Postbus 68 | 1970 AB IJmuiden
MINISTERIE VAN EZ
Afdeling Vis
T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG
DATUM
14 juni 2013 ONDERWERP
Beperkingen zeebaars ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs POSTADRES
Geachte heer Offringa,
Postbus 68 1970 AB IJmuiden BEZOEKADRES
Hierbij ontvangt u het discussiedocument ‘overzicht van mogelijke maatregelen voor beperking van zeebaarsvangsten in Nederland’ met daarin een antwoord op de helpdeskvraag: ‘AGRO-071 Beperking vangsten zeebaars’. Uw opdracht is door IMARES met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Wij vertrouwen erop dat ons eindproduct voldoet aan de gemaakte afspraken en uw verwachtingen, en houden ons graag aanbevolen voor toekomstige onderzoeksactiviteiten.
Haringkade 1 1976 CP IJmuiden INTERNET
www.wageningenUR.nl/imares KVK NUMMER
09098104 CONTACTPERSOON
Dr. T. van der Hamme TELEFOON
Hoogachtend,
+31 (0)317 48 71 80 E-MAIL
[email protected]
Drs. J.H.M. Schobben Hoofd afdeling Vis
Wageningen UR (Wageningen University and various research institutes) is specialised in the domain of healthy food and living environment. IMARES, part of Wageningen UR, is a leading, independent research institute that concentrates on research into strategic and applied marine ecology.
8
DATUM
14 juni 2013 ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs PAGINA
2 van 8
D ISCUSSIE DOCUMENT : OVERZICHT VAN MOGELIJKE MAATREGELEN VOOR BEPERKING VAN ZEEBAARSVANGSTEN IN
NEDERLAND
Tessa van der Hammen en Floor Quirijns IMARES, IJmuiden Juni 2013 Aanleiding ICES heeft in 2012 geadviseerd om zeebaarsvangsten met 20% te verlagen (ICES advies 2012). Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft IMARES gevraagd om mogelijkheden te beschrijven om vangstverlaging van zeebaars te realiseren. In dit document worden eerst een aantal belangrijke algemene punten besproken, zoals het belang van internationale afstemming, veranderingen in de visserij wat betreft de aankomende aanvoerverplichting en de typen van beheermaatregelen. Vervolgens worden er concrete maatregelen om de zeebaarsvangsten te beperken voorgesteld en bediscussieerd. Internationale afstemming Nederlandse vissers vangen zeebaars vooral in zuidelijke Noordzee en het Kanaal (figuur 1). Nederland kan maatregelen invoeren voor de Nederlandse 12 mijlszone en voor het NCP (Nederlands Continentaal Plat). Echter een groot deel van het zeebaarsbestand en de visserij op zeebaars bevindt zich buiten deze gebieden. Maatregelen om het bestand te beschermen zouden daarom effectiever zijn wanneer ze ook voor België, Engeland en Frankrijk zouden gelden. Wanneer dit niet gebeurt bestaat het risico dat een deel van de Nederlandse zeebaarsvisserij in de zuidelijke Noordzee zich verplaatst naar het Kanaal en zeebaars in Belgische havens aan gaat landen. Aanvoerverplichting Binnenkort komt er een aanvoerverplichting. Dit kan consequenties hebben voor enkele van de beschreven maatregelen. Verschillende outputmaatregelen kunnen ertoe leiden dat ondermaatse vissen die wel worden gevangen, niet aangeland mogen worden. In de huidige situatie zou dat kunnen resulteren in het discarden van deze vissen. Als de aanvoerverplichting ook voor zeebaars van kracht is, dan zullen de vissen meegenomen moeten worden naar de wal. Dit zal praktische implicaties hebben. Beheermaatregelen Er zijn input- en outputmaatregelen. Inputmaatregelen sturen de visserijinspanning, door bijvoorbeeld het beperken van het aantal zeedagen, het sluiten van gebieden of het verhogen van de minimum maaswijdte. Outputmaatregelen sturen dat wat er uit een visserij komt, door bijvoorbeeld een aanlandingsbeperking of een aangepaste minimale aanvoermaat. Inputmaatregelen hebben vanuit het oogpunt van bescherming van een bestand meestal de voorkeur. Outputmaatregelen hebben het risico dat vissen die wel gevangen worden, niet mogen worden aangeland. Dat kan vervolgens leiden tot hogere hoeveelheden discards of illegale handel. ICES adviseert om zeebaars te beheren met inputmaatregelen (ICES advies 2013).
