5 oktober 2004
ONDERWERP
inclusief eerste begrotingswijziging betreffende GSB-III
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
5 oktober 2004
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
5 oktober 2004
Voorwoord Voor u ligt de meerjarenprogrammabegroting van de gemeente Arnhem voor de periode 2005-2008. Deze begroting heeft dezelfde opzet als die van vorig jaar. Dezelfde (deel)programma’s komen erin terug, waarbij steeds de belangrijkste uitdagingen voor de stad en de organisatie zijn samengevat. Daarbij is aangegeven welke prestaties we willen leveren en welke gelden we daarvoor willen zetten. Alleen het programma democratisering heeft een andere opbouw gekregen. Conform de wens van de raad is daar een apart deelprogramma over de gemeenteraad aan toegevoegd (01.1).
Het onderdeel paragrafen is ook vernieuwd. Er is een eerste aanzet voor het meerjarige investeringsprogramma opgenomen. De paragrafen over verbonden partijen, onderhoud kapitaalgoederen en grondbeleid zijn verbeterd en er zijn contouren geschetst voor verdere verbetering en aanscherping. Het financiële beeld voor de komende jaren is somber, ook als gevolg van het Rijksbeleid. Dat maakt omvangrijke bezuinigingen noodzakelijk. De programmabegroting is vanaf 2006 "sluitend" gemaakt met het opnemen van stelposten. Op dit moment zijn per dienst “task-forces” onder leiding van een regiegroep aan het werk om bezuinigingsvoorstellen voor te bereiden. Zodra duidelijk is op welke deelprogramma’s zal worden bezuinigd, zal de raad begrotingswijzigingen vaststellen om deze stelposten nader in te vullen. Wij gaan ervan uit dat deze begroting, een belangrijk instrument om te kunnen sturen op hoofdlijnen, zo weer doel- en prestatiegerichter is geworden. Burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem
5 oktober 2004
ONDERWERP
Het was niet mogelijk om ook het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) voor de periode 20052008 in de begroting op te nemen, omdat nog niet bekend was welk bedrag voor Arnhem beschikbaar is. De thema’s en doelstellingen van het GSO sluiten echter goed aan bij het grotestedenbeleid. Het college zal daarom aan de raad voorstellen om het GSO op dezelfde wijze in de begroting te verwerken als het grotestedenbeleid. Het voorstel voor deze begrotingswijziging zal worden voorgelegd als de onderhandelingen met de provincie in het najaar van 2004 zijn afgerond.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Nieuw aan deze begroting is dat het Arnhemse grotestedenbeleid (GSB) erin verwerkt is, zodat een afzonderlijk meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP) voor dit onderwerp niet meer nodig is. Om aan de eisen van het Rijk te blijven voldoen, is daarom meer aandacht besteed aan de relatie tussen beleidsdoelstellingen en de toestand van de stad en het beleid (sterktezwakteanalyses). Deze informatie is opgenomen in de algemene inleiding en de inleidingen op de programma’s. Hierbij is gebruik gemaakt van onder meer de perspectiefnota, de tussentijdse rapportage collegeakkoord en de bouwstenen van de visie Maatschappelijke Ontwikkeling. De verweving van het grotestedenbeleid in de begroting heeft ook een stimulans gegeven aan het uitwerken van de begroting in concrete beleidsresultaten en outputindicatoren. Die maken het mogelijk om de uitvoering van het beleid beter te volgen en te toetsen. Tenslotte heeft intergemeentelijke samenwerking, een belangrijke invalshoek van het GSB, een duidelijkere plaats gekregen in de beschrijving van de programma’s.
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
5 oktober 2004
1
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Inhoudsopgave MJPB 2005-2008 BELEIDSBEGROTING 1.
Hoofdlijnen voor de Meerjarenprogramma-begroting 2005 - 2008 ......................... 5 1.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 5 1.2 Wat is er het afgelopen jaar gebeurd? ....................................................................................... 5 1.3 De uitkomsten van de actualisatie en de dialoog met de stad ................................................... 8 1.4 Welke hoofdthema’s van beleid tekenen zich nu af ? .............................................................. 10 1.4.1 Participatie en Werk ................................................................................................................11 1.4.2 Wonen en Samenleven ...........................................................................................................11 1.4.3 Aantrekkelijke centrumstad .....................................................................................................12 1.4.4 Zorg voor het publieke domein................................................................................................13 1.5 Overzicht deelprogramma’s, portefeuillehouders en commissies............................................ 14
2.
Toelichting per deelprogramma .............................................................................. 17
Dichterbij de burger 01. Democratisering........................................................................................................... 19 01.1 De gemeenteraad.....................................................................................................................21 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen .........................................................................................25 Wijkgericht werken ...........................................................................................................................28
02. Kwaliteit dienstverlening ............................................................................................. 31 02.1 Loketten zonder drempels........................................................................................................32 02.2 Digitale serviceverlening op niveau brengen ...........................................................................35
Kwaliteit van de stedelijke samenleving 03. Educatie........................................................................................................................ 41 03.1 Voorschoolse ontwikkeling .......................................................................................................44 03.2 Goed onderwijs ........................................................................................................................47 03.3 Volwasseneneducatie ..............................................................................................................52
04. Werk en inkomen ......................................................................................................... 55 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt ..............................................................57 04.2 Inkomensvoorziening en - ondersteuning als sociaal vangnet ................................................60
05. Zorg............................................................................................................................... 63 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid ...................................................................65 05.2 Zorg in kwetsbare situaties.......................................................................................................69
06. Veiligheid...................................................................................................................... 73 06.1 Veiligheid bevorderen...............................................................................................................75 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen ......................................................................79
07. Bruisend Arnhem ......................................................................................................... 83 07.1 Bloeiende kunst en cultuur .......................................................................................................85 07.2 Actief sporten ...........................................................................................................................88
5 oktober 2004
2
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
08. Samenleven in Arnhem................................................................................................ 91 08.1 Maatschappelijk actieve burgers ..............................................................................................94 08.2 Samenleven in de buurt ...........................................................................................................97 08.3 Actieve groepsverbanden en (sub-)culturen ..........................................................................100 08.4 Integratiebeleid .......................................................................................................................103
De ruimte goed benut 09. Stedelijke hoofdstructuur versterken ....................................................................... 109 09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad ................................................................................110 09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat......................................................................114
10. Wijken bouwen........................................................................................................... 117 10.1 Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen ...........................118 10.2 Wijken up to date houden.......................................................................................................122 10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg ................................................................................................126 10.4 Grondexploitatie ....................................................................................................................129
11.
Mobiliteit ................................................................................................................. 131 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen ..........................................................133 11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid ..................................................................136
12. Wonen in Arnhem ...................................................................................................... 139 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt....................................................141
13. Kwaliteit openbare ruimte ......................................................................................... 147 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig ...............................................................................................149 13.2 Afval en riolering.....................................................................................................................152 13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed.......................................................156
Economie in balans met ecologie 14. Structuurversterking economie ................................................................................ 163 14.1 Verbetering ondernemingsklimaat .........................................................................................166
15. Duurzaam milieu ........................................................................................................ 171 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu.........................................................................173 15.2 Een goed milieubeheer ..........................................................................................................178 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit .......................................................................183
Algemene dekkingsmiddelen 16
Overzicht algemene dekkingsmiddelen................................................................ 189
3.
Paragrafen .............................................................................................................. 191 Inleiding ..........................................................................................................................................191
1 2 3 4 5 6 7 8
Lokale heffingen ..................................................................................................................... 193 Weerstandsvermogen ............................................................................................................ 197 Onderhoud kapitaalgoederen................................................................................................ 203 Financiering............................................................................................................................. 209 Bedrijfsvoering........................................................................................................................ 215 Verbonden partijen ................................................................................................................. 217 Grondbeleid............................................................................................................................. 219 Investeringen........................................................................................................................... 223
5 oktober 2004
3
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
FINANCIËLE BEGROTING Inleiding ..........................................................................................................................................229
4. 5.
Financieel meerjarenbeeld 2005-2008................................................................... 232 Overzicht van baten en lasten ............................................................................... 239 5.1 Overzicht baten en lasten per programma...............................................................................240 5.2 Overzicht baten en lasten per deelprogramma ........................................................................244
6.
Brede doeluitkering grotestedenbeleid ................................................................ 251 6.1 Overzicht brede doeluitkering grotestedenbeleid (GSB-3) naar Brede Doeluitkering (BDU) .252 6.2 Overzicht brede doeluitkering grotestedenbeleid (GSB-3) naar deelprogramma...................253
7.
Financiële staten .................................................................................................... 257
5 oktober 2004
4
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
5
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
1. Hoofdlijnen voor de Meerjarenprogrammabegroting 2005 - 2008 1.1 Inleiding De programmabegroting 2005 – 2008 is de tweede programmabegroting van de gemeente Arnhem. Hierin wordt het gemeentelijk beleid voor de komende jaren op hoofdlijnen vastgesteld. In 2003 hebben we voor het eerst een programmabegroting opgesteld. Daarmee hebben we een flinke stap gezet, zoals ook blijkt uit het rapport van de gezamenlijke rekenkamers van Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen. In deze nieuwe programmabegroting zijn verdere verbeteringen doorgevoerd, onder meer door de integratie van het grotestedenbeleid. Zo bouwen we voort op de ingeslagen richting. De gemeente verkeert de komende jaren in zwaar financieel tij. Omdat de stad ook ambities heeft, zijn keuzes in het beleid onvermijdelijk. In de eerste helft van 2004 is veel voorwerk verricht om prioriteiten te stellen in de begroting 2005-2008. In dit hoofdstuk is beschreven wat dat voorwerk inhield en welke hoofdlijnen voor het beleid daaruit volgen. Deze hoofdlijnen zullen richting geven aan de uitwerking van het beleid in de komende jaren en gelden ook als vertrekpunten voor de derde tranche van het Arnhemse grotestedenbeleid.
1.2 Wat is er het afgelopen jaar gebeurd? Het collegeakkoord 2002 – 2006 In het voorjaar van 2004, halverwege de bestuursperiode 2002-2006, heeft het college van burgemeester en wethouders een tussenstand opgemaakt van de realisatie van het collegeakkoord. Hieruit blijkt dat vergaande voortgang is geboekt met de uitvoering van actiepunten uit het collegeakkoord. De doelstelling “dichter bij de burger” is in belangrijke mate gerealiseerd, door de inbedding van het wijkgerichte werken in de organisatie en door verbeteringen in de publieke dienstverlening. In de komende jaren is nog enige verdere uitwerking noodzakelijk, in lijn met het ingezette beleid. Flinke vooruitgang is ook geboekt met de doelstelling “verbetering van de kwaliteit van de stedelijke samenleving”. Heel wat actiepunten zijn in gang gezet of uitgevoerd. Maar de sociale problematiek van de stad blijkt op een aantal punten weerbarstig. Dat geldt bijvoorbeeld voor de positie van de sociaal zwakkeren in de stad, maar ook voor de veiligheidsbeleving van de burgers (terwijl de veiligheid feitelijk niet is afgenomen). De doelstelling “investeren in stedelijke ontwikkeling” moeten we nog soms nog omzetten in concrete acties bij nieuwe ontwikkelingen in de stad. Voor een deel zijn eerste stappen ook al gezet. In Schuytgraaf en Malburgen zijn deze acties al in uitvoering en voor Rijnboog en Presikhaaf staan we in de startblokken. Met het verbeteren van de kwaliteit van de bestaande stad is een goede start gemaakt. “Buitengewoon Beter” is daar een goed voorbeeld van. De tussenstand van het beleid voor de periode 2002 – 2006 is één van de aanleidingen om opnieuw na te denken over de strategische doelen die de komende jaren de nadruk moeten krijgen. De taakstellingen van het collegeakkoord zijn immers grotendeels gerealiseerd en we moeten nu een stap verder zetten. De uitgangspunten van het collegeakkoord blijven daarbij natuurlijk richtinggevend. Vooral voor het versterken van de sociale kwaliteit en het investeren in de stedelijke ontwikkeling lijkt de komende jaren veel aandacht nodig.
5 oktober 2004
6
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Het grotestedenbeleid Het grotestedenbeleid heeft de volgende doelen: · het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid; · het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving; · het verbeteren van de sociale kwaliteit van de stedelijke samenleving; · het binden van de middeninkomens en hogere inkomens aan de stad; · het vergroten van de economische kracht van de stad. e
Met ingang van 2005 start de 3 tranche van het grotestedenbeleid. Arnhem heeft dit moment aangegrepen om de doelstellingen van het GSB en de daaraan gekoppelde prestatie-indicatoren goed aan te laten sluiten bij de programma’s die in 2003 voor de programmabegroting zijn opgezet. Het GSB ondersteunt en versterkt op die manier het beleid van de gemeente. Het Arnhemse Meerjarenontwikkelingsprogramma voor het grotestedenbeleid is geen apart beleidstraject meer, maar is een herkenbaar onderdeel van de verschillende beleidsprogramma’s van de gemeente. Het Rijk heeft voor de doelen van het GSB zeven aandachtsgebieden in het sociale domein aangewezen: 1) inburgering en integratie; 2) jeugd, onderwijs en educatie; 3) maatschappelijke opvang/ambulante verslavingszorg en vrouwenopvang; 4) inlopen gezondheidsachterstanden; 5) veiligheid; 6) participatie, sport, cultuur en vrije tijd; 7) sociale kwaliteit van de woon- en leefomgeving. De belangrijkste doelen voor de fysieke pijler van het grotestedenbeleid zijn: 1) een betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen; 2) verbeteren van de omgevingskwaliteit; 3) zorgvuldig ruimtegebruik; 4) verbeteren van de fysieke voorwaarden voor een aantrekkelijke sociale en veilige omgeving. De belangrijkste doelen voor de economische pijler zijn: 1) een verminderen van het aantal verouderde en een verbetering in het aanbod van nieuwe bedrijventerreinen; 2) verminderen van de criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers; 3) vergroten van het aantal breedbandaansluitingen; 4) verbeteren van de dienstverlening aan ondernemers. Arnhem heeft verschillende stappen gezet om het gemeentelijke beleid en het Arnhemse grotestedenbeleid beter te onderbouwen. In de eerste plaats hebben de perspectiefnota en de actualisering van de visie Arnhem 2015 daaraan bijgedragen. Maar ook de actualisering van het Structuurplan Arnhem 2010, de ontwikkeling van een woonvisie en de visie op de maatschappelijke ontwikkeling hebben een belangrijke rol gespeeld. Voor het grotestedenbeleid zijn sterktezwakteanalyses uitgevoerd en ook deze zijn verwerkt in de programmabegroting.
Het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid Naast het Rijk kent ook de provincie Gelderland een eigen grotestedenbeleid. Voor dit Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) start in 2005 een nieuwe periode van drie jaar. De provincie heeft op een drietal beleidsterreinen GSO-accenten geformuleerd die goed aansluiten bij het landelijke en het Arnhemse beleid. 1. De sociaal culturele infrastructuur · verminderen aantal dak- en thuislozen · vergroten veiligheidsgevoel · versterken zorgvoorzieningen zoals sociale pensions · handhaven multifunctionele voorzieningen in grote stadswijken 2. Kwaliteit van de leefomgeving · voorkomen trek uit de stad · voorkomen sociale scheiding in de woningbouw 5 oktober 2004
7
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
· voldoende woningen voor starters en jonge gezinnen · tegengaan verloedering van de openbare ruimte en sociale en fysieke veiligheid 3. Stadseconomie · Verbeteren vestigingsklimaat en bereikbaarheid · Stimuleren leer- en werktrajecten, arbeidstoeleiding en arbeidsparticipatie; voorkomen schooluitval Het is de bedoeling om het GSO op dezelfde wijze in de programmabegroting te integreren als met het GSB is gedaan. Dat waarborgt een integrale aanpak. Omdat nog niet bekend is welk bedrag Arnhem beschikbaar krijgt voor GSO, kan die integratie nu nog niet plaatsvinden. De gemeente Arnhem heeft voorgesteld de GSO-gelden in te zetten voor de volgende programma’s: · Educatie (programma 3); · Werk en inkomen (programma 4); · Veiligheid (programma 6); · Samenleven in Arnhem (programma 8); · Wijken bouwen (programma 10); · Kwaliteit openbare ruimte (programma 13); · Structuurversterking economie (programma 14). In het najaar van 2004 zullen onderhandelingen tussen de provincie en de steden plaatsvinden. Als duidelijk is welk bedrag Arnhem krijgt en waarop dit ingezet kan worden, zal alsnog integratie in onze programmabegroting plaatsvinden. Hiervoor zal te zijner tijd een voorstel voor begrotingswijziging worden ingediend. De afspraken tussen de gemeente en de provincie worden in december 2004 vastgelegd in een stadscontract. Aan het stadscontract wordt bovendien een onderdeel toegevoegd waarin is vastgelegd over welke onderwerpen de stad en de provincie met elkaar in gesprek zijn of willen komen en voor welke onderwerpen eventueel provinciale middelen beschikbaar zijn in de komende jaren.
De actualisering van de visie Arnhem 2015 In 1998 is de visie Arnhem 2015 opgesteld. Vier ambities staan hierin centraal: · versterking van de kwaliteit van de stedelijke samenleving; · uitgebalanceerde ontwikkeling van economie en ecologie; · hoogwaardige intensivering van het ruimtegebruik; · vergroting van de aantrekkingskracht van de stad door samenhang te brengen in stedelijke voorzieningen. Sinds 1998 is hard gewerkt aan de realisatie van deze ambities. De visie vormde de basis voor het meerjarenontwikkelingsprogramma van het grotestedenbeleid in 1999 en het nieuwe gemeentelijke structuurplan. Een groot aantal projecten kreeg een duidelijker kader door deze ambities. Ook zijn stappen gezet om de gemeentelijke organisatie beter toe te rusten om deze ambities waar te kunnen maken. Inmiddels zijn we zes jaar verder. De ambities van de visie zijn algemeen gesteld en nog steeds van waarde. Vanwege het economische en financiële tij is het echter meer dan voorheen van belang om prioriteiten te stellen bij het verwezenlijken van de ambities. Door te prioriteren kunnen we onze inspanningen voor de ambities van Arnhem 2015 opnieuw scherpte geven. Prioritering kan ook helpen bij het bepalen van onze koers, nu de uitgangspunten van het collegeakkoord voor een groot deel gerealiseerd zijn. Met het stellen van prioriteiten scheppen we bovendien helderheid over onze positie ten opzichte van het Rijk in het grotestedenbeleid. Om deze redenen is de visie Arnhem 2015 in afgelopen maanden geactualiseerd. De eerste stap was het opstellen van de perspectiefnota, waarbij gebruikt gemaakt is van bouwstenen voor de visie maatschappelijke ontwikkeling. De perspectiefnota bouwt voort op de sterktezwakteanalyses die voor de visie maatschappelijke ontwikkeling zijn gemaakt en op thema’s tweedeling, sociale cohesie (met accent op participatie), integratie en veiligheid.
5 oktober 2004
8
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
1.3 De uitkomsten van de actualisatie en de dialoog met de stad Het startdocument van de actualisatie van de visie Arnhem 2015 is de perspectiefnota. De kern bestaat uit een globale analyse van belangrijke ontwikkelingen, een analyse van de sterke en zwakke punten van Arnhem en een eerste duiding van prioriteiten. Het beeld is vervolgens ingekleurd aan de hand van uitspraken van raadsfracties in de raadsbrede commissievergadering over de perspectiefnota en op basis van verschillende overleggen over de gewenste hoofdlijnen van de visie en de uitwerking daarvan.
De perspectiefnota De volgende belangrijke ontwikkelingen werden gesignaleerd: · ondanks tegenzittende conjunctuur toenemende welvaart; · risico’s van de tegenvallende conjunctuur voor de participatie op de arbeidsmarkt; · grotere tevredenheid van de burgers op persoonlijk vlak, minder tevredenheid over het presteren van de overheid; · individualisering zet door; kentering van aandacht van individuele rechten naar individuele rechten en plichten; · meer vraag naar handhaving van waarden en normen vastgelegd in regels; · verandering van mate, schaal en duur van de betrokkenheid van mensen bij maatschappelijke processen, mede mogelijk gemaakt door informatie- en communicatietechnieken; · problemen doen zich meer en meer op wisselende schalen voor – oude vaste gebiedskaders zoals de buurt, de stad, de regio of het land vervagen; · grotere complexiteit van processen in de stedelijke samenleving en het openbaar bestuur; · groeiend bewustzijn van samenhangen en het inzicht dat processen minder goed te voorzien zijn; · toenemende eisen aan de regierol van de gemeente. Als sterke en zwakke punten van Arnhem werden gesignaleerd: · Arnhem heeft veel arbeidsplaatsen; · Arnhem heeft een goed voorzieningenniveau; · Arnhem heeft een aantrekkelijke omgeving; · de binnenstad heeft een belangrijke centrumfunctie voor de wijde omgeving; · Arnhem heeft in Nederland een goed imago als woonstad; · er zijn recent belangrijke successen geboekt in het gemeentelijk beleid: voorbeelden zijn het jeugdbeleid, het beleid voor de verbetering van de openbare ruimte, de verbetering van de publieke dienstverlening en het van de grond komen van grote projecten als Arnhem Centraal; · de voor Arnhem zeer kenmerkende tweedeling van de bevolking is de laatste decennia minder extreem geworden, maar is nog steeds duidelijk aanwezig: kansarme en kansrijke groepen zijn geconcentreerd in bepaalde wijken; · Arnhem heeft relatief veel laagopgeleide inwoners, veel werkloosheid en armoede, vooral onder allochtonen; · er zijn veel verslaafden en drop-outs in de stad; · de subjectieve en objectieve onveiligheid is relatief hoog; · er zijn achterstanden in het onderhoud. Op basis van deze analyse werd voorzichtig geconstateerd dat het nodig is om de zwakke punten te versterken om een (duurzaam) sterke stad te bereiken waar het aantrekkelijk leven, wonen, werken en ontspannen is. Ook is het nodig de sterke punten verder te ontwikkelen voor zover ze de zwakke punten helpen sterker te maken. Daarbij is wel van belang dat het politiek-maatschappelijk klimaat in de afgelopen jaren is veranderd. De burgers stellen hogere eisen aan de overheid en de overheid verwacht dat de burgers zelf meer verantwoordelijkheden nemen. Dat leidde tot volgende aandachtspunten: · blijvende inzet op de kwaliteit van de openbare ruimte, onderhoud en publieke dienstverlening: een goed beheer van de leefomgeving en de openbare ruimte en bij herstructureringsprocessen een verbeterslag van de kwaliteit van de openbare ruimte; · goed onderhoud van de bezittingen van de gemeenschap; 5 oktober 2004
·
De perspectiefnota is onderwerp van discussie geweest in een raadsbrede commissievergadering. Daarbij werd benadrukt dat participatie op de arbeidsmarkt belangrijk is om de tweedeling van de stad tegen te gaan. Het is daarom van groot belang om te verkennen of het mogelijk is de kansen van de meestal laagopgeleide niet-actieven op de arbeidsmarkt te vergroten.
De visie op de maatschappelijke ontwikkeling In de visie op de maatschappelijke ontwikkeling staan vier thema’s centraal: versterken van de sociale cohesie, verminderen en anders omgaan met de maatschappelijke tweedeling en het bevorderen van de integratie en de veiligheid. Bevordering van de sociale cohesie kan op vier manieren: het bevorderen van de algemene omgang met anderen, het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer door onderwijs en werk, het bevorderen van de deelname aan sociale en culturele voorzieningen en het voorkomen van isolement. Integratie is te stimuleren door inburgering van allochtonen (in brede zin), door beleid en voorzieningen op allerlei terreinen ook te baseren op de positie van allochtonen in de samenleving en door de beeldvorming en de kennis van verschillende groepen allochtonen en autochtonen over elkaar te verbeteren. Bevordering van de veiligheid vraagt om verbetering van zowel de objectieve veiligheid (minder misdrijven) als de subjectieve veiligheid (hoe veilig voelen mensen zich). Het tegengaan van de tweedeling en het anders omgaan met de tweedeling in de stad betekent niet dat we de tweedeling geheel kunnen en willen wegnemen. Het doel is om extremen te voorkomen en de negatieve kanten zoveel mogelijk te verminderen. Voorzover verschillen blijven bestaan, is het de opgave deze om te keren in een te waarderen variatie in de samenleving. Dat kan door de sociale cohesie te bevorderen, door integratie te stimuleren en door de veiligheid te vergroten. Het is weliswaar voor sommige aspecten belangrijk om de verschillen in sociale kwaliteit tussen de wijken in de stad te verkleinen. Maar het is ook belangrijk om de positieve kant van deze verschillen te waarderen als een verrijking van het stedelijk leven.
De nieuwe woonvisie In het voorjaar van 2004 is een nieuwe woonvisie ontwikkeld. De hoofddoelstelling van de Woonvisie 2015 is Arnhem verder te ontwikkelen als een aantrekkelijke woonstad die in balans is, ook met haar omgeving.
5 oktober 2004
ONDERWERP
· ·
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
· ·
PAGINA
·
doorgaan met de verbeteringen die de afgelopen jaren al in de publieke dienstverlening (loketten, digitale bereikbaarheid) zijn ingezet; samenhangende inzet op de structuurversterking van de stad door mensen toe te rusten op een steeds complexer wordende samenleving; mobiliseren van het sociale kapitaal van de stad; aandacht voor arbeid als middel om deel te nemen aan de samenleving; om de allerzwaksten te betrekken bij de samenleving zijn andere middelen nodig als arbeid niet binnen hun bereik ligt; verdere uitbouw van het reeds goed ontwikkelde veiligheidsbeleid; een meer gevarieerde woningvoorraad om de ongewenste kant van de tweedeling in de samenleving te verzachten (de concentratie van een groot aantal sociaal zwakkeren in enkele wijken), vooral door herstructurering in Malburgen en Presikhaaf en nieuwbouw in Schuytgraaf; vergroten fysiek en economisch draagvlak, onder meer door de ontwikkeling van Rijnboog en het bieden van ruimte voor bedrijven.
9
·
1.4 Welke hoofdthema’s van beleid tekenen zich nu af ? Rekening houdend met de eisen die de burgers aan de stad stellen en met de meest wezenlijke problematiek van Arnhem - de tweedeling - tekenen zich drie hoofddoelstellingen voor het beleid af: · verder tegengaan van en goed omgaan met de voor Arnhem kenmerkende tweedeling; dat kan
door het bevorderen van een meer gevarieerde economische structuur, maar ook door bijvoorbeeld meer variatie aan te brengen in de woonwijken en door de sociale structuur in de sociaal zwakkere gebieden te versterken. · streven naar versterking van de centrumfunctie van de stad, ook om een goede positie in de nationale en internationale competitie van steden en stedelijke netwerken te behouden en te verwerven; dit is van belang om een aantrekkelijk stedelijk leefklimaat te kunnen blijven bieden aan Arnhemse burgers en aan bestaande en nieuwe bedrijven; · voldoen aan de zwaardere eisen die de laatste jaren aan de overheid gesteld worden; daarvoor is een betere taakvervulling van de overheid in het gehele publieke domein nodig, bijvoorbeeld een betere inrichting en beter onderhoud van de openbare ruimte en aandacht voor handhaving in de openbare ruimte, ook met het oog op het veiligheidsgevoel van de burgers. Op grond van deze drie hoofddoelstellingen zijn vier thema’s benoemd die in de komende jaren de prioriteit krijgen: · participatie en werk; · wonen en samenleven; · aantrekkelijke centrumstad; · zorg voor het publieke domein. Hieronder is beschreven hoe we deze thema’s verder uitwerken, welke programma’s daarbij van belang zijn en welke onderdelen van die programma’s prioriteit krijgen. 5 oktober 2004
ONDERWERP
Bij het opstellen van de visie Arnhem 2015 zijn destijds 6800 mensen actief betrokken geweest. Ook bij het actualiseren van de visie zijn mensen benaderd. Er zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd, zoals diners pensants, het OKA-congres en bijeenkomsten waar verschillende thema’s verder zijn uitgediept. Vervolgens zijn we met belangrijke spelers in de stad in overleg gegaan over de wijze waarop de gewenste aanscherping in ons beleid gestalte zou kunnen krijgen.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Bij verschillende gelegenheden is gesproken over de gewenste prioriteiten in het beleid. Daarbij kwam naar voren dat Arnhem in de komende jaren nog duidelijker moet kiezen bij het stellen van haar beleidsprioriteiten. Arnhem moet een beperkt aantal doelstellingen kiezen en daarop een grote vooruitgang boeken, in plaats van veel doelstellingen te kiezen en daarop een beperkte voortgang te bereiken. Deze insteek is van belang voor het gemeentelijk beleid, het grotestedenbeleid en het Gelders stedelijk ontwikkelingsbeleid.
PAGINA
Dialoog met de stad
10
Dit kan gebeuren door: · het op peil brengen en houden van de woningproductie (hoogste prioriteit heeft het opvoeren en versnellen van de nieuwbouw; omdat de afgelopen jaren te weinig gebouwd heeft, dreigt de woningmarkt dreigt uit balans te raken; de consument die een volgende stap in zijn wooncarrière wil maken en in Arnhem niet het aanbod kan vinden dat hij zoekt, zal zijn woonwens zo mogelijk elders vervullen of is gedwongen te blijven wonen in een woning en/of woonomgeving die niet goed past bij zijn woonwensen); · het vergroten van de variatie, differentiatie en diversiteit in de woningvoorraad en de woonmilieus, met de kwalitatieve woningvraag van de consument als leidraad (de stad hoort echter ook een redelijke afspiegeling te zijn van de maatschappij zodat zij leefbaar, krachtig en aantrekkelijk blijft voor alle soorten en maten van huishoudens, leeftijden en inkomensgroepen). Voor het op peil brengen en houden van de woningproductie is het cruciaal dat in de komende tijd Schuytgraaf, Malburgen, Rijnboog en Presikhaaf gerealiseerd worden. Het vergroten van de variatie en diversiteit van de woningvoorraad moet ook gericht zijn op maatschappelijke opvang en bijzondere doelgroepen, zoals zorgbehoevende ouderen, mindervaliden, jongeren en studenten.
11
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
1.4.1 Participatie en Werk Relevante programma’s: Educatie Samenleven in Arnhem Werk en Inkomen Structuurversterking economie
Participatie en werk zijn essentieel voor versterking van de sociale structuur van de stad. Diverse programma’s moeten daarom prioriteit krijgen. In het programma educatie is het van belang om vooral veel aandacht te schenken aan de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt en het tegengaan van de uitval op scholen, naast de aandacht voor het algemene belang van goed onderwijs voor de latere kansen op de arbeidsmarkt. Daarnaast willen we de positie van de scholen als middelpunt voor het sociale leven in de wijken versterken door brede scholen te stimuleren. Het programma samenleven in Arnhem richt zich vooral op de participatie aan het sociale leven buiten de werksituatie. Het samenlevingsbeleid in de wijken draagt bij aan een betere participatie aan het sociale leven in de wijk en aan de zelfredzaamheid van mensen. Ook het vrijwilligerswerk kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Prioriteit ligt bij het tegengaan van de negatieve kanten van de maatschappelijke tweedeling, conform de visie op de maatschappelijke ontwikkeling. Dit komt onder meer tot uiting in het integratiebeleid, het veiligheidsbeleid en het integraal jeugdbeleid. Participatie en werk zijn gebaat bij goede netwerken van professionals in de stad die de belangrijkste problemen willen tackelen. Vertegenwoordigers van arbeid, school, volwasseneneducatie, vrijwilligerswerk, samenlevingsopbouw en het bedrijfsleven kunnen gezamenlijk trajecten ontwikkelen om mensen naar betaalde arbeid toe te leiden, bijvoorbeeld via leerplekken en stageplaatsen. Maar het is vooral belangrijk dat er voldoende werk in de stad is. De kansen die Arnhem hiervoor heeft, moeten worden uitgebuit door gebruik te maken van de sterke punten van de stad. Als voorbeelden werden tijdens het OKA-congres genoemd dat Arnhem een werk- en woonstad in een groene omgeving is en dat Arnhem een sterk sociaal-cultureel profiel heeft door de aanwezigheid van veel zogenaamde bohémiens en een creatieve omgeving. Deze sterke kanten moet Arnhem benutten. Een verdere versterking van de economie trekt ook de sociaal zwakkeren mee in een opwaartse stroom. Hun kansen groeien naarmate de spanning op de arbeidsmarkt toeneemt. Daarnaast is het van belang een visie te ontwikkelen op de positie van laaggeschoolden op de arbeidsmarkt en het bevorderen van werkgelegenheid voor laaggeschoolden. We moeten nagaan of we de kennis hierover kunnen vergroten en of we de aanwezigheid van kansrijke sectoren voor laaggeschoolden kunnen stimuleren.
1.4.2 Wonen en Samenleven
Relevante programma’s: Samenleven in Arnhem Stedelijke hoofdstructuur versterken Wijken bouwen Wonen in Arnhem Kwaliteit openbare ruimte Veiligheid (in preventieve zin)
Versterking van de kwaliteit van de stedelijke samenleving is één van de vier hoofdopgaven van de visie Arnhem 2015. Deze hoofdopgave wordt in het thema wonen en samenleven nader uitgewerkt. Het thema wonen en samenleving is vooral gericht op het versterken van de kwaliteiten van de directe woon- en leefomgeving. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het wegwerken of verminderen van de negatieve aspecten waar mensen in de dagelijkse woon- en leefomgeving mee geconfronteerd worden. De veiligheidssituatie beïnvloedt om hoge mate de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. In de komende jaren wordt daarom vooral ingezet op de aanpak van huiselijk geweld, veelplegers en drugsgerelateerde criminaliteit.
5 oktober 2004
12
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
In het programma samenleven in Arnhem staat het opkomen voor de zwakkere groepen in de samenleving centraal. Het integrale jeugdbeleid geeft veel aandacht aan de positie van jongeren en daarbinnen vooral aan de risicojongeren. Daarnaast is aandacht voor een volwaardige participatie van mensen met fysieke of psychische beperkingen, zoals ouderen en gehandicapten. De integratie van allochtonen speelt in veel beleidsterreinen een belangrijke rol. De kwaliteit van het samenleven wordt niet alleen bepaald door sociale factoren, maar ook door fysieke factoren. De kwaliteit van het wonen, de variatie in de woningen en de woonomgeving spelen daarbij een belangrijke rol. Zoals in de woonvisie is aangegeven, is het de komende jaren vooral van belang de nieuwbouw goed op gang te krijgen. Het accent zal moeten liggen op woningen voor midden- en hogere inkomens om ervoor te zorgen dat de stad aan de woningvraag van deze categorie kan blijven voldoen. Zo zal een betere balans ontstaan tussen vraag en aanbod op de woningmarkt. Nieuwbouw in en aan de stad zal leiden tot verhuisketens die het sociale klimaat in de diverse woonwijken kunnen versterken. De komende jaren zal ook ingezet worden op het verbeteren van de fysieke leefomgeving in enkele gebieden met grote achterstanden. Het gaat om de wederopbouwwijken Malburgen en Presikhaaf. In Malburgen is de herstructurering al in gang gezet. De herstructureringen moeten meer variatie brengen in de wijken, door het aanbieden van koop- en huurwoningen voor mensen met een smalle en minder smalle beurs. In bestaande wijken kan de verkoop van huurwoningen eveneens de sociale structuur in de wijk versterken, omdat het hierdoor mogelijk wordt een nieuwe stap in de wooncarrières te maken zonder te verhuizen. Ook in oude wijken zijn daar mogelijkheden voor. Integrale verbetering van de sociale én de fysieke leefomgeving moet leiden tot een beter woonklimaat in deze gebieden en tot een grotere betrokkenheid van de bewoners bij hun dagelijkse woon- en leefomgeving. Daardoor voelen mensen zich ook veiliger en ervaren zij minder overlast. Dat blijkt uit de resultaten die in de woonwijk het Broek zijn bereikt. Het wijkgerichte werken stimuleert de betrokkenheid van bewoners.
1.4.3 Aantrekkelijke centrumstad
Relevante programma’s: Bruisend Arnhem Stedelijke hoofdstructuur versterken Structuurversterking economie
Arnhem is een aantrekkelijke centrumstad met een hoogwaardige infrastructuur voor winkelen, horeca en cultuur. In de komende jaren gaan we delen van de binnenstad, die in de wederopbouwperiode zijn gebouwd, omtoveren tot aantrekkelijke verblijfsgebieden. Het gaat om het Stationsgebied, het Coehoorngebied en het gebied Rijnkade. Dit gebeurt in de grote centrumplannen zoals Arnhem Centraal en Rijnboog. Ook de aanpak van het Musiskwartier en het toegankelijker maken van de singels rondom het centrum (“de omsingeling doorbroken”) dragen eraan bij dat het centrum van Arnhem aantrekkelijker wordt. Door deze activiteiten wordt de positie van Arnhem in het oosten van het land sterker. Het culturele profiel van Arnhem draagt in belangrijke mate bij aan de aantrekkelijkheid van de stad. Dit profiel wordt versterkt door de ontwikkeling van een informatieboulevard, als onderdeel van het plan Rijnboog. Ook is het van belang om de culturele evenementen uit te breiden. Plannen voor de ontwikkeling van het centrumgebied in zuid (Rijnhal-Gelredome-Kronenburg) moeten erop gericht zijn om hier functies te ontwikkelen die aanvullend op die van de binnenstad. Dat Arnhem een aantrekkelijke centrumstad is komt niet alleen door de centrumfuncties detailhandel, horeca en cultuur. Arnhem is ook een van de belangrijke economische centra voor het oosten van Nederland. Met bijna 100.000 banen biedt Arnhem veel meer werkgelegenheid dan alleen voor de eigen inwoners. In de nieuwe plannen neemt de werkgelegenheid bij winkels en kantoren nog aanzienlijk toe. Behalve een aantrekkelijke woonstad in een groene setting met een goede culturele infrastructuur is Arnhem dus ook een aantrekkelijke werkstad. Accommoderen van nieuwe werkgelegenheid – ondersteund door de aantrekkelijke vestigingsfactoren in Arnhem – is dan ook één van de manieren om de centrumfunctie van Arnhem te versterken. Goed accountmanagement is daarbij van belang.
5 oktober 2004
13
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
1.4.4 Zorg voor het publieke domein Relevante programma’s: Veiligheid (in handhavende zin) Kwaliteit van de openbare ruimte Duurzaam milieu
Een zichtbare kwaliteitsverbetering van het openbare gebied is één van de belangrijkste wensen van de burgers. In deze bestuursperiode is daar een eerste impuls aan gegeven met “Buiten Gewoon Beter” en “Buiten Gewoon Doorgaan”. Hiermee wordt de inrichting en het onderhoud wijk voor wijk op het basisniveau gebracht. Belangrijk is dat bewoners in de projectfase en de nazorgfase goed betrokken worden. Het wijkgerichte werken speelt daarbij een rol. Het programma Buiten Gewoon Beter duurt 13 jaar. De fysieke verloedering van de stad wordt stap voor stap aangepakt, zodat het wonen en werken in de stad aantrekkelijker wordt. Via de inrichtingsmaatregelen van buitengewoon beter verbetert ook de veiligheid. Bovendien wordt gestreefd naar "blauw meer op straat” door organisatorische maatregelen binnen de organisatie van gemeente en politie. Onderdeel hiervan is een versterking van het wijktoezicht en de inbraakpreventie. De zorg voor een duurzaam milieu is vooral gericht op het tegengaan van verontreinigingen en het versterken van de grote groene en blauwe structuren rondom Arnhem. De verdere ontwikkeling van het uiterwaardengebied en de eventuele organisatie van de Floriade in 2012 dragen daaraan bij. Ook als de Floriade er niet komt, is het wenselijk om de Stadsblokken te ontwikkelen tot een stadspark. In samenwerking met beheerders worden plannen gemaakt voor de ontwikkeling van de Veluwe. Daarnaast is aandacht nodig voor (de kwaliteit van) het water in de stad.
5 oktober 2004
14
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
1.5 Overzicht deelprogramma’s, portefeuillehouders en commissies Overzicht programma’s en deelprogramma’s
Portefeuillehouder
Commissie
DICHTER BIJ DE BURGER 01. Democratisering 01.1 De gemeenteraad
Agendacommissie
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen 08.2 Onderdeel Wijkgericht werken
Dhr. R. Gast Dhr. S. Veenstra
Veiligheid, Openbare orde, Algemene en Bestuurlijke zaken (VOAB) Financiën en Publieke Dienstverlening Welzijn en Volksgezondheid
02. Kwaliteit dienstverlening 02.1 Loketten zonder drempels 02.2 Digitale serviceverlening op niveau brengen
Dhr. R. Gast Dhr. R. Gast
Financiën en Publieke Dienstverlening Financiën en Publieke Dienstverlening
Mevr. J. Vlam Mevr. J. Vlam Mevr. J. Vlam
Cultuur, Educatie en Sport Cultuur, Educatie en Sport Cultuur, Educatie en Sport
Mevr. I. Pijnenburg
Economie en Sociale Zaken
Mevr. I. Pijnenburg
Economie en Sociale Zaken
KWALITEIT VAN DE STEDELIJKE SAMENLEVING 03. Educatie 03.1 Voorschoolse ontwikkeling 03.2 Goed onderwijs 03.3 Volwasseneneducatie 04. Werk en inkomen 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt 04.2 Inkomensvoorziening en – ondersteuning als sociaal vangnet 05. Zorg 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid 05.2 Zorg in kwetsbare situaties
Mevr. J. Vlam
Welzijn en Volksgezondheid
Mevr. I. Pijnenburg
Welzijn en Volksgezondheid
06. Veiligheid 06.1 Veiligheid bevorderen
Mevr. P. Krikke
Veiligheid, Openbare orde, Algemene en Bestuurlijke zaken (VOAB) Veiligheid, Openbare orde, Algemene en Bestuurlijke zaken (VOAB)
06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen 07. Bruisend Arnhem 07.1 Bloeiende kunst en cultuur 07.2 Actief sporten 08. Samenleven in Arnhem 08.1. Maatschappelijk actieve burgers 08.2 Samenleven in de buurt 08.3 Actieve groepsverbanden en (sub)culturen 08.4 Integratiebeleid
5 oktober 2004
Mevr. P. Krikke
Dhr. R. Gast Mevr. J. Vlam
Cultuur, Educatie en Sport Cultuur, Educatie en Sport
Dhr. S. Veenstra Dhr. S. Veenstra Dhr. S. Veenstra
Welzijn en Volksgezondheid Welzijn en Volksgezondheid Welzijn en Volksgezondheid
Dhr. S. Veenstra
Welzijn en Volksgezondheid
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Portefeuillehouder
15
Overzicht programma’s en deelprogramma’s
Commissie
DE RUIMTE GOED BENUT 09. Stedelijke hoofdstructuur versterkt 09.1 De (her-)ontwikkeling van de binnenstad 09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat 10. Wijken bouwen 10.1 De grootschalige herstructurering van de wijken en andere gebieden zoals bedrijventerreinen 10.2 De wijken up-to-date houden 10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg 10.4 Grondexploitatie 11. Mobiliteit 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen 11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid
Dhr. S. van Bodegraven Dhr. S. van Bodegraven, Dhr. S. Veenstra
Stadsprojecten
Dhr. S. van Bodegraven
Stadsprojecten
Dhr. S. van Bodegraven Dhr. S. van Bodegraven Dhr. S. van Bodegraven
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) Stadsprojecten
Dhr. S. Veenstra
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
Dhr. S. Veenstra
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
12. Wonen in Arnhem 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
Dhr. S. van Bodegraven
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
13. Kwaliteit openbare ruimte 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
Dhr. C. de Ronde
13.2 Afval en riolering
Dhr. C. de Ronde
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
Dhr. S. van Bodegraven
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
Mevr. I. Pijnenburg
Economie en Sociale Zaken
Dhr. C. de Ronde
Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
ECONOMIE IN BALANS MET ECOLOGIE 14. Structuurversterking economie 14.1 Verbetering ondernemingsklimaat 15. Duurzaam milieu 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu 15.2 Een goed milieubeheer 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
5 oktober 2004
Dhr. C. de Ronde Dhr. C. de Ronde
16
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Dichter bij de burger
17
2. Toelichting per deelprogramma
18
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
19
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
01. Democratisering Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente De slagvaardigheid en transparantie van het bestuur is een onderwerp dat al sinds de jaren 90 actueel is. De recente dualisering van het bestuur heeft hieraan een extra impuls gegeven. Het gaat erom het gemeentelijk bestuur zo in te richten dat een optimale besluitvorming plaats kan vinden en dat het voor de buitenwereld inzichtelijk is hoe besluiten worden genomen. De mondige burger vraagt om helderheid in besluitvormingsprocessen en wil bovendien weten of de gemeente haar beleidsvoornemens heeft gerealiseerd. Om hierin een slag te maken, zijn de rollen van college en raad duidelijker gedefinieerd. De raad houdt zich bezig met de hoofdlijnen van het beleid en controleert het college. Het college voert uit. Langs twee lijnen wordt gepoogd om de transparantie en slagvaardigheid van het bestuur te vergroten. Ondersteuning gemeenteraad De rollen van raad en college zijn bij de invoering van het dualisme verduidelijkt. Doel van dit deelprogramma is om te raad te ondersteunen in haar kaderstellende, controlerende en vertegenwoordigende rollen en om deze rollen beter zichtbaar te maken voor de burger. Belangrijk hierbij is dat de agenderende functie van de raad wordt versterkt. De raad krijgt ondersteuning op inhoudelijk gebied en bij het vergadermanagement. De gemeenteraad zal het oor nog meer bij de bevolking te luisteren leggen om te horen wat er in de stad leeft. Het contact van de raad met de burger en de dialoog tussen beiden moet voor een aantal thema’s verbeteren en in het algemeen diepgaander en uitgebreider worden. Ook moet de herkenbaarheid van de gemeenteraad en de gemeenteraadsleden groter worden. Sturen op hoofdlijnen In duale verhoudingen houdt de raad zich bezig met de hoofdlijnen van beleid. Om het sturen op hoofdlijnen mogelijk te maken, moeten processen op een wat andere manier worden vormgegeven. Zo is nu voor de tweede keer een duale begroting ontwikkeld en worden nieuwe instrumenten toegevoegd aan de beleidscyclus om de aansturing beter mogelijk te maken. Op dit moment zijn de belangrijkste items het koppelen van doelen aan resultaten en het stellen van prioriteiten voor de stad.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Tussen dit programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting bestaat een indirecte relatie. Het programma is voorwaardenscheppend om te komen tot prioriteiten in het beleid en een goed draagvlak daarvoor onder de bevolking. Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III Belangrijkste doelen blijven: · het ondersteunen van de gemeenteraad; · het versterken van het besturen op hoofdlijnen; · het bevorderen van wijkgericht beleid. · er bestaat geen rechtstreekse relatie met het GSB III.
Speerpunten binnen het programma democratisering · het stellen van prioriteiten voor de stad; · versterken van de agenderende functie van de raad; · inhoudelijke ondersteuning van de raad en ondersteuning van de raad op het gebied van
vergadermanagement;
· vergroten herkenbaarheid gemeenteraad; · het koppelen van doelen aan resultaten.
5 oktober 2004
20
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Intergemeentelijke samenwerking Deelname Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Thema Dichter bij de burger
21
Deelprogramma 01.1 De gemeenteraad
Commissie: VOAB Portefeuillehouder: Agendacommissie
Uitgangspunten van beleid De hoofddoelstelling binnen het programma “De gemeenteraad” is de ondersteuning van de raad in haar kaderstellende, controlerende en vertegenwoordigende rol te verbeteren. In 2002 is er een proces van bestuurlijke vernieuwing ingezet om de transparantie van bestuur te vergroten en de burger meer te betrekken bij het beleid. Het was voor burgers niet altijd duidelijk welke besluiten de gemeente nam en hoe die besluiten tot stand kwamen. Bovendien werden burgers niet altijd in voldoende mate betrokken bij de totstandkoming van beleid. Rollen van raad en college zijn verduidelijkt en de rollen van beide partijen worden beter gefaciliteerd. Kadernota’s en beleidsnota's · communicatieplan raad · jaarverslag griffie · MJPB 2004-2007 · Jaarverslag 2003 Situatie 2004 · inmiddels zijn alle gemeentelijke verordeningen aangepast aan de Wet dualisering en aanpassingswet; · daarnaast is een communicatieplan van raad en college vastgesteld, dat een gemeenschappelijk kader biedt en ondermeer aangeeft op welke wijze het college en de raad communiceren met burgers en organisaties in de stad; · een betere sturing op en doorgeleiding van stukken die voor de raad relevant zijn is gerealiseerd; · minder intensief vergaderritme voor de raad t.b.v. uitbouw van de vertegenwoordigende functie; · raadscommissies hebben zeven werkbezoeken afgelegd; · Raadscontactdag Presikhaaf heeft plaatsgevonden; de evaluatie heeft ertoe geleid dat dit middel niet langer zal worden toegepast; · de volgende rekenkameractiviteiten hebben plaatsgevonden: § onderzoek programmabegroting 2004 (samen met rekenkamers Apeldoorn en Nijmegen) § onderzoek ontwikkelingen Stichting Werk en Scholing § adviesrapport concernjaarverslag en -rekening 2003 § nazorgonderzoek effectiviteit subsidie-instrumentarium · raads- en commissiestukken zijn ontsloten via internet (raads- en raadscommissiestukken op Arnhem.nl); · bestuurlijke procedures zijn aangepast aan de duale verhoudingen; · werkafspraken tussen raad en college omtrent de invulling van kaderstellende rol, actieve informatieplicht en controlerende rol; · besloten is het burgerinitiatief niet in te voeren; · vergadercyclus raad en raadscommissies is aangepast, waardoor sprake is van minder vergadertijd en een heldere verdeling van onderwerpen over commissies; · aparte raadscommissie Stadsprojecten is geïntroduceerd. · ingekomen post voor de raad wordt door de raad/griffie rechtstreeks beantwoord in plaats van door het college/diensten · gedragscode wethouders, raadsleden en burgemeester is vastgesteld.
5 oktober 2004
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
2005 t/m 2008 · rekenkameractiviteiten · verbeteren inhoudelijke ondersteuning raad · verbeteren vergadermanagement raad · verbetering procesgang en kwaliteit van de bestuurlijke informatievoorziening · versterken raad als bestuursorgaan (eigen agendering, sturing op kwaliteit besluitvorming
2005 · najaar 2004 stelt rekenkamer mede op basis van onderzoekssuggesties vanuit de Arnhemse bevolking een onderzoeksplan op · dynamisch overzicht van status afhandeling raadsinitiatieven · besluitvorming uit het verleden per beleidsveld in kaart gebracht voor raadscommissies · waar mogelijk schriftelijk of anderszins afdoen agendapunten, zodat meer ruimte ontstaat voor debat en/of werkbezoeken · vernieuwing inrichting algemene beschouwingen · raad wordt gericht aangesproken door college in kaderstellende rol · sturen op tijdig en in juiste vorm met heldere vraag aan raad(commissie) aanbieden van voorstellen en informatie · politiek-bestuurlijke agenda van raad wordt twee maal per jaar vastgesteld (termijnagenda) · delegatiebesluit raad aan college · verstreken agenderende rol raad en agendacie
2005 t/m 2008 · raadsverkiezingen 2006 · uitvoering communicatieplan: raad volgens planning
2005 t/m 2008 · realiseren van college- en/of raadsprogramma · de burger informeren over de bevoegdheden en werkzaamheden van de raad · het contact van de raad met de burger en de dialoog tussen beiden verdiepen en uitbreiden · de herkenbaarheid van de gemeenteraad en de gemeenteraadsleden bevorderen · burgers kunnen zelf meer direct invloed uitoefenen op de agenda van de gemeenteraad
versterken van de kaderstellende en controlerende rol van de raad
· versterken van de volksvertegenwoordigende rol van de raad
De Politieke barometer valt onder deelprogramma 01.2. Doel binnen dit deelprogramma is dat de Politieke barometer op het onderdeel gemeenteraad de genoemde resultaten geeft.
5 oktober 2004
2005 t/m 2008 Politieke barometer · het percentage burgers dat vindt dat raadsleden goed op de hoogte zijn van wat er onder burgers leeft hoger is dan de 26% in 2002; in de periode 2005 t/m 2007 zet deze stijgende lijn door
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VOAB Portefeuillehouder: Agendacommissie
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
22
Deelprogramma 01.1 De gemeenteraad
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten · meer dan 28% (politieke barometer, 2002) van de burgers vindt dat raadsleden hun best doen om zich te informeren over wat er onder de burgers leeft en in de jaren 2005 t/m 2007 zet deze stijgende lijn door · het aantal raadsinitiatieven stijgt met 500% in 2004 (0-situatie 2003) · raadscommissies leggen stadsbezoeken af aan instellingen en organisaties; hiermee besteden ze aandacht aan tenminste de helft van de tien belangrijkste thema’s (termijnagenda’s)
Cruciale relaties met andere programma’s 08. Samenleven in Arnhem
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
Participanten · · · ·
raad burgemeester en wethouders concernstaf burgers
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VOAB Portefeuillehouder: Agendacommissie
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
23
Deelprogramma 01.1 De gemeenteraad
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
01.1 Gemeenteraad
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
1.593-
2.231-
Begroting 2005
2.329-
Begroting 2006
2.329-
Begroting 2007
Begroting 2008
2.329-
2.329-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
8
21
21
21
21
21
1.585-
2.210-
2.308-
2.308-
2.308-
2.308-
1.585-
2.210-
2.308-
2.308-
2.308-
2.308-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Het voormalige deelprogramma Het duale democratische proces bestaat met ingang van 2004 niet meer. De producten die onder dit programma vallen zijn ondergebracht in het nieuwe deelprogramma 01.1 Gemeenteraad en het bestaande deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen. Het deelprogramma Gemeenteraad omvat de volgende producten: Raad en commissies (€ 1,0 mln), Fracties (€ 0,1 mln), Griffie (€ 0,9 mln) en Rekenkamer (€ 0,2 mln). Vanaf 2005 bereiken de budgetten voor de griffie het maximale niveau dat destijds door de gemeenteraad volgens het groeimodel is aangegeven. Voor een juiste vergelijkbaarheid van cijfers zijn ook de jaarrekeningcijfers 2003 naar deze nieuwe begrotingsopzet toegerekend. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
24
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Financiën en Publieke Dienstverlening Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
Uitgangspunten van beleid Dit deelprogramma omvat ondersteunende activiteiten die ertoe moeten leiden dat het gemeentebestuur op tijd doelgerichte en verantwoorde besluiten kan nemen die op elkaar zijn afgestemd. Het gaat hierbij om besluiten over het bestuur van de stad en de wijze waarop hierover rekenschap wordt afgelegd. Deze activiteiten hebben betrekking op: 1) het vergroten van de kwaliteit van de besluitvorming in relatie tot de kansen en uitdagingen van de stad; 2)een meer heldere taakafbakening tussen Raad en College en betere prestatieafspraken. Kadernota’s en beleidsnota's · Programma strategisch vermogen; · Programma beleidscyclus en bedrijfsvoering. Situatie 2004 · er is een begin gemaakt met de actualisatie van de visie Arnhem 2015; de visie zal uitgewerkt worden naar een aantal strategische hoofdopgaven die voor de langere termijn zullen gelden; · aan de jaarcyclus van de besluitvorming is een nieuw instrument toegevoegd, de perspectiefnota; aan de hand van deze nota wordt het voor de raad mogelijk om al in het voorjaar algemene beschouwingen te houden over hoofdlijnen van beleid die in de programmabegroting kunnen worden uitgewerkt; · de systematiek van begroting, jaarverslag en Turaps zijn op elkaar afgestemd; doelen, aanpak, kosten, resultaten en effecten worden op dezelfde manieren beschreven is met aandacht voor samenhang en gerealiseerde/beoogde effecten en resultaten.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
25
Deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
2005 · programmabegroting indikken naar hoofdthema’s · verbeteren samenhang tussen inhoudelijke rapportage en financiële rapportage · verbetering paragrafen · verbeteren samenhang tussen begroting, productenraming en werkplannen van diensten · verbetering monitoring prestatieindicatoren
2005 · versterkte sturing en controle op max. 5 hoofdthema’s van beleid · beter inzicht in en anticipatie op financiële risico’s
2006 t/m 2008 · vervolg van bovenstaande aanpak
2006 t/m 2008 · vervolg van bovenstaande resultaten
Cruciale relaties met andere programma’s
Relatie met paragrafen
Participanten
Vanuit de inzet en aanpak binnen dit programma is er de coördinatie van het gemeentebrede proces van begroten en verantwoorden. Er zijn dus relaties met alle programma’s van deze programmabegroting.
· investeringen
een alert, transparant, slagvaardig en zorgvuldig bestuur van de stad een grotere betrokkenheid van burgers bij de politiek
5 oktober 2004
· · · ·
college raad concernstaf diensten
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Financiën en Publieke Dienstverlening Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
26
Deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Rekening 2003
Middelen
Lasten
12.927-
Begroting 2004
11.236-
Begroting 2005
11.465-
Begroting 2006
Begroting 2007
11.420-
Begroting 2008
11.427-
11.427-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
12.300-
10.702-
10.912-
10.884-
10.891-
10.891-
Mutaties reserves
-
-
-
-
-
-
12.300-
10.702-
10.912-
10.884-
10.891-
10.891-
Saldo
607 20 -
534 -
494 59 -
477 59 -
477 59 -
477 59 -
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Het voormalige deelprogramma Het duale democratische proces bestaat met ingang van 2004 niet meer. De producten die onder dit programma vallen zijn ondergebracht in het nieuwe deelprogramma 01.1 Gemeenteraad en het bestaande deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen. Ten opzichte van dit deelprogramma 01.2 in de MJPB 2004-2007 (€ 10 mln.) is het budget Griffie (€ 0,9 mln. in 2004, € 1 mln. vanaf 2005) van dit deelprogramma afgeraamd en toegevoegd aan het deelprogramma 01.1 Gemeenteraad. In verband hiermee heeft de concernstaf aanvullend bedrijfsvoeringsbudgetten overgedragen aan de griffie (ruim € 0,1 mln.). Aan de andere kant zijn de producten College (€ 1,5 mln.), Regionale samenwerking / KAN (€ 0,5 mln.) en Verkiezingen (€ 0,1 mln.) toegevoegd aan de cijfers van dit deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen. Voor de gemeentebrede coördinerende rol van de concernstaf in het GSB-III programma is jaarlijks € 59.000 toegevoegd aan de begroting (Brede Doel Uitkering (BDU) Economie € 5.000, BDU Fysiek € 15.000, BDU Sociaal € 39.000). Het budget voor de bijdrage aan de Stichting Nationale Feest- en Gedenkdagen is met ingang van 2005 structureel verruimd met € 5.000. Hetzelfde geldt voor de gewenste professionalisering van de algemene bezwaarschriftencommissie (€ 9.000). Ten opzichte van 2004 zijn de lasten in 2005 € 34.000 lager als gevolg van het verschillende aantal verkiezingen. Dit leidt ook meerjarig tot mutaties. In 2003 zijn de middelen voor dit product verantwoord op het deelprogramma 02.1 Loketten zonder drempels. Voor een juiste vergelijkbaarheid van cijfers zijn ook de jaarrekeningcijfers 2003 naar deze nieuwe begrotingsopzet toegerekend. Het hogere uitgavenvolume 2003 ten opzichte van de begrotingsreeks wordt in belangrijke mate verklaard door twee gebeurtenissen. Voormalig wethouders die elders burgemeester zijn geworden hebben hun pensioenaanspraken op grond van de APPA-regeling over laten dragen aan het ABP. De rekeningcijfers zijn ook inclusief de overschrijding van kosten boventalligheid van personeel van de voormalige Bestuursdienst. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
27
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Thema Dichter bij de burger
28
Nadere uitwerking onderwerp van programma 08. Wijkgericht werken
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
Uitgangspunten van beleid Het wijkgericht werken gaat uit van de volgende missie: “De gemeente Arnhem draagt zorg voor een duurzame ontwikkeling en beheer van het woon-, werk- en leefklimaat”. Zij doet dit: · in nauwe samenwerking met partners in de wijken; · afgestemd op de behoeften van wijken (vraaggericht); · door bewoners en organisaties te stimuleren en waar nodig te ondersteunen om hierin actief mee te denken en te werken. Wijkgericht werken is een manier van samenwerken, zowel vanuit het netwerk in de wijk als binnen de gemeentelijke organisatie. Door deze inzet is beoogd wijkbewoners vanuit betrokkenheid meer invloed te geven op de beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Het bureau Wijkzaken is verantwoordelijk voor een goed functioneren van het wijkgericht werken. Het onderhoudt en beheert daartoe de in- en externe netwerken die het wijkgericht werken mogelijk maken. Het zorgt voor de ontwikkeling van het beleid en de afstemming met andere gemeentelijke beleidsterreinen. Dit betekent het bevorderen van de vraaggerichtheid in het gemeentelijk functioneren en tegelijkertijd het vergroten van de zeggenschap en zelfwerkzaamheid van wijkbewoners in het beheer en de ontwikkeling van hun wijk. Wijkgericht werken staat ten dienste van een goede uitvoering van dit beleidsstreven en het wegnemen van de belemmeringen die daarbij optreden. Producten van het wijkgericht werken zijn goede afspraken, goedlopende processen, voldoende faciliteiten voor de wijken om zeggenschap en zelfwerkzaamheid concreet te maken. Kadernota’s en beleidsnota's Spelregels wijkgericht werken 2003; wijkwerkplannen (2003); wijkwethouders (2002); wijkbudgetten (2001); wijkkrantbudgetten; spekcheques; wijkwinkels en diverse programmadocumenten Klarendal Kom Op, Sociale Bouwstenen Presikhaaf en Sociale Bouwstenen Malburgen Stand van zaken beleid in 2004 Diverse vernieuwingsimpulsen gericht op bewonersparticipatie / -activering worden uitgevoerd. Uitwerking spelregels wijkgericht werken op wijkniveau in vorm van huishoudelijke reglementen per wijk is vrijwel compleet. De wijkwerkplannen 2003 – speerpunten van de wijken zijn in uitvoering, speerpunten voor 2004 zijn benoemd. Meer wijkgericht communiceren wordt vorm en inhoud gegeven. De organisatie per gebied / functionarissenoverleg is vrijwel stadsdekkend. Via functionarissenoverleggen en programma’s integrale wijkaanpak krijgen de interne spelregels wijkgericht werken vorm en inhoud. Programma’s Klarendal Kom Op en Sociale Bouwstenen Malburgen zijn in uitvoering, Sociale Bouwstenen Presikhaaf is in ontwikkeling. Naast de fysieke kant van de leefomgeving richt het wijkgericht werken zich de laatste jaren ook steeds meer op het samenleven en veiligheid in de wijken. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · het rapportcijfer voor de woonomgeving lag in 2003 nog steeds op een 6,9; · het kengetal voor de sociale kwaliteit is in 2003 toegenomen tot een 5,8; · het kengetal voor verloedering lag eind 2003 op 5,3 waarbij geldt hoe lager hoe beter; de stijgende lijn van de afgelopen jaren is hiermee gekeerd; · het aantal vrijwilligers lag eind 2003 op 34 per 100 bewoners; wijkgericht werken steunt weliswaar op de vrijwillige inzet van bewoners, maar beïnvloedt slechts indirect de deelname aan deze vorm van vrijwilligerswerk; · activering van wijkbewoners is een taak van het opbouwwerk; · er is gewerkt aan een grotere betrokkenheid bij de woon- en leefomgeving via het deelprogramma ‘Samenleven in de buurt”.
5 oktober 2004
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· hogere woon- en leefkwaliteit: “Wijken die schoon, heel, veilig en sociaal zijn”
Wijkzaken heeft een verantwoordelijkheid die is te typeren als “het managen van processen vanuit het perspectief van de wijk”. De kerntaken binnen het wijkgericht werken kunnen als volgt worden aangeduid: · netwerken: het ontwikkelen en beheren van netwerken in de wijk t.b.v. leefbaarheid · communiceren: het informeren van interne en externe partners over belangrijke signalen / ontwikkelingen in de wijk · signaleren: het actief organiseren en permanent registreren van actuele informatie over de (ontwikkeling van de) wijk · adviseren: adviseren van interne en externe partners vanuit het perspectief van de wijk · agenderen: zorgen dat onderwerpen/vraagstukken van belang voor de wijk op de gemeentelijke agenda komen · coördineren: ervoor zorgen dat afstemming tussen en met in- en externe partners kan plaatsvinden
Indicatoren: · gemiddeld rapportcijfer voor de woonomgeving stijgt naar 7,1 in 2006 · rangorde kengetal verloedering neemt af tot 4,3 in 2006 · kengetal sociale kwaliteit van de woonomgeving stijgt naar 6.0 in 2006 · percentage bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt daalt naar 25% in 2006
Naast deze reguliere manier van wijkgericht werken in de beheer- en intensief-beheerwijken kennen we in de ontwikkelwijken een intensieve wijkgerichte aanpak in de vorm van een integrale wijkaanpak.
2005 · bewonersparticipatie: per gebied en wijk in kaart brengen behoefte bewonersondersteuning – operationalisering via gebiedsplannen Rijnstad · spelregels wijkgericht werken: versterking positie en status van wijkplatforms en versterking van het wijknetwerk; uitwerking onderdelen “gevraagd- en ongevraagd advies vanuit Wijkplatforms” en “instrument Wijkschouw”; jaarlijkse voortgangsapportage · wijkwerkplannen: Jaarlijkse productie en voortgangsbewaking van wijkwerkplannen (speerpunten van de wijken) · organisatie per gebied: het behouden c.q. verkrijgen van een stadsdekkende gebiedsindeling, waarbij in elk gebied een gebiedsorganisatie functioneert ten behoeve van een goede afstemming van beleid en uitvoering, stadsdekkend functionarissenoverleg en wijkwinkel(-functie) in ontwikkelwijken · interne spelregels wijkgericht werken: in reguliere werkwijze en intensieve aanpak · Sociaal Speerpunten Plan: de (door)ontwikkeling van deze werkmethodiek bij intensieve wijkgerichte aanpak 2006-2008 · sturen op basiskwaliteit (schoon, heel, veilig en sociaal) en structureel extra aandacht voor ontwikkelwijken · stimuleren evenwicht in aanpak op wijkniveau tussen de 3 GSBpijlers fysiek, sociaal en economisch · versterken betrokkenheid- en verantwoordelijkheid van bewoners in het bepalen van het voorzieningenniveau op wijkniveau · verduidelijking rol bewoners bij beleidsontwikkeling- en uitvoering in termen van meepraten of meebeslissen
5 oktober 2004
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
29
Nadere uitwerking onderdeel programma 08. Wijkgericht werken
Relaties met paragrafen
Participanten
Door zijn integrale en procesmatige karakter heeft het wijkgericht werken een relatie met alle programma’s die aan het wijkniveau raken. Beleidsmatig bestaan met de volgende programma’s cruciale relaties: 01. Democratisering 02. Kwaliteit dienstverlening 06. Veiligheid 08. Samenleven in Arnhem 10. Wijken bouwen 11. Mobiliteit 12. Wonen in Arnhem 13. Kwaliteit openbare ruimte
5 oktober 2004
· individuele en georganiseerde bewoners via wijkplatforms, wijkverenigingen, dorpsraden en belangengroepen · netwerkpartners zoals politie, justitie, corporaties, kerken, ondernemers, instellingen en andere organisaties die een rol spelen bij een duurzame ontwikkeling en beheer van het woon-, werk- en leefklimaat
ONDERWERP
Cruciale relaties met andere programma's
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
30
Nadere uitwerking onderdeel programma 08. Wijkgericht werken
31
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
02. Kwaliteit dienstverlening Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Het programma kwaliteit dienstverlening is voor de hele gemeente van belang. Bij veel gemeentelijke activiteiten is sprake van rechtstreekse dienstverlening aan burgers, bedrijven en andere organisaties. De gemeente stelt bij de dienstverlening de wensen van de klant centraal: de publieke dienstverlening is vraag- in plaats van aanbodgestuurd. Er wordt gewerkt aan een betere kwaliteit van de dienstverlening. Het collegeakkoord besteedde bijzondere aandacht aan de kwaliteit van de dienstverlening. Inmiddels zijn aanzienlijke vorderingen gemaakt. De komende jaren wordt verder gewerkt langs de drie ingezette sporen: · verbeteren loketfuncties; · verbeteren afhandeling contacten; · verbeteren digitale serviceverlening.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting bestaat geen directe relatie. De afgelopen tijd zijn grote successen geboekt met de kwaliteit van de dienstverlening. In de komende jaren gaan we verder op de ingeslagen weg.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Sterk
· belangrijke verbeteringen bij de loketfuncties zijn gerealiseerd · spreiding van loketten over de stad (bereikbaarheid) is verbeterd · front officepersoneel is goed opgeleid · website gemeente staat in de top 10 van gemeentelijke websites en biedt een groot aantal producten
Zwak
· telefonische bereikbaarheid · voor afhandeling brieven zijn wel kaders gesteld, maar deze worden nog niet toegepast
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III Belangrijkste doelen voor de komende jaren zijn: · nog betere bereikbaarheid van de gemeente; · nog grotere tevredenheid van burgers, organisaties en bedrijven over contacten met de gemeente.
Speerpunten binnen het programma kwaliteit dienstverlening Speerpunten voor de komende jaren zijn: · inrichten callcenter; · verdere ontwikkeling callcenter tot klantcontactcentrum; · verdere verbeteringen aan de website van de gemeente Arnhem, onder meer door toevoeging van nieuwe functies voor klantcontacten; · verdere stroomlijning van de back office voor een betere aansluiting bij de aangepaste dienstverlening via het front office.
Intergemeentelijke samenwerking · Directeurenoverleg/platform publieke dienstverlening.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Financiën en publieke dienstverlening Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
Uitgangspunten van beleid Het gaat in dit programma om het gemeentebreed stroomlijnen van onze dienstverlening. Daarnaast willen we onze klantcontacten kunnen regisseren. Wie zijn onze klanten, wat willen ze, op welke manieren zoeken ze met de gemeente contact, wat zijn onze prestaties voor die verschillende kanalen? Door de inzet van de verschillende communicatiemiddelen op elkaar af te stemmen kunnen we via alle kanalen hetzelfde niveau van dienstverlening leveren en kunnen de kanalen ook naar elkaar verwijzen. De keuze voor een ander kanaal door de burger mag geen fundamentele verschillen opleveren in toegankelijkheid, betrouwbaarheid en efficiency. Als we grip hebben op de klantcontacten, kunnen we gaan sturen op het gebruik van de kanalen door burgers en bedrijven waardoor onze eigen doelmatigheid vergroot zal worden. De digitale communicatiemiddelen spelen een belangrijke rol in de stroomlijning van de kanalen. De doorontwikkeling van het digitale kanaal kan als basis dienen voor de informatieverstrekking en levering van producten via de andere kanalen. In dit groeitraject zullen we ook de mogelijkheden en wenselijkheid van een klantcontactcentrum onderzoeken. Een klantcontactcentrum is een multimediale omgeving waar alle (eerstelijns-) klantcontacten op geïntegreerde wijze worden afgehandeld. Het vormt daarmee het kloppend hart van een klantgerichte organisatie. Kadernota’s en beleidsnota's Geen klant te ver / De Arnhemse formule publieke dienstverlening. Stand van zaken beleid in 2004 · concreet plan voor terugbrengen aantal telefoonnummers en verbeterde telefonische dienstverlening; · standaard werkwijze voor klantonderzoek; · concernkaders afhandeling brieven geïmplementeerd: ontvangstbevestiging binnen 5 dagen en 90% van de brieven en formele e-mail is binnen 6 weken behandeld; · gelijke openingstijden fysieke loketten; · stadhuishal aangepast: verbeterde receptiebalie, uitbreiding aantal loketten en betere positionering van Informatie & Service; · eind 2004 heeft 70% van de front-officemedewerkers de cursus front office gevolgd; · servicenormen geformuleerd en gecommuniceerd naar de burgers. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · 30% van het totale aantal bezoekers van het Stadhuis en Loket Zuid maakt gebruik van Loket Zuid; · de gemiddelde baliewachttijd lag eind 2003 op 10 minuten.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
32
Deelprogramma: 02.1 Loketten zonder drempels
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
Indicatoren: · cijfer voor dienstverlening in stadsenquête · % tevreden klanten / cijfer voor dienstverlening · % handelingen in Zuid in relatie tot stadhuis · % bezoekers van Loket Zuid ten opzichte van het totale bezoek aan Stadhuis en loket Zuid · % telefonische oproepen opgenomen binnen 30 seconden · % afhandeling in de eerste lijn per kanaal
· deelprojecten via de coördinatiegroep front office · inrichting callcenter en uitvoeren nulmeting (mits dekking wordt gevonden voor het implementatieplan) · uitbouw callcenter met meer onderwerpen en onderzoek naar doorontwikkeling tot klantcontactcentrum
2005 · 75% afhandeling in eerste lijn 1 van callcenter · telefonische bereikbaarheid: 75% binnen 30 seconden 1 opgenomen · 95% van de bezoekers van een gemeentelijk loket heeft een wachttijd van maximaal 20 minuten · 35% van het totale aantal bezoekers van het Stadhuis en Loket Zuid maakt gebruik van Loket Zuid 2006-2008 · telefonische bereikbaarheid: 80% binnen 30 seconden 1 opgenomen · 80% afhandeling in eerste lijn 1 voor alle kanalen · 97% van de bezoekers heeft een wachttijd van maximaal 20 minuten · cijfer voor dienstverlening in stadsenquête minimaal een 7 · cijfer voor dienstverlening in exit-enquêtes minimaal een 7 · 35% van het totale aantal bezoekers van het Stadhuis en Loket Zuid maakt gebruik van Loket Zuid 1
Onder voorbehoud van de inrichting van het callcenter Cruciale relaties met andere programma's
Relaties met paragrafen
02.2 Digitale serviceverlening Dit deelprogramma beoogt feitelijk dezelfde effecten als deelprogramma 02.1. Echter, het is toegespitst op de “digitale uitwerking” ervan.
· investeringen
5 oktober 2004
Participanten
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten · betere bereikbaarheid van de gemeente voor de burger · grotere tevredenheid onder burgers over de dienstverlening door de gemeente Arnhem
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Financiën en publieke dienstverlening Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
33
Deelprogramma: 02.1 Loketten zonder drempels
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
02.1 Loketten zonder drempels
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
4.990-
4.400-
4.805-
4.684-
5.026-
5.026-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
1.870
1.399
1.747
1.783
2.168
2.013
Resultaat
Exploitatieresultaat
3.120-
3.001-
3.059-
2.901-
2.858-
3.013-
Mutaties reserves
178
-
171
135
250-
95-
2.942-
3.001-
2.888-
2.766-
3.108-
3.108-
Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 zijn de producten Verkiezingen en Internet / Intranet van dit deelprogramma 02.1 Loketten zonder drempels elders verantwoord. Het budget Verkiezingen (€ 0,1mln.) is verantwoord op het deelprogramma 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen. Het budget Internet / Intranet (€ 0,3 mln.) is verantwoord op het deelprogramma 02.2 Digitale serviceverlening. Naast deze twee mutaties laat de toename van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 zich verklaren door een herziening van de toerekening van de indirecte kosten (€ 0,4 mln.) en de nominale ontwikkelingen (€ 0,06 mln.). De baten en lasten zijn geactualiseerd op basis van de huidige inzichten. Dit levert een verhoging op van zowel de baten als de lasten in 2005 (€ 0,5 mln.). De mutaties in de reserve heeft betrekking op de egalisatiereserve legesopbrengsten. Deze reserve vangt de mutaties in de baten op. In 2005 vindt een onttrekking plaats (€ 0,16 mln.), die wordt toegevoegd aan de baten. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
34
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Thema Dichter bij de burger
35
Deelprogramma: 02.2 Digitale serviceverlening op niveau brengen
Commissie: Financiën en publieke dienstverlening Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
Uitgangspunten van beleid Digitalisering speelt een belangrijke rol in de verbetering van de digitale dienstverlening, maar ook in de verbetering van de dienstverlening op andere manieren. Het digitale kanaal dient dan als basis voor de informatieverstrekking en levering van producten via die andere kanalen. Om dat waar te maken gaat de aandacht uit naar het verder doorontwikkelen van de informatiefunctie maar ook steeds meer naar het mogelijk maken van interactie en transactie. Zo wordt het voor burgers mogelijk om aanvragen via internet in te dienen. Deze aanvragen worden binnen de gemeente waar mogelijk automatisch doorgeleid naar de voor de afhandeling benodigde back-officesystemen. Dit levert duidelijke efficiencywinst. Bovendien wordt het hierdoor mogelijk de elektronische intake ook aan de eigen balies te gebruiken, zodat baliemedewerkers meer producten kunnen verwerken dan tot nu toe het geval was. Met interactieve beleidsvorming is slechts heel beperkt geëxperimenteerd. Doel is hier voorzichtig mee verder te gaan. Arnhem heeft niet het doel voorloper op dit gebied te zijn. Kadernota’s en beleidsnota's Geen klant te ver / De Arnhemse formule publieke dienstverlening. Stand van zaken beleid in 2004 · web-intakesystemen en benodigde mid office geïmplementeerd, vijf concrete producten uitgewerkt; · informatie op maat per e-mail in voorbereiding; · alle bestemmingsplannen die in procedure zijn, zijn on line raadpleegbaar en bieden de mogelijkheid te reageren; · verdere uitbouw productencatalogus (tot 175 producten en 60 formulieren); · statistieken worden gebruikt voor verbetering van de website; · website wordt steeds verder doorontwikkeld aan de hand van de gedefinieerde projecten in de coördinatiegroep. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · 350.000 bezoeken aan de website in 2004; · in top 10 van de ranglijst voor gemeentelijke websites; · 200 producten beschreven op internet; · 70 formulieren beschikbaar via internet; · voor vijf producten volledige transactie mogelijk.
5 oktober 2004
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· verbeteringen bepalen aan de hand van klantonderzoek, positie op overheidsmonitor en analyse webstatistieken · deze verbeteringen uitvoeren in de vorm van toevoegen van nieuwe functionaliteit en inhoud
2005 · 250 producten beschreven op internet · 90 formulieren beschikbaar via internet · voor 25 producten is volledige transactie mogelijk via internet · 400.000 bezoeken aan de website · Arnhem staat in de top 10 van de ranglijst gemeentelijke websites
Indicatoren: · % dienstverlening dat digitaal beschikbaar is · aantal bezoeken dat aan de site wordt gebracht · plaats op ranglijst gemeentelijke websites (advies overheid)
2006-2008 · 300 producten beschreven op internet · 100 formulieren beschikbaar via internet · voor 60 producten is volledige transactie mogelijk via internet · 65% van de publieke dienstverlening kan plaats vinden via internet (in 2007 volgens landelijk actieprogramma andere overheid) · 15.000 digitale transacties per jaar (2008) · 450.000 bezoeken aan de website · Arnhem staat in de top 25 van de ranglijst gemeentelijke websites
Cruciale relaties met andere programma's
Relaties met paragrafen
02.1 Loketten zonder drempels Dit deelprogramma beoogt feitelijk dezelfde effecten als Deelprogramma 02.2. Het betreft echter de “traditionele” producten in plaats van de digitale variant.
