betreft aangeleverd en zijn hierdoor niet in grafiek 47 opgenomen. Het Verenigd koninkrijk heeft ruim tweemaal zoveel kennismigranten toegelaten dan Nederland. Overigens schaart het Verenigd Koninkrijk de toegelaten onderzoekers ook onder kennismigratie. Wanneer bij Nederland het aantal toegelaten onderzoekers wordt geteld (zie paragraaf 8.2), evenaart Nederland het Verenigd Koninkrijk niet. Ook dan heeft het Verenigd Koninkrijk tweemaal zoveel kennismigranten dan Nederland. Overigens heeft het Verenigd koninkrijk een ruim driemaal zo grote beroepsbevolking. Vergeleken met Frankrijk doet Nederland het gelet op de grootte van de beroepsbevolking van beide landen goed. Ondanks dat Frankrijk een beroepsbevolking heeft die driemaal zo groot is vergeleken met Nederland, heeft Nederland ruim tweemaal zoveel kennismigranten dan Frankrijk. 8.1.1
Kennismigranten in de top 5 landen In grafiek 48 wordt van de top 5 landen waar de meeste kennismigranten zijn toegelaten per jaar het aantal weergegeven. Uit deze grafiek blijkt dat het aantal kennismigranten in het Verenigd Koninkrijk in 2009 vergeleken met 2008 een scherpe stijging laat zien om vervolgens in 2010 en 2011 te dalen. Nederland is in 2008 nog het land met de meeste toegelaten kennismigranten. In 2009, 2010 en 2011 staat Nederland op de tweede plaats. In 2008 zijn geen data beschikbaar van het aantal kennismigranten in Zweden en Denemarken. Zweden en Frankrijk laten in de onderzochte periode een stijgend aantal toegelaten kennismigranten zien. In Denemarken stijgt het aantal kennismigranten in 2010 ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2011 daalt in Denemarken het aantal kennismigranten.
Pagina 66 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 48: De top 5 EER-landen met meest toegelaten kennismigranten in de periode 2008-2011.
20.000 18.000 16.000 14.000 Verenigd Koninkrijk
12.000
Nederland
10.000
Denemarken
8.000
Zweden
6.000
Frankrijk
4.000 2.000 2008
2009
2010
2011
In de grafieken 49 t/m 53 wordt van respectievelijk het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Denemarken, Zweden en Frankrijk de top 10 van nationaliteiten van de toegelaten kennismigranten weergegeven. Uit de grafieken blijkt dat in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Denemarken en Zweden de grootste groep kennismigranten de Indiase nationaliteit bezit. In deze vier landen hebben tussen de 32% en 51% van de kennismigranten de Indiase nationaliteit. In Frankrijk nemen de Indiase kennismigranten de tweede plaats in na de Amerikaanse kennismigranten. Verder is te zien dat de Chinese, Russische en Canadese kennismigrant in de top 10 voor komt van alle vijf de landen. Wanneer per jaar en per nationaliteit wordt gekeken, valt op dat de kennismigranten met de Pakistaanse nationaliteit zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Denemarken in 2011 een sterke daling laat zien ten opzichte van het jaar daarvoor, namelijk een daling van respectievelijk 33% (daling van 430 kennismigranten) en 63% (daling van 630 kennismigranten). Daarentegen stijgt het aantal kennismigranten met de Pakistaanse nationaliteit van 2010 tot 2011 in Zweden met 197% (stijging van 130 kennismigranten).
Pagina 67 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Grafiek 49: Kennismigranten in het Verenigd Koninkrijk 2008-2011 18.000 9.000 16.000 8.000 14.000 7.000 6.000 12.000 5.000 10.000 4.000 8.000 3.000 6.000 2.000 4.000 1.000 2.000 -
Grafiek 50: Kennismigranten in Nederland 2008-2011
-
Grafiek 51: Kennismigranten in Denemarken 2008-2011
Grafiek 52: Kennismigranten in Zweden 2008-2011
6.000
6.000
5.000
5.000
4.000
4.000
3.000
3.000
2.000
2.000
1.000
1.000
-
-
Grafiek 53: Kennismigranten Frankrijk 2008-2011 2.500 2.000 1.500 1.000 500 -
8.2
Onderzoekers (researchers) Onder de clustering ‘researcher’ vallen wat Nederland betreft de onderzoeker EG 2005/71, wetenschappelijk onderzoeker en onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker. In grafiek 54 is te zien hoeveel onderzoekers in de periode van 2008-2011 in de verschillende EU landen en Noorwegen zijn toegelaten. IJsland en Liechtenstein hebben geen data wat toegelaten onderzoekers betreft aangeleverd en zijn hierdoor niet in grafiek 55 opgenomen. In tabel 8 wordt de top 5 van landen waar de meeste onderzoekers zijn toegelaten weergegeven. Om de verhouding met het land weer te geven wordt in tabel 8 de populatie van het betreffende
Pagina 68 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
land weergegeven die werkzaam is en een leeftijd heeft van tussen de 15 en 65 jaar58. Dit betreft de populatie van 2011. Tabel 8: De top 5 EER-landen met meest toegelaten onderzoekers in de periode 2008-2011.
Land Frankrijk Nederland Zweden Denemarken Spanje
Aantal onderzoekers 2008-2011 8.510 5.270 2.930 2.380 1.830
Werkzame populatie van 15-65 jaar 25.582.500 8.231.700 4.529.400 2.643.100 4.529.400
Grafiek 54: Aantal toegelaten onderzoekers in de EER, 2008-2011.
Frankrijk Nederland Zweden Denemarken Spanje Noorwegen Italië Oostenrijk Ierland Finland Duitsland België Hongarije Tsjechië Griekenland Polen Estland Luxemburg Slovenië Slowakije Roemanië Letland Litouwen Bulgarije Cyprus Malta Portugal Verenigd Koninkrijk
9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 -
Net zoals bij de kennismigranten neemt Nederland bij het aantal toegelaten onderzoekers de tweede plaats in vergeleken met de andere EER landen. De vier EER landen met de meeste toegelaten onderzoekers komen ook voor in de top 5 van de EER landen met de meeste toegelaten kennismigranten. Waar Frankrijk wat kennismigranten betreft de vijfde plaats inneemt, neemt het de eerste plaats in wat onderzoekers betreft. Wanneer de aantallen ‘highly skilled workers’ (paragraaf 8.1) en de aantallen ‘researchers’ bij elkaar worden genomen, ontstaat de volgende top 5 wat EER landen betreft: 1. 2. 3. 4. 5.
Verenigd Koninkrijk (52.950) Nederland (27.700) Frankrijk (18.260) Denemarken (15.520) Zweden (13.620)
Ook nu neemt Nederland een tweede plaats in vergelijking met de EU landen en Noorwegen.
58
De bron van deze cijfers is Eurostat Pagina 69 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
8.2.1
Onderzoekers in de top 4 landen In grafiek 55 wordt van de top 4 landen waar de meeste onderzoekers zijn toegelaten per jaar het aantal weergegeven. Grafiek 55: De top 4 EER-landen met meest toegelaten onderzoekers in de periode 2008-2011.