IMARES, onderdeel van Wageningen UR 8
Aanbevelingen
Internationale afstemming van maatregelen. Inputmaatregelen hebben de voorkeur boven outputmaatregelen. Een combinatie van input- en outputmaatregelen is ook een optie. Evaluatie van maatregelen is aan te bevelen. Dat zal voor veel van de hieronder genoemde maatregelen moeilijk of zelfs onmogelijk zijn. Desalniettemin is het aan te raden om zoveel mogelijk een inschatting te kunnen maken in hoeverre een maatregel bijdraagt aan de beheerdoelen.
Inputmaatregelen 1) Visserijverbod rond (een selectie van) scheepswrakken Zeebaars concentreert zich bij scheepswrakken. Een groot deel van de visserij vist daarom in de buurt van deze wrakken. Door het sluiten van een selectie van scheepswrakken voor alle visserij, worden beschermde gebieden voor zeebaars gecreëerd. Voordelen Zeebaars profiteert van deze maatregel doordat een deel van zijn leefomgeving beschermd is. Behalve zeebaars zullen ook andere soorten die de geselecteerde wrakken als habitat gebruiken van de maatregel profiteren. Alleen de zeebaarsvisserij wordt beïnvloed door deze maatregel; andere visserijen die niet op de wrakken plaatsvinden zullen weinig last van de maatregel ondervinden. Nadelen Selectie van de juiste wrakken kan moeilijk zijn. Het is van belang om juist die scheepswrakken te beschermen waar veel zeebaars voorkomt. De kennis over de meest geschikte wrakken ligt vooral bij vissers, daarom is hun medewerking noodzakelijk. Controle en handhaving is moeilijk: schepen die op en bij wrakken vissen zijn voornamelijk klein (<12 meter) en zijn niet verplicht een systeem aan boord te hebben waarmee ze gevolgd kunnen worden, zoals VMS of AIS1. Als het mogelijk is om ook kleine schepen AIS-plichtig te maken, dan is dat potentieel een bruikbaar controlemiddel. Mits dit systeem een voldoende bereik heeft om ook wrakken die ver van de kust liggen te kunnen dekken. Wanneer een selectie van wrakken wordt beschermd, bestaat er het risico dat de visserijdruk bij andere wrakken hoger wordt. 2) Vergroten minimale maaswijdte in (gerichte) zeebaarsvisserij met netten Op dit moment is het voor kieuwnetten al verboden om met maaswijdtes tussen 70-89 mm te vissen (vrij vertaald: de minimum maaswijdte is 90 mm). Een grotere maaswijdte verhoogt de gemiddelde grootte van gevangen vis, waardoor meer kleine en niet-paairijpe zeebaarzen worden beschermd. De vergroting van de minimale maaswijdte zou kunnen gelden voor alle visserij waar zeebaars in (bij)gevangen wordt en zou het meest effectief zijn. Deze maatregel zou met zich meebrengen dat de vangbaarheid voor sommige doelsoorten in andere voor Nederlandse belangrijke visserijen omlaag gaat. Het is ook een mogelijkheid om het vergroten van de maaswijdte alleen voor de nettenvisserij gericht op zeebaars te laten gelden.
1
AIS (Automatic Identification System) heeft een bereik van 30-40 km en is verplicht voor schepen
vanaf 18 meter (vanaf 1 juni 2014 vanaf 15 meter). VMS (Vessel Monitoring System) is verplicht voor schepen groter dan 12 meter en geeft slechts elke twee uur een signaal af.
