MMA
Oud
magazine
en
Nieuw editoriaal
Het is gebruikelijk een blik terug te werpen op de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Niet iedereen had even veel begrip voor de wijze waarop we de zaken hebben aangepakt, maar intussen is het bewijs geleverd dat de aanhouder wint en dat onze formule succes heeft. Cover: Leon Volders
Colofon Jaargang 6 – nr. 63 MMA magazine is een uitgave van Marquise Model Agency. V.U. Leon Volders
Verspreiding
Deze publicatie wordt uitsluitend op digitale wijze verspreid via de internetkanalen van Marquise Model Agency.
Redactie
Leon Volders Geerdegemdries 55 2800 Mechelen
[email protected] 0475/492528 015/430663 Kristina Drcha
Art Director
Jurrien Suiskens
Fotografie
Hugo Maes Rob Meijer Leon Volders Bert Meskens
Website
http://www.marquisemodels.eu Alle rechten voorbehouden © Leon Volders, 2014 Reproductie, zelfs van gedeelten van dit magazine, ongeacht in welke vorm of wijze, is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
2013 was het jaar van de consolidatie enerzijds en grote investeringen aan de andere zijde. We startten met de inspanningen om nieuwe modellen in ons agentschap op te nemen en ons aantal actieve modellen te vergroten, zodat we ook grotere events kunnen realiseren. Het probleem is niet zozeer dat er onvoldoende modellen zijn (integendeel), maar dat ze op kritieke momenten te weinig beschikbaar zijn. Examens, blokperioden en vakanties durven de plannen al eens te doorkruisen. Daarom zijn samenwerkingsverbanden zoals die met “Models On Stage” nuttig en voorlopig ook nodig. Ook de investeringen zijn nodig als men op een hoog professioneel niveau wil blijven scoren. Nu we werken met Hasselblad is het verschil in kwaliteit in de opnamen op zijn minst opmerkelijk: grotere kleurdiepte, uitgebreid dynamisch bereik, extreme resolutie, …. Maar intussen werden ook de faciliteiten in de studio uitgebreid. Denken we maar aan de nieuwe flitskoppen voor kleurbelichting, aan de rookmachines, aan de led-lampen, de nieuwe statieven en de flexibele achtergronden. Ook staan er nu voldoende peli-cases om al ons materiaal op verplaatsing te kunnen meepakken. En we vergeten niet te vermelden dat de gestuurde productie ook werd aangepakt, waarbij we de tethering grotendeels in de handen van Apple computers gaven, evenals de postproductie. 2014 start dus in de beste omstandigheden en we mogen stellen dat we nu elke studio-opdracht aankunnen. Nu kan de aandacht volop gaan naar onze modellen. De modellen blijven het hart van MMA. Hierbij wensen we hen allen – samen met iedereen die hen dierbaar is – een jaar vol verrijking, nieuwe en fascinerende ervaringen en een niet aflatende stroom van mogelijkheden om hogerop te komen. Voor onze modellen en medewerkers: veel ambitie, een goede gezondheid en veel, héél veel verrassende en aangename momenten in 2014 wensen we jullie allen toe uit de volheid van ons hart.
Huidkleuren weergeven … de moeder van alle groepsfoto’s… In de modellenfotografie is de juiste weergave van de kleuren van het grootste belang. Niemand wil een model dat er ziek uitziet omdat ze een gele of groene huidkleur heeft. Dus komt het er op aan te zorgen dat de controle op de kleuren perfect verloopt. Dat is niet zo gemakkelijk als het lijkt: problemen kunnen liggen bij de fotograaf (bijvoorbeeld kleurblindheid) , bij de sensor in de camera, bij de monitor of de printer, bij de gebruikte lampen of bij lensfouten. Je zou gaan denken dat er een mirakel nodig is om de kleuren juist te krijgen. Gelukkig loopt het zo’n vaart niet. In vele gevallen is het zelfs verkieslijk om de kleuren aan te passen, door ze wat meer of minder verzadigd te maken, of contrast en helderheid te verbeteren. De meeste camera’s hebben instellingen om de kleuren aan te passen aan het onderwerp. Er zijn dan andere instellingen voor portretten dan voor landschappen of reproductiewerk. Maar we hebben het vooral over de tinten van de huid. De juiste weergave daarvan is heel delicaat, want de huid heeft een heel breed kleurenpalet, waarvan een deel zelfs buiten het bereik van de camera ligt. Het is een hele kunst om dit zo exact mogelijk weer te geven, zonder kleurzweem of foute nuances. Het begint bij de witbalans. Wit licht moet wit worden weergegeven, zo puur mogelijk, en niet lichtgeel of lichtblauw. En voor zwart hebben we natuurlijk liefst het diepste en donkerste zwart dat we kunnen krijgen. Wie denkt dat we het probleem oplossen door met daglicht te werken, zit er helemaal naast. Want dit licht verandert continu in de loop van de dag: denk maar aan de rode en oranje zonsopkomst of het harde middaglicht en vergelijk met het licht van een bewolkte hemel. Ook hier moeten we duidelijk weten hoe we het wit ook als wit weergeven.
