Uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers
MindScope
Maart 2013
In de pensioenwereld leven veel misverstanden; over Defined Benefit (DB) maar vooral over Defined Contribution (DC). Aan de hand van 12 stellingen wil deze MindScope de belangrijkste misverstanden nuanceren.
»Twaalf stellingen in tijden van een veranderend pensioenstelsel«
Herijking van inzichten in Defined Contribution pensioen
WWW.INGIM.COM
Introductie Defined Benefit (DB) In de pensioenwereld leven veel misverstanden en misconcep ties over Defined Benefit (DB) en Defined Contribution DC). Pensioenexperts, vakbonden, ondernemingsraden en werk gevers gaan nog te vaak uit van achterhaalde kennis en incomplete informatie over DC. Hierdoor ontstaat een niet constructieve dialoog, waarvan de uitkomst niet noodzake lijkerwijs de optimale oplossing is van het grote pensioen probleem. In een eerdere bijdrage beargumenteerden we dat een moderne DC-regeling kan leiden tot zekerheid, efficiëntie en transparantie, tegen lage kosten en op een toekomst bestendige wijze. Traditioneel Defined Benefit kent vele goede kanten en Defined Contribution is geen utopisch systeem. In een poging bij te dragen aan een positieve dialoog zullen wij via 12 herkenbare stellingen een aantal van de hardnekkigste misverstanden omtrent Defined Contribution nuanceren.
De stellingen 1. Een DC-regeling leidt tot een onvoorspelbaar pensioen 2. In een DC-regeling is er geen collectiviteit en solidariteit 3. Een DB-regeling kent hogere pensioenuitkomsten door intergenerationele risicodeling 4. Een deelnemer verkiest altijd een garantie boven een risico 5. In een DC-regeling moeten deelnemers beleggings beslissingen nemen. Dit leidt tot flagrante fouten 6. DC leidt tot sterke stijging van de armoede onder gepensioneerden 7. Deelnemers zijn volledig ongeïnteresseerd in pensioen en dus heeft pensioencommunicatie geen enkele zin 8. In een DC-regeling zullen deelnemers gaan voor behoefte bevrediging nu, in plaats van later 9. Een DC-regeling wordt veelal door commerciële aanbieders uitgevoerd en is dus duurder 10. De huidige governance structuur binnen DB-pensioenen waarborgt een goede behartiging van alle belanghebbenden. Dit valt weg bij commercieel uitgevoerde DC-regelingen waar enkel winstmaximalisatie voor de aandeelhouders geldt 11. Het huidige stelsel van verplichtstelling - via werkgevers pensioensparen - is een noodzakelijke vorm van verplicht stelling 12. Bij keuzevrijheid van aanbieder zal er van jaar tot jaar massaal worden overgestapt
Een Defined Benefit pensioenregeling is een pensioen regeling waarbij een vaste uitkering wordt beloofd aan de deelnemer. In Nederland is het gangbaar om een nominale uitkering te communiceren (een levenslange gelijkblijvende bedrag per maand), maar de uitkering kan in principe ook reëel zijn (een levenslange uitkering per maand die periodiek wordt verhoogd met de inflatie). De hoogte van de uitkering wordt vastgesteld op basis van een formule, die onder andere afhankelijk is van het salaris, het aantal dienstjaren, de franchise en de pensioenleeftijd. Een Defined Benefit pensioenregeling wordt collectief uitgevoerd, waarbij het belegd vermogen niet eenduidig is toegekend aan deelnemers of andere belanghebbenden. De verdeling van het eigen vermogen (surplus of tekort) is een taak van het bestuur van het pensioenfonds en de sociale partners, net als de vaststelling van de financiering (premie) en indexatie. In de praktijk is de hoogte van de latere uitkering voor de deelnemers hierdoor mede afhankelijk van de hieromtrent genomen beslissingen. Defined Contribution (DC) Een Defined Contribution (ook wel: Beschikbare Premie) pensioenregeling kent helder gedefinieerde pensioen premies. De hoogte van de latere uitkering is mede afhankelijk van de behaalde beleggingsrendementen. Een Defined Contribution pensioenregeling kan collectief worden uitgevoerd, maar het belegd vermogen is eendui dig toegekend aan individuele deelnemers. Iedere indivi duele deelnemer heeft ook een eigen beleggingsstrategie. In Nederland is het gangbaar dat de pensioenuitvoerder deze beleggingsstrategie vaststelt.
Stelling 1: Een DC-regeling leidt tot een onvoorspelbaar pensioen1 Ons leven is kostbaar en fragiel. De toekomst lijkt per definitie onvoorspelbaar. Hoewel het goed is om ons dit te realiseren, rechtvaardigt dit niet de conclusie dat wij net zo goed bij de pakken neer kunnen zitten. Immers, onder bepaalde aannames kunnen mensen best realistische voorspellingen doen. Dat is de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld als wij een afspraak hebben in een andere stad. Stel, ik woon in Rotterdam en heb morgenochtend om negen uur een belangrijke afspraak in Amersfoort. Ik wil dus beslist niet te laat komen. In plaats van de normale reistijd van één uur calculeer ik filedrukte in en neem twee uur tijd voor mijn reis. Veel zaken kan ik plannen. Zo weet ik hoelang ik nodig heb om me te scheren. Over de lengte van de file morgenochtend ben 1 Dit hoofdstuk is gebaseerd op een eerder verschenen publicatie in Pensioen Bestuur en Management, zie Hulshoff [2012 [2]]
ING INVESTMENT MANAGEMENT
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
2
Figuur 1 illustreert het beleggingsbeleid bij een Life Cycle. De pensioenreplicator is de belegging2 die uitgestelde pensioenuitkeringen nabootst. De rode lijn toont aan in welke mate het latere pensioen wordt afgeschermd voor renteschommelingen. Hoe dichter bij de pensioendatum, hoe meer er geïnvesteerd is in de pensioenreplicator en hoe geringer het effect van renteschommelingen zal zijn. Figuur 2 toont de jaar tot jaar afwijkingen in pensioen verwachting, met en zonder pensioenreplicator.
ik wel onzeker. Als ik bang ben om te laat te komen, dan kan ik overwegen per trein te reizen. Via het openbaar vervoer (OV) kan ik uitgaan van vooraf vastgelegde vertrektijden en weet ik (afgezien van vertragingen) preciezer hoe ik moet reizen. Of ik nu met de auto of met de trein reis, in beide gevallen komen er onverwachte en onvoorspelbare omstandigheden op mijn pad. Een ongeluk op de weg en een ontspoorde trein kunnen mijn planning in de war gooien. Desalniettemin kan ik zowel de reis per auto als die per trein plannen. Die planningen bieden in de meeste gevallen een goed houvast.
Figuur 2: Mate van jaar tot jaar afwijking van toekomstig pensioen, met en zonder pensioen replicatie
Iets soortgelijks geldt voor pensioen. DB-pensioen is als het reizen met een collectief vervoermiddel dat belooft op een bepaalde tijd aan te komen. De ‘reis’ loopt in de meeste gevallen volgens de (dienst)regeling. Over de opstapplaats heb ik geen zeggenschap gehad en over de bestemming evenmin. DC-pensioen is als reizen per auto. Ik zit achter het stuur van mijn auto, kan tijdens de reis bijsturen. Het is mijn eigen reis die ik persoonlijk kan invullen.
30,0% 20,0% 10,0%
Toegegeven; de vergelijking gaat een beetje mank, met name omdat een DC-regeling een zogenoemde ‘knip’ kent. Op de dag van mijn pensionering wordt het opgebouwde kapitaal namelijk in één keer omgezet in een levenslange uitkering. De hoogte van die uitkering is afhankelijk van de rentestand op het moment van omzetting. In een DC-regeling is er dus een grote afhankelijkheid van deze per definitie onvoorspelbare rentestand. Maar dit maakt het pensioen nog niet onvoorspel baar. De Amerikanen hebben een spreekwoord dat hier van toepassing: “If it walks like a duck and sounds like a duck, then in all likelihood it ís a duck”. Door tijdens de opbouwfase een steeds groter deel van het opgebouwde kapitaal te investeren in producten die zich gedragen als toekomstig pensioen wordt effectief een steeds groter deel van het toekomstig pensioen zeker gesteld en dus voorspelbaar. Betreffende beleggingen reageren op dezelfde manier op renteontwikkelingen als het in te kopen pensioen en dus is de afhankelijkheid van de rentestand op het moment van de omzetting verdwenen.