· investeringen
5 oktober 2004
Participanten
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten · betere bereikbaarheid van de gemeente voor de burger · grotere tevredenheid onder burgers over de dienstverlening door de gemeente Arnhem
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Financiën en publieke dienstverlening Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
PAGINA
Thema Dichter bij de burger
36
Deelprogramma: 02.2 Digitale serviceverlening op niveau brengen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
02.2 Digitale serviceverlening
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
-
-
785-
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
797-
557-
557-
-
-
-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
-
-
39
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
-
746-
797-
557-
557-
Mutaties reserves
-
-
-
-
-
-
Saldo
-
-
746-
797-
557-
557-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 is het product Internet / Intranet van het deelprogramma 02.1 Loketten zonder drempels op dit deelprogramma 02.2 Digitale serviceverlening verantwoord (€ 0,3 mln.). Naast deze mutatie laat de toename van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 zich verklaren door een herziening van de toerekening van de indirecte kosten (€ 0,5 mln.). Deze mutaties werken meerjarig door. Echter na 2006 is er een terugloop in de projecten Publieke dienstverlening, die betrekking hebben op dit deelprogramma. In samenhang met de mutaties in de lasten door het verantwoorden van het product Internet / Intranet op dit deelprogramma 02.2 muteren de baten in 2005 ten opzichte van 2004 (€ 0,4 mln.). De baten lopen af na 2005. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
37
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
38
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Kwaliteit van de stedelijke samenleving
39
Toelichting per deelprogramma
40
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
41
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
03. Educatie Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Educatie van goede kwaliteit, op allerlei niveaus en voor allerlei doelgroepen, is van groot belang voor de sociale kwaliteit van de samenleving, het binden van mensen aan de stad en de versterking van de economische kracht van de stad. Dat begint al in een vroeg stadium. In peuterspeelzalen hebben kinderen van 2 tot 4 jaar de gelegenheid om hun sociale, emotionele, cognitieve, creatieve en taalkundige vaardigheden te ontwikkelen. Belangrijk is dat de professionele begeleiding goed in staat is om eventuele stoornissen tijdig te signaleren. De gemeente heeft daar als subsidieverlener een belangrijke taak in. Naast de peuterspeelzalen functioneert de kinderopvang. Het belangrijkste doel van kinderopvang is ouders de mogelijkheid te geven om zorgtaken en arbeid te combineren. Onderwijsinstellingen nemen een centrale plaats in binnen de educatieve voorzieningen. De gemeente is verantwoordelijk voor het aanbod van openbaar onderwijs. De bestuurscommissie voor het openbaar primair onderwijs “De Basis” en de stichting voor voortgezet onderwijs in Arnhem en omgeving (AREVO) vervullen deze taak. Daarnaast draagt de gemeente zorg voor specifieke diensten en randdiensten voor het onderwijs, zoals onderwijsbegeleiding, leerlingenvervoer en natuur- en milieueducatie. Ook heeft de gemeente een aantal wettelijke taken, waaronder de handhaving van de leerplicht. Het handhaven en stimuleren van de kwaliteit van het onderwijs is met name een taak van de rijksoverheid. Mensen die ouder dan 18 jaar zijn kunnen in Arnhem kwalificerende educatie en andere vormings- en ontwikkelingsactiviteiten volgen. De kwalificerende educatie geschiedt op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en stelt mensen in de gelegenheid om hun kansen op betaalde arbeid te vergroten via educatie of vervolgopleidingen. Het beleid voor tertiair onderwijs, zoals de Hogeschool Arnhem Nijmegen, valt rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid. Deze vorm van onderwijs is van grote betekenis voor de sociale kwaliteit van de stedelijke samenleving en vervult een belangrijke rol in stedelijke, sociale, economische en culturele netwerken.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Het programma onderwijs levert belangrijke bijdragen aan het prioritaire thema “participatie en werk”. Onderwijs verbetert de kwaliteit van het leven. Onderwijs is van belang voor het verkrijgen van werk en ook voor andere manieren om deel te nemen aan het maatschappelijke, politieke en culturele leven. Onderwijs is ook één van de belangrijkste bronnen voor sociale mobiliteit gebleken in de laatste decennia. De school kan meer zijn dan een plaats waar jongeren toegerust worden met kennis. Het is bij uitstek een plaats in de buurt waar het sociale leven zich kan organiseren. Ook is de school bij uitstek de plaats waar mensen vanuit verschillende (sub)culturen en van verschillende etnische afkomst met elkaar in contact komen. De school is daarom heel belangrijk voor integratie. Zowel het onderwijs als de school zijn belangrijk voor de sociale cohesie en maatschappelijke participatie. Uit onderzoek van de Economische Faculteit van de Universiteit van Amsterdam blijkt bovendien dat meer en beter onderwijs leidt tot minder diefstal, vandalisme en geweld en dus van belang is voor ons veiligheidsbeleid.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten van het Arnhemse onderwijs maakt inzichtelijk waar kansen en bedreigingen liggen. Hieruit blijkt op welke onderdelen van het thema werk en participatie de gemeente moet inzetten om het onderwijs te verbeteren. Ook benadrukt deze analyse het belang van de gemeentelijke invulling van GSB III voor onderwijs.
5 oktober 2004
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III
GSB GSB
Het programma educatie draagt bij aan de centrale GSB-doelstelling “het verbeteren en instandhouden van de sociale kwaliteit van de samenleving, door versterking van de integratie, participatie en het vergroten van de zelfredzaamheid”: focus op startkwalificaties voor iedereen; “niemand zonder startkwalificatie van school”; bijzondere aandacht voor het tegengaan van het fenomeen voortijdig schoolverlaten; de programmadoelstelling ‘geen leerling zonder diploma van school’ is uitgewerkt in drie subdoelstellingen, te weten: o het voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden; o het vergroten van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaalt; o het vergroten van het aantal deelnemers aan een educatief traject. o het versterken van de functie van de school als kloppend hart van de buurt.
5 oktober 2004
ONDERWERP
· kostenontwikkeling kinderopvang is een aandachtspunt · de wachtlijsten · het bereik van de voorschoolse voorzieningen is hoog, maar niet optimaal · extra aandacht voor opvoedingsondersteuning in de thuissituatie (zie collegeakkoord) · de gevolgen van de invoering van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang · de rijksbijdrage voor onderwijsvoorrangsbeleid zal voor een belangrijk deel worden afgebouwd en de verantwoordelijkheid zal nadrukkelijker bij de scholen worden gelegd · de rijksbijdrage voor de onderwijsbegeleiding zal vanaf 1 augustus 2005 direct worden betaald aan de scholen; de verplichting voor de gemeente om een onderwijsbegeleidingsdienst in stand te houden komt te vervallen · bezuinigingen op het onderwijsachterstandenbeleid (GOA) · de vmbo- problematiek · het ‘probleem’ van ‘witte-zwarte scholen’ · de aansluiting bij vrijetijdsbesteding en verlengde schooldag · de invulling en financiering van brede scholen/ multifunctionele centra · huisvesting: de grote onderhoudsachterstand en onvoldoende middelen · de forse groei van het speciaal onderwijs en de toenemende kosten van voorzieningen, huisvesting en vervoer · aansluiting op arbeidsmarkt/startkwalificatie · verminderde bestuurlijke sturing op inhoud (o.a. onderwijsachterstandenbeleid)
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
· goed bereik kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in relatie tot sociale structuur · het voorschoolse aanbod is professioneel en goed georganiseerd en heeft een gedifferentieerd aanbod · Arnhem beschikt over een beleidskader voor de voorschoolse ontwikkeling: Beleidskader Kinderopvang · het grote en gevarieerde onderwijsaanbod tot en met hbo-niveau · de goede kwaliteit van het secundair onderwijs · het gezamenlijke streven naar samenhangende aanpak en ketenbenadering · de samenwerking in het onderwijsveld · de aansluiting bij het integraal jeugdbeleid · aandacht leerlingenzorg
PAGINA
Zwak
42
Sterk
5 oktober 2004
ONDERWERP
Intergemeentelijke samenwerking is aan de orde als voorzieningen door de provincie worden aangestuurd. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij de afbakening tussen lokaal jeugdbeleid en de aanbod jeugdzorg door de provincie. De twaalf Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR)-gemeenten werken samen bij de registratie en opvang van voortijdig schoolverlaters in het kader van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC). De gemeente Arnhem heeft daarbij een centrumfunctie. De WGRgemeenten werken ook samen op het gebied van schoolbegeleiding (GOO), afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg en onderwijsachterstanden. Er zijn twee gemeenschappelijke regelingen: Gemeenschappelijk Orgaan Onderwijsbegeleiding (GOO) en Gemeenschappelijk Orgaan Volwasseneneducatie (GOV).
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Intergemeentelijke samenwerking
PAGINA
Gezien de sterke en zwakke punten van het onderwijs in Arnhem en de belangrijkste doelen voor de komende jaren zullen de speerpunten van het beleid binnen het programma onderwijs zich de komende jaren richten op: · de Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE); hiermee worden met name peuters en kleuters uit een achterstandsituatie bereikt; · de realisatie van brede scholen; · het bijzonder programma voortijdig schoolverlaten (Vinger aan de pols); jongeren die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten worden herplaatst om alsnog een startkwalificatie te behalen; · het verbeteren van het inkoopbeleid voor volwassenenonderwijs; op deze manier kan beter tegemoet worden gekomen aan de educatiebehoeften van volwassenen.
43
Speerpunten binnen het programma onderwijs
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
Uitgangspunten van beleid De kinderopvang heeft als kerntaken opvang, verzorging en ontwikkeling. Het peuterspeelzaalwerk heeft als kerntaken ontwikkeling en achterstandenbestrijding. Het zijn basisvoorzieningen voor een integrale benadering van kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar bij hun opvoeding en ontwikkeling. De uitgangspunten zijn: · verbetering van de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie; · groter bereik van kinderen in de voorschoolse periode en in het bijzonder van doelgroepkinderen; · extra aandacht voor kinderen in achterstandssituaties; · waar nodig extra aandacht voor de opvoedingsondersteuning in de thuissituatie; · versterken samenwerking van instanties voor opvang, zorg, hulpverlening en onderwijs. Kadernota’s en beleidsnota's: Beleidskader Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk ‘Op eigen benen’ (2001); Onderwijsvoorrangsplan Arnhem 2002/2006 “Naar een betere startpositie”(2003). Situatie 2004 Kinderopvang: 43 centra voor dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang. Met 1693 opvangplaatsen. In totaal bezoeken wekelijks 2185 kinderen de dagopvang en 766 kinderen de buitenschoolse opvang. Bezettingsgraad: dagopvang 83%, buitenschoolse opvang 73%. Werkelijk bereik onder 0-4 jarigen is ongeveer 29,2%, onder 4-12 jarigen ongeveer 5,6%. Wachtlijsten zijn het langst in de wijken Burgemeesterswijk/ Hoogkamp, Elderveld en Rijkerswoerd. Peuterspeelzaalwerk: 32 peuterspeelzalen, waarvan 11 peuterspeelzalen in de aanpakwijken. 1160 peuters maken er gebruik van. Bereik is gemiddeld 47%. In de aanpakwijken ligt het bereik met 38% lager, maar een behoorlijk aantal peuters gaat ook naar peuterspeelzalen buiten de aanpakwijken. Bij wegwerken wachtlijsten kan gebruik stijgen naar 59%. De wachtlijsten leiden ertoe dat de plaatsingsleeftijd gemiddeld op 2 jaar en 9 maanden ligt. In de wijken Rijkerswoerd en Malburgen ligt de plaatsingsleeftijd ruim boven de drie jaar. Algemeen: langetermijneffect van voor- en vroegschoolse opvang is het resultaat op de basisschool. Op dit moment is de CITO-score van kinderen uit groep 8 gemiddeld 532,3. Van alle peuters in Arnhem gaat op dit moment 76% naar een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal. Zouden er geen wachtlijsten zijn, dan zou het bereik op 93,5% komen te liggen (gegevens begin 2002). Het aantal allochtone en autochtone peuters en kleuters uit achterstandssituaties dat deelneemt aan voor- en vroegschoolse programma’s bedraagt 1011 (p.m. schakelklassen). Daarmee is het bereik 49% ten opzichte van de doelgroep achterstandsleerlingen. Overige indicatoren (aangegeven door raad): ontmoetingsmogelijkheden opvoeders (ouders) en beschikbare projecten voor 0-12 jarigen. Verduidelijking nodig. Geen waarden op dit moment.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
44
Deelprogramma 03.1 Voorschoolse ontwikkeling
Goede voorbereiding op het basisonderwijs en een gezonde ontwikkeling.
· regie, aansturing van organisaties op het gebied van kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, gezondheidszorg, jeugdhulpverlening, opvoedingsondersteuning en primair onderwijs op basis van overleg en budgetfinanciering
2005: · in stand houden van de basiscapaciteit · herijken rol gemeente ten gevolge van de invoering wet kinderopvang · instandhouden aandacht aansluiting op andere vroeg- en voorschoolse voorzieningen
Indicatoren · gemiddelde plaatsingsleeftijd op speelzalen · Citoscore groep 8 · bereik peuters kinderdagverblijf of peuterspeelzaal
· zorg voor goede inhoudelijke programma’s binnen het peuterspeelzaalwerk, met name binnen de ontwikkelwijken, waarbij een optimale aansluiting op de programma’s binnen het basisonderwijs wordt nagestreefd · creëren van een sluitende aanpak voor 0-6 jarigen; deze sluitende aanpak zorgt ervoor dat alle instellingen, die zich richten op kinderen van 0 tot 6 jaar en hun ouders, zich samen inspannen om een doorgaande lijn in het aanbod te creëren, zodat de kinderen optimaal worden ondersteund in hun ontwikkeling en de ouders worden ondersteund bij de opvoeding; de sluitende aanpak zal zo goed mogelijk worden ingebed in de Zorgstructuur voor 0-12 jarigen ten behoeve van het integraal jeugdbeleid
Cruciale relaties met andere programma's 05 zorg jeugdgezondheidszorg 08 Samenleven in Arnhem jeugd- en jongerenbeleid
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
2006 – 2008: · er is voldoende capaciteit op VVE-peuterspeelzalen zodat er geen wachtlijsten meer zijn en er voldoende dagdelen beschikbaar zijn voor het volwaardig draaien van een VVE-programma (met prioriteit voor wachtlijsten in ontwikkelwijken) · minimaal de helft van de groep risicokinderen wordt bereikt met voor- en vroegschoolse educatie · er is inzicht in de omvang en samenstelling van het niet-bereik door de consultatiebureaus en een gerichte aanpak voor het wegwerken van dit niet-bereik · binnen het kader van de brede scholen in de wijken zijn multifunctionele, laagdrempelige ontmoetingsplekken voor jonge ouders ontwikkeld · er is een sociale kaart voor professionals en vrijwilligers in de hele stad, waarin het aanbod voor 0-12 jarigen inzichtelijk wordt gemaakt · er is een wegwijzer voor het aanbod voor 0-12 jarigen voor ouders en verzorgers beschikbaar Participanten · SPA, · SKAR · welzijnsinstellingen
ONDERWERP
Beschrijving van de aanpak
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Beoogde maatschappelijke effecten
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam Beoogde resultaten
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
45
Deelprogramma 03.1 Voorschoolse ontwikkeling
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
03.1 Voorschoolse ontwikkeling
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
1.507-
1.521-
1.527-
1.538-
1.537-
1.537-
1.507-
1.521-
1.527-
1.538-
1.537-
1.537-
1.507-
1.521-
1.527-
1.538-
1.537-
1.537-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De lastenstijging in 2005 ten opzichte van 2004 wordt veroorzaakt door nominale ontwikkelingen. Eventueel wordt een beroep gedaan op de voorziening kinderopvang. Deze voorziening is opgebouwd uit de rijksmiddelen die beschikbaar zijn gesteld in het kader van GSB II. De hogere lasten in de begroting 2004 ten opzichte van de rekening 2003 zijn het gevolg van de herziening van de toerekening van de indirecte kosten. (0,02 mln.). In 2003 waren deze indirecte kosten in het geheel toegerekend aan deelprogramma 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
46
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
Uitgangspunten van beleid Het gemeentelijk educatiebeleid kent een groot aantal uitgangspunten en wettelijke taken die bijdragen aan een goed onderwijsklimaat binnen de gemeente Arnhem. Daarnaast heeft het onderwijs een groot aantal raakvlakken met andere disciplines op het terrein van bijvoorbeeld welzijn of veiligheid. Naast de wettelijke taken zijn de belangrijkste uitgangspunten: · het bieden van optimale onderwijskansen in algemene zin en specifiek vergroten van onderwijskansen voor allochtone kinderen en kinderen uit lagere sociaal economische milieus; · het vergroten van de veiligheid in en rond de scholen; · het verminderen van ongeoorloofd schoolverzuim; · het bijdragen aan en bieden van adequate onderwijshuisvesting; · het versterken van de samenhang tussen school, gezin en samenleving; · het versterken van de samenhang tussen onderwijs en jeugdzorg; · het ontwikkelen en stimuleren van natuur- en milieueducatie; · het versterken van het probleemoplossend vermogen van scholen; · het verbeteren van de schoolloopbaan van doelgroepkinderen; · het vergoeden of verzorgen van leerling-vervoer voor zover noodzakelijk op grond van de Verordening Leerlingenvervoer. In het collegeakkoord is aangegeven dat de totstandkoming van multifunctionele centra (brede scholen) steun verdient. Daar waar het mogelijk is in al bestaande gebouwen, waar dat niet anders kan middels (ver)nieuwbouw. Wat betreft de huisvesting van scholen voor voortgezet onderwijs wordt het Integraal Huisvestingsplan Voortgezet onderwijs Arnhem-Noord verder uitgevoerd. Kadernota’s en beleidsnota's Onderwijsvoorrangsplan 2002-2006 ‘Naar een betere startpositie’; Bijzonder programma voortijdig schoolverlaten ‘Vinger aan de pols’; Regionaal Plan Voortijdig Schoolverlaten ‘Meer samen, samen meer’; Integraal Huisvestingsplan voortgezet onderwijs Arnhem- Noord; Brede school, Hart van de wijk (ook punt in Collegeakkoord); Rem op Geweld. Stand van zaken beleid in 2004 Het onderwijsbeleid neemt een centrale plaats in binnen de maatschappelijke ontwikkeling van de stad. De belangrijkste opgave binnen dit deelprogramma, uitgedrukt in middelenbeslag, is de zorg voor voldoende en adequate huisvesting van onderwijsinstellingen in het primair en voortgezet onderwijs. In het afgelopen jaar is verder gewerkt aan de realisatie van het Integraal huisvestingsplan Voortgezet Onderwijs Arnhem-Noord. Het project verkeert nog in de fase van planontwikkeling en afstemming met alle betrokken partners. Met betrekking tot de huisvesting van het primair onderwijs is in 2003, in overleg met het onderwijsveld, de Kadernota Brede School afgerond welke aan de gemeenteraad ter besluitvorming zal worden voorgelegd. Met de uitvoering van het op het primaire onderwijs gerichte onderwijshuisvestingsprogramma is ruim 88% van het beschikbare budget toegekend naast een eenmalige extra impuls van € 4,8 miljoen voor achterstallig onderhoud. Een van de in de programmabegroting voor 2004 opgenomen resultaten is daarmee reeds (ten dele) gerealiseerd. Binnen het onderwijsvoorrangsbeleid is er bijzondere aandacht voor de positie van de zogenaamde doelgroep risicopeuters en -kleuters, in de programmabegroting aangeduid als risicokinderen. Voor de groep kleuters is de doelstelling met betrekking tot het bereik (50% in 2006) reeds ruimschoots gehaald (72%). Voor de groep peuters (29%) zal op dit punt in de komende jaren echter nog een extra inspanning verricht moeten worden. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · de gemiddelde Citoscore (groep 8) in Arnhem is 532,3; · het percentage leerlingen met D + E scores in groep 8 is 44%; · het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie BE verlaat is 313; · 15,1 % van de leerlingen in achterstandswijken stroomt door in HAVO/VWO; · het aantal brede scholen is 1; · de indicator ‘het aantal scholen in goede huisvesting’ is in ontwikkeling en zal per 2005 worden opgenomen. · aantal (t.o.v. de doelgroep voortijdig schoolverlaters) scholieren dat herplaatst is bedraagt 70%. (GSB III) · de werkelijke deelname aan Voor- en Vroegschoolse programma’s is 49%, waarvan 56% allochtoon en 44% autochtoon is. (GSB III)
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
47
Deelprogramma 03.2 Goed onderwijs
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· goed en voldoende (openbaar) onderwijs · samenhang en samenwerking in en tussen voorzieningen · vergroten van ontwikkelingskansen van jeugdigen van 0-23 jaar door: · voorkomen en verminderen van onderwijsachterstanden (GSB III) · Het vergroten van het aantal jongeren dat een startkwalificatie behaalt. (GSB III) · geen onderwijsachterstand door sociaal-economische of culturele factoren · toename gemiddeld gevolgd onderwijsniveau · goede voorbereiding vervolgonderwijs · mensen zodanig toerusten, dat zij bereid en in staat zijn een bijdrage te leveren aan een duurzame omgang met de wereld om hen heen, zowel dichtbij als verder weg
· goed en betaalbaar leerlingvervoer voor die kinderen die niet op grond van eigen keuzes ver van school wonen · adequate onderwijshuisvesting · voortzetting van de activiteiten in het kader van Rem op geweld (afspraken op schoolniveau alsmede leerlingactiviteiten) · uitwerking van het Integraal huisvestingsplan voortgezet onderwijs Arnhem-Noord (IHPVOnoord) en planvorming m.b.t VMBO Arnhem-Zuid · afstemming tussen onderwijs op school en buitenschoolse activiteiten/voorzieningen · achterstandsbestrijding · continuering van de aanpak om de zorgfunctie van het onderwijs te versterken · uitvoeren van een Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC): versterken van de registratie en begeleidingsfunctie en van de netwerkfunctie · instandhouden van voldoende openbaar primair onderwijs; deze taak is bij verordening opgedragen aan de bestuurscommissie openbaar primair onderwijs (De Basis); als lokale overheid wordt bijgedragen in de kosten van beheer, bestuur en administratie (BBA) · Natuur- en milieu-educatie (NMIE) als maatschappelijke activiteit inbedden in het maatschappelijk beleid · uitwerken visie m.b.t. de ontwikkeling van het voortgezet speciaal onderwijs/praktijkonderwijs · bieden van optimale onderwijskansen aan alle kinderen in de leeftijd van 4 - 12 jaar in algemene zin en specifiek vergroten van onderwijskansen voor allochtone kinderen en kinderen uit lagere sociaal economische milieus in het gemeentelijk onderwijsvoorrangsbeleid (GSB III)
Indicatoren · Citoscore groep 8 · percentage leerlingen met D+E-scores in groep 8 · % leerlingen dat van basisscholen in achterstandswijken doorstroomt naar havo/vwo · aantal jongeren dat zonder startkwalificatie BE verlaat · aantal brede scholen · aantal scholen in goede huisvesting
5 oktober 2004
2005: · renovatie en uitbreiding van de HAVO/VWO-locatie Bernhardlaan · zorgteams op basisscholen en in het VMBO · kwalitatieve verbetering van de registratie en begeleiding van voortijdig schoolverlaters · uitbreiding van registratie en begeleiding van voortijdig schoolverlaters naar groepen die nu niet in beeld zijn · voortzetting en uitwerking van het Bijzonder programma voortijdig schoolverlaten (Vinger aan de pols) (GSB III) · gezien de voorgenomen landelijke bezuiniging op onderwijsvoorrang per 1 augustus 2005 wordt het beleid en de aanpak, voor zover noodzakelijk, herijkt · in de periode 2003-2006 wordt door de gemeente uitvoering gegeven aan het GOA-plan “Naar een betere startpositie” · een integraal huisvestingsplan voor het primair onderwijs in Arnhem · herijking en implementatie van het gemeentelijk onderwijsvoorrangsbeleid · Brede school in Malburgen 2006 – 2008 · realisering (door renovatie en/of nieuwbouw) van een tweetal VMBO-locaties · renovatie en uitbreiding tbv Stedelijk Gymnasium · een MAVO/HAVO-locatie in het westelijk deel van Arnhem Noord (door nieuw- of verbouw) · een centrum voor praktijkonderwijs in Arnhem Zuid/Overbetuwe · Brede scholen in Schuytgraaf (2006/07) en Presikhaaf (2007) · verhoging van het aantal allochtone jongeren dat deelneemt aan HAVO/VWO in de periode 2002-2006 met 4% · vermindering van taalachterstand van doelgroepkinderen: ten opzichte van nietdoelgroepkinderen in de periode 2002-2006 met 25% · van de doelgroepkinderen neemt in 2006 50% deel aan een VVEprogramma
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
48
Deelprogramma 03.2 Goed onderwijs
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten · aantal schakelklassen is vier, twee schakelklassen voor neven-instroomleerlingen in het basisonderwijs en twee schakelklassen voor Internationale Schakelklas (ISK)leerlingen in het voortgezet onderwijs (GSB III) · aantal (t.o.v. de doelgroep
achterstands-leerlingen) allochtone en autochtone peuters en kleuters dat deelneemt aan voor- en vroegschoolse programma’s bedraagt 50% en blijft dit (GSB III)
· aantal (t.o.v. de doelgroep voortijdig schoolverlaters) allochtone en autochtone scholieren dat herplaatst is en alsnog een startkwalificatie behaalt bedraagt 70% in 2005, waarvan 70% autochtoon en 30% allochtoon (GSB III) · aantal (t.o.v. de doelgroep voortijdig schoolverlaters) allochtone en autochtone scholieren dat herplaatst is en alsnog een startkwalificatie behaalt bedraagt 75% in 2009, waarvan 63 % autochtoon en 37% allochtoon (GSB III) Cruciale relaties met andere programma's
Relaties met paragrafen
031 Voorschoolse ontwikkeling: aansluiting en overdracht van voorschoolse voorzieningen naar primair onderwijs 033 Volwasseneneducatie: opvang voortijdig schoolverlaters en taalonderwijs allochtone volwassenen 061 Veiligheid bevorderen: project Rem op Geweld in het VO en MBO 083 Actieve groepsverbanden en (sub) culturen: onderwijsvoorrangsbeleid (taalondersteuning, schoolcontactwerk, opvoedingsondersteuning) 084 Integratiebeleid: aandacht voor multiculturele samenleving in het VO (zie verder hierboven)
· investeringen · onderhoud kapitaalgoederen
5 oktober 2004
Participanten
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
49
Deelprogramma 03.2 Goed onderwijs
ONDERWERP
Rekening 2003
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
55.335-
49.225-
49.549-
46.867-
47.527-
49.626-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
30.117 5.226 -
26.188 4.110 -
23.931 7.636 -
23.931 4.464 -
23.931 2.570 -
23.931 2.570 -
Resultaat
Exploitatieresultaat
19.992-
18.927-
17.982-
18.472-
21.026-
23.125-
112-
112-
112-
112-
112-
19.039-
18.094-
18.584-
21.138-
23.237-
Mutaties reserves
310 19.682-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal is aan de begroting toegevoegd: - voor onderwijsbegeleiding in totaal € 738.000 (2005: € 466.000 en 2006: € 272.000) - voor ondersteunende activiteiten in de GSB III -periode 2005-2009 jaarlijks € 639.000 - voor onderwijsvoorrangsbeleid in 2005 € 3.153.000 en in de resterende jaren van de GSB III -periode jaarlijks € 1.930.000. In het kader van de BDU Fysiek is in totaal € 5.000.000 aan de begroting ten behoeve van de bouw van een multifunctioneel centrum (MFC) in Presikhaaf - West toegevoegd. In 2005 wordt € 3.378.000 ter beschikking gesteld en in 2006 € 1.622.000. De beleidsmatige toelichting op de realisatie van het MFC Presikhaaf- West staat verwoord bij deelprogramma 10.1 Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen. Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 is er extra geld gereserveerd voor de brede scholen in Schuytgraaf, Malburgen en Rijkerswoerd (oplopend tot € 2,8 mln. in 2008). Tevens is er extra geld ter beschikking gesteld voor de dekking van tekorten op oude spoedprocedures onderwijshuisvesting en het tekort op het vandalismebudget. Voor de dekking van het tekort op het herschikkingsplan voortgezet onderwijs Arnhem-Noord zijn vanaf 2008 structurele middelen ter beschikking gesteld (€ 1,8 mln.). Voor de voortdurend stijgende kosten van het leerlingenvervoer is in 2005 een éénmalig budget beschikbaar gesteld (€ 0,1 mln.). In 2003 en 2004 is er een éénmalige impuls voor het wegwerken van achterstallig onderhoud van schoolgebouwen gegeven (respectievelijk € 3, 4 mln en € 1,2 mln.). In 2005 leidt dit tot een daling van de lasten ten opzichte van 2004 (€ 1,2 mln.). Jaarlijks is een budget voor onderhoud en uitbreiding van bestaande schoolgebouwen beschikbaar ( € 0,2 mln.). Zie ook de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. In 2004 nemen de baten af door de beëindiging van de rijksregeling Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) en de rijksbijdrage Onderwijsbegeleiding (GSB II € 1,1 mln.). Bovendien is de rijksbijdrage Onderwijsvoorrangsbeleid structureel gekort (€ 1,7 mln).
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
bedragen x € 1.000,-
03.2 Goed onderwijs
Middelen
Saldo
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
50
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
2.929
Begroting 2008
13.056
13.041
28.297
Onderwijshuisvesting Schuytgraaf
4.568
4.284
25.368
Brede school Presikhaaf-West
3.378
1.622
Verplaatsing Meginhardschool
26.464
1.071
Onderwijshuisvesting Rijkerswoerd
2.181
3.135
2.929
2.929
2.929
2.929
2.929
0
0
0
0
0
Integraal huisvestingsplan voortgezet onderwijs Arnhem-Noord Onderwijshuisvestingsprogramma's
Maatschappelijk nut
0
Totaal
-
23.535
2.929
13.056
13.041
28.297
26.464
Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 wordt geïnvesteerd in de onderwijshuisvesting door in de nieuwe wijk Schuytgraaf twee brede scholen te realiseren. In Presikhaaf-West wordt in de begrotingsperiode eveneens een brede school gerealiseerd. In Rijkerswoerd betreffen de investeringen met name de grondaankoop voor de brede school aan de M. Gandiweg. Het investeringsbedrag dat in 2008 is opgenomen voor het Integraal huisvestingsplan voortgezet onderwijs Arnhem-Noord betreft de dekking voor de tekorten op dit project. Ten behoeve van de uitbreiding van het aantal lokalen en groot onderhoud aan bestaande schoolgebouwen is jaarlijks een bedrag opgenomen (€ 2.9 mln.).
5 oktober 2004
ONDERWERP
0
Begroting 2007
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Economisch nut
Begroting 2006
Begroting 2005
PAGINA
Investeringen
Begroting 2004
51
Rekening 2003
Investeringen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Cultuur, Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
Uitgangspunten van beleid Aan alle inwoners van 18 jaar en ouder de mogelijkheid bieden om educatie te volgen, die hen daarna in staat stelt adequaat aan de samenleving deel te nemen. Het gaat dan om kwalificerende educatie (kennisvermeerdering die tot uiting komt in certificaten en diploma’s) en niet-kwalificerende educatie. Bij dit laatste gaat het om meer algemeen vormende activiteiten. Het kader voor de kwalificerende educatie wordt gevormd door de Wet Educatie Beroepsonderwijs. Tevens is er een regionaal kader dat wordt bepaald door het Gemeenschappelijk Orgaan Volwassenen Educatie voor de regio Arnhem, waarin de portefeuillehouders educatie zitting hebben. Het kader voor de niet kwalificerende educatie wordt gevormd door het beleid Vormings- en ontwikkelingswerk Volwassenen. Kadernota’s en beleidsnota's Arnhem beschikt niet over een recent vastgestelde beleidsnota volwasseneneducatie. Stand van zaken beleid in 2004 Voor de uitvoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs ontvangt de gemeente een Rijksbijdrage die geheel besteed moet worden bij een Regionaal Opleidingen Centrum. Ingekocht worden trajecten: · Voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (VAVO) leidt mensen op voor het behalen van diploma’s of certificaten VMBO-theoretische leerweg (voorheen MAVO), HAVO, VWO; dit type onderwijs heeft drie doelen: doorstroming naar werk, MBO of WO; verhogen van de kennis voor participatie op de arbeidsmarkt; verbeteren van de algemene ontwikkeling; · basiseducatie trajecten voor Nederlandstaligen hebben als doel het redzaam maken van de mensen met (zeer) weinig opleiding; daartoe worden o.m. gerekend functioneel analfabeten, Nederlands sprekende allochtonen, vrouwen in de bijstand, herintreders op de arbeidsmarkt, arbeidsongeschikten; bij basiseducatie valt te onderscheiden competentieniveau 1(niveau alfabetisering/basisonderwijs) en competentieniveau 2 (niveau basisvorming); · Nederlands als Tweede Taal (NT2) voor mensen van buitenlandse afkomst met als doel het bereiken van in ieder geval een minimumniveau van redzaamheid, uitgedrukt in competentieniveau 1; · inmiddels is taalonderwijs alléén voor de meeste cursisten niet voldoende gebleken om in te burgeren; daarom is er daarnaast een afzonderlijk inburgeringsbeleid ontwikkeld waarbij sprake is van taal plus vaardigheden (voor inburgering zie deelprogramma 084); · voor vormings- en ontwikkelingsactiviteiten ondersteunt de gemeente een aantal instellingen die deze activiteiten organiseren; dat zijn de Volksuniversiteit, het NIVON en het Rijn IJssel College. 4,6% van de volwassenen in Arnhem volgt volwasseneneducatie. De aantallen deelnemers aan trajecten zijn: · 257 voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO); (GSB III) · 219 Breed Maatschappelijk Functioneren Toeleiding vervolgonderwijs en Sociale Redzaamheid (met onderscheid tussen NT2-onderwijs en Alfabetisering van autochtone Nederlanders); (GSB III) · 554 Staatsexamen NT2-opleidingen; (GSB III). · dit is 0,9% van de Arnhemse inwoners van 18 jaar en ouder. (GSB III)
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke Samenleving
52
Deelprogramma 03.3 Volwasseneneducatie
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· ontplooiing tot zelfstandige en/of zelfredzame burgers Indicatoren · % volwassenen dat volwasseneneducatie volgt
Cruciale relaties met andere programma’s 08 Samenleven in Arnhem : maatschappelijk actieve burgers; samenleven in de buurt, andere groepsverbanden en sub(culturen); integratie en inburgeringsbeleid 04 Werk en inkomen: verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt en sluitende aanpak werkloosheid
5 oktober 2004
· inzicht houden in de educatiebehoeften van Arnhemse volwassenen · bewaken van de geldstromen, met het doel efficiënte inzet van middelen, die door de gemeente in zijn totaliteit worden ingezet voor de inkoop van educatie (zoals inburgerings- en reïntegratiegelden) · verbeteren inkoopbeleid zodat beter wordt tegemoet gekomen aan educatiebehoeften volwassenen (GSB III) · onderhandelen met het ROC continueren over inzet middelen en kwaliteit van het aanbod · subsidieverstrekking aan instellingen die vormings- en ontwikkelingsactiviteiten organiseren
Relaties met paragrafen
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Cultuur, Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke Samenleving
53
Deelprogramma 03.3 Volwasseneneducatie
· handhaving en zo mogelijk
vergroten van aantallen cursisten ROC Rijn IJssel en deelnemers NIVON en Volksuniversiteit op het niveau van 2004 (resp. 2100, 800, 5400)
· in 2005 wordt gestreefd naar het vergroten van het aantal deelnemers aan educatieve trajecten (GSB III): - Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO) - Breed Maatschappelijk Functioneren / Toeleiding vervolgonderwijs en Sociale Redzaamheid (met onderscheid tussen NT2-onderwijs en Alfabetisering van autochtone Nederlanders) · In 2009 volgt 0,7% van de volwassen Arnhemse bevolking een educatief traject (GSB III) Participanten · Regionaal Opleidingencentrum (ROC) · Rijn IJssel · Volksuniversiteit · NIVON
Lasten
Begroting 2004
3.227-
2.898-
2.694
2.695
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
2.899-
2.900-
2.900-
2.900-
Algemeen (Rijk) GSB GSO
2.695
2.695
2.695
2.695
Exploitatieresultaat
533-
203-
204-
205-
205-
205-
533-
203-
204-
205-
205-
205-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal is voor de GSB III-periode 2005-2009 aan de begroting € 2.695.000 toegevoegd (Wet Educatie Beroepsonderwijs). De lastenstijging vanaf 2005 wordt veroorzaakt door nominale ontwikkelingen. De hoge lasten in 2003 hebben te maken met het éénmalige budget voor inburgering oudkomers (intensivering aanpak taalachterstand € 0,017 mln.) en de afwikkeling van subsidies uit voorgaande jaren (€ 0,015 mln.) Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Rekening 2003
(- teken)
Resultaat
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
03.3 Volwasseneneducatie
Middelen
Baten
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
54
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
55
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
04. Werk en inkomen Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Met het beleid binnen het programma werk en inkomen willen we bereiken dat mensen zelfstandig in hun inkomen kunnen voorzien. Dit kan door werklozen toe te leiden naar betaalde arbeid en door sociale activering van mensen voor wie betaalde arbeid voorlopig geen haalbare kaart is. Dit vereist een trajectbenadering waarbij de gemeente via case management de regie heeft en met (private) reïntegratiebedrijven contracten afsluit. Daarnaast voorziet de gemeente in een sociaal vangnet voor mensen die niet of onvoldoende zelfstandig in hun inkomen kunnen voorzien. Er zijn meerdere vormen van inkomensondersteuning. Minimaregelingen en bijzondere bijstand zijn beide gebaseerd op het Arnhemse armoedebeleid. In het collegeakkoord is afgesproken om de armoedebestrijding binnen de wettelijke mogelijkheden uit te breiden. De mogelijkheden van de Arnhem Card worden daarvoor verruimd. Daarnaast valt te denken aan schuldhulpverlening, kredietverlening en huursubsidie.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Het programma werk en inkomen is natuurlijk van groot belang voor het thema participatie en werk. Door dit programma neemt de afhankelijkheid van uitkeringen af. Dat levert ook andere voordelen op, zoals een grotere maatschappelijke participatie op andere terreinen dan werk. Het programma werk en inkomen is daarmee bij uitstek het programma dat inzet op de verkleining van de sociaal-economische tweedeling in de stad.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten binnen het programma laat zien wat de kansen en bedreigingen in Arnhem zijn op het gebied van werk en inkomen. De analyse onderstreept de noodzaak voor extra inzet op het thema participatie en werk. Sterk
Zwak
· omvangrijke stille arbeidsreserves · groot potentieel hoogopgeleiden in de regio · nieuwe wetgeving maakt intensivering van de aanpak van het WWB-bestand mogelijk
· succes van het programma is sterk afhankelijk van macroeconomische factoren · kwalitatieve frictie · oplopende arbeidskosten · hoge werkloosheid · de Arnhemse beroepsbevolking sluit niet aan bij de Arnhemse arbeidsmarkt
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III De hoofddoelstellingen van het programma werk en inkomen zijn: · relatieve daling van het Arnhemse aandeel van het landelijke aantal geregistreerde WWBuitkeringsgerechtigden; het beleid spitst zich toe op het beperken van de instroom naar de bijstand en het bevorderen van de uitstroom; · sociale activering van bijstandsgerechtigden die op korte termijn geen kans op werk hebben. Anders dan in het verleden is er geen directe relatie meer tussen de doelen van het programma werk en inkomen en de doelen van het GSB III.
5 oktober 2004
5 oktober 2004
ONDERWERP
Deelname aan landelijke WWB-benchmark. Elf grote en middelgrote gemeenten vergelijken per kwartaal omvang en samenstelling van de WWB-bestanden in deze gemeenten. Zo wordt duidelijk hoe Arnhem presteert ten opzichte van andere gemeenten.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Intergemeentelijke samenwerking
PAGINA
Speerpunten in de aanpak zijn: · een jongerenloket, om jongeren die hun opleiding verlaten weer terug naar school te leiden of snel aan werk te helpen; · actief aan de poort, door mensen sneller en effectiever te begeleiden vanaf het moment dat zij een uitkering aanvragen wordt de instroom naar de WWB beperkt; · de inzet van flitsteams, die de rechtmatigheid van het beroep op een uitkering onderzoeken met behulp van periodieke controles; · sociale activering van bijstandsklanten die geen perspectief op werk hebben, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk.
56
Speerpunten binnen het programma werk en inkomen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Economie en Sociale Zaken Portefeuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
Uitgangspunten van beleid Het verbeteren van de maatschappelijke deelname door het realiseren van een zelfstandige bestaansvoorziening voor werkloze Arnhemmers. Kortom, er wordt ingezet op volumebeheersing van het aantal bijstandsgerechtigden. De Centra voor Werk en Inkomen (CWI’s) spelen hierbij een centrale rol. De komende jaren wordt ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) gestreefd naar een intensivering van de aanpak. Dit heeft als neveneffect - omdat de bijstand en arbeidsvoorziening van rijk naar gemeenten ingevolge de WWB gebudgetteerd zijn - dat een vermindering van het aantal bijstandsgerechtigden budgettair aantrekkelijk is voor de gemeente. Extra incentive voor de gemeente is een herverdeelnadeel ingevolge de WWB van € 3,5 miljoen. Via de Agenda van de toekomst zijn tussen rijk en gemeente afspraken gemaakt over taakstellingen met het oog op 2006 voor uitstroom en trajecten daar naar toe (sluitende aanpak). Volumebeheersing is mogelijk door: · beperking van de nieuwe instroom; · bevordering van de uitstroom naar arbeid (reïntegratie waar nodig). Er zijn specifieke benaderingen voor jongeren en volwassenen. Bij jongeren gaat bijzondere aandacht uit naar het beperken van de instroom, die bijvoorbeeld dreigt te ontstaan als gevolg van onvoldoende startkwalificaties. Bij volwassenen is het streven via een zoveel mogelijk sluitende aanpak (binnen 1 jaar afspraken over trajecten voor iedereen) de uitstroom te bevorderen. Dit kan in de vorm van een directe toeleiding naar arbeid en ook door het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt door diverse andere sociale activeringstrajecten (bij een aanzienlijk deel van de mensen is de afstand tot de arbeidsmarkt zo groot dat directe bemiddeling waarschijnlijk geen resultaat zal hebben). Kadernota’s en beleidsnota’s · Meerjarenbeleidsplan WWB; · Verordeningen en richtlijnen WWB. Stand van zaken beleid in 2004 Het preventief beleid voor jongeren tot 23 jaar is geïmplementeerd en de preventiequote (verschil tussen het aantal aanmeldingen van jongeren bij het CWI en uiteindelijke uitkeringstoekenningen in het kader van de WWB) is voor deze groep gestegen. Er is een start gemaakt met het versneld aanbieden van nieuwe praktische voorzieningen aan werkzoekenden die van het CWI een werkadvies mee hebben gekregen (Work first). Vanaf mei 2004 is er in het kader van “Arnhem maakt er werk van” sprake van een drietal projecten: Jongerenloket, Actief aan de poort en Flitsteams. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · eind 2004 is de sluitende aanpak, zoals bedoeld in de Agenda voor de Toekomst, geheel gerealiseerd; · het reïntegratiebeleid en het instrumentarium zijn aangepast op basis van de WWB en vastgelegd in een verordening; · het aantal bijstandsgerechtigden is in Arnhem in 2003 met meer dan 7% gestegen; de stijging is met name onder jongeren groot; · de eerste maanden van 2004 is de stijging beperkt gebleven tot minder dan 1%; veel klanten hebben in 2003 met succes een sociaal activeringstraject gevolgd bij “Actief in Arnhem”; · in 2003 zijn 125 nieuwe mensen ingestroomd en 109 uitgestroomd; de meeste uitstromers stromen door naar vrijwilligerswerk of andere vormen van activering; · in 2003 is het aantal uitkeringsgerechtigden met een korte uitkeringsduur (tot 1 jaar en van 1 tot 2 jaar) sterk gegroeid en het aantal met een langere uitkeringsduur gedaald.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
57
Deelprogramma: 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten 2005 Preventief: · er is geïnvesteerd in werkprocessen en instrumenten i.v.m. werkwijze jongerenloket · de aanpak vanuit het Jongerenloket is uitgebreid van 23 jaar tot jongeren t/m 30 jaar · het percentage jongeren dat géén beroep doet op de bijstand na aanmelding bij het CWI is verbeterd van 82% tot 85% Regulier: · 100% sluitend trajectadvies voor nieuwe instromers · jaarlijks 40% uitstroom uitkeringsafhankelijken uit deelnemers reïntegratietrajecten · 20% uitstroom uit gesubsidieerde arbeid
Indicatoren: 1. aantal geregistreerde Arnhemmers in de WWB 2. aantal uitkeringsafhankelijken dat vrijwilligers werk doet 3. aantal langdurig uitkeringsafhankelijken
1.
2.
3.
4.
Cruciale relaties met andere programma's 04.2 Inkomensvoorziening en – ondersteuning als sociaal vangnet: Vanuit dit deelprogramma wordt instroombeperking gerealiseerd vanuit rechtmatigheid. 08.1 Maatschappelijk actieve burgers: Uitkeringsafhankelijken die geen uitzicht hebben op arbeid blijven via dit deelprogramma betrokken bij de maatschappij. 5 oktober 2004
instroombeperking door preventieve maatregelen; zie ook deelprogramma 04.2 w.o. jongerenloket (bezien of er alternatieven zijn, bijv. werk of behalen startkwalificatie in onderwijs) uitstroombevordering · verbetering inkoop · doorontwikkeling casemanagement · verbreding aanbod werkprojecten voldoende faciliteiten bieden aan mensen die een arbeidsverplichting opgelegd hebben gekregen (bijv. kinderopvang) activering van gemotiveerde klanten – bijvoorbeeld middels vrijwilligerswerk
Relaties met paragrafen · investeringen · verbonden partijen
2006-2008 · de volumebeheersing door een intensieve aanpak van een aantal klantgroepen heeft geleid tot een vermindering van het financiële herverdeelnadeel op de bijstandsuitgaven · uitstroom uit gesubsidieerde arbeid neemt toe tot 25% · 100% sluitend traject advies voor nieuwe instromers · jaarlijks 40% uitstroom uitkeringsafhankelijken uit deelnemers reïntegratietrajecten · afname aantal langdurig uitkeringsafhankelijken Preventief: · de aanpak vanuit het Jongerenloket wordt toegepast op het hele klantenbestand · het percentage van het totaal aantal klanten dat géén beroep doet op de bijstand na aanmelding bij het CWI is verbeterd van 50% tot 55% Participanten · opleidingsinstituten · reïntegratiebedrijven · uitvoeringsorganen SUWI · werkvoorzieningschap Presikhaaf · vrijwilligerscentrale
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten 1. relatieve daling Arnhems aandeel in landelijk volume geregistreerde WWBuitkeringsgerechtigden 2. groter aandeel werklozen maatschappelijk actief 3. vermindering langdurige werkloosheid
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Economie en Sociale Zaken Portefeuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
58
Deelprogramma: 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
bedragen x € 1.000,-
04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
66.607-
50.645-
40.568-
40.358-
39.355-
39.355-
57.312 -
46.225 -
34.738 -
34.658 -
33.722 -
33.722 -
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat Mutaties reserves Saldo
9.295259.320-
4.420-
5.830-
5.700-
5.633-
5.633-
-
-
-
-
-
4.420-
5.830-
5.700-
5.633-
5.633-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De afname van de lasten in 2005 en verder ten opzichte van 2004 is te verklaren door de lagere budgetten die het Rijk toekent voor het Wet Werk en Bijstand (WWB)-werkdeel (€ 4,6 mln.) en de nominale ontwikkelingen (€ 0,1 mln.). Deze mutaties werken meerjarig door. In samenhang met de mutaties in de lasten als gevolg van de lagere budgetten die het Rijk toekent voor het WWBwerkdeel nemen de baten met een zelfde bedrag af (€ 4,6 mln.). De baten en lasten zijn verlaagd op basis van een actualisatie van de begroting 2005 op basis van de gerealiseerde bedragen in het verleden (€ 5,6 mln.). Daarnaast zijn de lasten verhoogd als een gevolg van de herziening in de toerekening van de indirecte kosten (€ 5,6 mln.). Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
59
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Economie en Sociale Zaken Portefeuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
Uitgangspunten van beleid Het uitgangspunt is dat iedereen zelf in het eigen levensonderhoud kan voorzien. Daar waar inwoners dat (tijdelijk) niet kunnen, levert de gemeente aan de ene kant ondersteuning gericht op reïntegratie naar werk en aan de andere kant (aanvullende) inkomensondersteuning en sociale ondersteuning. De (aanvullende) inkomens en sociale ondersteuning, waarvoor de kaders zijn gesteld in de wet, het meerjarenbeleidsplan WWB en de gemeentelijke verordeningen, wordt respectvol, kwalitatief hoogwaardig en kostenefficiënt aangeboden aan inwoners die daarom vragen en daar recht op hebben. De dienstverlening bestaat uit: · op de persoonlijke situatie toegesneden (aanvullende) inkomensondersteuning; · ondersteuning gericht op sociale activering; · ondersteuning gericht op maatschappelijke participatie; · ondersteuning gericht op financiële zelfredzaamheid. De gemeente stelt voor om voor deze dienstverlening middelen beschikbaar te stellen uit het werkdeel WWB en gebruik te maken van de aanwezige infrastructuur in de stad op het terrein van sociale activering en maatschappelijke participatie en de bijzondere bijstand (gemeentefonds). De gemeente is vanaf 2004 100% budgetverantwoordelijk. Dit is gepaard gegaan met een (grote) gemeentelijke beleidsvrijheid. De kaders voor het gemeentelijke beleid zijn m.n. vastgelegd in de Wet werk en bijstand. Het gemeentelijke beleid is vastgelegd in beleidsnota’s zoals het meerjarenbeleidplan WWB, de herijking van het minimabeleid en in verordeningen. De dienstverlening bestaat naast het verstrekken van inkomens o.a. uit: · bijzondere bijstand voor de uit bijzondere individuele omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan; · langdurigheidtoeslag voor inwoners die geen perspectief hebben op de arbeidsmarkt en de afgelopen vijf jaar geen inkomsten uit arbeid hebben ontvangen; · sociale kredietverlening en begeleiding van inwoners met problematische schulden (schulddienstverlening); · vangnetregeling huursubsidie, een wettelijke taak die namens de rijksoverheid wordt uitgevoerd. Kadernota’s en beleidsnota’s · Meerjarenbeleidplan WWB 2004 (“Arnhem maakt er werk van”); · Nota herijking van het minimabeleid; · Reïntegratie- en toeslagenverordening en verordeningen handhaving en cliëntenparticipatie; · Wet Financiële Dienstverlening Overheid en Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; · Sociaal structuurplan (“Visie op de maatschappelijke ontwikkeling van de stad”). Stand van zaken beleid in 2004 Met ingang van 1 januari 2004 is de nieuwe Wet Werk en Bijstand van kracht. Het invoeringsjaar 2004 wordt benut om nieuw lokaal beleid en regelgeving te ontwikkelen en vast te stellen binnen de kaders van de nieuwe wet. Dit lokale beleid wordt vastgelegd in een meerjarenbeleidplan WWB en de verschillende verordeningen en beleidsregels. De implementatie van het vastgestelde beleid wordt per 1 januari 2005 gerealiseerd. Daarnaast zijn er op dit ogenblik al verregaande samenwerkingsafspraken met het CWI over het instellen van een gezamenlijk ‘Jongerenloket’ en een ‘Kernteam’ voor jongeren tot 23 jaar op de Arnhemse CWI-locaties. Deze ontwikkelingen, de meer actieve opstelling aan de poort en het maatwerk in de controle, zijn speerpunten in de uitvoering en zijn eind 2004 onderdeel van de reguliere uitvoering. In de tweede helft van 2004 wordt besloten of het al dan niet verlenen van categoriale bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten – waaronder vele ouderen – en het al dan niet invoeren van een collectieve aanvullende verzekering tot de mogelijkheden behoren. Wel is bepaald dat deze voorzieningen moeten passen binnen de beschikbare budgettaire kaders. In het meerjarenplan WWB worden ook de beleidskeuzen voor schulddienstverlening opgenomen. Met deze beleidskeuzen moet schulddienstverlening ook op de langere termijn financieel gezien uitvoerbaar blijven (binnen financieel kader). Een herijking van schulddienstverlening in voorjaar 2004 moet uitwijzen of er nog aanvullende beleidskeuzen nodig zijn. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · in 2004 wordt nog niet bezuinigd op de eenmalige verstrekking van € 113,- per jaar per persoon aan ouderen en gehandicapten; · de wettelijke langdurigheidstoeslag is in 2004 uitgevoerd; · als gevolg van de slechte economische ontwikkelingen is er een stijging van het aantal inwoners met problematische schulden waar te nemen.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
60
Deelprogramma 04.2 Inkomensvoorziening en ondersteuning als sociaal vangnet
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
Inkomen · aansluiten bij toenemende mogelijkheden van gegevensuitwisseling met derden · verbetering samenwerking met partners: voornamelijk het CWI i.v.m. het voorkomen van onrechtmatige instroom in de bijstand
2005
WWB · instandhouding van het financiële vangnet voor de mensen waarvoor het echt noodzakelijk is Algemeen · beperking niet-gebruik inkomensondersteunende voorzieningen · bevorderen maatschappelijke participatie Indicatoren: WWB aantal en % huishoudens op minimumniveau Arnhems aandeel in landelijk volume WWBuitkeringsgerechtigden
Aanvullend Inkomen · aanpassen verstrekkingen · specifieke aandacht voor chronisch zieken en gehandicapten binnen de BB · instandhouden van de Arnhem Card · beperken armoedeval
WWB · vermindering van het Arnhemse aandeel in het landelijk volume WWBuitkeringsgerechtigden Algemeen · aantal AC-kaarthouders op niveau houden · slagingspercentage schulddienstverlening hoger dan landelijk · groei omzet sociaal krediet.
Schulddienstverlening · herijking schulddienstverleningsbeleid · wegnemen van belemmeringen voor maatschappelijke participatie
2006-2008 Idem, aangevuld met: · de volumebeheersing door een intensieve aanpak van een aantal klantgroepen heeft geleid tot een vermindering van het financiële herverdeelnadeel op de bijstandsuitgaven
Cruciale relaties met andere programma's
Relaties met paragrafen
Participanten
Programma 2: Kwaliteit Dienstverlening klanten en klantaanvragen dienen resp. tijdig en correct behandeld en afgehandeld te worden
· investeringen
· CWI · SUWI-partners · Belastingdienst · rechtbank · deurwaarders · woningbouwcorporaties · nutsbedrijven · welzijnsinstanties
Algemeen · aantal Arnhem-Cardhouders · slagingspercentage schulddienstverlening
Deelprogramma 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt en sluitende aanpak werkloosheid: WWB: burgers dienen zelfstandig in hun bestaan te voorzien; waar nodig dienen ze bij het toetreden tot de arbeidsmarkt te worden geholpen; preventieve maatregelen vanuit dit deelprogramma voorkomen instroom van uitkeringsgerechtigden 08.1 Maatschappelijk actieve burgers: uitkeringsafhankelijken die geen uitzicht hebben op de arbeidsmarkt blijven vanuit dit deelprogramma betrokken bij de maatschappij
5 oktober 2004
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Economie en Sociale Zaken Portefeuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
61
Deelprogramma: 04.2 Inkomensvoorziening en ondersteuning als sociaal vangnet
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
04.2 Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
115.847-
94.760-
122.332-
122.410-
122.213-
122.213-
103.260
103.260
103.417
103.417
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
97.148
71.094
Resultaat
Exploitatieresultaat
18.699-
23.666-
Mutaties reserves
1.747
-
16.952-
23.666-
Saldo
19.072-
19.150-
18.796-
18.796-
36-
36-
193-
193-
19.108-
19.186-
18.989-
18.989-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 is het product Wet op de lijkbezorging in plaats van op dit deelprogramma 04.2 Inkomensvoorziening en – ondersteuning als sociaal vangnet verantwoord op het deelprogramma 05.2 Zorg in kwetsbare situaties. De toename van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 is te verklaren door het wegvallen van het invoeringsbudget Wet Werk en Bijstand (WWB) (€ 0,36 mln.), een toename van de formatie op basis van gestegen klantaantallen (€ 0,36 mln.), autonome ontwikkelingen (€ 0,2 mln.). De begroting is herzien ten opzichte van 2004 als gevolg van de klantenaantallen en de nieuwe beschikkingen van het rijk waardoor zowel de baten als de lasten toenemen (€ 29 mln.). Daarnaast vindt een afname van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 plaats door de herijking van het minimabeleid (€ 0,75 mln.). Ten opzichte van 2003 is het budget 2004 als gevolg van de herijking van het minimabeleid gemuteerd (€ 0,575 mln.). De totale ombuiging bedraagt daardoor € 1,325 mln.). Tenslotte nemen de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 af door de verantwoording van het product Wet op de lijkbezorging op deelprogramma 05.2 Zorg in kwetsbare situaties (€ 16 duizend). Deze mutaties werken meerjarig door. In samenhang met de mutaties in de lasten door het op deelprogramma 05.2 verantwoorden van het product Wet op de lijkbezorging nemen de baten af (€ 9 duizend). De mutaties in de reserves hebben betrekking op een meerjarige toevoeging aan de reserve Bijzondere Bijstand (BB) (€ 0,015 mln.) en een meerjarige toevoeging aan de reserve Stadsbank (€ 0,09 mln.). In 2007 en 2008 vindt er een onttrekking plaats aan de reserve Wet Gemeentelijke Zorg (WGZ) voor VVTV-ers (Voorwaardelijke Vergunning Tot Verblijf) (€ 0,016 mln.) Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
62
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
63
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
05. Zorg Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Het systeem van zorg bepaalt in belangrijke mate de sociale kwaliteit van de samenleving. Daarom kennen we een uitgebreid stelsel van voorzieningen. Voor een deel van deze voorzieningen is de gemeente direct verantwoordelijk, met name voor de preventieve gezondheidszorg. Voor de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg in de stad en de regio heeft de gemeente een regisserende rol. Daarnaast besteedt de gemeente bijzondere aandacht aan de zorg voor verslaafden, psychiatrische patiënten, dak- en thuislozen en verkommerden en verloederden. In samenwerking met andere partijen en instellingen probeert de gemeente deze groepen zo goed mogelijk op te vangen en de overlast die zij veroorzaken terug te dringen. Zorg richt zich ook op mensen die functiebeperkingen hebben als gevolg van handicap of leeftijd. De gemeente draagt zorg voor de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten, door het aanbieden van woon-, vervoers- en rolstoelvoorzieningen.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Zorg voor groepen en individuen die dat behoeven is een voorwaarde voor maatschappelijke participatie van deze mensen. Zorg neemt belemmeringen in het dagelijkse leven weg. Ook draagt zorg bij aan een menswaardig bestaan voor bepaalde groepen, bijvoorbeeld in de vorm van maatschappelijke opvang. Zorg kan bovendien bijdragen aan het bestrijden van overlast en criminaliteit door kwetsbare randgroepen, zoals dak- en thuislozen en verslaafden.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten binnen het programma laat zien waar kansen en bedreigingen liggen in Arnhem op het gebied van de zorg. Sterk
Zwak
· regierol gemeente · toereikend en gevarieerd aanbod aan zorg · vooral de maatschappelijke opvang staat goed op de rails · divers voorzieningenpatroon binnen de maatschappelijke opvang · dreigend tekort aan huisartsen is nagenoeg opgelost (was een bedreiging in het collegeakkoord) · goede samenwerking tussen gemeente en instellingen
· de grote toename van de zorgvraag door de vermaatschappelijking van de zorg · de roep om meer vormen van maatwerk tussen opvang en regulier wonen (bijvoorbeeld realisatie van inloopvoorzieningen voor (minder ernstig) drugsverslaafden) · het veelplegersprobleem · de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) op 1 januari 2006 zal mogelijk tot een forse toename van gemeentelijke taken op het gebied van zorg leiden · sterke afhankelijkheid GSO/GSB financiering
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III · In Arnhem is de zorg redelijk goed georganiseerd. Daarom spitst de aandacht zich de komende jaren toe op de inzet die voor het GSB III noodzakelijk is. De hoofddoelstellingen zijn samen te vatten als: ‘Van de straat en veilig’, ‘Gezond en wel in de stad’ en ‘Naar een veiliger samenleving’.
GSB
De doelstellingen zijn in het GSB III uitgewerkt in een aantal outputdoelstellingen: · verbetering van de doorstroming in de maatschappelijke opvang; · vergroten van de capaciteit van de vrouwenopvang; · verbeteren van het bereik van de ambulante verslavingszorg; · het verminderen van overlast op straat door individuen; · aanpak van overgewicht onder 0-19 jarigen.
5 oktober 2004
64
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Speerpunten binnen het programma zorg De speerpunten van het programma zorg zijn: · zorgdragen voor de jaarlijkse exploitatie van de voorzieningen voor dak- en thuislozen en drugsverslaafden in de stad, waaronder de drijvende 24-uursvoorziening voor verslaafden; · functiegerichte aanpak van wonen en maatschappelijke opvang onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep Maatschappelijke Zorg (MZ); · activeringsprojecten voor dak- en thuislozen en verslaafden met bijvoorbeeld schoonmaakwerk of eenvoudig productiewerk samen met het buurtbedrijf; · de realisatie van twee inloopcentra voor de zorg van zeer zwaar verslaafden; in Arnhem Noord en Arnhem Zuid zijn twee inloopcentra gepland om deze minder problematische doelgroep op te vangen, als flankerend beleid voor de 24-uursopvang van ernstig problematische drugsverslaafden; · het tegengaan van overgewicht onder 0-19 jarigen is één van speerpunten van het nieuwe beleid voor jeugdgezondheidszorg, dat op 1 juli 2005 van start gaat.
Intergemeentelijke samenwerking Binnen het programma zorg vindt intergemeentelijke samenwerking plaats via: · Regionaal Huisartsenoverleg; · Algemeen Volksgezondheidsbeleid, Lokale beleidsontwikkeling en intergemeentelijke afstemming met de dertien gemeenten uit de voormalige regio Arnhem; · jeugdgezondheidszorg en verslavingszorg met dezelfde dertien gemeenten; · geestelijke gezondheidszorg (GGZ) met achttien gemeenten uit de subregio’s Arnhem en West Veluwe Vallei; · Collectieve Preventie VGZ (op de schaal van Hulpverlening Gelderland Midden, dit zijn de achttien gemeenten in de regio’s Arnhem en West Veluwe Vallei).
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
Uitgangspunten van beleid · versterking van het gemeentelijk gezondheidsbeleid (openbare gezondheidszorg); kernfuncties voor de gemeente daarin zijn collectieve preventie, indicatiestelling, jeugdgezondheidszorg, zorg voor goede eerstelijnsvoorzieningen, openbare geestelijke gezondheidszorg, hulp bij rampen en ongelukken en Ambulancevervoer; centraal staat het toenemende belang van een goede gemeentelijke regie; · het realiseren van een sluitende zorg en opvangketen met alle betrokken partners voor zeer kwetsbare mensen in de samenleving (verslaafden, psychiatrische patiënten, thuisloze jongeren, vrouwen en kinderen die geweld hebben ondergaan, dak- en thuislozen, verkommerden en verloederden); · versterking drang- en dwangbeleid voor drugsverslaafden, waaronder Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) met terugdringen van overlast; · verbetering van de volksgezondheid door versterking van preventie in het gehele beleid. Kadernota’s en beleidsnota’s · Strategisch beleidsplan openbare gezondheidszorg 1999-2002; · er wordt gewerkt aan een Integraal lokaal beleidskader volksgezondheid 2004-2007; · Nota Maatschappelijke Opvang ‘Een eigen (t)huis’ (2001); · Hoofdlijnen Arnhems drugsbeleid 2000-2002; herijkingsnotitie 2000; · Startnotitie gemeentelijk alcoholbeleid (2002). Stand van zaken beleid in 2004 · in samenwerking met andere gemeenten uit de regio Arnhem wordt een overkoepelend beleidsplan volksgezondheid ontwikkeld in afstemming met HGM; dit plan heeft als doel daar waar mogelijk regionale samenwerking vast te leggen; in dit plan kunnen lokale paragrafen als lokaal beleidsplan volksgezondheid worden opgenomen; · met ingang van 1 januari 2003 heeft de gemeente de beleidsverantwoordelijkheid voor een integrale aanpak van de gehele jeugdgezondheidszorg van 0 – 19 jarigen; in de voorbereiding daarop zijn afspraken gemaakt met de twee uitvoerende partijen, de Stichting Thuiszorg Midden Gelderland voor 0-4 jarigen en de Hulpverlening Gelderland Midden (HGM) voor 5 – 19 jarigen; er bestaat een intensieve samenwerking tussen beide instellingen; afgesproken is in 2003 te bezien of op deze manier de integraliteit passend gewaarborgd is; · net als in andere steden is er in Arnhem sprake van dreigende tekorten in de eerstelijns huisartsenzorg; de gemeentelijke inzet is erop gericht om met name een bijdrage te leveren aan de realisatie van adequate huisvesting; · de uitbreiding van de crisisopvang (9 plaatsen), het begeleid wonen (19 plaatsen) en de realisatie van de woonvoorziening Domus (17 plaatsen) zijn in 2004 gerealiseerd; · de realisatie van de 24-uursopvang is in een vergevorderd stadium. Er bestaat echter nog onduidelijkheid over het landelijke heroïnebeleid; eventuele mogelijkheden zijn van groot belang voor aanpak 24uursvoorziening; · er is een intensieve samenwerking gekomen tussen relevante partijen op basis van het Convenant Maatschappelijke Zorg. Door gezamenlijke aanpak worden knelpunten in de maatschappelijke zorg onder regie van de gemeente integraal aangepakt; · de gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang is voor de sociale pensions 3,5 jaar, de crisisopvang 48 dagen, de begeleid-wonenprojecten 8 maanden en de nachtopvang 21 nachten; (GSB III) · het aantal plaatsen in de vrouwenopvang is 99 voor de gehele provincie Gelderland; Arnhem is een centrumgemeente, er is wel intensieve samenwerking met Apeldoorn en Nijmegen, omdat zij minder plaatsen hebben. De ambitie is om deze reden op provinciaal niveau geformuleerd (GSB III) · De nulmeting voor Arnhem is 7 noodbedden t.b.v. het Project Huiselijk Geweld (GSB III) · bereik ambulante verslavingszorg (aantal cliënten in behandeling, percentage regulier afgesloten behandelingen, aantal cliënten van wie de toestand is verbeterd); deze indicator zal nog door het rijk nader worden gepreciseerd; (GSB III) · in 2004 wordt de nulmeting verricht van het aantal 0-19 jarigen met overgewicht (1) dat via de JGZ wordt opgespoord en (2) voor wie gezondheidsinterventies worden ingezet; ook wordt een plan van aanpak opgesteld; (GSB III) · het percentage overlastgevenden dat in maatschappelijke opvang (24 uur per dag beschikbaar in crisissituaties) kan worden geplaatst ten opzichte van het totale aantal geregistreerde overlastgevenden is in het eerste half jaar van 2004 slechts 10%. (GSB III)
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
65
Deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· verbetering van de volksgezondheid in brede zin · sluitende zorg en opvang voor zeer kwetsbaren · terugdringen gezondheidsproblematiek bij de zeer zware doelgroep drugsverslaafden · het verbeteren van de veiligheid en het voorkomen en doen afnemen van criminaliteit · het verminderen van overlast op straat veroorzaakt door personen, mede door de realisatie van een sluitende aanpak van sociale opvang en hulpverlening gericht op overlastgevende personen (GSB III)
· in afstemming met de regionale aanpak opstellen van het integraal lokaal beleidskader volksgezondheid 2004 – 2007 · in samenspraak met Hulpverlening Gelderland Midden het preventiebeleid formuleren · start lokaal JGZ-plan 0 – 19 jarigen in samenwerking met Stichting thuiszorg Midden Gelderland en Hulpverlening Gelderland Midden (GSB) · versterking van de gemeentelijke regierol · afstemmen gemeentelijke regierol Drang & Dwang met regierol bij Stuurgroep Maatschappelijke Zorg · realisering van nacht- en dagvoorziening voor dak- en thuisloze, zeer problematische drugsverslaafden en van twee inloopvoorzieningen voor de minder zwaar verslaafden · sterke gemeentelijke regie op lokaal gezondheidsbeleid in het bijzonder op de volgende onderdelen: collectieve preventie, indicatiestelling, jeugdgezondheidszorg, zorg voor goede eerstelijnsvoorzieningen, openbare geestelijke gezondheidszorg, hulp bij rampen en ongelukken, en ambulancevervoer · implementatie alcoholbeleid · verbetering van de doorstroming in de maatschappelijke opvang (GSB III) · functiegerichte aanpak Wonen en Maatschappelijke opvang onder stuurgroep Maatschappelijke zorg (MZ) (GSB III) · evaluatie afspraken met woningcorporaties · extra plaatsen regelen bij HERA ook onder regie van stuurgroep MZ (GSB III) · ketenaanpak thuisloze jeugd (GSB III) · aanpak overlast op straat door ketenmanagement Drang en Dwang, veelplegersaanpak en monitoring doelgroep 24uursopvang (GSB III) · door ketenaanpak Drang en Dwang zijn 3 speerpunten benoemd: Wonen, Inkomen, Werk/Dagbesteding (GSB III)
Indicatoren: · Aanpak van overgewicht onder 019 jarigen (GSB III)
5 oktober 2004
2005 · integraal lokaal beleidskader volksgezondheid 2004 – 2007 · regionale opschaling RIO met behoud van huidige lokale geïntegreerde indicatiestelling · realisering opvang psychiatrisch zieke mensen met een delinquente achtergrond · uitbreiding woonvoorzieningen en i.s.m. de corporaties onderzoek naar onconventionele woonvoorzieningen · een beleidsmatige definitie van problematisch alcoholgebruik 2006 – 2008 · uitvoering Integraal lokaal beleidskader volksgezondheid 2004 – 2007 · afronding sluitende aanpak maatschappelijke opvang · projecten maatschappelijke zorg zijn geëvalueerd · verwezenlijking twee inloopcentra · afhankelijk van de woningmarkt en de nieuwe voorzieningen is de gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang in: · de sociale pensions 3 jaar eind 2005 en gedaald tot 2,5 jaar in 2009 (GSB III) · de crisisopvang 40 dagen eind 2005 en 30 dagen eind 2009 · de begeleid-wonenprojecten 6 maanden en de nachtopvang 21 nachten (GSB III) · het aantal plaatsen in de vrouwenopvang stijgt in 2005 (provinciaal) met 10% t.o.v. 2004 en stijgt t/m 2009 met 25% t.o.v. 2004 (GSB III) · De stadsambitie voor de vrouwenopvang is 10 noodbedden in 2009 (GSB III) · Er is wel afbouw van het aantal bedden t.b.v. projecten Woonbegeleiding voor met geweld bedreigde vrouwen en hun eventuele kinderen. De ambitie is om van intramurale zorg naar extramurale zorg te gaan (GSB III) · bereik ambulante verslavingszorg p.m..(GSB III) · de nulmeting van het aantal 0-19 jarigen met overgewicht (1) dat via de JGZ wordt opgespoord en (2) voor wie gezondheidsinterventies worden ingezet zal in 2004 worden verricht (GSB III)
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
66
Deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· overgewicht wordt aandachtspunt in nieuw JGZ-beleid conform wettelijke regels m.i.v. 1 juli 2005 (GSB III) · verbeteren van de aansluiting tussen verslavingszorg enerzijds en wonen/werken anderzijds (GSB III) · versterking van de eerstelijnszorg, in het bijzonder de huisartsenvoorziening, zoals aanpak van projecten als Huisartsen onder één dak (HOED), inbrengen in multifunctionele centra (GSB III)
· Realiseren van 4 HOEDconstructies in de periode 20052009 (GSB III) · Afstemming eerstelijnszorg en spoedeisende huisartsenhulp van ziekenhuis( huisartsenpost) (GSB III) · Realisatie in 2005-2009 van een integraal aanbod van voorzieningen met ziekenhuis Rijnstate (GSB III) · het percentage overlastgevenden dat in maatschappelijke opvang (24 uur per dag beschikbaar in crisissituaties) kan worden geplaatst ten opzichte van het totale aantal geregistreerde overlastgevenden is in 2005 25% (door de 24-uursopvang) en stijgt tot 30% in 2009 (GSB III)
Relaties met paragrafen
Participanten
Cruciale relaties met andere programma’s 04. Werk en inkomen 06.Veiligheid: overlast, maatschappelijke opvang en verslaafdenzorg 083. Actieve groepsverbanden en (sub) culturen: ouderen en gehandicaptenbeleid
5 oktober 2004
· convenantpartners Maatschappelijke Zorg (GGZ, politie, reclassering, vrouwenopvang, Jeugdzorg, maatschappelijke opvang/werk, verslavingszorg, zorgverzekeraars, Hulpverlening Gelderland-Midden) · justitie · reclasseringsinstellingen · huisartsen- en andere eerstelijnsorganisaties\ · overige instellingen en organisaties gezondheidszorg
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
67
Deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
05.1 Zorg en geestelijke gezondheid
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
20.373-
17.879-
18.477-
18.726-
18.998-
19.005-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
3.059 8.267
2.542 8.196
2.767 8.481
2.767 8.481
2.767 8.756
2.767 8.763
Resultaat
Exploitatieresultaat
9.047-
7.141-
7.229-
7.478-
7.475-
7.475-
Mutaties reserves
457 7.141-
7.229-
7.478-
7.475-
7.475-
Saldo
8.590-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 wordt de taakstelling maatschappelijke begeleidingen, advies en sociaal cultureel werk verantwoord op dit deelprogramma 08.2 Samenleven in de buurt in plaats van op deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid. In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal is aan de begroting toegevoegd: - voor de inloopcentra in 2007 € 275.000 en in 2008 € 282.000 - voor de verslaafdenzorg in de GSB III-periode 2005-2009 jaarlijks € 2.295.000 - voor de maatschappelijke opvang in de GSB III-periode jaarlijks een bedrag van € 6.056.000 - voor de Passade in de GSB III-periode jaarlijks € 100.000 - voor de Arnhemse Uitdaging jaarlijks € 30.000. De beleidsmatige toelichting op de Arnhemse Uitdaging is verwoord in deelprogramma 08.1 Maatschappelijke actieve burgers Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 zijn er structureel middelen ter beschikking gesteld in het kader van de jeugdgezondheidszorg (€ 0,14 mln.) en in het kader van de regeling algemeen maatschappelijk werk (€ 0,1 mln.). De toename van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 is een gevolg van de bij de MJPB 2004-2008 reeds ingezette uitbreiding van de crisisopvang( oplopend van € 0,14 mln. in 2004 tot € 0,28 mln. in 2008). In samenhang met uitbreiding van de crisisopvang muteren eveneens de baten in 2005 en verder ten opzichte van 2004 (€ 0,22 mln.) De afname van de lasten in 2004 ten opzichte van de rekening 2003 is een gevolg van de in de exploitatie 2003 hoger uitgevallen lasten voor het product verslavingszorg. Er zijn ten opzichte van de begroting 2003 extra kosten gemaakt voor het reinigen van de tippelzone, subsidieafwikkeling voorgaande jaren de Grift en de verbouwing van de dagopvang drugsverslaafden. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
68
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Thema: Kwaliteit van de stedelijke samenleving
69
Deelprogramma 05.2 Zorg in kwetsbare situaties
Commissie: Economische en Sociale Zaken Portefeuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
Uitgangspunten van beleid Hoofddoel: Het bevorderen van de zelfstandigheid en zelfredzaamheden van mensen met een functiebeperking, kortweg “gehandicapten” genoemd. Het doel van de gemeentelijke zorgplicht in het kader van de Wvg is dat de gehandicapte mens zoveel mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven op een vergelijkbare wijze als de niet-gehandicapte mens. De doelgroep ‘mensen met een functiebeperking’ omvat mensen met ergonomische, zintuiglijke, verstandelijke of geestelijke beperkingen, alsook ouderen die ten gevolge van ziekte of gebrek belemmeringen ondervinden. De gemeente draagt in het kader van de Wvg zorg voor het verstrekken van woon-, vervoers- en rolstoelvoorzieningen. Deze voorzieningen moeten bereikbaar zijn voor de doelgroep gehandicapten, ook als het gaat om ouderen of mensen met een lager inkomen of mensen die zich bevinden in een AWBZ-instelling (verzorgingshuizen, verpleegoorden, instituten voor verstandelijk gehandicapten). De gehandicapte dient voor een Wvg-voorziening geïndiceerd te zijn. Het traject van aanmelding tot en met indicatie van Wvg-voorzieningen vindt plaats bij het Zorgloket van het Indicatieorgaan Arnhem. Hierbij is sprake van een onafhankelijke en integrale indicatie. De afdeling Voorzieningen ouderen en gehandicapten van de dienst IZ is verantwoordelijk voor de toekenning en de realisatie van Wvg-voorzieningen. In het kader van de modernisering van de AWBZ wordt in 2004 het wetsontwerp voor de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) bekend, die naar verwachting in 2006 zal worden uitgevoerd. Als het gaat om de ondersteuning van het zelfstandig wonen en de zorg aan huis, zullen verschillende onderdelen vanuit de AWBZ en de Ziekenfondswet worden toegevoegd aan de huidige taken van de gemeente (Wvg en Welzijnswet). Financiële situatie huidig Wvg-beleid: naar verwachting is eind 2004 de egalisatiereserve bij de dienst Inwonerzaken volledig benut door de extra kosten in verband met de tariefsverhoging van de Regiotaxi KAN in 2004 en in verband met de gevraagde uitvoering als gevolg van het landelijk Wvg-protocol. In 2005 wordt een belangrijke stijging van de kosten voor het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV = regiotaxi KAN) verwacht, omdat de rijkssubsidie voor het CVV is bevroren. Dit betekent dat er vanaf 2005 meer middelen nodig zijn om het huidige niveau aan Wvg-voorzieningen te handhaven. Zodra de landelijke ontwikkelingen rondom de WMO en de regionale ontwikkelingen rondom het CVV-vervoer bekend zijn, zal medio 2004 een collegenota worden opgesteld betreffende het te voeren Wvg-beleid, waarin de financiële risico’s worden aangegeven. Kadernota’s en beleidsnota’s · landelijk Wvg-protocol en analyse Wvg-protocol versus Arnhems beleid; · Arnhems convenant met de Arnhemse woningcorporaties over de woonruimteverdeling van geschikte woningen voor gehandicapten; · nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (medio 2004); · herijking van het Wvg-beleid (medio 2004). Stand van zaken beleid in 2004 De aanbevelingen in het Wvg-protocol over klantgerichtheid (informatievoorziening, verkorten doorlooptijden bij indicatie-, toekenning- en realisatietraject) en het verstrekken van verantwoorde voorzieningen (doeltreffend, doelmatig en klantgericht) zijn op lokaal niveau uitgewerkt. De gemaakte afspraken in het Arnhemse convenant met de woningcorporaties, om te komen tot een transparante woonruimteverdeling van huurwoningen voor gehandicapten, zijn geëvalueerd en op onderdelen verbeterd. Gestreefd wordt om deze afspraken KAN-breed te maken. Ook is er een betere match gerealiseerd tussen de vraag en het aanbod van rolstoel toe- en doorgankelijke woningen. Tevens zijn er afspraken met de Arnhemse woningcorporaties voor een gewijzigde procedure bij woningaanpassingen, voornamelijk om de realisatietijd te verkorten. De werkwijze met de corporaties wordt eventueel uitgebreid met de particuliere verhuurders. Een reële bijdrage in de kosten voor verhuizing ten gevolge van de handicap is gerealiseerd. Er is sprake van een goed functionerend collectief vervoersysteem (deur-tot-deurvervoer) via de Regiotaxi KAN en kamer-tot-kamervervoer. Het klantenbestand voor het kamer-tot-kamervervoer is op noodzaak van deze vorm van vervoer gescreend ten behoeve van het nieuw af te sluiten vervoerscontract in juni 2005. Er zijn voorstellen geformuleerd om meer te werken met persoonsgeboden budgetten en er zijn afspraken met rolstoelleveranciers om te komen tot meer keuzevrijheid bij de levering van rolstoelvoorzieningen. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 De prognose voor 2004 is als volgt: · aanvragen woonvoorzieningen (1.700); aanvragen rolstoelvoorzieningen (750); aanvragen vervoersvoorzieningen (1.750); · de wachtlijst voor rolstoel toe- en doorgankelijke woningen is ca 40; voor gelijkvloerse woningen ca. 100; · de gemiddelde servicegraad van de Regiotaxi KAN in 2004 (gebaseerd op gegevens t/m maart 2004) is 93% (contract is 95% op tijd gereden ritten); · het aandeel mensen dat kiest voor een forfaitaire vergoeding voor het collectieve vervoer ligt eind 2004 op 49%, 51% kiest voor een kortingspas van de Regiotaxi. 5 oktober 2004
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
Indicatoren: · aantal woningaanpassingen · wachtlijst voor rolstoel toe- en doorgankelijke woningen · wachtlijst verhuisadvies naar gelijkvloerse woning · servicegraad regiotaxi · aantal forfaitaire vergoedingen CVV · aantal pashouders regiotaxi KAN · aantal verstrekte rolstoelen
Cruciale relaties met andere programma's 01.1 Mobiliteit bevordering van rolstoeltoegankelijk openbaar vervoer 01.2 Wonen in Arnhem samenwerking met de woningmarkt om te komen tot levensloopbestendige woningen en een % rolstoeltoe- en doorgankelijke woningen 01.3 Kwaliteit openbare ruimte toegankelijkheid van de openbare ruimte rondom woon-zorgzones 02.1 Loketten zonder drempels (Zorgloket) de lokale toegang tot de zorgketen wordt opnieuw bezien in relatie tot de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 02.2 Digitale serviceverlening het digitaal aanvragen van aanvraagformulieren voor Wvgvoorzieningen
5 oktober 2004
· betere match vraag en aanbod geschikte woningen (continue aandacht) · nieuw contract Regiotaxi KAN en kamer-tot-kamervervoer vanaf juni 2005 · pilots opzetten voor het verstrekken van persoonsgebonden budgetten bij woon- en rolstoelvoorzieningen · aansluiting op de ontwikkeling van woonzorgzones in Arnhem-zuid en Arnhem-noord i.s.m. dienst SO · voorbereiding op en implementatie van Wet maatschappelijke ondersteuning (m.i.v. 1-12006) Relaties met paragrafen · investeringen
2005 · toename 10% aantal woningaanpassingen · wachtlijst voor rolstoel toe- en doorgankelijke woningen inkorten met 10% · wachtlijst verhuisadvies voor gelijkvloerse woning inkorten met 10% · handhaven servicegraad Regiotaxi KAN op 95% · percentage pashouders 50% · percentage forfaitaire vergoedingen 50% 2006-2008 de resultaten voor 2006-2008 worden opnieuw bezien in relatie tot de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning
Participanten · woningcorporaties en particuliere verhuurders i.s.m. dienst SO · toegankelijkheid openbare ruimte i.s.m. dienst SB · KAN (collectief vervoer) · toegankelijk OV i.s.m. dienst SO · uitvoeringsorganisatie Indicatieorgaan Arnhem/ · Hulpverleningsdienst Gelderland Midden
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten · verbetering van de positie van gehandicapten als het gaat om het participeren in de Arnhemse samenleving op het terrein van wonen en mobiliteit
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Portefeuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
PAGINA
Thema: Kwaliteit van de stedelijke samenleving
70
Deelprogramma: 05.2 Zorg in kwetsbare situaties (Wvg)
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
05.2 Zorg in kwetsbare situaties
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
9.158-
8.785-
9.388-
9.403-
9.388-
9.388-
475
508
461
461
461
461
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
8.683-
8.277-
8.926-
8.941-
8.926-
8.926-
Mutaties reserves
580
-
-
-
-
-
8.103-
8.277-
8.926-
8.941-
8.926-
8.926-
Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 is het product Wet op de lijkbezorging in plaats van op het deelprogramma 04.2 Inkomensvoorziening en – ondersteuning als sociaal vangnet verantwoord op dit deelprogramma 05.2 Zorg in kwetsbare situaties. Naast deze mutatie (€ 16 duizend) is de toename van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 te verklaren door een toename van de formatie op basis van gestegen klantaantallen (€ 61 duizend), nominale ontwikkelingen (€ 50 duizend) en de herziening van de toerekening van de indirecte kosten (€ 0,48 mln.). Deze mutaties werken meerjarig door. In samenhang met de mutaties in de lasten door het verantwoorden van het product Wet op de lijkbezorging op dit deelprogramma nemen de baten toe (€ 9 duizend). De baten en lasten zijn aangepast aan de actuele situatie die voortvloeit uit de rijkssubsidie, afhankelijk van het aantal personen in een AWBZ-instelling (€ 56 duizend.). Deze mutaties werken meerjarig door. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
71
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
72
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
73
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
06. Veiligheid Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente De zorg voor veiligheid is één van de kerntaken van de gemeentelijke overheid. De gemeente heeft een eigen handhavingsorganisatie bij de dienst stadsbeheer. Belangrijke partners voor de handhaving en bevordering van de veiligheid zijn politie en openbaar ministerie. Daarnaast zet de gemeente samen met maatschappelijke organisaties in op preventie zodat de objectieve veiligheid en de veiligheidsgevoelens vergroot worden. Bij het voorkomen van branden en rampen zijn verschillende partners in de stad betrokken. De inzet van gemeente, politie en Hulpverleningsdienst Gelderland Midden (HGM) is nodig om een evenwichtige veiligheidsketen te bereiken. Het beleid richt zich op de fysieke en externe veiligheid, milieuveiligheid en de veiligheid bij grootschalige evenementen.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Veiligheid is een belangrijke schakel in het thema wonen en samenleven. Zo is de objectieve en subjectieve veiligheid in de stad een belangrijke voorwaarde voor sociale cohesie en kwaliteit van de sociale en fysieke leefomgeving in de stad. Het Sociaal Cultureel Planbureau beschrijft dit als volgt: ‘veiligheid en veiligheidsbeleving zijn verbonden met een samenspel tussen de fysieke kwaliteit van de leefomgeving (mate van verloedering), de sociale kwaliteit daarvan en het aanwezige voorzieningenniveau (waaronder de informele en soms de formele sociale infrastructuur)’. Dit betekent dat een grotere subjectieve en objectieve veiligheid in de stad een forse bijdrage levert aan de sociale cohesie in de stad. Een succesvolle inzet van dit programma draagt dus in belangrijke mate bij aan het prettig wonen en samenleven in de stad.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem De analyse van sterke en zwakke punten in het programma veiligheid levert inzicht in kansen en bedreigingen voor de veiligheid in de stad. De analyse maakt inzichtelijk waar het Arnhemse veiligheidsbeleid zich de komende jaren, onder andere via het GSB III-beleid, op zal moeten richten. Sterk
· een sterk punt van Arnhem is dat de stad al jaren veel werk maakt van integraal veiligheidsbeleid (subjectief/objectief) met betrokkenheid van de gehele gemeentelijke organisatie · weinig extreme uitwassen in de stad · relatief weinig criminaliteit onder jongeren · goede samenwerking tussen strafrechtelijke partners en hulpverleningsorganisaties · de objectieve veiligheid verbetert · veelplegers aanpak en aanpak huiselijk geweld zijn operationeel
Zwak
· de toekomstige continuering van het Veiligheidshuis · beperkte capaciteit van hulpverleningsorganisaties maakt keuzes noodzakelijk · de discrepantie tussen objectieve en subjectieve onveiligheid in de stad
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III
GSB GSB GSB GSB
Eén van de speerpunten van beleid voor de komende jaren is het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid in de stad. De hoofddoelstelling is: ‘Naar een veiliger samenleving’. Deze hoofddoelstelling is vertaald in een aantal subdoelstellingen: · het verminderen van de criminaliteit gepleegd door volwassen en jeugdige veelplegers, mede door preventieve maatregelen en een sluitend systeem van nazorg voor deze doelgroep; · het verbeteren van de aanpak van huiselijk geweld, zodat (herhaling van) huiselijk geweld afneemt; · het verminderen van criminaliteit in risicogebieden en in de woonomgeving, mede door een gebiedsgerichte aanpak; · het verminderen van de overlast op straat veroorzaakt door personen.