Op onze ogen kunnen we niet vertrouwen, want onze hersenen stellen dat beeld steeds bij. Een wit blad onder een tl-buis ziet er voor ons nog steeds wit uit, terwijl het voor de camera groen overkomt. We moeten dus onze toevlucht nemen tot een technische ingreep. En dat is de kleurenkaart. Op een kleurenkaart voor fotografen staan alle primaire kleuren. Zuiver rood, groen en blauw voor de camera, cyaan, magenta en geel voor de printer, plus vaak nog enkele complementaire kleuren, een trapje van wit over grijs naar zwart en soms ook enkele huidkleuren als referentie. Al wat we moeten doen is een kleurenkaart mee fotograferen in onze eerste beelden. Als we dan achteraf de beelden bewerken, vertellen we de computer waar het echte wit zit, zodat hij alle kleuren kan aanpassen en een eventuele kleurzweem kan wegwerken. Dat doen we door te klikken op het witte of - beter – op een neutraal grijs vakje (het witte vakje kan over- of onderbelicht zijn). En ziedaar, de kleuren springen in hun oorspronkelijke staat tevoorschijn. We zeggen dan dat we de witbalans hebben hersteld. Onze eerste verdediging is dus de kleurenkaart. De tweede linie wordt gevormd door de kleurruimte. Aangezien in de camera en op de monitor alle kleuren worden gevormd door rood, groen en blauw te mengen, noemt men dit de RGB-ruimte. En daar bestaan verschillende uitvoeringen van. Zo kent men de standaard RGB of, jawel, de sRGB. Dat is reeds een veeleisende norm en zelfs nu nog zijn er vele monitors die deze kleurruimte niet helemaal kunnen weergeven. Elke basiskleur heeft een waarde van 0 (afwezig) tot 255 (volledig verzadigd en puur). Zo bekomt men 256 x 256 x 256 of ongeveer 16,8 miljoen kleuren. Een leek zou denken dat dit moet volstaan, maar hij vergist zich. Bij sRGB liggen vooral groene en sommige gele tinten nogal dicht op elkaar en dat betekent dat sommige verschillende kleuren toch dezelfde waarde krijgen.
Links: een eenvoudige kleurenkaart van JOBO met de fotografische hoofdkleuren (RGB en CMYK) en grijstinten. Op stevig plastic en afwasbaar. Achterzijde is 18% grijs, de standaard voor de gemiddelde lichtreflectie.
Rechts: de meer gesofisticeerde, professionele kleurenkaart van XRite: de Passport. Meer mogelijkheden, maar beduidend duurder. Vooral in gebruik bij beroepsfotografen. Heel kwetsbaar: de kleurenvlakken mogen niet met de vinger worden aangeraakt. Deze kaart heeft ook een ingebouwde correctie voor rood- en blauwzwemen.