Figuur 1: Invulling Life Cycle, inclusief mate van bescherming tegen rentewijzigingen 100% 90% 80% 70%
Rendement zoekende beleggingen
60% 50% 40%
Mate van bescherming tegen rente
30%
0,0% -10,0% -20,0% -30,0% 36
38
40
42
44
46
48
50 52 Leeftijd
54
56
58
60
62
64
■ Zonder rentehedge ■ Met rentehedge Bron: ING Investment Management
Is toekomstig pensioen in een DC-regeling onvoorspelbaar? Ja en nee. Voor jongere mensen is er grote onzekerheid over het latere pensioen, maar de zekerheid neemt in de loop van de jaren hard toe naarmate deelnemers de pensioenleeftijd naderen. De voorspelbaarheid en zekerheid zijn niet afhankelijk van een salarisdiensttijd-regeling of beslissingen van de (oud) werkgever, zoals in een DB-regeling, maar van kapitaalmarkt zekerheid. Wat beter is, hangt mede van persoonlijke voorkeuren af. Reist u liever met het OV of per auto? Beide systemen hebben hun eigen mate van voorspelbaarheid en hun eigen risico’s.
Stelling 2: In een DC-regeling is er geen collectiviteit en solidariteit3 Pensioenexperts zijn goed in het gebruiken van abstracte termen en het optrekken van mistgordijnen. Twee van de meest misbruikte termen zijn collectiviteit en solidariteit. Misbruikt om de Defined Benefit situatie te verdedigen en Defined Contribution als minderwaardig neer te zetten. Ten onrechte. Om met een consensusvisie te beginnen: collectiviteit en solidariteit zijn kernwaarden van ons succes volle Nederlandse pensioenstelsel. Al sinds het begin van de 17e eeuw kennen we in Nederland vormen van pensioen.
20% 10%
Pensioen replicator
0% Jong Bron: ING Investment Management
ING INVESTMENT MANAGEMENT
Pensioendatum
2 Dit is een zorgvuldig samengestelde combinatie van staatsobligaties en rente derivaten die beogen de toekomstige uitkeringen van een pensioenregeling te repliceren. 3 Dit hoofdstuk is gebaseerd op een eerder verschenen publicatie in Pensioen Bestuur en Management, zie Hulshoff [2013]
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
3
Toen al waren deze pensioenvormen gebaseerd op het nut van het solidair delen van risico’s in een groter collectief. Kortom, collectiviteit en solidariteit worden terecht beschouwd als kernwaarden van het Nederlandse pensioenstelsel. Kijken wij naar het verleden, dan kan niet ontkend worden dat deze twee kernwaarden belangrijk hebben bijgedragen aan het succes van ons pensioenstelsel. Nu onze samenleving te maken heeft met toenemende indivi dualisering en nu de behoefte van individuele deelnemers aan maatwerk toeneemt, bevinden wij ons in een nieuwe situatie. Collectiviteit en solidariteit blijven positieve begrippen, maar afhankelijk van de wijze waarop zij in de praktijk worden ingevuld, kunnen zij grote nadelen voor individuele deelnemers met zich meebrengen. Zo kan er bij een DB-regeling sprake zijn van oneerlijke solidariteit. Een voorbeeld. Mijn kamerge noot op kantoor en ik zitten allebei in hetzelfde pensioenfonds en betalen dezelfde pensioenpremie. Ik ben getrouwd, mijn kamergenoot niet. Wij betalen hetzelfde, maar ik heb recht op een partnerpensioen en mijn collega niet. Anders gezegd; mijn collega betaalt voor mijn partnerpensioen. Een tweede nadeel van een DB-regeling is dat niet duidelijk is wie eigenaar is van het pensioengeld. Wie is in positieve tijden eigenaar van de buffer? Wie is in ongunstige tijden eigenaar van het tekort? Bij een DB-pensioenfonds worden de schulden verdeeld over de generaties. Mede omdat toekomstige generaties niet aan de onderhandelingstafel zitten, is een reëel gevaar van een dergelijke solidariteit dat de tekorten worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. Deze nadelen zijn inherent aan DB-regelingen. DC-regelingen kennen deze nadelen niet. Dat komt doordat hier de spaarkapitalen per individuele deelnemer zijn gede finieerd. Toch ontbreken, ondanks het individuele karakter, de voordelen van collectiviteit en solidariteit niet. Denk aan de collectieve uitvoering van een DC-pensioenplan wat tot enorme schaalvoordelen bij de administratie en het vermogens beheer leidt. Behalve grote kostenvoordelen kan deze collecti viteit ook aan een kwaliteitsverbetering bijdragen, bijvoorbeeld doordat het inschakelen van professionele governance- en van beleggingsexpertise mogelijk wordt. Daarnaast kent een DC-regeling nog verzekeringselementen (bijvoorbeeld voor overlijden of arbeidsongeschiktheid). Omdat iedereen dezelfde soort risico’s kent is er sprake van eerlijke solidariteit. Kortom, de collectief uitgevoerde DC-regeling kent wel degelijk collec tiviteit en solidariteit. De kernwaarden van ons pensioenstelsel zijn op een eigentijdse wijze verankerd in een DC-regeling.
wie recht heeft op welke hoeveelheid kapitaal. Hierdoor kan economische waarde verschuiven, van de ene naar de andere persoon, van de ene leeftijdsgroep naar de andere, van werk gever naar werknemer, van werknemers naar gepensioneerden etc. Het idee hierachter is dat de volatiliteit op de economische markten kan worden uitgesmeerd over de tijd. Als bijvoor beeld, de rente achtereenvolgens 3%, 4%, 5% en weer 4% is dan hoeft in theorie in een DB systeem geen aanpassing aan de pensioenrechten plaats te vinden. Schokken op de economische markt worden als het ware uitgesmeerd over meerdere generaties4. Dit klinkt goed, en dit is precies het argument dat voorstanders van DB systemen gebruiken5. En het is precies het argument dat gebruikt wordt in de discussie over de rekenrente van pensioen; de zogenaamde UFR. De argumentatie die hier gebruik wordt is helaas zeer discu tabel. In de eerste plaats is er de impliciete veronderstelling van continuïteit; de veronderstelling dat er ook in de toekomst voldoende nieuwe toetreders in het fonds komen. Immers, wanneer het economisch tegenzit, wordt er risico doorgescho ven naar de toekomst, in de veronderstelling dat het later weer goed komt. Op het moment dat er geen nieuwe deelnemers komen, is de mogelijkheid tot doorschuiven zeer beperkt. Andersom geredeneerd, op moment dat er veel risico naar nieuwe deelnemers wordt doorgeschoven is het waarschijnlijk dat er geen nieuwe toetreders komen. Maar het belangrijkste bezwaar is dat de hele systematiek hangt op de veronderstelling dat het pensioenfonds een correcte inschatting maakt van wat de juiste waarde is van economische grootheden als rente, inflatie en aandelenren dement en dat een eventuele afwijking van de prijs binnen afzienbare tijd terug zal gaan naar de ingeschatte waarde6. Het mag duidelijk zijn dat een dergelijke veronderstelling moeilijk te onderschrijven is. En zelfs al heeft men uiteindelijk gelijk, in de tussentijd kunnen er onoplosbare problemen zijn opgetreden7. Deze veronderstellingen zijn onvoorstelbaar en zullen door weinig pensioenbestuurders worden onder schreven. Maar het is wel een zuivere herdefiniëring van de stelling dat intergenerationele waardeoverdracht tot economische winst leidt. Het moge duidelijk zijn dat in een DC-regeling dergelijke veronderstellingen niet van toepassing zijn, en dat een DC-regeling derhalve in dit opzicht robuuster en toekomstbestendiger is.
Stelling 4: Een deelnemer verkiest altijd een garantie boven een risico
Stelling 3: Een DB-regeling kent hogere pensioenuitkomsten door intergenerationele risicodeling
Zekerheid is goed. Risico is slecht. Een dergelijke denkwijze is mensen eigen. Meestal sluit deze wijze van denken ook perfect aan bij onze werkelijke wereld. Een veilige lift is beter dan eentje die mogelijk naar beneden valt, een auto mét airbag is
De kredietcrisis heeft veel veranderd. Tegenwoordig wordt er op verjaardagsfeestjes gediscussieerd over onwaarschijnlijke termen als intergenerationele solidariteit. Pensioenexperts doen hier ook flink aan mee. Gangbare opinie lijkt te zijn dat inter generationele solidariteit waarde toevoegt. Maar waar hebben we het over? Het grote verschil tussen een DB systeem en een DC systeem is het feit dat bij een DB systeem niet duidelijk is
4 In een DC systeem ademt de hoogte van het pensioenkapitaal (en de uitge stelde pensioenrechten) één op één mee met de ontwikkelingen op de markt; schokken worden uitgesmeerd over de actieve periode van de individuele deelnemer. 5 Zie bijvoorbeeld Van Ewijk [2009] voor een- overigens zeer genuanceerde uiteenzetting. 6 Dit fenomeen wordt mean reversion genoemd. 7 In de woorden van de vermaarde econoom en belegger John Maynard Keynes: “Markets can stay irrational longer than you can stay solvent.”