2.500
2.000
1.500
Frankrijk Nederland
1.000
Zweden Denemarken
500
2008
2009
2010
2011
Nederland laat wat het aantal onderzoekers betreft in de periode 2008-2011 een lichte stijgende lijn zien. In Frankrijk, Zweden en Denemarken is in 2011 vergeleken met het jaar daarvoor een lichte daling van het aantal toegelaten onderzoekers. Grafiek 56: Onderzoekers Frankrijk 2008-2011
Grafiek 57: Onderzoekers Nederland 2008-2011 2.000 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 -
2.500 2.000 1.500 1.000 500 -
Grafiek 58: Onderzoekers Zweden 2008-2011
Grafiek 59: Onderzoekers Denemarken 2008-2011
800
700
700
600
600
500
500
400
400 300
300
200
200 100
100
-
-
Pagina 70 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
In de grafieken 56 t/m 59 wordt van respectievelijk Frankrijk, Nederland, Zweden en Denemarken de top 10 van nationaliteiten van de toegelaten onderzoekers weergegeven. Uit paragraaf 4.2 en 5.4 blijkt dat in Nederland het aandeel van Chinese wetenschappelijk onderzoekers groot is. Dit blijkt dus ook het geval te zijn in Frankrijk, Zweden en Denemarken. In Frankrijk, Nederland, Zweden en Denemarken heeft tussen de 15% en 26% van de onderzoekers van Chinese nationaliteit. De Indiase, Amerikaanse en Japanse onderzoeker komt in de top 10 voor bij alle vier de landen. 8.3
Europese blauwe kaart In 2011 zijn in de volgende zes landen vergunningen met als verblijfsdoel Europese blauwe kaart afgegeven: 1. Spanje 110 2. Oostenrijk 40 3. Letland minder dan 10 4. Bulgarije minder dan 10 5. Hongarije minder dan 10 6. Slovenië minder dan 10 Grafiek 60: Aantal afgegeven Europese blauwe kaarten in de EER in 2011.
120 100 80 60 40 20 0 Spanje
Oostenrijk
Letland
Bulgarije
Hongarije
Slovenië
In grafiek 60 is van de hierboven genoemde zes landen te zien hoeveel verblijfsvergunningen met als verblijfsdoel Europese blauwe kaart 2011 zijn afgegeven. Gezien de lage aantallen worden de afgegeven Europese blauwe kaarten niet onderverdeeld naar nationaliteit. In de andere landen zijn of geen Europese blauwe kaarten afgegeven of is er geen data beschikbaar. In totaal zijn er in 2011, voor zover de landen cijfers hebben geleverd, 160 Europese blauwe kaarten afgegeven. De uiterste implementatiedatum voor de richtlijn Europese blauwe kaart was 19 juni 2011. Op deze datum hadden Duitsland, Italië, Malta, Polen, Portugal en Zweden de richtlijn nog niet geïmplementeerd.
Pagina 71 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Bijlage tabellen
De aantallen in het rapport zijn afgerond op tientallen. Bij een afgeronde opsomming kan het voorkomen dat de (afgeronde) delen niet optellen tot de (afgeronde) som. De opsomming is in dat geval niet kloppend gemaakt om zo dicht mogelijk bij de niet-afgeronde aantallen te blijven. Om dezelfde reden zijn percentages berekend op basis van de desbetreffende niet-afgeronde aantallen. Tabellen hoofdstuk 3 Beslissingen op aanvragen 1ste verlening verblijfsvergunning Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning kennismigrant (eerste aanleg) naar soort beslissing, 2008-2011.
Afdoening
2008
Inwilliging
6.650
98%
%
2009 5.060
98%
5.440
99%
5.880
98%
23.020
98%
Afwijzing
50
1%
50
1%
10
0%
50
1%
150
1%
Overig*
80
1%
60
1%
30
0%
50
1%
210
Totaal
6.780
100%
5.160
%
100%
2010
5.470
%
100%
2011
5.980
%
100%
Totaal
23.390
%
1% 100%
* Overig: buiten behandeling, fictieve weigering, ingetrokken enz.
Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 (eerste aanleg) naar soort beslissing, 2008-2011.
Afdoening
2008
%
Inwilliging
220
98%
2009 1.100
98%
%
2010 1.410
Afwijzing
% 100%
2011 1.610
%
Totaal
100%
4.340
% 99%
< 10
2%
20
2%
10
0%
< 10
0%
30
0%
Overig
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
0
1%
Totaal
220
100%
1.120
100%
1.420
100%
1.610
100%
4.370
100%
Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning Europese blauwe kaart (eerste aanleg) naar soort beslissing, 2011.
Afdoening Inwilliging Afwijzing
2011 0 0
% 0% 0%
Overig
< 10
100%
Totaal
< 10
100%
Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker (eerste aanleg) naar soort beslissing, 2008-2011.
Afdoening
2008
%
2009
%
Inwilliging
490
98%
200
93%
Afwijzing
2010
%
2011
%
Totaal
%
60
95%
20
85%
760
96% 2%
10
1%
< 10
2%
0
0%
< 10
0,05
10
Overig
< 10
0%
10
5%
< 10
5%
< 10
0,1
20
2%
Totaal
500
100%
210
100%
100%
790
100%
Pagina 72 van 95
60
100%
20
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning als wetenschappelijk onderzoeker (eerste aanleg) naar soort beslissing, 20082011.
Afdoening
2008
%
%
2010
%
2011
%
Totaal
Inwilliging
160
99%
10
100%
<10
80%
0
-
180
99%
Afwijzing
< 10
1%
0
0%
0
0%
0
-
<10
0,5%
< 10
20%
0
-
<10
0,5%
10
100%
0
-
180
100%
Overig
0
Totaal
160
2009
0%
0
0%
100%
10
100%
%
Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning zoekjaar hoogopgeleiden (eerste aanleg) naar soort beslissing, 2008-2011.
Afdoening
2009
Inwilliging
%
20
2010
60%
50
% 89%
2011
% Totaal
40
86%
110
% 82%
Afwijzing
10
20%
< 10
3%
< 10
7%
10
8%
Overig
10
20%
10
8%
< 10
7%
10
10%
Totaal
30
100%
60
100%
100%
130
100%
40
Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning arbeid als zelfstandige met toetsing aan puntensysteem (eerste aanleg) naar soort beslissing, 2008-2011.
Afdoening Inwilliging Afwijzing Overig Totaal
2008 20 150 50 220
% 8% 68% 24% 100%
2009 30 360 30 420
% 7% 86% 7% 100%
2010 50 390 20 460
% 10% 85% 5% 100%
2011 50 180 20 240
% Totaal 20% 140 74% 1.080 6% 120 100% 1.340
% 11% 80% 9% 100%
Aantal en percentages beslissingen op aanvragen om een verblijfsvergunning arbeid als zelfstandige alle aanvragen (met en zonder toetsing aan puntensysteem)(eerste aanleg) naar soort beslissing, 2008-2011.
Afdoening Inwilliging Afwijzing Overig Totaal
2008 2.770 300 140 3.200
% 87% 9% 4% 100%
2009 1.500 940 120 2.560
% 59% 37% 5% 100%
2010 1.140 850 90 2.080
% 55% 41% 4% 100%
2011 900 840 120 1.860
% Totaal 49% 6.320 45% 2.920 6% 460 100% 9.690
% 65% 30% 5% 100%
Tabellen hoofdstuk 4 Inwilligingen 1ste verlening verblijfsvergunning onderverdeeld naar geslacht Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar geslacht, 2008-2011.
Geslacht
2008
Vrouw
1.600
24%
%
2009 1.170
23%
%
2010 1.270
23%
%
2011 1.380
23%
%
Totaal 5.410
24%
%
Man
5.040
76%
3.890
77%
4.170
77%
4.510
78%
17.610
76%
Totaal
6.650
100%
5.060
100%
5.440
100%
5.880
100%
23.020
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 onderverdeeld naar geslacht, 2008-2011.