5 oktober 2004
74
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Speerpunten binnen het programma veiligheid De stad staat op het gebied van veiligheid voor een grote opgave. Daarom is het belangrijk om accenten te leggen op de onderdelen van het beleid die een belangrijke bijdrage leveren aan de programmadoelstellingen. Gekozen is voor: · project voorkomen huiselijk geweld; samenwerkingsproject van gemeente, politie, justitie en hulpverlening met een regierol voor de gemeente; aangiftes van huiselijk geweld en herhaling daarvan worden geregistreerd en er worden trajecten uitgezet om herhaling te voorkomen; · project aanpak veelplegers; hierbij wordt een samenwerkingsverband opgezet van gemeente, politie, justitie en hulpverlening met een regierol voor de gemeente. In goede samenwerking tussen de partijen worden trajecten uitgezet voor de groep veelplegers; · inbraakpreventie- en wijktoezichtteam samenvoegen en uitbreiden met 20 plaatsen per jaar; dit leidt tot ‘meer blauw op straat’; · ketenaanpak Drang en Dwang voor criminele drugsverslaafden; deze aanpak gaat geleidelijk op in een integrale aanpak van veelplegers; via deze ketenaanpak en binnen de wettelijke kaders wordt gezocht naar mogelijkheden om criminele drugsverslaafden onder drang en dwang te laten behandelen; · Veiligheidshuis Arnhem-Zuid.
Intergemeentelijke samenwerking Samenwerking met andere gemeenten vindt plaats via: · ketenaanpak Drang en Dwang (veelplegersaanpak) op arrondissementsniveau met Nijmegen; · Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) met zes SOV-gemeenten van Project SOV-Zuid (Heerlen, Maastricht, Eindhoven, Den Bosch, Arnhem en Nijmegen); · Blijf van mijn lijf met de dertien gemeenten uit de voormalige regio Arnhem en met de subregio’s Nijmegen en Apeldoorn; · project Huiselijk Geweld; start in Arnhem met een integrale aanpak van huiselijk geweld (groeimodel) en breidt zo spoedig mogelijk uit naar de regio die de deelnemende organisaties bestrijken; · regionale aanpak veelplegers.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: VOAB Portefeuillehouder: Mevr. P. Krikke
Uitgangspunten van beleid De veiligheid en leefbaarheid in de stad moeten beter worden. Dat is het doel van het integrale veiligheidsbeleid. Belangrijk daarbij is dat het daadwerkelijk veiliger wordt en dat de criminaliteitscijfers omlaag gaan. Daarnaast moet de veiligheidsbeleving van de inwoners omhoog, de burgers moeten zich inderdaad veiliger voélen. De integrale aanpak krijgt een extra impuls: méér samenhang in de maatregelen door méér en betere samenwerking met partijen als politie, justitie, verslavingszorg, jeugdhulpverlening, woningbouwcorporaties en burgers. In het integraal veiligheidsplan 2002 – 2006 “Handhaving en Preventie” zijn de prioriteiten gesteld voor de komende jaren. Deze zijn: · bestrijding van jeugdcriminaliteit; · overlast; · geweldsbestrijding (o.a. geweld op straat en huiselijk geweld); · alcoholbeleid; · beheer van de publieke en semi-publieke ruimte. Rode draad bij dit alles: meer zorg voor de handhavingstaken. Uitgangspunten collegeakkoord: · alle invloed aanwenden bij Rijk en regio om de politiesterkte in Arnhem te vergroten; · de gemeente geeft prioriteit aan de uitvoering van politietaken: ‘blauw meer op straat’; · concentratie op die onderdelen van het veiligheidsbeleid, die niet in regulier beleid aan de orde komen; · handhaving en regelgeving in kwantitatieve zin op elkaar afstemmen; niet meer regels dan handhaafbaar is. Kadernota’s en beleidsnota’s Integraal Veiligheidsplan 2002-2006 ‘Handhaving en preventie’ (2002). Stand van zaken beleid in 2004 Politie en justitie, onderwijs, jeugdhulpverlening en de gemeente spelen een rol bij de integrale aanpak. Naast de prioriteiten van dit integraal veiligheidsplan en het Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP) richten we ons op het ingezette beleid van de afgelopen jaren, zoals cameratoezicht, buurtpreventie, jeugd en veiligheid. Daarnaast richten we ons op ontwikkelingen die extra inzet vragen, zoals maatschappelijke opvang en drugsoverlast. In 2004 is het beleid gericht op: alcoholmatiging, bestrijding van huiselijk geweld, de implementatie van de werkwijze van het Veiligheidshuis in Arnhem Zuid, de Antillianenproblematiek (Arnhem is een van de Antillianengemeenten) en de mogelijke opzet van een veelplegeraanpak in samenwerking met politie en justitie. Daarnaast vraagt het cameratoezicht bij voortduring om aandacht. In 2001 gaf 43% van de bevolking aan zich wel eens onveilig te voelen. Het percentage dat aangaf zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt bedroeg 28%. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · bijna de helft van de Arnhemmers (48%) voelt zich wel eens onveilig; in de eigen buurt voelt 33% zich wel eens onveilig; · de objectieve veiligheid is verbeterd t.o.v. 2002; het aantal woninginbraken in 2003 is 1239; het aantal aangiftes van geweld is 1598 en het aantal meldingen van overlast drank en drugs is 691. Situatie op de GSB III indicatoren in 2004: · het percentage jeugdige en volwassen allochtone en autochtone veelplegers waarvoor door een stad nazorg- en/ of resocialisatietrajecten wordt aangeboden t.o.v. het totale aantal geregistreerde jeugdige en volwassen veelplegers (in HKS) kan in 2005 worden gegeven. · op dit moment worden alleen de volwassen veelplegers geregistreerd. De jeugdige veelplegers zullen in 2005 geregistreerd worden. Dit geldt ook voor nazorg trajecten. · er zijn 107 geregistreerde veelplegers per 15-9-2004 en er zijn op dit moment 12 formele trajecten vastgesteld. Dit is 11%. · van de geregistreerde volwassen veelplegers is de verhouding 60% autochtoon en 40% allochtoon. bij de lopende trajecten zijn er 11 autochtonen en 1 allochtoon. de resocialisatietrajecten zijn gericht op: · Reïntegratie op maximaal haalbaar niveau. · Recidieven vermindering · Zorgaanbod in individuele trajecten · Overlastreductie in de stad. · trajecten zijn gebaseerd op individuele plannen van aanpak vast te stellen in Veelplegers-SOV- en D&D- casesoverleggen · de afstemming met de lokale driehoek/ AJB is gereed. · de nulmeting van het percentage jeugdige en volwassen allochtone en autochtone veelplegers voor wie door nazorg- en/of resocialisatietrajecten door de stad worden afgerond ten opzichte van het totale aantal geregistreerde jeugdige en volwassen veelplegers (in HKS) is nog niet gereed; er is nog geen afronding van deze aanpak bekend; · er is een convenant/arrangement afgesloten op 1 april 2004 tussen alle lokale partijen die betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld; · de aanwezigheid van een advies- en meldpunt huiselijk geweld wordt medio 2006 verwacht; · het aantal eerste meldingen van huiselijk geweld en van herhaling van huiselijk geweld wordt in 2004 gemeten; het politieregistratiesysteem wordt in 2004 landelijk ingevoerd.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
75
Deelprogramma 06.1 Veiligheid bevorderen
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· prioriteiten uit het veiligheidsbeleid worden uitgewerkt in deelprogramma’s, zoals het alcoholmatigingsbeleid en de uitvoering daarvan en de aanpak huiselijk geweld en de uitvoering daarvan; · ketengewijs en integraal met de betrokken partijen onder regie van de gemeente tot ontwikkeling en uitwerking brengen van deelprogramma’s zoals het Veiligheidshuis. · naast de uitvoering van de prioriteiten aandacht hebben voor en uitvoering geven aan de overige veiligheidsvraagstukken die in Arnhem aan de orde zijn · overleg met alle betrokken partners
2005 · aan slachtoffers en daders van huiselijk geweld wordt adequaat hulp geboden; signalen van huiselijk geweld worden in een zo vroeg mogelijk stadium aangepakt · gerichte preventieve acties m.b.t. jeugd en alcohol, meer hulpaanbod voor alcoholisten en meer handhaving op excessief alcoholgebruik en de gevolgen daarvan (uitgaansgeweld, rijden onder invloed, burengerucht, volksgezondheid etc.) · cameratoezicht is effectief ingezet; extra onderhoud en verlichting t.b.v. van het cameraproject is gerealiseerd; er wordt verdere invulling geven aan het cameratoezicht als gevolg van wijziging gemeentewet en samenvoeging regionale meldkamers · integrale aanpak van de Antillianenproblematiek is in gang gezet · Veiligheidshuis in Arnhem Zuid is volledig operationeel en steeds meer partijen leveren concrete bijdrage aan de integrale aanpak jeugdoverlast · het project wijkveiligheid is afgerond en geëvalueerd; het laatste budget is begin 2004 ter beschikking gesteld aan de wijken · het Inbraakpreventieteam voor het politiedistrict Arnhem VeluweZoom heeft een doorstart gemaakt, opdat de daling van het aantal woninginbraken wordt doorgezet
Indicatoren: · % burgers dat zich wel een onveilig voelt · % burgers dat zich wel eens onveilig voelt in eigen wijk · objectieve veiligheid
5 oktober 2004
· evalueren veiligheidsbeleid 2002 2006 · met betrokken partijen prioriteiten stellen voor de periode 2006 2010 · consolideren van het ingezette beleid dat heeft bijgedragen aan de veiligheid en leefbaarheid in Arnhem · opstarten van nieuw te ontwikkelen beleid · ketenaanpak Drang & Dwang voor criminele drugsverslaafden (GSB III) · 24-uursopvang zwaar problematische drugsverslaafden (GSB III) · project Veelplegers Aanpak (GSB III) · project Voorkomen Huiselijk Geweld (GSB III)
2006 - 2008 · het percentage van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt neemt af naar 38% in 2006 · het percentage van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt neemt af naar 25% in 2006 · wijken met meer dan 5.000 inwoners beschikken over minstens één gebiedsagent · de raamprostitutie in het Spijkerkwartier is beëindigd en het Billitonterrein wordt daarvoor gefaciliteerd
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten · toename van de objectieve veiligheid(GSB III) · afname van het gevoel van onveiligheid(GSB III) · het verminderen van de criminaliteit gepleegd door volwassen en jeugdige veelplegers, mede door de realisatie van preventieve maatregelen en een sluitend systeem van nazorg ten behoeve van deze doelgroep (GSB III) · vermindering van huiselijk geweld (GSB III)
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VOAB Portefeuillehouder: Mevr. P. Krikke
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
76
Deelprogramma 06.1 Veiligheid bevorderen
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten · het percentage jeugdige en volwassen allochtone en autochtone veelplegers waarvoor door een stad nazorg- en/ of resocialisatietrajecten wordt aangeboden t.o.v. het totale aantal geregistreerde jeugdige en volwassen veelplegers (in HKS) kan in 2005 worden gegeven. (GSB III) · de doelstelling voor 2005-2009 is tenminste 125 trajecten op jaarbasis inzetten (GSB III) · het percentage jeugdige en volwassen allochtone en autochtone veelplegers, voor wie de nazorg- en/of resocialisatietrajecten door de stad zijn afgerond, ten opzichte van het totale aantal geregistreerde jeugdige en volwassen veelplegers (in HKS) neemt toe; Er is nog geen afronding van deze aanpak bekend (GSB III) · er is een convenant/arrangement afgesloten op 1 april 2004 tussen alle lokale partijen betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld (GSB III) · de aanwezigheid van een adviesen meldpunt huiselijk geweld wordt medio 2006 verwacht (GSB III) · vanaf de nulmeting in 2004 stijgt in de periode 2004-2007 het aantal eerste meldingen van huiselijk geweld met 50% per jaar en het aantal herhalingen van huiselijk geweld daalt met 20% per jaar (GSB III)
Cruciale relaties met andere programma’s 05.1. Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid 05.2. Zorg in kwetsbare situaties 08.1. Samenleven in de buurt 03.2. Goed onderwijs 13.1. Arnhem schoon, heel en veilig 10.3. Nieuwe, duurzame stadsuitleg 08.4. Integratiebeleid 06.2. Voorkomen en bestrijden van brand en rampen etc.
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
Participanten · politie · OM · brandweer · (jeugd)reclassering · jeugdhulpverlening · onderwijs · hulpverleningsinstellingen · wijkplatforms, · maatschappelijk werk · gemeentelijke diensten · hulpverleningsdiensten · verslavingsinstellingen etc.
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VOAB Portefeuillehouder: Mevr. P. Krikke
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
77
Deelprogramma 06.1 Veiligheid bevorderen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
06.1 Bevorderen integrale veiligheid Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
430-
493-
589-
620-
597-
598-
468
16
16 94
16 122
16 99
16 100
477-
479-
482-
482-
482-
477-
479-
482-
482-
482-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
38
Mutaties reserves
497-
Saldo
459-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal is aan de begroting toegevoegd: - voor regie veelplegers in de GSB III-periode jaarlijks een bedrag van ongeveer € 100.000 - voor het Veiligheidshuis in 2006 € 25.000 De lastenstijging in 2005 en verder ten opzichte van 2004 is te verklaren door nominale ontwikkelingen. De hogere baten in 2003 ten opzichte van 2004 zijn een gevolg van een eenmalige rijksbijdrage inzake het preventiebeleid (€ 0,37 mln.) en bijdrage OM Veiligheidshuis (€ 60 duizend) en inkomsten derden/diversen (€ 23 duizend). De mutaties in de reserve in 2003 zijn een toevoeging voor het veiligheidshuis, het ontwerpen van een veiligheidsplan en de rijksbijdrage preventiebeleid. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
78
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie:VOAB Portefeuillehouder: Mevr. P. Krikke
Uitgangspunten van beleid In het collegeakkoord is een hoge prioriteit toegekend aan veiligheid. Sinds de vuurwerkramp (Enschede) en de nieuwjaarsbrand (Volendam) is landelijk, regionaal en lokaal sterk ingezet op de versterking van de veiligheidsketen. De vraag hoe moet worden omgegaan met de verschillende veiligheidsrisico’s in de stad vormt hierdoor steeds meer de rode draad in de gehele veiligheidsketen. Hoofddoel is enerzijds het beperken van risico’s en anderzijds het verbeteren van de beheersing van branden en rampen. De relatie tussen enerzijds een zorgvuldige risico-inventarisatie en anderzijds de activiteiten op het gebied van pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg zal in de periode 2005-2008 verder worden versterkt. Kadernota’s en beleidsnota’s Met ingang van 1 juli 2005 is het op grond van de Wet kwaliteitsverbetering rampenbestrijding verplicht eens per 4 jaar een regionaal meerjarenbeleidsplan rampenbeheersing te laten vaststellen door het bestuur van de regionale brandweer. De beleidsdoelstellingen uit dit plan gelden als basis voor de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Het gemeentelijk rampenplan dient verplicht minimaal eens per 4 jaar te worden geactualiseerd op basis van een goede risico-inventarisatie. Stand van zaken beleid in 2004 Er is een overzicht welke gevaren (voor achttien ramptypen) in welke mate in de regio Gelderland Midden te verwachten zijn. Tevens is op regionaal niveau uitgewerkt wat het gewenste veiligheidsniveau (=ambitieniveau) is en wat dit betekent voor de stad Arnhem. Ten aanzien van twee van de achttien ramptypen (ongevallen giftige en brandbare stoffen) bestaat al een gedetailleerde risico-inventarisatie (onderdeel van deelprogramma 15.2). Op repressief gebied worden alle taken op dit moment binnen de gestelde kwalitatieve en kwantitatieve kaders uitgevoerd door de sector Brandweer van Hulpverleningsdienst Gelderland Midden. Het gemeentelijk rampenplan is in 2003 geactualiseerd. In alle gevallen waar het wettelijk noodzakelijk is om een rampbestrijdingsplan op te stellen en te oefenen is dit ook gebeurd. Momenteel bestaat er voor de gemeentelijke diensten geen oefenplan. Wel is het gebruikelijk om minimaal eens per twee jaar een gemeentelijke rampenoefening te houden. In oktober 2003 is er geoefend, de eerstvolgende grote oefening zal in november 2004 plaatsvinden. Er wordt een gemeentelijk coördinatiecentrum gerealiseerd in het stadskantoor. Momenteel bestaan er geen specifieke opleidingseisen voor gemeentelijke medewerkers die een rol hebben binnen de rampenbestrijding. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · veiligheidsbeleving: zie programma 06.1; · betere voorbereiding op rampenbestrijding: er zijn op regionaal niveau veel afspraken gemaakt waardoor de voorbereiding op rampen is verbeterd; · volledig risicobeeld: geen veranderingen in vergelijking met 2003; · inzicht in scholingsgraad: onvoldoende inzicht omdat de invoering van de kwaliteitseisen voor de opleidingsgraad is vertraagd; · meer oefeningen (minimaal een grote oefening per 2 jaar): er is in 2003 “bestuurlijk” geoefend en in 2004 staat een grote oefening gepland.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
79
Deelprogramma 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· hogere veiligheidsbeleving (zie inleiding programma 06. Veiligheid) · betere voorbereiding op rampenbestrijding · volledig risicobeeld · inzicht in scholingsgraad · meer oefeningen (minimaal eens per 2 jaar)
a) Pro-actie · continu wordt bezien in hoeverre de operationele en gemeentelijke diensten zijn voorbereid op risico’s en welke “restrisico’s” overblijven · duidelijk communiceren naar de burgers over deze restrisico’s · formaliseren van de (binnenkort wettelijke) adviesrol van de brandweer over de veiligheidsrisico’s bij ruimtelijke ontwikkelingen
2005 a) Pro-actie nader uitwerken van de risicobepaling per ramptype
b) Preventie · gebruiksvergunningen (gemiddeld) eens per jaar controleren (zie handhavingsparagraaf) c) Preparatie · regelmatig actualiseren en oefenen van het gemeentelijk rampenplan · scholing van medewerkers met een belangrijke taak in de rampenbestrijding · realiseren van een centraal opleidings- en oefeningsbudget voor rampenbeheersing · opstellen en actualiseren van rampbestrijdingsplannen voor alle risicovolle bedrijven of situaties waarvoor dit verplicht is gesteld · bijdragen aan de ontwikkeling van een regionaal meerjarenbeleidsplan d) Repressie · handhaving van het huidige niveau e) Nazorg · inachtnemen van de aanbevelingen in het Rapport “Informatie-en Adviescentrum Enschede”, naar aanleiding van de Vuurwerkramp
5 oktober 2004
b) Preventie handhaving en toezicht op afgegeven gebruiksvergunnningen op basis van prioriteitsstelling (handhavingsplan) c) Preparatie · tenminste 25% van de gemeentelijke procesverantwoordelijken heeft de basiscursus rampenbestrijding (NIBRA) afgerond (gefinancierd vanuit het reguliere opleidingsbudget van de diensten) · tenminste één grootschalige rampenoefening (gemeentelijk, regionaal en provinciaal) · afronding regionaal beleidsplan rampenbeheersing uiterlijk per 1 juli 2005 d) Repressie uitvoering (door de brandweer) van de gevaarsbestrijding bij ongevallen en rampen (waaronder het bestrijden van brand en het redden van mens en dier) binnen alle wettelijk gestelde minimale voorwaarden ten aanzien van reactietijd, kwaliteit en personeelssterkte 2006-2008 a) Pro-actie · op basis van een volledige risicoinventarisatie is de capaciteit van diensten aangepast (vergroot) en/of het restrisico aangepast (vergroot) · over het overblijvende “restrisico” is actief en open gecommuniceerd c) Preparatie · wederom geactualiseerd rampenplan uiterlijk in 2007 · medewerkers met een taak in de rampenbestrijding zijn allen voldoende geschoold en/of getraind
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie:VOAB Portefeuillehouder: Mevr. P. Krikke
PAGINA
Thema Veiligheid
80
Deelprogramma 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
Relaties met paragrafen
Participanten
05. Zorg psychosociale nazorg bij rampen 09. Stedelijke hoofdstructuur versterken proactief plannen van risicovolle objecten of situaties langs verkeersaders en buiten woongebieden 10. Wijken bouwen brandveiligheidsadvisering op stadsontwikkelingsprojecten 13. Kwaliteit openbare ruimte naleving beleid gebruikvergunningen; risicoinventarisatie gevaarlijke stoffen 14. Structuurversterking economie proactief plannen van risicovolle objecten / bedrijventerreinen langs verkeersaders en buiten woongebieden 15. Duurzaam milieu noodreservoirs rivieren/ calamiteitenplan Rivierengebied
5 oktober 2004
interne gemeentelijke Afdelingen/diensten en externe partners: · Hulpverlening Gelderland Midden · gemeenten vallend onder de Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening Gelderland Midden · Politie Gelderland Midden · provincie Gelderland · de ministeries van BZK, VWS en VROM · eigenaren van gebouwen waarvoor een gebruikersvergunning verplicht is en bedrijven
ONDERWERP
Cruciale relaties met andere programma's
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie:VOAB Portefeuillehouder: Mevr. P. Krikke
PAGINA
Thema Veiligheid
81
Deelprogramma 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
06.2 Voorkomen en bestrijden van rampen
Rekening 2003
Middelen
Lasten
7.912-
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
8.336-
8.528-
8.475-
8.355-
8.355-
7.912-
8.336-
8.528-
8.475-
8.355-
8.355-
7.912-
8.336-
8.528-
8.475-
8.355-
8.355-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De lasten in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 nemen toe als een gevolg van de reeds in 2004 ingezette professionalisering van de vrijwillige brandweer (2004 € 0,13 mln., 2005 € 0,17 mln. en 2006 € 0,20 mln.). Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
82
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
83
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
07. Bruisend Arnhem Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Arnhem heeft een hoogwaardige infrastructuur voor cultuur, sport en recreatie. Er is een veelheid aan voorzieningen voor amateurs en professionals, deels van landelijke betekenis. Voorbeelden daarvan zijn de musea, het Gelredome en Papendal. Deze voorzieningen worden bovendien ondersteund door hoogwaardige opleidingen, zoals de HKA en de sportopleidingen, en daar kunnen weinig andere Nederlandse steden op bogen. De gemeente vervult een belangrijke rol door voorwaarden te scheppen voor de instandhouding van deze infrastructuur, het exploiteren van culturele en sportieve voorzieningen en het subsidiëren van voorzieningen, organisaties en activiteiten.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Arnhem wil zich verder ontwikkelen als aantrekkelijke centrumstad. Het programma bruisend Arnhem draagt hier bij uitstek aan bij door de gericht beleid, met geld en het ondersteunen van veel voorzieningen en initiatieven. Cultuur bepaalt het gezicht van de stad en kan een economisch vliegwiel zijn. Het gevarieerde aanbod van cultuur in Arnhem, de grote groep bohémiens in de stad en het brede aanbod van cultuureducatie moeten daar optimaal voor benut worden. Het programma draagt ook bij aan de verbetering van de sociale cohesie in de stad. Cultuur is een middel om verschillende bevolkingsgroepen bij elkaar te brengen maar ook om tegenstellingen duidelijk te maken. Ook dat laatste kan positief zijn voor de samenleving. Cultuureducatie vormt en verbindt mensen. Dat geldt ook voor sporten. Door te sporten leren mensen spelenderwijs omgaan met anderen en met andere groepen. Ook leren sporters om te gaan met conflicten, overwinningen en nederlagen. Kortom, door te sporten leer je hoe je moet samenleven. Cultuur en sport zijn belangrijke middelen voor de integratie van bevolkingsgroepen. Daarnaast richt cultuur zich in toenemende mate op doelgroepen en wijken die naar verhouding weinig deelnemen aan culturele activiteiten en vaak in een slechtere sociaal-economische positie verkeren. Door deze groep sterker te betrekken bij culturele activiteiten, neemt de sociale tweedeling in de stad af. Ook sport heeft dit effect door steeds meer doelgroepen te bereiken die weinig sporten of bewegen: jongeren, ouderen en allochtonen en vooral de ‘minderbedeelden’ onder hen.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten binnen het programma bruisend Arnhem geeft inzicht in de kansen en bedreigingen van het Arnhemse cultuur- en sportbeleid. De analyse laat zien waar de aandacht in de beleidsontwikkeling en uitvoering zich op moet richten. Sterk Cultuur: · Arnhem kenmerkt zich door een sterke culturele infrastructuur, overigens met nadruk op het ‘hogere’ segment · er is een allesomvattend cultuurbeleid · broedplaatsfunctie · redelijk tot goed attractief cultuuraanbod
Zwak Cultuur: · de huisvestingsproblematiek van instellingen belangrijke investeringsbeslissingen zijn aan de orde bij renovatie/nieuwbouw · stijgende kosten · economisch draagvlak · verhouding kosten/baten
Sport: · de (voorzieningen-)infrastructuur, de aanwezigheid van enkele topsportaccommodaties zoals Papendal, Valkenhuizen en Gelredome · grote verscheidenheid aan sporten · Beleidskader Sport over de Breedte
Sport: · onderhoud accommodaties · de noodzakelijke verbindingen - vooral op wijkniveau met andere beleidsterreinen (onderwijs, (sport)buurtwerk) en doelgroepenbeleid (jeugd, ouderen, allochtonen) · de haalbaarheid van een kunstijs- annex skeelerbaan (collegeakkoord)
5 oktober 2004
84
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III Hoofddoelen voor de komende jaren zijn: · de topinfrastructuur en publiekstrekkende activiteiten verder ontwikkelen om de GSB aantrekkelijkheid van het stadscentrum te versterken; · bevorderen van de maatschappelijke participatie en integratie door een brede deelname aan culturele en sportieve activiteiten.
Speerpunten binnen het programma bruisend Arnhem De speerpunten van beleid in dit programma moeten zich dus vooral richten op de profilering van Arnhem als cultuurstad en het inzetten van cultuur en sport voor de sociale opgaven in de stad. Bij de aanpak van deze speerpunten moet de aandacht liggen bij: · het Arnhemse evenementenbeleid; organisatie van aansprekende evenementen in Arnhem zoals de Modebiënnale; · de realisatie van een infoboulevard; de infoboulevard wordt onderdeel van het project Rijnboog; hier zijn straks de bibliotheek, het archief, de volksuniversiteit en het filmhuis op één locatie te vinden; · een onderzoek naar nieuwbouw voor en inhoudelijke synergie tussen musea, Schouwburg (inclusief Musis Sacrum), Domein en Introdans; · extra aandacht voor cultuureducatie; stimuleren van interesse voor en deelname aan culturele uitingen, met de nadruk op actieve deelname; een centrale rol is weggelegd voor de gemeentelijke werkmaatschappij ‘Het Domein Centrum voor Kunstzinnige Vorming’; · het ‘Actieplan Cultuurbereik’ met een drieledige aanpak; het onderdeel Cultuurbereik (’Mijn cultuur, Jouw cultuur’) is erop gericht om door middel van projecten nieuwe doelgroepen te bereiken; in het project ‘Cultuur en School’ worden educatieve culturele programma’s voor scholen en culturele centra opgesteld; via ‘De Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving’ worden initiatieven op het terrein van beeldende kunst en vormgeving gesubsidieerd; · uitvoering van ‘Sport over de breedte’, met de nadruk op de thema’s ‘sport: breed en integraal’ en ‘kwaliteit in verenigingen’.
Intergemeentelijke samenwerking Het college stelt een gezamenlijk vierjaren-cultuurbeleid op met de grote gemeenten in de provincies Gelderland en Overijssel (Landsdeel Oost), als onderdeel van een convenant met het Rijk (Cultuurconvenant 2005-2008). Arnhem voert regelmatig overleg met Nijmegen, Apeldoorn en de provincie over de uitwerking van het Actieplan Cultuurbeleid en vooral over de positie van Het Gelders Orkest, Stichting EduArt en Het Gelders Archief. Het voormalige Gemeentearchief is enkele jaren geleden opgegaan in het provinciale Gelders Archief, waarbij het Rijksarchief Gelderland en enkele gemeenten in de regio zijn aangesloten. Tot slot vinden regelmatig culturele festivals en evenementen plaats in meerdere steden en met meerdere gemeentelijke subsidiënten (bijvoorbeeld Literatuurfestival Wintertuin en De Gelderse Muziekzomer).
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
Uitgangspunten van beleid Het scheppen van een gunstig klimaat voor kunst en cultuur: belangrijke uitgangspunten hierbij zijn kwaliteit, innovatie, diversiteit, participatie en spreiding. · innovatie richt zich binnen de culturele infrastructuur op het ondersteunen van alle stappen in het creatieve proces: opleiding, vorming, werkplaats en werkplek en tentoonstellen; · innovatie richt zich via de invalshoek van de culturele planologie op relaties met andere beleidsterreinen door cultuur in te zetten als impuls voor maatschappelijke en stedelijke ontwikkelingen en omgekeerd; culturele effecten, maatschappelijke en stedelijke effecten versterken elkaar in deze optiek en vullen elkaar aan; accent ligt op de voorkant van het maatschappelijk ontwikkelingsproces, bij educatie; investeren in cultuur verdient zich terug op sociaal en economisch gebied. Kader voor dit cultuurbeleid is de cultuurvisie 2001-2005-2015 en het keuzemenu Kan-Can. Dat streeft naar afstemming van het Arnhemse cultuurbeleid met partners in Oost-Nederland. De doelstellingen uit het Collegeakkoord 2002-2006 voor cultuur zijn: · actiepunten volgens de planning in de Cultuurvisie uitvoeren; · het rapportcijfer over het aanbod van culturele voorzieningen in de binnenstad verhogen van 6,7 in de afgelopen jaren naar 7,0 in 2006. Kadernota’s en beleidsnota’s Het Arnhemse cultuurbeleid stoelt op de Cultuurvisie Arnhem 2001-2005-2015 (2002). Andere belangrijke plannen voor (de uitvoering van) cultuurbeleid zijn het Actieplan ‘Mijn cultuur, jouw cultuur 2001-2004’ (2000), in aansluiting op het landelijk Actieplan Cultuurbereik; de nota ‘Amateurkunst in Arnhem’ (2002); de nota Evenementenbeleid (EZ 2003). Stand van zaken beleid in 2004 · Arnhem heeft een boeiende en gevarieerde culturele infrastructuur, die zich (bijna) kan meten met die van grote steden uit de randstad en zich voluit kan meten met andere cultuursteden in Nederland. In de stad is ARTEZ/Hogeschool voor de Kunsten gevestigd en hebben topgezelschappen als Oostpool, Introdans, Keesen & Co en het Gelders Orkest hun uitvalsbasis; naast grote gezelschappen zijn er allerlei kleine gezelschappen die levendigheid brengen; naast een groot theater als de Schouwburg zijn er in de afgelopen jaren diverse kleine theaters ontstaan; deze bieden elk een eigen aanbod en dragen zo bij aan meer variatie in het culturele menu; eveneens ontstonden er in de stad allerlei broedplaatsen van vernieuwing; als stad van beeldende kunst (musea en kunst in de openbare ruimte) heeft Arnhem een naam hoog te houden; · deze opgebouwde structuur vraagt echter voortdurend om vernieuwing en versterking; diverse instellingen kampen met gebrek aan ruimte en met achterstallig onderhoud; culturele voorzieningen moeten in plannen voor vernieuwing van de stad hechter worden verankerd, daarnaast zijn er voor een cultuurstad ongewenste witte vlekken; de opgestelde cultuurvisie brengt die duidelijk in beeld; · in het Collegeakkoord 2002-2006 werd het voornemen vastgelegd de actiepunten voor cultuur volgens de planning in de Cultuurvisie uit te voeren; conform deze planning werd ook in 2004 verder gewerkt aan de realisering van de actiepunten voor amateurkunst, beeldende kunst en vormgeving, theater, film, muziek, cultuureducatie, intercultureel beleid, flexibilisering van subsidies en vernieuwing van culturele voorzieningen; · een expliciete doelstelling in het Collegeakkoord betreft het verhogen van het rapportcijfer voor culturele voorzieningen in de binnenstad van 6,7 naar 7,0 in 2006; met dit doel voor ogen zijn in 2004 verdere voorbereidingen getroffen voor het poppodium in Luxor; ook zijn de nieuwe locaties van het Centrum voor Beeldende Kunst Gelderland en Theatergezelschap Oostpool (beide eind 2003 geopend) in 2004 verder ingericht en zijn nadere oriëntaties gestart op de toekomstige huisvesting van Schouwburg Arnhem, Introdans, Het Domein en de gemeentemusea; · de afstemming in Oost-Nederland krijgt vorm in één cultuurprofiel, dat eind 2003 aan de staatssecretaris werd gepresenteerd (ter voorbereiding van de afstemming met het rijk in de komende jaren); het profiel bestaat uit vier thema’s: “Een krachtig verbond tussen cultuur, landschap en ruimtelijke inrichting”, “Verbinden, verbreden en vernieuwen tot culturele belevenis”, “Verstevigen van culturele infrastructuur in de steden in het landelijk gebied” en “Versterken van productie en de presentatie in het ‘middensegment”; voor Arnhem zijn vooral thema 2 en 4 van belang in verband met de ontwikkeling van het culturele evenementenbeleid rond de nieuwe Modefestival en de vernieuwde opzet van de Internationale Sonsbeekbeeldententoonstelling en de behoefte aan versterking van de productie- en presentatiemogelijkheden in het “middensegment”. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · bij de meest recente meting in 2002 werd een 6,5 voor cultureel aanbod binnenstad gescoord; · het bezoekersaantal van het Museum voor Moderne Kunst is 40.000 en van het Historisch Museum 9.000; het bezoekersaantal van Musis Sacrum en de Schouwburg is 144.096.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
85
Deelprogramma 07.1 Bloeiende kunst en cultuur
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· handhaven en versterken van de positie van Arnhem als cultuurstad · versterking van de culturele voorzieningen in de binnenstad · vergroten van het cultuurbereik · variatie en vernieuwing van het cultuuraanbod Indicatoren rapportcijfer aanbod culturele voorzieningen aantallen bezoekers cultuurvoorzieningen
Cruciale relaties met andere programma’s 03 Goed onderwijs (cultuureducatie) 08 Samenleven in Arnhem (cultuur als sociaal bindmiddel) 09. Stedelijke hoofdstructuur versterken (culturele voorzieningen als onderdeel van grote projecten, kunst in de openbare ruimte) 10. Wijken bouwen (cultuurvoorzieningen, kunst in de openbare ruimte, ateliers) 14. Structuurversterking economie (cultuur als bedrijfstak en als prikkel voor economische activiteiten)
5 oktober 2004
· een nieuw beleid voor culturele festivals wordt voorbereid, waarbij de relatie wordt gelegd met het evenementenbeleid van EZ en het beleid t.a.v. stadspromotie · flexibilisering subsidies · meer vraaggericht werken en cultuureducatie versterken · vernieuwende initiatieven ondersteunen · gevarieerde grote en kleine evenementen en festivals · nieuwe thema’s toevoegen · financiële en fysieke ruimte creëren voor de amateurkunst · oplossen huisvestingproblematiek van instellingen · nieuwe en vernieuwde voorzieningen · oplossen huisvestingsproblematiek van kunstenaars: meer (permanente) ateliers · samenwerking in regionaal verband wordt versterkt door afstemming · plannen opstellen voor culturele voorzieningen in Malburgen, Schuytgraaf en Presikhaaf · plannen opstellen voor de huisvesting van Introdans, Schouwburg, Het Domein, gemeentemusea
2005 · het Modefestival en het Internationaal Koorfestival vinden plaats en een nieuw beleid voor beeldende kunst en kunst in de openbare ruimte wordt voorbereid · een nieuw actieplan cultuurbereik wordt uitgevoerd, waartoe ook behoren het project ‘Cultuur & School’ en de geldstroom ‘Beeldende Kunst‘ · een nieuwe huisvesting voor het Poppodium LUXOR is voorbereid · duidelijkheid over de randvoorwaarden voor de infoboulevard in Rijnboog · een nieuw convenant met het rijk 2006 – 2008 · het poppodium in Luxor is gerealiseerd en er is besluitvorming over vernieuwingsplannen voor Schouwburg, musea en Domein; verdere ontwikkeling van de Infoboulevard vindt plaats · evaluatie Amateurbudget · rapportcijfer aanbod culturele voorzieningen is een 7,0 · handhaving aantal bezoekers cultuurvoorzieningen
Relaties met paragrafen
Participanten
· investeringen · verbonden partijen
· cultuurinstellingen · Landsdeel Oost · Rijk · provincie · KAN · andere sectoren (andere instellingen en diensten)
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Dhr. R. Gast
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
86
Deelprogramma 07.1 Bloeiende kunst en cultuur
ONDERWERP
Rekening 2003
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2006
Begroting 2005
Begroting 2007
Begroting 2008
24.435-
21.791-
22.518-
22.242-
22.243-
22.249-
8.484
7.413
7.413
7.413
7.413
7.413
15.951-
14.378-
15.105-
14.829-
14.830-
14.836-
14.378-
15.105-
14.829-
14.830-
14.836-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat Mutaties reserves Saldo
171 15.780-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Er zijn incidenteel middelen ter beschikking gesteld voor de Modebiënnale (€ 0,25 mln.) Vanaf 2005 zijn structureel middelen ter beschikking gesteld voor festivals en evenementen (€ 0,1 mln.). In 2005 nemen de lasten ten opzichte van 2004 toe, door het realiseren van een poppodium en extra culturele activiteiten, zoals benoemd in motie 36 bij de Winternota ( € 0,6 mln.). Rekening 2003
Investeringen Economisch nut
Begroting 2004 0
Begroting 2006
Begroting 2005 0
Vervangingsinvesteringen
Maatschappelijk nut
0
0
Totaal
-
-
Begroting 2007
Begroting 2008
218
218
218
218
218
218
218
218
0
0
0
0
218
218
218
Toelichting op de investeringen Voor de vervanging van de bestaande investeringen bij de gemeentelijke cultuurinstellingen wordt jaarlijks € 218.000 ter beschikking gesteld.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
Middelen
Investeringen
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
87
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
218
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
88
Deelprogramma 07.2 Actief sporten
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
Uitgangspunten van beleid Het investeren in sport en bewegen, breed en integraal, uitgaande van een cruciale rol voor kwalitatief sterke sportverenigingen in een kwalitatief goede sportinfrastructuur. Het kader voor het Arnhemse sportbeleid is het Werkdocument ‘Sport over de Breedte’. Dit werkdocument wordt in 2004 themagewijs uitgewerkt. Thema’s die daarbij aan de orde komen zijn: sport: breed en integraal; kwaliteit in sportverenigingen; de sportkaart; Arnhem (top)sport(evenementen)stad?! en dienstverlening, interactie en belangenbehartiging in de sport. De gemeente richt zich daarbij in principe op alle burgers. Groepen waarbij sprake is van bewegingsarmoede vragen extra inspanning. Meerwaarde wordt gelegd in het zoeken van verbindingen tussen beleidsterreinen. Die verbindingen zullen veelal op wijkniveau het sterkst zijn, zoals die tussen onderwijs, buurtwerk, sportbuurtwerk en sportvereniging, tussen doelgroepenbeleid en sport etc. De doelstelling uit het collegeakkoord 2002-2006 voor sport is: de sportdeelname van de Arnhemse bevolking van 15 jaar en ouder verhogen van 54% in 2001 naar 60% in 2006. Kadernota’s en beleidsnota’s Werkdocument Sport over de breedte, visie op sport en bewegen in Arnhem (2002). Stand van zaken beleid in 2004 Het maatschappelijk belang van sport wordt breed onderkend. De ‘coming out’ van sport, in vergelijking met de veelal geïsoleerde plaats die sport op de (politieke) agenda innam, is een feit. Dit moet verder worden uitgebouwd. Zeer velen zijn vrijwillig actief in de sport om sporten voor anderen mogelijk te maken. Echter ook de sportwereld ondervindt op dat vlak de consequenties van de maatschappelijke ontwikkelingen. Arnhem herbergt in algemene zin een breed scala aan sportmogelijkheden, zowel qua sportverenigingen als sportaccommodaties. Versterking van de verenigingen, essentieel voor het sportbeleid, is geboden. Sportverenigingen zullen echter meer moeten inspelen op de wensen van de geïndividualiseerde en meer consumptiegerichte maatschappij. Ook de toename van het aantal ouderen leidt tot een aanvullende (andere) vraag. Sportaccommodaties en –voorzieningen moeten aan de eisen van deze tijd worden aangepast. Met de aanleg van kunstgrasvelden is een start gemaakt. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · de sportdeelname van de Arnhemse bevolking is 58% in 2003; daarvan is ongeveer 20% lid van een sportvereniging.
5 oktober 2004
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· meer sportende en bewegende Arnhemmers; de sportdeelname van de bevolking van 15 jaar en ouder in 2006 bedraagt 60% · kwalitatief sterke sportverenigingen · goede en goed bereikbare accommodaties · sport en bewegen als onlosmakelijk onderdeel van het overig maatschappelijk leven
·
themagewijze uitwerking van en invoering van de resultaten uit het Werkdocument ‘Sport over de Breedte’
Indicatoren: · % sportdeelname Arnhemse bevolking: stijgt tot 56% van de Arnhemse bevolking in 2006 · % Arnhemmers dat lid is van een sportvereniging; 28% van de Arnhemmers ouder dan 18 jaar is lid van een sportvereniging in 2006
2005 uitvoering van het Werkdocument ‘Sport over de breedte’, visie op sport en bewegen in Arnhem a. sport: breed en integraal · pilot kinderopvang in de sport · meeliften sport en bewegen in brede school /verlengde schooldag · iom het onderwijs komen tot goed bewegingsonderwijs b. kwaliteit in verenigingen · kwaliteitsverbetering van sportverenigingen is planmatig aangepakt · voorstellen tot versterking van verenigingsondersteuning en jeugdopleidingen c. kwalitatief goede sportaccommodaties · sportvoorzieningen Schuytgraaf, Malburgen en Presikhaaf · voorzieningen nietgeorganiseerde sport · wijkvoorzieningenkaart Presikhaaf en Arnhemse voorzieningenkaart d. dienstverlening en belangenbehartiging · sportservicepunt 2006-2008 voortzetting van hetgeen in 2005 is uitgezet met betrekking tot de uitvoering van het Werkdocument ‘Sport over de Breedte’
Cruciale relaties met andere programma’s 03. Goed onderwijs 08. Samenleven in Arnhem 10. Wijken bouwen
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen ·
investeringen
Participanten · besturen sportverenigingen · overkoepelende en ondersteunende sportorganisaties · scholen · Sportbedrijf Arnhem · Dienst Stadsontwikkeling
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Cultuur Educatie en Sport Portefeuillehouder: Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
89
Deelprogramma 07.2 Actief sporten
ONDERWERP
Rekening 2003
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2006
Begroting 2005
Begroting 2007
Begroting 2008
15.786-
14.156-
14.402-
14.481-
14.899-
14.911-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
6.536 447
5.582 88
5.670 87
5.670 87
5.670 87
5.670 87
Resultaat
Exploitatieresultaat
8.803-
8.486-
8.645-
8.724-
9.142-
9.154-
8.486-
8.645-
8.724-
9.142-
9.154-
Mutaties reserves
162-
Saldo
8.965-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal is in de GSB III-periode jaarlijks aan de begroting voor sportstimulering middelen toegevoegd (€ 87 duizend). De lasten nemen in 2005 ten opzichte van 2004 toe door het uitvoering geven aan nieuw sportbeleid conform de Winternota (€ 0,1 mln.) en door de nominale compensatie (€ 0,1 mln). Vanaf 2007 nemen de lasten toe met de kapitaallasten die gemoeid zijn met de aanleg van een sportpark in Schuytgraaf (€ 0,4 mln.). In samenhang met de mutaties in de lasten nemen de baten als gevolg van de nominale compensatie vanaf 2005 toe (€ 88 duizend.). De lasten in 2004 ten opzichte van 2003 zijn lager doordat in 2003 ten opzichte van de begroting extra kosten zijn gemaakt voor het zwembad IJsselvliet en de recreatieve voorzieningen. Rekening 2003
Investeringen Economisch nut
Begroting 2004 0
Begroting 2006
Begroting 2005 0
Begroting 2007
443
443
Sportpark Schuytgraaf
Begroting 2008
5.720
443
5.277
Vervangingsinvesteringen
Maatschappelijk nut
0
0
Totaal
-
-
443
443
443
443
0
0
0
0
443
443
5.720
Toelichting op de investeringen In de begrotingsperiode 2005-2008 is in 2007 € 5.277.000 vrijgemaakt voor de realisering van een sportpark in Schuytgraaf. Voor de vervanging van de bestaande investeringen bij de gemeentelijke
sportaccomodaties en centra wordt jaarlijks € 443.000 ter beschikking gesteld.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
07.2 Actief sporten
Middelen
Investeringen
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
90
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
443
91
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
08. Samenleven in Arnhem Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Mensen zijn op allerlei manieren actief in de stedelijke samenleving, niet alleen met betaalde arbeid maar ook op vele andere manieren. Het cement van de stedelijke samenleving wordt gevormd door de contacten en activiteiten met familie, vrienden en buren en in bijvoorbeeld verenigingen, vrijwilligersorganisaties, kerken en politieke organisaties. Mensen leveren zo op allerlei manieren een bijdrage aan een goed functionerende stedelijke samenleving, het sociale kapitaal, en geven zo ook hun eigen kleur aan een goede leefsituatie. De kwaliteit van de stedelijke samenleving wordt in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van deze sociale relaties. De rol van de overheid hierin is beperkt. Mensen geven het liefst zelf vorm en inhoud aan hun leefsituatie. Toch kan de gemeente op een aantal niet onbelangrijke punten een rol spelen: · inspelen op de behoefte van burgers om maatschappelijk actief te zijn door te faciliteren (vrijwilligers); · goede afstemming en bevordering van activiteiten van burgers in het publieke domein; · bevorderen van maatschappelijke participatie door bepaalde groepen, door de jeugd te helpen zich maatschappelijk te oriënteren en door beperkingen van gehandicapten en ouderen zoveel mogelijk te ondervangen; · bevorderen van de integratie van allochtonen om ook in de toekomst voldoende samenhang in de samenleving te houden.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Het programma samenleven in Arnhem is een onmisbare schakel binnen het thema ‘participatie en werk’ en het thema ‘wonen en samenleven’. Het programma draagt bij aan een grotere sociale cohesie via de volgende onderdelen: · het vrijwilligersbeleid leidt op allerlei manier tot betrokkenheid, variërend van sociale activering van ‘kansarme’ burgers tot het vergroten van maatschappelijke betrokkenheid van ondernemingen; · samenlevingsopbouw levert een belangrijke bijdrage aan het activeren van (groepen) burgers, maar biedt ook individuele hulp voor het vergroten van de zelfredzaamheid; · het Integraal Jeugd Beleid (IJB) stelt zich tot doel kinderen en jongeren zo optimaal mogelijk voor te bereiden op deelname aan de maatschappij; · het ouderen- en gehandicaptenbeleid heeft onder meer als doel het vergroten van maatschappelijke participatie van deze groep; · maatschappelijke participatie van allochtone Arnhemmers is een belangrijke voorwaarde voor de integratie; 30% van de Arnhemse jeugd is van allochtone afkomst; daarom zijn specifieke projecten gericht op integratie van allochtonen jongeren; · ook binnen het onderdeel samenlevingsopbouw worden speciale activiteiten opgezet die bijdragen aan de integratie van minderheden. Het programma zet ook in op het vergroten van de subjectieve en objectieve veiligheid in de stad, door vrijwilligerswerk, activiteiten in buurten en het integrale jeugdbeleid ook te richten op de risicogroepen. Vrijwilligerswerk, opbouwwerk en het integrale jeugdbeleid kunnen bovendien de maatschappelijke tweedeling in de stad verzachten.
5 oktober 2004
92
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten binnen het programma geeft inzicht in de kansen en bedreigingen van het samenlevingsbeleid en laat zien waar prioriteiten van beleid moeten worden gelegd. Sterk
Zwak
· er is een groot draagvlak voor nieuw vrijwilligersbeleid. Mensen willen nog steeds vrijwilligerswerk doen, als rekening gehouden wordt met hun mogelijkheden en wensen · bedrijven willen hun maatschappelijke betrokkenheid tonen door zich in te zetten voor allerlei vrijwilligersinitiatieven · de Vrijwilligerscentrale Arnhem is een sterke partner in de uitvoering van het vrijwilligerswerkbeleid · redelijk overzichtelijke schaal van de stad en de maatvoering daarbinnen · heldere werkbare wijkindeling · goede wijknetwerken · redelijke spreiding (welzijns-) voorzieningen · aanwezigheid van wijkwerkplannen · veel aandacht voor de jeugd · het Fonds Samenlevingsbeleid geeft de gemeente een concreet sturingsinstrument om integratiebevorderende activiteiten te stimuleren
· te weinig aantrekkelijk vrijwilligerswerk · organisaties zijn sterk gericht op het vervullen van vacatures; nauwelijks budget voor ondersteuning van spontane vrijwilligersinitiatieven · regelgeving kan vrijwilligerswerk frustreren · de inbedding wijkgericht werken bij de diensten · de bepaling van de structurele omvang van de basisvoorzieningen + waar zet je maatwerk in; de flexibilisering en herschikking van het opbouwwerk; de verdere bepaling van de inkoopvraag (bij Rijnstad) en sturing op het resultaat · rijksbezuinigingen op het (gemeentelijk) onderwijsachterstandenbeleid · er is nog lang geen sprake van een volledig samenhangend en geschakeld aanbod · meer aandacht nodig voor de relatie vrije tijd- opvang jongeren (in relatie tot verlengde schooldag) · de relatie welzijnsbeleid - jeugdbeleid moet sterker worden · het ontbreken van een duidelijke visie op tiener- en jongerenwerk · het ontbreken van voldoende middelen voor het actieprogramma ouderenbeleid · het nieuwe beleid voor integratie is nog in ontwikkeling; belangrijk is in dit verband ook een visie op segregatie/ spreiding en tweedeling (gebaseerd op een goede analyse) en de consequenties hiervan voor belangrijke beleidsvelden als onderwijs, huisvesting en arbeidsmarktbeleid · het integratiebeleid geeft weinig sturing aan andere beleidsvelden die van belang zijn · het maatschappelijk debat wordt harder mede o.i.v. mondiale ontwikkelingen
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III Belangrijkste doelen van het samenlevingsbeleid zijn: · meer vrijwilligers actief, met name ook als voorbereiding op betaalde arbeid; GSB · verbetering van de sociale leefkwaliteit van de wijken; · goed niveau van veilige en uitdagende voorzieningen voor jeugdigen, vergroting van het bereik GSB onder risicojongeren; · grotere participatie van ouderen en gehandicapten; · verbetering beheersing Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder GSB etnische minderheden.
5 oktober 2004
Ouderenbeleid: Overleg tussen acht Gelderse GSO-gemeenten en de provincie over ontwikkeling van woonzorgzones en woonservicegebieden. Binnen dit overleg wordt ook contact met Duisburg gelegd. Inburgering: Intergemeentelijke samenwerking binnen de regio vindt plaats in het kader van de inburgering nieuwkomers en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaters.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Er is binnen dit programma op twee onderdelen sprake van intergemeentelijke samenwerking, te weten:
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Intergemeentelijke samenwerking
PAGINA
De inzet op het programma samenleven is noodzakelijk om prettig wonen en samenleven in Arnhem mogelijk te houden en om gunstige randvoorwaarden te bieden aan burgers om te werken en te participeren. De speerpunten zijn: · de uitwerking en uitvoering van de nota ‘Vrijwilligersbeleid Arnhem’; in deze nota moet de nadruk liggen op de sociale activering van burgers die maatschappelijk inactief zijn en op een goede samenwerking met het bedrijfsleven voor de inzet van vrijwilligers; · het opbouwwerk in de wijken efficiënt inzetten bij de begeleiding van mensen in een achterstandssituatie; · succesvol voortzetten van het Integraal Jeugdbeleid, met speciale aandacht voor de achterstands- en risicojeugd; onder andere via het programma ‘Jeugd en Veiligheid’ en met projecten die specifiek op allochtone jongeren zijn gericht; · binnen het ouderen- en gehandicaptenbeleid extra aandacht voor de maatschappelijke participatie van deze groep; · coördinatie en bewaking van een succesvolle uitwerking van het integratiebeleid in de verschillende beleidsterreinen in de hele gemeente.
93
Speerpunten binnen het programma Samenleven in Arnhem
ONDERWERP
Kadernota’s en beleidsnota’s Startnotitie ‘Inzet op inzet’. Aan de nota vrijwilligersbeleid wordt gewerkt. Stand van zaken beleid in 2004 Vrijwillige inzet van burgers beperkt zich niet meer tot de traditionele gebieden van sport, levensbeschouwing, zorg en welzijn. Maatschappelijke participatie is in volle breedte uitgewerkt: van sociale activering van ‘kansarme’ burgers tot maatschappelijke betrokkenheid van ondernemingen. In de maatschappelijke participatie van wijkbewoners is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd en ontwikkeld. Van belang is om stimulerende randvoorwaarden te creëren om deze maatschappelijke participatie te bevorderen. Het ‘vinden en binden’ van vrijwilligers kost steeds meer organisaties grote moeite, velen kampen met kaderproblemen. Dat probleem wordt niet zozeer veroorzaakt door een afnemende bereidheid om zich vrijwillig in te zetten, maar door een gebrek aan aantrekkelijk vrijwilligerswerk. Onderzoek toont aan dat de bereidheid van burgers om zich vrijwillig in te zetten nog steeds hoog is. Sociale activeringsprojecten zijn succesvol, fulltime werkenden zoeken afwisseling en uitdaging in het vrijwilligerswerk en bedrijven zijn creatief in het uiten van maatschappelijke betrokkenheid. Om optimaal gebruik te maken van deze bereidheid zullen organisaties aansluiting moeten zoeken bij de wens en bereidheid van burgers om zich maatschappelijk in te zetten.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
Uitgangspunten van beleid Het ontwikkelen en stimuleren van het vrijwilligerswerk in Arnhem en het ondersteunen van organisaties en instellingen die met vrijwilligers werken is zeer waardevol voor de stad. Het komt de sociale samenhang ten goede en het is bevorderlijk voor het welzijn van de vrijwilliger zelf, die er kennis, vaardigheden en sociale contacten door opdoet. Van belang zijn: geschikt werk bij geschikte vrijwilliger; waardering en erkenning van de waarde van het vrijwilligerswerk; vergroten van de deskundigheid bij vrijwilligersorganisaties; erkenning van de positie van vrijwilligers; aantrekkelijk vrijwilligersklimaat- en beleid bij organisaties die met vrijwilligers werken; de waarde van het vrijwilligerswerk voor de vrijwilliger; aansluiting van het vrijwilligerswerk op de maatschappelijke ontwikkelingen. Kader voor het toekomstig vrijwilligersbeleid is de nota Inzet op inzet, waarin het traditionele vrijwilligerswerk wordt verbreed tot actief burgerschap. De doelstelling uit het collegeakkoord 2002-2006 voor vrijwilligersbeleid is: groei van het aantal vrijwilligers in de stad van 32 per 100 inwoners naar 35.
Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · het aantal vrijwilligers in 2003 is 34 per 100 inwoners.
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
94
Deelprogramma 08.1 Maatschappelijk actieve burgers
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· meer vrijwilligers op allerlei terreinen; aantal vrijwilligers in de stad bedraagt in 2006: 35 per 100 inwoners
In zijn algemeenheid biedt de gemeente Arnhem randvoorwaarden om burgers te stimuleren tot actief burgerschap: · afgestemd beleid tussen de gemeentelijke diensten op vrijwillige inzet van bewoners · actualiseren van het takenpakket van de Vrijwilligerscentrale · uitvoeren van project ‘de bronmethodiek’, als middel om vrijwilligers te vinden · samenwerking met het bedrijfsleven vergroten · afspraken met gesubsidieerde instellingen over intern vrijwilligersbeleid · vergroten van de bestuurlijke waardering van het vrijwilligerswerk · om de drie jaar een vrijwilligersmonitor uitvoeren · effectieve ondersteuningsstructuur bij het vinden en binden van vrijwilligers
2005 · er is structureel overleg tussen diensten over bewonersparticipatie/ vrijwilligerswerk · project Bronmethodiek wordt toegepast bij sportverenigingen, scholen en wijkverenigingen · Bronmethodiek is beschreven in handleiding · Arnhemse Uitdaging heeft efficiënte werkstructuur, waardoor minimaal 40 matches gemaakt kunnen worden (GSB III) (De GSB III-middelen zijn opgenomen in deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid) · kwaliteitscan vrijwilligersbeleid is ontwikkeld · gemeentediensten hebben zich aangesloten bij Arnhemse Uitdaging
Relaties met paragrafen
Participanten
Indicatoren: · % vrijwilligers in de Arnhemse bevolking
Cruciale relaties met andere programma’s 03. Goed onderwijs Ouderparticipatie 04. Werk en inkomen Sociale activering 05. Zorg Mantelzorg 07. Bruisend Arnhem sport en cultuur 10. Wijken bouwen bewonersparticipatie 12. Wonen en 13. kwaliteit openbare ruimte bewonersparticipatie en BGB
5 oktober 2004
2006 – 2008 · vervolgmeting vrijwilligerswerk in Arnhem (actualisatie gegevens) (2006) · bronmethodiek als instrument voor werving vrijwilligers wordt breed toegepast · jaarlijks ontvangen minimaal 5 instellingen het keurmerk vrijwilligersbeleid · % vrijwilligers is 35/100
· verenigingen en instellingen op allerlei terreinen, · ondersteunende organisaties zowel landelijk, provinciaal als lokaal · andere gemeentelijke diensten
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
95
Deelprogramma 08.1 Maatschappelijk actieve burgers
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
08.1 Maatschappelijk actieve burgers
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
424-
312-
314-
316-
316-
316-
73
10
10
10
10
10
302-
304-
306-
306-
306-
302-
304-
306-
306-
306-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
351-
Mutaties reserves
31
Saldo
320-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Als een gevolg van de nominale ontwikkelingen nemen de lasten in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 gering toe (€ 2 duizend). In 2003 waren de uitgaven in het kader van de tijdelijke Stimuleringsmaatregel Vrijwilligers Werk (TSVW) hoger dan begroot. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
96
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
Uitgangspunten van beleid In ‘de buurt’ ontmoeten mensen elkaar. Soms via plezierige, soms via minder plezierige contacten, soms door simpelweg langs elkaar heen te lopen. Het wijkgericht werken gaat uit van de volgende missie: “De gemeente Arnhem draagt zorg voor een duurzame ontwikkeling en beheer van het woon-, werk – en leefklimaat”. Zij doet dit: · in nauwe samenwerking met partners in de wijken; · afgestemd op de behoeften van wijken (vraaggericht); · door bewoners en organisaties te stimuleren en waar nodig te ondersteunen om hierin actief mee te denken en te werken”. Het doel van de aandacht voor samenlevingsopbouw kan als volgt omschreven worden: het activeren van burgers en het bieden van hulp aan kwetsbare mensen in de Arnhemse samenleving om hun eigen situatie te verbeteren en bij te dragen aan gemeenschappelijke belangen bij een leefbare en veilige buurt. Daarnaast het bieden van hulp bij de persoonlijke ontwikkeling van het individu in de richting van grotere zelfredzaamheid en het bieden van mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning voor buurtbewoners. Stand van zaken beleid in 2004 Wijkgericht werken is een gemeentebrede manier van werken, die door middel van een hulpstructuur – het bureau Wijkzaken en zijn in- en externe netwerken – wordt ondersteund. Deze hulpstructuur is erop gericht de zeggenschap en zelfwerkzaamheid van wijkbewoners in het beheer en de ontwikkeling van de wijk zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. Wijkgericht werken staat ten dienste van een goede uitvoering van dit beleidsstreven en – met name – het wegnemen van de belemmeringen die daarbij optreden. Producten van het wijkgericht werken zijn goede afspraken, goedlopende processen, voldoende faciliteiten voor de wijken om zeggenschap en zelfwerkzaamheid concreet te maken. De organisatie van het opbouwwerk heeft een verandering ondergaan. De werksoort is niet meer op wijkniveau georganiseerd, maar op stadsdeelniveau. Betrokken opbouwwerkers functioneren in een stadsdeelteam. Op deze wijze kunnen zij meer hun competenties benutten en kan er optimaal gebruik worden gemaakt van de beschikbare capaciteit. Dit moet leiden tot een meer flexibele inzet van beroepskrachten. Gewerkt dient te worden naar een efficiëntere inzet, mede in relatie tot het wijkgericht werken en de participatie en ondersteuning van bewonersorganisaties. De huidige spreiding over de stad is daardoor ook verbeterd. Met name Arnhemnieuw-Zuid krijgt daardoor meer aandacht. Daarnaast is er extra inzet van opbouwwerk nodig in die wijken waar grote projecten worden uitgevoerd, met name geldt dit voor Presikhaaf nu daar grote herstructureringen gaan plaatsvinden. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · het percentage dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt is 33%; · het kengetal voor verloedering is een 5,3; dit is vrijwel gelijk aan de score van 2001; daarmee is een einde gekomen aan de toename van de verloedering die van 1996 tot 2001 te zien was; · Arnhemmers geven hun woonomgeving een gemiddeld rapportcijfer van 6,9.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
97
Deelprogramma 08.2 Samenleven in de buurt
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
De kerntaken binnen het wijkgericht werken kunnen als volgt worden aangeduid: · netwerken: het ontwikkelen en beheren van netwerken in de wijk · communiceren: het informeren van interne- en externe partners over belangrijke signalen/ ontwikkelingen in de wijk · signaleren: het actief organiseren en permanent registreren van actuele informatie over de (ontwikkeling van de) wijk · adviseren: adviseren van interne en externe partners vanuit het perspectief van de wijk · agenderen: zorgen dat onderwerpen / vraagstukken van belang voor de wijk op de gemeentelijke agenda komen · coördineren: ervoor zorgen dat afstemming tussen partners kan plaatsvinden Daarnaast zijn er twee specifieke functies die door Wijkzaken worden uitgevoerd: · programmamanagement integrale wijkaanpak: het leiden van een programma in een ontwikkelwijk · projectmanagement: het leiden van (kleine) projecten · wat betreft het opbouwwerk zal in overleg met de stichting Rijnstad gekomen moeten worden tot een goede definiëring van het product ‘opbouwwerk’ en een flexibilisering van de inzetmogelijkheden · daarbij is expliciete aandacht voor de ondersteuning van actieve vrijwilligers en bewoners in wijkplatforms · in overleg met Rijnstad en wijkplatforms zullen afspraken gemaakt moeten worden over de inzet van het opbouwwerk in de verschillende wijken
2005 · de aanstelling van wijkwethouders · actieve vrijwilligers en wijkplatforms · wijk- en gebiedsgerichte programma’s opgesteld · versterking van de positie en status van wijkplatforms · versterking van het wijknetwerk · tevredenheid over samenwerking met de gemeente en het verloop van processen op wijk- en gebiedsniveau versterkt · het behouden c.q. verkrijgen van een stadsdekkende gebiedsindeling, waarbij in elk gebied een gebiedsorganisatie functioneert ten behoeve van een goede afstemming van beleid en uitvoering · jaarlijkse wijkwerkplannen opgesteld en gerealiseerd · de (door)ontwikkeling van programma’s als Klarendal Kom Op, het Sociaal Speerpunten Plan en de sociaal-maatschappelijke tegenhanger van het massale (fysieke) ontwikkelingsplan Malburgen in de vorm van het project Sociale Bouwstenen Malburgen · duidelijke afspraken in de vorm van jaarprogramma’s in overleg tussen gemeente wijkplatforms en Rijnstad over de inzet van het opbouwwerk
hogere woon- en leefkwaliteit: ‘Wijken die schoon, heel, veilig en sociaal zijn’ Indicatoren: · gemiddeld rapportcijfer voor de woonomgeving · kengetal verloedering · % burgers dat zich wel eens onveilig voelt in eigen wijk
Cruciale relaties met andere programma’s 10. Wijken bouwen 03. Educatie 04. Werk en inkomen 05. Zorg 06. Veiligheid
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
2006-2008 · het gemiddelde rapportcijfer dat burgers geven aan hun woonomgeving is een 7,1
Participanten · · ·
wijkorganisaties/-overleggen Rijnstad vele andere organisaties die een rol spelen bij ‘samenleven in de buurt’
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
98
Deelprogramma 08.2 Samenleven in de buurt
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
4.475-
Begroting 2006
Begroting 2007
2.994-
2.843-
Begroting 2008
4.889-
4.262-
197 -
-
-
-
-
-
Exploitatieresultaat
4.692-
4.223-
4.436-
2.955-
2.804-
2.804-
Mutaties reserves
-
-
-
-
-
-
4.692-
4.223-
4.436-
2.955-
2.804-
2.804-
Algemeen GSB GSO
Saldo
2.843-
39
39
39
39
39
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 wordt de taakstelling maatschappelijke begeleidingen, advies en sociaal cultureel werk verantwoord op dit deelprogramma 08.2 Samenleven in de buurt in plaats van op deelprogramma 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheid. Vanaf 2005 worden structureel middelen ter beschikking gesteld ter verbetering van de samenleving en veiligheid in ontwikkelwijken (€ 0,2 mln.). Vanaf 2006 nemen de lasten verder af (€ 1,5 mln.) als een gevolg van de taakstelling maatschappelijke begeleiding, advies en sociaal cultureel werk . De lagere lasten in 2004 ten opzichte van 2003 zijn een resultante van het in 2003 eenmalig verantwoorden van de CAO-effecten Rijnstad ( € 0,23 mln.) en de hogere uitgaven dan begroot (€ 0,17mln.). In 2003 waren de baten hoger als gevolg van het project Digitaal trapveld. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Rekening 2003
(- teken)
Resultaat
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
08.2 Samenleven in de buurt
Middelen
Baten
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
99
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Kadernota’s en beleidsnota’s · Raamplan Integraal jeugdbeleid 2004-2006; · kadernota en actieprogramma ouderenbeleid ‘Thuis in de buurt’; · voor gehandicapten is er geen (integraal) beleid, er is generiek beleid; op andere beleidsterreinen is specifiek aandacht voor deze groep Arnhemmers. Stand van zaken beleid 2004 Er is een rijkgeschakeerd voorzieningenniveau voor jeugd en jongeren in de stad. Dit omvat het terrein van jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg, onderwijs en kinderopvang, welzijn, sociaal-culturele voorzieningen en sport en spel. Voor de risicogroepen zijn er specifieke programma’s en projecten op het terrein van opvoedingsondersteuning, voor- en vroegschoolse educatie, de overgang van het ene schooltype naar het andere, de schakeling tussen onderwijs en jeugd(gezondheids)zorg, de afstemming tussen jeugdhulpverlening en politie/ justitie, enzovoorts. Dit brede voorzieningenaanbod vergt voortdurende regie om tot een optimale afstemming van activiteiten te komen en om tijdig om nieuwe ontwikkelingen in te kunnen spelen. Ook voor ouderen en gehandicapten is er een rijk voorzieningenniveau. Op het terrein van ouderen gaat het om lokale en bovenlokale verzorgings- en verpleeghuizen en thuiszorg waarvan de wachtlijsten afnemen, om diverse diensten die langer thuiswonen bevorderen, om allerlei programma’s en projecten om (aangepaste) woningen en woonomgeving te verkrijgen of op te plussen, om masterplannen voor wonen, welzijn en zorg in Noord en Zuid. En in het algemeen om allerlei inspanningen op het gebied van welzijn, cultuur en (recreatieve) sport. Ook hier gaat het om het verkrijgen van een sluitende aanpak in de zorgketen (signalering, doorverwijzing, zorgindicatie, zorgtoewijzing en zorgleverantie. Voor gehandicapten is er een breed palet aan voorzieningen: Siza Dorpgroep, Groot Klimmendaal, SPD, ’s Koonings Jaght, Gelderse Roos, Speciaal Onderwijs instellingen, Gehandicaptenraad Arnhem, vele belangenverenigingen voor chronisch zieken en gehandicapten en cliëntenparticipatie. Het verbeteren van de maatschappelijke participatie van gehandicapten op allerlei terreinen van arbeid en vrije tijd staat voorop. En dat hangt samen met het meer toegankelijk maken van voorzieningen. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 Vanaf 2005 zal de mate van tevredenheid van de doelgroepen gemeten worden.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Tot actieve groepsverbanden en (sub-)culturen kunnen we de jeugd, de ouderen en de gehandicapten rekenen. Bij de jeugd richt het beleid zich op het creëren van een omgeving waarbinnen de jeugd kansen moet krijgen én pakken om jong te zijn en zich zo breed mogelijk te ontplooien en ontwikkelen. Deze omgeving vormt een samenhangend geheel en dient in de visie van de gemeente te voldoen aan een drietal voorwaarden: jongeren hebben een veilige omgeving nodig om zich te kunnen ontplooien en ontwikkelen, jongeren hebben zorg nodig, zowel fysiek als psychisch, en jongeren hebben een omgeving nodig die hen voldoende uitdaagt om gebruik te maken van alle mogelijkheden die er zijn, om zich ten volle individueel en maatschappelijk te ontplooien en te ontwikkelen. Het gaat om het realiseren van een ononderbroken ontwikkelingslijn en een ononderbroken voorzieningenaanbod: een keten met schakels van zuigeling naar peuter, kleuter, opgroeiend kind, puber, adolescent, om tenslotte als volwassene te kunnen functioneren in de maatschappij. Ouderen en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking van functies moeten, ook bij toenemende zorgafhankelijkheid en behoefte aan steun, in staat gesteld worden om op maatschappelijk verantwoord niveau een zelfstandig huishouden te voeren en maatschappelijk betrokken te worden en te blijven. Gelet op de gedifferentieerdheid van de doelgroep en de specifieke behoeften daarbinnen, wordt met gevarieerd beleid zowel een algemeen voorzieningenniveau nagestreefd alsook maatwerk door middel van het scheppen en instandhouden van specifieke voorzieningen voor kwetsbare groepen zoals oudere allochtonen, mensen die afhankelijk zijn van verzorging en verpleging, mensen die zich in sociaal isolement bevinden en gehandicapten. Concrete doelen voor het jeugdbeleid zijn o.a.: · het ondersteunen van de opvoedingssituatie van jonge kinderen en het vergroten van hun ontwikkelingskansen; · het vroegtijdig voorkomen en bestrijden van ontwikkelingsachterstanden en -stoornissen bij kinderen, tieners en jongeren; · het ondersteunen van jongeren die zich bevinden in een achterstandsituatie; · het bieden van een veilig en geborgen leef-, woon-, en speelklimaat. Voor het ouderenbeleid zijn concrete doelen: · het zowel voor ouderen als gehandicapten streven naar het vergroten van de beschikbaarheid van aangepaste woningen, naar diverse vormen van vraaggestuurde zorg op maat (zo mogelijk dicht bij huis / in de woonzorgzone) en naar vergroten van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. De doelen voor het gehandicaptenbeleid zijn: · het streven naar het scheppen van gelijke kansen voor gehandicapten op allerlei terreinen; aandacht zal besteed worden aan vergroten van toegankelijkheid van gebouwen, voorzieningen en openbare ruimte voor mensen met een functiebeperking; via het platform cliëntenparticipatie wordt een grotere betrokkenheid van gehandicapten op gemeentelijke beleidsvorming en uitvoering beoogd.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
100
Deelprogramma 08.3 Actieve groepsverbanden en (sub-)culturen
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
Ouderen en gehandicapten · toename van de mate van zelfstandigheid en volwaardigheid van deelname aan het maatschappelijk leven vooral ook voor allochtone ouderen en de sociaal, psychisch en lichamelijk kwetsbaren
·
door uitvoering van de nota ouderenbeleid “thuis in de buurt”: realiseren van voldoende aangepaste woningen voor ouderen en mensen met een functiebeperking en een vraaggestuurd aanbod op maat van zorg, welzijn en diensten in de buurt (in woonzorgzones) via masterplannen voor wonen welzijn en zorg, door het ontwikkelen van een sluitende zorgketen en door aansturing van gesubsidieerde instellingen en regievoering
·
uitvoering van het raamplan jeugdbeleid 2004-2006 en diverse deelprogramma’s via steun en deelname aan de uitvoering van de desbetreffende beleidsplannen, via gerichte aansturing van organisaties en instellingen waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft en door overleg met voor jeugdbeleid belangrijke partijen zoals schoolbesturen
Jeugd en jongeren · de beschikbaarheid van een voor alle jongeren veilige en uitdagende leefomgeving, een sluitende zorgstructuur en een compleet basisvoorzieningenaanbod op verschillende niveaus in de stad · een groot bereik van de voorzieningen en activiteiten voor risicokinderen Indicatoren · mate van tevredenheid jongeren, gehandicapten en ouderen
Cruciale relaties met andere programma’s 03 Educatie 04 Werk en inkomen 05 Zorg 06 Veiligheid 07 Bruisend Arnhem 08 Samenleven in Arnhem 10 Wijken bouwen 11 Mobiliteit 12 Wonen in Arnhem 13 Kwaliteit openbare ruimte
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen ·
investeringen
2005: · er is zichtbaar en meetbaar meer samenwerking en afstemming verkregen tussen instellingen en organisaties op het terrein van ouderen · de masterplannnen voor Noord en Zuid en een verslag van de eerste resultaten zijn verder uitgewerkt
Participanten jongeren zelf, de provincie, rijksoverheid, schoolbesturen, Bureau Jeugdzorg, SPD, politie, justitie, gesubsidieerde instellingen als STMG, SKAR, SPA, HGM, OVSV, Rijnstad, Passade, Sportbedrijf, Domein, Bibliotheek en vele kleinere culturele instellingen en sportverenigingen; ouderen zelf, woningbouwcorporaties, provincie, rijksoverheid, euregio, verzorgingsen verpleeghuizen, ziekenhuis, zorgverzekeraars, HGM, RIO, SPD, Groot Klimmendaal, SIZA Dorpgroep, ’s Konings Jaght, gesubsidieerde instellingen als SWOA, AVSO, ouderenbonden, GRA en vele kleinere organisaties (speelveld)
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
101
Deelprogramma 08.3 Actieve groepsverbanden en (sub-)culturen
ONDERWERP
Rekening 2003
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2006
Begroting 2005
Begroting 2007
Begroting 2008
7.625-
6.608-
6.632-
6.758-
6.756-
6.874-
439
391
391 827
391 827
391 827
391 827
7.186-
6.217-
5.414-
5.540-
5.538-
5.656-
6.217-
5.414-
5.540-
5.538-
5.656-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat Mutaties reserves
54-
Saldo
7.240-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal zijn in de GSB III-periode 2005-2009 jaarlijks aan de begroting middelen aan de begroting toegevoegd voor projecten jeugd en veiligheid (€ 0,82 mln.). De geringe toename van de lasten in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 is een gevolg van de nominale ontwikkelingen (€ 24 duizend). Vanaf 2006 worden middelen ter beschikking gesteld voor het realiseren twee steunpunten woonzorgcentra (2006 € 0,1 mln. en in 2008 € 0,2 mln.). Rekening 2003
Investeringen Economisch nut
Begroting 2004 0
Begroting 2006
Begroting 2005 0
0
Steunpunten woonzorgcentra Schuytgraaf
Begroting 2007
1.523
Begroting 2008 0
1.523
1.523 1.523
Maatschappelijk nut
0
0
0
0
0
0
Totaal
0
0
0
1.523
0
1.523
Toelichting op de investeringen In de begrotingsperiode 2005-2008 worden twee steunpunten woonzorgcentra in Schuytgraaf gerealiseerd.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
08.3 Actieve groepsverbanden en (sub-)culturen
Middelen
Investeringen
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
102
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Inburgering wordt gezien als een eerste noodzakelijke stap naar deelname aan de samenleving en is daarmee een onderdeel van integratie. Deelname aan inburgering moet de inburgeraar sleutelvaardigheden bieden die nodig zijn om zelfstandig te kunnen werken aan een volwaardige positie in de Arnhemse samenleving: · het inburgeringsproces dient erop gericht te zijn de inburgeraar op een zelfstandige wijze te laten participeren in de Arnhemse samenleving; · de inburgeringsinstrumenten en -budgetten worden zo efficiënt, doelmatig en vraaggericht mogelijk ingezet; · een sterke gemeentelijke regiefunctie. Kadernota’s en beleidsnota’s · Meerjarenbeleidsplan aanvullende regeling oudkomers G54; · de Arnhemse aanpak rond inburgering; · inburgering in de wijk; · Visie op het samenlevingsbeleid in Arnhem (2003); · Meerjarenbeleidsvisie Integrale aanpak Inburgering Arnhem voor nieuwkomers (WIN) en oudkomers. Stand van zaken beleid in 2004 · de nota Visie op samenlevingsbeleid Arnhem zal via een werkprogramma uitgevoerd worden; · er is een Fonds Samenlevingbeleid Arnhem; · iedere dienst besteedt in zijn beleid aandacht aan het onderwerp integratie; · een meer multicultureel samengesteld gemeentelijk personeelsbestand blijft een prioriteit; · in het kader van de nieuwe vreemdelingenwet en de aanscherping van de regelgeving (strengere selectie aan de poort en snellere afhandeling van eerste aanvragen)en de sluiting van twee AZC’s in 2003 neemt het aantal asielzoekers in Arnhem af; · in Arnhem wordt het AZC Presikhaaf gesloten; · er is een noodopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers, die in schrijnende omstandigheden verkeren, met een capaciteit van 25 plaatsen; · in afwachting van de uitwerking en het resultaat van het terugkeerbeleid van het Rijk, zal herijking van het gemeentelijk beleid plaatsvinden; · in maart 2004 zal de contourennota inburgering door het Kabinet worden gepresenteerd; vaststaat dat inburgering een ander karakter krijgt, waarbij de inburgeraar zelf verantwoordelijk wordt voor de inburgering en de financiering daarvan; daarmee zal de regierol van de gemeente in de toekomst ingrijpend veranderen; · vooralsnog wordt de nota “de Arnhemse aanpak rond inburgering” aangehouden als beleidskader; · inburgering in de wijk is vooral gericht op duale trajecten opvoedingsondersteuning en taal. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 Het beoogde maatschappelijk effect; de verbetering van de participatie van allochtonen in de Arnhemse samenleving, is vooralsnog moeilijk aan te tonen. · in 2003 liepen er 724 WIN-inburgeringstrajecten, daarvan maken 88% van de mensen de profieltoets af; · de werkloosheid onder allochtonen is in Arnhem 22,35%, terwijl onder de autochtone bevolking dit percentage 10,79% is; de verhouding tussen beide percentages is 2,07 (22,35/10,79).