ING INVESTMENT MANAGEMENT
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
4
Verzekeringen, zo wijst onderzoek8 uit, worden vaak gekocht als bescherming tegen zorgen en niet alleen als bescherming tegen risico. En ‘zorgen’ kunnen worden gemanipuleerd door de ‘labelling’9 van de uitkomsten en de ‘framing’ van de onzekerheden. Zo blijkt uit onderzoek dat het aantal mensen dat een zeker verlies verkiest boven een mogelijk groter verlies aanzienlijk toeneemt als het zekere verlies verzekeringspre mie wordt genoemd. En als de werking van een vaccin wordt gepresenteerd als volledig effectief tegen 1 van de 2 (even waarschijnlijke) actieve virussen dan zijn mensen positiever dan wanneer wordt gezegd dat het vaccin werkzaam is in de helft van de gevallen. Kortom, een eerlijke en onpartijdige weergave van de keus is belangrijk. Als wij het een en ander toepassen op de pensioencontext, dan rest de afweging tussen wel of geen garantie als uitruil tegen de kosten van de garantie. De kosten van de garantie zijn de directe kosten (‘verzekeringspremie’) en de oppor tuniteitskosten (de mogelijke door de garantie opgegeven winsten). Zo bezien, zijn de kosten feitelijk een lager pensioen. Zie de onderstaande figuur10.
pensioen (78% om 71%). Uitsluitend in extreme omstandighe den, zijnde een situatie waarin de risicopremie op rendements zoekende beleggingen gedurende een zeer lange periode zeer laag of negatief is, zal een 100% garantie positief uitpakken11. Traditioneel drukken wij de kosten van een garantie uit in euro’s of basispunten per jaar, of zoals hierboven gedaan is, in termen van pensioeninkomen. Een deelnemer heeft twee mogelijkheden om het pensioen te verhogen. Namelijk door een hogere premie (gegeven onbeperkte fiscale ruimte) en door langer door te werken (gegeven de mogelijkheid om inkomen te blijven genereren). Als wij op deze manier kijken, dan blijkt er ± 25,5% extra premie12 of 2,5 jaar extra werk13 nodig te zijn om vanuit de garantiesituatie op hetzelfde verwachte pensioen uit te komen als bij de normale DC.
Figuur 4: Vertaling garantie in kosten Pensioen als % laatstverdiende salaris (genormaliseerd naar DC)
110% Meer contributie
105% Pensioen onder normale economische omstandigheden
beter dan een auto zonder airbag, een fiets met verlichting is beter dan eentje zonder. Maar die extra veiligheid is uiteraard niet gratis. De veiligste auto ter wereld is “The Beast”, van President Obama. Veel veiliger dan andere auto’s maar ruim tien keer zo duur als een middenklasser. Veiligheid kost geld. Soms een no-brainer, vaak een kwestie van een gedegen afweging. Zo’n afweging vraagt om een correcte formulering van de problematiek.
Lifecycle profiel Neutraal
100%
Langer doorwerken
95% + 26%contributie
90%
+ 2.5 jaar langer werken
85% 80% 75% 70%
100% verzekeraarsgarantie
65% 60% 65%
70%
75%
80%
85%
90%
95%
Pensioen onder slechte economische omstandigheden
Figuur 3: Berekening van pensioenuitkomsten met of zonder garantie Pensioen als % laatstverdiende salaris (genormaliseerd naar normale lifecycle)
110% 105% Lifecycle met verzekeraarsgarantie i.p.v. kapitaalmarktgarantie
Pensioen onder normale economische omstandigheden
100% 95% 90% 85%
Normale Lifecycle 100% verzekeraarsgarantie
80%
100% kapitaalmarktgarantie
75% 70% 65% 60% 70%
71%
72%
73%
74%
75%
76%
77%
78%
79%
Pensioen onder slechte economische omstandigheden
Bron: ING Investment Management
Uit bovenstaande analyse blijkt dat een normale DC-regeling een 25% hoger verwacht pensioen (100 in plaats van 80) oplevert ten opzichte van een DC-regeling waarin alle premie direct wordt geïnvesteerd in producten met een volledige nominale garantie. Ook onder negatieve economische omstan digheden kent de normale DC-regeling een 10% hoger 8 Zie Tversky en Kahneman [1981] 9 Zie Hershey 10 Het betreft hier een vooruitkijkende ALM-analyse.
ING INVESTMENT MANAGEMENT
Bron: ING Investment Management
Een garantie kost geld. Zolang de kosten van de garantie maar helder en eerlijk zijn ‘meegenomen’ in de vergelijking is daarmee niets mis. De ervaring uit het verleden leert ons dat vermogensbeheerders, verzekeraars en tussenpersonen niet uitblinken in transparantie op dit vlak. Helaas geldt dat ook voor traditionele pensioenfondsen14. De recente ‘zelfreiniging’, toegenomen aandacht van media en vooral de grotere prioriteit en capaciteit van de toezichthouder, bieden echter voldoende uitzicht op een continuering van de ingezette verbeterslag. Tenslotte nog een reflectie. Als we het hebben over garanties, dan hebben wij het over risico. Risico is als energie, je kunt risico uitsluitend verplaatsen15. Belangrijker is dat in de Nederlandse markt uitsluitend garanties en lijfrentes in de nominale sfeer verkrijgbaar zijn. Een nominale garantie impliceert inflatierisico. 11 In een dergelijke situatie is het de vraag of de verstrekker van de garantie nog overeind kan blijven. Bovendien is een dergelijke situatie er eentje waar de economische en sociale realiteit vermoedelijk de problemen in pensioenland zal overheersen. 12 Hier wordt bedoeld dat we de contributie met een factor 1.255 vermenigvuldigen 13 Onder aanname dat de persoon in actieve dienst blijft. 14 Denk bijvoorbeeld aan het veelal onzichtbare kostenniveau van strategieen als CPPI of zgn. tail risk hedging 15 Gebaseerd op een citaat van Derick le Roux: “Risk is like energy, you cannot get rid of it, you can only transfer it into a medium which you believe you can manage better”
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
5
Stelling 5: In een DC-regeling moeten deelnemers beleggingsbeslissingen nemen. Dit leidt tot flagrante fouten Beleggen gaat over het nemen van beslissingen onder onzeker heid. Helaas zijn mensen slecht in staat om met onzekerheid om te gaan. Mensen doen mee aan loterijen, gaan naar het casino en doen jaarlijks mee aan de tourpool. Allemaal uiter aard met weinig succes. Zijn mensen dan wél in staat om de juiste beleggingsbeslissingen te nemen? Onderzoek toont aan dat dit niet zo is. Uit onderzoek16 blijkt dat de individuele belegger last heeft van alle fouten die we kennen uit de behavioral finance theorie17. Daarnaast toont het betreffende onderzoek aan dat de meeste mensen geen invloed willen op hun beleggingen. Echter, als zij zelf beslissingen mogen nemen, dan blijken zij bereid te zijn tot het actief managen van de beleggingsportefeuille; ook als zij toegeven over weinig financiële kennis te beschikken. Dat dit leidt tot een suboptimale uitkomst laat ander onderzoek zien18. Daaruit blijkt dat de rendementen over de periode 1988-2004 van collectieve regelingen 10.7% per jaar bedragen tegen 9.7% voor individueel ingerichte regelingen. Traditioneel werd dit probleem in Nederland opgelost door het beleggingsbeleid te regelen via pensioenfondsen, waarop 16 Van Rooij et al [2006] 17 Zie Kahneman “Think Fast and Slow “ voor een uitstekende uiteenzetting 18 Munnel et al [2006]
ING INVESTMENT MANAGEMENT
de deelnemers geen enkele invloed hebben. In het huidige individualistische tijdsgewricht is dit een suboptimale, zelfs onwenselijke, oplossing. De optimale oplossing is tweeledig: In de eerste plaats moet worden gezorgd voor zo goed mogelijke ‘default opties’. Deelnemers die niet wensen of niet kunnen beslissen, moeten automatisch in een systeem parti ciperen waarin beleggingsprofessionals zorg dragen voor een optimale invulling. In de tweede plaats moeten er mogelijk heden komen voor deelnemers die wel beleggingsbeslissingen willen nemen. De uitdaging is hier om deelnemers de juiste vragen te stellen, en de vragen op de juiste manier te ‘framen’. Waarom ‘framing’ belangrijk is, leggen wij uit aan de hand van het “Asian Disease” probleem19. Indien dezelfde vraag op verschillende manieren wordt gesteld, wordt de vraag ook op verschillende manieren beantwoord. In het Asian Disease voorbeeld vroeg men deelnemers zich voor te stellen dat de VS zich voorbereidt op de uitbraak van een bijzondere Aziatische griep, die naar verwachting 600 mensen zal doden. Er moet gekozen worden uit twee beleidsvoorstel len. De eerste groep deelnemers krijgt de volgende keuze voorgelegd: Actie A zal 200 mensen redden, bij actie B is er een één derde kans dat 600 mensen worden gered, en een twee derde kans dat niemand overleeft. De meeste deelnemers (72%) kozen hier voor actie A. De tweede groep deelnemers kreeg de volgende keuze voorgeschoteld. Bij Actie C zullen 19 Tversky en Kahneman [1981]
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
6
400 mensen overlijden, bij Actie D is er een één derde kans dat niemand overlijdt en een tweede derde kans dat 600 mensen overlijden. In deze groep kiest 78% van de mensen voor actie D.