Geslacht Vrouw
2008 90
%
2009
%
2010
%
40%
440
40%
540
38%
2011 670
% 41%
Totaal 1.740
% 40%
Man
130
60%
660
60%
870
62%
940
59%
2.600
60%
Totaal
220
100%
1.100
100%
1.410
100%
1.610
100%
4.340
100% Pagina 73 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar geslacht, 2008-2011.
Geslacht
2008
%
2009
%
2010
%
2011
%
Totaal
%
Vrouw
180
38%
90
43%
30
49%
10
53%
310
40%
Man
300
62%
110
57%
30
51%
10
47%
450
60%
Totaal
490
100%
200
100%
60
100%
20
100%
760
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar geslacht, 2008-2011.
Geslacht
2008
Vrouw
70
%
2009
%
2010
%
2011
%
43%
< 10
36%
< 10
25%
0
-
Totaal
%
7.580
42%
Man
90
57%
10
64%
< 10
75%
0
-
100
58%
Totaal
160
100%
10
100%
< 10
100%
0
-
180
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als arbeid als zelfstandige met toetsing aan puntensysteem onderverdeeld naar geslacht, 2008-2011.
Geslacht Vrouw Man Totaal
2008 10 10 20
% 2009 39% 10 61% 20 100% 30
% 2010 20% 10 80% 40 100% 50
% 2011 11% 10 89% 40 100% 50
% Totaal 26% 30 74% 110 100% 140
% 21% 79% 100%
Inwilligingen 1ste verlening verblijfsvergunning onderverdeeld naar nationaliteiten Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit
2008
%
2011
%
Indiase
2.120
32%
%
2009 1.590
31%
%
2010 1.730
32%
2020
34%
Totaal 7.450
32%
%
Amerikaanse
840
13%
700
14%
770
14%
780
13%
3.090
13%
Chinese
350
5%
310
6%
340
6%
320
5%
1.310
6%
Japanse
320
5%
310
6%
300
5%
360
6%
1.290
6%
Turkse
340
5%
260
5%
440
8%
310
4%
1.250
5%
Roemeense
180
3%
120
2%
150
3%
230
4%
680
3%
Russische
180
3%
150
3%
150
3%
180
3%
660
3%
Zuid-Afrikaanse
260
4%
140
3%
100
2%
130
2%
620
3%
Australische
160
2%
150
3%
130
2%
130
2%
570
2%
Canadese
160
2%
140
3%
130
2%
140
2%
570
2%
Zuidkoreaanse
90
1%
90
2%
100
2%
130
2%
410
2%
Braziliaanse
130
2%
80
2%
100
2%
90
2%
410
2%
Iraanse
140
2%
80
2%
60
1%
100
2%
370
2%
Maleisische
70
1%
60
1%
80
1%
70
1%
290
1%
Taiwanese
90
1%
70
1%
60
1%
70
1%
280
1%
Oekraiense
60
1%
40
1%
50
1%
80
1%
230
1%
Mexicaanse
80
1%
50
1%
50
1%
40
1%
210
1%
Filipijnse
100
1%
40
1%
40
1%
30
1%
210
1%
Israelische
70
1%
60
1%
40
1%
40
1%
3
1%
Overige
930
14%
630
12%
630
12%
750
13%
200
13%
Totaal
6.650
100%
5.060
100%
5.440
100%
5.880
100%
23.020
100%
Pagina 74 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit
%
2009
%
2010
%
2011
%
Chinese
2008 90
44%
300
27%
360
26%
430
27%
Totaal
Iraanse
10
4%
90
8%
110
8%
140
9%
350
Indonesische
10
6%
70
6%
80
6%
100
6%
250
6%
Braziliaanse
20
7%
70
6%
70
5%
90
6%
240
6%
1.180
% 27% 8%
Indiase
10
3%
60
6%
80
6%
70
5%
220
5%
Amerikaanse
10
6%
60
5%
70
5%
80
5%
220
5%
Turkse
10
4%
40
4%
60
4%
60
4%
170
4%
Japanse
10
6%
30
3%
50
3%
60
4%
150
3%
Russische
0
0%
20
2%
40
3%
30
2%
90
2%
Ethiopische
0
0%
20
1%
30
2%
30
2%
Overig
50
21%
360
32%
450
32%
530
33%
1.370
80
32%
2%
Totaal
220
100%
1.100
100%
1.410
100%
1.610
100%
4.340
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar nationaliteit, 20082011.
Nationaliteit
2008
%
2009
%
2010
%
2011
%
Totaal 130
%
Chinese
80
16%
50
23%
10
18%
0
0%
Amerikaanse
30
6%
20
11%
10
16%
10
41%
Pakistaanse
40
9%
< 10
1%
0
0%
0
0%
50
6%
Indonesische
40
7%
10
5%
0
0%
0
0%
40
6%
Indiase
30
5%
10
4%
< 10
2%
0
0%
30
4%
Iraanse
30
5%
10
3%
< 10
2%
0
0%
30
4%
Braziliaanse
20
4%
10
4%
< 10
2%
0
0%
30
4%
Ugandese
20
5%
10
3%
< 10
4%
0
0%
30
4%
Ethiopische
10
2%
10
6%
< 10
2%
< 10
6%
30
3%
70
17% 9%
Turkse
10
2%
10
4%
< 10
2%
< 10
6%
20
3%
Overige
190
38%
80
38%
30
54%
10
47%
300
40%
Totaal
490 100%
200 100%
60 100%
20 100%
760 100%
Pagina 75 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit
2008
%
2009
%
2010
%
2011
%
Totaal 60
%
Chinese
60
36%
10
45%
0
0%
0
0%
Iraanse
20
11%
< 10
9%
0
0%
0
0%
20
11%
36%
Braziliaanse
10
8%
0
0%
0
0%
0
0%
10
7%
Turkse
10
7%
< 10
9%
0
0%
0
0%
10
7%
Indonesische
10
4%
0
0%
< 10
25%
0
0%
10
5%
Mexicaanse
10
4%
0
0%
0
0%
0
0%
10
4%
Thaise
10
4%
< 10
9%
0
0%
0
0%
10
4%
Pakistaanse
10
3%
0
0%
0
0%
0
0%
10
3%
Taiwanese
10
3%
0
0%
0
0%
0
0%
10
3%
Amerikaanse
< 10
2%
0
0%
< 10
25%
0
0%
< 10
2%
Zuid-Afrikaanse
< 10
2%
0
0%
< 10
25%
0
0%
< 10
2%
30
16%
< 10
27%
< 10
25%
0
0%
30
17%
160
100%
10
100%
< 10 100%
0
0%
180
100%
Overige Totaal
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als arbeid als zelfstandige met toetsing aan puntensysteem onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit Chinese Egyptische Marokkaanse Turkse Pakistaanse Canadese Indiase Japanse Australische Ghanese Overige Totaal
2008 < 10 < 10 0 < 10 0 10 < 10 < 10 < 10 0 < 10 20
% 6% 6% 0% 11% 0% 28% 22% 6% 6% 0% 17% 100%
2009 10 < 10 < 10 10 < 10 0 0 < 10 0 < 10 10 30
% 23% 7% 10% 23% 3% 0% 0% 13% 0% 3% 17% 100%
2010 10 10 10 < 10 < 10 < 10 < 10 0 0 < 10 10 50
% 17% 20% 22% 7% 9% 2% 4% 0% 0% 2% 17% 100%
2011 10 10 10 < 10 < 10 0 0 0 < 10 < 10 10 50
% Totaal 21% 30 30% 30 15% 20 2% 10 9% 10 0% 10 0% 10 0% 10 4% < 10 2% < 10 17% 20 100% 140
% 18% 18% 14% 9% 6% 4% 4% 4% 2% 2% 17% 100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als arbeid als zelfstandige alle ingewilligde aanvragen (met en zonder toetsing aan puntensysteem) onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit Bulgaarse Roemeense Amerikaanse Turkse Egyptische Chinese Marokkaanse Japanse Pakistaanse Macedonische Overige Totaal
Pagina 76 van 95
2008 2.240 450 40 < 10 < 10 < 10 0 < 10 0 < 10 20 2.770
% 81% 16% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 100%
2009 1.140 280 40 10 < 10 10 < 10 < 10 < 10 0 10 1.500
% 76% 19% 3% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 100%
2010 720 280 90 < 10 10 10 10 < 10 < 10 < 10 20 1.140
% 63% 24% 8% 0% 1% 1% 1% 0% 0% 0% 2% 100%
2011 500 250 80 20 10 10 10 10 < 10 < 10 10 900
% Totaal 55% 4.600 28% 1.260 9% 240 2% 40 2% 30 1% 30 1% 20 1% 20 0% 10 0% 10 1% 70 100% 6.320
% 73% 20% 4% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 100%
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Inwilligingen 1ste verlening verblijfsvergunning onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en geslacht Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en geslacht, 2008-2011.
