ONDERWERP
2011-2014
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Meerjarenprogrammabegroting
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
VOORWOORD De eerste begroting volgens het Arnhems Lenteakkoord
Het Arnhems Lenteakkoord ziet u voor het eerst vertaald in een begroting: de meerjarenprogrammabegroting 2011-2014 die u nu in handen heeft.
Bekende en nieuwe knelpunten Het gaat om financiële knelpunten die al bekend waren of die zich nieuw aandienen. Zo brengen wij gemeentelijke panden, wegen, groen- en speelvoorzieningen in een blijvend goede staat van onderhoud. Inwoners doen een toenemend beroep op gemeenschapsvoorzieningen, waardoor de uitgaven stijgen. De inkomsten van het Rijk dalen, niet alleen door een verlaging van de algemene uitkering maar ook van specifieke uitkeringen. Dat treft sociale en maatschappelijke voorzieningen voor de Arnhemmers die deze voorzieningen juist zo hard nodig hebben. Dat willen wij voorkómen. We pakken zaken aan: het achterstallig onderhoud aan Musis Sacrum, de komst van een multihal om Arnhem-Papendal te behouden als topsportcentrum en om het Arnhemse sportklimaat te versterken, het toekomstig onderhoud van Park Lingezegen, en het begin van de rivierverruiming en natuurontwikkeling in Stadsblokken-Meinerswijk. Zware bezuinigingen De begroting voor 2011 is financieel rond. Voor de jaren daarna staan ons nieuwe, zware bezuinigingen te wachten die kunnen oplopen van 18 miljoen euro in 2012 tot 25 miljoen euro in 2014 en 29 miljoen euro vanaf 2015. Daarbij is rekening gehouden met de verwachte verlaging van rijksuitkering aan de gemeente, die toeneemt van ruim 4 miljoen in 2012 tot 17 miljoen in 2015. Het nieuwe kabinet bepaalt de definitieve omvang daarvan. Onzeker is nog hoe andere bezuinigingen van het Rijk op bijvoorbeeld de gelden voor de bijstand en de wijkverbetering zullen dóórwerken in de uitkering aan de gemeente. Zulke bezuinigingen zijn alleen uitvoerbaar als de gemeente vaststelt wat haar rol is, welke taken zij uitvoert en hoe ze die uitvoert. Daarom gaat het stadsbestuur in het najaar een discussie voeren met de stad over de taken die de gemeente behoort uit te voeren en over de manier waarop de gemeente haar werk aanpakt. Het is duidelijk dat de gemeente anders moet gaan werken met minder middelen. Dat brengt voor de gemeentelijke organisatie grote veranderingen met zich mee, die wij tijdig willen voorbereiden om de miljoenenbezuinigingen in de komende jaren te kunnen halen. Met het gezicht naar de stad In de geest van het Arnhems Lenteakkoord pakt het college die zware opgave aan met het gezicht naar de raad en de stad. Burgemeester en wethouders van Arnhem
ONDERWERP
We gaan voorzichtig om met het spaarzame gemeenschapsgeld. Er is geen financiële ruimte voor grote plannen, maar wél om een beleid te voeren dat beantwoordt aan het Arnhems Lenteakkoord. Het college heeft een tekort van 11½ miljoen euro gedekt en lost daarnaast knelpunten op.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Burgemeester en wethouders hebben de principes en plannen in het Lenteakkoord omgezet naar de financiële praktijk van het gemeentelijke huishoudboek. Lastenverzwaringen voor de inwoners worden zoveel mogelijk vermeden. Van de kortingen die het Rijk komend jaar doorvoert op de budgetten voor huishoudelijke hulp, verslaafdenzorg en geestelijke gezondheidszorg, laten wij de betrokken Arnhemmers niét de dupe worden. Voor de jaren erna zoeken we naar een oplossing. Dat doen we ook voor het dalende veiligheidsbudget.
Inhoudsopgave Beleidsbegroting................................................................................................................ 1 1
HOOFDLIJNEN VAN BELEID...................................................................................... 3
FINANCIEEL MEERJARENBEELD ........................................................................... 17 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.8.1 2.8.2 2.8.3 2.8.4 2.8.5 2.8.6 2.8.7 2.8.8 2.8.9 2.8.10 2.8.11 2.8.12 2.8.13 2.9 2.10
3
Inleiding........................................................................................................... 17 Algemeen financieel beeld .............................................................................. 17 Invulling opgenomen taakstellingen in de MJPB 2010-2013........................... 19 Taakstelling verhogen budget planmatig onderhoud ...................................... 19 Taakstelling verwachte verlaging van de algemene uitkering ......................... 19 Ontwikkeling gemeentefonds op basis van de junicirculaire ........................... 20 Financiële mutaties ......................................................................................... 23 Knelpunten inclusief dekkingsvoorstellen........................................................ 23 Knelpunten programma 01: Democratisering............................................. 24 Knelpunten programma 02: Kwaliteit dienstverlening ................................ 24 Knelpunten programma 03: Goed onderwijs .............................................. 24 Knelpunten programma 04: Werk en inkomen ........................................... 25 Knelpunten programma 05: Zorg ............................................................... 25 Knelpunten programma 06: Veiligheid ....................................................... 26 Knelpunten programma 07: Bruisend Arnhem ........................................... 27 Knelpunten programma 08: Samenleven in Arnhem.................................. 28 Knelpunten programma 12: Wonen in Arnhem .......................................... 29 Knelpunten programma 13: Kwaliteit openbare ruimte............................... 30 Knelpunten programma 14: Structuurversterking economie ...................... 31 Knelpunten programma 15: Duurzaam milieu ............................................ 31 Overige Bestedingsvoorstellen................................................................... 32 Dekkingsvoorstellen ........................................................................................ 32 Taakstelling brede heroverweging .................................................................. 34
PROGRAMMA’S EN DEELPROGRAMMA’S.............................................................. 37
01 Democratisering ............................................................................................................ 39 01.1 De gemeenteraad .......................................................................................... 40 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen................................................................ 43 02 Kwaliteit dienstverlening................................................................................................ 47 02.1 Publieke dienstverlening ................................................................................ 48 03 Educatie ........................................................................................................................ 53 03.1 Voorschoolse ontwikkeling ............................................................................. 54 03.2 Goed onderwijs .............................................................................................. 58 03.3 Volwasseneneducatie .................................................................................... 63 04 Werk en inkomen .......................................................................................................... 67 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt..................................... 68 04.2 Inkomensvoorziening- en ondersteuning als sociaal vangnet ........................ 71 05 Zorg............................................................................................................................... 75 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid .......................................... 76 05.3 WMO, lokaal beleid en individuele voorzieningen .......................................... 82 06 Veiligheid ...................................................................................................................... 87 06.1 Veiligheid bevorderen..................................................................................... 88 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen ............................................ 93
ONDERWERP
2
Inleiding............................................................................................................. 3 De koers van het Lenteakkoord ........................................................................ 3 Staat van de stad .............................................................................................. 5 Trends en ontwikkelingen ................................................................................. 6 Sturen met stadsprogramma’s .......................................................................... 7 Overzicht stadsprogramma’s ............................................................................ 9 Stadsprogramma Aantrekkelijke centrumstad.............................................. 9 Stadsprogramma Verbeteren woon- en leefomgeving ............................... 11 Stadsprogramma Participatie en werk........................................................ 13 Stadsprogramma Zorgzame stad ............................................................... 14
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.6.4
07 Bruisend Arnhem .......................................................................................................... 97 07.1 Bloeiende kunst en cultuur ............................................................................. 98 07.2 Actief Sporten............................................................................................... 103 08 Samenleven in Arnhem ............................................................................................... 107 08.1 Maatschappelijke actieve burgers ................................................................ 108 08.2 Samenleven in de buurt ............................................................................... 111 08.3 Jeugd ........................................................................................................... 116 08.4 Integratiebeleid............................................................................................. 119 08.5 Ouderen en gehandicapten.......................................................................... 122
13 Kwaliteit openbare ruimte............................................................................................ 143 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig ..................................................................... 144 13.2 Afval en riolering .......................................................................................... 148 13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed ............................. 154 14 Structuurversterking economie ................................................................................... 159 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat ................................................................ 160 15 Duurzaam milieu ......................................................................................................... 169 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu ............................................... 170 15.2 Een goed milieubeheer ................................................................................ 175 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit.............................................. 180 16 Overzicht algemene dekkingsmiddelen....................................................................... 185 16.1 Geldleningen ................................................................................................ 187 16.2 Verzekeringen en beleggingen .................................................................... 188 16.3 Belastingen en heffingen.............................................................................. 188 16.4 Algemene uitkeringen .................................................................................. 188 16.5 Algemene baten en lasten ........................................................................... 189 4
PARAGRAFEN ......................................................................................................... 191 4.1 § LOKALE HEFFINGEN ............................................................................... 193 4.2 § WEERSTANDSVERMOGEN..................................................................... 199 4.3 § ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ..................................................... 209 4.4 § FINANCIERING ......................................................................................... 225 4.5 § BEDRIJFSVOERING ................................................................................. 231 4.6 § VERBONDEN PARTIJEN .......................................................................... 235 4.7 § GRONDBELEID ......................................................................................... 239 4.8 § INVESTERINGEN...................................................................................... 247 4.9 § SUBSIDIES................................................................................................ 255
Financiële begroting ...................................................................................................... 259 5
OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER DEELPROGRAMMA ................................. 263
6
OVERZICHT VAN INCIDENTELE BATEN EN LASTEN........................................... 269
7
FINANCIËLE STATEN.............................................................................................. 271 7.1 Geprognosticeerde balans ............................................................................ 272 7.2 Vaste activa .................................................................................................. 274 7.3 Reserves en voorzieningen........................................................................... 276 7.4 Emu-saldo 2011............................................................................................ 277 Afkortingenlijst.............................................................................................................. 279
ONDERWERP
12 Wonen in Arnhem ....................................................................................................... 135 12.1 Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt...................................... 136
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
11 Mobiliteit...................................................................................................................... 127 11.1 Mobiliteit en bereikbaarheid ......................................................................... 128
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
1
Beleidsbegroting
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
2
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
HOOFDLIJNEN VAN BELEID
1.1
Inleiding
Het decor waarin het college aan de slag gaat met deze uitwerking wordt in belangrijke mate gekleurd en bepaald door de gevolgen van de economische crisis en de omvangrijke bezuinigingstaakstelling waarvoor de gemeente Arnhem zich gesteld ziet. In relatie tot de bezuinigingen zal ook kritisch worden gekeken naar de rol en taken van de gemeente en naar het soort gemeentelijke organisatie dat hiervoor nodig is. De bezuinigingen en het nader uit te werken Lenteakkoord zijn bepalend voor het karakter van deze meerjarenbegroting. Zoals in het voorwoord reeds is aangegeven bevat deze begroting al een aantal bezuinigingsmaatregelen voor 2011. Voor de jaren vanaf 2012 moeten de bezuinigingen nog verder invulling krijgen. Naast het aantreden van de nieuwe raad, de totstandkoming van het Lenteakkoord en bezuinigingen hebben ook andere ontwikkelingen – in de stad en in de beleidsomgeving – betekenis voor het bepalen van de belangrijkste opgaven voor Arnhem en de beleidskeuzes voor de komende tijd. In de volgende paragrafen komen deze ontwikkelingen successievelijk langs. Op onderdelen is deze begroting daarom wat uitvoeriger en bevat ze meer analyse dan gebruikelijk. Op diverse concrete knel- en actiepunten wordt behalve in de hoofdstukken één en twee ingegaan bij de diverse deelprogramma’s. Leeswijzer hoofdstuk 1 Hoe staat Arnhem er voor? Om deze vraag draait het in paragraaf 1.3 over de ‘staat van de stad’. Als documenten die de staat van de stad beschrijven noemen we de Stads- en Wijkmonitor 2010, de Leefbaarometer (overigens nog steeds de versie van medio 2009), de in februari 2010 uitgekomen Stadsfoto van de Stichting Atlas voor Gemeenten en de Atlas voor Gemeenten 2010 zelf. In paragraaf 1.4. wordt een aantal andere ontwikkelingen en trends geschetst, onder meer aan de hand van inzichten die het NICIS de gemeente Arnhem heeft aangereikt. Verder besteedt deze paragraaf aandacht aan de nieuwe discussie die zich ontspint over de taken van diverse overheden, in het licht van de roep om een meer efficiënte overheid en het kleiner maken van de kloof tussen burger en politiek. Paragraaf 1.5 gaat in op de te verwachten bezuinigingen van het Rijk en andere overheden en de gevolgen daarvan voor de gemeente begroting. Het hoofdstuk sluit af met de Arnhemse opgaven aan de hand van de vier stadprogramma’s.
1.2
De koers van het Lenteakkoord
Het tegengaan van de tweedeling in de stad vereist volgens het Lenteakkoord ook voor de komende bestuursperiode continue aandacht. De thema’s die de afgelopen jaren centraal stonden in het gemeentelijke beleid komen terug (veiligheid, wonen, jeugd, werk en aantrekkelijke stad), maar binnen deze thema’s kiest het bestuur soms voor nieuwe invalshoeken en doelstellingen of voor een andere aanpak. Daarnaast zijn er nieuwe thema’s als mobiliteit, energie en milieu. In het volgende overzicht zijn de thema’s gegroepeerd naar de vier stadsprogramma’s.
ONDERWERP
Dit is in essentie de boodschap voor de stad die het nieuwe stadsbestuur heeft verwoord in het Arnhems Lenteakkoord 2010-2014. Aan de hand van dit akkoord heeft het college in het tweede kwartaal van dit jaar zijn werk ter hand genomen en inmiddels de eerste penseelstreken op het witte doek van de nieuwe bestuursperiode gezet. Een aantal punten uit het Lenteakkoord ligt al concreet vast, maar er zijn ook veel zaken gepresenteerd in de vorm van visies en ideeën die nog nader worden uitgewerkt. Het Lenteakkoord zal naarmate de uitwerking vordert de komende tijd een steeds sterker stempel gaan drukken op de ontwikkeling en uitvoering van plannen voor de stad.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Arnhem heeft veel kwaliteit. De stad wordt omringd door uitgestrekte prachtige natuur, is uitgeroepen tot beste binnenstad van Nederland en de groenste stad van Europa. Arnhem heeft goede voorzieningen, creatieve bewoners, vernieuwende ondernemers en cultuur en sport op topniveau. Maar de stad heeft ook een ander gezicht: armoede, matige kwaliteit van sommige buurten, onveiligheid. Het verminderen van deze tweedeling staat hoog op de Arnhemse agenda. Arnhem moet een stad worden waar iedereen kan meedoen en waar het prettig wonen en werken is. De gemeente wil hier de komende jaren nadrukkelijker dan voorheen aan werken - in samenwerking met de stad.
PAGINA
3
1
Leefbaarheid en veiligheid Op het gebied van leefbaarheid en veiligheid in buurten staan de begrippen schoon, heel en veilig centraal. Arnhemmers moeten meer invloed krijgen op hun omgeving en uitgenodigd worden mee te helpen hun buurt te verbeteren. De ervaringen op het gebied van bewonersparticipatie die de afgelopen jaren zijn opgedaan bij de kracht- en GSOwijkenaanpak kunnen hierbij heel goed als voorbeeld dienen. Op het gebied van veiligheid wordt verder gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking tussen gemeente, bewoners en partners in de stad en de wijken. Bij het fysiek verbeteren van buurten en wijken ziet de gemeente ook een rol weggelegd voor uitkeringsgerechtigden in gesubsidieerde banen. Werk, jeugd en onderwijs De gemeente wil zoveel mogelijk mensen de kans geven om weer aan het werk te gaan, met als mogelijke tussenstap een gesubsidieerde baan die nuttig is voor de stad. Het Lenteakkoord wil aanval op de schooluitval van jongeren onverminderd voortzetten. Investeren in de kwaliteit van onderwijs is belangrijk, ook voor volwassenen en dit zo mogelijk dichtbij huis, in de eigen wijk. Bij nieuwbouw wordt bekeken of scholen ook huisvesting kunnen bieden aan wijkvoorzieningen (brede scholen). Zorg De uitvoering van de armoedeagenda wordt voortgezet en gemeentelijke zorgtaken moeten op peil blijven. Wie niet voor zichzelf kan zorgen in financiële of andere zin, kan terugvallen op de gemeente, maar wordt wel gestimuleerd om de draad zo mogelijk zelf weer op te pakken. Zoals gezegd moeten bovengenoemde voornemens uit het Lenteakkoord nog nader worden uitgewerkt, in samenwerking met de stad. Dit wordt binnen de verschillende deelprogramma’s opgepakt. Zaken die al concreet zijn uitgewerkt en die budgettair neutraal zijn, zijn nu al opgenomen in de deelprogramma's.
ONDERWERP
Wonen De komende jaren zal gestreefd worden naar de bouw van meer betaalbare koopwoningen (rond 200.000 euro). Dit moet ondermeer leiden tot het vasthouden van jonge actieve mensen en voor meer doorstroming in de huursector ten gunste van mensen met een lager inkomen. Om studenten en creatieve voor de stad te behouden wordt gewerkt aan een betere aanbod van studentenwoningen, atelier- en bedrijfswoningen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Groen, duurzaamheid Arnhem staat de laatste jaren weer meer dan ooit in de schijnwerpers als groene stad, vooral in de zin van de natuurlijke omgeving en parken in de stad. Dit moet zo blijven, en daarbij worden meer dan voorheen de aspect milieu en duurzaamheid betrokken. De gemeente wil energiebesparing en het gebruik van duurzame energie bevorderen, onder meer door onderzoek te doen naar de mogelijkheden en deb vorm van een energiebedrijf.
PAGINA
Mobiliteit De bereikbaarheid van de stad, maar ook van bedrijventerreinen en toeristische attracties aan de rand kan worden verbeterd. De gemeente zal zich daarom sterk maken voor betere verbindingen en aansluitingen van verschillende vormen van openbaar vervoer. Ook de fietser en de voetganger moeten beter worden gefaciliteerd, onder meer door het creëren van vrij liggende fietspaden en extra fietsroutes.
4
Economie, cultuur en sport Arnhem moet een aantrekkelijke woon- en werkstad worden. Economie, sport en cultuur zijn daarbij belangrijke dragers. Bij sport ligt enerzijds een belangrijk accent op breedtesport, op het bevorderen van sportmogelijkheden in wijken. Aan de andere kant wil Arnhem de samenwerking met Papendal versterken: topsport wordt gezien als economische trekker en als aanmoediging en voorbeeld voor de amateursport. Cultuur vergroot de aantrekkelijkheid van de stad en verdient ondersteuning. De gemeente wil investeren in jonge kunstenaars en kleine podia. Voor de grotere culturele instellingen ligt efficiënter werken, meer samenwerking of verzelfstandiging in het verschiet. Rijnboog moet – mits financieel haalbaar – een gezellig gebied worden met culturele publiekstrekkers. Arnhem wil ook een gastvrije stad zijn en blijven voor ondernemers. Een Stedelijke Economische Raad als adviesorgaan zorgt ervoor dat bedrijven en ondernemers er aan bijdragen Arnhem interessanter en aantrekkelijker te maken voor het bedrijfsleven.
Staat van de stad
PAGINA
5
1.3
De studie Leefbaarheid Doorgrond uit 2007 constateerde dat Arnhem in vergelijking met andere steden te kampen had met ernstiger leefbaarheidsproblemen dan de meeste andere steden. Arnhem behoorde tot de top vijf van probleemsteden. Rapportages zoals de Stadsmonitor, de Wijkenmonitor, de Leefbaarometer en de Stadsfoto 2009 laten zien dat de situatie inmiddels sterk is verbeterd. Voor de concrete cijfers zij verwezen naar de studies zelf. In deze paragraaf zal vooral kwalitatief en analyserend aandacht gegeven worden aan een aantal aspecten.
Werkloosheid-werkgelegenheid Ook de jeugdwerkloosheid is sterk verminderd, hoewel we hier recent – in het licht van de recessie – weer een stijging zien. Ook de toename van jongeren in de Wajong is een zorgelijk gegeven. De langdurige werkloosheid blijft volgens genoemde studies hoog. Opvallend blijft de concentratie van werkgelegenheid in Arnhem, en de groei van banen van de afgelopen tijd. Ook in 2009 is het aantal banen nog gegroeid ondanks de recessie, ook al moeten we ons afvragen welke (deels ook statistische) mechanismen een rol spelen. Belangrijk is wel dat de werkgelegenheid in de bouw, de handel en de horeca aan het teruglopen is. Opvallend is dat de Stichting Atlas voor Gemeenten verwacht dat Arnhem mogelijk minder last dan veel andere steden zal hebben van de recessie: “en bovendien krijgen de inwoners van Arnhem naar verwachting minder dan gemiddeld last van de naweeën van de economische recessie”. De nadrukkelijke aanwezigheid van allerlei diensten en relatief weinig maakindustrie in Arnhem zal hier mede oorzaak van zijn. Krimp en groei Met het oog op het relatief nieuwe fenomeen “krimp” geldt voor Arnhem het volgende: het type stad, de Arnhemse woningvoorraad en het woongedrag van bepaalde leeftijdsgroepen leiden ertoe dat Arnhem typisch een stad is die de jongvolwassenen uit de regio aantrekt en waar vervolgens een deel van de dertigers weer naar de regio vertrekt. De blijvende aanwezigheid van relatief weinig ouderen en veel jongeren zorgt ervoor dat Arnhem vooralsnog goede kans maakt bevolkingsgroei te blijven realiseren. Overigens zien andere beschouwingen deze bevolkingssamenstelling van Arnhem – om andere redenen – juist weer als één van de grote problemen van of probleemveroorzakers voor de stad. Aantrekkelijke stad Arnhem als woonstad heeft een aantrekkingskracht op kansrijke bevolkingsgroepen die iets hoger is dan gemiddeld. “Die aantrekkingskracht is sinds 2005 bovendien fors toegenomen” zo wordt door de Stichting Atlas voor Gemeenten geconstateerd. De gunstige ligging ten opzichte van economische centra, het relatief grote aanbod van stedelijke voorzieningen, het culturele en winkelaanbod en de natuur spelen een rol. De nadelen van Arnhem als woonstad liggen in de relatief kleine hoeveelheid historische gebouwen en de kwaliteit van de woningvoorraad. Naast de verbetering van het aanbod van stedelijke voorzieningen wijst de Stichting Atlas voor Gemeenten op de bereikbaarheid van de economische centra. Het lijkt erop dat de bundeling van krachten op tal van fronten en de grotere samenhang en afstemming tussen het economische, het fysieke en het sociale domein hebben geleid tot vitale coalities die een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid in en aantrekkelijkheid van Arnhem. Doorzetting hiervan, inhoudelijke en procesmatige aanvulling vanuit het Lenteakkoord, en nadere focus via de stadsprogramma's kunnen ook in een periode van forse bezuinigingen een kansrijk recept bieden om de aantrekkelijkheid van de stad verder te vergroten.
ONDERWERP
Surfen naar de Leefbaarometer laat zien dat de problemen in 2008 (gegevens 2010 komen in 2011 beschikbaar) nog vooral zijn geconcentreerd in het oude deel van Presikhaaf (waar nu wordt vernieuwd), in Immerloo en in enkele delen van Malburgen waar inmiddels ook sprake is van een ingrijpende metamorfose. In Presikhaaf vloeiden de problemen vooral voort uit de bevolkingssamenstelling, de staat van de woningvoorraad en de openbare ruimte. In Malburgen, en met name Immerloo was in 2008 naast de bevolkingssamenstelling en de staat van de woningvoorraad vooral de veiligheid een probleem. Aandachtspunt is dat juist de grote veranderingen die zich bijvoorbeeld bij de herstructureringen aandienen, tijdelijk ook tot slechtere scores zullen leiden (de leefbaarheid in een buurt met veel voorgenomen sloop verslechtert sterk alvorens vervolgens weer sterk te verbeteren).
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Leefbaarheid en veiligheid Duidelijk is ook dat het aantal mensen dat woont in een problematische leefomgeving aanzienlijk is afgenomen. De veiligheid is verbeterd en de overlast verminderd. Dat neemt niet weg dat de situatie in Arnhem hier in vergelijking met andere steden nog steeds ongunstig afsteekt. Voor een deel heeft dat te maken met (bevolkings-)kenmerken van de stad en haar centrumfunctie.
Extra en hernieuwde aandacht voor het milieu, en met name het vraagstuk van klimaatneutraliteit geeft naar verwachting het milieubeleid de komende jaren een push. Daarbij zijn bijvoorbeeld de mobiliteit, productiewijzen, consumptiepatronen en bouwwijzen belangrijke aandachtspunten. Ook (inter-)nationale afstemming en coördinatie van het ruimtelijk beleid vraagt volgens het NICIS aandacht. Gewezen wordt op het belang van de verdere ontwikkeling van informatie- en communicatietechnologie. Toenemend belang van de ICT en verdergaande individualisering leiden tot nieuwe noden en opgaven voor de steden. Onderwijs, differentiatie van leefstijlen, behoefte aan sociale samenhang en de mogelijkheden gewenste veranderingen ook buiten de overheid om in de civil society of de markt te realiseren vragen om een herbezinning op de rol van de overheid. De medio 2010 verschenen scenariostudie van het Centraal Plan Bureau (CPB) naar de stad van 2040 biedt hierop zinvolle aanvullingen en relativeringen bij de manier waarop tegen de in Arnhem te varen koers wordt aan gekeken. De vier beelden in de studie van het CBP kijken naar de stad vanuit de schaal van de huidige middelgrote stad, vanuit die van de regionale agglomeratie (denk bijv. aan het knooppunt Arnhem-Nijmegen), vanuit die van centra zoals de Randstad en vanuit die van grotere metropolitane gebieden als de cluster Randstad+Antwerpen/Brussel+Roergebied. Met daaraan gekoppeld bijv. ideeën over dominante economische ontwikkelingen. Studies als deze, die gaan over de vraag wat voor stad we zijn en welke richting we ons zullen ontwikkelen, kunnen op de achtergrond meespelen als onderdeel van een rijk geschakeerde palet aan referentiepunten bij de komende discussies in de stad over de gewenste ontwikkelingen, en de invulling van noodzakelijke bezuinigingen. Rol en positie openbaar bestuur De diverse ontwikkelingen zullen op termijn ongetwijfeld hun weerslag krijgen in de organisatie van het bestuur. Een veranderende context zal leiden tot veranderingen in het bestuur. Ook de bezuinigingswerkgroepen van de ministeries, de Raad voor het Openbaar Bestuur, de VNG en het IPO brengen het vraagstuk van bestuurlijke vernieuwing opnieuw onder de aandacht. De provincie Gelderland nam met haar bezuinigingen afgelopen zomer een voorschot op de ontwikkelingen. En ook dat blijft niet zonder consequenties voor de stad Arnhem. Voorts werden diverse algemene stellingnames met het oog op het nieuwe Haagse regeerakkoord uitgebracht. Dat betreft zowel de agenda van de gemeenten in het algemeen als de agenda van de steden. Met een verwijzing naar de gegroeide bestuurlijke complexiteit van de laatste decennia geven studies zoals die van de Raad van het Openbaar Bestuur, de VNG en anderen nu aan dat de oplossing niet langer in meer coördinatie moet worden gezocht. Bestuurlijke vernieuwing die voortvloeit uit een nieuwe taaktoedeling tussen overheden, kan helpen tegemoet te komen aan de huidige problemen van het openbaar bestuur. Naar verwachting zullen veranderingen op dit vlak de komende jaren mede bepalend zijn voor de gewenste investeringen en noodzakelijke bezuinigingen. En ook de nieuwe benadering van de relatie tussen overheid en burgers, zoals deze onder meer in het Lenteakkoord wordt aangekondigd en nu in de praktijk wordt gebracht, past in deze tijdgeest – werken aan de stad vanuit het perspectief van de burger, eerst in gesprek gaan met de stad, dán pas plannen maken; aandacht voor maatwerk; ruimte bieden voor ideeën en eigen initiatief. Ook herkenbare vertegenwoordiging, rechtvaardige behandeling en efficiënte dienstverlening hebben hierin een belangrijke plaats.
ONDERWERP
Wat de bevolking betreft spelen uiteraard ontgroening, vergrijzing en mogelijke krimp een rol. Overigens gaat dit gepaard aan kleinere huishoudens. Zo blijft een vraag naar meer woningen bestaan. Hoge kwaliteit, verdichting in de stad en ruimte voor de natuur zijn volgens het NICIS wezenlijke uitdagingen. Immigratie blijft aandacht vragen. Onder meer in het licht van arbeidsmobiliteit.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Naast deze feitelijke ontwikkelingen heeft met name het NICIS de stad gewezen op de trends die op langere termijn een rol spelen. Belangrijk in beschouwingen op de wat langere termijn over de economie is de ontwikkeling (de groei) van de koopkracht zoals die door het NICIS beschreven wordt. Men moet uitgaan van een samenleving die een veel grotere koopkracht dan die van dit moment heeft. Daarnaast wijst het NICIS op ontwikkelingen op het gebied van de arbeid, en op een verandering in de sectorstructuur van de economie: een nog grotere rol van de dienstensector. Stimuleren van ondernemerschap, flexibiliteit, netwerken, inrichting van bedrijventerreinen, specialisatie en de kwaliteit van onderwijs zijn volgens het NICIS voor de stad belangrijke uitdagingen.
PAGINA
Trends en ontwikkelingen
6
1.4
Wat hebben we tot nu gedaan aan bezuinigingen en wat komt er op ons af? Voor de verkiezingen in maart is een ambtelijk stuk uitgebracht met ideeën over mogelijke bezuinigingen. Verschillende concrete bezuinigingen daaruit (met name de financieel technische) zijn meegenomen in deze ontwerp MJPB voor het jaar 2011. Voor de langere termijn gaan we nu een nieuw proces in. De besluitvorming in de raad over deze MJPB 2011-2014 valt in tijd samen met besluitvorming over het proces van de Arnhemse brede heroverweging die in het voorjaar van 2011 tot concrete bezuinigingsmaatregelen moet leiden. Kritische beschouwing van taken en innovatie van de gemeentelijke invulling van taken zullen daar ongetwijfeld deel van uitmaken. De ontwerp begroting voor 2011 is financieel sluitend. Voor de jaren erna moet naar verwachting verder bezuinigd worden: in 2012 en 2013 circa € 18 miljoen oplopend naar € 25 miljoen in 2014 tot mogelijk € 29 miljoen vanaf 2015. Daarbij is rekening gehouden met de verwachte verlaging van de algemene uitkering van het rijk. Het nieuwe kabinet bepaalt de definitieve omvang daarvan. Dit zijn enorm grote bedragen, die veel impact op de stad en haar bewoners zullen hebben. Al de hierboven genoemde ingrediënten bepalen mede de ontwikkelingsrichting van de stadsprogramma’s. Concreet gaan we hieronder in op de stadsprogramma’s.
1.5
Sturen met stadsprogramma’s
De gemeente Arnhem heeft in de laatste jaren van de vorige eeuw een strategische visie ‘Arnhem 2015’ ontwikkeld. Samen met het bestuur, organisaties en mensen uit de stad, is in een jaar tijd deze visie ván en vóór de stad samengesteld. Deze visie ‘Arnhem 2015’ is in 2004 geactualiseerd. De toen verschenen Tussenbalans visie Arnhem 2015 laat zien dat de opgaven van de stad vooral gericht moeten zijn op het tegengaan van de voor Arnhem zo kenmerkende tweedeling in de stad, de kloof tussen kansarmen en andere bewoners. Het uitbouwen en benutten van de bijzondere kansen van de stad werd daarbij als belangrijke opgave gezien, waarbij de gedachte was: het vergroten van de aantrekkelijkheid van de stad als hefboom voor de sociale structuur. In de Tussenbalans zijn deze belangrijke opgaven voor de stad vertaald in vier brede stadsprogramma’s. De stadsprogramma’s en het programmagestuurd werken moeten er voor zorgen dat de gemeente samenhangend en interdisciplinair werkt aan de belangrijke vraagstukken en opgaven voor de stad.
ONDERWERP
Bezuinigingen van het Rijk en de bezuinigingen en investeringen van de Provincie vragen goede afstemming en overleg met de gemeente.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De provincie heeft inmiddels besluiten genomen over haar toekomstige taakinvulling. Opvallend is dat fors wordt bezuinigd op allerlei maatschappelijke en culturele voorzieningen. Er zullen ook aanzienlijke versoberingen plaatsvinden op beleidsterreinen als economie, ruimtelijke ordening en mobiliteit/infrastructuur. Daarnaast gaat het bij de bezuinigingen ook om veranderingen in de manier van werken van de uitvoeringsorganisaties bij de provincie en de gemeenten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de handhaving in het kader van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) . Overigens blijft de provincie investeren in structuurversterking en dat sluit weer goed aan bij een aantal prioriteiten in het Arnhemse Lenteakkoord. We doelen daarbij vooral op de aandacht voor duurzaamheid, economie en innovatie en de focus op de stedelijke kerngebieden (onder meer op het gebied van de mobiliteit).
PAGINA
Ingrepen in de woningmarkt zoals liberalisatie van de huurmarkt, het eventueel verminderen van de hypotheekrenteaftrek, dalende prijzen van koopwoningen en grond hebben gevolgen voor zowel de inkomens van mensen als de bouw. Het beperken van de Rijksbijdrage voor bodemsaneringen zal rechtstreeks van invloed zijn op het tempo van bodemsaneringen en daarmee op gebiedsontwikkelingen. Energiemaatregelen worden in de toekomst mogelijk niet langer gestimuleerd door subsidies, maar door onvoldoende zuinigheid (financieel) af te straffen. Daardoor gaat “de vervuiler meer zelf betalen”.
7
De gevolgen van de mogelijke Rijks- en Provinciale bezuinigingen op het Gemeentelijk beleid Het rijk gaat de komende jaren zwaar bezuinigingen. Dat heeft consequenties voor de mensen in het land en voor de inwoners van onze stad. Zo zouden mensen met uitkeringen (bijvoorbeeld de WWB) met kortingen op die hoogte van die uitkeringen kunnen worden geconfronteerd. Tevens kunnen mensen getroffen worden door rijksbezuinigingen op bijvoorbeeld zorg- en huurtoeslagen en kindregelingen. Ook zouden er hogere eigen bijdragen in de zorg kunnen komen en worden er mogelijk pakketversmallingen doorgevoerd in de AWBZ. Het is daarom te verwachten dat het aantal burgers, dat in de knel komt en een beroep doet op de gemeente en haar armoedebeleid, de komende jaren toeneemt.
Het nieuwe stadsbestuur wil het sturen met stadsprogramma’s doorzetten. Het is daarom nu van belang om de stadsprogramma’s te actualiseren in het licht van het nieuwe coalitieakkoord en tegen de achtergrond van hoe het er op dit moment in de stad voor staat. Welke ambities horen daarbij? Welke lange- en korte termijndoelen? Welke speerpunten van beleid? Hoe komen we tot een scherpe focus op die zaken die er echt toe doen? Het voorstel is naar voren gekomen om per stadsprogramma een meerjarenperspectief te schetsen met doelen voor de langere termijn, te bereiken ‘stippen op de horizon’ voor bijvoorbeeld tien jaar én dan jaarlijks enkele thema’s per stadsprogramma ter hand te nemen. Dit leidt uiteindelijk tot een jaarlijkse vaststelling door college en raad van een beperkt aantal thema’s per stadsprogramma. Per jaar wordt dan over het bereikte resultaat gerapporteerd. Het is de wens van het nieuwe stadsbestuur om de stad nadrukkelijk bij de uitwerking van het Lenteakkoord te betrekken. Dit geldt ook voor het bepalen van deze ‘langetermijnhorizon’ per stadsprogramma: dit gebeurt in samenspraak met betrokkenen in de Arnhemse samenleving. De stadsprogramma’s worden gebaseerd op maatschappelijke vraagstukken die nu spelen, op urgente problemen waar bewoners, organisaties en ondernemers van Arnhem tegenaan lopen. En op kansen en mogelijkheden die door hen worden benoemd. Luisteren naar dat wat in de stad, in de wijken of buurten speelt staat centraal, evenals het nauw betrekken van bewoners, ondernemers, professionals, scholen, bedrijven en andere partijen. Deze worden opgezocht, uitgenodigd en gevraagd om mee te denken. Per stadsprogramma zijn in deze Meerjarenbegroting de contouren geschetst die de basis vormen voor dit gesprek met de stad. Dit is per stadsprogramma verschillend en gebaseerd op ervaringen uit de afgelopen jaren, de input van het Lenteakkoord, signalen uit de stad en landelijke ontwikkelingen. Bij het bepalen van deze contouren is ook gekeken naar wat er in de toekomst aan belangrijke ontwikkelingen op ons afkomt. Stadsprogramma’s en Meerjarenprogrammabegroting De stadsprogramma’s maken ieder jaar deel uit van dit hoofdlijnenhoofdstuk van de begroting en brengen – zoals hierboven aangegeven rekening houden met actuele en maatschappelijke omstandigheden – focus aan in het gemeentelijk beleid. Ze vormen de ‘kop’ op de deelprogramma’s en moeten in de loop der tijd een steeds sterker stempel drukken op de inhoud van- en prioritering binnen de deelprogramma’s. Het streven is om de komende tijd in te zetten op een betere verbinding tussen de stads- en de deelprogramma’s.
ONDERWERP
Stadsprogramma’s en Lenteakkoord De stadsprogramma’s zijn zoals gezegd een middel om te werken aan het tegengaan van de tweedeling in Arnhem en de opgaven die hiermee samenhangen. Ze zijn ‘gevuld’ met projecten, activiteiten, maatregelen die gezamenlijk aan deze doelstelling bijdragen. Ze brengen focus aan in het gemeentelijk beleid.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Overigens klinkt, nu er inmiddels zicht is op het einde van de visieperiode (2015), zowel bestuurlijk als ambtelijk en ook bij partners in de stad zo nu en dan de vraag: is het tijd voor een ‘update’ of een nieuwe strategische visie? Het is zinvol om hierover de komende tijd nader met elkaar van gedachten te wisselen.
PAGINA
8
Sinds 2006 zijn dit de vier stadsprogramma’s: 1. Aantrekkelijke centrumstad 2. Verbeteren van de woon- en leefomgeving 3. Participatie en werk 4. De zorgzame stad
Overzicht stadsprogramma’s
1.6.1
Stadsprogramma Aantrekkelijke centrumstad
PAGINA
9
1.6
Ambitie: Een vitale en florerende stad. Een stad waarin we samen inzetten op de sterke punten en onderscheidende kwaliteiten van Arnhem en waar we tijdig en passend inspelen op (korte en lange termijn) kansen en bedreigingen.
Sterke punten De Stadsmonitor 2010 laat zien dat Arnhem ondanks de economische crisis op diverse terreinen toch vooruitgang boekt. Het gaat bijvoorbeeld goed met het totaal aan werkgelegenheid en het aantal startende ondernemers is verder gestegen. Arnhem heeft nog steeds een sterke centrumfunctie voor werkgelegenheid en ook op winkelgebied. Het oordeel over de kwaliteit en de bereikbaarheid van de binnenstad steeg de afgelopen jaren. De bereikbaarheid van banen vanuit Arnhem is bovengemiddeld. Prijzen die Arnhem de afgelopen jaren ontving als Beste binnenstad, Beste evenementenstad en Groenste stad bevestigen het beeld van een aantrekkelijke, levendige stad, waar het goed toeven is. Economische agenda Maar het gaat niet op alle punten goed. Zo blijft bijvoorbeeld de groei in werkgelegenheid in bepaalde sectoren achter. Natuurlijk zien we hier het effect van de crisis, maar het onderstreept ook het belang van het doorgaan op de koers die met de Economische Agenda is ingezet: zorgen voor een goed ondernemingsklimaat, samen met partners in de stad én in de regio. Met als doel om zowel bestaande bedrijvigheid te behouden als nieuwe bedrijvigheid aan te trekken. Daarnaast: sterke economische sectoren in Arnhem (zakelijke dienstverlening, toerisme & vrije tijd en zorg & welzijn) koesteren en inzetten op verdere groei. En ten derde: het stimuleren van de ontwikkeling van twee onderscheidende economische clusters: Mode en Vormgeving en Energie- en Milieutechnologie. ‘Modestad’ en ‘Energiestad’ Het cluster Mode en Vormgeving timmert zichtbaar aan de weg, onder andere met aansprekende vlaggenschepen als ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, de Arnhem Mode Biënnale en het Modekwartier Klarendal. Er ligt een stevige basis die nu wordt uitgebouwd. Dit gebeurt door in te zetten op samenwerking (ook binnen de EU), op (internationale) promotie en marketing, op de ontwikkeling van ondernemerschap en door ontwerpers te koppelen aan het bedrijfsleven. In het cluster Energie- en Milieutechnologie (EMT) is de werkgelegenheid de afgelopen jaren fors gegroeid. Toch is er geen reden om achterover te leunen. Verdere ontwikkeling en groei (zoals meer bedrijven en groei van de werkgelegenheid, meer lectoren aan de HAN en meer studenten, en een actieve promotie van en door de sector) is cruciaal, alsook het boeken van zichtbare resultaten. De vele van oudsher in Arnhem aanwezige energiebedrijven en advies- en ingenieursbureaus op energietechnisch gebied, maken dat Arnhem kansen heeft om zich binnen het EMT-werkveld met name op de E van Energie te onderscheiden. Dit ook in het licht van realisatie van de Arnhemse klimaat- en millenniumdoelen. Jong talent Naast de groei van werkgelegenheid is van belang dat de aanwezige werkgelegenheid zo goed mogelijk aansluit bij de Arnhemse beroepsbevolking. Dus: voldoende banen voor hoger én lager opgeleiden. Waar nu, om diverse redenen, de zorg uitgaat naar het tekort aan werk voor lager opgeleiden, dreigt op de langere termijn een tekort aan werknemers
ONDERWERP
Alle steden willen het: aantrekkelijk zijn voor bewoners, bedrijven en bezoekers. Arnhem is in veel opzichten voor deze groepen een aantrekkelijke stad, maar het kan en moet op punten nog beter. Niet in de laatste plaats omdat de wereld om ons heen sterk en snel verandert, in maatschappelijk en economisch opzicht. En daarmee veranderen wensen en behoeftes en ontstaan bedreigingen én kansen. De opdracht is daarom om te zorgen samen met de partners in de stad en ook daarbuiten - dat sterke punten van Arnhem sterk blijven en te waken voor (sluipende) achteruitgang, dat de mooie en unieke kanten goed voor het voetlicht gebracht worden en dat er adequaat wordt ingespeeld op veranderingen. Kern van het stadsprogramma is economische ontwikkeling; hoe zorgen we ervoor dat Arnhem een vitale, florerende stad is en blijft?
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Wat willen we bereiken? o Economische ontwikkeling en werkgelegenheid bevorderen. o Aantrekkelijke kracht binnenstad bevorderen. o Mobiliteit en bereikbaarheid bevorderen. o Bekendheid van de stad vergroten.
Was in het verleden nog één van de hoofddoelen het terugdringen van het autogebruik, nu zoeken we naar een samenhangend pakket van maatregelen, waarbij schoon, veilig en verblijfskwaliteit belangrijke aspecten zijn. Ook het belang van degenen die zich (deels) per voet verplaatsen is inmiddels veel sterker in beeld: een aantrekkelijke én bereikbare stad betekent goede voorzieningen voor voetgangers. In het kader van de op te stellen Verkeersagenda gaan voor de langere termijn de gedachten uit naar snelle, aantrekkelijke fiets- en OV-systemen. Dynamisch verkeersmanagement (het regelen van het verkeer op straat) en mobiliteitsmanagement (het beïnvloeden van de vervoerwijzekeuze) worden belangrijke instrumenten om de groeiende mobiliteit in goede banen te leiden. Ook de verdeling van schaarse parkeerruimte in dichtbebouwde gebieden in en rond het centrum is een belangrijk vraagstuk. Daarnaast is dit bij uitstek het onderwerp waar maatregelen (zoals het doortrekken van de A15) en samenwerking in de regio cruciaal zijn. Citymarketing Het is voor steden en daarmee voor Arnhem van belang om de aantrekkelijke kanten en vooral ook de unieke kwaliteiten voor het voetlicht te brengen, om de stad te ‘marketen’. Tegenwoordig wordt daarbij steeds vaker onderscheid gemaakt tussen citymarketing gericht op bezoekers enerzijds en op burgers en bedrijven anderzijds. Bezoekers, veelal toeristen, zijn gevoelig voor de klassieke vormen van stadspromotie (de ‘koude citymarketing’), terwijl burgers en bedrijven niet zozeer kijken naar wat een stad zegt te zijn, maar veel meer naar wat de stad daadwerkelijk is. Gezien het verhuisgedrag van burgers en bedrijven en in het licht van de verwachte demografische krimp, gaat het bij citymarketing vooral ook om het vasthouden van bewoners en bedrijven (‘warme citymarketing’): binden is minimaal even belangrijk als aantrekken. Het beoogde gevolg: trotse inwoners en veel, actieve ambassadeurs van Arnhem. Unieke kwaliteiten en iconen De meeste steden bieden een vergelijkbaar hoogwaardig aanbod aan voorzieningen. Dit onderstreept het belang van de eigen identiteit: wat is typisch Arnhems? Arnhem is in de eerste plaats heel veel: een gezellige winkelstad, een stad mee veel groen en een prachtige landschappelijke ligging. Een stad met een zeer complete culturele infrastructuur. Een stad vol creatieven. Met bekende attracties als Burgers Zoo en het Nederlands Openluchtmuseum. Het is de stad van de Slag om Arnhem. Van de trolleybus, van het Gelredome en Papendal. En straks wellicht ook een architectonisch bijzonder station, dat zich bevindt op het drukste spoorknooppunt op de oost -west én noord-zuid as. Groen & creatief Kijkend naar de essentie, naar het unieke profiel van Arnhem, komen duidelijk twee kernwaarden naar voren: het groene en het culturele/creatieve karakter. Het zijn de rode draden in de identiteit van Arnhem. Het is een combinatie die al eeuwenlang voor Arnhem
ONDERWERP
Mobiliteit en bereikbaarheid Een florerende stad is een bereikbare stad. En we doen het op verkeersgebied zo gek niet; de verkeersproblemen die Arnhem nu kent doen zich, afgezien van calamiteiten, eigenlijk alleen maar in de spits voor. Voor de korte termijn is er daarom geen reden om het huidige verkeersbeleid drastisch te wijzigen. Wel zullen de werkzaamheden aan omringende snelwegen (A12 en A50) de komende jaren tot extra verkeer in Arnhem leiden. En tot eind 2011 ondervinden treinreizigers nog hinder van de werkzaamheden aan het spoor.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
En daar waar er nog geen zicht is op een definitieve ontwikkeling - in de binnenstad en ook daarbuiten - moeten de mogelijkheden van tijdelijke invulling worden benut. Om de achteruitgang van plekken te keren en de levendigheid (weer) te vergroten.
PAGINA
Binnenstad Een belangrijk onderdeel van de economische motor is de Arnhemse binnenstad, de ‘huiskamer’ van stad en regio: in veel opzichten een aantrekkelijk stadshart, maar er zijn ook zwakke plekken. Plekken waar langdurige leegstand van bestaande kantoor- en winkelpanden heerst of dreigt. Tegelijkertijd staan op andere plaatsen nieuwe kantoren, winkels en woningen op stapel. Ook is er spanning waar het gaat om bereikbaarheid en parkeergelegenheid. Deze complexe setting dwingt tot een samenhangende benadering en afweging, met een goede balans tussen bestaand en nieuw, tussen groot- en kleinschalig en een duidelijke prioritering: wat eerst en wat later? Van bijzonder belang in dit verband is het Rijnbooggebied met het beoogde kenniscluster, de culturele trekker en het nieuwe plan voor het voormalige havengedeelte.
10
en aan jong talent in het bijzonder. Deze groep heeft een belangrijke rol waar het gaat om vernieuwing. In dat licht groeit het besef dat de aantrekkelijke stad van de toekomst, ook een stad is die jong talent, waaronder studenten, weet aan te trekken en vast te houden. Een gezamenlijke opgave voor de (op dit punt al samenwerkende) Arnhemse kennisinstellingen, gemeente en ondernemers.
PAGINA
11
opgaat en die voor geen enkele andere, middelgrote, stad in Nederland zo overtuigend geldt. Een groene en creatieve stad dat word en blijf je niet ‘vanzelf’. Het is een kwestie van behouden én vernieuwen, want stilstand is achteruitgang. Een hele opgave ten tijde van een economische crisis en met omvangrijke bezuinigingen voor de boeg. Mede naar aanleiding van de diverse ‘groene’ prijzen wordt er gewerkt aan een Groene Agenda. Met als doel om de belangstelling voor en de waarde van het Arnhems groen vast te houden, ten volle te benutten en verder uit te bouwen en vooral gebruik te maken van de vele (innovatieve) initiatieven en ideeën die er in de stad zijn.
Stadsprogramma Verbeteren woon- en leefomgeving
Ambitie: Het versterken van de positie van Arnhem als een prettige stad om te wonen met een gevarieerd woningaanbod voor een gevarieerde bevolking. Wat willen we bereiken? • Toename van het aandeel huishoudens met midden- en hogere inkomens. • Aandeel koopwoningen neemt toe van 35 % in 2004 naar 50% in 2016. • Toename van de sociale kwaliteit en afname van de overlast in stad en wijken. • Toename van de subjectieve veiligheid in stad en buurt. • Openbare ruimte in Arnhemse wijken wordt blijvend op basisniveau onderhouden (overeenkomstig Buitengewoon Beter). • Toename van de waardering van de openbare ruimte (zowel groen en als stenig).
Focus stadsprogramma De afgelopen jaren heeft de gemeentebrede sturing binnen het stadsprogramma zich vooral gericht op het voorbereiden, implementeren, uitbouwen en uitvoeren van de aanpak van de krachtwijken en de GSOIII-preventiewijken. In die wijken is veel in gang gezet. Gefocust is vooral op schoon, heel, veilig en sociaal, naast de fysieke component die door met name de corporaties al veel eerder in gang was gezet. Bewoners, corporaties en gemeente treden als partners op. De door toenmalig minister Vogelaar genoemde thema s, wonen, werken, leren/opgroeien, integratie, veiligheid, sport/cultuur en achter de voordeur, waren uitgangspunt van handelen. In de nieuwe begrotingsperiode richten partners zich ook op een gezamenlijke ‘stip aan de horizon’. Wat is de gezamenlijke ambitie ten aanzien van de wijkenaanpak? Voortgang De aanpak in de kracht en GSOIII-preventiewijken is vol op stoom, vindt voortgang zoals geambieerd en wordt de komende jaren voortgezet. Immers, bewoners, corporaties, gemeente en Rijk hebben met elkaar afgesproken de wijkenaanpak 10 jaar vol te houden. De gemeente Arnhem wil zich daaraan houden. Dit is in lijn met het Lenteakkoord dat keuzes maakt voor vraaggerichte sturing, een vernieuwde wijze van wijkgericht werken en versterking van de leefbaarheid en veiligheid in de wijken. De wijkenaanpak heeft inmiddels veel commitment gebracht tussen bewoners, corporaties, gemeente en de uitvoerende partners in het veld en is een algemeen aanvaard verschijnsel geworden. Het bijzondere van de programmatische aanpak begint gewoon te worden en dat is nu precies de situatie die wenselijk is. Want een programma is eindig, een tijdelijke manier om de reguliere aanpak te intensiveren, de witte vlekken op te sporen, de tekortkomingen en de gaten te vullen. Om na afloop verder te kunnen met een krachtiger staande organisatie. De voortgang van de krachtwijkenaanpak wordt gemonitord aan de hand van een zevental thema’s: wonen, werken, leren en opgroeien, integreren, veiligheid, sport en cultuur en achter de voordeur. De Wijkmonitor 2010 laat zien dat ten aanzien van de krachtwijken verschillende positieve ontwikkelingen zijn te zien. Dit positieve beeld wordt bevestigd door de bevindingen van de visitatiecommissie aandachtswijken. Zo is de woningvoorraad in ontwikkeling (er wordt gesloopt maar vindt ook nieuwbouw plaats) en geven inwoners aan dat de buurt is vooruitgegaan en denkt bijna de helft van de bewoners dat de komende
ONDERWERP
1.6.2
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Horizon Vanuit verschillende invalshoeken wordt op dit moment ver vooruit gekeken: waar moeten we ons op voorbereiden, welke keuzes zijn aan de orde, wat sluit het beste aan bij waar we nu al sterk in zijn? Een succesvolle stedelijke ontwikkeling vraag om een perspectief, om een stip aan de horizon. Van belang is daarbij: geen blauwdrukbenadering, geen overschatting van de sturingsmogelijkheden van de (gemeentelijke) overheid en het besef dat er van een stad geen eindresultaat bestaat. Én: een vitale en florerende stad is een stad die maximaal inzet op en gebruik maakt van de creativiteit, de verbeeldingskracht en het innoverend vermogen van álle ‘deelnemers’ aan de stad. Want de toekomst laat zich lastig voorspellen en eerder behaalde resultaten bieden geen garanties …
Versterking wijkgericht werken Om het grote volume van de wijkenaanpak in korte tijd aan te kunnen is gekozen voor een krachtige inzet. Nu echter de wijkenaanpak goed is ingedaald, verdient het aanbeveling om de span of control van de aanpak te heroverwegen. De kunst is echter om tot schaalvergroting te komen, zonder de aandacht voor wijken en buurten te laten verslappen. Herordening van het volledige areaal van wijkgerichte menskracht en middelen richting een gebiedsgerichte werkwijze is een mogelijke oplossing. Op gebiedsniveau brengt een gebiedsmanager de situatie in stadsdelen in kaart, maakt langs de programmatische lat benodigde programma’s in samenwerking met de vakdiensten en zet die uit. Op wijk en buurtniveau schakelt een wijkmanager tussen wijk en gebied, is opdrachtgever voor activiteiten en controleert of die ook naar afspraak worden uitgevoerd. De opbouwwerker ondersteunt de bewoners en organiseert de bewonersparticipatie. Onderlinge goed gelegitimeerde beslislijnen lijnen zijn cruciaal. Borging wijkenaanpak De krachtige keuze in het nieuwe collegeakkoord voor een versterkte positie van de wijkbewoners, wijst op doorzetting van de krachtwijkenaanpak, ook als de externe financieringsbronnen (mogelijk) gaan opdrogen. Voortzetting impliceert dan dat de programmadoelen en opbrengsten van de wijkenaanpak een rol gaan spelen bij de inzet van reguliere middelen en de gerichtheid van de staande organisatie. Wim Deetman, voorzitter van de visitatiecommissie aandachtswijken, noemde dit de ‘kanteling’ van de Arnhemse gemeentelijke organisatie richting de burger/de (aandachts)wijken.
ONDERWERP
Middelen De wijkenaanpak wordt in 2010 en 2011 in de wijken Malburgen en Presikhaaf in nagenoeg hetzelfde volume voortgezet. Voor het Arnhemse Broek en Klarendal geldt, dat in 2011 onvoldoende middelen voorhanden zijn om het volume van het programma van 2010 voort te zetten. In deze wijken zal met de bewoners besproken worden of zij bereid zijn om met de hen toegekende bewonersgelden, een gedeelte van het programma te financieren. Voor 2012 en verder bestaat geen zekerheid over de beschikbare Rijksmiddelen. Het is tevens de vraag of in 2012 de provinciale GSO-middelen opnieuw beschikbaar worden gesteld. De gemeente, tenslotte, bezuinigt. Mede in het licht van een nieuw collegeakkoord, een nieuw kabinet, de crisis en de bezuinigingen is het van belang om te bezien op welke wijze de winst en de vernieuwing die uit de krachtwijken voortkomt ingebracht kan worden in regulier beleid vice versa, met inbegrip van de budgetten. Er zal dus schaarste verdeeld moeten worden om de wijken de komende jaren in beeld te houden.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Monitoring Monitoring middels Stadsmonitor, Wijkmonitor en Leefbaarometer geeft de actuele stand van zaken weer en formuleert dus als het ware een tijd,- en plaatsgebonden rapportpunt. Nog interessanter is de vraag welke interventies nu hebben geholpen en welke niet. In het eerste geval ligt versterken voor de hand, in het tweede geval: stoppen en de krachten wijden aan wat wel werkt. Kwalitatieve monitoring verdient, als instrument om te kunnen sturen, aandacht. De komende monitoringsronden dienen vooral die aspecten specifiek benadrukt te worden.
PAGINA
De GSOIII-preventiewijkenaanpak loopt gelijk op met die van de krachtwijken. In de GSOIII-preventiewijken hebben de bewoners echter een negatiever oordeel over hun eigen woon- en leefomgeving. Extra aandacht voor deze wijken lijkt derhalve op zijn plaats. Niet op de schaal en met de intensiteit die in de krachtwijken aan de orde is, maar met een aanpak die bewoners het vertrouwen geeft dat de overheid er ook voor hen is, die de overtuiging geeft dat zij ertoe doen.
12
jaren de buurt (verder) vooruit zal gaan. De krachtwijken lijken zich in toenemende mate positief te ontwikkelen. Niet dat alles nu ‘rozengeur en maneschijn’ is, maar diverse signalen duiden op kentering. Deels is dat een kwestie van psychologie: door de zicht,- en voelbare veranderingen in hun directe omgeving krijgen bewoners het idee dat er vooruitgang is en/of ze hebben dat ook zo ervaren en verwachten daardoor (verdere) vooruitgang. Deels is het fysiek: herstructurering en nieuwbouw (inclusief die van voorzieningen) leidt tot een andere woon- en leefomgeving. Deels ook sociaal vanwege de geboden ondersteuning en stimulans op velerlei gebied. Toch zijn er ook enkele andere ontwikkelingen; zo is de gemiddelde woningbezetting duidelijk afgenomen en is (in Klarendal en Presikhaaf-West) het aantal arbeidsplaatsen afgenomen.
PAGINA
13
1.6.3
Stadsprogramma Participatie en werk
Ambitie: Het met kracht terugdringen van de relatief hoge werkloosheid en maatschappelijke inactiviteit van bewoners die langdurig geen werk hebben. En met kracht voorkomen dat jongeren in zo’n situatie van werkloosheid en langdurige inactiviteit terecht komen.
Match op de arbeidsmarkt Allereerst volgen hieronder een aantal thema’s die een relatie hebben met de match op de arbeidsmarkt in Arnhem. Deze thema’s zijn voortgekomen uit een strategische verkenning naar de mismatch in Arnhem. Met de mismatch wordt gedoeld op de hoge werkeloosheid onder laaggeschoolde Arnhemmers in combinatie met het ontbreken van voldoende laaggeschoold werk. Hoofdconclusie van de verkenning is dat er in Arnhem een goede basis ligt om te werken aan het bevorderen van de ‘match’ op de arbeidsmarkt. Het ligt dan ook voor de hand om vooral door te gaan op de ingeslagen weg en daarbij diverse programmalijnen aan te scherpen. • In de afgelopen jaren zijn diverse nieuwe lijnen uitgezet om de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verbeteren. De vraag- en de aanbodkant zijn niet langer gescheiden werelden en de aandacht voor de (zeer) laagopgeleide werkzoekenden in de kracht- en GSO III-wijken is zichtbaar aanwezig. In de wijkplannen neemt het thema ‘werk’ een prominente plaats in. • Aan de aanbodkant wordt geïnvesteerd in het verhogen van het opleidingsniveau van de laagst opgeleiden en het verder ontwikkelen van de kwaliteit van (toekomstige) werknemers. Ook het ondersteunen van ondernemers bij bemiddeling en personeelsvoorziening en het trainen van werknemersvaardigheden wordt opgepakt. De inzet is duurzaam opleiden en ontwikkelen van jongeren en ouderen, kortom van iedereen. • De gemeentelijke inspanningen voor het stimuleren van werkgelegenheidsontwikkeling zijn gericht op het zorgen voor een goed ondernemingsklimaat, op de uitbouw van de aanwezige sterke economische sectoren en op de ontwikkeling van twee nieuwe, kansrijke clusters. De verwachting is dat (mede) hierdoor werkgelegenheid ontstaat voor alle opleidingsniveaus. Onder de noemer wijkeconomie is ingezet op het stimuleren van werkgelegenheid in de wijken. • De Arnhemse (mis)matchproblematiek is onderdeel van het bredere arbeidsmarktvraagstuk: het blijven benutten van alle mogelijke kansen om de match tussen vraag en aanbod te verbeteren is een belangrijke opgave voor de toekomst. Duidelijk is dat er aandacht moet blijven uitgaat naar het stimuleren van alle mogelijke matches tussen werkgevers en werknemers, tussen onderwijs, overheid en ondernemers. Uitgangspunt is dat op de ingeslagen weg wordt doorgegaan en dat op diverse punten nadrukkelijk een focus komt te liggen. De rol van de gemeente Arnhem is vooral het stimuleren, verbinden en faciliteren van partijen, zodat verbetering van de ‘match’ op de arbeidsmarkt mogelijk wordt. Als gemeente willen wij dan ook graag met alle betrokken partijen in gesprek blijven over mogelijkheden die zich voor doen en over het bevorderen van samenwerking en samenhang. Thema’s die nader worden uitgewerkt zijn: Werk in de wijken Investeren in het thema ‘Werk’ in de kracht- en GSO III-wijken blijft een urgent thema evenals het voorzetten van de aanpak van jeugd en jeugdwerkloosheid.
ONDERWERP
Actualiseren van de ambities en doelen van het stadsprogramma Op het terrein van Participatie en werk is veel in gang gezet. Het spreekt voor zich dat we verder bouwen op de ervaringen die er al zijn en de thema’s die al eerder zijn genoemd. Echter, deze liggen niet vast. Zoals eerder in dit hoofdlijnenhoofdstuk is aangegeven, gaat het er nu om dat we – in overleg met in- en externe betrokkenen – een gezamenlijke focus vaststellen, prioriteiten benoemen en aan de slag gaan.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Wat willen we bereiken? o Een substantiële vermindering van het aantal langdurig werklozen (grotere brutoparticipatiegraad). o Een hoger opleidingsniveau, vooral voor inwoners – zeker ook jongeren - die op dit moment zeer laag opgeleid zijn. o Betekenisvolle activiteiten voor iedereen die in Arnhem woont: bij voorkeur in de vorm van arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie. Meer vrijwilligerswerk. o Belemmeringen wegnemen die burgers verhinderen om te participeren: het gaat hierbij o.a. om het bestrijden van armoede, verminderen van isolement en discriminatie.
Bestaande thema’s Naast bovenstaande punten die vooral gerelateerd zijn aan de mismatch op de arbeidsmarkt, zijn net als voorgaande jaren binnen het stadsprogramma Participatie en Werk de volgende thema’s in beeld: Krachtigere activering van de meest kwetsbaren: daarbij gaat het om onderwerpen als de modernisering van Wsw, het vergroten van de maatschappelijke participatie van WWB-ers, de Arnhem Card, de aandacht voor WAJONG groep in Arnhem. Het promoten en stimuleren van vrijwilligerswerk, juist voor mensen die de stap naar werk (weer) moeten zetten. Verminderen van belemmeringen en sterker beïnvloeden van keuzes die een rol spelen bij deelname van niet-actieven aan de samenleving. (o.a. reductie taal- en culturele barrières, bestrijding van armoede bij kinderen en extra inzet op preventie en nazorg bij schulddienstverlening). In de komende bestuursperiode zal - zoals het Arnhems Lenteakkoord heeft aangegeven de Stadsagenda ‘Arnhem Omarmt’ en de gemeentelijke Armoede Agenda verder worden uitgevoerd. In de komende periode ligt de focus op het bevorderen van de financiële zelfredzaamheid van inwoners in een vroegtijdig stadium (preventie) en verdere samenwerking met externe partners en partijen in de stad om armoede tegen te gaan.
1.6.4
Stadsprogramma Zorgzame stad
Ambitie: Het ondersteunen van (kwetsbare) bewoners van Arnhem die dat op eigen kracht niet redden. Het verbinden van mensen, activiteiten, initiatieven en projecten. Wat willen we bereiken? o Een samenhangend geheel van mensen, activiteiten, initiatieven en projecten waardoor “meer welzijn geeft minder zorg” gerealiseerd wordt. o Goede ontwikkelkansen voor jeugd en jongeren: laagdrempelige (opvoedings)ondersteuning voor ouders en kinderen, minder schooluitval en hogere deelname aan sport. o Meer veiligheid voor jong en oud: beter gevoel van veiligheid, betere zorg voor kwetsbare groepen, minder overlastmeldingen.
Actualiseren van de ambities en doelen van het stadsprogramma De laatste jaren is sterk ingezet op ‘empowerment’ van bewoners en jongeren: ‘meedoen doe je zelf!’. De gemeentelijke participatiecoaches en seniorenadviseurs, straathoekwerkers, schoolmaatschappelijkwerkers, woonbegeleiders en vele andere
ONDERWERP
Arbeidsmarktbeleid toekomst bestendig houden Op termijn is waarschijnlijk sprake van een kwantitatieve mismatch op de arbeidsmarkt: demografische ontwikkelingen kunnen er toe leiden dat er in de toekomst spanningen ontstaan op de arbeidsmarkt. Om hier op voorbereid te zijn is een strategisch arbeidsmarktbeleid nodig.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Relatie onderwijs arbeidsmarkt Ook het optimaliseren van de relatie onderwijs en arbeidsmarkt is een belangrijk thema. Daarbij gaat het om het intensiveren van de samenwerking Overheid, Onderwijs en Ondernemers; het vraaggericht werken aan werk, door alle partners; mee laten bewegen van onderwijs: inzet op maximale talentontwikkeling en vraagombuiging. Vanuit de positie van de werknemers is het volgende van belang: inzetten op maximale talentontwikkeling bij nieuwe en zittende werknemers; duurzaam investeren in leren en vooral ook verhogen van het opleidingsniveau van de zeer laag opgeleiden.
PAGINA
Voorzetten van de aanpak van jeugd en jeugdwerkeloosheid In Arnhem is een behoorlijk grote groep jongeren (< 27 jaar) maatschappelijk uitgevallen of dreigt uit te vallen. Zij hebben vaak meerdere problemen. Het is voor de stad van groot belang dat ook zij naar hun mogelijkheden begeleid worden richting onderwijs of via activering naar werk. Een groot deel van deze jongeren woont in de kracht- of GSO IIIwijken. Inmiddels ligt er een (regionaal) plan van aanpak voor de bestrijding van jeugd werkloosheid zijn diverse projecten gestart zoals “Aanval op de uitval”, het project “To Get there” en “What ever it takes”.
14
Er zijn al veel goede voorbeelden en initiatieven binnen het thema “werk” in de kracht- en GSO wijken te vinden. Deze zijn soms nog te onzichtbaar voor beleidsmakers, werkgevers en ondernemers. Het is van belang om kennis en inzichten op dit thema te delen. Het is ook gebleken dat een debat met bewoners leidt tot meer begrip van de situatie en de eigenheden van de wijk. Het leidt ook tot meer gerichte en effectievere interventies die in de wijken een groter draagvlak hebben. Dit spoort met het Lenteakkoord, dat bewoners een prominente plek geeft in gemeentelijk beleid en dat 'buiten naar binnen haalt' en andersom.
• Decentralisatie van de jeugdzorg naar de (centrum)gemeenten Op dit moment is sprake van verschillende overheidslagen en financieringsstromen. Diverse organisaties (jeugdzorg, justitie, onderwijs,) en overheidslagen (provincies, gemeenten, Rijk) zijn betrokken en proberen hun inspanningen op elkaar af te stemmen. In de kabinetsvisie (april 2010) hebben de ministers Rouvoet en Hirsch Ballin gesteld dat alle zorg en hulp aan jongeren op termijn onder gemeentelijke regie moet komen te vallen. Gepleit wordt alle jeugdzorg onder de regie van de gemeente te laten vallen en dus ook alle middelen naar de gemeenten te laten gaan (vrijwilliger zorg in 2016 en gedwongen zorg in 2018). De kabinetsvisie geeft gemeenten een financiële prikkel te investeren in vroegtijdige signalering en preventie en daarmee escalatie van problemen te voorkomen. Hoewel het allemaal ver weg in de tijd lijkt, moeten we ons nu terdege voorbereiden op deze ontwikkelingen en de consequenties daarvan voor onze rol en taken. • Nieuw welzijn: vraaggericht, met scholing, werk en participatie als nadrukkelijke focus Het welzijnswerk kent een lange traditie van aanbod gericht werken. De ‘kanteling’ naar “vraaggericht” is weliswaar niet meer nieuw, maar nog steeds actueel. De ‘vraag’ of ‘opdracht’ die wij als overheid stellen aan gesubsidieerde instellingen kan nog altijd aan scherpte winnen. Willen wij nadrukkelijker dan voorheen een focus richting talentontwikkeling, scholing, werk en participatie? En zo ja, wat betekent dit dan voor het bestaande welzijnsbeleid? • Versterken en versnellen van de beweging van “zorg naar welzijn” Het Wmo thema “Beter welzijn geeft minder zorg” is nog steeds actueel. De vraag is hoe we dit thema kunnen versterken en versnellen. In 2011 komt een nieuwe verordening voor de individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, die gebaseerd is op de landelijke en lokale ontwikkelingen met betrekking tot de “Kanteling”. Het landelijke proces van De Kanteling stimuleert een andere zienswijze op de compensatieplicht vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit houdt o.a. in dat individuele voorzieningen alleen in uiterste gevallen worden ingezet. Om deze kanteling mogelijk te maken betekent dit dat in de komende periode meer ingezet moet
ONDERWERP
• Versterken van de sociale netwerken rondom kinderen en jongeren Preventie en hulp dicht bij huis is al lange tijd inzet van beleid. De komst van de Centra voor Jeugd en Gezin zijn daarbij een belangrijke stap. Streven is om zoveel mogelijk hulp en ondersteuning in de directe omgeving van kinderen en ouders te realiseren en om hen zelf zo sterk mogelijk te maken (empowerment): zo min mogelijk opschalen en zo min mogelijk specialistische hulp. Als dat wel nodig is, dan altijd in samenhang: één gezin of één kind, één aanpak! Armoedebestrijding onder kinderen is hierbij een belangrijk aandachtspunt: met de partners in de Centra voor Jeugd en Gezin, de gezondheidszorg en scholen worden meer afspraken gemaakt om gerichte voorzieningen vroegtijdig in te zetten.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Thema’s Vanuit het bestaande programma zijn verder de volgende thema’s in beeld: het verbeteren van de zorg voor groepen met ernstige problemen, zoals verslaafden, dak- en thuislozen, zwerfjongeren; het laagdrempelig en dichtbij huis organiseren van toegang tot zorg en ondersteuning; het vergroten van ontwikkelkansen bij jeugd en jongeren in achterstandsituaties; het versterken van de integrale opvang en zorgvoor jeugd; het bevorderen van een goed lopende veiligheidsketen. In relatie tot het stadsprogramma Zorgzame stad zijn ook de hierna volgende (nieuwe) thema’s in beeld. De bestaande en nieuwe thema’s vormen als het ware de basis om met partners uit de stad in gesprek te gaan.
PAGINA
Tegengaan van maatschappelijke uitval van jongeren Binnen dit stadsprogramma is één dienstoverstijgend en urgent thema’s dat om extra aandacht en voortzetting vraagt, namelijk het tegengaan of voorkomen van maatschappelijke uitval van jongeren. ‘Maatschappelijke uitval van jongeren’ is een scherpe en nieuwe typering van de risicojeugd-problematiek. Maatschappelijke uitval van jongeren is een groot, actueel probleem dat in vele steden speelt en om een stevige aanpak vraagt. Voor Arnhem gaat het naar schatting om ca. 2000 (ca. 5%) kinderen en jongeren die echt in ‘zwaar weer’ zitten: ernstig schoolverzuim, psychische problemen, problemen in het gezin, kindermishandeling, zwerven op straat, schulden, crimineel gedrag, vroegtijdige schoolverlaters, werkloosheid, overlast veroorzakers, drank- of drugsproblemen of een combinatie van dit alles.
15
professionals zetten zich dagelijks met hart en ziel in om de (kwetsbare) bewoners (oud en jong) te ondersteunen en ervoor te zorgen dat ze (weer) op eigen kracht maatschappelijk actief worden, aan het werk komen of weer naar school gaan. De samenwerking in het veld is zichtbaar verbeterd en we weten elkaar over het algemeen beter te vinden. Ook bij dit stadsprogramma staan we voor een actualisatie op basis van wat er nu leeft en speelt in de stad en van datgene dat in het nieuwe coalitieakkoord is verwoord. Het gaat er nu om dat we opnieuw gezamenlijk de focus vaststellen, prioriteiten benoemen en vervolgslagen maken. Onderwijs en participatie (+ werk) zijn hierbij kernbegrippen.
ONDERWERP
• Toenemende segregatie In voorschoolse voorzieningen en op basisscholen is vaak zichtbaar dat er geen afspiegeling van de wijk aan de orde is. Kinderen van werkende en vaak hoger opgeleide ouders zie je bij de kinderopvang en kinderen van laagopgeleide en vaker allochtone ouders tref je op de peuterspeelzaal. Vergelijkbaar beeld is zichtbaar op de Vmbo scholen: een oververtegenwoordiging van leerlingen van allochtone afkomst. Er is een toenemend risico van een tweedeling in de Arnhemse samenleving.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
• Van extra naar ‘nieuw regulier beleid’ Onder andere als gevolg van de ‘Vogelaar’ middelen zijn extra mensen ingezet (bijv. opbouwwerk, ambulant jongerenwerk, zorgcoördinatoren etc.). Deze ‘inzet’ moet leiden tot herijking en vernieuwing van het bestaande beleid (zonder de extra middelen!). Professionaliseren van de professionals, gericht op kwaliteit en niet op protocollen en regels e.d. kan deel uit maken van deze aanpak.
PAGINA
• Gezondheidszorg en gezondheidsbevordering in de krachtwijken Het is al jaren een bekend gegeven dat in de krachtwijken de gezondheidsproblemen groter zijn dan in andere wijken en dat dit samenhangt met de sociaal economische verschillen tussen de wijken. Inwoners van ‘achterstandswijken’ hebben gemiddeld een slechtere gezondheid dan de rest van Nederland. In diverse gemeenten is ervaring opgedaan met experiment de Gezonde wijk. In 2010 wordt onderzoek gedaan om de Collectieve ziektekostenverzekering voor minima vanaf 2012 beter af te stemmen op de preventieprogramma’s gezondheidszorg. Hierbij zal ook een beroep worden gedaan op de zorgverzekeraars die in Arnhem actief zijn.
16
worden op preventieve gezondheidszorg, op mantelzorgondersteuning en bevordering van het informele ondersteuningsaanbod, op het toegankelijk maken van algemene voorzieningen, op de woonomgeving en huisvesting. Collectieve voorzieningen moeten dichtbij in de omgeving en afgestemd op de leefsfeer van mensen worden georganiseerd. Daarnaast is het van belang dat de e ketendienstverlening (ZVW/1 lijnszorg, Abwz/thuiszorg en Wmo/gemeentelijk en welzijnsaanbod) op wijkniveau in de komende bestuursperiode zijn uitwerking via pilots krijgt. Ook dient Arnhem klaar te staan om eventuele uitbreiding van Abwz-taken naar het gemeentelijke domein te kunnen uitvoeren.
FINANCIEEL MEERJARENBEELD
2.1
Inleiding
De huidige begroting staat vooral in het teken van het oppakken van de taakstellingen zoals die in de vorige begroting zijn opgenomen en het anticiperen op de nieuwe taakstellingen die onder andere als gevolg van verwachte rijksbezuinigingen op Arnhem afkomen. Gezien deze financiële situatie zijn alleen de beleidsvoorbereidende en/of financieel neutrale onderwerpen uit het coalitieakkoord in deze begroting opgenomen. Dit betekent voorzichtigheid in het formuleren van nieuwe ambities en beleidswensen. Het gaat in deze begroting vooral om de uitvoering van de beleidslijnen die al eerder zijn vastgesteld. Daarnaast staat deze begroting in het teken van het oplossen van diverse knelpunten. Knelpunten die zijn ontstaan als gevolg van een gewijzigde burgervraag, verhoging planmatige budgetten voor onderhoud of als gevolg van een gewijzigde financieringsystematiek van het rijk. In onderstaande tabel is samengevat weergegeven hoe de meerjarenbegroting 2011 2014 zich ontwikkelt ten opzichte van de vorige begroting. In de navolgende paragrafen worden de betreffende posten verder uitgewerkt en toegelicht. Samenvattende tabel financieel meerjarenbeeld bedragen x € 1.000
Startpositie volgens MJPB 2010-2013 (MJPB 2010-2013 pag. 21) Raadsbehandeling 9 november 2009 (Addendum) Startpositie volgens definitieve MJPB 2010-2013 Nieuw beleid als gevolg van coalitieakkoord Opgenomen taakstellingen in MJPB 2010-2013 (par. 2.3) Taakstellingen agv verhogen budget voor planmatig onderhoud (par. 2.4) Taakstellingen agv verwachte verlaging algemene uitkering vanuit het Rijk (par. 2.5) Ontwikkeling gemeentefonds o.b.v. junicirculaire 2010 (par. 2.6) Financiële mutaties (par. 2.7) Knelpunten incl. dekkingsvoorstellen (par. 2.8) Dekkingsvoorstellen (par 2.9) Subtotaal MJPB 2011-2014
2011
2012
2.2
2014
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
pm -677 -8.691 0 -342 -1.951 -54 11.715
pm -2.613 -13.991 -4.300 101 -2.137 -1.226 6.037
pm -7.406 -10.991 -8.500 654 620 -1.254 9.037
pm -7.406 -10.641 -12.800 1.327 -3.337 -1.504 9.537
0
-18.129
-17.840
-24.824
18.129
17.840
24.824
0
0
0
Taakstelling brede heroverweging (par. 2.10) Totaal meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
2013
0
Algemeen financieel beeld
Net als in de vorige meerjarenprogrammabegroting heeft de gemeente Arnhem, mede als gevolg van te verwachten rijksbezuinigingen, te maken met negatieve financiële ontwikkelingen aan de inkomstenkant van de begroting. Waarbij in eerdere jaren de extra investeringen in de stad nog gefinancierd konden worden vanuit de groei van de algemene middelen, moet de aankomende jaren een pas op de plaats worden gemaakt vanwege de dalende algemene uitkering uit het gemeentefonds ( zie paragraaf 2.5 algemene uitkering). Daarnaast is het niet gepast om in tijden van economische krimp in te zetten op een forse lastenverzwaring voor de burger en bedrijven. Ondanks onze voorzichtigheid in het formuleren van nieuwe beleidswensen is er, gezien onze financiële positie, geen andere mogelijkheid om de meerjarenprogrammabegroting voor de jaarschijven 2012 tot en met 2014 sluitend te krijgen dan door het opleggen van een bezuinigingstaakstelling. Dekking kan uitsluitend worden gerealiseerd door om te buigen binnen de bestaande begroting. In paragraaf 2.10 treft u een toelichting aan op de voorgenomen taakstelling brede heroverweging.
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
“Het Arnhems Lenteakkoord” is de benaming van het nieuwe coalitieakkoord dat dient als leidraad voor de huidige bestuursperiode. Het coalitieakkoord omvat afspraken over onderwerpen waaraan de komende jaren gewerkt gaat worden. Deels betreft dit concrete vastgelegde zaken. Op andere terreinen zijn dit nog geen uitgewerkte plannen, maar een visie. Samen met mensen en organisaties in de stad worden de ideeën uit het akkoord omgezet in maatschappelijke en fysieke veranderingen.
PAGINA
17
2
PAGINA
18
Op het moment van het schrijven van deze begroting (augustus 2010) zijn de financiële consequenties van de hoogte van de algemene uitkering van het gemeentefonds op basis van de septembercirculaire nog niet bekend. Dit zou mogelijk tot een wijziging van de hiervoor genoemde bezuinigingstaakstelling kunnen leiden. Uiteraard wordt dit nauwkeurig gevolgd en bijgestuurd daar waar mogelijk en noodzakelijk. In paragraaf 4.2 “weerstandsvermogen” wordt aandacht geschonken aan de in de begroting gehanteerde uitgangspunten in relatie tot de actuele financiële situatie en de begrotingsrisico’s.
In deze begroting is de in de junicirculaire bekend gemaakte decentralisatie-uitkering in het kader van de middelen Vrouwenopvang in 2011 verwerkt. De overige BDU SIV-middelen zijn reeds in de vorige begroting structureel verwerkt. In 2010 is het derde ISV investeringstijdvak (2010-2014) gestart, dit nog op basis van de Wet stedelijke vernieuwing. De BDU Fysiek/ISV wordt per 1 januari 2011 gedecentraliseerd. In deze begroting zijn de te ontvangen middelen voor stadsvernieuwing en herstructurering, bodem en geluid vanaf 2011 als decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds opgenomen. Voor het onderdeel ISV-3 heeft het rijk een aantal afspraken op hoofdlijnen gemaakt. Het rijk bewaakt de voortgang van drie doelstellingen door middel van eigen landelijke monitors, zoals het WoOn en de Leefbarometer. In 2012 wordt middels een door het rijk uit te voeren midterm review een tussenstand opgemaakt van de voortgang van de stedelijke vernieuwing. Er is geen afzonderlijke ISV3-verantwoording meer noodzakelijk. De volgende landelijke doelstellingen zullen worden gevolgd: • bevordering van de kwaliteit en de differentiatie van de woningvoorraad, daar waar nodig rekening houdend met een te verwachten afname van het aantal huishoudens; in dit kader wordt de ontwikkeling van de verhouding tussen huur- en koopwoningen gevolgd; • bevordering van de fysieke kwaliteit van de leefomgeving; in dit kader wordt de waardering van de leefomgeving van de krachtwijken als onderdeel van de landelijke leefbarometer gevolgd; • bevordering van een gezonde en duurzame leefomgeving in het algemeen en meer in het bijzonder ten aanzien van bodem en geluid; in deelprogramma 15.2 zijn de specifieke doelen hiervoor grijs gearceerd opgenomen. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) De integratie-uitkering WMO maakt onderdeel uit van het gemeentefonds. De middelen (en mutaties hierin) die via deze uitkering ontvangen worden, worden gezien als algemeen dekkingsmiddel en worden via de hiervoor gebruikelijke afwegingsprocedure beschikbaar gesteld voor eventuele knelpunten.