Figuur 5: Hoogte van het netto pensioeninkomen Netto vervangingsratio (pensioeninkomen gedeeld door laatstverdiende salaris) Ierland Mexico Verenigd Koninkrijk Japan Nieuw-Zeeland Verenigde Staten Zuid-Korea Canada België Duitsland Zweden Estland Australië Noorwegen Frankrijk Tsjechië Zwitserland Chili Finland OECD34 Polen Portugal Italië Slowakije Israël Spanje Slovenië Denemarken Oostenrijk Turkije Luxemburg Nederland IJsland Hongarije Griekenland
Het opvallende is dat Actie A en B identiek zijn, net als actie C en D. De manier waarop de vraag wordt gesteld, heeft het antwoord bepaald. Als een keus is geformuleerd in ‘winst termen’ dan worden mensen risicomijdend. Wordt een keus geformuleerd in ‘verliestermen’, dan worden mensen risico nemend. Terug naar de pensioencontext. Als de vraag is of we met hoge zekerheid een bepaalde minimumwaarde willen halen of met een bepaalde kans een hoog pensioen, dan zullen mensen voor het minimum kiezen. Draaien we de vraag om, dan zal de uitkomst anders zijn. De uitdaging is dus om de te maken afweging zo objectief mogelijk, zonder sturing, voor te leggen aan de deelnemer.
0
In een DB-regeling is het beleggingsbeleid ‘optimaal’, maar wel optimaal voor het collectief van alle belanghebbenden, dus gepensioneerden, werknemers, slapers, werkgever en toekomstige deelnemers. Hierdoor is er per definitie een potentiële mismatch met de wensen van individuele deel nemers. Daarentegen hebben deelnemers in een DC-regeling de mogelijkheid om tot een professionele, collectief beheerde beleggingsoplossing te komen die tevens is toegesneden op de individuele situatie.
Gepensioneerden die hamburgers bakken en vuilniszakken verwisselen in fastfood restaurants. Dat is het populaire schrik beeld van DC, waarbij gedacht wordt aan de situatie in de Ver enigde Staten. De werkelijkheid in de VS is over het algemeen een stuk milder. Wel is het zonder meer waar dat het pensioen inkomen in de VS een stuk onder het gemiddelde van de OESO landen ligt. Bovendien is de armoede onder gepensioneerden in de VS hoger dan gemiddeld. Het verschil zit ‘m echter niet zozeer in het feit dat de VS overwegend DC-regelingen kent, maar wel in de opzet van het pensioensysteem. Poiesz en Swinkels [2010] wijzen op de grote verschillen tussen het Nederlandse pensioensysteem en dat in de VS: Het staatspensioen is in de VS alleen toegankelijk voor werkenden; Werkgeverspensioen is vrijwillig. Mensen die deelnemen, leggen relatief weinig contributie in; Deelnemers hebben (en nemen) doorgaans de vrijheid om zelf het beleggingsbeleid vorm te geven; Pensioenkapitaal kan vóór pensionering worden onttrokken.
• • •
Daarnaast is het ook niet zo dat een professioneel beheerde DC-belegging tot lagere uitkomsten leidt dan een DB-regeling.
ING INVESTMENT MANAGEMENT
60
80
100
120
Figuur 6: Armoede onder ouderen Percentage 65+'ers met minder dan 50% van het mediaan inkomen Nieuw-Zeeland Nederland Tsjechië Luxemburg Hongarije Polen IJsland Slowakije Canada Zweden Oostenrijk Duitsland Frankrijk Noorwegen Denemarken Verenigd Koninkrijk Finland Italië België OECD30 Turkije Portugal Zwitserland Japan Verenigde Staten Griekenland Spanje Australië Mexico Ierland Zuid-Korea
0
Met zijn verplichte minimumpensioen (AOW), semi-verplichte werkgeverspensioenen, hoge premies, professioneel beleg gingsbeleid en beschermd vermogen voorkomt het Nederlandse systeem de negatieve effecten van de Amerikaanse situatie.
40
Wel is de verdeling van een slecht resultaat anders. Stel dat een DC-regeling en een DB-regeling allebei een negatief beleg gingsresultaat van €100 miljoen boeken. In een DC-regeling wordt dan onmiddellijk en automatisch het pensioenvooruit zicht verlaagd. Een DB-regeling hanteert een gecompliceerde rekenregel en vangt het verlies op via een lagere indexatie of het aanspreken van buffers (of hogere tekorten). Echter, een verlies van euro 100 miljoen is een verlies van euro 100 miljoen. Hoe je het verlies verdeelt, is een andere discussie.
Stelling 6: DC leidt tot sterke stijging van de armoede onder gepensioneerden
•
20
Bron: OECD, data tot november 2011
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Bron: OECD, data tot november 2011
Anderzijds wordt wel eens verondersteld dat de asset mix van een DB-regeling risicovoller kan worden belegd en er dus een hoger rendement kan worden behaald. In de praktijk blijkt dit niet het geval te zijn. Als we het deelnemersbestand van het
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
7
gemiddelde Nederlandse pensioenfonds per leeftijdscohort in een gangbare Life Cycle asset allocatie stoppen en deze asset allocaties aggregeren, dan is het resultaat zo goed als gelijk aan het beleggingsbeleid van het DB fonds.
Extreme ironing Strijken is een vervelend werkje. Niet ingewikkeld of uitdagend, maar gewoon niet leuk. In 1997 moest Engelsman Phil Shaw weer aan zijn strijkwerk beginnen. Eigenlijk had hij meer zin in sportklimmen. Waarmee hij op het idee kwam om de twee activiteiten te combineren. Toen een voorbijganger vroeg wat hij aan het doen was, antwoordde Phil simpelweg “extreme ironing”. Dat was de inspiratiebron voor een nieuwe extreme sport. Volgens de enthousiastelingen zelf de enige sport die de sensatie van een extreme outdoor activiteit combineert met de genoegdoening van een goed gestreken overhemd. Sinds 1997 wordt er gestreken tijdens het surfen, duiken, parachutespringen, marathonlopen, bungeejumping, een wielerwedstrijd, wandelingen op het evenwichtskoord, waterskiën. Hoe groter de fantasie, hoe groter de moge lijkheden. Of volgens één van de deelnemers: “There’s no excuse left to get ‘board’.
Figuur 7: Beleggingsbeleid onder DB en onder DC Traditioneel DB
Life Cycle aggregatie
■ Aandelen ■ Vastrentende waarden Bron: ING Investment Management
Kortom: hoge armoede onder ouderen kan niet teruggevoerd worden op de keuze tussen DB of DC.
Citaat uit Alice in Wonderland van Lewis Carrol
Stelling 7: Deelnemers zijn volledig ongeïnteresseerd in pensioen en dus heeft pensioencommunicatie geen enkele zin
`Would you tell me, please, which way I ought to go from here?’ `That depends a good deal on where you want to get to,’ said the Cat. `I don’t much care where--’ said Alice. `Then it doesn’t matter which way you go,’ said the Cat. `--so long as I get SOMEWHERE,’ Alice added as an expla nation. `Oh, you’re sure to do that,’ said the Cat, `if you only walk long enough.’ Alice felt that this could not be denied, so she tried another question. `What sort of people live about here?’ `In THAT direction,’ the Cat said, waving its right paw round, `lives a Hatter: and in THAT direction,’ waving the other paw, `lives a March Hare. Visit either you like: they’re both mad.’
