6
Tennisprof Rogier Wassen: ‘Ik studeer écht op afstand’
maandblad voor studenten van de Open Universiteit Nederland
10
Decaan Psychologie, Van René van Hezewijk: ‘Opwarmen voor de ijstijd’
16
Scheidend CvB-voorzitter Thijs Wöltgens: ‘Zaken beter op orde’
19
Community psychologiestudenten: ‘Het motiveert enorm met gelijkgezinden’
modulair nummer 9 jaargang 20 13 juli 2005
Rechtenstudent Mieke Nauta-Trapman wint scriptieprijs
‘Bang dat ik niet kon schrijven’
Modulair liep even binnen bij... de Vlaamse Ministeriële Stuurgroep Open Hoger Onderwijs
1
2
3
4
In Vlaanderen is de Open Universiteit nauw verbonden met de verschillende Vlaamse universiteiten. Sinds 1984 is er een studiecentrum open universiteit verbonden aan de universitaire campussen van Antwerpen, Brussel, Diepenbeek, Gent, Kortrijk en Leuven. De studiecentra tellen gemiddeld een drietal vaste medewerkers, maar kunnen daarnaast voor de begeleiding beroep doen op het academisch personeel van de universiteit waaraan ze verbonden zijn. In totaal studeren er zo’n 2100 Vlaamse studenten aan de Open Universiteit. De Vlaamse overheid zorgt voor de financiële ondersteuning van de studiecentra. Het Vlaamse ministerie van onderwijs in het prachtige Hendrik Consciencegebouw te Brussel (foto linksboven) speelt op regelmatige tijdstippen gastheer voor de Ministeriële Stuurgroep Open Hoger Onderwijs die de werking van de studiecentra coördineert. In deze stuurgroep (foto rechtsboven) zitten de coördinatoren van de Vlaamse studiecentra: prof. Eric Degreef (sc. Brussel, tevens voorzitter van de stuurgroep), Hubert De Saedeleer (sc. Gent en coördinator voor Vlaanderen), Paul Cordy (sc. Antwerpen), Mia Moosen (sc. Diepenbeek), Wim Van Petegem (sc. Leuven) en Virginie Debaere (sc. Kortrijk). Niet op de foto, maar wel lid van de stuurgroep is Noël Vercruysse, afdelingshoofd van het Ministerie van Onderwijs. De derde foto toont de sprekers op de lustrumviering ‘20 jaar Lang Leve Leren’ op 20 november 2004 te Brussel. De laatste foto is gemaakt tijdens de open dagen van 2 en 4 juni 2005.
Inhoud modulair 9 6
De student Economiestudent en tennisprof Rogier Wassen ’Ik studeer echt op afstand’
10
14
Faculteit en Kwaliteit Decaan prof. René van Hezewijk ’Opwarmen voor de ijstijd bij Psychologie’
De winnende scriptie van Mieke Nauta-Trapman ‘Bang dat ik niet kon schrijven’
16
College van bestuur Scheidend CvB-voorzitter Thijs Wöltgens ’We hebben zaken beter op orde’
4 Kort nieuws
13 Forum
21 Onderwijs
5 Column
14 De scriptie
28 Euro*MBA
6 De student
16 College van bestuur
29 Alumni
8 Stelling
18 Activiteitenagenda
9 OUNL op locatie
19 Uit de communities
30 Tentameninfo
20 Berichten van Service
31 Sys-tentamentijden
10 Faculteit en Kwaliteit 12 Studentenraad
en informatie
Colofon
32 Afgestudeerden
4
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
kort nieuws Prof. Korsten
Nieuw boek Grote Klasse! van prof. Korsten Werving- en selectiebureau Beljon + Westerterp heeft ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan een boek uitgegeven van prof. dr. Arno Korsten, hoogleraar bestuurskunde bij de faculteit Managementwetenschappen. De titel is Grote Klasse! Op zoek naar excellente ambtenaren en leiderschap. Korsten breekt in het boek een lans, niet alleen voor erkenning van excellentie in het openbaar bestuur maar ook voor de durf om te excelleren. Het boek werd op 7 juni voor het eerst uitgereikt tijdens een congres van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten in Goes. Aan de hand van levensechte beschrijvingen van drie leidinggevende ambtenaren, stimuleert Korsten de lezer om na te denken over wanneer de kans op excelleren groot is, wat excelleren eigenlijk is en of ambtelijk heldendom mogelijk is. Op zijn jongste publicatie ontvangt Korsten positieve geluiden. Secretaris-generaal Kuijken van het ministerie AZ: ‘Een opsteker voor ons als professionals!’ Bekker, secretaris-generaal van het ministerie VWS:‘Hopelijk zullen deze en vergelijkbare publicaties er toe leiden dat het hebben van een neutrale, hoogwaardige ambtelijke dienst weer wat meer op waarde worden geschat.’
Openingstijden studiecentra zomerreces In verband met het komend zomerreces zijn alle studiecentra en provinciale steunpunten gedurende de maanden juli en augustus (en in een enkel geval de eerste week van september) beperkt geopend. Voor deze openingstijden verwijzen wij naar het integrale overzicht op de aparte webpagina van de studiecentra: http://www.ou.nl/infoalg-studiecentra/vakantie2005.htm. De beperkte openingstijden hebben ook gevolgen voor de sys-sessies. Deze voor studenten belangrijke data en tijden hebben we opgenomen in de rubriek ‘Tentameninfo’ op pagina 31 in deze Modulair.
Leerstoel voor prof. Van Merriënboer De leerstoel-Verhaegen aan het Limburgs Universitair Centrum is dit jaar toegewezen aan prof. dr. Jeroen van Merriënboer, hoofd onderzoek van het Onderwijstechnologisch expertisecentrum (OTEC). De leerstoel, die herinnert aan ererector Louis Verhaegen, moet een blijvende bijdrage aan de onderwijsvernieuwing verzekeren.Tegelijk moet de leerstoel bijdragen tot de grotere professionaliteit van iedereen die bij het onderwijs betrokken is. In zijn augurele rede op 8 juni sprak Van Merriënboer over ‘Het ontwerpen van leertaken binnen de wetenschappen: fourcomponents instructional design als generatief onderwijsmodel’. Dit zogeheten 4C/ID-model beschrijft onderwijs in vier samenhangende componenten: (1) leertaken, (2) ondersteunende informatie, (3) procedurele informatie en (4) deeltaakoefening. In 2004 werd Van Merriënboer tijdens de Onderwijs Research Dagen nog uitgeroepen tot beste promotiebegeleider binnen de Nederlandse wereld van het onderwijsonderzoek. Eerder ook ontving hij diverse awards voor zijn werk.
Drie media-producties onderscheiden Drie multimediaproducten van de Open Universiteit Nederland hebben de Comenius-onderscheiding 2005 ontvangen, te weten ‘Filemap’, ‘Toolbox Personnel Assessment’ en ‘Juridisch gesproken’. De Comenius-prijzen worden toegekend door een internationale jury en zijn bestemd voor audiovisuele en multimediale producties die van bijzondere kwaliteit zijn en een rol kunnen spelen in de (volwassenen-) educatie. De uitreiking vond voor de tiende keer plaats.‘Filemap’ is een flexibele, interactieve leeromgeving waarin psychologiestudenten leren om een diagnose te stellen.‘Toolbox Personnel Assessment’ is ontwikkeld in het kader van de Digitale Universiteit (DU) en bevat simulatie- en observatiepractica. Ook het programma ‘Juridisch gesproken’ is ontwikkeld in het kader van de DU. De gebruiker treedt op als jurist en moet een juridisch gesprek voorbereiden.
Bezoek uit Noorwegen Op donderdag 9 juni bezocht een delegatie van de Norway Opening Universities (NOU) de Open Universiteit Nederland. Het nagenoeg voltallige College van bestuur van de NOU was present. Naast de Open Universiteit bezochten zij ook SURF en de Universiteit Maastricht. Dr. Kathleen Schlusmans, dr. Colin Tattersall en dr. Saskia Brand (allen OTEC) en drs. Ben Janssen (programmamanager) verzorgden een presentatie. Het nationale instituut NOU valt onder het Noorse Ministerie van Onderwijs en heeft als opdracht de ontwikkeling van flexibel leven lang leren binnen het hoger onderwijs te stimuleren. De NOU, waarin naast de overheid en het hoger onderwijs ook werkgevers-, werknemers- en studentenverenigingen zijn vertegenwoordigd, moet de link leggen tussen maatschappij, onderwijs en het bedrijfsleven
Beste promotiebegeleider Tijdens de Onderwijs Research Dagen (ORD) van 30 mei t/m 1 juni in Gent heeft dr. Fred Paas, senior onderwijstechnoloog bij het OTEC, de prijs voor de beste promotiebegeleider binnen de Nederlandse wereld van het onderwijsonderzoek ontvangen. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door het het promovendi-overleg van de Nederlandse Vereniging van Onderwijsresearch (VOR). De ORD-dagen worden jaarlijks georganiseerd onder auspiciën van de VOR en het Vlaams Forum voor Onderwijsonderzoek. Naast Paas behoorde ook prof. dr. Els Boshuizen (OTEC) tot de drie genomineerden voor deze prijs. Dr. Jan-Willem Strijbos, oud-medewerker van het OTEC en nu werkzaam aan de Universiteit Leiden, was genomineerd voor de VOR/CFO-dissertatieprijs voor zijn promotieonderzoek ‘The effect of roles on computer-supported collaborative learning’.
Athabasca University op bezoek Op 23 en 24 juni bracht collegevoorzitter dr. Frits Pannekoek van Athabasca University een bezoek aan de Open Universiteit Nederland. De heer Pannekoek heeft gesproken met het College van bestuur, de decanen en een delegatie van het Bureau van de universiteit.Tevens kreeg hij uitleg over en demonstraties van producten van OTEC en het Ruud de Moor Centrum, en werd hij rondgeleid over de campus en het democentrum LEX. Athabasca University is de afstandsuniversiteit van Canada en is op een aantal aspecten goed te vergelijken met de Open Universiteit. In april bracht een delegatie van de Open Universiteit al een studiebezoek aan Athabasca. Naar die universiteit is een van de gebouwen op de Heerlense campus vernoemd.
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
5
kort nieuws
Afscheid Thijs Wöltgens tijdens opening academisch jaar Op 1 september aanstaande neemt drs. Thijs Wöltgens afscheid van de Open Universiteit Nederland. Na een periode van vijf jaar waarin hij als Collegevoorzitter leiding heeft gegeven aan onze universiteit, draagt hij de voorzittershamer over aan drs. Theo Bovens, nu nog vice-voorzitter van het College van bestuur. Het afscheid van Thijs Wöltgens vindt plaats in combinatie met de opening van het academisch jaar. Aansluitend aan de afscheidsbijeenkomst/opening van het academisch jaar is er een receptie. De bijeenkomst vindt plaats van 15.0016.30 uur op de campus van de Open Universiteit, Valkenburgerweg 177 in Heerlen. De receptie is van 16.30-18.30 uur. Studenten en alumni van de Open Universiteit zijn van harte welkom bij deze feestelijke bijeenkomst! U kunt zich tot 15 augustus aanmelden via het e-mailadres:
[email protected]. Wij verzoeken u om in de e-mail uw naam en woonadres te vermelden en om aan te geven of u aanwe-
zig wilt zijn bij de afscheidsbijeenkomst/opening academisch jaar, bij de receptie, of bij beide. Op pagina 16 t/m 18 staat een interview met de scheidend CvB-voorzitter.
John Monsewije verlaat Open Universiteit Drs. John Monsewije, sinds begin 2005 directeur van het Bureau van de universiteit, verlaat de Open Universiteit Nederland per 1 augustus aanstaande. Na een periode van bijna vijf jaar bij de Open Universiteit wordt hij voorzitter van het nieuw te vormen tweehoofdig College van bestuur van de Heerlense Onderwijsstichting Sint-Bernardinus, waaronder zeven scholen voor het voortgezet onderwijs ressorteren, met ruim 1.000 medewerkers en 9.000 leerlingen.
Het paard achter de wagen column
Modulair vroeg in de vorige aflevering wat de Open Universiteit zou kunnen doen om te zorgen dat er meer studenten afstuderen. Als men mij dat gevraagd zou hebben, zou mijn eerste ingeving geweest zijn: ik zou het prettig vinden als mijn studiebegeleider mij ongeveer één keer per jaar mailt of belt om te vragen hoe het met mijn studie staat. We zouden dan kunnen overleggen over hindernissen die ik tegenkom. Wellicht kan een gesprek wat helderheid brengen, de hindernis slechten of de student weer moed doen vatten om de studie op te pakken. De paradox is dat, als ik het op mijn studiecentrum goed begrepen heb, de Open Universiteit juist bezig is ‘contactmomenten’ zoveel mogelijk te verminderen om kosten te besparen. Is dat even het paard achter de wagen spannen! Bij nadere overdenking word ik eigelijk boos. Wie zegt eigenlijk dat iedereen moet afstuderen? De regering kiest om een belachelijk financieringsstelsel te hanteren waarbij alleen het afstuderen telt. Belachelijk vind ik dat om twee redenen. Dat er nog mensen aan de Open Universiteit afstuderen, mag een wonder heten bij een nominale studieduur van zo’n negen jaar, in combinatie met gezin en/of werk. Bij zo’n lang traject kun je op je vingers natellen dat niet iedereen dat haalt. Het hoogste doel hoeft ook helemaal niet afstuderen te zijn. Ook al studeer je niet af, dan nóg heeft de student een kwaliteitsverhoging ondergaan. Weet meer en kan meer. Volgens de regering is dat nuttig in deze steeds veranderende maatschappij. Maar als puntje bij paaltje komt, dan is het bepaald niet de bedoeling van de regering dat we levenslang leren. Nee, in een zo’n kort mogelijke tijd een papiertje halen: dat is de bedoeling. Wat ik een eerlijk financieringsstelsel van universiteiten zou vinden, is een financiering op basis van de tevredenheid van de student. Dat is immers de ‘klant’. En die klant wil meer dan een universiteit die ‘m in de kortst mogelijke tijd klaarstoomt voor een diploma. Die wil goed materiaal, goede begeleiding, aardige mensen en inhoud. Voor zover ik weet is de OUNL-student over het algemeen zeer tevreden, dus in ‘mijn’ systeem zou dat de Open Universiteit (extra) geld moeten opleveren. Kunnen ze dat mooi besteden aan meer contactmomenten, zodat er meer mensen afstuderen..... Stuutje van Vulpen
’Ik studeer écht op afstand’
F O T O G R A F I E : FA M . WA S S E N
Het lijkt allemaal zo mooi. Je reist de wereld rond, speelt op zijn tijd een partijtje tennis en doet er in de rustige uurtjes een studie bij. Proftennisser en student economie aan de Open Universiteit Rogier Wassen weet dat de werkelijkheid wel even anders is. ’Ik ben op de eerste plaats tennisprof, de studie komt op de tweede plaats.’
www.ou.nl/modulair
De lome lentemiddag op het tennispark van TC Groenekan in de Bilt nodigt uit voor een siësta. De vriendin van de Spaanse collega van Rogier Wassen heeft die aandrang niet kunnen weerstaan en doet een tukje op de bank in de kantine, terwijl haar vriend TV kijkt. Rogier Wassen leidt al elf jaar het leven van een tennisnomade en weet wat het is hoe de tijd tussen de partijen door te komen.‘Als proftennisser heb je veel lege uren. Je kunt die doorbrengen met slapen of TV kijken of met kaarten, waar ik trouwens ook niet vies van ben. Maar er zijn er heel weinig die net als ik een universitaire opleiding doen. Het wereldje weet van mijn studie en ze hebben er best bewondering voor.’ Wassen is net terug van Roland Garros waar hij in het dubbelspel in de eerste ronde werd uitgeschakeld. Daarom had hij tijd om voor TC Groenekan twee weken in de nationale eredivisie te spelen. Hierna gaat hij naar het grastoernooi van Rosmalen en dan naar Wimbledon. Wassen tennist al sinds zijn vijfde. Eerst tegen een muurtje, vanaf zijn twaalfde nationaal en internationaal tegen leeftijdgenoten en na zijn vwo tegen vedetten uit het professionele circuit. Als jeugdspeler werd hij in elke leeftijdcategorie Nederlands kampioen, in 1995 was hij bij de senioren de beste. De laatste jaren is hij vooral als dubbelspeler actief en staat daarmee internationaal op de zestigste plaats. Hij is zo’n dertig weken per jaar van huis, alleen of met zijn trainer.‘Ik berekende onlangs nog dat ik in zestig landen heb gespeeld.’ Als zijn lichaam meewerkt, wil hij tot zeker 2008 doorgaan. Hij is dan tweeëndertig. Om dan niet in een zwart gat te vallen, studeert hij nu economie. Nuchter Van wie het idee kwam om zich tegelijk met zijn entree in het profcircuit bij de Open Universiteit in te schrijven, weet hij niet meer. Hij denkt van zijn moeder of zijn trainer.‘Verstandig van me om dat plan op te volgen’, vindt hij nog steeds,‘want er is nóg een leven na mijn tenniscarrière.’ Het past volgens Wassen ook bij onze nuchtere Hollandse aard om verder te kijken dan het succes van het moment.‘Hier in Nederland hebben ze weinig waardering voor een topsporter en vragen ze je altijd of je niet eerst je school moet afmaken. In zuidelijke landen is dat anders. Daar ben je zelfs als succesvolle jeugdspeler een held die op handen gedragen wordt. De schaduwkant is wel dat zo’n speler dikwijls vroeg van school gaat.’ Binnen het Nederlandse onderwijs is dat beter geregeld. Tijdens zijn atheneumperiode zat Wassen op de Trevianum scholengroep in Sittard, een zogenoemde LOOT-school.
examen gehaald.’ Ook over de medewerking van studiecentrum Sittard (nu Parkstad Limburg in Heerlen, red.) mag hij niet klagen. Ze kenden hem al door de artikelen die regelmatig in de regionale pers over hem verschijnen.‘Ik heb ze mijn situatie uitgelegd en ze verteld dat ik écht op afstand studeer. Die aardige medewerkers daar helpen me waar ze maar kunnen. Ideaal voor een topsporter met intellectuele ambities.’
’De Open Universiteit is ideaal voor een topsporter met intellectuele ambities’ Zijn leven als student is hoe dan ook ‘ongemakkelijk’. Ik ben op de eerste plaats tennisprof, de studie komt op de tweede plaats, is altijd zijn redenering geweest. Natuurlijk raakt zijn studie daardoor regelmatig in het gedrang. In de beginperiode, toen hij nog als negentienjarige in het ritme van de middelbare school zat, ging het allemaal goed. Hij nam de boeken mee op reis en had in drie jaar zijn propedeuse. Daarna ging het minder. Hij sukkelde met blessures en twijfelde aan zijn toekomst als tennisser, en wist niet precies wat hij met zijn economiestudie aan moest. Na Spaans bij de LOI en een nog tijdje rechten bij de Open Universiteit, pakte hij opnieuw economie op, nu met de nadruk op marketing. Die specialisatie past meer bij zijn toekomst.‘De meeste tennissers worden na hun carrière coach, maar ik zie me toch eerder in de sportmarketing terechtkomen.’ Het zakenleven trekt hem, hij heeft er al de nodige contacten.‘Door al dat reizen ben ik erg zelfstandig geworden en ben ik gewend om risico’s te nemen. Die instelling past bij een zakenman.’ Vrijheid Het leven van een tennisser die er elke wedstrijd om den brode tegenaan moet, heeft niet alleen een vechter maar ook een realist van hem gemaakt. ‘Ga ik in dit tempo met mijn studie door, dan ben ik de eerste vijf à zes jaar nog niet afgestudeerd. En als ik aan dat eenzame geploeter op hotelkamers en vliegvelden denk ….’ Hij vraagt zich dan ook af of deze universiteit de juiste voor hem is. ‘Ik ben jaloers op studenten van een gewone universiteit die met elkaar optrekken en in een strak studieschema naar het doctoraal gaan. Misschien ga ik na mijn carrière tennislessen geven en tegelijk op een reguliere universiteit mijn marketing afmaken.’ Dan aarzelt hij: ‘Och, ik weet het niet. De vrijheid van de Open Universiteit bevalt me eigenlijk best wel goed.’ Paul Troost
Deze scholen – landelijk vijftien in totaal – vallen onder het Landelijk Overleg Onderwijs Topsport (LOOT) en zijn door OCW en NOC*NSF speciaal opgericht om jeugdige talenten een aangepast schoolprogramma te bieden. Een uitkomst. ‘Ik speel vanaf mijn veertiende toernooien en dan is het onmogelijk om op een gewone middelbare school mee te komen. In Sittard werd het lesrooster aan mijn trainingen en wedstrijden aangepast. De leraren stonden altijd klaar om me bijles te geven. Als ik weg was geweest, dan mocht ik de gemiste proefwerken inhalen. Zo heb ik toch op mijn achttiende mijn eind-
13 juli 2005
de student
7
8
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
Mevrouw Monique van der Veer, informatica ’Goed idee, een openstelling! Na acht jaar studeren aan de Open Universiteit lees ik de Modulair niet meer zo trouw. De meeste studenten kennen Heerlen vooral van het indienen van tentamenaanvragen en vrijstellingen. Eén ervaring is me altijd bijgebleven: ik was te laat met de aanmelding voor een wiskundetentamen. De dame in Heerlen op de laatste dag van de aanmelding klonk streng: “Faxen worden niet geaccepteerd, mevrouw”. Die dag heb ik een koerier naar Heerlen laten rijden met mijn tentamenaanvraag! Over wanhopig gesproken… Inmiddels heb ik de postpropedeusefase bereikt en in veel studiecentra begeleidingsbijeenkomsten gevolgd en tentamens gedaan.’