En daarom bestaan er ook uitgebreide kleurruimten, waarin vooral groen en ook geel wat meer plaats krijgen. Zo is er voor meer kritisch werk de Adobe RGB en voor zéér kritisch werk (reproducties van schilderijen bv) is er ook nog ProPhoto RGB. Daarvoor zijn echter heel dure monitors nodig. Interessant om te weten: LightRoom gebruikt inwendig MelissaRGB (een nauwe variant van ProPhoto) en zet pas op het einde alles om naar de gewenste kleurruimte. Is dat nu belangrijk? Wel, nemen we onze zonsopkomst van daarstraks. Daarin zitten duizenden tinten rood, maar we hebben slechts 256 digitale trapjes om die weer te geven. De computer gaat dus sjoemelen om die kleuren af te vlakken en ze te “vangen” met de beperkte mogelijkheden waarover hij beschikt, namelijk 8 bits per kleur, zoals bij .jpg opnamen.
In het ergste geval krijgen we dan banding: kleuren die dicht bij elkaar liggen worden dan als één band weergegeven. Dit verschijnsel zien we ook als we bijvoorbeeld een lichtcirkel op de backdrop projecteren: als de vlek zeer diffuus uitzet, kan banding optreden. In de professionele camera’s wordt intern met 14 bits gewerkt in het zogenaamde RAW-formaat. Dat is theoretisch in staat om 72 duizend biljoen kleuren te leveren. En de allerbeste camera’s werken met de volle 16 bits, wat ongeveer 184 triljoen kleuren kan combineren. Door in het samengeperste 8-bits .jpg te werken, gooien we dus heel veel kleuren weg. In een 16-bit formaat als .psd of .tiff houden we 65.536 kleuren per kanaal en dat is voor elke toepassing meer dan genoeg.
Waarom maken we al onze portretten dan niet in 16-bit? Omdat de bestanden dan evenredig veel groter worden. Een 16-bit TIFF van een Hasselblad neemt gemakkelijk 400 megabytes in beslag voor één foto. Het verschil tussen Adobe RGB en sRGB zien we vooral als we bijvoorbeeld twee foto’s naast elkaar leggen van een voetbalveld. Bij de Adobefoto zal het gras veel meer tinten vertonen. De informatie die we verliezen bij sRGB krijgen we nooit meer terug. Maar hoe belangrijk is dit nu voor onze huidkleuren? Daar komt toch weinig groen en geel in voor? Dat is juist. Maar de enorme verscheidenheid in huidtinten vraagt om 14 bits kleuren. Dus we werken in RAW en zetten daarna om in een 16-bit formaat als TIFF. Pas dan zijn we zeker dat we alles uit ons materiaal hebben gehaald. En dat doen we zeker als de foto’s bedoeld zijn om bijvoorbeeld naar een tentoonstelling te gaan, of als we materiaal moeten leveren voor een graficus. Voor het dagdagelijkse werk is dit minder kritisch. Mensen hebben de neiging een foto te nemen zoals ze komt. Pas als twee opnamen naast elkaar worden gelegd, worden de grote verschillen duidelijk. Maar zelfs dan is het nodig te werken met een speciale daglichtlamp om juist te kunnen beoordelen. Dus we zijn er nu uit? Nee, er is nog een derde hindernis. Elke foto heeft ook een dynamiek, een verschil tussen het donkerste zwart en het helderste wit. Als een foto wordt over- of onderbelicht, kunnen we hiervoor compenseren door de belichting via de computer bij te stellen. Dat gaat ook hier weer het best met RAW opnamen, en over een beperkt bereik van enkele diafragmastops. Deze dynamiek is een functie van de sensor, en hoe groter het beeldvlak, hoe meer bereik we doorgaans hebben.