ONDERWERP
In principe geldt dat middelen die worden verstrekt via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds behoren tot de algemene middelen van de gemeente en dus vrij te besteden zijn. Aangezien het belangrijk wordt gevonden dat rijk en steden zich gezamenlijk inspannen om zoveel mogelijk resultaten te boeken voor de stad en haar burgers, zullen het rijk en de steden ook bij een gedecentraliseerd stedenbeleid afspraken maken over te realiseren doelstellingen op lokaal niveau. Daarbij is er uiteraard een relatie tussen de omvang van de middelen en de te realiseren doelstellingen. Over de wijze waarop de gemeente de lokale doelstellingen realiseert, worden met het rijk geen afspraken gemaakt. Dat is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Steden en rijk zullen zich ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid inspannen om de prestatieafspraken te realiseren. Door middel van bestaande monitors wordt de voortgang gevolgd. Als partners overleggen rijk en steden met elkaar over de uitvoering en spreken elkaar tijdig aan wanneer de voortgang achter dreigt te blijven.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
StedenBeleid (Sb)2010-2014 De GSB III periode is in 2009 geëindigd. Aangezien het kabinet inzet op krachtige, vitale steden wordt ook het stedenbeleid tot en met 2014 voortgezet. De aanpak van het stedenbeleid wordt op belangrijke onderdelen anders. Een belangrijke wijziging betreft de decentralisatie van de uitkeringen. De voor het stedenbeleid beschikbare budgetten worden onderdeel van het gemeentefonds, maar blijven wel zichtbaar. Met ingang van 2010 is de BDU Sociaal, Integratie en Veiligheid (SIV) vervangen door een aantal decentralisatie-uitkeringen. De BDU Fysiek/ISV (Investeringsbudget stedelijke vernieuwing) wordt per 1 januari 2011 ook gedecentraliseerd via een decentralisatie-uitkering. De BDU Economie is met ingang van 2010 komen te vervallen.
Invulling opgenomen taakstellingen in de MJPB 2010-2013
2011
bedragen x € 1.000
Gemeentebrede restant taakstelling
Restant opgenomen taakstelling in MJPB 2010-2013
2.4
2012
2013
2014
-677
-2.613
-7.406
-7.406
-677
-2.613
-7.406
-7.406
Taakstelling verhogen budget planmatig onderhoud
Een groot deel van het achterstallig onderhoud aan gebouwen (onderwijs- en andere gemeentelijke gebouwen), wegen, groen en water is weggewerkt. Om de laatste achterstanden op te pakken, maar ook om te voorkomen dat over een aantal jaren opnieuw grote achterstanden in het onderhoud zullen ontstaan, is berekend dat de planmatige onderhoudsbudgetten van de kapitaalgoederen structureel moeten worden verhoogd. Aangezien de staat van onderhoud van kapitaalgoederen een bepalende factor is voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente, is het van belang hiervoor tijdig budget beschikbaar te stellen. Op basis van onderzoek blijkt dat er in 2012 een piek wordt bereikt van € 14 miljoen, maar dit betreft een incidentele component als gevolg van Buiten Gewoon Beter (BGB) in Presikhaaf. Daarna loopt het jaarlijks extra benodigde planmatig onderhoudsbudget weer terug. bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
Taakstellingen agv verhogen budget voor planmatig onderhoud kapitaalgoederen
-8.691
-13.991
-10.991
-10.641
Totaal verhoging planmatig onderhoud 2011-2014
-8.691
-13.991
-10.991
-10.641
De taakstelling bevat verhoging van het planmatig onderhoud voor panden in eigen beheer, onderwijspanden, de Lage Kade, eigenarenonderhoud Luxor en onderhoud aan diverse onderdelen binnen de openbare ruimte: watergangen, duikers en fonteinen, speelvoorzieningen, groen en wegen.
2.5
Taakstelling verwachte verlaging van de algemene uitkering
De rijksoverheid gaat naar verwachting korten op haar uitgaven, zowel op de algemene uitkering van het gemeentefonds als op voor specifieke doelen toegekende middelen. In het totaalbeeld is de verwachte daling van het gemeentefonds opgenomen, zoals gepresenteerd in de heroverwegingsvoorstellen van de rijkswerkgroepen van afgelopen 1 april. Voor Arnhem betekent dit naar verwachting een daling van € 4,3 miljoen in 2012 oplopend naar € 17 miljoen vanaf 2015. In de komende periode wordt op rijksniveau gewerkt aan een evaluatie en aan diverse scenario’s ten aanzien van de verdeling van het gemeentefonds. Het nieuwe kabinet zal hieruit een keuze gaan maken. De verwachte daling van de algemene uitkering die voortkomt uit de voorgestelde plannen van het rijk is echter relatief zeker. Om die reden is de hierboven weergegeven financiële taakstelling alvast opgenomen in het gepresenteerde financieel beeld. De verwachting is dat deze verlaging van het accres op zijn vroegst in het voorjaar van 2011 (op basis van de vorming van een nieuw kabinet) concreet gemaakt wordt en mogelijk financieel vertaald wordt in de meicirculaire 2011.
ONDERWERP
alle
Op te lossen taakstelling MJPB 2010-2013
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
In de MJPB 2010-2013 zijn in de jaren 2011 tot en met 2013 taakstellingen opgenomen op het gebied van bedrijfsvoering, cultuur, welzijn en sport. Om deze jaren sluitend te laten zijn is tevens een gemeentebrede restant taakstelling opgenomen. Op de onderdelen cultuur, welzijn en sport zijn kort na de zomer van 2010 voorstellen voor concrete invulling van deze taakstellingen aan de raad voorgelegd. Conform besluitvorming van de raad zijn deze inmiddels in de begroting verwerkt. De taakstelling op het gebied van de bedrijfsvoering is conform collegebesluit van 20 juli 2010 eveneens door middel van een concrete invulling in de begroting verwerkt. Deze bezuiniging op de bedrijfsvoering draagt in positieve zin bij aan het dekken van knelpunten voor 2011 en verder. Resteert de gemeentebrede restant taakstelling. Deze loopt mee in het bepalen van het financieel beeld voor de MJPB 2011-2014. Deelprogramma
PAGINA
19
2.3
Ontwikkeling gemeentefonds op basis van de junicirculaire
Ontwikkeling algemene uitkering bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
Ontwikkeling Algemene Uitkering Gemeentefonds (junicirculaire)
-342
101
654
1.327
Ontwikkeling Algemene Uitkering
-342
101
654
1.327
Accres algemene uitkering In het financieel akkoord dat op 17 april 2009 is gesloten tussen Rijk en VNG zijn afspraken gemaakt over het nominale accres voor het jaar 2011. Net als voor 2010 wordt ook voor 2011 een accres van 0,48% gehanteerd. Voor de jaren 2012 en 2013 zijn geen afspraken gemaakt en in de junicirculaire 2010 is hiervoor een pm post opgenomen. Om toch een meerjarige financiële vertaling van het gemeentefonds te kunnen maken hebben wij voor 2012 en 2013 gerekend met een nominaal accres van 0%. Verdeelmaatstaven De algemene uitkering binnen het gemeentefonds wordt bepaald op basis van diverse verdeelmaatstaven. Voor een juiste raming en inschatting van het gemeentefonds voor de komende jaren is het van belang de ontwikkelingen op deze verdeelmaatstaven goed in te schatten. Hieronder wordt van de belangrijkste maatstaven aangegeven welke ramingen in de berekening zijn opgenomen: groei (netto) aantal woningen en inwoners: In onderstaand overzicht wordt een totaalbeeld gegeven van de verwachte groei van het aantal woningen: Prognose aantal woningen Nieuwbouw Sloop Netto
Gemeentefonds Aantal Peildatum woningen
2009
1.503
433
1.070
67.018
1-1-2009
2010 2011
400 700
350 300
50 400
68.088 68.138
1-1-2010 1-1-2011
2012
750
150
600
68.538
1-1-2012
2013
800
250
550
69.138
1-1-2013
2014
850
0
850
69.688
1-1-2014
5.003
1.483
3.520
In de doorrekening van het gemeentefonds is uitgegaan van de onderstaande ontwikkeling van het aantal inwoners: 2010: 147.278 2011: 147.636 2012: 147.795 2013: 148.080 2014: 148.589
ONDERWERP
Overzicht ontwikkeling van de algemene uitkering
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Naast in de vorige paragraaf geschetste verwachte daling van de algemene uitkering als gevolg van rijksbezuinigingen, ontwikkelt het gemeentefonds zich op basis van de junicirculaire 2010 in het jaar 2011 ook licht negatief. Deze negatieve ontwikkeling is deels te verklaren uit de wijziging in de uitkeringsfactor en wijzigingen in de verdeelmaatstaven. In de latere jaren wordt de uitkeringsfactor in de junicirculaire weer enigszins naar boven bijgesteld. Daarnaast wordt vanaf 2011 door de negatieve bijstelling van de integratie-uitkering Wet maatschappelijke Ondersteuning (WMO) het gemeentefonds naar beneden bijgesteld.
-
PAGINA
20
2.6
aantal bijstandsgerechtigden: het aantal bijstandsgerechtigden (met name WWBklanten) is een belangrijke verdeelmaatstaf binnen de algemene uitkering. In de junicirculaire is aangegeven dat nog steeds uitgegaan wordt van een forse landelijke stijging in de komende jaren. Deze landelijke cijfers zijn gerelateerd aan de Arnhemse prognose. De grote stijging die landelijk verwacht wordt, wordt naar aanleiding van 2009 en het eerste half jaar 2010 in Arnhem niet geheel voorzien. In tegenstelling tot de meeste andere (ook 100.000+ gemeenten) is in 2009 geen sprake geweest van een grote stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden. De regionale werkloosheidsprognoses geven daarbij ook aan dat Gelderland niet de grootste klappen zal krijgen. De sectoren overheid, zorg, nutsbedrijven, horeca, handel en zakelijke en financiële dienstverlening zijn naar verwachting het minst gevoelig voor de recessie. Deze sectoren zijn voor een groot deel ook in Arnhem terug te vinden. In de berekening van de uitkering uit het gemeentefonds is daarom uitgegaan van een voor dit moment realistisch scenario: voor de komende jaren wordt de stijging van het aantal bijstandsontvangers WWB in Arnhem geraamd op 400 per jaar.
Wijziging als gevolg van taakmutaties, integratie- en decentralisatie-uitkeringen Naast de ontwikkeling van het accres en de verdeelmaatstaven is ook sprake van wijziging van het gemeentefonds als gevolg van taakmutaties en nieuwe of gewijzigde decentralisatie- en integratie-uitkeringen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste mutaties: Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang 2011 De specifieke uitkering vrouwenopvang wordt per 2011 omgevormd naar een decentralisatie-uitkering. In totaal wordt landelijk structureel € 88,9 miljoen overgeheveld naar het gemeentefonds. De decentralisatie-uitkering heeft dezelfde omvang en verdeling en zal dezelfde voorwaarden hanteren zoals tot nog toe zijn gehanteerd. De huidige verdeling van de middelen over gemeenten blijft gelijk totdat de uitkomsten van de Commissie Onderzoek Stelsel Vrouwenopvang in het najaar van 2010 bekend zijn. Naar aanleiding van de definitieve eindrapportage van deze commissie en de kabinetsreactie ten aanzien van de voorstellen voor een toekomstbestendig stelsel voor hulp en opvang van slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties zullen vanaf 2012 nieuwe afspraken worden gemaakt met de VNG over de invulling van de decentralisatie-uitkering en eventueel een nieuwe verdeling van de middelen. Arnhem ontvangt in 2011 ruim € 5 miljoen uit deze decentralisatie-uitkering. Maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid Met ingang van 1 januari 2010 ontvangen de 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid via een decentralisatie-uitkering middelen ten behoeve van beleid op deze prestatievelden. De betreffende middelen worden verdeeld op basis van de verdeelsleutel die het bureau Cebeon in opdracht van VWS en de VNG heeft opgesteld. Om de teruggang in budget voor nadeelgemeenten geleidelijker te laten verlopen zijn aan de macrobudgetten voor 2010 en 2011 compensatiemiddelen toegevoegd (resp. € 10,3 miljoen en € 9,7 miljoen). Bovendien is voor het eerst sprake van vrijval uit de zgn. grensstrook. In de centrumgemeenten Amsterdam, Apeldoorn, Breda en Emmen zijn inmiddels enkele voorzieningen onder een ander wettelijk financieringskader gebracht. Nu voor deze activiteiten een andere financieringsbron is gevonden, kunnen de relevante middelen vrijvallen van de grensstrook om vervolgens via de nieuwe verdeelsleutel te worden verdeeld. Het gaat om een structurele vrijval van in totaal € 7,5 miljoen Voor Arnhem betekent dit een verhoging van het budget in 2011 van € 0,087 miljoen.
ONDERWERP
-
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
WOZ-waarde woningen en niet-woningen: Voor de waardemutatie van de woningen wordt gerekend met een waardedaling van 4% over het jaar 2009 op grond van de lokale waardeontwikkeling van deze objecten. Voor de waardemutatie van de nietwoningen wordt gerekend met een waardemutatie van 3,2% over het jaar 2009. Deze waardemutatie leidt tot de waarde op peildatum 1-1-2010 en dit is de basis voor de begroting van 2011. De landelijke raming van de waardeontwikkeling van woningen wordt geschat op een daling van 2,8% en voor niet-woningen op een daling van 1,3%. De afgelopen jaren is echter gebleken dat de lokale waardeontwikkeling vaak anders uitvalt dan de landelijke gemiddelde ontwikkeling. Om die reden wordt in de begroting uitgegaan van de genoemde lokale waardeontwikkeling.
PAGINA
21
-
- Verfijning verdeelmodel In april 2009 heeft de Tweede Kamer de motie Willemse-van der Ploeg aangenomen. Hierin wordt de regering met klem verzocht het verdeelmodel Wmo te verfijnen met de maatstaven gezondheidstoestand en sociaal-economische positie. Er is vervolgens een traject ingezet wat heeft geleid tot een verfijnd en geactualiseerd verdeelmodel. Het verfijnde model wordt van kracht per 1 januari 2011. Voor Arnhem heeft dit een nadelig effect. - Budget huishoudelijke hulp Het rijk heeft besloten in de gemeentefondscirculaire vooralsnog een bedrag van € 1,1 miljard op te nemen voor huishoudelijke hulp in 2011 in het kader van de Wmo. Het rijk heeft dat bedrag gebaseerd op het voorlopige bindende en niet-bindende advies van het SCP van 1 april jl.. Tevens wordt structureel € 2 miljoen toegevoegd voor effecten van de wijzigingen inkomensgrenzen eigen bijdrage die eerder te laag zijn ingeschat. Het betreft hier compensatie voor verminderde ontvangsten eigen bijdrage in verband met de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). - Bijstelling Persoonsgebonden budget (PGB) en doelmatigheidswinst Het rijk is van mening dat het budget voor huishoudelijk hulp structureel adequaat moet worden vastgesteld. In dit kader heeft het rijk in het bedrag van € 1,1 miljard een neerwaartse bijstelling verwerkt van € 200 miljoen Deze bestaat ten eerste uit een bijstelling van € 150 miljoen omdat het rijk op grond van onderzoek door Cebeon rekening houdt met een structureel lager niveau voor uitgaven huishoudelijke hulp PGB dan het SCP heeft berekend. Voorts vindt neerwaartse bijstelling van € 50 miljoen plaats in verband met de verwachting van het rijk dat gemeenten doelmatigheidswinst kunnen bereiken door bijvoorbeeld meer voorzieningen algemeen en collectief aan te bieden in plaats van individueel.
ONDERWERP
Integratie-uitkering Wmo De integratie-uitkering Wmo maakt onderdeel uit van het gemeentefonds. Voor het jaar 2011 is een aantal ontwikkelingen van belang:
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Taakmutatie Bommenregeling Vanaf 2010 kunnen gemeenten via het gemeentefonds een bijdrage ontvangen voor de kosten rond het opsporen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 2011 is er sprake van een toevoeging van € 21,7 miljoen structureel. In de brief van de minister van BZK is aangegeven dat een deel van de gemeenten een bijdrage krijgt in de vorm van een vast bedrag (3 gemeenten) of naar rato van het aantal gerealiseerde nieuwbouwwoningen (27 gemeenten). Hieronder valt Arnhem. Er wordt in 2011 budget ontvangen op basis van het aantal nieuwbouwwoningen in 2010 (registratie bij CBS). Uitgaande van 400 nieuwbouwwoningen in 2010 ontvangt Arnhem in 2011 een budget van € 0,8 miljoen. Op basis van de huidige prognose van nieuwbouwwoningen ligt dit de jaren daarna op ruim € 1 miljoen.
PAGINA
ISV 2011 t/m 2014 In het coalitieakkoord van Balkenende IV is in het kader van de decentralisatie afgesproken de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) in te trekken. Dit is bij het afsluiten van de bestuursakkoorden met gemeenten en provincies in 2007 en 2008 herbevestigd. Het verstrekken van financiële middelen voor stedelijke vernieuwing door het rijk aan gemeenten (de G-31, de zogenaamde rechtstreekse gemeenten) en provincies (ten behoeve van de zogenaamde niet-rechtstreekse gemeenten), vindt met ingang van 1 januari 2011 voor het tijdvak tot en met 2014 plaats via een decentralisatie-uitkering binnen het gemeentefonds (zie ook paragraaf 2.2). Arnhem ontvangt de volgende ISV-middelen: 2011: € 4,9 miljoen 2012: € 3,3 miljoen 2013: € 3,5 miljoen - 2014: € 3,2 miljoen
22
Uitvoeringskosten WWIK 2011 De uitvoeringskosten van de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) worden voortaan verdeeld over de 20 WWIK-centrumgemeenten door middel van een decentralisatieuitkering. Voor de verdeling van de middelen is zoveel mogelijk aangesloten bij de voormalige declaratiesystematiek van de uitvoeringskosten WWIK, hetgeen betekent dat het macrobedrag voor de uitvoeringskosten in een jaar over de WWIK-centrumgemeenten wordt verdeeld naar rato van het aantal WWIK-gerechtigden per 31 december twee jaar ervoor. Arnhem ontvangt in 2011 een bedrag van € 0,2 miljoen.
Financiële mutaties
Onder het kopje financiële mutaties wordt een aantal elementen verantwoord: • De nominale loon- en prijsontwikkelingen (inflatie) van zowel de eigen gemeentelijke kosten als van de gesubsidieerde instellingen en gemeenschappelijke regelingen. Voor de eigen gemeentelijke kosten wordt alleen een vergoeding begroot voor de loonindexatie op basis van de nieuwe CAO. De gesubsidieerde instellingen en gemeenschappelijke regelingen krijgen op basis van de gebruikelijke CPBindexatiecijfers een vergoeding voor nominale ontwikkelingen. • De groei van de stad is in dit onderdeel financieel vertaald, conform de ontwikkeling van aantallen woningen en inwoners. • De ontwikkeling en actualisatie van de kapitaallasten is eveneens verwerkt. In de paragraaf investeringen wordt nader ingegaan op de spelregels die gehanteerd worden bij de investeringen. • Tevens is de ontwikkeling van de belastingopbrengsten verantwoord. De belasting- en legesopbrengsten zijn in 2011 met alleen de prijsinflatie (inclusief nacalculatie) van 0,5% verhoogd. In de paragraaf lokale heffingen is een nadere toelichting opgenomen.
2.8
Knelpunten inclusief dekkingsvoorstellen
In de afgelopen periode heeft in het kader van de MJPB 2011-2014 binnen de organisatie een inventarisatie plaatsgevonden van mogelijke knelpunten die meegenomen zouden moeten worden in de MJPB 2011-2014. De knelpunten zijn onder te verdelen in een aantal categorieën: Knelpunten als gevolg van de afname van specifieke uitkeringen door het rijk; Intern op te lossen knelpunten; Knelpunten, waarover de vorige raad reeds heeft besloten, maar die een financiële doorwerking kennen naar de volgende jaren. Overige (nieuwe) knelpunten Financieel gevolg knelpunten Voor een groot aantal knelpunten zijn dekkingsvoorstellen opgenomen. Voor het overige deel van de knelpunten wordt voorgesteld dekking uit de algemene middelen te begroten. De komende begrotingsperiode wordt voor € 0,054 miljoen in 2011 oplopend naar € 1,5 miljoen in 2014 aan knelpunten gedekt uit de algemene middelen. bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
Knelpunten incl. dekkingsvoorstellen (par. 2.8)
-54
-1.226
-1.254
-1.504
Totale dekking knelpunten uit algemene middelen 2011-2014
-54
-1.226
-1.254
-1.504
In hoofdstuk 3 zijn de beleidsmatige consequenties, die de nieuwe bestedingen tot gevolg hebben in de deelprogramma’s opgenomen. Voor nieuw toegekend beleid waarvoor bijdragen van derden worden verwacht, zullen pas verplichtingen worden aangegaan als deze bijdragen van derden zeker zijn. In de begroting worden zowel de volledige lasten als de verwachte bijdragen van derden (bruto) opgenomen.
ONDERWERP
2.7
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inzet middelen taakmutaties, decentralisatie- en integratie-uitkeringen Zoals afgesproken in de financiële beheersverordening (op basis van art. 212 gemeentewet) worden deze extra middelen eerst op concernniveau gereserveerd in afwachting van een onderbouwd voorstel vanuit de betrokken dienst.
PAGINA
De VNG heeft in het Bestuurlijk overleg laten weten dat zij het bedrag voor 2011 te laag vindt. Er bestaat voor de VNG geen grond voor een neerwaartse bijstelling van € 200 miljoen Mogelijk ontstaan in de loop van 2010 als gevolg van overeenstemming tussen het rijk en de VNG mutaties in bovengenoemde onderdelen van de integratie-uitkering WMO. De integratie-uitkering WMO voor 2011 komt voor Arnhem op basis van de junicirculaire uit op € 12,4 miljoen, een verlaging van € 1,8 miljoen ten opzichte van 2010. Hiervoor wordt wel een suppletie-uitkering van ruim € 0,3 miljoen ontvangen om de herverdeeleffecten te compenseren. Per saldo een verlaging van de integratie-uitkering WMO van € 1,5 miljoen.
23
- Uitvoeringskosten Wmo Bovenop het landelijke bedrag van € 1,1 miljard voor huishoudelijke hulp ontvangen gemeenten structureel € 70 miljoen extra vanaf 2011 voor uitvoeringskosten op grond van het afgeronde onderzoek van Cebeon naar de uitvoeringskosten Wmo. Tevens ontvangen gemeenten een bedrag van € 1,8 miljoen structureel vanaf 2011 voor uitvoeringskosten als gevolg van registraties in verband met de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.
bedragen x € 1.000
2012
2013
2014
-60 0 0 0 -972 -100 -22 0 0 0 33 -250 145 0
-60 0 0 0 -967 -100 -22 0 0 0 0 -250 145 0
-60 0 0 0 -967 -100 -22 0 0 0 -250 -250 145 0
-54
-1.226
-1.254
-1.504
Totaal knelpunten per programma uit algemene middelen
Onderstaand wordt per (deel)programma nader ingegaan op de in deze meerjarenprogrammabegroting opgenomen knelpunten. Bij elk knelpunt is aangegeven op welke wijze de dekking is begroot (algemene middelen of een specifiek dekkingsvoorstel).
2.8.1
Knelpunten programma 01: Democratisering
Deelprogramma 01.2
Programma 01: Democratisering bedragen x € 1.000
2011
Verkiezingen
Totaal knelpunten programma 01: Democratisering
2012
2013
2014
-60
-60
-60
-60
-60
-60
-60
-60
Verkiezingen (01.2) De kosten van de verkiezingen zijn gestegen door onder andere nieuwe software (voor telling en presentatie) en de terugkeer naar het handmatig stemmen. Er zijn niet of nauwelijks mogelijkheden om de kosten van de verkiezingen zelf nog positief te beïnvloeden. Dekking vindt plaats uit algemene middelen.
2.8.2
Knelpunten programma 02: Kwaliteit dienstverlening
Deelprogramma 02.1
Programma 02: Kwaliteit dienstverlening bedragen x € 1.000
Naturalisatie -Dekking binnen huidige begroting
2011
2012
2013
2014
-14 14
-14 14
-14 14
-14 14
0
0
0
0
Totaal voorstellen deelprogramma 02: Kwaliteit dienstverlening
Naturalisatie (2.1) Op het terrein van de naturalisatie ligt een financieel probleem van € 14.000 structureel als gevolg van gestegen kosten. Voorgesteld wordt dit knelpunt binnen de huidige begroting op te lossen.
2.8.3
Knelpunten programma 03: Goed onderwijs
Deelprogramma 03.2
Programma 03: Goed onderwijs bedragen x € 1.000
Exploitatie MFC Presikhaven (realisatie 2009) - Dekking 2011 incidenteel binnen het budget sport
2011
2012
2013
2014
-20 20
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
Totaal voorstellen deelprogramma 03: Goed onderwijs
Exploitatie MFC Presikhaven (03.2) In dit kader gaat het om een knelpunt waarvoor ten behoeve van de nieuwe accommodatie wel de accommodatie (of te wel het investeringsbudget) is geregeld maar nog niet, of in onvoldoende mate, de exploitatie. Hierbij gaat het om de MFC Presikhaven (realisatie in 2009). In Multifunctioneel Centrum Presikhaven is een gymzaal Arnhemse Norm gerealiseerd waarvan de exploitatiekosten bij benadering € 20.000 hoger zijn dan een
ONDERWERP
-60 0 0 0 -1.030 -700 0 0 0 -100 1.691 0 145 0
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Knelpunten programma 01: Democratisering Knelpunten programma 02: Kwaliteit dienstverlening Knelpunten programma 03: Educatie Knelpunten programma 04: Werk en Inkomen Knelpunten programma 05: Zorg Knelpunten programma 06: Veiligheid Knelpunten programma 07: Bruisend Arnhem Knelpunten programma 08: Samenleven in Arnhem Knelpunten programma 11: Mobiliteit Knelpunten programma 12: Wonen in Arnhem Knelpunten programma 13: Kwaliteit openbare ruimte Knelpunten programma 14: Structuurversterking economie Knelpunten programma 15: Duurzaam milieu Overige bestedingsvoorstellen
2011
PAGINA
24
Uitsplitsing knelpunten per programma
2.8.4 Deelprogramma 04.2
Knelpunten programma 04: Werk en inkomen
Programma 04: Werk en inkomen bedragen x € 1.000
Handhaving
2012
2013
2014
-135
-135
-135
-135
135
135
135
135
0
0
0
0
Handhaving (04.2) Vanaf het jaar 2011 valt de rijkssubsidie in het kader van de “Tijdelijke stimuleringsregeling Intensivering opsporing en controle ABW” weg. Hiermee wordt de activiteit “opsporing binnen de sociale zekerheid” gefinancierd. De subsidie bedraagt € 135.000 per jaar. Voorgesteld wordt om dekking te vinden in een bezuiniging binnen de Wet Werk en Bijstand (WWB): naast het beïnvloeden van het volume (aantal WWB-klanten) is een andere mogelijkheid het beïnvloeden van de gemiddelde prijs van de uitkering. Hierop valt via een tweetal mogelijkheden te besparen: extra inzet op het bevorderen van parttime werk en intensivering invordering van bijvoorbeeld alimentatiegelden.
Deelprogramma 05.1 05.3 05.3 05.3
Knelpunten programma 05: Zorg Programma 05: Zorg bedragen x € 1.000
Regionaal Kompas (OGGz-middelen) - Dekking in 2011 uit algemene middelen, vanaf 2012 oplossen binnen beleidsveld Budget tbv pakketmaatregel Awbz WMO: WRV-hulpmiddelen - Dekking door nieuwe aanbesteding leveranciers WRV-middelen + beperkt gebruik regiotaxi WMO: WRV-vervoersvoorzieningen, haltetoegangkelijkheid, ophogen busperrons - Dekking door activering uit budget WMO (kapitaallasten inv. € 0,3 mln) Kosten voor rente en afschrijving a.g.v. activering ophogen busperrons
05.3 05.3
- Dekking vanuit bestaande WMO-budgetten WMO Uitvoeringskosten - Incidentele bijdrage verstrekte rolstoelen WMO voorgaande jaren
Totaal voorstellen deelprogramma 05: Zorg
2011
2012
-350 0 -1.080 -300 0 -300
2013
-700 700 -1.072 -300 400 0
2014
-1.050 1.050 -1.067 -300 400 0
pm pm -1.067 -300 400 0
300
0
0
0
0
-46
-44
-43
0 -400 1.100
46 0 0
44 0 0
43 0 0
-1.030
-972
-967
-967
Regionaal Kompas (OGGz-middelen) (05.1) Het Regionaal Kompas loopt tot 2014 (raadsbesluit 2008) en geeft de kaders voor de maatschappelijke opvang, verslavingszorg en de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg aan. Vanaf 2010 is landelijk een nieuwe verdeelsleutel voor dit budget toegepast waardoor de gemeente Arnhem een negatief effect van € 0,35 miljoen per jaar kent. Deze korting loopt op tot € 1,050 miljoen in 2013. Op dit moment is nog steeds onduidelijk of deze korting na 2013 verder zal oplopen. Vorig jaar is in de MJPB 2010-2013 besloten deze (landelijke) korting als bezuiniging binnen het beleidsveld op te nemen. Het niet op peil houden van het voorzieningenniveau zorg is echter in strijd met het coalitieakkoord. Daarnaast zijn in het kader van het Regionaal Kompas doelstellingen afgesproken met het Rijk, zijn er afspraken vastgelegd met de regiogemeenten in bestuursakkoorden en met de samenwerkingspartners in convenanten. Tenslotte dient het college rekening te houden met de verplichtingen die de gemeente heeft aan de instellingen bij meerjarige subsidies. De keus om te minderen gaat gepaard met frictiekosten voor 1-2 jaar. Voorgesteld wordt om voor het jaar 2011 het knelpunt te dekken uit de algemene middelen en voor de jaren daarna een oplossing binnen het beleidsveld te zoeken. WMO pakketmaatregel AWBZ (05.3) De pakketmaatregel houdt in het kort in dat vanaf 1 januari 2009 alleen mensen met matige of zware ondersteuningsbehoeften in aanmerking komen voor begeleiding, gefinancierd uit de AWBZ. Mensen met een lichtere ondersteuningsbehoefte zijn nu zelf verantwoordelijk voor het behouden en bevorderen van hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Voor deze mensen is geen begeleiding meer mogelijk vanuit de AWBZ, maar zij kunnen hiervoor wel een beroep doen op de WMO. In 2009 zijn er 14 klantgroepen benoemd, die van deze pakketmaatregel gevolgen kunnen ondervinden. Een omrekening van landelijke cijfers naar Arnhem leert dat ongeveer 633 personen hun begeleiding in 2009/10 verliezen; de indicaties en herindicaties door het CIZ zullen enige
ONDERWERP
Totaal voorstellen deelprogramma 04: Werk en inkomen
2011
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
-Dekking vanuit WWB-budget (prijscomponent)
2.8.5
PAGINA
25
traditionele gymzaal van beperktere omvang. De dekking hiervoor ontbreekt. Voorgesteld wordt de incidentele kosten in 2011 te dekken uit het budget sport.
PAGINA
26
tijd vergen. Een deel van hen zal ondersteuning vinden in het eigen netwerk, een ander deel zal aansluiting moeten zoeken bij het huidige aanbod, met als vangnet een beroep op de WMO. De dienst zal de gevolgen van de pakketmaatregel voor de Arnhemse burgers evalueren en aangeven of daarbovenop aanvullend benodigde middelen verwacht worden. Voorgesteld wordt om dit knelpunt te dekken uit de algemene middelen; er is hiervoor budget toegevoegd aan het gemeentefonds.
Voorziening Wet Maatschappelijke Ondersteuning (05.3)
- Kosten ophogen busperrons Met de Stadsregio (cofinanciering 50%) wordt een extra impuls gegeven aan de haltetoegankelijkheid voor de regio. Arnhem heeft voor deze extra investeringsimpuls € 1,2 miljoen begroot. Echter, onderzoek heeft nadien uitgewezen dat het gaat om een bedrag van € 1,8 miljoen. Dit betekent dat voor de co-financiering vanuit de gemeente nog een extra bedrag noodzakelijk is van € 0,3 miljoen. Voorgesteld wordt de kapitaallasten vanaf 2012 van deze investering te dekken uit het WMO-budget. - WMO Uitvoeringskosten De vraag naar zorg, vooral de hulp bij huishouden, is de afgelopen jaren fors toegenomen. Al in 2009 blijkt dat het budget voor de uitvoering van de WMO inclusief het zelf indiceren en het benodigde indicatieadvies door het CIZ niet toereikend is. Er is een (door een extern bureau dat is gespecialiseerd in formatieberekeningen) formatiemodel ontwikkeld dat volgens het principe P*Q de benodigde capaciteit om de taken van de Wmo uit te voeren, becijfert. Op dit moment is de formatie te laag en wordt er extra capaciteit ingehuurd. Het gaat om een knelpunt van € 0,4 miljoen in 2011. Vanaf 2012 kan de formatie weer worden teruggebracht. - Incidentele bijdrage verstrekte rolstoelen voorgaande jaren Middels een brief van het ministerie van VWS (d.d. 7-4-2010) is aangekondigd dat aan Arnhem incidenteel € 1,1 miljoen wordt uitgekeerd bovenop het budget van de WMO. Hierdoor worden de hogere kosten uit voorgaande jaren die gemoeid zijn met de verstrekking van rolstoelen aan Het Dorp gecompenseerd. Dit is een specifieke Arnhemse situatie.
2.8.6
Knelpunten programma 06: Veiligheid
Deel-
Programma 06: Veiligheid
programma
bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
06.1
Programmabudget veiligheidshuis
-100
-100
-100
-100
06.1
Veiligheidsbeleid: Uitvoering integraal veiligheidsbeleid - Dekking in 2011 uit algemene middelen, vanaf 2012 oplossen binnen beleidsveld
-600 0
-1.200 1.200
-1.800 1.800
-1.800 1.800
-22
-22
-22
-22
22
22
22
22
Project brandweer - Dekking binnen DVO met HGM (contractvoordeel waterverbruik en overige voordelen)
-56 56
-56 56
-56 56
-56 56
Opleiden en trainen personeel brandweer
-35
-35
-35
-35
35
35
35
35
-700
-100
-100
-100
06.2
Rampenbestrijding Vereveningsbijdrage - Dekking vanuit daling van de inwonersbijdrage (hulpverleningsregio)
06.2 06.2
- Dekking vanuit daling inwonersbijdrage, voordeel op de hulpverleningsregio Totaal voorstellen deelprogramma 06: Veilgheid
Veiligheidshuis (06.1) De huidige budgetten, die in de MJPB 2010-2013 beschikbaar zijn gesteld voor het Veiligheidshuis zijn structureel. De middelen zijn aangevraagd op basis van de eerste begroting van het Veiligheidshuis. Nu het Veiligheidshuis operationeel is blijkt dat deze budgetten voldoende zijn voor de kosten van de huisvesting en een deel van de personele kosten. De structurele middelen zijn niet voldoende om alle personele kosten te dekken en er zijn geen voldoende middelen voor het uitvoeren van de met de partners afgesproken projecten, die dienen om het beleid te concretiseren (zoals veelplegersaanpak en nazorg voor ex-gedetineerden). Voorgesteld wordt om dit knelpunt structureel uit de algemene middelen te dekken.
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
- WRV-hulpmiddelen Ingevolge de aanbesteding hulpmiddelen zijn de rolstoelvoorzieningen en de scootmobielen duurder geworden, omdat de mogelijkheid van keuzevrijheid van leveranciers is geboden. In 2011 zal worden overgegaan tot een Europese aanbesteding waarbij het de bedoeling is om dit nadeel te beperken voor een nieuw contract in 2012. Er ontstaat dus alleen in 2011 een knelpunt (te dekken uit algemene middelen), maar vanaf 2012 ontstaat mogelijk een voordeel ten gunste van de algemene middelen.
Opleidingskosten Brandweer (06.2) Door een andere wijze van opleiden en oefenen, met als doel een kwalitatief beter opgeleid brandweerkorps, zijn de opleidingskosten van de brandweer structureel gestegen. Dit bedrag is nodig om te kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten over de wijze van opleiden van brandweerpersoneel. Deze kosten zijn dus onvermijdelijk. Voorgesteld wordt om de kosten te dekken uit de recent meegedeelde daling van de inwonersbijdrage op de hulpverleningsregio.
2.8.7
Knelpunten programma 07: Bruisend Arnhem
Deelprogramma
Programma 07: Bruisend Arnhem
07.1
Musis sacrum onderhoud (€ 2,5 mln in MJPB 2010-2013, voorstel € 4 mln. in 2011-2014) - Dekking via eenmalige reservering van vrijvallende kapitaallasten à € 4 mln. in 2011 voor Rijnboog Het Gelders Archief - Dekking in 2011 uit cultuurbegroting, vanaf 2012 uit algemene middelen
07.1
bedragen x € 1.000
Totaal voorstellen deelprogramma 07: Bruisend Arnhem
2011
2012
2013
2014
-4.000 4.000 -22 22
0 0 -22 0
0 0 -22 0
0 0 -22 0
0
-22
-22
-22
Musis Sacrum onderhoud (07.1) In het 4e kwartaal van 2009 is de weg ingeslagen tot het opwaarderen van Musis Sacrum, middels aanbieding van de afdoening motie inzake Musis Sacrum, aan de gemeenteraad (document nr. 2009.0.092.243). Aanleiding was het achterstallig onderhoud waarmee het concertgebouw kampt. De voorkeursvariant (renovatie in combinatie met de sloop van de niet-monumentale achterzijde) vraagt om een investering van ongeveer € 9,5 miljoen Voorgesteld wordt om de onderuitputting in 2011 van het project Cultuur in Rijnboog van € 4,0 miljoen eenmalig beschikbaar te stellen voor de renovatie van Musis Sacrum. In dat geval is er bij elkaar een dekking van € 6,5 miljoen (in de MJPB 2010-2013 is reeds € 2,5 miljoen ter beschikking gesteld). Er is dan nog € 3,0 miljoen nodig om het volledige plan te realiseren. Momenteel worden de subsidiemogelijkheden hiervoor verkend. Mocht dit te weinig aanknopingspunten opleveren, dan ligt bijstelling van de ambitie voor de hand.
ONDERWERP
Project Brandweer (06.2) Dit betreft het project "Geen nood bij brand" dat inmiddels 2 jaar loopt en zeer goede resultaten oplevert. Vandaar dat de HGM dit project structureel wil blijven oppakken. Het doel van het project is dat gebruikers van gebouwen zich beter bewust worden van de risico's. De brandweer treedt daarbij op als begeleider en niet als controleur / handhaver. Het project heeft o.a. geleid tot het terugdringen van loze meldingen. In 2010 is met dit project de Innovatieprijs Brandveiligheid 2010 behaald. De HGM heeft aangegeven dat de structurele kosten deels gedekt kunnen worden uit de voordelen van een recent gesloten contract met Vitens en dat het restant binnen de huidige DVO wordt opgelost.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rampenbestrijding vereveningsbijdrage (06.2) Dit betreft een regionale afspraak uit 2008 tot het vormen van een budget bij HGM voor het uitbetalen van piketten en algemene kosten. Via een vereveningsbijdrage in de vorm van een extra bedrag per inwoner worden lasten verdeeld over de regio-gemeenten. Deze bestaande afspraak is niet eerder in de begroting verwerkt, waardoor dit bedrag elk jaar als onvoorziene post terugkomt. Voorgesteld wordt deze kosten voor een deel te dekken binnen de begroting en voor een klein restant ook uit de daling inwonersbijdrage.
PAGINA
27
Uitvoering integraal veiligheidsbeleid (06.1) In 2011 loopt het budget voor integrale veiligheid terug van € 1,9 miljoen naar € 1,3 miljoen. Vanaf 2012 is er nog geen enkel zicht op de middelen. Het gevolg is dat dit jaar besloten moet worden welke onderdelen van het veiligheidsbeleid in elk geval doorgang moeten vinden. Het is goed mogelijk dat er in 2012 een nieuwe geldstroom vanuit groot stedenbeleid op gang komt, maar vooralsnog moet de gemeente hier zelf de prioriteiten leggen. De rijkskorting op de Veiligheidsmiddelen (die worden ingezet binnen Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg) is bij de MJPB 2010-2013 geen onderwerp geweest; de gevolgen zijn pas in een later stadium duidelijk geworden. Vanaf de BDU-SIV periode 2005-2009 zijn de middelen voor Veiligheid ingezet binnen het beleidsterrein Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg. De argumentatie hiervoor is dat deze beleidsterreinen direct bijdragen aan de veiligheid. Voorgesteld wordt om voor het jaar 2011 het knelpunt te dekken uit de algemene middelen en voor de jaren daarna een oplossing binnen het beleidsveld te zoeken.
Deelprogramma 08.3 08.3 08.4
Programma 08: Samenleven in Arnhem bedragen x € 1.000
Aanval op de uitval - Dekking in 2011 vanuit budget Centrum Jeugd en Gezin Willemeen - Dekking in 2011 vanuit budget Centrum Jeugd en Gezin, vanaf 2012 opnieuw afwegen Voortzetting Milleniumbeleid - Dekking binnen deelprogramma's portefeuillehouders Integratie en Milieu
2011
2012
2013
2014
-80 80 -105 105 -85 85
0 0 0 0 -85 85
0 0 0 0 -85 85
0 0 0 0 -85 85
0
0
0
0
Totaal voorstellen deelprogramma 08: Samenleven in Arnhem
Aanval op de uitval (08.3) Het project ‘Aanval op de uitval’ loopt eind van dit jaar af en wordt in de komende maanden met partners geëvalueerd. Voor 2011 en verder zijn hiervoor geen middelen geraamd. Voor voortzetting van dit project is met name de aanwezigheid van een projectleider bepalend. Voor 2011 wordt voorgesteld dekking te zoeken in het budget voor het Centrum Jeugd en Gezin. Podiumfunctie Willemeen (08.3) In 2006 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de basiscapaciteit van tieneren jongerenwerk in de wijken. Daarbij is een deel van de capaciteit bij Willemeen weggehaald om de jongerencentra in de wijken beter te kunnen invullen. De raad heeft besloten om de poppodiumfunctie in de lucht te houden en na opening van Luxor dit nader te bezien. Voor 2010 heeft de raad incidenteel middelen beschikbaar gesteld om het poppodium open te houden. In april 2008 heeft Luxor Live de deuren geopend. Er is begin 2009 gestart met een onderzoek naar de inzet van Willemeen in relatie tot andere centra/podia zoals Luxor Live, de culturele meerwaarde en de meerwaarde van de podiumfunctie voor het jongerenwerk. Op basis van de uitkomst van dit onderzoek kan een gefundeerde uitspraak worden gedaan over de toekomstige functie en financiering van (de podiumfunctie) Willemeen. Voorgesteld wordt om ook voor 2011 de poppodiumfunctie in de lucht te houden. De kosten bedragen € 0,1 miljoen. Voortzetting Millenniumbeleid (08.4) De Raad heeft besloten Millenniumgemeente te zijn. Hiervoor zijn voor een jaar middelen toegekend. Voortzetting van het Millenniumbeleid op het huidige niveau vraagt een bedrag van € 85.000 per jaar (kosten projectleider en activiteitenbudget). Voorgesteld wordt om dekking te realiseren binnen de portefeuilles Integratie en Milieu.
ONDERWERP
Knelpunten programma 08: Samenleven in Arnhem
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
2.8.8
PAGINA
28
Het Gelders Archief (07.1) In verband met toekomstige herhuisvesting van het Gelders Archief (GA) heeft de gemeente Arnhem in 2007 aan het rijk toegezegd de gemeentelijke bijdrage aan het GA te zullen verhogen met een bedrag van € 0,23 miljoen (prijspeil 2008). Daarmee wordt de structurele gemeentelijke bijdrage aan het Gelders Archief tot het niveau gebracht waarover overeenstemming is met de partners in de gemeenschappelijke regeling voor het archief (de omliggende gemeenten, provincie en het rijk). Het college heeft vervolgens in 2008 aangegeven zich voor te nemen hiervoor in de MJPB 2010-2013 de noodzakelijke financiële ruimte te creëren. In aanloop hier naartoe is vanaf 2008 de gemeentelijke bijdrage voor het Gelders Archief verhoogd met structureel € 0,21 miljoen, bedoeld om het Gelders Archief in de gelegenheid te stellen de voorbereidingen voor de herhuisvesting ter hand te nemen. Inmiddels zijn de herhuisvestingsplannen van het Gelders Archief dusdanig concreet dat het wenselijk is de gemeentelijke bijdrage te verhogen tot het niveau zoals dit in 2007 is toegezegd en dit structureel op te nemen in de MJPB 2011-2014. Voorgesteld wordt om de dekking uit de algemene middelen te begroten.
Deelprogramma 12.1 12.1 12.1
Knelpunten programma 12: Wonen in Arnhem
Programma 12: Wonen in Arnhem bedragen x € 1.000
Extra plankosten Presikhaaf Gebiedsvisie Stadsblokken-Meijnerswijk - Dekking vanuit incidentele middelen (surplus versnellingsgelden ad € 0,9 mln.) Fase 2 structuurvisie (lichte vorm) - Dekking vanuit incidentele middelen (surplus versnellingsgelden ad € 0,9 mln.)
2012
2013
2014
-100 -300 300 -550 550
0 -100 100 0 0
0 0 0 0 0
0 pm pm 0 0
-100
0
0
0
De deelprojecten in de wijk Presikhaaf zijn niet conform de planning gereed. Er is een flinke uitloop van 3 tot 5 jaar in vrijwel alle projecten waar de gemeente niet de trekkende rol heeft. De grote woonprojecten P1 en P2 stagneren door de slechte afname van de markt en gaan in de herprogrammering. Het centrumgebied wordt door eigenaar Corio later gerenoveerd en uitgebreid. Voor de wijk betekent dat veel aanpassingen. Het project krijgt een complete re-shuffeling en er wordt veel extra overleg gevraagd met de opdrachtgevende corporaties en de bewoners. De herstructurering bevindt zich hierdoor niet in een stadium van afronding. Integendeel, plannen gaan opnieuw in ontwikkeling, kaders worden opnieuw bezien en aangepast en de toetsing gaat opnieuw van start. De benodigde budgetten om de regierol op dezelfde wijze te blijven invullen ontbreken echter. Om die reden wordt voorgesteld om de gemeentelijke rol vanaf 2011 te beperken. De verwachting is dat de herprogrammering van P1 in 2010 grotendeels gereed zal zijn en dat vanaf 2011 de herprogrammering van P2 grotendeels gereed zal zijn. De inzet van projectmanagement zal daardoor na 2010 beperkt kunnen worden. Binnen dat kader stellen we voor onze regierol beperkter in te vullen, maar zodanig dat zowel naar de bewoners, de corporaties als intern binnen de gemeentelijke organisatie voldoende sturing kan blijven geven op deze Vogelaarwijk. Voor de gebiedspromotie van Presikhaaf zijn verplichtingen aangegaan voor 2010 en voor het informatiecentrum ook voor 2011 en 2012. Voor het jaar 2011 wordt voorgesteld € 0,1 miljoen te dekken uit de algemene middelen. Gebiedsvisie Stadsblokken-Meijnerswijk (12.1) Het participatietraject van Stadsblokken-Meinerswijk is afgesloten met het vaststellen van de Bevindingenrapportage door de Raad op 14 december 2009. De Raad heeft ingestemd met het beslispunt: opdracht te geven tot uitwerking van de ruimtelijke en programmatische kaders tot een gebiedsvisie in samenwerking met provincie en RWS. Afhankelijk van de te kiezen richting c.q. fasering zullen middelen beschikbaar gesteld moeten worden voor de plankosten. De goedkoopste variant (ontwikkeling Ruimte voor de Rivier- maatregel) kost ca € 0,35 – € 0,4 miljoen aan plankosten. In verband met de taakstelling voortvloeiend uit de rijksregeling Ruimte voor de Rivier moet de RvR-maatregel in 2015 gerealiseerd zijn. RWS als uitvoerder van de regeling heeft daarom haast met de maatregel en heeft de projectorganisatie ingericht om hun taakstelling te kunnen halen. De gemeente Arnhem moet nu meelopen in het tempo van RWS. Dus welke keuze ook gemaakt wordt, de plankosten voor het deelgebied Ruimte voor de Rivier zullen op zeer korte termijn beschikbaar moeten worden gesteld. Voorgesteld wordt dekking te begroten vanuit incidentele middelen, namelijk het surplus op de versnellingsgelden (in totaal € 0,9 miljoen). Er zijn voor de besteding van de zogenaamde ‘versnellingsgelden’ subsidie-beschikkingen toegekend aan een aantal corporaties. Het blijkt nu dat deze partijen niet aan een belangrijke voorwaarde hebben voldaan: start van de bouw voor een bepaalde datum. Verwacht wordt dat voor een bedrag van € 0,9 miljoen deze versnellingsgelden kunnen worden teruggevorderd. Fase 2 structuurvisie (lichte vorm) (12.1) Door de raad is besloten tot opstelling van de stedelijke structuurvisie. Het formele startsein voor fase 2 zal medio 2010 worden gegeven door college en raad in de nieuwe samenstelling. Voor de financiële dekking voor fase 1 is destijds besloten de kosten deels ten laste van de versnellingsgelden en deels ten laste van de grondexploitatie te brengen.
ONDERWERP
Extra plankosten Presikhaaf (12.1) Het Ontwikkelingsplan Presikhaaf is in 2003 vastgesteld. In het ontwikkelingsplan zijn diverse deelprojecten benoemd. Afgesproken is dat de gemeente de regie voert over het totale ontwikkelingsplan, maar dat diverse partijen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de deelprojecten. Op basis van de planning bij vaststelling van het ontwikkelingsplan zijn de algemene plankosten ten behoeve van deze regierol voor Presikhaaf voorzien tot grofweg 2010. Door vertraging en economische crisis loopt de planning van diverse deelprojecten en daarmee ook het ontwikkelingsplan uit.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Totaal voorstellen deelprogramma 12: Wonen in Arnhem
2011
PAGINA
29
2.8.9
Knelpunten programma 13: Kwaliteit openbare ruimte
Deelprogramma 13.1 13.1 13.2
Programma 13: Kwaliteit openbare ruimte bedragen x € 1.000
Structureel onderhoud Lingezegen - Dekking in 2011, 2012 & 2013 uit resultaat dienst SB, vanaf 2014 vanuit algemene middelen Op basisniveau houden Malburgen - Dekking vanuit structurele reservering (stelpost) Vrijval afvalreserve
Totaal voorstellen deelprogramma 13: Kwaliteit openbare ruimte
2011
2012
2013
2014
-250 250 -199 332 1.558
-250 250 -299 332 0
-250 250 -332 332 0
-250 0 -332 332 0
1.691
33
0
-250
Structureel onderhoud Lingezegen (13.1) Op 29 juni 2009 is de raad akkoord gegaan met de ondertekening van de bestuursovereenkomst van Park Lingezegen. De gemeente heeft zich daarmee verplicht tot het doen van een eenmalige bijdrage van € 5,75 miljoen voor de initiële investering in het park. Daarnaast heeft de gemeente zich verplicht om deel te nemen aan een nieuw op de richten gemeenschappelijke regeling (GR) met de Provincie Gelderland, Waterschap Rivierenland en de gemeenten Overbetuwe en Lingewaard. Arnhem heeft daarmee aangegeven ook verantwoordelijkheid te willen nemen voor het beheer van het park. De achtergrond hiervoor is dat op deze wijze Arnhem betrokken blijft bij de verdere in stand houding, ontwikkelingen, programmering en activiteiten in het park. Dat is gezien de ligging van het park, tegen de zuidrand van Arnhem, van groot belang. In de bestuursovereenkomst is aan de raad verteld dat de kosten voor het onderhouden van het park in 2013 zouden starten. Echter tijdens de gevoerde onderhandelingen is duidelijk geworden dat de onderhoudsbijdrage reeds in 2011 zal moeten ingaan. De beheerskosten zullen met dus met ingang van 2011(naar verwachting) € 0,25 miljoen per jaar bedragen. Dit bedrag is nog niet opgenomen in de begroting maar wel een onvermijdelijk gevolg van de ondertekening van de bestuursovereenkomst. Voorgesteld wordt om de kosten voor de jaren 2011 tot en met 2013 te dekken uit de huidige begroting en vanaf 2014 een beroep te doen op de algemene middelen. De definitieve gemeenschappelijke regeling zal naar verwachting nog dit jaar aan de raad worden voorgelegd ter goedkeuring. Daarin wordt ook de definitieve bijdrage van Arnhem aan het beheer van het park geregeld. Op basisniveau houden Malburgen (13.1) Malburgen en Presikhaaf zijn geen onderdeel van het BGB-programma. In beide wijken vindt revitalisering plaats op basis van een ontwikkelprogramma. In dat kader wordt ook het achterstallig onderhoud in de openbare ruimte aangepakt, als ware het BGB. Hiervoor zijn in het verleden incidentele middelen opgenomen in de meerjarenbegroting. Vorig jaar is gemeld dat we hiermee in Presikhaaf niet uitkomen. In de claims onderhoud is hiervoor € 7 miljoen incidenteel opgenomen, gefaseerd in de jaren 2011 en 2012. Naast het incidentele bedrag benodigd voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud, c.q. het op basisniveau brengen van de openbare ruimte, is er ook structureel budget nodig voor het daarna op basisniveau houden van deze wijken. Daarvoor zijn in het verleden ramingen gemaakt van het benodigde areaalaccres voor deze beide wijken. Voor Malburgen staat hiervoor een structurele post gereserveerd. Hierop wordt echter in de jaren 2011 en 2012 overgehouden, het restant komt ten goede aan de algemene middelen.
ONDERWERP
2.8.10
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Budget onderhoud Arnhem Centraal Voor het onderhoud op de OV Terminal staat structureel € 0,5 miljoen in de begroting. De OV Terminal wordt naar verwachting begin 2013 opgeleverd. Het is echter niet mogelijk om het onderhoudsbudget voor de jaren 2011 en 2012 als een incidentele bezuiniging in te zetten, omdat door de vertraging van de oplevering aanloopkosten zullen ontstaan. Voorgesteld wordt om het budget ‘onderhoud Arnhem Centraal’ (€ 0,5 miljoen per jaar) te hernoemen naar ‘onderhoud en aanloopkosten Arnhem Centraal’.
PAGINA
30
De grondexploitatie biedt echter geen dekking meer voor toekomstige kosten daar de reserve grondexploitatie in 2009 geheel is ingezet ter dekking van het jaarresultaat. Voor fase 2 is deze financiële dekking nog niet geregeld. De benodigde financiële dekking voor fase 2 hangt af van de ambitie die het college en de raad in de nieuwe samenstelling nastreven m.b.t. de nieuwe structuurvisie. Met name de keuze of bescheiden of zwaar wordt ingezet op participatie en externe communicatie, heeft gevolgen voor de kosten van het structuurvisieproces. Voorgesteld wordt om incidentele middelen beschikbaar te stellen voor fase 2 van de structuurvisie (lichte vorm); namelijk het surplus op de versnellingsgelden (in totaal € 0,9 miljoen, zie ook de toelichting onder Gebiedsvisie Stadsblokken-Meijnerswijk).
bedragen x € 1.000
Multihal Papendal (investering € 2,5 mln. te activeren) Ondernemersfonds - Dekking vanuit het verhogen OZB-opbrengst eigenaren bedrijven
2011
2012
2013
2014
0 -415 415
-250 pm pm
-250 pm pm
-250 pm pm
0
-250
-250
-250
Totaal voorstellen deelprogramma 14: Stuctuurversterking economie
Bijdrage aan realisatie multihal op Papendal (14.1) Door de NOC/NSF is een plan ontwikkeld om een multihal te realiseren op Papendal. Dit deels ter vervanging van bestaande tijdelijke voorzieningen en deels ter uitbreiding en versterking van de functie van Papendal als een van de aangewezen Olympische centra. De kosten zijn berekend op ongeveer € 22 miljoen. Door de provincie zal een aanzienlijke bijdrage worden geleverd, terwijl ook het ministerie van VWS wordt benaderd. Het is aannemelijk dat het rijk en de provincie niet zullen bijdragen als Arnhem niet bijdraagt. Voorgesteld wordt dat Arnhem een bijdrage doet in de vorm van een investering ad € 2,5 miljoen. In deze vorm kan de bijdrage worden geactiveerd en bedragen de kosten voor afschrijving en rente € 0,25 miljoen per jaar. Voorgesteld wordt om de dekking uit de algemene middelen te begroten. Ondernemersfonds (14.1) Overeenkomstig het raadsbesluit d.d. 8 februari 2010 zal de Stichting Ondernemersfonds Arnhem (SOFA) jaarlijks met een onderbouwd budgetverzoek komen voor het komende kalenderjaar. Het officiële budgetverzoek voor 2011 komt zo spoedig mogelijk na de oprichting van de stichting, die is gepland op 30 juni 2010. SOFA zal voor 2011 een budget van € 0,615 miljoen vragen. Hiervan is € 0,2 miljoen reeds in de begroting opgenomen, waardoor voor 2011 een nieuwe verhoging van € 0,415 miljoen nodig is. De dekking verloopt conform raadsbesluit via een verhoging van de OZB voor niet-woningen (eigenaren). Dit budget is noodzakelijk om de basisfinanciering van SBA en Stichting OKA Services te garanderen en hun basisactiviteiten veilig te stellen. Daarnaast verstrekt SOFA financiële bijdragen aan nieuwe ondernemersprojecten, die daarvoor verzoeken indienen.
2.8.12 Deelprogramma 15.2
Knelpunten programma 15: Duurzaam milieu
Programma 15: Duurzaam milieu bedragen x € 1.000
Bodemsaneringsmiddelen - Dekking vanuit bodemsaneringsmiddelen (overheveling naar gemeentefonds)
Totaal voorstellen deelprogramma 15: Duurzaam milieu
2011
2012
2013
2014
-317 462
-317 462
-317 462
-317 462
145
145
145
145
Bodemsaneringsmiddelen (15.2) Er zijn minder middelen nodig voor de uitvoering van de bodemsanering, dan via het rijk in het gemeentefonds wordt gedekt. Het voordeel is in het totaalbeeld verwerkt als een voordeel op de algemene middelen.
ONDERWERP
14.1 14.1
Programma 14: Structuurversterking economie
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Deelprogramma
Knelpunten programma 14: Structuurversterking economie
PAGINA
2.8.11
31
Vrijval afvalreserve (13.2) Ultimo 2009 bedraagt de bestemmingsreserve Afval € 1,5 miljoen. Via het door de raad vastgestelde afvalplan is hiervan € 0,26 miljoen bestemd voor uitvoering van dat afvalplan. Resteert aan te wenden € 1,3 miljoen. Daar komt het aanbestedingsvoordeel afval bij dat al in 2010 ontstaat. Met deze toevoeging in 2010 kan in totaliteit € 2 miljoen vrijvallen. Onder de dekkingsvoorstellen (paragraaf 2.9) wordt reeds rekening gehouden met een vrijval van € 0,5 miljoen, dus per saldo resteert een incidentele inzet van € 1,558 miljoen, welke in deze begroting is verwerkt.
Overige Bestedingsvoorstellen
Deelprogramma divers
Overige bestedingsvoorstellen bedragen x € 1.000
DPS (voortzetting) - Dekking vanuit organisatie-ontwikkeling (2011 incidenteel) Tekort Vastgoedbedrijf - Dekking vanuit organisatie-ontwikkeling (2011 incidenteel)
divers
2011
2012
2013
2014
-765 765 -380 380
-765 765 -380 380
-765 765 -380 380
0
0
0
0
Vastgoedbedrijf Arnhem (VBA) Op 30 juni 2009 is het college akkoord gegaan met de oprichting van één vastgoedbedrijf binnen de gemeente. Beoogd wordt dat met de centralisatie van al het vastgoed binnen één dienst er een bundeling van kennis en expertise ontstaat. Tevens kan er een snellere en eenvoudigere besluitvorming plaats vinden. Het personeel van het vastgoedbedrijf zal met name afkomstig zijn uit de toeleverende diensten. In het bedrijfsplan van het VBA is echter ook vastgesteld dat het voor het bereiken van de benodigde doelen noodzakelijk is om een kwaliteitsimpuls in de formatie te geven. De dekking voor deze formatie ontbreekt echter nog. Voorgesteld wordt om de dekking te koppelen aan de nog uit te werken nieuwe organisatievisie.
2.9
Dekkingsvoorstellen
In onderstaande tabel vindt u een overzicht van dekkingsvoorstellen, die niet afzonderlijk te relateren zijn aan de in de paragraaf 2.8 genoemde knelpunten. De eerste acht genoemde voorstellen zijn reeds aan de raad voorgelegd in juni 2010 (Raadsvoorstel ‘Nadere uitwerking financiële spelregels Lenteakkoord en procesvoorstel realisatie bezuinigingen’). Deelprogramma
04.1 04.2 16.1 16.3 16.5 13.2 13.3 14.1
11.1 03.2 16.5 13.1/15.1 13.2 11.1 13.1
Dekkingsvoorstellen bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
Werkvoorziening Presikhaaf Inkomensvoorziening WWB Wijziging herfinanciering en looptijd leningen Onroerende Zaak Belasting: begrote baten meeropbrengst Bijstellen investeringsplanning Vrijval bestemmingsreserve afval Vrijval bestemmingsreserve gemeentegarantie Vrijval bestemmingsreserve evenementen
479 500 1.250 860 0 500 100 161 3.850
877 1.000 2.500 860 0 0 0 0 5.237
877 1.500 2.500 860 2.500 0 0 0 8.237
877 2.000 2.500 860 2.500 0 0 0 8.737
Beëindigen afdracht € 0,3 mln. vanuit parkeeropbrengsten aan alg. middelen ter invulling taakst. BF Actualisatie achterstallig onderhoud onderwijspanden Cashvoordeel agv het realistisch wegzetten van het onderhoud op het vastgoed Het voeren van calamiteitenonderhoud binnen de openbare ruimte Aanbestedingsvoordeel op afval Incidentele onttrekking BR Bereikbaarheidsfonds Incidentele onttrekking BR Buiten Gewoon Beter (BGB)
-300 1.000 1.850 1.650 1.100 1.800 765
-300 0 0 0 1.100 0 0
-300 0 0 0 1.100 0 0
-300 0 0 0 1.100 0 0
11.715
6.037
9.037
9.537
Totaal dekkingsvoorstellen
Werkvoorziening Presikhaaf (04.1) De gemeentelijke bijdrage aan Presikhaaf bedrijven komt voort uit de gemeenschappelijke regeling met Presikhaaf en de hierin bepaalde verplichting om bij te dragen bij tegenvallende resultaten. Omdat Presikhaaf op dit moment een gezonde bedrijfsvoering kent en een gezond weerstandsvermogen heeft opgebouwd van 12,5% van het balanstotaal, kan de gemeentelijke bijdrage afgebouwd worden. In het kader van de nieuw af te sluiten gemeenschappelijke regeling per 2011 is het afbouwen van de gemeentelijke bijdrage een gemeenschappelijk besluit dat in 2010 gepland staat. Bij positieve besluitvorming zal ook de feitelijke afbouw in bedragen inzichtelijk worden. Aangezien Presikhaaf het weerstandvermogen door de gewijzigde marktrisico's wil verhogen naar ca.
ONDERWERP
Directie Programmasturing en Strategie (DPS) DPS is eind 2008 opgericht als een tijdelijke organisatie-eenheid tot en met 2010. In de 2e helft van 2009 is het functioneren van DPS geëvalueerd en zal te zijner tijd een besluit worden genomen over het voortbestaan van DPS. De dekking van DPS is deels structureel geregeld door herprioritering binnen de diensten. Een ander deel is gedekt met incidentele middelen. Deze incidentele middelen vervallen deels vanaf 2011 en volledig vanaf 2012, waardoor er bij het voortbestaan van DPS een dekkingsprobleem zal ontstaan. Voorgesteld wordt om de dekking te koppelen aan de nog uit te werken nieuwe organisatievisie.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
-280 280 -380 380
Totaal overige bestedingsvoorstellen
PAGINA
32
2.8.13
Bijstellen investeringsplanning (16.5) Op basis van de onderuitputting kapitaallasten van de afgelopen jaren kan geconcludeerd worden dat jaarlijks een te hoog bedrag aan investeringen wordt begroot die niet of pas later in de tijd gerealiseerd kunnen worden. Een bijstelling van de investeringsbegroting met de daarbij behorende kapitaallasten levert een mogelijk bezuinigingsvoordeel op. Bijstellen van de investeringsbegroting zal leiden tot een realistische hoogte van de investeringen die ook daadwerkelijk in een jaar kunnen worden uitgevoerd of het mogelijk zelfs schrappen van investeringen. Berekend is dat er vanaf 2013 een voordeel van € 2,5 miljoen bereikt kan worden. Vrijval bestemmingsreserve huishoudelijk afval (13.2) Jaarlijks wordt het verschil tussen de begroting voor het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval (die tevens gebruikt wordt voor de vaststelling van de afvalstoffenheffing) en het jaarresultaat verrekend met de reserve huishoudelijk afval. De reserve is ingesteld om de kosten van specifieke projecten op het gebied van afvalstoffen af te dekken. In de laatste jaren zijn er bedragen toegevoegd. Het saldo per 1 januari 2010 bedraagt € 1,5 miljoen Vanaf 2010 is de verwerking van het huishoudelijk afval opnieuw aanbesteed. Er wordt in dit jaar (2010) een voordeel van circa € 0,8 miljoen verwacht. Hiermee stijgt de reserve naar verwachting tot € 2,3 miljoen per 31 december 2010. In het door de raad vastgestelde Afvalplan is € 0,26 miljoen voor eenmalige kosten 2010 bestemd. Per saldo kan dan € 2,058 miljoen vrijvallen. In paragraaf 2.8 wordt onder programma 13 aangegeven dat ter dekking van de knelpunten € 1,558 miljoen is ingezet. Dit betekent dat er nog een voordeel van € 0,5 miljoen resteert om in te zetten, welke in deze begroting is verwerkt. Vrijval bestemmingsreserve gemeentegarantie (13.3) Deze bestemmingsreserve is gevormd om problemen van de eigen afgifte van gemeentegaranties in de periode 1995-2001, welke niet zijn overgedragen aan het waarborgfonds Eigen Woningen (Nationale Hypotheek Garantie) op te vangen. Tevens is deze reserve bestemd om de risico's af te dekken uit garanties op kleine leningen voor woningverbetering in met name Malburgen en Presikhaaf. Voorgesteld wordt om deze reserve te laten vrijvallen en de risico's af te dekken binnen de bestemmingsreserve financiering derden. Vrijval bestemmingsreserve evenementen (14.1) In de begroting staat een structureel budget van € 0,6 miljoen voor ondersteuning en bijdragen aan evenementen in de stad. Bij de jaarrekening worden eventuele mee- of tegenvallers ten opzichte van dat budget met de bestemmingsreserve evenementen verrekend. De reserve kan worden gezien als een egalisatiesaldo en een eventuele spaarpot voor een groter evenement waarvoor binnen het geraamde structurele budget geen ruimte is. In de reserve zat eind 2008 een saldo van € 0,161 miljoen. Het voorstel is om dit saldo als incidentele dekking in te zetten.
ONDERWERP
Onroerende Zaakbelasting: begrote baten meeropbrengst (16.3) De belastingopbrengst onroerende zaakbelasting (OZB) wordt beïnvloed door de waarde van de objecten en de groei van het aantal objecten. Ten opzichte van de begrote waarde staat de werkelijke belastingaanslag met de feitelijke objectwaarde. Kleine afwijkingen liggen voor de hand en hebben in het verleden tot een meeropbrengst geleid. Ook kan met terugwerkende kracht belasting opgelegd worden. Dit wordt zo goed mogelijk ingeschat bij het afsluiten van een boekjaar. Elk jaar blijkt dat er vanuit deze categorie ook positieve resultaten worden behaald. Het is daarom mogelijk een meeropbrengst te begroten, welke los staat van de jaarlijkse opbrengst- en tariefsberekening.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Wijziging herfinanciering en looptijd leningen (16.1) Door bij het aantrekken van nieuwe leningen te kiezen voor kortere looptijden dan voorheen kunnen de rentekosten worden verlaagd. Binnen het wettelijk kader dat de rijksoverheid gemeenten oplegt, is dit nog mogelijk. Kortlopende leningen zijn goedkoper dan leningen met een lange looptijd. De besparing van € 2,5 miljoen kent een ingroei, omdat niet meteen in 2011 zoveel nieuwe leningen nodig zijn voor begrote investeringen dat deze besparing direct al in 2011 kan worden gerealiseerd.
PAGINA
Inkomensvoorziening WWB (04.2) In de begroting is op de uitkeringen WWB een structureel tekort geraamd van € 2,2 miljoen Berekend is dat, mits de ontwikkeling van het aantal WWB-klanten in Arnhem niet ongunstiger uitvalt dan gemiddeld in heel Nederland, er de komende jaren geen tekort op de WWB-uitkeringen zal zijn. Het begrote tekort kan daarom op termijn worden afgeraamd.
33
16% en het Rijk de rijksbijdrage gaat aanpassen (van afzien van indexatie tot het verlagen van de taakstelling), is het nog niet duidelijk welke bedragen vrij kunnen vallen. Door de economische recessie staat de bedrijfsvoering onder druk. De kwartaalrapportage 2010 van Presikhaaf maakt melding van tegenvallers. Indien structureel van aard, dan is (volledige) afbouw niet reëel.
Aanbestedingsvoordeel op afval (13.2) De aanbesteding op afval heeft geresulteerd in een structureel voordeel van € 1,1 miljoen, welke is ingeboekt in deze begroting.
2.10
Taakstelling brede heroverweging
Op basis van de in de voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk gepresenteerde financiële ontwikkelingen, zoals de verhoging van het budget voor planmatig onderhoud, de verwachte verlaging van de algemene uitkering, de beschreven dekkingsvoorstellen, de voorstellen voor het oplossen van de knelpunten en de overige financiële mutaties, ontstaat er in jaarschijf 2012 en 2013 een tekort in de begroting van € 18 miljoen, oplopend naar € 25 miljoen in jaarschijf 2014. Een doorkijk naar 2015 leert dit het tekort (op basis van de huidige inzichten) wellicht uit gaat komen op € 29 miljoen. De definitieve omvang wordt bepaald door de uiteindelijke korting op het gemeentefonds die het Rijk zal doorvoeren. Bij het opstellen van deze MJPB is hierover nog geen duidelijkheid te geven. Mogelijk is reeds een voorschot op de korting genomen door het bevriezen van de indexatie (nominaal accres), zoals in het meerjarig beeld is verwerkt.
ONDERWERP
Calamiteitenonderhoud openbare ruimte (13.1/15.1) Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte staat op dit moment in de onderhoudstaakstellingen een bedrag van € 2,15 miljoen opgenomen in 2011. Het rapport dat de onderhoudstaakstelling onderbouwt laat zien dat dit bedrag ook daadwerkelijk nodig is, willen we de bestaande openbare ruimte duurzaam in stand houden. Door in 2011, gezien de financiële positie uitsluitend calamiteitenonderhoud uit te voeren, kan het gevraagde onderhoudsbedrag worden teruggebracht naar € 0,5 miljoen. Er zullen zich zeker 'calamiteiten', bij duikers, bij spelen en bij fonteinen voordoen. Consequentie van deze verlaging is dat er calamiteitenbeleid gevoerd wordt in 2011 en dus voor het overige geen adequaat (groot) onderhoud uitgevoerd kan worden.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Cashvoordeel onderhoud vastgoed (16.5) Voor het onderhoud van de (voormalige) FD-panden is een structureel bedrag van € 3,4 miljoen (panden in eigen beheer) + € 0,3 miljoen (panden veeglijst) opgenomen. Deze bedragen zijn onderbouwd en zijn ook daadwerkelijk structureel noodzakelijk om het onderhoud te kunnen uitvoeren. Echter op grond van ervaringen van de afgelopen jaren zal de beschikbare jaarschijf nooit in zijn geheel in datzelfde jaar ook daadwerkelijk kunnen worden weggezet. Daarom wordt ingeschat dat de helft van de jaarschijf van 2011 op deze manier kan worden vrijgespeeld (dus € 1,85 miljoen). Het betreft hier echter wel duidelijk een incidenteel "cash"-voordeel waarbij er vanuit wordt gegaan dat vanaf 2012 wel het volledige budget voor het onderhoud nodig zal zijn.
PAGINA
Dekking voor achterstallig onderhoud op onderwijspanden (03.2) Uit een nieuwe inventarisatie van het achterstallig onderhoud op de onderwijspanden is gebleken dat er in jaarschijf 2011 € 1 miljoen minder nodig is voor het achterstallig onderhoud op de onderwijspanden. Voor achterstallig onderhoud aan de onderwijspanden is 4 jaar geleden een eenmalig bedrag van € 10 miljoen beschikbaar gesteld. Daarvan is nog circa € 3 miljoen niet uitgegeven; deze middelen zullen in 2010 en 2011 worden besteed. Met deze middelen kan naar verwachting een deel van de jaarschijf 2010 (€ 3,0 miljoen) en een deel van de jaarschijf 2011 (€ 1,0 miljoen) worden uitgevoerd. Per saldo kan er dan in jaarschijf 2011 € 1 miljoen op het achterstallig onderhoud worden bezuinigd.
34
Beëindigen afdracht uit parkeeropbrengsten aan algemene middelen ter invulling van de taakstelling op het bereikbaarheidsfonds (11.1) In de MJPB 2009-2012 is een taakstelling van € 0,3 miljoen opgenomen op de parkeeropbrengsten. Deze taakstelling is ingevuld door te besluiten een lagere dotatie aan het bereikbaarheidsfonds te doen. In feite wordt dus dit bedrag nog steeds vanuit parkeren afgedragen aan de algemene middelen. Voorgesteld wordt de afdracht van € 0,3 miljoen vanuit de parkeeropbrengst aan de algemene middelen te beëindigen door dit bedrag toe te voegen aan de gemeentebrede bezuinigingen.
Startpositie volgens definitieve MJPB 2010-2013
2011
2012
2013
2014
0
0
pm -677 -8.691 0 -342 -1.951 -54 11.715
pm -2.613 -13.991 -4.300 101 -2.137 -1.226 6.037
pm -7.406 -10.991 -8.500 654 620 -1.254 9.037
pm -7.406 -10.641 -12.800 1.327 -3.337 -1.504 9.537
Totaal op te lossen o.b.v. MJPB 2011-2014
0
-18.129
-17.840
-24.824
Taakstelling brede heroverweging (par. 2.10)
0
18.129
17.840
24.824
Totaal meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
0
0
0
0
Nieuw beleid als gevolg van coalitieakkoord Opgenomen taakstellingen in MJPB 2010-2013 (par. 2.3) Taakstellingen agv verhogen budget voor planmatig onderhoud (par. 2.4) Taakstellingen agv verwachte verlaging algemene uitkering vanuit het Rijk (par. 2.5) Ontwikkeling gemeentefonds o.b.v. junicirculaire 2010 (par. 2.6) Financiële mutaties (par. 2.7) Knelpunten incl. dekkingsvoorstellen (par. 2.8) Dekkingsvoorstellen (par 2.9)
Korting Rijk op specifieke uitkeringen Naast de verwachte korting door het Rijk op het gemeentefonds, is het nog onzeker welke kortingen op specifieke uitkeringen worden doorgevoerd in de komende jaren. Hierbij gaat het bijvoorbeeld op de WWB-budgetten en de budgetten voor wijkverbetering. Taakstelling brede heroverweging Voorgesteld wordt om in de MJPB 2011-2014 een taakstelling brede heroverweging op te nemen. Het is zaak om ten aanzien van deze taakstelling tijdig een proces op te starten en uit te voeren om de taakstelling meerjarig structureel te kunnen invullen. Gelijktijdig met de behandeling van deze MJPB 2011-2014 wordt een inhoudelijke startnotitie voor het proces brede heroverweging in de raad behandeld. Vanaf de zomer 2010 zijn vanuit de organisatie voorbereidingen getroffen voor het opzetten en uitvoeren van het proces brede heroverweging. Hierbij is gebruik gemaakt van het voorwerk dat in fase één van het bezuinigingsproces is gedaan (eind 2009, begin 2010). Als bouwstenen voor de brede heroverweging wordt in elk geval gedacht aan de uitvoering van een takenanalyse en het doorvoeren van proces- en systeeminnovaties. Bij de takenanalyse worden de huidige gemeentelijke taken geclassificeerd op wettelijk of niet-wettelijk, maar wordt ook gekeken naar de prioriteit in het coalitieakkoord. Bij de mogelijkheden voor het toepassen van systeem- en procesinnovaties wordt beoordeeld of het mogelijk en/of wenselijk is dat de gemeente op een aantal beleidsvelden een fundamenteel andere rol kan innemen. Gestreefd wordt naar een proces dat ambtelijk is voorbereid vanaf de zomer 2010 en waarbij raad en college in het laatste kwartaal van 2010 meer intensief betrokken worden. Uitwerking van zoekrichtingen en voorstellen moet ertoe leiden dat de taakstelling brede heroverweging in het eerste kwartaal van 2011 ingevuld moet zijn. In dit deel van het proces wordt ook in gesprek met de stad gegaan: inwoners en belanghebbende partijen krijgen de mogelijkheid om mee te denken over de invulling van de bezuinigingen. De concrete invulling van de meerjarige taakstelling per deelprogramma wordt opgenomen in de Perspectiefnota, welke in april 2011 aan de raad wordt aangeboden. Conclusie taakstellingen binnen beleidsvelden Naast de door middel van een bezuinigingenproces in te vullen taakstelling brede heroverweging, zijn ten aanzien van sommige knelpunten in paragraaf 2.8 ook een aantal concrete taakstellingen binnen beleidsvelden opgenomen. Deze taakstellingen worden op het moment van het schrijven van de begroting al opgepakt. In onderstaande tabel wordt hiervan een totaaloverzicht gegeven.
Deelprogramma 02.1 05.1 05.3 06.1 07.1 07.2 08.3 08.4 08.4
Concrete taakstellingen binnen beleidsvelden (reeds ingezet als dekking op de bestedingsvoorstellen)
2011
2012
2013
2014
bedragen x € 1.000
Naturalisatie: dekking binnen beleidsveld huidige begroting Regionaal Kompas (OGGz-middelen): dekking vanaf 2012 binnen beleidsveld WMO: ophogen busperrons: dekking kapitaallasten van € 0,3 mln. investering uit WMO-budget Veiligheidsbeleid: Uitvoering integraal veiligheidsbeleid; vanaf 2012 dekken binnen beleidsveld Het Gelders Archief: dekking in 2011 uit cultuurbegroting Exploitatie MFC Presikhaven (realisatie 2009): dekking 2011 binnen budget sport Aanval op de uitval: dekking in 2011 vanuit budget Centrum Jeugd en Gezin Willemeen: dekking in 2011 vanuit budget Centrum Jeugd en Gezin Voortzetting Milleniumbeleid: dekking binnen portefeuilles Integratie en Milieu
-14 0 0 0 -22 -20 -80 -105 -85
-14 -700 -46 -1.200 0 0 0 0 -85
-14 -1050 -44 -1.800 0 0 0 0 -85
-14 pm -43 -1.800 0 0 0 0 -85
Totaal taakstellingen binnen beleidsvelden
-326
-2.045
-2.993
-1.942
ONDERWERP
0
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
0
PAGINA
bedragen x € 1.000
35
Op te lossen d.m.v. taakstelling brede heroverweging
PAGINA
36
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PROGRAMMA’S EN DEELPROGRAMMA’S
PAGINA
37
3
PAGINA
38
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
39
01 programma
Democratisering
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Programma 01 Democratisering
PAGINA
40
Deelprogramma 01.1 De gemeenteraad
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Agendacommissie
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) De stand van zaken op de outputindicatoren vertoont in Arnhem fluctuaties die lijken te corresponderen met de algemene politieke ontwikkelingen in Nederland op het moment van meting. De meting van 2006 leverde over de hele linie een positieve tendens op terwijl 2002 een dieptepunt vertegenwoordigde en de peiling van 2009 zich daartussenin bevindt. • De betrokkenheid van de Arnhemse bewoners ( 20%: 2002, 60%: 2006, 43%: 2009) en de interesse in de gemeentelijke politiek ( 24%: 2002, 51%: 2005, 41%: 2009) bevinden zich aan het begin van deze bestuursperiode, vergeleken met 2006, op een laag niveau: Bron: politieke Barometer. • Het aantal Arnhemmers dat zich inspant voor een kwestie die van belang is voor de stad als geheel (22%: 2002, 30%: 2005,22%: 2009) is gelijk gebleven, het burgerbezoek aan de Politieke Maandag kent een lichte schommeling (6%: 2002, 7%: 2005, 5%: 2009), en het persoonlijk contact met raads- of commissieleden (8%: 2002, 8%: 2005, 6%: 2009) kent een lichte daling: Bron: Politieke Barometer. • Het politiek zelfvertrouwen bevindt zich aan het begin van de bestuursperiode op een betrekkelijk laag niveau want minder Arnhemmers vinden dat de raadsleden goed op de hoogte zijn van wat er speelt in de stad (40%:2005, 11%:2009), minder Arnhemmers vinden dat gemeenteraadsleden zich bekommeren om de mening van de burger (42%: 2005, 35%: 2009) en het gemiddelde rapportcijfer voor de raadsleden is toegenomen (6,1: 2005, 5,7: 2009): Bron: Politieke Barometer. Beleidskaders • Raadsvoorstel ‘De Arnhemmer en zijn raad’, februari 2006 • Rapport ‘Evaluatie nieuwe vergaderwijze raad’, ibo 2006 • Raadsvoorstel ‘Doorontwikkeling werkwijze gemeenteraad’, Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • De Arnhemmer vroegtijdig een prominente rol in het besluitvormingsproces geven; • De herkenbaarheid van de lokale politiek vergroten; • Het contact tussen de Arnhemmer en zijn raad verder versterken; • De duale rollen van college en raad verder versterken; • Een zorgvuldige en snelle besluitvorming van de raad te waarborgen.
