Op landgoed Singraven staat de laatste actieve watermolen
Met de kracht van water Stampen, draaien, dreunen… Al sinds 1878 gebruiken de watermolenaars van Singraven waterkracht om eiken en naaldbomen van het landgoed te verzagen tot planken, die op hun beurt worden hergebruikt op het landgoed zelf.
162
SeasonsLandgoederen
Fons Assen selecteert scherp geslepen zagen voor een te verzagen boom
SeasonsLandgoederen
163
M
Met een bulderende kracht slaan twee raderen van de watermolen van Singraven door het gestuwde water van de Dinkel. De schoepen staan in verbinding met een groot spoorwiel binnen in het negentiende-eeuwse maalgebouw. Het drijft de bonkelaar aan die, op zijn beurt, twee gietijzeren drijfwielen aanduwt. En daar gebeurt iets vernuftigs. Dankzij een krukas wordt de roterende beweging omgezet naar een verticale kracht. Zo komt er een verdieping hoger langzaam een groot zaagraam op gang. Het duurt maar even of de twaalf zaagbladen in het raam stoten zich puffend door een boomstam heen. Er stijgt direct een heerlijke zoete geur op van vers gezaagd eikenhout. Een paar minuten is de ruimte gevuld met een noeste symfonie van stampen, draaien, knerpen, tikken, slijpen, dreunen. De houten vloer van de zagerij trilt onder al het geweld. Tot watermolenaar Jozef Derkman een lange hefboom naar zich toe haalt: de aandrijfriem gaat van de losse naar de vaste riemschijf. Het zaagraam stopt. Het laatste water ruist door de raderen. En dan is het weer stil.
Beste molen van Twente
Boven: Geselecteerde eiken liggen klaar voor verwerking. Onder: Met een kraanwagen worden de bomen op de sleephelling van de zagerij gelegd.
164
SeasonsLandgoederen
De watermolen van landgoed Singraven bij Denekamp is de laatste in Nederland met een actieve houtzagerij. Het rijksmonument kent een lange historie. Al in 1448 was het in bedrijf, destijds enkele meters verderop langs rivier de Dinkel. De molen is een paar maal verwoest in oorlogen, maar telkens herbouwd. Onder meer in 1610 op last van prins Maurits. De plek was toen al idyllisch, getuige twee schilderijen van beroemde kunstschilders. In 1653 vereeuwigde Jacob van Ruisdael de watermolen van Singraven, zijn leerling Meindert Hobbema volgde in 1660. De doeken hangen in het Louvre in Parijs en in de National Gallery in Londen. Gelukkig zijn er kopieën te bewonderen in het statige Huis Singraven. Ook in het maalgebouw hangen er prentjes van. Tijdens hun rondleidingen laten vrijwillige watermolenaars ze trots zien. Lange tijd stond de watermolen van Singraven bekend als de beste van Twente. Zo werd hier in de zeventiende eeuw niet alleen koren gemalen, maar ook olie geslagen en gerst gepeld. Voor de landgoedheer was zijn watermolen dan ook zijn grootste inkomstenbron. Toen in 1878 de pelmolen verdween, is de houtzagerij ingericht op de verdiepingsvloer van het maalgebouw. Buiten werd er een nieuw waterrad voor gebouwd. Met één meter
Zodra de eik in de kettingen ligt, wordt hij met een lier op de zaagslede getrokken
Een zestig centimeter dikke boom levert zestien planken op
De naaldbomen liggen eerst een jaar in de rivier voor ze worden verzaagd
breed is dit rad het breedste en krachtigste van de drie. De raderen hebben elk een diameter van vijfeneenhalve meter en veertig schoepen. In 1900 kwam de oliemolen tot stilstand. Het rad bleef intact, maar draait sindsdien niet meer. Het smalle schoepenrad dat de korenmolen aanstuurt is wel nog volop in werking. Landgoedboeren kunnen graan brengen dat tot veevoeder wordt vermalen.
