Inspectie van het Onderwijs
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ AMARANTIS ONDERWIJSGROEP Amsterdam-West
ICT-opleidingen niveau 2 en 3
Plaats:
BRIN : Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op : Rapport vastgesteld te Utrecht op:
Amsterdam 04EM 124784 24 okt ober 2011 18 januari 2012 22 februari 2012
Rapport van bevindingen {Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, H2762803/14 Documentnr: H3245716 pagina 1/11
VASTSTELLING RAPPORT Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) dat de inspectie uitvoerde op 24 oktober 2011. Het rapport is vastgesteld door mevrouw A.E.W. Nooij, directeur toezicht beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, te Utrecht op 22 februari 2012.
Rapport van bevindingen (Toezicht kader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/13
Documentnr: H32457 16 pagina 2/11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 24 oktober 2011 een onderzoek uitgevoerd bij Amarantis Onderwijsgroep, locatie Amsterdam-West, bij de ICT-opleidingen, niveau 2 en 3 naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. In het onderzoek uitgevoerd op 26 april 2010 bleek er sprake te zijn van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wettelijke vereisten namelijk de onvoldoende verantwoording van de gerealiseerde onderwijstijd. Geconstateerd is daarbij dat er bij niveau 2 sprake was van zwak onderwijs vanwege onvoldoende onderwijsproces en bij niveau 3 van zeer zwak onderwijs vanwege zowel onvoldoende opbrengsten als onvoldoende onderwijsproces. Op 3 juni 2010 heeft een hercontrole naar de onderwijstijd plaatsgevonden, waarbij geconstateerd is dat deze voldoet aan de wettelijke vereisten. In het kader van het geïntensiveerde toezicht is een onderzoek naar kwaliteitsverbetering naar de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs uitgevoerd. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: • crebocode 90360/95060, Medewerker ICT/ICT-medewerker (Medewerker ICT), niveau 2 • crebocode 90230/95070, Medewerker beheer ICT/ICT-medewerker (Medewerker beheer ICT), niveau 3 Aangezien de eindtermenopleidingen 10903 Service medewerker ICT en 10904 Medewerker beheer ICT niet meer aangeboden worden, worden alleen de opbrengstgegevens van deze opleidingen meegenomen in het onderzoek. Onderzoeksopzet
Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling en de opleiding die bij de inspectie aanwezig zijn. • Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken met de directie, teamleider, docenten en studenten zijn gehouden, tot slot heeft op 8 december 2011 nog een gesprek met een lid van het college van bstuur en twee centrale medewerkers plaatsgevonden. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2009-2010 met de erbij behorende onderstaande normen. Niveau 2: jaarresultaat 56,5 procent en diplomaresultaat 45,2 procent. Niveau 3: jaarresultaat 65,3 procent en diplomaresultaat 67,3 procent.
Rapport van bevindingen (Toezicht kader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/ 13
Document nr: H3245716 pag ina 3/11
Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009. Deze zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven . Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleidingen in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/13
Documentnr: H3245716 pagina 4/11
2.
BEVINDINGEN
2.1
Bevindingen ICT opleidingen niveau 2 en 3
2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel
In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4 . goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleidingen: • crebocode 90360/95060, Medewerker ICT/ICT-medewerker (Medewerker ICT), niveau 2 1.1 Nalevina Wetteliike vereisten 1.1.1 Nalevinq Wetteliike vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 iaarresultaat en diolomaresultaat 3.1 Proaramma 3.1.1 Samenhanq 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Proqrammatiid 3.1.4 Voorzieninqen 3.2 Leerproces 3.2.1 Leertiid 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Begeleiding in de instelling 3.2.4 Beroeosoraktiikvorminq 3.3 Traiectbeaeleidina 3.3.1 Intake 3.3.2 Studielooobaanbeaeleidinq 3.3.3 Zoro studenten soecifieke behoeften 3.3.4 Samenwerkina 3.4 Omgang en veiligheid 3 .4. 1 Beieaenina/omaano 3.4.2 Veiliqheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Svstematische Kwaliteitszoro 4 .1.2 Beoordelinq
1
2
3
.
4
1
2
3
4
• 1
2
•
1
.