Wie had drie jaar geleden gedacht dat stoffige spelletjes als Scrabble of Pictionary ooit met enorm enthousiasme door honderden miljoenen jonge mensen zouden worden gespeeld? Wie had kunnen voorspellen dat homevideo’s de rol van televisie zouden overnemen? Toch is dat gebeurd, dankzij Wordfeud, DrawSomething en YouTube. Hoe dat kan? Door het sexy en simpel te maken. De traditionele manier van pensioencommunicatie kan hieraan een voorbeeld nemen. Pensioencommunicatie gebeurt nu over het algemeen nog via ouderwetse pensioenbrieven (UPO’s). Deelnemers worden geïnformeerd over de omvang van het opgebouwde kapitaal20. Pensioenregelingen staan vol met termen als franchise, risicoopbouw nabestaandenpensioen, opbouwpercentages, premiegrondslagen, indexatiestaffels en indexatielabels. Het doet soms denken aan ‘extreme ironing’ (zie inzet); een relatief simpele taak wordt op een zo complex mogelijke wijze verwoord. Zoals wij bij ‘extreme ironing’ zien, kan zo’n aanpak in een bepaalde omgeving erg populair worden. Dat deel nemers reikhalzend uitzien naar gecompliceerde brieven van hun pensioenfonds, zien wij echter nog niet gebeuren.
20 Eigenlijk is het niet correct om in deze zin over kapitalen in termen van geld te spreken. De waarde van geld wordt bepaald door de hoeveelheid goederen en diensten die ermee kan worden verkregen. Met het opgebouwde pensioenka pitaal kan echter geen economische transactie worden gedaan. Het kapitaal kan enkel worden omgezet in een lijfrente. De waarde van het opgebouwde pensioenkapitaal heeft dus enkel betekenis in termen van (toekomstige) lijfrentes en niet in absolute euro’s.
ING INVESTMENT MANAGEMENT
Wel draagt de toegenomen media-aandacht voor pensioen bij aan de bereidheid van deelnemers om de pensioeninformatie te lezen. Maar voor een deelnemer in een DB-pensioenfonds blijft het een uitdaging om inzicht te krijgen in wat hij of zij als toekomstig besteedbaar inkomen mag verwachten. Dat kan een probleem vormen. Immers, goed en vooral tijdig inzicht is noodzakelijk om op individuele basis maatregelen te nemen. Denk aan extra sparen bij de voorzienbaarheid van een pensioengat. Of aan ontsparen als een deelnemer ruim in het ‘pensioenjasje’ zit of aan de inrichting van de hypotheekvorm. Deelnemers die nu vragen naar voldoende inzicht, kunnen zich voelen als Alice in Wonderland die de kat om de weg vraagt (zie inzet). Voor échte oplossingen zijn er twee dingen nodig. Allereerst moet de pensioenregeling worden teruggebracht tot haar
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
8
essentie: premie inleggen en sparen voor pensioen. Hoewel DC-regelingen nog een weg te gaan hebben, is het DC systeem wel de meest geschikte oplossingsrichting. Immers, in een DC systeem zitten geen complexe opties als premieterugstortingen naar de werkgever, LAM (Levensverwachting Aanpassingsmechanisme), RAM (Rendement Aanpassingsme chanisme), indexatiestaffels, vereveningsmechanismes en uitge smeerde kortingen.
oplossing, zodat mensen altijd verzekerd zijn van een goed pensioensysteem, ook als zij er niet naar omkijken. Zo kan pensioen volledig worden geïndividualiseerd, terwijl de beheersing van het onderliggende beleggingsbeleid wordt overgelaten aan professionele investment managers. Gevolg is dat massacommunicatie is vervangen door individuele, real time informatie die overal toegankelijk is. En onduidelijke verwachtingen en complexe afhankelijkheden zijn vervangen door heldere uitkomsten en simpele afhankelijkheden. Pensioen is niet sexy en zal het wel nooit worden. Wel kan de informatie erover zo toegankelijk mogelijk worden gecom municeerd.
In de tweede plaats dienen deelnemers op heldere wijze te worden geïnformeerd. Zo moeten zij inzicht krijgen in het bereikbare maandelijkse pensioeninkomen en in het pensi oeninkomen als het economische tij tegenvalt. Tevens is het nodig dat zij de mogelijkheid krijgen om deze uitkomsten te beïnvloeden. Door bijvoorbeeld meer te koersen op het ‘bereikbare pensioen’ of juist meer op het ‘tegenvallende pensioen’. Daarvoor moeten zij zodanige informatie krijgen dat zij de gevolgen van (tijdelijk) extra sparen of langer doorwer ken kunnen inschatten21. Deelnemers dienen daarnaast zelf te kunnen kiezen voor wel of geen dekking voor nabestaanden pensioen of andere dekking tegen risico’s. Dit alles uiteraard gecombineerd met een state of the art, topkwaliteit default
In de Angelsaksische wereld wordt de hoogte van de premie vaak aan de deelnemer overgelaten. In veel gevallen22 leidt dit ertoe dat er weinig wordt gespaard en er dus een laag pensioen wordt bereikt. In Nederland bestaat er een vorm van
21 Of korter werken, of een tijdelijke sabattical
22 Zie bijvoorbeeld Hardcastle [2012]
ING INVESTMENT MANAGEMENT
Stelling 8: In een DC-regeling zullen deelnemers gaan voor behoeftebevrediging nu, in plaats van later
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
9
semi-verplicht pensioensparen. (zie ook stelling 11), en heeft de deelnemer geen invloed op de hoogte van de pensioenpremie. Door de recente wijzigingen van de fiscale pensioenregels23 is de hoogte van de contributie, en dus van het werkgeverspen sioen, aanzienlijk verlaagd. Om hetzelfde pensioen te bereiken, moet een deelnemer nu dus meer zelf gaan sparen. Daarmee wordt in Nederland de Angelsaksische situatie geïntroduceerd. Zullen deelnemers meer gaan sparen? Zo nee, is dat dan erg? In de jaren vijftig voerden onderzoekers24 het vermaarde Marshmallow-experiment uit. Kleuters werden in een kamer gezet en kregen van de onderzoeker een marshmallow (snoep). Als het kind een kwartier zou wachten met het opeten ervan, dan kreeg het een tweede marshmallow. Slechts een kleine minderheid van de kinderen at het snoepje direct op. Van de kinderen die besloten te wachten, bleek ongeveer 1/3 in staat om de volledige vijftien minuten te wachten. In een vervolgstu die25 blijkt de mogelijkheid tot uitstel een positieve relatie met de onderwijsresultaten te hebben. Dit experiment leert ons dat het buitengewoon lastig is om te kiezen voor een uitgestelde beloning, maar het leert ons ook dat kunnen wachten een rendabele attitude is.
ING INVESTMENT MANAGEMENT
Commerciële partijen die een DC product voeren hebben een winstoogmerk en vragen een marge bovenop de gemaakte kosten. Pensioenfondsen met een DB-regeling zijn stichtingen en feitelijk slechts doorgeefluik van premies en uitkeringen. Toch blijkt een DC-regeling niet duurder dan een DB-regeling. Onderzoek27concludeert dat een collectief uitgevoerde DCregeling zelfs goedkoper kan zijn dan een DB-regeling. Dat heeft te maken met het feit dat de administratieve lasten van DC lager zijn en DC-regelingen minder actuarieel advies nodig hebben.
Jaarlijkse administratiekosten, per pensioentype (bron: Bikker en De Dreu (2006), 2004 data)
Ieders keuze kan dus rationeel zijn. Toch is enig paternalisme gerechtvaardigd. Om te voorkomen dat er onwenselijke armoe deniveaus onder ouderen ontstaan (met de hieraan inherente kosten voor de samenleving) is een minimumpensioen en/of een minimumpremie nodig. Gelukkig hebben wij in Nederland beide zaken nog steeds, via de AOW en de tweede pijler pensi oencontributie.
23 Zie het regeerakkoord Rutte uit september 2012 24 Zie Mischel [1958] 25 Zie Shoda [1990] 26 Zie voor een technische discussie bijvoorbeeld Frederick [2002]
Stelling 9: Een DC-regeling wordt veelal door commerciële aanbieders uitgevoerd en is dus duurder
Figuur 8: Vergelijking administratiekosten DB en DC
Als mensen de keuze hebben tussen sparen voor later of con sumptie nu (dat is de keuze die mensen hebben met de nieuwe fiscale regels in Nederland), dan zal de meerderheid kiezen voor consumptie op korte termijn. Economen noemen zo’n keuze vaak irrationeel, maar feitelijk is het een rationele keuze, omdat de tijdswaarde van consumptie op een individuele manier wordt gewogen. Het is niet minder rationeel om al je spaargeld uit te geven aan een dure cabriolet, dan aan een degelijke tweede hands VW Golf. De mate van rationaliteit is afhankelijk van de mate van plezier (economen noemen dit ‘nut’) die de individu ele consument aan het cruisen in de cabrio ontleent26.