Hulp van vrijwilligers De laatste bewoner van landgoed Singraven, Willem Frederik Jan Laan, vertrouwde zijn bezit in 1956 toe aan de Stichting Edwina van Heek. Deze liet de watermolen acht jaar geleden ingrijpend restaureren, met als doel het waardevolle, culturele erfgoed opnieuw te laten draaien. ‘Molenmeester’ Joseph Derkman startte in 2011 met een groep van vrijwilligers. Als kleinzoon van een molenaar groeide hij op met het ambacht, dat als een rode draad door zijn leven loopt. Zo werkte hij in de jaren tachtig een tijdje als professioneel molenaar op het landgoed. Inmiddels draaien Joseph Derkman en zijn mannen van Molenstichting Lattrop-Tilligte toeristisch. Maar niet zonder resultaat. Elke zaterdag, van april tot en met oktober, verwerken ze in de houtzagerij gekapte bomen van het eigen landgoed. En daarmee is deze watermolen de allerlaatste in zijn soort in Nederland.
Met de kracht van 70 pk Met twee collega’s voert Joseph een stapel gezaagde planken af. Ze blijven op het landgoed, waar ze onder meer gebruikt zullen worden voor de restauratie van gebouwen. Ondertussen brengt een kraantje een tweede eik van zo’n vijftig jaar oud naar de sleephelling van het maalgebouw. Daar wordt hij in de kettingen gelegd en bevestigd aan een lier. Joseph demonstreert hoe waterkracht ook kan worden ingezet om de boom op de zaagslee te krijgen. Hij haalt de hendel over die de sluisdeur aanstuurt. Het rad begint te draaien en duwt een tandwiel aan dat de lier langzaam naar zich toe trekt. Net zo lang tot de boom goed ligt. “We zetten de sluis ongeveer dertig centimeter open”, vertelt Joseph. “Zo ontstaat een kracht van vijfentwintig tot veertig pk. Dat is voldoende om de houtzagerij te bedienen. Zou de sluis helemaal openstaan, dan halen we zestig tot zeventig pk.”
Boven: Telkens wanneer het zaagraam omhooggaat, wordt de zaagslee door het ‘krabbelwerk’ enkele millimeters naar voren getrokken. Onder: Fons zet de boom vast op de slee.
SeasonsLandgoederen
167
Twaalf zagen aan het werk
Boven: De achterkant van de zaagslede. Onder: Door houten blokjes tussen de verschillende zaagbladen te schuiven, bepalen de watermolenaars de
Afhankelijk van de opdracht spannen de molenaars een bepaalde hoeveelheid zagen in het zaagraam. Door daar houten blokjes tussen te leggen, bepalen ze de breedte van de planken en balken. In dit geval worden er twaalf zagen ingezet; zo halen de molenaars een optimale hoeveelheid planken uit de eik, die een diameter heeft van dertig centimeter. “We kunnen hier natuurlijk alleen bomen zagen die in de slee passen. Anders zouden we er eerst een stuk af moeten halen. Doorgaans worden de eiken en naaldbomen op dit landgoed gekapt wanneer ze tussen de vijftig en honderd jaar oud zijn. Tot een diameter van zestig centimeter kunnen we ze hebben. Daar halen we dan zestien planken uit.” De naaldbomen worden voor het verzagen eerst gewaterd; ze liggen een jaar in de stromende Dinkel. Zo trekken de sappen uit het hout, waardoor het verduurzaamt. “Later leggen we het gezaagde hout in stapels met latjes ertussen, zodat het goed kan drogen”, geeft Joseph aan. Heel af en toe neemt de houtzagerij ook particuliere opdrachten aan. Zoals van de gemeente Dinkelland, die een grote partij bomen aanleverde. “Wij zagen vooral in opdracht van Stichting Edwina van Heek, eigenaar van de watermolen en van landgoed Singraven. Particulieren betalen hier een bedrag per meter gezaagd hout.” Zodra de hefboom de leren riem van de losse naar de vaste schijf verplaatst, begint het stampende proces weer. Elke keer als het zaagraam omhooggaat, draait het tandwiel een stukje. Zo glijdt de boomstam millimeter voor millimeter door de zaagbladen. Met een stuk touw bindt Joseph de planken die uit de slee glijden steeds samen. Zo voorkomt hij dat de verzaagde boom straks helemaal uit elkaar valt.
dikte van de planken.