2
• • 1
2
• 1
2
5
1 1
3
4
• • 3
4
•
. 3
4
•
.• 3
4
• • 1
2
•
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/13
3
4
•
Documentnr: H3245716 pagina 5/11
Scores van de opleidingen: • crebocode 90230/95070, Medewerker beheer ICT/ICT- medewerker {Medewerker beheer ICT), niveau 3 1.1 Nalevina Wetteliike vereisten 1.1.1 Nalevinq Wetteliike vereisten 2. 1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 iaarresultaat en diolomaresultaat 3. 1 Programma 3.1.1 Samenhanq 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Proqrammatiid 3.1.4 Voorzieninqen 3 .2 Leerproces 3.2. 1 Leertijd 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Begeleiding in de instelling 3.2.4 Beroeosoraktiikvormino 3 .3 Traiectbeaeleidina 3.3.1 Intake 3.3.2 Studielooobaanbeoeleiding 3.3.3 Zorq studenten specifieke behoeften 3.3.4 Samenwerkino 3.4 Omgang en veiligheid 3.4.1 Beieoenino/omoano 3.4.2 Veiliqheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Svstematische Kwaliteitszoro 4.1.2 Beoordelinq
2.1.2
1
2
3
.
4
1
2
.
3
4
1
2
3
4
• • 1
2
• • 1
1
1 1
• •
.
3
4
• 3
4
•
. .•
2
3
4
2
5
• • 1
2
•
3
4
•
Beschouwing
Algemeen beeld
De kwaliteit van het onderwijs van de opleiding Medewerker ICT, niveau 2 is zeer zwak aangezien het onderwijsproces in het tweede achtereenvolgende jaar onvoldoende is. De opbrengsten zijn wel voldoende. Ook is de kwaliteit van het onderwijs van de opleiding Medewerker beheer ICT, niveau 3 zeer zwak. Dit vanwege onvoldoende opbrengsten en onderwijsproces. In het oordeel over het onderwijsproces zijn er geen verschi llen geconstateerd tussen de niveau 2- en 3opleidingen. Het team heeft aan de hand van een verbeterplan gewerkt aan de tekortkomingen. Hoewel een aantal tekortkomingen opgeheven zijn, hebben de verbeteringen niet geresulteerd in een voldoende oordeel ten aanzien van het onderwijsproces. Maatwerk, voorzieningen, didactisch handelen, beroepspraktijkvorming en studieloopbaanbegeleid ing zijn onvoldoende. Een belangrijke oorzaak van een deel van deze onvoldoendes ligt in het ontbreken van een door het team uitgedragen eenduidige aanpak van de tekortkomingen en een systematische evaluatie hiervan. Hiermee is ook de kwaliteitszorg onvoldoende systematisch.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/13
Documentnr: H3245716 pagina 6/11
Voor de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van de opleidingen is van groot belang wat het effect zal zijn van de herstructurering waartoe door het college van bestuur inmiddels is besloten. Via een reeks van maatregelen worden de huisvesting, de organisatie, het opleidingenaanbod en de onderwijskundige structuur van de Amsterdamse Amarantis-opleidingen op het gebeid van economie en ict aangepakt.