’Ik wil gewoon goed geholpen worden’
de stelling van de maand
In Modulair 8 laat een studente zich ontvallen verrast te zijn ‘dat de Open Universiteit fysiek echt bestaat’ en ‘Ik raad iedereen aan eens in Heerlen te gaan kijken’. Diezelfde uitspraak nu verraste opnieuw de Modulair-redactie die nu zo’n 12 edities lang op een vaste pagina 2 in Modulair de Open Universiteit Nederland op allerlei manieren heeft proberen te ‘verbeelden’. U neemt toch zeker kennis van die pagina, of zou de Open
Open Universiteit zou de Heerlense campus eens moeten openstellen... De heer Bart Thijs, managementwetenschappen (B) ’Een aantal jaren geleden ben ik naar de campus te Heerlen gereden, samen met een collega-student om een bepaalde begeleider te spreken. Ik moet er wel bij zeggen dat we geen afspraak hadden gemaakt met de desbetreffende begeleider. In Heerlen aangekomen dacht ik: hier loop ik even naar binnen, en klaar is kees. Maar ik werd er beleefd op attent gemaakt dat de campus niet echt toegankelijk is voor studenten. Na veel aandringen heb ik dan toch met de begeleider kunnen spreken. Wij vonden dat vreemd, een zó groot complex en dan niet bereikbaar. Het zou een verbetering zijn als de campus te Heerlen meer in de kijker komt te staan en daarbij een betere toegankelijkheid verschaft ten opzichte van (toekomstige) studenten. Laat zien met wat de Open Universiteit zich bezighoudt. Hiermee zal deze universiteit haar imago verbeteren ten aanzien van de andere universiteiten en zal men misschien de twijfelaars over de streep kunnen trekken.’
Universiteit de Heerlense campus eens moeten openstellen...
Mevrouw Karen van Essen, milieu-natuurwetenschappen ’Ik heb altijd wel geweten dat de Open Universiteit “fysiek echt bestaat”. Als ik vragen heb met betrekking tot bijvoorbeeld inschrijvingen van modules dan bel ik gewoon met iemand van de hoofdvestiging (in Heerlen). Ik kom dan met mijn vraag altijd op de goede plek terecht. In de Modulair wordt inderdaad al een tijdje aandacht besteed aan “het gezicht” van de Open Universiteit, maar ik moet zeggen dat ik daar niet echt aandachtig naar kijk. Ik blader zelfs gewoon door. Wat mij betreft, hoeft de Heerlense campus ook niet worden opengesteld. Ik zou er niet apart naar toe gaan om te bekijken hoe de Open Universiteit haar werk doet. Wat ik gewoon wil, is dat ik snel en goed wordt geholpen (en tot op heden is dit het geval). Misschien wel een beetje zelfzuchtig van me….’
’Leg meer nadruk op campusgevoel bij de landelijke dagen’
De heer Boudewijn Koopmans, cultuurwetenschappen ’De Open Universiteit biedt afstandsonderwijs. De ware OUNL-campus zou mijns inziens een virtuele of reizende campus moeten zijn. Ik begrijp echter die hang naar een universitair brandpunt. Toen ik vier jaar geleden startte met cultuurwetenschappen, was het studiecentrum nog gevestigd in de VU en vond ik het heerlijk om mij weer “echt” student te voelen. De realiteit is echter dat een OUNL-student geen tijd heeft om regelmatig ergens samen te komen. Ik wil daarom pleiten voor meer nadruk op het campusgevoel bij de landelijke dagen die dan wel vaker plaats moeten vinden op bijzondere universitaire locaties, zoals in het Academiegebouw in Utrecht.’
De heer Martin Bats, psychologie ‘Ik zou het een goede zaak vinden om de campus een keer open te stellen, het heeft namelijk enigszins een professioneel karakter om de campus in fysiologische vorm weergegeven te zien. Het geeft naar mijn mening ook meer een gevoel van cohesie, ergens bij te horen in plaats van alles in een boekje te lezen, zo krijgen mensen een betere interpretatie van de werkelijkheid. Net zoals je naar een “echte” universiteit gaat.’
Frans Bogaert
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
Open Universiteit Nederland op locatie
Regionaal voorlichter Dinie Hartgers (r) licht een belangstellende uitgebreid voor
Achter Regionaal voorlichter Cora Dams (l) zijn de bezoekers van de informatiemarkt te zien
Senioren Informatiemarkt Den Haag
Vrijdag 3 juni was de Open Universiteit Nederland aanwezig op de Senioren Informatiemarkt in de Haagse wijk Mariahoeve. Deze buurtmarkt was een prelude op de grote Seniorenmarkt die in oktober in het Haagse stadhuis zal plaatsvinden. Ook dan zal de Open Universiteit aanwezig zijn met een stand met informatie- en cursusmateriaal. Senioren zijn én blijven een interessante doelgroep; maar liefst 20% van onze studenten is ouder dan 45 jaar. Naast de vele belangstellenden was ook de regionale pers aanwezig; het Ouderenjournaal maakte opnames en Sonja van Beers (medewerker studiecentrum Den Haag) maakte een reportage, eveneens bestemd voor de Haagse lokale televisie.
Nieuw Kort Hoger Onderwijsprogramma Preventiemanager Op grond van de per 1 juli 2005 gewijzigde Arbo-wet dient elke instelling met meer dan 14 werknemers één of meer preventiemedewerkers aan te stellen. Deze medewerker moet voldoende opgeleid zijn om adequate maatregelen te nemen rond arbeidsomstandigheden. De preventiemedewerker kan samenwerken met de leidinggevenden, bedrijfsarts en personeelsmedewerker. De leidinggevende is namelijk bevoegd om maatregelen te nemen. De vereiste deskundigheid van de preventiemedewerker moet worden beschreven in de verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie m.b.t. arbeidsomstandigheden (RI&E), die getoetst moet zijn door een gecertificeerde arbo-deskundige. De Open Universiteit Nederland heeft een aangepast programma ontwikkeld dat de kennis, vaardigheden en attitudes versterkt om te functioneren als arbo- preventiemedewerker op HBO/academisch-niveau: het Kort Hoger Onderwijsprogramma (KHO) Preventiemanager. Voorheen bood de Open Universiteit het KHOprogramma aan onder de naam Arbo-adviseur. De docenten Diny van Faassen, arbeidshygiënist en Iris van ’t Leven, adviseur arbo- en milieumanagement, zijn intensief betrokken geweest bij de ontwikkeling van het programma. Zij nemen de begeleiding en beoordeling van de deelnemers voor hun rekening. Modulair stelde hen enkele vragen over het nieuwe programma. Sinds de wijziging van de Arbo-wet, is het KHOprogramma Arbo-adviseur vervangen door de preventiemanager. Waarin zitten de belangrijkste verschillen?
‘De inhoud zal niet fundamenteel wijzigen, want evenals de arbo-adviseur zal de preventiemanager een breed overzicht moeten hebben van de risico’s en hun beheersingsmogelijkheden. Het onderdeel projectmanagement zal iets uitgebreid worden.’ Wat maakt het KHO Preventiemanager zo uniek ten opzichte van andere opleidingen op het gebied van arbo-zorg? ‘Het is een arbo-brede opleiding, dus ook met aangrijpingspunten naar de zorg voor verzuim, arbeidsongeschiktheid, kwaliteit en milieu. Maar met meer diepgang in de beoordeling van risico’s op bijvoorbeeld chemisch en biologisch gebied dan de opleidingen arbo-management in Rijswijk en Rotterdam. De opleiding wordt wel grotendeels in zelfstudie uitgevoerd. Ons systeem, boordevol studietaken intervisiegroepen en elektronische begeleiding via internet, maakt dit mogelijk. Slechts 24 van de 400 studiebelastingsuren zijn contacturen. Daar worden studietaken en voortgang besproken en wordt geoefend in mondeling presenteren. In bijna alle studietaken zitten praktische oefeningen. De beoordeling vindt plaats op grond van de studietaken, toetsopdracht halverwege het jaar en de eindopdracht die moet bestaan uit het uitbrengen van een advies in een bestaande organisatie. Het programma maakt gebruik van het regulier studiemateriaal van de OUNL, het niveau van de opleiding is postHBO.’ Wat verwachten jullie dat een deelnemer aan het einde van het programma bereikt heeft?
‘Kennis van arbo-risico’s (van brand tot overspannenheid) hun gevolgen en hun beheersingsmogelijkheden en vaardigheden om hieraan te werken met alle betrokken partijen.’ Welke ontwikkelingen m.b.t arbo-zorg verwachten jullie in de (nabije) toekomst? ‘Na 1 juli 2005 zullen arbo-preventiemedewerkers benoemd worden, compleet met beschrijving van hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Zodoende worden de preventietaken gepositioneerd naast de andere actoren bij de arbo. Er zal een certificatiemogelijkheid komen voor deze functie op verscheidene niveaus van LBO tot HBO, dit ter verantwoording aan de Arbeidsinspectie. De functie van (arbo-)preventiemanager zal gecreëerd worden in grote bedrijven of bedrijven met ingewikkelde arbo-risico’s zoals industrieën. Wellicht zullen ook Arbo-diensten gebruik maken van deze functies. Om de samenwerking tussen directie, leidinggevenden, preventiemedewerkers en medezeggenschapsorganen efficiënt te organiseren, zullen wellicht arbo-commissies opgericht worden. Deze commissie treedt dan op als stuurgroep voor de implementatie en onderhoud van de arbozorg binnen de instelling.’ Het KHO Preventiemanager zal op maandag 10 oktober 2005 starten in Utrecht. De bijeenkomsten vinden plaats op maandagen van 16.30-20.00 uur. Het programma kent negen bijeenkomsten, waarvan vijf plenair en vier in intervisiegroepen van vier personen. De kosten bedragen € 2995,- (of 11 termijnen van € 287,-). Looptijd 12 maanden. Kijk voor meer informatie op: www.korthogeronderwijs.nl.
9
10
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
De faculteit Psychologie behoort met haar opleidingen tot de betere in het land. Het aantal inschrijvingen is in 2004 ten opzichte van het voorgaande jaar met 136% gestegen. Een faculteit waar een goede teamgeest heerst met medewerkers die over sterke onderzoek- en innovatieambities beschikken. In feite tegen de stroom in moet de faculteitsleiding nu een aantal maatregelen treffen om tot een noodzakelijke herstructurering van de faculteit te komen. Deze zijn – niet zonder enige ironie – neergelegd in de perspectievennota ‘Opwarmen voor de ijstijd’ die eind vorig jaar verscheen. Decaan prof. dr. René van Hezewijk licht de plannen toe.
‘Ja, er gaan dingen veranderen bij Psychologie’, aldus Van Hezewijk (op foto). De theoretisch psycholoog is vanaf juli 2002 decaan bij de faculteit Psychologie en was daarvoor zes jaar portefeuillehouder Onderwijs in het managementteam van de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Een onderwijsman in hart en nieren. ‘Voor de veranderingen in onze faculteit zijn drie belangrijke aanleidingen te noemen. Allereerst is er een nieuw systeem van accreditatie waar we bij de eerstvolgende visitatie in 2007 mee te maken krijgen. Ten tweede noem ik de afnemende aandacht voor kwaliteit aan de Open Universiteit Nederland. Om allerlei redenen is die aandacht de laatste jaren verslapt. De derde aanleiding – en dat zal niemand verbazen – vormen de bezuinigingen. Wat dit punt betreft is het bijvoorbeeld opvallend te moeten constateren dat onze faculteit groeit en dus ook meer scriptiebegeleiding nodig is, maar dat je die om budgettaire redenen niet kunt geven zonder intern met prioriteiten te schuiven.’ De veranderingen zullen echter voor de ongeveer 4.500 opleidingsstudenten en voor de afnemers van de ca. 18.000 cursussen zeker ook een positieve uitwerking hebben. Opwarmacties ‘Als we eens verder inzoomen op het punt van de accreditatie dan schieten we – Van Hezewijk is tevens voorzitter van de OUNL-brede projectgroep Kwaliteit – ook instellingsbreed absoluut tekort op het gebied van onderzoek. Onze faculteit maakt daar overigens nog een gunstige uitzondering op. Binnen het academisch onderwijs in Nederland zie je dat het accent – ook in de onderwijsaccreditatie – steeds meer op onderzoek komt te liggen. Daar moesten we dus wat mee. In de perspectievennota vind je met betrekking tot dit punt dan ook een aantal zg. opwarmacties, waarvan de uitwerking zich inmiddels begint af te tekenen.’ Een
van die acties betreft het verbeteren van de onderzoekprestaties van de medewerkers zelf. In functioneringsgesprekken zullen concrete afspraken gemaakt worden over onderzoekprestaties en aantallen wetenschappelijke publicaties en presentaties. In het verlengde hiervan zal ook worden bevorderd dat de tijd die het wetenschappelijk personeel voor onderzoek krijgt – zo’n 20 % van de functie – daaraan ook daadwerkelijk wordt besteed. Van Hezewijk: ‘Alleen de praktijk leert helaas dat wanneer het College van bestuur te weinig middelen voor onderwijs uittrekt het onderzoek er als eerste onder lijdt. De beste remedie hiertegen is om door groei extra inkomsten binnen te halen. En ik zie daarvoor ook binnen de bestaande BaMa-structuur voldoende mogelijkheden.‘ Meer multimediale begeleiding De faculteitsleiding gaat ook het scriptiebeleid verbeteren. De begeleiding van de studenten wordt beter doordat alleen scriptiethema’s kunnen worden gekozen waar de scriptiebegeleiders goed in thuis zijn en/of affiniteit mee hebben. ‘Hierdoor kan de begeleidingstijd effectiever worden gebruikt . Dat lijkt ongunstig maar daar heeft de student juist profijt van. Ook willen we meer dan voorheen samen met de studenten scripties die publicabel zijn herschrijven tot artikelen voor wetenschappelijke tijdschriften. Dat is competentiegericht studeren in optima forma. En we merken dat de studenten dat ook heel leuk vinden.’ Een andere belangrijke verandering betreft het nog meer bevorderen van het actief leren door digitalisering van het onderwijsmateriaal. De faculteit kent een staf-student-ratio van 1 : 200, waardoor face to face-begeleiding nagenoeg onmogelijk is. Er zal in de toekomst dan ook meer gebruik gemaakt worden van geprogrammeerde feed back. De input daarvoor zal in eerste instantie het nodige ontwikkelwerk vragen, maar op termijn zal het zeker rendement gaan opleveren.
FOTOGRAFIE: LEON SMEETS
Faculteit en Kwaliteit
www.ou.nl/modulair
‘Veel meer aandacht zullen we ook gaan hebben voor het behoud van onze studenten. We gaan ze beter in hun studiepad volgen en onder andere goede feed back geven om dreigende uitstroom te voorkomen. Bij het vak Inleiding in de psychologie bijvoorbeeld doet maar 50% tentamen, waarvan dan wel 70% slaagt. Dat tweede percentage is prima, het eerste moet hoger. Ook gaan we de mogelijkheid introduceren om extra begeleiding te krijgen, maar dat kost dan ook wel extra geld. De Facultaire opleidingscommissie (FOC) heeft constructief met ons meegedacht. Heel concreet heeft ze gereageerd op onze voorstellen om het aantal bijeenkomsten bij Inleiding in de psychologie drastisch terug te brengen. Noch de FOC, noch een aantal begeleiders vond dat een goede oplossing. We hebben onze oorspronkelijke plannen dan ook teruggedraaid met als resultaat twee beter gespreide cycli van elk zes bijeenkomsten voor het KMT met de tweede cyclus weliswaar in een beperkt aantal studiecentra.’
13 juli 2005
11
Dat zijn in de regel heel gemotiveerde mensen.’ Samen met de afdeling Marketing en Communicatie worden acties voorbereid om met kleine kernachtige advertenties in vakbladen en op carrièresites deze doelgroep te bereiken. Verder wordt in de tweede helft van 2006 in samenwerking met Teleac NOT in een aantal TV-programma’s aandacht geschonken aan enkele door onze faculteit ontwikkelde experimenten die via Internet kunnen worden uitgevoerd. Als die aanslaan kunnen geïnteresseerden zich daarin – maar dan tegen betaling – verder verdiepen.’ Decaan Van Hezewijk heeft het volste vertrouwen in de toekomst.‘Als faculteit doen we het namelijk uitstekend. Alleen, met nóg meer bezuinigingen kunnen we dat natuurlijk niet volhouden. Op dit moment worden onze plannen en maatregelen – mede met het oog op de accreditatie in 2007 – verder uitgewerkt in een kwaliteitsplan. Saillant detail is dat de trekker daarvan – drs. Henk Dubbelt – een oud-student van onze faculteit is.’ Chester Bogaardt
Andere doelgroepen Uitstroom van studenten tegengaan is één kant van de medaille, instroombevordering is de andere. En ook hierop richt zich een aantal activiteiten. ’Als faculteit Psychologie willen we ons met meer nadruk op een aantal bijzondere doelgroepen richten. Zo willen we graag studenten aantrekken die uit een oogpunt van carrièreontwikkeling willen studeren.
Opwarmen voor de ijstijd bij Psychologie Christian Jongeneel is als wetenschapsjournalist werkzaam voor onder andere De Volkskrant. Hij studeerde informatica en promoveerde in de wetenschapsfilosofie aan de TU Delft.
12
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
Studentenraad Dieuwertje Bogaards
FOTOGRAFIE: CHRIS PEETERS
Het academisch jaar zit er weer bijna op. Dat neemt niet weg dat de Studentenraad nog even op metaforische wijze van zich doet spreken onder het motto ‘Horen, zien en (niet) zwijgen’ en gelardeerd met sprekende citaten. De vaste bijdrage is deze keer van Dieuwertje Bogaards. Zij begint aldus: ‘Ik weet niet of u ze kent, de drie aapjes? Ze moeten de begrippen horen, zien en zwijgen uitbeelden, het ene aapje heeft de apenhandjes voor de oren, het tweede voor de ogen en het derde voor de mond. Moet de Studentenraad zich ook zo opstellen, ik dacht van niet, ook al is de Darwin-theorie erg actueel…’ Vooral over twee zaken wil de Studentenraad niet zwijgen: de procedure rondom de recente herbenoeming binnen het College van bestuur, en de (te) beperkte bevoegdheden.