Hoog water Buiten is mooi te zien hoe het water tegen de schoepen slaat. Die kracht ontstaat doordat het opgesluisde water een stuk hoger ligt. Zodra de schut, de sluisdeur, opengaat, stroomt het water met kracht van onderen tegen de schoepen, waardoor het rad gaat draaien. Vandaar de term ‘onderslagrad’. En zo zijn er ook bovenslag- én middenslagmolens. Essentieel voor het hele proces is een goede waterstand, legt Joseph uit. “Gelukkig hebben we hier bijna nooit 168
SeasonsLandgoederen
Niets wordt verspild. Het zaagsel gaat naar paardenstallen of rokerijen
De planken worden gebruikt bij de restauratie van gebouwen en hekwerken op het landgoed
een laag waterpeil gehad. De Dinkel is een bronrivier die hier naartoe meandert vanuit Duitsland. Onderweg wordt er schoon water op geloosd van verschillende zuiveringsinstallaties.” Joseph heeft in zijn carrière als watermolenaar nog nooit meegemaakt dat het water in de Dinkel te laag stond om te zagen. “Momenteel gaat er zelfs zo’n achtduizend liter per seconde te veel water door de sluis. Dat stroomt weg richting Tilligte, waar automatische sluizen zorgen dat het peil op niveau blijft. Vroeger gebeurde dat allemaal met de hand. Dan ging de sluis pas open als er al bijna een overstroming was. Ik denk dat de boeren toen dikwijls een watertekort hadden.” Een deel van het water komt terecht in een omleidingskanaal. Dat stroomt via Denekamp naar Lattrop, waar het weer in de Dinkel belandt.”
Een afzakkertje na het werk In een kantoortje van zelf gezaagd Douglashout drinkt Joseph samen met vrijwilligers Marcel Pegge en Fons Assen een afzakkertje. Een goed gebruik na een draaidag. Momenteel is er een poule van tien enthousiaste vrijwilligers die bij toerbeurt op Singraven zagen, malen en gidsen. Ze volgden allemaal de opleiding tot wind- en watermolenaar, maar het zagen leerden ze, net zoals het malen, in de praktijk. “Vergeleken bij een windmolen is het aansturen van een watermolen een handigheidje”, aldus Fons en Marcel. “Als windmolenaar ben je meer met de natuur bezig; de wind komt nooit uit dezelfde hoek. Hier trek je de sluis open en je hebt altijd dezelfde kracht. Maar natuurlijk blijft het wel opletten, dit werk is niet ongevaarlijk en best zwaar. Daarom werken we altijd met minimaal twee vrijwilligers op de zagerij.” Moeite om vrijwilligers te krijgen, heeft Joseph niet. “Als er interesse is, melden ze zich vanzelf. De meesten zijn gepensioneerd, maar we hebben ze ook wel jonger rondlopen.” Zelf is Joseph elke zaterdag met veel plezier in de zagerij aanwezig. “Ik vind het heel leuk om al die nationaliteiten te ontmoeten die hier rondlopen. Om ze te vertellen over het eeuwenoude erfgoed dat we hier in stand houden. Het is toch geweldig om te werken op zo’n mooie plek?”
Landgoed Singraven De watermolen van landgoed Singraven is elke zaterdagmiddag van april t/m oktober te bezoeken. Ook de rest van het 470 hectare grote landgoed is de moeite waard. Huis Singraven verzorgt rondleidingen tussen 1 april en 31 oktober op dinsdag, woensdag en donderdag. Wie wil, kan na een rondleiding genieten van een high tea in de authentieke keuken van het huis. In het park en arboretum van Singraven is het heerlijk wandelen. Mis ook de bloementuin niet, dicht bij het huis. Streekproducten vindt u in de Landgoedwinkel, waar ook de toegangsmuntjes tot het park verkrijgbaar zijn. Bij Restaurant de Watermolen is het goed lunchen. Binnen, in de voormalige molenaarswoning, of buiten op het terras, bij het geruis van de raderen. Landgoed Singraven, Molendijk 37, Denekamp, 0541 351906, www.singraven.nl
Tekst Mirjam Enzerink Fotografie Andries de La Lande Cremer SeasonsLandgoederen
171