Memo aan onderwerp
van directie afdeling
datum
De Leden van de gemeenteraad verkenningen kinderfonds en bestrijding armoede onder kinderen College BenW MO Maatschappelijk beleid: D.D. Rexwinkel 10 november 2014
Memo Inleiding: In het coalitie akkoord “Gouda daagt uit”, is besloten tot oprichting van een kinderfonds omdat uit landelijk onderzoek is gebleken dat 1 op de 9 kinderen in armoede opgroeit. Dit heeft grote gevolgen voor de 1 ontwikkeling van deze kinderen en hun mogelijkheden om mee te doen in de samenleving. . In het coalitie akkoord is het volgende geformuleerd: “via een kinderfonds worden vooral particuliere middelen aangetrokken om kinderen, die in moeilijke, financiële omstandigheden opgroeien, in staat te stellen mee te doen aan maatschappelijke, sociale en culturele activiteiten en hen daartoe de nodige middelen / goederen te verschaffen”. Dit memo heeft ten doel om de verschillende uitvoeringsmodaliteiten aan de raad te rapporteren en de raad mee te nemen in het maken van een keuze voor de uitvoering van een Gouds kinderfonds met ingang van 1 januari 2015. Bij monde van wethouder Tetteroo is voor de zomer, mede naar aanleiding van media berichtgeving, aan de raad mede gedeeld dat een kinderfonds zou moeten voldoen aan de volgende uitgangspunten: 1. Uitvoering via een Stichting: De gemeente is aan meer regels gebonden in de uitvoering dan een private organisatie. Het kinderfonds wordt georganiseerd via een stichting ter verkleining van bureaucratie en vergroting van flexibiliteit. Met het hanteren van heldere subsidievoorwaarden kan de gemeente wel minimale eisen stellen ten aanzien van de uitvoering van het kinderfonds (maximale bedragen, frequentie van verstrekkingen, gelijke behandeling en bescherming van privacy van de personen die worden ondersteund). 2. De Stichting is voornamelijk georganiseerd met vrijwilligers en heeft nagenoeg geen overhead. Van het door de gemeente beschikbaar gestelde budget mag maximaal 5% aan kantoor- en organisatiekosten worden besteed. 3. Private middelen worden ingezet: De gemeentelijke gelden worden aangevuld met private fondsen. 4. Kwaliteit van de ondersteuning: de organisatie beschikt over getrainde vrijwilligers die in staat zijn op geprotocolleerde wijze ondersteuningsvragen te behandelen met respect voor de privacy. 5. Het college is voornemens om de extra toekenning aan de armoedemiddelen voor het bestrijden van armoede onder kinderen uit 2013 ad € 70.000,-, de zogenaamde Klijnsma gelden, beschikbaar te 1
Kinderen in armoede in Nederland, 25 juni 2013. Onderzoeksrapport van de Kinderombudsman, uitgevoerd door VerweyJonkerinstituut, nr KOM4/2013.