For quality of life
DATUM
14 juni 2013 ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs PAGINA
3 van 8
8
DATUM
14 juni 2013 ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs PAGINA
4 van 8
Voordelen Gemiddeld worden grotere zeebaarzen gevangen en worden de kleinere exemplaren meer gespaard. Daardoor hebben meer zeebaarzen de kans om geslachtsrijp te worden, wat de hoeveelheid jonge aanwas ten goede komt. Bij een grotere maaswijdte zullen de kleinere exemplaren van andere vissoorten ook een grotere ontsnappingskans hebben, wat het bestand van die vissoorten ook ten goede komt. (Zie ook nadeel). Makkelijk te implementeren. Nadelen Bij een grotere maaswijdte zullen ook de kleinere exemplaren van andere vissoorten een grotere ontsnappingskans hebben, waardoor de aanlandingen van die soorten ook zullen afnemen – dat kan de inkomsten van de visserij verlagen (zie ook voordeel). Om optimaal van deze maatregel gebruik te maken is een selectiecurve nodig: een grafiek die inzicht geeft in de vangbaarheid van de verschillende maten zeebaars bij verschillende maaswijdtes en tuigen. Zo’n curve is er tot nog toe niet. Het is daardoor onduidelijk hoe groot het effect zal zijn van de maatregel. Het is bekend dat er ondermaatse zeebaars gediscard wordt, het meest in gebieden waar veel juveniele vis zit (ICES advies 2013). Hoeveel er precies wordt bijgevangen is echter niet bekend. Wanneer de regel alleen opgaat voor de gerichte zeebaarsvisserij zal deze regel er niet toe leiden dat bijvangst van grote hoeveelheden zeebaars in de platvis- of flyshootvisserij verminderen. De maatregel is immers gericht op de zeebaarsvisserij met netten. Wanneer de regel opgaat voor de gehele visserij met netten zal de platvis- of flyshootvisserij ook consequenties ondervinden van de vangbaarheid van hun doelsoorten.
3) Inspanningsbeperking Wanneer de inspanning op de zeebaarsvisserij verminderd wordt, zal er minder zeebaars worden gevangen. Hierbij kan gedacht worden aan beperking of bevriezing van het aantal vergunningen voor de beroepsvisserij of inperking van het aantal zeedagen per visser. Voordelen Door verminderde inspanning nemen ook de totale vangsthoeveelheden af. Alle lengtes en leeftijden van zeebaars profiteren van verminderde visserijdruk. Controle kan via het logboeksysteem. Nadelen Als deze maatregel alleen ingesteld wordt voor gerichte zeebaarsvisserij, nemen de zeebaarsbijvangsten/-discards in andere visserijen niet af.
IMARES, onderdeel van Wageningen UR 8
4) Gesloten periode gerichte zeebaars visserij Met een gesloten periode voor de gerichte zeebaars visserij, kan zeebaars op een voor het bestand kwetsbaar moment worden beschermd. Zeebaars migreert naar het zuiden in de herfst en naar het noorden vanaf het einde van de winter2. De paaiperiode is van februari tot mei (ICES advies 2012). In de winter is de zeebaars minder actief omdat het kouder is. Ze zijn daardoor kwetsbaarder voor bijv. boomkor en flyshoot. In de trekperiode zijn ze actief, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor bijv. hengelaars en nettenvissers. Een gesloten periode voor alle visserij waar zeebaars in (bij)gevangen wordt is ook mogelijk en zou het meest effectief zijn. Maar deze maatregel is erg onwaarschijnlijk, daarom gaan we hier alleen in op het vergroten van de maaswijdte in de nettenvisserij gericht op zeebaars. Voordelen De gesloten periode kan zo gekozen worden dat een bepaalde activiteit van de zeebaars beschermd wordt (bv paaiend of trekkend). Nadelen Eerst moet besloten wanneer men de zeebaars zou willen beschermen: tijdens de trek,tijdens het paaien of een andere periode. Het is (bij IMARES) onbekend welke periode het beste zou zijn voor het bestand. Het paaiseizoen is ongeveer van februari tot mei. Waar exact het paaigebied ligt in/bij Nederland, is onbekend. Daarom is het vooralsnog niet mogelijk om alleen de paaigebieden te sluiten en zou de hele zeebaarsvisserij gesloten moeten worden, ongeacht waar men vist. "Voor het sluiten van de visserij tijdens de migratie in het najaar zou een groot gebied in de zuidelijke Noordzee en het Kanaal gesloten moeten worden voor de gerichte zeebaarsvisserij. Bij voorkeur mogen op dat moment ook visserijen waarin zeebaars wordt bijgevangen geen zeebaars aanlanden, maar dat maakt de maatregel moeilijk te implementeren.” De Nederlandse zeebaarsvisserij vindt voornamelijk plaats van maart tot en met oktober. Zowel sluiting in het voorjaar om paaiende zeebaars te beschermen als sluiting in het najaar om trekkende zeebaars te beschermen zal grote impact hebben op de visserij. 