ONDERWERP
Inleiding Vanaf 2002 is in Arnhem op basis van de wet dualisering gemeentebestuur een proces van politiek bestuurlijke vernieuwing in gang gezet dat erop gericht is de burger meer bij het gemeentelijke beleid te betrekken en de transparantie van het gemeentebestuur te vergroten. In 2006 besloot de gemeenteraad om aan dit vernieuwingsproces een impuls te geven d.m.v. een vergadermodel dat de burger en zijn organisaties centraal stelt binnen de besluitvorming van de gemeenteraad. Dit leidde in tot een reeks veranderingsprocessen waarin de werkwijze van raad, college en organisatie ‘al doende’ werd herontwikkeld. Ondanks de geweldige krachtsinspanning die de verandering vergde van de organisatie, het college, de raad en de commissies heeft de gemeenteraad ervoor gekozen om de verandering door te zetten. Vanaf eind 2007 en in 2008 beginnen de veranderingen samen te vallen tot een samenhangend programma van vernieuwingsimpulsen. Vanaf 2009 wordt met gebruikmaking van de nieuw ontwikkelde werk- en communicatievormen, vanuit een vernieuwde raadszaal, de beweging naar de burger versterkt ingezet. Nu het vernieuwingsproces is uitgekristalliseerd zal daarbij de volle aandacht uit kunnen gaan naar het niveau van politieke afweging: het politiek-inhoudelijke debat over het publiek belang van Arnhem. Op woensdag 3 maart 2010 vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. De nieuwe raad heeft, direct na zijn installatie, een raadswerkgroep opgericht die het vernieuwde vergadermodel onder de loep zal nemen teneinde tot verdere verbetering ervan te komen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Agendacommissie
Programma 01 Democratisering
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Versterken van de politieke participatie van de Arnhemse burgers.
2011 • Het aantal burgers dat de gemeenteraad bezoekt stijgt evenals het aantal burgers dat contact had met leden van de gemeenteraad. • Meer burgers spannen zich in voor kwesties van lokaal belang. • De directe participatie van Arnhemse burgers bij de voorbereiding en vaststelling van het gemeentelijke beleid is significant gestegen.
2011 • Een raadswerkgroep zal de raad voorstellen voorleggen om de werkwijze van de raad verder te verbeteren. • Werkbezoeken, hoorzittingen, themabijeenkomsten en de politieke maandag.
• Betrokkenheid en interesse van de Arnhemse burgers bij hun woonplaats vertoont in 2011 een stijgende lijn • Het percentage burgers dat vindt dat raadsleden goed op de hoogte zijn van wat er onder burgers leeft stijgt • De waardering bij de burger van de eigen beïnvloedingsmogelijkheden van gemeentepolitiek en bestuur (politiek zelfvertrouwen) vertoont verbetering
• Stadsdebatten worden georganiseerd waarin belangrijke Arnhemse gebeurtenissen en thema’s onder journalistieke leiding tussen raadsleden, burgers, deskundigen, collegeleden e.a. zullen worden besproken. • Bij onderwerpen van uitzonderlijk belang, zal interactieve burgerparticipatie toegepast worden. • Er zal een strategisch communicatieplan voor de gemeenteraad worden opgesteld.
• Verder versterken van de kaderstellende en controlerende rol van de raad • Rekenkamercommissie
• De Rekenkamerfunctie wordt verder versterkt op basis van het advies van de raadswerkgroep. • Publicatie Rekenkamerrapporten
• Uitvoeren doelmatigheids-, doeltreffendheids- en rechtmatigheidsonderzoek, zoals opgenomen in het onderzoeksprorgamma van de Rekenkamer commissie.
• Versterken van de volksvertegenwoordigende rol van de gemeenteraad
2012 t/m 2014 • Het opkomstpercentage voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 is hoger dan dat van 2010
2012 t/m 2014 • Ter voorbereiding van de bestuurswisseling in 2014 zal door de agendacommissie een voorstel worden ontwikkeld m.b.t. het protocol collegeonderhandelingen en arbeidsvoorwaarden van raadsen commissieleden.
Relatie met stadsprogramma’s • Er is geen specifieke relatie met één van de stadsprogramma’s.
Relatie met paragrafen • Er is geen specifieke relatie met één van de paragrafen
Participanten • De hele stad
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
• Versterken van de volksvertegenwoordigende rol van de gemeenteraad
PAGINA
41
Deelprogramma 01.1 De gemeenteraad
Commissie
De gemeenteraad Programma 01
Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Agendacommissie
Democratisering
PAGINA
42
Deelprogramma 01.1
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
2.405
2.633
2.507
2.507
2.507
2.507
Baten
Totaal
12
10
10
10
10
10
-2.393
-2.623
-2.497
-2.497
-2.497
-2.497
227 19
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-208
0
0
0
0
0
-2.601
-2.623
-2.497
-2.497
-2.497
-2.497
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Middelen website Raad alleen voor 2010 beschikbaar gesteld - Diversen
23 -139 -10
Totaal mutaties lasten
-126
Baten Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
0 126
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Programma 01 Democratisering
PAGINA
43
Deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
In aansluiting op het Arnhems Lenteakkoord zal de gemeente bij de ontwikkeling en uitwerking van plannen nadrukkelijker de stad, de wijken en de bewoners als startpunt nemen. Werken met het gezicht naar de stad en de wijken, het ontwikkelen van plannen in gesprek met bewoners en ondernemers in de stad, het benutten van de kennis en de creativiteit van de stad. Deze werkwijze moet de komende jaren meer en meer leidend zijn voor de aanpak van het stadsbestuur. Programmasturing helpt om belangrijke ontwikkelingen in de stad te prioriteren en in gang te zetten. Met behulp van het planning- en controlinstrumentarium (Perspectiefnota, Meerjarenbegroting, Tussenrapportages en Jaarverslag/Jaarrekening) worden de gewenste ontwikkelingen voorbereid en de feitelijke ontwikkelingen verantwoord. Collegebesluiten worden, rekening houdend met inhoudelijke, juridische, en financiële kaders technisch goed voorbereid en verder goed afgehandeld. En om de kwaliteit van het gemeentelijk beleid te bevorderen wordt voortdurend gezocht naar kaders die bijdragen aan een verbetering van de bedrijfsvoering. In de komende jaren zal er een tekort van (inschatting bandbreedte) € 45 tot € 55 miljoen ontstaan. In deze tijden van economische teruggang is het een behoorlijke uitdaging om de MJPB structureel sluitend te krijgen. Op grond van de voorliggende maatschappelijke opgave en ontwikkelingen zullen op allerlei beleidsinhoudelijke vlakken maatregelen genomen moeten worden, daarnaast is het herijken en eventueel aanpassen van de gemeentelijke organisatie ook onderwerp van onderzoek. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Uit de stads- en wijkmonitor 2010 komt naar voren dat het afgelopen jaar resultaten zijn geboekt op de lange termijn prioriteiten grotere veiligheid; betere kansen voor de jeugd; meer mensen aan het werk; betere woningvoorraad en betere woonomgeving; een attractiever stad. Aan deze hoofddoelen is consequent gewerkt via de vier stadsprogramma’s; via de beoogde resultaten in de verschillende deelprogramma’s in de begroting en via een gebiedsgewijze aanpak die onder meer tot uiting komt in de resultaten in de vier krachtwijken en de GSO-wijken. • Het gaat goed met het totaal aan werkgelegenheid, startende ondernemers, de arbeidsparticipatie van vrouwen, de centrumfunctie in al zijn facetten, de groei van de woningvoorraad, de sportparticipatie van de jeugd en met het opleidingsniveau van de Arnhemmers. Ook bij aspecten als het welzijn van kwetsbare groepen en het aandeel langdurig werklozen zijn verbeteringen zichtbaar. Beleidskaders • Tussenbalans Visie Arnhem 2015 • Arnhems Lenteakkoord 2010-2014 • Stadsfoto 2009 (stichting Atlas voor gemeenten) • Rapport Leefbaarheid doorgrond 2007 (stichting Atlas voor gemeenten) • Perspectiefnota’s 2009-2012 en 2010-2013 • Charter Krachtwijken 2008 • Evaluatie 2009 van de Charter Krachtwijken • Convenant GSO III Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Arnhem heeft twee gezichten. Arnhem is een stad met een prachtige natuur, goede voorzieningen, creativiteit, ondernemers, een rijke verscheidenheid aan bewoners. Maar de stad heeft ook een ander gezicht: armoede, matige kwaliteit van sommige wijken, onveiligheid. Deze tweedeling moet minder worden. Arnhem moet een stad worden waar iedereen kan meedoen en waar je prettig kunt wonen en werken. Een groeiende waardering van de bevolking voor (de aanpak van) het stadsbestuur , waarbij het met name gaat om waarden als vertrouwen, openheid en elkaar serieus nemen.
ONDERWERP
Inleiding Het deelprogramma ‘versterken besturen op hoofdlijnen’ omvat initiërende, inkaderende en integrerende activiteiten, die moeten leiden doelgerichte, verantwoorde en tijdige besluiten op beleidsvraagstukken en een adequate uitvoering van genomen besluiten.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Programma 01 Democratisering
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Arnhem richt zich – rekening houdend met de maatschappelijke context – meer op het realiseren van doelen op het vlak van: 1. Aantrekkelijkheid van de stad 2. De woon- en leefomgeving 3. Participatie en werk 4. Zorg De doelen zijn verwoord in de vier stadsprogramma’s. • Arnhem communiceert meer en helderder over het te voeren beleid en de focus daarin, zowel in als buiten de stad.
2011 • Significante voortgang bij de realisatie van de doelen uit de stadsprogramma’s en de aanpak van de kracht - en GSO-wijken. De realisatie van gemaakte prestatieafspraken ( zie Charter Krachtwijken 2008) is daarbij van groot belang.
2011 • Uitvoeren doelstellingen stadsprogramma’s. • Uitvoeren actieplannen voor de vier krachtwijken en de GSOactieplannen in Geitenkamp, St. Marten/Spoorhoek, Vredenburg/Kronenburg en De Laar en Elderveld.
• In hoofdstuk 3 is op deelprogramma nivo een duidelijker koppeling aangebracht tussen inleiding, doelen en output, een aanzienlijk groter aandeel output SMART geformuleerd en overall korter. • In hoofdstuk 2 zijn de hoofdlijnen van beleid verankerd in de stadsprogramma’s.
• Voorstellen voor verbetering van monitoring van gemeentelijk beleid en ontwikkelingen in de stad. • Uitvoeren acties ter verbetering MJPB • Input vanuit Arnhems Lenteakkoord in programmasturing en planning- en controlcyclus verwerken
• Herijken en eventueel aanpassen van de gemeentelijke organisatie op grond van de voorliggende maatschappelijke opgaven en ontwikkelingen (w.o. bezuinigingen en veranderende werkwijze stadsbestuur n.a.v. het Arnhems Lenteakkoord) • Een structureel sluitende MJPB
• Doorontwikkeling van de organisatie op grond van de in 2010 opgestelde organisatievisie en het implementatieplan.
• Uitvoeren implementatieplan • Uitvoeren visie op control en innovaties
• Een structureel sluitende jaarschijf 2011 en generieke taakstellingen voor 2012.
• Uitvoeren bezuinigingstraject deel A tbv sluitende begroting 2011(inboeken quickscans) • Uitvoeren bezuinigingstraject deel B (takenanalyse en innovatieparadigma’s)
2012 t/m 2014 • Significante voortgang bij de realisatie van de doelen uit de stadsprogramma’s en de aanpak van de kracht- en GSO-wijken.
2012 t/m 2014 • Uitvoeren actieplannen voor de vier krachtwijken en de GSOactieplannen.
• Generieke taakstellingen die omgezet zijn naar specifieke bezuinigingen op diverse beleidsterreinen.
• Afronden bezuinigingstraject deel B (takenanalyse en innovatieparadigma’s) voor 2012 en verder.
Relatie met paragrafen • Er is geen specifieke relatie met één van de paragrafen
Participanten • Partners in de stad (bewoners, instellingen, bedrijven) • Provincie (GSO)
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 1. Aantrekkelijke centrum stad • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 3. Participatie en werk • 4. Zorgzame stad
PAGINA
44
Deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Commissie
Versterken besturen op hoofdlijnen Programma 01
Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Democratisering
PAGINA
45
Deelprogramma 01.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
11.696
10.776
11.174
11.649
11.648
11.646
Baten
Totaal
579
573
576
576
576
576
-11.117
-10.203
-10.598
-11.073
-11.072
-11.070
6 125
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
119
0
0
0
0
0
-10.998
-10.203
-10.598
-11.073
-11.072
-11.070
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Knelpunten - Voorzetting Directie Programmasturing en Strategie (DPS) - Verkiezingen
280 60
Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Nominale ontwikkelingen - Op concernniveau gereserveerde kapitaallasten - Diversen
-45 99 14 -10
Totaal mutaties lasten
398
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen
3
Totaal mutaties baten
3
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
-395
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink Rekening 2009
Investeringen
0 24 24
0 0
92 0 92
Maatschappelijk nut -
Begroting 2013
0 0
Begroting 2014
0 0
0 0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0 Totaal Totaal investeringen
-
24
92
ONDERWERP
Totaal
Begroting 2012
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Economisch nut - Vervanging stemhokjes en stembussen - Content Management Systeem
Begroting 2011
Begroting 2010
PAGINA
46
Deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen Programma 01 Democratisering
PAGINA
47
02 programma
Kwaliteit dienstverlening
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Programma 02 Kwaliteit dienstverlening
PAGINA
48
Deelprogramma 02.1 Publieke dienstverlening
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
De gemeente Arnhem werkt in haar dienstverlening met servicenormen. De burger en ondernemer weten daarmee wat zij van de gemeente kunnen verwachten. Het digitale kanaal dient als basis voor de informatieverstrekking en levering van producten via de andere kanalen. De burger en ondernemer kunnen steeds meer aan zelfservice doen, op een zelf gekozen tijdstip en plek. De afgelopen jaren is op de verschillende dienstverleningskanalen een stijgende lijn te zien in de waardering van onze klant voor de gemeentebrede dienstverlening. Daarnaast is de bereikbaarheid van de gemeente voor haar klanten in de laatste jaren zichtbaar verbeterd. Dit is gerealiseerd door de verschillende dienstverleningskanalen te optimaliseren o.a. door de inrichting van het Klant Contact Centrum (KCC) voor balie en telefonie en de inrichting van het digitaal loket als onderdeel van het internet. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • In 2009 was de waardering voor de dienstverlening op basis van de landelijke benchmark een 7,6 • Begin 2010 was het aantal digitale transacties (totaal aantal afspraken en digitale aanvragen in het digitaal loket) 10% • Over 2009 werd 58% van de inkomende gesprekken op het 0900 – 1809 nummer binnen 30 seconden opgenomen • Over 2009 werd 56% van alle klantenvragen in één keer door de frontoffice (telefonie) afgehandeld. Beleidskaders • Meerjarenplan Publieke Dienstverlening 2009 – 2012 • Overheid heeft antwoord (Vereniging Nederlandse Gemeenten 2007) Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Betere bereikbaarheid van de gemeente voor haar burgers, ondernemers en instellingen • Blijvende tevredenheid van klanten over de gemeentebrede dienstverlening
ONDERWERP
Inleiding De gemeente Arnhem streeft naar een goede publieke dienstverlening voor haar burgers, ondernemers en instellingen. Deze dienstverlening kan verder worden verbeterd door als gemeente een grotere en betere toegankelijkheid te realiseren voor onze burgers en ondernemers via de verschillende kanalen: internet, e-mail, post, telefoon en balie. Het bieden van een goede dienstverlening is dan ook een belangrijke doelstelling in de komende periode. Hierbij sluiten we de komende periode aan op de door de VNG opgestelde 5 beloften aan de burger en ondernemer. Deze beloften zijn: • Onze dienstverlening is mensgericht; • Burgers kunnen hun zaken snel en zeker regelen; • Altijd de juiste deur: optimale ketensamenwerking; • We vragen gegevens slechts eenmaal op; • We zijn transparant en aanspreekbaar. Wij dragen daarmee uit dat mensen bij ons centraal staan. Het ondersteunen van hun zelfredzaamheid, vanuit wederzijds vertrouwen tussen overheid en burgers en bedrijven, staat daarbij voorop.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Programma 02 Kwaliteit dienstverlening
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Blijvende tevredenheid van de burgers, ondernemers en instellingen over de gemeente brede dienstverlening. • Verder professionaliseren van de dienstverleningskanalen email, post, balie, telefonie en internet. • De burger en ondernemer heeft de beschikking over meerdere dienstverleningskanalen met dezelfde juiste informatie.
2011 • De waardering voor de dienstverlening is minimaal een 7,5 (landelijke benchmark). • Het aantal digitale transacties (totaal aantal afspraken en digitale aanvragen in het digitaal loket) is 15%. • 60% van de inkomende gesprekken op het 0900 – 1809 nummer wordt binnen 30 seconden opgenomen. • 60% van alle klantenvragen wordt in één keer door de frontoffice (telefonie) afgehandeld.
2011 •Het doorontwikkelen van het KCC •Het verbeteren van de informatievoorziening via de dienstverleningskanalen; internet, telefoon en balie. Naast deze kanalen het introduceren van het sms-kanaal. •Het optimaliseren van internet als dienstverleningskanaal. •Het voldoen aan de overheidswetgeving door het realiseren van de basisvoorzieningen van het Nationale Uitvoeringsprogramma (NUP). •Samenwerken met de partners in de keten over de centrale toegang tot de overheid.
2012 t/m 2014 • De structurele waardering voor de dienstverlening is minimaal een 7,5 (landelijke benchmark). • Het aantal digitale transacties (totaal aantal afspraken en digitale aanvragen in het digitaal loket) is 20%. • 70% van de inkomende gesprekken op het 0900 – 1809 nummer wordt binnen 30 seconden opgenomen. • 80% van alle klantenvragen wordt in één keer door de frontoffice afgehandeld.
2012 t/m 2014 Groeiscenario •Zie 2011
Relatie met paragrafen • Er is geen specifieke relatie met een van de paragrafen.
Participanten • Burgers, ondernemers en instellingen van Arnhem
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 3. Participatie en werk • 4. Zorgzame stad
PAGINA
49
Deelprogramma 02.1 Publieke dienstverlening
Commissie
Publieke dienstverlening Programma 02
Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Kwaliteit dienstverlening
PAGINA
50
Deelprogramma 02.1
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
7.599
6.014
6.768
6.768
6.768
6.768
Baten
Totaal
3.002
2.304
2.567
2.567
2.567
2.567
-4.597
-3.710
-4.201
-4.201
-4.201
-4.201
547 549
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
2
0
0
0
0
0
-4.595
-3.710
-4.201
-4.201
-4.201
-4.201
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Knelpunten - Naturalisatie * Dekking binnen het deelprogramma
14 -14
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Diversen
70 709 -25
Totaal mutaties lasten
754
Baten Bestaand beleid - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Diversen
283 -20
Totaal mutaties baten
263
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-491
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Publieke dienstverlening Programma 02
Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder
Kwaliteit dienstverlening
PAGINA
51
Deelprogramma 02.1
Dhr. Martijn Leisink
Rekening 2009
Investeringen
Begroting 2012
0
209
Begroting 2013
0
Totaal
-
209
-
-
Totaal
-
-
-
-
209
-
-
68 68
Begroting 2014
205 205
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
68
205
ONDERWERP
0
Begroting 2011
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Economisch nut - Bedrijfsvoering / ICT (IZ)
Begroting 2010
PAGINA
52
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
53
03 programma
Educatie
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Programma 03 Educatie
PAGINA
54
Deelprogramma 03.1 Voorschoolse ontwikkeling
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
De gemeente voert de regie ten aanzien van een integrale benadering van kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar in hun opvoeding en ontwikkeling. Op 1 augustus 2010 treedt de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) in werking. Het streven is om op termijn te komen tot een pedagogisch hoogwaardige basisvoorziening voor 0-4 jarigen, waarin VVE naadloos kan worden ingepast. Het OKE wetsvoorstel beoogt de eerste stappen te zetten in het harmoniseren van de wet- en regelgeving voor kinderopvang en peuterspeelzalen. Dat betekent dat er meer samenwerking gaat plaatsvinden tussen peuterspeelzalen en kinderopvang en dat de peuterspeelzalen dezelfde kwaliteitseisen krijgen als die van de kinderopvang. OKE regelt daarnaast nieuwe kwaliteitseisen voor het VVE-beleid. Gemeenten moeten eind 2011 een VVE-aanbod van 100% voor alle doelgroepkinderen hebben gerealiseerd. In het kader van de harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang heeft de gemeente begin 2010 de Visie op het jonge kind vastgesteld Resultaten van gevoerd beleid (oudputindicatoren) • In 2009 namen 657 peuters deel aan het reguliere peuterspeelzaalwerk. • Eind 2009 zijn er in Arnhem 16 peuterspeelzalen met VVE en 19 reguliere peuterspeelzalen. • Eind 2009 zijn er in Arnhem 5 kinderdagverblijven waar VVE wordt aangeboden. • Op 31 december 2009 zijn 450 doelgroepkinderen met VVE-aanbod bereikt. • Voor verdere outputindicatoren VVE zie deelprogramma 3.2. Beleidskaders • Nota ‘Onderwijsvoorrangsbeleid’ • Nota ‘Voor- en Vroegschoolse Educatie’ • Raadbesluit over ‘Invoering Wet Kinderopvang 2004’ • ‘Handhavingsbeleid kwaliteit Wet Kinderopvang regio Gelderland Midden 2008’ • Beleidsnotitie ‘Stand van zaken VVE (2007) • Zie ook deelprogramma 3.2 Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Voor alle kinderen is er een kwalitatief goede opvang in peuterspeelzalen en kinderopvang, zodat ontwikkelingskansen van kinderen worden vergroot. • Daarnaast is er voor alle kinderen die dat nodig hebben een VVE aanbod beschikbaar. * Onder doelgroepkinderen verstaan we kinderen die een dreigende ontwikkelingsachterstand hebben.
ONDERWERP
Inleiding De gemeente wil bijdragen aan het gezonde ontwikkelingen van ieder kind in de leeftijd van 0 tot 6 jaar. Door kinderen meer gebruik te laten maken van voorschoolse voorzieningen wordt bijgedragen aan een goede voorbereiding op het basisonderwijs.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Programma 03 Educatie
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Maximaliseren van bereik doelgroepkinderen en het realiseren van een VVE-aanbod in de voorschoolse voorzieningen van 100%.
2011 • De financiële toegankelijkheid van de peuterspeelzalen zijn verbeterd.
2011 • Inhoudelijke koppeling tussen voorschools en vroegschools aanbod (doorgaande lijn).
• De voorschoolse voorzieningen zijn aangesloten bij het Centrum voor Jeugd en Gezin.
• Uitvoeren van de VVE Actieplan.
• Verbeteren kwaliteit voorschoolse voorzieningen.
• De interne en externe zorgstructuur (bijvoorbeeld zorgadviesteams) van de voorschoolse voorzieningen functioneren goed.
• Visie op het jonge kind uitwerken en de invoering voorbereiden. • Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie invoeren: kwaliteitseisen peuterspeelzalen doorvoeren. • Zowel de interne als de externe zorgstructuur optimaliseren. • Verbeteren van de toeleiding naar de voorschoolse voorzieningen. 2012 t/m 2014 • Uitvoeren van de VVE Actieplan. • Visie op het jonge kind in de
praktijk brengen. Relatie met stadsprogramma’s • 3. Participatie en werk
Relatie met paragrafen • Investeringen • Subsidies
Participanten • STMG (jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar) • Kindercentra in Arnhem • Stichting Peuterspeelzalen Arnhem (SPA) • Stichting Rijnstad • Stichting PAS
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
• Minimaliseren taalachterstanden bij kinderen van 0-6 jaar.
PAGINA
55
Deelprogramma 03.1 Voorschoolse ontwikkeling
Commissie
Voorschoolse ontwikkeling Programma 03.1
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Educatie
PAGINA
56
Deelprogramma 03.1
bedragen x € 1.000,--
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
824
1.078
872
888
888
887
Baten
Totaal
0
0
0
0
0
0
-824
-1.078
-872
-888
-888
-887
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
0
-824
-1.078
-872
-888
-888
-887
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Taakstelling Zorg & Welzijn MJPB 2010-2013: harmonisatie peuterspeelzaalwerk.
17 -123 -100
Totaal mutaties lasten
-206
Baten Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
0 206
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Commissie
Voorschoolse ontwikkeling Programma 03.1 Educatie
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder
PAGINA
57
Deelprogramma 03.1
Mevr. Margriet Bleijenberg Rekening 2009
Investeringen
0
0
Begroting 2012
168
Begroting 2013
0
Begroting 2014
0
0
-
-
168
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
-
-
-
-
168
-
-
-
Maatschappelijk nut Totaal
Totaal investeringen
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Economisch nut - Programma Arnhem-Noord
Begroting 2011
Begroting 2010
Programma 03 Educatie
PAGINA
58
Deelprogramma 03.2 Goed onderwijs
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Aantal multifunctionele centra (= fysieke brede scholen, MFC) op 1 januari 2010: 8 (op 1 januari 2009: 6 ;op 1 januari 2008: 5; op 1 januari 2007: 2; op 1 januari 2006: 1 en op 1 januari 2005: 1). • Aantal brede scholen, dat inhoudelijk samenwerkt op 1 januari 2010: 13 (op 1 januari 2009: 8 ;op 1 januari 2008: 4; op 1 januari 2007: 2). • Op basis van de uitgangspunten zijn er in Arnhem 571 doelgroeppeuters. Voor eind 2009 is als prestatieafspraak GSB geformuleerd dat 400 doelgroepkinderen met VVE in een jaar moesten zijn bereikt. Eind 2009 zijn 450 doelgroepkinderen bereikt. Dit betekent een bereik van 79% ( bereik begin 2009 78 %; bereik begin 2008: 65,6 %; bereik begin 2007: 51,5 %; bereik begin 2006: 48% en begin 2004: 37%). • Het aantal leerlingen dat vanaf 1 augustus 2006 is bereikt in een schakelklas bedroeg eind december 2009 1346 leerlingen. Hiermee hebben we aan de prestatieafspraak GSB met het Rijk voldaan dat eind 2009 420 leerlingen zijn geschakeld (op 1 januari 2009: 459; op 1 januari 2008: 296; op 1 januari 2007: 53; op 1 januari 2006: 12). • Het jaarlijkse percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters in de gemeente Arnhem is in de afgelopen schooljaren gedaald: van 5,9% in 2005-2006, 5,7% in 2006-2007, 5,1% in 2007-2008 naar 4,8% in 2008-2009. • Het percentage voortijdig schoolverlaters dat jaarlijks is herplaatst naar een opleiding of naar werk is in 20082009 vrijwel gelijk met dat van voorgaande jaren. In 2005-2006 was het herplaatsingpercentage 65%, in 20062007 67%, in 2007-2008 60% en in 2008-2009 weer 65%. Beleidskaders • Visiedocument “Integraal huisvestingsplan Primair Onderwijs” (2008) • “Meerjarenplan 2005-2009 Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten subregio Arnhem” (2005) • “Kadernota brede scholen” (2004, herbevestig in 2008) • “Integraal Huisvestingsplan voortgezet onderwijs Arnhem-Noord” (2002) • “Tussenevaluatie Brede Schoolontwikkeling”(2009) • “Actieplan Aanval op de Uitval” (2008) • Toekomstvisie huisvesting speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in Arnhem (2009) Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen. • Verhoging taalniveau bij de start in het basisonderwijs. • Verhoging taalniveau bij de overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. • Vermindering van het aantal voortijdig schoolverlaters in Arnhem. • Meer schone, veilige en goed onderhouden schoolgebouwen, die aansluiten op onderwijskundige inzichten. • Minder segregatie en meer integratie.
ONDERWERP
Inleiding Het gemeentelijk educatiebeleid richt zich op optimalisering van de fysieke en sociale omgeving waarin educatie plaatsvindt. Doel is het bereiken van een zo hoog mogelijke kwaliteit in het onderwijs. Wanneer dit gerealiseerd is, zullen immers ook minder leerlingen voortijdig uitvallen en zullen minder leerlingen een achterstand hebben. De wettelijke taken op het gebied van educatie zijn: leerplicht, leerlingenvervoer, huisvesting, onderwijsachterstandenbeleid (waaronder voor- en vroegschoolse educatie (VVE)), Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) Voortijdig Schoolverlaten, tegengaan segregatie, volwasseneneducatie en openbaar onderwijs.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
PAGINA
59
Deelprogramma 03.2 Goed onderwijs
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Programma 03 Educatie
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Partners, verantwoordelijk voor opvoeden en opgroeien in wijken, beter laten samenwerken.
2011 • In een tweetal wijken is een structurele inhoudelijke samenwerking (brede schoolconcept) gerealiseerd.
2011 • Versterken van inhoudelijke samenwerking in de wijk via het aanstellen van een brede school coördinator en inzet combinatiefunctionaris school-sport-cultuur. • Meer gebruik van schoolgebouwen voor wijkactiviteiten.
• Maximaliseren van bereik doelgroepkinderen en het realiseren van een VVE-aanbod van 100%. • Verbetering kwaliteit VVE aanbod
• Uiterlijk op 31 december 2011 is er voor alle doelgroepkinderen (100%) een VVE-aanbod • Op alle onderbouwgroepen van de OVG scholen is een dubbele bezetting • Alle vroegschoolse locaties VVE werken met ouderprogramma
• Betere voorbereiding op het vervolgonderwijs.
• Uitbreiding capaciteit VVE speelzaalwerk, uitbreiding bereik doelgroeppeuters en afspraken met kinderopvang over VVE op dagverblijven. • Bepalen van verdeelsleutel middelen onderwijsvoorrang en inhoud bepalen van aanbod in de diverse VVE aanbod varianten. • Werkgroep wordt ingesteld om huidige aanbod ouderprogramma’s te evalueren en nieuw aanbod op te zetten. • Implementeren van beleidsplan onderwijsvoorrang 2010-2014.
• Alle schakelklassen zijn omgevormd tot een verlengde schooldagvariant
• Het jaarlijkse aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters wordt gereduceerd. • Voortijdig schoolverlaters worden herplaatst naar een opleiding of naar werk.
• Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2009-2010 is maximaal 4,0 %. • Het percentage herplaatste voortijdig schoolverlaters is minimaal 65 %.
• Uitvoering van de activiteiten uit het Actieplan Aanval op de uitval. • Uitvoering van herplaatsingactiviteiten door Team VSV.
• Meer adequate huisvesting van scholen.
• Herhuisvesting VSO-bovenbouw De Radar: definitie- en ontwerpfase afgerond, voorbereiding uitvoering gestart • Herhuisvesting Dr. P.C.M. Bosschool (en aanverwante zorgvoorzieningen): definitiefase afgerond, ontwerpfase gestart • Actieplan voor de verbetering van de huisvesting van de overige schoolgebouwen voor (voortgezet) speciaal onderwijs gereed. • Eind 2011 wordt MFC Geitenkamp gerealiseerd
• Een stabiel aanbod van het leerlingenvervoer realiseren
• Nader te bepalen
• Verder uitwerken Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs en vertaling in jaarlijks Onderwijshuisvestingsprogramma. • In samenwerking met de schoolbesturen opstellen van plannen voor nieuwe huisvesting van de Dr. P.C.M. Bosschool en de VSO-bovenbouw van De Radar/Arnhemse Buitenschool. • Uitwerken van de Toekomstvisie huisvesting (voortgezet) speciaal onderwijs in Arnhem (haalbaarheidsonderzoeken, locatiekeuzes, investeringsberekeningen). • Onderzoek doen naar beïnvloedingsmogelijkheden van het gebruik van leerlingenvervoer. • Onderzoek naar indicatoren
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Programma 03 Educatie
Activiteiten
2012 t/m 2014 • In 2012 is in minimaal 9 wijken een structurele inhoudelijke samenwerking (brede schoolconcept) gerealiseerd.
2012 t/m 2014 • Verder versterken van inhoudelijke samenwerking in de wijk via realisatie van bredeschool coördinatie en extra inzet van combinatiefunctionarissen op locatie. • Uitvoering van de activiteiten uit (het vervolg) op het Actieplan Aanval op de uitval. • Uitvoering van herplaatsingsactiviteiten door Team VSV.
• In schooljaar 2010-2011 is het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters maximaal 3,5%. Dit is een reductie van 40% ten opzichte van het schooljaar 20052006. Dit beleidsdoel sluit aan bij regionale convenantafspraken met onderwijsinstellingen en met het ministerie van OCW. In de jaren daarna is het jaarlijkse percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters niet hoger dan 3,5%. • Het jaarlijkse percentage herplaatste voortijdig schoolverlaters is minimaal 65 %. • Planmatige aanpassing scholen op basis van Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs. • Realiseren van 5 MFC’s (w.o. Klarendal, Schuytgraaf centrum).
• Verder uitwerken Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs en vertaling in jaarlijks Onderwijshuisvestingsprogramma
• (Ver-)nieuwbouw scholen voor VSO- bovenbouw De Radar en Dr. P.C.M. Bosschool gereed. • Aan de hand van het actieplan is gestart met de voorbereiding van volgende (ver)nieuwbouwprojecten voor scholen (voortgezet) speciaal onderwijs
• Met de schoolbesturen kaders vaststellen voor uitwerking van de plannen voor herhuisvesting van de VSO- bovenbouw De Radar en Dr. P.C.M. Bosschol (ruimteprogramma, investeringsvergoeding, financiering, planning, bouwheerschap). • In samenspraak met de schoolbesturen de verbetering van de huisvesting voor het (voortgezet) speciaal onderwijs op basis van de Toekomstvisie vertalen in een meerjarig actieplan.
• Onder voorbehoud van uitkomsten onderzoek, hanteren indicatoren voor beleidsoutput Relatie met stadsprogramma’s • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 3. Participatie en werk
Relatie met paragrafen • Investeringen • Onderhoud kapitaalgoederen
Participanten • SPA (stichting peuterzalen Arnhem) • Rijnstad • SKAR (stichting kinderopvang Arnhem) • Scholen / schoolbesturen • Stichting PAS (primair onderwijs in Arnhem in samenwerking) • ROC Rijn IJssel, ROC A12, UWV werkbedrijf / jongerenloket
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
PAGINA
60
Deelprogramma 03.2 Goed onderwijs
Commissie
Goed onderwijs Programma 03
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Educatie
PAGINA
61
Deelprogramma 03.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
36.637
33.986
40.247
40.381
41.124
44.647
Baten
Totaal
14.217
3.456
11.031
9.612
9.969
9.967
-22.420
-30.530
-29.216
-30.769
-31.155
-34.680
6.245 771
0 56
0 55
0 55
0 55
0 55
-5.474
56
55
55
55
55
-27.894
-30.474
-29.161
-30.714
-31.100
-34.625
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Planmatig onderhoud - Achterstallig onderhoud onderwijspanden Knelpunten - MFC Presikhaven * Dekking binnen budget Sport Dekkingsvoorstellen - Actualisatie achterstallig onderhoud onderwijspanden in 2011
Bedrag
2.000
20 -20
-1.000
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Kapitaallasten - Huurlasten Scholengroep Mariendael - GSO-3 budget Brede School Geitenkamp (zie baten) - Rijksbudget Onderwijsachterstanden: in 2010 via het Gemeentefonds uitgekeerd - Diversen
148 2.959 926 200 2.000 -960 -12
Totaal mutaties lasten
6.261
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - GSO-3 bijdrage Brede School Geitenkamp (zie lasten) - Rijksvergoeding Onderwijsachterstanden: in 2010 via het Gemeentefonds uitgekeerd - Diversen
13 2.812 2.000 2.696 54
Totaal mutaties baten
7.575
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
1.314
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Goed onderwijs Programma 03
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Educatie
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
0
Onttrekkingen - BR Investering Brede Scholen: Dekking kapitaallasten Witte School
-1
Totaal mutaties onttrekkingen
-1
Totaal mutaties reserves
-1
Rekening 2009
Economisch nut - Integraal Huisvestingsplan VO Noord - Onderwijshuisvesting en spoedprocedures - Onderwijshuisvestingsprogramma's - Programma Arnhem-Noord - Programma Arnhem-Zuid - Voorzieningen Malburgen - Voorzieningen Presikhaaf - Voorzieningen Rijkerswoerd - Voorzieningen Schuytgraaf - Corr. activeringen voorgaande jaren IHP VO Noord - Corr. activeringen voorgaande jaren diverse MFC's - Programma Speciaal Onderwijs - Bedrijfsvoering Sportbedrijf Totaal
27.156 204 4.012 4.196 0 0 6.909 0 -11 -1.207 -421 0 113
Begroting 2010
-237 104 4.843 1.561 702 0 1.211 0 3.632 0 0 3.081 0
Begroting 2011
0 0 2.651 3.942 6.221 0 0 1.746 2.042 0 0 0 0
Begroting 2012
0 0 3.248 8.428 0 8 0 0 0 0 0 0 0
Begroting 2013
0 0 2.500 4.285 0 0 0 0 24.864 0 0 15.146 0
Begroting 2014
0 0 0 0 0 0 0 0 13.216 0 0 0 0
40.951
14.896
16.602
11.684
46.795
13.216
-
-
-
-
-
-
40.951
14.896
16.602
11.684
46.795
13.216
Maatschappelijk nut Totaal Totaal investeringen
ONDERWERP
Totaal mutaties toevoegingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen -
Investeringen
PAGINA
62
Deelprogramma 03.2
Programma 03 Educatie
PAGINA
63
Deelprogramma 03.3 Volwasseneneducatie
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Door de toenemende vraag naar en het aanbod van korte cursussen, die zo goed mogelijk aan sluiten bij de leervraag van volwassenen, is het aantal mensen dat bij het ROC een cursus volgde de laatste jaren toegenomen. Alle cursussen bij elkaar geteld (VAVO, Nederlands als tweede taal, alfabetisering autochtonen en alle korte cursussen) volgden in 2008 675 mensen een cursus, in 2009 was dat 744. • Bij Volksuniversiteit en NIVON is het aantal deelnemers de laatste jaren rond respectievelijk 4.100 en 755. Beleidskaders • Visienota Participatiebudget “Meedoen: dat geldt voor iedereen” ( 2009) • Rijksbeleid inzake participatiebudget, onderdeel volwasseneneducatie Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Het bevorderen van de sociale cohesie, zelfredzaamheid en participatie op de arbeidsmarkt en de deelname aan het educatieve, sociale en culturele leven.
ONDERWERP
Inleiding Volwassen inwoners met een achterstand op het gebied van onderwijs, vorming en ontwikkeling kunnen door hun achterstand belemmerd worden bij deelname aan de samenleving. De gemeente koopt educatieve trajecten in bij ROC Rijn IJssel (formele educatie) en ondersteunt de educatieve activiteiten van Volksuniversiteit en NIVON (non formele educatie) middels subsidie. Daardoor kan deze doelgroep volwassenen gebruik maken van een educatief aanbod en daardoor kennis en vaardigheden vergroten, alsmede de kans op maatschappelijke en arbeidsmatige participatie. De gemeente ziet erop toe dat het aanbod zo goed mogelijk is afgestemd op de leervraag van betrokken volwassenen. Bij de formele educatie zal met name ingezet worden op de beheersing van de Nederlandse taal, zowel spreken en verstaan als lezen en schrijven, en op het alsnog behalen van een startkwalificatie (HAVO) door kwalificatieplichtige jongvolwassenen. De middelen die de gemeente van het rijk ontvangt voor de formele educatie zijn opgenomen in het Participatiebudget, waarbij de inzet van deze middelen wordt afgestemd op inburgering en re-integratie. Nadat in 2010 door het rijk al 25% was gekort op de educatiegelden, zal het rijk in 2011 nogmaals 19% korten op het budget . Bij het opvangen van de gevolgen hiervan zal het onderwijs in de Nederlandse taal en het behalen van een startkwalificatie zoveel mogelijk worden ontzien.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Programma 03 Educatie
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Bevorderen dat volwassenen met een onderwijsachterstand gaan deelnemen aan educatieve trajecten, waarmee kennis en vaardigheden worden vergroot.
2011 • Voor 2011 wordt uitgegaan van de inkoop van naar schatting 450 cursussen formele educatie met circa 650 deelnemers. (Cursus is cursusplaats, meer dan één cursist per plaats mogelijk). • Het aanbod non-formele educatie is afgestemd op educatieve wensen van potentiële deelnemers.
2011 • Inkoopovereenkomst formele educatie met het ROC en monitoren voortgang. Daarbij afstemming met negen regiogemeenten voor het onderdeel VAVO. • Een deel van het aanbod nonformele educatie van Volksuniversiteit en NIVON ondersteunen middels subsidie.
2012 t/m 2014 • In 2012 voortzetting op niveau 2011. Het rijk wil ingaande 2013 het budget formele educatie gaan baseren op behaalde resultaten. Verwachting is dat de inkoop 2013 en 2014 zal liggen op niveau 2011.
2012 t/m 2014 • In 2012 voortzetting 2011. Ingaande 2013 zal de volwasseneneducatie moeten worden aanbesteed. • Non-formele educatie van Volksuniversiteit en NIVON voortzetting beleid 2011.
Relatie met paragrafen Er is geen specifieke relatie met één van de paragrafen
Participanten • Tot en met 2012 ROC Rijn IJssel voor de formele educatie. Daarna de partij die gegund wordt. • Volksuniversiteit • NIVON
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 3 .Participatie en werk
PAGINA
64
Deelprogramma 03.3 Volwasseneneducatie
Commissie
Volwasseneneducatie Programma 03
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Educatie
PAGINA
65
Deelprogramma 03.3
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
2.195
2.386
1.982
1.980
1.980
1.980
Baten
Totaal
2.067
2.081
1.639
1.636
1.636
1.636
-128
-305
-343
-344
-344
-344
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
0
-128
-305
-343
-344
-344
-344
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 Actualisatie begroting ( verzamelbesluit-1 2010)
34 -438
Totaal mutaties lasten
-404
Baten Bestaand beleid - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010)
-442
Totaal mutaties baten
-442
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
-38
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
PAGINA
66
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
67
04 programma
Werk en inkomen
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Programma 04 Werk en Inkomen
PAGINA
68
Deelprogramma 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
De landelijke groeiverwachting van het CPB is 10%. De inzet is in Arnhem in elk geval met de eigen volumegroei het beter te doen dan het landelijk gemiddelde. Een groei van het volume met (maximaal) 10% zou in Arnhem een toename met ruim 500 klanten betekenen tot bijna 5700 eind 2010. Inzet is de volumegroei in Arnhem te beperken tot 8 %. De CPB-voorspelling is een gemiddelde; in steden stijgt het aantal sneller dan daarbuiten. De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is met ingang van 2008 gemoderniseerd. De financiering is vereenvoudigd en loopt via de gemeente ook al werkt deze samen in een Gemeenschappelijke Regeling (GR). De gemeente kan hierdoor beter de regie voeren. Voorts dient de gemeente een aantal deeltaken van de Wsw zelf te gaan uitvoeren; zoals wachtlijstbeheer en bekostigen begeleid werken. De gemeente neemt vanaf 2010 de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een deel van de Wsw-taakstelling; elke gemeente kan per jaar 4% van het beschikbare budget vrij besteden. Deze vrije ruimte kan na 4 jaar oplopen tot maximaal 16% van het Wsw-budget. Het vrij besteedbare budget kan ook geheel of gedeeltelijk bij Presikhaaf bedrijven zelf worden besteed. Naast aandacht voor terugkeer naar werk, wil Arnhem mensen stimuleren zich te ontwikkelen. Dit gebeurt door onder andere te investeren in een optimale aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt en door het vergroten van de arbeidsparticipatie. Kinderopvang speelt hierbij een belangrijke rol. De gemeente vervult een regierol en heeft vanuit de Wet Kinderopvang taken op het gebied van registratie, toezicht op de kwaliteit en hygiëne, handhaving en doelgroepbeleid rondom kinderopvang. Ook is er specifieke aandacht voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Vanaf 1 oktober 2009 is de wet Investeren in Jongeren (WIJ) in werking getreden. In lijn met deze wet worden jongeren door de gemeente Arnhem zo snel mogelijk terug naar school geleid of naar werk bemiddeld. Jongeren krijgen waar nodig een werkleer-aanbod van de gemeente, waardoor belemmeringen richting scholing, werk of participatie zoveel mogelijk worden opgeheven. Hiermee realiseert de gemeente Arnhem een sluitende aanpak ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Naast de uitvoering van de WIJ coördineert de gemeente Arnhem ook de regionale aanpak van de jeugdwerkloosheid in de regio Gelderland-Midden. Hiervoor krijgt de gemeente Arnhem ook extra middelen van SZW. In overleg met 17 gemeenten, onderwijs, werkgevers, UWV-Werkbedrijf en kenniscentra worden projecten ontwikkeld en ondersteund om aanvullend op de reguliere aanpak door partijen de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • De WWB volumestijging in 2009 lag ruim onder het landelijk gemiddelde. • Eind 2010 werkt 66% van de Wsw-ers binnen, 16% beschut buiten en 18% binnen detachering en begeleid e e e e werken. Streven op termijn is 1/3 binnen en 2/3 buiten in de vorm van 1/3 dienstverlening en 1/3 detacheren/begeleid werken. Beleidskaders • “Uitvoering van de nieuwe Wsw; een middellange termijn beleidsperspectief van de gemeenten die participeren in de GR Werkvoorziening Midden Gelderland”. • Meerjarenbeleidsplan Wwb, Tussenbalans Meerjarenbeleidsplan Wwb 2005-2008, Actieplan Werk, verordeningen en richtlijnen Wwb • Nota ‘Toezicht- en handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang’ (2008) Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Iedere Arnhemmer voorziet naar vermogen zelfstandig in zijn bestaansmiddelen • Een ieder benut zijn kansen en mogelijkheden tot ontplooiing en deelname aan de samenleving, bij voorkeur door het verrichten van arbeid of anders door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten • Netwerk re-integratie en toetreden tot de arbeidsmarkt uitgebreid en geïntensiveerd
ONDERWERP
Inleiding Arnhem wil een sterke en vitale stad zijn waarin iedereen zich kan ontwikkelen. Belangrijke voorwaarde hiervoor vormt een effectieve aanpak op het terrein van re-integratie. Belangrijk hiervoor is het verbeteren van de maatschappelijke deelname van zowel bijstandsgerechtigden als niet bijstandsgerechtigden. Hiervoor wordt krachtig ingezet op het terugdringen van bijstandsafhankelijkheid en het terugdringen van de uitkeringsafhankelijkheid in bredere zin; in samenwerking met het UWV-Werkbedrijf . Een extra accent leggen wij in onze krachtwijken. De gemeente heeft aanvankelijk voor 4 jaar ingezet op een reductie van het WWB-volume van 30% in de kracht- en ontwikkelwijken en 20% in de overige wijken. De huidige recessie heeft invloed op de volumeontwikkeling en zal een bijstelling noodzakelijk maken. Daar waar de afstand tot de arbeidsmarkt nog te groot is wordt extra ingezet op werken met behoud van uitkering (Werken voor de Stad).
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Programma 04 Werk en Inkomen
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Verkleinen van de uitkeringsafhankelijkheid (o.a. van jongeren)
2011 • Ontwikkeling volume Wwbklantenbestand beter dan landelijk gemiddelde. • Volumeontwikkeling Wwb in de krachtwijken beter dan geheel Arnhem • Realiseren sluitende aanpak alle jongeren
2011 • Optimaliseren van het gebruik van de diverse re-integratieinstrumenten (ABC, Opstapbanen, Werken voor de Stad) • Uitvoeren integrale aanpak Aanval op de uitval • Werkgeversservicepunt optimaliseren • Accenten op de krachtwijken • Bestandsbeheer WIW en IDklanten • Invulling geven aan de modernisering van de Wsw • Verstevigen poortwachtersfunctie • Doorontwikkeling sector Werk en Inkomen • Realiseren van een sluitende aanpak ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid (Zowel in Arnhem als in regionaal verband)
• Werkgeversbenadering is een speerpunt van het arbeids- en participatiebeleid: inzetten op aansluiting van het aanbod op de vraag.
Kinderopvang • Opdracht geven aan Hulpverlening Gelderland Midden, voor het doen van inspecties (kwaliteit en hygiëne) bij kindercentra en vanaf 2011 ook bij de peuterspeelzalen. Wsw Van binnen naar buiten: minder mensen binnen het eigen SWbedrijf werkzaam • Activeren van de wachtlijst • Aansluiten uitvoering WSW op integraal arbeidsmarktbeleid
2012 t/m 2014 Wsw • Verhouding van het aantal personen dat ‘binnen’ werkt ten opzichte van het aantal personen dat ‘buiten’ werkt: 1 staat tot 2
2012 t/m 2014 • Voor beleid kinderopvang zie 2011
Relatie met stadsprogramma’s • 3. Participatie en Werk
Relatie met paragrafen Er is geen specifieke relatie met één van de paragrafen
Participanten • Wsw Presikhaaf • Regio-gemeenten • Hulpverlening Gelderland Midden (HGM) • Kindercentra in Arnhem
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
PAGINA
69
Deelprogramma 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
Commissie
Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt Programma 04
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Werk en inkomen
PAGINA
70
Deelprogramma 04.1
bedragen x € 1.000,--
Middelen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
78.906
70.021
73.681
73.152
73.152
73.152
Baten
Totaal
71.195
62.571
66.273
66.365
66.365
66.365
-7.711
-7.450
-7.408
-6.787
-6.787
-6.787
1.066 804
0 68
0 68
0 68
0 68
0 68
-262
68
68
68
68
68
-7.973
-7.382
-7.340
-6.719
-6.719
-6.719
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Dekkingsvoorstellen - Werkvoorziening Presikhaaf
Bedrag
-479
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Decentralisatie-uitkering uitvoeringskosten Wwik
-4 3.920 223
Totaal mutaties lasten
3.660
Baten Bestaand beleid - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010)
3.702
Totaal mutaties baten
3.702
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
42
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Programma 04 Werk en Inkomen
PAGINA
71
Deelprogramma 04.2 Inkomensvoorziening- en ondersteuning als sociaal vangnet
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Bereik doelgroep: Percentage dat ArnhemCard (AC) heeft is ± 92 % (streven: 95%); • Bereik aantal klanten dat deelneemt aan de Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ ) is 77 % (streven: 80%); • Slagingspercentage schuldregelingen (fase 2) is 61,4 (streven: ≥ 65%); • Wachttijd voor schuldregeling ± 10 weken (streven: ≤ 4 weken); • Aantal sportende kinderen (ArnhemCard is 1037 (streven: 1300); • Aantal kinderen dat deelneemt aan cursus muziek, dans of ballet bij het Domein of andere instellingen is gestegen van 115 naar 224 (streven 300). • Beleidskaders • Meerjarenbeleidsplan Wwb • Tussenbalans meerjarenbeleidsplan • Armoede-agenda 2008-2011 Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Vraaggericht en integraal aanbieden van – en stimuleren gebruik van – aanvullende inkomensondersteunende voorzieningen gericht op: • Bevorderen zelfredzaamheid; • Voorkomen armoede en sociale uitsluiting; • Bevorderen maatschappelijk participatie.
ONDERWERP
Inleiding Het algemeen inkomensbeleid is voorbehouden aan het Rijk. Het Rijk stelt financiële middelen beschikbaar en geeft de kaders aan waarbinnen gemeenten (aanvullende) inkomensondersteuning en inkomensondersteunende instrumenten kunnen inzetten. De gemeente Arnhem opereert binnen het spanningsveld van aan de ene kant het bieden van adequate inkomensvoorzieningen en aan de andere kant het beperken van de armoedeval. De gemeente Arnhem zet in op een reëel en fatsoenlijk uitkeringsniveau rond het landelijk gemiddelde. Door de economische crisis is het lastig verwachtingen uit te spreken ten aanzien van het volume van het Wwbbestand. Met het re-integratiebeleid worden zoveel mensen als mogelijk geactiveerd. De landelijke groeiverwachting van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor 2010 is 10%. De inzet is in Arnhem in elk geval minder volumegroei te laten ontstaan dan het landelijk gemiddelde. Een groei van het volume met (maximaal) 10% zou in Arnhem een toename met ruim 500 klanten betekenen tot bijna 5700 eind 2010. De CPB-voorspelling is een gemiddelde; in steden stijgt het aantal sneller dan daarbuiten. Inzet is om dit de volumestijging in Arnhem te beperken tot 8%. Inwoners die door omstandigheden (zowel op het terrein van schaarse financiële middelen als bijvoorbeeld sociale uitsluiting) aanvullende inkomensondersteuning nodig hebben, kunnen gebruik maken van een uitgebreid palet van instrumenten van het gemeentelijke minimabeleid. Het streven is om de komende jaren – samen met de partners in de stad – extra in te zetten op het bestrijden van armoede (inclusief schulddienstverlening). De ambities zijn verwoord in de stadsagenda Arnhem omarmt en de gemeentelijke armoedeagenda 2008-2011. Bijzondere aandacht gaat uit naar het bestrijden van (de gevolgen van) armoede bij kinderen ingevolge het Convenant “Arnhemse kinderen doen mee!” met het rijk. Ook zet de gemeente in op het voorkomen van oneigenlijk gebruik, gericht op het handhaven van het draagvlak (maatschappelijk en economisch) voor de gemeentelijke inkomensondersteuning. Het Kabinet gaat schulddienstverlening (SDV) in 2010 opnemen in een wettelijk kader. Alle gemeenten moeten in 2010 een beleidsplan opstellen met een beschrijving van de integrale SDV. De wet stelt o.a. grenzen aan de wachttijd voor SDV en maakt het aan bezwaar en beroep onderhevig. Tot en met 2011 wil de gemeente zoveel mogelijk de huidige werkwijze en beleidsaccenten handhaven (o.a. verwoord in de Armoede agenda 2008-2011). Zo is er gelet op de toename van de problematische schulden bij inwoners aandacht voor preventie en nazorg. Ook ligt het accent, daar waar inwoners problematische schulden hebben en (nog) niet zelf of met hulp van derden een duurzame oplossing kunnen vinden, op het bereiken van ‘financiële rust en stabiliteit’. In 2010 wordt onderzocht – in samenspraak met de partners in de stad – hoe wij de effectiviteit van SDV kunnen vergroten / handhaven bij gelijkblijvende of minder financiële middelen. Dat moet leiden tot een nieuw Meerjarenbeleidsplan vanaf 2012.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Programma 04 Werk en Inkomen
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Ontwikkeling volume Wwb; Arnhem beter dan landelijk.
2011 • Ontwikkeling Wwb: toename volume geringer dan landelijke toename (daarmee beter dan landelijk).
2011 • Verdere professionalisering handhaving: intensivering aanpak (aanpak kunners/nietwillers; gerichte inzet maatregelenbeleid) • Uitwerking activiteiten Armoede Agenda 2008-2011; • Extra inzet op de bestrijding van armoede bij kinderen; • Extra inzet op vroegsignalering, preventie en nazorg bij schulddienstverlening (SDV) (o.a. bij scholen); • Laagdrempelig toegang tot inkomensondersteunende voorzieningen (snelbalie, invoering berekenuwrecht+, aansluiting op de wijkgerichte toegangen); • Tegengaan niet-gebruik van landelijke en lokale voorzieningen.
• Instandhouding van het financiële vangnet voor de mensen die hier recht op hebben. Voorkomen oneigenlijk gebruik van de inkomensvoorziening- en ondersteuning. • Het op een efficiënte, effectieve en klantvriendelijke wijze verzorgen van op de persoonlijke situatie toegesneden (aanvullende) inkomensondersteuning en overige instrumenten aan inwoners die hierop tijdelijk of blijvend zijn aangewezen (extra aandacht voor kinderen).
• Bereik van de ArnhemCard is 95% van het aantal klanten tot 120% van de bijstandsnorm • Bereik CAZ: 80% AC-houders • Participatie kinderen: • Sport: 1.300 • Cultuur: 300
• Burgers ondersteunen bij het voorkomen van of vinden van een (gestabiliseerde of duurzame) oplossing voor problematische schulden.
• Wachttijd voor schuldregeling en inkomensbeheer ≤ 4 weken; • Slagingspercentage van de schuldregelingen (fase 2) ≥ 65%.
• Onderzoek naar effectiviteit SDV vertalen in meerjarenbeleidsplan 2012 e.v.
2012 t/m 2014 • Wwb: jaarlijkse toename van 400; • Bereik CAZ: 85% AC-houders. Relatie met stadsprogramma’s • Participatie en werk • Zorgzame stad
Relatie met paragrafen • Weerstandsvermogen
Participanten • Zorgverzekeraars • SUWI-partners, Belastingdienst, Deurwaarders, Woningbouwcorporaties, Nutsbedrijven, Welzijnsinstanties, Regiogemeenten • Vrijwilligersorganisaties en charitatieve instellingen gericht op armoedebestrijding Midden (HGM) • Kindercentra in Arnhem
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
• Volumeontwikkeling in krachtwijken gunstiger dan in andere Arnhemse wijken
PAGINA
72
Deelprogramma 04.2 Inkomensvoorziening- en ondersteuning als sociaal vangnet
Commissie
Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet Programma 04
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Werk en inkomen
PAGINA
73
Deelprogramma 04.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
104.175
112.442
120.398
127.781
127.281
126.781
Baten
Totaal
86.326
93.902
100.212
108.692
108.692
108.692
-17.849
-18.540
-20.186
-19.089
-18.589
-18.089
1.505 956
0 150
0 0
0 0
0 0
0 0
-549
150
0
0
0
0
-18.398
-18.390
-20.186
-19.089
-18.589
-18.089
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Knelpunten - Afbouw rijkssubsidie handhaving (SIOD) * Dekking vanuit WWB-budget
135 -135
Dekkingsvoorstellen - Inkomensvoorziening WWB
-500
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Begrote stijging uitkeringslasten - Diversen
212 -1.814 10.140 -82
Totaal mutaties lasten
7.956
Baten Bestaand beleid - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Begrote stijging rijkssubsidie WWB
-2.130 8.440
Totaal mutaties baten
6.310
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-1.646
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet Programma 04
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Werk en inkomen
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Onttrekkingen - BR renterisico stadsbank
-150
Totaal mutaties onttrekkingen
-150
Totaal mutaties reserves
-150
Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
ONDERWERP
0
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen Totaal mutaties toevoegingen
PAGINA
74
Deelprogramma 04.2
PAGINA
75
05 programma
Zorg
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
76
Deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid Programma 05 Zorg
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Uitgangspunten van beleid
Verslavingszorg: • Output(indicatoren) in het kader van de uitvoering GSB III (BDU/SIV) zijn gerealiseerd. Met ingang van 2010 gelden nieuwe doelstellingen in beleid en uitvoering (zie hierna). Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang • In 2009 zijn 151 vrouwen en 139 kinderen in de residentiële vrouwenopvang opgenomen. Er zijn 93 opvangplaatsen beschikbaar. • Het aantal plaatsen woonbegeleiding voor vrouwen en kinderen was 25, waarvan 15 in de regio Arnhem en 10 in de regio Achterhoek. • Op de noodbedden was een bezetting van 52%. Er zijn in 2009 291 vrouwen en 259 kinderen op een noodbed opgevangen. Het gemiddelde verblijf is 3 à 4 dagen. De meesten gaan daarna naar een residentiële opvang. • Er zijn 33 trajecten gerealiseerd in het kader van de methodiek begeleide • In 2009 zijn 103 huisverboden opgelegd in de regio Arnhem en Achterhoek, waarvan 37 in Arnhem. Beleidskaders • “Evaluatienota Maatschappelijke Opvang”(2004) • “Kadernota Alcohol - en Drugsbeleid Arnhem 2010-2014” • "Hoofdlijnen Integraal Veiligheidsbeleid 2008-2011” en “Integraal veiligheidsprogramma 2008-2011”. • ”Eervol Arnhem 2007-2010”. (2007) • “Beleidsbrief VWS Beschermd en weerbaar, intensivering van de opvang en hulp bij geweld in afhankelijkheidsrelaties”, (2007). • Het hulpverleningsproces in de regio Arnhem en Achterhoek na het opleggen van een tijdelijk huisverbod (2008) • “Met Mate”, nota volksgezondheid 2008 - 2011 (2007) • Regionale uitvoeringsplannen overgewicht, psychische problematiek en alcoholmatiging jeugd • WMO meerjarenbeleidsplan (2008-2011) • OGGZ-visiedocument (maart 2008) • Regionaal Kompas (2008-2014) • Notitie “Ondersteunen en Versterken”, zorg voor asielzoekers en vluchtelingen in Arnhem (mei 2008) • Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (2010) Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving en het creëren van optimale kansen op een gezond en volwaardig leven voor iedereen. • Versterken van individuele mogelijkheden van de bovengenoemde groepen en het terugdringen van de overlast die door hen wordt veroorzaakt. • Het vergroten van weerbaarheid, motivatie en zelfredzaamheid van risicogroepen. • Geen onvrijwillige dakloosheid en optimale participatie in de maatschappij voor alle klanten uit de doelgroep.
ONDERWERP
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) Volksgezondheid • M.b.t. overgewicht: in het schooljaar 2008/2009 zijn van ruim 4000 kinderen de lengte en het gewicht geregistreerd. Er is gebleken dat 750 kinderen matig overgewicht hebben (18,5%, t.o.v. 19,5% in het vorig schooljaar) en 321 kinderen hebben obesitas (7,9% t.o.v. 7,8% in het vorig schooljaar). Bij alle kinderen met matig overgewicht en obesitas heeft een gezondheidsinterventie plaatsgevonden.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inleiding Centraal uitgangspunt van beleid, is van de zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit uitgangspunt realiseren wij in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke partners. In het kader van onze aanpak schenken wij in het bijzonder aandacht aan kwetsbare groepen, zoals verslaafden, asielzoekers, slachtoffers van huiselijk- en eergerelateerd geweld, risicojongeren, daklozen en de OGGZ doelgroep. Achterliggende gedachte is dat versterking van de “maatschappelijke zorg” nodig is. Naast versterking van de aanpak op de afzonderlijke deelterreinen gaat het daarbij ook om het verbeteren van de samenhang. Ketensamenwerking is het sleutelwoord en gemeentelijke regie is onze uitdaging. Voor wat betreft de beoogde gemeentelijke regiefunctie en sluitende, persoonsgerichte aanpak, heeft het Regionaal Kompas een belangrijke kaderstellende functie.
PAGINA
77
Deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid Programma 05 Zorg
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Activiteiten
2011 t/m 2014 Volksgezondheid • Meer mensen kiezen voor een gezondere leefstijl. • Versterking integrale jeugdgezondheidszorg.
2011 Volksgezondheid • Het aantal jeugdigen met overgewicht terugdringen in vier jaar met 2% (schooljaar 20052006 is nulmeting). • Daling van het aantal jongeren dat ‘in de afgelopen vier weken’ alcohol heeft gedronken (nulmeting: EMOVO 2007, percentage wordt in 2010 vastgesteld). • Daling van het aantal ‘bingedrinkers’ (nulmeting: EMOVO 2007, percentage wordt in 2010 vastgesteld). • Daling aantal jongeren met depressieve klachten (nulmeting: EMOVO 2007, percentage niet nader geformuleerd).
2011 Volksgezondheid • Bestuurlijke verkenning integrale jeugd-gezondheidszorg. • Verdere uitvoering plannen van aanpak overgewicht, psychische problematiek, alcoholgebruik jongeren. • Regie op uitvoering (lokaal en bovenlokaal). • Opstelling nota Volksgezondheid 2011-2014 (regionale en lokale visie). • Start uitvoering nota Volksgezondheid 2011-2014.
Maatschappelijke opvang • In de gemeente Arnhem hoeft niemand meer onvrijwillig of langdurig dakloos te zijn. • Voorkomen dakloosheid ten gevolge van uithuiszettingen, detentie en uitval uit zorginstellingen. • Bevorderen van uitstroom uit de opvang.
Maatschappelijke opvang • Versterking ketenregie in beleid en uitvoering (ten opzichte van 2010). • Meer integrale, persoonsgerichte trajecten inzake problematiek daklozen en zwerfjongeren (ten opzichte van 2010). • Vermindering (ten opzichte van 2010) van het aantal uithuiszettingen en realisatie nazorg. • Vermindering (ten opzichte van 2009; onderzoek Beke) van overlastgevend gedrag van de doelgroep daklozen.
Maatschappelijke opvang • Aanbieden persoonsgerichte trajecten inzake problematiek daklozen en zwerfjongeren. • Invulling regierol gemeente, via doorontwikkeling organisatie en processen. • Realiseren van voorzieningen ten behoeve van sluitend aanbod.
Verslavingszorg • Verhoging van de doorstroom en uitstroom naar maatschappelijke rehabilitatie. • Vermindering en (minimaal) stabilisatie van het niveau van criminaliteit en overlast. • Maatschappelijk herstel van een specifieke groep harddrugverslaafden.
Verslavingszorg • Toename van doorstroom en uitstroom aantal cliënten naar maatschappelijke rehabilitatie. • Ruimer aanbod en meer samenhang in de 24 – uurs opvang verslaafden. • Verdergaande integratie van zorg en veiligheid. • Het maximale aantal geselecteerde verslaafden maakt gebruik van de heroïne-unit .
Verslavingszorg • Ketenregie obv strategische kaders en uitvoerende programma’s en projecten. • Opstelling en uitvoering programma’s en projecten, gericht op preventie en doorstroming / activering. • Project intensivering uitstroom prostitutie. • Herijking vergunningenstelsel zorgzone. • Uitvoering beheersmaatregelen, met focus op nieuwe 24 – uursopvang. • Monitoring zorg en overlast. • Versterking medische heroïneverstrekking .
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
PAGINA
78
Deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid Programma 05 Zorg
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Activiteiten
2011 t/m 2014 Vrouwenopvang (zie ook 06.1 huiselijk geweld) • Voldoende en efficiënte opvangmogelijkheden voor slachtoffers van huiselijk geweld en van andere vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties. • Versterken van de weerbaarheid van risicogroepen voor huiselijk geweld en eergerelateerd geweld. • Het steunpunt huiselijk geweld is expertisecentrum voor huiselijk geweld in alle verschijningsvormen.
2011 Vrouwenopvang
2011 Vrouwenopvang
• Meer preventieactiviteiten huiselijk geweld, kindermishandeling en eergerelateerd geweld. • 5% minder recidive in huiselijk geweld en kindermishandeling. • 5% verhoging van de doorstroom en uitstroom uit de vrouwenopvang naar zelfstandig- of begeleid wonen. • Inzicht in behoefte aan opvang voor diverse doelgroepen, zoals tienermoeders, slachtoffers loverboys, jeugdprostitutie, vrouwenhandel en eergerelateerd geweld.
• Persoonsgerichte aanpak in de residentiële opvang en speciale kindgerichte hulpverlening. • Bieden van 25 plaatsen woonbegeleiding en 75 trajecten methodiek begeleide terugkeer. • Centrale intake en registratie per doelgroep bij Hera. • Samenwerkingsovereenkomst over eergerelateerd geweld tussen gemeente, zelforganisaties en kernpartners. • Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt in betreffende sectoren toegepast. • Aanpak van kindermishandeling is structureel ingebed in Centra voor Jeugd en Gezin. • Ketenafspraken tussen Centra voor Jeugd en Gezin en Steunpunt huiselijk geweld in het Veiligheidshuis. • Crisisinterventie en casemanagement na een huisverbod. • Begeleiding en training van buurtbewoners tot vertrouwenspersoon.
Asielzoekers en vluchtelingen • Een humane (nood)opvang voor asielzoekers die door niet sluitend rijksbeleid op straat komen te staan. • Betere opvang en begeleiding voor ex-ama’s gericht op perspectief in Nederland of land van herkomst.
Asielzoekers en vluchtelingen • Netwerkregie, lokaal en bovenlokaal. • Opvang asielzoekers en vluchtelingen op onderdelen geëvalueerd, gestroomlijnd en geconsolideerd. • Aantal trajecten SVMG ten behoeve van asielzoekers en vluchtelingen bepaald.
Asielzoekers en vluchtelingen • Beëindiging Stichting Noodopvang Asielzoekers (SNOA) en noodopvang organiseren onder project SVMG en de benodigde opvangplaatsen realiseren (maximaal 15 plaatsen). • Uitvoering perspectiefproject (ex-ama’s) met rijkssteun, voorlopig tot 1 april 2011(25 deelnemers). Vervolgens evalueren en beslissen op voortzetting. • In 2011 de nota ‘Ondersteunen en Versterken’ (2008) evalueren en beleid hierop afstemmen.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Activiteiten
2011 t/m 2014
2012 t/m 2014 Volksgezondheid • Voortzetting van bestaand beleid.
2012 t/m 2014 Volksgezondheid • Uitvoering van de nota Volksgezondheid 2011-2014
Maatschappelijke opvang • Voortzetting realisatie van de meerjarige doelstellingen van het Regionaal Kompas.
Maatschappelijke opvang • Integrale trajecten overige doelgroepen van het kompas. • Realiseren van sluitend aanbod van voorzieningen. • Eindevaluatie van het Regionaal Kompas.
Verslavingszorg • Toename doorstroom en uitstroom aantal cliënten naar maatschappelijke rehabilitatie in de periode 2012 – 2104.
Verslavingszorg • Versterking persoonsgerichte aanpak van verslaafden, waaronder gebruikers. medische heroïneverstrekking. • Intensivering behandel- en activeringstrajecten. • Evaluatie medische heroïneverstrekking.
• Naast afspraken over de beleidsoutput worden ook de beoogde effecten van beleid, door prestatieafspraken met de betrokken ( welzijnsinstellingen), vastgelegd. Het College toetst jaarlijks of aan de prestatieafspraken is voldaan. Vrouwenopvang • Meerjarenbeleidsplan van Hera 2011-2015.
Vrouwenopvang • Voortzetting van ingezette activiteiten.
Asielzoekers en vluchtelingen • De in 2011 vast te stellen nota zal leidend zijn in het beleid 20122014.
Asielzoekers en vluchtelingen • Realisatie van de noodzakelijke noodopvang. • Realisatie beleidsnota asielzoekers 2011.
Relatie met paragrafen • Verbonden partijen
Participanten • Instellingen / organisaties voor opvang en (gezondheids)zorg • Eerstelijns organisaties • Intermediaire kaders • Politie en Openbaar Ministerie • Provincie Gelderland • Convenantpartners • Organisaties op terrein van Vluchtelingenwerk en -opvang.
Algemeen • Sturen op prestaties Relatie met stadsprogramma’s • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving 4. Zorgzame stad
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
• Een structurele verstrekking van medische heroïne aan drugsverslaafden is gerealiseerd.
PAGINA
79
Deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid Programma 05 Zorg
Commissie
Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid Programma 05
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Zorg
Dhr. Henk Kok
PAGINA
80
Deelprogramma 05.1
bedragen x € 1.000,--
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
29.677
23.716
25.131
23.960
23.591
23.589
Baten
Totaal
22.226
6.681
3.604
8.364
8.364
8.364
-7.451
-17.035
-21.527
-15.596
-15.227
-15.225
182 1.099
0 0
221 0
213 0
205 0
197 0
917
0
-221
-213
-205
-197
-6.534
-17.035
-21.748
-15.809
-15.432
-15.422
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Knelpunten - Regionaal Kompas OGGz-middelen
Bedrag
350
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Decentralisatie-uitkering Maatschappelijik Opvang (aanvulling) - Kapitaallasten - Dekking kapitaallasten 24-uurs opvang Remisestraat - Bezuiniging Rijk, herziening verdeelsleutel uitkering Maatschappelijke Opvang (2e tranche; loopt elk jaar op met € 350) - Diversen
413 1.197 87 53 -274 -350 -61
Totaal mutaties lasten
1.415
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang - Diversen
133 1.611 -5.021 200
Totaal mutaties baten
-3.077
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-4.492
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Commissie
Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid Programma 05
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Zorg
Dhr. Henk Kok
Rekening 2009
Investeringen
Begroting 2012
0 0
337 2.300
Begroting 2013
0 0
Begroting 2014
0 0
Totaal
-
2.637
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
-
-
2.637
-
-
-
50 0 50
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
50
ONDERWERP
0 0
Begroting 2011
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Economisch nut - Steunpunten Schuytgraaf - Realisatie 24-uurs opvang Remisestraat
Begroting 2010
PAGINA
81
Deelprogramma 05.1
PAGINA
82
Deelprogramma 05.3 WMO, lokaal beleid en individuele voorzieningen Programma 05 Zorg
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Uitgangspunten van beleid
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Hulp bij huishouden: in 2009 heeft de gebiedsgerichte aanbesteding plaatsgevonden als voorbereiding op de ketendienstverlening op wijkniveau (contractduur 1-2-2009 t.m 21-12-2011); • Wetswijziging Wmo m.i.v. 2010 is geïmplementeerd (alfahulpen in loondienst bij thuiszorginstellingen alsmede gedifferentieerde Pgb-tarieven, waaronder een hoger tarief voor inwoners met zware beperkingen); • Visie op collectief en individueel vervoer alsmede nadere uitwerking in aanbestedingstrajecten in 2010 (Stadsregiotaxi en Zorgtaxi met een servicegraad van 95%) alsmede extra impuls haltetoegankelijkheid (90 bushalten extra in 2010); • Visie op ketendienstverlening op wijkniveau tussen ZVW, Awbz en Wmo via uitwerking pilot Presikhaaf; • Arnhemse deelname aan de landelijke pilot VNG/VWS De Kanteling; • Pilot mobiele mantelzorgwoningen (duur: 2010-2014; het plaatsen van max. 3 mobiele mantelzorgwoningen) i.s.m. woningcorporaties. Beleidskaders • Meerjarenbeleidsplan Wmo 2008-2011 • Verordening maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen 2010 Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Meer samenhang tussen wonen, welzijn en zorg en vraaggerichte ketendienstverlening op wijkniveau; • Bevorderen zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie waaronder moeilijk bereikbare groepen; • Laagdrempelige toegang tot voorzieningen (vereenvoudiging indicatiestelling en aanvraagprocedures).
ONDERWERP
De gemeentelijke voorzieningen zijn opgenomen in de Verordening en Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Deze voorzieningen zijn gebaseerd op het compensatiebeginsel in de Wmo en stellen de persoon in staat tot het zelfstandig voeren van een huishouding, het zich verplaatsen in en om de woning, het zich verplaatsen per vervoermiddel alsmede tot het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De voorzieningen kunnen bestaan uit algemene voorzieningen (met geen of lichte indicatie) of individuele voorzieningen in natura of een persoonsgebonden budget om zelf de benodigde ondersteuning in te kopen. Bij bepaalde individuele voorzieningen kan er sprake zijn van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage of een sociaal-medische indicatie. Inwoners die voorzieningen aanvragen dienen snel geholpen te worden. Vereenvoudiging van het aanvraag- en indicatietraject behoeft verbetering. Daarnaast dient de ketendienstverlening op wijkniveau door aanbieders vanuit de ZVW(eerste lijnszorg), Awbz en Wmo ontwikkeld te worden. Het landelijke project “De Kanteling” ontwikkelt een nieuwe wijze om het compensatiebeginsel vorm te geven, waarbij het behoud van regie over het eigen leven en de zelfredzaamheid voorop staat. Gemeenten zullen meer tijd moeten nemen in het eerste gesprek met de klant. Het gesprek wordt meer vraagverhelderend, minder beoordelend. Bij het verstrekken van individuele voorzieningen worden eerst de mogelijkheden in de eigen omgeving en de inzet vanuit algemene en collectieve voorzieningen bezien. Een gekantelde manier van werken vergt van gemeenten én burgers een nieuwe benadering. Een nieuwe modelverordening vanuit deze ontwikkeling wordt in 2010 door de VNG en de landelijke CG-raad ontwikkeld.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inleiding Doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het ontwikkelen van een samenhangend lokaal beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg. De beleidsuitgangspunten voor het Meerjarenbeleidsplan Wmo 2008-2011 zijn: Iedereen doet mee en doet ertoe; Kwaliteit door innovatie; Partnerschap met maatschappelijke instellingen onder regie van de gemeente; Algemeen waar het kan, individueel waar het moet; Lokaal en regionaal. In de uitwerking van het Meerjarenbeleidsplan richt de gemeente zich -in het belang van de burger of cliënt- op: meer samenhang tussen wonen, welzijn en zorg; vraaggericht in plaats van aanbodgericht; samenwerking tussen aanbieders van wonen, welzijn en zorg alsmede op ketendienstverlening op wijkniveau. De Wmo is van toepassing op diverse beleidsterreinen die zijn opgenomen in de deelprogramma’s 05/Zorg en 08/Samenleven in Arnhem. De gemeente betrekt burgers, cliënten en betrokken aanbieders bij de totstandkoming en de uitvoering van het Wmo-beleid op deze diverse deelterreinen.
Beleidsoutput
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Meer regie op samenhang tussen wonen, welzijn en zorg
2011 • Wmo-beleidsplan 2012-2015
2011 • Het betrekken van Arnhemse burgers, cliënten en betrokken aanbieders bij de ontwikkeling
• Zorg dragen voor een (vraaggericht en wijkgericht) ketenaanbod van voorzieningen op wijkniveau
• Pilot ketendienstverlening ZVW, Awbz en Wmo op wijkniveau in Presikhaaf met het doel deze stadsbreed in te zetten
• Procesafspraken met ketenpartners op wijkniveau, waaronder vereenvoudigde indicatiestelling door partners.
• Het verstrekken van compenserende voorzieningen aan mensen met een beperking en aan mantelzorgers die tijdelijk uitvallen. Deze voorzieningen zijn noodzakelijk om de belemmeringen in het zelfstandig functioneren op te heffen en om normale deelname aan het maatschappelijk verkeer mogelijk te maken
• Herijking beleid individuele voorzieningen vanuit “De Kanteling” (programma en uitvoering) en een nieuw vast te stellen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning e 2012 in het 3 kwartaal 2011 • Resultaat klanttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen: minimaal 7
• Deelname aan de landelijke pilot De Kanteling • Het betrekken van cliënten en aanbieders bij de beleidsvoorbereiding • Implementatie nieuwe verordening 2012; • Het houden van jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoeken
• Ondersteunen mantelzorg
• Beleidsmonitoring pilot mobiele mantelzorgwoningen
• Verhogen gebruik van toegankelijk openbaar busvervoer door mensen met beperkingen • Verhogen van de servicegraad van de Stadsregiotaxi en Zorgtaxi
• Beleidsvisie op gebruik Stadsregiotaxi i.r.t. toegankelijk openbaar busvervoer; • Servicegraad (op tijd gereden ritten) Stadsregiotaxi en Zorgtaxi op 95%
2012 t/m 2014 • Stadsbrede uitwerking ketendienstverlening op wijkniveau tussen Zvw e (1 lijnszorg), Awbz en Wmo • Visie op overheveling eventuele nieuwe taken vanuit de Awbz naar de Wmo (regeerakkoord) Relatie met stadsprogramma’s • Zorgzame stad • Participatie en werk
Relatie met paragrafen • Weerstandsvermogen
• Het plaatsen van mobiele mantelzorgwoningen • Afronding project haltetoegankelijkheid (145 bushalten) • Pilot ontwikkelen voor het stimuleren van toegankelijk openbaar busvervoer (tijdelijk gratis OV voor Wmo-reizigers) • Herindicatie gebruik Stadsregiotaxi • Jaarlijkse bonus/malingregeling vaststellen met vervoerder 2012 t/m 2014 • Procesafspraken met ketenpartners • Implementatie eventuele nieuwe taken vanuit Awbz naar de Wmo
Participanten • Burgers, cliënten, aanbieders van wonen, welzijn en zorg • Aanbieders van woon-, vervoers- en rolstoelvoorzieningen en Hbh • Centrum Indicatiesteling Zorg • StadsregioArnhem Nijmegen • Zorgkantoor Awbz / Menzis
ONDERWERP
Beleidsdoelen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
PAGINA
83
Deelprogramma 05.3 WMO, lokaal beleid en individuele voorzieningen Programma 05 Zorg
Commissie
Wmo, lokaal beleid en individuele voorzieningen Programma 05
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Zorg
Dhr. Henk Kok
PAGINA
84
Deelprogramma 05.3
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
25.189
26.213
26.943
26.135
26.130
26.130
Baten
Totaal
1.399
2.172
1.700
1.700
1.700
1.700
-23.790
-24.041
-25.243
-24.435
-24.430
-24.430
0 1.293
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1.293
0
0
0
0
0
-22.497
-24.041
-25.243
-24.435
-24.430
-24.430
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Knelpunten - WRV Hulpmiddelen - Ophogen busperrons * Activeren kosten ophogen busperrons - Uitvoeringskosten WMO - Budget t.b.v. pakketmaatregelen Awbz
Bedrag
50 300 -300 400 1.080
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Diversen
54 -855 1
Totaal mutaties lasten
730
Baten Knelpunten - WRV Hulpmiddelen
-250
Bestaand beleid - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010)
-222
Totaal mutaties baten
-472
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
-1.202
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Wmo, lokaal beleid en individuele voorzieningen Programma 05
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Zorg
Dhr. Henk Kok
Rekening 2009
Investeringen
400
Begroting 2012
300
Begroting 2013
0
Begroting 2014
0
0
Totaal
-
400
300
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
-
-
Totaal investeringen
-
400
300
-
-
-
Maatschappelijk nut -
ONDERWERP
0
Begroting 2011
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Economisch nut - Ophogen busperrons
Begroting 2010
PAGINA
85
Deelprogramma 05.3
PAGINA
86
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
87
06 programma
Veiligheid
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Programma 06 Veiligheid
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) Vermindering overlast en onveiligheid • Er zijn in 2009 2 analyses en grote controles uitgevoerd in het Spijkerkwartier en Presikhaaf. Er heeft een flitscontrole (nacontrole) plaatsgevonden in Malburgen. • Lichtblauw: binnen de afdeling Toezicht en Preventie zijn in 2009 12 wijktoezichthouders (2-jarig contract werkzaam in een opleidingstraject ‘beveiliging’ op basis van de Wet Werk en Bijstand) werkzaam geweest. Afgelopen jaar waren er drie wijkpreventieteams actief in de wijken Klarendal, het Broek en Presikhaaf. In deze teams werken politie, de boa’ s en medewerkers toezicht en preventie samen. • In 2009 zijn extra camera’s geplaatst bij de John Frostbrug en de Nelson Mandelabrug. Ook bij het Centraal Station zijn camera’s gerealiseerd (er moet nog wel ‘doorgelust’ worden). Ook het cameratoezicht op de Korenmarkt is kwalitatief verbeterd in 2009. • Drugs- en drankgerelateerde overlast: 2005 352 220
2007 314 103
2008 363 121
In verband met het overgaan naar een nieuw registratiesysteem kan de politie op dit moment geen cijfers leveren over het jaar 2009. • Er zijn 249 plaatsen maatschappelijke opvang voor overlastgevenden in Arnhem. Hierbij is de GSB- norm gehaald (30% van de overlastgevenden moet opgevangen kunnen worden). Bij de aanvang van de GSBperiode zijn 600 overlastgevenden geregistreerd. In 2009 zijn 447 overlastgevenden geregistreerd. • Per 1 januari 2010 zit 60% van de 120 zeer actieve veelplegers in een nazorgtraject. Het gaat om een totaal van 164 trajecten op vijf leefgebieden (werk, inkomen, ID, wonen, dagbesteding) voor 73 personen. • In 2006 is voor de zeer actieve veelplegers gestart (ZAVP) met het opleggen van de tweejarige maatregel ISD (Inrichting Stelselmatige Daders). In 2009 is de maatregel voor 10 personen beëindigd (dit is 8,5% van het totaal aantal ZAVP per 1 januari 2009, namelijk 120). • Per 2009 hebben 80 notoire overlastgevende gezinnen een aanpak gehad. Er zijn in 2009 zorgcoördinatoren voor alle Krachtwijken (4) aangesteld. Outreachende bemoeizorg wordt toegepast. Jeugd en Veiligheid • In 2009 is een 0-meting verricht naar het aantal en de aard van de problematische jeugdgroepen in Arnhem. Verder is de huidige aanpak op jeugdoverlast in beeld gebracht. Een voorstel om problematische jeugdgroepen in Arnhem op systematische wijze aan te pakken is vastgesteld. Besloten is een coördinator jeugdoverlast aan te stellen, in ieder geval voor de duur van 2 jaar, om regie te voeren over de uitvoering op wijkniveau. Huiselijk Geweld (geweld in de privésfeer) • In 2009 hebben 374 personen contact gehad met het Steunpunt huiselijk geweld. Dit is een stijging van bijna 40% ten opzichte van 2008 (269 contacten). • Door invoering van een ander registratiesysteem bij de politie kunnen de politiecijfers over huiselijk geweld niet worden vergeleken met voorgaande jaren. In 2009 zijn 1084 misdrijven gerelateerd aan huiselijk geweld geregistreerd in de politieregio Gelderland- Midden. In Arnhem bedroeg dit aantal 385. Er zijn in 2009 250 meldformulieren van de politie naar Het Steunpunt huiselijk geweld gezonden om een integrale aanpak op te zetten. • Er zijn 103 huisverboden opgelegd in 2009 in de centrumgemeente Arnhem, dat is regio Arnhem en Achterhoek. In Arnhem zijn 37 huisverboden opgelegd.