Bij een grotere dynamiek zal het haar van een model in de schaduw nog veel doortekening geven. Bij weinig dynamiek wordt het één zwart vlak. En hetzelfde gebeurt bij de hoge lichten: als de sensor veel kan overbruggen, zullen zelfs in de witgedeelten nog details te zien zijn. En de perfectionisten gaan hier niet gelukkig mee zijn, maar bij elke nabewerking van een foto gaat er eveneens informatie verloren. Een aanpassing van het contrast kan de delicate huidbalans verstoren. Het wegwerken van een glimmende neus kan voor kleurverschuivingen zorgen. Verzadiging, vibrantie, gammawaarden, … ze zijn allemaal nefast als het over de huidtinten gaat. Tijd voor een samenvatting. Wie het onderste uit de kan wil halen, zorgt vooreerst dat hij met een exacte witbalans werkt. Dat doe je met een kleurenkaart. Bij voorkeur werk je met een bredere kleurruimte als AdobeRGB. Je kan dit zo nodig nog omzetten naar sRGB, maar het omgekeerde is niet mogelijk. Wie met Adobe werkt, moet er echter rekening mee houden dat het verschil maar merkbaar is als al je toestellen dit aankunnen, wat een dure zaak kan worden. Wie zijn foto’s uitbesteedt aan een centrale (Hama, Kruidvat, Fujicolor, …) moet bedenken dat die bijna uitsluitend met sRGB werken. Alleen professionele labo’s werken met AdobeRGB en ProPhoto. Belicht zeer nauwkeurig, zodat je achteraf niet moet corrigeren. Zorg ook voor een juiste kadrering, zodat je daarna niet moet croppen, want ook dat geeft gegevens- en kwaliteitsverlies. En tenslotte: zit je toch met banding opgescheept, converteer je RAW foto dan naar TIFF: met 16 bits heb je alle kleuren en nuances ter beschikking die je maar kan wensen. Van .jpg naar .tiff omzetten werkt natuurlijk niet: je blijft dan slechts over 8 bits beschikken.
Hieronder een duidelijke illustratie van het verschil tussen een 8 en een 16-bits afbeelding. In beide gevallen gebruiken we dezelfde cirkel, die we met hetzelfde verloop vullen. De eerste cirkel is een .jpg afbeelding in 8 bit. De overgangen zijn niet vloeiend, omdat de 256 grijstinten niet voldoende zijn om alle nuances weer te geven. Wie goed kijkt merkt concentrische cirkels, waar de computer gelijkende tinten heeft in samengeperst. Als we dezelfde cirkel met 16 bit of 65536 nuances weergeven, zien we dat de opvulling perfect verloopt. Hetzelfde effect speelt natuurlijk ook voor de tere huidtinten. Wie niet beter weet, of het niet nodig vindt, zal met 8-bit genoegen nemen. Voor kritisch, professioneel werk maakt het echter een groot verschil als je in 16 bit kleurdiepte werkt.. Nadeel: het eerste voorbeeld neemt 222kB in beslag, het tweede 3410kB. Dat is meestal voldoende om in een opname met weinig kleurgradaties toch maar voor .jpg te kiezen. Maar bij portretten in kleur kan het een wereld van verschil maken.
cirkel.jpg
cirkel.tiff
Portfolio: Yana
Deze foto’s illustreren hoe een goede portfolio eruit moet zien: gevarieerd, met een keuze aan binnenen buitenopnamen, zonder herhaling in outfit of decor. Kleurfoto’s mogen afwisselen met zwart-wit opnamen. Poses zijn bij voorkeur origineel en creatief. Ze moeten de sterke punten en vooral de persoonlijkheid van het model accentueren.
Het is de bedoeling dat we elke maand een selectie maken uit de portfolio van één van onze modellen.
Sandrine
Luna
MMA-shoots maand december
Robin
Ilona
Jonah
Sophie
Investeren in emoties Elke foto vertelt een verhaal. Sommige stories zijn weinig interessant, andere zijn spannend of charmant, vertederend of afschuwelijk. De kracht van een foto is dat ze gevoelens kan oproepen. Hoe sterker deze gevoelens zijn (de ‘aanspreking’ of ‘zeggingskracht’) des te meer de foto haar boodschap kan overbrengen. Daar komt meer bij kijken dan techniek alleen. Ook een slecht belichte of onscherpe foto kan sterke emoties opwekken. Dus de inhoud is van belang, maar vooral de manier waarop het onderwerp wordt weergegeven. Om dit te onderlijnen zal de fotograaf meestal de bewerking achteraf aanpassen aan de inhoud van de foto. Keiharde contrasten in zwart-wit zullen dan bijvoorbeeld weergeven dat het over een ‘hard’ onderwerp gaat, dat gevoelens zo sterk kan maken dat het soms kwetsend is. De traumashoot uit onze vorige aflevering bevatte enkele beelden die een zeer rauwe werkelijkheid weergaven. Vooral de