Nationaliteit/geslacht
Nationaliteit/geslacht
Vrouw
Totaal
% Man
Indiase
1.040
19% Indiase
Totaal 6.410
36%
%
17% Amerikaanse
2.150
12%
1.180
7%
Amerikaanse
940
Chinese
440
8% Japanse
Turkse
300
6% Turkse
950
5%
Roemeense
280
5% Chinese
880
5%
Russische
260
5% Zuid-Afrikaanse
450
3%
Australische
170
3% Australische
400
2%
Zuid-Afrikaanse
170
3% Canadese
400
2%
Canadese
160
3% Russische
410
2%
2% Roemeense
400
Iraanse
110
Overig
1.550
29% Overig
3.990
23%
2%
Totaal
5.410
100% Totaal
17.610
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en geslacht, 2008-2011.
Nationaliteit/geslacht Vrouw
Nationaliteit/geslacht Totaal
% Man
Totaal
%
Chinese
550
32% Chinese
640
25%
Braziliaanse
130
7% Iraanse
220
9%
Iraanse
120
7% Indiase
160
6%
Indonesische
110
6% Indonesische
150
6%
Amerikaanse
90
5% Amerikaanse
130
5%
Turkse
80
5% Japanse
120
5%
Indiase
60
4% Braziliaanse
120
5%
Russische
50
3% Turkse
90
4%
Colombiaanse
30
2% Ethiopische
70
3%
Thaise
30
2% Zuidkoreaanse
50
2%
Vietnamese
30
2%
Overig
480
Totaal
1.740
28% Overig 100% Totaal
840 2.600
32% 100%
Pagina 77 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Inwilligingen 1ste verlening verblijfsverguning onderverdeeld naar leeftijdscategorie Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar leeftijdscategorie, 2008-2011.
Leeftijd
2008
18 tot 30
3.350
50%
2.340
30 tot 40
2.390
36%
40 tot 50
630
9%
50 tot 65
270
4%
65+
10
0%
Totaal
6.650
%
100%
2009
%
2010
46%
2.430
1.870
37%
580
11%
250
5%
10
0%
5.060
100%
%
2011
%
%
2.690
3.020
37%
2.230
38%
8.520
37%
720
13%
690
12%
2.620
11%
260
5%
260
4%
1.040
5%
10
0%
10
0%
30
0%
6.440
100%
5.880
46%
Totaal
45%
100%
10.810
23.020
47%
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onderzoeker EG 2005/71 onderverdeeld naar leeftijdscategorie, 2008-2011.
Leeftijd
2008
0 tot 18
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
18 tot 30
100
47%
520
47%
720
50%
790
49%
2.130
30 tot 40
80
36%
430
39%
510
36%
610
38%
1.630
37%
40 tot 50
30
13%
110
10%
140
10%
140
8%
410
10%
50 tot 65
%
2009
%
2010
%
2011
%
Totaal
%
0
0% 49%
10
5%
50
4%
50
3%
60
4%
160
4%
65+
< 10
0%
< 10
0%
< 10
0%
10
0%
20
0%
Totaal
220
100%
1.100
100%
1.410
100%
1.610
100%
4.340
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar leeftijdscategorie, 2008-2011.
Leeftijd
2008
%
2009
%
2010
%
2011
%
Totaal
%
0 tot 18
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
18 tot 30
190
39%
90
46%
30
44%
10
47%
320
42%
30 tot 40
220
44%
70
35%
20
40%
< 10
24%
310
41%
40 tot 50
60
12%
30
15%
10
11%
< 10
12%
100
13%
50 tot 65
20
3%
10
5%
< 10
5%
< 10
6%
30
4%
65+
10
1%
0
0%
0
0%
< 10
12%
10
1%
Totaal
490
100%
200
100%
60
100%
20
100%
760
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar leeftijdscategorie, 2008-2011.
Leeftijd
2008
0 tot 18
0
0%
%
2009 0
0%
%
2010
18 tot 30
80
50%
< 10
36%
0
30 tot 40
60
33%
< 10
36%
< 10
40 tot 50
20
14%
< 10
18%
0
0
%
2011
%
Totaal
%
0%
0
0%
0
0% 48%
0%
0
0%
90
100%
0
0%
60
35%
0%
0
0%
20
14%
50 tot 65
< 10
2%
< 10
9%
0
0%
0
0%
< 10
2%
65+
< 10
1%
0
0%
0
0%
0
0%
< 10
1%
Totaal
160
100%
10
100%
100%
0
0%
180
100%
Pagina 78 van 95
< 10
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning arbeid als zelfstandige met toetsing aan puntensysteem onderverdeeld naar leeftijdscategorie, 2008-2011.
Leeftijd
2008
%
18 tot 30
< 10
6%
2009 10
%
2010
%
17%
< 10
9%
2011
%
10
11%
Totaal 20
% 11%
30 tot 40
10
39%
10
30%
20
50%
30
53%
60
45%
40 tot 50
< 10
22%
10
40%
20
35%
20
32%
50
33%
50 tot 65
10
28%
< 10
13%
< 10
7%
< 10
4%
10
10%
65+ Totaal
< 10 20
6%
0
0%
0
0%
0
0%
< 10
1%
100%
30
100%
50
100%
50
100%
140
100%
Tabellen hoofdstuk 5 Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar arbeidsmarktsector, 2008-2011.
Sector
2008
2009
2010
2011
IT en overige zakelijke diensten
2.880
1.920
1.790
2.070
8.650
38%
Onbekend
620
210
980
1.390
3.200
14%
Industrie
700
640
530
620
2.490
11%
Wetenschappelijk onderwijs
740
830
380
370
2.320
10%
Handel
370
350
470
440
1.630
7%
Financiele diensten
540
290
280
280
1.390
6%
Delfstoffen
320
260
220
250
1.060
5%
Gezondheidszorg en welzijnszorg
100
140
170
130
540
2%
Vervoer en telecom
110
110
130
140
480
2%
Toerisme en overige diensten
130
140
70
50
390
2%
Bouw en bouwinstallatie
30
40
230
40
340
1%
Onderwijs
60
60
90
80
290
1%
Openbaar nut
10
20
40
20
80
0%
Landbouw en visserij
10
20
20
20
80
0%
Horeca en catering
10
20
30
10
70
0%
Openbaar bestuur
10
10
10
< 10
20
0%
6.650
5.060
5.440
5.880
23.020
100%
Totaal
Totaal %
Pagina 79 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar arbeidsmarktsector en geslacht, 2008-2011.