ONDERWERP
Inleiding De hoofdlijnen van het huidige veiligheidsprogramma zijn: 1. Terugdringen van overlast en onveiligheid op gebiedsniveau en terugdringen van geweld, ook geweld in de privésfeer, alsmede intensiever beheer van de publieke en semi-publieke ruimte. 2. Jeugd en veiligheid. 3. Versterking van de ketenaanpak door middel van een Veiligheidshuis Arnhem en een koppeling naar het Centrum voor Jeugd en Gezin en de Centrale Toegang (Bureau Zorgregie). De gemeente voert de regie over het veiligheidsbeleid en het veiligheidsbeleid in de Krachtwijken, geeft uitvoering aan het Stedenbeleid en is verantwoordelijk voor de nazorg aan ex-gedetineerden.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Openbare dronkenschap Overlast door drugs
PAGINA
88
Deelprogramma 06.1 Veiligheid bevorderen
Programma 06 Veiligheid
PAGINA
89
Deelprogramma 06.1 Veiligheid bevorderen
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
ONDERWERP
Maatschappelijke doelen voor de komende jaren De algemene doelstelling van het integraal veiligheidsbeleid is het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in de stad. Hiervan afgeleide maatschappelijke doelen zijn: • Minder overlast en onveiligheid op gebiedsniveau. • Minder geweld in de binnenstad. • Minder overlast van jeugd (12- en 12+) en minder (jeugdige) veelplegers.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidskaders • ‘Integraal Veiligheidsbeleid 2008-2011 gemeente Arnhem (delen 1 & 2)’ • ‘Convenant Integrale Overheidshandhaving 2008-2010’ • Notitie ‘Uitvoeringsprogramma integrale handhaving overlastaspecten 2009-2010’ • Convenant ‘Veelplegers klem in de draaideur’ • Projectplan ‘Aanpak Huiselijk Geweld’ 2004 • ‘Het hulpverleningsproces in de regio Arnhem/Achterhoek na opleggen van een tijdelijk huisverbod’ 2008 • Wet ‘Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ (2010) • ‘Eervol Arnhem 2007-2010’, plan van aanpak preventie Eergerelateerd geweld in Arnhem • ‘Kinderen veilig thuis’, actieplan aanpak kindermishandeling 2007 • Nota ‘Cameratoezicht’ (2007) en bijbehorende besluiten en reglementen (2005) • ‘Leefbaarheid doorgrond 2008’, Marlet • Monitor ‘Leefbaarheid en Veiligheid 2007’
PAGINA
90
Deelprogramma 06.1 Veiligheid bevorderen
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Programma 06 Veiligheid
Activiteiten
2011 t/m 2014 Vermindering criminaliteit en overlast Verbeteren van de integrale aanpak van criminaliteit en overlast in de Arnhemse krachtwijken in het bijzonder, en in Arnhem als geheel
2011 • Er is een aanpak huisjesmelken ontwikkeld. • Er zijn vijf wijkpreventieteams • 50% van de notoire overlastgevende huishoudens (120) is aangepakt. • Het Veiligheidshuis Arnhem is per 1 januari 2011 regionaal (d.w.z. de gemeenten van politiedistricten AVZ en Rivierenland zijn aangesloten). • Er zijn 19 wijktoezichthouders
2011 • 4 analyses en controles in het kader van het convenant Integrale overheidshandhaving. • Actieplannen ontwikkelen voor de veiligheid op Arnhemse stations. • Er wordt een nieuw aanwijzigingsbesluit genomen op basis van de stand van zaken cameratoezicht.
2012 t/m 2014 • Daling van drugs- en drankgerelateerde overlast met 10% in 2012 ten opzichte van 2008. • Er zijn samenwerkingsafspraken tussen het Veiligheidshuis en Bureau Zorgregie van de HGM (backoffice CJG en Centrale Toegang). • 35% van de volwassen veelplegers in traject in 2012
2012 t/m 2014 • Mogelijke voortzetting van het cameratoezicht na 01-02-2011. • Meer begeleiding voor individuen die besproken worden in het Veiligheidshuis. • Versterking preventie en toezicht i.s.m. de politie: wijkpreventieteams in Het Broek, Klarendal, Presikhaaf, Malburgen en Geitenkamp. • Uitvoering geven aan het Keurmerk Veilig Ondernemen en het Politiekeurmerk Veilig Wonen. • Uitvoering geven aan het project ‘Integrale overheidshandhaving’ (waaronder het project Huisjesmelken). • Mogelijke voortzetting van activiteiten die binnen maatschappelijke opvang en verslavingszorg direct bijdragen aan veiligheid (5.1) • Er is een casusoverleg Veelplegers, waarin zowel zorgaspecten, als justitiële aspecten worden besproken bij elke casus. • De groep in en rond de opvang op de Remisetraat wordt in beeld gebracht. Vervolgens zal een casusoverleg ‘Overlastplegers’ gestart worden binnen het Veiligheidshuis (afhankelijk van besluit ‘Beheersmaatregelen Remisestraat’ in 2010). • Er wordt een stedelijk werkproces ‘Nazorg’ ontwikkeld. Mogelijk wordt dit werkproces met de regionalisering verder ontwikkeld.
• Activiteiten uitvoeren binnen maatschappelijke opvang en verslavingszorg die direct bijdragen aan veiligheid (5.1)
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Programma 06 Veiligheid
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 1. Aantrekkelijke centrumstad • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 4. Zorgzame stad
2011 t/m 2014 • Op de geprioriteerde problematische jeugdgroepen worden individuele, groepsgerichte en domeingerichte maatregelen toegepast. • De nazorg voor jeugdige exgedetineerden wordt besproken in het Trajectberaad, onder regie van de Raad voor de Kinderbescherming.
2011 • Toename met 20% van het aantal meldingen van politie naar het Steunpunt huiselijk geweld voor integrale aanpak (hulp naast strafrechtelijke aanpak). • Het aantal contacten met het Steunpunt huiselijk geweld is met 20% toegenomen t.o.v. 2009. • De Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is geïmplementeerd.
2011 • Voorlichting over huiselijke geweld via huis aan huisbladen. • Voorlichtingsbijeenkomsten voor zelforganisaties en risicogroepen. • Vertrouwenspersonen zijn in 5 wijken actief. • Uitwisselingsbijeenkomsten in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod met hulpofficieren van justitie, casemanagers, Steunpunt huiselijk geweld en ambtenaren openbare orde en veiligheid. • De Wet tijdelijk huisverbod wordt uitgevoerd. • Aanpak van huiselijk geweld is in het veiligheidshuis verankerd. • Beschikbaarheid van AWARE (systeem voor personenalarmering) voor 10 personen. • Via subsidierelaties toezien op uitvoering Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. • Registratie bij Steunpunt huiselijk geweld van meldingen en recidive van huiselijk geweldzaken. • Ontwikkelen aanpak Eergerelateerd geweld i.s.m. regiogemeenten en de ketenpartners.
2012- 2014 • Voortzetting van beleid.
2012- 2014 • Voortzetting van activiteiten.
Relatie met paragrafen
Participanten Politie, OM, HGM, Pactum, Rijnstad, Onderwijs, Bureau Jeugdzorg, Hera, Raad v.d. Kinderbescherming, Iriszorg, Kairos, Gelderse Poort, Leger des Heils, Reclassering NL, Dienst Justitiële Instellingen, HALT Regiogemeente, Belastingdienst Woningbouwcorporaties, GSJ Lindenhout.
ONDERWERP
Huiselijk Geweld (zie ook dp. 05.1 Vrouwenopvang) • Het stoppen en voorkomen van huiselijk geweld door:. o Het bereiken van een cultuuromslag ten aanzien van huiselijk geweld. o Minder recidive bij huiselijk geweldzaken door een integrale aanpak. o Meer aandacht in Arnhem voor Eergerelateerd geweld. o Minder kindermishandeling door vroeger signaleren en ingrijpen
2011 t/m 2014 • De jeugdoverlast in Arnhem is in 2012 met 10% gedaald ten opzichte van 2008.
Activiteiten Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
2011 t/m 2014 Jeugd en Veiligheid • Minder overlast door de jeugd.
Beleidsoutput
PAGINA
91
Deelprogramma 06.1 Veiligheid bevorderen
Commissie
Veiligheid bevorderen Programma 06
Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Veiligheid
PAGINA
92
Deelprogramma 06.1
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
1.640
1.118
1.146
-54
-654
-654
Baten
Totaal
2.869
2.049
1.427
827
227
227
1.229
931
281
881
881
881
46 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-46
0
0
0
0
0
1.183
931
281
881
881
881
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Knelpunten - Programmabudget Veiligheidshuis
100
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Eenmalig budget 2010 aanpak bestrijding kindermishandeling
11 -83
Totaal mutaties lasten
28
Baten Knelpunten - Uitvoering integraal veiligheidsbeleid Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010)
-600
35 -57
Totaal mutaties baten
-622
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-650
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Programma 06 Veiligheid
PAGINA
93
Deelprogramma 6.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Door de mate waarin de overheid haar voorbereidingen treft en haar slagkracht toont waar nodig, ontstaat niet alleen een gevoel van veiligheid maar ontstaat ook de fysieke veiligheid. Met de komst van de Wet Veiligheidsregio’s en de diverse besluiten (Besluit Veiligheidsregio’s en Besluit Brandweerpersoneel) en met de komst van een nieuw crisisplan wordt die voorbereiding en slagkracht verstevigd. De gemeente staat voor de veiligheid van haar burgers. Alle risico’s uitbannen is een utopie, wel kan iedereen binnen het mogelijke zich afdoende proberen voor te bereiden op calamiteiten. En dat geldt niet alleen voor de burgers thuis. De gemeente doet dit onder andere door samen te werken en onderling af te stemmen in vergunningprocedures en bestemmingsplannen. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Het rampenplan is geactualiseerd in 2009 en wordt in de loop van 2011 vervangen door een crisisplan; • Daar waar mogelijk zal ook intergemeentelijk ondersteund worden: het tot stand brengen van intergemeentelijke teams voor de diverse gemeentelijke processen in de rampenbestrijding is in 2009 verder uitgebreid. Met de komst van de Wet Veiligheidsregio’s in 2010 heeft dit een steviger beslag gekregen (in 2010 en 2011 worden het regionaal risicoprofiel, regionaal beleidsplan en regionaal crisisplan vastgesteld); • In 2009 zijn de 4 alarmeringsoefeningen gehouden, is een themabijeenkomst gehouden en is er een bestuurlijke oefening gehouden (november 2007, juni 2008, september 2009, 2010: oktober); • De landelijke uitruknorm voor de brandweer wordt gehaald (in 2009 was wederom gemiddeld 95% binnen de norm). • Innovatieprijs voor Brandveiligheid behaald voor het project “Geen nood bij brand” in 2010 Beleidskaders • Rampenplan 2009 • Regionaal beleidsplan rampenbeheersing 2005-2008 • Nota integraal veiligheidsbeleid 2008-2011 • Nota Externe Veiligheid 2008-2010 Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Hogere veiligheidsbeleving en daadwerkelijke fysieke veiligheid • Meer inzicht bij burgers van mogelijke veiligheidsrisico’s en het voorkomen ervan
ONDERWERP
Inleiding Het is een taak van de gemeente om rampen te voorkomen en, wanneer ze zich dan toch voordoen, te bestrijden. Hoofddoel is het beperken van risico’s en anderzijds het verbeteren van de beheersing van branden en rampen. Hierbij ligt er een relatie tussen enerzijds een zorgvuldige risico-inventarisatie en anderzijds de activiteiten op het gebied van pro-actie, preventie, preparatie en repressie.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Programma 06 Veiligheid
Commissie Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Alert blijven op veiligheidsrisico’s • Voorbereiden op calamiteiten • Toereikend toezicht en handhaving op de brandveiligheid van gebouwen en objecten • Toereikende (repressieve) inzet van de brandweer bij brandbestrijdings- en/of reddingswerkzaamheden • Hoge kwaliteit brandweerpersoneel behouden • Opleiden en oefenen
2011 • Pro-actie: risicobepalingen uitgevoerd per specifieke ramptype op regionaal niveau een risicoprofiel vastgesteld • Preventie Gebruiksvergunningen en – meldingen zijn gecontroleerd • Preparatie 2 Alarmeringsoefeningen Deelnemen in introductiebijeenkomsten nieuwe medewerkers 1 Themabijeenkomst / procesgerichte opleiding 1 Bestuurlijke oefening per 18 maanden Realistisch opleiden en oefenen • Repressie minimaal voldaan aan de landelijke uitruknorm van 80 % binnen de maximale uitruktijd
2011 • Planvormingsactiviteiten op de volgende gebieden: • Kwaliteit (voorbereiding en repressie) • Opleiden en oefenen • Bestaande planvorming uitvoeren en waarnodig actualiseren, zoals o.a. het crisisplan. • Blijven communiceren naar burgers en belangengroepen over risico’s (op basis van beleid via krant, internet etc.) o.a. i.h.k.v. het project ‘geen nood bij brand’ • Deelnemen in introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers • Opleiding gevolgd door procesverantwoordelijken en andere sleutelfunctionarissen in rampenbestrijdingsorganisatie • Advisering van de brandweer in vergunningprocedures en planvorming • Voor de brandweer zijn er landelijk nieuwe opleidingen ontwikkeld en komt ook bij het oefenen een groter accent op het oefenen onder realistische omstandigheden
2012 t/m 2014 Gelijk aan 2011
2012 t/m 2014 Zie 2011
Relatie met paragrafen Verbonden partijen
Participanten • Hulpverlening Gelderland Midden • Buurgemeenten • Buurregio’s • Politie Gelderland Midden • Provincie Gelderland • Defensie • Inspectie Openbare Orde en Veiligheid • Betrokken ministeries (BZK / VWS / VROM) • Pandeigenaren m.b.t. gebruiksvergunningen • De burgers (in het kader van ‘wat kun je zelf doen’) • Belangengroepen
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s Geen specifieke relaties
PAGINA
94
Deelprogramma 6.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
Commissie
Voorkomen en bestrijden van brand en rampen Programma 06
Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Veiligheid
PAGINA
95
Deelprogramma 06.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
11.462
11.184
10.858
10.858
10.858
10.858
Baten
Totaal
10
0
0
0
0
0
-11.452
-11.184
-10.858
-10.858
-10.858
-10.858
5
0 55
5 0
5 0
5 0
5 0
-5
55
-5
-5
-5
-5
-11.457
-11.129
-10.863
-10.863
-10.863
-10.863
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Knelpunten - Vereveningsbijdrage rampenbestrijding * Daling inwonersbijdrage (hulpverleningsregio) - Project Brandweer * Dekking binnen DVO met HGM (contractvoordeel waterverbruik en overige voordelen) - Opleiden en trainen brandweerpersoneel * Dekking vanuit daling inwonersbijdrage, voordeel op de hulpverleningsregio
Bedrag
22 -22 56 -56 35 -35
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - MJPB 2008-2011: FLO Brandweer - MJPB 2009-2012: Handhaving veiligheidsniveau - MJPB 2010-2013: * Kwaliteitsverhoging brandweerpersoneel * Rampenoefening in 2010 i.p.v. 2012
195 5 -363 -103 -35 -25
Totaal mutaties lasten
-326
Baten Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
0 326
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Voorkomen en bestrijden van brand en rampen Programma 06
Veiligheid, Financiën en Algemene en Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder Mevr. Pauline Krikke
Veiligheid
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Totaal mutaties toevoegingen
5
Onttrekkingen - Onttrekking 2010 AR t.b.v rampenoefening - Onttrekking 2010 DBR CS t.b.v. kwaliteitsverhoging brandweerpersoneel
-20 -35
Totaal mutaties onttrekkingen
-55
Totaal mutaties reserves
-60
ONDERWERP
5
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen - I.v.m. het naar voren halen van de rampenoefening van 2012 naar 2010 heeft er in 2010 geen toevoeging aan de AR plaatsgevonden
Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
PAGINA
96
Deelprogramma 06.2
PAGINA
97
07 programma
Bruisend Arnhem
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Programma 07 Bruisend Arnhem
PAGINA
98
Deelprogramma 07.1 Bloeiende kunst en cultuur
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
De gemeente levert – door de exploitatie van diverse voorzieningen, door subsidies, door het regisseren en door het faciliteren van allerlei culturele activiteiten – belangrijke bijdragen aan het culturele klimaat. In breder verband draagt het culturele klimaat bij aan de aantrekkelijkheid van Arnhem als stad om te wonen en te werken (het woonklimaat en de economie). Belangrijk met het oog op de culturele ambities is dat Arnhem een stad is die veel kansen maar ook veel sociale problemen heeft. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Een indicator voor het cultuurbeleid is de waardering van de Arnhemse bevolking voor het aanbod van culturele voorzieningen in de binnenstad. Dit waarderingscijfer was in 2002 een 6,7. In de loop van de jaren is het cijfer opgelopen naar 7,3 in 2008 (bron: ‘Binnenstadsmonitor 2008’, maart 2009). De in juni 2009 verschenen ‘Stadsenqûete 2008’meldt zelfs een waardering van 7,4 voor het gehele cultuuraanbod in de stad. • De ‘Atlas 2010 voor gemeenten’ laat zien dat de stad op de ‘woon-aantrekkelijkheidsindex’ steeg van plek 16 in 2009 naar positie 11. Van de Stichting Nationale Evenementenprijzen ontving de stad de prijs van ‘Beste e Evenementenstad 2009’ (in 2008 de 5 plek). • Het bezoekersaantal van Filmtheater Focus is de afgelopen jaren structureel toegenomen tot rond de 60.000. In 2009 passeerden ruim 70.000 bezoekers de deuren van het filmtheater. Ook bij het Museum voor Moderne Kunst (MMKA) lijkt een stijging zich door te zetten. Bereikte het aantal bezoekers de afgelopen jaren structureel zo’n 50.000 per jaar. In 2009 liep dit op tot 55.000. Het Historisch Museum Arnhem trok in 2009 10.000 bezoekers. Het in september 2008 geopende Luxor trok in 2009 43.000 bezoekers, wat bemoedigend is voor het uiteindelijk bereiken van een aantal van 55.000 per jaar. Musis Sacrum Schouwburg Arnhem (MSSA) trok in 2009 ruim 144.000 bezoekers voor de culturele voorstellingen (in 2008 was dat ruim 137.000). Beleidskaders • Nota Creatieve Milieus Arnhem, 2009. • Kadernota ‘Podiumkunsten Arnhem 2009-2012’uit 2009. • Beleidsnota ‘Cultuureducatie Arnhem 2009-2012’ uit 2008. • ‘Startnotitie Cultuur in Rijnboog’ uit 2005 en ‘Haalbaarheidsonderzoek Cultuur in Rijnboog’ uit 2007. • Conceptnota ‘Bronnen: beleid Beeldende Kunst en Vormgeving 2009-2012’ uit 2008/2010. • Nota ‘Stad in Balans’ uit 2004. • Nota ‘Evenementenbeleid’ van EZ uit 2003. • Nota ‘Amateurkunst in Arnhem’ uit 2002. • ‘Cultuurvisie 2001-2005-2015’ uit 2002. Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Versteviging van het klimaat voor cultuureducatie, amateurkunst, beeldende kunst, podiumkunsten (inclusief dans en muziek), filmkunst. • Vergroting van cultuurparticipatie en cultuurbereik.
ONDERWERP
Inleiding Arnhem kent een grote creatieve sector en een complete keten wat culturele infrastructuur betreft. In de stad is ArtEZ/Hogeschool voor de Kunsten gevestigd en hebben topgezelschappen als Oostpool, Introdans, Keesen & Co en Het Gelders Orkest hun thuis- en uitvalsbasis. In de keten is een aantal grote gezelschappen aanwezig en zijn er veel kleine gezelschappen en initiatieven. Naast grote culturele infrastructurele voorzieningen als de Schouwburg Arnhem (theater en dans), Musis Sacrum (muziek), Gemeentemusea (beeldende kunst) en Het Domein (kunstzinnige vorming en amateurkunst) zijn er een groot aantal kleine(re) organisaties die een essentiële bijdrage leveren aan het bruisende culturele klimaat. Samen met de producenten, scheppende en uitvoerende kunstenaars vormen deze een keten van creativiteit. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn kwaliteit, innovatie, diversiteit, participatie en spreiding.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Programma 07 Bruisend Arnhem
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Handhaving en versterking van Arnhem als cultuurstad. • Het versterken van de creatieve keten. • Bevorderen creatieve milieus. • Versterking van het vestigingsklimaat van kunstenaars. • Versterking cluster Mode en Vormgeving. • Verbetering van de zichtbaarheid van cultuur (w.o. festivals) • Versterking van de culturele voorzieningen in de stad. • Verbetering van de culturele accommodaties.
2011 • In de Gemeentemusea jaarlijks 7 tijdelijke tentoonstellingen. • In Musis Sacrum en de schouwburg Arnhem in totaal 400 voorstellingen per jaar. • Programmering poppodium Luxor naar 230 activiteiten in 2011. • Arnhem Modebiënnale 2011. • Komst van het Nationaal historisch Museum. • Betere huisvesting van enkele theaterorganisaties. • Streven naar uitbreiding aantal permanente ateliers voor kunstenaars naar 300 in de komende jaren. • Streven naar stabilisatie aantal tijdelijk ateliers voor kunstenaars op 400 in de komende jaren. • Meer transparante subsidiesystematiek.
2011 • Uitvoering door Het Domein en Stichting Beleven (in het Kunstbedrijf) van Nota Cultuureducatie en de daarin opgenomen 6 programma’s. • Uitvoeren herstelplan Luxor • Verzelfstandiging gemeentelijke werkmaatschappij Het Domein per januari 2011 in Stichting Kunstbedrijf i.s.m. Stichting Beleven. • Verzelfstandiging gemeentelijke werkmaatschappij Gemeentemusea Arnhem per juli 2011. • Voorbereiding verzelfstandiging gemeentelijke werkmaatschappij Musis Sacrum Schouwburg Arnhem per januari 2012. • Renovatie mogelijk in combinatie met de sloop van de niet – monumentale achterzijde) van Musis Sacrum • Ondersteuning herhuisvesting ‘back-office’ Het Gelders Archief. • Ondersteuning komst Nationaal Historisch Museum. • Voorbereiding herhuisvesting theaterproductiehuis Generale Oost (mogelijk in samenhang met theatergezelschap Oostpool) en theatergezelschap Keesen & Co. • Ondersteuning komst literaire productiehuis Wintertuin/ArtEZ. • Ondersteuning lokaal klein- en groot ‘podiumkunstenoverleg’ (afstemming programmering theaters/podia), lokaal overleg ‘beeldende kunst’ en lokaal overleg ‘cultuureducatie’. • Subsidie-/prestatieafspraken met 20 gesubsidieerde instellingen die meer dan € 25.000,-meerjarensubsidie ontvangen voor 2012. • Toepassing nieuwe subsidieregelingen in de cultuursector.
Waardering • Versteviging van de positie op de ‘woonaantrekkelijk-heidsindex’ in de ‘Atlas voor gemeenten’. e • Minimaal behoud van de 7 positie als museumstad (Atlas voor gemeenten). e • Minimaal behoud van de 10 positie als evenementenstad (Atlas voor gemeenten). e • Behoud van de 3 positie wat betreft theaterstad (Atlas voor gemeenten) • Verbetering van de positie van de e 11 positie betreffende het aantal popconcerten (Atlas voor gemeenten). Bezoekcijfers • MSSA 140.000 per seizoen • Filmtheater Focus 60.000 per jaar • MMKA/HMA 50.000 per jaar • Luxor 55.000 per jaar
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
N.B. Vooralsnog zijn alle doelen, voornemens en activiteiten in relatie tot Rijnboog achterwege gelaten.
PAGINA
99
Deelprogramma 07.1 Bloeiende kunst en cultuur
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Programma 07 Bruisend Arnhem
Activiteiten
2012 t/m 2014 • Arnhem Modebiënnale 2013
2012 t/m 2014 • Evaluatie beleidsnota ‘Podiumkunsten Arnhem 2009-2012’ (uit 2009). • Evaluatie beleidsnota ‘Bronnen: beeldende kunst en vormgeving 2009-2012’ (uit 2008/2010). • Evaluatie ‘Beleidsnota ‘Cultuureducatie Arnhem 2009-2012’ (uit 2008). • Opening Nationaal Historisch Museum in 2014. • Renovatie mogelijk in combinatie met de sloop van de niet – monumentale achterzijde) van Musis Sacrum
Relatie met paragrafen • Weerstandsvermogen • Onderhoud kap. goederen • Bedrijfsvoering • Verbonden partijen • Investeringen • Subsidies
Participanten • Cultuurinstellingen • Landsdeel Oost • Rijk, Provincie, Regio • ArtEZ
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Relatie met stadsprogramma • 1. Aantrekkelijke centrumstad • 4. Zorgzame stad
PAGINA
100
Deelprogramma 07.1 Bloeiende kunst en cultuur
Commissie
Bloeiende kunst en cultuur Programma 07
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Bruisend Arnhem
PAGINA
101
Deelprogramma 07.1
bedragen x € 1.000,--
Middelen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
27.125
30.480
35.059
29.658
29.884
30.020
Baten
Totaal
6.294
6.354
10.525
4.967
5.093
5.093
-20.831
-24.126
-24.534
-24.691
-24.791
-24.927
450 651
0 65
0 0
0 0
0 0
0 0
201
65
0
0
0
0
-20.630
-24.061
-24.534
-24.691
-24.791
-24.927
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Planmatig onderhoud - Luxor (eigenaren onderhoud)
Knelpunten - Eenmalig inzet op concernniveau gereserveerde kapitaallasten t.b.v. dekking kosten onderhoud Musis Sacrum - Het Gelders Archief * Dekking binnen de cultuurbegroting - Onderhoud Musis Sacrum * Dekking binnen het beleidsveld
Bedrag
205
-3.862 22 -22 4.000 -138
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Kapitaallasten - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Structureel effect Rb 08-02-2010 Bw 10-05 Voorgang Sonsbeek Internationaal en Arnhem Modebiënale - GSO III middelen - Kenniscluster (zie baten) - Taakstelling Cultuur - Diversen
313 28 221 -65 4.550 -572 -101
Totaal mutaties lasten
4.579
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - GSO III middelen - Kenniscluster (zie lasten) - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010)
23 4.550 -402
Totaal mutaties baten
4.171
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-408
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Commissie
Bloeiende kunst en cultuur Programma 07
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Bruisend Arnhem
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
0
Onttrekkingen - BR Beeldende Kunst: Huurcomponent in subsidie CBKG (Rb 08-02-2010 Bw 10-05 Voorgang Sonsbeek Internationaal en Arnhem Modebiënale)
-65
Totaal mutaties onttrekkingen
-65
Totaal mutaties reserves
-65
Rekening 2009
Economisch nut - Poppodium Luxor - Cultuur in Rijnboog - Gebruikersonderhoud Musis Sacrum - Achterstallig gebruikersonderhoud Schouwburg - Bedrijfsvoering MSSA
223 0 0 0 34
Totaal
257
Totaal
-
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
0 0 0 0 0
0 2.620 0 90 0
0 0 1.011 0 0
Begroting 2013
Begroting 2014
0 37.380 0 0 0
0 0 0 0 0
2.710
-
1.011
37.380
-
-
-
-
-
-
2.710
-
1.011
37.380
-
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
257
ONDERWERP
Totaal mutaties toevoegingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen -
Investeringen
PAGINA
102
Deelprogramma 07.1
Programma 07 Bruisend Arnhem
PAGINA
103
Deelprogramma 07.2 Actief Sporten
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • In 2010 zijn 19,6 fte’s combinatiefunctionarissen wijk/school en sport ingevuld en de intentie is om dit aantal in 2012 tot ruim 30 fte’s combinatiefuncties Sport uit te breiden. • Stijging van de sportdeelname van de Arnhemse bevolking van 62% in 2006 naar aan het einde van 2011, 64%. • Het aantal kinderen uit armoedegezinnen dat lid wordt van een sportvereniging stijgt van 900 in 2010 naar 1300 in 2011. • Begin 2011 zijn er in totaal twee Cruyff Courts en vijf RK Playgrounds in vier + een krachtwijken gerealiseerd, waarbij wordt gestreefd naar nog een Cruyff Court in de Schuytgraaf (2011). Beleidskaders • Werkdocument ‘Sport over de Breedte’, visie op sport en bewegen in Arnhem (2002) en de uitwerking hiervan (2004). • Rapport ‘Het balletje ROLT verder ….’ • Stad in Balans • Stadsprogramma’s Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Meer sportende en bewegende Arnhemmers, vooral ook gericht op (allochtone) jongeren en de actieve- en inactieve volwassenen, waardoor onder andere de gezondheid en eventuele sociale isolatie van de Arnhemse burgers wordt verbeterd en verkleind. • Sport en bewegen als een onlosmakelijk onderdeel zien van het (overig) maatschappelijk leven, waardoor sociale binding wordt versterkt. • Het stimuleren van de (allochtone) jeugd (4-19 jaar) om (blijvend) te gaan sporten en bewegen, hetgeen onder meer de integratie bevorderd. • Het onder de denkers en doeners binnen de sport warm houden van het uitgangspunt dat zowel bewegen als sporten een goede uitwerking hebben op lichaam en geest.
ONDERWERP
Inleiding Het credo van het Arnhemse Sportbeleid luidt: het investeren in sport en bewegen, integraal zowel in de breedte als naar de top, uitgaande van een cruciale rol voor kwalitatief sterke sportverenigingen in een kwalitatief goede sportinfrastructuur. Dit beleid is gericht op alle burgers, waarbij groepen die minder bewegen (bijvoorbeeld inactieve volwassenen) voorrang krijgen. Sport en bewegen worden als onlosmakelijk onderdeel gezien van het (overig) maatschappelijk leven, waardoor sociale binding wordt versterkt. De allochtone jeugd (4-19 jaar) wordt gestimuleerd om (blijvend) te gaan sporten en bewegen, hetgeen onder meer de integratie bevordert.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
PAGINA
104
Deelprogramma 07.2 Actief sporten
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Programma 07 Bruisend Arnhem
Activiteiten
2011 t/m 2014 • De bewoners van, en, sportverenigingen in, de vijf Arnhemse ontwikkelwijken krijgen meer aandacht om bewegingsarmoede tegen te gaan en bewegen en sporten te bevorderen.
2011 • Stijging van sportdeelname van de Arnhemse bevolking van 62% in 2006 naar 64% aan het einde van 2011.
2011 • Verdere uitvoering van de uitwerking van het Werkdocument ‘Sport over de Breedte’, visie op sport en bewegen in Arnhem. • Er wordt gewerkt via de B(uurt)O(nderwijs)S(port)methodiek: met name in de ontwikkelwijken wordt gebruik gemaakt van deze methode.
• Het versterken van het op wijkniveau verbinden van diverse beleidsterreinen. • Minder geweld op en om de velden bij voetbalverenigingen.
• Plan van Aanpak Sportiviteit op en om de velden (2011-2014).
• Er worden gerichte (publiciteits-)acties gevoerd om het geweld op en om de velden tegen te gaan.
• Komen tot een groter aantal kwalitatief sterke sportverenigingen.
• Output nader te bepalen in het Plan Verenigingsondersteuning (20112013).
• Het plan van aanpak voor verenigingsondersteuning wordt door Sportbedrijf Arnhem uitgevoerd.
• Handhaving en kwalitatieve verbetering van het huidige aanbod aan sportvoorzieningen, accommodaties en verenigingsondersteuning.
• Output nog nader te bepalen in de accommodatienotitie (2010-2020).
• Het verkleinen van overgewicht bij zowel kinderen als volwassenen door uitvoering van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB).
• Het geven van extra impulsen op het gebied van sport, bewegen en gezondheid door het tegengaan van bewegingsarmoede en het verminderen van overgewicht.
• Uitwerking van de in het NASB genoemde interventies zoals peutergym, bewegen op recept, valpreventie en B-fit activiteiten.
• Meer kinderen uit armoedegezinnen de kans geven te gaan sporten middels de Arnhem Card / Jeugdsportfonds.
• Het aantal kinderen uit armoedegezinnen dat lid wordt van een sportvereniging gaat van 900 in 2010 naar 1300 in 2011.
• Actief informeren van de doelgroep (gericht) over de genoemde mogelijkheden.
• Het versterken van de relaties en activiteiten binnen- en buiten schooltijd.
• Er zijn in 2011-2012 in totaal ruim 30 fte’s combinatiefunctionarissen (wijk/school en sport) ingevuld.
• Inzet van combinatiefuncties. In overleg met het onderwijs wordt het bewegingsonderwijs verder uitgebreid.
Relatie met stadsprogramma’s • 1. Aantrekkelijke centrumstad • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 4. Zorgzame stad
Relatie met paragrafen
Participanten • Onderwijs, wijkplatforms • Besturen sportverenigingen • Provincie • Overkoepelende en ondersteunende (sport)organisaties.
2012 t/m 2014 • Uitwerking van de accommodatienotitie. • Het Masterplan De Bakenberg wordt uitgevoerd.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie
Actief sporten Programma 07
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Bruisend Arnhem
PAGINA
105
Deelprogramma 07.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
20.925
20.742
19.875
19.789
19.749
19.734
Baten
Totaal
9.003
7.283
7.660
7.589
7.589
7.589
-11.922
-13.459
-12.215
-12.200
-12.160
-12.145
267 500
250 1.000
0 0
0 0
0 0
0 0
233
750
0
0
0
0
-11.689
-12.709
-12.215
-12.200
-12.160
-12.145
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Kapitaallasten activeringen 2009 - Eenmalig budget 2010 Aanleg kunstgrasvelden MJPB 2010-2013 - Taakstelling Sport - Diversen Totaal mutaties lasten
Bedrag
138 273 -26 -1.000 -175 -77 -867
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Taakstelling Sport - Diversen
12 331 75 -41
Totaal mutaties baten
377
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
1.244
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Actief sporten Programma 07
Cultuur, Economie,Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Bruisend Arnhem
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Totaal mutaties toevoegingen
-250
Onttrekkingen - Incidentele onttrekking algemene reserve 2010 (amendement snelgroeiend kunstgras)
-1.000
Totaal mutaties onttrekkingen
-1.000
Totaal mutaties reserves
-750
Rekening 2009
Economisch nut - Voorzieningen Presikhaaf - Voorzieningen Schuytgraaf - Aanpassing Sportpark Bakenberg - Bedrijfsvoering Sportbedrijf
345 4.227 0 612
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
0 0 0 0
55 1.530 650 0
Begroting 2013
0 0 0 0
Begroting 2014
0 0 0 0
0 0 0 0
Totaal
5.184
2.235
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
-
-
5.184
2.235
-
-
-
-
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
ONDERWERP
-250
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen - Incidentele toevoeging algemene reserve 2010 (amendement multihal Papendal)
Investeringen
PAGINA
106
Deelprogramma 07.2
PAGINA
107
08 programma
Samenleven in Arnhem
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
108
Deelprogramma 08.1 Maatschappelijke actieve burgers Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Uitgangspunten van beleid
Het jaar 2011 is het Europees jaar van de vrijwilliger, vanuit de VNG worden landelijk activiteiten (o.a. promotour) georganiseerd waarop de gemeenten kunnen aansluiten. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Het aantal vrijwilligers in 2009 bedraagt 33%. Per wijk zijn er grote verschillen, uitschieters naar boven: Schaarsbergen (59%), Klingelbeek (46%), Burgemeesterwijk/Hoogkamp (40%), Vreedenburg/Kronenburg (41%) en Schuytgraaf (40%). Uitschieter naar beneden: Malburgen Oost-Noord (22%). Vrijwillige inzet is grootst in de leeftijdscategorie 40-64 jaar: 38%, het laagst in de leeftijdscategorie15-29 jaar: 25%. • In 2009 heeft de Arnhemse Uitdaging ruim 300 matches (tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties) tot stand gebracht. Dit betekent een inzet van het Arnhemse bedrijfsleven van 5 ton aan menskracht (kennis, kunde en handjes), materialen en middelen. • In 2009 hebben ruim 1000 vrijwilligers een cursus gevolgd bij Volare, training- en expertisecentrum voor vrijwilligers. Beleidskaders • Startnotitie “ herijking beleid ondersteuning vrijwillige inzet en mantelzorg: versterken en vernieuwen”, december 2009 • Tijdelijke subsidieregeling “Actief meedoen” 2009 • Meerjarenbeleidplan WMO 2008-2011 • Nota “Doorontwikkeling Stad in Balans 2008-2011”, september 2007 • Nota “Inzet op inzet” 2005 Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Meer vrijwillige maatschappelijk actieve burgers. • Vergroten van deelname aan het maatschappelijk leven in de directe woon- en leefomgeving.
ONDERWERP
In december 2009 is de startnotitie “herijking beleid ondersteuning vrijwillige inzet en mantelzorg: versterken en vernieuwen” vastgesteld. Deze startnotitie geeft richting aan de nieuw te schrijven nota vrijwilligerswerkbeleid (medio 2010) waarin de focus wordt gelegd op het versterken van de ondersteuning en begeleiding (inhoud) en de ondersteuningsinfrastructuur (proces).
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inleiding Het ondersteunen, stimuleren en waarderen van actief burgerschap in Arnhem en het ondersteunen van organisaties en instellingen die met vrijwilligers werken vormt de kern van het vrijwilligerswerkbeleid. De uitvoering van het vrijwilligerswerkbeleid is grotendeels belegd bij Vrijwillige Inzet Arnhem (VIA).
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Tenminste behouden van het aantal maatschappelijk actieve burgers
2011 • Ongeveer 33% van de Arnhemse burgers is actief als vrijwilliger
2011 • Uitvoering geven aan het Europese jaar van vrijwilligers • Jaarlijks voeren minimaal 3 gem. diensten, een afvaardiging van college- en raadleden een vrijwilligersproject uit. • Organiseren van NL-Doet. • Uitvoeren van de regeling onkostenvergoeding voor vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. • Uitvoeren van verschillende vormen van waardering.
• Meer vrijwillige inzet door specifieke groepen (allochtonen, jongeren, mensen met een beperking)
• 150 allochtonen vrouwen zijn maatschappelijk geactiveerd in de pilot Duizendeneenkracht”” • Er is een methodiek ontwikkeld om allochtonen vrouwen toe te leiden naar vrijwilligerswerk
• Uitvoeren pilot project “Duizendeneenkracht”(zie ook deelprogramma 8.4). • Nulmeting aandeel vrijwillige inzet specifieke groepen. • Interculturaliseren van (vrijwilligers)organisaties. • Zorg dragen voor voldoende kwalitatief goede stageplekken voor jongeren’.
• Vergroten van de deelname aan het maatschappelijk leven in de directe woon- en leefomgeving • Effectievere en efficiëntere ondersteuning en begeleiding van vrijwilligers(organisaties)
• Arnhemse Uitdaging maakt minimaal 200 matches per jaar
• Inschakelen van de Arnhemse Uitdaging.
• 500 vrijwilligers zijn getraind/gecoacht • Opdrachtformulering op basis van de herijking van het vrijwilligersbeleid met Vrijwillige Inzet Arnhem (VIA) is gemaakt • Nader te bepalen op basis van de nieuwe nota Vrijwilligerswerkbeleid.
• Inschakelen van Volare, trainings- en expertisecentrum voor vrijwilligers. • Implementatie van maatregelen uit de nota “herijking beleid ondersteuning vrijwillige inzet en mantelzorg”. • Verbeteren van de informatievoorzieningen voor vrijwilligers(organisaties). • Evaluatie collectieve vrijwilligersverzekering. • Doorontwikkelen van de functie van maatschappelijk makelaar.
2012 t/m 2014
2012 t/m 2014 • Vervolgmeting vrijwilligerswerk in Arnhem (actualisatie gegevens, 1x per 2 jaar) • Vervolgmeting DIGIMON • Uitvoeren methodiek duizendeneenkracht
Relatie met paragrafen • Subsidies
Participanten • Verenigingen en instellingen op allerlei terreinen • Ondersteunende organisaties (landelijk, provinciaal en lokaal)
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 3. Participatie en werk • 4. Zorgzame stad
PAGINA
109
Deelprogramma 08.1 Maatschappelijke actieve burgers Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie
Maatschappelijke actieve burgers Programma 08
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Samenleven in Arnhem
Dhr. Henk Kok
PAGINA
110
Deelprogramma 08.1
bedragen x € 1.000,--
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
759
761
674
674
674
674
Baten
Totaal
0
0
0
0
0
0
-759
-761
-674
-674
-674
-674
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
0
-759
-761
-674
-674
-674
-674
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010)
12 -99
Totaal mutaties lasten
-87
Baten Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
0 87
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
PAGINA
111
Deelprogramma 08.2 Samenleven in de buurt Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Uitgangspunten van beleid
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) In de wijkmonitor (april2010) wordt op een groot aantal indicatoren de staat van de wijken opgemaakt. Voor dit deelprogramma zijn de volgende indicatoren relevant: • Wijkbetrokkenheid (volgens Stadsmonitor, Veiligheidsmonitor resp. 36 %(2008)en 17 % (2009)). Vastgesteld moet worden welke vorm van betrokkenheid relevant is en hoe deze gemeten wordt. • Buurtperspectief (percentage dat een vooruitgang ziet van de buurt): 10% in 2001, 17% in 2007, 19 % in 2009. • Oordeel voorzieningen (rapportcijfer voorzieningen in wijken): 6,4 in 2001, 6,9 in 2007. • Sociale kwaliteit (rapportcijfers sociale cohesie): 5,5 in 2001, 5,9 in 2005, 5,7 in 2007. • Wijkanalyses beschikbaar (2/3 van de wijken in 2011; alle wijken in 2012). Beleidskaders • Actieprogramma “wijkgericht werken 2008-2011” • Doorontwikkeling Stad in Balans (Hart van de Wijk: Participatie, Ontmoeting en Informatie) • WMO Beleidsplan 2008-2011 • Stadsprogramma Woon- en leefomgeving Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Uiteindelijk doel is dat bewoners tevreden zijn over hun eigen- woon en leefomgeving: • Versterken van het welzijnsniveau om hiermee tegemoet te komen aan de vraag van (lichte) zorg. • Optimaliseren van de invloed van bewoners als zelfstandige partners bij wijkbeheer en wijkontwikkeling. • Betrokkenheid van bewoners op eigen woonomgeving vergroten. • Creëren van een passend voorzieningenniveau op buurt- en wijkniveau met hogere kwaliteit, samenhang en zichtbaarheid.
ONDERWERP
Het wijkmanagement heeft hierbij een verbindende, analyserende, stimulerende en coördinerende rol. Overigens heeft het wijkmanagement ook een verbindende rol bij het betrekken van de wijk bij programma’s van andere diensten.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inleiding Het deelprogramma “Samenleven in de buurt” is een coproductie tussen het wijkgericht werken en het samenlevingsbeleid. Het wijkgericht werken is -procesmatig- gericht op het behouden en verbeteren van de woon- en leefklimaat. Het samenlevingsbeleid is gericht op het realiseren van een goed niveau van basisvoorzieningen in de wijken en het bevorderen van sociale samenhang. Deze beleidsterreinen worden in nauwe samenwerking met partners in de wijken opgepakt en afgestemd op de behoefte van wijken. Bewoners(organisaties) worden gestimuleerd – en waar nodig ondersteund – om actief mee te denken en mee te werken. Er is een toenemende vraag naar zorg in de wijk met name veroorzaakt door de vergrijzing. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeente (WMO). Door het welzijnsniveau op wijk- en buurtniveau te versterken neemt, naar verwachting, de vraag naar zorg wat af. Zorg en welzijn groeien naar elkaar toe) Het gaat hier om informele zorg en lichte mantelzorg die ook onder burenhulp (meeleven) geschaard kan worden. Om dit te realiseren is het van belang de maatschappelijke voorzieningen in de wijk op orde te hebben en de betrokkenheid in de wijk en bewonersparticipatie (meedenken en meedoen) te stimuleren. Samenwerking is nodig tussen bewoners, gemeente en professionals in de wijk. Dit bepaalt in brede zin de kwaliteit van de voorzieningen in de wijk maar ook de mate waarin de voorzieningen aansluiten op de behoefte.
PAGINA
112
Deelprogramma 08.2 Samenleven in de buurt Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Activiteiten
2011 t/m 2014 • De invloed en zelfwerkzaamheid (meedenken en meedoen) van bewoners als zelfstandige partners bij wijkbeheer en wijkontwikkeling is optimaal. De focus ligt op mogelijkheden voor ontmoeting, participatie en informatie. • Bewoners zijn betrokken bij en actief in hun eigen buurt en worden hierin waar nodig ondersteund. • Beter grip op de belangrijkste maatschappelijke opgaven in de wijk. • Een sociale wijkinfrastructuur qua fysieke voorzieningen, samenwerkingsvormen en activiteitenaanbod aansluitend bij de dynamiek van de wijk.
2011 • Voor minimaal 2/3 van de wijken is een wijkanalyse beschikbaar en is op basis van de belangrijkste opgaven een wijkprogramma / wijkactieplan gemaakt. • De betrokkenheid van bewoners met hun wijk is in percentages toegenomen. • Het perspectief van vooruitgang dat bewoners ervaren in hun buurt is toegenomen van 19 naar 21 %. • Het oordeel van de wijkvoorzieningen wordt gewaardeerd met een 7. • De kwaliteit van de sociale samenhang in de wijk wordt gewaardeerd met een 6.
2011 • Regelen van de invloed van bewoners middels de besteding van het wijkbudget. • Inzetten van wijkcommunicatie t..b.v. bewonersparticipatie om invloed van bewoners op woon en leefomgeving te verbeteren. • Bewoners ondersteunen om zelfwerkzaamheid te ontwikkelen. • Werven van nieuwe en voor de wijk representatieve doelgroepen voor het actieve kader in de wijk. • Opbrengsten Landelijke pilots (Vernieuwend Welzijn en Zichtbaarheid Bewonersondersteuning) benutten. • Wijkanalyses maken, benoemen en bespreken van aandachtspunten met bewoners en (wijk)professionals om samen te komen tot een wijkprogramma. • De verbeterpunten uit de wijkanalyse / Wijkprogramma worden meegenomen in de opdrachtverlening van de gesubsidieerde instellingen. • Ontwikkelen van een visie op wijkaccommodaties en het beheer en programmering hiervan.
2012 t/m 2014 • Voor alle wijken is een wijkactieplan en een wijkprogramma beschikbaar. • De betrokkenheid van bewoners met hun wijk is in percentages toegenomen. • Het perspectief van vooruitgang dat bewoners ervaren in hun buurt is toegenomen van 19 naar 23 %. • Het oordeel van de wijkvoorzieningen wordt minimaal gewaardeerd met een 7. • De kwaliteit van de sociale samenhang in de wijk wordt gewaardeerd met minimaal een 6.
2012 t/m 2014 • Evalueren van de opdrachtuitvoering van de welzijnsinstellingen op basis van de vooraf afgesproken prestatie indicatoren. • Uitvoeren van de in de wijkprogramma’s genoemde verbeterpunten. • Betrekken van bewoners bij het beheer en de ontwikkeling van de wijk. • Aan de hand van onderzoeken t.b.v. de wijkmonitor wordt de ontwikkeling gemeten van: 1.De tevredenheid van bewoners over de wijkvoorzieningen 2.Betrokkenheid van bewoners bij hun wijk 3.Effect van netwerk aan communicatiemiddelen in de wijk.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Relatie met paragrafen • Geen relatie met specifieke paragrafen
ONDERWERP
Participanten • Bewoners, wijkorganisaties • Politie • Woningcorporaties • Bedrijfsleven/ Ondernemers • Welzijnsinstellingen • Scholen • Zorginstellingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Relatie met stadsprogramma’s • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 3. Participatie en werk • 4. Zorgzame stad
PAGINA
113
Deelprogramma 08.2 Samenleven in de buurt Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie
Samenleven in de buurt Programma 08
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Samenleven in Arnhem
Dhr. Henk Kok
PAGINA
114
Deelprogramma 08.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
11.181
11.988
8.372
5.640
5.272
5.272
Baten
Totaal
5.122
1.694
2.185
84
83
83
-6.059
-10.294
-6.187
-5.556
-5.189
-5.189
4.522 284
0 0
0 16
0 16
0 16
0 16
-4.238
0
16
16
16
16
-10.297
-10.294
-6.171
-5.540
-5.173
-5.173
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Correctie oude taakstelling herijking ontmoetingsfunctie wijken - GSO-3 budget 2011 Voorzieningenhart st. Marten (zie baten) - Taakstelling Welzijn - Extra middelen Brede wijkaanpak t/m 2010: * Aanpak krachtwijken * Bewonersbudgetten t.b.v. overige wijken - Correctie uitgaven GSO - Vervallen (gedeeltelijke) dekking uitbreiding capaciteit maatschappelijk werk en sociale raadslieden t.l.v. Vogelaargelden - Diversen
-3.470 -300 -25 80 -90
Totaal mutaties lasten
-3.616
81 18 120 500 -530
Baten Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - GSO-3 budget 2011 Voorzieningenhart st. Marten (zie lasten) - Correctie uitgaven GSO
16 500 -25
Totaal mutaties baten
491
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
4.107
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Samenleven in de buurt Programma 08
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Samenleven in Arnhem
Dhr. Henk Kok
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
0
Onttrekkingen - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010)
16
Totaal mutaties onttrekkingen
16
Totaal mutaties reserves
16
Rekening 2009
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Economisch nut Totaal Maatschappelijk nut - Perceel Diemenhof
-
315 Totaal Totaal investeringen
-
-
-
0
0
-
0
-
0
0
315
-
-
-
-
-
315
-
-
-
-
-
ONDERWERP
Totaal mutaties toevoegingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen -
Investeringen
PAGINA
115
Deelprogramma 08.2
PAGINA
116
Deelprogramma 08.3 Jeugd Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Uitgangspunten van beleid
Beleidskaders • Nota ‘Opgroeien in Arnhem, met kansen, grenzen en steun, Integraal Jeugdbeleid 2008-2011’ (vastgesteld op 31 maart 2008) • ‘Uitvoeringsprogramma Opgroeien in Arnhem 2010’ • ‘Arnhemse Jeugdmonitor 2008’ • Nota ‘Ruimte voor de jeugd (Spelennota)’ (vastgesteld 3 november 2009) • Convenant ‘Centrum voor Jeugd en Gezin regio Arnhem’ (1 april 2009) • ‘Uitvoeringsnotitie Jeugdparticipatie’ (vastgesteld 19 februari 2008) • Nota ‘Tiener- en jongerenwerk’ (vastgesteld 19 december 2005) Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Het jeugdbeleid wil alle kinderen en jongeren kansen bieden op een gezonde ontwikkeling in velerlei opzicht. Speciale aandacht en zorg gaan uit naar kinderen en jongeren die risico’s lopen om in de problemen te komen (preventie) en de kinderen en jongeren die al problemen hebben (zoals schooluitval, criminaliteit, schulden, psychische problemen etc.).
ONDERWERP
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) e e • 1 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is in november 2009 geopend in MFC Presikhaven. Het 2 CJG is geopend in januari 2010 in Winkelcentrum Kronenburg. • Nieuwe organisaties zijn bij het Convenant Verwijsindex Regio Arnhem (VIRA) aangehaakt. Op 31-12-2009 waren er 640 registraties en bleken er 104 matches te zijn ontstaan. • In 2010 zijn nieuwe afspraken gemaakt rondom de zorgstructuur in het primair onderwijs. Ook is in 2010 het zorg- en adviesteam op ROC A12 gestart. • In december 2009 is met ruim 100 professionals en een aantal jongeren tijdens een 24-uurs samenscholing het Manifest ‘Kansen voor jongeren’ opgesteld. Een kopgroep kansjongeren met 10 professionals en 3 jongeren is actief aan de slag om de aanbevelingen te concretiseren en op de juiste plek voor uitvoering neer te leggen. • In het najaar van 2009 is voor het digitaal dossier jeugdgezondheidszorg begonnen met de benodigde opleiding en het invoeren van de dossiers. • Meer feitelijke informatie is terug te vinden in de Arnhems Jeugdmonitor 2008. Eind 2010 verschijnt de Arnhemse Jeugdmonitor 2010.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inleiding Het Arnhemse jeugdbeleid heeft als doel: • Kansen bieden, waarmee jongeren kunnen opgroeien tot mondige, zelfstandige en verantwoordelijke burgers, die een actieve en sociale bijdrage aan de samenleving leveren; • Grenzen stellen, waarmee jongeren weten en ervaren waar hun gedrag de leefbaarheid van de omgeving of de veiligheid van medeburgers aantast; • Steun bieden, aan jongeren die problemen hebben op fysiek, emotioneel, sociaal, cognitief en moreel gebied alsmede aan gezinnen bij de opvoeding. Hoofdopgaven in deze periode liggen bij de invoering en het doorontwikkelen van het Centrum voor Jeugd en Gezin en de daarbij behorende versterking van de jeugdzorgketen, maar ook bij de uitwerking van het spelenbeleid en de aanpak van overlast door jongeren (deze laatste komt terug in programma 6.1 veiligheid). Hiervoor voert de gemeente regie om partners in het jeugdbeleid te binden en samen op te trekken.
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Mevr. Margriet Bleijenberg
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Meer ruimte voor de jeugd, zowel fysiek als via jeugdparticipatie.
2011 • Meer speel- en ontmoetingsruimte voor de jeugd, op basis van de in 2009 vastgestelde criteria.
2011 • Speelplannen per wijk.
• Betere basisvoorzieningen.
• O.a. aanbod van kinder-, tiener- en jongerenwerk vanuit 3 brede scholen, 9 wijkcentra, 3 wijkgerichte jongerenruimten, 5 wijkgerichte jongerencentra en 2 (half)stedelijke jongerencentra, als mede ambulante inzet in de krachtwijken en GSO III-wijken.
• D.m.v. het investeren in de opdrachtverlening en het maken van afspraken wordt gestuurd op kwaliteit.
• Meer inzet op preventie, ofwel beter voorkomen dat jongeren en gezinnen in de knel komen of ontsporen.
• Doorontwikkelen backoffice en 1e e en 2 Centrum voor Jeugd en e Gezin en voorbereiden invoeren 3 e en 4 Centrum voor Jeugd en Gezin.
• In 2011 zal de dienstverlening van het CJG uitgebreid worden naar Arnhem Zuid-West, in voorbereiding op de opening van de locatie in Schuytgraaf. • Het uitbouwen van de websites www.jonginarnhem.nl en www.cjgarnhem.nl. • Afspraken over het aanbod lichte hulpverlening.
• Versterken van de jeugdzorgketen, ook met de partners waar de gemeente geen zeggenschap over heeft.
• Alle scholen en voorschoolse voorzieningen hebben een dekkende zorgstructuur, die in verbinding staat met de Centra voor Jeugd en Gezin.
• Afspraken over de coördinatie van zorg. • Afstemming met het Veiligheidshuis en Passend Onderwijs. • Doorontwikkelen Verwijsindex Regio Arnhem (VIRA).
2012 t/m 2014 e e • Invoeren 3 en 4 Centrum voor Jeugd en Gezin.
2012 t/m 2014 • Openen 3e en 4e Centrum voor Jeugd en Gezin in Klarendal en Schuytgraaf. • Realisatie nieuw jongerencentrum in Schuytgraaf.
Relatie met paragrafen • Investeringen • Subsidies
Participanten Jongeren en ouders zelf, Rijksoverheid, Provincie Gelderland, Bureau Jeugdzorg Gelderland. Instellingen op het gebied van: Voorschoolse voorzieningen, Onderwijs, Jeugdhulpverlening Openbare orde, Sport, Cultuur. En vele kleinere jeugd-, sport- en culturele verenigingen/stichtingen.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 3. Participatie en werk • 4. Zorgzame Stad
PAGINA
117
Deelprogramma 08.3 Jeugd Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie
Jeugd Programma 08
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Samenleven in Arnhem
Mevr. Margriet Bleijenberg
PAGINA
118
Deelprogramma 08.3
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
5.958
6.673
6.747
6.515
6.515
6.515
Baten
Totaal
1.854
2.039
2.367
2.191
2.191
2.191
-4.104
-4.634
-4.380
-4.324
-4.324
-4.324
0 43
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
43
0
0
0
0
0
-4.061
-4.634
-4.380
-4.324
-4.324
-4.324
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Knelpunten - Willemeen * Dekking binnen budgetten Centra Jeugd en Gezin - Aanval op de Uitval * Dekking binnen budgetten Centra Jeugd en Gezin
105 -105 80 -80
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Regio budget Jong Kapitaal GSO-3 (zie baten) - Eenmalige extra jubileumsubsidie 2010 Ome Joop Tour: MJPB 2010-2013 - Eenmailge subsidie 2010 Willemeen MJPB 2010-2013 - Budget Brede Doeluitkering Jeugd en Gezin (zie baten) - Afbouw gemeentelijk budget Centra voor Jeugd en Gezin - Diversen
108 37 -50 -10 -105 343 -212 -37
Totaal mutaties lasten
74
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Regio budget Jong Kapitaal GSO-3 (zie lasten) - Brede Doeluitkering Jeugd en Gezin (zie lasten)
35 -50 343
Totaal mutaties baten
328
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
254
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
PAGINA
119
Deelprogramma 08.4 Integratiebeleid Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Uitgangspunten van beleid
Beleidskaders • In de loop van 2010 zal een aangepaste nota “Inburgeren, integreren, participeren” aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd • Beleidsagenda “Seksuele diversiteit” (2009); • Beleidsagenda “Emancipatie allochtone vrouwen” (2009); • Actieplan “Meedoen allochtone jeugd aan sport” (2008); • Nota “Eervol Arnhem 2007-2010” (2007); • Kadernotitie “Inburgeren in Arnhem” (2006). Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Het verbeteren van de participatie en acceptatie van migranten in de Arnhemse samenleving onder meer op het terrein van arbeid, onderwijs, huisvesting, gezondheid, sport, maatschappelijke participatie en emancipatie.
ONDERWERP
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • In 2009 zijn 591 inburgeringsvoorzieningen gestart, waarvan 459 (78%) inburgeringsplichtig zijn en 132 (22%) vrijwillig inburgeraars; 58% van de trajecten is duaal. Hiermee is de inhaalslag van oudkomers die verplicht moeten inburgeren volens de Wet Inburgering gerealiseerd. Daarnaast zijn 198 mensen gestart met een alfabetiseringstraject en 372 mensen zorgen zelf voor de voorbereiding op het inburgeringsexamen. Dat betekent dat vanaf 2010 weer een stabiele situatie ontstaat, waarbij inburgering verplicht is voor nieuwkomers, en voor inburgeraars in het kader van een re-integratietraject. Daarnaast is inburgering gewenst voor vrijwillige inburgeraars. Het aantal te starten trajecten zal, in vergelijking met de piekjaren 2008 en 2009, weer dalen. • 84% van de 630 deelnemers aan een inburgeringsexamen is geslaagd • 24% van de deelnemers die een duaal traject werk volgen, is uitgestroomd uit de uitkering. • De antidiscriminatievoorziening Artikel 1 Gelderland-Midden, is per 1 januari 2010 gaan functioneren. • In het kader van het Arnhemse Fonds Samenlevingsbeleid zijn in 2009 20 aanvragen gehonoreerd op het gebied van kleinschalige activiteiten voornamelijk in de wijken om inwoners met verschillende culturele achtergronden met elkaar in contact te brengen • De agenda seksuele diversiteit is vastgesteld. Het COC Midden-Gelderland heeft met ingang van 2009 een structurele subsidie gekregen. • Beleidsagenda Emancipatie is begin 2010 vastgesteld. • De uitvoering van het plan ter bestrijding van eergerelateerd geweld is in handen gegeven van Hera; in dit kader is in 2010 voor een periode van twee jaar het project “Vertrouwenspersonen in de buurt” na een geslaagde experimentele periode in Malburgen in uitvoering gegaan in de overige 4 aandachtswijken.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inleiding Ruim 43.000 inwoners ( bijna 30%) van Arnhem vinden hun oorsprong buiten Nederland (d.w.z. tenminste één ouder is in het buitenland geboren). Daarvan zijn er ruim 26.000 afkomstig van zgn. ‘niet-westerse’ herkomstlanden. Allochtone inwoners zijn oververtegenwoordigd in de sociaaleconomisch zwakke groepen en lijken beduidend minder dan autochtonen deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Er is sprake van achterstanden waar het gaat om deelname aan de arbeidsmarkt en het onderwijs. Verder is er sprake van een naar verhouding geringe participatie aan sociale verbanden als wijkorganisaties, sportclubs, e.d. Al deze gegevens markeren het grote belang van een adequaat integratiebeleid op alle beleidsterreinen. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeentelijke diensten zelf integratie betrekken bij de beleidsvelden waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Inburgering wordt gezien als een eerste stap naar deelname aan de samenleving en is daarmee een onderdeel van integratie. Deelname aan inburgering moet de inburgeraar de mogelijkheden bieden die nodig zijn om zelfstandig te kunnen werken aan een volwaardige positie in de Arnhemse samenleving. Uitgangspunt van het gemeentelijk beleid is ‘algemeen waar kan, specifiek waar moet’. Het emancipatiebeleid heeft twee speerpunten, het vergroten van de maatschappelijke participatie van migrantenvrouwen en het versterken van de maatschappelijke positie van holebitrans (afkorting voor homo’s, lesbiënnes, biseksuelen en transseksuelen).
Commissie Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Activiteiten
2011 t/m 2014 Inburgeren • Inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars volgen duale trajecten gericht op deelname aan de samenleving. • Meer verbinding en vervlechting tussen inburgeren, integreren en participeren. • Vasthouden van duale trajecten en het versterken van de bestaande infrastructuur in deze.
2011 Inburgeren • 100% van de nieuwkomers die verplicht zijn om in te burgeren wordt een voorziening aangeboden (naar schatting 100) • Van de verplichte inburgeraars slaagt 85% voor het inburgeringsexamen. • 200 vrijwillige inburgeraars wordt een voorziening aangeboden. • 80% van de trajecten is duaal vormgegeven. Integreren • Output nader te bepalen in de uitwerking van de kadernota ‘Inburgeren, integreren, participeren’.
2011 Inburgeren • Uitvoering van de activiteiten uit de nieuwe nota “Inburgeren, integreren, participeren” 20102013. • Actieve werving van vrijwillige inburgeraars. • Uitvoeren activiteiten Milleniumbeleid
Participeren • Verbeteren interculturalisatie van gemeentelijke en gesubsidieerde instellingen en vrijwilligersorganisaties • Meer inzicht in de positie van groepen met een migrantenachtergrond in Arnhem • Meer vrijwillige inzet door migranten
Participeren • 6 Grote gesubsidieerde instellingen hebben een eigen diversiteitbeleid. • Vrijwilligersorganisaties hebben meer oog voor diversiteit doelgroep • Er is een tweejaarlijkse integratiemonitor ontwikkeld
Integreren • Uitvoering geven aan het Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid • Eenmaal per jaar een debat organiseren om de stand van zaken rondom het beleid, of een specifiek onderdeel daarvan, aan de orde te stellen Participeren • Er wordt een training aangeboden gericht op interculturalisatie van vrijwilligersorganisaties • Het uitvoeren van een integratiemonitor
• Zie deelprogramma 8.1 Maatschappelijk actieve burgers
• Er wordt een 0-meting verricht (zie dp. 8.1)
Emanciperen • Het bestrijden van discriminatie in de breedste zin
Emanciperen • Het onderwerp eergerelateerd geweld is bespreekbaar gemaakt binnen de risicogroepen. • De ketenaanpak huiselijk geweld is ook ingericht op aanpak eergerelateerd geweld • Zie dp. 8.1
Emanciperen • Uitvoeren gemeentelijk antidiscriminatiebeleid • Het uitvoeren van het activiteitenplan “Eervol Arnhem” • Zie dp 8.1 • Het uitvoeren van de actiepunten uit de beleidsagenda seksuele diversiteit • Een debat organiseren over het onderwerp seksuele diversiteit
2012 t/m 2014 • In 2012 is 80% van de inburgeringtrajecten duaal vormgegeven.
2012 t/m 2014 • Opstellen actieprogramma integratie 2012-2013. • In 2014 opstellen nieuwe kadernota integratie
Relatie met paragrafen • Bedrijfsvoering
Participanten • Wijk- en zelforganisaties • Re-integratiebedrijven • UWV Werkbedrijf • Taalaanbieders en scholen • Welzijn / OVS: Rijnstad en SPA • Vluchtelingenwerk • Ketenpartners huiselijk geweld
• Het voorkomen en bestrijden van eergerelateerd geweld • Het vergroten van de maatschappelijke participatie van met name migrantenvrouwen • Acceptatie van homoseksualiteit en gelijke maatschappelijke positie van homoseksuelen
Relatie met stadsprogramma’s • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 3. Participatie en werk • 4. Zorgzame stad
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Integreren • Versterken van de samenhang tussen de verschillende bevolkingsgroepen • Het meer betrekken van de doelgroepen met een migrantenachtergrond bij het gemeentelijk beleid.
PAGINA
120
Deelprogramma 08.4 Integratiebeleid Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie
Integratiebeleid Programma 08
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouders
Samenleven in Arnhem
Dhr. Henk Kok
PAGINA
121
Deelprogramma 08.4
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
7.067
8.211
6.535
6.460
6.459
6.459
Baten
Totaal
5.417
6.118
3.755
3.755
3.755
3.755
-1.650
-2.093
-2.780
-2.705
-2.704
-2.704
484 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-484
0
0
0
0
0
-2.134
-2.093
-2.780
-2.705
-2.704
-2.704
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Knelpunten - Voortzetting Milleniumbeleid * Dekking binnen portefeuilles Integratie en Milieu
Bedrag
85 -85
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) - Diversen
40 -1.688 -28
Totaal mutaties lasten
-1.676
Baten Bestaand beleid - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010)
-2.363
Totaal mutaties baten
-2.363
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
-687
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
PAGINA
122
Deelprogramma 08.5 Ouderen en gehandicapten Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Uitgangspunten van beleid
Beleidskaders • Wet maatschappelijke ondersteuning • Beleidskader “Actief meedoen” • Ouderennota: “Thuis in de buurt” • Nota “Integraal gehandicaptenbeleid in Arnhem” • Woonvisie en “partnership gemeentecorporaties inzake bouwen voor bijzondere groepen. Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Verhogen van maatschappelijke participatie door verhoogde zelfredzaamheid en het bieden van ondersteuning voor ouderen en gehandicapten die hierin worden belemmerd.
ONDERWERP
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Er zijn nog onvoldoende knelpunten op het terrein van fysieke toegankelijkheid van gebouwen en openbare ruimte opgelost, bestuurlijk en ambtelijk is aandacht gevraagd voor een beter resultaat. Wel zijn begin 2010 een aantal knelpunten in de openbare ruimte in relatie tot mensen met een visuele handicap opgelost. • Er is een werkconferentie over samenwerking en multifunctioneel gebruik van accommodaties welzijn en zorg oor gemeente en enkele instellingen gehouden waarbij goede vervolgafspraken zijn gemaakt • Via mantelzorgbeleid en ouderenzorg zijn extra activiteiten voor allochtonen uitgevoerd. Instellingen is bij verleningsbeschikking gevraagd om participatie allochtonen te registreren. • Er is een aanzet gedaan voor het formuleren van nieuw beleid op terrein van mantelzorg en (zorg) vrijwilligers welke in 2010 voor bestuurlijke besluitvorming zal worden voorgelegd. Intussen zijn 450 mantelzorgers in beeld en is de dag voor de mantelzorg in 2009 bezocht door 110 personen; Er is ter ondersteuning van mantelzorgers besloten tot een pilot voor plaatsing van drie mobiele mantelzorgwoningen. • Er zijn 2 regelingen voor (beleids)participatie van ouderen en gehandicapten in goed overleg met deze doelgroepen ontworpen en ter besluitvorming voorgelegd aan college en raad (mei 2010). Er is geregeld dat de belangenbehartiging voor licht verstandelijk gehandicapten vorm krijgt. • Er is een nota wonen van bijzondere groepen (“doelgroepennota” als onderdeel van woonagenda) opgesteld door de dienst Stadsontwikkeling en besproken met vertegenwoordigers uit die doelgroepen. Vanuit de masterplannen wonen, welzijn en zorg is samen met de gemeente een werkconferentie gehouden met als titel “zorg ontmoet welzijn”; deze is gericht op samenwerking en verbeterde dienstverlening aan wijkbewoners o.a. via een betere benutting van multifunctionele centra.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Inleiding • Het ouderenbeleid richt zich op het zolang mogelijk regie op eigen leven hebben en zelfstandig kunnen blijven wonen van ouderen die beperkingen hebben of gaan krijgen en op actieve deelname aan de samenleving. Naast het beroep op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van ouderen zullen, als dat nodig is, begeleiding, ondersteunende diensten en zorg geboden worden • Het gehandicaptenbeleid richt zich op groepen mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap en op chronisch zieke mensen om hen in staat te stellen volwaardig te participeren op alle terreinen van de Arnhemse samenleving zoals werk, inkomen, welzijn,onderwijs, wonen en woonomgeving, mobiliteit en gezondheidszorg. n.b. Er zijn gezamenlijke belangen en dus is samenhangend beleid nodig voor ouderen en gehandicapten inzake aangepast wonen, vergroten van zelfredzaamheid en een samenhangend en toegankelijk aanbod op maat van zorg en diensten. Door versobering van de AWBZ is ondersteuning van vrijwilligers in de zorg van de mantelzorgers noodzakelijk en gewenst.
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Vergroten van toegankelijkheid van voorzieningen voor wonen, welzijn en zorg voor mensen met een functiebeperking.
2011 • Oplossen of afhandelen van 50% van de in de daarvoor ontwikkelde matrix opgenomen knelpunten in de fysieke sfeer.
• Versterken van samenwerking en afstemming tussen aanbieders om gewenste diensten en producten op het terrein van wonen, welzijn en zorg te leveren.
• Betere spreiding van zorgvoorzieningen voor ouderen en gehandicapten.
• Hogere participatie van allochtone ouderen aan voorzieningen voor wonen, welzijn en zorg naar evenredigheid van de bevolkingssamenstelling.
• Aantoonbaar beter gebruik van voorzieningen door allochtone ouderen.
• Ondersteunen en waarderen van mantelzorgers.
• 150 verschillende van de bij Stichting Welzijn Ouderen Arnhem (SWOA) en bij St. Meldpunt Vrijwillige Thuishulp (MVT) bekend zijnde mantelzorgers maken gebruik van activiteiten voor en met mantelzorgers. • Er worden meer vormen van respijtzorg ontwikkeld door SWOA en MVT.
2011 • Inventarisatie van knelpunten door ambtelijke en politieke schouw met een behandeling (ongeveer 8x per jaar) in de overlegraad toegankelijkheid openbare ruimte (OTO) waarin gemeentelijke diensten en APCG in zijn vertegenwoordigd. De APCG brengt vervolgens advies uit. • Concentratie van voorzieningen rond Velperweg vermindert door nieuwbouw voor deel cliënten Vreedenhoff in Presikhaaf –Oost • Samenwerking tussen 2 ICTinitiatieven “Arnhem-Wijk TV” op terrein van zorg en wijkwelzijn • Activiteiten in het kader van “Hart v.d. Wijk”, “Zorg ontmoet welzijn” en “Vernieuwd welzijn” gericht op samenwerking rond zorg en diensten en een beter gebruik van accommodaties. • SWOA registreert: - deelname van allochtone ouderen aan dagbestedingsactiviteiten - info en hulp aan allochtone ouderen • SWOA bezoekt eenzame allochtone ouderen om hun problemen in beeld te krijgen • Specifieke activiteiten ontwikkelen voor allochtone ouderen • Registratie bij MVT • Uitbreiding van aantal MVTmantelzorgsalons met 1 • Organisatie mantelzorgdag door MVT • Onderzocht zal worden of een mantelzorgkaart kan worden ingevoerd inclusief de facilitering daarvan.
*
• Verbeterde samenwerking van initiatieven voor digitale informatie systemen op wijkniveau. • Betere samenwerking welzijns- en zorginstellingen op wijkniveau.
• Aantoonbaar hogere betrokkenheid door deelname aan werkgroepen en door aantal en kwaliteit van verstrekte adviezen aan de gemeente.
• Volgen van de werking van de in 2010 vastgestelde beleidsparticipatieregelingen voor ouderen en gehandicapten. • Evalueren van het LVG-project bij MEE inzake de participatie van licht verstandelijk gehandicapten.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
• Verdere verbetering van de participatie aan gemeentelijk beleid door mensen met een functiebeperking en door ouderen.
PAGINA
123
Deelprogramma 08.5 Ouderen en gehandicapten Programma 08 Samenleven in Arnhem
Relatie met stadsprogramma’s • 3. Participatie en werk (beperkt) • 4. Zorgzame stad
2012 t/m 2014 • 800 oplopend tot 1400 mantelzorgers zijn geregistreerd. Deelname aan activiteiten loopt op tot 350 verschillende personen. • Er is een overzicht van beschikbaar respijtzorgaanbod van diverse organisatie bedoeld voor mantelzorgers te informeren over het aanbod dat verlichting biedt aan belaste mantelzorgers. • Structurele aandacht voor het beperken van eenzaamheid onder (allochtone) ouderen.
Relatie met paragrafen • Subsidies
2012 t/m 2014 • Door informatie, werving en door registratie zijn adressen en belangstelling voor activiteiten bekend bij MVT en St. Arnhemse Mantelzorgers. • Als vervolg op de beleidsnota vrijwilligers en mantelzorg wordt MVT gevraagd om in overleg met aanbieders een overzicht te maken van respijtzorg – activiteiten. • Als vervolg op de uitvoering van een project eenzaamheids bestrijding (innovatiefonds Wmo) wordt structurele aandacht in goed overleg tussen gemeente en SWOA vormgegeven via subsidieafspraken.
Participanten Corporaties, V&V-sector, Zorgverzekeraar Menzis, STMG, SWOA, Rijnstad, MEE Gelderse Poort, APCG, Seniorenraad ArnhemSiza-dorp Groep, Philadelphiazorg en ad hoc diverse andere organisaties
ONDERWERP
• Meer aandacht voor bestrijding eenzaamheid/sociaal isolement.
Commissie Maatschappelijke ondersteuning Portefeuillehouder Dhr. Henk Kok
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
• Ondersteunen en waarderen van mantelzorgers.
PAGINA
124
Deelprogramma 08.5 Ouderen en gehandicapten Programma 08 Samenleven in Arnhem
Commissie
Ouderen en gehandicapten Programma 08
Maatschappelijke Ondersteuning Portefeuillehouder
Samenleven in Arnhem
Dhr. Henk Kok
PAGINA
125
Deelprogramma 08.5
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
2.381
2.768
2.705
2.704
2.704
2.704
Baten
Totaal
4
1
1
1
1
1
-2.377
-2.767
-2.704
-2.703
-2.703
-2.703
0 22
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
22
0
0
0
0
0
-2.355
-2.767
-2.704
-2.703
-2.703
-2.703
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01 Actualisatie begroting 2010 (verzamelbesluit-1 2010) Totaal mutaties lasten
Bedrag
46 -109 -63
Baten Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves Toelichting op de investeringen In de periode 2011-2014 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
0 63
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
PAGINA
126
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
127
11 programma
Mobiliteit
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Programma 11 Mobiliteit
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) Aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden in Arnhem 2002
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2 89
4 87
5 78
8 60
4 51
3 67
2 52
Rapportcijfers bezoekers binnenstad over bereikbaarheid 2002
2004
2005
2006
2007
2008
2009
per fiets
7,7
7,4
nvt
7,9
nvt
8,2
nvt
per OV
7,2
7,3
nvt
7,6
nvt
7,8
nvt
per auto
5,5
4,9
nvt
5,6
nvt
5,9
nvt
Vervoerwijze van bezoekers uit Arnhem aan binnenstad in % te voet (brom-)fiets
2002 28,0 23,0
2004 32,0 22,0
2005 nvt nvt
2006 31,0 25,0
2007 nvt nvt
2008 24,0 33,0
2009 nvt nvt
auto/motor
21,0
21,0
nvt
21,0
nvt
20,0
nvt
Bus
24,0
21,0
nvt
23,0
nvt
20,0
nvt
Trein
1,0
1,0
nvt
0,0
nvt
nvt
Vervoerwijze van bezoekers buiten Arnhem aan binnenstad in % 2002
2004
2005
2006
2007
2008
2009
te voet
2,0
2,0
nvt
1,0
nvt
1,0
nvt
(brom-)fiets
8,0
8,0
nvt
5,0
nvt
8,0
nvt
auto/motor
46,0
55,0
nvt
54,0
nvt
50,0
nvt
Bus
19,0
18,0
nvt
11,0
nvt
17,0
nvt
Trein
23,0
20,0
nvt
29,0
nvt
23,0
nvt
Percentage automobilisten dat direct een parkeerplaats vindt in garage of op straat Totaal
2002
2004
2005
2006
2007
2008
2009
68%
77%
nvt
72%
nvt
70%
nvt
ONDERWERP
Inleiding Het deelprogramma mobiliteit staat voor het veilig stellen en zo mogelijk verbeteren van de bereikbaarheid van de stad, het leef- en woonmilieu en de verkeersveiligheid. Arnhem werkt aan het formuleren van nieuw beleid voor de komende jaren (Verkeersagenda). De hoofdthema’s zullen daarin liggen op de verkeersveiligheid van met name de langzaam-verkeersdeelnemers, het verbeteren van de voetgangers- , fiets- en openbaarvervoervoorzieningen, het verbeteren van de parkeersituatie in rond het centrum liggende wijken en de bereikbaarheid van m.n. de economische kerngebieden (o.a. doorstroming radialen en dynamisch verkeersmanagement). Dit deelprogramma levert een veelal voorwaardenscheppende bijdrage aan de doelstellingen binnen de stadsprogramma’s “Aantrekkelijke centrumstad” en “Verbeteren woon- en leefomgeving”. Hiertoe worden plannen ontwikkeld voor voet- en fietspaden, openbaar vervoer, veiligheid en weginfrastructuur.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Doden ziekenh.gew.
PAGINA
128
Deelprogramma 11.1 Mobiliteit en bereikbaarheid
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Programma 11 Mobiliteit
2006 63 37 100
2007 63 37 100
2008 62 38 100
2009 61 39 100
Aantal verkochte tickets transferium Gelredome 2002
2004
2005
2006
2007
2008
2009
37.674
22.934
20.831
22.494
26.020
25.000
PM
1.493
541
764
2.104
1.283
1250
PM
39.167
23.475
21.595
24.598
27.303
26.250
30.108
Aantal gestalde fietsen in gratis bewaakte stallingen 2002
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Kronenburg
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t
n.v.t.
27.481
26.111
62.478
J.v.Doornplein
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
240.507
248.257
239.607
Presikhaaf
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
20.076
24.390
26.020
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t. 288.064
73.427 372.185
100.653 428.758
Gele Rijdersplein Totaal
Beleidskaders • Nota Mobiliteit, Ministerie Verkeer & Waterstaat en VROM, 2004 • Regionaal Plan, Stadsregio Arnhem – Nijmegen 2005 – 2020, 2006 • Regionale Nota Mobiliteit, Bundelen en Verknopen, 2007 • Masterplan Openbaar Vervoer 2008 -2020, Stadsregio Arnhem – Nijmegen, 2008 • Stedelijk verkeers- en vervoersplan Arnhem 2010, gemeente Arnhem, 2000 • Kadernota duurzaam veilig, gemeente Arnhem, 2001 • Raamplan Fiets Arnhem, gemeente Arnhem, 1993 • Parkeernota Arnhem 2003 – 2010, gemeente Arnhem Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Alle toegestane vormen van mobiliteit kunnen op een veilige en verantwoorde wijze plaatsvinden • Waarborgen van de bereikbaarheid van de vitale delen van de stad • Meer ruimte voor de minder vervuilende vervoerwijzen, zodanig dat de noodzakelijke andere vervoerwijzen geen overmatige hinder ondervinden.
ONDERWERP
Aantal verkochte parkeertickets in binnenstad, in procenten 2002 2004 2005 Straat 70 75 72 Garages 30 25 28 Totaal 100 100 100
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Aantal verkochte parkeertickets in binnenstad, in aantallen 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Straat 1.847.640 1.914.101 1.717.369 1.561.251 1.589.108 1.525.000 1.415.000 Garages 779.581 635.724 677.690 903.446 934.710 937.000 907.000 Totaal 2.627.221 2.549.825 2.395.059 2.464.697 2.523.818 2.462.000 2.322.000
Verkochte dagkaarten Gebruik abonnementen Totaal
PAGINA
129
Deelprogramma 11.1 Mobiliteit en bereikbaarheid
PAGINA
130
Deelprogramma 11.1 Mobiliteit en bereikbaarheid
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Programma 11 Mobiliteit
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
• Herziene beleidsvisie verkeer en mobiliteit.