Wettelijke vereisten Voor zover onderzocht voldoen de opleidingen aan de wettelijke vereisten op het gebied van zorg- en informatieplicht, onderwijsovereenkomst, praktijkovereenkomst, rechtsbescherming, erkenning leerbedrijven, gebruik crebonamen en onderwijstijd. Opbrengsten De opbrengsten van 2009-2010 van de niveau 2-opleiding zijn voldoende. Uitgaande van een koppeling van de verwante 'oude' opleiding 10903 Service medewerker ICT, niveau 2 en de 'nieuwe' opleidingen bedraagt het jaarresultaat 55 procent en het diplomaresultaat 59 procent. De opbrengsten van 2009-2010 van de niveau 3-opleiding zijn onvoldoende. Uitgaande van een koppeling van de verwante 'oude' opleiding 10904 Medewerker beheer ICT, niveau 3 en de 'nieuwe' opleidingen bedraagt het jaarresultaat 45 procent en het diplomaresultaat 38 procent. De instelling hee~ de opbrengstgegevens niet in detail uitgesplitst naar de verschillende vestigingsplaatsen. Wel heeft zij ten behoeve van het onderhavige onderzoek uitgezocht of de opbrengstproblemen primair aan de andere vestigingsplaatsen moeten worden toegeschreven. Dit blijkt niet het geval. Tijdens het onderzoek is verder gewezen op het feit dat in 2010 een grote groep studenten min of meer gezamenlijk is overgestapt naar een andere instelling. Dit zal zeker een negatief effect hebben gehad op de opbrengstgegevens. De inspectie kan niet vaststellen in hoeverre hier sprake is van een eenmalig incident. Opvallend is dat binnen de instelling de overstap van deze groep studenten niet door iedereen op eenzelfde wijze is geanalyseerd. Een dergelijke gemeenschappelijke analyse zou hebben kunnen bijdragen aan een onderbouwde en gezamenlijk gedragen aanpak van onderliggende problemen. Ook los van de overstap van de bedoelde groep is er nog niet een duidelijk inzicht in achterliggende oorzaken van ongediplomeerd vertrek van de opleidingen. Programma Het maatwerk en de voorzieningen zijn onvoldoende. De samenhang en programmatijd zijn voldoende. Maatwerk is net als bij het vorige onderzoek onvoldoende. Hoewel er verschillende trajecten qua tijdsduur zijn, wordt er te weinig rekening gehouden met de behoeften van de studenten. Na twee periodes wordt bepaald
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28- 09-2009, 2762803/13
Documentnr: H32457 16 pagina 7/11
welk traject een student kan volgen; voor die tijd vindt er nauwelijks maatwerk plaats. In de lessen bieden de docenten te weinig differentiatiemogelij kheden voor de studen ten. In principe volgt de gehele groep hetzelfde programma; uitzonderingen hierop vinden sporadisch en niet systematisch plaats. Bij de vakken Nederlands, Engels en reken en wordt gewerkt met instaptoetsen ; studenten geven aan dat dit niet heeft geleid tot differentiatie in het lesprogramma en de begeleiding, ook heeft de inspectie dit niet waargenomen. Indien een student extra ondersteuning nodig heeft, moet deze hier zelf lange tijd actief achteraan gaan om het te realiseren. Ook leiden gegevens uit de intake nog niet tot een aangepast programma. In tegenstelling tot het oordeel van het vorige onderzoek, beoordeelt de inspectie voorzieningen nu als onvoldoende . Op het gebied van de voorzieningen doen zich problemen voor in de huisvesting; meerdere beschikbare ruimten zijn niet ontworpen voor onderwijsdoeleinden, waardoor vooral op momenten van centrale instructie problemen ontstaan. Ook ondervinden studenten en docenten problemen met het netwerk, deze is zeer traag, waardoor er leertijd verloren gaat. Juist bij de ict-opleidingen is een goed netwerk een voorwaarde voor het kunnen uitvoeren van de onderwijsactiviteiten. De problemen op huisvestingsgebied zullen naar verwachting op korte termijn worden opgelost: een verhu izing naar meer geëigende onderwijsruimten is voorzien voor 1 januari 2012. Daarnaast schiet de informatievoorziening tekort. Er bestaat bij deelnemers onduidelijkheid over de aanvang van de stage en de exacte eisen die gesteld worden aan het volgen van de versnelde trajecten. Een ander probleem is dat de administratieve diensten soms moeilijk te bereiken zijn. Bij het vorige onderzoek was samenhang onvoldoende. Studenten hadden te weinig inzicht in de samenhang van het progamma doordat de opbouw en structuur van meerdere vakken niet helder was. Van een vastgesteld compleet curriculum was geen sprake. De samenhang van het programma is nu voldoende omdat er sprake is van een vastgesteld overzichtelijk programma waarbij de inhoud van de lessen is afgestemd op de beroepspraktijk. Ook zijn de verschillende trajecten voor de niveau 2- en 3opleidingen voldoende helder weergegeven in de studiegids. Toetsmomenten liggen vast, alleen wijken een aantal individuele docenten hier vanaf door deze uit te stellen. Dit zorgt voor ontevredenheid bij studenten. De programmatijd is voldoende. Er is sprake van een evenwichtige verdeling van de studielast en er is weinig lesuitval.