stellen aan het kinderfonds en het kinderfonds te verzoeken om deze middelen gedurende 3 gelijke delen de komende 3 jaren te besteden aan verstrekkingen voor kinderen. De toekenning van de Klijnsma gelden betreft in principe een eenmalige dotatie, waarnaast de stichting op eigen kracht andere middelen dient te verwerven voor continuïteit van hun activiteiten. Afhankelijk van de resultaten kan inzet van het kinderfonds mogelijk meer structureel onderdeel van het Goudse armoedebeleid worden. Voorgesteld wordt om de evaluatie van de herijking van het armoedebeleid (planning: 2017) uit te breiden met de vraag of het kinderfonds regulier onderdeel gaat uitmaken van het bredere armoedebeleid. In relatie tot deze uitgangspunten, is onderzoek gedaan naar de uitvoeringsmodellen voor het Goudse kinderfonds. Daarbij is gekeken naar: A. Aansluiting zoeken bij landelijk werkende kinderfondsen; B. Lokale uitvoering C. Andere mogelijkheden Een verslag van de eerste bevindingen van het onderzoek naar de categorieën A t/m C treft u aan in de bijlage. Conclusie en beslispunten: Afgaande op de eerste bevindingen, verkennende gesprekken én het bureau onderzoek is naar voren gekomen dat het inzetten van de Goudse stichting: “Stichting Meedoen”, als uitvoerder van het kinderfonds voordelen heeft boven het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met de landelijk werkende stichtingen zoals Stichting Leergeld (voor meer informatie zie bijlage). De alternatieve opties zijn mogelijk interessant om te verkennen als (nieuwe/andere)instrumenten in het te herijken armoedebeleid (planning voorjaar 2015) maar zijn geen volwaardig initiatief voor het kinderfonds via een stichting. Vanuit het oogpunt om een zo groot mogelijk deel van het budget aan te kunnen wenden voor de ondersteuning van kinderen is het voorstel om de Stichting Meedoen aan te wijzen als uitvoerder voor het Goudse kinderfonds. Om die reden is het college voornemens om: 1. Stichting Meedoen (hierna: de stichting) aan te wijzen als uitvoeringsorganisatie voor het kinderfonds Gouda. 2. Aan de stichting een uitvoeringsbudget toe te kennen ter hoogte van de zogenaamde ‘Klijnsma gelden’ die beschikbaar waren gesteld voor het bestrijden van armoede onder kinderen (ad €70.000,-) welke stichting dit bedrag dient te reserveren voor het Gouds kinderfonds en dit bedrag in drie gelijke delen ad €23.300,- vanaf 1-1-2015 tot en met 31-12-2017 beschikbaar te stellen ten behoeve van de doelgroep. 3. Bij de aanwijzing nadere voorwaarden te stellen aan de uitvoeringsorganisatie, waarbij in elk geval (niet limitatief) geldt: - De stichting is een vrijwilligersorganisatie en heeft geen betaalde werknemers in dienst. - Van het door de gemeente beschikbaar gestelde bedrag wordt niet meer dan 5% van het subsidiebedrag wordt aan bureaukosten besteed (exclusief fondsenwerving). - Indien gemeentelijke middelen worden ingezet voor fondsenwerving zorgt de stichting dat de opbrengst van deze investering ten minste 2x de waarde oplevert aan geworven middelen; - De stichting zorgt voor fondsenwerving waardoor aanvullend jaarlijks ten minste € 15.000, aan middelen (inclusief verstrekkingen in natura) worden verworven uit andere bronnen dan die van de gemeente Gouda. - In de subsidievoorwaarden worden afspraken gemaakt over verantwoording, en samenloop met toekenningen uit de GTR. Het jaarverslag moet inzicht geven in zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de uitvoering. 2 van 7
4. De volgende planning er op na te houden: Kinderfonds operationaliseren begin 2015. Na afloop van ieder kalenderjaar op grond van het jaarverslag de kwaliteit van uitvoering monitoren en medio 2017, gelijk lopend met de evaluatie van het alsdan herijkte armoedebeleid, te beoordelen of en zo ja, in hoeverre, het college aanleiding heeft om de ondersteuning van Goudse kinderen via een kinderfonds te organiseren als vast instrument in het bredere armoedebeleid van Gouda. De oprichting van het kinderfonds is mogelijk binnen het programma en derhalve een collegebevoegdheid. Voordat het college overgaat tot besluitvorming rondom het in te stellen kinderfonds, wil het college graag met de Raad hierover van gedachten wisselen en eventuele kanttekeningen en/of suggesties vernemen.