foto’s rond marginaal gebruik van hard drugs wekten reacties op van afkeer. Nochtans wisten de lezers dat het ging om een geregisseerd thema: elke opname was fake, er kwam geen enkele drug aan te pas, alleen enkele steengoede modellen die zeer professioneel de sfeer weergaven die bij dit soort opnamen hoort. Mijn jarenlange ervaring als hulpverlener in het drugmilieu kwam hier van pas, juist zoals de vakkennis van een verpleegster als het ging over het gebruik van injectiespuiten. Welk verhaal werd hier dan verteld? Het thema was de continue inzet van de medische teams die steeds paraat staan om junkies die bezwijken aan een overdosis bij te staan en niet zelden het leven te redden. Het is een realistisch en hard gegeven, dat je niet met high key of witvignettering weergeeft. We kozen dus voor een aangepaste bek
Het resultaat was dat de beelden op een maximale slagkracht waren ingesteld. En bij sommige mensen was dit te veel. De rauwheid van dit gegeven konden ze niet aan en zeker niet als ze zélf jongeren van die leeftijd hadden. Het deed me denken aan een toneelstuk van Dennis Potter “Brimstone and Treacle” dat ik een tiental jaren geleden assisteerde en waarbij ik de technische regie voerde. In het stuk komt een verkrachting van een gehandicapt meisje voor en er was gekozen om die vrij realistisch weer te geven. Het gevolg was dat enkele mensen de zaal verlieten tijdens de voorstellingen. Bij twee vrouwen werd vastgesteld dat de scène een eerder opgelopen trauma had opengereten, omdat ze dit zélf hadden meegemaakt. We hebben deze vrouwen psychologische hulp voorgesteld. Wil dit nu zeggen dat de fotograaf, de regisseur of de producer geen emotioneel geladen stukken mogen brengen, of aan zelfcensuur moeten gaan doen? Dat we ook de gruwelijke aspecten van het leven moeten toedekken of romantiseren? Het komt ons eerder voor dat het een taak van de fotograaf is om het leven te tonen in al zijn aspecten, hoe afschuwelijk die ook zijn. Als kind was ik getroffen door de sprookjes van Andersen, die bijzonder vreselijk waren: het meisje met de zwavelstokjes gaat dood van de kou, het meisje met de rode schoentjes moet haar voeten kapot dansen en het meisje dat op het brood ging staan verdrinkt in het water. Verhalen, jawel, voor kinderen. De fotograaf, elk in zijn specialiteit, heeft de plicht het leven in al zijn aspecten voor te stellen. Vaak is dat rooskleurig, fantasievol, aangenaam en herkenbaar. Maar er is ook de andere zijde, somber en donker, waar de schaduwen heersen. Met harde contrasten.
Gebruik je iPad! Voor fotografen is een tablet een echte uitkomst. Vooral voor de iPad zijn duizenden apps beschikbaar om zijn werk lichter te maken. Denken we maar aan automatische model releases, BMI-berekeningen, scherpstellingstabellen, inventarislijsten, hulp bij belichting, Photoshop aanvullingen en al wat je nog meer kan wensen. Maar geldt dit ook voor modellen? Meer dan ooit! Zowel beginnende als professionele modellen vinden er een overvloed aan onmisbare toepassingen. Wie naar “poseboeken” zoekt, om een juiste pose te vinden, wordt op zijn of haar wenken bediend met duizenden voorbeelden. Make-up effecten? Ze zijn er! Vooral L’Oréal is op dit vlak actief, met zelfs een gratis digitaal magazine. Natuurlijk is er iPhoto om je foto’s te beheren en te bewerken. Maar in de rubriek Foto en Video van de iTunes store liggen er honderden gratis toepassingen te wachten. Hou er rekening mee dat je foto’s van een fotograaf niet zomaar mag wijzigen zonder zijn toestemming als je met je kunstwerk naar buiten wil treden. Maar de meest voor de hand liggende applicatie is toch wel de elektronische portfolio. Gewapend met je tablet kan je iedereen je foto’s laten bekijken, zonder dat je steeds je boek moet meesleuren. En met de juiste apps kan je snel je portfolio aanpassen, een album maken, foto’s mailen of zelfs een webshow maken op een tijdelijke site. Door de grote flexibiliteit heeft de digitale portfolio vele voordelen ten opzichte van de papieren versie. Je kan bij wijze van spreken dagelijks van portfolio veranderen, on-thefly foto’s aanvullen of schrappen en alle mogelijke combinaties uitproberen. We hebben de 10 meest voorkomende programmaatjes onderzocht en enkele zijn daar beter uitgekomen dan de andere.