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Ruim 40.000 inwoners (28,8%) van Arnhem vinden hun oorsprong (voor een deel) buiten Nederland. Daarvan zijn er circa 29.000 afkomstig van zgn. ‘niet-westerse’ herkomstlanden. De voorheen constante grote instroom van vluchtelingen en asielzoekers is, vooral als gevolg van gewijzigd rijksbeleid, fors aan het teruglopen. Allochtone inwoners blijken beduidend minder dan autochtonen deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Er is sprake van achterstanden waar het gaat om deelname aan de arbeidsmarkt en het onderwijs. En er is sprake van een naar verhouding geringe participatie aan sociale verbanden als wijkorganisaties, sportclubs, e.d. Al deze gegevens markeren het grote belang van een adequaat integratiebeleid. Het integratiebeleid richt zich op: · Beleidsadvisering inzake integratiebeleid. Wat betreft de gemeentelijke organisatie is het uitgangspunt dat de gemeentelijke diensten zelf integratie betrekken bij de beleidsvelden waarvoor zij verantwoordelijk zijn. · Communicatie met de doelgroepen over integratiebeleid Om te toetsen of het integratiebeleid zich in de goede richting ontwikkeld wordt eenmaal per jaar een bijeenkomst belegd voor politici en personen en organisaties met deskundigheid van allochtone groepen. · Effectmeting van het integratiebeleid. Door: · op alle relevante beleidsvelden het formuleren van meetbare doelstellingen van integratiebeleid, · op alle relevante beleidsvelden zoveel mogelijk te registreren naar etniciteit, dit is noodzakelijk i.v.m. de meetbaarheid van · doelstellingen,verslaglegging op basis van etniciteit. · Commissie PAVEM. De gemeente werkt mee aan de doelstellingen van de commissie PAVEM ter stimulering van de emancipatie van allochtone vrouwen. · het verbeteren van de sociale, culturele en sociaal-economische integratie en emancipatie via het gebiedsgericht werken en binnen de reguliere beleidsvelden: arbeidsmarkt, onderwijs, welzijnswerk, integraal jeugdbeleid, vrijwilligersbeleid, volksgezondheid, veiligheid, cultuur, sport en huisvestingsbeleid; · het instellen van een Fonds Samenlevingsbeleid Arnhem; · het leveren van een bijdrage aan het vluchtelingenbeleid van de Rijksoverheid door het ter beschikking stellen van ruimte voor opvang van asielzoekers; · het creëren van acceptatie en draagvlak voor de situatie van vluchtelingen, o.m. door het ondersteunen van de Stichting Vluchtelingenwerk.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra, Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
103
Deelprogramma: 08.4 Integratiebeleid
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten 2005 · Fonds Samenlevingsbeleid is ingevoerd · 550-600 inburgeringsprogramma’s; minimaal 90% van de deelnemers haalt een inburgeringscertificaat
Indicatoren: · % geslaagden inburgeringscertificaat · het verhoudingscijfer allochtone werkzoekenden t.o.v. autochtone werkzoekenden · taalniveau deelnemers · gegevens nieuwkomers en oudkomers volgens jaarlijkse monitor inburgering (GSB III)
· visie op samenlevingsbeleid in Arnhem · daarnaast zal het thans gevoerde beleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers vooralsnog worden voortgezet, in afwachting van het terugkeerbeleid van het Rijk · een richtlijn ontwerpen voor gemeentelijke diensten en gesubsidieerde instellingen om in jaarplannen en –verslagen aan te geven hoe in het beleid rekening gehouden wordt met de specifieke belangen van allochtone Arnhemmers. · tweemaal per jaar een debat organiseren om de stand van zaken rondom het beleid, of een specifiek onderdeel daarvan, aan de orde te stellen · effectmeting van integratiebeleid verder ontwikkelen · in het kader van de doelstellingen van de commissie PAVEM extra aandacht besteden aan allochtone vrouwen.
2005-2008 · afhankelijk van evaluaties minderhedenbeleid en asielzoekersbeleid en de resultaten van het Fonds Samenlevingsbeleid · afname werkloosheid onder allochtonen succesvol ivm andere vergelijkbare steden · % uitstroom werkloze inburgeraars hoger dan in vergelijkbare steden · toename aantal en aandeel duale trajecten met 10% · vermindering uitval trajecten met minimaal 10% · stijging taalniveau
Inburgering: · ontwikkeling van de Frontoffice Inburgering · regie voeren op de inburgeringstrajecten via casemanagement · ontwikkelen van en gebruik maken van de infrastructuur voor duale trajecten opvoedingsondersteuning en taal in de 5 ontwikkelwijken · binnen sanctiebeleid Inburgering aansluiting zoeken bij het beleid WWB · het koppelen van de inburgeringsdoelen aan het reïntegratiebeleid Cruciale relaties met andere programma's 01 Democratisering: deelname van allochtonen aan het politieke proces 03 Educatie: Nederlandse taal leren en scholingsgraad van allochtonen verhogen 04 Werk en Inkomen: percentage werkloosheid van allochtonen verlagen 05 Zorg: gebruik van zorgvoorzieningen stimuleren met speciale aandacht voor ouderen 06 Veiligheid: veiligheidsgevoel van burgers bevorderen en hoge percentage allochtone criminelen verlagen 07 Bruisend Arnhem: meer aandacht voor niet-Nederlandse cultuuruitingen 10 Wijken bouwen: grotere diversiteit van bouwen 012 Wonen in Arnhem: meer gemêleerde wijken 013 Kwaliteit Openbare ruimte: meer aandacht voor openbare ruimte als ontmoetingsplek 5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
Participanten
· investeringen
· organisaties van allochtonen in Arnhem · wijkorganisaties · welzijnsorganisaties · vluchtelingenwerk · COA · maatschappelijke opvang (Passade) · Nidos · (vreemdelingen)politie · IND · IOM · gemeentelijke diensten · HGM, scholen · reïntegratiebedrijven · welzijn / OVSV: Rijnstad en SPA · Vluchtelingenwerk · CWI · HANSt. UAF
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten · verbetering participatie van allochtonen in de Arnhemse samenleving · verbetering beheersing Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving onder etnische minderheden (GSB III)
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Welzijn en Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dhr. S. Veenstra, Mevr. J. Vlam
PAGINA
Thema Kwaliteit van de stedelijke samenleving
104
Deelprogramma: 08.4 Integratiebeleid
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
08.4 Integratiebeleid
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
5.531-
2.876-
5.441-
5.455-
5.423-
5.423-
1.778 107 -
3.363 -
3.363 -
3.363 -
3.363 -
991-
2.078-
2.092-
2.060-
2.060-
150-
-
-
-
-
2.078-
2.092-
2.060-
2.060-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
4.027 191 -
Resultaat
Exploitatieresultaat
1.313-
Mutaties reserves Saldo
83 1.230-
1.141-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In de GSB III periode zijn aan de brededoeluitkering sociaal nog geen middelen toegevoegd voor inburgering oudkomers en inburgering nieuwkomers. Zodra de omvang van deze budgetten bekend is, zal het rijk ze toevoegen aan de BDU. Zodra dan de bijdrage voor Arnhem bekend is, zullen deze middelen toegevoegd worden aan het deelprogramma Integratiebeleid. De lasten nemen in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 als een gevolg van de herziening van de toerekening van de indirecte kosten en de nominale ontwikkelingen toe (€ 2,2 mln.). Als een gevolg van het aflopen van de GSB II regeling Sociale Integratie en Veiligheid (SIV) voor Inburgering oudkomers nemen de lasten af (€ 0,33 mln.). Deze mutaties werken meerjarig door. De lasten en baten nemen toe als een gevolg van de actualisatie van de baten aan de beschikkingen van het rijk , die tegenover de hogere lasten staan (€ 1,6 mln.). De lasten stijgen daarnaast als gevolg van de herziening van de toerekening in de indirecte kosten toe (€ 0,7 mln). Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
105
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
106
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
De ruimte goed benut
107
Toelichting per deelprogramma
108
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
109
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
09. Stedelijke hoofdstructuur versterken Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Het programma stedelijke hoofdstructuur versterken bestaat uit fysieke, gezichtsbepalende projecten in Arnhem. In samenwerking met private partners wordt invulling gegeven aan de ambitie om de centrumfunctie van Arnhem in de regio te versterken. Samen met het programma wijken bouwen realiseert dit programma de belangrijkste opgaven voor wonen, werken en voorzieningen voor de komende jaren. In de komende jaren staan met name de twee grote projecten Arnhem Centraal en Rijnboog centraal in het programma stedelijke hoofdstructuur versterken.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Deze aantrekkelijke centrumstad kenmerkt zich in de eerste plaats door een aantrekkelijke binnenstad, want het is vooral de binnenstad die het gezicht en de identiteit van de stad bepaalt. Arnhem Centraal en Rijnboog zijn daarvoor de belangrijkste projecten. De stedelijke vernieuwing krijgt vorm door intensivering van het ruimtegebruik, vergroting van de diversiteit van functies en stedelijke voorzieningen, optimalisering van de bereikbaarheid en behoud en verbetering van kwaliteit. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Het programma draagt ook bij aan de ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat in het Knooppunt Arnhem Nijmegen (KAN). De ruggengraat van Arnhem moet vooral tot stand komen rond goed bereikbare knooppunten langs de hoofdassen. Dit zijn strategische locaties met een concentratie van wonen en werken, voorzieningen en openbaar vervoer. De knooppunten liggen zowel in Arnhem Noord als in Arnhem Zuid. Het structuurplan Arnhem 2010 geeft hiervoor de ruimtelijke uitwerking. Naast een stedelijke ruggengraat heeft Arnhem een natuurlijke ruggengraat, ook wel de natuurlijke onderlegger genoemd. Ambitie is om deze natuurlijke onderlegger beter zichtbaar te maken en de ecologische waarden weer in evenwicht te brengen met de economische ontwikkeling. Het programma levert ook een bijdrage aan het tegengaan van de sociale tweedeling in de stad. Een sterke centrumfunctie vergroot de werkgelegenheid en de economische vitaliteit van de stad. Dat komt vooral ten goede aan de ‘sterke’ kant van de tweedeling, maar heeft ook een positieve uitwerking op de ‘zwakke’ kant. Projecten zoals Arnhem Centraal en Rijnboog dragen ook bij aan grotere veiligheid in de binnenstad, doordat de openbare ruimte in deze gebieden een veilige inrichting krijgt.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Het programma stedelijke hoofdstructuur versterken draagt bij aan de doelstellingen die voortkomen uit de sterktezwakteanalyses die voor de andere programma’s van deze programmabegroting zijn gemaakt. De integrale projecten leveren vooral een bijdrage aan de doelstellingen voor wonen, werken, voorzieningen, mobiliteit en openbare ruimte.
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III
GSB
Het versterken van de stedelijke hoofdstructuur is van belang om de positie van Arnhem als aantrekkelijke centrumstad te versterken. De realisatie van grootschalige fysieke projecten heeft daarbij prioriteit: · Arnhem Centraal, · Rijnboog en · de Omsingeling Doorbroken. Het zijn juist die projecten die gezichtsbepalend zijn voor de aantrekkelijkheid van centrumstad Arnhem.
5 oktober 2004
Kadernota’s beleidsnota’s · Visie Arnhem 2015; · Structuurplan Arnhem 2010 – 2030; · Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2010; · Nota duurzaam Bouwen; · Cultuurvisie Arnhem 2001 – 2005 – 2015; · Kadernota EZ 2003 – 2007; · Nyfer-rapport “Arnhem aantrekkelijke stad”. Situatie 2004 · in 2003 is doorgegaan met Arnhem Centraal; · een belangrijk gegeven is dat NSP-gelden zijn toegekend; · Rijnboog is benoemd tot BIRK-project; · in het Musiskwartier is de schop in de grond gegaan; · de voorbereidingen voor Rijnboog hebben verder gestalte gekregen en er is een binnenstadsmanager aangetrokken. Aldus is ook in 2003 met tastbare resultaten verder gewerkt aan het op niveau tillen van het centrum van de stad. Over enige jaren zullen de effecten daarvan goed merkbaar worden.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Arnhem wil haar centrumfunctie in de regio versterken en zich uitbouwen als attractieve stad. Streven daarbij is het echt stedelijk wonen en werken en het versterken van het culturele aanbod in de binnenstad. Een van de doelen is de trek uit de stad en de verloedering van de openbare ruimte te voorkomen. Het imago van het centrum beïnvloedt in grote mate het imago van de stad als geheel. In de binnenstad wordt gestreefd naar meer variatie door toevoeging van ‘nieuwe’ functies en voorzieningen. De bereikbaarheid met hoogwaardig openbaar vervoer, fiets en noodzakelijk autoverkeer is een van de aandachtspunten. Arnhem is uitgeroepen tot HST-halteplaats en maakt in de Nota Ruimte als stedelijk centrum een belangrijk onderdeel uit van één van de zes Nationale Stedelijk Netwerken. Door deze ontwikkeling en het feit dat het Rijk het project Rijnboog heeft uitgeroepen tot BIRK-project, kan Arnhem haar rol als bestuurlijk en economisch centrum van het oosten versterken en op termijn uitgroeien tot een sterk internationaal gerichte dienstenstad. De identiteit van de Arnhemse binnenstad wordt versterkt door meer aandacht te schenken aan de archeologische, natuurlijk- landschappelijke, stedenbouwkundige, monumentale en culturele waarden. Door de intensivering en kwaliteitsverbetering krijgt de binnenstad een zorgvuldig afgestemde combinatie van wonen, cultuur, voorzieningen en detailhandel.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Stadsprojecten Portefuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
110
Deelprogramma 09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
De trek uit de stad voorkomen door: · Vergroten aanbod (hoog)stedelijke woonmilieus in o.a. Rijnboog · Bevorderen van wonen boven winkels in het centrum
2005 · Uitwerking Masterplan Rijnboog · Uitvoering Musiskwartier deel 1 · Oplevering Parkeergarage Arnhem Centraal fase 2 · Afronden ontwikkelingsvisie Binnenstad · Voorbereiden van bestemmingsplan(nen) Rijnboog en bijbehorend MER. · De beoogde resultaten Rijnboog zijn ook inzet van het gemeentelijk GSB III beleid. (De GSB IIImiddelen die worden ingezet voor Rijnboog zijn opgenomen in deelprogramma 16.5 Algemene baten en lasten. Deelprogramma 16.5 wordt toegelicht in het Overzicht Algemene dekkingsmiddelen.
Vergroten attractiviteit stad; wonen, werken,toerisme, cultuur, maatschappelijke voorzieningen · vergroten functionele diversiteit · stimuleren van de economische vitaliteit · vergroten samenhang (ruimtelijk/functioneel) tussen de afzonderlijke delen binnenstad · completeren stad met completere voorzieningen-arrangementen Verbeteren bereikbaarheid van het centrum voor openbaar vervoer, langzaam verkeer en de auto. Dit moet onder meer in de waardering van bezoekers tot uitdrukking komen: · rapportcijfer voor de bereikbaarheid van de binnenstad stijgt van 5,5 in 2002 naar 6,0 in 2006 · rapportcijfer voor parkeermogelijkheden stijgt van 5,6 in 2002 naar 6,0 in 2006
De ruimtelijke kwaliteit van het verblijfsgebied verhogen door: · weghalen van fysieke barrières · hoogwaardige inrichting van het verblijfsgebied · terugbrengen van de samenhang tussen de afzonderlijke deelgebieden in de binnenstad De belangrijkste dragers binnen dit e geheel zijn in de 1 fase · de looproutes o.a. tussen het Station en Haven(kwartier), · de infoboulevard, haven, het havenkwartier en Rijnkade. De deelgebieden worden binnen het project Rijnboog in verschillende fasen ontwikkeld. De attractiviteit van en levendigheid in het centrum vergroten door intensivering en vergroting van de diversiteit van de centrumfuncties. Op het gebied van cultuur werkt Arnhem toe naar een cultuurprofiel dat bestaat uit een levendige en gevarieerde mix van kleinschalige, middelgrote en grootschalige voorzieningen en activiteiten. De bereikbaarheid van de binnenstad wordt verbeterd door een combinatie van maatregelen op het gebied van OV, fiets en auto. Een belangrijke drager is de verkeersvisie “de omsingeling doorbroken”. In de binnenstad wordt gestreefd naar zoveel mogelijk dubbelgebruik van parkeerplaatsen. Voor de opvang van de aanvullende vraag naar parkeerplaatsen worden transferia aan de randen van de stad gerealiseerd. Het imago van de binnenstad wordt versterkt door behoud (door ontwikkeling) en herstel van historisch waardevolle panden en stadsgezichten.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Stadsprojecten Portefuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
111
Deelprogramma 09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· programmatische afstemming van activiteiten en projecten in en buiten de binnenstad en het toevoegen van ontbrekende schakels vindt o.a. plaats in de ontwikkelingsvisie Binnenstad en door citymanagement · in de binnenstad wordt het water weer terug in de stad gehaald; dit gebeurt door het aanleggen van de haven in het project Rijnboog en het bovengronds brengen van de Jansbeek · door de grote dynamiek in de binnenstad ontstaan er mogelijkheden om de milieubelasting voor woningen aan te pakken en locaties met bodemverontreiniging te saneren Cruciale relaties met andere programa’s met dit programma worden doelen gerealiseerd in programma’s 7, 11, 12, 13, 14 en 15 door uitvoering van integrale projecten
5 oktober 2004
Relatie met paragrafen
Participanten · bewoners · Rijk / provincie · KAN-regio en gemeenten · woningcorporaties · ontwikkelaars · bedrijven · instellingen · scholen
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Stadsprojecten Portefuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
112
Deelprogramma 09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
-
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De jaarlijkse lasten en baten van de projecten uit dit deelprogramma maken onderdeel uit van de grondexploitatie. Deze middelen worden verantwoord onder het deelprogramma 10.4 Grondexploitatie. In de paragraaf grondbeleid is een integrale bespreking van de stadsuitleg opgenomen.
Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma uitsluitend rendabele investeringen plaats. De rendabele investeringen zijn conform toelichting in de paragraaf investeringen nog niet in deze begroting opgenomen.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
113
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Kadernota’s beleidsnota’s · Visie Arnhem 2015; · Structuurplan Arnhem 2010; · Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2010; · Groenplan 2004 - 2007; · Waterplan 2003 - 2007; · Kadernota 2003 - 2007; · Nota duurzaam Bouwen. Situatie 2004 · in 2003 zijn voorbereidingen getroffen voor en is verder gewerkt aan plannen die moeten bijdragen aan de ontwikkeling van de stedelijke “ruggengraat” en de hoofdstructuur van het groen: ontwikkelingsvisies, business park Arnhem (BPA); · ook is begonnen het algemeen beleid nog eens tegen het licht te houden; · aandacht is uitgegaan naar de verkeers- en vervoersinfrastructuur die past bij een hoogwaardig geïntensiveerde stad (o.m. Omsingeling Doorbroken).
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Arnhem staat aan de vooravond van een belangrijke ontwikkeling. Daarbij is het verbeteren van de bereikbaarheid van vitale functies, stedelijke knooppunten en het stadscentrum belangrijk. Arnhem ontwikkelt zich het sterkst op de stedelijke knooppunten langs de hoofdassen, de zogenaamde “ruggengraat” van Arnhem. Arnhem wil de nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk rond deze goed bereikbare knooppunten concentreren, waarbij ook gestreefd wordt naar een betere verhouding en programmatische afstemming tussen Noord en Zuid. De in voorbereiding zijnde (omvangrijke) ontwikkelingen bij Centrum-Zuid en Centrum Oost zijn hier goede voorbeelden van. Er wordt de komende jaren gestreefd naar ontwikkeling van deze strategische locaties met een menging van hoogwaardig wonen, kantoren, voorzieningen, hoogwaardig openbaar vervoer en een openbare ruimte met een hoge kwaliteit. Op die locaties staat intensief ruimtegebruik voorop, waarbij met name ook gedacht moet worden aan hoogbouw. Naast deze stedelijke “laag” heeft Arnhem te maken met een tweede “laag”, de natuurlijke onderlegger. Ambitie is om deze natuurlijke onderlegger beter zichtbaar te maken en de ecologische waarden weer in evenwicht te brengen met de economische ontwikkeling. Arnhem heeft zich hiermee tot taak gesteld om de economie te versterken, de economische activiteit in het kerngebied van Oost- Nederland te behouden, de identiteit van de stad te versterken en de attractiviteit van de stad te benutten en verder uit te bouwen.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven, Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
114
Deelprogramma 09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· grotere functionele diversiteit binnen stedelijke knopen · meer menging van functies en activiteiten en meervoudig ruimtegebruik · verbeteren bereikbaarheid stedelijke knopen · intensiveren en verbeteren openbare ruimte · verlagen milieubelasting in gebieden met een hoge dynamiek · meer samenhang stedelijke groenstructuur
· het op termijn ontwikkelen van strategische locaties op en aan de stedelijke hoofdassen is een van de speerpunten voor de komende jaren; door middel van ontwikkelvisies, zoals visie Centrum Oost en Centrum Zuid, wordt getracht de ontwikkelpotenties per gebied voor de lange termijn in kaart te brengen · in 2004 zal een lichte actualisatie van het structuurplan Arnhem 2010 in de vorm van een ‘voortgangsmonitor’ plaatsvinden; de uitwerking van de ontwikkelvisies kan input leveren voor deze ‘voortgangsmonitor structuurplan 2004’ · om de bereikbaarheid van m.n. de strategische locaties te verbeteren worden deze locaties zo optimaal mogelijk aangesloten op het netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer in de stad en regio · compensatie van milieubelasting in de stad door technische, architectonische, stedenbouwkundige en/of verkeerskundige oplossingen of andere ingrepen in de openbare ruimte · voor de versterking van de ecologische hoofdstructuur zal de nadruk liggen op de ontwikkeling van Park Overbetuwe, de Rivierzone en de groene wiggen
2005 · afronden startnota Ontwikkelvisie Rivierenzone · vaststellen ontwikkelingsvisie Centrum- Oost · start ontwikkelingsvisie Centrum Zuid · voorbereiden bestemmingsplannen voor (delen) Centrum Oost en Centrum Zuid · uitvoering project Art Garden (Coberco) · grondverwerving en voorbereiding uitvoering Park Overbetuwe · lichte actualisatie structuurplan Arnhem 2010
Cruciale relaties met andere programma’s
Relaties met paragrafen
Participanten
Met dit programma worden doelen gerealiseerd in programma’s 7, 11, 12, 13, 14 en 15 door uitvoering integrale projecten
5 oktober 2004
· · · · ·
bewoners Rijk / provincie KAN-regio en gemeenten woningcorporaties ontwikkelaars
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven, Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
115
Deelprogramma 09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggegraat
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
-
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De jaarlijkse lasten en baten van de projecten uit dit deelprogramma maken onderdeel uit van de grondexploitatie. Deze middelen worden verantwoord onder het deelprogramma 10.4 Grondexploitatie. In de paragraaf grondbeleid is een integrale bespreking van de stadsuitleg opgenomen. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma uitsluitend rendabele investeringen plaats. De
rendabele investeringen zijn conform toelichting in de paragraaf investeringen nog niet in deze begroting opgenomen.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
116
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
117
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
10. Wijken bouwen Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente De versterking van de regionale centrumfunctie van Arnhem moet voor een groot deel binnen de bestaande bebouwde omgeving totstandkomen. De voor Arnhem schaarse ruimte voor wonen, werken en voorzieningen en ook de schaarse buitenruimte moet goed worden benut en verdeeld. Bestaande woonwijken en bedrijventerreinen moeten up-to-date worden gehouden. Naast intensiever gebruik en het vergroten van de kwaliteit van de bestaande wijken en bedrijventerreinen, moeten nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen worden ontwikkeld. Het programma Wijken Bouwen omvat integrale stedelijke vernieuwingsprojecten in de bestaande woonwijken en bedrijventerreinen van Arnhem en de stadsuitbreiding. Het programma is verdeeld in drie deelprogramma’s: · grootschalige herstructurering: grootschalige stedelijke vernieuwing van enkele naoorlogse woonwijken en revitalisering van met name bedrijventerrein Het Broek; · wijken up-to-date houden: verbetering van bestaande woonwijken door middel van kleinschalige inbreidingen en transformaties; · nieuwe duurzame stadsuitleg.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Het programma wijken bouwen geeft een gebiedsgerichte uitwerking aan de opgaven voor wonen en werken. Daarmee draagt het programma onder meer bij aan een gevarieerder aanbod van woningen, de milieudoelstellingen die samenhangen met nieuwbouw of herstructurering van wijken en versterking van de sociale cohesie. Door het aanbod van woningen beter af te stemmen op de gewijzigde vraag, zal bovendien de tweedeling in de stad verminderen. Het programma wijken bouwen is daarom van belang voor de invulling van zowel de fysieke als de sociale opgaven van de stad. Een stad waar het prettig wonen en samenleven is, wordt gekenmerkt door leefbare en veilige wijken, met een breed aanbod van voorzieningen en een goed evenwicht tussen huur- en koopwoningen. Daar geeft dit programma in belangrijke mate invulling aan. Het programma behoort dan ook tot de speerpunten van het gemeentelijk beleid.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Het programma wijken bouwen draagt bij aan zowel fysieke als sociale doelstellingen die voortkomen uit de sterktezwakteanalyses die voor de andere programma’s van deze programmabegroting zijn gemaakt. Het programma geeft invulling aan de doelen voor wonen, werken, voorzieningen, mobiliteit en openbare ruimte.
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III
GSB
In de komende jaren wordt de aandacht gericht op een beperkt aantal grotere ingrepen in de stad. De aanpak van de volgende gebieden staat centraal: · Malburgen; · Presikhaaf; · bedrijventerrein het Broek; · ontwikkeling van Schuytgraaf.
5 oktober 2004
Revitalisering en uitbreiding bedrijventerreinen: Door herontwikkeling en uitbreiding wordt het aanbod van kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen in Arnhem-Noord vergroot. Bijzondere aandacht vragen de aspecten duurzaamheid, meervoudig ruimtegebruik, verbetering van de bereikbaarheid en het verbeteren van het vestigingsmilieu voor bedrijvigheid. Kadernota’s beleidsnota’s · Visie Arnhem 2015; · Structuurplan Arnhem 2010; · Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2010; · Kadernota EZ 2003-2007; · Kadernota Brede School; · Masterplan Wonen en Zorg; · Groenplan 2004-2007; · Waterplan 2003-2007. Situatie 2004 · in 2003 is een concreet een begin gemaakt met de realisatie van nieuwbouw in Malburgen; · de wijken Malburgen en Presikhaaf zijn door het Rijk benoemd tot één van de 56 prioritaire herstructureringswijken; · belangrijke mijlpalen werden bereikt met het oog op subsidietoekenningen voor vernieuwingsgebieden; · de herstructurering is op stoom gekomen.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Grootschalige herstructurering wijken: Het bestaande bebouwde Arnhemse grondgebied wordt intensiever benut en krijgt tegelijkertijd meer kwaliteit. Door grootschalige herstructurering wordt getracht de wijken niet alleen fysiek maar ook sociaal en economisch te versterken. De grootste ingrepen in de stad vinden naast de binnenstad plaats in de naoorlogse woonwijken Malburgen en Presikhaaf. In deze herstructureringswijken, die deel uitmaken van de door VROM aangewezen 56 prioriteitswijken, wordt gestreefd naar een hogere differentiatie van woningtypen en woonmilieus, versterking van de openbare ruimte en het verbeteren van het vestigingsklimaat en de voorzieningen, waardoor het eenzijdige karakter wordt doorbroken en opnieuw aantrekkelijke en complete woonwijken ontstaan. Door deze integrale aanpak moet de sociale veiligheid en leefbaarheid van de wijken toenemen. De herstructurering is een zaak van lange adem en strekt zich uit over een termijn van 10 – 15 jaar.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Stadsprojecten Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
118
Deelprogramma 10.1 Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen
2005 · uitvoering ontwikkelingsplan Presikhaaf · voorbereiding uitvoering nieuwbouw RIJC · voorbereiding Centrumgebied (P1, P2) · voorbereiding MFC West Presikhaaf · uitvoering Park Presikhaaf · uitvoering Ontwikkelingsplan Malburgen · uitvoering herinrichting Malburgen ( MH1, MH2, OH1 en WH1) · start bouw MOZC Graslaan en voorbereiding MFC Malburgen West · bouw woningen Malburgen (WW1, WW2, Bw1, Bw2), · uitvoering dijkverzwaring Nieuwe Havenweg · uitvoering revitalisering ’t Broek fase 3 2005-2009 · de omgevingskwaliteit in de stad wordt verbetert door een verbetering van grootschalig groen in de stad; in de periode 2005-2009 zal er in de wijken Schuytgraaf, Malburgen en Presikhaaf naar schatting 10 ha. grootschalig groen worden toegevoegd (GSB III) · aantal gerealiseerde Multi Functionele Centra (MFC’s) in herstructureringswijken is: -2 MFC’s in Malburgen -1 MFC in Presikhaaf (GSB III) · (de GSB III-middelen die worden ingezet voor de realisatie van MFC Presikhaaf- West zijn opgenomen in het deelprogramma 03.2 Goed onderwijs)
ONDERWERP
· Door middel van sloop, nieuwbouw en renovatie wordt de variatie in het woningaanbod vergroot. Punt van aandacht bij de herstructurering is het inpassen van woningen t.b.v. specifieke doelgroepen. · Er worden tevens woningen gebouwd waarbij de woonconsument meer invloed heeft op het ontwerp. · In nauwe samenwerking met de bewoners, woningcorporaties, bedrijven, instellingen, scholen en andere partijen worden de wijken door middel van verschillende deelprojecten vernieuwd. Naast de gemeente hebben de woningcorporaties een gebiedsontwikkelde rol. · Om tot een optimale aanpak van de knelpunten op sociaal/maatschappelijke vlak wordt de uitwerking van de sociale bouwstenen en fysieke verbeteringen op elkaar afgestemd. · Voor het versterken van de economische structuur worden winkels zoveel mogelijk geconcentreerd op centraal gelegen locaties in de wijk. · Om het werken in de wijk te bevorderen worden woon/werkwoningen en bedrijfsverzamelgebouwen voor startende ondernemers gerealiseerd. · Door intensief ruimte gebruik kan het aantal woningen in de wijken toenemen en wordt ruimte geboden voor uitbreiding van enkel belangrijke winkelcentra. · Door het weghalen van fysieke barrières en een hoogwaardige inrichting van het verblijfsgebied wordt de ruimtelijke kwaliteit van het verblijfsgebied verhoogd. De auto krijgt een minder prominente plek in het stadsbeeld. · De bereikbaarheid van het groen wordt verbeterd en het snippergroen wordt zoveel mogelijk geconcentreerd in grotere eenheden. Water wordt beter zichtbaar gemaakt in het stadsbeeld.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
5 oktober 2004
Beschrijving van de aanpak
Commissie: Stadsprojecten Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven Beoogde resultaten
PAGINA
· versterking positie van de wijken in de stad en regio · vergroten variatie woningvoorraad en woonmilieus · verbeteren sociale structuur van de wijk · verbetering leefbaarheid en sociale veiligheid · vergroten mogelijkheden voor wooncarrières in de wijken · versterken gevestigde bedrijvigheid · meer ruimte bieden voor woonzorgzones · verbeteren voorzieningenniveau · stimuleren wijkeconomie · verbeteren kwaliteit openbare ruimte · bieden van mogelijkheden voor particulier opdrachtgeverschap · intensiveren en revitaliseren bestaande bedrijventerreinen. · verbeteren van de fysieke voorwaarden voor een aantrekkelijke sociale en veilige omgeving (GSB III)
Thema De ruimte goed benut
119
Deelprogramma 10.1 Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen Beoogde maatschappelijke effecten
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· belangrijke ruimtelijke kwaliteiten als kunst in de openbare ruimte en aandacht voor cultuurhistorische waarden worden in de planontwikkeling meegenomen · bij de herinrichting wordt zoveel mogelijk afgestemd met uitvoeringsprogramma’s zoals GRP, BGB en duurzaam veilig getracht wordt met de herstructurering knelpunten op het gebied van geluidshinder en bodemverontreiniging op te lossen · bestaande bedrijventerreinen worden gerevitaliseerd om te komen tot een intensiever en zuiniger ruimtegebruik; de herstructurering wordt afgestemd op het ter plaatse gewenste profiel van bedrijvigheid en in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven uitgevoerd · het bestaande bedrijventerrein wordt uitgebreid door oa. de ontwikkeling van de AKZO-haven · sociale voorzieningen worden zo veel mogelijk op wijk- of buurtniveau geconcentreerd; voorbeelden hiervan zijn het ontwikkelen van woon/zorgzones, Multi Functionele Centra (waarin de brede school), locaties voor huisartsen en andere zorgfuncties onder een dak (GSB III)
Cruciale relaties met andere programma’s in dit programma worden doelen gerealiseerd in programma’s 3, 4, 5, 8, 7, 11, 12, 13, 14 en 15 door uitvoering integrale projecten
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
Participanten · · · · ·
bewoners rijk / provincie KAN-regio en gemeenten woningcorporaties ontwikkelaars
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Stadsprojecten Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
120
Deelprogramma 10.1 Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
10.1 De grootschalige herstructurering van de wijken en revitalisering bedrijventerreinen
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
-
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De jaarlijkse lasten en baten van de projecten uit dit deelprogramma maken onderdeel uit van de grondexploitatie. Deze middelen worden verantwoord onder het deelprogramma 10.4 Grondexploitatie. In de paragraaf grondbeleid is een integrale bespreking van de stadsuitleg opgenomen. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma uitsluitend rendabele investeringen plaats. De rendabele investeringen zijn conform toelichting in de paragraaf investeringen nog niet in deze begroting opgenomen.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
121
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Kadernota’s beleidsnota’s · Visie Arnhem 2015; · Structuurplan Arnhem 2010; · Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2010; · Masterplan Wonen en Zorg; · Nota Brede School; · Groenplan 2003 - 2007; · Waterplan 2003 - 2007; · Nota duurzaam Bouwen; · Kadernota EZ 2003 - 2007. Stand van zaken begin 2004 · de laatste woningen in de wijk Rietlanden zullen naar verwachting halverwege 2004 worden opgeleverd; · fase 1 van de Pauluslocatie zal in 2004 worden opgeleverd; · de verkoop van Kavels in de Maten is in gang gezet; · diverse kleine inbreidingsprojecten zijn opgeleverd.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Het bestaande bebouwde Arnhemse grondgebied wordt intensiever benut en krijgt tegelijkertijd meer kwaliteit. Naast de grote herstructureringsprojecten in de binnenstad, Malburgen en Presikhaaf, worden bestaande woonwijken door middel van kleinschalige inbreiding en transformaties verbeterd. Door een hogere differentiatie van woningtypen en woonmilieus, versterking van de openbare ruimte en verbetering van de voorzieningen en wijkeconomie wordt de sociale veiligheid vergroot en de leefbaarheid in de wijken verbeterd. De woonwijken worden aantrekkelijker en completer. Er wordt geïnvesteerd in fysieke, sociale en economische vitaliteit.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
122
Deelprogramma 10.2 Wijken up to date houden
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
De bestaande wijken worden aantrekkelijker, levendiger en completer gemaakt door middel van inbreidingen en kleinschalige transformaties, zoals: · het uitplaatsen hinderlijke bedrijvigheid · het omzetten van schoollocaties in wonen of voorzieningen
2005 · aankoop van schoolaccommodaties, voorheen in gebruik bij Rijn- IJssel College · stedenbouwkundige uitwerking van plannen voor nieuwe invulling van de betreffende locaties vindt plaats · voorbereiding planvorming vrijkomende schoollocaties Voortgezet Onderwijs · oplevering projecten Rietlanden, Hofpoort · uitvoering projecten de Maten, Schavenmolenstraat, Weissenbruchstraat en WC Elderhof · start fysieke vertaling wijkperspectief Klarendal · opstellen wijkplan St. Marten
· vergroten variatie woningvoorraad en woonmilieus · vergroten mogelijkheden voor wooncarrières in de wijken · versterken gevestigde bedrijvigheid · meer ruimte bieden voor woonzorgzones · verbeteren voorzieningenniveau · stimuleren wijkeconomie · verbeteren kwaliteit openbare ruimte · bevorderen particulier opdrachtgeverschap
Op maat worden nieuwe woonmilieus en voorzieningen toegevoegd; dit gebeurt o.a. door: · realisering van accommodaties voor kunstenaars (ateliers en atelierwoningen) · ondersteuning startende ondernemers in de wijk, waarbij zoveel mogelijk aangesloten wordt bij de ontwikkeling van multifunctionele wijkcentra · sociale voorzieningen worden zo veel mogelijk op wijk- of buurtniveau geconcentreerd · de sociale veiligheid en leefbaarheid zal worden vergroot en de gevestigde bedrijvigheid worden versterkt door het realiseren van een ruimtelijke clustering van voorzieningen op wijk- en buurtniveau in combinatie met concentratie van woonbebouwing, onderwijs en winkels centraal in wijk · door het toepassen van meer woondifferentiatie worden de mogelijkheden voor wooncarrières in de wijken vergoot · er is aandacht voor het realiseren van bijzondere woonvormen, zoals woon-werk eenheden en beschermd wonen · participatie in voorbereiding van bouwplannen van formaat en/of nota’s van randvoorwaarden meegegeven aan initiatiefnemers · bij (her-)ontwikkelingen in de wijk wordt getracht om knelpunten op het gebied van geluidshinder en bodemverontreiniging op te lossen; tevens wordt afstemming gezocht met uitvoeringsprogramma’s als BGB en Duurzaam Veilig
5 oktober 2004
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
123
Deelprogramma 10.2 Wijken up to date
Relaties met paragrafen
Participanten
in dit programma worden doelen gerealiseerd in programma’s 3, 4, 5, 8, 7, 11, 12, 13, 14 en 15 door uitvoering integrale projecten
5 oktober 2004
· · · · ·
bewoners rijk / provincie KAN-regio en gemeenten woningcorporaties ontwikkelaars
ONDERWERP
Cruciale relaties met andere programma’s
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
124
Deelprogramma 10.2 Wijken up to date
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
10.2 De wijken up to date houden
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
-
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De jaarlijkse lasten en baten van de projecten uit dit deelprogramma maken onderdeel uit van de grondexploitatie. Deze middelen worden verantwoord onder het deelprogramma 10.4 Grondexploitatie. In de paragraaf grondbeleid is een integrale bespreking van de stadsuitleg opgenomen. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma uitsluitend rendabele investeringen plaats. De rendabele investeringen zijn conform toelichting in de paragraaf investeringen nog niet in deze begroting opgenomen.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
125
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Kadernota’s beleidsnota’s · Visie Arnhem 2015; · Structuurplan Arnhem 2010; · Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2010; · Meerjaren Ontwikkelings Programma 1999-2004; · nota duurzaam Bouwen. Stand van zaken begin 2004 · met de definitieve zekerheid rond de ontwikkeling van Schuytgraaf kon nu een start gemaakt worden met de stadsuitleg in deze wijk, die voor de komende jaren in belangrijke mate moet voorzien in de Arnhemse uitbreidingsbehoefte; daarmee kan een eind komen aan de tijdelijke stagnatie van de stadsuitleg van Arnhem in de afgelopen jaren; · de ontwikkelingen ten noorden van de Beukenlaan (Geitenkamp Noord) zijn afgevoerd; · in verband met dit besluit is actie gezet op versnelde ontwikkeling van de locatie Saksen Weimar.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Voor de voorgenomen ontwikkeling van Arnhem is uitbreiding van de stad, vergroting van het woningaanbod en de variatie in woonmilieus nodig. Dit zal voor een groot deel worden bereikt door middel van duurzame stadsuitleg op de VINEX-locatie Schuytgraaf. · ruimte voor wonen: 6100 woningen; · ruimte voor voorzieningen; · creëren duurzaam woonmilieu (fysiek, sociaal en economisch); · ruimte voor bedrijvigheid: 50.000 m2 b.v.o. kantoren; · meer gebruik OV en fiets: autoluw bouwen; aantrekkelijke fiets en OV-voorzieningen.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
126
Deelprogramma 10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· uitbreiden woningvoorraad · meer ruimte voor bedrijven · bieden van mogelijkheden voor particulier opdrachtgeverschap · bieden aantrekkelijke woonmilieus
De stadsuitleg zal de komende jaren worden gerealiseerd in de wijk Schuytgraaf. In totaal zullen 25 velden worden ontwikkeld. Uitgangspunten daarbij zijn:
2005 · oplevering vlekken 25, 21 en 20 (691 woningen) · oplevering Station Zuid · start OV-ontsluiting Schuytgraaf
Cruciale relaties met andere programma’s In dit programma worden doelen gerealiseerd in programma’s 3, 4, 5, 8, 7, 11, 12, 13, 14 en 15 door uitvoering integrale projecten
5 oktober 2004
· de verhouding sociale woningbouw en vrije sector zal globaal bestaan uit 30% sociale woningbouw en 70% vrije sector · toegankelijk en aanpasbaar bouwen t.b.v. specifieke doelgroepen · de verschillende velden zullen met verschillende identiteit worden ontwikkeld · binnen de velden is sprake van een menging van huur -en koopwoningen en een variatie in verschillende prijsklasses · wijkwelzijnsvoorzieningen worden gecombineerd met onderwijslocatievoorzieningen centraal in de wijk gepositioneerd · het autogebruik in de wijk wordt ontmoedigd door het realiseren van hoogwaardige fiets- en OVvoorzieningen en een autoluwe inrichting van de velden · behoud en ontwikkeling van de oorspronkelijke landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden · veel aandacht voor water in de wijk o.a. door realiseren natuurvriendelijke oevers van de watergangen, oppervlakteafvoer en het creëren van mogelijkheden voor waterrecreatie · creëren van grootschalig groen, dat aansluit op het toekomstige Park Overbetuwe en de rivierzone Relaties met paragrafen
Participanten · · · · ·
bewoners rijk / provincie KAN-regio en gemeenten woningcorporaties ontwikkelaars
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
127
Deelprogramma 10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
-
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De jaarlijkse lasten en baten van de projecten uit dit deelprogramma maken onderdeel uit van de grondexploitatie. Deze middelen worden verantwoord onder het deelprogramma 10.4 Grondexploitatie. In de paragraaf grondbeleid is een integrale bespreking van de stadsuitleg opgenomen. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma uitsluitend rendabele investeringen plaats. De rendabele investeringen zijn conform toelichting in de paragraaf investeringen nog niet in deze begroting opgenomen.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
128
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Thema De ruimte goed benut
129
Deelprogramma 10.4 Grondexploitatie
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Van Bodegraven
Het deelprogramma 10.4 grondexploitatie betreft een financieel programma. Het betreft de totaaltelling van alle grondexploitaties die onderdeel uit maken van de programma’s 9 en 10. De beleidsmatige toelichting op de grondexploitaties vindt u in de beleidsmatige toelichting op bijbehorende deelprogramma’s.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
bedragen x € 1.000,-
10.4 Grondexploitatie
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
44.948-
37.224-
22.907-
11.566-
11.735-
17.244-
42.327
37.065
28.527
15.876
11.066
16.811
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
2.621-
159-
5.620
4.310
669-
433-
Mutaties reserves
2.463
-
5.779-
4.469-
510
274
159-
159-
159-
159-
Saldo
158-
159-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De in dit deelprogramma opgenomen jaarlijkse lasten en baten hebben betrekking op het totaal van de grondexploitaties die onderdeel uitmaken van de programma's 9 en 10. In dit deelprogramma 10.4 Grondexploitatie worden de geldstromen verantwoord die samenhangen met de vastgestelde grondexploitaties. Omdat deze bedragen betrekking hebben op projecten worden de gemaakte kosten en opbrengsten verantwoord als onderhanden werk. In het tabel hieronder worden de betreffende geldstromen apart weergegeven, waardoor een beter inzicht ontstaat. bedragen x € 1.000,-
Goederen en diensten Tekorten op strategisch bezit Voorstudies Rente over de boekwaarde Saldo t.l.v. geactiveerde tekort Verrekening met boekwaarde Vrijvallen projectresultaten Verrekening met boekwaarde
Exploitatieresultaat Mutatie reserves Saldo
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-10.719 -469 -200 -2.744 -3.984
-2.309 -469 -200 -2.744 -4.063
-4.092 -469 -200 -2.744 -4.231
-609 -469 -200 -2.744 -4.308
-4.791 6.289 0 28.527
-1.782 4.979 0 15.876
0 0 1.480 11.066
-8.914 236 0 16.811
5.620 -5.779 -159
4.310 -4.469 -159
-669 510 -159
-433 274 -159
De daling van de jaarlijkse lasten en baten hangt samen met de verwachte ontwikkeling bij de vastgestelde grondexploitaties. Eventuele nieuwe grondexploitaties worden pas na de vaststelling in de begroting opgenomen. In de paragraaf grondbeleid wordt verder ingegaan op de ontwikkelingen rond de grondexploitatie. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma uitsluitend rendabele investeringen plaats. De rendabele investeringen zijn conform toelichting in de paragraaf investeringen nog niet in deze begroting opgenomen.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
130
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
131
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
11. Mobiliteit Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Het programma mobiliteit omvat twee deelprogramma’s: • Bereikbaarheid van de stad; • Duurzame verkeersveiligheid. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare ruimte en de wegen en (fiets-)paden daarbinnen. De gemeente draagt daarom zelf in belangrijke mate bij aan de bereikbaarheid van de stad, de verbetering van het leef- en woonmilieu en de veiligheid op weg. De beschikbaarheid van openbaar vervoer wordt in regionaal verband aangestuurd.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Er is een indirecte relatie tussen de prioritaire thema’s van de programmabegroting en het programma mobiliteit: · de bereikbaarheid van de stad is een belangrijk aandachtspunt bij de ontwikkeling van Arnhem; de economische vitaliteit van de stad hangt samen met de bereikbaarheid; · verkeersveiligheid is onderdeel van het totale veiligheidsbeleid.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem De analyse van sterke en zwakke punten binnen het programma mobiliteit geeft inzicht in kansen en bedreigingen van het Arnhemse mobiliteitsbeleid. Het laat zien of en waar extra aandacht nodig is in het mobiliteitsbeleid. Sterk
Zwak
· ligging op relatief korte afstand van de Europese economische kerngebieden · centrale ligging op kruispunt van transportassen tussen west en oost en tussen het zuidwesten en het noorden en noordoosten · halte HST met op termijn uitbouw tot HSL-station · vervoersknooppunt Arnhem Centraal met op korte termijn nieuw te bouwen transferhal en perrontunnel · ligging aan de RegioRail met potentiële stations (BPA, Presikhaaf) · adequaat OV-voorzieningenniveau trolley en dieselbus (het best mogelijke gegeven de financiële situatie) · hoger dan gemiddeld OV-gebruik · aanwezigheid potentiële verkeersafwikkelingscapaciteit · aanboring potentiële verkeersafwikkelingscapaciteit door beter benutten van de huidige infrastructuur · goede aansluitingen op het hoofdwegennet met geplande extra aansluiting N 837 op A 50 · voldoende parkeercapaciteit in de binnenstad · actuele beleidsnota’s (Arnhem weet wat ze wil!) zoals: SP Arnhem 2010-2030, SVVP Arnhem 2010, Verkeersveiligheidsplan, Wegencategoriseringsplan en Parkeernota · de aanwezigheid van structurele budgetten voor verkeersveiligheid, openbaar vervoer en fiets · sterk ontwikkelde bestuurlijk en ambtelijke wil voor regionale samenwerking (KAN-WEL!) op terrein van mobiliteit en verkeer
· lager dan gemiddeld fietsgebruik (door hoogteverschillen en barrièrewerking van de Rijn) · kwetsbare bereikbaarheid (Waal- en Rijnoeververbindingen) · steeds slechter wordende financiële situatie voor het openbaar vervoer · meer dan de helft van de automobilisten op de singels en de bruggen komt niet uit het centrum en gaat daar niet naar toe en is dus doorgaand verkeer · mate van verkeersonveiligheid · een op termijn tekortschietende hoofdwegenstructuur en geen zicht op oplossingen · milieubelasting langs hoofdassen als gevolg van autoverkeer (geluid en luchtkwaliteit)
5 oktober 2004
132
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III Belangrijkste doelen zijn het vergroten van de bereikbaarheid van het centrum ten behoeve van de economie en het vergroten van de verkeersveiligheid. Het programma mobiliteit is geen onderdeel van het gemeentelijke GSB III-beleid.
Speerpunten binnen het programma mobiliteit De speerpunten van het programma mobiliteit zijn: · realisatie in fases van het project ‘Omsingeling doorbroken’; hiermee wordt een hoogwaardige verkeersontsluiting van het centrum gerealiseerd en wordt de bereikbaarheid van de centrumstad Arnhem vergroot; · uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma van de nota ‘Duurzaam veilig’; daarbij moet de nadruk liggen op de herinrichting van verkeersaders en de aanpak van gevaarlijke locaties.
Intergemeentelijke samenwerking De bereikbaarheid van Arnhem is sterk afhankelijk van de regionale infrastructuur voor het openbaar vervoer, de auto en de fiets. Intergemeentelijke samenwerking is daarom essentieel voor het programma mobiliteit. Arnhem overlegt veelvuldig met het Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN) en met buurgemeenten over verkeer en infrastructuur. Zo is Arnhem bestuurlijk en ambtelijk betrokken bij de vernieuwing van het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP-KAN). Van belang is dat het KAN opdrachtgever is voor het lokale openbaar vervoer in Arnhem en dat de rijksgelden (GDU/BDU) via het KAN aan projecten worden toebedeeld. Arnhem werkt met andere gemeenten samen op het gebied van Duurzaam Veilig. Zo stellen het KAN, de provincie Gelderland, Regionaal Orgaan Verkeerveiligheid Gelderland (ROVG) en de politieregio Gelderland - Midden gezamenlijk regionale programma’s op voor gedragsbeïnvloedende projecten. De politie is daarbij betrokken vanwege de handhavingscampagnes. Bij de voorbereiding van de infrastructurele projecten vindt overleg plaats met buurgemeenten, zoals de gemeente Lingewaard, Overbetuwe, Westervoort, Rheden en Renkum.
5 oktober 2004
Kadernota’s beleidsnota’s · Structuurplan Arnhem 2010; · Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2000 - 2010; · Wegencategorisering Arnhem; · Parkeernota 2003 – 2010; · Raamplan fietsverkeer, stand van zaken 2002; · Kadernota verkeersveiligheid. Stand van zaken beleid in 2004 · om Arnhem in 2010 bereikbaar te houden, start in 2004 het project Omsingeling Doorbroken, waarmee de centrumring beter benut gaat worden, hetgeen tot een hogere verkeerscapaciteit leidt; · omdat uit studies naar de transformatie van de binnenstad (Rijnboog) blijkt dat voor de periode na 2020 op de hoofdwegen van Arnhem aanvullende maatregelen nodig zijn, start Arnhem samen met de overige relevante wegbeheerders een studie naar de hoofdwegenstructuur.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid De langetermijndoelen van het Arnhemse verkeers- en vervoersbeleid zijn gericht op het waarborgen van de bereikbaarheid van de vitale functies in de stad (sluit aan bij een van de GSB-hoofddoelstellingen: ‘vergroten bereikbaarheid economische activiteiten’), het verhogen van de verkeersveiligheid en het verbeteren van het leefmilieu. De doelen zijn te bereiken door het geleiden van de mobiliteit en het stimuleren van het gebruik van alternatieve vervoerwijzen, zoals openbaar vervoer en fiets.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
133
Deelprogramma 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen
Beschrijving van de aanpak · om tijdig te kunnen inspelen op toekomstige knelpunten in de verkeersafwikkeling studeert Arnhem de komende periode intensief op de kwaliteit van het hoofdwegennet · de bereikbaarheid van de binnenstad wordt verbeterd door een combinatie van maatregelen op het gebied van OV, fiets en auto · parkeervoorzieningen worden uitgebreid; om uitbreidingen van de gebouwde parkeervoorzieningen mogelijk te maken, voegt Arnhem het straaten garageparkeren in één exploitatie bij elkaar · om de doorstroming van het OV te bevorderen zullen meer vrije busbanen worden gerealiseerd; bij kruisingen met verkeersregelinstallaties is voorrang voor het OV uitgangspunt · conform het Raamplan Fietsverkeer Arnhem worden fietsvoorzieningen aangelegd en verbeterd voor een aaneengesloten stedelijk hoofdfietsnetwerk · bij alle nieuwe ontwikkelingen en herbestemmingen in de stad worden voorzieningen voor het stallen van fietsen gerealiseerd of verbeterd · in de binnenstad wordt ingezet op kwaliteitsverbetering van stallingmogelijkheden aan de randen van de binnenstad · de planning en uitvoering van verkeersmaatregelen zal op het niveau van uitvoeringsprogramma’s afstemming plaatsvinden op het gebied van geluidssanering en luchtkwaliteit
Beoogde resultaten
Indicatoren: · het rapportcijfer dat bezoekers van de binnenstad geven aan de bereikbaarheid van de binnenstad moet toenemen van 5,5 in 2002 naar 6,0 in 2006 Voor de langere termijn (2010) gelden de volgende opgaven (ten opzichte van 2000): · het afwikkelingsniveau voor de auto in het centrum blijft gelijk · de groei van het aantal autokilometers bedraagt maximaal 10% · de groei van het aantal OVkilometers is minimaal 30% · de groei van het aantal fietskilometers is minimaal 15%
Cruciale relaties met andere programma’s 09.Stedelijke hoofdstructuur versterken Verkeersmaatregelen zijn onderdeel van integrale projecten 10. Wijken bouwen Verkeersmaatregelen zijn onderdeel van integrale projecten 13.Kwaliteit openbare ruimte Door verkeersmaatregelen wordt de kwaliteit openbare ruimte vergroot 15.Duurzaam Milieu Door verkeersingrepen wordt millieubelasting verminderd 5 oktober 2004
2005 Studie en onderzoek: · onderzoek naar hoofdwegenstructuur · participeren in onderzoek naar uitbreiding regionale hoofdwegenstructuur (A 12, A 50, A 15, A 73) · initiëren vernieuwing locatie- en parkeerbeleid door KAN · onderzoek naar vormen van monitoring bereikbaarheid (gerelateerd aan het GSB) en in overleg met de VNG · planvorming Reconstructie Apeldoornsestraat/-weg · omsingeling doorbroken: oplevering fase Velperplein
Relaties met paragrafen
Participanten
· investeringen · onderhoud kapitaalgoederen
· college, raad en overige overheden · vertegenwoordigers van maatschappelijke groeperingen en van burgergroepen · belanghebbenden
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten · vergroten capaciteit hoofdwegennet · bevorderen doorstroming openbaar vervoer · verbeteren aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer · verbeteren fietsnetwerk · verbeteren fietsparkeren · verbeteren bereikbaarheid van de binnenstad
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
134
Deelprogramma 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen
ONDERWERP
Rekening 2003
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
5.523-
6.390-
6.397-
6.576-
6.645-
6.737-
5.987
5.033
5.031
5.031
5.031
5.032
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
464
1.357-
1.366-
1.545-
1.614-
1.705-
Mutaties reserves
2.043-
322
368
355
364
368
Saldo
1.579-
1.035-
998-
1.190-
1.250-
1.337-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Vanaf 2006 worden er jaarlijks middelen aan de begroting toegevoegd voor het uitvoeren van een structurele controle op alle verkeersregelinstallaties (€ 80 duizend). Ten opzichte van de begroting 2004 dalen de kapitaallasten in 2005 en verder (€ 84 duizend). Daarnaast nemen de lasten in 2005 eenmalig toe door de hogere automatiseringskosten voor het Parkeerbedrijf (€ 59 duizend) en vindt er een dotatie plaats aan de voorziening openbaar vervoer (€ 32 duizend). In samenhang met hogere automatiseringskosten voor het Parkeerbedrijf wordt er eenmalig in 2005 een onttrekking gedaan aan de parkeerreserve (€ 46 duizend). Het verschil in de lasten tussen de begroting 2004 en de rekening 2003 heeft voornamelijk betrekking op verkeersplannen. Het gaat daarbij met name om verkeersprojecten die over meerdere jaren lopen en waarbij al wel kosten zijn gemaakt en nog niet zijn afgerekend. Bij de gereed melding van het project worden de kosten in de jaarrekening verantwoord. Rekening 2003
Investeringen
Begroting 2004
Begroting 2006
Begroting 2005
Begroting 2007
Begroting 2008
Economisch nut
0
0
0
0
0
0
Maatschappelijk nut
0
416
1034
993
882
882
205 211
205 677
205 677
205 677
205 677
Verkeerskrediet Verkeersregelinstallaties Verkeersregelinstallaties (prov)
152
Stadsplattegronden
Totaal
111
-
416
1.034
993
882
882
Toelichting op de investeringen Voor de aanleg van verkeersdrempels en andere kleine wensen wordt jaarlijks een verkeerskrediet ter beschikking gesteld van € 205.000. De verzoeken voor dergelijke aanpassingen komen uit de wijken en worden toegekend voorzover daar noodzaak voor is en er middelen voor zijn. Conform het meerjarengrootonderhoudsplan is vanaf 2005 voor de vervanging van verkeersregelinstallaties jaarlijks € 677.000 opgenomen (zie paragraaf onderhoud kapitaalgoederen). Daarnaast wordt in 2005 aan de provincie een bijdrage geleverd van € 152.000 voor de verkeersregelinstallatie op de kruising AmsterdamsewegDreijenseweg. In 2006 wordt een investering gepleegd in de stadsplattegronden voor € 111.000.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen
Middelen
Investeringen
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
135
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
136
Deelprogramma 11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid
Uitgangspunten van beleid Het langetermijndoel van dit programma is het verhogen van de verkeersveiligheid. De landelijke doelstelling is eind 2003 bijgesteld op 15 % minder doden (was 30%) en 7,5 % minder ziekenhuisgewonden (was 25%) in 2010 t.o.v. 2002 (was 1998). Het programma Duurzame verkeersveiligheid werkt nauw samen met andere programma’s als Buiten Gewoon Beter, Gemeentelijk RioleringsPlan en Raamplan Fiets. Kadernota’s beleidsnota’s · Structuurplan Arnhem 2010; · Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2010; · Wegencategorisering Arnhem; · Parkeernota 2003 -2010; · Raamplan fietsverkeer, stand van zaken 2002; · Kadernota verkeersveiligheid. Situatie 2004 · het beleid inzake de bevordering van de verkeersveiligheid is voortgezet door de voorbereiding van de inrichting van 30-kmzones en door het uitvoeren van maatregelen ter beïnvloeding van het gedrag; de maatregelen die in het kader van Duurzaam Veilig worden getroffen zijn voor een belangrijk deel gekoppeld aan het rioleringsprogramma en BGB; · ook op het gebied van handhaving is een en ander gebeurd; de matrixborden (U rijdt te hard) zijn onlangs aangeschaft en zullen in 2004 op diverse plekken in de stad worden geplaatst; · ondanks de diverse maatregelen konden de successen op het vlak van de verkeersveiligheid (aantallen slachtoffers) in 2003 ten opzichte van de voorgaande jaren niet vastgehouden worden; het aantal verkeersslachtoffers in Arnhem is in 2003 weer iets gestegen, namelijk van 328 in 2002 naar 345 in 2003; er is de afgelopen jaren echter nog steeds een dalende trend waar te nemen.
5 oktober 2004
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· 15 % minder verkeersdoden en ziekenhuisgewonden in 2006
Om de Arnhemse verkeersveiligheid te verbeteren wordt ingezet op de volgende speerpunten: · ongevallen op verkeersaders · onveiligheid in verblijfsgebieden · bromfietsongevallen · fietsongevallen · ongevallen met jonge verkeersdeelnemers · te hoge snelheden
2005 · diverse analyses verkeersongevallenconcentraties · start uitbreiding 30 km/uur-zones in BGB-wijken · diverse verkeersveiligheidsacties · vervolg handhavingsacties
De komende jaren zal een combinatie van maatregelen worden genomen bestaande uit: · uitbreiden van verblijfsgebieden · herinrichting verkeersaders · aanpakken van gevaarlijke locaties · verkeershandhaving · educatie Het uitvoeringsprogramma Duurzaam Veilig is zoveel mogelijk afgestemd op de uitvoeringsprogramma’s van het BGB, GRP, Raamplan Fiets en wegonderhoud. Verkeersveiligheid is een belangrijk aspect bij de realisatie van nieuwe woongebieden in Schuytgraaf en Malburgen. Cruciale relaties met andere programma’s 09.Stedelijke hoofdstructuur versterken Verkeersmaatregelen zijn onderdeel van integrale projecten 10. Wijken bouwen Verkeersmaatregelen zijn onderdeel van integrale projecten 13.Kwaliteit openbare ruimte Door verkeersmaatregelen wordt veiligheid en de kwaliteit openbare ruimte in de wijken vergroot
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
Participanten
· investeringen
· college, raad en overige overheden · vertegenwoordigers van maatschappelijke groeperingen en van burgergroepen · belanghebbenden
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. Veenstra
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
137
Deelprogramma 11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid
Rekening 2003
Middelen
Lasten
-
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
403-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
-
Resultaat
Exploitatieresultaat
-
Mutaties reserves
403-
Saldo
403-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van Duurzaam veilig zijn middelen ter beschikking gesteld voor het uitvoeren van meerjarige projecten (€ 0,4 mln.). In 2003 zijn de lasten toegevoegd aan een reserve. Bij gereedkoming van het project worden de kosten verrekend met de reserve. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
138
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
139
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
12. Wonen in Arnhem Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Het programma Wonen in Arnhem heeft als doel de aantrekkingskracht van Arnhem als woonplaats te vergroten. Hiervoor is versnelde uitbreiding van de woningvoorraad nodig en verandering van de samenstelling en de kwaliteit van de woningvoorraad en woonomgeving. De gemeente vervult vooral een regisserende en faciliterende rol voor de partners op de woningmarkt, zoals corporaties en projectontwikkelaars.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Het programma wonen draagt bij aan het thema ‘Wonen en Samenleven’ van deze programmabegroting. Het programma heeft een sterke relatie met het programma wijken bouwen. In het programma wonen ontwikkelt de gemeente de visie op het beleid voor de woningmarkt. Het programma wijken bouwen zet zich in voor de uitvoering van deze visie met projecten voor stedelijke herstructurering en nieuwe stadsuitleg. Binnen het programma wonen worden de kwalitatieve en kwantitatieve woonopgaven geformuleerd. De inzet is om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren, de sociale kwaliteit van de samenleving te verbeteren en de midden- en hogere inkomens te binden aan de stad. Het programma wonen is een belangrijk middel om de sociale opgave van de stad te verwezenlijken. Het zet in op een gevarieerder woningaanbod, verhoging van de kwaliteit van Arnhem als woonstad en verbetering van het systeem van toewijzingen van woningen. Het programma beïnvloedt op deze manier het sociale klimaat in de Arnhemse wijken, de sociale cohesie in de stad en het vestigingsklimaat voor bedrijven. Woningmarkt en woningmarktbeleid beïnvloeden de concentratie of spreiding van allochtonen. Het woningtoewijzingsbeleid heeft in het verleden segregatie in de hand gewerkt. Het beleid voor woningverdeling kan echter ook een middel zijn om integratie van nieuwkomers in onze samenleving te stimuleren. Het programma wonen heeft de belangrijke opgave om bij te dragen aan het verminderen van de tweedeling in de stad. Door gevarieerd te bouwen in de wijken moet een evenwichtigere verhouding ontstaan tussen koop- en huurwoningen in gehele stad en in de afzonderlijke wijken. Op deze manier ontstaat een aantrekkelijker woonklimaat voor de groepen met middeninkomens en hogere inkomens. Het programma wonen is een onmisbare schakel binnen het thema ‘Wonen en Samenleven’, omdat het sterk bijdraagt aan de kwaliteit van de stedelijke samenleving. Mede daarom is het één van de speerpunten van het gemeentelijke beleid en onderdeel van de inzet van het gemeentebrede GSB IIIbeleid.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten van de Arnhemse woningmarkt en alles wat daar sterk mee samenhangt, geeft inzicht in de kansen en bedreigingen van het programma wonen. Het laat zien waar de prioriteit moet liggen binnen het programma en legitimeert de inzet van GSB III-middelen voor wonen. Sterk · · · ·
woonstad met aantrekkelijke omgeving aan de randen van de stad kruispunt van ecologische “kanjers” (Veluwe, rivierengebied) hoog commercieel en maatschappelijk voorzieningenniveau (o.a. winkelcentrum, zorg- en welzijnsvoorzieningen) goede bereikbaarheid stad (spoor, autowegen, water
5 oktober 2004
Zwak · · · · ·
relatief veel huishoudens met lage inkomens veel mensen in bijstand en relatief veel werkloosheid (waaronder veel allochtonen en jongeren) de groep 'nieuwkomers' groeit in vergelijking met andere grote steden snel en vraagt relatief meer aandacht 2/3 huurwoningen, 1/3 koopwoningen veel goedkope gestapelde huurwoningen
· · ·
· · · · · · · · ·
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III GSB
· Het verbeteren van de balans tussen vraag en aanbod op de woningmarkt
In de uitvoering ligt de aandacht bij: · nieuwbouw in bestaand bebouwd gebied, via de herstructurering van de wijken Presikhaaf en Malburgen; · het bevorderen van het eigen woningbezit door nieuwbouw (voornamelijk in Schuytgraaf) en verkoop van huurwoningen; · een zorgvuldig gebruik van de schaarse bouwgrond in Arnhem, door uitbreidingsnieuwbouw binnen het bestaande bebouwde gebied uit te voeren; · toename van het aantal volledig toegankelijke woningen voor de groep zorgbehoevenden; · ingrijpende woningverbeteringen in een deel van de Arnhemse woningvoorraad.
Speerpunten binnen het programma wonen in Arnhem Het programma wonen spitst zich toe op de drie grote projecten van het programma wijken bouwen: · Malburgen; · Presikhaaf; · Schuytgraaf.
Intergemeentelijke samenwerking De Arnhemse opgave op het gebied van wonen is alleen te realiseren met goede afspraken binnen de regio. Op het gebied van wonen vindt intergemeentelijke afstemming plaats via het platform wonen van het KAN. Binnen het KAN zijn afspraken gemaakt over spiegelbeeldig bouwen in de regio. De afspraak is dat de woningbouw in kleinere gemeenten voor 50% uit sociale woningbouw bestaat en in de steden voor 35%. De gemeente Arnhem neemt deze afspraak over in de Woonvisie, die in 2004 bestuurlijk wordt vastgesteld.