3 van 7
Bijlage: Nadere analyse van de uitvoeringsmodaliteiten. A. Kinderfonds: publiek/private samenwerking met landelijke uitstraling: Onderzoek is gedaan naar kinderfondsen die landelijk werken: er zijn diverse kinderfondsen gericht op gezondheid (Ronald McDonaldfonds) en een kleiner aantal landelijk werkende organisaties gericht op meedoen zoals door het college beoogd. Het betreft de volgende landelijk opererende organisaties:
Stichting jeugdcultuurfonds en Stichting jeugdsportfonds: De werkwijze en organisatievorm is voor alle drie de stichtingen vergelijkbaar. De aanvragen om ondersteuning worden ingediend via een intermediair (leerkracht, hulpverlener etc). Ouders en kinderen kunnen niet zelf een aanvraag indienen. Uit de achterliggende documentatie volgt dat een jaarlijkse bijdrage van de gemeente uit 2 de armoedemiddelen verwacht wordt. Gemeenten kunnen aansluiten bij deze fondsen en doen dat door een jaarlijkse bijdrage vanuit de armoedemiddelen. De fondsen dragen dan zorg voor verstrekkingen aan kinderen en vergroten de middelen via fondsenwerving particulieren en bedrijven. De coördinatie en toetsing wordt bij beide fondsen door een betaalde krachten georganiseerd. De Stichting Leergeld is eveneens landelijk georganiseerd maar bij dit fonds kunnen ouders wel zelf een aanvraag indien. Ook via deze stichting wordt de coördinatie met betaalde krachten gedaan. In Gouda was oorspronkelijk de Stichting Meedoen onderdeel van de Stichting Leergeld maar deze is uitgetreden en zelfstandig verder gegaan. Naar eigen zeggen van de Stichting Meedoen omdat zij anders aan de landelijke stichting een financiële bijdrage aan de organisatie diende te voldoen. Stichting Kinderhulp: landelijk fonds dat verstrekkingen doet aan andere stichtingen vnl gericht op kinderen in pleegzorg of jeugdzorg. Uit dit fonds worden geen individuele vertrekkingen aan kinderen verzorgd maar wel projecten of verzoeken van stichtingen gehonoreerd.
Voordelen: - Doelstellingen conform doelen gemeente Gouda. - Deze fondsen hebben een hoge mate van professionaliteit en continuïteit. - Grote bekendheid - groot netwerk en in staat tot verwerven van private middelen. Nadelen: - Werkwijze vereist meerjarige financiële verbintenis met de gemeente, past niet bij streven van een eenmalige dotatie voor de komende drie jaar. - professionele bureau-organisatie hebben en derhalve hogere uitvoeringslasten dan een organisatie die uitsluitend uit vrijwilligers bestaat. Uit gepubliceerde jaarverslagen blijkt dat deze fondsen jaarlijks maximaal 20% van hun middelen besteden aan overhead en uitvoeringslasten. - Er is niet sprake van 1 kinderfonds maar de gemeente zou met drie verschillende fondsen de samenwerking moeten aangaan om kinderen op de leefgebieden school, sport, cultuur en vrije tijd te ondersteunen. - Geen lokaal netwerk, moet worden opgebouwd.
2 Van de website: Het Jeugdcultuurfonds Nederland ontwikkelt en implementeert de Jeugdcultuurfondsen. Gemeenten met meer dan 90.000 inwoners kunnen een lokaal Jeugdcultuurfonds oprichten, voor kleinere gemeenten bestaat er de mogelijkheid aan te sluiten bij een Provinciaal fonds, of bij het Jeugdcultuurfonds Nederland (d.m.v een prestatieovereenkomst).Het gemeentelijk of provinciaal Jeugdcultuurfonds sluit een franchiseovereenkomst met het Jeugdcultuurfonds Nederland en gaat werken conform het Handboek Jeugdcultuurfonds. Het Jeugdcultuurfonds Nederland levert statuten, een website, het aanvraagregistratiesysteem, algemeen promotiemateriaal, briefpapier en staat fondsen met raad en daad terzijde. 4 van 7