Sommige portfolio apps vragen dat je een abonnement neemt op een website die door hen wordt gehost. Die toepassingen hebben we niet onderzocht, want de abonnementen zijn vaak duur.
the making of…
Voor wie een gratis app wil, is er Touch Portfolio. Voor de meeste modellen is dit al een bruikbaar en voldoende functioneel programma. Aan de betalende zijde is er – voor wie het voldoende breed heeft – voor 15€ het zwaarste portfolioprogramma: Xtrafolio. Deze toepassing heeft elke mogelijkheid die je kan bedenken en ze is zeer veelzijdig. Je kan ook even op hun website checken: www.xtrafolio.com, waar je ook videos en documentatie vindt. Een beetje goedkoper is Foliobook Photo Portfolio, waar je 9€ voor betaalt. Scott Kelby, niet de minste, raadt het aan. Ook dit programma kan aan je persoonlijke wensen worden aangepast. Minder mogelijkheden vinden we bij Portfolio for iPad, dat 12€ kost. Nog goedkoper is Minimal Folio, gemakkelijk in gebruik, maar voor 2,69€ mag je geen extra’s verwachten. Wil je iets heel speciaals, dan is er de 3D Gallery, voor 4,49€. Daarbij wandel je door een moderne galerij, waar je foto’s aan de muur hangen. Er zijn vele zalen, verdiepingen, trappen en het geheel oogt fraai. Je moet echter wel van foto naar foto “lopen”. Met een app als het kosteloze Fototastic heb je bescheiden mogelijkheden, maar je moet er wel de thema’s bijkopen. Die zijn gelukkig niet duur. Om samen te vatten: als het geen geld mag kosten (je iPad was al duur genoeg), ga dan voor Touch Portfolio. Wil je het beste, kies dan Xtrafolio of Foliobook. En wil je indruk maken met iets extravagants, dan is 3D Gallery iets voor jou.
Een website voor iedereen (2) Door Kristina Drcha In het artikel hieronder beschrijft Kristina hoe ze haar website heeft opgezet en wat er allemaal bij kwam kijken. Wie ook een eigen website wil maken, weet dan meteen welke stappen er moeten genomen worden. Te volgen dus! Deze maand gingen we ons bezig houden met onze portfolio in een galerij onder te brengen. Vaak is dat het eerste wat een fotomodel doet als ze over een website beschikt. Gelukkig is het niet te moeilijk, want onze website host heeft hier programma’s voorzien, die ons snel verder helpen. Het enige probleem is dus het maken van de keuzen: welke foto’s ga ik plaatsen? Hierbij gelden ongeveer dezelfde regels als bij een portfolio, alhoewel ze wat minder streng worden toegepast. Je mag dus wel degelijk twee foto’s met dezelfde outfit plaatsen, als ze maar aantrekkelijk genoeg zijn. Maar ook hier moet je vermijden dat je uitsluitend buitenopnamen of studiowerk laat zien. Je bent toch een veelzijdig model? Laat dat dan ook merken in je foto’s. Nog een keuze: voor welke achtergrond kies ik? Wie kiest voor wit, moet er rekening mee houden dat je foto’s door kleurzweem op een slechte monitor misschien minder goed worden weergegeven. Met zwarte pagina’s is dit minder het geval, en door het grotere contrast zullen je foto’s beter uitkomen. Zwart, dus. We duiken in onze collectie foto’s en beginnen te selecteren. Je bent beter iets te kritisch dan te toegeeflijk: er zullen in de toekomst nog opnamen genoeg bijkomen. Misschien zijn sommige foto’s te ‘gevoelig’ om aan iedereen te laten zien. Gelukkig heeft de provider voorzien dat we een publiek en een privaat gedeelte kunnen maken.