5 oktober 2004
ONDERWERP
·
·
Sociale huurwoningen geconcentreerd in delen van de stad Doorstroming in de huursector en tussen huur- en koopsector stagneert Relatief lage beoordeling kwaliteit woonomgeving Dalende slaagkans sociale huursector Veel vraag vanuit souterrain woningmarkt Stagnatie in de woningbouwproductie Ontevredenheid bij bewoners over oplevering koopwoningen Negatief oordeel bewoners over sociale veiligheid in delen van de stad Weinig aanbod van woningen in goedkope koopsector en in middeldure huur In direct-naoorlogse wijken kwaliteit van huur- en particuliere woningen soms ondermaats Weinig mogelijkheden voor vrije kavels
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
· ·
·
PAGINA
· ·
Veel werkgelegenheid in internationale dienstensector Weinig vervuilende industrie Omvangrijk aanbod kunst en cultuur en evenementen Stad bekend om toerisme en attracties Divers woningaanbod (typologie, prijsklasse, architectuur) Omvangrijke kernvoorraad (huurwoningen beneden aftoppingsgrens) Groeiend aanbod in de koopsector Regionaal woonruimteverdeelsysteem (transparant, geen inkomensdiscriminatie) Aanwezigheid van diverse attractieve woonmilieus
140
·
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
Uitgangspunten van beleid 1. Versterken positie van Arnhem op de regionale woningmarkt en verbeteren afstemming vraag en aanbod Om aan de lokale en regionale woningbehoefte te voldoen, dienen voldoende aantallen woningen beschikbaar te zijn en het woningaanbod dient afgestemd te zijn op de woningvraag. Om de positie van Arnhem in de regio te versterken dient niet alleen gelet te worden op de kwaliteit en diversiteit van het woningaanbod, maar ook op de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. De bijzondere positie van Arnhem, als regionale centrumstad gelegen in het groen en aan de rivier de Rijn, dient voor het wonen een meerwaarde op te leveren. Met het versterken van de positie van Arnhem wil de gemeente de bewoners meer binden aan de stad en meer huishoudens met een middel tot hoog inkomen naar de stad halen om er te wonen. Het versterken van de positie van stedelijke woonmilieus op de regionale woningmarkt is ook een van de hoofddoelstellingen van het GSB. 2. Arnhem, ongedeelde stad in een ongedeelde regio. In de programmering van de nieuwbouw en de herstructurering staat de ongedeelde stad en het spiegelbeeldig bouwen in de KAN-regio centraal. Het gaat daarbij om het verminderen van een sociaal-economische en demografische eenzijdigheid op gemeente-, buurt- en wijkniveau. Op buurt- en wijkniveau moeten doorstromingsmogelijkheden bestaan voor bijvoorbeeld ouderen en hogere inkomens en instroommogelijkheden voor starters en lagere inkomens. De herstructurering en de nieuwbouw staan hiermee in het teken van het verbeteren en versterken van de bestaande stad, met als doelstellingen meer variatie in woonmilieus en meer keuzemogelijkheden qua woningtype. Op regionaal niveau van het KAN zullen de regiogemeenten een relatief grote inspanning plegen om meer sociale woningbouw te realiseren. Kadernota’s en beleidsnota’s · Woonvisie; · concessie-afspraken; · herstructurering van wijken heeft door integrale aanpak relaties met: o Economie: wonen/werken o MO: huisvesting bijzondere doelgroepen en voorzieningen / sociaal programma o IZ: WvG / opplussen woningen o SB: openbare ruimte / toegankelijkheid woonomgeving Stand van zaken beleid in 2004 · in vergelijking met voorgaande jaren is in 2004 de woningbouwproductie beduidend gestegen; · ten opzichte van de VINEX-taakstelling 2000-2005 van het rijk is de achterstand niet verder gegroeid, maar ook niet afgenomen en bedraagt zij eind 2004 ca. 4000 woningen; · door de relatief lage woningbouwproductie (ook in de regio) is de spanning op de woningmarkt nog steeds aanwezig; deze resulteert in een lage doorstroming op de woningmarkt, lage slaagkansen van woningzoekenden; · de verhouding huur / koop in de totale woningvoorraad bedraagt anno 2003 ca. 65% huur en 35% koop; · in 2004 zijn de resultaten van het Woningbehoefteonderzoek beschikbaar gekomen en is de gemeentelijke Woonvisie door de gemeenteraad vastgesteld; · in 2004 zijn met het KAN afspraken gemaakt over concessies nieuwbouw voor periode 2004-2009 en zijn er woningbouwafspraken over nieuwbouwaantallen gemaakt met het Rijk.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
141
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
1. Versterken positie Arnhem A. versterken positie Arnhem
· de groei van de woningvoorraad zal worden gerealiseerd door middel van stadsuitleg en inbreiding; de stadsuitleg vindt plaats in de nieuwbouwlocatie Schuytgraaf; de inbreiding zal voornamelijk plaats vinden in de herstructureringsgebieden Malburgen, Presikhaaf en Rijnboog
2005 1. versterken positie Arnhem
B.
opvang van lokale / regionale Woningbehoefte: bouwen van bruto 5.000 woningen in vijfjaarsperiode tot en met 2009. Dit is een cijfer per 1-10-2004. Een eventueel hoger aantal is afhankelijk van de onderhandelingen met het KAN/Rijk
C. bevordering eigen woningbezit: · verlagen verhouding huur/koop naar 55/45 in 2010 · verkoop huurwoningen · stijging van het aandeel huishoudens in de stad met middeninkomens en hogere inkomens D. inspelen op vraagmarkt: · bevorderen nieuwbouw particulier opdrachtgeverschap D. bevorderen en verbeteren woonzorg E. uitbreiden bijzondere huisvesting: uitbreiden maatschappelijk opvang, begeleid en beschermd wonen huisvesting verstandelijk en/of lichamelijke gehandicapten 2. Ongedeelde stad in ongedeelde regio A. Spiegelbeeldig bouwen in de regio: · 35% sociaal in de grote gemeenten (o.a. Arnhem) · 50% sociaal in regiogemeenten B. Verbeteren woningvoorraad (sociaal en particulier in actiegebieden): · sloop van gemiddeld jaarlijks 300 woningen in komende drie jaar · aanpak particulier woningbezit in Presikhaaf en Malburgen
5 oktober 2004
· ten behoeve van de uitvoering van de woonvisie zal met de in Arnhem actieve woningcorporaties prestatieafspraken worden gemaakt over de het bereiken van de middellange termijn doelstellingen · in de bestaande stad wordt op het gebied van wonen aandacht besteed aan de het verbeteren van de sociale en economische structuur · het zwaarste accent van de aanpak van de Ongedeelde stad ligt in de transformatie van woonmilieus in Malburgen, Presikhaaf en in Rijnboog
A. programma nieuwbouw · nieuwbouw ca. 1.000 woningen B. deel van vrijkomende huurwoningen zal facultatief kunnen worden gekocht dan wel worden gehuurd. C. programma van eisen opgesteld en pilot particulier opdrachtgeverschap in uitvoering D. · labeling woningaanbod bijzondere doelgroepen · programma en procesplanning woonservicegebieden gereed en in uitvoering E. prestatieafspraken woningcorporaties
2. Ongedeelde stad in ongedeelde regio A. evaluatie nieuwbouwdifferentiatie B. sloop: 100 woningen C. studie gereed naar mogelijkheden Werkhotel met belanghebbenden
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
142
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen (GSB III)
· bij nieuwbouwprojecten zal nadrukkelijk gekeken worden naar de woningbouwdifferentiatie en het bieden van nieuwe woonmilieus: o.a. atelierwoningen en woon/-werk-woningen (GSB III)
Indicatoren: nieuwbouw op uitleglocaties (GSB III ) · Schuytgraaf totaal in periode 2005-2009: ca. 3.300 woningen · sociale huur: 300 woningen · sociale koop: 820 woningen · middel/dure huur: 1200 woningen · middel/dure koop: 960 woningen uitbreidingsnieuwbouw in bestaand bebouwd gebied (GSB III) · totaal ca. 300 woningen · sociale huur: 25 woningen · sociale koop: 75 woningen · middel/dure huur: 110 woningen · middel/dure koop: 90 woningen nieuwbouw in bestaand herstructureringsgebied (GSB III) · totaal ca. 1400 woningen. · sociale huur: 130 woningen · sociale koop: 350 woningen · middel/dure huur: 520 woningen · middel/dure koop: 400 woningen
5 oktober 2004
· door middel van nieuwbouw en verkoop van huurwoningen dient het eigen woningbezit bevorderd te worden; de woonconsument krijgt daarbij meer zeggenschap over woningen en woonomgeving · (GSB III) · ten behoeve van huisvesting van zorgbehoevenden zal actief ondersteuning worden geboden bij de uitwerking van de Masterplannen Wonen, welzijn en zorg; daarbij zal o.a. worden gekeken naar nieuwbouwmogelijkheden, naar het opplussen van woningen en het verbeteren en aanpassen van de woonomgeving (GSB III)
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
143
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
Relaties met paragrafen
Participanten
omzettingen: sloop en andere onttrekkingen, huurwoning> koopwoning (GSB III) · sloop: ca. 700 woningen · omzetting huur naar koop: 250 woningen (aanname) ingrijpende woningverbetering (50.000 euro per woning) (GSB III) · in de huidige herstructureringsplannen staat de sloop / nieuwbouw centraal; vooralsnog zijn we als gemeente niet bekend met plannen die ingrijpende woningverbetering voorstellen toename aantal volledig toegankelijke woningen (GSB III) · met de corporaties is afgesproken dat 2% van de te realiseren huurwoningen als Miva-woning (minder validenwoning) worden gerealiseerd saldo toe te voegen aantal woningen binnen bestaand bebouwd gebied minus sloop en andere onttrekkingen (GSB III) · op basis van bovenstaande cijfers zullen 1.700-600 = 1.100 woningen in het stedelijke gebied per saldo worden toegevoegd; totaal zal de gemeente Arnhem in de periode 2005-2009 een nieuwbouwproductie leveren van 5.000 woningen (voorlopig cijfer 1-10-2004)
Cruciale relaties met andere programma’s 05. Zorg Wonen en zorg wordt gecombineerd 09 Stedelijke hoofdstructuur versterken Woningbouw wordt gerealiseerd in integrale projecten 10. Wijken bouwen Woningbouw wordt gerealiseerd in integrale projecten 13. Kwaliteit openbare ruimte Woonmilieu wordt verbeterd door aanpassingen openbare ruimte
5 oktober 2004
· · · · · · ·
bewoners rijk / provincie KAN-regio en regiogemeenten woningcorporaties ontwikkelaars makelaardij particuliere verhuur
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
144
Deelprogramma 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
16.712-
6.328-
5.056-
4.956-
4.856-
4.754-
12.750
450
257
206
156
105
5.878-
4.799-
4.750-
4.700-
4.649-
5.878-
4.799-
4.750-
4.700-
4.649-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
3.962-
Mutaties reserves
510
Saldo
3.452-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 zijn de middelen voor Citymanagement op deelprogramma 14.1 Verbetering ondernemersklimaat in plaats van op dit deelprogramma 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt opgenomen (€ 0,017 mln.). Naast de hierboven genoemde mutatie nemen de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 af door de afname van de kapitaallasten (€0,157 mln.) en het vervallen van de reguliere gemeentelijke bijdrage aan Arnhem Centraal (€ 0,794 mln.). De capaciteitskosten voor de afbouw van de werkzaamheden in het kader van de stadsvernieuwing zijn verantwoord op 16.5 algemene lasten en baten (€ 0,2 mln.). Deze mutaties werken meerjarig door. De afname van de baten in 2005 ten opzichte van 2004 is te verklaren door de lagere onttrekking aan het stadsvernieuwingsfonds, als gevolg van de lagere kosten (€ 0,193 mln.). Deze mutaties werken meerjarig door. De lagere lasten in 2003 ten opzichte van 2004 hebben met name te maken met de bijdrage van het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) inzake de kosten voor bodemsanering (€ 3,8 mln.), de plankosten Presikhaaf en de bijdrage bewonersparticipatie Malburgen (€ 1,3 mln.), de storting van de ontvangen rente over de voorziening grondexploitatie (€ 1,9 mln.) in de voorziening grondexploitatie, de bijdrage aan het project Musiskwartier (€ 0,8 mln.), de storting van de bijdrage van het KAN inzake de VINEX-woningbouwlokaties en de ontvangen rente over de reserve Besluit Locatiegebonden Subsidie (BLS) buiten- en binnenstedelijk (€ 1,2 mln.) en de afwikkeling van de taken inzake stadsvernieuwing (€ 1,3 mln). In samenhang met de hogere lasten in 2003 ten opzichte van 2004 nemen de baten als gevolg van de bijdrage van het ministerie van VROM, de rente over de voorziening grondexploitatie en de ontvangen bijdrage van het KAN inzake de VINEX-woningbouwlocaties. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
145
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
146
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
147
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
13. Kwaliteit openbare ruimte Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Het welbevinden van mensen in de stad wordt mede bepaald door de kwaliteit van de openbare ruimte. De onderhoudstoestand van het groen, de wegen, de pleinen, de verlichting, recreatieve voorzieningen en het straatmeubilair zijn van belang voor deze kwaliteit. De gemeente is bij uitstek verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte en, in samenwerking met ontwikkelaars en bewoners, ook voor de inrichting ervan. Burgers vinden het belangrijk dat openbare ruimtes schoon, heel, netjes en veilig zijn. Ook de kwaliteit van zaken die niet direct in het oog springen draagt daaraan bij. Het programma zet daarom ook in op de kwaliteit van de rioleringen en een verantwoorde omgang met verschillende soorten afval. Tot slot is het aanzicht van de stad van belang voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Het welstands- en erfgoedbeleid binnen dit programma richt zich daarom op het verbeteren van de identiteit en het onderscheidend vermogen van Arnhem.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Openbare ruimtes van goede kwaliteit verbeteren de leefbaarheid en de kwaliteit van de leefomgeving. Dit vergroot de kwaliteit van het samenleven in de buurt en in de stad en heeft een positieve uitwerking op de sociale cohesie en de veiligheid. Het programma draagt ook bij aan het thema ‘Aantrekkelijke centrumstad’ door de cultuurhistorische waarden in de stad optimaal te benutten en de ruimtelijk kwaliteit te verbeteren. Het programma leidt tot zichtbare kwaliteitsverbetering van het openbaar gebied in Arnhem en is daarom onmisbaar voor het thema ‘Zorg voor het publiek domein’. Het programma is mede daarom één van de speerpunten van het gemeentelijke beleid en onderdeel van het gemeentelijke GSB IIIbeleid.
Sterktezwakteanalyse voor de gemeente Arnhem De sterke en zwakke punten binnen het programma laten zien wat de kansen en bedreigingen zijn voor de openbare ruimte in Arnhem. De analyse geeft aan waar de prioriteit moet liggen bij de aanpak. Sterk
Zwak
· aanwezigheid van programma Buiten Gewoon Beter in combinatie met andere gemeentelijke programma’s zoals GRP en Duurzaam Veilig (Verkeer). Hiermee wordt op gefaseerde wijze de hele openbare ruimte van Arnhem op basiskwaliteit gebracht en wordt de fysieke verloedering van de stad omgebogen in kansen voor aantrekkelijk wonen en werken in de stad. · we beschikken over een vastgesteld Waterplan Arnhem (2003-2007) en een specifiek op riolering gericht Gemeentelijk RioleringsPlan 2003 t/m 2007 (GRPIII). · voor de realisatie van de doelstellingen van het GRPIII zijn extra (investerings)middelen beschikbaar gesteld; dit maakt het ook mogelijk de bestaande riolering (incl. gemalen) adequater en preventief te onderhouden. · door een integrale benadering en een vroegtijdige participatie van erfgoeddeskundigen in RO-processen wordt de cultuurhistorische waarde van plekken en objecten gepositioneerd als een kwaliteit die niet bevroren hoeft te worden maar verder kan worden ontwikkeld.
· het op basiskwaliteit brengen van de hele stad vergt een inspanning die 13 jaar in beslag neemt; dat vraagt om een structureel draagvlak · het rioolbeheersysteem kan het tijdstip voor de noodzakelijke vervanging van riolering voorspellen, maar tal van plaatselijke factoren kunnen nog steeds zorgen voor onverwachte onveilige situaties (zoals een gat in de weg door een ingestort riool). · het rioolbeheersysteem bevat nog niet alle Arnhemse rioolgegevens. Uit de inventarisaties tot nu toe blijkt dat de omvang van de riolering met de kwalificatie ‘zeer slecht’ groter is dan geraamd in GRPIII. · de communicatie met monumenteneigenaren beperkt zich tot de termijn van de vergunningaanvraag; de toegankelijkheid van erfgoedkennis is beperkt.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
GSB
PAGINA
GSB
148
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III De doelen voor de komende jaren zijn: · de kwaliteit van de (semi-)openbare ruimte fasegewijs verbeteren; · waarborgen van culturele kwaliteiten bij de uitvoering van de stedelijke vernieuwing. Dit laatste punt heeft betrekking op de openbare ruimte zelf en op de “plinten” van de openbare ruimte, met name het gebouwde erfgoed in de stad.
Speerpunten binnen het programma Kwaliteit openbare ruimte Speerpunten in de aanpak zijn: · voortzetten van het beleidsplan ‘Buiten Gewoon Beter’; Arnhem wordt steeds schoner, heler en veiliger door steeds meer wijken op een basisniveau te brengen en kwaliteitsimpulsen aan de openbare ruimte te geven; · voortzetten van het uitvoeringsprogramma van het ‘Gemeentelijk Rioleringsplan III’; het vervangen en onderhouden van de riolering levert een belangrijke bijdrage aan de ondergrondse kwaliteit van de openbare ruimte; · uitvoering geven aan de erfgoednota, welstandsnota en de nota verbetering particuliere woningvoorraad; prioriteit ligt bij het vergroten van het bestand beschermde gemeentelijke monumenten en de realisatie van particuliere woningverbeteringen in de Arnhemse binnenstad en Presikhaaf.
Intergemeentelijke samenwerking Op het gebied van archeologie wordt samengewerkt met de gemeenten Nijmegen en Lingewaard. Erfgoed-overleg regio Veluwe en Federatie grote monumentgemeenten.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
Uitgangspunten van beleid Een aantal jaren geleden is geconstateerd dat er een krachtige inhaalslag nodig was op terrein van onderhoud in het “groen” en het “grijs” om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren. Daarbij gaat het om zaken als verhardingen, groen, verlichting, onkruid en zwerfvuil. Een hogere kwaliteit zal ook stimuleren om nieuwe vervuiling tegen te gaan, dus het mes snijdt aan twee kanten. Het verbeteren van de openbare ruimte in de hele stad vergt een forse inspanning. Daarom is er gekozen voor een wijksgewijze aanpak. De kwaliteit van de openbare ruimte van een aantal wijken is ondertussen op basisniveau gebracht. Vele wijken zullen nog volgen. Voorzien is een traject dat loopt tot 2015. Dit heeft ook consequenties voor het reguliere beheer, want een wijk die op basisniveau is, zal ook op basisniveau moeten blijven. Daarvoor is ook extra onderhoud nodig. Kadernota’s beleidsnota’s · Beleidsplan BGB: “Buiten Gewoon Basis” (basiskwaliteit); · “Buiten Gewoon Doorgaan (BGD)” (projectfase); · notitie “Toevoeging op de plannen BGB en BGD”. Situatie 2004 De drie pilots in de wijken Elden, Vredenburg en Geitenkamp zijn afgerond en worden op basisniveau beheerd. Eind 2003 is tevens een start gemaakt met het uitvoeren van de wijkplannen voor de vier nieuwe Buiten Gewoon Beter (BGB)-aanpakwijken (Elderveld, Heyenoord/Lombok, Transvaalbuurt en ’t Duifje). De werkzaamheden zijn in 2004 grotendeels afgerond. Tevens worden inbreidingslocaties en velden van Malburgen die gereed zijn e gekomen direct op basisniveau onderhouden. In begin 2004 is door het bestuur de nota “Keuze wijken 3 ronde Buiten Gewoon Beter” vastgesteld. In de jaren 2005-2006 worden Klarendal, Velperweg e.o. (Angerenstein en Molenbeke) Burgemeesterkwartier en De Laar-west op basisniveau gebracht. In 2003 is het GSO-project Duurzame bewonersbetrokkenheid opgestart. Doel van dit project is de betrokkenheid van wijkbewoners bij hun woonomgeving in stand te houden, ook als het BGB-project in hun wijk is afgerond. Dit project wordt eind 2004 beëindigd. Stand van zaken beleid in 2004 De nota Keuze BGB-wijken derde ronde is in 2003 door B&W en in 2004 door de raadscommissie VROM vastgesteld. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · het rapportcijfer dat bewoners geven aan de leefomgeving lag begin 2004 op een 6,9; · het kental voor de verloedering in de wijk lag begin 2004 op een 5,4 (waarbij geldt; hoe lager, hoe beter). Situatie op de GSB III indicatoren in 2004: · tot en met 2005 zal een oppervlakte van 130 ha grijs van de in totaal 600 ha op basisniveau gebracht zijn; · voor groen is dat ook 130 ha op een totaal van 663 ha; · in de periode 2005-2007 zijn nu voor grijs 63,5 ha en voor groen 33,4 ha voorzien.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
149
Deelprogramma 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
· de kwaliteitsverbetering vindt wijk voor wijk plaats en is volgens planning in 2015 gereed · voor elke wijk wordt, samen met de participanten een zogenaamd wijkplan gemaakt waarin alle maatregelen staan beschreven · op alle onderdelen (groen, wegen, openbare verlichting, meubilair, recreatieve voorzieningen en activiteiten) wordt het Arnhemse basisniveau gerealiseerd · bovendien kiest elke wijk een plek uit waar een plusniveau gerealiseerd wordt · na uitvoering van het wijkplan wordt de wijk op basisniveau onderhouden
2005 · pilotwijken blijvend op basisniveau beheerd e · BGB-wijken 2 ronde blijvend op basisniveau beheerd · inbreidingslocaties en gereedgekomen velden van Malburgen en Presikhaaf blijvend op basisniveau beheerd · start maken met de uitvoering op basisniveau brengen van de vier e 3 ronde BGB-wijken · duurzame bewonersbetrokkenheid verbeterd
De onderhoudstoestand van steeds meer wijken is: · schoon en netjes · heel en veilig · mooi en functioneel een zichtbare kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte (GSB III) Indicatoren: · het kengetal voor verloedering moet in 2006 weer op het niveau van 1998 liggen, dat is 4,3 · het rapportcijfer dat bewoners geven aan hun woonomgeving stijgt naar 7,1 in 2006 · resultaten van de wijkschouwen
· bereiken van het basisniveau voor de kwaliteit van de openbare ruimte, door de uitvoering van het onderhoud in de stad zoals vastgelegd in de opdracht 2004 ‘Beheer van de openbare ruimte’ (GSB III)
2006-2008 e · de 3 ronde nieuwe BGB-wijken blijvend op basisniveau beheerd e · voorstel formuleren 4 ronde BGB-wijken 2005-2009 · in de periode 2005-2009 is nu voorzien dat 169,5 ha oppervlakte grijs van de in totaal 600 ha en 163,4 ha oppervlakte groen op een totaal van 663 ha op basisniveau gebracht worden (GSB III).
Cruciale relaties met andere programma’s:
Relaties met paragrafen
Participanten
05. Zorg: toegankelijkheid van de openbare ruimte rondom woonzorgzones 06. Veiligheid: de doelstelling “heel & veilig” van de kwaliteitsverbetering vergroot de sociale veiligheid van de openbare ruimte 09. Stedelijke hoofdstructuur versterken: intensiveren en verbeteren openbare ruimte 10. Wijken bouwen: belangrijke ruimtelijke kwaliteiten als kunst in de openbare ruimte en aandacht voor cultuurhistorische waarden worden in de planontwikkeling meegenomen; bij de herinrichting wordt zoveel mogelijk afgestemd met uitvoeringsprogramma’s zoals GRP, BGB en duurzaam veilig
· investeringen · onderhoud kapitaalgoederen
· burgers, verenigingen, bedrijven e.d. in de wijk · woningbouwcorporaties · diensten Stadsontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Wijkzaken · Stichting Rijnstad
5 oktober 2004
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
150
Deelprogramma 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
ONDERWERP
Rekening 2003
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
25.637-
25.060-
25.407-
25.367-
26.603-
26.603-
4.358 -
2.418 -
2.335 -
2.335 -
2.335 -
2.335 -
23.072-
23.032-
24.268-
24.268-
2-
2-
2-
2-
23.074-
23.034-
24.270-
24.270-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
21.279-
22.642-
Mutaties reserves
-
-
21.279-
22.642-
Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De toename van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 zijn een gevolg van het structureel ophogen van het budget in verband met de Wet Publiekrechtelijke Beperkingen (€ 40 duizend), een aanpassing als gevolg van de nominale ontwikkelingen (€ 0,125 mln.) en een verlaging van een eerder opgelegde taakstelling reclameinkomsten (0,1 mln.). Het budget 2005 bevat bovendien incidenteel extra geld voor de Nieuwe Weerdjes (€ 0,2 mln.). Voor Arnhem Centraal zijn extra middelen ter beschikking gesteld (oplopend van € 50 duizend in 2005 naar € 0,25 mln. in 2006 en vanaf 2007 € 0,5 mln. structureel). Tenslotte zijn voor Buiten Gewoon Beter vanaf 2007 structureel middelen ter beschikking gesteld (€ 1 mln.), zie ook paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. In relatie tot de nominale ontwikkelingen, wordt een gedeelte van de hogere kosten aan derden doorberekend en nemen de baten toe. In 2004 heeft de dienst Stadsbeheer een nieuwe systematiek voor de toerekening van de overhead aan de producten en programma’s ingevoerd. Deze administratief technische operatie heeft geleid tot een per saldo budgettair neutrale verschuiving van de budgetten tussen deelprogramma’s. Daarnaast zijn in het kader van de kerntakendiscussie bij de dienst Stadsontwikkeling, taken verschoven naar de dienst Stadsbeheer. Dit heeft geleid tot een andere opbouw van deelprogramma’s en de onderliggende producten. Beide aspecten maken het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de rekeningcijfers 2003 en de begroting 2004. De opvallende ontwikkeling in de baten in 2003 is te verklaren doordat verkoop van panden incidenteel tot een hogere opbrengst heeft geleid. Rekening 2003
Investeringen
Begroting 2004
Begroting 2006
Begroting 2005
Begroting 2007
Begroting 2008
Economisch nut
0
0
0
0
0
0
Maatschappelijk nut
0
0
1.666
476
476
476
kabels en masten
0 0
0 0
476 1.190
476 0
476 0
476 0
wegen
Totaal
-
-
1.666
476
476
Toelichting op de investeringen Binnen het meerjarig investeringsplan 2005-2008 is een jaarlijks gelijkblijvend bedrag gereserveerd voor de vervanging van kabels en masten. In 2005 is een bedrag ad € 1.190.000 beschikbaar gesteld voor groot onderhoud aan wegen (inclusief asfaltpaden) voor de niet Buiten Gewoon Beter gebieden.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
Middelen
Investeringen
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
151
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
476
ONDERWERP
Kadernota’s beleidsnota’s · Waterplan Arnhem 2003-2007; · Gemeentelijk Rioleringsplan 2003-2007 (GRP-III); · Groenplan 2004-2007/2015; · Beleidsplan Openbare ruimte; · Afvalplan 2000-2005. Het beleid over de riolering is vastgesteld tot en met 2007. Voor 2008 zijn nog geen effecten te geven en die zijn dus ook niet opgenomen in dit MJPB. Situatie 2004 Riolering In 2004 is flink ingezet op het vervangen van de slechte riolering in de circa zestig straten die in het GRP-III zijn gepland. Bij deze projecten wordt, voorzover er sprake is van gemengde riolering in Arnhem-Noord, zoveel mogelijk samen met andere ruimtelijke plannen direct het regenwater van de gemengde riolering afgekoppeld. Het waterservicepunt is begin 2004 gestart met het ondersteunen van particulieren bij het afkoppelen van ‘hun’ regenwater. Diverse onderzoeken naar het verbeteren van de werking van de riolering zijn in volle gang. In samenwerking met de waterschappen is, mede in het kader van het Europese Interreg IIIB-project ‘Urban Water’, begonnen met het opsporen van foutieve aansluitingen bij particulieren en (met name) bedrijven. Afval De resultaten van de gescheiden inzameling van afvalstoffen in Arnhem zijn onvoldoende. Voor geen enkele afvalcomponent wordt voldaan aan de landelijke doelstellingen. De activiteiten van de gemeente gericht op afvalpreventie zijn beperkt. In Arnhem wordt huishoudelijk afval te vaak verkeerd aangeboden, waardoor straatvervuiling/zwerfvuil ontstaat. Stand van zaken beleid in 2004 · riolering: in 2004 geen wijziging in het beleid. Het GRP-III is nog van kracht; · afval: het Afvalplan 2000-2005 is nog van kracht; er is (met subsidie van NOVEM) een “Plan van aanpak intensivering afvalpreventie en afvalscheiding” opgesteld; de bestuurlijke besluitvorming over dit plan moet nog plaatsvinden. De kosten verbonden aan de uitvoering van genoemd Plan van aanpak zijn niet in de voorliggende MJPB 2005-2008 opgenomen.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
Uitgangspunten van beleid Belangrijk is het beperken van milieudruk door adequaat afvalbeheer. Daarbij gaat het vooral om inzamelingsmogelijkheden voor het normale en grove afval en het scheiden van afval. Te veel of slecht aangeboden afval kan tot overlast leiden bij bijvoorbeeld vervuiling rond afvalcontainers en straatvervuiling. Een groot scala aan maatregelen wordt uitgevoerd om de inzameling van een afval goed te laten verlopen, variërend van de fysieke inzameling, bijplaatsen van verzamelcontainers, via voorlichting en communicatie, tot aan handhaving. Via wijkgericht maatwerk wordt ingespeeld op de specifieke situatie per wijk. Er is een grote achterstand in het onderhoud van het rioolstelsel in Arnhem. Een forse inspanning is nodig om het riool op peil te brengen en te houden. Er is een grote achterstand in het onderhoud van het rioolstelsel in Arnhem. Een forse inspanning is nodig om het riool op peil te brengen en te houden. Dit is een van de doelstellingen van het collegeakkoord. Een extra inspanning is dan ook nodig om de kwaliteit van het riool te verbeteren. Hoogste prioriteit wordt gegeven aan samenloop van rioleringsprojecten met ruimtelijke plannen als Buiten Gewoon Beter (BGB) en stadsvernieuwing. Niet alleen leidt dit tot een betere kwaliteit van de openbare ruimte, minder overlast voor de bewoners, maar ook tot een kostenbesparing. Daarnaast wordt ingestoken op nieuwe technische ontwikkelingen, die waarschijnlijk zullen leiden tot lagere kosten voor het herstellen van het rioolstelsel.
Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 · riolering: met afkoppelen van regenwater is een start gemaakt.
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
152
Deelprogramma 13.2 Afval en riolering
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
1. activiteiten gericht op het verminderen van de vervuiling van het riool en extra inzet op vergunningverlening en handhaving; vernieuwen en verbeteren van rioolgemalen 2. Rioolstelsel (op onderdelen): · herstellen of vervangen · vergroten berging en aanleg van op afstand bestuurde rioolschuiven (RTC) · afkoppelen hemelwater van gemengde riolering allen zoveel mogelijk in samenloop en · uitvoeren risico-analyse ‘water op straat’ situaties 3. herstellen van situaties waar vaak verstoppingen optreden en aanpak specifieke stanksituaties 4. aanleg riolering of IBA’s bij panden of woonarken, tenzij besloten om geen actie te ondernemen 5. de voorbereiding van tenminste twee concrete afvalpreventieprojecten per jaar gericht op huishoudelijk afval 6. uitvoeren “Plan van Aanpak Intensivering afvalpreventie en afvalscheiding” na bestuurlijke vaststelling in periode 2004-2008 7. wijkgerichte voorlichting en handhaving (projectmatig) ter voorkoming verkeerd afvalaanbiedgedrag (zwerfvuil)
2005 1. minder foutieve lozingen door bedrijven; 35 ha hemelwater afgekoppeld van gemengde rioleringen; 10 rioolgemalen verbeterd / opgeknapt; onderzoek gereed naar hemelwaterriolen waar filters geplaatst gaan worden 2. riolering in 30 van de circa zestig straten vervangen of in uitvoering, minder schademeldingen van ongelukken door gaten in de weg; ‘water op straat’situaties geïnventariseerd 3. minder stankoverlast als gevolg van situaties waar vaak verstoppingen optreden; minder momenten van stankoverlast bij specifieke stanksituaties 4. 80% van de panden / woonarken aangesloten op riolering of voorzien van IBA 5. twee concrete afvalpreventieprojecten gerealiseerd 6. gescheiden inzameling: GFT: 65 kg/inwoner papier/karton: 40 kg/inwoner glas: 18 kg/inwoner textiel: 3 kg/inwoner Kca: 0,85 kg/inwoner 7. 10 % minder klachten over straatvervuiling/zwerfvuil ten opzichte van 2004
1. minder verontreiniging vanuit riolering in oppervlaktewater, hogere kwaliteit oppervlaktewater door verlaging van de vuiluitworp (in 2010 50% ten opzichte van 1992) en minder storingen in rioolgemalen (tevens indicator) 2. grotere verkeersveiligheid door: · minder schademeldingen door gaten in de weg door instorten slechte rioleren · minder ‘water op straat’ bij hevige regenval 3. minder stankoverlast in huis 4. geen bodem- en waterverontreiniging bij nietgerioleerde panden / woonarken 5. meer afvalpreventie 6. meer hergebruik/nuttige toepassing van afval 7. minder klachten over straatvervuiling/zwerfvuil Indicatoren: Riolering Eén indicator is al benoemd bij de ‘maatschappelijke effecten’. Daarnaast: · vervangen rioleringen Afval · hoeveelheid huishoudelijk restafval · hoeveelheid gescheiden ingezameld afval · aantal klachten over straatvervuiling / zwerfafval
5 oktober 2004
2006-2008 1. minder foutieve lozingen door bedrijven; 85 ha hemelwater afgekoppeld van gemengde riolering; uitvoering van maatregelen om uitstoot uit hemelwaterriolen te verminderen (uitvoering na 2007) 2. eind 2007 riolering in alle circa 60 straten vervangen of in uitvoering; minder schademeldingen van ongelukken door gaten in de weg; volledige risico-analyse van ‘water op straat’ situaties; aanzienlijk minder overlast (waaronder ongelukken) bij risicovolle situaties
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
153
Deelprogramma 13.2 Afval en riolering
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten 3.
4. 5. 6.
7.
Cruciale relaties met andere programma’s: 10. Wijken bouwen: belangrijke ruimtelijke kwaliteiten als kunst in de openbare ruimte en aandacht voor cultuurhistorische waarden worden in de planontwikkeling meegenomen; bij de herinrichting wordt zoveel mogelijk afgestemd met uitvoeringsprogramma’s zoals GRP, BGB en duurzaam veilig 15. Duurzaam milieu: handhaving van de fysieke ruimte
5 oktober 2004
nauwelijks nog stankoverlast meer als gevolg van situaties waar vaak verstoppingen optreden; aanzienlijk minder momenten van stankoverlast bij specifieke stanksituaties 100% van de panden en woonarken aangesloten op riolering of voorzien van IBA. geen toename hoeveelheid afval per inwoner ten opzichte van 2005 gescheiden inzameling: · GFT: 68 kg/inwoner · papier/karton: 42 kg/inwoner · glas: 18 kg/inwoner · textiel: 3,1 kg/inwoner · Kca: 0,9 kg/inwoner 30 % minder klachten over straatvervuiling/zwerfvuil ten opzichte van 2004
Relaties met paragrafen
Participanten
· onderhoud kapitaalgoederen · investeringen
· waterschappen en rijkswaterstaat voor het verminderen van de vuiluitstoot op oppervlaktewater · burgers, bedrijven, woningbouwcorporaties e.d. voor het afkoppelen van hemelwater van de gemengde riolering (Arnhem Noord) · inwoners, wijkvertegenwoordigers · SITA (inzamelaar huishoudelijk afval) · kringloopbedrijven, afvalverwerkers en recyclingbedrijven
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
154
Deelprogramma 13.2 Afval en riolering
ONDERWERP
Rekening 2003
Lasten
Begroting 2004
18.926-
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
23.116-
23.784-
25.525-
26.976-
29.416-
2.258
1.827
1.818
1.808
1.797
20.858-
21.957-
23.707-
25.168-
27.619-
2.500
2.006
2.006
2.006
2.006
18.358-
19.951-
21.701-
23.162-
25.613-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat
146
18.780-
Mutaties reserves Saldo
18.780-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de begroting 2004 nemen de lasten in 2005 en verder toe door een forse stijging van de kapitaallasten als een gevolg van de nieuwe investeringen in de gemeentelijke riolering (oplopend tot € 6 mln. in 2008) en aanpassingen in het areaalaccres (oplopend tot € 1,3 mln. in 2008). In 2004 heeft de dienst Stadsbeheer een nieuwe systematiek voor de toerekening van de overhead aan de producten en programma’s ingevoerd. Deze administratief technische operatie heeft geleid tot een per saldo budgettair neutrale verschuiving van de budgetten tussen deelprogramma’s. Daarnaast zijn in het kader van de kerntakendiscussie bij de dienst Stadsontwikkeling, taken verschoven naar de dienst Stadsbeheer. Dit heeft geleid tot een andere opbouw van deelprogramma’s en de onderliggende producten. Beide aspecten maken het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de rekeningcijfers 2003 en de begroting 2004. Jaarlijks worden er ter dekking van de kapitaallasten middelen aan de reserve onttrokken. Rekening Begroting Begroting 2003 2004 2005
Investeringen Economisch nut Maatschappelijk nut GRP III
-
-
Begroting Begroting Begroting 2006 2007 2008 -
-
-
2.247
23.131
14.689
12.689
12.689
2.247
23.131
12.689 2.000
12.689
12.689
Herinrichting Malburgen GRP IV (doortrekken GRP III na 2007)
Totaal
17.784 5.000 12.784
Herinrichting Presikhaaf
2.247
23.131
14.689
12.689
27.939
17.784
Toelichting op de investeringen Begin 2003 is het gemeentelijke investeringsplan 2003-2007 (GRP III) door de gemeenteraad vastgesteld. In het plan werd een jaarlijks bruto-investeringsbedrag van € 14,4 miljoen aangegeven, hetgeen neerkomt op een netto investeringsbedrag van €12,7 miljoen. Doordat het opstarten van rioleringswerken (tot op het tijdstip in uitvoering krijgen), met name gericht zijn op samenloop, veel tijd vergt is voor 2004 een relatief hoog investringsbedrag beschikbaar. Voor de herinrichting van Malburgen is in 2005 € 2 miljoen beschikbaar en voor de herinrichting van Presikhaaf in 2008 € 5 miljoen. Het bedrag 2008 is gebaseerd op het jaarlijkse investeringsbedrag GRP III, waarbij rekening is gehouden met een prijscorrectie.
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
13.2 Afval en riolering
Middelen
Investeringen
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
155
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Kadernota’s beleidsnota’s · de monumentennota “Geen ruimte voor onverschilligheid”; · met als aanvullingen daarop “Koerswijziging uitvoering monumentenbeleid”; · de archeologienota “Onzichtbaar maar niet onverschillig”; · de architectuurnota “Architectuur in de lift” en de welstandsnota; · Structuurplan Arnhem 2010. “Arnhem 2015”; · voor woningkwaliteit de nota “de particuliere woningvoorraad in de Binnenstad”. Stand van zaken beleid in 2004 Onder de werktitel “Het Arnhems Uitzicht” is gewerkt aan het opstellen van een Arnhems Erfgoedbalans en een nieuwe erfgoednota. De nieuwe welstandsnota is inmiddels gereed. Een architectuurnota is in voorbereiding. In landelijke en provinciale beleidsnota’s op gebied van ruimtelijke ordening, erfgoed- en architectuurbeleid wordt aangedrongen op een integrale aanpak, waarbij de focus ligt op een samenwerking tussen RO- en erfgoeddeskundigen. Dit beleid wordt al zoveel mogelijk gepraktiseerd en is verder onderbouwd in de nieuwe Arnhemse beleidsnota’s. Stand van zaken op de maatschappelijke indicatoren in 2004 In het kader van het project “Monument & Rendement” is onderzocht in hoeverre eigenaren van monumenten een financieel nadeel hebben als gevolg van de aanwijzing van hun woning als beschermd monument. Gebleken is dat eigenaren van rijksmonumenten een voordeel hebben t.o.v. eigenaren van een niet-beschermd pand en eigenaren van gemeentelijke monumenten een gering nadeel hebben. Situatie op de GSB III indicatoren in 2004: · de gemeente Arnhem heeft 243 beschermde rijksmonumenten en 750 beschermde gemeentelijke monumenten (telling op basis van monumentnummers); · de aanwijzing van zeven rijksbeschermde stadsgezichten is in procedure; · er zijn vier gemeentelijk beschermde gezichten aangewezen, waaronder de binnenstad.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid De inzet is om de identiteit en het onderscheidend vermogen van Arnhem te verbeteren door middel van een strategische inzet van architectuur en cultuurhistorie. Wijken hebben in dat licht hun eigen kenmerken, zowel onder als boven de grond, en bieden dus ook verschillende mogelijkheden voor het bevorderen van duurzame instandhouding van gebouwde, aangelegde en oudheidkundige monumenten, niet alleen door conservering, maar ook door middel van hergebruik en ontwikkeling. Voor nieuwe architectuur bestaan er grote kansen om op moderne wijze aan te sluiten bij de karakteristiek van de wijken en zo bij te dragen aan “behoud door ontwikkeling”. Dit Belvedère motto is in het Arnhemse erfgoedbeleid een belangrijke leidraad.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
156
Deelprogramma 13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
1.
2.
· een cultuurimpuls geven aan de stad door het verbeteren van de fysieke leefomgeving uitgaande van de bestaande cultuurhistorische en ruimtelijke kwaliteiten (GSB III)
3.
Indicatoren: · erfgoedbalans
4.
5. 6.
aansturen architectuurdebat; ontwikkelen voorbeeldig opdrachtgeverschap op het gebied van de architectuur bevorderen van restauraties en onderhoud aan monumenten; toestaan van ander gebruik ,ontwikkelen en handhaven van bestuurlijk, ambtelijk en publiek draagvlak voor de duurzame instandhouding van het gebouwde, aangelegde en oudheidkundige erfgoed met inbegrip van de bijzondere betekenis van de monumentale parken, singels, historische groenen waterstructuren en de geschiedenis van landschapsarchitectuur en watermanagement cultuurhistorische analyses worden vertaald naar cultuurhistorische ambities en uitgewerkt in de Voorschriften, Toelichting en Kaarten in de bestemmingsplannen afstemmen bestemmingsplanmethodiek op behoud en ontwikkelpotenties van cultuurhistorische waarden; het verwerken van de cultuurimpuls ISV in projecten als Rijnboog, Centrum Oost/Coberco, Presikhaaf het verspreiden van kennis via publicaties (o.a. door Stichting Monuscript) en evenementen (o.a. door Stichting Open Monumentendag); advisering van en voorlichting voor monumenteneigenaren; ontwikkelen van digitale aanbieding van cultuurhistorische informatie aansturen van het debat over de herbestemming van kerk- en schoolgebouwen. geven van voorlichting, advies en begeleiding van particuliere woningeigenaren uitvoering nota Verbetering particuliere woningvoorraad
· Rekening houden met
cultuurhistorische waarden bij stedebouwkundig plan en nota van randvoorwaarden in de projecten Presikhaaf en Rijnboog. In Presikhaaf door bijvoorbeeld
5 oktober 2004
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten Het beleid moet leiden tot een 1. mooier bouwen 2. meer aandacht voor cultuurhistorie in ruimtelijke ordeningsplannen (“culturele planologie”) 3. meer duurzame instandhouding van het gebouwde , aangelegde en oudheidkundige erfgoed 4. meer duurzame instandhouding van groene en blauwe monumenten 5. de educatieve en recreatieve mogelijkheden van cultuurhistorie beter benutten 6. betere toegankelijkheid erfgoedkennis 7. versterken van de kwaliteits-impuls voor de particuliere woningvoorraad die uitgaat van nieuwbouw
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
157
Deelprogramma 13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
2005
1.
bestand gemeentelijk beschermde monumenten naar 800; eind 2005 zal 70% van het Arnhemse grondgebied zijn onderzocht op cultuurhistorische waarden 2. restauratie-, beheer- en ontwikkelplan Moscowa gereed 3. de nota Cultuurhistorische randvoorwaarden Presikhaaf is ingebed in de plannen voor de herstructurering van de wijk en uitgewerkt in de overeenkomsten met de corporaties 4. de totaalvisie op de singels wordt uitgewerkt in een beheerplan en een ontwikkelplan voor de projecten Rijnboog en Centrum Oost 5. alle particuliere woningeigenaren in de geselecteerde wijken de binnenstad en Presikhaaf zijn geïnformeerd over de werkwijze van verbetering; voor 20 % van de gevallen is een plan van aanpak gemaakt. 2006-2008 1. aanwijzing van rijks beschermde stadsgezichten definitief 2. grafmonumenten 30% 3. Coberco gereed; Luxor/ poppodium gereed 4. voortzetten cultuurhistorisch onderzoek; digitaal erfgoedloket gereed 5. architectuurnota gereed 6. visualisatie van Romeins castellum in Meinerswijk gerealiseerd 7. voor alle particuliere woningeigenaren in de geselecteerde wijken is een plan van aanpak gemaakt; 50% van de eigenaren heeft hierover besloten · Afstemmen bestemmingsplanmethodiek op behoud en ontwikkelpotenties van cultuurhistorische waarden; het verwerken van de cultuurimpuls ISV in projecten als Rijnboog, Centrum Oost/Coberco, Presikhaaf (GSB III)
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
Oorspronkelijke stedenbouwkundige uitgangs-punten te handhaven en rond Winkelcentrum Presikhaaf de autovriendelijke opzet te handhaven. Het Masterplan voor Rijnboog is zodanig opgezet dat zowel in de stedelijke structuur als in de bebouwing de historie van het gebied afleesbaar blijft. Het plan voegt hieraan een nieuwe laag toe. (GSB III)
2005 · het bestand gemeentelijk beschermde monumenten groeit naar 800 (GSB III)
· het inpassen van monumentale
2006-2009 · alle Arnhemse wijken zijn geïnventariseerd en gemeentelijke beschermde monumenten aangewezen, naar verwachting 1000 panden (GSB III)
gevels, schoorsteen, ketelhuis en fabriekshal in de herontwikkeling van het voormalige Cobercoterrein (GSB III). · Het instandhouden van monumenten panden door het toestaan van andere gebruikersfuncties, bijvoorbeeld bij Luxor en de voormalige dansschool (GSB III) · uitvoering erfgoednota. · uitvoering welstandsnota. · digitaal toegankelijk maken van erfgoedkennis (GSB III) · verbetering relatie met monumenteneigenaren d.m.v. kwartaalbrieven en digitaal loket (GSB III) · de cultuurhistorische analyses van de speerpuntwijken (Presikhaaf, Centrum Oost en Rijnboog) worden verwerkt in cultuurhistorische waardenkaarten die onderdeel zijn van de bestemmingsplannen (GSB III) · de cultuurhistorische ambities worden uitgewerkt in Nota’s van Randvoorwaarden, Nota’s van Uitgangspunten, bestemmingsplannen en de te sluiten overeenkomsten met ontwikkelaars en corporaties (GSB III) Cruciale relaties met andere programma’s: 07. Bruisend Arnhem: cultuur is een essentiële voorwaarde voor een goed woon- en leefklimaat 09. Stedelijke hoofdstructuur versterken: vergroten attractiviteit stad; wonen, werken, toerisme, cultuur, maatschappelijke voorzieningen; het behoud (door ontwikkeling) en herstel van historisch waardevolle panden en stadsgezichten 10. Wijken bouwen: behoud en ontwikkeling van de oorspronkelijke landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden en integreren daarvan in de stedenbouwkundige opzet 12. Wonen in Arnhem: het zwaarste accent van de aanpak van de Ongedeelde stad ligt in de transformatie van woonmilieus in Malburgen, Presikhaaf en in Rijnboog
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
· onderhoud kapitaalgoederen
Participanten · · · · · · · · · ·
diverse locale NGO’s het Gelders Archief de Arnhemse musea diverse Rijksdiensten provincie Gelderland de Bond Nederlandse Architecten diverse Ministeries Federatie van Welstandstoezicht Het Gelders Genootschap particuliere woningeigenaren en vele anderen
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. S. van Bodegraven
PAGINA
Thema De ruimte goed benut
158
Deelprogramma 13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
7.757-
6.062-
6.123-
6.123-
6.123-
6.123-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
4.383 -
4.228 -
4.268 -
4.268 -
4.268 -
4.268 -
Resultaat
Exploitatieresultaat
3.374-
1.834-
1.855-
1.855-
1.855-
1.855-
Mutaties reserves
-
-
-
-
-
-
3.374-
1.834-
1.855-
1.855-
1.855-
1.855-
Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De toename van de lasten in 2005 ten opzichte van 2004 zijn een gevolg van de nominale ontwikkelingen (€ 61 duizend). In relatie tot de nominale ontwikkelingen wordt een gedeelte van de hogere kosten aan derden doorberekend en nemen de baten toe( € 40 duizend). In 2004 heeft de dienst Stadsbeheer een nieuwe systematiek voor de toerekening van de overhead aan de producten en programma’s ingevoerd. Deze administratief technische operatie heeft geleid tot een per saldo budgettair neutrale verschuiving van de budgetten tussen deelprogramma’s. Daarnaast zijn in het kader van de kerntakendiscussie bij de dienst Stadsontwikkeling, taken verschoven naar de dienst Stadsbeheer. Dit heeft geleid tot een andere opbouw van deelprogramma’s en de onderliggende producten. Beide aspecten maken het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de rekeningcijfers 2003 en de begroting 2004. Naast de hiervoor genoemde aspecten heeft er in 2003 een eenmalige ophoging van de begroting plaatsgevonden in het kader van het achterstallig onderhoud aan de Eusebius (€ 1,0 mln.). Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
159
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
160
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Economie in balans met ecologie
161
Toelichting per deelprogramma
162
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
163
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
14. Structuurversterking economie Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Vorig jaar heeft de gemeenteraad de nieuwe Kadernota Economisch Beleid 2003-2006 met de titel ‘Arnhem, aantrekkelijke stad’ aangenomen. In de kadernota is het economische beleid voor de komende jaren uitgezet op basis van de visie Arnhem 2015, de analyse van Nyfer (Arnhem, complete stad) en het collegeakkoord. Het programma structuurversterking economie heeft als doel Arnhem te laten uitgroeien van centrumstad van de regio tot een sterke internationale (diensten-)stad. Tegelijkertijd moet de stad aantrekkelijker worden voor de eigen bewoners en bezoekers uit de regio. De versterking van de economische structuur moet op een duurzame manier plaatsvinden. Belangrijkste instrumenten zijn het faciliteren van de vraag naar ruimte voor (nieuwe) bedrijven, onder meer via de centrumplannen voor kantoren en detailhandel, en de herstructurering van bedrijventerreinen. Daarnaast wordt gezorgd voor een optimale dienstverlening aan bedrijven, bijvoorbeeld bij de aanvraag van vergunningen, door middel van een fysiek, virtueel en telefonisch bedrijvenloket en accountmanagement.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Het programma structuurversterking economie heeft relaties met twee prioritaire thema’s van de programmabegroting: ‘Aantrekkelijke centrumstad’ en ‘Participatie en Werk’. Economische structuurversterking van de stad is onmisbaar voor het welslagen van de ambitie van het thema ‘Aantrekkelijke centrumstad’. Kort samengevat is het de ambitie van het thema om Arnhem een aantrekkelijke centrumstad te laten zijn met een prettig woonklimaat en een groot aanbod van cultuur, winkels, horeca, werk, parken en bossen. Het programma structuurversterking economie geeft daar inhoud aan met het uitvoeren van maatregelen die de economische structuur versterken, het bieden van ruimte voor de uitbreiding van de dienstensector, versterking van de industriële basis van de stad en verbetering van de (gemeentelijke) dienstverlening aan ondernemers. Ook voor het thema ‘Participatie en Werk’ is het programma onmisbaar. Er is in Arnhem een ‘mismatch’ tussen de werkgelegenheid en het potentiële arbeidsaanbod in het bestand van de Wet Werk en Bijstand. Het vergroten van de werkgelegenheid en het bieden van arbeidsplaatsen voor laaggeschoolden is daarom een belangrijke opgave binnen het thema. Structuurversterking van de economie levert daar een belangrijke bijdrage aan. Het verbeteren van het ondernemingsklimaat is goed voor de werkgelegenheid en voor bestrijding van sociaal-economische achterstanden. Daardoor neemt op termijn ook de tweedeling in de stad af. Met het programma structuurversterking economie wil Arnhem middeninkomens en hogere inkomens binden aan de stad en de economische kracht van de stad vergroten. Het programma levert bovendien een belangrijke bijdrage aan de sociale kwaliteit van de samenleving en de kwaliteit van de leefomgeving.
Sterkte – zwakte analyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten van de economisch structuur van de stad biedt inzicht in kansen en bedreigingen bij de structuurversterking. De analyse laat zien waar in de aanpak de aankomende jaren de prioriteit moet liggen.
5 oktober 2004
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III Het doel van de economische structuurversterking is het vergroten van de economische kracht van de stad. Een economisch sterke stad is ook een voorwaarde voor het oplossen van sociale en fysieke problemen en veiligheidsproblemen. Belangrijke doelstellingen zijn daarom: · het vergroten van de werkgelegenheid; · verbetering van (de waardering voor) het Arnhemse ondernemingsklimaat.
GSB
Via het GSB wordt ingezet op de volgende doelstellingen: · verminderen van het aantal verouderde bedrijventerreinen en verbeteren van het aanbod nieuwe bedrijventerreinen; · verbeteren van het innovatief vermogen van het bedrijfsleven; · verbeteren van dienstverlening aan ondernemers; · versterken van het toerisme.
Speerpunten binnen het programma kwaliteit structuurversterking Economie Het uitvoeren van de vier sporen uit de ‘Kadernota Economisch Beleid 2003-2006’ is het speerpunt van het programma: · verbetering van de dienstverlening aan ondernemers; · het bieden van ruimte voor het uitbouwen van Arnhem als dienstenhoofdstad, de revitalisering van bedrijventerreinen, de regionale ontwikkeling van bedrijventerreinen en de uitbreiding van wijkwinkelcentra; · promotie en acquisitie gericht om de aantrekkingskracht van Arnhem te vergroten; · structuurversterkende maatregelen, gericht op de sectoren milieu & energie, zorg & welzijn, toerisme en creatieve diensten.
5 oktober 2004
ONDERWERP
· stedelijke problematiek zoals armoede, werkloosheid, uitkeringen, sterkere tweedeling rijk(ere) en arm(ere) wijken, veiligheidsproblematiek · ruimteschaarste: m.n. tekort aan bedrijventerreinen · beperkte industriële basis (maakindustrie) · specifieke culturele elementen: popcluster, filmhuis e.d. · diversiteit horeca, openingstijden, gebrek aan hotelen congrescapaciteit
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
· knooppunt vervoersassen (HST-halte) · landschappelijke ligging: Veluwe, Rijn, Overbetuwe · regiofunctie werk, voorzieningen, toerisme en uitgaan (omvangrijk en aantrekkelijk aanbod detailhandel, horeca en cultuur) · positie als dienstencentrum: overheid, zorg & welzijn, onderwijs, financiële en zakelijke dienstverlening · revitaliseringsbeleid bedrijventerreinen en aandacht voor duurzaamheid · aandeel werken in de wijk · omvang werkgelegenheid in zorg & welzijn · regionale samenwerking (o.a. Industrieschap ArnhemLiemers) · samenwerking tussen gemeente en ondernemersverenigingen · relatief goed functionerende arbeidsmarkt (benchmark EZ) · relatief goede waardering ondernemingsklimaat (benchmark EZ) · redelijk tot goed functionerende ICT-infrastructuur zowel voor bedrijfsleven als non-profitsector (ring breedband) · hoogwaardige kennisinfrastructuur
PAGINA
Zwak
164
Sterk
165
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Intergemeentelijke samenwerking Het succes van de economische opgave is sterk afhankelijk van macro-economische ontwikkelingen en een goede samenwerking op regionaal gebied. De intergemeentelijke samenwerking op economisch gebied speelt zich vooral af binnen het KAN. Hier vindt samenwerking en afstemming plaats op het gebied van bedrijventerreinen, kantoren en (perifere) detailhandel. Voor bedrijventerreinen heeft dit onder meer geleid tot de oprichting van het Industrieschap Arnhem-Liemers met de buurgemeenten Rheden, Duiven, Westervoort, Zevenaar en Didam. Ook de provincie Gederland is hierbij betrokken. Op toeristisch gebied wordt samengewerkt met RBT Kan en naaste buurgemeenten.
5 oktober 2004
De aantrekkelijkheid van Arnhem als woonplaats en als plaats om uit te gaan, trekt doelgroepen aan die van belang zijn voor de economische ontwikkeling. Om die ‘complete stad’ (Nyfer) goed vorm te geven is samenwerking met andere gemeentelijke beleidsvelden van belang. Situatie 2004 · per einde 2004 is de werkgelegenheid – na een lichte afname in 2002 en 2003 – weer op het niveau van 2001, zijnde ca. 94.000 arbeidsplaatsen; · uit de 2-jaarlijkse Benchmark Ondernemingsklimaat blijkt dat het ondernemersklimaat in Arnhem positief wordt beleefd (6,7 in 2001); bij een nieuwe meting eind 2004 wordt gestreefd naar het cijfer 6,8
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van Beleid De economische doelstellingen vloeien voort uit Arnhem 2015 en uit het Structuurplan. Ze zijn herijkt in de in de Kadernota economisch beleid 2003 –2006 voor de komende jaren. De belangrijkste economische doelen zijn: · het vergroten van de werkgelegenheid; · de verbetering van de waardering voor het ondernemingsklimaat. Ambities zijn: a) het uitbouwen van Arnhem als dienstenhoofdstad; versterking van het vestigings- en ondernemingsklimaat, goed bereikbare, hoogwaardige kantoorlocaties in een mooie omgeving; b) het beter benutten van ruimte en potentieel; betere benutting van de schaarse ruimte, het goed faciliteren van starters en zittende bedrijven; c) het uitbouwen van Arnhem als attractieve stad; het uitbouwen van voorzieningen, bijvoorbeeld op het gebied van toerisme, detailhandel, horeca passend bij de groei van de stad, het beter benutten van de binnenstad. Deze ambities passen binnen één van de hoofddoelstellingen van GSB III: het vergroten van de economische kracht van de stad.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Economische en Sociale Zaken Portefuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
166
Deelprogramma 14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
Vier sporenbeleid:
Inzet op vier beleidsporen:
A. verbeteren dienstverlening aan ondernemers (GSB III) B. meer ruimte voor (startende) bedrijven (GSB III) C. versterken promotie en acquisitie D. verbeteren economische structuur · verbeteren innovatief vermogen van het bedrijfsleven (GSB III) · versterken toerisme (GSB III)
A)
2005 A) verbetering dienstverlening · aansluiting op nationaal elektronisch bedrijvenloke · website is interactief en dienstverlenend uitvoering acties uit pilots ‘strijdige regelgeving’ en ‘administratieve lasten’ · 100 bedrijfsbezoeken ambtelijke en bestuurlijk afgelegd · evaluatie Stichting Binnenstadsmanagement · uitvoering en evaluatie parkmanagement · uitvoering acties Keurmerk Veilig Ondernemen e · tussenevaluatie 2 fase Stichting DOBAN
Indicatoren: · werkgelegenheid in Arnhem verhogen tot circa 100.000 in 2006 · de waardering voor het Arnhemse ondernemingsklimaat (tweejaarlijks onderzoek door het Ministerie van EZ) verhogen tot een 7,0 in 2006, als onderdeel hiervan de verbetering gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers verhogen van een 6,1 in 2001 naar een 6,4 in 2009 (GSB III)
B)
5 oktober 2004
verbetering van de (gemeentelijke) dienstverlening aan ondernemers; waar mogelijk worden de gemeentelijke procedures voor ondernemers vergemakkelijkt (‘één loketprincipe’). Samenwerking binnen de gemeente en met bedrijven en andere (semi-)overheden wordt geïntensiveerd. Meer aandacht aan het ‘stroomlijnen’ van procedures, regelgeving, informatie, promotie en acquisitie en de onderlinge afstemming met andere gemeentelijke beleidsterreinen. Ontwikkelingsgericht accountmanagement en startersbeleid staan centraal, evenals park- en binnenstadsmanagement (hierbinnen is ‘veilig ondernemen’ een belangrijk speerpunt). Nog meer aandacht aan het belang van samenwerking met publieke en private partners: Stadsgesprek Economie, bedrijfsnetwerken, Centrummanagement, Bedrijfschap Arnhem-Liemers, bedrijfsbezoeken, relatie met Oost NV-Eskan, Denktank Wijkeconomie. Het bieden van ruimte. Het betreft hier ruimtescheppende maatregelen op velerlei terreinen. Uitbreiding van winkelcentra: ontwikkeling Schuytgraaf, winkelcentrum Elderveld, Musiskwartier, Weverstraat, Rijnboog. Lange termijnperspectieven van de Woonboulevard-Zuid onderzoeken. Ontwikkeling van kantorenlocaties: Ontwikkeling WTC ArnhemNijmegen, Arnhem Centraal, BusinessPark Arnhem. Ontwikkeling van diverse binnenstadsfuncties; hotels, horeca. Revitalisering van bedrijventerreinen en (regionale) ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Duurzame ontwikkeling staat hierbij centraal.
B) ruimte bieden · fase 3 revitalisering Het Broek is afgerond · afronding uitgangspunten gronduitgifte Bedrijfschap Arnhem-Liemers · start (her)ontwikkeling Kleefse Waard e.o. · overeenkomst realisatie bouw + activiteiten WTC · realisatie branchepatroon winkelcentrum Schuytgraaf + opening noodwinkel en noodcafetaria · evaluatie proef markt Rijkerswoerd C) promotie en acquisitie · uitwerking actiepunten Horecanota · afronding acties + evaluatie evenementennota · realisatie Chinese Foothold D) structuurversterkende maatregelen · uitvoering maatregelen + tussentijdse evaluatie stimuleringsprogramma’s: a. milieu & energie b. creatieve diensten c. zorg &welzijn · uitvoering marketingcommunicatieplan · doorstart Regionaal Bureau Toerisme/toeristische promotie
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Economische en Sociale Zaken Portefuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
167
Deelprogramma 14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
C) promotie en acquisitie Voortzetting ontwikkelingsgericht accountmanagement: benutting van de potenties van de HkA, WTC, relaties met zustersteden, het opzetten van een Engels- en Duitstalige website module. Internationale betrekkingen (spin off WTC, zustersteden, haalbaarheidsonderzoek Chinees foothold). Evenementen- en horecabeleid (onder meer voor hotels). Uitwerking van het evenementenbeleid.
· start bouw BVG Malburgen · afronding + evaluatie project Ondernemer in de Wijk
D) Structuurversterkende maatregelen. Versterking van de economische structuur van enkele specifieke sectoren die qua grootte en groei potenties bieden. Specifieke inzet op de sectoren milieu & energie, zorg & welzijn, creatieve diensten en toerisme. Binnen de eerste drie sectoren wordt o.a. ingezet op het verbeteren van het innovatief vermogen van bedrijven (w.o. samenwerking met kennisinstellingen) en versterking van de collectieve marketing. Bij toerisme wordt naast het versterken van de toeristische infrastructuur ingezet op marketing/promotie o.a. gericht op het inkomend (buitenlands) reisverkeer. Het stimuleren van wijkeconomie wordt voorgezet met daarbij o.a. aandacht voor het ontwikkelen van kleinschalige bedrijfsverzamelgebouwen in wijken en het stimuleren van woon-werkeenheden. Starters worden via een gericht maatregelenpakket gefaciliteerd en gestimuleerd
5 oktober 2004
· verminderen aantal verouderde bedrijventerreinen en verbeteren aanbod van nieuwe bedrijventerreinen (GSB III) Indicatoren: · aansluiting bij nationaal electronisch bedrijvenloket via Poortmodel B (GSB III) · Benchmark gemeentelijk ondernemingsklimaat (‘breed’) van 6,7 in 2001 naar 7,0 in 2009 · 6 ha geherstructureerde bedrijventerreinen. (GSB III) · 9 ha nieuw aangelegde bedrijventerreinen (GSB III) · 4 innovatieve clusters/samenwerkingsprojecten van (MKB)bedrijven en/of kennisinstellingen (GSB III) · 15 adviestrajecten t.b.v. (potentiële) technostarters en/of innovatie georiënteerde bedrijven (GSB III) · 3.000 m2 bvo nieuwe bedrijfsruimte voor innovatieve bedrijvigheid(GSB III) · 1% stijging van het aantal dagbezoeken in 2009 (2003 nulmeting = 5.035.000, Continu Vakantie Onderzoek) (GSB III)
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Economische en Sociale Zaken Portefuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
168
Deelprogramma 14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
Relaties met paragrafen
Participanten
· onderhoud kapitaalgoederen
· interne gemeentelijke afdelingen en diensten externe partners: · KAN, provincie Gelderland, gemeente Nijmegen · Oost NV-Eskan · VNG, GSB-netwerk en het Ministerie van Economische Zaken · Euregio Rijn-Waal, Europese Unie · bedrijven: projectontwikkelaars, beleggers en ondernemers(verenigingen)
05. Zorg 07. Bruisend Arnhem 09. Versterken stedelijke hoofdstructuur 11. Mobiliteit 12. Wonen in Arnhem 13. Kwaliteit openbare ruimte 14. Structuurversterking economie 15. Duurzaam milieu
5 oktober 2004
ONDERWERP
Cruciale relaties met andere programma’s
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: Economische en Sociale Zaken Portefuillehouder: Mevr. I. Pijnenburg
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
169
Deelprogramma 14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
3.057-
8.973-
4.142-
3.335-
3.334-
3.334-
831 -
555 6.253 -
561 1.423 -
561 616 -
561 616 -
561 616 -
2.226-
2.165-
2.158-
2.158-
2.157-
2.157-
-
-
-
-
-
2.165-
2.158-
2.158-
2.157-
2.157-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat Mutaties reserves Saldo
1322.358-
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) Ten opzichte van de MJPB 2004-2007 zijn de middelen voor Citymanagement op deelprogramma 14.1 Verbetering ondernemersklimaat in plaats van op dit deelprogramma 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt opgenomen (€ 17 duizend.). In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Economie wordt in de GSB III-periode jaarlijks € 616.000 aan de begroting toegevoegd. Voor de verbetering van het ondernemersklimaat wordt jaarlijks € 308.000 aan GSB-III middelen aan de begroting toegevoegd en voor de grootschalige herstructurering van wijken en revitalisering van bedrijventerreinen wordt eveneens aan de begroting jaarlijks € 308.000 aan GSB-III middelen toegevoegd. Naast de beschreven mutatie in het verantwoorden van het product Citymanagement op dit deelprogramma (€ 17 duizend) zijn de lasten in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 afgenomen door het eenmalig verantwoorden van de middelen Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) in 2004 (€ 6,2 mln.). De lasten zijn in 2005 toegenomen met de eenmalige uitgaven voor stadspromotie (€ 0,2 mln.) en de laatste tranche ISV-middelen (€ 0,8 mln.). In 2004 zijn onder het kopje GSB de ISV middelen opgenomen (€ 6,2 mln. , waarvan € 5,4 mln. inzake convenanten, € 0,67 mln. voor de fysieke stadseconomie en € 0,19 mln. voor grootschalig groen). In 2005 zijn er naast de middelen in het kader van GSB III (€ 616.000) ISV-middelen opgenomen (€ 0,8 mln.) Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats.
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
170
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
171
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
15. Duurzaam milieu Overzicht van het bereik van het programma en de taken van de gemeente Milieu raakt aan allerlei kanten van het maatschappelijk leven: wonen, werken, verkeer en vervoer en de natuur. In het structuurplan Arnhem 2010 is aangegeven dat Arnhem haar kwaliteiten en identiteit kan versterken door de ecologische hoofdstructuur te versterken. Duurzaamheid is daar een belangrijk middel voor. Het gaat daarbij om duurzaam bouwen, de toepassing van energie-efficiënte systemen en het gebruik van duurzame energiebronnen. Daarnaast richt het Arnhemse beleid zich op het verbeteren van de leefomgeving. De kwaliteit van de lucht, het groen, het water, de bodem en geluid spelen daarbij een rol. Met een duurzame inrichting van het milieu, goed milieubeheer en goede handhaving van de milieukwaliteit wordt een bijdrage geleverd aan de zorg voor het publieke domein in Arnhem. Bij de inrichting van het milieu ligt de nadruk op een goede kwaliteit van groen en water in de stad. Het milieubeheer is gericht op de verbetering van de kwaliteit van de lucht, het verminderen van geluidsoverlast en het aanpakken van bodemverontreiniging. Via handhaving wordt de kwaliteit van het Arnhemse milieu continue gecontroleerd.
Relatie tussen het programma en de prioritaire thema’s van de programmabegroting Verbetering van de milieukwaliteiten heeft vooral een relatie met de thema’s “zorg voor het publieke domein” en “wonen en samenleven in Arnhem” en in zekere mate ook met het thema “Arnhem aantrekkelijke centrumstad”. Bevordering en handhaving van milieukwaliteiten leidt tot een verduurzaming van een stad die schoon, heel en veilig is. De fysieke leefbaarheid en veiligheid van de leefomgeving zijn gebaat bij een goede milieukwaliteit.
Sterkte – zwakte analyse voor de gemeente Arnhem Een analyse van de sterke en zwakke punten binnen het programma duurzaam milieu maakt duidelijk waar het gemeentelijke beleid en het GSB III-beleid zich de aankomende jaren op zal moeten richten. De analyse geeft aan welke onderdelen van de aanpak prioriteit moeten krijgen. Sterk · ·
vraag naar verbetering kwaliteit leefomgeving, kansen op afstemming en integraliteit wettelijke taken van de deelprogramma’s in de regel goed op rails gezet en gefocust op uitvoering van saneringsmaatregelen en preventieve advisering; integraliteit geborgd door integrale strategische visie
Ecologie: · we beschikken over een vastgesteld groenplan met heldere streefbeelden Water: · we beschikken over een vastgesteld Waterplan Arnhem 2003 t/m 2007 · voor het baggeren van de watergangen in Noord en Zuid zijn voldoende middelen beschikbaar
5 oktober 2004
Zwak Ecologie: · verantwoordelijkheid en uitvoering van rijksbeleid en financiering is onvoldoende duidelijk · plannen vertragen door grondposities Water: · voor beheer en onderhoud van de fonteinen is onvoldoende geld beschikbaar; ook zijn geen middelen beschikbaar om de ontstane achterstand in onderhoud weg te werken · voor beheer en onderhoud van de duikers en beekriolen (gemeentelijke taak) is onvoldoende geld beschikbaar · voor het realiseren van de beleidswens “beken bovengronds’ zijn vanuit het waterplan geen middelen beschikbaar; de realisatie dient door samenloop te worden gerealiseerd
Speerpunten in het Arnhemse milieubeleid Bij de realisatie van deze doelstellingen ligt de prioriteit bij: · uitvoering geven aan het ‘Groenplan’; de nadruk ligt op het toevoegen van grootschalig groen in de stad; bij de nieuwe stadsuitleg in Schuytgraaf en de herstructureringsopgave voor Malburgen en Presikhaaf wordt toevoeging van grootschalig groen geïntegreerd in de plannen; · uitvoering geven aan het ‘Bodembeleidsplan’; de nadruk ligt op het opstellen van bodembeschermingbeleid en een directe aanpak van de bodemverontreiniging die na 1987 is ontstaan; · uitvoering geven aan het ‘Beleidsplan luchtkwaliteit’; de nadruk ligt op het aanscherpen van de regelgeving voor de luchtkwaliteit; · luchtkwaliteitsverbeteringen en geluidssaneringen zoveel mogelijk integreren in integrale omgevingsplannen; · uitvoering geven aan het ‘Handhavingsplan Fysieke Ruimte’; aandacht voor de jaarlijkse inspectie en controle op de naleving van de regelgeving bij Arnhemse bedrijven. Het programma duurzaam milieu sluit in de uitvoering aan bij fysieke ontwikkelingen in de verschillende delen van de stad.
Intergemeentelijke samenwerking Intergemeentelijke samenwerking, met name met de grote Gelderse gemeenten, over de gehele breedte van het deelprogramma. Daarbij wordt ook samengewerkt met de provincie. Milieuregio Arnhem (MRA), intergemeentelijke samenwerking gericht op beleidsvorming en uitvoering op met name de vakgebieden geluid, afval, bodem en energie.
5 oktober 2004
ONDERWERP
GSB
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
GSB
PAGINA
GSB
Dit programma levert een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. De nadruk ligt op het verbeteren van de omgevingskwaliteit van de stad. Hoofddoelstellingen daarbij zijn: · verbetering van het grootschalige groen in de stad; · sanering van verontreinigde bodem in het stedelijk gebied; · verbetering van de geluidssituatie bij de zogenaamde A- en railwoningen; · verbetering van de binnenstedelijke luchtkwaliteit; · handhaving van de milieuregelgeving in de stad.
172
Belangrijkste doelen voor de komende jaren en relatie met het GSB III
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
Uitgangspunten van beleid Het uitgangspunt bij economie en ecologie is om te voorzien in huidige behoeften, zonder toekomstige generaties in hun ontwikkelingen te blokkeren. Om dat te bereiken zijn de ambities voor alle duurzaamheidsthema’s hoog. Water omvat een hoeveelheid aan aspecten waarbij veel waterpartners zijn betrokken. Het betreft oppervlaktewater, grondwater, drinkwater en waterbeleving (fonteinen, de recreatieve kant van water en ook waterbewustzijn). Het huidige watersysteem functioneert niet optimaal. Zo is op sommige plaatsen sprake van te veel en op andere plaatsen van te weinig oppervlaktewater en laat de waterkwaliteit op sommige plekken te wensen over. De waterpartners van de gemeente zijn waterschappen, provincie, drinkwaterbedrijf en Rijkswaterstaat. De gemeente richt zich vooral op het beheer van fonteinen, duikers en beekriolen, de ontwatering van de bodem (voor wat betreft openbaar terrein) en een deel van oppervlaktewater (sloten en plassen) en ontwatering van de bodem. Sinds de bijna-overstromingen van 1993 en 1995 zijn de ideeën over waterbeheer sterk veranderd. Het uitgangspunt is water de ruimte te geven door waterberging en retentie- en noodoverloopgebieden te creëren. Daarmee is er een duidelijke relatie met de ruimtelijke inrichting van de stad. Arnhem heeft veel waardevol groen. Dat is een groot goed voor de leefbaarheid van de stad. Door stedelijke ontwikkelingen staat de groene ruimte onder druk, echter de omvang en kwaliteit van die groene ruimte in de stad mag daardoor niet verminderen. Om dat te realiseren is het Groenplan opgesteld, dat een zeer brede werkingssfeer heeft. Het gaat van de bossen op de Veluwe tot het snippergroen in de woonwijken. Het is zowel richtinggevend voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad als voor het beheer van het groen. Er is aandacht voor de aspecten die de kwaliteit bepalen, zoals waardevolle natuur, cultuurhistorie en monumentale landschapsarchitectuur en ook voor de signalen dat de afstemming met de hedendaagse gebruikswensen en het beheer beter kan. Kaders voor het Groenplan worden gevormd door (inter-)nationale, provinciale en regionale wet- en regelgeving en bestuurlijke afspraken. Andere plannen, zoals het Waterplan en Buiten Gewoon Beter, zijn doorvertaald in het Groenplan. Kadernota’s beleidsnota’s · Waterplan Arnhem 2003-2007; · Beleidsplan Openbare ruimte; · Groenplan 2004-2007/2015. Situatie 2004 Eind 2004 worden voor 80% van de plannen de leefbaarheidsthema’s en het vakgebied ecologie ingevuld. Voor 20% van de plannen wordt in meer of mindere mate aantoonbaar een hoger ambitieniveau voor de duurzaamheidsthema’s ingevuld (kwantitatieve vertaling van het AMP-II). Het bos (1.120 ha) betreft merendeels eerste generatie bos (< 70 jaar oud). De bossen zijn (daardoor) in het algemeen weinig gevarieerd (soortenarm en structuurarm) en bevinden zich in verschillende stadia ten opzichte van het gewenste eindbeeld van de potentieel natuurlijke vegetatie. Ongeveer 15% van de bossen is structuurrijk. De in eigen beheer zijnde hooilanden en graasweiden (50 ha) zijn nog niet erg soortenrijk. Van de in eigen beheer zijnde heideterreinen (84 ha) is nog een (klein) deel vergrast. Vrije uitwisseling voor dieren tussen leefgebieden is niet overal gewaarborgd. Naast het boskarakter zijn, naast solitairen, houtwallen en boomgroepen, vooral de lanen (17 km) landschappelijk bepalend. De meeste lanen zijn volwassen maar incompleet, met onderhoudsachterstand en aan verjonging toe. Voor de recreatie zijn intensieve voorzieningen aanwezig (maneges, Burgers Zoo, Nederlands Openlucht Museum). Plaatselijk vragen deze een betere landschappelijke inpassing en extensieve voorzieningen (wandel-, fiets- en ruiterroutes, picknickplaatsen e.d.), deze voorzieningen zijn aan vervanging toe. In 2004 heeft het opstellen van het Reconstructieplan Veluwe en de opstellen van uitwerkingsprojecten Veluwe 2010 centraal gestaan. In het Rivierengebied staat de realisatie van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) het behouden en versterken van de veiligheid voor water en de berging voorop. De speeluiterwaard Bakenhof versterkt de natuurwaarde en het recreatief medegebruik in de uiterwaard. De uitwerking van het plan voor het Park Overbetuwe tot uitwerkingsplannen en een eerste uitvoering zijn speerpunten. De realisatie van de EHS/ Veluwe 2010 en regionale groenstructuur van de Overbetuwe vraagt ook in de komende periode gemeentelijke inzet in de programmabureau’s. Bij de daadwerkelijke uitvoering van deze projecten speelt het Investeringsbudget landelijk gebied een grote rol. Voor het Groot groen in de stad is in 2004 de opwaardering / verbetering van het Park Presikhaaf voorbereid en de uitvoering ter hand genomen. Inmiddels komt in de wijk Malburgen, door de herstructurering en in Schuytgraaf nieuw groot groen in ontwikkeling. Ook elders zijn stedelijke ontwikkelingen aan de orde. Dit vraagt in het kader van de zorgplicht van de Flora- en faunawet monitoring van de natuurwaarden. In 2004 is doorgegaan met het baggeren van de watregangen in heel Arnhem, waarbij het speerpunt in Arnhem-Zuid ligt. De werking en kwaliteit van het watersysteem verbetert hierdoor. In Arnhem-Zuid, is in het kader van een europees subsidieproject (Urban Water), in april 2004 een studie gestart waarmee duidelijk wordt op welke wijze het watersysteem kan worden verbeterd. In alle ruimtelijke planvorming is water een blijvend punt van aandacht. Het gaat hierbij om het benutten van de waarde van water in stedelijke herontwikkeling- het verbeteren van het woon-en leefklimaat en de toeristische c.q belevingswaarde van water- en het voorkomen of opheffen van wateroverlast. Het Waterservicepunt is in februari 2004 officeel geopend en is gestart met afkoppelactiviteiten in Arnhem-Noord. Ten slotte is in 2004 de Sint Jansbeek in De la Reijstraat weer zichtbaar geworden.
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
173
Deelprogramma 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
1.
2005 1. voor 90 % van alle plannen worden de leefbaarheidsthema’s en het thema ecologie op adequate wijze ingevuld; voor 35 % van alle plannen maar in ieder geval voor de sleutelprojecten worden de duurzaamheidsthema’s aantoonbaar ingevuld. Grondverwerving en voorbereiding uitvoering Park Overbetuwe 2. bos: 16% areaal één maal gedund; heide: 40% vrijwel vrij van opslag; graslanden: 100% extensief gehooid 3. vastgesteld reconstructieplan Veluwe; duidelijkheid uitwerking Ruimte voor de Rivier voor Arnhems deel; aangepast maaischema en vastgesteld dunningsschema groot groen; actuele beheervisie voor één park; inzicht in natuurwaarden door oproep aan bewoners; uitvoering monitoring deel Malburgen conform Flora- en faunawet 4. inbreng leveren in projecten Veluwe 2010: Hart van de Veluwe, Renkumse landbouwenclave, Hert aan de Rijn en onderzoek wegen; jaarlijkse overzet actie amfibieën Cattepoelseweg, registratie valwild, afstemmen onderhoud faunavoorzieningen met aangrenzende eigenaren, onderzoek faunawisseling Schelmseweg; gerealiseerd ecoduikers locatie de Maten en in uitvoering ecoduikers in Schuytgraaf 5. cultuurhistorisch onderzoek lanen gereed; periodieke VTA controle lanen; 0,9 km van de lanen verjongd 7. aan de hand van de opgestelde visie(s) samen met betrokkenen / aanwonenden worden beken stap voor stap bovengronds gehaald; Sint Jansbeek in de singels; indien nodig meer water in polders voor berging; bestaand beheerplan voor Noord aangepast
(o.a. op basis van Waterplan en het beleidsplan Arnhems groen (kwantitatief)) 1.
meer ruimte voor de ecologische structuur op gemeentelijk en regionaal niveau 2. verdere uitwerking van de duurzaamheidsthema’s op hoogwaardige wijze 3. vermindering van de milieubelasting voor de leefbaarheidsthema’s waaronder het voorkomen van overschrijdingen voor de maximaal toelaatbare niveau’s 4. meer natuur 5. meer fauna-uitwisseling 6. meer veiligheid en kwaliteit lanen 7. meer en beter zichtbaar water: hogere kwaliteit leefomgeving en voldoende ruimte voor waterberging 8. hogere kwaliteit oppervlaktewater 9. minder (grond)wateroverlast bij bestaande panden; minder water op straat bij hevige regenval 10. meer waterbewustzijn en waterbeleving bij betrokkenen 11. meer recreatieve mogelijkheden aan en langs het water · verbeteren van de omgevingskwaliteit in stad door meer grootschalig groen in de stad (GSB III)
2.
3.
4.
5.
Indicatoren: · oppervlakte bos, heide, natuur en lanen in Arnhem 6.
5 oktober 2004
alle ontwikkelingsplannen voor de fysieke omgeving (verkeer, wonen, bedrijventerreinen, natuur) worden inhoudelijk beoordeeld en geoptimaliseerd op de leefbaarheidsthema’s en het thema ecologie; verder worden alle plannen gescreend op mogelijke kansen voor de verschillende duurzaamheids- thema’s. Voor de vertsterking van de ecologische hoofdstructuur zal de nadruk liggen op de ontwikkeling van Park Overbetuwe, de Rivierzone en de groene wiggen bos: geïntegreerd bosbeheer (dunningscycli van zes jaar met bevoordeling van Zomereik en andere inheemse soorten); twee bomen/ha ringen; heide: verwijderen opslag en strooisellaag, begrazing; graslanden: extensief hooien uitwerking reconstructieplan Veluwe; uitwerking Ruimte voor de Rivier; realisatie natuurnetwerk door maatwerk beheer groot groen in de stad; actuele beheerplannen; monitoring van natuurwaarden conform monitoringplan door PGO’s bewaken inbedding faunavoorzieningen in grote infraprojecten, prioritering faunavoorzieningen in overleg met beheerders aangrenzende terreinen en via projecten Veluwe 2010 overzet actie amfibieën, controle onderhoud, registratie valwild, aanleggen faunapassages, toepassen ecoduikers bij reconstructies en in nieuwbouwplannen inzicht in cultuurhistorische waarden van lanen en prioritering instandhouding, controle vitaliteit lanen, wegwerken achterstallig onderhoud en aanvullen / renoveren incomplete lanen
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
174
Deelprogramma 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
7.