Man Sector
Vrouw
Aantal
% Aantal
%
IT en overige zakelijke diensten
7.130
40%
1.520
28%
Onbekend
2.400
14%
790
15%
Industrie
2.050
12%
440
8%
Wetenschappelijk onderwijs
1.520
9%
800
15%
Handel
1.180
7%
450
8%
Financiele diensten
940
5%
450
8%
Delfstoffen
760
4%
300
6%
Vervoer en telecom
400
2%
80
2%
Bouw en bouwinstallatie
330
2%
20
0%
Toerisme en overige diensten
300
2%
90
2%
Gezondheidszorg en welzijnszorg
270
2%
270
5%
Onderwijs
150
1%
140
3%
Horeca en catering
60
0%
10
0%
Landbouw en visserij
60
0%
20
0%
Openbaar nut
50
0%
30
1%
Openbaar bestuur Totaal
20
0%
10
0%
17.610
100%
5.410
100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant bij de 5 meest voorkomende nationaliteiten onderverdeeld naar arbeidsmarktsector, 2008-2011. Indiase kennismigrant
Sector IT en overige zakelijke diensten Onbekend Wetenschappelijk onderwijs Industrie Financiele diensten Delfstoffen Gezondheidszorg en welzijnszorg Handel Vervoer en telecom Onderwijs Bouw en bouwinstallatie Openbaar nut Toerisme en overige diensten Horeca en catering Landbouw en visserij Openbaar bestuur Totaal
Pagina 80 van 95
Amerikaanse kennismigrant
Aantal % Sector 5.180 70% IT en overige zakelijke diensten 1.060 14% Industrie 340 5% Onbekend 270 4% Handel 160 2% Financiele diensten 140 2% Wetenschappelijk onderwijs 130 2% Delfstoffen 80 1% Onderwijs 30 0% Gezondheidszorg en welzijnszorg 20 0% Toerisme en overige diensten 10 0% Vervoer en telecom 10 0% Openbaar nut 10 0% Bouw en bouwinstallatie < 10 0% Horeca en catering < 10 0% Landbouw en visserij < 10 0% Openbaar bestuur 7.450 100% Totaal
Aantal % 790 25% 540 17% 400 13% 350 11% 230 7% 220 7% 190 6% 110 3% 100 3% 80 2% 70 2% 30 1% 10 0% 10 0% 10 0% < 10 0% 3.110 100%
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant bij de 5 meest voorkomende nationaliteiten onderverdeeld naar arbeidsmarktsector, 2008-2011. Chinese kennismigrant
Sector Wetenschappelijk onderwijs Handel IT en overige zakelijke diensten Onbekend Industrie Vervoer en telecom Financiele diensten Delfstoffen Gezondheidszorg en welzijnszorg Onderwijs Toerisme en overige diensten Bouw en bouwinstallatie Horeca en catering Landbouw en visserij Openbaar bestuur Openbaar nut Totaal
Japanse kennismigrant
Aantal % Sector 330 25% Industrie 190 15% Handel 190 15% IT en overige zakelijke diensten 190 15% Onbekend 140 10% Vervoer en telecom 90 7% Financiele diensten 80 6% Bouw en bouwinstallatie 30 2% Wetenschappelijk onderwijs 20 1% Gezondheidszorg en welzijnszorg 20 1% Toerisme en overige diensten 20 2% Horeca en catering 10 0% Landbouw en visserij 10 1% Onderwijs < 10 0% Openbaar bestuur < 10 0% Delfstoffen < 10 0% Openbaar nut 1.310 100% Totaal
Aantal % 360 28% 280 22% 190 14% 130 10% 100 8% 90 7% 30 2% 30 3% 20 2% 20 2% 10 1% 10 1% 10 1% 10 0% < 10 0% < 10 0% 1.290 100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant bij de 5 meest voorkomende nationaliteiten onderverdeeld naar arbeidsmarktsector, 2008-2011. Turkse kennismigrant
Sector Financiele diensten Bouw en bouwinstalatie Onbekend Wetenschappelijk onderwijs Industrie IT en overige zakelijke diensten Handel Vervoer en telecom Horeca en catering Delfstoffen Gezondheidszorg en welzijnszorg Landbouw en visserij Onderwijs Openbaar nut Toerisme en overige diensten Openbaar bestuur Totaal
Aantal % 230 19% 230 18% 200 16% 180 14% 130 11% 130 10% 50 4% 30 2% 20 1% 10 1% 10 1% 10 0% 10 0% 10 0% 10 1% < 10 0% 1.250 100%
Pagina 81 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant bij de 6 meest voorkomende arbeidsmarktsectoren onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011. IT en overige zakelijke diensten
Nationaliteit Indiase Amerikaanse Roemeense Chinese Japanse Zuid-Afrikaanse Russische Australische Canadese Turkse Overige Totaal
Totaal 5.180 780 240 190 190 160 150 150 140 130 1.340 8.650
% 60% 9% 3% 2% 2% 2% 2% 2% 2% 2% 15% 100%
Industrie
Nationaliteit Amerikaanse Japanse Indiase Chinese Turkse Roemeense Canadese Braziliaanse Taiwanese Russische Overige Totaal
Totaal 540 360 270 140 130 90 80 70 70 60 690 2.490
% 22% 14% 11% 5% 5% 4% 3% 3% 3% 2% 28% 100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant bij de 6 meest voorkomende arbeidsmarktsectoren onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011. Wetenschappelijk onderwijs
Nationaliteit Indiase Chinese Amerikaanse Turkse Iraanse Russische Canadese Braziliaanse Roemeense Indonesische Overige Totaal
Totaal 340 330 210 180 160 130 70 60 50 50 730 2.320
Financiële diensten
% 15% 14% 9% 8% 7% 6% 3% 3% 2% 2% 31% 100%
Nationaliteit Turkse Amerikaanse Indiase Zuid-Afrikaanse Japanse Roemeense Chinese Australische Russische Canadese Overige Totaal
Totaal 230 230 160 100 90 80 70 70 50 30 280 1.390
% 17% 16% 12% 7% 6% 6% 5% 5% 3% 2% 20% 100%
Aantal en percentages ingewilligde eerste aanvragen om een verblijfsvergunning als kennismigrant bij de 6 meest voorkomende arbeidsmarktsectoren onderverdeeld naar nationaliteit, 2008-2011. Handel
Nationaliteit Amerikaanse Japanse Chinese Indiase Zuidkoreaanse Russische Turkse Braziliaanse Roemeense Taiwanese Zuid-Afrikaanse Overige Totaal
Pagina 82 van 95
Delfstoffen
Totaal 340 280 190 80 70 60 50 50 50 40 40 370 1.630
% 21% 17% 12% 5% 4% 4% 3% 3% 3% 3% 3% 23% 100%
Nationaliteit Amerikaanse Indiase Maleisische Australische Russische Nigeriaanse Canadese Kazachstaanse Chinese Venezolaanse Overige Totaal
Totaal 190 140 90 70 70 60 40 40 30 30 300 1.060
% 18% 13% 9% 7% 6% 6% 4% 4% 3% 3% 29% 100%
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Tabellen hoofdstuk 6 Doorstroom kennismigrant naar een ander verblijfsdoel Aantal kennismigranten dat naar een ander verblijfsdoel doorstroomt onderverdeeld naar cluster, 2005-2011.