Leerproces Het didactisch handelen en de beroepspraktijkvorming zijn onvoldoende. De leertijd en de begeleiding in de instelling zijn voldoende. Het didactisch handelen is nog steeds onvoldoende doordat docenten onvoldoende aansluiten bij de specifieke doelgroep. Het bieden van structuur, differentiatie en uitdaging vindt onvoldoende plaats. Er heeft een scholingsbijeenkomst plaats gevonden, deze heeft echter niet gezorgd voor een structurele verandering van
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgest eld 28-09-2009, 2762803/13
Documentnr: H3245716 pagina 8/ 11
didactische aanpak binnen het team. Bovendien is het didactisch handelen geen prominent onderwerp van gesprek tijdens docentbijeenkomsten, waardoor nog onvoldoende afstemming wordt gerealiseerd. Meerdere docenten hebben lage verwachtingen van de studentengroep en kijken beperkt naar de mogelijkheden op didactisch gebied om meer uit de student te halen. Hierdoor blijven talenten onbenut. De beroepspraktijkvorming (bpv) is wederom onvoldoende doordat een deel van de studenten niet tijdig geplaatst is bij een leerbedrijf vanwege een tekort aan beschikbare plekken. Deze studenten volgen een alternatief programma op school dat voornamelijk bestaat uit sollicitatietraining. Hiermee wordt niet aangesloten bij de behoefte van deze doelgroep en dit werkt niet inspirerend voor hen. Bovendien levert dit vertraging op omdat zij alsnog op een later moment de volledige duur van de bpv moeten volgen. De instelling is zich bewust van deze problemen en heeft zich afgelopen periode ingespannen om het aantal stageplekken uit te breiden. Ook is de instroom mede om deze reden beperkt. Wellicht zullen deze maatregelen op termijn de gesignaleerde problemen kunnen wegnemen. Tijdens het bezoek was dat echter nog niet het geval. Waar het team vorig jaar niet in staat was de absentie van studenten effectief te bestrijden, is het verzuim dit jaar aanzienlijk teruggedrongen. De aangescherpte procedure rondom verzuim, de invoering van trajectplanner, waarin het verzuim geregistreerd wordt en de aanwezigheid van leerplichtambtenaren op school hebben hieraan een positieve bijdrage geleverd. Op administratief gebied worden nog problemen ervaren; hieraan wordt gewerkt. De begeleiding in de instelling is voldoende. De verantwoordelijkheid voor de begeleiding en bewaking van de studievoortgang ligt bij de studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleider houdt minimaal drie keer per jaar een voortganggesprek met de deelnemer. In trajectplanner worden de cijfers en vorderingen bijgehouden door de docenten en deze zijn ook inzichtelijk voor de studenten, zodat zij op elk moment een actueel overzicht hebben hoe zij ervoor staan. Trajectbegeleiding
Met uitzondering van de studieloopbaanbegeleiding zijn de criteria van trajectbegeleiding voldoende. Op het gebied van de studieloopbaanbegeleiding bestaat onvoldoende systematiek. Betrokken docenten geven - veelal met grote betrokkenheid - invulling aan hun taken op het gebied van de studieloopbaanbegeleiding. Er zijn echter te weinig onderlinge afspraken gemaakt over de manier waarop dit moet gebeuren waardoor een goede studieloopbaanbegeleiding van individuele studenten niet is gegarandeerd. Tevens ontbreekt een koppeling van de intakegegevens naar vastgelegde afspraken en, in het geval van een verlengde intake, naar een concreet handelingsplan en begeleidingstraject, met afspraken over evaluatiemomenten. De intake is aangescherpt en is daarmee nu wel voldoende. Studenten maken een test en hebben een gesprek over hun interesses en motivatie voor de opleiding en
Rapport van bevind ingen (Toezichtkader 2009) , v astgesteld 28-09-2009, 2762803/13
Documentnr : H32457 16 pagina 9/11
het beroep. Bij toekomstige studenten met een vermoedelijke indicatie voor extra zorg en/of begeleiding, vindt er een uitgebreidere intake plaats door het loopbaanservicepunt. Hiermee is er voldoende aandacht voor het juiste beroepsbeeld en de mogelijkheden van de studenten. De zorg voor de studenten met specifieke behoeften en de samenwerking zijn voldoende. De instelling besteedt voldoende aandacht aan deze studenten en de samenwerking met andere hulpverleningsinstanties die in de school aanwezig zijn, zoals bureau Jeugdzorg en schuldhulpverlening is voldoende . De studieloopbaanbegeleider verwijst indien nodig door naar de zorgcoördinator en via deze weg ontvangt de student voldoende aansluitende zorg. Een kritische kanttekening moet geplaatst worden ten aanzien van de concretisering van afspraken. Afspraken uit het Zorgteamoverleg worden niet SMART geformuleerd en er worden geen toetsbare doelen geformuleerd ten aanzien van de extra ondersteuning van de betreffende studenten. Omgang en veiligheid