• Opstellen van een “Verkeersagenda 2010 - 2020”
• Verbeteren verkeersveiligheid
• Minder verkeersdoden en ziekenhuisgewonden
• Doen van onderzoek naar de verkeersveiligheid van schoolroutes • Inrichten diverse 30 km/uur zones in wijken onder andere via samenloop met BGB • Inrichten diverse wegvakken 60 km/uur buiten de bebouwde kom
• Bevorderen van het fietsgebruik
• Een groter aandeel fietsverkeer in de vervoerswijze keuze door het aantrekkelijk maken van het fietsen
• Aanleg fietsparkeervoorzieningen: projecten in Rijnboog projecten in Arnhem Centraal onderzoek uitbreiding fietsverhuurlocaties • Snelfietsroute ArnhemNijmegen • Fietspad Elderveld-Schuytgraaf
• Bevorderen van de doorstroming en de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer.
• Een groter aandeel openbaar vervoer in de vervoerswijze keuze van Arnhem door het aantrekkelijker maken van het openbaar vervoer.
• Vormgeven HOV-netwerk Arnhem – Nijmegen (Rijn-Waal en IJsselsprinter) • Voorbereiden aanbesteding concessie openbaar vervoer 2013-2020 (Stadsregio) • Haalbaarheidsonderzoek stations Arnhems Buiten en Pley in samenwerking met de Stadsregio • Doortrekking van trolleylijn 1 naar Huissen als onderdeel van de regionale HOV verbinding. • Verkenning verbeteren busverbinding Kronenburg-Elst als onderdeel van de regionale HOV-verbinding. • Evalueren van gebruik en gevolgen busstrook John Frostbrug. • Verkennend onderzoek naar bereikbaarheid attracties Arnhem-Noord in combinatie met realiseren van het NHM ((hoogwaardig) OV tussen station en Burger Zoo / Openluchtmuseum / Kröller Müller).
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Programma 11 Mobiliteit
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
• Verbeteren van de bereikbaarheid van met name de economische kerngebieden (waaronder de binnenstad) per auto, fiets en openbaar vervoer. • Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad: blikvan-de-straat.
• Betere doorstroming in en om het centrum en op de radialen en belangrijke verbindingen (o.a. afgemeten aan het rapportcijfer voor de bereikbaarheid van de binnenstad).
• In 2011 e.v. realiseren van doorstromingsprojecten op de ring: • Centrumring-rondproject. • Verbeteren afstemming verkeersregelinstallaties • In 2011 en 2012 realiseren van doorstromingsprojecten op de radialen en belangrijke verbindingen: • Apeldoornseweg • Steenstraat (herinrichting) • Boulevard Heuvelink en Johan de Wittlaan • Planonderdelen Presikhaaf • Amsterdamseweg • Velperweg • Voorbereiden pilot dynamisch verkeersmanagement (met toevoeging milieucomponent, o.a. lucht)
• Een grotere kwaliteit van het product “parkeren” zowel in de binnenstad als in de aanliggende wijken.
• Planvorming voor uitbreiding van een gebouwde parkeervoorziening voor bezoekers in Rijnboog. • Verdere planvorming en verkenning van een bewonersgarage onder de singels en in de aanliggende wijken. • Besluitvorming over en uitvoering van het parkeren in de wijken • Onderzoek naar mogelijkheden van invoering van een betaalsysteem voor parkeren per kortere tijdsduur dan een uur (10-minutentarief)
• Een groter aandeel garageparkeerders dan straatparkeerders in de binnenstad. (Blik-van-de-straat)
Relatie met stadsprogramma’s • Aantrekkelijke centrumstad • Verbeteren woon- & leefomgeving
Relatie met paragrafen • Investeringen • Onderhoud kapitaalgoederen
Participanten • Burgers en andere belanghebbenden • Vertegenwoordigers van maatschappelijke groeperingen en van burgergroepen • Stadsregio, Provincie Gelderland en Ministerie van V&W
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
PAGINA
131
Deelprogramma 11.1 Mobiliteit en bereikbaarheid
Commissie
Mobiliteit en bereikbaarheid Programma 11
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke
PAGINA
132
Deelprogramma 11.1
Ordening en Milieu Portefeuillehouder
Mobiliteit
Dhr. Martijn Leisink bedragen x € 1.000,--
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
12.671
17.605
14.230
14.589
15.233
15.388
Baten
Totaal
10.412
14.626
11.809
11.807
11.804
11.802
-2.259
-2.979
-2.421
-2.782
-3.429
-3.586
5.511 6.360
3.535 3.268
3.356 2.710
3.330 0
3.293 0
3.263 0
849
-267
-646
-3.330
-3.293
-3.263
-1.410
-3.246
-3.067
-6.112
-6.722
-6.849
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Reconstructie Boulevard Heuvelink - Johan de Wittlaan (incidenteel jaarschijf 2010) - Exploitatiekosten parkeren - Kapitaallasten Totaal mutaties lasten
67 -3.000 -183 -259 -3.375
Baten Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Reconstructie Boulevard Heuvelink - Johan de Wittlaan (incidenteel jaarschijf 2010) - Bijdrage KAN - Inkomsten straatparkeren en garages overeenkomstig de parkeernota 2003-2010 Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-71 -3.000 -2 256 -2.817 558
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Middelen
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Martijn Leisink
Bedrag
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
300
2.621 -3.535 435 -179
Totaal mutaties toevoegingen Onttrekkingen Dekkingsvoorstellen - Bereikbaarheidsfonds: Eenmalige onttrekking 2011 - Bereikbaarheidsfonds: Onttrekking 2011 t.b.v. onderhoud aan hoofdwegen
1.800 910
Overige - Bereikbaarheidsfonds: Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Raadsbrief bereikbaarheidsfonds (verzamelbesluit 1-2010) - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Bereikbaarheidsfonds: Mutaties in de exploitatie bij het parkeerbedrijf leiden een onttrekking uit het bereikbaarheidsfonds
-849 -2.500 81
Totaal mutaties onttrekkingen
-558
Totaal mutaties reserves
-379
Rekening 2009
Economisch nut - Vervoermiddelen - Parkeren: videoapparatuur - Vervanging apparatuur afsluiting voetgangersgebied - Vervanging parkeerautomaten en aparatuur - Parkeerapparatuur in parkeergarages Totaal Maatschappelijk nut - Verkeersinfrastructuur - J. de Wittlaan / Boulevard Heuvelink (largas) - Centrumring-rond - Heractivering Trolley - Trolleyficering Schuytgraaf - Verkeerskrediet - Verkeersregelinstalllaties - Verkeersregelinstalllaties: Verv. provincie en rijk - Parkeren: bezoekerskaart - Parkeren: handterminals - Parkeerautomaten - Parkeermaatregelen - Ontvlechting Trolley - Bijdrage OV-terminal Arnhem Centraal - Verkeersmaatregelen op openbare parkeerplaatsen - Wegreconstructie Apeldoornseweg/Weg achter 't bos - Fietsenstalling Kronenburg - Verkeersprojecten/maatregelen: duurzaam veilig - Verkeersprojecten/maatregelen: verbetering fietsverk - Verkeersprojecten/maatregelen: verbetering o.v. - Afsluiten voetgangersgebied Totaal Totaal investeringen
0 0 36 40 199 275
0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 51 227 190 557 337 136 0
Begroting 2010
Begroting 2011
0 0 0 0 0
46 30 0 0 0 76
1.041 0 0 1.000 2.100 443 3.488 312 56 80 567 76 3.495 0 0 0 0 0 0 0 21
Begroting 2012
-
1.062 0 0 0 0 164 773 0 0 0 202 78 0 4.500 0 0 0 0 0 0 0
Begroting 2013
15 0 0 0 0 15
2.897 3.000 3.100 0 0 164 773 0 0 0 202 78 0 0 0 0 0 0 0 0
Begroting 2014
0 0 0 0 0 -
1.062 0 0 0 0 164 773 0 0 0 202 78 0 0 0 0 0 0 0 0
8 0 0 0 0 8
1.062 0 0 0 0 164 773 0 0 0 202 78 0 0 0 0 0 0 0 0 61
1.513
12.679
6.779
10.214
2.279
2.340
1.788
12.755
6.779
10.229
2.279
2.348
ONDERWERP
Overige - Bereikbaarheidsfonds: Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Bereikbaarheidsfonds: Mutaties in de exploitatie bij het parkeerbedrijf leiden tot een hogere storting in bereikbaarheidsfonds
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen Dekkingsvoorstellen - Bereikbaarheidsfonds: Storting i.v.m. terugdraaien oude taakstelling ter zake
Investeringen
PAGINA
133
Deelprogramma 11.1 Mobiliteit en bereikbaarheid Programma 11 Mobiliteit
PAGINA
134
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
135
12 programma
Wonen in Arnhem
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Programma 12 Wonen in Arnhem
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Totaal aantal woningen Aantal woningen per 1. jan. 2005 2006 2007 2008 2009 Arnhem totaal 64.397 64.974 65.311 66.538 66.834 Huurwoningen 39.463 39.273 38.816 38.919 38.449 % huurwoningen 61,30% 60,40% 59,40% 58,50% 57,50% Toelichting op de tabel: Het aantal huurwoningen is in 2008 licht gestegen, omdat nieuwe huurwoningen zijn gebouwd en slechts weinig huurwoningen zijn gesloopt. Het percentage huurwoningen is gezakt omdat het aantal koopwoningen sneller steeg. De tabel laat zien dat we op de goede weg zijn m.b.t. het bereiken van meer evenwicht op de woningmarkt, o.a. door een betere verhouding tussen huur en koop. Per 31-12-2009 is de verhouding 57,5/42,5 geworden. • Woningbouwproductie Ontwikkeling woningproductie 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2000-2009 Nieuwbouw (bruto) 399 330 69 84 756 728 654 770 1145 1333 Overige toevoegingen 94 162 49 32 24 10 106 109 110 170 Toevoegingen (bruto) 493 492 118 116 780 738 760 879 1255 1503 Toelichting op de tabel: na de dip in 2002 is de woningbouwproductie sterk toegenomen met als hoogtepunt de producties van 2008 en 2009. Vanaf 2010 zal het aantal gerealiseerde woningen voorlopig veel lager liggen i.v.m. de kredietcrisis. Dit is nu al te voorspellen aangezien er weinig bouwvergunningen worden aangevraagd. In het eerste kwartaal van 2010 zien we een lichte stijging van het aantal bouwaanvragen ten opzichte van het eerste kwartaal van 2009. Dit zijn voornamelijk bouwaanvragen van corporatieprojecten. De verstedelijkingsafspraak met het Rijk en de Stadsregio dat Arnhem 5.000 woningen zou gaan bouwen in de periode 2005 t/m 2009 is overtroffen (5.156). • Woningproductie sociaal segment (corporatie en markt) Woningproductie sociaal 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Segment Nieuwbouw (bruto) 123 5 18 41 280 216 207 292 432 772 % sociaal 31% 2% 26% 49% 37% 29% 27% 33% 34% 51% Toelichting op de tabel: De afspraak is gemaakt binnen de Stadsregio dat in de periode 2005 t/m 2009 in de steden 35% van de productie in het betaalbare segment valt. In 2009 is 51% betaalbare woningbouw gerealiseerd. Daarmee is per 1 januari 2010 het totale percentage betaalbare woningbouw in de periode 2005 t/m 2009 uitgekomen op 37%.
ONDERWERP
Inleiding De beleving van Arnhem als aantrekkelijke stad wordt, vanuit het beleidsterrein wonen, beïnvloed door de kwaliteit van zowel het bestaande woningaanbod als de nieuwbouwplannen en de woon- en leefomgeving. Het effect van fysieke maatregelen kan worden versterkt door sociale maatregelen die het wonen aantrekkelijker maken. Dit programma is gericht op het versterken van de positie van Arnhem als aantrekkelijke woonstad, onderscheidend in de regio. De gemeente heeft de afgelopen jaren de regie gevoerd op het nakomen van een drietal afspraken, namelijk de verstedelijkingsafspraken (2005 t/m 2009) met het rijk en de Stadsregio, de concessieafspraken over het % betaalbare woningbouw (2005 t/m 2009) en de uitvoering van het Partnership met de Arnhemse corporaties (2005 t/m/ 2009). De stadsregio heeft in het kader van de verstedelijkingsafspraken aangegeven in de loop van 2010 ook voor de periode 2010 – 2020 afspraken te willen maken. Het nieuwe partnership met de corporaties is op het moment van dit schrijven nog in wording zodat de afspraken met het nieuwe college en de nieuwe raad kunnen worden gemaakt.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Beleidskaders • Arnhem 2015 / Actualisatie • Woonvisie • Nota tussenstand Woonvisie (2008)
PAGINA
136
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt
Programma 12 Wonen in Arnhem
PAGINA
137
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Versterken positie van Arnhem op de regionale woningmarkt en verbeteren afstemming vraag en aanbod • Verminderen tweedeling: Arnhem, ongedeelde stad in een ongedeelde regio • Binden van middeninkomens aan de stad • Binden van jonge, actieve bevolkingsgroepen aan de stad • Verbeteren van de sociale en economische structuur • Verbeteren woon- en leefomgeving • Voldoende betaalbare kwalitatief goede woningen, goed verspreid over de stad, ook voor de doorstroming uit de goedkope sector • Kwaliteit van architectuur bij nieuwbouw • Historische panden en monumenten koesteren
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Programma 12 Wonen in Arnhem
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Vergroten woningvoorraad
2011 t/m 2014 • Prognose netto woningaantallen
2011 t/m 2014 • Oplevering van woningen de komende jaren o.a. in Malburgen, Presikhaaf, Schuytgraaf en Rijnboog. • Uitvoering geven aan maatregelen ter bestrijding van gevolgen van de crisis in de woningmarkt en de overprogrammering aan woningen: uitvoeren van het pakket aan maatregelen ter stimulering van de woningbouw faseren van woningbouwprojecten met een lagere prioriteit inzetten op het invullen van de bestaande kwalitatieve vraag van de woonconsument bij de woningbouwproductie
2011 450
2012 550
2013 2014 650 700
Bovenstaande prognose is een neerwaartse bijstelling in verband met de huidige crisis in de woningmarkt. Het is lastig de vertaling te maken in harde cijfers
• Een nieuwe woonvisie met een uitwerking op de thema’s uit het collegeprogramma: meer betaalbare woningen, goed verspreid over de stad, ook voor de doorstroming uit de goedkope sector meer woningen voor jonge actieve gezinnen betere studentenwoningen meer atelier- en bedrijfswoningen om starters te binden aan de stad vaker duurzame renovatie in plaats van sloop balans in huur / koop en grondgebonden / gestapeld kleinschalige nieuwbouw op inbreidingslocaties in de bestaande stad • Verdere nieuwe afspraken en visies op het gebied van wonen en stadsontwikkeling
• De Woonvisie loopt af in 2015. Dit betekent dat in deze collegeperiode gewerkt gaat worden aan een nieuwe woonvisie. Hiervoor wordt een interactief proces opgezet. • Besluitvorming over instrumenten woonagenda, woningbouwkompas en gebiedsgerichte uitwerking woonvisie • Besluitvorming over woonvisie • Besluitvorming over instrumenten en uitwerkingskaders voor het voeren van regie op de realisatie van beleidsdoelen door middel van woningbouw
• De Stadsregio heeft een Koersnota opgesteld op basis waarvan ze nieuwe verstedelijkingsafspraken wil maken met het Rijk over aantallen en soort te bouwen woningen. Deze afspraken zijn nog niet bekend op het moment van dit schrijven. • Maken van nieuw partnership met corporaties voor de periode tot 2014 • Opstellen structuurvisie fase 2 • Opstellen gebiedsvisie Stadsblokken – Meinerswijk
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
jaar netto
PAGINA
138
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt
Programma 12 Wonen in Arnhem
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
• Meer variatie en differentiatie in de woningvoorraad.
• Groter eigen woningbezit
• Uitvoeren stimuleringsmaatregelen voor starters (starterleningen en het bouwen van specifieke woningen voor starters) • Uitvoeren koperssubsidie
• Groter aanbod woningen voor bijzondere doelgroepen (kwalitatief en kwantitatief)
• Nulmeting opstellen van kwantitatieve aantallen woningen voor bijzondere doelgroepen • Opstellen beleidsnota doelgroepen woningbouw • Labeling van het huurwoningaanbod voor bijzondere doelgroepen, organiseren van een goede registratie van de aangepaste woningen • Opstellen actieprogramma studentenhuisvesting
• Groter aandeel van Collectief particulier opdrachtgeverschap, particulier opdrachtgeverschap en woonconsumentgericht bouwen in de geplande woningbouwprojecten.
• Inzet capaciteit op stimulering en realisatie CPO, benoemen locaties waar (collectief) Particulier opdrachtgeverschap mogelijk is.
• Verbeteringen in de bestaande woningvoorraad (duurzaam renoveren)
• Begeleiden verenigingen van eigenaren in actiegebieden Malburgen en Presikhaaf bij woningverbetering
Relatie met paragrafen • Investeringen • Grondbeleid
Participanten • Bewoners • Rijk/Provincie • Stadsregio en regiogemeenten • Woningcorporaties • Ontwikkelaars, Makelaardij • Particuliere verhuur
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 1. Aantrekkelijke centrumstad • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving • 3. Participatie en werk • 4. Zorgzame stad
PAGINA
139
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt
Commissie
Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt Programma 12
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Wonen in Arnhem
PAGINA
140
Deelprogramma 12.1
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
115.138
85.989
64.055
68.025
41.969
34.737
Baten
Totaal
75.335
82.127
55.133
63.857
38.066
30.723
-39.803
-3.862
-8.922
-4.168
-3.903
-4.014
3.690 17.217
490 1.527
752 1.908
719 1.159
101 1.059
0 1.059
13.527
1.037
1.156
440
958
1.059
-26.276
-2.825
-7.766
-3.728
-2.945
-2.955
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Knelpunten - Gebiedsvisie Stadsblokken Meinerswijk - Extra plankosten Presikhaaf - Fase 2 structuurvisie (lichte vorm)
Bedrag
300 100 550
Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Particuliere woningverbetering Presikhaaf - Herziening grondexploitatie en overige projecten (exclusief de nominale ontwikkelingen) - Crisis woningmarkt, stimuleringsmaatregel erfpacht (incidenteel jaarschijf 2010) - Crisis woningmarkt, stimuleringsmaatregel herprogrammering - Crisis woningmarkt, stimuleringsmaatregel koopgarant - Crisis woningmarkt, overige maatregelen - Taakmutaties bommenregeling - Uitgaven stadsvernieuwing + herstructurering (incidenteel jaarschijf 2010) - Kapitaallasten
322 -1.245 -22.718 -100 1.800 300 -959 794 -1.010 -68
Totaal mutaties lasten
-21.934
Baten Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Particuliere woningverbetering Presikhaaf (dekking vanuit ISV-middelen)(incidenteel jaarschijf 2010) - Herziening grondexploitatie en overige projecten - Stadsvernieuwing: ontrekking reserve wordt omgezet in te ontvangen baten - Specifieke uitkering ISV stadsv.+ herstructurering (incidenteel jaarschijf 2010) - WWI-subsidie (incidenteel jaarschijf 2010) - Extra versnellingsgelden (incidenteel jaarschijf 2010) Totaal mutaties baten
534 -1.770 -22.429 21 -1.150 -900 -1.300 -26.994
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-5.060
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt Programma 12
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Wonen in Arnhem
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Totaal mutaties toevoegingen
262
Onttrekkingen - Wonen boven winkels: Sluitende jaarschijf 2010: onttrekking uit Reserve Wonen boven Winkels (incidenteel jaarschijf 2010) - Startersleningen: Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Stadsvernieuwing: Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Stadsvernieuwing: ontrekking reserve wordt omgezet in te ontvangen baten - Startersleningen: T.b.v. dekking gebiedsvisie Stadsblokken-Meinerswijk - Startersleningen: T.b.v. dekking fase 2 structuurvisie (lichte vorm)
-300 -145 -3 -21 300 550
Totaal mutaties onttrekkingen
381
Totaal mutaties reserves
119
Grondexploitatie-projecten In dit deelprogramma worden de geldstromen verantwoord die samenhangen met de vastgestelde grondexploitaties. Omdat deze bedragen betrekking hebben op projecten, worden de gemaakte kosten en opbrengsten verantwoord als "onderhanden werk" tot het moment dat het project gereed is. Het jaarresultaat wordt verrekend met de reserve grondexploitatie. In onderstaand overzicht worden de betreffende geldstromen apart weergegeven, waardoor een beter inzicht ontstaat. bedragen x € 1.000,-
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
39.523 469 200 4.090 1.805 0 46.087
41.290 469 200 4.090 2.152 1.018 49.219
23.267 469 200 4.090 2.310 1.073 31.409
13.066 469 200 4.090 1.871 11.565 31.261
37.526 752 6.473 44.751
48.245 719 0 48.964
30.741 101 0 30.842
30.592 0 0 30.592
1.336 83 1.419
255 50 305
567 -567 0
669 -669 0
Baten Grondverkopen en overige inkomsten Vrijvallen projectresultaten Verrekening met boekwaarde
Exploitatieresultaat Mutatie reserves Saldo
ONDERWERP
262
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen - Grondexploitatie: Herziening grondexploitatie en overige projecten
Lasten Goederen en diensten Tekorten op strategisch bezit Voorstudies Toegerekende capaciteitskosten Rente over de boekwaarde Verrekening met boekwaarde
PAGINA
141
Deelprogramma 12.1
Commissie
Goede afstemming vraag en aanbod woningmarkt Programma 12
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink
Wonen in Arnhem
PAGINA
142
Deelprogramma 12.1
Overige projecten
Lasten Goederen, diensten en capaciteitskosten Rente over de boekwaarde Verrekening met boekwaarde Baten Grondverkopen en overige inkomsten Rente Verrekening met boekwaarde
Exploitatieresultaat Mutatie reserves Saldo
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
10.528 0 0 10.528
11.887 0 2.951 14.838
7.065 4 0 7.069
46 0 0 46
7.188 1.060 1.980 10.228
13.264 1.474 0 14.738
0 0 7.069 7.069
0 2 44 46
300 -300 0
100 -100 0
0 0 0
0 0 0
Grondexploitatie en overige projecten Alle projecten zijn financieel voor de periode 2010-2014 in dit deelprogramma opgenomen. In het investeringsplan is een overzicht opgenomen waarin is vermeld hoe alle lopende projecten worden gefinancierd. De grote bouwprojecten in de stad worden betaald uit de opbrengsten van grondverkopen alsmede uit gemeentelijke middelen en bijdragen van derden. In bijgaande tabel wordt inzicht gegeven in de wijze waarop de thans lopende projecten zijn gefinancierd. Het overzicht bevat uitsluitend bedragen waarvan met een grote mate van zekerheid vaststaat dat ze zijn/worden toegewezen aan projecten.
Financiering projecten
Voorziening grondexpl.
Wonen
5.823
Overige middelen gemeente
KAN/ Provincie
58.539
Rekening 2009
Investeringen
Rijk
24.443
Begroting 2010
Europa
Overig
39.670
Begroting 2011
0
Begroting 2012
TOTAAL
3.145
Begroting 2013
131.619
Begroting 2014
Economisch nut Totaal
-
Maatschappelijk nut - Omsingeling doorbroken: Burg. Matsersingel
-
0 Totaal
Totaal investeringen
-
-
0
768
-
0
-
0
0
-
768
-
-
-
-
-
768
-
-
-
-
ONDERWERP
bedragen x € 1.000,-
Begroting 2011
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
In dit deelprogramma worden de geldstromen verantwoord die samenhangen met de vastgestelde projecten. Omdat deze bedragen betrekking hebben op projecten, worden de gemaakte kosten en opbrengsten verantwoord als "onderhanden werk" tot het moment dat het project gereed is. In onderstaand overzicht worden de betreffende geldstromen apart weergegeven, waardoor een beter inzicht ontstaat.
PAGINA
143
13 programma
Kwaliteit openbare ruimte
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Kwaliteit openbare ruimte: in 2009 is voor het eerst de kwaliteit van de openbare ruimte van alle wijken in beeld gebracht met een schouw. De schouwresultaten worden nu gebruikt om de onderhoudswerkzaamheden te optimaliseren. De resultaten zijn nog niet één op één te vertalen naar een score die aangeeft of de wijken op basisniveau zijn. • Inhaalslag groot onderhoud hoofdwegen en fietspaden: in 2011 worden de werkzaamheden in de derde jaarschijf van de inhaalslag uitgevoerd. De inhaalslag loopt van 2009 t/m 2012. • Voortgang BGB: eind 2009 was 31,5% van de taakstelling BGB gerealiseerd (831 hectare openbare ruimte op basisniveau). Eind 2011 moeten alle derde en vierde ronde wijken zijn afgerond. Dat betekent dat dan 60,3% (1603 hectare openbare ruimte op basisniveau) van de taakstelling is gerealiseerd.
voortgang Buiten Gewoon Beter vijfde ronde in uitvoering vierde ronde in uitvoering derde ronde in uitvoering tweede ronde in uitvoering eerste ronde in uitvoering ha BGB afgerond
2500
ha
2000
planning
1500 1000 500 2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
0
Noot bij de tabel: niet alle jaren zijn ingevuld omdat het een meerjarenplanning betreft met een einddoel in 2019. Beleidskaders • Beleidsplan BGB ‘Buiten Gewoon Basis’ en BGD ‘Buiten Gewoon Doorgaan’ (2002) • Nota ‘Typisch Arnhem – beeldkwaliteit openbare ruimte’ (2007) • Nota ‘Wegenonderhoud’ (2008) Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Een functionele, veiliger, leefbaarder en aantrekkelijkere openbare ruimte voor alle gebruikers. • Minder verloedering van buurten
ONDERWERP
Inleiding De gemeente onderhoudt de openbare ruimte, met als doel deze schoon heel en veilig te houden. Voor alle onderwerpen in die openbare ruimte, denk bijvoorbeeld aan bestrating, groen, verlichting, onkruid en zwerfvuil, zijn kwaliteitsnormen opgesteld. In 2000 is geconcludeerd dat we deze normen met het regulier onderhoud niet halen. De onderhoudsachterstanden waren te groot. Daarom loopt naast het reguliere onderhoudsprogramma ook de inhaalslag BGB: Buiten Gewoon Beter. Met een wijkgewijze aanpak zorgt het BGB-programma er voor dat alle Arnhemse wijken vanaf 2019 op het vereiste onderhoudsniveau zijn. De onderwerpen riolering, afvalinzameling en het grote groen in de stad zijn terug te vinden in andere deelprogramma’s.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
3000
PAGINA
144
Deelprogramma 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Arnhem schoon, heel en veilig.
2011 • Voortgang BGB: eind 2011 is 60,3% van de taakstelling BGB afgerond. • De kwaliteit van 60,3% van de openbare ruimte in de Arnhemse BGB wijken is en blijft op basisniveau. • De kwaliteit van de openbare ruimte in het centrum en op pluslocaties is op plusniveau. • De kwaliteit van de openbare ruimte in wijken waar BGB nog niet is afgerond is op basis-min niveau • Maximaal 4% van de hoofdwegen bevindt zich onder kwaliteitsniveau B. • Maximaal 4% van de fietspaden bevindt zich onder kwaliteitsniveau A. • Een hogere beeldkwaliteit van de openbare ruimte (onder andere te realiseren door de stadsbouwmeester openbare ruimte).
2011 • Uitvoering reguliere onderhoudsprogramma’s. • 3e en 4e ronde BGB: afronding BGB projecten in de volgende buurten: Burgemeesterswijk, Gulden Bodem, Hoogkamp, Alteveer/Cranevelt, Statenkwartier, Arnhems Broek, De Laar Oost, Monnikenhuizen, Arnhemse Allee, Paasberg. e • 5 ronde BGB: start uitvoering projecten in de buurten Rijkerswoerd West, Holthuizen, Spijkerbuurt, Hommelstraat, Sint Marten, Graaf Ottoplein e.o., Sonsbeek Noord en Plattenburg. • Uitvoering 3e jaarschijf inhaalslag groot onderhoud hoofdwegen en fietspaden. • Uitvoeren maatregelen beeldkwaliteit, waaronder reizende tuinen. • Onderhoud Park Lingezegen
2012 t/m 2014 • Voortgang BGB: eind 2013 is 73% van de taakstelling BGB afgerond. • De kwaliteit van 73% van de Arnhemse openbare ruimte is en blijft op basisniveau. • De kwaliteit van de openbare ruimte in het centrum en op pluslocaties is op plusniveau • De kwaliteit van de openbare ruimte in wijken waar BGB nog niet is afgerond is op basis-min niveau • Na 2012 is het onderhoudsniveau van de hoofdwegen minimaal niveau B. • Na 2012 is het onderhoudsniveau van de fietspaden minimaal niveau A.
2012 t/m 2014 • Uitvoering reguliere onderhoudsprogramma’s • 5e ronde BGB: uitvoering BGBprojecten • 2012 uitvoering 4e jaarschijf en daarmee afronding inhaalslag groot onderhoud hoofdwegen en fietspaden. • Uitvoeren maatregelen beeldkwaliteit, waaronder reizende tuinen. • Onderhoud Park Lingezegen
Relatie met paragrafen • Onderhoud kapitaalgoederen
Participanten • Wijkbewoners, -platforms en -verenigingen • Woningbouwcorporaties • Aannemers onderhoud
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • 1. Aantrekkelijke centrumstad • 2. Verbeteren woon- en leefomgeving
PAGINA
145
Deelprogramma 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
Commissie
Arnhem schoon, heel en veilig Programma 13
Volkshuisvesting, Verkeer,
PAGINA
146
Deelprogramma 13.1
Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder
Kwaliteit openbare ruimte
Mevr. Margreet van Gastel bedragen x € 1.000,--
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
37.687
34.667
33.201
38.977
36.163
34.405
Baten
Totaal
2.942
2.599
3.188
3.188
3.188
3.188
-34.745
-32.068
-30.013
-35.789
-32.975
-31.217
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
2.598
0
0
0
0
0
Onttrekkingen aan reserves
8.459
2.423
3.188
2.423
2.423
2.423
5.861
2.423
3.188
2.423
2.423
2.423
-28.884
-29.645
-26.825
-33.366
-30.552
-28.794
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Planmatig onderhoud - Onderhoud speelvoorzieningen - Onderhoud groen
500 600
Knelpunten - Op basisniveau houden onderhoud Malburgen - Aframing op concernniveau gereserveerde stelpost t.b.v. onderhoud (basisniveau) Malburgen - Structureel onderhoud Lingezegen
199 -332 250
Dekkingsvoorstellen - Calamiteitenonderhoud uitvoeren in 2011
-650
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen
58
- Areaalaccres - Kapitaallasten - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010)
69 521 -2.215
- Correctie/bijstelling bereikbaarheidsfonds begroting 2010 - Groot onderhoud fietspaden; eenmalig extra bedrag in 2010 - Onderhoud hoofdwegen (dekking vanuit BR Bereikbaarheidsfonds)
-1.000 -500 910
- Actualisatie leges telecomwet paragraaf 9 (zie ook baten) Totaal mutaties lasten
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
124 -1.466
Bedrag
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Actualisatie leges telecomwet paragraaf 9 (zie ook lasten)
0 458 131
Totaal mutaties baten
589
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
2.055
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Middelen
Commissie
Arnhem schoon, heel en veilig Programma 13
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Kwaliteit openbare ruimte
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Onttrekkingen Dekkingsvoorstellen - BR Buiten gewoon beter - incidentele onttrekking
765
Totaal mutaties onttrekkingen
765
Totaal mutaties reserves
765
Rekening 2009
Economisch nut - Basis Adressen Gegevenssysteem - Beheersystemen wegen, groen etc - Systemen voor Geoinformatie
Begroting 2010
100 0 0 Totaal
Maatschappelijk nut - Herinrichting Malburgen - Diversen mn. Schelmseweg - Verbetering (landbouw)wegen - Verbetering kunstwerken - Onderhoudswerk kade - Kadeconstructie langs de Rijn - Voegen natuursteen binnenstad - Herinrichting Presikhaaf - Doorlaatwerk Eldensedijk - Speelvoorzieningen - Verbetering openbare verlichting - Aanpassing infrastructuur i.v.m. ontvlechting NUON - Vervanging kabels - Overname trolleyinfrastructuur van Conneexxion - Vervanging plakbus Totaal Totaal investeringen
100
0 0 435 102 0 0 0 0 0 0 306 770 20 987 87 2.707 2.807
0 70 140
Begroting 2011
Begroting 2012
0
0
0
0
80 20
0 0
100
190
2.000 340 1.000 1.000 80 4.200 180 3.090 150 0 1.200 0 0 0 0
0 0 0 500 0 4.200 0 2.000 0 200 480 0 0 0 0
13.450
Begroting 2014
0 190
210
13.240
Begroting 2013
7.380 7.570
100
0 0 0 500 0 0 0 0 0 0 480 0 0 0 0 980 1.080
-
0 0 500 500 0 0 90 0 0 0 480 0 0 0 0 1.570 1.570
100
0 0 0 500 0 0 0 0 0 0 480 0 0 0 0 980 1.080
ONDERWERP
0
Totaal mutaties toevoegingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen -
Investeringen
PAGINA
147
Deelprogramma 13.1
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
Afval – Goede afvalinzameling draagt bij aan een schonere stad en een gezonde leefomgeving. Goede afvalscheiding helpt bij het verbeteren van het milieu en is kostenbesparend. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) Riolering • Aantal kilometers te inspecteren riolering (500 km in periode 2009 t/m 2013): in 2009 is 96 km geïnspecteerd. • 50% minder vervuiling vanuit de riolering op het oppervlaktewater ten opzichte van 1992 (= basisinspanning): eind 2009 is bijna 33% gerealiseerd. De basisinspanning zou uiterlijk in 2012 gerealiseerd moeten zijn (afspraken met de waterbeheerders). • 68 hectare verhard oppervlak af te koppelen van de riolering (sinds 2003): eind 2009 is 60,6 hectare afgekoppeld. 80 70 60 50 km herstelde 40 riolering 30 20 10 0
opgave gepland
3
2
20 1
20 1
1 20 1
0 20 1
9
gerealiseerd
Noot bij de tabel: niet alle jaren zijn ingevuld omdat het een meerjarenplanning betreft met een einddoel in 2013. Afval Onderwerp Inzameling GFT kg/inwoner Inzameling papier kg/inwoner Inzameling glas kg/inwoner Inzameling textiel kg/inwoner Inzameling KCA kg/inwoner Inzameling plastic verpakkingsafval
Totaal huishoudelijk afval kg/inwoner (gescheiden afval en restafval) Waarvan gerecycled Waarvan verbrand
Resultaten 2007 61 45 18,5 4,8 1,0 Niet van toepassing
Resultaten 2008 61 47 19 5 1,0 Niet van toepassing
566
539
Resultaten 2009 61 45 19 5 1,0 Geen representatief cijfer want gestart in september 2009 525
255 (45%) 311 (55%)
244 (45%) 295 (55%)
235 (45%) 290 (55%)
ONDERWERP
Inleiding Riolering – Riolering maakt het verschil in een schone, droge en hygiënische samenleving. Mede dankzij riolering zijn veel ziektes verleden tijd. Goede zorg voor het riool is dus van groot belang. Het gaat er nu om het rioolstelsel op orde te houden en de werking te blijven verbeteren. Sinds 2009 is het vierde Gemeentelijke Rioleringsplan van kracht. Het vervangen of herstellen van slechte riolering vergt een grote eeuwigdurende inspanning, waarvan 70 km in GRP4 gespecificeerd is. Daarvoor is zicht op de kwaliteit van het rioolstelsel essentieel. Inlopen van de achterstand in rioolinspecties krijgt daarom voorrang. Ook gaan we onderzoek doen naar waar sprake is van overlast door water op straat en hoge grondwaterstanden. Zodra we ook daar zicht op hebben gaan we de risicovolle plekken stap voor stap aanpakken.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
20 0
PAGINA
148
Deelprogramma 13.2 Afval en riolering
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
PAGINA
149
Deelprogramma 13.2 Afval en riolering
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Riolering Minder overlast voor bewoners, bedrijven (water op straat, hoge grondwaterstanden) en het milieu (verontreiniging naar bodem en water) door een beter werkende riolering. Afval • Het bijdragen aan een schonere stad door goede afvalinzameling. • Het in stand houden van een gezonde leefomgeving. • Verlaging van de milieudruk als gevolg van de verwijdering van huishoudelijk afval door besparing van grondstoffen via afvalrecycling.
ONDERWERP
Afval • In 2010 / 2011 op te stellen nieuw Afvalplan. • Klimaatprogramma 2008-2011.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidskaders Riolering • Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 (GPR4). • Waterplan 2009-2015.
PAGINA
150
Deelprogramma 13.2 Afval en riolering
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011
2011
Riolering • Beter werkend rioolstelsel.
Riolering • Alle slechte riolen vervangen die anders zouden leiden tot verkeersonveilige situaties en/of verstoppingen. • Inlopen inspectieachterstand van de riolering. • Volledig realiseren van de basisinspanning (50% minder vervuiling) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).
Riolering • Start verleggen transportriool binnenstad • 14 km slechte riool vervangen of herstellen. • 100 km riool inspecteren in samenloop met BGB. • 2 gemalen renoveren. • Regulier onderhoud aan het rioolstelsel. • Uitvoeren diverse publiekacties (slogan: schoon water hou je helder). • Onderzoek naar voorkomen risicovolle water op straatsituaties (inclusief gevolgen klimaatverandering). • Plan van aanpak verminderen risicovolle situaties door water op straat. • Onderzoek naar voorkomen structurele grondwateroverlast. • Plan van aanpak verminderen structurele grondwateroverlast. • Aanpak bekende gevallen van grondwateroverlast in samenhang met BGB en rioleringsprojecten. • Opheffen stankoverlast bij bekende gevallen. • Afkoppelen van verhard oppervlak van het gemengd riool. • Vergroten bergingscapaciteit riool. • Aansluiten op het riool van de laatste panden en woonboten. • Opstellen plan van aanpak voldoen aan doelstellingen KRW (zie ook water – hier op maatregelen in de riolering).
Afval • Nog niet vastgesteld (Het Afvalplan 2008-2012 zal in 2010 worden herzien).
Afval • Een nieuw afvalbeleidsplan is vastgesteld. • Er is een nieuw inzamelcontract.
Afval • Opstellen nieuwe beleidsdoelen. • Voorbereiden en afsluiten van nieuw inzamelcontract voor huishoudelijk afval. • Aansturen en kwaliteitscontrole van de aannemers die de afvalinzameling en verwerking uitvoeren. • Afhandeling van klachten over afvalinzameling.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
Activiteiten
2012 t/m 2014
2011
2011 Afval • Verzorgen van voorlichting over de afvalinzameling. • Onderhoud bestaande inzamelvoorzieningen en zorg dragen voor nieuwe afval inzamelvoorzieningen bij nieuwbouw en herinrichting. • Start implementatie toegangscontrole op ondergrondse containers.
2012 t/m 2014
2012 t/m 2014
Riolering • Idem.
Riolering • Afronden verleggen transportriool binnenstad (2012) • 19 km slechte riool vervangen of herstellen (2012 en 2013). • Idem.
Afval • Er is een nieuw contract voor de verwerking van GFT.
Afval • Implementeren van het nieuwe inzamelcontract. • Voorbereiden en afsluiten van nieuw verwerkingscontract voor GFT afval. • Vervolg van invoering van toegangspasjes voor de ondergrondse verzamelcontainers
Relatie met paragrafen Riolering en Afval • Onderhoud kapitaalgoederen. • Investeringen.
Participanten Riolering en Afval • Beide waterschappen en Rijkswaterstaat. • Burgers, wijkvertegenwoordigers, bedrijven en woningbouwcorporaties. • Inzamelaar huishoudelijk afval. • Kringloop- en recyclingbedrijven en afvalverwerkers.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s Riolering en Afval • Aantrekkelijke centrumstad. • Verbeteren woon- en leefomgeving.
PAGINA
151
Deelprogramma 13.2 Afval en riolering
Commissie
Afval en riolering Programma 13
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Kwaliteit openbare ruimte
PAGINA
152
Deelprogramma 13.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
24.343
27.635
26.717
27.500
28.205
28.944
Baten
Totaal
3.331
2.856
3.001
2.888
2.780
2.673
-21.012
-24.779
-23.716
-24.612
-25.425
-26.271
690 5.801
0 2.236
0 4.295
0 2.219
0 2.204
0 691
5.111
2.236
4.295
2.219
2.204
691
-15.901
-22.543
-19.421
-22.393
-23.221
-25.580
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Dekkingsvoorstellen - Aanbestedingsvoordeel afvalverwerking
-1.100
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Kapitaallasten - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Diversen
54 939 -1.065 254
Totaal mutaties lasten
-918
Baten Bestaand beleid - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Lagere rentevergoeding reserve GRP - Diversen
221 -89 13
Totaal mutaties baten
145
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
1.063
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Afval en riolering Programma 13
Volkshuisvesting, Verkeer,
PAGINA
153
Deelprogramma 13.2
Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder
Kwaliteit openbare ruimte
Mevr. Margreet van Gastel
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
0
Onttrekkingen Dekkingsvoorstellen - BR Huishoudelijk afval: vrijval
500
Overige - BR Ondergronds afval transport: hogere begrote onttrekking - BR GRP dekking kapitaallasten: lagere begrote onttrekking
20 -19
- BR Huishoudelijk afval: vrijval
1.558
Totaal mutaties onttrekkingen
2.059
Totaal mutaties reserves
2.059
Rekening 2009
Investeringen
Economisch nut - Ondergrondse containers glas-, papier en restafval - Toegangscontrole ondergrondse containers
Begroting 2010
312 0
300 800
0 0 0
800 300 60
0 371 0
50 260 100
Totaal
10.945 11.628
14.130 16.800
Totaal
11.628
- Chippen 3e minicontainer* - ABS Zuid aanpassing - Perscontainers plastic afval - Vervanging SULO en OTCO - Ondergrondse afvaltransportvoorziening - Gemaal het Broek - GRP jaarschijven
Begroting 2011
Begroting 2012
300 270 1.000
Begroting 2013
Begroting 2014
300 0 0 0 0
300 0 0 0 0
300 0 0 0 0
50 30 0
50 0 0
50 0 0
14.160
12.540 12.920
12.540 12.890
12.540 12.890
-
-
-
-
-
16.800
14.160
12.920
12.890
12.890
0 0 50 0 0 12.540
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
* onder voorbehoud van instemming door de raad bij eventuele heroverweging van het afvalplan 2008-2011
ONDERWERP
Totaal mutaties toevoegingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen -
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
PAGINA
154
Deelprogramma 13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink, Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Michiel van Wessem
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) • Hogere investeringen in cultuurhistorie, beeldkwaliteit en leefomgeving, Beleidskaders • Panorama Arnhem, erfgoednota 2008-2012, Arnhem. • Vereenvoudiging vergunningen, 2009. • Welstandsnota, Arnhem, 2005. • Nota Duurzaam Bouwen, 1998. Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Hogere waardering voor de betekenis van cultuurhistorische context, beeldkwaliteit en kwaliteit van de leefomgeving.
ONDERWERP
Inleiding De kwaliteit van het bouwen, de ruimtelijke, de cultuurlandschappelijke en cultuurhistorische waarden zijn belangrijke ingrediënten voor de belevingswaarde en beeldkwaliteit van de stad. Het zichtbare en onzichtbare erfgoed, de kwaliteit van de architectuur en die van de bestaande woningvoorraad staan onder druk van economische dynamiek. Cultuurhistorische waarden worden behouden door bescherming én ontwikkeling met respect voor bestaande kwaliteiten. Er worden richtlijnen opgesteld voor bevordering van de kwaliteit van architectuur en stedenbouw. De kwaliteit van de woningvoorraad (veiligheid, gezondheid en duurzaamheid) wordt op peil gehouden door herstel, verbetering en instandhouding.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Programma 13 Kwaliteit openbare ruimte
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink, Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Michiel van Wessem
Activiteiten
2011 t/m 2014 Erfgoed • Cultuurhistorische waarden behouden.
2011 Erfgoed • Cultuurhistorische waarden als uitgangspunt in ontwerpopgaven. • Betere begeleiding van monumenteneigenaren, opdrachtgevers en ontwerpers. • Een erfgoedverordening en vergunningprocedure met beperkter regelgeving.
2011 Erfgoed • Cultuurhistorische kennis overdragen. • Herbestemmen van cultuurhistorisch erfgoed. • Laten vaststellen van cultuurhistorische en archeologische waardenkaarten.
Architectuur • Bevorderen eigentijds bouwen in Arnhem.
Architectuur • Hogere kwaliteit architectonische vormgeving en inrichting openbare ruimte gerealiseerd.
Architectuur • Welstandstoets uitvoeren met betrekking tot bouw- en monumentenvergunningen en ruimtelijke plannen. • Opstellen richtlijnen voor hogere eisen voor kwaliteit van architectuur en stedenbouw. • Aanwijzen prioriteitsgebieden voor toepassing hogere kwaliteitseisen.
Woonkwaliteit • Duurzame en sociale woon- en leefomgeving.
Woonkwaliteit • Hogere kwaliteit van de particuliere woningvoorraad in Presikhaaf en Malburgen gerealiseerd.
Woonkwaliteit • Faciliteren en stimuleren van Verenigingen van Eigenaren om te komen tot uitvoerbare verbeterprogramma’s.
2012 t/m 2014 • Idem.
2012 t/m 2014 • Idem. • Actualiseren van de erfgoednota “Panorama Arnhem”.
Relatie met paragrafen
Participanten • Rijk: diverse ministeries en rijksdiensten. • Provincie Gelderland. • Waterschappen. • Corporaties. • Wijkplatforms • Bewoners & bedrijven • Restauratiebranche. • NGO’s (lokaal, regionaal en nationaal).
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • Aantrekkelijke centrumstad. • Verbeteren leef- en woonomgeving.
PAGINA
155
Deelprogramma 13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
Commissie
Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed Programma 13
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink, Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Michiel van Wessem
Kwaliteit openbare ruimte
PAGINA
156
Deelprogramma 13.3
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
8.096
6.869
7.028
7.041
7.039
7.038
Baten
Totaal
3.674
4.818
4.947
4.947
4.947
4.947
-4.422
-2.051
-2.081
-2.094
-2.092
-2.091
15 1.587
0 0
0 100
0 0
0 0
0 0
1.572
0
100
0
0
0
-2.850
-2.051
-1.981
-2.094
-2.092
-2.091
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Kapitaallasten - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Actualisatie leges (zie ook baten)
16 -3 15 131
Totaal mutaties lasten
159
Baten Bestaand beleid - Actualisatie leges (zie ook lasten)
129
Totaal mutaties baten
129
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-30
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed Programma 13
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Dhr. Gerrie Elfrink, Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Michiel van Wessem
Kwaliteit openbare ruimte
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
0
Onttrekkingen Dekkingsvoorstellen - BR gemeentegaranties : vrijval
100
Totaal mutaties onttrekkingen
100
Totaal mutaties reserves
100
Rekening 2009
Economisch nut - Registratiesysteem monumenten - BWT4ALL (programma)
Begroting 2010
0 0 Totaal
-
Totaal
-
Begroting 2011
0 60
Begroting 2012
0 0
50 0 50
60
Begroting 2013
Begroting 2014
0 0
0 0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
-
60
50
ONDERWERP
Totaal mutaties toevoegingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen -
Investeringen
PAGINA
157
Deelprogramma 13.3
PAGINA
158
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
159
14 programma
Structuurversterking economie
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Programma 14 Structuurversterking economie
2003 95.080 -0,4
2004 94.780 -0,3
2005 93.470 -1,4
2006 93.810 +0,4
2007 96.550 +2,9
2008 99.220 +2,8
2009 100.620 +1,4
Sinds enkele jaren werkt Arnhem met een nieuwe economische agenda, die is voorzien van een actieprogramma. De komende jaren blijft de economische agenda de leidraad vormen voor de (beleids)inspanningen. In de agenda staat de noodzaak van meer focus, samenhang en integraliteit centraal. Bij het vergroten van de aantrekkelijkheid van de stad en het stimuleren van werkgelegenheid en bedrijvigheid blijft de zorg voor een goede dienstverlening aan ondernemers en het bieden van voldoende en gevarieerde ruimte om te ondernemen, onder meer via de (centrum)plannen voor kantoren en detailhandel, en de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen. Daarnaast willen we koesteren wat sterk is in de stad. Zakelijke dienstverlening, zorg en welzijn, en toerisme en vrije tijd. Accent ligt op de kansrijke clusters Energie en Milieutechnologie (EMT) en Mode en Vormgeving (M&V). In de economische agenda zijn deze thema’s verder uitgewerkt en voorzien van een actieprogramma. Partnerschap staat centraal bij het realiseren van onze economische opgaven. Partnerschap van overheid, ondernemers, onderwijs en onderzoek. Individuele actoren zijn onvoldoende in staat complexe problemen en situaties aan te pakken. In de stad wordt breed onderkend dat partijen gezamenlijk moeten optrekken. Zeker de gemeente moet zich voortdurend bewust zijn van haar relatief beperkte instrumentarium. Onze rol is vooral faciliterend, stimulerend en regisserend. We dragen aan de ontwikkeling bij door: • Te sturen op de ontwikkeling van ruimte; • Het bij elkaar brengen, stimuleren en faciliteren van partijen; • Het inzetten van organisatiekracht, zoals het initiëren en onderhouden van netwerken; • Het gezamenlijk op zoek gaan naar middelen; • Goede dienstverlening; • Actieve lobby en promotie. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) Waardering ondernemingsklimaat (bron : ministerie van EZ)
2002 6,7
2004 6,4
2007 6,7
2010 n.n.b.
• 236 marktkooplieden per week in 2009 • 967 betaalde schepen en 676 passagiersschepen in 2009 Beleidskaders • Economische Agenda Arnhem 2015 • Kantorenbeleid • Detailhandelsbeleid Arnhem: herijking 2008 • Nota creatieve milieus • Actieplan Wijkeconomie • Standplaatsenbeleid • Actieplan Werk • Horecanota, Evenementennota, Hotelbeleid 2008-2009 • Actieplan Toerisme en Vrije Tijd • Marketing en Acquisitiestrategie • Economisch Programmarings- en Ontwikkelingsdocument (Stadsregio Arnhem Nijmegen) en provinciale structuurvisie Bedrijventerreinen en werklocaties
ONDERWERP
Inleiding De afgelopen jaren is de economische situatie verslechterd. Ook in Arnhem is dat voelbaar. In bepaalde sectoren is er sprake van faillissementen, bedrijfsverplaatsingen en ontslagen. De brede economie die Arnhem kent en het hoge aandeel werkgelegenheid in de dienstverlening zorgen ervoor dat de impact op de werkgelegenheid (vooralsnog) beperkt is. Bovendien profiteert Arnhem door haar gunstige ligging nog van de opschaling in de (regionale) kantorenmarkt. Toch zal de economische recessie ook in de komende jaren de economie sterk beïnvloeden en haar sporen achterlaten. De Arnhemse economie heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Werkgelegenheid per 1 april Aantal arbeidsplaatsen Groei in % Bron: PWE, bewerking OSJA
PAGINA
160
Deelprogramma 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat
Programma 14 Structuurversterking economie
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Meer banen (voor zowel hoger als lager opgeleiden) • Meer banen en bedrijvigheid in de wijken • Meer banen in kansrijke sectoren • Minder werkloosheid • Een bij de arbeidsmarkt passend onderwijsaanbod • Meer én betere starters • Versterking imago • Meer (toeristische) bezoekers en bestedingen • Innovatief en vraaggericht aanbod voor welzijn en zorg
PAGINA
161
Deelprogramma 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Programma 14 Structuurversterking economie
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014 • Uitvoeren Actieplan Economische Agenda 2011 – 2012.
• In de belevingsmonitor van de regiegroep regelgeving neemt het oordeel over de dienstverlening aan ondernemers toe naar een 7.
• Meer en betere afstemming van het onderwijsaanbod in Arnhem op de arbeidsvraag.
Activiteiten 2011 t/m 2014 • De Economische Agenda Arnhem gaat uit van actieplannen met een looptijd van 2 jaar. In 2010 wordt het Actieplan voor 2011-2012 opgesteld. Bij het opstellen wordt bekeken hoe de punten uit het coalitieakkoord kunnen worden uitgewerkt en opgepakt. Het gaat dan onder meer om: Zichtbaarheid van Papendal, door mede financiering in bouw multihal Instellen Stedelijke Economische Raad Verbeteren van bestaande bedrijventerreinen Meer samenwerking vanuit economisch perspectief met Nordrhein-Westfalen Citymarketing Arnhem als aantrekkelijke studentenstad Meer ruimtes voor ateliers en ondernemers in leegstaande kantoorpanden Minder regels Ambities op het terrein van energie en milieu die rechtstreeks samenhangen met het stimuleren van bedrijvigheid op dit domein • Beter organiseren van de dienstverlening van het (digitale) loket Ondernemen, verbeteren telefonische bereikbaarheid en voldoen aan wettelijke verplichtingen; • Begeleiden van ondernemersinitiatieven en organiseren van hospitality-programma’s; • Ondersteunen Stichting Ondernemersfonds Arnhem. • Uitvoeren van actieplan Werk (groei WGSP, Aanval op de Schooluitval, Mismatch, onderwijsarbeidsmarkt techniek incl. regionaal programma B4You, arbeidsmarktonderzoek, regionale samenwerking); • Samen met partners strategie bepalen voor verbeteren huisvesting van Arnhem International School (AIS).
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
• Handhaven van de basiskwaliteit van het ondernemersklimaat: betere dienstverlening aan ondernemers; een betere match op de arbeidsmarkt; bereikbaarheid op niveau.
PAGINA
162
Deelprogramma 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat
PAGINA
163
Deelprogramma 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Programma 14 Structuurversterking economie
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014 • Om de relatie tussen het Arnhemse onderwijs en de Arnhemse samenleving te versterken wordt een specifiek Arnhemse (digitale) stagebank ontwikkeld. Deze dient als contact- en bemiddelingsplaats, waar scholieren uit het VO, het MBO en het HBO en ondernemers, bedrijven, en (welzijns-en vrijwilligers)organisaties, op een georganiseerde plek stageplaatsen, -mogelijkheden en –wensen, inclusief de maatschappelijke stage, op elkaar kunnen afstemmen. • (dekking: sponsors, onderbrengen bij Actieplan Economische Agenda 20112012) • Monitoren en stimuleren van een betere verhouding van vraag – aanbod van werklocaties en bedrijfsvastgoed via de Vastgoedrapportage Arnhem-Nijmegen; • Beter regionaal afstemmen en meer aandacht voor duurzaam vastgoed; • Regionaal monitoren en afstemmen aanbod, segmentering en herstructurering van bedrijventerreinen; • Uitvoeren van het programma wijkeconomie.
• Behoud voldoende ruimte om te ondernemen: regie en sturing op kwantiteit en kwaliteit.
• Meer startende ondernemers in de wijken: in de krachtwijken 5% meer starters ten opzichte van 4 jaar geleden.
• Faciliteren van starters (Ik Start Smart, GO, Café Consult, de Ondernemende Wijk, Startwijzer, accountmanagement), met extra accent op: inzet van microkredieten; huisvesting van starters in Startwijzerverband; project bevordering allochtoon ondernemerschap.
• De marketing van stad en regio is verbeterd.
• Bijdragen aan de campagnes Made in Arnhem en Cool Region; • Faciliteren van Arnhem Ambassadeurs; • Presenteren van Arnhem op vastgoedbeurs Provada.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Programma 14 Structuurversterking economie
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Versterken van al sterke economische sectoren: de zakelijke dienstverlening, het toerisme en vrije tijd, zorg en welzijn.
2011 t/m 2014 • Betere bereikbaarheid economische kernlocaties (zie ook deelprogramma mobiliteit en bereikbaarheid).
2011 t/m 2014 • Periodiek aanleveren gegevens over economische kernlocaties voor actueel houden verkeersmodel 2019 en de Verkeersagenda. • Verbeteren van het netwerk en accountmanagement voor zakelijke dienstverlening; • Stimuleren van de verdere ontwikkeling WTC; • Zoeken naar mogelijkheden voor transformatie c.q. renovatie van (leegstaande) kantoorpanden. • Uitvoeren actieplan Toerisme en Vrije tijd en Uitvoeren evenementenprogramma; • Ondersteunen Stichting Binnenstadsmanagement Arnhem (SBA); • Begeleiden uitbreidingen hotelaanbod. • Organiseren van markten, met de bijbehorende promotie en informatievoorziening.
• Behoud van de positie als 6e kantorenstad van Nederland; • Kleinere discrepantie tussen vraag en aanbod van kantoren.
• Meer bezoekers en bestedingen in toerisme en leisure: 4% groei van het aantal bezoeken en van het aantal overnachtingen in de periode 2009-2012 en 15% meer bestedingen. • Tenminste eenzelfde aantal marktkooplieden op de markt. • Tenminste eenzelfde aantal schepen dat de haven aandoet. • Verbreding, verdieping en vernieuwing in zorg- en welzijnsbedrijven.
Energie- en Milieu Technologie (EMT) • Ondersteuning van bedrijfsinnovaties (ca. 7); • Ondersteuning bestaande en vestiging van nieuwe EMTbedrijven in Arnhem, bijv. op Kleefse Waard / Koningspleij en Arnhems Buiten;
• Aanzet geven voor het versmallen van een deel van de kade waardoor meer schepen kunnen aanmeren. • Participeren in Health Valley; • Uitwerken strategie zorgeconomie; • Verbeteren van accountmanagement en netwerkvorming van zorg- en welzijnsinstellingen en bedrijven. Energie- en Milieu Technologie (EMT) • Verstrekken subsidie aan stichting KIEMT voor EMTprojecten; • Bijdragen aan ontwikkeling en promotie EMT-werklocaties (Kleefse Waard / Koningspleij en Arnhems Buiten);
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
• De in Arnhem kansrijke economische clusters Energie- en Milieutechnologie (EMT) en Mode en Vormgeving (M&V) groeien bovenmatig.
PAGINA
164
Deelprogramma 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat
Programma 14 Structuurversterking economie
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
Vervolg Energie- en Milieu Technologie (EMT) • Positieve publiciteit en aandacht voor de specifieke sterktes van de Arnhemse EMT-regio (ca.10 persberichten en/of ontvangsten en/of promotie-acties); • Bijdrage aan ca. 3 innovatieve “Made in Arnhem” voorbeeld- of pilotprojecten, bij voorkeur op toonaangevende plekken in de stad (haalbaarheidstudies, demonstratieproject (o.a. waterstoftankstation en waterstofelektrische voertuigen)); • Behoud en groei van goede relatie met gevestigde EMT-bedrijven.
Vervolg Energie- en Milieu Technologie (EMT) • Bemiddelen bij ca. 10 contacten voor (betere) condities voor groei bestaande of vestiging van nieuwe EMT-bedrijven; • Aanleveren tekst- en beeldmateriaal voor promotie; • Voorbereiden en deelnemen aan innovatieve netwerken (ca. 15-20 bijeenkomsten per jaar): Arnhemse EMT-tafel; Regionaal EMT-netwerk; Arnhems waterstofnetwerk; Nationale Waterstofcoalitie “DutchHY”; Nationale vereniging voor waterstof en brandstofceltechnologie • Uitvoeren accountmanagement en clustervorming EMTbedrijven, waaronder 10-13 bedrijfsbezoeken per jaar.
Mode en Vormgeving (M&V) • Nieuwe (kennis)netwerken: 1 à 2; • Ondersteuning (inhoudelijk en financieel) van nieuwe initiatieven M&V: 2 à 3;
Mode en Vormgeving (M&V) • Uitvoeren EU-project ORGANZA 2010-2012; • Uitvoeren Masterplan Mode i.s.m. provincie, ArtEZ en andere partners;
• (Inter)nationale promotionele acties M&V-ontwerpers en partners: 2 à 4; • Zichtbaarheid ontwerpers in de stad: 1 nieuwe locatie.
• Overlegpartner zijn bij modeinitiatieven (Modekwartier Klarendal (100% Mode), Arnhem Mode Biënnale, Coming Soon); • (Mede)ontwikkelen van nieuwe initiatieven op het gebied van M&V; • Ondersteunen Stichting Ontwerp Platform Arnhem (OPA); • Stimuleren ondernemerschap (ik Start Smart, go!, Arnhem Coming Soon, modeincubator); • Versterken relatie binnenstadModekwartier (ontwikkeling Velperpoort District: Hommelstraat profiel design); • Uitvoeren marketing- en acquisitiestrategie M&V; • Uitvoeren accountmanagement en clustervorming M&Vbedrijven, waaronder (mede)organisatie van 4 clusterbijeenkomsten per jaar en 6-8 bedrijfsbezoeken;
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
PAGINA
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
165
Deelprogramma 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat
Programma 14 Structuurversterking economie
PAGINA
Commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
166
Deelprogramma 14.1 Verbeteren ondernemingsklimaat
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011 t/m 2014
Relatie met stadsprogramma’s • Alle stadsprogramma’s.
Relatie met paragrafen • Er is geen specifieke relatie met één van de paragrafen.
2011 t/m 2014 • Deelnemen aan netwerkbijeenkomsten OPA, CASA, GANG, AMB. Participanten • Een breed scala aan partners in en buiten de stad; • Wisselend per onderwerp: Kennisinstituten; Onderwijsinstellingen; Kamer van Koophandel; georganiseerd bedrijfsleven; Individuele bedrijven; Uitvoeringsorganisaties; Andere overheidsorganen.
ONDERWERP
Beleidsoutput Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Commissie
Verbetering ondernemingsklimaat Programma 14
Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Structuurversterking Economie
PAGINA
167
Deelprogramma 14.1
bedragen x € 1.000,--
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
4.745
4.349
4.559
4.392
4.391
4.390
Baten
Totaal
1.554
726
694
694
694
694
-3.191
-3.623
-3.865
-3.698
-3.697
-3.696
411 200
0 0
0 161
0 0
0 0
0 0
-211
0
161
0
0
0
-3.402
-3.623
-3.704
-3.698
-3.697
-3.696
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Knelpunten - Ondernemersfonds
Bedrag
415
Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Eénmalige impuls Stichting Binnenstad Arnhem (incidenteel jaarschijf 2010) - Diversen
-6 -200 1
Totaal mutaties lasten
210
Baten Bestaand beleid - Effect Rb 25-01-2010 Bw 10-01: Actualisatie begroting (verzamelbesluit 1-2010) - Diversen
-34 2
Totaal mutaties baten
-32
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-242
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Commissie
Verbetering ondernemingsklimaat Programma 14
Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken Portefeuillehouder Dhr. Michiel van Wessem
Structuurversterking Economie
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Onttrekkingen Dekkingsvoorstellen - Vrijval Bestemmingsreserve Evenementen
161
Totaal mutaties onttrekkingen
161
Totaal mutaties reserves
161
Grondexploitatie en overige projecten Alle projecten zijn financieel voor de periode 2010-2014 onder deelprogramma 12.1 opgenomen. In het investeringsplan is een overzicht opgenomen waarin is vermeld hoe alle lopende projecten worden gefinancierd. De grote bouwprojecten in de stad worden betaald uit de opbrengsten van grondverkopen alsmede uit gemeentelijke middelen en bijdragen van derden. In bijgaande tabel wordt inzicht gegeven in de wijze waarop de thans lopende projecten zijn gefinancierd. Het overzicht bevat uitsluitend bedragen waarvan met een grote mate van zekerheid vaststaat dat ze zijn/worden toegewezen aan projecten.
Werken
Voorziening grondexpl.
54.421
Overige middelen gemeente
KAN/ Provincie
20.584
Rekening 2009
Investeringen
Economisch nut - Haven-registratiesysteem - Multihal Papendal
Rijk
16.679
0 0
0
60.787
Begroting 2011
Begroting 2010
-
Europa
Overig
2.351
Begroting 2012
0 2.500
TOTAAL
2.200
Begroting 2013
0 0
157.022
Begroting 2014
0 0
Totaal
-
-
2.500
-
-
Totaal
-
-
-
-
-
-
-
2.500
-
-
30 0 30
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
30
ONDERWERP
0
Totaal mutaties toevoegingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Toevoegingen -
Financiering projecten
PAGINA
168
Deelprogramma 14.1
PAGINA
169
15 programma
Duurzaam milieu
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 15 Duurzaam Milieu
Water Arnhem wil een gezond en veerkrachtig watersysteem realiseren gericht op een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving. Het Waterplan richt zich tevens op nieuwe ontwikkelingen als de klimaatverandering. Het beheer van het Arnhemse water is vooral een taak van de beide waterschappen en Rijkswaterstaat, de waterpartners. De gemeente voert de regie in de samenwerking met de waterpartners en richt zich op het beheer van de fonteinen, duikers en beekriolen, een klein deel van oppervlaktewater in Zuid en de ontwatering van de bodem (voor wat betreft openbaar terrein). We richten ons de komende jaren op het benutten van kansen in het mooier en beleefbaarder maken van het water en het op orde brengen van het beheer van fonteinen, duikers en beekriolen. Groen en ecologie Arnhem heeft veel waardevol groen. Dat is belangrijk voor de leefbaarheid van de stad. Omvang en kwaliteit van de groene ruimte in en om de stad mag niet verminderen, van de bossen op de Veluwe tot het snippergroen in de woonwijken. Daarbij gaat het om de waardevolle natuur, cultuurhistorie, landschapsarchitectuur en het recreatief medegebruik. Het grote groen in de stad wordt in stand gehouden, up to date gemaakt, in combinatie met stedelijke herstructurering en stadsuitleg versterkt. Het grote groen om de stad wordt door herinrichting van het landelijk gebied (Park Lingezegen) toegankelijk en kwalitatief verbeterd (Veluwe 2010 en Ruimte voor de Rivier). In 2010 is een Groene Agenda opgesteld die de bijzondere waarden van het Arnhemse groen benoemd voor bewoners en bezoekers. Die agenda omvat punten die behouden, versterkt of waaraan meer aandacht besteed wordt. Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) Water • Waterkwaliteit (wordt elke 5 jaar gemeten). 2008 0
2009 15
2010
2011
Groen en ecologie • Het groot groen in en om de stad is goed toegankelijk. • Het groenareaal is niet substantieel gewijzigd. • De kwaliteit van het groen is toegenomen, door het juiste groen op de juiste plek met het bijpassende beheer, van het grote groen tot aan het snippergroen. • Per hectare netto woongebied is 3 % ( 300 m2) gereserveerd voor spelen en ontmoeten. Beleidskaders Water • Waterplan 2009-2015. • Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013, het GRP4. Groen en ecologie • Groenplan Arnhem 2004-2007/2015. • Beleidsplan Buiten Gewoon Basis (2002). • Nota Ruimte voor de Jeugd 2010-2020 (2009). Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Water Een gezond en veerkrachtig watersysteem gericht op een aantrekkelijkere en gezondere leefomgeving. Groen en ecologie Het groen van Arnhem en haar directe omgeving draagt bij aan een gezondere, veilige, leefbaardere en klimaatvriendelijke stad, ook in de toekomst. Bewoners en bezoekers bezoeken en waarderen het groen en zijn betrokken.
ONDERWERP
Inleiding Om tot een duurzame inrichting van de stad en een goede fysieke leefomgeving te komen koppelt Arnhem het milieubeleid direct aan delen van het maatschappelijk leven: gezondheid, veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. In de ruimtelijke planvorming worden al deze milieugerelateerde onderwerpen geïntegreerd zodat ze bijdragen aan een duurzame inrichting van de stad.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Aantal meters bovengronds of zichtbaar gemaakte beek
PAGINA
170
Deelprogramma 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
Programma 15 Duurzaam Milieu
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Activiteiten
2011 t/m 2014 Water • Beter en aantrekkelijker water in de stad. • Waterbewustzijn Arnhemmers vergroten. • Bescherming tegen hoogwater. • Betere waterkwaliteit.
2011 Water • Extra waterberging in Presikhaaf (in aanleg) • Meer beken bovengronds en beleefbaar. • Twee wielen heringericht voor beleving, recreatie, ecologie en cultuurhistorie. • Voldoen aan de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) gefaseerd over de periode 2009-2027.
2011 Water • In kader van herontwikkeling Presikhaaf de aanleg realiseren van 2,5 ha extra waterberging in de Ecozone. • Realiseren van de ‘Visie op de beken’ in overleg met inwoners en (terrein)eigenaren. • Realiseren voorkeurstracé voor het weer terugbrengen van de Sint Jansbeek door het centrum. • Opknappen van twee wielen in Arnhem-Zuid: Kolk van Schouten en de Westerveldse Kolk. • Regulier beheer fonteinen, duikers, beekriolen, oppervlaktewater en drainage • Opstellen voorstel voor goed beheer van de fonteinen • Opstellen voorstel voor een goed beheer van de duikers • Projectplan rivierverruiming in Stadsblokken-Meinerswijk op basis van resultaten burgerparticipatie. • Opstellen plan van aanpak voldoen aan doelstellingen KRW.
Groen en ecologie • Behouden en versterken van bestaande groenstructuur en identiteit. • De samenhang in het groene raamwerk versterken. • Voldoende veilige speel en ontmoetingsruimte.
Groen en ecologie • Omvang areaal bos, natuur, groot groen en monumentale en markante bomen blijft op peil. • De groenstructuur in Malburgen, Presikhaaf en Schuytgraaf wordt kwalitatief versterkt. • De hondensport wordt op de Galgenberg geconcentreerd.
Groen en ecologie • Uitvoeren regulier beheer. • Realiseren streefbeelden en acties uit het groenplan, de beheervisies en spelennota o.a. via het groenfonds. • Uitvoering ontwikkelbeheer droge ecozone Schuytgraaf. • Aanleg eerste fase Betuwe Circuit Schuytgraaf. • Fase 1 natte ecozone Presikhaaf is in uitvoering. • De Parkzone Elden Zuid is ingericht. • Opstellen beheervisie Park Onderlangs en Groen Blauwe lijnen. • Beheervisies worden in meerjaren beheerplannen vertaald.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
PAGINA
171
Deelprogramma 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
Programma 15 Duurzaam Milieu
Commissie Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Activiteiten
2011 t/m 2014
2011
2011 • Bewoners zijn bij de groene stad betrokken via herstructurering wijken, BGB, projecten in krachtwijken, de Boomplantdag, de Dag van het Park, schouwgroepen en de Groene Agenda. • De registratie monumentale en markante bomen (gemeentelijk en particulier) is gecompleteerd. • Er is inzicht in de (financiële) haalbaarheid van het wensbeeld speel en ontmoetingsruimten.
2012 t/m 2014 Water Idem, met als wijzigingen: • Extra waterberging in Presikhaaf (gereed voor 2015). • In Stadsblokken en Meinerswijk is in 2015 aan de wateropgave voor Ruimte voor de Rivier voldaan.
2012 t/m 2014 Water • Idem, met als wijziging regulier beheer fonteinen en duikers volgens voorstel.
Relatie met stadsprogramma’s Groen en ecologie en Water • Arnhem aantrekkelijke Centrum stad. • Verbeteren Woon en Leefomgeving.
Groen en ecologie • Het convenant met LNV, Groen in de krachtwijken, is afgerond. • Afronding aanleg natte ecozone Schuytgraaf. • Opstellen ontbrekende beheervisies Singels, Hoogte 80, Paasbergdal en Rivierengebied. • Beheervisies worden in meerjaren beheerplannen vertaald. • Uitvoeren visies en projecten. • De inventarisatie monumentale en markante bomen actualiseren. • De landschappelijke inpassing van het project sporen in Arnhem is geëffectueerd.
Relatie met paragrafen Water • Onderhoud kapitaalgoederen • Investeringen
Participanten Water • Waterpartners • Inwoners • Bedrijven • Woningbouwcorporaties
Groen en ecologie -
Groen en ecologie • Buurgemeenten, Provincie, Waterschap en Ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Groen en ecologie • Het groene raamwerk versterken door meer groen met elkaar te verbinden en de inrichting aan te passen aan de eisen van de tijd. • Het uitloopgebied van de Arnhemmer is vergroot door de groenaanleg bij de Wheme, bij park Spijkerbroek en de basis inrichting van park Lingezegen eind 2013 af te ronden. • In Stadsblokken Meinerswijk is eind 2013 aan de wateropgave Ruimte voor de Rivier voldaan.
PAGINA
172
Deelprogramma 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
Commissie
Naar een duurzame inrichting van het milieu Programma 15
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Duurzaam milieu
PAGINA
173
Deelprogramma 15.1
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
3.698
3.377
3.485
4.493
4.514
4.519
Baten
Totaal
888
683
683
683
683
683
-2.810
-2.694
-2.802
-3.810
-3.831
-3.836
155 110
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-45
0
0
0
0
0
-2.855
-2.694
-2.802
-3.810
-3.831
-3.836
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Planmatig onderhoud - Onderhoud watergangen, duikers en fonteinen - Onderhoud fonteinen Dekkingsvoorstellen - Calamiteitenonderhoud uitvoeren in 2011 Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Kapitaallasten - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) Totaal mutaties lasten
Bedrag
1.000 50
-1.000
13 -6 51 108
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen
0
Totaal mutaties baten
0
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
-108
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Naar een duurzame inrichting van het milieu Programma 15
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder
Duurzaam milieu
PAGINA
174
Deelprogramma 15.1
Mevr. Margreet van Gastel
Rekening 2009
Investeringen
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Maatschappelijk nut - Restauratie fonteinen Jansbinnensingel - Beheerssystemen water / fonteinen en gemalen - Beschoeiingen - Signalering bemaling en watergang beheer - Vm. Militair complex Galgeberg - Herinrichting Bosperceel - Voorzieningen in bossen en parken Totaal Totaal investeringen
-
-
482 0 0 0 0 0 0
0 20 80 240 320 50 0
-
-
0 0 0 0 0 0 60
0 0 0 0 0 0 100
-
-
0 0 0 0 0 0 50
0 0 0 0 0 0 100
482
710
60
100
50
100
482
710
60
100
50
100
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Economisch nut -
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 15 Duurzaam milieu
Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren) Bodem 2 32 (deel)saneringen van gevallen van ernstige bodemverontreiniging afgerond, in oppervlak 112.383 m , in 3 3 hoeveelheid grond 82.216 m , in gesaneerd grondwater 86.155 m en in bodemprestatie-eenheden 390.495. Externe veiligheid -6 Geen kwetsbare objecten binnen de 10 Persoonsgebonden Risico (PR) contour en 25 beperkt kwetsbare -6 objecten binnen de 10 PR contour. Energie/klimaat • De jaarlijkse CO2-uitstoot van Arnhem is bekend en bedraagt 1200 kiloton CO2, waarvan 290 kton van woningen, 270 kton van bedrijven en 640 kton van verkeer. • In 2009 is een begin gemaakt met de uitvoering van de projecten, die gericht zijn op CO2-reductie, o.a.: - Energiestudie, met mogelijke duurzame energiebronnen en een overzicht van het energiegebruik in Arnhem - Mogelijkheden van koude- en warmteopslag, koude- en warmtewinning uit het riool in Rijnboog - Het Klimaatservicepunt stimuleert en faciliteert woningeigenaren bij water-, energie- en afvalkwesties. - Het eerste oplaadpunt voor elektrische auto’s van Arnhem is geplaatst bij het hoofdkantoor van Alliander. Lucht Voor fijn stof gelden twee grenswaarden. Eén daarvan wordt overschreden, waardoor 37 mensen in hun woningen worden blootgesteld. In 2011 moet fijn stof voldoen aan de grenswaarden zijn. De waarde voor stikstofdioxide wordt overschreden langs 2,5 km van de gemeentelijke wegen. Aan deze hogere waarde werden 745 personen blootgesteld. De concentratie stikstofdioxide moet in 2015 onder de grenswaarde zijn. Geluid • In 2009 is voor het eerst voor alle wijken de geluidsklasse voor weg- en railverkeer op woningniveau bepaald conform de Europese regelgeving, in 2008 alleen voor een aantal pilot wijken. De jaren kunnen dus nog niet vergeleken worden. • Het aantal meldingen geluidsoverlast als gevolg van inrichtingen en evenementen bedroeg in 2009 280. Het aantal meldingen van geluidsoverlast als gevolg van bouw- en slooplawaai bedroeg in 2009 19. Het totaal aantal meldingen geluidsoverlast bedraagt 299.
Integrale Milieuvisie 2008-2011 (2008) Bodembeleidsplan (2008) Beleidsnota Externe Veiligheid'(2005-2010) Arnhems Klimaatprogramma 2008-2011 (2009) Beleidsnota Lucht (2005) Beleidsnota Geluid, versie 2 (2008)
Maatschappelijke doelen voor de komende jaren Duurzamer stad door minder fysieke gezondheids- en levensgevaren, minder geluidsoverlast en een reductie van de lokale en mondiale klimaatproblematiek.
ONDERWERP
Inleiding Arnhem koppelt het milieubeleid aan maatschappelijke vraagstukken uit de samenleving, en draagt zo bij aan een duurzame inrichting van de stad en een goede fysieke leefomgevingskwaliteit. In dit deelprogramma zijn de deelaspecten van gezondheid, leefbaarheid, veiligheid en duurzaamheid (lucht, bodem, geluid, externe veiligheid en energie/klimaat) beschreven. Doel is om bij het ordenen van de stad rekening te houden met al deze milieuthema’s. Voor alle genoemde beleidsthema’s bestaat een uitvoeringsprogramma; het uitvoeren daarvan is een hoofdopgave. Brandende kwesties in Arnhem zijn: Fossiele brandstoffen raken op en de wereldwijde klimaatverandering dwingt tot afspraken op rijks- en gemeenteniveau over CO2 reductie. Arnhem heeft als doel 20% reductie in 2020. In Arnhem bevindt zich een aantal hardnekkige knelpunten luchtkwaliteit langs de buitensingels. En er zijn nog 57 spoedlocaties bodemsanering, waarvan 32 potentiële locaties, en 25 bekende locaties. Het aantal geluidgehinderden in Arnhem als gevolg van wegverkeerslawaai groeit vanwege de autonome toename van het verkeer. Dit tast het woongenot aan. Ook willen we het huidige externe veiligheidsniveau rond wegen en bedrijven behouden.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Beleidskaders Milieu algemeen: Bodem: Externe Veiligheid: Energie/Klimaat: Lucht: Geluid:
PAGINA
175
Deelprogramma 15.2 Een goed milieubeheer
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 15 Duurzaam milieu
Activiteiten
2011 t/m 2014 Bodem • Verminderen risicovolle bodemverontreinigingen tot 0 in 2015.
Bodem 2011 • Afname van aantal spoedlocaties • Vastgesteld gebiedsgericht grondwaterbeheerplan.
Bodem 2011 • Voorbereiden en uitvoeren van bodemsaneringen. • Vergunning verlenen en handhaven (zie 15.3). • Invoeren gebiedsgerichte aanpak en lokale ambities. • Invulling geven aan gebiedsgericht grondwaterbeheer.
2012 t/m 2014 • De spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging zijn in 2015 gesaneerd of beheerst.
2012 t/m 2014 • Idem 2011
Externe Veiligheid 2011 • Geen toename van de externe veiligheidsrisico’s in woonwijken. • Geen kwetsbare en geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten (zoals -6 scholen) binnen de 10 risicocontour.
Externe veiligheid 2011 • Adviseren bij ruimtelijke ontwikkelingen • Verlenen milieuvergunningen en handhaven bij risicovolle bedrijven (zie deelprogramma 15.3).
2012 t/m 2014 • Idem.
2012 t/m 2014 • Idem.
Lucht 2011 • Het aantal personen met een blootstelling aan overschrijdingen van de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide neemt af. • Concentraties fijn stof moeten onder de grenswaarden uitkomen.
Lucht 2011 • Uitvoeren van de luchtmaatregelen schone brandstoffen (E-scooters, dynamisch verkeersmanagement en voorbereiden milieuzonering binnenstad inclusief stedelijke distributie).
2012 t/m 2014 • Afname van de totale weglengte met overschrijdingen van stikstofdioxide. • Afname van het aantal personen met een blootstelling boven de grenswaarde voor stikstofdioxide.
2012 t/m 2014 • Uitvoeren van de luchtmaatregelen schone brandstoffen (OV concessie 2013 – 2023 met biogas en waterstof, dynamisch verkeersmanagement en implementatie milieuzonering binnenstad).
Lucht • Terugdringen van de blootstelling van mensen aan fijn stof en NO2 als gevolg van het verkeer in de stad.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Externe veiligheid • Op niveau houden van de externe veiligheid in de stad.
PAGINA
176
Deelprogramma 15.2 Een goed milieubeheer
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Programma 15 Duurzaam milieu
Activiteiten
2011 t/m 2014 Geluid • Minder geluidoverlast.
2011 Geluid • Meer woningen in de gewenste geluidsklasse voor weg-, industrieen railverkeerslawaai. • Aantal A-lijst woningen gesaneerd.
2011 Geluid • Voorkomen van nieuwe knelpunten door proactieve rol in processen als verbreding A12, Sporen in Arnhem (SiA) en grote RO-projecten.
2012 t/m 2014 • Meer woningen in de gewenste geluidsklasse voor weg-, industrieen railverkeerslawaai. • Aantal A-lijst woningen gesaneerd.
2012 t/m 2014 • Voorkomen van nieuwe knelpunten.
Energie/klimaat 2011 e • 1 toekomstbeeld energietransitie. • Alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen getoetst aan klimaat- en energiedoelen.
Energie/klimaat 2011 • Planontwikkeling en – uitvoering; samenloop met 14.1 Energie- en milieutechnologie en millenniumdoelen. • Bij (her)ontwikkelingen de stad klimaatbestendig maken en inrichten voor de energietransitie.
2012 t/m 2014 • Afspraken en uitgevoerde plannen energietransitie. • Alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen getoets aan klimaat- en energiedoelen.
2012 t/m 2014 • Idem 2011.
Relatie met paragrafen • Investeringen. • Verbonden partijen.
Participanten • Bewoners, belangengroepen en onderwijs. • Woningcorporaties. • Provincie Gelderland. • Stadsregio Arnhem – Nijmegen. • Grote Gelderse gemeenten. • Bedrijven. • Energiebedrijven. • Ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening & Milieu en Verkeer en Waterstaat. • Hulpverleningsdienst Gelderland Midden. • Wegbeheerders. • VROM. • Prorail.
Relatie met stadsprogramma’s • Arnhem Aantrekkelijke Centrumstad. • Verbeteren woon- en leefomgeving. • Arnhem Millenniumgemeente.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Energie/klimaat • Energietransitie van fossiele naar duurzame bronnen. • Een beter op klimaatverandering en energietransitie afgestemde stad (zie ook 15.1).