B. Lokale organisatie kinderfonds: In Gouda kennen we Stichting Meedoen met als doel kinderen te ondersteunen met meedoen op school en in hun vrije tijd. Oorspronkelijk heeft deze stichting geopereerd onder de landelijke Stichting Leergeld maar zij heeft zich losgemaakt vanwege te knellende (financiële) verplichtingen jegens de landelijke stichting. Naar aanleiding van de ambitie van het college om een kinderfonds in te stellen, heeft een gesprek plaatsgevonden met het bestuur van de Stichting Meedoen omtrent hun doel, werkwijze en mogelijkheden om kinderen in armoede te ondersteunen. De Stichting Meedoen heeft in een persoonlijk gesprek aangegeven dat zij zich hebben losgemaakt van de landelijke stichting leergeld teneinde niet gehouden te zijn hoge kosten voor een professionele organisatie te hoeven maken. De stichting voldeed in eerste instantie niet aan het in de memo onder 2) genoemde uitgangspunt. De stichting had immers een betaalde kracht in dienst. Tijdens het gesprek is duidelijk geworden dat de stichting niet langer een betaalde kracht nodig denkt te hebben – ook gegeven de gemeentelijke uitgangspunten - maar alle activiteiten vanuit een vrijwilligersorganisatie te kunnen uitvoeren. Voordelen van Stichting Meedoen als Gouds Kinderfonds: -
Doelstellingen conform doelen die gemeente formuleert t.a.v. kinderfonds Volledig vrijwillige organisatie: zeer lage uitvoeringskosten Sterk netwerk in Gouda In staat om de bijdrage van de gemeente met ongeveer 30% te vergroten uit private bijdragen en donaties. Is in staat en bereid om verantwoording af te leggen op het aantal verstrekkingen en geleverde ondersteuning. Heeft vrijwilligers getraind in uniforme methodiek en werkwijze bij het beoordelen van de aanvragen.
Nadelen: - de Stichting meedoen wordt volledig gedraaid met vrijwilligers, waardoor risico op gebrek aan continuïteit of professionele werkwijze groter is dan met een organisatie met een professioneel karakter - bij toenemende aanvragen ontstaat grotere behoefte aan coördinatie en professionele ondersteuning die zouden kunnen leiden tot grotere uitvoeringslasten.
5 van 7
C. Alternatieven: Naast aansluiting bij een fonds dat een landelijke dekking kent, kan de gemeente Gouda ook kiezen voor andere manieren van een kinderfonds realiseren. Ter illustratie:
Groningen: De gemeente Groningen kent een kinderfonds armoede en gezondheid. Dit is een noodfonds waarbij medewerkers centra jeugd en gezin uit kunnen putten voor lenigen ergste nood (schoenen/ kleding/ warme maaltijden) of als entree bij risicogezinnen (hulpverlener kan wat bieden). In Groningen is ervoor gekozen om dit niet als een declaratiefonds met aanvragen vorm te geven maar te handhaven als een budget waaruit door hulpverlening (CJG/GGD) direct kan worden geput. Ook in Gouda wordt door het sociaal team, de organisaties rondom maatschappelijke opvang en het CJG aangegeven dat er behoefte is aan een dergelijk noodfonds. Dit punt zal nader worden onderzocht in het kader van het integrale armoedebeleid.
Zelf doen via GTR: Het op te richten kinderfonds kan niet los worden gezien van huidige maatregelen en voorzieningen in het kader van armoedebeleid. Daarbij gaat het met name om de GTR die qua doelstelling grote overlap vertoont met de doelstelling van het toekomstige kinderfonds. Mogelijk zou de regeling kunnen worden gewijzigd zodat de doelgroep wordt versmald tot de doelgroep kinderen.
-
-
Voordelen: één heldere regeling voor de ondersteuning van kinderen in gezinnen met laag inkomen; groter budget beschikbaar door samenvoeging budget GTR Nadelen: de gemeente heeft een grotere gebondenheid aan regels dan een externe stichting en kan in bijzondere situaties minder makkelijk schakelen; hogere uitvoeringslasten dan een stichting met vrijwilligers. Niet helder zichtbaar als kinderfonds.
De GTR in plaats van het kinderfonds is dan ook geen volwaardig alternatief. De samenhang met het kinderfonds is er wel en dient nader te worden afgebakend.
6 van 7