8.
adoptie van beken door omwonenden; Sint Jansbeek bovengronds bij herontwikkeling; meer oppervlaktewater in de polders voor waterberging; opstellen beheer- en onderhoudsplannen gekoppeld aan functie van het water 8. baggeren van de (hoofd)watergangen; verminderen vuiluitworp uit riolering door verbeteringen aan de riolering en het oppervlaktewater alsmede afkoppelen regenwater 9. inventarisatie alle panden waar sprake is van (grond)wateroverlast; maatwerk aanpak bij urgente gevallen; inventariseren aanwezige drainage; vergroten berging in riolering en aanleg van op afstand bestuurde rioolschuiven (RTC); afkoppelen regenwater 10. opzetten waterservicepunt met o.a. educatieve projecten; gerichte informatie naar burgers en bedrijven 11. studie naar wenselijkheid aanleg wandel-, fiets- en kanoroutes bij het toevoegen van grootschalig groen in de stad wordt aangesloten bij lopende initiatieven op het gebied van uitbreiding en herstructurering in Presikhaaf, Malburgen en Schuytgraaf (GSB III)
5 oktober 2004
baggerplan voor Noord voor 20% uitgevoerd; vuiluitworp uit riolering met 15% verminderd ten opzichte van 1992; gestart met uitvoeren maatregelen ter verbetering watersysteem Zuid 9. gestart met aanpak urgente gevallen van (grond)wateroverlast, zoveel mogelijk in combinatie met realisatie andere werken; werkzaamheden lopen ten aanzien van vergroten riolen en afkoppelen 10. waterservicepunt operationeel 11. studie naar wenselijkheid aanleg wandel-, fiets- en kanoroutes afgerond 2006-2008 1. voor 95 % van alle plannen worden de leefbaarheidsthema’s en het thema ecologie op adequate wijze ingevuld; voor minimaal 35 % van alle plannen maar in ieder geval voor de sleutelprojecten worden de duurzaamheidsthema’s aantoonbaar en selectief op hoog ambitieniveau ingevuld 4. bos: 60% één maal gedund; heide: 60% vrijwel vrij van opslag; graslanden: 100% extensief gehooid en graasweide 5. faunamaatregelen: 1/4 ecoduikers Schuytgraaf gerealiseerd 6. inzicht in vitaliteit en cultuurhistorische waarde van de lanen; verjongingsplan voor de lanen is opgesteld samen met betrokkenen / aanwonenden worden beken stap voor stap bovengronds gehaald (realiseren visie); Sint Jansbeek deels bovengronds; indien nodig meer water in polders voor berging;
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
175
Deelprogramma 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten baggerplan voor Noord voor 50% uitgevoerd; in Zuid 80% van bagger in hoofdwatergangen verwijderd; vuiluitworp 30% lager ten opzichte van 1992; verbeteringen aan watersysteem Zuid voor 50% gerealiseerd 8. gestart met aanpak urgente gevallen van (grond)wateroverlast, zoveel mogelijk in combinatie met realisatie andere werken; rioolvergrotingen voor 70% gerealiseerd; afkoppelen voor 70% gerealiseerd 9. educatief programma waterservicepunt operationeel; evaluatie waterservicepunt in 2006 10. op basis van studie is besloten of nieuwe wandel-, fiets-, en kanoroutes worden aangelegd; realisatie na 2007
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
176
Deelprogramma 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
7.
Het oppervlakte groot groen in de de stad is ca. 6470 ha. Het oppervlak groot groen in de stad is circa 1.220 ha Het oppervlak wijkgroen bedraagt ca. 8.400 ha. (GSB III) 2005-2009 (GSB III) · in drie wijken (Malburgen, Schuytgraaf en presikhaaf) wordt groot groen / wijkgroen kwalitatief verbeterd. · In totaal is dat 45 ha Cruciale relaties met andere programma’s: 09. Stedelijke hoofdstructuur versterken: In de binnenstad wordt het water weer terug in de stad gehaald. Dit gebeurt door het aanleggen van de haven in het project Rijnboog en het bovengronds brengen van de Sint Jansbeek. 10. Wijken bouwen: Hoogwaardig groen en water zijn een belangrijke elementen voor de kwaliteit van het woonmilieu. Behoud en ontwikkeling van de oorspronkelijke landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden en integreren daarvan in de stedenbouwkundige opzet. Veel aandacht voor water in de wijk. 5 oktober 2004
Relaties met paragrafen onderhoud kapitaalgoederen investeringen
Participanten 1. bewoners en belangengroepen en onderwijs 2. bedrijven 3. projectontwikkelaars 4. gemeenten Ede en Renkum 5. particuliere bosbezitters en beheerders 6. wildbeheereenheden 7. recreatieschap 8. waterwinbedrijven 9. Landbouw Natuurbeheer en Visserij (LNV) directie oost 10. waterpartners (waterschappen, Rijkswaterstaat, Vitens, provincie) 11. burgers, bedrijven, woningbouwcorporaties voor (grond)wateroverlast, beken bovengronds, onderhouddienst Stadsontwikkeling en projectontwikkelaars voor meeliftprojecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
3.915-
2.712-
2.733-
2.733-
2.733-
2.733-
640
523
523
523
523
523
3.275-
2.189-
2.210-
2.210-
2.210-
2.210-
3.275-
2.189-
2.210-
2.210-
2.210-
2.210-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) De toename van de lasten in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 is volledig te verklaren door de nominale ontwikkelingen (€ 21 duizend) Ten opzichte van de begroting 2003 zijn de lagere lasten in 2004 te verklaren doordat in 2003 een voorziening is gevormd bij de overdracht van de watergangen (€ 1,8 mln.). In 2004 heeft de dienst Stadsbeheer een nieuwe systematiek voor de toerekening van de overhead aan de producten en programma’s ingevoerd. Deze administratief technische operatie heeft geleid tot een per saldo budgettair neutrale verschuiving van de budgetten tussen deelprogramma’s. Daarnaast zijn in het kader van de kerntakendiscussie bij de dienst Stadsontwikkeling, taken verschoven naar de dienst Stadsbeheer. Dit heeft geleid tot een andere opbouw van deelprogramma’s en de onderliggende producten. Beide aspecten maken het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de rekeningcijfers 2003 en de begroting 2004. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
177
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
Uitgangspunten van beleid Op circa 2800 locaties is sprake van een mogelijk geval van bodemverontreiniging. Bodemverontreiniging wordt aangepakt op het moment dat dit vanuit de maatschappelijke ontwikkeling wenselijk is. Hierop zijn twee uitzonderingen. De eerste is sanering van de zogenoemde ‘statische locaties’ waar voorlopig geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, maar die vanuit milieuhygiënische urgentie wel aangepakt moeten worden. De tweede uitzondering vormt het onderzoek op potentieel ernstig verontreinigde locaties. Met saneren wordt met name aangesloten bij de ruimtelijke ontwikkelingsgebieden in Arnhem. Randvoorwaarde is natuurlijk de NMP3doelstelling, dat ‘alle ernstige en urgente bodemverontreinigingslocaties voor 2023 moeten zijn gesaneerd of beheerst'. In het stedelijk gebied zijn dit de grote ontwikkelgebieden Malburgen, Presikhaaf en Rijnboog en het gebied Westervoortsedijk / ’t Broek. Tevens zijn er op dit moment vier statische locaties, die vanwege hun milieuhygiënische urgentie verdere aanpak behoeven. De Arnhemse luchtkwaliteit wordt grotendeels bepaald door lokale Arnhemse factoren, te weten wegverkeer, bedrijven en huishoudens. In Arnhem zijn momenteel geen bedrijven gevestigd met een grote emissie van stikstofdioxide of benzeen. Op 151 wegvakken is het wegverkeer verantwoordelijk voor overschrijdingen van de grenswaarde voor stikstofdioxide en op 254 plaatsen voor die van fijn stof. In het gebied met een te hoge concentratie stikstofdioxide bevinden zich 2500 woningen, bij fijn stof gaat het om 4500 woningen. De belangrijkste bijdrage van huishoudens aan stedelijke luchtverontreiniging is afkomstig van open haarden en houtkachels. Klimaatbeleid heeft als doel de uitstoot van kooldioxide te reduceren, door energiegebruik te beperken en de toepassing van duurzame energie te stimuleren. Met het uitvoeren van een 25-tal projecten voldoet Arnhem aan de eisen van het landelijk klimaatconvenant in het kader van de Kyoto-afspraken. In Arnhem vinden tal van activiteiten met gevaarlijke stoffen plaats, zoals bij LPG-stations en vuurwerkverkoop. Om de risico’s hiervan te beperken voert Arnhem landelijke wetten uit, die als gevolg van recente rampen in Nederland worden aangescherpt. Los daarvan heeft de gemeente een eigen verantwoordelijkheid om een adequaat extern veiligheidsbeleid te voeren, waarbij beter afgestemd wordt met veiligheidspartners, de handhaving geïntensiveerd wordt en betere voorlichting aan burgers over de risico’s wordt gegeven. In Arnhem treedt voornamelijk geluidhinder op langs het spoor, langs wegen en rondom bedrijven. Uit het bevolkingsonderzoek van de gemeente Arnhem blijkt dat 14% van de geënquêteerden wel eens geluidsoverlast ondervindt van de industrie en 52% van wegverkeer. Dit betekent dat de helft van de Arnhemse burgers in meer of mindere mate hinder heeft van geluid. Of er sprake is van geluidhinder wordt niet alleen bepaald door de gemeten geluidbelasting in decibels: het wordt ook bepaald door hoe het geluid beleefd wordt. Modernisering van het rijksbeleid maakt het in de toekomst mogelijk naast objectieve geluidsbelasting ook de subjectieve geluidsbeleving bij het geluidsbeeld te betrekken. Het geluidbeleid is er op gericht om zoveel mogelijk de hinder en de schadelijke gevolgen van geluid voor de volksgezondheid te voorkomen en te beperken. Kadernota’s en beleidsnota’s · Arnhems Milieubeleidsplan 2 (2002); · Arnhems Klimaatprogramma (2004); · Bodembeleidsplan (2003); · Beleidsplan Luchtkwaliteit (2004); · Beleidsprogramma Externe Veiligheid (2004). · ISV- en Wbb bodemprogramma 2005-2009 (2004) (GSB III) Stand van zaken beleid in 2004 Begin 2004 is het Klimaatprogramma vastgesteld. In de loop van het jaar zijn de beleidsplannen Luchtkwaliteit en Externe Veiligheid afgerond. Het beleidsplan geluid is in 2004 vrijgegeven voor inspraak. Na de afronding van de verschillende beleidsnota’s is een overkoepelende strategische milieunota opgesteld. Situatie op de maatschappelijke/GSB III indicatoren in 2004 · het aantal A- en Raillijstwoningen waarvoor de saneringssituatie in 2004 is opgelost bedroeg 26 van het totaal van de gemeente; het aantal saneringswoningen bedroeg op 1/1/2004 896,; · in 2004 is ondanks aanscherping van de regelgeving geen sprake van wegdek met luchtkwaliteitsniveau’s boven de normen van het Besluit Luchtkwaliteit; · het aangepakte deel van de werkvoorraad bodemsanering betreft in aantallen 6, in oppervlak 31.750 m2, in hoeveelheid grond 85.090 m3 en in te saneren grondwater 10.160 m3. Het aantal bodemprestatieeenheden (b.p.e.’s) bedraagt 127.000 (percentage in eigen beheer tot stand gekomen zonder overheidsbijdrage in de financiering is 75%).
5 oktober 2004
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
178
Deelprogramma 15.2 Een goed milieubeheer
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
1.
· in het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing worden energievoorwaarden opgenomen om een duurzame ontwikkeling in te kunnen zetten · luchtkwaliteitsverbetering en geluidsaneringen voor zover mogelijk integreren in integrale omgevingsplannen · aanpak externe veiligheids-risico’s op basis van landelijke prioriteitsstelling · bodemsanering zoveel mogelijk uitvoeren in combinatie met ruimtelijke projecten en rioolvernieuwingen · afkoppelen van hemelwater kan bodemverontreiniging veroorzaken, dit dient goed te worden afgestemd en gereguleerd
2005 1-5 uitvoering klimaatprogramma volgens vastgestelde planning 1-6 gevelmaatregelen aan ca. 50 saneringswoningen (A- en raillijst) ; geluidsschermen langs het spoortraject de Laar, Elderveld en Plattenburg; onderzoek naar bronmaatregelen (stille wegdekken) in combinatie met onderhoud en projecten 8. geluidsschermen langs het spoortraject de Laar, Elderveld en Plattenburg; onderzoek naar bronmaatregelen (stille wegdekken) in combinatie met onderhoud en projectenhet nader onderzoeken van de geconstateerde rekenkundige knelpunten en het voor-bereiden van te treffen maatregelen 9. saneringsplan opstellen voor inrichtingen die niet aan de risiconormering zoals genoemd in het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid voor inrichtingen kunnen voldoen (in lijn met landelijke prioriteitstelling); voorkomen van nieuwe knelpunten; aandachtspunten in kader van externe veiligheid langs transportroutes nader onderzoeken; het MIP implementeren binnen de dienst SB onder andere door middel van oefeningen 10. Nota bodembeschermings-beleid is gereed 10/11/12/13/14: · het aantal nog te saneren/beheersen ernstige verontreinigingen tot aan 2023 is in beeld · het eerste ISV bodemsaneringsprogramma (2000 t/m 2004) is gerealiseerd · het tweede ISV-bodemsaneringsprogramma is opgesteld in samenspraak met Ruimtelijke Ontwikkeling 15. binnen vijftien projecten vindt hergebruik van licht verontreinigde grond plaats
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10. 11. 12.
13. 14. 15.
meer gebruik van duurzame energie hogere productie realiseren van duurzame energie efficiënter gebruik van energie beter isoleren van woningen meer projecten uitvoeren gericht op tegengaan van klimaatveranderingen minder geluidgehinderden minder overschrijdingen van grenswaarden van luchtverontreiniging door het wegverkeer minder kans op incidenten veroorzaakt door bedrijven en transport geen nieuwe bodemverontreinigingen geen risico’s voor volksgezondheid volledige verwijdering van bodemverontreinigingen ontstaan na 1987 bodemverontreinigingen ontstaan vóór 1987 worden geschikt gemaakt voor het gebruik meer bodemsaneringen door derden meer samenloop tussen bodemsanering en ruimtelijke ontwikkeling minder gebruik van primaire grondstoffen (zandwinning e.d.)
Verbetering van de omgevingskwaliteit door: · sanering van de bodemverontreiniging in het stedelijk gebied (inclusief nazorg en asbest) (GSB III) · verbetering van de geluidssituatie bij de zogenaamde A- en railwoningen (GSB III) · verbeteren van de binnenstedelijke luchtkwaliteit (GSB III)
5 oktober 2004
Maatregelen: 1. inkoop realiseren van 100% groene stroom 2. uitvoeren van duurzame energieprojecten zoals zonneboileracties en windplan 3. kennisoverdrachtproject voor bewoners/bedrijven door te lichten op energie en milieuaspecten, energie in de milieuvergunningverlening en handhaving invoeren 4. uitvoeren van energie-projecten zoals Malburgen, Presikhaaf 5. uitvoeren energiebesparingsprojecten volgens klimaatprogramma in samenwerking met externe partijen 6. het treffen van maatregelen: bronmaatregelen ter bestrijding van wegverkeer- en industrielawaai (stille wegdekken en verkeersmaatregelen en maatregelen bij bedrijven); overdrachtsmaatregelen ter bestrijding van railverkeerslawaai (geluidschermen langs de spoorlijn in Arnhem); woningisolatie ter bestrijding van weg-, rail- en industrielawaai 7. het uitvoeren van bestaand beleid (AMP) en opstellen van een nieuw beleids- en uitvoeringsplan gericht op het voorkomen van nieuwe knelpunten (2004) en het treffen van maatregelen om bestaande knelpunten op te lossen (2006)
2006-2008 1-5 uitvoeringsprogramma klimaatbeleid is gemeentebreed in volle gang 6. gevelmaatregelen aan ca. 120 saneringswoningen (A- en raillijst woningen); geluidsschermen langs het spoortraject Transvaalbuurt, Lombok, Molenbeek en Spijkerbuurt (afhankelijk van project- en rijksbudgetten); toepassing van zeer stille wegdekken bij saneringsoperaties
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
179
Deelprogramma 15.2 Een goed milieubeheer
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
7.
7. het nader onderzoeken van de geconstateerde rekenkundige knelpunten; het treffen van maatregelen om bestaande knelpunten door het wegverkeer op te lossen. Het voorkomen van nieuwe knelpunten 8. voorkomen van nieuwe knelpunten; aandachtspunten in kader van externe veiligheid langs transportroutes nader onderzoeken; het MIP implementeren binnen de dienst SB onder andere door middel van oefeningen 9. drie saneringen van nieuwe verontreinigingen per jaar 10/11/12/13/14: · uitvoeren van tweede ISV bodemsanerings-programma (2005 t/m 2008) · twaalf saneringen van ernstige bodemverontreinigingen per jaar 15. twintig keer hergebruik van licht verontreinigde grond binnen projecten in Arnhem per jaar
het uitvoeren van het beleidsplan gericht op het voorkomen van een ongeval met (gevaarlijke) stoffen binnen de grenzen van de inrichting dan wel een transportmedium; implementeren van het Milieuincidentenplan (MIP) binnen de dienst Stadsbeheer; handhaving van het Besluit “kwaliteitseisen externe veiligheid voor inrichtingen” 8. opstellen bodembeschermingsbeleid waarin o.a.: verplichte bodemtoets op bouwaanvragen en bestemmingsplannen, eenduidige bodemvoorschriften in Wmvergunning (Wet milieubeheer) en goede handhaving hierop, zoveel mogelijk voorkomen van bodemverontreiniging bij afkoppelen van hemelwater 10/11/12/13 directe aanpak van verontreinigingen ontstaan na 1987, afgeven beschikkingen Wet bodembescherming, uitvoeren van bedrijvenregeling (subsidie voor sanering bij bedrijven) en ISV bodemsaneringsprogramma, inzet juridisch instrumentarium 14. afstemmen programma’s ruimtelijke ordening en bodemsanering 15. handhaving op bestaand hergebruiksbeleid de aanpak voor lucht, geluid en bodem is opgenomen in bovenstaand totaal overzicht. Bodemsanering wordt uitgevoerd in de lijn van het “ISV- en Wbb bodemprogramma 2005-2009 (2004) (GSB III)
5 oktober 2004
2005-2009 aantal A- en Raillijstwoningen waarvoor de saneringssituatie in 2005 is opgelost bedraagt 50 van het totaal van de gemeente; in de periode 2006-2009 stijgt dit aantal verder met nog eens 160 van het totaal van de gemeente; afhankelijk van de mogelijkheid stille wegdekken toe te passen zal dat aantal nog verder stijgen (door integraal te werken); het aantal saneringswoningen bedroeg op 1/1/2004 896, daarvan worden er in 2004 ca. 50 gesaneerd (GSB III) · in 2005 is door aanscherping van de regelgeving sprake van 350 meter wegdek met luchtkwaliteitsniveau’s boven de normen van het Besluit Luchtkwaliteit; maatregelen voor het onder de normen brengen zijn voorbereid. · in 2009 is ondanks aanscherping van de regelgeving geen sprake van wegdek met luchtkwaliteitsniveau’s boven de normen van het Besluit Luchtkwaliteit; maatregelen voor het onder de normen brengen zijn uitgevoerd (GSB III)
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
180
Deelprogramma 15.2 Een goed milieubeheer
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten · het aangepakte deel van de werkvoorraad bodemsanering in 2005 betreft in aantallen 6, in oppervlak 3.375 m2,in hoeveelheid grond 2.700 m3 en in te saneren grondwater 5.060 m3 en in bodemprestatie-eenheden (b.p.e.) 13.500 (percentage in eigen beheer tot stand gekomen zonder overheidsbijdrage in de financiering is 70%) (GSB III) · het aangepakte deel van de werkvoorraad bodemsanering 2006-2009 betreft in aantallen 21, in oppervlak 13.500 m2,in hoeveelheid grond 10.800 m3 en in te saneren grondwater 20.250 m3 en in bodemprestatieeenheden (b.p.e.) 54.000 (percentage in eigen beheer tot stand gekomen zonder overheidsbijdrage in de financiering is 70%) (GSB III)
Cruciale relaties met andere programma’s: 09. Stedelijke hoofdstructuur versterken: door de grote dynamiek in de binnenstad ontstaan er mogelijkheden om de milieubelasting voor woningen aan te pakken en locaties met bodemverontreiniging te saneren 10. De ruimte goed benut: bij (her-)ontwikkelingen in de wijk wordt getracht om knelpunten op het gebied van geluidshinder en bodemverontreiniging op te lossen
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
Participanten
· investeringen
1.
bewoners, belangengroepen en onderwijs 2. woningcorporaties 3. interne diensten, met name de dienst SO 4. provincie Gelderland 5. grote Gelderse gemeenten 6. bedrijven 7. energiebedrijven 8. ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu en Verkeer en Waterstaat 9. Hulpverleningsdienst Gelderland Midden 10. wegbeheerders
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
181
Deelprogramma 15.2 Een goed milieubeheer
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
15.2 Een goed milieubeheer
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
4.126-
5.252-
6.196-
4.485-
4.644-
4.646-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
1.433
720 1.664
690 2.702
692 976
694 976
696 976
Resultaat
Exploitatieresultaat
2.693-
2.868-
2.804-
2.817-
2.974-
2.974-
2.693-
2.868-
2.804-
2.817-
2.974-
2.974-
Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Fysiek is in de GSB III-periode 2005-2009 jaarlijks aan de begroting toegevoegd: geoormerkte middelen voor Bodem € 449.000 geoormerkte middelen voor Geluid € 396.000 geoormerkte middelen voor Lucht € 131.000. In 2005 wordt eenmalig € 1.726.000,- aan VINAC-gelden toegevoegd aan de begroting. Dit bedrag is geoormerkt geld voor Bodem. Ten opzichte van de begroting 2004 worden vanaf 2005 structureel middelen voor nieuw beleid externe veiligheid aan de begroting toegevoegd (€ 0,1mln.). De lasten nemen in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 af doordat in 2004 nog uitvoering wordt gegeven aan GSB II-beleid (€ 0,75 mln.). De toename van de lasten in 2007 en 2008 is te verklaren door het beëindigen van de bezuinigingsmaatregelen in het kader van bodemprojecten, die eerder is ingezet (€ 0,16 mln.). In 2004 heeft de dienst Stadsbeheer een nieuwe systematiek voor de toerekening van de overhead aan de producten en programma’s ingevoerd. Deze administratief technische operatie heeft geleid tot een per saldo budgettair neutrale verschuiving van de budgetten tussen deelprogramma’s. Daarnaast zijn in het kader van de kerntakendiscussie bij de dienst Stadsontwikkeling, taken verschoven naar de dienst Stadsbeheer. Dit heeft geleid tot een andere opbouw van deelprogramma’s en de onderliggende producten. Beide aspecten maken het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de rekeningcijfers 2003 en de begroting 2004. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
182
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
Kadernota’s beleidsnota’s · Handhavingsplan Fysieke ruimte (planning: vaststelling eind 2004). Situatie 2004 De maatschappij en de politiek vragen forse aandacht voor de bevordering van de externe veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. De sector Vergunningen & Handhaving levert producten en diensten die daaraan ten dienste staan. Nu verschillende handhavende taken binnen de dienst SB zijn ondergebracht is een begin gemaakt met integraal handhavingsbeleid. Uitgangspunt is dat de handhavers van de diverse afdelingen zo veel mogelijk integraal en indien nodig samen handhaven en dat de handhavingprocedures op gelijke wijze verlopen. Daarbij kan ook gedacht worden aan gebiedsgerichte integrale handhaving waarbij wijkschouwen worden gehouden. Een verdere professionaliseringsslag is mogelijk door programmatisch te handhaven. Door de handhavingactiviteiten in kaart te brengen en vervolgens een risicoanalyse op te stellen, kan op basis van prioriteiten inzichtelijk worden gemaakt op welke vlakken en momenten handhavend zal worden opgetreden. Stand van zaken beleid in 2004 · in 2004 is het handhavingsplan Fysieke ruimte afgerond. Situatie op de maatschappelijke/GSB III indicatoren in 2004 · het aantal geïnspecteerde bedrijven in 2004 bedraagt 475 (22% van het totaal); · het aantal controles bij werken Bouwstofbesluit of vrijstelling grondverzet in 2004 is 115; · het aantal gesignaleerde klachten in 2004 is 2100; · het aantal geconstateerde overtredingen, waarschuwingen en processen-verbaal in de openbare ruimte bedroeg respectievelijk 2020, 1650 en 370.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitgangspunten van beleid Voor alle handhaving in de fysieke ruimte waarvoor de dienst Stadsbeheer verantwoordelijk is, is het uitgangspunt voor de regelgeving dat de gestelde regels op zich handhaafbaar zijn (kwalitatief), maar ook dat het geheel van de regelgeving handhaafbaar is (kwantitatief). Ook bij bestaande regelgeving zal kritisch gekeken worden, welke regels in stand moeten blijven. Het doel is het vergroten van de veiligheid in de stad. Om de uitvoering van alle handhavingstaken een impuls te geven wordt een handhavingsplan opgesteld dat leidt tot prioritering en programmering van alle handhavingsactiviteiten.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
183
Deelprogramma 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten
1.
De sector Vergunningen & Handhaving voert voor de gemeente Arnhem door middel van publieksvoorlichting, vergunningverlening, inspectie en handhaving de wet- en regelgeving uit op het gebied van de ruimtelijke ordening, het milieu, het bouwen en de openbare ruimte. De afdeling Wijktoezicht levert door de aanwezigheid op straat en in de wijk een positieve bijdrage aan de veiligheid en de kwaliteit van het woongenot van de Arnhemse burger. Risicovolle bedrijven en de echte milieurelevante bedrijven krijgen extra toezicht
2. 3.
kwalitatief goede en veilige werk- en leefomgeving, het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het openbare gebied en het nastreven van duurzaamheid en leefbaarheid 95% van de gecontroleerde bedrijven leeft na eerste controle zijn regelgeving na producten en diensten integraler en klantvriendelijker leveren
Indicatoren: · · ·
het aantal geïnspecteerde bedrijven absoluut en als percentage van het totaal aantal controles bij werken Bouwstofbesluit of vrijstelling grondverzet het aantal gesignaleerde klachten, overtredingen, waarschuwingen en processen-verbaal
De aan het loket Bouwen, Wonen, Leefomgeving gekoppelde servicelijn behandelt en verwerkt alle binnengekomen klachten van burgers over het openbaar gebied. De sector Vergunningen & Handhaving werkt integraal (ziet toe op meerdere zaken tegelijkertijd in het woon- , werk- en leefklimaat), programmatisch (zorgvuldig plannen en prioriteren van handhavingsdoelen), transparant en professioneel (kwalitatief hoogwaardige uitvoering van taken)
2005 · zichtbaar betere kwaliteit van de fysieke woon- en leefomgeving · duurzamer en leefbaarder milieu · de gevraagde zichtbare kwaliteitsverbeteringen worden binnen deze collegeperiode met name gerealiseerd in het centrumgebied; het gebied op en rond de Korenmarkt wordt op een actieve wijze en projectmatig aangepakt via inspecties, gebruiksvergunningen en verbeteringen van de gevels; via allerlei projecten zoals de uitvoering van het nieuwe Vuurwerkbesluit, het verbeteren van de brandveiligheid van kamerverhuurbedrijven en het legaliseren van woonboten worden regels aangescherpt, achterstanden ingelopen en leemten gedicht · het aantal geïnspecteerde bedrijven in 2005 bedraagt absoluut 525 (25% van het totaal) · het aantal controles bij werken Bouwstofbesluit of vrijstelling grondverzet bedraagt in 2005 115 controles · het aantal gesignaleerde klachten bedraagt 1800; het aantal overtredingen bedraagt 1800, het aantal waarschuwingen 1935 en het aantal processenverbaal in 2005 bedraagt 365 2006-2008 1. zichtbaar betere kwaliteit van de fysieke woon- en leefomgeving; duurzamer en leefbaarder milieu; 98 % van de gecontroleerde bedrijven leeft na eerste controle zijn regelgeving na 2. de gevraagde zichtbare kwaliteitsverbeteringen worden binnen deze periode naast het centrumgebied tevens gerealiseerd in de aandachtswijken; via allerlei projecten zoals de uitvoering van het nieuwe Vuurwerkbesluit
5 oktober 2004
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
184
Deelprogramma 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
Beschrijving van de aanpak
Beoogde resultaten 3.
4.
5.
het verbeteren van de brandveiligheid van kamerverhuurbedrijven en het legaliseren van woonboten worden kwaliteitsverbeteringen verankerd het aantal geïnspecteerde bedrijven bedraagt in de periode 2006-2009 absoluut 525 per jaar (25% van het totaal) het aantal controles bij werken Bouwstofbesluit of vrijstelling grondverzet bedraagt 115 per jaar · Het aantal gesignaleerde klachten bedraagt 1700 · Het aantal overtredingen bedraagt 1800 · het aantal waarschuwingen 1935 · het aantal processen-verbaal 365
Cruciale relaties met andere programma's 13. Kwaliteit Openbare Ruimte: Activiteiten gericht op het verminderen van de vervuiling van het riool en extra inzet op vergunningverlening en handhaving. Wijkgerichte voorlichting en handhaving (projectmatig) ter voorkoming verkeerd afvalaanbiedgedrag (zwerfvuil)
5 oktober 2004
Relaties met paragrafen
Participanten · politie · justitie · bewoners en bedrijven · wijkplatforms · brandweer · provincie · waterschappen
ONDERWERP
Beoogde maatschappelijke effecten
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Commissie: VROM Portefeuillehouder: Dhr. C. de Ronde
PAGINA
Thema Economie in balans met ecologie
185
Deelprogramma 15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
Rekening 2003
Middelen
Lasten
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
3.240-
3.733-
3.825-
3.825-
3.825-
3.825-
336
742
742 50
742 50
742 50
742 50
2.904-
2.991-
3.033-
3.033-
3.033-
3.033-
2.904-
2.991-
3.033-
3.033-
3.033-
3.033-
(- teken)
Baten
Algemeen GSB GSO
Resultaat
Exploitatieresultaat Mutaties reserves Saldo
Toelichting op de mutaties (lasten en baten) In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal is in de GSB III-periode jaarlijks aan de begroting voor wijktoezicht en inbraakpreventieteam € 50.000 toegevoegd. De toename van de lasten in 2005 ten opzichte van de begroting 2004 is volledig te verklaren door de nominale ontwikkelingen (€ 42 duizend). In 2004 heeft de dienst Stadsbeheer een nieuwe systematiek voor de toerekening van de overhead aan de producten en programma’s ingevoerd. Deze administratief technische operatie heeft geleid tot een per saldo budgettair neutrale verschuiving van de budgetten tussen deelprogramma’s. Daarnaast zijn in het kader van de kerntakendiscussie bij de dienst Stadsontwikkeling, taken verschoven naar de dienst Stadsbeheer. Dit heeft geleid tot een andere opbouw van deelprogramma’s en de onderliggende producten. Beide aspecten maken het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de rekeningcijfers 2003 en de begroting 2004. Toelichting op de investeringen In de periode 2005-2008 vinden binnen dit deelprogramma geen majeure investeringen plaats. Binnen dit deelprogramma wordt uitsluitend geïnvesteerd in bedrijfsvoeringsmiddelen (zie paragraaf investeringen).
5 oktober 2004
PAGINA
Deelprogramma-nr: Deelprogramma-naam:
bedragen x € 1.000,-
186
Middelen per deelprogramma MJPB 2005-2008
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
187
Algemene dekkingsmiddelen
188
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
189
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
16 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Inleiding Het programmaplan bevat naast de 15 te realiseren inhoudelijke programma’s tevens het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien (programma 16). Algemene dekkingsmiddelen (zoals het gemeentefonds) worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen maar afzonderlijk opgenomen. In dit hoofdstuk worden beknopt de deelprogramma’s van programma 16 Algemene dekkingsmiddelen weergegeven.
16.1 Geldleningen De doelstelling van het financieringsbeleid omvat het zo gunstig mogelijk contracteren van vaste gelden op de kapitaalmarkt, de zogenaamde lange financiering. Dit in samenhang met specifieke en complexe financieringsbehoeften.
16.2 Beleggingen Onder beleggingen worden twee productgroepen verantwoord: · dividenduitkering beleggingen; · verzekeringen.
16.3 Belastingen en heffingen In de paragraaf lokale heffingen wordt uitgebreid ingegaan op beleidsuitgangspunten, ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen, lastendruk en de ontwikkelingen van de tarieven. Heffingen zijn te onderscheiden in heffingen waarvan de besteding wel of niet gebonden is. Bij de opstelling van deze begroting bestond er nog geen duidelijkheid over de mogelijke wijzigingen in de OZB en de eventuele gevolgen voor de geïncorporeerde heffingen als afvalstoffen en riolering. In deze begroting is de totale opbrengst van de afvalstoffenheffing daarom geraamd onder belastingen en heffingen.
16.4 Algemene uitkeringen Algemene uitkering uit het gemeentefonds Het betreft hier de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op de junicirculaire 2004. Gezien het voorbehoud dat door het Rijk bij de uitkomsten van de junicirculaire wordt gemaakt is de verwachting dat pas bij het verschijnen van de Miljoenennota meer duidelijkheid kan worden gegeven over de omvang van de algemene uitkering. Bij de raming van de algemene uitkering zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: · Op grond van het uitkeringspercentage gedurende de laatste jaren wordt de behoedzaamheidsreserve structureel voor 50% ingezet. Gezien de ombuigingen op rijksniveau wordt dit percentage voor 2005 verhoogd tot 100% en voor 2006 tot 90%. · De groei van de algemene uitkering is gereserveerd voor ontwikkelingen die samenhangen met de groei van onze stad. Brede Doel Uitkering grotestedenbeleid · In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Sociaal zijn in de GSB III-periode 2005-2009 nog GSB III-middelen te verdelen. Het betreft een totaalbedrag van € 336.000.
5 oktober 2004
190
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
16.5 Algemene baten en lasten (inclusief onvoorzien) · In de begroting is een aantal veiligheidskleppen ingebouwd bedoeld om niet voorziene incidentele
en structurele uitgaven te kunnen opvangen. Hiervoor heeft het bestuur budgettaire ruimte beschikbaar gesteld. Over de feitelijke invulling vindt echter in de loop van het jaar specifieke (bestuurlijke) besluitvorming plaats. Het gaat bijvoorbeeld om de budgetten voor onvoorzien (€ 272.000), strikt onvermijdbaar (€ 113.000) en de risicobuffer (€ 2.269.000 aan het einde van de begrotingsperiode). · De BDU economie is toegevoegd aan deelprogramma 14.1 · In het kader van de Brede Doel Uitkering (BDU) Fysiek is in 2006 voor de versterking van de stedelijke hoofdstructuur € 1.745.000 aan de begroting toegevoegd en in de resterende jaren van de GSB III-periode jaarlijks € 3.167.750. · Daarnaast zijn er op deze productgroep ook budgetten tijdelijk “gereserveerd”. Het gaat daarbij om budgetten waarover het bestuur reeds “principe”-besluiten heeft over hun bestemming, maar waarvan nog nadere onderbouwing wordt verlangd van de diensten. · Een laatste categorie budgetten die op deze productgroep worden verantwoord zijn budgetten met een meer algemeen karakter. · Het saldo tussen compensabele BTW en de uitkering uit het BTW-compensatiefonds is op nul geraamd. Onderstaande tabel laat de samenstelling van de algemene dekkingsmiddelen zien. Middelen
x € 1.000,--
Middelen
Rekening 2003
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-62.762 -689 -12.961 -12.750 -35.592
-55.374 -688 -13.478 -1.016 -38.924
-55.374 -688 -8.672 -1.760 -31.216
-55.374 -688 -8.842 -1.879 -37.274
-55.374 -688 -8.463 -1.904 -40.289
-55.374 -688 -8.682 -1.654 -42.516
-124.754
-109.480
-97.710
-104.057
-106.718
-108.914
16.1 Geldleningen 16.2 Beleggingen 16.3 Belastingen en heffingen 16.4 Algemene uitkeringen 16.5 Algemene baten en lasten
70.961 8.242 63.713 146.398 33.671
59.329 1.715 62.229 125.692 37.531
59.329 1.934 64.075 119.167 29.981
59.221 1.934 65.989 121.299 41.669
59.221 1.934 67.720 124.022 45.203
59.221 1.934 69.462 124.128 50.473
Totaal
322.985
286.495
274.485
290.112
298.100
305.218
Resultaat Exploitatieresultaat Mutaties reserves
198.231 -3.482
177.015 5.188
176.775 7.082
186.054 -1.352
191.382 -1.322
196.304 -1.522
Saldo
194.749
182.203
183.857
184.702
190.059
194.781
Lasten
16.1 Geldleningen 16.2 Beleggingen 16.3 Belastingen en heffingen 16.4 Algemene uitkeringen 16.5 Algemene baten en lasten
Begroting 2004
Totaal
Baten
5 oktober 2004
191
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
3. Paragrafen Inleiding De programmabegroting bevat naast het programmaplan tevens paragrafen. De paragrafen vormen een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Het gaat met name om beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake kan zijn van een grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van de beleidsprogramma’s. De paragrafen vormen daarmee een belangrijke aanvulling op de informatie over de meerjarige financiële positie van de gemeente. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de paragrafen wisselt per onderwerp. Indien er een actuele nota bestaat over het betreffende onderwerp van de paragraaf wordt volstaan met een korte berichtgeving over de stand van zaken. In een aantal paragrafen is aangegeven dat dergelijke beleidsnota’s komend jaar worden ontwikkeld. In de paragrafen worden kaderstellende beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Een aantal paragrafen is in de BBV verplicht voorgeschreven. In de programmabegroting 2004-2007 waren tevens de niet vanuit de BBV voorgeschreven paragrafen handhaving, attractiviteit en voornemens per wijk opgenomen. In deze programmabegroting is ervoor gekozen de inhoudelijke kant van deze paragrafen in de volgende deelprogramma’s op te nemen: - Voornemens per wijk in programma 01: Democratisering; - Attractiviteit in programma 07: Bruisend Arnhem; - Handhaving met name in deelprogramma 15.3: Goede handhaving van de milieukwaliteit. Inmiddels is deze wijziging ook aan de raadswerkgroep programmabegroting voorgesteld. De raadswerkgroep kan zich hierin goed vinden en heeft de definitieve besluitvorming doorgeschoven naar commissie Financiën en Publieke Dienstverlening. Mocht de commissie deze paragrafen toch intact laten, dan worden deze paragrafen alsnog aan de definitieve meerjarenprogrammabegroting toegevoegd. Nieuw is de paragraaf investeringen. Deze paragraaf wordt in 2005 verder ontwikkeld, maar geeft nu reeds een eerste aanzet tot het nader vast te stellen investeringsbeleid. Tevens geeft de paragraaf een integraal beeld van de voorgenomen onrendabele investeringen in de stad. Per saldo bevat de voorliggende programmabegroting de volgende paragrafen: 1. Lokale heffingen; 2. Weerstandsvermogen; 3. Onderhoud kapitaalgoederen; 4. Treasury; 5. Bedrijfsvoering; 6. Verbonden partijen; 7. Grondbeleid; 8. Investeringen.
5 oktober 2004
192
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Lokale heffingen
193
1
Algemeen Deze paragraaf gaat gewoonlijk in op de beleidsuitgangspunten en de tariefstelling voor alle lokale heffingen (belastingen en leges). Dit jaar wordt hier echter van afgeweken. Voor een drietal belastingen ontbreekt de tariefstelling: de onroerend zaak belasting (OZB), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing (indien invoering noodzakelijk wordt). De vaststelling van deze tarieven wordt niet meegenomen in de meerjarenprogrammabegroting maar loopt via een apart traject, omdat de effecten van de mogelijke landelijke ontwikkelingen rondom de OZB en de huidige herwaardering van alle woningen, bedrijven en instellingen nog niet bekend zijn. De beleidskaders zijn niet veranderd ten opzichte van vorig jaar. In beginsel is dat ook niet de bedoeling. Pas als de rijksoverheid definitief een besluit heeft genomen over de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB voor particulieren en het effect hiervan en het effect van de herwaardering in beeld is gebracht, kan beoordeeld worden of aanpassing noodzakelijk is. Door het vaststellen van deze paragraaf stelt de raad van de gemeente Arnhem de kaders vast voor het uitwerken van de betreffende belasting en leges verordeningen.
Beleidsuitgangspunten De meerjarige beleidsuitgangspunten zijn onderverdeeld in de volgende drie clusters: · Beheerste ontwikkeling van de lokale lasten; · Streven naar evenwichtige lastenverdeling; · Gemeentelijke heffingen en het armoedebeleid. Beheerste ontwikkeling van de lokale lasten De gemeente Arnhem heeft vastgesteld dat de lokale lasten in beginsel alleen worden verhoogd met een inflatiecorrectie. Soms is het nodig hiervan af te wijken. Zo is voor het gemeentelijke rioolnet bij de collegeonderhandelingen 2002 afgesproken, dat de extra kosten die nodig zijn voor de gefaseerde vernieuwing van het rioolnet, worden gefinancierd uit een extra verhoging van de OZB; de OZB is een belasting en daardoor een algemeen dekkingsmiddel. Streven naar evenwichtige lastenverdeling (draagkracht) · De OZB is op zichzelf al een belasting met een lastenverdelende werking. De OZB is immers gekoppeld aan de waarde van een object. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de bijdrage. Over het algemeen geldt dat eigenaars of huurders van duurdere objecten beschikken over een hoger vermogen, waardoor ‘brede schouders meer dragen’. · Arnhem maakt gebruik van de lastenverdelende werking van de OZB door andere heffingen variabel te incorporeren (opnemen) in de OZB. Dit gebeurt nu voor de afvalstoffenheffing (deels) en de rioolheffing (volledig). · Verschillende tarieven voor eigenaars en gebruikers van objecten (woningen en niet-woningen) worden gehanteerd. Eigenaars betalen een tarief, dat 25% hoger is dan het gebruikerstarief. · Het aandeel in de belastingopbrengst van alle woningen en het aandeel in de belastingopbrengst van alle niet-woningen moet zoveel mogelijk gelijk blijven. Daarvoor is het nodig om verschillende tarieven te hanteren voor niet-woningen en woningen (tariefsdifferentiatie). Gevolgen armoedebeleid voor gemeentelijke heffingen · De gemeente Arnhem hanteert het uitgangspunt dat alle inwoners met een inkomen op 100% van de bijstandsnorm in aanmerking moeten kunnen komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen, tenzij er sprake is van een vermogen groter dan een wettelijk normbedrag. Kwijtschelding wordt verleend voor alle heffingen die daarvoor in aanmerking komen: · OZB gebruikersdeel (inclusief rioolheffing), roerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en hondenbelasting. · Inwoners van Arnhem die wel aan de inkomensvoorwaarde voldoen, maar door het bezit van een huis niet aan de vermogensvoorwaarde voldoen, kunnen bij de Stadsbank geld lenen tegen gunstige voorwaarden voor het betalen van de gemeentelijke belastingen. De lening wordt bij verkoop van de woning afgelost uit de opbrengst van de verkoop. · De Zalmsnip wordt in 2005 waarschijnlijk afgeschaft als gevolg van Rijksbeleid. 5 oktober 2004
194
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Aan de hand van deze beleidsuitgangspunten en na vaststelling van het definitieve effect van de in paragraaf drie toegelichte ontwikkelingen zullen verschillende scenario’s worden uitgewerkt voor de tarieven OZB, de afvalstoffenheffing en het rioolrecht (indien invoering noodzakelijk wordt). Deze scenario’s zullen de raad ondersteunen bij de besluitvorming omdat ze inzicht geven in de lastendrukontwikkeling voor diverse groepen inwoners en de bedrijven.
Actuele ontwikkelingen Effecten van de herwaardering Begin 2005 krijgen alle woningen en niet-woningen een nieuwe waardebeschikking op basis waarvan de OZB de komende jaren geheven gaat worden. In oktober 2004 zullen de “definitieve” waardeprognoses beschikbaar zijn voor het vaststellen van de tarieven en voor het beschikken van de waarden in februari 2005. De herwaardering kan van invloed zijn op de ontwikkeling van de lokale lastendruk en de huidige evenwichtige lastendrukverdeling. Met instrumenten zoals tariefdifferentiatie tussen woningen en nietwoningen en de mate van incorporatie van de afvalstoffenheffing en rioolrecht in de OZB zijn deze effecten te beïnvloeden. Mogelijke afschaffing gebruikersdeel OZB voor particulieren In het regeerakkoord is opgenomen dat met ingang van 2005 het gebruikersdeel van de OZB voor particulieren wordt afgeschaft. Het is op dit moment onduidelijk of het wetsvoorstel nog tijdig wordt ingediend voor 1-1-2005. De gemeenten worden door de rijksoverheid gecompenseerd via het gemeentefonds voor het gemis aan inkomsten. Arnhem is waarschijnlijk een nadeelgemeente. Het gat tussen de gederfde gemeentelijke inkomsten en de rijksuitkering is nog niet bekend. De afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB voor particulieren is in combinatie met de mogelijke maximering van de OZB tarieven van invloed op het wel of niet kunnen handhaven van het beleid om te incorporeren (de afvalstoffenkosten en de rioolheffing). Excorporatie leidt tot verschuivingen in de lastendruk voor de eigenaars van woningen en de eigenaars en gebruikers van niet woningen. Verder leidt het tot extra voorbereidingskosten en perceptiekosten (geldt m.n. voor het eventueel in te voeren rioolrecht). Mogelijke maximering van de OZB tarieven De rijksoverheid wil niet dat gemeenten de beoogde lastenverlichting, door afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB voor particulieren, teniet doen door verhoging van de resterende OZB tarieven. Voor deze OZB tarieven stelt zij in de hoofdlijnenbrief een maximering voor. Een recent onderzoek door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lokale Overheden (COELO) geeft een schatting van het mogelijke nadeel voor gemeenten. Voor Arnhem varieert dat tussen de 10 euro en 110 euro per inwoner; het nadeel is afhankelijk van de hoogte van het in te voeren maximum. De systematiek en het effect daarvan zijn echter nog niet vastgesteld. De kans is aanwezig dat de rijksoverheid het maximeren van de tarieven ook los van het wel of niet afschaffen van de OZBG particulieren gewoon in 2005 doorvoert, om daarmee de stijging in de lokale lasten te beperken. Maximering van de tarieven leidt tot minder lokale inkomsten, daardoor mogelijk tot volledige excorporatie van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing en heeft grote effecten op de huidige lastendrukverdeling. Afschaffing Zalmsnip De rijksoverheid schaft de Zalmsnip af met ingang van 2005. De gemeenten ontvangen geen rijksvergoeding meer voor het verstrekken van deze korting op de lokale lasten. Door het afschaffen van de Zalmsnip wordt de aanslag verhoogd met € 45,38. Inwoners die in aanmerking komen voor kwijtschelding krijgen de Zalmsnip niet meer uitgekeerd. Tenzij de gemeente besluit om de korting te verstrekken uit eigen middelen. Het besluit over het wel of niet uitbetalen van deze korting wordt genomen bij het vaststellen van de OZB tarieven. Gemeentelijk Riolering Plan Het Gemeentelijk Riolering Plan 2003 - 2007 (GRP) is begin 2003 door de raad vastgesteld. De kosten van renovatie en onderhoud van het rioolstelsel worden gedekt door incorporatie van de rioolheffing in de OZB. Net als bij de afvalstoffenheffing is 100% kostendekkendheid uitgangspunt. De investeringen die de komende jaren noodzakelijk zijn maken dat de tarieven extra verhoogd dienen te worden. Ten opzichte van 2004 nemen de investeringen toe met een bedrag van ruim € 14 miljoen.
5 oktober 2004
195
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Lokale lastendruk Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) maakt jaarlijks een analyse van het lokale belastinggebied voor de grote gemeenten: belastingoverzicht grote gemeenten. Eén indicator uit dat overzicht geeft een goed beeld van de lokale lastendruk ten opzichte van andere gemeenten. Het betreft de gemeentelijke woonlasten. Die bestaat uit de OZB, de afvalstoffen en de rioolheffingen minus de Zalmsnip. Van de 35 grote gemeenten met meer dan 100.000 inwoners staat Arnhem in 2004 op de 16e plaats als het gaat om de hoogte van de woonlasten. De lasten schommelen bij deze gemeenten tussen de € 790 en de € 544. De lasten voor Arnhem bedragen gemiddeld € 656. Ten opzichte van 2003 is de lastendruk van alle gemeenten in 2004 gemiddeld met 5,6% toegenomen. Arnhem zit met een stijgingspercentage van 6,8% boven het gemiddelde. Het door Arnhem gehanteerde beleid, een beheerste lastenontwikkeling, staat onder druk door de extra verhoging van de OZB voor het vernieuwen van het rioolnet (wat overigens voor meer gemeenten zal gelden).
Specifiek (tarief en toelichting per heffingsoort) Onroerend zaakbelasting OZB
OZB Tarieven 2005 OZB Tarieven gebruiker eigenaar totaal gebruiker eigenaar Woningen * * * € 4,97 € 6,19 Niet woningen * * * € 5,63 € 7,02 * Tarieven worden nog vastgesteld. Zie paragraaf 1 en 3 voor toelichting.
2004 totaal € 11,16 € 12,65
Stijgings-% tarief OZB * *
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing
Tarief 2005
Tarief 2004
Stijgings-% tarief 1-persoonshuishoudens * € 115,32 * Meerpersoons huishoudens * € 155,64 * * Tarieven worden nog vastgesteld. Zie paragraaf 1 en 3 voor toelichting.
Overige heffingsoorten Heffingsoort
Toelichting tarieven
Tariefstijging*
Leges
Nominale stijging, looncompensatie, rijkstarieven en kostendekkende tarieven Nominale stijging
Zie specifieke toelichting
Nominale stijging Conform Winternota en wijzigingen parkeerbeleid Landelijke ontwikkelingen Tarief volgt tarief OZB Nominale stijging Nominale stijging Nominale stijging
0,5 % Verschillend, zie toelichting Nog niet bekend 0,5 % 0,5 % 0,5 %
Haven-, kade- en meetgeld Marktgelden Parkeerbelasting Roerende zaakbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting
0,5 %
* Er vindt rekenkundige afronding plaats
Toelichting overige heffingsoorten De exacte tarieven per heffingsoort worden opgenomen in de gemeentelijke verordeningen 2005, welke in het najaar van 2004 door de Raad worden vastgesteld.
5 oktober 2004
-
Leges Facilitaire Dienst (hoofdstuk 5 van de tarieventabel behorend bij de legesverordening): Het betreft de leges voor het raadplegen in statistisch materiaal al dan niet in algemeen belang (artikel 5.2.2). Deze leges worden verhoogd met 1,8%. De reden hiervoor is dat de leges kostendekkend worden gemaakt, door vanaf 2005 zowel intern als extern dezelfde en actuele uurtarieven te hanteren.
- Parkeerbelasting Op het gebied van parkeren en daaraan gerelateerde zaken spelen de komende jaren diverse ontwikkelingen die een nader te bepalen extra verhoging van de parkeertarieven in en rond het centrum noodzakelijk maken. Ontwikkelingen en andere zaken die van invloed zijn: - toekomstige parkeergarages in het project Rijnboog en onder de singels zijn alleen rendabel te exploiteren met een tariefsverhoging; - de parkeerreserve (vroeger parkeerfonds) is de laatste jaren fors geslonken door ontvlechting t.b.v. algemene middelen (o.a. Winternota) en zal teruglopen tot een negatief saldo; - het differentiëren van parkeertarieven (tussen straattarieven en garages) waarbij uitgangspunt is dat de hoogte van het parkeertarief afhankelijk is van de vraag naar parkeerplaatsen; - volgen van landelijke en regionale tariefontwikkelingen (o.a. relatie tariefstelling Nijmegen en Apeldoorn); - (tijdelijke) dekking mobiliteitsmaatregelen; openbaar vervoer ( o.a. tariefexperiment) en fietsverkeer (o.a. gratis fietsenstalling); - consequenties verandering ID- banenregeling bij huidige bewaakte fietsenstallingen. - Belastingen roerende woon- en bedrijfsruimten Op grond van wettelijk voorschrift zijn deze tarieven gelijk aan die van de onroerende zaak-belastingen.
Tarieven Moscowa Met de op afstandstelling van Moscowa heeft de Raad invulling gegeven aan zijn kaderstellende taak. De uitwerking hiervan in het bidboek en de daaruit voortvloeiende overeenkomst met de Facultatieve is uitgangspunt voor de meerjarenprogrammabegroting. Onderdeel daarvan is o.a. de jaarlijkse tariefsaanpassing. In het bidboek en de overeenkomst zijn uitgangspunten vastgelegd voor de tariefsaanpassingen die door de Facultatieve gehanteerd mogen worden, mede in relatie tot de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening. Bij verzoeken voor tariefsaanpassing 2005 zal het college deze vastgelegde kaders als leidraad hanteren. Door de raad is bij de overdracht aan de Facultatieve veel belang gehecht aan de positie van de Klankbordgroep. De Klankbordgroep is een belangrijk adviesorgaan voor het college. Een orgaan dat goed past bij de duale verhoudingen. Bij voorstellen tot tariefsaanpassing zal het oordeel van de Klankbordgroep zwaar wegen. De Klankbordgroep heeft in dat opzicht een belangrijke maatschappelijke functie en waarborgt een evenwichtige tariefsontwikkeling van de basispakketten voor begraven en cremeren.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Leges dienst Stadsbeheer (hoofdstuk 4 van de tarieventabel behorend bij de legesverordening): Betreft onder andere de leges voor het aanvragen van bouw- en sloopvergunningen, gebruiksvergunningen, aanvragen van Apv-vergunningen en exploitatievergunningen. De dienst Stadsbeheer heeft in hoofdzaak te maken met eigen loonkosten en met loonkosten van derden. Daarom wordt voor het jaar 2005 de looncompensatie van 1% toegepast als verhoging van de legestarieven.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
-
PAGINA
De uitzonderingen waarbij sprake is van het verhogen van het tarief met de loon- of prijscompensatie of een geheel ander percentage worden hieronder toegelicht:
196
Het uitgangspunt is dat alle gemeentelijke belastingen worden verhoogd met de nominale stijging van 0,5%. Dit is het gemiddelde percentage van de loon- (1%) en de prijscompensatie (0%). Er zijn enkele uitzonderingen op deze regel: · de leges waarvoor rijkstarieven worden opgelegd, zoals een aantal leges van burgerzaken; · de leges van de dienst Stadsbeheer; · de parkeerbelasting; · de roerende zaakbelasting.
197
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
2
Weerstandsvermogen
Inleiding Artikel 11 van de BBV bepaalt dat in de paragraaf weerstandsvermogen een relatie wordt gelegd tussen de gemeentelijke weerstandscapaciteit en de risico’s. Naast een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en een inventarisatie van de risico’s dient beleid geformuleerd te worden omtrent het gewenste weerstandsvermogen. Weerstandsvermogen wordt hierbij gedefinieerd als het vermogen van een gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op bovengenoemde onderwerpen: · Weerstandscapaciteit; · Risico’s; · Confrontatie weerstandscapaciteit en risico’s .
Weerstandscapaciteit Voorzichtig financieel beleid als fundament voor het weerstandsvermogen In de meerjarenbegroting en het jaarverslag wordt het financieel beleid van de gemeente Arnhem beschreven/verantwoord. Samengevat kan worden gesteld dat een voorzichtig financieel beleid wordt gevoerd met als uitgangspunten: · In meerjarig perspectief sluitende begroting; · Weerstandsvermogen is van voldoende omvang; · Algemene vrije reserve van minimaal € 5 miljoen; · Vier veiligheidskleppen zijn ingebouwd: o Vrije risicobuffer die aan het eind van de begrotingsperiode (4 jaar) circa € 2,3 miljoen bedraagt; o Post “onvoorzien” voor opvangen van niet voorziene incidentele uitgaven; o Post “strikt onvermijdbaar” om ontwikkelingen gedurende het jaar op te vangen die leiden tot een structurele verhoging van de lasten; o De uitkering van de "behoedzaamheidsreserve" als onderdeel van de Algemene Uitkering van het rijk, wordt structureel voor 50% door de gemeente begroot. Overigens wordt dit percentage voor de jaren 2005 incidenteel verhoogd tot 100% en voor 2006 tot 90%; o Beheerste ontwikkeling van de lokale lasten. De weerstandscapaciteit wordt vervolgens bepaald aan de hand van vier indicatoren: a Vrije reservepositie De omvang van de vrije reserve is van belang; dat wil zeggen die reserves waarvan de besteding geen consequenties heeft voor de exploitatie. Veelal wordt geadviseerd om voor bepaalde reguliere risico's (bedrijfsvoeringsrisico's) specifieke voorzieningen te treffen. Deze voorzieningen kunnen dan betrokken worden bij het bepalen van de weerstandscapaciteit. b Afschrijvingsbeleid De afschrijvingstermijnen van de investeringsgoederen dienen te zijn afgestemd op de economische levensduur. Op deze wijze is vervanging geregeld als de goederen economisch zijn afgeschreven. c Onbenutte belastingcapaciteit Als minimumbedrag voor een maatschappelijk aanvaardbare hoogte van de OZB, riool- en reinigingsrechten, wordt de zgn. artikel 12-norm gehanteerd. Deze norm hanteert het Rijk als voorwaarde voor (financiële) ondersteuning van noodlijdende gemeenten op basis van artikel 12 van de Financiële- verhoudingswet. Het bedrag dat de gemeente minder dan deze norm ontvangt aan belastingopbrengsten, wordt aangemerkt als onbenutte belastingcapaciteit.
5 oktober 2004
198
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
d Begrotingsruimte Hierbij dient de vraag te worden beantwoord in hoeverre binnen de gemeentelijke begroting een zodanige flexibiliteit in baten en lasten aanwezig is dat met afzonderlijke maatregelen risico's tot een bepaalde omvang kunnen worden opgevangen. Deze ruimte wordt mede gecreëerd door het instellen van posten onvoorzien, etc. Met betrekking tot de Arnhemse weerstandscapaciteit geldt hierbij: a Vrije reservepositie De raad heeft bij besluit van 14-11-2002 in de spelregels begrotingsbeheer o.m. richtlijnen vastgesteld voor het treffen van reserves en voorzieningen. Daarmee wordt een uniforme benadering voor het opbouwen van weerstandscapaciteit bewerkt. In het kader van de noodzakelijke bezuinigingen wordt de omvang van de gemeentelijke reserve- en voorzieningenpositie nauwgezet doorgelicht. Niet noodzakelijk geoormerkte reserves worden aan de algemene reserve toegevoegd. Tot de weerstandscapaciteit van de gemeente Arnhem kunnen de volgende reserves worden gerekend: - Vrije reserve: de stand per 01-01-2004 bedraagt volgens het concept jaarverslag € 32,2 miljoen. - Risicobuffer: Vanaf 2005 wordt in een structurele ruimte van € 2,25 miljoen per jaar voorzien. De weerstandscapaciteit van de diensten bestaat uit de dienstbedrijfsreserves en verschillende specifieke reserves / voorzieningen die dienen ter dekking van risico's van bepaalde activiteiten. Enkele van deze activiteiten worden speciaal genoemd:
-
Grondexploitatie Het management van de grondexploitatie kenmerkt zich mede door een hoog risicobewustzijn, waarover via een specifieke nota bestuurlijke informatie wordt verschaft. De dienst SO inventariseert en beschrijft op systematische wijze (potentiële) risico’s op de afzonderlijke projecten. Voor verdere informatie over de grondexploitatie en de risico's die daarmee zijn gemoeid wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Risicomanagement van renterisico’s, schaderisico’s en risico's bij geldleningen Het risicomanagement dat specifiek gericht is op het beheersen van de rente-risico’s (in verband met financieringsactiviteiten), schade-risico’s (verzekeringen) en risico's bij geldleningen (aan externe instellingen) behoort tot de verantwoordelijkheid van de afdeling Concern Treasury, Finance en Risicomanagement (CTF&R). Voor de beheersing van deze risico’s worden specifieke reserves ingezet. Voor een beschrijving van deze risico’s en de reserves die daarmee zijn verbonden, wordt verwezen naar de treasuryparagraaf.
b Afschrijvingsbeleid De afschrijvingstermijnen van investeringsgoederen worden in vrijwel alle gevallen geheel afgestemd op de economische levensduur van de goederen. Daardoor is vervanging gegarandeerd wanneer de goederen economisch zijn afgeschreven. Dit afschrijvingsbeleid voorkomt dat er risico's ontstaan voor de gemeente Arnhem. Bij het Jaarverslag 2003 is voorgesteld om de eerder geconstateerde te lange afschrijvingstermijnen op het vastgoed in te lopen door het treffen van een voorziening van € 22,5 miljoen, die deels bestemd is voor inhaalafschrijvingen. c Onbenutte belastingcapaciteit De besluitvorming van het Rijk inzake OZB, het afschaffen van het gebruikersdeel en het maximeren van tarieven, is bij het opmaken van deze programmabegroting nog niet definitief. Deze onduidelijkheid van het Rijk leidt tot extra risico’s voor de gemeenten. Of er derhalve sprake is van onbenutte belastingcapaciteit is nog niet vast te stellen. d Begrotingsruimte Bij dit onderdeel gaat het om de flexibiliteit in de lasten en baten om eventuele tegenvallers op te vangen. Er is een aantal posten in de begroting opgenomen die een zekere flexibiliteit waarborgen, te weten: - Post “onvoorzien” jaarlijks beschikbaar € 272.000 - Post “strikt onvermijdbaar” structureel cumulatief beschikbaar € 113.000
5 oktober 2004
2008
Reservering t.b.v. MIP (MJPB 2003-2006)
0
351.000
351.000
351.000
Reservering t.b.v. MIP (MJPB 2005-2008)
63.000
106.000
108.000
71.000
500.000
1.000.000
959.000
1.422.000
Extra reserveringen i.v.m knelpunten Totaal
63.000
457.000
Risico's Risico's zijn alle gebeurtenissen die het behalen van de doelstellingen van de organisatie kunnen bevorderen dan wel belemmeren. Het is belangrijk om risico's tijdig te onderkennen en hun impact op de organisatie te waarderen. Hierbij speelt vaak de subjectieve beleving een grote rol. Om risico's zoveel mogelijk objectief te benaderen zijn methoden ontwikkeld om deze te analyseren. Op basis van zo'n analyse kan worden bepaald welke maatregelen mogelijk zijn om de risico's te beheersen. Methode inventarisatie risico’s en treffen maatregelen Door de diensten zijn verschillende risico’s gemeld. Deze inventarisatie op productniveau wordt opgenomen in de productenraming van de diensten. Hierbij worden per risico minimaal de volgende elementen in beeld gebracht: · Omschrijving risico; · Gevolgen van het risico, zowel financieel als niet-financieel; · Wie verantwoordelijk is, zowel bestuurlijk als ambtelijk; · Beheersmaatregelen, zowel de reeds ondernomen als de voorgenomen acties; · Op welke wijze over de maatregelen en het risico wordt gerapporteerd; · De relaties met andere risico’s/ risicogebieden. In deze programmabegroting worden de door de diensten geïnventariseerde risico’s geclusterd weergegeven. Naast deze bottom-up methode zal in de toekomst ook vanuit het concern scherper ingezet worden op risicomanagement. Door zowel per deelprogramma als per paragraaf uit de programmabegroting een doorlichting te maken van de gemeentelijke activiteiten kan top-down overzien worden of alle risico’s geïnventariseerd zijn en of er gemeentebreed voldoende weerstandscapaciteit is gecreëerd. Door vervolgens systematisch te laten rapporteren over de voortgang van de benodigde en getroffen maatregelen en hier zonodig op bij te sturen worden de risico’s verder teruggedrongen.
Clustering risico’s Onderhoud kapitaalgoederen De gemeente heeft veel eigendommen waarvoor onderhoud noodzakelijk is. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is aangegeven dat nog niet voor alle gemeentelijke eigendommen meerjarige onderhoudsplannen zijn opgesteld en dat de financiële vertaling van de wel aanwezige onderhoudsplannen in de begroting onder druk staat. Naast de grotere onderhoudsgevoelige kapitaalgoederen zoals wegen, riolen, straten en pleinen, gaat het hier ook om het gemeentelijk vastgoed, inclusief scholen en cultuurinstellingen, civieltechnische en waterbouwkundige kunstwerken, havens en kades, baggeren van watergangen en het onderhoud van speelvoorzieningen in de wijken.
5 oktober 2004
ONDERWERP
2007
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
2006
PAGINA
2005
199
Daarnaast is er de afgelopen jaren kapitaallastenruimte gecreëerd voor het investeringsplan. In onderstaande tabel is deze nog in te vullen kapitaallastenruimte weergegeven. Voor een deel zullen deze budgetten nodig zijn om de resterende onderhoudsplannen voor kapitaalgoederen te kunnen financieren (zie hiervoor de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen) en voor een deel kunnen deze middelen ingezet worden voor andere investeringen.
200
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Lokale heffingen In de paragraaf lokale heffingen wordt uitgebreid ingegaan op de onduidelijke situatie rond de OZB. Zowel het eventueel afschaffen van de OZB voor gebruikers, als het maximeren van tarieven heeft grote invloed op de gemeentefinanciën. Daarnaast spelen in 2005 de afschaffing van de Zalmsnip en de herziening van de WOZ-waardes. Verbonden partijen en constructies De gemeente is een aantal constructies en verbonden partijen aangegaan. In de paragraaf verbonden partijen is aangegeven hoe we hier in de toekomst beter grip op krijgen. Deze risicoparagraaf gaat slechts in op de risico’s van een beperkt aantal constructies. Als eerste de gemeenschappelijke regeling Presikhaaf bedrijven: de prognoses ten aanzien van deze verbonden partij zijn zorgelijk. In 2004 wordt nog onderzoek gedaan naar de situatie, maar per saldo geldt dat voor Presikhaaf bedrijven sprake is van een openeind financiering. Ook de constructie rond Vitesse/ Gelredome kent risico’s. Als laatste in dit verband noemen wij de risico’s die de gemeente na de verzelfstandiging van Moscowa nog loopt in het kader van bijdragen aan de ruiming van graven en het opknappen van het monumentale deel van het park. Financiering De gemeente verstrekt geldleningen aan onder andere woningbouwcorporaties, zorginstellingen en verenigingen in het culturele veld. Voor zover als mogelijk worden (hypothecaire) zekerheden geëist en zijn er risicobuffers gecreëerd, maar uiteindelijk ligt er bij de gemeente een risico. In de paragraaf treasury wordt hier nader op ingegaan, waarbij niet onvermeld mag blijven dat het gemeentelijk beleid in deze in 2005 onderwerp van heroverweging zal zijn. Grondbeleid en grote projecten In de paragraaf grondbeleid wordt uitgebreider op dit onderwerp ingegaan. Hierbij geldt dat de gemeente risico’s loopt bij zowel de stadsuitbreiding en bijvoorbeeld de financiering van het NS-station Arnhem-Zuid, als bij de herstructurering en herinrichting van bestaande gebieden zoals Presikhaaf, Malburgen, het dijktracé en Musiskwartier. Tevens loopt de gemeente risico’s bij de projecten Arnhem CS en Spijkerkwartier. Bedrijfsvoering Het belangrijkste risico vanuit de paragraaf bedrijfsvoering is de vraag of de benodigde bezuinigingen op tijd worden gerealiseerd. Uit het naijlen van de (dekking van de) bovenformatieven-problematiek geldt tevens als risico de vraag of voldoende frictiebudget gevonden wordt voor de bezuinigingen die aanstaande zijn. Openeinde regelingen De gemeente is verantwoordelijk voor een aantal beleidsterreinen waarvoor een openeinde regeling bestaat. Als belangrijke risico’s gelden in dit verband de kosten die samenhangen met het vervoer van leerlingen. Iedere leerling die aan de in de verordening gestelde criteria voldoet, heeft recht op aangepast vervoer of een vervoersvergoeding. Overigens komt het college met betrekking tot het vervoer van leerlingen met voorstellen om de criteria voor toekenning aan te scherpen. Met de komst van de Wet Werk en Bijstand is de gemeente 100% verantwoordelijk voor zowel de uitvoering van de bijstand als de reïntegratie, inclusief gesubsidieerde arbeid. Omdat het beschikbare budget voor het inkomensdeel vooraf bepaald is, loopt de gemeente risico bij het oplopen van het cliëntenbestand. Overigens bestaat er bij het schrijven van deze tekst nog onduidelijkheid over de uiteindelijke verdeling van het landelijke budget voor het inkomensdeel. In het financiële perspectief is hierbij rekening gehouden met een nadeel van 3,5 miljoen. Ten aanzien van het budget voor het werkdeel is er nog onduidelijkheid. Met het toegekende budget zal naar verwachting wel een groter klantenbestand bediend moeten worden.
Overig Conjunctuur Conjuncturele ontwikkelingen in Nederland hebben direct en indirect invloed op de financiële positie van de gemeente Arnhem. De algemene uitkering ademt mee met de Rijksbegroting en naar verwachting worden in de septembercirculaire 2004 extra bezuinigingsmaatregelen voor 2005 opgenomen. Indirect gevolg van een stagnerende economie zijn bijvoorbeeld achterblijvende bouwlegesopbrengsten en onzekerheid over het werkaanbod voor de stadsingenieurs.
5 oktober 2004
Confrontatie weerstandscapaciteit en risico’s In het kader van het concept Jaarverslag 2003 is een stevige opschoningsactie gehouden. Niet alleen zijn geactiveerde tekorten weggewerkt, maar ook voor omvangrijke risico’s als Arnhem Centraal en achterstallig onderhoud/ inhaalafschrijvingen gemeentelijk vastgoed zijn voorzieningen voorgesteld. Er resteert een algemene reserve van € 32,2 miljoen. In het kader van het Jaarverslag 2003 wordt € 4,06 miljoen aan de algemene reserve toegevoegd als gevolg van de verkoop van erfpachtpercelen in het kader van de “generaal pardon”regeling. Hierdoor loopt de algemene reserve op tot € 36,26 miljoen. Het risico van de WWB is ingeschat op € 3,5 miljoen per jaar. Dit nadeel is vanaf 2006 structureel in de bezuinigingstaakstelling opgenomen, zodat alleen ten aanzien van de jaarschijven 2004 en 2005 een onttrekking aan de algemene reserve plaatsvindt. Teneinde de begroting 2005 sluitend te houden is een onttrekking van € 3,5 miljoen geraamd, terwijl de daadwerkelijke omvang van de onttrekking bij de jaarrekening wordt vastgesteld. Op basis van het amendement “meer vlees op de botten” wordt een bedrag van € 200.000 ten behoeve van de modebiënnale en een bedrag van € 1,5 miljoen ten behoeve van het ongedaan maken van de eerder voor 2005 voorgenomen bezuinigingen op welzijn aan de algemene reserve onttrokken. Gelet op het risicoprofiel van de gemeente en de (deels structurele) veiligheidskleppen die in de begroting zijn ingebouwd constateren wij een voldoende niveau van weerstandsvermogen. De komende periode wordt scherp ingezet op het terugdringen van de risico’s door het treffen van de benodigde maatregelen. Risicomanagement is immers allereerst gericht op het treffen van maatregelen om risico’s te voorkomen of te beheersen en vervolgens pas op het financieren ervan.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Ten aanzien van het in deze begroting verwerkte GSB wordt een viertal risico’s onderkend: 1) Het Rijk kan de GSB-middelen terugvragen als de gemeente onvoldoende prestaties heeft geleverd. De onderhandelingen over de te leveren prestaties worden eind 2004 afgerond. 2) Er bestaat nog geen duidelijkheid over de fasering van de uitkering van het Rijk aan de gemeente. Als de gemeentelijke uitgaven sneller verlopen dan de rijksontvangsten, dan heeft de gemeente een rente-risico. 3) Tevens is nog onduidelijk of de GSB-middelen voor met name de brede doel uitkering sociaal jaarlijks nominaal verhoogd worden. Als dit niet gebeurd betekent dit het uithollen van de budgetten. 4) Tenslotte loopt de gemeente met name in de brede doeluitkering sociaal op langere termijn risico’s. De inzet in deze categorie is vaak structureel, zodat bij het aflopen van de GSBperiode in 2009 blijvende activiteiten ongedekt zullen zijn. Inmiddels is de opdracht aan de dienst MO verstrekt om de inzet van deze budgetten te flexibiliseren, zodat dit risico in 2009 voorkomen wordt.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
GSB
PAGINA
Ten aanzien van onderwijshuisvesting, deelprogramma 3.2: goed onderwijs, wordt opgemerkt dat hier de afgelopen jaren en ook de komende jaren stevig in geïnvesteerd wordt. Onzekerheid bestaat er ten aanzien van de dekking van de meerkosten van de brede scholen en de totale omvang en dekking van de benodigde middelen voor onderwijshuisvesting. In de tweede helft van 2004 wordt een onderzoek gestart naar risico’s die zich op dit front voordoen.
201
Vanuit de programma’s Vanuit het deelprogramma 15.2: een goed milieubeheer gelden risico’s op het gebied van bodemsanering. Zowel ten aanzien van de dekking van de kosten van de gasfabriek als de kosten van de bodemsanering van de Schaapsdrift bestaan risico’s.
202
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Onderhoud kapitaalgoederen
203
3
Inleiding Vanaf het begrotingsjaar 2004 is het Besluit begroting en verantwoording (BBV) van kracht. Binnen de verplichte paragrafen neemt de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen een belangrijke plaats in. De kapitaalgoederen waar het hierbij om gaat zijn: wegen, riolering, water, groen en gebouwen. De introductie van paragrafen in de BBV heeft ten doel dwarsdoorsneden van de begroting te presenteren die aanvullende informatie geven over de financiële positie van de gemeente. Informatie over de staat van onderhoud van genoemde kapitaalgoederen geeft de fysieke robuustheid van de stad aan. Hoe staat de stad er fysiek werkelijk voor? Is er sprake van achterstallig onderhoud? Zo ja, hoeveel gaat het kosten om die achterstand weg te werken? Hoe houden we de kapitaalgoederen in de toekomst in stand? Zijn daar budgetten voor gereserveerd? De fysieke staat van de stad is een bepalende factor ter beoordeling van de financiële robuustheid van de stad. Mede ter beoordeling van de financiële positie van de gemeente dient in deze paragraaf het beleidskader omtrent het onderhoud van de kapitaalgoederen gegeven te worden en dienen de financiële consequenties van het beleidskader en de vertaling ervan in de begroting expliciet aangegeven te worden. Het is voorbehouden aan de raad om beleidskaders vast te stellen, dus ook het beleidskader voor het onderhoud van de kapitaalgoederen. Hierbij is het vaststellen van het kwaliteitsniveau waarop het onderhoud zal plaatsvinden een essentieel onderdeel. Het college werkt het beleidskader vervolgens uit in beheer- en onderhoudsplannen. Het gemeentelijk apparaat tenslotte zorgt voor de uitvoering van deze beheer- en onderhoudsplannen. De provincie Gelderland heeft - in haar rol van toezichthouder - ten aanzien van de MJPB 2004-2007 opgemerkt dat het beleid terzake gericht moet zijn op de instandhouding van de kapitaalgoederen en op het voorkomen van achterstallig onderhoud. De provincie adviseert verder om het voorgenomen beleid inzake het wegwerken van achterstallig onderhoud in de openbare ruimte, waaronder wegen en gebouwen, voort te zetten. De provincie gaat er vanuit dat de in de begroting alsmede in het meerjarenperspectief opgenomen ramingen voor onderhoud van kapitaalgoederen overeenstemmen met de uitkomsten van de opgestelde beheer- en onderhoudsplannen. Het uit te voeren onderhoud dient daarbij gebaseerd te zijn op het door de gemeenteraad vastgestelde onderhoudsniveau. In deze paragraaf is nu aan deze eisen van de provincie voldaan.
Arnhem zichtbaar beter ‘Arnhem, zichtbaar beter’ is het motto van deze bestuursperiode. De inwoners van Arnhem moeten merken dat de kwaliteit van de openbare ruimte zichtbaar verbetert. Erkenning van de achterstand in het onderhoud van de stad en de bewuste keuze om een zichtbare kwaliteitsverbetering van het openbaar gebied te bewerkstelligen, lopen als een rode draad door het beleid van afgelopen en komende jaren. Met het Collegeakkoord 2002-2006 als startpunt loopt de lijn via de Winternota 2003 naar de Meerjarenprogrammabegroting 2004-2007 en vervolgens via de Perspectiefnota 2005-2008 naar deze Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008. Het Collegeakkoord 2002-2006 zet in op drie thema’s: ‘dichter bij de burger’, ‘kwaliteit van de stedelijke samenleving’ en ‘investeren in stedelijke ontwikkeling’. Het thema ‘investeren in stedelijke ontwikkeling’ bestaat vervolgens uit drie speerpunten die van belang zijn voor deze paragraaf: kwaliteit openbare ruimte; intensivering van het investeringsniveau van de riolering; onderhoud gemeentelijke gebouwen. Op elk van deze drie terreinen zijn in het collegeakkoord doelstellingen geformuleerd die in concrete programmapunten zijn vertaald. Vervolgens is het niet bij woorden alleen gebleven. Met stevige financiële impulsen heeft het bestuur haar woorden kracht bijgezet. In deze programmabegroting benadrukken we opnieuw het belang van betere inrichting en onderhoud van de openbare ruimte door de zorg voor het publieke domein tot één van de vier hoofdthema’s van beleid voor de komende periode te herbevestigen. 5 oktober 2004
204
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Beleidskader Niet alleen met prioriteitstelling en financiële injecties, maar ook met het ontwikkelen van een visie en het formuleren van beleid zijn in de bestuursperiode belangrijke stappen gezet. In kader- en beleidsnota’s zijn de gemeentelijke visie en het beleid ten aanzien van (het onderhoud van) kapitaalgoederen verwoord. De hiernavolgende documenten hebben in de afgelopen periode het licht gezien. Tussen haakjes staan maand en jaar waarin de raad het document heeft vastgesteld. Wegen en groen: Kaderplan Openbare Ruimte “Buiten Gewoon Basis” (november 2002) Beleidsplan Buiten Gewoon Beter “Buiten Gewoon Doorgaan” (november 2002) Toevoeging op de plannen BGB en BGD (november 2002) Riolering: - Gemeentelijk Rioleringsplan 2003-2007, GRP-3 (februari 2003) Water Waterplan Arnhem 2003-2007 (november 2003) Groen Groenplan 2004-2007/2015 (juni 2004). Gebouwen Beheer en onderhoud Gemeentelijk Vastgoed Gemeente Arnhem (besproken in de raadscommisie Financiën en Publieke dienstverlening, maart 2004).
Vertaling van de financiële consequenties in de begroting In de bovengenoemde kader- en beleidsnota’s zijn de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties opgenomen, die in de begroting zijn vertaald op de volgende deelprogramma’s: Wegen en groen: 13.1 Arnhem schoon, heel en veilig 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoersmiddelen (waaronder verkeersregelinstallaties) 14.1 Verbetering ondernemersklimaat (waaronder havens) Riolering: 13.2 Afval en riolering Water en groen 15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu Gebouwen 16.5 Algemene baten en lasten (waaronder gemeentelijk vastgoed). Aan de hand van de drie speerpunten binnen het thema ‘investeren in stedelijke ontwikkeling’ uit het collegeakkoord worden hieronder de verschillende kapitaalgoederen besproken.