De beide criteria van dit thema beoordeelt de inspectie voldoende. Uit het onderzoek is gebleken dat problemen op het gebied van veiligheid actief worden tegengegaan. Waar deze zich toch voordoen, worden ze adequaat en voortvarend aangepakt. Kwaliteitszorg
Het criterium beoordeling waardeert de inspectie positief. De kwaliteitszorg is echter nog onvoldoende systematisch van opzet. Op dit moment wordt de pdca-cyclus nog niet volledig toegepast; er is een integraal teamplan maar men zit nog in de fase van het omzetten van dit plan in actieplannen met concrete activiteiten. Bij het team is er onvoldoende inzicht in de kwaliteit van het onderwijs. Hoewel een intern onderzoek een duidelijk beeld schetst van de gerealiseerde kwaliteit is er geen sprake van een gemeenschappelijke probleemperceptie binnen het team. Docenten hebben de neiging problemen toe te schrijven aan gedrag en houding van studenten, zonder die te relateren aan inhoud en structuur van de opleiding. Het grote aantal wisselingen in de bezetting van de rol van opleidingsmanager heeft afbreuk gedaan aan de vertrouwensband tussen team en management. Het ontbreekt daardoor aan voldoende draagvlak voor de noodzakelijke veranderingen. Per vakgebied vindt er inmiddels voldoende afstemming plaats, maar sectieoverstijgend is dit niet het geval. De agenda wordt bij teambijeenkomsten sterk bepaald door ad-hoczaken; meer structurele doordenking van opzet van de opleiding komt slechts moeizaam van de grond. De beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs is voldoende. De instelling heeft afgelopen jaar een audit uit laten voeren waarbij een onafhankelijke deskundige betrokken was. Dit heeft geresulteerd in een helder en toegankelijk auditrapport dat een genuanceerd beeld geeft van de onderwijskwaliteit bij de ict-opleidingen in Amsterdam-West.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vast gesteld 28-09- 2009, 2762803/13
Documentnr: H3245716 pagina 10/11
3.TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleidingen vertoont tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld: • crebocode 90360/95060, Medewerker ICT/ICT-medewerker (Medewerker ICT}, niveau 2 • crebocode 90230/95070, Medewerker beheer ICT/ICT-medewerker ( Medewerker beheer ICT), niveau 3 Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan deze opleidingen een aangepast arrangement toe. De opleidingen vallen onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in oktober 2012 weer voldoende is. In de tussenliggende periode zal de inspectie ten minste eenmaal een voortgangsgesprek voeren over de realisatie van de noodzakelijke verbeteringen bij de genoemde opleidingen. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken, gerekend vanaf de toezending van het conceptrapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen . De inspectie zal nagaan of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken : - de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen ; - de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland; - het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Binnen twee werkweken ontvangt het bevoegd gezag de reactie van de inspectie op het plan van aanpak. Het bevoegd gezag herkent zich in de bevindingen in dit rapport en onderschrijlt de noodzaak maatregelen te nemen die opheffing van de geconstateerde tekortkomingen als doel hebben. De minister wordt van de geconstateerde tekortkomingen op de hoogte gesteld. Naar aanleiding van het onderzoek zal de minister de instelling een waarschuwing geven op basis van artikel 6. 1.5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Na afloop van de verbetertermijn, die bij de waarschuwing vastgesteld is, zal de inspectie onderzoeken of aan de waarschuwing gevolg is gegeven .
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009). vastgesteld 28-09-2009, 2762803/13
Documentnr: H3245716 pagina 11/11