Studentenraad wil horen en zien, maar allerminst zwijgen Onlangs heeft de Raad van toezicht (RvT) van de Open Universiteit een zittend collegelid tot nieuwe voorzitter benoemd, die de huidige voorzitter per 1 september 2005 zal opvolgen. Ook is de rector magnificus herbenoemd. De benoemingen gelden voor vijf jaar. De RvT heeft de Studentenraad (SR) inzake de (her)benoeming conform WHW 11.2, lid 3 gehoord en de SR heeft een kritisch standpunt ingenomen inzake de werkwijze en samenwerking met het College van bestuur in de afgelopen periode. Dat heeft gedurende enige tijd geleid tot een geprikkelde verhouding tussen de betrokken gremia. Er zijn mensen die, in plaats van te luisteren naar wat men tegen hen zegt, reeds luisteren naar hetgeen zij zelf gaan zeggen. Albert Guinon Horen De SR heeft zich in de afgelopen vijf jaar meerdere malen kritisch uitgelaten over de werkwijze van het College van bestuur en onder meer de nadruk gelegd op kwaliteit en inhoud van het onderwijs, de afhandeling van de BAMA en de afschaffing van de ongedeelde opleidingen. Ook de toekomstvisie op de BAMA is de SR niet duidelijk. Moet de SR horen, aanhoren, verstaan, luisteren? Leren zien is de kunst die het moeilijkste is te leren en de langdurigste studie vergt. Edmond De Concourt Zien Zien, is dat kijken, lezen, waarnemen, bestuderen, onthouden? De huidige SR kijkt inderdaad met kritische ogen, ten behoeve van de studenten van de Open Universiteit; hun belang staat nog steeds voorop. De SR wil ook vooruitzien en de vinger aan de pols houden inzake beleid nu en de volgende vijf jaar, daarvoor is de SR aangesteld en voelt hij zich verantwoordelijk. Wij willen eenzelfde verhaal wel eens tweemaal vertellen, maar nooit meer dan eenmaal horen. William Hazzlitt
Zwijgen Zwijgen is uiteraard soms noodzakelijk, maar over belangen van studenten, onderwijs en universiteit kan en mag de SR niet zwijgen. Hij wil dan ook alle mogelijkheden aangrijpen om de medezeggenschap gestalte te geven en met het nieuwe CvB het motto ‘De student voorop’ waar te maken. Na recent overleg van de Uitvoerende Raad van de Studentenraad met de RvT, het toekomstige CvB en de RvD i.o. zijn er positieve geluiden geuit over onze samenwerking. Er zal gewerkt worden aan een betere communicatie zodat wij al in een veel eerder stadium bij zaken betrokken worden die het onderwijs betreffen in de meest brede zin. Het is in het belang van alle betrokkenen dat er meer geluisterd, meer bekeken en zeker niet gezwegen wordt, vooral als dit gebeurt vanuit een positieve intentie om het onderwijs op een hoog niveau te krijgen en te houden. Wij hopen dan ook op een vruchtbare samenwerking en wensen het toekomstige CvB veel wijsheid toe. Naast deze perikelen is de SR in het kader van de vernieuwing van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) op meerdere fronten bezig zijn bevoegdheden bij de OUNL aan te kaarten. Deze bevoegdheden zijn vergeleken met die van de studenten van andere universiteiten beperkt. De SR heeft alleen instemmingsrecht op het algemene deel van de OER. Verder bestaat die bevoegdheid alleen uit adviesrecht over een aantal onderwerpen die in WHW 11.15 staan beschreven. Daarnaast heeft de SR het recht om zelf onderwerpen bij het CvB aan de orde te stellen. Het CvB maakt er helaas geen geheim van dat hij deze toestand wil behouden, omdat hij geen medezeggenschap voorstaat van studenten die slechts enkele modulen afnemen; dit doet echter volledig afbreuk aan de rechten van studenten die wel een volledige academische opleiding volgen. Om nu bij de vernieuwing van de WHW ‘het ijzer te smeden als het heet is’ en in lijn met eerdere initiatieven heeft de SR wederom zijn wensen schriftelijk aan de Tweede Kamer en staatssecretaris Mark Rutte kenbaar gemaakt en nogmaals benadrukt dat de SR van de Open Universiteit dezelfde bevoegdheden wil krijgen als studenten van de andere universiteiten. Dieuwertje Bogaards
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
13
Forum publiceert ingezonden brieven van studenten en medewerkers van de Open Universiteit die discussies kunnen uitlokken over actuele onderwerpen.
forum
Wilt u een bijdrage leveren aan de rubriek Forum dan kunt u uw brief sturen naar de redactie van Modulair, Postbus 4444, 6401 CX Heerlen of e-mail:
[email protected]. De lengte van uw inzending moet ongeveer 150 woorden bevatten. Als u wilt, kunt u naast uw naam en de opleiding waaraan u bezig bent, ook vermelden hoever u gevorderd bent in uw studie. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen en brieven te redigeren en in te korten. De auteurs verlenen impliciet toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging van hun bijdragen in (elektronische) uitgaven van Modulair.
Diploma-uitreiking Via dit berichtje wil ik mijn scriptiebegeleiders prof. Henk Peer, hoogleraar Economische wetenschappen en docent Peter ten Hacken, en alle medewerkers van het studiecentrum Amsterdam, heel hartelijk bedanken voor de bijzonder mooie en stijlvolle verzorging van de diploma-uitreiking. U mag wel weten dat de Open Universiteit indruk heeft gemaakt op mijn collega’s van de Nederlandsche Bank, met de aandacht voor elke individueel afgestudeerde in de persoonlijke praatjes (meest gehoorde opmerking: dat is bij gewone universiteiten wel even anders). Unaniem is men hier van mening dat prof. Peer verreweg de leukste speech heeft gehouden, maar misschien zijn ze in deze licht bevooroordeeld. Ik heb in de loop van de jaren veel enthousiasme ontmoet in de vakgroep Algemene economie. Het studiemateriaal was van zeer hoog niveau. Ik kan het weten, want op de Divisie Wetenschappelijk Onderzoek van onze bank komen nogal wat studenten van de VU, UvA, uit Tilburg of Groningen hun scriptie schrijven. In gesprekken heb ik als het ware aan vergelijkend warenonderzoek gedaan. Daarbij heb ik geconcludeerd dat de Open Universiteit een behoorlijk curriculum biedt. En volgens mij lag de lat bij de Open Universiteit eerder aan de hoge kant. Jammer natuurlijk dat de opleiding Algemene economie inmiddels is stopgezet. Ik wil de Open Universiteit hoe dan ook een hart onder de riem steken. De Open Universiteit is ooit opgericht om mensen, die om welke reden dan ook geen hoger of universitair onderwijs konden volgen, deze mogelijkheid alsnog te bieden. Mede dankzij de Open Universiteit is langzaam maar zeker uit het naïeve meisje van achter het IJzeren Gordijn een zelfstandig denkende econoom bij de Nederlandsche Bank gegroeid.
Wakker worden Als senior-student aan de Open Universiteit (sinds 1993) en als voorzitter van de NW-faculteitsvereniging NouW constateer ik dat het verslag in Modulair (editie 6; red.) over de bijeenkomst tussen College van bestuur en studentenvertegenwoordigers aanvulling behoeft. Het College van bestuur gaat er blijkbaar van uit dat de door Den Haag bedachte bezuinigingen onvermijdelijk zijn en dat slimme oplossingen hieraan invulling moeten geven. Spijtig is dat die zogenaamde slimme oplossingen niet eerst ex-ante geëvalueerd worden (advies: volg cursus Beleidsonderzoek). Dan zou gebleken zijn dat het verkleinen van het aantal studiecentra, het beperken van de openingstijden hiervan, het afkondigen van een vacaturestop voor docenten en het reduceren van het aantal ‘majors’ het begin van een negatieve spiraal is. Dat is des te schrijnender als we uit de mond van CvB-voorzitter Wöltgens horen dat het nauwelijks lukt om de enorme overheadkosten van de Open Universiteit te verlagen (advies: volg een cursus over benchmarking). Verbijsterd ben ik over het ontbreken van een gedegen toekomstvisie. Meerdere malen werd er op de bijeenkomst naar gevraagd, maar ik heb geen bevredigend antwoord kunnen ontdekken. Vanaf studentenzijde dragen we dan maar een steentje bij. Het unieke van de Open Universiteit is het bieden van hoger onderwijs aan tweedekansers (dank!) en een bijdrage leveren aan permanente educatie. Dit beschouw ik als de core business van de Open Universiteit. Hieraan is niet te tornen. De efficiencyverbeteringen dienen in het secundaire proces behaald te worden. Daarin is de Open Universiteit namelijk niet uniek. Vele andere organisaties hebben een salarisadministratie nodig, maken gebruik van relatiebeheersystemen, enzovoort. Hier zijn geldelijke voordelen te halen. Dat vraagt van het CvB: denken, durven en doen. Bezuinigingen in het primaire proces tasten het fundament van de Open Universiteit aan. Als marathonloper weet ik dat een lange voorbereidingstijd vaak niet te vermijden is om tot topprestaties te komen. En dat steun vanuit de omgeving nodig is. Ook de belangen van CvB en studenten zijn het best gebaat bij wederzijdse steun en bij een focus op de lange termijn. Wel is hiervoor regelmatig afstemming nodig. En goede communicatie, zeker in tijden van dipjes. Dat betekent dat ook artikelen in Modulair eenieder objectief en enthousiasmerend dienen te informeren. Wellicht een uitdaging voor het verslag over de volgende bijeenkomst tussen CvB en studentenvertegenwoordigers? Laatste puntje: het gewraakte artikel spreekt over ‘slechts’ 20 aanwezige studenten. Gelukkig waren het er niet meer. Tenzij er gestreefd wordt naar een Poolse Landdag. Tot slot een oproep aan alle studenten: laat jouw mening horen en word lid van een studenten- of faculteitsvereniging. Bij het volgen van afstandsonderwijs hoef je je niet afstandelijk te gedragen. Meld je meteen aan via: http://www.ou.nl/open-index/studenten.htm. Samen komen we verder! Reacties via http://www.open.ou.nl/nouw.
Titulatuur In een artikel in Modulair 8 (8 juni 2005) staat een berichtje op bladzijde 4 met als titel ‘Scriptieprijs rechtenstudent’. In de tekst staat ‘dr. mr.’. Nu was ik altijd in de veronderstelling dat bij een combinatie van de twee titels dr. en mr. de volgorde was: mr. dr. Ik heb dat inmiddels opgezocht (http://www.onzetaal.nl/advies/titulatuur1.html). Als een persoon meer dan één academische titel voert, wordt een bepaalde volgorde gehanteerd: dr. en mr. gaan voor ir. en drs., en ir. gaat weer voor drs. Dr. gaat voor mr., behalve bij een meester in de rechten die gepromoveerd is aan een juridische faculteit: dan is de volgorde mr. dr. De titel prof. gaat zoals gezegd voor al deze titels. De titels moeten in deze volgorde worden genoteerd (gescheiden door spaties), en bij de adressering wordt de titulatuur gebruikt die bij de eerste (de belangrijkste) titel hoort.
Cock van der Kaay, voorzitter NW-faculteitsvereniging NouW
P.E. Middendorp
Drs. Sybille Grob
14
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
Scriptie over mediation wint prijs Met haar scriptie voor de studie Rechtswetenschappen won mr. Mieke NautaTrapman de eerste prijs van het Mediation Trainingsinstituut in Amersfoort. De jury loofde de leesbaarheid en de praktische aanbevelingen en tips. Zelf kijkt ze ook tevreden terug. Voor haar onderzoek naar het inzetten van mediation in de relatie tussen overheid en burger kreeg ze een negen. Een cijfer dat niet snel gegeven wordt. ‘Het ging dan ook van een leien dakje, ik heb eigenlijk geen problemen gehad. Al was ik in het begin bang dat ik niet kon schrijven.’
de scriptie van Mieke Nauta-Trapman Mediation, een alternatieve vorm van geschillenbeslechting waarbij een neutrale deskundige, een mediator, de onderhandelingen tussen de partijen begeleidt, is vooral bekend bij echtscheidingen. Als middel om conflicten tussen overheid en burger te beslechten of te voorkomen is het in Nederland nog niet zo ingeburgerd, al is de verwachting dat het steeds meer ingezet zal worden, met name omdat de rechterlijke macht sterk overbelast is. In haar scriptie onderzoekt Nauta-Trapman of mediation een bruikbare methode is, specifiek op het gebied van de ruimtelijke ordening en het milieu. Een terrein waar ze grote affiniteit mee heeft. ‘Ooit heb ik – ik heb iets met bouwen – makelaar willen worden en sinds mijn jeugd voel ik me betrokken bij de natuur. We woonden bij de bossen en ik wandelde en speelde er vaak. Daarom doet het pijn te zien dat het groen in Nederland te grabbel wordt gegooid.’ Dat de kwaliteit van de natuur voor beleidsmakers regelmatig een stiefkindje is zag ze met eigen ogen in haar woonplaats Leusden. Daar wilde het openbaar bestuur de economie een impuls geven met het bouwen van bedrijventerreinen in het buitengebied en leidde vriendjespolitiek nogal eens tot beleid waarbij de natuur het onderspit dreigde te delven. De lokale actiegroep Nieuw Knal Groen stelde zich teweer tegen dit beleid en ging pal staan voor het behoud van groen in en buiten het dorp. Nauta-Trapman werd lid.
Mieke Nauta-Trapman: ‘Toen ik het eerste hoofdstuk van mijn scriptie inleverde, verwachtte ik de nodige kritiek...’
Tijdens de vele discussieavonden werd ze geconfronteerd met de tegenstrijdige belangen en merkte ze dat er vaak slecht naar elkaar geluisterd werd. ‘De discussies liepen vaak hoog op. Hoe het idee voor mijn scriptie precies ontstaan is weet ik niet meer, maar het heeft op deze avonden in ieder geval haar voedingsbodem gekregen.’ Nauta-Trapman zocht contact met de Stichting Natuur en Milieu met de vraag of ze in het kader van haar scriptieonderwerp stage bij hen zou kunnen lopen.‘Dat leek me wel praktisch en handig. Dat leidde tot veel heen en weer gebel en de opdracht van hun kant alvast een literatuuronderzoek op het terrein van mediation te doen. Dat heb ik gedaan, het leverde een literatuurlijst van 12 kantjes op. Tot een echte stage is het echter nooit gekomen.’ De overvloed aan literatuur is met name te danken aan de overheid. Deze doet veel onderzoek naar alternatieve geschillenbeslechting. Minister Donner van Justitie presenteerde vorig jaar plannen om mediation een structurele plaats te geven in het Nederlandse rechtsbestel. Er lopen nu een aantal experimenten waarin de rechterlijke macht nagaat of het verwijzen naar mediators tot goede resultaten leidt. Bij enkele van die pilots en proefprojecten nam Nauta-Trapman een kijkje en besprak ze de ondervindingen met direct betrokkenen.‘Maar mijn scriptie is toch vooral een literatuuronderzoek.’
www.ou.nl/modulair
FOTOGRAFIE: PETER STRELITSKI
13 juli 2005
15
Negatieve ervaring Het onderzoek ging voortvarend, mede dankzij een duidelijk onderzoeksplan, dat bij het opstellen wat aangescherpt was op instigatie van haar begeleider Eduard ter Horst. ‘Hij kon zich heel goed in mijn opzet vinden, maar maakte me wel duidelijk dat ik een juridisch kader moest formuleren. Dit heeft vorm gekregen door de centrale vraag af te zetten tegen de in 1994 in de Algemene wet bestuursrecht uniform geregelde bezwaarprocedure. Verder ben ik door hem weinig gestuurd, dat was ook niet nodig.’ Nauta-Trapman zag wel erg op tegen het schrijven van haar scriptie. Dat had vooral te maken met een negatieve ervaring met de module Juridische vaardigheden 2, een cursus die gericht is op het schrijven van juridische teksten. Een werkstuk van Nauta-Trapman werd de eerste keer afgewezen. ‘Mijn stijl was niet goed, zeiden ze. Dan schrik je toch wel even en sluipt de angst erin dat je niet kan schrijven. Dat doet toch wel iets met je zelfvertrouwen. Toen ik het eerste hoofdstuk van mijn scriptie inleverde, verwachtte ik dan ook de nodige kritiek van Ter Horst op de leesbaarheid. Maar tot mijn grote verrassing vond hij het goed. Hij vond alleen dat ik iets scherper mocht formuleren.’ In tegenstelling tot het privaatrecht staat mediation bij het bestuursrecht nog in de kinderschoenen, concludeert Nauta-Trapman. In haar scriptie stelt ze dat mediation zeker mogelijkheden heeft in de verschillende fasen van het bestuurlijke traject op het terrein van de ruimtelijke ordening en milieu naast de huidige methoden van inspraak, overleg en rechtsbescherming. Als aan de indicaties voor het toepassen van mediation is voldaan dan kan het in haar ogen een rol spelen ter voorkoming van conflicten en kan het ook ingezet worden als alternatieve methode van conflictbehandeling. ‘Maar dan moeten de spelers zich wel aan de spelregels houden en moet er binnen de geledingen van de ambtenaren een cultuuromslag plaatsvinden. Zij moeten bereid zijn zich vertrouwd te maken met mediation. Ze hebben de neiging vast te houden aan het vertrouwde en staan niet zo open voor veranderingen.’ Doodat Nauta-Trapman nogal ‘bellerig’ is kon het gebeuren dat ze in contact kwam met het Mediation Trainingsinstituut in Amersfoort. Hier worden mediators opgeleid. Inmiddels neemt het aantal mediators snel toe. Er zijn er nu al zo’n 2300. Nauta-Trapman: ‘Iedereen ruikt geld. De markt raakt echt overspoeld.’ Hoe dan ook, ze werd uitgenodigd deel te nemen aan de scriptieprijs van het instituut en ze won, duizend euro. ‘Ze vonden de scriptie prettig leesbaar en waardeerden het dat er praktische aanbevelingen in stonden. Het geld heb ik verdeeld onder man en kinderen en voor mezelf heb ik op een veiling een antieke schommelstoel gekocht. Die staat nu op mijn studeerkamer.’
‘Open Universiteit zou kunnen helpen bij opbouwen netwerk’
Geen netwerk De scriptie heeft haar naast de prijs en een negen als cijfer – ‘die geven ze niet snel’ – namens de Examencommissie, vooral veel plezier opgeleverd, ook al is dat nu wat op de achtergrond geraakt en is er vooral de zorg om het vinden van een baan. Voor ze aan de studie rechtswetenschappen begon, had ze haar baan als bibliothecaresse – ‘niet meer uitdagend genoeg’ – opgezegd in de hoop met de studie een carrièremove te maken. Maar dat valt tot nu toe tegen. Vooralsnog loopt ze als juriste stage bij de gemeente Amersfoort en lukt het maar niet een reguliere baan te vinden. ‘Ik denk dat ik met mijn 48 jaar te oud ben. Bovendien heb ik geen goed netwerk. Daar zouden ze trouwens bij de Open Universiteit werk van moeten maken. Tijdens de studie moeten ze mogelijkheden aanbieden een netwerk op te bouwen, om in contact te komen met relevante mensen, organisaties en instellingen. Dat mis ik nu wel’, aldus Nauta-Trapman. Fred Meeuwsen
Rectificatie: in het juni-nummer van Modulair (8), in het kort-nieuwsbericht, stond dat Jos Teunissen voor Mieke Nauta-Trapman als begeleider zou zijn opgetreden. Teunissen heeft de redactie verzocht dit te rectificeren. Zoals ook uit het interview hierboven blijkt, was de begeleiding in handen van Eduard ter Horst. Teunissen was examinator.
16
College van bestuur
Scheidend CvB-voorzitter Wöltgens: ‘We hebben zaken nu beter op orde’ Het is een van die vroeg-zomerse, maar wel écht warme dagen eind juni. De scheidend collegevoorzitter Thijs Wöltgens zit er ontspannen bij, net terug van vakantie. Niet op zijn eigen, grote kamer maar, wars van enige franje, op een wat klein kaal spreekkamertje, omdat daar gerookt mag worden, sigaren dus. Andere attributen in dit bescheiden decor: een stapel beleidsnota’s en een thermoskan met thee, uit de automaat. Toch zal deze zelfbewuste intellectueel in zijn eerste antwoord vervatten: ‘Toen ik gevraagd werd…’. ’Limburger met de beschouwelijkheid van de intellectueel pur sang’ zo staat te lezen in de uitgebreide biografie over Thijs Wöltgens op de website van het Parlementair Documentatie Centrum. Doorgaans wordt de scheidend CvB-voorzitter kort getypeerd als voormalig fractievoorzitter PvdA – 25 jaar was hij lid van de Tweede Kamer, waaronder het tot ieders verbeelding sprekende tijdperk Den Uyl – en (zes jaar) oud-burgemeester van Kerkrade. Voor mensen die meer dan gewoon geïnteresseerd zijn in Wöltgens’ curriculum vitae, is de zoekmachine ‘Google’ – 5.380 hits – wellicht een uitkomst. In dit laatste interview binnen de muren van de Open Universiteit Nederland blikt Modulair met de collegevoorzitter nog eens terug op diverse bestuurlijke momenten vanaf diens aantreden in september 2000.
In onze collectieve herinnering klinken woorden als ‘variantenstudie’ maar ook de in een forse korting omgezette vermaning van OCW nog na. Wat was uw eerste analyse medio 2000? ’Toen ik gevraagd werd, was voor mijzelf de belangrijkste reden dat het voortbestaan van de Open Universiteit bedreigd werd. Daartoe circuleerden diverse plannen, zoals het elders onderbrengen van het Onderwijstechnologisch expertisecentrum en het koppelen van de Open Universiteit aan een andere universiteit, wat naar mijn mening niets anders was dan een sterfhuisconstructie. Vanuit mijn economische achtergrond verzette ik mij tegen de dreigende teloorgang van hoogwaardige werkgelegenheid. Van die missie zijn de voorbije vijf jaar nadrukkelijk doortrokken geweest.’