Cluster studie Cluster arbeid Cluster gezin Cluster zoekjaar Totaal
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totaal % 0 0 0 < 10 10 10 10 30 4% < 10 < 10 10 20 50 100 140 330 44% 0 10 10 30 90 80 80 290 39% 0 0 < 10 0 20 30 40 100 13% < 10 10 10 50 180 220 270 750 100%
Aantal en percentage kennismigranten dat naar een ander verblijfsdoel doorstroomt onderverdeeld naar cluster en geslacht, 2005-2011.
cluster studie cluster arbeid cluster gezin cluster zoekjaar gemiddelde
man 20 230 100 60 400
% 62% 71% 33% 60% 54%
vrouw 10 100 200 40 340
% totaal 38% 30 29% 330 67% 290 40% 100 46% 750
Aantal en percentage kennismigranten dat naar een ander verblijfsdoel doorstroomt onderverdeeld naar nationaliteit, 2005-2011.
Indiase Turkse Amerikaanse Chinese Iraanse Russische Servische Indonesische Australische Braziliaanse Overige Totaal
Aantal 100 80 80 70 40 40 20 20 20 20 250 750
% 13% 11% 10% 10% 6% 6% 3% 3% 3% 2% 33% 100%
Aantal en percentage kennismigranten dat naar een ander verblijfsdoel doorstroomt onderverdeeld naar nationaliteit en geslacht, 2005-2011.
Indiase Turkse Amerikaanse Chinese Iraanse Russische Servische Australische Indonesische Braziliaanse Overige Gemiddeld
Man 70 50 50 50 30 10 10 10 10 10 110 400
69% 60% 61% 66% 74% 26% 45% 40% 60% 28% 49% 54%
Vrouw 30 30 30 30 10 30 10 10 10 10 140 340
31% 40% 39% 34% 26% 74% 55% 60% 40% 72% 59% 46%
Pagina 83 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Doorstroom kennismigrant naar verblijfsvergunning voor onbepaalde duur Aantal kennismigranten dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur, 2005-2011.
Jaar 2005 2006
Aantal 0 20
2007 2008 2009 2010 2011 Totaal
70 210 400 170 160 1.020
Aantal kennismigranten dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2005-2011.
Nationaliteit Chinese Indonesische Russische
Aantal 350 70 60
% 34% 7% 5%
50 40 40 30
5% 4% 4% 3%
30 30 20 300 1.020
3% 3% 2% 29% 100%
Indiase Roemeense Oekraiense Turkse Bulgaarse Amerikaanse Surinaamse Overige Totaal
Aantal kennismigranten dat in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en geslacht, 2005-2011.
Nationaliteit Chinese Indonesische Russische
Man 150 40 30
% Vrouw 43% 200 55% 30 46% 30
% 57% 45% 54%
Indiase Roemeense Oekraiense Turkse
40 20 30 20
94% 49% 70% 55%
<10 20 10 20
6% 51% 30% 45%
Bulgaarse Amerikaanse Surinaamse Overige Gemiddeld
20 20 10 200 570
48% 61% 52% 67% 56%
20 10 10 100 550
52% 39% 48% 33% 44%
Pagina 84 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Doorstroom kennismigrant naar naturalisatie Aantal kennismigranten dat door middel van naturalisatie het Nederlanderschap heeft verkregen, 2005-2011.
Jaar 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totaal
Aantal 10 10 20 70 110 110 200 530
Aantal kennismigranten dat door middel van naturalisatie het Nederlanderschap heeft verkregen onderverdeels naar top 10 nationaliteit, 2005-2011.
Nationaliteit Surinaamse Chinese Zuid-Afrikaanse Oekraiense Marokkaanse Turkse Russische Indonesische Iraanse Israelische Indiase Overige Totaal
Aantal % 100 19% 70 14% 30 6% 30 6% 30 6% 30 5% 20 5% 20 3% 20 3% 10 2% 10 2% 150 29% 520 100%
Aantal kennismigranten dat door middel van naturalisatie het Nederlanderschap heeft verkregen onderverdeels naar top 10 nationaliteit en geslacht, 2005-2011.
Nationaliteit Surinaamse Chinese Zuid-Afrikaanse Oekraiense Marokkaanse Turkse Russische Indonesische Iraanse Israelische Indiase Overige Gemiddeld
Man 40 30 20 20 30 10 10 10 10 10 10 80 280
% 44% 40% 73% 52% 93% 44% 25% 50% 69% 67% 83% 54% 53%
Vrouw 60 40 10 20 < 10 10 20 10 10 < 10 < 10 70 250
% 56% 60% 27% 48% 7% 56% 75% 50% 31% 33% 17% 46% 47%
Pagina 85 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Tabellen hoofdstuk 7 Doorstroom student naar een kennismigranten verblijfsdoel Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een kennismigrantenverblijfsdoel. Van studie gewijzigd in vvr
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Totaal
%
Kennismigrant
< 10
50
240
450
500
660
840
2.730
87%
Onderzoeker EG 2005/71
0
0
0
20
60
80
120
280
9%
Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker
0
< 10
< 10
30
20
10
< 10
60
2%
Wetenschappelijk onderzoeker
0
< 10
10
< 10
< 10
< 10
0
10
0%
Arbeid als zelfstandige*
0
< 10
< 10
10
10
10
20
60
2%
< 10
60
250
500
580
760
980
3.130
Totaal * getoetst aan puntensysteem
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een kennismigrantenverblijfsdoel onderverdeeld naar geslacht.
Van studie gewijzigd in vvr
Man
Kennismigrant
1.450
53%
1.280
47%
2.730
Onderzoeker EG 2005/71
170
61%
110
39%
280
40
66%
20
34%
60
< 10
36%
10
64%
10
Onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker Wetenschappelijk onderzoeker
% Vrouw
% Totaal
Arbeid als zelfstandige *
20
43%
30
57%
60
Totaal
1.680
54%
1.450
46%
3.130
* getoetst aan puntensysteem
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
Nationaliteit
Aantal
%
Chinese
810
30%
Indiase
260
9%
Indonesische
240
9%
Turkse
160
6%
Russische
120
4%
Iraanse
110
4%
Amerikaanse
90
3%
Mexicaanse
70
2%
Taiwanese
60
2%
Colombiaanse
50
2%
Oekraiense
50
2%
Overige
720
27%
Totaal
2.730
Pagina 86 van 95
100%
100%
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en geslacht.
Nationaliteit
Man
Chinese
360
% Vrouw 45%
440
% 55%
Indiase
210
83%
40
17%
Indonesische
140
59%
100
41%
Turkse
80
51%
80
49%
Russische
30
28%
90
72%
Iraanse
70
65%
40
35%
Amerikaanse
40
51%
40
49%
Mexicaanse
40
61%
30
39%
Taiwanese
20
27%
40
73%
Colombiaanse
30
54%
30
46%
Oekraiense
20
30%
40
70%
Overige
410
56%
320
44%
Totaal
1.450
53%
1.280
47%
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als onderzoeker 2005/71 EG onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
Nationaliteit Chinese
Aantal 50
% 18%
Pakistaanse
20
9%
Indiase
20
7%
Indonesische
20
7%
Iraanse
20
6%
Turkse
20
5%
Mexicaanse
10
4%
Ethiopische
10
4%
Vietnamese
10
3%
Canadese
10
3%
Thaise
10
3%
Overige
90
32%
Totaal
280
100%
Pagina 87 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als onderzoeker 2005/71 EG onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en geslacht.