Kwaliteit openbare ruimte Het Kaderplan Openbare Ruimte “Buiten Gewoon Basis” beschrijft de gewenste basiskwaliteit van de Arnhemse openbare ruimte. Het Beleidsplan Buiten Gewoon Beter “Buiten Gewoon Doorgaan” beschrijft het proces van het per wijk op basisniveau brengen van de openbare ruimte. Dit programma is in 2002 vastgesteld en heeft als hoofddoel de kwaliteit van de openbare ruimte duurzaam te verbeteren. Het betreft hier groen, wegen, pleinen, openbare verlichting, recreatieve voorzieningen en straatmeubilair. Binnen dertien jaar moet de stad schoon, heel en veilig zijn. In verschillende fasen worden de wijken op basisniveau gebracht, al dan niet met een aantal plussen die in overleg met de wijken worden bepaald (niveau hoger dan basisniveau, bijvoorbeeld mooiere of afwijkende vormgeving). Omdat er dan wijken zijn die nog een hele poos niet aan de beurt zijn, zijn een aantal maatregelen genomen zoals extra borstelen en vegen, waardoor de hele stad er schoner uit komt te zien.
5 oktober 2004
Tenslotte is de groei van de uitgaven voor de openbare ruimte die samenhangt met de groei van de stad (nieuwbouwwijk Schuytgraaf) eveneens opgenomen.
Verkeersregelinstallaties Bij de Arnhemse verkeersregelinstallaties is onderhoudsachterstand geconstateerd. Daarmee nemen de risico's voor de gemeente op het gebied van onveiligheid en aansprakelijkheid toe. Verkeerslichten zijn belangrijk voor de veiligheid en de bereikbaarheid van de stad en dragen bij aan de doorstroming en aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer. De gemeente beschikt in totaal over zes en negentig verkeersregelinstallaties. Met een eind 2003 beschikbaar gesteld eenmalig investeringsbudget wordt nu de opgelopen achterstand bij de vervanging van de Arnhemse verkeerslichten ingelopen. Voor de noodzakelijke jaarlijkse controle van verkeerslichten en beschikbaarheidsdiensten buiten reguliere werktijden is het budget vanaf 2006 opgehoogd met € 80.000. Op basis van de nota “Exploitatie Verkeerslichten Arnhem” wordt het vervangen van verkeersregelinstallaties nu planmatig aangepakt. Daarvoor wordt het jaarlijkse investeringskrediet voor de vervanging van de installaties verhoogd van € 322.000 naar € 677.000. Hiermee is dit onderhoud vertaald in de begroting.
Intensivering investeringsniveau riolering Het riool in Arnhem verkeert op veel plaatsen in een slechte staat. In het Collegeakkoord 2002-2006 is gekozen voor een zeer forse verhoging van het investeringsniveau om de riolering op een peil te brengen dat aan de hedendaagse eisen kan voldoen. Deze extra investering wordt gefinancierd uit een verhoging van de OZB. In 2003 is het Gemeentelijk Riolerings Plan 2003-2007 (GRP-III) vastgesteld. Doel is een fasegewijze vernieuwing van het gehele rioolnet. In 2003 is ook gestart met de uitvoering van GRP-III. Voor de gehele GRP-III-periode is hier een totaalbedrag van € 72 miljoen mee gemoeid (€ 14,4 mln. incl BTW per jaar). De door verhoging van de OZB beschikbare € 72 miljoen is toereikend voor de uitvoering van het GRP-III, dat daardoor volledig in de begroting is vertaald. In deze MJPB 2005-2008 is voor de jaarschijf 2008, vooruitlopend op het GRP-IV, ruim € 1 miljoen toegevoegd.
Onderhoud gemeentelijke gebouwen In de Winternota 2003, de financiële vertaling van het Collegeakkoord 2002-2006, wordt ingezet op verbetering van de slechte staat van het onderhoud van gemeentelijke gebouwen en installaties. Een eenmalig bedrag van € 5 miljoen is daartoe bestemd voor extra investeringen voor achterstallig en noodzakelijk onderhoud aan gemeentelijk vastgoed en installaties.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Om het beheer van Arnhem Centraal op het gewenste hogere kwaliteitsniveau te brengen wordt in 2005 € 50.000, in 2006 € 250.000 en vanaf 2007 structureel € 500.000 uitgetrokken.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Voor de herinrichting van Malburgen en Presikhaaf wordt in deze begroting kapitaallastenruimte vrij gemaakt (€ 240.000 in 2006, € 230.000 in 2007 en € 225.000 in 2008). Voor delen van deze stedelijke vernieuwingsgebieden waren tot nu toe geen middelen opgenomen in de exploitatiebudgetten van de betreffende beheersgebieden en ook niet binnen Buiten Gewoon Beter. Dit wordt nu gerepareerd.
PAGINA
Aan het begin van deze bestuursperiode is fors ingezet op het programma Buiten Gewoon Beter. Hiervoor is structureel € 3,5 miljoen beschikbaar gesteld. In deze MJPB 2005-2008 is het - ondanks de financiële krapte - toch gelukt om daar vanaf 2007 structureel € 1 miljoen aan toe te voegen. Dit is overigens minder dan in het beleidsplan was voorzien. Voor 2007 en 2008 zullen deze budgetten zo mogelijk deels met incidenteel GSO-geld worden aangevuld. Vanaf 2009 is een extra impuls van € 4 miljoen voorzien.
205
In de eerste fase (pilot) is gekozen voor Geitenkamp, Elden en Vredenburg. De pilot is inmiddels afgerond. De tweede fase-wijken zijn ’t Duifje, Elderveld, Heijenoord/Lombok en Transvaalbuurt. Deze wijken zitten in de uitvoeringsfase. Burgemeesterswijk, Velperweg en omgeving (Molenbeke, Angerenstein), Klarendal en de Laar-West vormen de derde fase-wijken. Zij bevinden zich in de voorbereidings- en uitvoeringsfase. De overige wijken komen in de periode 2005-2015 aan bod. De budgetten voor groen in de wijken zijn opgenomen onder Buiten Gewoon Beter.
Bij de behandeling van de MJPB 2004-2007 heeft de raad een motie met de veelzeggende titel ‘Onderhoud gebouwen, een tijdbom’ aangenomen. De motie beoogt enerzijds meer managementaandacht te geven aan het onderhoud van de gebouwen door het beheer te centraliseren en anderzijds een nota te laten opstellen waarin aandacht is voor: het in beeld brengen van het achterstallige onderhoud; de feitelijk benodigde middelen voor het achterstallige onderhoud; de veiligheid van de gebouwen en wat dit betekent voor het onderhoud. Het betreffende onderzoek is inmiddels uitgevoerd. De bevindingen zijn begin 2004 vastgelegd in het rapport “Beheer en onderhoud Gemeentelijk Vastgoed Gemeente Arnhem “.
206
PAGINA
Naar aanleiding van dit rapport is bij de Jaarrekening 2003 voorgesteld een voorziening te vormen van € 22,5 miljoen waarmee urgente delen van het achterstallig onderhoud kunnen worden aangepakt en te lange afschrijvingstermijnen voor een deel kunnen worden aangepast. In de MJPB 2004-2007 zijn de ontoereikende middelen voor het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed en het niet overeenstemmen van de afschrijvingstermijnen met de economische levensduur als risico aangemerkt. In deze MJPB 2005-2008 zijn structurele budgetten voor het dagelijks en planmatig onderhoud beschikbaar gesteld oplopend van € 2,8 miljoen in 2006, naar € 3 miljoen in 2007, tot € 3,3 miljoen in 2008 en volgende jaren. Het benodigde structurele onderhoudsbudget is echter op € 5,7 miljoen geraamd. Daarom wordt bovendien gekozen voor actieve verkoop van gemeentelijke panden waardoor het totaal benodigde onderhoudsbudget afneemt. De eerste verkoopopbrengsten worden vervolgens in een fonds voor achterstallig onderhoud ondergebracht en bestemd voor het beheer en onderhoud. De uitvoering van de werkzaamheden zal plaatsvinden op basis van het Vastgoedbeheerplan, dat eind 2004 gereed zal zijn. Hiermee is dit dossier taakstellend verwerkt in de begroting.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Onderwijshuisvesting In de Winternota 2003 staat ook de onderwijshuisvesting in de schijnwerpers: “Ondanks de al forse investeringen in de afgelopen jaren op het terrein van de onderwijshuisvesting bestaat er met name bij het primair onderwijs nog een stuwmeer van achterstallig onderhoud. (....) Een financiële impuls voor achterstallig onderhoud, eenmalige aanpassingen, uitbreiding van schoolgebouwen en het aanpassen van scholen als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen is dringend nodig. In overleg met de schoolbesturen zal een plan van aanpak worden opgesteld.” De gegeven incidentele impuls voor de gebouwen van het primair onderwijs bedraagt € 5 miljoen. Kader voor de onderwijshuisvesting (en dus ook voor het onderhoudsaspect) is de gemeentelijke verordening onderwijshuisvesting. Deze verordening geeft onder meer aan welke voorzieningen de gemeente verplicht dient te treffen (dak boven het hoofd en verhelpen van gebreken die het geven van onderwijs belemmeren) en welke facultatief zijn (groot onderhoud). Jaarlijks wordt op basis van de verordening een huisvestingsprogramma opgesteld die aan de raad ter goedkeuring wordt voorgelegd. De scholen zijn bezig meerjarenonderhoudsprogramma’s te ontwikkelen. Dit moet in de toekomst leiden tot een meerjarenonderhoudsprogramma. Dit dient weer onderdeel te zijn van een integraal huisvestingsprogramma onderwijs. Voor de jaarlijkse huisvestingsprogramma’s zijn middelen gereserveerd voor verplichte voorzieningen en voor onderhoud. De afgelopen jaren is het aantal schoolgaande kinderen gegroeid. Ook in de toekomst zal dat aantal groeien. Dit brengt met zich mee dat de gereserveerde middelen grotendeels worden besteed voor uitbreiding van vooral onderwijscapaciteit en calamiteiten. In deze MJPB 2005-2008 wordt voor het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs vanaf 2005 structureel € 1,45 miljoen uitgetrokken. Hiervan is een gedeelte voor onderhoud bestemd.
Reservering voor vervangingsinvesteringen Niet alle onderhoudsachterstand kan in één keer worden weggewerkt, zeker niet in tijden van bezuiniging. De komende jaren zullen in toenemende mate kapitaalgoederen binnen onze gemeente (gebouwen, wegen, bruggen, viaducten etc.) vervangen moeten worden. In principe zal het meerjarig investeringsplan (MIP) daarvoor ruimte moeten gaan bieden. De vrijval van kapitaallasten van afgeschreven kapitaalgoederen is echter onvoldoende. Voor de zekerheid is daarom extra ruimte in de begroting gereserveerd om daaruit de gewenste investeringen in de toekomst te kunnen financieren (€ 500.000 in 2007 en € 1.000.000 structureel vanaf 2008).
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Het voorgaande samenvattend kunnen we stellen dat: - uitgangspunt voor het beleid is dat de budgetten in de begroting gebaseerd zijn op meerjarige onderhoudsprogramma’s. - de belangrijkste meerjarige onderhoudsprogramma’s gereed zijn en verwerkt in de begroting (BGB, GRP, vastgoed). - voor de situaties waarin nog geen onderhoudsprogramma’s zijn vastgesteld dit alsnog wordt gedaan, en dat voor de bijbehorende investeringen een stelpost kapitaallasten is opgenomen.
207
In de tussentijd zullen voor deze kapitaalgoederen onderhouds- en beheersplannen worden opgesteld op grond waarvan bij de volgende begroting een budgettaire afweging wordt gemaakt.
208
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Financiering
209
4
Inleiding De treasuryparagraaf vormt een vast onderdeel in de planning en controlcyclus van de gemeente (begroting, tussentijdse rapportages en rekening). In de treasuryparagraaf van de begroting wordt informatie verschaft over het treasury- en financieringsbeleid en het riskmanagement van renterisico’s, schaderisico’s en risico’s bij geldleningen. Tevens wordt aangegeven, welke financieringsbehoefte er voor de korte en lange termijn zal zijn te verwachten. Bij het vaststellen van de begroting door de raad wordt het college van B&W en uiteindelijk de ambtelijke organisatie gemandateerd tot het verrichten van de nodige activiteiten om de doelen te bereiken. De mandatering is formeel geregeld door vaststelling van het treasurystatuut. In de treasuryparagraaf van het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over de activiteiten van treasury en de mate waarin doelen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Daarbij wordt tevens ingegaan op de resultaten van het jaar, in relatie tot de bijbehorende begroting.
(Administratieve) organisatie van de treasury In de gemeente Arnhem zijn de treasury- en financieringsactiviteiten centraal georganiseerd en ondergebracht bij de afdeling Concern Treasury, Financiering en Riskmanagement ( CTF&R ) van de Concernstaf. Het treasurystatuut van de gemeente Arnhem vormt het formele kader waarbinnen de treasury- en financieringsactiviteiten van de organisatie dienen plaats te vinden. Het treasurystatuut beschrijft de doelstellingen, de bevoegd- en verantwoordelijkheden, de werkwijzen, de financieringsinstrumenten en de informatieverstrekking. Het treasurystatuut is in 2003 geactualiseerd en door de gemeenteraad vastgesteld.
Visie op rentebeheersing en -ontwikkelingen Rentewijzigingen in de markt kunnen tot nadeel/ voordeel leiden en zijn daardoor een risicofactor. Het grondpatroon van het financieringsbeleid bestaat uit de regel dat financieringsmiddelen, die op lange termijn zijn uitgezet met een vaste rente, in principe worden gefinancierd met langlopende passiva met een vaste rente en dat middelen die op korte termijn zijn uitgezet in principe met kortlopende passiva worden gefinancierd. Het risico van “mismatch” van renteposities wordt hierdoor beheerst en in principe zelfs uitgesloten. Inzicht in de renteontwikkelingen is een belangrijke factor voor de te volgen financieringsstrategie. Renteontwikkeling Voor 2005 moet rekening worden gehouden met hopelijk een opgaande economie en hierdoor met aantrekkende rentetarieven. De rente voor de korte- en lange financiering zal zich op relatief hogere niveau’s gaan bewegen. Voor de langlopende financiering zal naar de huidige inzichten het renteniveau tussen de 4,5% en 5,5% liggen (looptijd 5 tot 10 jaar). Voor de vlottende financiering zal het rentepercentage zich tussen de 2,50% en 3,50% bewegen. De verwachting is dat zodra de economische bedrijvigheid verder zal aantrekken, de voormelde rentepercentages vermoedelijk nog enigszins verder kunnen stijgen.
Kasgeldlimiet Door de lage rente (t.o.v. langlopende financiering) zijn kortdurende kasgeldleningen een aantrekkelijke vorm van financiering. De korte duur van de lening heeft echter tot gevolg dat de gemeentelijke rentelasten onzeker zijn en sterk kunnen variëren. De treasurer waakt er daarom voor dat de opgenomen hoeveelheid kasgeld niet te groot wordt en zal, als dit het geval dreigt te worden, een deel van de vlottende financiering omzetten in een vaste langlopende lening. Ook zal in een relatief gunstige kapitaalmarkt (lage tarieven) een rede kunnen worden gevonden tot vervroegde consolidatie om daarmee het renterisico voor de komende jaren af te dekken. De wet FIDO geeft concrete richtlijnen voor de gemeenten voor het beheersen van dit (rente) risico. De kasgeldlimiet is een wettelijke norm (plafond) voor de vlottende financiering. 5 oktober 2004
210
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
De bovengrens voor eventueel op te nemen vlottende financiering is bij ministeriële regeling voor het jaar 2005 vastgesteld op 8,5 % van het totale exploitatiebudget van de gemeentelijke begroting. Het gemeentelijk jaarplan 2005 heeft een omvang van ca. € 564 miljoen. De kasgeldlimiet voor het jaar 2005 komt daarmee uit op ca. € 48miljoen. Tot op heden blijft de gemeente Arnhem stelselmatig onder het plafond van de kasgeldlimiet. Per kwartaal verstrekt de gemeente een opgave van de omvang van het kasgeld aan Gedeputeerde Staten.
Renterisiconorm Het doel van de renterisiconorm op de vaste schuld is te bepalen of de gemeente in enig jaar grote risico's loopt door herfinanciering van leningen of renteherziening van leningen. De gemeente loopt over dit financieringsvolume risico door onzekerheid over de rentepercentages. Bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille wordt het renterisico gespreid over meerdere jaren. Door een goed opgebouwde leningportefeuille wordt ervoor gezorgd dat dit risico binnen verantwoorde marges blijft. In de wet Fido is geregeld dat jaarlijks maximaal 20% van de vaste schuld aan het begin van het jaar in datzelfde jaar mag worden geherfinancierd of renteherziening ondergaan. Voor de gemeente Arnhem komt de prognose van het renterisico over het jaar 2005 uit op 8,6%. Bij het jaarverslag 2003 is een percentage renterisico gemeld van 7,5%. Tot op heden blijft de gemeente Arnhem ruimschoots onder de renterisiconorm. De bepaling van de renterisiconorm vormt onderdeel van de reguliere planning- en controlcyclus.
Risicomanagement van renterisico’s, schaderisico’s en risico's bij geldleningen Renterisico’s bij het omslagpercentage De financieringslasten van vrijwel alle investeringen in de gemeente Arnhem ontstaan vanuit de toerekening van de rentekosten via een omslagpercentage. Dit betreft de rente die de diensten betalen voor de financiering van investeringen en die aan hen wordt vergoed over belegde reserves. De omslagrente vindt zijn basis in het financieringsbeleid, dat gericht is op een door de jaren heen zo stabiel mogelijk begrotingsbeslag voor rentekosten van de investeringen en grote projecten van de gemeente Arnhem. Hulpmiddel voor het opvangen van eventuele rentefluctuaties is hierbij de “reserve voor renteverschillen”. Daarnaast kunnen er incidentele tekorten ontstaan als het werkelijke rentepercentage van specifieke projecten afwijkt van het omslagpercentage. Om een dergelijk project (politiek) haalbaar te maken, komt het voor dat met een taakstellend laag rentepercentage voor de financiering wordt gerekend. Het niet kunnen realiseren van deze taakstellingen kan aanzienlijke structurele gevolgen hebben. Deze risico’s worden eveneens afgedekt door genoemde reserve. Reserve voor renteverschillen Met behulp van deze reserve wordt voorkomen dat rentestijgingen op de geld- en kapitaalmarkt onmiddellijk leiden tot verhoging van de omslagrente en daarmee tot extra budgettair beslag in de begroting. Bij langdurige stijging van het rentepercentage kunnen de hogere rentekosten op korte termijn (d.w.z. enkele jaren) ten laste van deze reserve worden gebracht, waarna alternatieve dekking voor de lange termijn binnen de begroting kan worden gevonden. De stand van de reserve renteverschillen bedraagt per ultimo 2003 ca. € 5,1 miljoen. Het volume van de reserve bedraagt per ultimo 2005 ca. € 6,5 miljoen (prognose jaarplan 2005). Los van de renterisico’s van de financiering van de grote projecten bedraagt het volume van de kapitaalinvesteringen van de diensten voor 2005 ca. € 340 miljoen. Een afwijking van 0,1% geeft hierbij reeds een renterisico van € 340.000. In 2003 zijn de beleidsuitgangspunten geëvalueerd voor het gebruik van het omslagpercentage. In de inmiddels geaccordeerde beleidsnota “Vernieuwen systeem omslagrente per 1-1-2004” zijn voorstellen gedaan tot wijziging van de systematiek m.b.t. de omslagrente. De genoemde wijziging heeft er toe geleid, dat het volume van de reserves, waaraan rente wordt toegerekend, aanzienlijk is toegenomen. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid gevolgen voor de financieringspositie van de gemeente Arnhem; hetgeen een substantiële toename van de rentelasten bij de afdeling treasury zal betekenen. Het voor het jaarplan 2005 gehanteerde omslagpercentage voor de kapitaalinvesteringen bedraagt 5,25% (voorheen 6,5%). Voor de vergoeding van rente over de belegde reserves gelden gedifferentieerde spelregels; vooralsnog wordt voor 2005 (en komende jaren) uitgegaan van een vergoeding van 4% over een aantal specifieke reserves.
5 oktober 2004
Naar verwachting bedraagt het volume van deze reserve bij treasury per ultimo 2005 ca. € 6,0 miljoen. Risicoreserve financiering woningbouw Voor de Volkshuisvesting bestaat een afzonderlijk financieringsregime. Ter dekking van de hieraan verbonden risico’s wordt een afzonderlijke reserve aangehouden, de risicoreserve financiering woningbouw. De financiering van de woningbouwcorporaties behoort tot de verantwoordelijkheid van de dienst Stadsontwikkeling. De afdeling CTF&R faciliteert bij de financiering en voert het registratief beheer van de leningenportefeuille. Per 01-01-2004 bedraagt het volume van de reserve ca. € 2,5 miljoen. De inschatting van het ultimo-volume 2005 is ca. € 3,3 miljoen. Schaderisico's Voorbeelden van schade-risico’s zijn: · schade aan / verlies van gemeentelijke eigendommen; · schade aan gemeentelijk wagenpark of werkmaterieel; · aansprakelijkheid gemeente voor vermogens- of letselschade; · aansprakelijkheid gemeente als gevolg van de wet algemeen bestuursrecht (schadeclaims als gevolg van onjuist handelen of nalatigheid). · verlies van geld (onzorgvuldig beheer of fraude); · bedrijfsongevallen; · specifieke risico’s. Bij de beheersing van schaderisico’s gaat het om maatregelen die zijn gericht op het minimaliseren van de risico’s, die tot schade kunnen leiden en op het beperken van de premiekosten. Bij het beheer van de verzekeringsportefeuille gaat het enerzijds om een uitgebalanceerde samenhang tussen premiestelling en contractvoorwaarden (waaronder het dragen van eigen risico) en anderzijds om het adviseren over en het nemen van preventieve maatregelen ter beperking van schaderisico’s. Voor de gemeentelijke verzekeringsportefeuille worden ten aanzien van premiestelling en contractvoorwaarden bepaalde schaderisico’s voor eigen risico genomen. Hiertoe wordt een 5 oktober 2004
ONDERWERP
Het is wenselijk om de komende jaren het kennisniveau en het draagvlak voor de beheersing van financieringsrisico’s binnen de gemeente verder te ontwikkelen. Ontwikkeling en onderhoud van kennis op het gebied van financiering en risicobeheersing heeft een preventieve werking. In verschillende treasuryparagrafen is reeds gemeld dat de te maken kosten voor kennisverbreding en te nemen maatregelen voor de risicobeheersing kunnen worden gedekt uit bovengenoemde reserve.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Reserve voor algemene risico's Het risico is aanwezig dat de tegenpartij niet aan de contractuele verplichtingen van rentebetaling en/of aflossing van de hoofdsom kan voldoen. Dit risico wordt beheerst door het op maat financieren en door het bedingen van garanties met betrekking tot solvabiliteit en te stellen zekerheden. Voor de risico's die de gemeente loopt wordt een opslag op het rentepercentage gerekend van circa 0,1 / 0,15%, welke wordt gestort in de reserve voor algemene risico's. Bij het vaststellen van de beleidsnota “Risicobeheer financiering & riskmanagement” is als minimaal gewenste ondergrens voor deze reserve een bedrag van ca. € 4,5 miljoen vastgesteld. De stand van de reserve voor algemene risico’s bedroeg per 01-01-2004 € 5,1 miljoen.
PAGINA
Het verstrekken van de zogenaamde gemeentegaranties is al geruime tijd geen onderdeel van het Arnhemse beleid. Het hieraan verbonden financieel risico is ongewenst en te omvangrijk. In dit verband zijn onder andere te noemen boeterente, rente op rente (waarbij al zonder meer een hogere renteconditie geldt). Directe eigen financiering biedt het voordeel van gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen waarborgen te verbinden (recht van 1e hypotheek) kan bij calamiteiten direct door de betreffende dienst wordt gereageerd. Hierdoor kan tijdig worden voorkomen, dat er ten aanzien van de financiële situatie van de instelling een deconfiture ontstaat. Overigens zijn de rentetarieven bij gemeentelijke financiering gunstiger dan de tarieven die bij een gemeentegarantie worden gehanteerd.
211
Risico’s bij geldleningen aan instellingen/derden Aan instellingen die zijn gelieerd aan de beleidsactiviteiten van de gemeente Arnhem, worden leningen verstrekt. Voor de regie over en het beheer van de geldleningen aan de instellingen zijn beleidskaders vastgesteld in het treasurystatuut. De diensten voeren voor de kredietbehandeling en -verstrekking de regie. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het risicobeheer, waaronder de bewaking van de rente- en aflossingsverplichtingen. De afdeling CTF&R heeft een faciliterende rol bij het opereren in de geld- en kapitaalmarkt en het leningenbeheer, zoals de registratie van leningen en het signaleren van betalingsachterstanden.
Financieringsvolume Jaarlijks neemt de gemeenteraad een besluit over het financieringsvolume. Dit besluit omvat een delegatie aan burgemeester en wethouders tot het aangaan van korte middelen, zoals call- en kasgeldleningen, het opnemen van gelden in rekening-courant, de uitgifte van kort kaspapier, de mogelijkheid om overtollige kasgelden uit te zetten en het verstrekken van geldleningen aan bepaalde externe instellingen. Daarbij stelt de raad voor het consolideren van de vlottende schuld in de loop van het jaar vooraf het niveau vast, waartoe vaste middelen kunnen worden afgesloten. Daarnaast neemt de raad gelijktijdig een besluit voor het verstrekken van vaste financieringsmiddelen aan in Arnhem opererende woningbouwcorporaties in het kader van de financiering van de sociale woningbouw en aan andere instellingen in de regio Arnhem, die beleidsmatig relevant zijn. Tenslotte is in dit besluit de mogelijkheid opgenomen van het omruilen van leningsoorten. De financieringsbehoefte voor het jaar 2005 heeft betrekking op de volgende onderdelen: Financieringsbehoefte Bedragen * € 1 miljoen A
B
C
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte (kapitaal voor diensten) Financieringsbehoefte Sociale woningbouw (corporaties) Financieringsbehoefte aan gemeente gelieerde instellingen
jaarplan 2005 Euro
jaarplan 2004 euro
jaarplan 2003 Euro
250
250
250
100
100
100
150
150
150
De in de tabel genoemde bedragen geven aan tot welk “plafond” het management CTF&R additionele financieringsmiddelen kan aantrekken. Het genoemd bedrag – voor het jaar 2005 ca. € 500 miljoen – vormt geen feitelijk begrotingsbeslag. De feitelijk in het betreffend verslagjaar aangetrokken financieringsmiddelen worden via tussentijdse B&W-nota’s en in het jaarverslag gerapporteerd. Indien voor de delegatie / mandatering de bandbreedte van de financieringsbehoefte te krap wordt aangehouden, kan dit ertoe leiden dat tussentijds specifieke bestuurlijke besluitvorming nodig is, 5 oktober 2004
ONDERWERP
Financieringsvolume voor het jaar 2005
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Risicoreserve "Schades eigen risico" Deze reserve dient ter dekking van die schades waarover de gemeente eigen risico loopt en tevens als egalisatiereserve voor fluctuaties in de verzekeringspremies. Daarbij wordt een gelijksoortig systeem gehanteerd als bij het renteomslagpercentage. De reserve wordt gevoed uit een bijdrage van de diensten bovenop de verzekeringspremie. Voor het betalen van verzekeringspremies en een bijdrage aan de reserve zijn in de dienstbegrotingen budgetten beschikbaar. Daarbij geldt dat bij stijging van premies, deze niet onmiddellijk tot extra budgettair beslag in de begroting leiden, maar de bijdrage aan de reserve vermindert. Dit geeft de tijd om alternatieve dekking te vinden. De stand van de risicoreserve “Schades eigen risico” bedraagt per ultimo 2003 ca. € 2,0 miljoen. Naar verwachting is het volume van de reserve per ultimo 2005 ca. € 1,6 miljoen.
PAGINA
Via een afzonderlijke nota nemen B&W en gemeenteraad jaarlijks besluiten over de prolongatie van de verzekeringsportefeuille en het beleid voor het beheersen van schaderisico's. Hierbij wordt het noodzakelijke volume van de risicoreserve uitdrukkelijk betrokken. In de afgelopen jaren is in de afzonderlijke nota's en in de treasuryparagrafen vastgesteld dat de deskundigheid voor de beheersing van schaderisico’s bij de diensten verder dient te worden ontwikkeld. De hiervoor te maken kosten kunnen (mede) worden gedekt uit de risicoreserve.
212
risicoreserve aangehouden. Gezien de ontwikkelingen in de verzekeringsmarkt is het wenselijk om aanvaardbare risico’s voor eigen rekening te nemen en slechts de “grote risico’s” extern te verzekeren. De omvang van de reserve dient dan te worden afgestemd op de risico's voor schade die de gemeente loopt.
213
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
hetgeen vertragend werkt op de voortgang van projecten. Bovendien belemmert het een slagvaardig reageren op ontwikkelingen in de geld- en kapitaalmarkt. Nadere toelichting op het financieringsvolume ad A: Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte De gemeentelijke financieringsbehoefte is met name gericht op de ontwikkeling van de projecten met een grote impact voor de gemeente Arnhem en voor de financiering van de jaarlijkse kapitaalverstrekking aan de diensten voor de eigen investeringen. De grote projecten, zoals de ontwikkeling van Rijnboog en de stadsuitbreiding Schuytgraaf genereren een financieringsbehoefte voor de langere termijn. Bij de grootschalige projecten worden binnen de kapitaalmarkt substantiële bedragen gefinancierd met looptijden van minimaal 5 tot 10 jaar. Voor het jaarplan 2005 wordt hierbij uitgegaan van een plafond van € 250 miljoen. ad B: Financiering sociale woningbouw / volkshuisvesting De gemeente is de eerstelijns verantwoordelijke voor de volkshuisvesting en zet het financieringsinstrument in als één van de sturingsmogelijkheden voor een verantwoord volkshuisvestingsbeleid. Met de plaatselijke woningbouwcorporaties is daartoe een convenant afgesloten waarin een financiële paragraaf is opgenomen. Daarin zijn afspraken gemaakt over zekerheidsstellingen en het opslagpercentage voor onder andere risicobeheersing. Een ontwikkeling die zich bij corporaties voordoet is schaalvergroting middels samenwerkings- en fusieprocessen. Hierdoor ontstaan (regionale) organisaties, die voor financiering en risicobeheer het stedelijk werkgebied overstijgen. Het gemeentelijk beleid is hierbij terughoudend. Onder strikte condities en het stellen van waarborgen worden alleen plaatselijke projecten gefinancierd. De komende jaren zal bij woningcorporaties de vraag naar de financieringsmiddelen blijven bestaan. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van door de gemeente te verstrekken geldleningen, dan wel van rechtstreekse financiering door de corporaties onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Hierbij fungeren het rijk en de gemeente als een achtervangpositie in de vorm van borgstelling, elk voor 50%. Voor 2005 wordt voor de delegatie / mandatering een bedrag aangehouden van ca. € 100 miljoen. Ad C: Financieringbehoefte van aan gemeente gelieerde / beleidsmatig relevante instellingen In de afgelopen jaren zijn regelmatig aan de gemeente gelieerde / beleidsmatig relevante instellingen, door de gemeente gefinancierd om gewenste investeringsplannen te realiseren. De instellingen c.q. derden vallen beleidsmatig onder de regie van de betreffende diensten. Voorbeelden hiervan zijn de financiering van Arnhem Centraal-Parkeergarage; Vitesse/stadion Gelredome, stadsproject Rijnboog; theater Oostpool; Hogeschool voor de kunsten e.a. De impact van deze projecten op de behoefte aan (additionele) financieringsmiddelen kan substantieel zijn. Om in de benodigde financieringsruimte te voorzien wordt voor de delegatie / mandatering in 2005 een plafond aangehouden van € 150 miljoen voor het afsluiten van langlopende middelen.
5 oktober 2004
214
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Bedrijfsvoering
215
5
Inleiding In de paragraaf bedrijfsvoering wordt ingegaan op de wijze waarop de gemeente Arnhem de geformuleerde doelen van de verschillende programma’s wil bereiken. Het eerste uitgangspunt hierbij is het politieke primaat: het bestuur bepaalt wat er in de stad gebeurt en ambtelijk wordt dit uitgevoerd. Als tweede uitgangspunt geldt ambtelijke professionaliteit: de politiek bepaalde richting wordt ambtelijk op een efficiënte en doeltreffende wijze uitgevoerd. In de gedualiseerde verhoudingen vraagt dit om een samenhangende aanpak en uitgebalanceerde processen. Het is voor alle betrokken actoren van belang “van buiten naar binnen” te kijken en samen op te trekken in het belang van de stad. De bedrijfsvoering is hierbij niet intern, maar extern gericht.
Samenwerken aan twee programma’s In 2004 zijn de verbeterprogramma’s strategisch vermogen en beleidscyclus & bedrijfsvoering vastgesteld en in de raadscommissie besproken. In deze verbeterprogramma’s zijn veel actiepunten opgenomen, waarvan in 2005 geoogst kan gaan worden. Als opmaat naar deze programmabegroting zijn bijvoorbeeld de contouren van de visie Arnhem 2015 ontwikkeld. Ook heeft begin 2004 de eerste perspectiefnota het licht gezien. Hierdoor is de raad eerder betrokken bij het begrotingsproces en bij het maken van belangrijke keuzes dan andere jaren. De structuur van de beleidscyclus wordt in 2005 niet aangepast. Eind 2004 vindt een evaluatie plaats van het instrument TURAP, hierbij wordt door de Raad kaderstellend aangegeven wat de frequentie van de TURAP in 2005 zal zijn. Tevens wordt ingegaan op de mogelijkheid de TURAP meer thema-gewijs te organiseren. In 2005 zal de gemeentesecretaris opnieuw managementcontracten afsluiten met de verschillende directeuren. Hiervan gaat een impuls uit om intern ambtelijke relaties te verzakelijken, hetgeen de efficiency van de bedrijfsvoering ten goede komt. Audits in het kader van artikel 213a naar de doeltreffendheid, efficiency en rechtmatigheid van het gemeentelijk handelen zullen in 2005 worden uitgevoerd. Eind 2004 wordt conform de vastgestelde verordening bepaald welke onderzoeken in 2005 zullen worden uitgevoerd. Figuur: jaarcyclus control
planning
perspectiefnota programmarekening
programmabegroting
raad
turaps
productenrekening
JAARCYCLUS
managementgesprek maraps
5 oktober 2004
productenraming
college
managementcontract beheersbegroting
diensten
Middelenfuncties Er zijn maatregelen te voorzien ten aanzien van de omvang en organisatie van de middelenfuncties. Onder de middelenfuncties worden de ondersteunende werkzaamheden verstaan zoals personeel & organisatie, financiën, communicatie, juridische zaken, huisvesting, secretariaat en interne services. Op dit moment zijn deze middelenfuncties veelal decentraal georganiseerd en is integraal management het leidende organisatieprincipe. In de tweede helft van 2004 is onderzocht of er mogelijkheden zijn (delen van) de middelenfuncties in te krimpen of anders te organiseren en of dit tot efficiency-voordelen leidt.
Inkoop De inkoop vindt soms te gefragmenteerd plaats en niet altijd wordt de deskundigheid op het inkoopproces voldoende ingeschakeld. Door het inkoopproces slimmer in te richten en specifieke centrale inkoopdeskundigheid te koppelen aan decentrale inhoudelijke deskundigheid kunnen inkoopvoordelen worden behaald. In 2005 zal deze vorm van gecoördineerde inkoop fasegewijs worden ingevoerd.
Standaardisatie en procesmanagement Standaardisatie en vereenvoudiging van werkprocessen op het gebied van de middelenfuncties leidt tot efficiëntere bedrijfsvoering. Vanuit de digitalisering van de publieke dienstverlening wordt een impuls gegeven aan verbeterde dienstverlening. Door het beschrijven, stroomlijnen, standaardiseren en op elkaar afstemmen van deze primaire werkprocessen ontstaan efficiency-voordelen. In 2005 wordt daarom ingezet op standaardisatie en procesmanagement.
Betrokkenheid ondernemingsraad Voor de komende jaren is een ingrijpend pakket aan bezuinigingsmaatregelen noodzakelijk. De organisatie zal alle zeilen moeten bijzetten om de ombuigingen te realiseren en de kwaliteit van dienstverlening aan de burgers optimaal te houden. De ondernemingsraad zal bij dit proces nadrukkelijk worden betrokken.
5 oktober 2004
ONDERWERP
De bezuinigingsmaatregelen die nodig zijn om deze begroting 2005-2008 sluitend te maken zullen veel impact hebben op de gemeentelijke bedrijfsvoering. Bij het schrijven van de paragraaf bedrijfsvoering is nog niet bekent hoeveel Euro er op efficiency van het ambtelijk apparaat gevonden moet worden en hoe dit precies wordt vormgegeven. Duidelijk is echter dat er maatregelen getroffen zullen worden en dat de uitkomst van een aantal onderzoekstrajecten van grote invloed zal zijn op de bedrijfsvoering. Onderstaand worden drie items kort uitgewerkt.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Voornemens 2005: Bezuinigingen
PAGINA
In deze programmabegroting is het GroteStedenBeleid (GSB) voor de periode 2005-2009 integraal opgenomen. In diverse deelprogramma’s is aangegeven of de doelen aansluiten bij het kader van het Rijk, tevens zijn prestaties geformuleerd en is expliciet in beeld gebracht hoeveel GSB-geld op het deelprogramma wordt ingezet. Ten aanzien van het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsprogramma (GSO) wordt pas na de uiterste inzendtermijn van deze programmabegroting aan de provincie (15 november 2004) duidelijk welke programma’s door de provincie gehonoreerd zijn en hoeveel GSO-geld er in de jaren 2005-2007 naar de gemeente stroomt. In de opzet van deze begroting is alvast rekening gehouden met GSO-middelen en zodra de beschikking van de toekenning van de provincie verkregen is, zal worden voorgesteld de programmabegroting aan te passen en ook het GSO in deze programmabegroting te integreren. Door de integratie van GSB en GSO wordt een impuls gegeven aan de mogelijkheid tot single audit en kunnen Rijk, provincie en gemeente gebruik maken van dezelfde sturings- en verantwoordingsinstrumenten.
216
Integratie GSB en GSO
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Verbonden partijen
217
6
Inleiding Verbonden partijen zijn een instrument om beleidsvoornemens uit de gemeentelijke programma’s te realiseren. Deze paragraaf geeft inzicht in de door de gemeente aangegane verbonden partijen. De paragraaf verbonden partijen beperkt zich hierbij –conform de BBV- tot participaties waarmee financiële belangen zijn gemoeid en waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend. Met deze paragraaf wordt, dwars door alle inhoudelijke programma’s heen, beleid geformuleerd ten aanzien van verbonden partijen. Door heldere kaderstelling worden ongewenste risico’s voorkomen en kan voortvarend worden gewerkt aan de realisatie van de in de programma’s geformuleerde doelen. Vanuit verschillende invalshoeken is er aanleiding om beleidsmatig nader naar de verbonden partijen te kijken. Wij noemen in dit verband: • De dualisering vormt een reden om de deelnemingen opnieuw te bezien. Is de vertegenwoordiging in en het afleggen van verantwoording door de verbonden partij op een juiste wijze vorm gegeven en wat is het kader voor nieuwe deelnemingen? • Het gezamenlijk onderzoek van de gemeentelijke rekenkamers Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen naar de programmabegrotingen 2004, waarin wordt vastgesteld dat de gemeente Arnhem nog onvoldoende beleid heeft geformuleerd ten aanzien van de verbonden partijen. • Het risicomanagement, waaronder kan worden verstaan het kwantificeren en kwalificeren van de risico’s, deze managen (besturen) en hierover rapporteren. De recente ervaringen met de Stichting Werk en Scholing tonen het belang van een adequaat risicomanagement aan. Met de verbonden partijen bestaat een andere band dan met gesubsidieerde instellingen. In het laatste geval worden door een derde vooraf afgesproken activiteiten verricht, waarvoor de gemeente een financiële vergoeding geeft. Hierover zijn in de subsidieverordening afspraken vastgelegd.
Beleid en kader Soorten verbonden partijen Verbonden partijen kunnen in grote lijnen worden onderscheiden in: • Publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals bedoeld in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (bijvoorbeeld het KAN) en de Gemeentewet (bestuurscommisie zoals de Basis). • Privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals stichtingen, verenigingen en vennootschappen (bijvoorbeeld Stichting Werk en Scholing, Grondbank Midden Gelderland). Eisen ten aanzien van functiescheiding Verbonden partijen beschikken vaak over een Raad van Commissarissen, een Raad van Toezicht of een bestuur, die toezicht houden op en adviseren aan de directie van de verbonden partij. Hierbij staat het private belang van de verbonden partij centraal. Raadsleden, collegeleden en ambtenaren zijn in dienst van de gemeente en moeten dus het publieke belang dienen. Wanneer een functionaris zowel de publieke als de private belangen moet behartigen, kan dit leiden tot (vermeende) belangenverstrengeling. Deze ‘petten-problematiek’ kan doorbroken worden door vooraf een zorgvuldig systeem van checks & balances met heldere spelregels in te richten. In 2005 zijn wij voornemens hierover in nader overleg met de raadswerkgroep programmabegroting tot besluitvorming te komen. Eisen ten aanzien van monitoring en rapportage Verbonden partijen zijn een instrument om doelen uit het programmaplan te realiseren. In de monitoring en rapportage dient inzicht gegeven te worden in de inhoudelijke voortgang van de nagestreefde doelen, alsmede in de financiële component. Tevens is het noodzakelijk per verbonden partij aan te geven met welke frequentie aan wie gerapporteerd moet worden. Hierbij dient vooraf helder te zijn afgesproken wat de te volgen gemeentelijke behandelprocedure is, inclusief het expliciet vellen van een oordeel over het functioneren van de verbonden partij en het aanwijzen van wie verantwoordelijk is voor een eventueel follow-up traject met betrekking tot de verbonden partij. 5 oktober 2004
218
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
In 2005 wordt een informatie-raster per verbonden partij ontwikkeld, waarbij ingegaan wordt op bovengenoemde eisen ten aanzien van monitoring en rapportage.
Voornemens 2005 Zoals eerder aangegeven bestaan er met betrekking tot de verbonden partijen de volgende voornemens, die in nauw overleg met de Raad zullen worden opgepakt: • Heldere afspraken over functie-scheiding; • Heldere afspraken over monitoring en rapportage. Daarnaast wordt er conform de vereisten uit de BBV in de productenrealisatie van de diensten uitvoeringsinformatie opgenomen. In deze uitvoeringsinformatie is per verbonden partij minimaal opgenomen: • De naam en de vestigingsplaats; • Het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd; • De veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft; • Het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; • Het resultaat van de verbonden partij. Er bestaan thans geen concrete voornemens om nieuwe verbonden partijen aan te gaan, of om bestaande deelnemingen te beëindigen.
Risico’s Op dit moment wordt naar een aantal verbonden partijen nader gekeken. Daarbij is vooral de inschatting van het risico dat de prioriteit bepaalt. Op basis van een globale oriëntatie wordt nog in 2004: • voor Presikhaaf Bedrijven een externe analyse gemaakt met het doel de (toekomstige) financiële risico’s in beeld te krijgen • op basis van de Parkeernota (vastgesteld in juni 2003) een aanvang gemaakt met een onderzoek naar de mogelijke integratie van de Holding Parkeervoorzieningen Arnhem BV en het Gemeentelijk Parkeerbedrijf. De bevindingen uit de in 2004 opgestelde risicoanalyse worden daarin meegenomen. In 2005 zal deze globale oriëntatie verder worden uitgewerkt en uitgebreid. Er zal per deelneming een duidelijker risicoprofiel moeten zijn. Daarbij zal ook in beeld worden gebracht welke risico’s er bestaan aan voortijdige beëindigingen van deelnemingen.
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Grondbeleid
219
7
Gronden in de beweging Grond is in beweging. Grond is het fundament voor de ontwikkeling van ruimtelijke plannen en geeft ruimte en zeggenschap. Nu de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra enige jaren in uitvoering is en er volop discussie is over de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, staat ook de factor grond volop in de belangstelling. Deze belangstelling heeft alles te maken met de schaarste van grond en de (strategische) waarde. De verhoogde belangstelling voor grond heeft geleid tot een nota van de regering “Op grond van nieuw beleid” (2001). De regering heeft de nota opgesteld vanwege veranderingen die op de grondmarkt zijn te constateren, zoals: marktpartijen hebben ten koste van de overheid een belangrijke plaats ingenomen; de grondprijzen zijn flink gestegen; de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra, de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, en andere beleidsvelden stellen nieuw beleid in het vooruitzicht. De regering werkt de nota uit in beleidsregels en wettelijke voorstellen. Bovenstaande ontwikkelingen, maar ook lokale omstandigheden, zijn aanleiding om het grondbeleid van onze gemeente nader onder de loupe te nemen. Bij lokale omstandigheden valt te denken aan: · de gewenste ruimtelijke ontwikkeling binnen Arnhem; · de grondpositie van de gemeente · de wijze van inzet van grondbeleidsinstrumenten etc. Het doel is te komen tot een nota grondbeleid voor de gemeente Arnhem waarin keuzes worden gemaakt en uitgangspunten worden vastgesteld ten aanzien van de factor grond en het gewenste beleid. Aan de totstandkoming van deze nota “Gronden in beweging” gaat binnen de gemeentelijke organisatie een brede discussie vooraf. Deze brede discussie heeft zich in eerste instantie op ambtelijk niveau afgespeeld. In de vorm van een workshop waaraan diverse disciplines hebben deelgenomen zijn thema’s van het grondbeleid op basis van een aantal stellingen besproken. De discussie heeft geleid tot een aantal conclusies en aanbevelingen; de eerste verkenning van het gewenste grondbeleid. Vervolgens is de eerste verkenning voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders. Daarnaast heeft het college ingestemd met een voorstel over de verdere behandeling van de nota. Aan de hand van de ambtelijke voorbereiding en de bespreking in het college zal in 2004 een discussie over het te voeren beleid worden gehouden in een workshop met raadsleden. De resultaten van deze discussie zullen worden verwerkt in de conceptnota die het college vervolgens ter behandeling aan de gemeenteraad zal aanbieden. Dit proces van beleidsvorming zal in 2005 worden afgerond.
Soorten grondbeleid Doelen van grondbeleid zijn: · Het tijdig kunnen realiseren van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen; · Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik; · Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, exploitanten, eigenaren en overheid; · Het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt; · Het realiseren van nieuwe ontwikkelingen tegen aanvaardbare maatschappelijke offers en kosten. Relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting Grondbeleid is geen doel op zich, maar staat ten dienste van het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen om te komen tot een goede ruimtelijke invulling van gebieden en heeft daarbij tevens een relatie met andere beleidsvelden, zoals: ·
Volkshuisvesting: met het oog op een goede volkshuisvesting streeft de gemeente naar het realiseren van een woningprogramma dat voorziet in de lokale en mogelijk ook regionale behoefte aan een gedifferentieerd woonmilieu (vrije sector en ook sociale woningbouw).
5 oktober 2004
Nadeel van een actieve grondpolitiek is dat de financiële risico’s volledig voor de gemeente zijn. Deze risico’s zijn: · Financiële tegenvallers in de ontwikkeling van het gebied; · Economische schommelingen die tot gevolg hebben dat bouwrijpe kavels niet of minder snel worden verkocht; · De kosten van het tijdelijk beheer van gronden en/of gebouwen in afwachting van de ontwikkeling van bestemmingsplannen. Facilitaire grondpolitiek Bij een facilitaire grondpolitiek is de grondexploitatie in handen van marktpartijen. De gemeente stelt randvoorwaarden voor het gewenste ruimtelijk beleid middels het bestemmingsplan en zo mogelijk door het afsluiten van overeenkomsten met marktpartijen over de kwaliteit en wijze van uitvoeren van de grondexploitatie. Voordeel van een facilitaire grondpolitiek is dat de gemeente minder financiële risico’s loopt. De nadelen voor de gemeente zijn: · Minder regie op de uitvoering van het bestemmingsplan · Geen vrijheid van handelen omdat afspraken moeten worden gemaakt met marktpartijen bijvoorbeeld over de toerekening van kosten; · Geen mogelijkheid tot het behalen van een positief bedrijfsresultaat; · Langdurige onderhandeling met marktpartijen met het risico van vertraging; · De noodzaak tot het sluiten van compromissen in onderhandelingen met marktpartijen. Publiek-Private Samenwerking Een mengvorm tussen actieve en facilitaire grondpolitiek is de Publiek-Private Samenwerking (P.P.S.). Middels overeenkomsten worden afspraken gemaakt over de wijze waarop ontwikkeling en realisatie plaatsvindt. Kenmerkend is dat gestreefd wordt naar een verdeling van risico’s tussen marktpartijen en gemeente, waarbij afspraken worden gemaakt op het gebied van zeggenschap, kostenverdeling of winstverdeling. In dergelijke overeenkomsten worden vaak afspraken vastgelegd over taken (wie legt de wegen aan, wie bepaalt de kwaliteit), bevoegdheden (zoals het wijzigen van een bestemmingsplan, inzetten onteigeningsinstrument), zeggenschap (mag een marktpartij invloed hebben op de inhoud van een bestemmingsplan), risicodeling en/of winstdeling (wie neemt de risico's en hoe is de verdeling van winst of verlies). De afspraken over deze onderwerpen zijn per te ontwikkelen locatie anders. Met name zijn de afspraken afhankelijk van bijv. de grondposities van de marktpartij(en) en de gemeente, de (financiële) ontwikkelingsrisico's, de omvang van de locatie etc.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Actieve grondpolitiek Een actieve grondpolitiek houdt in dat de gemeente naast het ontwikkelen van bestemmingsplannen ook de realisatie hiervan door uitgifte van bouwrijpe gronden voor eigen rekening en risico uitvoert. Voordelen van een actieve grondpolitiek zijn: · Maximale sturing op de inrichting van het te ontwikkelen gebied; · Meer mogelijkheden om alle kosten die te maken hebben met de locatieontwikkeling te verhalen in de uitgifteprijs van de bouwgronden; · De mogelijkheid om een positief bedrijfsresultaat te behalen; De gemeente is gewend en goed vertrouwd met deze vorm van grondpolitiek.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
·
PAGINA
·
Werken: de behoefte aan kwantitatieve en kwalitatieve goede ruimte voor werken is een doel waaraan het grondbeleid een bijdrage kan leveren (bijv. planning en uitgifte van duurzame bedrijfsterreinen/kantoorterreinen). Financiën: de relatie met het beleidsveld Financiën komt in het grondbeleid goed naar voren. De realisatie van bestemmingsplannen kost geld bijv. voor de aankoop van gronden en de aanleg van wegen, riolering etc. De realisatie van bestemmingsplannen kan echter ook geld opleveren bijv. door het verkopen van bouwrijpe gronden boven de kostprijs. Zowel de kosten als de opbrengsten kunnen direct van invloed zijn op de financiële positie van de gemeente. Natuur, milieu en ecologie: deze beleidsvelden zijn van groot belang zijn voor het welzijn en de veiligheid van mens, dier en plant. Dit betekent dat voortdurend een afweging dient te worden gemaakt tussen het gebruik van de schaarse ruimte voor deze beleidsvelden en de offers (kosten) en opbrengsten (welzijn). De factor grond speelt dan ook een belangrijke rol bij beslissingen over het opheffen, uitbreiden of instandhouden van bijvoorbeeld een natuurgebied.
220
·
Prognose van de verwachte financiële resultaten van de totale grondexploitatie Grondexploitaties in voorbereiding Er is een groot aantal grondexploitaties in voorbereiding. Om op strategisch niveau samenhang te verkrijgen worden momenteel ontwikkelingsvisies uitgewerkt voor Centrumgebied Arnhem Zuid, Centrum visie Oost, Rivierzone en Binnenstad. Naast de ruimtelijke samenhang die wij daarmee kunnen versterken kunnen ook globale programma-, faserings-, subsidiemogelijkheden en grondexploitatie-inschattingen worden verkregen. Vanuit deze visies zullen na de kaderstelling door de Raad de komende jaren concrete gebiedsontwikkelingen met grondexploitaties worden aangepakt. Zo zal in de loop van 2004 een grondexploitatie worden opgesteld voor de eerste deelgebieden in fase 1 van Rijnboog. Vastgestelde grondexploitaties Voor de vastgestelde grondexploitaties zijn per 31-12-2003 de berekeningen herzien. Hierbij zijn ook voor de grondexploitatie voor Arnhem Centraal nieuwe berekeningen opgesteld. In deze herziening is naast de grondexploitatie aandacht geschonken aan de opstalrealisaties: de Transferhal, Warmte Koude Opslag, Ondergronds Afval Transport en de Parkeergarage. Voor de grondexploitaties waarbij sprake is van een tekort is een voorziening gevormd. De hoogte van deze voorziening bedraagt in het aan de Raad aangeboden concept Jaarverslag 2003 per 1 januari 2004 € 70 miljoen. Voor een aantal projecten worden winsten geprognosticeerd. Naar verwachting zal in de periode 20052006 een winst kunnen worden gerealiseerd van circa € 10 miljoen. Daarnaast is nog sprake van een winstpotentie op langere termijn (2016) met een contante waarde1 van circa € 9 miljoen. Ten aanzien van grondexploitaties gelden de volgende uitgangspunten: · Berekeningen worden minimaal eens per twee jaar herzien; · In geval van complexen met tekorten is de voorziening grondexploitatie altijd toereikend om deze te dekken en · Winsten worden pas genomen bij realisatie.
1 De contante waarde geeft het resultaat van een project weer, teruggerekend naar het huidige moment. Toekomstige kasstromen worden daartoe gecorrigeerd voor de jaarlijkse rente. 5 oktober 2004
ONDERWERP
In het verleden heeft de gemeente Arnhem in hoofdzaak gekozen voor een actieve grondpolitiek. In de jaren ’80 en ’90 werden de mogelijkheden hiertoe echter steeds beperkter doordat marktpartijen grondposities hadden ingenomen. De gemeente heeft te maken met marktpartijen die reeds in een vroeg stadium gronden binnen te ontwikkelen locaties kopen. Dit betekent dat de gemeente in overleg dient te treden met deze partijen en moet onderhandelen over de wijze waarop het bestemmingsplan zal worden ontwikkeld en gerealiseerd.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Arnhemse situatie
PAGINA
Hoewel geen PPS hetzelfde is (het gaat om maatwerk), kan in zijn algemeenheid gesteld worden dat de voordelen van een PPS risicodeling en daarnaast inbreng van kennis en ervaring betreffen. De nadelen zijn gelegen in het prijsgeven van zeggenschap met als gevolg dat de gemeente minder sterk is in haar regiemogelijkheden en daarnaast het delen van eventuele winsten. Naar mate de risico's voor een marktpartij toenemen, worden veelal offers van de gemeente gevraagd in de zin van zeggenschap, kostenverdeling of winstdeling. Bovendien vergt een onderhandelingstraject de nodige tijd, zeker wanneer het om (financiële) belangen in relatie tot zeggenschap gaat. Dat tijdsbeslag is een nadeel, dat overigens ook gedurende de samenwerking doorwerkt bij diverse te maken keuzes en beslissingen over zaken waar belangenverschillen van partijen aan de orde komen.
221
De voor- en nadelen van PPS zijn dus afhankelijk van de inhoud van de publiek-private samenwerkingsvorm en die inhoud is altijd uitkomst van onderhandelingen tussen de gemeente en marktpartijen. Het gaat om een onderhandelingsresultaat waarin verschillende kenmerken van een meer facilitaire grondpolitiek dan wel van een meer actieve grondpolitiek terug te vinden zijn.
In de productenrealisatie zal gedetailleerde informatie worden gegeven waarmee bovenstaande bedragen worden toegelicht en onderbouwd. De informatie zal bestaan uit: a. De boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; b. De vermeerderingen in het begrotingsjaar; c. De verminderingen in het begrotingsjaar; d. De boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar; e. De geraamde nog te maken kosten en een onderbouwing hiervan; f. De geraamde opbrengsten en een onderbouwing hiervan; g. Het geraamde eindresultaat en h. Een uiteenzetting van de wijze waarop eventuele nadelige resultaten worden opgevangen. Daarnaast wordt van de nog niet in exploitatie genomen gronden de gemiddelde boekwaarde per 2 m vermeld. Voor al deze informatie geldt dat deze wordt gegeven voor het totaal van de complexen, niet per complex afzonderlijk.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Uitvoeringsinformatie
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Met de vorming begin 2003 van de unit Risicomanagement binnen de dienst Stadsontwikkeling zijn de voorwaarden gecreëerd voor een gestructureerde en integrale aanpak van risico’s die zich kunnen voordoen bij het uitvoeren van projecten. Door het faciliteren van het proces van identificatie en beoordeling van risico’s en het formuleren van maatregelen om die risico’s te beheersen draagt zij bij aan het versterken van de sturing en beheersing van projecten. Na het uitvoeren van een pilot op het project Presikhaaf zijn uitgebreide risicoanalyses gemaakt van een aantal projecten met een verhoogd risicoprofiel. Deze projecten kenmerkten zich door een grote verscheidenheid in onder meer de omvang, de complexiteit en de fase waarin het project zich bevindt. De aanpak van de risicoanalyse werd afgestemd op die kenmerken. De rapportages met aanbevelingen zijn ter besluitvorming voorgelegd aan het managementteam van de dienst Stadsontwikkeling. Op die wijze gaat risicomanagement als instrument onderdeel vormen van de bedrijfsvoering. Inmiddels is een eerste audit uitgevoerd op het pilotproject Presikhaaf om de voortgang ten aanzien van risicobeheersing in kaart te brengen. Deze audit laat zien dat een aantal risico's dat in de pilot werd gesignaleerd zich niet heeft voorgedaan. Voor andere risico's zijn inmiddels beheersmaatregelen getroffen of in voorbereiding. Tot slot werden ook enkele nieuwe risico's geïdentificeerd. Geconcludeerd kan worden dat het volgen van projecten in de onderscheiden stadia van ontwikkeling door middel van het uitvoeren van risicoanalyses bijdraagt aan een betere beheersing van projecten.
PAGINA
Risico’s van de grondexploitatie De verwerving, het bouwrijp maken en vervolgens uitgifte van gronden gaat gepaard met financiële risico’s. Risico’s die bij de uitgevoerde risicoscans naar voren zijn gekomen houden verband met onder meer het ontbreken van · tijdige en volledige contractvorming met partners; · geactualiseerde planologische kaders; · draagvlak bij belanghebbenden; · volledigheid van kostenramingen · financiële dekkingsmiddelen van de gemeente en van subsidiënten; · afzetmogelijkheden van bouwgrond in de markt; · publiekrechtelijke vergunningen e.d.
222
Beheersing van de risico’s
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Investeringen
223
8
Inleiding De raad autoriseert op grond van haar budgetrecht, de middelen die zij noodzakelijk acht voor de beleidsuitvoering. Dit geldt ook voor de investeringen. Investeringen vragen echter meerjarig budgetruimte en dienen afzonderlijk te worden vastgesteld door de raad. In de verordening financieel beleid en beheer gemeente Arnhem is opgenomen dat de raad de investeringsruimte autoriseert met het vaststellen van de financiële positie. In het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt expliciet aandacht gevraagd voor de investeringen. In artikel 20 van het BBV staat dat de uiteenzetting van de financiële positie een raming moet bevatten voor het begrotingsjaar van de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen. Afzonderlijke aandacht wordt ten minste besteed aan de investeringen. Naast de wettelijke taak om specifiek aandacht te besteden aan de investeringen is er ook bestuurlijk veel behoefte aan transparantie rond de gemeentelijke investeringsportefeuille. In deze paragraaf wordt de investeringsplanning 2005-2008 toegelicht.
Beleid De investeringsplanning 2005-2008 is een eerste aanzet, die tot doel heeft een gemeentebrede investeringsplanning op minimaal deelprogramma niveau te leveren. In de nabije toekomst groeit het investeringsplan voor het bestuur en management naar: • Een overzicht waaruit een samenhangend beeld van alle investeringen, inclusief de vervangingsinvesteringen ingevolge bestaand- en nieuw beleid kan worden afgelezen. • Een overzicht waaruit een indicatie blijkt voor de mate waarin de stad een toekomst gericht beleid voert, met name gericht op de structuurversterking. • Een overzicht dat als ondersteuning kan dienen bij de planning en beheersing van kapitaalgoederen en de bijkomende kosten. • Een overzicht waarin het bestuur de mogelijkheden wordt geboden om de beschikbare investeringsruimte integraal af te wegen. In de investeringsplanning 2005-2008 zijn alle voorgenomen investeringen opgenomen. We onderkennen de zogenaamde programma-investeringen en bedrijfsvoeringinvesteringen. De programma-investeringen betreffen investeringen die direct te maken hebben met de uitvoering van programma’s. De majeure programma-investeringen zijn eveneens opgenomen en toegelicht in de deelprogramma’s. De bedrijfsvoeringinvesteringen betreffen veelal de vervanging van bedrijfsmiddelen, zoals het vervangen van de computers, de ict-infrastructuur, meubilair en dergelijke. De komende jaren wordt bekeken of het realiseren van een ideaalcomplex per dienst m.b.t. de bedrijfsvoeringsinvesteringen mogelijk is. Een ideaalcomplex is te bereiken in een situatie waarin sprake is van een groep van vaste activa (geactiveerde investeringen) van dezelfde soort met een gelijke afschrijvingstermijn en aanschafwaarde. De totale jaarlijkse afschrijving van deze groep geactiveerde investeringen is dan gelijk aan de aanschafprijs van één of meer exemplaren van deze groep. In deze situatie behoeft slechts éénmalig de financiële omvang van het ideaalcomplex te worden vastgesteld en kan de dienst zo efficiënt mogelijk omgaan met investeringen binnen deze vastgestelde ruimte. Het BBV maakt onderscheid in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Onder investeringen met een economisch nut verstaan we die investeringen die goed te verkopen zijn of er staat een externe tariefstelling tegen over. Investeringen met een maatschappelijk nut omvatten investeringen in de aanleg en onderhoud van (inrichting) wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken. Het achterliggende doel is om maatschappelijke investeringen niet te activeren. Binnen de financiële positie zou voor deze categorie van investeringen het accent veel meer moeten liggen op het gerelateerde meerjaren onderhoud. De BBV houdt de mogelijkheid open om investeringen met een maatschappelijk nut te activeren. Conform artikel 11 van de verordening financieel beleid en beheer van de gemeente Arnhem worden de investeringen met een maatschappelijk nut geactiveerd. In de toelichting op de majeure investeringen in de deelprogramma’s en in de financiële staten, de “vaste activa” wordt het onderscheid aangegeven tussen de investeringen met een maatschappelijk nut en economisch nut.
5 oktober 2004
224
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Investeringen kunnen op verschillende wijzen worden gedekt in de begroting. We kunnen op grond van de vorm van de dekking van de investeringslasten of kapitaallasten spreken over rendabele of onrendabele investeringen. Bij rendabele investeringen worden de investeringen of de kapitaallasten ervan voor 100% gedekt uit bijdragen van derden, tarieven en/of subsidies van buiten de gemeentelijke organisatie. Onrendabele investeringen worden geheel of gedeeltelijk gedekt uit de algemene middelen. In deze meerjarenprogrammabegroting zijn de rendabele investeringen nog niet opgenomen. Het betreffen de investeringen van het grondbedrijf en de investeringen in grootschalige projecten.
Voornemens De investeringsparagraaf is een ontwikkelparagraaf. Wij zijn voornemens om in 2005 een beleidsnota investeringen op te stellen waarin de volgende uitgangspunten worden onder andere opgenomen: 1. investeringen die worden aangeschaft in jaar t, worden afgeschreven in jaar t+1; 2. de vrijval van de kapitaallasten wordt ten gunst van het concern gebracht; 3. dat er gestreefd wordt naar een ideaalcomplex voor de bedrijfsvoeringinvesteringen; 4. de investeringen van het grondbedrijf en de rendabele investeringen worden opgenomen in de investeringsparagraaf. Na vaststelling van de uitgangspunten van de nota zullen de hernieuwde spelregels worden toegepast bij de voorbereidingen op de programmabegroting 2006.
Investeringen 2005-2008 Op de volgende pagina’s treft u een overzicht aan van de geplande investeringen in de periode 20052008. In het begrotingsjaar 2005 zijn de diensten van plan om voor € 33.821.000 te investeren. Het aandeel programma-investeringen in 2005 bedraagt € 31.726.000, het aandeel bedrijfsvoeringsinvesteringen bedraagt € 2.096.000. De investeringslast over de gehele begrotingsperiode bedraagt € 171.693.000. Bij het vaststellen van de meerjarenprogrammabegroting 2003-2006 zijn voor de meerjareninvesteringsplanning (MIP) op concernniveau middelen gereserveerd vanaf de jaarschijf 2006 ad € 351.000,--. Bij de meerjarenprogrammabegroting 2005-2008 is voorgesteld om de vrijval van de kapitaallasten te reserveren voor het MIP. In onderstaande tabel vindt u een overzicht per jaarschijf van de gereserveerde vrijval. 2005
2006
2007
2008
Reservering t.b.v. MIP (MJPB 2003-2006)
0
351.000
351.000
351.000
Reservering t.b.v. MIP (MJPB 2005-2008)
63.000
106.000
108.000
71.000
500.000
1.000.000
959.000
1.422.000
Extra reserveringen i.v.m knelpunten Totaal
5 oktober 2004
63.000
457.000
Het (duale) democratische proces Loketten zonder drempels Digitale serviceverlening Goed onderwijs Goed onderwijs Goed onderwijs Goed onderwijs Goed onderwijs Goed onderwijs Goed onderwijs verminderen afstand arbeidsmarkt Inkomensvoorziening Zorg in kwetsbare situaties Bloeiende kunst en cultuur Bloeiende kunst en cultuur Bloeiende kunst en cultuur Bloeiende kunst en cultuur Actief sporten Actief sporten Actieve groepsverbanden en (sub)culturen Integratiebeleid Evenwichtiger gebruik vervoermiddelen Evenwichtiger gebruik vervoermiddelen Evenwichtiger gebruik vervoermiddelen Evenwichtiger gebruik vervoermiddelen
01.1 02.1 02.2 03.2 03.2 03.2 03.2 03.2 03.2 03.2 04.1 04.2 05.2 07.1 07.1 07.1 07.1 07.2 07.2 08.3 08.4 11.1 11.1 11.1 11.1
Omschrijving produkt Primair onderwijs Primair onderwijs Primair onderwijs Primair onderwijs Primair onderwijs Primair onderwijs Voortgezet onderwijs Musis/Schouwburg Gemeentemusea Domein Overige Sportaccommodaties Sport/accom. en- centra Ouderen en gehandicapten Verkeersadviezen aan burgers Verkeersadviezen aan burgers Verkeersregelinstallaties Verkeersregelinstallaties
032.01 032.01 032.01 032.01 032.01 032.01 032.04 071.02 071.05 071.07 072.02 072.01/02 083.02 11.1.06 11.1.06 11.1.07 11.1.07 11 648 89 4.568 29.652 5.316 1.071 5.000 11.716 23.535 539 1.377 204 552 116 116 87 5.277 1.772 3.045 172 820 111 2.708 152
kredietaanvraag
Bedrijfsmiddelen IZ Bedrijfsmiddelen IZ Bedrijfsmiddelen IZ Onderwijshuisvesting Schuytgraaf MO Brede scholen in Schuytgraaf MO Onderwijshuisvesting Rijkerswoerd MO Verplaatsing Meginhardschool MO Brede school Presikhaaf-West MO Onderwijshuisvesting MO Integraal huisvestingsplan VO-Noord M Bedrijfsmiddelen IZ Bedrijfsmiddelen IZ Bedrijfsmiddelen IZ Vervangingsinvesteringen MO Vervangingsinvesteringen MO Vervangingsinvesteringen MO Vervangingsinvesteringen MO Sportpark Schuytgraaf MO Vervangingsinvesteringen MO Steunpunten woonzorgzones Schuytgr Bedrijfsmiddelen IZ Verkeerskrediet Stadsplattegronden Verkeersregelinstallaties Verkeersregelinstallaties (prov)
Omschrijving investering
677 152
1 50 6 4.568 2.181 3.378 2.929 76 194 25 138 29 29 22 443 24 205
2005
3 166 19 2.929 23.535 255 652 85 138 29 29 22 443 1.523 82 205 677
1 50 6 25.368 2.929 76 194 25 138 29 29 22 5.277 443 24 205 677
6 383 59 4.284 3.135 1.071 1.622 2.929 132 337 69 138 29 29 22 443 1.523 42 205 111 677
2008
2007
2006
ONDERWERP
Nr
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Omschrijving deelprogramma
PAGINA
Nr
Investeringsbedrag
(x € 1.000,-)
225
5 oktober 2004
Nr
Omschrijving deelprogramma
0 0 0 0
Omschrijving produkt Omschrijving investering
Totaal voorgenomen investeringen onrendabel
171.693
1.190 68 1.237 412 190 63 27 38.067 12.784 2.000 5.000 328 93 44 181 761 2.454 6.745 142 124 465 504 88 69
kredietaanvraag
Wegen Grootonderhoud Wegen SB Groen Bedrijfsmiddelen SB Openbare Verlichting Kabels en masten SB Openbare Verlichting Kabels en masten SB Openbare Verlichting Kabels en masten SB Openbare Verlichting Kabels en masten SB Beheer gemeentelijke eigendomBedrijfsmiddelen SB Riolering GRP III SB Riolering Voorsorteren GRP IV SB Riolering Herinrichting Malburgen (kap.ln system Riolering Herinrichting Presikhaaf (Kap.ln. Syste Ecologie en Waterhuishouding Bedrijfsmiddelen SB Bossen en parken Bedrijfsmiddelen SB Milieu Bedrijfsmiddelen SB Bodem Bedrijfsmiddelen SB Bedrijfsmiddelen IZ Overige ontwikkelingen SB Bedrijfsmiddelen SB CITA Bedrijfsmiddelen FD Huisvesting Bedrijfsmiddelen FD Services Bedrijfsmiddelen FD Overige/ondeelbaar Vervangingsinvesteringen MO Niet toe te delen Automatisering SO Niet toe te delen Meubilair SO Niet toe te delen Vervoermiddelen SO
2005
33.821
1.190 412 63 9 12.689 2.000 96 93 12 34 485 1.294 53 116 126 22 -
2007 412 63 1 12.689 96 11 23 534 642 2.468 46 113 116 126 22 23
52.879
2006 412 63 16 12.689 68 18 42 59 949 252 30 116 126 22 23
32.131
52.861
68 412 63 1 12.784 5.000 68 15 104 134 378 2.731 13 11 116 126 22 23
2008
ONDERWERP
Arnhem schoon heel en veilig 13.1.02 Arnhem schoon heel en veilig 13.1.04 Arnhem schoon heel en veilig 13.1.06 Arnhem schoon heel en veilig 13.1.06 Arnhem schoon heel en veilig 13.1.06 Arnhem schoon heel en veilig 13.1.06 Arnhem schoon heel en veilig 13.1.07 Afval en riolering 13.2.02 Afval en riolering 13.2.02 Afval en riolering 13.2.02 Afval en riolering 13.2.02 Naar een duurzame inrichting van het milie 15.1.01 Naar een duurzame inrichting van het milie 15.1.02 Een goed milieubeheer 15.2.01 Een goed milieubeheer 15.2.02 Belastingen en heffingen Algemene baten en lasten 16.5.21 Facilitaire dienst 16.6.82 Facilitaire dienst 16.6.80 Facilitaire dienst 16.6.81 Algemeen beheer Algemeen beheer Algemeen beheer Algemeen beheer
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Nr
PAGINA
13.1 13.1 13.1 13.1 13.1 13.1 13.1 13.2 13.2 13.2 13.2 15.1 15.1 15.2 15.2 16.3 16.5 16.6 16.6 16.6 0.0 0.0 0.0 0.0
Investeringsbedrag
(x € 1.000,-)
226
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
227
Financiële begroting
228
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
229
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Inleiding Naar analogie van de jaarstukken, die zijn onderverdeeld in twee delen – het jaarverslag en de jaarrekening - is ook de meerjarenprogrammabegroting onderverdeeld in twee delen, namelijk de beleidsbegroting en de financiële begroting. De financiële begroting is opgebouwd uit de volgende vier delen.
Financieel meerjarenbeeld 2005-2008 In dit hoofdstuk worden zowel de meerjarige financiële ontwikkelingen als de financiële positie van onze gemeente geschetst sinds de vaststelling van de Meerjarenprogrammabegroting 2004-2007.
Overzicht van baten en lasten Het overzicht van baten en lasten wordt gepresenteerd naar programma en naar deelprogramma. Het overzicht van baten en lasten is het onderdeel waarin is aangegeven tot welke bedragen de raad het college autoriseert door het vaststellen van de begroting per deelprogramma. Apart is vermeld het resultaat voor bestemming, dus voordat toevoeging of onttrekking aan de reserves heeft plaatsgevonden en het resultaat na bestemming, nadat toevoeging of onttrekking aan reserves heeft plaatsgevonden. Op deze manier wordt voor de raad inzichtelijke gemaakt hoeveel aan de reserves wordt onttrokken of toegevoegd, zonder dat het budgetrecht voor de raad wordt aangetast.
Brede doeluitkering grotestedenbeleid Met ingang van 2005 start de derde tranche van het grotestedenbeleid (GSB III). Arnhem heeft dit overgangsmoment aangegrepen om de GSB doelstellingen en de daaraan gekoppelde outputindicatoren goed aan te laten sluiten bij de programma’s, zoals die in 2003 voor de programmabegroting zijn opgezet. Dit betekent dat het GSB III-beleid binnen de bestaande structuur van de MJPB 2005-2008 is geïntegreerd. Het Rijk verstrekt de financiële middelen voor het GSB III- beleid via drie brede doeluitkeringen (BDU). Deze door het Rijk beschikbaar gestelde middelen kunnen door de gemeente Arnhem naar eigen inzicht worden ingezet, binnen de reikwijdte van de aan de BDU gekoppelde outputdoelstellingen en outputindicatoren. Tussen de BDU’s bestaat geen uitwisselbaarheid. In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de door het rijk aan de gemeente Arnhem verstrekte financiële middelen per BDU economie, fysiek en sociaal en een overzicht van de inzet van de GSB IIImiddelen per deelprogramma.
Financiële staten In dit hoofdstuk zijn de verplichte financiële overzichten opgenomen, zoals ondermeer de geprognosticeerde balans, vaste activa, reserves en voorzieningen en personeelskosten.
5 oktober 2004
230
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Financieel meerjarenbeeld 2005-2008
231
Financiële begroting
232
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
4. Financieel meerjarenbeeld 2005-2008 Inleiding Vermoedelijk herkent u het volgende beeld wel: ruim van te voren plannen gemaakt om een dagje op de fiets of te voet erop uit te trekken en op de dag zelf waait er een stormachtige wind. Wat doen we ….. natuurlijk op pad gaan want alle voorbereidingen zijn getroffen! We weten waar we naar toe willen, alleen de route er naar toe daarin kunnen we nog variëren. We gaan op pad waarbij we ervoor kiezen om op het eerste stuk de wind tegen te nemen want dan valt het laatste stuk ons licht. Misschien is dit beeld wel kenmerkend voor de huidige bestuursperiode. Een inspirerend collegeakkoord dat aanzet om aan de slag te gaan, waarbij reeds in de Winternota de belangrijkste beleidsmatige wensen en inspanningen in de tijd zijn uitgezet en ingekaderd. Op dat moment was al duidelijk dat de financieel gunstige wind van de voorgaande jaren aan het draaien was. Dit beeld werd nog eens bevestigd in de Meerjarenprogrammabegroting 2004 – 2007. Inmiddels is onder invloed van de rijksbezuinigingen de wind verder aangewakkerd. In de vorige meerjarenprogrammabegroting vertoonden zich al de eerste donderwolken op ons pad. De weerslag van de Rijksbezuinigingen en de stagnerende economische ontwikkeling in combinatie met onze eigen ambities maakten wel duidelijk dat het aan zou komen op het maken van keuzes. Trekken we een regenpak aan, gaan we schuilen of zijn we misschien genoodzaakt om onze route in te korten? In dit hoofdstuk geven wij aan hoe ver wij inmiddels zijn gevorderd en hoe de verdere route eruit ziet.
Ontwikkeling financieel beeld In de Perspectiefnota 2005 – 2008 hebben wij het minder rooskleurig wordende financieel meerjarenbeeld met u gedeeld. Tezamen met uw raad hebben wij de weg uitgestippeld om te komen tot een ook voor de toekomst verantwoord beleidsmatig en financieel beleid. Het is verheugend om te zien dat eendrachtig wordt gekozen om ambities nader te toetsen. En dat op voorhand er niet voor wordt gekozen om als eerste in de ambities een stapje terug te doen. Een lijn die wij al de gehele bestuursperiode vasthouden en waarvan wij overtuigd zijn dat dit z’n vruchten zal afwerpen voor onze stad. Soms onze aarzeling onder invloed van het verslechterende financiële perspectief of bepaalde uitgaven wel doorgang kunnen vinden, om vervolgens weer eensgezind en vastberaden door te pakken. Vanaf het begin van deze bestuursperiode hebben wij zo vele miljoenen kunnen investeren. Wanneer we de uitgaven voor nieuw beleid, intensiveringen e.d. tezamen nemen dan gaat het om een structureel bedrag van circa € 25 miljoen! Hierbij laten we de investeringen in de grondexploitatie nog buiten beschouwing. Ondanks de tegenwind achten wij het verantwoord en noodzakelijk om u voor de komende jaren op diverse beleidsterreinen verhogingen van de budgetten voor te stellen. Verhogingen deels voor nieuwe voorzieningen als Schuytgraaf, maar ook voor het verder op orde brengen van onze openbare ruimte etc. Om deze plannen te kunnen financieren heeft uw raad inmiddels een ombuigingstaakstelling vastgesteld van uiteindelijk € 17,5 miljoen in 2008. De bezuinigingsmogelijkheden liggen volgens ons op twee vlakken. Aan de ene kant onderzoeken wij hoe de efficiëncy en effectiviteit van zowel de ambtelijke organisatie als de door de gemeente gesubsidieerde instellingen kunnen worden verbeterd. Dergelijke maatregelen raken niet aan het voorzieningenniveau en zullen daarom in de stad nauwelijks gevoeld worden. Aan de andere kant wordt gekeken naar het afbouwen van voorzieningen en het verminderen van taken. Dit zal ongetwijfeld wel leiden tot merkbare effecten. Wellicht het is het goed om ook op deze plaats nog eens te benadrukken dat de genoemde onderzoeken onder invloed van het verslechterende financiële beeld wel in de tijd zijn versneld, maar dat deze anders so-wie-so op een later tijdstip uitgevoerd zouden zijn in het kader van periodieke doorlichting!
5 oktober 2004
2007
ONDERWERP
2006
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
2005
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting (MJPB) 2005 - 2008
233
In de nu volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de mutaties die optreden ten opzichte van de Meerjarenprogrammabegroting 2004 – 2007. Na verwerking resulteert dit in het navolgende meerjarenbeeld.
2008 x € 1.000,--
Startpositie = MJPB 2004 - 2007 (pagina 263)
I.
Vaste mutaties
II.
Algemene uitkering Gemeentefonds
III. Knelpunten en nieuw beleid
V.