‘Al meteen liep ik aan tegen de reeds in het HOOP 2000 aangekondigde bezuinigingen: 1/3 van de overheidsbijdrage. Weliswaar hebben we dat geld weten te behouden voor een nieuwe taak – het bijdragen aan de terugdringing van het lerarentekort via het Ruud de Moor Centrum – de pijn voor de faculteiten was er natuurlijk niet minder om. Vooral de voorbije twee jaar zijn ze daar echt de gevolgen van gaan voelen. Overigens was de instelling ook nog eens onderhevig aan algemene bezuinigingen voor alle universiteiten.’ ‘De budgettaire aangelegenheid moet wel in perspectief worden gezien: er was namelijk geen gezond financieel beheer. We moesten dus iedereen dwingen mee te denken in termen van kosten en baten. Als ik naar de recente cijfers kijk, heb ik het idee dat we door het dal heen zijn.
www.ou.nl/modulair
Ook het voortbestaan staat niet meer ter discussie. We hebben de zaken beter op orde als toen.’ Toch nog even terug naar al die circulerende plannen, hoe valide waren die? ’Destijds kwam zo’n beetje de elite van adviserend Nederland over de vloer. Fred Mulder (rector magnificus die toen ook aantrad; red.) en ik zeiden meteen tegen elkaar dat we de goede adviezen niet zouden negeren, maar we wilden wel het heft in eigen hand. Een van onze eerste daden was dan ook dat we de samenwerking met alle relatieve buitenstaanders en interim-mensen opzegden. Hun deskundigheid ten spijt zijn zulke mensen toch wat minder bezield en minder met continuïteit bezig.’ ’In het najaar 2000 hebben Mulder en ik het plan “Met één gezicht naar de samenleving” gepresenteerd. Dát plan bevat volgens mij nog steeds de kern van onze reden van bestaan, ook in de toekomst: voorzien in onderwijs aan mensen die al aan het werk zijn, met voor hen zowel economische alsook persoonlijke motieven. Zoals ik vorig jaar in mijn Lissabon-rede heb betoogd, zijn die economische motieven volop actueel. We zullen de politiek blijven overtuigen van de bijdrage die deze universiteit daaraan kan leveren. Vervolgens is het zaak erover na te denken hoe dat alles op een zo toegankelijk en efficiënt mogelijke manier kan worden georganiseerd.’ ‘Daarmee kom ik op een ander cruciaal punt. De hedendaagse Open Universiteit is een hybride instelling met een aantal kenmerken waarvan we ons beleidsmatig gedegen rekenschap zullen moeten geven. We zijn een universiteit als alle universiteiten. Het verschil zit hem in het feit dat onze wo-studies – toch geen geringe inspanning – moeten concurreren met de vele andere opties waaruit mensen in hun vrije tijd kunnen kiezen. Daarnaast zijn voor ons ook de mensen belangrijk die losse cursussen willen volgen. We zijn dus overheids- maar ook marktorganisatie. We moeten er in slagen bureaucratie, zoals de wettelijke regels van OCW, slim te mixen met een flexibele, bedrijfsmatige aanpak. Van onze als goed gevisiteerde opleidingen moeten we een breed scala aan, zoals het College het nu formuleert,“hoger onderwijs voor velen” kunnen afleiden – van BaMa-opleidingen, scholingsprogramma’s tot cursussen. Met dát onderwijsaanbod kunnen we ook onze andere taak goed uitvoeren: de innovatie van het hoger onderwijs.' ‘Iedereen die hier aanklopt voor kennisvermeerdering, vanuit welk motief ook, moeten we verwelkomen en met een toegesneden pakket aan onderwijs bedienen. Vooral die focus op de markt vergt een zakelijker bewustzijn, dat ongetwijfeld
indruist tegen de academische natuur. Toch zullen we die cultuuromslag moeten maken, mét behoud van de universiteit natuurlijk.’ U heeft zich persoonlijk sterk gemaakt voor een aantal zaken, zoals de upgrading van de studiecentra. Heeft u de aanvankelijke weerstand kunnen wegnemen? ’Ik ben van mening dat we de upgrading als College hebben waargemaakt. Dat is een forse investering geweest. Ze zijn nu stuk voor stuk de visitekaartjes in de regio. Overigens moet er wel gekeken worden naar het algehele effectieve gebruik door studenten of potentiële klanten zeker in relatie tot de vaste kosten. Ik constateer hoe dan ook dat echt álle studiecentra, alle coördinatoren en medewerkers, het als een geweldige stap vooruit ervaren.’ U heeft zich ook sterk gemaakt voor een sterkere positionering van de hoofdvestiging in de regio... ’Toen de Open Universiteit zich in onrustig vaarwater bevond, viel het mij op dat deze universiteit in de eigen regio nagenoeg niet bekend was. Ik was verbaasd dat, terwijl men vanuit politiek Den Haag de Open Universiteit probeerde op te delen, niet een alarmerende schreeuw door de regio heenging. Ik durf vol overtuiging te stellen dat mensen die in de regio – gemeente en provincie – bestuurlijk iets te vertellen hebben, niet meer kunnen beweren dat ze deze universiteit niet kennen. Dat geldt evenzeer voor de regionale stakeholders. Uit al deze geledingen hebben wij regelmatig mensen op werkbezoek gehad.’ Kunt u iets zeggen over de relatie met OCW? ’Met het ministerie hebben we een aantal jaren een wat grimmige relatie gehad, overigens in niet geringe mate veroorzaakt door die bezuinigingen die, let wel, door de Tweede Kamer pas zijn omgebogen. Vooral het laatste jaar is er een kentering opgetreden en is de verstandhouding met het departement aanzienlijk verbeterd. De top van het ministerie is ook veel toegankelijker, komt regelmatig op bezoek. We worden ook erg betrokken bij de ontwikkeling van het beleid. Jammer genoeg heeft het kabinet geen geld.’ Hoe ligt de Open Universiteit bij de VSNU? ’Het landelijke overleg met universiteiten wonen we consequent bij, niet in de laatste plaats om de Open Universiteit voortdurend onder de aandacht te brengen en haar eigen, meer specifieke belangen te behartigen. Ik moet daarbij vooral ook de inspanningen noemen van rector Fred Mulder die met zijn collega-rectoren een uitstekende relatie heeft opgebouwd.’ Tijdens uw Lissabon-rede vorig jaar riep u het kabinet op zich te conformeren aan haar onder-
13 juli 2005
17
wijsdoelstellingen. Ook bekritiseerde u het leerrechten-denken van staatssecretaris Rutte. Heeft dat effect gesorteerd? ‘Laat ik alvast dit zeggen: de discussie daarover is in ieder geval niet bedreigend. Mensen die hier vanuit een tweedekans starten, beginnen gewoon met 100 procent leerrechten. Er gebeurt nóg iets, als ik kijk naar de recente oprichting van een interdepartementale directie onder de naam “Leren en Werken”. Dat was tot voor kort onmogelijk, iemand bij OCW te vinden die zich bezighield met een leven-langleren. Dat durf ik te kwalificeren als een geweldige winst. Het is nu zaak die aandacht te gelde te kunnen maken.’ Frans Bogaert
‘Je moet vooral jezelf zijn’ Over zijn afscheid van het werkzame leven zegt Collegevoorzitter Thijs Wöltgens: ‘Binnenkort maak ik de overgang van het actieve naar het contemplatieve leven. Met gemengde gevoelens. Aan de ene kant zie ik uit naar de vrijheid. Lezen, reizen, culturele bezoeken, eindelijk uitslapen, haha! Aan de andere kant worden er nu afspraken ingepland voor oktober en soms denk ik ineens: “daar ben ik dus even niet meer bij.” Dat zal toch vreemd zijn. Ik heb altijd veel gedaan, ook naast het werk.’ Breed grijzend: ‘Ik ben denk ik in aanleg lui, maar ik heb dat altijd effectief bestreden.’ Krijgen uw vurige pleidooien voor een leven-langleren ook gestalte in uw eigen leven? ‘Met name door te lezen. Ik lees veel. Alleen geen romans, dat is misschien jammer. Voornamelijk boeken met historische thema’s, of filosofische. Om van te leren. Hoeveel ik lees? Poeh, veel, heel veel. Ik ben net twee weken op vakantie geweest en dan lees ik misschien wel tien boeken. Kleine boekjes, maar ook pillen van duizend bladzijden.’ Lees verder op P18
18
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
Hier staan activiteiten vermeld zoals lezingen, symposia, bijeenkomsten van studentenverenigingen en landelijke
activiteitendata
dagen, georganiseerd door Nederlandse en Vlaamse studiecentra, faculteiten of studentenverenigingen. Het gaat
SEPTEMBER wo 7 - Lezing door Toos Schoutsen: ‘getijdenboeken’ (sc Alkmaar) do 15 - Lezing door prof. dr. Carsten K.W. de Dreu: ‘Bang voor conflict?’ (sc Utrecht) zo 25 - Rondleiding in het vakbondsmuseum De Burcht (sc Amsterdam) ‘Bang voor conflict?’ Lezing door prof. dr. Carsten K.W. de Dreu (sc Utrecht) Carsten de Dreu is hoogleraar Arbeid- en Organisatiepsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van het boek Bang voor conflict?. Of het nu gaat om kleine irritaties, hoogoplopende ruzies, langdurige koude oorlog of stevige meningsverschillen; conflicten in organisaties zijn aan de orde van de dag. En hoewel die conflicten vaak negatief doorwerken op de onderlinge verstandhouding, de werkprestaties en het psychisch welbevinden van betrokken partijen, zijn er soms ook tal van functionele, positieve consequenties te onderkennen. Zo kunnen conflicten de creativiteit en het innovatief vermogen van projectgroepen en teams vergroten, verhogen ze het onderlinge begrip en stimuleren ze het leervermogen van betrokken medewerkers. Eindelijk is er voor studenten, managers, adviseurs en andere professionals een gedegen overzicht van de psychologische grondslagen
Vervolg pagina 17 Uw imago is ‘sigaartje-wijntje-biertje’. Is dat terecht? ‘Tja, daar zit natuurlijk wel wat in. Muziekje, een goed boek lezen, iets te drinken erbij en dan een sigaartje. Dat is misschien wel mijn grootste genot. Niet dat ik dat nu de hele tijd doe. Aan de andere kant: het moet geen karikatuur worden.’ U staat bekend om uw joviale stijl en weet grote invloed uit te oefenen. Gaan die twee niet wel eens moeilijk samen? ‘Allereerst: je moet vooral jezelf zijn om invloed uit te oefenen. Anders ben je volstrekt niet geloofwaardig. Je kunt niet zomaar een andere stijl overnemen, dat werkt niet. Ik heb nu eenmaal deze stijl en dat moet iedereen maar accepteren. Maar alles heeft twee kanten. Ik ben een heel erge positivist en ik word niet snel boos. De andere kant daarvan is dat mensen al eens sneller geen rekening met je houden.Toch ben ik er echt van overtuigd: een positieve prikkel werkt beter. Ik heb vroeger ook in het onderwijs gezeten. Als die studenten bij een proefwerk van een 4 naar een 5 gingen, dan zei ik “Goed zo, het gaat al een stuk beter!”en dat meende ik ook. Ik geef mensen veel vertrouwen en volgens mij is dat beter dan controleren. Complimenten zijn ook heel belangrijk. Eigenlijk doen wij dat bij de Open Universiteit misschien wel te weinig, complimenten geven aan mensen.’ Als u denkt aan uw kleinkinderen, wat is dan uw grootste zorg voor hun toekomst? ‘Ik vind eigenlijk dat mijn kinderen het al veel slechter hebben dan ikzelf vroeger! Als ik zie hoe hard ze
om activiteiten die (in principe) door alle studenten kunnen worden bijgewoond. Voor integrale informatie over de activiteiten verwijzen we u naar: www.ou.nl/info-alg-studiecentra/aktief_stc.htm. van conflicten en organisaties. U wordt deze avond in de gelegenheid gesteld het boek Bang voor conflict? De psychologie van conflicten in organisaties te kopen (kosten € 15,-). Rondleiding in het vakbondsmuseum De Burcht (sc Amsterdam) De Burcht was oorspronkelijk het bondskantoor van de Algemeene Nederlandsche Diamantwerkersbond (ANDB). Het gebouw kwam tot stand in een tijd van grote veranderingen op artistiek en sociaal-ecnomisch gebied. De architect Berlage, de schilder Roland Holst en anderen streefden naar een monumentale kunst die voor een breed publiek toegankelijk moest zijn. De ANDB was vernieuwer op zijn terrein, en ontwikkelde nieuwe strategieën en nieuwe structuren voor de opkomende arbeidersbeweging. Aanvang: 14.00 uur, verzamelen 13.45 uur in de hal. Adres: Henri Polaklaan 9, Amsterdam. Entree voor eigen rekening. Max. 25 personen. Duur: ±1,5 uur. Aanmelden bij Carla Houter: tel. 0252-686586, e-mail:
[email protected]
moeten werken met z’n tweeën, voor een gewoon, modaal huis en een auto en dure kinderopvang. Ik vind eigenlijk dat ze te gejaagd leven, te haastig. En dat baart mij wel zorgen, dat dit zich voortzet. Ik weet het, ik heb in mijn positie gemakkelijk praten, maar er is meer dan vooruitgang, werk, hypotheek… het is ook belangrijk dat er aandacht en tijd is voor rust. Wat ik hoop, is dat mijn kleinkinderen de kans krijgen om zich te ontwikkelen tot complete mensen. Mijn grootste angst is dat Nederland op dit vlak ‘veramerikaniseert’. Dat de levensinhoud bijna alleen nog maar bestaat uit carrière en geld en dat het bestaan als familie daaraan wordt opgeofferd.’ In de lokale Limburgse dagbladen schreef u tot voor kort wekelijkse columns. Heeft u de ambitie of de behoefte om een rol te spelen in het nationaal debat over actuele thema’s? ‘Ik moet eerlijk zeggen: soms jeukt de pen. Bijvoorbeeld tijdens die voorbereidingen voor zo’n referendum over de Europese grondwet, of als het gaat om de bejegening van de Islam. Maar aan de andere kant worden er ook zoveel opinies gegeven, dat ik wel eens een beetje moedeloos word. Ik lees drie kranten en in één van die drie is er altijd wel iemand die mijn mening weergeeft. Maar dan lees je weer wat sommige mensen voor onzin uitkramen en denk je “daar moet toch iemand op wijzen!” Wie weet… misschien als ik meer tijd heb.’ Denkt u dat u nog eens terugkeert naar de Open Universiteit, als student? ‘Ik zit daar wel serieus over te denken. Ik zei het al, ik lees veel om te leren. Ik kan uren in een boekhandel
doorbrengen. Maar het is niet echt gestructureerd. Een voetnoot in het ene boek leidt tot het andere boek. Misschien is meer structuur wel goed. Cultuurwetenschappen trekt me in het bijzonder.’ Al wat handiger geworden met de muis? ‘Eigenlijk niet. Ik geloof dat er bij de Open Universiteit gemiddeld meer dan een pc per bureau staat. Nou, ik haal dat gemiddelde wel omlaag. Ik denk dat ik de enige binnen de organisatie ben die geen computer op het bureau heeft staan. Maar toch gaat het veranderen. Ik heb mij voorgenomen dat ik mij eens goed zal laten instrueren.Voordat ik hier wegga, wil ik de computer goed kunnen bedienen!’ Wat is uw beeld van studenten van de Open Universiteit Nederland? ‘Ik heb studenten vooral leren kennen bij diploma-uitreikingen. En ik ben dan altijd zó onder de indruk. Bij die gelegenheid wordt meestal ook iets verteld over de student en zijn of haar levensloop. Ik zou wel willen dat daar elke keer een minister bijzat, of honderd Kamerleden. Als je hoort wat een levenservaring deze afgestudeerden hebben, hoe zij hun studie combineren met gezin en werk en nog zoveel andere dingen. Ongelofelijk. Ik heb er veel bewondering voor. En ik ben ook altijd trots en blij dat we daaraan kunnen bijdragen.’ Olga Teunis-Steijns
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
19
Uit de communities
’Het motiveert enorm met gelijkgezinden’ Binnen het afstandsonderwijs worden steeds meer communities gevormd, niet alleen door faculteiten ook door
Daarnaast schrijven ze ook nog hun scriptie. Kortom, alle stadia van onderzoek: literatuurstudie, hypothesen opstellen, toetsen en het schrijven van een gedegen betoog.’
studenten zelf, niet alleen fysiek ook via web, niet alleen binnen maar ook buiten de Open Universiteit. Deze keer een onderzoeksgroep van psychologiestudenten. Modulair legt universitair docent dr. Marijn van Dijk, en scriptie-
Krijgt iedere student een ‘eigen’ afgebakende deelopdracht? ‘De studenten formuleren hun eigen onderzoeksvragen, die niet precies hetzelfde hoeven te zijn als de onze. Doordat we nogal wat data verzamelen, zijn er mogelijkheden te over: mondmotoriek, anticipatiegedrag, de interactie of efficiëntie van de voeding.’
studente Diane Manuhuwa een aantal vragen voor. Wat is de aanleiding voor het onderzoek? Marijn: ’Ik was op zoek naar een nieuw thema, enerzijds om zelf over te publiceren en anderzijds voor studenten, als scriptiethema. Als ontwikkelingspsycholoog gaat mijn belangstelling vooral uit naar patronen van ontwikkeling; hoe verloopt een bepaald proces precies, en hoe kun je dat in kaart brengen. Anderzijds moest er ook een relatie zijn met de gezondheidspsychologie. Het onderzoek “de Eerste Hapjes” – het gedrag van baby, en moeder/vader bij de overschakeling van melkvoeding naar vaste voeding – heeft al deze elementen in zich. Tot op heden is daarnaar geen onderzoek gedaan.’ Hoe is de samenwerking met Tilburg tot stand gekomen? ’Aan de RUG deden Sabine Hunnius (UvT) en ik aan dezelfde afdeling promotieonderzoek. Toen we elkaar in maart dit jaar weer ontmoetten, bleken we allebei van plan te zijn onderzoek te doen over eetgedrag van baby’s en daarbij ook nog eens geïnteresseerd te zijn in dezelfde aspecten, namelijk interactiegedragingen tussen moeder en kind. Doordat Sabine over veel kennis beschikt over ontwikkelingsprocessen en onderzoeksmethodologie bij jonge baby’s, en ik over patronen van ontwikkeling en variabiliteit, vullen we elkaar prima aan. Interuniversitaire samenwerking wordt ook aangemoedigd.’ Hoe is de onderzoeksgroep samengesteld? ‘De onderzoeksgroep bestaat uit wij beiden als universitair docenten en vier scriptiestudenten. Dat aantal kan nog toenemen. Ook doet prof. dr. Paul van Geert (RUG) mee. De groepsleden zitten verspreid over het land: Groningen, Friesland, Noord-Brabant, Noord-Holland en Overijssel.’ Waarvoor heb je de aangezochte studenten precies nodig? ’Bij ons onderzoek gaat het om een ontwikkelingsproces.Voor het verzamelen van data worden gedurende drie maanden 15 video-opnames van elke baby gemaakt, terwijl deze een fruithapje krijgt. Deze opnames moeten allemaal zorgvuldig worden gecodeerd aan de hand van een observatieschema. Om tot publiceerbare resultaten te komen, moeten we minimaal 20 baby’s hebben. Met z’n tweeën wordt zoiets al gauw moeilijk.’ Welke onderzoeksvaardigheden doen de studenten op? ‘Studenten observeren in een zo natuurlijk mogelijk verlopende voedingssituatie. Dat moet wel duidelijk en uniform op film. Ook wegen ze de voeding en nemen in de loop van het onderzoek verschillende vragenlijsten af bij de ouders. Ze leren dus niet alleen op een gestandaardiseerde manier gegevens te verzamelen, maar ook het uitermate belangrijke systematisch observeren. Voor de scriptiestudenten geldt verder dat ze hun data analyseren en leren gebruik te maken van, veelal beschrijvende statistiek.
Werken studenten ook samen? ’Wel in praktische zin. Uiteindelijk “delen” alle scriptiestudenten alle baby’s, dus alle data, die er op enig moment zijn. Daardoor verrichten alle deelnemers analyses over een grotere steekproef. Ook stimuleren we dat we met elkaar meedenken en elkaar motiveren. Uiteindelijk stelt elke student eigen hypothesen op, voert analyses uit en schrijft een eigen eigen scriptie.’ Hoe wordt er gecommuniceerd, hoe het groepsgevoel bevorderd? ’We hebben een ontmoetingmiddag gehad in studiecentrum Nijmegen. Ontzettend leuk om de groep bij elkaar te hebben, een heel inspirerende middag.We hebben gelijk een heleboel verteld over de theoretische achtergrond van het onderzoek en over de methodologische aspecten ervan. Ook erg leuk was het laten zien van de filmpjes die we tot dusver hadden. Eenmaal enthousiast begonnen, koppelt iedereen terug naar zijn eigen begeleider via de geijkte kanalen: schriftelijk, e-mail of telefoon. Ook houden we elkaar op de hoogte via een besloten Yahoo-forum, dat werkt vrij aardig maar moet nog groeien. Na de zomervakantie is er weer een ontmoetingsdag om het over het codeerschema te hebben.’ Je hebt je aangesloten bij dit onderzoeksgroepje, waarom? Diane:‘Ik hoorde dat Marijn bezig was met het opzetten van dit onderzoek. Alleen al van het onderwerp werd ik enthousiast doordat ik zelf een zoontje heb van anderhalf. Na een telefoongesprek met een zeer enthousiaste Marijn ging ik gelijk overstag. Ook de nieuwigheid van het onderzoeksdesign spreekt me aan: niet grote groepen baby’s vergelijken op een paar momenten, maar een paar baby’s observeren op zo’n 15 momenten. Het leuke van zo’n onderzoeksgroep is dat je met elkaar heel veel te weten komt over eetgedrag, want je observeert met elkaar meer baby’s dan alleen en je wisselt natuurlijk kennis en bevindingen uit. Ook motiveert het enorm om met meer gelijkgezinden samen te studeren.’ Is er zoiets als een (academisch) groepsgevoel? ’Ik ervaar wel dat er een groepsgevoel is. Daar hebben Marijn en Sabine echt voor gezorgd tijdens de aftrap. De Yahoogroep draagt daar ook toe bij. Academisch groepsgevoel heb ik ook. Je ziet dat beide docenten de opzet van het gehele onderzoek goed hebben doordacht en ook de manier waarop de observaties plaatsvinden met codering is niet eenvoudig. Het gaat bovendien om een innovatief onderzoek, zowel inhoudelijk als qua onderzoekstype. Leuk om voorop te lopen, zeker met deze groep.’ Frans Bogaert Wilt u meer weten over het onderwerp of de onderzoeksgroep, neem dan contact op met Marijn van Dijk (links op foto), via studiecentrum Zwolle of:
[email protected]. Rechts op de foto staat Sabine Hunnius.