PAGINA
177
Deelprogramma 15.2 Een goed milieubeheer
Commissie
Goed milieubeheer Programma 15
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Duurzaam milieu
PAGINA
178
Deelprogramma 15.2
bedragen x € 1.000,--
Rekening 2009
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
5.687
3.481
3.666
3.666
3.472
3.472
Baten
Totaal
3.730
1.366
0
0
0
0
-1.957
-2.115
-3.666
-3.666
-3.472
-3.472
0 150
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
150
0
0
0
0
0
-1.807
-2.115
-3.666
-3.666
-3.472
-3.472
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Lasten Knelpunten - Bodemsaneringsmiddelen
Bedrag
54
Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010)
0 131
Totaal mutaties lasten
185
Baten Knelpunten - Baten bodemsaneringsmiddelen via de algemene uitkering
-263
Bestaand beleid - Baten SLOK m.i.v. 2010 via de algemene uitkering - Stedenbeleid - uitgaven ISV-geluid : zie deelprogramma 16.4 - Stedenbeleid - uitgaven ISV-bodem: zie deelprogramma 16.4
-94 -482 -527
Totaal mutaties baten
-1.366
Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
-1.551
Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
ONDERWERP
Totaal
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Lasten
Commissie
Goed milieubeheer Programma 15
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel
Duurzaam milieu
Rekening 2009
Investeringen
Totaal
145
Maatschappelijk nut - Beheerssystemen
0 Totaal Totaal investeringen
0 0
0 0 -
-
0 0 -
0
20
Begroting 2013
Begroting 2014
0 0 -
0
0 0 -
0
0
-
20
-
-
-
-
145
20
-
-
-
-
ONDERWERP
100 45
Begroting 2012
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Economisch nut - Verbeteren asfaltpaden Moscowa - Bedrijfsauto faunabeheer
Begroting 2011
Begroting 2010
PAGINA
179
Deelprogramma 15.2
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouders Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Gerrie Elfrink
Programma Duurzaam milieu
Het gaat hierbij in hoofdzaak om regels op grond van de Wet milieubeheer (Wm), meestal in verband met bedrijven en bodem, regels op grond van de Woningwet, de bouwverordening, het Bouwbesluit en de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor de gebouwde omgeving en om regels voor de openbare ruimte uit de Algemene plaatselijke verordening (APV). Vergunningverlening en handhaving zijn geen doel op zich maar instrumenten die, naast andere instrumenten, worden ingezet om de beleidsdoelen van de programma’s 13 en 15 te verwezenlijken. Voor de ‘aanpakwijken’ wordt in toenemende mate de integratie met de handhaving in de ‘niet fysieke leefomgeving’ nagestreefd (integrale handhaving overlastaspecten). Resultaten van gevoerd beleid (outputindicatoren)
Aantal on-line aan te vragen vergunningtypes
2008 74% geen gegevens 10
Beleidskaders • Wet ruimtelijke ordening (Wro). • Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening. • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). • Wet Milieubeheer. • Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). • Besluit Bodemkwaliteit. • Monumentenwet. • Handhavingsplan Fysieke Ruimte 2010-2013 (2010). Maatschappelijke doelen voor de komende jaren • Betere regulering van de fysieke leefomgeving. • Betere dienstverlening.
2009 51% 95% 13
ONDERWERP
Inleiding Om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving (gebouwde omgeving én openbare ruimte) te waarborgen én te verbeteren stelt de gemeente regels aan de realisatie en het gebruik van die leefomgeving (vergunningverleningstaak). Ook ziet zij toe op de naleving van die regels (handhaving via bestuurlijke strafbeschikking) én de rechtstreeks werkende regels van het Rijk en handhaaft daarop zonodig (toezichts- en handhavingstaak).
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Uitgangspunten van beleid
Outputindicator Percentage hercontroles Wm Percentage afgehandelde klachten
PAGINA
180
Deelprogramma 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
Programma Duurzaam milieu
Commissie Volkshuisvesting, verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouders Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Gerrie Elfrink
Activiteiten
2011 t/m 2014 • Betere naleving van de regels. • Betere dienstverlening.
2011 • 5% minder hercontroles in de fysieke leefomgeving ten opzichte van 2009. • 98% van de klachten en meldingen binnen termijn afgehandeld. • 80% van 40 vergunningtypes van SB zijn on-line aan te vragen. • Voldoen aan Wabo.
2011 • Toetsen en verlenen van vergunningen en ontheffingen APV en Drank en Horecawet. • Toetsen meldingen en opstellen maatwerkvoorschriften Barim. • Toetsen en verlenen van omgevingsvergunningen. • Controleren omgevingsvergunningen en kamerverhuur. • Controleren bodemsaneringen en Besluit bodemkwaliteit. • Toezien en handhaven in openbare ruimte. • Zichtbaar surveilleren. • Bijdragen aan integrale handhaving overlastaspecten in aanpakwijken. • Automatiseren aanvragen. • Verbeteren/uitbreiden dienstverlening frontoffice door beter(e) website en gebruik media. • Verbetering integrale handhaving. • Afronden implementatie Wabo.
2012 t/m 2014 • 15% minder hercontroles in de fysieke leefomgeving ten opzichte van 2009. • 98% van de klachten en meldingen zijn afgehandeld. • 100% van 40 vergunningtypes van SB zijn on-line aan te vragen en procedureel te volgen.
2012 t/m 2014 • Idem met uitzondering van afronden implementatie Wabo.
Relatie met paragrafen • Verbonden partijen.
Participanten • Politie en Justitie. • Inwoners en bedrijven. • Wijkplatforms. • Brandweer. • Provincie. • Waterschappen. • Regiogemeenten Milieu Regio Arnhem (MRA). • Belastingdienst.
ONDERWERP
Beleidsoutput
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Beleidsdoelen
Relatie met stadsprogramma’s • Aantrekkelijke centrumstad. • Verbeteren woon- en leefomgeving. • Zorgzame Stad.
PAGINA
181
Deelprogramma 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
Commissie
Een goede handhaving van de milieukwaliteit Programma 15
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Gerrie Elfrink
Duurzaam milieu
PAGINA
182
Deelprogramma 15.3
bedragen x € 1.000,--
Middelen
Begroting 2011
Begroting 2010
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Totaal
3.757
3.204
3.649
3.645
3.649
3.646
Baten
Totaal
506
386
369
369
369
369
-3.251
-2.818
-3.280
-3.276
-3.280
-3.277
42 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-42
0
0
0
0
0
-3.293
-2.818
-3.280
-3.276
-3.280
-3.277
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010
Bedrag
Lasten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Extra inzet voor meer preventie en toezicht 2009/2010 - Mutatie op concernniveau gereserveerde kapitaallasten
33 576 -220 56
Totaal mutaties lasten
445
Baten Bestaand beleid - Nominale ontwikkelingen - Structureel effect Rb 25-01-2010 Bw 05-01-2010 actualisatie begroting (verzamelbesluit-1 2010) - Bijdragen 2009/2010 voor meer preventie en toezicht. - Diversen
0 216 -220 -13
Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2011 t.o.v. 2010 Toelichting mutaties reserves 2011 t.o.v. 2010 Er vinden geen toevoegingen of onttrekkingen plaats aan de reserves
-17 -462
ONDERWERP
Lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Commissie
Een goede handhaving van de milieukwaliteit Programma 15
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu Portefeuillehouder Mevr. Margreet van Gastel, Dhr. Gerrie Elfrink
Duurzaam milieu
0
Begroting 2011
Begroting 2012
0
300
Totaal
-
300
-
Totaal
-
-
-
-
300
-
Begroting 2013
0
30 30
Begroting 2014
-
-
-
-
-
-
-
Maatschappelijk nut -
Totaal investeringen
30
ONDERWERP
Economisch nut - Beheersysteem vergunningen en handhaving -
Begroting 2010
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rekening 2009
Investeringen
PAGINA
183
Deelprogramma 15.3
PAGINA
184
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
185
16 programma
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
186
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Voor zover niet elders in deze programmabegroting op de betreffende zaken wordt ingegaan, wordt in dit hoofdstuk globaal weergegeven welke zaken onder de hiervoor genoemde deelprogramma’s worden verantwoord.
16.1
Geldleningen
Ten behoeve van de eigen financiering van investeringen en de financieringsbemiddeling aan instellingen (gelieerd aan het beleid van de gemeente ) wordt tegen zo gunstig mogelijke condities geld aangetrokken: vanuit de geldmarkt voor kortlopende middelen en vanuit de kapitaalmarkt voor langdurige financieringsbehoefte. De financiering aan derden (de genoemde instellingen) wordt op basis van een collegebesluit van november 2007 overigens sterk beperkt. De gemeente is momenteel terughoudend bij het verstrekken van leningen aan derden. Voor de financiering van de eigen gemeentelijke activiteiten worden voor een belangrijk deel de op de balans aanwezige reserves en voorzieningen ingezet. De diensten betalen voor de aan hen beschikbaar gestelde gelden als rentevergoeding, de zgn. omslagrente. Dit is een gemiddelde van de rentepercentages zoals van toepassing op de leningenportefeuille opgenomen gelden t.b.v. de gemeente Arnhem. Voor de begroting 2011 is de omslagrente vastgesteld op 5,25%. Over de eigen beschikbare middelen (de bovengenoemde reserves en voorzieningen) wordt slechts beperkt rente vergoed aan de diensten. Dit heeft tot gevolg dat in het kader van met name de langlopende financiering de treasury-functie meer rentebaten ontvangt dan de rente(lasten) zoals betaald aan de betreffende diensten. Dit door de jaren heen structureel voordeel wordt afgedragen aan het concern als onderdeel van de algemene middelen. In het kader van de financieringsbemiddeling aan derden (instellingen) wordt over het algemeen voor door de gemeente te verstrekken gelden een lening op de kapitaalmarkt aangetrokken. De rente over de aangetrokken lening wordt in rekening gebracht bij de kredietnemer en dit wordt vermeerderd met een opslag voor financieringsrisico. Deze opslag wordt gestort in specifiek voor de financieringsfunctie aangehouden risicobuffers en levert dus geen bijdrage aan de gemeentelijke exploitatie van lasten en baten. Het voordelig resultaat op de activiteit geldleningen wordt vrijwel volledig verklaard vanuit de eigen financiering (verschil tussen de genoemde omslagrente en de feitelijk rente voor de financiering van de opgenomen langlopende gelden). In de paragraaf financiering wordt specifiek op de treasury-activiteiten ingegaan. Hierin worden de kaders, de volumes en de aspecten rond het risicomanagement expliciet beschreven. Na 2011 toont het volume van de financiering, en daarmee de rentekosten en –baten, een gestadige daling. Dit is het gevolg van het afbouwen van leningen aan woningcorporaties. De bestaande leningen worden afgelost en er komen geen nieuwe voor in de plaats. Corporaties sluiten geen leningen meer af bij de gemeente, maar trekken rechtstreeks financiering aan bij banken met borgstelling van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
ONDERWERP
Geldleningen Verzekeringen en beleggingen Belastingen en heffingen Algemene uitkeringen Algemene baten en lasten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
16.1 16.2 16.3 16.4 16.5
PAGINA
De meerjarenbegroting bevat naast de vijftien te realiseren inhoudelijke programma’s ook nog een programma 16 waarin de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen worden verantwoord. Onder die algemene dekkingsmiddelen vallen dan met name de Algemene uitkering uit het gemeentefonds en de belastingen en heffingen. Toch zijn het niet alleen dekkingsmiddelen die in programma’s worden opgenomen. Ook algemene lasten en (overige) baten die (nog) niet aan een van de vijftien specifieke programma’s kunnen worden toegedeeld, worden in het programma 16 opgenomen. Het programma 16: algemene dekkingsmiddelen bestaat uit de volgende deelprogramma’s:
187
16 Overzicht algemene dekkingsmiddelen
16.3
Belastingen en heffingen
In de paragraaf lokale heffingen wordt uitgebreid ingegaan op de beleidsuitgangspunten, ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen, lastendruk en de ontwikkelingen van de tarieven. Heffingen zijn te onderscheiden in heffingen waarvan de besteding wel of niet gebonden is.
16.4
Algemene uitkeringen
Algemene uitkering uit het gemeentefonds De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de (qua omvang) belangrijkste inkomstenbron van de gemeente. Mede door deze omvang is het volgen van het verloop van het gemeentefonds vanaf de eerste raming tot en met de definitieve vaststelling van essentieel belang voor de financiële positie van de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering voor de gemeente wordt bepaald aan de hand van verschillende verdeelmaatstaven. In het gemeentefonds zijn naast de algemene uitkering ook decentralisatie-uitkeringen (zoals bijvoorbeeld de Vogelaargelden voor de prachtwijken) en integratie-uitkeringen (zoals bijvoorbeeld de WMO-uitkering) opgenomen. De groei (het accres) van het gemeentefonds is overigens gekoppeld aan de beweging van de rijksuitgaven. Het principe ‘gelijk trap op, gelijk trap af’ is hierbij normaliter van toepassing. De raming van het gemeentefonds zoals opgenomen in deze MJPB is gebaseerd op de junicirculaire 2010. De algemene uitkering uit het gemeentefonds, en dan vooral de groei of krimp daarvan, bepaalt voor een groot deel welke ruimte of tekort de gemeente binnen haar begroting heeft. In hoofdstuk 2 ‘Financieel meerjarenbeeld 2011-2014’ van deze MJPB is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de algemene uitkering, inclusief de taakmutaties. Voor de jaren 2009 tot en met 2011 zijn op basis van het aanvullend beleidsakkoord van het kabinet in april 2009 nieuwe afspraken gemaakt tussen het rijk en gemeenten over de ontwikkeling van het gemeentefonds voor de komende jaren. Belangrijk daarin is dat voor de jaren 2009 tot en met 2011 de hoogte van het accres is vastgesteld (nominaal 5,88%, 0,48% en 0,48%) en dat voor deze jaren het normeringsprincipe van ‘gelijk trap op, gelijk trap af’ is losgelaten. Ook is voor deze jaren de behoedzaamheidsreserve afgeschaft; er volgt in deze jaren dus geen nacalculatie.
ONDERWERP
Beleggingen De gemeente Arnhem bezit 496.470 aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) met een balanswaarde van € 1.241.175. Er wordt voor het jaar 2011 uitgegaan van een door de BNG uit te keren dividend van € 667.500. Het uit te keren dividend wordt jaarlijks in de vergadering van aandeelhouders vastgesteld; in 2011 komt het dividend met betrekking tot het verslagjaar 2010 beschikbaar.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Verzekeringen In dit deelprogramma wordt de exploitatie rond het beheer van de verzekeringsportefeuille in beeld gebracht. Het beleid is gericht op minimalisatie van de kosten van verzekeringspremies (te betalen aan de assuradeuren) en van de eigen risico’s in het kader van schades. Met name voor het beheer van panden (denk hierbij met name aan de sport- en schoolgebouwen) wordt actief gewerkt aan preventie-maatregelen. Een en ander leidt tot een gunstige premiestelling van de brand-risico-verzekering. Voor de exploitatie van het product verzekeringen geldt in meerjarig (vastgesteld) kader dat de lasten hoger zijn dan de baten. Dit heeft met name te maken met de onzekere factor van het brandrisico, waarbij op rekeningbasis substantiële bedragen voor eigen risico kunnen komen. In de praktijk weegt dit op tegen gunstige premiestelling bij de assuradeuren. Ingaande het jaar 2011 is een nieuw 3-jarig brandverzekeringscontract van toepassing. Dit contract is middels een aanbestedingsprocedure tot stand gekomen. Ook bij de aansprakelijkheidsverzekering kunnen soms belangrijke bedragen ten laste van de exploitatie worden gebracht; ook dit heeft te maken met de premiestelling ten opzichte van de assuradeur. Het inkoopbeleid ten aanzien van de specifieke markt van de assurantie wordt steeds meer aangescherpt en dit mede in relatie tot de aandacht voor het belang van de preventiemaatregelen. In het kader van het vrijwilligerswerk is een nieuw verzekeringscontract voor de collectieve vrijwilligersverzekering afgesloten.
PAGINA
Verzekeringen en beleggingen
188
16.2
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Algemene baten en lasten
In de begroting is een aantal posten ingebouwd, bedoeld om niet-voorziene incidentele en structurele uitgaven te kunnen opvangen. Met het vaststellen van de MJPB stelt de raad budgettaire ruimte hiervoor beschikbaar. Daarnaast zijn er op dit deelprogramma ook budgetten tijdelijk “gereserveerd”. Het gaat daarbij om budgetten waarover het bestuur al principebesluiten heeft genomen wat betreft de bestemming, maar waarvan nog een nadere onderbouwing wordt verlangd van de diensten.
Financiële samenvatting programma 16 Algemene Dekkingsmiddelen bedragen x € 1.000,--
PROGRAMMA 16
Dp
Lasten
16.1 Geldleningen
Begroting
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
2012
2013
2014
42.008
36.140
33.715
33.715
33.715
1.897
1.126
1.161
1.161
1.161
1.161
16.3 Belastingen en heffingen
8.005
7.719
8.237
8.237
8.237
8.237
18
1.413
1.079
5.198
7.741
7.511
13.189
17.032
12.094
-4.680
-6.877
-13.525
Totaal
65.167
69.298
58.711
43.631
43.977
37.099
16.1 Geldleningen
52.933
48.995
44.377
43.202
43.202
43.202
2.597
1.377
1.377
1.377
1.377
1.377
67.845
68.797
73.011
73.801
74.891
75.741
183.547
189.167
192.349
180.686
176.821
172.964
15.510
14.259
6.138
6.149
6.149
6.149
322.432
322.595
317.252
305.215
302.440
299.433
257.265
253.297
258.541
261.584
258.463
262.334
16.2 Verzekeringen en beleggingen 16.3 Belastingen en heffingen 16.4 Algemene uitkeringen 16.5 Algemene baten en lasten Totaal
Exploitatieresultaat
16.1 Geldleningen
-135
2.000
0
0
0
0
16.2 Verzekeringen en beleggingen
-67
0
0
0
0
0
16.3 Belastingen en heffingen
223
0
0
0
0
0
16.4 Algemene uitkeringen
-2.806
0
1.056
15
0
0
16.5 Algemene baten en lasten
-1.756
-979
-856
-868
-868
-868
-4.541
1.021
200
-853
-868
-868
252.724
254.318
258.741
260.731
257.595
261.466
Totaal
Saldo
Begroting
42.058
16.5 Algemene baten en lasten
Mutatie reserves
Begroting
16.2 Verzekeringen en beleggingen
16.4 Algemene uitkeringen
Baten
Rekening
ONDERWERP
189
16.5
PAGINA
Uit het genoemde accrescijfer voor 2011 volgt dat de door het rijk verstrekte nominale compensatie over dit jaar minimaal is; slechts 0,48%. Voor de jaren 2012 tot en met 2014 adviseert het rijk om uit te gaan van een behoedzaam scenario met een nominaal accres van 0%. Arnhem heeft dit in het financieel meerjarenbeeld toegepast. Daarnaast wordt geanticipeerd op de verwachte vertaling van de rijksbezuinigingen naar de algemene uitkering. In het financieel meerjarenbeeld is om die reden een verlaging van de algemene uitkering van € 4,3 miljoen in 2012, van € 8,5 miljoen in 2013 en van € 12,8 miljoen in 2014 opgenomen. Verwacht wordt dat in het voorjaar 2011 meer duidelijkheid zal komen over de concrete negatieve ontwikkeling van de algemene uitkering vanaf 2012.
PAGINA
190
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
191
4 PARAGRAFEN
In het najaar van 2006 is door de Raad een motie aangenomen, waarin Stad in Balans (opnieuw) als leidraad, als richtinggevend kader voor beleidsontwikkeling en -uitvoering, werd aangeduid voor de maatschappelijke ontwikkeling van onze stad. Stad in Balans diende een herkenbare plek te krijgen in de meerjarenprogrammabegroting. In de MJPB 2008- 2011 is voor het eerst invulling geven aan deze opdracht. In een aparte paragraaf werd een kort overzicht geschetst van de belangrijkste ontwikkelingen in het beleid en de ontwikkeling van de methodiek Hart van de wijk. De meerwaarde van deze aparte paragraaf is komen te vervallen doordat de beoogde beleidsontwikkelingen van Stad in Balans grotendeels geïntegreerd zijn in de voorliggende stadsprogramma's en deelprogramma's. Tevens vervalt de meerwaarde van een aparte paragraaf doordat de methodiek Hart van de wijk begin 2010 is vastgesteld door de Raad en dat over de uitwerking hiervan apart gerapporteerd zal worden. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de paragrafen wisselt per onderwerp. Ten aanzien van een groot aantal paragrafen is er een kaderstellende beleidsnota door de raad vastgesteld. Het karakter van de paragraaf wijzigt daardoor in het actualiseren en bewaken van de voorgenomen voortgang van het betreffende onderwerp. In dit hoofdstuk zijn de volgende paragrafen opgenomen: 1.
Lokale heffingen;
2.
Weerstandsvermogen;
3.
Onderhoud kapitaalgoederen;
4.
Financiering;
5.
Bedrijfsvoering;
6.
Verbonden partijen;
7.
Grondbeleid;
8.
Investeringen;
9.
Subsidies.
ONDERWERP
In de paragrafen worden kaderstellende beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Een aantal paragrafen is in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht voorgeschreven. In de programmabegroting 2005 - 2008 is hier de paragraaf investeringen aan toegevoegd. Op verzoek van de toenmalige Commissie Financiën en Publieke Dienstverlening is in de programmabegroting 2006 - 2009 een paragraaf subsidies opgenomen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De paragrafen vormen een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Het gaat hierbij om beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake is van grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van de beleidsprogramma’s. De paragrafen geven daarmee belangrijke aanvullende informatie over de meerjarige financiële positie van de gemeente. De raad is hierdoor beter in staat haar controlerende functie uit te oefenen.
PAGINA
192
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
§ LOKALE HEFFINGEN
4.1.1
Inleiding
Uitgangspunten van beleid
Ontwikkeling van de lokale lasten De gemeente gaat zuinig om met het geld dat beschikbaar is. In het coalitieakkoord 2010 ‘Het Arnhems Lenteakkoord’’ hebben de coalitiepartijen afgesproken dat de gemeentelijke belastingen, zoals de onroerend zaak belasting en de afvalstoffenheffing, niet meer stijgen dan de gemiddelde prijsstijging in Nederland. Voor 2011 heeft het Centraal Plan Bureau (CPB) de verwachte nominale prijsstijging vastgesteld op 1,75%. Rekening houdend met nacalculatie over voorgaande jaren komt de nominale indexatie van de belastingopbrengst voor 2011 uit op 0,5%. Met dit percentage worden de belastingen in 2011 geïndexeerd. De tarieven van de belastingen voor 2011 sluiten hierop aan evenals op de aanvullende beleidsuitgangspunten zoals opgenomen in deze meerjarenprogrammabegroting. Uitgangspunten: 1.
De gebruiker betaalt Waar mogelijk ligt er een relatie tussen de mate van gebruik en de belasting die iemand betaalt. Daarom werkt de gemeente bij de afvalstoffenheffing met twee tarieven voor particulieren. Eén voor eenpersoonshuishoudens en één voor meerpersoonshuishoudens.
2.
Evenwichtige lastenverdeling tussen burgers en ondernemers De stijging van de totale gemiddelde lastendruk (totaal van OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) voor burgers komt voor 2011 uit op 3% (woningen) en voor de ondernemers (niet-woningen) op 2%.
3.
Evenwichtige lastenverdeling tussen burgers onderling (draagkracht) De instrumenten die Arnhem hier voor inzet zijn: De grondslag van de belastingen. De OZB heeft met de WOZ-waarde een grondslag met een lastenverdelende werking. Zo geldt voor eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen en huurders van bedrijfsgebouwen: ‘hoe hoger de waarde van de woning / het gebouw, hoe hoger de te betalen belasting’; Het deels onderbrengen (incorporeren) van de afvalstoffenheffing en rioolheffing in de OZB zolang de gematigde ontwikkeling van de OZB dat toelaat; Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
4.
Kaders voor afzonderlijke belastingen De tarieven van de vanaf 2007 ingevoerde rioolheffing zijn in de periode 20072011 jaarlijks gestegen, totdat de extra kosten (genoemd in GRP), bijna volledig zijn gedekt. Vanaf 2011 wordt ongeveer 90% van de kosten met de rioolheffing gedekt. De tarieven van de parkeerbelasting mogen, naast de toegestane nominale ontwikkeling, jaarlijks met 1,5% toenemen conform de nota parkeerbeleid. Sommige tarieven blijven gelijk door de wettelijke maximering van de tarieven, door de afrondingssystematiek of doordat de opbrengsten de kosten overstijgen.
ONDERWERP
4.1.2
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Deze paragraaf geeft een toelichting op alle lokale belastingen en heffingen die worden geheven. Een deel van deze heffingen en belastingen (bijvoorbeeld de onroerende zaakbelasting) zijn ter dekking van de algemene uitgaven. Andere lokale heffingen zijn ter dekking van specifieke doelen, bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing. Onder de lokale heffingen en belastingen vallen de onroerende zaakbelasting (OZB), de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de parkeerbelasting, de roerende zaakbelasting, de precariobelasting, de toeristenbelasting, de hondenbelasting en de leges. Door de vaststelling van deze paragraaf stelt de raad van de gemeente Arnhem de kaders vast voor het uitwerken van de betreffende belasting- en legesverordening 2011, die in het najaar door de raad wordt vastgesteld.
PAGINA
193
4.1
4.1.3
Actuele ontwikkelingen
Samenwerking met waterschappen Het Waterschap Rijn en IJssel heeft samen met 8 gemeentes in haar beheergebied een onderzoek uitgevoerd naar mogelijkheid van optimalisering in het verwerken van het afvalwater. Binnen dit gebied valt ook het stadsdeel Arnhem-Noord. Uit de studie blijkt dat door samenwerking efficiëntie en financieel voordeel is te behalen. Voor de gemeentes ligt het voordeel in het niet uitvoeren van werkzaamheden aan rioolvergrotingen of afkoppelen van regenwater en voor het waterschap in het efficiënter zuiveren van het rioolwater. Deze besparing leidt er toe dat de gemeente met de gereserveerde middelen meer kan realiseren. Voor het stadsdeel Arnhem-Zuid wordt op dit moment door het Waterschap Rivierenland een gelijksoortig onderzoek uitgevoerd. Gemeente en de beide waterschappen hebben begin 2010 het tweede Waterplan Arnhem 2009-2015 ondertekend. Het doel van het waterplan is goede samenwerking tussen de overheden, ook bij externe projecten, waardoor zo goed mogelijk geprofiteerd kan worden van de geboden kansen. Het resultaat is dat een efficiënt water- en rioolsysteem kan worden aangelegd waarbij vooral in het watersysteem meerdere functies een plaats kunnen krijgen.
4.1.4
Lokale lastendruk ten opzichte van andere gemeenten (2010)
De gemiddelde woonlasten woonlasten bestaan uit de OZB voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde plus de riool- en afvalstoffenheffing minus een eventuele heffingskorting. In Arnhem kwamen de woonlasten in 2010 uit op gemiddeld € 641 voor een meerpersoonshuishouden. Het landelijk gemiddelde van alle gemeenten bedroeg in 2010 voor een meerpersoonshuishouden € 659 (bron: digitale atlas Coelo). Daarmee is e Arnhem relatief goedkoop en komt op de 152 plek wat betreft de woonlasten. Ten opzichte van de 37 grote steden komt Arnhem op de 17e plaats. Positie 1 betreft de goedkoopste gemeente.
ONDERWERP
Ondernemers en zelfstandigen komen ook in aanmerking voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Het betreft dan de belasting die zij als privé-persoon moeten betalen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Klanten die in aanmerking komen voor volledige kwijtschelding krijgen die zoveel mogelijk automatisch. Automatische kwijtschelding betekent dat de klant niets hoeft aan te vragen. De klant ontvangt een belastingaanslag, waarop wordt aangegeven dat kwijtschelding is verleend. Doelgroepen voor automatische kwijtschelding zijn: Inwoners met een Wwb uitkering of een op de AOW aanvullende Wwb uitkering; inwoners die recht hebben op een Arnhem Card en ook het voorafgaande jaar recht hadden op volledige kwijtschelding.
PAGINA
Inwoners van Arnhem die wel aan de inkomensvoorwaarde voldoen, maar door het bezit van een huis niet aan de vermogensvoorwaarde voldoen, kunnen bij de Stadsbank geld lenen tegen gunstige voorwaarden voor het betalen van de gemeentelijke belastingen. De lening wordt bij verkoop van de woning afgelost uit de opbrengst van de verkoop.
194
Lokaal armoedebeleid in relatie tot de gemeentelijke heffingen Kwijtschelding wordt verleend voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting. Inwoners kunnen in aanmerking komen voor gedeeltelijke of volledige kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen. Dat hangt af van de hoogte van het inkomen. Als het inkomen van iemand – gecorrigeerd voor de extra kosten voor huurkosten en ziektekosten (hoger dan een forfaitair bedrag) en gecorrigeerd voor de lokale belastingen – lager uitvalt dan 100% van het bijstandsniveau, komt iemand voor kwijtschelding in aanmerking. De gemeente Arnhem kiest met het hanteren van een bovengrens van 100% van de bijstandsnorm voor een ruimhartige invulling van het kwijtscheldingsbeleid. Voor kwijtschelding geldt een vermogensgrens. In het eerste kwartaal van 2010 is er een wetsvoorstel ingediend bij de tweede kamer dat deze vermogensgrens gelijk moet trekken met de grens zoals die ook geldt voor een Wwbuitkering. Vanaf 1 januari 2011 gaat de wet in (eventueel met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010).
€ 641
(Deel) gemeenten Alle Grote 152 17 € 659 € 1.168 € 474
€ 643 € 711 € 515
Onroerende zaakbelasting De onroerende zaakbelasting betreft een belasting voor het in eigendom hebben of gebruiken van onroerende zaken in de gemeente Arnhem. De grondslag van de belasting is de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van een onroerende zaak (bij woningen alleen de eigenaar). Uitgangspunten voor het tarief OZB zijn: • Om te voorkomen dat gemeenten de stijging van de WOZ-waarden gebruiken om een opbrengststijging OZB te realiseren, heeft de wetgever dit tot 2008 afgedekt, door de opbrengststijging OZB te maximeren. Vanaf 2008 is deze maximering losgelaten. Gemeenten beschikken daarmee weer over de voorheen gebruikelijke beleidsvrijheid. Wel is tussen het Rijk en gemeenten een macronorm voor de stijging van de OZB overeengekomen. Voor 2011 is de macronorm vastgesteld op 3,5%. De gemeente Arnhem kiest voor een beheerste en adequate ontwikkeling. De begrote belastingopbrengst 2011 ontwikkelt zich behoorlijk lager (stijging met 0,5%) dan deze landelijke macronorm. • Om te voorkomen dat, na hertaxatie, de opbrengststijging OZB hoger uitvalt dan dat wat de gemeente beoogt, wordt de gemiddelde waardestijging gecompenseerd door een tariefsverlaging. Uiteraard kan de werkelijke waardestijging per individueel object afwijken van de gemiddelde waardestijging. Als een individueel object afwijkt van de gemiddelde waardestijging zal er sprake zijn van een afwijkende belastingdrukverlaging of –verhoging. • De jaarlijkse bijdrage in het ondernemersfonds is voor 2011 incidenteel verhoogd tot een bedrag van € 615.000 en wordt opgebracht uit een verhoging van het tarief OZB voor de nietwoningen. • De begrote belastingopbrengst is met een prijsindex van 0,5% verhoogd. • In de belastingopbrengst wordt rekening gehouden met de jaarlijkse herijking van het areaal . Elk belastingjaar is een herwaarderingsjaar. Dat betekent dat de WOZ-waarden gebaseerd worden op een nieuwe waardepeildatum, 1 januari 2010. De OZB tarieven zullen worden opgenomen in de betreffende verordening 2011.
OZB 2011 Onroerend zaakbelasting gebruiker
Tarieven eigenaar
Stijgings%-tarief totaal
WOZ-waarde totaal
gebruiker
Begroot 2011 eigenaar
Bedragen x € 1.000,--
Woningen Niet woningen Totaal
0,2204%
0,1740%
0,1740%
2,8%
13.230.884
0,2724%
0,4928%
3,0%
4.879.182 18.110.066
totaal Bedragen x € 1.000,--
10.754
23.022
23.022
13.291
24.045 47.067
Een verwachte waardedaling van de WOZ-waarde woningen en niet-woningen en de begrote opbrengst 2011 bepaalt dat het tarief sterker stijgt dan de prijsindex. Een sterke stijging van de gemiddelde belastingdruk wordt hierdoor voorkomen.
Rioolheffing De grondslag van de rioolheffing is de WOZ-waarde van een woning of niet-woning en er wordt geheven bij de gebruiker van een pand. Uitgezonderd hierop zijn gebruikers van panden die niet (in)direct zijn aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel, maar zelf verantwoordelijk zijn voor het zuiveren van afvalwater (d.m.v. een IBA). De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een onroerende zaak. Door de rioolheffing op te leggen aan gebruikers van onroerende zaken, kan gebruik worden gemaakt van de geldende
ONDERWERP
Specifieke toelichting heffingen (tarief en toelichting per heffingssoort)
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
4.1.5
Arnhem
PAGINA
Gemiddelde woonlasten Hoogste woonlasten Laagste woonlasten
195
Overzicht woonlasten meerpersoonshuishouden Nederlandse gemeenten (2010) Positie Arnhem op ranglijst
PAGINA
196
kwijtscheldingsmogelijkheden. Met ingang van 2009 wordt de rioolheffing berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. In 2006 heeft de raad ingestemd met de introductie van rioolheffing met ingang van 2007. In tegenstelling tot andere gemeenten is tevens besloten de invoer geleidelijk te laten verlopen, dat wil zeggen dat in een periode van drie jaar de heffing nagenoeg maximaal ingevoerd wordt. Door een geleidelijke introductie van de rioolheffing over een periode van drie jaren geldt dat de tarieven in de jaren 2008 tot en met 2011 sterker stijgen dan het jaarlijkse indexcijfer.
Tarieven gebruiker
WOZ-waarde totaal
Begroot 2011 Bedragen x € 1.000,--
Woningen
0,0668%
Niet woningen Totaal
0,0668%
13.230.884
8.838
4.879.182 18.110.066
3.259 12.097
Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing betreft een heffing voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. De grondslag voor de heffing is het aantal personen per huishouden (twee categorieën: eenpersoons of meerpersoonshuishouden). De heffing wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een woning. De heffing is per jaar, maar bij verhuizing naar een woning buiten Arnhem wordt ontheffing verleend voor de resterende volle maanden, waarin de inwoner niet meer woonachtig is in Arnhem. Het tarief afvalstoffenheffing 2011 wordt geïndexeerd met 0,5% ten opzichte van 2010. Afvalstoffenheffing 2011
Afvalstoffenheffing
Tarieven Tarief 2010 Tarief 2011
Stijgings%-tarief
Begroot (x 1.000) 2.010 2.011
Aantal huishoudens
2.010
2.011
Bedragen x € 1.000,--
Eenpersoonshuishoudens
€ 141,36
€ 142,08
0,5%
24.120
24.383
3.410
Meerpersoonshuishoudens
€ 190,80
€ 191,76
0,5%
39.610
39.953
7.560
7.661
10.970
11.125
Totaal
Overige heffingssoorten Uitgangspunt is dat de tarieven alleen mogen worden verhoogd als er een gedegen kostenonderbouwing aanwezig is. Is dit niet aanwezig, dan mag het betreffende tarief niet worden verhoogd. Als er wel een gedegen kostenonderbouwing aanwezig is, mag het tarief afhankelijk van de heffingssoort worden verhoogd met 0,5% (de prijscompensatie). Uitzondering hierop vormt de parkeerbelasting. Deze tarieven mogen, naast de toegestane nominale ontwikkeling, jaarlijks met 1,5% toenemen. In onderstaande tabel is per heffingssoort aangegeven wat de grondslagen zijn voor de tarieven en wat de begrote opbrengsten 2010 en 2011 zijn.
Overige heffingssoorten
Tarief
Grondslag
Begroot 2010
Begroot 2011
Bedragen x € 1.000,--
Gemeenteleges Burgerzaken Bouw- en sloopleges Leges brandveiligheid APV-leges Haven-, kade- en meetgeld Marktgelden Parkeerbelasting Parkeerontheffingen Roerende zaakbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting
diversen diversen diversen diversen diversen diversen diversen per ontheffing tarief OZB diversen per overnachting diversen
geleverd product geleverd product geleverd product geleverd product geleverd product geleverd product geleverd product geleverd product WOZ-waarde m² gebruik openbare grond overnachtingen bezit hond
2.154 4.875 niet afzonderlijk begroot
2.505 4.818 129
291 286 287 5.163 112 85 214 201 497
409 287 288 5.108 112 55 215 171 573
3.464
ONDERWERP
Rioolheffing
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Rioolheffing 2011
Marktgelden Betreft gelden die geïnd worden voor de inbeslagname van ruimte op de Arnhemse markten. De grondslag is het aantal vierkante meters per marktkraam, per kwartaal of per jaar in het geval van een abonnement. Parkeerbelasting Betreft een belasting voor het parkeren van een voertuig op een plaats waar parkeerbelasting verschuldigd is. De grondslag is de duur van het parkeren. De parkeertijd maal het tarief bepaalt de hoogte van het bedrag. De belasting wordt geheven door het kopen van een parkeerticket, parkeermunt of een parkeervergunning. De begroting voor 2011 valt ten opzichte van MJPB 2010 € 55.000 lager uit. Dit wordt veroorzaakt door een lichte daling van het aantal tickets bij gelijkblijvende tarieven. De tarieven worden jaarlijks met het inflatiecijfer + 1,5% verhoogd, maar alleen als de verhoging uitkomt boven de rekeneenheid voor de parkeermeters van € 0,10. Dit is voor 2011 niet het geval. Roerende zaakbelasting Betreft een belasting voor het in eigendom hebben of gebruiken van roerende zaken, zoals woonboten, in de gemeente Arnhem. De grondslag van de belasting is de WOZ-waarde. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van de roerende zaak. De tarieven zijn wettelijk gelijk aan de OZB-tarieven. Precariobelasting Precariobelasting wordt in rekening gebracht bij degene die bepaalde voorwerpen onder, op of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft. De grondslag is het aantal vierkante meters dat in gebruik is. Het aantal vierkante meters maal het tarief bepaalt de te innen belasting. De belasting wordt opgelegd via een aanslag. Toeristenbelasting Betreft een belasting die wordt geheven voor het verblijf in de gemeente Arnhem door nietinwoners van de gemeente Arnhem. De grondslag is het aantal overnachtingen. De belasting wordt geïnd door de exploitanten van een camping, hotel, pension of haven. Zij voldoen de belasting op aangifte. Hondenbelasting Betreft een belasting voor het houden van één of meerdere honden. De grondslag is het aantal honden dat een houder heeft. Bij het vaststellen van de hondenbelasting wordt een progressief tarief gehanteerd voor iedere tweede hond of meer. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan de houder van de hond(en).
ONDERWERP
De scheepvaartrechten (Haven- en kadegelden) Betreft gelden die geïnd worden voor het gebruik van de haven en/of kade. De grondslag is het aantal vierkante meters van de haven die in beslag genomen worden of het aantal kubieke meters laadvermogen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Met betrekking tot de leges worden de exacte tarieven opgenomen in de gemeentelijke legesverordening 2011, welke in het najaar van 2010 door de raad wordt vastgesteld.
PAGINA
Ten aanzien van de leges geldt dat het totaal van de opbrengsten niet hoger mag zijn dan de kosten die de gemeente voor het geheel van de legesplichtige diensten of producten maakt. De leges worden in rekening gebracht bij de aanvrager van de dienst of het product.
197
Gemeenteleges Burgerzaken, bouw- en sloopleges, leges brandveiligheid en APV-leges Leges zijn vergoedingen voor diensten of producten die de gemeente levert. Dat zijn bijvoorbeeld paspoorten, uittreksels uit registers, bouwvergunningen, APV-vergunningen en dergelijke. Ten opzichte van 2010 is een aantal leges in 2011 expliciet in de begroting opgenomen (zowel de baten als de lasten), dit verklaart de stijging van de begrote inkomsten op de onderdelen leges brandveiligheid en APV-leges.
PAGINA
198
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
§ WEERSTANDSVERMOGEN
4.2.1
Inleiding
De hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de inventarisatie van de risico’s (gemeentebrede en grondexploitatie) met een bepaalde “zekerheidsnorm”. In de nota de “weerstandsvermogen en risicomanagement” is vastgelegd dat ten aanzien van de risico’s een zekerheidspercentage wordt gehanteerd van 75-90%. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de reserves van de gemeente (algemene reserve, dienstbedrijfsreserves en grondexploitatie reserve) en de winstpotenties in de grondexploitatie. In deze meerjarenprogrammabegroting wordt conform de beleidsnota “weerstandsvermogen en risicomanagement” gerapporteerd over de gewenste en beschikbare weerstandscapaciteit in de begrotingsperiode 2011-2014. In deze paragraaf zal achtereenvolgens in worden gegaan op: • risico’s inventarisatie en berekening van de benodigde weerstandscapaciteit; • inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit; • afstemming tussen de gewenste en beschikbare weerstandscapaciteit. 4.2.2
Gewenste weerstandscapaciteit
Gemeentebrede risico’s Als gevolg van het inventariseren van nieuwe risico’s, het treffen van beheersmaatregelen en het actualiseren van de risicoscores op basis van nieuwe inzichten en/of gebeurtenissen en veranderingen in de in- en externe omgeving wijzigt het risicoprofiel continu. In het hieronder weergegeven risicoprofiel zijn de zogenaamde gemeentebrede risico’s geprojecteerd. Dit zijn alle geïnventariseerde risico’s met mogelijke consequenties voor de financiële positie van de gemeente. De risico’s voor de grondexploitatie en grote projecten worden apart vermeld. Het huidige risicoprofiel omvat 134 gemeentebrede risico’s. In tabel 1 zijn de risico’s gecategoriseerd op financiële omvang en de kans dat het risico zich voordoet. Tabel 1 Risicokaart MJPB 2011-2014 gemeente Arnhem = > € 1.000.000
2
2
4
2
= / > € 500.000 < € 1.000.0000
2
7
1
1
3
= / > € 200.000 < € 500.000
2
8
2
7
3
= / > € 50.000 < € 200.000
5
11
4
8
4
< € 50.000
11
6
8
4
4
Geen geldgevolgen
14
2
1
3
3
Kans 1
Kans 2
Kans 3
Kans 4
Kans 5
ONDERWERP
Op 13 februari 2006 is de beleidsnota “weerstandsvermogen en risicomanagement” vastgesteld. De beleidsnota omvat de vastgestelde beleidslijn geredeneerd vanuit het wettelijk kader “Besluit begroting en verantwoording” en de “Verordening financieel beleid en beheer gemeente Arnhem” over de gewenst geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s van de gemeente Arnhem.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente Arnhem in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Dit zonder dat dit leidt tot een directe aanpassing van het beleid. Onder weerstandscapaciteit verstaat het Besluit Begroten en Verantwoorden die middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om risico’s te kunnen dekken. Voor het beoordelen van het ‘weerstandsvermogen’ van de gemeente Arnhem is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s die van invloed zijn op de aanwezige weerstandscapaciteit. Er wordt daarbij verschil gemaakt in structurele- en incidentele weerstandscapaciteit.
PAGINA
199
4.2
Omschrijving risico
Kans
geld
Risicoscore
5
5
25
geld 4.000
25.60%
16.5
5
5
25
1.650
5.27%
05.3
5
4
20
1.000
4.12%
04.1
5
4
20
1.000
2.43%
5
4
20
600
1.44%
04.2
4
4
16
1.000
2.56%
03.2
3
5
15
2.500
5.11%
05.1
3
5
15
1.900
3.84%
Bedragen
Invloed (%)
GSB - III: Na de GSB-III periode heeft het Rijk de middelen voor Veiligheid nog voor twee jaar aangekondigd. Omdat in 2011 meer gemeenten uit een gelijkblijvend Rijksbudget een uitkering krijgen, ontvangt de gemeente Arnhem in 2011 € 0,6 miljoen minder dan in 2010. Als het Rijk de financiering na 2011 niet voortzet dan betekent dit een verdere bezuiniging van € 1,3 miljoen. Risico is dat de gemeente onvoldoende in staat is om deze bezuiniging door te voeren wat mogelijk leidt tot een tekort op de gemeentelijke begroting.
ONDERWERP
DP 13.3
x € 1.000,--
Eusebiuskerk: Hogere kosten door niet voorziene reparaties t.b.v. de instandhouding monument Eusebiuskerk GSB 2005-2009: In 2010 word de verantwoording GSB 2005-2009 ingediend. Op basis van deze verantwoording wordt een afrekening opgesteld door het Rijk. Als gevolg van het niet behalen van prestatie afspraken volgt mogelijk een terugbetalingsverplichting. Hier is alleen sprake van indien het niet behalen van de prestatie afspraak verwijtbaar is aan de gemeente Arnhem. Op basis van de verantwoording in JV09 is het risico ingeschat. WMO open-einde regeling: Als gevolg van de open-einde regeling kan een onvoorziene groei optreden van het aantal aanvragers dat aan de verordening voldoet; het rijksbudget voor de WMO is gebaseerd op het Objectief Verdeelmodel (voorheen gebaseerd op de historische uitgaven) wat leidt tot mogelijk onvoldoende budget. Presikhaaf Bedrijven: De uitvoering van de Wsw is voor een belangrijk deel belegd bij Presikhaaf Bedrijven. De gemeente staat gezamenlijk met de overig deelnemende gemeenten garant voor de exploitatie(tekorten) van Presikhaaf Bedrijven. De economische ontwikkelingen hebben een negatief effect op de bedrijfsvoering waardoor de gemeente kan worden aangesproken op mogelijke exploitatietekorten. Verzoek schadevergoeding: Er is een claim tot schadevergoeding ingediend. Bijzondere bijstand: Onvoorziene stijging in aanvragen bijzondere bijstand, met budgetoverschrijdingen tot gevolg. MFC Geitenkamp: Er is een subsidie van 2.000.000 euro toegekend voor dit project, onder voorwaarde dat de realisatie voor 2012 is afgerond. De kans bestaat dat deze termijn niet wordt gehaald.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Tabel 2 Risico’s met een risicoscore hoger dan of gelijk aan 15
PAGINA
200
In de beleidsnota “weerstandsvermogen: risicomanagement en weerstandscapaciteit” is aangegeven welke risico’s in de beleidscyclusdocumenten aan u worden gerapporteerd. Het gaat hierbij om de risico’s met een risicoscore hoger dan 15, het gedeelte rechtsboven in de risicokaart. De risicokaart is gedurende de beleidcyclus aan verandering onderhevig als gevolg van het inventariseren van nieuwe risico’s, het treffen van beheersmaatregelen, het actualiseren van de risicoscore op basis van nieuwe inzichten en/of gebeurtenissen en veranderingen in de in- en externe omgeving. In onderstaande tabel worden de risico’s gepresenteerd met een risicoscore hoger dan of gelijk aan 15 (excl. de grondexploitatie risico’s en de risico’s rondom grote projecten)
Risicoscore
05.1
3
5
15
1.400
3.81%
WWB: Het klantenbestand van Arnhem wijkt af van de landelijk gemiddelde. Het klantenbestand van de gemeente omvat relatief veel laagopgeleiden. De economische ontwikkeling leidt mede hierdoor tot een grotere aanspraak op de WWB.
04.2
3
5
15
1.500
2.02%
Minder productieve uren Stadsingenieurs: De verminderde vraag naar Stadsingenieurs leidt tot lagere inkomsten, of mogelijke verliezen. Vermindering inkomsten bouwleges: Als gevolg van een lager bouwvolume, blijven de inkomsten aan bouwleges eveneens achter bij de prognoses. Gladheidsbestrijding: Als gevolg van de strenge winters kan de gemeente Arnhem geconfronteerd worden met kosten in verband met gladheidsbestrijding.
16.5
5
3
15
500
1.83%
13.3
5
3
15
400
1.61%
13.1
5
3
15
300
1.20%
Verslavingszorg & Maatschappelijke opvang Herziening verdeelsleutel: Als gevolg van de voorgenomen herverdeling van de rijksmiddelen, zal de gemeente Arnhem maximaal € 2,3 miljoen minder middelen krijgen dan op grond van de bestaande verdeling. Risico is dat de gemeente Arnhem niet in staat is deze bezuiniging zo snel door te voeren. De omvang van het risico bestaat daarnaast uit de mogelijk te vergoeden frictiekosten die instellingen moeten maken bij het uitvoeren van bezuinigingen. Bij bezuinigen op beleid is het risico dat bezuinigingen op het ene beleidsterrein op andere beleidsterreinen tot problemen kan leiden.
geld
Bedragen x € 1.000,--
Invloed (%)
Niet alle 134 risico’s hebben een even grote bijdrage aan de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit (hoeveel geld is nodig om de geïdentificeerde risico’s af te dekken). Met behulp van de risicosimulatie ter bepaling van de gewenste weerstandscapaciteit kan de invloed worden bepaald die de risico’s hebben op de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit. Daarnaast bevinden zich niet alle risico’s met een grote invloed op de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit voor wat betreft de risicoscore op het verantwoordelijkheidniveau van de raad (risicoscore > 15). Naast de in tabel 3 genoemde risico’s met een hogere risicoscore dan 15 willen wij u de volgende belangrijke risico’s met een risicoscore lager dan 15 toch melden. Het betreffen de risico’s: 1. Beschermd stadsgezicht (1,93%) Delen van de gemeente Arnhem zijn aangewezen als beschermd stadsgezicht. Ontwikkeling van de aangewezen gebieden is dan ook beperkt. Onder voorwaarden kunnen claims ingediend worden als gevolg van ontstane planschade. 2. Inburgeringstrajecten (1,43%) De komende jaren zal het aantal inburgeringstrajecten verder afnemen. Dit omdat de nagenoeg alle verplichte doelgroepen inmiddels een aanbod is gedaan. Hierdoor zal de formatieve bezetting dienen mee te krimpen. 3. Verwijderen specifieke trolley infrastructuur (1,41%) Dit betreft het risico voor het geval dat na de huidige concessieperiode die loopt tot 2018, de trolleytractie niet zal worden gecontinueerd en als gevolg daarvan de specifieke infrastructuur dient te worden verwijderd.
ONDERWERP
geld
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Kans
PAGINA
DP
201
Omschrijving risico
PAGINA
202
Op basis van dit risicoprofiel van de gemeentebrede risico’s blijkt de gemeente Arnhem op basis van simulatie, bij een zekerheidspercentage 90% een weerstandscapaciteit van € 15,1 miljoen nodig te hebben en bij een zekerheidspercentage van 75% 13,7 miljoen. Tabel 3
Percentage 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75% 80% 85% 90% 95%
Bedrag € 8.711.535 € 9.627.435 € 10.160.207 € 10.573.843 € 10.934.634 € 11.262.184 € 11.540.205 € 11.801.922 € 12.061.404 € 12.301.497 € 12.570.099 € 12.831.351 € 13.099.437 € 13.397.786 € 13.713.746 € 14.080.588 € 14.495.065 € 15.050.487 € 15.888.686
Risico’s grondexploitatie- en grote projecten
Risico’s grondexploitatie- en dienstprojectrisico’s In 2009 zijn de gevolgen van de kredietcrisis en de daarop volgende recessie duidelijk merkbaar geworden in de vastgoedmarkt. Deze trend continueert zich in 2010. Op grond van de actuele prognose (medio 2010) is een nieuwe doorrekening gemaakt van de risico’s en winstverwachtingen. De recessie leidt tot vraaguitval bij consumenten als gevolg van strengere hypotheekeisen, angst voor dubbele woonlasten en algehele voorzichtigheid. Mede hierdoor staan de (grond)prijzen onveranderd onder druk en dient rekening te worden gehouden met een hoger risicoprofiel. Door deze ontwikkelingen nemen toekomstige winstverwachtingen af en dient op grond van het voorzichtigheidsprincipe rekening te worden gehouden met een lagere winst. Deze is dan ook is dan ook € 1,1 miljoen lager geraamd. Grondexploitatieprojecten De onzekerheid over de (grond)opbrengsten, vertraging van projecten en de stijging van de plankosten hebben een cumulatief op de het benodigde weerstandsvermogen. De gewenste weerstandscapaciteit voor de grondexploitatieprojecten is ten opzichte van het jaarverslag 2009 met € 2,5 miljoen gestegen. Grondexploitatieprojecten in voorbereiding Op de grondexploitatieprojecten in voorbereiding heeft een afwaardering plaatsgevonden, hetgeen in het jaarverslag 2009 uitgebreid is toegelicht. De risico’s alsmede de waardering van deze in voorbereiding zijnde projecten leiden niet tot een verdere aanpassing. Dienstprojecten niet zijnde grondexploitatie Bij de uitvoering van de grondexploitatieprojecten wordt de gemeente geconfronteerd met een stijging van de plankosten en leidt vraaguitval tot onzekerheid. Op basis van de ontwikkeling in de markt dient rekening te worden gehouden met hoger risicoprofiel. Voor alle bovengenoemde grondexploitatierisico’s en dienstprojectrisico’s heeft een risicosimulatie plaatsgevonden. Hierbij is ook rekening gehouden met het specifieke risico van de erfpachten. In onderstaande tabel zijn op basis van de simulatie de gewenste
ONDERWERP
Waarde € 4.154.440 € 21.781.429 € 12.309.219 € 12.309.219
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
statistieken Minimum Maximum Gemiddeld Mediaan
PAGINA
203
omvang van het weerstandsvermogen bij een zekerheidspercentage van 90% en 75% berekend. Tabel 4 Jaarrekening 2009
Turap 1-2010
MJPB 2011-2014
Gewenste weerstandscapaciteit 90%
75%
90%
75%
90%
75% Bedragen x € 1.000,--
Grondexploitatie projecten
28.058
30.812
28.058
32.693
29.967
3.320
3.106
3.320
3.106
3.320
3.106
Dienstprojecten niet zijnde grondexploitatie
3.825
2.551
3.825
2.551
4.172
3.020
Erfpachten
2.100
1.800
2.100
1.800
2.100
1.800
40.057
35.515
40.057
35.515
42.285
37.893
Risico's Grondexploitatie en grote projecten
Met de beleidsnota weerstandsvermogen is vastgesteld dat de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal gelijk moet zijn aan het gewenste weerstandscapaciteit bepaald met behulp van een risicosimulatie met een zekerheidspercentage van 75% en niet hoger hoeft te zijn dan het gewenste weerstandsvermogen bepaald met behulp van risicosimulatie met een zekerheidspercentage van 90%. Voor de 134 risico’s ligt de gewenste weerstandscapaciteit met een zekerheidspercentage van 75% op € 13,7 miljoen en bij een zekerheidspercentage van 90% op € 15,1 miljoen. Voor de risico’s verbonden aan de grondexploitatie- en projecten in voorbereiding ligt de gewenste weerstandscapaciteit met een zekerheidspercentage van 75% op € 37,9 miljoen en bij een zekerheidspercentage van 90% op € 42,3 miljoen. Tabel 5 Jaarrekening 2009
Turap 1-2010
MJPB 2011-2014
Gewenste weerstandscapaciteit 90%
75%
90%
75%
90%
75% Bedragen x € 1.000,--
Gemeentebrede risico's
14.542
13.258
14.870
13.678
15.050
13.714
Grondexploitatie projecten
30.812
28.058
30.812
28.058
32.693
29.967
Grondexploitatie projecten in voorbereiding
3.320
3.106
3.320
3.106
3.320
3.106
Dienstprojecten niet zijnde grondexploitatie
3.825
2.551
3.825
2.551
4.172
3.020
Erfpachten
2.100
1.800
2.100
1.800
2.100
1.800
Risico's Grondexploitatie en grote projecten
40.057
35.515
40.057
35.515
42.285
37.893
Gewenste weerstandscapaciteit
54.599
48.773
54.927
49.193
57.335
51.607
Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt is de gewenste weerstandscapaciteit gestegen. Deze stijging is in overgrote mate toe te schrijven aan de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie en de grote projecten. De stijging van de gemeentebrede risico’s zijn voornamelijk het gevolg van de opwaardering van de risico’s. Bij de berekening van het gewenste niveau van weerstandscapaciteit dient in ogenschouw te worden genomen dat geprobeerd is te rekenen met een zo volledig mogelijk risicoprofiel. Ten aanzien van dit risicoprofiel kan echter niet de garantie worden gegeven, dat het risicoprofiel 100% volledig is.
4.2.3
Beschikbare weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die kunnen worden ingezet voor het afdekken van negatieve financiële effecten als gevolg van risico’s die manifest zijn. We kunnen hierbij denken aan de elementen waar tegenvallers mee bekostigd kunnen worden, zoals reserves, onbenutte belastingcapaciteit en de vrije ruimte in de begroting. We maken onderscheid tussen de incidentele weerstandscapaciteit en de structurele weerstandscapaciteit. De ontwikkeling van de verschillende onderdelen van de aanwezige weerstandscapaciteit is als volgt te specificeren:
ONDERWERP
Gewenste weerstandscapaciteit
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
30.812
Grondexploitatie projecten in voorbereiding
Beschikbare weerstandscapaciteit
Totaal
PAGINA
204
Tabel 6
Bedragen x € 1.000,--
Algemene Reserve per 01.01.2010 Begrote lasten Algemene Reserve in 2010 Begrote baten Algemene Reserve in 2010 Algemene Reserve per 31.12.2010
Begrote lasten Bedrijfsreserves in 2010
BR Grondexploitatie
1.707 29.111 4.035 838 3.197 0
BR strategische projecten
1.500
Reserves Grondexploitatie
1.500
Toekomstige winstpotentie Grondbedrijf Netto Contante Waarde Toekomstige ISV bijdragen Diversen Grondbedrijf
11.050 5.381 16.431
Onvoorzien 2010
272
Strikt onvermijdbaar 2010
305
Begroting 2010
577
Beschikbare weerstandscapaciteit 2010
50.816
Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte om eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voortzetting van gemeentelijke taken. De dekkingsmiddelen die hiertoe worden gerekend zijn:
Algemene reserve In onderstaande tabel op is de ontwikkeling van de algemene reserve geschetst. De stand van algemene reserve bedroeg op 1 januari 2010 € 31,1 miljoen Besluitvorming in het kader van de meerjarenprogrammabegroting 2011-2014, de besluitvorming in 2010 én de toevoeging van rente leiden ertoe dat de algemene reserve naar verwachting bij de rekening 2010 afneemt tot het niveau van € 29,1 miljoen. Tabel 8 Algemene reserve
Bedragen x € 1.000,--
Algemene reserve per 01.01.2010
31.139
Begrote lasten 2010 uit algemene reserve Rente 2010 Rampenoefening Sluitend maken jaarschijf 2010
675 -20 -110
Overschot ontwerp-MJPB 2009-2012
545
Vrijval kapitaallasten voor de verplaatsing van De Boei t.g.v. de Algemene Reserve
228
Amendement multihal Papendal Amendement snelgroeiend kunstgras Amendement 60 jaar Ome Joop's Tour Amendement bezuinigingen subsidies welzijn en zorg (suplus) Bestemmingsreserve stimulering economie Instellen BR Frictiekosten bezuinigingen 2010 / Organisatie-ontwikkeling Elektornisch kinddossier
250 -1.000 -20 9 -460 -2.000 -125
Totaal mutaties verrekend met algemene reserve
-2.028
Algemene reserve per 31.12.2010 na spelregels begrotingsbeheer
29.111
Bedrijfsreserves van de diensten (DBR) Dienstbedrijfsreserves zijn, als gevolg van het toepassen van de spelregels begrotingsbeheer, bestemd voor het opvangen van mee- en tegenvallers bij de diensten. Hiermee wordt flexibiliteit binnen de bedrijfsvoering bewerkstelligd. De voeding vindt
ONDERWERP
Bedrijfsreserves per 31.12.2009
3.735
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Bedrijfsreserves per 01.01.10
31.139
PAGINA
205
incidenteel plaats, aangezien structurele overschotten ten goede komen aan de algemene middelen. De dienstbedrijfsreserves bedragen 31 december 2010 € 3,2 miljoen. Tabel 8 Algemene Bedrijfsreserves
Griffie
CS
SB
SO
MO
IZ
FD
Totaal
per dienst stand 31.12.2010 Basis Algemene reserve per dienst
38
Ontrekking Bedrijfsreserves in 2010
1.050
1.181
550
300
1.231
270
300 1.050
Dotatie Bedrijfsreserves in 2010 Totaal
38
265
396
750
750
40
4.035
448
260
1.278
398
300
3.197
2.116
Toekomstige winstpotentie grondexploitatie Conform de beleidsnota “weerstandsvermogen: weerstandscapaciteit en risicomanagement” moet ter bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit ook rekening worden gehouden met de toekomstige winstpotentie van de grondexploitaties. In de paragraaf grondbeleid wordt dit nader toegelicht. De toekomstige winstpotentie die wordt meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 12,2 miljoen Als gevolg van de economische recessie is de kans op uitloop van de planning hoger ingeschat, dit heeft tot gevolg dat de winstpotentie mogelijk zal afnemen. Reserves grondexploitatie e.a. Conform de beleidsnota “weerstandsvermogen: weerstandscapaciteit en risicomanagement” moet ter bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit ook rekening worden gehouden met de reserves van het grondbedrijf. Het gaat hier om de reserve grondexploitatie, de reserve Voorstudies en de reserve Strategische posities. De reserve grondexploitatie en de reserve voorstudies zijn nihil. De reserve strategische posities bedraagt € 1,5 miljoen. ISV-middelen Daarnaast zijn toekomstige ISV-middelen meegenomen in de beschikbare weerstandscapaciteit van de grondexploitatie. Hiervan is de contante waarde genomen á € 5,4 miljoen. Structurele weerstandscapaciteit De structurele weerstandcapaciteit is het vermogen om onverwachte tegenvallers in de begroting op te kunnen vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. Binnen de gemeentelijke begroting moet een zodanige flexibiliteit in baten en lasten aanwezig zijn, dat met afzonderlijke maatregelen risico’s met een bepaalde omvang kunnen worden opgevangen. De gemeente Arnhem heeft flexibiliteit in de baten en lasten in haar begroting gecreëerd door het instellen van een structurele risicobuffer, de post “onvoorzien” en de post “strikt onvermijdbaar”. Met deze ruimte in de begroting kunnen risico’s met een bepaalde omvang worden opgevangen.
Post “onvoorzien” en “strikt onvermijdbaar” Aan de post stikt onvermijdbaar wordt jaarlijks € 113.000 toegevoegd. Deze bedraagt € 304.502. De post onvoorzien bedraagt € 272.268. Buiten berekening gelaten aanwezige weerstandscapaciteit Conform de beleidsnota weerstandsvermogen: “weerstandscapaciteit en risicomanagement” worden de bestemmingsreserves, de onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves buiten de berekening gehouden van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves (reserves waaraan door de raad een bepaalde bestemming is gegeven) worden in Arnhem niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend. Wanneer een bestemmingsreserve wordt ingezet als beschikbare weerstandscapaciteit, dan zullen de doelen die ten grondslag liggen aan de reserve niet worden gerealiseerd. Dit kan aanzienlijke negatieve consequenties voor het gemeentelijke beleid met zich mee brengen. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit geeft een indicatie van de mogelijkheden, die een gemeente heeft om haar inkomsten te verhogen. De belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente Arnhem zijn OZB-inkomsten, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Ten aanzien van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing beschikt Arnhem nog steeds over onbenutte belastingcapaciteit. Naast deze belastingen en heffingen ontvangt de gemeente Arnhem nog inkomsten uit overige belastingen en heffingen. Aangezien voor de overige
ONDERWERP
676
35
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
300
PAGINA
206
belastingen en heffingen kostendekkende tarieven worden gehanteerd is er op deze onderdelen geen onbenutte belastingcapaciteit.
Stille reserves In werkelijkheid kan de beschikbare weerstandscapaciteit als gevolg van stille reserves hoger zijn dan uit de begroting blijkt. Stille reserves zijn de meerwaarden van de activa die lager dan de marktwaarde zijn gewaardeerd.
Gewenste en beschikbare weerstandscapaciteit
Het beleid van de gemeente Arnhem is erop gericht pro-actief met risico’s om te gaan en daarbij voortdurend de relatie met de aanwezige weerstandscapaciteit in ogenschouw te houden. Het doel is daarbij om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening in het gedrang komt. Kortom: streven naar een robuuste begroting. Binnen de gemeente Arnhem worden spelregels gehanteerd voor de beschikbare weerstandscapaciteit. De minimale norm voor de weerstandscapaciteit is gebaseerd op een zekerheidspercentage van 75%. Wanneer de gemeente onder deze norm komt, is aanzuivering van de reservepositie vereist. Komt de reservepositie boven de norm die geldt bij een zekerheidspercentage van 90%, dan kunnen reserves worden aangewend voor dekking van (nieuw) beleid. Gelet op de confrontatie van de beschikbare weerstandscapaciteit van € 50,8 miljoen en de gewenste weerstandscapaciteit die berekend is op basis van het risicoprofiel met een zekerheidspercentage van 90% en 75% van respectievelijk € 57,3 miljoen (90%) en € 51,6 miljoen (75%), blijkt dat de gemeente over onvoldoende weerstandsvermogen beschikt. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de beschikbare weerstandscapaciteit als gevolg van de onttrekkingen aan de algemene reserve en de afname van de toekomstige winstpotentie van grondexploitatie projecten is verminderd. De daling van de Algemene Reserve wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het instellen van een bestemmingsreserve. De stijging van de benodigde weerstandscapaciteit wordt voor het belangrijkste deel veroorzaakt door de situatie op de vastgoedmarkt. Tabel 9 Jaarrekening 2009
Turap 1-2010
MJPB 2011-2014
Gewenste weerstandscapaciteit 90%
75%
90%
75%
90%
75% Bedragen x € 1.000,--
Gemeentebrede risico's
14.542
13.258
14.870
13.678
15.050
13.714
Risico's Grondexploitatie en grote projecten
40.057
35.515
40.057
35.515
42.285
37.893
Gewenste weerstandscapaciteit
54.599
48.773
54.927
49.193
57.335
51.607
Beschikbare weerstandscapaciteit
Jaarrekening 2009
Turap 1-2010
MJPB 2011-2014
Algemene Reserve per 31-12-2010
31.139
31.620
29.111
Algemene Bedrijfsreserves per
4.035
3.197
3.197
Reserves Grondexploitatie
1.500
1.500
1.500
Diversen Grondbedrijf
17.549
17.549
16.431
333
464
577
54.556
54.330
50.816
Jaarrekening 2009
Turap 1-2010
MJPB 2011-2014
Bedragen x € 1.000,--
Begroting 2010
Beschikbare weerstandscapaciteit 2010
Gewenst versus beschikbaar
Ruimte
90%
75%
90%
75%
90%
75%
-43
5.783
-597
5.137
-6.519
-791
ONDERWERP
4.2.4
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Voor wat betreft de gemeentelijke aandelenpositie zijn alleen de aandelen BNG van belang. Omdat deze aandelen niet vrij verhandelbaar zijn, is er geen marktprijs bekend. Tevens zou eventuele verkoop van de aandelen de structureel in de begroting opgenomen dividenduitkering doorkruisen. Ten aanzien van het gemeentelijk vastgoedbezit geldt dat de voorgenomen verkoop van bezittingen reeds is meegenomen bij de financiering van het benodigde onderhoud.
Bedragen x € 1.000
Begrote weerstandscapaciteit 2011
Begrote weerstandscapaciteit 2012
Begrote weerstandscapaciteit 2013
Begrote weerstandscapaciteit 2014
Incidentele weerstandscapaciteit Algemene reserve Dienst Bedrijf Reserves Toekomstige winstpotentie grondexploitatie Reserves grondexploitatie e.a. Netto Contante Waarde ISV-middelen
30.012 3.197 11.050 1.500 5.381
30.917 3.350 11.050 1.500 5.381
31.814 3.350 11.050 1.500 5.381
32.703 3.350 11.050 1.500 5.381
Totaal incidentele weerstandscapaciteit
51.140
52.198
53.095
53.984
Structurele weerstandscapaciteit Risicobuffer Post "strikt onvermijdbaar" Post "onvoorzien"
0 305 272
0 428 272
0 541 272
0 654 272
Totaal structurele weerstandscapaciteit
577
700
813
926
51.717
52.898
53.908
54.910
Totale Weerstandscapaciteit
ONDERWERP
Ontwikkeling weerstandscapaciteit gemeente Arnhem
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Tabel 10 Ontwikkeling beschikbare weerstandscapaciteit
PAGINA
207
De gehanteerde meerjarige uitgangspunten en het risicoprofiel In de onderstaande tabel wordt de meerjarige ontwikkeling van het gewenste weerstandsvermogen. De risico’s die ten grondslag liggen aan de gehanteerde uitgangspunten in deze meerjarenprogrammabegroting zijn meegenomen in het risicoprofiel van de gemeente Arnhem. Mede door het meenemen van deze risico’s en de inschattingen op de consequenties van de economische recessie is het risicoprofiel aanzienlijk in omvang toegenomen. Dit risicoprofiel wordt hierna afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, de beschikbare middelen die dienen ter afdekking van de risico’s die zich voordoen.
PAGINA
208
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
4.3.1
Inleiding
water
en
se fra
bo s
C C C C C C C B C (B) C
B B B B B B B B B (B) B
B B B B B B B B B (B) B
nvt nvt nvt B B B B B B (B) nvt
nvt nvt nvt A B B B B B (B) nvt
of d
>
ts pa d
B B B B B B B B B (B) B
in
fie
riolering
en ho
openbare verlichting
n
n stadsreiniging
te rr ei ne
pa rk en
beeldende kunst
BG B
A B A A B B B A B (B) B
<
Be dr i jv en
kunstwerken
BG B w ij k en
verharding verkeersvoorzieningen
lc e nt ra
w ij k en
speel voorzieningen recreatieve voorzieningen
ke w in
A B A A B B B A B (B) B
tru m ce n groen
Ook de kwaliteitsniveaus, zoals onderscheiden in het programma Buiten Gewoon Beter zijn vertaald naar de CROW kwaliteitsniveaus (zie figuur 7).
1
Toelichting: 1. Achterstallig onderhoud (achterstand): maatregelen om de lagere (buiten) gemeten kwaliteit weer op het vastgestelde ambitieniveau te brengen. 2. Dagelijks onderhoud: preventieve of correctieve maatregelen om een object in goede staat te houden of te brengen. 3. Groot onderhoud: onderhoudsmaatregelen, met het doel het object na de maatregel weer aan de (technische) richtlijnen te laten voldoen. 4. Vervanging:vernieuwing van de gehele constructie, waarbij eenzelfde inrichting wordt teruggebracht.
ONDERWERP
Basisniveau De gewenste kwaliteit van de openbare ruimte wordt aangeduid met behulp van het begrip ‘basisniveau’. Met de term ‘basisniveau’ duiden we de ondergrens aan voor de kwaliteit van de openbare ruimte in Arnhem. Voor de objecten die de gemeente in onderhoud heeft mag de onderhoudstoestand niet slechter zijn dan het basisniveau. In 2009 is een koppeling gelegd tussen het Arnhemse basisniveau en een op landelijk niveau (door het CROW) vastgestelde methodiek voor het beschrijven van de kwaliteit van de openbare ruimte. De methode van het CROW onderscheidt vijf kwaliteitsniveaus (A+, A, B, C en D) voor de onderdelen van de openbare ruimte (zie figuur 6) en presenteert die kwaliteitsniveaus met behulp van beeldmateriaal. Voor veruit de meeste onderwerpen is in Arnhem voor het niveau ‘B’ van CROW gekozen. Dit komt overeen met de eerder gemaakte keuze van de Arnhemse gemeenteraad voor een middenscenario. Er zijn enkele uitzonderingen waarbij Arnhem niet heeft gekozen voor kwaliteitsniveau B (zie onderstaande matrix).
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Een substantieel deel van de begroting heeft betrekking op het onderhoud van kapitaalgoederen. De staat van onderhoud van kapitaalgoederen is een bepalende factor voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Voor alle kapitaalgoederen moeten onderhoud- en beheerplannen aanwezig zijn, gericht op het realiseren van een duurzame onderhoudsbegroting. In een duurzame onderhoudsbegroting is rekening gehouden met de kosten van achterstallig onderhoud, dagelijks onderhoud, groot 1 onderhoud en vervanging. Aan de basis van de duurzame onderhoudsbegroting ligt het expliciet gehanteerde kwaliteitsniveau dat per kapitaalgoed is vastgesteld door de raad. De financiële consequenties van het vastgestelde kwaliteitsniveau zijn verwerkt in de onderhoudsbegroting.
PAGINA
§ ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
209
4.3
PAGINA
210
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
MJPB 2011-2014
2011
13.1 15.1
Onderhoud openbare ruimte Onderhoud watergangen, duikers fonteinen
2012
2013
2014 Bedragen x € 1.000,--
1299 1.050
1699 1.050
1732 1.050
3232 1.050
2.349
2.749
2.782
4.282
In de jaren 2011 t/m 2013 is voor onderhoud wegen nog € 1,5 miljoen per jaar beschikbaar uit het bereikbaarheidsfonds. Voor 2011 is incidenteel een bedrag van € 1,650 miljoen als dekkingsvoorstel ingebracht, waardoor er in 2011 alleen budget beschikbaar is voor calamiteitenonderhoud. Wanneer ervoor gekozen wordt om alle wegen in de wijken op B-niveau te onderhouden zijn er aanvullende middelen nodig tot een bedrag van circa € 3,7 miljoen Deze wegen blijven dan structureel op niveau, waardoor er minder risico bestaat dat de fundamenten aangetast en later (duurder) hersteld moeten worden.
Hoofdlijnen Buiten Gewoon Beter Momenteel is ruim 825 ha openbare ruimte op “basisniveau” gebracht. Dit betekent dat 31,2% van de taakstelling van het programma Buiten Gewoon Beter (BGB) is gerealiseerd. De inschatting is nu dat het BGB-programma eind 2019 zal worden afgerond. Eind 2009 is berekend dat nog circa € 31 miljoen nodig is om de huidige achterstand in het onderhoud van de openbare ruimte weg te werken (zie onderstaande tabel). Dit bedrag heeft uitsluitend betrekking op de gebieden die op dit moment deel uitmaken van het BGBprogramma d.w.z. niet op Malburgen, Presikhaaf, Schuytgraaf, het centrumgebied, bedrijventerreinen, groot groen en belangrijke verkeersaders. Eind 2007 was de berekende onderhoudsachterstand nog circa € 37,2 miljoen. De achterstand is dus in 2 jaar met circa € 6,2 miljoen afgenomen.
ONDERWERP
DP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
In de MJPB 2011-2014 zijn vooralsnog de volgende budgetten opgenomen:
PAGINA
Een nagenoeg sluitende exploitatie (sluitend op circa € 0,1 miljoen) wordt echter bereikt na 2017 als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: • maximaal 10 % van de wegen in de wijken mag een kwaliteitsniveau lager dan B hebben conform de vastgestelde beleidsnota wegenonderhoud; • het investeringsbudget voor wegen tot 2013 (€ 1,5 miljoen per jaar) wordt structureel; • er komt budget beschikbaar (in totaal ruim € 2,1 miljoen) om te kunnen voldoen aan de onderhoudstaakstellingen voor: watergangen en duikers (€ 1 miljoen) fonteinen (€ 0,050 miljoen) speelvoorzieningen (€ 0,5 miljoen) groen (€ 0,6 miljoen) • de vanuit BGB beschikbare middelen voor onderhoud blijven beschikbaar; • de benodigde middelen voor het op niveau houden van Malburgen, Presikhaaf en Rijnboog (vanaf 2014 ruim € 1,5 miljoen per jaar) worden toegevoegd. Van dit bedrag is alleen Malburgen opgenomen in de onderstaande tabel.
211
De openbare ruimte van Arnhem in beeld In de eerste helft van 2010 is het rapport “De openbare ruimte van Arnhem in beeld” opgeleverd. Dit rapport geeft een integraal overzicht van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Arnhem en laat onder meer zien dat de gemeente Arnhem ruim 3.000 ha openbare ruimte beheert, waarvan ca 1.300 ha als verhardingen (52%) en groen (48%) in het stedelijk gebied liggen. Het rapport bevat tevens de uitkomsten van een groot aantal kostenberekeningen. Zo is voor de verschillende aspecten van de openbare ruimte bepaald hoeveel budget nodig is voor dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervanging, uitgaande van een duurzaam onderhoud van de openbare ruimte op basis van het vastgestelde kwaliteitsniveau. De benodigde budgetten zijn vergeleken met de beschikbare budgetten. Hieruit blijkt onder meer het volgende: • het verschil tussen beschikbaar budget en benodigd budget voor dagelijks onderhoud is beperkt; • de beschikbare middelen voor groot onderhoud en vervanging zijn verre van toereikend; • er is een structureel tekort van € 14,7 miljoen per jaar voor onderhoud en vervanging (inclusief VAT).
Eind
PAGINA
212
Onderdeel openbare ruimte
2009
Bedragen x € 1.000,--
Kunstwerken
1.800
Wegen (wijken)
11.753 6.361
Bomen
1.202 457
Hondenuitlaat / losloopplekken
8
Openbare verlichting
9.455
Totaal
31.036
Voor de projecten herinrichting openbare ruimte Malburgen en Presikhaaf (vallen buiten BGB) is respectievelijk in totaal (wegen, groen en OV) circa € 2,0 miljoen en € 13,3 miljoen nodig. Vooralsnog is hiervoor een subsidiebijdrage ontvangen van € 1,3 miljoen en binnen het reeds vastgestelde investeringsschema is € 7,0 miljoen beschikbaar. Dekking moet nog gevonden worden voor circa € 7,0 miljoen Deze € 7,0 miljoen maakt onderdeel uit van de taakstelling verhogen planmatig budget onderhoud, zoals opgenomen in het meerjarig financieel beeld in deze MJPB: jaarschijf 2012: € 5 miljoen en jaarschijf 2013: € 2 miljoen. Voor de openbare ruimte als geheel wordt nog gewerkt aan een eenduidige monitoringssystematiek om de kwaliteit te kunnen meten en volgen. Daarnaast worden regelmatig technische inspecties uitgevoerd bij wegen, riolen, kunstwerken, bomen en speelvoorzieningen.
Aandachtspunten per kapitaalgoed Hierna wordt per kapitaalgoed (wegen, kunstwerken, openbare verlichting, groen inclusief speelvoorzieningen, riolering, water en gebouwen) ingegaan op de volgende onderwerpen: a. het vastgestelde kwaliteitsniveau dat gerealiseerd moet worden; b. de actuele onderhoudstoestand van het kapitaalgoed; c. benodigd budget voor wegwerken achterstallig onderhoud; d. wanneer is de achterstand weggewerkt? e. zijn de onderhoud- en beheerplannen actueel? f. de benodigde onderhoudsbudgetten (afhankelijk van het gewenste kwaliteitsniveau); g. de beschikbare onderhoudsbudgetten (exploitatie-, vervangings- en investeringsbudgetten); h. de planning/actiepunten voor 2011 en verder.
4.3.2 Wegen Bij wegen wordt een onderscheid gemaakt tussen hoofdwegen, wegen in wijken en fietspaden inclusief de daarbij horende verkeersvoorzieningen en straatmeubilair. De totale oppervlakte verharde openbare ruimte bedraagt ca 700 ha. Ongeveer 61% daarvan bestaat uit elementverharding (klinkers, betonstraatstenen en betontegels), 37% overwegend uit asfaltverharding en het restant is sierbestrating en natuursteen, dat vooral voorkomt in de voetgangersgebieden in de binnenstad.
a. Vastgesteld kwaliteitsniveau Voor de fietspaden heeft de gemeenteraad in 2008 gekozen voor een verhoging van het basisniveau (van B naar A). Voor de hoofdwegen en de wegen in de wijken geldt niveau B als basisniveau. Omdat voor de wegen in de wijken onvoldoende budget beschikbaar is, is besloten dat maximaal 10% van deze wegen het kwaliteitsniveau B niet haalt. Hieronder zijn deze doelstellingen voor de Arnhemse wegen weergegeven:
Ambitie ≥ 2012
Kwaliteitsniveau
Kwaliteit
Kwaliteit
Kwaliteit
Hoofdwegen
Wegen in wijken
Fietspaden
B
10% onder B
A
ONDERWERP
Speelplekken
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Groen
Kwaliteitsniveau
Kwaliteit
Kwaliteit
Kwaliteit
Hoofdwegen
Wegen in wijken
Fietspaden
16% onder B
19% onder B
14% onder B
Op basis van de jaarlijkse inspecties blijkt dat de kwaliteit van het Arnhemse wegennet zorgwekkend is en nog aanzienlijk onder het gewenste niveau. Door de extra middelen en de uitvoering van het programma Buiten Gewoon Beter is wel een kentering zichtbaar.
c. Benodigd budget voor wegwerken achterstallig onderhoud Op basis van de meest actuele inzichten is een forse verhoging van de onderhoudsbudgetten (met name groot onderhoud) nodig om het gewenste kwaliteitsniveau B in de hele stad te bereiken en te behouden. De achterstand is begin 2008 en begin 2010 berekend:
Voldoet niet aan basisniveau
Wegennet
In procenten
In bedragen in mln. €
Begin 2008
Begin 2010
Hoofdwegen
18
16
6,2
5,8
Wegen in wijken Fietspaden
22
19
17,6
14,7
19
14
2,5
1,1
26,3
21,6
TOTAAL
Begin 2008
Begin 2010
Berekend is dat met een structurele jaarlijkse verhoging van het budget voor groot onderhoud van € 2,5 miljoen de ambitieniveaus zoals genoemd vanaf 2013 worden bereikt. Vanaf 2009 is structureel circa € 2,5 miljoen beschikbaar voor de bereikbaarheid van de stad, (bereikbaarheidsfonds), waaronder het (groot) onderhoud van de hoofdwegen en fietspaden. Om de achterstand bij de fietspaden versneld te verkleinen is in 2010 € 0,5 miljoen extra in de MJPB opgenomen. Eind 2009 is berekend dat in het kader van BGB bijna € 13,6 miljoen (inclusief € 1,8 miljoen voor de kunstwerken in de wijk) nodig is om de huidige onderhoudsachterstand weg te werken. Bij de openbare verlichting bedraagt de achterstand circa € 9,5 miljoen. Voor de projecten herinrichting openbare ruimte Malburgen en Presikhaaf (vallen buiten BGB) is respectievelijk in totaal (wegen, groen en OV) circa € 2,0 miljoen en € 13,3 miljoen nodig. Vooralsnog is hiervoor een subsidiebijdrage ontvangen van € 1,3 miljoen en binnen het reeds vastgestelde investeringsschema is € 7,0 miljoen beschikbaar. Dekking moet nog gevonden worden voor circa € 7,0 miljoen Deze € 7,0 miljoen maakt onderdeel uit van de taakstelling verhogen planmatig budget onderhoud, zoals opgenomen in het meerjarig financieel beeld in deze MJPB.
d. Wanneer is de achterstand weggewerkt? Voor de hoofdwegen en de fietspaden wordt dit 2013 ervan uitgaande dat de eerder aangegeven € 2,5 miljoen structureel beschikbaar is. Voor de wegen in de wijken wordt een stabiel niveau van 10% onder B bereikt vanaf 2019 bij de beëindiging van het project Buiten Gewoon Beter. De herinrichting van de openbare ruimte in de wijken Malburgen en Presikhaaf is volgens planning eind 2013 afgerond.