Nationaliteit
Man
% Vrouw
Chinese
30
56%
Pakistaanse
20
Indiase
20
Indonesische
%
20
44%
79%
10
21%
80%
< 10
20%
10
47%
10
53%
Iraanse
10
78%
< 10
22%
Turkse
10
67%
10
33%
Mexicaanse
10
55%
10
45%
Ethiopische
10
90%
< 10
10%
Vietnamese
10
75%
< 10
25%
Canadese Thaise
< 10
43%
< 10
57%
10
71%
< 10
29%
Overige
40
49%
50
51%
Totaal
170
61%
110
39%
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als onbezoldigd wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
Nationaliteit
Aantal
%
Chinese
10
16%
Pakistaanse
10
16%
Indonesische
10
11%
Ethiopische
< 10
7%
Turkse
< 10
7%
Colombiaanse
< 10
5%
Iraanse
< 10
5%
Amerikaanse
< 10
4%
Ecuadoraanse
< 10
4%
Filipijnse
< 10
4%
Peruaanse
< 10
4%
Russische
< 10
4%
Overige
10
14%
Totaal
60
100%
Pagina 88 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als wetenschappelijk onderzoeker onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
Nationaliteit
Aantal
%
Chinese
< 10
27%
Boliviaanse
< 10
9%
Ghanese
< 10
9%
Indiase
< 10
9%
Indonesische
< 10
9%
Japanse
< 10
9%
Kameroense
< 10
9%
Mexicaanse
< 10
9%
Thaise
< 10
9%
Totaal
10
100%
Aantal en percentage studenten dat in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning studie en vervolgens in de periode 2005-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning arbeid als zelfstandige (getoetst aan puntensysteem) onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
Nationaliteit
Aantal
%
Japanse
10
9%
Russische
10
9%
Argentijnse
< 10
7%
Chinese
< 10
7%
Georgische
< 10
7%
Israelische
< 10
7%
Servische
< 10
7%
Zuid-Koreaanse
< 10
7%
Canadese
< 10
5%
Colombiaanse
< 10
5%
Mexicaanse
< 10
5%
Overige
10
23%
Totaal
60
100%
Doorstroom zoekjaar afgestudeerde naar kennismigrant Aantal en percentage vreemdelingen dat in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde en vervolgens in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar geslacht.
Geslacht Vrouw Man Totaal
2008 30 30 60
% 51% 49% 100%
2009 160 100 260
% 61% 39% 100%
2010 160 200 360
% 44% 56% 100%
2011 220 210 430
% Totaal 51% 570 49% 540 100% 1.110
% 51% 49% 100%
Pagina 89 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal en percentage vreemdelingen dat in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde en vervolgens in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar top 10 nationaliteit.
Nationaliteit Chinese Indonesische Indiase Surinaamse Turkse Iraanse Russische Taiwanese Amerikaanse Mexicaanse Overige Totaal
Totaal 350 120 80 60 40 40 40 30 30 30 310 1.110
% 31% 11% 7% 5% 4% 3% 3% 3% 2% 2% 28% 100%
Aantal en percentage vreemdelingen dat in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning zoekjaar afgestudeerde en vervolgens in de periode 2008-2011 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning als kennismigrant onderverdeeld naar top 10 nationaliteit en geslacht.
Nationaliteit Chinese Indonesische Indiase Surinaamse Turkse Iraanse Russische Taiwanese Amerikaanse Mexicaanse Overige Totaal
Pagina 90 van 95
man 150 70 60 30 20 20 10 10 10 10 170 540
% vrouw 42% 200 59% 50 81% 10 44% 30 44% 20 55% 20 20% 30 21% 20 38% 20 44% 10 53% 150 49% 570
% 58% 41% 19% 56% 56% 45% 80% 79% 62% 56% 47% 51%
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Tabellen hoofdstuk 8 Bron van de cijfers in hoofdstuk 8 is Eurostat Kennismigranten (highly skilled workers) Aantal toegelaten kennismigranten in de EER en Zwitserland, 2008-2011.
Land Verenigd Koninkrijk Nederland Denemarken Zweden Frankrijk Spanje Noorwegen Ierland België Italië Oostenrijk Cyprus Portugal Finland Duitsland Letland Luxemburg Tsjechië Polen Bulgarije Estland Griekenland Litouwen Hongarije Malta Roemenië Slovenië Slowakije Ijsland Liechtenstein ^ geen data beschikbaar
2008 5.900 6.410 ^ ^ 1.680 2.880 2.170 1.930 3.580 ^ 830 390 290 ^ 100 ^ ^ ^ ^ ^ ^ 0 ^ ^ 0 ^ 0 ^ ^ ^
2009 18.930 4.900 3.590 2.810 2.370 2.070 1.460 1.480 1.200 ^ 580 440 310 ^ 120 90 100 20 ^ ^ ^ 0 ^ ^ 0 ^ 0 0 ^ ^
2010 16.440 5.530 5.390 3.480 2.550 1.240 1.400 990 110 1.980 670 630 340 ^ 120 110 70 0 10 ^ 0 0 ^ ^ ^ ^ 0 ^ ^ ^
2011 11.680 5.590 4.160 4.410 3.150 1.650 2.190 1.340 120 1.560 870 550 280 860 180 100 100 0 ^ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ^ ^
Totaal 52.950 22.430 13.140 10.690 9.750 7.850 7.220 5.740 5.000 3.550 2.940 2.010 1.220 860 510 300 270 20 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ^ ^
Kennismigranten in de top 5 landen Aantal toegelaten kennismigranten in het Verenigd Koninkrijk onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011. Nationaliteit 2008 2009
2010
2011
1.720
5.410
5.620
4.120
16.860
32%
Pakistan
480
1.850
1.320
880
4.530
9%
Australië
660
1.650
890
480
3.690
7%
Verenigde Staten
380
1.220
1.370
720
3.680
7%
China
150
1.160
1.060
1.040
3.410
6%
Nigeria
440
1.200
1.050
680
3.370
6%
Zuid-Afrika
490
970
480
250
2.190
4%
Nieuw-Zeeland
350
830
430
210
1.830
3%
Rusland
150
400
370
320
1.240
2%
Canada
110
400
340
210
1.070
2%
Overig
970
3.840
3.520
2.760
11.090
21%
Totaal
5.900
18.930
16.440
11.680
52.950
100%
India
Totaal
%
Pagina 91 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal toegelaten kennismigranten in Nederland onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011. Nationaliteit 2008
2009
2010
2011
Totaal
%
India
2.120
1.590
1.900
2.020
7.620
34%
Verenigde Staten
840
700
800
790
3.130
14%
China
350
310
350
320
1.330
6%
Japan
320
310
310
360
1.290
6%
Turkije
340
260
440
210
1.250
6%
Rusland
180
150
160
180
670
3%
Zuid-Afrika
260
140
100
130
620
3%
Australië
160
150
140
130
570
3%
Canada
160
140
130
140