20
Berichten van Service en informatie
Warme ontvangst tijdens opening studiecentrum Breda Een zowel letterlijk als figuurlijk ‘warme ontvangst’. Zo zullen de meeste van de ruim 100 bezoekers zich de officiële opening herinneren van studiecentrum Breda. Was het buiten al tropisch warm met een temperatuur ruim boven de dertig graden, binnen lag de ‘gevoelstemperatuur’ door de opeengepakte massaliteit nóg hoger. Collegevoorzitter Wöltgens ging in ‘hemd-metkorte-mouwen’ ontspannen voor in het verlaten van de
voor deze vorm van vrijetijdsbesteding. Hij roept werkgevers op vooral voor de student van de Open Universiteit te kiezen. De diploma-uitreiking – vier afgestudeerde doctorandussen – is altijd een bijzondere gebeurtenis, vooral ten overstaan van de trotse familie die ook nu ruim vertegenwoordigd is. De lovende woorden van hen die de bul mogen uitreiken – docenten, collegevoorzitter en, bijzondere gast, Commissaris van de Koningin Noord-Brabant, mevrouw May-Weggen – zijn niet van de lucht:‘een volleerd academica’ of ‘een perfectionist die het debat met de hoogleraar niet schuwt’ of ‘met de bèta-componenten bepaald geen pretstudie’. Wat in de dankwoorden van de studenten duidelijk overheerst, is een ‘we hebben het gehaald’, waarbij het ‘we’ onmiskenbaar ook emotioneel duidt op het grote belang van de blijvende support van de achterban. Een al aardig opgroeiende zoon roept zijn moeder op ‘nu ook tijd te gaan nemen voor leuke dingen’. Als een van de afgestudeerden zich via Peter Honig tot alle medewerkers van het studiecentrum richt, klinkt luidt applaus.
kledingcode. De ice-tea vloeide rijkelijk, toespraken gingen allemaal een tandje hoger. Coördinator Peter Honig van het zowel verhuisde als in de huisstijl opgetuigde studiecentrum op de 1e etage van het gebouw La Fontana: ‘Wij zijn zeer blij!’ Honig blikt aan de hand van dia’s terug op de diverse oude locaties, en ook nu gebeurt dat met gevoelens van nostalgie. Zoals in de tijd dat een tentamenruimte pal grensde aan een oefenruimte van een met veel elan oefenende fanfare. Namens alle medewerkers verwoordt hij een ‘zeer blij!’ met de nieuwe locatie, zo pal naast het NS-station. Voor scheidend CvB-voorzitter Wöltgens is het zijn laatste inleidende toespraak voor een zaak – de upgrading van alle studiecentra/steunpunten – waarvoor hij zich vanaf zijn aantreden persoonlijk sterk heeft gemaakt. Met nog de officiële buluitreiking aan vier afgestudeerden voor de boeg, spreekt hij nog eens zijn welgemeende waardering uit – ‘Ik kan er oprecht ontroerd door raken’ – voor de OUNLtypische student die, naast gezin en werk, toch maar moet durven kiezen
Mevrouw Hanja May-Weggen zal ook de officiële openingshandeling verrichten. In haar toespraak onderstreept zij het belang van, naast Tilburg en Eindhoven, een derde Brabantse, ook nog eens innovatieve universiteit. Kennis en innovatie van onderwijs is van evident belang voor een industrieel georiënteerde provincie die voor 20 procent bijdraagt aan het nationale product. Brabant, aldus de Commissaris van de Koningin, wordt in de recent verschenen Rabobank-monitor zelfs genoemd als ‘echte winnaar’ waar het gaat om regionale economische groei. Onder verwijzing naar de bekende Lissabon-doelstellingen – het opleidingspeil van productief Nederland moet fors omhoog – spoort zij de Open Universiteit Nederland nog eens aan: ‘Goed dat u hierin uw verantwoordelijkheid neemt’. Niet veel later baadt de zaal in een zee van confetti. Met een luide knal is het studiecentrum geopend. Het ietwat geschrokken publiek zal het weten: Breda is er! Frans Bogaert Een uitgebreide foto-reportage van opening en buluitreiking vindt u op: http://www.ou.nl/info-alg-sc-breda/agenda.htm.
Rooster bijeenkomsten groepsbegeleiding
Rectificatie
Op Studienet vindt u de Roosters bijeenkomsten groepsbegeleiding voor het eerste semester van het academisch jaar 2005-2006. Het rooster is te printen als (pdf )overzicht per faculteit óf als overzicht voor de Vlaamse studiecentra. Daarnaast is er een apart document met spreekuurtijden en e-mailadressen van alle studiebegeleiders. Wijzigingen na publicatie van de roosters kunt u vinden in de rubriek studiebegeleiding in Modulair en e-Modulair.
In Modulair 8 is in het overzicht van vastgestelde tarieven voor het studiejaar 2005-2006 (zie pagina 22) een fout geslopen. De bijkomende kosten voor het Practicum strategie en organisatie bedragen in tegenstelling tot wat wordt gemeld € 300,-. Verder is in het overzicht ook de cursus Publiekgericht schrijven en spreken opgenomen. Inschrijven voor deze cursus is echter niet meer mogelijk.
Vakantie De redactie van Modulair, mede namens alle medewerkers van de Open Universiteit Nederland, wenst alle studenten een fijne en ontspannen vakantie toe!
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
21
onderwijs – Cultuurwetenschappen
’Een jammerlijke strook gronds’
Zomerschool onderzoekt relatie Nederland-Limburg 1874-1918 Het was even wennen, het lezen van oude vergeelde verslagen en handchriften
Proefstudenten gezocht
Peer assessment Schrijven in studie en beroep Het Onderwijstechnologisch expertisecentrum (OTEC) voert momenteel in het kader van het ESPACE-project een onderzoek uit naar peer assessment. Daarbij beoordelen studenten elkaars werk. Schrijfonderwijs is een competentietraject waarbij dit goed mogelijk lijkt: een student schrijft een stuk tekst en legt dat eerst aan een willekeurige lezer voor. Die lezer is dan een anonieme medestudent. Deze leest het stuk en geeft zijn commentaar. Vervolgens stuurt hij het terug en de eerste student verbetert zijn tekst met behulp van het commentaar alvorens hij zijn tekst naar de begeleider stuurt. Deze bekijkt de tekst en geeft het eindoordeel. OTEC heeft de faculteit Cultuurwetenschappen gevraagd of zij het instrument dat zij voor peer assessment hebben ontwikkeld mogen uittesten op de cursus Schrijven in studie en beroep (C26221). CW is hierop ingegaan. Graag willen wij dan ook een vijftiental studenten uitnodigen deel te nemen aan een proeftoets voor de cursus Schrijven in studie en beroep. Het gaat daarbij in de eerste plaats om deze nieuwe manier van toetsen te testen. De lesstof die tijdens de proeftoets bestudeerd moet worden, wijkt slechts licht af van die van de reguliere cursus. Nu schrijven de studenten drie teksten die de docent beoordeelt. In de proeftoets worden die teksten eerst becommentarieerd door medestudenten. Eerste versies van teksten, geleverde commentaren, en tweede versies komen in een schrijfdossier en dat wordt beoordeeld door de docent. Er wordt ook een aantal nieuwe opdrachten uitgetest. Het proeftraject duurt van medio september tot medio december 2005. Om mee te kunnen doen moet u de cursus dus in deze periode kunnen bestuderen en afronden. Van de studenten wordt verwacht dat ze deelnemen aan de evaluatie en enkele vragenlijsten zullen invullen. Er zijn waarschijnlijk een tweetal verplichte bijeenkomsten. Daar staat tegenover dat u het bedrag van één module krijgt uitbetaald, wanneer u de proeftoets met goed gevolg afrondt. Met dit bedrag en het uitgereikte proeftoetscertificaat kunt u vervolgens de reguliere cursus kopen. U krijgt dan meteen uw certificaat toegestuurd. Belangstelling? Meld u dan vóór 15 augustus aan. De volledige oproep en het aanmeldingsformulier is te vinden op Studienet: http://www.extranet.ou.nl/studie-projectproeftoetsingen/C26221/aanmelden.asp. Heeft u geen toegang tot Studienet en wilt u toch in aanmerking komen voor deelname, stuur dan een kort e-mailbericht aan:
[email protected]. Na de sluitingsdatum ontvangt u zo spoedig mogelijk bericht en vervolgens de materialen en planning toegestuurd.
‘Een jammerlijke strook gronds, een uitwas van ons land, dat onze beste sappen verteert’. Dat schreef redacteur J.G.H Boissevain van de Arnhemsche Courant in 1848 over Limburg. Deze uitspraak zette de toon voor de zomerschool Nationalisme, die van 6 tot 10 juni in Maastricht werd georganiseerd door de geschiedenissectie van de faculteit Cultuurwetenschappen. Een 22tal CW-studenten en ondergetekende gingen onder de bezielende leiding van universitair hoofddocent dr. Toon Bosch en prof. dr. Leo Wessels aan de slag met het centrale onderzoeksthema: de relatie tussen Nederland en Limburg in de periode 1874-1918 bezien vanuit nationalistisch perspectief. De Limburgse kwestie In de tijd dat Boissevain zijn brochure schreef, stond het allerminst vast dat Limburg bij Nederland zou blijven horen. Niet alleen ‘Hollandse’ kranten, ook kamerleden pleitten voor het afstoten van Limburg. In dezelfde tijd waren in Limburg zelf vurige pleidooien te horen en te lezen om zich bij België of Duitsland aan te sluiten. Vele leden van de lokale elites waren van mening dat er van Nederland niets te verwachten viel. Het midden van de negentiende eeuw was de tijd dat in Heerlen de kranten in het Duits verschenen en in Maastricht in het Frans. In grote delen van Limburg was de Duitse Mark het meest gebruikelijke betaalmiddel en in Maastricht werden de arbeiders van de aardewerkfabrieken van Regout in Belgische Franks uitbetaald. ‘Hollandse’ reizigers verwonderden zich erover dat zij zich in Zuid-Limburg, toch een deel van hun eigen land, niet verstaanbaar konden maken. Algemeen zijn de historici echter van mening dat er na de jaren zestig van de negentiende eeuw een kentering optrad: De anti-Nederlandse gevoelens ebden weg. Het doel van de zomerschool was nu deze veronderstelde verandering in ‘de geest der provincie’ te onderzoeken aan de hand van de verslagen die de commissarissen van de koning(in) – in Limburg gouverneurs genoemd – elk jaar uitbrachten aan de minister van Binnenlandse Zaken. In hoeverre was in die verslagen het integratieproces van Limburg in de Nederlandse natiestaat te volgen?
22
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
onderwijs – Cultuurwetenschappen
Geen bronnenstudie zonder onderzoeksvragen Toon Bosch confronteerde ons allereerst met de methodische kanten van onderzoek doen in archieven, het bestuderen van de ‘echte’ bronnen: dus niet zo maar gaan zitten lezen zonder eerst je onderzoeksvragen te hebben geformuleerd; bedenk goed wat voor soort bronnen je hanteert; wie de mensen waren die ze hebben geschreven, en welke stokpaardjes ze hadden en met welk doel ze de rapporten schreven. Vervolgens gingen we als aspirant-onderzoekers in tweetallen aan de slag, geïnspireerd door de gloedvolle lezingen van dr. Rob van Ginkel (UvA) over de aard van het ‘nationalisme’ (‘als een stukje zeep: als je denkt dat je er vat op hebt, glipt het weer weg’) en van Leo Wessels over de geschiedenis van Limburg. Geïnspireerd ook door de prachtige ambiance van de historische gebouwen waarin het Rijksarchief Limburg in Maastricht is gehuisvest. Het was even wennen, die oude vergeelde verslagen en dat lezen van die ouderwetse handschriften. Al spoedig bleken de gouverneursverslagen niet genoeg en werden ook de vuistdikke (gedrukte) verslagen van Gedeputeerde Staten over de jaren 1874-1918 op een kar de studiezaal ingereden, waarna ze aan een grondig onderzoek werden onderworpen. Elk tweetal nam vier jaren voor zijn rekening. Halverwege het onderzoek hield prof. dr. Joep Leersen (UvA) een bijzonder boeiende lezing over de aard van het Limburgse nationalisme in vergelijking met nationalistische bewegingen in bijvoorbeeld Vlaanderen, Baskenland en Slovenië. Centraal in zijn betoog stonden de drie fasen van het model van de Tsjech Hroch: culturele bewustwording, maatschappelijke eisen en politieke agitatie. Volgens Leersen is het Limburgse nationalisme in de tweede fase blijven steken, onder meer omdat de Nederlandse overheid zich nooit hard opstelde en altijd wel
In memoriam: Antoinette Gielen. In de vroege morgen van 25 mei jongstleden is geheel onverwacht Antoinette Gielen overleden. Zij was bijna klaar met haar studie Cultuurwetenschappen, maar zal het afstuderen helaas niet meer meemaken. In 1997 nam zij deel aan de Zomerschool Florence, in 2000 aan de Zomerschool Opera. Ook was ze vaak deelneemster aan de landelijke CWdagen en andere bijeenkomsten. Antoinette was een geliefd en trouw lid van het Haags dispuut en voelde zich zeer betrokken bij het wel en wee van de Open Universiteit. Zij vertegenwoordigde het Haags dispuut in 2004 bij het overleg in Utrecht namens CW-koepel, disputen et cetera met de decaan van de faculteit, prof. dr. Jaap van Marle, en onderwijscoördinator, drs. Paul van den Boorn. Het Haags dispuut zal haar zeer missen!
wilde praten over bepaalde Limburgse ongenoegens; het poldermodel avant la lettre? Op woensdagavond legde een andere hoogleraar van de eigen faculteit, prof. dr. Jan van der Dussen, zijn denkbeelden over het nationalisme aan de deelnemers aan de zomerschool voor, in het prachtige Spaans Gouvernement aan het Vrijthof. Op de laatste dag deed elk onderzoekstweetal aan de overige deelnemers mondeling verslag van zijn onderzoeksbevindingen. Tijdens deze referaten bleek nogmaals welk enthousiasme het omgaan met oorspronkelijke bronnen bij de deelnemende studenten had losgemaakt. Deze mogelijkheid zelf in een aaneengesloten periode van vijf dagen in een inspirerende omgeving met één onderwerp bezig te zijn, was voor velen ook de belangrijkste reden zich op te geven voor deze zomerschool. Het interessante thema, het ontmoeten van medestudenten en de mogelijkheid het zomerschoolonderzoek te gebruiken voor het schrijven van de bachelorscriptie zijn andere redenen die genoemd werden. In de woorden van een aantal deelnemers was deze zomerschool ‘een inhoudelijke en sociale onderdompeling’. Sociaal ook, want naast het inhoudelijke werk werd er ook nog samen gegeten, samen onder leiding van universitair docent drs. Irmin Visser door Maastricht gewandeld en samen op terras gezeten. Een unieke ervaring aan een universiteit voor afstandsonderwijs. Aan het einde, op vrijdagmiddag, ging iedereen weer zijns weegs om later, thuis, alleen op de eigen studieplek de onderzoeksresultaten uit te werken in een werkstuk of scriptie. Drs. Paul van den Boorn, Onderwijscoördinator CW / deelnemer Zomerschool Nationalisme
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
23
onderwijs – Psychologie
Proefstudenten gezocht
Inleiding in de gezondheidspsychologie De faculteit Psychologie ontwikkelt momenteel de 1-moduulscursus Inleiding in de gezondheidspsychologie (S60321) voor studenten in het propedeutisch deel van de bacheloropleiding. De cursus is echter ook geschikt voor losse inschrijvers en vervangt vanaf juni 2006 de huidige cursus. We zoeken studenten voor de proeftoets van de cursus, van 21 november 2005 tot 25 februari 2006. Het schriftelijk meerkeuze-tentamen is op zaterdag 25 februari 2006. We verwachten dat u tijdens de proeftoetsperiode 10 tot 12 uur per week aan deze cursus kunt besteden. Wilt u aan de proeftoets meewerken, maak dit dan zo spoedig mogelijk (in ieder geval vóór 26 juli 2005) kenbaar via het aanmeldingsformulier op Studienet*. De volledige oproep en het aanmeldingsformulier zijn te vinden op http://www. extranet.ou.nl/studieproject-proeftoetsingen/ S60321/aanmelden. asp. Bent u (nog) geen student bij ons wilt u toch aan de toetsing deelnemen, stuur dan een kort e-mailbericht aan:
[email protected]. U kunt zich alleen aanmelden via het digitale aanmeldingsformulier. Uiterlijk 28 juli krijgt u via e-mail bericht of u bent geselecteerd voor de proeftoets. Bekijk, voordat u zich aanmeldt, wel nog de uitgebreidere informatie op de proeftoetspagina op Studienet, in het bijzonder de voorwaarden om deel te kunnen nemen.
*Mocht u (nog) niet zijn geabonneerd op Studienet, het kanaal via welke u steeds gemakkelijker in contact kunt komen met zowel de universiteit als met medestudenten, dan kunt u zich aanmelden via het centrale webadres (www.ou.nl) via het item ‘studienet’.
Aanvullende uitvoeringsregelingen 2005-2006 Hierna vindt u een tweetal aanvullende uitvoeringsregelingen voor het studiejaar 2005-2006 van respectievelijk de bacheloropleiding en de wo-opleiding Psychologie. Bacheloropleiding: Leiderschap in arbeidsorganisaties (S29311) Zie de uitvoeringsregeling in de studiegids psychologie op blz. 63 voor de inbreng in combinatie met de eveneens stopgezette cursussen Interventies in groepen:conflicthantering en mediation (S66312) en Mentale belasting in het werk (S39311). Indien u van deze drie cursussen alléén Leiderschap in arbeidsorganisaties in uw bezit heeft of afgerond c.q. daarvoor bent vrijgesteld, wordt deze cursus conform onderstaande volgorde ingebracht in plaats van: 1. Arbeidspsychologie en -sociologie 1: arbeid in verandering (S07221) óf 2. Interventies bij organisatieverandering (S63311) óf 3. Ergonomie (S06221).
Wo-psychologie, Afstudeerrichting gezondheidspsychologie De cursussen Arbeid en gezondheid 1: risicofactoren (S19211); Arbeid en gezondheid 2: arbeidsomstandighedenbeleid (S37311); Mentale belasting in het werk (S39311) zijn inmiddels stopgezet. Zie de uitvoeringsregeling in de studiegids psychologie op blz. 79 voor inbreng van studieresultaten. Als aanvulling daarop geldt het volgende: indien u alle drie de cursussen heeft besteld of afgerond c.q. daarvoor bent vrijgesteld, dan is de inbreng als volgt: – Mentale belasting in het werk (S39311 ) en Arbeid en gezondheid 1: risicofactoren (S19211) voor Psychologie van arbeid en gezondheid (S26212). – Arbeid en gezondheid 2: arbeidsomstandighedenbeleid (S37311) voor Klinische psychologie 3: de ambulante praktijk (S67311).
Onderzoekspracticum scriptieplan In week 30 tot en met 33 worden geen sjablonen met onderzoeksvoorstellen (S71322 en S71311) in behandeling genomen. Studenten dienen rekening te houden met een verwerkingstijd van zes weken in plaats van vier weken.
Coachen van Managers De nieuwe cursus ‘Coachen van managers’ heeft géén ingangseisen meer en kan door iedereen besteld worden. Dit in tegenstelling tot de informatie die in de studiegids staat vermeld.
onderwijs – Rechtswetenschappen
Actuele wettenbundel tentamen Inleiding strafrecht Tot en met 31 augustus 2005 dient tijdens het tentamen voor de cursus Inleiding strafrecht (R10162) gebruik te worden gemaakt van de wettenbundel editie 2004-2005. Met ingang van 1 september wordt getentamineerd op basis van de wettenbundel 2005-2006.