ONDERWERP
2009
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Hieronder wordt de onderhoudstoestand van de wegen weergegeven aan het eind van 2010.
PAGINA
213
b. Actuele onderhoudstoestand: is er sprake van achterstallig onderhoud? Nog niet alle wijken in Arnhem zijn op ‘basisniveau’ gebracht, dus er is nog sprake van achterstalling onderhoud. Momenteel is ruim 825 ha openbare ruimte op ‘basisniveau’ gebracht. Dit betekent dat 31,2% van de taakstelling van het project Buiten Gewoon Beter (BGB) is gerealiseerd. De inschatting is nu dat het BGB-programma eind 2019 zal worden afgerond. Daarnaast lopen er gedurende de komende jaren (t/m 2013) nog projecten in Malburgen en Presikhaaf om daar ook de openbare ruimte op basisniveau te brengen.
h. Planning en actiepunten voor 2011 en verder e Het BGB-programma wordt in meerdere ronden uitgevoerd. In 2011 start de 5 ronde BGB met de volgende buurten: in Arnhem-Noord: de buurten Sonsbeek-Noord, Graaf Ottoplein e.o., Sint Marten, Plattenburg, Spijkerbuurt en Hommelstraat e.o. in Arnhem-Zuid: de buurten Rijkerswoerd-West en Holthuizen. e
e
De nog lopende 3 en 4 ronde BGB-projecten zullen nagenoeg allemaal worden afgerond e in 2010 en 2011, het laatste project begin 2012. De 5 ronde BGB-projecten zullen uiterlijk in 2013 gereed zijn.
4.3.3 Civieltechnische en waterbouwkundige werken De gemeente heeft in totaal 860 kunstwerken in beheer: zo’n 160 beeldende kunstobjecten (herdenkingsmonumenten, kunstwerken en parkbeelden) en 700 civiele kunstwerken (o.a. trappartijen, bruggen, tunnels en viaducten).
a. Het vastgestelde kwaliteitsniveau Voor kunstwerken geldt het basisniveau (het CROW-niveau B). b. Actuele onderhoudstoestand: is er sprake van achterstallig onderhoud? Uit het beheerplan Civieltechnische Kunstwerken 2010-2011 blijkt dat kleinere objecten een redelijke staat van onderhoud hebben; hier is geen sprake van achterstallig onderhoud. De noodzakelijke maatregelen voor de komende jaren zijn in beeld. Er is nog geen inzicht in maatregelen op langere termijn. Bij de grotere civiele objecten bestaat nog geen volledig inzicht in de noodzaak tot groot onderhoud of vervanging. De lage kades nabij de Rijn zijn voor het overgrote deel (te weten ca. 1.400 m van de totale 2.000 m) aan vervanging toe. Voor het gedeelte van de kade ten oosten van de John Frostbrug bestaat er naast de vervanging de wens voor een teruglegging (van max. 10 m) van de kadelijn in verband met het creëren van extra aanmeerbreedte voor de riviercruisevaart. Op basis van de risico’s met betrekking tot veiligheid en stabiliteit van de huidige kademuren, de aard van de werkzaamheden, de beheersbaarheid van het project en de bereikbaarheid van de kades e.o., is voorgesteld het project in twee fases op te knippen, waarvan fase één als eerste in uitvoering komt. Fase 1: betreft vervanging over een lengte van circa 750 meter kade ten westen van de John Frostbrug.
ONDERWERP
Voor de openbare ruimte (wegen, OV en groen; een splitsing naar deze specifieke onderdelen is nog niet te maken) in de BGB-wijken is het onderhoudsbudget volgens planning in de MJPB 2009-2012 structureel verhoogd tot ruim € 7 miljoen en incidenteel met € 2,4 miljoen per jaar, gedurende de periode 2009 t/m 2016, in totaal € 19,2 miljoen De incidentele component wordt gespaard door reservering van de onderuitputting kapitaallasten (tot nu toe is er zo’n € 10 miljoen gereserveerd).
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
g. De beschikbare onderhoudsbudgetten: is er een knelpunt? Voor de hoofdwegen en fietspaden samen is jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar binnen het bereikbaarheidsfonds, dat gevoed wordt uit de algemene middelen (€ 1 miljoen) en de parkeeropbrengsten (€ 1,5 miljoen). Met de vaststelling van de MJPB 2010-2013 is besloten om voor 2010 tot 2013 € 1,5 miljoen beschikbaar te stellen uit een vertraging van het gemeentelijk rioleringsplan.
PAGINA
f. De benodigde onderhoudsbudgetten In het rapport “De openbare ruimte van Arnhem in beeld” is aangegeven dat jaarlijks, uitgaande van een duurzaam onderhoud van de openbare ruimte op basis van het vastgestelde kwaliteitsniveau, de volgende budgetten (excl.VAT) nodig zijn: - voor dagelijks onderhoud € 1,1 miljoen - voor groot onderhoud € 6,1 miljoen - voor vervanging € 4,0 miljoen
214
e. Zijn de onderhoud- en beheerplannen actueel? In 2008 is in de Beleidsnota wegenonderhoud vastgelegd welk ambitieniveau voor de stad wordt nagestreefd. De doelstellingen uit de nota zijn gesteld op 2012. Om invulling te geven aan de beleidsdoelstellingen wordt jaarlijks een beheerplan wegen opgesteld, dat een overzicht geeft van het groot onderhoud aan de Arnhemse wegen voor het komende kalenderjaar.
PAGINA
215
Fase 2: betreft vervanging en teruglegging van circa 686 meter kade ten oosten van de John Frostbrug. Inmiddels is gestart met de uitvoeringwerkzaamheden van fase 1. De totale doorlooptijd van het hele werk fase 1 en fase 2 (inclusief voorbereiding en uitvoering) wordt ingeschat op basis van de huidige uitgangspunten op circa 4 jaar. In het licht van de economische recessie heeft de Provincie middelen beschikbaar gesteld voor het naar voren halen van investeringen. Arnhem ontvangt ongeveer € 3 miljoen voor het aanpakken van het achterstallig onderhoud van de kades.
e. Zijn de onderhoud- en beheerplannen actueel? Er zijn beheerplannen voor zowel de civieltechnische kunstwerken als voor de beeldende kunst. f. De benodigde onderhoudsbudgetten De benodigde onderhoudskosten voor kunstwerken verschillen per jaar. Vooral grote kunstwerken kunnen het benodigde bedrag voor een jaar sterk beïnvloeden. Gerekend over (de komende) 10 jaar is gemiddeld € 0,9 miljoen nodig voor onderhoudskosten. Hiervan is € 0,6 miljoen voor grote kunstwerken en € 0,3 miljoen voor kleinere kunstwerken (Bron: beheerplan civieltechnische kunstwerken 2010-2011). Er zal hiervoor ook een beroep moeten worden gedaan op kapitaalmiddelen. De jaarlijkse investeringsruimte is € 0,5 miljoen. g. De beschikbare onderhoudsbudgetten: is er een knelpunt? De huidige budgetten voor dagelijks en groot onderhoud van kunstwerken zijn toereikend. Daarbij is geen rekening gehouden met vervanging van kunstwerken. h. Planning en actiepunten voor 2011 en verder Geen bijzondere actiepunten.
4.3.4 Riolering In Arnhem liggen honderden kilometers riolering, verdeeld over gemengde riolering en vuilwater- en regenwaterriolering in een (verbeterd) gescheiden stelsel en drukriolering. In noord liggen veelal de gemengde rioolstelsels en zijn diverse gebieden afgekoppeld, in zuid de gescheiden systemen. De afkoppelvoorzieningen, zoals wadi’s en infiltratieputten behoren ook tot het onderdeel riolering. In 2008 is het vierde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP-4) vastgesteld. Dit plan had aanvankelijk betrekking op de periode 2009 t/m 2013. Bij de vaststelling van de MJPB 2010-2013 is evenwel besloten de looptijd van het plan met een jaar te verlengen t/m 2014.
a. Het vastgestelde kwaliteitsniveau De gewenste kwaliteit van de riolering wordt aangeduid met de term basiskwaliteit. Het GRP-4 bevat de volgende doelen om de “basiskwaliteit” te bereiken en vast te houden: afronden basisinspanning gemengde riolering (o.a. door het afkoppelen van regenwater van de gemengde riolering); voldoen aan doelstellingen Kaderrichtlijn Water; aanleg van riolering in nog niet gerioleerde gebieden; adequate vergunningverlening en handhaving; voorkomen risicovolle situaties door water op straat; uitvoeren grondwaterzorgplicht; verminderen ernstige gevallen inpandige stankoverlast; onderzoek aan de riolering;
ONDERWERP
d. Wanneer is de achterstand weggewerkt? In het beheerplan Civieltechnische Kunstwerken 2010-2011 is aangegeven dat geen sprake is van achterstallig onderhoud bij de kleine kunstwerken.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
c. Benodigd budget voor wegwerken achterstallig onderhoud De omvang van de onderhoudsachterstand is bij de grotere civiele objecten nog niet exact bekend. Alle kunstwerken worden jaarlijks functioneel geïnspecteerd (schoon&netjes, heel&veilig). Elke vijf jaar wordt een kunstwerk vervolgens technisch geïnspecteerd. Aan de hand van de resultaten van deze technische inspectie wordt een planning gemaakt voor het onderhoud. Bij de projectvoorbereiding volgt dan doorgaans een gedetailleerdere inspectie om de precieze werkzaamheden vast te stellen. Eind 2009 is berekend dat in het kader van BGB nog ruim € 1 miljoen nodig is om de huidige achterstand weg te werken.
riolen vervangen of herstellen bij 25% schadebeeld; goed beheer van leidingen en installaties; vergroten rioolbewustzijn bij burgers en bedrijven.
Met de vaststelling van de MJPB 2010-2013 is besloten de geplande investeringen GRP-4 te faseren over de periode 2009 tot en met 2014. Als gevolg van deze fasering wordt er per jaarschijf relatief “minder” (€ 2,8 miljoen) geïnvesteerd. Het beschikbare restantkrediet van GRP-3 van € 5,1 miljoen is toen samen met het GRP-4 investeringsbudget van circa € 70,3 miljoen (zie onderstaande tabel) verdeeld over 6 jaar, hetgeen neerkomt op een gemiddelde van circa € 12,5 miljoen per jaar.
Investeringsbudget GRP
Begroot
Bedragen x € 1.000,--
Afronden basisinspanning gemengde riolering
3.684
Voldoen aan kaderrichtlijn water
6.888
Aanleg riolering in niet-gerioleerde gebieden
1.275
Voorkomen risicovolle situaties door water op straat
9.610
Verminderen grondwateroverlast particulieren Verminderen ernstige gevallen inpandige stankoverlast Riool herstel en vervanging
598 194 43.993
Goed beheer leidingen en installaties
4.099
Totaal investeringsbudget GRP -4
70.341
d. Wanneer is de achterstand weggewerkt? Gelet op de leeftijdsopbouw van het rioolstelsel zal elk jaar riool moeten worden vervangen of hersteld. In het GRP-4 wordt er van uitgegaan dat jaarlijks circa 14 km riool zal worden aangepakt, aangezien de levensduur van een rioolstreng gemiddeld 60 jaar bedraagt. Het investeringsbudget voor rioolherstel en –vervanging is hierop gebaseerd. Arnhem kent ook 20 gemalen, waarvan naar verwachting er jaarlijks twee gerenoveerd moeten worden.
e. Zijn de onderhoud- en beheerplannen actueel? Er zijn (concept) beheer- en onderhoudsplannen beschikbaar voor een aantal onderdelen van het rioolstelsel, zoals de riolen en de gemalen. f. De benodigde onderhoudsbudgetten Op dit moment kan niet worden aangegeven hoe groot het benodigde onderhoudsbudget is, aangezien slechts een deel van het rioolstelsel geïnspecteerd is. g. De beschikbare onderhoudsbudgetten: is er een knelpunt? Naast de investeringskosten kent het GRP-4 jaarlijks terugkerende kosten: de exploitatiekosten. In de planperiode is jaarlijks circa € 4 miljoen beschikbaar voor:
ONDERWERP
c. Benodigd budget voor wegwerken achterstallig onderhoud Op dit moment kan niet worden aangegeven hoe groot het benodigde budget is voor het wegwerken van achterstallig onderhoud, aangezien slechts een deel van het rioolstelsel geïnspecteerd is. Teneinde een beter beeld te krijgen van de kwaliteit van het totale rioolstelsel wordt in de planperiode van het GRP-4 jaarlijks circa 100 km riool geïnspecteerd.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
b. Actuele onderhoudstoestand: is er sprake van achterstallig onderhoud? De riolering is opgenomen in het geautomatiseerde rioolbeheersysteem (RIOB). De onderhoudsbehoefte is niet van alle leidingen bekend. Van de ongeveer 800 km leiding is circa 300 km (circa 40%) niet geïnspecteerd. Van de wel geïnspecteerde rioolstrengen moet: 9 km z.s.m. worden aangepakt (vervangen of relinen); 16 km binnen 5 jaar worden aangepakt (vervangen of relinen); 21 km binnen 10 jaar worden aangepakt (vervangen of relinen).
PAGINA
216
-
PAGINA
217
- het dagelijks beheer van de riolering, inclusief de technische installaties, zoals de gemalen; - onderzoek aan de riolering; - vergunningverlening en handhaving; - het Waterservicepunt voor afkoppelprojecten. Op basis van de huidige informatie gaan we ervan uit dat de beschikbaar gestelde budgetten voldoende zijn. Nadere en betere onderbouwingen volgen uit de verdere inspectie van het rioolstelsel.
In de onderhoudsgroep Water zijn zeer verschillende onderdelen opgenomen. Het gaat o.a. om de groen/ecologische objecten, zoals moerassen, sloten en paddenpoelen. Deze onderdelen hebben een sterke relatie met het groenonderhoud en zijn als ‘watervegetaties’ in het groenbeheersysteem opgenomen. Er zijn thans geen specifieke problemen ten aanzien van het beheer en onderhoud. Beschoeiingen zijn ook onder deze categorie geschaard. Momenteel heeft Arnhem nog een hoeveelheid lichte beschoeiingen, deze verdwijnen gedeeltelijk om plaats te maken voor natuurlijke oevers. De staat van onderhoud is daarom minder belangrijk. Daarnaast is er oppervlaktewater, zoals de Immerlooplas en Malburgerhaven. Het dagelijks onderhoud van dit water bestaat uit beluchten, schoonhouden en oplossen van klachten. Het groot onderhoud bestaat uit baggeren. Voor de Malburgerhaven is er een beheerplan tot 2020. Daarin is zowel dagelijks onderhoud opgenomen als baggeren, in ieder geval om overlast voor de scheepvaart te voorkomen. Tot slot zijn er civieltechnische watergerelateerde werken, zoals beekriolen, fonteinen en duikers. Er is ongeveer 3 kilometer beekriool. Dit zijn duikers, maar met een bijzondere functie. Het beleid is erop gericht beken weer zoveel mogelijk boven de grond te halen. Circa 80% van de duikers in Arnhem is in beeld, tenminste als het gaat om de locatie en een inschatting van de leeftijd. Deze gegevens zijn in het beheersysteem RIOB ingebracht. In RIOB staan 554 duikers in een variatie van afmetingen. De oudste duiker is van ongeveer 1900. De constructies en fundering van de duikers is nog onbekend. Er zijn 29 fonteinen (21 vijvervalfonteinen en 8 drinkwaterfonteinen) in Arnhem. Het Waterplan Arnhem 2009-2015 is in oktober 2009 door de gemeenteraad en de algemene besturen van de beide waterschappen vastgesteld.
a. Het vastgestelde kwaliteitsniveau De waterschappen (Rijn en IJssel voor Arnhem-Noord en Rivierenland voor Arnhem-Zuid) zijn verantwoordelijk voor al het oppervlaktewater. Uitgezonderd zijn de sloten,kolken en plassen De Wheme en Immerloo in Arnhem-Zuid; die zijn in beheer bij de gemeente en enkele particulieren. De kwaliteit van het oppervlaktewater is de laatste jaren steeds beter geworden maar voldoet nog niet aan de gestelde doelen (landelijk en Europees). Samen met de beide waterschappen wordt gewerkt aan een programma om de gestelde kwaliteitsdoelen te realiseren. De gemeentelijke inspanning ligt vooral op het verminderen van de uitstoot van vervuiling uit de riolering op het oppervlaktewater en het geven van voorlichting aan bewoners met als doel gedrag te veranderen, waardoor het oppervlaktewater steeds beter van kwaliteit wordt. Voor duikers, beekriolen, fonteinen e.d. geldt het zogenaamde basisniveau (CROW-niveau B).
b. Actuele onderhoudstoestand: is er sprake van achterstallig onderhoud? Er is geen sprake van achterstallig onderhoud aan het oppervlaktewater. In de afgelopen jaren zijn alle wateren in Arnhem gebaggerd. Een uitzondering is de Immerlooplas (de baggerkosten zijn hier dusdanig hoog dat besloten is vooralsnog niet te baggeren). Als we onder achterstallig onderhoud ook rekenen het nog niet voldoen aan kwaliteitsnormen dan is er in delen van het Arnhemse oppervlaktewater nog sprake van (enig) achterstallig onderhoud. Bij de fonteinen is wel sprake van achterstallig onderhoud. De fonteinen in de Janssingels zijn de afgelopen jaren opgeknapt, de AKU-fontein, de fontein op het Kerkplein en de Grote Fontein in Sonsbeek zijn dringend toe aan groot onderhoud.
ONDERWERP
4.3.5 Water
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
h. De planning/actiepunten voor 2011 en verder Zoals hiervoor reeds is aangegeven, zal binnen de aanwezige budgetten jaarlijks circa 100 km riool worden geïnspecteerd, circa 14 km riool worden vervangen of hersteld en 2 gemalen gerenoveerd worden.
f. De benodigde onderhoudsbudgetten Het vervangen van duikers is niet gepland. Als uitgegaan wordt van het beleid om duikers te vervangen door bruggen en watergangen is de totale vervangingswaarde berekend op € 42 mln. De levensduur van een duiker is in dit bedrag op 50 jaar gesteld. Dit betekent dat de kosten (inclusief inspecties) ongeveer € 1 mln. per jaar zullen bedragen. In de berekening van de geraamde kosten is uitgegaan van het in stand houden van de duikers. Het vervangen van bruggen wordt beschouwd als een herinrichting en niet behorend bij de kosten voor beheer en onderhoud. Voor alle fonteinen is de levensduur op 20 jaar geschat en is het (vervangings)onderhoud van delen of de hele fontein ingeschat. In de eerste jaren gaat het vooral om de fontein op het Willemsplein (AKU), de fontein op het Kerkplein en de Grote Fontein in Sonsbeek. De kosten worden gemiddeld geraamd op € 45.000 per jaar. Dit gaat ook over het onderhoud aan pompen, verlichting en schakelkasten. NB Dit budget is zonder de fontein op het Roermondsplein en de Spitting Leaders. Inclusief Roermondsplein wordt het gemiddeld € 55.000 per jaar. Momenteel vindt bij de beekriolen alleen onderhoud plaats op basis van meldingen en klachten. De feitelijke onderhoudskwaliteit is onbekend.
g. De beschikbare onderhoudsbudgetten: is er een knelpunt? In 2010 is circa € 0,2 miljoen beschikbaar voor het daadwerkelijk uitvoeren van onderhoud (dagelijks onderhoud, geen groot onderhoud) aan de watergerelateerde voorzieningen. Met name voor de civieltechnische voorzieningen als duikers en beekriolen is op dit moment geen budget beschikbaar voor onderhoud. Daarnaast wordt een aantal dure maatregelen als baggeren niet uitgevoerd. De geraamde onderhoudskosten zijn € 1,3 miljoen, dus ruim een miljoen hoger dan de beschikbare middelen. In deze MJPB is daarom € 1 miljoen per jaar extra opgenomen voor het onderhoud van de watergerelateerde voorzieningen. h. De planning/actiepunten voor 2011 en verder Het beheerplan verder ontwikkelen en inzichtelijk maken welk bedrag er nodig is voor onderhoud c.q. groot onderhoud.
4.3.6 Groen Bij het groen wordt onderscheid gemaakt tussen het groen in de wijken en het groot groen – bossen en parken – in en om de stad. Tevens valt hieronder de exploitatie van speelvoorzieningen. In de bestekken voor het wijkonderhoud is in totaal ca 500 ha opgenomen. Hiervan zijn gazon en gras&kruiden met respectievelijk 36% en 30% het grootst qua oppervlakte. Verder staan er in Arnhem bijna 41.000 bomen verdeeld in 3 typen eindbeeld: vrij uitgroeiende bomen, niet vrij uitgroeiende bomen en vormbomen.
ONDERWERP
e. Zijn de onderhoud- en beheerplannen actueel? Oppervlaktewater: wel voor wat betreft de door de waterschappen beheerde wateren. Voor de gemeentelijke onderdelen is er nog geen beheerplan. Er wordt momenteel gewerkt aan een beheerplan water, waarin de gemeentelijke onderwerpen opgenomen zijn. Een onderhoudsplan maakt onderdeel uit van dit beheerplan.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
d. Wanneer is de achterstand weggewerkt? Door het ontbreken van informatie is een uitspraak over de huidige achterstand moeilijk te maken. Voor de beekriolen geldt overigens dat het vervangen van (lange) ondergrondse beektrajecten strijdig is met het vastgestelde beleid om beken bovengronds te halen. Als toch blijkt dat lange tracés vervangen moeten worden, dan zal de keuze aan het college of de raad worden voorgelegd.
PAGINA
c. Benodigd budget voor wegwerken achterstallig onderhoud Voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud aan de AKU-fontein is een budget nodig van € 0,35 miljoen. Door het ontbreken van voldoende kwaliteitgegevens kan nog niet worden aangegeven hoeveel budget nodig is om de huidige onderhoudsachterstand bij de beekriolen en duikers weg te werken.
218
Bij de beekriolen en duikers is ook sprake van achterstand in onderhoud. Echter door het ontbreken van financiën is er tot 2010 nauwelijks geïnspecteerd en is in feite de kwaliteit niet bekend. Begin 2010 heeft wel een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden en zijn de grootste duikers geïnspecteerd teneinde een eerste raming van het benodigde onderhoudsbudget te kunnen opstellen. De beekriolen/duikers die onder sporen of hoofdwegen doorlopen worden eveneens in 2010 geïnspecteerd. Onderhoud wordt op dit moment alleen uitgevoerd naar aanleiding van meldingen en klachten.
De speelvoorzieningen worden geïnspecteerd op veiligheid. Uit de gegevens blijkt dat bij ruim een kwart van de speelvoorzieningen de ondergrond niet voldoet. Speeltoestellen die niet voldoen, worden weggehaald. Voor structurele vervanging van toestellen aan het einde van de levensduur zijn de middelen ontoereikend.
c. Benodigd budget voor wegwerken achterstallig onderhoud Eind 2009 is berekend dat in het kader van BGB bijna € 7,6 miljoen (inclusief € 1,2 miljoen voor bomen) nodig is om de huidige onderhoudsachterstand weg te werken. Bij de speelvoorzieningen bedraagt de achterstand circa € 0,5 miljoen. Voor de projecten herinrichting openbare ruimte Malburgen en Presikhaaf, is respectievelijk in totaal (wegen, groen en OV) circa € 2,0 miljoen en € 13,3 miljoen nodig. Vooralsnog is hiervoor een subsidiebijdrage ontvangen van € 1,3 miljoen en binnen het reeds vastgestelde investeringsschema € 7,0 miljoen beschikbaar. Dekking moet nog gevonden worden voor circa € 7,0 miljoen. Deze € 7,0 miljoen maakt onderdeel uit van de taakstelling verhogen planmatig budget onderhoud, zoals opgenomen in het meerjarig financieel beeld in deze MJPB.
d. Wanneer is de achterstand weggewerkt? Voor het groen en de speelvoorzieningen in de wijken wordt er vanaf 2019 een stabiel niveau bereikt na beëindiging van het project Buiten Gewoon Beter. De herinrichting van de openbare ruimte in de wijken Malburgen en Presikhaaf is volgens planning eind 2013 gerealiseerd. Het wegwerken van de achterstand in het grote groen in Arnhem wordt bepaald door de beschikbare financiële middelen. e. Zijn de onderhoud- en beheerplannen actueel? Van de 15 eenheden groot groen in en om de stad is van 6 gebieden een actuele beheervisie beschikbaar. Jaarlijks worden 1 à 2 beheervisies opgesteld/ geactualiseerd. f. De benodigde onderhoudsbudgetten In het rapport “De openbare ruimte van Arnhem in beeld” is aangegeven dat jaarlijks, uitgaande van een duurzaam onderhoud van de openbare ruimte op basis van het vastgestelde kwaliteitsniveau, circa € 6 miljoen nodig is voor het onderhoud van het groen (exclusief bossen en parken). Voor de bossen en parken is circa € 1,1 miljoen per jaar nodig. Voor een adequaat onderhoud van de speelvoorzieningen is jaarlijks ruim € 0,5 miljoen nodig. g. De beschikbare onderhoudsbudgetten: is er een knelpunt? Voor de openbare ruimte (wegen, OV en groen) in de BGB-wijken is het onderhoudsbudget volgens planning in de MJPB 2009-2012 structureel verhoogd tot ruim € 7 miljoen en incidenteel met € 2,4 miljoen per jaar, gedurende de periode 2009 t/m
ONDERWERP
De beheervisies van het grote groen in en om de stad geven duidelijk aan dat groot technisch onderhoud noodzakelijk is. Het betreft o.a. het beheer van exoten, maar ook de gefaseerde vervanging van lanen. Voor het grote groen in de stad gaat het om technische reconstructie van inrichtingselementen paden, hekken meubilair en dergelijk. Daarnaast blijkt nadrukkelijk de behoefte tot aanpassing van het groen aan de eisen van deze tijd.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
b. Actuele onderhoudstoestand: is er sprake van achterstallig onderhoud? Nog niet alle wijken in Arnhem zijn op ‘basisniveau’ gebracht, dus er is nog sprake van achterstalling onderhoud. Momenteel is ruim 825 ha openbare ruimte op ‘basisniveau’ gebracht. Dit betekent dat 31,2% van de taakstelling van het project Buiten Gewoon Beter (BGB) is gerealiseerd. De inschatting is nu dat het BGB-programma eind 2019 zal worden afgerond. Daarnaast lopen er gedurende de komende jaren (t/m 2013) nog projecten in Malburgen en Presikhaaf om daar ook de openbare ruimte op basisniveau te brengen.
PAGINA
a. Het vastgestelde kwaliteitsniveau Voor het groen en de speelvoorzieningen in de wijken geldt B als basisniveau. Voor het grote groen om de stad (de bos en natuurterreinen) en het grote groen in de stad zijn de hoofdlijnen van het kwaliteitsniveau aangegeven in het Groenplan Arnhem. De uitwerking naar inrichting en beheer vindt plaats in de beheervisies; de daadwerkelijke vertaling naar concrete beheermaatregelen vindt plaats in de onderhoudsplannen. Voor de parken geldt kwaliteit B. Alleen voor de parken Sonsbeek/Zijpendaal is in 1999 besloten dat een hoger onderhoudsniveau geldt.
219
De gemeente Arnhem heeft grote stadsparken en beheert een aantal bossen. De bossen en parken hebben een gezamenlijke oppervlakte van 1.800 ha. Arnhem heeft 428 formele speelplekken met in totaal 1.520 speeltoestellen.
PAGINA
220
2016, in totaal € 19,2 miljoen De incidentele component wordt gespaard door reservering van de onderuitputting kapitaallasten (tot nu toe is er zo’n € 10 miljoen gereserveerd).
i. De planning/actiepunten voor 2010 en verder De prioriteit ligt bij het opstellen van beheervisies, het opstellen van beheerplannen en het uitvoeren van projecten groenfonds.
4.3.7 Gebouwen
Vastgoed: In 2005 is besloten is om alle representatieve gebouwen (bv. Stadhuis) te onderhouden op conditieniveau 22, alle overige gebouwen op minimaal conditieniveau 33 en de gemalen op conditieniveau 44 conform NEN 2767. In de praktijk werkt het zo uit dat het vastgoed zich op een onderhoudsniveau tussen 2 en 3 bevindt. Dat kan het beste uitgelegd worden aan de hand van het buitenschilderwerk. Zodra een pand geschilderd is bevindt het pand zich op niveau 2, het jaar daarop op niveau 3. Na een jaar of 5 zou het pand verschuiven naar niveau 4. In de praktijk is dit niet altijd zo; van een gevel pal op het zuiden veroudert het schilderwerk door de UV-straling veel sneller. Samengevat kan gezegd worden dat het conditieniveau het ingreepmoment bepaalt.
b. Actuele onderhoudstoestand: is er sprake van achterstallig onderhoud? Onderwijshuisvesting: Om ernstig verval van 80 gebouwen voor basisonderwijs, speciaal onderwijs en bewegingsonderwijs in Arnhem te voorkomen heeft de raad in de MJPB 2006-2009 over de periode 2006 t/m 2009, aanvullend op het structurele onderwijshuisvestingsbudget, jaarlijks € 2,5 miljoen (dus € 10 miljoen in totaal) specifiek onderhoudsbudget beschikbaar gesteld. Eind 2009 is hiervan € 6,1 miljoen uitgegeven. In 2009 is voor € 1,4 miljoen opdrachten verstrekt voor onderhoudswerkzaamheden die in 2010 worden uitgevoerd. In 2009 is tevens voor € 0,5 miljoen verplichtingen aangegaan voor cofinanciering van binnenklimaatverbeteringen in een 30-tal schoolgebouwen. Nadat deze voorzieningen in 2010 zijn uitgevoerd mag worden gesteld dat (met uitzondering van de school- en sportgebouwen die de onderwijsbestemming hebben verloren en afgestoten zullen worden) de onderwijs- en sportgebouwen in Arnhem geen ernstig achterstallig onderhoud meer vertonen. Vastgoed: Het gemeentelijk vastgoed betreft panden die op de B (=Behouden) lijst van het VGB-plan staan en panden die zijn opgenomen op de zogenaamde Veeglijst. De B-lijst panden betreft ca. 100 objecten, de Veeglijst panden betreffen eveneens ca. 100 objecten (hoofdzakelijk buitensportaccommodaties met in belangrijke mate sportvelden). Indien de nog in voorbereiding en in uitvoering zijnde onderhoudsprojecten uit de VGBplannen 2006 t/m 2010 gereed zijn is het meeste achterstallig onderhoud, zoals dat in 2004 is geconstateerd daadwerkelijk weggewerkt. Bij nadere inspecties is gebleken dat er nog van een aantal panden een gedeelte aan achterstallig onderhoud moet worden weggewerkt. Dat achterstallig onderhoud staat gepland om gelijktijdig met het planmatige 2
Conditieniveau 2 is: Goede onderhoudstoestand, “invloeden van gebruik en wind manifesteren zich in geringe mate. Het bouwelement is ingelopen, de nieuwigheid is eraf. De primaire functieverdeling is zonder meer gewaarborgd.” 3 Conditieniveau 3 is: Redelijke onderhoudstoestand, “Invloeden van gebruik en wind manifesteren zich in de eerste echte gebreken, zoals houtrot, corrosie e.d. Het verouderingsproces over de gehele linie duidelijk op gang gekomen. Incidenteel kan een storing in de primaire functieverdeling optreden.” 4 Conditieniveau 4 is: Matige onderhoudstoestand, “Het verouderingsproces heeft het gebouwdeel duidelijk in zijn greep. De beste tijd is voorbij, het einde nadert. Storingen in functievervulling komen plaatselijk voor en/of zijn reeds meerdere malen voorgekomen.”
ONDERWERP
a. Het vastgestelde kwaliteitsniveau Onderwijshuisvesting: In de meerjaren onderhoudsplanningen voor onderwijspanden en de sportgebouwen bestemd voor bewegingsonderwijs wordt uitgegaan van voorzieningen noodzakelijk om een adequaat onderhoudsniveau te handhaven. In de praktijk gaat het dan om vervanging van de oorspronkelijk bij de nieuwbouw gebruikte materialen en constructies. Bij groot onderhoud / renovatie waarvoor een bouwvergunning is vereist gelden de eisen voor bestaande gebouwen uit het Bouwbesluit. Daarnaast kunnen schoolbesturen op grond van de gemeentelijke verordening onderwijshuisvesting bouwkundige aanpassingen vragen die nodig zijn om een schoolgebouw te laten voldoen aan bij of krachtens de wet gestelde verplichtingen en/of de eigentijdse eisen van het onderwijs.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Bij de gebouwen wordt onderscheid gemaakt in onderwijshuisvesting en gemeentelijk vastgoed.
In de jaren t/m 2014 lopen de onderhoudsuitgaven elk jaar enigszins terug, omdat de laatste delen aan achterstallig onderhoud gaandeweg weggewerkt worden. Daarnaast zijn de verschillende bouwdelen die vanaf 2005 zijn aangepakt opnieuw toe aan onderhoud. De verwachte onderhoudsuitgaven stabiliseren zich daarom -op basis van de huidige gegevens- op het benodigde uitgavenniveau van ca. € 5,3 miljoen structureel (prijspeil 2010). Op dit moment is structureel jaarlijks een bedrag van € 1,6 miljoen beschikbaar. Voor de komende vier jaar is aldus een aanvullend onderhoudsbudget benodigd van 4 x € 3,7 = € 14,8 miljoen.
d. Wanneer is de achterstand weggewerkt? Onderwijshuisvesting: Zoals hierboven onder punt b. is opgemerkt is het achterstallig onderhoud aan de onderwijs- en sportgebouwen (met uitzondering van de gebouwen die de onderwijsbestemming hebben verloren en afgestoten zullen worden) eind 2010 weggewerkt. Vastgoed: Zoals hierboven is aangegeven is een groot deel van het achterstallig onderhoud na het vaststellen en uitvoering van het VGB-plan 2009 weggewerkt. De feitelijke realisatie van de jaarschijven van de VGB-plannen beslaat, zo is in de praktijk gebleken, circa 3 jaar. Dat betekent dat mag worden verwacht dat VGB-plan 2009 ultimo 2012 gereed zal zijn. Op dat moment zal het achterstallig onderhoud weggewerkt zijn van de reeks panden die destijds bij het eerste Vastgoedbeheerplan in 2005 benoemd waren. Er komt evenwel nog een reeks niet eerder voorziene objecten bij, mede op basis van de eerder genoemde Veeglijst. Van enkele andere panden is de aanpak en uitvoering van het aldaar aanwezige achterstallige onderhoud (o.a. Musis Sacrum, zwembad Valkenhuizen en de Schouwburg) opgehouden door aanvullende wensen. Voor deze aanvullende wensen is nog geen budget beschikbaar.
e. Zijn de onderhoud- en beheerplannen actueel? Onderwijshuisvesting: Bij de onderwijs- en sportgebouwen wordt gebruik gemaakt van de meerjaren onderhoudsplanningen die de schoolbesturen c.q. het Sportbedrijf opstellen. Om de 3 jaar worden deze planningen geactualiseerd. Vastgoed: De onderhouds- en beheerplannen van de panden uit het VGB-plan zijn actueel. Vanaf 2008 wordt elk jaar éénderde van de vastgoedportefeuille geïnspecteerd. Zodat elke drie jaar het totale bezit op de onderhoudssituatie is gecontroleerd. De resultaten van deze inspecties worden verwerkt in de Meerjaren Onderhoudsplanning (MOP). De panden van de zogenoemde Veeglijst zullen op dezelfde wijze als de VGBpanden worden geïnspecteerd en onderhouden. De MOP’s zijn de onderlegger voor de jaarlijkse VGB-plannen met daarin opgenomen de “Jaarschijf Onderhoud’ waarin op pandniveau de verschillende onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen.
ONDERWERP
Vastgoed: De 'Voorziening Vastgoedbeheerplan' van € 22,5 miljoen is vooralsnog toereikend gebleken voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud ten aanzien van het gemeentelijk vastgoed in de periode 2005 t/m 2009 èn het planmatig onderhoud zoals dat is opgenomen in Vastgoedbeheerplan 2010. Indien de goedgekeurde VGB-plannen 2005 t/m 2010 zijn gerealiseerd, is de Voorziening Vastgoedbeheerplan, voorcalculatorisch per ultimo 2010 uitgeput. Met ingang van 2011 wordt de omvang van de planmatige onderhoudsuitgaven voorzien op € 5,3 miljoen per jaar (prijspeil 2010) voor de jaren t/m 2014.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
c. Benodigd budget voor wegwerken achterstallig onderhoud Onderwijshuisvesting: Voor 2010 is geen budget meer nodig voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan school- en sportgebouwen die nog een onderwijsfunctie hebben. Daardoor blijft uit het budget voor de inhaalslag achterstallig onderhoud ca. € 2 miljoen over. Dit restant kan vanaf 2010 worden ingezet voor regulier planmatig onderhoud.
PAGINA
Het aanwezige achterstallig onderhoud van de complete gemeentelijke vastgoedportefeuille is van relatief beperkte omvang, doch dient wel daadwerkelijk aangepakt te worden en te worden weggewerkt. Daarnaast zal het planmatige onderhoud structureel moeten worden uitgevoerd, omdat anders opnieuw achterstallig onderhoud zal gaan ontstaan. Het plannen, budgetteren, aanpakken en realiseren van onderhoud is een permanent en continu proces.
221
onderhoud in de jaren 2011 t/m 2014 aan te pakken, indien er voldoende middelen beschikbaar zijn. Een andere reden dat een deel van het achterstallig onderhoud niet uiterlijk 2009 is aangepakt is er in gelegen dat de planvoorbereiding soms meer tijd vergt ondermeer door aanvullende wensen van de gebruiker(s) en/of de betrokken beleidsdienst(en). Met ingang van 2013 is er volgens de huidige inzichten en bij voldoende beschikbare middelen alleen sprake van zogenaamd planmatig onderhoud.
werkelijke kosten gemiddelde kosten/reservering
6.500.000 6.000.000
kosten/reserveringen
5.500.000 5.000.000 4.500.000 4.000.000 3.500.000 3.000.000
In de grafiek is voor de circa 80 gebouwen bestemd voor basis-, speciaal en bewegingsonderwijs in Arnhem gedurende de jaren 2010 t/m 2020 het gemeentelijk aandeel in de jaarlijkse onderhoudsbehoefte aangegeven.
2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000
20 20
20 19
20 18
20 17
20 16
20 15
20 14
20 13
20 12
20 11
20 10
0
Voor 2010-2014 bedraagt het gemeentelijk aandeel in het onderhoud: 2010: € 3,8 miljoen 2011: € 1,2 miljoen 2012: € 5,7 miljoen 2013: € 2,1 miljoen 2014: € 2,1 miljoen 2015: € 5,7 miljoen 2016 e.v. jr.: zie grafiek. Om de jaarlijks sterk fluctuerende uitgaven te vermijden is het gebruikelijk een onderhoudsfonds te vormen dat wordt gevoed met jaarlijks gelijkblijvende dotaties. Het ligt voor de hand hiervoor uit te gaan van het over de periode 2010-2020 gemiddeld per jaar benodigde onderhoudsbudget. De reservering over de periode 2010-2020 zou jaarlijks € 3,4 miljoen moeten bedragen. In de opgenomen verhoging van het budget onderhoud in het financieel meerjarenbeeld in deze MJPB wordt hiervoor € 2 miljoen opgenomen. Vastgoed: In de onderstaande tabel zijn de totalen van de geplande onderhoudsuitgaven aangegeven. Dit is een samenvatting van de MOP 2011-2014. In dit MOP is op pandniveau de onderhoudsdetailplanning opgenomen. Kosten planmatig onderhoud gemeentelijk Vastgoed in miljoen €, incl. BTW, VAT en onvoorzien (prijspeil 2010) 1 2 3 Jaarschijf Huidige dotatie uit NIET gedekte kosten benodigd MJPB tbv Planmatig Onderhoud Planmatig Onderhoud Planmatig Onderhoud periode MJPB 2011-2014 Bedragen x € 1.000,--
Jaarschijf 2011 Jaarschijf 2012 Jaarschijf 2013 Jaarschijf 2014 Totalen
5.300 5.300 5.300 5.300
1.600 1.600 1.600 1.600
3.700 3.700 3.700 3.700
21.200
6.400
14.800
ONDERWERP
Werkelijke en gemiddelde onderhoudskosten onderwijsgebouwen 2010 t/m 2020
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
f. De benodigde onderhoudsbudgetten Onderwijshuisvesting: Willen gemeente en schoolbesturen de onderwijsgebouwen na 2010 blijvend in een goede conditie houden dan zullen beide partijen structureel ieder hun jaarlijkse aandeel in de onderhoudskosten moeten leveren. Door onderhoudswerkzaamheden op tijd en planmatig uit te voeren wordt voorkomen dat ingrijpend (en dus veel duurder) herstel noodzakelijk wordt. Bovendien behouden de schoolgebouwen bij regulier planmatig onderhoud een positieve uitstraling en hebben goed onderhouden gebouwen minder last van schade door vandalisme.
PAGINA
222
Naast het structurele onderhoud aan de verschillende panden door de eigenaar cq het Vastgoedbedrijf Arnhem (het VBA) zullen de panden ook door de gebruiker moeten worden onderhouden op het aspect gebruikersonderhoud. Voor een deel van de panden die op dit moment overgedragen zijn aan het VBA zijn deze beheerplannen inmiddels op orde. Voor een ander deel zijn deze beheerplannen nog niet gereed. Ter voorbereiding daarop wordt op pandniveau de demarcatie tussen de verantwoordelijkheid voor eigenaar en gebruiker helder vastgelegd.
Vastgoed: Jaarlijks is voor het gemeentelijk vastgoed een onderhoudsbudget beschikbaar van € 1,6 miljoen (zie bovenstaande tabel, kolom 2). Dit bedrag is al vanaf 2005 niet geïndexeerd, waardoor het benodigde aanvullende budget hoger is dan in 2005 was voorzien. Dit budget wordt besteed aan de panden op de B-lijst van het VGB-plan en aan panden van de Veeglijst. Voor het structureel planmatig onderhoud dient het onderhoudsbudget aldus verhoogd te worden met een structureel aanvullend budget (tabel, kolom 3) van € 3,7 miljoen (prijspeil 2010).
h. De planning/actiepunten voor 2011 en verder Onderwijshuisvesting: Eind 2010 zijn alle urgente onderhoudsgebreken aan school- en sportgebouwen hersteld en zal het planmatig onderhoud voor dat jaar nagenoeg geheel worden uitgevoerd. Vanaf 2011 is er geen structureel onderhoudsbudget meer. Dat zal leiden tot uitstel van groot onderhoud en (opnieuw) een versnelde achteruitgang van de kwaliteit en de uitstraling van de sport- en onderwijsgebouwen. Vastgoed: De volgende actiepunten worden in 2011 opgepakt: - berekenen, vaststellen, bestuurlijke besluitvorming en implementeren kostprijsdekkende huur; - berekenen, vaststellen en voldoende dekking vinden voor de exploitatiekosten voor de gebruikers (met name MO); - bouwkundige inventarisatie, opstellen en uitvoeren plannen van de panden van de Veeglijst (o.a. clubhuizen e.d.); - voldoende structurele dekking verkrijgen voor planmatig onderhoud en exploitatie van het gemeentelijk vastgoed; - verdere implementatie, realisatie en verankering van het Vastgoedbedrijf.
ONDERWERP
Gelet op bovenstaande grafiek over de onderhoudsbehoefte tot en met 2020 stellen we vast dat voor 2011 een bedrag van € 1 miljoen voor onderhoudsuitgaven voldoende is. Voor het jaar 2012 wordt voorzien dat een structureel budget van € 2 miljoen voor onderhoud niet voldoende is. Naar verwachting zal actualisatie uitwijzen dat circa € 3,4 miljoen beschikbaar moet zijn. De additionele € 1,4 miljoen zal gevonden moeten worden binnen de portefeuille onderwijshuisvesting.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Voor 2011 en volgende jaren was verondersteld dat uit het Onderwijshuisvestingsprogramma jaarlijks een kapitaallastenbudget zou kunnen vrijvallen waarmee tot een bedrag van ca. € 1,4 miljoen onderhoudsinvesteringen kunnen worden gedaan. Dit vanuit de aanname dat de komende jaren nog ruimte was voor investeringen in nieuwe Multifunctionele Centra (MFC's). Nu dit niet het geval is zal, net zoals een aantal jaren geleden, het structurele onderwijshuisvestingsbudget van € 2,5 miljoen naar verwachting nodig zijn voor wettelijk verplichte nieuwbouw, gebouwuitbreiding en leermiddelenpakketten.
PAGINA
g. De beschikbare onderhoudsbudgetten: is er een knelpunt? Onderwijshuisvesting: Voor de onderhoudswerkzaamheden die volgens de meerjarenonderhoudsplanningen in 2010 noodzakelijk zullen zijn is een voorziening noodzakelijk van € 3,4 miljoen. Het college heeft besloten voor het restant van het budget eenmalige impuls achterstallig onderhoud 2006-2009 ad € 2 miljoen (zie hierboven onder punt c.) in te zetten als gedeeltelijke dekking voor deze onderhoudskosten. Als aanvullende dekking heeft het college uit het Onderwijshuisvestingsprogramma 2010-2011 een krediet ad € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld. Met dit budget kan het planmatig onderhoud voor 2010 grotendeels worden uitgevoerd.
223
Voor het gemeentelijk vastgoed is een jaarlijks budget nodig voor planmatig onderhoud, zoals is aangegeven in de tabel, kolom 1. Daarmee kan worden voorkomen dat er op termijn weer sprake zal zijn van achterstallig onderhoud. Indien onvoldoende middelen voor planmatig onderhoud gereserveerd worden zal opnieuw een situatie van achterstallig onderhoud gaan ontstaan, waardoor op termijn extra en onnodige kosten gemaakt moeten en het vastgoed niet adequaat door de gebruiker c.q. doelgroep van beleid kan worden gebruikt.
PAGINA
224
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
§ FINANCIERING
4.4.1
Inleiding
PAGINA
225
4.4
In het treasurystatuut gemeente Arnhem worden de missie en doelstellingen voor het financieringsbeleid beschreven. In dit statuut wordt ingegaan op de kaderstelling van de werkorganisatie (taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, mandatering) en op het instrumentarium om de doelstellingen te realiseren.
Voor wat betreft de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte; 2. Financiering van de sociale woningbouw; 3. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen.
1. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte Bij de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte gaat het om de financiering van de investeringen van de gemeente Arnhem, de exploitatie van lasten en baten en de Stadsbank. Bij de investeringen moet naast de reguliere (her)financieringen van de gemeentelijke taken worden gedacht aan de grote stedelijke projecten, zoals Arnhem Centraal, Rijnboog en onderhoudsplan wegen. Als ‘inkoop’ van geld (de funding) wordt gebruik gemaakt van de volgende financieringsmiddelen: • de kapitaalmarkt voor langlopende financieringsmiddelen: € 567 miljoen. Het betreft hier dus de leningenportefeuille OG = opgenomen gelden. • de geldmarkt voor kortlopende financiering(< 1 jaar); het uitnutten van de zogenaamde kasgeldlimiet tot het toegestane maximum van € 40 miljoen. • de binnen Arnhem beschikbare reserves en voorzieningen met een volume van gemiddeld € 168 miljoen. Het volume van de kapitaalverstrekking van concernstaf aan de diensten is in het jaar 2011 ca. € 542 miljoen. De leningenportefeuille UG = uitgezette gelden, heeft in 2011 een volume van € 233 miljoen. Het betreft hier leningen aan instellingen en aan de woningbouwcorporaties.
Reserve voor renteverschillen Als dekking van de kosten van de verstrekte financiering aan de diensten wordt intern het zogenaamde rente-omslagpercentage in rekening gebracht, een gewogen gemiddelde van door de gemeente te betalen rente aan verstrekkers van de opgenomen leningen vermeerderd met bijkomende kosten van de financieringsfunctie. In 2011 bedraagt de omslagrente 5,25%. Door te werken met een omslagrente kunnen meerjarig de rentekosten voor de financiering van investeringen van de gemeente (w.o. de grote projecten) stabiel worden gehouden. De marktrente kan en zal fluctueren; een gemiddelde rente van een groot aantal afzonderlijke leningen binnen een stabiele leningenportefeuille fluctueert veel minder sterk. Voor het opvangen van rentefluctuaties wordt een specifieke reserve aangehouden, de ‘reserve voor renteverschillen’. Met behulp van deze reserve wordt voorkomen dat rentestijgingen op de geld- en/of kapitaalmarkt in één jaar onmiddellijk leiden tot een verhoging van de omslagrente. Bij een belangrijke stijging van de rentepercentages in de markt kunnen de hogere rentekosten op korte termijn ten laste van de reserve worden gebracht. Voor de langere termijn moet in meerjarig kader naar een alternatief voor de dekking worden gezocht. Het volume van de reserve voor renteverschillen bedraagt € 6 miljoen (per ultimo 2009). Arnhem en de recessie De kredietcrisis en de daarop volgende economische recessie hebben ertoe geleid dat de gemeente na een aanvankelijke stijging is geconfronteerd met een gestaag dalende rente. Zo bezien kan gesteld worden dat de recessie voor de financieringsfunctie voordelen heeft opgeleverd. Bijna alle financiële en marktanalisten houden rekening met een relatief kortlopend scenario voor de huidige economische recessie. Dit wordt ondersteund door de tekenen
ONDERWERP
4.4.2 Risicomanagement financiering
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
In deze paragraaf komen de onderstaande onderwerpen aan de orde: ● Risicomanagement financiering; ● Financieringsvolume; ● Kasgeldlimiet; ● Renterisiconorm; ● Overige risico’s;
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Reserve woningbouw Voor de aan deze financiering verbonden risico’s wordt een reserve aangehouden, BR Volkshuisvesting. Per begin 2010 is het volume van deze reserve € 0,726 miljoen (bron JV2009).
3. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen Bij de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen gaat het om activiteiten die nauw grenzen aan het beleid van de gemeente Arnhem. Het gaat hier vooral om instellingen in de sectoren zorg, sport en cultuur. Ook bij deze financiering wordt de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd. Bij de directe (eigen) financiering van de activiteiten van de instellingen heeft de gemeente Arnhem een gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen waarborgen te verbinden kan bij calamiteiten direct worden gereageerd (voorbeeld: executie bij recht van eerste hypotheek). Tevens bestaan er bij de sectoren zorg en sport waarborgfondsen. Met borgstelling door deze waarborgfondsen kunnen instellingen bij banken een lagere rente bedingen en hoeft de gemeente zelf geen lening te verstrekken. Besluiten tot het verstrekken van leningen aan derden worden voorbereid door de betreffende vakdienst en ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Het is zeker niet ondenkbaar, dat een instelling als gevolg van de recessie en kredietcrisis (eerder) in moeilijkheden komt en daardoor bij de gemeente aan moet kloppen. Reserve voor algemene risico’s financiering Het risico is aanwezig dat een instelling niet aan de contractuele verplichtingen van betaling van rente en/of aflossingen kan voldoen. Dit risico wordt beperkt door maatfinanciering en door het bedingen van garanties met betrekking tot solvabiliteit en te stellen zekerheden. De gemeente hanteert een risico-opslag op de te betalen rentevergoeding over de lening van 0,1% à 0,2%. Deze risico-opslag voedt de reserve
ONDERWERP
226
2. Financiering van de sociale woningbouw Het huidige beleid van de gemeente is terughoudendheid te betrachten bij het verstrekken van nieuwe leningen, ook aan de woningbouwcorporaties. Dit resulteert uiteindelijk in een lager risico voor de gemeente. Bij de financiering van de woningbouw wordt door de corporaties nadrukkelijk gekeken naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, waarmee de gemeente Arnhem een achtervangovereenkomst heeft gesloten. Dit landelijk fonds fungeert als waarborg ten aanzien van de risico’s en vervult daarmee de garantstellende rol die gemeenten van oudsher hadden. Ook gezien de ontwikkelingen op het gebied van schaalvergroting en regionalisering van de woningbouwcorporaties ligt een terugtrekkende rol van de gemeente op het terrein van de financiering in de lijn van de verwachtingen. Door schaalvergroting van de activiteiten wordt als het ware de gemeentegrens overschreden. Naast deze afbouw van de gemeentelijke bemoeienis in nieuwe financiering van de sociale woningbouw zijn stappen gezet om als gemeente terug te treden uit de financiering van al afgeronde projecten. Een aantal woningbouwcorporaties heeft aangegeven de leningen graag in eigen beheer te willen nemen, wat zal leiden tot een verdere afname van de huidige portefeuille. Als gevolg van de moeilijke omstandigheden die op dit moment de kapitaalmarkt tekenen is deze ontwikkeling tijdelijk geparkeerd in afwachting van betere mogelijkheden voor corporaties om weer op grote schaal kapitaal aan te trekken. De omvang van de verstrekte leningen aan woningcorporaties bedraagt per 1 januari 2011 € 196 miljoen en volgens de contractueel vastgelegde aflossingsschema’s per 31 december 2011 € 189 miljoen. Hoewel de corporaties bij het aantrekken van leningen als regel afdoende zekerheid verstrekken voor het tijdig betalen van rente en aflossing (waarborgfonds WSW en recht van hypotheek verstrekken) is het zaak alert te blijven op de financiële posities van de corporaties. Als gevolg van de verplichting voor de corporaties om in de eigen bedrijfsvoering over de sociale huisvestingscomponent vennootschapsbelasting te betalen is de verwachting dat corporaties in zwaarder weer terecht komen. Dit is mede in relatie tot de huidige recessie een risicofactor waar rekening mee moet worden gehouden.
PAGINA
van voorzichtige groei en toename van de wereldhandel in de eerste maanden van 2010. Aantrekken van de economie zal ertoe leiden dat op een bepaald moment de vraag naar financiering toeneemt en dat betekent een stijging van het rentepercentage. In verband met de op dit moment nog ongewisse bewegingen van de economie is het niet ondenkbaar dat de reserve voor renteverschillen op enig moment moet worden aangesproken om de omslagrente op het huidig niveau te houden. Dit moment kan aanbreken wanneer de kosten van langlopende financiering drastisch stijgen maar ook wanneer de eigen financieringsmiddelen zoals reserves en voorzieningen moeten worden aangewend om bestedingen te doen en de gemeente dus extra geld moet lenen voor de financiering van de op de balans aanwezige activa.
4.4.3
Financieringsvolume
Korte termijn financiering (vlottende financiering) Bij de kortlopende financiering gaat het om de financiering van de lopende activiteiten en werkzaamheden van de gemeente. Hiervoor wordt geld geleend of tijdelijk uitgezet voor een periode van maximaal een jaar. Voor deze vorm van lenen is een specifiek arrangement afgesloten met de Bank Nederlandse Gemeenten, waarbij voor de bepaling van het maximale volume de kasgeldlimiet uit de wet FIDO wordt gehanteerd. Hierbinnen staat het de gemeente vrij om tijdelijk zelf kortlopende middelen in te nemen of uit te zetten. In voorkomende situaties zal een deel van de opgenomen kas-/callgelden (O/G) worden omgezet in langlopende financiering, de zogenaamde consolidatie. Een en ander past binnen de regels, zoals vastgelegd in het treasurystatuut. De kasleningen U/G (uitgezet geld) beperken zich momenteel tot de gedeeltelijke financiering van de grondbank Schuytgraaf.
Financieringsbehoefte 2011: Onderstaand schema geeft inzicht in de benodigde geldmiddelen en de manier waarop een en ander kan worden gefinancierd (funding). Benodigd voor
Bedrag
Financiering middels
Bedrag Bedragen x € 1.000,--
Activiteiten gemeente Arnhem
542.000
Reserves en voorzieningen
168.000
Uitgezette gelden aan gelieerde instellingen en woningbouwcorporaties
233.000
Opgenomen gelden in de kapitaalmarkt (leningen o/g)
534.000
Rekening courant met Bank Nederlandse Gemeenten
40.000
(leningen u/g)
775.000
Totaal Resultaat
742.000
Het totaalvolume van de benodigde financieringen bedraagt € 775 miljoen. Vanuit de volumes van de reserves en voorzieningen en vanuit de bestaande leningenportefeuilles voor respectievelijk de vaste financiering en de woningbouw is een bedrag van € 702 miljoen (= € 168.000 en € 534.000) beschikbaar. Tevens is vanuit de vlottende financiering een bedrag van maximaal € 40 miljoen als dekking in te zetten. Dit betreft het arrangement met de Bank Nederlandse Gemeenten. Totaal aan funding is dus beschikbaar € 742 miljoen. Dit betekent dat er een bedrag van ca. € 33 miljoen aan additionele middelen ingenomen moet worden. Leningenportefeuille 2011 Onderstaand schema geeft inzicht in de samenstelling van de volumes in het jaar 2011 van de huidige leningenportefeuille. Het betreft leningen opgenomen gelden (OG) en leningen uitgezette gelden (UG). Het netto saldo (volume OG minus volume UG) is ca. € 334 miljoen en wordt betrokken bij de bepaling van het benodigd volume voor de eigen financieringen.
ONDERWERP
Lange termijn financiering (vaste financiering) Zoals reeds toegelicht gaat het hier om de benodigde (additionele) geldmiddelen voor de eigen gemeentelijke financiering (kapitaalverstrekking aan diensten); de financiering van de sociale woningbouw; de financiering van de grondbank Schuytgraaf en de verstrekking van geldleningen aan instellingen, gelieerd aan het beleid van de gemeente Arnhem.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Jaarlijks neemt de gemeenteraad een besluit over het financieringsvolume. Dit volume heeft betrekking op de financieringsbehoefte voor de lange termijn (vaste financiering) en voor de korte termijn (vlottende financiering).
Totaal Resultaat
PAGINA
227
Risico financiering derden. De stand van deze reserve bedraagt per 31.12.2009 € 6 miljoen. Van de gemeentelijke portefeuille van leningen aan instellingen van € 38 miljoen (ultimo 2009) beschouwen wij maximaal € 10 miljoen als ‘aandachtspunt’, dit is de reden dat de reserve in 2010 teruggebracht is tot € 4 miljoen.
Opname
Aflossing
Stand 31.12.2011
rente 2011
PAGINA
Stand 01.01.2011
228
Leningen portefeuille
Bedragen x € 1.000,--
Leningen O/G Leningen portefeuille
534.000
Extra financieringsbehoefte in 2010 Totaal leningen O/G
-31.000 33.000
503.000
17.800 1.000
536.000
18.800
1.600
33.000
-31.000
Vaste leningen uitstaand
37.000
0
-2.000
35.000
Woningbouwcorporaties
196.000
-7.000
189.000
9.900
Totaal leningen U/G
233.000
-9.000
224.000
11.500
Leningen U/G
0
Rentevisie Voor bij banken aangetrokken leningen wordt door de gemeente rente betaald. Sinds het uitbreken van de kredietcrisis is als gevolg van de grootscheepse reddingsoperaties de rente op de kapitaalmarkt gestadig gedaald. In eerste instantie heeft de gemeente daar geen voordeel van gehad omdat de banken hoge opslagen berekenden om hun risico’s te dekken, maar in de loop van 2009 zijn deze opslagen gedaald met als gevolg dat ook de gemeente kan profiteren van een lagere rente. Deze daling van de kapitaalmarktrente kan niet blijven aanhouden. De rente zal weer gaan stijgen, maar wanneer dat gaat gebeuren is nog ongewis. Om een stijging van de gemiddelde rentekosten van de gemeente tegen te gaan en zelfs een daling te realiseren wordt door het college voor de jaren 2010 t/m 2013 gekozen voor het afsluiten van leningen met een looptijd van niet meer dan 3 jaar. Het behoeft geen toelichting dat voor zulke leningen de rente lager is dan voor langer lopende leningen. Met deze keuze kan de gemiddelde looptijd van door de gemeente aangetrokken leningen worden teruggebracht naar vijf jaar. Op dit moment ligt de gemiddelde looptijd nog op circa tien jaar. Met deze kortere gemiddelde looptijd kan de gemeente structureel lagere rentekosten realiseren dan in het verleden het geval is geweest. Gestreefd wordt naar gemiddelde rentekosten van niet meer dan 4%. Ter indicatie: per 1 januari 2010 bedroeg de gemiddelde rente 4,45%. Een gemiddelde rente van 4% bij een gemiddelde looptijd van de aangetrokken leningen van niet korter dan vijf jaar achten wij mogelijk gezien de ontwikkelingen uit het verleden en de verwachtingen voor de toekomst. Een gemiddelde looptijd van korter dan ongeveer vijf jaar (met een bijbehorende nog lagere rente) is voor de gemeente niet toegestaan in verband met wettelijke beperkingen, de renterisiconorm (zie hieronder).
Mandaat (voor nieuw aan te trekken financieringsmiddelen) Voor de financieringsbehoefte per onderscheiden categorie mandateert de gemeenteraad het college om in 2011 leningen aan te gaan tot de volgende maximumtotalen:
Maximaal toegestane leningen 2011
Maximaal Bedragen x € 1.000,--
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte
250.000
Financieringsbehoefte sociale woningbouw
100.000
Financieringsbehoefte aan gemeente gelieerde inst.
150.000
Deze bedragen wijken niet af van het mandaat voor 2010. Ondanks de geschetste ontwikkelingen voor wat betreft een terughoudend beleid voor het verstrekken van nieuwe leningen aan corporaties of derden blijft de gemeente voor de categorieën financiering corporaties woningbouw en financiering aan gemeente gelieerde instellingen voorlopig aan de relatief hoge volumes vasthouden om –zeker in de huidige economische situatie- snel te kunnen inspringen wanneer dat nodig is.
ONDERWERP
534.000
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
33.000
Renterisiconorm
Het doel van de renterisiconorm is om voor de vaste schuld te bepalen of de gemeente in enig jaar grote risico’s loopt door (her)financiering van leningen of door het toepassen van renteherzieningen op leningen. Dit risico betreft dus de mogelijke verzwaring van de rentelasten en hiermee extra druk op de exploitatie. Bij een goed (gelijkmatig) opgebouwde leningenportefeuille blijft dit renterisico binnen verantwoorde marges en zullen de renteaanpassingen zich geleidelijk voordoen en binnen de begroting opgevangen kunnen worden. In de Wet Fido is vastgelegd dat jaarlijks een volume ter grootte van 20% van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting (peildatum 1 januari) mag worden geherfinancierd of een renteherziening mag ondergaan. Voor de gemeente Arnhem houdt dat in dat de gemiddelde looptijd van de aangetrokken leningen niet korter mag zijn dan ongeveer vijf jaar (het lastentotaal van de begroting is ongeveer even groot als de totale leningenportefeuille). Voor het jaar 2011 komt de prognose van het renterisico uit op 4,5% (vergelijk: JV2009 4,3%).
4.4.6 Overige risico’s Gezien de samenstelling van de gemeentelijke leningenportefeuille en de kaderstelling vanuit de wet en het treasurystatuut (alleen leningen in euro’s) is er binnen de gemeente Arnhem geen sprake van valutarisico en/of koersrisico.
ONDERWERP
4.4.5
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor gemeenten voor het beheersen van het renterisico in verband met de korte termijn financiering. De kasgeldlimiet is een wettelijke norm (plafond) voor het volume geldleningen in de vorm van zogenaamde call- en kasgeldtransacties. De bovengrens is bij ministeriële regeling voor het jaar 2011 vastgesteld op 8,5% van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting. Het gemeentelijke jaarplan 2011 heeft een omvang van € 676,6 miljoen. De kasgeldlimiet voor het jaar 2011 komt daarmee uit op € 57,5 miljoen. Door de bewuste sturing hierop blijft de gemeente Arnhem voortdurend onder de kasgeldlimiet.
PAGINA
Kasgeldlimiet
229
4.4.4
PAGINA
230
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
4.5.1
Inleiding
De op de gemeentelijke organisatie afkomende maatschappelijke opgaven en ontwikkelingen, waaronder bezuinigingen en de veranderende werkwijze van het stadsbestuur n.a.v. het Lenteakkoord, hebben in 2010 geleid tot een herijking op het huidige gemeentelijke organisatiemodel en tot een nieuwe organisatievisie. In 2011 worden op grond van een eveneens in 2010 opgesteld implementatieplan de benodigde wijzigingen voorbereid en ingezet. In de komende jaren zullen reorganisaties gaan plaats vinden om zo aan te sluiten bij de ontwikkelingen.
Personele ontwikkelingen De komende jaren wordt ingezet op personeelsbeleid. Dit is van belang aangezien onze medewerkers een belangrijke stabiele factor vormen en het vinden van de goede match op de arbeidsmarkt steeds moeilijker wordt. De veranderende taken en werkwijze van de gemeente vragen van de organisatie en haar medewerkers dat zij meebewegen. De gemeente moet daarom over goed en gekwalificeerd personeel beschikken. De verwachting is dat de aankomende bezuinigingsronde op termijn ook van invloed zal zijn op het personele vlak. In vergelijking met de begroting van 2010 is een lichte stijging te zien van de ambtelijke organisatie met 20 fte’s. De daarmee samenhangende loonkosten en rekening houdend met de nominale ontwikkeling geeft een stijging van het loonsom met € 3,2 miljoen.
Personele lasten
Realisatie
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
Mutatie tov 2010 Bedragen x € 1.000,-
Aantal FTE ambtelijke organisatie
1.677
1.711
1.731
20
Loonsom ambtelijke organisatie
94.937
100.227
103.459
3.232
Inhuur externen
20.067
7.818
7.385
-433
115.004
108.045
110.844
2.799
Totale lasten
Informatie Er zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van informatievoorziening en automatisering. Het informatiebeleid staat in het teken van en faciliteert de verbetering van de publieke dienstverlening en de bedrijfsvoering. Het informatiebeleid draagt bij aan verhoging van de transparantie. De informatievoorziening maakt het ook mogelijk dat steeds meer vragen snel via het klantcontactcentrum worden afgehandeld. De gemeente ontwikkelt zich als het digitale portaal van de hele overheid en er vindt landelijke standaardisering van de elektronische dienstverlening plaats. Momenteel wordt een visie opgesteld om deze ontwikkelingen een verdere impuls te geven. Om dit te kunnen realiseren wordt er ingezet op onder andere: Doorontwikkeling informatievoorziening aan de burger en medewerkers van het klantcontactcentrum Of een contact nu plaatsvindt per telefoon, mail, post, internet of aan de balie; de klant moet op de zelfde manier correct en snel worden geholpen. Klant en medewerker moeten
ONDERWERP
Organisatie
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De paragraaf bedrijfsvoering bestaat uit de onderdelen personeel, informatisering, juridische zaken, organisatie, financieel beheer, auditing en bezuinigingen. Bedrijfsvoering staat vooral in het teken van het verwezenlijken van de doelstellingen en in verband daarmee voor een rechtmatig, doelmatig en doeltreffend beleid en beheer. De bedrijfsvoeringparagraaf geeft inzicht in de bedrijfsvoering en de relatie met het uitvoeren van de doelstellingen.
4.5.2
PAGINA
231
4.5 § BEDRIJFSVOERING
PAGINA
232
dan ook beter en eenvoudiger inzicht krijgen in de status van zijn of haar aanvragen. De gemeente maakt steeds beter gebruik van praktische kennis om het dienstverleningsproces te verbeteren. Dat gebeurt onder andere door systemen in te zetten om ervaringen en veel gestelde vragen systematisch te verzamelen en te ontsluiten.
Doorontwikkeling internet Burgers en bedrijfsleven maken steeds meer gebruik van digitale informatie en digitale afhandeling van transacties. Hierbij valt te denken aan het digitaal aanvragen en afhandelen van producten en het ontsluiten van informatie. De burger zal op termijn op internet dezelfde dienstverlening moeten kunnen krijgen als aan de balie.
Financiën De beleidscyclus is de kapstok in het samenspel tussen raad, college en de ambtelijke organisatie. Uitgaande van politiek primaat en ambtelijke professionaliteit wordt samenhangend gewerkt aan het realiseren van de doelen uit de begroting. In de cyclus worden de volgende documenten ten behoeve van de gemeenteraad geproduceerd: de perspectiefnota, de meerjarenbegroting, de tussentijdse rapportages en het jaarverslag. Naast de juistheid en tijdigheid van de beleidscyclus-documenten wordt er ook ingezet op efficiëntie. Dit wordt bewerkstelligd door het standaardiseren van documenten, het beter benutten van het financiële systeem en het definiëren van managementinformatie.
4.5.3
Internal auditing
De gemeente Arnhem streeft ernaar om “in control” te zijn. Onder “in control” wordt verstaan dat er de beschikking is over een beleids- en beheersinstrumentarium, en over procesbeheersings-methodieken die de organisatie in staat stellen kansen en bedreigingen (risico’s) tijdig te signaleren en hierop in termen van sturing alert te reageren.
Processen De procesbeschrijving is het eerste niveau waarop de gemeente aantoont dat het in control is. Processen en procedures zijn beschreven, medewerkers en management weten wat de doelen en de doelstellingen zijn. Belangrijk is dat de kritieke processen zijn beschreven en deze beschrijvingen beheerd worden. Verantwoording De verantwoordings- en sturingselementen zoals deze zijn vormgegeven in de begroting, Turaps en jaarverslag geven inzicht in de resultaten, kansen en risico’s. Risicomanagement maar ook vertrouwen zijn daarbij sleutelbegrippen. Risicomanagement en de financiële vertaling daarvan in het weerstandsvermogen is verwoord in de paragraaf weerstandsvermogen. De instelling van de auditcommissie door uw raad is een belangrijk element van ‘toezicht’ naast de reeds bestaande structuren. Auditing Auditing, oftewel het doen van objectief en onafhankelijk onderzoek, is het sluitstuk van de ‘control’. In dit kader wordt onderscheid gemaakt tussen externe en interne audits. De externe auditfunctie wordt ingevuld door de accountant en is aangesteld door uw raad. De accountant richt zich op de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening. Het oordeel wordt door de accountant toegelicht in de vorm van een accountantsverslag en de management letter met daarin de conclusies en de aanbevelingen. Interne audits worden uitgevoerd in opdracht van het College van B&W, de Gemeentesecretaris of de Concerncontroller. Interne audits richten zich op: • de financiële verantwoording en de totstandkoming van de jaarrekening; • de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid en bestuur (artikel 213a. GW);
ONDERWERP
Doorontwikkelen bedrijfsvoering In het kader van de dienstverlening is het van belang dat er een goede registratie is van besluitvorming en correspondentie met de burger. Verdere ontsluiting van ons digitale archief maakt dit mogelijk. Hierin zal verder geïnvesteerd gaan worden.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Mid-office Bij mid-office gaat het om de integrale gegevensopslag. Hiermee kunnen wettelijke taken beter uitgevoerd worden en is informatie beter benaderbaar. Ook verkorten de doorlooptijden hierdoor. De informatie wordt voor de medewerkers beter toegankelijk. Ook wordt de burger gefaciliteerd, doordat meer gegevens digitaal geraadpleegd kunnen worden middels DigiD.
PAGINA
233
• het goed en betrouwbaar functioneren van de interne organisatie. De interne audits richten zich naast de betrouwbaarheid van de informatie ook op sturing en beheersingsvraagstukken en bieden zo het bestuur aanvullende zekerheid. Financial audits In 2011 zal de planning voor de interne audits voornamelijk gericht zijn op de business cycles waarin veel geld omgaat, zoals de cycle inkoop en aanbesteden en de business cycle personeel. Daarnaast worden interne audits uitgevoerd op de verantwoording van de Rijkssubsidies/Provinciale subsidies die opgenomen worden in de jaarrekening in de vorm van Single Audit Single Information.
Doeltreffendheid betreft de vraag: • of de getroffen maatregelen en verrichtte activiteiten de gewenste maatschappelijke gevolgen zijn gerealiseerd.
4.5.4
Juridische zaken
De uitkomst van een juridische audit en een motie van de gemeenteraad, respectievelijk in juni en juli 2009, heeft de gemeente eind 2009 doen besluiten tot een versterking van de juridische organisatie. In de eerste helft van jaar van 2010 is hiermee een begin gemaakt en zijn er enkele doelen beschreven. Namelijk het fasegewijs (door) ontwikkelen en systematiseren van de juridische kwaliteitszorg en vergroting van de bewustwording van de juridische risico’s. Op dit vlak streeft de gemeente Arnhem naar een organisatie die “in control” is. Instrumenten die aan “control” moeten bijdragen zijn o.a. organisatiebrede managementinformatie betreffende de juridische kwaliteitszorg, interne juridische audits en het optimaliseren van het gebruik van de bestaande juridische functie(s). Het streven is om de juridische functie structureel en meer aan het begin van de totstandkoming van juridisch relevante producten en diensten in te (doen) schakelen om daarmee de behoefte aan reactief juridisch optreden te verminderen.
4.5.5
Bezuinigingen 2012 en verder
De afgelopen jaren worden gekenmerkt door opeenvolgende forse bezuinigingsoperaties (de grote bezuiniging 2005-2008 n.a.v. het CEBEON-rapport van € 18,4 miljoen en de extra bezuinigingen als gevolg van de ambities van het coalitieakkoord 2006 van € 1 miljoen). De impact van de economische recessie heeft ook haar weerslag op gemeenten, zoals een teruglopende algemene uitkering. Om het financieel totaalbeeld voor de begroting 2012 en verder sluitend te krijgen is een meerjarige taakstelling brede heroverweging opgenomen die in 2011 nader ingevuld moet worden. In hoofdstuk 2 Financieel meerjarenbeeld wordt in paragraaf 2.10 een nadere toelichting gegeven op deze taakstelling en proces dat opgestart wordt om de taakstelling meerjarig structureel te kunnen invullen.
ONDERWERP
De basis voor dergelijke audits is de ‘Verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid’. Doelmatigheid betreft de vraag of: • de prestaties of effecten niet met de inzet van minder middelen hadden kunnen worden gerealiseerd; • of niet méér prestaties of effecten verwezenlijkt hadden kunnen worden met dezelfde inzet van middelen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Operational auditing & Doelmatigheid en doeltreffendheid Operational audits zijn objectieve en onafhankelijke interne audits ten behoeve van het (top)management en gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de beheersing. Nut en noodzaak van dergelijke audits worden versterkt door de opmars van risicomanagement, procesmanagement, technologische ontwikkelingen en organisatorische kansen en bedreigingen. Het is een belangrijk stuk gereedschap voor het bestuur en het management om de organisatie te verbeteren. De toegevoegde waarde van de audits wordt vergroot als de organisatie zelf met onderzoeksvragen komt. Voor 2011 zal een inventarisatie naar de wenselijke audits worden gehouden, rekening houdend met de onderwerpen die op de agenda van de rekenkamercommissie staan.
PAGINA
234
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
§ VERBONDEN PARTIJEN
4.6.2
De visie op de verbonden partijen
In januari 2005 is door de raad de “Kadernota verbonden partijen” vastgesteld. In deze kadernota is de visie van de gemeente Arnhem op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen in de MJPB verwoord. Vanuit de besturingsfilosofie van de gemeente Arnhem is de gedragslijn vastgesteld op welke wijze wordt omgegaan met publiekrechtelijke en privaatrechtelijke samenwerkingsvormen. Deze gedragslijn is inhoudelijk vertaald in een aantal richtlijnen en procedureel in een te hanteren instrumentarium.
‘Afstoffen en aanscherpen’ Op 24 september 2007 is op basis van de nota “Afstoffen en aanscherpen” de kadernota verbonden partijen enigszins gewijzigd en aangevuld. Besloten is om: In een schriftelijke reactie aan de algemene besturen van Gemeenschappelijke Regelingen tijdig de gemeentelijke zienswijze op de toegezonden conceptbegrotingen kenbaar te maken en; Door middel van een kopie van deze reacties de agendacommissie en de gemeentelijke afgevaardigden in het algemeen en dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling te informeren. Het aantal verbonden partijen in 2011 De verwachting is dat de gemeente Arnhem in 2011 met 21 verbonden partijen een relatie heeft. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Naamloze Vennootschap(NV) Bank Nederlandse Gemeenten Stichting Stedenlink Stichting Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Stichting Het Veluwse Bosbrandweer Comité Gemeenschappelijke Regeling (GR) Hulpverleningsdienst Gelderland Midden GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven) GR Regionaal Historisch Centrum "Gelders Archief" Stichting horeca activiteiten Musis / Schouwburg GR Onderwijszaken GR Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA) Besloten Vennootschap (BV) Nazorg Bodem Holding Stichting Dataland GR Knooppunt Arnhem Nijmegen Stichting parkeerbeheer Arnhem GR Euregio Rijn-Waal BV Facility Point BV Participatie maatschappij Schuytgraaf BV Grondexploitatie maatschappij (GEM) Schuytgraaf beheer BV CV GEM Schuytgraaf CV CV Wonen Boven Winkels Arnhem GR Arnhem Nijmegen
4.6.3
Verwachte ontwikkelingen in de komende begrotingsperiode
In deze paragraaf wordt ingezoomd op de belangrijkste ontwikkelingen in de relatie tussen de verbonden partij en de gemeente Arnhem. In het jaarverslag 2009 is conform de vereisten van de BBV in de bijlage “ Actualisatie verbonden partijen 2009” de
ONDERWERP
Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Per verbonden partij is sprake van een financieel en bestuurlijk belang. In de financiële verslaglegging vindt echter geen consolidatie plaats van de verbonden partijen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
4.6.1 Inleiding Een verbonden partij is in de definitie van het BBV een participatie waarmee financiële belangen zijn gemoeid en waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend door de gemeente. De paragraaf verbonden partijen dient volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV): de visie op deze partijen weer te geven in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de programmabegroting; de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen.
PAGINA
235
4.6
Stichting Dataland In het kader van het Programma Stroomlijning Basisgegevens worden gemeenten verplicht basisregistraties in te voeren voor adressen en gebouwen. Belangrijke redenen om de basisregistraties op te zetten, zijn klantgerichter werken en administratieve lastenverlichting. Op 22 januari 2008 heeft de Eerste Kamer de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) aangenomen. Deze wet is van invloed op de taken van de stichting Dataland. Door middel van een herbeoordeling in 2010 zal worden bekeken of de relatie met Dataland gehandhaafd dient te blijven. Dataland heeft als gevolg van de invoering van de BAG een nieuwe richting gekozen. Dataland groeit nog steeds in aantal deelnemers en de stichting streeft naar landelijke dekking. Naast de distributie van BAG gegevens levert de stichting ook andere gemeentelijke informatie, zoals WOZ- en milieugegevens. Tevens voorziet Dataland de gemeenten van een kwaliteitstoets met betrekking tot de geleverde data. GR Regionaal Historisch Centrum "Gelders Archief" In 2010 zal de erfgoedbrede samenwerking een concrete gestalte krijgen: Gelders Erfgoed en Gelders Archief zullen hun opgebouwde samenwerking bestendigen met de vorming van een coöperatie. In principe zullen alle activiteiten van beide instellingen in deze coöperatie worden onder gebracht, evenwel met behoud van de achterliggende juridische structuren (en de gemeenschappelijke regeling). Daarnaast worden verdere voorbereiding getroffen voor de verhuizing van de backoffice naar de locatie van Oldenbarneveldstraat (oplevering en verhuizing in 2013). Stichting horeca activiteiten Musis / Schouwburg Op basis van de resultaten van de onderzoeksrapporten naar verzelfstandiging van de werkmaatschappijen bestaat het voornemen om de cultuur werkmaatschappijen, waaronder Musis en de Schouwburg te verzelfstandigen. Deze verzelfstandiging zal gevolgen hebben voor de positie van de Stichting horeca activiteiten Musis / Schouwburg.
ONDERWERP
Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven) De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is met ingang van 2008 gemoderniseerd. De financiering is vereenvoudigd en loopt nu via de gemeente en niet meer rechtstreeks met de Gemeenschappelijke Regeling (GR). De gemeente kan hierdoor beter de regie voeren. Op basis van de nieuwe wet moet de gemeente een aantal deeltaken van de Wsw zelf uitvoeren; zoals wachtlijstbeheer en bekostigen begeleid werken. In 2008 is hiervoor door de deelnemende gemeenten een beleidskader vastgesteld. Door Presikhaaf bedrijven is vervolgens een Strategisch Plan ontwikkeld. Dit document is in 2009 door de deelnemende gemeenten geaccordeerd en dient als basis voor een implementatieplan. Presikhaaf bedrijven krijgt in de periode 2010-2011 als gevolg van de gewijzigde beleidsaccenten in het kader van de modernisering van de WSW te maken met een forse omslag in de bedrijfsvoering . Eventuele tegenvallers bij deze omslag in de bedrijfsvoering leiden mogelijk tot extra lasten voor de deelnemende gemeenten. Daarnaast zal de gemeenschappelijke regeling met Presikhaaf bedrijven in 2010 worden herzien. Het voornemen is om de structurele gemeentelijke bijdrage af te schaffen in combinatie met de introductie van een bandbreedte voor het weerstandsvermogen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
In 2009 was het de bedoeling om landelijk de Wet op de veiligheidsregio´s in te voeren. Dit zou consequenties hebben voor de gemeenschappelijke regeling. De huidige regeling met HGM moet binnen 3 maanden na het in werking treden van de wet Veiligheidsregio’s worden aangepast. Begin 2010 is de wet aangenomen, maar het is onduidelijk of de wet per 1 juli 2010 ingaat of per 1 januari 2011. Op 25 januari 2010 is door de Arnhemse gemeenteraad een instemmingbesluit genomen op het voornemen van het college om de aanpassing van de huidige gemeenschappelijke regeling met HGM voor te bereiden. De belangrijkste wijziging betreft de verschuiving van VolksGezondsheidsZorg-taak binnen HGM.