570
3%
90
90
100
130
410
2%
Overig
1.600
1.060
1.110
1.190
4.960
22%
Totaal
6.410
4.900
5.530
5.590
22.430
100%
Zuid-Korea
Aantal toegelaten kennismigranten in Denemarken onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011. Nationaliteit 2008
2009
2010
2011
Totaal
%
India
^
1.430
2.090
1.730
5.250
40%
Pakistan
^
350
1.010
380
1.740
13%
China
^
310
360
400
1.070
8%
Verenigde Staten
^
270
290
300
860
7%
Bangladesh
^
80
230
100
410
3%
Iran
^
40
120
100
270
2%
Rusland
^
110
70
80
260
2%
Canada
^
80
90
60
240
2%
Oekraïne
^
80
90
70
240
2%
Kameroen
^
60
120
60
230
2%
Overig
^
780
4.450
3.290
2.590
20%
Totaal
^
3.590
4.390
4.160
13.140
100%
^geen data beschikbaar
Aantal toegelaten kennismigranten in Zweden onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011. Nationaliteit 2008
2009
2010
2011
Totaal
%
India
1.640
1.680
2.090
5.410
51%
^
China
^
270
540
560
1.370
13%
Verenigde Staten
^
120
210
260
590
5%
Rusland
^
110
120
170
400
4%
Canada
^
100
130
90
320
3%
Pakistan
^
40
70
200
310
3%
Iran
^
30
60
160
260
2%
Turkije
^
40
50
70
170
2%
Australië
^
50
60
50
160
2%
Japan
^
40
50
60
160
1%
Overig
^
370
510
680
1.560
15%
Totaal
^
2.810
3.480
4.400
10.690
100%
^geen data beschikbaar
Pagina 92 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal toegelaten kennismigranten in Frankrijk onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011. Nationaliteit 2008
Verenigde Staten
2009
2010
2011
Totaal
%
410
430
510
1.680
17%
341
India
190
370
450
590
1.590
16%
Japan
230
320
290
380
1.210
12%
China
110
260
270
330
970
10%
Canada
170
180
180
210
740
8%
Brazilië
70
110
100
110
390
4%
Marokko
40
50
100
130
310
3%
Tunesië
60
60
70
110
300
3%
Rusland
50
40
70
110
270
3%
Turkije
40
50
80
70
240
2%
Overig
400
520
530
620
2.060
21%
Totaal
1.680
2.370
2.550
3.150
9.750
100%
Onderzoekers (Researchers) Aantal toegelaten onderzoekers in de EER en Zwitserland, 2008-2011.
Land 2008 Frankrijk 1.930 Nederland 860 Zweden 480 Denemarken 0 Spanje 500 Noorwegen 370 Italië 40 Oostenrijk 150 Ierland 170 Finland ^ Duitsland 40 België 100 Hongarije 30 Tsjechië 50 Griekenland 20 Polen 10 Estland 10 Luxemburg 0 Slovenië 10 Slowakije 10 Roemanië ^ Letland < 10 Litouwen < 10 Bulgarije 0 Cyprus 0 Malta 0 Portugal 0 Verenigd Koninkrijk 0 Ijsland ^ Liechtenstein ^ ^ geen data beschikbaar
2009 2.240 1.310 810 780 390 420 120 140 170 ^ 90 0 40 60 30 10 20 10 10 10 ^ < 10 < 10 0 0 0 0 0 ^ ^
2010 2.270 1.490 820 860 490 230 340 230 90 ^ 130 150 30 0 20 70 20 20 10 10 10 10 10 0 0 0 0 0 ^ ^
2011 2.080 1.620 820 740 450 250 350 180 110 510 170 150 20 0 30 0 20 30 20 10 10 < 10 0 0 0 0 0 0 ^ ^
Totaal 8.510 5.270 2.930 2.380 1.830 1.260 840 710 540 510 430 400 120 110 100 90 60 60 40 30 20 10 10 0 0 0 0 0 ^ ^
Pagina 93 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) |Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Onderzoekers in de top 4 landen Aantal toegelaten onderzoekers in Frankrijk onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit
2008
2009
2010
2011
Totaal
%
China
330
320
330
290
1.270
15%
India
250
280
220
210
950
11%
Verenigde Staten
180
200
150
160
690
8%
Brazilië
180
150
180
170
690
8%
Algerije
50
200
210
130
590
7%
Japan
120
130
140
120
500
6%
Rusland
120
100
130
100
440
5%
Tunesië
60
130
100
80
370
4%
Canada
100
80
100
90
370
4%
Mexico
70
70
50
70
260
3%
Overig
480
590
660
660
2.380
28%
Totaal
1.930
2.240
2.270
2.080
8.510
100%
Aantal toegelaten onderzoekers in Nederland onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit China
2008
2009
2010
2011
Totaal
%
230
350
380
430
1.390
26%
Iran
50
90
120
140
400
8%
Indonesië
50
70
90
100
310
6%
Verenigde Staten
50
80
90
90
290
6%
Brazilië
50
80
70
90
290
5%
India
30
70
90
70
260
5%
Turkije
30
50
70
60
210
4%
Japan
30
30
50
60
170
3%
Pakistan
50
20
10
30
110
2%
Ethiopië
10
30
30
30
110
2%
Overig
280
440
510
520
1.740
33%
Totaal
860
1.310
1.490
1.620
5.270
100%
Aantal toegelaten onderzoekers in Zweden onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit China
2008
2009
2010
2011
Totaal
%
110
190
190
190
680
23%
India
60
100
110
120
390
13%
Verenigde Staten
60
90
90
80
320
11%
Japan
60
50
60
50
220
7%
Rusland
40
40
40
40
160
5%
Iran
10
40
50
50
150
5%
Canada
20
20
30
20
90
3%
Oekraine
10
30
30
20
80
3%
Australië
10
10
20
30
70
2%
Zuid Korea
10
20
20
20
70
2%
Overig
100
210
200
190
710
24%
Totaal
480
810
820
820
2.930
100%
Pagina 94 van 95
DEFINITIEF | IND Informatie- en Analyscentrum (INDIAC) | Monitor Kennismigranten: kwantitatieve analyse | juni 2013
Aantal toegelaten onderzoekers in Denemarken onderverdeeld naar top 10 nationaliteit, 2008-2011.
Nationaliteit
2009
2010
2011
Totaal
%
0
200
190
200
600
25%
Verenigde Staten
0
110
100
90
300
12%
India
0
70
80
60
200
9%
Iran
0
50
70
50
170
7%
Rusland
0
30
40
30
100
4%
Japan
0
20
40
40
90
4%
Turkije
0
30
30
20
80
3%
Canada
0
20
30
20
70
3%
Brazilië
0
20
30
30
70
3%
Australië
0
30
20
10
60
3%
Overig
0
190
230
190
620
26%
Totaal
0
780
860
740
2.380
100%
China
2008
Europese Blauwe kaart Aantal afgegeven Europese blauwe kaarten in de EER en Zwitserland, 2008-2011.
Land Spanje Oostenrijk Letland Bulgarije Hongarije Slovenië België Tsjechië Duitsland Estland Ierland Griekenland Frankrijk Italië Cyprus Litouwen Luxemburg Malta Nederland Portugal Roemenië Slowakije Finland Liechtenstein Denemarken Polen Zweden Verenigd Koninkrijk Ijsland Noorwegen ^ geen data beschikbaar
2011 110 40 < 10 < 10 < 10 < 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ^ ^ ^ ^ ^ ^
Pagina 95 van 95
IND: dé toelatingsorganisatie van Nederland
www.ind.nl