Meer nog dan paternalisme is er behoefte aan liberaal pater nalisme, Het is aan de pensioenuitvoerder die houding aan te nemen. Daarbij gaat het er enerzijds om de ‘default’ keuze zorgvuldig vast te stellen. Deelnemers die niet bereid zijn na te denken over het latere pensioen betalen automatisch een eigen bijdrage. Anderzijds dient aan mensen die wel kiezen voor het inleggen van een eigen pensioenpremie inzichtelijk te worden gemaakt wat een afweging tussen consumptie nu en pensioen later in concreto betekent. Niet door over complexe beleggings- of pensioentermen te communiceren. Wel door concrete, eerlijke informatie te geven in euro’s of bestedings mogelijkheden.
Ja, het is dus voorzienbaar dat deelnemers kiezen voor con sumptie nu in plaats van pensioen later. Dit hoeft geen slechte zaak te zijn als de hieraan inherente nadelen ondervangen worden door een beperkte intelligente sturing van de keuze mogelijkheden. Dat is overigens een aanpak die vooralsnog in traditionele DB-pensioenregelingen ontbreekt.
Pensioentype Voornamelijk DB Voornamelijk DC Kosten/totale 0,14 0,37 vermogen (%) Kosten per 49 25 deelnemer (€) Totaal vermogen per 34 7 deelnemer (€ 1000) Totaal deelnemers 15.546 672 (1000) Aantal fondsen 590 51 Gemiddeld aantal 26 13 deelnemers Bron: Bikker [2006]
Daarnaast merken we op dat veel ondernemingspensioenfond sen de werkelijke kosten onderschatten, omdat niet alle kosten verantwoord worden. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van werknemers die tijd besteden aan het eigen pensioenfonds; een aanzienlijke kostenpost die niet terecht komt in de boeken van het pensioenfonds. Het is niet ongebruikelijk dat een CFO één dag per week aan het pensioenfonds besteedt. Als wij aannemen dat zijn salaris gelijk is aan de “Balkenende norm” (€193,000) en de werkelijke personeelskosten voor het bedrijf twee maal het bruto salaris bedragen, dan is de CFO in zijn eentje al verantwoordelijk voor 7,5 basispunt (0,75%) kosten voor een pensioenfonds van €100 miljoen. Bij een col lectief uitgevoerde DC-regeling, met professionele besturing zijn alle kosten altijd geëxpliciteerd. Gegeven de schaalgrootte 27 Zie Bikker and De Dreu [2006]
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
10
Stelling 10: De huidige governance structuur binnen DB-pensioenen waarborgt een goede behartiging van alle belanghebbenden. Dit valt weg bij commercieel uitgevoerde DC-regelingen waar enkel winstmaximalisatie voor de aandeelhouders geldt
kunnen de totale kosten uiteindelijk zelfs lager uitkomen. Ter illustratie merken we op dat de administratiekosten van een klein pensioenfonds (<€10 miljoen) kunnen oplopen tot 1,2% van het belegd vermogen, aflopend tot 0,1% voor de grotere fondsen28.
Figuur 9: Economies of scale van administratiekosten 160
Kosten per deelnemer (€)
140 120 100
Gemiddeld pensioenfonds
80 60 40 20 0 100
1.000
10.000
100.000
Deelnemers
Bron: gebaseerd op een rekenmodel van Bikker en De Dreu, 2006
Een vergelijkbare relatie bestaat tussen vermogensbeheer kosten en de omvang van het belegd vermogen29. De grootste kostenpost van een pensioenregeling vloeit voort uit vermogens beheerkosten. Het zijn kosten die ook in DB reeds bij commer ciële partijen wordt ingekocht en waar door schaalgrootte kostenvoordelen te bereiken zijn. Een ander onderzoek30 schat de vermogensbeheerkosten van een gemiddeld Nederlands DB-pensioenfonds, op 45 basis punten (0,45%), oplopend tot 90 basispunten als allerlei ver borgen kosten worden ‘meegenomen’. Voor grotere pensioen fondsen kunnen de kosten aanzienlijk lager liggen31. Een goede schatting van de kosten bij Nederlandse DC aanbieders is lastig te maken, mede door de vaak complexe kostenstructuur, interne subsidiëring en de kleine lettertjes in de contracten. Een ruwe schatting leidt tot vermogensbeheerkosten tussen 40 en 80 basispunten, afhankelijk van de grootte van het fonds en het type service. Wij merken op dat het Britse (deels publieke) DC-pensioenfonds NEST vermogensbeheerkosten van 50 basispunten rekent. Hoewel dit een ruwe schatting is, illustreert dit wel dat – in tegenstelling tot wat veelal wordt aangenomen – een DC-regeling niet automatisch tot hogere kosten hoeft te leiden. Sterker, dat lagere kosten zeer wel mogelijk zijn. Afgezien van het kostenaspect merken wij op dat DC-regelin gen voordeel bieden voor de Human Resources processen van multinationals. Het remuneratiebeleid kan namelijk internatio naal worden geschaald. Dat kan zowel voor het bedrijf als de deelnemers tot kostenvoordelen leiden. 28 Zie AFM [2011] 29 Zie Ambachtsheer [2009] 30 Towers Watson [2011] 31 Voor pensioenfondsen met een interne organisatie en een vermogen van meer dan vijf miljard euro kunnen de vermogensbeheerkosten tussen 10-15 basispunten liggen.
ING INVESTMENT MANAGEMENT
Een DB-regeling wordt veelal via een pensioenfonds uitge voerd. Het pensioenfonds, een stichting, fungeert als doorgeef luik van premies en uitkeringen en heeft geen oogmerk om winst te maken. Het bestuur van de stichting is samengesteld uit vertegenwoordigers van belanghebbenden (werkgever, werknemers, gepensioneerden) en aangevuld met externe partijen als vakbonden en experts. Zo hebben de soms tegen strijdige belangen van de stakeholders van een pensioenfonds vertegenwoordigers in het bestuur. Dat de governance zo strikt geregeld is, heeft mede te maken met het feit dat in een DBregeling niet is vastgelegd wat de eigendomsrechten van het vermogen zijn. Er is een buffer (of een tekort) waarop niemand aanspraak maakt. Zou een partij er aanspraak op maken, dan zou er geen buffer meer zijn. Het gaat bij een DB-regeling dus telkens om het bewaren van een subtiel evenwicht tussen de diverse belanghebbenden. Dat vraagt van de beheerder van het vermogen (het pensioenfondsbestuur) om bij alle te nemen besluiten een zorgvuldige afweging te maken en met grote regelmaat ‘capital allocation’ beslissingen te nemen. Aan de constructie van de DB-regeling is inherent dat alle belangheb benden een stem hebben in de besluitvorming32. Bij DC-regelingen ligt dat volkomen anders. Deze regelingen kunnen worden uitgevoerd door commerciële organisaties. Een commerciële organisatie heeft het oogmerk winst te maken. Aandeelhouders beleggen geld in een commerciële organisatie om een ‘return on equity’ te realiseren. Het beleid van deze pensioenuitvoerder heeft uiteindelijk een relatie met dit belang. Op het eerste gezicht is dit in strijd met de verschillende belangen die vertegenwoordigd moeten worden. Er is dus een potentieel governance probleem. Echter, het grote verschil met een DB-regeling is dat in een DC-regeling de eigendomsrechten helder en transparant zijn vastgelegd. Dat maakt besluitvor ming over de ‘capital allocation’ door een bestuur overbodig. Er zijn ook geen conflicterende belangen. De werkgever betaalt een vaste bijdrage aan de uitvoerder, zonder enige verdere verplichting. Relevant in een DC-regeling is dat de pensioen uitvoerder zijn werkzaamheden zo efficiënt mogelijk (lees: lage kosten) uitvoert, de service minimaal van de verwachte kwali teit is (o.a. het beleggingsbeleid) en de zorgplicht goed veran kerd is. Alle taken ondervinden de tucht van een competitieve markt, terwijl daarnaast de toezichthouder, de aandeelhouders, de klanten en de diverse pensioenconsultants een rol spelen. Er is volgens ons dus weinig aanleiding voor zorgen over de governance bij commerciële DC-regelingen. Pensioen bestaat voor het grootste deel uit vertrouwen, en vertrouwen bestaat bij de gratie van transparantie en toezicht. Hier ligt een belang rijke taak voor de toezichthouder. In onze ogen verdient het overweging om daarnaast nog een ander verantwoordingsor 32 In dit kader valt op dat gepensioneerden niet overal vertegenwoordigd zijn. Maar belangrijker nog: toekomstige deelnemers hebben per definitie geen zitting in het bestuur, maar zijn wel een belangrijke stakeholder van het pensi oenfonds
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
11
gaan op te richten. Dat zou moeten bestaan uit vertegenwoor digers van de DC klanten dan wel uit een (nog niet bestaande) visitatiecommissie, samengesteld uit experts uit het veld.