5) Beperken visserij in kraamkamers Het (tijdelijk) sluiten van kraamkamers (tijdelijk) beschermt juveniele zeebaarzen. In Engeland past men deze maatregel al toe: in een groot aantal kraamkamers is het in een bepaalde periode of in het hele jaar verboden om te vissen (tabel 1). Waarschijnlijk doen Nederlandse wateren ook als kraamkamers dienst3. De precieze locaties zijn echter onbekend. Voordelen Locaties en periode kunnen specifiek gekozen worden. Bescherming van juvenielen wordt door ICES aanbevolen (ICES advies 2013) Nadelen In tegenstelling tot de kraamkamers aan de Engelse kust, weten we weinig over de locaties van de kraamkamers in Nederlandse wateren en andere wateren waar Nederlandse zeebaarsvissers actief zijn. Er zal dus eerst onderzoek gedaan moeten worden voordat de maatregel in werking zou kunnen treden.
2
Quirijns, F.J., Hammen, T van der, Overzee, H. van, 2013. Kennisdocument Zeebaars: de vis, de
visserij en haar beheer, IMARES rapport C080/13 3
Zie voetnoot 2.
For quality of life
DATUM
14 juni 2013 ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs PAGINA
5 van 8
8
DATUM
14 juni 2013
Outputmaatregelen
ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs PAGINA
6 van 8
6) Verhogen minimum aanlandingsmaat De minimale Europese aanlandingsmaat voor zeebaars is nu 36 cm. Mannetjes zijn rond 34-35 cm geslachtsrijp (L50%, tabel 2); vrouwtjes zijn bij 41 cm geslachtsrijp (L50%, tabel 2). Als een doel is om meer vrouwtjes de kans te geven geslachtsrijp te worden, dan kan de overlevingskans van kleinere vis vergroot worden door het verhogen van de minimum aanlandingsmaat. Voor het verbeteren van de kans voor vrouwtjes om geslachtsrijp te worden, moet de minimum aanlandingsmaat omhoog. Voordelen Makkelijk te implementeren en controleren. Bij hengelaars is de verwachting dat een groot deel van de ondermaatse vis die terug gezet wordt overleeft. Nadelen Bij nettenvisserij moet deze maatregel gecombineerd worden met een vergroting van de minimum maaswijdte, anders leidt het tot meer discards. Er is een risico dat ondermaatse zeebaars illegaal verkocht gaat worden, omdat er voor zeebaarzen van 36-40 cm al een markt bestaat. 7) Baglimit recreatieve visserij (per 1 juni 2013 al in werking) Een substantieel deel van de Nederlandse zeebaarsvangst wordt door recreatieve vissers gevangen. Sinds 1 juni 2013 is er een baglimit voor zeebaars ingesteld, die het bezit van meer dan 25 of meer dan 20 kg zeebaars + kabeljauw verbiedt. Tevens is er een verbod op de verkoop van recreatief gevangen zeebaars. Voordelen Zogenaamde recreatieve vissers die eigenlijk commercieel vissen en hun vissen (illegaal) verkopen worden beperkt. Nadelen Intensieve controle nodig voor handhaving. 8) Weeklimiet vangsten per schip In Engeland en Frankrijk wordt een weeklimiet van 5 ton aangehouden voor bepaalde schepen en of in een bepaalde periode (tabel 1). In Nederland zou ook een dergelijk limiet kunnen worden aangehouden. De hoogte van de Nederlandse limiet zou aan de hand van logboeken op reële hoeveelheid vangsten moeten worden vastgesteld en zou waarschijnlijk lager liggen dan de 5 ton die de Engelsen en Fransen aanhouden. Voordelen Kleinschalige visserij wordt niet beperkt. Het is een manier om de (bij)vangst in andere visserijen in te perken. Nadelen Mogelijk wordt meer zeebaars gediscard: schepen die meer dan 5 ton zeebaars bijvangen zullen die moeten discarden. 9) TAC: Total Allowable Catch Voor veel vissoorten zijn internationale TACs ingesteld. Voor zeebaars is dat ook een mogelijkheid. Voordelen De hoeveelheid aanlandingen kan nauwkeurig gereguleerd worden.