24
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
onderwijs – Natuurwetenschappen
Aanmelden voor bijzondere N-curssussen In de bacheloropleiding Milieu-natuurwetenschappen zijn cursussen opgenomen waarvoor u zich vóór inschrijving moet aanmelden. Dit is het geval als de faculteit bepaalt of een student kan worden toegelaten, of als er een minimum aantal deelnemers is vereist, of als er bijvoorbeeld groepen worden gevormd. Per cursus staat hierna aangegeven hoe u zich moet aanmelden. Zie de studiegids voor meer cursusinformatie. Inlichtingen bij het Onderwijs service centrum (OSC):
[email protected] of 045-5762888. Milieubeleid en samenleving (N15231) Aanmelden tot 23 september 2005, of jaarinschrijving voor 1 augustus 2005, vanwege verplichte startbijeenkomst met samenstelling groepen op de Majordag zaterdag 1 oktober 2005 in SC Utrecht. Vermeld: 1) vooren achternaam; 2) het e-mailadres dat u tijdens de cursus gebruikt; 3) uw studiecentrum. Aanmelding met als onderwerp ‘N15231-aanmelding en studentnummer’ sturen naar
[email protected]. De examinator Ron Cörvers neemt contact met u op. European Virtual Seminar on Sustainable Development (N31211) Aanmelden tot 1 oktober 2005, of jaarinschrijving voor 1 augustus 2005, vanwege samenstelling internationaal en multidisciplinair samengestelde groepen. Cursusperiode oktober 2005 tot februari 2006. Aanmelding met als onderwerp ‘N31211-aanmelding en studentnummer’ sturen naar
[email protected]. De examinator Ron Cörvers neemt contact met u op. Virtueel milieuadviesbureau (N5021n) Aanmelden liefst vóór 15 augustus 2005, vanwege toelating en inventarisatie van aantal deelnemers (minimum aantal vereist). De eindopdracht van de bacheloropleiding is onderdeel van deze cursus. Bij voldoende deelnemers: run in periode september 2005 t/m maart 2006, en/of run in periode januari t/m juli 2006, met per run vier verplichte bijeenkomsten in sc Eindhoven. Cursusdeelname staat open voor studenten die meer dan 28 modulen (120 ects) behaald hebben (inclusief vrijstellingen). Vermeld: 1) uw voorkeur voor eerste of tweede semester; 2) het aantal ects waarvoor u wilt inschrijven (3 of 4 modulen: 12,9 of 17,2 ects). Aanmelding met als onderwerp ‘N5021n-aanmelding en studentnummer’ sturen naar
[email protected]. De examinator Wilfried Ivens neemt contact met u op. Academische vaardigheden milieuwetenschappen (N61311) Vroegtijdig inschrijven, jaarinschrijving vóór 1 augustus 2005, en aanmelden vanwege de veertien opdrachten, verspreid over een aantal jaren. Inschrijven vóór de cursus: direct na het behalen van de propedeuse. Advies voor studenten met vrijstellingen om met deze cursus te beginnen. Naast formele inschrijving, aanmelden voor opdrachten bij:
[email protected] of
[email protected]. Geïntegreerd eerste niveau practicum natuurwetenschappen (N99111) Aanmelden liefst vóór 15 juli 2005, vanwege toelating en inventarisatie van aantal deelnemers (minimaal aantal vereist). Verplichte startdag op zaterdag 1 oktober 2005 in sc Utrecht en practicumbijeenkomsten op 20, 21, 24, 25 en 26 oktober 2005 bij Wageningen Universiteit. Cursusdeelname staat open als propedeuse grotendeels is afgerond (in ieder geval Basiscursus scheikunde, en Evolutie). Aanmelding met als onderwerp ‘N99111-aanmelding en studentnummer’ sturen naar
[email protected]. De examinator Jikke van Wijnen neemt contact met u op.
Nieuwe innovatieprojecten De faculteit Natuurwetenschappen neemt momenteel deel aan diverse innovatieve onderwijsprojecten. Het European Virtual Seminar on Sustainable Development (EVS) is een onderwijsmodule waarin studenten van diverse nationaliteiten en disciplines in kleine, sterk heterogene groepen samenwerken aan werkelijkheidsgetrouwe casestudies op het terrein van duurzame ontwikkeling. Inmiddels participeren 20 instellingen uit 13 verschillende Europese landen in het EVS. De cursus EVS is aangewezen als ‘good practice’ van ICT-gebruik in het hoger onderwijs door SURF Platform ICT en Onderwijs, en opgenomen in het SURF-rapport ‘Internationalisering en ICT’. Projectleiding: Ron Cörvers. De cursus EVS is ook opgenomen in het project Virtual Copernicus Campus: e-learning for sustainability. Doel van dit door de EU gesubsidieerde project is het bevorderen van de virtuele mobiliteit van studenten met e-learning. Naast de OUNL participeren in het project universeiten uit Lüneburg (Duitsland), Graz (Oostenrijk), Praag (Tsjechiè) en Thessaloniki (Griekenland). Binnen het project kunnen NW-studenten toegang krijgen tot de Engelstalige e-learningcursussen van de partnerinstellingen. Deze partner-cursussen kunnen – na goedkeuring – worden ingebracht in de bacheloropleiding. Instellingscoördinator: Ron Cörvers. Inmiddels is een pilot met NW-studenten gestart van Virtual Masterclass: Scientific Publishing on Environment and Sustainability, een project gefinancieerd door de Digitale Universiteit. De reviewcommissie is enthousiast over de projectresultaten tot nu toe. Op basis van eigen onderzoekswerk schrijven, reviewen, herschrijven en corrigeren studenten abstracts en artikelen voor het elektronische studententijdschrift Journal on Environment and Sustainability. De cursus zal in 2006 worden opgenomen mastertraject Milieu-natuurwetenschapen. Projectleider is Wilfried Ivens. Andere deelnemende instellingen aan dit project zijn VU, UvA, UT en Fontys Hogescholen.
Landelijke dagen De landelijke begeleidingsdagen zijn een succes: veel studenten en een hoge tevredenheid over het programma. Vanaf studiejaar 2005-2006 biedt de faculteit nu per jaar twee themadagen met specifieke aandacht voor cursussen uit de propedeuse en de basisbachelor, en twee majordagen gericht op de benodigde competenties voor de majors natuurwetenschappen, beleid en gezondheid. Bij een themadag gaan we dieper in op een cursusoverstijgend milieukundig onderwerp met een lezing en work-
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
25
onderwijs – Natuurwetenschappen
shopactiviteiten. Zo is er een themadag Aardwetenschappen met o.a. de geologiecursussen en een themadag Levenswetenschappen met o.a. de biologiecursussen. In de majordagen zijn bijvoorbeeld workshops over literatuurverzamelen of het structureren van een onderzoeksrapport. Cursusbegeleiding van meer cursussen is steeds een vast onderdeel op beide dagen. Op iedere begeleidingsdag kunnen studenten een AVM-colloquium houden – wel tijdig aanmelden graag. Voor een geslaagd programma van deze dagen roepen we alle geïnteresseerde studenten van de bacheloropleiding Milieu-natuurwetenschappen op om zich liefst vóór 1 september 2005 al aan te melden voor de begeleidingsdagen in het najaar van 2005. Wanneer en waar deze dagen zijn, vindt u in de studiegids en bij de betreffende cursussen op Studienet. Aanmelden bij het OSC.
Intake en afstudeeropdracht Studenten in de eindfase van de bacheloropleiding die verder willen met een masteropleiding, kunnen een master-intake Milieu-natuurwetenschappen aanvragen bij het OSC. Pieter Geluk, onderwijscoördinator van de faculteit, begeleidt de master-intake met docenten uit de drie majorgebieden (natuurwetenschappen, milieubeleid, gezondheid). Deze master-intake leidt tot de vaststelling van een mastertraject en de keuze van een intern begeleider. Studenten die al toe zijn aan hun afstudeeronderzoek kunnen zich ook mel-
’Had ik maar zo’n wiskundeleraar gehad!’
den bij de serviceafdeling. Ook in dit afstudeertraject coördineert Pieter Geluk de begeleiding van studenten. Het afstudeeronderzoek zelf wordt altijd begeleid door een afstudeercommissie, bestaande uit een docent, een begeleider op de afstudeerplek en een secretaris. Ook voor het aanvragen van het bachelor-diploma kunt u terecht bij het OSC.
Nieuwe cursus Geo Information Systems (GIS) In dit mobiele tijdperk is informatie over locatie meer geworden dan gewone basisinformatie. In plaats van de gebruikelijke vraag hoe het met je gaat, worden telefoongesprekken nu vaak beantwoord met de vraag ‘Waar ben je?’. En het antwoord op die vraag kan door de sterke opkomst van routeplanners en navigatiesystemen ook steeds sneller en beter worden gegeven. Ook bij die systemen draait het om informatie over locatie. Studenten die de Engelstalige cursus GIS (N35221) met een certificaat hebben afgerond, weten hoe informatie over locatie en geografische of ruimtelijke gegevens gebruikt kunnen worden om met name milieuwetenschappelijke vraagstukken op te lossen met behulp van GIS. De cursus geeft een brede ‘hands-on GIS’ introductie op concepten van ruimtelijke analyse en GIS in een elektronische werkboek. Daarnaast bevat het werkboek opdrachten en case studies waarbij men met het GIS-computerprogramma Idrisi leert om ruimtelijke gegevens te analyseren. Meer informatie in de studiegids.
onderwijs – informatica
TouW-symposium in teken van veelzijdig informatica Zaterdag 11 juni vond in het studiecentrum van Amsterdam het tweede TouWsymposium plaats, in een prima samenwerking tussen studievereniging TouW en de faculteit Informatica. Titel van het symposium was:‘Informatica als veelzijdig vakgebied: van Islamitische ornamenten tot het bouwen van een robot’. Twee keynote speakers leidden de dag in,‘s middags konden studenten kiezen uit diverse workshops. Zo’n tachtig informaticastudenten woonden de dag bij. Eén van hen, reagerend op de lezing van prof. Van der Craats:‘Had ik ook maar zo’n wiskundeleraar gehad!’ ’Had ik ook maar zo’n wiskundeleraar gehad, dan was ik wiskunde nog leuk gaan vinden,’ verzuchtte een student na afloop van de lezing van prof. Jan van de Craats. De wiskundige is hoogleraar bij zowel de Open Universiteit als de Universiteit van Amsterdam. Hij slaagde erin om studenten binnen een uur glashelder bij te praten over symmetrieën door gewoon met een wiskundige blik naar Alhambra in Granada en het Alcazar in Sevilla te kijken. De fraaie ornamenten en versieringen blijken allemaal uitermate gecompliceerde symmetrische patronen te verbergen, en er blijken bij nadere bestudering precies zeventien patronen te onderscheiden. Lees een en ander na op: http://staff. science.uva.nl/~craats/SymIslam1.pdf. Spelen met robots werd behandeld door Peter van Lith, gerenommeerd robotbouwer in Nederland. Hij is betrokken geweest bij vele onderzoeksprojecten van lopende robots, vermakelijke robots voor pretparken tot voetballende robots. In een vlot college werden recente ontwikkelingen binnen de kunstmatige intelli-
gentie op een rijtje gezet. Waar vroeger de kunstmatige intelligentie zich richtte op kennis en redeneren, dient nu de natuur als voorbeeld met een sterke nadruk op evolutionaire systemen. Dit terrein wordt A-Life genoemd.Ter illustratie werden foto’s getoond van een kakkerlak met elektroden in zijn zenuwstelsel die werd aangestuurd door een computer. Gelukkig had de workshop die Peter van Lith ‘s middags verzorgde een heel ander karakter. De aanwezigen werden in staat gesteld om zelf een robot te programmeren. Vervolgens mochten zij uittesten of hun instructies strookten met het werkelijke gedrag. Kijk ook op: http://www.lithp.nl/. De workshop Van kruiwagenwiskunde naar echte wiskunde werd verzorgd door docent Math Wielders. Het onderwerp betrof de wiskundige voorbeelden op de kleitabletten uit het Mesopotamië van 3500-1500 v. Chr. In zijn inleiding refereerde hij aan twee citaten, respectievelijk ‘The history of mathematics cannot with certainty be traced back to any school or period before that of the Ionian Greeks.’ (W.W. Rouse Ball in A short account of the history of Mathematics, 1908, blz.1) en ‘[Mathematics] finally secures a new gap on life in the highly congenial soil of Greece and waxed strongly for a short period…. With the decline of Greek civilization the plant remained dormant for a thousand years... when the plant was transported to Europe proper and once more imbedded in fertile soil.’ (M. Kline, Mathematics in Western Culture, 1953, blz. 9-10). De eerste uitspraak is nog wel te verontschuldigen omdat het baanbrekende werk van onder meer Neugebauer en Sachs over de kleitabletten pas in 1945 verscheen. De tweede uitspraak echter geeft te denken. Lange tijd heeft men hetgeen aan wiskundeteksten op kleitabletten werd aangetroffen, met
26
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
onderwijs – Informatica
enige minachting bekeken, ten onrechte zoals later zou blijken. De uitspraak ‘kruiwagen-wiskunde’ werd gebezigd door Wielders’ eigen opleider bij het vak Geschiedenis van de Wiskunde op basis van het boek van Van der Waerden, Ontwakende Wetenschap (1958). In dit boek staan vele voorbeelden van Babylonische wiskunde met verklaringen hoe de Babyloniërs aan hun wijze van berekening gekomen zouden kunnen zijn. Tot op de dag van vandaag echter zijn er geen kleitabletten gevonden die een vorm van bewijs presenteren waarom men deze voorbeeldberekeningen zo uitvoerde en niet anders. Nee, bewijzen werden pas gehanteerd door de Grieken. Zij wisten aan te tonen dat de minachting onterecht was. Na een algemene inleiding werden voorbeeldteksten getoond en werd de Babylonische wijze van oplossen besproken, voorzien van een bewijs en vergeleken met de wijze waarop wij het vandaag de dag zouden doen. Voor degenen die een en ander nog eens uitgebreider willen nalezen, kan de volgende literatuur goede diensten bewijzen: – Ab van der Roest en M. Kindt, Babylonische Wiskunde (Utrecht, 2005) – D.L. Struik, Geschiedenis van de Wiskunde (Het Spectrum, Nieuwegein, 2004), 5e druk – K. Vogel, VorGriechische Mathematik, Bd2. Die Mathematik der Babylonier (Hannover, 1959) – B.L. Waerden, Ontwakende wetenschap (Noordhoff, Groningen, 1950). Open Source is een thema dat informatici flink bezighoudt. Frans Mofers, universitair hoofddocent bij de faculteit, verzorgde een workshop over Open Source en onderwijs. De sessie verliep zeer interactief en er ontstond al snel discussies over algemene aspecten rond dit fenomeen. Studenten toonden zich tijdens de sessie vooral bezorgd over de betrouwbaarheid van Open Source-systemen:‘wie is er verantwoordelijk wanneer er iets misgaat?’. Interessant vond men ook de parallellen die getrokken werden tussen Open Source-software en andere activiteiten waarbij zonder geldstromen inspanningen verricht worden voor een algemeen doel. Zo werden voorbeelden gepresenteerd zoals het bijhouden van complete encyclopedieën (de Wikipedia), het beschikbaar stellen van apparatuur om gedistribueerde rekentaken uit te voeren (bijvoorbeeld via het World Community Grid) en het in kaart brengen van de miljoenen kraters op Mars. Als gevolg van de levendige discussie ging wat minder aandacht uit naar het huidige gebruik van software in de cursussen van de faculteit. Evenmin kwam de discussie op gang omtrent de wenselijkheid om binnen de faculteit meer aandacht te besteden aan de kennisopbouw rond het fenomeen Open Source. Bij het schrijven van papers en scripties moet er worden teruggegrepen worden op wetenschappelijke informatie. Het vinden van informatie is tegenwoordig met alle hulpmiddelen geen probleem meer, maar het beoordelen des te meer. Coördinerend auteur van dit verslag (Maarten van Veen; red.) legde tijdens een intensieve workshop uit hoe het wetenschappelijk bedrijf met haar journals, conferences en vooral impact factoren functioneert. Kennis hiervan is zeer waardevol voor de beoordeling van wetenschappelijke publicaties. Er blijken veel journals met hoge-impactfactoren via ACM en IEEE beschikbaar te zijn voor informaticastudenten. Natuurlijk werd speciale aandacht geschonken aan goede wetenschappelijke informatie die op internet vrijelijk voorhanden is, denk aan speciale bronnen zoals Citeseer of algemene bronnen zoals print.google.co en scholar.google.com. Ook werd ingegaan op het lokaliseren van relevante e-journals: elektronische tijdschriften met waardevolle informatie, vaak zeer gespecialiseerd en zeer toegankelijk.
Sinds september 2003 zijn de vakken Academische informatica competenties (AIC) 1, 2, en 3 ingevoerd in de master Technische informatica. In het kader van AIC-1 vindt het coachingstraject plaats. Alle studenten die worden toegelaten tot de master krijgen een coach en gaan tijdens het werken aan vakken ook aan de slag met competentieontwikkeling. Hoe dat gaat, werd in een andere workshop besproken door één van de coaches, Anda Counotte. Masterstudenten plaatsen hun producten in de samenwerkingsruimte e-Room. Het eerste product is een pEXPi, een formulier voor persoonlijk expertise informatie, waarmee men zich voorstelt in de community. In de workshop zijn de deelnemers bezig gegaan met het invullen en met elkaar bespreken van zo’n pEXPi. Doel: elkaar leren kennen, ervaren wat doelgroepgericht schrijven is en ervaren hoe je feedback geeft. Vervolgens werden leerpunten opgeschreven en aan elkaar verteld. Een student:‘Zo wordt studeren echt leuk; ik ga me aanmelden voor de master.’ Tussen 17.00 en 18.00 uur werd de dag afgesloten met de bekende borrel. Daarna konden studenten tot 20.00 uur van het buffet genieten en allerlei contacten nog eens extra aanhalen. Een student schreef op het evaluatieformulier:‘Erg geslaagd! De studie lag een beetje stil, maar ik ben toch weer erg enthousiast geworden. Ook leuk om eens wat meer contact met medestudenten en anderen te hebben.’ Kijk ook op volgende website voor de samenstelling van het programma: http://www.ou.nl/info-alg-inf/Nieuws/ Symposium_050611.htm, of hoe aan te melden voor de studievereniging TouW: http://www.open.ou.nl//touw/. Maarten van Veen, universitair docent
OTO zoekt weer nieuwe tijdelijke medewerkers per 1 september 2005 OTO is een virtueel bedrijf en is opgericht in 2001. Maar OTO is ook de virtuele leer- en werkomgeving van de cursus Ontwerpproject (T61317) van de faculteit Informatica van de Open Universiteit Nederland. OTO voert als bedrijf ICT-projecten uit bij organisaties waarbij het veranderen van bedrijfsprocessen en informatiesystemen een centrale rol speelt. Belang- rijk daarbij is de onderlinge afstemming tussen het bedrijfsproces en het informatiesysteem. De projecten worden door studenten in de bachelorfase van de studie informatica in teamverband uitgevoerd. Gedurende de uitvoering van het project worden studenten tevens gecoacht op hun gedragscompetenties, een onmisbaar aspect van het academisch werk van de academische informaticus. Meer informatie over de cursus Ontwerpproject is (voor geabonneerde studenten) te vinden op Studienet: http://www.extranet.ou.nl/studie-alg- cursus/T61317/index.htm of op het (publieke) studieaanbod: http://www.studieaanbod.ou.nl. Vorming nieuwe OTO-teams OTO zoekt voor volgende teams weer studenten. Deze zullen per 1 september 2005 van start gaan. Heb je belangstelling om deel te nemen, solliciteer dan bij OTO op de internetsite van OTO: http://www.open.ou.nl/otonet. Je kunt ook mailen, naar: – Cecile Crutzen, directeur OTO:
[email protected] – Paul Oord, projectmanager OTO
[email protected].