Ombuigingen
Totaal generaal
38
43
359
359
646
922
-124
-1.851
-2.439
-112
849
1.005
-3.783
-11.128
-13.312
-17.000
5.538
10.275
12.228
17.487
0
0
0
0
Vaste mutaties De in begroting opgenomen budgetten zijn aan inflatie onderhevig. Om een dergelijke uitholling te voorkomen worden de budgetten jaarlijks gecorrigeerd voor loon- en prijsontwikkeling. Compensatie voor deze aanpassing wordt gevonden in de nominale ontwikkeling van de algemene uitkering en de onroerend zaakbelasting. Voor de budgetten die door eigen inkomsten worden gedekt geldt dat de inflatie in principe goedgemaakt dient te worden door aanpassing van de betreffende tarieven. In de paragraaf lokale heffingen wordt nader ingegaan op onze beleidsuitgangspunten en de ontwikkelingen op het gebied van belastingen. Een andere min of meer vaste mutatie is de aanpassing van de formatie van de dienst Inwonerszaken aan de ontwikkeling van klantenaantallen (volgens het model van de gebonden normen). Sinds vorig jaar zijn de klantenaantallen gaan stijgen. Aanpassing van de formatie hierop is noodzakelijk. Compensatie vindt plaats via de algemene uitkering. De groei van uitgaven die samenhangt met de groei van de stad is eveneens opgenomen. Dit betreft niet alleen de uitgaven voor wegen, groen e.d., maar tevens is het voorzieningenprogramma voor de nieuwbouwwijk Schuytgraaf financieel vertaald. In dit programma zijn de kosten opgenomen voor de voorzieningen die voor rekening van de gemeente komen (scholen, peuter- en ouderenwerk e.d.). Compensatie voor het areaalaccres wordt gevonden in de algemene uitkering en de opbrengst belastingen.
Algemene uitkering De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op de junicirculaire 2004. De uitkomsten stemmen op de korte termijn niet vrolijk vooral omdat zelfs in het lopende begrotingsjaar 2004 is ingegrepen. Een situatie die zelden voorkomt, aangezien het gemeenten dwingt om - voorzover dit al mogelijk is - in de lopende begroting in te grijpen. In de circulaire verwoordt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het als volgt: “Nu het economisch slechter gaat, delen de gemeenten in de malaise: vorig jaar daalde het accres al onder de 3%, dit jaar duikt het onder de nul. Gezien de stand van de overheidsfinanciën is dit onontkoombaar. 5 oktober 2004
Het financiële beeld wordt op hoofdlijnen bepaald door de volgende ontwikkelingen: Herverdeeleffect wet werk en bijstand (€ 3,5 miljoen) Zoals reeds eerder aangegeven zal door de invoering van bovengenoemde wet het rijksbudget voor de bijstand over de gemeenten worden herverdeeld. Deze herverdeling pakt voor Arnhem nadelig uit. Op dit moment wordt het voorgestelde verdeelmodel geëvalueerd omdat de nadelige effecten voor een aantal gemeenten wel erg groot zijn. Zodra deze evaluatie bekend is zullen wij u hierover rapporteren. In eerste instantie zou dit effect voor Arnhem kunnen oplopen naar € 7 miljoen. Op dit moment is onze verwachting dat het verdeelmodel niet zo nadelig zal uitpakken dat het nadelige effect verder oploopt dan de nu geraamde € 3,5 miljoen. Daarom handhaven wij voorlopig deze € 3,5 miljoen nadeel ten opzichte van de huidige begroting. Korting op de algemene uitkering in verband met de beperking van de bijzondere bijstand en afschaffen categoriale inkomensondersteuning (€ 1,8 miljoen) Naast bovengenoemd herverdeeleffect worden als gevolg van het Regeerakkoord via de algemene uitkering kortingen doorgevoerd op het inkomens- en minimabeleid (afschaffing categoriaal inkomensondersteuningsbeleid en de beperking van het gemeentelijk minimabeleid). Voor een deel van dit nadeel van bruto € 3 miljoen zijn maatregelen (resultaat herijking minimabeleid; variant B) tot een bedrag van circa € 2 miljoen ontwikkeld ter dekking van dit tekort. Tot nu toe heeft u reeds ingestemd met maatregelen tot een bedrag van € 1,2 miljoen. Hierdoor wordt de Rijkskorting niet volledig gecompenseerd en voor € 1,8 miljoen zullen elders in de begroting maatregelen genomen moeten worden om dit tekort te dekken. Benodigde ophoging van de budgetten voor onderhoud vastgoed en de huisvesting van ambtelijke diensten (€ 4,3 miljoen) Zoals door ons in april al aangegeven blijkt uit het rapport dat het bureau Berenschot gemaakt heeft over de onderhoudssituatie van ons “vastgoed” dat er achterstanden zijn in het onderhoud. Ook is er structureel onvoldoende budget om het onderhoud op peil te houden en vervangingsinvesteringen te doen. Wij stellen voor om vanaf 2006 € 3,3 miljoen extra voor onderhoud te reserveren en vanaf 2008 € 1 miljoen extra te reserveren om de kapitaallasten te dekken van de vervanging van de huisvesting voor de ambtenaren van de dienst Stadsbeheer en de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Intussen is ook een traject in gang gezet om te bekijken welk vastgoed nog in bezit van de gemeente moet blijven.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Knelpunten en nieuw beleid
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Voor onze gemeente betekent dit dat op z’n vroegst pas eind september meer duidelijkheid ontstaat over de daadwerkelijke effecten op onder meer de algemene uitkering en de gemeentelijke begroting.
PAGINA
Afgezien van de tegenvallende ontwikkeling van de uitkering uit het gemeentefonds geeft het Rijk aan dat de uitkomsten van de circulaire met het nodige voorbehoud moeten worden bekeken. Allereerst wordt het voorbehoud gemaakt dat dit najaar (2004) nadere besluitvorming is te verwachten over ombuigingen op de Rijksbegroting. In de huidige Rijksbegroting is bijvoorbeeld nog een stelpost “nader in te vullen ombuigingen” ter hoogte van € 750 miljoen opgenomen. Wat dit betekent voor onze gemeente is nog onduidelijk en is afhankelijk van het feit op welke beleidsterreinen deze ombuigingen betrekking zullen hebben. Daarnaast is de discussie rond de OZB (afschaffing gebruikersdeel woningen en maximering van de tarieven) nog altijd niet afgerond. Het Rijk suggereert zelfs dat nadeelgemeenten een deel van de groei van de algemene uitkering dienen in te zetten ter dekking van dit nadeel. Een door het Ministerie van BZK uitgegeven en als verduidelijking bedoelde handreiking “raming effect wijzigingen OZB” schept eerder verwarring dan duidelijkheid. Overleg met het Ministerie heeft tot op heden niet tot meer duidelijkheid geleid.
234
Het Rijk moet noodgedwongen de uitgaven beperken, de andere overheden kunnen niet achterblijven. “De tering naar de nering” is het devies van het moment, ook voor de gemeenten. De cijfers van deze circulaire zijn hard, zeker voor het lopende jaar”.
Ombuigingen Zoals reeds is aangegeven leidt dit beeld in de begroting tot een stelpost “te bezuinigen” oplopend tot € 17,5 miljoen in 2008. Voor de middellange termijn zullen maatregelen genomen moeten worden om de begroting sluitend te houden. Op dit moment zijn per dienst “task-forces” onder leiding van een regiegroep aan het werk om de bezuinigingsvoorstellen voor te bereiden. Voor de korte termijn (2005) is in een oplossing voorzien. Op hoofdlijnen hebben wij u al geïnformeerd over de wijze waarop wij voor 2006 en verder tot een ruim aantal voorstellen komen, zodat er voor u keuzemogelijkheden open blijven. De volgende trajecten zijn ingezet: a. onderzoek naar de efficiency en effectiviteit van de staffuncties; b. onderzoek naar de efficiency en effectiviteit van de primaire en beleidsondersteunende processen binnen de ambtelijke diensten; c. doorlichten van alle gemeentelijke taken op (wettelijke) noodzaak; d. onderzoek naar benutting van subsidiemogelijkheden en de kostendekkendheid van tarieven; e. “stofkamtraject” waarin op allerlei wijze gezocht wordt naar besparingsmogelijkheden; f. doorlichten van (stille) reserves en voorzieningen. De structurele bezuinigingsmogelijkheden liggen op twee vlakken. Aan de ene kant verbetering van de efficiency en effectiviteit van de ambtelijke organisatie en van de door ons gesubsidieerde instellingen. De bedoeling is dat dit soort bezuinigingen zo min mogelijk ingrijpen op het voorzieningenniveau in onze stad. Aan de andere kant praten we ook over het afbouwen van voorzieningen en verminderen van taken die uiteindelijk wel een merkbaar effect zullen hebben. Op dit moment verwachten wij dat de trajecten die gericht zijn op efficiency € 2 à € 6 miljoen aan besparingen zullen geven, dit soort besparingen zullen intern zeker niet zonder gevolgen zijn maar in de stad niet meteen “gevoeld” worden. Tussen de € 11,5 en € 15,5 miljoen zal gerealiseerd moeten worden door activiteiten, taken en voorzieningen die onze gemeente realiseert of subsidieert te verminderen of zelfs geheel af te bouwen. Voorstellen in deze richting zullen worden getoetst aan de beleidsuitgangspunten en visie van onze gemeente. In het voorjaar van 2005 worden de voorstellen aan de raad ter besluitvorming aangeboden. De uiteindelijke keuze van de raad wordt in de programmabegroting 2006-2009 verwerkt.
5 oktober 2004
ONDERWERP
Overige wettelijke ontwikkelingen en nieuw beleid (€ 0,7 miljoen) Tot slot is er een aantal wettelijke ontwikkelingen dat om budgettaire ruimte vraagt en is er een aantal zaken waarvoor wij budgetruimte willen reserveren.
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Reservering voor vervangingsinvesteringen (dekking meerjarig investeringsplan) (€ 1,0 miljoen) De komende jaren zullen in toenemende mate kapitaalgoederen binnen onze gemeente (gebouwen, wegen, bruggen, viaducten etc.) vervangen moeten worden. In principe zal het meerjarig investeringsplan daarvoor ruimte moeten gaan bieden. De vrijval van kapitaallasten van afgeschreven kapitaalgoederen is echter onvoldoende. Wij stellen daarom voor om in de begroting ruimte te reserveren om daaruit de gewenste investeringen in de toekomst te kunnen financieren.
PAGINA
Onderhoud openbare ruimte (€ 1,7 miljoen) Conform het door uw raad vastgestelde beleidsplan is voor het programma buitengewoon beter in 2007 een extra impuls nodig van € 3,5 miljoen en in 2011 nogmaals € 3,5 miljoen extra. Op dit moment stellen wij voor in het meerjarenbeeld in de jaren 2007 en 2008 € 1 miljoen extra te reserveren. Voor de jaren 2009 en 2010 zal er € 4 miljoen extra nodig zijn om de doelstellingen van het programma te halen. Daarnaast voorzag het programma nog niet in het op basispeil brengen van de openbare ruimte in die delen van Malburgen en Presikhaaf die niet bij de herontwikkeling betrokken zijn (€ 0,2 miljoen). Ook is de verwachting dat het onderhoud aan de openbare ruimte in het Arnhem Centraal gebied op termijn hoger zal uitpakken (€ 0,5 miljoen).
235
Onderwijshuisvesting (€ 3,8 miljoen) Uit een doorberekening van het onderwijshuisvestingsplan is gebleken dat er voor het voortgezet onderwijs in Arnhem Noord (€ 1,8 miljoen), de huisvesting van het primair onderwijs (€ 1,5 miljoen) en de investeringen in brede scholen (€ 0,5 miljoen) extra budgetten nodig zijn waarin de huidige begroting niet voorziet.
236
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Overzicht van baten en lasten
237
Financiële begroting
238
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
239
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5. Overzicht van baten en lasten Inleiding In de beleidsbegroting is per deelprogramma een overzicht van baten en lasten opgenomen. Het zicht op de baten en lasten van de totale begroting is hierdoor beperkt. Dit is aanleiding om een afzonderlijke overzicht per programma (zie 5.1)en per deelprogramma (zie 5.2) op te nemen. Apart is vermeld het resultaat voor bestemming, dus voordat toevoeging of onttrekking aan de reserves heeft plaatsgevonden en het resultaat na bestemming, nadat toevoeging of onttrekking aan reserves heeft plaatsgevonden. Op deze manier wordt voor de raad inzichtelijk gemaakt hoeveel aan reserves wordt onttrokken of toegevoegd, zonder dat het budgetrecht van de raad wordt aangetast.
5 oktober 2004
240
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008 5.1 Overzicht baten en lasten per programma Lasten x € 1.000
Programma
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2003
2004
2005
2006
2007
2008
-14.520
-13.467
-13.794
-13.749
-13.756
-13.756
-4.990
-4.400
-5.590
-5.481
-5.583
-5.583
-60.069
-53.644
-53.975
-51.305
-51.964
-54.063
-182.454
-145.405
-162.900
-162.768
-161.568
-161.568
-29.531
-26.664
-27.865
-28.129
-28.386
-28.393
-8.342
-8.829
-9.117
-9.095
-8.952
-8.953
07 Bruisend Arnhem
-40.221
-35.947
-36.920
-36.723
-37.142
-37.160
08 Samenleven in Arnhem
-18.469
-14.058
-16.862
-15.523
-15.338
-15.456
0
0
0
0
0
0
-44.948
-37.224
-22.907
-11.566
-11.735
-17.244
-5.523
-6.793
-6.800
-6.979
-7.048
-7.140
12 Wonen in Arnhem
-16.712
-6.328
-5.056
-4.956
-4.856
-4.754
13 Kwaliteit openbare ruimte
-52.320
-54.238
-55.314
-57.015
-59.702
-62.142
-3.057
-8.973
-4.142
-3.335
-3.334
-3.334
-11.281
-11.697
-12.754
-11.043
-11.202
-11.204
-124.754
-109.480
-97.712
-104.059
-106.719
-108.916
-617.191
-537.147
-531.708
-521.725
-527.284
-539.665
Nr. Omschrijving 01 Democratisering 02 Kwaliteit dienstverlening 03 Educatie 04 Werk en inkomen 05 Zorg 06 Veiligheid
09 De Stedelijke hoofdstructuur versterken 10 Wijken bouwen 11 Mobiliteit
14 Structuurversterking economie 15 Duurzaam milieu 16 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Facilitaire dienst
-34.007
-27.233
-27.386
-30.137
-30.337
-31.637
Totaal generaal
-651.198
-564.380
-559.094
-551.862
-557.621
-571.302
5 oktober 2004
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2003
2004
2005
2006
2007
2008
635
555
574
557
557
557
-13.885
-12.912
-13.220
-13.192
-13.199
-13.199
1.870
1.399
1.786
1.783
2.168
2.013
-3.120
-3.001
-3.803
-3.698
-3.415
-3.570
38.037
32.993
34.262
31.090
29.196
29.196
-22.032
-20.651
-19.713
-20.215
-22.768
-24.867
154.460
117.319
137.997
137.917
137.138
137.138
-27.994
-28.086
-24.903
-24.851
-24.430
-24.430
11.801
11.246
11.709
11.709
11.984
11.991
-17.730
-15.418
-16.156
-16.420
-16.402
-16.402
468
16
110
138
115
116
-7.874
-8.813
-9.007
-8.957
-8.837
-8.837
15.467
13.083
13.170
13.170
13.170
13.170
-24.754
-22.864
-23.750
-23.553
-23.972
-23.990
4.927
2.325
4.630
4.630
4.630
4.630
-13.542
-11.733
-12.232
-10.893
-10.708
-10.826
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
42.327
37.065
28.527
15.876
11.066
16.811
-2.621
-159
5.620
4.310
-669
-433
5.987
5.033
5.031
5.031
5.031
5.032
464
-1.760
-1.769
-1.948
-2.017
-2.108
12.750
450
257
206
156
105
-3.962
-5.878
-4.799
-4.750
-4.700
-4.649
8.887
8.904
8.430
8.421
8.411
8.400
-43.433
-45.334
-46.884
-48.594
-51.291
-53.742
831
6.808
1.984
1.177
1.177
1.177
-2.226
-2.165
-2.158
-2.158
-2.157
-2.157
2.409
3.649
4.707
2.983
2.985
2.987
-8.872
-8.048
-8.047
-8.060
-8.217
-8.217
322.985
286.495
274.486
290.112
298.101
305.219
198.231
177.015
176.774
186.054
191.383
196.304
623.842
527.341
527.661
524.800
525.885
538.542
6.650
-9.807
-4.047
3.076
-1.399
-1.123
34.152
27.433
27.736
30.536
30.736
32.036
145
200
350
399
399
399
657.994
554.774
555.397
555.336
556.621
570.578
6.795
-9.607
-3.697
3.475
-1.000
-724
5 oktober 2004
ONDERWERP
x € 1.000
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Exploitatieresultaat
PAGINA
Baten x € 1.000
241
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
242
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Mutatie reserves x € 1.000
Programma
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Nr. Omschrijving 0
0
0
0
0
0
02 Kwaliteit dienstverlening
178
0
171
135
-250
-95
03 Educatie
310
-112
-112
-112
-112
-112
04 Werk en inkomen
1.722
0
-36
-36
-193
-193
05 Zorg
1.037
0
0
0
0
0
-497
0
0
0
0
0
9
0
0
0
0
0
60
-150
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.463
0
-5.779
-4.469
510
274
-2.446
322
368
355
364
368
510
0
0
0
0
0
0
2.500
2.004
2.004
2.004
2.004
-132
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-3.482
5.188
7.083
-1.351
-1.322
-1.521
-267
7.747
3.698
-3.475
1.000
724
01 Democratisering
06 Veiligheid 07 Bruisend Arnhem 08 Samenleven in Arnhem 09 De Stedelijke hoofdstructuur versterken 10 Wijken bouwen 11 Mobiliteit 12 Wonen in Arnhem 13 Kwaliteit openbare ruimte 14 Structuurversterking economie 15 Duurzaam milieu 16 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Facilitaire dienst
-45
0
0
0
0
0
Totaal generaal
-312
7.747
3.698
-3.475
1.000
724
- = dotatie aan reserve + = onttrekking aan reserve
5 oktober 2004
243
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Saldo x € 1.000
Programma
Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2003
2004
2005
2006
2007
2008
-13.885
-12.912
-13.220
-13.192
-13.199
-13.199
-2.942
-3.001
-3.632
-3.563
-3.665
-3.665
03 Educatie
-21.722
-20.763
-19.825
-20.327
-22.880
-24.979
04 Werk en inkomen
-26.272
-28.086
-24.939
-24.887
-24.623
-24.623
05 Zorg
-16.693
-15.418
-16.156
-16.420
-16.402
-16.402
-8.371
-8.813
-9.007
-8.957
-8.837
-8.837
07 Bruisend Arnhem
-24.745
-22.864
-23.750
-23.553
-23.972
-23.990
08 Samenleven in Arnhem
-13.482
-11.883
-12.232
-10.893
-10.708
-10.826
0
0
0
0
0
0
-158
-159
-159
-159
-159
-159
11 Mobiliteit
-1.982
-1.438
-1.401
-1.593
-1.653
-1.740
12 Wonen in Arnhem
-3.452
-5.878
-4.799
-4.750
-4.700
-4.649
-43.433
-42.834
-44.880
-46.590
-49.287
-51.738
14 Structuurversterking economie
-2.358
-2.165
-2.158
-2.158
-2.157
-2.157
15 Duurzaam milieu
-8.872
-8.048
-8.047
-8.060
-8.217
-8.217
194.749
182.203
183.857
184.703
190.060
194.782
6.383
-2.060
-349
-399
-399
-399
100
200
350
399
399
399
6.483
-1.860
1
0
0
0
Nr. Omschrijving 01 Democratisering 02 Kwaliteit dienstverlening
06 Veiligheid
09 De Stedelijke hoofdstructuur versterken 10 Wijken bouwen
13 Kwaliteit openbare ruimte
16 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Facilitaire dienst Totaal generaal
5 oktober 2004
244
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008 5.2 Overzicht baten en lasten per deelprogramma Lasten x € 1.000
Deelprogramma
Rekening 2003
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-1.593
-2.231
-2.329
-2.329
-2.329
-2.329
-12.927
-11.236
-11.465
-11.420
-11.427
-11.427
-4.990
-4.400
-4.805
-4.684
-5.026
-5.026
0
0
-785
-797
-557
-557
-1.507
-1.521
-1.527
-1.538
-1.537
-1.537
-55.335
-49.225
-49.549
-46.867
-47.527
-49.626
-3.227
-2.898
-2.899
-2.900
-2.900
-2.900
-66.607
-50.645
-40.568
-40.358
-39.355
-39.355
-115.847
-94.760
-122.332
-122.410
-122.213
-122.213
-20.373
-17.879
-18.477
-18.726
-18.998
-19.005
-9.158
-8.785
-9.388
-9.403
-9.388
-9.388
-430
-493
-589
-620
-597
-598
-7.912
-8.336
-8.528
-8.475
-8.355
-8.355
07.1 Bloeiende kunst en cultuur
-24.435
-21.791
-22.518
-22.242
-22.243
-22.249
07.2 Actief sporten
-15.786
-14.156
-14.402
-14.481
-14.899
-14.911
-424
-312
-314
-316
-316
-316
08.2 Samenleven in de buurt
-4.889
-4.262
-4.475
-2.994
-2.843
-2.843
08.3 Actieve groepsverbanden en (sub)culturen
-7.625
-6.608
-6.632
-6.758
-6.756
-6.874
08.4 Integratiebeleid
-5.531
-2.876
-5.441
-5.455
-5.423
-5.423
09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad
0
0
0
0
0
0
09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat
0
0
0
0
0
0
01.1 Gemeenteraad 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen 02.1 Loketten zonder drempels 02.2 Digitale serviceverlening op niveau brengen 03.1 Voorschoolse ontwikkeling 03.2 Goed onderwijs 03.3 Volwasseneneducatie 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt 04.2 Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet 05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg 05.2 Zorg in kwetsbare situaties 06.1 Veiligheid bevorderen 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen
08.1 Maatschappelijk actieve burgers
10.1 De grootschalige herstructurering wijken en revitalisering
0
0
0
0
0
0
10.2 De wijken up to date houden
0
0
0
0
0
0
10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg
0
0
0
0
0
0
-44.948
-37.224
-22.907
-11.566
-11.735
-17.244
-5.523
-6.390
-6.397
-6.576
-6.645
-6.737
0
-403
-403
-403
-403
-403
12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
-16.712
-6.328
-5.056
-4.956
-4.856
-4.754
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
-25.637
-25.060
-25.407
-25.367
-26.603
-26.603
13.2 Afval en riolering
-18.926
-23.116
-23.784
-25.525
-26.976
-29.416
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
-7.757
-6.062
-6.123
-6.123
-6.123
-6.123
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
-3.057
-8.973
-4.142
-3.335
-3.334
-3.334
15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
-3.915
-2.712
-2.733
-2.733
-2.733
-2.733
15.2 Een goed milieubeheer
-4.126
-5.252
-6.196
-4.485
-4.644
-4.646
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
-3.240
-3.733
-3.825
-3.825
-3.825
-3.825
-62.762
-55.374
-55.374
-55.374
-55.374
-55.374
bedrijventerreinen
10.4 Grondexploitatie 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen 11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid
16.1 Geldleningen
-689
-688
-688
-688
-688
-688
16.3 Belastingen en heffingen
-12.961
-13.478
-8.672
-8.842
-8.463
-8.682
16.4 Algemene uitkeringen
-12.750
-1.016
-1.760
-1.879
-1.904
-1.654
16.5 Algemene baten en lasten
-35.592
-38.924
-31.218
-37.276
-40.290
-42.518
-617.191
-537.147
-531.708
-521.725
-527.284
-539.665
16.2 Beleggingen
Totaal
16.6 Facilitaire dienst Totaal generaal
5 oktober 2004
-34.007
-27.233
-27.386
-30.137
-30.337
-31.637
-651.198
-564.380
-559.094
-551.862
-557.621
-571.302
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Rekening 2003
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
8
21
21
21
21
21
-1.585
-2.210
-2.308
-2.308
-2.308
-2.308
627
534
553
536
536
536
-12.300
-10.702
-10.912
-10.884
-10.891
-10.891
1.870
1.399
1.747
1.783
2.168
2.013
-3.120
-3.001
-3.058
-2.901
-2.858
-3.013
0
0
39
0
0
0
0
0
-746
-797
-557
-557
0
0
0
0
0
0
-1.507
-1.521
-1.527
-1.538
-1.537
-1.537
35.343
30.298
31.567
28.395
26.501
26.501
-19.992
-18.927
-17.982
-18.472
-21.026
-23.125
2.694
2.695
2.695
2.695
2.695
2.695
-533
-203
-204
-205
-205
-205
57.312
46.225
34.738
34.658
33.722
33.722
-9.295
-4.420
-5.830
-5.700
-5.633
-5.633
97.148
71.094
103.260
103.260
103.417
103.417
-18.699
-23.666
-19.072
-19.150
-18.796
-18.796
11.326
10.738
11.248
11.248
11.523
11.530
-9.047
-7.141
-7.229
-7.478
-7.475
-7.475
475
508
461
461
461
461
-8.683
-8.277
-8.927
-8.942
-8.927
-8.927
468
16
110
138
115
116
38
-477
-479
-482
-482
-482
0
0
0
0
0
0
-7.912
-8.336
-8.528
-8.475
-8.355
-8.355
8.484
7.413
7.413
7.413
7.413
7.413
-15.951
-14.378
-15.105
-14.829
-14.830
-14.836
6.983
5.670
5.757
5.757
5.757
5.757
-8.803
-8.486
-8.645
-8.724
-9.142
-9.154
73
10
10
10
10
10
-351
-302
-304
-306
-306
-306
197
39
39
39
39
39
-4.692
-4.223
-4.436
-2.955
-2.804
-2.804
439
391
1.218
1.218
1.218
1.218
-7.186
-6.217
-5.414
-5.540
-5.538
-5.656
4.218
1.885
3.363
3.363
3.363
3.363
-1.313
-991
-2.078
-2.092
-2.060
-2.060
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
42.327
37.065
28.527
15.876
11.066
16.811
-2.621
-159
5.620
4.310
-669
-433
5.987
5.033
5.031
5.031
5.031
5.032
464
-1.357
-1.366
-1.545
-1.614
-1.705
0
0
0
0
0
0
0
-403
-403
-403
-403
-403
12.750
450
257
206
156
105
-3.962
-5.878
-4.799
-4.750
-4.700
-4.649
4.358
2.418
2.335
2.335
2.335
2.335
-21.279
-22.642
-23.072
-23.032
-24.268
-24.268
146
2.258
1.827
1.818
1.808
1.797
-18.780
-20.858
-21.957
-23.707
-25.168
-27.619
4.383
4.228
4.268
4.268
4.268
4.268
-3.374
-1.834
-1.855
-1.855
-1.855
-1.855
831
6.808
1.984
1.177
1.177
1.177
-2.226
-2.165
-2.158
-2.158
-2.157
-2.157
640
523
523
523
523
523
-3.275
-2.189
-2.210
-2.210
-2.210
-2.210
1.433
2.384
3.392
1.668
1.670
1.672
-2.693
-2.868
-2.804
-2.817
-2.974
-2.974
336
742
792
792
792
792
-2.904
-2.991
-3.033
-3.033
-3.033
-3.033
70.961
59.329
59.329
59.221
59.221
59.221
8.199
3.955
3.955
3.847
3.847
3.847
8.242
1.715
1.934
1.934
1.934
1.934
7.553
1.027
1.246
1.246
1.246
1.246
63.713
62.229
64.075
65.989
67.720
69.462
50.752
48.751
55.403
57.147
59.257
60.780
146.398
125.692
119.167
121.299
124.022
124.128
133.648
124.676
117.407
119.420
122.118
122.474
33.671
37.531
29.982
41.669
45.204
50.474
-1.921
-1.393
-1.236
4.395
4.915
7.957
623.842
527.341
527.661
524.800
525.885
538.542
6.650
-9.807
-4.047
3.076
-1.399
-1.123
34.152
27.433
27.736
30.536
30.736
32.036
145
200
350
399
399
399
657.994
554.774
555.397
555.336
556.621
570.578
6.795
-9.607
-3.697
3.475
-1.000
-724
5 oktober 2004
ONDERWERP
Begroting 2005
x € 1.000
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Begroting 2004
Exploitatieresultaat
PAGINA
Rekening 2003
Baten x € 1.000
245
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
246
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008 Mutatie reserve x € 1.000
Deelprogramma
Rekening 2003
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
01.1 Gemeenteraad
0
0
0
0
0
0
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
0
0
0
0
0
0
178
0
171
135
-250
-95
02.2 Digitale serviceverlening op niveau brengen
0
0
0
0
0
0
03.1 Voorschoolse ontwikkeling
0
0
0
0
0
0
310
-112
-112
-112
-112
-112
02.1 Loketten zonder drempels
03.2 Goed onderwijs 03.3 Volwasseneneducatie 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
0
0
0
0
0
0
-25
0
0
0
0
0
1.747
0
-36
-36
-193
-193
05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg
457
0
0
0
0
0
05.2 Zorg in kwetsbare situaties
580
0
0
0
0
0
-497
0
0
0
0
0
04.2 Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet
06.1 Veiligheid bevorderen
0
0
0
0
0
0
171
0
0
0
0
0
-162
0
0
0
0
0
31
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-54
0
0
0
0
0
83
-150
0
0
0
0
09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad
0
0
0
0
0
0
09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat
0
0
0
0
0
0
06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen 07.1 Bloeiende kunst en cultuur 07.2 Actief sporten 08.1 Maatschappelijk actieve burgers 08.2 Samenleven in de buurt 08.3 Actieve groepsverbanden en (sub)culturen 08.4 Integratiebeleid
10.1 De grootschalige herstructurering wijken en revitalisering
0
0
0
0
0
0
10.2 De wijken up to date houden
0
0
0
0
0
0
10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg
0
0
0
0
0
0
2.463
0
-5.779
-4.469
510
274
-2.043
322
368
355
364
368
-403
0
0
0
0
0
510
0
0
0
0
0
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
0
0
-2
-2
-2
-2
13.2 Afval en riolering
0
2.500
2.006
2.006
2.006
2.006
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
0
0
0
0
0
0
-132
0
0
0
0
0
15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
0
0
0
0
0
0
15.2 Een goed milieubeheer
0
0
0
0
0
0
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
0
0
0
0
0
0
-497
-498
452
-391
-498
-498
bedrijventerreinen
10.4 Grondexploitatie 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen 11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
16.1 Geldleningen 16.2 Beleggingen 16.3 Belastingen en heffingen 16.4 Algemene uitkeringen 16.5 Algemene baten en lasten Totaal
16.6 Facilitaire dienst Totaal generaal
- = dotatie aan reserve + = onttrekking aan reserve
5 oktober 2004
-125
-186
-186
-186
-186
-186
-3.017
0
-133
-44
-219
0
0
0
0
0
0
0
157
5.872
6.950
-730
-419
-837
-267
7.747
3.698
-3.475
1.000
724
-45
0
0
0
0
0
-312
7.747
3.698
-3.475
1.000
724
247
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Saldo x € 1.000
Deelprogramma
01.1 Gemeenteraad 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen 02.1 Loketten zonder drempels 02.2 Digitale serviceverlening op niveau brengen 03.1 Voorschoolse ontwikkeling 03.2 Goed onderwijs 03.3 Volwasseneneducatie 04.1 Het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt
Rekening 2003
Begroting 2004
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
-1.585
-2.210
-2.308
-2.308
-2.308
-2.308
-12.300
-10.702
-10.912
-10.884
-10.891
-10.891
-2.942
-3.001
-2.887
-2.766
-3.108
-3.108
0
0
-746
-797
-557
-557
-1.507
-1.521
-1.527
-1.538
-1.537
-1.537
-19.682
-19.039
-18.094
-18.584
-21.138
-23.237
-533
-203
-204
-205
-205
-205
-9.320
-4.420
-5.830
-5.700
-5.633
-5.633
-16.952
-23.666
-19.108
-19.186
-18.989
-18.989
05.1 Zorg voor lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg
-8.590
-7.141
-7.229
-7.478
-7.475
-7.475
05.2 Zorg in kwetsbare situaties
-8.103
-8.277
-8.927
-8.942
-8.927
-8.927
-459
-477
-479
-482
-482
-482
-7.912
-8.336
-8.528
-8.475
-8.355
-8.355
-15.780
-14.378
-15.105
-14.829
-14.830
-14.836
-8.965
-8.486
-8.645
-8.724
-9.142
-9.154
-320
-302
-304
-306
-306
-306
08.2 Samenleven in de buurt
-4.692
-4.223
-4.436
-2.955
-2.804
-2.804
08.3 Actieve groepsverbanden en (sub)culturen
-7.240
-6.217
-5.414
-5.540
-5.538
-5.656
08.4 Integratiebeleid
-1.230
-1.141
-2.078
-2.092
-2.060
-2.060
09.1 De (her)ontwikkeling van de binnenstad
0
0
0
0
0
0
09.2 De ontwikkeling van de stedelijke ruggengraat
0
0
0
0
0
0
04.2 Inkomensvoorziening en -ondersteuning als sociaal vangnet
06.1 Veiligheid bevorderen 06.2 Voorkomen en bestrijden van brand en rampen 07.1 Bloeiende kunst en cultuur 07.2 Actief sporten 08.1 Maatschappelijk actieve burgers
10.1 De grootschalige herstructurering wijken en revitalisering
0
0
0
0
0
0
10.2 De wijken up to date houden
0
0
0
0
0
0
10.3 Nieuwe duurzame stadsuitleg
0
0
0
0
0
0
-158
-159
-159
-159
-159
-159
-1.579
-1.035
-998
-1.190
-1.250
-1.337
-403
-403
-403
-403
-403
-403
-3.452
-5.878
-4.799
-4.750
-4.700
-4.649
13.1 Arnhem schoon, heel en veilig
-21.279
-22.642
-23.074
-23.034
-24.270
-24.270
13.2 Afval en riolering
-18.780
-18.358
-19.951
-21.701
-23.162
-25.613
13.3 Aandacht voor beeld- en ruimtelijke kwaliteit en erfgoed
-3.374
-1.834
-1.855
-1.855
-1.855
-1.855
14.1 Verbetering ondernemingsklimaat
-2.358
-2.165
-2.158
-2.158
-2.157
-2.157
15.1 Naar een duurzame inrichting van het milieu
-3.275
-2.189
-2.210
-2.210
-2.210
-2.210
15.2 Een goed milieubeheer
-2.693
-2.868
-2.804
-2.817
-2.974
-2.974
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
-2.904
-2.991
-3.033
-3.033
-3.033
-3.033
16.1 Geldleningen
7.702
3.456
4.407
3.456
3.349
3.349
16.2 Beleggingen
7.428
840
1.060
1.060
1.060
1.060
47.735
48.751
55.270
57.103
59.038
60.780
133.648
124.676
117.407
119.420
122.118
122.474
-1.764
4.479
5.713
3.664
4.495
7.119
6.383
-2.060
-349
-399
-399
-399
100
200
350
399
399
399
6.483
-1.860
1
0
0
0
bedrijventerreinen
10.4 Grondexploitatie 11.1 Naar een evenwichtiger gebruik van vervoermiddelen 11.2 Duurzame verbetering van de verkeersveiligheid 12.1 Goede afstemming tussen vraag en aanbod woningmarkt
16.3 Belastingen en heffingen 16.4 Algemene uitkeringen 16.5 Algemene baten en lasten Totaal
16.6 Facilitaire dienst Totaal generaal
5 oktober 2004
248
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Grotestedenbeleid
249
Financiële begroting
250
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
251
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
6. Brede doeluitkering grotestedenbeleid Inleiding Met ingang van 2003 start de derde tranche van het Grote Steden Beleid (GSB). Arnhem heeft dit overgangsmoment aangegrepen om de GSB doelstellingen en de daaraan gekoppelde prestatieindicatoren goed aan te laten sluiten bij de programma’s, zoals die in 2003 voor de programmabegroting zijn opgezet. Dit betekent dat het GSB III-beleid binnen de bestaande structuur van de MJPB 2005-2008 is geïntegreerd. Het rijk verstrekt de financiële middelen voor het GSB III- beleid via drie Brede Doel Uitkeringen (BDU). Deze door het rijk beschikbaar gestelde middelen kunnen door de gemeente Arnhem naar eigen inzicht worden ingezet, binnen de reikwijdte van de aan de BDU gekoppelde outputdoelstellingen en resultaten. Tussen de BDU’s bestaat geen uitwisselbaarheid. In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de door het rijk aan de gemeente Arnhem verstrekte financiële middelen per BDU economie, fysiek en sociaal en een overzicht van de inzet van de GSB IIImiddelen per deelprogramma.
5 oktober 2004
14.1 Verbetering ondernemersklimaat
16.5 Algemene baten en lasten
2005
CS
Coördinatie
SO SO
Verbetering ondernemersklimaat Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen
SO
Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen
Totaal Economie
Fysiek
2007
Totaal BDU x € 1.000,--
2009
2008
5 5
5 5
5 5
5 5
3 3
308
308
308
308
308
308 616
308 616
308 616
308 616
308 616
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
621
621
621
621
619
15 15
15 15
15 15
15 15
15 15
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
CS
Coördinatie
03.2 Goed onderwijs
MO
MFC Presikhaaf (brede school)
3.378 3.378
1.622 1.622
0 0
0 0
0 0
15.2 Een goed milieubeheer
SB
Bodem Geluid Lucht
2.175 396 131 2.702
449 396 131 976
449 396 131 976
449 396 131 976
449 396 131 976
16.5 Algemene baten en lasten
SO
Reservering voor versterking stedelijke hoofdstructuur
0 0
1.546 1.546
3.168 3.168
3.168 3.168
3.167 3.167
6.095
4.159
4.159
4.159
4.158
39 39
39 39
39 39
39 39
39 39
Totaal Fysiek
Sociaal
2006
3.103
22.730
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
CS
Coördinatie
03.2 Goed onderwijs
MO MO MO
Onderwijsbegeleiding Ondersteunende activiteiten Onderwijsvoorrangsbeleid
466 639 3.153 4.258
272 639 1.930 2.841
0 639 1.930 2.569
0 639 1.930 2.569
0 639 1.930 2.569
03.3 Volwasseneneducatie
MO
Wet Educatie Beroepsonderwijs
2.695 2.695
2.695 2.695
2.695 2.695
2.695 2.695
2.695 2.695
05.1 Zorg en geestelijke gezondheid
MO MO MO MO MO MO
Inloopcentra Verslaafdenzorg Maatschappelijke opvang Maatschappelijke opvang Passade Arnhemse Uitdaging
0 2.295 5.901 155 100 30 8.481
0 2.295 5.901 155 100 30 8.481
275 2.295 5.901 155 100 30 8.756
282 2.295 5.901 155 100 30 8.763
282 2.295 5.901 155 100 30 8.763
06.1 Bevorderen integrale veiligheid
MO MO
Regie veelplegers Veiligheidshuis 2006
94 0 94
97 25 122
99 0 99
100 0 100
102 0 102
07.2 Actief sporten
MO
Sportstimulering
87 87
87 87
87 87
87 87
87 87
08.3 Actieve groepsverbanden
MO
Projecten jeugd en veiligheid
827 827
827 827
827 827
827 827
827 827
15.3 Een goede handhaving van de milieukwaliteit
SB
Wijktoezicht en inbraakpreventieteam
50 50
50 50
50 50
50 50
50 50
16.4 Algemene uitkeringen
CS
Nog te verdelen middelen
57 57
176 176
201 201
-49 -49
-49 -49
Totaal Sociaal
16.588
15.318
15.323
15.081
15.083
77.393
Totaal generaal
23.304
20.098
20.103
19.861
19.860
103.226
5 oktober 2004
ONDERWERP
Economie 01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
Dienst Betreft
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Nr. Omschrijving
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Deelprogramma BDU
252
6.1 Overzicht brede doeluitkering grotestedenbeleid (GSB-3) naar Brede Doeluitkering (BDU)
CS CS CS
Coördinatie Coördinatie Coördinatie
03.2 Goed onderwijs
MO MO MO MO
Onderwijsbegeleiding Ondersteunende activiteiten Onderwijsvoorrangsbeleid MFC Presikhaaf (Bredeschool)
03.3 Volwasseneneducatie
MO
05.1 Zorg en geestelijke gezondheid
Economie Fysiek Sociaal
2005
2006
2007
Totaal BDU x € 1.000,--
2009
2008
5 15 39 59
5 15 39 59
5 15 39 59
5 15 39 59
3 15 39 57
Sociaal Sociaal Sociaal Fysiek
466 639 3.153 3.378 7.636
272 639 1.930 1.622 4.463
0 639 1.930 0 2.569
0 639 1.930 0 2.569
0 639 1.930 0 2.569
Wet Educatie Beroepsonderwijs
Sociaal
2.695 2.695
2.695 2.695
2.695 2.695
2.695 2.695
2.695 2.695
MO MO MO MO MO MO
Inloopcentra Verslaafdenzorg Maatschappelijke opvang Maatschappelijke opvang Passade Arnhemse Uitdaging
Sociaal Sociaal Sociaal Sociaal Sociaal Sociaal
0 2.295 5.901 155 100 30 8.481
0 2.295 5.901 155 100 30 8.481
275 2.295 5.901 155 100 30 8.756
282 2.295 5.901 155 100 30 8.763
282 2.295 5.901 155 100 30 8.763
06.1 Bevorderen integrale veiligheid
MO MO
Regie veelplegers Veiligheidshuis 2006
Sociaal Sociaal
94 0 94
97 25 122
99 0 99
100 0 100
102 0 102
07.2 Actief sporten
MO
Sportstimulering
Sociaal
87 87
87 87
87 87
87 87
87 87
08.3 Actieve groepsverbanden
MO
Projecten jeugd en veiligheid
Sociaal
827 827
827 827
827 827
827 827
827 827
14.1 Verbetering ondernemersklimaat
SO SO
Verbetering ondernemersklimaat Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen
Economie
308
308
308
308
308
Economie
308 616
308 616
308 616
308 616
308 616
15.2 Een goed milieubeheer
SB
Bodem Geluid Lucht
Fysiek
2.175 396 131 2.702
449 396 131 976
449 396 131 976
449 396 131 976
449 396 131 976
15.3 Een goede handhaving van de
SB
Wijktoezicht en inbraakpreventieteam
Sociaal
50 50
50 50
50 50
50 50
50 50
16.4 Algemene uitkeringen
CS
Nog te verdelen middelen
Sociaal
57 57
176 176
201 201
-49 -49
-49 -49
16.5 Algemene baten en lasten
SO
Grootschalige herstructurering wijken en revitalisering bedrijventerreinen Reservering voor versterking stedelijke hoofdstructuur
Economie
0
0
0
0
0
Fysiek
0 0
1.546 1.546
3.168 3.168
3.168 3.168
3.167 3.167
SO
Totaal
23.304
20.098
20.103
19.861
19.860
BDU Economie BDU Fysiek BDU Sociaal Totaal
5 oktober 2004
ONDERWERP
01.2 Versterken besturen op hoofdlijnen
BDU
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008 Dienst Betreft
PAGINA
Deelprogramma Nr. Omschrijving
253
6.2 Overzicht brede doeluitkering grotestedenbeleid (GSB-3) naar deelprogramma
103.226
3.103 22.730 77.393 103.226
254
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Financiële staten
255
Financiële begroting
256
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
257
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
7. Financiële staten Inleiding De financiële begroting bevat een aantal overzichten waar afzonderlijk aandacht wordt besteed aan: 1. Geprognosticeerde balans 2. Vaste activa 3. Reserves en Voorzieningen 4. Personeelskosten 5. Kapitaalverstrekkingen en verzekeringen 6. Inkomensoverdrachten
5 oktober 2004
258
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
112.599.703
TOTAAL
2.217.221.445
601.566.013
6.173.112
Overlopende activa
Totaal vlottende activa
1.676.476
Liquide middelen
Vorderingen en transistoria
2.239.310.736
601.687.182
6.173.112
1.629.045
362.974.811
TOTAAL
Financieringsbehoefte
Totaal vlottende passiva
Liquide middelen
Overlopende passiva
130.171.681 362.806.211
Voorraden
130.171.681
Vlottende passiva Kortlopende schulden
33.177.043 160.784.164
193.961.207
79.918.933
1.610.613.228
352.820.020 1.997.649 0
354.817.669
-300
2.239.310.736
196.769.963
81.970.827
1.593.776.645
344.568.661 1.997.649 0
346.566.310
-1.862.300
2.217.221.445
ONDERWERP
43.523.894
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
153.246.069
31-12-2005
31-12-2004
passiva
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
PAGINA
100.738.533
Langlopende schulden
Voorzieningen
100.738.533
1.637.623.554
0
5.264.091
Totaal eigen vermogen
Onderhanden werk
1.615.655.432
0
5.621.310
125.197.320 1.265.230.991
Bestemmingsreserves
Vlottende activa
Totaal vaste activa
Geactiveerde tekorten
Immateriële vaste activa
1.265.582.428
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk n
Financiële vaste activa
241.931.152
Algemene reserves 231.851.991
Investeringen met een economisch nut
Materiële vaste activa:
31-12-2005
Eigen vermogen
31-12-2004
activa
Vaste activa
Geprognosticeerde balans per 31-12-2005
259
5 oktober 2004
TOTAAL VASTE ACTIVA
1.895.735.995
0 0 0
Geactiveerde tekorten Totaal geactiveerde tekorten
1.400.385.856
0
Geactiveerde tekorten grondexploitatie SO
Totaal financiële vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
één janger of langer
2.269
295.317.498
Totaal overige langlopende leningen
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van
295.317.498
742.422.644
26.000.000
1.320.042
Overige langlopende leningen
Overige langlopende leningen (geen rente)
Totaal Leningen aan
-Overige verbonden partijen
-Deelnemingen
-Woningbouwcorporaties
715.102.602
362.643.445
Totaal kapitaalverstrekkingen
Leningen aan :
360.850.740
0
-Overige verbonden partijen
-Gemeentelijke diensten
0
1.792.705
-Gemeenschappelijke regelingen
-Deelnemingen
Kapitaalverstrekkingen aan :
Financiële vaste activa:
485.981.007
Totaal materiële vaste activa
66.031.698
0 0
0
26.879.971
0
0
0
0
0
0
0
0
26.879.971
26.879.971
0
0
0
39.151.727
18.033.038
152.166.247
Totaal investeringen openb. ruimte met maatsch. nut
303.103
0 1.009.085
2.313.436
0
16.720.850
0
0
0
1.668.576 21.118.689
443.085
154.439
0
18.775.419
0
77.170
0
12.260.731
- Overige materiële vaste activa
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
137.463.758
0
- Bedrijfsgebouwen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
0
128.322
35.146.826 333.814.760
14.885.933
775.142
34.168.815
- Woonruimten
- Gronden en terreinen
Investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut :
Totaal Investeringen met een economisch nut
- Overige materiële vaste activa
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
164.503.178
14.562.002
- Bedrijfsgebouwen
69.772.864
- Woonruimten
9.369.132
2005
01-01-2005
- Gronden en terreinen
Investeringen met een economisch nut :
Materiële vaste activa:
Immateriële vaste activa
Investering
0
0
0
27.045.875
0 0
0
26.879.971
0
0
23.566.106
23.566.106
3.313.865
0
0
3.313.865
0
0
0
0
0
165.904
0
0
0
0
0
0
0
0
33.969 165.904
0
0
0
131.935
2005
Desinvestering
1.934.721.818
0 0
0
1.400.385.856
0
2.269
271.751.392
271.751.392
0
739.108.779
26.000.000
1.320.042
711.788.737
389.523.416
387.730.711
0
0
1.792.705
524.966.830
170.199.285
13.269.816
2.616.539
0
154.184.608
0
0
128.322
36.781.433 354.767.545
15.329.018
929.581
34.168.815
183.146.662
14.562.002
69.850.034
9.369.132
31-12-2005
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
280.080.563
0 0
0
134.803.428
0
0
31.980.940
31.980.940
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
141.529.313
39.566.544
3.241.505
1.244.296
0
35.079.460
0
0
1.283
14.652.450 101.962.769
4.710.018
241.483
22.280
57.754.158
2.478.517
22.103.863
3.747.822
01-01-2005
Afschrijving
17.183.605
0 0
0
351.437
0
0
351.437
351.437
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16.474.949
5.435.421
782.365
416.395
0
4.234.095
0
0
2.566
4.629.971 11.039.528
678.439
146.291
878.644
4.633.000
38.922
34.261
357.219
2005
Afschrijving
0
0
0
165.904
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
165.904
0
0
0
0
0
0
0
0
33.969 165.904
0
0
0
131.935
invest. 2005
Afschrijv. des-
297.098.264
0 0
0
135.154.865
0
0
32.332.377
32.332.377
0
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
157.838.358
45.001.965
4.023.870
1.660.691
0
39.313.555
0
0
3.849
19.248.452 112.836.393
5.388.457
387.774
900.924
62.255.223
2.517.439
22.138.124
4.105.041
31-12-2005
Afschrijving
Gemeente Arnhem
1.615.655.432
0 0
0
1.265.582.428
0
2.269
263.336.558
263.336.558
0
639.600.156
26.000.000
1.320.042
612.280.114
362.643.445
360.850.740
0
0
1.792.705
344.451.694
112.599.703
9.019.226
1.069.140
0
102.384.298
0
0
127.039
20.494.376 231.851.991
10.175.915
533.659
34.146.535
106.749.020
12.083.485
47.669.001
5.621.310
01-01-2005
Boekwaarde
557.498 1.161.772 13.272.251
6.670 0 0 6.253.020 0 72.043 526.486 6.858.219 20.130.470
9.940.561 17.532.981 241.931.152
124.473 0 0 114.871.053 0 955.848 9.245.946 125.197.320 367.128.472
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0 0 0 0
389.523.416 608.966.249 1.320.042 26.000.000 636.286.291
0 0 0 0
0 0 0 20.425.588
239.419.015
2.269 0 1.265.230.991 0 0 0 1.637.623.554
0
0 0
0 0
239.419.015
0
0 0
387.730.711
0
36.125
541.807
0
0
1.792.693
33.267.891
0
0
6.583.106
120.891.439
0
0
634.383
12.044.563
0
2.506.674
47.711.910
0
1.792.705
295.119
5.264.091
Baten
Lasten
5,25%
Rente
Rente
31-12-2005
Jaarschijf 2005 5,25%
Boekwaarde
ONDERWERP
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Vaste Activa
PAGINA
Omschrijving
260
5 oktober 2004
TOTAAL VASTE ACTIVA
1.934.721.818
0 0 0
Geactiveerde tekorten Totaal geactiveerde tekorten
1.400.385.856
0
2.269
271.751.392
Geactiveerde tekorten grondexploitatie SO
Totaal financiële vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
één janger of langer
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van
Totaal overige langlopende leningen
0
271.751.392
Overige langlopende leningen (geen rente)
Overige langlopende leningen
739.108.779
26.000.000
1.320.042
Totaal Leningen aan
-Overige verbonden partijen
-Deelnemingen
-Woningbouwcorporaties
711.788.737
389.523.416
Totaal kapitaalverstrekkingen
Leningen aan :
387.730.711
0
-Overige verbonden partijen
-Gemeentelijke diensten
0
1.792.705
-Gemeenschappelijke regelingen
-Deelnemingen
Kapitaalverstrekkingen aan :
Financiële vaste activa:
524.966.830
Totaal materiële vaste activa
32.416.239
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
32.416.239
14.661.450
170.199.285
Totaal investeringen openb. ruimte met maatsch. nut
303.103
0 920.370
2.616.539
0
13.437.977
0
0
0
1.207.723 17.754.789
350.000
776.426
29.742
15.313.728
0
77.170
0
13.269.816
- Overige materiële vaste activa
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
154.184.608
0
- Bedrijfsgebouwen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
0
128.322
36.781.433 354.767.545
15.329.018
929.581
34.168.815
- Woonruimten
- Gronden en terreinen
Investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut :
Totaal Investeringen met een economisch nut
- Overige materiële vaste activa
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
183.146.662
14.562.002
- Bedrijfsgebouwen
69.850.034
- Woonruimten
9.369.132
2006
01-01-2006
- Gronden en terreinen
Investeringen met een economisch nut :
Materiële vaste activa:
Immateriële vaste activa
Investering
0
0
0
45.590.660
0 0
0
44.990.294
0
0
10.989.774
0
10.989.774
21.269.809
0
0
21.269.809
12.730.711
12.730.711
0
0
0
600.366
0
0
0
0
0
0
0
0
350.302 600.366
0
0
0
250.064
2006
Desinvestering
1.921.547.397
0 0
0
1.355.395.562
0
2.269
260.761.618
0
260.761.618
717.838.970
26.000.000
1.320.042
690.518.928
376.792.705
375.000.000
0
0
1.792.705
556.782.703
184.860.735
14.190.186
2.919.642
0
167.622.585
0
0
128.322
37.638.854 371.921.968
15.679.018
1.706.007
34.198.557
198.210.326
14.562.002
69.927.204
9.369.132
31-12-2006
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
297.098.265
0 0
0
135.154.865
0
0
32.332.377
0
32.332.377
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
157.838.359
45.001.965
4.023.870
1.660.691
0
39.313.555
0
0
3.849
19.346.452 112.836.394
5.388.457
387.774
900.924
62.157.223
2.517.440
22.138.124
4.105.041
01-01-2006
Afschrijving
17.844.726
0 0
0
361.165
0
0
361.165
0
361.165
0
0
0
0
0
0
0
0
0
17.136.704
5.996.286
846.297
396.370
0
4.751.053
0
0
2.566
4.657.212 11.140.418
540.432
228.242
881.618
4.763.656
39.337
29.921
346.857
2006
Afschrijving
0
0
0
600.366
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
600.366
0
0
0
0
0
0
0
0
350.302 600.366
0
0
0
250.064
invest. 2006
Afschrijv. des-
314.342.625
0 0
0
135.516.030
0
0
32.693.542
0
32.693.542
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
174.374.697
50.998.251
4.870.167
2.057.061
0
44.064.608
0
0
6.415
23.653.362 123.376.446
5.928.889
616.016
1.782.542
66.670.815
2.556.777
22.168.045
4.451.898
31-12-2006
Afschrijving
Gemeente Arnhem
1.637.623.553
0 0
0
1.265.230.991
0
2.269
239.419.015
0
239.419.015
636.286.291
26.000.000
1.320.042
608.966.249
389.523.416
387.730.711
0
0
1.792.705
367.128.471
125.197.320
9.245.946
955.848
0
114.871.053
0
0
124.473
17.434.981 241.931.151
9.940.561
541.807
33.267.891
120.989.439
12.044.562
47.711.910
5.264.091
01-01-2006
Boekwaarde
66.095 533.732 7.342.585 20.944.578
862.581 9.320.019 133.862.484 382.408.006
0
0
0
0
0
0
0 0 0 0
376.792.705 587.696.440 1.320.042 26.000.000 615.016.482
0 0 21.220.943
1.607.204.772
0
0
0
1.219.879.532 0
0
0
0 0
0
2.269
0
0 0
0 228.068.076
228.068.076
0 0
375.000.000
0
0
0
0
0
6.736.224
123.557.977
0
0
0
0
0
0
0
0
0
6.535
121.907
0 0
0
0
0
0
0
0
0
1.792.705
960.351 13.601.993
13.985.492 248.545.522
1.748.126
32.416.015
69.207
7.142.788
131.539.511
540.254
632.340
12.005.225
1.089.991
2.508.927
47.759.159
9.750.129
276.365
4.917.234
Baten
Lasten
5,25%
Rente
Rente
31-12-2006
Jaarschijf 2006 5,25%
Boekwaarde
ONDERWERP
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Vaste Activa
PAGINA
Omschrijving
261
5 oktober 2004
TOTAAL VASTE ACTIVA
1.921.547.397
0 0 0
Geactiveerde tekorten Totaal geactiveerde tekorten
1.355.395.562
0
2.269
260.761.618
Geactiveerde tekorten grondexploitatie SO
Totaal financiële vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
één janger of langer
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van
Totaal overige langlopende leningen
0
260.761.618
Overige langlopende leningen (geen rente)
Overige langlopende leningen
717.838.970
26.000.000
1.320.042
690.518.928
Totaal Leningen aan
-Overige verbonden partijen
-Deelnemingen
-Woningbouwcorporaties
Leningen aan :
376.792.705
Totaal kapitaalverstrekkingen
0
375.000.000
-Overige verbonden partijen
-Gemeentelijke diensten
0
1.792.705
-Gemeenschappelijke regelingen
-Deelnemingen
Kapitaalverstrekkingen aan :
Financiële vaste activa:
556.782.703
Totaal materiële vaste activa
68.627.573
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
68.627.573
790.108 29.809.343
14.190.186
184.860.735
- Overige materiële vaste activa
303.103
0
2.919.642
0
28.716.132
0
0
Totaal investeringen openb. ruimte met maatsch. nut
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
167.622.585
0
- Bedrijfsgebouwen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
0
0
3.562.879 38.818.230
37.638.854 371.921.968
128.322
467.709
416.279
1.706.007
15.679.018
0
34.294.193
0
77.170
0
34.198.557
198.210.326
- Woonruimten
- Gronden en terreinen
Investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut :
Totaal Investeringen met een economisch nut
- Overige materiële vaste activa
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
- Bedrijfsgebouwen
69.927.204
14.562.002
- Gronden en terreinen
9.369.132
2007
01-01-2007
- Woonruimten
Investeringen met een economisch nut :
Materiële vaste activa:
Immateriële vaste activa
Investering
0
0
0
27.977.551
0 0
0
26.958.467
0
0
10.633.861
0
10.633.861
16.324.606
0
0
16.324.606
0
0
0
0
0
1.019.084
0
0
0
0
0
0
0
0
485.112 1.019.084
0
0
0
533.972
2007
Desinvestering
1.962.197.419
0 0
0
1.328.437.095
0
2.269
250.127.757
0
250.127.757
701.514.364
26.000.000
1.320.042
674.194.322
376.792.705
375.000.000
0
0
1.792.705
624.391.192
214.670.078
14.980.294
3.222.745
0
196.338.717
0
0
128.322
40.716.621 409.721.114
16.146.727
2.122.286
34.198.557
231.970.547
14.562.002
70.004.374
9.369.132
31-12-2007
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
314.342.626
0 0
0
135.516.030
0
0
32.693.542
0
32.693.542
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
174.374.698
50.998.251
4.870.167
2.057.061
0
44.064.608
0
0
6.415
23.506.362 123.376.447
5.928.890
616.016
1.782.542
66.817.815
2.556.777
22.168.045
4.451.898
01-01-2007
Afschrijving
18.731.119
0 0
0
371.348
0
0
371.348
0
371.348
0
0
0
0
0
0
0
0
0
18.016.917
6.307.497
862.368
400.440
0
5.042.123
0
0
2.566
4.312.733 11.709.420
535.079
328.224
884.592
5.582.501
36.370
29.921
342.854
2007
Afschrijving
0
0
0
1.018.884
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.018.884
0
0
0
0
0
0
0
0
484.912 1.018.884
0
0
0
533.972
invest. 2007
Afschrijv. des-
332.054.861
0 0
0
135.887.378
0
0
33.064.890
0
33.064.890
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
191.372.731
57.305.748
5.732.535
2.457.501
0
49.106.731
0
0
8.981
27.334.183 134.066.983
6.463.969
944.240
2.667.134
71.866.344
2.593.147
22.197.966
4.794.752
31-12-2007
Afschrijving
Gemeente Arnhem
1.607.204.771
0 0
0
1.219.879.532
0
2.269
228.068.076
0
228.068.076
615.016.482
26.000.000
1.320.042
587.696.440
376.792.705
375.000.000
0
0
1.792.705
382.408.005
133.862.484
9.320.019
862.581
0
123.557.977
0
0
121.907
14.132.492 248.545.521
9.750.128
1.089.991
32.416.015
131.392.511
12.005.225
47.759.159
4.917.234
01-01-2007
Boekwaarde
61.198
765.244
0 0 23.884.021
1.630.142.558
0
0
0
1.192.549.717 0
0
0
0 0
0
2.269
0
0 0
0 217.062.867
217.062.867
0 0
1.320.042 26.000.000
0 0
571.371.834
598.691.876
0 0
376.792.705
0 375.000.000
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
1.792.705
23.625.866
0
0
433.018.461
0
7.994.391
147.231.986
530.782
0
0
8.592.771
0
0
9.247.759
6.400
119.341
157.364.330
0
903.539 15.033.095
13.382.438 275.654.131
0 0
79.079 536.436
9.682.758
0
0
0
0
0
1.178.046
8.670.518 1.701.841
630.274
11.968.855 31.531.423
2.511.407
47.806.408 160.104.203
258.155
4.574.380
Baten
Lasten
5,25%
Rente
Rente
31-12-2007
Jaarschijf 2007 5,25%
Boekwaarde
ONDERWERP
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Vaste Activa
PAGINA
Omschrijving
262
5 oktober 2004
TOTAAL VASTE ACTIVA
1.962.197.419
0 0 0
Geactiveerde tekorten Totaal geactiveerde tekorten
1.328.437.095
0
2.269
250.127.757
Geactiveerde tekorten grondexploitatie SO
Totaal financiële vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
één janger of langer
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van
Totaal overige langlopende leningen
0
250.127.757
Overige langlopende leningen (geen rente)
Overige langlopende leningen
701.514.364
26.000.000
1.320.042
Totaal Leningen aan
-Overige verbonden partijen
-Deelnemingen
-Woningbouwcorporaties
674.194.322
376.792.705
Totaal kapitaalverstrekkingen
Leningen aan :
375.000.000
0
-Overige verbonden partijen
-Gemeentelijke diensten
0
1.792.705
-Gemeenschappelijke regelingen
-Deelnemingen
Kapitaalverstrekkingen aan :
Financiële vaste activa:
624.391.192
Totaal materiële vaste activa
53.117.713
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
53.117.713
19.775.529
214.670.078
Totaal investeringen openb. ruimte met maatsch. nut
303.103
0 939.282
3.222.745
0
18.533.144
0
0
0
1.665.844 33.342.184
3.080.988
181.085
0
28.337.097
0
77.170
0
14.980.294
- Overige materiële vaste activa
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
196.338.717
0
- Bedrijfsgebouwen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
0
128.322
40.716.621 409.721.114
16.146.727
2.122.286
34.198.557
- Woonruimten
- Gronden en terreinen
Investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut :
Totaal Investeringen met een economisch nut
- Overige materiële vaste activa
- Machines, apparaten en installaties
- Vervoermiddelen
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
231.970.547
14.562.002
- Bedrijfsgebouwen
70.004.374
- Woonruimten
9.369.132
2008
01-01-2008
- Gronden en terreinen
Investeringen met een economisch nut :
Materiële vaste activa:
Immateriële vaste activa
Investering
0
0
0
25.998.760
0 0
0
24.591.393
0
0
15.669.284
0
15.669.284
8.922.109
0
0
8.922.109
0
0
0
0
0
1.407.367
0
0
0
0
0
0
0
0
1.369.469 1.407.367
0
0
0
37.898
2008
Desinvestering
1.989.316.372
0 0
0
1.303.845.702
0
2.269
234.458.473
0
234.458.473
692.592.255
26.000.000
1.320.042
665.272.213
376.792.705
375.000.000
0
0
1.792.705
676.101.538
234.445.607
15.919.576
3.525.848
0
214.871.861
0
0
128.322
41.012.996 441.655.931
19.227.715
2.303.371
34.198.557
260.269.746
14.562.002
70.081.544
9.369.132
31-12-2008
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
332.054.861
0 0
0
135.887.378
0
0
33.064.890
0
33.064.890
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
191.372.731
57.305.748
5.732.535
2.457.501
0
49.106.731
0
0
8.981
27.334.182 134.066.983
6.463.969
944.240
2.667.134
71.866.345
2.593.147
22.197.966
4.794.752
01-01-2008
Afschrijving
20.270.911
0 0
0
381.999
0
0
381.999
0
381.999
0
0
0
0
0
0
0
0
0
19.547.302
7.083.610
902.105
388.919
0
5.790.020
0
0
2.566
4.426.573 12.463.692
540.432
375.456
884.592
6.173.701
36.370
26.568
341.610
2008
Afschrijving
0
0
0
1.407.367
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.407.367
0
0
0
0
0
0
0
0
1.369.469 1.407.367
0
0
0
37.898
invest. 2008
Afschrijv. des-
350.918.405
0 0
0
136.269.377
0
0
33.446.889
0
33.446.889
102.822.488
0
0
102.822.488
0
0
0
0
0
209.512.666
64.389.358
6.634.640
2.846.420
0
54.896.751
0
0
11.547
30.391.286 145.123.308
7.004.401
1.319.696
3.551.726
78.002.148
2.629.517
22.224.534
5.136.362
31-12-2008
Afschrijving
Gemeente Arnhem
1.630.142.558
0 0
0
1.192.549.717
0
2.269
217.062.867
0
217.062.867
598.691.876
26.000.000
1.320.042
571.371.834
376.792.705
375.000.000
0
0
1.792.705
433.018.461
157.364.330
9.247.759
765.244
0
147.231.986
0
0
119.341
13.382.439 275.654.131
9.682.758
1.178.046
31.531.423
160.104.202
11.968.855
47.806.408
4.574.380
01-01-2008
Boekwaarde
534.820 9.299.843 25.448.262
9.284.936 170.056.249 466.588.872
0
0
0
0
0
0 0 0 0
376.792.705 562.449.725 1.320.042 26.000.000 589.769.767
0 0 25.688.417
1.638.397.967
0
0
0
1.167.576.325 0
0
0
0 0
0
2.269
0
0 0
0 201.011.584
201.011.584
0 0
375.000.000
0
56.088
679.428
0
0
0
0
0
0
8.702.669
159.975.110
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
1.792.705
6.265
116.775
0
670.097
71.354
983.675
718.138 16.148.420
1.655.400
30.646.831 12.223.314
9.891.179
182.267.598
10.621.710 296.532.623
0
628.365
11.932.485
0
2.513.888
47.857.010
0
240.155
4.232.770
Baten
Lasten
5,25%
Rente
Rente
31-12-2008
Jaarschijf 2008 5,25%
Boekwaarde
ONDERWERP
Aanschafwaarde
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Vaste Activa
PAGINA
Omschrijving
263
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
264
Reserves en Voorzieningen
Jaarschijf 2005 Omschrijving
Stand per
Vermeerderingen
Vermeerderingen
Verminderingen
Stand per
01-01-2005
rente 2005
overige 2005
2005
31-12-2005
Algemene reserves: 35.100.000
0
709.000
11.390.000
24.419.000
- Niet vrij besteedbaar
4.244.629
55.940
278.209
0
4.578.778
- Dienstbedrijfsreserves (DBR)
4.179.265
0
0
0
4.179.265
43.523.894
55.940
987.209
11.390.000
33.177.043
Bestemmingsreserves
153.246.069
3.583.520
6.705.897
2.751.322 160.784.164
Subtotaal reserves
196.769.963
3.639.460
7.693.106
14.141.322 193.961.207
Voorziening grondexploitatie
52.495.140
0
0
0
52.495.140
Overige voorzieningen
29.475.687
48.241
845.194
2.945.329
27.423.793
Subtotaal voorzieningen
81.970.827
48.241
845.194
2.945.329
79.918.933
278.740.790
3.687.700
8.538.300
- Vrij besteedbaar
Totaal algemene reserves
Totaal reserves en voorzieningen
5 oktober 2004
17.086.651 273.880.139
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
265
Reserves en Voorzieningen
Jaarschijf 2006 Omschrijving
Stand per
Vermeerderingen
Vermeerderingen
Verminderingen
Stand per
01-01-2006
rente 2006
overige 2006
2006
31-12-2006
Algemene reserves: 24.419.000
0
0
2.590.000
21.829.000
- Niet vrij besteedbaar
4.578.778
65.621
92.119
0
4.736.518
- Dienstbedrijfsreserves (DBR)
4.179.265
0
0
0
4.179.265
33.177.043
65.621
92.119
2.590.000
30.744.783
Bestemmingsreserves
160.784.164
3.138.414
4.780.904
2.652.205 166.051.276
Subtotaal reserves
193.961.207
3.204.035
4.873.023
5.242.205 196.796.059
Voorziening grondexploitatie
52.495.140
132.068
0
0
52.627.208
Overige voorzieningen
27.423.793
197.102
772.390
4.258.321
24.134.964
Subtotaal voorzieningen
79.918.933
329.170
772.390
4.258.321
76.762.172
273.880.139
3.533.205
5.645.413
- Vrij besteedbaar
Totaal algemene reserves
Totaal reserves en voorzieningen
5 oktober 2004
9.500.526 273.558.231
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
266
Reserves en Voorzieningen
Jaarschijf 2007 Omschrijving
Stand per
Vermeerderingen
Vermeerderingen
Verminderingen
Stand per
01-01-2007
rente 2007
overige 2007
2007
31-12-2007
Algemene reserves: 21.829.000
0
0
590.000
21.239.000
- Niet vrij besteedbaar
4.736.518
68.246
92.119
0
4.896.883
- Dienstbedrijfsreserves (DBR)
4.179.265
0
0
0
4.179.265
30.744.783
68.246
92.119
590.000
30.315.148
Bestemmingsreserves
166.051.276
3.181.375
737.262
3.243.781 166.726.132
Subtotaal reserves
196.796.059
3.249.621
829.381
3.833.781 197.041.280
Voorziening grondexploitatie
52.627.208
132.068
0
0
52.759.276
Overige voorzieningen
24.134.964
216.837
828.135
173.026
25.006.910
Subtotaal voorzieningen
76.762.172
348.905
828.135
173.026
77.766.186
273.558.231
3.598.526
1.657.516
- Vrij besteedbaar
Totaal algemene reserves
Totaal reserves en voorzieningen
5 oktober 2004
4.006.807 274.807.467
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
267
Reserves en Voorzieningen
Jaarschijf 2008 Omschrijving
Stand per
Vermeerderingen
Vermeerderingen
Verminderingen
Stand per
01-01-2008
rente 2008
overige 2008
2008
31-12-2008
Algemene reserves: 21.239.000
0
0
590.000
20.649.000
- Niet vrij besteedbaar
4.896.883
70.976
92.119
0
5.059.978
- Dienstbedrijfsreserves (DBR)
4.179.265
0
0
0
4.179.265
30.315.148
70.976
92.119
590.000
29.888.243
Bestemmingsreserves
166.726.132
3.225.929
357.133
2.646.587 167.662.608
Subtotaal reserves
197.041.280
3.296.905
449.252
3.236.587 197.550.851
Voorziening grondexploitatie
52.759.276
132.068
0
0
52.891.344
Overige voorzieningen
25.006.910
235.575
826.749
1.442.848
24.626.386
Subtotaal voorzieningen
77.766.186
367.643
826.749
1.442.848
77.517.730
274.807.467
3.664.548
1.276.001
- Vrij besteedbaar
Totaal algemene reserves
Totaal reserves en voorzieningen
5 oktober 2004
4.679.435 275.068.581
268
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Gemeenteraad Burgemeester Wethouders Overige medewerkers ' ) Overige vergoedingen Stagiaires Vakantiewerk Totaal 1.0.0. (2005 inclusief Griffie) Salarissen en sociale lasten: 1.0.0. Salarissen en sociale lasten 1.0.1. Overwerk 1.0.8. Uitkering en sociale lasten voormalig personeel : - Wachtgelden - Overige Totaal salarissen en sociale lasten
Personeel van derden: 3.0.0. Uitzendkrachten 3.0.0. Inleenkrachten : - Projecten - Overige 3.0.1. Wet sociale werkvoorziening 3.0.2. Gedetacheerd personeel
Begroting 2005 Totaal salarissen / soc. Lasten
Aantal fte's
Aantal personen
Totaal salarissen / soc. Lasten
Aantal fte's
1
1
131.430
1
1
126.323
1
1
129.503
5
5
478.387
5
5
579.776
5
5
589.892
2
2
265.180
2
2
211.648
3
3
297.490
18
18
1.534.301
14
14
1.357.969
14
14
1.384.848
26
26
2.049.313
28
28
2.403.552
29
29
2.507.600
54
52
3.598.667
50
49
3.842.281
47
46
3.664.051
95
89
6.199.377
104
95
7.012.977
97
88
6.693.163
41
38
4.874.652
56
53
3.520.802
57
53
3.648.105
157
144
7.706.007
131
118
7.392.706
145
131
8.309.190
51
38
4.889.256
80
66
3.736.656
80
66
3.824.137
174
159
14.023.904
168
148
8.292.243
167
148
8.450.980
199
173
8.760.757
205
194
9.087.720
201
190
9.009.570
364
284
7.390.967
371
317
12.761.603
388
335
13.373.346
254
213
4.976.730
251
188
7.714.931
255
192
8.028.419
237
198
5.833.130
227
182
6.797.752
225
181
6.857.588
146
110
3.116.195
149
108
3.976.688
151
109
4.103.795
87
73
2.442.357
81
67
2.177.361
81
67
2.217.532
41
22
761.951
36
21
781.125
36
21
796.555
4
2
30.079
1
1
16.933
1
1
17.272
11
10
251.307
8
8
199.383
9
9
229.565
11
11
729.988
16
16
1.748.796
14
14
1.526.652
2
2
111.131
11
11
225.904
11
11
230.422
0
0
0
39
39
767.631
39
39
760.110
0
0
0
1
1
140.273
1
1
138.900
0
0
0
6
6
605.795
6
6
599.860
181
152
25.059.602
115
80
21.485.115
115
80
19.405.958
0
0
261.659
0
0
254.384
0
0
259.472
18
16
81.624
4
4
25.275
4
4
25.781
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.179 1.834,52
105.557.951
2.160 1.821,66
107.243.602
2.182 1.844,84
107.079.756
105.518.119
107.243.602
309.385
393.723
107.079.756 401.597
1.751.870
1.131.151
1.078.562
586.627
204.405
189.054
135.684
128.991
128.991
38.564
35.000
35.700
108.340.249
109.136.872
108.913.660
6.592.876
432.459
461.139
3.972.554
89.151
90.934
416.544
173.695
175.432
94.123
0
0
0
0
0
814.178
0
0
11.890.275
695.305
727.505
120.230.524
109.832.177
109.641.165
155.873
108.861
45.892
12.154
(w.o. ID-banenen voorheen WIW en M2)
Totaal personeel van derden TOTALE PERSONEELSKOSTEN
Kosten ARBO Uitgaven binnen het contract Verrichtingen buiten het contract Overige aanpassingen TOTALE KOSTEN ARBO
17.050 218.815
' ) Incl. 18.249.720 Onderwijzend personeel De Basis (in overzicht personeelskosten MJPB 2004-2007 - jaarschijf 2004 - niet meegenomen)
5 oktober 2004
ONDERWERP
Boventalligen : - Herschikkers - Transferkandidaten
Aantal personen
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Schaal 18 Schaal 17 Schaal 16 Schaal 15 Schaal 14 Schaal 13 Schaal 12 Schaal 11A Schaal 11 Schaal 10A Schaal 10 Schaal 9 Schaal 8 Schaal 7 Schaal 6 Schaal 5 Schaal 4 Schaal 3 Schaal 2 Schaal 1
Begroting 2004
PAGINA
Omschrijving
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008 Rekening 2003 (per 31-12-2003) Totaal Aantal Aantal salarissen / personen fte's soc. Lasten
269
Personeelskosten
17.200 138.215
270
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
271
Overzicht kapitaalverstrekking en verzekeringen
Jaarschijf 2005
Voor de afdeling Concerntreasury, Finance & Riskmanagement (CTF&R) is het noodzakelijk, dat opgaven verstrekt worden van : - de kapitaalopnamen, -aflossingen en rentes, zoals deze verwerkt zijn in de dienststukken ; - toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves en voorzieningen ; - geplande verzekeringspremies te betalen aan de afdeling CTF&R en schade-uitkeringen te ontvangen van de afdeling CTF&R.
Programmabegroting 2005 FINANCIERING Aanschafwaarde activa
Vermindering jaar 2005 (terugboeking van ultimo jaar 2004 geheel afgeschreven activa)
+ + -
497.405.668 39.151.727 165.904
Oorspronkelijke aanschafwaarde activa per 31-12-2005
=
536.391.491
Reserves/voorzieningen bestemd voor onderhanden werk (OHW) in projecten (netto financiering)
+ + -
338.206.598 38.985.823 16.809.593 35.880.043
Stand kapitaalverstrekking per 31-12-2005
=
324.502.785
=
17.755.846
=
230.876.877
=
81.967.576
= =
1.574.056 6.705.930
= =
567.780 0
= =
3.984.194 75.889.410
Oorspronkelijke aanschafwaarde activa per 01-01-2005 Vermeerdering jaar 2005
Kapitaalverstrekking Stand kapitaalverstrekking (boekwaarde) per 01-01-2005 Kapitaalopname inclusief t.b.v. routine-investeringen Aflossing (afschrijving) kapitaalverstrekking
Rente kapitaalverstrekking / investeringen 5,25% over boekwaarde kapitaalverstrekking per 01-01-2005 Reserves / voorzieningen Stand reserves per 01-01-2005 Waarvan reserves met specifieke bestemming, rentedragend á 4% t.g.v. reserve
+
Waarvan reserves bestemd voor OHW in projecten (netto financiering)
+
Resteert reserves waarvan toerekening bespaarde rente t.g.v. algemene middelen + Waarvan reserves specifiek belegd (financiering herstructurering)
+
39.351.412 40.924.877 140.095.576 10.505.012
Stand voorzieningen per 01-01-2005 Waarvan voorzieningen bestemd voor OHW in projecten (netto financiering)
+
Waarvan voorzieningen waaraan toerekening bespaarde rente t.g.v. algemene mid +
54.414.910 27.552.666
Rente over reserves en voorzieningen 4% rente t.g.v. reserves met specifieke bestemming 4% bespaarde rente over reserves en voorzieningen VERZEKERINGEN Totaal van de in 2005 aan de afdeling CTF&R te betalen premies diverse verzekeringen Totaal van de in 2005 van de afdeling CTF&R te ontvangen schade-uitkeringen GRONDEXPLOITATIE Verschuldigde rente over boekwaarde -/- voorziening (netto financiering) Netto boekwaarde van de grondexploitaties
N.b.: Alle geldstromen met het financieringsfonds (CTF&R) worden onder verrekencode 7.00 opgenomen, behalve de rente-uitkering over specifieke bestemmingsreserves (verrekencode 2.01)
5 oktober 2004
272
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
ONDERWERP
5 oktober 2004
Democratisering
02
Kwaliteit dienstverlening
03
Educatie
04
Werk en inkomen
05
Begroting 2004
Begroting 2005
539.730
629.890
579.890
0
0
0
9.123.619
9.945.234
8.815.145
39.093.788
40.124.621
40.181.032
Zorg
9.085.390
8.605.474
8.691.436
06
Veiligheid
8.216.645
8.903.123
9.152.819
07
Bruisend Arnhem
6.949.106
6.015.536
6.539.090
08
Samenleven in Arnhem
09
De stedelijke hoofdstructuur wijzigen
10
Wijken bouwen
11
Mobiliteit
12
Wonen in Arnhem
13
22.889.281
20.566.207
23.980.163
0
0
0
181.974
0
0
71.092
3.584
3.584
3.901.456
794.115
0
Kwaliteit openbare ruimte
545.623
1.061.525
707.521
14
Structuurversterking economie
549.883
538.814
557.169
15
Duurzaam milieu
124.368
111.577
111.577
16
Algemene dekkingsmiddelen
532.712
21.432
21.627
Totaal generaal
5 oktober 2004
101.804.667
97.321.132
99.341.053
ONDERWERP
01
Rekening 2003
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
Programma
PAGINA
Meerjarenprogrammabegroting 2005-2008
273
Inkomensoverdrachten