Stelling 11: Het huidige stelsel van verplichtstelling - via werkgevers pensioensparen - is een noodzakelijke vorm van verplichtstelling33 De verplichtstelling is de Sixtijnse kapel van de heilige huisjes in de pensioenwereld. De verplichtstelling is ooit (mede) ingevoerd om te voorkomen dat er binnen bedrijfstakken zou worden geconcurreerd op kosten van de pensioenregeling. Daarnaast werd er ooit gekozen voor een doorsneepremie om ouderen en jongeren gelijkwaardige kansen te geven op de arbeidsmarkt. Een en ander heeft geleid tot een zeer hoge participatiegraad en een zeer lage armoede onder ouderen34. Inmiddels kan de vraag worden gesteld of de verplichtstelling in de huidige vorm nog de beste invulling is om deze mooie resultaten ook in de toekomst te continueren. De huidige regels leggen de werknemer een verplichting op. Als de werkgever een pensioenregeling aanbiedt aan zijn werknemers (dat is hij niet verplicht!), dan dient die direct voor al zijn werknemers te gelden. Werknemers zijn dan dus ver plicht deel te nemen in de door de werkgever aangeboden pensioenregeling. Feitelijk tekent een nieuwe werknemer dan bij zijn arbeidscontract niet enkel voor het salaris en het 33 Deze paragraaf vindt inspiratie bij Hulshoff en Brouwer [2011] 34 Zie OECD [2011]
ING INVESTMENT MANAGEMENT
aantal vakantiedagen. Hij participeert ook direct in het eigen vermogen of de schuld van het pensioenfonds. DB-regelingen kunnen er in de huidige tijd van toegenomen arbeidsmobiliteit toe leiden dat deelnemers te maken krijgen met een sterk versnipperde en daardoor onoverzichtelijke pensioenopbouw. Tevens heeft het tot gevolg dat bij het overdragen van pensioengeld van het ene naar het andere pensioenfonds veel pensioenvermogen verloren kan gaan door transactiekosten en kortetermijnmarktfluctuaties. Ook wordt een deelnemer bij elke nieuwe werkkring geconfronteerd met een nieuwe pensioenregeling en met nieuw pensioenbeleid. De regelingen bieden vaak weinig tot geen ruimte voor maatwerk of persoonlijke financiële planning. Gezien de individualisering en de toegenomen mobiliteit op de arbeidsmarkt, lijkt de verplichtstelling in de huidige vorm niet meer in onze tijd te passen. Het loslaten van deze verplich ting hoeft de in de Pensioenwet opgenomen zorgplicht niet te belemmeren; ook niet als deze bij een door een werknemer aangewezen pensioenuitvoerder zou liggen. Bovendien zal het pensioen als arbeidsvoorwaarde ook makkelijker onderdeel kunnen worden van onderhandelingen tussen werkgever en werknemer, doordat de discussie niet meer gaat over techni sche elementen als franchise, opbouwpercentage en uitruilfac toren, maar over de hoogte van de bijdrage. Al met al willen wij ervoor pleiten de huidige verplichtstel ling van het werkgeverspensioen te hervormen tot de plicht tot pensioensparen (vergelijkbaar met de huidige praktijk van
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
12
zorgverzekeringen). Dat kan de markt stimuleren tot (nog meer) innovatie van collectief uitgevoerde DC-regelingen. Ook kan een dergelijke ontwikkeling de deelnemers helpen bij hun financiële planning. Angst dat het volgen van deze weg zal leiden tot meer armoede onder ouderen is volgens ons niet gerechtvaardigd. Immers; de positieve effecten, die mede te danken zijn aan de huidige verplichtstelling, kunnen worden behouden.
In Nederland kennen wij sinds een aantal jaren een verge lijkbare situatie bij zorgverzekeraars. Iedere Nederlander is verplicht verzekerd, maar heeft vrije keuze van zorgverzekeraar. Sinds dit systeem in werking is getreden, is het aantal overstap pers zeker niet te hoog35.
Figuur 11: Percentage overstappers per jaar bij zorgverzekeraars in Nederland
Stelling 12: Bij keuzevrijheid van aanbieder zal er van jaar tot jaar massaal worden overgestapt Als we in Nederland de verplichtstelling hervormen en com merciële aanbieders van pensioen hebben, dan is het goed om te vragen hoe mensen de keuze voor een aanbieder maken. In Nederland zijn veel mensen angstig voor een dergelijk systeem. Hierbij wordt een drietal argumenten genoemd: Mensen stappen te weinig over. Hierdoor werkt de tucht van de markt niet. Slechte aanbieders zullen te lang blijven bestaan en er is te weinig drang tot prestatieverbetering en/of kosten verlaging. Mensen stappen te veel over. Hierdoor worden er veel kosten gemaakt. Linksom of rechtsom, overstappen leidt tot transacties in de beleggingen en tot administratieve kosten. Een commerciële markt leidt tot hoge marketing- en ver koopkosten. Die zullen het beleggingsrendement uiteindelijk drukken. Wat leert ons de ervaring in andere landen? In diverse landen is de markt voor pensioensparen een commerciële markt. Deelnemers kunnen zelf hun pensioenaanbieder kiezen. Het gaat hier vooral om Latijns Amerikaanse en Oost-Europese landen. Chili is de voorloper geweest. Hier is voornoemd systeem al in 1980 (nog onder het bewind van Pinochet) ingevoerd. Kijken we naar het overstapgedrag in Latijns Amerikaanse landen, dan zien we een sterke mate van ‘switching’ in de eerste jaren, maar ook een snelle afvlakking als de markt volwassener wordt. In alle landen komt uiteindelijk het percentage overstappers op een gezond niveau terecht.
Figuur 10: Aantal en percentage overstappers in Chili 30,0%
1.800.000 1.600.000
25,0%
1.400.000
20,0%
1.200.000 1.000.000
15,0%
800.000
10,0%
600.000 400.000
5,0%
200.000 0 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
0,0%
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 (geschat)
4,3% 3,6% 3,5% 4,3% 5,5% 6,0% 6,2%
Bron: NZA Monitor, Independer
Wat maakt een commerciële pensioenmarkt, met vrije indivi duele keus, succesvol? In de eerste plaats moet het product simpel zijn, en wel zo simpel dat mensen snappen wat de prijs is. Ook moeten zij die prijs kunnen vergelijken met de prijs van een concurrent. In de tweede plaats moet overstappen een voudig zijn en weinig moeite kosten. In de Latijns Amerikaanse markten ontbrak het hier in het verleden aan; overstappen was slechts mogelijk via het invullen van, op het postkantoor verkrijgbare, formulieren. In de derde plaats dient de overheid te zorgen voor heldere kaders en een sterke toezichthouder. Dat is nodig om een ‘level playing field’ en ‘fair play’ te garan deren. Denk bijvoorbeeld aan de rapportage van kosten. In zo’n markt kunnen aanbieders concurreren op kosten, communicatie en beleggingen (beleid en performance). In de huidige Nederlandse PPI markt (premiepensioen instelling) zien wij al dat concurrentie heeft geleid tot een spectaculaire kostendaling. De concurrentiestrijd verplaatst zich inmiddels naar het veld van communicatie, ofwel het in staat stellen van de deelnemer om de juiste beslissingen te nemen. De huidige ontwikkelingen zijn hoopgevend voor de toekomst. Een open speelveld en vrije keuze voor de deelnemers kunnen het verdere verloop in een versnelling brengen en voor kwalita tieve verbeteringen zorgen. Angst is altijd een slechte raadgever. Dat geldt zeker voor DC-regelingen. Immers, de ervaringen tot nu toe in het buitenland leren ons dat er op lange termijn van nadelige effecten geen sprake is.
Afsluiting Allereerst, traditioneel Defined Benefit kent vele goede kanten. Niet voor niets staat Nederland in de top van de internationale pensioenranglijsten, en kennen we in Nederland zeer geringe armoede onder ouderen.
■ Aantal switches ▬ Procentueel Bron: SAPF, ING IM
ING INVESTMENT MANAGEMENT
35 Hier merken we op dat bij zorgverzekeringen de ‘schade’ van overstappen zeer laag is daar er, in tegenstelling tot pensioenen, geen aan- en verkoop van een beleggingsportefeuille hoeft te worden gefaciliteerd.