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
27
onderwijs – Managementwetenschappen
Gedurende 15 jaar volgden 1700 studenten practicum
Management game uitgespeeld In de maand mei jongstleden is het Management game van de faculteit Managementwetenschappen voor de laatste keer gespeeld. Aan die allerlaatste sessie namen 24 studenten en enkele begeleiders van de faculteit deel. Het Management game vormde meerdere keren per jaar het sluitstuk van een 3,5 maand durend individueel traject van voorbereiding.Tijdens een drie dagen durende residentiële groepsbijeenkomst volgden vergevorderde studenten een intensief bedrijfssimulatieprogramma waarbij diverse eerder gevolgde cursussen integrale toepassing vonden. Begonnen in 1989 hebben in totaal 1700 studenten het programma gevolgd. Ofschoon het ‘spel’ niet meer paste in de BaMastructuur, is in het opdoen van dit type competenties (deels) voorzien door middel van andere cursussen. Het Management game is destijds als ‘Electro-motoren spel’ (EMS) door de leiding van de toenmalige leerstofgebieden Bedrijfs- en bestuurswetenschappen, en Economische wetenschappen van de Open Universiteit gekocht van N.V. Philips voor (ver)gevorderde studenten bedrijfskunde en bedrijfseconomie. Het EMS was een van vlak na de 2e Wereldoorlog stammende creatie van een onbekend gebleven Philips-ingenieur, die een aantal functionele gebieden uit de bedrijfspraktijk zoals productie, verkoop, financiën en personele zaken in een computer-simulatie op integratieve en vernuftige wijze had weten samen te brengen. Doel van het spel was studenten als (toekomstige) bedrijfsmanagers te laten samenwerken in een situatie van tijdsdruk en (vaak) oplopende spanningen in een oligopolistische markt. In 15 jaar tijd hebben, onder leiding van de coördinatoren drs. Nanda Boers en later drs. Henk Frederiks en verschillende begeleiders en spelleiders, ongeveer 1700 studenten deze bedrijfssimulatie doorlopen, aanvankelijk gemiddeld drie tot vier keer per jaar, later zelfs meer dan acht keer per jaar. Fraaie locaties als Nulde-Putten, Noordwijkerhout, Wageningen, Veldhoven zullen sommige studenten zich ongetwijfeld kunnen herinneren. Het spel heeft zich aan de tijd aangepast. Moesten studenten begin jaren negentig tijdens het game in de teams nog werken met potlood en carbon-papier, later deed de computer ook bij de deelnemende studenten zijn intrede en werd het spel ook aangepast; zo werd het strategisch plan vooraf door de studenten ontwikkeld en niet meer tijdens het game. Uit efficiency-overwegingen is het aantal speeldagen teruggebracht van vier naar drie, en is de locatie de laatste jaren bijna altijd de campus op de Heerlense hoofdvestiging geweest. De waardering van studenten was nagenoeg altijd erg hoog. In evaluaties klonken doorgaans positieve waarderingen als ‘leuk’, ‘leerzaam’ of ’verrijking van de studie’. De gemiddelde waardering lag nooit lager dan een acht.Veel studenten moesten vaak lang wachten alvorens te kunnen deelnemen, totdat zij aan het vereiste aantal (33) afgeronde modulen voldeden. Uiteindelijk werd het altijd beloond! Vanwege de invoering van de bachelor-masterstructuur is de cursus Management game gesneuveld in de nieuwe opleidingen. In de bachelor Management, organisatie en bestuur is als vervanger (gedeeltelijk) de cursus Managementcompetenties teruggekomen. In de cursussen Academische vaardigheden komen ook enkele competenties terug die van belang zijn voor lerende managers. Max van Luik, onderwijscoördinator Managementwetenschappen
Studenten tijdens een van de spel-sessies
FOTOGRAFIE: THE IMAGE HOUSE
Nieuwe cursus Productiemanagement Bij de faculteit Managementwetenschappen zijn het afgelopen jaar enkele cursussen geheel geactualiseerd en vernieuwd. In een paar gevallen gaat het om cursussen met dezelfde naam, zoals Projectmanagement en de Basiscursus marketing. Het zal veel studenten daarom niet direct opvallen dat ze met een geheel nieuwe versie te maken hebben. Een derde gloednieuwe cursus is Productiemanagement. Binnen de opleidingen van Managementwetenschappen is dit vermoedelijk een van de laatste traditionele, schriftelijke cursussen gemaakt volgens het beproefde en klassieke leereenheden-model. De cursus is van het eerste niveau, heeft een studielast van 100 uur (4,3 ECTS-punten) en is opgenomen in de bacheloropleiding Management, organisatie en bestuur. Over een jaar zal de cursus via het vertrouwde en flexibele sys-systeem getentamineerd worden. Eerst zijn er nog vaste tentamendata. Informatie over Productiemangement is reeds opgenomen in de nieuwe studiegids 2005-2006. Op studienet heeft de cursus al een eigen site. Waar gaat het over? Productiemanagement houdt zich bezig met het ontwerpen en besturen van systemen waarin goederen en/of diensten worden voortgebracht. In de cursus worden de taken en activiteiten van productiemanagement toegelicht. Voorbeelden van dergelijke taken zijn voorraadbeheer, layoutontwerp, onderhoud, scheduling, capaciteitsmanagement, taakontwerp en supply chain management. Productiesituaties kunnen sterk verschillen. Voor elk type situatie zal een andere invulling van productiemanagement nodig zijn. In de cursus worden de volgende productiesituaties besproken: stuk-/kleinserieproductie, projectproductie, serieproductie, procesproductie, massaproductie en dienstverlening. Voor elk van deze productiesituaties wordt ingegaan op accenten in de invulling van productiemanagement en worden een aantal gangbare technieken en methoden voor productiemanagement behandeld.
28
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
Euro*MBA
Van Pierre Casse tot Kurt April
MBA wijst op verschuiving in leiderschapsmodel Je zou kunnen zeggen dat ik van de Pierre-Casse-Euro*MBA-generatie ben. Professor Pierre Casse was een van de topsprekers tijdens mijn MBA-periode (1998-2000). Hij benadrukte de waarde van het individu en het belang van de individuele actie en drive. Hij moedigde ons aan om Atlas Shrugged van Ayn Rand te lezen en leerde ons het adagio: ‘check your options, enjoy and perform’. Het onderzoeken van je persoonlijke opties onderstreepte het karakter van zijn betoog, verwijzend naar een wereld van bijna onbeperkte mogelijkheden en
een autoriteit buiten onszelf zoekend. Op zoek naar verdere zingeving verlaten we het bijna maniakale gedrag gericht op persoonlijk succes en nemen we meer verantwoordelijkheid voor de wereld om ons heen.
persoonlijke vaardigheden, die allemaal voorhanden waren. Alumnus Mike Brouwer woonde nog eens een Euro*MBA-sessie over leadership bij en doet verslag. Bij de lezing van professor Kurt April (op foto), tijdens de Residential Week Benelux and Alumni Event January 2005, genoten we een ander leiderschapsmodel. Zijn pleidooi relativeerde de kracht en de oneindige mogelijkheden van het individu door te wijzen op de enorme verschillen in omstandigheden waarin we opgroeien en benadrukte vooral onze verantwoordelijkheid voor onze gemeenschappen. Kurt April greep zelfs de spirituele dimensie aan door gebruik te maken van Ken Wilbers’ referentiemodel1 voor individuele en communale (of culturele) ontwikkeling, beginnend bij het archaïsch bewustzijn van een pasgeborene tot het non-duale bewustzijn van spiritueel hoogontwikkelde enkelingen. Daar waar Pierre Casse ons de individuele pool van ontwikkeling liet zien, benadrukte Kurt April de collectieve pool. Mihaly Csikszentmihaly2 toont aan dat sociale wetenschappers als Maslow, Kohlberg, Loevinger en Fowler in de ontwikkeling een dialectische slingerbeweging beschrijven tussen differentiatie en integratie, tussen aandacht voor het innerlijke gevolgd door aandacht voor de uiterlijke wereld, tussen zorg voor het puur persoonlijke en zorg voor de gemeenschap. Hij benadrukt dat dit geen cyclische beweging is die steeds weer teruggaat naar de oorsprong en opnieuw dezelfde ontwikkelingsfasen ingaat maar dat het een spiraal beweging is. Een beweging waarin de aandacht op de individuele ontwikkeling zich steeds vaker kenmerkt door minder egocentrische doelen en waarbij de aandacht voor de gemeenschap steeds vaker de individuele en persoonlijke missie onthult. Zo ontstaat een slingerbeweging tussen afwisselend individuele en communale nadruk waarbij een individualistische fase voortbouwt op een voorafgaande oriëntatie op de gemeenschap en vice versa. Zo lijkt het alsof we in het Euro*MBA gestart zijn met het nemen van verantwoordelijkheid voor ons leven, het onderzoeken van de wereld en het testen van onze opties voor maximaal succes en dat we onze ontwikkeling gaan voortzetten als onderdeel van onze gemeenschappen. Daarbij de grenzen van die gemeenschappen accepterend en mogelijk zelfs 1 2
See: Ken Wilber,“A brief history of everything”, Shambhala, 1996 See: Mihaly Csikszentmihaly,“The Evolving Self”, HarperCollins, 1993
Ondertussen moeten we in de gaten houden dat de hernieuwde focus voor de gemeenschap in veel gevallen anders is dan die van generaties voor ons en dus anders is dan de gemeenschapsfocus die er was voor de individuele fase, zeg maar yuppiefase. Kijkend naar de generatie van onze ouders zien we dat zij verbonden waren met stabiele gemeenschappen als familie, de kerk, politieke partijen of sportverenigingen. Als we denken daarheen terug te gaan, maken we de fout pre- en postindividueel te mixen simpelweg omdat ze niet-individueel zijn. De gemeenschappen die wij nu ervaren zijn virtueel, tijdelijk, netwerk-georiënteerd zonder een centrale autoriteit en sterk doelgericht. Daarbij acteren we in verschillende gemeenschappen die ogenschijnlijk geen enkele band met elkaar hebben. Het enige dat deze gemeenschappen verbindt zijn wijzelf. Binnen deze soms vluchtige gemeenschappen kunnen we onze bijdrage leveren met onze persoonlijke verworvenheden en een hoger overkoepeld doel ontdekken op basis van onze diepere maar soms nog niet volledig onthulde persoonlijke drijfveren. Dat brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Zonder een sterke identiteit en principes zal het lastig zijn om in de verschillende gemeenschappen effectief te blijven acteren. Onze grote uitdaging zal zijn om stabiel en betrokken te blijven ondanks vervreemdende en conflicterende belangen en onszelf te hoeden voor het nemen van teveel verantwoordelijkheid in een alsmaar complexere wereld. Maar als Euro*MBA’er waren we toch al van plan onze uitdagingen aan te gaan. Dus laten we anderen eens aan de ontvangende kant zetten. Er is geen andere weg dan vooruit. Verschuiving in ontwikkeling De lezingen van Pierre Casse en Kurt April zijn beide exponenten van verschillende stadia in de menselijke ontwikkeling. Het is een grote verdienste van het Euro*MBA programma dat zij wegen heeft gevonden om de transitie van individuele oriëntatie naar oriëntatie op de gemeenschap duidelijk te maken en daarmee een breder referentiekader te bieden voor onze eigen leiderschapsontwikkeling, gericht op zowel individuele behoeften als op die van de gemeenschap. Mike Brouwer MBA, graduate Euro*MBA 2000
Voor meer informatie:
[email protected] / www.euromba.org / tel: 31 45 5762985
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
29
CO LO F O N CO LO F O N Modulair verschijnt in een oplage van 30.000 exemplaren en wordt uitgegeven door de afdeling Voorlichting, Service en Informatie van de Open Universiteit Nederland ISSN 0920-2560. Studenten en alumni krijgen het blad toegestuurd. Voor personeel wordt het verspreid via de secretariaten. Redactieraad Modulair en e-Modulair worden redactioneel bewaakt binnen de uitgangspunten zoals geformuleerd door de Redactieraad Modulair. Leden: voorzitter Koos Baas, ing. (Informatica); drs. Nanda Boers (Psychologie); drs. Max van Luik (Managementwetenschappen); ir. Angelique Lansu (Natuurwetenschappen); drs. John Dohmen (Rechtswetenschappen); drs. Dick Disselkoen (Cultuurwetenschappen); Natasja Peet (Marketing en Communicatie); drs. Maaike Hendriks (OTEC); drs. Nelleke Eelman (studiecentra/steunpunten); Bernadette Kop (Ondernemingsraad/Studentenraad); Frans Bogaert (Modulair/e-Modulair). Redactieadres Valkenburgerweg 177 Postbus 2960, 6401 DL Heerlen telefoon: 045-5762670fax: 045-5762766 e-mail:
[email protected], internet: www.ou.nl/modulair Hoofd- en eindredactie Frans Bogaert Bureauredactie Nicolle Delnoy, Romy Ewoldt Redactiesecretariaat Nicolle Delnoy
Nieuwe CvB-voorzitter onderstreept belang Alumnivereniging Op 18 mei jongstleden heeft een afvaardiging van het bestuur van de Alumnivereniging het jaarlijkse gesprek gehad met de voorzitter van het College van bestuur van de Open Universiteit (OUNL), in dit geval de onlangs benoemde (per september ingaande) nieuwe collegevoorzitter, drs.Theo Bovens. Op de agenda stonden speerpunten inzake verdergaande samenwerking op het gebied van kwaliteit, marketing en voorlichting.Tevens formuleerde Bovens een aantal concrete activiteiten waarbij de Open Universiteit een duidelijke rol voor alumni ziet weggelegd. Dit betreft onder meer de rol bij de kwaliteitszorg (accreditatie, feedback richting faculteiten), het betrekken van de alumnus bij de Open Universiteit als ambassadeur, het vervullen van een intermediaire rol bij een onderzoek naar de totstandkoming van een studenten-/alumnipas en assistentie bij de organisatie van het lustrum van de Alumnivereniging.Tijdens vervolggesprekken met de decanen van de verschillende faculteiten en het hoofd marketing, zijn de ideeën rond deze onderwerpen nader uitgediept. De zojuist benoemde CvBvoorzitter Bovens gaf nadrukkelijjk aan te hechten aan het belang van de alumni voor de Open Universiteit en de activiteiten die de universiteit ontplooit. Om die reden ook wil hij de vergaderfrequentie verhogen van eenmaal naar tweemaal per jaar. Kortom, een productieve dag boordevol positieve signalen vanuit de Open Universiteit, diverse concrete afspraken en een wederzijds vertrouwen in een toekomstige samenwerking. Overigens bezochten de alumni dit voorjaar het Grenshospitium Wenckenbachweg te Amsterdam (13 mei) en het Huis van Bewaring Havenstraat te Amsterdam (3 juni). De volgende activiteiten staan gepland: – Vrijdag 16 september, Excursie Scania Nederland BV en Ecodrome te Zwolle – Zaterdag 1 oktober, Excursie Emslandkampen in Duitsland – Zaterdag 8 oktober, Lezing ‘De mens als bedrijfsonderdeel’ en rondleiding bierbrouwerij in Kasteel Oudaen te Utrecht. Kijk voor meer informatie en verslagen op de alumnisite: http://www.open.ou.nl/alumni/. Edith Gijsen
Teksten Marijke te Hennepe, Fred Meeuwsen, Dieuwertje Bogaards, Chester Bogaardt, Frans Bogaert, Paul van den Boorn, Mike Brouwer, Edith Gijsen, Max van Luik, Paul Troost, Gijske Meijerink, Hubert de Saedeleer, Maarten van Veen, Olga Teunis-Steijns Ontwerp Judith Schlechtriem Grafische vormgeving Dennis Schmitz, Polka Design Fotografie Peter Strelitski (cover), Chris Peeters, André van den Akker, Leon Smeets, The Image House, Fam. Wassen, Marijn van Dijk, Guusje Niemeijer, Micole Smits Druk OBT bv, Den Haag Papier Terrapress mat 80gr Advertenties Jetvertising Laan van Zuidhoorn 37 2289 DC Rijswijk telefoon: 070-3990000 fax: 070-3902488 e-mail:
[email protected] Algemene inlichtingen Service en informatie telefoon: 045-5762888 dagelijks van 09.00-16.30 uur e-mail:
[email protected]
30
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
tentameninfo
In deze rubriek staan wijzigingen van tentamendata,
3. Er zijn formeel bij de Commissie voor de examens resp.
C45121 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, deel 2
tentamenvorm en toegestane hulpmiddelen.
Service en informatie tot op heden weinig klachten binnenge-
In tegenstelling tot eerdere meldingen wordt deze cursus ook
Deze wijzigingen kunnen het gevolg zijn van nieuwe cursussen,
komen. Gebleken is dat deze klachten pas tot problemen leiden
in het academisch jaar 2005-2006 getentamineerd.
uit roulatie genomen cursussen of cursussen die in/uit sys zijn
als een student voor 2 cursussen 2 keer zakt.
gegaan. De aanvullingen en wijzigingen borduren voort op cur-
4. Ook is naar voren gekomen dat de problemen zich voordoen
C38312 De canon in de kunst; theorie en geschiedenis van de
sus- en/of tentameninformatie die is opgenomen in de studie-
bij die faculteiten, waar relatief weinig tentamens via sys geten-
westerse beeldende kunst.
gids en/of de cursussite. De nieuwe informatie wordt telkens één
tamineerd worden.
De tentamenvorm is met ingang van het studiejaar 2004-2005
keer herhaald, dus noteer belangrijke wijzigingen in uw agenda!
5. De Commissie voor de examens hanteert een hardheidsclau-
gewijzigd van een regulier schriftelijk tentamen in een schrif-
Sys-tentamens worden altijd in het studiecentrum afgenomen.
sule voor die studenten die gehinderd worden in hun studie-
telijke opdracht. De omschrijving van de opdracht maakt
Een aanmelding voor een sys-tentamen kunt u sturen naar het
voortgang door het hanteren van 3 tentamenavonden. Hier
vanaf dat moment deel uit van het cursusmateriaal.
studiecentrum waar u dit sys-tentamen wilt afleggen.
wordt per geval nagegaan of er een en zo ja welke oplossing mogelijk is. Het gaat dan om klachten van studenten die aan-
Managementwetenschappen
Alleen studenten die in het buitenland een sys-tentamen maken
toonbaar in de problemen komen door de teruggang naar 3
of studenten die behoren tot speciale categorieën (handicap of
tentamenavonden en die dus niet te wijten zijn aan de eigen
B22321 Kwaliteitsmanagement
detentie) kunnen hun sys-aanmelding sturen naar de afdeling
planning.
Sinds 1 juni 2005 in sys.
Tentaminering en certificering in Heerlen. Hetzelfde geldt voor
Afgesproken is dat deze klachten via Service en informatie
sys-inzages. Ook de verzoeken tot inzage moeten worden gezon-
lopen. Daar wordt eerst nagegaan welke andere mogelijkheden
E34112 Economie voor niet-economen
den naar het studiecentrum waar de student inzage wil plegen.
de student kan benutten.
Er is een extra tentamen gepland op 23 januari 2006.
de voorlopige tentamenuitslag bij het studiecentrum zijn ont-
Uitzondering op besluit inzake zakrekenmachines
Natuurwetenschappen
vangen. Verzoeken die na afloop van deze termijn worden ont-
Alle typen zakrekenmachines zijn op tentamens toegestaan. Dit
vangen, worden niet meer behandeld. De daadwerkelijke inzage
betekent dat het onderscheid in programmeerbare en niet-pro-
N06211 Fysiologie, adaptatie en milieu
vindt daarna plaats.
grammeerbare zakrekenmachines is vervallen. Inmiddels is
’Vanaf 1 augustus 2005 wordt het tentamen voor de cursus
gebleken dat bij een aantal cursussen de tentaminering nog
Fysiologie, adaptatie en milieu omgezet in een openboekten-
Actuele wijzigingen met betrekking tot cursussen worden tevens
niet aan dit besluit is aangepast. Daarom is besloten om voor de
tamen. Dat wil zeggen dat bij het tentamen gebruik mag wor-
vermeld op de cursussite van Studienet. Raadpleegt u deze site
volgende cursussen een uitzondering te maken en uitsluitend
den gemaakt van de volgende hulpmiddelen:
bij twijfel! Heeft u toch nog vragen dan kunt u contact opnemen
geen programmeerbare zakrekenmachine toe te staan totdat
– Schmidt-Nielesen, K., Animal physiology, adaptation and
met Service en informatie.
de tentamens zijn aangepast en dit in Modulair of anderszins
Deze verzoeken moeten binnen twee weken na de datum van
medegedeeld is. Omdat het merendeel van de studenten wel-
environment, Cambridge University Press, Cambridge, fifth edition, 1997.
Aanmeldtermijnen Reguliere tentamens en sluitingsdata
licht reeds beschikt over een niet-programmeerbare zakreken-
De aanmeldtermijnen voor reguliere tentamens zijn langer
voor de examens op dit punt geen problemen.
dan voor sys-tentamens. U vindt deze op de website studie-
De uitzondering geldt voor de cursussen:
– Werkboek Fysiologie: adaptatie en milieu.
aanbod.ou.nl/tentamens.htm.
E08121 Wiskunde in (het) bedrijf 1
– Engels-Nederlands woordenboek.
Sluitingsdata van de tentamenperiode:
E12221 Wiskunde in (het) bedrijf 2
– Zakrekenmachine.