PAGINA
Gemeenschappelijke Regeling (GR) Hulpverleningsdienst Gelderland Midden (HGM) De kredietcrisis raakt de gehele samenleving. Het kabinet investeert miljarden euro’s om de effecten van de crisis te dempen. Om dit te bekostigen worden op termijn forse bezuinigingen op de Rijksbegroting doorgevoerd. Dat heeft consequenties voor de financiële ruimte van gemeenten en dus ook voor de gemeenschappelijke regeling HGM. In de loop van 2010 zal duidelijk worden hoe groot die consequenties voor 2011 en verder zijn. Inmiddels is al wel duidelijk dat de inwonersbijdrage in 2011 ten opzichte van 2010 daalt met € 0,97 naar € 16,66. De bijdrage wordt verlaagd vanwege bezuinigingen binnen HGM, die worden doorvertaald in een verlaging van de inwonersbijdrage.
236
uitvoeringsinformatie per verbonden partij opgenomen. Voor een groot deel van de in deze bijlage opgenomen verbonden partijen zijn er in de komende begrotingsperiode geen specifieke ontwikkelingen te verwachten. Voor een aantal verbonden partijen echter wel.
4.6.4
Kaderstelling voor informatie
Conform de vereisten van het BBV en de afspraken in de kadernota Verbonden Partijen wordt in de bijlage verbonden partijen bij het jaarverslag de uitvoeringsinformatie opgenomen In dit overzicht met uitvoeringsinformatie is, conform de afspraken gemaakt in de kadernota verbonden partijen, per verbonden partij opgenomen: De naam en de vestigingsplaats; Het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd; De veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft; Het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; Het resultaat van de verbonden partij.
ONDERWERP
Risico’s Bij verbonden partijen is sprake van een getrapt risico. Financiële problemen worden in eerste instantie door de verbonden partij zelf opgevangen. Per verbonden partij is daarom op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) inzicht nodig in de ontwikkeling van het eigen en vreemd vermogen. Zoals afgesproken wordt in de bijlage bij het gemeentelijke jaarverslag per verbonden partij een overzicht opgenomen van het eigen en vreemd vermogen. Pas wanneer de verbonden partij zelf niet in staat is de problemen op te lossen komen de achterliggende partijen in beeld. De risico’s met beleidsmatige en financiële consequenties voor de gemeente Arnhem zijn opgenomen in de bijlage “Actualisatie verbonden partijen 2009” bij het jaarverslag 2009. Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het risicoprofiel van de verbonden partijen. De risico’s zijn meegewogen in de bepaling van de gewenste weerstandscapaciteit (zie paragraaf 4.2 weerstandsvermogen). Bij het jaarverslag 2010 zal de bijlage verbonden partijen met de uitvoeringsinformatie geactualiseerd worden. Eventuele aanpassingen in het risicoprofiel worden uiteraard meegenomen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Herbeoordelingen en pilot procesbeschrijvingen Afgelopen jaar is er verder uitvoering gegeven aan de afspraken in de “Kadernota verbonden partijen”. De relaties met de verbonden partijen zijn in de vorm van een herbeoordeling doorgelicht. De komende jaren zal verder worden gewerkt aan het opstellen van een toezichtsarrangement per verbonden partij. Daarnaast heeft de dienst Stadsbeheer als pilot een procesbeschrijving “Control op de verbonden partijen” gemaakt. Bezien zal worden of deze procesbeschrijving toepasbaar kan worden gemaakt voor de gehele gemeentelijke organisatie.
PAGINA
Lingezegen De gemeente Arnhem heeft op 28 september 2006 een intentieovereenkomst ondertekend waarin zij heeft aangegeven bij te zullen dragen aan de totstandkoming en instandhouding van een nieuw park aan de zuidzijde van de stad, Park Lingezegen. Op 26 juni 2009 heeft de raad ingestemd met het ondertekenen van de bestuursovereenkomst Lingezegen. Door het ondertekenen van de bestuursovereenkomst verplicht de gemeente zich tot deelneming aan een nieuw op te richten gemeenschappelijke regeling (GR) gezamenlijk met de Provincie Gelderland, Waterschap Rivierenland en de gemeenten Overbetuwe en Lingewaard. Als voorwaarde bij de ondertekening is aangegeven dat de reikwijdte van de gemeenschappelijke regeling vooralsnog beperkt blijft tot de realisatiefase (2009-2013). De partners moeten gezamenlijk voor het einde van de realisatiefase tot een voorstel komen over het beheer van het park en de organisatie daarvan. De gemeenschappelijke regeling is in 2009 nog niet opgericht en zal naar verwachting in 2010 worden opgericht.
237
Gr Stadsregio Arnhem – Nijmegen. Binnen de stadsregio Arnhem - Nijmegen wordt de programmabegroting jaarlijks door de regioraad vastgesteld. In deze programmabegroting zijn op hoofdlijnen de beleidsvoornemens benoemd en de budgetten toebedeeld. Accent voor de komende jaren is het sluitend krijgen en houden van begroting. Door o.a. dalende rente-inkomsten dreigt er vanaf 2012 een tekort te ontstaan. Het College van Bestuur komt eind 2010 met een pakket maatregelen om dit op te lossen.
PAGINA
238
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
§ GRONDBELEID
4.7.1
Inleiding
Inbedding en dienstbaarheid aan (deel)programma’s
In de paragraaf grondbeleid van vorige meerjarenprogrammabegrotingen is aangegeven welke doelen voor het grondbeleid onderscheiden worden: • Het tijdig kunnen realiseren van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen; • Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik; • Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, exploitanten, eigenaren en overheid; • Het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt; • Het realiseren van nieuwe ontwikkelingen tegen aanvaardbare maatschappelijke offers en kosten. Deze doelen staan niet op zich. Het uitgangspunt hierbij is het bereiken van publieke doelstellingen, zoals verwoord in bijvoorbeeld de visie “Arnhem 2015” en nader uitgewerkt in het “Structuurplan Arnhem 2010” en de nota “Stad in Balans”. Hierbij is het van groot belang nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen tijdig te kunnen realiseren. Binnen het grondbeleid onderscheiden we een tweetal soorten projecten: • Grondexploitaties (vastgestelde en in voorbereiding) en • Dienstprojecten, grote projecten die mogelijk worden gemaakt door financiële injecties van de gemeente zelf of van externe partijen (denk onder andere aan Rijk of provincie). Een belangrijke plaats in het grondbeleid wordt ingenomen door de zogenaamde strategische projecten. Dit zijn grootschalige projecten en clusteringen van kleinere projecten, waarmee zowel op het gebied van bedrijvigheid als op het gebied van wonen in de stad het aanzien van Arnhem drastisch wordt veranderd in de betekenis van aantrekkelijker gemaakt. Deze strategische projecten kunnen zowel grondexploitaties zijn als dienstprojecten. De huidige strategische projecten zijn: • Arnhem-Centraal, Centrum-Oost, en Rijnboog ten behoeve van de ontwikkeling van de binnenstad van Arnhem, • Centrum-Zuid, Malburgen en Schuytgraaf in Arnhem-Zuid en • Kleefse Waard/Koningspleij en Presikhaaf in Arnhem-Oost. Naast deze strategische projecten wordt gewerkt aan en in een groot aantal meer kleinschalige projecten (plm. 40 in totaal) ook ten behoeve van wonen en werken in Arnhem. Het grondbeleid heeft geen eigen deelprogramma in de MJPB, maar wordt uitgevoerd ten behoeve van het beleid in aantal deelprogramma’s. Woningbouwprojecten dragen bij aan de doelstellingen van deelprogramma 12.1, goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt; met verbetering van de bereikbaarheid van en verkeersstromen in Arnhem wordt een bijdrage geleverd aan deelprogramma 11.1, mobiliteit en bereikbaarheid, en deelprogramma 14.1, verbetering ondernemingsklimaat, profiteert van de investeringen in en ruimte voor handel, dienstverlening en industrie. In de projecten te realiseren voorzieningen en schoolgebouwen dragen bij aan programma 8 (alle deelprogramma’s), samenleven in Arnhem, en deelprogramma 3.2, goed onderwijs.
ONDERWERP
4.7.2
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
In de vergadering van 19 december 2005 is door de gemeenteraad het kader vastgesteld waarbinnen het grondbeleid en de grondexploitatie opereert. De “Nota Grondbeleid Gemeente Arnhem: Grond(ig) bezien!” legt vast hoe keuzes worden gemaakt om op een verantwoorde manier met de schaarse grond binnen de gemeente Arnhem om te gaan, welke uitgangspunten daarbij worden gehanteerd, welke procedures ten behoeve van de besluitvorming aangewezen zijn, hoe met financiële middelen omgegaan wordt en op welke manier de juiste informatie kan worden verschaft. De nota is hiermee de leidraad aan de hand waarvan het college van Burgemeester en Wethouders het grondbeleid vormgeeft, uitvoert en inbedt in het geheel van activiteiten die de gemeente uitvoert. In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal aspecten waarop het grondbeleid rechtstreeks ingrijpt op de beleidsdoelstellingen en financiën in de meerjarenprogrammabegroting 2011 - 2014.
PAGINA
239
4.7
Deze randvoorwaarden voorkomen dat binnen het grondbeleid op een zodanig zelfstandige manier wordt gehandeld dat de doelstellingen van deelprogramma’s waaraan het grondbeleid zijn bijdrage levert naar de achtergrond verschuiven. Met de invoering per 1 juli 2008 van de grondexploitatiewet heeft de gemeente een sterkere positie gekregen tegenover particuliere projectontwikkelaars. De gemeente kan eisen stellen waaraan de ontwikkeling van een locatie moet voldoen, wat de regie op het woningbouwprogramma versterkt, en de wet regelt helder welke kosten en opbrengsten verdeeld kunnen worden tussen gemeente en ontwikkelaar. Daarnaast is de onteigeningswet aangepast. De procedures voor onteigening zijn vereenvoudigd. Ook op locaties waar de gemeente niet een grondpositie heeft die een actief beleid mogelijk maakt, bieden nieuwe juridische ontwikkelingen de gemeente de ruimte toch een meer actieve rol te spelen.
Strategische aankopen in het kader van een actief grondbeleid Bij strategische aankopen kunnen de budgettaire consequenties aanzienlijk zijn en hierdoor het financiële beeld van de gemeente raken. Op basis van de nota “Grond(ig) bezien!” is dan ook besloten om jaarlijks een kaderstellend bedrag vast te stellen voor het doen van strategische aankopen. Bij het doen van strategische aankopen is een snelheid van handelen vereist. Door vooraf een budget ter beschikking te stellen, kan snel worden gehandeld. De koopsommen van de strategische verwervingen worden geactiveerd en worden opgenomen in de boekwaarde op de balans. Voor zover het tijdelijke beheer een tekort oplevert (kosten van beheer zijn hoger dan de opbrengsten, bijvoorbeeld huuropbrengsten) komt dit ten laste van het budget binnen de grondexploitatie voor het aanhouden van strategische posities. Voorgesteld wordt om voor jaarschijf 2011 als financieel kader een maximum van € 25 miljoen voor strategische aankopen vast te stellen. De totale waarde aan strategisch bezit mag maximaal € 50 miljoen bedragen.
ONDERWERP
Bij deze keuze voor actief grondbeleid legt de gemeente zichzelf een aantal beperkingen op. Gewerkt wordt binnen kaders die ervoor zorgen dat de doelen waaraan het grondbeleid een bijdrage levert voorop blijven staan: • Het te verwerven object moet een relatie hebben met ruimtelijke plannen, bijvoorbeeld gelegen zijn in of in de nabijheid van (mogelijk) te ontwikkelen locaties. Ook moet het mogelijk zijn dat de gemeente een object koopt dat nog geen onderdeel uitmaakt van een te ontwikkelen locatie maar te zijner tijd wel kan worden ingebracht of als ruilobject kan worden ingezet voor een te ontwikkelen locatie. • Het te verwerven object moet passen in een specifiek belang voor de gemeente bijvoorbeeld de ontwikkeling van een winstlocatie (verdienend vermogen grondexploitatie), óf een strategische functie vervullen (qua ligging of bestemming). Bij (financieel) negatieve locaties kan het specifieke belang dat ermee wordt gediend zwaarder wegen dan de financiën, bijvoorbeeld als het doel van de locatie meer maatschappelijke betekenis heeft. • De verwerving van het object mag niet leiden tot risico’s die niet verantwoord of beheersbaar zijn. • De te hanteren procedures moeten een verantwoorde besluitvorming en verantwoording van de aankoop van gronden waarborgen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De gemeente voert een actief grondbeleid en is hiermee goed vertrouwd. In de nota ‘Grond(ig) bezien!’ is een aantal redenen genoemd waarom de gemeente Arnhem ervoor kiest zelf een actieve rol te spelen op de vastgoedmarkt: • De gemeente kan zelf maximale sturing geven op de inrichting van het te ontwikkelen gebied. Als de gemeente de gronden in eigendom heeft, heeft zij directe zeggenschap over het tempo van de gronduitgifte, het tijdstip van realisatie van de bestemming, het gewenste grondgebruik of de gewenste bebouwing. Kortom, de gemeente heeft maximale zeggenschap en regie. • Alle kosten van de locatieontwikkeling zijn opgenomen in de uitgifteprijs van de bouwgronden. Uiteraard geldt wel de beperking dat voor de grond niet meer kan worden gevraagd dan de markt bereid is te betalen. • De mogelijkheid om een positief resultaat te behalen (verdienend vermogen), waardoor ook projecten met negatieve resultaten kunnen worden ontwikkeld. • Het tegengaan van grondspeculatie.
PAGINA
Actief grondbeleid
240
4.7.3
De ‘grondexploitatie’ is een berekening (begroting) die inzicht geeft in de cashflow van het vervaardigen van bouwrijpe grond voor een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling. Het resultaat op de grondexploitatie wordt berekend volgens het systeem van de zogenaamde dynamische eindwaardeberekening. Dit betekent dat bij de bepaling van het resultaat rekening wordt gehouden met toekomstige kosten- en opbrengstenstijgingen en rentekosten en -baten.
Op het strategische bezit en grondexploitaties in voorbereiding is een afwaardering verwerkt van € 22,7 miljoen. Met de economische recessie waardoor uitgifteprijzen onder druk staan, de uitgifte minder snel verloopt met daarbij de signalen van overprogrammering in diverse segmenten is de boekwaarde van de diverse complexen in 2009 verlaagd. Op grond van het voorzichtigheidsbeginsel van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en om de ontwikkelmogelijkheden van het bezit voor de toekomst te behouden was het noodzakelijk om tot deze afwaardering over te gaan. De boekwaarde van het strategische bezit en de grondexploitaties in voorbereiding is hiermee in overeenstemming gebracht met de verwachte marktwaarde van het bezit. De gemiddelde boekwaarde per m2 van de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden bedraagt na de hiervoor beschreven afboekingen: • voor de complexen met gronden: € 35,- per m2 • voor de complexen met voornamelijk opstallen: € 393,- per m2 bruto vloer oppervlakte (bvo) Het resultaat van de toekomstige winstpotenties van de vastgestelde grondexploitaties (tegen de contante waarde per 1-1-2010) bedraagt € 20,8 miljoen. Er is nog steeds sprake van een positief beeld, maar deze winstpotentie wordt voor 75% gevormd door slechts twee projecten. Dit geeft meteen het kwetsbare karakter van het verwachte financiële resultaat van het grondbeleid aan. In onderstaande figuur is het tijdseffect weergegeven. Winsten treden gefaseerd op, over een lange periode.
ONDERWERP
Het resultaat op de gemeentelijke grondexploitaties bedroeg over 2009 € 30,1 miljoen negatief. Dit nadelig resultaat van € 30,1 miljoen moet grotendeels worden gezien als gevolg van de crisis op de vastgoedmarkt. Door vraaguitval bij de consument en afname van de bouw van woningen staat de vastgoedmarkt onder druk. Omdat hierdoor uitgiftes en daarmee grondopbrengsten naar achteren schuiven en daarnaast de grondprijzen zijn bevroren, was het bij de jaarrekening 2009 noodzakelijk om voor enkele vastgestelde grondexploitaties de voorziening voor het verwachte tekort te verhogen met € 7,6 miljoen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Afhankelijk van het stadium van de planvorming krijgt de grondexploitatie een formeel kader. Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient onder andere de financieeleconomische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan te worden aangetoond. In deze financieel-economische paragraaf bij het bestemmingsplan kan de haalbaarheid worden aangegeven op basis van een grondexploitatie. In dat geval wordt gesproken van een vastgestelde grondexploitatie. Zolang een grondexploitatie nog niet is vastgesteld wordt gesproken van een ‘grondexploitatie in voorbereiding’.
PAGINA
De financiële positie van het grondbeleid / de grondexploitatie
241
4.7.4
Reserves en voorzieningen Naast de winstpotentie is een belangrijk onderdeel bij de beoordeling van de financiële positie van het grondbedrijf de aanwezige dekking in de vorm van reserves en voorzieningen. Verwachte tekorten c.q. verliezen in lopende grondexploitaties zijn afgedekt door middel van de voorziening grondexploitatie. Om te kunnen spreken van een financieel gezonde situatie moeten tegenover risico’s in lopende en eventueel nieuwe projecten/exploitaties een weerstandscapaciteit staan in de vorm van reserves die aangesproken kunnen worden wanneer een risico zich daadwerkelijk voordoet en resulteert in een verlies. Het grondbedrijf beschikt als gevolg van het afboeken nog nauwelijks over eigen reserves. Bij het jaarverslag 2009 is de reserve grondexploitatie volledig ingezet voor het nadelige resultaat van € 30,1 miljoen In de reserve strategische posities resteerde na resultaatbestemming nog € 1,5 miljoen.
ONDERWERP
Ter bepaling van het weerstandsvermogen is het niet wenselijk om de toekomstige winstpotentie in zijn geheel mee te nemen. De positieve exploitaties zijn gesimuleerd wat een bandbreedte van onzekerheden oplevert. De planning van de positieve grondexploitaties laat zien dat een belangrijk deel van de winstpotentie wordt verwacht in de komende 4 á 5 jaar. Bij de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit hanteren we het meest pessimistische scenario ten aanzien van de winstverwachting. Simulatie van de potentiële winst van € 20,8 miljoen resulteert bij het afdekken van 90% van de risico’s in een weerstandscapaciteit van € 11,1 miljoen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Winstpotentie van Grondexploitaties in voorbereiding De grondexploitaties in voorbereiding worden in de winstverwachting niet meegenomen aangezien de grondexploitaties nog niet zijn vastgesteld. Op dit moment heeft de gemeente Arnhem ca. 20 grondexploitaties in voorbereiding: van grote projecten zoals Centrum-Zuid, tot enkele ‘postzegelplannen’. Veel projecten worden (her)ontwikkeld op binnenstedelijke inbreidingslocaties, die in de meeste gevallen minder goed renderen. Daarmee valt voor de nabije toekomst een stijging van de winstpotentie niet te verwachten. De winstpotentie van de vastgestelde grondexploitaties wordt meegenomen bij de beoordeling van de gemeentebrede financiële positie (zie ook hoofdstuk 4.2 paragraaf weerstandsvermogen).
PAGINA
242
Figuur 1. Winstpotentie van de vastgestelde grondexploitatieprojecten
Beschikbare weerstandscapaciteit grondbedrijf
PAGINA
243
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt dan ook nog slechts € 12,6 miljoen (winstpotentie van € 11,1 miljoen en de reservepositie van € 1,5 miljoen).
MJPB 2011-2014 Bedragen x € 1.000,--
0
BR Strategische Posities
1.500
Subtotaal
1.500
Toekomstige winstpotentie
11.050
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
12.550
Risico’s Ten behoeve van de financiële jaarrapportage projecten zijn risicoanalyses uitgevoerd om een actueel beeld te krijgen van de risico’s in de projecten. Deze zijn voor de meerjarenprogrammabegroting 2011-2014 geactualiseerd. Om het benodigde weerstandsvermogen voor alle vastgestelde grondexploitaties te bepalen is op het totaal van de relevante kosten- en opbrengstencategorieën een simulatie uitgevoerd. Ook is het benodigde weerstandsvermogen voor de aankoop van panden binnen de ‘grondexploitaties in voorbereiding’ en het strategisch bezit bepaald. Indien de herontwikkeling niet of gedeeltelijk doorgaat moeten de panden (het gaat voornamelijk om panden) worden verkocht of herontwikkeld. Het risico bestaat dat dan de gemeentelijke investering niet geheel kan worden terugverdiend. Voor de simulatie die gebruikt wordt ter bepaling van het gewenste weerstandsvermogen wordt gewerkt met aannames voor onzekerheden rond uitgaven, inkomsten en fasering in de tijd van te realiseren inkomsten. In het licht van de recessie wordt verwacht dat vooral bij de uitgaven kansen ontstaan t.g.v. gunstige aanbestedingen. De inkomsten staan onder druk, zowel als het gaat om de opbrengsten zelf als het moment waarop die worden gerealiseerd. Het resultaat laat zien dat bij een zekerheidspercentage van 90% voor de grondexploitatieprojecten en de grondexploitatieprojecten in voorbereiding een weerstandscapaciteit nodig is van circa € 36,0 miljoen. Naast de risico’s in projecten loopt de grondexploitatie nog een risico uit een heel andere hoek. Kopers van erfpachtgronden in de wijken Paasberg en Alteveer hebben beroep aangetekend tegen de door de gemeente gehanteerde verkoopprijs. In de procedure heeft de gemeente een tussentijdse opdracht om te bezien of er een schikking kan worden getroffen en/of er via een comparitie door het Hof een vergelijk kan worden getroffen. Het risico wordt becijferd bij een zekerheidspercentage van 90% op maximaal € 2,1 miljoen.
ONDERWERP
0
BR Voorstudies
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
BR Grondexploitatie
MJPB
MJPB
2011-2014
2011-2014
90%
75%
PAGINA
244
Weerstandscapaciteit Grondexploitatie
Bedragen x € 1.000,--
Risico's Grondexploitatie projecten
3.106
Subtotaal
36.013
33.073
2.100
1.800
38.113
34.873
Risico's erfpachten Totaal gewenste weerstandscapaciteit
In de paragraaf weerstandsvermogen wordt in de berekening van de gemeentebrede gewenste weerstandscapaciteit rekening gehouden met de dienstprojecten (niet grondexploitatie) en de zogenaamde particuliere initiatieven. Deze projecten vallen buiten de scoop van de paragraaf grondbeleid. In de paragraaf weerstandvermogen treft u een nadere toelichting aan over de ontwikkelingen in het gewenste weerstandsvermogen van deze projecten.
Confrontatie risico’s grondbedrijf met aanwezige reserves en winstpotentie van het grondbedrijf Wanneer we de totale omvang van de risico’s op de grondexploitatieprojecten bij een zekerheidspercentage van 90% -becijferd op € 38,1 miljoen- afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit à € 12,6 miljoen zal er nog voor € 25,6 miljoen een beroep gedaan moeten worden op de bufferende werking van de algemene reserve.
Weerstandscapaciteit Grondexploitatie
MJPB
MJPB
2011-2014
2011-2014
90%
75%
Bedragen x € 1.000,--
Risico's Grondexploitatie projecten Risico's Grondexploitatie projecten in voorbereiding Subtotaal Risico's erfpachten Totaal gewenste weerstandscapaciteit BR Grondexploitatie BR Voorstudies
32.693
29.967
3.320
3.106
36.013
33.073
2.100
1.800
38.113
34.873
0 0
BR Strategische posities
1.500
Toekomstige winstpotentie grondexploitaties
11.050
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
12.550
Verschil gewenste versus beschikbaar
-25.563
-22.323
ONDERWERP
29.967
3.320
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
32.693
Risico's Grondexploitatie projecten in voorbereiding
PAGINA
Eisen met betrekking tot de verantwoording en verslaglegging
245
4.7.5
Het BBV stelt hoge eisen aan de te leveren informatie op het gebied van projecten, grondexploitaties en exploitaties in voorbereiding:
Daarnaast wordt van de nog niet in exploitatie genomen gronden de gemiddelde 2 boekwaarde per m vermeld. Deze informatie is volledig opgenomen in de nota Financiële Jaarrapportage Projecten 2009, aangeboden bij het jaarverslag en de jaarrekening 2009. In deze begrotingsparagraaf wordt veelal verwezen naar de Financiële Jaarrapportage Projecten 2009.
ONDERWERP
De boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; De vermeerderingen in het begrotingsjaar; De verminderingen in het begrotingsjaar; De boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar; De geraamde nog te maken kosten en een onderbouwing hiervan; De geraamde opbrengsten en een onderbouwing hiervan; Het geraamde eindresultaat; Een uiteenzetting van de wijze waarop eventuele nadelige resultaten worden opgevangen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
a. b. c. d. e. f. g. h.
PAGINA
246
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
§ INVESTERINGEN
4.8.1
Inleiding
Beleid
De afgelopen jaren is eraan gewerkt om te komen tot een meerjarig investeringsplan waarin investeringen tot op deelprogrammaniveau (en daarna op objectniveau) zijn opgenomen. Uiteindelijk groeit dit uit tot een investeringsplan voor het bestuur en management met: • een overzicht waaruit een samenhangend beeld van alle investeringen, inclusief de vervangingsinvesteringen op grond van bestaand en nieuw beleid kan worden afgelezen. • een overzicht waaruit een indicatie blijkt voor de mate waarin de stad een toekomstgericht beleid voert, vooral gericht op structuurversterking. • een overzicht dat als ondersteuning kan dienen bij de planning en beheersing van kapitaalgoederen en de bijkomende kosten. • een overzicht waarin het bestuur de mogelijkheden wordt geboden om de beschikbare investeringsruimte integraal af te wegen. Een dergelijk plan maakt het mogelijk om investeringen over de deelprogramma's tegen elkaar af te wegen. Het wordt ook duidelijk dat er gezien de ambities in onze stad en de benodigde vervangingsinvesteringen keuzes gemaakt moeten worden. De opgaven voor een stad als Arnhem zijn groot en er zal met partners en andere overheden samengewerkt moeten worden om de financiering van voorzieningen rond te krijgen. Hiertoe moeten strategieën worden gemaakt waarbij investeringen worden bezien in samenhang met onze doelen als stad, de rol die wij als overheid in de stad hebben en de ontwikkelingen binnen de stad. Vanuit een duidelijke investeringsstrategie is het ook gemakkelijker om samen met andere partners in grote projecten op te trekken. In de investeringsplanning 2011 - 2014 zijn alle voorgenomen investeringen opgenomen met een onderscheid in programma- en bedrijfsvoeringsinvesteringen. De bedrijfsvoeringsinvesteringen betreffen veelal de vervanging van bedrijfsmiddelen, zoals het vervangen van de computers, de ICT-infrastructuur, meubilair en dergelijke. De majeure investeringen zijn opgenomen en toegelicht in de deelprogramma’s. In de meerjarenprogrammabegroting zijn de investeringen in de grondexploitatie en de investeringen in grootschalige projecten nog niet opgenomen. Hierover vindt afzonderlijke besluitvorming plaats in de gemeenteraad. Voor de gewenste strategische rol van het investeringsplan is het streven ook deze projecten hierin op te nemen, maar bij de huidige economische recessie is het niet goed mogelijk hiervoor een betrouwbare meerjarige planning op te stellen. Het BBV maakt onderscheid in investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. Onder investeringen met een economisch nut verstaan we die investeringen die opbrengsten kunnen genereren doordat ze goed te verkopen zijn of omdat er inkomsten tegenover staan (tarieven, heffingen, huurinkomsten etc.). Investeringen met een maatschappelijk nut omvatten investeringen in de openbare ruimte, zoals aanleg en onderhoud van (inrichting van) wegen, waterwegen, civiele en waterbouwkundige kunstwerken en groen. Binnen de financiële positie zou voor deze categorie van investeringen het accent veel meer moeten liggen op het meerjarig onderhoud. Conform artikel 11 van de Verordening financieel beleid en beheer van de gemeente Arnhem worden de investeringen met een maatschappelijk nut geactiveerd. In
ONDERWERP
4.8.2
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De raad autoriseert op grond van zijn budgetrecht de middelen voor de beleidsuitvoering. Hieronder vallen ook de investeringen. Investeringen vragen -anders dan reguliere begrotingsposten- meerjarig budgetruimte en dienen afzonderlijk te worden vastgesteld door de raad. In de Verordening financieel beleid en beheer van de gemeente Arnhem is opgenomen dat de raad de investeringsruimte autoriseert met het vaststellen van de meerjarenprogrammabegroting. In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt expliciet aandacht gevraagd voor de investeringen. In artikel 20 van het BBV staat dat de uiteenzetting van de financiële positie een raming moet bevatten voor het begrotingsjaar van de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen. Afzonderlijke aandacht moet hierbij worden besteed aan de investeringen. Naast de wettelijke taak om specifiek aandacht te besteden aan de investeringen is er ook bestuurlijk veel behoefte aan transparantie rond de gemeentelijke investeringsportefeuille. In deze paragraaf wordt de investeringsplanning 2011 - 2014 toegelicht.
PAGINA
247
4.8
PAGINA
248
de toelichting op de majeure investeringen in de deelprogramma’s en in de financiële overzichten wordt bij de ‘vaste activa’ het onderscheid aangegeven tussen de investeringen met een maatschappelijk nut en economisch nut.
4.8.3 Spelregels Om de uitvoering van het investeringsprogramma goed te kunnen beheersen, is een breed scala aan spelregels vastgesteld. Tegelijkertijd wordt continu gewerkt aan verdere verbetering met betrekking tot de beheersing van de investeringen.
Investeringen 2011 - 2014
In bijgaand overzicht zijn de geplande investeringen in de periode 2011 - 2014 opgenomen. In het begrotingsjaar 2011 is gepland om € 51,3 miljoen te investeren. Hiervan betreft € 3,1 miljoen bedrijfsvoeringsinvesteringen. De begrote € 51,3 miljoen wordt grotendeels verklaard door € 16,6 miljoen voor onderwijs, € 2,2 miljoen voor verkeersinvesteringen € 4,5 miljoen voor Arnhem Centraal € 2 miljoen voor herinrichting van Presikhaaf
ONDERWERP
4.8.4
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De spelregels zijn: • Kapitaallastenbudgetten voor de investeringen worden per investering en per deelprogramma gereserveerd. • Een investering in jaar t leidt tot kapitaallasten in jaar t+1. • De investeringen worden bruto verantwoord, dat wil zeggen dat zowel de totale investering als de bijdrage van derden afzonderlijk inzichtelijk worden gemaakt. De bijdrage van derden wordt niet in mindering gebracht op de investering. • De toekenning van het kapitaallastenbudget wordt gekoppeld aan de feitelijke realisatie van een object of zelfstandig deel daarvan. • In de Turap-2 wordt over de voortgang van de investeringen van het lopende jaar gerapporteerd. • In de jaarrekening wordt gerapporteerd over realisatie, onder- en overbesteding van de beschikbaar gestelde kredieten. Hierbij wordt een afzonderlijk investeringsoverzicht opgenomen waar zowel het begrote investeringsbedrag staat als de mate van realisatie (inclusief toelichting). Dit is ook het moment dat wordt gekeken naar de mogelijkheden om openstaande investeringskredieten af te sluiten. • Over de nog niet afgeronde investeringen, de onderhanden activa, wordt rente berekend. Deze rentekosten worden ten laste van de exploitatie gebracht of toegevoegd bij het te zijner tijd te activeren bedrag aan investeringen. • Als voor een krediet in jaarschijf t in jaar t+1 nog geen enkele uitgave is gedaan, komt dit krediet inclusief kapitaallastenbudget te vervallen. Dit geldt ook wanneer de onderhanden werk positie in twee jaar tijd niet of nauwelijks verandert. Voorbeeld: Investering gepland voor 2009, in 2010 nog geen uitgaven gedaan: kapitaallasten vallen vrij bij de jaarrekening 2010 (in voorjaar 2011), ruimte beschikbaar voor de begroting 2012 (MJPB 2012 – 2015). • Bij investeringen kan onderscheid gemaakt worden in meerdere fasen: a. Vooronderzoeksfase: de kosten die hier gemaakt worden drukken op de reguliere exploitatie en zijn niet eenduidig toe te rekenen aan de hoofdinvestering en worden daarom niet geactiveerd Uitzondering hierop is wanneer specifieke voorbereidingskosten wel eenduidig zijn toe te schrijven aan de hoofdinvestering. b. Projectvoorbereidingskosten: deze kosten worden als onderhanden werk meegenomen (inclusief bouwrente) en mee-geactiveerd in de investering. Deze kosten drukken dus niet op de exploitatie. i. Er mogen alleen projectvoorbereidingskosten worden gemaakt voor investeringen die in de planningshorizon van de meerjarenprogrammabegroting zijn opgenomen. Voor investeringen die buiten deze planningshorizon vallen is een (tijdelijk) exploitatiebudget nodig. ii. Wordt een investering onverhoopt in een latere meerjarenprogrammabegroting geannuleerd, dan worden de gemaakte projectkosten direct als verlies genomen. De gemaakte kosten van de voorgenomen investering worden ten laste van het concern gebracht (uiteraard mits onderbouwd en binnen redelijke grenzen), de begrote kapitaallasten vallen eveneens vrij op concernniveau.
PAGINA ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Over de gehele meerjarige begrotingsperiode bedraagt het investeringsvolume € 230,3 miljoen. Hierbij zijn inbegrepen de nog niet gerealiseerde investeringen 2010 en de geplande investeringen 2011. Naast de eerdergenoemde investeringen uit 2011 zijn de investeringen in Rijnboog (cultuur), diverse brede scholen (in totaal € 96 miljoen), verdere aanpak van de rioleringen (in de planperiode € 64 miljoen) en de herinrichting van Presikhaaf de meest omvangrijke.
249
€ 4,2 miljoen voor de kadereconstructie langs de Rijn € 12,5 miljoen voor de riolering, Zoals gesteld wordt daarnaast in de bedrijfsvoering (voornamelijk automatisering) voor € 3,1 miljoen geïnvesteerd.
48
Integraal Huisvestingsplan VO Noord Onderwijshuisvesting en spoedprocedures
03.2 Goed Onderwijs
05.3 WMO, lokaal beleid en individuele voorzieningen
05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid
92
Programma Arnhem-Noord
168
0
103.193
103 228 5.184 2.312 14.157
Voorzieningen Presikhaaf Voorzieningen Rijkerswoerd Voorzieningen Schuytgraaf Programma Speciaal Onderwijs
Ophogen busperrons
Realisatie 24-uurs opvang Remisestraat
0
2.687
143
700
700
2.300
387
1.211
8
6.922
100
43
43.753 18.227
0
Voorzieningen Malburgen
Steunpunten Schuytgraaf
1.746
669
Programma Arnhem-Zuid
18.217
3.855
Programma Arnhem-Noord
13.242
1.666
Onderwijshuisvestingsprogramma's
104
-237
168
0
482
0
03.1 Voorschoolse ontwikkeling
482
0
92
0
Bedrijfsvoering / ICT (IZ)
92
0
bedrag
kosten
NETTO Krediet-
gerekende apparaats-
02.1 Publieke dienstverlening
Omschrijving investering
Vervanging stemhokjes en stembussen
Omschrijving
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Nr.
Toe-
92
92
400
400
2.637
2.300
337
14.896
3.081
3.632
0
1.211
0
702
1.561
4.843
104
-237
0
209
209
2010
0
0
0
0
300
300
0
0
0
16.602
0
2.042
1.746
0
0
6.221
3.942
2.651
168
168
2011
0
2.500 4.285 0 0
0
3.248 8.428 0 8
24.864 15.146 46.795
0 0 0
0 0
0 0 11.684
0 0 0
0 0
0
68
0
0
68
0
0
0
0
0
0
2013
0
0
0
0
50
0
50
13.216
0
13.216
0
0
0
0
0
0
0
205
205
2014
bedragen x € 1.000,--
0
2012
Netto Kredieten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014 ONDERWERP
Deelprogramma
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) MJPB 2011-2014
PAGINA
250
Omschrijving
12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod
11.1 Evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen
07.2 Actief Sporten
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
Nr.
Deelprogramma
41.101
10.700
1.500 1.600 500
0 0
Centrumring-rond (3) Centrumring-rond (3) Heractivering trolley Heractivering trolley
0 0 0 0 0 0 0
Vervoermiddelen Parkeer bezoekerskaart Handterminals Video-apparatuur parkeren Afsluiten voetgangersgebied Parkeerautomaten
Omsingeling doorbroken: Burg. Matsersingel 0
4.500
OV-Terminal Arnhem Centraal
768
768
34.390
3.495
82
30
80
56
69
152
160
Ontvlechting trolley (alleen rentekosten)
4.100
388
0
Verkeersregelinstallaties: vervanging provincie en rijk
Parkeermaatregelen
1.375
0
Verkeersregelinstallaties: vervanging provincie en rijk
6.580
0
Verkeersregelinstallaties
850 1.099
0
Trolleyficering Schuytgraaf Verkeerskrediet
1.250
Trolleyficering Schuytgraaf
500
3.000
7.124
2.235
177
4.100
650
1.530
0
177
J. de Witlaan/Boul. Heuvelink (largas) (2)
Verkeersinfrastructuur
Aanpassing sportpark Bakenberg
Voorzieningen Schuytgraaf
55
90
0
Achterstallig gebruikersonderhoud Schouwburg
0
1.011
0
Voorzieningen Presikhaaf
40.000
10.700
bedrag
kosten
NETTO Krediet-
gerekende apparaats-
Cultuur in Rijnboog Gebruikersonderhoud Musis Sacrum
Omschrijving investering
Toe-
768
768
12.755
3.495
76
567
21
30
80
56
46
152
160
3.488
443
850
1.250
500
500
1.041
2.235
650
1.530
55
2.710
90
0
2.620
2010
0
0
0
0
0
0
0
0
0
6.779
4.500
78
202
773
164
1.062
2011
0 0
1.062
0 0
2.897
202 78
2.279
0
202 78
10.229
0
15
164 773
164 773
1.600
1.500
3.000
0
37.380
1.011
0
0
0
0
0
0
37.380
0
2013
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.348
78
202
61
8
773
164
1.062
2014
bedragen x € 1.000,--
1.011
2012
Netto Kredieten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014 ONDERWERP
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) MJPB 2011-2014
PAGINA
251
Omschrijving
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
13.2 Afval en riolering
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
Nr.
Deelprogramma
0
Beheersysteem Groen
2.530
0 0
Multihal Papendal
30 2.500
0
Haven-registratiesysteem
110
0
50 60
0 0
Registratiesysteem monumenten
69.660
6.990
100
BWT4ALL (programma)
GRP jaarschijven
290 64.290
0 10
Ondergrondse afvaltransportvoorziening
250
60
300
1.800
1.070
1.500
6.500
20
Vervanging SULO en OTCO Gemaal Het Broek
10
Perscontainers plastic afval
180
Chippen 3e minicontainer
30
100
ABS Zuid aanpassing
140
24.750
1.790
Toegangscontrole ondergrondse containers
450
620
2.500
200
70
80
150
5.090
270
0
0
60
60
16.800
14.130
100
260
50
60
300
800
800
300
13.450
140
300
900
70
150
3.090
180
4.200
80
80 8.400
1.000
1.000
340
2.000
2010
3.000
1.500
340
2.000
0
60
300
Ondergrondse containers glas-, papier en restafval
Systemene voor Geo-informatie
Verbetering openbare verlichtuing: Kabels
Verbetering openbare verlichting: Masten / OV projecten
20
0
Beheersysteem Wegen Speelvoorzieningen
20
Doorlaatwerk Eldensedijk
800
Kadeconstructie langs Rijn pm
300 pm
Verbetering kunstwerken Onderhoudswerk kade
Herinrichting Presikhaaf
220
Verbetering (landbouw)wegen
30
40
Voegen natuursteen binnenstad
pm
Herinrichting Malburgen
bedrag
kosten
NETTO Krediet-
gerekende apparaats-
Diversen, mn. Schelmseweg
Omschrijving investering
Toe-
2.500
2.500
50
50
14.160
12.540
50
1.000
270
300
7.570
190
80
400
200
2.000
4.200
500
2011
50
50
12.540 12.890
0
0 0
12.540 12.920
0
0 0
30
300
300
30
0
30
0
12.890
12.540
50
300
1.080
1.570
1.080
80
400 100
80
500
2014
20
400 80
90
500
500
2013
bedragen x € 1.000,--
400
80
500
2012
Netto Kredieten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014 ONDERWERP
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) MJPB 2011-2014
PAGINA
252
Omschrijving
Naar een duurzame inrichting van het milieu
Een goed milieubeheer
Een goede handhaving van de milieukwaliteit
Algemene baten en lasten
Facilitaire Dienst
Nr.
15.1
15.2
15.3
16.5
16.6
Deelprogramma
0
Vervangingsinvestering H&S"
15.585 302.885
200 38.577
1.000
12.585
Vervangingsinvestering Financiële administratie" Vervangingsinvestering ICT- Infrastructuur"
500 1.500
FD: Bedrijfsvoering/ ICT Vervangingsinvestering Personeelsadministratie" 200
717
SO: Bedrijfsvoering/ ICT
3.064
927
0
330
90
1.420
330
20
90
0
1.020
230
20
310
50
320
240
80
20
30
160 0
20 20
bedrag
kosten
IZ: Bedrijfsvoering/ ICT
SB: Vervanging vervoermiddelen en beheersystemen
Beheerssystemen vergunningen en handhaving
Beheerssystemen
Voorzieningen in bossen en parken
Herinrichting Bosperceel
Vm. militair complex Galgeberg
Signalering bemaling en watergang beheer
Beschoeiingen
Beheerssystemen Water / fonteinen en gemalen
Omschrijving investering
NETTO Krediet-
gerekende apparaats-
Toe-
80
20
72.546
3.617
200
2.917
500
888
141
177
570
300
300
20
20
710
50
320
240
2010
0
0
60
60
51.300
2.617
200
2.417
494
144
250
100
2011
50
0
100
0
400 0 144 544
200 500 144 844
2.417 200 2.617 104.193
2.417 200 4.117 42.015
1.500
0
30
30
50
2013
32.830
2.617
200
2.417
294
144
0
150
0
0
100
100
2014
bedragen x € 1.000,--
100
2012
Netto Kredieten
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014 ONDERWERP
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) MJPB 2011-2014
PAGINA
253
PAGINA
254
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
4.9.1
Inleiding
De afgelopen jaren zijn op basis van de Algemene Subsidie Verordening (ASV) verschillende subsidieregelingen vastgesteld. Hiermee is een wettelijke en rechtmatige grondslag gecreëerd voor deze subsidies. Op basis van vooraf bepaalde criteria worden de subsidies verstrekt aan betrokken instellingen.
4.9.3
Begrotingssubsidies
De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) bepaalt dat wanneer in de begroting een subsidieontvanger vermeld staat en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, er geen nader wettelijk voorschrift nodig is. Met name de subsidies aan de ‘grote’ instellingen worden op deze wijze verstrekt.
4.9.4
Subsidiebezuinigingen
Om de begroting meerjarig sluitend te maken is bij de begroting van 2010 besloten in te zetten op een bezuiniging op subsidies van € 1.102.000. Dit betreft twee onderdelen: zorg € 572.000 en welzijn € 530.000. Voor deze onderdelen zijn verschillende voorstellen ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Daarmee zijn deze taakstellingen ingevuld voor 2011 en verder.
4.9.5
Indicatieve subsidiebedragen per deelprogramma
Het totaalbudget voor de begrote subsidies voor 2011 is ongeveer € 54,5 miljoen. Op deelprogramma 5.3 WMO is ten opzichte van de begroting 2010 ruim € 1 miljoen aan subsidies begroot, vanwege de toevoeging van de middelen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) via het gemeentefonds. De bijdragen aan de volgende instanties zijn hierin niet inbegrepen omdat deze onder een gemeenschappelijke regeling vallen. Deelprogramma
Instantie
05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid
Hulpverlening Gelderland Midden
06.2 Voorkomen en bestrijden van branden en rampen
Hulpverlening Gelderland Midden
04.1 Verminderen afstand tot arbeidsmarkt
Werkvoorziening Presikhaaf
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
Gelders Archief
ONDERWERP
Subsidies op basis van subsidieregelingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De gemeente Arnhem heeft haar doelstellingen per deelprogramma geformuleerd met de daarbij behorende beoogde effecten en resultaten. Deze doelen kunnen op verschillende manieren worden bereikt. Het is mogelijk om de benodigde activiteiten zelf uit te voeren, andere mogelijkheden zijn het inkopen bij derden en het subsidiëren van instellingen. De gemeente Arnhem heeft voor het bereiken van haar doelstellingen met bijna 400 instanties een subsidierelatie. Het stelsel dat het subsidieverkeer tussen onze gemeente en de instellingen reguleert, is geënt op twee principes: - subsidies die op basis van subsidieregelingen worden verstrekt; - begrotingssubsidies.
4.9.2
PAGINA
255
4.9 § SUBSIDIES
PAGINA
256
In onderstaande tabel is de verdeling van subsidies naar de verschillende deelprogramma’s zichtbaar.
Subsidies naar deelprogramma's
Deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
2009
Begroting Begroting 2010
2011
32
35
35
666
925
815
03.2 Goed onderwijs
4.365
5.067
5.031
03.3 Volwasseneneducatie
1.943
2.133
1.719
64
55
0
03.1 Voorschoolse ontwikkeling
04.1 Verminderen afstand tot de arbeidsmarkt 04.2 Inkomensvoorziening 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid 05.3 Wmo 06.1 Veiligheid bevorderen
445
320
460
18.503
20.542
20.472
1.651
1.027
2.127
827
432
356
8.776
8.450
7.951
07.2 Actief sporten
638
855
760
08.1 Maatschappelijk actieve burgers
720
739
648
08.2 Samenleven in de buurt
3.552
3.831
3.383
08.3 Actieve groepsverbanden en (sub)culturen
4.276
5.851
5.903
717
900
877 2.497
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
08.4 Integratiebeleid 08.5 Ouderen en gehandicapten
2.173
2.568
12.1 Afstemming vraag en aanbod woningmarkt
757
0
0
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kw.
417
351
357
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
778
793
814
15.1 Duurzame inrichting milieu
120
122
124
16.5 Algemene baten en lasten
477
0
0
51.897
54.996
54.329
ONDERWERP
Realisatie
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Bedragen x € 1.000
PAGINA
257
In onderstaande tabel zijn indicatieve subsidiebedragen per subsidieontvanger opgenomen van subsidies die meer bedragen dan € 500.000.
Indicatief subsidiebedrag per subsidieontvanger, subsidies > € 500.000
Bedragen x € 1.000
2009
2010
2011
ST RIJNSTAD
11.122
9.992
10.557
ST IRISZORG
7.345
7.716
7.143
ST ARNHEMSE OPENB.&WETENSCH.BIBLIOTH.
4.253
4.271
4.356
HERA, VROUWENOPVANG GELDERLAND
4.524
5.318
5.523
ROC RIJN IJSSEL
2.201
2.153
1.987
ST WELZIJN OUDEREN ARNHEM
2.124
2.138
2.426
ST THUISZORG MIDDEN GELDERLAND
2.044
1.888
2.157
ST PAS
1.692
1.607
1.811
ST PEUTERSPEELZALEN ARNHEM
1.365
885
1.738
HULPVERLENING GELDERLAND-MIDDEN
683
764
657
PACTUM JEUGDZORG & EDUCATIE
665
665
831
GSJ LINDENHOUT
575
679
663
Aan de in de bovenstaande tabel opgenomen bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. Bijzondere projecten of reguliere zaken die buiten de kernactiviteit van de instellingen vallen zijn niet inbegrepen. Tevens kunnen rijks- en gemeenteaanpassingen (zowel beleidsmatig als financieel) een rol spelen in de uiteindelijke subsidietoewijzing.
ONDERWERP
Naam subsidieontvanger
Begroting Begroting
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Realisatie
PAGINA
258
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
259
Financiële begroting
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
260
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
261
Financiële begroting
Overzicht van baten en lasten per deelprogramma Het overzicht van baten en lasten is het onderdeel waarin is aangegeven tot welke bedragen de raad het college autoriseert door het vaststellen van de begroting per deelprogramma. Apart is vermeld het resultaat vóór bestemming, dus voordat toevoeging of onttrekking aan de reserves heeft plaatsgevonden en het resultaat na bestemming, nadat toevoeging of onttrekking aan reserves heeft plaatsgevonden. Op deze manier wordt voor de raad inzichtelijk gemaakt hoeveel aan de reserves wordt onttrokken of toegevoegd, zonder dat het budgetrecht voor de raad wordt aangetast. Overzicht geraamde incidentele baten en lasten. Tot de incidentele baten en lasten worden de lasten en baten gerekend die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. In dit overzicht zijn uitsluitend de incidentele lasten en baten meegenomen die een bedrag van € 100.000 te boven gaan. Ook de post onvoorzien wordt tot de incidentele lasten gerekend. Financiële staten De volgende overzichten zijn ter informatie opgenomen: • De geprognosticeerde balans; • Overzicht van vaste activa; • Reserves en voorzieningen; • EMU-saldo 2011.
ONDERWERP
De financiële begroting is opgebouwd uit de volgende onderdelen.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
De meerjarenprogrammabegroting is onderverdeeld in twee delen, namelijk de beleidsbegroting en de financiële begroting.
PAGINA
262
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
ONDERWERP
Overzicht van baten en lasten per deelprogramma Het overzicht van baten en lasten is het onderdeel waarin is aangegeven tot welke bedragen de raad het college autoriseert door het vaststellen van de begroting per deelprogramma. Apart is vermeld het resultaat vóór bestemming, dus voordat toevoeging of onttrekking aan de reserves heeft plaatsgevonden en het resultaat na bestemming, nadat toevoeging of onttrekking aan reserves heeft plaatsgevonden. Op deze manier wordt voor de raad inzichtelijk gemaakt hoeveel aan de reserves wordt onttrokken of toegevoegd, zonder dat het budgetrecht voor de raad wordt aangetast.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER DEELPROGRAMMA
PAGINA
263
5
Overzicht baten en lasten per deelprogramma
PAGINA
264
Meerjarenprogrammabegroting 2011 - 2014 Lasten x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Deelprogramma
2.507
2.507
2.507
2.507
11.696
10.776
11.174
11.649
11.648
11.646
7.599
6.014
6.768
6.768
6.768
6.768
824
1.078
872
888
888
887
36.636
33.986
40.247
40.381
41.124
44.647
2.195
2.386
1.982
1.980
1.980
1.980
78.906
70.021
73.681
73.152
73.152
73.152
104.175
112.442
120.398
127.781
127.281
126.781
05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg
29.677
23.716
25.131
23.960
23.591
23.589
05.3 Wmo, lokaal beleid en individuele voorzieningen
25.189
26.213
26.943
26.135
26.130
26.130
1.640
1.118
1.146
-54
-654
-654
06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
11.462
11.184
10.858
10.858
10.858
10.858
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
27.125
30.480
35.059
29.658
29.884
30.020
07.2 Actief sporten
20.925
20.742
19.875
19.789
19.749
19.734
759
761
674
674
674
674
11.180
11.988
8.372
5.640
5.272
5.272
08.3 Jeugd
5.958
6.673
6.747
6.515
6.515
6.515
08.4 Integratie
7.067
8.211
6.535
6.460
6.459
6.459
08.5 Ouderen en gehandicapten
2.381
2.768
2.705
2.704
2.704
2.704
11.1 Mobiliteit en bereikbaarheid
12.671
17.605
14.230
14.589
15.233
15.388
115.137
85.989
64.055
68.025
41.969
34.737
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
37.687
34.667
33.201
38.977
36.163
34.405
13.2 Afval en riolering
24.343
27.635
26.717
27.500
28.205
28.944
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
8.096
6.869
7.028
7.041
7.039
7.038
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
4.745
4.349
4.559
4.392
4.391
4.390
15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
3.698
3.377
3.485
4.493
4.514
4.519
15.2 Goed milieubeheer
5.687
3.481
3.666
3.666
3.472
3.472
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
3.757
3.204
3.649
3.645
3.649
3.646
42.058
42.008
36.140
33.715
33.715
33.715
16.2 Verzekeringen en beleggingen
1.897
1.126
1.161
1.161
1.161
1.161
16.3 Belastingen en heffingen
8.005
7.719
8.237
8.237
8.237
8.237
18
1.413
1.079
5.198
7.741
7.511
13.189
17.032
12.094
-4.680
-6.877
-13.525
668.787
639.664
620.975
613.404
585.142
573.307
60.023
55.468
55.642
55.642
55.642
55.642
728.810
695.132
676.617
669.046
640.784
628.949
02.1 Publieke dienstverlening 03.1 Voorschoolse ontwikkeling 03.2 Goed onderwijs 03.3 Volwasseneneducatie 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt 04.2 Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet
06.1 Veiligheid bevorderen
08.1 Maatschappelijk actieve burgers 08.2 Samenleven in de buurt
12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
16.1 Geldleningen
16.4 Algemene uitkeringen 16.5 Algemene baten en lasten Totaal
16.6 Facilitaire dienst
Totaal generaal
ONDERWERP
2.633
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
2.405
01.1 Gemeenteraad
Exploitatieresultaat x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2009
2010
2011
2012
2013
2014
573
3.002
2.304
2.567
2.567
2.567
2.567
0
0
0
0
0
0
3.456
11.031
2.067
2.081
1.639
1.636
1.636
1.636
71.195
62.571
66.273
66.365
66.365
66.365
93.902
100.212
22.226
6.681
3.604
8.364
8.364
8.364
1.399
2.172
1.700
1.700
1.700
1.700
2.049
1.427
0
0
6.354
10.525
7.283
7.660
0
0
1.694
2.185
2.039
2.367
6.118
3.755
579
14.217
86.326
2.869 10 6.294 9.003 0 5.122 1.854 5.417
10 576
9.612
108.692
827 0 4.967 7.589 0 84 2.191 3.755
10 576
9.969
108.692
227 0 5.093 7.589 0 83 2.191 3.755
10 576
9.967
108.692
227 0 5.093 7.589 0 83 2.191 3.755
-2.623
-2.497
-2.497
-2.497
-2.497
-10.203
-10.598
-11.073
-11.072
-11.070
-4.597
-3.710
-4.201
-4.201
-4.201
-4.201
-824
-1.078
-872
-888
-888
-887
-30.530
-29.216
-30.769
-31.155
-34.680
-128
-305
-343
-344
-344
-344
-7.711
-7.450
-7.408
-6.787
-6.787
-6.787
-18.540
-20.186
-19.089
-18.589
-18.089
-7.451
-17.035
-21.527
-15.596
-15.227
-15.225
-23.790
-24.041
-25.243
-24.435
-24.430
-24.430
931
281
881
881
881
-11.184
-10.858
-10.858
-10.858
-10.858
-24.126
-24.534
-24.691
-24.791
-24.927
-13.459
-12.215
-12.200
-12.160
-12.145
-761
-674
-674
-674
-674
-10.294
-6.187
-5.556
-5.189
-5.189
-4.634
-4.380
-4.324
-4.324
-4.324
-2.093
-2.780
-2.705
-2.704
-2.704
-2.393 -11.117
-22.419
-17.849
1.229 -11.452 -20.831 -11.922 -759 -6.058 -4.104 -1.650
4
1
1
1
1
1
-2.377
-2.767
-2.704
-2.703
-2.703
-2.703
10.412
14.626
11.809
11.807
11.804
11.802
-2.259
-2.979
-2.421
-2.782
-3.429
-3.586
75.335
82.127
55.133
63.857
38.066
30.723
-39.802
-3.862
-8.922
-4.168
-3.903
-4.014
2.942
2.599
3.188
3.188
3.188
3.188
-34.745
-32.068
-30.013
-35.789
-32.975
-31.217
3.331
2.856
3.001
2.888
2.780
2.673
-21.012
-24.779
-23.716
-24.612
-25.425
-26.271
3.674
4.818
4.947
4.947
4.947
4.947
-4.422
-2.051
-2.081
-2.094
-2.092
-2.091
1.554
726
694
694
694
694
-3.191
-3.623
-3.865
-3.698
-3.697
-3.696
888
683
683
683
683
683
-2.810
-2.694
-2.802
-3.810
-3.831
-3.836
3.730
1.366
0
0
0
0
-1.957
-2.115
-3.666
-3.666
-3.472
-3.472
506
386
369
369
369
369
-3.251
-2.818
-3.280
-3.276
-3.280
-3.277
52.933
48.995
44.377
43.202
43.202
43.202
10.875
6.987
8.237
9.487
9.487
9.487
2.597
1.377
1.377
1.377
1.377
1.377
700
251
216
216
216
216
67.845
68.797
73.011
73.801
74.891
75.741
59.840
61.078
64.774
65.564
66.654
67.504
183.547
189.167
192.349
180.686
176.821
172.964
183.529
187.754
191.270
175.488
169.080
165.453
15.510
14.259
6.138
6.149
6.149
6.149
2.321
-2.773
-5.956
10.829
13.026
19.674
656.400
632.070
612.608
612.584
583.789
573.328
-12.387
-7.594
-8.367
-820
-1.353
21
61.373
55.468
55.642
55.642
55.642
55.642
1.350
0
0
0
0
0
717.773
687.538
668.250
668.226
639.431
628.970
-11.037
-7.594
-8.367
-820
-1.353
21
ONDERWERP
10 576
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
10
12
PAGINA
265
Baten x € 1.000
PAGINA
266
Meerjarenprogrammabegroting 2011 - 2014 Mutatie reserve x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Deelprogramma
0
0
0
0
0
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
119
0
0
0
0
0
02.1 Publieke dienstverlening
2
0
0
0
0
0
03.1 Voorschoolse ontwikkeling
0
0
0
0
0
0
-5.474
56
55
55
55
55
0
0
0
0
0
0
04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
-262
68
68
68
68
68
04.2 Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet
-549
150
0
0
0
0
917
0
-221
-213
-205
-197
1.293
0
0
0
0
0
-46
0
0
0
0
0
-5
55
-5
-5
-5
-5
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
201
65
0
0
0
0
07.2 Actief sporten
233
750
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-4238
0
16
16
16
16
43
0
0
0
0
0
-484
0
0
0
0
0
22
0
0
0
0
0
849
-267
-646
-3.330
-3.293
-3.263
13.527
1.037
1.156
440
958
1.059
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
5.861
2.423
3.188
2.423
2.423
2.423
13.2 Afval en riolering
5.111
2.236
4.295
2.219
2.204
691
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
1.572
0
100
0
0
0
-211
0
161
0
0
0
15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
-45
0
0
0
0
0
15.2 Een goed milieubeheer
150
0
0
0
0
0
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
-42
0
0
0
0
0
-135
2.000
0
0
0
0
16.2 Verzekeringen en beleggingen
-67
0
0
0
0
0
16.3 Belastingen en heffingen
223
0
0
0
0
0
16.4 Algemene uitkeringen
-2.806
0
1.056
15
0
0
16.5 Algemene baten en lasten
-1.756
-979
-856
-868
-868
-868
13.795
7.594
8.367
820
1.353
-21
1.320
0
0
0
0
0
15.115
7.594
8.367
820
1.353
-21
03.2 Goed onderwijs 03.3 Volwasseneneducatie
05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg 05.3 Wmo, lokaal beleid en individuele voorzieningen 06.1 Veiligheid bevorderen 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
08.1 Maatschappelijk actieve burgers 08.2 Samenleven in de buurt 08.3 Jeugd 08.4 Integratie 08.5 Ouderen en gehandicapten 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
16.1 Geldleningen
Totaal
16.6 Facilitaire dienst
Totaal generaal
ONDERWERP
-208
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
01.1 Gemeenteraad
PAGINA
267
Meerjarenprogrammabegroting 2011 - 2014 Saldo x € 1.000
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Deelprogramma
-2.497
-2.497
-2.497
-2.497
-10.998
-10.203
-10.598
-11.073
-11.072
-11.070
-4.595
-3.710
-4.201
-4.201
-4.201
-4.201
-824
-1.078
-872
-888
-888
-887
-27.893
-30.474
-29.161
-30.714
-31.100
-34.625
-128
-305
-343
-344
-344
-344
-7.973
-7.382
-7.340
-6.719
-6.719
-6.719
-18.398
-18.390
-20.186
-19.089
-18.589
-18.089
-6.534
-17.035
-21.748
-15.809
-15.432
-15.422
-22.497
-24.041
-25.243
-24.435
-24.430
-24.430
1.183
931
281
881
881
881
06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
-11.457
-11.129
-10.863
-10.863
-10.863
-10.863
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
-20.630
-24.061
-24.534
-24.691
-24.791
-24.927
07.2 Actief sporten
-11.689
-12.709
-12.215
-12.200
-12.160
-12.145
-759
-761
-674
-674
-674
-674
-10.296
-10.294
-6.171
-5.540
-5.173
-5.173
08.3 Jeugd
-4.061
-4.634
-4.380
-4.324
-4.324
-4.324
08.4 Integratie
-2.134
-2.093
-2.780
-2.705
-2.704
-2.704
08.5 Ouderen en gehandicapten
-2.355
-2.767
-2.704
-2.703
-2.703
-2.703
11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen
-1.410
-3.246
-3.067
-6.112
-6.722
-6.849
12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
-26.275
-2.825
-7.766
-3.728
-2.945
-2.955
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
-28.884
-29.645
-26.825
-33.366
-30.552
-28.794
13.2 Afval en riolering
-15.901
-22.543
-19.421
-22.393
-23.221
-25.580
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
-2.850
-2.051
-1.981
-2.094
-2.092
-2.091
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
-3.402
-3.623
-3.704
-3.698
-3.697
-3.696
15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
-2.855
-2.694
-2.802
-3.810
-3.831
-3.836
15.2 Een goed milieubeheer
-1.807
-2.115
-3.666
-3.666
-3.472
-3.472
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
-3.293
-2.818
-3.280
-3.276
-3.280
-3.277
16.1 Geldleningen
10.740
8.987
8.237
9.487
9.487
9.487
633
251
216
216
216
216
60.063
61.078
64.774
65.564
66.654
67.504
180.723
187.754
192.326
175.503
169.080
165.453
565
-3.752
-6.812
9.961
12.158
18.806
1.408
0
0
0
0
0
2.670
0
0
0
0
0
4.078
0
0
0
0
0
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen 02.1 Publieke dienstverlening 03.1 Voorschoolse ontwikkeling 03.2 Goed onderwijs 03.3 Volwasseneneducatie 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt 04.2 Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg 05.3 Wmo, lokaal beleid en individuele voorzieningen 06.1 Veiligheid bevorderen
08.1 Maatschappelijk actieve burgers 08.2 Samenleven in de buurt
16.2 Verzekeringen en beleggingen 16.3 Belastingen en heffingen 16.4 Algemene uitkeringen 16.5 Algemene baten en lasten Totaal
16.6 Facilitaire dienst
Totaal generaal
ONDERWERP
-2.623
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
-2.601
01.1 Gemeenteraad
PAGINA
268
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
ONDERWERP
Overzicht geraamde incidentele baten en lasten. Tot de incidentele baten en lasten worden de lasten en baten gerekend die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. In dit overzicht zijn uitsluitend de incidentele lasten en baten meegenomen die een bedrag van € 100.000 te boven gaan. Ook de post onvoorzien wordt tot de incidentele lasten gerekend.
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
OVERZICHT VAN INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
PAGINA
269
6
Deel-
Incidentele lasten en baten
programma
2011
2012
2013
PAGINA
270
Overzicht van incidentele baten en lasten
2014
bedragen x € 1.000
Incidentele baten 2.000
0
0
0
Incidentele bijdrage verstrekte rolstoelen WMO voorgaande jaren
1.100
0
0
0
07.1
Eenmalig vrijvallende kapitaallasten Rijnboog (dekking voor Musis Sacrum)
08.2
GSO-3 budget Voorzieningenhart St. Marten
4.000 500
0 0
0 0
0 0
08.3
Regiobudget Aanval op de uitval GSO-3
125
0
0
0
12.1
Surplus versnellingsgelden woningbouw
850
100
0
0
14.1
Dekking eenmalige impuls stichting binnenstad vanuit meeropbrengst OZB
415
0
0
0
Totaal incidentele baten
8.990
100
0
0
-2.000
0
0
0
-600
0
0
0
Incidentele lasten 03.2
Brede School Geitenkamp
06.1
Uitvoering integraal veiligheidsbeleid
07.1
Musis Sacrum onderhoud
-4.000
0
0
0
08.2
Voorzieningenhart St. Marten
-500
0
0
0
08.3
Subsidie Willemeen
08.3
Regiobudget Aanval op de uitval GSO-3
-105 -125
0 0
0 0
0 0
12.1
Extra plankosten Presikhaaf
-100
0
0
0
12.1
Gebiedsvisie Stadsblokken-Meijnerswijk
-300
-100
0
0
12.1
Fase 2 structuurvisie
-550
0
0
0
12.1
Particuliere woningverbetering Presikhaaf
-525
-305
0
0
12.1
Crisis woningmarkt
-3.381
-467
0
0
14.1
Eénmalige impuls Stichting Binnenstad Arnhem (SBA)
-415
0
0
0
15.2
Uitvoering klimaatprogramma
-194
-194
0
0
16.5
Onvoorzien
-272
-272
-272
-272
-13.067
-1.338
-272
-272
Totaal incidentele lasten
ONDERWERP
GSO-3 bijdrage Brede School Geitenkamp
05.3
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
03.2
PAGINA
271
7 FINANCIËLE STATEN
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
In dit hoofdstuk zijn de volgende overzichten opgenomen: • De geprognosticeerde balans; • Overzicht van vaste activa; • Reserves en voorzieningen; • EMU-saldo 2011.
PAGINA
272
7.1
Geprognosticeerde balans
activa 31-12-2010
31-12-2011
508.801
528.829
Vaste activa
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut
34.669
42.020
253.189
244.544
796.659
815.392
Onderhanden werk
44.657
55.226
Voorraden
55.760
30.392
Kortlopende vorderingen
98.000
97.000
5.000
5.000
203.417
187.618
1.000.076
1.003.010
Financiële vaste activa Immateriële vaste activa
Totaal vaste activa Vlottende activa
Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa
TOTAAL
ONDERWERP
Investeringen met een economisch nut
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Materiële vaste activa:
PAGINA
273
passiva 31-12-2010
31-12-2011 bedragen x € 1.000
Algemene reserves
34.076
108.310
99.042
Totaal eigen vermogen
143.382
133.118
17.407
15.921
Langlopende schulden
680.527
666.353
Totaal vaste passiva
841.316
815.392
Kortlopende schulden
18.760
37.618
Liquide middelen
40.000
40.000
Overlopende passiva
100.000
110.000
Totaal vlottende passiva
158.760
187.618
1.000.076
1.003.010
Voorzieningen
Vlottende passiva
TOTAAL
ONDERWERP
35.072
Bestemmingsreserves
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Eigen vermogen
Vaste activa
Vaste activa
Totaal
Investering
Desinvestering
Aanschafwaarde
01-01-2011
2011
2011
31-12-2011
0
0
0
0
67.251
0
0
67.251
702
0
0
702
- Bedrijfsgebouwen
365.504
21.270
70
386.704
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
144.704
12.540
1.138
156.106
2.237
250
57
2.429
19.485
2.957
1.489
20.953
Materiële vaste activa: Investeringen met een economisch nut : - Gronden en terreinen - Woonruimten
- Vervoermiddelen - Machines, apparaten en installaties - Overige materiële vaste activa
30.369
1.620
2.176
29.813
630.251
38.637
4.931
663.958
- Gronden en terreinen
0
0
0
0
- Woonruimten
0
0
0
0
- Bedrijfsgebouwen
0
0
0
0
45.002
8.466
65
53.403
Totaal investeringen met een economisch nut Investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut :
- Vervoermiddelen - Machines, apparaten en installaties - Overige materiële vaste activa Totaal investeringen openb. ruimte met maatsch. nut Totaal materiële vaste activa
0
0
0
0
1.304
346
0
1.650
2.432
1.051
0
3.483
48.738
9.863
65
58.536
678.990
48.500
4.996
722.494
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekkingen aan : -Deelnemingen
10.240
0
0
10.240
-Gemeenschappelijke regelingen
0
0
0
0
-Overige verbonden partijen
0
0
0
-Gemeentelijke diensten Totaal kapitaalverstrekkingen
0 0
10.240
0
0
10.240
Leningen aan : -Woningbouwcorporaties
196.274
0
7.111
189.163
-Deelnemingen
0
0
0
0
-Overige verbonden partijen
0
0
0
0
196.274
0
7.111
189.163
37.176
0
1.494
35.682
9.136
0
0
9.136
523
0
0
523
253.349
0
8.605
244.744
932.338
48.500
13.601
967.237
Totaal leningen aan Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één janger of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal financiële vaste activa
Totaal vaste activa
ONDERWERP
Immateriële vaste activa
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Aanschafwaarde Omschrijving
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
PAGINA
274
7.2
PAGINA
275
bedragen x € 1.000
Afschrijving
Afschrijving
Afschrijv. des-
Afschrijving
Boekwaarde
Boekwaarde
Rente 2011
01-01-2011
2011
2011
31-12-2011
01-01-2011
31-12-2011
5,25%
0
0
0
0
0
17.790
0
0
17.790
49.461
49.461
2.597
215
18
0
233
486
468
26
64.972
9.657
70
74.559
300.533
312.145
15.778
19.343
3.367
1.138
21.572
125.360
134.534
6.581
504
376
57
823
1.733
1.607
91
7.331
2.939
1.489
8.781
12.154
12.172
638
11.295
2.253
2.176
11.371
19.074
18.442
1.001
121.450
18.610
4.931
135.129
508.801
528.829
26.712
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
12.398
2.055
65
14.388
32.604
39.015
1.712
0
0
0
0
0
0
0
278
255
0
533
1.026
1.117
54
1.393
203
0
1.595
1.039
1.887
55
14.069
2.512
65
16.516
34.669
42.020
1.820
135.519
21.122
4.996
151.645
543.471
570.848
28.532
0
0
0
0
10.240
10.240
538
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
10.240
10.240
538
0
0
0
0
196.274
189.163
10.304
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
196.274
189.163
10.304
0
0
0
0
37.176
35.682
1.952
0
0
0
0
9.136
9.136
480
160
40
0
200
363
323
19
160
40
0
200
253.189
244.544
13.292
135.679
21.162
4.996
151.845
796.659
815.392
41.825
ONDERWERP
0
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
0
Totaal reserves en voorzieningen
166.729
15.805
150.925
Totaal reserves
Totaal voorzieningen
115.300
35.625
Totaal algemene reserves
Bestemmingsreserves
3.315
0
32.310
MJPB 2010-2013
- Dienstbedrijfsreserves (DBR)
- Belegde middelen aandelen
- Algemene reserve vrij
Algemene reserves:
Omschrijving
15.190
10.919
4.271
3.953
318
1.489
0
-1.171
Actualisatie Jaarverslag 2009
31-12-2010 geamendeerde
Stand per
-2.768
-740
0
-2.028
-23.027
-9.316
-13.710
-10.942
2010
Actualisatie
158.892
17.407
141.485
108.310
33.175
4.064
0
29.111
01-01-2011
Stand per
rente
749
0
749
74
675
0
0
675
Vermeerderingen
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
overige
4.917
432
4.485
4.259
226
0
0
226
Vermeerderingen
Begrote mutaties 2011
15.520
1.918
13.602
13.602
0
0
0
0
149.039
15.921
133.118
99.042
34.076
4.064
0
30.012
31-12-2011
Stand per
bedragen x € 1.000
Gemeente Arnhem
Verminderingen
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Reserves en voorzieningen
PAGINA
276
7.3 Reserves en voorzieningen
PAGINA
277
7.4
Emu-saldo 2011
2011
2012 x € 1.000
-7.594 18.671 451 31.828
-8.367 21.162 432 48.500
-820 23.257
7.148
70
-27.448
-35.343
42.007
In mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Boekwinst op grondverkopen Betalingen ten laste van de voorzieningen Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten Berekend EMU-saldo
-19.570
In de septembercirculaire 2010 is voor het jaar 2011 de macroreferentiewaarde voor gemeenten teruggedraaid naar de oorspronkelijke 0,38% van het BBP in plaats van de in de septembercirculaire 2009 meegedeelde 0,53% van het BBP voor 2010. Hiermee spreekt het Rijk impliciet de verwachting uit dat in 2011 de economische recessie volledig verdwenen zal zijn. De lagere macroreferentiewaarde betekent voor Arnhem een individuele referentiewaarde van € 27.856.000. In de begroting voor 2011 wordt dit toegestane EMU-tekort overschreden, naar verwachting zal in 2012 het EMU-tekort ruim binnen deze grens blijven.
ONDERWERP
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
2010
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
Sinds 1999 bestaat de Economische en Monetaire Unie (EMU), die in Europa verantwoordelijk is voor het gezamenlijke monetaire beleid van de deelnemende landen. Deze EMU-landen zijn gehouden aan de –met elkaar afgesproken- eis om het begrotingstekort van de overheid niet te laten stijgen boven de 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Deze grens van 3% geldt voor de gehele overheid, dus inclusief de provincies, gemeenten en waterschappen. Het begrotingstekort wordt berekend op een manier die afwijkt van de manier waarop bij gemeenten het saldo wordt bepaald. Gemeenten (en provincies) zijn gehouden aan de regelgeving in het BBV, dat uitgaat van een stelsel van baten en lasten. Het zogenaamde EMU-saldo is een saldo van inkomsten en uitgaven (dus op kasbasis). Nadat in 2003 het positieve EMU-saldo van de lokale overheden is omgeslagen in een overschrijding waardoor Nederland de grens van 3% heeft overschreden, zijn afspraken gemaakt die ertoe moeten leiden dat ook de lokale overheden zich bewust worden van hun aandeel in de beheersing van het EMU-saldo. Onderdeel daarvan is de vermelding van het zogenaamde EMU-saldo in de begroting. In het overzicht is het EMUsaldo berekend voor de jaren 2010 tot en met 2012, zoals dat voortvloeit uit deze begroting.
PAGINA
278
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
PAGINA
279
Afkortingenlijst
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
ASF ASV ATC AU AWB AWBZ
B BAG Barim BBV
BDU-SIV BGB BGD BNG BOS BR BVO BWT BZK
C CAR CASA CAZ CAO CBS CBKG Cebeon CG CIZ CJG COC CPB CPO CROW
CS CVV CWI
Basisregistratie Adressen en Gebouwen Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Besluit Begroting en verantwoording provincies en gemeenten Brede doeluitkering-sociaal, integratie en veiligheid Buiten Gewoon Beter Buiten Gewoon Doorgaan Bank Nederlandse Gemeenten BuurtOnderwijsSport Bestemmingsreserve Bruto vloeroppervlakte Bouw- en woningtoezicht Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Collectieve Arbeids Regeling Centrum voor (landschaps)architectuur en stedenbouw Arnhem Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering Collectieve Arbeids Overeenkomst Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum Beeldende Kunst Gelderland Centrum Beleidsadviserend Onderzoek Chronisch zieken en Gehandicapten Centrum Indicatieorgaan Zorg Centra voor Jeugd en Gezin Nederlandse Vereniging tot integratie van homosexualiteit Centraal Planbureau Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Netwerk waar gemeentelijke professionals kennis etc. uitwisselen over openbare ruimten Concernstaf Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Centrum voor Werk en Inkomen
E EMOVO EMT EMU EZ
Elektronische Monitor en Voorlichting Energie en Milieu Technologie Economische en Monetaire Unie Economische Zaken
F FF FIDO fte's Fuwa
Flora en Fauna Financiering Decentrale Overheden functies functiewaardering
G GA GANG GFT GMA GMG GO GPP GR GRP GSB GSF GSO H HAN HALT
HBO HGM HMA HOV I IBA
Gelders Archief Platform voor beeldende kunst en publieke ruimte Groente Fruit Gemeentemuseum Arnhem Grondbank Arnhem Gelderland Onderneemt; project stimulatie studenten om voor onderschap te kiezen geluidsproductieplafonds Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk rioleringsplan Grote Stedenbeleid Gelderse Sport Federatie Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid
Hogeschool Arnhem Nijmegen HetALTernatief= samenwerking tussen gemeenten en politie om kleine vergrijpen van jongeren af te doen met lichte straf Hoger Beroeops Onderwijs Hulpverleningsdienst Gelderland Midden Historisch Museum Arnhem Het Openbaar Vervoer
ICT ID IK-scan IPO ISD ISP ISV IZ
Individuele installaties voor de Behandeling van Afvalwater Informatie en communicatietechnologie Instroom en Doorstroombaan Integrale kwaliteitsscan Inter Provinciaal Overleg Inrichting voor Stelselmatige Daders Instelling Stelselmatige Daders Investeringsbudget stedelijke vernieuwing Dienst Inwonerszaken
J JGZ
Jeugd Gezondheids Zorg
K KAN KCA KCC KRW
Knooppunt Arnhem-Nijmegen Klein Chemisch afval Klantencontactcentrum Kaderrichtlijn Water
L LARGAS LNV LVG
M M&V MADD MAJDS MBO MEE MFC MGBA
Langzaam rijden gaat sneller Ministerie van Landbouw, Natauur en Voedselkwaliteit Landelijke Vereniging Georganiseerde eerstelijn
Mode- en vormgeving Make a difference day Meedoen allochtone jeugd door sport Management Buy Out organisatie die helpt bij vragen op het gebied van onderwijs, opvoeding, wonen etc. Multi Functionele Centra Modernisering Gemeentelijke Basisregistratie
ONDERWERP
APV AR ArtEZ
Dienst bedrijfsreserves DIGItaal Arnhem Directie Programmasturing en Strategie Digitaal Reizigers Informatie Systeem
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
AmvB AMW AOW APCG
D DBR Diga DPS DRIS
PAGINA
ABW AC AIS AMB AMIS
Arnhem Aantrekkelijke Centrum (= 1 van de stadsprogramma's) Algemene Bijstands Wet Arnhem Card Arnhem International School Arnhem Mode Biënale Arnhemse Informatiesysteem voor monumenten & archeologie Algemene Maatregel van Bestuur Algemeen Maatschappelijk Werk Algemene Ouderdoms Wet Arnhems platform chronisch zieken en gehandicapten Algemeen Plaatselijke Verordening Algemene Reserve Hoge school voor de Kunst Arnhem Nijmegen Arnhemse Sport Federatie Algemene Subsidie Verordeing Automotive Technology Centre Algemene Uitkering Gemeentefonds Algemene Wet Bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
280
A AAC
NUP NWW O O&S OCW OG OGGZ OKA OKE OM OOR OPA ORRA OSJA OTO OTCO OV OVG OVS OZB P PAS PGB PO PR PWC PWE R RAAK RIOB RMC RO ROC RTV RvR RWS
Onderzoek en Statistiek ministerie Onderwijs Cultuur en Welzijn Openbare GezondheidsZorg Openbare Geestelijke GezondheidsZorg Ondernemers Kontakt Arnhem Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Openbaar Ministerie Objecten in de Openbare Ruimte Ontwerp Platform Arnhem Online Raadpleegbare Reisdocumenten Administratie afd. Onderzoek&Statistiek/Juridisch Advies Overlegraad toegankelijkheid openbare ruimte merknaam Ondergrondse containers Openbaar Vervoer Onderwijs Voorrangsgebieden Onderwijsvoorrang sociale vernieuwing Onroerende Zaak Belasting
St. Primair onderwijs in Arnhem in Samenwerking Persoonsgebonden budget primair onderwijs Plaatsgebonden risico Price Waterhouse Coopers Provinciale Werkgelegenheidsenquête
Reflectie- en Actiegroep Aanpak kindermishandeling Rioolbeheersysteem Regionaal Meldpunt en Coördinatiefunctie Ruimtelijke Ordening Regionaal opleidingscentrum Radio en TV Ruimte voor de Rivier Rijkswaterstaat
SULO SWOA SZW
U UG UWV
V V&V VAT VAVO VBA VGB VIA VIRA VMBO VNG VO VRI VROM VSO VSV VVE V&W VWS
W Wabo Wajongers WGSP WIJ WIW Wm WMO WOZ WRO WRV Wsv Wsw WTC Wtcg
Uitgezette gelden Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen
Volksgezondheid en verslavingszorg voorbereiding, advies, toezicht Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs Vastgoedbedrijf Arnhem Vastgoed Beheersplan Vrijwillige Inzet Arnhem Verwijsindex Risicojongeren regio Arnhem Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Verkeersregelinstallatie Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu Voortgezet Speciaal Onderwijs Voortijdig schoolverlaten Voor- en vroegschoolse educatie Ministerie Verkeer&Waterstaat Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WWIK
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Uitkering voor jonggehandicapten Werkgeverservicepunt Wet Investeren in Jongeren Wet inschakeling werkzoekenden Wet milieubeheer Wet Maatschappelijke Ontwikkeling wet Waardering Onroerende Zaken Wet ruimtelijke ordening woon, rolstoel- en vervoersvoorzieningen Wet stedelijke vernieuwing Wet sociale werkvoorziening World Trade Center Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Werkeloosheidswet Wet werk en bijstand Wonen, Wijken en Intergratie (onderdeel ministerie VROM) Wet Werk Inkomen kunstenaars
Z ZAT ZAVP ZVW
Zorg- en Adviesteam Zeer actieve veelplegers Zorgverzekeringswet
WW WWB WWI
ONDERWERP
NRF NSL
SNOA SO SOFA SPA SSV St. Kiem STMG SUWI SVB SVMG
Dienst Stadsbeheer St. Binnenstad Arnhem Sociaal Cultureel Planbureau Schulddienstverlening Sporen in Arnhem St. Kinderopvang Arnhem Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden St. Noodopvang Asielzoekers Dienst Stadsontwikkeling St. Ondernemersfonds Arnhem St. Peuterspeelzalen Arnhem Sport- en Spelverhuur Kennisprogramma integratie van Nicis Stichting Thuiszorg Midden Gelderland Structuur uitvoering werk en inkomen Sportvoorrangsbeleid Stichting Vluchtelingenwerk Midden Gelderland merknaam Ondergrondse containers St. Welzijn Ouderen Arnhem Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014
NOC/NSF
Nationaal actieplan sport en bewegen Niet gouvernementele organisaties Nationaal Historisch Museum kenniscentrum steden Ned. Instituut Sport en Bewegen ned. Instuut voor volksontwikkeling en natuurvriendenwerk Ned. Olympisch Comité/Nederlandse Sport Federatie Nationaal Restauratie Fonds Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht Nationaal Uitvoeringsprogramma Niet-werkende werkzoekende
S SB SBA SCP SDV SiA SKAR SMART
PAGINA
N NASB NGO NHM NICIS NISB Nivon
Meerjaren Programmabegroting Museum voor Moderne Kunsten Arnhem Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Meerjaren Onderhoudsplanning Milieusamenwerking Regio Arnhem Musis Sacrum-Schouwburg Arnhem Meldpunt vrijwillige thuishulp
281
MJPB MMKA MO MOP MRA MSSA MVT
PAGINA
282
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2011-2014