IMARES, onderdeel van Wageningen UR 8
For quality of life
Nadelen Zeebaars kan een choke species worden voor visserijen waarin het een bijvangstsoort is. Choke species zijn soorten die bijgevangen worden, maar die door bijbehorende beperkende maatregelen ervoor kunnen zorgen dat vissers niet meer op hun hoofddoelsoort kunnen vissen. Als zeebaars inderdaad een choke species wordt, is het risico dat zeebaars, die niet altijd even goed te mijden is, in grotere hoeveelheden gediscard wordt. Het is mogelijk dat zeebaars wel mee naar de wal genomen wordt om illegaal verkocht te worden. Verdeling quota is ingewikkeld: er zijn verschillende visserijen die gericht op zeebaars vissen (tabel 2), en er zijn visserijen waarvoor zeebaars een belangrijke bijvangst is. Het zal ingewikkeld zijn om een eerlijke verdeelsleutel te maken.
DATUM
14 juni 2013 ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs PAGINA
7 van 8
Figuren en tabellen Tabel 1 Beheermaatregelen in verschillende landen Minimum
Minimum
Baglimit
Beschermde
Gesloten
Vangst
aanlandings
maaswijdte
Recreatieve
kraamkamers
periode
beperkingen
maat
kieuwnetten
visserij
EU
36 cm
90 mm
NL
36 cm
90 mm
25 stuks / 20 kg (kabeljauw en zeebaars gecombineerd)
FR
36 cm/42 cm
90 mm
Feb-half
5 ton/week
(recreatieve
mrt
(spanvisserij
visserij)
vrijwillig
in
gesloten
paaigebieden)
seizoen lijnvisserij UK
BE
37.5 cm
90 mm
(periodieke)
5 ton/week
(England/
Zuid Wales:
sluiting van 37
(jan t/m apr)
Wales)
100 mm
kraamkamers
36 cm
90 mm
20 kg (kabeljauw en zeebaars gecombineerd)
IR
Verboden
Verboden
2 per dag,
Verboden
Verboden
commercieel
commercieel
minimaal 40 cm
commercieel te
commercieel
te vissen
te vissen
groot
vissen
te vissen
Tabel 2 Lengte bij geslachtrijpheid. L50% is de lengte waarop de helft van de vissen geslachtsrijp is. L50%
L50%
geslachtsrijp
geslachtsrijp
vrouwtjes
mannetjes
ICES (UK en FR data)
40.7
34.7
NL (marktbemonstering 2005-
41.4
33.8
2010)
8
DATUM
14 juni 2013 ONS KENMERK
13.IMA0529-TvdH-JS-lcs PAGINA
8 van 8
Figuur 1. Nederlandse aanlandingen zeebaars per ICES kwadrant in 2009, uitgedrukt in kg (gegevens uit VISSTAT).Uit: Quirijns, F.J., Hammen, T van der, Overzee, H. van, 2013. Kennisdocument Zeebaars: de vis, de visserij en haar beheer, IMARES rapport C080/13
Figuur 2. Nederlandse commerciële aanlandingen van zeebaars per type vistuig. ‘Fuiken’ omvatten fuiken en korven; ‘Gesleept’ omvat verschillende visserijen waarbij één of meerdere netten worden voortgesleept; ‘Lijnen’ omvatten hengels, beugels en andere lijnvisserijen; ‘Zegens’ omvatten Deense, Schotse, span- en ringzegens; ‘Staandwant’ omvat zowel staand als drijvend want. (Gegevens afkomstig uit VISSTAT). Recreatieve visserij staat niet in deze grafiek, de laatste schatting is dat ongeveer 25% van de aanlanding uit de recreatieve visserij komt. Uit: Quirijns, F.J., Hammen, T van der, Overzee, H. van, 2013. Kennisdocument Zeebaars: de vis, de visserij en haar beheer, IMARES rapport C080/13