– 29-8 t/m 31-8-2005, sluitingsdatum 3-8-2005,
T07121 Discrete wiskunde A
– 7-11 t/m 9-11-2005, sluitingsdatum 12-10-2005,
T08121 Continue wiskunde 1
N11221 Milieu en economie
– 23-1 t/m 25-1-2006, sluitingsdatum 21-12-2005, Let op: de
T33121 Discrete wiskunde B
De cursus is uit de roulatie genomen. De laatste tentamenmo-
machine (in de cursus geadviseerd) verwacht de Commissie
sluitingsdatum is 1 week vervroegd i.v.m. de kerstvakantie!
– Kuiper, P.J. en M.S. Westerterp-Plantenga, Plantenfysiologie: adaptatie en milieu, Wolters-Noordhoff, Open universiteit, Heerlen, 1989.
gelijkheid voor deze cursus is op maandag 29 augustus 2005.
– 10-4 t/m 12-4-2006, sluitingsdatum 15-3-2006,
Tentamendata uitlopende cursussen1
– 26-6 t/m 28-6-2006, sluitingsdatum 31-5-2006,
Met klem adviseren wij studenten kennis te nemen van de
– 28-8 t/m 30-8-2006, sluitingsdatum 2-8-2006.
nadere informatie omtrent cursussen die uit het onderwijs-
Psychologie
aanbod zijn genomen (dan wel gereviseerd) en waarvan de
S13111 Onderzoekspracticum kwantitatieve data-analyse
Aantal tentamendagen/-avonden in studiejaar 2005-2006
laatste tentamenmogelijkheid plaatsvindt in het academisch
Vanaf heden mag bij het tentamen gebruik worden gemaakt
ongewijzigd
jaar 2004-2005. Deze vindt u achterin de studiegids onder het
van een zakrekenmachine. Vanaf juni 2005 is het tentamen
De Commissie voor de examens is in het tentamenrooster van
hoofdstuk Tentamendata uitlopende cursussen en niet in
een open-boektentamen. Met andere woorden m.i.v. van het
het nieuwe studiejaar 2005-2006 wederom uitgegaan van 3 ten-
Modulair. Alleen aanvullingen hierop worden vermeld in de
tentamen van 27 juni 2005 mag u tijdens het tentamen naast
tamenavonden per tentamenronde en heeft besloten om het
rubriek van de Commissie voor de examens in Modulair. Deze
een zakrekenmachine en de SPSS-uitdraai gebruikmaken van
aantal van 3 tentamenavonden te handhaven. Bij dit besluit
informatie vindt u ook op Studienet.
willekeurig welk cursusmateriaal van de Open Universiteit Nederland (desgewenst voorzien van aantekeningen en
hebben de volgende overwegingen o.a. een rol gespeeld: 1. het terugbrengen van het aantal openingsuren van de
Cultuurwetenschappen
opmerkingen), en dat men ander dan OUNL-materiaal mag meenemen zoals losse aantekeningen en samenvattingen. U
studiecentra 2. Het aantal reguliere tentamens per tentamenavond was bij 5
C44121 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, deel 1
moet er rekening mee houden dat de antwoorden op de ten-
tentamenavonden laag. Naar verwachting zal het aantal regulier
Sinds 1 november 2004 in sys. Dit betekent dat u zich sinds
tamenvragen in overeenstemming moeten zijn met de
schriftelijke tentamens nog verder afnemen door het beperken
1 november kunt aanmelden voor een sys-tentamen.
inhoud van de OUNL-cursus die getentamineerd wordt.
van het aantal cursussen en door het feit dat steeds meer cursussen via sys dan wel met een opdracht afgenomen worden.
www.ou.nl/modulair
13 juli 2005
31
Sys-tentamentijden studiecentra Let op: in de zomermaanden is er sprake van beperkte sys-tentaminering. Raadpleeg bij twijfel de website van het studiecentrum c.q. het provinciaal steunpunt.
Nederland
Studiecentrum Breda
Studiecentrum Groningen
Studiecentrum Zwolle
telefoon: 076-5711608
telefoon: 050-3138300
telefoon alg.: 038-4658333
Studiecentrum Alkmaar
ma 18.00-21.00 uur,
di 18.30-21.30 uur,
wo 14.00-17.00/19.00-22.00 uur,
telefoon alg.: 072-5155114
do 13.30-16.30/18.00-21.00 uur
do 14.30-17.30 uur,
za 10.00-13.00 uur.
di 18.00-21.00 uur,
za 10.00-13.00 uur (oneven weken).
za 10.30-13.30 uur.
Beperkte sys-tentaminering van 24 juli
wo 14.00-17.00 uur,
Beperkte sys-tentaminering van
Beperkte sys-tentaminering van 16 juli
t/m 27 augustus:
do 18.00-21.00 uur,
1 augustus t/m 20 augustus:
t/m 4 september: di 18.00 uur en do
woe 14.00 uur en 19.00 uur.
za 09.30-12.30 uur.
ma en di 13.30 uur.
14.30 uur.
Let op: sinds 8 juli gevestigd op een
8 augustus t/m 27 augustus:
Studiecentrum Den Haag
Studiecentrum Nijmegen
di 14.00 uur en do 18.00 uur.
telefoon: 070-3614701
telefoon: 024-3612000
ma 17.30-20.30 uur,
di 18.30-21.30 uur,
Studiecentrum Amsterdam
di 14.30-17.30 uur,
wo 18.30-21.30 uur,
Studiecentrum Antwerpen
telefoon alg.: 020-5788411
wo 17.30-20.30 uur,
do 18.30-21.30 uur,
telefoon: 032-204771
telefoon sys: 020-5788429
do 14.30-17.30 uur,
vr 09.30-12.30 uur.
di 13.00-16.00 uur,
ma 18.30-21.30 uur,
za 09.30-12.30 uur.
Beperkte sys-tentaminering van 10 juli
wo 09.30-12.30 uur,
di 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
Beperkte sys-tentaminering van 4 juli
t/m 13 augustus: di 18.00 uur, woe
do 18.00-21.00 uur.
do 18.30-21.30 uur (even weken),
t/m 14 augustus: ma, di en woe 14.30
13.30 uur en do 09.30 uur.
vr 10.30-13.30 uur,
uur.
Beperkte sys-tentaminering van
andere locatie.
Vlaanderen
Studiecentrum Brussel
za 10.00-13.0 0 uur.
Studiecentrum Parkstad Limburg
telefoon 026-292439
Beperkte sys-tentaminering van 10 juli
do 13.00-16.00 uur.
Provinciaal steunpunt Drenthe
telefoon: 045-5762100
t/m 27 augustus: onder voorbehoud:
telefoon: 0591-853265
di 13.30-16.30/18.30-21.30 uur,
di en do 14.00 uur en 18.00 uur.
di 14.00-17.00 /18.00-21.00 uur,
wo 13.30-16.30/18.30-21.30 uur
Studiecentrum Diepenbeek
wo 14.00-17.00/18.00-21.00 uur,
vr 09.30-12.30 uur.
telefoon: 011-268162
do 09.30-12.30 uur,
Geen sys in de weken 31 en 32.
wo 13.30-16.30 uur,
vr 09.30-12.30 uur. Geen sys-tentamine-
Beperkte sys-tentaminering in de
za 09.30-12.30 uur.
ring van 18 juli t/m 14 augustus.
weken 28, 29, 30 en 33: di 13.30 uur
Geen sys-tentamens op ma 11-7 en vrij
en 18.30 uur, woe 18.30 uur.
22-7. Beperkte sys-tentaminering in de
Vervolg Afgestudeerden p32 Vrij wo
maanden juli, augustus en september:
Studiecentrum Eindhoven mw. J.A. Visser-van Wessel (drs.), Drachten, vrije wetenschappelijke opleiding met het zwaartepunt op de deelgebieden Cultuurwetenschappen en Bedrijfskunde. Scriptie: Hogere managementopleidingen in Nederland in de naoorlogse jaren. De ontwikkeling van de managementopleidingen in de richting van een zelfstandige wetenschap; de betekenis van Amerikaanse hulp en Nederlandse omstandigheden; de lange jaren ‘50. dhr. J.F.A. van Dongen (drs.), Terheijden, vrije wetenschappelijke opleiding Management, Informatie en Technologie, Scriptie: Professionalisering IT services. dhr. E.E. Pranger (drs.), ‘s-Gravenhage, vrije wetenschappelijke opleiding Management, Informatie en Technologie, Afstudeeropdracht: Portal-concept voor bedrijfsvoering.
di 13.30-16.30 uur,
telefoon: 010-2771480.
do 18.15-21.15 uur,
ma 18.00-21.00 uur,
Studiecentrum Gent
za 09.15-12.15 uur.
di 18.00-21.00 uur,
telefoon: 09-2648564
Beperkte sys-tentaminering van 11 juli
wo 14.00-17.00 uur,
ma 18.00-21.00 uur,
t/m 20 augustus: di 13.30 uur.
do 14.00-17.00 uur,
wo 13.30-16.30 uur,
Let op: vanaf 22 augustus 2005 wordt
za 09.00-12.00 uur (oneven weken).
vr 09.30-12.30 uur.
de sys-sessie van de donderdagavond
Beperkte sys-tentaminering van 3 juli
Geen sys-tentamens op ma 11-7, ma
blijvend verplaatst naar de woensdag-
t/m 13 augustus: ma 18.00 uur, di 18.00
18-7 t/m vrij 29-7 en ma 15-8-2005.
avond! Het tijdstip verandert niet.
uur, woe 14.00 uur en do 14.00 uur.
Studiecentrum Enschede
Studiecentrum Utrecht
telefoon: 056-246139
telefoon: 053-4871680
telefoon: 030-2511827
di 18.15-21.15 uur.
do 18.30-21.30 uur,
ma 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
vr 09.30-12.30.
di 14.00-17.00 uur,
Studiecentrum Leuven
Beperkte sys-tentaminering van 18 juli
do 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
telefoon: 016-327737
t/m 27 augustus: do 14.00 uur.
vr 09.30-12.30 uur.
do 18.00-21.00 uur.
Studiecentrum Kortrijk
Beperkte sys-tentaminering van 4 juli dhr. C.J.M. van Paridon (drs.), Anna Paulowna, vrije wetenschappelijke opleiding met het zwaartepunt op de deelgebieden Technische wetenschappen en Bedrijfs- en bestuurswetenschappen. Afstudeeropdracht: Product Data Management Met legacysystemen, applicaties en prototypes *In Modulair 5 werd abusievelijk een onjuiste scriptietitel vermeld. Ter rectificatie wordt hierbij de correcte scriptietitel afgedrukt.
woe 13.30 uur en vrij 9.30 uur.
telefoon: 040-2472901
Studiecentrum Rotterdam
Provinciaal steunpunt Friesland
t/m 14 augustus: ma, di en do 13.00 uur.
telefoon: 058-2159019 wo 18.00-21.00 uur,
Provinciaal steunpunt Zeeland
do 14.00-17.00/18.00-21.00 uur,
telefoon: 0118-489714
za 09.30-12.30 uur. Beperkte sys-tenta-
vr 09.00-12.00 uur.
minering van 24 juli t/m 27 augustus:
Normale sys-tentaminering in de
di en do 10.00 uur en 14.00 uur.
vakantieperiode (18 juli t/m 27 augustus).
afgestudeerden
Wo-opleiding Algemene cultuurwetenschappen mw. L. Luyten (drs.) Meerhout, België, Scriptie: Van schilder tot dichter. Honderd brieven van Jacob Smits aan Jan van Nijlen (1908-1926). dhr. R.J. van de Maele (drs.) Heverlee, België. Scriptie: Het literatuurkritische werk van Louis Paul Boon 1945-1974.
Informatica Wo masteropleiding Technical informatics dhr. S.M.A. Decneut (MSc) Leuven, België, Afstudeeropdracht: Separation of Concerns for Multimedia Publication in Heterogeneous Environments.
Managementwetenschappen Wo-opleiding Bedrijfswetenschappen mw. J. Brand-Dijkstra, Wijk bij Duurstede, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Een onderzoek naar het uitbesteden van P&O-taken bij Nederlandse gemeenten en de vraag of een Service Level Agreement hierbij een effectief middel is. mw. M.J.D.A. Debets, Breda, marketing en logistiek (drs.) Afstudeeropdracht: Voorop in de strijd... met klanttevredenheid. Onderzoek naar factoren die de klanttevredenheid van het KPU-bedrijf bepalen. mw. M.P.L. Enthoven van Marrewijk, Waddinxveen, marketing en logistiek (drs.)Afstudeeropdracht: Supply chain management vanuit het perspectief van total quality management: een inventarisatie van toepasbare technieken. dhr. J. Jansen, ‘s-Hertogenbosch, bedrijfsprocessen en informatietechnologie (drs.) Afstudeeropdracht: The ability to align Business ICT Alignment binnen PME B&S. dhr. F.J.E. Josten, Loon op Zand, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Inrichten van governance voor het Interpolis relatiebeheerdomein. Een onderzoek naar het invoeren van governance bij de afdeling Klant Informatie Diensten (KID). dhr. M. Kuipers, Breda, bedrijfsprocessen en informatietechnologie (drs.) Afstudeeropdracht: Docerende bedrijfsprocesmodellen: kennisoverdracht weldoordacht.
Onderzoek naar de toepassing van bedrijfsprocesmodellen voor opleidingsdoeleinden. dhr. F.E. Laaper, Utrecht, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Is kennis macht en maakt het weglekken van kennis onmachtig? dhr. ir. M.A. Mittelmeijer. Nuenen, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Resultaatverantwoordelijk management in het Voortgezet Onderwijs Leiderschap en de verbinding tussen onderwijs en organisatie. dhr. J.E Moeke, Zwolle, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: De situatie de baas? Een onderzoek naar leiderschap als determinant van ziekteverzuim. dhr. P.J.P. Prins, Bavel, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: IT Outsourcing Governance Experiences from a buyer point of view. dhr. V.J.V. Ramtahalsing, ‘s-Gravenhage, bedrijfsprocessen en informatietechnologie (drs.) Afstudeeropdracht: Een diagnose van het e-mail management proces bij AEGON Bank. dhr. R. Roelofs, Leiden, marketing en logistiek (drs.) Afstudeeropdracht: De tevredenheid van gebruikers van electronische marktplaatsen. Onderzoek naar de inkoop van MRO-artikelen. dhr. P. van der Scheer, Rijswijk, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Criteria die het effect van Appreciative Inquiry beïnvloeden. dhr. G. van Terwisga, Joure, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Kennismanagement bij Van Wijnen Noord B.V. Doorgaan of heroverwegen. dhr. R.V. Veenman, Barendrecht, bedrijfsprocessen en informatietechnologie (drs.) Afstudeeropdracht: Het afstemmen van bedrijfsprocessen bij internationaal samenwerkende organisaties. Wo-opleiding Bestuurskunde mw. F.A.P. Grit, De Wilp, organisatie, management en openbaar bestuur (drs.) Afstudeeropdracht: Kaderstellende gemeenteraden. De kwaliteit van de kaderstelling in het wankele evenwicht tussen raad en college. dhr. S. Tolsma, Sneek, economie en openbaar bestuur (drs.) Afstudeeropdracht: Leren van klachten.
Onderzoek naar de invloed van externe klachtregelingen op het leereffect tot verbetering van gemeentelijke werkprocessen. Wo-opleiding Economie mw. I. Gomes Durão, Roermond, algemene economie (drs.) Scriptie: De handel van Nederland met de Oost-Europese nieuwe EUlidstaten. dhr. H.K.L. Kiesel, Deinze, België, algemene economie (drs.) Scriptie: Evolutie van de treasury functie. dhr. C.P. Versluis, Alblasserdam, bedrijfseconomie: administratief management (drs.) Scriptie: Het effect van de omstandigheden bij de adoptie op de effectiviteit van het gebruik van de BSC bij de drie universiteitsbibliotheken. Wo-bacheloropleiding Management, organisatie en bestuur dhr. L.T. van Ravenhorst (BSc), Brielle Wo masteropleiding Accounting and Finance dhr. N.J. Gerritsma (MSc), Helmond, Afstudeeropdracht: Verschillende rollen van decentrale controllers binnen de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Overeenkomsten en verschillen in rollen van decentrale controllers bij TU/e in de perceptie van belanghebbenden.
Natuurwetenschappen Wo bacheloropleiding Milieu-natuurwetenschappen mw. P.J.M. Kaan-Heynen (BSc.), Terneuzen, major gezondheid. Voedselkilometers: omvang en aard van het transport van voedingsmiddelen naar Nederland
Psychologie Wo-bacheloropleiding Psychologie mw. G.C.M. Drieskens (BSc), Diepenbeek, België, afstudeerrichting arbeids- en organisatiepsychologie. mw. L.C. van Klink (BSc), Oude Wetering, afstudeerrichting arbeidsen organisatiepsychologie. mw. M.A. Stobbe-Meijers (BSc), Schagen, afstudeerrichting gezondheidspsychologie.
Wo-opleiding Psychologie, afstudeerrichting arbeids- en organisatiepsychologie. mw. M.C.J. van den Assem (drs.), Deventer, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Effectiviteit van een Multi-methodisch Groepsprogramma voor Volwassenen met een Depressieve Stoornis. mw. M. Bocanegra-Hahn (drs.), Wassenaar, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: De relatie tussen percepties van verschillende vormen van onbillijkheid,“Work Locus of Control” en attitude ten opzichte van wraak bij werknemers in loondienst. mw. M.G. van Exel (drs.), Voorthuizen, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: De invloed van instrumentele Steun op burnoutklachten bij bankmedewerkers in België. mw. Y.I. E. Posthumus-Rappa (drs.), Breda, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Tevredenheid van maatschappelijk werkers in de Jeugdzorg. Een onderzoek naar beleving van het werk als mediërende variabele.
dhr. B. Loonstra (drs.) Emmeloord, met lof afgegeven,Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Werkdruk, zingeving en burnout bij predikanten in orthodox gereformeerde kerken. mw. H.M. van de Sande-Dimmers (drs.), Smilde, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Communiceren met Demente Bewoners. Persoonskenmerken in Scholing in relatie tot het uitvoeren van de Geïntegreerde Belevingsgerichte Zorg in een Psycho-Geriatrisch Verpleeghuis. mw. G.M. Zuurbier (drs.), Olst, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: “En wie vraagt hoe het met mij gaat? “Invloed van Subjectieve belasting, Sociale steun en Coping op de lichamelijke en psychische gezondheid van Partners van Patiënten met Chronische Toxische Encefalopathie.
Rechtswetenschappen Wo-opleiding Nederlands recht
mw. J.M.B. Timmers, (drs.), Boxtel, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Arbeidssatisfactie en de Invloed daarop van Taakkenmerken en Loopbaanankers bij Docenten in het Voortgezet Onderwijs.
mw. E.C.E. Buzing (mr.), Bennekom, met lof afgegeven,Scriptie: Intellectuele eigendomsrechten en artikel 82 EG. Wanneer is het weigeren van een licentie misbruik van een machtspositie? Ontwikkelingen sinds het Magill arrest.
mw. M. de Vries -Dikken (drs.), Bergschenhoek, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Factoren die het Advies van Selecteurs bij Opsporingsfunctionarissen Beïnvloeden.
dhr. J.L. Damen (mr.), Pijnacker, Scriptie: Doorwerking van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen.
dhr. C.J. Weijmer (drs.), Sint Johannesga, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Leiderschap en Innovatief Werkgedrag op Curaçao. Onderzoek onder 24 leidinggevenden bij 7 organisaties. Wo-opleiding Psychologie, afstudeerrichting gezondheidspsychologie mw. S.J.H. Bernts (drs.) Nijmegen, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: De Invloed van Emotieregulatie, Thuissituatie en Lifeevents op Burnout. mw. F.W. Frohn* (drs.), Middelburg, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: De relaties tussen copingstijl, persoonlijkheidskenmerken en ervaren werkstress. mw. G.A.H. Kappert (drs.) Bussum, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Gespreksvoering en transfer. Een onderzoek naar de samenhang tussen kennis, gespreksvaardigheden, motivatie, selfefficacy en emotionele intelligentie en transfer na een jaar.
dhr. B. Dudok van Heel (mr.), Middelburg, Scriptie: De benoeming van commissarissen binnen het nieuwe structuurregime. Een kritische analyse van artikel 2:158 Burgerlijk Wetboek. dhr. J.W.M. Geraads (mr.), Belfeld, afstudeerrichting internationaal recht, Scriptie: Zijn de toetredingsvoorwaarden tot de Europese Unie strenger geworden? dhr. J.M. Kok (mr.), Vught, Scriptie: De programmaraden, het Commissariaat voor de Media en het mediabeleid van de overheid. mw. M.N. Kroes (mr.), Harderwijk, Scriptie: De grenzen van de adviesbevoegdheid van de ondernemingsraad. mw. J.J.C. Noort (mr.), Leeuwarden Scriptie: Wsnp: Moeilijker erin en makkelijker eruit! Toelatingscriteria artikel 285 en afwijzingscriteria cq toelatingsvoorwaarden artikel 288 nader bekeken. Lees verder op P31
5005147
Cultuurwetenschappen