Het private gedeelte kan je beveiligen met een wachtwoord, dat je alleen aan personen doorgeeft die deze foto’s mogen bekijken. Maar hoe krijgen we deze foto’s nu in de galerij? Al wat je normaal naar je website stuurt, gaat via een FTP (‘file transfer protocol’) programma. Maar dat ligt allemaal nogal ingewikkeld en dus is het goed dat onze host het gemakkelijk heeft gemaakt. Er is een uitvoerige Nederlandstalige handleiding beschikbaar en ook een video. En het opladen van foto’s (en zelfs video’s) is nog simpeler dan met Facebook. Laat ons even kijken hoe je het voor mekaar krijgt. We gaan naar de site van One.com en loggen in met onze gegevens. We gaan naar het configuratiescherm en de fun kan beginnen. We kiezen natuurlijk voor ‘Create new album’, want we gaan een album maken voor onze portfolio. Hiervoor maken we een gebruikersnaam aan (ons e-mailadres) en een eigen wachtwoord. Die gaan we gebruiken als we in de toekomst aan onze portfolio willen werken. We geven onze galerij de naam ‘galerij’ (verwonderlijk!) en de url wordt dan galerij.krysti.be. Ook het album krijgt een naam (portfolio) en we kunnen zoveel albums invoeren als we willen. Je kan ook nog een beschrijving van het album toevoegen. Verder kan je aanvinken of je de toestemming geeft om de foto’s van je album te downloaden of te sharen. Als je dit niet doet, kan niemand je foto’s stelen. Nu kan je de portfolio helemaal naar je hand zetten. Je kan foto’s vergroten of verkleinen, een diashow opzetten, details met fotografische gegevens per foto weergeven, of de foto op een volledig scherm tonen.
Wie niet weet hoe een lange winteravond te vullen, heeft er meteen een nieuwe hobby bij! Hoelang duurt het om deze galerij op te zetten? Wel, op minder dan 5 minuten was de klus geklaard. En iedereen kan het. Natuurlijk is het resultaat maar voorlopig en dus heb ik er maar een 20-tal fotootjes op gezet. Wie wil, kan even gaan kijken op galerij.krysti.be. Momenteel staat de pagina als home page, maar dat zal nog veranderen. En wat leuk is: het werkt ook op iPhone en iPad! Je kan de foto’s sorteren (naar datum, bijvoorbeeld), je kan ze oneindig aanvullen - of toch tot de limiet van je webruimte - en oudere of ongewenste foto’s verwijderen is doodsimpel. Navigeren gaat zoals bij Facebook, met twee pijlen. De kwaliteit van de weergave is uitstekend, omdat de oorspronkelijke resolutie van de foto kan worden gebruikt. Het opladen van een video gaat op dezelfde, vlotte wijze. Zooo simpel. En wat als het album ons niet bevalt? Dan beginnen we toch gewoon opnieuw! Met één druk op de knop verwijder je het album en dan maak je er een nieuw aan. Wie het wil kan dus voor elk jaar een eigen portfolio creëren. Of per onderwerp: binnen- en buitenopnamen, seizoensgebonden opnamen, fashion, … noem maar op! Natuurlijk is een website meer dan een fotogalerij alleen. Er komt nog heel wat bij kijken voordat onze site kant en klaar is. En dat betekent dat we alweer keuzen moeten maken. Gaan we muziek toevoegen? Of een RSS-feed? Willen we een biografie, een agenda, bezoekerscommentaren? Of gaan we voor een blog? Heel veel mogelijkheden dus, maar jammer genoeg liggen die niet allemaal op het niveau van iemand die niet kan programmeren. Dus moeten we eens bekijken wat er allemaal nog mogelijk is. Er moet zeker een home page komen en een biografie. En ook een verwijzing naar de site van MMA, natuurlijk.
Volgende maand hebben we het dus over de verdere afwerking van de site. Zodra de examens achter de rug zijn ga ik wat spelen met de mogelijkheden. Ik weet jullie te vertellen hoe het is afgelopen.
Marquise Model Agency Modellen: Sandrine, Robin, Sophie, Yana, Jonah, Luna, Ilona Make-up artist: Ilona Teksten: © Leon Volders, Kristina Drcha Fotografie: Leon Volders