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
13
In het licht van de vergrijzing van de samenleving, de toe nemende onhoudbaarheid van bedrijfsverantwoordelijkheid voor pensioenfonds funding, de toenemende individualisering van de samenleving en de toegenomen arbeidsmobiliteit is het echter de vraag of het huidige DB systeem ook voor de toekomst de beste manier is om ons pensioenstelsel duurzaam te houden. Daarbij komt dat deelnemers onder invloed van de individualisering meer maatwerk wensen bij hun pensioenop bouw. In lijn hiermee is er een grotere behoefte ontstaan om eigen keuzes te maken. Sociale partners en de politiek trachten via het pensioen akkoord de bovengeschetste problemen op te lossen en de, in het verleden ontstane, Defined Benefit regelingen te redden. Uitgangspunt hierbij is dat de kernwaardes van collectiviteit en solidariteit de pijlers van het succesvolle pensioenstelsel zijn. Daaruit wordt in de regel afgeleid dat deze kernwaardes onveranderd, via DB-regelingen, behouden dienen te blijven. In die discussie worden individuele DC-regelingen soms als schrikbeeld voorgesteld. Aan de discussie hierover wil deze publicatie bijdragen. De ont wikkelingen gaan snel en de materie is uitermate complex. Dat bemoeilijkt het houden van zicht op de fundamentele vragen. Een andere belemmering voor een fundamentele discussie is volgens ons dat vakbonden, ondernemingsraden, werkgevers en zelfs pensioenexperts geregeld inmiddels achterhaalde kennis over DC-regelingen tot vertrekpunt van de discussie nemen. Een en ander kan een constructieve aanpak bemoeilijken. Ernstiger zou nog zijn als hierdoor mogelijke geschikte oplossingen niet op tafel zouden komen, dus ook niet gerealiseerd kunnen worden. In een eerdere bijdrage36 argumenteerden wij dat moderne DC-regelingen kunnen leiden tot zekerheid, efficiëntie en transparantie, tegen lage kosten en op een toekomstbesten dige wijze. Hiermee willen wij uiteraard niet beweren dat DC-regelingen de hemel op aarde zijn. Wel is het onze ervaring dat er veel misverstanden over DC-regelingen bestaan. Deze publicatie heeft een bijdrage willen leveren aan het nuanceren van de belangrijkste misverstanden. Wij vernemen graag van u, als lezer, of wij in onze opzet geslaagd zijn.
36 Zie Hulshoff [2012, Mindscope]
ING INVESTMENT MANAGEMENT
Over de auteur Tjitsger Hulshoff37 Tjitsger Hulshoff is bij ING Investment Management (ING IM) verantwoordelijk voor de beleggingsstrategie van zogenoemde Defined Contribution (DC) proposities en mede verantwoordelijk voor de strategische advise ring aan fiduciaire klanten. Eerder was Tjitsger werkzaam als strategic investment consultant bij Shell Asset Management Company en als hoofd Asset Liability Management (ALM) bij Towers Perrin. Hij is Master in Econometrie (Erasmus Universiteit, Rotterdam) en Investment Management (Vrije Universiteit, Amsterdam). Tjitsger beschikt over de RBA titel. Hij is lid van de ALM commissie van de VBA en doceert het ALM vak bij het Actuarieel Instituut.
[email protected] +31 (0)6 836 34 143
37 De auteur wil zijn dank uitspreken aan Derick le Roux, Frank Conjaerts, Henk Luijten en Ivan Mascaro Guzman voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit artikel.
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
14
Literatuurlijst • Ambachtsheer. 2009. “Scale in Pension Fund Management: • Towers Watson. 2011. “Nieuw elan of blinde muur” • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Does It Matter?” The Ambachtsheer Letter. Letter #280. May 2009 Bikker, De Dreu. 2006. “Pension Fund Efficiency: The Impact of Scale, Governance and Plan Design”. DNB Working Paper No. 109/ August 2006 Bikker J.A. and De Dreu J. 2006. “Uitvoeringskosten van pensioenverstrekkers”. Kosten en baten van collectieve pensioensystemen. Kluwer Publishers. Page 69-96 Calderon-Colin, Domingeuz, Schwartz. 2008. “Consumer confusion: The Choice of AFORE in Mexico”. IMF Working Paper Lewis Carrol. 1865. “Alice in Wonderland” Ewijk, C van. P.A.C.M. Janssen, C.E. Kortleve en E.W.M.T. Westerhout (2009): Naar een reëel kader voor pensioen fondsen, Netspar, NEA paper 16 B. Fischhoff, P. Slovic, S. Lichtenstein, 1980. “Cognitive Processes in Choice and Decision Behavior” Frederick, Loewenstein, O’Donoghue. 2002. “Time dis counting and time preference: A critical review”. Journal of Economic Literature 40(2): 351-401 Hardcastle. 2012. “How can we incentivise pension saving? A behavioural perspective.”. Department for Work and Pension, working paper #109 J. C. Hershey and P. J. H. Schocmaker. 1980, Journal of Risk Insurance Hulshoff. 2011. “Next Generation Defined Benefit Schemes”. VBA Journal Hulshoff. 2012 [1]. “Certainty, Efficiency and Transparency through Defined Contribution”. ING Investment Manage ment Mindscope Hulshoff. 2012 [2]. “Trein of auto: DB of DC-regeling”. Pensioen Bestuur en Management, #4 2012 Hulshoff. 2013. “DC-regeling: collectiviteit en solidariteit”. Pensioen Bestuur en Management, #1 2013 Hulshoff. 2011. “ Next Generation Defined Benefit Schemes:. Thesis for Master of Investment Management, VBA & Vrije Universiteit Amsterdam Hulshoff, Brouwer. 2011.”Laat verplichtstelling pensioenen los”. Financieel Dagblad. 3 augustus 2011 Mischel, Ebbesen, Raskoff Zeiss. 1972. “Cognitive and attentional mechanisms in delay of gratification”. Journal of Personality and Social Pyschology 21(2): 204-218 Mischel. 1958. “ Preference for delayed reinforcment: An experimental study of a cultural observation”. The Journal of Abnormal and Social Psychology 56: 57-61 Munnel, Soto, Libby, Prinzivalli. 2006. “Investment Returns: Defined Benefit vs. 401(K) Plans”. An Issue in Brief, Center for Retirement Research. September 2006, Number 52 Poiesz, Swinkels. 2010. “ De ene DC-regeling is de andere niet”. European Pension Academy & Robeco OECD. 2011. “Pensions at a glance 2011” Shoda, Mischel, Peake. 1990. “Predicting Adolescent Cognitive and Self-Regulatory Competencies from Preschool Delay of Gratification: Identifying Diagnostic Conditions”. Developmental Psychology 26(6): 978-986
ING INVESTMENT MANAGEMENT
www.towerswatson.com
• Tversky, Kahneman. 1981. “The Framing of Decisions •
and the Psychology of Choice”. Science Vol. 211 (4481): 453-458 Van Rooij, Kool, Prast. 2004. “Risk-return preferences in the pension domain: are people able to choose?”published jointly with Clemens Kool and Henriëtte Prast, Journal of Public Economics, 91, 701-722, Copyright 2006 by Elsevier B.V.)
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
15
Disclaimer De informatie in dit document is uitsluitend opgesteld ter informatie en is geen aanbod noch een uitnodiging om effecten of een beleggingsinstrument te kopen of verkopen of om deel te nemen in een handelsstrategie. Deze publicatie is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers. Hoewel de inhoud van dit document met de meeste zorg is samengesteld en gebaseerd is op betrouwbare informatiebronnen, wordt ten aanzien van de volledigheid of juistheid ervan, uitdrukkelijk of stilzwijgend, geen enkele aansprakelijkheid aanvaard, garantie of verklaring gegeven. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. ING Investment Management (Europe) B.V., noch enig andere vennootschap of onderdeel dat behoort tot ING Groep, noch een van haar functionarissen, haar directeuren of werknemers aanvaarden enige aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid met betrekking tot de hierin opgenomen informatie of mogelijke aanbevelingen. Geen aansprakelijkheid zal worden aanvaard voor schade die door de lezers wordt geleden als het gevolg van het gebruik van of het zich baseren op dit document. Het is niet toegestaan dit document te vermenigvuldigen, door te sturen, te distribueren, te verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, zonder de voorafgaande uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Op deze disclaimer is Nederlands recht van toepassing.
ING INVESTMENT MANAGEMENT
HERIJKING VAN INZICHTEN IN DEFINED CONTRIBUTION PENSIOEN
16